diff options
| author | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-12 16:21:03 -0800 |
|---|---|---|
| committer | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-12 16:21:03 -0800 |
| commit | c5cedb0635c4e6f27dc6665da2d6df04199b2e45 (patch) | |
| tree | b97464a9ffeee23a3d925c387297897681062e6f | |
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | 75358-0.txt | 15141 | ||||
| -rw-r--r-- | 75358-h/75358-h.htm | 18862 | ||||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/new-cover.jpg | bin | 0 -> 50627 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/rbrace3.png | bin | 0 -> 183 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage.png | bin | 0 -> 15627 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage2.png | bin | 0 -> 8014 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage3.png | bin | 0 -> 7047 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage4.png | bin | 0 -> 10612 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage5.png | bin | 0 -> 8397 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 75358-h/images/titlepage6.png | bin | 0 -> 10006 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 |
13 files changed, 34020 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/75358-0.txt b/75358-0.txt new file mode 100644 index 0000000..e4b8242 --- /dev/null +++ b/75358-0.txt @@ -0,0 +1,15141 @@ + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 *** + + + + + + VERZAMELDE + TOONEELSPELEN + EN + OPSTELLEN-OVER-TOONEEL + + DOOR + HERM. HEIJERMANS Jr. + + + EERSTE DEEL. + + I. UITKOMST (1907).—II. VREEMDE JACHT (1907). + + AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1909. + + + Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens + de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). + + + + + + + + +VOORWOORD. + + +De noodig geworden herdrukken van verschillende Spelen, en de +„voorraad” nieuwe, deed tot de uitgave in dezen vorm besluiten. + +Achtereenvolgens, niet in chronologische orde, zullen in deze Bundels +tooneelstukken en vroeger gepubliceerde opstellen-over-tooneel +verschijnen, de laatste voornamelijk om tegenover uitnemend-malle +tijdsverschijnselen de meening van iemand te stellen, die er van af +zijne eerste kleine daad voor het Hollandsch tooneel op wees, dat het +gekakel der velerlei stuurlieden-aan-den-wal, die dagelijks, wekelijks, +maandelijks, met gezwollen strotjes en zelfgenoegzame gebaren, de wegen +beduiden, die tot „verheffing van het tooneel” moeten voeren—dat het +gezwam dezer wijzen over „technische” tooneel-inrichting, over de +noodzakelijkheid van een „intiem tooneel”, over een „keurtroep”, over +stuitende „tendenz”, over........ „nieuwe idealen”—en wat voorts het +allegaartje van breede bepeinzing, mode en snobisme pleegt te baren—dat +het waanwijs en potsierlijk betoog dezer scribenten, die in den grond +op arbeid van anderen parasiteeren, in diepste mate belachelijk is. + +Of men zich in het eigen land of daarbuiten bevindt: overal domineert +de wet, dat kunst en kunstenaars afhankelijk zijn, dat eene op +loondienst gebaseerde Gemeenschap in directe wisselwerking slechts dàt +klasse-vermaak op den duur duldt, hetwelk zich aan haar in +levensbeschouwing onderwerpt. + +Deze maatschappij met haar verwelkte idealen, haar gemis aan respect +voor eigen verleden zelfs, kàn geen ander plankenland hebben dan zij +bezit. + +Iedere poging, buiten maatschappelijke werking om, moge eenige jaren +bijzonderen schijn wekken—zij is voor den ontleder van het verval een +relletje. + +De waarachtige hervorming van het tooneel, waarlijk bijzaak naast +zooveel gewichtiger aangelegenheden, heeft eene gezonde gelukkige, +sterke Gemeenschap noodig. + +„Zullen?”, vroeg ’k in 1899 („Tooneel en Maatschappij”): „zullen dan al +de gewichtigen, pedantjes en half-wetenden, die met kunst en nog eens +met kunst sollen, nooit snappen, dat dezelfde fataliteitswet eene +kommerciëele maatschappij en haar verschijnselen beheerscht?... Het +verval van het tooneel is een camera-obscura-beeld van het verval der +maatschappij...” + +Het verval in Holland—het zij, bij het in gang zetten dezer Serie en +tot besluit van een Voorwoord, dat in na te komen Opstellen behoorlijk +gedocumenteerden weerklank vindt, opgemerkt—is niet zoo deerlijk als +het verval in het buitenland. + +Gewend als wij tam-nuchtere, betweterige Hollanders zijn, om alles wat +we in de meerendeels duffe geledingen van ons openbaar leven opletten, +met breeder geteem dan voor de beteekenis der zaak passend is, aan de +voornaam-geestelijke spelingen onzer ik-jes te toetsen, willen we het +dikwerf doen voorkomen, of wij in het zog van imponeerende +buitenlandsche zeekasteelen loeven. + +Dit is lak. + +We behoeven ons zelven niet ontuchtiger voor te stellen, dan de grove +ontucht der omstandigheden het bepaalt. + +In alle landen der nog tierig-ongecultiveerde wereld, zwiept de +maatschappelijke verwording tot bruuter, afstootender +schouwburg-industrie, dan bij ons mógelijk is. + +Wie ruimer ziet en zijne heroïsche theater-inzichten, niet tot de paar +goedige Hollandsche tooneelgezelschapjes besnoeit, weet dat nergens het +gekristalliseerd klassevermaak zoo schel bovendrijft als in de groote +kunst-centra van Europa. + +De heerschende klasse héérscht daar vet-lippig en met een gefatigeerden +lach. + +De theaterkas-bijdragen van het „schellinkje” kunnen er gemist worden. + +De heele bouw van den schouwburg is eene verteedering tegenover +duur-betalenden—’n lompe minachting tegenover het plebs, dat daar-boven +nauwelijks zien kan en de kwalijke lucht van benee gul-weg geschonken +krijgt. + +In klein-burgerlijk Holland kan de theater-ondernemer den engelenbak +finantieel niet uitschakelen. Bij de lauwe schouwburgrecettes heeft ’t +schellinkje een zwakke stem in het kapittel. + +Dat is een voorrecht. + +Tot de ziekelijke decadentie van theater-luxe-doosjes (spot en hoon van +alle gemeenschapskunst) zullen wij nimmer geraken. + +Het intelligent, óók betalend schellinkje is in Hollandsche +schouwburgen een „ballast”, dien het buitenland met zijn volslagen +met-handen-en-voeten-overgeleverd zijn aan duurdere plaatsen niet kent. + +Mij dunkt dat de herwonnen voeling met een deel van het publiek, tegen +gindsche techniek en gindsche monteering ruimschoots opweegt. + +De toekomst met haar onafwendbare gebeurtenissen is aan de +proletarische levensbeschouwing—aan het proletariaat. + +De eerste kunst-stappen dier toekomst lijken voor de kleine, +afgezonderde, niet door de groot-industrie ook op dàt gebied +dood-gemoorde landen weggelegd. + +Men kan zich in de onderstelling vergissen: het gezond verstand en de +feiten stutten het vermoeden naar alle zijden. + +Noch in Denemarken, noch in Zweden, noch in Holland (om drie +voorbeelden van politiek en economisch zwakke volkeren te geven) zal +het vermaak zóó industrieel kunnen ontaarden als in steden met +wereldrumoer. + +Daarenboven hebben wij eene literatuur, rijper, rijker van basis, dan +menig ander land, eene literatuur die—op mannen met gemeenschapsbegrip +wacht. + +Een volk naar zijn geestelijke zoekers schattend en niet naar zijn +rampzalig geprots met oorlogsmateriaal en weelde, hebben wij in het +begin dezer eeuw het verlof te glimlachen. + +En het geblaas over het verval der kunsten ten onzent, het gekef der +velen die van geen oorzaak en verband weten en hoera kermen bij het +gedobber van een giorno-lampje in een donkeren stormnacht, mogen we als +ondoordacht gedoe, gelijk iedere periode in onverschillig welken tijd, +’t te slikken kreeg, aanvaarden. + +De kunstzinnige hervorming van het tooneel kan eerst na het herstel +eener waarlijke maatschappelijke orde—door samenwerking der +zusterkunsten, geschieden. + +Van de spelers is thans niet meer te eischen dan de dictator Theaterkas +[1] veroorlooft. + +Deze hard-werkende lieden over het inzakken van hun vak te beschimpen, +hen met hautaine woorden (op puur vermoeden van hoe u ’t achter uw +inktpot zou willen hebben—u, hum!) de les te lezen, is ook daarom in +verhouding tot het wurmend gerepeteer, het reizen, trekken en spelen +dier menschen, zoo dom, laf en tergend-quasi, omdat er slechts een paar +in Holland zijn, in staat een vakkundigen raad te geven. + +En die paar zwijgen. + +In tijden van infectie pijnigt en geeselt men liever geen +geïnfecteerden—men tracht de infectie te verwijderen, infectie die op +tooneelgebied in bijkomende mate in de schouwburgen zelf woekert. + +En de tooneelstukken? + +Wel, vrienden—we weten hoe laat het is.... + +Hoe sterk het verval zich ook hierin openbaart: het geblinddoekt +ideaal, het ideaaltje dat in het verleden blijft scharrelen en het +Komende niet zien wil—het ideaal dat met lodderende oogjens ’n fopspeen +belurkt en zich als nieuw-verniste pagode bij het ongevaarlijk +klasse-vermaak voegt—dat ideaal met ’n horrelvoet en ’n waterhoofd, +vooral bang en pretentieus tegenover het eenig +Ideaal-van-klassieke-vormen dat „in ’t Oosten daagt”—dat ideaal kan +bezwaarlijk thàns nog in de tent der getuigenis worden toegelaten. + +Voor ons, socialisten en „materialisten”, zij het een genot in een +worstelenden overgangstijd tot ontwaking van derden bij te dragen. + +Voor ons is deze periode van frissche ontroeringen—heeft éénige +generatie zooveel meegemaakt?—eene in schoonheid groeiende +werkelijkheid, waarvan elk nieuw gerucht de wilskracht versterkt. + +Heeft de geestelijke arbeider meerder fossiel recht te „blijven leven” +dan ontelbare andere arbeiders, die zich over de heele wereld voor +nobele gemeenschapsbelangen offeren? + +Is het al niet eene vreugde een klein dienaar der samenleving te +zijn—reiken we mekaar niet van geslacht op geslacht de hand? + +Is het geloof in de toekomst, waartoe men meê heeft getracht, niet +overvoldoende om blijmoedig voort te gaan? + +Al zou al je geschrevene tot verdorrend loof behooren—haha, wat deert +het! Je hebt je tijd zoo kostelijk, zoo heerlijk-willend meegeleefd, +zoo diep-hartstochtelijk, zoo met gebalde vuisten, zoo begaan, zoo +in-afwachting, zoo met den teederen lach van genegenheid, dat je +menschelijk-tevreden kan zijn.... + + HEIJERMANS. + + Berlijn, Augustus 1909. + + + + + + + + + UITKOMST. + SPEL-VAN-DROOM-EN-LEVEN + + IN TWEE AFDEELINGEN + + DOOR + HERM. HEIJERMANS Jr. + + + Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden + volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). + + + + + + + + +Voor de eerste maal opgevoerd en uitgefloten te Amsterdam, op 2 +November 1907. + + DRAMATIS PERSONAE. + + Thijs Banes, een kruier. + Bet, zijn vrouw. + Jacob, scharenslijper, } + Sien, fabrieksmeid, } zijn kinderen. + Jan, } + De Dokter. + De Kapelaan. + Rijksveldwachter. + Lammersen, waschbaas. + Aaltje, zijn vrouw. + De Bakker. + De Schoenlapper. + Bonnet, bovenbuurman. + Riesje, zijn dochtertje. + De Zwaan. + De Meneer-van-de-Bank. + De Schele. + Een menigte. (1ste, 2de, 3de, 4de, 5de stem). + +Het Spel geschiedt te Amsterdam. + + + + + + + + +EERSTE AFDEELING. + + +(Het tooneel ver-beeldt het pothuis van een kruier, laag van +verdieping, met een vervelooze binten-laag. In den haveloozen, +gecementeerden achtermuur bevindt zich een langwerpig tuimelraam met +vale gordijnen. In den hoek, rechts van achterwand en zijwand, een +ombuigende trap met onderdeurtje, tot de straat toegang gevend. Tegen +die trap aan, langs de rechterzijwand, twee bedsteden. Onder het +tuimelraam een ijzeren ledikant. In den linker-hoek van achterwand en +zijwand lijnen waaraan de wasch te drogen hangt: heel voor een slap +gespannen beddelaken. De linkerwand, met een verschoten behang, toont +naden van gespleten planken. In het derde plan van die wand de afvoer +voor de gebarsten potkachel. Daarnaast, tweede plan, een ladenkastje +met heiligebeeldjes. Tegen het beschot, éérste plan, een lompe tafel, +waarboven een flauw-brandende petroleumlamp. Meer naar de zijde der +bedsteden een kleinere withouten tafel, die voor werkbank dienst doet +en door een eind kaars in een flesch belicht wordt. Aan de bovenbinten +hangen eenige kleinere takels. Late Februari-middag. Zwakke schemer +door de gordijnen van het tuimelraam). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Thijs, Jacob, Sien. + + +THIJS (door het tuimelraam een hijschtouw vierend, dat Jacob langzaam +bost). Meer van ’t bed van de jongen afhoue—al de smurrie valt op de +deken... + +JACOB (norsch). Droog zand. Vooruit maar! (bost een poos voort). +Verroest, komt ’r geen end an? + +THIJS (wiens voeten en broekspijpen alleen zichtbaar zijn). Zee je wat? + +JACOB. Of d’r gedorie geen end an komt? + +THIJS. ’k Zal maar ja zegge—anders krijg je ’t wéer op je heupe—’k +versta geen woord... + +SIEN (bij de tafel ’n kous stoppend, schel:) Of ’r geen end an komt, +vader, vraagt-ie!... + +JACOB. Of-ie ’t zoo niet gehoord het!... + +THIJS (op de knieën, het hoofd door ’t raam stekend). Wat smoes jij +toch? Denk je da’k luistere ken met die herrie op straat?... (tot Sien +verwonderd). Jìj hier? + +SIEN. Nee—’n ander! + +THIJS. Werkt de febriek niet vedaag? + +SIEN. De febriek jà—wìj niet, hahaha! + +JACOB (tot Thijs). Blijf nou niet op de lijn legge, vader! + +THIJS (opstaand, grommend). ’t Is ’n merakel, ’n gedonder van de andere +wereld... Daar komt de takel! Pak an.... + +JACOB. ’k Ken ’r niet bij. Wacht! (stapt op ’t bed). + +THIJS. Mot je met je vuile poote op de deken stappe! Is d’r geen trap? + +JACOB. Je geeft ’m ommers hier an—en dan zàl d’r ’n deuk in weze—dan +zàl-ie minder glad in z’n nest legge—ik leg wel vier maande voor hem op +de grond, goddoome... (springt van het bed, smijt touw en takel in den +hoek bij de trap). + +SIEN. Toe maar! Mot de takel stuk? + +THIJS (op de trap). En waarom ben jij niet na de febriek? + +SIEN. Waarom?... Omdat we... + +THIJS (ongeduldig). Omdat we!... Omdat we!... Is ’t alweer mis? + +SIEN. As je ’t zoo wéét—wat vraag-ie dan? + +THIJS. Ik waarschouw je às d’r wat gebeurd is! + +SIEN (onverschillig). Hoor! De paar cente die ’k verdien—(even +oplevend) wié het ’r in de laaste tijd alleen ingebracht?—worde me met +’n snauw afgenome! En as me met z’n alle ’n middag vrij neme om de +koningin te zien rijje, krijg je ’t op je brood of je van de straat +opgeraapt ben! Me zorg, hoor! Tot ’t me de keel uithangt... + +THIJS. Bè-je met z’n àlle vortgebleve...? + +SIEN. Dat zeg ’k toch... + +THIJS. Zonder te vrage...? + +SIEN. Laat-ie ’r wat tege doen!.. + +THIJS. ’t Is goeie ... + +SIEN (opvliegend). Wat is d’r goeie? Mot ìk spelbreker zijn, as d’r +tweehonderd gelijk de koningin wille zien...? + +THIJS. ’t Is goeie! (gaat bij Jacob aan ’t werktafeltje zitten)... ’t +Is goeie—maar de weerlicht zal je hale, as d’r mot van komt... De +koningin zien rijje—de koningin zien rijje—As ze je niet an de dijk +zette, houe ze ’n dag loon in! (wrokkig)... of we daarmee kenne +smijte... + +SIEN. Of ik ’t helpe ken, dat niemand anders verdient! Laat me niet +alleen sappele!... + +THIJS. ’t Is goeie. + +SIEN. Alles vreet ’r van mee... + +THIJS (dreigend-van-stem). Ik zeg dat ’t goeie is! + +SIEN (Jacob bedoelend). Toe hij de kast in most, het-ie niet zooveel +motte hoore as ik—om ’t minste geringste... + +THIJS. Is ’t gedaan? Toe hij... + +JACOB. Geef ’r geen asem ... + +SIEN (de gestopte kous aantrekkend, den voet op den matten stoel). Nou +mot diè ’n duit in ’t zakkie doen (nijdiger). Geef ’r geen asem... Da’s +ook ’t eenige wat ’r te geven valt (bij den buurman opjoeling van +vrouwen-gelach)... Die lache teminste... Die hebbe lol in d’r leven... +Hier knies je je dood... Niet één van de meide op de febriek het zoo’n +zuur bestaan... (de potkachel porrend). Ken mijn ’t schele!.. + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +De vorigen, Lammersen. + + +LAMMERSEN (over de onderdeur). Hahaha! Hahaha! ’k Lach me ’n kriek, +hahaha! Heb-ie de meide gehoord? Hahaha! (zich inhoudend)... Slaapt de +jongen? + +THIJS. Nee. Nee, kijk maar niet—leit ’r niet in—is met z’n moeder uit. + +LAMMERSEN (de trap af strompelend). Uit?... Uit?... Is-ie zoo’n end op +streek?... Verrek die beroerde trap... As ’k me daar niet grijp, leg ’k +op me achterwerk, hahaha!... Werachtig de dolle rakker het ’m +gesmeerd!... Loopt-ie op krukke? + +THIJS. Nee—z’n moeder rijdt ’m in ’n wagen... + +LAMMERSEN. Mocht dat voor de meester? (Thijs knikt)... Dan haalt-ie ’t +’r bovenop, Thijs, dat zeg ìk jou. + +THIJS (het hoofd schuddend). Voor Jan groeit geen kruid meer—néé... (er +wordt tegen de linkerwand gebonsd). + +LAMMERSEN (schaterlachend). Hahaha! Hoor je ’r tekeergaan? (tegen het +beschot pratend) Hou je gemak maar, schele! Nou heb ik de tijd, +hahaha!... + +SIEN (lachend). Zit ’r een opgesloten? + +LAMMERSEN. Ja, hahaha! De schele! In ’t kolenhok, hahaha! Alles mot ze +me vrouw overklappe, hahaha!—as ’k ’n bak met de meide opzet—(nieuw +gebons)—ga maar op de turve zitte, hahaha!—nou heb ’k de sleutel in me +zàk, hahaha!—Hoe is-ie? + +THIJS. ’k Wou dat je mijn zorg had... + +LAMMERSEN. Wat ben jij gul! Schiet ’r niks anders op over?... +Vanmorrege hebbe de meide en ik ons ’n dubbele breuk gelache... Me +hadde meeningsverschil—me vrouw en ik—over de duvel mag wete wat!—enne +toe liep zij as ’n spin zoo nijdig de keuken in... „’k Ga eiere koke, +kles maar toe!” zee ze. „Goed”, zee ik: „maar kook ze hàrd—dan hebbe me +vijf menute rust!”... Hahaha! Hoe was-ie?... + +SIEN (lachend). ’k Ken merke da-je vrouw niet thuis is! + +LAMMERSEN. An me humeur? + +SIEN. Dat de meide zoo tekeergaan... + +LAMMERSEN (terwijl boven ’n winkelschel overgaat). De segarewinkel +boven het ’n schel om te waarschouwe as ’r onraad is—ik vier, en de +schele is vijf, meide, die lache en d’r bek niet kenne houe tòt ze +onraad hoore, hahaha! Zóo as ’t hiernaast muisstil wordt, weet ik hoe +laat ’t is! Ja, ja—as een van ons tweeën ’n oog dicht komt te doen—ga +ìk met Toos, die de meidemutse opmaakt, trouwe.... + +SIEN. Dan zou ze je eerst motte—met je.... + +LAMMERSEN.... Sjeneer je niet... je manke poot, hahaha!... Denk jij +da-ze op ’t stadhuis geen boterbriefie geve, zoolang je je twee +voorvingers nog opsteke ken? Na je voete kijke ze niet, hahaha!—As je +zoo’n buregerucht maakt, schele, zet ’k je op water en brood!—Da’s ’n +sallemander—d’r eigen moeder zou ze verraje—én d’r eigen jongen—às ze +d’r een met geld toe krijge kon! + +SIEN. Jonges, jonges—zoo leelijk kè-je niet weze of an elleke vinger +tien.... + +LAMMERSEN. Jij! Ja, jij! Jij an elke vinger ’n devisie! + +SIEN. Hoeveel benne dat ’r? + +LAMMERSEN. ’n Devisie op oorlogssterkte da’s.... + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +De vorigen, vrouw Lammersen. + + +VROUW LAM. (bukkend bij ’t tuimelraam). Is ’t je in je kop geslage, om +een van de meide in ’t kolenhok op te sluite!... + +LAMMERSEN. Bliksems, ’k heb de stilte niet gehoord... + +VROUW LAM. Toe, de sleutel, halve gare! Of d’r niet genoeg gedagdiefd +wordt! + +LAMMERSEN (mikkend). Daar komt-ie, patroon! + +VROUW LAM. Dat mot je nou nog is uithale, halve gare—’n kind van ’n +jaar doet wijzer! As je maar vortmaakt, verstaan! Je mot na de +Prinsengracht! (af). + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Thijs, Jacob, Sien, Lammersen. + + +LAMMERSEN. Nee—nou is de lust ’r ’n beetje uit, om te zegge hoeveel d’r +in ’n devisie op oorlogsterkte gaan, hahaha! + +THIJS. An jou ken ’k nóóit merke, of je ’m om heb of niet.... + +LAMMERSEN. Da’s ’t voordeelige van ’n manke poot, hahaha! Ik schommel +toejoer! Man, as je wist hoe goed láche is, da-je ’r de trane van in je +ooge krijgt! Ik heb meer gehuild as juillie bij mekaar—van de bakke die +’k uitgehaald heb en van de beste moppe die ze me vertelde... + +THIJS. De een dit, de ander dat—ik ben vedaag in ’n bui om me eeuwig te +ergere.... + +LAMMERSEN. Om je eeuwig te ergere? As je niet getrouwd was—met ’n best +wijf, da’s verdomd waar!—zou ’k zegge: haal je wat an! + +THIJS. Nou! Nou! Je vrouw is in de grond ’n redelijk mensch.... + +LAMMERSEN. Ja, in de grond, hahaha! + +THIJS. Dat lacht—dat het schik in z’n leven—bij God as ’k ’r dát van +snap.... Ik heb me in geen jare en jare zoo oud gevoeld as de laaste +twee maande. Alles ineens bij mekaar—(op Jacob wijzend)—dat met +hém—schei d’r nou uit, jongen: je bederft je ooge bij die kaars!—dat +met de wilde duvel van ’n Jan, die nooit meer ’n poot zal kenne +verzette as-ie ’t ophaalt—dat met haar.... + +SIEN (vinnig). Wat met mijn! Wat nou met mijn! + +THIJS (grommend). Niks met jou dan—niks—niks met de dienst op de Gracht +die je uit most.... + +SIEN. ’n Dienst, ’n dienst—niet te vrete.... + +THIJS. Dan toch meer as hier.... + +SIEN. Niet te vrete—en ’n loon, ’n loon—dankie hoor!... + +THIJS. Met weinig mot je overal beginne—as je geen begin maakt.... + +SIEN.... Nou zou ik... + +THIJS. ’t Is goeie—hou je mond! Ik ben bezig... Vecht ’r tegen—nou is +ze op de febriek—en as ’r moeder ’r niet af en toe lam slaat.... + +SIEN. Jewel! Jewel... To-’k ’t verdij... + +THIJS.... Zou ze de jonges de woning in slépe... + +SIEN.... Dat lieg-ie! + +JACOB (dreigend). Is ’t gedaan? + +SIEN. Laat ’m dan niet liege.... + +JACOB. Is ’t gedaan?... + +THIJS. Lach jij daarbij!... Ik heb me vreugde opgekend. Bij de bakker, +ho-maar. Bij de groenteman voor aarpels ho-maar. Me gróóte takels staan +in de lommerd—as ’t met Mei in de verhuizinge loopt zit ’k ’r zonder. +Sture ze je zoo’n baldadig kind met ’n kapotte ruggestreng thuis, dan +sloof je je de eerste weke uit, om ’m op te kikkere, om ’m wat mee te +brenge—maar na vier, vijf maande ellende, zonder ’n karwei van belang, +zonder haast ’n brief of ’n boodschap—wordt ’t ’n kruis—begin je te +verlange.... + +LAMMERSEN. Ho! Ho! Nièt uitspreke—daar zou je later spijt van hebbe... +In ’t Gasthuis ha-je toch vrije behandeling... + +THIJS. Daar wou z’n moeder niet an—die wou ’m in d’r éige arme late +sterve—toe we dachte dat ’t ièder oogeblik gebeure kon... Vijf +maande—vijf—de tweede October stong de brankaar voor de deur—vedaag +houe we an de zevetiende Febrewari—vijf maande krom legge van +zorg—stukkies vleesch en eiere voor versterking—en (Jacob bedoelend) +hij op de grond om in de bedstee ruimte te make—en schuld, schuld +overal... En dat om ’n onnoozele vlieger van twee cente, die zoo’n +wilde rakker uit ’n boom wil hale. Denk ’r is na—om ’n vlieger van twee +cente—en nog niet eens van z’n eigen... + +LAMMERSEN. Ja, ’n ongeluk leit in ’n klein hoekie—en nou geloofde wij +nog da-je de laatste dage ’n bonk duite met je brug na ’t ijs verdiend +had. + +THIJS. ’n Bonk!... Negen en tachentig kopere cente in twee dage... +Gister ’n plasregen—straks is d’r ’n schuit doorgetrokke... ’k Ben me +heele leven met alles te laat geweest... + +LAMMERSEN. Net as ik—de eenige keer da’k te vróég was—was voor ’t +stadhuis, hahaha! Kerel laat je kop niet hange! + +THIJS. Jij het makkelijk klesse—jij laat je vrouw en de meide ’t werk +doen ... + +LAMMERSEN.... Ik trek de rente van me poot, hahaha! Reken is an wat ’n +boffer: as me poot niet tusschen de mechien bekneld was geraakt en de +krant me geen vijfhonderd guldes uit had gekeerd, zou ’k me patroon +niet in d’r wasch- en strijkinrichting hebbe kenne koope... Voor twéé +voete ha-’k duizend guldes gekrege—duizend, hahaha!—ha-’k nòg ’n zaak +kenne overneme—’n bankierszaak, as an de overzij, hahaha!—kamerde ’k ’n +juffrouw as de notaris-van-de-hoek; hahaha... Toe-’k uit ’t Gasthuis +kwam, ha-’k de keus tusschen ’n waschinrichting—ansjeen mesjon weduwe +Knolleboer—en ’n vlooie-theater—maar dáar most ’k niks van hebbe—want +zóo as me d’r binne kwamme sprong de eerste artist op me over, hahaha! + +SIEN (schaterend). Jessis, waar haalt-ie ’t vedaan! + +LAMMERSEN. Verdomd—met zoo’n saltemurtale! + +THIJS. Hahaha, gekke vent!... + +JACOB. Hahaha... Die ha-je onder ’n stolpie motte beware... + +LAMMERSEN. Zoo mag ’k juillie zien, hahaha! Da’s al-z’n-leven de eerste +maal dat hij lacht na z’n luchtkuur in de nor... + +JACOB. Daar hap je nog al lucht... + +LAMMERSEN. Toe Aal ’t zoo op d’r longe te pakke had, dat ze d’r +verstand haast uithoestte, zee de dokter: as d’r niet gauw warmte komt, +mot ze àndere lucht hebbe. Goed, dokter, zee ik: as de lucht van zeep +en loog niet voor d’r deugt, zalle me ’n káásnerinkie beginne—je had +z’n gezicht motte zien, hahaha! + +SIEN. Hahaha! Schei uit! ’k Krijg d’r pijn van in me zij... + +JACOB. Wat ’n malle duvel... Hahaha! + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +De vorigen, Bet en Jan. + + +BET (boven aan de trap). Help-ie effe, Jacob? + +LAMMERSEN. Wil ìk ’n handje?... + +BET. Jij? Nee, hoor—daar komme ongelukke van op de trap (tot Jacob, die +de onderdeur openstoot). Zal je zachies, jongen? Nee, niet zoo wild! +Anders doe je ’m zeer. Laat ik je nou... + +JACOB. Doe jij ’t of doe ik ’t? + +BET. Leg je arme om z’n hals, Jan—zoetjes an—pas op de leuning... + +JAN (op de trap pratend, druk van genot). Hè! Die was fijn, hoor, +vader! Me hebbe de koningin gezien met viér knolle d’r voor... Au! Au! +(huilerig). Jij douwt zoo verroest!... + +BET (angstig). Kijk uit, Jacob... + +JACOB. Hou dan je kop toe tot je in bed leit! + +JAN. Nee—niet daalijk in bed... + +BET. Nou niet je eigeste zin, Jan—je het leut genoeg gehad, watte? (tot +Jacob). Nee, effe nog ophoue... ’t Kussen leit in de wagen... + +SIEN (toeschietend). Blijf maar—daar komt ’t! + +BET (moeilijk vangend). Maak ’r nou geen lolletje van... Kè-je ’t niet +in me hande geve!... Strijk ’m Jacob. Zoo. Zit je goed? (z’n wangen +streelend). God-nog-an-toe kind wat benne je koone heet. En mijn hande +benne haast klompies ijs van ’t douwe... Dag Lammersen. ’k Dacht ’t wel +buiten toe ’k ’t lache hoorde... Laat mijn ook maar is lache (verbaasd +tot Sien). Ben ik zoo laat of ben jij zoo vroeg? Hoe ken ’t da-je al +thuis ben? + +THIJS. Kolder in de kop om de koningin te zien—al de meide van de +febriek vortgebleve... + +BET. Vortgebleve... Zonder de dirrekteur te vrage?... + +SIEN. Wat zou ’t as me ’t met z’n alle... + +BET. En je dagloon? (dreigend). En je dagloon?... Zou je zoo’n dier +niet... Vooruit ga de wagen bij Nelisse werom brenge, vooruit of... +(heft de hand op). + +SIEN. ’k Ga toch al... + +JAN. Moeder—me lintje leit ’r nog in... + +BET. Wat voor lintje? + +JAN. Me oranjestrikkie... + +BET (aan de trap). Geef eerst z’n strikkie—lammenadige meid! +Vortblijve! (tot Thijs) Hei-jij daar niks van gezeid? + +THIJS. ’k Ken net zoo goed blaffe—doe ’r wat tegen! + +BET. (het strikje vangend en het Jan op z’n kiel stekend). Daar—jij je +strikkie... As die op de febriek gedaan krijgt—God-nog-an-toe, dan +vraag ik jou!... + +LAMMERSEN. Wou je ’n meid van achttien in ’n vloek en ’n zucht +verstandig hebbe? Laat ze maar eerst trouwe—dan wordt ze vroeg genoeg, +vroeg zat, wijs.... En hij ken toch niet al de meide gelijk na huis +sture.... Van wie hei-je je strik, Jan? + +JAN. Van de sigare-winkel, boven—’n pakkie van vijftig het-ie ’r voor +losgemaakt—en strak krijge me blomme, waar moeder? (zij knikt). + +THIJS. Wat motte me met blomme? + +BET. Over van d’r kopere feest. Hij zou d’r door Riessie late +anreike.... + +JAN. Hei jìj de koningin gezien, Jacob? + +JACOB (grommend, weer aan ’t werk). Nee! + +LAMMERSEN. Of rooie Jacob de koningin is weze zien, hahaha! + +JAN. Wij fijn hé, moeder?... Tweemaal!... Bij ’t Museum eens—en bij de +Schans nog is, waar moeder?... En ’n bakkies ’r achter, vader—’n +bakkies met zoo dik de epaulette van goud—enne ’n smerisse op +hengste—enne slaan as die eene knol dee!... De vlag van de +sigare-winkel zit an de takke van de boome vast, vader... As ’k beter +wor—bijtijds watte?—ken ìk ’m los make, hé?... + +THIJS. Om weer na beneje te blikseme, aap—en nog is je rug te breke.... + +JAN (luidruchtig). Hù! Hù!... As d’r geen smeris op me hiele zit, klim +ik zoo hoog as de afleijer op de toren (uit de kom drinkend die Bet ’m +voorhoudt). Da’s lekker, hoor! ’k Heb ’n dorst of ’k haringkoppe +gevrete heb. Nog ’n scheut, moeder! + +BET. Nee. Zoo’n boel is niet goed—kind, wat zweet je of je gehold +heb.... + +JAN. Geef nou nog wat! ’t Kost ommers niks!... Een met ’n steek van +goud op het me gedag gezeid, vader... Die dee zoo.... En de voorste +mensche gonge nog opzij, vader. Ze zeeje allemaal: laat die jonge met +z’n lamme beene nou kijke.... As juillie maar geen lamme beene krijgt +zee ik—dankie moeder (drinkt gulzig de tweede kom, die Bet ’m +voorhoudt, terwijl voortpratend)... Enne ’n kerel met zoo’n dikke buik +hè-’k telkes an z’n jas getrokke of ’n ander ’t dee—’n nek had-ie as ’n +speenvarreke, hèhèhè!... + +BET. Nou stop ’k je kussen wat in—en dan wees je niet zoo druk—je leit +anders weer de heele nacht wakker... + +JAN. En me benne in ’t Vondelpark geweest, zeg (het laatste tot Sien, +die weer de trap af komt). De zwane hadde zoo’n kleine plas om in te +baje—de rest lee nog toe... Met z’n tweëe liepe ze tot an de wagen—enne +’n honger as ze hadde! De korste brood vratte ze zoo uit je poot. Wedde +da-jij ze niet uit je poot durft late vrete! Heb-ie die hond gezien, +moeder, die de mannetjeszwaan in z’n lurve wou neme?... Dan maakt-ie +met z’n vlerke zoo’n bereddering da-je je ooge mot dichtknijpe van de +wind.... As ik ’n zwaan was, zou ’k die krenge van honde ’n tik voor +d’r bek geve da-ze d’r scheel van zagge!... Wat leit ’r ’n zand op me +deken. Toe maar.... + +BET. Gelijk het-ie.... Hoe komt ’r nou zànd?... + +THIJS. Me hebbe de lijn van de brug door ’t raam gevierd. + +BET (het zand wegslaand). Of ’t niet langs de trap had gekend! +(grommend) Werachentig, zóo as ’k van huìs ben.... + +THIJS (tot Jacob). Wat zee ’k? + +JACOB. Dan mot je ’t maar erges anders neerzette.... Je ken je níet +roere.... + +BET (nijdiger). Staat ’t jóú ín de weg?... + +JACOB (bot). ’t Staat mijn in de weg—ìk leg as ’n hond.... + +BET (met bedoeling). Mijn staat zoo’n bóél in de weg—zoo’n bèrg waar ’k +me mond over hou.... Je het wel erger gelege—as hiér op de grond.... + +JACOB (ingehouden). Begint ’t gemier weer?—’k Hèb beroerder gelege—zés +maande—smijt ’t me voor me voete as je d’r lol in het.... + +BET (tot Lammersen). Da’s nou ’n man van bij de vier en twintig, die ’n +ziek schaap nog geen liggíng gunt.... + +JACOB. Dat doe ’k wel.... + +BET. Dat doe je níet.... + +JACOB (driftiger). Dat doe ’k wèl.... Maar as je ’m na ’t Gasthuis had +late brenge—as de dokter zee—en niet zoo’n kop had getoond van af +October, zou alles anders zijn geloope—(tot Lammersen) je ken me +geloove: ’k heb verdomd remathiek in me poote van ’t legge op de +grond—’k ken de messe haast niet tege de slijpsteen houe.... Da’s me +klacht.... + +SIEN (koffie die ze terwijl gezet heeft in de kommen schenkend). Kruip +dan in de bedstee, neetoor en jammer zoo niet—mijn me zorreg om op de +grond te slape.... + +THIJS. En mijn ook. Ik heb in geen weke ’n oog toe gedaan. Zoo as ’k +leg, mot ’k prakkezeere—nee ik geen koffie—dan zie ’k heelemaal geen +kans... + +LAMMERSEN (slurpend)... Voor wat? + +THIJS. As ’k koffie drink ken ’k geen seconde slape... + +LAMMERSEN. Hahaha!—Da’s bij mijn ’t omgekeerde—as ik slaap ken ’k geen +koffie drinke, hahaha! + +BET (lachend). Daarin ben jij de eenige niet! + +LAMMERSEN. Dat zit nog! Aal—merk je hoe stil de muize hiernaast benne +nou de poes op de loer leit?—Aal ken van alles as ze slaapt—tege mijn +gaat ze hardop tekeer in d’r dróóme, hahaha!—en ik zelf pruim van +gewoonte de heele nacht door... Mot je? + +THIJS. Nee. + +JACOB (uit de toegestoken doos ’n pruim nemend). Dankie (hamert een +nagel in ’n schaar). + +JAN. Laat-ie ophoue, moeder—’t dreunt zoo door me harsens.... + +BET. Of-ie niet ken ophoue, Jacob? + +JACOB. ’k Ken ze toch niet zoo aflevere! Stop je vingers in je oore, +jò—drie tikke en ze benne d’r... Hou is vast, vader. + +BET (Jan de kom aan de lippen zettend). Zoo hoor je niks—zuinige +slokkies—niet zooveel gelijk.... + +LAMMERSEN. Da’s de pest voor ’m. + +BET. Ach kom—enkel de bojem met sachelien—zuig maar op ’t brokkie, Jan. + +JAN (naar de zij van het raam roepend). Dag mottige! + +LAMMERSEN. Tege wie hei-je ’t, jò? + +JAN. Tege de lantaarn-opsteker... Kijk maar: een, twee, drie, hup—enne +’t lichie brandt—Da’s zoo’n kreng! As je ’m met ’n urret in z’n nek +blaast, laat-ie z’n lantares in de steek om je na te zette... Da-was ’n +keet, hoor! + +THIJS. Ja—en ’n keet was ’t ook—’k zou d’r maar niet zoo groos op +gaan!—da’k je van ’t pelisiebero heb motte afhale voor ’n verbaal voor +de ingesmete spiegelruit... ’t Is zóó’n duvel geweest, Lammersen, dat +’r geen dag zonder de een of andere schooierstreek voorbijging—en +as-die ’t nou nòg flikke kon, ha-je nog last met ’m.... + +JAN. Hù! Hù!... Nou doene ze me lekker niks met d’r verbaal... Ze benne +’t lang vergete.... + +THIJS. Jou doene ze niks, nee—mijn dubbel as ’t voor ’t Gerecht +komt—daar snapt-ie nou niks van, zoo’n kind! + +JAN. Dan mo-je me maar ’n paar weke late bromme, vader... Wat zè-jij, +Jacob?... Ken ik ’t hellepe as-die door ’n ruit keilt! En d’r wàs al ’n +barst in.... + +THIJS. Ja, ja—’t is goeie.... + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +De vorigen, Riesje Bonnet. + + +RIESJE (over de onderdeur).—Vollek! + +JAN. Vollek, vader! + +THIJS (bij de trap).—Wie daar? + +RIESJE. Kompelement van pa of je effen.... + +BET. Kom d’r in, kind. + +RIESJE. Nee, juffrouw—pa wacht ’r op—of je effen twee kissies sigare +weg wil brenge met de quitantie d’r bij.... + +THIJS. ’k Trek me jas an en ’k veschijn! + +JAN. En me blomme, Riesie? + +BET. Daar mag-ie niet om vràge.... + +JAN. As ze nou toch beloofd benne! + +RIESJE. We vergete ’t niet, Jan! Je krijgt ’r ’n heele zooi.... + +JAN. Help-ie ’t dan nog is onthoue? + +RIESJE. Beloof ’t, hoor! Dàààg! (af met Thijs). + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Bet, Jacob, Sien, Jan, Lammersen. + + +BET. Wat ’n meid voor amper twaalef! + +SIEN. Maar witjes—zulleke binnevetters motte d’r nog gebore worde. Ze +leve van wind om te potte! As vader zich nou wèl in ’t zweet loopt, +ken-ie drie-, viermaal voor z’n kruierscente werom komme.... + +BET. Motte die ook weer over de hekel? Het-ie niet twee keer ’n flesch +wijn gezonde om te versterke?... + +SIEN. Die jij en vader uitgedronke hebbe, hahaha! Wij mochte d’r na +kijke.... + +BET. Mocht hij voor de dokter, taddik! + +SIEN. Is hìj ’r dan door angesterkt!... Laat-ie liever op tijd +betale.... + +BET. Ver zel je met zoo’n giftige tong komme! Werachentig ’t is waar, +buurman—me hebbe beste mensche an ze. Toe ze d’r kopere bruiloft +vierde—eergistere—het Jan ’n borretje soep gekrege, met +vleeschballetjes ’r in—waar Jan?... + +JAN. Fijn hoor! ’k Hè-d’r de heele nacht van wakker gelege! ’t Vet zwom +d’r op! + +BET. Enne toe nog is ’n reep taart in de avond—waar, Jan? + +JAN (klukkend van genot). Met zullekke ende sekade! ’k Wou dat-ze +morrege weer twaalef jaar getrouwd ware! + +LAMMERSEN. Dan kom ìk met me eene poot an de beurt, Jan! + +JAN. Dat kè-je an je hart voele! Hù! Jij krijgt ’n pakkie pruimtabak! +Voor jou bakke ze geen taartemik! Hèhèhè! + +LAMMERSEN. Je ken niet wete, rakker, wat ’r voor mijn in ’t vet leit. +Afkloppe! Afkloppe! D’r leit wat anders as tulband in ’t vet.... + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +De vorigen, Aaltje. + + +AALTJE (opgewonden de trap af haastend). Jewel! Jewel! Docht ’k ’t +niet! Hé-’k niet gezeid da-je na de Prinsegracht mot! Wij sappele ons +dood—en hij: ’n boodschap is ’m nog te veel! + +LAMMERSEN. Voor jóú is me niks te veel, patroon! As je van kastanjes +geen last van je galsteene kreeg, haalde ’k de kastanjes van de hééle +wereld voor jóú uit ’t vuur. + +AALTJE. ’k Ken jouw vuur misse.... + +LAMMERSEN. ’n Waschvrouw zònder vuur, da’s ’n bakker zonder deeg! + +AALTJE. De schele in ’t kolehok opsluite! Ze moste jóú opsluite, maar +erges anders.... + +LAMMERSEN. Die hé-’k pas voor d’r jaardag ’n half dozijn +frontjes-voor-mezelf kedo gegeve!... + +SIEN. Voor jezellef? Daar hè-jìj veel an gehad, Aal! + +AALTJE. Nou? As je te lui ben, zeg ’t dan maar ineene! Z’n +verstandskieze mot-ie nog krijge! + +LAMMERSEN. Hahaha, as d’r geen lood in zat was ’k ze al voor ’n eeuw +kwijt! Welk nommer van de Prinsegracht is ’t patroon? + +AALTJE. Dat zei je wel hoore! Me zelle voor jou ’n ottemebiel neme.... + +LAMMERSEN. ’n Ottemebiel voor de schoone waschies met ’n sjefeur—ga jij +mee rondbrenge, Sien? + +SIEN. Derek! En rij je mijn dan morrege na de febriek, hahaha! + +LAMMERSEN. Hoeveel paardekracht krijge me, patroon? + +AALTJE. ’n Ezel die páárdekracht mot!... + +LAMMERSEN. Daar zeg ’k niks op. Da’s de kurk op de flesch. Dag Bet—dag +jongen.... + +JAN. Ga je strakkies nog wat op de harmonica spele, buurman? + +LAMMERSEN. Hoor jij dat zoo graag—nou as me vrouw ’t wil, speel ’k ’n +moppie.... + +JAN. Mag-die, juffrouw, as-die van de Prinsegracht werom is? + +AALTJE (korzelig). Of-ie wàt?... + +JAN. Of buurman op de harmonica mag spele as-ie klaar met z’n boodschap +is? + +AALTJE. Dan mot je toch ommers ’n paar uur wachte, kind—eer-ie uit de +kroeg komt.... + +LAMMERSEN. ’k Zal d’r niet een, pakke, Jan—enkel om jou te pleziere—ík +op de harmonica en me vrouw op d’r poot—daar ken je van smulle! (op de +trap).... Blijf-ie nog ’n getuigschrift van me geve, patroon?... Ze +watertandt om me doopceel te lichte, hahaha!... Die Adam—in ’t +Parredijs—wat ’n verhale!... Hoe het-ie háár niet gekend, hahaha!... +Wasch- en Strijk-inrichting voor vijgeblaadjes, hahaha!... Mot ’k de +meide over-vertelle—late de ijzers koud worde van ’t lache hahaha! +Hahaha! Hahaha! (af). + +AALTJE (tot Sien). God, god—stìk ’r nìet in! + +SIEN (nalachend). Ken ìk ’t hellepe!... ’k Ben blij as ’k is lache mag, +hahaha! + +AALTJE. Help jij an cente om de meìde Zaterdag te betale? Overal +terugkomme—kijk me berg papieretjes is! Blare loop-ie je an je poote om +’t waschgeld los te wurme—en as je in ’t onfatsoendelijke begint, neme +ze ’n ander. Hèm is dat glad z’n zorreg. Mijn breekt ’t angstzweet uit! +Me longe piepe van de bezetting—de meide verniele de fijnste +overhemde—gister nog zoo’n gat in ’n borst geschroeid—wie mot dat +vergoeie?—en geen rooie duit voor stijfsel en zeep.... Die kerel het +makkelijk lache.... (achter het beschot klinkt gegier en geschreeuw). +Hoor! As ’k me geen beene maak, stele ze weer me tijd! Hoor ’m bezig—je +zou ’m... (af). + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +Bet, Jan, Sien, Jacob. + + +BET (tot Sien, die mee de trap op wil). Waar mot dat na toe.... + +SIEN. Mag ’k niet effen hiernáast? + +BET (wantrouwend). Waarvoor hiernaast? (de hand boven de oogen leggend +en de schaduw van ’n stappenden man ziend). Hier blijve!... Of ’k ’t +niet in ’t snotje heb... (de man buiten fluit). Jewel! Fluit je hond! +(nijdig de trap op en over de onderdeur vinnig pratend). As je maar +deurloopt, hè? Mot je ’t met me dochter achter me rug anlegge, vuile +kerel! (Een stem: „Wat mot je van mijn?”)... ’n Meid van nog geen +achttien! As ’t maar gedaan is!... (Een stem: „Is de stoep vrij! Ben +jij beduveld!”) ’k Ransel d’r net zoo lief dood, as je ’t maar... + +JACOB (driftig de trap op). Laat mijn d’r is bij, moeder... + +BET (drenserig-angstig). Nee toe Jacob—jij niet—nee geen gevecht—leg in +Jezisnaam dat mes uit je hande... + +JACOB (naast haar dreigend).... Je ben gewaarschouwd, brani—me làte +niet voor ons huis fluite.... (Een stem: „Me late! Me late! ’k Zal +zooveel fluite as ’k lust”... fluit). + +JACOB. Ga op zij, moeder... + +BET. Leg nou dat mes neer—je ben ’r pas ongelukkig door geworde—je komt +’r niet door... + +JACOB (driftig het mes tegen den grond smijtend). Daar dan—’k kan ’t +wel met me klauwe af.... + +BET (de bovendeur sluitend). Nee. Je gaat ’r niet uit... Wees jij nou +de wijste... (fel tot Sien). Bè-je in je schik? Ellendeling van ’n +meid! Ongeluk breng-ie an!... + +SIEN (angstig). Heb ik die vent besteld? + +JACOB (de trap afkomend). ’k Laat ’t voor jóú—de snotneus—nog niet +droog achter z’n oore... (raapt ’t mes op). As ’k je met ’m zie, +komt-ie niet gaaf uit me klauwe... (zit weer aan de werktafel). + +BET (door den kier loerend). Kijk ’m afzakke, de schooier... (de trap +af en fel tegen Sien). Da’s de laatste keer! Dat mot nòg is gebeure. +Afspraakies make hier voor ’t huis... + +SIEN (angstig). ’k Weet nie eens wie d’r stong! Hoe ken ’k dan...? + +BET (feller). Dat lieg-ie! As ’k je niet tegenhiew, was je na buite +geloope.... Hou je bek: ’k geloof je geen word.... Bij God, ’k wor d’r +angstig van.... Dat neemt ’n faliekant einde met jou.... Heb-ie niks om +hande? Benne je vader z’n kouse klaar...? Veruit! Nieuwe voete +anbreije! (Sien begint mokkend te breien. Een stilte. Jacob’s +slijpsteen snort). + +JAN. Je had ’m op z’n ooge motte timmere, Jacob! As je ze ’n pomp in +d’r maag geeft of ’n puist voor d’r neus, legge ze voor merakel.... +(Een stilte.). Wat ’n loeder om te loope fluite, hè?... As je was komme +bakkeleije, had-ie ’m gesmeerd, hè? (Een stilte). ’k Ben zoo heet, +moeder... + +BET. Zel wel overgaan.... + +JAN (klagerig). ’k Hé zoo’n dorst.... + +BET. Mot je nòg meer drinke? Daar ráák-ie van an ’t zweete.... + +JAN. Enne ’t trekt zoo over me ribbe—haal dan die lamme deken vort.... + +BET. Om je ’n kou te late vatte?... Is ’t zoo beter?... + +JAN. As ’k drinke krijg.... + +BET. Eet liever straks ’n boterham, kind. + +JAN (drensend). Nee... Drinke!... (op huilen af). ’k Hè zoo’n dorst.... + +BET (tot Jacob). Z’n hande gloeie! Zou ’k ’m.... + +JACOB. Wat ken water voor kwaad?... Misschien ha-je nièt met ’m motte +uitgaan.... + +BET. Het de dokter niet gezeid: met ’n zachte dag zou ’k ’t +prebeere.... + +JACOB. Prèbéére.... + +BET. Makkelijk klesse achteraf... (Jan water gevend). Meer krijg-ie +vedaag niet—doe d’r làngzaam over, dan hebbie d’r meer plezier van! + +JAN (na gulzig geslokt te hebben). Hè! Hè! ’k Wou da-’k as de zwane op +de vijver van ’t Parrek lee, dan slurpte ’k me buik vol da’k as de +buurvrouw zoo dik wier (een stilte). Daar gaat de bel van de winkel +weer. „Geef me d’r van de twaalef”... ’k Wou dat ik d’r een had.... + +JACOB. Om in je broek te doen, jò! + +JAN. Hù! ’k Hè vroeger de zwaarste endjes gerookt! + +JACOB. Hak maar op, jò!... Van wie z’n cente? + +JAN (vroolijk). As vader ’n endje liet slonzige, hèhèhè!—en van de +straat hóópe!... + +BET. Hèhèhè! Lekker! + +JAN. As je ’t boveste blaadje d’r af plukt smake ze best—enne as ze ’r +te lang op gelurkt hebbe, stop-ie ze in ’n pijp van ’n cent.... + +BET. ’k Had ’t motte zien ondeugende jongen! + +JAN. Pieng. Pieng. Nou het-ie z’n twaalef om ’n dubbeltje... Zit jij te +pruime, Jacob? + +JACOB. Ja, jò. + +JAN. Dat zou ikke niet motte. Slik-ie dat in—die smurrie van de tebak? + +JACOB. Ja, jò (een stilte). + +JAN. Pieng. Pieng. Weer een. Hij verkoopt ze maar, hè? As ik in segare +dee, verkocht ’k ènkel stinkstokke—allemaal dezelfde—en de eene gaf ’k +voor vier en de andere voor vijf en voor zes en voor zeven—ze merreke +d’r toch geen mieter van! + +JACOB. ’k Zou bij jóú motte weze.... + +JAN. Pieng. Pieng. Geholpe is-die. Gistere is-ie drie en veertig maal +overgegaan—eergistere zes en zeventig keere.... + +BET. Hoe zoo’n kind ’t onthoudt.... + +JAN. ’k Heb toch niks anders te doen.... + +BET. En de prenteboeke die Riessie je te leen het gegeve? + +JAN. Ken ’k droome! Wil je d’r is hoore? + +BET. Nee—je maakt je te moe op de nacht.... + +JAN (terwijl Bet en Sien kousen stoppen en Jacob ’n beitel aanzet). +Lang, zeer lang geleje woonde d’r in ’n ver, vreemd land ’n machtige +koning. En die ze peleis blonk van ’t goud. As ’t feest was droeg-ie ’n +jas van purper met allemaal diamante. En z’n troon was van diamante en +z’n kroon was van jeweele... Benne die duur, moeder? + +BET (moeilijk door ’r tranen sprekend). Wàt, kind? + +JAN. Of diamante duur benne? + +BET. Ja, jongen. + +JAN. Huil je, moeder? Werom huil je? + +BET (zich inhoudend). Ik huil niet, gekke jongen.... + +JAN. Wat snuit je dan je neus? + +BET. Mag dat niet? + +JAN. Hoe duur benne diamante? + +BET. Dat ken ’k je niet voorrekene—van duizend en van tienduizend.... + +JAN. An me kouwe zool!... Zoo’n vuile steen-met-lichies tienduizend +gulde? Wat hè-je d’r an? Zou jij d’r een motte, Jacob?... Voor an je +vinger? + +JACOB. Je ken d’r mijn tien thuìs brenge.... + +JAN. Hù!... Hù!... As je nog ruitemaker was! Om ruite te snije, wat +moeder?... Au!... + +BET. Wat scheelt ’r an? + +JAN. Zoo’n verrekte scheut an me hart.... + +JACOB. Daar zit ommers je hart niet—je hart zit an je linkerkant.... + +JAN. Hù!... Zel jij wete! Bij de een zit ’t hier—bij de ander daar! Is +’t niet, moeder? + +BET. Bij de meeste zit ’t nèrges—anders zou ’t ’n boel beter weze.... + +JAN. As ’k jou tien van die diamante in ’n pepieretje meebreng, ellek +van tienduizend—hij is goed hoor!—hoeveel cente benne dat?... + +JACOB. Da’s de ton uit de Staatsloterij—ik ben met minder tevreje... + +JAN. Wat zou jij d’r mee doen?... Met zoo’n zak vol daalders? + +JACOB.... Dan stak ’k me kop onder de pomp, om wakker te worde.... + +JAN. En dan? + +SIEN. Dan kocht-ie zich ’n bed met ’n dozijn dekes, om niet langer op +de grond te slape! + +JAN. As ik dood ben, het-ie geen bed vannoodig, hé? + +BET (schrikkend). Allemachtigste God, kind, zeg niet zulleke +krankzinnighede! + +JAN. De dokter het ’t toch zellef.... + +BET (driftig). Hou je mond! Je maakt iemand koud.... (staat op). Je ben +werachentig niet wijs! (zoent hem, begint te huilen). + +JAN. Au, moeder! Je drukt zoo op me.... + +BET. Val dan niet zoo dol uit, kind! (droogt zich de oogen, gaat naar +’r plaats terug). + +JAN. Nou Jacob! As je je kop onder de pomp het gestoke.... Watte dan? + +JACOB. Dan dronk ’k nog drie glaze water—en dan—en dan.... + +JAN. Hèhèhè! Mot ’k je daarvoor tien diamante van honderdduizend +gulde—dat motte wel keie weze, hèhèhè!—meesjouwe, om je te late wassche +en drinke.... + +JACOB.... En dan kochte me ’t huis hiernaast an de gracht van de dokter +en me ginge rije in ’n bakkie met twéé paarde na ’t Kalfie—en.... + +JAN.... En ìk op de bok bij de koessier! Mag ’k moeder? + +BET (glimlachend). Daar prate me nog wel over.... + +JAN. Zijn dan de cente op? + +JACOB. Ken je begrijpe.... Me koope ’t huis d’r naast ook.... + +SIEN. Da ’s ommers de pastorie.... De kappelaan zel je zien komme.... + +JACOB. Dan neme me ’t andere om de hoek—is toch te huur.... + +BET. En je vader z’n takels hale me uit de lommerd, voor ze +verstaan.... + +SIEN. En mijn geef je d’r twee voor me oore.... + +BET. Die mot zich weer toetakele.... Doe die gemeene kam uit je haar! +Hoe kom-ie daar an? + +SIEN. Van een van de meide gekrege.... + +BET. Gekrege.... Gekrege.... Jij krijgt alles.... + +JAN. Wees nou stil, moeder—(met aandrang). Wees nou stil!... Jacob +vertelt toch!... Benne ze op, Jacob? + +JACOB. Op? Da’s niet op te make! Stel je voor! Me kenne nog voor ’n +nieuwe potkachel zorrege—die daar rookt je blare an je tong—en voor ’n +kar met ’n ponnie met koper beslag—en voor ’n stel heele toffels—’k +loop op me tandvleesch en voor ’n... + +BET.... Voor ’n hardgebakken pannebrood—ja, ja, knap as me d’r voor +morrege een los krijge.... + +SIEN. En voor ’n kaartje bij Carré—om de olifante te zien.... + +BET. Olifante.... Olifante.... Wie denkt ’r an olifante.... + +JAN. Lieg-ie niet? Ken je dat allemaal voor tien van die smerige steene +koope? + +JACOB. Mot ’k ’r ’n vloek op doen? + +JAN. Jessis, Jessis!... Waar vin je die dinge? + +JACOB. ’k Wou da-’k ’t wist.... + +JAN. Me kenne toch gaan zoeke? + +BET. Nee, je vindt ze niet zoo dichtebij.... + +JACOB. An de hemel ken je ze plukke—is ’t niet moeder? Da’s meteen de +manier om uit je hél te rake! + +BET. Je mot niet van de hel prate, hè-’k je al zoo dikkels verboje! +(zachter tot Jan). Jan, me lieve jongen, àl de sterre benne diamante—àl +de sterre—da’s waar! + +JAN. Hèhèhè, an me kouwe zool!... Pieng. Pieng. Alweer van de +twaalef.... An de hemel.... De sterre?... Diamante?... Wat ’n lak! Mot +je eerst ’n ladder hebbe, om d’r bij te kenne! + +JACOB. Dach-ie dat ’t zoo makkelek gong? + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Bonnet, Riesje. + + +BONNET. Komme we niet ongelege? + +BET. Nee meneer—ach wat ’n pracht van ’n blomme.... Mag-ie wel goed +voor danke, Jan.... + +RIESJE. En je mot ze in water zette, om ze levend te houe.... + +JAN. Welbedankt meneer. + +BONNET. Ze liet me niet met rust—toen hebbe we een van de bouquette +stuk gebroke.... Ruik maar is, jongen.... + +JAN. Au! Sodeju, d’r zit ’n spijker in.... + +BONNET (lachend). ’n Spijker! Je zal je an ’n doorn geprikt hebbe.... + +RIESJE. Uitzuige Jan.... Draag-ie je oranjestrik nòg? + +JAN. ’k Hé-d’r gezien—twéémaal. + +BONNET. Hij ziet ’r goed uit—beter as de laatste keer. + +BET. Met de avond, meneer—en met de koors. + +BONNET. Is ’t nou na je zin, Ries?... ’t Is ’n beste meid—dat mag ’k +gerust zegge—d’r gaat geen dag voorbij of ze vraagt hoe ’t met ’m gaat. +Dat komt ’r van, Jan, as kindere niet na d’r ouwers luistere! Zou je +nou nog in ’n boom klimme, om d’r ’n vlieger uit te hale? + +JAN. Ja hoor! Die kleine meid van Bierman sting d’r zoo om te blerre. +Zet je ze naast me bed neer, moeder? + +BET. Daar in de melkkan. + +BONNET. Dag Jan—kikker maar gauw op! + +RIESJE. Dàààg! (z’n hand nemend). Beterschap! + +BONNET. Dag juffrouw—dag Sien. (tot Bet). Hebbe we met de bruiloft niet +te laat spektakel geschopt? + +BET. Nee meneer—me hadde plezier in ’t zinge! + +BONNET (op de trap). Thijs ken elk oogenblik terug komme—zoo heel ver +heb ’k ’m niet gestuurd. Dag juffrouw. + +RIESJE. Dag juffrouw. Dag Sientje. (bij de trap heel aarzelend)... Dag +Jacob... (bij de deur). Dag Jan! + +JAN. Dàààg Riessie!... (een stilte)... Waarom zee meneer jóú niet +goeie-dag? + +JACOB. Ja, ja. Omdat-ie me niet gezien het, zou ’k denke.... + +SIEN. An je!... ’t Meissie dorst ’t eerst toe hij vort was... Of ze d’r +òns ook doorhale!... + +JACOB. ’k Zel ’r niet van krepeere.... + +JAN. Al ha-je tien jaar gezete zee ’k je nog goeie-dag... Zet ze +dichter bij me bed, moeder! + +BET. ’k Ken de tafel toch niet onder de lamp wegtrekke.... + +JAN. Neem dan ’n stoel. + +SIEN. Je most mijn zoo zanike! + +BET. ’t Is niemedal Jan, me lieve, lieve jongen—zanik jij maar—ik ken +d’r tegen.... Wie daar? + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +De Dokter, Bet, Jan, Jacob, Sien. + + +DOKTER (over de onderdeur). Is de kruier thuis? + +BET. Nee dokter—’n boodschap. + +DOKTER. Wil je ’m zeggen dat ’k vannacht om vier uur gepord moet +worden—vooral niet later—’k heb ’n verlossing buiten de stad.... + +BET. Me zalle d’r voor zorge, dokter. + +DOKTER. Goeie avond! + +BET. Dokter! Zou u d’r gelijk nog niet effen willen inkomme—hij het +koors—’k ben met ’m uitgeweest, om ’n luchie te scheppe en de koningin +te zien rijje.... + +DOKTER. Dan kom ’k liever àls ’k tijd heb in den loop van den avond—de +wachtkamer zit vol. Tot zoolang kun je wel geduld hebben, niewaar Jan? + +JAN. ’t Is niemedal, dokter—enkel wat warrem! + +DOKTER. Flink zoo!... Vier uur—niet later—’t rijtuig is om half vijf +besteld (af). + + + + + +TWAALFDE TOONEEL. + + +Bet, Jan, Sien, de Kapelaan. + + +BET (boven aan de trap). Of dat nou zoo’n moeite geweest was die paar +trejen af te komme! Affijn.... + +JACOB. Is ’t droog buiten? (luider omdat zij over de onderdeur leunt). +Hoe doet ’t weer, moeder? + +BET. ’t Vriest, zou ’k meene—de plassies legge droog... Gelijk het-ie: +de vlag van boven zit in de takke... Alles vlag wa-je ziet... +Goeie-avond, meneer de kappelaan.... + +KAPELAAN. Navond—hoe is ’t met de jongen? + +BET. Dat begrijp u wel—niet voor- en niet achteruit... Zeg-ie niks, +Jan? Meneer de kappelaan vraagt hoe ’t met je is? + +JAN. Dankie kappelaan! ’k Hé blomme gekrege, kappelaan... Mot je niet +is ruike?... + +KAPELAAN. Dank je Jan. Ligt-ie niet op de tocht met die deur open? + +BET. Tocht? D’r is geen zuchie te bekenne! En hij leit beschut.... + +KAPELAAN. Wat zijn de laatste berichten van den dokter? (Bet legt ’n +vinger op ’r mond—hij praat zachter). Wat zegt de dokter? (zij +fluistert hem iets in ’t oor—hij schudt bedenkelijk ’t hoofd). Moed +houen—moed houen... Dag Jan! + +JAN. Dag kappelaan... (strekt haastig de vijf vingers langs den neus, +trekt in bedwongen gelach de deken over ’t hoofd). + +KAPELAAN. Navond! Navond Thijs! (af). + + + + + +DERTIENDE TOONEEL. + + +Thijs, Bet, Sien, Jan, Jacob. + + +THIJS. Goeie avond, meneer de kappelaan (smijt de deur kwaadaardig +achter zich dicht). + +BET. Wat hè-jij? + +THIJS (grimmig). Meer as me lief is! (heftig tot Sien). As de jongen +d’r niet van ondersteboven raakte, ongeluk, sloeg ’k je ribbekast +stuk!... + +SIEN (angstig-driest). Wat hè-’k nóú weer?... ’k Hè hier geen leve! ’k +Spring zoo de gracht in, as ’t langer duurt!... Wat doe ’k? Wat doe ’k? +’k Leg je toch geen stroo in de weg... + +THIJS. Gedaan gekrege, de duvel! + +BET (verwoed.). Gedaan? Op de febriek? Wie zeit dat?... + +THIJS. ’k Kom nog geen tien telle geleje de baas tege—op weg hier na +toe—zij en de andere opstokers (heftig). Wat ha-jij op te stoke, +ongeluk!... Hoe motte me nou met je an, verdomde meid!... + +SIEN (angstig krijscherig). Me hebbe ’t toch allemaal, met z’n +tweehonderd—met z’n tweehonderd... + +BET... Hou je bek met je geschreeuw!... + +THIJS (verwoed de hand opheffend). ’k Zal ’r... + +BET (tusschen beiden komend). Maak je hande niet vuil—maak je niet van +streek... De ellende—de ellende... Nou, nou, nou (zit verslagen neer). +Dat kost je je laaste takels... Nou, nou, nou—(opstuivend)... Al mo’k +je d’r morrege na toe sleepe... Al mo’k je bij je hare... + +THIJS. Hellept wat—ze was al tweemaal beboet—het ze stiekem gehoue... + +SIEN (drenserig). De baas het aldeur de smoor an me gehad... Mot ìk ’t +weer lijje... + +BET. Krijsch da-ze ’t hiernaast kenne hoore... God, God—me hart krimpt +’r van... De bakker, die ’k zoo van haar weekgeld cente beloofd heb. +Over de vier gulde... over de vier gulde... Nog geen hallef brood +wou-die meegeve... + +SIEN (Jan bedoelend). Hij mocht ’r toch wèl zien... + +BET. Ik zeg niks meer... Mijn mag je morrege dood in me bed vinde... +Dat benne me kindere... De een vortgejaagd om de koningin te zien +rije... de ander meestake—meestake—en zes maande zitte... Krijg jij nou +de schoene van je vader en hem uit de schoenlapper z’n poote—zet jij +nou ’n korst brood op tafel..! + +JACOB (z’n pet opnemend). ’k Zel zien of ’k van de schare ken beure.... + +THIJS. Is d’r ommers niemeer... + +JACOB. ’k Zel zien. (af). + + + + + +VEERTIENDE TOONEEL. + + +Thijs, Bet, Sien, Jan. + + +BET. Ga na boven en vraag van de kissies sigare, die je weg het +gebracht... + +THIJS. Gaat niet. + +BET. En werom gaat dat niet? Je het ’t toch fassoenlek verdiend... + +THIJS. As ze gewend zijn da’k Zaterdag met ’t briefie kom, ken ’k niet +zóo om ’t loon mane as ’k ’n loop hè gedaan—néé—dan zalle me venavond +geen boterham vrete... + +BET. Mot dat zieke wurrem met ’n leege maag slape?... Ha-nou niet je +boterham met die smerige zwane gedeeld, Jan, me lieve jongen. + +JAN. Ik lust geen ete, moeder... As je maar ’n kom water geeft—’k hè ’t +benauwd... + +SIEN. La mijn bij de bakker probeere. + +BET. Jou wordt niks gevraagd. + +SIEN. Mijn het-ie nog nooit nee gezeid. + +BET. Nee. + +SIEN. En as ’k nou... + +BET. Nee. Misschien wacht ’t weer een op je... + +THIJS. Veruit. ’k Loop met ’r mee. + +BET. God-nog-an-toe—mot die takel d’r ook an... + +THIJS (driftig). ’k Ken ’t toch niet van me lijf hakke... + +BET. Wacht dan tot Jacob werom is... + +THIJS. Die vindt de boel toch geslote... (de trap op). + +JAN. Je mot de dokter venacht om vier uur komme porre, vader... Ze +motte bevalle... + +THIJS. Kè-jìj dat niet zegge? Mot ’t kind dat... + +BET. Ik heb geen harsens meer... + +THIJS. Veruit! Jij ken ’m beter drage... (geeft Sien den takel, die er +mee voor gaat, daarna op straat staan blijft). + + + + + +VIJFTIENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Rijksveldwachter. + + +VELDWACHTER. Banes? + +THIJS (op de trap). Voor mijn? + +VELDWACHTER. Je zoon Jan mot kommende week Dinsdag voorkomme... + +THIJS (het papier inkijkend). Nou eerst?... Dacht da-ze ’t vergete +ware... + +VELDWACHTER (lachend). Nee, Banes—me schenke niks... wat in ’n goed vat +leit, wat?... + +THIJS. De jongen ken ommers geen stap doen, zoo ziek as ’n hond... + +VELDWACHTER. Mot jezelf gaan met ’n bewijs van de dokter... En anders +bij verstek. Wat het-ie uitgehaald?... + +THIJS (norsch). Steen door ’n ruit—hallef jaar geleje, godbeter! (tot +Bet). Pak an (geeft haar de dagvaarding). Of niet elleke gezonde jongen +’s wild op z’n tijd is. (pratend op straat met den Rijksveldwachter). +La-ze mijn maar late bloeie... Die ’t breed het, laat ’t breed hange +(tot Sien). Veruit! Mot ’t jongen broeie? (af). + + + + + +ZESTIENDE TOONEEL. + + +Bet, Jan. + + +BET (het papier na lezing neersmijtend). Welja! Gekkewerk! (tot Jan die +in één angst staart). Wat kijk-ie, jongen?... Jan, hoor je niet? + +JAN (doodsangstig). Is-ie vort? + +BET. Dat merk-ie toch... + +JAN (opgewonden). ’k Heb ’m niet voorbij ’t raam hoore gaan... + +BET. Dan zel-ie de hoek om weze... Ga legge... + +JAN. Nee, niet legge... Dat zeg-ie maar!... Dat zeg-ie maar!... Je +verstopt me onder de bedstee, moeder... Je zeit da’k vort ben +geloope... + +BET (op den stoel bij z’n bed, met de melkkan met bloemen in de +hand)... Wat scheelt je nou?... D’r wil ommers niemand wat van je... + +JAN (zich met moeite oprichtend en de armen om haar hals slaand)... Je +geeft me niet mee—je geeft me niet mee, moeder—moeder!—as-ie me hale +komt—verstop je me, moeder—ik wil hiér dood gaan! + +BET (fel-angstig). Dood gaan! Dood gaan! Allemachtigste God, kind hou +toch je mond! Je gaat niet dood... + +JAN. Ik wil niet in de kast dood gaan... + +BET (wild). As je dat nog is zeit, laa’k je alleen legge! Ze komme je +niet hale. En over ’n maand ben je beter. Al was ’t alleen voor mijn, +omda’k van jóú zooveel hou. (heftig). Wat zoek je nou in Jezis-naam—je +maakt me bang, kind!... + +JAN. Hij staat ’r nog... Laat ’m dan uitrukke, die lamme smeris!... + +BET. D’r staat niemand... + +JAN. Daar! Daar! + +BET. Da’s de kaars van Jacob, domme jongen, (blaast haar uit). Gezien? + +JAN (kreunend). ’k Hé weer zoo’n verroeste pijn—die klabak het me zoo +an ’t schrikke gemaakt... (weent langaangehouden klagend). Ooooooo!... + +BET. Zel wel overgaan... Je mot niet zoo kleinzeerig weze. Het Jacob +gehuild, toen-ie ’n ijzersplinter in z’n oog had? Nee ommers? +(troostend de bloemen op den stoel zettend). Daar heb-ie je blomme +weer... Wi-je nog is ruike? + +JAN. Nee, nee.... + +BET. En je oranjestrikkie is op ’t bed gevalle... Anspelde?... + +JAN. Nee, nee.... + +BET. As je pijn het, mot je an andere dinge denke—dan gaat ’t vanzellef +voorbij.... Weet je wie die heer met de steek was, die met z’n hand zóo +tegen je kwam?... Da-was de burgemeester... Of-ie je kon, watte?... +Hindert de lamp je, jongen?... Zel ’k ’r wat neerdraaie... Zoo +goeie?... Zoo goeie? + +JAN (moe achterover liggend). Ja.... + +BET (gejaagd-opmonterend). Pieng. Pieng. Hoor-ie? Weer ’n klant, Jan. + +JAN (zwak). Ja.... + +BET. Slaap-ie? + +JAN (de oogen openend en in den schijn van het tuimelraam kijkend)... +Daar hé-je de zwaan! + +BET. Wàt hè-je daar? + +JAN. De zwaan uit ’t Parrek.... + +BET (angstig). De zwaan... De zwaan.... + +JAN (fluit een paar maal zachtjes of-ie ’n vogel lokken wil). Hou open +je bek.... + +BET (dicht bij z’n bed). Bè-je wakker, Jan, of droom je.... + +JAN (afwezig). Wat zé-je?... + +BET. Gotogot, kind, wat hé-je ’n koors (begint te snikken). As jij—as +jij—as jij me af genome wor, hè-’k niks, niks meer—jij ben alles van +me... àlles, Jantje—àlles Jantje (bij Lammersen begint de harmonica: +„Geef me nog ’n drupje, geef me nog ’n drupje—o, wat is de bloemkool +mooi” te spelen). Hoor-ie, Jan?... Hoor-ie?... Buurman is werom——nou +speelt-ie zooas-ie beloofd het.... + +JAN (vaag). As z’n vrouw ’m maar niet op z’n tabberd komt, hè?... Wat +’n slabek ze tegen ’m opzet, hè... Puf, puf, ’n hette, wat? + + + + + +ZEVENTIENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Thijs. + + +THIJS. Mo’k me nek breke—draai de lamp op.... + +BET. Susch... Suscht... hij ’s niks goed. Zoo is-ie nog niet geweest. +Ga de dokter waarschouwe. + +THIJS. Nee. Loopt wel los. Verdomd! (smijt den takel neer). +Gesloten—niemand thuis—na ’t vuurwerk (trekt z’n jas uit). + +BET. Wat doe je? + +THIJS (norsch). Wat ’k doe?... In bed kruipe.... + +BET. Zoo vroeg? + +THIJS. Wi-jìj gaan porre?... + +BET. En Sien? + +THIJS. Na de bakker—en weet ik ’t!... + +BET. Laat je die.... + +THIJS. Mier me niet an me kop!... ’k Zou me kenne verdoen.... ’k Ben de +boel zat! (tot Jan, die zacht kreunt). Hou op met je geklaag—de heele +dag voer je ’t hoogste woord—geef me ’s nachs rust—(klopt tegen de +wand). Blijf je nog lang op dat ding jenke? Hé! Hé! (harder). ’k Ga na +kooi, ja! (de harmonica stopt). As d’r geen wònder gebeurt—geen +oogeblikkie om te blaze komt—kenne me na de bedeeling.... Mo’k alleen +in bed?... + +BET (dof voor de tafel). Ik wacht om te sluite... ’k zel je niet wakker +make (hij stapt in de bedstee). + +THIJS. ’t Metras van Jacob leit ’r nog in.... + +BET. Leg ’t dan op de grond (hij tilt een stroozak op den grond, werpt +de deken er over, herstapt in de bedstee. Een stilte). Slaap-ie, +Jantje?... Slaap-ie? (ze staat op, bukt zich over hem heen, beluistert +z’n ademhaling, draait de lamp bijna geheel af, leunt terug in haar +stoel. ’t Klokje op de kast slaat acht zachte slagen. Enkel het licht +van de lantaarn, buiten, belicht den linkerhoek en de drogende wasch. +Boven gaat de winkelschel over en meer ingehouden zet de harmonica een +droefgeestiger volkswijsje in. Bet dommelt langzaam achterover. De lamp +knettert, dooft. Als door ’n windtocht bewogen, begint de drogende +wasch te wiegelen en in den schijn van het tuimelraam leeft de witte +glanzing van een zwaan op, die z’n nek omlaag buigt). + + + + + +ACHTTIENDE TOONEEL. + + +Jan, De Zwaan, Bet. + + +JAN (in droom pratend). Nee, hoor, ’t is op.... Je krijgt niemedal +meer.... Hé-je nòg niet genoeg, langnek?... + +DE ZWAAN (in de glittering der lantaarn, beweegt den nek ontkennend). +Nee. + +JAN. Hé-je toejoer honger, zeg? + +DE ZWAAN (knikkend). Ja, jò.... + +JAN. Verroest—kè-jij práte...? + +DE ZWAAN. Waar hè-’k anders me bek voor? + +JAN. Da’s de eerste keer da’k ’t hoor.... + +DE ZWAAN. Mot je maar is meer komme luistere.... + +JAN. Wat klesse juillie dan met mekaar? + +DE ZWAAN. Wat gaat jóú dat an?... Me hoeve toch niet zoo’n hurrie te +make as de hinkepoot naast juillie, hahaha!... As-die mijn in ’t +kolehok op ha geslote, ha ’k de hengsels stuk getrapt.... + +JAN. Da-zou je niet glad zitte.... + +DE ZWAAN. Ik la-me geen loer draaie.... + +JAN. D’r zitte korste ijs an je vlerke, zwaan—hoe hou je ’t uit... ik +voel me poote niet van de kou.... + +DE ZWAAN. Kou is lekker, jò!... As me vijver tot an de bojem +toeleit—hebbe me de meeste pan—dan make me glijbane tot an de kerk—en +as de smerisse d’r asch over gesmete hebbe—make me ’n nieuwe—’n keet, +hoor! + +JAN. Ik mot ’r niks meer van hebbe—glij jij is met krùkke.... + +DE ZWAAN. Hoe kom-ie ook zoo verrekt-stom! Was in de boom blijve +zitte.... + +JAN. Jij het ’t voor ’t zegge—as ’n smeris net om de hoek komt.... + +DE ZWAAN. As je d’r boven in was gebleve, had-ie je geen snars kenne +make... Die benne ommers te stijf om je na te klautere.... + +JAN. En as ze tot de nacht beneje blijve loere—en je ’n tweede verbaal +krijgt—je mot ’r maar is voor staan—naklesse is makkelek... Wat leg-ie +nou met je olifanteslurf?... Zoek-ie wat? + +DE ZWAAN. As je zoo hard praat, neme ze ’n schuiver, de smeerlappe, ’t +schorum.... + +JAN. Daar gaat nog ’n voren—en daar ’n bliek... jessis wat ’n vette... +Ik zou ze niet rauw motte slikke... Ik lus ze enkel gebakke.... + +DE ZWAAN. Hap... Hap... Hap... + +JAN. En die goudvisch.... + +DE ZWAAN. Goudvissche breke me op, krijg ’k ’t zuur van.... + +JAN. Bij de bakker staat ’n heele kom gouwe dieve voor ’t raam.... + +DE ZWAAN. Al ha’k in geen dage gevrete!... Ze blinke je lijf door... +Hap... Hap... Hap.... + +JAN. D’r ken ommers niks meer bij in je maag! Hèhèhè! Hèhèhè! +Hèhèhè!... + +DE ZWAAN. Jij lacht ook leelijk, zeg! + +JAN. As ze bij mijn zoo in me boddie rondzwomme, braakte me hart tege +me ribbe—je het ’r al meer as dertig in je slokdarm, hèhèhè... Je mot +ze eerst d’r kop afbijte, langnek, anders raak-ie ze levend kwijt, +hèhèhè!... + +DE ZWAAN. Knap as d’r één ’t flikt in de vijver werom te komme... Ze +benne gepiept, hahaha!... + +JAN (angstig). Pas op!... Pas op!... Smeer ’m in ’t water!... + +DE ZWAAN. Watte dan? + +JAN. Pas op!... Hij zel je in je vlerke pakke!... Koescht! Koest, lamme +hengst... Za-’k ’m ’n steen na z’n bast keile?... + +DE ZWAAN. ’k Sta d’r wel tien! (tot den denkbeeldigen hond sprekend). +Ja, of jij nou blaft en in me poote wil bijte—daar hè-’k lak an, groote +brani!... De rot die bij me jonge wou komme, hè-’k doodgebete—en jou—en +jou... As je in ’t water durreft, douw ’k je koppie onder—en as je op +de wallekant ’n vuile streek uithaalt schiet ’k de wolke in... Met z’n +staart tussche z’n poote kruipt-ie ’r vandoor... Dat het tande in z’n +bek! Is-ie ’r bekaaid afgekomme, ja of nee, hahaha!... + +JAN. Verdorie, wat kè-jij liege! De wolke in schiete! ’k Mot ’t je zien +doen! Je boddie is ommers veel te zwaar.... + +DE ZWAAN. Jij zel zoo kenne vliege over de boome enne over de huize +enne over de toren van de kerk. Ik hè wel is ’n uurtje op ’t kruis +gezete, voor me lol.... + +JAN. Op ’t kruis van je vader z’n broek zel je meene, opsnijjer.... + +DE ZWAAN... Nee, jò! Om de weerga niet, jò! Ik zat op ’t kruis van de +toren—enne ’n pan as me hadde! Al maar deur liete me vrind en ik de +vissies op de lui d’r teste in de kerk valle, haha!... Dan zee de +koster: wat mot dat nou—enne zoo as-ie na boven keek, kreeg-ie ’n +baarsie op z’n snuit, hahaha!... Toe is-die ze gaan bakke in de boter +en het ’r zich ziek an gevrete—enne z’n vrouw kreeg de grate, +hahaha!... + +JAN. Zwaan—daar komt ’n bakkie achter de boome—je ziet z’n lantaren +al.... + +DE ZWAAN. As je me nou! Da’s de maan, jò.... + +JAN. Geeft de maan zoo’n licht? Ken ommers niet! + +DE ZWAAN. Niks as de maan—’k ben d’r honderd keere geweest.... + +JAN. Op de maan? + +DE ZWAAN. Op de maan en op de sterre... As ’k me in ’t water verveel, +vlieg ’k na de groene die je daar ziet, of na die gele.... + +JAN. Bè-je op die witte ook geweest? + +DE ZWAAN. Jessis, jò, duizend keere... As ’k geen lol heb uit te +vliege, komme ze allemaal na mijn in ’t water. Dan hè-’k ze boven èn +beneje.... + +JAN. Waarom breng-ie d’r dan niet wat mee?... + +DE ZWAAN. Wat mot ik ’r mee doen? ’k Hè liever ’n vette paling... En +van ’n kikker ben ’k ook niet vies.... + +JAN. Ik wou dat ik die gele met die groene randjes had—en die paarse—en +die rooie—jessis, jessis, wat ’n rooie is dat—of d’r ’n kerel met ’n +endje sigaar in ’t donker ankomt!—en die witte—en die bleeke die zoo +staat te miere of-ie uit zal gaan (beweegt vaag de vingers in +grijping). ’k Ken d’r niet bij—ik ken d’r niet bij.... + +DE ZWAAN. En as je d’r wel bij kon—watte dan?... + +JAN. Dan ging ’k—dan dee ’k—je ken d’r alles voor koope—wat je maar +wil.... + +DE ZWAAN. Ken je met zoo’n ster kóópe—wàt je maar wil?... + +JAN.... Al de sterre benne diamante—vraag ’t me broer Jacob, die weet +’t—en me moeder, die weet ’t (telt op de vingers in onwezenlijke +tasting). Een, twee, drie, vier, vijf—turf.... Een, twee, drie, vier, +vijf—turf.... Een, twee, drie, vier, vijf—turf.... + +DE ZWAAN. Zit je ze te telle? Schei nou uit! + +JAN (glimlacherig voorttellend). Een, twee, drie, vier.... + +DE ZWAAN. Je slaat die groene bij de maan over.... + +JAN. Had ’k al.... Vier, vijf—turf!... Hè! ’k Wor d’r draaierig van.... +As ’k d’r bij kon zoo as jij! Wat zou ’k me zakke vulle—en me buis +vol—en onder me pet... Me haalde de takels uit de lommerd—en de +meeldief kreeg z’n cente—en de schoenfrik—en me kochte ’n nieuwe +kachel! + +DE ZWAAN. Za’k je op me schoere tille, dan hoef-ie geen ladder te neme! + +JAN (op de knieën). Kè jij me houwe? ’k Weeg, hoor.... + +DE ZWAAN. Tien zooas jij—as je zakke maar leeg benne.... + +JAN. Hù! Hù!... Wedde da-je me niet houwt? + +DE ZWAAN. Dat doen ik. Hang is an me nek.... Daar ga je (even zweeft +Jan aan den nek der zwaan, dan laat deze hem weer los). Hoe was-ie?... +’k Hou je zoo ’n uur lang.... Maar je zakke motte leeg.... Je zakke +benne van lood.... + +JAN (doende of hij z’n zakken ledigt—geheel zacht-rustig van gebaar). +Ken ’k dat hier op ’t gras late.... Zalle ze ’t niet moere? + +DE ZWAAN (den nek dicht naar het bed gebogen). Ha’k geen gelijk?... Je +het ’n oudroest-kelder in je zakke.... Wat mot je met spijkers?... + +JAN. Gaat jou dat an! + +DE ZWAAN. ’n Doossie lucifers—en ’n kattepul—en ’n verversmes, hahaha! +Waar hè-je dat gegapt?... + +JAN. Dat lieg-ie vierkant langnek! Van me broer gekrege.... Nee niet +zoo dicht met je kop d’r op! Je zou d’r je snoet an open hale (den +zwanenkop wegduwend). Ga dan opzij! + +DE ZWAAN. Het-ie daarmee gestoke?... ’k Hè plezier an me kindere, nou, +nou!... Je ruikt ’r ’t bloed an.... Da’s me zoon (klagelijk).... Da’s +me oudste zoon.... Ik durf haast niet over straat te gaan.... Z’n hare +hebbe ze geknipt—enne bleek as-die ziet—wit—wit—wit—komt ’r van as je +de Schrift verwaarloost.... + +JAN (moeilijk, altijd met onwezenlijk droomgebaar de hand langs het +voorhoofd strijkend). Klaag nou niet zoo moeder.... + +DE ZWAAN. Moeder?... Moeder—as ’k de zwáán ben!... Is je andere zak +leeg?... Toe dan! As ’t te laat wordt, schopt de smeris-van-’t-Park ’n +kouwe drukte.... Me motte voor de morrege terug weze.... (Jan ledigt +z’n andere zak). Is dat suiker? + +JAN... Hèhè!... Hèhèhè! Dat ziet-ie voor suiker an, ’n brok krijt van +de bovemeester.... + +DE ZWAAN. Komt-ie nooit leeg?... Veters, ’n eindje sigaar, ’n +zuigleer.... Werkt-ie goed? + +JAN. Je haalt ’r de klinkers mee uit de straat, as-ie lekker nat is.... +Reddie! + +DE ZWAAN. Dat lieg-ie!... ’k Zie nog kallebaste en ’n glazen +knikker.... + +JAN. Wat hindere die?... + +DE ZWAAN. As jij met mijn sterre bij de vleet ga plukke, verdij ik ’t +ballast te sjouwe..... Toe smijt neer in ’t gras.... De maan staat al +boven de boome—enne ’t waait ’n mierakel—de takke gane tegen mekaar +tekeer of ze bakkeleie.... Lollig, hè?—as ’k daar me twee vlerke as ’n +zeil opsteek, za-je me zien laweere voel spiet.... Rrrr!... Rrrr!... +Rrrr!... Voel spiet! (’t kind staat in het bed, den arm om den nek van +de Zwaan). Maar ’k waarschouw je stil te blijve zitte en me vlerke +vrijlate—anders valle me allebei hartstikke dood op de steene—en +niemeer sterre laje as ik stouwe ken—enne oppasse je geen blare te +brande—d’r benne d’r zoo smoorheet as gepofte kastanjes—enne je mond +houe as me voorbij de zolderrame vliege, anders smijte ze natte pruime +na je kop.... Enne as me strakkies na beneje komme—je zakke potdicht, +hoor—potdicht!... D’r benne d’r bij, die na de hemel terugschiete eer +je d’r an denkt—nog gauwer as ’n urret uit ’n urreteblazer.... Nou met +’n anloopie op me nek springe.... + +JAN. Ken niet met me slappe beene—daar hè-’k geen fut meer in.... + +DE ZWAAN.... Dan zal ik bukke.... Nou? Durref-ie niet? + +JAN. De maan kijkt zoo nijdig.... ’n Kleur het-ie of-ie de smoor in +het.... + +DE ZWAAN. Kring om de maan kost ’n traan.... Veruit! + +JAN. Za-je zachies an?... Ze holle of ze achterna worde gezete—de +sterre—de diamante.... + +DE ZWAAN. Dat lijkt maar zoo, jò!... Dat benne de wolke, die d’r +vandoor jage (de harmonica bij den buurman klinkt zeer verwijderd). De +wind gaat tekeer, hoor! Jessis, wat huilt-ie om de hoek van de +gracht.... As ’k nou stil in me vijver ga legge, drijf ’k af as ’n +praam die van z’n touw los is geraakt.... Bang hoef-ie niet te weze... +’k Hè d’r nog nooit een late valle.... + +JAN. Die lamme maan kijkt zoo vuil.... + +DE ZWAAN. Smijt ’m ’n steen na z’n snoet, dat ’r ’n barst in komt.... + +JAN (angstig). Zachies, zwaan—d’r ken ’n klabak achter de boome +loere.... ’k Mot kommende week voorkomme.... Wat danse de boome.... Wat +’n lichies in de huize.... Wat maak jij ’n lucht met je vlerke.... Wat +geve die sterre dichtebij ’n hette, ’n hette.... + +DE ZWAAN. Nou ga ’k vaart zette—nog harder as de elektrieke tram—nou +gane me voorbij ’t kruis op de kerk—daar zitte duifies—dàt benne +allemaal schoorsteene—dà’s de pijp van Sien d’r febriek—dàt benne de +vlagge van de koningin—dà’s de vlag van de +sigarenwinkel—pieng—pieng—geef me d’r van de twaalef!—dàt benne de +strate en de lantares—dàar wone juillie... Rrrr!... Rrrr!... Rrrr!... +Nou steek ’k me vlerke op, hoef ’k geen slag meer te doen, drijf ’k op +me vet... Plukke, jò! Plukke! Me benne ’r. + +JAN. Ik kan nog niet zien... Zoo’n boel licht tegelijk... zoo’n boel +(hij tast glimlachend). + + + + + + + + +TWEEDE AFDEELING. [2] + + +(Hetzelfde tooneel van het eerste bedrijf in schemer gehouden. Door het +open tuimelraam plast fel-rosse schijn). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Jan, De Zwaan, De menigte. + + +JAN (de trap afglijdend, driftig tegen de menigte buiten, wier voeten +en beenen uitsluitend zichtbaar zijn). Nee!... Nee!... Ik verdraai +’t!... Je krijgt ’r niet één meer... Vier hebbe me d’r te grabbele +gesmete, waar zwaan?... Me komme d’r ook niet met stele an!... Maak +niet zoo’n verroeste oploop voor onze stoep... Loop deur!... As je z’n +pink geeft, neme ze je heele poot... Hè-’k ’t je niet veruit gezeid?... +Toe, langnek, blijf niet buiten, schiet de trap af, dan doe ’k de klink +op de deur!... + +DE ZWAAN (z’n kop door het venster stekend). Da’s me de trap wel... +Mo’k me zwemvlieze opehale?... ’k Hè liever frissche lucht. (nijdig). +Jessis mensche, dring toch niet zoo! Je staat haast op me veere! ’k Mot +me vlerke langer as vedaag gebruike (hij zwaait de vleugels—de menschen +wijken een weinig achteruit). ’t Is godbeter schande!.... Toe nou, +juffrouw: je hangt met je rokke op me staart!... ’k Bijt je zoo in je +kuite, aap van ’n jongen! Wat zè-je me daarvan?... ’t Is om de duvel in +te krijge! Smijt ze d’r nog één toe door ’t raam, Jan—anders loope ze +me onder de voet.... + +JAN (z’n zakken doortastend). Ik dank jou—laat ze d’r zellef gaan +plukke! (naar omhoog wijzend). Stomme bliksems, de heele hemel zit ’r +vol van, zoo plentie as je niet berrege ken, waar zwaan?... Ik hè d’r +nog krap ’n dozijn in me zakke... Morrege gane me weer... Morrege zel +’k nog is strooie as me werom komme... As je op me zwaan trapt, gooi ik +je dood, platvoet! Je hiele komme je kouse deur!... + +STEM UIT DE MENIGTE (klagend). Me kenne ’t zoo best gebruike, Jan! Kom +nou, jongen! ’k Hei niet te vrete.... + +TWEEDE STEM (smartelijk). De heele week hè-’k as ’n hond gesappeld—je +ken me toch—ik ben de juffrouw van ’t mangelhuis—de blare berste an me +poote... As ’k me huur niet betaal wor ’k op straat gezet.... + +DERDE STEM (driftig). Deele zel je! Deele zel je, snotneus! Waarom hij +alles—wij niks? + +DE ZWAAN. Is ’t gedaan met dat dringe? ’k Waarschouw je as ’k uit me +slof schiet!... + +VIERDE STEM. Jan—ik ben uit de snoepwinkel! Jan—ik hei je altijd +apeneute verkocht—en van de pollekebrokke krijg ’k nog ’n cent die je +me brenge zou!... Geef mijn d’r zoo’n kleine.... + +VIJFDE STEM. God zal je zegene, Jan... ik ben al vier maande zonder +werrek—vier maande, Jan! + +JAN. Dan motte juillie zelf gaan plukke—ik zweet ’r nog van.... + +DE ZWAAN. Geef ze d’r een—dan raakie de hurrie kwijt! De heele gracht +is zwart van de mensche... De tram kan d’r niet deur.... Jessis, +Jessis—de brug zwiept d’r van.... Je mot de overkant zien.... Jonges +klim niet in de lantares! Mot je je nek breke? Welja, ’k zou me vlerke +as ’n vloermat gebruike! Bè-je wel wijs, meid? Denk-ie dat eksterooge +geen zeer doen... oe, oe!... + +TWEEDE STEM. Jan, Jan, luister nou is! + +DERDE STEM. Oppasse! Daar komt de bereje politie.... + +VIERDE STEM. Laat je niet ondersteboven rijje! De politie!.... Stoot me +niet in me ribbe! Mot ’k onder de paarde rake! (De beenen van een paard +en de sleep van een sabel worden zichtbaar). + +AGENT. Achteruit! Achteruit!... Motte d’r ongelukke van komme? Wat is +d’r an ’t handje?... Wat mot die zwaan hier?... + +DE ZWAAN (nijdig, met opgeheven vleugels). As je knol op me lijf trapt, +leg ’k z’n ooge dicht!... + +AGENT. Wi-jij maar is mee na ’t bureau gaan? Jij hoort hier niet! +Veruit! + +JAN.. Meneer de agent, da’s mijn zwaan—is met me sterre weze plukke an +de hemel.... + +AGENT. Deurloope mensche, of me slaan d’r op in!... De straat mot vrij +blijve... Is die zwaan van jou?... Dan mag die niet los op straat +loope.... Is me dat ’n gedonder!... Achteruit! Achteruit!... + +DERDE STEM. Jan-van-de-kruier het sterre gestole—z’n zakke vol! As dat +maar màg! + +AGENT. Hou jij d’r me paard is vast, jongen! Dan zalle me zien (springt +van het paard, bukt naast de zwaan voor het tuimelraam). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Rijksveldwachter, Jan, De Zwaan, Menigte. + + +VELDWACHTER (op handen en knieën). Bè-jij an ’t moere geweest? + +JAN. Nee, hoor! + +DE ZWAAN. Sterre benne vrij! + +VELDWACHTER. Jòu wordt niks gevraagd—maak da-je oprukt!... Jij hoort in +je vijver.... + +DE ZWAAN. Hahaha! Ik lach me de bult van de schoenfrik. De mensche +staan na je leere zitwerk te kijke! (met zijn snavel den rug van den +veldwachter rakend). Je lijkt ’n fuik, hahaha! + +AGENT. Mot ’k verbaal opmake?... + +DE ZWAAN. Water en brood lust ìk gráág! + +AGENT. Niet zoo dringe, mensche!... Je douwt me ’t raam door!... Haal +jij je zakke is leeg! + +JAN. Eén mag-ie d’r kijke, wat zwaan?... Die hou ’k zoo tusschen me +vingers.... Da’s ’n witte, (de witte ster doorlicht z’n handen). Daar +kè-je de halleve gracht voor koope, hè zwaan?... Da’s ’n kanjer van ’n +steen, haast as ’n kei zoo zwaar.... + +VELDWACHTER (zacht-gebluft). Geef is op—laat is voele.... + +JAN. An me kouwe zool! + +VELDWACHTER. Je krijgt ’m werom, Jan! + +JAN. Nee hoor!... Ik hou ’m vast (dichter op den veldwachter toegaand, +belicht hij diens gelaat met de wit-lichtende ster). Hù!... Daar zet je +ooge bij, hè?... + +VELDWACHTER (zacht). Da’s ’n wonder! Da’s ’n wonder... Zóo groot het de +koningin ze niet.... ’k Wor d’r blind van—da’s machtig.... Hè-je ’r +meer zoo?... + +JAN (pralend). Twee zakke vol! Poppetje gezien? Kassie dicht! (steekt +de ster in z’n zak). As je me zwaan vraagt, neemt-ie je mee, wat zwaan? + +DE ZWAAN. Daar ken-ie na fluite!... + +VELDWACHTER. Waarom hem wel, mijn niet? + +DE ZWAAN. Jij het ’n knol om op te rijje—’n knol met viér poote—ik hé +d’r maar twéé.... + +VELDWACHTER. Me paard reikt niet an de hemel.... Me paard ken me geen +stèrre geve.... + +DE ZWAAN. Dan geeft-ie je wat anders... Daar komt ’t al... Hou je dop +op—’t regent vijge, hahaha!... Trap d’r niet in, mensche!... Hahaha!... + +VELDWACHTER. Jan!... Jan!... Jan, wees jij wijzer... Met je zwaan ken +’k niet prate... Voor jou leit wat in ’t vet... Je het de spiegelruit +van de horlogewinkel met ’n steen ingesmete, toe je rooie Gijs wou +rake.... + +JAN (angstig). Hij het mijn met z’n spanriem ’n lik gegeve, de +stiekemer!... + +DE ZWAAN. En de meide trekt-ie an d’r vlechte.... + +VELDWACHTER. Praat ’k met jóú?... + +DE ZWAAN. Toch zal ’k ’t zegge—Jan is me vrind!... + +JAN. As-die ’n muis het gevange, bindt-ie ’m an ’n end garen—en de +vliege knipt-ie d’r vleugels af.... + +DE ZWAAN. Mijn most-ie ’t flikke!... + +JAN. Jij laat je toch ommers ook niet op je falie geve?... + +VELDWACHTER. Je mag niet met steene smijte—en voor de ruit bè-je d’r +gloeiend bij—dat hei-je op ’t bureau gehoord... Al kruip-ie nog zoo +onder de bedstee, méé mot je na ’t rooie dorrep—met handboeie zoo dik +as me knuist.... + +JAN. Hoor-ie dat, zwaan? + +VELDWACHTER. ’t Zou wat moois zijn, as me de ruite van de +horlogewinkels stuk liete gooie!... Daar kè-je van luste.... + +JAN. Hoor-ie dat, zwaan?... + +VELDWACHTER. Over de twee honderd gulden kost-ie as me weinig +rekene.... + +JAN. Hoor-ie dat, zwaan?... + +VELDWACHTER. En gezien hè-’k ’t met me éige ooge... + +JAN. Mot jij dan ook àlles verraje? + +VELDWACHTER.... En nou weer sterre van d’r plaats hale—jij groeit voor +de galg op! (tot de zwaan). En jou ken ’k ook! + +DE ZWAAN. As me in de vijver zwemme, benne me allemaal eender.... + +VELDWACHTER. Ik weet hoe je hiet! + +DE ZWAAN. Hahaha! + +VELDWACHTER. Lach jij maar—je zel d’r van luste!... ’k Onthou je!... Je +het ’n streep op je kop.... + +DE ZWAAN. Me benne eender—me broers en me zusters—d’r loopt bij +allemaal ’n streepie door. + +VELDWACHTER (op de straat over de zwaan neerzittend en met de vinger +dreigend). Onthou je dag en je uur, witkop! Magge wij ’t late passeere +as de spiegelruit van de horlogemaker—217a, voorbij de melkboer—an +gruzelemente gaat?... D’r was ’n barst in zoo groot as me sabel. Toe +kwam ik achter ’m an—enne toe zee ik: ga jij maar is mee—enne toe hebbe +me z’n vader op ’t bureau late komme—enne die het ’m op z’n donder +gespeeld dat ’t klapte—maar de horlogemaker van 217a zee: daar ben ik +niet mee gehollepe. Ik mot de eed aflegge voor de heere van de +Rechtbank—mot ik dat niet?... + +DE ZWAAN. Dat mot je—dat mot je.... + +VELDWACHTER. Z’n broer het zes volle maande rats enne gort enne mik.... + +DE ZWAAN.... ’k Wou dat ìk ’n bakkie kreeg.... + +JAN. Zal ’k d’r hem een? (krijgt de witte ster aarzelend uit den zak). +As die zeit dat-ie niks het gezien?... + +VELDWACHTER. Machtig... Machtig... Je ken d’r bij leze... De vonke +spatte d’r uit... Sta stil beroerde hengst... Hij schrikt ’r werachtig +van... Hè-’k nog is gehad op de Amstel toe ’t vuurwerk was... Pas op +jonges—hij slaat achteruit tegen je schene.... + +DE ZWAAN. Je mot ’t zellef wete, Jan—ìk verdraaide ’t!... Hònderd ruite +kè-je d’r voor stuk smijte.... + +JAN. Me moeder het zoo gehuild, zwaan, toe ze Jacob kwamme hale.... + +DE ZWAAN. Die huilt ommers toejoer! Vanmiddag toe jij brood bracht, +stong ze ook achter je wagen te blerre... Mot je daarvoor zoo’n +smeris-met-’n-paard-tusschen-z’n-beene, ’n steen van duizende guldes +geve?... + +VELDWACHTER (in bewondering). Potverdikkie! Potverdikkie!... ’n +Wonder... ’n Wonder... Me knoope glimme d’r van as katte-ooge... Ha’k +niet kenne droome... Krijg ’k ’m, Jan?... + +JAN. Zal ’k, zwaan? + +DE ZWAAN. As-die zeit dat-ie niks het gezien.... + +VELDWACHTER. ’k Zel ’m op me helm steke—’m elke dag poese.... + +JAN. Hoef ’k niet te zitte?... Zel je an de heere zegge, dat ’r al ’n +barst in de ruit was?... + +VELDWACHTER (de handen uitstrekkend). Dat zal ’k. + +JAN. Dat ik ’t niet gedaan heb? + +VELDWACHTER. Dat zal ’k. + +JAN. En da-me geen boete hoeve te betale? + +VELDWACHTER. Dat zal ’k. + +JAN (haperend). Daar dan.... + +VELDWACHTER (de ster gretig grijpend). Potverdikkie... Potverdikkie +(wrijft haar op met z’n mouw). Of d’r ’n dievelantaren in zit (verwoed +tot een aantal grijplustige handen van de menigte). Blijf d’r af met je +poote, tuig, schorum!... Mo’k me lat gebruike? (tot de zwaan). Daar zou +je ’n moord voor doen—da’s om bij te griene—’t water loopt ’r van uit +je ooge (tot de weer grijpende handen). Poote thuis! ’k Waarschouw je! +Pas op, juffrouw: gister hè-’k je pas bekeurd voor je kleeje kloppe na +bezette tijd... En jij ook: jij staat onder toezicht da-je je man het +wille vergeve... En jij: bè-je alweer zat? Mo’k je as ’n meelzak +meeslepe, beroerde hondemepper! D’r af met je kromme vingers! (hij +slaat de hand aan ’t gevest van z’n sabel—zij wijken grommend +achteruit). Nee Jan, jij hoeft niet bang te weze—jìj krijgt me endje +sigaar. Neem an—je ken ’m rooke—’t is d’r een met ’n bandje van de +mejoor.... + +JAN. Hij ’s nog zoo nat.... + +VELDWACHTER. Dan droog-ie ’m an je kiel (bevestigt de ster op z’n +helm). Potverdikkie! As me kammerade nou niet voor me anslaan (zet de +helm op). Hoe doet-ie? + +DE ZWAAN. Of-ie zoo van ’n heilige-prent vort ben geloope.... + +VELDWACHTER (tot de handen). Voor ’t laatst hoor! Deurloope! Deurloope! +(trekt z’n sabel). Achteruit, potverdikkie!... Achteruit as ik ’n ster +op me kop heb! (tot de zwaan). Hou jìj me hengst is vast, dan ik de +boel schoonvege!... (staat op, springt op het paard—de beenen der +menigte wijken geheel). + +DE ZWAAN. Hahaha!... Hahaha!... Wat ’n stomme klabak... Nou kenne ze +overal de laje lichte enne de slote forseere... ’n Uur in de wind zie +je ’m ankomme! ’n Smeris met illemenaasie! Hahaha! Je lacht je ’n +kriek!... Ze holle ’m achterna de heele gracht af, om ’m vuur voor d’r +segare te vrage! Hahaha!... Straks valt-ie met z’n knol op ’n +zolderschuit! Je zel d’r van beleve! ’k Hou me buik vast, hahaha! (zich +naar Jan keerend). Scheelt ’r wat an?... + +JAN. ’t Endje stinkt zoo... Puf!... ’t Zweet breekt me d’r van uit... +Lijkt wel ’n vetkaars... Puf.... + +DE ZWAAN. Zuig ’r dan niet op, jò!... Daar hè-je de schoenfrik... Nou! +Mot ’k schoensmeer an me schoone veere krijge?... + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Schoenlapper, De Zwaan, Jan. + + +SCHOENLAPPER (voor het raam bukkend). Vollek! + +JAN (bij de tafel, bezig z’n zakken in de la te ledigen). Kom-ie om +cente? + +SCHOENLAPPER (angstig-starend). Jessis-mierande, jò, d’r leit vuur in +de la van de tafel! Mot je de boel in brand stekel Brááánd! Brááánd!... + +DE ZWAAN (hem in de zij porrend). Hou je bek! Je schreeuwt de kindere +wakker!... + +JAN (de lade toeschuivend). Hèhèhè!... Dat noemt-ie brand as-ie +diamante ziet.... Hei-je de schoene van vader en Jacob meegebracht? + +SCHOENLAPPER. Of ’k wàt?... + +DE ZWAAN. Of-ie de schoene mee het gebracht?... + +SCHOENLAPPER. As ’k duite krijg ja—as ’k ze niet krijg néé.... + +JAN. Kom d’r in, schoenfrik! + +SCHOENLAPPER. D’r in komme ken ’k—maar op me buik schrijve doe ’k +niemedal meer.... + +DE ZWAAN. Jouw buik zit op je rug, hahaha! + +SCHOENLAPPER. Verkoop je flauwsies an je soort! An jòù valt geen droog +brood te verdiene! + +DE ZWAAN. Of ìk ’t ken hellepe, da’k zonder kouse en schoene an in de +hemel kom! + +SCHOENLAPPER. Dàt most ’r bij komme—’n bliekiesvreter in de hemel!... +Hoor je ’m Jan? + +DE ZWAAN. Me zalle zien wie d’r eerder is—jij of ik! Hahaha! Hij denkt +dat ze hèm noodig hebbe—hoor-ie Jan?... In de hemel rake de schoene +niet stukkend—daar loope ze op d’r bloote voete.... + +SCHOENLAPPER. As ze d’r mijn niet noodig hebbe, leelijke eend.... + +DE ZWAAN. Hahaha! Eend zeit-ie.... + +SCHOENLAPPER.... Gans dan.... + +DE ZWAAN. Hahaha! Gans zeit-ie.... Dat weet nog niet eens ’t +onderscheid tusschen ’n gans en mijn! Ik ben de zwaan uit ’t +Vondelpark, schoenfrik! + +SCHOENLAPPER. Nou, as ze mijn in de hemel niet noodig hebbe: jòù zeker +niet!... + +DE ZWAAN. Mijn niet?... Mijn niet?... Hoor je die, Jan?... Ik zit bij +de troon naast onze lieve Heer met allemaal andere witte zwane—en as ’t +geen zwane benne, benne ’t blomme—enkel zwane en blomme—da’s de hemel. +Schoensmeer en pik—en zole en achterlappe kenne me d’r niet—die motte +in de gang blijve—die worde niet binnen gelate.... + +SCHOENLAPPER. Kles maar!... Dat mot ’k eerst zien... ’n Zwaan in de +hemel, hèhèhè.... Hèhèhè!... ’t Is ’n historie! Geen cente om ’t +lapwerk te betale—en ’n eend ’t hoogste word.... + +JAN. ’t Is geen eend—’t is me zwaan!... Kom de trap af, dan krijg-ie ’n +steen! (schuift de la open—het licht breekt door de spleet). Da’s me +geldla—dat benne me cente die blinke.... + +SCHOENLAPPER (laat z’n bundel schoenen vallen). ’k Waarschouw je, Jan, +d’r komt brand van.... + +JAN (een groene ster in de hand nemend). ’t Benne sterre, frik!... Die +komt van dicht bij de maan! En die krijg jij, as vader z’n schoene en +Jakob z’n schoene goed gemaakt benne.... Laat is kijke... + +SCHOENLAPPER (geen oog van de ster af). Moeder Maria.... Moeder +Maria.... Is dat voor mijn? + +DE ZWAAN. Eerst de zole nakijke, Jan!... Of ze genaaid benne en niet +gelijmd—en of ’t geen bordpepier is!... + +JAN. Waar benne de schoene? + +SCHOENLAPPER. Weet ’k niet.... Die diamant brandt in me kop.... + +JAN (de ster onder z’n kiel stoppend). Zoo hè-je d’r geen hinder +van.... De schoene van vader!... + +SCHOENLAPPER (zoekend). Een paar en nog ’n paar! De halve nacht voor +opgezete.... Was haast geen lappe meer an... en d’r stong nog drie twee +en dertig half.... + +JAN (de zolen met de ster belichtend). Nou dan benne me kiet (geeft de +ster aan den schoenlapper, die beduusd aan de tafel neerzit).... En +voor moeder maak je de toffels.... + +SCHOENLAPPER (dwazerig over den steen heen glimlachend, zet z’n bril +op). Allemachtigste God wat ’n zwaarte.... Daar ken ’k bij lappe zonder +olie in de lamp.... Ze schijnt door me hande heen.... Ze lacht tegen +me.... Hèhèhè! (droogt z’n oogen). Allemachtigste God—da’s de ster van +Bethlehem—Jan!... Jij het de ster van Bethlehem teruggevonde. (z’n +handen aan z’n rooden zakdoek schoonwrijvend). Die mag ’k niet met me +smerige hande vasthoue—daar mot ’k me voor reinige.... Prachtig! +Prachtig!... As dat me vrouw had beleefd—en me dochter—en me kleinzoon, +die in ’t pothuis bediend zijn geworde—weet je Jan: hoe je stong te +kijke na ’t kissie?... Hèhèhè!... Da’k dàt zie voor me dood! Dat God me +beloont voor ’t nakomme van de geboje—de geboje—de geboje, zwaan.... + +DE ZWAAN (knikkend). Boven al bemin éénen God—IJdelijk zweer nog +spot.... + +SCHOENLAPPER. Vier den heiligen dag des Heeren—Vader en moeder zult gij +eeren.... + +JAN. Met wil of met werken sla niemand dood—Doe geen overspel of +onkuischheid snood.... + +DE ZWAAN (knikkend). Wacht u voor stelen en onrechtvaardig leven—Gij +zult geen getuigenis der valschheid geven.... + +SCHOENLAPPER. Begeer ook niemands echtgenoot—Noch iemands goed, ’t zij +klein of groot. Amen.... + +DE ZWAAN. Amen. + +JAN. Amen. + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +De vorigen, de Bakker, Sien. + + +SIEN (tot de zwaan buiten). Kischt! Kischt! Wat mot je!... Kischt!... +Geef ’m ’n trap, bakker! + +DE BAKKER. Ga je?... + +DE ZWAAN (de vlerken in verweer). As je ’n poot na me uitsteekt... Hij +ruikt na de zure gist, Jan, da’k ’r misselijk van wor.... + +JAN (tot den schoenlapper). Doe ’m weg! Doe ’m weg!... Da’s de bakker +(de schoenlapper steekt de ster in een van de schoenen). + +SIEN (de trap af komend met den bakker). Hij laat nog geen hàlf +pannebrood los, moeder.... + +DE ZWAAN. Kom-ie dat nou pas zegge?... Bè-je tòch na ’t vuurwerk +geweest? Ha’k je zoo verboje.... + +SIEN (angstig). Hij het zoo lang staan klesse, moeder (nijdig). Snij +uit lamme zwaan! ’k Schrik me kepot van me móéder... Wat hè-’k met jou +te make? (tot den bakker). Of jij me nou naloopt—tekort zalle me je +niet...—me hebbe je àltijd betaald as me ’t hadde.... + +BAKKER (op ’n tree van de trap neerzittend). As me ’t hadde... As me ’t +hadde... Vier gulde vijf en negetig... + +SIEN. Dat lieg-ie. Jij schrijft toejoer met dubbel krijt.... + +DE ZWAAN. Ken niet. ’t Krijt stopt-ie in z’n meel! + +BAKKER. As ’k jou nog is hoor, krijg je me slof na je bast!... ’t Staat +in me boekie. Me boekie liegt niet.... + +DE ZWAAN. Jij zooveel meer.... + +BAKKER (verwoed dreigend). Mot me slof d’r an! (leest). Drie weke—da’s +een en twintig dage anderhalf panne—da’s drie gulden negen en +negetig—en veertien roggemikke.... + +JAN. Lieg-ie... ’k Hei ze elleke dag geteld—tweemaal benne me met cente +gekomme.... + +BAKKER. ’k La-me nog geen krùmmel afstrijje—vier gulden vijf en negetig +bij mekander... En nou blijf ’k hier zitte to’k me cente gebeurd +heb.... + +DE ZWAAN. As ’t an mijn lee, liet ’k je blare zitte.... + +BAKKER (naar z’n slof tastend). Je het ’t gehoord! + +DE ZWAAN. Hahaha!... Laat ’m zitte, Jan, dan vreet ik terwijl z’n kom +met goudvisschies leeg... + +BAKKER (snel opstaand). Je mot ’r is an komme! (stapt vlug de trap op, +grijpt achter de onderdeur, zet zich weer op de tree met een +goudvisschenkom). Zoo. Al duurt ’t ’n verreljaar: de cente van de een +en twintig maal anderhallef pannebrood en van veertien roggemikke—vier +gulden vijf en negetig—vier gulden vijf en negetig.... + +SCHOENLAPPER. As ze nou toch fassoenlijk benne, de mensche van de +kruierij—wat zet jij ze dan ’t mes op d’r keel.... + +BAKKER. Waar bemoei jìj je mee? Van jou krijg ’k ommers óók over de +gulden?... Fassoenlijk! Fassoenlijk! De mensche van de kruierij! ’n +Zoon die die zes maande gezeten het—’n dochter die de manne anhaalt.... + +SIEN. Jou dan toch niet, rooie sproetekop!... ’k Hei je nog straks ’n +lik motte geve.... + +BAKKER (bulderend van ’t lachen). Hahaha! Hahaha! As ’k op je stoep +loop te fluite, kom-ie toch as de hondjes! Hahaha! As ’k maar fluit +(tracht in z’n lachen te fluiten). As ’k maar fluit.... + +JAN. Ga van de trap af, bakker—d’r ken niemand deur.... + +BAKKER. Nooit van z’n leven. + +JAN (tot de zwaan). Zal ’k ’m de rooie geve? + +DE ZWAAN. Die groote rooie an de meeldief voor meel met krijt...? (de +bakker werpt z’n slof, die op het bed terecht komt). Mot ’k je ’n tand +met soldeer uit je bek slaan?... + +BAKKER. Spuug jij ’n ander op z’n vessie! Met de mensche hè-’k genoeg +last! As de beeste nou ook nog beginne—waar of niet, goudvisschies?—ken +’k de blinde voor de rame hange (sarrend). Vier-vijf-en-negetig... +Vier-vijf-en-negetig... Vijf gulden min vijf kopere cente.... + +JAN. Zal ’k ’m de rooie van naast de melkweg? + +DE ZWAAN. Van naast de melkweg?... Toe maar!... In elleke pint melk +giet-ie d’r tien water... Ik bemoei me d’r niet mee... As je d’r zoo +mee omspringt—een an de smeris—een voor zole en achterlappe—hou je geen +kiezelsteen over.... + +JAN. Wat mot ’k dàn? + +DE ZWAAN. Voor de rooie mot-ie de vier-vijf-en-negetig verrekene enne +twéé jaar lang èlleke dag zes pannebrooje brenge èn twee roggemikke èn +’n snijkoek met kandij en sukade... Boter bij de visch: op slag vóór-ie +’m in z’n hande krijgt—een honderd brooje voorschot, tien roggemikke en +tien snijkoeke met kandij en sukade... + +JAN. Hù!... Daar komme we niet door!... Daar ete me ons verstoppinge +an... + +DE ZWAAN. Hindert niet eens in ’t jaar! + +BAKKER. Vier-vijf-en-negetig!... Vier-vijf-en-negetig (tot Sien). As je +me ’n smàkker geef, zoo as an de jongen van de stikkedoor, trek ’k ’r +’n pannebrood af.... + +SIEN. Ik lust geen getrouwde manne.... + +BAKKER. Manne... panne... manne... panne, hahaha! + +JAN (bij de tafella). ’k Zel je ’n diamante steen late kijke (het licht +schemert door den spleet). + +BAKKER (verrast opstaand en de kom op tafel neerzettend). Deksels—dat +lijkt Bengaals! + +JAN (de roode ster in de hand). Geef jij daarvoor twee jaar lang.... + +DE ZWAAN. Drie jaar—twee is niemedal.... + +JAN.... Drie jaar lang èlleke dag zes panne, twee roggemikke en ’n +Groninger koek met kandij en sukade?... + +DE ZWAAN. En ’n Berliner bol dadelijk en honderd brooje dadelijk as ’k +gezeid heb!... + +SIEN. Jessis wat ’n steen! + +SCHOENLAPPER (de zijne uit den schoen krijgend). De mijne is +groen—groen as koper—groen as gras.... + +BAKKER (verbaasd). Christenezielen!... Waar vin je die?... Is-ie ècht? + +JAN. Hoor je ’m, zwaan—of-ie echt is—of-ie echt is?... + +DE ZWAAN. Hij denkt dat onze lieve heer zoo de sterre vervalscht as hìj +’t meel, hahaha! + +BAKKER. Mag ik is wege? + +JAN. As me gek benne—eerst de honderd panne voorschot.... + +BAKKER. Snijdt-ie ruite stuk? + +JAN. Zien? (springt op het bed, wrijft de ster langs een ruit, die in +scherven ineenzakt). Is-ie echt? + +SIEN (bij de la). Legge d’r meer in? + +JAN (heftig). Laat ’m dicht—anders vliege ze na de hemel!... + +DE ZWAAN. Wat doe je ze ook uit je zakke in de la te legge!... + +JAN (voor de la geposteerd). Je zweet ’r nog al niet van!... Afblijve +hoor!... + +BAKKER. Christeneziele!... ’n Rooie en ’n groene steen.. As-ie +werachtig echt is, werachtig... dan geef ’k je d’r ’n nieuw +goud-tientje voor, splinternieuw!... + +SCHOENLAPPER. Hèhèhè!... + +BAKKER. Wat lach-ie, bult? + +SCHOENLAPPER. Ik geef d’r hònderd nieuwe, duizend, tien duizend.... De +lommerd schiet ’r meer op.... + +SIEN. Geef ’m mijn, Jan—voor ’n brosch.... + +JAN. Jij ben van de febriek vortgebleve—jij mag d’r enkel na kijke, +waar zwaan? + +DE ZWAAN. Drie jaar lang, as ’k gezeid heb.... + +JAN (tot den bakker). Graag of niet?... En honderd brooje daalijk! + +BAKKER (enkel oog voor den steen). Me heele winkel mag-ie leeghale—de +pannebrooje—de hardgebakke-duitsche—de kedetjes—de pijn-de-luksjes—de +beschuite—de berliner bolle—de krakelinge—de appelbolle—de snijkoeke—de +moppe.... Maar eerst in me éige hande ’t gewicht voele.... + +JAN. Mag dat, zwaan? + +DE ZWAAN. Tien telle—langer niet! + +BAKKER (de ster uit Jan’s handen nemend). Of ’k zoo in me oven +kijk—of-die an ’t smelte is!—of je bloed ziet.... + +DE ZWAAN. As je ’m nog langer kneedt wordt-ie allerhande.... + +SIEN. Hou ’m is hier bij me hals, bakker (slaat de tippen van haar jak +weg). + +BAKKER. Of je in de zon leit te baje—of je kin in de rooie was zit (de +ster op z’n hand leggend). ’k Ken d’r ’n ring van late make bij de +goudsmid.... ’k Ken d’r an me horlogieketting hange.... +Christeneziele... ’k Ken d’r op me das steke, hahaha!... + +DE ZWAAN (’n goudvisch opvangend dien Jan ’m toewerpt). Hap!.... Smaakt +na de gist..... + +BAKKER. As ’k daarmee in de kerk zit, zel de domenee in z’n woorde +blijve steke—en de diakene—de diakene zelle niet wete wat voor +tekst.... + +DE ZWAAN (een goudvisch vangend). Hap! Hap!... Of ’k ’r weer van zel +spoege?... Hap! Nou lust ’k niemeer.... + +SCHOENLAPPER (tot Sien). Nee je krijgt ’m niet! Nee, nee, nee! (bergt +de groene in zijn zak). + +DE ZWAAN. Meeldief, de tien telle benne om.... + +BAKKER. Effen nog.... + +JAN (de ster afnemend). Houe mag-ie ’r, voor drie jaar lang.... + +DE ZWAAN.... Zes panne per dag èn twee mikke per dag èn ’n snijkoek per +dag.... + +BAKKER. En honderd derek? + +DE ZWAAN. Op slag! + +BAKKER. As ’k ’r zooveel in me kar heb—’t is me nog al +niks—honderd—honderd.... (loopt de trap op, gaat achter de onderdeur). +Wie pakt ’r an?.... + +JAN. Ikke!... Ho!... Ho!... Schrijf jij is op, schoenfrik.... + +SCHOENLAPPER. Ik hei geen papier.... Mag ’t met krijt op de zool van de +laars? + +JAN. As je ’t maar sekuur doet.... Je weet hoe-ie de mensche loere +draait.... + +BAKKER. Nou dan! Me arrem is geen uithangbord! + +JAN (tot Sien). Ho!... Ho!... Nog niet! (kijkt in de ladenkast). Daar +kenne ze niet in.... Zelle me ze op jouw bed legge? + +SIEN. Eerst ’n ouwe krant.... Daar! + +JAN (de brooden van Sien, die halfwege de trap staat, aannemend en in +de achterste bedstee leggend, koortsachtig vlug op en neer loopend). +Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.... (de +brooden verdwijnen in de bedstee; zij vegen zich àllen het zweet van +het voorhoofd). + +SCHOENLAPPER (tellend).... Twintig.... Dertig... Veertig... Vijftig... +(hij geeft met het stuk krijt streepjes). + +DE ZWAAN. Me benne op de helft. + +JAN. ’k Zweet as ’n sleepersknol (zij vegen zich weer àllen het zweet +van het voorhoofd). + +BAKKER. Vijf tegelijk—en nog is vijf.... + +SIEN. Je ken ze beter as kaze opgooie.... + +BAKKER.... Een en zeventig, twee en zeventig.... + +DE ZWAAN.... Dat lieg-ie.... Een en zestig.... + +BAKKER.... Een en zestíg—twee en zestig.... drie en zestig.... leeg is +de kar.... De rest krijg je morrege vroeg—dan benne ze verscher.... + +SIEN. Hoe ken ik d’r nou in? + +JAN. Hù!... Dan vreet je je d’r doorheen, as in de berreg van +rijstebrei.... + +BAKKER. En me steen? + +JAN. Haal ’m maar van de tafel.... + +SIEN (bij de lade). D’r legge d’r nog wel tien! + +DE ZWAAN. Jan pas op de la! + +SIEN (nijdig). Sta jij toch niet alles af te loere, lamme hinkepoot.... +Daar! (trekt het gordijn voor de ramen dicht). + +JAN. Wat mot dat nou? + +BAKKER (nijdig). Da’s ’n andere ster.... Je het ’m verruild! (haar +langs de goudvisschenkom strijkend). Glas snijdt-ie niet eens!... +Jullie benne flesschetrekkers, oplichters, kwartjesvinders! Waar benne +me goudvissche gebleve? (met de gebalde vuist de ster vasthoudend en ’r +mee dreigend). Me drie en zestig brooje werom en me vier gulden vijf en +negetíg!... ’k Sla alles kort en klein.... Ik breek jou je nek +bliksemsche aap!... En dat rooie stuk glas gaat over me knie! (hij +slaat de handen om de ster, wringt haar over z’n knie. De ster dooft +plotseling—een donderslag weerklinkt—even is het tooneel donker). + +SCHOENLAPPER. Je mot ’t gordijn opetrekke, Sìen. + +JAN. Dat doe ik al (het roode licht van het venster stort weer binnen. +Tegen het beddelaken, onbewegelijk naast elkaar staan Thijs, Bet, +Aaltje, Lammersen). + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Zwaan, Jan, Schoenlapper, Bakker, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen. + + +BAKKER (verwoed). Me goudvissche, me brooje en me cente! ’k Maak ’r +politiezake van! Drie en zestíg goed doorbakke panne!... Vier +goudvissche! + +BET (met een kerkboek in de hand). God-nog-an-toe, bakker—me wete d’r +niks van.... + +BAKKER. Drie en zestig brooje.... in de bedstee! + +THIJS (met een takel in de hand). Eens gegeve blijft gegeve.... + +LAMMERSEN (met zijn harmonica onder den arm). Al stóóf je ’n +goudvisch—slikke ken je ze niet—d’r zel d’r geen in gezete hebbe. +Vliege doene ze niet... + +AALTJE (met een pak quitanties in de hand). Me hart staat ’r van +overeind—wat ’n weer, wat ’n weer!—mot in de buurt ingeslage weze.... + +BET. Me lippe ziene d’r wit van... Wat was dat, Jan?... + +BAKKER. Wat ’t was?... Wat ’t was?... Me kar met brood leeghale.... Me +goudvissche stele!... Valsche diamante in me poote stoppe.... Ik mot me +brooje terug!... Me brooje uit de bedstee! Ik mot me cente! (schiet op +het raam toe, springt op Jan’s bed, roept:) Politie!... Politie!... + +DE ZWAAN (nijdig met de vlerken slaand). Ik ken getuige da-je ’m over +je knie het gebroke.... Daar kenne ze niet tegen.... + +BAKKER. Dan neem ’k met geweld! (holt op de bedstee toe). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +De vorigen, Jacob. + + +JACOB (die de trap af is gekomen—den bakker bij de bedstee werend). +Hande thuis! + +BAKKER. Opzij of.... + +JACOB. Of wat?... + +BAKKER. Of ’k bega ’n ongeluk!... + +JACOB (een groot slagersmes trekkend). Dat zelle me afwachte.... + +BET. Jacob!... Jacob!... + +DE ZWAAN. Jacob, Jacob: met wil of met werken sla niemand dood.... + +BAKKER (de trap op-wijkend). As jij steekt, steek ik dubbel—al trek je +tien messe, ben ’k nog niet bang—niet voor ’n dozijn zooas jij.... ’k +Neem d’r getuige op.... Jij het ’t gezien schoenfrik—en jij +Lammersen—en jij zwaan.... + +DE ZWAAN. Ik ben beneje de jare.... + +BAKKER. Je ken ’t allemaal beëedige van de goudvissche enne de drie en +zestig brooje enne van ’t mes dat-ie voor me neus het gehoue.... Ik +haal ’n diender.... Met de gevangeniswage kom ’k voor je deur! (angstig +af). + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Zwaan, Jan, Schoenlapper, Jacob, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen. + + +BET. De schrik zit in me beene. + +AALTJE. Ik ken geen voet verzette.... + +JACOB. Hij hèt hier niks mee te neme. Wàt wou-ie? (kijkt door den +gordijnkier der bedstee). Ik vraag wat-ie.... (schrikt achteruit). + +BET (angstig). Wat zie je dan? (zij, Thijs, Aaltje, Lammersen en Sien +schuifelen naar Jacob, staren dicht bij de bedstee, glimlachen +verbaasd). Drie en zestig brooje.... + +THIJS. Drie en zestig.... + +LAMMERSEN. Je ken ’n bakkerij beginne.... + +AALTJE. ’k Hei d’r nog nooit zoo’n berg gezien! + +JACOB. Drie en zestig.... Hoe hou je ze goed? + +SIEN. Waar mot ik nou gaan slape?.... + +JAN (bij de tafel). En je schoene benne gebracht vader.... + +THIJS. Me schoene? (tot den schoenlapper). Zoo zònder cente? + +SCHOENLAPPER. Jan het betaald, (zij draaien zich allen naar Jan, +staande dicht tezaam, Bet met haar kerkboek, Thijs met zijn takel, +Lammersen met de harmonica, Aaltje met het pak quitanties, Jacob met +het groote mes). + +BET (glimlachend). Betaald?.... + +JACOB. Betaald?.... + +THIJS. Jan, Jan—hoe kom-ie an geld!.... Jan, Jan, as je ons in +ongelegenheid brengt!... Jan, Jan, as ’t maar zuiver spul is!... + +JAN. Hou je ooge is dicht, moeder.... + +BET. Goed, jongen. + +JAN. En jij ook, vader.... + +THIJS. Ik doen ’t al.... + +JAN. Juillie ook!... + +LAMMERSEN. Me ooge dicht?... Een of twee? + +JAN. Allebei.... Zoo. Nou motte juillie niet schrikke.... Jij doet +valsch, Jacob!... Jij kijkt stiekem! + +JACOB. Ik kijk na de brooje.... + +JAN. Mag-ie niet. Ooge toe! Allemaal! As ’k drie zeg, mag-ie ze open +doen! Eene—tweeje—drieje!... (heeft een geel-groene ster uit de la +gegrepen). Die is voor vader z’n takels.... + +BET (na een aangehouden ònbèwègelijke stilte van allen). Jan—me lieve +jongen—hoe kom je daar an? + +JAN. Ben met de zwaan weze vliege—geplukt op drie meter van de maan.... + +BET. Jan—me lieve jongen—je mag niet neme wat van God-de-Heer is.... + +JACOB. Sterre benne vrij (langzaam voor zich uit starend).... Sterre +benne vrij.... Je mag geen appele plukke—geen pere—geen bloeme—sterre +benne vrij—sterre benne vrij.... + +BET. Jan—me lieve jongen—de sterre benne van God-de-Heer—die het-ie +buiten ons bereik gesteld—daar magge me niet na tàste.... + +JACOB. As me niks hebbe, magge me dat!... + +THIJS. Daar ben ’k angstig van—daar doen ’k me ooge bij toe.... + +AALTJE. Jan, bran je vingers niet.... + +JAN. Nou dan, vader!... Neem je ’m niet? + +THIJS.. Nee.... Zal ’k, moeder? + +BET. Jan—me lieve jongen—je het ’r geen geve over (smartelijk-angstig). +Jan, ik hei al zoo’n boel gehuild—zoo da’k me trane niet telle ken.... +God-de-Heer zel ze an de hemel misse.... (naar boven starend). Heele +gate benne d’r gekomme in de wolleke.... Stele, Jan, is erger nog as +wat je broer Jacob in drift het gedaan... erger as ’t schandaal met je +zuster! (tot de zwaan). Bè-jij de duvel, zwaan, da-jij voor ladder +gediend het?... Laat de zwaan ze werom brenge, Jan, me lieve jongen, op +de plaatse waarvan ze vandaan benne gekomme—’k wor as van de dood zoo +benauwd, as ’k de plekke an de hemel zie, die je leeg het geplukt (de +anderen kijken mede verschrikt omhoog). + +JAN (benepen). Mocht ’t niet, zwaan? + +DE ZWAAN. Hahaha!... Hahaha!... Juffrouw hoe kè-je zoo wurme over +niks!... Ikke de duvel?... Ikke? ’k Hei toch geen bokkepoot!... ’k +Vreet toch geen vuur.... + +BET. Me zoon Jan hei-je opgezet tot ’n doodzonde... tot ’n +doodzonde—dat weet je toch, zwaan.... + +DE ZWAAN. Wees wijzer, juffrouw—de heele rijkdom in de stad loopt met +sterre an d’r vingers, d’r halze, d’r oore—de koningin het ’r ’n kroon +vol van in d’r haar.... + +BET. Mensche as wij magge ’t niet.... Enne as iedereen plukke +gaat—iédereen zulleke gate as Jan maakt—blijft ’r geen lichie meer in +de hemel over (smartelijk) Geen lichie... Geen enkel lichie.... As ze +de maan ook nog neme—en de zon ook nog neme—wat rest ’r dan?.... + +THIJS (de handen naar de ster uitstrekkend). Zel ’k ’r?... Me takels +zitte vast.... Me zelle geen zorreg meer hebbe—me zelle op heele +schoene loope—me zelle drie-en-zestig brooje ete.... + +BET (angstig). Nee! Nee! Nee!... + +JACOB. Al ha-je ’m uit de modder geschept—al geve ze me leveslang: ìk +ben d’r niet vies van!... + +BET. Jacob... Jacob.... + +JACOB (het mes neerleggend). Zes maande hè-’k me kop tegen de mure van +me cel kapot gestoote—zes maande kalk en tralies en ’n reepie lucht zoo +groot as me hande—zes maande as ’t nacht wier dezelfde ster, die hij in +z’n vingers houdt—dezelfde gele ster met de groene rande—en geen ander +licht!... As me hersens dampte, as ’k niet slape kon, zag ’k ’r—as ’k +’n strop om me nek wou legge, zag ’k ’r—as ’k lee te vloeke, zag ’k +’r—as ’k de dage, de ure dat ’t nog dure most, telde, telde, telde—as +hij de schel van de segarewinkel—zag ’k ’r. Zes lange maande benne me +same alleen geweest—het ze me hoore tekeer gaan, da’k ’t nòg is zou +doen, nog is en nog is, as ze me weer ’t brood roove as toe met de +staking (luciede lachend). Ik ben ’r niet vies van—me kenne mekaar.... +Wì-jij d’r niet, vader?... Nee?... Hahaha!... Jij niet, moeder?... +Nee?... Mijn dan, Jan! (grijpt de ster uit Jan’s handen). God het ’r +meer as zat, meer as zat—wij komme tekort.... + +AALTJE. Da’s waar—wij komme tekort. + +THIJS. Wij komme tekort.... + +LAMMERSEN. Dat doene me zeker! + +DE ZWAAN. Wat zee ìk? + +BET (angstig). Alles mag-ie wat d’r groeit—aarpels en groentes—niet wat +an de hemel loopt, Jacob.... + +JACOB. Hahaha!... Ik ben d’r dronke van—me beene doen of ’k te veel +klare geroke! (bij z’n scharensliep). De bulle worde d’r nieuw van. Dat +mes hè-’k alvast niemeer te slijpe—of ’t zoo gepolletoerd is!... Mò-je +me beitel zien!... Het ’n rand van goud!... Wat zelle me ’t eerst +koope, Jan? + +JAN. Je het je hoofd nog niet onder de pomp gehouwe—enne je zou drìe +glaze water boordevol leeg-drinke.... + +JACOB. Me drinke geen water—me drinke toejoer wijn as Bonnet voor jou +het gebracht.... + +LAMMERSEN. Zel ik d’r gaan hale in de slijterij om de hoek? + +AALTJE. Jij niet! Jij niet! Je hoeft ’t lieremannetje niet heelemaal te +krijge.... + +LAMMERSEN. Is ’t jóúw ster? (zij wil hem in de rede vallen). Moel houe! + +AALTJE. Moel houe?... Kommandeer jij je vlóóie!... + +LAMMERSEN. As me ’t vlooietheater koope, waar Jan, hahaha! + +JACOB. Drinke me ’n flesch wijn, vader—as van Bonnet—met ’n zilvere +brani-hoed op z’n kop en ’n schort voor z’n buik?... + +THIJS. Van zóó’n steen as ’n kinderhoofie het de slijterij nooit werom! + +SIEN. Dan gane me ’m an de bank an de overzij wissele.... + +BET. Jacob, Jacob—doe ’t nièt! + +THIJS. Ze kenne je na ’t bero slepe.... + +BET. Ze zelle met z’n alle roepe: hou de dief! + +THIJS. Mot ik je van ’t bero komme hale, as met Jan z’n steen door de +ruit van de horlogemaker?... + +LAMMERSEN. Waar is waar—(tot Aaltje) blijf ’r af met je +zeepsopvingers—da’s geen spek voor jouw bek!—waar is waar: as je d’r +mee op de gracht loopt, trapt de heele buurt op je hiele!... + +JACOB. Dan doene me ’t zoo—in me zak.... + +BET (angstig-klagend). Jacob, Jacob—hij glimt je broek door.... + +THIJS. Daar schrik ’k van—je staat van binnen in brand.... + +JACOB. ’k Voel d’r niks van—da’s gedorie ’n bak as ’k nog nooit hé +gezien—me broek is heel—’k lijk ’n fietslantaren!.... + +SIEN. Doe ’m d’r is uit. Weg is ’t.... Doe ’m d’r is in.... Angstig! + +LAMMERSEN. Hahaha! (zingt). „Zie de maan schijn door de boome—makkers +staak je wild geraas....” (de anderen zingen zachtjes mee.). + +AALTJE (de harmonica die hij wil gaan bespelen neerduwend). Toe schei +uit! Motte me mekander niet verstaan! + +JACOB (de ster in de hand). Daar sta ’k bij te gape—daar loopt me hoofd +bij leeg (steekt haar in z’n kiel).... Ze schijnt je heele boddie door +(legt haar op de scharensliep). Verdraaid as je d’r erges verstoppe +ken! Hoe krijge me d’r dan gewisseld? Zonder last met de polisie? + +DE ZWAAN. Dat weet ik. + +JACOB. Hoe dan? + +SIEN (schrikkend bij de la van de tafel, die ze snel weer sluit). Die +lamme zwaan! Hoepel toch op! + +LAMMERSEN. Wil jij alweer wijzer weze—wijzer as wij zwaan? + +DE ZWAAN. Ik in me water zie de dinge eenmaal boven en eenmaal +beneje—’t gras an de wallekant is wijzer as jij.... + +LAMMERSEN. Dat denk-ie.... + +DE ZWAAN. Je ken d’r hièr verkoope, Jacob. + +JACOB. Hier? + +THIJS. Hier in ’t pothuis? + +AALTJE. An wie? + +DE ZWAAN. Ik zel de mensche gaan roepe—de mensche met cente.... + +JAN. De dokter, zwaan—en de kappelaan, zwaan—en de +bank-van-de-overzij.... + +DE ZWAAN. Laat mijn maar scharrele.... Je mot doen as die vent op de +markt—eenmaal—andermaal—niemand meer?... Je ken niet wete wat ’n gèk +d’r voor geeft! + +JACOB. As ze maar bieje.... + +JAN. Voor tienduizend doene me ’t.... + +DE ZWAAN. Hier mot je weze, mensche! Hier mot je weze! Me hebbe ’n ster +tekoop.... + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +De Vorigen, daarna achtereenvolgens op de trap: Bonnet, Riesje, +Kapelaan, Dokter, Bankier, De Schele. Naast de Zwaan een menigte +beenen, een paar gebogen lichamen en het meisje van Bierman met een +vlieger. Riesje houdt bloemen èn ’n prentenboek in de hand; de Bankier +heeft ringen met steenen aan de vingers en een zwaren gouden ketting; +de Schele heeft koolvegen in het gelaat. + + +BONNET. Heere! Heere! (houdt de handt voor de oogen). Wat ’n lamp is +dat! + +JAN (vroolijk). Hù!... ’t Is geen lamp.... + +RIESJE. Hou je ’n spiegeltje in de zon, Jan? + +JAN. ’t Is geen spiegeltje.... + +KAPELAAN. Thijs Banes hoe komt ’t zoo licht hier!... Bè-jij ’t Jan—’k +zie je maar hallef.... + +JAN. Geplukt op drie meter van de maan, kappelaan! + +DOKTER (z’n bril afdrogend). Me glaze—me glaze—brande in me ooge.... + +JAN. Me benne rijk geworde, dokter! + +BANKIER. Da’s ’n schat—’n schat—zoo heb ik d’r niet een—niet één.... + +JAN. Ik hè-d’r ’n la vol van, meneer!... Nou dan Jacob!... + +JACOB (tot de pratenden, buiten). Suscht! + +LAMMERSEN. Stilte!... + +JACOB (tot de bukkenden, bij het raam). Of juillie nou kijkt en kiest: +wie geen zak duite het, ken opdoeke!... Stilte!... Me gane verkoope.... +Mò-’k me longe uitschreeuwe?... Me hebbe hier ’n diamante steen, die in +me zak as ’n kaars brandt.... Geloof je me niet, meneer?... + +BONNET. Zeg ik nee? + +JACOB. Je mot me weer is voorbijloope, nou ’k je met cente ken dood +smijte!... Die in me zak brandt, zee ik (laat het zien). Nou? (algemeen +gezucht van verwondering). En die in me boddie brandt (doet +het—hernieuwde verbluffing). Die steen is niet van steen en niet van +glas—d’r zit geen lichie van binnen—dààr!—hóé je ’m draait blijft de +vlam ’r in—je hande doet-ie geen zeer—je vingers bladdert-ie niet—je +warmt ’r je ooge an, zonder dat-ie hette geeft.... Da’s ’n mes! Zie je +dat mes? Da’s ’n mes van ijzer zoo dun. Wat wordt ’t? Da’s geen mes +meer—da’s geen ijzer meer—da’s geen heft meer—da’s zilver, kokend +zilver van guldes en daalders!... Wat is dat?... Is dat ’n beitel?... +Is dat ’n beitel!... Da’s alweer van zilver, met ’n bandje van goud!... +Met die steen, mensche, hoef je niemeer te werke—de bakker smijt de +alkove vol brood—de schoen-maker lapt je zole en hakke.... + +SCHOENMAKER. En nieuwe wreefstukke.... + +JACOB. En wreefstukke—hoor je ’t?... + +SCHOENMAKER. En nieuwe veters.... + +JACOB. En veters—hoor je ’t?... As je in de zorreg zit... + +AALTJE. As ik—kijk me pak is!... + +JACOB. Kijk d’r pak onbetaalde briefies!—hei-je ineene de ton uit de +Staatsloterij—kè-je je takels en kleere uit de lommerd hale.... + +BET (benepen). En ’t kerkboek met ’t gouwe slot. + +JACOB. Hoor je dat, mensche....—je kerkboeke.... + +KAPELAAN. Ho! Ho! Ho!... Mag niet! Mag niet! + +JACOB. Màg niet?... + +KAPELAAN. Kerkboeke magge niet na oome Jan.... + +BET. ’k Hè-d’r z’n eiere van betaald.... + +KAPELAAN. Mag niet.... Mag niet... + +JACOB. Verkoop ik nou de steen of jij?... Stilte daar buiten!... Wie +staat ’r te lache? + +JAN. Da’s de schele van hiernaast, die-die in ’t kolehok op had +geslote—zie je toch an d’r zwarte gezich!... Je lijkt wel ’n nikker, +schele!... + +LAMMERSEN. Was-ie goed? + +AALTJE. De flauwe streke! Geef ’m geen asem, Jan! + +BANKIER. Thijs, laat je zoon Jacob opschiete—anders krijg je geen +kwitanties meer voor me te incasseere... + +THIJS. Hoor je niet, Jacob?... De meneer van de bank-aan-de-overzij het +geen tijd.... + +BANKIER. Me klerke zitte te wachte.... + +AALTJE. En de meide voere niks uit! Ga an je werk Jans.... + +JACOB. Dag schele! Je mag je wel wassche—anders wordt ’t heeregoed +zwart, hahaha! (de schele af). Nou dan!... Wie biedt ’r? Wie biedt ’r? +Wie biedt ’r?... Niet allemaal tegelijk.... Me verstane mekaar geen +woord!... Wie biedt ’r?... Wie biedt ’r? Wie dan?... Me ster weegt geen +ons en geen pond en geen tien ponde—me ster ken ’k niet houe van de +zwaarte.... Met zoo’n reuzester, mensche, raak je niet in ’t rooie +dorp—groeit ’r geen eelt an je duime—kè-je in ’n huis an de gracht met +’n stoep en twee deure gaan wone—koop-ie ’n slijperskar met ’n ponnie +en koperbeslag—eet je gebraje spek bij je aarpels—rook je segare.... + +BONNET. Met bandjes.... + +JACOB. Zit je in de kerk.... + +KAPELAAN. Bij ’t doopvont.... + +JACOB. Brengt de dokter pijpe drop en zoethout.... + +DOKTER. Midden in de nacht voor je mee.... + +JACOB. Draag-ie hooge hoeje.... + +BANKIER. En ringe as ik.... + +JACOB. Met zoo’n ster drink je wijn, of ’t je bruiloft is en soep met +vleeschprakkies—waar, Jan? + +JAN. Dat ’t vet an je tong kleeft!.... + +JACOB. Met zoo’n ster, van vlak naast de maan, kè-je ete en lol make en +na ’t Kalfie rijje met twéé knolle d’r voor—’n hééle dag buiten—’n +hééle dag—en ’s nachts in ’n bed van heb-’k-jou-daar, zonder rematiek +in je schoere! Met zoo’n ster—zoo’n ster.... + +SCHOENLAPPER.... Van Bethlehem—met doorne is-ie gekroond.... + +JACOB. Kè-je bloeme koope—schuite vol.... + +RIESJE (hem de hare toewerpend). Daar hè-je de mijne, Jacob.... + +JACOB (ze oprapend—de bloemen in de eene, de ster in de andere hand). +Met me ster kè-je de weg na de hemel vinde—uit je hel rake, mensche! + +BET. Jacob, Jacob—zeg-ie ’t wéér? ’k Hè-je zoo dikkels verboje.... + +KAPELAAN. Jan, hoeveel doodzonde benne d’r? + +JAN. Zeven, kappelaan! (snel). Hoovaardigheid, gierigheid, +onkuischheid, nijd, gulzigheid, gramschap, traagheid.... + +KAPELAAN. Goed zoo, Jan. Heel goed, Jan (tot Jacob). As jij ’t óók maar +zoo wist.... Geef d’r mijn voor de godslamp van ’t altaar, Jacob—voor +de godslamp—dan zelle me honderd kaarsies brande voor Jàn.... + +DOKTER. Toe je ’n ijzersplinter in je oog ha gekrege, Jacob, het Jan +d’r bij gezete, hoe ’k met me elektrieke lichie in je hoofd hè +gekeke—enne de watte voor Jan hè-’k zellef meegebracht—duizend losse +guldes geef ’k toe.... + +BANKIER. Jacob—ik geef d’r tienduizend.... + +BET. Tienduizend.... Tienduizend.... + +KAPELAAN. De godslamp gaat voor! + +DOKTER. Tienduizend en één.... + +BANKIER. Elfduizend.... + +BONNET. Elf duizend en ’n kissie segare. + +DOKTER. Twaalf duizend.... + +BANKIER. Ik ben van de bank-an-de-overzij—ik laat me niet kenne! +Twintig duizend jantje contantje.... + +KAPELAAN. De godslamp gaat voor.... In de godslamp is haast geen olie +meer.... + +BANKIER. Ik ga voor! Dertig duizend!... Dertig, hoor je, Jacob? +Hoor-ie, Jan? + +LAMMERSEN. Zelle me d’r tien gulde bijlegge, petroon?... Dertig duizend +en tien.... + +AALTJE. Bè-je dol! Je het ommers geen rooie cent.... + +JACOB. Dertig duizend en tien—en tien—wie meer—wie meer?... ’t Kost me +duurder ingekocht!... In de groote magezijne, die op laste van gas en +belastinge zitte, krijg je ze voor geen honderd! (als ’n koopman op de +markt). Ik sta hier niet voor me plezier, mensche! Ik mot me patent +betale! Van de marktmeesters hè-’k permissie! ’t Is ’n merakel, ’n +merakel, ’n merakel! De werkman mot de werkman steune! As ’k in me kis +leg, zel je nog an me denke! Maar ’k sterf niet—’k hè pas voor vijftig +jaar bijgeteekend! ’n Merakel! ’n Merakel! ’k Ben te nakend om crediet +te geve—’t mot weg, weg, weg!... Wanneer de bruid is an de man, wil ’n +ieder d’r an! Merakel! Merakel!... Wie meer as dertig duizend en +tien?... Eenmaal.... + +LAMMERSEN.. Wat haast je nou, Jacob? Mot ik d’r an blijve hange?... + +JACOB. Ken mijn niet schele.... Eenmaal, andermaal.... + +BANKIER. Veertig duizend.... + +JACOB. Veertig duizend.... Veertig duizend.... Veertig duizend.... +Eenmaal.... + +KAPELAAN. De godslamp gaat voor.... + +JACOB. Andermaal.... Ten derde maal!... Voor de meneer van de +bank-an-de-overzij.... Daar hei-je ’r! + +BANKIER. ’k Zal je daalijk de cente an late reike (neemt de ster aan, +die nog even in zijn hand licht, dan plots dooft). Hij is z’n vuur +kwijt! (angstig). Hij brandt niemeer (algemeene teleurstelling). Zóó +mot ik d’r niet, zóó hè-’k d’r niet gekocht.... + +JAN. Dat ken ommers niet.... Laat mijn d’r is kijke! (grijpt de ster, +die dadelijk weer schijnt). Zie je, meneer! (reikt haar opnieuw over. +De ster verliest haar licht in de handen van den Bankier). + +BANKIER (vertoornd). ’k Zie niemedal!... ’k Hei ’n ster mèt licht +gekocht.... + +JAN (verlegen). Daarnet dee ze ’t toch (herneemt de ster, die in volle +lichting glanst). Hèt ze licht, kappelaan? + +KAPELAAN. Dat het ze.... Ze het ’n licht as geen godslamp nog +het—(grijpt haar—de ster dooft in zijn hand. Allen wijken onthutst van +de trap. De kapelaan maakt het teeken des kruizes, legt de ster op +Jacob’s scharesliep). + +JACOB (haar weer in volle glanzing opnemend). Hoe ken dat nou Jan? + +JAN (die naar de tafel gevlucht is). Weet ik ’t! Ken ik ’t hellepe? De +zwaan het ze (in de la kijkend).... Zwaan, zwaan.... d’r leit ’r niet +één meer met licht—ze benne allemaal dóód.... + +DE ZWAAN. Ik sta d’r zellef van te beve.... Hè-’k nog nooit meegemaakt. +Dat komt omdat de zon an de hemel staat, Jacob—enne over de dake +schijnt.... Daar kenne ze niet tegen, Jan.... Daar worde ze bang van, +Jan.... Daar schuile ze bij weg, Jan.... Je ziet ze ommers nooit +overdag!... As ’t weer nacht wordt—as de maan van achter de wolleke na +vore stapt—zelle ze door de rete van de la schijne.... Ik lieg d’r geen +woord van!... + +JACOB. En de mijne dan? (vreugdevol). Brandt de mijne niet as ’n +spaander?... Brandt-ie niet dat ’t ’n lust is—in me poote? (met zwakke +teleurstelling). Maar wat hè-’k an ’n ster zònder cente?... + +DE ZWAAN. As je lacht bè-je meer as tevreje, Jacob... Je lacht of je in +de zon staat te kijke, waar of niet, Jan? Waar of niet, moeder?... Waar +of niet, vader?... + +JACOB. Kenne me d’r àlles mee koope?... + +DE ZWAAN. Alles—as je je haast—vóór-ie as de andere schuile gaat.... En +wâ-je krijgt mo-je dééle... + +JACOB (lachend). Da’s goeie!... En die in de la? + +DE ZWAAN. Die brande vannacht en morregenacht en overmorregenacht, zoo +lang as je maar denke kan.... Lach je weer, Jan? + +JAN (onbeweeglijk in den leunstoel). Me lache met z’n alle.... Moeder +lacht—en vader lacht—en de schoenfrik lacht—en de waschbaas lacht—en de +juffrouw lacht—maar de dokter en de meneer-van-de-bank en me zuster en +de meneer-uit-de-segare-winkel en de kappelaan lache niet.... Waarom +lach je niet, kappelaan? + +KAPELAAN. Die ster het de duvel gebracht—wie d’r anraakt komt in ’t +eeuwige vuur—de hemel is eeuwig—de hel is eeuwig—hè-’k je geleerd +Jan!.... + +JAN (angstig). Hoor je dat, zwaan? + +DE ZWAAN. Jacob—’t dakraampie van ’t huis an de andere kant van de +gracht, waar de mevrouw met de zeven honde woont, die de scheerder +elleke week wassche mot, begint bleek te worde enne de kopere +schelleknop glimt of d’r ’n smeris staat.... Jacob, de bakkers gane +rije en ’t werkvollek loopt met d’r boterhammezakkie.... Jacob, de +winkels make ze an kant en de klok van de kerk zel gaan luie.... Wi-je +nog inslaan voor vandaag, dan mo-je d’r spied achter zette.... Làng +houdt ze d’r vonke niemeer.... + +JACOB. Opzij mensche! Daar komme me met de grootste steen van de +wereld!.... Ga je mee, vader? Ga je mee, Lammersen?... Speel ’n deun op +je kerkorgel, dat de buurt over de drooghekke kijkt! De muziek voorop +en me ster d’r achter! Ze magge de strate wel afzette!.... Laat meneer +de kappelaan deur, mensche—die mot ’r niks van hebbe (tot den +meneer-van-de-bank, die mee weggaat). Nòg kè-je d’r an—voor +veertigduizend! Nee? Vooruit! Niet allemaal gelijk op de trap—ze zwiept +’r van op en neer as ’n dobber.... Eerst juillie! Ik loop in geen zeven +sloote.... Nou dan, Jan! + +JAN. Nee, ìk niet—de la kenne me niet alleen late—enne me beene voele +zoo raar—of ’k d’r sneeuwballe mee hè gegooid zoo steke ze—’k ken d’r +geen trekking in krijge.... Zeg-ie me niet gedag, moeder?.. + +BET. Ik ga niet weg.... + +JAN. En je gaat na buiten!... + +BET. ’k Blijf voor de deur.... ’k Ben zoo bang in de volte.... + +JACOB (tot Lammersen, die naast de zwaan bukt). Hé! Speel je niet, +hinkepoot? (de harmonica zet in). Zoo loope me gesmeerd.... Daar benne +me, mensche! Daar benne me! (Langs het tuimelraam beweegt een langdurig +gedrang van beenen, rokken, kinderen, honden, enz.). + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +De Zwaan, Jan, Riesje, Sien. + + +RIESJE. D’r komt geen end an.... Of ze de koningin wachte!... Hei-je je +strikkie nog, Jan?... Nog meer! Nog meer! Wat ’n vollek! Wat ’n +vollek!... Da’s ’n huzaar met spore.... Da’s de vleeschhouwer.... Da’s +de teef van de lantaarnopsteker.... Zelle me gaan kijke, Sien?... + +SIEN (nijdig). Nee! + +RIESJE. Me magge toch? + +SIEN. ’k Hei geen trek! + +RIESJE. Jij dan, Jan? + +JAN. Ik ben zoo moei in me kop.... + +RIESJE. Wat hindert dat? + +JAN. Me voete en me hande slape.... + +RIESJE (angstig). Slape?... Doe is zóó! (heft de knie). + +JAN. Ken ’k niet.... D’r houdt iemand me voete vast. + +RIESJE. Doe is zóo (heft de twee handen). + +JAN. Ken ’k niet.... Ken ’k niet.... D’r hange gewichte an me polse.... +Daarnet hè ’k toch nog alles gedaan... + +RIESJE. Hoe ken dat dan? + +DE ZWAAN. Van de schrik dat de zon de lichies in de la uit het +geblaze.... + +JAN. Je mot me moeder gaan roepe, staat bij de deur.... + +RIESJE. En dan kijk ’k meteen.... ’k Zie d’r niet. ’k Zel d’r zoeke +(af). + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +De Zwaan, Jan, Sien, Bakker. + + +DE ZWAAN (tot Sien, die op de tafel toegaat). Sien—bezondig je niet.... + +SIEN. Mo’k ’t gordijn weer toetrekke, lam beest! + +DE ZWAAN. Je het ’r af te blijve, zeg ’k.... + +SIEN. Hindert ’t jóu as ’k d’r na kìjk?.... + +DE ZWAAN. Ze benne van Jàn.... + +SIEN. Van Jan! Van Jan! Hoor haar!.... Je het ze zellef gestole! +Hei-jij d’r geve over? (rukt de la open). + +JAN. Sien, Sien, blijf d’r af.... + +SIEN. Kles maar! + +JAN (smartelijk, als in versteening). Sien—ik ken me niet bewege—me +hande benne vastgegroeid—ik mot ze voor móéder beware (er wordt buiten +gefloten). O!... O!... + +DE ZWAAN. Oppasse Jan!.. Jezis, Jan, da’s de meeldief!.. + +JAN. Sien, Sien neem ze d’r niet uit! Sien, ik ben an de stoel +vastgespijkerd! Sien, me ooge benne blind van me trane.... + +SIEN. Wat grien je nou schaap—’k kìjk toch enkel!... + +BAKKER (naast de zwaan). Me drie en zestig brooje werom en me +vier-vijf-en-negetig en me vier goudvissche! Ik breek jou je nek, +bliksemsche aap! ’k Sla alles kort en klein! D’r uit! Mee na ’t +bero!.... + +JAN (onbewegelijk). Me voete slape en me hande slape, bakker.... + +BAKKER. Dat lieg-ie! + +SIEN (de zwak-glimmende sterren in haar voorschoot ladend). Venacht as +ze weer brande, zelle me betale.... + +JAN. Sien, doe ’t nou niet.... + +BAKKER. Mee na ’t bero! Mee na ’t bero!... + +SIEN. Ik mot me boetes betale—de baas van de febriek het aldeur de +smoor an me.... Jij de helft, bakker? Jij de helft? + +DE ZWAAN. Sìen is ’n dief en de bakker is ’n dief... Zel ’k de heele +dag in me vijver legge schreeuwe!... + +SIEN. ’k Waarschouw je! + +BAKKER. Dat mo-je nou nog is zegge! + +DE ZWAAN. Sien het gestole en jij het gestole.... + +BAKKER. Ik draai je je nek om!... + +DE ZWAAN. Sien het de sterre uit de la gemoerd.... Sien is ’n dief en +jij stopt krijt in je meel!... Sien het de sterre in d’r schort!... + +SIEN. ’t Benne geen sterre! (verbergt ze). + +DE ZWAAN. Hoe meer je ze wegdouwt, hoe sterker ze lichte. (Sien’s +toegeknoopt voorschoot laat zwakken schijn door). Zie je ’t Jan?... + +SIEN. Sla ’m dood met je stok, bakker! Sla ’m dood—sla ’m dood!... Hij +zel ons verraje!... Me rake in de kast!... + +BAKKER. ’k Weet beter! ’k Weet beter! (grijpt den nek van de zwaan). +Geef ’t touw dat daar leit! Vlug dan! Vlug dan! Hij wringt as ’n +aal!... + +JAN. Moord!... Moord!... Moeder!... Moord! + +SIEN. As je je mond niet houdt!... + +BAKKER. Blauw wordt-ie d’r van... + +DE ZWAAN. Hullep! Hullep, Jan!... Hij keelt me, de meeldief!... + +JAN. Moord!... Moord!... + +BAKKER. Hou vast jouw eind!... ’k Leg ’n lus! Hou vast!... Trekke!... +Anhale!... + +JAN. Moeder!... Moeder!... Ze vermoorde me zwaan! + +DE ZWAAN. Hullep! Hullep!... + +SIEN. Hij schreeuwt de bure bij mekaar! Sla d’r op met je stok! + +BAKKER. (z’n voet op het gespannen touw zettend). Knap as-die piept! +(heft den stok). Nou kè-je d’r van luste, smeerlap! (slaat dat het +dreunt). + +JAN. Moord!... Moeder!... Moeder!... + +BAKKER. As je niet stil ben jij—krijg je ook ’n lus om je nek, +bliksemsche aap, ’n dubbele lus da-je geen asem meer haalt! (dreunt met +den stok). Da’s voor me goudvissche! Da’s.... Da’s.... Da’s.... +(dreunt). + +JAN (hartstochtelijk-schreiend). Ik kè-je niet hellepe!... Moord!... Me +beene benne dood!... Moord!... Sla ’m zoo niet!... Sla ’m zoo niet!... +Moord!... + +SIEN (terugwijkend). Hij is kapot.... Late me d’r vandeurgaan.... D’r +zit bloed an me hande.... D’r zit bloed an jouw hande.... God, God, ze +zelle me met me lichies zien loope.... Wat motte me doen? Wat motte me +doen?... + +BAKKER. De trap op! De trap op!... Haast je! + +SIEN (de trap opstormend). Draag jij ze! Draag jij ze! O! O!.... Ze +brande me goed door!... Ze springe na de hemel terug! (af met bakker. +De zwaan ligt met bloedenden nek). + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +Jan, De Zwaan, later Thijs, Bet, Jacob en gebukt voor het raam, naast +de doode zwaan: De Dokter, Lammersen, Aaltje, Schoenlapper, Bonnet, +Riesje, De Schele, Meisje van Bierman en meerderen. + + +JAN (onbewegelijk). Zwaan! (angstiger roepend). Zwaan! Zwaan dan!... Je +kijkt me an en je praat niet!... O, je bloed loopt op me bed!... ’k Zel +’t an Jacob vertelle.... Jacob zel ’m met z’n mes doodsteke.... +Hullep!... Hullep!... + +JACOB (van rechts op de trap met kaas en ham). Wat is d’r, Jan? + +JAN. Me zwaan is dood.... + +THIJS (met een tulband). Dood?... + +BET (met een wijnflesch in iedere hand). Hei-jij zoo geroepe, Jan, me +lieve jongen? (buiten verdringen zich de bukkende hoofden naast de +zwaan, in elk der handen etenswaren, ’n groot brood, ’n mand groenten, +’n petroleumkan, ’n worst). + +JAN. Me hande slape—me voete slàpe—me sterre benne gestole, gestole, +gestole—me zwaan is vermoord, vermoord, vermoord... Moeder! (het +tooneel wordt plots geheel donker). Moeder!... Hullep!... +Moederlief!... Hullep!... + + + + + +SLOT. + + +BET (in het donker). Roep-ie, Jan? + +JAN. Moederlief! Moederlief!... + +BET. Ik kom al.... ’k Vin de lucifers niet.... + +JAN. Me zwaan is vermoord, vermoord.... + +BET. God-nog-an-toe, kind, wat ga je te keer (zij strijkt een lucifer +aan, die uittocht, neemt een tweede en in haar bevende handen begint de +lamp te lichten). + + + + + +TWAALFDE TOONEEL. + + +Het tooneel is weer geheel als in het Eerste Bedrijf. De gordijnen zijn +voor het raam geschoven. Sien ligt in de achterste bedstee, Thijs in de +voorste, Jacob op den grond. + +Jan, Thijs, Bet, Sien, Jacob. + + +JAN. Moederlief, hullep! Hullep! Me zwaan hebbe de bakker en Sien.... +’t Bloed loopt op me bed—’t bloed loopt op me bed!... + +BET (schril-angstig). Thijs!... Thijs!... Sta dan op Thijs! +(schreiend). De jongen is zoo naar!... + +THIJS (uit de bedstee springend). Wat is ’r dan? Wat is ’r dan? + +JAN (wild met de armen zwaaiend). ’t Bloed loopt uit z’n bek—z’n veere +zien d’r rood van.... Ze hebbe me zwaan—me zwaan.... + +BET. Toe Jan, me lieve jongen! Wat doe je vreemd, kind.... Wij benne +toch bij je. + +JAN (krijschend). Me sterre benne gestole.... D’r leit ’r niet een +meer!... + +THIJS. Nou!... Nou!... Je schreeuwt de bovenbure wakker.... + +BET. De dokter!... De dokter!... Hij sterft onder me hande!... Zie je +dat niet?... + +JAN. Ze legge ’n lus om me hals!... Help me dan moeder!... Moeder! + +THIJS (op het wekkertje kijkend). Hallef vier!... As-ie maar mee +wil.... ’t Is al tweemaal voor niks geweest (af). + +JACOB (norsch). Hei-je pijn, Jan?... Jan!... Kom nou Jan! (belicht het +bed met de lamp). + +SIEN (in de bedstee). Ken ’k soms hellepe, moeder? + +JAN (wild z’n moeder wegstootend). Moord!... Moord!... Ik ken geen asem +meer krijge... Mijn doen ze ’t ook!.. Ik.... Ik.... Ik.... + +BET. Toe me jongen—kom tot je zellef—d’r doet je niemand wat.... +Jantje.... Jantje!.... Ik ben ’t... Ik!... Za’k ’n kouwe doek op je +hoofie legge?... Wat?... Wat?... + +JAN (zich opheffend, kijkt naar de raamgordijnen, gebaart er heen, +smakt achterover). + +BET (met water en ’n doek, wijkt terug, laat alles vallen, stort op het +bed toe. Jacob schoorvoet naar het hoofdeinde, neemt aarzelend ’n +afgezakte hand). O! O! O! + +THIJS (boven aan de trap). Hij komt in ’n kwartier.... + +JACOB. Niet meer noodig.... (trekt het laken over ’t hoofdje). Nou +moeder—de stumper is uit z’n lijje.... het uitkomst.... uitkomst, mo-je +denke.... + + Einde. + + + Scheveningen, Juli–September 1907. + + + + + + + + + VREEMDE JACHT. + EEN SPEL IN DRIE BEDRIJVEN + + DOOR + HERM. HEIJERMANS JR. + + + Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden + volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). + + + + + + + + +Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1907. + + + DRAMATIS PERSONAE: + + Mevr. de Douairière Van Walden. + Dolf, haar zoon. + Charles, haar kleinzoon. + Hope, verpleegster. + Dokter Jan Linden. + Annie, zijn vrouw. + Schmidt, detective. + Jaap, bediende bij Dolf. + Grete Donker. + Suze Meier. + Sofie Delange. + Agnes Delange. + Een hotelier. + Een kelner. + Een dienstmeisje. + +Het Spel geschiedt in Holland. + + + + + + + + +EERSTE BEDRIJF. + + +(De rijk-gemeubileerde zitkamer van een hotel, aan zee gelegen. In den +achtergrond eene draperie van gordijnen met schuifdeuren, als +afsluiting voor een slaapkamer met statig bed, marmeren toilettafel, +lavabeau etc. Eerste en tweede plan, rechts, balkondeuren naar de +zeezijde—derde plan, dito, toegangsdeur. In het midden van den +voorgrond een notenhouten luxe-tafel, waaromheen causeuses en waarboven +een electrische kroon. Eerste en tweede plan, links, een +schrijf-nécessaire met staande electrische lamp. Derde plan, dito, +toegangsdeur. De linkerhelft der draperie, het hoofdeinde van het bed +maskeerend, hangt neer. Avondschemer). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Hope, de kelner. + + +KELNER (na een paar maal geklopt te hebben, treedt van rechts binnen, +zet een presenteerblad met schalen op een zijtafeltje naast de deur, +spreidt op de groote tafel een servet, legt daarop bord, mes, vork, +lepel, kijkt Hope, die met een boek in de hand, in een leunstoel bij de +balkondeuren ingeslapen is, driest aan). Hum!... Hum!... (Hope beweegt +niet. Hij loert in de achter-slaapkamer, verlaat het vertrek door +dezelfde deur, keert besluiteloos terug, beklopt de deur luider aan de +binnenzij). + +HOPE (wakkerschrikkend, het boek op tafel neerleggend). Wie daar? + +KELNER. Ik, juffrouw—ik por maar wat harder—de boel wordt koud. + +HOPE (snel op de kamer toegaand en luisterend). Heb ’k niet verzocht +zoo zacht mogelijk te kloppen?... U weet toch dat ’r ’n zieke ligt! + +KELNER. Nou snap ’k niemeer waar ’k me an mot houen!... Toen ’k +vanmorgen tè stil binnen kwam, kreeg ’k ’n uitbrander, omdat u in uw +onderlijfie stond.... + +HOPE. Zeg ’ns—jij zal me ’n groot pleizier doen je afstand te +bewaren—dat ’s de derde waarschuwing... Je kan gaan.... + +KELNER. Sivoeplee... Alleen... + +HOPE. Heb u me verstaan? + +KELNER. Sivoeplee... (bij de deur). De wijnkaart ligt naast de servet +van de juffrouw... Une fois c’est pour moi!... Pour moi.... (af). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Hope, Dokter, Hotelier. + + +HOPE (na nog eens achter de draperie gekeken te hebben, zit wederom in +den leunstoel bij het balkon, droogt zich de oogen. Een bescheiden +getik). Binnen... (staat op). Dag dokter.... Dank u wel—gaat u zitten: +ze slaapt—dat u zoo hartelijk is voor de tweede maal.... + +DOKTER.... Is u ’n paar uurtjes gaan liggen, zooals ’k u gezegd heb? + +HOPE. ’k Heb in den stoel voor ’t raam.... + +DOKTER. Noemt u dat liggen?.... U zult uzelf kapot maken. Dat houdt u +vannacht niet uit. Mag ’k licht opsteken?... + +HOPE. Een oogenblikje... (laat de portière geheel zakken, gaat op den +knop bij de deur toe, ontsteekt de kroon). Alsjeblief dokter. + +DOKTER. Zoo zien we mekaar tenminste. De eerste regel bij +ziekenoppassen, zuster, is ’t zichzelf in acht nemen.... Charité bien +ordonnée.... + +HOPE.... Commence par soi-mème.... Zal ’k ’r wekken? + +DOKTER. Zijn de benauwdheden terug gekomen?... + +HOPE. Om zes uur nog even, maar gelukkig niet làng... Wie daar (tot den +Hotelier). Ik kan u nu niet ontvangen. U ziet dat ik belet heb.... + +HOTELIER. Pardon—als ik dérangeer, zuster—’t is juist om den dokter.... + +HOPE (uit de hoogte). Dien kunt u straks.... + +HOTELIER. Pardon—ik moet zoo dadelijk de deur uit... Als u ’t +permiteert wou ’k dokter één seconde lastig vallen, één seconde.... + +DOKTER. Ik zal onmiddellijk op uw kantoor.... + +HOTELIER. De zaak is... (op een ongeduldig gebaar van Hope). Pardon.... +U moet toch ’n beetje consideratie met ons hotel gebruiken.... Als +mevrouw overlijdt.... + +HOPE. Zachter asjeblief.... + +HOTELIER. Als, als, zeg ik—worden de families van twee- en +drie-en-zestìg enorm gecontrarieerd... zullen andere families +onmiddellijk vertrekken—we zijn midden in ’t seizoen.... U weet, +dokter, hoe de menschen zijn.... Ik ben niet onbillijk.... Niet één +logeergast zal in de komende weken de appartementen willen +betrekken.... Als we hadden kunnen voorzien.... + +HOPE. Voorzien?... Als wìj hadden kunnen voorzien—zouden we in de +laatste plaats van ùw gastvrijheid geprofiteerd hebben.... Heeft u méer +de gewoonte logées lastig te vallen?... + +DOKTER. Suscht! Suscht!... We gaan naar de conversatiezaal, meneer.... + +HOTELIER (retireerend). U heeft gelijk en ongelijk.... Maar.... + +DOKTER.... Geen verdere maren.... Ik kom bij u.... + +HOTELIER. ’t Gasthuis—’t Hopital Wallon—is telephonisch verbonden—heeft +’n magnifieke auto om zieken te vervoeren. + +DOKTER. Onder géén omstandigheden! Onder géén. ’k Zal ’t u beneden +uitleggen—hier niet (af met Hotelier). + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Hope, Charles, Kelner. + + +HOPE (verdwijnt even achter de portières). + +CHARLES (jonge man, ongeveer 24, scherp gelaat, zonder snor, modieuze +gekleede jas, hooge hoed—komt door linkerdeur op: tot kelner). Is ’t +hier? + +KELNER. Ja, meneer. + +CHARLES. Een en zestig? + +KELNER. Ja, meneer. + +CHARLES. ’k Zie niemand. + +KELNER. De dames zullen daar zijn. + +HOPE (tusschen de portières, legt een vinger op den mond. Kelner af. +Zij schuift voorzichtig de deuren der slaapkamer toe). Zoo. ’k Ben blij +dat ù tenminste gekomen is. + +CHARLES. Is ’t zóó ernstig? + +HOPE. Heel, heel ernstig. + +CHARLES. Sinds wanneer? + +HOPE. Sinds eergistermorgen—na ’n bezoek aan de Stichting. + +CHARLES. Wéér aan ’t hart? (zij knikt). De vorige keer dachten we +ook.... + +HOPE. Driemaal is ze bewusteloos geweest—de dokter heeft ’r ’n +kamfer-injectie gegeven.... + +CHARLES. Ja ja.... Heb jij ons getelegrafeerd? + +HOPE. Op advies van den dokter. + +CHARLES. Wat zegt-ie? + +HOPE. Wat u ongeveer denken kan—’n vrouw op leeftijd.... + +CHARLES. Spijt me, dat je telegram nageseind moest worden. ’k Was +eergister niet in Trouville.... + +HOPE. Nièt in Trouville.... En mevrouw met ’t kindje... zijn die +meegekomen? + +CHARLES (ongeduldig). Nee, nee, nee! Ik was ’n dag—voor zaken—naar +Parijs... ’k Kon nog net den middagtrein pakken.... De familie is in +Trouville gebleven.... Denk ’k tenminste.... En oom Dolf? + +HOPE. Is ’r nog niet. ’k Ben bang dat-ie mevrouw.... Ze verlangt zoo +naar ’m.... + +CHARLES. ’k Heb niet ’t flauwst vermoeden, waar-ie uithangt.... In geen +maanden bericht van ’m gehad. Is-ie met ’t jacht?... + +HOPE. Nee meneer. Z’n laatste brief—aan uw mama—aan uw grootmama—was +uit Zwitserland—uit Châtelard, meen ’k. ’t Zou de grootste ellende +zijn, als—als-ie te laat kwam.... Gister heb ’k voor de tweede maal +geseind.... Geen antwoord.... + +CHARLES. Eén kan z’n adres zéker weten—die—die... + +HOPE.... Die hebben we—de dokter en ik—vandaag óók ’n telegram +gezonden.... + +CHARLES (verwonderd). Wist jìj van die liaison? + +HOPE (rustig-glimlachend). Waarom zou ik ’r niet van weten?.... ’n +Publiek geheim is geen bepaald geheim meer.... + +CHARLES. Afficheert-ie zich nog?.... Enfin, ’t regardeert me niet.... +’n Man, die m’n vader kon zijn.... (gewild over iets anders pratend). +Is dat ’t kostuum van de Stichting?.... Niet positief chic. Flatteert +je minder. + +HOPE. Denkt u, dat zieke kinderen ’r profijt van hebben òf ’t +kostuum.... Wees u ’ns stil! (luistert). Nee... + +CHARLES. Mag ’k ’r zien? + +HOPE. Misschien. In elk geval met de noodige voorbereiding. Ze zou +kunnen begrijpen, dàt ’r gewaarschuwd is.... + +CHARLES. Ik stoor je toch niet in je diner? + +HOPE (mat). ’k Heb gegeten. + +CHARLES. Jij ben scherper in je gezicht geworden, Hope. Je ziet ’r zoo +heelemaal anders uit—of ligt ’t an de kroon? + +HOPE. Dat kan. ’k Heb in geen twee nachten geslapen.... + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Hope, Charles, Dokter. + + +DOKTER.... ’n Vlegel eerste klas.... Pardon.... + +HOPE. De kleinzoon van mevrouw, meneer Charles van Walden—dokter +Linden. + +CHARLES. Heel aangenaam, dokter. + +DOKTER. Is u zoo pas gearriveerd? + +CHARLES. Nog geen uur geleden. Nauwelijks den tijd gehad ’n andere jas +aan te schieten.... Ik hoor dat de toestand van grootmama.... + +DOKTER. Bijzonder zorgwekkend is.... Ik geloof, tenzij ’n wonder +gebeurt, dat de familie zich op ’t ergste zal dienen.... + +CHARLES.... Ja, ja. Dat begreep ’k, toen ’t telegram kwam.... (een +stilte). + +DOKTER (driftig).... En die vlegel beneden—’k heb ’m te woord +gestaan—wou per se de auto van Wallon bestellen. Doe dat, meneer, heb +’k ’m gezegd: doe jij dat—dan schrijf ik morgen ’n ingezonden stuk in +den Courrier, om de badgasten te laten zien wat ’n humaan gérant jij +ben.... Daar scheen-ie respect voor te hebben.... Stel je voor!.... ’n +Doodzieke gaan transporteeren uit vrees voor ’t egoïsme van andere +logées.... Laat je je eten staan, zuster? + +HOPE. Nee, nee.... Mag meneer mevrouw zien? + +DOKTER. We zullen ons overtuigen.... Blijf u hier.... Heeft ze +champagne gedronken? + +HOPE (de portières hechtend). Met tegenzin een enkel glas.... + +DOKTER. Niet voldoende—niet voldoende.... Blijf nu +maar—blijven—blijven... (af in slaapkamer). + +CHARLES. ’k Zal maar wat liegen, niet?... Dat ik toevallig voor +dringende aangelegenheden overgewipt ben... Als ’k me niet zoo gehaast +had, zou ’k wat hebben meegebracht.... + +HOPE. Als ’k ’t zeggen mag.... + +CHARLES. Ja? + +HOPE. ’t Zal voor mevrouw ’n teleurstelling zijn, dat u zonder uw vrouw +en vooral zonder Ninette—’r eenig achterkleinkind—is.... + +CHARLES.... Zoo’n baby van drie jaar.... En dan ik zei je toch al, dat +’k niet direct van Trouville kom.... En dan—m’n vrouw houdt niet—hoe +zal ’k dat.... (ongeduldig). Wat vraag je naar den bekenden weg?... Je +weet dat ’r telkens verschil van meening is.... Grootmama met ’r +geweldig-overdreven.... + +HOPE. Toe meneer Charles!... ’t Zijn nù juist niet de +omstandigheden.... Roept u, dokter?... + +DOKTER (onzichtbaar). Zuster.... + +HOPE (gaat achter de gordijnen—hij loopt heen en weer—staat stil voor +den spiegel boven de nécessaire, neemt ’n kleerborstel, schuiert zich +de jas—gladt zich het haar). Hier ben ’k weer. (Zij bedrukt den knop +der electrische schel aan de kroon). + +CHARLES. Toch niet sérieuzer. + +HOPE. Goddank nee. Ze voelt zich minder beklemd, krijgt een tweede +injectie.... Nee, vooral niet binnen gaan!... (tot den kelner). ’n +Flesch champagne.... Versta je niet?... ’n Flesch champagne... (af). + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Charles, Kelner. + + +KELNER (onbewogen). Frappé?... + +CHARLES (ongeduldig). Frappé—niet frappé—als ’t maar vlug komt! + +KELNER. Moët et Chandon—Irroy Carte Blanche—Pol Roger +Medium-dry—Pommery—Heidsieck—wil meneer zoo beleefd zijn...? De +wijnkaart ligt op tafel.... + +CHARLES. Je m’en fiche.... + +KELNER (droog). Dàt merk hebben we niet.... + +CHARLES. Maak jij grapjes?... Ben ’k niet van gediend. (kijkt de kaart +in). Moët.... + +KELNER. Demi-sec of White Star-sec? + +CHARLES. Loop naar de... Demi-sec!... En beneden ontkurken.... En voor +mij ’n kop koffie.... + +KELNER. Een Moët White Star—un café noir... (af). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Charles, Dokter, Hope. + + +DOKTER (duwt de schuifdeuren dicht). Dat is voor u ’n heele reis +geweest, meneer Van Walden.... + +CHARLES. Ja, ja—gelooft u nòg, dat grootmama...? + +DOKTER. Alles is mogelijk.—’t Is zulk ’n verbazend krasse vrouw, dat ik +me na de tweede injectie aan geen voorspellingen wagen durf.... Ze +praat met ’n bedriegelijke opgewektheid.... Maar... Maar.... Als ze ’r +deze keer bovenop komt, blijft de toestand bijzonder précair—bijzonder. +De geringste complicatie, de kleinste stoornis, niet waar?... In ieder +geval is ’t uitnemend dat u er tenminste is. En ’k zou willen +adviseeren de eerste dagen in de directe nabijheid te blijven.... + +CHARLES. Als ik dus wel begrijp is ’t ergste gevaar geweken? + +DOKTER. Nee—volstrekt niet—in de verste verte niet. Bij ’n +hartaandoening van dien aard en op dien leeftijd en met zulke +ontrustende aanvallen van bewusteloosheid, is ’t de plicht van de +naaste familieleden op hun qui-vive te zijn. Toen we u seinden, was ’t +mijn innige overtuiging, dat u telaat zou komen (met verheffing). Dolf +handelt—als ik ’t.... + +CHARLES. Dolf?... Kènt u.... + +DOKTER. Of ’k Dolf ken?... Hahaha!—hij heeft me helpen ontgroenen.... + +CHARLES. Ontgroenen?... + +DOKTER. Weet u niet, dat uw oom—hij is toch uw óóm?... + +CHARLES. Natuurlijk. + +DOKTER. Dat-ie vier, vijf jaar college geloopen heeft—dat wil zeggen: +had behooren te loopen—’k taxeer ’m op nog geen vòlgeschreven +dictaatcahier! Toen ik van ’t gymnasium kwam, had Dolf al minstens vier +jaar ge—ge—ja wat feitelijk ge—ge...? Gedit, gedat, gefuifd, +gekroegjoold, ge... + +CHARLES.... Boemeld.... + +DOKTER. Geboemeld, ’t juiste woord in volgorde—letterlijk alles had-ie +als corpslid ge—ge—gedaan—alleen niet gestudeerd. Toen-ie gesjeesd +werd.... + +CHARLES (na zacht geklop). Binnen! (tot den kelner, die enkel koffie +brengt). En de Moët? + +KELNER. En deux secondes monsieur.... J’ai.... + +DOKTER. Spreek jij geen Hollandsch, vrindje? + +KELNER. Oui monsieur.... + +DOKTER. Doe dat dan—flauwe kunsten! + +KELNER. De champagne wordt koel gemaakt. + +DOKTER. Heelemaal niet noodig.... We wachten ’r op (Kelner af). Dat’s +nou misschien ’n jongen uit (imiteert Fransch) uit Leeuwarden, uit +Hontenissen, hahaha!... Waar was ’k gebleven? Wat wou ’k.... + +CHARLES. Toen oom gesjeesd werd, zei u.... Drinkt u ’n kop mee, dokter? + +DOKTER. Dank u.... Toen—vertel ’ns ’n historie zonder ’n dozijn +toen’s!—toen-ie gesjeesd werd—om ’n dolle geschiedenis—’n schandaaltje, +als je ’t zoo noemen wil.... + +CHARLES (rustig drinkend). Om ’n vrouw natuurlijk! + +DOKTER. Spreekt van zelf.... Als ’k me goed herinner—’t geheugen is m’n +forte niet—alweer zoo’n Fransch woord!—had-ie ’n vechtpartij op +klaarlichten dag met den een of anderen kerel, ’n koloniaal of zoo +iets, dien-ie behoorlijk toetakelde.... Met groote moeite werd ’t +gesust—’n sisser van ’n week of twee brommen—en ’n paar honderd gulden +fooi.... + +CHARLES. Daar wist ik hoegenaamd niets van (glimlachend). Verwonderen +doet ’t me niet.... Hoe is ’t mogelijk—op klaarlichten dag—en met ’n +koloniaal—met ’n koloniaal!... Zóó iemand kàn je toch niet +beleedigen.... + +DOKTER. Iets met ’t meisje of de zuster van dien kerel—’t ware weet ’k +niet—is hijzelf waarschijnlijk glad vergeten.... Wanneer kan ’t geweest +zijn?... Negentig.... Een-en-negentig.... Om en om vijftien, zestien, +zeventien jaar—’k kan ’r geen slag in slaan.... Doet ’r ook niet +toe.... Hij werd van de corpslijst geschrapt.... Misschien studeerde-ie +anders nog, hahaha!... Ja, Dolf en ik hebben mekaar in die dagen meer +dan goed gekend—later ook nog wel, maar nooit meer zóó, zoo heerlijk, +onbezorgd.... Jammer van den vent.... ’n Hart van goud—’n wilde +rakker—’n bandiet.... Als-ie niet zoo vroeg z’n vader verloren had, +niet zoo vlug de beschikking over z’n erfdeel gekregen, zou-ie +iémand—iémand geworden zijn.... Zeldzame kop.... ’t Was toen—alweer +toen—’n lust om ’m te hooren, als-ie op dreef was.... ’n Vernuft, ’n +géést.... En nou!... En nou!... ’k Zou ’m z’n mantel kunnen uitvegen, +dat-ie met geen drie, vier telegrammen te bereiken is, dat-ie geen +adres achterlaat, terwijl z’n moeder doorloopend ziekelijk is.—Tot +zelfs die eerste-klasse-dame van ’m hebben we geseind.... Valt me +verbazend tegen. Verbazend. ’r Eenige zoon in leven.... Uw papa is +betrekkelijk vroeg gestorven, niet waar?... + +CHARLES. Toen ik twee was.... + +DOKTER. Dan zult u wel geen voorraad herinneringen aan ’m hebben?... + +CHARLES (koel). Nee—in geen enkel opzicht. + +DOKTER. En uw mama? + +CHARLES.... Kort na de kraam (gewild). Rookt u ’n sigaret mee—de +balkondeuren staan open.... Of heeft u er bezwaar tegen? + +DOKTER. Bezwaar, nee—als u bij ’t balkon blijft. Pardon, ik zal ’r geen +gebruik van maken.... + +CHARLES. Bijzondere avond.... Geen rimpel op zee.... ’n Idylle.... ’k +Zou ’t persoonlijk geen week aan zee uithouden.... Parijs.... +London.... De groote steden à la bonne heure.... Dat eeuwige water vind +’k assommant! + +DOKTER (na een drukkende stilte). Ik heb in de twee maanden, dat ik het +genoegen heb over de Stichting van uw grootmama te gaan, buitengewoon +respect voor haar gekregen.... + +CHARLES. Ja—ja.... + +DOKTER. En u houdt zeker véel van haar—me dunkt ’n vrouw met dàt hart +moet meer dan vader en moeder sámen voor u geweest zijn?... + +CHARLES. Natuurlijk. Natuurlijk. + +DOKTER. Ze dweept met kinderen. Ieder bezoek aan de Stichting is ’n +feest! (een stilte). Had u geen idee te studeeren? + +CHARLES. Heelemaal niet—twee jaar na de kostschool ben ’k getrouwd.... + +DOKTER. Zoo jong? + +CHARLES. Zoo jong. ’k Zal den kelner nog eens schellen. Dat is ’n +ongemeene bediening. (Gelijk verschijnt de kelner met de flesch in een +koelemmer). Móést dat zoo lang duren?... De dokter zei toch dat +afkoelen niet noodig was? + +KELNER. De gewoonte van ’t huis, meneer—niet gefrapeerd.... + +CHARLES.... ’t Is goed—hou je mond (hem belettend in te schenken). +Dicht laten.... Doen we zelf (kelner af). De ezel!... Een, twee, drie +glazen—of ’r gespeecht zal worden.... Laat me u helpen, dokter.... +Draagt u ’t alleen? + +DOKTER. Gaat best. Als u de deuren even zacht openschuift—schuiven—niet +duwen. Merci. + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Charles, Dolf. + + +DOLF (robuste man, ongeveer veertig, blonde +volbaard—jachtkostuum—bloemruiker in de hand—praat tot den kelner +buiten). Als ’r geen kamer is, dan maak je d’r een. Wat zeg-je... Enkel +’n badkamer? Dan ’n badkamer! En de rommel uit de auto naar boven +halen.... Ja, ja.... Goed! (tot Charles). Wel wat drommel.... (Charles +wijst naar de portières). Heb jij geseind?... ’t Is toch niet.... +(Charles ontkent). Dat is ’n pak van me hart.... We hebben over de +tachtig kilometer geloopen.... Midden op den weg oponthoud—’n boerekar, +die natuurlijk verkeerd uitweek in ’n sloot gerejen—scheelde geen haar +of we hadden met de auto ’n saut périlleux gemaakt.... Of de kaffers ’t +’r om doen, om doen!... Hoe is ’t met mama?... Meer angst dan ziekte, +zooals de laatste maal?... Of.... + +CHARLES. Ze moet op ’t oogenblik weer heel opgewekt zijn. De dokter is +juist bij ’r—ik ben nog geen uur geleden van Trouville binnen komen +vallen. + +DOLF. Was dat telegram, aan Snip geadresseerd, van jou?... Verbazend +handige inval! M’n compliment. Anders was ’k mogelijk nog bij Beelaart +op de jacht! + +CHARLES. Snip?... Snip?... Ik heb niet getelegrafeerd, omdat ’k pas +zèlf gearriveerd ben—en Snip—Snip? Wie is dat, als ’k vragen mag? + +DOLF. Snip.... Madame Lebeau.... + +CHARLES. O. Wist niet dat die juffrouw ’n zoo gedistingeerden +bijnaam.... Hope heeft u aan dat gerenommeerd adres ’n laatst telegram +gestuurd—op de andere kreeg ze gister en eergister geen antwoord... + +DOLF (eenigszins ontstemd). Hope?... Hope?... Is Hope hier?... Bij +mama? + +CHARLES. Verwondert u dat? + +DOLF. Och nee. En och ja. ’k Weet ’t niet (loopt een weinig geprikkeld +op en neer). Dat heb jij ’r toch niet? + +CHARLES. Ik begrijp niet wat u bèdoelt.... + +DOLF. Of jij.... Doet ’r niet toe.... Geef me ’n sigaret. ’k Ben wee +van honger.... Me geen tijd gegund te dineeren. Merci.... M’n handen +trillen nog van den stuurstang (lucifer aannemend). Merci (zakt in den +stoel voor het raam). ’k Dacht waarachtig, dat ’t deze keer.... ’k Zou +’r enorm spijt van gehad hebben.... Want al ben ’k ’n dozijnmaal, op de +ongelegenste momenten opgeschrikt—niet waar?—al is ’t goddank—geloof +jìj an zoo’n sinjeur daar boven?—ik niet!—al is ’t goddank telkens met +’n sisser afgeloopen—één keer moet ’t gebeuren—en dan zou ’t meer dan +beroerd zijn, als je die oogen voor goed gesloten vond.... Duurt ’t nog +lang daarbinnen?... Kan ’k kloppen?... + +CHARLES. Ze zullen wel dadelijk komen. + +DOLF. Ze?... Ze?... O ja.... Attent van die kleine Hope. Dus diè heeft +Snip, Snipje, ’n dépêche gezonden.... Charley, boy, ik geloof.... + +CHARLES. U gelooft?... + +DOLF. Niemendal. Niemendal. ’k Geloof heelemaal niet—zei ’k straks +al.... Kan ’k me handen ergens wasschen?... ’t Bloed van de +patrijzen—heele koppels hebben we onder schot gekregen—ja +waarachtig!—kleeft ’r nog an—zoo gehaast als ’k in de auto van Beelaart +gesprongen ben, toen de manke boschwachter op ’n fiets—dat had je +moeten zien—een kruk zoo en een zoo—me de boodschap van Snipje kwam +brengen.—Is hier geen waschgelegenheid?... + +CHARLES. Hiernaast op 59—de kamer van Hope.... + +DOLF. De kamer van Hope?... Nee.... Wetboek van Strafrecht, +artikel—artikel.... Nou welk artikel? + +CHARLES (lachend). Begrijp u niet.... + +DOLF. Dat ’s de tweede maal, dat ’k voor jou te diepzinnig ga (werpt de +sigaret uit ’t raam). Deugen niet—die papieren dingen van de régie.... +Heb je Suus meegebracht? + +CHARLES. Nee. Ze—ze kon niet zoo op slag mee. + +DOLF. Hoe laat ben je uit Trouville vertrokken? + +CHARLES. Vannacht—ja vannacht.... + +DOLF (glimlachend). Je zegt dat of je ’t zelf niet precies weet.... +Maakt de kleine Ninette ’t goed? + +CHARLES. Uitstekend. + +DOLF. De bronchitis heelemaal weg? + +CHARLES. Totaal. En gelukkig. Als dat kind wat overkomen was.... + +DOLF. Dan? + +CHARLES. Nou dan niets—u kunt u voorstellen—of misschien ook niet—hoe +je van zoo’n baby houdt.... Ik dweep met ’t goudkopje (een portretje +uit z’n portefeuille nemend). Dat is ’t laatste kiekje aan ’t strand +van Trouville (kust het). Als ’t u interesseert (reikt het over). + +DOLF. Pretendeert dat de een of andere nuance van hatelijkheid—„als ’t +u interesseert”—omdat ik deze maanden.... + +CHARLES (glimlachend). Laten we zeggen ’t heele jaar—van af +Nieuwjaar.... + +DOLF (knikkend). Van af Nieuwjaar—merkwaardig geheugen heb jij!—geen +gelegenheid heb kunnen vinden?... Charley, boy: waar ik bezoeken afleg, +letterlijk waar, krijg ik verwijten.... Prachtig snuitje.... Ik kom +honderd jaar tekort.... Precies je vrouw.... De dagen vliegen, de weken +raken zoek, de maanden trek ’k met mudjes van den kalender.... Ja, daar +zul je plezier van hebben.... Mooi kind.... Leuk kind.... Mag ik ’t bij +me steken? + +CHARLES. ’k Heb ’r maar één. En dan, beste oom—wat moet ù met ’n +portretje? + +DOLF. Wat ik met portretten moet? ’n Half dozijn draag ’k ’r bij me... +(in z’n binnenzak tastend—dan aarzelend). Nee. Je heb gelijk. Merci +(reikt het over). Heb je Suze daar ook? + +CHARLES. M’n vrouw—nee. Of misschien hier... (doorzoekt de +portefeuille). Nee. Zeker verlegd (in de slaapkamer weerklinkt gelach). +We behoeven ons voorloopig niet ongerust te maken, oom—zoolang ze in +dié stemming zijn.... + +DOLF. Tant mieux! (staat op, klopt zachtjes). + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Charles, Dolf, De Dokter. + + +DOKTER (met de champagne-flesch en het presenteerblad). Sust!... Nee +vooral niet binnen!—Dolf?... Meneer Dolf van Walden? Herkent u me niet +meer?... Linden.... Jan Linden.... + +DOLF. Pardon—mogelijk dat.... + +DOKTER (de flesch in den koelemmer stellend). Ik heb uw schoenen nog in +’88, ’89 gepoetst—ik heb op één avond drie snijkoeken moeten slikken, +omdat ù zich verbeeldde, dat ik ’n speld binnen had gekregen.... Boven +de handschoenenwinkel in de Breestraat—met aan de overzij ’t Stadhuis. + +DOLF. Ben jij—ben u.... die kleine bleeke Jan, die.... Kerel, ben jij +al dokter? (schudt z’n hand) En mama?.... We hebben daar zoo +luidruchtig hooren lachen.... Is ’t weer zoover beter, Jan of Linden of +dokter. + +DOKTER. Hou je bij Jan, Dolf—dat is de makkelijkste herinnering, niet? +Mevrouw van Walden—jongen, jongen, wat ’n damp van de sigaretten—mag +heusch niet, meneer—je mama, Dolf—’t doet me verbazend genoegen, je na +zooveel jaren weer ’ns te zien—je ben d’r niet minder op geworden, ouwe +kameraad!—je mama—ja, ’k dùrf geen meening meer zeggen—bij dat soort +hartaandoening blijft ’t tasten.... Eergister en gister en vanmorgen +nog, had ’k ’r formeel opgegeven—en nu.... Niemand weet ’t. Niemand. +Als ze zich kalm houdt, ’t spreekt vanzelf dat ze ’t bed niet uit mag, +bestaat ’r kans—’n heel zwakke kans.... ’t Eenige wat ’k beslist +aanraden moet—en wat je gezond verstand je zal ingeven: ook al krabbelt +ze weer op—je moet ieder oogenblik te bereiken zijn—versta me wel iéder +oogenblik.... + +DOLF. Jantje—’t zelfde hoor ’k twee jaar lang—je collega die ’r in de +stad behandelde, heeft.... + +CHARLES.... Ons om ’n haverklap getelefoneerd of geseind.... + +DOLF. Zooals jij vandaag.... + +DOKTER. Natuurlijk, natuurlijk—maar iedere dag kàn ’t noodlottig zijn. +’t Was hoogst-bedenkelijk—hóógst. En daarstraks, na ’n met moeite +gedronken glas champagne, werkte ’r hart weer bijna normaal, liet ze +ons schudden van ’t lachen, omdat ze beweerde zóó’n eetlust te hebben, +dat ze minstens driemaal ’t menu van de table-d’hôte, telkens van voren +af aan, zou kunnen eten. En toen ik zei, dat zoo iets ’n weinig +bezwaarlijk moest zijn, antwoordde ze droog, dat ’r overleden man ’t +eens tweemaal gedaan had, nà ’n officieel diner, waaraan de koning had +aangezeten, en waarbij niemand ’n vollen mond durfde nemen, omdat Zijn +Majesteit elke plat liet passeeren, en alleen ’n cure-dent verlangde, +die ’r niet was.... + +DOLF. Hahaha!... Heel goed!... Maar doe me verder ’t genoegen, +Jan—kerel, wat heeft de praktijk jou ’n buikje gegeven!—en praat niet +meer over dineeren. Zoo als ’k mama heb gezien, moet ’k met overleg +iets uitzoeken—geeuwhonger.... + +DOKTER. Geen tijd gehad? + +DOLF. Tijd? Tijd?... Twaalf uur per dag, vijf vingers aan elke hand, +kom ik tekort. Zou jij even de karaf water van Hope—die kleine attente +Hope!—van Hope ’r kamer willen krijgen, Charley? + +CHARLES. Om uw handen te wasschen? + +DOLF. M’n handen wasschen?... Wou je hebben dat ’k dat zoo maar hier? +(bootst het na). + +CHARLES. O, met ’n glàs? + +DOLF. Nee, neefje. Voor de bloemetjes. (Charles in de kamer links af). +Hoe vindt je ’m, de zoon van m’n broer? Nette jongen, hè?... Wat +gesloten—te vroeg getrouwd—drijven van... (tot Charles, die met de +karaf terugkeert). Merci—merci! Nee, laat mij ’t liever doen. Zoo—de +blaren vallen al af—symbool van de vrouwtjes, Jan—je bewondert ze—je +plukt ze—dat wil zeggen: zij plùkken jou, terwijl je ze plukt—en als je +ze ’n paar dagen in ’n bezeten stemming bezeten heb—geweldig die echo +van woorden, hè?—regent ’t verdorde ideaaltjes—hou je zoo’n ding als +dit—en profond négligé over... (werpt lachend ’n stengel uit ’t +venster). + +DOKTER. Met je permissie—’t beste laat je schieten—’t stuifmeel, ’t +vruchtbeginsel.... + +DOLF (vroolijk). ’r Is niet één beginsel dat voor mij ’n beginsel +is—Charley stop je ooren toe—ik ben de slechtste mentor voor +jong-getrouwde mannen—èn vrouwen, hahaha! Kan ’k bij mama, dokter? Wat +klinkt ’t verduiveld gek, zeg, jou dokter te noemen.... + +DOKTER. Nee, nee, nee!... Vooral niet binnengaan! Ze mag niemand zien. +Rust, rust en nog eens rust. Morgen misschien, als de nacht kalm +doorgebracht wordt.... Ben je zoo van de jacht op reis gegaan? + +DOLF. Nog geen twee minuten na ’n prachtige haas te hebben +neergelegd—roetsch, roetsch in de auto van Beelaart—roetsch ’n boerekar +ondersteboven—roetsch, binnen de drie uur hier—vanmorgen twaalf uur +gepicnict.... Zou ’k me wat laten brengen?... (een dekschaaltje op de +zijtafel oplichtend). ’n Gestolten lamskoteletje.... (tot Charles). Heb +jij dat besteld? + +DOKTER. Nee. Hope moet ook nog eten. + +DOLF. Ook nog?... Bij half negen!... + +DOKTER. Dan kun je samen.... + +DOLF. Sàmen—met... Met-è... soupeeren?... Nee—Hope en ik hebben zoo af +en toe—af en toe.... Ik hou niet, of minder, van wat je ’n moderne, ’n +moderne vrouw, noemt—en zij heeft zoo eenige bezwaren tegen mijn +levensbeschouwing—als je mijn methode zoo’n wel-overwogen naam kunt +geven (tot Charles). Charley, boy, kruip je heelemaal weg op ’t balkon? + +CHARLES. Hier hindert m’n sigaret niet—en misschien hebben de heeren te +praten. + +DOLF. Heelemaal niet, jongen. + +CHARLES. ’t Is zulk zacht weer—’k zit liever hier—’k zal nog enkel ’n +tweede kop nemen (komt van het balkon, vult zich een tweede kop—gaat +weer buiten). + +DOKTER. En ik stap op. + +DOLF. Wat heb je ineens zoo’n haast? + +DOKTER. We zien mekaar, hoop ’k, dezer dagen méer en onder rustiger +omstandigheden. Loop je eens bij me aan—je ben nog niet éen keer op de +Stichting geweest.... + +DOLF. De Stichting van mama?... Praktiseer jìj daar? + +DOKTER (glimlachend). Je ben wél op de hoogte, uitnemend op de hoogte +van de dingen, die je mama interesseeren.... + +DOLF. Kerel: ik vind ’t allemaal braaf en christelijk en voortreffelijk +en hoe-je-’t-meer-noemen-wil—maar—maar: ik ben eenmaal anders—ik voel +’r zoo wanhopig-weinig en mogelijk toch weer ’n massa voor.... Toen ’t +gebouw in aanbouw was, de kinderen nog in de barak logeerden, wou mama +met geweld dat ik de eerste-steenlegging bij zou wonen. Dat heb ’k +gedaan. De heele speech van dien dominee—die met ’n wràtje op z’n +kin—dat ’s ’t eenige dat ’k van ’m onthouen heb.... + +DOKTER. Hahaha!.... + +DOLF.... Heb ’k me gloeiend in de meer dan gloeiende zon staan vervelen +en ergeren—mama kreeg ’n uitbrander voor ’r ferme daad—ik ’n dozijn +steken onder water—m’n gestorven ouwe heer werd ’r bijgesleept—als ’r +geen paar beeldjes van kopjes bij waren geweest, met gedekoleteerde +halsjes om te zoenen, zou ’k waarachtig uit den band zijn +gesprongen!... Die eene met gitzwarte oogen en ’n moedervlekje hier—is +die nog verpleegster geworden?... + +DOKTER (glimlachend). Zwart haar? + +DOLF. Juist—ze werd met Annie, meen ’k, aangesproken.... (De dokter +schiet in een lachbui). Wat lach je?... Schei uit!... Is ’t zoo +grappig?... + +DOKTER (moeilijk). Onbetaalbaar.... Daar zal ze van mee profiteeren, +als ’k thuis kom (lacht weer). + +DOLF. Daar ga ’k bij zitten. + +DOKTER. Ik ook. + +DOLF. Ben je klaar met je lachen? + +DOKTER. Ja. Eindelijk. + +DOLF. Is die ’r nog? + +DOKTER. Ja, Dolf. En als je ’r niet boos om ben—ik was zoo vrij ’r te +trouwen, hahaha! + +DOLF. Hartelijk gefeliciteerd, kerel. Wel dat doet me màchtig pleizier. +Jij heb altijd smaak gehad, hè?... Altijd. Ja (begint zelf te lachen). +Heel aardig. Dat ’s me nòg eens gebeurd—en ’n beetje erger—voorverleden +week in Châtelard—’n engel van ’n vrouw, groot, slank—heelen dag mee +geflirt—volkomen correct—snap je!—Bij de pousse stapt ’n mormel van ’n +mannetje binnen—’n bouwval—’n antikiteit. „Kijk eens om, madame”, zeg +ik: „’n vogelverschrikker in ’n smoking”.... Ze kijkt om, laat ’r kopje +haast vallen—stelt me voor: „Mon mari—mon mari”.... ’k Heb je daarnet +toch niet beleedigd, ouwe Jan van boven de beruchte +sigarenwinkel-in-de-Breestraat.... + +DOKTER (lachend).... Handschoenenwinkel.... Boven de sigarenwinkel +woonde je niet meer.... ’s Nachts hebben we je door ’t raam verhuisd, +omdat de ploertin eerst ’r beer betaald wou hebben.... + +DOLF. Hahaha.... Ja-ja! Nee maar zeg—’r blijft toch niets van de +nonsens hangen—’k vond ’r op m’n woord lief, charmant—maar.... + +DOKTER. We—wè hopen je bij ons te zien.... + +DOLF. Merci. + +DOKTER. Zou ’t voor jou ook geen tijd worden, Dolf? Die historie met +die juffrouw Lebeau.... + +DOLF. Heb jìj Hope ’t adres gegeven? + +DOKTER. Ik? Hoe kom je daar op? Ze wist ’t—iedereen weet ’t.... + +DOLF (gepreoccupeerd). Zoo. + +DOKTER. Ik dacht geen jaar geleden, dat jij père de famille, dat je +getrouwd was.... + +DOLF. Nee. ’k Heb ’t nog niet verder dan tot ’n bedriegelijke +nabootsing van ’t huwelijk kunnen brengen. + +DOKTER. Jammer. Wij hebben ’n pracht van ’n villa, met uitzicht op +zee—alleen beneden ’n suite van vijftien meter, vijftien.... + +DOLF.... Excellent om te kegelen.... + +DOKTER. Je ben positief dezelfde. Maar die befaamde vrouw—uit dat +schandaalproces.... + +DOLF. Ja ’t is niet in den haak—„voorwaar niet” zou +dominee-met-’t-wratje zeggen.... Malle geschiedenis geweest—de +kennismaking—de eerste eenzame liefdesnacht.... + +DOKTER.... Eenzaam?.... + +DOLF. Hopeloos. Met de odeurtasch van je adoratie achter te blijven.... +Dat was drie maanden geleden. Langer kan ’t niet. ’k Ben zelden langer +dan drie maanden in de bedriegelijke nabootsing. We nemen ’n hotel, ’n +groot hotel van over de vijfhonderd kamers—dat’s te verkiezen—Zij +drinkt ’n flesch met me—verwijdert zich even—wil naar de kamer +terug—heeft ’t nummer vergeten—gaat na ’n kwartier zoeken naar den +portier—die vraagt ’r den naam van ’r màn—Scène-à-faire voor ’n +theaterstuk: ze kent me na de korte kennismaking enkel bij m’n +vóórnaam—Stel je voor, Jan: geen nummer van de kamer, geen naam van den +man.... Hoogste tragiek.... De eigenaar van ’t hotel wordt door den +portier gewaarschuwd, dat-ie voor ’n puzzle staat—Snip mag heelemaal +niet meer binnen—familiehotel—goede naam—enzoovoort... Ik na ’n +kwartier aan ’t zoeken—hoor wat ’r gebeurd is—eclipseer met de +odeurtasch... Zou jij ’n vrouw na zoo’n hevig-bewogen avontuur, zònder +’r odeurtasch laten? Nee, nietwaar? Zoo hebben Snip en ik mekaar +„gevonden”. En als ’k Snip, Snipje, niet gekend had, zou je je dépêche +vanmiddag aan ’n ánder hart onder ’n ánderen duren hoed met +struisvogelveeren—gister betaald—hoedje van zeshonderd gulden—hebben +moeten lanceeren, boy.... + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +Hope, de vorigen. + + +DOKTER. Slaapt mevrouw? + +HOPE. Nee, dokter. (tot Dolf) Goeien avond, meneer (hij buigt). Mevrouw +wou meneer Charles graag éen oogenblik zien.... Is-ie weg gegaan? + +CHARLES. Nee, nee, nee—present! (stapt van het balkon). + +DOKTER. Hoe weet mevrouw dan?... + +HOPE. Ze hoorde stemmen... Toen vroeg ze... En ik wist niet beter... + +DOKTER. Nee, meneer Van Walden—vanavond niet... + +HOPE. ’k Zou ’t liever wel permiteeren, dokter—u kent mevrouw: als ’k +’r niet had tegen gehouden, was ze opgestaan... + +DOKTER. Kom, kom, kom, kom!... Gekheid. + +HOPE. Ze ligt de avondeditie te lezen—zóó opgemonterd als ze zich +voelt... Waarom dan niet even bezoek?... + +DOLF. Natuurlijk—natuurlijk. We zullen ’t héel, héel kort maken, +Jantje... + +DOKTER. Geen sprake van—en nog wel twee tegelijk!... Op uw horloge ’n +halve minuut, meneer Van Walden—en jij Dolf: morgen... Ik doe ’t met +displeizier, en om de patiënt niet te contrarieeren.—Weinig praten en +weinig láten praten, meneer!—En mag ik tegelijk afscheid nemen—ik kan +niet langer blijven. + +CHARLES. Tot morgen dokter! (af met Hope in de slaapkamer). + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +Dokter, Dolf. + + +DOLF. Ga je heusch? + +DOKTER. Me dunkt. ’n Dik kwartier verbabbeld. Zien we je? + +DOLF. Op handslag... Aardig die kleine Hope in ’r kostuum, hè?... +Jammer dat ze zoo... Dat beroerde bij de tegenwoordige vrouwen, hè—’t +haar als ’n kloosterzuster—de hoed zonder ’n veer—moet ’k met dierbare +Snip over praten—heele besparing... Is jouw vrouw ’n vróúw—wat je noemt +’n vróúw—of is ze ook zoo’n verschijnsel met aangewaaide ideeën—type +eenvoud? + +DOKTER. Dolf—je krijgt me niet meer an ’t babbelen!... Kom je +overtuigen, hahaha!... Tot ziens. Je hoeft me niet uit te laten. Denk +’r an: jij mag pas morgen op bezoek gaan. Rust, rust. + +DOLF (in de deur). Zeg Jantje... + +DOKTER. Ja?... + +DOLF. Ben je nog altijd zoo’n liefhebber van schaken?... Je gaf me ’n +raadsheer of ’n kasteel voor, herinner je je? + +DOKTER. Ja, ja. + +DOLF. Spelen we morgen ’n partij? + +DOKTER. Uitstekend. Bij mij thuis? + +DOLF. Goed. Morgenavond. ’t Zal me ’n genoegen zijn met je vrouw kennis +te maken. Jij ben ’n beste kerel. + +DOKTER. Adieu. Adieu. + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +Dolf, Charles, Hope. + + +DOLF (kijkt het boek van Hope in, leest ’n moment, glimlacht, bladert +verder, houdt ’n bundeltje gedroogde viooltjes tusschen de vingers, zit +in nadenken, klapt het boek vroolijk dicht, schenkt zich een glas +champagne in, drinkt dat snel leeg, herneemt het boek, bekijkt nog eens +aandachtiger de gedroogde viooltjes, schrikt, sluit het boek, wacht tot +Hope de deuren dichtgeschoven heeft). Nou? Hoe vond je mama? + +CHARLES. Dezelfde van vroeger.—Als ze morgen zoo is, reis ik weer +rustig af. + +DOLF. Je zegt dat of ’r iets voorgevallen is—Zoek je wat Hope—juffrouw +Hope?—Daar ligt ’t.... (overhandigt haar het verlegde boek). + +HOPE. Dank u. (zet zich in den leunstoel voor ’t raam—leest met +bedoeling). + +DOLF. Heb je iets, Charley, boy? Zeldzaam hoe jij zónder snor op die +dominee-met-’t-wratje lijkt, hahaha! + +HOPE. ’n Beetje zachter, meneer—mevrouw zou gaan slapen. Dat lachen is +te hooren... + +DOLF. Ik dacht dat jij zat te lezen... Nou Charley, hoe heb ’k ’t met +je?... Ga je zoo gezellig heen? + +CHARLES (kalm). Grootmama sprak ’r van waar Hope bij was—ik hoef me dus +voor Hope niet in acht te nemen—’r hindert me inderdaad wat! (tot Hope, +die naar haar kamer gaat). Je hoort toch, dat ’k voor jóú geen geheimen +heb... + +HOPE. Praat u liever zonder ’n vreemde ’r bij.... (af). + +CHARLES. In elk geval kan ’k nu vrijer m’n opinie zeggen.... Oom +Dolf—hoe ù doen zal, weet ’k niet, maar ik zal me ’r deze keer beslist +nièt bij neerleggen.... + +DOLF (droog). Money-matters? + +CHARLES. Geldzaken ja. Grootmama heeft de intentie de Stichting, die al +zooveel nutteloos geld verslonden heeft—geld niet te berekenen!—’n +enorm legaat te vermaken—En omdat dat wettelijk zonder uw en mijn +toestemming niet kan, niet mag, vroeg ze me of ik ’r voorloopig belóven +wou met ’n beschikking van dien aard genoegen te nemen.... + +DOLF. En? + +CHARLES. Ik heb ’r in deze situatie niet dadelijk willen weigeren—’r +enkel gezegd dat de dokter veel praten verboden heeft, dat we morgen à +tête reposée... niet waar—vindt u niet? + +DOLF. Ik vind dat verschuilen achter ’n doktersadvies niet bepaald +recht door zee—niet straight forward, Charley... Hoe groot zou dat door +ons goed te keuren legaat moeten zijn? + +CHARLES. ’n Rente van ’n halve ton per jaar—dat is schappelijk berekend +ruim ’n miljoen.... + +DOLF. Tegen vijf procent—en die maak je niet op soliede manier.... + +CHARLES. Met wat ’r al in de historie zit, wordt ’n fortuin, ’n +fortuin, verkwist—Ik kom voor Ninette op—ik dènk ’r niet aan, dènk ’r +niet aan—de excessen van grootmama, dat links en rechts „weldoen” met +geld dat welbeschouwd ’t hare niet is... + +DOLF. Ho. Ho. Niet zoo galopeeren. ’n Beetje maat houden in je edele +verontwaardiging, Charley..... + +CHARLES. Met genoegen, maar alsjeblief niet die hinderlijke toon, oom, +of ’k nog de jongen van de kostschool ben... + +DOLF. Jij schiet vanavond met iets anders dan los kruit, neefje.... + +CHARLES. Des te beter. ’k Heb lang genoeg over me láten beschikken.... + +DOLF (koel). Toch niet door mij, wel? + +CHARLES. Door u?... Och u... (verbitterd). U had andere zaken en +bezigheden dan naar mij om te kijken.... + +DOLF. Ik zei je al, toen je me ’t portretje van Ninette liet zien, dat +jij van nuances van hatelijkheid schijnt te houden.... Snip pleegt daar +ook in den vroegen morgen specialiteit in te zijn.... + +CHARLES. Merci voor uw ernstigen toon, oom. Maar ik verzoek u er nota +van te nemen dat ik weiger—in ronde woorden weiger.... + +DOLF. Ik heb je toch niets gevraagd? Wil je zoo ridderlijk zijn zelf ’t +woord te voeren? + +CHARLES. Dat zal ’k. En om onaangenaamheden te ontgaan, lijkt ’t me ’t +beste ’t antwoord uit Trouville te schrijven.... + +DOLF. Jawel. Maar doe ’t aangeteekend. Dat is meer businesslike, +zakelijker, verstandiger—brieven kunnen zoek raken.... + +CHARLES. ’t Zal toch heusch tijd worden, oom, dat u minder ironisch met +me omgaat.... Grootmama heeft me naar die ellendige kostschool +gezonden—grootmama heeft ’n vrouw voor me uitgezocht—heeft ’t huwelijk +bedisseld.... + +DOLF. Jij begint los te komen of je mishandeld ben geworden—of je vrouw +’n last voor je is.... + +CHARLES. Daar blief ’k mijn gedachten over te hebben. Ik zeg alleen, +dat de grens bereikt is—ik laat niet disponeeren over.... + +DOLF.... Je erfdeel—ouwe, beminnelijke familie herrie, wanneer ’t +zoover is.... (hard). Maar ’t is gelukkig nog niet zoover.... ’t Spijt +me Charley, dat de eerste keer dat je eens prettig met me uitpraat—dat +je gezicht ’n andere dan de bekende plooi heeft—dat je minder +gereserveerd doet—dat je net die éérste keer zoo ongegeneerd van stapel +loopt, terwijl ’t goeie, beste, onzelfzuchtige mensch, dat menig +nachtje bij je opgezeten heeft, toen jij nog nièt ’t „goddelijk oordeel +des onderscheids”, dat je nu bezit, had, mogelijk in ’r laatste uren +ligt te becijferen, wat ze voor derden nog doen kan.... Fidonc. Je ben +’n egoïst lid, om zoo onsmakelijk je zelfstandigheid op te vatten! + +CHARLES. Egoïsme schijnt ’n familietrek, oom... Ik heb u nooit minder +getaxeerd... Au revoir. ’t Is beter ’t gesprek niet voort te zetten +(bij de deur). Ik zal grootmama schrijven. + +DOLF. Aangeteekend, jongen! (loopt grimmig op en neer, schelt—klopt aan +Hope’s deur). + + + + + +TWAALFDE TOONEEL. + + +Hope, Dolf, de Kelner. + + +HOPE. Heeft u me noodig, meneer? + +DOLF. Zou jij anders niet komen? + +HOPE. Natuurlijk wel. + +DOLF. Hope—ik heb voor jou ’t grootste respect. + +HOPE (pijnlijk). Jawel, meneer. + +DOLF. Waarom zeg je dat „jawel” met dat vervloekte „meneer” ’r bij—op +de ouwe haatdragende manier? + +HOPE. Ik ben niet haatdragend. + +DOLF. Kom nou—op m’n eerewoord.... + +HOPE. Doe u me één genoegen—en maak niet zoo’n misbruik van +eerewoorden... Eer is zoo’n bijzonder ding voor ’n vróúw... + +DOLF. Door ’n man zou ’k me zoo iets niet laten... En in jouw mond +klinkt ’t leuk... Jij heb ’n methode (met nadruk)... Hope—ik vraag je +zoo echt en zoo welgemeend excuus voor m’n gemeenheid van dien +avond!—Ik heb geen bedoeling, geen bijbedoeling—’k voel enkel de +behoefte je met genegenheid, met eerlijke vriendschap, de hand te +drukken... Wees niet stijfhoofdig... + +HOPE. Nee, meneer! (weigert de hand. Geklop) Binnen. Wat is ’r? + +KELNER. Vous avez sonné...? + +DOLF. Breng jij ’ns vlug ’n biefstuk of ’n chateaubriand of ’n +entrecote—met pommes frites—(tot Hope). Màg ’t hier? + +HOPE. ’r Is gedekt. + +DOLF. En wat groenten... + +KELNER. Pointes d’asperges?... Epinards? + +DOLF. Pointes d’asperges. + +KELNER. Et après... + +DOLF. Niemendal. Verdwijn! ’k Val flauw. (Kelner af). Hope, schenk je +vergiffenis?... ’t Heeft me zoo gefrappeerd dat jij weer bij mama terug +ben, dat jij me—me—seinde—jij... na m’n onhebbelijke, lage, laffe, +liederlijke—meer adjectieven zul je wel niet verlangen!—behandeling, +dat ik goed met je móét worden... Die bloemen zijn voor jou... + +HOPE. Dank u—zal ik nièt accepteeren. + +DOLF (glimlachend). ’n Páár kun je ’r drogen zooals die in je +verzenboek... + +HOPE (schrikkend). Begrijp u niet... + +DOLF. De derde keer! Nièmand begrijpt me vandaag! Race van onbegrepen +naturen! De boschviooltjes die ’k dien fameuzen Zondag—die ’k zóó dicht +bij ’t water greep, dat jij m’n hand moest vasthouen—liggen die niét in +dat buitengewoon boek gedroogd? + +HOPE. Dat boek heb ’k geleend—die bloemen interesseeren me niet! (laat +ze er uit vallen—wil naar haar kamer terug). + +DOLF. Dus—géén wapenstilstand?... + +HOPE. Als ’r geen oorlog is, hoeft ’r niet over wapenstilstand +gesproken te worden.... (nieuw gebaar naar de kamer). + +DOLF. Ik had dien nacht wat te veel champie... + +HOPE. Hoe langer u ’r op doorgaat—hoe onkiescher ’t vooral voor mij +is—voelt u dat niet?.... + +DOLF. Eén woord van je, Hope.... + +HOPE (bitter). Vanmorgen, terwijl ’k me aankleedde, had de kelner, die +straks hier was, de impertinentie binnen te komen—zonder kloppen—ik +stond in m’n onderlijfje.... + +DOLF. Goed dat je ’t zegt.... De kwajongen!... + +HOPE. Dien avond—toen u te veel „champie”—nee, nu zàl ik ’t zeggen—toen +u te veel gedronken had, dee u èrger.... Als ’k niet geschreeuwd en +gegild had—als er geen dienstboden bóven hadden geslapen—zou u.... +(smartelijk).... Terwijl u wist hoeveel ik tóén—tóén—lach niet: dat’s +uit, ùit—hoeveel ’k tóén van u hield... (met bedwongen tranen).... Dien +heelen nacht heb ik liggen huilen, dacht ’k die beleediging—dat ’n +vrouw zóó schandelijk in ’r bed te overvallen—dat ’n vrouw als ’n dier +willen behandelen—had ìk reden gegeven?—ooìt?—niet te boven te zullen +komen.... U had geen respect voor ’t dak van uw mama, die meer dan ’n +engel voor me was—geen consideratìe voor m’n herinneringen, geen ontzag +voor de beste, liefste dingen van ’n meisje, dat in de droomen van ’r +kamer zoo laag, zoo ontuchtig opgeschrikt wordt! + +DOLF. Ik wàs toen ’n bruut, Hope—had je den volgenden morgen—daar: op +m’n knieën excuus willen vragen!—jij was geëclipseerd.... + +HOPE. Natuurlijk.... + +DOLF. En m’n brief van vier—zès zijdjes, ’n vol uur werk!—bleef +beantwoord.... + +HOPE. Natuurlijk.... + +DOLF. Wat kon ’k meer doen?... En summa summarum, Hope-lief, àls ’k ’t +zeggen mag—dat lijkt nu nog alles ’n tragedie—’n half Sabijnsche +maagderoof—’n... (posteert zich voor haar deur). Nee, je gaat ’r niet +vandoor!... + +HOPE. Dat zal van uw toon afhangen.... + +DOLF. ’k Heb nu maar één glas gedronken, Hope—en mama ligt daar, +Hope—en wànneer ’k ’n Blauwbaard ben, Hope, ben ’k toch ook nog ’n +beetje gentleman, waarachtig ’n beetje—een, die fair genoeg is zich te +schamen over ’n laagheid... Ga je nu weer dáár zitten?... Spelen we +verstoppertje...?... (zet zich over haar). Enkel twee vragen.... Klopt +’r niets, niets meer voor me onder dat charmante verpleegsterskostuum, +dat je prachtig staat? + +HOPE. Meneer, ik ben in geen stemming....... + +DOLF. Ik wel.... Tweede vraag—en sérieus, Hope—zoo sérieus als ’t bij +’n bed, dat ’n sterfbed had kunnen zijn, mogelijk is!—zeg jij jà, +wanneer ’k je... wanneer ik je... wanneer ik je.... Dat is driemaal.... +Hahaha!... ’k Zit te hakkelen, als ’n jongen van de Burgerschool.... +Dat komt, omdat de knot van je haar me geweldig biologeert.... Kun je +je nu niet zoo’n heel klein tikje naar me toedraaien?... Hope!... Moet +’k alleen je haarknot en ’n schattig stukje oorlel zien—als ik je +vriendelijk verzoek meelij met ’n ouwen doordraaier te hebben, door ’m +te tróúwen.... + +HOPE (opstaand). Foei! + +DOLF. Foei?... Is de vraag zoo misdadig? + +HOPE. Als ’k die schandelijke inval in m’n kamer, dat twee, driemaal +met geweld ’n omhelzing opdringen.... + +DOLF. Wat heb je ze wanhopig-precies geteld.... + +HOPE. Als ’k dat zou kúnnen vergeten—zou de nieuwe grofheid.... + +DOLF. Nièuwe grofheid?.... + +HOPE (scherp). ’t Vereerend aanzoek, terwijl we u seinden bij de +dame—de dame—waarmee ’k diep meelijden voel.... + +DOLF. Meelij met de brave Snip?... Sta jij nog zóo groen tegenover ’t +leven, dat je me voor ’n hartebreker bij ’n vrouw, die ’r liaisons als +’n záák behandelt, aanziet? + +HOPE. Doet ù ’t anders? Als zij geld aan-neemt—is ù ’t toch, die ’t +gééft? ’n Vrouw, die ’r hand ophoudt is meelij waard.... + +DOLF. Hahaha, ’n wel duur handje! + +HOPE. De man, die betaalt, kóópt—daar.... + +DOLF. Die vin jij ’n schavuit.... + +HOPE (rustig).... Erger. + +DOLF. Merci. Bijzonder dankbaar. Maar wanneer ik zoo’n climax van +schelmerij ben—één lachje, Hope, en ’k krijg de delikaatste kuiltjes in +’n paar niet te beschrijven wangen te zien... nee?...—wanneer ik ’n +ongewoon specimen van verdorvenheid lijk—op ’t punt in de armen der +Snippen en Snipjens onder te gaan, brrr!, steek jij me dan ’n stroohalm +toe.... Daar heeft de ellendigste drenkeling recht op.... + +HOPE (de schouders ophalend). Och, u heeft geld genoeg ’n beter houvast +te betálen. + +DOLF. Jij praat met de rancune van ’n ouwe vrijster! Hoe leelijker ’n +vrouw is—hoe sekuurder ze zitten blijft—hoe ongezoutener ze tegen +beulen als ik tekeer gaat. Maar jij: waarom doe jij zoo +zwaar-op-de-hand zoo als ’n christelijk grootmoedertje, zoo.... + +HOPE.... Dat is ’n puzzle, meneer. + +DOLF.... Iets voorwereldlijks.... + +HOPE (bitter).... En vervelends.... + +DOLF (glimlachend). De nonnekap zou je nog meer flatteeren.... + +HOPE. ’t Jachtcostuum flatteert u—ieder z’n keus niet waar? + +DOLF. Alweer merci!—Hoe edeler ’t wild—hoe prikkelender de +tegenstand—Kom nou, Hope.... Die maanden en maanden na de gebeurtenis, +ben je niet uit m’n gedachten geweest—M’n dolle streken waren voor +negen tienden baloorigheid.... ik hóú van je. Ik kan—zoo waarachtig als +ik geloof te leven—ik kàn niet buiten je.... Zoo groot is geen +minachting.... + +HOPE (stil).... M’n moeder is verleid, als meisje van achttien—heeft +zich van kant willen maken, toen hij, zoo een als u, ’r verliet—met ’n +fooi voor ’t kind dat nog geboren moest worden—met ’n fooi—met ’n fooi. +Ik heb ’r nooit gekend, heb ’r niet zooveel duizend maal kunnen danken, +als ze duizend maal tranen gehuild moet hebben.... Voor m’n +vader—vader!—voel ’k de diepste, diepste verachting.... En geen +mogelijkheid, om ’m ’r iets van te zeggen—’k weet z’n naam +niet—(wraakzuchtig)—tot m’n spijt—tot m’n innigste spijt! Nou kan u +nagaan hoe ’k over u denk. + +DOLF. Dien dag van de boschviooltjes dacht je toch minder +puriteinsch—ik heb m’n doen en laten nooit onder leugentjes +gemaskeerd.... + +HOPE. Dien dag ja.... Dien dag hóópte ’k, droomde ’k... dat u voor—voor +invloed vatbaar was—en ’k moest me in m’n eigen kamer—’s nàchts.. +verdedigen.... ’n Week later had u ’n nieuwe liaison... (opstaand). Dat +is nu zeker de laatste maal, meneer, dat we over ons „verleden” +spreken. Over ’n paar dagen, wanneer mevrouw vervoerd mag worden, ben +ik weer in de Stichting—u in de „wereld”.... Laten we het mekaar niet +lastig maken. Ik heb geen lust u de les te lezen—u nòg minder genoegen +zoo’n weinig mondain discours op te houden. + +DOLF. ’k Was juist van plan ’t in meer mondaine paadjes te leiden.... +Dus àlles tusschen ons uit? + +HOPE. Gesteld dat ’r iets bestaan heeft—dan ìs ’t uit. + +DOLF. Hahaha!... Je ben om te stelen, Hope!... Ik heb nog nooit m’n +schavuite-hoofd gestooten—en jij, jij.... + +HOPE. ... En ik?... + +DOLF (met hartstocht)... Jij wil niet beter dan dat ik je weerbarstige +handjes met geweld in de mijne neem, dat ik mijn lippen op de jouwe... + +HOPE.... Liever zou ik me.... + +DOLF.... Zou je je.... Praat uit! + +HOPE (heftig). Ik heb geen achting voor u! + +DOLF. Ik voor jou dubbel. + +HOPE. ’n Man waartegen ik niet opzie.... + +DOLF. Hoeft niet. Je hóúdt, hóúdt, hóúdt van me, Hope—je wil je zelf en +mij wat wijsmaken.... + +HOPE (heftig). Wijsmaken?... Wijsmaken, waar ’k geen grein eerbied... +(schrikt). Daar klopt iemand. Straks heeft de kelner staan +luisteren.... + + + + + +DERTIENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Mevr. van Walden. + +MEVR. V. WALDEN. Nee ik. + +HOPE. Ben u opgestaan? De dokter.... + +DOLF. Mama, hoe dùrft u? ’t Was u verboden! + +MEVR. V. WALDEN (glimlachend). M’n krant had ’k uit en toen méénde ik +jouw stem te hooren.... + +HOPE. Mevrouw, u moet dadelijk, dadelijk weer.... + +DOLF. Hoe kunt u dat doen? (Omhelst haar). Ongehoorzaam moedertje! Ik +blijf hier zóolang u me houden wil—maar u gaat naar uw kamer. + +MEVR. V. WALDEN (Hope afwerend). Nee kind—vijf minuten—op de klok af +vijf—dan mag je desnoods met geweld.... + +HOPE. Mevrouw.... + +MEVR. V. WALDEN. Spreek ’k óóit onwaarheid, Hope? Ik ben beter—de +aanval is voorbij. Dat voel ’k zelf ’t beste.... En—nee, ik neem den +stoel bij ’t balkon—even de zee hooren—dank je!—en wou ik zeggen, als +’t ergste nièt voorbij is, dan wil ’k van ’t gevoel van opluchting +profiteeren, om ’n oogenblikje, één oogenblikje met jou, jongen, te +praten.... + +HOPE. Praten doet u vooral niet.... + +DOLF. Beslist niet. + +MEVR. V. WALDEN. Goed kinderen... ’k Zal matig zijn. Doe de deur achter +me toe, Hope—’t trekt ’n beetje—’t raam in de slaapkamer staat open. + +HOPE. Dan doe ’k ’t dicht. (af). + +MEVR. V. WALDEN. Dolf, beste jongen: dat meisje is meer dan ’n +engel—dat meisje is ’n vrouw zooals God ’r weinig geschapen heeft... Ik +heb geluisterd. Ik weet dat ze—dat jij ’r ongelukkig maakt—dat ze... +(Hope treedt binnen).... Ik zei, Hope, dat ik de Stichting... Je mag +vannacht niet opblijven, kind—onder geen omstandigheden—twee heele +nachten heeft ze gewaakt, Dolf.... En jij—heb ik je in de jacht +gestoord?... + +DOLF. Nee. Nee. ’k Wou vandaag hier in de buurt...—toen hoorde ’k +toevallig dat u in ’t zelfde hotel.... + +MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Ja. Jawel. Mag ik ’t niet weten dat je +gewaarschuwd ben? Ik ben niet bang voor den dood.... + +DOLF. Nou mama! Op uw honderdsten jaardag zullen we over dood beginnen +te.... + +MEVR. V. WALDEN.... Nee jongen—je hoeft ’r niet over heen te praten. +Hope weet hoe ’k ’r over denk. ’t Leven is ’n reis—’n reis—Wie heengaat +komt wat vroeger aan. En die reis maken we allen, is ’t niet?.... Hoe +komt ’t dat ’k je zoo lang niet gezien heb?.... + +DOLF (glimlachend). Drukte. Buitengewone drukte, mama. + +MEVR. V. WALDEN. Dat is ’n genot hier voor ’t raam. Ja—’n buitengewoon +genot. Neem ’n stoel, Dolf—dicht bij me—nog dichter—dan kan ’k zacht +blijven spreken. Jij ook, Hope, m’n goeie, beste Hope. Zoo is ’t goed. +Zoo zit ’k of me niets kan gebeuren. Jammer dat Charles weg is gegaan. +Heb jij bezwaar tegen ’n legaat, ’n heel groot legaat, Dolf—laat me je +hand houden—dat ik per testamentaire beschikking aan de Stichting... ’t +Staat in m’n wil... maar van kracht is ’t niet, zei de notaris—als +jullie.... + +DOLF (vroolijk). Alweer over dingen waarover we na dertig jaar zouen +spreken.... + +MEVR. V. WALDEN. M’n jongen—gekscheer niet. Ik ben opgeschreven.... + +HOPE. Nou mevrouw! Toe! + +MEVR. V. WALDEN. Op mijn leeftijd voel je precies—hoelang nog en +(glimlachend) wanneer... Zul jij je niet verzetten?—Dolf? + +DOLF (luchtig). Ik geef permissie me te onterven! Daar! + +MEVR. V. WALDEN. ’t Is ’n enorm bedrag. + +DOLF. Doe zooals u ’t zelf wil—’k vraag naar niets... + +MEVR. V. WALDEN. Ook niet waarom die Stichting me zóó na aan ’t hart +ligt? + +DOLF. Mama—u heeft die liefhebberij—ik ’n àndere. + +MEVR. V. WALDEN. Liefhebberij? Nee—ik lieg niet—ik draag ’n schuld. +Geef me ’n glas champagne, Hope. Ik ben toch ièts vermoeider dan ’k +dacht. + +HOPE. Nee mevrouw. Dan gaat u naar bed. + +MEVR. V. WALDEN. Geef me ’n glas, Hope—je zou ’r later spijt van +hebben. Ik wil, wìl van m’n schuld vertellen—voor ’t eerst—en voor ’t +laatst, omdat je alles toch onder de papieren zal vinden. + +DOLF. Mamaatje—ga niet op die malligheid door! Als ù—ù—hahaha!—schuld +heeft, nemen wij die graag over, niet waar, Hope? + +HOPE. Natuurlijk, mevrouw—zulke gesprekken winden nutteloos op... Wil +ik de deuren sluiten? ’k Geloof dat de wind begint op te steken. + +MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Een glas—doe wat ’k vraag. Dank je +(drinkt). ’k Kan op die manier aan de drank raken. Luíster. Ik zeg ’t +zonder opwinding, omdat ’k er overheen ben. ’n Halve eeuw jaagt de +ergste gebeurtenissen uit je herinnering. Ik heb uit m’n eerste +huwelijk.... + +DOLF. Eérste?... Wat zegt u?... + +MEVR. V. WALDEN. Niet in de rede vallen, jongen—uit m’n eerste huwelijk +twee kinderen gehad—’n jongen en ’n meisje, was toen de vrouw van +’n—van ’n man waarvan ’k nièt hìeld, die me door m’n vader op was +gedrongen—ik was negentien, zelf ’n kind. Toen gebeurde wat zoo +dikwijls gebeurt—ik raakte op je vader verliefd—hij op mij—zoo +verliefd—zoo verliefd—daar vecht je tegen—vecht je tegen, tot.... Met +geweld wou m’n man me houen—hij dee leelijke díngen—laat ’k ’r over +zwijgen. Ik liep weg. Het was uit. En ik hertrouwde.... + +DOLF. Mamaatje—al wat jij gedaan heb, gedaan kan hebben, is goed en te +begrijpen. Niet verder op doorgaan. + +MEVR. V. WALDEN. Nee jongen. Hiér begint m’n schuld. Ik had twee jonge +kinderen verlaten—de jongen drie, ’t meisje twee. En dat màg niet. Dat +is zoo wreed, zoo misdadig—schaapjes op dièn leeftijd, die op de móéder +aan zijn gewezen. Nee—niet in de rede vallen! Niemand kan over zoo iets +oordeelen. ’t Wordt ’n ding voor je geweten. Enkel voor je éigen +geweten. M’n eerste man had ’t niet breed. Ze hebben armoe +gekend—later. En nooit genegenheid, de stumpers. Als hij aan z’n werk +was, werden ze door ’n meid verzorgd—vérzòrgd. Drie, viermaal heb ’k +geprobeerd met gèld te helpen—wou-ie niet. ’k Wou ze voor mijn rekening +’n opvoeding geven—wou-ie niet. Toen ’k eens de reis had gemaakt, om ze +te zien, werd ’k ziek zooals ze ’r verwaarloosd uitzagen—’t kleine +lekkere meisje vooral—mijn dochtertje, als ’k ’t recht heb dat nu nog +te zeggen. Op ’n dag—nee, maak je niet ongerust—’t is zoo dood en +ver—is ’t ventje overreden—’n jaar later stierf ’t meisje—dat tengere, +zwarte ding aan typhus—ongekookte melk. Dolf, m’n jongen—’k heb m’n +plicht bij de grafjes mogen doen—m’n plicht... m’n plicht... + +DOLF. Zie geen spoken mama—plicht is ’n ding... + +MEVR. V. WALDEN... ’n Ding, dat ik in die dagen als ’n last, ’n +machtspreuk—over boord wierp—dat toch zoo’n genot, zoo’n rust geeft.... + +DOLF. U zegt zelf: u wàs verliefd—èn, dat mogen wij vóor alles zeggen: +voor òns was u.... + +MEVR. V. WALDEN. Niet doen. Mij hoef je onder geen omstandigheden +te—te—overtuigen, te troosten. ’t Is zoo ver weg, zoo zonderling-ver, +of ’k als ’n gestorvene over wat-begraven-is babbel. Na den dood van je +papa en je broer, ben ’k wakker geworden, heb ’k geprobeerd aan andere +kinderen te vergoeden, wat ’k naliet toen ’k nog niet dacht, nee niet +dacht. Ja, Dolf, dat werd m’n liefhebberij, m’n „liefhebberij”.... + +DOLF. Excuseer, dat ’k dat woord gebruikte.... Mag ze nòg langer +praten, Hope? + +HOPE. Toe, mevrouw—wat luistert u slecht.... + +MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Ik heb niet de geringste +benauwdheid—en—en.... nu ’k den vogel, die zoo zelden op ’t nest is, +even bij me heb—moet ’k nòg een, nòg één belofte.... + +DOLF. Mamaatje, ik geef je mijn eerewoord, dat ik èlk verlangen, zònder +uitzondering, zal respecteeren—’t legaat en ook het andere dat je nog +niet gezegd heb—handslag! + +MEVR. V. WALDEN. Je ben ’n beste jongen—en wij—ik—hou heel veel van +je—maar die eene belofte moet, moet je nu, nú—je kan nooit weten hoe +gauw ’t... + +DOLF. Afgesproken, mamaatje—ik doe ’t.... + +MEVR. V. WALDEN (hem de hand op den mond leggend). Ssst! Sssst!.... Wij +hebben sàmen iets leelijks gedaan, samen—jij en ik... + +DOLF. Hahaha!.... Goed. + +MEVR. V. WALDEN. Niet lachen—’t is heelemaal niet om te lachen. En als +’k ’t zeg, Hope, kind, met opzet in jouw tegenwoordigheid, is ’t met de +opdracht dat je hem dag aan dag zal helpen onthouden als-ie lichtzinnig +doet.... + +DOLF. Excellent! Hoor je dat, Hope? ’k Zal volgens de letter.... + +HOPE. Ik wou liever—mevrouw.... + +MEVR. V. WALDEN. Niet tegenstribbelen, Hope, m’n allerbest kind.... In +achttien-honderd-negentig, Dolf, heb je—heb je veertien dagen (met +moeilijken glimlach) gezeten.... + +DOLF (luchtig-vergenoegd). Ja mamaatje, daar staat me wat van bij.... + +MEVR. V. WALDEN. Je was met ’n meisje (beschaafd-aarzelend)—te ver +gegaan—en de broer, die ’t zich aantrok—mishandelde je.... + +DOLF (vroolijk). Gretchen—Valentijn—Faust.... + +MEVR. V. WALDEN. Dolf! Dolf!... Heusch, we hebben iets léélijks gedaan +in die dagen.... Zij was in—zie me niet zoo làchend aan, jongen!—zij +was in—omstandigheden. Jij heb niet meer, nóóit meer naar ’r omgekeken. + +DOLF. Mamaatje!.... Laten we ’n tikje redelijk blijven.. + +MEVR. V. WALDEN. Dat bèn ’k.... + +DOLF. U heeft geen flauw begrip over wie, over wat u spreekt.... + +MEVR. V. WALDEN. Ik spreek over—over de moeder van—laten we zeggen: ’n +kind.... + +DOLF. Slik ’t maar niet in! Ik kan ’n stootje velen, hahaha!... Och, +och!... Twéé paar gefronste wenkbrauwen!... Nee zeg, laat me geen uur +op ’t zondaarsbankje zitten, hahaha!... ’n Kluifje voor Hope.. +Mamaatje: alle gekheid op ’n stokje—èn àls ’k ’t me goed herinner—ja, +al kijken jullie als scherprechters!—àls ’k me goed herinner: ’k heb +geen dagboek van m’n zonden aangelegd, hahaha!—die juffrouw, die me +indirect belet heeft door te studeeren—jammer!—had—was... Is dàt ’t +onderwerp voor ’n gesprek met jùllie—was ’n—(met lachend geweifel) ’n +dametje van licht.... + +HOPE. ’n Gevallen vrouw. + +DOLF. Dat kun je ook minder sòmber zeggen! Ze had al met meer dan +een—nou flap ’k ’t ’r uit, omdat jullie me ’t vuur aan de schenen +legt—met ’n paar dozijn gelééfd—toen ik aan de beurt kwam. Dat klinkt +hard en ruw, mamaatje: ik maak ’t leven niet. Op ’n dag beweerde ze, +dat ’k vader—en de mogelijkheid wàs helaas niet buiten gesloten.... +Drie, vier, vijf maanden later—leg me op de pijnbank—precies weet ik ’t +niet!—had je de herrie met ’r zoogenaamden broer.... ’k Herhaal—om ’r +’n eind aan te maken—laten we redelijk blijven—ik heb ’t mijne +gedaan... heb behoorlijk gedokt—tot ze, gelukkig voor ons allen van de +vlakte verdween.... + +MEVR. V. WALDEN. Dàt wist ’k allemaal. Maar ’t kind is geboren—’n +meisje, Dolf.... + +DOLF (luchtig-verwonderd). Och kom!... Hoe weet ù dat? + +MEVR. V. WALDEN. Voor de geboorte heeft ze me—’n „dreigbrief” +geschreven—nà de geboorte nòg een.... + +DOLF. En?.... + +MEVR. V. WALDEN. En.... En niets.... In één-en-negentig dacht ’k zoo +alleen aan mezelf, was ’k zóó’n egoïst—zoo bang voor de wereld, die m’n +eerste huwelijk vergeten was—dat ’k ’r nièt antwoordde, geen letter. Je +papa zond ’n honderd gulden in gesloten couvert. Den eenen brief heb ’k +verscheurd—den anderen bewaard, om ’r—hoe láát ben ’k mènsch +geworden!—om ’r politiezaken van te maken, als ze nog eens probeerde +„af te dreigen”.... Verleden week bij ’t sorteeren van paperassen, vond +’k ’m.... En ’k kreeg ’r de tranen van in m’n oogen.... ’t Wàs ’t +geluid van ’n moeder, die geen uitweg weet.... Je kunt ’m zelf +lezen—hij ligt bij m’n laatsten wil—en die laatste wil is ook, vóóral +ook, Dolf, dat je onderzoekt wat ’r van die vrouw is geworden, als ’t +mij niet lukt.. + +DOLF (luchtig). Ik ben ’r paf, paf, paf van—ù niet lukt...? + +MEVR. V. WALDEN. ’k Heb m’n chargé-d’affaires last gegeven informaties +in te winnen—zoo discreet mogelijk.... Begrijp je, jongen, dat als ik +toen wakker was geweest—ik—jij was misschien te jong voor +verantwoordelijkheidsgevoel—dat ik jouw.... jouw.... + +HOPE. Zijn dòchter.... + +DOLF. Merci voor ’t waarmerk! + +MEVR. V. WALDEN. Dat ik jouw dochter—ze kàn ’t geweest zijn—nóóit aan +’r lot zou overgelaten hebben?.... Geen glimlach, jongen.... Toe, toe, +geen cynisme! (grijpt z’n hand opnieuw).... Doe de belofte, die ’k je +vraag, dat je die vrouw en vooral dat kind—kind—hoe de tijd vliegt!—àls +ze onder de lévenden is, moet ’t ’n meisje van zeventien, achttien +zijn—dat je ’r zóó lang zal zoeken tot je ’r vindt.... + +DOLF. Kom, mamaatje—wat ’n excessieve.... + +MEVR. V. WALDEN (dringender). Je zal ’r me zóó gelukkig mee maken, +jongen—ik pleit niet voor die vrouw—ik pleit niet tegen ’r—ik denk aan +’t kind.... + +DOLF. Wat is dat mamaatje? Tranen! Tranen? + +HOPE. Mevrouw! + +DOLF (glimlachend). Daar—ik beloof ’t. + +MEVR. V. WALDEN. Glimlachend? Glimlachend? + +DOLF. Als ’k ’t maar belóóf, hé?... (zwak-spottend). ’k Steek ’r m’n +vingers bij op, dat ’k waarachtig moeite zal doen ’r te vinden. Hoe +heet m’n.... vrouw ook weer? + +MEVR. V. WALDEN. Weet ’k niet. Sofie... Sofie... + +DOLF. Dat marcheert. Ik ken ’r enkel als Kreeftje! Kreeftje.... + +MEVR. V. WALDEN. Zul je dat kind als ’n dochter...? + +DOLF. Als ’k er ù—en m’n vriendin Hope—mee plezier.... + +MEVR. V. WALDEN. Zoo waar Gòd ons ziet? + +DOLF. Mamaatje—moet ’t zoo plechtig! ’t Wordt ’n geweldig +stuivers-romannetje.... + +MEVR. V. WALDEN. Ik heb zoo’n spijt van m’n harteloosheid. + +DOLF. Geexalteerd moedertje: op één conditie herhaal ’k m’n belofte in +vòlste ernst—als je weer een, twee, drie gaat rusten—we zullen Jan +Linden niet onder de oogen durven komen.... + +MEVR. V. WALDEN (hem op ’t voorhoofd zoenend). Dank je—dank je, jongen. +Al lijkt ’t je nog zoo overdreven—’t gaf me den heelen dag ’n gevoel +van gejaagdheid, of ’k iets vergeten, iets vergeten had... Je arm, +Hope—’k zal vannacht als ’n roos slapen. (bij de deur). Ontbijten we +samen? Ja? Acht uur.... En vast afgesproken, Dolf? + +DOLF (bij de deur). Vast. + +MEVR. V. WALDEN (reeds onzichtbaar). En zonder uitstel?... Van af +morgen? + +DOLF (lachend). Van af morgen. M’n jachtkostuum kan ’k ’r voor +aanhouden, hahaha! Dat zal ’n jacht met hindernissen worden. Mamaatje! +Mamaatje! (sluit de portières). Binnen! + + + + + +VEERTIENDE TOONEEL. + + +Dolf, Kelner. + + +KELNER (de plats neerzettend). Un chateaubriand exquis, monsieur.... +Quel vin est-ce que monsieur désire? + +DOLF. Niemendal! Uitrukken!... En je een beetje gepaster tegenover de +verpleegster gedragen, ventje! Begrepen?... Jij heb behoorlijk te +kloppen, als ’n dame bezig is zich te kleeden! Mond houen! Mond houen, +kwast van ’n kerel!—en anders stuur je je patroon maar hier! Wacht je +ergens op? Bonjour dan! (Kelner af—hij bindt de servet voor, begint te +eten—tot Hope). Zoo. Nu éét je ’n stukje mee—’k zal je couvert +klaarzetten. + + + + + +VIJFTIENDE TOONEEL. + + +Dolf, Hope. + + +HOPE. Nee meneer—’k ga ’n uurtje rusten, als ù zoolang blijft. + +DOLF. ’k Zal op jullie twée passen, als ’n waakhond (zij gaat naar haar +kamer). Hope!... Je deur heeft toch wel ’n dubbel slot? + +HOPE. ’k Zal ’r nièt sluiten, meneer. + +DOLF. Zooveel vertrouwen ineens? + +HOPE. Iemand, die „’n jacht met hindernissen begint”—die daar z’n +vingers voor opsteekt—die.... + +DOLF. Die is nog te „redden....” Hahaha! + +HOPE. Misschien (een bons).... Wat was dat? + +DOLF (onbewegelijk). Kan dat in... de slaapkamer geweest zijn? + +HOPE. Nee—’t kwam van dié kant.... + +DOLF (angstig). Kijk ’ns voorzichtig.... (Zij opent de schuifdeuren op +een kier, schrikt, wijkt achteruit, snelt naar binnen—hij staart ontzet +in de opening). + +HOPE (smartelijk klagend). O, o, lieve, goeie, beste... Hoe kom je nou +zoo... O, o, o!... + + + DOEK. + + + + + + + + +TWEEDE BEDRIJF, + + +(Smaakvolle jongezelle-kamer—weelderig-intiem gemeubeld. Tweede en +derde plan, rechts, de gebeeldhouwde deurenvrije toegang tot een +bibliotheek, waarvan een deel zichtbaar is—daarnaast een sierlijk +schrijfbureau, bestapeld met kunstvoorwerpen, tijdschriften, +portretten. Tegen den achterwand, die in het midden een deur met +gobelin heeft, dressoirs en standaards met curiositeiten, aquarellen +enz. Eerste plan, links, deur-met-gobelin van de slaapkamer. In den +schuinen hoek van tweede en derde plan, links, een rustbank met +smyrna-kleed. In het midden der kamer een eikenhouten tafel +gebeeldhouwd, met gemakkelijke leeren fauteuils. Vroegmiddag.) + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Jaap, Dolf. + + +JAAP (die juist af geruimd heeft, plaatst den dienbak bij de +achterdeur, spreidt een gebattikt tafelkleed over de tafel—De telefoon, +op de schrijftafel, gaat over. Rustig neemt hij de gehoorbuis). Jawel. +Met Van Walden—met de huisknecht—ja, met Jaap—wil u even wachten? +(aarzelend) ’k Geloof niet dat meneer thuis is—’k zal zien (legt de +buis op het tafelblad). + +DOLF (in de deuropening der slaapkamer). Wat fantaseer je? + +JAAP. Zachies, meneer... Mevrouw Lebeau: of ze u... + +DOLF (wenkt met de hand, dat hij er niet is—heel zacht). Op reis! + +JAAP (bij de telefoon). Hallo!... Spijt me, mevrouw, meneer is niet +alleen niet thuis—zooals ’k dacht—hij moet op reis zijn gegaan.... +Waarheen? Waarheen?... Ja, dàt weet ’k niet... Wanneer terug?... ’k Zou +’t niet kunnen zeggen—misschien de volgende week.... + +DOLF (fluisterend roepend). Langer! + +JAAP. Misschien langer... (houdt z’n lachen in)... ’k Zal ’t meneer +zeggen, mevrouw.... Adieu, mevrouw... (hangt gehoorbuis op). + +DOLF. Nou?... De boodschap? + +JAAP. Nom de Dieu!... Sacrénom!... Fiche moi le camp... Je me fou de +lui... + +DOLF (hartelijk lachend). Hahaha!... Je ben niet verkeerd verbonden +geweest... (de antieke klok slaat twaalf)... Twaalf?... Twaalf!... + +JAAP. Meneer mag zich wel haasten—om negen heb ’k geklopt—om half +tien—om... + +DOLF (zich uitrekkend).... Man hou je mond—die klok maakt genoeg +spektakel (geeuwt). ’t Slagwerk haal je ’r vanmiddag uit.... + +JAAP. Jawel meneer, hahaha!.... + +DOLF. En lach als je buiten de kamer ben! + +JAAP. Als ’t u hinder.... + +DOLF. Ja, ’t hindert me—’k ben bang dat je je gebit kwijt raakt, als je +schik in je leven krijgt... (geeuwt)... Wie komt—wachten (af in +slaapkamer). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Jaap, Dr Linden. + + +JAAP (legt eenige boeken op ’t gebattikt tafelkleed, neemt den +dienbak—wijkt bij achterdeur voor Linden uit)... Pardon, dokter. + +DOKTER. Is meneer hier? + +JAAP. Meneer is nog niet bij de hand—heeft pas ontbeten. + +DOKTER. Goed. Dan wacht ’k in de bibliotheek. + +JAAP. Zal ’k meneer liever?.... + +DOKTER. Nee, Jaapje—dat doe ’k zèlf (Jaap af—hij doet een paar passen +naar de zijde der bibliotheek, neemt een fauteuil, slaat ’n boek open, +fluit een studente-signaal). + +DOLF (beantwoordt dat, opent lachend de deur). Excuseer m’n overhemd, +kerel... In twee seconden! (wil in z’n kamer terug—draait zich nog even +om) Zeg, Jan, fluit dat deuntje geen tweede keer, asjeblief! ’k Wor +straks meer dan me lief is, an m’n vervloekten studente-tijd +herinnerd—De sigaren staan achter je—in die schedel... Tien tellen! +(af—Linden neemt een sigaar, leest—telefoonschel—hij wil luisteren)... +Ik ben op reis—op reis!.... + +DOKTER. Wie daar? Madame Lebeau?... Op reis... Pischt, waar ben je na +toe?... + +DOLF. Naar ’n sanatorium in Duitschland—overspannen! + +DOKTER (in den toestel pratend)... Naar Duitschland (verwonderd)... +Dank u wel—’k zal ’m telegrafeeren. (hangt toestel in haak)... Of ’k je +positief zeggen wou, dat je ’n sale type, ’n cochon... + +DOLF... Jawel, jawel—ken ’k droomen! (weer af). + +DOKTER (van ’t schrijfbureau ’n paar maal iets opnemend, lacht, gaat +opnieuw voor de tafel lezen). Morgen, morgen! + +DOLF (z’n jas aanschietend)... Morgen!... Kerel ’k ben zoo verdraaid +katterig! + +DOKTER. Mooi zoo. En dat vandaag. Is dit de oorzaak? + +DOLF. Haarspelden? Vond je die hier?... Nee, op m’n woord niet. In geen +maanden ’n vrouw bij me gehad! Leg ze nou niet op de tafel! Haal geen +grapjes uit! (werpt ze in de snippermand, naast schrijftafel). Dat zul +je nu niet gelooven, Jan, maar die dingen vinden we met grossen—of ze +jongen. Elk verleden begint bij ’n haarspeld.... + +DOKTER. ’t Verleden van die twee kan, zou ’k denken zoo ver niet +zijn... Van je bureau opgepikt, haha! + +DOLF. Attentie van dien smakker van ’n Jaap—is geestig op zijn +manier!... Nee maar, Jan, vent, kind, hart—kijk me niet zoo guitig +an—of je me half gelooft! ’k Wou dàt je gelijk had, wóú dat ’k je +slimme schalksche oogjes verdiende! Ach! Ach! Nog ’n kwartier, nog ’n +half uur—en ’k zit met m’n katterig gezicht—zie je ’t me an?—in bedrijf +nummer zooveel van de allerdolste komedie. Geef me ’n lucifer, vent. +Merci. Even ’n trekje. In presentie van m’n collectie dochters—vijf, +zegge vijf, zijn op de annonce afgekomen—zal m’n vaderhart +fatsoenshalve te actief werkzaam moeten zijn, om ’n Henry-Clay te +kunnen rooken. Kind, wat ben ’k slap! + +DOKTER. Hoe laat ben je thuis gekomen? + +DOLF... Hoe vroeg! ’k Heb drie uur—nee, nou overdrijf ’k—vier uur +gemaft (telefoonschel)... Zou je zoo’n créature... Je hoeft niet te +twijfelen: Snipje, Snipje... ’k Schaf me telefoon af... Dat is +vervloekt als je liaisons je nummer weten.... (telefoonschel).... +Jawel, Jawel.... Dat hou ìk ’t langste uit... Is me verleden jaar +gebeurd, dat-ie driemaal in ’t uur overging tegen kinderbedtijd, +hahaha! Zeldzaam-zenuwachtige tijd! (telefoonschel)... Nou, nou, +nou!... Dit volk is hardnekkig....’k Zal me stem veranderen... (praat +in toestel)... Meneer is op reis—ik ben de huishoudster... +(schrikkend). Excuse me, Hope, darling—ik had ’t zoo enorm druk—Over ’n +kwartier.... Kom je zelf ook?... Je eerste bezoek op m’n kamer!... Je +zal als ’n koningin ontvangen worden! Hoeft dat niet? Daar door de +telefoon ’n kus... Moet ’k uitscheiden met m’n gekheid?... Ze krijgt ’r +’n kleur van, Jan! Hahaha!... Ja, Linden zit bij me—hoofdcontroleur!... +Eén oogenblikje nog, darling! Moeten die vijf dochters van me—’k wil ze +àllemaal ongezien adopteeren, om van de last af te zijn!—moeten die op +’t een of ander getrakteerd worden? Chocolade, anijsmelk... Wat?... Wat +dan?... (hangt gehoorbuis op)... Laat me staan... Is ’r van door, +hahaha!... (schelt electrische knop boven de tafel). Daar had ’k bijna +’n blunder begaan, hè? (geeuwt)... Excuseer! ’k Zou ’r zoo ’n paar uur +onder kunnen kruipen.... + +DOKTER... Ik wacht geduldig, om te hooren wat je uitgehaald heb.... + +DOLF. Uitgehaald?... Eerst met Beelaart, na ’t diner, ’n partij +geschaakt—remise, na ’n zit van negen tot eenen... Ja! (tot Jaap)... +Haal jij ’ns vlug ’n bouquet witte rozen.... + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +De vorigen, Jaap. + + +JAAP. Jawel meneer. + +DOLF. Jaapje—nou nòg eens: lach met meer overleg! (tot Linden). ’k Heb +’m de vorige week, voor moed, beleid—vooral beleid!—en trouw ’n nieuw +gebit cadeau gegeven, omdat ’k z’n ruine om esthetische overwegingen +niet zien kon—en nou lacht dat schaap telkens met z’n tanden óver +mekaar!... Schiet op!... De mooiste theerozen, die je krijgen kan! Nou? + +JAAP (met bedwongen grijns)... D’r zit benejen ’n juffrouw.... + +DOLF. Wat voor ’n juffrouw? + +JAAP. Van ’n advertentie—met de moeder d’r bij... + +DOLF. Zoo. Wachten (geprikkeld)... Wat sta je met je hand? Moet je +boksen? + +JAAP (de gehandschoende hand openen). Me duim is ’r door.... + +DOLF. Zoo—je duim ’r door? Marsch! En vlug! + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Dolf, Dokter. + + +DOKTER. Hahaha! Heeft-ie z’n witte handschoenen voor de gelegenheid +aangetrokken! + +DOLF.. Zoo’n kaffer! Informeer ’k nou nièt, dan loopt-ie den heelen dag +of-ie ’n misvormde knuist heeft! Wat was ’k bezig te vertellen? De +partij schaak. Juist. Bij half twee, van plan bijtijds in bed te +eenzamen—voor de belangwekkende conferentie!—ontmoet ’k Bannema, +Kareltje, en état de désespoir—driekwart zelfmoord-ideejen—aan de beurs +gedobbeld—Jantje, wat ’k zeg is vertrouwelijk! + +DOKTER. Natuurlijk.... + +DOLF. Gedobbeld, om den staat van z’n vrouw bij te houden. Had ’t al +met ’n open gaskraan geprobeerd—niet gelukt—kan ’k niemand aanraden: de +weduwe krijgt de gasrekening!—liep gewoon te huilen—’n gat van ’n halve +ton, en ’n vermogen naar de weerlicht, als de baisse aanhoudt!—’n +Vrouw, die huilt, doet me verbazend weinig—kwestie van gewoonte—’n +màn—en wat ’n door en door braaf ventje!—maakt me ondersteboven. Heb ’m +geholpen. + +DOKTER. Zoo maar? + +DOLF. Ruineeren zal ’t me niet. Mama’s aandeel—de goeie ziel: dat is +nou net drie maanden geleden!—heb ’k voor veertien dagen met m’n +nobelen neef geschikt—et zut!—Je had z’n blijdschap moeten zien! ’k +Moest met ’m mee—naar z’n huis—en daar hebben we allebei tot vijf uur +zitten pimpelen, de eene flesch Rijnwijn na de andere. ’k Heb ’m ’n +tikje om gekregen—hahaha! + +DOKTER. Dolf, Dolf—ik heb geen enkel recht je raad te geven—maar ’t +lijkt me toch zacht gesproken onverantwoordelijk ’n dobbelaar, zonder +eenig verder onderzoek te steunen—en voor dàt bedrag.... + +DOLF. Jan, nuchtere kerel, ik ben te katterig, om je ongelijk te +geven—maar m’n woord is m’n woord en m’n handteekening m’n +handteekening—de cheque is binnen—en de kinderen hebben Kareltje in ’n +prachtig humeur gezien, als-ie ook niet te katterig is! + +DOKTER. De kinderen? + +DOLF. Vier. Ja vier! Hij heeft ’t verder gebracht dan jij... Vannacht +om bij half vijf, toen ’k die smerige zaken in orde gebracht had, +zei-ie: loop even op je teenen mee, dan zal ’k je de kinder-slaapkamer +laten kijken. Ik verzeker je, Jantje—en zonder groote woorden!—dat ik +die slapende kopjes niet zal vergeten—zulke hoofdjes—en zulke +mondjes—en.... Hahaha! Goud waard! Goud waard! Stel je voor—tegen ’t +afscheid staat Kareltje onzeker op, zet nog ’n zes, zeven wijnglazen op +de tafel, giet ’r scheutjes in! Wat voer je uit vraag ik.... Ik ben +bang, zegt-ie—goddelijk, pyramidaal!—dat me vrouw of de meisjes twéé +glazen bij ’n half dozijn leege flesschen zullen zien! Hahaha! Hoe +is-ie? ’t Modernste préservatif voor getrouwde mannen, die ’n +buitensporigheid doen!.... Ja. Ja.... Binnen! + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +De vorigen, Jaap. + + +JAAP. Asjeblief meneer—de rozen. + +DOLF. Netjes. Daar in de vaas. + +JAAP. D’r zijn d’r al drie, meneer. + +DOLF. Allemaal met moeders? + +JAAP. Nee, meneer—alleen de eerste. En dan is ’r die detective, die al +’n paar maal geweest is. + +DOLF. Die met.... + +JAAP. Ja meneer. + +DOLF. Wat nou ja meneer? Wat heb ’k bedoeld? + +JAAP. Dat weet ’k niet—ik dacht.... + +DOLF. Lach niet!... Lach niet!... ’k waarschuw je: ’k neem ’t weer +af!... Laat die met—waarvan jij dàcht... laat die boven komen. + +JAAP. Ja meneer (af). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Dolf, Dokter. + + +DOKTER. Is dat de man die aan ’t snorren geweest is? + +DOLF. Ja-ja, ’n Gladekker, first class, door den chargé-d’affaires van +de goeie ziel, ergens bij de politie opgeduikeld, ’n gewezen +inspecteur, gesjeesd omdat-ie te handig voor z’n supérieuren werd! +(plukt een knop uit den bouquet, steekt die in z’n knoopsgat). Jan, +voortreffelijke kerel, Jan, ouwe boemelaar—als ’t vandaag niet lukt—als +geen van de vijf m’n—’t kriewelt in m’n keel, als ’k ’t fatale woord +uitspreek!—geen van de vijf m’n dòch-ter blijkt, ga ’k in ’n klooster, +om Hope d’r oogen, d’r prachtige oogen te ontloopen... Had je ook niet +voor drie maanden kunnen denken, dat ik, ik, door ’n menschje, dat om +’n haverklap m’n uitstekend humeur bederft, dat ’k bij tijden gewoon +niet zetten kan—schrikkelijke individuën, die hyper-moderne +wijfjes!—dat ìk door zóo een aan ’n zijden draadje rond word geleid!... +Als de goeie ziel ’t vodje van ’n brief niet bewaard had—en dien avond +van ’r dood niet de obsessie van de Stichting en ’t kinderen-asyl, die +groteske belofte.... Entrez! Ga zitten. Steek ’n sigaar op. + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Schmidt. + + +SCHMIDT (nadat Jaap de deur gesloten heeft)... Ze zijn ’r. Kan ’k +praten waar meneer bij is? + +DOLF. Sans gêne! Dokter Linden—ook uit dien tijd—rechercheur Schmidt. + +SCHMIDT. Detective, als ’t u ’t zelfde is. + +DOLF. Je mag je precies noemen zooals je wil, als je ’r maar heb! ’t +Zit me tot hier! + +SCHMIDT. Over mij heeft u geen reden van klagen! ’t Onmogelijkste, ’t +bijna bovenmenschelijke, heb ’k gedaan. Voor niet één zaak moest zoo +gesnuffeld worden—niet één was zoo ingewikkeld. Dat behoef ’k zeker +niet te resumeeren!.... + +DOLF. Resumeer gerust—laat m’n vriend, den dokter meesmuilen—die denkt +honderd tegen een, dat we stil hebben gezeten! Moordenaarswerk! In ’n +woestijn vind je iemand makkelijker, dan in de zoogenaamde geordende +samenleving! ’n Schande, ’n schande.... Niet rooken?.... + +SCHMIDT. ’k Steek ’m liever bij me. Dank u. Dokter, die vrouwspersoon +is met of zonder ’r kind radikaal, spoorloos verdwenen—spoorloos. Toen +de zaakgelastigde van wijlen mevrouw me bij zich ontbood, zonder te +zeggen wat ’r aan ’t handje was, zei ’k, zoo zeker als van ’t uur van +m’n dood, dat ’t bagatel—’t bagatel: ’k had lastiger zaakjes +uitgepluisd—binnen ’n week afgehandeld zou worden. Dat kon ’k beloven, +kon ’k, omdat we aan de kleine strafzaak tegen meneer houvast hadden, +dat van.... + +DOLF. Jawel jawel—meneer is me zelf met nòg wat vrienden met ’n +tweespan aan de gevangenis komen afhalen, hahaha! Herinner je je, +Jantje? + +DOKTER. Hahaha, en hoe! + +SCHMIDT. De dossiers heb ’k nageslagen—vond den naam van den +koloniaal—werkte den Burgerlijken Stand ’89, ’90, ’91 af, zag dat de +koloniaal in ’94 in Atjeh stierf—geen zuster ingeschreven—niet één +zuster.... + +DOKTER. Hoe is dat mogelijk? Hij trok toch voor z’n zùster partij! + +DOLF. Val nou niet in de rede, Jantje, kind! Je hoort toch de feiten! +Natuurlijk ’n uit z’n duim gezogen zuster, om zelf geen straf op te +loopen—we hebben allebei legio zusters in die dagen gehad! + +SCHMIDT. Toen zat ’k vast. De brief aan mevrouw, dien ’k in ’t begin +niet lezen mocht, was met Sofie onderteekend—en meneer had ’r nooit +anders dan, dan.... + +DOLF. Dan kreeftje genoemd—omdat ze zulk magnifiek rood haar had—en gek +met kreeft was—één avond twee heele bussen.... + +SCHMIDT. Toch erg onverstandig, als ik ’t opmerken mag—’n verhouding +zonder vàn.... + +DOLF. Gebeurt me ook nooit meer. Kreeftje, Puckje, Snipje—’k moet ’t me +afwennen. + +SCHMIDT. ’n Volle maand ben ’k bezig geweest—de sigarenwinkel was +verdwenen—de handschoenenwinkel sinds jaren op de flesch. De +college-vrienden van meneer, die ’k zoo voorzichtig mogelijk en met de +wanhopigste tact polsen wou, hadden niet zooveel geheugen +meer—getrouwde menschen mèt posities—alleen ’n ongetrouwd lid van de +Rechtbank sprak óók van Kreeftje.... + +DOLF. Hahaha! Plums! Herinner je je Plums nog—Plums met z’n museum +schelknoppen en andere gemoerde dingen! En vertel ’ns van je bezoek aan +Baars, Schmidt—Kostelijk! Kostelijk! + +SCHMIDT. Mr. Plums zei dat Dominee Baars ’r mogelijk ook gekend kon +hebben—mógelijk. Die was juist naar ’t Noorden beroepen. Die vroeg ’k +met ’n niet te beschrijven tact, dokter—’k zette overal ’t gesprek in, +of ’n erfenis losgekomen was—of hij Kreeftje.... Net kwam z’n vrouw de +studeerkamer in. Dominee keek me niet bepaald aangenaam aan, liet me +tot an de deur uit, sméét die achter me toe—met ’n bons.... + +DOKTER. Vermakelijk! + +DOLF. ’k Had er bij willen zijn! + +SCHMIDT. Op de registers van den Burgerlijken Stand van die jaren heb +’k gezweet, dokter—ben ’t monnikenwerk begonnen na te gaan welke +juffrouwen met den voornaam Sophie—aan Kreeftje had ’k bijzonder +weinig—verhuisd of.... bevallen.... of gestorven waren. Hielp +niemendal. Een Sophie, dochter van ’n slager, was naar Antwerpen +vertrokken—een, dat was onder de onechte geboorten, had ’n tweeling +gekregen.... + +DOLF. De hemel beware me! + +SCHMIDT.... Later getrouwd met ’n aannemer—geen sprake van ’n bijnaam +Kreeftje.... Drie waren ’r gestorven, dochters van bekende +ingezetenen—een was in ’n bordeel beland, stond in de ouwe +politieregisters geboekt met zwàrt haar. Ik verzeker u, dat ik ’r +nachten voor opgezeten heb—en namen overgeslagen, in die kleine +universiteitsstad, behoort tot de wetenschappelijke onmogelijkheden, +zou ’k durven beweren. Jammer dat mevrouw destijds dien allereersten +dreigbrief mèt ’t goeie adres verscheurd heeft—dan waren we ’r geweest. + +DOKTER. En waar haalt u dan die vijf meisjes, die beneden wachten, +vandaan? + +SCHMIDT. Waar? Als niets je meer helpt—je niet ’t minste, geringste +spoor vindt—de jonge dames die zich met studenten afgeven, zijn +dikwijls overdag fatsoenlijk in betrekking.... + +DOLF. Zij ook—in die handschoenenwinkel...... + +SCHMIDT.... Op de flesch en zonder adres vertrokken—voor schulden—Als +je uitgepraat ben, kun je nog enkel aanhoudend adverteeren.... + +DOKTER. Gezocht ’n juffrouw met rood haar, die in ’90 den bijnaam +Kreeftje had? + +SCHMIDT. Nee, dokter. + +DOLF. Heb ik je de kranten nog niet laten zien? + +DOKTER. Jij mij? Wanneer? + +DOLF. Heeft Hope je niet ingelicht? + +DOKTER. Hope? Die wordt al stil en gesloten als ze je náám hoort! + +DOLF (pakket van de schrijftafel nemend). Dossier van de... verloren +dochter. Die blauwe potloodhalen! Je hoeft ’r maar een te +lezen—allemaal ’t zelfde! Ach, ach, wat ’n fumisterie, om m’n woord +tegenover de goeie, geëxalteerde ziel te houden! + +DOKTER (lezend). „Erfgenaam opgeroepen”? Is ’t dat? + +SCHMIDT. Natuurlijk. Om met tact—met tact—achter de waarheid te raken, +moet je ’n gevatten aanloop zoeken.... + +DOLF. Wou jij soms liever, dat ik annonceerde: Adolf van Walden, zoekt +de dochter van ’n zekere Sofie, bijgenaamd Kreeftje, aan wie hij in ’90 +(korzelig)... alle duivels, de historie hangt me de keel uit!... De +nonsens, om iemand zoo’n absurditeit op te dringen.... + +DOKTER. „Erfgenaam opgeroepen”. Dat zijn advertenties, die ’r inhakken! +(lezend). „De exécuteur-testamentair van wijlen kapiteìn Van +Reessen”... Ben jij dat? + +DOLF. Doe me ’t genoegen en lees zachtjes! + +DOKTER. Veel te merkwaardig, om in je eentje te genieten!... „van +wijlen kapitein Van Reessen, bij leven gezagvoerder ter koopvaardij, +heeft in opdracht een belangrijk legaat uit te keeren, aan de dochter +van zekere juffrouw Sofie, achternaam onbekend, dewelke dochter einde +1890 of begin 1891 geboren werd, vader onbekend”. Dat is niet bijzonder +duidelijk! + +DOLF. Zeg, zou jij ’r de zegen niet van af willen nemen?... De vijf +komen toch niet uit de lucht vallen! + +DOKTER. En àls—áls—’t gelúk je meeloopt: wat dan?... Wat doe je dan met +zoo’n meisje? + +DOLF. Ik doe niets—kapitein Van Reessen, oud-gezagvoerder doet. ’n +Betamelijk jaargeld—’n centje om te trouwen—’n... Als mama me zoo in de +klem zag, zou ze meelijden met me hebben!... In geen drie maanden rust, +om ’n caprice! Heb jij—die daar zoo genoegelijk zit te +grunneken—makkelijk lachen van ’n ander z’n pech!—heb jij zekerheid, +dat ’r niet ergens ’n Lindentje zwerft? Dat kleine rooie Kreeftje—nee +kwaad mag ’k niet van ’r spreken—’t was ’n aardig ding.... Als ’k ’n +enkele, dood-enkele keer op m’n kamer zat te zwóégen, zwerend dat ’k +niet naar de kroeg zou gaan, dan kon je zoo zachies in de straat +(imiteert het signaal van daareven) hooren fluiten—en als je dan je kop +door ’t raam stak, zag je de leuke rooie pruik... Dan smeet je de +sleutel naar beneden—en dan—dan leien je gedrochtelijke boeken ’s +morgens net zoo eender—Jammer toch—jammer—verdomd jammer van de +meìd—heeft nooit geld van mìj willen aannemen—Plums, Baars moesten +dubbel betalen.... Nou, Schmidt—waar wachten we op? + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +De vorigen, Hope. + + +HOPE (door de bibliotheek binnentredend). Goeien morgen, heeren. + +DOLF. Was jij daar al làng? + +HOPE. Pardon. Ik kom zoo juist binnen—stoor toch niet?—Dag dokter—dat +is charmant van u.... + +DOLF. Heeft die ezel van ’n Jaap je den weg niet gewezen? + +HOPE. Jawel—zou u me even.... + +DOKTER. Meneer Schmidt, detective—zuster Hope. + +HOPE (na wederzijdsche buiging). Jawel zeker heeft ie den weg naar de +wachtkamer gewezen. Hij dacht dat ik ook.... + +DOLF. Hahaha! Onbetaalbaar!.... Buitengewoon! + +HOPE. Toe meneer—we zijn niet „onder ons”. + +DOLF. ’k Zie ’t ’m zoo doen met dat gebit, dat-ie nog ’ns inslikt, +als-ie strooppannekoeken eet—en met z’n gedistingeerden duim, +hahaha!... Hope, wat kijk je weer als ’t laatste kwartier achter ’n +wolk! Mag ik je even ontlasten? + +HOPE. Nee meneer—ik hou liever alles aan. + +DOLF. Ook je hoed? + +HOPE. Ook m’n hoed. + +DOLF (haar de rozen presenteerend). Met m’n eerbiedigst welkom bij je +eerste bezoek—en als souvenir aan de plechtige gebeurtenis van +vandaag.... + +HOPE (koeltjes). Dank u wel. En mogen die meisjes nu boven komen? ’n +Bijzonder genoegen voor ze.. + +DOLF. Wat bedoel je? + +HOPE. Ik bedoel—nee niets. Of ja! Waarom zou ’k ’t niet?.... Héél +kiesch lijkt ’t niet, meneer, vijf in elkander’s tegenwoordigheid te +brengen die nu van mekaar wéten dat ze onechte kinderen zijn..... + +DOKTER. Kom, vindt u dat zoo erg.... + +HOPE. Ik ja—Als kind heb ’k dat óók erg gevoeld.... + +DOLF. Hope—we zijn niet alléén.... + +HOPE. Nee—dat zei ’k juist zelf. Meneer—meneer.... + +SCHMIDT. Schmidt.... + +HOPE. Meneer Schmidt blijft voor ’t..... kruisverhoor? + +DOLF. Schmidt is opzettelijk gekomen, om met de stukken te verifieeren +of de identiteit kan worden.... + +HOPE... Vastgesteld? + +DOLF. Jà, Hope!... Of moet ìk in ’n vloek en ’n zucht pà van ’n +anderman’s pa-lóós kind worden? + +HOPE. Op weg hier na toe, dacht ’k, dat ik als vróúw—als eenige vrouw +met de zaak bekend—de aangewezen ondervraagster van die meisjes kon +zijn—uw mama zou ’t beslist hebben gedaan, als ze nog leefde.... + +SCHMIDT. Pardon, zuster—en neem me niet kwalijk, als ik me in ’t +gesprek meng—ik geef in overweging, dat uitsluitend ik en niemand +anders de noodige vragen stel. U heeft den ondergrond van ’t geval in +uw gedachten—zij weten niet beter dan voor ’n erfenis, ’n èrfenis, +opgeroepen te zijn. En zelfs als een van de vijf de meest frappante +antwoorden geeft, dienen we nog gereserveerd te blijven—moet ’t aan mij +worden overgelaten de laatste informaties in te winnen op ’t +bevolkingsregister, bij buren en zoo voort.... + +HOPE. Dus dan ben ìk niet noodig? + +SCHMIDT. Direct nee!—Noodig zijn meneer Van Walden en misschien de +dokter, die Kreeftje—pardon juffrouw Sofie—’n paar maal gezien meent te +hebben.... + +HOPE. Dan wensch ’k de heeren veel succes.... + +DOLF. Is dat ernst, Hope? We staan ’r op, Jan Linden en ik—wat Jan?—dat +je de vertooning van a tot z volgt.... + +HOPE. Ik houd niet van dat soort vertooningen..... + +DOLF. Val je weer over ’n woord, hahaha!... + +DOKTER. Zuster, heel, heel erg verkeerd! Gesteld dat we slagen—begint +dan niet uw taak?... + +HOPE. Nee, de zijne. + +DOKTER. (haar in een fauteuil neerdrukkend) Stribbel niet verder +tegen!—Uw opmerking straks was niet onjuist—wij kunnen den raad van ’n +zuivervoelende vrouw uitnemend gebruiken—’t spijt me dat ’k m’n eigen +Annie niet meebrengen mocht.... + +DOLF. Diplomaat! (schelt) Nu exécuteur-testamentair van wijlen kapitein +Van Reesen—in positie asjeblief! (tot Jaap in de deur) Opdienen! Die +met ’r móéder ’t allerlaatst.... Ze weer uitlaten als ’k schel—’n +nieuwe bovenlaten als ’k voor de tweede maal roep. En avant. Den heelen +middag spendeeren we ’r nièt aan.... (telefoonschel—tot Linden, met +angstige stem)... Wil jij even, Jantje—of nee: jij gaat ’r te onstuimig +mee om! (vraagt met veranderde stem) Wie daar?... Hallo? (opnieuw +gewoon) Ben jij ’t Bannema?... Kerel, ’k ben gekookt!... Nee, geen +dankjes!... ’t Eenige wat ’k je kwalijk neem, is dat je me zoolang +onder de wijn heb gehouen! Geen vier uur getukt! Goed, goed—maar op ’t +oogenblik heb ’k belet. Adieu! Tot vanmiddag! (tot het meisje dat de +laatste woorden gehoord heeft, en bij de deur verlegen lacht). Ben +jij?... Pardon—ik zou m’n mond houden! Laat ’r gaan zitten, meneer +Schmidt. + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Grete Donker. + + +SCHMIDT. Hoe heet u? + +GRETE. Grete Donker.... + +SCHMIDT. (in portefeuille snuffelend) Juist—u heeft op de advertentie +geantwoord—en ik heb u verzocht om een uur bij meneer Van Walden te +komen met uw papieren. Heeft u die meegebracht? + +GRETE (verlegen)... Da’s te zegge, meneer—me geboortebewijs hè-’k—en me +getuigschrifte van me laaste betrekking.... + +SCHMIDT. (het geboortebewijs inkijkend) Bij wie dient u? + +GRETE. In de winkel van Sannes, as.... + +SCHMIDT. (nauwelijks luisterend). Geboren 5 December ’90.... + +DOLF. 5 December—Sinterklaasavond.... + +GRETE. (verlegen) Ja. Hèhèhè!.... + +SCHMIDT. Waar woonde uw moéder—uw vader, heeft u die gekend?.... + +GRETE. (giftig). Nee, die smeerlap het me moeder voor alles alléén late +opdraaie, toen-ie voor de Oost teekende.... + +SCHMIDT. Waar woonde uw moeder, toen u geboren werd? + +GRETE. Weet ik dat!.... + +SCHMIDT. Ik bedoel geen naam van ’n straat—de plaats—de stad.... + +GRETE. Dat staat toch in ’t geboortebewijs.... + +DOLF. Jongen, Schmidt—da’s niet listig van je! + +SCHMIDT. (’n tikje geergerd). Ik heb daar m’n reden voor, meneer. (tot +Grete). Dus dan is u zéker in Amsterdam geboren—en daar woonde uw +moeder al vóór dien tijd? + +GRETE. Me benne d’r nooit vedaan geweest. Me moeder is d’r gebore en +gestorreve. + +SCHMIDT. Nog één vraag, meisje—dan weet ik voorloopig genoeg, tenzij +een van de andere heeren nog iets wil weten—welke kleur haar had uw +moeder? + +GRETE. Bruin—maar ’t laaste jaar in ’t gasthuis wit. + +SCHMIDT. Dank u. Ik geloof nièt, juffrouw Donker, dat u in aanmerking +zal komen—maar in ieder geval hoort u nader van me. + +GRETE. As ’k maar ’n klèin beetje krijg—’k ha-d’r zoo op gevlast.... + +DOLF. Daar zullen we over denken—iets schiet ’r altijd op over. Dus uw +vader kan nooit ’n student zijn geweest....? + +GRETE. ’n Stedent? ’n Stedent? Nee, daar had moeder de smoor an, omdat +ze in ’t gasthuis zoo om d’r bed zworreve.... + +DOLF. Dan kan ze gaan, hè? Dag juffrouw. (schelt). + +GRETE. Dag heere—dag zuster. (af). + +DOLF. Da’s één niet uit de loterij. (schelt) Nummer twee! (tot Hope +welke bij de laatste vragen op is gestaan—bij den doorgang naar de +bibliotheek boeken uit de rekken nemend). Blameer me niet—’r zijn ’r +geen zes opengesnejen—allemaal mise-en-scène!—geleerdheidspatserij!—en +die wèl in handen geweest zijn, kunnen ’n luchtje hebben!.. (Hope +glimlacht pijnlijk, zit weer in den fauteuil) Weet je, Jantje, dat ’k +vannacht, voor ’k eindelijk insliep, ontdekt heb, dat de vrouw ’t +heelal regeert? Mathematisch bewijs?... Vox populi vox Dei: de stem van +’t volk is de stem van God. Dat is een. En ’t nòg bekender: Ce que +femme veut, Dieu veut: Wat de vrouw wil, wil God. Ergo de stem van God +is de stem van de vrouw.... De stem van de vrouw is de stem van... +Binnen! + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Suze Meier. + + +SCHMIDT. Hoe heet u? + +SUZE. Suus.... + +SCHMIDT. Verder? + +SUZE. Meier. + +DOLF. Ga d’r bij zitten, Suze. + +SCHMIDT. Ik heb u geschreven... + +SUZE. Asjeblief. ’k Hè de pepiere in ’n pakkie bij mekaar. Me moeder +hiet Sefie Meier, ha zellef meegekomme as ze geen mankement an d’r been +ha gehad—van ’t water.... D’r fotegrawie leit d’r tussche, toe ze zoo +oud as ik was—me vader hiette Cornelis van der Vliet—en ha femilie die +Van Reesum hiette—en ha geen tijd met me moeder te trouwe, omdat-ie +sjecheerder bij de Spoor was en in negetig overreeje wier vlak voor ze +anteekene zoue... Nou da’s geen schande voor mijn. En me moeder ken d’r +ook niks an doen. En de naam Reesum het ze meer as eens hoore noeme—die +was toe stuurman op de paketdienst.... + +SCHMIDT. Ho! Ho!... Niet zoo doorslaan, juffrouw Meier... + +SUZE. Me vader.... + +SCHMIDT. Suscht!.. Even inkijken. (leest de papieren, die hij in de +hand gehouden heeft) + +DOLF. Geef u mij ’t portret, meneer Schmidt. (bekijkt het) Nee. Nooit +gezien. Onmogelijk. (droog)... En ’t is natuurlijk onwaarschijnlijk, +dat uw moeder in ’90 den bijnaam Kreeftje had? + +SUZE. Kreefie?... Hèhèhè!... Kreefie... Da’s me ook ’n verneukerij!... +Wie hiet ’r Kreefie?... + +SCHMIDT. Ik heb van mijn kant niets meer te vragen, meneer... + +DOLF. Ik evenmin, geachte exécuteur-testamentair! + +SCHMIDT. Dan wordt u wel bedankt, juffrouw. + +SUZE. Gossie—is ’t al afgeloope?—U het me pepiere haast niet +ingekeke... De brieve van me vader an me moeder, toe-ie nog vree... In +die eene met de inktveeg d’r op zeit-ie dat z’n oome Reesum.... + +SCHMIDT. Ik zal u morgen bericht geven en op vergoeding van de +reiskosten kan u rekenen.... + +SUZE. Gossie, gossie meneer—me broeie d’r zoo allejeezis op!—Door me +moeder d’r water in d’r beene, staat de helleft van ’t boeltje achter +de schuine deur.... ’t Klopt toch met de avvertentie.... + +DOLF. Vergeten zullen we u niet. (schelt) + +SUZE. (opstaand naar de zij der deur)... As meneer dan me nieuw adres +wil schrijve... Van de Tolsteeg gane me verhuize—morrege—na de Zijp +nommero 78 bove—dan ben ’k dichter bij de febriek. Het u ’t?.... + +SCHMIDT. Ja, ja. + +SUZE. Heere... Heere... Jefrouw... (af). + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Sofie Delange, Agnes Delange. + + +DOLF. Hahaha!.. ’k Had waarachtig moeite me goed te houen. Dat +schepseltje heeft nou ook geen seconde d’r handen stil in d’r schoot +gehad, terwijl ze bezig was—of ze ’r den St. Vitusdans in te pakken +had!—Uit je humeur, Hope?—Kind, we zijn nog niet op de helft. ’n Goed +hengelaar doet ’t met geduld. M’n kans is nog niet verkeken.... (tot de +binnentredenden)... Ja!... Kom binnen!... Twee?... Twee tegelijk?... +Schmidt: da’s je tweeling!.... + +SCHMIDT (tot Agnes)... Wil ù sivoeplee weer na de wachtkamer +teruggaan?... Een voor een sivoeplee! + +SOFIE. Da’s me zus, meneer. + +SCHMIDT. We kunnen ’t zònder getuigen af. + +AGNES (driest)... De heer van me zus wou niet dat ze alléén.... + +DOLF. Is-die fameuze heer bang dat uw zuster opgegeten zal worden? + +AGNES. (driest) Opete nee. Opete late me zus en ik ons niet—maar me +kenne de foefies van de heere—me benne niet van gister... Ik zee: je +vliegt ’r niet in—en de heer van Fie zee óók je vliegt ’r niet in.... +Daar het u niet zoo zuur om te kijke—want mijn.... + +DOLF.... Spreek uit.... + +AGNES... Nee ik smoes niks meer. Je zeit licht meer as je verantwoorde +ken, waar Fie?..... + +SCHMIDT. (haar in de rede vallend)... ’t Is welletjes, juffrouw... (tot +Sofie)... Dus ù komt op de advertentie? + +SOFIE. Ja ik—ìk kreeg ’n briefie, om hier bij meneer te komme. + +DOLF.... Gaat u zitten. + +AGNES. O, wat ’n lèkkere stoele! Om in te sterve! Precies as bij... +(slaat de vingers in gebaar van iets in te houden voor den mond). + +SOFIE... De papiere, die op ’t lijstje stonde, hè-’k meegebracht—me +geboorteacte..... + +SCHMIDT.... Asjeblief.... + +AGNES... Jawel—met ’n máár d’r bij—me late niks achter as tegen +bewijs.... + +SOFIE... As tegen bewijs.... + +SCHMIDT. We geven u alles dàdelijk weer terug. + +AGNES. Dan is ’t goeie, Fietje. + +SCHMIDT.... Geboren 17 Februari ’91 in—Leiden... + +DOLF.... In Leiden?... Sakkerloot!... Opletten, Jantje boy!.... + +SCHMIDT.... Woont uw moeder nòg in Leiden? + +SOFIE... Of ze d’r...?... Wéte me dat, Agnes? + +AGNES... Nou da’s niet te denke, hahaha! Ze hèt ’r in negetig en zoo +gewoond. + +SCHMIDT... Zou u wat duidelijker willen antwoorden? We zitten hier niet +om raadseltjes op te lossen. + +AGNES. Nee, me zitte wel as onze lieve Heer zèlf in die stoele van +leer—maar voor cherades benne me hier niet. Mòt dat nou an zoo’n bóél +mensche verteld worde?.... + +SCHMIDT... ’t Is in ’t belang van de erfenis, niet waar? + +AGNES... As ’t dan geen pan en geen kul is—ù hoeft niet weg te gaan, +zuster!.... + +HOPE... Zoo als u wil.... + +AGNES... Blijf op uw gemak!—(Hope zit weer). In u hebbe me meer +vertrouwe as in die meneer... + +DOLF. Dank je wel—wat ’n zeldzame.... + +Agnes... Googemert, wat!—Zeg me kenne de wereld, me zus en ik!—Me +moeder, meneer van de politie—nou herken ’k je, hahaha!—is d’r in ’95 +met de een of andere druif vandoor gesjeesd.... + +SCHMIDT... Toe, toe, toe! + +AGNES. Je vraagt ’t toch!... Toe het tante ons in d’r huis genome—Me +hebbe geen van twee ’n vader—wat Fie?—de mijne is getrouwd en woont in +Den Haag—béwijze ken ’k niks—die van haar—nou, Fie, doe ook ’n mondje +open—jij ben de oudste en mijn laat je klesse..... + +SOFIE... Ik ken me vader niet—Ik ben in Leiden gebore—zij in +Brussel..... + +SCHMIDT... Had uw moeder in Leiden ’n bijnaam? + +SOFIE... Weet ’k niet. + +AGNES... Dat zal wel. En die zal ze gloeiend verdiend hebbe, ’t +mensch!.... + +SCHMIDT... Dat vragen we niet. + +AGNES... O. + +SCHMIDT... Herinnert u zich—’95 is ’n heele tijd—welke kleur haar uw +moeder had?.... + +SOFIE. Rood—as me zus. + +AGNES. Dat hoef-ie ’r niet bij te zegge—ze zijn blind..... + +DOLF... Rood?... En ze heette Sofie? + +SOFIE... As ik. (een stilte). + +AGNES... Nou zeit niemand wat? + +DOKTER. (tot de twee)... Ik zou wel graag willen hooren wàt uw moeder +in ’90 in Leiden dee? Weet ù dat of ù? + +AGNES. Niet veel bijzonders ken je wel denke. + +DOKTER. Dàt bedoel ik niet. Had ze de een of andere betrekking? + +SOFIE. Hoe kenne wìj dat raje? + +AGNES. Toe tante nog leefde, zee ze dat moeder—nou laa’k ’t maar nièt +zegge.... + +SOFIE... Nee, zeg ’t niet. ’t Het ’r niks mee uit te staan..... + +DOLF... (aarzelend).... Kan uw moeder ’n relatie met ’n student hebben +gehad? + +SOFIE... Wat geloof jij, Agnes? + +AGNES. Ik geloof niks. Student of geen student—’n pàtser was ’t +gedorie—om me zus te late stikke.... + +SCHMIDT... Jawel, jawel. Maar nu de puntjes op de i—wat noodzakelijk +is!—Zou een van uw andere familieleden zich misschien kunnen +herinneren..... + +SOFIE... Me hebbe ènkel ’n neef, die we nooit zien. + +SCHMIDT... Zou die weten..... + +AGNES. Dat broekie!... Die weet enkel van vuile en schoone kinnen—die +barbiert.... + +DOKTER... Kàn uw moeder bijvoorbeeld in ’n sigaren- of in ’n +manufacturen- of in ’n handschoenenwinkel in betrekking zijn geweest? + +SOFIE... Alles ken.... + +AGNES... Wij benne op ’n atelier—dan ken zij.... Kan òns ’t schelen! + +HOPE. Wil u mij eens antwoorden? + +SOFIE. Natuurlijk juffrouw. + +AGNES. (verbeterend)... Zuster—zie je toch! + +HOPE. Hindert niet. Heeft uw moeder nooit aan uw tante ’n woordje +geschreven? + +SOFIE. Jawel juffr....—zùster. + +HOPE. Uitstekend. Dat móét zekerheid geven—voor de erfenis—als u een of +meer brieven bewáárd heeft.. + +AGNES... Ja. Me hebbe d’r ’n berg van—uit Amerika, wat Fie?... Van ’96 +en ’97—as ze cente an tante stuurde—en toe nog is een van ’99—sekuur +hoor—twee negetjes naast mekaar—dat was de laatste..... + +SOFIE... Vergis je je niet? + +AGNES... Nee hoor!.. D’r was vijftien dollar bij... + +HOPE.... Zouen wij die brieven.....? + +DOLF... Waarvoor?... Voor wat? + +DOKTER... Ja, zuster, is dat nóódig? + +HOPE... Nee. Dat is te omslachtig. We kunnen ’t makkelijker af! (tot +Dolf)... Heeft u den brief, die bij ’t testament van.... van.... +kapitein van Reesen lag, bij de hand, meneer?.... + +SCHMIDT... Voortreffelijk, zuster! Bravo! Ik begrijp uw bedoeling!—Ja, +meneer Van Walden: die brief kan den doorslag geven, bijna +volkomen..... + +DOLF. (een la van het bureau opensluitend)... Ja, dien heb ’k ergens +gestopt—gestopt—gestopt—Nee, hier niet (andere la openend)... Da’s ’n +sla overal—’n hutspot—moet ’k toch eens probeeren te ordenen.... Wel +wat drommel, gevlogen kan-ie niet zijn... (zoekend). Nee—nee—nee... +Waar kan-ie dan? Curieus: gebeurt altijd als je iets noodig heb!.... +Eureka!.... Eureka!.... ’t Lag vlak voor m’n neus... (neemt den brief +uit den sigaren-schedel).... Zeker door Jaapje verlegd.... Voilà, +monsieur Schmidt.... Snappen doe ’k ’t niet.... + +SCHMIDT. (fluistert Hope iets toe—zij knikt)... Zoo dames—nu hou ik +dezen brief ’n beetje gevouwen—den héélen inhoud hoeft u niet te +lezen!—en antwoordt nu eens vooral niet te haastig of de handteekening +Sofie èn of ’t handschrift op dat van uw moeder lijken. Zegt u ja—dan +moeten wij op onze beurt uw brieven inkijken. Niet haastig—’r hangt ’n +boel van af!.... (een aangehouden, nieuwsgierige stilte. Agnes buigt +over Sofie’s schouder, leest hardop). + +AGNES.... „..Ik—ik”.....—ja daar staat „ik”—„ik ben wel lichtzinnig +maar niet slecht mevrouw”... (tot Sofie).... Hou je duim opzij!..... +„en ik lieg niet.... Zoo.... zoo”—hou dan stil, Fie!—„zoo ferachtig as +God me hoort.... het is het kind van u zoon... Die zich noempt... +Sophie...” + +SOFIE. (haar zuster aankijkend).... Nee, hè?.... Wat vin jij? + +AGNES... Vraag-ie dat nog?.... Da’s ’n keukenmeidepootje!... Of ze met +d’r linkerhand het geschreve! Nee—moeder het ’n lóópende hand—dat lijkt +op niks!—„ferachtig as God me hoort”.... Ferachtig.... Ferachtig!.... +Daar hoef-ie geen twee telle over te prakkizeere.... Da’s zoo min van +onze móéder as ìk van me schooier van ’n vader ben. + +DOLF. (opgelucht)... En is ’t ònmogelijk, dat uw moeder vroeger +Kreeftje heette? + +SOFIE... Kreefje, hahaha! + +AGNES... Nou beginne me te merreke hoe laat ’t is! Wat ’n flauwe bak! +Goed da-je niet alleen op visite gegaan ben, Fie. Magge me de papiere +terug asjeblief? + +HOPE. ’t Was geen aardigheid, juffrouw—ìk zal zoo vrij zijn nog eens +persoonlijk bij u aan te komen. + +AGNES. As ’t voor die brieve is, hoeft ’t niet, zuster—moeder d’r +schrift is met dat vuur en water. Blijf jij nog zitte?... Dag +mensche!... + +SOFIE.... Dag juffr... zùster. Dag heere... + +AGNES. (bij de deur)... As ’t géén aardigheid met dat Kreeftje was—dan +het de màn van die Kreeftje toch zeker óók ’n fijne bijnaam gehad... +Bejour allemaal! (geprikkeld af. Hope is bij de laatste woorden de +bibliotheek ingeschuifeld.) + +DOLF. (schellend)... Dat was ’n stelletje! En die kleinste... nou! ’n +Verbazend vief ding! Twee, drie jaar ouwer, dacht ’k terwijl ze bezig +was—en ze zou... Complicatie voor ’n roman fin-de-siècle: de zuster van +je dochter trouwen—grootpapa van je dochter—goed dat Hope me niet +corrigeert... (tot Jaap)... Nou? Waar blijft de moeder met... ’k Had je +toch gezegd... + + + + + +TWAALFDE TOONEEL. + + +Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Jaap. + + +JAAP... ’k Wou daarnet niet storen, meneer—maar dat meissie is benejen +niet goed geworden—het ’n toeval of zoo iets.... + +DOLF. Had je niet eerder.... (naar deur). + +DOKTER... Ik zal even kijken, Dolf—blijf jij..... (af door Jaap +gevolgd). + +DOLF. Dan kunnen wij de séance opbreken, meneer Schmidt—Mocht voor die +twee beneden uw advies noodig blijken, dan telefoneer ik. + +SCHMIDT. Goed meneer. + +DOLF. En uw declaratie ontvang ’k graag met zeer bekwamen spoed. + +SCHMIDT. Dank u, meneer. Dus nièt langer adverteeren? + +DOLF. (luchtig). Nee—nee. ’t Heeft geen Zweck. Ik heb m’n Schuldigkeit +gedaan—”der Mohr kann gehen”... Een moment nog. U zendt me de adressen +van die erfenisjaagsters. Licht dat ze ’n kleine verrassing krijgen! +Bonjour! Bonjour! + +SCHMIDT. Uw dienaar, meneer—u heeft me maar te ontbieden. (bij de deur +voor Jaap uitwijkend). Uw dienaar, meneer. + +DOLF. En? + +JAAP. Of ’k effen om ’n rijtuig mag telefoneeren? + +DOLF. (in de bibliotheek kijkend). Ga je gang. + +JAAP... 1290... Rijnders?... Met Van Walden. Dadelijk +vigelante—dadelijk. (schelt af). + +DOKTER... ’k Ga ’r vandoor Dolf—Zijn de anderen al weg? (Jaap af)... ’k +Zal ’r met ’n rijtuig thuis brengen. + +DOLF. Toch niet sérieus, boy? + +DOKTER. ’n Epileptisch toeval, de stakker—is alweer bij kennis... + +HOPE... Kan ik behulpzaam zijn, dokter? (komt uit doorgang van de +bibliotheek). + +DOKTER.... Nee zuster. De eigen moeder is ’r óók bij—en dan rijd ik +meteen door. (tot Dolf)... En geen sprake van dat!... Heeft nooit ’n +voetstap in Leiden gehad... Kind van ’n marinier die in ’t gekkenhuis +overleden is... Wat ’n stakker, wat ’n wurm!... Zit benejen te snikken, +nou ze ’r positieven terug heeft, dat je ’r beroerd bij wordt.... +Adieu. Tot ziens, Dolf... Tot straks, zuster. (af). + + + + + +DERTIENDE TOONEEL. + + +Dolf, Hope. + + +DOLF. Je heb toch gehoord, dat Linden ’t alleen af kan? + +HOPE. Ik word aan de Stichting gewacht. + +DOLF. Lunchen we samen—kom zeg nou niet nee! (wil schellen). ’k Zal +orders geven, dat ze in vijf minuten. + +HOPE. Dank u. Dag meneer. + +DOLF. Dag meneer! Dag meneer! Hope, je behandelt me niet fair, niet +loyaal! Al m’n voorkomendheden stuiten af—op ’k weet niet wat.... Ik +buig me—ik gehoorzaam, om ’t zoo te zeggen, aan élk van de dingen, die +jij nog niet eens uitgesproken heb, en jij—jij gaat voort—met ’n +stugheid, die me razend maakt... + +HOPE. Meneer... + +DOLF... Schei uit met je ge-meneer—voor jou ben ’k Dolf!... + +HOPE... Dat laat zich niet dwingen... + +DOLF... Niet dwingen?... niet dwìngen?... Kan ’k je niet volkomen +eerlijk in je oogen kijken, als ’k beweer dat ’k nà dien nacht bij +mama’s lijk van elk gebaar, van ieder uur rekenschap kan geven? Dat +wordt op die manier ’n soort coqueteeren, ’n misbruik maken van dat +ééne incident... + +HOPE... Meneer... + +DOLF... Ik wìil je meneer niet meer hooren! + +HOPE. (wrevelig)... Daar zal u toch aan moeten wennen. Ik heb niet één +reden vertrouwelijker met u om te gaan... + +DOLF... Dus die onzinnige jacht op ’n kind—doorgezet, om de belofte aan +mama—maar nòg meer om jóú—wat je wist, wat je voelde!—die was je geen +afdoend bewijs, hoe me dat vroegere speet, hoe ik van jou.... + +HOPE... Nee—die onzinnige jacht heeft me... Dag meneer. Ik geloof dat +’t beter is, op ’t oogenblik allerminst met elkaar uit te spreken. + +DOLF. Hope—ik sta ’r juist op. Misschien zet je hier in geen tijden ’n +voet.... + +HOPE... Nóóit meer. + +DOLF. (gebelgd)... Heb ’k de minste onhoffelijkheid begaan?... Was m’n +welkom geen bloemen-attentie? + +HOPE... Meneer, meneer—ik ben op ’t moment in zoo’n verbitterde +stemming, sta zoo wanhopig-vervreemd tegenover u, dat ’k bang ben voor +’n explicatie. + +DOLF... Heb ìk tot die „verbitterde stemming” aanleiding gegeven? +Ik.... + +HOPE... (neerzittend—gejaagd-smartelijk)... Ik heb daarstraks zoo’n +moeite gehad me in te houden—u niet in ’t bijzijn van de anderen te... +te beleedigen... U is zoo gezond—zoo gezond—zoo stevig—zoo stellig—zoo +geestig—ik zoo zwaar op de hand—zoo aarzelend... O, wat háát ik u—wat +heb ’k u innig zitten haten—vanaf m’n binnenkomen hier, toen u enkel +vernuft, vernuft, vernuft in plaats hàrt, hàrt toonde... + +DOLF... Hope.... + +HOPE... ’t Was „onbetaalbaar, buitengewoon” dat uw bediende me in de +wachtkamer bij die kinderen liet—door de telefoon vroeg u of ze +chocolade, anijsmelk moesten hebben... De belofte aan dat prachtige +menschje, dat nog geen minuut nadat ’k ’r verlaten had, dood uit ’r bed +viel, is voor u ’n hartelooze grap, ’n „plechtige gebeurtenis”.... + +DOLF... Hope.... + +HOPE... Hou uw mond! Verzin geen nieuwe vernuftsdingen—ik haal uw eigen +woorden aan!... ’t Heette ’n „plechtige gebeurtenis”, ’n +„vertooning”... Geen seconde had u de ernst van ’n misdadiger, die bang +is z’n òffer te zien!... Wat is dat niet te vinden—in die radelooze Zee +van menschen verdwenen kind, anders dan ’n misdadig offer geworden? +(heftig)... En nu nòg staat u te glimlachen, met dien ellendigen +supérieuren glimlach!... Met die roos in uw knoopsgat—na „de heele +nacht onder de wijn te hebben gezeten”—dat is toch zoo, nietwaar?... + +DOLF. (glimlachend)... Ja, ja... + +HOPE... Met die roos—of ’t ’n studentikooze fuif was—of u ’n „typisch” +uurtje meeleefde, heeft u in uw luxe-kamer—wat heb ù anders dan luxe, +luxe, luxe, van af uw geboorte gekend?—die kleine optocht van +verlatenenen, verwaarloosden gezien... die op ’n brokje erfenis +hoopten!... Die stumper, waarvan de moeder met witte haren in ’t +Gasthuis gestorven is—de stumper op „Sinterklaasavond” op de wereld +geschopt—was de eerste „niet uit de loterij”—aan de fabrieksmeid, voor +’r moeder sjouwend, moest u nog ’ns droog vragen over den bijnaam +Kreeftje—en ’r handen hadden den St. Vitusdans!—bij de twee zusters, +was u angstig, niet verheugd, niet blij iets te kunnen herstellen—toen +weer, terwijl ’k in de boekerij was, sprak u van ’n roman +fin-de-siècle!... Jammer dat de laatste niet hièr ’r epileptisch toeval +gekregen heeft—u zou ’r nog glossen en glossen bij gemaakt hebben!.... + +DOLF... Hope—dat gaat te ver! + +HOPE... Te ver?... Te ver?... Die brief, die wanhoopsbrief van +Kreeftje, Kreeftje... + +DOLF.... Die ìk niet verleid heb!... + +HOPE... Die brief heeft u laten slingeren—was zoek, zoek—kwam uit dat +ding daar tevoorschijn—die brief, dien ’k haast van buiten ken, waarin +ze smeekte, smeekte, als ’n bedelares—voor jouw, jouw kind!.... + +DOLF. (driftig)... ’n Vrouw die met Plums en Baars en anderen leefde... +Wie zwetst dat ’t mijn kind?... + +HOPE... Ik! Zij! Je eigen moeder! Jijzelf!... Heeft je vernuft, je +hatelijk vernuft straks niet gezegd, dat de stem van de vrouw de stem +van God is?.... Hoe durf jij dan vragen, twijfelen, ontkennen, bij de +woorden in dien simpelen brief?.... (’t papier van tafel grijpend—en +driftig lezend)... „Ik lieg niet, ik lieg niet—het is het kind van uw +zoon!”.... + +DOLF.... Nonsens! Nonsens!... ’t Kind van ’n studentenscharrel!—Wiè, +wiè, wiè zou zich daar, zònder bewijs, zorgen van aantrekken? + +HOPE.... Heeft ze geld van je aangenomen, die schàrrel?... Is ze je +vrouw niet geweest, je passe-temps, die scharrel? Heb je de „opvoeding” +van je dochter niet aan ’r overgelaten, aan die schàrrel! Is m’n eigen +moeder niet op dezelfde manier... Wat voel jij met je glimlach van dat +alles?... Wat raakt ’t jou met je roos in je knoopsgat?... (in snikken +uitbarstend)... O, ik hààt je zoo, hààt je zoo, hààt je zoo.... + +DOLF.... Hope—Hope—laat me.... + +HOPE... (wild haar tranen drogend en opspringend)... Redeneer niet +meer—praat niet meer—ik kan je stem niet meer hooren!... (af door +boekerij—hij staat even houdingloos—maakt een gebaar of hij den brief +wil verscheuren—zakt in nadenken op een stoel—begint hem te lezen). + + + DOEK. + + + + + + + + +DERDE BEDRIJF. [3] + + +(De huiskamer bij Dr. Linden—eenvoudig effen behang—een enkele +gravure—rustige meubelen. Het eerste plan, links, vormt een glazen +erker, eenigszins verhoogd. Tweede en derde plan dito, suite deuren. +Voor den erker een kleine tafel—er is een overvloed van planten. Rechts +in den achterwand toegangsdeur naar marmeren gang. Eerste plan, rechts +een buffet. Tweede en derde plan, dito, wederom suite deuren. Bij +voorgrond, rechts, een ronde tafel, waaromheen stoelen. Vroegzomer. +Zonlooze middag). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Dr. Linden, Annie. + + +DOKTER. (komt door gangdeur geaffaireerd binnen, blijft lachend staan, +loopt op de teenen naar de linkersuite, waarvan een deur aanstaat, +luistert naar Annie, die het kind in slaap zingt... „’s Avonds als ik +slapen ga, loopen me zestien engeltjes na: twee aan mijn hoofdeind, +twee aan mijn voeteneind”...—hij zit er lachend bij neer—... „twee aan +mijn rechterzij, twee aan mijn linkerzij...”). + +DOKTER... (invallend, terwijl zij zwijgt)... Twee, die mij dekken, +twee, die mij wekken.... + +ANNIE... Suscht! ’k Heb zoo’n moeite met ’r! (kijkt nog even in de +kamer, sluit de suitedeuren)... Hoe kun je ’t over je hart krijgen ’t +kind wakker te maken en me zoo te laten schrikken! + +DOKTER. Is dat je goeien middag? (zij omhelst hem). Nu was je toch wéér +bezig, wijf, om die hobbelwieg heen en weer te duwen! + +ANNIE... Ze was zóo lastig! Wou per se niet gaan slapen.... + +DOKTER... Ja, ja—dat eindigt met ’n fopspeen, als ik ’r ’t oog niet op +hou!—Wijf, wijf: hoeveel honderd keer moet je ’t nu nòg hooren: niet +opnemen, niet in de handen nemen, als ze huilen! (geeft haar een +zoen)... Vannacht, toen je dacht dat ’k sliep, ben je ’r ook uit +geweest... (tweede zoen)... Dat duurt tot ’k Til en de wieg ’s nachts +op de logeerkamer stop—en de deur op slot.... + +ANNIE... Hahaha! (schrikt—beluistert de suitedeur).... Nee, Goddank!... +’k Durf de kamer gewoon niet uit gaan!... Zoo’n bord pap heeft ze—zóó’n +bord... Wat zoek je, Jan? + +DOKTER... Waar heb ’k vanmorgen de staten... Waar heb ’k....?.... + +ANNIE... Je brandt je—vlak bij je neus... + +DOKTER... (’n boek van de kleine tafel bij den erker nemend)... Merci. + +ANNIE... Zou je niet één seconde gaan zitten? Presseert ’t op ’n halve +minuut? + +DOKTER... Op ’n kwart. Consult met Deen. (op z’n horloge kijkend)... +Drommels!... (wil heen). + +ANNIE... Toe, akeligheid: nog geen kwartier ben je thuis gebleven!... +En van ’n consult weet ’k niks! Wor ’k buiten àlles gehouen? + +DOKTER... Consult voor Ninette van Walden... + +ANNIE... ’t Dochtertje van Charles?... + +DOKTER... Ja, ja—hou me niet langer op, wijf!... Is vanmorgen vroeg +geopereerd... (tot Hope, die de gangdeur doorkomt)... Vertel jij ’t +resteerende, Hope, hè?... Dag wijf!... En van de wieg afblijven! (af). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Annie, Hope. + + +HOPE. Wat bedoelt Jan? + +ANNIE. Is ’r consult voor ’t meisje van Van Walden...?... (een pop uit +Hope’s hand aannemend). Nee maar Hope-lief, wat ben je ’n engel! Och, +wat bederf je m’n snoetje! + +HOPE... Die kun je aan ’t koordje boven ’r hoofdje hangen... (Annie +omhelst haar)... Nou, nou, Annie!... ’k Zou verlegen worden, om weer ’n +kleinigheid mee te brengen.... Ging Jan?... Vreeselijk jammer—zoo’n +lief, zachtzinnig meisje—ach, wat zielig!—heeft na de operatie liggen +lachen—niets aan te doen—niets. Dat consult had net zoo goed.... Maar +Van Walden wòù ’t, wòù ’t... Stakkerig! ’k Had geen oogenblik +Charles—’k heb ’m toch vrij lang bijgewoond—op zulk ’n hartstocht voor +dat ziekelijke, frêle ding getaxeerd.... + +ANNIE. Jullie hoopten toch—toen ’t voor veertien dagen kwam... + +HOPE... Dat deden we—Jan vond één longtop aangetast—de nieuwe acute +ontsteking, die geopereerd móést worden—was tuber, tuber.... + +ANNIE... Wil je gelooven, dat ik ’t ’n bezoeking vind, naast ’t +Gesticht te wonen... (luistert angstig aan de suitedeur). Als Jan me +zoo iets tegen den avond vertelt, lig ’k den heelen nacht wakker, bang +dat Til.... (de gestichtsbel luidt)... Half vijf?... + +HOPE... Ja, da’s de melk. + +ANNIE. Blijf jij babbelen, of gaan de kinderen nog naar ’t strand? +(schelt). + +HOPE. Naar ’t strand—met dit ruwe weer? Nee. En dan ik ben vrij. Marie +en Toos hebben de beurt. + +ANNIE. Drinken we ’n kop thee? + +HOPE. Graag. + +ANNIE. (tot het dienstmeisje)... Kaatje, kind, zet je voor twee +personen thee? Weet je alleen de bus te vinden, kind? En niet ’t water +eerst—éérst de thee in den trekpot, hoor je?.... Of nee, Kaatje, breng +liever ’t water separaat.... Vlug en niets breken!... (meisje af)... +Zoo moet ’k ’r alles duidelijk maken! Hahaha! + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +De vorigen, Charles. + + +CHARLES. (door gangdeur)... Pardon als ’k stoor, mevrouw—ik zoek den +dokter. + +ANNIE. Is nog geen drie minuten geleden naar ’t Gesticht gegaan. + +CHARLES. Daar kom ’k toch vandaan... + +HOPE. Meneer zal misschien langs de achterzij... + +ANNIE. Wil u niet ’n oogenblik plaatsnemen? + +CHARLES. Nee. Dank u. (stap naar deur—zich bezinnend, tot Hope)... Hope +... Hope... (ineens hartstochtelijk)... Lieg niet: is ’t opgegeven? + +HOPE. (aarzelend)... Hoe kan ík daarop antwoorden, meneer Charles... + +CHARLES. Jij, als hoofdverpleegster, weet ’t zoo goed, zoo goed als +zij! (heftig). Lieg niet, lieg niet! Dat is ’t éénige wat ’k nog te +verzoeken heb... + +HOPE. (ontwijkend)... Eerst na ’t consult—niet waar... niet waar?—is ’r +eenige zekerheid... (hij zit neer)... Ik durf niets zeggen... En de +meening van dokter Linden... (een stilte. Hij zit dof-verslagen). + +ANNIE. (hartelijk)... Kom meneer Van Walden—u is nog zoo jong—u heeft +nog zoo ’t heele leven voor u... (hij barst in snikken uit). + +HOPE. Meneer Charles... + +ANNIE.... En u heeft ’n vróúw, ’n vrouw, meneer... + +CHARLES. (opstaand, zich bedwingend). Dank u. (af). + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Annie, Hope. + + +HOPE... Van z’n vrouw had je niet moeten spreken... + +ANNIE. Niet van z’n vrouw? + +HOPE. Nee. ’k Had geen gelegenheid je te waarschuwen—die twee zijn nog +niet samen aan ’t bedje geweest... + +ANNIE. Meen je dat?... Zóó gebrouilleerd?... (Hope knikt)... Waarom? + +HOPE. Waarom?... Ja waarom?... Zij is den heelen dag in ’t gezelschap +van „vrienden”—hij afficheert zich in ’t openbaar, zelfs hier, met z’n +maitresse... Tot vandaag lijken ze bij mekaar gebleven om de zieke +Ninette... Zóó als ’t stakkertje ’r niet meer is, maar ook zoo +dadelijk, laten die twee mekaar los... En dan mag ’t... Ze zijn al +gescheiden van... „tafel en bed”... ’n Huwelijk zonder kind is geen +huwelijk... + +ANNIE.... Hoe kom je op den inval! + +HOPE. Menschen zonder jullie geluk, zijn niet getrouwd—jullie huwelijk, +ja da’s zeker, is eerst door de geboorte van Tilleke begonnen... Vóor +dien tijd... + +ANNIE. Hahaha!... Jan zou je uitlachen, als-ie je hoorde... Scheelt je +wat? + +HOPE. (die met het hoofd in de handen gezeten heeft)... Niet sámen bij +’n sterfbedje—dat wordt ’t!—willen komen... O, o, wat is al dat gedoe +erger dan wanhopig—wat is ’t angstig ’n zoo harden kijk op ’t leven te +krijgen, als ik ’t hier dagelijks, dagelijks... + +ANNIE. Hope—wat scheelt je? + +HOPE.... ’n Beetje downheid—’n tikje moeiheid—Vannacht ben ’k ’r ’n +paar maal uit gemoeten—en die operatie aan dat lichaampje vanmorgen, +heeft me... (moeilijk)... Voor jou heb ’k geen geheimen, Ans—bij jou +heb ’k me zoo thuis gevoeld, na ’t werk in ’t Gesticht—ik ben ’r je zoo +dankbaar voor... Toen dat meisje onder de pijn lachte, lachte om ons te +overtuigen dat we ’r geen zeer hadden gedaan—toen had ze denzelfden +trek om den mond van—van zeker iemand... + +ANNIE.... Van... + +HOPE... Geen naam uitspreken. Denk aan de afspraak! (wrevelig)... Wat +’n mensch met karakter ben ik, hè? Als ’k ’r zoo iets uitflap, krijg ’k +’n gevoel van afkeer voor mezelf... (quasi-onverschillig)... Waar +hadden we ’t over?... Over Ninette. Over den band, den heiligen band, +zou dominee zeggen... Zondag heeft-ie ’r ’n boom over opgezet—over z’n +„heiligen band”—dat de menschen uit ’t dorp met d’r oogleden +knipperden... Alleen ìk niet... Ik weet te veel... Ons Gesticht is ’n +te vinnige illustratie op de heiligheid.... Kinderen, kinderen, denk ’k +zoo dikwijls, als ze d’r goddelijke spelletjes onder ons toezicht aan +’t strand spelen: jullie beseft je zegening niet, dat je in ’n +bandeloos Gesticht opgroeit, langzaam mensch wordt, zonder de wrok van +’n thuis, als de kleine Ninette, zonder ’t stil gehuil van je moeder, +zonder de drift om ’n kleinigheid van je vader..... Als ze in ’t zand +om me heen stoeien, me gierend van ’t lachen begraven, me met z’n tien, +twintig, dertig waarachtige broertjes en zusjes bestormen, krijg ’k +soms de tranen in m’n oogen—voel ’k me in ’t prachtigst gezin van de +wereld—’t gezin zooals ik ’t me verbeeld, dat ’t na eeuwen overal, +overal zijn zal—elk kind door z’n geboorte ’t kind van ieder—van +ieder—vaders bijzaak. (een stilte) ’k Ben blij dat de „mijne” me tot +die gedachten gebracht heeft.... dat ik ’r geen heb.... + +ANNIE (glimlachend)... Hope, Hope—hoe kun je dat alles zoo akelig +resoluut—haast zoo onvrouwelijk zeggen—terwijl Tilleke achter die deur +slaapt.... + +HOPE... Onvrouwelijk?... Ik met m’n zestig kinderen!... (scherp)... +Niet ieder kan... (zich inhoudend)... Neem me niet kwalijk, Ans... Ik +ben vandaag geen opwekkend gezelschap... (luchtig)... Hou jij je aan +den allerheiligsten band... van ’t geluk... (staat op, gaat naar den +erker. De meid brengt het thee-gerei. Annie schenkt het water. Van +dichtbij, benee, klinkt kindergejoel. Hope opent het venster, zwaait +met den arm...) Dag jongens! Dag! Dag Fritsje! Wil jij me vandaag niet +zien? (kinderstem: „Dag moeder!)... Dag Suus! Dag Suus! (Kinderstem: +„Dag moeder!”)... Dag Henk! Heb je erge pijn, dat je zoo hinkt, +kind?... (Kinderstem: „Nee, moeder! Dag moeder!”).... Foei, Foei, wat +laten Toos en Marie de kinderen hollen! Daar valt ’r al een... (de +handen als ’n roeper voor den mond)... Toos! Toos! Niet zoo dicht bij +de sluizen! Hoor je? (Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”) Meer bij de duinen! +(Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”). + +ANNIE. Drink nu je thee—’t zal wel marcheeren! + +HOPE. (naar de tafel). Zeldzaam zorgeloos die betaalde verpleegsters! +En die sluizen, zoo dicht bij ’t Gesticht, hinderen me elken dag... +Herinner jij je nog dien schippersjongen verleden jaar... Hoe-ie door +de zuiging.... + +ANNIE... Natuurlijk... Nee geen détails... Afschuwelijk! + +HOPE. Goed. (zit neer)... Van dat Fritsje hou ’k dol-veel. Dat is ’n +schat van ’n bengel—’n dot—altijd ernstig—en ’n mondje! Als ’k voorbij +z’n bed ga, móét ’k ’m pakken—en in z’n slaap slaat-ie nog z’n armen om +m’n hals. + +ANNIE. Is dat dat grappige broekmannetje, dat de eerste dagen om ’t +geringste vlóékte? + +HOPE. Hahaha! Ja: obberdorie, obberdomme—goed zeggen kan-ie ’t niet! De +zusters maakten ’m in ’t begin telkens boos, om dat gebrabbel te +hooren—en omdat ik toen z’n partij trok, zijn we de beste maatjes +geworden. Smakelijk kopje, Ans. Gelukkig dat ’t ventje hiér is gekomen. +Als je ’m vroeg, babbelde-ie: me moeder zit in de hemel en me vader is +’n obberdommesche dief. Van z’n grootvader geleerd. Fijngevoelig als-ie +is! Moeder, zei-ie nog geen uur gelejen tegen me: ik hou van jou +zooveel, zooveel, ik hou van jou duizend. Aardig, hè? Aardig als iemand +duizend, duizend van je houdt.... + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +De vorigen, Dolf. + + +DOLF. (in wit badkostuum met witte pet)... Hm! + +ANNIE. (tegelijk met Hope verschrikt opstaand) Meneer, is dat ’n +manier! + +DOLF. Dames!... Mevrouw Linden... Juffrouw... De buitendeur stond +aan... en... Laat ik u niet derangeeren... Gaat u zitten... + +ANNIE.... We hadden u niet gehoord. Hoe komt u zoo uit de lucht vallen? +Weet Jan dat u... + +DOLF. Onwaarschijnlijk... (tot Hope)... Ik verjaag u hopelijk niet, +juffrouw? + +HOPE. Volstrekt niet, meneer—ik heb te werken... + +ANNIE.... En je zei dat je... + +HOPE.... Jawel. Maar niet te lang. Dag Ans. Dag meneer. (Hope af). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Annie, Dolf. + + +DOLF. Ja, ja. Vogelverschrikker. Mag ik zoo vrij zijn? + +ANNIE. Zóó vrij, ja. + +DOLF. (neerzittend). Om te beginnen gefeliciteerd, mevrouw, voor de +tweede maal—nu mondeling met jullie jongen... + +ANNIE. (lachend)... Meisje. + +DOLF... Meisje?... Heeft Jan zich zoo vergist? + +ANNIE. (lachend)... Of Jàn zich vergist heeft?... + +DOLF.... Dan ik—dan ik... Waar laat ’k die buiten-modelsche pet?... +Excuseer dat ’k ’r mee binnen gekomen ben... Geef u geen moeite... +(scheert haar in een hoek)... Da’s minder comme-il-faut dan +makkelijk... Aardig huis hier. Suite èn suite—vijftien meter—heb ’k dat +goed onthouden? Hahaha! + +ANNIE. Uitstekend. Maar ’t is wel ’n tijd geleden, dat u in die +vijftien meter was... En bedrieg ’k me—of droeg u vroeger géen lorgnet? + +DOLF. Nee u heeft ’t correct onthouden.... Dag Jan! Dag ouwe kerel! Ja, +ik ben ’t.... + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Dr. Linden. + + +DOKTER. Dolf, jij?... Wat heb je voor zonderlinge ingeving, om hiér te +verzeilen? + +DOLF. Merci voor de buitengewoon-hartelijke begroeting, hahaha! Ik kom +voor záken, na ’n lange reis als commis-voyageur door ’t noorden en ’t +zuiden... + +DOKTER... Bril jij? + +DOLF. Lei ’k juist aan je vrouw uit!—Daar heb ’k de sensatie wéér, +mevrouw, de óúwe, zóo als ik u zie, van dien fameuzen eersten steen van +de Stichting, met den dominee-met-’t-wratje... Ja ik bril, Jantje, +kerel, kind! Kreeg ’k ineens, zonder waarschuwing, in ’n Belgisch nest. +’t Las m’n krantje—en rutsch al de Reuter-telegrammen aan ’t +zwemmen—collegaatje van je opgezocht—lorgnetje en niemendal gebeurd—de +letters zwemmen niet meer, maar bij ’t zwemmen zelf—moet ’k oppassen +geen botsing te krijgen—Voor de bain-mixtes deug ’k niet meer, hahaha! +Kerel van harte met je dochter!... Maar aan me geschreven heeft-ie ’n +zoon, mevrouw! Hindert jou wat? + +DOKTER. Nou—iets hindert me. We hebben zooeven je neef Charles.... + +DOLF... Is Charltje hier? + +DOKTER. Jawel. Met z’n vrouw. En ’t kindje is bij ons op de +ziekenzaal.... + +DOLF. (plots ernstig)... Is Ninette.... + +DOKTER. Opgegeven. + +DOLF. Dat meen je niet. Is de kleine Ninette... Wat scheelt ’r? Wat +heeft ze? + +DOKTER... Hopeloos. Móést ’r opereeren—hij wou Deen in consult, en ’t +eenige wat Deen kòn verklaren, was dat m’n chirurgisch ingrijpen +ùitstel van executie geweest—hij zou ’t zèlfde gedaan hebben.... Dolf, +beste kerel, toen we met z’n tweeën in de wachtkamer kwamen—om ’m +voorzichtig voor te bereiden—op de quaestie van ùren nog—toen liet-ie +ons niet eens aan ’t woord komen, toen begon-ie zoo miserabel te +snikken, zoo ineens oud en hoe zal ’k ’t zeggen, dat we ’r zelf door +kapot werden.... + +ANNIE. (nerveus)... Jan, ik kan zulke dingen niet hooren.... + +DOKTER... En je verweet me dat ’k je buiten alles hou!... + +DOLF. Waar logeert-ie? + +DOKTER. In Royal.... Je ben toch niet van plan ’m dadelijk op te +zoeken? + +DOLF. Dat ben ’k zeker. + +DOKTER... Doe ’t niet—niet nù... Die twee vijanden-van-mekaar hebben op +’t oogenblik nièmand noodig. + +DOLF... Au fond spijt ’t me, dat ’k met ’m overhoop lig... Zou ’k +vanavond? + +DOKTER... Morgen—morgen... Ninette kan ’t nog ’n veertien dagen halen, +naar menschelijke berekening—nee, vandaag ontraad ik ’t stellig.... Had +jij ’n verschil met ’m? + +DOLF... We zijn met advocaten bezig geweest—na mama’s dood—over ’t +legaat voor de Stichting—diezelfde stichting waar nu z’n eigen kind.... +Beroerd! Meer dan beroerd! + +DOKTER... Jullie hebt toch sámen je toestemming gegeven—wat hebben dan +advocaten.... + +DOLF... Nee nièt samen. Hij weigerde niet alleen, maar liet door z’n +rechtsgeleerde dingen over mama’s geestestoestand schrijven, die ik +ergerlijk—schwamm—streep door ’t gebeurde.... + +DOKTER... En de Stichting hééft ’t legaat. Dan heb jij ’t heelemaal +voor jouw rekening genomen? En dat hooren we toevallig! + +DOLF... Je had ’t nìet behoeven te hooren—en we praten ’r geen woord +meer over—geen woord niet waar mevrouw?—geen woord, Jan?—Die tengere, +intelligente Ninette... En toch.. En toch.. (down)... ’k zou met +Charles willen over steken... Beter de plek van ’t grafje, dan.... + +DOKTER. (gebluft)... Dolf—zou jij ’ns wakker worden!... Ben jij ’t die +daar.... + +DOLF. (valsch-vroolijk)... Ja!... Kun je zoo hebben. Beetje +wormstekig—dagje ouder... ’n Mensch is ’n zonderling apparaatje... Wie +vroeg en te vroeg lacht—jij de rest, Jantje!... ’k Begin aanleg voor +hypogro... hypo... hahaha! ’k Ben blij, da’k mezelf weer ’ns hoor +lachen! (opstaand) Jullie wonen hier machtig gezellig in je vijftien +meter... (door het erker-venster kijkend) Ah! Goed weer in aantocht. De +bommen en garnalenschuiten zeilen uit... + +DOKTER. Hij heeft gelijk. Als die ’t ’r op wagen, krijgen we mogelijk +zon... + +DOLF. Wat is dat spektakel benee? + +DOKTER. Van de sluizen. Nou spuien ze ’t water van ’t kanaal in zee—Ja, +dat gaat met ’n vaartje. En dat mag zoolang ’r nog niet gebaad wordt... +(weerklinkt kindergezang)... Onze kinderen... Je blijft eten, Dolf? + +ANNIE... Jan— + +DOKTER... Wat Jan?... + +ANNIE. We hebben één ongelukkig boutje.... En Hope zou ook.... + +DOKTER. Dan telefoneer ’k naar ’t dorp... + +DOLF. Nee Jantje—’k geloof niet dat ik.... De volgende week kom ’k +mogelijk ’n paar weken.... + +DOKTER... Jawel!... Bekend!... Vlieg ’r niet op in... Jij komt hier +voor záken, zei je.... Met ’n leege maag lukken geen zaken... Ik ga +telefoneeren.... Eclipseer niet, Dolf—dan krijgen we beestig mot samen! +(af). + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Annie, Dolf. + + +ANNIE. Mag ik terwijl ’n kopje thee?... We afternoonen af en toe... Ja, +dat is ’t portret van mevrouw. + +DOLF. (handen op den rug onbeweeglijk)... Ja. + +ANNIE. In de récréatiezaal staat ’r buste. + +DOLF. (onbewegelijk) Zoo—’r buste... + +ANNIE. (schenkend)... En snoezig-attent, meneer, hoe de oudste meisjes +op ’r geboortedag—die is ’r in gebeiteld—zonder dat iemand ’t wist, ’n +trophee van groen en bloemen... Melk en suiker?.. (hij luistert +niet)... Ik vraag of u melk en suiker... + +DOLF. (zich driftig omdraaiend)... U moet me ’n dienst bewijzen, +mevrouw. + +ANNIE. Ik? + +DOLF. Ik wil ’n onderhoud met Hope. + +ANNIE. Wat kan ìk... + +DOLF. U is ’r vriendin—en ’k overdrijf niet—’r vertrouwde geworden.... + +ANNIE... Ze is tè zelfstandig, om zich door iemand.. + +DOLF. Door u wel. (nerveus-snel)... Ik moet ’r—wil ’r... Als ik ’r +aanklamp, ontloopt ze me, als toen ’k daar binnen kwam... Als ’k +schrijf, antwoordt ze niet... Ik ben niet meer die ik ben, daar geef ik +m’n woord op... Ik heb over ’n boel... Dat wil ’k ’t persoonlijk... +Daarvoor heb ’k de reis gemaakt... Dat zijn mijn záken.... Straks met +’r aan een tafel zitten, doe ’k nièt, of.... + +ANNIE. (schellend)... Goed. Gaat u een seconde daar. (wijst naar +rechtersuite)... ’t Meisje mag u niet zien. Maar: laten we mekaar goed +begrijpen, meneer Van Walden—ìk blijf ’r buiten—en tegenover m’n bèste +vriendin, gebruik ik geen omwegen... + +DOLF... U kunt... + +ANNIE... Weg! Weg! Weg! (Dolf af—dienstmeisje) Loop jij even naar de +overzij, Kaatje, kind, en vraag zuster Hope of ze bij me wil komen—zeg +’r dat ik alléén ben. (Dienstmeisje af—zij wenkt Dolf)... Dat is de +eenige onwaarheid. Meer jok ’k niet.... + +DOLF... Dank u voorloopig. Kan ’t hier? + +ANNIE. Hier of hiernaast—àls ze wil... + +DOLF. Dank u. + +ANNIE. (terwijl hij gejaagd op en neer loopt) ’k Zou m’n thee niet koud +laten worden, meneer—we hebben nog wel ’n paar minuten. + +DOLF. (zonder te luisteren, onrustig van den eenen stoel naar den +anderen verhuizend) Maanden en maanden, mevrouw, ben ’k ’n soort +Ahasverus geweest—iemand met ’n tic—een die zichzelf ’n zonderling +vond, ja, ja... (verzit)... Soms heb ’k getwijfeld of ’k hier recht +snik was, of ’n leventje van... van... plezier—zich begon te wreken, +zooals de brave, beste menschen, die karnemelk inplaats van bloed +hebben, mekaar wijsmaken... (loopt nerveus heen en weer, zit over +haar)... Ze kunnen je door altijd door op ’t zelfde te hameren, altijd +door aan te houden de suggestie opdringen, dat je, dat je.... hè! +hè!... dat je ’n, ’n schaduw naast je eigen schaduw ziet loopen... Als +’k verward praat, mevrouw, best mensch.... + +ANNIE... Zou u dat mevrouw nou niet ’ns eindelijk laten schieten?... Ik +heet Annie. + +DOLF... Mag dat? + +ANNIE... Graag. + +DOLF... Zegt u—zeg jij dan ook Dolf? + +ANNIE... Als u—als jij ’r niets tegen heb: natuurlijk.... + +DOLF... Ik heb ’n boel beroerdheid gehad, Annie—wat doet ’t me ’n goed, +dat ’k ’ns vertrouwelijk babbelen mag!—’n boel waarmee ’k in m’n eentje +moest uitvechten—met m’n eenen ik, die m’n anderen ik uitlachte, voor +de mal hield—met m’n eenen ik, die tegen m’n anderen ik zei: „je ben ’n +zot, ’n kwast, ’n idioot”—met m’n eenen ik, die m’n anderen naar de +tingeltangels dreef, naar vrinden, naar vrouwen—met m’n eenen ik, die +spotte, vloekte, met geld smeet—me whiskey en soda liet drinken, als de +andere te sentimenteel, te zwak, te willoos dee.... Van de eene +hotelkamer ben ’k naar de andere getrokken, bediend, naar de oogen +gekeken—grocjes slikkend, om te slapen, te slapen... Wakker liggen is +’t gemeenste, ’t vuilste dat je overkomen kan... Dat met m’n bril +waarover ’k daarnet grapjes uithaalde—’k voel me zoo ouwerwetsch gezond +als ’k ’t kàn, kàn—was niet ’t gevolg van minder-goede oogen—je kunt ’t +ook door slappe zenuwtjes krijgen.... ’r Komt ’n leeftijd bij ’n man, +dat-ie z’n draai zoekt, dat-ie z’n stuur onvast hanteert.... + +ANNIE. (opstaand)... Stil even—’k geloof... Ja.... Ga nog een oogenblik +(wijst de rechtsche suite. Hij verlaat de kamer. Tot Hope, die eerst +rondkijkt). Ik ben alleen. + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +Hope, Annie, Dokter. + + +HOPE... Is-ie vort? + +ANNIE. Daar. + +HOPE. Waarom laat je me dan—je weet toch... + +ANNIE. Omdat... (Hope gebaart naar de deur).... Hope! Hope!... Als ’k +je vriendin ben, je oprechtste, eerlijkste vriendin, die je beweert te +vertrouwen—is dat dan de brééde manier?... Ik verras je niet, niet met +trucs, niet met kleine listen—ik wou enkel ’n beroep op je verstand, op +je vérstánd, doen, Hope—waar je hart.... + +HOPE... Zachtjes—hij kan je hooren... + +ANNIE... Ik zeg je een ding, zonder verdere argumenten, zonder +tusschenkomst die misplaatst is: je kunt tè hardnekkig in één +gedachtengang doorhollen—je kunt gelijk hebben en toch dwaas doen.... +Ik laat je alleen—nee, je gaat nièt gelijk met me de deur uit!—je +blijft tien, tien, tien tellen, om ’n beslissing te nemen... (tot Dr. +Linden, die binnen wil komen).... Nee, Jan—je moet nog in ’t dorp voor +’t diner bestellen... Nee, niet binnen!... + +DOKTER. Waar is Dolf? + +ANNIE. Dolf—Dolf wandelt ’n moment aan ’t strand om ’n luchtje te +scheppen... Ik wou wat tafelbloemen laten komen en wat... Man, kijk +niet zoo achterdochtig!.... Onder de tafel zit-ie niet... (tot Hope)... +Als je dènkt, erg stevig dènkt, lieve meid, dènk dan zachtjes—vooral +zachtjes—in diè kamer slaapt Tilleke, ’t eene kind—(fluisterend)... in +de andere wacht ’t gróóte... (zich onderbrekend, tot Jan)... Wat +luister je? + +DOKTER... Ik luister niet—ik zie ’n rare witte pet... + +ANNIE... Hij is in z’n bloote hoofd.... Blaas je ’t lichtje onder de +thee uit, Hope... En zàchtjes voor Til?... (neemt Jan onder de arm—af). + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +Dolf, Hope. + + +HOPE. (staat besluiteloos—hij opent haastig de deur)... U wou me... + +DOLF... Spreken... + +HOPE... Veel tijd heb ’k... + +DOLF.... Niet—dat wist ’k. Willen we ’r bij gaan zitten? (een +stilte)... ’k Zal beginnen—met te doen wat mevrouw—wat Annie u +verzocht. (buigt naar de tafel, blaast het lichtje uit)... Zoo. + +HOPE... Dus u luisterde?... + +DOLF. Natuurlijk.—Als u geweigerd had, zou ik u nagewandeld +zijn—(zwak-glimlachend).... desnoods ’n scène op straat of in ’t +Gesticht gemaakt hebben.... + +HOPE... Zou u niet liever dadelijk zeggen.... + +DOLF. (met den ouwen glimlach).... Niet zoo hard—we zouen aan ’t +kind... (een drukkende stilte. Hij neemt de pop in de handen, laat die +een paar maal schommelen, legt haar weer op tafel. Buiten drie +verwijderde stooten van een stoomboot. Hij herneemt houdingloos het +gesprek)... Is dat ’n stoomboot?... Ja, dat is ’n boot—’k vraag naar +den bekenden weg... ’n locomotief op de golfjes kan ’t moeilijk zijn... +(een stilte—driftig staat hij op, loopt tot het venster, kijkt naar +buiten, keert terug, zet zich opnieuw over haar)... Als ìk m’n mond +hou—heeft u—heb jij—ik kan tegen jóú geen ú zeggen!—heb jij me dan +niks...?... In geen zes maanden hebben we elkander.... + +HOPE. (koel)... Bij mij—bij mij is nièts veranderd.. + +DOLF... Bij mij zooveel te meer. Interesseert ’t je niet te hooren wat +’k al dien tijd uitgehaald heb? + +HOPE. Nee meneer. + +DOLF. (ingehouden)... Hope, ’t is meer gebeurd, dat mannen, ziek door +’t verlangen naar ’n vrouw, ’n krankzinnige daad... Waarom drijf jij me +tot.... + +HOPE... (opstaand)... Doen we niet beter, meneer... Als u me voor dàt +heeft laten roepen... + +DOLF. (opstaand—heftig)... Je zàl hìèr blijven—je zàl luisteren! + +HOPE. (uit de hoogte)... Dat zal ’k stellig niet—ik heb niet één +reden... (stap naar de deur). + +DOLF. (hartstochtelijk)... Ik wil dat je.... + +HOPE... ’t Kind.... + +DOLF... Je heb gelijk. ’k Span ’t paard achter den wagen—(met +moeilijken glimlach)... Je moet, al lijkt jóú dat ongeloofelijk, omdat +je me tóén m’n gezòndheid, m’n gezòndheid, m’n stevigheid verweet—je +moet wat consideratie met me gebruiken, m’n drift door de vingers +zien—Ik ben, dat heb ’k je vriendin al gezegd, niet meer die ik ben.... + +HOPE... Begrijp u niet.... + +DOLF... Vind me om af te ranselen, zoo weinig als ’k ’t zelf snap. +Zouen we niet nog even kunnen zitten?... M’n prikkelbaarheid, m’n +opvliegendheid, zal ’k geen tweede keer... (zij zit neer)... Je moet je +wel verbazen, niet waar, dat ik ’t flirten, ’t hofmaken, ’t inpalmen +van ’n vrouw al zoo verleerd schijn, dat ’k met ’n zotte onstuimigheid +jóú, net jóú, probeer te overtuigen.... Hope, ik zit op ’t oogenblik +zònder „supérieuren glimlach”—en àls-ie nog even terugkomt, moet je +denken dat ’n vos wel z’n haar—niet z’n... (ongeduldig)... Ik bazel!... +’k Zou... (een stilte)... Ik ben aan ’t zoeken geweest... + +HOPE. (verwonderd)... Aan ’t zoeken? + +DOLF... Naar—naar die vroegere liaison—wat ’k mama beloofde. + +HOPE. Zelf? Heeft je „detective”...? + +DOLF... Ik heb ’t persoonlijk, persoonlijk—zonder hulp—gedaan. Heb je +daarvoor geduld? + +HOPE. Als ’k ’r u ’n genoegen.... + +DOLF.... Na je diepe, barre verontwaardiging, dien dag, ben ’k eerst +woest op je geweest, heb ’n paar weken op de lamste manier tot laat in +den nacht gefuifd—je krijgt alles, alles te hooren!—om me te +„wreken”.... En als ’k katterig thuis kwam, liep ’k met de meest +onzinnige gedachten, hoe ’k jou je caprices—je hoeft ’r niet op te +antwoorden—’t antwoord geef ’k zelf!—hoe ik jou je caprices betaald zou +zetten.... ’k Wou met Snip—pardon: Madame Lebeau trouwen—stel je voor, +hahaha!—’t zou ’n pan zijn geworden, hahaha!—Madame Lebeau op den +Burgerlijken Stand—om burgemeester Háán kippetjesvel te bezorgen—Hope +krabbel niet achteruit in je stoel—ik kan me niet héélemaal... niet +heelemaal in ’n andere huid steken—en omdat je daar even vriendelijk +keek, kwam de ouwe natuur... Exit... Nou zal ’k elk woord beloeren... +èlk ... Mag ’k ’n slokje nemen? ’k Heb dorst. + +HOPE. Ga uw gang... + +DOLF... Zoo. Nou heb jij ’t in je hand me bij slappe, kouwe thee te +hóúden... + +HOPE... Zou u... Jan en Annie kunnen... en ik... + +DOLF... Ik wou ’t je betaald zetten, ’t je inpeperen—en toen—en toen, +in ’n week dat ’k m’n kamer voor ’n zware verkoudheid moest bewonen, +waarlijk bewonen, zat ’k weer in de belabberdste, beroerdste +stemmingen, de historie wikkend, wegend... Ze háát je, redeneerde ’k: +larie—ze haat jou, zooals jij ’r zèlf háát..... + +HOPE... Ik heb nog niets van uw gezóék gehoord.. + +DOLF... Komt! Komt!... Je moet niet op de vervolgen van ’n feuilleton +vooruit loopen... + +HOPE... Telkens, telkens weer heeft u dien toon.... + +DOLF. (geprikkeld)... Dien heb ’k, heb ’k!—Laat me ’m warm houen +zoolang ’k nog kan—Je heb geen begrip, geen flauw begrip, niet de +minste voorstelling, hoe ’k door jou en mama uit m’n toon, m’n toon, +m’n toon geraakt ben!... Je heb nog niets van m’n gezóék gehoord—m’n +hopeloos... Nou komt ’t!... Ze zal buigen, buigen, nam ’k me voor... Ik +heb geen andere schuld dan honderden, duizenden... ’k Heb niet beloofd +te trouwen, daar niet aan gedacht—zou ’r om geschaterd hebben—zoo goed +als Kreeftje zelf.—Ze heeft zich aangeboden—was met soupertjes en ’n +Haagsch schouwburgje meer dan tevreden—was me niet trouw—scharrelde met +anderen als ik met vacantie naar huis was... Die gril, die kuur, die +bezetenheid van Hope—excuseer, dat was m’n beschouwing uit die dagen +van ongesteldheid en slapte—die nonsens die ze duizend tegen een mama +ingepraat heeft... + +HOPE... Pardon... + +DOLF... Je hoeft niets te beweren—je heb gelijk—ik vertel je m’n +gewroet van tóén!—die gril krijg ’k ’r alleen uit, door te bewijzen, +door ’r met de stukken in de hand te overtuigen—en dan kom ’k nog +compleeter de belofte aan mama na—’n belofte die ieder gedaan zou +hebben—ieder in dat geval... (een stilte. Hij neemt de pop van tafel +speelt er mee, terwijl hij onrustig voortpraat). Zoo, Hope, ben ’k +begonnen—zoo ben ’k niet geëindigd. Wat ’n spelletje leek, ’n pogen jou +„klein” te krijgen—wat de eerste dagen ’n onderhoudend inspannen van de +hersens werd—draaide op ’n maniakaal willen, ’n parforce-jacht, ’n +openscheuren van—van alles, neer... De familie van dien marinier, met +wien ’k—dat weet je—héb ’k uitgevonden—Z’n getrouwde zusters—z’n +broers—over ’t heele land verspreid—hadden moeite niet te lachen bij +m’n vragen over Kreeftje—met ’t rooie haar uit den +handschoenenwinkel—De posterijen heb ’k nagerejen voor ’t recu van den +aangeteekenden brief van papa—met de honderd gulden—op de minste klank +ben ’k afgegaan—in Holland—België—De registers van de—van de bordeelen, +wáar óok, in grootere en kleinere plaatsen, heb ’k... Verdwenen... +Verdwenen... De vrouw met ’t kind, ’t kind waarvan die brief zoo zeker, +zoo wanhopig-zeker, zoo pijndoend-zeker sprak.... + +HOPE... Pijndoend—pijndoend—Zegt ù pijndoend? + +DOLF... Dat verbaast je—daar kijk je me bij aan.. Merk je dan niet, hoe +de gedachte van mama en jou ’n obsessie... (bitter)... hoe ’k langzaam, +als ’n slak zoo langzaam ben gaan voelen, dat àls dat kind nog leeft—en +’t kan leven—’t kan, kan!—dat dat meisje dan op ’t uur dat we hier met +elkaar praten, zoo verloren is—als—als... (start voor zich uit)... Ja. +Ja... Eens heeft Snip me in ’n hotel van vijfhonderd kamers gezocht, en +ontmoette me niet, omdat ze enkel m’n voornaam wist. Dat was ’n puzzle, +’n goeie mop... Als je ’n brief ergens opgeborgen heb, zeker +opgeborgen—en je vindt ’m niet, dan zoek je nijdig en zenuwachtig +tot-ie na dagen en dagen vloeken vlak voor de hand ligt—zooals dien +middag tusschen de sigaren... Maar dat levende menschen, levende, ’n +vrouw en ’n meisje van achttien verdwijnen, zooals ’n steen ’t achter +ons in ’t water, zou doen—en dat je ’r telkens over piekert, zonder +resultaat da’s... da’s... (laat de pop vallen)... Jij heb toen +gesproken van ’n radelooze zéé-van-menschen—dat was juist—de zee spoelt +weg, spoelt niet terug... (verschrikt opkijkend)... Hope, huil je?... +Waarom huil jìj, Hope? + +HOPE... Omdat—omdat... Dat kan ’k nu niet zeggen.... Omdat... Willen we +niet verder.... + +DOLF... Niet verder? + +HOPE. Nù niet... Je heb me verbazend... verrast—ik dacht niet aan de +mogelijkheid—dat jij—dat ù.. + +DOLF... Toe hou je an dat jij... Na de wandeling met de boschviooltjes, +die je droogde—nee, nièt droogde!—heb je nog maar één keer je u’s +vergeten—dien middag bij mij thuis... (haar z’n hand toestekend)... +Weiger je nòg, Hope? + +HOPE... Geef me den tijd, om—om te overleggen—je heb me zoo +overrompeld... + +DOLF... Om te overleggen... Moet je bij dàt overleggen... je verstand +„raadplegen”?.... + +HOPE... Je heb beloofd niet meer op te vliegen—Dolf! (legt haar hand +over tafel op de zijne)... Eens—laat me dat zeggen, zonder de intentie +bijna vergeten dingen levend te maken—eens trapte je m’n groote, +vreeselijk-groote genegenheid—door je ruwe overval in m’n +slaapkamer—dood—toen, in den nacht dat we samen bij ’t sterfbed van je +mama, in die hotelkamer waakten, had ’k ’n nièuwe vurige hoop—en we +gingen voor de tweede maal van mekaar. Hij houdt z’n belofte aan +mevrouw niet, dacht ’k—hij bréékt ’r niet: hij spot over alles heen—’t +wordt geen dáád—geen dáád...—toen heb ik me iets heiligs, plechtigs +voorgenomen: jou onder géén, géén omstandigheden te trouwen—mezelf aan +de kinderen hier te geven... Stuif niet op Dolf... Ineens die belofte +vergeten, zònder overgang voor de dèrde maal ’n heerlijk vertrouwen +in—in jóú vastgrijpen—dat durf ’k nog niet aan. We zitten, door ’n +wonder, door ’n wònder, beter, oprechter tegenover elkander, als we ’t +ooit, ooit.... Nee doe nu niet brusk, niet meer zoo hartstochtelijk als +vroeger... Van af de jaren dat ik als kind, zonder ouders—gedacht, maar +vooral gewrokt en gehaat heb—heb ’k verlangd, niet te zeggen hoe innig +verlangd... ’n eigen kind in achting voor mezelf—en m’n man groot te +brengen... Dwing me op ’t oogenblik niets met je oogen af—ik zeg niet +nee—niet ja—ik vraag uitstel.... + +DOLF. (geprikkeld)... Uitstel?... Nog eens uitstel... + +HOPE... Ik ben bang dat wij—u en ik—(haastig) jij en ik.... + +DOLF.... Dat wij wat?... + +HOPE. (moeilijk)... Dat we bij mekaar niet meer dat—dat geluk zullen +vinden. + +DOLF. (hartstochtelijk)... Onwaar!... Onwaar!... Jij voelt dat zelf +anders... + +HOPE... Misschien, misschien hèb je gelijk—laat me overleggen!—We +hebben mekaar in zoo’n tijd niet gezien—in geen maanden en maanden—Als +jij veranderd ben, ben ik ’t mogelijk ook.... + +DOLF... Met andere woorden: voor de derde maal de bons?... Verlang je +nog meer, nòg meer van me! + +HOPE... Nee... Maar je moet ’t me met mezelf laten uitvechten.... We +zijn allebei ’n dagje ouder geworden.... (met moeite).... En ’k had ’t +me al zoo afgeleerd aan jou te denken—in de bezigheden van elken dag +hier.... + +DOLF... Dus... + +HOPE... Stil!... ’t Lijkt me... (gejoel en geroep buiten).... Daar is +iets.... (gaat snel op het erkervenster toe).... Allemachtigste God! + +DOLF. (naast haar)... Is ’r ’n ongeluk gebeurd? + +HOPE. (tot ’n man buiten)... Is een van de kinderen? Hoor je niet!.... +Is een van de kinderen?... (Stem buiten: „Een van de jongens, +zuster!”). + +HOPE. Groote God—een van de kinderen in de sluis terwijl ’k ze zoo +gewaarschuwd heb!... Groote God—met de sluisdeuren open, als toen, als +toen.... (wijkt angstig van het raam). + +DOLF... Steekt dan niemand van die lummels ’n poot uit!.... + +HOPE. (als in versteening)... Is niet te redden—is niet te redden—met +die strooming naar zee... + +DOLF. (driftig en glimlachend)... Dat zullen we zien! + +HOPE. (wakkerschrikkend)... Blijf hier! Blijf hier! Is één leven niet +genoeg! + +DOLF. (met star-lichtende oogen)... Als ’k jou dàt kind in je armen +terugbreng—overleg jij dan nog? + +HOPE. (heftig) Dolf, Dolf—bega geen krankzinnigheid!... Als, als ’t te +redden was, zouen die daar, de visschers en schippers... + +DOLF... Ik zie ’t nog drijven—zie ’t—zie ’t! Bij m’n andere +dollemans-jacht, zag ’k niets, niets!.... (naar de deur). Jij wou ’n +daad, ’n daad...! Je zult je daad hebben.... + +HOPE. (heftig)... Dolf, ik smeek je, smeek je—doe ’t niet.... + +DOLF... Al zou je nou op je knieën—al zou je God en de engelen zelf.... +(af). + +HOPE... Dolf, Dolf.... + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +Hope, Dokter. + + +DOKTER... Wat is ’r?... Waar holt-ie heen? + +HOPE... Hou ’m terug, Jan. Hou ’m terug! Een van de kinderen is in de +sluis gevallen, drijft naar zee... Vraag niet verder... Hou ’m +terug!... Ik, ik, ik jaag ’m den dood in... (Dokter af). + + + + + +TWAALFDE TOONEEL. + + +Annie, Hope. + + +ANNIE. (snel door rechtersuite)... Hope! Hope!... Weet je ’t?... Weet +je dat Fritsje.... + +HOPE... (hartstochtelijk)... Fritsje?... Fritsje!... De ellendelingen! +(zakt op ’n stoel). + +ANNIE... Toen Toos omkeek wou-ie... Wat doe je? + +HOPE. (wild op het erkervenster toestortend, kijkt, geeft ’n gil). +O!... O!... Dat Jan ’m niet tegengehouden heeft!... Dolf!... Dolf!... +(zit bewusteloos-starend neer). + +ANNIE. (door het venster verschrikt kijkend). Moeder Maria... Moeder +Maria... + +HOPE... Mijn schuld... Mijn schuld... + +ANNIE... Ze brengen ’n boot uit... Laten we... + +HOPE... Ik kan niet.... + +ANNIE... We zijn ’r in tien tellen.... + +HOPE... Ik kan niet.... + +ANNIE... Dan ga ik... + +HOPE... (zacht smeekend)... Hier blijven... Hier blijven... Ik ben zoo +bang—durf niet naar buiten kijken.... O lieve God in de hemelen, God in +de hemelen, God in de hemelen!... Ik hou zoo waanzinnig, zoo +waanzinnig-veel van ’m.... O lieve God in de hemelen, maak me niet gek, +niet gek!... + +ANNIE... (angstig)... Is-ie hier vandaan—hier uit de kamer....? + +HOPE... Ik weet ’t niet, weet niets, niets!... (de armen om Annie heen +slaand). Kijk niet! Kijk niet!... Bij ’t leven van je Tilleke kijk +niet!... Ik heb ’m vermoord... Als ’k m’n mond op zijn mond gedrukt +had, zoo als ’k ’t wóú, zooals ’k ’t ieder uur van den nacht, ieder uur +van den dag droomde, droomde, droomde, zou-ie me niet voor altijd +alleen hebben gelaten, voor ’n kind dat hèm niet angaat, mìj niet +angaat, nièmand angaat.... + +ANNIE.... Hope, in Godsnaam, kom tot jezelf!.... Misschien heeft de +boot ’m.... (wil naar ’t raam). + +HOPE. (hartstochtelijk het koord van het gordijn stuktrekkend, zoo dat +het voor het venster neerflapt)....... Niet kijken.... Niet kijken.... +Ik zie ’m nooit meer terug!... (zakt met het hoofd in de armen op de +tafel). + +ANNIE... Hope!... Hope... (buigt angstig-aarzelend ’t gevallen gordijn +’n weinig om, staart door den kier, gaat diep-ontzet op den anderen +erkerstoel zitten). + +HOPE. (die de laatste bewegingen opgelet heeft, richt zich op).... Kijk +je niet meer? (een stilte). Blijf je zitten?... (een stilte)... Zeg je +nièts....? + + + + + +DERTIENDE TOONEEL. + + +De vorigen, Dokter. + + +DOKTER. (dompt verslagen op den stoel bij de deur....) Da’s vreeselijk, +vreeselijk.... + +HOPE. (ziet hem aan, barst los)... Mijn schuld! Mijn schuld!... Ik heb +’m tot ’t laatst voorgelogen.... En om dat kind, dat vreemde kind, +heeft-ie mìj, mìj... (zakt ineen. Annie en Jan schieten toe). + + + EINDE. + + Berlijn/Scheveningen, December ’07. + + + + + + + + + VERZAMELDE + TOONEELSPELEN + EN + OPSTELLEN-OVER-TOONEEL + + DOOR + HERM. HEIJERMANS Jr. + + + TWEEDE DEEL. + + I. GHETTO (1898).—II. DE SCHOONE SLAAPSTER (1909). + + AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1911. + + + Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden + volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). + + + + + + + GHETTO. + + TOONEELSPEL + IN DRIE BEDRIJVEN + + GEHEEL HERZIENE 5DE DRUK + + DOOR + HERMAN HEIJERMANS. + + Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden + volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). + + + + + + + + +Voor de eerste maal in den ouden vorm te Amsterdam op 24 December 1898, +opgevoerd. + + DRAMATIS PERSONAE. + + Sachel. + Rafaël, zijn zoon. + Esther, zijn zuster. + Aaron. + Rebecca, zijn dochter. + Rebbe Haëzer. + Rose. + Een Jood. + + + + + + + + +EERSTE BEDRIJF. [4] + + +(De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een +kleine olielamp). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. Een jood. + + +EEN JOOD. Goeienavond..... (knoopt een pak los). Warm. Om ’r bij neer +te vallen. Is Esther ’r niet? + +SACHEL. Esther is uit. + +EEN JOOD. Hoe wou ù dan helpen? + +SACHEL. Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen as jullie met +je oogen! (het goed betastend). Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks. +Prullen. + +EEN JOOD. Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee +gulden op gegeven! + +SACHEL. Twee gulden? Twee gulden! Daar had ik bij motten wezen! As ’k +tien stuiver geef is ’t mooi. Allemaal versleten goed.... + +EEN JOOD. As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je +die jas versleten? Noem je die broek versleten? Ken merken dat u ’r +geen kijk op heit. + +SACHEL. Ik vergis me niet. M’n vingers zién. Die zién voor zes. De +knoopsgaten zijn heelemaal uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met +afgetrapte randen? + +EEN JOOD. Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster +maar hier! Wat doe ’k met die redeneering! + +SACHEL. Rose—kom hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht as +’k zeg dat-ie versleten is? + +ROSE (de jas bekijkend). Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo +héel erg... + +SACHEL (nijdig). Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me +voor de gek! Had ik me óógen, dan had ik jou niet noodig, jou niet, +niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat ’k blind ben? An me +vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken of ’k ’t +zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n +cent! Geef hier die jas! (betastend). De knoopsgaten zijn kapot.... +Hier is ’n plek waar de wol ’r af is... En de voering.... de +voering.... kijk die gescheurde voering!.... En zoo’n stomme os ziet +niks, wil niet zien!.... Geven we je daarvoor te vréten dat je mijn in +me zak liegt! + +ROSE. Ik lieg niet.... + +SACHEL. Jij liegt! Jullie liegt allemaal! + +EEN JOOD. Wat doe ’k met dat geklets! Maakt Esther zoo’n spiktakel? +Geef me honderdvijftig centen.... + +SACHEL. ’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes. + +EEN JOOD. Vier kwartjes? Dank je! Dan pak ’k ’t weer in. + +SACHEL. Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! Kom ’r ook niet +met stelen an.... + +EEN JOOD. Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t noodig—me vrouw +is ziek. Anders kreeg je ’t nog voor geen drie.... + +SACHEL. Al was je heele familie ziek—ik geef niemeer as vier kwartjes. +Vodden! Vuiligheid! Voor mijn part neem je ’t mee. Zal me zorg zijn! +Vraag wat ’t mijn hindert. Nògh, wat begin ik nou! + +EEN JOOD. Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien—weigert +’n kwartje meer voor ’n zieke vrouw (inpakkend). Dan breng ’k ’t na +Levi! Die heit nog ’n pietsie meelijden met ’n ongelukkig mensch! + +SACHEL. Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n dalles zal me +afgestoten worden! + +EEN JOOD. In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger! + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. + + +SACHEL (snauwend). Haast je da-je klaar komt! Stommeling! Te beroerd om +voor de duvel te dansen! Je had toch kennen hèlpen met te zeggen dat ’t +niks waard was! Je vreet ’r toch van mee! As ik ’n jódenmeid +had—die—die zou léeper zijn. + +ROSE (schuw). As ’k ’n jodin was, had ’k ook motten zeggen dat de jas +zoo slecht niet was. + +SACHEL. Wàt motten? Wie vraagt je? Wie, hè? Hè? + +ROSE. Ik lieg niet.... Dat doe ’k niet.... + +SACHEL. Hou je bek! As jij tien jaar bij me ben, begrijp je nòg niks! +’t Zit niet in jùllie kop. Is er niet in te giéten. Wat draai je nou? +Je heb niet in die hoek noodig.... Wat scharrel je? + +ROSE. Ik veeg ’t vuil bij mekaar. + +SACHEL. Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen, +dagdieven!—’n Goeie jas, ’n kostelijke jas.—Ongeluk brengen jullie an. +Geen haar zegen. Schiet op! Sta me niet an te kijken! (Stilzwijgen). +Was jij op van nacht? + +ROSE. Nee! + +SACHEL. Waarom schrik je? + +ROSE. Ik schrik niet. + +SACHEL. Leugen! Leugen! Wàt dee je op? + +ROSE. Ik ben niet op geweest. + +SACHEL. Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen, +op de trap, in de gang. + +ROSE (schuw). Niet waar.... Ik heb geslapen, ben me bed niet uit +geweest. + +SACHEL. Je liegt! Ik heb hóóren loopen. + +ROSE. Ik niet.... Ik niet.... + +SACHEL. Je deur heeft gekraakt—je ben in de gang geweest en de trap af +tot an de deur van de winkel.—Die was op slot. Die was op slot! Wat wou +je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van ’n +speld, dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij—versta +je.... + +ROSE.... Ik bèn niet op geweest. + +SACHEL. Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je +hand? Zoo. Zeg ’t nou nòg is! + +ROSE (angstig). Ik ben niet op geweest! Waarachtig niet. Geen +oogenblik. Ik heb... + +SACHEL. Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen +beweging maak je, of ’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit +slépen of ’k zal geen gezond uur meer hebben! + +ROSE (voortwerkend). Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan—wàt ’k +in de winkel noodig zou hebben. + +SACHEL. Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen +gelooven, dat ’k gek ben, hiet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God +jullie straffe met mijn straf, dat jullie oogen wegkwijnen zooas de +mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdoemde nacht, zooas +ik zoek elk uur, elken dag! ’t Is om te huilen! ’t Is om je handen te +heffen tegen God—altijd nacht en vijanden om je heen, vijanden die je +niet zièt, vijanden die zich niet hoeven te verbergen, vijanden die +spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen zonder dat je +d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met +stemmen, waarin de leugen vastgevreten ligt... + +ROSE.... Ik ben geen vijand. + +SACHEL. Ik ken jou niet, weet niet wie je ben. Nooit zag ik je gezicht, +nooit je oogen. Pas heb je tegen me samen gespannen met die kleeren, +misschien wel wat van ’m angenomen! Je stond zoo dicht bij ’m... + +ROSE. Nee! Niewaar! + +SACHEL. En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je +hàd niet op te zijn. Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik +over, daar tob ’k over òmdat je liegt. Nòu zit ’r wat achter. As je +gezeid had: ik wàs op, ik was ziek—dan—had ’k je geloofd, was ’t uit +geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks heb +gehoord! Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef! + +ROSE (aarzelend). Ik was ziek—vannacht. + +SACHEL. Dus je wàs op. + +ROSE. Ik was.... + +SACHEL. Waaróm zeg je dat noù pas? + +ROSE. Weet ’t niet. Ik was bang. + +SACHEL. Bang voor wàt? + +ROSE. Bang voor.... Bang voor.... Ik kan me niet bewegen of ’k wor +afgesnauwd.... Ik durf niks meer zeggen.... Ik was bang—omdat ’k dacht +je wakker gemaakt te hebben. + +SACHEL. Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap? + +ROSE. Dat herinner ’k me niet.... + +SACHEL. Ik vertrouw jou niet.... Jij ben ’s nachts nooit ziek.... En je +liegen, je verdomde liegen... Je kon wel ’n ànder plan hebben gehad.... + +ROSE. ’n Plan?... + +SACHEL. Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou? +(Stilzwijgen). Nou? Zeg je niks? + +ROSE. Wàt mot ’k zeggen? + +SACHEL. Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t +donker zit.—Nou? Nou? + +ROSE. Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken. + +SACHEL. Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en +beliegen. + +ROSE. Dat heb ’k nooit gedaan. + +SACHEL. Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand +niet! Tuig, allemaal tuig! + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. Esther. + + +ESTHER. Wat schreeuwt-ie weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. De +buren motten wat van ons denken.... + +SACHEL. De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an! + +ESTHER. Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm +de buren angaan?... ’k Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt +’n spiktakel! Lastige ouwe! ’t Verstand komt ook niet met je jaren! + +SACHEL. Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van +me! + +ESTHER. Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar. +Jij schreeuwt ’t heele huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw +dan met reden. + +SACHEL. Met réden? Dùizende reden heb ’k. Was daar niet ’n koopman met +’n partijtje negotie hier en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur niet +uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg jij niks! + +ESTHER. Wat heit ze d’r van noodig? + +SACHEL. As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t +zoo slecht niet is—as ze pas heit hooren zeggen dat de franje ’r bij +hangt. + +ROSE. Ik wist niet beter. + +ESTHER. En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met +opzet? Wor je arm van eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders! +Hóe ken ’n blinde zich zóo de sappel maken? Wat schiet je ’r mee op? + +SACHEL... Smoezen jullie maar... Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij +mekaar geschraapt uit hoeken en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die +paar centen. Me vrouw zaliger, dié, dié, heit me gehòlpen tot an d’r +sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit bij de +affaire is, ’n zuster die àlles te duur inkoopt, as ik ’r niet bij zit, +as ik niet elke rooie duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k! + +ESTHER. Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles +komt terecht as je maar niet lastig ben—Doe de luiken voor de ramen, +Roos. + +SACHEL. Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet. + +ESTHER. Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert +jou toch? Ga je gang, Roos. + +SACHEL. Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet! + +ESTHER. Die vergeet ze toch nooit. + +SACHEL. Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is. + +ESTHER. God allemachtig—wat heit die man ’t van avond op z’n heupen! +(Rose doet de luiken voor). D’r komt zeker onweer los met die warmte. +Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter doen voor de deur ’n luch-ie +te scheppen? + +SACHEL. Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten. + +ESTHER. IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an +ijskouwe voeten? D’r hangt ’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood! +(gaat bij de onderdeur zitten). + +SACHEL. Heb je gekeken of de pennen.... + +ESTHER. Maak je niet ongerust! Alles komt in orde. + +SACHEL. Op ’t linkerraam zit-ie nog niet. + +ESTHER. Ze zal ’m ’r wel opdoen.... + +SACHEL. Ben je bij Abram geweest? + +ESTHER. ’n Loop voor niks! Had de heele boel verkocht. Vanmiddag al. + +SACHEL. Was Rafaël ’r dan niet geweest? + +ESTHER. Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r eerst zeker niks +van! Was ’r heelemaal niet geweest! Je mot ’t van je kinderen hebben. +Geeft me wonder dat-ie nog thuis eet! ’k Zal z’n koffie op de stoep +zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen. + +SACHEL. Had ’r zelf heengegaan van morgen!... ’n Heele partij goed na +de maan! + +ESTHER. Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ìk jóuw zoon +achterna loopen? ’k Heb niet genog te doen! Ken ik helpe dat-ie te lui +is om ’n poot te verzetten? Zoo’n leeglooper! As-die eenmaal belooft +bij Abram an te gaan, ken ik dan ruike dat-ie niet gaat? ’k Zal ’m an +’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r na toe dragen! Wat zeg je me +daàr van! + +SACHEL. Met al jouw gesmoes—de pen is niet op ’t raam.... + +ESTHER. Wat wil die man toch van avond van de pen! Ze halen hier niks +weg. En mijn zeker niet: ik eet te veel. En as ze jou stelen, brengen +ze je over ’n uur terug. Je ben te lastig. Klaar, Roos? + +ROSE. Alles is klaar. Heb u mij nog noodig? + +ESTHER. Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t +Is om te bezwijken. En... en... geef me broer ’n heete stoof voor z’n +kouwe voeten! + +SACHEL. Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg +bezocht! + +ESTHER. Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier? + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Aaron. Esther. Sachel. Rose. + + +AARON. Wat ik hier doe? Beetje handel! + +ESTHER. Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd. + +AARON. Kinderen-bedtijd? Noem je negen uur kinderen-bedtijd? Voor +handel is ’t nooit te laat. Al wou ’k in de nacht kommen! Wat jij, +Sachel? Zal ’t nooit vergeten, toen we jong waren, dreven we in ’t +hartje van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende tijd. Weet je +Sachel met die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens +opzaten met Jozef en Meijer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar +droge centen verdiend—kwamen we met ’n stuk geld thuis. Nou is de +handel gedaan. Ze weten nie-meer wat handel is! ’t Wordt dalles troef. + +ESTHER. Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je ken nog ’n boel van je +vet verliezen vóor je mager wordt. + +AARON. Waar staat geschreven dat ik me vet mot verliezen? (tot Sachel) +’k Heb ’n partijtje afval van wol. + +SACHEL. Afval van wol? Niks voor mijn. + +AARON. Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! Heb ’n +monstertje meegebracht. Laat zich aardig fijn voelen. + +SACHEL. Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t +kraakt as je ’t scheurt. + +AARON. Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij, +Esther? + +ESTHER. Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat? + +AARON. Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij +katoen! Kijk hoe ’t brandt! Ruikt dat na wol of na katoen? Je zel mijn +wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r in! De fijnste wol! Over de +heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet! + +SACHEL. Hij maakt zich druk! Over wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind +van twee jaar was, wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks! + +AARON. Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week +hebben, as dat Engelsch laken is. + +ESTHER. Heb je niks anders....? + +AARON. Is dàt dan niks? Heb ’r ’n heele partij van—over de twintig +pakken. Pracht van ’n goed. Reusachtig. + +SACHEL. Niks voor mijn. + +(Rose op met koffie). + +ESTHER. Bakkie koffie, Aaron? + +AARON. Geef me ’n kommetje. + +ESTHER. Boterkoekie? Eigen gebak. + +AARON. Geef me ’n brokkie. + +(Rose gaat bij de open deur zitten). + +ESTHER. Smaakt ze? Heb ’r anderhalf pond boter in. + +AARON. Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag +van krijgen kan. Je heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te +zoet of heelemaal geen suiker. En altijd half gaar. Nooit zal ze zoo +knappen as jouw kiks.—Nou, hoe is ’t, kennen me handelen? + +SACHEL. Hoeveel mot je ’r voor? + +AARON. Zeg wat ze jou waard is. + +SACHEL. Ik doe geen bod. Jij ken beter vragen as ik biejen. + +ESTHER. Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an?—Is je +dochter Rebecca al beter? + +AARON. Zoo gezond as ’n visch. Mankeert niks meer. Rafaël niet thuis? + +SACHEL. Natuurlijk bij de weg. + +AARON. Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen +altijd thuis zitten? + +SACHEL. Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op +’n klein kamertje woonde ’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers +en me grootmoeder. Gebrek en honger heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we +om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker geworden—met z’n vieren +sliepen we op de grond—en—en ’n zussie lag dood naast me. Zal ’t nooit +vergeten—pakte d’r hand—ijskoud. Voel ’k nòg! Van gebrek is me +grootmoeder gestorven. In één jaar zijn ’r drié kinderen begraven. Ik +heb wat meegemaakt. ’t Is ’n wonder dat ’k nog léef, dat Esther nog +leeft.... Wat heit zich mijn zoon te beklàgen? Die kent geen gebrek. +Die kent geen zorg. De tijd is veranderd. Zoo vrij as ’n christen +loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen waarvan ik nooit +gedroomd heb, waar wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. ’n +Halve christen is-ie geworden. Ik beleef niet veel vreugd an ’m.... +Soms lijkt ’t of ’k geen kind heb. + +AARON. Je mot ’t zoo zwaar niet opnemen. Jeugd, niks as jeugd. As-ie +maar eenmaal ’n meissie heit. + +ESTHER. Zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet na meissies. + +AARON. Dan motten júllie voor hèm kijken.—Nou, doen me handel? Wat is +’t je waard? + +SACHEL. Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe.... + +AARON. Ja, je bewijst me ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt. + +SACHEL. Nou, dan niet. In Godsnaam! + +ESTHER. Wi-je nog ’n kommetje? + +AARON. As je heb. + +ESTHER. Nog wel tien. + +SACHEL. Wat blijft-ie uit! + +AARON. Wie? + +SACHEL. Hij.... + +AARON. Over wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind, loopt in geen +zeven sloten gelijk. + +SACHEL. Vanmorgen zou-die bij Abram angaan.... Bij Abram is-ie niet +geweest. De heele dag heb ’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen +is. + +ESTHER. D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut! + +AARON. As-die maar eerst tróúwt. + +ESTHER. Heb jij ’n meissie voor ’m? + +AARON. D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen, die centen anbrengt. + +SACHEL. Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k na bed ga. + +AARON. Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch +wel wàt meegeven? + +SACHEL. As ’t meissie wat meebrengt.... Ik heb niet me heele leven +gewerkt voor ’n vreemde.... Ik geef ’n andermans kind niet te eten. + +AARON. Hij mot trouwen. + +ESTHER. Ja—as die getrouwd is.... + +SACHEL. Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kennen geen twee gezinnen +leven. De verdiensten leveren tegenswoordig nog al wat op! Ik zou wel +willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot minstes vijfduizend gulden +meebrengen. Geen cent minder. + +AARON. Vijfduizend gulden! Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander +zich voor jóú uitkleejen? Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee? +’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch ook geen graaf? Hij durft! Wat +’n brutaaligheid! + +ESTHER. Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch bij wijze van spreken? + +SACHEL. En ik doe ’t geen cent minder as vijfduizend! En as ze maar ’n +spetje, ’n kleinigheid mankeert, mot ze mèer inbrengen! + +AARON. Dat ken ’k niet uitstaan! Hij vraagt! En as ’r nou is iemand zoo +gek is om z’n dochter zoo’n kapitaal mee te geven, wat krijgt jouw +zoon? + +SACHEL. Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak. + +AARON. Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die na +bed gaat en ’n ander zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! Dat gààt +niet. Jij alles en ’n ander niks! + +SACHEL. Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat? + +AARON. Nou—nee! Mijn me zorg! (Stilte) Nou, doe je ’n bod op de wol? +Zoo’n fijne partij zie je in geen jaren terug. Voel wat ’n goed! + +SACHEL. Jij weet wat ’t jou ingekocht kost. + +AARON. Esther—zeg jij ’t dan! + +ESTHER. Ik? God zal me beware! Ik zeg niks. + +AARON. Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil +je de heele partij in de roest? + +SACHEL. Zou je danken. + +AARON. Wat is ’t je waard? + +SACHEL. Ik geef je twee gulden de honderd kilo. + +AARON. Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! Ben ’r met stelen an +gekommen! Omdat ’r ’n klein stukkie Engelsch doorloopt ken je ’t +krijgen voor vier. + +SACHEL. Néé! Je wor bedankt. Voor vier ken je ’t van mijn krijgen. + +AARON. Dan niet!—Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je +zoo warm. Geef mijn nog ’n brokkie van je koek. + +ESTHER. Je schijnt ze te lusten. + +AARON. Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca ze nooit zóó maakt en +anders mot je d’r zien!—Wat doe je ’r allemaal in? + +ESTHER. Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat +zal ’k ’t joù zeggen? Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie +is ’t, ’n best meissie, je dochter. Waarachtig, ik hou van ’r. + +AARON. Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an +d’r. Ze ken van alles, van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen +d’r handen. Je ken ’t zoo gek niet prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze +wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender in de winkel! +Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw +zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven. +Kolossaal. ’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na. + +SACHEL. Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch +zitten. + +AARON. Geen geld? Geen geld? Je zel ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r +mee geef. + +SACHEL. En wat kan jij ’r meegeven? Elke som geld heb je noodig voor je +zaak. + +AARON. Nou—drie bankies van duizend heb ’k altijd oor d’r over. (Een +stilte). + +ESTHER. Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij +heit ijskouwe voeten! + +AARON. Zal van ’t stilzitten kommen. + +SACHEL. Drie bankies van duizend. Drie bankies.... Denk jij dat daar ’n +rèchtschapen man voor komt? + +AARON (driftig). En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor +jóuw zoon klaar staat? + +SACHEL. ’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met +drieduizend gulden! + +AARON. En wie praat ’r van jóuw zoon?—Ik geef mijn dochter drieduizend +en ’n uitzet van alles twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an +elke vinger heit ze d’r tien. Ze is maar niet knap. ’n Figuur en ’n +oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld ’n christen dame. Je mot ’r +zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n fransche vrouw! + +ESTHER. Ja dat weet ik—’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid. + +AARON. Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie, +verlies ’k ’r de helft an. + +SACHEL. Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb. + +AARON. Dan doene me geen zaken—Waar blijft nou die Rafaël? + +SACHEL. God weet waar die zit. + +ESTHER. Rebecca zou ’n tof meissie voor ’m zijn. + +AARON. Ik geef geen vijfduizend! + +SACHEL. Jij geeft geen vijfduizend en ik geef geen zoon. + +AARON. Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd? + +SACHEL (nijdig). Heb ik wat met joùw dochter noodig? + +AARON. Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag +ik noemen! + +SACHEL (nijdig). Wat heb ik an die praatjes! Doe jij met je dochter wat +jij wil! Vraag ik joù om raad? + +AARON (nijdig). Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is +om z’n pooten op te tillen, slentert de heele dag bij de weg! + +SACHEL. Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van? + +AARON. En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang! + +ESTHER. Jullie lijken wel gek! Over wàt maak je je warm? Is ’t niet +warm genog? Wat ’n onzin! Overleggen jullie kàlm. De gekheid om je zoo +op te winden! Rebecca is ’n gezegend meissie, Rafaël ’n goeie jongen, +maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren jullie +verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet as-die d’r +uitziet. ’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt toch alles +làter terecht? + +SACHEL. Zij gééft! Wìe geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar +niks is! + +ESTHER. Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an +zijn eenige dochter geeft, blijft ’t toch in de familie! + +SACHEL. En ik geef ’n andermanskind niet te eten! + +AARON. Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar! + +ESTHER. Laat ’m maar gaan, ’t komt in orde. Ik mot je eerlijk bekennen: +beter meissie weet ’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en morgen +dankt-ie God dat-ie ’t gedaan heit. Laat-ie ’r maar eerst over slápen. +Ik ken ’m. + +SACHEL. Ken je begrijpen! D’r komt hier geen schoondochter onder de +vijfduizend gulden over de vloer!.... + +ESTHER. Weet je wat je doet, deel ’t verschil! + +AARON. Dank je. Geen cent meer of minder. Drieduizend gulden en van +alles twaalf. Wat zal ’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k +sterf krijgt ze toch àlles? + +ESTHER. Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en +zeg dan ja of nee. + +SACHEL. Bedenken kost niks—maar ik doe ’t tòch niet. + +ESTHER (knipoogend tegen Aaron). Laat maar gaan. As ik je nou zeg: ’t +komt in orde. + +AARON. Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet +hebben? + +SACHEL. Voor de prijs die ’k genoemd heb. + +AARON. ’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou +tegenswoordig niet meer handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is +voor jou. + +SACHEL. Geen cent! + +ESTHER. Praten jullie daar nou ook overmorgen over. As ’t eene in orde +komt, komt ’t andere vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo laat! + +AARON. Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken. + +SACHEL. Goeien avond. + +ESTHER. Pas op val niet! Denk an ’t stoepie. + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Esther. Sachel. Rose. + + +SACHEL. D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb hèm noodig! Og! + +ESTHER. ’t Mot toch eéns gebeuren? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap +meissie, ’n mooi meissie. + +SACHEL. En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij +mekaar motten schràpen voor niks! ’k Heb de tijd! + +ESTHER. Jij heb de tijd—jij ’n man op jaren? As je God-beware wat +overkomt, weet je heelemaal niet wat-je krijgt. + +SACHEL. Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an. + +ESTHER. Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik in God’s hand. Wie +weet ’t eene uur wat ’t andere gebeurt. + +SACHEL (vinnig). Daar wil ik niet van hooren. Hou je mond. Beschrie me +niet! Ik ga nog niet dood. Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t +wel willen, wat? Dan kon je doen en laten wat je wou. Dan had je de +beschikking over alles. Dan kon je met geld smijten, mijn geld, mijn +gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie, +jij, hij, allemaal! + +ESTHER. Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg. + +SACHEL (kort). Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn +niet bang. Ik overleef jullie allemaal! + +ESTHER. Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer +làstig! Roos neem de koffieboel mee. Hoor je niet? + +ROSE. Ja, ja. Hier ben ’k. + +ESTHER. Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild? + +ROSE. Ik? Nee. Hoe kom u ’r op? + +ESTHER. Heb jij nièt gehuild? Heb jìj niet gehuild? + +ROSE. Nee. + +ESTHER. Na, mot je zelf weten! Ga na je bed. + +SACHEL. Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou? + +ESTHER. Wat snauw je toch! De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as +je ’t niet gelooft. + +(Rose af). + +SACHEL. Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k +hooren loopen. + +ESTHER. Ik ook! En mot je dààrom de sjikse zoo wantrouwen? Rafaël is op +geweest. + +SACHEL. Niet waar! Niet waar! De meid was op! + +ESTHER. Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal +’k me nog langer moeilijk maken met jou! + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Rafaël. Esther. Sachel. Rose. + + +RAFAËL. Goeien avond.—Ik zeg goeien avond. + +SACHEL. Dat hoor ’k. Zeg liever goeien nacht! + +ESTHER. Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n +kosthuis! Meneer doet ons de éér an te kommen slapen! + +RAFAËL. Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vader? Vader? Hoor +je me niet? Kun je geen antwoord geven? Ook goed. + +ESTHER. Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook +geen boe, geen ba. Wat ben jij voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan—is +niet bij Abram geweest! Je most mijn zoon wezen! + +SACHEL. Waar heb jij uitgehangen? + +RAFAËL (verstrooid). Wat doet dat ’r toe? ’k Heb dat van Abram +vergeten. Spijt me. Met opzet heb ’k ’t niet gedaan. + +ESTHER. Hij vertelt wat! Geen opzet—wèl opzet! Komt ’r wat op an! + +SACHEL. ’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke +dag—en je praat ’r om heen.... + +RAFAËL. Mot ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal +geweest—de tijd is omgevlogen. (vermoeid). Heb je wat te eten, tante? +’k Heb honger. + +ESTHER. Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op +tijd! + +SACHEL. Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten. + +RAFAËL. Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen. + +SACHEL. God, wat straf je me zwaar! Op me ouwen dag overgeleverd an +vréémden! As je moeder-zaliger je zien kon, as ze zien kon hoe jij je +blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan, dàn, dàn.... + +RAFAËL (rustig). Laat moeder ’r buiten. Je hoeft geen herinneringen +wakker te maken. Ik was op ’t graf. + +ESTHER. Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen jaartijd? Was ’r nièt +gegaan.... + +RAFAËL (haalt de schouders op).... Ik was op ’t graf, uren lang, heb +zitten suffen en droomen. Da’s alles. De zerk is weggezakt, vader. Je +kan de plek haast niet meer vinden. D’r groeit van alles. ’k Heb wat +bloemen meegebracht. Hier heb je ze. D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen. + +SACHEL. Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg +met jouw bloemen! Was teruggekomen zooas ’t je pàste! Had niet je dag +verluierd, je dag verslingerd met onzin—ònzin, zeg ik! Gister ben je +niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister heb je geen vin +verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij ’r an +dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en +Abram en zoo’n koopman-van-niks as Aaron—alles naar zich toeschleppen, +dat m’n zaak verloopt, m’n goeie zaak, m’n záák, waarvoor ik gezweet +heb, m’n zaak, m’n zaak! Ik kan ’r bij huilen! Op m’n ouwen dag ken ’k +bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor grootgebracht! + +ESTHER. Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zóó’n zoon grienen? + +SACHEL. God straft me wel! Heb ik ’t brood niet uit me mond gespaard +toen-die ’n kind was? Hebben z’n moeder-zaliger en ik niet kromgelegen +om ’m groot te brengen! Heeft-ie geen scholen bezocht en talen geleerd, +waarvan wij nooit gehoord hebben! Hebben we ons niet voor ’m +uitgekleed, bij ’m gewaakt as-die ziek was, ons alles ontzegd om ’t hèm +goed te laten gaan! En nou? Wat heb ik nou? Nou ken ik alléén +rondwurmen! An niemand steun! Nou ken ’k vèrrèkken! Nou mot ’k wachten +tot ze hiér kommen met handel—me laten bedriègen—me laten bestelen! + +RAFAËL. Dat ’s niet mijn schuld. + +SACHEL. Niet zijn schuld! Ik ken ’m vasthouen! Ik ken ’m daar dwingen +thuis te blijven en voor mijn te kijken! + +RAFAËL. ’k Heb over die dingen gedacht, van middag nog—en je heb +gelijk—maar ànders worden kan ’t niet, nou niet, nooit meer. + +ESTHER. Stapelmesjogge! + +SACHEL (hard). En wáarom niet? + +RAFAËL. Dat kan ’k niet zeggen.... + +SACHEL. Jij liegt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat +je verbergt! + +RAFAËL. Nee. + +SACHEL. Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen! + +ESTHER. Geheimen? Zallen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn ze +me waard! As die niks zeit, weet ik nog genog! + +SACHEL. Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf +van je moeder most jij niet durven kommen! + +RAFAËL. Waarom zullen we zóó tegenover elkander staan? Ik zal ’t je +niet lang meer lastig maken. + +SACHEL. Wat? Wàt zeit-ie? + +ESTHER. Schtos! Schtos! + +RAFAËL. Ik ga weg. + +SACHEL. Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zeit-ie dat Esther? + +RAFAËL. ’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige +dingen hebben we later allemaal spijt. + +SACHEL. Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel jij dan +niks as je m’n oogen ziet? + +RAFAËL. Vróéger gaven die me onrust, angst, wroeging,—hoe zal ik ’t +noemen?—vroeger had ik alles voor je kunnen doen—in den tijd toen ik +jong, jij hulpeloos was—vroeger zou ’k geen seconde rust hebben gehad, +als ’k tranen in je arme oogen had gezien—vroeger zou ’k me de haren +uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte—ènkel bij de gedachte—jou +displezier te doen... Nou is dat ùit me—’r heelemaal uit—je heb ’t ’r +uit getràpt! + +SACHEL. Ik? Ik? Wat heb ik joù gedaan? Wat? Wat? + +RAFAËL. Nee. Ik wil niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk +voor. Je heb ’t zèlf geleerd.... + +ESTHER. Ik ga naar bed. Ik heb genog van die kinderpraat! Zal ik me +nachtrust geven an dàt gekles! Hij wil wèg: laat ’m gaan! ’k Dacht dat +je wijzer was. Praatjes, uitvluchten, smoesies! Mòrgen vraagt-ie je +weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper—nou wéet je ’t. + +SACHEL. Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. ’r Komt ’n +end an me geduld! ’k Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg! + +RAFAËL. Dreig niet, vader! Ik zei je toch dat ik ’n besluit heb +genomen—’n besluit dat zóó vaststaat, dat niemand ’r iets an veranderen +kan. Ik ga weg. Heel gauw. Ik maak jullie ongelukkig. Jullie mij. ’k +Weet geen àndre oplossing. + +SACHEL. Waarom wil jij weg? + +RAFAËL. Dat is mijn zaak. + +SACHEL. Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r +voor bezoeken! + +RAFAËL. Nee, vader. Ik voel me voor ’t eerst sinds jaren weer +rustig—nou ik mijn weg ga, nou ’k weet wàt ’k doen moet. + +SACHEL (woest). De reden, de reden! Je heb toch je gezonde hersens! Jij +ben toch niet idioot! De reden! + +RAFAËL. De reden—de reden. Sta je ’r zóo op? ’t Zou voor ons beter +zijn, als ’k zweeg. Je wil dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan zul je +weten hoe ’k me hier ben gaan voelen als ’n ellendige—als ’n vreemde. + +ESTHER. Ach wat ’n schtos! Wat doen me met z’n onzin! + +RAFAËL. Laat me uitspreken, tante. Ik kijf niet, maak geen twist: ’k +zeg de dingen kàlm—en als je ’t voelen kan: ’n tikje wanhopig—’t Is +niet zoolang geleden—’k denk twee, drie—’k weet ’t niet—’t doet ’r niet +toe...... Ik was ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van je, vader. ’k +Hield zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de +bergplaatsen, dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je +oogen vol leven en opgewektheid? ’t Was zoo schrikkelijk je àltijd in +’t donker te denken. Soms kneep ’k m’n oogen dicht, hield m’n hand er +voor, om ’t licht af te sluiten—dan dacht ik: god, hoe afschuwelijk, +hoe vreeselijk—hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken—nou moet-ie +gissen, de vormen raden, de kleuren raden.... + +SACHEL. Hou je mond! Dàt vraag ik je niet! + +RAFAËL. Toen kwam de dag...... ’n Vrijdag, als vandaag—’k Was begonnen +je in de zaak te helpen.... Je had ’n partij goed verkocht—’k weet niet +meer wàt.—De schuit lag voor de loods—de knechts stouwden de balen. ’k +Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag me niet: had me +niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de +loods. Jozef, de knecht, las ’t gewicht—zelf schreef jij de getallen. +Ik keek naar je met ’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot medelijden. +Je had zooveel wil—je droeg ’t ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers +bevend over ’t papier bewegen—’k wou naar je toekomen en zeggen: laat +mij ’t schrijven—vermoei je toch niet. Maar op eens zag ik iets, iets +dat me dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring. ’r Werd ’n baal +gewogen—Jozef en de koopman bukten naar de gewichten—en terwijl—tastte +je voet naar de schaal—bleef er op drukken. Ze wogen je voet mee. +Niemand lette op je. Ze hadden vertrouwen in je blinde oogen. Je stal. +Je was ’n dief.... + +ESTHER. Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen! + +SACHEL. Laat ’m gaan.... Laat ’m uitspreken.... + +RAFAËL. Ik lieg niet! Loog ik maar!—ik dacht dat ’k me vergist had, +bleef angstig wachten op ’n tweede baal.—De baal kwam—werd op de +bascuul geschoven—wéér bedrukte je voet ’t blad—wéér nam je wat je niet +toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd spreken dat de balen zoo +zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, met +gevouwen handen—je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte +oogen, dat niemand aan jou dacht—’n hulpelooze blinde. En bij elke +schaal herhaalde je ’t—óver de twintig maal. Twintig maal! Twintig maal +je stelende voet en je dooie oogen, je bewusteloos meeleven, je +misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij van +andren!—Nou weet je een hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de +loods—zoo màl was ik toen. Twee uur later zijn we naar de kerk gegaan, +zooals elken Vrijdagavond. Je zat naast me. Ik bad niet. Telkens keek +ik naar je oogen om er iets in te vinden, om er ’n uitdrukking in te +zien—telkens zag ik het wit, ’t wit zooals ’t geglansd had toen je bij +de bascuul naar den hemel stond te kijken.—’t Was ’n bleeke hemel met +’n ènkele streep: zóó, zóó sterk is ’t me bijgebleven!—Van de kerk +gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte. Je klaagde, dat ’k stil +was. Ik wàs stil. Je zei brooge. Je doopte ’t brood in ’t zout. En +aldoor keek ik, kéék ik. ’t Lamplicht scheen in je oogen. ’t Lamplicht +gaf ’r denzèlfden glans aan—als de hemel. Je wierp ’n glas om—wat nooit +gebeurde. En ’k voelde niks. Je was geen blinde meer voor me. Je was +’n.... Je was ’n.... Waarom zal ’k verwijten, schimpen? ’t Is gebeurd. +Honderd keer na die eerste heb ’k ’t zelfde gezien. Ik wou je +vervangen, zèlf ’t goed wegen, afleveren. Jij wóú niet. Je maakte je +kwaad. Nooit mocht ik aan de bascuul komen. Je beloog me. Je zei dat je +niet werkloos kon blijven, dat je geen rust had als je stil moest +zitten. En met Jozef samen—met je knecht lag je onder één deken!—bleef +je de kooplui bestelen, bestelen... Laat me uitspreken! Langzaam heb ’k +alles begrepen, ben ’k je—zòo is ’t, vader—gaan minachten... ’n Blinde +beklaag ik zoo innig—’n blinde zie ’k voor me als ’n mensch van wien +God oneindige gelatenheid èn berusting vraagt—’n blinde zie ’k als +iemand die voor de helft afscheid heeft genomen—van àlles.... Jou zag +’k ’t gèld, dat je bij elkaar schraapte, bestréélen, jou zag ’k vechten +en worstlen om naar je toe te halen, jou zag ik dag aan dag—bedriegen. +Hoe wouen je blinde oogen me dan wat doen? Hoe wou je voor me staan als +’n hulpelooze, als ’n—vàder? + +SACHEL. Doen àndren anders? + +RAFAËL (triestig). Ons héele volk is ontaard.1 + +SACHEL. Als ik niet neem, nemen andren dan niet? Is dat geen hàndel? +Maken zij geen misbruik van mìjn ongeluk? Gaan wij niet elk uur +achteruit? Kan jij eerlijk zijn—as ze je bestelen van alle +kanten—bestelen an wicht—bestelen an kwaliteit? Is handel geen hàndel? + +RAFAËL. Die andren heb ’k àltijd veracht—maar dat ik éens zou leeren +joúw ongeluk te vergeten..... dat je àltijd voor me zou blijven de +man—bij—de—bascuul... + +ESTHER. Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóó iets... Daar heb ik +regulier verstomd van gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan! +Verwijt z’n ouwen vader dat-ie z’n best heit gedaan voor z’n brood. Hij +neemt niet as-ie krijgen kan! Hij geeft gewicht toe! As je vader niet +zoo gehandeld had, kon jij nou bedelen gaan! Og! Je zal ’t elk jaar +verdienen wat ze òns bestolen hebben! Is dat diefstal? Noem jij +diefstal as je voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen +eerlijke Jood en geen eerlijke Chris! De een steelt op die manier, de +andere op die. Geen mensch is dief in z’n eigen zak. Hoe wou jij handel +drijven? En eet je d’r niet van mee? Is zelf te lam om te werken en z’n +ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten! + +RAFAËL. Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k +weg ga... + +SACHEL. Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou jij +weggaan? ’k Heb toch niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je +oud en wijs genoeg ben, zal je begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet +van je af—dan sta je binnen ’n jaar op straat..... Je mot ’n roofdier +wezen..... Anders trappen ze je ’r onder.... Zonder gèld ben je +weerloos, zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je +niks! Heb ’k ’t niet voor jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood? + +RAFAËL. Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k +Had beter gedaan ’r niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. We +kunnen vrindschappelijk van mekaar gaan. + +ESTHER. Wil ik jou is wat zeggen? Als jij ’r zèlf over slaapt—heb-ie +morgen spijt over wat je nou allemaal gezeid heb.... Hij gaat weg! Nog +in geen tien jaar! Wil je wat eten? + +RAFAËL. Nee. ’k Heb geen trek meer. + +ESTHER. Dan maak je maar trek! ’t Is aardig ongezond ’n heele dag met +’n nuchtere maag te loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met +aardappelen en ’n stukkie schapevleesch. Zal ’k ’t warmen? + +RAFAËL. Nee. + +ESTHER. Over wat straf jij je maag? Roos! Roosie! + +ROSE. Roep u? + +ESTHER. ’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie effen +warmen? + +RAFAËL. Nee tante—ik eet niet. + +ESTHER. Wàrm jij ’t maar! (Rose af). As je de lucht ruikt, eet je wel. + +RAFAËL. Heeft zij—gehuild? + +ESTHER. Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me eigen kop! Kom, ’k zal +binnen de tafel dekken... + +RAFAËL. Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd. + +ESTHER. Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen +wonder. Je etensuur verleggen en ’s nachts niet slapen! Nar! Groote +nar! Wat heb je òp gedaan van nacht? Was je ziek? + +RAFAËL. ’k Kon niet slapen.... ben opgestaan.... Nacht vader—Nàcht +vader!—Geef je geen antwoord?—Nacht. + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Sachel. + + +(staat op—bevoelt de pennen der luiken—bonst zich voor ’t hoofd). Hij +was op vannacht—En—èn die mèid was op—Ze waren sámen op—Sámen—Waarvoor +waren ze op? Waarom heit de sjikse gehuild? + + + (EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF). + + + + + + + + +TWEEDE BEDRIJF. + +(De huiskamer van Sachel achter den winkel). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Rose. Rafaël. + + +RAFAËL (binnentredend). Waar is vader? Waar is tante? + +ROSE. Ze zijn nog niet terug uit de kerk. We zijn alleen—Goddank! + +RAFAËL. Huil je? + +ROSE. Raak me niet an! Raak me niet an! + +RAFAËL. Hebben ze je....? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet! + +ROSE. O, dat ik naar jou geluisterd heb! + +RAFAËL. Is ’r iets gebeurd? Wat dan? + +ROSE. Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie +allemaal! O, o, dat ’k sterven kon, dat God me zoo dadelijk liet +doodblijven! + +RAFAËL. Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante..... + +ROSE (zich hysterisch opwindend). Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wìl +door jou niet gezoend worden! + +RAFAËL. Màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw? + +ROSE. Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te schateren! Ik, je +tijdverdrijf.... + +RAFAËL. Rose! + +ROSE. Ik, wat ben ìk! Ik die niks op de wereld heb—ik die me moet laten +trappen door je vader—door je tante—door elken jood die hier komt! + +RAFAËL. Jóód?—Jood?—Waarom zeg jij jood? + +ROSE. Jood, jood! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n vreemde! ’n +Vreemde voor je vader! ’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde voor den +eersten den besten jood!—’k Ben máár de Sjabbesmeid—ik mag de lampen +opsteken—ik mag an ’t vuur kommen—ik met m’n vréémde handen—ik, hun +mèid, hun mèid! En jij—jij ben als de àndren—je ben ’n jood zooals zij! + +RAFAËL (neemt haar hand). Wat verneder je jezelf.... Ik weet niet wàt +de oorzaak is, dat je zoo opgewonden ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, +zoo grof... Maar, ik weet wèl, Rose, dat je dàt woord nièt meer moet +zeggen. ’t Herinnert me an zoo’n boel. Nee, laat me je hand houen. Zóó +zitten we met de óúwe vertrouwelijkheid.—Toen ’k ’n kind was—met andere +jongens wou spelen—scholden ze voor jood—smàùs. ’k Wist niet waarom. +Zij ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. Maar ’t dee pijn. Want als kind +vroeg je jezelf: is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets gedaan? Ben +ik anders dan zij? Wat is ’n jood? Wat?... (begint met haar zilveren +kruisje te spelen) Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie hebben +Jezus gekruizigd! Ik klaagde. Moeder zei dan: je moet er om lachen—je +moet er aan wènnen.—Eens op school—’k had niet opgelet—trok de meester +me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stònd +’n uur in den hoek, ik, de eenige jood van die school en door m’n zotte +tranen zag ’k de jongens die lachten—den meester, de banken...... En ’n +wrok kwam in me. ’k Had dien man kunnen rànselen. Wáárom was ik ’n +geteekende? Wáárom zeien ze jood?...—Zóó begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in +m’n jeugd. Zoo blééf ’t.—Moeder stierf. Den dag dat ze begraven werd, +gingen we achter de kist, vader, ik, m’n ooms, de vrienden. Op ’n hoek +van ’n straat stond ’n slager—’k weet z’n gezicht nog—die lachte.—„Daar +gaat ’n dooie jodin”, hoorde ’k ’m zeggen.—Vader werd blind. Den +eersten dag dat ’k ’m leidde, liep hij tegen een man aan en die +schimpte: „kijk waar je loopt, jood!”.... Wil je meer? Is ’t genoeg. +Hoor je dat ’t woord me niet heelemaal vreemd is? + +ROSE. Rafaël.... + +RAFAËL. Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken +droeg, alsof jood-zijn ’n slecht ding is. Ik leerde, keek om me heen. +En òveral zag ’k de wrijving—de vijandschap van de rassen—de +vijandschap van de ongelukkige godsdienstjes. Als man, lieve vrouw, heb +’k dat gevoel van verbittering verloren, is er iets in me open gegaan, +dat me meelijden, innig meelijden heeft gegeven met wie jood-schimpen +kàn. Doe ’t niet meer. Nóóit meer. Hoor je, nóóit meer! Zie ons hier +zitten—jij—’t is om te lachen!—’n christin—ik—hahaha!—’n jood! Hoe +kunnen wij twee, als we elkander in de oogen zien—an zulke dingen +denken.... + +ROSE. Je heb gelijk—Jij ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was +zoo wanhopig, zoo op! En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd? + +RAFAËL. Gezegd? + +ROSE. Gisteravond zat ’k dáár, bij de deur. Aaron was hier, praatte met +je vader, met je tante.... + +RAFAËL. Over z’n dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt—ik +weet het, hahaha! + +ROSE. Je weet ’t.... O, ze halen je van me af.... Ik ben bang voor je +vader, durf ’m niet anzien. Alles hoort-ie in m’n stem.... Wat moet ’r +van me worden! Als ze ’t begrijpen zetten ze me op straat. Zij hebben +rechten. Voor mij ’n ander. En dan? En dan? Ik wou dat ’k niet geboren +was. Dat hoort God! + +RAFAËL. Nou heb ’k je aangehoord. Zie je—ik glimlach. ’k Glimlach omdat +je bàng ben voor ’n meisje dat ’k niet ken, misschien èèns heb +gesproken. + +ROSE. Zoo gaat ’t altijd bij.... + +RAFAËL.... Bij ons. + +ROSE. Bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet—gekoppeld an den zoon +van Markus? Hadden die twee mekaar ooit gezien? Hebben de vaders ’t +niet in orde gebracht? Rafaël belieg me niet!.... + +RAFAËL. Ben ’k zoo week, zoo karakterloos dat je spoken ziet waar ze +niet zijn, dat je maar één oogenblik kan denken, dat ik.... ìk.... ìk! +Hahaha!—Ik verkocht!—Ik die begìn te leven! Ik hokkend met zóó’n vrouw! +Ik bruidcenten tellend! Ik, ingezegend! Ik die geen jóód meer ben! Ik +m’n nek buigen!.... En gaan we niet hier vandaan? + +ROSE. Is dat waar? + +RAFAËL. Eergister heb ’k m’n vader gezegd, dat ’k niet langer blijf. + +ROSE. Meen je ’t? Méén je ’t? En gaan we vèr weg—waar de menschen ons +niet kennen, jou niet, mij niet? + +RAFAËL. Wáárom zouen we vèr weg gaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we +niet met trots komen waar we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt +lichter, domme meid! + +ROSE. Dus je neemt hààr niet? + +RAFAËL. Ben ’k niet getrouwd? + +ROSE. Ja, ja, ja, we zìjn getrouwd! ’t Was alles malligheid van +me—angst—wantrouwen! Zie je, wanneer jij altijd bij me blijven kon—zoo +dicht bij me, zou ’k lachen om de hééle wereld—De wereld is slecht +niewaar, niewaar Rafaël? + +RAFAËL. Nog is ze ’t. Maar ’n nieùwe tijd breekt aan. ’t Was me zoo +zonderling toen vader me sprak van dat meisje—toen-ie belóófde dat +ik—alleen de zaak mocht drijven—als ’k blééf—als ’k hààr nam. Ik heb ’m +verwonderd aangekeken. Hoe is ’t mogelijk dat twee levens zóó van +elkaar komen te staan—’t leven van ’n vader—’t leven van ’n zoon!.... +’k Heb ’m gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ’k weg moet. + +ROSE. Weg moèt? Zul je làter geen berouw hebben dat je gekozen heb +tusschen hem en mij? + +RAFAËL (haar op zijn schoot trekkend). Ik kies niet tusschen joù en +hèm! Jij ben ’n deel van m’n leven. + +ROSE. Hij is blind.... + +RAFAËL. Maak je geen verwijten. Ik kàn je niet alles zeggen—wil ’t +niet. + +ROSE. Heb je ’m niets verteld van òns? + +RAFAËL. Nòg niet. Eerst als jij ’t huis uit ben. Eerst dàn. Jij zou hun +schimp, hun haat niet verdragen. Je kent ze niet. Niet zooals ìk ze +ken. Krijg ’k nou, groot, achterdochtig kind, wat ze in de boeken +noemen: ’n verzoeningskus? + +ROSE. Tien! (zij wil hem omhelzen—hij houdt haar tegen).... Wat kijk +je? + +RAFAËL (haar kruisje aantikkend). Naar dàt. Gister droeg je ’t. Vandaag +draag je ’t weer. En we hadden afgesproken.... + +ROSE (aarzelend).... Dat hadden we.... + +RAFAËL.... En?.... + +ROSE.... ’t Is de eenige herinnering aan.... + +RAFAËL.... Praat uit. + +ROSE.... Aan m’n moeder die ’k niet gekend heb. + +RAFAËL. Alleen an haar?—Hoor je niet wat ’k vraag?—In geen twee maanden +heb ’k dat—dat—souvenir aan je hals gezien.... + +ROSE (aarzelend). Toen ’k hoorde dat ze jou wouen koppelen—aan de +dochter van Aaron—heb ’k—wees ’r niet boos om!—den heelen nacht liggen +huilen—met m’n moeder gepraat.... + +RAFAËL. Enkel met je moeder?—Waren ’r geen àndere herinneringen aan +dat—aan dat—aan dat dingetje verbonden?—Je antwoordt wéér niet, +Rose—Heb je ’r bij liggen bidden?—Ja, natuurlijk!—En durf je dat niet +te zeggen? Is ’t al zoover, dat ik de kleine tyran ben, voor wien jij +zulke vrééselijke zaken verborgen houdt? Jij gans! Jij, onnoozel +kind!—Mag ’k ’t loshaken?—Loshaken vóór je me zoent?—(zij knikt)—Zou +jij, als ze dien armen, grooten jood—INRI!—dien Koning der joden, niet +aan ’n kruis, maar aan ’n galg doodgemarteld hadden, zou jij dan ’n +zilveren galg, in plaats van dat op je borst dragen?—Denk jij, altijd +aarzelend kind, dat de rijke jood (houdt het kruisje voor zich uit), +dien ze op dit latwerk, naast misdadigers hebben gepijnigd, denk je, +dat-ie ook maar één woord zou hebben gesproken, als-ie had kunnen +voorzien?—voorzien de verwoesting, de domme vijandschap...? +Asjeblief... (overreikt haar het crucifix). + +ROSE. Hou jij ’t. + +RAFAËL. Nee. ’t Is ’n aandenken van je mòèder. + +ROSE. Bewaar jij ’t. Als ’k jóu heb, heb ’k geen aandenken noodig. + +RAFAËL (het in z’n zak stekend). Laten we zeggen ’n talisman—en ’n +teeken—van hoe ’t misschien—misschien—eens overal zal gaan +(glimlachend). Elk huis z’n kruis zeggen ze. Elk huis zònder kruis—maar +mèt genegenheid voor anderen, willen we hopen. Nou? Moet ’k nog +lang.... + +ROSE. Lieve, beste Rafaël.... (wil hem omhelzen). + +RAFAËL (haar weer tegenhoudend). Nee, even nog! Zul je nooit meer ’t +woord uit je mond laten vallen, dat je daar straks in je boosheid +gezegd heb? Nooit weer zoo klein zijn voor jood te schimpen? + +ROSE (lachend). Nooit meer. + +RAFAËL. Goed. ’k Neem de belofte van je lippen. En die neem ’k nog +eens. Want ’n tweede keer—’n tweede keer, versta me wel—zou ’k ’t niet +als ’n boosheid, niet als ’n domheid voelen—maar als iets anders—dat +ons sterker van mekaar zou halen—dan—dan bedrog of overspel. Begrijp +je? + +ROSE. Ik begrijp alleen dat ’k van je hóú. + +RAFAËL. Houen is niet genoeg, Rose. + +ROSE. Houen is alles! Als jij zooveel van mij hield als ik van jou, zou +je niet langer praten. Nee. Nee. O, nou zou ’k kunnen zingen! (even +weifelend, dan in beving van vreugde).... Want Rafaël, lieve Rafaël—’r +is nòg iets, dat ons bindt—iets zoo angstigs en heerlijks—de gedachte +aan ons kind... + +RAFAËL (verrast).... Ons kind—ons kìnd? + +ROSE (met zachte verrukking).... Ons kind... (vat zijn hoofd tusschen +haar handen, kust hem). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Rebecca. Rafaël. Rose. + + +REBECCA (driest). O!.... + +RAFAËL. ’t Is niet de gewoonte ergens binnen te sluipen.. + +REBECCA (lachend). Sluipen? ’k Heb geklopt—een—tweemaal. Jij hoorde +niet. + +RAFAËL. Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod. + +REBECCA (verwonderd). Ik kom niet voor handel. + +RAFAËL. Niet voor handel? Ei, wel!.... + +REBECCA (lachend). Vàder zei me hierheen te gaan... + +RAFAËL. Je vader? Vierde gebod! + +ROSE. Rafaël! + +RAFAËL (smartelijk-spottend).... Je vader.... Dat ’s Aaron, de koopman. +Ga zitten—laten we hàndlen. ’k Heb afval te koop—afval van ’n vòlk! +Voor éeuwen sprak Bil’jam—de Eeuwige heeft hem ontmoet; wéet je nog: +hoe de Rebbe ’t leerde?—„Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe +woningen Israël! Als beken alom verspreid, als hoven aan een rivier, +als de aloës door den Eeuwige geplant, als cederen aan het water”.... +Ga zitten Rebecca. De heugenis der tijden is groot. Uit Egypte zijn we +gevoerd. In de woestijn Sinaï waren we gelegerd.—Ik erf dit àlles, de +bergplaatsen, den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t +ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie, is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef +van alles? Laten we handlen.... + +REBECCA (verlegen). Je doet zoo vreemd.... Je maakt me angstig.... + +RAFAËL. O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin Aaron zijn +vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók—Aaron, Aaron-de-priester! Je +kan koken en braden—èn ’n doodshemd (zegt tante) naai je zoo rad en zoo +net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose! + +ROSE. Laat me gaan! Laat me gaan! + +REBECCA (met stijgende verlegenheid). Heb ik wat misdaan, dat je zoo, +zoo.... + +RAFAËL (smartelijk). Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe +zou je misdaan kùnnen hebben? Wàar was ’t? ’t Was in ’t huis van je +vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot jou. Woorden, woorden van +èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen. Je handen +zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. Poere oerewoe +oemieloe es hoöres [5]—gaat en vermenigvuldigt je—En ’n kind—hàhà!—is +’n weelde, ’n kind groeit uit de aarde als ’n plant met enkel knoppen +van vreugd!—Wat breng je mee? Drie, vier of vijf? Als m’n vader drie +neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, neem ik vier! Neemt hij +vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik heb ’n ding +dat ziel heet. Dat krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef.... +O Rebecca, we kunnen als tortels zoo gelukkig met elkander zijn. + +ROSE. Laat me gaan, Rafaël. Ik kan je niet hooren! + +REBECCA (driest). Hoor wat zij zegt—zij, de sjikse, die zich scháámt! + +RAFAËL (vernietigend). Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag..... +Wees indachtig dat je de Sabbathdag heiligt! Ga nog niet heen Rebecca. +Je naam is lief en zoet—om zachjes te zeggen.... Rebecca.... +Rèbècca.... Moeder van Esau en Jacob.... Weet je hóe Jacob zijn broeder +bedroog, zijn blinden vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t +vel van een geit meegebracht voor mijn handen en hals?—Ah, we zijn voor +elkander geschapen, bestemd Israël te doen voortleven, Israël weer +groot te maken!—Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn kostbaarheden, +sieradiën in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn. +Alles. De grond waar we op staan, de zonnestralen, de stofdeeltjes, het +rek met tefillem. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen vijf +mee? Voor drie doen we ’t niet—m’n vader en ik! Voor drie zijn we +bekòcht—m’n vader en ik! Voor drie, verbinden we ons niet, m’n vader en +ik! Met drie, hebben jùllie ’t voordeel, joùw vader en jij.... + +REBECCA (angstig). Ik hecht aan geen geld, Rafaël... + +(Rose af). + +RAFAËL. Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis—hier niet, in de heele +stad niet!—O?—Huil je? Rebecca-lief, huil je? Wat doen tranen bij +hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt? + +REBECCA. Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.... Ik +zal weer gáán... verlang niks van je, niks... + +RAFAËL. Ga, ga, Rebecca.... Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld! +Ween niet. Ik voorspel je: je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik +ben geen driéduizend waard.—Geef me je hand. Je ben nog zoo jong. ’k +Wou dat ’k wat voor je dóén kon.... + +REBECCA. Nee, niks.... + +RAFAËL. Ja—ja—’n ráád—iets dat je moet onthouen voor làter—voor veel +later.... voor.... Dwaasheid!—Hoe kan ìk je raden? Ik ken je niet, zag +je maar ééns, weet nauwlijks de klank van je stem, den glans van je +oog.... + +REBECCA. Goeiendag.... + +RAFAËL. Goeiendag, Rebecca!—(een stilte. Hij zit even +nadenkend)—Rose!—Rose, ben je toch heengegaan! + +(af). + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. + + +ESTHER. Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee ze is ’t toch +niet.... Kom u binnen. Wees u voorzichtig. + +HAËZER. Pas op voor de drempel. + +SACHEL. Hier ken ik de weg—heel precies—heel precies. Help me maar +niet. ’k Ben niet gewend geholpen te worden. + +HAËZER. Is Rafaël niet thuis? + +ESTHER. ’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie +maar blijven. Dan ken Sachel u verder vertellen. + +SACHEL. Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen +hart in die jongen. Z’n vader behandelt-ie as ’n stuk vuil. Erger nog. +En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag! +Geen uur vrede, geen uur rust. + +HAËZER. La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij +de hand gehad. Jeùgd. Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld +tegen ingaan. Geweld bederft. Ik ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m +niet zien groeien? Kwam-ie niet uit zichzelf bij me, als-ie iets kwaads +had gedaan? Weet je nog hoe-die me gebiecht heeft van die appel—die +appel—op Groote Verzoendag.—Geen hardheid.—Geen groote woorden.—Geen +geweld.—Hij gaàt niet heen.—Hij troùwt de dochter van Aaron. + +ESTHER. Wat heb ik gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb. + +SACHEL. Ik voel ’t anders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja, +vroéger.—Zooas ’t staat in de boeken van Mozes—vroeger kon je ’n zoon +dwingen—dat was recht.... + +HAËZER. Gekkigheid—gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit +en niet achteruit. Vroeger werd een ongehoorzame zoon naar de poort van +de stad gebracht en gesteenigd. Dat weet ik wel, gekje—maar we hebben +geen poorten meer—je màg niet met steenen gooien. Elke ruit kan je +betalen. Andere tijden: andere zorgen, andere dwàng. Eer we drie +maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar later kom ’k op de +brezemiele. Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n kleinzoon. +Hahaha! Ja-ja, je doet veel beter je zorg weg te lachen. + +ESTHER. ....Groot gelijk, mijneer de Rebbe... Met de dag wordt-ie +zwaartillender—en nou is Rafaël ’n lastige jongen, maar overleg is ’t +halve werk. Zal u wat gebruiken? Koppie koffie met kiks? + +HAËZER. Met twéé stukken kiks.... + +ESTHER (in de deur.). Roosie! Roosie! Breng je de koffie? + +SACHEL. Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven—ik zal +me met niks meer bemoeien—en—en—en ’k weet ’n vroúw voor je—’n vroúw +die wat meebrengt—’n goeie vrouw—hij hield z’n mond—hij hield z’n +mond.—Zeg je niks, zei ik—en ’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op +de ruit.—Dat doet-ie méer—’k Weet precies wánneer ie ’t doet—Ze brengt +wat in, zei ik—ze heeft wat te wachten.—Toen lachte-die.—Waarom làch +je, zei ik.—Toen lachte die hàrder en kwam op me toe—en pakte m’n hoofd +beet: vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die—en toen liet-ie me +staan—anders zei-die niks—anders niks.—Nou vraag ik.—Daar zit iets +tusschen.—Dat kan zoo niet.—’t Is ’n gruwel wat me gebeurt.... + +HAËZER. Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet toegeven aan je +achterdocht, aan die angst om òveral spoken te zien waar ze niet zijn. +Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob stal zijn zegen. Heeft-ie +geklaagd? Hij zegende Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot kind.... + +ESTHER. Sust!.... De meid.... + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. Rose. + + +SACHEL. Is me zoon thuis? + +ROSE. Ja. + +SACHEL. Waar is-ie? + +ROSE. Boven. + +SACHEL. Is-ie thuis gebleven, terwijl wij na de kerk waren? + +ROSE. Nee.... Ja.... ’n Poosje.... + +SACHEL. Hoe lang?.... + +ESTHER. Wat vraag je die meid toch? + +SACHEL. Bemoei je ’r niet mee!... Hoe lang? Nou? Hoelang? + +ROSE. Dat weet ’k niet.... + +SACHEL. Zoo—Was ’r niemand anders? + +ESTHER. Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid!.... Was ’r nóg +iemand hier, Roos? Laat ’m maar brommen—Was ’r nog iemand? + +ROSE (aarzelend). Nee. ’k Heb niemand gezien. + +SACHEL. En jij heb iemand de deur zien uitgaan, toen wij thuis kwamen. + +ESTHER. Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen? ’k Sta wat met ’m +uit, mijneer de Rebbe! Blaas nou nog ’t licht onder de koffie uit—en +steek ’t op Sjabbes nièt meer an—hoor je? + +SACHEL. Wat doet me zoon boven? + +ROSE. Weet ik niet.... + +SACHEL. Weet ik niet? Weet ik niet!.... Ik weet meer. + +ROSE (verschrikt). ’k Heb ’m niet gezien. + +ESTHER. Laat ’m toch praten.... Geef ’m geen antwoord.... Je ken ’m +lang genog—Hier neem ’n stuk kiks mee. + +ROSE. Nee, dank u. + +ESTHER. Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw op je gemak. (Rose af). Zoo’n +meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie meid! Je +ken alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben me zoo’n sjikse gehad. +Heit u ’m nou bijgewoond, mijneer de Rebbe? En zoo handelt-ie met +iedereen. + +SACHEL. Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer as jij.... + +ESTHER. Goed. Goed. As je maar niet lastig ben. + +HAËZER. Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.... En +waar blijft onze vriend?.... + +ESTHER. ’k Zal ’m roepen. + +SACHEL. Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor +’n vèrre boodschap.... + +ESTHER. Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin! +Hindert ze jou, hindert ze mijn? + +SACHEL. Ze hindert mijn.... + +ESTHER. Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r. + +SACHEL. Maak ’r dan een—Ik vertrouw d’r niet—Ze staat me niet an—Ze ken +luisteren.... + +ESTHER. ’t Is of me staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta +wat met ’m uit. Me laatste cent zou ’k die meid geven. + +SACHEL. Jouw laatste cent? Mot die niet uit mijn zak kommen? Ik heb ’r +me reden voor—ik wil dat je ’r wegzendt.... + +HAËZER. Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft ie niet. Je moet +die zaken zonder vreemden behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n +sjikse—vertrouwen kun je ’r nooit. Wat niet eigen is, wordt niet eigen. + +ESTHER. En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen +boodschappen laten doen. + +HAËZER. Zendt ’r na d’r moeder. + +ESTHER. Ze heit geen moeder. + +HAËZER. Na d’r vader! + +ESTHER. Ze heit geen vader. + +HAËZER. Na d’r oom, d’r tante. + +ESTHER. Ze heit geen familie. + +HAËZER. Geen moeder, geen vader, geen familie—dan ben ik uitgepraat. + +ESTHER. En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen +korrel heit ze gesnoept zoolang ze bij me dient. Je ken me daar ’n meid +zonder reden wegzenden. Waarheen? + +SACHEL. Voor mijn part na de duivel! Stuur d’r na Meijer—dat-ie morgen +hier komt. + +ESTHER. Meijer... Meijer... Da’s ’n vol uur weg. + +SACHEL. Doe wa’k je zeg. Morgen, tegen één uur, mot ’k Meijer spreken. +De rest komt ’r niet op an. + +ESTHER. Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je d’r ’n plezier mee, lastige +ouwe? Je zal je zin hebben! + +(af). + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Sachel. Haëzer. + + +SACHEL. Ik weet—wat ik weet. Ze mot heelemaal weg. + +HAËZER. Wie? + +SACHEL. De meid.... + +HAËZER. Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je voor die geen andere +nemen? Praat nou ’s over iets anders—wees wat opgewekter. Ik begrijp +wel dat je ongeluk je—somber maakt. Maar de Eeuwige, onze God, wil wat +hij wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn grootheid.... + +SACHEL. Grootheid.... Grootheid.... ’t Is moeilijk God gróot te denken +as je door je ooren en je vingertoppen mot zien.... + +HAËZER. La-la-la.... Niet zoo doorslaan.... + +SACHEL. Maar met die meid is ’t wat ànders. ’r Gebeuren dingen onder me +dak—dingen—ze bedriegen me.—’k Heb ’r gehoord—laat in de +nacht—en—en.... + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Sachel. Haëzer. Esther. Rafaël. + + +ESTHER. Zoo. Nou kennen me knuf-knuf praten. + +HAËZER. Dag Rafaël, dag bèste jongen. + +RAFAËL (begrijpend). O....—’k Heb u in làng niet gezien. + +HAËZER. In lang niet, nee.—Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje.—Wel, +wel, wel, je krijgt ’n héélen baard.—Nee, geen melk.—Schuif wat bij, +Sachel.—Zoek nou over de heele wereld, over de heele, hééle wereld—en +nèrgens vin je die goeie, prettige, joodsche huiselijkheid. Die vin je +alleen bij óns. De christenen verstaan ’t niet. Die kennen geen +Sjabbesavond, die wéten niet wat fámilie is. Waar of niet? Bij ’n +Christen ben je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze om, +’t blijft vreemd. Elke jood is ’n stuk van je familie—en ’n jood +begrijpt je, die voelt met je mee, daar vin je iets in van je eigen +huis.—Dat ’s ’n héél fijne kiks—kan òok alleen maar ’n joodsche +vrouw.—En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld?—de wereld is +groot.... + +SACHEL. ’k Wou dat u sprak met m’n zoon—’k heb u verteld.... + +HAËZER. Ja-ja-ja—Zóo gewichtig is dat niet! Strakjes. Strakjes. Niewaar +Rafaël, wij vliegen mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je geen houvast +meer! Hahaha! Tja-tja.—Smakelijk lachen is alles. Daar frisch je zoo +heelemaal van op. Slaat daar niet ’n deur? + +ESTHER. Dat ’s de meid die na Meijer gaat.... + +RAFAËL. O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen. + +SACHEL. ’k Heb gesproken over Rebecca.... + +HAËZER. La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op +z’n pootjes terecht. Alles. Niet zoo doordrijven. Niet zoo haastig +gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoon heeft ’n wil—en voor de wil van je +zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet behandelen als ’n kind. +Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m niet groot +zien worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met Rebecca te +trouwen, dan moet je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot +van rekening trouwt Rafaël en trouw jij niet, gekje. + +ESTHER. Dat zeg ik ook. Hij praat asof hij de bruigom is. Nar! + +HAËZER. Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n +joodsche eigenschap. Zoek ’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n +jood is matig, ’n jood brengt ’t tot hoogen ouderdom. Zouen we anders, +na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn? Wat zeg jij, Rafaël? +Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd. Neem ’n +voorbeeld an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben—maar je +moet niet na m’n haar kijken. Hahaha! + +ESTHER. Drink is uit, meneer de rebbe. + +HAËZER. Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie—och, +ze vallen zoo dikwijls voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om +te hebben—die kwestie, wàt was ’t ook weer? + +SACHEL. M’n zoon.... + +HAËZER. La-la-la—’k weet ’t al—hij wou graag wat van de wereld zien en +nog niet trouwen.—nog niet trouwen. Wel, wel, wel..... En hoe zit dat +zoo, Rafaël?...... Je vader is ’n gekje en jij ben ’n gekje. Jullie +zijn twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander moeilijk maken? +En jij—jij met je gezonde oogen—jij die ’t licht ziet—en de hééle +wereld—hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg—wat +is wèg? Kijk je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp +alleen?—Weg, wat is weg? Wèg, dat is zijn bij andere menschen. Gekje, +gekje, vin je óóit weer ’n huis, waarvan je elk meubeltje ken, élk +hoekje, èlke balk, èlke schaduw? Kijk is rond. Je jeugd vergeet je +nooit. Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel, +bij, bij, bij wat je maar wil? Weg, dat is breken, breken met de scheur +in die balk, met de stoelen waar je over klauterde toen je ’n kléine +dreumes was.—En onder die lamp hebben we samen gezeten. Weet je nog de +twéé-en-twintig letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers... +hahaha! En dan viel de snuif uit m’n neus op ’t gebedenboek—dat heb je +me làter verteld—en je moeder zat dáár—die luisterde—die lachte omdat +jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die aan ’t huis Levi +toebehoorde—in de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen—weet je +nog? Wat wil je gekje? Wat krijg je in de plaats als je weg gaat? +Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de Sjabbestafel dan denk +je an de Sjabbestafel thuis, an je blinden vader die zelf brooge moet +maken, zelf benchen.—En kom je bij chrístenen en is ’t Vrijdagavond dan +verlang je naar je soepje èn je pudding—èn naar de kast—èn naar de +lamp—èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt, tikt ze nergens. +Hoor!—En geef me nou nog ’n kopje. + +ESTHER. Zie je—nou lacht-ie zelf.—Malle jongen. Jij trouwt Rebecca—en +ik dans op de bruiloft. + +RAFAËL. Goeie ouwe rebbe, God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan +niet. Nou niet. Later niet. + +SACHEL. Daar heb je ’m wéér! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen. + +HAËZER. La-la! La-la-la.—Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik +vraag alleen: waàrom niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen +ben je te boven. Nooit heb ik ’t je lastig gemaakt. Dat wéét je. Je ben +’n heele tijd niet in de Schoel geweest—’k heb je niets gevraagd—ik +dwing niet.—Maar noù, maar nóu.... + +RAFAËL. Vraag ’t m’n vader.... + +SACHEL. Hij wil wèg—hij wil weg—om—om—om ’n kwestie van +hàndel—om—om—nooit heb ’k handel ànders voor me gezien.... Maar hij +liégt—ik héb toegegeven, àlles toegegeven—en hij wil niet.... + +HAËZER. Zoo. En nou jij—gekje? + +RAFAËL. Hij heeft gelijk. + +HAËZER. Wat hoeven we dan nog te praten? + +RAFAËL. Als ’k—als ’k àlles vergeet wat ’k hier—wat ’k hier—van hàndel +gezien heb, dan nog kàn ’k niet, wil ’k niet—want handel en +bezit—werken alléén om bezit—werken van ’s morgens tot ’s avonds om +géld na je toe te halen, géld, géld—dat zou ’k niet kunnen, dat is +spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van anderen—èn—èn—o, +goeie rebbe—waarom zeg je ’t niet in de kerk—dat strijdt tegen de +wetten van Mozes.... + +HAËZER. Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten +gehad. Handel—bezit—in strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat +wordt ’n theologisch gesprek. Maar dat mag ’k wel. Daar kan ik van +leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n pijp bij opsteken. +Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet! Zoó. Laat nou is hooren. +’k Zit er voor... + +RAFAËL. Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen, +veranderen we ’t tegenwoordige niet.... + +HAËZER. Heel, héél handig!—Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a +gezegd—zeg nou ook b. En als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de +val. Hahaha! We zitten gezellig, niewaar—we hebben allen tijd. En zoo +volgen we ’t goeie wegje om jou radikaal van je malle ideetjes te +genezen. Kom, gekje! + +RAFAËL. Wil je? Goed. Kijk—op ’n dag kwam ’k ’n—’n—làmme tegen. Hij kon +zich niet bewegen, niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op +dezelfde plek, dreef handel. Want hij sprák en hij dácht.... + +SACHEL. Zeg maar ’n blinde.... + +RAFAËL. .... Hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht +’k over die ongelukkige na, begreep ’m niet. Hij was geloovig... + +HAËZER. Ja—ja—maar daar zou je ’t niet over hebben..... + +RAFAËL. .... Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te weten. +Ik las van ’n volk dat groot was geweest in kracht en in moed en in +krijgsroem. Ik las van ’n volk dat tabernakels gebouwd had en grond +verdeeld voor een ieder gelijk. Ik las dat geen renten zouden opgeleid +worden aan den arme.... dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard +braak zouden liggen om de behoeftigen te steunen—dat landerijen niet +voor àltijd zouden verkocht worden—„want Mijn is het land en gij zijt +slechts vreemdelingen bij Mij”—dat ’r ’n jubeljaar zijn zou en ’n +lossing.... + +HAËZER. Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd.... + +RAFAËL. En zooveel meer!... + +HAËZER. En de hàndel, gekje? + +RAFAËL. Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar? + +HAËZER. Heel goed. Heel goed. ... Een sterk gebeende ezel, niewaar? +Hahaha! Aardig beeld. Vin je ergens mooiere beelden dan in ons +wetboek?.... Maar, gekje, je had ’t onder leiding moeten lezen. Nou heb +je hiér wat opgevangen en daar wat en ’t rèchte weet je niet. + +RAFAËL. Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten. + +HAËZER. La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél +tevreden. + +RAFAËL. Welke leéring is ’r te trekken uit wat niet meer leeft? + +HAËZER. Niet meer leeft, gekje? + +RAFAËL. Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ’k was in ’n dóóden tijd? +Is ’n kerkhof ’n wandelweg voor levenden? + +HAËZER. Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n +godsdienst levend. Met letters kun je vechten, met letters kun je +goochelen. Met letters bewijs je dat groen geel en geel rood is. Met +letters.... Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Ja! Getuigt niet +Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met +schapen, runderen, zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en +ezelen? Gèèn bezit? Getuigt Mozes niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn +bezit? Met letters.... De géést.... De géést alleen—de jóódsche +geest... We gaan niet achteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug +kon komen en God’s wetten opnieuw schrijven—dan zou-die—dan +zou-die—wat-ie zou wèten we niet—maar dan zou-die, en dát kun je wel +voor zeker aannemen—dan zou-die heel wat òngeschreven kunnen laten wat +goed was voor een nomadenvolk dat zich vestigde en niet meer zoo +héélemaal goed voor.... voor ’n volk dat vrij leeft in ’n +christenmaatschappij.... Maar ’t lévende, ’t lévende deel—de joodsche +geest.... de jóódsche geest.... zou die ònveranderd—ik zeg ònveranderd +laten.... En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in +wijze boeken. Die zien ’t oppervlak, de huid, ’t uiterlijke—en—en—’t +goddelijke voelen ze niet...... + +RAFAËL. Ik voel ’t goddelijke van mijn tijd, ’t goede ’t schoone, ’t +slechte.... Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst, èlke eeuw +ànders wordt, ànders door—door—hoe zal ’k ’t jullie zeggen?—door ’n +maatschappij die zich verandert. Ik voel dat de geest waarvan ù spreekt +vast gebonden is aan ons volk in zijn opkomst—ik voel dat we ons ghetto +moeten verbreken. + +HAËZER. Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto? +We leven niet meer in ghetto’s, gekje! + +ESTHER. Hij praat as ’n kind. Allemaal schtos! Hij praat as, as ’n +risschesmaker—de joden maken tegenswoordig de grootste rissches +zèlf.... [6] + +HAËZER. Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen +waar je wil? Ben je niet net zoo goed burger als ieder ander? Heb je +geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen? (met climax) Wordt +Eleazar niet aan ’t Hof ontvangen met éérbewijzen? Wat wil je met je +ghetto? + +SACHEL. Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken.—Aaron +kan hier zijn, elk oogenblik.... + +HAËZER. Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t +ghetto.... En nou jij weer.—Nee, ’k blijf bij één kopje.... + +RAFAËL. Ghetto? Dat ik ’t aan ’n rebbe zeggen moet! Ghetto? Hebben +jullie me niet groot gebracht in léúgens van ras en geloof?.... + +HAËZER. Leugens? Dat pàst je niet! + +SACHEL. Leugens?.... Leugens? + +RAFAËL. Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur +aanraken, de lamp opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen +christen-dienstmeid voor? Gaf je me àndere vrienden—toen ’k ’n kind +was—dan joden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool geweest? Werd God +me niet geleerd, God, God—door ’n jóód?....2 + +HAËZER. Laat ’m uìtspreken.... + +RAFAËL. Ghetto?.... De poorten zijn neergehaald, de muren zijn +gesloopt—de grachten zijn gebleven—de grachten van ònze en hùn haat.... + +HAËZER. Hùn haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet! + +RAFAËL. Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben +ons uit de ghetto’s gelaten—we zijn tóch bij elkander gebleven. We +hebben elkaar opgezocht. We hebben ons uitverkoren gevoeld—nee, schud +je hoofd niet—stràks heb je ’t zelf gezeid.—We hebben ze als vréémden +beschouwd, als vréémden behandeld. Hùn vrouwen hebben we... hebben we +betááld—de onze getrouwd!3 + +HAËZER. Dat is ’n leugen! + +RAFAËL. God hoort me getuigen! + +HAËZER. Gelogen! Driedubbel gelogen! + +RAFAËL. Waarom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom lach je niet +meer? + +HAËZER. Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatste +geduld doet verliezen! Omdat.... + +ESTHER. Schaam je! Ben jij ’n jóód? + +RAFAËL. Nee. Nièt meer. + +HAËZER. Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader +verlaten—je weigert als ’n goed zoon te trouwen—je beschimpt ons +volk—je staat in opstand tegen onzen God, den God van Israël, die +genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die wráakzúchtig +is!... „Gij zult.... Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht +hebben!” + +RAFAËL. Goden?.... Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend? +(Slaat het raam open). O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r +uit! + +HAËZER. Jij ben gek—jij ben gèk! + +RAFAËL. Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen +met kamers. En ginder. En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen +met kamers en menschen. Overal menschen met gòden. Hahaha! Hahaha! Zie +dan neer, God, door dit gat. Zoo is ’t op je hééle wereld. Zoo zitten +ze overal, elkander plagend, elkander ophitsend, elkander beliegend. +Zoo verdorren ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, bij hun kleine +gepraat over uw grootheid! Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in uw naam, +vervolgend in uw naam, vervloekend in uw naam! O, die kamers, die +benauwde, heete, wanhopige kamertjes, waar geen frischheid +binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren geel wordt, waar de longen +hijgen! Laat me spreken, rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met +je spot! Nou ben ik de prediker, ik die geen jood ben, geen jood en +geen christen, ik die God voel in het licht van de zon, in de geuren +van den zomer, in den dauw van ’t veld, in het glanzen van het water, +in, in—de bloemen op ’t graf van mijn moeder.—Neergesmeten heb je ze, +vader. Neergesmeten bij ’t stof van je vodden!—O, ’k heb meelij met +jullie, meelij met je kleine getob, meelij met je ghetto’s, met jùllie +ghetto, met hùn ghetto, meelij met de kamer hier en de kamers rondom, +meelij met al de goden die geen goden zijn—want de wàre God moet nog +komen, de God van de nieuwe gemeenschap, de gemeenschap zònder goden, +zònder slaven.... + +SACHEL. Dus—dus—as ’k begrijp—as ’k begrijp—’t vlamt in ’t donker van +m’n hoofd—as ’k begrijp—dan wil jij heen—dan—dan trouw jij Rebecca +niet.... + +RAFAËL. Hier was ze straks—en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders. + +HAËZER. Rafaël.... Rafaël.... + +SACHEL. Sust! ... Sust! Laat mijn spreken... ’k Heb zoolang +gezwegen.... Je heb ’r geweigerd..... Ze was hiér ... .... Dan heit die +meid gelogen.... die meid.... dan... dan.... heit die meid gelogen, +wèèr gelogen.... dan... dan.... Wát is ’r tusschen jou... en die +meid... tusschen jou en die slet?.... + +RAFAËL. Die slet!.... + +SACHEL. Je ben samen op geweest eergisternacht—’k heb je gehoord.—En +straks—straks—(staat woest op met gebalde vuisten). + +ESTHER. Sachel!... In Godsnaam! + +SACHEL (ineenzakkend). Vloek! Vloek over m’n ouwen dag! + +RAFAËL. ’t Is waar. Ik ontken ’t niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd +hebben. Ik aarzelde: dienzelfden dag zou je haar uit je deur getrapt +hebben, háár—mijn vrouw.. Nou weet je ’t vader, dat ’t zijn móét. + +(af). + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Haëzer. Esther. Sachel. + + +SACHEL. Vloek, vloek, dat ’k dat alles mot ondergaan! Vloek! + +HAËZER. Sachel! Sachel! + +SACHEL. Lag-ie begraven bij z’n moeder! + + + (EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.) + + + + + + + + +DERDE BEDRIJF. + +(Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde +pakhuizen. Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en +Sachel.) + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Sachel. Esther. + + +SACHEL. Staat ’r niemand in de poort?..... + +ESTHER. Nee..... + +SACHEL. Hóór ’k dan niks? + +ESTHER. Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop +wezen. Jouw zoon..... jouw zóón godbeter! + +SACHEL. Is naastan niemand thuis? + +ESTHER. Wat vraag je ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over Sjabbes +bij d’r dochter. We hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. Anders +wist morgen de heele kille wat voorgevallen is. + +SACHEL. Asof ze ’t morgen toch niet weten—van—de rebbe—en van hem—en +van die meid!—Die meid! Waar blijft die meid? + +ESTHER. Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles +gezeid heit, dat ze niet meer durft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop kenne +krabbe! As ’k maar kon. Jouw zóón die zich afgeeft met zoo’n del! Jòuw +zoon onder jòuw dak! ’t Hoogste woord heb je ’m laten voeren. Heb je +ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb ’k je niet +honderdmaal gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen liet +sappelen? Nou krijg je ’t met rente terug. Met woekerrente. Nou oogst +je! ’n Zoon die zich vergooit, ’n zoon die de rabbijn as ’n kwajongen +behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof van z’n vaderen. +Weet-ie ’r veul van! En wat ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n Engel, +’n huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie verstaat—heit ze ’t +niet bij d’r vader geleerd tot in de nagels van d’r duimen?—’n +rechtschapen meissie—die smijt-ie weg voor oud-vuil om zoo’n lellebel +die nog geen aardappel schillen ken, die geen hemd an d’r lijf heit, +die van handel zooveul weet as de rat die daar gaat.... + +SACHEL. Ging ’r ’n ràt? ..... + +ESTHER. Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie—’t water in. +Afgeloopen.—Dat serpent! Overmorgen verwijt z’m z’n geloof, scheldt z’m +voor jood! Jood en Chris gáát niet samen. Z’n vróúw! Og! Trouwen! Og! +Die jongen is niet wijs, die mot opgesloten worden.—Je zel ’r van +beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n +praas heb—jij—dat je nóú niks zeit, hè? + +SACHEL. Laat me met rust—Ik ben kapot—Ik ben op. + +ESTHER. ’t Most mijn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk! +Laat ze is om d’r goed kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k +af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht gemaakt? Wie heit ’m angehaald? +Keek-ie ooit na ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen as de jongens van +Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r streken ingepalmd? Kreeg ze voor +mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde! + +SACHEL. Schreeuw zoo niet.... Denk an de buren.... + +ESTHER. Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal +d’r me één ongelijk geven? Nou heb je je zin—As ìk wat zei wer ’k +afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote bek. En hij? Hoeveel keer +heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt je toe. + +SACHEL. Hou op. M’n kop staat ’r niet na. + +ESTHER. De schande—de schande in de kille. + +SACHEL. Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen. + +ESTHER. Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!..... Dat +pestgezicht!..... Gister gaf ’k ’r nog ’n afgedragen japon. Hoe kom ’k +zoo gek! Maar ze neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af. + +SACHEL. Daar is iemand..... + +ESTHER. Nee. Je maakt me zenuwachtig. Laten we naar binnen gaan. ’t +Wordt donker. + +SACHEL. Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet +terugkwam—wegbleef—voorgóéd wegbleef...... + +ESTHER. Groot verlies! Liever geen zoon—asoo een..... + +SACHEL. Jij—jij ken dat zeggen—màkkelijk zeggen—jij heb nooit ’n kind +gehad. Wat heb ik voor vreugde—voor afleiding—as..... + +ESTHER (verbaasd)..... Huil je, Sachel? Sachel? Jij? + +SACHEL. Nee, wie praat van huilen! Ik zeg dat z’n stem...... Maar dat +begrijp je niet—dat ken jij niet begrijpen—Wàt begrijp jij wel? Steek +de lamp an! Nou dan! + +ESTHER. Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt. +(af). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Sachel. Aaron. + + +AARON. Zit je daar Sachel? + +SACHEL. Wat mot je? + +AARON. ’t Is wat scheins...... + +SACHEL. Wat is ’r scheins? + +AARON. Dat met je zóón....... + +SACHEL. Gaat jou dat an? + +AARON. Vraagt na de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou ’k +denken. Og, wat ’t mijn angaat! + +SACHEL. Met jou heb ’k niks te maken! + +AARON. Je zoon is ’n ploert en ’n..... + +SACHEL. D’r wordt je niks, niemendal gevraagd...... + +AARON. Waren we accoord—ja of nee? + +SACHEL. Nee. Niet met de wol. Niet met me zoon. Niet met me zoon. Niet +met de wol. + +AARON. Heit je zuster gezeid, dat ’k Rebecca sturen zou?...... + +SACHEL. Weet ’k niet..... + +AARON. Jij weet niks wat je niet weten wil—of ’t mot zwart op wit +staan...... + +SACHEL. Jij verveelt me! + +AARON. Jij verveelt mijn al lang! + +SACHEL. Wat doe ’k met jouw gesmoes! ’k Zal me zoon dwingen, as die je +dochter niet wil. Mot-ie zelf weten! + +AARON. Mijn dochter.... Mijn dochter.... ’n Weldaad had ze ’m +bewezen..... + +SACHEL. Jóúw weldaden ken ’k niet gebruiken—en me zoon óók niet. + +AARON. Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar +zijn me zolen te goed voor. + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Sachel. Aaron. Esther. + + +ESTHER. Dacht ’k ’t niet? Dàcht ’k ’t niet? Hij mot zich wreken. Groot +gelijk hei-je, Aaron—gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t geen +schande wat ’r gebeurt? + +AARON. Schande? Schande? Jullie weten nog niks? Jullie weet niet van +vanmorgen—wat-ie met mijn Rebecca gedaan heit! + +SACHEL. Ken me niks, niemendal schelen. + +ESTHER. Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij! + +AARON. Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen? + +ESTHER. Zeker heb ’k ’t gezeid! + +AARON. En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront! +Zat-ie niet met die christenmeid, met die sjikse op z’n schoot? Mot je +zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen schanddochter! Mijn +dochter is geen vulnis! Mijn dochter ken huwelijken doen, reusachtig! +Mijn dochter hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden! + +SACHEL. Had ze nièt gekommen! + +ESTHER. Hoor hèm! Hoor hèm! Daar ken ’k me nou zoo bij opwinden! Daar +sta ’k geregeld bij te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot +je die man nog òngelijk geven? Die man die zich komt beklagen! Die man +die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt! + +SACHEL. We hadden geen accoord..... Met de wol niet. Met me zoon niet. + +ESTHER. Komt ’r op an!..... Zoo’n engel van ’n meissie!—Zat ze op z’n +schóót? Zat die vuilik op z’n schóót? + +AARON. Met d’r eigen oogen—met d’r eigen oogen heit ze ’t gezien. En +was ’t daar bij gebleven! Maar beleedigd heit-ie ’r, geaffronteerd in +’t bijzijn van die meid! Is mijn dochter ’n opraapsel van de straat? +Staat mijn dochter bij jòu in de schuld? De brutaaligheid—de +brutaaligheid van die kwajongen! En jòuw schuld. Jòuw schuld! + +ESTHER. Net wat ’k zei! + +SACHEL. Smoezen jullie! Ik wor ’t zwaarst gestraft... Voelen jullie +geen meelij? + +ESTHER. Jij ben te koppig. Jij néémt je gelijk. Met jou ken niemand +overweg. + +SACHEL. Ik heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik +wist ’t vóór jullie..... + +AARON. Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankommen, hij weet ’t voor +ons..... En geen bek doet-ie open! As ìk in me huis ’n meid heb en me +zoon—hàd ’k ’r een!—me zoon kruipt in ’r bed—dan—dan waarschouw ’k me +zoon—dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen, dat-ie niet hàngen +blijft—dat-ie geen strop krijgt—zooas mijn vader-zaliger mijn +gewaarschouwd heit—toen—toen—’t was ’n mooie meid—gekheid, ’t is lang +voorbij!—toen ’k in me jonge jaren was. Dat ben je as vader verplicht. +En luistert-ie niet—dan—dan roep je de meid—en dan maak je geen +herrie—herrie maakt ’n nàr—en je geeft ’r twintig gulden, dertig, +veertig—as ze lastig wordt honderd—’t is weggesmeten geld—maar as je ’t +nièt doet?—as je ’t nièt doet, krijg je grijze haren van zorg en +ellende—en, en, en je zet ’r met ’t geld je deur uit—en je neemt ’n +reçu—zonder reçu geen geld—en je belooft as ze stil is en wegblijft nòg +wat geld na maànden.—D’r is geen meid die néé zeit—fèl zijn ze op +honderd gulden! Ze doen ’r ’n moord voor...... Nou? Nou? En wat doe +jij? Jij smoest voor jezelf. Jij laat God’s water over God’s akker +loopen—en, en, en, as ’t te laat is maak je lawaai. Maak lawaai vóór ’t +te laat is. Wat is je verdienste da-je ’t heb zien ankommen? Waar laat +je je winst? Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo +averechs. ’t Is bijzonder. ’t Is reusachtig. Hèb je je zoon +gewaarschouwd? Heb je de meid afgekocht? + +SACHEL. Hij laat zich niet waarschouwen..... + +AARON. En de meid? Nou? + +SACHEL. Die laat zich niet afkoopen..... + +AARON. Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed koopman zijn—goed! +goed! Over de wol van eergister práát ’k niet!—maar van diè dingen +heb-ie geen cent verstand, geen cent, geen hàlve cent. Daar heb-ie de +zoon van Salomon—Salomon van de Dwarsstraat. Heb-ie niet gehoord van de +zoon van Salomon? Zal ’k ’t je vertelle! Die had ’n strop—en wát ’n +strop. Zoover is jouw Rafaël nog niet eens. Daar mag je dankbaar voor +zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had de meid al ’n kind. Wat +heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op de reis gestuurd, de meid +afgekocht, voor twee, driehonderd gulden, weisz-ich-viel! En toen ze +werom kwam—vertrouwen ken je ze niet—heit-ie ’n agent late kommen, ’n +agent van politie en toe was ’t ùit. Zal ’n verstandig man anders +handelen? En handelen de Christenen anders? Spiegel je an de +christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. Heb je +geld? Je heb geld. Gebruik ’t. Eergister zag ’k ’n christene +trouwpartij. En bij ’t stadhuis had je ’n sjène, ’n sjène! Daar stond +’n meid met ’n kind. En die maakte spiktakel! Reusachtig! En in ’n +óógwenk was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid met ’n +heer boven d’r stand! Had ze niet ja gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r +niks. Allemaal d’r eigen schuld. As ze niet luistere willen motten ze +vóélen! + +SACHEL. ’t Is nou te laat..... + +ESTHER. Wàt is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht. + +SACHEL. Ik ken me zoon—ik ken de meid.... + +AARON. Gammer! Gróóte Gammer!..... + +ESTHER. (hem in de rede vallend)..... ’n Gammer ben jij da-je +kostelijke woorden verspilt! Snij brandhout van stéén! Pluk bloemen van +de keien! Tel de sterren an de luch!—Laten we over ’t weer praten.—Wàrm +geweest vandaag! + +AARON. Warm? Om te smelten.... En morgen wéér heet! Hahaha! + +ESTHER. En overmorrege krijg je..... + +AARON. Suscht! Hou je mond! Daar komt je schoondochter, Sachel!—Sachel, +de verloofde van je zoon! Hoe vind ìk niet zoo’n geluk? Misschien jà +krijgt mìjn dochter idee in ’n vodden-sorteerder! ’k Wou dat ze mìjn +schoondochter werd! Da’s om te benijen—bij God, om te benijen—wat zeg +jij, Essie?—’n schoondochter met ’n kapot hemd an ’r lijf! + +ESTHER. ’n Kapot hemd? Géén hemd! + +AARON. Schadt wat! Rebecca drie duizend en van alles twáálf—was ’m niet +genog—kon-ie ’t niet voor doen—zat-ie over te klagen as over ’t uur van +z’n dood—Noù ’n schoondochter met weisz-ich-viel hoeveel duizend en van +alles niks! Reusachtig! Bijzonder! + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Sachel. Esther. Aaron. Rose. + + +ROSE. Goeien avond. ’k Ben laat. + +AARON. Sachel, daar is Rose. Zal ik wel te veel zijn. + +SACHEL. Dat ben je. + +AARON. ’k Heb ’r gijn in, reusachtig! Essie staat an de grond +vastgeroest as ’n roestige spijker—en hij—en hij: van alles twaalf was +niet genog!—zet ’n gezicht as ’n begraffenis. Nog veel jaren! Geeft ’n +feest van belang! Reusachtig! + +(af). + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Sachel. Esther. Rose. + + +ROSE (schuw). Meijer was niet thuis. ’k Heb lang motten wachten (een +stilte). Daarom is ’t zoo laat geworden. Hij kan morgen niet. Of ’t +Maandag goed is? (een stilte). Of ’t Maandag goed is? Hoor u niet? + +SACHEL. Heb jij—waar sta je? + +ROSE. Hier. + +SACHEL. Dichterbij. Nòg dichter. Heb jij Rafaël gezien? + +ROSE. Nee. + +ESTHER. Ben je ’m niet tegengekommen in al die tijd? + +ROSE (onrustig). Nee. + +ESTHER. Jawel! God laat me uitpraatje gezond! Uren vortblijven—zoomaar! +Affijn lieg maar toe—’t ken ’r bij! + +ROSE. ’k Lieg niet. + +SACHEL. Ze lieg niet, noù niet. Na al wat ’r voorgevallen is, zou-ie ’r +niet alléén hebben laten gaan. + +ROSE. Zal ’k binnen de boel klaarzetten? + +ESTHER. Binnen? Geen stap meer in huis! + +ROSE (verschrikt). Waarom niet? + +SACHEL (ingehouden). Waarom niet? Waarom niet? Kijk in me oogen—me +oogen die geen oogen meer zijn—’t was wel makkelijk me zoon van me af +te halen in ’t licht van den dag..... + +ESTHER. Del! Geniepig àchter onze ruggen..... + +SACHEL (dof). Stil jij—Met razen en schreeuwen maak je ’t niet +ongedaan—Ga zitten—we weten àlles—ga zitten naast me—op de bank—we +motten praten..... + +ESTHER. Praten! Nog geen wóórd! De deur uit en me japonne werom. As ’n +gekkin heb ’k toegestopt en toegestopt! ’n Hond is dankbaarder, ’n hond +heit minder streken! De gotspe! + +SACHEL. Ik heb ’t woord..... + +ESTHER. Nee—jij heb niet ’t woord—jij néémt je ’t woord! Praten! Geen +woord! Asof ’t maar ken—asof ’t maar mag! ’t Ongeluk leit ’r meters dik +boven op! Dier van ’n meid! Nog geen stuiver fassoen! As je niet +ophoepelt, roep ’k pelisie—wat Aaron gezeit heit—Aaron die recht heit! +’k Ga daar praten! ’k Stik ’r liever in! + +SACHEL. Voor ’t laatst—hou je je mond? + +ESTHER. En wat anders? En as ’k ’m niet hou? ’k Laat me daar ’t zwijgen +opleggen! ’k Ben ’n kind van ’n jaar! Je heit niks met ’r te praten. ’t +Gat van de deur staat voor d’r open. D’r tien vingers likt ze voor d’r +loon en nog ’n paar weken toe! Maak ’t zoo goed met ’r als je wil, maar +de deur uit, de deur uit, op slag de deur uit! Mijn huis is geen +rendewoe! (loopt kwaadaardig ’t huis in). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. + + +SACHEL. Blijf staan..... Je hoeft niet vort te loopen..... +(nijdiger)..... Blijf staan! + +ROSE. ’k Wou weg. + +SACHEL. Eerst praten—weten hóé ’t mot.—Kom zitten. + +ROSE (angstig). ’k Hoor zoo wel. + +SACHEL. Toen ’k je eergisteravond vroeg—of je op was geweest—toen +heb-ie eerst nee gezeid—en toen, dat je ziek was.—En op de trap had jij +niet geloopen—Nee jij niet, me zóón..... (nijdig) Niewaar? Niewaar? + +ROSE (angstig). ’k Dorst de waarheid niet zeggen. + +SACHEL. Dat dorst je niet—dat dorst je niet, jij doortrapte..... En ik, +blinde gek—dee de pennen op de luiken, bang voor inbrekers en +dieven.—Jij vond ’t te gemeen, hè—tè gemeen, hè, dat ’k je +vroeg—herinner je je?—tè gemeen, hè—of je niet stal, terwijl je in de +nacht rondscharrelde..... (grimmig)..... Nee, de dingen waaraan ìk +dacht, heb je niet gestolen, omdat je wel weet dat daar straf op staat, +omdat je bang was je vingers te branden, maar ’n zoon van ’n blinden +vader aftroggelen, ’n vader maanden lang in z’n eigen huis bedriegen, +dat von je géén diefstal, dat von jé fatsoenlijk, daar had jij geen +bezwaren tegen, hè, hè, hè? As ’k had kennen kijken, had je ’t dan nog +gedaan, was je dan ook zoo laag geweest, om ’t eenig geluid waarvan ’k +hou—uit me ooren te scheuren? Jij geslepen dievegge, jij christin met +erger streken as de oplichters, die me elken dag bestelen!... + +ROSE (angstig). Is ’t diefstal, Sachel, as je niet anders ken—allebei? + +SACHEL. Hou je mond! Hou je mond! Kòn ’t niet anders? Waar stond ’t in +jouw, in ons testament, dat je van ’n gebrek, waarvoor elke schrift +meelij heit, misbruik mocht maken? + +ROSE. ’k Was bang voor je, Sachel. Jij hoorde meer as ’n ander zag. Je +zou me geen uur langer bij Rafaël gelaten hebben.. + +SACHEL. Dat zou ’k niet, nee! + +ROSE. ’k Kon niet buiten ’m. + +SACHEL. (grimmig). Niet buiten z’n cènten! + +ROSE. Ik heb an geen centen gedacht. + +SACHEL. Waar heb je anders an gedacht, waarom heb je anders gekonkeld? +Mijn ken je niks wijsmaken.... Maar zoo waarachtig as de Eeuwige, onze +God, me hoort—geen speld—geen nagel an z’n doodkist—geen spoog water al +leit-ie voor me deur te krimpen, as-ie jou trouwt! + +ROSE (achteruitwijkend). Ik wil geen geld. + +SACHEL. Blijf staan, staan! Wegloopen van ’n weerlooze! De tijd van +Simson is voorbij—’k zit in geen tempel—zuilen zijn ’r niet! Jij +Filistijn, jij sluwe Filistijn! (een stilte) ..... Hoeveel mot ’k +dokken? + +ROSE. Dokken? + +SACHEL (nijdig). Dokken, dokken, dokken! ’k Praat toch geen +Hebreeuwsch! Hoeveel mot je? Hoeveel wil je? Voor losprijs—van me +zoon..... (een stilte). Sta je nou te lachen? Ben je wéér bang, da’k an +je stem zal merken hóé happig je ben? Zeg op! Je heb me ’r toch +tusschen! (een stilte). Hoeveel? Krijg ’k antwoord? + +ROSE. Daar ken ’k geen antwoord op geven. + +SACHEL. Ken je dat niet? Mot je ’r eerst ’n nacht over slapen? Ben je +met honderd gulden tevrejen—honderd gulden, hònderd gulden: daar mot ’k +’n verreljaar voor sappelen en schwitzen!—honderd gulden dàdelijk—en +nog is honderd over ’n half jaar, as we in die tijd niks van je hooren? +Da’s tweehonderd gulden—honderd weken vrij loon—’n ander wurmt zich ’r +krom voor. ..... + +ROSE (angstig). Nee, Sachel..... + +SACHEL. Nee? Nee? Meer geef ’k niet! Al zet je me de duimschroeven an! + +ROSE (angstig). .....Al gaf je me duizend, ’k wil geen geld—’k wil je +zoon. + +SACHEL (kwaadaardig tot Esther die met ’n emmer naar buiten komt) ..... +Tweehonderd vindt ze niet genoeg. + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. Esther. + + +ESTHER. (haalt luiig de schouders op). Ik zeg niks. Ik zeg geen woord. +Is me geen kromming van ’n letter waard! (stort den emmer kwaadaardig +in de vaart). Dat heeft in ons huis gevreten, gedronken—de hoer +gespeeld! Geef ’r drie honderd, geef ’r vier—geef ’r waar ze op aast! +Geen stap meer in huis! (driftig af). + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. + + +ROSE. (verlegen angstig) .... Of we langer tegen mekaar te keer gaan. + +SACHEL. (angstig) Dus géén centen?—Geen driè, geen vièr? + +ROSE. Nee, Sachel. + +SACHEL. Heb ’k gedacht! Bloedzuigster! (wringt zich de handen). Daar +heb jij maling an, hè, of ’k hulpeloos achterblijf, of ’k op me ouwen +dag in me eentje krepeer..... + +ROSE. Daar heb ’k geen maling an—je kon ’n dochter an me krijgen—je wil +niet.... + +SACHEL. (kwaadaardig) Neè! + +ROSE. ....Je kon ’n rùstigen ouwen dag hebben—we zouen alles doen om ’t +je na je zin te maken—nooit heb ik ’n thuis gehad—nooit wat, +wat—warmte—zoo min as jij—jij was blind—ik alleen.—Zou je bij—zou je +bij Rebecca, as-diè je schoondochter werd, gelukkiger zijn? Ik ken je +gewoonten, weet hoe je ’t wil, waar ’t vischservies staat, waar ’t +vleeschservies.... ’k Zal op Vrijdagavond de lampen ansteken.... ’k Zal +op Zaterdag je brieven openscheuren.... Heb je niet zelf gezeid, +honderd maal, dat niemand beter je pijp ken stoppen as ik?.... ’k Zal +’n dòchter voor je zijn, omdat ’k van Rafaël hou—en ook van jou.... + +SACHEL. ....Hou op met je geklets! Denk je dat ìk bij jòù zou willen +inwonen—eten ’t eten dat door jòùw handen onrein wordt?—nog geen korst +brood—nog geen druppel water! Inwonen, bij jou—kinderen zien kommen, +kinderen zonder God, zonder wet, kinderen, die d’r blinden grootvader +zouen bespotten om z’n geloof!—Inwonen bij jou, om an te hooren, +later—dat kòmt ’r van!—dat kòmt ’r van!—hoe jij hèm verwijt, hij +jou!—anzitten an de Sjabbestafel met jou, met jou, met jòù, ’n christen +vrouw!—Liever lei ’k me ziek—liever beet ’k me tong af—liever kreeg ’k +’n verlamming! + +ROSE. (angstig) Dan leit ’t toch niet an òns.... Dan hebben wij geen +schuld.... (een stilte).... Dag, Sachel. (een stilte). Dag, Sachel. + +SACHEL. (wild opspringend).... Weg van me huis! Weg van ’t erf, waar me +heele geslacht heeft gelejen! Weg dieveg van me zoon, vloek van me +zoon, ondergang van me zoon! Weg, of, of.... (driftig gebarend, +struikelt hij, valt met ’n knie op den grond). + +ROSE. (angstig) Heb je je pijn gedaan? (hij kreunt) Zal ’k je na de +bank terugbrengen? + +SACHEL. (smartelijk de knie wrijvend).... Blijf van me af! Ruk uit! +Jouw beklag ken ’k missen! Zal me wel meer gebeuren, as ’k niemand meer +heb. Ruk uit! Ruk uit! (zij sluipt houdingloos naar de poort. Onbewogen +luistert hij, tot-ie meent, dat ze weg is. Dan, het hoofd in de handen +gestut, barst-ie in bedwongen geweeklaag los). + +ROSE. (komt zacht op hem toe, legt een hand op z’n schouder. Hij +schrikt op) Sachel.... + +SACHEL. (kwaadaardig) Ruk uit! Wat doe je hier! Wat mot je nog? + +ROSE. (naast hem zittend)...... As ’k hèm niet heb, Sachel, heb ’k niks +meer, niks, niks.... O, jij weet niet wat niks is.... + +SACHEL. (dof).... Ik? Ik?—Ik zou dat niet weten.... + +ROSE. Jij ook, jij ook. Maar niet zoo. + +SACHEL. Niet zoo? Wat heb ìk dan? Wat? (een stilte) + +ROSE. (aarzelend, dan in-een-zet-door).... ’k Wil je niet ongelukkig +maken—’k wil niet dat later.... ’k Dacht niet dat jij huilen kon...... +(stellig) ’k Weet ’n middel. Voor ons alle twee. ’n Middel om je te +verzoenen. ’n Middel om bij mekaar te blijven. Hoe valt ’t me eerst nou +in! Hoe kon ’k zoo dom zijn? (snel) Ja, ja! Dat is ’t. Dan heb jij niet +één reden meer, om te zuchten, te klagen, te jammeren... As ik jodin +wor, Sachel... ik, jodin... + +SACHEL. (achterdochtig) Jij, jodin? Jij? + +ROSE. Zou je me dan nog niet willen? + +SACHEL. (verbaasd haar hand grijpend) Hou jij—zóóveel van mijn zoon? + +ROSE. Ja, Sachel. + +SACHEL. Enkel van m’n zoon? Zonder bijgedachte? Zonder gedachte an, +an.... + +ROSE... Zonder gedachte an. + +SACHEL. Dat begrijp ’k niet. Dat gaat buiten me om. Enkel.... +Zonder.... (met haar hand in de zijne blijft hij even tobben)...... Wou +jij jodin worden?.... In onze synagoog?.... Voor den Rebbe?.... En je +kinderen as joden laten opgroeien?.... As goeie joden? + +ROSE. (aarzelend) Ja. + +SACHEL. Zou jij.... zou jij waarachtig jodin?.... + +ROSE. (aarzelend).... Omdat ’k met jòù meelijden heb—en—en haast geen +moed ’n zoon van z’n vader af te trekken.... (Rafaël is bij de laatste +woorden uit de poort getreden, blijft luisteren.) + +SACHEL. (zacht) Geef me je hand! (streelt die). Jij ben ’n goed +kind—beter as ’k dacht.... Dus, dus—dan worden jouw kinderen.... En as +Rafaël nièt wil—want die heit ’n wil om àngstig van te wezen—as Rafaël +nièt wil dat jij jodin wordt—dan hou je vast, niewaar?—dan geef je niet +toe, hè?—dan spreek je zóó met ’m, dat je je zin doordrijft.... Beloof +je dat!.... Beloof je dat, zoo waar as ’r ’n God leeft? + +ROSE. Dat beloof ’k, Sachel. + +SACHEL. Je belooft.... Beloven is niet genoeg.... Steek ’r je vingers +bij op, zoodat ’k ’t vóél—en zweer.... Nee, zweer niet—’k weet niet bij +wie, bij wàt jij zweert—onze God is jùllie God niet—de onze mot jij nog +leeren kennen—zweer bij ’t hoofd van me zoon..... Doe dáár ’n eed +op.... + + + + + +NEGENDE TOONEEL. + + +Sachel. Rose. Rafaël. + + +RAFAËL. ’n Eed zònder getuigen.... Is dat vertrouwd, vader? (tot +Rose).... Ga door, ga door! Ga verder.... + +ROSE. (angstig).... Ik wou.... + +RAFAËL. (heftig).... Jij wou?.... Verder! Verder! Nog maar ’n paar +woorden had je te zeggen—verder! Ben ik de spelbreker? Ik?.... + +SACHEL. (onrustig) As je hier was, dan heb je gehoord.... + +RAFAËL. (heftig).... Dan heb ’k te veel gehoord! (op de poort toegaand, +keert terug—glimlacht moeilijk, bedwongen).... Staat ’r niet in +Leviticus—vader, dat je de naaktheid van je schoondochter niet mag +ontdekken.... + +SACHEL (niet begrijpend).... De naaktheid van me schoondochter?... +Begrijp je niet... Dacht dat jij, jij in de eerste plaats met ’n +schikking, die mijn ’n offer is—tevrejen zou wezen.... + +ROSE (schuw)... Hij was zoo diep, zoo diep-ongelukkig, da’k +beloofde.... + +SACHEL.... Dat ze beloofde—wat, wat, wat draai je d’r om heen as-ie ’t +weet!—dat ze ’n eed wil doen van òns te worden... jodin. + +RAFAËL (glimlachend)... Jodin! Jij jodin! En ik—ik, die geen jood meer +ben! (tot Rose). Heb ’k je dat niet vanmorgen voor de zooveelste maal +gezeid, toen ’k de zilveren galg van je hals nam? (tot Sachel). Hebben +wij om datzelfde—nog vanmiddag—toen de Rebbe op bezoek was—niet als +vijanden, als vreemden tegenover mekaar gestaan? Wist jij dat niet, +vader?—(tot Rose)... En wist jij dat niet? Ben jij nog blinder dan hij? +Ben jij anders dan Rebecca?... Rebecca, ’r lichaam, ’r bruidschat—jij +àlles tegeef! (heftig). Ben ik zoo begeerlijk—ik warhoofd, +wetsovertreder—ik, zoon die gesteenigd most worden!—dat twee vrouwen op +één dag.... Ja, ze wéént, vader—ze weent, hahaha! Jij ben de sterkste! +Sterker dan ík! Wat kun je nou nòg?—Eerst heb je me als jongen +ongelukkig gemaakt—met ’n beweging van je voet—nou met ’t tasten van je +hand naar háár meineedige vìngers.... + +SACHEL (na een stilte). Nar—nar—groote nar, denk je dat zij je +verstaat, dat ik je versta? + +RAFAËL (mat-glimlachend). Nee. ’t Is waar—jullie verstaan me geen van +twee.... + +SACHEL. Is ’r iémand die narrepraat verstaat? + +RAFAËL. Nee, niemand!—De nar die geen wetsrol op z’n deurpost—geen +kruis aan z’n hals noodig heeft, wordt niet verstaan, nog niet +verstaan! Wat huil je? Ben ik ’n traan waard? Jullie hoort bij mekáár, +wel bij mekáár! + +SACHEL. Is dat mijn dank—ònze dank? Da’s me te machtig—bij God te +machtig—(dreigend).... Maar me geduld neemt ’n end. Jij geen jodin—ik +geen christin!—jij geen wetsrol op je deurpost—geen gebod—geen eerbied +voor je vader—geen geloof in den Eeuwige-onze-God—ik geen zoon—(de hand +op de wetsrol leggend) geen zoon—daar zweer ik bij, omein wie omein! +Nou ken je ’t met haar alleen uitvechten—nou heb je de keus—de keus +tusschen ’n thuis hier of de wijde wereld.... (af). + + + + + +TIENDE TOONEEL. + + +Rafaël. Rose. + + +ROSE (na een zeer lange stilte van de poort waarheen ze geweken is, +terugschuifelend—schuw) Rafaël.... (hij antwoordt niet) Rafaël.... (hij +zwijgt)..... Heb ’k zoo verkeerd gedaan? Had je ’m dan liever alleen +gelaten—’n blinde.... + +RAFAËL (haalt de schouders op). Weet ’t niet.... + +ROSE. Hij was zoo vreeselijk wanhopig! Ik dee ’t voor jou. ’n Man die +niet ziet.... + +RAFAËL (zacht). Zie jij wel? + +ROSE (verbaasd).... Of ik niet zie? + +RAFAËL (het kruisje uit zijn zak nemend).... Nee. Zoo min als hij. +Neem—je talisman terug.... + +ROSE (het niet aannemend—angstig). Je praat zoo vreemd—je maakt me +bang.... Wat ’k beloven wou—was enkel, alleen voor de vrede..... + +RAFAËL. Voor dié vrede is ’t nog te vroeg—en te vroeg is ’t voor +ons.... + +ROSE. Te vroeg voor ons? + +RAFAËL (smartelijk). Te vroeg. Te vroeg. Kom dichterbij—dichter—’k ben +ongevaarlijk (dwingt haar naast zich op de bank).... Vanmorgen, terwijl +’k je aarzelingen wegredeneerde—bedotte ’k mezelf—èn jou—dacht ’k, dat +wij—ik, jood-van-ras—jij, christin—als twee vrije vogels weg zouen +vliegen—geen koningsarenden: muschen, muschen... Jij wou meevliegen—ben +meegevlogen—maar met zooveel modder van god en godsdienst aan je +vleugels, dat je terugviel.... We zijn te vroeg op pad gegaan. Wáár we +vandaag waren neergestreken, zouen we in de dezelfde modder terecht +zijn gekomen. Nou—nou—dat moet je begrijpen—ga ’k alleen. + +ROSE. Alleen? + +RAFAËL. Dat heb je zelf gewild.... + +ROSE. O, Moeder Maria.... + +RAFAËL (pijnlijk nasprekend).... Moeder Maria..... Moeder Maria.... Zie +je—voel je dat we niet bij mekaar passen? Dat jij zoo vast in jóúw +ghetto zit, als vader in ’t zijne? + +ROSE (bedwongen-heftig).... Dus, dus jij wil van me af—jij—jij, die me +je vrouw heette—die, alles—groote God!—alles van me gedaan kreeg... +(snikkend). O, o—ik die je vertrouwde.... + +RAFAËL. En àls we—àls we—wat de menschen noemen—getrouwd waren +geweest—(glimlachend).... in mijn of jouw kerk.... àls we? Zouen we dan +ook niet ’n anderen weg zijn gegaan—allebei—wanneer we mekaar in dat +huwelijk zoo heftig, zoo onoverkomelijk hadden afgestooten—als we ’t +vandaag, daarstraks deden? Jij heb niet begrepen. Ik niet. Dat is de +schuld van ons tweeën—nee dat is mijn schuld geweest.... ’k Zei je +vanmorgen, gister, eergister, telkens—dat ’k geen jóód ben—je voelde ’t +niet. ’k Zei: ’t wordt lichter—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’n nieuwe +tijd breekt aan—je voelde ’t niet. ’k Zei: houen is niet genoeg, +Rose—je voelde ’t niet. Je heb hier—(wijst de plek op den grond) hiér +gestaan—met je meineedige vingers, om in ’n ander ghetto, dat ik +ontloopen was, te komen—terwijl ’k zoo dikwijls met je gesproken had—je +voelde ’t niet. Je voelde niets, niets, niets! (een stilte). ’t Is uit. +’k Kan je niet zeggen wat ’n pijn me dat doet—’t is uit.... + +ROSE. Uit? Uit?.... Doe jij dan anders dan degeen waarop je scheldt? +Schop je me niet op dezelfde manier weg? (onstuimig).... Is ’t ’n—’n +komedie—’n komedie voor Rebecca—afgehandeld met de rabbijn, terwijl ik +’t huis uit was?.... + +RAFAËL. Ga zoo niet door, toe.... + +ROSE. O, ’t gekonkel achter me rug—de gemeenheid om van me af te +kommen—terwijl ik zottin me op wou offeren—hou je mond!—’k geloof je +toch niet, jij met je prachtige verhalen, je listige leugens, jij.... + +Rafaël.... Jij jood.... (een stilte). + +ROSE (snikkend). Dat heb ’k niet gezegd—dat zeg jij..... + +RAFAËL.... Dat heb je gedacht—gedacht—ik heb ’t gevoeld—ik voel sterker +dan jij.... + +ROSE. Niewaar! Niewaar! Ik dacht niet—dacht niet..... + +RAFAËL. Als ’k even later—even later was gekomen, zou je bij mijn hoofd +hebben gezworen.—Wat kunnen wij—wij—wij in de toekomst aan mekaar +hebben? + +ROSE. Durf je—durf jij dat vragen—waar ’k je vanmorgen van ons kind +sprak? + +RAFAËL (wijkt schrikkend terug).... Ons kind.... (wringt smartelijk de +handen).... Ons kind.... (een langere stilte).... Stak jij daarstraks +je vingers niet op, om ook dàt te versjaggeren? + +ROSE (van de bank glijdend, zijn knieën omvattend). Als je ’t uit +maakt—versta je—drijf je me ’t water in... (zoent z’n handen).... Toe, +toe nou jongen—’t was toch alles om bij jou, bij jou te blijven—voor +jou zou ’k door ’t vuur gaan... voor jou èn voor ’t geheim dat ’k je +vertelde, ’t geheim van m’n zwangerschap.... + +RAFAËL (haar hoofd met beide handen opheffend en haar zoo +toepratend).... Als je wist wat je door je aarzeling, je nieuwe +aarzeling ondersteboven gesmeten heb.... Nee, verdedig je niet—ik doe +geen verdere verwijten.... Zeg me alleen, zonder eed—zonder +gelofte—kijk me an, recht in m’n oogen—dat je ’t an mij, an mij over +zal laten van ons kind ’n mensch—’n vrij mensch—te maken (met gebaar +naar wetsrol op deurpost) ’n mensch zonder dit (met gebaar naar +kruisje), zonder dat. Zeg me dat..... + +ROSE (haar armen om zijn hals slaand) Dat zeg ’k je met mijn lippen op +jouw lippen! + +RAFAËL.... Ons kind niet in zijn—niet in jouw ghetto—ons kind eindelijk +mensch—beloof je dat—oog in oog?... + +ROSE. Dat beloof ’k—en die belofte zal ’k houen, als we maar eerst hiér +vandaan zijn.... + +RAFAËL. Buiten ontmoeten we dezelfde stakkerige ghetto-menschen.... + +ROSE. Niewaar!.... Zeg dat je van me houdt—dat je niet zonder me +kan—zooals je dat vroeger gezegd heb.... + +RAFAËL (voor zich uit starend, sterk ontwijkend).... Dat toon ik door +met je mee te gaan.... + +ROSE.... Zeg dat je weer heelemaal, heelemaal gelukkig ben.... + +RAFAËL (spottend-glimlachend, zonder haar aan te zien).. Heelemaal +gelukkig..... Volkomen gelukkig..... Onuitsprekelijk gelukkig, zoo +gelukkig dat ’k.... (tot Esther die in de deuropening komt).... Wil u +vader roepen—we wouen.... + + + + + +ELFDE TOONEEL. + + +Rafaël. Rose. Sachel. Esther. + + +ESTHER. Sachel!.... + +SACHEL. Wat is ’r? + +RAFAËL. De keus is gedaan—we gaan.... + +SACHEL. Dus toch? Toch! (tot Rafaël die zijn hand wil nemen).... Raak +me niet an! Vloek, vloek vloek over jou en haar! + +RAFAËL. Over ons zéker—niet over ons kind.... + +SACHEL.... Over je kind, je kinderen, je kleinkinderen.... + +RAFAËL (rustig).... Nee—de toekomst laat zich niet vloeken.... (wil nog +eens de hand van Sachel grijpen—deze heft dreigend de vuist, wankelt +het huis in. Rafaël volgt Rose, die reeds tot de poort is geweken.) + +ESTHER (die ze nagestaard heeft).... Og! ’k Hoef ’m geen verder leed +toe te wenschen!... (loopt naar de deur terug, schrikt als ze in de +opening staart).... Sachel! Sachel, wat doe je? Snij je je kleeren +stuk? ’r Is toch geen dooie.... + +SACHEL (den stoep afstrompelend, de handen verwoed in de scheuren van +z’n jas). Wee, wee—m’n zoon is gestorven! (hurkt op den grond, de +vingers in wanhoop in het haar).... Wee! Wee! Wee, dat ik ’m overleef! +Wee! Wee!........ + + +EINDE. + + +Oorspronkelijk ongewijzigd geschreven te Amsterdam, 15 Sept.–9 Nov. +1898. + + + + + + + + +NASCHRIFT. + + +’n Kleine terugblik..... + +10 April 1898 werd op den feestavond bij het Kongres der +Sociaaldemokratische Arbeiderspartij in Nederland, in het gebouw +„Plancius” te Amsterdam, de politieke scherts Puntje opgevoerd. + +De afdeeling Amsterdam, die het feest organiseerde, had den auteur, die +zich na een mislukte jeugdpoging niet meer de vleugels aan het +voetlicht brandde, om een „gelegenheidsstuk” gevraagd. + +’t Was, voor wie aan de vertooning mee deden, ’n opgewekte, +allergenoeglijkste, niet licht te vergeten avond. Er werd gezongen, +voorgedragen, en Troelstra sprak de feestrede. + +Terwijl kleedden wij acteurs, de Roode, Ankersmit, m’n vrouw en ik, +allen dilletanten behalve Ternooy Apel, ons in de primitieve +kleedkamers. We speelden voor de stampvolle arbeiderszaal met de +grootste overtuiging en vermoedelijk slecht. Toch hadden stuk en spel +een vrij goede „pers”. Althans „de Sociaaldemokraat”, destijds orgaan +van onze partij, getuigde in het nummer van 13 April 1898 o. m.: + + „Heijermans’ stuk draagt een beslist socialistisch karakter. Het is + een bestuursvergadering van de gezellenvereeniging „Ursule”, ten + huize en onder toezicht van pater Bos, de geestelijke adviseur. De + inhoud zullen we niet mededeelen, omdat we vermoeden, dat het + stukje weldra op de programma’s onzer gezellige bijeenkomsten zal + prijken. Het geheel komt ons als uitstekend geslaagd voor, + maar...... minder geschikt voor dezen feestavond. Daarvoor duurde + èn de voorbereiding èn het stuk zelf te lang. Het publiek in de + stemming als die Zondagavond de heerschende was, genoot niet + zóóveel als „Puntje” te genieten bevat. Alle rollen werden + uitstekend vervuld, de vervulling van de hoofdrol door Ternooy Apel + was meesterlijk”. + +Wanneer ’k dit knipsel uit ’t verleden oprakel, geschiedt ’t met de +leut van aan ’n herinnering terug te denken, die in positieven zin +invloed op ’t verder leven had. + +Ternooy Apel, door mij in Puntje binnen geloodst, omdat geen van ons de +kanjerrol van den pater aandurfde, sleepte mij als auteur—een acteur +had-ie niet in me ontdekt—naar de planken. + +Dat wil zeggen: hij kwam namens de „Nederlandsche Tooneelvereeniging” +met een voorschot. Ik geloof, dat ’k in die dagen voor een voorschot +Naatje op den Dam in de lucht had laten vliegen. + +En ’k geloof dat heel wat dramatische krachten in Holland zoetekens +blijven sluimeren door gebrek aan voorschot. + +Met ’t mijne, in dadelijk weldadig-kringloopende bewegelijkheid, zette +’k me aan den arbeid, en den 24sten December van dat zelfde jaar, zag +Ghetto ’t schouwburglicht, stuk van Sturm-und-Drang, ’t welk nog geen +maand na de onstuimige baring vertoond werd. + +Vandaag nog vermeen ’k, dat de Rafaël-figuur volkomen leeft, dat zoowel +z’n gedroom als z’n „phrases” tot de werkelijkheid van de joodsche +Rafaëls uit die dagen, behooren. Alleen zij, die de socialistische +beweging van uit hun gewatteerde kamer en niet in ’t gewoel zelf hebben +gevolgd—alleen zij, die náást de werkelijkheid staan, mogen zich wijs +maken, dat deze joodsche jongeling uit wormstekig hout is gesneden! Wij +weten beter.... + +In 1905 (Verg. „De nieuwe Tijd”, elfde jaargang, 1906) ben ’k tot +omwerking van het eerste tooneel van het tweede bedrijf en van de +tweede helft van het derde bedrijf overgegaan. + +„De omwerking geschiedde,” schreef ’k in dat tijdschrift: „omdat in den +oorspronkelijken vorm de kern niet tot rustige bezinking was gekomen. +In de nieuwe editie, gehouden in den stijl van 1898, is gepoogd hierin +te voorzien.” + +Het kwam mij namelijk, na het bijwonen eener Ghetto-vertooning voor, +dat er niet voldoende nadruk op het feit, dat in deze maatschappij +nagenoeg iedere godsdienst de verhouding van armoedig ghetto-gedoe +aanneemt, werd gelegd. + +Er was, voelde ’k, iets ideologisch-onrechtvaardigs in, de symbolische +waarde werd ’r zeker niet door vergroot, als ’k den joden zoo deerlijk +hun ghetto-bestaan aanrekende, waar toch overal, naar alle richtingen +heen, ’t onkruid der ghetto-godsdienstjes bloeit, tiert en naar +historisch-betrekkelijken maatstaf „vooralsnog” bloeien en tieren moet. + +Neemt, beminnelijke lezer, ’n Predikbeurtenblad, ’n apostolisch orgaan, +’n klungel van ’t Heilsleger of ’n ander sectarisch „godsdienstig” +propaganda-vehikel in uw handen—peinst in ’n moment van opknetterend +„vrijdenkerschap” over al de kostelijke kerkgebouwen, die zulke +voortreffelijke toevluchtsoorden-voor-onbehuisden zouden kunnen +zijn—mijmert over ’t nationaal christendom met snelvuurkanonnen, +bijbelgenootschappen, repeteergeweeren, zendelingen, politiek, +traktaatjes, Kuypertjes, Heemskerckjes—philosofeert over de hardnekkige +taaiheid van onverschillig welke kerk, als tegenstandster van volkomen +menschelijkheid en volkomen beschaving (laat ’k ’r niet op doorgaan, +daar de opsomming dezer zaken en dingskes voor den sulligsten denker al +zoo gruwelijk banaal is geworden!)—laat dit alles door de vier magen +van uwe geestelijke gesteldheid herkauwen, en ge zult ’t met me eens +zijn, dat ’r meer ghetto-om-van-te-rillen, meer parasitair +rabbijnen-gedaas in deze botte wereld bestaat, dan in het tooneelstuk +Ghetto in debat werd gebracht. + +Om de balans een weinig te herstellen, „verbeterde” ’k ’t jeugdwerk in +1905. ’k Trachtte voor zoover ’t oorspronkelijk stuk ’t toeliet, ’t +ghetto-begrip in de christelijke dienstmaagd aan te zetten en van ’n +joodsch ghetto tot meer universeele en noodzakelijke ghetto-menschen te +geraken. + +Gelukt is dit niet. Van ’n ouden makkelijken broek maakt men door ’t +inzetten van ’n kruis en ’n achterwerk geen kleedingstuk om, naar alle +richtingen heen, in te cancaneeren. + +Den zwaar-beschuldigden joden in Ghetto maak ’k m’n excuus. ’t Is alles +lak en alles ghetto, en hoe ouder en bezadigder je wordt, hoe sterker +je voelt, dat je in ’n hinkenden tijd niemand in ’t bijzonder z’n +horrelvoet moet verwijten. + + Hoogachtend + DE SCHRIJVER. + + Berlijn, October 1910. + +Noot bij bladzijde 41. Op verzoek der destijds littéraire politie +(verg. onderstaande correspondentie, die aan den eersten druk van +Ghetto toegevoegd werd) werd het gezegde „Ons heele volk is ontaard” +geschrapt. Bij latere voorstellingen is het natuurlijk toch weer +gezegd. + +Noot bij bladzijde 76. Van hetzelfde laken ’n pak. + +Algemeene noot: De verklaring van het joodsch bargoensch is voor den +christelijken lezer achterwege gebleven, opdat deze, in wenschelijke +verbroedering, zijnen joodschen buurman om advies en voorlichting +vrage. Renegaten zullen er niet door komen. + +De correspondentie van 1899 luidt: + + Amsterdam, 4 Januari 1899. + Den WelEd. Heer + Herm. Heijermans Jr. + Alhier. + + Geachte Heer! + + Ik ontving van den heer Franken, hoofdcommissaris van politie, een + uitnoodiging om naar aanleiding der Ghetto-opvoeringen even bij hem + te komen. + + Aan dat verzoek voldeed ik heden. + + De heer Franken wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden + van Rafaël op blz 41 en 76. Ik wees hem er op, dat in geen der vijf + voorstellingen, die plaats gehad hebben, deze gezegden tot eenige + rustverstoring, zelfs niet tot gefluit aanleiding gegeven hebben en + dat trouwens elke voorstelling een stijgend succes had. De heer + Franken bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te + verzachten of achterwege te laten, daar bij eventueel voorkomende + wanordelijkheden de voorstelling onherroepelijk verboden zou + worden. + + Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen + wilt aanbrengen? + + Na beleefde groeten + + Hoogachtend, + n. d. N. T. V.: + Uw dr., + A. v. d. HORST. + + + + Amsterdam, 4 Januari 1899. + Den WelEd. Heer + A. v. d. Horst, + President-Directeur der „Nederlandsche + Tooneelvereeniging”, + Alhier. + + Geachte Heer! + + Het doet mij genoegen dat de heer Franken, hoofdcommissaris van + politie, wiens critische bekwaamheden op letterkundig terrein ik + volkomen erken, zulke bescheiden wijzigingen verlangt. Ik ben het + met U eens dat geen der drie gezegden eenig protest, laat staan + „rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. Om + echter in Uw belang te voorkomen dat ’s heeren Franken’s inzichten + zich plotseling mochten verwerkelijken—de wegen der politie zijn + ondoorgrondelijk—zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen + „Groben Unfug” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen + collega Franken ’t pleiziertje misgunnen? + + Zeer de Uwe + Herm. Heijermans Jr. + + + + + + + + + DE SCHOONE SLAAPSTER + VERBEELDINGS-SPEL IN DRIE BEDRIJVEN, EN IN RYTHMISCH PROZA. + + DOOR + HERMAN HEIJERMANS. + + Het recht van opvoering voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881. + + + + + + + + +De bedoeling van dit Verbeeldings-spel, met de oude lompheid en +oppervlakkigheid door het gros der critiseerenden ontvangen, is deze: +de Schoone Slaapster (het volk) wordt door Sero (den Socialistischen +Uilenspiegel) en door het geweld van den machthebber, den Regent, +gewekt. De zeer-ironische bijvoeging (in Holland moet men zich van +doorzichtige grapjes speenen): „Het spel geschiedt nergens—tijd +onbekend”, die bijvoegìng meende natuurlijk: „Het Spel geschiedt heden +ten dage en overal.” + +Moge de lezer dit werk met eenige meerdere aandacht volgen dan de +scribenten, die nog niet tot het besef zijn gekomen, dat men ernstigen +arbeid minstens ook even gelezen dient te hebben. + +(Uit de „Nieuwe Gids” van April 1910). + +Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1909. + + DRAMATIS PERSONAE. + + Sero, volksmenner. + Regina, eene hoer, zijne vrouw. + Droomelot, hun dochter. + De Regent. + Jus. + Een hopman. + 1ste rakker. + 2de rakker. + Kommandant der gevangenis. + 1ste wachter. + 2de wachter. + een soldenier. + Een pater. + Een arts. + +(Het Spel geschiedt nergens—tijd onbekend.) + + + + + + + + +EERSTE BEDRIJF. + + +(Het tooneel verbeeldt een tweeplans gewelf van granieten blokken. +Eerste plan, rechts, een koepelvormige gaanderij—tweede, dito, een tot +de bintenzoldering reikend boogvenster, fel door de zon beschenen, +waarvoor een kruk. Eerste en tweede plan, links, de granieten wand. In +den granieten achterwand is, geheel links, de koepelvormige trapopening +en, geheel rechts, tegen het venster aan, een stel van traliedeuren, +waarachter telkens een hok met bank. Een koord scheidt het tooneel in +tweeën. In de daardoor aangeduide ruimte links, een oude massieve tafel +met oude stoelen—in de ruimte rechts, voorgrond—een bank. Tegen +linkerwand een crucifix.) + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Sero, Soldenier, Rakkers. + + +SERO. (wordt door twee rakkers, die hem aan polsen en nek vasthouden, +naar rechtsche traliedeur voortgeduwd). + +... Ho! Ho! Ho!... (schudt zich even los, staat glimlachend met +quasi-dreigenden wijsvinger)... Mijn gebeente, proletariërs!... Heeft +God..? + +EERSTE RAKKER. (hem weer vastgrijpend)... Ja, ja, ’t is goed! Vooruit! + +SERO. Heeft God ons niet naar zijn evenbeeld geschapen? Past ’t jullie, +proletariërs, een zoo voortreffelijk evenbeeld...?... Au!... Au!... + +TWEEDE RAKKER.... ’ns Kijken, Evenbeeld, wie ’t kortste van stof is—jij +of de paternosters!... Doe de deur open, kameraad. Dàt hou ’k alleen... + +SERO. (terwijl de eerste Rakker de getraliede deur ontsluit)... Heb jij +wel ’ns gehoord, vriend, hahaha!—van—van—breek m’n polsen niet, +man!—van zeker wereldsch en voorwereldsch gezegde—ja, hoeveel eeuwen +geleden wel?... Heb je naaste—au! au!—heb je naaste lief—au!—gelijk +jezelf..? + +EERSTE RAKKER. (hem in den nek grijpend en in ’t hok smijtend)... +Afgeloopen! De rest schenken we je! (sluit de traliedeur.) De rest +vertel je aan de heeren zelf! (tot Soldenier)... Laten praten! (betikt +z’n voorhoofd.) Half simpel, driekwart gek! (af). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Sero, Soldenier. + + +SERO. Dat’s niet te hoog, niet te breed, niet te diep hier—gewapende +macht! Maar ruim genoeg voor mijn beetje gedachten—en voor de jouwe ’r +bij, als ik je niet beleedig! (op ’t bankje in ’t hok neerzittend) Ha! +Ha! Een aan alle eischen des tijds beantwoordende luierstoel... Heeft u +er geen bezwaar tegen, gewapende macht, dat mijne sokken het daglicht +aanschouwen?... (trekt zijn ouwe schoenen uit). Ben in geen tweemaal +vier en twintig uur uit de kleeren geweest—en—en—(moeilijk-trekkend) +vastgeroest!—een van twee: deze voorwerpen van de laatste mode zijn +hoogst-eigenzinnig gekrompen, òf m’n voeten hebben zich in groeistuip +gezet...... Pang!... Da’s een... (met den wijsvinger op een gat in de +kous, dat de hiel bloot legt)... Geen eerste, geen tweede kwartier: +volle maan!... Zelfs met de merkwaardige vlekken, die men vroeger voor +zeeën aanzag! Galileï... (zich onderbrekend)... O?... Luister je +niet?... (tweeden schoen uitwringend) Bij mijn ziel, en bij de ziel van +de koe of den stier, die eens... (hijgend stoppend)—daar blaas ik mijn +adem bij uit!—die eens hier in stak—dat noem ’k weerbarstig... +(trekt—de schoen vliegt uit, hij tuimelt van de bank op den grond) +Ha-ha-ha! (De soldenier schiet mee in ’n schaterlach)... Ha-ha-ha! ’k +Zou op die manier ’n leelijken smak hebben gedaan, als ’k in vrijheid +boven op ’n dakgoot was gedresseerd, ha-ha-ha!... + +SOLDENIER. Dat zou je, ha-ha-ha! + +SERO. (weer op de bank)... Hé!... Wel ’t wonder! Práát jij... Dùrf jij +praten?... + +SOLDENIER. Waarom zou ’k dat niet durven? + +SERO. Ja, waarom zou je ’t niet—jij ziet beter dan ik of ’r geen +derde-met-gezag in de buurt is! Gewapende macht, gewapende macht, nou +heb ’k in deze veilige behuizing nog maar één wensch! Neem een spons, +vul die met edik, steek ze op een rietstok of op je schoudergeweer, en +hou ’r door de tralies dezer leeuwenkooi! + +SOLDENIER. (bot)... Wat wil je?... Wat mot je? + +SERO. Water. + +SOLDENIER. Mag niet. + +SERO. Weet je dat zeker? + +SOLDENIER. Zoo zeker als tweemaal twee vier... + +SERO. Da’s lang niet zeker, vriend—vriend, als ’k je niet voor de +tweede maal beleedig!—tweemaal twee lasteraars zijn méér dan vier, zijn +ontelbaar!—tweemaal twee halve zijn twee hééle, hahaha!—en tweemaal +twee vlooien vóél je als, als... + +SOLDENIER. Als ’n dozijn, hahaha! Daar, drink uit m’n flesch, +grappenmaker! + +SERO. (de veldflesch door de tralies aannemend). Dank je, barmhartige! +(drinkt gulzig)... Hè! Hè! Dat kan jouw en mijn Heiland, bij de fontein +Jacob’s in ’t land Samarië, niet beter gesmaakt hebben!... (drinkt nog +eens)... Hè!... ’t Was alles hierbinnen aan ’t verdorren... (drinkt)... +Hè!... Jij ben ’n—’n—’n christen... Dáár... Da’s de gróótste +onderscheiding!... + +SOLDENIER. Stop! Stop! Laat ’r voor mij nog wat in! + +SERO. (de flesch ondersteboven houdend)... Te laat! Had je éven vroeger +dienen te zeggen... (den mond der flesch met ’n goren lap drogend)... +Zoo, kameraad—dat ’s hèt voorbehoedmiddel tegen puisten!... Dank je! + +SOLDENIER. (de flesch terugnemend)... Haal jou de duivel! + +SERO. En àls-ie ’t deed—als-ie mij voor z’n kudde lustte—zou jìj me +làten halen? En bèn ’k al niet gehaald door twee van z’n rakkers met +knuisten als nijptangen? Hahaha! Hahaha! (De eene hand door de tralies +stekend). Ziet m’n pols ’r niet uit, of bloedzuigers ’r horlepiepten? +Hahaha! + +SOLDENIER. Heb je gestolen? (zet zich op de kruk). + +SERO. Gestolen, néé. Ja toch: den dag! + +SOLDENIER. De dag? + +SERO. Ben ik geen dagdief, vrind? + +SOLDENIER. Ja, Ja!... Heb je gemoord? + +SERO. Nee, nee. Integendeel! Ik bèn vermoord—vermoorder onschuld vind +je niet! + +SOLDENIER. Niet gestolen, niet gemoord?... Dan toch gevochten of ergens +brand gesticht? + +SERO. Nee, ’t was wel stichtelijk, maar toch geen brand. + +SOLDENIER. Dan ben je gek en lastig voor ’t verkeer! + +SERO. Juist! Lastig voor ’t verkeer, ha-ha-ha! ’k Stond op de markt en +praatte met de menschen... De een die haalt den ander aan... ’t Werd +wat vol, te vol misschien... Ze drongen op... En toen, toen werd ìk +ingepikt... En die geluisterd hadden kregen klop, ha-ha-ha! + +SOLDENIER. Wat heb je dan gepraat? + +SERO. De waarheid vriend. + +SOLDENIER. De waarheid?... Wat voor waarheid? + +SERO. Ja, wat voor waarheid? Nièt die van gister en eergister!... +(onwezenlijk de hand heffend)... Die van vandaag... + +SOLDENIER. (spottend) Ach kom! (staat van kruk op.) Wel, wel! En +stonden daarvoor menschen stil? + +SERO. Ja, ja—vast meer dan duizend, mannen, vrouwen, kindren—ook +soldaten... ’t Was ’n lust... + +SOLDENIER. (spottend). Dat laat zich denken! Hé! Hé! Wat ga je doen? + +SERO. (de schoenen buiten de traliedeur op den grond plaatsend). In +geen weken hebben ze ’n beurt gehad. En als ’t Allerhoogst Gezag ’t +acht in ’s lands belang, dan mag ’s Rijks werf voor zool en +achterlappen zorgen! Let je goed op, gewapende macht?... Jij blijft me +borg!... Schendt men mijn schoenwerk, schendt men mijn aangezicht. + +SOLDENIER. Ach, ach, wat ’n gezwollen taal! + +SERO. Ach, ach, wat ’n gezwollen voeten! Is ’t wonder dat mijn kousen +barsten!... (stilte). Ben jij al lang soldaat? (stilte). O! Ik vraag of +jij al lang met zoo’n ding op je schoeren door ’t leven marcheert? +(stilte), O! Je schijnt je ’r voor te schamen dat je ’t niet zeggen +durft! (stilte)... En dat kruis—waar heb je dat verdiend? + +SOLDENIER. Man, vraag niet zooveel! Op ’t veld van eer, natuurlijk! + +SERO. ’t Veld van eer...? Oho! (kijkt van het crucifix naar den +Soldenier, lang en aandachtig) Je kruis op ’t veld van éér? +(glimlachend) Hij draagt ’t op z’n rug—en jij van voren... Dat’s mal! + +SOLDENIER. (nijdig) Wat’s mal? + +SERO. ’t Moest net andersom... Hìj (z’n borst betikkend) ’t enkel +hier—en jullie ’t daar! (beduidt z’n rug) Dan zág je ’r niet zooveel en +werd ’r minder om gevochten, ha-ha-ha! + +SOLDENIER. En nou je mond gehouen! En weg die dingen!... (schopt +driftig de schoenen naar de zijde der tafel) ’k Ben simpel dat ’k met +jou spreek! + +SERO. Nou vraag ik u beleefd—wat of mijn schoenen je misdaan... Hebben +die redelooze, puike, geduldige lotgenooten van mijn voeten, die uit ’t +stof zijn gekomen en in ’t stof zijn gegaan... (zich onderbrekend) Oho! +Oho! + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +De vorigen, Regina, eerste Rakker. + + +RAKKER. En vlug wat! (zij zet zich op de bank) Nee, daar niet!... Dáár! + +REGINA. Daar? Waar? + +RAKKER. Sta op! + +REGINA. Mensch, man—’k ben bek-af... + +RAKKER. Mot ’k geweld?... + +REGINA. (op de bank haar mouw opstroopend) Of je geweld gebruiken +moet?... Nog meer geweld?... Je kompleete tien gebojen staan ’r in! (’r +rok optillend, dat de kuit zichtbaar wordt) En m’n rokken heb je +afgetrapt of ’t dwijlen waren! + +RAKKER. (tot Soldenier)... Dat vertelt de sloeber nou alleen om ’r +kuiten te laten zien, hahaha! + +SOLDENIER. (naast haar zittend)... Schoone joffer—ik zou ’r ’n eed op +doen, dat we mekaar van héél dichtbij hebben gekend. + +REGINA. (hem op de knie kloppend) Hahaha!... Ik ook! Jij ben de man met +’n moedervlek als ’n muis! + +SOLDENIER. Klopt!.... Dan ben jij.... + +REGINA. Ja! Ja! Hahaha! (den Rakker die haar in de wang knijpt ’n tik +op de hand gevend). Wel allemachtig! Buiten knijpen.... (toont haar arm +aan den Soldenier die er een zoen op geeft).... binnen aaien—ben jij +gek! + +RAKKER. Buiten riep m’n plicht—en als die roept, ben ik ’n slaaf—maar +binnen, binnen.... word ’k mensch en ieder mensch is zwak, ha-ha-ha! +(zet zich ook op de bank). + +REGINA (tusschen de twee in).... Kerels, kerels, jullie doen als +vliegen bij de suiker! Toe schuif wat op! (tot Soldenier). Wat zeg jij +van zoo’n sallemander, zoo’n verdraaiden judas (den Rakker ’n tik +gevend)—handen thuis!—zoo’n gedrocht?.... Dat komt me halen—of ’k wil +of niet!—dat sleept me mee, met honderd menschen op m’n hielen—zegt +niet waarvoor.... + +RAKKER. Hoe weet ìk dat, m’n toet? Als mij gelast wordt: haal je vrouw, +of haal ’r moeder’s moer—dan vraag ik niet, dan weet ik niet, dan klets +ik niet—dan hààl ik—en soms haal ik met plezier... (legt arm om haar +middel). + +SOLDENIER. (dien wegduwend).... Ho! Ho!.... Die plaats die is bezet. + +RAKKER. Wat is bezet? + +SOLDENIER (lachend). Ik heb de oudste rechten! + +RAKKER. Nee ik! Want ik moet toezicht op ’r houen! + +SOLDENIER. Wie van ons twee heeft de klandizie van l’amour?.... Nou zeg +’t zelf, Regien—zoo heet je toch? + +REGINA. Toe, toe!... Twéé knieën is te veel! Vindt jij dat lekker in +die warmte?... ’k Ben smòòr op wie ’t meeste dokt! Dok jij—dokt hij—ìk +hou m’n hand. Jij ben ’n knappe vent—en jij ’n schat.. Als ’k hier +(bootst met de handen een bascuul na)—als ’k hier, ha-ha-ha!, jouw hart +hou, híer ’t jouwe—dan gaat de weegschaal op en neer—dan ben ’k op jou +verkikkerd en op jou verzeten—razend met jou en door ’t dolle heen met +jòù!..! Is jouw beurs ’t zwaarst, dan doe ik zoo—en is de jouwe stevig, +zoo! Ha-ha-ha: die twéé paar schelvischoogen!... + +SOLDENIER. Dus krengekop: jij heb geen zoetelief?.. + +RAKKER. Geen (bluffend).... die jij naar zijn snor en oogen kijkt? En +die z’n beentjes vrij uit in je bedje steekt, ha-ha-ha! + +REGINA. Nee, kerels, nee! Die tijd die is voorbij! Schenkt jou de +bakker brood en wat je verder met ’t draaien aan dat ding (bootst z’n +gepluk aan de snorharen na) komt vragen? Stopt jou de slager spek en +worst en Zaterdags ’n pondje lenden in je léége handen? Geeft jou je +huisjesmelker zoomaar onderdak? Waar werk jij met je oogen en je snor +’n borrel los, ha-ha-ha? Nee, kerels—’k ben niet gekker dan ’n ander, +niet stommer en niet braver! O zoo! ha-ha-ha!... Wie alles uit z’n huis +draagt gaat failliet—wie open tafel houdt, krijgt zelf geen kluiven en +wie—ach Jezis, jongens, ’t is zoo warm!—wie van de lucht wil leven, eet +zich geen spekrug (den rug van den Soldenier bekloppend) en geen buik +van negen maanden, ha-ha-ha! (klopt den Rakker op z’n buik). + +SOLDENIER (zich lachend omdraaiend). Nou grappenmaker in je kooi—heb +jij je tong verloren? Hééé! ’k Heb ’t tegen jou! Durf jij niet naar dat +prachtwijf kijken, dat je ons je ribbenkast van achter toont? + +SERO. (zich naar hen toekeerend). M’n ooren zien meer dan me lief is... +(tot Regina, die angstig opgesprongen is). Goeien dag. Wel geslapen, +Regina, koningin van den nacht? Niet van me gedroomd..? + +REGINA. Jij hier? Heb jìj daar al dien tijd gezeten? + +SERO. Gezeten ja—ik zit. Nee, loop niet achteruit—ik zit sekuur—en dan +ik doe geen schepsel ook maar zóóveel kwaad... Dat weet jij toch.... + +SOLDENIER. Wel allemachtig—is dat, dat aapmensch, ook een van je +klanten? + +SERO. Ja, ja. Een van ’r alleroudste—waar of niet, Regien! Al was ’k +niet de eerste, waar of niet, Regien? ’t Spijt me machtig, dat ik heb +gestoord.... Ga zitten, menschen... En praat rustig verder!... +(geeuwt)... Ik heb—m’n kaken springen van mekander—’n slaap, ’n +goddelooze slaap of ’k tién roezen uit moet slapen... Geneer je niet—ik +speel geen luistervink, Regien... (zet zich weer op de bank met den rug +naar de anderen gekeerd). + +RAKKER. Ken jij dat heer? + +REGINA. (vinger op den mond)... Dat is—dat is... + +SOLDENIER.... Dat is ’r minteneur! + +SERO (’t hoofd naar de tralies)... Nee, nee—ik ben de vader van ’r +kind—èn, als ’k me niet bedrieg—en ’t niet verkeerd geboekt staat in de +folianten van den godgezant, die ons voor weinig penningen—te +spotgoedkoop, voorwaar, voorwaar!—zijn allerheiligste zegen gaf—en zij +’t zich nog herinnert (ik zelf was het haast kwijt!)—en jullie twee ’t +niet aan iedereen verklapt: ik ben, ik ben ’r lijfelijke man, ’r +màn.... Ja, Ja—ha, ha!—’t was voor zestien jaar en zeven maanden en +dertien dagen—in Mei—als elke vogel legt ’n ei—in Mei, dat wij de +voorste vingers van twee rechterhanden (tweemaal twee is tien) naar den +hemel staken—omdat, omdat ons, òns kind op komst was—òns kind, niet +waar, Regien.... Ja, ja—en nou—en nou.... + +SOLDENIER. En nou?.... Nou visch je achter ’t net, ha-ha-ha! + +RAKKER. Nou draagt-ie op z’n test ’n honderd hoornen, ha-ha-ha! + +SOLDENIER. Nou heeft-ie òns daar net gesnapt, ha-ha-ha! + +RAKKER. Nou zit-ie op z’n sokken in ’n kooi, ha-ha-ha! + +SOLDENIER. En geeft je pootjes, als je ’t vriendlijk vraagt, Regien, +ha-ha-ha! En wacht zìjn beurt om in je armen weer te leggen, ha-ha-ha! + +SERO. Ik heb geen bek voor dàt soort spek! (zij schopt achter het koord +de schoenen weg) Eerst hij, nou jij! Alle negen! Dat wordt ’n kegelspel +met schoenen die de tand des tijds nog beter dan ik zelf doorstonden! +Ben je ontstemd, Regien, of is ’t de vreugde van ’t wederzien, na +zooveel jaren? + +REGINA (kwaadaardig). Ik zou van leut en lol wel kunnen dansen! Dat +merkt-ie nog niet eens! Dat vraagt ’t schepsel! Wil je ’t soms zwart op +wit? + +SERO. Och nee—die twéé getuigen zijn voldoende.. En de pure, malsche +blijdschap op je aangezicht! + +REGINA. Zoo heeft-ie jaren lang, me ieder uur gesard, gehitst, +gekweld.... ’n Adder heeft geen giftiger tong.... Man, man ik háát je +zoo! + +SERO (triestig-glimlachend). Ja, ja, ’t kan verkeeren. + +REGINA (nijdig tot Rakker). Nou! ’k Kan m’n tijd gebruiken! Moet ’k +langer samen met dien kerel? Als ’k z’n lachen als ’n monster zie, is +heel m’n week vergald! + +SERO. Als ìk vergal—vergulden andren!.... En àls ik monsterachtig +lach... (rondkijkend)—wat drommel, hangt hier nergens in dit weelderig, +volmaakt gemak ’n spiegelscherf, dat ik me overtuigen kan, en mogelijk +zóó lamgeslagen sta, dat deze gruwellach z’n eigen dood besterft?—als +’k leelijk, onvertogen, ongepast, en jou ’n hééle week vergallend lach: +ik ben geschapen met de hulp van drie—door vader, moeder en door God +(alleen de laatste is in leven!)—en heb me zelf niets van mijn manlijk +schoons en leelijks toebedeeld, noch toegewenscht! (zij keert zich +driftig om, zet zich voor de tafel)... Goed zoo! Van achter zien we +niet—geen kleur, geen schoen, geen hindernis, geen kushand en geen +judaslach.... De Satan voer in een der twaalf—’t staat beschreven! + +REGINA. We zullen zien—wie ’t laatste lacht! + +SERO. ’t Laatste lacht, wie ’t laatste leeft! Je blaast je lach uit als +’n kaars, mèt dat je laatste adem gaat! + +REGINA. Jij niet! Jij niet! + +SERO. Ik niet? + +REGINA. Jij grijnst nog in je graf! + +SERO. Als jij ’r op komt bidden zeker! + +RAKKER. Ha-ha-ha! Ja, ja—dié zijn getrouwd! ’t Klopt! + +SOLDENIER. Wel selderju—dat hoor je van ’t spullevolk, als ’t jaarmarkt +is, niet beter! Kischt! Kischt!.... Laat je niet plukken, meid! + +RAKKER. Vooruit! Toe dan, ha-ha-ha! ’t Liep zoo lekker en gesmeerd! Leg +je ’t af, Regien? + +REGINA. Ik wreek me wel—vandaag of morgen. + +SERO. Vandaag! Dat ’s dichterbij en houdt ’t vuurtje warm! + +REGINA. Klets toe—ik zeg geen woord, geen woord meer! + +SERO. Geen woord? Dat is ’t einde. Want in den Beginne wàs het +Woord.... + +SOLDENIER. Ach gekke kerel loop! + +SERO. Als ik maar loopen kòn! + +RAKKER. Dan liep zij kwispelstaartend met je mee, ha-ha-ha! (zakt +lachend van de bank op den grond). + +REGINA. Met dien stumper, dat gedrocht, dat hatelijk verschijnsel, dat +mirakel, dat ellendig wurm, ha-ha! + +SERO. Let op—dàt was ’r láátste woord! + +SOLDENIER. Regien, Regien! (schatert met den Rakker) + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +De vorigen, Hopman. + + +HOPMAN. (op door de gaanderij). Wat is dat? (tot Rakker) Wat zit jij op +den grond?... En jij—is dat jouw plaats?.... En hoort die vrouw daar +achter? + +RAKKER. (terwijl de Soldenier naar venster wijkt). Ik was—ik was +gevallen, hopman... + +SERO. Ja, ja—dat kan ’k getuigen—’r zijn ’r meer gevallen hier... + +HOPMAN. Mond gehouen allemaal! (tot Regina) Weg jij daar! (tot Rakker) +Wat had ik jou gelast? + +RAKKER. Ik heb ’r minstens twintig keer gezeid (naar het linkerhok +wijzend) daar in te gaan... + +REGINA.... Dat liegt-ie. + +RAKKER. Lieg ik, Soldenier? + +SOLDENIER. Ik heb ’t gehoord. + +SERO. Ha-ha-ha! + +HOPMAN. Wel alle duivels, is dat hier ’n bende! Als jij nog even kikt, +dan sla ’k je in de boeien! + +SERO. O, mocht ’t niet? + +HOPMAN. Nee—hier mag niks! + +SERO. Niks is niet veel—maar als je ’t eenmaal weet genoeg. + +HOPMAN. (tot Soldenier) Marsch! Ingerukt! Daar in ’t wachtlokaal! En +vlug! (tot Rakker) En jij, jij zal je uur onthouden... (Soldenier af). + +RAKKER.... Ik heb ’r dertig maal misschien... + +HOPMAN. (met driftig gebaar) Dat ’s dertig maal te veel! Jij heb te +dóén en niet te laten! Rechtsomkeer en marsch! (Rakker af) En jij +vooruit! (Smijt traliedeur voor Regina open) Versta je niet? + +REGINA. Ik heb toch niet gestolen, niet gebedeld, ben niet dronken +langs den weg gegaan—ik heb geen nachtrumoer... + +HOPMAN. ... Asjeblief. + +REGINA. ... Wat heb ’k dan gedaan? + +HOPMAN. Dat zal je later hooren! (trapt de schoenen). + +SERO. Die arme schoenen maken nog de reis rondom de wereld. + +REGINA. Nee—ik verdraai ’t! + +HOPMAN. Wat zeg jij?... Wil jij niet?... Heb jij ’n wil? (grijpt haar +bij den arm)... Een, twee... + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +De Regent, Hopman, Sero, Regina, later Jus. + + +REGENT. (van de trap komend) Ho! Ho! Geen drie! Maar hopman, ’t is ’n +vrouw, ’n vrouw... + +HOPMAN. ... Geen vrouw—’n lichtekooi, Uw Excellentie! + +REGENT. ... Is dan ’n lichtekooi ’n man? Kom, kom! Jij blijft wel +rustig zitten dáár, ook zonder kussen in je rug, niet waar? Geweld bij +vrouwtjes, hopman, onverschillig wat ze zijn, dat heeft geen +pas—tenzij—tenzij je zwaar verliefd ben en ’t torteltje niet +trekkebekken wil, ha-ha-ha! (let Sero op)... Ha, onze vriend! Wees +welkom, welkom! + +SERO. Dank u, Excellentie. ’t Zelfde. En nog meer. + +REGENT. ’t Is kostlijk weer vandaag. ’n Tikje warm, ’n beetje felle +zon... (den schijn van ’t venster bedoelend)... Hindert je niet? + +SERO. Nee, nee. Integendeel. Waar licht is, is ook vreugd! + +REGENT. De schalk, de schalk! Dat blijft maar goed gemutst en +welbespraakt! ’t Is zeldzaam, zeldzaam! Ja, geniet ’r nog maar van. Wie +weet hoe kort ’t duurt—een trapje lager houdt ’t op... + +SERO. De zon... + +REGENT. ...De zon, de maan, de sterretjes—en wat de grappenmakers meer +in dicht en rijm bezingen... Heb je honger? + +SERO. ’k Wist niet dat dàt Uw Excellentie intresseerde... + +REGENT. Och ja—och ja!... Hoe meen jij dat? + +SERO. ’k Meen dat ’t duizenden en nog eens duizend—’k meen niemendal... + +REGENT. De schalk!... Nu had-ie moeite ’t in te slikken, ha-ha-ha! (tot +Jus, die de trap afgekomen, ’t laatste gehoord heeft)... Die man heeft +hier (betikt z’n voorhoofd) ’n koemaag, maar geen hersens—die kauwt, +herkauwt en kauwt zoo ieder uur op onverteerbaar tuig! Ha-ha-ha, ’t is +zeldzaam, zeldzaam!... Dus geen honger?... + +SERO. Nee, nee... + +REGENT. Geen trek in jonge kiekens of een malsch aan ’t spit geroosterd +boutje? + +SERO. De koemaag hier verdraagt die zaken niet... + +REGENT. Geen kreeftje, rood—óók rood—van woede om de hitte van ’t +water, met ’n roemer witten wijn? + +SERO. Daar heb ’k juist vanmorgen mee ontbeten—en heel m’n buurt tot we +’r van kikten en ik ’n graat kreeg in m’n keel. + +REGENT. Hoor je dat, Jus—ja Hopman lach gerust!—de schalk heeft +kreeften met ’n graat, ’n graat—en zonder schaal gegeten! Zoo praat dat +over alles, alles mee. Dat heeft verstand van staat en kerk en God weet +wat—en ook van kreeft, ha-ha-ha! + +SERO. Als ’t dan geen graat was—en geen bastaardkreeftje—was ’t ’n +schaar—en als ’t geen schaar was, was ’t ’n ander ding om in te +stikken. In Godsnaam, Excellentie, eet geen kreeft! + +REGENT. Ha-ha-ha, zoo’n levenslust! Geen honger dus? + +SERO. Spijt me waarachtig, néé. + +REGENT. Dat moet dan anders worden, Jus. Dat ’s ongewoon en maakt me +ongerust. ’n Man die ’t prachtig eten van mijn kok niet lust, geen +honger heeft—die driemaal weigert—is te zwaar doorvoed—en vroeg of laat +krijgt-ie vervetting aan z’n hart, z’n lever of z’n tong! + +Sero. Ja, ja—m’n tong is welgedaner dan m’n buik! + +REGENT. Is dat niet abnormaal? En zijn we niet verplicht zoo’n kanker +uit te snijden? (met gebaar naar ’n insect dat hij reeds ’n paar maal +verjaagd heeft). Wat wil dat lastig dier toch bij m’n hoofd?... Heb jij +geen honger, vriend, dan moet jij op dieet—en schap’lijk lang tot dat +je maag weer werkt en ook je tong wat minder welgedaan doorslaat, +ha-ha-ha! ’k Wed dat die kuur je helpt! + +SERO. Dus ik blijf hier? + +REGENT. Voor onbepaalden tijd. + +SERO. Wel, wel—en zonder vonnis? Dat’s ’t nieuwste recht, ’n +vastenavondgrap, ’n luimige inval van z’n Excellentie... + +REGENT. Niet waar? ’n Beetje kortswijl hoort ’r bij! + +SERO. Ik vast zoolang die kortswijl duurt. + +REGENT. Bezwaarlijk, vriend. + +SERO. Wie niet gevonnist is—en niets misdreven heeft—heeft ’t +poorter-recht van iedren poorter—en móét voor schemer weer op vrije +voeten gaan! ’k Ben minstens tien keer hier voor dezen heer (met gebaar +naar Jus) gebracht en tien keer met beleefden groet weer losgelaten... + +JUS. (lachend) Dat klopt (mede met gebaar naar insect)—hij was zoo +glad, zoo leep, zoo listig, Excellentie en zoo glibberig als ’n aal, +dat we ’m telkens lieten glippen, om de poorterwet in eer te houden.... + +REGENT. ’n Aal vat men niet aan met schoongewasschen handen... Dat doet +men met ’n scheutje zand... (beloert het insect op de tafel)... Wacht +even! Stil! Ha-ha, ’k heb beet! Twee hommels in een klap. Zoo. Even +drukken. Die spelen niet meer schuilei met m’n neus. O? Wil jij toch +nog—toch nog vliegen?... Wel ja (trekt ’n vleugel uit) Probeer ’t met +één vlerk!... Daar snapt-ie niets van: kijkt me zoo beteuterd aan, of +’k onze Lieve Heer persoonlijk ben, ha-ha-ha! (tot Regina).... Ja, kom +maar dichter bij... Je mag ’t wel zien!... Die is getemd, ha-ha!, en +loopt m’n hand rond of-ie kreupel is... Dat komt omdat de andre vleugel +’m te lastig is... Dan die ’r ook maar af... (’t insect op tafel +zettend) En kalm aan stappen—niet te wild—want op den inktpot is geen +klep—en reddingsgordels heb ik niet, ha-ha! Zoo zie je, Jus, hoe je met +handigheid, ’n kwajen hommel leert marscheeren, ha-ha-ha! (nijdig +uitvallend tot Regina) Is jouw plaats hier? + +REGINA.... (angstig) U zei me zelf.. + +REGENT. Ik zei jou niets, niets, niets! + +HOPMAN. Nee niets! Vlug achteruit! En op de bank gebleven! + +REGINA. Wel allemachtig, ’k ben niet gek! + +REGENT. (met de hand de tafel beslaand.) Hoor ik jou nog...! Wordt ’t +hoogste woord door straatgespuis en wijven uit ’t bordeel gesproken! +(tot Jus). Waar is ’t onwijze jong, ’t schaap, ’t kind? + +JUS. Dat moet benee zijn, Excellentie. + +REGENT. Hier laten brengen! (Jus gaat naar gaanderij) Nee—wacht nog +even. Die vrouw, die is te veel! (Hopman wenkt Rakker in gaanderij, die +Regina heen voert). + +JUS. Wil u... + +REGENT. Wil u... Wil u... Wil u... Als ik geen haast heb, hol je of ’r +brand is—en als ’k angstig uitkijk waar je blijft, kruip je met looden +ballen aan je beenen! Wat lach je nou? Ik maak geen pret, ben niet jouw +clown! (tot Sero, die weer met den rug naar de tralies zit)... En jij! +Ha-ha! Als jij niet weergaasch-rap de voorpui van je onbewoonbaar huis +vertoont, zal ik je blaren laten zitten! + +SERO. Ik warm m’n rug in ’t uitgezochte zonnetje... + +REGENT (tot Hopman). Haal ’m ’r uit! Kun je ’t alleen? + +HOPMAN. Dat stuk karkas regeer ’k met twee vingers, Excellentie! (tot +Sero, dien hij uit de kooi trekt). Toe, maak wat voort! + +SERO. Dank u zeer! Ik wist wel dat Uw Excellentie haar kostbren tijd +niet lang verspillen zou—en mij vóór ’t ongenoeglijk schemeruur weer op +’s lands kei zou zetten. + +REGENT. (wenkend) Op die bank! Halt! Halt! Heeft men zijn zakken +onderzocht? + +HOPMAN. Ik denk van ja... + +REGENT. Jij denkt van ja—jij denkt van nee—wie denkt ’r ooit behalve +ik? Is één vermoorde koning niet genoeg? Moet ik op alles letten? + +SERO. (op den eenen zak wijzend). Hier, Excellentie, zit ’n bom—en daar +’n handgranaat.... Eén vinger, die den weg niet weet, in deze donkre, +schrikkelijke grot—en ’n vulkaan, ’n donderslag vernielt mijn +ribbekast, maar ook ’t Hoofd van Staat! + +HOPMAN. De handen op je rug! + +SERO. Nee, nee. Dat doe ’k liever zelf. Als u mij kietelt, schiet ik in +den lach—en als ik lach, loopt ’t bommen-uurwerk af! (den eenen zak +ledigend). Dat’s een. (overreikt ’n stukkenden zakdoek). M’n +linnengoed, merk S. van een tot twaalf. Dat ’s twee, met minder +ezelsooren dan menig hooggeleerd gezelschap! + +REGENT. Wat is dat voor ’n godvergeten boek? Lees voor! Lees voor! + +HOPMAN. ’n Boek vol dikke potloodhalen. + +REGENT. Dat vraag ’k niet! Lees voor! Lees voor! (tot Sero) Geheim +genootschap, schalk? + +HOPMAN. (lezend) „Wij hebben (hier is wat doorgehaald) den, den... (dat +is onleesbaar!)... den strijd tegen de overheden, tegen de machten, +tegen de geweldhebbers der wereld”... + +REGENT. Staat dat ’r woordelijk? + +HOPMAN. Woordelijk! + +REGENT. Je legt daar op beslag! + +SERO. Dat is ’n eeuw of wat te laat—’t is te zwaar verspreid—In ieder +huis leit ’t met netter kaft op tafel, te pronk, te pronk—en ook Uw +Excellentie heeft ’t eens gelezen... + +REGENT. (’t Boek dat de Hopman voor hem op tafel legt, op den grond +werpend) ’t Nieuwe testament, ’t testament! (tot Hopman) Ben jij +versuft of doe je mee aan drieste grappen, ezel, lomperd! + +HOPMAN. U zei: lees voor—ik zag ’t wel... + +REGENT. Hij zag ’t wel! Hij zag ’t wel! Als jij wat ziet, is ’t al lang +gevlogen! (weer zacht en valsch tot Sero) Loop jij met testamenten in +je zak? Is dat de nieuwste vinding, schalk? En haal jij daar in door +wat jou niet past? Heb jij patent als prediker? (vinnig) Je andre zak! + +SERO. (dien ledig uittrekkend)... Verschijn en maak je reverentie! En +zonder dubblen bodem, Excellentie. Enkel met rijm! (De Hopman geeft ’m +’n por).... O! ’k Was juist uitgesproken! (zit op de bank). + +REGENT. Hij was zoo goed op dreef. Dat ’s jammer, hopman. ’k Hoor graag +rakkers met wat overmoed. Vooral als ’r ’n kleine prikkel wacht.... Je +hebt soms muizen, die nog speelsch en dartel piepen, als poes licht op +den loer.... Ga zitten, Jus—en sla je wetboek op—maar heel voorzichtig! +De nieuwe soort die ik gekweekt—de zesvoeter met kromme beenen—kijk, +kijk: hij springt waarachtig over hindernissen!—die heeft vandaag z’n +laatsten vrijen dag... ’n Lijkenvlieg, hoe kwam ze hier?... ’k Heb +meelij met je larven, acrobaat! Jouw nageslacht zal in geen krengen +bruiloft vieren! Ho! Dezen weg! Die is versperd. Op last der overheid, +hahaha! (speelt met de vlieg, half over de tafel hangend) Ja, ja,—en nu +m’n andre kameraad. ’k Zou je bij m’n dressuur vergeten! Jij ben +gearresteerd, omdat, omdat... + +SERO. ...Omdat ’k wat lastig ben... + +REGENT. Lastig néé—welnee m’n brave vriend! De wet heeft mazen en je +kruipt ’r door. Dat is je recht! Je ben niet lastig: listig, lustig. Je +bazelt af en toe... (tot Jus)... Wat zei-ie gister op de groote markt? +Hoe was dat weer? + +JUS. Hij zei: ’t volk dat wordt belogen en bedrogen door iedereen... + +REGENT. Door iedereen? Door iedereen? Uitzondring ken jij niet? Dus ik, +ik als Regent, belieg, bedrieg? + +SERO. Als ik dàt heb gezegd verbeur ik ’t vrij gebruik van deze tong! + +REGENT. Bedoelen dee je ’t evenmin? + +SERO. Niet dat ik weet. + +REGENT. En denken, denken? + +SERO. Zelfs niet dróómen, Excellentie—en bij God, de droom is van een +bandloosheid, wanneer je stevig slaapt en snurkt, om in een ijzer +dwangbuis op te sluiten! + +REGENT. Dus ik ben uitgezonderd? + +SERO. ’k Heb niet aan u gedacht—’k zou vloeken bij mijn zwaard en bij +mijn éér—als ik ’n zijgeweer bezat—en als ze op mijn eer in ’t +pandjeshuis ’n tiende penning of ’n knijzer schoten! + +REGENT. (tot de vlieg) Ho! Ho! Verboden toegang, lijkenschenner! +(sarrend-zoet tot Sero) Jij ruit niet op? + +SERO. Beweert dat iemand? Als ik ’t dee—had die meneer me niet +gehouden, voor jaar en dag? + +REGENT. Jij scharrelt overal—langs veld en wegen—op markt en plein—in +dorp en kroeg—Wat doe jij daar? + +SERO. Verhalen en vertellen. + +REGENT. Vertellen? Wat? + +SERO. Van alles, maar geen leugens. M’n vader, die door Zijn +Majesteit—Zijn Majesteit is dood—hij rust in vrede!—gehangen werd, +omdat-ie (vader—niet Zijn Majesteit!) anders bleef denken dan zijn +tijdgenooten—en dat hardop, hardop (was-ie maar stom geboren!)—m’n +vader leerde me al vroeg, al van m’n eerste jaren... + +REGENT. Nu? Durf je niet? Wat leerde-ie? + +SERO. Ben ’t vergeten... ’t Een’ge wat ik me herinner, als ’k de spons +hierbinnen wring—de koemaag, Excellentie!—is dat een fopspeen meerder +lucht dan moedermelk bevat—en dat—en dat—laat ’s zien—en dat als je +géén leugens zegt—de waarheid ongemerkt en ongevraagd en als ’n dief +zoo handig in je eigen schaduw loopt... + +REGENT. Zoo’n roover, zoo’n bandiet! Verspreekt zich nooit! Loert als +’n schildwacht op ’t onraad van z’n woorden! Heel goed! Heel goed!... +Wat was ’t vanmorgen, Jus, toen ze ’m grepen? + +JUS. Van morgen was ’t zoo’n herrie en zoo’n volte op de markt, dat ’r +met blank geklopt moest worden. Hij las ’n stuk van ’t nieuwe +testament, maar las ’t zoo, zoo uit mekaar getrokken en zoo sluwtjes +weer gekoppeld, zoo vol bedoeling en hiaten—als iets niet paste—dat ’t +geen tekst was, maar een oproerspreek... + +REGENT. Aha! + +JUS. ’k Heb zelf gehoord hoe-ie de poorters hitste... Een dienstknecht +is niet meerder dan zijn heer, dat staat geschreven—hij roept ’t zoo en +met zoo’n haat—en op zoo’n fellen toon, of ’r geschreven stond: ze zijn +gelijk! + +REGENT. Jawel! Jawel! + +JUS. Hij is ’n dagelijksch gevaar—en lacht geslepen om elk verbod, om +iedre wetsbepaling, iedre ordonnantie—en toch—en toch—toch is ’t nog +niet gelukt... + +REGENT. De deksel op de doos te vouwen. (tot de vlieg) Ho, deze zij!... +Dus, dus: hardop beweer jij niets? + +SERO. Niets dat niet elkeen mag! Hardop is lokvink voor de galg—en ’k +heb zoo teeder vel—(op z’n nek wijzend) hier in ’t bijzonder—vel dat al +springt als ’t de zeepkwast ruikt, dat ’k liever met ’n baard van weken +ga, dan met ’n gladde kin. + +REGENT. Dan met ’n gladde kin—jij gladde vogel! + +SERO. Mag ik m’n schoenen nu?... Of wil Uw Excellentie dat ’t volk, de +poorters, keerlen en de wijven me missen—en aan ’t vloeken slaan? + +REGENT. Hij is vrij—dat spreekt vanzelf, voor wat-ie gister en vandaag +en vroeger nog niet zéi, maar dàcht, of ook niet dacht, maar droomde—de +sluwe vos.... Nee, laat je schoentjes nog wat rusten! (wenkt gebiedend +den Hopman) Die vrouw! Die vrouw! (Hopman wenkt Rakker) Al wou je, hier +op ’t slotplein, in gelijkenissen spreken—zoo dat de minderjaarge +koning als z’n vader neergeschoten werd—ik heb de poorterwet bezworen, +ik breek geen eed, ik doe alleen m’n plicht, als ’t moet, als ’t kan, +als ’t openbaar belang ’t dwingt en eischt (tot de vlieg, terwijl +Regina door Rakker weer binnen geleid wordt en op bank neerzit) Je +eigen schuld! Heb ik je niet gewaarschuwd, smakker? (Jus buigt zich ook +over den inktkoker) Wat doe je, als je ’t zwemmen niet verstaat, te +duiken in den put?... Die sterft een zwàrten dood, ha-ha!... (tot Sero) +Jij wordt beschuldigd... (zich onderbrekend, nijdig) Ken jij die vrouw? +(Sero knikt) Niet knikken! Antwoord geven! + +SERO. Ik ken ’r—ja. + +REGENT. (tot Regina) En jij? Heb jij ’n dochter van dat schepsel +daar?... + +REGINA. We waren... + +REGENT. (met de handen op ’t koord, snerpend) Ik vraag niet wat jij +was—’k vraag of je ’n dochter heb? + +REGINA. Die hebben we... Een is gestorven... + +SERO. ...Goddank!... + +REGINA. ...Een leeft. + +REGENT. ...Dat is jóúw dochter dus? (tot Sero) En ook de jóúwe? Verkies +je niet te spreken?... Blijf je zwijgen?... + +SERO. Och, als ik zwijg, zal iedre steen ’t roepen! Ze is m’n vrouw... + +REGENT. En met jouw weten is die vrouw ’n lichtekooi—en laat je ’r +hoereeren!... + +REGINA. ...Ik ben... + +REGENT. ...Je ben hier om je mond te houen en te blijven zitten, als ik +met andren praat!... Jij!... Wist je dat? Déélde je soms de +honingkoeken en pataten, die zij je huis indroeg—deelde je bed en beurs +en lippen—lief en leed, ha-ha! Had jij de kas, de tucht, bij dat +òntuchtig doen? Ging je door d’achterdeur, als vóór de klink gelicht +werd door ’n klant? Hoorde je niets en zag je minder nog? En had je zoo +bij winterdag twee warme voeten en ’n heet-gekruide maag? + +SERO. (spottend) Misschien. + +REGENT. Misschien! Misschien! Waar heb jij van geleefd in al die jaren? + +SERO. Van manna en van lucht—èn—hoop doet leven! + +REGENT. Noteer je, Jus—ontkennen doet-ie niet... + +SERO. Oho—is dat de klem?... Is dat de val, en dat ’t spek? En denk je +dat ’n ouwe rat met haast geen tand meer in z’n bek, onnoozelweg z’n +grijzen staart daaraan verbeuren zal?... Ik heb die vrouw—mijn vrouw—in +volle vijftien jaar niet meer gezien—zie ’r vandaag voor ’t eerst +en—weer voor ’t laatst. + +REGENT. En ’t kind?... + +SERO. Laat dat ’r buiten! + +REGENT. Hoe oud is ze? (Sero haalt de schouders op) O, ben je dat +vergeten? + +SERO. (dof) ’k Zeg nòg eens: laat ’t kind ’r buiten... + +REGENT. Nee, nee—’t gaat juist om ’t kind! + +SERO. (opstuivend) Ik zeg... + +HOPMAN. ...Zitten blijven! + +REGENT. ...Of in z’n kooi!... Ei, ei—hij lacht niet meer! De snaak +trekt nieuwer soort grimassen! Ik vroeg: hoe oud?... Da’s zeldzaam!... +Zeldzaam, hoe ’n tong, straks vlijm geslepen, nu bot naar antwoord +zoekt! (tot Regina, haar in de wang knijpend) Is jouw geheugen, +zwartoog, knappe deern—jij ben de zonde waard, waarachtig, op m’n +woord!—ook zoo wormstekig... Is ’t wonder Jus, dat ze dat mensch ’ns af +en toe verschalkte?... Hoe oud of wel hoe jong? + +REGINA. ...Zeventien! + +REGENT. Zeventien?... Dan was jij zelf niet ouwer toen je trouwde?... + +REGINA. (driest) Jonger nog! + +REGENT. (haar kin streelend) Ha-ha, had ik jou toen gekend! ’n Jonge +duif, ’n jonge doffer, wat? De malste kippen zijn de kiekens, versch +van ’t nest! De grootste gaping in de poorterwet—ja, lach maar, Jus—is +dat ’t recht van d’allereersten nacht, ’t jus prima noctis, is +vergeten... (tot Regina) Je hoeft niet bleu en ook niet bang te zijn... +Voor àlle vrouwtjes, met of zonder man, of met dozijnen, ha-ha-ha!—buig +ik mijn krolschen rug! Ja, ja... Maar nu de zaken!... Je dochter heeft +je dikwijls opgezocht in deze maanden, niet? + +REGINA. Dikwijls niet—soms eens, soms tweemaal in de week. + +REGENT. Niet meer? + +REGINA. Nee, Excellentie. + +REGENT. Jìj gaat vrij uit—en zonder straf—’t is niet om jóú te +doen—biecht op! + +REGINA. Ik heb ’r eerst ontmoet op straat—toen is ze vier, nee: +vijfmaal op bezoek geweest.... + +REGENT.... ’s Avonds?.... ’s Nachts?.... + +REGINA... ’s Morgens. Dacht u dat ik—als moeder..? + +REGENT. Ik denk.... ik denk.... Dat raakt je niet! (plots weer fel)... +Zoo, zoo, ha-ha!... ’t klopt als ’n bus met wat ze ons berichtten! (tot +Sero). Jij, burger Sero, wist dat niet? Jij wist niet dat je kind, je +minderjaarge dochter, op bezoek ging bij ’n slet, ’n alle-kerels-lief? +(tot Regina die zich verdedigen wil)—Wat ben jij anders? Hou je +mond!—Jóú was dat niet bekend? + +SERO. Ik wist van d’ eersten keer—toen ze mekaar op straat.... ’t Andre +heeft m’n kind verzwegen.. + +REGENT. Ja, ja.... Dàt antwoord wachtte ’k! Maar toen dien eersten +keer—heb jij je dochter niet gezegd wat of ’r moeder was en is? + +SERO. Nee. + +REGENT. Nee? Nee? + +SERO. Nee! + +REGENT. Waarom niet, ridder met de waarheid—in je schaduw? + +SERO. Waarom? Omdat—omdat ’k niet wou. + +REGENT. Heb je dat, Jus?.... M’n hulde!.... Dat wou niet dat z’n +dochter eerbaar bleef! + +SERO. (met dreigenden glimlach) Pas op!.... (zich inhoudend). Ho, ho—ik +ging te ver.... + +REGENT. Ja, ’t gaat te ver! Bij God, ’t gaat te ver! ’n Vader die z’n +kind niet tegenhoudt op ’t ergste pad—’n minderjarig kind nog wel—zoo’n +liederlijke vader.... De wet!.... Sla op de wet! + +JUS (glimlachend). Had ’t al aangestreept—hier staat (.... Artikel 82 +Bis).... „De ouders die....” + +REGENT. .... ’k Vraag niet van óuders—’k vraag van váders, die.... + +JUS. Dat’s 83 D, gewijzigd bij de wet van.... + +REGENT. ’k Vraag naar geen nummers van je wettenkraam.... Lees op! + +JUS. „Hij die die ’t vaderlijk gezag misbruikt, mitsgaders bij zijn +kind of kindren ontucht kweekt...” + +REGENT. Juist! Juist! + +JUS.... „Wordt staande het delikt uit eerstgenoemd gezag ontzet en met +verlies van alle poorterrecht tot spinhuisstraf van hoogstens zeven +jaar gericht.” Artikel 83 E.... + +REGENT. ’t Is al genoeg! Ik dank je wel! (dicht op Sero) Glimlach je +nog schavuit? + +SERO. Niet zoo dicht bij m’n handen, Excellentie! (lachend, om z’n +verwoedheid te bedwingen) ’t Is meer gebeurd, dat ’r ’n vuige moord +geschiedde, ha-ha-ha!—dader onbekend, ha-ha!.... (tot den Hopman, die +zich tusschen hem en den Regent plaatst, de hand aan het gevest) Ik zou +dat scheermes liever laten in z’n—in z’n schulp. Ik kruip al met ’n +vlotte buiging in de mijne! (zet zich weer op de bank). + +REGENT (die achteruit-geweken is). Dat’s over ’t toppunt heen! Zag jij +’t Jus?.... Heb jij ’t opgelet? Dat dreigt!.... Dat heeft gedreigd!.... +Dat heeft den moed gehad z’n vuisten op te heffen en me met oogen aan +te zien, of ik—hè-hè-hè!, hè-hè-hè!—of ik z’n maat, z’n rotgezel, z’n +chère confrère, hè-hè-hè! (tot den Hopman) ’t Kind! Hier met de eedle +erfgenaam van ’t schoone paar!... Dat heeft gedreigd, gedreigd!.... + +HOPMAN (Regina bedoelend). En die.... + +REGENT (nijdig). Dat kind, dat kind, de dochter van dien koppelaar! + +SERO. Een oogenblik! Is mijn kind hiér? + +REGENT. Ja, ja! Wij willen ’t zelve ondervragen, zelf getuigen laten. +En dan.... + +JUS..... Artikel 85, alinea vier: Wanneer zoowel de vader als de moeder +ontucht plegen, wijst het Hoofd van Staat dengene aan, die in de plaats +der ouders... + +REGENT. .... In te grijpen weet! Juist! Juist! (wenkt den Hopman). + +SERO. (glimlachend) Dus wordt mijn naam aan ’t ziek bedrijf dier vrouw +gekoppeld! (met aandrang) Een oogenblik! Ik vraag, verzoek—en als ’t +moet, dan sméék ’k—kan ’k meer?—om ’t kind niet te „verhooren”—niet in +’t bijzijn van ons twee.... niet onverwacht. Laat me alléén twee +woorden met ’r praten! + +REGENT. Is-ie niet stom en doof en blind en dronken! (tot den Hopman) +Moet ik jou zesmaal orders geven! (Hopman wenkt Soldenier in gaanderij, +die bij de poort plaats neemt. Hij zelf gaat over de trap in ’t +paleis). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +De Regent, Sero, Regina, Jus. + + +SERO. Dat mag dus niet? + +REGENT. De schalk! Heb jij geen schoffels jaren tijd gehad, om met je +nageslacht te práten? Jij wist, pioef—en heb ’r niet belet die vrouw +(Regina is op de kruk bij ’t boogvenster gaan zitten) en ’r +kornuiten—en wat ’r meer in ’t donker van die kasten en die krotten +hokt en krielt—te zien en op te zoeken!... + +REGINA. ...Ik heb... + +REGENT. Zet jij je tanden op mekaar en hou je tong ’r tusschen als ik +spreek!... + +SERO. De eerste keer... + +REGENT. Als jij dìen eersten keer rechtschapen poorter en ’n vader als +’t daar beschreven (gebaar naar testament op den grond) staat, +geweest—en je dat eigen kind—of was ’t van ’n ander soms, +hèhè!—gewaarschuwd en geranseld had, dan dwòng je mij niet—tot m’n +spijt (tot onze spijt, wat Jus?) om namens ieder poorter met ’n +vaderhart—verbolgen, diepverbolgen, door te tasten. Zachte meesters +kweeken... + +SERO. (glimlachend) Rotte wonden... ’t Is niet kwaad bedacht!... (Een +stilte. Hij staat op, kijkt de gaanderij in, zet zich opnieuw, begint +met moeite) Ik heb mijn dochter niets gezegd, dien eenen keer, omdat, +omdat... + +REGENT. ...Omdat! Vermaaklijk hoe-ie zit te henglen naar ’n leugen, +dood of levend! + +SERO. ...Omdat ze nog zoo’n kleine droomster is... + +REGENT. Wel! Wel! + +SERO. ’r In ’r jonge meisjesdroomen met dàt harde, dàt haast niet uit +te spreken van hààr doen en laten, op te schrikken—ik heb ’t niet +gekund... + +REGENT. Wel! Wel! + +SERO. Ik heb—ik heb ’r laten—slapen. + +REGENT. Ha-ha, ’n winterslaap van meer dan zestien jaar! + +SERO. ’n Lenteslaap. + +REGENT. Hoor je dat sprookje, Jus? De moeder hóér—de vader vijand van +den staat—en ’t kind (schel lachend) hè-hè-hè!, ’t kind—’n schoone +slaapster in ’t bosch! + +SERO. Dat’s ieder kind. + +JUS. Dan wordt ’t tijd, Uw Excellentie, dat ’n prins verschijnt, +ha-ha-ha! + +REGENT. Ja, ja, ’n prinselijke porder met ’n bezemsteel! + +SERO. Ze sprak, mijn kind—’k herhaal dien één’gen keer!—met zulk ’n +vreugde van ’r móéder, dat ik ’r droom niet met mijn ruwe knuisten +breken kon... + +JUS. Als jij destijds—destijds—voor zooveel jaar gescheiden was, dan +wàs die vrouw geen moeder meer! + +REGENT. Maar Jus—dat wist-ie niet, dat was ’m onbekend! Dat heeft-ie +nooit gehoord! Nietwaar? Nietwaar? + +SERO. Al was ik duizendmaal gescheiden: ’n moeder is, ’n moeder +blijft—blijft—blijft. Dat ’s nóóit meer ongedaan te maken. + +REGENT. Niet ongedaan, jij goochelaar met woorden! Ook niet door +overspel? Je Testament! Je boek met potloodstrepen! + +SERO. Ook niet door overspel! Wat ook gebeurt: de vrouw die ’t kind +geboren heeft, blijft moeder—blijft dè moeder. Draagt niet elkeen ’t +merk, ’t moederteeken, waar de navelstreng doorsneden werd? + +REGENT. Ha-ha-ha! Dat heeft verstand van alles—van staat, van kerk, van +kreeft, van navelstreng! En laat z’n schoone slaapster met ’r droomen +en ’r moederteeken naar snollen, sletten en d’r mansvolk loopen! (tot +Regina) Dat was ’n kluifje voor jouw mond—hé, jij daar! Slaap je? Gaf +de nacht te weinig rust, ha-ha!—dat was ’n voorjaars-snoepje, wat?—om +bij ’n deern van zeventien je móéderplichten waar te nemen! Als ik niet +ingegrepen had—door jou en hem en ’t delikate kroost (drie tegelijk) +van straat en bed te lichten—was dan vandaag of morgen ’t loon voor +d’eersten nacht gestreken—of is de goudvink al geknipt? + +REGINA. (woest opstuivend) Dat lieg je, lieg je! ’k Ben zóó’n loeder +niet, om bij d’onschuldige oogen van m’n eigen kind... + +REGENT. Vergeet jij, lichtekooi, dat ik de hoogste magistraat! + +REGINA. (heftig) ’k Lap alle magistraten an m’n zool! Ik heb lang +genoeg m’n lippen stuk gebeten! ’t Zit me tot hier, tot hier! Mot ik +nog pootjes geven als ’k wor gepest!... + +JUS. Als jij je toon niet matigt... + +REGINA. Wat dan? Wat dan! Doe jij maar wat je wil! Ik ben geen wáárdin +voor me eigen dochter! Bij me in ’t huis heeft ze geen stap gehad, geen +stap! ’k Heb op m’n stoep gestaan, bang voor ’t zonlicht en de +menschen—en op m’n stoep heb ik met haar gepraat. ’k Weet wat ik +ben—plezier voor kerels in den nacht en goed voor alle vuil zóo als ’t +daglicht schijnt! ’k Weet wie ik ben! Maar zoo gevallen, om ’n kind, +dat ik gezoogd, aan dat bestaan, dat rot bestaan, te geven—’r na te +laten kijken als ’n schurftig dier—’r voor ’r jonge leven te verdoemen, +te vervloeken—’r ook te laten grienen uur aan uur—zoo’n smerig beest +ben ik nog niet, wor ’k nooit, nee nooit! + +REGENT. Ze is vijfmaal op bezoek—bezoek geweest, zei je daar straks... + +REGINA. Dat heb ’k niet gezegd! + +JUS. Je liegt—jij liegt—ik heb ’t opgeschreven! + +REGINA (snikkend). Ik zweer bij Jezus aan ’t kruis... + +REGENT. Haha, dat zweert—dat durft te zweren! + +REGINA. Ze heeft geen voetstap op m’n stoep gehad! + +REGENT (kwaadaardig)... Voetstap of niet—over je stoep of niet—of ’t +dag of avond was of niet—gaat ons, de Overheid niet aan! Ze is +vijfmaal—vijfmaal... + +JUS. Vijfmaal! + +REGENT. Op bezoek bij jou geweest! Dat ’s duizendmaal te veel! + +JUS. Artikel 85, vier... + +REGINA (heftig). God mag me straffen met de ergste straf... + +REGENT. (driftig dreigend). Dáár zitten en je driesten mond gehouen, +slet! En als jij weer, jij leugenaarster en jij lichtekooi... (zich +onderbrekend bij ’t over de trap binnenkomen van den Hopman door +Droomelot voorgegaan). Is dat—is dát ’t kind? + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Droomelot, Hopman, De Regent, Sero, Regina, Jus. + + +HOPMAN. Ja, Excellentie! ’t Heeft wat lang geduurd, omdat ik eerst wat +smakkers, schreeuwers en slampampers—vriendjes van hém!—van ’t plein +heb làten smijten... Ze wouen weten waarom hij... + +REGENT (hem met de hand wenkend te zwijgen). Ja, ja! (tot Droomelot). +Ben jij....? Wat dichterbij. (stilte). Nog dichter! (stilte). Ben +je—bang? (stilte). Nu, schiet ’r geen enkel woordje over? Hoe is je +naam? (nijdig) Mij aankijken! Niet die mènschen! Je voornaam! + +DROOMELOT. Droomelot! + +REGENT. Droomelot! Droomelot! Hè-hè-hè! Is dat de nieuwste +christennaam? Wie heeft jou zoo gedoopt? In welke kerk? + +DROOMELOT. In welke kerk? (haalt Sero aankijkend de schouders op) Dat +weet ik niet. + +REGENT. Nooit in ’n kerk geweest? + +DROOMELOT (na Sero aangekeken te hebben, angstig). Eens. + +REGENT. Wel, wel! Al ééns! Tijdens ’n dienst? + +DROOMELOT. ’n Dienst?... ’n Dienst?.... Dat weet ’k niet. Ik was ’r +heel alleen. + +REGENT. Eens in ’n kerk! Eens in ’n kerk! Is ’t wonder, Jus, dat ze +verdwalen moest! Dus—bidden heb je nooit gedaan? (zij haalt de +schouders op). En dan dien éénen keer? Wat was dat toen? + +DROOMELOT. De deuren stonden aan—’k heb enkel rondgekeken. + +REGENT. Ha-ha-! Was ’t ’n synagoog, ’n kathedraal, ’n protestantenkerk? +(zij haalt de schouders op). Zoo, zoo! (een stilte) Ken je dien man? + +DROOMELOT. Dat is—m’n vader. + +REGENT. Ken je die vrouw? + +DROOMELOT. Dat is—m’n moeder. + +REGENT. Hoe weet je—dat die vrouw je moeder is? + +DROOMELOT. Dat heeft m’n vader me gezegd. + +REGENT. Ha, zoo!—Wanneer? + +DROOMELOT. Altijd. + +REGENT. Mij aankijken! Niet die menschen! En ook niet liegen, +droome-Droomelot! Altijd—dat is onmogelijk! Want voor ’n maand had jij +je moeder niet gezien! + +DROOMELOT. Dat had ’k wel en iedren dag—al was ’t niet dichtbij. + +REGENT. En iedre dag—hoe dan? + +DROOMELOT. (haar medaljon bedoelend) Ik heb ’r hier gedragen. + +REGENT. Laat zien! Laat zien! (zij treedt dicht op hem toe, opent het +medaljon, zonder den ketting los te maken. Hij neemt het in de handen) +Ja, ja—dat kàn ze zijn—’t kan... (betast haar blooten boezem) Maar als +je hier ’n kruisje droeg—in plaats van dat—dan zou—dan zou—wat?—wat?... + +DROOMELOT (angstig-beschaamd achteruit wijkend, de handen in +bescherming voor de borsten) Vader! + +SERO. (door Hopman weerhouden) Verdoemde ploert! + +HOPMAN. Terug! + +REGINA. Als jij ’r nog eens aanraakt, jij... + +REGENT. Weg met dat wijf, weg met dien kerel! Weg! (De Hopman wenkt in +gaanderij. De twee rakkers schieten toe, terwijl de Soldenier Regina +terugduwt) Verzetten zich, omdat ik raad ’n kruis te dragen! Blijven in +opstand voor den hoogsten magistraat! Bedriegen, konklen, drijven saam +’t span van ontucht! (nijdig tot Droomelot) Hier! Dichterbij! En geen +onnoozle streken! Was jij—bij haar in dat bordeel? + +DROOMELOT. In wat? + +REGENT. In dat bordeel? + +DROOMELOT. Bordeel? (aarzelend-onwetend) Nee. + +REGENT. Hoe dikwijls heb je ’r bezocht—die vrouw? + +DROOMELOT. M’n moeder? + +REGENT. (kwaadaardig) Die vrouw, je moer—gaat mij dat aan! ’k Praat +toch geen Spaansch! Hoe dikwijls was je bij ’r? (zij staat in angstige +aarzeling bevreesd voor Sero’s glimlachend kijken)... Nu dan! + +DROOMELOT. (benepen, zonder iemand aan te zien) Dat was, geloof ’k +ééns... (ziet vluchtig naar Sero). + +REGENT. (woest) Eens! Eens in de kerk—eens in ’t bordeel—’t blijft +altijd eens! ’t Heele nest dat is bevuild! Hij heeft de waarheid in z’n +schaduw—zij liegt—en zij, zij slaapt, maar liegt ’t hardst van +allemaal! (tot Jus) Zijn klaar de stukken, Jus? + +JUS. (een ganzeveer overreikend) Ja, Excellentie. Als u ze teekenen +wil? + +REGENT (indoopend). Goed zoo. De schalk, die tienmaal door de mazen +glee, die tienmaal jou te glad was, Jus, de schalk die overal op plein +en markt „verhaalt”—ja, ja!—„vertelt”—ja, ja!—en zulk een teeder nekvel +heeft—gaat op dieet!... Ho, ho!... Dat is een vonnis met ’n monsterpen, +hahaha!... ’t Lijkje van m’n lijkenvlieg! Net door ’r taster en ’r kop +geregen! Adieu mijn vriend: de laatste eer, hahaha! (tipt met den +middelvinger tegen den penhouder en wrijft met den voet over het doode +insect) Rust zacht en met ’n R. I. P.! (teekent de stukken)... Zoo gaat +’t beter, zonder inktgemors... Die vrouw is vrij! + +REGINA. Goddank! + +REGENT (tot Droomelot). En jij—heb jij ’n keus—bij hem, bij haar? + +DROOMELOT. Blijft vader hier? + +REGENT. Ja, ja,—en kosteloos! + +DROOMELOT. Dan blijf ik bij mijn vader. + +SERO. Dat kan niet, Droomelot! + +REGENT. O, ’t kan! ’t Hoofd van Staat—de Staat—heeft ruìmte voor z’n +kinderen! + +REGINA. Mag ik ’r niet... + +REGENT. Hahaha! Of zij! Of zij!... Hahaha! Wat jij ’r leeren kan—dat is +mij toevertrouwd! En hoe! Hahaha! (tot Hopman) Hier is ’t bevel! Je +plicht! Vooruit! Hahaha! Of zij! Of zij!... (af over trap met Jus). + +HOPMAN. (tot de rakkers) Wat slapen jullie nou! Weet je geen raad! (zij +brengen Sero naar het hok, sluiten de traliedeur. Dan wenkt hij ze +Regina heen te voeren). + +REGINA. Mag ik ’t kind... + +HOPMAN. (grof) Nee, nee! + +REGINA. Ik wou ’r enkel... + +HOPMAN. (haar zelf bij een arm grijpend) Nee zeg ik, nee! (duwt haar +met de rakkers door de gaanderij-opening). + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Sero, Droomelot. + + +DROOMELOT (staart als in bewusteloosheid rond, ziet Sero achter de +tralies). Vader.... + +SERO. Kom hier, m’n kind.... Je heb daar straks gelogen! (zij stort op +het traliewerk toe, kust knielend z’n hand). Waarom?.... Waarom?.... +Dacht jij dat ik op haar afgunstig ben?.... Sta op!... Geknield wordt +hiér genoeg! En geef m’n schoentjes en ’t testament.... (zij raapt het +Testament op. De soldenier begint op en neer te loopen). + + —DOEK.— + + + + + + + + +TWEEDE BEDRIJF. + + +(Het tooneel verbeeldt twee kerkers door cementen muur gescheiden. In +beider achterwand een deur met kijkgat. De rechter heeft een +langwerpig, betralied venster over eerste en tweede plan, geheel in de +hoogte. Een opvouwbaar bed daaronder. Op voorgrond tafel en stoel. De +linker-kerker wordt door een onbetralied tuimelraam boven de deur +belicht. Een koepelvormige deurlooze opening, in eerste plan, geeft +daar tot slaapstee toegang. Tegen cement-muur, die aan beide zijden bij +voorgrond sporen van een vervallen schouw heeft, staat de tafel met +stoel. Op de tafels telkens een lampje. Bij de deuren rekjes met kommen +en bijbel. Vroegmorgen). + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Sero. Wachter. + + +WACHTER. (ontsluit deur van rechter-kerker, waar Sero bij de kleine +olielamp zit te schrijven. Bij ’t gerinkel der sleutels verbergt de +laatste snel eenige papieren. De wachter controleert of het bed goed +ingeslagen is, staat in nadenken, werpt dan verwoed z’n sleutelbos +tegen den grond) Pardieu! Pardieu! + +SERO. Ontstemt u iets, mijn dienaar en mijn vriend? + +WACHTER. ’k Zou kunnen springen uit m’n vel, pardieu! + +SERO. Ha-ha-ha, dat is een sprong, die zelfs geen paling uit den nood +helpt, kameraad! + +WACHTER. Jij ziet me hier voor ’t laatst—ik ben gesjeesd—ben aan den +dijk gezet.... + +SERO. ’k Wou dat ik mèt jou op dien dijk mocht gaan! + +WACHTER. Is ’t geen schooiersstreek me zoo op staanden voet, omdat ik +diefstal rapporteer, ’t groote gat te wijzen? Is ’t niet ongehoord me +uit m’n brood te trappen, om ’n onvertogen woord?... De heele +maatschappij is rot!.... + +SERO. (spottend) Juist, Juist! Jij slaat den spijker op zijn harden +kop! Ga zitten, maat. Jij wordt ’t zitten waard! (ordent de papieren, +presenteert stoel, wipt zelf op tafel.) + +WACHTER. Ik rapporteer—begrijp nou goed, pardieu!—dat van ’t leer, +waarvan ze schoenen snijden... + +SERO. Voor de rakkers... + +WACHTER. Gestolen wordt... + +SERO. Dat ’s dom! + +WACHTER. Wat?... ’t Stelen? + +SERO. Nee—’t rapporteeren! + +WACHTER. Waarom? Waarom, pardieu! + +SERO. Omdat—wel, bij mijn idealen en jóúw baard!—hiér iedre dief een +diefjesmaat moet hebben. En dan: ad één, den Staat bestelen is geen +schelmerij. Jij had geen oogje, maar twee oogen moeten knijpen—als een +kat in ’t licht! Men rapporteert niet als de boeken kloppen. Wat aan +den officiëelen maatstok kleeft—dat telt niet mee. En àls ’t telt, dan +telt ’t tikken op de vingers, van wie te lange neuzen heeft. Jouw neus +was hier te lang—en ook je tong. Begrepen, ha-ha-ha? + +WACHTER. Begrepen, nee, pardieu! Hoe kan ’k begrijpen, als jij ’t zelf +niet snapt? (legt zijn uitgegane sigaar op tafel neer) Ik rapporteer +dat van ’t leer en dat vannacht álweer... + +SERO. ... Gestolen is. + +WACHTER... Gestolen is! Toen zeit de kommandant: jij kletst—gestolen +wordt hier niet... + +SERO. (die de sigaar genomen heeft en haar aan de lamp op poogt te +steken) Dat dacht ik wel! + +WACHTER. Ik zeg: ’t is niet alleen van ’t leer maar ook van ’t spek en +van ’t meel en van.... + +SERO. .... En van de rest, ja, ja! Heb jij een lucifer? + +WACHTER. (verstrooid, hevig in z’n klacht geïnteresseerd doorpratend) +Toen wordt hij valsch en vuil en schelt me uit voor sufkop, halve gare, +idioot... (strijkt lucifer af) en zeit: as jij wat minder zoop, dan zou +jij niet zoo dubbel zien. Ik zeg: ik zie niet dubbel, ’k zie te weinig! +Had ik geen gelijk? ’k Geef ’m den wind van vore en van achter—en sta +op straat! Je eten wordt al door ’n ander straks gebracht, pardieu! + +SERO. (dampend) Je neus—je tong—net als ik zei! + +WACHTER. Wat zou jij doen in mijn geval? + +SERO. Met heel bekwamen spoed mijn boeltje pakken! (de lamp uitblazend) +’t Wordt ’n zomerdag vandaag, om in ’t bosch te loopen fluiten (begint +op en neer te stappen)—om bij de kreek te liggen in ’t gras—om met ’n +open mond te droomen, wachtend op manna, zonder gist, ha-ha-ha! Ja, ’t +gist nog in mijn oud karkas, als ’t in ’t Oosten daagt met zwarte +strepen van de tralies!... Wees blij, m’n vriend, dat jij de plaat hier +poetst—en verder gaan mag dan dat drie en vier, dat ik met taai geduld +van ’s morgens tot den laten nacht doorstap! Jij ben de een’ge wel, die +zich verzet, als van de kooi ’t deurtje openwipt! Ik zit ’n week al, +week van zeven dagen, zeven nachten, honderd vijf en zestig uren +welgeteld... Als mij de kommandant op staanden, staanden voet de andre +zij van dezen muur, waarop de schimmel hare schoven stouwt, laat zien, +dan weet mijn rechter wat mijn linker doet—en als ’k nog omkijk mag ik +vrij van rechten en accijns een zoutzuil worden, als ’t brave wijf van +Lot!... (raapt den sleutelbos op) Je loopers, vriend! Bij alle Heiligen +der Heil’ge Kerk, bij alle Sinten en Apostels, die Boven hebben vrij +logies, vrij stoken en vrij licht, jij brengt me gloeiend in +verzoeking! + +WACHTER. Pardieu, ’t is mak’lijk spotten met ’n anders ongeluk! Ik heb +’n vrouw... + +SERO. Dat ongeluk heeft meer dan een, die tot geluk geschapen werd... + +WACHTER.... Ik heb ’n vrouw die als ’n helleveeg regeert en om ’n +vlooiebeet ’n hallef jaar van streek is! Als ik, pardieu!, daar thuis +kom zonder uniform, als ’k hier niet blijven mag, krabt ze mijn goed +stel oogen uit! Pardieu, hij’s nog niet van me af! ’k Ga requestreeren, +requestreeren dag aan dag!... + +SERO. De snippermand van staat, mijn opgewonden vriend, kent ’t geluid +van stuk-gescheurde paperassen! + +WACHTER. Wat dan? Geef dan ’n raad! Jij zit toch hier, omdat jij preekt +voor recht en billijkheid! Jij komt toch op voor ieder die verdrukt... + +SERO. Nee, nee, nou laster je, mijn vriend!... ’k Eet jullie rats en +gort, omdat ’k ontuchtig ben! + +WACHTER. Als jij mij helpt dan help ik jou! + +SERO. Dan help jij mij? Met wat? Met ladders, vijlen en ’n kreuplen +knol, om in ’n ander land weer opgepikt te worden? Ik ken dat +hazardspel. En dan—als ’t kon—als ik op vrije voeten... (vrije voeten +wat ’n hoon, waar in geen stad, geen dorp, ’n mensch vrij-uit bewegen, +spreken, dènkend-spreken mag!)... als ik ’t zonlicht zonder tralies +zie—laat ’k dan m’n kind niet in dit wanhoopshuis! Was ’t niet mijn +troost dat jij me zei, dat ’t zelfde dak ons tegen wind en regen +schut?... Nee, nee, ik dank je wel—en jij, wil jij hier blijven met +geweld... + +WACHTER. Natuurlijk! Ja! + +SERO. Steel dan van ’t leer, dat hier vannacht gestolen werd, en eer je +’n rozenkrans of tien voor al de misdaad in dit toevluchtsoord +gedraaid, ben jij m’n buurman dáár... + +WACHTER. Dáár kan niet—dáár... Nou goed, je zal ’t weten, nou ze zoo’n +judasdaad an me begaan! Dat is m’n eerste wraak vóór ’t requestreeren, +want requestreeren ga ’k op slag: dáár zit je dochter! (Sero schudt +glimlachend-ontkennend ’t hoofd) Nee? Ja! Al van den eersten dag! + +SERO. Zoo, zoo. Wel, wel! Zit daar? (pijnlijk lachend) Ha-ha-ha, als je +’t eerder had gezegd, dan had ik eens geklopt, zooals de boef +hierboven, die om ’t uur zijn knokels op de planken praten laat! Daar +heb je ’m net! (geklop) + +WACHTER. Dat is ’n moordenaar—heeft toen-ie bij ’n diefstal werd +gesnapt, z’n mes getrokken! Dáár—pardieu, geloof ’t niet!—daar is je +dochter! + +SERO. Als je niet liegt: wat helpt òns dat? De wanden hebben ooren +hier, maar niet voor mij en haar! + +WACHTER. Ooren èn oogen—als je wil! + +SERO. Begrijp ik niet. Dat’s raadseltaal. + +WACHTER. ’k Draai ze ’n loer, die heugen zal! De schoft, de schobbejak! +(luistert schrikkend aan de deur) Jij kan zoo veel, zoo lang, zoo +dikwijls als ’t je past, ’r zien en met ’r spreken! + +SERO. (ongeloovig) Ja, ja! Dat is ’n fijne wraak van jou! Máár—máár, +wie zal zoo hoflijk zijn de deuren te ontsluiten? Straks komt de andre +wachter, heb jezelf gezeid! + +WACHTER. (naar den schouw wijzend) Dat’s eens ’n schouw geweest! + +SERO. Geweest, ja, ja! + +WACHTER. De deur zit daar! (wijst omhoog) + +SERO. (spottend) En ’t sleutelgat? + +WACHTER. (vroolijk) ’r Naast. + +SERO. En de portier? + +WACHTER. Ben ik—bijtijds! + +SERO. Ha-ha, en dan m’n buik—m’n buik gezwollen zevenmaandsch van ’t +kostelijke voer—zal die z’n vel niet langs de posten schaven? + +WACHTER. Als je je riem wat snoert, kost ’t geen blauwe buil! Ha-ha-ha! +En minder nog ’n miskraam! + +SERO. De guiterij is goed! Ik dank je wel voor zooveel snaaksheid op +mijn nuchtre maag! + +WACHTER. Pardieu, ’k steek je den lepel in je mond!... Hier, in +ditzelfde hok, heeft eens ’n dief-in-’t-groot meer dan ’n jaar gewurmd, +die zei dat-ie krankzinnig was—en maandenlang heb ik z’n kunsten +afgeloerd, als-ie alleen, vergat z’n fratsen uit te halen! ’k Ging op +de tafel staan en schoof ’n ijzren val ’n vingerbreed omhoog! Hoef ik +nog meer te zeggen?... (Sero grijpt de tafel) Pas op! Nou niet! Wacht +tot ’t donker is! De kommandant kan ieder oogenblik... Pardieu, +verdoemd! ’r Kijkt een door ’t luik! (dreigend en schreeuwend) Dat’s +hier ’n bende, sakkerjuu! Je lamp hoort bij de deur—je emmer ook! + +SERO. Jawel meneer! + +WACHTER. Wat vlugger, hè! + +SERO. Haasten doet niemand die gelóóft, en die niet storten wil—hij ’s +vol tot aan den rand... + +WACHTER. (de deur openend) Je bek gehouen en geen tegenspraak! En als +je weer zoo treuzelt met ’t ruimen van je cel, ben jij ’r vierkant bij! +(zet lamp en emmer buiten, kijkt de gang af, zacht) Hij ’s weg! Van mij +weet je geen woord! + +SERO. Geen woord! + +WACHTER. Wacht tot ’t donker is! En eerder niet! De schobbejak! De +smiegd!... Kan ’k nòg wat voor je doen? + +SERO. (enkel aandacht voor de schouw) Nee, niemendal! + +WACHTER. Dan wensch ik je... Verroest! (sluit de deur) + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Sero, Droomelot, Kommandant. + + +SERO (beluistert de stappen, staat in nadenken, neemt van de tafel ’n +blad papier, tracht dat voor het deurluikje te hechten, doet zulks ten +slotte met speeksel. Dan draagt hij vlug de tafel naar de schouw, +schuift de papieren tezaam, wipt er op, tracht door de reet te kijken.) +Dat ’s net ’n hand te hoog!... Wat nou? Wat nou?... Aha! Ik kan... +(geklop—hij schrikt) Was dat hier boven of opzij?... (springt van de +tafel, luistert, spreekt de balken toe). Hoe wil je nu, m’n vrind, dat +ik je antwoord zonder stelten? Ik heb geen arm, die tot den hemel +reikt, en ook geen tijd! Of heb jij speeksel, dat ’t uren hardt? (neemt +neuriënd den bijbel van ’t rekje). ’n Vondst! ’n Vondst! Als ’k op den +bijbel stap, en op m’n teenen sta—kan ik ’r bij... (legt ’t boek op +tafel, betreedt den bijbel, springt bij sleutelgerammel opnieuw op den +grond.) + +KOMMANDANT. Wat dee jij daar? + +SERO. Den bijbel lezen. + +KOMMANDANT. Den bijbel lezen met een blinddoek op je deur! (trekt het +papier er af). Ben jij soms bang dat ’k dáárvoor straf? + +SERO. Dat weet ’k niet, meneer de kommandant! De een mag wel, de ander +niet de teksten lezen... Ik dacht... + +KOMMANDANT. Wie heeft de tafel daar? + +SERO..... Ik wou mijn cel een extra-schoonmaakbeurtje geven... + +KOMMANDANT. Bijbel en schoonmaak sáám? Hoe doe jij dat, kornuit? + +SERO. ’r Is geen tweede boek, meneer, dat meer tot schoonmaak port—dan +dàt, wanneer je ’t zoo aandachtig leest als ik! + +KOMMANDANT. (snuffelend). Ik ruik hier wat. Is hier gerookt? Hou weg je +handen van je rug! Recht voor je uit, en basta met je slinksche +streken! Geen vuist! Ik wil je vingers zien! De tien—of ben jij +misgeboren! + +SERO. (laat het stompje vallen). Daar zijn de welschapen tien! (met het +stompje sprekend). Had ik ’r twaalf gehad, dan had de aarde jóú niet +aangetrokken! + +KOMMANDANT. Wie bracht dat hier? + +SERO. Heb ’k in ’n hoek gevonden. + +KOMMANDANT. In welken hoek—’r zijn ’r vier! + +SERO. Ik heb ze nooit geteld, maar ’t schijnt te kloppen—in een ’r van. + +KOMMANDANT. We zullen zien wie ’t laatste lacht, m’n goed-geluimde +vriend! En of jij niet te temmen ben! Bevalt ’t je zóó zeer—(Tweede +Wachter brengt brood en water) dat eten op ’n vasten tijd, de regelmaat +en de gelijkheid voor en achter—o, ja, dàt zal ’t zijn! + +SERO. Dat is ’t juist! + +KOMMANDANT (tot Wachter). Dit heerschap krijgt een week lang brood met +watersaus, omdat-ie schoonmaakt als-ie in den bijbel leest en in een +hoek wat heeft gevonden, dat in een hoek niet deugt! Hé! Halt! Neem mee +z’n inkt en z’n papier en breng ’m voor verzet en tijdverdrijf ’n baal +met erwten! En als-ie weer wat in een hoek vindt, dat zoo zeldzaam +stinkt, of als je je door hem laat paaien en besmoezen, zooals je +kameraad, die ook door hem is aangestoken, ook van z’n wijsheid heeft +geleerd, haha!—dan vlieg je ’r als de weerlicht uit! Verstaan? (Tweede +wachter tikt aan z’n pet) Water en brood en laten kletsen—geen woord +terug! Verstaan? (Tweede Wachter slaat nog eens aan) Laat zien wat je +daar heb! (Tweede wachter geeft hem de van de tafel genomen +papieren—hij leest terwijl Sero zitten gaat) Wat is dat voor +gezwets?... Wat wil jij van de zon—den dageraad?... O, moet ’t rijmwerk +zijn? (betikt z’n voorhoofd) Jawel!... (Tweede wachter buiten bij +deur). ’k Heb zoo ’n heelen stapel van ’n dief, die in de twééde week +al gek geworden is! (leest) „De zon kijkt lachend...” Ha-ha-ha, ’n zon +die lacht! ’n Zon die kijkt! Bravo!... „De zon kijkt lachend aan den +einder—het wordt een nieuwe dageraad—een jonge reus komt +aangetogen—bravo! bravo!—en strooit in akkers wonderzaad”... +Wonderzaad?... Ha-ha-ha! Ik weet voor jou ’n wonderzaad, boonen en +erwten, om keurig te sorteeren!... Daar mag jij dan, als jóú dat lust, +je moois bij zingen, grappenmaker! + +SERO. Dat wil ’k daadlijk wel, meneer!... ’t Zijn nieuwe woorden op ’n +ouwe wijs... (zingt op de melodie van het vrijheidslied): „De zon kijkt +lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad.”... (tijdens het +gezang verschijnt Droomelot uit de linker-slaapstee). + +KOMMANDANT. (schaterend van ’t lachen, omdat de Wachter Sero +kwaadaardig in den nek grijpt) Ha-ha-ha, daar heb je al je reus! Laat +’m maar los! ’t Kan geen kwaad! De steenen en de balken zijn geduldig +luistervolk! Eer jij, sinjeur, die nieuwe woorden en die ouwe wijs, of +ouwe wijs met nieuwe woorden, aan ’t gepeupel zegt of zingt, eer jij +weer buiten strooit je wonderzaad, eer jij je vrijheid krijgt terug—nou +we je eenmaal hebben—hebben achter slot en grendel, heer!—zal aan den +einder menig keer jouw zon met loensche oogjes kijken! (tot Wachter) ’t +Wordt geen week, maar veertien dagen brood met ’s morgens vroeg wat +water! En als-ie weer z’n ouwe wijs durft zingen, sluit je ’m in +boeien, dag en nacht! Vooruit. En stevig opgelet! En ooren toe! + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Sero, Droomelot, Tweede Wachter. + + +SERO (hij loopt onrustig van kijkgat naar schouw op en neer, terwijl +Droomelot de lamp uitblaast, daarna voor zich henen staart. Tweede +wachter draagt baal met erwten, rooster en tobbe binnen). Ik dank u +wel. Het was den derden dag, avond en morgen, dat God gewassen deed +ontspruiten... (laat telkens handen met erwten in den zak +terugslieren)... kruid dat zaad geeft naar de soort deszelfs, boomen +met vruchten en weer zaad daar in... Wat moet God denken, nieuwe +kameraad, als-ie in elken kerker menschen op den zèsden dag geschapen, +gestraft ziet met het ziften van den schoonen overvloed des dèrden +dags? Ha-ha-ha!... „Het zij tot spijze u!”... Tot spijze... Zou u me +willen zeggen hoe de Staat de klassescheiding hier verlangt? + +2de WACHTER. Jij neemt de groote en de dikke ’t allereerst—kijk toe!—en +dan de kleine, slecht-gedroogde en de schriele! De stuk-gebarsten, die +met wormen, en ’t vuil dat overschiet, smijt je op zij!... Gezien?... +Gesnapt? + +SERO (knikt). ’k Zal als de Hemelsche Genade de grooten, vetten, dikken +laten bovendrijven—en wat te klein, mismaakt, wormstekig of kapot, +smijten bij ’t vuil... + +2de WACHTER. Begin en bek gehouen! + +SERO. Hier heb je proletariërs—zakken vanzelf en ruimschoots door de +gaten van de zeef. Weg bij ’t vuil! Daar zijn wij tweeën, meen ’k, +bij... + +2de WACHTER. Wij twee! Wij twee! Vergeet jij, pooier, dat ik draag ’n +koninklijke uniform! Dat ik jouw meerdre ben! + +SERO. Mijn meerdere in knoopen-met-’n-wapen kameraad! + +2de WACHTER. Ik ben jouw kameraad niet, vlerk! + +SERO. Vandaag nog niet—maar morgen wel. En jij niet—dan je zoon... +(sorteert). ’k Heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die me den +eersten dag met drek en steenen smeten—’k heb meer gestaan voor jongens +uit ’t volk, die net als jij met booze oogen keken... (De wachter gaat +onhoorbaar heen), die vuisten duwden bij m’n neus en met z’n allen +trapten op m’n hielen tot ik ’t dorp uit was... ’k Was in ’t begin de +vijand overal, met weinig, weinig makkers—’t eene zaad, herinner je de +Schrift, valt bij den weg en wordt vertreden en door de vogels +heengesleurd—’t andre valt op rots, verdort—’t derde wordt door doornen +neergehaald—’t vierde, dat in aarde wortel schiet, draagt honderdvoudig +vrucht.. Ieder mijn kameraad, heeft ooren om te hooren... (kijkt +glimlachend op, ziet dat hij alleen is) behalve jij naar ’t schijnt, +ha-ha-ha! Mogen je oogen ook zoo luttel zien! (schuift de tafel, na de +zeef op den stoel te hebben geplaatst, onder de schouw, bestapt den +bijbel, schuift den val omhoog, werpt een paar erwten door de smalle +spleet. Droomelot schrikt op, wijkt achteruit). + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +Droomelot, Sero. + + +DROOMELOT. O, lieve God!... + +SERO. Pischt! Pischt! + +DROOMELOT. O, lieve Hemel, doe me niets! + +SERO. Ik jóú wat doen? Herken je me dan niet? + +DROOMELOT (angstig). Nee, nee! ’k Zie enkel vingers, die geen vingers +zijn! Als jij de Duivel ben... + +SERO. De duivel—ik, ha-ha-ha! Wel, àlle duivels met en zonder +hinkepoot, wiè heeft dat zotte woord jou in je mond gegeven? Ik ben... +Kom dichterbij!... Pischt!... Pischt!... Waar steek je nou?... Als ik +nog harder schreeuw (kijkt onrustig naar kijkgat) kraait straks de +wachter onraad door de gangen!... Ik ben ’t... Ik! + +DROOMELOT. (tegen den muur) Ach toe, ’k heb niet zoo véél misdaan... + +SERO. Misdaan? Jij wat misdaan? ’k Begrijp je niet m’n kind! En als je +je zoo schuil houdt in dien hoek, en door je dwaze angst roet in ’t +eten werpt, dan maak je dat wij samen... Antwoord dan, Droomelot!... Of +ben je heengegaan!... + +DROOMELOT. Nee, nee, meneer... + +SERO. Meneer? Meneer! Ken je mijn stem niet meer—of klinkt ze zoo—zoo +anders in die steenen fuik? Wat weerga, moet ’k door die spleet mijn +kop en schoeren wringen, om jou te zeggen wié ik ben...? + +DROOMELOT. (ontzet op de knieën vallend) O, satan, satan, ’k heb wel +veel gezondigd, maar ’k hield zoo van ’r—en ze is m’n moeder toch! + +SERO. Daar sta ’k bij te draaien op m’n sokkel! Ha-ha-ha! O, Droomelot, +m’n kind—als ik ’n satan ben, dan word ik door den bijbel zelf gesteund +op ’t oogenblik! Was jij mijn stem zoo gauw vergeten? De stem die voor +je zong als je niet slapen kon, toen je nog bang was voor ’t +avonddonker en voor den stóúten wind en voor de maan, als ze zoo rood +en dik langs ’t dak van d’overbuurman kroop... De stem, m’n kind, die +bij je bedje boog en je deed luistren naar ’t spel van hoe ’n vader ook +’n moeder wilde zijn... De stem, m’n Droomelot, die later weer voor +iedre vraag van jou ’n antwoord had—en met je sprak van god en +menschjes—en van de menschen en ’n kleinen god...? Nou lacht je mondje +weer, ’t mondje dat daar straks zoo klagend heeft geroepen! Moet ’k nou +nóg vragen wie ik ben? + +DROOMELOT. Jij ben—je ben m’n lieve vader. Ik dacht: nee, nee—dat zeg +’k niet... Ben je weer buiten, vader? + +SERO. Buiten? + +DROOMELOT. En mag ik met je mee? + +SERO. Als ’t kon, dan zei ’k ja! Maar ’t heeft bezwaren, kind... Nee, +buiten is ’t niet! Eer allerveiligst-binnen! ’k Heb hier náást jou—is +dat niet machtig-leuk?... ’n kamer als een prins, een vorstlijk bed met +peluw en matrassen—(den bijbel bedoelend) een boekerij, die +eeuwenoud—(het rekje met kom bedoelend) een kast met kostbaar porcelein +(de drinkkan bedoelend)—een waterbekken en (de tobbe bedoelend) een +antiek bad—en dan—en dan: ik ben gezegend met een voorraad vruchten als +’k in geen zomer en geen winter heb geteld! En jij? Dat ’s keurig hier! +Je heb een kamer meer dan ik! Wel, wel, je wordt verwend! + +DROOMELOT. O, lieve vader, ’k heb dáár al die nachten zoo’n +vreeselijken angst doorstaan! + +SERO Voor wie? Voor wat? + +DROOMELOT. Voor... Voor... (houdt zich in) + +SERO. Ha-ha-ha! Voor dieven soms? Hier wordt niet ingebroken... Ze +breken uit—als ’t kan. + +DROOMELOT (angstig starend bij ’t kloppen boven) Hoor je dat tikken, +dat wel midden in den nacht!... + +SERO. Ja, ja—dat is ’n moordenaar.. + +DROOMELOT. ’n Moordenaar! ’n Moordenaar! + +SERO. Is dat zoo schrikkelijk? Heb ik je niet geleerd, dat iedre +moordenaar ’n mènsch is, die met zieke oogen ziet? M’n Droomelot, m’n +kind, m’n liefste dochter, kom tot jezelf! ’r Zijn geen spoken hier en +niet hierbuiten en nergens op de wereld, waar dan ook!... + +DROOMELOT. Ik heb geen uur geslapen... + +SERO. Waarom, waarom dan, niet? + +DROOMELOT. Ik dacht aan jou—hoe door mijn schuld—mijn liegen dat ’k +maar ééns bij moeder was... + +SERO. Jij ben de schuld van niets... Van niets, m’n kind... Als je +daarom geen zeven nachten heb geslapen, doe dan vannacht gerust je +moeie oogjes toe! En als ’t niet lukt, dan zet je ook je tafel en dat +dikke boek hier onder—en we praten met ons tweeën duizend uit of jij ’n +kleuter ben en ik ’n wijze man, die weet van alles, alles heeft, +ha-ha-ha! (een stilte—zij staart gejaagd voor zich henen) Lach je niet +mee?... Is ’r wat anders nog?.... Heb je nog meer geheimen dan dat van +moeder en dien eenen keer? + +DROOMELOT. De pater zegt... + +SERO. De pater? Welke pater? + +DROOMELOT. De pater die hier komt... + +SERO. Oho, ’k begrijp... Je heb geknield en dacht dat ik de looze, +list’ge Satan was... (een stilte—hij glimlacht smartelijk) Zijn ’r nog +meer, m’n kind die hier mijn plaats innemen? (zij schudt starend het +hoofd). Of helpen andren óók? (zij schrikt—ontkent). Je keek me vroeger +aan, als je ’n antwoord gaf... (zij blijft staren). Ik dwing je niet. +Heb ik dat ooit gedaan? Eer nieuwe vogels nieuwe nestjes bouwen, kies +jij je eigen, vrijen weg—en ik blijf achter. + +DROOMELOT. En—jij blijft achter! + +SERO. Ik heb—’t is niet de eerste maal, dat je ’t hoort—mijn vader aan +een galg zien hangen, omdat-ie tot z’n laatste prachtig uur—de waarheid +sprak, de waarheid die zoo simpel is en klaar en als ’t zonnelicht +doorzichtig—de waarheid dat een menscherug in zòrg gebogen de Schepping +hóónt—de waarheid dat er niet gedood mag worden de vreugde die een elk +aan groen en lucht en licht en blij-uit droomen heeft! Ik heb mijn +vader aan een galg zien hangen, toen ik jouw jaren had—twee lange dagen +tot de sneeuw een lijkwa om z’n schoudren spon en alle kinders naar die +vreemde sneeuwpop keken, waarlangs de raven vlogen op en neer. Toen, +Droomelot, heb ik mijn vingers opgestoken. Nou komt de beurt aan jou. +Want ’t leven is een gaan van graf naar graf en altijd verder—en altijd +opgewekt... Ik blijf hier in-gesloten, om wat ik erfde van m’n vader. +Als jij den draad laat glippen, en met den vijand, d’ouwen vijand +heult—heb ik misschien voor niets geleefd... (zij kijkt hem lachend +aan) Versta je kind? + +DROOMELOT. (monter) ’k Versta alleen, dat we weer sámen door de wereld +trekken,—jij èn ik... + +SERO. Nee, nee—ik wacht nog meen’ge oogst van erwten die uit peulen +doppen... + +DROOMELOT. Als we weer samen zijn, vraag ’k jou hoe ’t moet—hoe ’t +is—hoe ’t worden zal—en als ’k niet durf, als ’k telkens omkijk... + +SERO... Bang voor schaduwen en kloppen in den nacht... + +DROOMELOT. Dan stap ik met jou mee, wáárheen je wil! + +SERO. Ik wil zooveel, maar ’k zit hier vast. + +DROOMELOT. Ik maak je los! + +SERO. Maak andren los—en eerst jezelf, m’n kind... + +DROOMELOT. Ik zal.... Ik zal.... (verstart bij sleutelgerinkel bij de +deur). + +SERO. Je mond—je mond gehouen! (springt van de tafel omlaag, zet zich +vlug op den stoel met de zeef op zijn schoot, sorteert, terwijl hij +naar deurgat loert). + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Droomelot, Sero, Pater, 2de Wachter. + + +PATER (wordt door wachter binnengelaten). Liep je te praten met jezelf, +m’n kind? + +DROOMELOT. Jawel, meneer... + +PATER. Ik ben geen heer! + +2de WACHTER. Dat weet jij toch! + +DROOMELOT. Jawel—Eerwaarde... + +2de WACHTER. As je ’t dan weet, wat zeg je dan voor stommiteiten! Geef +an den stoel—den stoel. En doe dat uit je eigen!—Eerwaarde heeft maar +op de deur te kloppen: ik hou hier dienst op deze gang! (neemt lamp +mee, sluit deur). + +PATER (voor stoel dankend). Ik dank je wel, en ga ’r zelf op zitten. Ik +loop ’n eindje op en neer. Heb je vandaag gebeden? + +DROOMELOT. Nog niet—ik heb geen tijd gehad. + +PATER. Geen tijd? Geen tijd?.... Voor bidden nog geen tijd? Dan doe je +’t nu—en zoo dat ik ’t hoor! Of ben je ’t Onze-Vader wéér vergeten? +Vouw je handen en wat snel! (De wachter treedt bij Sero binnen, bekijkt +de tobbe, loopt stug heen en weer). + +DROOMELOT... Onze Vader, die in de heemlen zijt... + +PATER. Waar zoek jij nu dien hemel? Is die daar (gebaar naar grond) of +daar? (gebaar omhoog). Moet ik jou alles leeren? + +DROOMELOT. Mijn vader zegt, dat aan den andren kant van d’aarde, die +rond moet zijn, de grootste hemel is... + +PATER. Jouw vader is een gek en weet van God en hemel niemendal! Je +kijkt dáárheen als ieder mensch met goeie hersens... Vooruit! + +DROOMELOT... Die in de heemlen zijt—geheiligd zij uw naam. Laat +toekomen uw Rijk! Uw wil geschiede in den hemel... (stokt). + +PATER. (haar helpend). En op aarde! + +DROOMELOT. En op aarde... En geef ons heden ’t daaglijksch brood.... + +PATER. Wat lach je nu! Men lacht niet als men bidt! + +DROOMELOT. Ik lach, omdat hiér onze Vader ’t daaglijksch brood vanzelve +schenkt—en buiten, thuis, is ’t wel ’ns weggebleven... + +PATER. Je mag niet lachen en niet babb’len en vooral niet denken, als +je bidt!... Vooruit! + +DROOMELOT. En geef ons—geef ons heden ’t daaglijksch brood... (staart +droomend voor zich uit). + +PATER. Nu! Nu! + +DROOMELOT. Ik dacht... + +PATER. ’k Zeg je nog eens—en nu voor ’t laatst—men denkt niet met +gevouwen handen! + +DROOMELOT. ’k Heb eens ’n brood zien stelen, pater—en die man... + +PATER. Die man, dat was ’n dief!... ’t Onze-Vader! En geen verder +praten! + +DROOMELOT. En geef ons heden ’t daaglijksch brood! En vergeef ons +(stokt luisterend bij geklop boven)—en vergeef ons onze schulden, +gelijk ook wij—gelijk ook wij vergeven... Dat is ’n moordenaar... Wat +moet ’t vreeslijk zijn, Eerwaarde... (hij beklapt ongeduldig de +tafel)... Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren... Amen! + +PATER. Nee, nog niet amen! Hoe is ’t slot? En leidt... En leidt... + +DROOMELOT. En leidt ons niet in de verzoeking... + +PATER. (haar helpend) Maar verlos ons... + +DROOMELOT. Maar verlos ons van de kwade menschen... + +PATER. Van den Kwadè! (het geklop stopt) + +DROOMELOT. En van den kwade. Amen! (bij het slot is Sero, al dien tijd +door den wachter, die voor de geopende deur heen-en-weer wandelde, in +bedwang gehouden, op de tafel gewipt, nu de wachter de deur sluit.) + +PATER. Amen! En nu de katechismus, kind. Waar is ’t boek, dat ik heb +meegebracht? + +DROOMELOT. Ligt op m’n bed. + +PATER. Haal ’t hier—en leg dien ketting af—dien ketting met die +vrouwspersoon! Dat is je zesmaal al gezeid! + +DROOMELOT. (aarzelend den ketting loshakend) ’t Is... ’t Is... + +PATER. ’t Is ’n lichtekooi—en lichtekooien zijn verdoemd! + +DROOMELOT. (af in slaapstee, keert met katechismus en zonder ketting +terug) Wat is ’n lichtekooi, Eerwaarde? + +PATER. ’n Lichtekooi—’n lichtekooi—dat is ’n vrouw, die zóó gezondigd +heeft, zoo diep gezondigd, dat hel en vagevuur ’r wachten... + +DROOMELOT. Gezondigd, hoe? + +PATER. Hoe! Hoe! Met vleeschelijk begeeren! Wat zegt ’t zesde der +Geboden? + +DROOMELOT. Eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven... + +SERO. (zacht) Mis! Mìs! Dat is ’t vierde... + +PATER. (staat driftig op). Daar zou zelfs Job, toen hij melaatsch werd +en zijn wonden op den mesthoop met een potscherf krabde, van ongeduld +bij zieden! Zijn dan de tien geboden niet in je hoofd te stampen?... ’t +Zesde is: gij zult geen overspel bedrijven! En overspel is ’t werk van +alle lichtekooien—niet ’t werk, maar ’t te lui zijn, om te werken—want +wie wil werken wordt geen lichtekooi!... Sla op je boek! Zul jij nooit +wakker worden? Ik kan m’n tijd met jou niet heelemaal verdoen! + +DROOMELOT. (bladerend) Wanneer m’n moeder is ’n—lichtekooi—en ze voor +eeuwig is verdoemd—hoe moet ’t dan, Eerwaarde, met dat andere gebod, +dat ik verkeerd genummerd heb, en dat zoo stellig zegt: eert uwen vader +en uw moeder, opdat gij lang moogt leven... Ik wil graag heel lang +leven... + +PATER. Jóúw vader en jóúw moeder hèb je niet te eeren!... Eer kerk en +overheid! + +DROOMELOT. Waarom m’n lieven vader niet? + +SERO. Heel juist! Héél juist! + +PATER. Omdat, omdat... Dat kun je op je vingers tellen. Omdat... +Omdat... + +SERO. (z’n vingers spreidend) Ik sta al klaar. + +PATER. Omdat jouw vader kent geen God (Sero telt achtereenvolgens z’n +vingers af)—omdat-ie niet den Sabbath heiligt—omdat-ie in den grond, +als vijand van de Kerk en van den Staat, roof, moord en diefstal +predikt, waar-ie kan!—omdat-ie valsch getuigt van óns, zijn meerderen +en naasten—omdat-ie andren leert ’t schaamteloos begeeren van huis en +land en os en ezel! + +SERO. Nee, nee, we willen minder ossen, minder ezels, ha-ha-ha! + +PATER. Heb jij dat ook gehoord? Dat lachen, boven of hier-naast? + +DROOMELOT. (angstig) Nee, nee. + +PATER. Sla op je boek! En als je ooit gelijkt je moeder, waar je ’t +voorbeeld heb van Jozef in ’t huis van Putiphar, van Judith die den +wreeden Holofernis doodde, van Susanna, de vrouw van Joakim, die—die +wàt?—die wàt?—laat je mij alles zeggen? + +DROOMELOT. M’n vader heeft me nooit daarvan verteld! + +PATER. Jouw vader moest gehangen worden! + +SERO. Gehangen ook? Dat wordt ’n erfelijke ziekte—’k ben zwaar belast! +(luistert verschrikt naar geluid op de gang, wipt van den bijbel, +hervat het sorteeren) + +DROOMELOT. (Is schreiend bij de tafel gaan zitten) Moet hij—moet hij +gehangen worden? Is-ie zóó slecht? + +PATER. Of-ie zoo slecht is? Nog tienmaal slechter en doortrapter dan je +moeder! ’t Zijn allebei, maar hij ’t willigst en ’t gehoorzaamst: +slaven des Duivels, die op den oordeelsdag, wanneer de Heer verschijnt, +om levenden en dooden saam te richten, in eeuw’ge straffen zullen +ondergaan. En jij? Denk aan ’t uur, als heel de wereld in vuur en +vlammen zal verdwijnen! + +DROOMELOT. (angstig) In vuur en vlammen? + +PATER. Ook jij ben in de macht des Duivels, van Beëlzebub! + +DROOMELOT. ’k Heb zooveel nachten niet geslapen uit angst voor wat u me +gezegd—van God en Dood—en van den Satan—en wat Hier-namaals komt... + +PATER. Dat is je slecht geweten! + +DROOMELOT. Wie is dan God—en wáár is-ie, Eerwaarde? + +PATER. Dat leer ik je, als je in òns gelooft! Sla op je boek... De +zesde les was van... + +DROOMELOT. De zonde die men erft... + +PATER. Heel goed! Heb je de zevende geleerd? (zij knikt). Wanneer, +wanneer kwam de Verlosser? (Sero is, na door ’t deurgat gekeken te +hebben, wederom op de tafel gesprongen). + +DROOMELOT. Dat weet ik niet... + +PATER. Weet je dat niet! Weet je dat niet? Lees op en weet ’t morgen +wel! + +DROOMELOT. „Omstreeks vier duizend jaar na Adam’s zonde is hij +gekomen”... + +PATER. Wie? + +DROOMELOT. Onze Verlosser... + +PATER. (legt de hand op ’t boek, om haar het lezen te beletten). Kon +dan de mensch zichzelven niet verlossen? + +DROOMELOT. (aarzelend)... Vader zegt ja... + +PATER. Domine ne statuas illis hoc peccatum! Reken hun deze zonden niet +toe! (heftig). Ik vraag niet wat ’n loochenaar van God, die van geen +zieleheil wil weten, jou in z’n domheid zegt! (stapt driftig naar de +deur, beklopt die) En als je morgen weer te droomen en te slapen zit, +draag ik je voor voor straf! (heftiger) Al moet ’t met geweld, geweld: +je zult je buigen voor de heil’ge leer, want buiten ons is ’r geen +zaligheid! + +2de WACHTER. Heeft u geklopt, eerwaarde pater? + +PATER. (verwoed op en neer loopend—tot Wachter) Dat heb ik, ja! Zij +blijft den heelen dag den katechismus leeren! + +2de WACHTER. En ’t half uur loopen op de plaats? ’t Is juist ’r tijd +van luchten! + +PATER. Ze leert den katechismus, zònder frissche lucht! En jij, jij let +’r op! (glijdt uit) Wat is dat op den grond? Dat scheelt geen haar! +Moet ik m’n hals hier breken! + +2de WACHTER. (bukkend) ’n Erwt? ’n Erwt! En daar nog een! En daar... +Hoe kan?... Wie heeft?... + +PATER. Naar drie en veertig! Links of rechts? + +2de WACHTER. Boven, Eerwaarde—deze zij—’k loop met u mee. + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Droomelot, Sero. + + +SERO. Ziezoo! Pischt! Pischt! De muizen piepen als de poes aan ’t +wand’len is! Pischt! Pischt! De baan is vrij van wakken en van +scheuren! Hoor je me niet? Ha-ha-ha, de dochter leest den katechismus +en de vader groene erwten... M’n kind, wat zit je stil! + +DROOMELOT. Waarom heb je me niets geleerd van dat? + +SERO. Van wàt, m’n kind? + +DROOMELOT. Van ’t uur als heel de wereld in vuur en vlammen zal +vergaan, als op den oordeelsdag de Heer verschijnt...? + +SERO. De oordeelsdag—de dag des oordeels, kind—gesteld hij kwam!—kan +geen van óns, die eeuwen lasten droegen, den last van ’t juk +bezwaren—en als ’n Heer verschijnt—gesteld hij kwam!—dan zullen +duizenden dien oordeelsdag hem zonder deemoed vragen... waarom zoo +laat, waarom eerst nu: ’r is zooveel, zoo schand’lijk veel gebeurd! + +DROOMELOT. ’k Ben bang geworden hier, m’n vadertje! ’k Was vroeger zoo +gelukkig in ’t huisje bij ’t bosch—en nou—en nou... (hartstochtelijk) +Wat is ’r, vader, nà den dood! Is ’r ’n straf, ’n hel? + +SERO. Nièt nà den dood, m’n kind! + +DROOMELOT. Wat is de dood dan, vadertje? + +SERO. M’n Droomelot, m’n liefste, liefste dochter—’r is geen dood... + +DROOMELOT. Geen dood? + +SERO. Dat heb je zelf gezien bij ’t grafje van je zuster, waar de +dood—dien jij nu als iets vrééslijks voelt—levende bloemen, varens, +mossen, zwammen en dat altijd knikkend parelgras—herinner je!—bij ’t +hoofd- en bij ’t voeteneinde plantte! Je zei me toen: „Hoe komen die ’r +op? ’t Was voor’n maand nog alles zwart en onbegroeid!”.. Ik +zei—herinner je!—dat heeft de blijde dood gedaan. De dood brengt +leven—en ’t leven lijkt weer dood te gaan, zoo maat’loos om en om, in +zooveel vormen en gestalten, dat niemand weet en niemand weten kan, wat +dood, wat levend is, en wat verschrikken mag. Als ik eens sterf—daar +hoef je niet zoo smartlijk bij te kijken: zou ’t leven dieper, schooner +zijn, als er géén grens bestond, geen ruimte voor vernieuwing?—als ik +eens ga (men gaat niet heen!)—en in de aarde rust (er rust daar +nièts!)—dan keer ik weer, m’n kind, in ’t groen van struiken en in ’t +koele water, in voorjaarsgeur die van de landen adem is—en als dan ’s +nachts een vogel roept of blaren suizen, de kleuters in ’t nest de +jonge veeren pluizen—of in ’n eenzaam uur de regen zucht en slaat, +’lijk in ’t stille donker iemand fluistrend praat—dan zie jij mij—en ik +zie jou en iedereen, omdat de dood niet denkbaar en niet móóglijk is—’t +leven wel! + +DROOMELOT. Ik zou zoo graag in God gelooven! + +SERO. Ik óók, m’n kind. + +DROOMELOT. (dringend en klein-angstig) Hoe moet ik dan? + +SERO. Doe zelf ’n keus—ik dwing je nièt! + +DROOMELOT. Hij zegt: jij kent geen God! + +SERO. Kent hij ’m wel—heeft hij ’m óóit gekend? + +DROOMELOT. (dringender) Als onze Lieve Heer ’n teeken gaf... + +SERO. (triestig) ...Zooals in ouwe tijden... + +DROOMELOT. (gretig) Zooals in ouwe tijden, ja! + +SERO. Als-ie dat dee—gesteld dat-ie ’t eens gedaan!—zou ’t niet +ellendig en wanhopig wezen? Zijn we niet dom en slaafsch genoeg, ook +zonder hemelteekens? + +DROOMELOT. (moeilijk) Ik durf alléén niet denken vader! + +SERO. Dat moet je toch! + +DROOMELOT. (uitbarstend) Is ’r—ìs ’r ’n God? (hij schudt ontkennend het +hoofd) Je antwoordt niet! Ziet onze Lieve Heer ons niet? + +SERO. Dat heb je driemaal in je leven me gevraagd. + +DROOMELOT. Nee, nee, vandaag voor ’t eerst! + +SERO. De éérste maal was je ’n kind en schrikte bij ’n visscher, die ’n +wurm reeg aan ’n angel, zooals ook Petrus deed—herinner je!—de dobber +dook—’n baars zat aan de lijn en stuipte met z’n kieuwen in ’t gras. +Die had den angel door z’n eene oog—en om den haak weer vrij te maken, +voor nieuwe wurmen, nieuwe baarzen... + +DROOMELOT. (trillend) Trok-ie ’t oog ’r uit... + +SERO. Jij bleef toen uren, uren stil, en vroeg: ziet... + +DROOMELOT... Onze Lieve Heer dat niet? + +SERO. De tweede maal—dat’s niet zoo lang geleen—was ’r ’n vrouw, die +met vier kinders zich voor goed te slapen lei bij ’n gebedenboek, +papieren van de bank-van-leening en bij ’n heeten, heeten pot—met doove +kolen... Een van de kleuterkleine lijkjes droeg jij in je armen naar de +straat. Je huilde en je vroeg: ziet... + +DROOMELOT... Onze Lieve Heer dat niet? + +SERO. Nee, nee, m’n kind—hij ziet het niet! Ik ken geen God, geen God +zooals die man jou straks wou leeren... + +DROOMELOT. (starend) Jij kent geen oordeelsdag, geen dood, geen God... +Maar in den katechismus staat... + +SERO. Staat vraag aan antwoord vàst-gekoppeld! + +DROOMELOT. O vadertje—de stem van God... + +SERO... Dat is een mensche-stem uit vróéger eeuwen! ’r Is vandaag geen +God—’r was ’r geen! + +DROOMELOT. O vadertje—O schimp zoo niet! + +SERO. Wie schimpt, m’n kind? Schimp ik, die zeg:... wil je een godheid +ééren—ontken hem dan, omdat hij anders één wordt met het vuil, de +leugen en ’t bedrog, ’t onrecht en de schand’, waarin wij leven! Schimp +ik, m’n kind, die van geen God wil weten, ’n God, die aarde, water, +vrucht en dier (met zooveel zorg en scheppingsvreugd gewrocht!) aan +ènklen laat en alle andren voor de ploegen spant! Schimp ik, die in ’n +mensch geen eeuwig lastdier zie—of schimpen zìj, die met den blinden +roep: „’r ìs ’n God!” dien God met wat op aard’ òn-godlijk en +òn-zeedlijk en verfoeilijk werk van mènschen is—vereenen...? Zeg je +vandaag: ’r is ’r een, dan stuit dat af op je verstand en je +geweten—dan heet hij goed wat wij terecht verdoemen—en wat wij haten, +heeft hij lief... Doe zelf je keus... Ik dreig je niet! + +DROOMELOT. ’r Wàs ’r geen—’r is ’r geen... Maar morgen, overmorgen, +later, vader... + +SERO. (starend-glimlachend) Wie weet?... Wie weet wat weer ontstaat uit +dankbare verbeelding! ’t Eene sprookje rijpt, ’t andre gaat... Wie weet +wat jij weer weten zal en komenden na jou! Wie weet wat heiligs groeien +kan, als iéder tijd krijgt om te denken en iéder tijd de wonderen te +zien? Wie leeft? Wie heeft geleefd? Wie leeft zich uit in droomen, +weet-begeerten? Wie, wie, m’n kind? + +DROOMELOT. Dat weet ’k niet... + +SERO. Ha-ha-ha, dat angstige gezichtje! De pater heeft gelijk: jij zal +nooit wakker worden! „Ik draag je voor voor straf!” En ook van mij +krijg je te leeren! Ha-ha-ha! Stil!... Stil!... Ik hoor twee zolen en +twee hakken bij de trap! (werpt pakje door spleet) Pak aan! En pas ’r +op! Als ik hier blijf... + +DROOMELOT. Je blijft hier niet! + +SERO. Stil! Stil! Dan geef je dat aan onze vrienden! En als de +katechismus je verveelt, leer dan mijn kraam, mijn rijmsel en mijn +afscheidsgroet van buiten! Dan wordt ’t niet gevonden en jij draagt ’t +mee! (hij springt van de tafel, sorteert—zij raapt het pakje op). + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +De vorigen, 2de Wachter. + + +2de WACHTER. Wat doe jij daar? + +SERO. Werken in ’t zweet mijns aanschijns, vriend! + +2de WACHTER. Ik zag je springen! + +SERO. Dat heb je goed gezien: ik sprong twee erwten na, die ’t +verdraaiden bij hun soort te blijven! (getik boven). + +2de WACHTER. Zoo! Zoo! Heb jij daarvoor de tafel wéér verschoven? + +SERO. Begrijp ’k niet! Die tafel danst—’r is ’n klopgeest boven! + +2de WACHTER. (wipt op de tafel, ziet de spleet) Ha-ha! Was jij ’t die +met erwten smeet? (springt omlaag). + +SERO. Ik zweer je, vrind... + +2de WACHTER (hem achteruit smijtend). Ik ben je vrind niet, schobbejak, +en als ’t niet uit is met je streken, sla ik je stomme hersens in! Dat +flik je me geen tweeden keer! De tafel gaat ’r uit! (draagt haar heen) +Ik blief niet telkens bij je deur te komen kijken! (smijt Sero, die op +den stoel is gaan zitten op den grond)... Hier met je stoel! Je doet ’t +anders weer! (geeft hem een schop) En opgeschoten met je erwten! Of ’k +trap je valsche ribben stuk! + +SERO. (pijnlijk) M’n valsche zitten lager, vrind! (hij sorteert. De +wachter kijkt even toe, gaat met stoel weg)... Dat is (wrijft zich de +borst) ’n proletariër met onderlegde zolen en ’n beenig hoofd! Wat moet +die man ’n ijvrig en ’n nuttig christen wezen! (staat op, zet zich op +de baal—sorteert). + +DROOMELOT. (heeft het pakje losgeknoopt, de papieren met stijgende +vrees gelezen. Ze dan verbergend, roept ze) Vader! Vadertje! Hoor je me +niet? Dan doe ’k net als hij! (beklimt haar tafel) Dan klop ik bij hem +aan!... Dat’s veel te hoog... Ik reik ’r zoo niet bij... (staat in +gedachten) Ik kan den stoel nog op de tafel zetten, als ’t avond is... + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Sero, Droomelot, Regent. + + +REGENT. (is binnengetreden, terwijl zij in gedachten staat, en op de +teenen nader geslopen. Met de armen op den rug, staart hij haar +lachend-driest aan, waar zij in hulpeloozen schrik zich tegen den wand +dringt. Dan als zij met een ruk van de tafel wil springen, vangt hij +haar in de armen, houdt haar woest tegen zich aangedrukt) Lig je zoo +goed, m’n schat? + +DROOMELOT. (smeekend) Laat los! Laat los! ’k Heb jou toch niets gedaan! + +REGENT. Heb jij me niets gedaan! Ben ik niet dol van af ’t oogenblik +dat ik de warmte van je borsten heb gevoeld! Is niet de adem van jouw +mond... (zij klemt de hand voor de lippen) Weg met je hand, dat ik je +lippen kus!... + +DROOMELOT. Ik smeek je: laat me los! + +REGENT. Nee, nee, ik draag je zoo door hel en hemel heen! Weg met je +hand—ik bijt ’r in! + +DROOMELOT. Ik zal zoo schreeuwen, dat de wachter op de gang... + +REGENT. (naar de open deur kijkend, dan lang en hijgend in haar oogen) +Daar dan! (laat haar los) Als jij niet wil, dan wil ik—evenmin! (gaat +naar de deur, sluit die, keert terug. Zij leunt hijgend tegen de +tafel—hij, den stoel grijpend, leunt er achterwaarts tegen, houdt haar +met de loering van z’n oogen vast) Nu zijn we samen ongestoord! ’k Heb +als ’n beedlaar iedren dag wel drie-, wel viermaal door dat gat +gekeken—ik—ik, die nooit ’n vrouw wat vráág!... ’k Ben elken nacht nog +langs je deur gekomen en met ’n halven waanzin in m’n kop heb ’k +aangeklopt—heb ’k aangeklopt—ik, ik! Wil jij dat ’k voor je kniel, dat +ik m’n hoofd buig naar je voetjes, je kleine voetjes, die ’k zou willen +zién... Ik hou van jou, hou van je lippen en je tanden, je mond zooals +geen ander heeft, je zijjen wimpers en je poppe-ooren, je kin, je +hals—je heele lijf! Jij heb—jij heb me gèk gemaakt door ’t altijd +schuilen van je oogen, door ’t schuchter spel van je gezicht—en door—en +door—wat ik niet zeggen kan—wat ìk niet zeggen kan, ik, ik!... Nu vraag +’k voor ’t laatst, voor ’t allerlaatst: màg ik je in mijn armen +grijpen, màg ik je kussen op je mond, je haar—en van jouw lippen weer +m’n dag- en nachtrust zuigen? + +DROOMELOT. (met neergeslagen oogen) M’n vader en m’n moeder hebben me +gekust—nooit iemand anders... En dan... En dan... + +REGENT. En dan! + +DROOMELOT. Hoe kàn ’k iemand kussen, als ’n—als ’n vriend—die van mijn +vader is de ergste vijand. + +REGENT. Dat ben ik nièt—als jij ’t niet wìl! + +DROOMELOT. (hem aanziend) Heb ik dat in mijn macht? + +REGENT. Jij kan me laten kruipen door je lach en door je witte tanden! +Wat sla je nu je wimpers neer? Ben ik zoo leelijk, Droomelot? Heb ik ’n +bochel of ’n horrelvoet? + +DROOMELOT. (weer angstig tegen de tafel) Ik kàn niet in jouw oogen +zien! + +REGENT. (bedwongen) Kun je dàt niet? + +DROOMELOT. Ik kàn ’t niet! + +REGENT. Ook niet als ’k goud en paarlen om je jonge schoeren hang? Ook +niet als ’k hèm laat gaan, wat ’k gister en eergister telkens weer +beloofde?... (met geweld haar handen vattend) ’k Heb al die nachten in +’n koorts geleefd en ’t hijgen van je borsten zoo gedroomd, als toen +dien eersten dag, toen jij ze schutte met je kouwe handjes! + +DROOMELOT. (worstelt zich los, wijkt tot dicht bij de schouw) Laat +eerst m’n vader vrij... + +REGENT. (onstuimig) En als-ie ’t is? + +DROOMELOT. (zacht en op schreien af) Dan geef je mij een kus—en ik zal +jou een geven... + +REGENT. Een? Een! Ik tel je heele lichaam af! Hij ’s vrij! + +DROOMELOT. Wanneer? + +REGENT. Vandaag! + +DROOMELOT. Nog vóór den avond? + +REGENT. Nog voor... Nog voor... Wanneer jij wil! + +DROOMELOT. Als je onwaarheid spreekt—en me beliegt! + +REGENT. Ik geef m’n woord! M’n woord! Kom dichterbij! Ik heb wat voor +je meegebracht, dat ’k zelf moet om je naakte halsje leggen (toont +parelsnoer). + +DROOMELOT. (doodelijk bevreesd) Ik draag alleen m’n moeders beeld! + +REGENT. Dan hou je dit en draagt dat van je moeder... Of hebben ze dat +afgenomen? + +DROOMELOT. Nee. Nee. Ik heb ’t daar! (met gebaar naar slaapstee). + +REGENT. Haal ’t dan hier... + +DROOMELOT. Waarom? Waarom? Ik wil niet ruilen! + +REGENT. Dat hoeft niet—haal ’t hier! (gaat haar na, verspert haar den +weg). + +DROOMELOT. Je zei... Je zei... + +REGENT. Ik zei... Ik zei... (dringt haar in de slaapstee). + +DROOMELOT. Hulp vader, vader, vadertje! + +SERO. (die met ’t hoofd in de handen gebukt heeft gezeten, staat +onrustig op, staart luisterend voor zich uit, zet zich opnieuw en +sorteert). + + + —DOEK— + + + + + + + + +DERDE BEDRIJF. + + +(Het onveranderd tooneel van het tweede Bedrijf. In Droomelot’s cel +ligt op de tafel een fleurig kleed, waarop een vaas met bloemen—in het +midden staat een divan met smyrnaasch tapijt.) + + + + + +EERSTE TOONEEL. + + +Sero, 2de Wachter, Arts. + +2de WACHTER. (Sero, die met het hoofd op de erwtenbaal op den grond +ligt, ’n trap gevend). Wat is dat nou? Hé!... Hé!... Slaap jij alweer! +(naar het uitgeslagen, onbeslapen bed aan den wand kijkend)—Of heb je +niet geslapen? + +SERO. (versuft opzittend) Ik heb—ik heb—ik heb zóó goed geslapen, dat +ik nog dronken ben... + +2de WACHTER. Sta op! (rukt hem aan den schouder) Sta op! + +SERO. Dat wil ik wel (poogt op te staan)—dat wil ik zeker wel—maar wil +is niet genoeg! (smakt terug) Je moet me, kameraad, ’n steuntje +geven... + +2de WACHTER. (hem ruw onder de armen grijpend) Vooruit! Schiet op! Ik +ben jouw kruier niet!... + +SERO. Ik dank je zeer. Bij Jericho heeft zelfs de Samarieter béter niet +geholpen... Nee, laat me nog niet los... ’t Is nog ’n afstand tot ’t +bed. En zak ik in, moet jij je weer verneedren door me op te rapen! +(zit op bedhoek. De wachter veegt nijdig z’n uniform af) Ja, vuil geeft +af! Van buiten en van binnen! + +2de WACHTER. Ik waarschuw je—je kent me nou! + +SERO. (knikt) Ik kèn je vuisten en je voeten, je vloeken en je vlakke +hand al haast twee maanden, niet? Twee maanden, ja! Jij heb ’n +toekomst, vriend. Nog eer ik hier krepeer, krijg jij ’n ééreteeken +daar—en welverdiend!... Tot zelfs m’n makker, in ’t hol hierboven, heb +jij met klappen ’t kloppen afgeleerd... + +2de WACHTER. Je brood—je water, bek gehouen! En als je ’t weer niet +lust: ’t komt terug—’t komt terug, hard als ’n bikkel! En zien wie ’t +’t laatste wint! Sta op! De dokter! Ben je blind? + +ARTS. Wel nummer-zooveel, zit je alweer op? (tot wachter) Is hier geen +stoel? Moet ’k op den grond gaan knielen bij patiënten? + +2de WACHTER. De order is dat hij geen stoel meer krijgt! + +ARTS. Ja, ja—dat ’s best—maar ik, maar ik? + +2de WACHTER. ’k Breng ù ’r daadlijk een! (af) + +ARTS. En jij? En jij? Nog altijd duizlig en eens af en toe ’n flauwte? +(Sero knikt glimlachend) Ja, ja, dat is ’t hart, ’t hart. Je hart dat +is vergroot, te groot; daar zijn geen kruiden voor gewassen! (tot +wachter met stoet) Ik dank je wel! (Wachter bij deur) Je moet geen +vrachten tillen en geen trappen loopen en naar—omstandigheden je +ontzien! + +SERO. (spottend) Geen koffie en geen sterke drank? + +ARTS. Nee, nee. Je tong! + +SERO. Geen lange wandeltochten, geen tabak? + +ARTS. Nee, nee. Je tong! + +SERO. Niet dansen en geen zwaar verkeer met vrouwen? + +ARTS. (afwezig) Nee! nee! (plots vinnig) Nee, Nee! Hoe heb ik ’t met +jou? Zit jij me voor de mal te houen? (Sero steekt z’n tong uit, schudt +’t hoofd). + +2de WACHTER. Als u me noodig heeft, meneer de dokter! + +ARTS. (wenkt hem heen te gaan. Wachter achter deuropening op en neer) +Gezien! Gezien! Je pols... Heb je vannacht geslapen? ... Nu! + +SERO. ’k Lei op den grond en had geen fut meer in m’n bed te kruipen... +’t Is mal, ’t is zot, hoe je dan tobben kan en in ’t donker dingen +zwarter dènkt dan ze bestaan... + +ARTS. (hem wenkend te zwijgen) Ja, ja! Hoe werkt je maag? + +SERO. Heeft in de laatste dagen wat geluierd—en ’k heb geen beitel om +m’n brood voor ’t heilig avondmaal te brokken! (laat het brood dat hij +met de vrije hand opgenomen heeft op den grond vallen) Ik wou... Ik +wou... (strijkt zich moeilijk langs ’t voorhoofd) Vreemd, dat je ziel +zoo in en uit je lichaam gaat... (zakt achterover). + +ARTS. (zich over hem buigend) Dat schijnt nog niet de láátste keer... +(tot wachter) Hé, jij—maak jij dat raam ’ns open! + +2de WACHTER. Ja, als ’t móét—maar doen mag ik ’t niet! + +ARTS. Als ik ’t zeg, dan is ’t noodig! Hij ligt in onmacht—vlug wat +buitenlucht! + +2de Wachter. (met ’n sleutel het kastje van de lijn openend en het +tuimelraam vierend) Nou, as ’t lee an mijn, dan bleef-ie waar-ie leit! +De dokter heeft geen flauw benul, wat judas of die kerel is! Niet één +dief, niet één moordenaar, in ’t heele huis, zit zoo vol vuile praat en +vuile streken as deze gladde boef. An dat gaat niemendal verloren! +Gift, haat en ongeloof! + +ARTS. Ja, ja,—maar ’t is ’n mensch, al deugt-ie niet, en zieke harten +geven zieke hersnen... Als-ie familie heeft en de Regent ’t wil, dan +moet gewaarschuwd worden. De veer van ’t werk is stuk. + +2de WACHTER. ’t Werd tijd! (kinderstemmen buiten). + +ARTS. Is ’r ’n vrouw? + +2de Wachter. ’n Hoer. + +ARTS. ’n Kind? + +2de WACHTER. ’n Jong, hiernaast! Wordt door Zijn Excellentie +achterna-geloopen! Ik knijp ’n oogie dicht... + +ARTS.. (de kinderstemmen bedoelend) Is dat de straat? + +2de WACHTER. Nee, dokter, dat ’s ’t plein—en wat u hoort... (Sero zit +langzaam-tastend op). + +ARTS. (wenkt Wachter heen te gaan) Wel, was ’t weer even mis? + +SERO. (luistert hijgend naar de geluiden, zakt van het bed op de +knieën, snikt ’t steunend uit). + +ARTS. Kom nu—dat’s niet zoo goed voor je, je op te winden! + +SERO. (hem met armgebaar afwerend) Doe dan dat raam weer dicht! + +ARTS. Dat raam weer dicht? ’t Is voor je bestwil nummer zooveel! + +SERO. Doe dicht dat raam—ik heb ’t koud! + +ARTS. Je heb ’t koud? Stop jij daarvoor je vingers in je ooren? ’t Is +buiten heerlijk warm!... Kom, kom, wees man! Wil je je vrouw nog zien? +(Sero schudt woest het hoofd) Je dochter dan? (Sero staart naar ijzeren +val, schudt het hoofd) Nee? Heb ’k goed begrepen? + +SERO. (naar den val starend) ... Ik wil ’r zien, als ze geen tafel +heeft... + +ARTS. Geen tafel... Wat zegt je nu...? + +SERO. (moeilijk opstaand)... Ik had ’r geen—en aan de schuif is nog +geen hand geweest—geen wachtershand—en niet de hare... ’k Heb meer dan +zestig dagen, uur aan uur, en nacht aan nacht... Ben jij hiernaast +geweest? Hééft ze ’n tafel en ’n stoel? Dat kan ’k dien man niet +vragen, die me trapt en slaat op hoog bevel, en me op hoog bevel m’n +krachten heeft genomen, omdat ’n galg zoo-zeer de aandacht trekt van +raven en van menschen...! + +ARTS. Bedaar nu, nummer-zooveel—of je heb ’r zelf aan schuld... En +praat gezonde taal... + +SERO. (den stoel nemend en pogend er bij de schouw op te klimmen) Nee, +nee, dat kan de akrobaat niet meer! En ’t hoeft ook niet. Want aan de +schuif is niet getimmerd, niet geschroefd... En zij heeft jonge +beenen... (zit gebroken neer). + +ARTS. Ik zal je laten brengen naar de ziekenzaal. + +SERO. Dat is te laat—(naar omhoog kijkend) en wie weet nog te vroeg. Ik +wil hiér in m’n eentje sterven. + +ARTS. Dat zeg je me bij elk bezoek, maar hier is toch geen plaats... +(omzichtig) Je vrouw en dochter kunnen bij je komen. + +SERO. (de hand op ’t hart) Ik heb geen vrouw—en als ze heeft ’n tafel +met vier pooten, geen dochter meer! + +ARTS. (goedig-sussend) Ja, ja, ja, ja! Dat meen je nu, en straks heb je +weer andre, dwazer kuren! (naar deur, keert terug) Wil je soms +schrijven voor je laatsten wil? Ik vraag dat, waar jij zèlf zoo telkens +weer van sterven spreekt! + +SERO. M’n laatste wil... (diep ademend) Hè, ’k ben den ballast kwijt—ik +word weer mensch, nou dat te groote hart zich uitzet als ’n spons in ’t +water! M’n laatste wil, hahaha! Hoe ben ’k met zoo’n groot hart zoo +klein geweest daarnet te grienen! ’k Vermaak—dat kan ook zonder +testament—en vrij van zegel, registratie!—vermaak m’n geest en ziel aan +wie ’r bod op doet, rabbijnen zelfs, pastoors en wie den geldzak +kust!—vermaak m’n lichaam, huid en haar, ’t vet en ’t vleesch, aan +jonge maatjes in jouw vak van wetenschap, die uit geen béter kringen +krijgen ’t materiaal, om voor te snijden op de sectietafel... Vermaak! +Vermaak! In ’t leven is de zotheid baas!... + +ARTS. De zotheid, zeg dat wel, vooral jouw zotteklap! Men maakt geen +grappen, als men kan vermoeden... + +SERO. ...Dat binnenkort ’t zeldzaam-groote hart ligt in ’n glazen huis +met spiritus en met ’n varkensblaze-dak! + +ARTS. ’t Is wel. Ik zwijg (bij de deur) ’k Zal je den priester sturen. + +SERO. Waarom? Waartoe? Ik wil en geef geen absolutie! (De arts gaat +schouder-ophalend af. Buiten wordt het spelend rumoer der kinderen +sterker. Met de handen op den rug gevouwen, staart Sero eerst naar den +schoorsteenval, vervolgens zonder te bewegen naar de richting van het +geluid.) +’k Zou willen weten wat uit jullie groeit: +Ik ga en jullie komen pas den weg +Geloopen die zoo wonderschoon kon zijn, +Als niet de modder hing aan elken stap, +En elke nieuwe, jonge, vrije jeugd, +Weer in de óúwe leugens werd verstikt! +’k Zou willen weten of de lente, die +Uit jullie kleine kinderstemmen spreekt, +’n Zomer wordt die bloeiend opengaat +En aan de landen eindloos stuifmeel geeft! +’k Zou willen weten of de rijke vrucht, +Die van geen mensch en toch van iéder is, +Door jullie éénsgezind gegrepen wordt +En zóó gesteld dat nooit meer ruwe klauw +’t Kost’lijk aardgeschenk vernielen kan... (De gevangene boven klopt) +Dat zien wij twee, jij dief en moordenaar, +En ik, dìe langs de wegen ben gegaan, +Om zonder aarz’len mensche-plicht te doen— +Dat zien wij twee niet meer—maar zij—misschien... + +(zet zich op stoel, sorteert). + + + + + +TWEEDE TOONEEL. + + +Droomelot, 2de Wachter, Sero. + + +2de WACHTER. (ontsluit Droomelot’s cel, laat haar binnen. Zij neemt +haar masker af, geeft dat den Wachter, die haar onder de kin strijkt. +Zij wijkt verschrikt achteruit) Hahaha! Doe niet zoo preutsch, jij leep +en listig ding! ’k Draag niet m’n oogen in m’n zak en ’k heb twee ooren +als trompetten! Ja, kijk maar lekker rond—’t wordt hier ’n fijne keet! + +DROOMELOT. Wie heeft dat alles hier gebracht? + +2de WACHTER. Wie?—Ik en m’n maats! + +DROOMELOT. Wanneer? + +2de WACHTER. Terwijl je werd gelucht! Hahaha, de heele wacht is +uitgeloopen, en heeft zich voor jouw deur ’n uitgezakte breuk gelachen! +Jij ben ’n bliksems-gladde, kleine helleveeg. Je moeder kan ’n puntje +an jou zuigen! En as je éven handig blijft, en ’m zoo zacht an ’t +lijntje houdt, ’m snoepen laat met mondjesmaat, en of je ’r tièn zoo +aan je vingers heb, ’m onverschillig op z’n koppie krauwt—dan lijm je +’m vast nog jaren lang en wat jij wil, krijg jij gedaan! Tik voor je +aan, met veel respect! En as je je bij hèm verveelt, in plaats van +elken dag kandij, ’ns watertandt naar mager spek: dan heb je maar ’n +kik te geven! Met veel respect! Hahaha! (treedt nog lachend bij Sero +binnen; nijdig) Raap op dat brood! Al smijt je ’r mee: je krijgt geen +ander! (Sero bukt zich, legt het op het bed. Wachter rukt stoel weg, +zet dien buiten, keert terug, sluit het raam. Droomelot heeft de +bloemen opgenomen, laat die vallen, zet zich op haar stoel.) + +SERO. Móét ’t al dicht? Màg ’t niet langer open? + +2de WACHTER. Je kan je zelf wel antwoord geven! + +SERO. ’t Is toch ’n kleinen dienst dien ik je vraag! + +2de WACHTER. Als ik je luchten wóú, heb je ’t verdomd! Je was te slap, +niewaar?, te ziek, niewaar?, om naar de plaats te loopen! Hier geef ìk +jou geen lucht, nog niet voor tien doktoren! ’k Vertrouw je net van +hier tot daar! Jij ben in staat, of anders zijn ’t je vrinden om bij +zoo’n open raam... Ha-ha-ha, heb ik je door? + +SERO. (moeilijk) Mag ik vandaag? + +2de WACHTER. Nou, wat? Leg niet te pruimen op je woorden! + +SERO. Mag ’k vandaag—mee naar de plaats! Ik wou voor ’t laatst de zon +nog zien. + +2de WACHTER. Wel, wel—nou zoo ineens? De tijd van luchten is +voorbij—moet je tot morgen wachten! + +SERO. (spottend) Ik heb misschien geen morgen meer. + +2de WACHTER. Daar làcht-ie om, ’t stuk ongeluk! Dàt wil de zon nog +zien! De zon, die draait ’r kooi niet in, as jij geen afscheid neemt! +Vooruit dan maar! ’k Ben gek gedorie da’k ’t doe! (laat sleutelbos +vallen)... Raap op! (Sero geeft hem de sleutels) Ha-ha, heb ik je goed +gedrild? Komt ’t ontzag ’r langzaam in? Als ik jouw vader was +geweest... + +SERO. Was jij voorzeker in je bèd gestorven! + +2de WACHTER. (’t masker gevend) Pak an! Zet op! Geen kletspraat +onderweg, geen teekens, geen gefluit! + +SERO. Dat masker ruikt naar karneval! + +2de WACHTER. Ha-ha-ha! (’t ook beruikend). Dat is ’t luch-ie van de +harem, hier dichtebij! Naastan wascht een ’r snuit met beter zeep dan +jij, omdat ze met Zijn Excellentie trekkebekt! (Sero rukt ’t masker af) +Zet op! Wat suf je nou? Vooruit! Je hoeft niet vies van ’r te wezen! As +jij as teef geboren was, liep ook de duurste reu je na! Zóó as ’t +voorjaar is, is iedre hond-van-ras z’n moer en stand vergeten en rent +in d’achterbuurt met ’t smerigst mormel mee!... (Sero laat ’t masker +vallen) Wat mier jij nou? Vooruit! Zet op!... En as je onderweg ’n +flauwte krijgt—ik ken je foefies, ouwe smakker!—giet ik ’n emmer langs +je leeg! (duwt hem voort). + + + + + +DERDE TOONEEL. + + +Regent, Droomelot. + + +DROOMELOT. (heeft de papieren gelezen, bergt die op) O, vadertje, als +je eens wist—als je eens weten kon! + +REGENT. (onstuimig binnentredend, werpt mantel en hoed op divan) Daar +ben ik weer—verdoemd, terwijl ’k gister pas gezworen heb, nóóit meer ’n +stap hier in ’t hok te zetten! Daar ben ik weer, voor spot van +soldeniers en wachters! (zij smakt met het hoofd op de tafel) Daar ben +ik weer! Heb je me niet verstaan? Dat is geen houding die jou past, als +ik hier ben! (rukt haar omhoog) Zit recht en kijk me aan!... Heb jij, +heb jij de bloemen die ik zelf voor jou geplukt, daar op den grond +gesmeten? Neem op! Neem op! (houdt haar tegen, bukt, legt haar de +bloemen in den schoot, grijpt geknield haar handen). +Daar ben ik weer: doe met me wat je wil! +Trap me en sla je handen om m’n strot— +Kwel me en laat me kruipen als ’n dier, +Dat nog je nasluipt, als ’t geranseld wordt! +Ik kan niet buiten jou, m’n Droomelot! +Ik hijg in eenzaamheid m’n uren door, +Je hatend en verwenschend eindeloos +En naar je snakkend met zoo’n woesten lust, +Zoo’n rauwen opstand van m’n heele lijf, +Dat ik m’n tanden in m’n lippen zet, +En met m’n vuisten beuk m’n gloeiend hoofd! +Ik zal je niet en nooit meer met geweld +Heendragen naar je bed, als toen dien dag! +’k Wil dat je zèlf je armen om me legt +En zèlf den adem van mijn mond begeert +En zelf met dat waanzinnig ongeduld, +De slinger-slagen telt, om te zien! (kust haar handen). +Zeg nu een woord en staar niet voor je uit! (heftig). +Ik wìl en zàl jouw eersten vrijen kus! + +DROOMELOT. (de bloemen zonder hem aan te zien brekend). +Je heb me met geweld hierheen gebracht +En met geweld geleerd wat moeder is +En met geweld gezegd hoe ’k bidden moet +En met geweld gehaald van vader af +En met geweld mijn tranen weggekust +En met geweld me ’t vrees’lijke gedaan (smijt alle bloemen neer). +Maar dàt, dat uit mezelf, dat kàn ik niet! + +REGENT. Dat kun je niet! + +DROOMELOT. Dat kan ik niet... + +REGENT. Ook niet—als—als... als ik je smeek en bid? (zij schudt het +hoofd)... Ook niet als iedre wensch van jou... + +DROOMELOT. ’k Heb ’r maar een—hier dood te gaan! + +REGENT (haar in de armen nemend). +Kom nu, m’n kleine, kleine Droomelot: +Je weet hoe ik je slaaf geworden ben, +Hoe ik, die honderd vrouwen heb gehad, +Gehad en weer verschopt, hoe ’k van jóú hou, +En hoe je me gelukkig maken kan +Door éven vroolijk kijken en ’n lach! +Is ’r een deur, die hier gesloten blijft? +Ben je niet vrij, ook zonder dat je vraagt? + +DROOMELOT. (zich losrukkend). Ik wil niet vrij! + +REGENT. Je wil niet vrij? Waarom? + +DROOMELOT. +Als ’k buiten kom, dan ken ik maar één stap +Waar ’t water diep is, en geen mensch me ziet, +Waar ’k niet meer denk en tob, en niet meer vrees +Dat ik m’n vadertje ontmoeten zal. +’k Hoop dat-ie sterft, voor iemand ’m dat zegt... + +REGENT. Dat kàn ’m niemand zeggen! + +DROOMELOT. Iedereen! (divan en kleeden bedoelend). +Waar zooveel wachters dat en dat gezien, +Hoort ’t de heele stad eer ’t avond is +En eer ’t avond is, hoort hij ’t ook! (valt snikkend neer). + +REGENT. Hij hoort ’t niet en nóóit! + +DROOMELOT. Hij weet ’t al! + +REGENT. +En als-ie ’t weet, wat raakt dat mij—en jou! +Druk een keer zèlf je lippen op mijn mond +En wee degeen die dan niet voor je buigt! + +DROOMELOT. (in knielende houding, de oogen gesloten) Ik zeg—ik zeg niet +langer nee... Ik zal... + +REGENT. Je zult...? + +DROOMELOT. Ik zal je kussen op je mond... + +REGENT. Uit vrijen wil? + +DROOMELOT. Dankbaar—uit vrijen wil—als ’k dan voor goed vrij-uit mag +gaan! + +REGENT. Waarheen? + +DROOMELOT. Waar ’k nooit meer vadertje ontmoeten kan! + +REGENT. Je vader niet—maar mij? + +DROOMELOT. Geen sterveling! + +REGENT. Verdoemd! Ben jij zoo op den dood verzot, enkel uit angst... + +DROOMELOT. Voor zìjn twee oogen—ja! + +REGENT. En voor die van je moeder dan? + +DROOMELOT. Voor haar? Ik ben geworden wat mijn moeder is. + +REGENT. En als-ie nu gestorven was—of weer—neem dat eens aan: opnieuw +gevangen werd... + +DROOMELOT. Als hij gestorven was—is-ie dat dan? + +REGENT. Hij is nog hier—hij is niet weg geweest! + +DROOMELOT. Niet weg geweest?... En jij, je gaf je woord! + +REGENT. Dat heb ik ook gegeven in m’n roes! (moeilijk pratend en +lachend, terwijl zij met eene verjonging van het gelaat voor zich heen +staart). +’k Heb dronken wel m’n zaligheid beloofd, +Meer dan ik had en ik belooven kon +Om als m’n dolle kop weer nuchter was, +’t—met verstand—weer andersom te doen! +Maar jij—maar jij!—hield jij je woord dan wel? +Dee ’t je wat, dat jij me had bekeerd +Niet langer je te kussen met geweld? +Dee ’t je wat of ik krankzinnig werd? +Heb ’k niet gekropen en mezelf verlaagd +Heb ik een oogenblik voor jou bestaan? + +DROOMELOT. (starend). +Hij is niet weg geweest—en hoort ’t nooit.... + +REGENT. (sleutels op divan smijtend). +Nu lieg ik niet en laat ik je de keus +En speel niet met den tijd, eer ’t me berouwt! +Daar zijn de sleutels om hier uit te gaan, +Voor hem èn jou, of voor jou heel alleen, +Of als-ie wil, voor hèm, terwijl jij blijft, +Als jij je volle ziel me overgeeft, +En met den geur van bei je lippen zegt, +Dat ìk de koning van je droomen ben, +Dat jij me toebehoort met al den lust, +Die de verkwikking is van jonge min! +Ik zweer... + +DROOMELOT. Dat heb je gister pas gedaan! + +REGENT. Ik steek m’n vingers op... + +DROOMELOT. ’k Geloof je niet! + +REGENT. Ik laat de sleutels hier... + +DROOMELOT. En neemt ze weer terug! Zooals je op je woord getrapt! + +REGENT. (heft z’n vuist, wijkt bij haar oogen, werpt de deur open). Ik +wacht. + +DROOMELOT. (voor zich uit glimlachend). +Voor ik m’n beste zelf jou geef +En ongedwongen jóú tot liefste neem, +En jou vertel het diep en teer geheim, +Dat me in wreede nachten heeft ontrust, +Vraag ’k zekerheid, dat ’k gaan kan ongestoord... + +REGENT. Gaan naar den dood? + +DROOMELOT. Nee! Naar ’t leven heen! + +REGENT. En als je me bedriegt? + +DROOMELOT. ’k Bedrieg je niet! + +REGENT. Ik zekerheid—maar jij geen onderpand! + +DROOMELOT. ’r Is ’r een... + +REGENT. Wat dan? + +DROOMELOT. Wat dan?... Ons—kind. + +REGENT. Ons kind! (grijpt haar onstuimig in de armen). Ons kind—en jij +je weigert nog. + +DROOMELOT (haar gelaat hijgend afwendend). Ik heb ’t niet gewild—heb ’t +verwenscht... + +REGENT (lachend voor zich uit starend, holt de gang in, wenkt wachter). +Kom hier! En zeg aan al je kameraads, +Aan alle wachters en aan iedereen, +Dat zij de vrijheid heeft om heen te gaan, +Heen waar ze wenscht en waar ’t ’r behaagt +En dat ’n klacht van haar een vonnis wordt! + +(Wachter tikt aan, verwijdert zich) + +Dat is mijn kind! (grijpt haar handen). + +DROOMELOT (trotsch). Nee, nee—’t is van mij! + +REGENT. Ik zorg ’r voor—ik voed ’t op! + +DROOMELOT (de handen terugtrekkend). Nee ik. + +REGENT. +Ik! Jij!—Jij! Ik!—Dat komt op ’t zelfde neer! +Krijg ’k nu wat ’k heb gevraagd die maanden lang? + + + + + +VIERDE TOONEEL. + + +De vorigen, 2de Wachter, Regina. + + +2de WACHTER. (Regina bij de open deur weerhoudend) Niet hier! + +REGINA. Waar dan? + +2de WACHTER. Dat merk je wel—hiér nièt! + +DROOMELOT. Hier wel! Hier wel! (vliegt haar om den hals) Wat ben ik +blij dat ik je zie! + +REGENT. Wie heeft die vrouw gehaald? + +2de WACHTER. Dat heeft de kommandant gelast! + +REGENT. De kommandant—waarvoor? + +2de WACHTER. Omdat de dokter heeft gezeid, dat hij krepeeren gaat! + +REGENT. Is hij dan hier? Wat heb jij voor een kop! Weg met die vrouw! + +2de WACHTER. (Regina, die angstig Droomelot omhelsd houdt, bij den arm +grijpend) ’r Uit—en as de bliksem mee! + +DROOMELOT. Zeg aan dien man, dat ik ’r spreken wil! + +REGENT. Dat zeg ik niet! + +DROOMELOT. Dan ga ik mee, waar zij heengaat! + +REGENT. Dat zul je niet! + +DROOMELOT. Heb je niet zelf gelast, dat ik me vrij bewegen mag? + +REGENT (denkt na, haalt Regina bij de deur terug, fluistert haar wat +toe—dan tot wachter). Je blijft ’r bij! + +DROOMELOT. Dan spreek ik niet—en zoek m’n moeder later op! (Regent +loopt woest op en neer, wenkt wachter—beiden af—de deur blijft open.) + + + + + +VIJFDE TOONEEL. + + +Droomelot, Regina. + + +REGINA. Dus—is ’t waar? + +DROOMELOT. Wat, moederlief? + +REGINA. Wat overal, in elke straat ’n ieder zegt—dat jij en hij... +(Droomelot knikt) O, lieve Jezus, ’t is mijn schuld! En ik—ik ben jou +niet tot schrik geweest, tot voorbeeld hoe je ondergaat, als je je +eenmaal geeft... + +DROOMELOT. Ik heb me niet gegeven—(hard en trotsch) gééf me niet! + +REGINA. En jij en hij?—je knìkte toch! + +DROOMELOT. Die man wordt enkel vader van ’n kind, dat ’k leeren zal hoe +men hèm haten moet... + +REGINA. Dus... Dus... Jij ook! + +DROOMELOT. Ik ook—je hoeft niet bang te zijn, dat ik ook op jou óóit +neer zal zien! + +REGINA. Had ’t maar wel gedaan—en wel gekùnd!... Ik ben zoo schand’lijk +slecht... + +DROOMELOT. Zoo slecht...? Heb je dan meer—misdaan dan ik?... (Regina +slaat de handen voor het gelaat) Wat heb jij dan misdaan?... + +REGINA. Vraagt ’t me niet, m’n kind... + +DROOMELOT. ’k Dacht dat je net als ik—gedwongen was geweest. + +REGINA. Gedwongen word ik nog. ’r Is geen weg terug. + +DROOMELOT. Geen weg terug—dat meen je niet... (op den divan knielend, +achter Regina en de armen om haar heen vouwend). +Dat meen je niet en ’t is niet zoo! +’k Heb over jou, als ’k niet meer schreien kon, +Die nachten, zoo gedacht en zoo je pijn +En zorg geweten, zoo me voorgesteld +Hoe jij gelejen heb, dat ik mezelf +Verweet, dat ik geen dochter voor je was. +Dan nam ik, in ’t donker op mijn bed, +Den kettìng, met ’t groote medaljon +En draaide kreunend zoo de schakels rond, +Of ’k voor je bad en hield een rozenkrans +En jij me in de verte hooren zou! +Jij heb wel schrik’lijk veel verdriet gehad? (Regina tracht Droomelot’s +handen los te maken) +Nee, laat mijn handen om jouw lieven hals. +Ik ben toch ook voor jou ’t kind geweest, +Dat in ’n lichaam angst en vreugde wekt, +En naast je eigen, wilden harte-slag +De zachte echo van ’n tweeden stelt...! +’k Hou nu veel meer van jou! (kust haar). + +REGINA. (heftig opstaand) Nee doe dat niet! + +DROOMELOT. Dat niet? ’k Omhels jou—en... + +REGINA. En ’k wil ’t niet. + +DROOMELOT. Weer niet? Weer niet? Dat zei je toen... + +REGINA. Toen ook! + +DROOMELOT. Waarom? + +REGINA. Omdat... + +DROOMELOT. Omdat...? + +REGINA. Omdat ’k niet wil! (moeilijk). +Omdat wat ’k laat—verkoop aan iedereen, +Niet voor jouw mond en lippen wezen mag! + +DROOMELOT. Begrijp ik niet... + +REGINA. Hoop dat je ’t nooit zal doen... + +DROOMELOT. Je ben van vader weggegaan—waarom? + +REGINA. (stug) Dat weet ik niet... + +DROOMELOT. Hield jij dan niet van hem? + +REGINA. (stug) Dat weet ik niet—herinner ’t me niet meer! ’t Is zoo +lang geleden—en vandaag... + +DROOMELOT. Wat dan vandaag?... + +REGINA. Vandaag is alles uit... En als ’t uit is, helpt geen spijt, +geen klacht! + +DROOMELOT. Je praat in raadsels, moederlief... Je praat... + +REGINA... Allicht te veel (met blik op wachter, die even in deuropening +verschijnt)—omdat ’k niet praten mag! Ik kom misschien terug. + +DROOMELOT. Dat hoeft niet meer. ’k Ben vrij. + +REGINA. Jij vrij? + +DROOMELOT. ’r Houdt me niemand hier! + +REGINA. (angstig) +Je zegt dat zoo—zoo blij en opgewekt +Omdat je nog niet weet... Ik ben besteld... + +DROOMELOT. +Ik weet—weet dat-ie nog gevangen zit, +Wéét dat-ie niet door schùld is los gekocht, +Wéét dat-ie me zoo diep verachten zou, +Als ik door éigen wil gevallen was, +En door zoo’n offer hèm geofferd had... +’k Was voor ’n uur nog tot den dood bereid, +Uit vrees dat hij me ginds ontmoeten zou +En me verwijten, dat ik hem verlost! +Nu is hij even ongerept als ik +Nu trek ik sterk en ongebogen uit +En zet als ’t mag en kan zijn arbeid voort... +En jou laat ’k niet meer los! + +REGINA. Ik tel niet mee! + +DROOMELOT. Jij blijft bij mij... en ik, ik blijf bij jou! + +REGINA. Dan kán niet, kind! + +DROOMELOT. ’t Kan! + +REGINA. Ik ben melaatsch. + +DROOMELOT. Melaatsch! + +REGINA. Ik ben gedoemd... + +DROOMELOT. Door wie gedoemd? + +REGINA. Vraag ’t aan elke vrouw en ied’ren man—maar niet aan mij! + +DROOMELOT. Ik vraag ’t aan jou zèlf—zooals mijn eigen kind eens vragen +zal... + +REGINA. (worstelend) Ik ben... Ik ben... + +DROOMELOT. ...Wat ik geworden ben! + +REGINA. Ik was zoo slecht, zoo laag en zoo gemeen +En ook zoo laf, dat ’k haast niet biechten kan. +Ik liet hem in den steek, toen ’t armoe werd, +Armoe met ied’ren dag meer wrok en twist. +’k Was jong, dacht dat ’n ander beter was. +Die ander zette me weer aan den dijk: +Het was z’n recht—hij had ’r voor betááld. +Ik stond op straat, ’r stonden ’r daar meer. +Naar jullie huis dorst ik niet heen te gaan. +Dat durf je niet, je voeten zeggen nee. +En ’k vond dien hongernacht toen weer ’n dak +Bij weer ’n man, die me z’n kussen gaf, +’n Slok jenever en ’n middagmaal. +En ’k stond op straat. En keek de modder aan, +De modder en de mannen, beurt om beurt, +Tot ’k bij die twee geen onderscheid meer zag, +Tot ieder kind me nawees in de stad, +Tot ’k bang was voor de vogels en de zon, +En eerst bij avond langs de wegen ging, +Omdat je dan je eigen schaduw mist. +Eens ben ik ziek geweest, op sterven af, +En heb toen alle heiligen en God +Bezworen dat ’k me beet’ren zou voor goed. +Maar hoe ik worstelde en hoe ik wou, +En hoe ik heb gewroet, gesmeekt, gezocht, +De deuren van de huizen smakten dicht +En ’k stond weer in de modder—in de straat +En ben toen wéér van hand in hand gegaan, +Van man naar man—en heb op ze gespuwd, +En heb gehaat, gehaat, op mijn manier +En als ’k me voelde beu en levenszat, +Dan dee ’k wat ik van anderen geleerd +En dronk. Drank maakt je van de dingen los. +Zoolang je dronken ben, klaag, bid je niet! +En bid je God, vloeken de menschen toch... (Staart met het hoofd in de +handen voor zich uit. Droomelot zelf ontwakend, staat op, neemt met +zacht geweld haar handen weg, kust haar—zij duwt haar op zij). +Laat staan! Laat staan! Je weet niet wat je doet! +Ik ben geen lippen—als van jou—gewend! + +DROOMELOT. +Daar móét je dan aan wennen, moederlief +Wij blijven saam (kust haar weer). + +REGINA. (lang-aanhoudend snikkend) Je weet niet wat je zegt! + +DROOMELOT. (haar de haren streelend) +Wat heb jij, moedertje, ’n leed gekend, +Wat is jouw straf verschrikkelijk geweest, +Wat ben ik blij dat ik je troosten kan +En blij dat ik jouw steun geworden ben +En blij dat vadertje dàt nooit gehoord... + +REGINA. Hij ’t nooit gehoord! Hij ’t niet gehoord, ach, ach! + +DROOMELOT. Hij zei van af ’t eerste uur, dat ik +’m Vroeg waarom de andre kindren wèl +En ik géén moeder had: je hèb ’r een... + +REGINA. (stellig) Dat heeft-ie jou als kind gezegd—als kind... + +DROOMELOT (schudt het hoofd). +...Niet waar! Toen ik vertelde hoe ik jou +Dien wintermorgen voor—dat huis gezien, +Dat vreemde huis, met al de blinden neer, +Toen sprak-ie even goed: ze komt terug! +Maar jij je praatte niet van hem—jij zei: +Hou toch vooral je mond als je me ziet... +Ja, ja en zoo ben ik hierheen geraakt... + +REGINA. Ik ben ’n beest—’k wou dat ik stierf! + +DROOMELOT. En dan? En dan! Heb je je beurt gehad? + +REGINA. M’n beurt? + +DROOMELOT. Je beurt van òpgang na je ondergang? Je beurt van wraak... + +REGINA. (schudt het hoofd) ’t Was m’n eigen schuld! Als ’k niet was +heengegaan, dan zou ik niet... + +DROOMELOT. Was ’r ’n weg terug? + +REGINA. Die was ’r niet. + +DROOMELOT. +Heb jij je vuisten niet gebald, als jij +Weer telkens in de modder kwam te staan? +Wie smeet de deuren dicht?.... Wie wees je na? +Wie heeft je bang voor zon en dag gemaakt? +Was jij dan slechter dan de mannen, die +Te eten gaven jou—en dan opnieuw +Je trapten en je zweepten als slavin?... +Je wóú je modder uit—je kon ’t niet! +Je wóú weer in ’t licht—’t lukte niet! +Je wou ’t zelfde recht van elken man, +Die als-ie in jouw armen was geweest, +Weer vrij-uit, zingend, over straat kon gaan: +Je kreeg ’t niet! Sta op! En help jezelf! +Als jij melaatsch ben, jij, melaatsch, gedoemd, +Dan is ’t ieder, die den steen opnam, +En elke man die met jou heeft verkeerd! + +REGINA. Ik word niet meer gered... + +DROOMELOT. Je redt jezelf! Jezelf! Jezelf! + +REGINA. Daarvoor heb ik geen kracht! + +DROOMELOT. Ben ik ’r niet? Heb ik geen kracht voor twéé? + +REGINA. Ben jij de droomster en ’t zelfde kind, +Dat bij me kwam? Wat ìs met jou gebeurd? + +DROOMELOT. Ik heb van hèm geleerd... (Wachter laat Sero in de cel +terug) En óók geleerd (met bijtenden spot). +Van al de andren, die hier zijn geweest! +En als ik twijfelde en niet begreep, +Dan had ’k een wijs en kost’lijk amulet, +Dat ’k als een troost ook in jouw handen geef! (geeft haar Sero’s +papieren—Wachter schiet toe, rukt ze uit haar hand). + + + + + +ZESDE TOONEEL. + + +Droomelot, Regina, Sero, Wachter. + + +2de WACHTER. Komt niets van in! Daar heb ik op geloerd! (verscheurt ze +driftig). +’r Uit gedragen wordt hier niemendal! +Zie zoo! Nou kun je grabb’len allebei! (een snipper lezend) +Dacht ik ’t niet: jawel, ’t bekende schrift! (bukkend en de snippers +nog eens verscheurend) +Te groote brokken steken in je keel +En maken dat je je verslikken zou. +Dat’s beter mondjesmaat—En jij ’r uit! + +REGINA. ’r Uit?... Ik ben besteld om—hem te zien... + +2de WACHTER. Komt niets van in! + +REGINA. De kommandant... + +2de WACHTER. Is gek! + +REGINA. Je heb me zelf gezegd... + +2de WACHTER. Ik ben óók gek +We zijn ’t allemaal, ik, de Regent, +En ieder die te loopsch naast rokken loopt! (schatert het uit). +Geloof, dat als ik wijven-wachter was, +M’n uniform gauw an den kapstok hing! (tot Droomelot, die glimlachend +de snippers geraapt heeft) +Wil je ze liever strooien op de plaats. + +DROOMELOT (ze spottend nakijkend). +Ik geef ze aan den wind—en woord voor woord +Ik weet den stand van elke letter nog... + +2de WACHTER (tot Regina). ’r Uit madam! + +REGINA. Dus mag ik ’m niet zien? + +2de WACHTER. Hier namaals ja—maar bij z’n erwten niet! + +REGINA. Dat is gemeen! Als-ie toch stervend is! (Droomelot schrikt op, +luistert onbewegelijk toe). + +2de WACHTER. Jij kletst! De kommandant is idioot! +Ik heb ’m zelf pas in de zon gelucht! +En op de plaats heeft-ie gefloten als +’n Vink, die bij z’n voer wat suiker vindt! + +DROOMELOT. Hij liegt! + +REGINA. Je liegt! Ik ga hier niet vandaan! Laat me ’r door. + +2de WACHTER. (z’n mouwen opstroopend): +Haha, dat wordt ’n bokspartij! +’t Spijt me wel, madam, ’t is afgelast! + +DROOMELOT. Door wie? + +2de WACHTER. Door den Regent! + +DROOMELOT. Wanneer? + +2de WACHTER. Zoo pas. + +REGINA. Mag ik dan wachten hier? + +2de WACHTER. Nee, nee—hier niet! +Maar als je wachten wil, met véél geduld +Neem dan je intrek in mijn wachtlokaal +’k Heb bier en goed-belegen roggemik! + +REGINA. Dan wacht ik daar! Dag Droomelot, m’n kind! Ik dank je wel, en +als ’k je niet meer zie... + +DROOMELOT. We zien mekaar nog eer ’t avond is. + +REGINA. Dat weet ik niet. + +DROOMELOT. Maar ik—ik weet ’t wel. + +2de WACHTER. Na u—ik heb de sleutels en de eer! (af met Regina). + + + + + +ZEVENDE TOONEEL. + + +Droomelot, Sero. + + +DROOMELOT. (waakt op, ziet de sleutels op den divan, grijpt ze, treedt +bij Sero binnen, blijft stuipend van angst staan, als ze hem ziet +liggen): Vader! Vadertje!.. (hij stut plotseling op de armen, kijkt +haar enkel aan) Goddank!... (knielt bij ’t bed, neemt z’n hand, kust +die—hij stoot haar driftig terug). Vadertje! (hij blijft haar +aanstaren, zij wijkt achteruit). Je kijkt zoo vreemd—ik ben +’t—Droomelot! Herken je me niet meer? (hij schudt wild het hoofd, wijst +haar heen te gaan). Ik ben ’t—ik! (knielt opnieuw bij ’t bed). + +SERO. (moeilijk): Ga weg! (schor lachend). +’k Verdraag de lucht niet van jouw zeep! +Daar stik ik bij! Smijt open hier ’t raam! +Ga weg! Ga weg! Ga weg! Ik ken je niet! + +DROOMELOT. Je kent me niet? Ik ben je eigen kind! + +SERO. (halverwege van ’t bed). +Ben jij m’n eigen kind—weet je dat wel? +Ik stik! (zij bukt, reikt hem de waterkruik—hij duwt haar achteruit). +Nee, uit jouw kinderhanden niet!... +Eer kruip ik naar den berg van Horeb heen, +En wacht ’t wonderwater uit de rots... +Dan dat ik nog van jou, van jóú—wat wil! + +DROOMELOT. Toe, vader, vader, vadertje! + +SERO. Ga weg! +Jij wist den weg, daar bij de schouw, niet waar? + +DROOMELOT. Dien wist ik, maar ’k dacht... + +SERO. Jij dacht—jij dacht, hahaha! +Ik ook! Ik heb zoo vreeslijk veel gedacht, +Ik heb dit zotte hart kapot gedacht! (lacht) +’k Heb naar jouw stem daar door die spleet gesnakt, +En midden in den nacht m’n hoofd gebonsd +Tegen den wand, of je ’t niet hooren wou, +Of je geen oogenblik meer voor me had, +Of je ’t begrijpen zou, dat ìk niet kon! +Maar jij, je hield je stil—jij had... + +DROOMELOT... Ik had... + +SERO. Je pater en je moeder, den Regent! +Je beetre kost, je bijbel en je zeep! +Je leugens en je liederlijk bedrog! + +DROOMELOT. O vadertje, ik zweer je ’t is niet waar! + +SERO. Geloof je niet! Wie gaf die sleutels jou? + +DROOMELOT. (laat ze vallen): Die vond ik straks... + +SERO... Die vond je naast je bed, +Je bed dat beter veeren hebben zal, +En beter peluw dan waarop ik sterf! +Ik heb, toen ik zoo pas hier binnenkwam, +Jouw moeder’s stem in druk gesprek gehoord, +Je deur staat open toch voor iedereen! +Jij ben je moeder’s kind, zooals ’t was +Je zuster die bijtijds in ’t graf gelegd... (zit zwaar hijgend op ’t +bed). + +DROOMELOT. Ze hadden me gezegd voor maanden al, Dat jij weer buiten in +de vrijheid was... + +SERO. Wie zei jou dat? + +DROOMELOT. Die man. + +SERO. Dat zei-ie jóú? Waarom? En waarom heb jij ’t geloofd? + +DROOMELOT. Omdat—omdat-ie gaf z’n eerewoord. + +SERO. Z’n eerewoord—aan jou?... Aan jou z’n eer?... En jij gaf ook je +eere-woord—je eer?... (zakt schor lachend achterover). + +DROOMELOT. (bij het bed neerstortend) O, lieve vader, ’k ben en blijf +van jóú! + +SERO. (haar woest terug-duwend). +Waar is—waar is dat pak, dat ik aan jou +Dat ik aan jou toen toegeworpen heb, +Dat pak dat voor de kameraden was?... +Terug! Terug! Hoort in jouw handen niet! + +DROOMELOT. (losbarstend). +Dat heb ’k niet meer, maar ’k heb ’t zoo geleerd, +Zoo in me opgenomen, vader, dat +Elk van je woorden gloeiend in me leeft! + +SERO. Geloof je niet! + +DROOMELOT. (hartstochtelijk) Ik draag ze met me mee! + +SERO. Geloof je niet! + +DROOMELOT. Ik zweer ’t bij—m’n kind. + +SERO. Je kind. (staat onbewegelijk rechtop). Je kind. Heb ik dat goed +verstaan? + +DROOMELOT. Hij heeft me met geweld, geweld, geweld... + +SERO. (staart, glimlacht bij de herhaling van dat woord) Geweld! +(beweegt machteloos de handen) En als jij me beliegt... + +DROOMELOT. Ik lieg niet vader—bij mijn kind van háát! + +SERO. (nu sterker glimlachend, hurkt op ’t bed). +Zeg op dan wat ik voor m’n makkers sprak! +En aan je stém, je stém zal ’k hooren of, +Of ik kan slapen gaan... + +DROOMELOT. (knielt bij hem, kust zijn handen). + Jij heb gezegd... +Jij heb gezegd op ’t allereerste blad... (spreekt, terwijl hij gretig +elk woord met lippen-gemummel herhaalt). +„De aarde ligt wel kostlijk voor ons uit, +„Alsof ze zóó door ons te grijpen is, +„Maar van haar vruchten zijn wij zelf niet rijp +„Nog—en we moeten met een jongen lach, +„Van dat het ochtendlicht naar schemer gaat, +„Het onkruid wieden en gestadig voort +„Aan d’ouwe akkers geven t nieuwe zaad, +„’t Gouden zaad, dat zonnebloesems wekt! (hem vergetend is zij +opgestaan—hij smakt achterover). +„Al boom, die met te woeste hand geschud, +„Werpt groene knoppen in ’t vertreden gras! +„Wij tasten toe eerst met de volle kracht, +„Als onze Macht zoo gaaf en sterk gestut, +„Dat wij het Leven in zijn heerlijkheid, +„Zijn groote, heil’ge onverwoestbaarheid, +„Van al zijn leugens, zijn erbarmlijkheid, +„Voor wat niet leeft, niet leven mòcht—bevrijd!” (kijkt +verheugd-glimlachend om, ziet hem liggen, stort op hem toe). +O, liefste God, wat is ’r vadertje? +Je kijkt me aan en ziet—en ziet me niet! +Je glimlacht, maar je mond die ademt niet! +Slaap je, of ben je—dood?... Toe vadertje, +Toe vadertje, zeg nog een enkel woord! (staat op wijkt achteruit, denkt +na, maakt den ketting met ’t medaljon van haar hals los, legt dien in +zijn handen, kust zijn voorhoofd). +Dan moet ik verder, verder, als ’k beloofd +En jij blijft bij me, waar ik reis en trek, +Want dat heb jij me, vader, óók beloofd... (kust hem nog eens, raapt de +sleutels van den grond, gaat heen). + + + + + +ACHTSTE TOONEEL. + + +Regent, 2de Wachter, Regina. + + +REGENT. (treedt in Droomelot’s cel, ziet dat zij er niet meer is, roept +de gang in). +Verdoemd, verdoemd, waar zijn de wachters, hier? +Vlug dan! Ze is ’r niet! Waar is ze heen? + +2de WACHTER. U heeft ons zelf gelast, maar als u ’t wil... + +REGENT. Vooruit en breng ’r met geweld terug! +Nee! Nee!... Blijf hier! Jij raakt haar lijf niet aan!... +Zoolang ’k haar vader heb, heb ik haar ook! + +2de WACHTER. Z’n deur staat aan! + +REGENT. Z’n deur staat aan! Verdoemd! (stort in Sero’s cel). +...Hij is ’r nog! + +REGINA. (angstig bij het hoofdeinde)... +Nee, hij is ’r niet meer... (ziet ketting en medaljon in de handen van +den doode, knielt)... +Nu durf ik met je dochter mee te gaan... + + + EINDE. + + + Berlijn, Juli/December 1909. + + + + + + + + +AANTEEKENINGEN + + +[1] „Wie er, zooals gebruikelijk is, ’n directeur op nawijst, dat hij +op recettes tukt en „de belangen der kunst verwaarloost”, maakt den +voozen indruk een verfijnd kunstkenner te zijn, terwijl-ie in waarheid +den kiezentrekkenden charlatan de concurrentie aandoet die op ’n +boerenkermis, bij ’t gebulk van lachende kinkels en tierende meiden, de +breedbekkige verzekering schort, dat de in haar wortels geknapte, door +bloed-gulp bestoven tand, ’r pijnloos uitscheurde. Het wreed, door +niets gemotiveerd geraas, dat den hollandschen theaterkoopman van +verschillende kunst-dandy’s—wier visie van kunst en maatschappij den +Droomleven-zelfkant verschalkt—bespringt, is volkomen ongeoorloofd. De +Theaterkas is dictator. Alleen zij. Er is bijna geen andere tak van +kunst aan te wijzen, waar het dàdelijk-nijpend verband tot de +bestaansvoorwaarden zich zóózeer openbaart, als bij ’t dobberend +geworstel van een theater-ondernemer, die aan de eene zij slaaf is van +den betalenden publieken smaak, aan de andere door ieder onwijs +kunst-potentaatje geringeloord en à contant benadeeld wordt. De +gezondste les voor de meeste dier heeren, die te over meestal vader van +het een of ander dramatisch product zijn, dat geen plankenland kan +beademen, ware ’n maand administratieve bezigheid in ’n +theaterbureau”.... + + „Aanteekeningen over Tooneel”, XXste Eeuw, Januari 1906. + +[2] Het is wenschelijk dat bij Jan’s laatste woorden in I ’t licht +geleidelijk dooft, het tooneel even duister blijft en de droomhandeling +vervolgens zonder pauzeering worde voortgezet. De bedoeling is een stuk +zònder interruptie. Daar het te betwijfelen valt, of het tegenwoordig +publiek deze proefneming verdraagt, mag men tusschen I en II pauzeeren, +mits de zaak op de programma’s toegelicht worde. + +Het geheele spel in II zij onwerkelijk en geschiedend als in de +koortsige verbeelding van het kind. + +De Zwaan moet door een kinderstem gezegd worden en bewege zorgvuldig +mede. + + 4 Aug. 1907. + +[3] Dit bedrijf werd na de vertooning een weinig geretoucheerd. + +[4] In het bijzonder in het tweede en in het derde Bedrijf zijn +veranderingen van beteekenis aangebracht, die in het Naschrift +aangeduid en gemotiveerd worden. + +[5] Genesis 1:28: פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ.—Bewerker. + +[6] Rissches: aanstoot. + + + + + + + + + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 *** diff --git a/75358-h/75358-h.htm b/75358-h/75358-h.htm new file mode 100644 index 0000000..a404f28 --- /dev/null +++ b/75358-h/75358-h.htm @@ -0,0 +1,18862 @@ +<!DOCTYPE HTML> +<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2025-02-12T22:07:54Z using SAXON HE 9.9.1.8 . --> +<html lang="nl"> +<head> +<title>Verzamelde Tooneelspelen | Project Gutenberg</title> +<meta charset="utf-8"> +<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html"> +<meta name="author" content="Herman Heijermans (1864–1924)"> +<link rel="coverpage" href="images/new-cover.jpg"> +<link rel="icon" href="images/new-cover.jpg" type="image/x-cover"> +<meta name="DC.Title" content="Verzamelde Tooneelspelen en opstellen-over-tooneel"> +<meta name="DC.Creator" content="Herman Heijermans (1864–1924)"> +<meta name="DC.Language" content="nl-1900"> +<meta name="DC.Format" content="text/html"> +<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> +<style> /* <![CDATA[ */ +html { +line-height: 1.3; +} +body { +margin: 0; +} +main { +display: block; +} +h1 { +font-size: 2em; +margin: 0.67em 0; +} +hr { +height: 0; +overflow: visible; +} +pre { +font-family: monospace; +font-size: 1em; +} +a { +background-color: transparent; +} +abbr[title] { +border-bottom: none; +text-decoration: underline; +} +b, strong { +font-weight: bolder; +} +code, kbd, samp { +font-family: monospace; +font-size: 1em; +} +small { +font-size: 80%; +} +sub, sup { +font-size: 67%; +line-height: 0; +position: relative; +vertical-align: baseline; +} +sub { +bottom: -0.25em; +} +sup { +top: -0.5em; +} +img { +border-style: none; +} +body { +font-family: serif; +font-size: 100%; +text-align: left; +margin-top: 2.4em; +} +div.front, div.body { +margin-bottom: 7.2em; +} +div.back { +margin-bottom: 2.4em; +} +.div0 { +margin-top: 7.2em; +margin-bottom: 7.2em; +} +.div1 { +margin-top: 5.6em; +margin-bottom: 5.6em; +} +.div2 { +margin-top: 4.8em; +margin-bottom: 4.8em; +} +.div3 { +margin-top: 3.6em; +margin-bottom: 3.6em; +} +.div4 { +margin-top: 2.4em; +margin-bottom: 2.4em; +} +.div5, .div6, .div7 { +margin-top: 1.44em; +margin-bottom: 1.44em; +} +.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child, +.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child { +margin-bottom: 0; +} +blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back { +margin-top: 0; +margin-bottom: 0; +} +.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child, +.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child { +margin-top: 0; +} +h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 { +clear: both; +font-style: normal; +text-transform: none; +} +h3, .h3 { +font-size: 1.2em; +} +h3.label { +font-size: 1em; +margin-bottom: 0; +} +h4, .h4 { +font-size: 1em; +} +.alignleft { +text-align: left; +} +.alignright { +text-align: right; +} +.alignblock { +text-align: justify; +} +p.tb, hr.tb, .par.tb, li.tb { +margin: 1.6em auto; +text-align: center; +} +p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument { +font-size: 0.9em; +text-indent: 0; +} +p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { +margin: 1.58em 10%; +} +.opener, .address { +margin-top: 1.6em; +margin-bottom: 1.6em; +} +.addrline { +margin-top: 0; +margin-bottom: 0; +} +.dateline { +margin-top: 1.6em; +margin-bottom: 1.6em; +text-align: right; +} +.salute { +margin-top: 1.6em; +margin-left: 3.58em; +text-indent: -2em; +} +.signed { +margin-top: 1.6em; +margin-left: 3.58em; +text-indent: -2em; +} +.epigraph { +font-size: 0.9em; +width: 60%; +margin-left: auto; +} +.epigraph span.bibl { +display: block; +text-align: right; +} +.trailer { +clear: both; +margin-top: 3.6em; +} +span.abbr, abbr { +white-space: nowrap; +} +span.parNum { +font-weight: bold; +} +span.corr, span.gap { +border-bottom: 1px dotted red; +} +span.num, span.trans { +border-bottom: 1px dotted gray; +} +span.measure { +border-bottom: 1px dotted green; +} +.ex { +letter-spacing: 0.2em; +} +.sc { +font-variant: small-caps; +} +.asc { +font-variant: small-caps; +text-transform: lowercase; +} +.uc { +text-transform: uppercase; +} +.tt { +font-family: monospace; +} +.underline { +text-decoration: underline; +} +.overline, .overtilde { +text-decoration: overline; +} +.rm { +font-style: normal; +} +.red { +color: red; +} +hr { +clear: both; +border: none; +border-bottom: 1px solid black; +width: 45%; +margin-left: auto; +margin-right: auto; +margin-top: 1em; +text-align: center; +} +hr.dotted { +border-bottom: 2px dotted black; +} +hr.dashed { +border-bottom: 2px dashed black; +} +.aligncenter { +text-align: center; +} +h1, h2, .h1, .h2 { +font-size: 1.44em; +line-height: 1.5; +} +h1.label, h2.label { +font-size: 1.2em; +margin-bottom: 0; +} +h5, h6 { +font-size: 1em; +font-style: italic; +} +p, .par { +text-indent: 0; +} +p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { +text-transform: uppercase; +} +.hangq { +text-indent: -0.32em; +} +.hangqq { +text-indent: -0.42em; +} +.hangqqq { +text-indent: -0.84em; +} +p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { +float: left; +clear: left; +margin: 0 0.05em 0 0; +padding: 0; +line-height: 0.8; +font-size: 420%; +vertical-align: super; +} +blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { +font-size: 0.9em; +margin: 1.58em 5%; +} +.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden { +text-decoration: none; +} +.advertisement, .advertisements { +background-color: #FFFEE0; +border: black 1px dotted; +color: #000; +margin: 2em 5%; +padding: 1em; +} +span.accent { +display: inline-block; +text-align: center; +} +span.accent, span.accent span.top, span.accent span.base { +line-height: 0.40em; +} +span.accent span.top { +font-weight: bold; +font-size: 5pt; +} +span.accent span.base { +display: block; +} +.footnotes .body, .footnotes .div1 { +padding: 0; +} +.fnarrow { +color: #AAAAAA; +font-weight: bold; +text-decoration: none; +} +.fnarrow:hover, .fnreturn:hover { +color: #660000; +} +.fnreturn { +color: #AAAAAA; +font-size: 80%; +font-weight: bold; +text-decoration: none; +vertical-align: 0.25em; +} +a { +text-decoration: none; +} +a:hover { +text-decoration: underline; +background-color: #e9f5ff; +} +a.noteRef, a.pseudoNoteRef { +font-size: 67%; +vertical-align: super; +text-decoration: none; +margin-left: 0.1em; +} +.externalUrl { +font-size: small; +font-family: monospace; +color: gray; +} +.displayfootnote { +display: none; +} +div.footnotes { +font-size: 80%; +margin-top: 1em; +padding: 0; +} +hr.fnsep { +margin-left: 0; +margin-right: 0; +text-align: left; +width: 25%; +} +p.footnote, .par.footnote { +margin-bottom: 0.5em; +margin-top: 0.5em; +} +p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel { +float: left; +margin-left: -0.1em; +min-width: 1.0em; +padding-right: 0.4em; +} +.apparatusnote { +text-decoration: none; +} +.apparatusnote:target, .fndiv:target { +background-color: #eaf3ff; +} +table.tocList { +width: 100%; +margin-left: auto; +margin-right: auto; +border-width: 0; +border-collapse: collapse; +} +td.tocText { +padding-top: 2em; +padding-bottom: 1em; +} +td.tocPageNum, td.tocDivNum { +text-align: right; +min-width: 10%; +border-width: 0; +white-space: nowrap; +} +td.tocDivNum { +padding-left: 0; +padding-right: 0.5em; +vertical-align: top; +} +td.tocPageNum { +padding-left: 0.5em; +padding-right: 0; +vertical-align: bottom; +} +td.tocDivTitle { +width: auto; +} +p.tocPart, .par.tocPart { +margin: 1.58em 0; +font-variant: small-caps; +} +p.tocChapter, .par.tocChapter { +margin: 1.58em 0; +} +p.tocSection, .par.tocSection { +margin: 0.7em 5%; +} +table.tocList td { +vertical-align: top; +} +table.tocList td.tocPageNum { +vertical-align: bottom; +} +table.inner { +display: inline-table; +border-collapse: collapse; +width: 100%; +} +td.itemNum { +text-align: right; +min-width: 5%; +padding-right: 0.8em; +} +td.innerContainer { +padding: 0; +margin: 0; +} +.index { +font-size: 80%; +} +.index p { +text-indent: -1em; +margin-left: 1em; +} +.indexToc { +text-align: center; +} +.transcriberNote { +background-color: #DDE; +border: black 1px dotted; +color: #000; +font-family: sans-serif; +font-size: 80%; +margin: 2em 5%; +padding: 1em; +} +.missingTarget { +text-decoration: line-through; +color: red; +} +.correctionTable { +width: 75%; +} +.width20 { +width: 20%; +} +.width40 { +width: 40%; +} +p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { +color: #666666; +font-size: 80%; +} +span.musictime { +vertical-align: middle; +display: inline-block; +text-align: center; +} +span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom { +padding: 1px 0.5px; +font-size: xx-small; +font-weight: bold; +line-height: 0.7em; +} +span.musictime span.bottom { +display: block; +} +audio { +height: 20px; +margin-left: 0.5em; +margin-right: 0.5em; +} +ul { +list-style-type: none; +} +.splitListTable { +margin-left: 0; +} +.splitListTable td { +vertical-align: top; +} +.numberedItem { +text-indent: -3em; +margin-left: 3em; +} +.numberedItem .itemNumber { +float: left; +position: relative; +left: -3.5em; +width: 3em; +display: inline-block; +text-align: right; +} +.itemGroupTable { +border-collapse: collapse; +margin-left: 0; +} +.itemGroupTable td { +padding: 0; +margin: 0; +vertical-align: middle; +} +.itemGroupBrace { +padding: 0 0.5em !important; +} +.titlePage { +border: #DDDDDD 2px solid; +margin: 3em 0 7em; +padding: 5em 10% 6em; +text-align: center; +} +.titlePage .docTitle { +line-height: 1.7; +margin: 2em 0; +font-weight: bold; +} +.titlePage .docTitle .mainTitle { +font-size: 1.8em; +font-weight: inherit; +font-variant: inherit; +line-height: inherit; +} +.titlePage .docTitle .subTitle, +.titlePage .docTitle .seriesTitle, +.titlePage .docTitle .volumeTitle { +font-size: 1.44em; +font-weight: inherit; +font-variant: inherit; +line-height: inherit; +} +.titlePage .byline { +margin: 2em 0; +font-size: 1.2em; +line-height: 1.5; +} +.titlePage .byline .docAuthor { +font-size: 1.2em; +font-weight: bold; +} +.titlePage .figure { +margin: 2em auto; +} +.titlePage .docImprint { +margin: 4em 0 0; +font-size: 1.2em; +line-height: 1.5; +} +.titlePage .docImprint .docDate { +font-size: 1.2em; +font-weight: bold; +} +div.figure, div.figureGroup { +text-align: center; +} +table.figureGroupTable { +width: 80%; +border-collapse: collapse; +} +.figure, .figureGroup { +margin-left: auto; +margin-right: auto; +} +.floatLeft { +float: left; +margin: 10px 10px 10px 0; +} +.floatRight { +float: right; +margin: 10px 0 10px 10px; +} +p.figureHead, .par.figureHead { +font-size: 100%; +text-align: center; +} +.figAnnotation { +font-size: 80%; +position: relative; +margin: 0 auto; +} +.figTopLeft, .figBottomLeft { +float: left; +} +.figTopRight, .figBottomRight { +float: right; +} +.figure p, .figure .par, .figureGroup p, .figureGroup .par { +font-size: 80%; +margin-top: 0; +text-align: center; +} +img { +border-width: 0; +} +td.galleryFigure { +text-align: center; +vertical-align: middle; +} +td.galleryCaption { +text-align: center; +vertical-align: top; +} +.lgouter { +margin-left: auto; +margin-right: auto; +display: table; +} +.lg { +text-align: left; +padding: .5em 0; +} +.lg h4, .lgouter h4 { +font-weight: normal; +} +.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum { +color: #777; +font-size: 90%; +left: 16%; +margin: 0; +position: absolute; +text-align: center; +text-indent: 0; +top: auto; +width: 1.75em; +} +p.line, .par.line { +margin: 0; +} +span.hemistich { +visibility: hidden; +} +.verseNum { +font-weight: bold; +} +.speaker { +font-weight: bold; +margin-bottom: 0.4em; +} +.sp .line { +margin: 0 10%; +text-align: left; +} +.castlist, .castitem { +list-style-type: none; +} +.castGroupTable { +border-collapse: collapse; +margin-left: 0; +} +.castGroupTable td { +padding: 0; +margin: 0; +vertical-align: middle; +} +.castGroupBrace { +padding: 0 0.5em !important; +} +body { +padding: 1.58em 16%; +} +.pageNum { +display: inline; +font-size: 8.4pt; +font-style: normal; +margin: 0; +padding: 0; +position: absolute; +right: 1%; +text-align: right; +letter-spacing: normal; +} +.marginnote { +font-size: 0.8em; +height: 0; +left: 1%; +position: absolute; +text-indent: 0; +width: 14%; +text-align: left; +} +.right-marginnote { +font-size: 0.8em; +height: 0; +right: 3%; +position: absolute; +text-indent: 0; +text-align: right; +width: 11% +} +.cut-in-left-note { +font-size: 0.8em; +left: 1%; +float: left; +text-indent: 0; +width: 14%; +text-align: left; +padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0; +} +.cut-in-right-note { +font-size: 0.8em; +left: 1%; +float: right; +text-indent: 0; +width: 14%; +text-align: right; +padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em; +} +span.tocPageNum, span.flushright { +position: absolute; +right: 16%; +top: auto; +text-indent: 0; +} +.pglink::after { +content: "\0000A0\01F4D8"; +font-size: 80%; +font-style: normal; +font-weight: normal; +} +.catlink::after { +content: "\0000A0\01F4C7"; +font-size: 80%; +font-style: normal; +font-weight: normal; +} +.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after { +content: "\0000A0\002197\00FE0F"; +color: blue; +font-size: 80%; +font-style: normal; +font-weight: normal; +} +.pglink:hover { +background-color: #DCFFDC; +} +.catlink:hover { +background-color: #FFFFDC; +} +.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover { +background-color: #FFDCDC; +} +body { +background: #FFFFFF; +font-family: serif; +} +body, a.hidden { +color: black; +} +h1, h2, .h1, .h2 { +text-align: center; +font-variant: small-caps; +font-weight: normal; +} +p.byline { +text-align: center; +font-style: italic; +margin-bottom: 2em; +} +.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline { +text-align: left; +} +.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum { +color: #660000; +} +.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a { +color: #AAAAAA; +} +a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover { +color: red; +} +h1, h2, h3, h4, h5, h6 { +font-weight: normal; +} +table { +margin-left: auto; +margin-right: auto; +} +td.tocText { +text-align: center; +font-variant: small-caps; +font-size: 1.2em; +line-height: 1.5; +} +.tableCaption { +text-align: center; +} +.arab { font-family: Scheherazade, serif; } +.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; } +.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; } +.hebr { font-family: 'SBL Hebrew', Shlomo, 'Ezra SIL', serif; } +.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; } +/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */ +.small { +font-size: small; +} +.large { +font-size: large; +} +.vam { +vertical-align: middle; +} +.center { +text-align: center; +} +h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4 { +color: #001FA4; +} +.mainTitle, .subTitle, .volumeTitle { +color: black; +} +.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, p.legend, .versenum, .stage { +color: #001FA4; +} +h3 { +font-weight: bold; +} +.speaker { +color: #880000; +} +.speaker-with-paragraph { +text-indent: -1em; +margin-left: 1em; +} +/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ +.cover-imagewidth { +width:480px; +} +.titlepage-imagewidth { +width:523px; +} +.xd33e258 { +text-align:right; +} +.tp\.1width { +width:541px; +} +.tp\.1\.2width { +width:540px; +} +.tp\.2width { +width:522px; +} +.tp\.2\.1width { +width:556px; +} +.tp\.2\.2width { +width:565px; +} +.xd33e25011 { +text-indent:12em; +} +/* ]]> */ </style> +</head> +<body> +<div style='text-align:center'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***</div> +<div class="front"> +<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/new-cover.jpg" alt="Nieuw ontworpen voorkant." width="480" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">VERZAMELDE TOONEELSPELEN. +</p> +</div> +</div> +<div class="div1 last-child advertisement"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"><b>Bundel II</b> van deze Serie zal bevatten: +</p> +<ul> +<li>„HET ZEVENDE GEBOD” (1899), vijfde druk. +</li> +<li>„GHETTO” (1898), vijfde, geheel herziene druk.</li> +</ul><p> +</p> +<p><b>Bundel III</b>: +</p> +<ul> +<li>„OP HOOP VAN ZEGEN” (1900), vijfde druk. +</li> +<li>„DE MEID” (1905), eerste druk.</li> +</ul><p> +</p> +<p><b>Bundel IV</b>: +</p> +<ul> +<li>„DE OPGAANDE ZON” (1908), eerste druk enz.</li> +</ul><p> +</p> +</div> +</div> +</div> +<div class="group"> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure titlepage-imagewidth"><img src="images/titlepage.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="523" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<h1 class="mainTitle">VERZAMELDE<br> +TOONEELSPELEN</h1> +<div class="subTitle">EN<br> +OPSTELLEN-OVER-TOONEEL</div> +</div> +<div class="byline">DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS Jr.</span></div> +<div class="docTitle"> +<div class="volumeTitle">EERSTE DEEL.</div> +<div class="mainTitle">I. UITKOMST (1907).—II. VREEMDE JACHT (1907).</div> +</div> +<div class="docImprint">AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1909. +<br> +<i>Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens +de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).</i></div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb.v">[<a href="#pb.v">V</a>]</span></p> +<div id="voorwoord" class="div1 last-child preface"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#voorwoord.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">VOORWOORD.</h2> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first">De noodig geworden herdrukken van verschillende Spelen, en de „voorraad” nieuwe, deed +tot de uitgave in dezen vorm besluiten. +</p> +<p>Achtereenvolgens, niet in chronologische orde, zullen in deze Bundels tooneelstukken +en vroeger gepubliceerde opstellen-over-tooneel verschijnen, de laatste voornamelijk +om tegenover uitnemend-malle tijdsverschijnselen de meening van iemand te stellen, +die er van af zijne eerste kleine daad voor het Hollandsch tooneel op wees, dat het +gekakel der velerlei stuurlieden-aan-den-wal, die dagelijks, wekelijks, maandelijks, +met gezwollen strotjes en zelfgenoegzame gebaren, de wegen beduiden, die tot „verheffing +van het tooneel” moeten voeren—dat het gezwam dezer wijzen over „technische” tooneel-inrichting, +over de noodzakelijkheid van een „intiem tooneel”, over een „keurtroep”, over stuitende +„tendenz”, over.….… „nieuwe idealen”—en wat voorts het allegaartje van breede bepeinzing, +mode en snobisme pleegt te baren—dat het waanwijs en potsierlijk betoog dezer scribenten, +die in den grond op <span class="ex">arbeid</span> van anderen parasiteeren, in diepste mate belachelijk is. +</p> +<p>Of men zich in het eigen land of daarbuiten bevindt: overal domineert de wet, <span class="ex">dat kunst en kunstenaars afhankelijk zijn, dat eene op loondienst gebaseerde Gemeenschap +in directe wisselwerking slechts dàt <span class="pageNum" id="pb.vi">[<a href="#pb.vi">VI</a>]</span>klasse-vermaak op den duur duldt, hetwelk zich aan haar in levensbeschouwing onderwerpt</span>. +</p> +<p>Deze maatschappij met haar verwelkte idealen, haar gemis aan respect voor eigen verleden +zelfs, kàn geen ander plankenland hebben dan zij bezit. +</p> +<p>Iedere poging, buiten maatschappelijke werking om, moge eenige jaren bijzonderen schijn +wekken—zij is voor den ontleder van het verval een relletje. +</p> +<p>De waarachtige hervorming van het tooneel, waarlijk bijzaak naast zooveel gewichtiger +aangelegenheden, <span class="ex">heeft eene gezonde gelukkige, sterke Gemeenschap noodig</span>. +</p> +<p>„Zullen?”, vroeg ’k in 1899 („Tooneel en Maatschappij”): „zullen dan al de gewichtigen, +pedantjes en half-wetenden, die met kunst en nog eens met kunst sollen, nooit snappen, +dat dezelfde fataliteitswet eene kommerciëele maatschappij en haar verschijnselen +beheerscht?… Het verval van het tooneel is een camera-obscura-beeld van het verval +der maatschappij …” +</p> +<p>Het verval in Holland—het zij, bij het in gang zetten dezer Serie en tot besluit van +een Voorwoord, dat in na te komen Opstellen behoorlijk gedocumenteerden weerklank +vindt, opgemerkt—is niet zoo deerlijk als het verval in het buitenland. +</p> +<p>Gewend als wij tam-nuchtere, betweterige Hollanders zijn, om alles wat we in de meerendeels +duffe geledingen van ons openbaar leven opletten, met breeder geteem dan voor de beteekenis +der zaak passend is, aan de voornaam-geestelijke spelingen onzer ik-jes te toetsen, +willen we het dikwerf doen voorkomen, of wij in het zog van imponeerende buitenlandsche +zeekasteelen loeven. +</p> +<p>Dit is lak. +</p> +<p>We behoeven ons zelven niet ontuchtiger voor te stellen, dan de grove ontucht der +omstandigheden het bepaalt. +</p> +<p>In alle landen der nog tierig-ongecultiveerde wereld, zwiept de maatschappelijke verwording +tot bruuter, afstootender <span class="ex">schouwburg-industrie</span>, dan bij ons mógelijk is. +</p> +<p>Wie ruimer ziet en zijne <span class="corr" id="xd33e214" title="Bron: heroische">heroïsche</span> theater-inzichten, niet tot de paar goedige Hollandsche tooneelgezelschapjes besnoeit, +weet dat nergens het gekristalliseerd klassevermaak zoo schel bovendrijft als in de +groote kunst-centra van Europa. +</p> +<p>De heerschende klasse héérscht daar vet-lippig en met een gefatigeerden lach. +</p> +<p>De theaterkas-bijdragen van het „schellinkje” kunnen er gemist worden. +<span class="pageNum" id="pb.vii">[<a href="#pb.vii">VII</a>]</span></p> +<p>De heele bouw van den schouwburg is eene verteedering tegenover duur-betalenden—’n +lompe minachting tegenover het plebs, dat daar-boven nauwelijks zien kan en de kwalijke +lucht van benee gul-weg geschonken krijgt. +</p> +<p>In klein-burgerlijk Holland kan de theater-ondernemer den engelenbak finantieel niet +uitschakelen. Bij de lauwe schouwburgrecettes heeft ’t schellinkje een zwakke stem +in het kapittel. +</p> +<p>Dat is een voorrecht. +</p> +<p>Tot de ziekelijke decadentie van theater-luxe-doosjes (spot en hoon van alle gemeenschapskunst) +zullen wij nimmer geraken. +</p> +<p>Het intelligent, óók betalend schellinkje is in Hollandsche schouwburgen een „ballast”, +dien het buitenland met zijn volslagen met-handen-en-voeten-overgeleverd zijn aan +<span class="ex">duurdere</span> plaatsen niet kent. +</p> +<p>Mij dunkt dat de <span class="ex">herwonnen voeling</span> met een deel van het publiek, tegen gindsche techniek en gindsche monteering ruimschoots +opweegt. +</p> +<p>De toekomst met haar onafwendbare gebeurtenissen is aan de proletarische levensbeschouwing—aan +het proletariaat. +</p> +<p>De eerste kunst-stappen dier toekomst lijken voor de kleine, afgezonderde, niet door +de groot-industrie ook op dàt gebied dood-gemoorde landen weggelegd. +</p> +<p>Men kan zich in de onderstelling vergissen: het gezond verstand en de feiten stutten +het vermoeden naar alle zijden. +</p> +<p>Noch in Denemarken, noch in Zweden, noch in Holland (om drie voorbeelden van politiek +en economisch zwakke volkeren te geven) zal het vermaak zóó industrieel kunnen ontaarden +als in steden met wereldrumoer. +</p> +<p>Daarenboven hebben wij eene literatuur, rijper, rijker van basis, dan menig ander +land, eene literatuur die—op mannen met gemeenschapsbegrip wacht. +</p> +<p>Een volk naar zijn geestelijke zoekers schattend en niet naar zijn rampzalig geprots +met oorlogsmateriaal en weelde, hebben wij in het begin dezer eeuw het verlof te glimlachen. +</p> +<p>En het geblaas over het verval der kunsten <span class="ex">ten onzent</span>, het gekef der velen die van geen oorzaak en verband weten en hoera kermen bij het +gedobber van een giorno-lampje in een donkeren stormnacht, mogen we als ondoordacht +gedoe, gelijk iedere periode in onverschillig welken tijd, ’t te slikken kreeg, aanvaarden. +</p> +<p>De kunstzinnige hervorming van het tooneel kan <span class="ex">eerst na <span class="pageNum" id="pb.viii">[<a href="#pb.viii">VIII</a>]</span>het herstel eener waarlijke maatschappelijke orde</span>—door samenwerking der zusterkunsten, geschieden. +</p> +<p>Van de spelers is thans niet meer te eischen dan de dictator Theaterkas<a class="noteRef" id="xd33e256src" href="#xd33e256" title="Ga naar noot 1.">1</a> veroorlooft. +</p> +<p>Deze hard-werkende lieden over het inzakken van hun vak te beschimpen, hen met hautaine +woorden (op puur vermoeden van hoe u ’t achter uw inktpot zou willen hebben—u, hum!) +de les te lezen, is ook daarom in verhouding tot het wurmend gerepeteer, het reizen, +trekken en spelen dier menschen, zoo dom, laf en tergend-quasi, omdat er slechts een +paar in Holland zijn, in staat een vakkundigen raad te geven. +</p> +<p>En die paar zwijgen. +</p> +<p>In tijden van infectie pijnigt en geeselt men liever geen geïnfecteerden—men tracht +de infectie te verwijderen, infectie die op tooneelgebied in bijkomende mate in de +schouwburgen zelf woekert. +</p> +<hr class="tb"><p> +</p> +<p>En de tooneelstukken? +</p> +<p>Wel, vrienden—we weten hoe laat het is.… +</p> +<p>Hoe sterk het verval zich ook hierin openbaart: het geblinddoekt ideaal, het ideaaltje +dat in het verleden blijft scharrelen en het Komende niet zien wil—het ideaal dat +met lodderende oogjens ’n fopspeen belurkt en zich als nieuw-verniste pagode bij het +ongevaarlijk klasse-vermaak voegt—dat ideaal met ’n horrelvoet en ’n waterhoofd, vooral +bang en pretentieus tegenover het eenig Ideaal-van-klassieke-vormen dat „in ’t Oosten +daagt”—dat ideaal kan bezwaarlijk thàns nog in de tent der getuigenis worden toegelaten. +<span class="pageNum" id="pb.ix">[<a href="#pb.ix">IX</a>]</span></p> +<p>Voor ons, socialisten en „materialisten”, zij het een genot in een worstelenden overgangstijd +tot ontwaking van derden bij te dragen. +</p> +<p>Voor ons is deze periode van frissche ontroeringen—heeft éénige generatie zooveel +meegemaakt?—eene in schoonheid groeiende <span class="ex">werkelijkheid</span>, waarvan elk nieuw gerucht de wilskracht versterkt. +</p> +<p>Heeft de geestelijke arbeider meerder fossiel recht te „blijven leven” dan ontelbare +andere arbeiders, die zich over de heele wereld voor nobele gemeenschapsbelangen offeren? +</p> +<p>Is het al niet eene vreugde een klein dienaar der samenleving te zijn—reiken we mekaar +niet van geslacht op geslacht de hand? +</p> +<p>Is het geloof in de toekomst, waartoe men meê heeft <span class="ex">getracht</span>, niet overvoldoende om blijmoedig voort te gaan? +</p> +<hr class="tb"><p> +</p> +<p>Al zou al je geschrevene tot verdorrend loof behooren—haha, wat deert het! Je hebt +je tijd zoo kostelijk, zoo heerlijk-willend meegeleefd, zoo diep-hartstochtelijk, +zoo met gebalde vuisten, zoo begaan, zoo in-afwachting, zoo met den teederen lach +van genegenheid, dat je menschelijk-tevreden kan zijn.… +</p> +<p class="signed">HEIJERMANS. +</p> +<p class="dateline"><span class="ex">Berlijn</span>, Augustus 1909. +<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p> +</div> +<div class="footnotes"> +<hr class="fnsep"> +<div class="footnote-body"> +<div class="fndiv" id="xd33e256"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e256src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> „Wie er, zooals gebruikelijk is, ’n directeur op nawijst, dat hij op recettes tukt +en „de belangen der kunst verwaarloost”, maakt den voozen indruk een verfijnd kunstkenner +te zijn, terwijl-ie in waarheid den kiezentrekkenden charlatan de concurrentie aandoet +die op ’n boerenkermis, bij ’t gebulk van lachende kinkels en tierende meiden, de +breedbekkige verzekering schort, dat de in haar wortels geknapte, door bloed-gulp +bestoven tand, ’r pijnloos uitscheurde. Het wreed, door niets gemotiveerd geraas, +dat den hollandschen theaterkoopman van verschillende kunst-dandy’s—wier visie van +kunst en maatschappij den Droomleven-zelfkant verschalkt—bespringt, is volkomen ongeoorloofd. +De Theaterkas is dictator. Alleen zij. Er is bijna geen andere tak van kunst aan te +wijzen, waar het dàdelijk-nijpend verband tot de bestaansvoorwaarden zich zóózeer +openbaart, als bij ’t dobberend geworstel van een theater-ondernemer, die aan de eene +zij slaaf is van den betalenden publieken smaak, aan de andere door ieder onwijs kunst-potentaatje +geringeloord en à contant benadeeld wordt. De gezondste les voor de meeste dier heeren, +die te over meestal vader van het een of ander dramatisch product zijn, dat geen plankenland +kan beademen, ware ’n maand administratieve bezigheid in ’n theaterbureau”.… +</p> +<p class="footnote cont xd33e258">„Aanteekeningen over Tooneel”, <i>XXste Eeuw, Januari 1906</i>. <a class="fnarrow" href="#xd33e256src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div class="group"> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">UITKOMST. +<span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure tp.1width"><img src="images/titlepage2.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="541" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<div class="mainTitle">UITKOMST.</div> +<div class="subTitle">SPEL-VAN-DROOM-EN-LEVEN</div> +</div> +<div class="byline">IN TWEE AFDEELINGEN<br> +DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS <span class="sc">Jr.</span></span></div> +<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881 +(Staatsblad No. 124).</div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span></p> +<div id="personae1.1" class="div1 last-child titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first">Voor de eerste maal <span class="ex">opgevoerd</span> en <span class="ex">uitgefloten</span> te Amsterdam, op 2 November 1907. +</p> +<ul class="castlist"> +<li class="casthead"> +<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4> +</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Thijs Banes</span></span>, een kruier.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Bet</span></span>, zijn vrouw.</li> +<li class="castlist"> +<table class="castGroupTable"> +<tr> +<td><span class="role"><span class="sc">Jacob</span></span>, scharenslijper,</td> +<td rowspan="3" class="castGroupBrace"><img src="images/rbrace3.png" alt="}" width="12" height="60"></td> +<td rowspan="3"><span>zijn kinderen.</span></td> +</tr> +<tr> +<td><span class="role"><span class="sc">Sien</span></span>, fabrieksmeid,</td> +</tr> +<tr> +<td><span class="role"><span class="sc">Jan</span></span>,</td> +</tr> +</table> +</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Dokter.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Kapelaan.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rijksveldwachter.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Lammersen</span></span>, waschbaas.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Aaltje</span></span>, zijn vrouw.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Bakker.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Schoenlapper.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Bonnet</span></span>, bovenbuurman.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Riesje</span></span>, zijn dochtertje.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Zwaan.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Meneer-van-de-Bank.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Schele.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een menigte.</span></span> (1<sup>ste</sup>, 2<sup>de</sup>, 3<sup>de</sup>, 4<sup>de</sup>, 5<sup>de</sup> stem).</li> +</ul> +<p class="center"><i>Het Spel geschiedt te Amsterdam.</i> +<span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="body"> +<div id="u1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">EERSTE AFDEELING.</h2> +<p class="stage">(Het tooneel ver-beeldt het pothuis van een kruier, laag van verdieping, met een vervelooze +binten-laag. In den haveloozen, gecementeerden achtermuur bevindt zich een langwerpig +tuimelraam met vale gordijnen. In den hoek<span class="corr" id="xd33e449" title="Bron: ’">,</span> rechts van achterwand en zijwand, een ombuigende trap met onderdeurtje, tot de straat +toegang gevend. Tegen die trap aan, langs de rechterzijwand, twee bedsteden. Onder +het tuimelraam een ijzeren ledikant. In den linker-hoek van achterwand en zijwand +lijnen waaraan de wasch te drogen hangt: heel voor een slap gespannen beddelaken. +De linkerwand, met een verschoten behang, toont naden van gespleten planken. In het +derde plan van die wand de afvoer voor de gebarsten potkachel. Daarnaast, tweede plan, +een ladenkastje met heiligebeeldjes. Tegen het beschot, éérste plan, een lompe tafel, +waarboven een flauw-brandende petroleumlamp. Meer naar de zijde der bedsteden een +kleinere withouten tafel, die voor werkbank dienst doet en door een eind kaars in +een flesch belicht wordt. Aan de bovenbinten hangen eenige kleinere takels. Late Februari-middag. +Zwakke schemer door de gordijnen van het tuimelraam).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="u1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Jacob, Sien</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>door het tuimelraam een hijschtouw vierend, dat Jacob langzaam bost</i>).</span> Meer van ’t bed van de jongen afhoue—al de smurrie valt op de deken …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Droog zand. Vooruit maar! <span class="stage">(<i>bost een poos voort</i>).</span> Verroest, komt ’r geen end an?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>wiens voeten en broekspijpen alleen zichtbaar zijn</i>).</span> Zee je wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of d’r gedorie geen end an komt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Zal maar ja zegge—anders krijg je ’t wéer op je heupe—’k versta geen woord …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel ’n kous stoppend, schel</i>:)</span> Of ’r geen end an komt, vader, vraagt-ie!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of-ie ’t zoo niet gehoord het!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de knieën, het hoofd door ’t raam stekend</i>).</span> Wat smoes jij toch? Denk je da’k luistere ken met die herrie op straat?… <span class="stage">(<i>tot Sien verwonderd</i>).</span> Jìj hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Nee—’n ander!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Werkt de febriek niet vedaag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> De febriek jà—wìj niet, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot Thijs</i>).</span> Blijf nou niet op de lijn legge, vader!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>opstaand, grommend</i>).</span> ’t Is ’n merakel, ’n gedonder van de andere wereld … Daar komt de takel! Pak an.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Ken ’r niet bij. Wacht! <span class="stage">(<i>stapt op ’t bed</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mot je met je vuile poote op de deken stappe! Is d’r geen trap?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je geeft ’m ommers hier an—en dan zàl d’r ’n deuk in weze—dan zàl-ie minder glad in +z’n nest legge—ik leg wel vier maande voor hem op de grond, goddoome … <span class="stage">(<i>springt van het bed, smijt touw en takel in den hoek bij de trap</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Toe maar! Mot de takel stuk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> En waarom ben jij niet na de febriek?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Waarom?… Omdat we …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Omdat we!… Omdat we!… Is ’t alweer mis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> As je ’t zoo wéét—wat vraag-ie dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ik waarschouw je às d’r wat gebeurd is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>onverschillig</i>).</span> Hoor! De paar cente die ’k verdien—<span class="stage">(<i>even oplevend</i>)</span> wié het ’r in de laaste tijd alleen ingebracht?—worde me met ’n snauw afgenome! En +as me met z’n alle ’n middag vrij neme om de koningin te zien rijje, krijg je ’t op +je brood of je van de straat opgeraapt ben! Me zorg, hoor! Tot ’t me de keel uithangt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Bè-je met z’n àlle vortgebleve …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat zeg ’k toch …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Zonder te vrage …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Laat-ie ’r wat tege doen!..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>opvliegend</i>).</span> Wat is d’r goeie? Mot ìk spelbreker <span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span>zijn, as d’r tweehonderd gelijk de koningin wille zien …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie! <span class="stage">(<i>gaat bij Jacob aan ’t werktafeltje zitten</i>)</span>… ’t Is goeie—maar de weerlicht zal je hale, as d’r mot van komt … De koningin zien +rijje—de koningin zien rijje—As ze je niet an de dijk zette, houe ze ’n dag loon in! +<span class="stage">(<i>wrokkig</i>)</span>… of we daarmee kenne smijte …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Of ik ’t helpe ken, dat niemand anders verdient! Laat me niet alleen sappele!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Alles vreet ’r van mee …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>dreigend-van-stem</i>).</span> Ik zeg dat ’t goeie is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>Jacob bedoelend</i>).</span> Toe hij de kast in most, het-ie niet zooveel motte hoore as ik—om ’t minste geringste …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Is ’t gedaan? Toe hij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Geef ’r geen asem …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de gestopte kous aantrekkend, den voet op den matten stoel</i>).</span> Nou mot diè ’n duit in ’t zakkie doen <span class="stage">(<i>nijdiger</i>).</span> Geef ’r geen asem … Da’s ook ’t eenige wat ’r te geven valt <span class="stage">(<i>bij den buurman opjoeling van vrouwen-gelach</i>)</span>… Die lache teminste … Die hebbe lol in d’r leven … Hier knies je je dood … Niet één +van de meide op de febriek het zoo’n zuur bestaan … <span class="stage">(<i>de potkachel porrend</i>).</span> Ken mijn ’t schele!..</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Lammersen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span> Hahaha! Hahaha! ’k Lach me ’n kriek, hahaha! Heb-ie de meide gehoord? Hahaha! <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>)</span>… Slaapt de jongen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee. Nee, kijk maar niet—leit ’r niet in—is met z’n moeder uit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>de trap af strompelend</i>).</span> Uit?… Uit?… Is-ie zoo’n end op streek?… Verrek die beroerde trap … As ’k me daar +niet grijp, leg ’k op me achterwerk, hahaha!… Werachtig de dolle rakker het ’m gesmeerd!… +Loopt-ie op krukke?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee—z’n moeder rijdt ’m in ’n wagen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Mocht dat voor de meester? <span class="stage">(<i>Thijs knikt</i>)</span>… Dan haalt-ie ’t ’r bovenop, Thijs, dat zeg ìk jou.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>het hoofd schuddend</i>).</span> Voor Jan groeit geen kruid meer—néé … <span class="stage">(<i>er wordt tegen de linkerwand gebonsd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>schaterlachend</i>).</span> Hahaha! Hoor je ’r tekeergaan? <span class="stage">(<i>tegen het beschot pratend</i>)</span> Hou je gemak maar, schele! Nou heb ik de tijd, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Zit ’r een opgesloten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, hahaha! De schele! In ’t kolenhok, hahaha! Alles mot ze me vrouw overklappe, hahaha!—as +’k ’n bak met de meide opzet—<span class="stage">(<i>nieuw gebons</i>)</span>—<span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>ga maar op de turve zitte, hahaha!—nou heb ’k de sleutel in me zàk, hahaha!—Hoe is-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Wou dat je mijn zorg had …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wat ben jij gul! Schiet ’r niks anders op over?… Vanmorrege hebbe de meide en ik ons +’n dubbele breuk gelache … Me hadde meeningsverschil—me vrouw en ik—over de duvel +mag wete wat!—enne toe liep zij as ’n spin zoo nijdig de keuken in … „’k Ga eiere +koke, kles maar toe!” zee ze. „Goed”, zee ik: „maar kook ze hàrd—dan hebbe me vijf +menute rust!”… Hahaha! Hoe was-ie?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> ’k Ken merke da-je vrouw niet thuis is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> An me humeur?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat de meide zoo tekeergaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>terwijl boven ’n winkelschel overgaat</i>).</span> De segarewinkel boven het ’n schel om te waarschouwe as ’r onraad is—ik vier, en +de schele is vijf, meide, die lache en d’r bek niet kenne houe tòt ze onraad hoore, +hahaha! Zóo as ’t hiernaast muisstil wordt, weet ik hoe laat ’t is! Ja, ja—as een +van ons tweeën ’n oog dicht komt te doen—ga ìk met Toos, die de meidemutse opmaakt, +trouwe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan zou ze je eerst motte—met je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.…</span> Sjeneer je niet … je manke poot, hahaha!… Denk jij da-ze op ’t stadhuis geen boterbriefie +geve, zoolang je je twee voorvingers nog opsteke ken? Na je voete kijke ze niet, hahaha!—As +<span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>je zoo’n buregerucht maakt, schele, zet ’k je op water en brood!—Da’s ’n sallemander—d’r +eigen moeder zou ze verraje—én d’r eigen jongen—às ze d’r een met geld toe krijge +kon!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jonges, jonges—zoo leelijk kè-je niet weze of an elleke vinger tien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Jij! Ja, jij! Jij an elke vinger ’n devisie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hoeveel benne dat ’r?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Devisie op oorlogssterkte da’s.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, vrouw Lammersen.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>bukkend bij ’t tuimelraam</i>).</span> Is ’t je in je kop geslage, om een van de meide in ’t kolenhok op te sluite!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Bliksems, ’k heb de stilte niet gehoord …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Toe, de sleutel, halve gare! Of d’r niet genoeg gedagdiefd wordt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>mikkend</i>).</span> Daar komt-ie, patroon!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat mot je nou nog is uithale, halve gare—’n kind van ’n jaar doet wijzer! As je maar +vortmaakt, verstaan! Je mot na de Prinsengracht! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Jacob, Sien, Lammersen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Nee—nou is de lust ’r ’n beetje uit, om te zegge hoeveel d’r in ’n devisie op oorlogsterkte +gaan, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> An jou ken ’k nóóit merke, of je ’m om heb of niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Da’s ’t voordeelige van ’n manke poot, hahaha! Ik schommel toejoer! Man, as je wist +hoe goed láche is, da-je ’r de trane van in je ooge krijgt! Ik heb meer gehuild as +juillie bij mekaar—van de bakke die ’k uitgehaald heb en van de beste moppe die ze +me vertelde …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> De een dit, de ander dat—ik ben vedaag in ’n bui om me eeuwig te ergere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Om je eeuwig te ergere? As je niet getrouwd was—met ’n best wijf, da’s verdomd waar!—zou +’k zegge: haal je wat an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nou! Nou! Je vrouw is in de grond ’n redelijk mensch.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, <i>in</i> de grond, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Dat lacht—dat het schik in z’n leven—bij God as ’k ’r dát van snap.… Ik heb me in +geen jare en jare zoo oud gevoeld as de laaste twee maande. Alles ineens bij mekaar—<span class="stage">(<i>op Jacob wijzend</i>)</span>—dat met hém—schei d’r nou uit, <span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span>jongen: je bederft je ooge bij die kaars!—dat met de wilde duvel van ’n Jan, die nooit +meer ’n poot zal kenne verzette as-ie ’t ophaalt—dat met haar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>vinnig</i>).</span> Wat met mijn! Wat nou met mijn!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>grommend</i>).</span> Niks met jou dan—niks—niks met de dienst op de Gracht die je uit most.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’n Dienst, ’n dienst—niet te vrete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Dan toch meer as hier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Niet te vrete—en ’n loon, ’n loon—dankie hoor!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Met weinig mot je overal beginne—as je geen begin maakt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.…</span> Nou zou ik …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie—hou je mond! Ik ben bezig … Vecht ’r tegen—nou is ze op de febriek—en +as ’r moeder ’r niet af en toe lam slaat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jewel! Jewel … To-’k ’t verdij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.…</span> Zou ze de jonges de woning in slépe …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.…</span> Dat lieg-ie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>dreigend</i>).</span> Is ’t gedaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Laat ’m dan niet liege.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Is ’t gedaan?…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Lach jij daarbij!… Ik heb me vreugde opgekend. Bij de bakker, ho-maar. Bij de groenteman +voor aarpels ho-maar. Me gróóte takels staan in de lommerd—as ’t met Mei in de verhuizinge +loopt zit ’k ’r zonder. Sture ze je zoo’n baldadig kind met ’n kapotte ruggestreng +thuis, dan sloof je je de eerste weke uit, om ’m op te kikkere, om ’m wat mee te brenge—maar +na vier, vijf maande ellende, zonder ’n karwei van belang, zonder haast ’n brief of +’n boodschap—wordt ’t ’n kruis—begin je te verlange.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ho! Ho! Nièt uitspreke—daar zou je later spijt van hebbe … In ’t Gasthuis ha-je toch +vrije behandeling …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar wou z’n moeder niet an—die wou ’m in d’r éige arme late sterve—toe we dachte +dat ’t ièder oogeblik gebeure kon … Vijf maande—vijf—de tweede October stong de brankaar +voor de deur—vedaag houe we an de zevetiende Febrewari—vijf maande krom legge van +zorg—stukkies vleesch en eiere voor versterking—en <span class="stage">(<i>Jacob bedoelend</i>)</span> hij op de grond om in de bedstee ruimte te make—en schuld, schuld overal … En dat +om ’n onnoozele vlieger van twee cente, die zoo’n wilde rakker uit ’n boom wil hale. +Denk ’r is na—om ’n vlieger van twee cente—en nog niet eens van z’n eigen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, ’n ongeluk leit in ’n klein hoekie—en nou geloofde wij nog da-je de laatste dage +’n bonk duite met je brug na ’t ijs verdiend had.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’n Bonk!… Negen en tachentig kopere cente in twee dage … Gister ’n plasregen—straks +is d’r ’n schuit doorgetrokke … ’k Ben me heele leven met alles te laat geweest …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Net as ik—de eenige keer da’k te vróég was—was voor ’t stadhuis, hahaha! Kerel laat +je kop niet hange!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jij het makkelijk klesse—jij laat je vrouw en de meide ’t werk doen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.…</span> Ik trek de rente van me poot, hahaha! Reken is an wat ’n boffer: as me poot niet tusschen +de mechien bekneld was geraakt en de krant me geen vijfhonderd guldes uit had gekeerd, +zou ’k me patroon niet in d’r wasch- en strijkinrichting hebbe kenne koope … Voor +twéé voete ha-’k duizend guldes gekrege—duizend, hahaha!—ha-’k nòg ’n zaak kenne overneme—’n +bankierszaak, as an de overzij, hahaha!—kamerde ’k ’n juffrouw as de notaris-van-de-hoek; +hahaha … Toe-’k uit ’t Gasthuis kwam, ha-’k de keus tusschen ’n waschinrichting—ansjeen +mesjon weduwe Knolleboer—en ’n vlooie-theater—maar dáar most ’k niks van hebbe—want +zóo as me d’r binne kwamme sprong de eerste artist op me over, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>schaterend</i>).</span> Jessis, waar haalt-ie ’t vedaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Verdomd—met zoo’n saltemurtale!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hahaha, gekke vent!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hahaha … Die ha-je onder ’n stolpie motte beware …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zoo mag ’k juillie zien, hahaha! Da’s al-z’n-leven de eerste maal dat hij lacht na +z’n luchtkuur in de nor …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Daar hap je nog al lucht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Toe Aal ’t zoo op d’r longe te pakke had, dat ze d’r verstand haast uithoestte, zee +de dokter: as d’r niet gauw warmte komt, mot ze àndere lucht hebbe. Goed, dokter, +zee ik: as de <span class="ex">lucht</span> van zeep en loog niet voor d’r deugt, zalle me ’n káásnerinkie beginne—je had z’n +gezicht motte zien, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hahaha! Schei uit! ’k Krijg d’r pijn van in me zij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Wat ’n malle duvel … Hahaha!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Bet en Jan.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Help-ie effe, Jacob?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wil ìk ’n handje?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jij? Nee, hoor—daar komme ongelukke van op de trap <span class="stage">(<i>tot Jacob, die de onderdeur openstoot</i>).</span> Zal je zachies, jongen? Nee, niet zoo wild! Anders doe je ’m zeer. Laat ik je nou …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Doe jij ’t of doe ik ’t?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg je arme om z’n hals, Jan—zoetjes an—pas op de leuning …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>op de trap pratend, druk van genot</i>).</span> Hè! Die was fijn, hoor, vader! Me hebbe de koningin gezien met viér knolle d’r voor … +Au! Au! <span class="stage">(<i>huilerig</i>).</span> Jij douwt zoo verroest!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i><span class="corr" id="xd33e1104" title="Bron: .)">).</span></span> Kijk uit, Jacob …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hou dan je kop toe tot je in bed leit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee—niet daalijk in bed …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nou niet je eigeste zin, Jan—je het leut genoeg gehad, watte? <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> Nee, effe nog ophoue … ’t Kussen leit in de wagen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>toeschietend</i><span class="corr" id="xd33e1129" title="Bron: .)">).</span></span> Blijf maar—daar komt ’t!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>moeilijk vangend</i>).</span> Maak ’r nou geen lolletje van … Kè-je ’t niet in me hande geve!… Strijk ’m Jacob. +Zoo. Zit je goed? <span class="stage">(<i>z’n wangen streelend</i>).</span> God-nog-an-toe kind wat benne je koone heet. En mijn hande benne haast klompies ijs +van ’t douwe … Dag Lammersen. ’k Dacht ’t wel buiten toe ’k ’t lache hoorde … Laat +mijn ook maar is lache <span class="stage">(<i>verbaasd tot Sien</i>).</span> Ben ik zoo laat of ben jij zoo vroeg? Hoe ken ’t da-je al thuis ben?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Kolder in de kop om de koningin te zien—al de meide van de febriek vortgebleve …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Vortgebleve … Zonder de dirrekteur te vrage?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Wat zou ’t as me ’t met z’n alle …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je dagloon? <span class="stage">(<i>dreigend</i><span class="corr" id="xd33e1166" title="Bron: .)">).</span></span> En je dagloon?… Zou je zoo’n dier niet … Vooruit ga de wagen bij <span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span>Nelisse werom brenge, vooruit of … <span class="stage">(<i>heft de hand op</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Ga toch al …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moeder—me lintje leit ’r nog in …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat voor lintje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me oranjestrikkie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>aan de trap</i>).</span> Geef eerst z’n strikkie—lammenadige meid! Vortblijve! <span class="stage">(<i>tot Thijs</i>)</span> Hei-jij daar niks van gezeid?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Ken net zoo goed blaffe—doe ’r wat tegen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> <span class="stage">(<i>het strikje vangend en het Jan op z’n kiel stekend</i>).</span> Daar—jij je strikkie … As die op de febriek gedaan krijgt—God-nog-an-toe, dan vraag +ik jou!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wou je ’n meid van achttien in ’n vloek en ’n zucht verstandig hebbe? Laat ze maar +eerst trouwe—dan wordt ze vroeg genoeg, vroeg zat, wijs.… En hij ken toch niet al +de meide gelijk na huis sture.… Van wie hei-je je strik, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Van de sigare-winkel, boven—’n pakkie van vijftig het-ie ’r voor losgemaakt—en strak +krijge me blomme, waar moeder? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wat motte me met blomme?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Over van d’r kopere feest. Hij zou d’r door Riessie late anreike.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hei jìj de koningin gezien, Jacob?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>grommend, weer aan ’t werk</i>).</span> Nee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Of rooie Jacob de koningin is weze zien, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wij fijn hé, moeder?… Tweemaal!… Bij ’t Museum eens—en bij de Schans nog is, waar +moeder?… En ’n bakkies ’r achter, vader—’n bakkies met zoo dik de epaulette van goud—enne +’n smerisse op hengste—enne slaan as die eene knol dee!… De vlag van de sigare-winkel +zit an de takke van de boome vast, vader … As ’k beter wor—bijtijds watte?—ken ìk +’m los make, hé?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Om weer na beneje te blikseme, aap—en nog is je rug te breke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>luidruchtig</i>).</span> Hù! Hù!… As d’r geen smeris op me hiele zit, klim ik zoo hoog as de afleijer op de +toren <span class="stage">(<i>uit de kom drinkend die Bet ’m voorhoudt</i>).</span> Da’s lekker, hoor! ’k Heb ’n dorst of ’k haringkoppe gevrete heb. Nog ’n scheut, +moeder!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee. Zoo’n boel is niet goed—kind, wat zweet je of je gehold heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geef nou nog wat! ’t Kost ommers niks!… Een met ’n steek van goud op het me gedag +gezeid, vader … Die dee zoo.… En de voorste mensche gonge nog opzij, vader. Ze zeeje +allemaal: laat die jonge met z’n lamme beene nou kijke.… As juillie maar geen lamme +beene krijgt zee ik—dankie moeder <span class="stage">(<i>drinkt gulzig de tweede kom, die Bet ’m <span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span>voorhoudt, terwijl voortpratend</i>)</span>… Enne ’n <span class="corr" id="xd33e1279" title="Bron: kere">kerel</span> met zoo’n dikke buik hè-’k telkes an z’n jas getrokke of ’n ander ’t dee—’n nek had-ie +as ’n speenvarreke, hèhèhè!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nou stop ’k je kussen wat in—en dan wees je niet zoo druk—je leit anders weer de heele +nacht wakker …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En me benne in ’t Vondelpark geweest, zeg <span class="stage">(<i>het laatste tot Sien, die weer de trap af komt</i><span class="corr" id="xd33e1292" title="Bron: .)">).</span></span> De zwane hadde zoo’n kleine plas om in te baje—de rest lee nog toe … Met z’n tweëe +liepe ze tot an de wagen—enne ’n honger as ze hadde! De korste brood vratte ze zoo +uit je poot. Wedde da-jij ze niet uit je poot durft late vrete! Heb-ie die hond gezien, +moeder, die de mannetjeszwaan in z’n lurve wou neme?… Dan maakt-ie met z’n vlerke +zoo’n bereddering da-je je ooge mot dichtknijpe van de wind.… As ik ’n zwaan was, +zou ’k die krenge van honde ’n tik voor d’r bek geve da-ze d’r scheel van zagge!… +Wat leit ’r ’n zand op me deken. Toe maar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gelijk het-ie.… Hoe komt ’r nou zànd?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Me hebbe de lijn van de brug door ’t raam gevierd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>het zand wegslaand</i>).</span> Of ’t niet langs de trap had gekend! <span class="stage">(<i>grommend</i>)</span> Werachentig, zóo as ’k van huìs ben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> Wat zee ’k?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan mot je ’t maar erges anders neerzette.… Je ken je níet roere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>nijdiger</i>).</span> Staat ’t jóú ín de weg?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>bot</i>).</span> ’t Staat mijn in de weg—ìk leg as ’n hond.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met bedoeling</i>).</span> Mijn staat zoo’n bóél in de weg—zoo’n bèrg waar ’k me mond over hou.… Je het wel +erger gelege—as hiér op de grond.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>).</span> Begint ’t gemier weer?—’k Hèb beroerder gelege—zés maande—smijt ’t me voor me voete +as je d’r lol in het.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Lammersen</i>).</span> Da’s nou ’n man van bij de vier en twintig, die ’n ziek schaap nog geen liggíng gunt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dat doe ’k wel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat doe je níet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftiger</i>).</span> Dat doe ’k wèl.… Maar as je ’m na ’t Gasthuis had late brenge—as de dokter zee—en +niet zoo’n kop had getoond van af October, zou alles anders zijn geloope—<span class="stage">(<i>tot Lammersen</i>)</span> je ken me geloove: ’k heb verdomd remathiek in me poote van ’t legge op de grond—’k +ken de messe haast niet tege de slijpsteen houe.… Da’s me klacht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>koffie die ze terwijl gezet heeft in de kommen schenkend</i>).</span> Kruip dan in de bedstee, neetoor en <span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span>jammer zoo niet—mijn me zorreg om op de grond te slape.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> En mijn ook. Ik heb in geen weke ’n oog toe gedaan. Zoo as ’k leg, mot ’k prakkezeere—nee +ik geen koffie—dan zie ’k heelemaal geen kans …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>slurpend</i>)</span>… Voor wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> As ’k koffie drink ken ’k geen seconde slape …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha!—Da’s bij mijn ’t omgekeerde—as ik slaap ken ’k geen koffie drinke, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Daarin ben jij de eenige niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat zit nog! Aal—merk je hoe stil de muize hiernaast benne nou de poes op de loer +leit?—Aal ken van alles as ze slaapt—tege mijn gaat ze hardop tekeer in d’r dróóme, +hahaha!—en ik zelf pruim van gewoonte de heele nacht door … Mot je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>uit de toegestoken doos ’n pruim nemend</i>).</span> Dankie <span class="stage">(<i>hamert een nagel in ’n schaar</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Laat-ie ophoue, moeder—’t dreunt zoo door me harsens.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Of-ie niet ken ophoue, Jacob?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Ken ze toch niet zoo aflevere! Stop je vingers in je oore, jò—drie tikke en ze +benne d’r … Hou is vast, vader.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>Jan de kom aan de lippen zettend</i>).</span> Zoo hoor je niks—zuinige slokkies—niet zooveel gelijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Da’s de pest voor ’m.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ach kom—enkel de bojem met sachelien—zuig maar op ’t brokkie, Jan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>naar de zij van het raam roepend</i>).</span> Dag mottige!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Tege wie hei-je ’t, jò?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Tege de lantaarn-opsteker … Kijk maar: een, twee, drie, hup—enne ’t lichie brandt—Da’s +zoo’n kreng! As je ’m met ’n urret in z’n nek blaast, laat-ie z’n lantares in de steek +om je na te zette … Da-was ’n keet, hoor!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ja—en ’n keet was ’t ook—’k zou d’r maar niet zoo groos op gaan!—da’k je van ’t pelisiebero +heb motte afhale voor ’n verbaal voor de ingesmete spiegelruit … ’t Is zóó’n duvel +geweest, Lammersen, dat ’r geen dag zonder de een of andere schooierstreek voorbijging—en +as-die ’t nou nòg flikke kon, ha-je nog last met ’m.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! Hù!… Nou doene ze me lekker niks met d’r verbaal … Ze benne ’t lang vergete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jou doene ze niks, nee—mijn dubbel as ’t voor ’t Gerecht komt—daar snapt-ie nou niks +van, zoo’n kind!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan mo-je me maar ’n paar weke late bromme, vader … Wat zè-jij, Jacob?… Ken ik ’t +hellepe <span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span>as-die door ’n ruit keilt! En d’r wàs al ’n barst in.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ja, ja—’t is goeie.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Riesje Bonnet</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span>—Vollek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Vollek, vader!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>bij de trap</i>).</span>—Wie daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Kompelement van pa of je effen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Kom d’r in, kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Nee, juffrouw—pa wacht ’r op—of je effen twee kissies sigare weg wil brenge met de +quitantie d’r bij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Trek me jas an en ’k veschijn!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En me blomme, Riesie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Daar mag-ie niet om vràge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ze nou toch beloofd benne!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> We vergete ’t niet, Jan! Je krijgt ’r ’n heele zooi.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Help-ie ’t dan nog is onthoue?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Beloof ’t, hoor! Dàààg! <span class="stage">(<i>af met Thijs</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jacob, Sien, Jan, Lammersen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat ’n meid voor amper twaalef!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Maar witjes—zulleke binnevetters motte d’r nog gebore worde. Ze leve van wind om te +potte! As vader zich nou wèl in ’t zweet loopt, ken-ie drie-, viermaal voor z’n kruierscente +werom komme.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Motte die ook weer over de hekel? Het-ie niet twee keer ’n flesch wijn gezonde om +te versterke?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Die jij en vader uitgedronke hebbe, hahaha! Wij mochte d’r na kijke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mocht hij voor de dokter, taddik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Is hìj ’r dan door angesterkt!… Laat-ie liever op tijd betale.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ver zel je met zoo’n giftige tong komme! Werachentig ’t is waar, buurman—me hebbe +beste mensche an ze. Toe ze d’r kopere bruiloft vierde—eergistere—het Jan ’n borretje +soep gekrege, met vleeschballetjes ’r in—waar Jan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Fijn hoor! ’k Hè-d’r de heele nacht van wakker gelege! ’t Vet zwom d’r op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Enne toe nog is ’n reep taart in de avond—waar, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>klukkend van genot</i>).</span> Met zullekke ende sekade! ’k Wou dat-ze morrege weer twaalef jaar getrouwd ware!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dan kom ìk met me eene poot an de beurt, Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat kè-je an je hart voele! Hù! Jij krijgt ’n pakkie pruimtabak! Voor jou bakke ze +geen taartemik! Hèhèhè!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Je ken niet wete, rakker, wat ’r voor mijn in ’t vet leit. Afkloppe! Afkloppe! D’r +leit wat anders as tulband in ’t vet.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Aaltje</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>opgewonden de trap af haastend</i>).</span> Jewel! Jewel! Docht ’k ’t niet! Hé-’k niet gezeid da-je na de Prinsegracht mot! Wij +sappele ons dood—en hij: ’n boodschap is ’m nog te veel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Voor jóú is me niks te veel, patroon! As je van kastanjes geen last van je galsteene +kreeg, haalde ’k de kastanjes van de hééle wereld voor jóú uit ’t vuur.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’k Ken jouw vuur misse.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Waschvrouw zònder vuur, da’s ’n bakker zonder deeg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> De schele in ’t kolehok opsluite! Ze moste jóú opsluite, maar erges anders.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Die hé-’k pas voor d’r jaardag ’n half dozijn frontjes-voor-<span class="ex">mezelf</span> kedo gegeve!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Voor jezellef? Daar hè-jìj veel an gehad, Aal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Nou? As je te lui ben, zeg ’t dan maar ineene! Z’n verstandskieze mot-ie nog krijge!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha, as d’r geen lood in zat was ’k ze al voor ’n eeuw kwijt! Welk nommer van de +Prinsegracht is ’t patroon?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Dat zei je wel hoore! Me zelle voor jou ’n ottemebiel neme.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Ottemebiel voor de schoone waschies met ’n sjefeur—ga jij mee rondbrenge, Sien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Derek! En rij je mijn dan morrege na de febriek, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hoeveel paardekracht krijge me, patroon?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’n Ezel die páárdekracht mot!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Daar zeg ’k niks op. Da’s de kurk op de flesch. Dag Bet—dag jongen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ga je strakkies nog wat op de harmonica spele, buurman?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hoor jij dat zoo graag—nou as me vrouw ’t wil, speel ’k ’n moppie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag-die, juffrouw, as-die van de Prinsegracht werom is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>korzelig</i>).</span> Of-ie wàt?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Of buurman op de harmonica mag spele as-ie klaar met z’n boodschap is?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Dan mot je toch ommers ’n paar uur wachte, kind—eer-ie uit de kroeg komt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’k Zal d’r niet een, pakke, Jan—enkel om jou te pleziere—ík op de harmonica en me +vrouw op d’r poot—daar ken je van smulle! <span class="stage">(<i>op de trap</i>)</span>.… Blijf-ie nog ’n getuigschrift van me geve, patroon?… Ze watertandt om me doopceel +te lichte, hahaha!… Die Adam—in ’t Parredijs—wat ’n verhale!… Hoe het-ie háár niet +gekend, hahaha!… Wasch<span class="corr" id="xd33e1708" title="Niet in bron">-</span> en Strijk-inrichting voor vijgeblaadjes, hahaha!… Mot ’k de meide over-vertelle—late +de ijzers koud worde van ’t lache hahaha! Hahaha! Hahaha! <span class="stage">(<i>af</i><span class="corr" id="xd33e1713" title="Bron: .)">).</span></span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> God, god—stìk ’r nìet in!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nalachend</i>).</span> Ken ìk ’t hellepe!… ’k Ben blij as ’k is lache mag, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Help jij an cente om de meìde Zaterdag te betale? Overal terugkomme—kijk me berg papieretjes +is! Blare loop-ie je an je poote om ’t waschgeld los te wurme—en as je in ’t onfatsoendelijke +begint, neme ze ’n ander. Hèm is dat glad z’n zorreg. Mijn breekt ’t angstzweet uit! +Me longe piepe van de bezetting—de meide verniele de fijnste overhemde—gister nog +zoo’n gat in ’n borst geschroeid—wie mot dat vergoeie?—en geen rooie duit voor stijfsel +en zeep.… Die kerel het makkelijk lache.… <span class="stage">(<i>achter het beschot klinkt gegier en <span class="corr" id="xd33e1739" title="Bron: gescheeuw">geschreeuw</span></i>).</span> Hoor! As ’k me geen beene maak, stele ze weer me tijd! Hoor ’m bezig—je zou ’m … +<span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan, Sien, Jacob</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Sien, die mee de trap op wil</i>).</span> Waar mot dat na toe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mag ’k niet effen hiernáast?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>wantrouwend</i>).</span> Waarvoor hiernaast? <span class="stage">(<i>de hand boven de oogen leggend en de schaduw van ’n stappenden man ziend</i>).</span> Hier blijve!… Of ’k ’t niet in ’t snotje heb … <span class="stage">(<i>de man buiten fluit</i>).</span> Jewel! Fluit je hond! <span class="stage">(<i>nijdig de trap op en over de onderdeur vinnig pratend</i>).</span> As je maar deurloopt, hè? Mot je ’t met me dochter achter me rug anlegge, vuile kerel! +<span class="stage">(<i>Een stem</i>: „<i>Wat mot je van mijn?</i>”)</span>… ’n Meid van nog geen achttien! As ’t maar gedaan is!… <span class="stage"><span class="corr" id="xd33e1796" title="Niet in bron">(</span><i>Een stem</i>: „<i>Is de stoep vrij! Ben jij beduveld!</i>”)</span> ’k Ransel d’r net zoo lief dood, as je ’t maar …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftig de trap op</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Laat mijn d’r is bij, moeder …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>drenserig-angstig</i>).</span> Nee toe Jacob—jij niet—nee geen gevecht—leg in Jezisnaam dat mes uit je hande …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>naast haar dreigend</i>)</span>.… Je ben gewaarschouwd, brani—me làte niet voor ons huis fluite.… <span class="stage">(<i>Een stem</i>: <i><span class="corr" id="xd33e1832" title="Niet in bron">„</span>Me late! Me late! ’k Zal zooveel fluite as ’k lust</i>”… <i>fluit</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ga op zij, moeder …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg nou dat mes neer—je ben ’r pas ongelukkig door geworde—je komt ’r niet door …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftig het mes tegen den grond smijtend</i>).</span> Daar dan—’k kan ’t wel met me klauwe af.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>de bovendeur sluitend</i>).</span> Nee. Je gaat ’r niet uit … Wees jij nou de wijste … <span class="stage">(<i>fel tot Sien</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Bè-je in je schik? Ellendeling van ’n meid! Ongeluk breng-ie an!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Heb ik die vent besteld?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>de trap afkomend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Laat ’t voor jóú—de snotneus—nog niet droog achter z’n oore … <span class="stage">(<i>raapt ’t mes op</i>).</span> As ’k je met ’m zie, komt-ie niet gaaf uit me klauwe … <span class="stage">(<i>zit weer aan de werktafel</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>door den kier loerend</i>).</span> Kijk ’m afzakke, de schooier … <span class="stage">(<i>de trap af en fel tegen Sien</i>).</span> Da’s de laatste keer! Dat mot nòg is gebeure. Afspraakies make hier voor ’t huis …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Weet nie eens wie d’r stong! Hoe ken ’k dan …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>feller</i>).</span> Dat lieg-ie! As ’k je niet tegenhiew, was je na buite geloope.… Hou je bek: ’k geloof +je geen word.… Bij God, ’k wor d’r angstig van.… Dat neemt ’n faliekant einde met +jou.… Heb-ie niks om hande? Benne je vader z’n kouse klaar …? Veruit! Nieuwe voete +anbreije! <span class="stage">(<i>Sien begint mokkend te breien. Een stilte. Jacob’s slijpsteen snort</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je had ’m op z’n ooge motte timmere, Jacob! As je ze ’n pomp in d’r maag geeft of +’n puist voor <span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span>d’r neus, legge ze voor merakel.… <span class="stage">(<i>Een stilte.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat ’n loeder om te loope fluite, hè?… As je was komme bakkeleije, had-ie ’m gesmeerd, +hè? <span class="stage">(<i>Een stilte</i>).</span> ’k Ben zoo heet, moeder …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zel wel overgaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>klagerig</i>).</span> ’k Hé zoo’n dorst.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mot je nòg meer drinke? Daar ráák-ie van an ’t zweete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Enne ’t trekt zoo over me ribbe—haal dan die lamme deken vort.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Om je ’n kou te late vatte?… Is ’t zoo beter?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ’k drinke krijg.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Eet liever straks ’n boterham, kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>drensend</i>).</span> Nee … Drinke!… <span class="stage">(<i>op huilen af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Hè zoo’n dorst.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Jacob</i><span class="corr" id="xd33e1990" title="Bron: .)">).</span></span> Z’n hande gloeie! Zou ’k ’m.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Wat ken water voor kwaad?… Misschien ha-je nièt met ’m motte uitgaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Het de dokter niet gezeid: met ’n zachte dag zou ’k ’t prebeere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Prèbéére.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Makkelijk klesse achteraf … <span class="stage">(<i>Jan water gevend</i>).</span> Meer krijg-ie vedaag niet—doe d’r làngzaam over, dan hebbie d’r meer plezier van!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>na gulzig geslokt te hebben</i>).</span> Hè! Hè! ’k Wou da-’k as de zwane op de vijver van ’t Parrek lee, dan slurpte ’k me +buik vol da’k as de buurvrouw zoo dik wier <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Daar gaat de bel van de winkel weer. „Geef me d’r van de twaalef”… ’k Wou dat ik +d’r een had.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Om in je broek te doen, jò!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! ’k Hè vroeger de zwaarste endjes gerookt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hak maar op, jò!… Van wie z’n cente?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> As vader ’n endje liet slonzige, hèhèhè!—en van de straat hóópe!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Hèhèhè! Lekker!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As je ’t boveste blaadje d’r af plukt smake ze best—enne as ze ’r te lang op gelurkt +hebbe, stop-ie ze in ’n pijp van ’n cent.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Had ’t motte zien ondeugende jongen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Nou het-ie z’n twaalef om ’n dubbeltje … Zit jij te pruime, Jacob?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, jò.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat zou ikke niet motte. Slik-ie dat in—die smurrie van de tebak?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, jò <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Weer een. Hij verkoopt ze maar, hè? As ik in segare dee, verkocht ’k +ènkel stinkstokke—allemaal dezelfde—en de eene gaf ’k voor <span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span>vier en de andere voor vijf en voor zes en voor zeven—ze merreke d’r toch geen mieter +van!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zou bij jóú motte weze.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Geholpe is-die. Gistere is-ie drie en veertig maal overgegaan—eergistere +zes en zeventig keere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Hoe zoo’n kind ’t onthoudt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Heb toch niks anders te doen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En de prenteboeke die Riessie je te leen het gegeve?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k droome! Wil je d’r is hoore?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee—je maakt je te moe op de nacht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>terwijl Bet en Sien kousen stoppen en Jacob ’n beitel aanzet</i>).</span> Lang, zeer lang geleje woonde d’r in ’n ver, vreemd land ’n machtige koning. En die +ze peleis blonk van ’t goud. As ’t feest was droeg-ie ’n jas van purper met allemaal +diamante. En z’n troon was van diamante en z’n kroon was van jeweele … Benne die duur, +moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>moeilijk door ’r tranen sprekend</i>).</span> Wàt, kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Of diamante duur benne?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ja, jongen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Huil je, moeder? Werom huil je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>).</span> Ik huil niet, gekke jongen.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb34">[<a href="#pb34">34</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat snuit je dan je neus?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mag dat niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoe duur benne diamante?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat ken ’k je niet voorrekene—van duizend en van tienduizend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> An me kouwe zool!… Zoo’n vuile steen-met-lichies tienduizend gulde? Wat hè-je d’r +an? Zou jij d’r een motte, Jacob?… Voor an je vinger?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je ken d’r mijn tien thuìs brenge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Hù!… As je nog ruitemaker was! Om ruite te snije, wat moeder?… Au!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat scheelt ’r an?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zoo’n verrekte scheut an me hart.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Daar zit ommers je hart niet—je hart zit an je linkerkant.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Zel jij wete! Bij de een zit ’t hier—bij de ander daar! Is ’t niet, moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Bij de meeste zit ’t nèrges—anders zou ’t ’n boel beter weze.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ’k jou tien van die diamante in ’n pepieretje meebreng, ellek van tienduizend—hij +is goed hoor!—hoeveel cente benne dat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Da’s de ton uit de Staatsloterij—ik ben met minder tevreje …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb35">[<a href="#pb35">35</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat zou jij d’r mee doen?… Met zoo’n zak vol daalders?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.…</span> Dan stak ’k me kop onder de pomp, om wakker te worde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan kocht-ie zich ’n bed met ’n dozijn dekes, om niet langer op de grond te slape!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ik dood ben, het-ie geen bed vannoodig, hé?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>schrikkend</i>).</span> Allemachtigste God, kind, zeg niet zulleke krankzinnighede!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De dokter het ’t toch zellef.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> Hou je mond! Je maakt iemand koud.… <span class="stage">(<i>staat op</i>).</span> Je ben werachentig niet wijs! <span class="stage">(<i>zoent hem, begint te huilen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Au, moeder! Je drukt zoo op me.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Val dan niet zoo dol uit, kind! <span class="stage">(<i>droogt zich de oogen, gaat naar ’r plaats terug</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nou Jacob! As je je kop onder de pomp het gestoke.… Watte dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan dronk ’k nog drie glaze water—en dan—en dan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hèhèhè! Mot ’k je daarvoor tien diamante van honderdduizend gulde—dat motte wel keie +weze, hèhèhè!—meesjouwe, om je te late wassche en drinke.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb36">[<a href="#pb36">36</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.…</span> En dan kochte me ’t huis hiernaast an de gracht van de dokter en me ginge rije in +’n bakkie met twéé paarde na ’t Kalfie—en.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> En ìk op de bok bij de koessier! Mag ’k moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Daar prate me nog wel over.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zijn dan de cente op?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ken je begrijpe.… Me koope ’t huis d’r naast ook.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Da ’s ommers de pastorie.… De kappelaan zel je zien komme.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan neme me ’t andere om de hoek—is toch te huur.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je vader z’n takels hale me uit de lommerd, voor ze verstaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En mijn geef je d’r twee voor me oore.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Die mot zich weer toetakele.… Doe die gemeene kam uit je haar! Hoe kom-ie daar an?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Van een van de meide gekrege.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gekrege.… Gekrege.… Jij krijgt alles.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wees nou stil, moeder—<span class="stage">(<i>met aandrang</i>).</span> Wees nou stil!… Jacob vertelt toch!… Benne ze op, Jacob?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Op? Da’s niet op te make! Stel je voor! Me <span class="pageNum" id="pb37">[<a href="#pb37">37</a>]</span>kenne nog voor ’n nieuwe potkachel zorrege—die daar rookt je blare an je tong—en voor +’n kar met ’n ponnie met koper beslag—en voor ’n stel heele toffels—’k loop op me +tandvleesch en voor ’n …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.…</span> Voor ’n hardgebakken pannebrood—ja, ja, knap as me d’r voor morrege een los krijge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En voor ’n kaartje bij Carré—om de olifante te zien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Olifante.… Olifante.… Wie denkt ’r an olifante.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Lieg-ie niet? Ken je dat allemaal voor tien van die smerige steene koope?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Mot ’k ’r ’n vloek op doen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jessis, Jessis!… Waar vin je die dinge?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Wou da-’k ’t wist.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me kenne toch gaan zoeke?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee, je vindt ze niet zoo dichtebij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> An de hemel ken je ze plukke—is ’t niet moeder? Da’s meteen de manier om uit je hél +te rake!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Je mot niet van de hel prate, hè-’k je al zoo dikkels verboje! <span class="stage">(<i>zachter tot Jan</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jan, me lieve jongen, àl de sterre benne diamante—àl de sterre—da’s waar! +<span class="pageNum" id="pb38">[<a href="#pb38">38</a>]</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hèhèhè, an me kouwe zool!… Pieng. Pieng. Alweer van de twaalef.… An de hemel.… De +sterre?… Diamante?… Wat ’n lak! Mot je eerst ’n ladder hebbe, om d’r bij te kenne!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dach-ie dat ’t zoo makkelek gong?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Bonnet, Riesje</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Komme we niet ongelege?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee meneer—ach wat ’n pracht van ’n blomme.… Mag-ie wel goed voor danke, Jan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> En je mot ze in water zette, om ze levend te houe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Welbedankt meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Ze liet me niet met rust—toen hebbe we een van de bouquette stuk gebroke.… Ruik maar +is, jongen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Au! Sodeju, d’r zit ’n spijker in.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span><span class="corr" id="xd33e2381" title="Bron: ,">.</span> ’n Spijker! Je zal je an ’n doorn geprikt hebbe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Uitzuige Jan.… Draag-ie je oranjestrik nòg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Hé-d’r gezien—twéémaal.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Hij ziet ’r goed uit—beter as de laatste keer.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb39">[<a href="#pb39">39</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Met de avond, meneer—en met de koors.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Is ’t nou na je zin, Ries?… ’t Is ’n beste meid—dat mag ’k gerust zegge—d’r gaat geen +dag voorbij of ze vraagt hoe ’t met ’m gaat. Dat komt ’r van, Jan, as kindere niet +na d’r ouwers luistere! Zou je nou nog in ’n boom klimme, om d’r ’n vlieger uit te +hale?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ja hoor! Die kleine meid van Bierman sting d’r zoo om te blerre. Zet je ze naast me +bed neer, moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Daar in de melkkan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Dag Jan—kikker maar gauw op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Dàààg! <span class="stage">(<i>z’n hand nemend</i>).</span> Beterschap!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Dag juffrouw—dag Sien. <span class="stage">(<i>tot Bet</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hebbe we met de bruiloft niet te laat spektakel geschopt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee meneer—me hadde plezier in ’t zinge!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> Thijs ken elk oogenblik terug komme—zoo heel ver heb ’k ’m niet gestuurd. Dag juffrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Dag juffrouw. Dag Sientje. <span class="stage">(<i>bij de trap heel aarzelend</i>)</span>… Dag Jacob … <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dag Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dàààg Riessie!… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Waarom zee meneer jóú niet goeie-dag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, ja. Omdat-ie me niet gezien het, zou ’k denke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> An je!… ’t Meissie dorst ’t eerst toe hij vort was … Of ze d’r òns ook doorhale!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb40">[<a href="#pb40">40</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zel ’r niet van krepeere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Al ha-je tien jaar gezete zee ’k je nog goeie-dag … Zet ze dichter bij me bed, moeder!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Ken de tafel toch niet onder de lamp wegtrekke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Neem dan ’n stoel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Je most mijn zoo zanike!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’t Is niemedal Jan, me lieve, lieve jongen—zanik jij maar—ik ken d’r tegen.… Wie daar?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Dokter, Bet, Jan, Jacob, Sien</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span> Is de kruier thuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee dokter—’n boodschap.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Wil je ’m zeggen dat ’k vannacht om vier uur gepord moet worden—vooral niet later—’k +heb ’n verlossing buiten de stad.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me zalle d’r voor zorge, dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Goeie avond!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dokter! Zou u d’r gelijk nog niet effen willen inkomme—hij het koors—’k ben met ’m +uitgeweest, om ’n luchie te scheppe en de koningin te zien rijje.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb41">[<a href="#pb41">41</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan kom ’k liever àls ’k tijd heb in den loop van den avond—de wachtkamer zit vol. +Tot zoolang kun je wel geduld hebben, niewaar Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is niemedal, dokter—enkel wat warrem!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Flink zoo!… Vier uur—niet later—’t rijtuig is om half vijf besteld <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan, Sien, de Kapelaan</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Of dat nou zoo’n moeite geweest was die paar trejen af te komme! Affijn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Is ’t droog buiten? <span class="stage">(<i>luider omdat zij over de onderdeur leunt</i>).</span> Hoe doet ’t weer, moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’t Vriest, zou ’k meene—de plassies legge droog … Gelijk het-ie: de vlag van boven +zit in de takke … Alles vlag wa-je ziet … Goeie-avond, meneer de kappelaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Navond—hoe is ’t met de jongen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat begrijp u wel—niet voor- en niet achteruit … Zeg-ie niks, Jan? Meneer de kappelaan +vraagt hoe ’t met je is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dankie kappelaan! ’k Hé blomme gekrege, kappelaan … Mot je niet is ruike?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Dank je Jan. Ligt-ie niet op de tocht met die deur open?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb42">[<a href="#pb42">42</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Tocht? D’r is geen zuchie te bekenne! En hij leit beschut.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Wat zijn de laatste berichten van den dokter? <span class="stage">(<i>Bet legt ’n vinger op ’r mond—hij praat zachter</i>).</span> Wat zegt de dokter? <span class="stage">(<i>zij fluistert hem iets in ’t oor—hij schudt bedenkelijk ’t hoofd</i>).</span> Moed houen—moed houen … Dag Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dag kappelaan … <span class="stage">(<i>strekt haastig de vijf vingers langs den neus, trekt in bedwongen gelach de deken +over ’t hoofd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Navond! Navond Thijs! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.13" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Bet, Sien, Jan, Jacob</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Goeie avond, meneer de kappelaan <span class="stage">(<i>smijt de deur kwaadaardig achter zich dicht</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat hè-jij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>grimmig</i>).</span> Meer as me lief is! <span class="stage">(<i>heftig tot Sien</i>).</span> As de jongen d’r niet van ondersteboven raakte, ongeluk, sloeg ’k je ribbekast stuk!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig-driest</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat hè-’k nóú weer?… ’k Hè hier geen leve! ’k Spring zoo de gracht in, as ’t langer +duurt!… Wat doe ’k? Wat doe ’k? ’k Leg je toch geen stroo in de weg …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Gedaan gekrege, de duvel!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb43">[<a href="#pb43">43</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>verwoed.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Gedaan? Op de febriek? Wie zeit dat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Kom nog geen tien telle geleje de baas tege—op weg hier na toe—zij en de andere +opstokers <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wat ha-jij op te stoke, ongeluk!… Hoe motte me nou met je an, verdomde meid!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig krijscherig</i>).</span> Me hebbe ’t toch allemaal, met z’n tweehonderd—met z’n tweehonderd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet …</span> Hou je bek met je geschreeuw!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>verwoed de hand opheffend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Zal ’r …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tusschen beiden komend</i>).</span> Maak je hande niet vuil—maak je niet van streek … De ellende—de ellende … Nou, nou, +nou <span class="stage">(<i>zit verslagen neer</i>).</span> Dat kost je je laaste takels … Nou, nou, nou—<span class="stage">(<i>opstuivend</i>)</span>… Al mo’k je d’r morrege na toe sleepe … Al mo’k je bij je hare …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hellept wat—ze was al tweemaal beboet—het ze stiekem gehoue …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien<span></span></span> <span class="stage">(<i>drenserig</i>).</span> De baas het aldeur de smoor an me gehad … Mot ìk ’t weer lijje …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Krijsch da-ze ’t hiernaast kenne hoore … God, God—me hart krimpt ’r van … De bakker, +die ’k zoo van haar weekgeld cente beloofd heb. Over de vier gulde … over de vier +gulde … Nog geen hallef brood wou-die meegeve …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>Jan bedoelend</i>).</span> Hij mocht ’r toch wèl zien …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb44">[<a href="#pb44">44</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik zeg niks meer … Mijn mag je morrege dood in me bed vinde … Dat benne me kindere … +De een vortgejaagd om de koningin te zien rije … de ander meestake—meestake—en zes +maande zitte … Krijg jij nou de schoene van je vader en hem uit de schoenlapper z’n +poote—zet jij nou ’n korst brood op tafel..!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>z’n pet opnemend</i>).</span> ’k Zel zien of ’k van de schare ken beure.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Is d’r ommers niemeer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zel zien. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.14" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.14.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Veertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Bet, Sien, Jan</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ga na boven en vraag van de kissies sigare, die je weg het gebracht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Gaat niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En werom gaat dat niet? Je het ’t toch fassoenlek verdiend …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> As ze gewend zijn da’k Zaterdag met ’t briefie kom, ken ’k niet zóo om ’t loon mane +as ’k ’n loop hè gedaan—néé—dan zalle me venavond geen boterham vrete …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mot dat zieke wurrem met ’n leege maag slape?… Ha-nou niet je boterham met die smerige +zwane gedeeld, Jan, me lieve jongen.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb45">[<a href="#pb45">45</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik lust geen ete, moeder … As je maar ’n kom water geeft—’k hè ’t benauwd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> La mijn bij de bakker probeere.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jou wordt niks gevraagd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mijn het-ie nog nooit nee gezeid.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En as ’k nou …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee. Misschien wacht ’t weer een op je …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Veruit. ’k Loop met ’r mee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> God-nog-an-toe—mot die takel d’r ook an …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> ’k Ken ’t toch niet van me lijf hakke …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wacht dan tot Jacob werom is …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Die vindt de boel toch geslote … <span class="stage">(<i>de trap op</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je mot de dokter venacht om vier uur komme porre, vader … Ze motte bevalle …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Kè-jìj dat niet zegge? Mot ’t kind dat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik heb geen harsens meer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Veruit! Jij ken ’m beter drage … <span class="stage">(<i>geeft Sien den takel, die er mee voor gaat, daarna op straat staan blijft</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb46">[<a href="#pb46">46</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.15" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.15.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijftiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Rijksveldwachter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Banes?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> Voor mijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Je zoon Jan mot kommende week Dinsdag voorkomme …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>het papier inkijkend</i>).</span> Nou eerst?… Dacht da-ze ’t vergete ware …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Nee, Banes—me schenke niks … wat in ’n goed vat leit, wat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> De jongen ken ommers geen stap doen, zoo ziek as ’n hond …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Mot jezelf gaan met ’n bewijs van de dokter … En anders bij verstek. Wat het-ie uitgehaald?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Steen door ’n ruit—hallef jaar geleje, godbeter! <span class="stage">(<i>tot Bet</i>).</span> Pak an <span class="stage">(<i>geeft haar de dagvaarding</i>).</span> Of niet elleke gezonde jongen ’s wild op z’n tijd is. <span class="stage">(<i>pratend op straat met den Rijksveldwachter</i>).</span> La-ze mijn maar late bloeie … Die ’t breed het, laat ’t breed hange <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Veruit! Mot ’t jongen broeie? <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb47">[<a href="#pb47">47</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="u1.16" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.16.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zestiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>het papier na lezing neersmijtend</i>).</span> Welja! Gekkewerk! <span class="stage">(<i>tot Jan die in één angst staart</i>).</span> Wat kijk-ie, jongen?… Jan, hoor je niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>doodsangstig</i>).</span> Is-ie vort?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat merk-ie toch …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>opgewonden</i>).</span> ’k Heb ’m niet voorbij ’t raam hoore gaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dan zel-ie de hoek om weze … Ga legge …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, niet legge … Dat zeg-ie maar!… Dat zeg-ie maar!… Je verstopt me onder de bedstee, +moeder … Je zeit da’k vort ben geloope …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet<span></span></span> <span class="stage">(<i>op den stoel bij z’n bed, met de melkkan met bloemen in de hand</i>)</span>… Wat scheelt je nou?… D’r wil ommers niemand wat van je …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zich met moeite oprichtend en de armen om haar hals slaand</i>)</span>… Je geeft me niet mee—je geeft me niet mee, moeder—moeder!—as-ie me hale komt—verstop +je me, moeder—ik wil hiér dood gaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>fel-angstig</i>).</span> Dood gaan! Dood gaan! Allemachtigste God, kind hou toch je mond! Je gaat niet dood …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik wil niet in de kast dood gaan …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb48">[<a href="#pb48">48</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>wild</i>).</span> As je dat nog is zeit, laa’k je alleen legge! Ze komme je niet hale. En over ’n maand +ben je beter. Al was ’t alleen voor mijn, omda’k van jóú zooveel hou. <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wat zoek je nou in Jezis-naam—je maakt me bang, kind!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hij staat ’r nog … Laat ’m dan uitrukke, die lamme smeris!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> D’r staat niemand …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Daar! Daar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Da’s de kaars van Jacob, domme jongen, <span class="stage">(<i>blaast haar uit</i>).</span> Gezien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>kreunend</i>).</span> ’k Hé weer zoo’n verroeste pijn—die klabak het me zoo an ’t schrikke gemaakt … <span class="stage">(<i>weent langaangehouden klagend</i>).</span> Ooooooo!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zel wel overgaan … Je mot niet zoo kleinzeerig weze. Het Jacob gehuild, toen-ie ’n +ijzersplinter in z’n oog had? Nee ommers? <span class="stage">(<i>troostend de bloemen op den stoel zettend</i>).</span> Daar heb-ie je blomme weer … Wi-je nog is ruike?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, nee.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je oranjestrikkie is op ’t bed gevalle … Anspelde?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, nee.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> As je pijn het, mot je an andere dinge denke—dan gaat ’t vanzellef voorbij.… Weet +je wie die heer met de steek was, die met z’n hand zóo tegen <span class="pageNum" id="pb49">[<a href="#pb49">49</a>]</span>je kwam?… Da-was de burgemeester … Of-ie je kon, watte?… Hindert de lamp je, jongen?… +Zel ’k ’r wat neerdraaie … Zoo goeie?… Zoo goeie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>moe achterover liggend</i>).</span> Ja.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>gejaagd-opmonterend</i>).</span> Pieng. Pieng. Hoor-ie? Weer ’n klant, Jan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zwak</i>).</span> Ja.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Slaap-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de oogen openend en in den schijn van het tuimelraam kijkend</i>)</span>… Daar hé-je de zwaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wàt hè-je daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De zwaan uit ’t Parrek.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> De zwaan … De zwaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>fluit een paar maal zachtjes of-ie ’n vogel lokken wil</i>).</span> Hou open je bek.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>dicht bij z’n bed</i>).</span> Bè-je wakker, Jan, of droom je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>afwezig</i>).</span> Wat zé-je?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gotogot, kind, wat hé-je ’n koors <span class="stage">(<i>begint te snikken</i>).</span> As jij—as jij—as jij me af genome wor, hè-’k niks, niks meer—jij ben alles van me … +àlles, Jantje—àlles Jantje <span class="stage">(<i>bij Lammersen begint de harmonica: „Geef me nog ’n drupje, geef me nog ’n drupje—o, +wat is de bloemkool mooi” te spelen</i>).</span> Hoor-ie, Jan?… Hoor-ie?… Buurman is werom——nou speelt-ie zooas-ie beloofd het.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb50">[<a href="#pb50">50</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vaag</i>).</span> As z’n vrouw ’m maar niet op z’n tabberd komt, hè?… Wat ’n slabek ze tegen ’m opzet, +hè … Puf, puf, ’n hette, wat?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.17" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.17.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zeventiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Thijs</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mo’k me nek breke—draai de lamp op.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Susch … Suscht … hij ’s niks goed. Zoo is-ie nog niet geweest. Ga de dokter waarschouwe.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee. Loopt wel los. Verdomd! <span class="stage">(<i>smijt den takel neer</i>).</span> Gesloten—niemand thuis—na ’t vuurwerk <span class="stage">(<i>trekt z’n jas uit</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span> +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat doe je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Wat ’k doe?… In bed kruipe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zoo vroeg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wi-jìj gaan porre?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En Sien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Na de bakker—en weet ik ’t!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Laat je die.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mier me niet an me kop!… ’k Zou me kenne verdoen.… ’k Ben de boel zat! <span class="stage">(<i>tot Jan, die zacht kreunt</i>).</span> Hou op met je geklaag—de heele dag voer je ’t hoogste woord—geef me ’s nachs rust—<span class="stage">(<i>klopt tegen de wand</i>).</span> Blijf je nog lang op dat ding <span class="pageNum" id="pb51">[<a href="#pb51">51</a>]</span>jenke? Hé! Hé! <span class="stage">(<i>harder</i>).</span> ’k Ga na kooi, ja! <span class="stage">(<i>de harmonica stopt</i>).</span> As d’r geen wònder gebeurt—geen oogeblikkie om te blaze komt—kenne me na de bedeeling.… +Mo’k alleen in bed?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>dof voor de tafel</i>).</span> Ik wacht om te sluite … ’k zel je niet wakker make <span class="stage">(<i>hij stapt in de bedstee</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Metras van Jacob leit ’r nog in.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg ’t dan op de grond <span class="stage">(<i>hij tilt een stroozak op den grond, werpt de deken er over, herstapt in de bedstee. +Een stilte</i>).</span> Slaap-ie, Jantje?… Slaap-ie? <span class="stage">(<i>ze staat op, bukt zich over hem heen, beluistert z’n ademhaling, draait de lamp bijna +geheel af, leunt terug in haar stoel. ’t Klokje op de kast slaat acht zachte slagen. +Enkel het licht van de lantaarn, buiten, belicht den linkerhoek en de drogende wasch. +Boven gaat de winkelschel over en meer ingehouden zet de harmonica een droefgeestiger +volkswijsje in. Bet dommelt langzaam achterover. De lamp knettert, dooft. Als door +’n windtocht bewogen, begint de drogende wasch te wiegelen en in den schijn van het +tuimelraam leeft de witte glanzing van een zwaan op, die z’n nek omlaag buigt</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u1.18" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.18.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achttiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan, Bet</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>in droom pratend</i>).</span> Nee, hoor, ’t is op<span class="corr" id="xd33e3283" title="Bron: .,..">.…</span> Je krijgt niemedal meer.… Hé-je nòg niet genoeg, langnek?…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb52">[<a href="#pb52">52</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>in de glittering der lantaarn, beweegt den nek ontkennend</i>).</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hé-je toejoer honger, zeg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Ja, jò<span class="corr" id="xd33e3306" title="Bron: ,...">.…</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Verroest—kè-jij práte …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Waar hè-’k anders me bek voor?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da’s de eerste keer da’k ’t hoor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mot je maar is meer komme luistere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat klesse juillie dan met mekaar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat gaat jóú dat an?… Me hoeve toch niet zoo’n hurrie te make as de hinkepoot naast +juillie, hahaha!… As-die mijn in ’t kolehok op ha geslote, ha ’k de hengsels stuk +getrapt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da-zou je niet glad zitte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik la-me geen loer draaie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> D’r zitte korste ijs an je vlerke, zwaan—hoe hou je ’t uit … <i>ik</i> voel me poote niet van de kou.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kou is lekker, jò!… As me vijver tot an de bojem toeleit—hebbe me de meeste pan—dan +make me glijbane tot an de kerk—en as de smerisse d’r asch over gesmete hebbe—make +me ’n nieuwe—’n keet, hoor!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik mot ’r niks meer van hebbe—glij jij is met krùkke.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb53">[<a href="#pb53">53</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hoe kom-ie ook zoo verrekt-stom! Was in de boom blijve zitte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij het ’t voor ’t zegge—as ’n smeris net om de hoek komt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je d’r boven in was gebleve, had-ie je geen snars kenne make … Die benne ommers +te stijf om je na te klautere.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En as ze tot de nacht beneje blijve loere—en je ’n tweede verbaal krijgt—je mot ’r +maar is voor staan—naklesse is makkelek … Wat leg-ie nou met je olifanteslurf?… Zoek-ie +wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je zoo hard praat, neme ze ’n schuiver, de smeerlappe, ’t schorum.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Daar gaat nog ’n voren—en daar ’n bliek … jessis wat ’n vette … Ik zou ze niet rauw +motte slikke … Ik lus ze enkel gebakke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hap … Hap … Hap …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En die goudvisch.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Goudvissche breke me op, krijg ’k ’t zuur van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Bij de bakker staat ’n heele kom gouwe dieve voor ’t raam.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Al ha’k in geen dage gevrete!… Ze blinke je lijf door … Hap … Hap … Hap.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> D’r ken ommers niks meer bij in je maag! Hèhèhè! Hèhèhè! Hèhèhè!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb54">[<a href="#pb54">54</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij lacht ook leelijk, zeg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ze bij mijn zoo in me boddie rondzwomme, braakte me hart tege me ribbe—je het ’r +al meer as dertig in je slokdarm, hèhèhè … Je mot ze eerst d’r kop afbijte, langnek, +anders raak-ie ze levend kwijt, hèhèhè!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Knap as d’r één ’t flikt in de vijver werom te komme … Ze benne gepiept, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Pas op!… Pas op!… Smeer ’m in ’t water!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Watte dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pas op!… Hij zel je in je vlerke pakke!… Koescht! Koest, lamme hengst … Za-’k ’m ’n +steen na z’n bast keile?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> ’k Sta d’r wel tien! <span class="stage">(<i>tot den denkbeeldigen hond sprekend</i>).</span> Ja, of jij nou blaft en in me poote wil bijte—daar hè-’k lak an, groote brani!… De +rot die bij me jonge wou komme, hè-’k doodgebete—en jou—en jou … As je in ’t water +durreft, douw ’k je koppie onder—en as je op de wallekant ’n vuile streek uithaalt +<span class="ex">schiet ’k de wolke in</span>… Met z’n staart tussche z’n poote kruipt-ie ’r vandoor … Dat het tande in z’n bek! +Is-ie ’r bekaaid afgekomme, ja of nee, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Verdorie, wat kè-jij liege! <span class="ex">De wolke in schiete!</span> ’k Mot ’t je zien doen! Je boddie is ommers veel te zwaar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij zel zoo kenne vliege over de boome <span class="pageNum" id="pb55">[<a href="#pb55">55</a>]</span>enne over de huize enne over de toren van de kerk. Ik hè wel is ’n uurtje op ’t kruis +gezete, voor me lol.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Op ’t kruis van je vader z’n broek zel je meene, opsnijjer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan …</span> Nee, jò! Om de weerga niet, jò! Ik zat op ’t kruis van de toren—enne ’n pan as me +hadde! Al maar deur liete me vrind en ik de vissies op de lui d’r teste in de kerk +valle, haha!… Dan zee de koster: wat mot dat nou—enne zoo as-ie na boven keek, kreeg-ie +’n baarsie op z’n snuit, hahaha!… Toe is-die ze gaan bakke in de boter en het ’r zich +ziek an gevrete—enne z’n vrouw kreeg de grate, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zwaan—daar komt ’n bakkie achter de boome—je ziet z’n lantaren al.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je me nou! Da’s de maan, jò.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geeft de maan zoo’n licht? Ken ommers niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Niks as de maan—’k ben d’r honderd keere geweest.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Op de maan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Op de maan en op de sterre … As ’k me in ’t water verveel, vlieg ’k na de groene die +je daar ziet, of na die gele.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Bè-je op die witte ook geweest?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jessis, jò, duizend keere … As ’k geen <span class="pageNum" id="pb56">[<a href="#pb56">56</a>]</span>lol heb uit te vliege, komme ze allemaal na mijn in ’t water. Dan hè-’k ze boven èn +beneje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Waarom breng-ie d’r dan niet wat mee?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat mot ik ’r mee doen? ’k Hè liever ’n vette paling … En van ’n kikker ben ’k ook +niet vies.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik wou dat ik die gele met die groene randjes had—en die paarse—en die rooie—jessis, +jessis, wat ’n rooie is dat—of d’r ’n kerel met ’n endje sigaar in ’t donker ankomt!—en +die witte—en die bleeke die zoo staat te miere of-ie uit zal gaan <span class="stage">(<i>beweegt vaag de vingers in grijping</i>).</span> ’k Ken d’r niet bij—ik ken d’r niet bij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En as je d’r wel bij kon—watte dan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan ging ’k—dan dee ’k—je ken d’r alles voor koope—wat je maar wil.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ken je met zoo’n ster kóópe—wàt je maar wil?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> Al de sterre benne diamante—vraag ’t me broer Jacob, die weet ’t—en me moeder, die +weet ’t <span class="stage">(<i>telt op de vingers in onwezenlijke tasting</i>).</span> Een, twee, drie, vier, vijf—turf.… Een, twee, drie, vier, vijf—turf.… Een, twee, +drie, vier, vijf—turf.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Zit je ze te telle? Schei nou uit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>glimlacherig voorttellend</i>).</span> Een, twee, drie, vier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je slaat die groene bij de maan over.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb57">[<a href="#pb57">57</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Had ’k al.… Vier, vijf—turf!… Hè! ’k Wor d’r draaierig van.… As ’k d’r bij kon zoo +as jij! Wat zou ’k me zakke vulle—en me buis vol—en onder me pet … Me haalde de takels +uit de lommerd—en de meeldief kreeg z’n cente—en de schoenfrik—en me kochte ’n nieuwe +kachel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Za’k je op me schoere tille, dan hoef-ie geen ladder te neme!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>op de knieën</i>).</span> Kè jij me houwe? ’k Weeg, hoor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Tien zooas jij—as je zakke maar leeg benne.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! Hù!… Wedde da-je me niet houwt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat doen ik. Hang is an me nek.… Daar ga je <span class="stage">(<i>even zweeft Jan aan den nek der zwaan, dan laat deze hem weer los</i>).</span> Hoe was-ie?… ’k Hou je zoo ’n uur lang.… Maar je zakke motte leeg.… Je zakke benne +van lood.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>doende of hij z’n zakken ledigt—geheel zacht-rustig van gebaar</i>).</span> Ken ’k dat hier op ’t gras late.… Zalle ze ’t niet moere?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>den nek dicht naar het bed gebogen</i>).</span> Ha’k geen gelijk?… Je het ’n oudroest-kelder in je zakke.… Wat mot je met spijkers?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Gaat jou dat an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> ’n Doossie lucifers—en ’n kattepul—en ’n verversmes, hahaha! Waar hè-je dat gegapt?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat lieg-ie vierkant langnek! Van me broer gekrege.… Nee niet zoo dicht met je kop +d’r op! Je <span class="pageNum" id="pb58">[<a href="#pb58">58</a>]</span>zou d’r je snoet an open hale <span class="stage">(<i>den zwanenkop wegduwend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ga dan opzij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Het-ie daarmee gestoke?… ’k Hè plezier an me kindere, nou, nou!… Je ruikt ’r ’t bloed +an.… Da’s me zoon <span class="stage">(<i>klagelijk</i>)</span>.… Da’s me oudste zoon.… Ik durf haast niet over straat te gaan.… Z’n hare hebbe ze +geknipt—enne bleek as-die ziet—wit—wit—wit—komt ’r van as je de Schrift verwaarloost.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>moeilijk, altijd met onwezenlijk droomgebaar de hand langs het voorhoofd strijkend</i>).</span> Klaag nou niet zoo moeder.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Moeder?… Moeder—as ’k de zwáán ben!… Is je andere zak leeg?… Toe dan! As ’t te laat +wordt, schopt de smeris-van-’t-Park ’n kouwe drukte.… Me motte voor de morrege terug +weze.… <span class="stage">(<i>Jan ledigt z’n andere zak</i>).</span> Is dat suiker?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan …</span> Hèhè!… Hèhèhè! Dat ziet-ie voor suiker an, ’n brok krijt van de bovemeester.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Komt-ie nooit leeg?… Veters, ’n eindje sigaar, ’n zuigleer.… Werkt-ie goed?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je haalt ’r de klinkers mee uit de straat, as-ie lekker nat is.… Reddie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat lieg-ie!… ’k Zie nog kallebaste en ’n glazen knikker.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat hindere die?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As jij met mijn sterre bij de vleet ga plukke, verdij ik ’t ballast te sjouwe.…. Toe +<span class="pageNum" id="pb59">[<a href="#pb59">59</a>]</span>smijt neer in ’t gras.… De maan staat al boven de boome—enne ’t waait ’n mierakel—de +takke gane tegen mekaar tekeer of ze bakkeleie.… Lollig, hè?—as ’k daar me twee vlerke +as ’n zeil opsteek, za-je me zien laweere voel spiet.… Rrrr!… Rrrr!… Rrrr!… Voel spiet! +<span class="stage">(<i>’t kind staat in het bed, den arm om den nek van de Zwaan</i>).</span> Maar ’k waarschouw je stil te blijve zitte en me vlerke vrijlate—anders valle me +allebei hartstikke dood op de steene—en niemeer sterre laje as ik stouwe ken—enne +oppasse je geen blare te brande—d’r benne d’r zoo smoorheet as gepofte kastanjes—enne +je mond houe as me voorbij de zolderrame vliege, anders smijte ze natte pruime na +je kop.… Enne as me strakkies na beneje komme—je zakke potdicht, hoor—potdicht!… D’r +benne d’r bij, die na de hemel terugschiete eer je d’r an denkt—nog gauwer as ’n urret +uit ’n urreteblazer.… Nou met ’n anloopie op me nek springe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken niet met me slappe beene—daar hè-’k geen fut meer in.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Dan zal ik bukke.… Nou? Durref-ie niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De maan kijkt zoo nijdig.… ’n Kleur het-ie of-ie de smoor in het.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kring om de maan kost ’n traan.… Veruit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Za-je zachies an?… Ze holle of ze achterna worde gezete—de sterre—de diamante.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat lijkt maar zoo, jò!… Dat benne de <span class="pageNum" id="pb60">[<a href="#pb60">60</a>]</span>wolke, die d’r vandoor jage <span class="stage">(<i>de harmonica bij den buurman klinkt zeer verwijderd</i>).</span> De wind gaat tekeer, hoor! Jessis, wat huilt-ie om de hoek van de gracht.… As ’k +nou stil in me vijver ga legge, drijf ’k af as ’n praam die van z’n touw los is geraakt.… +Bang hoef-ie niet te weze … ’k Hè d’r nog nooit een late valle.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Die lamme maan kijkt zoo vuil.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Smijt ’m ’n steen na z’n snoet, dat ’r ’n barst in komt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Zachies, zwaan—d’r ken ’n klabak achter de boome loere.… ’k Mot kommende week voorkomme.… +Wat danse de boome.… Wat ’n lichies in de huize.… Wat maak jij ’n lucht met je vlerke.… +Wat geve die sterre dichtebij ’n hette, ’n hette.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Nou ga ’k vaart zette—nog harder as de elektrieke tram—nou gane me voorbij ’t kruis +op de kerk—daar zitte duifies—dàt benne allemaal schoorsteene—dà’s de pijp van Sien +d’r febriek—dàt benne de vlagge van de koningin—dà’s de vlag van de sigarenwinkel—pieng—pieng—geef +me d’r van de twaalef!—dàt benne de strate en de lantares—dàar wone juillie … Rrrr!… +Rrrr!… Rrrr!… Nou steek ’k me vlerke op, hoef ’k geen slag meer te doen, drijf ’k +op me vet … Plukke, jò! Plukke! Me benne ’r.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik kan nog niet zien … Zoo’n boel licht tegelijk … zoo’n boel <span class="stage">(<i>hij tast glimlachend</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb61">[<a href="#pb61">61</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">TWEEDE AFDEELING.<a class="noteRef" id="xd33e3689src" href="#xd33e3689" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first">(Hetzelfde tooneel van het eerste bedrijf in schemer gehouden. Door het open tuimelraam +plast fel-rosse schijn). +</p> +<div id="u2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan, De menigte</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de trap afglijdend, driftig tegen de menigte buiten, wier voeten en beenen uitsluitend +zichtbaar zijn</i>).</span> Nee!… Nee!… Ik verdraai ’t!… Je krijgt ’r niet één meer … Vier hebbe me d’r te grabbele +gesmete, waar zwaan?… Me komme d’r ook niet met stele an!… Maak niet zoo’n verroeste +oploop voor onze stoep … Loop deur!… As je z’n pink geeft, <span class="pageNum" id="pb62">[<a href="#pb62">62</a>]</span>neme ze je heele poot … Hè-’k ’t je niet veruit gezeid?… Toe, langnek, blijf niet +buiten, schiet de trap af, dan doe ’k de klink op de deur!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>z’n kop door het venster stekend</i>).</span> Da’s me de trap wel … Mo’k me zwemvlieze opehale?… ’k Hè liever <span class="corr" id="xd33e3727" title="Bron: frische">frissche</span> lucht. <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jessis mensche, dring toch niet zoo! Je staat haast op me veere! ’k Mot me vlerke +langer as vedaag gebruike <span class="stage">(<i>hij zwaait de vleugels—de menschen wijken een weinig achteruit</i>).</span> ’t Is godbeter schande!.… Toe nou, juffrouw: je hangt met je rokke op me staart!… +’k Bijt je zoo in je kuite, aap van ’n jongen! Wat zè-je me daarvan?… ’t Is om de +duvel in te krijge! Smijt ze d’r nog één toe door ’t raam, Jan—anders loope ze me +onder de voet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>z’n zakken doortastend</i>).</span> Ik dank jou—laat ze d’r zellef gaan plukke! <span class="stage">(<i>naar omhoog wijzend</i>).</span> Stomme bliksems, de heele hemel zit ’r vol van, zoo plentie as je niet berrege ken, +waar zwaan?… Ik hè d’r nog krap ’n dozijn in me zakke … Morrege gane me weer … Morrege +zel ’k nog is strooie as me werom komme … As je op me zwaan trapt, gooi ik je dood, +platvoet! Je hiele komme je kouse deur!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Stem uit de menigte</span> <span class="stage">(<i>klagend</i>).</span> Me kenne ’t zoo best gebruike, Jan! Kom nou, jongen! ’k Hei niet te vrete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede stem</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i><span class="corr" id="xd33e3768" title="Bron: .)">).</span></span> De heele week hè-’k as ’n hond gesappeld—je ken me toch—ik ben de juffrouw van ’t +mangelhuis—de blare berste an me poote … As ’k me huur niet betaal wor ’k op straat +gezet.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb63">[<a href="#pb63">63</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> Deele zel je! Deele zel je, snotneus! Waarom hij alles—wij niks?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Is ’t gedaan met dat dringe? ’k Waarschouw je as ’k uit me slof schiet!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vierde stem.</span> Jan—ik ben uit de snoepwinkel! Jan—ik hei je altijd apeneute verkocht—en van de pollekebrokke +krijg ’k nog ’n cent die je me brenge zou!… Geef mijn d’r zoo’n kleine.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vijfde stem.</span> God zal je zegene, Jan … ik ben al vier maande zonder werrek—vier maande, Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan motte juillie zelf gaan plukke—ik zweet ’r nog van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Geef ze d’r een—dan raakie de hurrie kwijt! De heele gracht is zwart van de mensche … +De tram kan d’r niet deur.… Jessis, Jessis—de brug zwiept d’r van.… Je mot de overkant +zien.… Jonges klim niet in de lantares! Mot je je nek breke? Welja, ’k zou me vlerke +as ’n vloermat gebruike! Bè-je wel wijs, meid? Denk-ie dat eksterooge geen zeer doen … +oe, oe!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede stem.</span> Jan, Jan, luister nou is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem.</span> Oppasse! Daar komt de bereje politie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vierde stem.</span> Laat je niet ondersteboven rijje! De politie!.… Stoot me niet in me ribbe! Mot ’k +onder de paarde rake! <span class="stage">(<i>De beenen van een paard en de sleep van een sabel worden zichtbaar</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Achteruit! Achteruit!… Motte d’r ongelukke <span class="pageNum" id="pb64">[<a href="#pb64">64</a>]</span>van komme? Wat is d’r an ’t handje?… Wat mot die zwaan hier?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>nijdig, met opgeheven vleugels</i>).</span> As je knol op me lijf trapt, leg ’k z’n ooge dicht!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Wi-jij maar is mee na ’t bureau gaan? Jij hoort hier niet! Veruit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan..</span> Meneer de agent, da’s mijn zwaan—is met me sterre weze plukke an de hemel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Deurloope mensche, of me slaan d’r op in!… De straat mot vrij blijve … Is die zwaan +van jou?… Dan mag die niet los op straat loope.… Is me dat ’n gedonder!… Achteruit! +Achteruit!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem.</span> Jan-van-de-kruier het sterre gestole—z’n zakke vol! As dat maar màg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Hou jij d’r me paard is vast, jongen! Dan zalle me zien <span class="stage">(<i>springt van het paard, bukt naast de zwaan voor het tuimelraam</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rijksveldwachter, Jan, De Zwaan, Menigte</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>op handen en knieën</i>).</span> Bè-jij an ’t moere geweest?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, hoor!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sterre benne vrij!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb65">[<a href="#pb65">65</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e3868" title="Bron: Veldwacher">Veldwachter</span>.</span> Jòu wordt niks gevraagd—maak da-je oprukt!… Jij hoort in je vijver.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Ik lach me de bult van de schoenfrik. De mensche staan na je leere zitwerk +te kijke! <span class="stage">(<i>met zijn snavel den rug van den veldwachter rakend</i>).</span> Je lijkt ’n fuik, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Mot ’k verbaal opmake?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Water en brood lust ìk gráág!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Niet zoo dringe, mensche!… Je douwt me ’t raam door!… Haal jij je zakke is leeg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Eén mag-ie d’r kijke, wat zwaan?… Die hou ’k zoo tusschen me vingers.… Da’s ’n witte, +<span class="stage">(<i>de witte ster doorlicht z’n handen</i><span class="corr" id="xd33e3898" title="Bron: .)">).</span></span> Daar kè-je de halleve gracht voor koope, hè zwaan?… Da’s ’n kanjer van ’n steen, +haast as ’n kei zoo zwaar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>zacht-gebluft</i>).</span> Geef is op—laat is voele.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> An me kouwe zool!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Je krijgt ’m werom, Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee hoor!… Ik hou ’m vast <span class="stage">(<i>dichter op den veldwachter toegaand, belicht hij diens gelaat met de wit-lichtende +ster</i>).</span> Hù!… Daar zet je ooge bij, hè?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>).</span> Da’s ’n wonder! Da’s ’n wonder … Zóo groot het de koningin ze niet.… ’k Wor d’r blind +van—da’s machtig.… Hè-je ’r meer zoo?…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb66">[<a href="#pb66">66</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>pralend</i>).</span> Twee zakke vol! Poppetje gezien? Kassie dicht! <span class="stage">(<i>steekt de ster in z’n zak</i>).</span> As je me zwaan vraagt, neemt-ie je mee, wat zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Daar ken-ie na fluite!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Waarom hem wel, mijn niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij het ’n knol om op te rijje—’n knol met viér poote—ik hé d’r maar twéé.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Me paard reikt niet an de hemel.… Me paard ken me geen stèrre geve.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dan geeft-ie je wat anders … Daar komt ’t al … Hou je dop op—’t regent vijge, hahaha!… +Trap d’r niet in, mensche!… Hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Jan!… Jan!… Jan, wees jij wijzer … Met je zwaan ken ’k niet prate … Voor jou leit +wat in ’t vet … Je het de spiegelruit van de horlogewinkel met ’n steen ingesmete, +toe je rooie Gijs wou rake.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hij het mijn met z’n spanriem ’n lik gegeve, de stiekemer!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En de meide trekt-ie an d’r vlechte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Praat ’k met jóú?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Toch zal ’k ’t zegge—Jan is me vrind!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As-die ’n muis het gevange, bindt-ie ’m an ’n end garen—en de vliege knipt-ie d’r +vleugels af.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mijn most-ie ’t flikke!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb67">[<a href="#pb67">67</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij laat je toch ommers ook niet op je falie geve?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Je mag niet met steene smijte—en voor de ruit bè-je d’r gloeiend bij—dat hei-je op +’t bureau gehoord … Al kruip-ie nog zoo onder de bedstee, méé mot je na ’t rooie dorrep—met +handboeie zoo dik as me knuist.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> ’t Zou wat moois zijn, as me de ruite van de horlogewinkels stuk liete gooie!… Daar +kè-je van luste.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Over de twee honderd gulden kost-ie as me weinig rekene.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> En gezien hè-’k ’t met me éige ooge …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mot jij dan ook àlles verraje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.…</span> En nou weer sterre van d’r plaats hale—jij groeit voor de galg op! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> En jou ken ’k ook!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As me in de vijver zwemme, benne me allemaal eender.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Ik weet hoe je hiet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb68">[<a href="#pb68">68</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Lach jij maar—je zel d’r van luste!… ’k Onthou je!… Je het ’n streep op je kop.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me benne eender—me broers en me zusters—d’r loopt bij allemaal ’n streepie door.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>op de straat over de zwaan neerzittend en met de vinger dreigend</i>).</span> Onthou je dag en je uur, witkop! Magge wij ’t late passeere as de spiegelruit van +de horlogemaker—217<i>a</i>, voorbij de melkboer—an gruzelemente gaat?… D’r was ’n barst in zoo groot as me sabel. +Toe kwam ik achter ’m an—enne toe zee ik: ga jij maar is mee—enne toe hebbe me z’n +vader op ’t bureau late komme—enne die het ’m op z’n donder gespeeld dat ’t klapte—maar +de horlogemaker van 217<i>a</i> zee: daar ben ik niet mee gehollepe. <i>Ik</i> mot de eed aflegge voor de heere van de Rechtbank—mot ik dat niet?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat mot je—dat mot je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Z’n broer het zes volle maande rats enne gort enne mik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> ’k Wou dat ìk ’n bakkie kreeg.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k d’r hem een? <span class="stage">(<i>krijgt de witte ster aarzelend uit den zak</i>).</span> As die zeit dat-ie niks het gezien?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Machtig … Machtig … Je ken d’r bij leze … De vonke spatte d’r uit … Sta stil beroerde +hengst … Hij schrikt ’r werachtig van … Hè-’k nog is gehad op de Amstel toe ’t vuurwerk +was … Pas op jonges—hij slaat achteruit tegen je schene.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb69">[<a href="#pb69">69</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je mot ’t zellef wete, Jan—ìk verdraaide ’t!… Hònderd ruite kè-je d’r voor stuk smijte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me moeder het zoo gehuild, zwaan, toe ze Jacob kwamme hale.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die huilt ommers toejoer! Vanmiddag toe jij brood bracht, stong ze ook achter je wagen +te blerre … Mot je daarvoor zoo’n smeris-met-’n-paard-tusschen-z’n-beene, ’n steen +van duizende guldes geve?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>in bewondering</i>).</span> Potverdikkie! Potverdikkie!… ’n Wonder … ’n Wonder … Me knoope glimme d’r van as +katte-ooge … Ha’k niet kenne droome … Krijg ’k ’m, Jan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k, zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As-die zeit dat-ie niks het gezien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> ’k Zel ’m op me helm steke—’m elke dag poese.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoef ’k niet te zitte?… Zel je an de heere zegge, dat ’r al ’n barst in de ruit was?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>de handen uitstrekkend</i>).</span> Dat zal ’k.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ik ’t niet gedaan heb?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dat zal ’k.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En da-me geen boete hoeve te betale?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dat zal ’k.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>haperend</i>).</span> Daar dan.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb70">[<a href="#pb70">70</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>de ster gretig grijpend</i>).</span> Potverdikkie … Potverdikkie <span class="stage">(<i>wrijft haar op met z’n mouw</i>).</span> Of d’r ’n dievelantaren in zit <span class="stage">(<i>verwoed tot een aantal grijplustige handen van de menigte</i>).</span> Blijf d’r af met je poote, tuig, schorum!… Mo’k me lat gebruike? <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Daar zou je ’n moord voor doen—da’s om bij te griene—’t water loopt ’r van uit je +ooge <span class="stage">(<i>tot de weer grijpende handen</i>).</span> Poote thuis! ’k Waarschouw je! Pas op, juffrouw: gister hè-’k je pas bekeurd voor +je kleeje kloppe na bezette tijd … En jij ook: jij staat onder toezicht da-je je man +het wille vergeve … En jij: bè-je alweer zat? Mo’k je as ’n meelzak meeslepe, beroerde +hondemepper! D’r af met je kromme vingers! <span class="stage">(<i>hij slaat de hand aan ’t gevest van z’n sabel—zij wijken grommend achteruit</i>).</span> Nee Jan, jij hoeft niet bang te weze—jìj krijgt me endje sigaar. Neem an—je ken ’m +rooke—’t is d’r een met ’n bandje van de mejoor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hij ’s nog zoo nat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dan droog-ie ’m an je kiel <span class="stage">(<i>bevestigt de ster op z’n helm</i>).</span> Potverdikkie! As me kammerade nou niet voor me anslaan <span class="stage">(<i>zet de helm op</i>).</span> Hoe doet-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of-ie zoo van ’n heilige-prent vort ben geloope.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>tot de handen</i>).</span> Voor ’t laatst hoor! Deurloope! Deurloope! <span class="stage">(<i>trekt z’n sabel</i>).</span> Achteruit, potverdikkie!… Achteruit as ik ’n ster op me kop heb! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Hou jìj me hengst is vast, dan <span class="pageNum" id="pb71">[<a href="#pb71">71</a>]</span>ik de boel schoonvege!… <span class="stage">(<i>staat op, springt op het paard—de beenen der menigte wijken geheel</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Hahaha!… Wat ’n stomme klabak … Nou kenne ze overal de laje lichte enne de +slote forseere … ’n Uur in de wind zie je ’m ankomme! ’n Smeris met illemenaasie! +Hahaha! Je lacht je ’n kriek!… Ze holle ’m achterna de heele gracht af, om ’m vuur +voor d’r segare te vrage! Hahaha!… Straks valt-ie met z’n knol op ’n zolderschuit! +Je zel d’r van beleve! ’k Hou me buik vast, hahaha! <span class="stage">(<i>zich naar Jan keerend</i>).</span> Scheelt ’r wat an?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Endje stinkt zoo … Puf!… ’t Zweet breekt me d’r van uit … Lijkt wel ’n vetkaars … +Puf.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Zuig ’r dan niet op, jò!… Daar hè-je de schoenfrik … Nou! Mot ’k schoensmeer an me +schoone veere krijge?…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></h3> +<p class="stage"><span class="sc">Schoenlapper, De Zwaan, Jan</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>voor het raam bukkend</i>).</span> Vollek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel, bezig z’n zakken in de la te ledigen</i>).</span> Kom-ie om cente?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>angstig-starend</i>).</span> Jessis-mierande, jò, d’r leit vuur in de la van de tafel! Mot je de boel in brand +stekel Brááánd! Brááánd!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>hem in de zij porrend</i>).</span> Hou je bek! Je schreeuwt de kindere wakker!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb72">[<a href="#pb72">72</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de lade toeschuivend</i>).</span> Hèhèhè!… Dat noemt-ie brand as-ie diamante ziet.… Hei-je de schoene van vader en +Jacob meegebracht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Of ’k wàt?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of-ie de schoene mee het gebracht?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ’k duite krijg ja—as ’k ze niet krijg néé.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Kom d’r in, schoenfrik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> D’r in komme ken ’k—maar op me buik schrijve doe ’k niemedal meer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jouw buik zit op je rug, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Verkoop je flauwsies an je soort! An jòù valt geen droog brood te verdiene!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of ìk ’t ken hellepe, da’k zonder kouse en schoene an in de hemel kom!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Dàt most ’r bij komme—’n bliekiesvreter in de hemel!… Hoor je ’m Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me zalle zien wie d’r eerder is—jij of ik! Hahaha! Hij denkt dat ze hèm noodig hebbe—hoor-ie +Jan?… In de hemel rake de schoene niet stukkend—daar loope ze op d’r bloote voete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ze d’r mijn niet noodig hebbe, leelijke eend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Eend zeit-ie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.…</span> Gans dan.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb73">[<a href="#pb73">73</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Gans zeit-ie.… Dat weet nog niet eens ’t onderscheid tusschen ’n gans en mijn! +Ik ben de zwaan uit ’t Vondelpark, schoenfrik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Nou, as ze mijn in de hemel niet noodig hebbe: jòù zeker niet!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mijn niet?… Mijn niet?… Hoor je die, Jan?… Ik zit bij de troon naast onze lieve Heer +met allemaal andere witte zwane—en as ’t geen zwane benne, benne ’t blomme—enkel zwane +en blomme—da’s de hemel. Schoensmeer en pik—en zole en achterlappe kenne me d’r niet—die +motte in de gang blijve—die worde niet binnen gelate.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Kles maar!… Dat mot ’k eerst zien … ’n Zwaan in de hemel, hèhèhè.… Hèhèhè!… ’t Is +’n historie! Geen cente om ’t lapwerk te betale—en ’n eend ’t hoogste word.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is geen eend—’t is me zwaan!… Kom de trap af, dan krijg-ie ’n steen! <span class="stage">(<i>schuift de la open—het licht breekt door de spleet</i>).</span> Da’s me geldla—dat benne me cente die blinke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>laat z’n bundel schoenen vallen</i>).</span> ’k Waarschouw je, Jan, d’r komt brand van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>een groene ster in de hand nemend</i>).</span> ’t Benne sterre, frik!… Die komt van dicht bij de maan! En die krijg jij, as vader +z’n schoene en Jakob z’n schoene goed gemaakt benne.… Laat is kijke …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb74">[<a href="#pb74">74</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>geen oog van de ster af</i>).</span> Moeder Maria.… Moeder Maria.… Is dat voor mijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Eerst de zole nakijke, Jan!… Of ze genaaid benne en niet gelijmd—en of ’t geen bordpepier +is!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Waar benne de schoene?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Weet ’k niet.… Die diamant brandt in me kop.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de ster onder z’n kiel stoppend</i>).</span> Zoo hè-je d’r geen hinder van.… De schoene van vader!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>zoekend</i>).</span> Een paar en nog ’n paar! De halve nacht voor opgezete.… Was haast geen lappe meer +an … en d’r stong nog drie twee en dertig half.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de zolen met de ster belichtend</i>).</span> Nou dan benne me kiet (geeft de ster aan den schoenlapper, die beduusd aan de tafel +neerzit).… En voor moeder maak je de toffels.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>dwazerig over den steen heen glimlachend, zet z’n bril op</i>).</span> Allemachtigste God wat ’n zwaarte.… Daar ken ’k bij lappe zonder olie in de lamp.… +Ze schijnt door me hande heen.… Ze lacht tegen me.… Hèhèhè! <span class="stage">(<i>droogt z’n oogen</i>).</span> Allemachtigste God—da’s de ster van Bethlehem—Jan!… Jij het de ster van Bethlehem +teruggevonde<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <span class="stage">(<i>z’n handen aan z’n rooden zakdoek schoonwrijvend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Die mag ’k niet met me smerige hande vasthoue—daar mot ’k me voor reinige.… Prachtig! +Prachtig!… <span class="pageNum" id="pb75">[<a href="#pb75">75</a>]</span>As dat me vrouw had beleefd—en me dochter—en me kleinzoon, die in ’t pothuis bediend +zijn geworde—weet je Jan: hoe je stong te kijke na ’t kissie?… Hèhèhè!… Da’k dàt zie +voor me dood! Dat God me beloont voor ’t nakomme van de geboje—de geboje—de geboje, +zwaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Boven al bemin éénen God—IJdelijk zweer nog spot.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Vier den heiligen dag des Heeren—Vader en moeder zult gij eeren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Met wil of met werken sla niemand dood—Doe geen overspel of onkuischheid snood.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Wacht u voor stelen en onrechtvaardig leven—Gij zult geen getuigenis der valschheid +geven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Begeer ook niemands echtgenoot—Noch iemands goed, ’t zij klein of groot. Amen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Amen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Amen.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, de Bakker, Sien</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>tot de zwaan buiten</i>).</span> Kischt! Kischt! Wat mot je!… Kischt!… Geef ’m ’n trap, bakker!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Bakker.</span> Ga je?…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb76">[<a href="#pb76">76</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>de vlerken in verweer</i>).</span> As je ’n poot na me uitsteekt … Hij ruikt na de zure gist, Jan, da’k ’r misselijk +van wor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot den schoenlapper</i>).</span> Doe ’m weg! Doe ’m weg!… Da’s de bakker <span class="stage">(<i>de schoenlapper steekt de ster in een van de schoenen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de trap af komend met den bakker</i>).</span> Hij laat nog geen hàlf pannebrood los, moeder.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kom-ie dat nou pas zegge?… Bè-je tòch na ’t vuurwerk geweest? Ha’k je zoo verboje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hij het zoo lang staan klesse, moeder <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Snij uit lamme zwaan! ’k Schrik me kepot van me móéder … Wat hè-’k met jou te make? +<span class="stage">(<i>tot den bakker</i>).</span> Of jij me nou naloopt—tekort zalle me je niet …—me hebbe je àltijd betaald as me +’t hadde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>op ’n tree van de trap neerzittend</i>).</span> As me ’t hadde … As me ’t hadde … Vier gulde vijf en negetig …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat lieg-ie. Jij schrijft toejoer met dubbel krijt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ken niet. ’t Krijt stopt-ie in z’n meel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k jou nog is hoor, krijg je me slof na je bast!… ’t Staat in me boekie. Me boekie +liegt niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij zooveel meer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verwoed dreigend</i>).</span> Mot me slof d’r an! <span class="stage">(<i>leest</i>).</span> <span class="pageNum" id="pb77">[<a href="#pb77">77</a>]</span>Drie weke—da’s een en twintig dage anderhalf panne—da’s drie gulden negen en negetig—en +veertien roggemikke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Lieg-ie … ’k Hei ze elleke dag geteld—tweemaal benne me met cente gekomme.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> ’k La-me nog geen krùmmel afstrijje—vier gulden vijf en negetig bij mekander … En +nou blijf ’k hier zitte to’k me cente gebeurd heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As ’t an mijn lee, liet ’k je blare zitte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>naar z’n slof tastend</i>).</span> Je het ’t gehoord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Laat ’m zitte, Jan, dan vreet ik terwijl z’n kom met goudvisschies leeg …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>snel opstaand</i>).</span> Je mot ’r is an komme! <span class="stage">(<i>stapt vlug de trap op, grijpt achter de onderdeur, zet zich weer op de tree met een +goudvisschenkom</i>).</span> Zoo. Al duurt ’t ’n verreljaar: de cente van de een en twintig maal anderhallef pannebrood +en van veertien roggemikke—vier gulden vijf en negetig—vier gulden vijf en negetig.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ze nou toch fassoenlijk benne, de mensche van de kruierij—wat zet jij ze dan ’t +mes op d’r keel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Waar bemoei jìj je mee? Van jou krijg ’k ommers óók over de gulden?… Fassoenlijk! +Fassoenlijk! De mensche van de kruierij! ’n Zoon die die zes maande gezeten het—’n +dochter die de manne anhaalt.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb78">[<a href="#pb78">78</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jou dan toch niet, rooie sproetekop!… ’k Hei je nog straks ’n lik motte geve.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>bulderend van ’t lachen</i>).</span> Hahaha! Hahaha! As ’k op je stoep loop te fluite, kom-ie toch as de hondjes! Hahaha! +As ’k maar fluit <span class="stage">(<i>tracht in z’n lachen te fluiten</i>).</span> As ’k maar fluit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ga van de trap af, bakker—d’r ken niemand deur.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Nooit van z’n leven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Zal ’k ’m de rooie geve?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die groote rooie an de meeldief voor meel met krijt …? <span class="stage">(<i>de bakker werpt z’n slof, die op het bed terecht komt</i>).</span> Mot ’k je ’n tand met soldeer uit je bek slaan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Spuug jij ’n ander op z’n vessie! Met de mensche hè-’k genoeg last! As de beeste nou +ook nog beginne—waar of niet, goudvisschies?—ken ’k de blinde voor de rame hange <span class="stage">(<i>sarrend</i>).</span> Vier-vijf-en-negetig … Vier-vijf-en-negetig … Vijf gulden min vijf kopere cente.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k ’m de rooie van naast de melkweg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Van naast de melkweg?… Toe maar!… In elleke pint melk giet-ie d’r tien water … Ik +bemoei me d’r niet mee … As je d’r zoo mee omspringt—een an de smeris—een voor zole +en achterlappe—hou je geen kiezelsteen over.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat mot ’k dàn?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb79">[<a href="#pb79">79</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Voor de rooie mot-ie de vier-vijf-en-negetig verrekene enne twéé jaar lang èlleke +dag zes pannebrooje brenge èn twee roggemikke èn ’n snijkoek met kandij en sukade … +Boter bij de visch: op slag vóór-ie ’m in z’n hande krijgt—een honderd brooje voorschot, +tien roggemikke en tien snijkoeke met kandij en sukade …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Daar komme we niet door!… Daar ete me ons verstoppinge an …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hindert niet eens in ’t jaar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Vier-vijf-en-negetig!… Vier-vijf-en-negetig <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> As je me ’n smàkker geef, zoo as an de jongen van de stikkedoor, trek ’k ’r ’n pannebrood +af.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Ik lust geen getrouwde manne.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Manne … panne … manne … panne, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafella</i>).</span> ’k Zel je ’n diamante steen late kijke <span class="stage">(<i>het licht schemert door den spleet</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verrast opstaand en de kom op tafel neerzettend</i>).</span> Deksels—dat lijkt Bengaals!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de roode ster in de hand</i>).</span> Geef jij daarvoor twee jaar lang.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Drie jaar—twee is niemedal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> Drie jaar lang èlleke dag zes panne, twee roggemikke en ’n Groninger koek met kandij +en sukade?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En ’n Berliner bol dadelijk en honderd brooje dadelijk as ’k gezeid heb!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb80">[<a href="#pb80">80</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jessis wat ’n steen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>de zijne uit den schoen krijgend</i>).</span> De mijne is groen—groen as koper—groen as gras<span class="corr" id="xd33e4737" title="Niet in bron">.…</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>).</span> Christenezielen!… Waar vin je die?… Is-ie ècht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor je ’m, zwaan—of-ie echt is—of-ie echt is?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hij denkt dat onze lieve heer zoo de sterre vervalscht as hìj ’t meel, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Mag ik is wege?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As me gek benne—eerst de honderd panne voorschot.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Snijdt-ie ruite stuk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zien? <span class="stage">(<i>springt op het bed, wrijft de ster langs een ruit, die in scherven ineenzakt</i>).</span> Is-ie echt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de la</i>).</span> Legge d’r meer in?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Laat ’m dicht—anders vliege ze na de hemel!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat doe je ze ook uit je zakke in de la te legge!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>voor de la geposteerd</i>).</span> Je zweet ’r nog al niet van!… Afblijve hoor!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Christeneziele!… ’n Rooie en ’n groene steen.. As-ie werachtig echt is, werachtig … +dan geef ’k je <span class="pageNum" id="pb81">[<a href="#pb81">81</a>]</span>d’r ’n nieuw goud-tientje voor, splinternieuw!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Hèhèhè!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Wat lach-ie, bult?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Ik geef d’r hònderd nieuwe, duizend, tien duizend.… De lommerd schiet ’r meer op.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Geef ’m mijn, Jan—voor ’n brosch.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij ben van de febriek vortgebleve—jij mag d’r enkel na kijke, waar zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Drie jaar lang, as ’k gezeid heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot den bakker</i>).</span> Graag of niet?… En honderd brooje daalijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>enkel oog voor den steen</i>).</span> Me heele winkel mag-ie leeghale—de pannebrooje—de hardgebakke-duitsche—de kedetjes—de +pijn-de-luksjes—de beschuite—de berliner bolle—de krakelinge—de appelbolle—de snijkoeke—de +moppe.… Maar eerst in me éige hande ’t gewicht voele.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag dat, zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Tien telle—langer niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>de ster uit Jan’s handen nemend</i>).</span> Of ’k zoo in me oven kijk—of-die an ’t smelte is!—of je bloed ziet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je ’m nog langer kneedt wordt-ie allerhande.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb82">[<a href="#pb82">82</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hou ’m is hier bij me hals, bakker <span class="stage">(<i>slaat de tippen van haar jak weg</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Of je in de zon leit te baje—of je kin in de rooie was zit <span class="stage">(<i>de ster op z’n hand leggend</i>).</span> ’k Ken d’r ’n ring van late make bij de goudsmid.… ’k Ken d’r an me horlogieketting +hange.… Christeneziele … ’k Ken d’r op me das steke, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>’n goudvisch opvangend dien Jan ’m toewerpt</i>).</span> Hap!.… Smaakt na de gist.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k daarmee in de kerk zit, zel de domenee in z’n woorde blijve steke—en de diakene—de +diakene zelle niet wete wat voor tekst.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>een goudvisch vangend</i>).</span> Hap! Hap!… Of ’k ’r weer van zel spoege?… Hap! Nou lust ’k niemeer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Nee je krijgt ’m niet! Nee, nee, nee! <span class="stage">(<i>bergt de groene in zijn zak</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Meeldief, de tien telle benne om.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Effen nog.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de ster afnemend</i>).</span> Houe mag-ie ’r, voor drie jaar lang.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Zes panne per dag èn twee mikke per dag èn ’n snijkoek per dag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> En honderd derek?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Op slag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k ’r zooveel in me kar heb—’t is me <span class="pageNum" id="pb83">[<a href="#pb83">83</a>]</span>nog al niks—honderd—honderd.… <span class="stage">(<i>loopt de trap op, gaat achter de onderdeur</i>).</span> Wie pakt ’r an?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ikke!… Ho!… Ho!… Schrijf jij is op, schoenfrik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Ik hei geen papier.… Mag ’t met krijt op de zool van de laars?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As je ’t maar sekuur doet.… Je weet hoe-ie de mensche loere draait.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Nou dan! Me arrem is geen uithangbord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Ho!… Ho!… Nog niet! <span class="stage">(<i>kijkt in de ladenkast</i>).</span> Daar kenne ze niet in.… Zelle me ze op jouw bed legge?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Eerst ’n ouwe krant.… Daar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de brooden van Sien, die halfwege de trap staat, aannemend en in de achterste bedstee +leggend, koortsachtig vlug op en neer loopend</i>).</span> Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.… <span class="stage">(<i>de brooden verdwijnen in de bedstee; zij vegen zich àllen het zweet van het voorhoofd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>tellend</i>)</span>.… Twintig.… Dertig … Veertig … Vijftig … <span class="stage">(<i>hij geeft met het stuk krijt streepjes</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me benne op de helft.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Zweet as ’n sleepersknol <span class="stage">(<i>zij vegen zich weer àllen het zweet van het voorhoofd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Vijf tegelijk—en nog is vijf.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb84">[<a href="#pb84">84</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Je ken ze beter as kaze opgooie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.…</span> Een en zeventig, twee en zeventig.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Dat lieg-ie.… Een en zestig.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.…</span> Een en zestíg—twee en zestig.… drie en zestig.… leeg is de kar.… De rest krijg je +morrege vroeg—dan benne ze verscher.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hoe ken ik d’r nou in?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Dan vreet je je d’r doorheen, as in de berreg van rijstebrei.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> En me steen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Haal ’m maar van de tafel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de lade</i>).</span> D’r legge d’r nog wel tien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jan pas op de la!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Sta jij toch niet alles af te loere, lamme hinkepoot.… Daar! <span class="stage">(<i>trekt het gordijn voor de ramen dicht</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat mot dat nou?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Da’s ’n andere ster.… Je het ’m verruild! <span class="stage">(<i>haar langs de goudvisschenkom strijkend</i>).</span> Glas snijdt-ie niet eens!… Jullie benne flesschetrekkers, oplichters, kwartjesvinders! +Waar benne me goudvissche gebleve? <span class="stage">(<i>met de gebalde vuist de ster vasthoudend en ’r mee dreigend</i>).</span> Me drie en zestig brooje werom en me vier gulden vijf en negetíg!… ’k Sla alles kort +en klein.… Ik breek jou je nek bliksemsche aap!… En dat rooie stuk glas gaat over +me knie! <span class="pageNum" id="pb85">[<a href="#pb85">85</a>]</span><span class="stage">(<i>hij slaat de handen om de ster, wringt haar over z’n knie. De ster dooft plotseling—een +donderslag weerklinkt—even is het tooneel donker</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Je mot ’t gordijn opetrekke, Sìen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat doe <i>ik</i> al <span class="stage">(<i>het roode licht van het venster stort weer binnen. Tegen het beddelaken, onbewegelijk +naast elkaar staan Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Zwaan, Jan, Schoenlapper, Bakker, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verwoed</i>).</span> Me goudvissche, me brooje en me cente! ’k Maak ’r politiezake van! Drie en zestíg +goed doorbakke panne!… Vier goudvissche!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met een kerkboek in de hand</i>).</span> God-nog-an-toe, bakker—me wete d’r niks van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Drie en zestig brooje.… in de bedstee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>met een takel in de hand</i>).</span> Eens gegeve blijft gegeve.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>met zijn harmonica onder den arm</i>).</span> Al stóóf je ’n goudvisch—slikke ken je ze niet—d’r zel d’r geen in gezete hebbe. +Vliege doene ze niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>met een pak quitanties in de hand</i>).</span> Me hart staat ’r van overeind—wat ’n weer, wat ’n weer!—mot in de buurt ingeslage +weze.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb86">[<a href="#pb86">86</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me lippe ziene d’r wit van … Wat was dat, Jan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Wat ’t was?… Wat ’t was?… Me kar met brood leeghale.… Me goudvissche stele!… Valsche +diamante in me poote stoppe.… Ik mot me brooje terug!… Me brooje uit de bedstee! Ik +mot me cente! <span class="stage">(<i>schiet op het raam toe, springt op Jan’s bed, roept</i>:)</span> Politie!… Politie!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>nijdig met de vlerken slaand</i>).</span> Ik ken getuige da-je ’m over je knie het gebroke.… Daar kenne ze niet tegen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dan neem ’k met geweld! <span class="stage">(<i>holt op de bedstee toe</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jacob</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>die de trap af is gekomen—den bakker bij de bedstee werend</i>).</span> Hande thuis!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Opzij of.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of wat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Of ’k bega ’n ongeluk!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>een groot slagersmes trekkend</i>).</span> Dat zelle me afwachte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob!… Jacob!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jacob, Jacob: met wil of met werken sla niemand dood.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb87">[<a href="#pb87">87</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>de trap op-wijkend</i>).</span> As jij steekt, steek ik dubbel—al trek je tien messe, ben ’k nog niet bang—niet voor +’n dozijn zooas jij.… ’k Neem d’r getuige op.… Jij het ’t gezien schoenfrik—en jij +Lammersen—en jij zwaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik ben beneje de jare.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Je ken ’t allemaal beëedige van de goudvissche enne de drie en zestig brooje enne +van ’t mes dat-ie voor me neus het gehoue.… Ik haal ’n diender.… Met de gevangeniswage +kom ’k voor je deur! <span class="stage">(<i>angstig af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Zwaan, Jan, Schoenlapper, Jacob, Sien, Thijs</span>, <span class="sc">Bet, Aaltje, Lammersen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> De schrik zit in me beene.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Ik ken geen voet verzette.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hij hèt hier niks mee te neme. Wàt wou-ie? <span class="stage">(<i>kijkt door den gordijnkier der bedstee</i>).</span> Ik vraag wat-ie.… <span class="stage">(<i>schrikt achteruit</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Wat zie je dan? <span class="stage">(<i>zij, Thijs, Aaltje, Lammersen en Sien schuifelen naar Jacob, staren dicht bij de bedstee, +glimlachen verbaasd</i>).</span> Drie en zestig brooje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Drie en zestig.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Je ken ’n bakkerij beginne.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb88">[<a href="#pb88">88</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’k Hei d’r nog nooit zoo’n berg gezien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Drie en zestig.… Hoe hou je ze goed?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Waar mot ik nou gaan slape?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel</i>).</span> En je schoene benne gebracht vader.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Me schoene? <span class="stage">(<i>tot den schoenlapper</i>).</span> Zoo zònder cente?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Jan het betaald, <span class="stage">(<i>zij draaien zich allen naar Jan, staande dicht tezaam, Bet met haar kerkboek, Thijs +met zijn takel, Lammersen met de harmonica, Aaltje met het pak quitanties, Jacob met +het groote mes</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Betaald?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Betaald?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jan, Jan—hoe kom-ie an geld!.… Jan, Jan, as je ons in ongelegenheid brengt!… Jan, +Jan, as ’t maar zuiver spul is!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hou je ooge is dicht, moeder.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Goed, jongen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En jij ook, vader.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ik doen ’t al.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Juillie ook!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Me ooge dicht?… Een of twee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Allebei.… Zoo. Nou motte juillie niet schrikke.… Jij doet valsch, Jacob!… Jij kijkt +stiekem!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb89">[<a href="#pb89">89</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ik kijk na de brooje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag-ie niet. Ooge toe! Allemaal! As ’k drie zeg, mag-ie ze open doen! Eene—tweeje—drieje!… +<span class="stage">(<i>heeft een geel-groene ster uit de la gegrepen</i>).</span> Die is voor vader z’n takels.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>na een aangehouden ònbèwègelijke stilte van allen</i>).</span> Jan—me lieve jongen—hoe kom je daar an?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ben met de zwaan weze vliege—geplukt op drie meter van de maan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—je mag niet neme wat van God-de-Heer is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Sterre benne vrij <span class="stage">(<i>langzaam voor zich uit starend</i>)</span>.… Sterre benne vrij.… Je mag geen appele plukke—geen pere—geen bloeme—sterre benne +vrij—sterre benne vrij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—de sterre benne van God-de-Heer—die het-ie buiten ons bereik gesteld—daar +magge me niet na tàste.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> As me niks hebbe, magge me dat!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar ben ’k angstig van—daar doen ’k me ooge bij toe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Jan, bran je vingers niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nou dan, vader!… Neem je ’m niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs..</span> Nee.… Zal ’k, moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—je het ’r geen geve over <span class="stage">(<i>smartelijk-angstig</i>).</span> Jan, ik hei al zoo’n boel <span class="pageNum" id="pb90">[<a href="#pb90">90</a>]</span>gehuild—zoo da’k me trane niet telle ken.… God-de-Heer zel ze an de hemel misse.… +<span class="stage">(<i>naar boven starend</i>).</span> Heele gate benne d’r gekomme in de wolleke.… Stele, Jan, is erger nog as wat je broer +Jacob in drift het gedaan … erger as ’t schandaal met je zuster! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Bè-jij de duvel, zwaan, da-jij voor ladder gediend het?… Laat de zwaan ze werom brenge, +Jan, me lieve jongen, op de plaatse waarvan ze vandaan benne gekomme—’k wor as van +de dood zoo benauwd, as ’k de plekke an de hemel zie, die je leeg het geplukt <span class="stage">(<i>de anderen kijken mede verschrikt omhoog</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>benepen</i>).</span> Mocht ’t niet, zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Hahaha!… Juffrouw hoe kè-je zoo wurme over niks!… Ikke de duvel?… Ikke? ’k +Hei toch geen bokkepoot!… ’k Vreet toch geen vuur.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me zoon Jan hei-je opgezet tot ’n doodzonde … tot ’n doodzonde—dat weet je toch, zwaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wees wijzer, juffrouw—de heele rijkdom in de stad loopt met sterre an d’r vingers, +d’r halze, d’r oore—de koningin het ’r ’n kroon vol van in d’r haar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mensche as wij magge ’t niet.… Enne as iedereen plukke gaat—iédereen zulleke gate +as Jan maakt—blijft ’r geen lichie meer in de hemel over <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span> Geen lichie … Geen enkel lichie.… As ze de maan ook nog neme—en de zon ook nog neme—wat +rest ’r dan?.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb91">[<a href="#pb91">91</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>de handen naar de ster uitstrekkend</i>).</span> Zel ’k ’r?… Me takels zitte vast.… Me zelle geen zorreg meer hebbe—me zelle op heele +schoene loope—me zelle drie-en-zestig brooje ete.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Nee! Nee! Nee!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Al ha-je ’m uit de modder geschept—al geve ze me leveslang: ìk ben d’r niet vies van!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob … Jacob.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>het mes neerleggend</i>).</span> Zes maande hè-’k me kop tegen de mure van me cel kapot gestoote—zes maande kalk en +tralies en ’n reepie lucht zoo groot as me hande—zes maande as ’t nacht wier dezelfde +ster, die hij in z’n vingers houdt—dezelfde gele ster met de groene rande—en geen +ander licht!… As me hersens dampte, as ’k niet slape kon, zag ’k ’r—as ’k ’n strop +om me nek wou legge, zag ’k ’r—as ’k lee te vloeke, zag ’k ’r—as ’k de dage, de ure +dat ’t nog dure most, telde, telde, telde—as hij de schel van de segarewinkel—zag +’k ’r. Zes lange maande benne me same alleen geweest—het ze me hoore tekeer gaan, +da’k ’t nòg is zou doen, nog is en nog is, as ze me weer ’t brood roove as toe met +de staking <span class="stage">(<i>luciede lachend</i>).</span> Ik ben ’r niet vies van—me kenne mekaar.… Wì-jij d’r niet, vader?… Nee?… Hahaha!… +Jij niet, moeder?… Nee?… Mijn dan, Jan! <span class="stage">(<i>grijpt de ster uit Jan’s handen</i>).</span> God het ’r meer as zat, meer as zat—wij komme tekort.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Da’s waar—wij komme tekort.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wij komme tekort.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb92">[<a href="#pb92">92</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat doene me zeker!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat zee ìk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Alles mag-ie wat d’r groeit—aarpels en groentes—niet wat an de <span class="ex">hemel</span> loopt, Jacob.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hahaha!… Ik ben d’r dronke van—me beene doen of ’k te veel klare geroke! <span class="stage">(<i>bij z’n scharensliep</i>).</span> De bulle worde d’r nieuw van. Dat mes hè-’k alvast niemeer te slijpe—of ’t zoo gepolletoerd +is!… Mò-je me beitel zien!… Het ’n rand van goud!… Wat zelle me ’t eerst koope, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je het je hoofd nog niet onder de pomp gehouwe—enne je zou drìe glaze water boordevol +leeg-drinke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Me drinke geen water—me drinke toejoer wijn as Bonnet voor jou het gebracht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zel ik d’r gaan hale in de slijterij om de hoek?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Jij niet! Jij niet! Je hoeft ’t lieremannetje niet heelemaal te krijge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Is ’t jóúw ster? <span class="stage">(<i>zij wil hem in de rede vallen</i>).</span> Moel houe!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Moel houe?… Kommandeer jij je vlóóie!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> As me ’t vlooietheater koope, waar Jan, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Drinke me ’n flesch wijn, vader—as van <span class="pageNum" id="pb93">[<a href="#pb93">93</a>]</span>Bonnet—met ’n zilvere brani-hoed op z’n kop en ’n schort voor z’n buik?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Van zóó’n steen as ’n kinderhoofie het de slijterij nooit werom!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan gane me ’m an de bank an de overzij wissele.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob, Jacob—doe ’t nièt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ze kenne je na ’t bero slepe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ze zelle met z’n alle roepe: hou de dief!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mot ik je van ’t bero komme hale, as met Jan z’n steen door de ruit van de horlogemaker?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Waar is waar—<span class="stage">(<i>tot Aaltje</i>)</span> blijf ’r af met je zeepsopvingers—da’s geen spek voor jouw bek!—waar is waar: as +je d’r mee op de gracht loopt, trapt de heele buurt op je hiele!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan doene me ’t zoo—in me zak.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig-klagend</i>).</span> Jacob, Jacob—hij glimt je broek door.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar schrik ’k van—je staat van binnen in brand.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Voel d’r niks van—da’s gedorie ’n bak as ’k nog nooit hé gezien—me broek is heel—’k +lijk ’n fietslantaren!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Doe ’m d’r is uit. Weg is ’t.… Doe ’m d’r is in.… Angstig!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb94">[<a href="#pb94">94</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha! <span class="stage">(<i>zingt</i>).</span> „Zie de maan schijn door de boome—makkers staak je wild geraas.…” <span class="stage">(<i>de anderen zingen zachtjes mee.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>de harmonica die hij wil gaan bespelen neerduwend</i>).</span> Toe schei uit! Motte me mekander niet verstaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>de ster in de hand</i>).</span> Daar sta ’k bij te gape—daar loopt me hoofd bij leeg <span class="stage">(<i>steekt haar in z’n kiel</i>)</span>.… Ze schijnt je heele boddie door <span class="stage">(<i>legt haar op de scharensliep</i>).</span> Verdraaid as je d’r erges verstoppe ken! Hoe krijge me d’r dan gewisseld? Zonder +last met de polisie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat weet ik.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hoe dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>schrikkend bij de la van de tafel, die ze snel weer sluit</i>).</span> Die lamme zwaan! Hoepel toch op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wil jij alweer wijzer weze—wijzer as wij zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik in me water zie de dinge eenmaal boven en eenmaal beneje—’t gras an de wallekant +is wijzer as jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat denk-ie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je ken d’r hièr verkoope, Jacob.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hier in ’t pothuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> An wie?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb95">[<a href="#pb95">95</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik zel de mensche gaan roepe—de mensche met cente.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De dokter, zwaan—en de kappelaan, zwaan—en de bank-van-de-overzij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Laat mijn maar scharrele.… Je mot doen as <span class="ex">die vent op de markt</span>—eenmaal—andermaal—niemand meer?… Je ken niet wete wat ’n gèk d’r voor geeft!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> As ze maar bieje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Voor tienduizend doene me ’t.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hier mot je weze, mensche! Hier mot je weze! Me hebbe ’n ster tekoop.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Vorigen</span>, <i>daarna achtereenvolgens op de trap</i>: <span class="sc">Bonnet, Riesje, Kapelaan, Dokter, Bankier, De Schele</span>. <i>Naast de Zwaan een menigte beenen, een paar gebogen lichamen en het meisje van Bierman +met een vlieger. Riesje houdt bloemen èn ’n prentenboek in de hand; de Bankier heeft +ringen met steenen aan de vingers en een zwaren gouden ketting; de Schele heeft koolvegen +in het gelaat.</i></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Heere! Heere! <span class="stage">(<i>houdt de handt voor de oogen</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat ’n lamp is dat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Hù!… ’t Is geen lamp.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Hou je ’n spiegeltje in de zon, Jan?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb96">[<a href="#pb96">96</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is geen spiegeltje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Thijs Banes hoe komt ’t zoo licht hier!… Bè-jij ’t Jan—’k zie je maar hallef.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geplukt op drie meter van de maan, kappelaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>z’n bril afdrogend</i>).</span> Me glaze—me glaze—brande in me ooge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me benne rijk geworde, dokter!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Da’s ’n schat—’n schat—zoo heb ik d’r niet een—niet één.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik hè-d’r ’n la vol van, meneer!… Nou dan Jacob!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot de pratenden, buiten</i>).</span> Suscht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Stilte!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot de bukkenden, bij het raam</i>).</span> Of juillie nou kijkt en kiest: wie geen zak duite het, ken opdoeke!… Stilte!… Me +gane verkoope.… Mò-’k me longe uitschreeuwe?… Me hebbe hier ’n diamante steen, die +in me zak as ’n kaars brandt.… Geloof je me niet, meneer?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Zeg ik nee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je mot me weer is voorbijloope, nou ’k je met cente ken dood smijte!… Die in me zak +brandt, zee ik <span class="stage">(<i>laat het zien</i>).</span> Nou? <span class="stage">(<i>algemeen gezucht van verwondering</i>).</span> En die in me boddie brandt <span class="stage">(<i>doet het—hernieuwde verbluffing</i>).</span> Die steen is niet van steen en niet van glas—d’r zit geen lichie van binnen—dààr!—hóé +je ’m draait blijft de vlam ’r in—<span class="pageNum" id="pb97">[<a href="#pb97">97</a>]</span>je hande doet-ie geen zeer—je vingers bladdert-ie niet—je warmt ’r je ooge an, zonder +dat-ie hette geeft.… Da’s ’n mes! Zie je dat mes? Da’s ’n mes van ijzer zoo dun. Wat +wordt ’t? Da’s geen mes meer—da’s geen ijzer meer—da’s geen heft meer—da’s zilver, +kokend zilver van guldes en daalders!… Wat is dat?… Is dat ’n beitel?… Is dat ’n beitel!… +Da’s alweer van zilver, met ’n bandje van goud!… Met die steen, mensche, hoef je niemeer +te werke—de bakker smijt de alkove vol brood—de schoen-maker lapt je zole en hakke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenmaker.</span> En nieuwe wreefstukke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En wreefstukke—hoor je ’t?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenmaker.</span> En nieuwe veters.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En veters—hoor je ’t?… As je in de zorreg zit …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> As ik—kijk me pak is!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kijk d’r pak onbetaalde briefies!—hei-je ineene de ton uit de Staatsloterij—kè-je +je takels en kleere uit de lommerd hale.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>benepen</i>).</span> En ’t kerkboek met ’t gouwe slot.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hoor je dat, mensche.…—je kerkboeke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Ho! Ho! Ho!… Mag niet! Mag niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Màg niet?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan<span class="corr" id="xd33e5860" title="Bron: ,">.</span></span> Kerkboeke magge niet na oome Jan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Hè-d’r z’n eiere van betaald.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb98">[<a href="#pb98">98</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Mag niet.… Mag niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Verkoop ik nou de steen of jij?… Stilte daar buiten!… Wie staat ’r te lache?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da’s de schele van hiernaast, die-die in ’t kolehok op had geslote—zie je toch an +d’r zwarte gezich!… Je lijkt wel ’n nikker, schele!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Was-ie goed?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> De flauwe streke! Geef ’m geen asem, Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Thijs, laat je zoon Jacob opschiete—anders krijg je geen kwitanties meer voor me te +incasseere …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hoor je niet, Jacob?… De meneer van de bank-aan-de-overzij het geen tijd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Me klerke zitte te wachte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> En de meide voere niks uit! Ga an je werk Jans.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dag schele! Je mag je wel wassche—anders wordt ’t heeregoed zwart, hahaha! <span class="stage">(<i>de schele af</i>).</span> Nou dan!… Wie biedt ’r? Wie biedt ’r? Wie biedt ’r?… Niet allemaal tegelijk.… Me +verstane mekaar geen woord!… Wie biedt ’r?… Wie biedt ’r? Wie dan?… Me ster weegt +geen ons en geen pond en geen tien ponde—me ster ken ’k niet houe van de zwaarte.… +Met zoo’n reuzester, mensche, raak je niet in ’t rooie dorp—groeit ’r geen eelt an +je duime—kè-je in ’n huis an de gracht met ’n stoep en twee deure gaan wone—koop-ie +’n slijperskar met ’n ponnie en koperbeslag—eet je gebraje spek bij je aarpels—rook +je segare.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb99">[<a href="#pb99">99</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Met bandjes.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Zit je in de kerk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Bij ’t doopvont.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Brengt de dokter pijpe drop en zoethout.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Midden in de nacht voor je mee.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Draag-ie hooge hoeje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> En ringe as ik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Met zoo’n ster drink je wijn, of ’t je bruiloft is en soep met vleeschprakkies—waar, +Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ’t vet an je tong kleeft!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Met zoo’n ster, van vlak naast de maan, kè-je ete en lol make en na ’t Kalfie rijje +met twéé knolle d’r voor—’n hééle dag buiten—’n hééle dag—en ’s nachts in ’n bed van +heb-’k-jou-daar, zonder rematiek in je schoere! Met zoo’n ster—zoo’n ster.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.…</span> Van Bethlehem—met doorne is-ie gekroond.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kè-je bloeme koope—schuite vol.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>hem de hare toewerpend</i>).</span> Daar hè-je de mijne, Jacob.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>ze oprapend—de bloemen in de eene, de ster in de andere hand</i>).</span> Met me ster kè-je de weg na de hemel vinde—uit je hel rake, mensche!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb100">[<a href="#pb100">100</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob, Jacob—zeg-ie ’t wéér? ’k Hè-je zoo dikkels verboje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Jan, hoeveel doodzonde benne d’r?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zeven, kappelaan! <span class="stage">(<i>snel</i>).</span> Hoovaardigheid, gierigheid, onkuischheid, nijd, gulzigheid, gramschap, traagheid.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Goed zoo, Jan. Heel goed, Jan <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> As jij ’t óók maar zoo wist.… Geef d’r mijn voor de godslamp van ’t altaar, Jacob—voor +de godslamp—dan zelle me honderd kaarsies brande voor Jàn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Toe je ’n ijzersplinter in je oog ha gekrege, Jacob, het Jan d’r bij gezete, hoe ’k +met me elektrieke lichie in je hoofd hè gekeke—enne de watte voor Jan hè-’k zellef +meegebracht—duizend losse guldes geef ’k toe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Jacob—ik geef d’r tienduizend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Tienduizend.… Tienduizend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Tienduizend en één.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Elfduizend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Elf duizend en ’n kissie segare.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Twaalf duizend.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Ik ben van de bank-an-de-overzij—ik laat me niet kenne! Twintig duizend jantje contantje.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb101">[<a href="#pb101">101</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor.… In de godslamp is haast geen olie meer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Ik ga voor! Dertig duizend!… Dertig, hoor je, Jacob? Hoor-ie, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zelle me d’r tien gulde bijlegge, petroon?… Dertig duizend en tien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Bè-je dol! Je het ommers geen rooie cent.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dertig duizend en tien—en tien—wie meer—wie meer?… ’t Kost me duurder ingekocht!… +In de groote magezijne, die op laste van gas en belastinge zitte, krijg je ze voor +geen honderd! <span class="stage">(<i>als ’n koopman op de markt</i>).</span> Ik sta hier niet voor me plezier, mensche! Ik mot me patent betale! Van de marktmeesters +hè-’k permissie! ’t Is ’n merakel, <span class="corr" id="xd33e6034" title="Bron: ’n ’n">’n</span> merakel, ’n merakel! De werkman mot de werkman steune! As ’k in me kis leg, zel je +nog an me denke! Maar ’k sterf niet—’k hè pas voor vijftig jaar bijgeteekend! ’n Merakel! +’n Merakel! ’k Ben te nakend om crediet te geve—’t mot weg, weg, weg!… Wanneer de +bruid is an de man, wil ’n ieder d’r an! Merakel! Merakel!… Wie meer as dertig duizend +en tien?… Eenmaal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen..</span> Wat haast je nou, Jacob? Mot ik d’r an blijve hange?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ken mijn niet schele.… Eenmaal, andermaal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Veertig duizend.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb102">[<a href="#pb102">102</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Veertig duizend.… Veertig duizend.… Veertig duizend.… Eenmaal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Andermaal.… Ten derde maal!… Voor de meneer van de bank-an-de-overzij.… Daar hei-je +’r!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> ’k Zal je daalijk de cente an late reike <span class="stage">(<i>neemt de ster aan, die nog even in zijn hand licht, dan plots dooft</i>).</span> Hij is z’n vuur kwijt! <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hij brandt niemeer <span class="stage">(<i>algemeene teleurstelling</i>).</span> Zóó mot ik d’r niet, zóó hè-’k d’r niet gekocht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ken ommers niet.… Laat mijn d’r is kijke! <span class="stage">(<i>grijpt de ster, die dadelijk weer schijnt</i>).</span> Zie je, meneer! <span class="stage">(<i>reikt haar opnieuw over. De ster verliest haar licht in de handen van den Bankier</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier</span> <span class="stage">(<i>vertoornd</i>).</span> ’k Zie niemedal!… ’k Hei ’n ster mèt licht gekocht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>).</span> Daarnet dee ze ’t toch <span class="stage">(<i>herneemt de ster, die in volle lichting glanst</i>).</span> Hèt ze licht, kappelaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Dat het ze.… Ze het ’n licht as geen godslamp nog het—<span class="stage">(<i>grijpt haar—de ster dooft in zijn hand. Allen wijken onthutst van de trap. De kapelaan +maakt het teeken des kruizes, legt de ster op Jacob’s scharesliep</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>haar weer in volle glanzing opnemend</i>).</span> Hoe ken dat nou Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>die naar de tafel gevlucht is</i>).</span> Weet ik ’t! Ken ik ’t hellepe? De zwaan het ze <span class="stage">(<i>in de la kijkend</i>)</span>.… <span class="pageNum" id="pb103">[<a href="#pb103">103</a>]</span>Zwaan, zwaan.… d’r leit ’r niet één meer met licht—ze benne allemaal dóód.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik sta d’r zellef van te beve.… Hè-’k nog nooit meegemaakt. Dat komt omdat de zon +an de hemel staat, Jacob—enne over de dake schijnt.… Daar kenne ze niet tegen, Jan.… +Daar worde ze bang van, Jan.… Daar schuile ze bij weg, Jan.… Je ziet ze ommers nooit +overdag!… As ’t weer nacht wordt—as de maan van achter de wolleke na vore stapt—zelle +ze door de rete van de la schijne.… Ik lieg d’r geen woord van!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En de mijne dan? <span class="stage">(<i>vreugdevol</i>).</span> Brandt de mijne niet as ’n spaander?… Brandt-ie niet dat ’t ’n lust is—in me poote? +<span class="stage">(<i>met zwakke teleurstelling</i>).</span> Maar wat hè-’k an ’n ster zònder cente?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je lacht bè-je meer as tevreje, Jacob … Je lacht of je in de zon staat te kijke, +waar of niet, Jan? Waar of niet, moeder?… Waar of niet, vader?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kenne me d’r àlles mee koope?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Alles—as je je haast—vóór-ie as de andere schuile gaat.… En wâ-je krijgt mo-je dééle …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Da’s goeie!… En die in de la?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die brande vannacht en morregenacht en overmorregenacht, zoo lang as je maar denke +kan …<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Lach je weer, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbeweeglijk in den leunstoel</i>).</span> Me lache met z’n alle.… Moeder lacht—en vader lacht—en de <span class="pageNum" id="pb104">[<a href="#pb104">104</a>]</span>schoenfrik lacht—en de waschbaas lacht—en de juffrouw lacht—maar de dokter en de meneer-van-de-bank +en me zuster en de meneer-uit-de-segare-winkel en de kappelaan lache niet.… Waarom +lach je niet, kappelaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Die ster het de duvel gebracht—wie d’r anraakt komt in ’t eeuwige vuur—de hemel is +eeuwig—de hel is eeuwig—hè-’k je geleerd Jan!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hoor je dat, zwaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jacob—’t dakraampie van ’t huis an de andere kant van de gracht, waar de mevrouw met +de zeven honde woont, die de scheerder elleke week wassche mot, begint bleek te worde +enne de kopere schelleknop glimt of d’r ’n smeris staat.… Jacob, de bakkers gane rije +en ’t werkvollek loopt met d’r boterhammezakkie.… Jacob, de winkels make ze an kant +en de klok van de kerk zel gaan luie.… Wi-je nog inslaan voor vandaag, dan mo-je d’r +spied achter zette.… Làng houdt ze d’r vonke niemeer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Opzij mensche! Daar komme me met de grootste steen van de wereld!.… Ga je mee, vader? +Ga je mee, Lammersen?… Speel ’n deun op je kerkorgel, dat de buurt over de drooghekke +kijkt! De muziek voorop en me ster d’r achter! Ze magge de strate wel afzette!.… Laat +meneer de kappelaan deur, mensche—die mot ’r niks van hebbe <span class="stage">(<i>tot den meneer-van-de-bank, die mee weggaat</i>).</span> Nòg kè-je d’r an—voor veertigduizend! Nee? Vooruit! Niet allemaal gelijk op de trap—ze +zwiept ’r van op en neer <span class="pageNum" id="pb105">[<a href="#pb105">105</a>]</span>as ’n dobber.… Eerst juillie! Ik loop in geen zeven sloote.… Nou dan, Jan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, ìk niet—de la kenne me niet alleen late—enne me beene voele zoo raar—of ’k d’r +sneeuwballe mee hè gegooid zoo steke ze—’k ken d’r geen trekking in krijge.… Zeg-ie +me niet gedag, moeder?..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik ga niet weg.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En je gaat na buiten!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Blijf voor de deur.… ’k Ben zoo bang in de volte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot Lammersen, die naast de zwaan bukt</i>).</span> Hé! Speel je niet, hinkepoot? <span class="stage">(<i>de harmonica zet in</i>).</span> Zoo loope me gesmeerd.… Daar benne me, mensche! Daar benne me! <span class="stage">(<i>Langs het tuimelraam beweegt een langdurig gedrang van beenen, rokken, kinderen, honden, +enz.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Zwaan, Jan, Riesje, Sien</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> D’r komt geen end an.… Of ze de koningin wachte!… Hei-je je strikkie nog, Jan?… Nog +meer! Nog meer! Wat ’n vollek! Wat ’n vollek!… Da’s ’n huzaar met spore.… Da’s de +vleeschhouwer.… Da’s de teef van de lantaarnopsteker.… Zelle me gaan kijke, Sien?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Nee!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb106">[<a href="#pb106">106</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Me magge toch?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Hei geen trek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Jij dan, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik ben zoo moei in me kop.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Wat hindert dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me voete en me hande slape.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Slape?… Doe is zóó! <span class="stage">(<i>heft de knie</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k niet.… D’r houdt iemand me voete vast.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Doe is zóo <span class="stage">(<i>heft de twee handen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k niet.… Ken ’k niet.… D’r hange gewichte an me polse.… Daarnet hè ’k toch nog +alles gedaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Hoe ken dat dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Van de schrik dat de zon de lichies in de la uit het geblaze.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je mot me moeder gaan roepe, staat bij de deur.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> En dan kijk ’k meteen.… ’k Zie d’r niet. ’k Zel d’r zoeke <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Zwaan, Jan, Sien, Bakker</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>tot Sien, die op de tafel toegaat</i>).</span> Sien—bezondig je niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mo’k ’t gordijn weer toetrekke, lam beest!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb107">[<a href="#pb107">107</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je het ’r af te blijve, zeg ’k.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hindert ’t jóu as ’k d’r na kìjk?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ze benne van Jàn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Van Jan! Van Jan! Hoor haar!.… Je het ze zellef gestole! Hei-jij d’r geve over? <span class="stage">(<i>rukt de la open</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, Sien, blijf d’r af.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Kles maar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>smartelijk, als in versteening</i>).</span> Sien—ik ken me niet bewege—me hande benne vastgegroeid—ik mot ze voor móéder beware +<span class="stage">(<i>er wordt buiten gefloten</i>).</span> O!… O!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Oppasse Jan!.. Jezis, Jan, da’s de meeldief!..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, Sien neem ze d’r niet uit! Sien, ik ben an de stoel vastgespijkerd! Sien, me +ooge benne blind van me trane.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Wat grien je nou schaap—’k kìjk toch enkel!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>naast de zwaan</i>).</span> Me drie en zestig brooje werom en me vier-vijf-en-negetig en me vier goudvissche! +Ik breek jou je nek, bliksemsche aap! ’k Sla alles kort en klein! D’r uit! Mee na +’t bero!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Me voete slape en me hande slape, bakker.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dat lieg-ie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de zwak-glimmende sterren in haar voorschoot ladend</i>).</span> Venacht as ze weer brande, zelle me betale.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb108">[<a href="#pb108">108</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, doe ’t nou niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Mee na ’t bero! Mee na ’t bero!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Ik mot me boetes betale—de baas van de febriek het aldeur de smoor an me.… Jij de +helft, bakker? Jij de helft?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sìen is ’n dief en de bakker is ’n dief … Zel ’k de heele dag in me vijver legge schreeuwe!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Waarschouw je!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dat mo-je nou nog is zegge!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sien het gestole en jij het gestole.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Ik draai je je nek om!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sien het de sterre uit de la gemoerd.… Sien is ’n dief en jij stopt krijt in je meel!… +Sien het de sterre in d’r schort!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’t Benne geen sterre! <span class="stage">(<i>verbergt ze</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hoe meer je ze wegdouwt, hoe sterker ze lichte. <span class="stage">(<i>Sien’s toegeknoopt voorschoot laat zwakken schijn door</i>).</span> Zie je ’t Jan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Sla ’m dood met je stok, bakker! Sla ’m dood—sla ’m dood!… Hij zel ons verraje!… Me +rake in de kast!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> ’k Weet beter! ’k Weet beter! <span class="stage">(<i>grijpt den nek van de zwaan</i>).</span> Geef ’t touw dat daar leit! Vlug dan! Vlug dan! Hij wringt as ’n aal!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moord!… Moeder!… Moord!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb109">[<a href="#pb109">109</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> As je je mond niet houdt!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Blauw wordt-ie d’r van …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hullep! Hullep, Jan!… Hij keelt me<span class="corr" id="xd33e6494" title="Niet in bron">,</span> de meeldief!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moord!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Hou vast jouw eind!… ’k Leg ’n lus! Hou vast!… Trekke!… Anhale!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moeder!… Moeder!… Ze vermoorde me zwaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hullep! Hullep!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hij schreeuwt de bure bij mekaar! Sla d’r op met je stok!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> <span class="stage">(<i>z’n voet op het gespannen touw zettend</i>).</span> Knap as-die piept! <span class="stage">(<i>heft den stok</i>).</span> Nou kè-je d’r van luste, smeerlap! <span class="stage">(<i>slaat dat het dreunt</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moeder!… Moeder!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As je niet stil ben jij—krijg je ook ’n lus om je nek, bliksemsche aap, ’n dubbele +lus da-je geen asem meer haalt! <span class="stage">(<i>dreunt met den stok</i>).</span> Da’s voor me goudvissche! Da’s.… Da’s.… Da’s.… <span class="stage">(<i>dreunt</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk-schreiend</i>).</span> Ik kè-je niet hellepe!… Moord!… Me beene benne dood!… Moord!… Sla ’m zoo niet!… Sla +’m zoo niet!… Moord!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>terugwijkend</i>).</span> Hij is kapot.… Late me d’r vandeurgaan.… D’r zit bloed an me hande.… D’r zit bloed +an jouw hande.… God, God, ze <span class="pageNum" id="pb110">[<a href="#pb110">110</a>]</span>zelle me met me lichies zien loope.… Wat motte me doen? Wat motte me doen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> De trap op! De trap op!… Haast je!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de trap opstormend</i>).</span> Draag jij ze! Draag jij ze! O! O!.… Ze brande me goed door!… Ze springe na de hemel +terug! <span class="stage">(<i>af met bakker. De zwaan ligt met bloedenden nek</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan</span>, <i>later</i> <span class="sc">Thijs, Bet, Jacob</span> <i>en gebukt voor het raam, naast de doode zwaan</i>: <span class="sc">De Dokter, Lammersen, Aaltje, Schoenlapper, Bonnet, Riesje, De Schele, Meisje van +Bierman</span> <i>en meerderen</i>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Zwaan! <span class="stage">(<i>angstiger roepend</i>).</span> Zwaan! Zwaan dan!… Je kijkt me an en je praat niet!… O, je bloed loopt op me bed!… +’k Zel ’t an Jacob vertelle.… Jacob zel ’m met z’n mes doodsteke.… Hullep!… Hullep!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>van rechts op de trap met kaas en ham</i>).</span> Wat is d’r<span class="corr" id="xd33e6617" title="Niet in bron">,</span> Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me zwaan is dood.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>met een tulband</i>).</span> Dood?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met een wijnflesch in iedere hand</i>).</span> Hei-jij zoo geroepe, Jan, me lieve jongen? <span class="stage">(<i>buiten verdringen zich de bukkende hoofden naast de zwaan, in elk <span class="pageNum" id="pb111">[<a href="#pb111">111</a>]</span>der handen etenswaren, ’n groot brood, ’n mand groenten, ’n petroleumkan, ’n worst</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me hande slape—me voete slàpe—me sterre benne gestole, gestole, gestole—me zwaan is +vermoord, vermoord, vermoord … Moeder! <span class="stage">(<i>het tooneel wordt plots geheel donker</i>).</span> Moeder!… Hullep!… Moederlief!… Hullep!…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.slot" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.slot.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">SLOT.</h3> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>in het donker</i>).</span> Roep-ie<span class="corr" id="xd33e6664" title="Niet in bron">,</span> Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moederlief! Moederlief!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik kom al.… ’k Vin de lucifers niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Me zwaan is vermoord, vermoord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> God-nog-an-toe, kind, wat ga je te keer <span class="stage">(<i>zij strijkt een lucifer aan, die uittocht, neemt een tweede en in haar bevende handen +begint de lamp te lichten</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="u2.12" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><i>Het tooneel is weer geheel als in het Eerste Bedrijf. De gordijnen zijn voor het raam +geschoven. Sien ligt in de achterste bedstee, Thijs in de voorste, Jacob op den grond.</i></p> +<p class="stage"><span class="sc">Jan, Thijs, Bet, Sien, Jacob</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moederlief, hullep! Hullep! Me zwaan hebbe de <span class="pageNum" id="pb112">[<a href="#pb112">112</a>]</span>bakker en Sien.… ’t Bloed loopt op me bed—’t bloed loopt op me bed!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>schril-angstig</i>).</span> Thijs!… Thijs!… Sta dan op Thijs! <span class="stage">(<i>schreiend</i>).</span> De jongen is zoo naar!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>uit de bedstee springend</i>).</span> Wat is ’r dan? Wat is ’r dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>wild met de armen zwaaiend</i>).</span> ’t Bloed loopt uit z’n bek—z’n veere zien d’r rood van.… Ze hebbe me zwaan—me zwaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Toe Jan, me lieve jongen! Wat doe je vreemd, kind.… Wij benne toch bij je.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>krijschend</i>).</span> Me sterre benne gestole.… D’r leit ’r niet een meer!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nou!… Nou!… Je schreeuwt de bovenbure wakker.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> De dokter!… De dokter!… Hij sterft onder me hande!… Zie je dat niet?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ze legge ’n lus om me hals!… Help me dan moeder!… Moeder!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op het wekkertje kijkend</i>).</span> Hallef vier!… As-ie maar mee wil.… ’t Is al tweemaal voor niks geweest <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Hei-je pijn, Jan?… Jan!… Kom nou Jan! <span class="stage">(<i>belicht het bed met de lamp</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>in de bedstee</i>).</span> Ken ’k soms hellepe, moeder?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb113">[<a href="#pb113">113</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>wild z’n moeder wegstootend</i>).</span> Moord!… Moord!… Ik ken geen asem meer krijge … Mijn doen ze ’t ook!.. Ik.… Ik.… Ik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Toe me jongen—kom tot je zellef—d’r doet je niemand wat.… <sub>J</sub>antje.… Jantje!.… Ik ben ’t … Ik!… Za’k ’n kouwe doek op je hoofie legge?… Wat?… Wat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zich opheffend, kijkt naar de raamgordijnen, gebaart er heen, smakt achterover</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met water en ’n doek, wijkt terug, laat alles vallen, stort op het bed toe. Jacob +schoorvoet naar het hoofdeinde, neemt aarzelend ’n afgezakte hand</i>).</span> O! O! O!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Hij komt in ’n kwartier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Niet meer noodig.… <span class="stage">(<i>trekt het laken over ’t hoofdje</i>).</span> Nou moeder—de stumper is uit z’n lijje.… het uitkomst.… uitkomst, mo-je denke.…</p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">Einde. +</p> +<p class="dateline"><i>Scheveningen</i>, Juli–September 1907. +<span class="pageNum" id="pb115">[<a href="#pb115">115</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="footnotes"> +<hr class="fnsep"> +<div class="footnote-body"> +<div class="fndiv" id="xd33e3689"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e3689src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Het is wenschelijk dat bij Jan’s laatste woorden in I ’t licht geleidelijk dooft, +het tooneel even duister blijft en de droomhandeling vervolgens <span class="ex">zonder</span> pauzeering worde voortgezet. De bedoeling is een stuk zònder interruptie. Daar het +te betwijfelen valt, of het tegenwoordig publiek deze proefneming verdraagt, mag men +tusschen I en II pauzeeren, mits de zaak op de programma’s toegelicht worde. +</p> +<p class="footnote cont">Het geheele spel in II zij onwerkelijk en geschiedend als in de <span class="ex">koortsige verbeelding</span> van het kind. +</p> +<p class="footnote cont">De Zwaan moet door een kinderstem gezegd worden en bewege zorgvuldig mede. +</p> +<p class="footnote cont">4 Aug. 1907. <a class="fnarrow" href="#xd33e3689src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">VREEMDE JACHT. +<span class="pageNum" id="pb117">[<a href="#pb117">117</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure tp.1.2width"><img src="images/titlepage3.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="540" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<div class="mainTitle">VREEMDE JACHT.</div> +<div class="subTitle">EEN SPEL IN DRIE BEDRIJVEN</div> +</div> +<div class="byline">DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS JR.</span> +</div> +<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881 +(Staatsblad No. 124).</div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb118">[<a href="#pb118">118</a>]</span></p> +<div id="personae1.2" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first">Voor de eerste maal <span class="ex">opgevoerd</span> te Amsterdam, op 24 December 1907. +</p> +<ul class="castlist"> +<li class="casthead"> +<h4>DRAMATIS PERSONAE:</h4> +</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Mevr. de Douairière Van Walden.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Dolf</span></span>, haar zoon.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Charles</span></span>, haar kleinzoon.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Hope</span></span>, verpleegster.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Dokter Jan Linden.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Annie</span></span>, zijn vrouw.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Schmidt</span></span>, detective.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Jaap</span></span>, bediende bij Dolf.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Grete Donker.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Suze Meier.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sofie Delange.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Agnes Delange.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role">Een hotelier.</span></li> +<li class="castitem"><span class="role">Een kelner.</span></li> +<li class="castitem"><span class="role">Een dienstmeisje.</span></li> +</ul> +<p class="center"><i>Het Spel geschiedt in Holland.</i> +<span class="pageNum" id="pb119">[<a href="#pb119">119</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="body"> +<div id="v1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(De rijk-gemeubileerde zitkamer van een hotel, aan zee gelegen. In den achtergrond +eene draperie van gordijnen met schuifdeuren, als afsluiting voor een slaapkamer met +statig bed, marmeren toilettafel, lavabeau etc. Eerste en tweede plan, rechts, balkondeuren +naar de zeezijde—derde plan, dito, toegangsdeur. In het midden van den voorgrond een +notenhouten luxe-tafel, waaromheen causeuses en waarboven een electrische kroon. Eerste +en tweede plan, links, een schrijf-nécessaire met staande electrische lamp. Derde +plan, dito, toegangsdeur. De linkerhelft der draperie, het hoofdeinde van het bed +maskeerend, hangt neer. Avondschemer).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="v1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, de kelner</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>na een paar maal geklopt te hebben, treedt van rechts binnen, zet een presenteerblad +met schalen op een zijtafeltje naast de deur, spreidt op de groote tafel een servet, +legt daarop bord, mes, vork, lepel, kijkt Hope, die met een boek in de hand, in een +leunstoel bij de balkondeuren ingeslapen is, driest aan</i>).</span> Hum!… Hum!… <span class="stage">(<i>Hope beweegt niet. Hij loert in de achter-slaapkamer, verlaat het vertrek door dezelfde +deur, keert besluiteloos terug, beklopt de deur luider aan de binnenzij</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb120">[<a href="#pb120">120</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>wakkerschrikkend, het boek op tafel neerleggend</i>).</span> Wie daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ik, juffrouw—ik por maar wat harder—de boel wordt koud.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>snel op de kamer toegaand en luisterend</i>).</span> Heb ’k niet verzocht zoo zacht mogelijk te kloppen?… U weet toch dat ’r ’n zieke +ligt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Nou snap ’k niemeer waar ’k me an mot houen!… Toen ’k vanmorgen tè stil binnen kwam, +kreeg ’k ’n uitbrander, omdat u in uw onderlijfie stond.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zeg ’ns—jij zal me ’n groot pleizier doen je afstand te bewaren—dat ’s de derde waarschuwing … +Je kan gaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Sivoeplee … Alleen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heb u me verstaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Sivoeplee … <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> De wijnkaart ligt naast de servet van de juffrouw … <span lang="fr">Une fois c’est pour moi!… Pour moi.…</span> <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dokter, Hotelier</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>na nog eens achter de draperie gekeken te hebben, zit wederom in den leunstoel bij +het balkon, droogt zich de oogen. Een bescheiden getik</i>).</span> Binnen … <span class="stage">(<i>staat op</i>).</span> Dag dokter.… Dank u wel—gaat u <span class="pageNum" id="pb121">[<a href="#pb121">121</a>]</span>zitten: ze slaapt—dat u zoo hartelijk is voor de tweede maal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Is u ’n paar uurtjes gaan liggen, zooals ’k u gezegd heb?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Heb in den stoel voor ’t raam.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Noemt u dat liggen?.… U zult uzelf kapot maken. Dat houdt u vannacht niet uit. Mag +’k licht opsteken?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Een oogenblikje … <span class="stage">(<i>laat de portière geheel zakken, gaat op den knop bij de deur toe, ontsteekt de kroon</i>).</span> Alsjeblief dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo zien we mekaar tenminste. De eerste regel bij ziekenoppassen, zuster, is ’t zichzelf +in acht nemen.… <span lang="fr">Charité bien ordonnée.…</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> <span lang="fr">Commence par soi-mème.…</span> Zal ’k ’r wekken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zijn de benauwdheden terug gekomen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Om zes uur nog even, maar gelukkig niet làng … Wie daar <span class="stage">(<i>tot den Hotelier</i>).</span> Ik kan u nu niet ontvangen. U ziet dat ik belet heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Pardon—als ik dérangeer, zuster—’t is juist om den dokter.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>uit de hoogte</i>).</span> Dien kunt u straks.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Pardon—ik moet zoo dadelijk de deur uit … Als u ’t permiteert wou ’k dokter één seconde +lastig vallen, één seconde.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb122">[<a href="#pb122">122</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik zal onmiddellijk op uw kantoor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> De zaak is … <span class="stage">(<i>op een ongeduldig gebaar van Hope</i>).</span> Pardon.… U moet toch ’n beetje consideratie met ons hotel gebruiken.… Als mevrouw +overlijdt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zachter asjeblief.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Als, als, zeg ik—worden de families van twee- en drie-en-zestìg enorm gecontrarieerd … +zullen andere families onmiddellijk vertrekken—we zijn midden in ’t seizoen.… U weet, +dokter, hoe de menschen zijn.… <i>Ik</i> ben niet onbillijk.… Niet één logeergast zal in de komende weken de appartementen +willen betrekken.… Als we hadden kunnen voorzien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Voorzien?… Als wìj hadden kunnen voorzien—zouden we in de laatste plaats van ùw gastvrijheid +geprofiteerd hebben.… Heeft u méer de gewoonte logées lastig te vallen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Suscht! Suscht!… We gaan naar de conversatiezaal, meneer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier</span> <span class="stage">(<i>retireerend</i>).</span> U heeft gelijk en ongelijk.… Maar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Geen verdere maren.… Ik kom bij u.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> ’t Gasthuis—’t Hopital Wallon—is telephonisch verbonden—heeft ’n magnifieke auto om +zieken te vervoeren.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Onder géén omstandigheden! Onder géén. ’k Zal ’t u beneden uitleggen—hier niet <span class="stage">(<i>af met Hotelier</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb123">[<a href="#pb123">123</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Charles, Kelner</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>verdwijnt even achter de portières</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>jonge man, ongeveer 24, scherp gelaat, zonder snor, modieuze gekleede jas, hooge hoed—komt +door linkerdeur op: tot kelner</i>).</span> Is ’t hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ja, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Een en zestig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ja, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Zie niemand.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De dames zullen daar zijn.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>tusschen de portières, legt een vinger op den mond. Kelner af. Zij schuift voorzichtig +de deuren der slaapkamer toe</i>).</span> Zoo. ’k Ben blij dat ù tenminste gekomen is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Is ’t zóó ernstig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heel, heel ernstig.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Sinds wanneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Sinds eergistermorgen—na ’n bezoek aan de Stichting.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Wéér aan ’t hart? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span> De vorige keer dachten we ook.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Driemaal is ze bewusteloos geweest—de dokter heeft ’r ’n kamfer-injectie gegeven.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb124">[<a href="#pb124">124</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja ja.… Heb jij ons getelegrafeerd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Op advies van den dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Wat zegt-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wat u ongeveer denken kan—’n vrouw op leeftijd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Spijt me, dat je telegram nageseind moest worden. ’k Was eergister niet in Trouville.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nièt in Trouville.… En mevrouw met ’t kindje … zijn die meegekomen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Nee, nee, nee! Ik was ’n dag—voor zaken—naar Parijs … ’k Kon nog net den middagtrein +pakken.… De familie is in Trouville gebleven.… Denk ’k tenminste.… En oom Dolf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Is ’r nog niet. ’k Ben bang dat-ie mevrouw.… Ze verlangt zoo naar ’m.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Heb niet ’t flauwst vermoeden, waar-ie uithangt.… In geen maanden bericht van ’m +gehad. Is-ie met ’t jacht?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer. Z’n laatste brief—aan uw mama—aan uw grootmama—was uit Zwitserland—uit +Châtelard, meen ’k. ’t Zou de grootste ellende zijn, als—als-ie te laat kwam.… Gister +heb ’k voor de tweede maal geseind.… Geen antwoord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Eén kan z’n adres zéker weten—die—die …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Die hebben we—de dokter en ik—vandaag óók ’n telegram gezonden.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb125">[<a href="#pb125">125</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>).</span> Wist jìj van die liaison?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>rustig-glimlachend</i>).</span> Waarom zou ik ’r niet van weten?.… ’n Publiek geheim is geen bepaald geheim meer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Afficheert-ie zich nog?.… Enfin, ’t regardeert me niet.… ’n Man, die m’n vader kon +zijn.… <span class="stage">(<i>gewild over iets anders pratend</i>).</span> Is dat ’t kostuum van de Stichting?.… Niet positief chic. Flatteert je minder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Denkt u, dat zieke kinderen ’r profijt van hebben òf ’t kostuum.… Wees u ’ns stil! +<span class="stage">(<i>luistert</i>).</span> Nee …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Mag ’k ’r zien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Misschien. In elk geval met de noodige voorbereiding. Ze zou kunnen begrijpen, dàt +’r gewaarschuwd is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik stoor je toch niet in je diner?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>mat</i>).</span> ’k Heb gegeten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Jij ben scherper in je gezicht geworden, Hope. Je ziet ’r zoo heelemaal anders uit—of +ligt ’t an de kroon?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat kan. ’k Heb in geen twee nachten geslapen.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Charles, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> ’n Vlegel eerste klas.… Pardon.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb126">[<a href="#pb126">126</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> De kleinzoon van mevrouw, meneer Charles van Walden—dokter Linden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Heel aangenaam, dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is u zoo pas gearriveerd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nog geen uur geleden. Nauwelijks den tijd gehad ’n andere jas aan te schieten.… Ik +hoor dat de toestand van grootmama.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Bijzonder zorgwekkend is.… Ik geloof, tenzij ’n wonder gebeurt, dat de familie zich +op ’t ergste zal dienen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Ja, ja. Dat begreep ’k, toen ’t telegram kwam.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>)</span>.… En die vlegel beneden—’k heb ’m te woord gestaan—wou per se de auto van Wallon +bestellen. Doe dat, meneer, heb ’k ’m gezegd: doe jij dat—dan schrijf ik morgen ’n +ingezonden stuk in den <i>Courrier</i>, om de badgasten te laten zien wat ’n humaan gérant jij ben.… Daar scheen-ie respect +voor te hebben.… Stel je voor!.… ’n Doodzieke gaan transporteeren uit vrees voor ’t +egoïsme van andere logées.… Laat je je eten staan, zuster?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, nee.… Mag meneer mevrouw zien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We zullen ons overtuigen.… Blijf u hier.… Heeft ze champagne gedronken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>de portières hechtend</i>).</span> Met tegenzin een enkel glas.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb127">[<a href="#pb127">127</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Niet voldoende—niet voldoende.… Blijf nu maar—blijven—blijven … <span class="stage">(<i>af in slaapkamer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Zal maar wat liegen, niet?… Dat ik toevallig voor dringende aangelegenheden overgewipt +ben … Als ’k me niet zoo gehaast had, zou ’k wat hebben meegebracht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k ’t zeggen mag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Zal voor mevrouw ’n teleurstelling zijn, dat u zonder uw vrouw en vooral zonder +Ninette—’r eenig achterkleinkind—is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Zoo’n baby van drie jaar.… En dan ik zei je toch al, dat ’k niet direct van Trouville +kom.… En dan—m’n vrouw houdt niet—hoe zal ’k dat.… <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Wat vraag je naar den bekenden weg?… Je weet dat ’r telkens verschil van meening +is.… Grootmama met ’r geweldig-overdreven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe meneer Charles!… ’t Zijn nù juist niet de omstandigheden.… Roept u, dokter?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>onzichtbaar</i>).</span> Zuster.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>gaat achter de gordijnen—hij loopt heen en weer—staat stil voor den spiegel boven +de <span class="corr" id="xd33e7419" title="Bron: nècessaire">nécessaire</span>, neemt ’n kleerborstel, schuiert zich de jas—gladt zich het haar</i>).</span> Hier ben ’k weer. <span class="stage">(<i>Zij bedrukt den knop der electrische schel aan de kroon</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toch niet sérieuzer.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb128">[<a href="#pb128">128</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Goddank nee. Ze voelt zich minder beklemd, krijgt een tweede injectie.… Nee, vooral +niet binnen gaan!… <span class="stage">(<i>tot den kelner</i>).</span> ’n Flesch champagne.… Versta je niet?… ’n Flesch champagne … <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Charles, Kelner</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>onbewogen</i>).</span> Frappé?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Frappé—niet frappé—als ’t maar vlug komt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Moët et Chandon—Irroy Carte Blanche—Pol Roger Medium-dry—Pommery—Heidsieck—wil meneer +zoo beleefd zijn …? De wijnkaart ligt op tafel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Je m’en fiche.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>droog</i>).</span> Dàt merk hebben we niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Maak jij grapjes?… Ben ’k niet van gediend. <span class="stage">(<i>kijkt de kaart in</i>).</span> Moët.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Demi-sec of White Star-sec?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Loop naar de … Demi-sec!… En beneden ontkurken.… En voor mij ’n kop koffie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Een Moët White Star—<span lang="fr">un café noir</span>… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dokter, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>duwt de schuifdeuren dicht</i>).</span> Dat is voor u ’n heele reis geweest, meneer Van Walden.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb129">[<a href="#pb129">129</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja, ja—gelooft u nòg, dat grootmama …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Alles is mogelijk.—’t Is zulk ’n verbazend krasse vrouw, dat ik me na de tweede injectie +aan geen voorspellingen wagen durf.… Ze praat met ’n bedriegelijke opgewektheid.… +Maar … Maar.… Als ze ’r deze keer bovenop komt, blijft de toestand bijzonder précair—bijzonder. +De geringste complicatie, de kleinste stoornis, niet waar?… In ieder geval is ’t uitnemend +dat u er tenminste is. En ’k zou willen adviseeren de eerste dagen in de directe nabijheid +te blijven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Als ik dus wel begrijp is ’t ergste gevaar geweken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee—volstrekt niet—in de verste verte niet. Bij ’n hartaandoening van dien aard en +op dien leeftijd en met zulke ontrustende aanvallen van bewusteloosheid, is ’t de +plicht van de naaste familieleden op hun qui-vive te zijn. Toen we u seinden, was +’t mijn innige overtuiging, dat u telaat zou komen <span class="stage">(<i>met verheffing</i>).</span> Dolf handelt—als ik ’t.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dolf?… Kènt u.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Of ’k Dolf ken?… Hahaha!—hij heeft me helpen ontgroenen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ontgroenen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Weet u niet, dat uw oom—hij is toch uw óóm?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Natuurlijk.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb130">[<a href="#pb130">130</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dat-ie vier, vijf jaar college geloopen heeft—dat wil zeggen: had behooren te loopen—’k +taxeer ’m op nog geen vòlgeschreven dictaatcahier! Toen ik van ’t gymnasium kwam, +had Dolf al minstens vier jaar ge—ge—ja wat feitelijk ge—ge …? Gedit, gedat, gefuifd, +gekroegjoold, ge …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Boemeld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geboemeld, ’t juiste woord in volgorde—letterlijk alles had-ie als corpslid ge—ge—gedaan—alleen +niet gestudeerd. Toen-ie gesjeesd werd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>na zacht geklop</i>).</span> Binnen! <span class="stage">(<i>tot den kelner, die enkel koffie brengt</i>).</span> En de Moët?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> En deux secondes monsieur.… J’ai.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Spreek jij geen Hollandsch, vrindje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Oui monsieur.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Doe dat dan—flauwe kunsten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De champagne wordt koel gemaakt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Heelemaal niet noodig.… We wachten ’r op <span class="stage">(<i>Kelner af</i>).</span> Dat’s nou misschien ’n jongen uit <span class="stage">(<i>imiteert Fransch</i>)</span> uit Leeuwarden, uit Hontenissen, hahaha!… Waar was ’k gebleven? Wat wou ’k.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toen oom gesjeesd werd, zei u.… Drinkt u ’n kop mee, dokter?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dank u.… Toen—vertel ’ns ’n historie zonder ’n dozijn toen’s!—toen-ie gesjeesd werd<span class="pageNum" id="pb131">[<a href="#pb131">131</a>]</span>—om ’n dolle geschiedenis—’n schandaaltje, als je ’t zoo noemen wil.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>rustig drinkend</i>).</span> Om ’n vrouw natuurlijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Spreekt van zelf.… Als ’k me goed herinner—’t geheugen is m’n <span class="corr" id="xd33e7634" title="Bron: fort">forte</span> niet—alweer zoo’n Fransch woord!—had-ie ’n vechtpartij op klaarlichten dag met den +een of anderen kerel, ’n koloniaal of zoo iets, dien-ie behoorlijk toetakelde.… Met +groote moeite werd ’t gesust—’n sisser van ’n week of twee brommen—en ’n paar honderd +gulden fooi.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar wist ik hoegenaamd niets van <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Verwonderen doet ’t me niet.… Hoe is ’t mogelijk—op klaarlichten dag—en met ’n koloniaal—met +’n koloniaal!… Zóó iemand kàn je toch niet beleedigen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Iets met ’t meisje of de zuster van dien kerel—’t ware weet ’k niet—is hijzelf waarschijnlijk +glad vergeten.… Wanneer kan ’t geweest zijn?… Negentig.… Een-en-negentig.… Om en om +vijftien, zestien, zeventien jaar—’k kan ’r geen slag in slaan.… Doet ’r ook niet +toe.… Hij werd van de corpslijst geschrapt.… Misschien studeerde-ie anders nog, hahaha!… +Ja, Dolf en ik hebben mekaar in die dagen meer dan goed gekend—later ook nog wel, +maar nooit meer zóó, zoo heerlijk, onbezorgd.… Jammer van den vent.… ’n Hart van goud—’n +wilde rakker—’n bandiet.… Als-ie niet zoo vroeg z’n vader verloren had, niet zoo vlug +de beschikking over z’n erfdeel gekregen, <span class="pageNum" id="pb132">[<a href="#pb132">132</a>]</span>zou-ie iémand—iémand geworden zijn.… Zeldzame kop.… ’t Was toen—alweer toen—’n lust +om ’m te hooren, als-ie op dreef was.… ’n Vernuft, ’n géést.… En nou!… En nou!… ’k +Zou ’m z’n mantel kunnen uitvegen, dat-ie met geen drie, vier telegrammen te bereiken +is, dat-ie geen adres achterlaat, terwijl z’n moeder doorloopend ziekelijk is.—Tot +zelfs die eerste-klasse-dame van ’m hebben we geseind.… Valt me verbazend tegen. Verbazend. +’r Eenige zoon in leven.… Uw papa is betrekkelijk vroeg gestorven, niet waar?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toen ik twee was.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan zult u wel geen voorraad herinneringen aan ’m hebben?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>koel</i>).</span> Nee—in geen enkel opzicht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En uw mama?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Kort na de kraam <span class="stage">(<i>gewild</i>).</span> Rookt u ’n sigaret mee—de balkondeuren staan open.… Of heeft u er bezwaar tegen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Bezwaar, nee—als u bij ’t balkon blijft. Pardon, ik zal ’r geen gebruik van maken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Bijzondere avond.… Geen rimpel op zee.… ’n Idylle.… ’k Zou ’t persoonlijk geen week +aan zee uithouden.… Parijs.… London.… De groote steden <span lang="fr">à la bonne heure</span>.… Dat eeuwige water vind ’k <span class="corr" id="xd33e7689" lang="fr" title="Bron: assomant">assommant</span>!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>na een drukkende stilte</i>).</span> Ik heb in de twee maanden, dat ik het genoegen heb over de Stichting <span class="pageNum" id="pb133">[<a href="#pb133">133</a>]</span>van uw grootmama te gaan, buitengewoon respect voor haar gekregen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja—ja.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En u houdt zeker véel van haar—me dunkt ’n vrouw met dàt hart moet meer dan vader +en moeder sámen voor u geweest zijn?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Natuurlijk. Natuurlijk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ze dweept met kinderen. Ieder bezoek aan de Stichting is ’n feest! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Had u geen idee te studeeren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Heelemaal niet—twee jaar na de kostschool ben ’k getrouwd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo jong?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Zoo jong. ’k Zal den kelner nog eens schellen. Dat is ’n ongemeene bediening. <span class="stage">(<i>Gelijk verschijnt de kelner met de flesch in een koelemmer</i>).</span> Móést dat zoo lang duren?… De dokter zei toch dat afkoelen niet noodig was?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De gewoonte van ’t huis, meneer—niet gefrapeerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> ’t Is goed—hou je mond <span class="stage">(<i>hem belettend in te schenken</i>).</span> Dicht laten.… Doen we zelf <span class="stage">(<i>kelner af</i>).</span> De ezel!… Een, twee, drie glazen—of ’r gespeecht zal worden.… Laat me u helpen, dokter.… +Draagt u ’t alleen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Gaat best. Als u de deuren even zacht openschuift—schuiven—niet duwen. Merci.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb134">[<a href="#pb134">134</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>robuste man, ongeveer veertig, blonde volbaard—jachtkostuum—bloemruiker in de hand—praat +tot den kelner buiten</i>).</span> Als ’r geen kamer is, dan maak je d’r een. Wat zeg-je … Enkel ’n badkamer? Dan ’n +badkamer! En de rommel uit de auto naar boven halen.… Ja, ja.… Goed! <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Wel wat drommel.… <span class="stage">(<i>Charles wijst naar de portières</i>).</span> Heb jij geseind?… ’t Is toch niet.… <span class="stage">(<i>Charles ontkent</i>).</span> Dat is ’n pak van me hart.… We hebben over de tachtig kilometer geloopen.… Midden +op den weg oponthoud—’n boerekar, die natuurlijk verkeerd uitweek in ’n sloot gerejen—scheelde +geen haar of we hadden met de auto ’n <span lang="fr">saut périlleux</span> gemaakt.… Of de kaffers ’t ’r om doen, om doen!… Hoe is ’t met mama?… Meer angst +dan ziekte, zooals de laatste maal?… Of.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ze moet op ’t oogenblik weer heel opgewekt zijn. De dokter is juist bij ’r—ik ben +nog geen uur geleden van Trouville binnen komen vallen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Was dat telegram, aan Snip geadresseerd, van jou?… Verbazend handige inval! M’n compliment. +Anders was ’k mogelijk nog bij Beelaart op de jacht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Snip?… Snip?… Ik heb niet getelegrafeerd, omdat ’k pas zèlf gearriveerd ben—en Snip—Snip? +Wie is dat, als ’k vragen mag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Snip.… Madame Lebeau.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb135">[<a href="#pb135">135</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> O. Wist niet dat die juffrouw ’n zoo gedistingeerden bijnaam.… Hope heeft u aan dat +gerenommeerd adres ’n laatst telegram gestuurd—op de andere kreeg ze gister en eergister +geen antwoord …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>eenigszins ontstemd</i>).</span> Hope?… Hope?… Is Hope hier?… Bij mama?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Verwondert u dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Och nee. En och ja. ’k Weet ’t niet <span class="stage">(<i>loopt een weinig geprikkeld op en neer</i>).</span> Dat heb jij ’r toch niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik begrijp niet wat u bèdoelt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Of jij.… Doet ’r niet toe.… Geef me ’n sigaret. ’k Ben wee van honger.… Me geen tijd +gegund te dineeren. Merci.… M’n handen trillen nog van den stuurstang <span class="stage">(<i>lucifer aannemend</i>).</span> Merci <span class="stage">(<i>zakt in den stoel voor het raam</i>).</span> ’k Dacht waarachtig, dat ’t deze keer.… ’k Zou ’r enorm spijt van gehad hebben.… +Want al ben ’k ’n dozijnmaal, op de ongelegenste momenten opgeschrikt—niet waar?—al +is ’t goddank—geloof jìj an zoo’n sinjeur daar boven?—ik niet!—al is ’t goddank telkens +met ’n sisser afgeloopen—één keer moet ’t gebeuren—en dan zou ’t meer dan beroerd +zijn, als je die oogen voor goed gesloten vond.… Duurt ’t nog lang daarbinnen?… Kan +’k kloppen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ze zullen wel dadelijk komen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ze?… Ze?… O ja.… Attent van die kleine Hope. Dus diè heeft Snip, Snipje, ’n dépêche +gezonden.… Charley, boy, ik geloof.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb136">[<a href="#pb136">136</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> U gelooft?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal. Niemendal. ’k Geloof heelemaal niet—zei ’k straks al.… Kan ’k me handen +ergens wasschen?… ’t Bloed van de patrijzen—heele koppels hebben we onder schot gekregen—ja +waarachtig!—kleeft ’r nog an—zoo gehaast als ’k in de auto van Beelaart gesprongen +ben, toen de manke boschwachter op ’n fiets—dat had je moeten zien—een kruk zoo en +een zoo—me de boodschap van Snipje kwam brengen.—Is hier geen waschgelegenheid?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Hiernaast op 59—de kamer van Hope.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De kamer van Hope?… Nee.… Wetboek van Strafrecht, artikel—artikel.… Nou welk artikel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Begrijp u niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat ’s de tweede maal, dat ’k voor jou te diepzinnig ga <span class="stage">(<i>werpt de sigaret uit ’t raam</i>).</span> Deugen niet—die papieren dingen van de régie.… Heb je Suus meegebracht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee. Ze—ze kon niet zoo op slag mee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hoe laat ben je uit Trouville vertrokken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Vannacht—ja vannacht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Je zegt dat of je ’t zelf niet precies weet.… Maakt de kleine Ninette ’t goed?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Uitstekend.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De bronchitis heelemaal weg?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb137">[<a href="#pb137">137</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Totaal. En gelukkig. Als dat kind wat overkomen was.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nou dan niets—u kunt u voorstellen—of misschien ook niet—hoe je van zoo’n baby houdt.… +Ik dweep met ’t goudkopje <span class="stage">(<i>een portretje uit z’n portefeuille nemend</i>).</span> Dat is ’t laatste kiekje aan ’t strand van Trouville <span class="stage">(<i>kust het</i>).</span> Als ’t u interesseert <span class="stage">(<i>reikt het over</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pretendeert dat de een of andere nuance van hatelijkheid—„als ’t u interesseert”—omdat +ik deze maanden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Laten we zeggen ’t heele jaar—van af Nieuwjaar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Van af Nieuwjaar—merkwaardig geheugen heb jij!—geen gelegenheid heb kunnen vinden?… +Charley, boy: waar ik bezoeken afleg, letterlijk waar, krijg ik verwijten.… Prachtig +snuitje.… Ik kom honderd jaar tekort.… Precies je vrouw.… De dagen vliegen, de weken +raken zoek, de maanden trek ’k met mudjes van den kalender.… Ja, daar zul je plezier +van hebben.… Mooi kind.… Leuk kind.… Mag ik ’t bij me steken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Heb ’r maar één. En dan, beste oom—wat moet ù met ’n portretje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat ik met portretten moet? ’n Half dozijn draag ’k ’r bij me … <span class="stage">(<i>in z’n binnenzak tastend—dan <span class="pageNum" id="pb138">[<a href="#pb138">138</a>]</span>aarzelend</i>).</span> Nee. Je heb gelijk. Merci <span class="stage">(<i>reikt het over</i>).</span> Heb je Suze daar ook?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> M’n vrouw—nee. Of misschien hier … <span class="stage">(<i>doorzoekt de portefeuille</i>).</span> Nee. Zeker verlegd <span class="stage">(<i>in de slaapkamer weerklinkt gelach</i>).</span> We behoeven ons voorloopig niet ongerust te maken, oom—zoolang ze in dié stemming +zijn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tant mieux! <span class="stage">(<i>staat op, klopt zachtjes</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dolf, De Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>met de champagne-flesch en het presenteerblad</i>).</span> Sust!… Nee vooral niet binnen!—Dolf?… Meneer Dolf van Walden? Herkent u me niet meer?… +Linden.… Jan Linden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pardon—mogelijk dat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>de flesch in den koelemmer stellend</i>).</span> Ik heb uw schoenen nog in ’88, ’89 gepoetst—ik heb op één avond drie snijkoeken moeten +slikken, omdat ù zich verbeeldde, dat ik ’n speld binnen had gekregen.… Boven de handschoenenwinkel +in de Breestraat—met aan de overzij ’t Stadhuis.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben jij—ben u.… die kleine bleeke Jan, die.… Kerel, ben jij al dokter? <span class="stage">(<i>schudt z’n hand</i>)</span> En mama?.… We hebben daar zoo luidruchtig hooren lachen.… Is ’t weer zoover beter, +Jan of Linden of dokter.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb139">[<a href="#pb139">139</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hou je bij Jan, Dolf—dat is de makkelijkste herinnering, niet? Mevrouw van Walden—jongen, +jongen, wat ’n damp van de sigaretten—mag heusch niet, meneer—je mama, Dolf—’t doet +me verbazend genoegen, je na zooveel jaren weer ’ns te zien—je ben d’r niet minder +op geworden, ouwe kameraad!—je mama—ja, ’k dùrf geen meening meer zeggen—bij dat soort +hartaandoening blijft ’t tasten.… Eergister en gister en vanmorgen nog, had ’k ’r +formeel opgegeven—en nu.… Niemand weet ’t. Niemand. Als ze zich kalm houdt, ’t spreekt +vanzelf dat ze ’t bed niet uit mag, bestaat ’r kans—’n heel zwakke kans.… ’t Eenige +wat ’k beslist aanraden moet—en wat je gezond verstand je zal ingeven: ook al krabbelt +ze weer op—je moet ieder oogenblik te bereiken zijn—versta me wel iéder oogenblik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jantje—’t zelfde hoor ’k twee jaar lang—je collega die ’r in de stad behandelde, heeft.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Ons om ’n haverklap getelefoneerd of geseind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zooals jij vandaag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Natuurlijk, natuurlijk—maar iedere dag kàn ’t noodlottig zijn. ’t Was hoogst-bedenkelijk—hóógst. +En daarstraks, na ’n met moeite gedronken glas champagne, werkte ’r hart weer bijna +normaal, liet ze ons schudden van ’t lachen, omdat ze beweerde zóó’n eetlust te hebben, +dat ze minstens driemaal ’t menu van de table-d’hôte, telkens van voren af aan, zou +kunnen eten. En toen ik zei, dat zoo iets ’n weinig <span class="pageNum" id="pb140">[<a href="#pb140">140</a>]</span>bezwaarlijk moest zijn, antwoordde ze droog, dat ’r overleden man ’t eens tweemaal +gedaan had, nà ’n officieel diner, waaraan de koning had aangezeten, en waarbij niemand +’n vollen mond durfde nemen, omdat Zijn Majesteit elke <i>plat</i> liet passeeren, en alleen ’n <i>cure-dent</i> verlangde, die ’r niet was.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!… Heel goed!… Maar doe me verder ’t genoegen, Jan—kerel, wat heeft de praktijk +jou ’n buikje gegeven!—en praat niet meer over dineeren. Zoo als ’k mama heb gezien, +moet ’k met overleg iets uitzoeken—geeuwhonger.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geen tijd gehad?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tijd? Tijd?… Twaalf uur per dag, vijf vingers aan elke hand, kom ik tekort. Zou jij +even de karaf water van Hope—die kleine attente Hope!—van Hope ’r kamer willen krijgen, +Charley?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Om uw handen te wasschen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> M’n handen wasschen?… Wou je hebben dat ’k dat zoo maar hier? <span class="stage">(<i>bootst het na</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> O, met ’n glàs?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee, neefje. Voor de bloemetjes. <span class="stage">(<i>Charles in de kamer links af</i>).</span> Hoe vindt je ’m, de zoon van m’n broer? Nette jongen, hè?… Wat gesloten—te vroeg +getrouwd—drijven van … <span class="stage">(<i>tot Charles, die met de karaf terugkeert</i>).</span> Merci—merci! Nee, laat mij ’t liever doen. Zoo—de blaren vallen al af—symbool van +de vrouwtjes, Jan—je bewondert ze—je plukt ze—dat wil zeggen: zij plùkken jou, <span class="pageNum" id="pb141">[<a href="#pb141">141</a>]</span>terwijl je ze plukt—en als je ze ’n paar dagen in ’n bezeten stemming bezeten heb—geweldig +die echo van woorden, hè?—regent ’t verdorde ideaaltjes—hou je zoo’n ding als dit—<i>en profond négligé</i> over … <span class="stage">(<i>werpt lachend ’n stengel uit ’t venster</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Met je permissie—’t beste laat je schieten—’t stuifmeel, ’t vruchtbeginsel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> ’r Is niet één beginsel dat voor mij ’n beginsel is—Charley stop je ooren toe—ik +ben de slechtste mentor voor jong-getrouwde mannen—èn vrouwen, hahaha! Kan ’k bij +mama, dokter? Wat klinkt ’t verduiveld gek, zeg, jou dokter te noemen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, nee, nee!… Vooral niet binnengaan! Ze mag niemand zien. Rust, rust en nog eens +rust. Morgen misschien, als de nacht kalm doorgebracht wordt.… Ben je zoo van de jacht +op reis gegaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nog geen twee minuten na ’n prachtige haas te hebben neergelegd—roetsch, roetsch in +de auto van Beelaart—roetsch ’n boerekar ondersteboven—roetsch, binnen de drie uur +hier—vanmorgen twaalf uur gepicnict.… Zou ’k me wat laten brengen?… <span class="stage">(<i>een dekschaaltje op de zijtafel oplichtend</i>).</span> ’n Gestolten lamskoteletje.… <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Heb jij dat besteld?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee. Hope moet ook nog eten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ook nog?… Bij half negen!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan kun je samen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Sàmen—met … Met-è … soupeeren?… Nee<span class="pageNum" id="pb142">[<a href="#pb142">142</a>]</span>—Hope en ik hebben zoo af en toe—af en toe.… Ik hou niet, of minder, van wat je ’n +moderne, ’n moderne vrouw, noemt—en zij heeft zoo eenige bezwaren tegen mijn levensbeschouwing—als +je mijn methode zoo’n wel-overwogen naam kunt geven <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Charley, boy, kruip je heelemaal weg op ’t balkon?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Hier hindert m’n sigaret niet—en misschien hebben de heeren te praten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heelemaal niet, jongen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’t Is zulk zacht weer—’k zit liever hier—’k zal nog enkel ’n tweede kop nemen <span class="stage">(<i>komt van het balkon, vult zich een tweede kop—gaat weer buiten</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En ik stap op.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat heb je ineens zoo’n haast?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We zien mekaar, hoop ’k, dezer dagen méer en onder rustiger omstandigheden. Loop je +eens bij me aan—je ben nog niet éen keer op de Stichting geweest.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De Stichting van mama?… Praktiseer jìj daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Je ben wél op de hoogte, uitnemend op de hoogte van de dingen, die je mama interesseeren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kerel: ik vind ’t allemaal braaf en christelijk en voortreffelijk en hoe-je-’t-meer-noemen-wil—maar—maar: +ik ben eenmaal anders—ik voel ’r zoo <span class="pageNum" id="pb143">[<a href="#pb143">143</a>]</span>wanhopig-weinig en mogelijk toch weer ’n massa voor.… Toen ’t gebouw in aanbouw was, +de kinderen nog in de barak logeerden, wou mama met geweld dat ik de eerste-steenlegging +bij zou wonen. Dat heb ’k gedaan. De heele speech van dien dominee—die met ’n wràtje +op z’n kin—dat ’s ’t eenige dat ’k van ’m onthouen heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Heb ’k me gloeiend in de meer dan gloeiende zon staan vervelen en ergeren—mama kreeg +’n uitbrander voor ’r ferme daad—ik ’n dozijn steken onder water—m’n gestorven ouwe +heer werd ’r bijgesleept—als ’r geen paar beeldjes van kopjes bij waren geweest, met +gedekoleteerde halsjes om te zoenen, zou ’k waarachtig uit den band zijn gesprongen!… +Die eene met gitzwarte oogen en ’n moedervlekje hier—is die nog verpleegster geworden?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Zwart haar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Juist—ze werd met Annie, meen ’k, aangesproken.… <span class="stage">(<i>De dokter schiet in een lachbui</i>).</span> Wat lach je?… Schei uit!… Is ’t zoo grappig?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>).</span> Onbetaalbaar.… Daar zal ze van mee profiteeren, als ’k thuis kom (lacht weer).</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Daar ga ’k bij zitten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik ook.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben je klaar met je lachen?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb144">[<a href="#pb144">144</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja. Eindelijk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is die ’r nog?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja, Dolf. En als je ’r niet boos om ben—ik was zoo vrij ’r te trouwen, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hartelijk gefeliciteerd, kerel. Wel dat doet me màchtig pleizier. Jij heb altijd smaak +gehad, hè?… Altijd. Ja <span class="stage">(<i>begint zelf te lachen</i>).</span> Heel aardig. Dat ’s me nòg eens gebeurd—en ’n beetje erger—voorverleden week in Châtelard—’n +engel van ’n vrouw, groot, slank—heelen dag mee geflirt—volkomen correct—snap je!—Bij +de pousse stapt ’n mormel van ’n mannetje binnen—’n bouwval—’n antikiteit. „Kijk eens +om, madame”, zeg ik: „’n vogelverschrikker in ’n smoking”.… Ze kijkt om, laat ’r kopje +haast vallen—stelt me voor: „Mon mari—mon mari”.… ’k Heb je daarnet toch niet beleedigd, +ouwe Jan van boven de beruchte sigarenwinkel-in-de-Breestraat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span>.… Handschoenenwinkel.… Boven de sigarenwinkel woonde je niet meer.… ’s Nachts hebben +we je door ’t raam verhuisd, omdat de ploertin eerst ’r beer betaald wou hebben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha.… Ja-ja! Nee maar zeg—’r blijft toch niets van de nonsens hangen—’k vond ’r +op m’n woord lief, charmant—maar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We—wè hopen je bij ons te zien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb145">[<a href="#pb145">145</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zou ’t voor jou ook geen tijd worden, Dolf? Die historie met die juffrouw Lebeau.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb jìj Hope ’t adres gegeven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik? Hoe kom je daar op? Ze wist ’t—iedereen weet ’t.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>gepreoccupeerd</i>).</span> Zoo.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik dacht geen jaar geleden, dat jij <span lang="fr">père de famille</span>, dat je getrouwd was.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee. ’k Heb ’t nog niet verder dan tot ’n bedriegelijke nabootsing van ’t huwelijk +kunnen brengen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jammer. Wij hebben ’n pracht van ’n villa, met uitzicht op zee—alleen beneden ’n suite +van vijftien meter, vijftien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Excellent om te kegelen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Je ben positief dezelfde. Maar die befaamde vrouw—uit dat schandaalproces.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja ’t is niet in den haak—„voorwaar niet” zou dominee-met-’t-wratje zeggen.… Malle +geschiedenis geweest—de kennismaking—de eerste eenzame liefdesnacht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Eenzaam?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hopeloos. Met de odeurtasch van je adoratie achter te blijven.… Dat was drie maanden +geleden. Langer kan ’t niet. ’k Ben zelden langer dan drie maanden in de bedriegelijke +nabootsing. We nemen ’n hotel, ’n groot hotel van over de vijfhonderd <span class="pageNum" id="pb146">[<a href="#pb146">146</a>]</span>kamers—dat’s te verkiezen—Zij drinkt ’n flesch met me—verwijdert zich even—wil naar +de kamer terug—heeft ’t nummer vergeten—gaat na ’n kwartier zoeken naar den portier—die +vraagt ’r den naam van ’r màn—Scène-à-faire voor ’n theaterstuk: ze kent me na de +korte kennismaking enkel bij m’n vóórnaam—Stel je voor, Jan: geen nummer van de kamer, +geen naam van den man.… Hoogste tragiek.… De eigenaar van ’t hotel wordt door den +portier gewaarschuwd, dat-ie voor ’n puzzle staat—Snip mag heelemaal niet meer binnen—familiehotel—goede +naam—enzoovoort … Ik na ’n kwartier aan ’t zoeken—hoor wat ’r gebeurd is—eclipseer +met de odeurtasch … Zou jij ’n vrouw na zoo’n hevig-bewogen avontuur, zònder ’r odeurtasch +laten? Nee, nietwaar? Zoo hebben Snip en ik mekaar „gevonden”. En als ’k Snip, Snipje, +niet gekend had, zou je je dépêche vanmiddag aan ’n ánder hart onder ’n ánderen duren +hoed met struisvogelveeren—gister betaald—hoedje van zeshonderd gulden—hebben moeten +lanceeren, boy.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v11.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v11.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, de vorigen</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Slaapt mevrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, dokter. <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span> Goeien avond, meneer <span class="stage">(<i>hij buigt</i>).</span> Mevrouw wou meneer Charles graag éen oogenblik zien.… Is-ie weg gegaan?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb147">[<a href="#pb147">147</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee, nee, nee—present! <span class="stage">(<i>stapt van het balkon</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe weet mevrouw dan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ze hoorde stemmen … Toen vroeg ze … En ik wist niet beter …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, meneer Van Walden—vanavond niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Zou ’t liever wel permiteeren, dokter—u kent mevrouw: als ’k ’r niet had tegen +gehouden, was ze opgestaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Kom, kom, kom, kom!… Gekheid.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ze ligt de avondeditie te lezen—zóó opgemonterd als ze zich voelt … Waarom dan niet +even bezoek?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Natuurlijk—natuurlijk. We zullen ’t héel, héel kort maken, Jantje …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geen sprake van—en nog wel twee tegelijk!… Op uw horloge ’n halve minuut, meneer Van +Walden—en jij Dolf: morgen … Ik doe ’t met displeizier, en om de <span class="corr" id="xd33e8369" title="Bron: patient">patiënt</span> niet te contrarieeren.—Weinig praten en weinig láten praten, meneer!—En mag ik tegelijk +afscheid nemen—ik kan niet langer blijven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Tot morgen dokter! <span class="stage">(<i>af met Hope in de slaapkamer</i>)</span><span class="corr" id="xd33e8380" title="Bron: ,">.</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dokter, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ga je heusch?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb148">[<a href="#pb148">148</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Me dunkt. ’n Dik kwartier verbabbeld. Zien we je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Op handslag … Aardig die kleine Hope in ’r kostuum, hè?… Jammer dat ze zoo … Dat beroerde +bij de tegenwoordige vrouwen, hè—’t haar als ’n kloosterzuster—de hoed zonder ’n veer—moet +’k met dierbare Snip over praten—heele besparing … Is jouw vrouw ’n vróúw—wat je noemt +’n vróúw—of is ze ook zoo’n verschijnsel met aangewaaide ideeën—type eenvoud?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf—je krijgt me niet meer an ’t babbelen!… Kom je overtuigen, hahaha!… Tot ziens. +Je hoeft me niet uit te laten. Denk ’r an: jij mag pas morgen op bezoek gaan. Rust, +rust.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>in de deur</i>).</span> Zeg Jantje …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben je nog altijd zoo’n liefhebber van schaken?… Je gaf me ’n raadsheer of ’n kasteel +voor, herinner je je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja, ja.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Spelen we morgen ’n partij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Uitstekend. Bij mij thuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Goed. Morgenavond. ’t Zal me ’n genoegen zijn met je vrouw kennis te maken. Jij ben +’n beste kerel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Adieu. Adieu.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb149">[<a href="#pb149">149</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v1.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Charles, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>kijkt het boek van Hope in, leest ’n moment, glimlacht, bladert verder, houdt ’n bundeltje +gedroogde viooltjes tusschen de vingers, zit in nadenken, klapt het boek vroolijk +dicht, schenkt zich een glas champagne in, drinkt dat snel leeg, herneemt het boek, +bekijkt nog eens aandachtiger de gedroogde viooltjes, schrikt, sluit het boek, wacht +tot Hope de deuren dichtgeschoven heeft</i>).</span> Nou? Hoe vond je<span id="xd33e8447"></span> mama?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dezelfde van vroeger.—Als ze morgen zoo is, reis ik weer rustig af.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je zegt dat of ’r iets voorgevallen is—Zoek je wat Hope—juffrouw Hope?—Daar ligt ’t.… +<span class="stage">(<i>overhandigt haar het verlegde boek</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u. <span class="stage">(<i>zet zich in den leunstoel voor ’t raam—leest met bedoeling</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb je iets, Charley, boy? Zeldzaam hoe jij zónder snor op die dominee-met-’t-wratje +lijkt, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Beetje zachter, meneer—mevrouw zou gaan slapen. Dat lachen is te hooren …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik dacht dat jij zat te lezen … Nou Charley, hoe heb ’k ’t met je?… Ga je zoo gezellig +heen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>kalm</i>).</span> Grootmama sprak ’r van waar Hope bij was—ik hoef me dus voor Hope niet in acht te +nemen—’r hindert me inderdaad wat! <span class="stage">(<i>tot Hope, die naar haar kamer gaat</i>).</span> Je hoort toch, dat ’k voor jóú geen geheimen heb …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb150">[<a href="#pb150">150</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Praat u liever zonder ’n vreemde ’r bij.… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> In elk geval kan ’k nu vrijer m’n opinie zeggen.… Oom Dolf—hoe ù doen zal, weet ’k +niet, maar ik zal me ’r deze keer beslist nièt bij neerleggen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>droog</i>).</span> <span lang="en">Money-matters</span>?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Geldzaken ja. Grootmama heeft de intentie de Stichting, die al zooveel nutteloos geld +verslonden heeft—geld niet te berekenen!—’n enorm legaat te vermaken—En omdat dat +wettelijk zonder uw en mijn toestemming niet kan, niet mag, vroeg ze me of ik ’r voorloopig +belóven wou met ’n beschikking van dien aard genoegen te nemen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik heb ’r in deze situatie niet dadelijk willen weigeren—’r enkel gezegd dat de dokter +veel praten verboden heeft, dat we morgen <span lang="fr">à tête reposée</span>… niet waar—vindt u niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik vind dat verschuilen achter ’n doktersadvies niet bepaald recht door zee—niet <span lang="en">straight forward</span>, Charley … Hoe groot zou dat door ons goed te keuren legaat moeten zijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’n Rente van ’n halve ton per jaar—dat is schappelijk berekend ruim ’n miljoen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tegen vijf procent—en die maak je niet op soliede manier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Met wat ’r al in de historie zit, wordt ’n <span class="pageNum" id="pb151">[<a href="#pb151">151</a>]</span>fortuin, ’n fortuin, verkwist—Ik kom voor Ninette op—ik dènk ’r niet aan, dènk ’r +niet aan—de excessen van grootmama, dat links en rechts „weldoen” met geld dat welbeschouwd +’t hare niet is …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ho. Ho. Niet zoo galopeeren. ’n Beetje maat houden in je edele verontwaardiging, Charley.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Met genoegen, maar alsjeblief niet die hinderlijke toon, oom, of ’k nog de jongen +van de kostschool ben …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij schiet vanavond met iets anders dan los kruit, neefje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Des te beter. ’k <span class="corr" id="xd33e8561" title="Bron: heb">Heb</span> lang genoeg over me láten beschikken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>koel</i>).</span> Toch niet door mij, wel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Door u?… Och u … <span class="stage">(<i>verbitterd</i>).</span> U had andere zaken en bezigheden dan naar mij om te kijken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik zei je al, toen je me ’t portretje van Ninette liet zien, dat jij van nuances van +hatelijkheid schijnt te houden.… Snip pleegt daar ook in den vroegen morgen specialiteit +in te zijn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Merci voor uw ernstigen toon, oom. Maar ik verzoek u er nota van te nemen dat ik weiger—in +ronde woorden weiger.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <i>Ik</i> heb je toch niets gevraagd? Wil je zoo ridderlijk zijn zelf ’t woord te voeren?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb152">[<a href="#pb152">152</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dat zal ’k. En om onaangenaamheden te ontgaan, lijkt ’t me ’t beste ’t antwoord uit +Trouville te schrijven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jawel. Maar doe ’t aangeteekend. Dat is meer businesslike, zakelijker, verstandiger—brieven +kunnen zoek raken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’t Zal toch heusch tijd worden, oom, dat u minder ironisch met me omgaat.… Grootmama +heeft me naar die ellendige kostschool gezonden—grootmama heeft ’n vrouw voor me uitgezocht—heeft +’t huwelijk bedisseld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij begint los te komen of je mishandeld ben geworden—of je vrouw ’n last voor je +is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar blief ’k mijn gedachten over te hebben. Ik zeg alleen, dat de grens bereikt is—ik +laat niet disponeeren over.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Je erfdeel—ouwe, beminnelijke familie herrie, wanneer ’t zoover is.… <span class="stage">(<i>hard</i>).</span> Maar ’t is gelukkig nog niet zoover.… ’t Spijt me Charley, dat de eerste keer dat +je eens prettig met me uitpraat—dat je gezicht ’n andere dan de bekende plooi heeft—dat +je minder gereserveerd doet—dat je net die éérste keer zoo ongegeneerd van stapel +loopt, terwijl ’t goeie, beste, onzelfzuchtige mensch, dat menig nachtje bij je opgezeten +heeft, toen jij nog nièt ’t „goddelijk oordeel des onderscheids”, dat je nu bezit, +had, mogelijk in ’r laatste uren ligt te becijferen, wat ze voor derden nog <span class="pageNum" id="pb153">[<a href="#pb153">153</a>]</span>doen kan.… Fidonc. Je ben ’n egoïst lid, om zoo onsmakelijk je zelfstandigheid op +te vatten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Egoïsme schijnt ’n familietrek, oom … Ik heb u nooit minder getaxeerd … <span lang="fr">Au revoir</span>. ’t Is beter ’t gesprek niet voort te zetten <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Ik zal grootmama schrijven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Aangeteekend, jongen! <span class="stage">(<i>loopt grimmig op en neer, schelt—klopt aan Hope’s deur</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dolf, de Kelner</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heeft u me noodig, meneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zou jij anders niet komen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk wel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—ik heb voor jou ’t grootste respect.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk</i>).</span> Jawel, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Waarom zeg je dat „jawel” met dat vervloekte „meneer” ’r bij—op de ouwe haatdragende +manier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik ben niet haatdragend.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kom nou—op m’n eerewoord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="sic">Doe</span> u me één genoegen—en maak niet zoo’n misbruik van eerewoorden … Eer is zoo’n bijzonder +ding voor ’n vróúw …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Door ’n man zou ’k me zoo iets niet laten … <span class="pageNum" id="pb154">[<a href="#pb154">154</a>]</span>En in jouw mond klinkt ’t leuk … Jij heb ’n methode <span class="stage">(<i>met nadruk</i>)</span>… Hope—ik vraag je zoo echt en zoo welgemeend excuus voor m’n gemeenheid van dien +avond!—Ik heb geen bedoeling, geen bijbedoeling—’k voel enkel de behoefte je met genegenheid, +met eerlijke vriendschap, de hand te drukken … Wees niet stijfhoofdig …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, meneer! <span class="stage">(<i>weigert de hand. Geklop</i>)</span> Binnen. Wat is ’r?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Vous avez sonné …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Breng jij ’ns vlug ’n biefstuk of ’n chateaubriand of ’n entrecote—met pommes frites—<span class="stage">(<i>tot Hope</i>).</span> Màg ’t hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’r <span class="corr" id="xd33e8720" title="Bron: is">Is</span> gedekt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En wat groenten …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Pointes d’asperges?… Epinards?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pointes d’asperges.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Et après …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal. Verdwijn! ’k Val flauw. <span class="stage">(<i>Kelner af</i>).</span> Hope, schenk je vergiffenis?… ’t Heeft me zoo gefrappeerd dat jij weer bij mama terug +ben, dat jij me—me—seinde—jij … na m’n onhebbelijke, lage, laffe, liederlijke—meer +adjectieven zul je wel niet verlangen!—behandeling, dat ik goed met je móét worden … +Die bloemen zijn voor jou …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u—zal ik nièt accepteeren.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb155">[<a href="#pb155">155</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> ’n Páár kun je ’r drogen zooals die in je verzenboek …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>schrikkend</i>).</span> Begrijp u niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De derde keer! Nièmand begrijpt me vandaag! Race van onbegrepen naturen! De boschviooltjes +die ’k dien fameuzen Zondag—die ’k zóó dicht bij ’t water greep, dat jij m’n hand +moest vasthouen—liggen die niét in dat buitengewoon boek gedroogd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat boek heb ’k geleend—die bloemen interesseeren me niet! <span class="stage">(<i>laat ze er uit vallen—wil naar haar kamer terug</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dus—géén wapenstilstand?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’r geen oorlog is, hoeft ’r niet over wapenstilstand gesproken te worden.… <span class="stage">(<i>nieuw gebaar naar de kamer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik had dien nacht wat te veel champie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hoe langer u ’r op doorgaat—hoe onkiescher ’t vooral voor mij is—voelt u dat niet?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Eén woord van je, Hope.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>bitter</i>).</span> Vanmorgen, terwijl ’k me aankleedde, had de kelner, die straks hier was, de impertinentie +binnen te komen—zonder kloppen—ik stond in m’n onderlijfje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Goed dat je ’t zegt.… De kwajongen!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dien avond—toen u te veel „champie”—<span class="pageNum" id="pb156">[<a href="#pb156">156</a>]</span>nee, nu zàl ik ’t zeggen—toen u te veel gedronken had, dee u èrger.… Als ’k niet geschreeuwd +en gegild had—als er geen dienstboden bóven hadden geslapen—zou u.… <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span>.… Terwijl u wist hoeveel ik tóén—tóén—lach niet: dat’s uit, ùit—hoeveel ’k tóén van +u hield … <span class="stage">(<i>met bedwongen tranen</i>)</span>.… Dien heelen nacht heb ik liggen huilen, dacht ’k die beleediging—dat ’n vrouw zóó +schandelijk in ’r bed te overvallen—dat ’n vrouw als ’n dier willen behandelen—had +ìk reden gegeven?—ooìt?—niet te boven te zullen komen.… U had geen respect voor ’t +dak van uw mama, die meer dan ’n engel voor me was—geen consideratìe voor m’n herinneringen, +geen ontzag voor de beste, liefste dingen van ’n meisje, dat in de droomen van ’r +kamer zoo laag, zoo ontuchtig opgeschrikt wordt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wàs toen ’n bruut, Hope—had je den volgenden morgen—daar: op m’n knieën excuus +willen vragen!—jij was geëclipseerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En m’n brief van vier—zès zijdjes, ’n vol uur werk!—bleef beantwoord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat kon ’k meer doen?… En summa summarum, Hope-lief, àls ’k ’t zeggen mag—dat lijkt +nu nog alles ’n tragedie—’n half Sabijnsche maagderoof—’n … <span class="stage">(<i>posteert zich voor haar deur</i>).</span> Nee, je gaat ’r niet vandoor!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb157">[<a href="#pb157">157</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat zal van uw toon afhangen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Heb nu maar één glas gedronken, Hope—en mama ligt daar, Hope—en wànneer ’k ’n Blauwbaard +ben, Hope, ben ’k toch ook nog ’n beetje gentleman, waarachtig ’n beetje—een, die +fair genoeg is zich te schamen over ’n laagheid … Ga je nu weer dáár zitten?… Spelen +we verstoppertje …?… <span class="stage">(<i>zet zich over haar</i>).</span> Enkel twee vragen.… Klopt ’r niets, niets meer voor me onder dat charmante verpleegsterskostuum, +dat je prachtig staat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer, ik ben in geen stemming.……</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wel.… Tweede vraag—en sérieus, Hope—zoo sérieus als ’t bij ’n bed, dat ’n sterfbed +had kunnen zijn, mogelijk is!—zeg jij jà, wanneer ’k je … wanneer ik je … wanneer +ik je.… Dat is driemaal.… Hahaha!… ’k Zit te hakkelen, als ’n jongen van de Burgerschool.… +Dat komt, omdat de knot van je haar me geweldig biologeert.… Kun je je nu niet zoo’n +heel klein tikje naar me toedraaien?… Hope!… Moet ’k alleen je haarknot en ’n schattig +stukje oorlel zien—als ik je vriendelijk verzoek meelij met ’n ouwen doordraaier te +hebben, door ’m te tróúwen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Foei!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Foei?… Is de vraag zoo misdadig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k die schandelijke inval in m’n kamer, <span class="pageNum" id="pb158">[<a href="#pb158">158</a>]</span>dat twee, driemaal met geweld ’n omhelzing opdringen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat heb je ze wanhopig-precies geteld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k dat zou kúnnen vergeten—zou de nieuwe grofheid.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nièuwe grofheid?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>scherp</i>).</span> ’t Vereerend aanzoek, terwijl we u seinden bij de dame—de dame—waarmee ’k diep meelijden +voel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Meelij met de brave Snip?… Sta jij nog zóo groen tegenover ’t leven, dat je me voor +’n hartebreker bij ’n vrouw, die ’r liaisons als ’n záák behandelt, aanziet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Doet ù ’t anders? Als zij geld aan-neemt—is ù ’t toch, die ’t gééft? ’n Vrouw, die +’r hand ophoudt is meelij waard.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha, ’n wel duur handje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> De man, die betaalt, kóópt—daar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die vin jij ’n schavuit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>rustig</i>)</span>.… Erger.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci. Bijzonder dankbaar. Maar wanneer ik zoo’n climax van schelmerij ben—één lachje, +Hope, en ’k krijg de delikaatste kuiltjes in ’n paar niet te beschrijven wangen te +zien … nee?…—wanneer ik ’n ongewoon specimen van verdorvenheid lijk—<span class="pageNum" id="pb159">[<a href="#pb159">159</a>]</span>op ’t punt in de armen der Snippen en Snipjens onder te gaan, brrr!, steek jij me +dan ’n stroohalm toe.… Daar heeft de ellendigste drenkeling recht op.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>de schouders ophalend</i>).</span> Och, u heeft geld genoeg ’n beter houvast te betálen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij praat met de rancune van ’n ouwe vrijster! Hoe leelijker ’n vrouw is—hoe sekuurder +ze zitten blijft—hoe ongezoutener ze tegen beulen als ik tekeer gaat. Maar jij: waarom +doe jij zoo zwaar-op-de-hand zoo als ’n christelijk grootmoedertje, zoo.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Dat is ’n puzzle, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Iets voorwereldlijks.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>bitter</i>)</span>.… En vervelends.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> De nonnekap zou je nog meer flatteeren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Jachtcostuum flatteert u—ieder z’n keus niet waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Alweer merci!—Hoe edeler ’t wild—hoe prikkelender de tegenstand—Kom nou, Hope.… Die +maanden en maanden na de gebeurtenis, ben je niet uit m’n gedachten geweest—M’n dolle +streken waren voor negen tienden baloorigheid.… ik hóú van je. Ik kan—zoo waarachtig +als ik geloof te leven—ik kàn niet buiten je.… Zoo groot is geen minachting.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>stil</i>)</span>.… M’n moeder is verleid, als meisje <span class="pageNum" id="pb160">[<a href="#pb160">160</a>]</span>van achttien—heeft zich van kant willen maken, toen hij, zoo een als u, ’r verliet—met +’n fooi voor ’t kind dat nog geboren moest worden—met ’n fooi—met ’n fooi. Ik heb +’r nooit gekend, heb ’r niet zooveel duizend maal kunnen danken, als ze duizend maal +tranen gehuild moet hebben.… Voor m’n vader—vader!—voel ’k de diepste, diepste verachting.… +En geen mogelijkheid, om ’m ’r iets van te zeggen—’k weet z’n naam niet—<span class="stage">(<i>wraakzuchtig</i>)</span>—tot m’n spijt—tot m’n innigste spijt! Nou kan u nagaan hoe ’k over u denk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dien dag van de boschviooltjes dacht je toch minder puriteinsch—ik heb m’n doen en +laten nooit onder leugentjes gemaskeerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dien dag ja.… Dien dag hóópte ’k, droomde ’k … dat u voor—voor invloed vatbaar was—en +’k moest me in m’n eigen kamer—’s nàchts.. verdedigen.… ’n Week later had u ’n nieuwe +liaison … <span class="stage">(<i>opstaand</i>).</span> Dat is nu zeker de laatste maal, meneer, dat we over ons „verleden” spreken. Over +’n paar dagen, wanneer mevrouw vervoerd mag worden, ben ik weer in de Stichting—u +in de „wereld”.… Laten we het mekaar niet lastig maken. Ik heb geen lust u de les +te lezen—u nòg minder genoegen zoo’n weinig mondain discours op te houden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Was juist van plan ’t in meer mondaine paadjes te leiden.… Dus àlles tusschen ons +uit?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Gesteld dat ’r iets bestaan heeft—dan ìs ’t uit.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb161">[<a href="#pb161">161</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!… Je ben om te stelen, Hope!… Ik heb nog nooit m’n schavuite-hoofd gestooten—en +jij, jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> … En ik?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>met hartstocht</i>)</span>… Jij wil niet beter dan dat ik je weerbarstige handjes met geweld in de mijne neem, +dat ik mijn lippen op de jouwe …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Liever zou ik me.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Zou je je.… Praat uit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ik heb geen achting voor u!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik voor jou dubbel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Man waartegen ik niet opzie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Hoeft niet. Je hóúdt, hóúdt, hóúdt van me, Hope—je wil je zelf en mij wat wijsmaken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wijsmaken?… Wijsmaken, waar ’k geen grein eerbied … <span class="stage">(<i>schrikt</i>).</span> Daar klopt iemand. Straks heeft de kelner staan luisteren.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.13" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Mevr. van Walden</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Nee ik.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ben u opgestaan? De dokter.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mama, hoe dùrft u? ’t Was u verboden!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb162">[<a href="#pb162">162</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> M’n krant had ’k uit en toen méénde ik jouw stem te hooren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw, u moet dadelijk, dadelijk weer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hoe kunt u dat doen? <span class="stage">(<i>Omhelst haar</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ongehoorzaam moedertje! Ik blijf hier zóolang u me houden wil—maar u gaat naar uw +kamer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>Hope afwerend</i>).</span> Nee kind—vijf minuten—op de klok af vijf—dan mag je desnoods met geweld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Spreek ’k óóit onwaarheid, Hope? Ik ben beter—de aanval is voorbij. Dat voel ’k zelf +’t beste.… En—nee, ik neem den stoel bij ’t balkon—even de zee hooren—dank je!—en +wou ik zeggen, als ’t ergste nièt voorbij is, dan wil ’k van ’t gevoel van opluchting +profiteeren, om ’n oogenblikje, één oogenblikje met jou, jongen, te praten.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Praten doet u vooral niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Beslist niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Goed kinderen … ’k Zal matig zijn. Doe de deur achter me toe, Hope—’t trekt ’n beetje—’t +raam in de slaapkamer staat open.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dan doe ’k ’t dicht. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dolf, beste jongen: dat meisje is meer dan ’n engel—dat meisje is ’n vrouw zooals +<span class="pageNum" id="pb163">[<a href="#pb163">163</a>]</span>God ’r weinig geschapen heeft … Ik heb geluisterd. Ik weet dat ze—dat jij ’r ongelukkig +maakt—dat ze … <span class="stage">(<i>Hope treedt binnen</i>)</span>.… Ik zei, Hope, dat ik de Stichting … Je mag vannacht niet opblijven, kind—onder +geen omstandigheden—twee heele nachten heeft ze gewaakt, Dolf.… En jij—heb ik je in +de jacht gestoord?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee. Nee. ’k Wou vandaag hier in de buurt …—toen hoorde ’k toevallig dat u in ’t zelfde +hotel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Ja. Jawel. Mag ik ’t niet weten dat je gewaarschuwd ben? Ik ben niet bang voor den +dood.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nou mama! Op uw honderdsten jaardag zullen we over dood beginnen te.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.…</span> Nee jongen—je hoeft ’r niet over heen te praten. Hope weet hoe ’k ’r over denk. ’t +Leven is ’n reis—’n reis—Wie heengaat komt wat vroeger aan. En die reis maken we allen, +is ’t niet?.… Hoe komt ’t dat ’k je zoo lang niet gezien heb?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Drukte. Buitengewone drukte, mama.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat is ’n genot hier voor ’t raam. Ja—’n buitengewoon genot. Neem ’n stoel, Dolf—dicht +bij me—nog dichter—dan kan ’k zacht blijven spreken. Jij ook, Hope, m’n goeie, beste +Hope. Zoo is ’t goed. Zoo zit ’k of me niets kan gebeuren. Jammer dat Charles weg +is gegaan. Heb jij <span class="pageNum" id="pb164">[<a href="#pb164">164</a>]</span>bezwaar tegen ’n legaat, ’n heel groot legaat, Dolf—laat me je hand houden—dat ik +per testamentaire beschikking aan de Stichting … ’t Staat in m’n wil … maar van kracht +is ’t niet, zei de notaris—als jullie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Alweer over dingen waarover we na dertig jaar zouen spreken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> M’n jongen—gekscheer niet. Ik ben opgeschreven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nou mevrouw! Toe!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Op mijn leeftijd voel je precies—hoelang nog en <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> wanneer … Zul jij je niet verzetten?—Dolf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>).</span> Ik geef permissie me te onterven! Daar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> ’t Is ’n enorm bedrag.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Doe zooals u ’t zelf wil—’k vraag naar niets …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Ook niet waarom die Stichting me zóó na aan ’t hart ligt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mama—u heeft die liefhebberij—ik ’n àndere.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Liefhebberij? Nee—ik lieg niet—ik draag ’n schuld. Geef me ’n glas champagne, Hope. +Ik ben toch ièts vermoeider dan ’k dacht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee mevrouw. Dan gaat u naar bed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Geef me ’n glas, Hope—je zou ’r later spijt van hebben. Ik wil, wìl van m’n schuld +<span class="pageNum" id="pb165">[<a href="#pb165">165</a>]</span>vertellen—voor ’t eerst—en voor ’t laatst, omdat je alles toch onder de papieren zal +vinden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—ga niet op die malligheid door! Als ù—ù—hahaha!—schuld heeft, nemen wij die +graag over, niet waar, Hope?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e9266" title="Bron: ,">.</span></span> Natuurlijk, mevrouw—zulke gesprekken winden nutteloos op … Wil ik de deuren sluiten? +’k Geloof dat de wind begint op te steken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Een glas—doe wat ’k vraag. Dank je <span class="stage">(<i>drinkt</i>).</span> ’k Kan op die manier aan de drank raken. Luíster. Ik zeg ’t zonder opwinding, omdat +’k er overheen ben. ’n Halve eeuw jaagt de ergste gebeurtenissen uit je herinnering. +Ik heb uit m’n eerste huwelijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Eérste?… Wat zegt u?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet in de rede vallen, jongen—uit m’n eerste huwelijk twee kinderen gehad—’n jongen +en ’n meisje, was toen de vrouw van ’n—van ’n man waarvan ’k nièt hìeld, die me door +m’n vader op was gedrongen—ik was negentien, zelf ’n kind. Toen gebeurde wat zoo dikwijls +gebeurt—ik raakte op je vader verliefd—hij op mij—zoo verliefd—zoo verliefd—daar vecht +je tegen—vecht je tegen, tot.… Met geweld wou m’n man me houen—hij dee leelijke díngen—laat +’k ’r over zwijgen. Ik liep weg. Het was uit. En ik hertrouwde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—al wat jij gedaan heb, gedaan kan <span class="pageNum" id="pb166">[<a href="#pb166">166</a>]</span>hebben, is goed en te begrijpen. Niet verder op doorgaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Nee jongen. Hiér begint m’n schuld. Ik had twee jonge kinderen verlaten—de jongen +drie, ’t meisje twee. En dat màg niet. Dat is zoo wreed, zoo misdadig—schaapjes op +dièn leeftijd, die op de móéder aan zijn gewezen. Nee—niet in de rede vallen! Niemand +kan over zoo iets oordeelen. ’t Wordt ’n ding voor je geweten. Enkel voor je éigen +geweten. M’n eerste man had ’t niet breed. Ze hebben armoe gekend—later. En nooit +genegenheid, de stumpers. Als hij aan z’n werk was, werden ze door ’n meid verzorgd—vérzòrgd. +Drie, viermaal heb ’k geprobeerd met gèld te helpen—wou-ie niet. ’k Wou ze voor mijn +rekening ’n opvoeding geven—wou-ie niet. Toen ’k eens de reis had gemaakt, om ze te +zien, werd ’k ziek zooals ze ’r verwaarloosd uitzagen—’t kleine lekkere meisje vooral—mijn +dochtertje, als ’k ’t recht heb dat nu nog te zeggen. Op ’n dag—nee, maak je niet +ongerust—’t is zoo dood en ver—is ’t ventje overreden—’n jaar later stierf ’t meisje—dat +tengere, zwarte ding aan typhus—ongekookte melk. Dolf, m’n jongen—’k heb m’n plicht +bij de grafjes mogen doen—m’n plicht … m’n plicht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zie geen spoken mama—plicht is ’n ding …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden …</span> ’n Ding, dat ik in die dagen als ’n last, ’n machtspreuk—over boord wierp—dat toch +zoo’n genot, zoo’n rust geeft.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb167">[<a href="#pb167">167</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U zegt zelf: u wàs verliefd—èn, dat mogen wij vóor alles zeggen: voor òns was u.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet doen. Mij hoef je onder geen omstandigheden te—te—overtuigen, te troosten. ’t +Is zoo ver weg, zoo zonderling-ver, of ’k als ’n gestorvene over wat-begraven-is babbel. +Na den dood van je papa en je broer, ben ’k wakker geworden, heb ’k geprobeerd aan +andere kinderen te vergoeden, wat ’k naliet toen ’k nog niet dacht, nee niet dacht. +Ja, Dolf, dat werd m’n liefhebberij, m’n „liefhebberij”.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Excuseer, dat ’k dat woord gebruikte.… Mag ze nòg langer praten, Hope?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe, mevrouw—wat luistert u slecht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Ik heb niet de geringste benauwdheid—en—en.… nu ’k den vogel, die zoo zelden op ’t +nest is, even bij me heb—moet ’k nòg een, nòg één belofte.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje, ik geef je mijn eerewoord, dat ik èlk verlangen, zònder uitzondering, zal +respecteeren—’t legaat en ook het andere dat je nog niet gezegd heb—handslag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Je ben ’n beste jongen—en wij—ik—hou heel veel van je—maar die eene belofte moet, +moet je nu, nú—je kan nooit weten hoe gauw ’t …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Afgesproken, mamaatje—ik doe ’t.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>hem de hand op den mond leggend</i>).</span> <span class="pageNum" id="pb168">[<a href="#pb168">168</a>]</span>Ssst! Sssst!.… Wij hebben sàmen iets leelijks gedaan, samen—jij en ik …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!.… Goed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet lachen—’t is heelemaal niet om te lachen. En als ’k ’t zeg, Hope, kind, met opzet +in jouw tegenwoordigheid, is ’t met de opdracht dat je hem dag aan dag zal helpen +onthouden als-ie lichtzinnig doet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" id="xd33e9356" title="Bron: ,">.</span></span> Excellent! Hoor je dat, Hope? ’k Zal volgens de letter.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik wou liever—mevrouw.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet tegenstribbelen, Hope, m’n allerbest kind.… In <span class="corr" id="xd33e9366" title="Bron: achtien-honderd-negentig">achttien-honderd-negentig</span>, Dolf, heb je—heb je veertien dagen <span class="stage">(<i>met moeilijken glimlach</i>)</span> gezeten.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig-vergenoegd</i>).</span> Ja mamaatje, daar staat me wat van bij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Je was met ’n meisje <span class="stage">(<i>beschaafd-aarzelend</i>)</span>—te ver gegaan—en de broer, die ’t zich aantrok—mishandelde je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Gretchen—Valentijn—Faust.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dolf! Dolf!… Heusch, we hebben iets léélijks gedaan in die dagen.… Zij was in—zie +me niet zoo làchend aan, jongen!—zij was in—omstandigheden. Jij heb niet meer, nóóit +meer naar ’r omgekeken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje!.… Laten we ’n tikje redelijk blijven..</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb169">[<a href="#pb169">169</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat bèn ’k.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U heeft geen flauw begrip over wie, over wat u spreekt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Ik spreek over—over de moeder van—laten we zeggen: ’n kind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Slik ’t maar niet in! Ik kan ’n stootje velen, hahaha!… Och, och!… Twéé paar gefronste +wenkbrauwen!… Nee zeg, laat me geen uur op ’t zondaarsbankje zitten, hahaha!… ’n Kluifje +voor Hope.. Mamaatje: alle gekheid op ’n stokje—èn àls ’k ’t me goed herinner—ja, +al kijken jullie als scherprechters!—àls ’k me goed herinner: ’k heb geen dagboek +van m’n zonden aangelegd, hahaha!—die juffrouw, die me indirect belet heeft door te +studeeren—jammer!—had—was … Is dàt ’t onderwerp voor ’n gesprek met jùllie—was ’n—<span class="stage">(<i>met lachend geweifel</i>)</span> ’n dametje van licht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Gevallen vrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat kun je ook minder sòmber zeggen! Ze had al met meer dan een—nou flap ’k ’t ’r +uit, omdat jullie me ’t vuur aan de schenen legt—met ’n paar dozijn gelééfd—toen ik +aan de beurt kwam. Dat klinkt hard en ruw, mamaatje: <i>ik</i> maak ’t leven niet. Op ’n dag beweerde ze, dat ’k vader—en de mogelijkheid wàs helaas +niet buiten gesloten.… Drie, vier, vijf maanden later—leg me op de pijnbank—precies +weet ik ’t niet!—had je de herrie met ’r zoogenaamden broer.… ’k Herhaal—om ’r ’n +eind aan te maken—laten we <span class="pageNum" id="pb170">[<a href="#pb170">170</a>]</span>redelijk blijven—ik heb ’t mijne gedaan … heb behoorlijk gedokt—tot ze, gelukkig voor +ons allen van de vlakte verdween.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dàt wist ’k allemaal. Maar ’t kind is geboren—’n meisje, Dolf.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig-verwonderd</i>).</span> Och kom!… Hoe weet ù dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Voor de geboorte heeft ze me—’n „dreigbrief” geschreven—nà de geboorte nòg een.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" id="xd33e9459" title="Bron: ,">.</span></span> En?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> En.… En niets.… In <span class="corr" id="xd33e9466" title="Bron: één-en negentig">één-en-negentig</span> dacht ’k zoo alleen aan mezelf, was ’k <span class="corr" id="xd33e9469" title="Bron: zóó">zóó’n</span> egoïst—zoo bang voor de wereld, die m’n eerste huwelijk vergeten was—dat ’k ’r nièt +antwoordde, geen letter. Je papa zond ’n honderd gulden in gesloten couvert. Den eenen +brief heb ’k verscheurd—den anderen bewaard, om ’r—hoe láát ben ’k mènsch geworden!—om +’r politiezaken van te maken, als ze nog eens probeerde „af te dreigen”.… Verleden +week bij ’t sorteeren van paperassen, vond ’k ’m.… En ’k kreeg ’r de tranen van in +m’n oogen.… ’t Wàs ’t geluid van ’n moeder, die geen uitweg weet.… Je kunt ’m zelf +lezen—hij ligt bij m’n laatsten wil—en die laatste wil is ook, vóóral ook, Dolf, dat +je onderzoekt wat ’r van die vrouw is geworden, als ’t mij niet lukt..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>).</span> Ik ben ’r paf, paf, paf van—ù niet lukt …?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb171">[<a href="#pb171">171</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> ’k Heb m’n chargé-d’affaires last gegeven informaties in te winnen—zoo discreet mogelijk.… +Begrijp je, jongen, dat als ik toen wakker was geweest—ik—jij was misschien te jong +voor verantwoordelijkheidsgevoel—dat ik jouw.… jouw.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e9490" title="Bron: !">.</span></span> Zijn dòchter.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci voor ’t waarmerk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat ik jouw dochter—ze kàn ’t geweest zijn—nóóit aan ’r lot zou overgelaten hebben?.… +Geen glimlach, jongen.… Toe, toe, geen cynisme! <span class="stage">(<i>grijpt z’n hand opnieuw</i>)</span>.… Doe de belofte, die ’k je vraag, dat je die vrouw en vooral dat kind—kind—hoe de +tijd vliegt!—àls ze onder de lévenden is, moet ’t ’n meisje van zeventien, achttien +zijn—dat je ’r zóó lang zal zoeken tot je ’r vindt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kom, mamaatje—wat ’n excessieve.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Walden</span> <span class="stage">(<i>dringender</i>).</span> Je zal ’r me zóó gelukkig mee maken, jongen—ik pleit niet voor die vrouw—ik pleit +niet tegen ’r—ik denk aan ’t kind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat is dat mamaatje? Tranen! Tranen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Daar—ik beloof ’t.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Glimlachend? Glimlachend?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb172">[<a href="#pb172">172</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="corr" id="xd33e9541" title="Bron: AIs">Als</span> ’k ’t maar belóóf, hé?… <span class="stage">(<i>zwak-spottend</i>).</span> ’k Steek ’r m’n vingers bij op, dat ’k waarachtig moeite zal doen ’r te vinden. Hoe +heet m’n.… vrouw ook weer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Weet ’k niet. Sofie … Sofie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat marcheert. Ik ken ’r enkel als Kreeftje! Kreeftje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Zul je dat kind als ’n dochter …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Als ’k er ù—en m’n vriendin Hope—mee plezier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Zoo waar Gòd ons ziet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—moet ’t zoo plechtig! ’t Wordt ’n geweldig stuivers-romannetje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> <i>Ik</i> heb zoo’n spijt van m’n harteloosheid.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Geexalteerd moedertje: op één conditie herhaal ’k m’n belofte in vòlste ernst—als +je weer een, twee, drie gaat rusten—we zullen Jan Linden niet onder de oogen durven +komen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>hem op ’t voorhoofd zoenend</i>).</span> Dank je—dank je, jongen. Al lijkt ’t je nog zoo overdreven—’t gaf me den heelen dag +’n gevoel van gejaagdheid, of ’k iets vergeten, iets vergeten had … Je arm, Hope—’k +zal vannacht als ’n roos slapen. <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Ontbijten we samen? Ja? Acht uur.… En vast afgesproken, Dolf?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb173">[<a href="#pb173">173</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Vast.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>reeds onzichtbaar</i>).</span> En zonder uitstel?… Van af morgen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Van af morgen. M’n jachtkostuum kan ’k ’r voor aanhouden, hahaha! Dat zal ’n jacht +met hindernissen worden. Mamaatje! Mamaatje! <span class="stage">(<i>sluit de portières</i>).</span> Binnen!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.14" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.14.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Veertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Kelner</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>de plats neerzettend</i>).</span> <span lang="fr">Un chateaubriand exquis, monsieur.… Quel vin est-ce que monsieur désire?</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal! Uitrukken!… En je een beetje gepaster tegenover de verpleegster gedragen, +ventje! Begrepen?… Jij heb behoorlijk te kloppen, als ’n dame bezig is zich te kleeden! +Mond houen! Mond houen, kwast van ’n kerel!—en anders stuur je je patroon maar hier! +Wacht je ergens op? Bonjour dan! <span class="stage">(<i>Kelner af—hij bindt de servet voor, begint te eten—tot Hope</i>).</span> Zoo. Nu éét je ’n stukje mee—’k zal je couvert klaarzetten.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v1.15" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.15.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijftiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer—’k ga ’n uurtje rusten, als ù zoolang blijft.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb174">[<a href="#pb174">174</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Zal op jullie twée passen, als ’n waakhond <span class="stage">(<i>zij gaat naar haar kamer</i>).</span> Hope!… Je deur heeft toch wel ’n dubbel slot?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Zal ’r nièt sluiten, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zooveel vertrouwen ineens?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Iemand, die „’n jacht met hindernissen begint”—die daar z’n vingers voor opsteekt—die.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die is nog te „redden.…” Hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Misschien<span></span> <span class="stage">(<i>een bons</i>)</span>.… Wat was dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Kan dat in … de slaapkamer geweest zijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee—’t kwam van dié kant.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Kijk ’ns voorzichtig.… (Zij opent de schuifdeuren op een kier, schrikt, wijkt achteruit, +snelt naar binnen—hij staart ontzet in de opening).</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>smartelijk klagend</i>).</span> <br>O, o, lieve, goeie, beste … Hoe kom je nou zoo … O, o, o!…</p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">DOEK. +<span class="pageNum" id="pb175">[<a href="#pb175">175</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF,</h2> +<p class="stage">(Smaakvolle jongezelle-kamer—weelderig-intiem gemeubeld. Tweede en derde plan, rechts, +de gebeeldhouwde deurenvrije toegang tot een bibliotheek, waarvan een deel zichtbaar +is—daarnaast een sierlijk schrijfbureau, bestapeld met kunstvoorwerpen, tijdschriften, +portretten. Tegen den achterwand, die in het midden een deur met gobelin heeft, dressoirs +en standaards met curiositeiten, aquarellen enz. Eerste plan, links, deur-met-gobelin +van de slaapkamer. In den schuinen hoek van tweede en derde plan, links, een rustbank +met smyrna-kleed. In het midden der kamer een eikenhouten tafel gebeeldhouwd, met +gemakkelijke leeren fauteuils. Vroegmiddag.)</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="v2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Jaap, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>die juist af geruimd heeft, plaatst den dienbak bij de achterdeur, spreidt een gebattikt +tafelkleed over de tafel—De telefoon, op de schrijftafel, gaat over. Rustig neemt +hij de gehoorbuis</i>).</span> Jawel. Met Van Walden—met de huisknecht—ja, met Jaap—wil u even wachten? <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span> ’k Geloof niet dat meneer thuis is—’k zal zien<span></span> <span class="stage">(<i>legt de buis op het tafelblad</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>in de deuropening der slaapkamer</i>).</span> Wat fantaseer je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Zachies, meneer … Mevrouw Lebeau: of ze u …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb176">[<a href="#pb176">176</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>wenkt met de hand, dat hij er niet is—heel zacht</i>).</span> Op reis!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>bij de telefoon</i>).</span> Hallo!… Spijt me, mevrouw, meneer is niet alleen niet thuis—zooals ’k dacht—hij moet +op reis zijn gegaan.… Waarheen? Waarheen?… Ja, dàt weet ’k niet … Wanneer terug?… +’k Zou ’t niet kunnen zeggen—misschien de volgende week.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>fluisterend roepend</i>).</span> Langer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Misschien langer … <span class="stage">(<i>houdt z’n lachen in</i>)</span>… ’k Zal ’t meneer zeggen, mevrouw.… Adieu, mevrouw … <span class="stage">(<i>hangt gehoorbuis op</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nou?… De boodschap?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Nom de Dieu!… Sacrénom!… Fiche moi le camp … Je me fou de lui …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>hartelijk lachend</i>).</span> Hahaha!… Je ben niet verkeerd verbonden geweest … <span class="stage">(<i>de antieke klok slaat twaalf</i>)</span>… Twaalf?… Twaalf!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Meneer mag zich wel haasten—om negen heb ’k geklopt—om half tien—om …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>zich uitrekkend</i>)</span>.… Man hou je mond—die klok maakt genoeg spektakel<span></span> <span class="stage">(<i>geeuwt</i>).</span> ’t Slagwerk haal je ’r vanmiddag uit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Jawel meneer, hahaha!<span class="corr" id="xd33e9841" title="Bron: ·">.</span>…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En lach als je buiten de kamer ben!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Als ’t u hinder.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb177">[<a href="#pb177">177</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja, ’t hindert me—’k ben bang dat je je gebit kwijt raakt, als je schik in je leven +krijgt … <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Wie komt—wachten<span></span> <span class="stage">(<i>af in slaapkamer</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Jaap</span><span class="corr" id="xd33e9871" title="Bron: .">,</span> <span class="sc">Dr Linden</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap<span></span></span> <span class="stage">(<i>legt eenige boeken op ’t gebattikt tafelkleed, neemt den dienbak—wijkt bij achterdeur +voor Linden uit</i>)</span>… Pardon, dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is meneer hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Meneer is nog niet bij de hand—heeft pas ontbeten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Goed. Dan wacht ’k in de bibliotheek.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Zal ’k meneer liever?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, Jaapje—dat doe ’k zèlf<span></span> <span class="stage">(<i>Jaap af—hij doet een paar passen naar de zijde der bibliotheek, neemt een fauteuil, +slaat ’n boek open, fluit een studente-signaal</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>beantwoordt dat, opent lachend de deur</i>).</span> Excuseer m’n overhemd, kerel … In twee seconden! <span class="stage">(<i>wil in z’n kamer terug—draait zich nog even om</i>)</span> Zeg, Jan, fluit dat deuntje geen tweede keer, asjeblief! ’k Wor straks meer dan me +lief is, an m’n vervloekten studente-tijd herinnerd—De sigaren staan achter je—in +die schedel … Tien tellen! <span class="stage">(<i>af—Linden neemt een sigaar, leest—telefoonschel<span class="pageNum" id="pb178">[<a href="#pb178">178</a>]</span>—hij wil luisteren</i>)</span>… Ik ben op reis—op reis!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Wie daar? Madame Lebeau?… Op reis … Pischt, waar ben je na toe?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Naar ’n sanatorium in Duitschland—overspannen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>in den toestel pratend</i>)</span>… Naar Duitschland <span class="stage">(<i>verwonderd</i>)</span>… Dank u wel—’k zal ’m telegrafeeren. <span class="stage">(<i>hangt toestel in haak</i>)</span>… Of ’k je positief zeggen wou, dat je ’n sale type, ’n cochon …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Jawel, jawel—ken ’k droomen! <span class="stage">(<i>weer af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>van ’t schrijfbureau ’n paar maal iets opnemend, lacht, gaat opnieuw voor de tafel +lezen</i>).</span> Morgen, morgen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>z’n jas aanschietend</i>)</span>… Morgen!… Kerel ’k ben zoo verdraaid katterig!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Mooi zoo. En dat vandaag. Is dit de oorzaak?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Haarspelden? Vond je die hier?… Nee, op m’n woord niet. In geen maanden ’n vrouw bij +me gehad! Leg ze nou niet op de tafel! Haal geen grapjes uit! <span class="stage">(<i>werpt ze in de snippermand, naast schrijftafel</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dat zul je nu niet gelooven, Jan, maar die dingen vinden we met grossen—of ze jongen. +Elk verleden begint bij ’n haarspeld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> ’t Verleden van die twee kan, zou ’k denken zoo ver niet zijn … Van je bureau opgepikt, +haha!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb179">[<a href="#pb179">179</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Attentie van dien smakker van ’n Jaap—is geestig op zijn manier!… Nee maar, Jan, vent, +kind, hart—kijk me niet zoo guitig an—of je me half gelooft! ’k Wou dàt je gelijk +had, wóú dat ’k je slimme schalksche oogjes verdiende! Ach! Ach! Nog ’n kwartier, +nog ’n half uur—en ’k zit met m’n katterig gezicht—zie je ’t me an?—in bedrijf nummer +zooveel van de allerdolste komedie. Geef me ’n lucifer, vent. Merci. Even ’n trekje. +In presentie van m’n collectie dochters—vijf, zegge vijf, zijn op de annonce afgekomen—zal +m’n vaderhart fatsoenshalve te actief werkzaam moeten zijn, om ’n Henry-Clay te kunnen +rooken. Kind, wat ben ’k slap!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe laat ben je thuis gekomen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hoe vroeg! ’k Heb drie uur—nee, nou overdrijf ’k—vier uur gemaft<span></span> <span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>… Zou je zoo’n créature … Je hoeft niet te twijfelen: Snipje, Snipje … ’k Schaf me +telefoon af … Dat is vervloekt als je liaisons je nummer weten.… <span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>.… Jawel, Jawel.… Dat hou ìk ’t langste uit … Is me verleden jaar gebeurd, dat-ie +driemaal in ’t uur overging tegen kinderbedtijd, hahaha! Zeldzaam-zenuwachtige tijd! +<span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>… Nou, nou, nou!… Dit volk is hardnekkig.…’k Zal me stem veranderen … <span class="stage">(<i>praat in toestel</i>)</span>… Meneer is op reis—ik ben de huishoudster … <span class="stage">(<i>schrikkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Excuse me, Hope, darling—ik had ’t zoo enorm druk—Over ’n kwartier.… Kom je zelf +ook?… Je eerste bezoek op m’n kamer!… Je zal als ’n koningin ontvangen worden! Hoeft +dat niet? Daar door de telefoon ’n kus … Moet ’k uitscheiden met <span class="pageNum" id="pb180">[<a href="#pb180">180</a>]</span>m’n gekheid?… Ze krijgt ’r ’n kleur van, Jan! Hahaha!… Ja, Linden zit bij me—hoofdcontroleur!… +Eén oogenblikje nog, darling! Moeten die vijf dochters van me—’k wil ze àllemaal ongezien +adopteeren, om van de last af te zijn!—moeten die op ’t een of ander getrakteerd worden? +Chocolade, anijsmelk … Wat?… Wat dan?… <span class="stage">(<i>hangt gehoorbuis op</i>)</span>… Laat me staan … Is ’r van door, hahaha!… <span class="stage">(<i>schelt electrische knop boven de tafel</i>).</span> Daar had ’k bijna ’n blunder begaan, hè? <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Excuseer! ’k Zou ’r zoo ’n paar uur onder kunnen kruipen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik wacht geduldig, om te hooren wat je uitgehaald heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Uitgehaald?… Eerst met Beelaart, na ’t diner, ’n partij geschaakt—remise, na ’n zit +van negen tot eenen … Ja! <span class="stage">(<i>tot Jaap</i>)</span>… Haal jij ’ns vlug ’n bouquet witte rozen.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jaap</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Jawel meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jaapje—nou nòg eens: lach met meer overleg! <span class="stage">(<i>tot Linden</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Heb ’m de vorige week, voor moed, beleid—vooral beleid!—en trouw ’n nieuw gebit +cadeau gegeven, omdat ’k z’n ruine om esthetische overwegingen niet zien kon—en nou +lacht dat schaap telkens met z’n tanden óver mekaar!… Schiet op!… De mooiste theerozen, +die je krijgen kan! Nou?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb181">[<a href="#pb181">181</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>met bedwongen grijns</i>)</span>… D’r zit benejen ’n juffrouw.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat voor ’n juffrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Van ’n advertentie—met de moeder d’r bij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zoo. Wachten<span></span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Wat sta je met je hand? Moet je boksen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>de gehandschoende hand openen</i>).</span> Me duim is ’r door.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zoo—je duim ’r door? Marsch! En vlug!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha! Heeft-ie z’n witte handschoenen voor de gelegenheid aangetrokken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf..</span> Zoo’n kaffer! Informeer ’k nou nièt, dan loopt-ie den heelen dag of-ie ’n misvormde +knuist heeft! Wat was ’k bezig te vertellen? De partij schaak. Juist. Bij half twee, +van plan bijtijds in bed te eenzamen—voor de belangwekkende conferentie!—ontmoet ’k +Bannema, Kareltje, en <span lang="fr">état de désespoir</span>—driekwart zelfmoord-ideejen—aan de beurs gedobbeld—Jantje, wat ’k zeg is vertrouwelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Natuurlijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Gedobbeld, om den staat van z’n vrouw bij te houden. Had ’t al met ’n open gaskraan +geprobeerd—niet gelukt—kan ’k niemand aanraden: de weduwe <span class="pageNum" id="pb182">[<a href="#pb182">182</a>]</span>krijgt de gasrekening!—liep gewoon te huilen—’n gat van ’n halve ton, en ’n vermogen +naar de weerlicht, als de baisse aanhoudt!—’n Vrouw, die huilt, doet me verbazend +weinig—kwestie van gewoonte—’n màn—en wat ’n door en door braaf ventje!—maakt me ondersteboven. +Heb ’m geholpen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo maar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ruineeren zal ’t me niet. Mama’s aandeel—de goeie ziel: dat is nou net drie maanden +geleden!—heb ’k voor veertien dagen met m’n nobelen neef geschikt—et zut!—Je had z’n +blijdschap moeten zien! ’k Moest met ’m mee—naar z’n huis—en daar hebben we allebei +tot vijf uur zitten pimpelen, de eene flesch Rijnwijn na de andere. ’k Heb ’m ’n tikje +om gekregen—hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf, Dolf—ik heb geen enkel recht je raad te geven—maar ’t lijkt me toch zacht gesproken +onverantwoordelijk ’n dobbelaar, zonder eenig verder onderzoek te steunen—en voor +dàt bedrag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jan, nuchtere kerel, ik ben te katterig, om je ongelijk te geven—maar m’n woord is +m’n woord en m’n handteekening m’n handteekening—de cheque is binnen—en de kinderen +hebben Kareltje in ’n prachtig humeur gezien, als-ie ook niet te katterig is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> De kinderen?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb183">[<a href="#pb183">183</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Vier. Ja vier! Hij heeft ’t verder gebracht dan jij … Vannacht om bij half vijf, toen +’k die smerige zaken in orde gebracht had, zei-ie: loop even op je teenen mee, dan +zal ’k je de kinder-slaapkamer laten kijken. Ik verzeker je, Jantje—en zonder groote +woorden!—dat ik die slapende kopjes niet zal vergeten—zulke hoofdjes—en zulke mondjes—en.… +Hahaha! Goud waard! Goud waard! Stel je voor—tegen ’t afscheid staat Kareltje onzeker +op, zet nog ’n zes, zeven wijnglazen op de tafel, giet ’r scheutjes in! Wat voer je +uit vraag ik.… Ik ben bang, zegt-ie—goddelijk, pyramidaal!—dat me vrouw of de meisjes +twéé glazen bij ’n half dozijn leege flesschen zullen zien! Hahaha! Hoe is-ie? ’t +Modernste préservatif voor getrouwde mannen, die ’n buitensporigheid doen!.… Ja. Ja.… +Binnen!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jaap</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Asjeblief meneer—de rozen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Netjes. Daar in de vaas.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> D’r zijn d’r al drie, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Allemaal met moeders?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Nee, meneer—alleen de eerste. En dan is ’r die detective, die al ’n paar maal geweest +is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die met.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Ja meneer.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb184">[<a href="#pb184">184</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat nou ja meneer? Wat heb ’k bedoeld?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Dat weet ’k niet—ik dacht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lach niet!… Lach niet!… ’k waarschuw je: ’k neem ’t weer af!… Laat die met—waarvan +jij dàcht … laat die boven komen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Ja meneer<span></span> <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is dat de man die aan ’t snorren geweest is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja-ja, ’n Gladekker, <span lang="en">first class</span>, door den chargé-d’affaires van de goeie ziel, ergens bij de politie opgeduikeld, +’n gewezen inspecteur, gesjeesd omdat-ie te handig voor z’n supérieuren werd! <span class="stage">(<i>plukt een knop uit den bouquet, steekt die in z’n knoopsgat</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jan, voortreffelijke kerel, Jan, ouwe boemelaar—als ’t vandaag niet lukt—als geen +van de vijf m’n—’t kriewelt in m’n keel, als ’k ’t fatale woord uitspreek!—geen van +de vijf m’n dòch-ter blijkt, ga ’k in ’n klooster, om Hope d’r oogen, d’r prachtige +oogen te ontloopen … Had je ook niet voor drie maanden kunnen denken, dat ik, ik, +door ’n menschje, dat om ’n haverklap m’n uitstekend humeur bederft, dat ’k bij tijden +gewoon niet zetten kan—schrikkelijke individuën, die hyper-moderne wijfjes!—dat ìk +door zóo een aan ’n zijden draadje rond word geleid!… Als de goeie ziel ’t vodje van +’n brief niet bewaard had—en dien avond van ’r dood niet de obsessie van de Stichting +en ’t kinderen-asyl, die groteske belofte.… Entrez! Ga zitten. Steek ’n sigaar op.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb185">[<a href="#pb185">185</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende Tooneel<span class="corr" id="xd33e10249" title="Bron: ,">.</span></h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Schmidt</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span></span></span> <span class="stage">(<i>nadat Jaap de deur gesloten heeft</i><span class="corr" id="xd33e10263" title="Niet in bron">)</span></span>… Ze zijn ’r. Kan ’k praten waar meneer bij is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Sans gêne! Dokter Linden—ook uit dien tijd—rechercheur Schmidt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Detective, als ’t u ’t zelfde is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je mag je precies noemen zooals je wil, als je ’r maar heb! ’t Zit me tot hier!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Over mij heeft u geen reden van klagen! ’t Onmogelijkste, ’t bijna bovenmenschelijke, +heb ’k gedaan. Voor niet één zaak moest zoo gesnuffeld worden—niet één was zoo ingewikkeld. +Dat behoef ’k zeker niet te resumeeren!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Resumeer gerust—laat m’n vriend, den dokter meesmuilen—die denkt honderd tegen een, +dat we stil hebben gezeten! Moordenaarswerk! In ’n woestijn vind je iemand makkelijker, +dan in de zoogenaamde geordende samenleving! ’n Schande, ’n schande.… Niet rooken?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> ’k Steek ’m liever bij me. Dank u. Dokter, die vrouwspersoon is met of zonder ’r kind +radikaal, spoorloos verdwenen—spoorloos. Toen de zaakgelastigde van wijlen mevrouw +me bij zich ontbood, zonder te zeggen wat ’r aan ’t handje was, zei ’k, zoo zeker +als van ’t uur van m’n dood, dat ’t bagatel—’t bagatel: ’k had lastiger zaakjes uitgepluisd<span class="pageNum" id="pb186">[<a href="#pb186">186</a>]</span>—binnen ’n week afgehandeld zou worden. Dat kon ’k beloven, kon ’k, omdat we aan de +kleine strafzaak tegen meneer houvast hadden, dat van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jawel jawel—meneer is me zelf met nòg wat vrienden met ’n tweespan aan de gevangenis +komen afhalen, hahaha! Herinner je je, Jantje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha, en hoe!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> De dossiers heb ’k nageslagen—vond den naam van den koloniaal—werkte den Burgerlijken +Stand ’89, <span class="corr" id="xd33e10297" title="Niet in bron">’</span>90, <span class="corr" id="xd33e10299" title="Niet in bron">’</span>91 af, zag dat de koloniaal in <span class="corr" id="xd33e10301" title="Niet in bron">’</span>94 in Atjeh stierf—geen zuster ingeschreven—niet één zuster.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe is dat mogelijk? Hij trok toch voor z’n zùster partij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Val nou niet in de rede, Jantje, kind! Je hoort toch de feiten! Natuurlijk ’n uit +z’n duim gezogen zuster, om zelf geen straf op te loopen—we hebben allebei legio zusters +in die dagen gehad!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Toen zat ’k vast. De brief aan mevrouw, dien ’k in ’t begin niet lezen mocht, was +met Sofie onderteekend—en meneer had ’r nooit anders dan, dan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kreeftje genoemd—omdat ze zulk magnifiek rood haar had—en gek met kreeft was—één +avond twee heele bussen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Toch erg onverstandig, als ik ’t opmerken mag—’n verhouding zonder vàn.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb187">[<a href="#pb187">187</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Gebeurt me ook nooit meer. Kreeftje, Puckje, Snipje—’k moet ’t me afwennen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> ’n Volle maand ben ’k bezig geweest—de sigarenwinkel was verdwenen—de handschoenenwinkel +sinds jaren op de flesch. De college-vrienden van meneer, die ’k zoo voorzichtig mogelijk +en met de wanhopigste tact polsen wou, hadden niet zooveel geheugen meer—getrouwde +menschen mèt posities—alleen ’n ongetrouwd lid van de Rechtbank sprak óók van Kreeftje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha! Plums! Herinner je je Plums nog—Plums met z’n museum schelknoppen en andere +gemoerde dingen! En vertel ’ns van je bezoek aan Baars, Schmidt—Kostelijk! Kostelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Mr. Plums zei dat Dominee Baars ’r mogelijk ook gekend kon hebben—mógelijk. Die was +juist naar ’t Noorden beroepen. Die vroeg ’k met ’n niet te beschrijven tact, dokter—’k +zette overal ’t gesprek in, of ’n erfenis losgekomen was—of hij Kreeftje.… Net kwam +z’n vrouw de studeerkamer in. Dominee keek me niet bepaald aangenaam aan, liet me +tot an de deur uit, sméét die achter me toe—met ’n bons.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Vermakelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Had er bij willen zijn!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Op de registers van den Burgerlijken Stand van die jaren heb ’k gezweet, dokter—ben +’t monnikenwerk begonnen na te gaan welke juffrouwen <span class="pageNum" id="pb188">[<a href="#pb188">188</a>]</span>met den voornaam Sophie—aan Kreeftje had ’k bijzonder weinig—verhuisd of.… bevallen.… +of gestorven waren. Hielp niemendal. Een Sophie, dochter van ’n slager, was naar Antwerpen +vertrokken—een, dat was onder de onechte geboorten, had ’n tweeling gekregen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De hemel beware me!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Later getrouwd met ’n aannemer—geen sprake van ’n bijnaam Kreeftje.… Drie waren ’r +gestorven, dochters van bekende ingezetenen—een was in ’n bordeel beland, stond in +de ouwe politieregisters geboekt met zwàrt haar. Ik verzeker u, dat ik ’r nachten +voor opgezeten heb—en namen overgeslagen, in die kleine universiteitsstad, behoort +tot de wetenschappelijke onmogelijkheden, zou ’k durven beweren. Jammer dat mevrouw +destijds dien allereersten dreigbrief mèt ’t goeie adres verscheurd heeft—dan waren +we ’r geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En waar haalt u dan die vijf meisjes, die beneden wachten, vandaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar? Als niets je meer helpt—je niet ’t minste, geringste spoor vindt—de jonge dames +die zich met studenten afgeven, zijn dikwijls overdag fatsoenlijk in betrekking.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zij ook—in die handschoenenwinkel.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Op de flesch en zonder adres vertrokken—voor schulden—Als je uitgepraat ben, kun je +nog enkel aanhoudend adverteeren.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb189">[<a href="#pb189">189</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Gezocht ’n juffrouw met rood haar, die in ’90 den bijnaam Kreeftje had?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Nee, dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb ik je de kranten nog niet laten zien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jij mij? Wanneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heeft Hope je niet ingelicht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hope? Die wordt al stil en gesloten als ze je náám hoort!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>pakket van de schrijftafel nemend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dossier van de … verloren dochter. Die blauwe potloodhalen! Je hoeft ’r maar een +te lezen—allemaal ’t zelfde! Ach, ach, wat ’n fumisterie, om m’n woord tegenover de +goeie, geëxalteerde ziel te houden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> „Erfgenaam opgeroepen”? Is ’t dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Natuurlijk. Om met tact—met tact—achter de waarheid te raken, moet je ’n gevatten +aanloop zoeken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wou jij soms liever, dat ik annonceerde:<span id="xd33e10411"></span> Adolf van Walden, zoekt de dochter van ’n zekere Sofie, bijgenaamd Kreeftje, aan +wie hij in ’90 <span class="stage">(<i>korzelig</i>)</span>… alle duivels, de historie hangt me de keel uit!… De nonsens, om iemand zoo’n absurditeit +op te dringen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> „Erfgenaam opgeroepen”. Dat zijn advertenties, die ’r inhakken! <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> „De <span class="corr" id="xd33e10428" title="Bron: exécuteur testamentair">exécuteur-testamentair</span> <span class="pageNum" id="pb190">[<a href="#pb190">190</a>]</span>van wijlen kapiteìn Van Reessen”… Ben jij dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Doe me ’t genoegen en lees zachtjes!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Veel te merkwaardig, om in je eentje te genieten!… „van wijlen kapitein Van Reessen, +bij leven gezagvoerder ter koopvaardij, heeft in opdracht een belangrijk legaat uit +te keeren, aan de dochter van zekere juffrouw Sofie, achternaam onbekend, dewelke +dochter einde 1890 of begin 1891 geboren werd, vader onbekend”<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dat is niet bijzonder duidelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zeg, zou jij ’r de zegen niet van af willen nemen?… De vijf komen toch niet uit de +lucht vallen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En àls—áls—’t gelúk je meeloopt: wat dan?… Wat doe je dan met zoo’n meisje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik doe niets—kapitein Van Reessen, oud-gezagvoerder doet. ’n Betamelijk jaargeld—’n +centje om te trouwen—’n … Als mama me zoo in de klem zag, zou ze meelijden met me +hebben!… In geen drie maanden rust, om ’n caprice! Heb jij—die daar zoo genoegelijk +zit te grunneken—makkelijk lachen van ’n ander z’n pech!—heb jij zekerheid, dat ’r +niet ergens ’n Lindentje zwerft? Dat kleine rooie Kreeftje—nee kwaad mag ’k niet van +’r spreken—’t was ’n aardig ding.… Als ’k ’n enkele, dood-enkele keer op m’n kamer +zat te zwóégen, zwerend dat ’k niet naar de kroeg zou gaan, dan kon je zoo zachies +in de straat <span class="stage">(<i>imiteert het signaal van daareven</i>)</span> hooren fluiten—en als je dan je <span class="pageNum" id="pb191">[<a href="#pb191">191</a>]</span>kop door ’t raam stak, zag je de leuke rooie pruik … Dan smeet je de sleutel naar +beneden—en dan—dan leien je gedrochtelijke boeken ’s morgens net zoo eender—Jammer +toch—jammer—verdomd jammer van de meìd—heeft nooit geld van mìj willen aannemen—Plums, +Baars moesten dubbel betalen.… Nou, Schmidt—waar wachten we op?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>door de bibliotheek binnentredend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Goeien morgen, heeren.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Was jij daar al làng?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Pardon. Ik kom zoo juist binnen—stoor toch niet?—Dag dokter—dat is charmant van u.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heeft die ezel van ’n Jaap je den weg niet gewezen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Jawel—zou u me even.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Meneer Schmidt, detective—zuster Hope.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>na wederzijdsche buiging</i>).</span> Jawel zeker heeft ie den weg naar de wachtkamer gewezen. Hij dacht dat ik ook.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha! Onbetaalbaar!.… Buitengewoon!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe meneer—we zijn niet „onder ons”<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Zie ’t ’m zoo doen met dat gebit, dat-ie nog <span class="pageNum" id="pb192">[<a href="#pb192">192</a>]</span>’ns inslikt, als-ie strooppannekoeken eet—en met z’n gedistingeerden duim, hahaha!… +Hope, wat kijk je weer als ’t laatste kwartier achter ’n wolk! Mag ik je even ontlasten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer—ik hou liever alles aan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ook je hoed?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ook m’n hoed. +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>haar de rozen presenteerend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Met m’n eerbiedigst welkom bij je eerste bezoek—en als souvenir aan de plechtige +gebeurtenis van vandaag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>koeltjes</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dank u wel. En mogen die meisjes nu boven komen? ’n Bijzonder genoegen voor ze..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat bedoel je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e10555" title="Bron: ,">.</span></span> Ik bedoel—nee niets. Of ja! Waarom zou ’k ’t niet?.… Héél kiesch lijkt ’t niet, meneer, +vijf in elkander’s tegenwoordigheid te brengen die nu van mekaar wéten dat ze onechte +kinderen zijn.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Kom, vindt u dat zoo erg.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik ja—Als kind heb ’k dat óók erg gevoeld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—we zijn niet alléén.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee—dat zei ’k juist zelf. Meneer—meneer.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Schmidt.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb193">[<a href="#pb193">193</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer Schmidt blijft voor ’t.…. kruisverhoor?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Schmidt is opzettelijk gekomen, om met de stukken te verifieeren of de identiteit +kan worden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Vastgesteld?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jà, Hope!… Of moet ìk in ’n vloek en ’n zucht pà van ’n anderman’s pa-lóós kind worden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Op weg hier na toe, dacht ’k, dat ik als vróúw—als eenige vrouw met de zaak bekend—de +aangewezen ondervraagster van die meisjes kon zijn—uw mama zou ’t beslist hebben gedaan, +als ze nog leefde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Pardon, zuster—en neem me niet kwalijk, als ik me in ’t gesprek meng—ik geef in overweging, +dat uitsluitend ik en niemand anders de noodige vragen stel. U heeft den ondergrond +van ’t geval in uw gedachten—zij weten niet beter dan voor ’n erfenis, ’n èrfenis, +opgeroepen te zijn. En zelfs als een van de vijf de meest frappante antwoorden geeft, +dienen we nog gereserveerd te blijven—moet ’t aan mij worden overgelaten de laatste +informaties in te winnen op ’t bevolkingsregister, bij buren en zoo voort.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dus dan ben ìk niet noodig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Direct nee!—Noodig zijn meneer Van Walden en misschien de dokter, die Kreeftje—pardon +juffrouw Sofie—’n paar maal gezien meent te hebben.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb194">[<a href="#pb194">194</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dan wensch ’k de heeren veel succes.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is dat ernst, Hope? We staan ’r op, Jan Linden en ik—wat Jan?—dat je de vertooning +van a tot z volgt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik houd niet van dat soort vertooningen.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Val je weer over ’n woord, hahaha!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zuster, heel, heel erg verkeerd! Gesteld dat we slagen—begint dan niet uw taak?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, de zijne.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>haar in een fauteuil neerdrukkend</i>)</span> Stribbel niet verder tegen!—Uw opmerking straks was niet onjuist—wij kunnen den raad +van ’n zuivervoelende vrouw uitnemend gebruiken—’t spijt me dat ’k m’n eigen Annie +niet meebrengen mocht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Diplomaat! <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span> Nu exécuteur-testamentair van wijlen kapitein Van Reesen—in positie asjeblief! <span class="stage">(<i>tot Jaap in de deur</i>)</span> Opdienen! Die met ’r móéder ’t allerlaatst.… Ze weer uitlaten als ’k schel—’n nieuwe +bovenlaten als ’k voor de tweede maal roep. <span lang="fr">En avant</span>. Den heelen middag spendeeren we ’r nièt aan.… <span class="stage">(<i>telefoonschel—tot Linden, met angstige stem</i>)</span>… Wil jij even, Jantje—of nee: jij gaat ’r te onstuimig mee om! <span class="stage">(<i>vraagt met veranderde stem</i>)</span> Wie daar?… Hallo? <span class="stage">(<i>opnieuw gewoon</i>)</span> Ben jij ’t Bannema?… Kerel, ’k ben gekookt!… Nee, geen dankjes!… ’t Eenige wat ’k +je kwalijk neem, is dat je me zoolang onder de wijn heb gehouen! Geen vier uur getukt! +Goed, goed—<span class="pageNum" id="pb195">[<a href="#pb195">195</a>]</span>maar op ’t oogenblik heb ’k belet. Adieu! Tot vanmiddag! <span class="stage">(<i>tot het meisje dat de laatste woorden gehoord heeft, en bij de deur verlegen lacht</i>).</span> Ben jij?… Pardon—ik zou m’n mond houden!<span></span> Laat ’r gaan zitten, meneer Schmidt.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Grete Donker</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Hoe heet u?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Grete Donker.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>in portefeuille snuffelend</i>)</span> Juist—u heeft op de advertentie geantwoord—en ik heb u verzocht om een uur bij meneer +Van Walden te komen met uw papieren. Heeft u die meegebracht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>)</span><span class="corr" id="xd33e10696" title="Bron: ..">…</span> Da’s te zegge, meneer—me geboortebewijs hè-’k—en me getuigschrifte van me laaste +betrekking.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>het geboortebewijs inkijkend</i>)</span> Bij wie dient u?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> In de winkel van Sannes, as.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>nauwelijks luisterend</i>).</span> Geboren 5 December ’90.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> 5 December—Sinterklaasavond.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>)</span> Ja. Hèhèhè!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar woonde uw moéder—uw vader, heeft u die gekend?.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb196">[<a href="#pb196">196</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> <span class="stage">(<i>giftig</i>).</span> Nee, die smeerlap het me moeder voor alles alléén late opdraaie, toen-ie voor de +Oost teekende.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar woonde uw moeder, toen u geboren werd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Weet ik dat!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik bedoel geen naam van ’n straat—de plaats—de stad.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Dat staat toch in ’t geboortebewijs.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jongen, Schmidt—da’s niet listig van je!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>’n tikje geergerd</i>).</span> Ik heb daar m’n reden voor, meneer. <span class="stage">(<i>tot Grete</i>).</span> Dus dan is u zéker in Amsterdam geboren—en daar woonde uw moeder al vóór dien tijd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Me benne d’r nooit vedaan geweest. Me moeder is d’r gebore en gestorreve.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Nog één vraag, meisje—dan weet ik voorloopig genoeg, tenzij een van de andere heeren +nog iets wil weten—welke kleur haar had uw moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Bruin—maar ’t laaste jaar in ’t gasthuis wit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dank u. Ik geloof nièt, juffrouw Donker, dat u in aanmerking zal komen—maar in ieder +geval hoort u nader van me.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> As ’k maar ’n klèin beetje krijg—’k ha-d’r zoo op gevlast.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb197">[<a href="#pb197">197</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Daar zullen we over denken—iets schiet ’r altijd op over. Dus uw vader kan nooit ’n +student zijn geweest.…?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> ’n Stedent? ’n Stedent? Nee, daar had moeder de smoor an, omdat ze in ’t gasthuis +zoo om d’r bed zworreve.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kan ze gaan, hè? Dag juffrouw. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Dag heere—dag zuster. <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Da’s één niet uit de loterij. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span> Nummer twee! <span class="stage">(<i>tot Hope welke bij de laatste vragen op is gestaan—bij den doorgang naar de bibliotheek +boeken uit de rekken nemend</i>).</span> Blameer me niet—’r zijn ’r geen zes opengesnejen—allemaal mise-en-scène!—geleerdheidspatserij!—en +die wèl in handen geweest zijn, kunnen ’n luchtje hebben!.. <span class="stage">(<i>Hope glimlacht pijnlijk, zit weer in den fauteuil</i>)</span> Weet je, Jantje, dat ’k vannacht, voor ’k eindelijk insliep, ontdekt heb, dat de +vrouw ’t heelal regeert? Mathematisch bewijs?… <span lang="la">Vox populi vox Dei</span>: de stem van ’t volk is de stem van God. Dat is een. En ’t nòg bekender: <span lang="fr">Ce que femme veut, Dieu veut</span>: Wat de vrouw wil, wil God. Ergo de stem van God is de stem van de vrouw.… De stem +van de vrouw is de stem van … Binnen!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Suze Meier</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Hoe heet u?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb198">[<a href="#pb198">198</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Suus.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span class="corr" id="xd33e10853" title="Bron: ,">.</span></span> Verder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Meier.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ga d’r bij zitten, Suze.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Ik heb u geschreven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Asjeblief. ’k Hè de pepiere in ’n pakkie bij mekaar. Me moeder hiet Sefie Meier, ha +zellef meegekomme as ze geen mankement an d’r been ha gehad—van ’t water.… D’r fotegrawie +leit d’r tussche, toe ze zoo oud as ik was—me vader hiette Cornelis van der Vliet—en +ha femilie die Van Reesum hiette—en ha geen tijd met me moeder te trouwe, omdat-ie +sjecheerder bij de Spoor was en in negetig overreeje wier vlak voor ze anteekene zoue … +Nou da’s geen schande voor mijn. En me moeder ken d’r ook niks an doen. En de naam +Reesum het ze meer as eens hoore noeme—die was toe stuurman op de paketdienst.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ho! Ho!… Niet zoo doorslaan, juffrouw Meier …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Me vader.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Suscht!.. Even inkijken. <span class="stage">(<i>leest de papieren, die hij in de hand gehouden heeft</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Geef u mij ’t portret, meneer Schmidt. <span class="stage">(<i>bekijkt het</i>)</span> Nee. Nooit gezien. Onmogelijk. <span class="stage">(<i>droog</i>)</span>… En <span class="pageNum" id="pb199">[<a href="#pb199">199</a>]</span>’t is natuurlijk onwaarschijnlijk, dat uw moeder in ’90 den bijnaam Kreeftje had?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Kreefie?… Hèhèhè!… Kreefie … Da’s me ook ’n verneukerij!… Wie hiet ’r Kreefie?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik heb van mijn kant niets meer te vragen, meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik evenmin, geachte exécuteur-testamentair!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dan wordt u wel bedankt, juffrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Gossie—is ’t al afgeloope?—U het me pepiere haast niet ingekeke … De brieve van me +vader an me moeder, toe-ie nog vree … In die eene met de inktveeg d’r op zeit-ie dat +z’n oome Reesum.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik zal u morgen bericht geven en op vergoeding van de reiskosten kan u rekenen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Gossie, gossie meneer—me broeie d’r zoo allejeezis op!—Door me moeder d’r water in +d’r beene, staat de helleft van ’t boeltje achter de schuine deur.… ’t Klopt toch +met de avvertentie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Vergeten zullen we u niet. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> <span class="stage">(<i>opstaand naar de zij der deur</i>)</span>… As meneer dan me nieuw adres wil schrijve … Van de Tolsteeg gane me verhuize—morrege—na +de Zijp nommero 78 bove—dan ben ’k dichter bij de febriek. Het u ’t?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ja, ja.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Heere … Heere … Jefrouw … <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb200">[<a href="#pb200">200</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v2.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Sofie <span class="corr" id="xd33e10959" title="Bron: delange">Delange</span>, Agnes Delange</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!.. ’k Had waarachtig moeite me goed te houen. Dat schepseltje heeft nou ook +geen seconde d’r handen stil in d’r schoot gehad, terwijl ze bezig was—of ze ’r den +St. Vitusdans in te pakken had!—Uit je humeur, Hope?—Kind, we zijn nog niet op de +helft. ’n Goed hengelaar doet ’t met geduld. M’n kans is nog niet verkeken.… <span class="stage">(<i>tot de binnentredenden</i>)</span>… Ja!… Kom binnen!… Twee?… Twee tegelijk?… Schmidt: da’s je tweeling!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt</span> <span class="stage">(<i>tot Agnes</i>)</span>… Wil ù sivoeplee weer na de wachtkamer teruggaan?… Een voor een sivoeplee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Da’s me zus, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> We kunnen ’t zònder getuigen af.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span>… De heer van me zus wou niet dat ze alléén.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is-die fameuze heer bang dat uw zuster opgegeten zal worden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span> Opete nee. Opete late me zus en ik ons niet—maar me kenne de foefies van de heere—me +benne niet van gister … Ik zee: je vliegt ’r niet in—en de heer van Fie zee óók je +vliegt ’r niet in.… Daar het u niet zoo zuur om te kijke—want mijn.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb201">[<a href="#pb201">201</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Spreek uit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nee ik smoes niks meer. Je zeit licht meer as je verantwoorde ken, waar Fie?.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>haar in de rede vallend</i>)</span>… ’t Is welletjes, juffrouw … <span class="stage">(<i>tot Sofie</i>)</span>… Dus ù komt op de advertentie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Ja ik—ìk kreeg ’n briefie, om hier bij meneer te komme.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Gaat u zitten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> O, wat ’n lèkkere stoele! Om in te sterve! Precies as bij … <span class="stage">(<i>slaat de vingers in gebaar van iets in te houden voor den mond</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> De papiere, die op ’t lijstje stonde, hè-’k meegebracht—me geboorteacte.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Asjeblief.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Jawel—met ’n máár d’r bij—me late niks achter as tegen bewijs.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> As tegen bewijs.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> We geven u alles dàdelijk weer terug.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dan is ’t goeie, Fietje.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Geboren 17 Februari <span class="corr" id="xd33e11063" title="Niet in bron">’</span>91 in—Leiden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> In Leiden?… Sakkerloot!… Opletten, Jantje boy!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Woont uw moeder nòg in Leiden?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb202">[<a href="#pb202">202</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Of ze d’r …?… Wéte me dat, Agnes?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou da’s niet te denke, hahaha! Ze hèt ’r in negetig en zoo gewoond.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Zou u wat duidelijker willen antwoorden? We zitten hier niet om raadseltjes op te +lossen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Nee, me zitte wel as onze lieve Heer zèlf in die stoele van leer—maar voor cherades +benne me hier niet. Mòt dat nou an zoo’n bóél mensche verteld worde?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> ’t Is in ’t belang van de erfenis, niet waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> As ’t dan geen pan en geen kul is—ù hoeft niet weg te gaan, zuster!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zoo als u wil.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Blijf op uw gemak!—<span class="stage">(<i>Hope zit weer</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> In u hebbe me meer vertrouwe as in die meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dank je wel—wat ’n zeldzame.… +</p> +<p>Agnes … Googemert, wat!—Zeg me kenne de wereld, me zus en ik!—Me moeder, meneer van +de politie—nou herken ’k je, hahaha!—is d’r in ’95 met de een of andere druif vandoor +gesjeesd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Toe, toe, toe!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Je vraagt ’t toch!… Toe het tante ons in d’r huis genome—Me hebbe geen van twee ’n +vader—wat Fie?—de mijne is getrouwd en woont in Den Haag—béwijze ken ’k niks—die van +haar—<span class="pageNum" id="pb203">[<a href="#pb203">203</a>]</span>nou, Fie, doe ook ’n mondje open—jij ben de oudste en mijn laat je klesse.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Ik ken me vader niet—Ik ben in Leiden gebore—zij in Brussel.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Had uw moeder in Leiden ’n bijnaam?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Weet ’k niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Dat zal wel. En die zal ze gloeiend verdiend hebbe, ’t mensch!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Dat vragen we niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> O.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Herinnert u zich—’95 is ’n heele tijd—welke kleur haar uw moeder had?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Rood—as me zus.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dat hoef-ie ’r niet bij te zegge—ze zijn blind.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Rood?… En ze heette Sofie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> As ik. <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou zeit niemand wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>tot de twee</i>)</span>… Ik zou wel graag willen hooren wàt uw moeder in ’90 in Leiden dee? Weet ù dat of +ù?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Niet veel bijzonders ken je wel denke.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dàt bedoel ik niet. Had ze de een of andere betrekking?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb204">[<a href="#pb204">204</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Hoe kenne wìj dat raje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Toe tante nog leefde, zee ze dat moeder—nou laa’k ’t maar nièt zegge.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Nee, zeg ’t niet. ’t Het ’r niks mee uit te staan.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Kan uw moeder ’n relatie met ’n student hebben gehad?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Wat geloof jij, Agnes?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Ik geloof niks. Student of geen student—’n pàtser was ’t gedorie—om me zus te late +stikke.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Jawel, jawel. Maar nu de puntjes op de i—wat noodzakelijk is!—Zou een van uw andere +familieleden zich misschien kunnen herinneren.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Me hebbe ènkel ’n neef, die we nooit zien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Zou die weten.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dat broekie!… Die weet enkel van vuile en schoone kinnen—die barbiert.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Kàn uw moeder bijvoorbeeld in ’n sigaren- of in ’n manufacturen- of in ’n handschoenenwinkel +in betrekking zijn geweest?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Alles ken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Wij benne op ’n atelier—dan ken zij.… Kan òns ’t schelen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wil u mij eens antwoorden?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb205">[<a href="#pb205">205</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Natuurlijk juffrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>verbeterend</i>)</span>… Zuster—zie je toch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hindert niet. Heeft uw moeder nooit aan uw tante ’n woordje geschreven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Jawel juffr.…—zùster.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Uitstekend. Dat móét zekerheid geven—voor de erfenis—als u een of meer brieven bewáárd +heeft..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Ja. Me hebbe d’r ’n berg van—uit Amerika, wat Fie?… Van ’96 en ’97—as ze cente an +tante stuurde—en toe nog is een van ’99—sekuur hoor—twee negetjes naast mekaar—dat +was de laatste.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Vergis je je niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nee hoor!.. D’r was vijftien dollar bij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Zouen wij die brieven.….?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Waarvoor?… Voor wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, zuster, is dat nóódig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee. Dat is te omslachtig. We kunnen ’t makkelijker af! <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span>… Heeft u den brief, die bij ’t testament van.… van.… kapitein van Reesen lag, bij +de hand, meneer?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Voortreffelijk, zuster! Bravo! Ik begrijp uw bedoeling!—Ja, meneer Van Walden: die +brief kan den doorslag geven, bijna volkomen.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>een la van het bureau opensluitend</i>)</span>… Ja, dien <span class="pageNum" id="pb206">[<a href="#pb206">206</a>]</span>heb ’k ergens gestopt—gestopt—gestopt—Nee, hier niet <span class="stage">(<i>andere la openend</i>)</span>… Da’s ’n sla overal—’n hutspot—moet ’k toch eens probeeren te ordenen.… Wel wat drommel, +gevlogen kan-ie niet zijn … <span class="stage">(<i>zoekend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee—nee—nee … Waar kan-ie dan? Curieus: gebeurt altijd als je iets noodig heb!.… +Eureka!.… Eureka!.… ’t Lag vlak voor m’n neus … <span class="stage">(<i>neemt den brief uit den sigaren-schedel</i>)</span>.… Zeker door Jaapje verlegd.… Voilà, monsieur Schmidt.… Snappen doe ’k ’t niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>fluistert Hope iets toe—zij knikt</i>)</span>… Zoo dames—nu hou ik dezen brief ’n beetje gevouwen—den héélen inhoud hoeft u niet +te lezen!—en antwoordt nu eens vooral niet te haastig of de handteekening Sofie èn +of ’t handschrift op dat van uw moeder lijken. Zegt u ja—dan moeten wij op onze beurt +uw brieven inkijken. Niet haastig—’r hangt ’n boel van af!.… <span class="stage">(<i>een aangehouden, nieuwsgierige stilte. Agnes buigt over Sofie’s schouder, leest hardop</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.…</span> „..Ik—ik”.….—ja daar staat „ik”—„ik ben wel lichtzinnig maar niet slecht mevrouw”… +<span class="stage">(<i>tot Sofie</i>)</span>.… Hou je duim opzij!.…. „en ik lieg niet.… Zoo.… zoo”—hou dan stil, Fie!—„zoo ferachtig +as God me hoort.… het is het kind van u zoon … Die zich noempt … Sophie …”</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> <span class="stage">(<i>haar zuster aankijkend</i>)</span>.… Nee, hè?.… Wat vin jij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Vraag-ie dat nog?.… Da’s ’n keukenmeidepootje!… Of ze met d’r linkerhand het geschreve! +<span class="pageNum" id="pb207">[<a href="#pb207">207</a>]</span>Nee—moeder het ’n lóópende hand—dat lijkt op niks!—„ferachtig as God me hoort”.… Ferachtig.… +Ferachtig!.… Daar hoef-ie geen twee telle over te prakkizeere.… Da’s zoo min van onze +móéder as ìk van me schooier van ’n vader ben.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>opgelucht</i>)</span>… En is ’t ònmogelijk, dat uw moeder vroeger Kreeftje heette?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Kreefje, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou beginne me te merreke hoe laat ’t is! Wat ’n flauwe bak! Goed da-je niet alleen +op visite gegaan ben, Fie. Magge me de papiere terug asjeblief?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Was geen aardigheid, juffrouw—ìk zal zoo vrij zijn nog eens persoonlijk bij u aan +te komen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> As ’t voor die brieve is, hoeft ’t niet, zuster—moeder d’r schrift is met dat vuur +en water. Blijf jij nog zitte?… Dag mensche!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.…</span> Dag juffr … zùster. Dag heere …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span>… As ’t géén aardigheid met dat Kreeftje was—dan het de màn van die Kreeftje toch +zeker óók ’n fijne bijnaam gehad … Bejour allemaal! <span class="stage">(<i>geprikkeld af. Hope is bij de laatste woorden de bibliotheek ingeschuifeld.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>schellend</i>)</span>… Dat was ’n stelletje! En die kleinste … nou! ’n Verbazend vief ding! Twee, drie +jaar ouwer, dacht ’k terwijl ze bezig was—en ze zou … Complicatie voor ’n roman fin-de-siècle: +de <span class="pageNum" id="pb208">[<a href="#pb208">208</a>]</span>zuster van je dochter trouwen—grootpapa van je dochter—goed dat Hope me niet corrigeert … +<span class="stage">(<i>tot Jaap</i>)</span>… Nou? Waar blijft de moeder met … ’k Had je toch gezegd …</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v2.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Jaap</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap …</span> ’k Wou daarnet niet storen, meneer—maar dat meissie is benejen niet goed geworden—het +’n toeval of zoo iets.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Had je niet eerder.… <span class="stage">(<i>naar deur</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik zal even kijken, Dolf—blijf jij.…. <span class="stage">(<i>af door Jaap gevolgd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kunnen wij de séance opbreken, meneer Schmidt—Mocht voor die twee beneden uw advies +noodig blijken, dan telefoneer ik.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Goed meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En uw declaratie ontvang ’k graag met zeer bekwamen spoed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dank u, meneer. Dus nièt langer adverteeren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee—nee. ’t Heeft geen <span lang="de">Zweck</span>. Ik heb m’n <span lang="de">Schuldigkeit</span> gedaan—”<span lang="de">der <span class="corr" id="xd33e11445" title="Bron: Moor">Mohr</span> kann gehen</span>”… Een moment nog. U zendt me de adressen van die erfenisjaagsters. Licht dat ze ’n +kleine verrassing krijgen! <span lang="fr">Bonjour! Bonjour!</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb209">[<a href="#pb209">209</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Uw dienaar, meneer—u heeft me maar te ontbieden. <span class="stage">(<i>bij de deur voor Jaap uitwijkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Uw dienaar, meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Of ’k effen om ’n rijtuig mag telefoneeren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>in de bibliotheek kijkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ga je gang.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap …</span> 1290 … Rijnders?… Met Van Walden. Dadelijk vigelante—dadelijk. <span class="stage">(<i>schelt af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> ’k Ga ’r vandoor Dolf—Zijn de anderen al weg? <span class="stage">(<i>Jaap af</i>)</span>… ’k Zal ’r met ’n rijtuig thuis brengen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Toch niet sérieus, boy?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> ’n Epileptisch toeval, de stakker—is alweer bij kennis …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Kan ik behulpzaam zijn, dokter? <span class="stage">(<i>komt uit doorgang van de bibliotheek</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Nee zuster. De eigen moeder is ’r óók bij—en dan rijd ik meteen door. <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span>… En geen sprake van dat!… Heeft nooit ’n voetstap in Leiden gehad … Kind van ’n marinier +die in ’t gekkenhuis overleden is … Wat ’n stakker, wat ’n wurm!… Zit benejen te snikken, +nou ze ’r positieven terug heeft, dat je ’r beroerd bij wordt.… Adieu. Tot ziens, +Dolf … Tot straks, zuster. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb210">[<a href="#pb210">210</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v2.13" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je heb toch gehoord, dat Linden ’t alleen af kan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik word aan de Stichting gewacht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lunchen we samen—kom zeg nou niet nee! <span class="stage">(<i>wil schellen</i>).</span> ’k Zal orders geven, dat ze in vijf minuten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u. Dag meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dag meneer! Dag meneer! Hope, je behandelt me niet fair, niet loyaal! Al m’n voorkomendheden +stuiten af—op ’k weet niet wat.… Ik buig me—ik gehoorzaam, om ’t zoo te zeggen, aan +élk van de dingen, die jij nog niet eens uitgesproken heb, en jij—jij gaat voort—met +’n stugheid, die me razend maakt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Schei uit met je ge-meneer—voor jou ben ’k Dolf!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dat laat zich niet dwingen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Niet dwingen?… niet dwìngen?… Kan ’k je niet volkomen eerlijk in je oogen kijken, +als ’k <span class="corr" id="xd33e11564" title="Bron: be weer">beweer</span> dat ’k nà dien nacht bij mama’s lijk van elk gebaar, van ieder uur rekenschap kan +geven? Dat wordt op die manier ’n soort coqueteeren, ’n misbruik maken van dat ééne +incident …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb211">[<a href="#pb211">211</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik wìil je meneer niet meer hooren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wrevelig</i>)</span>… Daar zal u toch aan moeten wennen. Ik heb niet één reden vertrouwelijker met u om +te gaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dus die onzinnige jacht op ’n kind—doorgezet, om de belofte aan mama—maar nòg meer +om jóú—wat je wist, wat je voelde!—die was je geen afdoend bewijs, hoe me dat vroegere +speet, hoe ik van jou.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee—die onzinnige jacht heeft me … Dag meneer. Ik geloof dat ’t beter is, op ’t oogenblik +allerminst met elkaar uit te spreken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—ik sta ’r juist op. Misschien zet je hier in geen tijden ’n voet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nóóit meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>gebelgd</i>)</span>… Heb ’k de minste onhoffelijkheid begaan?… Was m’n welkom geen bloemen-attentie?<span></span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Meneer, meneer—ik ben op ’t moment in zoo’n verbitterde stemming, sta zoo wanhopig-vervreemd +tegenover u, dat ’k bang ben voor ’n explicatie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Heb ìk tot die „verbitterde stemming” aanleiding gegeven? Ik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>neerzittend—gejaagd-smartelijk</i>)</span>… Ik heb daarstraks zoo’n moeite gehad me in te houden—u niet in ’t bijzijn van de +anderen te … te beleedigen … <span class="pageNum" id="pb212">[<a href="#pb212">212</a>]</span>U is zoo gezond—zoo gezond—zoo stevig—zoo stellig—zoo geestig—ik zoo zwaar op de hand—zoo +aarzelend … O, wat háát ik u—wat heb ’k u innig zitten haten—vanaf m’n binnenkomen +hier, toen u enkel vernuft, vernuft, vernuft in plaats hàrt, hàrt toonde …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> ’t Was „onbetaalbaar, buitengewoon” dat uw bediende me in de wachtkamer bij die kinderen +liet—door de telefoon vroeg u of ze chocolade, anijsmelk moesten hebben … De belofte +aan dat prachtige menschje, dat nog geen minuut nadat ’k ’r verlaten had, dood uit +’r bed viel, is voor u ’n hartelooze grap, ’n „plechtige gebeurtenis”.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Hou uw mond! Verzin geen nieuwe vernuftsdingen—ik haal uw eigen woorden aan!… ’t Heette +’n „plechtige gebeurtenis”, ’n „vertooning”… Geen seconde had u de ernst van ’n misdadiger, +die bang is z’n òffer te zien!… Wat is dat niet te vinden—in die radelooze Zee van +menschen verdwenen kind, anders dan ’n misdadig offer geworden? <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>… En nu nòg staat u te glimlachen, met dien ellendigen supérieuren glimlach!… Met +die roos in uw knoopsgat—na „de heele nacht onder de wijn te hebben gezeten”—dat is +toch zoo, nietwaar?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Ja, ja …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Met die roos—of ’t ’n studentikooze fuif was—of u ’n „typisch” uurtje meeleefde, heeft +u <span class="pageNum" id="pb213">[<a href="#pb213">213</a>]</span>in uw luxe-kamer—wat heb ù anders dan luxe, luxe, luxe, van af uw geboorte gekend?—die +kleine optocht van verlatenenen, verwaarloosden gezien … die op ’n brokje erfenis +hoopten!… Die stumper, waarvan de moeder met witte haren in ’t Gasthuis gestorven +is—de stumper op „Sinterklaasavond” op de wereld geschopt—was de eerste „niet uit +de loterij”—aan de fabrieksmeid, voor ’r moeder sjouwend, moest u nog ’ns droog vragen +over den bijnaam Kreeftje—en ’r handen hadden den St. Vitusdans!—bij de twee zusters, +was u angstig, niet verheugd, niet blij iets te kunnen herstellen—toen weer, terwijl +’k in de boekerij was, sprak u van ’n roman fin-de-siècle!… Jammer dat de laatste +niet hièr ’r epileptisch toeval gekregen heeft—u zou ’r nog glossen en glossen bij +gemaakt hebben!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope—dat gaat te ver!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Te ver?… Te ver?… Die brief, die wanhoopsbrief van Kreeftje, Kreeftje …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Die ìk niet verleid heb!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Die brief heeft u laten slingeren—was zoek, zoek—kwam uit dat ding daar tevoorschijn—die +brief, dien ’k haast van buiten ken, waarin ze smeekte, smeekte, als ’n bedelares—voor +jouw, jouw kind!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>)</span>… ’n Vrouw die met Plums en Baars en anderen leefde … Wie zwetst dat ’t mijn kind?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik! Zij! Je eigen moeder! Jijzelf!… Heeft je <span class="pageNum" id="pb214">[<a href="#pb214">214</a>]</span>vernuft, je hatelijk vernuft straks niet gezegd, dat de stem van de vrouw de stem +van God is?.… Hoe durf <i>jij</i> dan vragen, twijfelen, ontkennen, bij de woorden in dien simpelen brief?.… <span class="stage">(<i>’t papier van tafel grijpend—en driftig lezend</i>)</span>… „Ik lieg niet, ik lieg niet—het is het kind van uw zoon!”.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Nonsens! Nonsens!… ’t Kind van ’n studentenscharrel!—Wiè, wiè, wiè zou zich daar, +zònder bewijs, zorgen van aantrekken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Heeft ze geld van je aangenomen, die schàrrel?… Is ze je vrouw niet geweest, je passe-temps, +die scharrel? Heb je de „opvoeding” van je dochter niet aan ’r overgelaten, aan die +schàrrel! Is m’n eigen moeder niet op dezelfde manier … Wat voel jij met je glimlach +van dat alles?… Wat raakt ’t jou met je roos in je knoopsgat?… <span class="stage">(<i>in snikken uitbarstend</i>)</span>… O, ik hààt je zoo, hààt je zoo, hààt je zoo.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Hope—Hope—laat me.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>wild haar tranen drogend en opspringend</i>)</span>… Redeneer niet meer—praat niet meer—ik kan je stem niet meer hooren!… <span class="stage">(<i>af door boekerij—hij staat even houdingloos—maakt een gebaar of hij den brief wil +verscheuren—zakt in nadenken op een stoel—begint hem te lezen</i>).</span></p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">DOEK. +<span class="pageNum" id="pb215">[<a href="#pb215">215</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.<a class="noteRef" id="xd33e11720src" href="#xd33e11720" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2> +<p class="stage">(De huiskamer bij Dr. Linden—eenvoudig effen behang—een enkele gravure—rustige meubelen. +Het eerste plan, links, vormt een glazen erker, eenigszins verhoogd. Tweede en derde +plan dito, suite deuren. Voor den erker een kleine tafel—er <span class="corr" id="xd33e11724" title="Bron: in">is een</span> overvloed van planten. Rechts in den achterwand toegangsdeur naar marmeren gang. +Eerste plan, rechts een buffet. Tweede en derde plan, dito, wederom suite deuren. +Bij voorgrond, rechts, een ronde tafel, waaromheen stoelen. Vroegzomer. Zonlooze middag).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="v3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dr. Linden, Annie</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>komt door gangdeur geaffaireerd binnen, blijft lachend staan, loopt op de teenen naar +de linkersuite, waarvan een deur aanstaat, luistert naar Annie, die het kind in slaap +zingt … „<span class="corr" id="xd33e11740" title="Bron: ’">’s</span> Avonds als ik slapen ga, loopen me zestien engeltjes na: twee aan mijn hoofdeind, +twee aan mijn voeteneind”…—hij zit er lachend bij neer—… „twee aan mijn rechterzij, +twee aan mijn linkerzij …”</i><span class="corr" id="xd33e11743" title="Niet in bron">).</span></span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> <span class="stage">(<i>invallend, terwijl zij zwijgt</i>)</span>… Twee, die mij dekken, twee, die mij wekken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Suscht! ’k Heb zoo’n moeite met ’r! <span class="stage">(<i>kijkt <span class="pageNum" id="pb216">[<a href="#pb216">216</a>]</span>nog even in de kamer, sluit de suitedeuren</i>)</span>… Hoe kun je ’t over je hart krijgen ’t kind wakker te maken en me zoo te laten schrikken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is dat je goeien middag?<span></span> <span class="stage">(<i>zij omhelst hem</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nu was je toch wéér bezig, wijf, om die hobbelwieg heen en weer te duwen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze was zóo lastig! Wou per se niet gaan slapen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, ja—dat eindigt met ’n fopspeen, als ik ’r ’t oog niet op hou!—Wijf, wijf: hoeveel +honderd keer moet je ’t nu nòg hooren: niet opnemen, niet in de handen nemen, als +ze huilen! <span class="stage">(<i>geeft haar een zoen</i>)</span>… Vannacht, toen je dacht dat ’k sliep, ben je ’r ook uit geweest … <span class="stage">(<i>tweede zoen</i>)</span>… Dat duurt tot ’k Til en de wieg ’s nachts op de logeerkamer stop—en de deur op slot.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hahaha! <span class="stage">(<i>schrikt—beluistert de suitedeur</i>)</span>.… Nee, Goddank!… ’k Durf de kamer gewoon niet uit gaan!… Zoo’n bord pap heeft ze—zóó’n +bord … Wat zoek je, Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Waar heb ’k vanmorgen de staten … Waar heb ’k.…?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Je brandt je—vlak bij je neus …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> <span class="stage">(<i>’n boek van de kleine tafel bij den erker nemend</i>)</span>… Merci.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Zou je niet één seconde gaan zitten? Presseert ’t op ’n halve minuut?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb217">[<a href="#pb217">217</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Op ’n kwart. Consult met Deen. <span class="stage">(<i>op z’n horloge kijkend</i>)</span>… Drommels!… <span class="stage">(<i>wil heen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Toe, akeligheid: nog geen kwartier ben je thuis gebleven!… En van ’n consult weet +’k niks! Wor ’k buiten àlles gehouen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Consult voor Ninette van Walden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> ’t Dochtertje van Charles?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, ja—hou me niet langer op, wijf!… Is vanmorgen vroeg geopereerd … <span class="stage">(<i>tot Hope, die de gangdeur doorkomt</i>)</span>… Vertel jij ’t resteerende, Hope, hè?… Dag wijf!… En van de wieg afblijven! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wat bedoelt Jan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is ’r consult voor ’t meisje van Van Walden …?… <span class="stage">(<i>een pop uit Hope’s hand aannemend</i>).</span> Nee maar Hope-lief, wat ben je ’n engel! Och, wat bederf je m’n snoetje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Die kun je aan ’t koordje boven ’r hoofdje hangen … <span class="stage">(<i>Annie omhelst haar</i>)</span>… Nou, nou, Annie!… ’k Zou verlegen worden, om weer ’n kleinigheid mee te brengen.… +Ging Jan?… Vreeselijk jammer—zoo’n lief, zachtzinnig meisje—ach, wat zielig!—heeft +na de operatie liggen lachen—niets aan te doen—niets. Dat consult had net zoo goed.… +Maar Van Walden wòù ’t, wòù ’t … Stakkerig! ’k Had geen oogenblik Charles—’k heb ’m +<span class="pageNum" id="pb218">[<a href="#pb218">218</a>]</span>toch vrij lang bijgewoond—op zulk ’n hartstocht voor dat ziekelijke, frêle ding getaxeerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Jullie hoopten toch—toen ’t voor veertien dagen kwam …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dat deden we—Jan vond één longtop aangetast—de nieuwe acute ontsteking, die geopereerd +móést worden—was tuber, tuber.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Wil je gelooven, dat ik ’t ’n bezoeking vind, naast ’t Gesticht te wonen … <span class="stage">(<i>luistert angstig aan de suitedeur</i>).</span> Als Jan me zoo iets tegen den avond vertelt, lig ’k den heelen nacht wakker, bang +dat Til.… <span class="stage">(<i>de gestichtsbel luidt</i>)</span>… Half vijf?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ja, da’s de melk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Blijf jij babbelen, of gaan de kinderen nog naar ’t strand? <span class="stage">(<i>schelt</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Naar ’t strand—met dit ruwe weer? Nee. En dan ik ben vrij. Marie en Toos hebben de +beurt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Drinken we ’n kop thee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Graag.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>tot het dienstmeisje</i>)</span>… Kaatje, kind, zet je voor twee personen thee? Weet je alleen de bus te vinden, kind? +En niet ’t water eerst—éérst de thee in den trekpot, hoor je?.… Of nee, Kaatje, breng +liever ’t water separaat.… Vlug en niets breken!… <span class="stage">(<i>meisje af</i>)</span>… Zoo moet ’k ’r alles duidelijk maken! Hahaha!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb219">[<a href="#pb219">219</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="v3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc"><span class="corr" id="xd33e11944" title="Bron: de">De</span> vorigen<span class="corr" id="xd33e11947" title="Niet in bron">,</span> Charles.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> <span class="stage">(<i>door gangdeur</i>)</span>… Pardon als ’k stoor, mevrouw—ik zoek den dokter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is nog geen drie minuten geleden naar ’t Gesticht gegaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar kom ’k toch vandaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer zal misschien langs de achterzij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Wil u niet ’n oogenblik plaatsnemen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee. Dank u. <span class="stage">(<i>stap naar deur—zich bezinnend, tot Hope</i>)</span>… Hope … Hope … <span class="stage">(<i>ineens hartstochtelijk</i>)</span>… Lieg niet: is ’t opgegeven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>… Hoe kan ík daarop antwoorden, meneer Charles …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Jij, als hoofdverpleegster, weet ’t zoo goed, zoo goed als zij! <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Lieg niet, lieg niet! Dat is ’t éénige wat ’k nog te verzoeken heb …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>ontwijkend</i>)</span>… Eerst na ’t consult—niet waar … niet waar?—is ’r eenige zekerheid … <span class="stage">(<i>hij zit neer</i>)</span>… Ik durf niets zeggen … En de meening van dokter Linden … <span class="stage">(<i>een stilte. Hij zit dof-verslagen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>hartelijk</i>)</span>… Kom meneer Van Walden—u is nog zoo jong—u heeft nog zoo ’t heele leven voor u … +<span class="stage">(<i>hij barst in snikken uit</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer Charles …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb220">[<a href="#pb220">220</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> En u heeft ’n vróúw, ’n vrouw, meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> <span class="stage">(<i>opstaand, zich bedwingend</i>).</span> Dank u. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Van z’n vrouw had je niet moeten spreken …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Niet van z’n vrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee. ’k Had geen gelegenheid je te waarschuwen—die twee zijn nog niet <i>samen</i> aan ’t bedje geweest …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Meen je dat?… Zóó gebrouilleerd?… <span class="stage">(<i>Hope knikt</i>)</span>… Waarom?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Waarom?… Ja waarom?… Zij is den heelen dag in ’t gezelschap van „vrienden”—hij afficheert +zich in ’t openbaar, zelfs hier, met z’n maitresse … Tot vandaag lijken ze bij mekaar +gebleven om de zieke Ninette … Zóó als ’t stakkertje ’r niet meer is, maar ook zoo +dadelijk, laten die twee mekaar los … En dan mag ’t … Ze zijn al gescheiden van … +„tafel en bed”… ’n Huwelijk zonder kind is geen huwelijk …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Hoe kom je op den inval!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Menschen zonder jullie geluk, zijn niet getrouwd—jullie huwelijk, ja da’s zeker, is +eerst door de geboorte van Tilleke begonnen … Vóor dien tijd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hahaha!… Jan zou je uitlachen, als-ie je hoorde … Scheelt je wat?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb221">[<a href="#pb221">221</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>die met het hoofd in de handen gezeten heeft</i>)</span>… Niet sámen bij ’n sterfbedje—dat wordt ’t!—willen komen … O, o, wat is al dat gedoe +erger dan wanhopig—wat is ’t angstig ’n zoo harden kijk op ’t leven te krijgen, als +ik ’t hier dagelijks, dagelijks …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hope—wat scheelt je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> ’n Beetje downheid—’n tikje moeiheid—Vannacht ben ’k ’r ’n paar maal uit gemoeten—en +die operatie aan dat lichaampje vanmorgen, heeft me … <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>… Voor jou heb ’k geen geheimen, Ans—bij jou heb ’k me zoo thuis gevoeld, na ’t werk +in ’t Gesticht—ik ben ’r je zoo dankbaar voor … Toen dat meisje onder de pijn lachte, +lachte om ons te overtuigen dat we ’r geen zeer hadden gedaan—toen had ze denzelfden +trek om den mond van—van zeker iemand …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Van …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Geen naam uitspreken. Denk aan de afspraak! <span class="stage">(<i>wrevelig</i>)</span>… Wat ’n mensch met karakter ben ik, hè? Als ’k ’r zoo iets uitflap, krijg ’k ’n gevoel +van afkeer voor mezelf … <span class="stage">(<i>quasi-onverschillig</i>)</span>… Waar hadden we ’t over?… Over Ninette. Over den band, den <span class="ex">heiligen</span> band, zou dominee zeggen … Zondag heeft-ie ’r ’n boom over opgezet—over z’n „heiligen +band”—dat de menschen uit ’t dorp met d’r oogleden knipperden … Alleen ìk niet … Ik +weet te veel … Ons Gesticht is ’n te vinnige illustratie op de heiligheid.… Kinderen, +kinderen, denk ’k zoo dikwijls, als ze d’r goddelijke spelletjes onder <span class="pageNum" id="pb222">[<a href="#pb222">222</a>]</span>ons toezicht aan ’t strand spelen: jullie beseft je zegening niet, dat je in ’n bandeloos +Gesticht opgroeit, langzaam mensch wordt, zonder de wrok van ’n thuis, als de kleine +Ninette, zonder ’t stil gehuil van je moeder, zonder de drift om ’n kleinigheid van +je vader.…. Als ze in ’t zand om me heen stoeien, me gierend van ’t lachen begraven, +me met z’n tien, twintig, dertig waarachtige broertjes en zusjes bestormen, krijg +’k soms de tranen in m’n oogen—voel ’k me in ’t prachtigst gezin van de wereld—’t +gezin zooals ik ’t me verbeeld, dat ’t na eeuwen overal, overal zijn zal—<span class="ex">elk kind door z’n geboorte ’t kind van ieder</span>—van ieder—vaders bijzaak. <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> ’k Ben blij dat de „mijne” me tot die gedachten gebracht heeft.… dat ik ’r geen heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Hope, Hope—hoe kun je dat alles zoo akelig resoluut—haast zoo onvrouwelijk zeggen—terwijl +Tilleke achter die deur slaapt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Onvrouwelijk?… Ik met m’n zestig kinderen!… <span class="stage">(<i>scherp</i>)</span>… Niet ieder kan … <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>)</span>… Neem me niet kwalijk, Ans … Ik ben vandaag geen opwekkend gezelschap … <span class="stage">(<i>luchtig</i>)</span>… Hou jij je aan den allerheiligsten band … van ’t geluk … <span class="stage">(<i>staat op, gaat naar den erker. De meid brengt het thee-gerei. Annie schenkt het water. +Van dichtbij, benee, klinkt kindergejoel. Hope opent het venster, zwaait met den arm …</i>)</span> Dag jongens! Dag! Dag Fritsje! Wil jij me vandaag niet zien? <span class="stage">(<i>kinderstem: „Dag moeder!</i>)</span>… Dag Suus! Dag Suus! <span class="stage">(<i>Kinderstem: „Dag moeder!”</i>)</span>… Dag Henk! Heb je erge pijn, dat je zoo hinkt, <span class="pageNum" id="pb223">[<a href="#pb223">223</a>]</span>kind?… <span class="stage">(<i>Kinderstem: „Nee, moeder! Dag moeder!”</i>)</span>.… Foei, Foei, wat laten Toos en Marie de kinderen hollen! Daar valt ’r al een … <span class="stage">(<i>de handen als ’n roeper voor den mond</i>)</span>… Toos! Toos! Niet zoo dicht bij de sluizen! Hoor je? <span class="stage">(<i>Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”</i>)</span> Meer bij de duinen! <span class="stage">(<i>Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Drink nu je thee—’t zal wel marcheeren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>naar de tafel</i>).</span> Zeldzaam zorgeloos die betaalde verpleegsters! En die sluizen, zoo dicht bij ’t Gesticht, +hinderen me elken dag … Herinner jij je nog dien schippersjongen verleden jaar … Hoe-ie +door de zuiging.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Natuurlijk … Nee geen détails … Afschuwelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Goed. <span class="stage">(<i>zit neer</i>)</span>… Van dat Fritsje hou ’k dol-veel. Dat is ’n schat van ’n bengel—’n dot—altijd ernstig—en +’n mondje! Als ’k voorbij z’n bed ga, móét ’k ’m pakken—en in z’n slaap slaat-ie nog +z’n armen om m’n hals.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is dat dat grappige broekmannetje, dat de eerste dagen om ’t geringste vlóékte?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hahaha! Ja: obberdorie, obberdomme—goed zeggen kan-ie ’t niet! De zusters maakten +’m in ’t begin telkens boos, om dat gebrabbel te hooren—en omdat ik toen z’n partij +trok, zijn we de beste maatjes geworden. Smakelijk kopje, Ans. Gelukkig dat ’t ventje +hiér is gekomen. Als je ’m vroeg, babbelde-ie: me moeder zit in de hemel en me vader +<span class="pageNum" id="pb224">[<a href="#pb224">224</a>]</span>is ’n obberdommesche dief. Van z’n <span class="ex">grootvader</span> geleerd. Fijngevoelig als-ie is! Moeder, zei-ie nog geen uur gelejen tegen me: ik +hou van jou zooveel, zooveel, ik hou van jou <span class="ex">duizend</span>. Aardig, hè? Aardig als iemand duizend, duizend van je houdt.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>in wit badkostuum met witte pet</i>)</span>… Hm!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>tegelijk met Hope verschrikt opstaand</i>)</span> Meneer, is dat ’n manier!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dames!… Mevrouw Linden … Juffrouw … De buitendeur stond aan … en … Laat ik u niet +derangeeren … Gaat u zitten …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> We hadden u niet gehoord. Hoe komt u zoo uit de lucht vallen? Weet Jan dat u …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Onwaarschijnlijk … <span class="stage">(<i>tot Hope</i>)</span>… Ik verjaag u hopelijk niet, juffrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Volstrekt niet, meneer—ik heb te werken …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> En je zei dat je …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Jawel. Maar niet te lang. Dag Ans. Dag meneer. <span class="stage">(<i>Hope af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Annie, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja, ja. Vogelverschrikker. Mag ik zoo vrij zijn?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb225">[<a href="#pb225">225</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Zóó vrij, ja.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>neerzittend</i>).</span> Om te beginnen gefeliciteerd, mevrouw, voor de tweede maal—nu mondeling met jullie +jongen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span>… Meisje.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Meisje?… Heeft Jan zich zoo vergist?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> (lachend)… Of Jàn zich vergist heeft?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Dan ik—dan ik … Waar laat ’k die buiten-modelsche pet?… Excuseer dat ’k ’r mee binnen +gekomen ben … Geef u geen moeite … <span class="stage">(<i>scheert haar in een hoek</i>)</span>… Da’s minder comme-il-faut dan makkelijk … Aardig huis hier. Suite èn suite—vijftien +meter—heb ’k dat goed onthouden? Hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Uitstekend. Maar ’t is wel ’n tijd geleden, dat u in die vijftien meter was … En bedrieg +’k me—of droeg u vroeger géen lorgnet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee u heeft ’t correct onthouden.… Dag Jan! Dag ouwe kerel! Ja, ik ben ’t.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dr. Linden</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf, jij?… Wat heb je voor zonderlinge ingeving, om hiér te verzeilen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci voor de buitengewoon-hartelijke begroeting, hahaha! Ik kom voor záken, na ’n +lange reis als commis-voyageur door ’t noorden en ’t zuiden …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb226">[<a href="#pb226">226</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Bril jij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lei ’k juist aan je vrouw uit!—Daar heb ’k de sensatie wéér, mevrouw, de óúwe, zóo +als ik u zie, van dien fameuzen eersten steen van de Stichting, met den dominee-met-’t-wratje … +Ja ik bril, Jantje, kerel, kind! Kreeg ’k ineens, zonder waarschuwing, in ’n Belgisch +nest. <span class="sic">’t</span> Las m’n krantje—en rutsch al de Reuter-telegrammen aan ’t zwemmen—collegaatje van +je opgezocht—lorgnetje en niemendal gebeurd—de letters zwemmen niet meer, maar bij +’t zwemmen zelf—moet ’k oppassen geen botsing te krijgen—Voor de bain-mixtes deug +’k niet meer, hahaha! Kerel van harte met je dochter!… Maar aan me geschreven heeft-ie +’n zoon, mevrouw! Hindert jou wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nou—iets hindert me. We hebben zooeven je neef Charles.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Is Charltje hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jawel. Met z’n vrouw. En ’t kindje is bij ons op de ziekenzaal.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>plots ernstig</i>)</span>… Is Ninette.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Opgegeven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat meen je niet. Is de kleine Ninette … Wat scheelt ’r? Wat heeft ze?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Hopeloos. Móést ’r opereeren—hij wou Deen in consult, en ’t eenige wat Deen kòn verklaren, +was dat m’n chirurgisch ingrijpen ùitstel van <span class="pageNum" id="pb227">[<a href="#pb227">227</a>]</span>executie geweest—hij zou ’t zèlfde gedaan hebben.… Dolf, beste kerel, toen we met +z’n tweeën in de wachtkamer kwamen—om ’m voorzichtig voor te bereiden—op de quaestie +van ùren nog—toen liet-ie ons niet eens aan ’t woord komen, toen begon-ie zoo miserabel +te snikken, zoo ineens oud en hoe zal ’k ’t zeggen, dat we ’r zelf door kapot werden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>nerveus</i>)</span>… Jan, ik kan zulke dingen niet hooren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> En je verweet me dat ’k je buiten alles hou!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Waar logeert-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> In Royal.… Je ben toch niet van plan ’m dadelijk op te zoeken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat ben ’k zeker.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Doe ’t niet—niet nù … Die twee vijanden-van-mekaar hebben op ’t oogenblik nièmand +noodig.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Au fond spijt ’t me, dat ’k met ’m overhoop lig … Zou ’k vanavond?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Morgen—morgen … Ninette kan ’t nog ’n veertien dagen halen, naar menschelijke berekening—nee, +vandaag ontraad ik ’t stellig.… Had jij ’n verschil met ’m?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> We zijn met advocaten bezig geweest—na mama’s dood—over ’t legaat voor de Stichting—diezelfde +stichting waar nu z’n eigen kind.… Beroerd! Meer dan beroerd!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb228">[<a href="#pb228">228</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Jullie hebt toch sámen je toestemming gegeven—wat hebben dan advocaten.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Nee nièt samen. Hij weigerde niet alleen, maar liet door z’n rechtsgeleerde dingen +over mama’s geestestoestand schrijven, die ik ergerlijk—schwamm—streep door ’t gebeurde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> En de Stichting hééft ’t legaat. Dan heb jij ’t heelemaal voor jouw rekening genomen? +En dat hooren we toevallig! +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je had ’t nìet behoeven te hooren—en we praten ’r geen woord meer over—geen woord +niet waar mevrouw?—geen woord, Jan?—Die tengere, intelligente Ninette … En toch.. +En toch.. <span class="stage">(<i>down</i>)</span>… ’k zou met Charles willen over steken … Beter de plek van ’t grafje, dan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>gebluft</i>)</span>… Dolf—zou jij ’ns wakker worden!… Ben jij ’t die daar.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>valsch-vroolijk</i>)</span>… Ja!… Kun je zoo hebben. Beetje wormstekig—dagje ouder … ’n Mensch is ’n zonderling +apparaatje … Wie vroeg en te vroeg lacht—jij de rest, Jantje!… ’k Begin aanleg voor +hypogro … hypo … hahaha! ’k Ben blij, da’k mezelf weer ’ns hoor lachen! <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span> Jullie wonen hier machtig gezellig in je vijftien meter … <span class="stage">(<i>door het erker-venster kijkend</i>)</span> Ah! Goed weer in aantocht. De bommen en garnalenschuiten zeilen uit …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hij heeft gelijk. Als die ’t ’r op wagen, krijgen we mogelijk zon …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb229">[<a href="#pb229">229</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat is dat spektakel benee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Van de sluizen. Nou spuien ze ’t water van ’t kanaal in zee—Ja, dat gaat met ’n vaartje. +En dat mag zoolang ’r nog niet gebaad wordt … <span class="stage">(<i>weerklinkt kindergezang</i>)</span>… Onze kinderen … Je blijft eten, Dolf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Jan—</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Wat Jan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> We hebben één ongelukkig boutje.… En Hope zou ook.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan telefoneer ’k naar ’t dorp …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee Jantje—’k geloof niet dat ik.… De volgende week kom ’k mogelijk ’n paar weken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Jawel!… Bekend!… Vlieg ’r niet op in … Jij komt hier voor záken, zei je.… Met ’n leege +maag lukken geen zaken … Ik ga telefoneeren.… Eclipseer niet, Dolf—dan krijgen we +beestig mot samen! <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Annie, Dolf</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Mag ik terwijl ’n kopje thee?… We afternoonen af en toe … Ja, dat is ’t portret van +mevrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>handen op den rug onbeweeglijk</i>)</span>… Ja.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb230">[<a href="#pb230">230</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> In de récréatiezaal staat ’r buste.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>)</span> Zoo—’r buste …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>schenkend</i>)</span>… En snoezig-attent, meneer, hoe de oudste meisjes op ’r geboortedag—die is ’r in +gebeiteld—zonder dat iemand ’t wist, ’n trophee van groen en bloemen … Melk en suiker?.. +<span class="stage">(<i>hij luistert niet</i>)</span>… Ik vraag of u melk en suiker …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>zich driftig omdraaiend</i>)</span>… U moet me ’n dienst bewijzen, mevrouw.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Ik?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wil ’n onderhoud met Hope.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Wat kan ìk …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U is ’r vriendin—en ’k overdrijf niet<span class="corr" id="xd33e12584" title="Bron: ">—</span>’r vertrouwde geworden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze is tè zelfstandig, om zich door iemand..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Door u wel. <span class="stage">(<i>nerveus-snel</i>)</span>… Ik moet ’r—wil ’r … Als ik ’r aanklamp, ontloopt ze me, als toen ’k daar binnen +kwam … Als ’k schrijf, antwoordt ze niet … Ik ben niet meer die ik ben, daar geef +ik m’n woord op … Ik heb over ’n boel … Dat wil ’k ’t persoonlijk … Daarvoor heb ’k +de reis gemaakt … Dat zijn mijn záken.… Straks met ’r aan een tafel zitten, doe ’k +nièt, of.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>schellend</i>)</span>… Goed. Gaat u een seconde daar. <span class="stage">(<i>wijst naar rechtersuite</i>)</span>… ’t Meisje mag u niet zien. Maar: laten we mekaar goed begrijpen, meneer <span class="pageNum" id="pb231">[<a href="#pb231">231</a>]</span>Van Walden<span></span>—ìk blijf ’r buiten—en tegenover m’n bèste vriendin, gebruik ik geen omwegen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> U kunt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Weg! Weg! Weg! <span class="stage">(<i>Dolf af—dienstmeisje</i>)</span> Loop jij even naar de overzij, Kaatje, kind, en vraag zuster Hope of ze bij me wil +komen—zeg ’r dat ik alléén ben. <span class="stage">(<i>Dienstmeisje af—zij wenkt Dolf</i>)</span>… Dat is de eenige onwaarheid. Meer jok ’k niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dank u voorloopig<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Kan ’t hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hier of hiernaast—àls ze wil …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dank u.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>terwijl hij gejaagd op en neer loopt</i>)</span> ’k Zou m’n thee niet koud laten worden, meneer—we hebben nog wel ’n paar minuten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>zonder te luisteren, onrustig van den eenen stoel naar den anderen verhuizend</i>)</span> Maanden en maanden, mevrouw, ben ’k ’n soort Ahasverus geweest—iemand met ’n tic—een +die zichzelf ’n zonderling vond, ja, ja … <span class="stage">(<i>verzit</i>)</span>… Soms heb ’k getwijfeld of ’k hier recht snik was, of ’n leventje van … van … plezier—zich +begon te wreken, zooals de brave, beste menschen, die karnemelk inplaats van bloed +hebben, mekaar wijsmaken … <span class="stage">(<i>loopt nerveus heen en weer, zit over haar</i>)</span>… Ze kunnen je door altijd door op ’t zelfde te hameren, altijd door aan te houden +de suggestie opdringen, dat je, dat je.… hè! hè!… dat je ’n, ’n schaduw naast je eigen +<span class="pageNum" id="pb232">[<a href="#pb232">232</a>]</span>schaduw ziet loopen … Als ’k verward praat, mevrouw, best mensch.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Zou u dat mevrouw nou niet ’ns eindelijk laten schieten?… Ik heet Annie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Mag dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Graag.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Zegt u—zeg jij dan ook Dolf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Als u—als jij ’r niets tegen heb: natuurlijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik heb ’n boel beroerdheid gehad, Annie—wat doet ’t me ’n goed, dat ’k ’ns vertrouwelijk +babbelen mag!—’n boel waarmee ’k in m’n eentje moest uitvechten—met m’n eenen ik, +die m’n anderen ik uitlachte, voor de mal hield—met m’n eenen ik, die tegen m’n anderen +ik zei: „je ben ’n zot, ’n kwast, ’n idioot”—met m’n eenen ik, die m’n anderen naar +de tingeltangels dreef, naar vrinden, naar vrouwen—met m’n eenen ik, die spotte, vloekte, +met geld smeet—me whiskey en soda liet drinken, als de andere te sentimenteel, te +zwak, te willoos dee.… Van de eene hotelkamer ben ’k naar de andere getrokken, bediend, +naar de oogen gekeken—grocjes slikkend, om te slapen, te slapen … Wakker liggen is +’t gemeenste, ’t vuilste dat je overkomen kan … Dat met m’n bril waarover ’k daarnet +grapjes uithaalde—’k voel me zoo ouwerwetsch gezond als ’k ’t kàn, kàn—was niet ’t +gevolg van minder-goede oogen—je kunt ’t ook door slappe zenuwtjes krijgen.<span class="pageNum" id="pb233">[<a href="#pb233">233</a>]</span>… ’r Komt ’n leeftijd bij ’n man, dat-ie z’n draai zoekt, dat-ie z’n stuur onvast +hanteert.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span>… Stil even—’k geloof … Ja.… Ga nog een oogenblik <span class="stage">(<i>wijst de rechtsche suite. Hij verlaat de kamer. Tot Hope, die eerst rondkijkt</i>).</span> Ik ben alleen.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Annie, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Is-ie vort?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Daar.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Waarom laat je me dan—je weet toch …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Omdat … <span class="stage">(<i>Hope gebaart naar de deur</i>)</span>.… Hope! Hope!… Als ’k je vriendin ben, je oprechtste, eerlijkste vriendin, die je +beweert te vertrouwen—is dat dan de brééde manier?… Ik verras je niet, niet met trucs, +niet met kleine listen—ik wou enkel ’n beroep op je verstand, op je vérstánd, doen, +Hope—waar je hart.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zachtjes—hij kan je hooren …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ik zeg je een ding, zonder verdere argumenten, zonder tusschenkomst die misplaatst +is: je kunt tè hardnekkig in één gedachtengang doorhollen—je kunt gelijk hebben en +toch dwaas doen.… Ik laat je alleen—nee, je gaat nièt gelijk met me de deur uit!—je +blijft tien, tien, tien tellen, om ’n beslissing te nemen … <span class="stage">(<i>tot Dr. Linden, die binnen <span class="pageNum" id="pb234">[<a href="#pb234">234</a>]</span>wil komen</i>)</span>.… Nee, Jan—je moet nog in ’t dorp voor ’t diner bestellen … Nee, niet binnen!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Waar is Dolf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Dolf—Dolf wandelt ’n moment aan ’t strand om ’n luchtje te scheppen … Ik wou wat tafelbloemen +laten komen en wat … Man, kijk niet zoo achterdochtig!.… Onder de tafel zit-ie niet … +<span class="stage">(<i>tot Hope</i>)</span>… Als je dènkt, erg stevig dènkt, lieve meid, dènk dan zachtjes—vooral zachtjes—in +diè kamer slaapt Tilleke, ’t eene kind—<span class="stage">(<i>fluisterend</i>)</span>… in de andere wacht ’t gróóte … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend, tot Jan</i>)</span>… Wat luister je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik luister niet—ik zie ’n rare witte pet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hij is in z’n bloote hoofd.… Blaas je ’t lichtje onder de thee uit, Hope … En zàchtjes +voor Til?… <span class="stage">(<i>neemt Jan onder de arm—af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>staat besluiteloos—hij opent haastig de deur</i>)</span>… U wou me …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Spreken …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Veel tijd heb ’k …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Niet—dat wist ’k. Willen we ’r bij gaan zitten? <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… ’k Zal beginnen—met te doen wat mevrouw—wat Annie u verzocht. <span class="pageNum" id="pb235">[<a href="#pb235">235</a>]</span><span class="stage">(<i>buigt naar de tafel, blaast het lichtje uit</i>)</span>… Zoo.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dus u luisterde?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Natuurlijk.—Als u geweigerd had, zou ik u nagewandeld zijn—<span class="stage">(<i>zwak-glimlachend</i>)</span>.… desnoods ’n scène op straat of in ’t Gesticht gemaakt hebben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zou u niet liever dadelijk zeggen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>met den ouwen glimlach</i>)</span>.… Niet zoo hard—we zouen aan ’t kind … <span class="stage">(<i>een drukkende stilte. Hij neemt de pop in de handen, laat die een paar maal schommelen, +legt haar weer op tafel. Buiten drie verwijderde stooten van een stoomboot. Hij herneemt +houdingloos het gesprek</i>)</span>… Is dat ’n stoomboot?… Ja, dat is ’n boot—’k vraag naar den bekenden weg … ’n locomotief +op de golfjes kan ’t moeilijk zijn … <span class="stage">(<i>een stilte—driftig staat hij op, loopt tot het venster, kijkt naar buiten, keert terug, +zet zich opnieuw over haar</i>)</span>… Als ìk m’n mond hou—heeft u—heb jij—ik kan tegen jóú geen ú zeggen!—heb jij me dan +niks …?… In geen zes maanden hebben we elkander.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>koel</i>)</span>… Bij mij—bij mij is nièts veranderd..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Bij mij zooveel te meer. Interesseert ’t je niet te hooren wat ’k al dien tijd uitgehaald +heb?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>)</span>… Hope, ’t is meer gebeurd, dat mannen, ziek door ’t verlangen naar ’n vrouw, ’n krankzinnige +daad … Waarom drijf jij me tot.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb236">[<a href="#pb236">236</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span>… Doen we niet beter, meneer … Als u me voor dàt heeft laten roepen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>opstaand—heftig</i>)</span>… Je zàl hìèr blijven—je zàl luisteren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>uit de hoogte</i>)</span>… Dat zal ’k stellig niet—ik heb niet één reden … <span class="stage">(<i>stap naar de deur</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e12908" title="Bron: hartstochelijk">hartstochtelijk</span></i>)</span>… Ik wil dat je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> ’t Kind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je heb gelijk. ’k Span ’t paard achter den wagen—<span class="stage">(<i>met moeilijken glimlach</i>)</span>… Je moet, al lijkt jóú dat ongeloofelijk, omdat je me tóén m’n gezòndheid, m’n gezòndheid, +m’n stevigheid verweet—je moet wat consideratie met me gebruiken, m’n drift door de +vingers zien—Ik ben, dat heb ’k je vriendin al gezegd, niet meer die ik ben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Begrijp u niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Vind me om af te ranselen, zoo weinig als ’k ’t zelf snap. Zouen we niet nog even +kunnen zitten?… M’n prikkelbaarheid, m’n opvliegendheid, zal ’k geen tweede keer … +<span class="stage">(<i>zij zit neer</i>)</span>… Je moet je wel verbazen, niet waar, dat ik ’t flirten, ’t hofmaken, ’t inpalmen +van ’n vrouw al zoo verleerd schijn, dat ’k met ’n zotte onstuimigheid jóú, net jóú, +probeer te overtuigen.… Hope, ik zit op ’t oogenblik zònder „supérieuren glimlach”—en +àls-ie nog even terugkomt, moet je denken dat ’n vos wel z’n haar—niet z’n … <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>)</span>… Ik bazel!… <span class="pageNum" id="pb237">[<a href="#pb237">237</a>]</span>’k Zou … <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Ik ben aan ’t zoeken geweest …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>)</span>… Aan ’t zoeken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Naar—naar die vroegere liaison—wat ’k mama beloofde.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zelf? Heeft je „detective”…?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik heb ’t persoonlijk, persoonlijk—zonder hulp—gedaan. Heb je daarvoor geduld?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k ’r u ’n genoegen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Na je diepe, barre verontwaardiging, dien dag, ben ’k eerst woest op je geweest, heb +’n paar weken op de lamste manier tot laat in den nacht gefuifd—je krijgt alles, alles +te hooren!—om me te „wreken”.… En als ’k katterig thuis kwam, liep ’k met de meest +onzinnige gedachten, hoe ’k jou je caprices—je hoeft ’r niet op te antwoorden—’t antwoord +geef ’k zelf!—hoe ik jou je caprices betaald zou zetten.… ’k Wou met Snip—pardon: +Madame Lebeau trouwen—stel je voor, hahaha!—’t zou ’n pan zijn geworden, hahaha!—Madame +Lebeau op den <span class="corr" id="xd33e12973" title="Bron: Burgelijken">Burgerlijken</span> Stand—om burgemeester Háán kippetjesvel te bezorgen—Hope krabbel niet achteruit in +je stoel—ik kan me niet héélemaal<span class="corr" id="xd33e12976" title="Bron: ..">…</span> niet heelemaal in ’n andere huid steken—en omdat je daar even vriendelijk keek, kwam +de ouwe natuur … Exit … Nou zal ’k elk woord beloeren … èlk … Mag ’k ’n slokje nemen? +’k Heb dorst.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb238">[<a href="#pb238">238</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ga uw gang …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Zoo. Nou heb jij ’t in je hand me bij slappe, kouwe thee te hóúden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zou u … Jan en Annie kunnen … en ik …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik wou ’t je betaald zetten, ’t je inpeperen—en toen—en toen, in ’n week dat ’k m’n +kamer voor ’n zware verkoudheid moest bewonen, waarlijk <span class="ex">bewonen</span>, zat ’k weer in de belabberdste, beroerdste stemmingen, de historie wikkend, wegend … +Ze háát je, redeneerde ’k: larie—ze haat jou, zooals jij ’r zèlf háát.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik heb nog niets van uw gezóék gehoord..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Komt! Komt!… Je moet niet op de vervolgen van ’n feuilleton vooruit loopen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Telkens, telkens weer heeft u dien toon.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Dien heb ’k, heb ’k!—Laat me ’m warm houen zoolang ’k nog kan—Je heb geen begrip, +geen flauw begrip, niet de minste voorstelling, hoe ’k door jou en mama uit m’n toon, +m’n toon, m’n toon geraakt ben!… Je heb nog niets van m’n gezóék gehoord—m’n hopeloos … +Nou komt ’t!… Ze zal buigen, buigen, nam ’k me voor … Ik heb geen andere schuld dan +honderden, duizenden … ’k Heb niet beloofd te trouwen, daar niet aan gedacht—zou ’r +om geschaterd hebben—zoo goed als Kreeftje zelf.—Ze heeft zich aangeboden—was met +soupertjes en ’n Haagsch schouwburgje meer dan tevreden—was me niet trouw—scharrelde +met <span class="pageNum" id="pb239">[<a href="#pb239">239</a>]</span>anderen als ik met vacantie naar huis was … Die gril, die kuur, die bezetenheid van +Hope—excuseer, dat was m’n beschouwing uit die dagen van ongesteldheid en slapte—die +nonsens die ze duizend tegen een mama ingepraat heeft …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Pardon …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je hoeft niets te beweren—je heb gelijk—ik vertel je m’n gewroet van tóén!—die gril +krijg ’k ’r alleen uit, door te bewijzen, door ’r met de stukken in de hand te overtuigen—en +dan kom ’k nog compleeter de belofte aan mama na—’n belofte die ieder gedaan zou hebben—ieder +in dat geval … <span class="stage">(<i>een stilte. Hij neemt de pop van tafel speelt er mee, terwijl hij onrustig voortpraat</i>).</span> Zoo, Hope, ben ’k begonnen—zoo ben ’k niet geëindigd. Wat ’n spelletje leek, ’n pogen +jou „klein” te krijgen—wat de eerste dagen ’n onderhoudend inspannen van de hersens +werd—draaide op ’n maniakaal willen, ’n parforce-jacht, ’n openscheuren van—van alles, +neer … De familie van dien marinier, met wien ’k—dat weet je—héb ’k uitgevonden—Z’n +getrouwde zusters—z’n broers—over ’t heele land verspreid—hadden moeite niet te lachen +bij m’n vragen over Kreeftje—met ’t rooie haar uit den handschoenenwinkel—De posterijen +heb ’k nagerejen voor ’t recu van den <span class="corr" id="xd33e13028" title="Bron: aangeteekenkenden">aangeteekenden</span> brief van papa—met de honderd gulden—op de minste klank ben ’k afgegaan—in Holland—België—De +registers van de—van de bordeelen, wáar óok, in grootere en kleinere plaatsen, heb +’k … Verdwenen … Verdwenen … De vrouw <span class="pageNum" id="pb240">[<a href="#pb240">240</a>]</span>met ’t kind, ’t kind waarvan die brief zoo zeker, zoo wanhopig-zeker, zoo pijndoend-zeker +sprak.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Pijndoend—pijndoend—Zegt ù pijndoend?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dat verbaast je—daar kijk je me bij aan.. Merk je dan niet, hoe de gedachte van mama +en jou ’n obsessie … <span class="stage">(<i>bitter</i>)</span>… hoe ’k langzaam, als ’n slak zoo langzaam ben gaan voelen, dat àls dat kind nog +leeft—en ’t kan leven—’t kan, kan!—dat dat meisje dan op ’t uur dat we hier met elkaar +praten, zoo verloren is—als—als … <span class="stage">(<i>start voor zich uit</i>)</span>… Ja. Ja … Eens heeft Snip me in ’n hotel van vijfhonderd kamers gezocht, en ontmoette +me niet, omdat ze enkel m’n voornaam wist. Dat was ’n puzzle, ’n goeie mop … Als je +’n brief ergens opgeborgen heb, zeker opgeborgen—en je vindt ’m niet, dan zoek je +nijdig en zenuwachtig tot-ie na dagen en dagen vloeken vlak voor de hand ligt—zooals +dien middag tusschen de sigaren … Maar dat levende menschen, levende, ’n vrouw en +’n meisje van achttien verdwijnen, zooals ’n steen ’t achter ons in ’t water, zou +doen—en dat je ’r telkens over piekert, zonder resultaat da’s … da’s … <span class="stage">(<i>laat de pop vallen</i>)</span>… Jij heb toen gesproken van ’n radelooze zéé-van-menschen—dat was juist—de zee spoelt +weg, spoelt niet terug … <span class="stage">(<i>verschrikt opkijkend</i>)</span>… Hope, huil je?… Waarom huil jìj, Hope?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e13062" title="Bron: Dolf">Hope</span>…</span> Omdat—omdat … Dat kan ’k nu niet zeggen.… Omdat … Willen we niet verder.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Niet verder?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb241">[<a href="#pb241">241</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nù niet … Je heb me verbazend … verrast—ik dacht niet aan de mogelijkheid—dat jij—dat +ù..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Toe hou je an dat jij … Na de wandeling met de boschviooltjes, die je droogde—nee, +nièt droogde!—heb je nog maar één keer je u’s vergeten—dien middag bij mij thuis … +<span class="stage">(<i>haar z’n hand toestekend</i>)</span>… Weiger je nòg, Hope?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Geef me den tijd, om—om te overleggen—je heb me zoo overrompeld …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Om te overleggen … Moet je bij dàt overleggen … je verstand „raadplegen”?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Je heb beloofd niet meer op te vliegen—Dolf! <span class="stage">(<i>legt haar hand over tafel op de zijne</i>)</span>… Eens—laat me dat zeggen, zonder de intentie bijna vergeten dingen levend te maken—eens +trapte je m’n groote, vreeselijk-groote genegenheid—door je ruwe overval in m’n slaapkamer—dood—toen, +in den nacht dat we samen bij ’t sterfbed van je mama, in die hotelkamer waakten, +had ’k ’n nièuwe vurige hoop—en we gingen voor de tweede maal van mekaar. Hij houdt +z’n belofte aan mevrouw niet, dacht ’k—hij bréékt ’r niet: hij spot over alles heen—’t +wordt geen dáád—geen dáád …—toen heb ik me iets heiligs, plechtigs voorgenomen: jou +onder géén, géén omstandigheden te trouwen—mezelf aan de kinderen hier te geven … +Stuif niet op Dolf … Ineens die belofte vergeten, zònder overgang voor de dèrde maal +’n heerlijk vertrouwen in—in jóú vastgrijpen—dat durf ’k nog niet aan. <span class="pageNum" id="pb242">[<a href="#pb242">242</a>]</span>We zitten, door ’n wonder, door ’n wònder, beter, oprechter tegenover elkander, als +we ’t ooit, ooit.… Nee doe nu niet brusk, niet meer zoo hartstochtelijk als vroeger … +Van af de jaren dat ik als kind, zonder ouders—gedacht, maar vooral gewrokt en gehaat +heb—heb ’k verlangd, niet te zeggen hoe innig verlangd … ’n eigen kind in achting +voor mezelf—en m’n man groot te brengen … Dwing me op ’t oogenblik niets met je oogen +af—ik zeg niet nee—niet ja—ik vraag uitstel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Uitstel?… Nog eens uitstel …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik ben bang dat wij—u en ik—<span class="stage">(<i>haastig</i>)</span> jij en ik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Dat wij wat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>… Dat we bij mekaar niet meer dat—dat geluk zullen vinden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span>… Onwaar!… Onwaar!… Jij voelt dat zelf anders …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Misschien, misschien hèb je gelijk—laat me overleggen!—We hebben mekaar in zoo’n tijd +niet gezien—in geen maanden en maanden—Als jij veranderd ben, ben ik ’t mogelijk ook.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Met andere woorden: voor de derde maal de bons?… Verlang je nog meer, nòg meer van +me!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee … Maar je moet ’t me met mezelf laten uitvechten.… We zijn allebei ’n dagje ouder +geworden.… <span class="stage">(<i>met moeite</i>)</span>.… En ’k had ’t me al zoo <span class="pageNum" id="pb243">[<a href="#pb243">243</a>]</span>afgeleerd aan jou te denken—in de bezigheden van elken dag hier.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dus …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Stil!… ’t Lijkt me … <span class="stage">(<i>gejoel en geroep buiten</i>)</span>.… Daar is iets.… <span class="stage">(<i>gaat snel op het erkervenster toe</i>)</span>.… Allemachtigste God!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>naast haar</i>)</span>… Is ’r ’n ongeluk gebeurd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>tot ’n man buiten</i>)</span>… Is een van de kinderen? Hoor je niet!.… Is een van de kinderen?… <span class="stage">(<i>Stem buiten: „Een van de jongens, zuster!”</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Groote God—een van de kinderen in de sluis terwijl ’k ze zoo gewaarschuwd heb!… Groote +God—met de sluisdeuren open, als toen, als toen.… <span class="stage">(<i>wijkt angstig van het raam</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Steekt dan niemand van die lummels ’n poot uit!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>als in versteening</i>)</span>… Is niet te redden—is niet te redden—met die strooming naar zee …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>driftig en glimlachend</i>)</span>… Dat zullen we zien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wakkerschrikkend</i>)</span>… Blijf hier! Blijf hier! Is één leven niet genoeg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>met star-lichtende oogen</i>)</span>… Als ’k jou dàt kind in je armen terugbreng—overleg jij dan nog?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span> Dolf, Dolf—bega geen krankzinnigheid!… Als, als ’t te redden was, zouen die daar, +de visschers en schippers …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb244">[<a href="#pb244">244</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik zie ’t nog drijven—<span class="ex">zie ’t</span>—<span class="ex">zie ’t</span>! Bij m’n andere dollemans-jacht, zag <span class="ex">’k niets, niets</span>!.… <span class="stage">(<i>naar de deur</i>).</span> Jij wou ’n daad, ’n daad …! Je zult je daad hebben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>… Dolf, ik smeek je, smeek je—doe ’t niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Al zou je nou op je knieën—al zou je God en de engelen zelf.… <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dolf, Dolf.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Wat is ’r?… Waar holt-ie heen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Hou ’m terug, Jan. Hou ’m terug! Een van de kinderen is in de sluis gevallen, drijft +naar zee … Vraag niet verder … Hou ’m terug!… Ik, ik, ik jaag ’m den dood in … <span class="stage">(<i>Dokter af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>snel door rechtersuite</i>)</span>… Hope! Hope!… Weet je ’t?… Weet je dat Fritsje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span>… Fritsje?… Fritsje!… De ellendelingen! <span class="stage">(<i>zakt op ’n stoel</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Toen Toos omkeek wou-ie … Wat doe je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wild op het erkervenster toestortend, kijkt, <span class="pageNum" id="pb245">[<a href="#pb245">245</a>]</span>geeft ’n gil</i>).</span> O!… O!… Dat Jan ’m niet tegengehouden heeft!… Dolf!… Dolf!… <span class="stage">(<i>zit bewusteloos-starend neer</i><span class="corr" id="xd33e13345" title="Bron: .)">).</span></span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>door het venster verschrikt kijkend</i>).</span> Moeder Maria … Moeder Maria …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Mijn schuld … Mijn schuld …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze brengen ’n boot uit … Laten we …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik kan niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> We zijn ’r in tien tellen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik kan niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Dan ga ik …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>zacht smeekend</i>)</span>… Hier blijven … Hier blijven … Ik ben zoo bang—durf niet naar buiten kijken.… O lieve +God in de hemelen, God in de hemelen, God in de hemelen!… Ik hou zoo waanzinnig, zoo +waanzinnig-veel van ’m.… O lieve God in de hemelen, maak me niet gek, niet gek!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span>… Is-ie hier vandaan—hier uit de kamer.…?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik weet ’t niet, weet niets, niets!… <span class="stage">(<i>de armen om Annie heen slaand</i>).</span> Kijk niet! Kijk niet!… Bij ’t leven van je Tilleke kijk niet!… Ik heb ’m vermoord … +Als ’k m’n mond op zijn mond gedrukt had, zoo als ’k ’t wóú, zooals ’k ’t ieder uur +van den nacht, ieder uur van den dag droomde, droomde, droomde, zou-ie me niet voor +altijd alleen hebben <span class="pageNum" id="pb246">[<a href="#pb246">246</a>]</span>gelaten, voor ’n kind dat hèm niet angaat, mìj niet angaat, nièmand angaat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Hope, in Godsnaam, kom tot jezelf!.… Misschien heeft de boot ’m.… <span class="stage">(<i>wil naar ’t raam</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk het koord van het gordijn stuktrekkend, zoo dat het voor het venster +neerflapt</i>)</span>.…… Niet kijken.… Niet kijken.… Ik zie ’m nooit meer terug!… <span class="stage">(<i>zakt met het hoofd in de armen op de tafel</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hope<span class="corr" id="xd33e13425" title="Bron: .!.">!…</span> Hope … <span class="stage">(<i>buigt angstig-aarzelend ’t gevallen gordijn ’n weinig om, staart door den kier, gaat +diep-ontzet op den anderen erkerstoel zitten</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>die de laatste bewegingen opgelet heeft, richt zich op</i>)</span>.… Kijk je niet meer? <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Blijf je zitten?… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Zeg je nièts.…?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="v3.13" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dokter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>dompt verslagen op den stoel bij de deur.…</i>)</span> Da’s vreeselijk, vreeselijk.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>ziet hem aan, barst los</i>)</span>… Mijn schuld! Mijn schuld!… Ik heb ’m tot ’t laatst voorgelogen.… En om dat kind, +dat <span class="ex">vreemde</span> kind, heeft-ie mìj, mìj … <span class="stage">(<i>zakt ineen. Annie en Jan schieten toe</i>).</span></p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">EINDE. +</p> +<p class="dateline">Berlijn/Scheveningen, December ’07. +<span class="pageNum" id="pb247">[<a href="#pb247">247</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="footnotes"> +<hr class="fnsep"> +<div class="footnote-body"> +<div class="fndiv" id="xd33e11720"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e11720src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Dit bedrijf werd na de vertooning een weinig geretoucheerd. <a class="fnarrow" href="#xd33e11720src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">VERZAMELDE TOONEELSPELEN +<span class="pageNum" id="pb249">[<a href="#pb249">249</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure tp.2width"><img src="images/titlepage4.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="522" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<div class="mainTitle">VERZAMELDE<br> +TOONEELSPELEN</div> +<div class="subTitle">EN<br> +OPSTELLEN-OVER-TOONEEL</div> +</div> +<div class="byline">DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS Jr.</span></div> +<div class="docTitle"> +<div class="volumeTitle">TWEEDE DEEL.</div> +<div class="mainTitle">I. GHETTO (1898).—II. DE SCHOONE SLAAPSTER (1909).</div> +</div> +<div class="docImprint">AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1911. +<br> +<i>Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881 +(Staatsblad No. 124).</i></div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb251">[<a href="#pb251">251</a>]</span></p> +</div> +<div class="group"> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">GHETTO. +<span class="pageNum" id="pb253">[<a href="#pb253">253</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure tp.2.1width"><img src="images/titlepage5.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="556" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<div class="mainTitle">GHETTO.</div> +<div class="subTitle">TOONEELSPEL<br> +IN DRIE BEDRIJVEN</div> +<div class="subTitle">GEHEEL HERZIENE 5<sup>DE</sup> DRUK</div> +</div> +<div class="byline">DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERMAN HEIJERMANS.</span></div> +<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881 +(Staatsblad No. 124).</div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb254">[<a href="#pb254">254</a>]</span></p> +<div id="personae2.1" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first">Voor de eerste maal in den <i>ouden vorm</i> te Amsterdam op 24 December 1898, opgevoerd. +</p> +<ul class="castlist"> +<li class="casthead"> +<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4> +</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sachel.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rafaël</span></span>, zijn zoon.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Esther</span></span>, zijn zuster.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Aaron.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebecca</span></span>, zijn dochter<span class="corr" id="xd33e13583" title="Bron: ,">.</span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebbe <span class="corr" id="xd33e13589" title="Bron: Haezer">Haëzer</span>.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rose.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een Jood.</span></span></li> +</ul> +<p><span class="pageNum" id="pb255">[<a href="#pb255">255</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="body"> +<div id="g1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.<a class="noteRef" id="xd33e13605src" href="#xd33e13605" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2> +<p class="stage">(De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een kleine olielamp).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="g1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc">Een jood.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Goeienavond.…. <span class="stage">(<i>knoopt een pak los</i>).</span> Warm. Om ’r bij neer te vallen. Is Esther ’r niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Esther is uit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Hoe wou ù dan helpen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen as jullie met je oogen! <span class="stage">(<i>het goed betastend</i>).</span> Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks. Prullen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee gulden op gegeven!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb256">[<a href="#pb256">256</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Twee gulden? Twee gulden! Daar had <i>ik</i> bij motten wezen! As ’k tien stuiver geef is ’t mooi. Allemaal versleten goed.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je die jas versleten? Noem +je die broek versleten? Ken merken dat u ’r geen kijk op heit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vergis me niet. M’n vingers zién. Die zién voor zes. De knoopsgaten zijn heelemaal +uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met afgetrapte randen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster maar hier! Wat doe ’k +met die redeneering!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Rose—kom hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht as ’k zeg dat-ie versleten +is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>de jas bekijkend</i>).</span> Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo héel erg …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me voor de gek! Had ik me óógen, +dan had ik jou niet noodig, jou niet, niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat +’k blind ben? An me vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken +of ’k ’t zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n cent! +Geef hier die jas! <span class="stage">(<i>betastend</i>).</span> De knoopsgaten zijn <span class="pageNum" id="pb257">[<a href="#pb257">257</a>]</span>kapot.… Hier is ’n plek waar de wol ’r af is … En de voering.… de voering.… kijk die +gescheurde voering!.… En zoo’n stomme os ziet niks, wil niet zien!.… Geven we je daarvoor +te vréten dat je mijn in me zak liegt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik lieg niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij liegt! Jullie liegt allemaal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Wat doe ’k met dat geklets! Maakt Esther zoo’n spiktakel? Geef me honderdvijftig centen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Vier kwartjes? Dank je! Dan pak ’k ’t weer in.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! Kom ’r ook niet met stelen an.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t noodig—me vrouw is ziek. Anders kreeg +je ’t nog voor geen drie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Al was je heele familie ziek—ik geef niemeer as vier kwartjes. Vodden! Vuiligheid! +Voor mijn part neem je ’t mee. Zal me zorg zijn! Vraag wat ’t mijn hindert. Nògh, +wat begin ik nou!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb258">[<a href="#pb258">258</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien—weigert ’n kwartje meer voor +’n zieke vrouw <span class="stage">(<i>inpakkend</i>).</span> Dan breng ’k ’t na Levi! Die heit nog ’n pietsie meelijden met ’n ongelukkig mensch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n dalles zal me afgestoten worden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>snauwend</i>).</span> Haast je da-je klaar komt! Stommeling! Te beroerd om voor de duvel te dansen! Je +had toch kennen hèlpen met te zeggen dat ’t niks waard was! Je vreet ’r toch van mee! +As ik ’n jódenmeid had—die—die zou léeper zijn.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> As ’k ’n jodin was, had ’k ook motten zeggen dat de jas zoo slecht niet was.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wàt motten? Wie vraagt je? Wie, hè? Hè?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik lieg niet.… Dat doe ’k niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je bek! As jij tien jaar bij me ben, begrijp je nòg niks! ’t Zit niet in jùllie +kop. Is er <span class="pageNum" id="pb259">[<a href="#pb259">259</a>]</span>niet in te giéten. Wat draai je nou? Je heb niet in die hoek noodig.… Wat scharrel +je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik veeg ’t vuil bij mekaar.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen, dagdieven!—’n Goeie jas, ’n +kostelijke jas.—Ongeluk brengen jullie an. Geen haar zegen. Schiet op! Sta me niet +an te kijken! <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Was jij op van nacht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waarom schrik je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik schrik niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Leugen! Leugen! Wàt dee je op?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik ben niet op geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen, op de trap, in de gang.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> Niet waar.… Ik heb geslapen, ben me bed niet uit geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je liegt! Ik heb hóóren loopen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik niet.… Ik niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je deur heeft gekraakt—je ben in de gang <span class="pageNum" id="pb260">[<a href="#pb260">260</a>]</span>geweest en de trap af tot an de deur van de winkel.—Die was op slot. Die was op slot! +Wat wou je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van ’n speld, +dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij—versta je.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Ik bèn niet op geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je hand? Zoo. Zeg ’t nou +nòg is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Ik ben niet op geweest! Waarachtig niet. Geen oogenblik. Ik heb …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen beweging maak je, of +’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit slépen of ’k zal geen gezond uur meer +hebben!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>voortwerkend</i>).</span> Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan—wàt ’k in de winkel noodig zou hebben.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen gelooven, dat ’k gek ben, +hiet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God jullie straffe met mijn straf, dat jullie +oogen wegkwijnen zooas de mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdoemde +nacht, zooas ik zoek elk uur, elken dag! ’t Is om te huilen! ’t Is om je handen te +heffen tegen God—altijd nacht en vijanden om je heen, vijanden die je niet zièt, vijanden +die zich niet hoeven te verbergen, <span class="pageNum" id="pb261">[<a href="#pb261">261</a>]</span>vijanden die spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen zonder dat je +d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met stemmen, waarin +de leugen vastgevreten ligt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Ik ben geen vijand.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik ken jou niet, weet niet wie je ben. Nooit zag ik je gezicht, nooit je oogen. Pas +heb je tegen me samen gespannen met die kleeren, misschien wel wat van ’m angenomen! +Je stond zoo dicht bij ’m …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee! Niewaar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je hàd niet op te zijn. +Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik over, daar tob ’k over òmdat je liegt. +Nòu zit ’r wat achter. As je gezeid had: ik wàs op, ik was ziek—dan—had ’k je geloofd, +was ’t uit geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks heb gehoord! +Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Ik was ziek—vannacht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus je wàs op.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik was.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waaróm zeg je dat noù pas?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb262">[<a href="#pb262">262</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weet ’t niet. Ik was bang.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bang voor wàt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bang voor.… Bang voor.… Ik kan me niet bewegen of ’k wor afgesnauwd.… Ik durf niks +meer zeggen.… Ik was bang—omdat ’k dacht je wakker gemaakt te hebben.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat herinner ’k me niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vertrouw jou niet.… Jij ben ’s nachts nooit ziek.… En je liegen, je verdomde liegen … +Je kon wel ’n ànder plan hebben gehad.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’n Plan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou? <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Nou? Zeg je niks?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Wàt mot ’k zeggen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t donker zit.—Nou? Nou?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en beliegen.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb263">[<a href="#pb263">263</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat heb ’k nooit gedaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand niet! Tuig, allemaal +tuig!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first"><span class="sc">Sachel. Rose. Esther.</span> +</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat schreeuwt-ie weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. De buren motten wat van +ons denken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm de buren angaan?… ’k +Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt ’n spiktakel! Lastige ouwe! ’t Verstand +komt ook niet met je jaren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van me!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar. Jij schreeuwt ’t heele +huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw dan met reden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met réden? Dùizende reden heb ’k. Was daar niet ’n koopman met ’n partijtje negotie +<span class="pageNum" id="pb264">[<a href="#pb264">264</a>]</span>hier en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur niet uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg +jij niks!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heit ze d’r van noodig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t zoo slecht niet is—as +ze pas heit hooren zeggen dat de franje ’r bij hangt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik wist niet beter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met opzet? Wor je arm van +eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders! Hóe ken ’n blinde zich zóo de sappel +maken? Wat schiet je ’r mee op?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel …</span> Smoezen jullie maar … Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij mekaar geschraapt uit hoeken +en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die paar centen. Me vrouw zaliger, dié, dié, heit +me gehòlpen tot an d’r sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit +bij de affaire is, ’n zuster die àlles te duur inkoopt, as <i>ik</i> ’r niet bij zit, as <i>ik</i> niet elke rooie duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles komt terecht as je +maar niet lastig ben—Doe de luiken voor de ramen, Roos.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb265">[<a href="#pb265">265</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert jou toch? Ga je gang, +Roos.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Die vergeet ze toch nooit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> God allemachtig—wat heit die man ’t van avond op z’n heupen! <span class="stage">(<i>Rose doet de luiken voor</i>).</span> D’r komt zeker onweer los met die warmte. Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter +doen voor de deur ’n luch-ie te scheppen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an ijskouwe voeten? D’r hangt +’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood! <span class="stage">(<i>gaat bij de onderdeur zitten</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb je gekeken of de pennen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Maak je niet ongerust! Alles komt in orde.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Op ’t linkerraam zit-ie nog niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze zal ’m ’r wel opdoen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ben je bij Abram geweest?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb266">[<a href="#pb266">266</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’n Loop voor niks! Had de heele boel verkocht. Vanmiddag al.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Was Rafaël ’r dan niet geweest?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r eerst zeker niks van! Was ’r heelemaal +niet geweest! Je mot ’t van je kinderen hebben. Geeft me wonder dat-ie nog thuis eet! +’k Zal z’n koffie op de stoep zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Had ’r zelf heengegaan van morgen!… ’n Heele partij goed na de maan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ìk jóuw zoon achterna loopen? ’k +Heb niet genog te doen! Ken ik helpe dat-ie te lui is om ’n poot te verzetten? Zoo’n +leeglooper! As-die eenmaal belooft bij Abram an te gaan, ken ik dan ruike dat-ie niet +gaat? ’k Zal ’m an ’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r na toe dragen! Wat zeg +je me daàr van!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met al jouw gesmoes—de pen is niet op ’t raam.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat wil die man toch van avond van de pen! Ze halen hier niks weg. En mijn zeker niet: +ik eet te veel. En as ze jou stelen, brengen ze je over ’n uur terug. Je ben te lastig. +Klaar, Roos?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb267">[<a href="#pb267">267</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Alles is klaar. Heb u mij nog noodig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t Is om te bezwijken. +En … en … geef me broer ’n heete stoof voor z’n kouwe voeten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg bezocht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Aaron. Esther. Sachel. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat ik hier doe? Beetje handel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> <span class="corr" id="xd33e14090" title="Bron: Kinderenbedtijd">Kinderen-bedtijd</span>? Noem je negen uur kinderen-bedtijd? Voor handel is ’t nooit te laat. Al wou ’k in +de nacht kommen! Wat jij, Sachel? Zal ’t nooit vergeten, toen we jong waren, dreven +we in ’t hartje van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende tijd. Weet je Sachel +met die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens opzaten met Jozef +en Meijer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar droge centen verdiend—kwamen we +met ’n stuk geld thuis. Nou is de handel gedaan. Ze weten nie-meer wat handel is! +’t Wordt <i>dalles</i> troef.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb268">[<a href="#pb268">268</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je ken nog ’n boel van je vet verliezen vóor +je mager wordt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Waar staat geschreven dat <i>ik</i> me vet mot verliezen? <span class="stage">(<i>tot Sachel</i>)</span> ’k Heb ’n partijtje afval van wol.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Afval van wol? Niks voor mijn.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! Heb ’n monstertje meegebracht. Laat +zich aardig fijn voelen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t kraakt as je ’t scheurt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij, Esther?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij katoen! Kijk hoe ’t brandt! +Ruikt dat na wol of na katoen? Je zel mijn wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r +in! De fijnste wol! Over de heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij maakt zich druk! Over wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind van twee jaar was, +wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week hebben, as dat Engelsch +laken is.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb269">[<a href="#pb269">269</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb je niks anders.…?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Is dàt dan niks? Heb ’r ’n heele partij van—over de twintig pakken. Pracht van ’n +goed. Reusachtig.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niks voor mijn.</p> +</div> +<p class="stage">(<i>Rose op met koffie</i>).</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Bakkie koffie, Aaron?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geef me ’n kommetje.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Boterkoekie? Eigen gebak.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geef me ’n brokkie.</p> +</div> +<p class="stage">(<i>Rose gaat bij de open deur zitten</i>).</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Smaakt ze? Heb ’r anderhalf pond boter in.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag van krijgen kan. Je +heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te zoet of heelemaal geen suiker. En +altijd half gaar<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nooit zal ze zoo knappen as jouw <i>kiks</i>.—Nou, hoe is ’t, kennen me handelen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hoeveel mot je ’r voor?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zeg wat ze jou waard is.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb270">[<a href="#pb270">270</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik doe geen bod. Jij ken beter vragen as ik biejen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an?—Is je dochter Rebecca al beter?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zoo gezond as ’n visch. Mankeert niks meer. Rafaël niet thuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Natuurlijk bij de weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen altijd thuis zitten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op ’n klein kamertje woonde +’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers en me grootmoeder. Gebrek en honger +heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker +geworden—met z’n vieren sliepen we op de grond—en—en ’n zussie lag dood naast me. +Zal ’t nooit vergeten—pakte d’r hand—ijskoud. Voel ’k nòg! Van gebrek is me grootmoeder +gestorven. In één jaar zijn ’r drié kinderen begraven. Ik heb wat meegemaakt. ’t Is +’n wonder dat ’k nog léef, dat Esther nog leeft.… Wat heit zich mijn zoon te beklàgen? +Die kent geen gebrek. Die kent geen zorg. De tijd is veranderd. Zoo vrij as ’n christen +loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen waarvan ik nooit gedroomd heb, waar +wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. ’n Halve christen is-ie <span class="pageNum" id="pb271">[<a href="#pb271">271</a>]</span>geworden. Ik beleef niet veel vreugd an ’m.… Soms lijkt ’t of ’k geen kind heb.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Je mot ’t zoo zwaar niet opnemen. Jeugd, niks as jeugd. As-ie maar eenmaal ’n meissie +heit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet na meissies.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan motten júllie voor hèm kijken.—Nou, doen me handel? Wat is ’t je waard?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Ja, je bewijst me ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nou, dan niet. In Godsnaam!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wi-je nog ’n kommetje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> As je heb.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nog wel tien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat blijft-ie uit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb272">[<a href="#pb272">272</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Over wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind, loopt in geen zeven sloten gelijk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Vanmorgen zou-die bij Abram angaan.… Bij Abram is-ie niet geweest. De heele dag heb +’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> As-die maar eerst tróúwt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb jij ’n meissie voor ’m?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen, die centen anbrengt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k na bed ga.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch wel wàt meegeven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> As ’t meissie wat meebrengt.… Ik heb niet me heele leven gewerkt voor ’n vreemde.… +Ik geef ’n andermans kind niet te eten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hij mot trouwen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ja—as die getrouwd is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kennen geen twee gezinnen leven. De verdiensten leveren +<span class="pageNum" id="pb273">[<a href="#pb273">273</a>]</span>tegenswoordig nog al wat op! Ik zou wel willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot +minstes vijfduizend gulden meebrengen. Geen cent minder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Vijfduizend gulden! Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander zich voor jóú uitkleejen? +Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee? ’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch +ook geen graaf? Hij durft! Wat ’n brutaaligheid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch bij wijze van spreken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik doe ’t geen cent minder as vijfduizend! En as ze maar ’n spetje, ’n kleinigheid +mankeert, mot ze mèer inbrengen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat ken ’k niet uitstaan! Hij vraagt! En as ’r nou is iemand zoo gek is om z’n dochter +zoo’n kapitaal mee te geven, wat krijgt jouw zoon?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die na bed gaat en ’n ander +zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! Dat gààt niet. Jij alles en ’n ander niks!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou—nee! Mijn me zorg! <span class="stage">(<i>Stilte</i>)</span> Nou, doe je ’n bod op de wol? Zoo’n fijne partij zie je in geen jaren terug. Voel +wat ’n goed!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb274">[<a href="#pb274">274</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij weet wat ’t jou ingekocht kost.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Esther—zeg jij ’t dan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik? God zal me beware! Ik zeg niks.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil je de heele partij +in de roest?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zou je danken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat is ’t je waard?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik geef je twee gulden de honderd kilo.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! Ben ’r met stelen an gekommen! Omdat ’r +’n klein stukkie Engelsch doorloopt ken je ’t krijgen voor vier.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Néé! Je wor bedankt. Voor vier ken je ’t van mijn krijgen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan niet!—Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je zoo warm. Geef mijn +nog ’n brokkie van je koek.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Je schijnt ze te lusten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca ze nooit zóó maakt en anders mot je d’r zien!—Wat +doe je ’r allemaal in?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb275">[<a href="#pb275">275</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat zal ’k ’t joù zeggen? +Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie is ’t, ’n best meissie, je dochter. +Waarachtig, ik hou van ’r.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an d’r. Ze ken van alles, +van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen d’r handen. Je ken ’t zoo gek niet +prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender +in de winkel! Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw +zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven. Kolossaal. +’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch zitten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geen geld? Geen geld? Je zel ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r mee geef.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En wat kan jij ’r meegeven? Elke som geld heb je noodig voor je zaak.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou—drie bankies van duizend heb ’k altijd oor d’r over. <span class="stage">(<i>Een stilte</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij heit ijskouwe voeten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zal van ’t stilzitten kommen.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb276">[<a href="#pb276">276</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Drie bankies van duizend. Drie bankies.… Denk jij dat daar ’n rèchtschapen man voor +komt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor jóuw zoon klaar staat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met drieduizend gulden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En wie praat ’r van jóuw zoon?—Ik geef mijn dochter drieduizend en ’n uitzet van alles +twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an elke vinger heit ze d’r tien. Ze +is maar niet knap. ’n Figuur en ’n oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld ’n christen +dame. Je mot ’r zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n fransche vrouw!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ja dat weet ik—’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie, verlies ’k ’r de helft +an.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan doene me geen zaken—Waar blijft nou die Rafaël?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God weet waar die zit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Rebecca zou ’n <i>tof</i> meissie voor ’m zijn.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb277">[<a href="#pb277">277</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Ik geef geen vijfduizend!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij geeft geen vijfduizend en ik geef geen zoon.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Heb ik wat met joùw dochter noodig?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag ik noemen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Wat heb ik an die praatjes! Doe jij met je dochter wat jij wil! Vraag ik joù om raad?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is om z’n pooten op te tillen, +slentert de heele dag bij de weg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jullie lijken wel gek! Over wàt maak je je warm? Is ’t niet warm genog? Wat ’n onzin! +Overleggen jullie kàlm. De gekheid om je zoo op te winden! Rebecca is ’n gezegend +meissie, Rafaël ’n goeie jongen, maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren +jullie verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet as-die d’r uitziet. +<span class="pageNum" id="pb278">[<a href="#pb278">278</a>]</span>’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt toch alles làter terecht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij gééft! Wìe geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar niks is!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an zijn eenige dochter geeft, +blijft ’t toch in de familie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik geef ’n andermanskind niet te eten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat ’m maar gaan, ’t komt in orde. Ik mot je eerlijk bekennen: beter meissie weet +’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en morgen dankt-ie God dat-ie ’t gedaan heit. +Laat-ie ’r maar eerst over slápen. Ik ken ’m.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken je begrijpen! D’r komt hier geen schoondochter onder de vijfduizend gulden over +de vloer!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Weet je wat je doet, deel ’t verschil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dank je. Geen cent meer of minder. Drieduizend gulden en van alles twaalf. Wat zal +’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k sterf krijgt ze toch àlles?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb279">[<a href="#pb279">279</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en zeg dan ja of nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bedenken kost niks—maar ik doe ’t tòch niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther</span> <span class="stage">(<i>knipoogend tegen Aaron</i>).</span> Laat maar gaan. As <i>ik</i> je nou zeg: ’t komt in orde.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet hebben?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor de prijs die ’k genoemd heb.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou tegenswoordig niet meer +handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is voor jou.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geen cent!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Praten jullie daar nou ook overmorgen over. As ’t eene in orde komt, komt ’t andere +vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo laat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Goeien avond.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Pas op val niet! Denk an ’t stoepie.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb280">[<a href="#pb280">280</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="g1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Esther. Sachel. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb hèm noodig! Og!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Mot toch eéns gebeuren? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap meissie, ’n mooi meissie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij mekaar motten schràpen +voor niks! ’k Heb de tijd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jij heb de tijd—jij ’n man op jaren? As je God-beware wat overkomt, weet je heelemaal +niet wat-je krijgt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik in God’s hand. Wie weet ’t eene uur wat ’t +andere gebeurt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>vinnig</i>).</span> Daar wil ik niet van hooren. Hou je mond. <span class="ex">Beschrie</span> me niet! Ik ga nog niet dood. Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t wel willen, +wat? Dan kon je doen en laten wat je wou. <span class="pageNum" id="pb281">[<a href="#pb281">281</a>]</span>Dan had je de beschikking over alles. Dan kon je met geld smijten, mijn geld, mijn +gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie, jij, hij, allemaal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>kort</i>).</span> Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn niet bang. Ik overleef jullie +allemaal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer làstig! Roos neem de +koffieboel mee. Hoor je niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, ja. Hier ben ’k.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik? Nee. Hoe kom u ’r op?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb jij nièt gehuild? Heb jìj niet gehuild?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Na, mot je zelf weten! Ga na je bed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat snauw je toch! De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as je ’t niet gelooft.</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i>Rose af</i>).</p> +<p><span class="pageNum" id="pb282">[<a href="#pb282">282</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k hooren loopen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik ook! En mot je dààrom de <span class="ex">sjikse</span> zoo wantrouwen? Rafaël is op geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet waar! Niet waar! De meid was op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal ’k me nog langer moeilijk +maken met jou!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rafaël. Esther. Sachel. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeien avond.—Ik zeg goeien avond.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat hoor ’k. Zeg liever goeien nacht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n kosthuis! Meneer doet ons +de éér an te kommen slapen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vader? Vader? Hoor je me niet? Kun je +geen antwoord geven? Ook goed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook geen boe, geen ba. Wat +ben jij voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan—is niet bij Abram geweest! Je most mijn +zoon wezen!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb283">[<a href="#pb283">283</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar heb jij uitgehangen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>verstrooid</i>).</span> Wat doet dat ’r toe? ’k Heb dat van Abram vergeten. Spijt me. Met opzet heb ’k ’t +niet gedaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij vertelt wat! Geen opzet—wèl opzet! Komt ’r wat op an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke dag—en je praat ’r om heen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Mot ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal geweest—de tijd is omgevlogen. +<span class="stage">(<i>vermoeid</i>).</span> Heb je wat te eten, tante? ’k Heb honger.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op tijd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God, wat straf je me zwaar! Op me ouwen dag overgeleverd an vréémden! As je moeder-zaliger +je zien kon, as ze zien kon hoe jij je blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan, +dàn, dàn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>rustig</i>).</span> Laat moeder ’r buiten. Je hoeft geen herinneringen wakker te maken. Ik was op ’t +graf.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb284">[<a href="#pb284">284</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen <span class="ex">jaartijd</span>? Was ’r nièt gegaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haalt de schouders op</i>)</span>.… Ik was op ’t graf, uren lang, heb zitten suffen en droomen. Da’s alles. De zerk +is weggezakt, vader. Je kan de plek haast niet meer vinden. D’r groeit van alles. +’k Heb wat bloemen meegebracht. Hier heb je ze. D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg met jouw bloemen! +Was teruggekomen zooas ’t je pàste! Had niet je dag verluierd, je dag verslingerd +met onzin—ònzin, zeg ik! Gister ben je niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister +heb je geen vin verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij +’r an dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en Abram en +zoo’n koopman-van-niks as Aaron—alles naar zich toe<span class="ex">schleppen</span>, dat m’n zaak verloopt, m’n goeie zaak, m’n záák, waarvoor ik gezweet heb, m’n zaak, +m’n zaak! Ik kan ’r bij huilen! Op m’n ouwen dag ken ’k bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor +grootgebracht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zóó’n zoon grienen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God straft me wel! Heb ik ’t brood niet uit me mond gespaard toen-die ’n kind was? +Hebben z’n moeder-zaliger en ik niet kromgelegen om ’m groot te <span class="pageNum" id="pb285">[<a href="#pb285">285</a>]</span>brengen! Heeft-ie geen scholen bezocht en talen geleerd, waarvan wij nooit gehoord +hebben! Hebben we ons niet voor ’m uitgekleed, bij ’m gewaakt as-die ziek was, ons +alles ontzegd om ’t hèm goed te laten gaan! En nou? Wat heb ik nou? Nou ken ik alléén +rondwurmen! An niemand steun! Nou ken ’k vèrrèkken! Nou mot ’k wachten tot ze hiér +kommen met handel—me laten bedriègen—me laten bestelen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat ’s niet mijn schuld.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet zijn schuld! Ik ken ’m vasthouen! Ik ken ’m daar dwingen thuis te blijven en +voor mijn te kijken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’k Heb over die dingen gedacht, van middag nog—en je heb gelijk—maar ànders worden +kan ’t niet, nou niet, nooit meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Stapelmesjogge!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>hard</i>).</span> En wáarom niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat kan ’k niet zeggen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij liegt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat je verbergt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb286">[<a href="#pb286">286</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Geheimen? Zallen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn ze me waard! As die niks +zeit, weet ik nog genog!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf van je moeder most jij +niet durven kommen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waarom zullen we zóó tegenover elkander staan? Ik zal ’t je niet lang meer lastig +maken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat? Wàt zeit-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="ex">Schtos! Schtos!</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik ga weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zeit-ie dat Esther?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige dingen hebben we later +allemaal spijt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel jij dan niks as je m’n oogen ziet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Vróéger gaven die me onrust, angst, wroeging,—hoe zal ik ’t noemen?—vroeger had ik +alles voor je kunnen doen—in den tijd toen ik jong, jij hulpeloos was—vroeger zou +’k geen seconde rust hebben gehad, als ’k tranen in je arme oogen had gezien—vroeger +zou ’k me de haren uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte—ènkel <span class="pageNum" id="pb287">[<a href="#pb287">287</a>]</span>bij de gedachte—jou displezier te doen … Nou is dat ùit me—’r heelemaal uit—je heb +’t ’r uit getràpt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik? Ik? Wat heb ik joù gedaan? Wat? Wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Ik wil niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk voor. Je heb ’t zèlf geleerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <i>Ik</i> ga naar bed. <i>Ik</i> heb genog van die kinderpraat! Zal ik me nachtrust geven an dàt gekles! Hij wil wèg: +laat ’m gaan! ’k Dacht dat je wijzer was. Praatjes, uitvluchten, smoesies! Mòrgen +vraagt-ie je weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper—nou wéet je ’t.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. ’r Komt ’n end an me geduld! ’k +Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dreig niet, vader! Ik zei je toch dat ik ’n besluit heb genomen—’n besluit dat zóó +vaststaat, dat niemand ’r iets an veranderen kan. Ik ga weg. Heel gauw. Ik maak jullie +ongelukkig. Jullie mij. ’k Weet geen àndre oplossing.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waarom wil jij weg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e14835" title="Bron: ,">.</span></span> Dat is mijn zaak.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r voor bezoeken!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb288">[<a href="#pb288">288</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee, vader. Ik voel me voor ’t eerst sinds jaren weer rustig—nou ik mijn weg ga, nou +’k weet wàt ’k doen moet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span> De reden, de reden! Je heb toch je gezonde hersens! Jij ben toch niet idioot! De +reden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> De reden—de reden. Sta je ’r zóo op? ’t Zou voor ons beter zijn, als ’k zweeg. Je +wil dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan zul je weten hoe ’k me hier ben gaan voelen +als ’n ellendige—als ’n vreemde.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach wat ’n <span class="ex">schtos</span>! Wat doen me met z’n onzin!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Laat me uitspreken, tante. Ik kijf niet, maak geen twist: ’k zeg de dingen kàlm—en +als je ’t voelen kan: ’n tikje wanhopig—’t Is niet zoolang geleden—’k denk twee, drie—’k +weet ’t niet—’t doet ’r niet toe.….. Ik was ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van je, +vader. ’k Hield zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de bergplaatsen, +dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je oogen vol leven en opgewektheid? +’t Was zoo schrikkelijk je àltijd in ’t donker te denken. Soms kneep ’k m’n oogen +dicht, hield m’n hand er voor, om ’t licht af te sluiten—dan dacht ik: god, hoe afschuwelijk, +hoe vreeselijk—hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken—nou moet-ie gissen, de +vormen raden, de kleuren raden.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb289">[<a href="#pb289">289</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je mond! Dàt vraag ik je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Toen kwam de dag.….. ’n Vrijdag, als vandaag—’k Was begonnen je in de zaak te helpen.… +Je had ’n partij goed verkocht—’k weet niet meer wàt.—De schuit lag voor de loods—de +knechts stouwden de balen. ’k Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag +me niet: had me niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de +loods. Jozef, de knecht, las ’t gewicht—zelf schreef jij de getallen. Ik keek naar +je met ’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot medelijden. Je had zooveel wil—je droeg +’t ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers bevend over ’t papier bewegen—’k wou naar +je toekomen en zeggen: laat mij ’t schrijven—vermoei je toch niet. Maar op eens zag +ik iets, iets dat me dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring. ’r Werd ’n baal +gewogen—Jozef en de koopman bukten naar de gewichten—en terwijl—tastte je voet naar +de schaal—bleef er op drukken. Ze wogen je voet mee. Niemand lette op je. Ze hadden +vertrouwen in je blinde oogen. Je stal. Je was ’n dief.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Laat ’m gaan.… Laat ’m uitspreken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik lieg niet! Loog ik maar!—ik dacht dat ’k me vergist had, bleef angstig wachten +op ’n tweede <span class="pageNum" id="pb290">[<a href="#pb290">290</a>]</span>baal.—De baal kwam—werd op de bascuul geschoven—wéér bedrukte je voet ’t blad—wéér +nam je wat je niet toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd spreken dat de balen +zoo zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, met gevouwen +handen—je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte oogen, dat niemand +aan jou dacht—’n hulpelooze blinde. En bij elke schaal herhaalde je ’t—óver de twintig +maal. Twintig maal! Twintig maal je stelende voet en je dooie oogen, je bewusteloos +meeleven, je misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij van andren!—Nou +weet je een hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de loods—zoo màl was ik toen. Twee +uur later zijn we naar de kerk gegaan, zooals elken Vrijdagavond. Je zat naast me. +Ik bad niet. Telkens keek ik naar je oogen om er iets in te vinden, om er ’n uitdrukking +in te zien—telkens zag ik het wit, ’t wit zooals ’t geglansd had toen je bij de bascuul +naar den hemel stond te kijken.—’t Was ’n bleeke hemel met ’n ènkele streep: zóó, +zóó sterk is ’t me bijgebleven!—Van de kerk gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte. +Je klaagde, dat ’k stil was. Ik wàs stil. Je zei <span class="ex">brooge</span>. Je doopte ’t brood in ’t zout. En aldoor keek ik, kéék ik. ’t Lamplicht scheen in +je oogen. ’t Lamplicht gaf ’r denzèlfden glans aan—als de hemel. Je wierp ’n glas +om—wat nooit gebeurde. En ’k voelde niks. Je was geen blinde meer voor me. Je was +’n.… Je was ’n.… Waarom zal ’k verwijten, schimpen? ’t Is gebeurd. Honderd keer na +die eerste heb ’k ’t zelfde gezien. Ik wou je vervangen, zèlf ’t <span class="pageNum" id="pb291">[<a href="#pb291">291</a>]</span>goed wegen, afleveren. Jij wóú niet. Je maakte je kwaad. Nooit mocht ik aan de bascuul +komen. Je beloog me. Je zei dat je niet werkloos kon blijven, dat je geen rust had +als je stil moest zitten. En met Jozef samen—met je knecht lag je onder één deken!—bleef +je de kooplui bestelen, bestelen … Laat me uitspreken! Langzaam heb ’k alles begrepen, +ben ’k je—zòo is ’t, vader—gaan minachten … ’n Blinde beklaag ik zoo innig—’n blinde +zie ’k voor me als ’n mensch van wien God oneindige gelatenheid èn berusting vraagt—’n +blinde zie ’k als iemand die voor de helft afscheid heeft genomen—van àlles.… Jou +zag ’k ’t <span class="corr" id="xd33e14891" title="Bron: gèId">gèld</span>, dat je bij elkaar schraapte, bestréélen, jou zag ’k vechten en worstlen om naar +je toe te halen, jou zag ik dag aan dag—bedriegen. Hoe wouen je blinde oogen me dan +wat doen? Hoe wou je voor me staan als ’n hulpelooze, als ’n—vàder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Doen àndren anders?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>triestig</i>).</span> Ons héele volk is ontaard.<a href="#n41"><sup>1</sup></a></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Als ik niet neem, nemen andren dan niet? Is dat geen hàndel? Maken zij geen misbruik +van mìjn ongeluk? Gaan wij niet elk uur achteruit? Kan jij eerlijk zijn—as ze je bestelen +van alle kanten—bestelen an wicht—bestelen an kwaliteit? Is handel geen hàndel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Die andren heb ’k àltijd veracht—maar dat ik éens zou leeren joúw ongeluk te vergeten.…. +<span class="pageNum" id="pb292">[<a href="#pb292">292</a>]</span>dat je àltijd voor me zou blijven de man—bij—de—bascuul …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóó iets … Daar heb ik regulier verstomd van +gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan! Verwijt z’n ouwen vader dat-ie z’n +best heit gedaan voor z’n brood. Hij neemt niet as-ie krijgen kan! Hij geeft gewicht +toe! As je vader niet zoo gehandeld had, kon jij nou bedelen gaan! Og! Je zal ’t elk +jaar verdienen wat ze òns bestolen hebben! Is dat diefstal? Noem jij diefstal as je +voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen eerlijke Jood en geen eerlijke +Chris! De een steelt op die manier, de andere op die. Geen mensch is dief in z’n eigen +zak. Hoe wou jij handel drijven? En eet je d’r niet van mee? Is zelf te lam om te +werken en z’n ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k weg ga …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou jij weggaan? ’k Heb toch +niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je oud en wijs genoeg ben, zal je +begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet van je af—dan sta je binnen ’n jaar op straat.…. +Je mot ’n roofdier wezen.…. Anders trappen ze je ’r onder.… Zonder gèld ben je weerloos, +zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je niks! Heb ’k ’t niet voor +jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb293">[<a href="#pb293">293</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k Had beter gedaan ’r +niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. We kunnen vrindschappelijk van mekaar +gaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wil ik jou is wat zeggen? Als jij ’r zèlf over slaapt—heb-ie morgen spijt over wat +je nou allemaal gezeid heb.… Hij gaat weg! Nog in geen tien jaar! Wil je wat eten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. ’k Heb geen trek meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dan maak je maar trek! ’t Is aardig ongezond ’n heele dag met ’n nuchtere maag te +loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met aardappelen en ’n stukkie schapevleesch. +Zal ’k ’t warmen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Over wat straf jij je maag? Roos! Roosie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Roep u?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie effen warmen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee tante—ik eet niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wàrm jij ’t maar! <span class="stage">(<i>Rose af</i>).</span> As je de lucht ruikt, eet je wel.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb294">[<a href="#pb294">294</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heeft zij—gehuild?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me eigen kop! Kom, ’k zal binnen de tafel dekken …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen wonder. Je etensuur verleggen +en ’s nachts niet slapen! Nar! Groote nar! Wat heb je òp gedaan van nacht? Was je +ziek?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’k Kon niet slapen.… ben opgestaan.… Nacht vader—Nàcht vader!—Geef je geen antwoord?—Nacht.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g1.7" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="first"><span class="stage">(<i>staat op—bevoelt de pennen der luiken—bonst zich voor ’t hoofd</i>).</span> Hij was op vannacht—En—èn die mèid was op—Ze waren sámen op—Sámen—Waarvoor waren +ze op? Waarom heit de <span class="ex">sjikse</span> gehuild?</p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">(EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF). +<span class="pageNum" id="pb295">[<a href="#pb295">295</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="footnotes"> +<hr class="fnsep"> +<div class="footnote-body"> +<div class="fndiv" id="xd33e13605"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e13605src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> In het bijzonder in het <i>tweede</i> en in het <i>derde</i> Bedrijf zijn veranderingen van beteekenis aangebracht, die in het <i>Naschrift</i> aangeduid en gemotiveerd worden. <a class="fnarrow" href="#xd33e13605src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="g2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(De huiskamer van Sachel achter den winkel).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="g2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rose. Rafaël.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>binnentredend</i>).</span> Waar is vader? Waar is tante?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ze zijn nog niet terug uit de kerk. We zijn alleen—Goddank!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Huil je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Raak me niet an! Raak me niet an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hebben ze je.…? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, dat ik naar jou geluisterd heb!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Is ’r iets gebeurd? Wat dan?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb296">[<a href="#pb296">296</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie allemaal! O, o, dat ’k +sterven kon, dat God me zoo dadelijk liet doodblijven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>zich hysterisch opwindend</i>).</span> Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wìl door jou niet gezoend worden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te schateren! Ik, je tijdverdrijf.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Rose!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik, wat ben ìk! Ik die niks op de wereld heb—ik die me moet laten trappen door je +vader—door je tante—door elken jood die hier komt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Jóód?—Jood?—Waarom zeg <i>jij</i> jood?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Jood, jood! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n vreemde! ’n Vreemde voor je vader! +’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde voor den eersten den besten jood!—’k Ben máár +de Sjabbesmeid—ik mag de lampen opsteken—ik mag an ’t vuur kommen—ik met m’n vréémde +handen—ik, hun mèid, hun mèid! En jij—jij ben als de àndren—je ben ’n jood zooals +zij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>neemt haar hand</i>).</span> Wat verneder je jezelf.… Ik weet niet wàt de oorzaak is, dat je zoo <span class="corr" id="xd33e15080" title="Bron: opgeopgewonden">opgewonden</span> <span class="pageNum" id="pb297">[<a href="#pb297">297</a>]</span>ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, zoo grof … Maar, ik weet wèl, Rose, dat je dàt woord +nièt meer <span class="corr" id="xd33e15085" title="Bron: moe t">moet</span> zeggen. ’t Herinnert me an zoo’n boel. Nee, laat me je hand houen. Zóó zitten we +met de óúwe vertrouwelijkheid.—Toen ’k ’n kind was—met andere jongens wou spelen—scholden +ze voor jood—smàùs. ’k Wist niet waarom. Zij ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. Maar +’t dee pijn. Want als kind vroeg je jezelf: is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets +gedaan? Ben ik anders dan zij? Wat is ’n jood? Wat?… <span class="stage">(<i>begint met haar zilveren kruisje te spelen</i>)</span> Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie hebben Jezus gekruizigd! Ik klaagde. Moeder +zei dan: je moet er om lachen—je moet er aan wènnen.—Eens op school—’k had niet opgelet—trok +de meester me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stònd +’n uur in den hoek, ik, de eenige jood van die school en door m’n zotte tranen zag +’k de jongens die lachten—den meester, de banken.….. En ’n wrok kwam in me. ’k Had +dien man kunnen rànselen. Wáárom was ik ’n geteekende? Wáárom zeien ze jood?…—Zóó +begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in m’n jeugd. Zoo blééf ’t.—Moeder stierf. Den dag dat +ze begraven werd, gingen we achter de kist, vader, ik, m’n ooms, de vrienden. Op ’n +hoek van ’n straat stond ’n slager—’k weet z’n gezicht nog—die lachte.—„Daar gaat +’n dooie jodin”, hoorde ’k ’m zeggen.—Vader werd blind. Den eersten dag dat ’k ’m +leidde, liep hij tegen een man aan en die schimpte: „kijk waar je loopt, jood!”<span class="pageNum" id="pb298">[<a href="#pb298">298</a>]</span>.… Wil je meer? Is ’t genoeg. Hoor je dat ’t woord me niet heelemaal vreemd is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Rafaël.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken droeg, alsof jood-zijn +’n slecht ding is. Ik leerde, keek om me heen. En òveral zag ’k de wrijving—de vijandschap +van de rassen—de vijandschap van de ongelukkige godsdienstjes. Als man, lieve vrouw, +heb ’k dat gevoel van verbittering verloren, is er iets in me open gegaan, dat me +meelijden, innig meelijden heeft gegeven met wie jood-schimpen kàn. Doe ’t niet meer. +Nóóit meer. Hoor je, nóóit meer! Zie ons hier zitten—jij—’t is om te lachen!—’n christin—ik—hahaha!—’n +jood! Hoe kunnen wij twee, als we elkander in de oogen zien—an zulke dingen denken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Je heb gelijk—Jij ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was zoo wanhopig, zoo op! +En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Gezegd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Gisteravond zat ’k dáár, bij de deur. Aaron was hier, praatte met je vader, met je +tante.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Over z’n dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt—ik weet het, hahaha!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb299">[<a href="#pb299">299</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Je weet ’t.… O, ze halen je van me af.… Ik ben bang voor je vader, durf ’m niet anzien. +Alles hoort-ie in m’n stem.… Wat moet ’r van me worden! Als ze ’t begrijpen zetten +ze me op straat. Zij hebben rechten. Voor mij ’n ander. En dan? En dan? Ik wou dat +’k niet geboren was. Dat hoort God!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nou heb ’k je aangehoord. Zie je—ik glimlach. ’k Glimlach omdat je bàng ben voor ’n +meisje dat ’k niet ken, misschien èèns heb gesproken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zoo gaat ’t altijd bij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Bij ons.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet—gekoppeld an den zoon van Markus? Hadden +die twee mekaar ooit gezien? Hebben de vaders ’t niet in orde gebracht? Rafaël belieg +me niet!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ben ’k zoo week, zoo karakterloos dat je spoken ziet waar ze niet zijn, dat je maar +één oogenblik kan denken, dat ik.… ìk.… ìk! Hahaha!—Ik verkocht!—Ik die begìn te leven! +Ik hokkend met zóó’n vrouw! Ik bruidcenten tellend! Ik, ingezegend! Ik die geen jóód +meer ben! Ik m’n nek buigen!.… En gaan we niet hier vandaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Is dat waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Eergister heb ’k m’n vader gezegd, dat ’k niet langer blijf.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb300">[<a href="#pb300">300</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Meen je ’t? Méén je ’t? En gaan we vèr weg—waar de menschen ons niet kennen, jou niet, +mij niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wáárom zouen we vèr weg gaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we niet met trots komen +waar we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt lichter, domme meid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dus je neemt hààr niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ben ’k niet getrouwd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, ja, ja, we zìjn getrouwd! ’t Was alles malligheid van me—angst—wantrouwen! Zie +je, wanneer jij altijd bij me blijven kon—zoo dicht bij me, zou ’k lachen om de hééle +wereld—De wereld is slecht niewaar, niewaar Rafaël?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nog is ze ’t. Maar ’n nieùwe tijd breekt aan. ’t Was me zoo zonderling toen vader +me sprak van dat meisje—toen-ie belóófde dat ik—alleen de zaak mocht drijven—als ’k +blééf—als ’k hààr nam. Ik heb ’m verwonderd aangekeken. Hoe is ’t mogelijk dat twee +levens zóó van elkaar komen te staan—’t leven van ’n vader—’t leven van ’n zoon!.… +’k Heb ’m gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ’k weg moet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weg moèt? Zul je làter geen berouw hebben dat je gekozen heb tusschen hem en mij?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb301">[<a href="#pb301">301</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar op zijn schoot trekkend</i>).</span> Ik kies niet tusschen joù en hèm! Jij ben ’n deel van m’n leven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hij is blind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Maak je geen verwijten. Ik kàn je niet alles zeggen—wil ’t niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Heb je ’m niets verteld van òns?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nòg niet. Eerst als jij ’t huis uit ben. Eerst dàn. Jij zou hun schimp, hun haat niet +verdragen. Je kent ze niet. Niet zooals ìk ze ken. Krijg ’k nou, groot, achterdochtig +kind, wat ze in de boeken noemen: ’n verzoeningskus?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Tien! <span class="stage">(<i>zij wil hem omhelzen—hij houdt haar tegen</i>)</span>.… Wat kijk je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar kruisje aantikkend</i>).</span> Naar dàt. Gister droeg je ’t. Vandaag draag je ’t weer. En we hadden afgesproken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Dat hadden we.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> En?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> ’t Is de eenige herinnering aan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Praat uit.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Aan m’n moeder die ’k niet gekend heb.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb302">[<a href="#pb302">302</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Alleen an haar?—Hoor je niet wat ’k vraag?—In geen twee maanden heb ’k dat—dat—souvenir +aan je hals gezien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Toen ’k hoorde dat ze jou wouen koppelen—aan de dochter van Aaron—heb ’k—wees ’r +niet boos om!—den heelen nacht liggen huilen—met m’n moeder gepraat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Enkel met je moeder?—Waren ’r geen àndere herinneringen aan dat—aan dat—aan dat dingetje +verbonden?—Je antwoordt wéér niet, Rose—Heb je ’r bij liggen bidden?—Ja, natuurlijk!—En +durf je dat niet te zeggen? Is ’t al zoover, dat ik de kleine tyran ben, voor wien +jij zulke vrééselijke zaken verborgen houdt? Jij gans! Jij, onnoozel kind!—Mag ’k +’t loshaken?—Loshaken vóór je me zoent?—<span class="stage">(<i>zij knikt</i>)</span>—Zou jij, als ze dien armen, grooten jood—INRI!—dien Koning der joden, niet aan ’n +kruis, maar aan ’n galg doodgemarteld hadden, zou jij dan ’n zilveren galg, in plaats +van dat op je borst dragen?—Denk jij, altijd aarzelend kind, dat de rijke jood <span class="stage">(<i>houdt het kruisje voor zich uit</i>)</span>, dien ze op dit latwerk, naast misdadigers hebben gepijnigd, denk je, dat-ie ook +maar één woord zou hebben gesproken, als-ie had kunnen voorzien?—voorzien de verwoesting, +de domme vijandschap …? Asjeblief … <span class="stage">(<i>overreikt haar het crucifix</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hou jij ’t.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb303">[<a href="#pb303">303</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. ’t Is ’n aandenken van je mòèder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bewaar jij ’t. Als ’k jóu heb, heb ’k geen aandenken noodig.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>het in z’n zak stekend</i>).</span> Laten we zeggen ’n talisman—en ’n teeken—van hoe ’t misschien—misschien—eens overal +zal gaan<span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Elk huis z’n kruis zeggen ze. Elk huis zònder kruis—maar mèt genegenheid voor <span class="ex">anderen</span>, willen we hopen. Nou? Moet ’k nog lang.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Lieve, beste Rafaël.… <span class="stage">(<i>wil hem omhelzen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar weer tegenhoudend</i>).</span> Nee, even nog! Zul je nooit meer ’t woord uit je mond laten vallen, dat je daar straks +in je boosheid gezegd heb? Nooit weer zoo klein zijn voor jood te schimpen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Nooit meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goed. ’k Neem de belofte van je lippen. En die neem ’k nog eens. Want ’n tweede keer—’n +tweede keer, versta me wel—zou ’k ’t niet als ’n boosheid, niet als ’n domheid voelen—maar +als iets anders—dat ons sterker van mekaar zou halen—dan—dan bedrog of overspel. Begrijp +je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik begrijp alleen dat ’k van je hóú.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Houen is niet genoeg, Rose.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb304">[<a href="#pb304">304</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Houen is alles! Als jij zooveel van mij hield als ik van jou, zou je niet langer praten. +Nee. Nee. O, nou zou ’k kunnen zingen! <span class="stage">(<i>even weifelend, dan in beving van vreugde</i>)</span>.… Want Rafaël, lieve Rafaël—’r is nòg iets, dat ons bindt—iets zoo angstigs en heerlijks—de +gedachte aan ons kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>verrast</i>)</span>.… Ons kind—ons kìnd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>met zachte verrukking</i>)</span>.… Ons kind … <span class="stage">(<i>vat zijn hoofd tusschen haar handen, kust hem</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rebecca. Rafaël. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>driest</i>).</span> O!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is niet de gewoonte ergens binnen te sluipen..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Sluipen? ’k Heb geklopt—een—tweemaal. Jij hoorde niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>).</span> Ik kom niet voor handel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Niet voor handel? Ei, wel!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Vàder zei me hierheen te gaan …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb305">[<a href="#pb305">305</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Je vader? Vierde gebod!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Rafaël!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk-spottend</i>)</span>.… Je vader.… Dat ’s <span class="corr" id="xd33e15406" title="Bron: Aáron">Aaron</span>, de koopman. Ga zitten—laten we hàndlen. ’k Heb afval te koop—afval van ’n vòlk! +Voor éeuwen sprak Bil’jam—de Eeuwige heeft hem ontmoet; wéet je nog: hoe de Rebbe +’t leerde?—„Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe woningen Israël! Als beken alom +verspreid, als hoven aan een rivier, als de aloës door den Eeuwige geplant, als cederen +aan het water”.… Ga zitten Rebecca. De heugenis der tijden is groot. Uit Egypte zijn +we gevoerd. In de woestijn Sinaï waren we gelegerd.—Ik erf dit àlles, de bergplaatsen, +den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie, +is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef van alles? Laten we handlen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>).</span> Je doet zoo vreemd.… Je maakt me angstig.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin <span class="corr" id="xd33e15421" title="Bron: Aäron">Aaron</span> zijn vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók—Aaron, Aaron-de-priester! Je kan koken +en braden—èn ’n doodshemd <span class="stage">(<i>zegt tante</i>)</span> naai je zoo rad en zoo net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me gaan! Laat me gaan!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb306">[<a href="#pb306">306</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>met stijgende verlegenheid</i>).</span> Heb ik wat misdaan, dat je zoo, zoo.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe zou je misdaan kùnnen hebben? +Wàar was ’t? ’t Was in ’t huis van je vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot +jou. Woorden, woorden van èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen. +Je handen zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. <span class="ex" lang="und">Poere oerewoe oemieloe es hoöres</span><a class="noteRef" id="xd33e15452src" href="#xd33e15452" title="Ga naar noot 1.">1</a>—gaat en vermenigvuldigt je—En ’n kind—hàhà!—is ’n weelde, ’n kind groeit uit de aarde +als ’n plant met enkel knoppen van vreugd!—Wat breng je mee? Drie, vier of vijf? Als +m’n vader drie neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, neem ik vier! Neemt +hij vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik heb ’n ding dat ziel +heet. Dat krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef.… O Rebecca, we kunnen +als tortels zoo gelukkig met elkander zijn.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me gaan, Rafaël. Ik kan je niet hooren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>driest</i>).</span> Hoor wat zij zegt—zij, de <span class="ex">sjikse</span>, die zich scháámt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>vernietigend</i>).</span> Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag.…. Wees indachtig dat je de Sabbathdag heiligt! +Ga nog niet heen Rebecca. Je naam is lief en zoet—om zachjes te zeggen.… Rebecca.… +Rèbècca.… Moeder van Esau en Jacob.… Weet je hóe Jacob zijn broeder bedroog, zijn +blinden <span class="pageNum" id="pb307">[<a href="#pb307">307</a>]</span>vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t vel van een geit meegebracht voor mijn +handen en hals?—Ah, we zijn voor elkander geschapen, bestemd Israël te doen voortleven, +Israël weer groot te maken!—Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn kostbaarheden, sieradiën +in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn. Alles. De grond waar we +op staan, de zonnestralen, de stofdeeltjes, het rek met <span class="ex">tefillem</span>. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen vijf mee? Voor drie doen we ’t niet—m’n +vader en ik! Voor drie zijn we bekòcht—m’n vader en ik! Voor drie, verbinden we ons +niet, m’n vader en ik! Met drie, hebben jùllie ’t voordeel, joùw vader en jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Ik hecht aan geen geld, Rafaël …</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i><span class="corr" id="xd33e15497" title="Bron: Rosa">Rose</span> af</i>).</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis—hier niet, in de heele stad niet!—O?—Huil je? +Rebecca-lief, huil je? Wat doen tranen bij hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca.</span> Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.… Ik zal weer gáán … verlang +niks van je, niks …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e15510" title="Bron: ,">.</span></span> Ga, ga, Rebecca.… Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld! Ween niet. Ik voorspel je: +je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik ben geen driéduizend waard.—Geef me je +hand. Je ben nog zoo jong. ’k Wou dat ’k wat voor je dóén kon.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb308">[<a href="#pb308">308</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Nee, niks.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ja—ja—’n ráád—iets dat je moet onthouen voor làter—voor veel later.… voor.… Dwaasheid!—Hoe +kan ìk je raden? Ik ken je niet, zag je maar ééns, weet nauwlijks de klank van je +stem, den glans van je oog.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca.</span> Goeiendag.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeiendag, Rebecca!—<span class="stage">(<i>een stilte. Hij zit even nadenkend</i>)</span>—Rose!—Rose, ben je toch heengegaan!</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i>af</i><span class="corr" id="xd33e15537" title="Bron: .)">).</span></p> +</div> +</div> +<div id="g2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rebbe Haëzer.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee ze is ’t toch niet.… Kom u binnen. +Wees u voorzichtig.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Pas op voor de drempel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hier ken ik de weg—heel precies—heel precies. Help me maar niet. ’k Ben niet gewend +geholpen te worden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Is Rafaël niet thuis?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb309">[<a href="#pb309">309</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie maar blijven. Dan ken +Sachel u verder vertellen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen hart in die jongen. Z’n +vader behandelt-ie as ’n stuk vuil. Erger nog. En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor +wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag! Geen uur vrede, geen uur rust.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij de hand gehad. Jeùgd. +Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld tegen ingaan. Geweld bederft. Ik +ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m niet zien groeien? Kwam-ie niet uit zichzelf +bij me, als-ie iets kwaads had gedaan? Weet je nog hoe-die me gebiecht heeft van die +appel—die appel—op Groote Verzoendag.—Geen hardheid.—Geen groote woorden.—Geen geweld.—Hij +gaàt niet heen.—Hij troùwt de dochter van Aaron.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heb ik gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik voel ’t anders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja, vroéger.—<span class="corr" id="xd33e15574" title="Bron: zooas">Zooas</span> ’t staat in de boeken van Mozes—vroeger kon je ’n zoon dwingen—dat was recht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gekkigheid—gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit en niet achteruit. +Vroeger werd een ongehoorzame zoon naar de poort van <span class="pageNum" id="pb310">[<a href="#pb310">310</a>]</span>de stad gebracht en gesteenigd. Dat weet ik wel, gekje—maar we hebben geen poorten +meer—je màg niet met steenen gooien. Elke ruit kan je betalen. Andere tijden: andere +zorgen, andere dwàng. Eer we drie maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar +later kom ’k op de <span class="ex">brezemiele</span>. Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n kleinzoon. Hahaha! Ja-ja, je doet +veel beter je zorg weg te lachen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e15588" title="Bron: Ester">Esther</span>.</span> .… Groot gelijk, mijneer de Rebbe … Met de dag wordt-ie zwaartillender—en nou is Rafaël +’n lastige jongen, maar overleg is ’t halve werk. Zal u wat gebruiken? Koppie koffie +met kiks?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Met twéé stukken kiks.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e15599" title="Bron: Ester">Esther</span></span> <span class="stage">(<i>in de deur.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Roosie! Roosie! Breng je de koffie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven—ik zal me met niks meer bemoeien—en—en—en +’k weet ’n vroúw voor je—’n vroúw die wat meebrengt—’n goeie vrouw—hij hield z’n mond—hij +hield z’n mond.—Zeg je niks, zei ik—en ’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op de +ruit.—Dat doet-ie méer—’k Weet precies wánneer ie ’t doet—Ze brengt wat in, zei ik—ze +heeft wat te wachten.—Toen lachte-die.—Waarom làch je, zei ik.—Toen lachte die hàrder +en kwam op me toe—en pakte m’n hoofd beet: vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die—en +toen liet-ie me staan—anders zei-die niks—anders niks.—Nou vraag ik.—Daar <span class="pageNum" id="pb311">[<a href="#pb311">311</a>]</span>zit iets tusschen.—Dat kan zoo niet.—’t <span class="corr" id="xd33e15614" title="Bron: is">Is</span> ’n gruwel wat me gebeurt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet toegeven aan je achterdocht, aan die angst om +òveral spoken te zien waar ze niet zijn. Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob +stal zijn zegen. Heeft-ie geklaagd? Hij zegende Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot +kind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sust!.… De meid.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is me zoon thuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar is-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Boven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is-ie thuis gebleven, terwijl wij na de kerk waren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.… Ja.… ’n Poosje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hoe lang?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat vraag je die meid toch?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb312">[<a href="#pb312">312</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bemoei je ’r niet mee!… Hoe lang? Nou? Hoelang?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat weet ’k niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo—Was ’r niemand anders?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid!.… Was ’r nóg iemand hier, Roos? Laat +’m maar brommen—Was ’r nog iemand?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Nee. ’k Heb niemand gezien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En jij heb iemand de deur zien uitgaan, toen wij thuis kwamen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen? ’k Sta wat met ’m uit, mijneer de Rebbe! +Blaas nou nog ’t licht onder de koffie uit—en steek ’t op Sjabbes nièt meer an—hoor +je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat doet me zoon boven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weet ik niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Weet ik niet? Weet ik niet!.… Ik weet meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verschrikt</i>).</span> ’k Heb ’m niet gezien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat ’m toch praten.… Geef ’m geen antwoord.… Je ken ’m lang genog—Hier neem ’n stuk +kiks mee.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb313">[<a href="#pb313">313</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee, dank u.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw op je gemak. <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e15712" title="Bron: Rosa">Rose</span> af</i>).</span> Zoo’n meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie meid! Je ken +alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben me zoo’n <span class="ex">sjikse</span> gehad. Heit u ’m nou bijgewoond, mijneer de Rebbe? En zoo handelt-ie met iedereen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer as jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goed. Goed. As je maar niet lastig ben.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.… En waar blijft onze vriend?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Zal ’m roepen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor ’n vèrre boodschap.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin! Hindert ze jou, hindert ze +mijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze hindert mijn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Maak ’r dan een—Ik vertrouw d’r niet—<span class="pageNum" id="pb314">[<a href="#pb314">314</a>]</span>Ze staat me niet an—Ze ken luisteren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Is of me staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta wat met ’m uit. Me +laatste cent zou ’k die meid geven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jouw laatste cent? Mot die niet uit mijn zak kommen? Ik heb ’r me reden voor—ik wil +dat je ’r wegzendt.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft ie niet. Je moet die zaken zonder vreemden +behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n <span class="ex">sjikse</span>—vertrouwen kun je ’r nooit. Wat niet eigen is, wordt niet eigen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen boodschappen laten doen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Zendt ’r na d’r moeder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen moeder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Na d’r vader!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen vader.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Na d’r oom, d’r tante.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen familie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Geen moeder, geen vader, geen familie—<span class="pageNum" id="pb315">[<a href="#pb315">315</a>]</span>dan ben ik uitgepraat.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen korrel heit ze gesnoept +zoolang ze bij me dient. Je ken me daar ’n meid zonder reden wegzenden. Waarheen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor mijn part na de duivel! Stuur d’r na Meijer—dat-ie morgen hier komt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Meijer … Meijer … Da’s ’n vol uur weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Doe wa’k je zeg. Morgen, tegen één uur, mot ’k Meijer spreken. De rest komt ’r niet +op an.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je d’r ’n plezier mee, lastige ouwe? Je zal je zin +hebben!</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> +</div> +</div> +<div id="g2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Haëzer.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet—wat ik weet. Ze mot heelemaal weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> De meid.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je <span class="pageNum" id="pb316">[<a href="#pb316">316</a>]</span>voor die geen andere nemen? Praat nou ’s over iets anders—wees wat opgewekter. Ik +begrijp wel dat je ongeluk je—somber maakt. Maar de Eeuwige, onze God, wil wat hij +wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn grootheid.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Grootheid.… Grootheid.… ’t Is moeilijk God gróot te denken as je door je ooren en +je vingertoppen mot zien.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la.… Niet zoo doorslaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Maar met die meid is ’t wat ànders. ’r Gebeuren dingen onder me dak—dingen—ze bedriegen +me.—’k Heb ’r gehoord—laat in de nacht—en—en.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Haëzer. Esther. Rafaël.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zoo. Nou kennen me knuf-knuf praten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Dag Rafaël, dag bèste jongen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span></span></span> <span class="stage">(<i>begrijpend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> O.…—’k Heb u in làng niet gezien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> In lang niet, nee.—Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje.—Wel, wel, wel, je krijgt ’n +héélen baard.—Nee, geen melk.—Schuif wat bij<span class="corr" id="xd33e15866" title="Niet in bron">,</span> <span class="pageNum" id="pb317">[<a href="#pb317">317</a>]</span>Sachel.—Zoek nou over de heele wereld, over de heele, hééle wereld—en nèrgens vin +je die goeie, prettige, joodsche huiselijkheid. Die vin je alleen bij óns. De christenen +verstaan ’t niet. Die kennen geen Sjabbesavond, die wéten niet wat fámilie is. Waar +of niet? Bij ’n Christen ben je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze +om, ’t blijft vreemd. Elke jood is ’n stuk van je familie—en ’n jood begrijpt je, +die voelt met je mee, daar vin je iets in van je eigen huis.—Dat ’s ’n héél fijne +kiks—kan òok alleen maar ’n joodsche vrouw.—En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld?—de +wereld is groot.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Wou dat u sprak met m’n zoon—’k heb u verteld.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ja-ja-ja—Zóo gewichtig is dat niet! Strakjes. Strakjes. Niewaar Rafaël, wij vliegen +mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je geen houvast meer! Hahaha! Tja-tja.—Smakelijk +lachen is alles. Daar frisch je zoo heelemaal van op. Slaat daar niet ’n deur?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat ’s de meid die na Meijer gaat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Heb gesproken over Rebecca.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op z’n pootjes terecht. +Alles. Niet <span class="pageNum" id="pb318">[<a href="#pb318">318</a>]</span>zoo doordrijven. Niet zoo haastig gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoon heeft ’n wil—en +voor de wil van je zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet behandelen als +’n kind. Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m niet groot zien +worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met Rebecca te trouwen, dan moet +je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot van rekening trouwt Rafaël en +trouw jij niet, gekje.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat zeg ik ook. Hij praat asof hij de bruigom is. Nar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n joodsche eigenschap. Zoek +’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n jood is matig, ’n jood brengt ’t tot +hoogen ouderdom. Zouen we anders, na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn? +Wat zeg jij, Rafaël? Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd. +Neem ’n voorbeeld an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben—maar je moet +niet na m’n haar kijken<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Drink is uit, meneer de rebbe.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie—och, ze vallen zoo dikwijls +voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om te hebben—die kwestie, wàt was ’t ook +weer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> M’n zoon.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb319">[<a href="#pb319">319</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la—’k weet ’t al—hij wou graag wat van de wereld zien en nog niet trouwen.—nog +niet trouwen. Wel, wel, wel.…. En hoe zit dat zoo, Rafaël?.….. Je vader is ’n gekje +en jij ben ’n gekje. Jullie zijn twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander +moeilijk maken? En jij—jij met je gezonde oogen—jij die ’t licht ziet—en de hééle +wereld—hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg—wat is wèg? Kijk +je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp alleen?—Weg, wat is weg? Wèg, dat +is zijn bij andere menschen. Gekje, gekje, vin je óóit weer ’n huis, waarvan je elk +meubeltje ken, élk hoekje<span class="corr" id="xd33e15915" title="Niet in bron">,</span> èlke balk, èlke schaduw<span class="corr" id="xd33e15917" title="Bron: .">?</span> Kijk is rond. Je jeugd vergeet je nooit<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel, bij, bij, bij wat je +maar wil? Weg, dat is breken, breken met de scheur in die balk, met de stoelen waar +je over klauterde toen je ’n kléine dreumes was.—En onder die lamp hebben we samen +gezeten. Weet je nog de <span class="corr" id="xd33e15922" title="Bron: twéé-en twintig">twéé-en-twintig</span> letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers … hahaha! En dan viel de snuif uit +m’n neus op ’t gebedenboek—dat heb je me làter verteld—en je moeder zat dáár—die luisterde—die +lachte omdat jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die aan ’t huis Levi toebehoorde—in +de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen—weet je nog? Wat wil je gekje? Wat krijg +je in de plaats als je weg gaat? Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de +Sjabbestafel dan denk je an de Sjabbestafel thuis, an je blinden vader <span class="corr" id="xd33e15925" title="Bron: diezelf">die zelf</span> <i>brooge</i> moet <span class="pageNum" id="pb320">[<a href="#pb320">320</a>]</span>maken, zelf <i>benchen</i>.—En kom je bij chrístenen en is ’t Vrijdagavond dan verlang je naar je soepje èn +je pudding—èn naar de kast—èn naar de lamp—èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt, +tikt ze nergens. Hoor!—En geef me nou nog ’n kopje.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zie je—nou lacht-ie zelf.—Malle jongen. Jij trouwt Rebecca—en ik dans op de bruiloft.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeie ouwe rebbe, God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan niet. Nou niet. Later +niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Daar heb je ’m wéér! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la! La-la-la.—Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik vraag alleen: waàrom +niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen ben je te boven. Nooit heb ik ’t +je lastig gemaakt. Dat wéét je. Je ben ’n heele tijd niet in de <span class="ex">Schoel</span> geweest—’k heb je niets gevraagd—ik dwing niet.—Maar noù, maar nóu.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Vraag ’t m’n vader.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij wil wèg—hij wil weg—om—om—om ’n kwestie van hàndel—om—om—nooit heb ’k handel ànders +voor me gezien.… Maar hij liégt—ik héb toegegeven, àlles toegegeven—en hij wil niet.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb321">[<a href="#pb321">321</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Zoo. En nou jij—gekje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hij heeft gelijk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wat hoeven we dan nog te praten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als ’k—als ’k àlles vergeet wat ’k hier—wat ’k hier—van hàndel gezien heb, dan nog +kàn ’k niet, wil ’k niet—want handel en bezit—werken alléén om bezit—werken van ’s +morgens tot ’s avonds om géld na je toe te halen, géld, géld—dat zou ’k niet kunnen, +dat is spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van anderen—èn—èn—o, goeie rebbe—waarom +zeg je ’t niet in de kerk—dat strijdt tegen de wetten van Mozes.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten gehad. Handel—bezit—in +strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat wordt ’n theologisch gesprek. Maar dat +mag ’k wel. Daar kan ik van leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n pijp bij +opsteken. Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet! Zoó. Laat nou is hooren. +’k Zit er voor …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen, veranderen we ’t tegenwoordige +niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel, héél handig!—Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a gezegd—zeg nou ook b. En +als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de val. Hahaha! <span class="pageNum" id="pb322">[<a href="#pb322">322</a>]</span>We zitten gezellig, niewaar—we hebben allen tijd. En zoo volgen we ’t goeie wegje +om jou radikaal van je malle ideetjes te genezen. Kom, gekje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wil je? Goed. Kijk—op ’n dag kwam ’k ’n—’n—làmme tegen. Hij kon zich niet bewegen, +niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op dezelfde plek, dreef handel. Want +hij sprák en hij dácht.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zeg maar ’n blinde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> .… Hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht ’k over die ongelukkige +na, begreep ’m niet. Hij was geloovig …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ja—ja—maar daar zou je ’t niet over hebben.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e15999" title="Bron: ,.">.</span></span> .… Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te weten. Ik las van ’n volk dat +groot was geweest in kracht en in moed en in krijgsroem. Ik las van ’n volk dat tabernakels +gebouwd had en grond verdeeld voor een ieder gelijk. Ik las dat geen renten zouden +opgeleid worden aan den arme.… dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard braak +zouden liggen om de behoeftigen te steunen—dat landerijen niet voor àltijd zouden +verkocht worden—„want Mijn is het land en gij zijt slechts vreemdelingen bij Mij”—dat +’r ’n jubeljaar zijn zou en ’n lossing.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb323">[<a href="#pb323">323</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> En zooveel meer!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> En de hàndel, gekje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel goed. Heel goed. … Een sterk gebeende ezel, niewaar? Hahaha! Aardig beeld. Vin +je ergens mooiere beelden dan in ons wetboek?.… Maar, gekje, je had ’t onder leiding +moeten lezen. Nou heb je hiér wat opgevangen en daar wat en ’t rèchte weet je niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél tevreden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Welke leéring is ’r te trekken uit wat niet meer leeft?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Niet meer leeft, gekje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ’k was in ’n dóóden tijd? Is ’n kerkhof ’n wandelweg +voor levenden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n godsdienst levend. Met +letters kun <span class="pageNum" id="pb324">[<a href="#pb324">324</a>]</span>je vechten, met letters kun je goochelen. Met letters bewijs je dat groen geel en +geel rood is. Met letters.… Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Ja! Getuigt niet +Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met schapen, runderen, +zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en ezelen? Gèèn bezit? Getuigt Mozes +niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn bezit? Met letters.… De géést.… De géést alleen—de +jóódsche geest … We gaan niet achteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug kon +komen en God’s wetten opnieuw schrijven—dan zou-die—dan zou-die—wat-ie zou wèten we +niet—maar dan zou-die, en dát kun je wel voor zeker aannemen—dan zou-die heel wat +òngeschreven kunnen laten wat goed was voor een nomadenvolk dat zich vestigde en niet +meer zoo héélemaal goed voor.… voor ’n volk dat vrij leeft in ’n christenmaatschappij.… +Maar ’t lévende, ’t lévende deel—de joodsche geest.… de jóódsche geest.… zou die ònveranderd—ik +zeg ònveranderd laten.… En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in wijze +boeken. Die zien ’t oppervlak, de huid, ’t uiterlijke—en—en—’t goddelijke voelen ze +niet.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik voel ’t goddelijke van <i>mijn</i> tijd, ’t goede ’t schoone, ’t slechte.… Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst, +èlke eeuw ànders wordt, ànders door—door—hoe zal ’k ’t jullie zeggen?—door ’n maatschappij +die zich verandert. Ik voel dat de geest waarvan ù spreekt vast gebonden is aan ons +<span class="pageNum" id="pb325">[<a href="#pb325">325</a>]</span>volk in zijn opkomst—ik voel dat we ons ghetto moeten verbreken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto? We leven niet meer +in ghetto’s, gekje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij praat as ’n kind. Allemaal <span class="ex">schtos</span>! Hij praat as, as ’n risschesmaker—de joden maken tegenswoordig de grootste <span class="ex">rissches</span> zèlf.…<a class="noteRef" id="xd33e16061src" href="#xd33e16061" title="Ga naar noot 2.">2</a></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen waar je wil? Ben je niet +net zoo goed burger als ieder ander? Heb je geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen? +<span class="stage">(<i>met climax</i>)</span> Wordt Eleazar niet aan ’t Hof ontvangen met éérbewijzen<span class="corr" id="xd33e16072" title="Niet in bron">?</span> Wat wil je met je ghetto?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken.—Aaron kan hier zijn, elk +oogenblik.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t ghetto.… En nou jij weer.—Nee, +’k blijf bij één kopje.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ghetto? Dat ik ’t aan ’n rebbe zeggen moet! Ghetto? Hebben jullie me niet groot gebracht +in léúgens van ras en geloof?.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb326">[<a href="#pb326">326</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Leugens? Dat pàst je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Leugens?.… Leugens?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur aanraken, de lamp +opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen christen-dienstmeid voor? Gaf je +me àndere vrienden—toen ’k ’n kind was—dan joden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool +geweest? Werd God me niet geleerd, God, God—door ’n jóód?.…<a href="#n76"><sup>2</sup></a></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Laat ’m uìtspreken.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ghetto?.… De poorten zijn neergehaald, de muren zijn gesloopt—de grachten zijn gebleven—de +grachten van ònze en hùn haat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Hùn haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben ons uit de ghetto’s +gelaten—we zijn tóch bij elkander gebleven. We hebben elkaar opgezocht. We hebben +ons uitverkoren gevoeld—nee, schud je hoofd niet—stràks heb je ’t zelf gezeid.—We +hebben ze als vréémden beschouwd, als vréémden behandeld. Hùn vrouwen hebben we … +hebben we betááld—de onze getrouwd!<a href="#n76"><sup>3</sup></a></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Dat is ’n leugen!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb327">[<a href="#pb327">327</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> God hoort me getuigen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gelogen! Driedubbel gelogen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waarom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom lach je niet meer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatste geduld doet verliezen! Omdat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Schaam je! Ben jij ’n jóód?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Nièt meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader verlaten—je weigert als +’n goed zoon te trouwen—je beschimpt ons volk—je staat in opstand tegen onzen God, +den God van Israël, die genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die wráakzúchtig +is!… „Gij zult.… Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben!”</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goden?.… Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend? <span class="stage">(<i>Slaat het raam open</i>).</span> O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r uit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Jij ben gek—jij ben gèk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen met kamers. En ginder. +En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen met kamers en menschen. Overal menschen +met gòden. Hahaha! <span class="pageNum" id="pb328">[<a href="#pb328">328</a>]</span>Hahaha! Zie dan neer, God, door dit gat. Zoo is ’t op je hééle wereld. Zoo zitten +ze overal, elkander plagend, elkander ophitsend, elkander beliegend. Zoo verdorren +ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, bij hun kleine gepraat over uw grootheid! +Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in uw naam, vervolgend in uw naam, vervloekend in +uw naam! O, die kamers, die benauwde, heete, wanhopige kamertjes, waar geen frischheid +binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren geel wordt, waar de longen hijgen! Laat +me spreken, rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met je spot! Nou ben ik de +prediker, ik die geen jood ben, geen jood en geen christen, ik die God voel in het +licht van de zon, in de geuren van den zomer, in den dauw van ’t veld, in het glanzen +van het water, in, in—de bloemen op ’t graf van mijn moeder.—Neergesmeten heb je ze, +vader. Neergesmeten bij ’t stof van je vodden!—O, ’k heb meelij met jullie, meelij +met je kleine getob, meelij met je ghetto’s, met jùllie ghetto, met hùn ghetto, meelij +met de kamer hier en de kamers rondom, meelij met al de goden die geen goden zijn—want +de wàre God moet nog komen, de God van de nieuwe gemeenschap, de gemeenschap zònder +goden, zònder slaven.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus—dus—as ’k begrijp—as ’k begrijp—’t vlamt in ’t donker van m’n hoofd—as ’k begrijp—dan +wil jij heen—dan—dan trouw jij Rebecca niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hier was ze straks—en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb329">[<a href="#pb329">329</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Rafaël.… Rafaël.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Sust! … Sust! Laat mijn spreken … ’k Heb zoolang gezwegen.… Je heb ’r geweigerd.…. +Ze was hiér … .… Dan heit die meid gelogen.… die meid.… dan … dan.… heit die meid +gelogen, wèèr gelogen.… dan … dan.… Wát is ’r tusschen jou … en die meid … tusschen +jou en die slet?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Die slet!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je ben samen op geweest eergisternacht—’k heb je gehoord.—En straks—straks—<span class="stage">(<i>staat woest op met gebalde vuisten</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sachel!… In Godsnaam!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel<span></span></span> <span class="stage">(<i>ineenzakkend</i>).</span> Vloek! Vloek over m’n ouwen dag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is waar. Ik ontken ’t niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd hebben. Ik aarzelde: +dienzelfden dag zou je haar uit je deur getrapt hebben, háár—mijn vrouw.. Nou weet +je ’t vader, dat ’t zijn móét.</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> +<p><span class="pageNum" id="pb330">[<a href="#pb330">330</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="g2.7" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Haëzer. Esther. Sachel.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Vloek, vloek, dat ’k dat alles mot ondergaan! Vloek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Sachel! Sachel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Lag-ie begraven bij z’n moeder!</p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">(EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.) +<span class="pageNum" id="pb331">[<a href="#pb331">331</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="footnotes"> +<hr class="fnsep"> +<div class="footnote-body"> +<div class="fndiv" id="xd33e15452"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e15452src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Genesis 1:12: <span lang="he" class="hebr">פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ</span>—Bewerker. <a class="fnarrow" href="#xd33e15452src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> +</div> +<div class="fndiv" id="xd33e16061"> +<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e16061src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">2</a></span> Rissches: aanstoot. <a class="fnarrow" href="#xd33e16061src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">↑</a></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde pakhuizen<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en Sachel.)</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="g3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Staat ’r niemand in de poort?.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hóór ’k dan niks?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop wezen. Jouw zoon.…. +jouw zóón godbeter!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is naastan niemand thuis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat vraag je ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over Sjabbes bij d’r dochter. We +hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. Anders wist morgen de heele <span class="ex">kille</span> wat voorgevallen is.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb332">[<a href="#pb332">332</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Asof ze ’t morgen toch niet weten—van—de rebbe—en van hem—en van die meid!—Die meid! +Waar blijft die meid?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles gezeid heit, dat ze niet +meer durft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop kenne krabbe! As ’k maar kon. Jouw zóón die +zich afgeeft met zoo’n del! Jòuw zoon onder jòuw dak! ’t Hoogste woord heb je ’m laten +voeren. Heb je ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb ’k je niet honderdmaal +gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen liet sappelen? Nou krijg je ’t met +rente terug. Met woekerrente. Nou oogst je! ’n Zoon die zich vergooit, ’n zoon die +de rabbijn as ’n kwajongen behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof van z’n +vaderen. Weet-ie ’r veul van! En wat ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n Engel, ’n +huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie verstaat—heit ze ’t niet bij d’r +vader geleerd tot in de nagels van d’r duimen?—’n rechtschapen meissie—die smijt-ie +weg voor oud-vuil om zoo’n lellebel die nog geen aardappel schillen ken, die geen +hemd an d’r lijf heit, die van handel zooveul weet as de rat die daar gaat.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ging ’r ’n ràt? .….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie—’t water in. Afgeloopen.—Dat serpent! Overmorgen +verwijt z’m z’n geloof, scheldt z’m voor jood! Jood en Chris gáát niet samen. Z’n +vróúw! Og! Trouwen! <span class="pageNum" id="pb333">[<a href="#pb333">333</a>]</span>Og! Die jongen is niet wijs, <span class="ex">die mot opgesloten worden</span>.—Je zel ’r van beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n +praas heb—jij—dat je nóú niks zeit, hè?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Laat me met rust—Ik ben kapot—Ik ben op.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Most mijn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk! Laat ze is om d’r goed +kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht +gemaakt? Wie heit ’m angehaald? Keek-ie ooit na ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen +as de jongens van Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r streken ingepalmd? Kreeg ze +voor mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Schreeuw zoo niet.… Denk an de buren.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal d’r me één ongelijk geven? +Nou heb je je zin—As ìk wat zei wer ’k afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote +bek. En hij? Hoeveel keer heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt +je toe.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou op. M’n kop staat ’r niet na.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> De schande—de schande in de <span class="ex">kille</span>.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb334">[<a href="#pb334">334</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!.…. Dat pestgezicht!.…. Gister gaf ’k ’r nog +’n afgedragen japon. Hoe kom ’k zoo gek! Maar ze neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Daar is iemand.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee. <span class="corr" id="xd33e16312" title="Bron: je">Je</span> maakt me zenuwachtig. Laten we naar binnen gaan. ’t Wordt donker.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet terugkwam—wegbleef—voorgóéd +wegbleef.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Groot verlies! Liever geen zoon—asoo een.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij—jij ken dat zeggen—màkkelijk zeggen—jij heb nooit ’n kind gehad. Wat heb ik voor +vreugde—voor afleiding—as.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther<span></span></span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>)</span>.…. Huil je, Sachel? Sachel? Jij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee, wie praat van huilen! Ik zeg dat z’n stem.….. Maar dat begrijp je niet—dat ken +jij niet begrijpen—Wàt begrijp jij wel? Steek de lamp an! Nou dan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb335">[<a href="#pb335">335</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="g3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Aaron.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zit je daar Sachel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat mot je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’t Is wat <span class="ex">scheins</span>.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat is ’r <span class="ex">scheins</span>?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat met je zóón.……</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Gaat jou dat an?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Vraagt na de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou ’k denken. Og, wat ’t +mijn angaat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met jou heb ’k niks te maken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Je zoon is ’n ploert en ’n.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> D’r wordt je niks, niemendal gevraagd.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron<span class="corr" id="xd33e16393" title="Bron: ..">.</span></span> Waren we accoord—ja of nee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee. Niet met de wol. Niet met me zoon. Niet met me zoon. Niet met de wol.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb336">[<a href="#pb336">336</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heit je zuster gezeid, dat ’k Rebecca sturen zou?.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Weet ’k niet.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jij weet niks wat je niet weten wil—of ’t mot zwart op wit staan.…..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij verveelt me!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jij verveelt mijn al lang!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat doe ’k met jouw gesmoes! ’k Zal me zoon dwingen, as die je dochter niet wil. Mot-ie +zelf weten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Mijn dochter.… Mijn dochter.… ’n Weldaad had ze ’m bewezen.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jóúw weldaden ken ’k niet gebruiken—en me zoon óók niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar zijn me zolen te +goed voor.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Aaron. Esther.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dacht ’k ’t niet? Dàcht ’k ’t niet? Hij mot zich <span class="pageNum" id="pb337">[<a href="#pb337">337</a>]</span>wreken. Groot gelijk hei-je, Aaron—gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t geen +schande wat ’r gebeurt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Schande? Schande? Jullie weten nog niks? Jullie weet niet van vanmorgen—wat-ie met +<i>mijn</i> Rebecca gedaan heit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken me niks, niemendal schelen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zeker heb ’k ’t gezeid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront! Zat-ie niet met die christenmeid, +met die <span class="ex">sjikse</span> op z’n schoot? Mot je zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen schanddochter! +Mijn dochter is geen vulnis! Mijn dochter ken huwelijken doen, reusachtig! Mijn dochter +hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Had ze nièt gekommen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hoor hèm! Hoor hèm! Daar ken ’k me nou zoo bij opwinden! Daar sta ’k geregeld bij +te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot je die man nog òngelijk geven? Die +man die zich komt beklagen! Die man die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb338">[<a href="#pb338">338</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> We hadden geen accoord.…. Met de wol niet. Met me zoon niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Komt ’r op an!.…. Zoo’n engel van ’n meissie!—Zat ze op z’n schóót? Zat die vuilik +<span class="corr" id="xd33e16479" title="Bron: op op">op</span> z’n schóót?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Met d’r eigen oogen—met d’r eigen oogen heit ze ’t gezien. En was ’t daar bij gebleven! +Maar beleedigd heit-ie ’r, geaffronteerd in ’t bijzijn van die meid! Is mijn dochter +’n opraapsel van de straat? Staat mijn dochter bij jòu in de schuld? De brutaaligheid—de +brutaaligheid van die kwajongen! En jòuw schuld. Jòuw schuld!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Net wat ’k zei!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Smoezen jullie! Ik wor ’t zwaarst gestraft … Voelen jullie geen meelij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jij ben te koppig. Jij néémt je gelijk. Met jou ken niemand overweg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik wist ’t vóór jullie.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankommen, hij weet ’t voor ons.…. En geen bek +doet-ie open! As ìk in me huis ’n meid heb en me zoon—hàd ’k ’r een!—me zoon kruipt +in ’r bed—dan—dan waarschouw ’k me zoon—dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen, +dat-ie niet hàngen blijft<span class="pageNum" id="pb339">[<a href="#pb339">339</a>]</span>—dat-ie geen strop krijgt—zooas mijn vader-zaliger mijn gewaarschouwd heit—toen—toen—’t +was ’n mooie meid—gekheid, ’t is lang voorbij!—toen ’k in me jonge jaren was. Dat +ben je as vader verplicht. En luistert-ie niet—dan—dan roep je de meid—en dan maak +je geen herrie—herrie maakt ’n nàr—en je geeft ’r twintig gulden, dertig, veertig—as +ze lastig wordt honderd—’t is weggesmeten geld—maar as je ’t nièt doet?—as je ’t nièt +doet, krijg je grijze haren van zorg en ellende—en, en, en je zet ’r met ’t geld je +deur uit—en je neemt ’n reçu—zonder reçu geen geld—en je belooft as ze stil is en +wegblijft nòg wat geld na maànden.—D’r is geen meid die néé zeit—fèl zijn ze op honderd +gulden! Ze doen ’r ’n moord voor.….. Nou? Nou? En wat doe jij? Jij smoest voor jezelf. +Jij laat God’s water over God’s akker loopen—en, en, en, as ’t te laat is maak je +lawaai. Maak lawaai vóór ’t te laat is. Wat is je verdienste da-je ’t heb zien ankommen? +Waar laat je je winst? Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo averechs. +’t Is bijzonder. ’t Is reusachtig. Hèb je je zoon gewaarschouwd? Heb je de meid afgekocht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij laat zich niet waarschouwen.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En de meid? Nou?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Die laat zich niet afkoopen.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed <span class="pageNum" id="pb340">[<a href="#pb340">340</a>]</span>koopman zijn—goed! goed! Over de wol van eergister práát ’k niet!—maar van diè dingen +heb-ie geen cent verstand, geen cent, geen hàlve cent. Daar heb-ie de zoon van Salomon—Salomon +van de Dwarsstraat. Heb-ie niet gehoord van de zoon van Salomon? Zal ’k ’t je vertelle! +Die had ’n strop—en wát ’n strop. Zoover is jouw Rafaël nog niet eens. Daar mag je +dankbaar voor zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had de meid al ’n kind. Wat +heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op de reis gestuurd, de meid afgekocht, +voor twee, driehonderd gulden, weisz-ich-viel! En toen ze werom kwam—vertrouwen ken +je ze niet—heit-ie ’n agent late kommen, ’n agent van politie en toe was ’t ùit. Zal +’n verstandig man anders handelen? En handelen de Christenen anders? Spiegel je an +de christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. Heb je geld? Je +heb geld. Gebruik ’t. Eergister zag ’k ’n christene trouwpartij. En bij ’t stadhuis +had je ’n sjène, ’n sjène! Daar stond ’n meid met ’n kind. En die maakte spiktakel! +Reusachtig! En in ’n óógwenk was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid +met ’n heer boven d’r stand! Had ze niet ja gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r niks. +Allemaal d’r eigen schuld. As ze niet luistere willen motten ze vóélen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’t Is nou te laat.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wàt is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb341">[<a href="#pb341">341</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik ken me zoon—ik ken de meid.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Gammer! Gróóte Gammer!.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="stage">(<i>hem in de rede vallend</i>)</span>.…. ’n Gammer ben jij da-je kostelijke woorden verspilt! Snij brandhout van stéén! +Pluk bloemen van de keien! Tel de sterren an de luch!—Laten we over ’t weer praten.—Wàrm +geweest vandaag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Warm? Om te smelten.… En morgen wéér heet! Hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En overmorrege krijg je.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Suscht! Hou je mond! Daar komt je schoondochter, Sachel!—Sachel, de verloofde van +je zoon! Hoe vind ìk niet zoo’n geluk? Misschien jà krijgt mìjn dochter idee in ’n +vodden-sorteerder! ’k Wou dat ze mìjn schoondochter werd! Da’s om te benijen—bij God, +om te benijen—wat zeg jij, Essie?—’n schoondochter met ’n kapot hemd an ’r lijf!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’n Kapot hemd? Géén hemd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Schadt wat! Rebecca drie duizend en van alles twáálf—was ’m niet genog—kon-ie ’t niet +voor doen—zat-ie over te klagen as over ’t uur van z’n dood—Noù ’n schoondochter met +weisz-ich-viel hoeveel duizend en van alles niks! Reusachtig! Bijzonder!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb342">[<a href="#pb342">342</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="g3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Aaron. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Goeien avond. ’k Ben laat.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Sachel, daar is Rose. Zal ik wel te veel zijn.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat ben je.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’k Heb ’r gijn in, reusachtig! Essie staat an de grond vastgeroest as ’n roestige +spijker—en hij—en hij: van alles twaalf was niet genog!—zet ’n gezicht as ’n begraffenis. +Nog veel jaren! Geeft ’n feest van belang! Reusachtig!</p> +</div> +<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> +</div> +</div> +<div id="g3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main"><span class="corr" id="xd33e16580" title="Bron: Vijde">Vijfde</span> tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> Meijer was niet thuis. ’k Heb lang motten wachten <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Daarom is ’t zoo laat geworden. Hij kan morgen niet. Of ’t Maandag goed is? <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Of ’t Maandag goed is? Hoor u niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb jij—waar sta je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hier.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb343">[<a href="#pb343">343</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dichterbij. Nòg dichter. Heb jij Rafaël gezien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ben je ’m niet tegengekommen in al die tijd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>onrustig</i>).</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jawel! God laat me uitpraatje gezond! Uren vortblijven—zoomaar! Affijn lieg maar toe—’t +ken ’r bij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Lieg niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze lieg niet, noù niet. Na al wat ’r voorgevallen is, zou-ie ’r niet alléén hebben +laten gaan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zal ’k binnen de boel klaarzetten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Binnen? Geen stap meer in huis!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verschrikt</i>).</span> Waarom niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>).</span> Waarom niet? Waarom niet? Kijk in me oogen—me oogen die geen oogen meer zijn—’t was +wel makkelijk me zoon van me af te halen in ’t licht van den dag.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Del! Geniepig àchter onze ruggen.….</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb344">[<a href="#pb344">344</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>dof</i>).</span> Stil jij—Met razen en schreeuwen maak je ’t niet ongedaan—Ga zitten—we weten àlles—ga +zitten naast me—op de bank—we motten praten.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Praten! Nog geen wóórd! De deur uit en me japonne werom. As ’n gekkin heb ’k toegestopt +en toegestopt! ’n Hond is dankbaarder, ’n hond heit minder streken! De gotspe!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t woord.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee—jij heb niet ’t woord—jij néémt je ’t woord! Praten! Geen woord! Asof ’t maar +ken—asof ’t maar mag! ’t Ongeluk leit ’r meters dik boven op! Dier van ’n meid! Nog +geen stuiver fassoen! As je niet ophoepelt, roep ’k pelisie—wat Aaron gezeit heit—Aaron +die recht heit! ’k Ga daar praten! ’k Stik ’r liever in!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor ’t laatst—hou je je mond?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En wat anders? En as ’k ’m niet hou? ’k Laat me daar ’t zwijgen opleggen! ’k Ben ’n +kind van ’n jaar! Je heit niks met ’r te praten. ’t Gat van de deur staat voor d’r +open. D’r tien vingers likt ze voor d’r loon en nog ’n paar weken toe! Maak ’t zoo +goed met ’r als je wil, maar de deur uit, de deur uit, op slag de deur uit! Mijn huis +is geen rendewoe! <span class="stage">(<i>loopt kwaadaardig ’t huis in</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb345">[<a href="#pb345">345</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="g3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Blijf staan.…. Je hoeft niet vort te loopen.…. <span class="stage">(<i>nijdiger</i>)</span>.…. Blijf staan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Wou weg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Eerst praten—weten hóé ’t mot.—Kom zitten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Hoor zoo wel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Toen ’k je eergisteravond vroeg—of je op was geweest—toen heb-ie eerst nee gezeid—en +toen, dat je ziek was.—En op de trap had jij niet geloopen—Nee jij niet, me zóón.…. +<span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Niewaar? Niewaar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Dorst de waarheid niet zeggen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat dorst je niet—dat dorst je niet, jij doortrapte.…. En ik, blinde gek—dee de pennen +op de luiken, bang voor inbrekers en dieven.—Jij vond ’t te gemeen, hè—tè gemeen, +hè, dat ’k je vroeg—herinner je je?—tè gemeen, hè—of je niet stal, terwijl je in de +nacht rondscharrelde.…. <span class="stage">(<i>grimmig</i>)</span>.…. Nee, de dingen waaraan ìk dacht, heb je niet gestolen, omdat je wel weet dat daar +straf op staat, omdat je bang was je vingers te branden, maar ’n zoon van ’n blinden +<span class="pageNum" id="pb346">[<a href="#pb346">346</a>]</span>vader aftroggelen, ’n vader maanden lang in z’n eigen huis bedriegen, dat von je géén +diefstal, dat von jé fatsoenlijk, daar had jij geen bezwaren tegen, hè, hè, hè? As +’k had kennen kijken, had je ’t dan nog gedaan, was je dan ook zoo laag geweest, om +’t eenig geluid waarvan ’k hou—uit me ooren te scheuren? Jij geslepen dievegge, jij +christin met erger streken as de oplichters, die me elken dag bestelen!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Is ’t diefstal, Sachel, as je niet anders ken—allebei?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je mond! Hou je mond! Kòn ’t niet anders? Waar stond ’t in jouw, in ons testament, +dat je van ’n gebrek, waarvoor elke schrift meelij heit, misbruik mocht maken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Was bang voor je, Sachel. Jij hoorde meer as ’n ander zag. Je zou me geen uur langer +bij <span class="corr" id="xd33e16769" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> gelaten hebben..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat zou ’k niet, nee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Kon niet buiten ’m.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>grimmig</i>).</span> Niet buiten z’n cènten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik heb an geen centen gedacht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar heb je anders an gedacht, waarom heb je anders gekonkeld? Mijn ken je niks wijsmaken.… +<span class="pageNum" id="pb347">[<a href="#pb347">347</a>]</span>Maar zoo waarachtig as de Eeuwige, onze God, me hoort—geen speld—geen nagel an z’n +doodkist—geen spoog water al leit-ie voor me deur te krimpen, as-ie jou trouwt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>achteruitwijkend</i>).</span> Ik wil geen geld.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Blijf staan, staan! Wegloopen van ’n weerlooze! De tijd van Simson is voorbij—’k zit +in geen tempel—zuilen zijn ’r niet! Jij Filistijn, jij sluwe Filistijn! <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> .…. Hoeveel mot ’k dokken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dokken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Dokken, dokken, dokken! ’k Praat toch geen Hebreeuwsch! Hoeveel mot je? Hoeveel wil +je? Voor losprijs—van me zoon.…. <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Sta je nou te lachen? Ben je wéér bang, da’k an je stem zal merken hóé happig je +ben? Zeg op! Je heb me ’r toch tusschen! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Hoeveel? Krijg ’k antwoord?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Daar ken ’k geen antwoord op geven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken je dat niet? Mot je ’r eerst ’n nacht over slapen? Ben je met honderd gulden tevrejen—honderd +gulden, hònderd gulden: daar mot ’k ’n verreljaar voor sappelen en schwitzen!—honderd +gulden dàdelijk—en nog is honderd over ’n half jaar, as we in die tijd niks van je +hooren? Da’s <span class="pageNum" id="pb348">[<a href="#pb348">348</a>]</span>tweehonderd gulden—honderd weken vrij loon—’n ander wurmt zich ’r krom voor. .….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Nee, Sachel.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee? Nee? Meer geef ’k niet! Al zet je me de duimschroeven an!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> .….Al gaf je me duizend, ’k wil geen geld—’k wil je zoon.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig tot Esther die met ’n emmer naar buiten komt</i>)</span> .…. Tweehonderd vindt ze niet genoeg.</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc">Esther.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="stage">(<i>haalt luiig de schouders op</i>).</span> Ik zeg niks. Ik zeg geen woord. Is me geen kromming van ’n letter waard! <span class="stage">(<i>stort den emmer kwaadaardig in de vaart</i>).</span> Dat heeft in ons huis gevreten, gedronken—de hoer gespeeld! Geef ’r drie honderd, +geef ’r vier—geef ’r waar ze op aast! Geen stap meer in huis! <span class="stage">(<i>driftig af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>verlegen angstig</i>)</span> .… Of we langer tegen mekaar te keer gaan.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb349">[<a href="#pb349">349</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Dus géén centen?—Geen driè, geen vièr?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee, Sachel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb ’k gedacht! Bloedzuigster! <span class="stage">(<i>wringt zich de handen</i>).</span> Daar heb jij maling an, hè, of ’k hulpeloos achterblijf, of ’k op me ouwen dag in +me eentje krepeer.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Daar heb ’k geen maling an—je kon ’n dochter an me krijgen—je wil niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Neè!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> .… Je kon ’n rùstigen ouwen dag hebben—we zouen alles doen om ’t je na je zin te maken—nooit +heb ik ’n thuis gehad—nooit wat, wat—warmte—zoo min as jij—jij was blind—ik alleen.—Zou +je bij—zou je bij Rebecca, as-diè je schoondochter werd, gelukkiger zijn? Ik ken je +gewoonten, weet hoe je ’t wil, waar ’t vischservies staat, waar ’t vleeschservies.… +’k Zal op Vrijdagavond de lampen ansteken.… ’k Zal op Zaterdag je brieven openscheuren.… +Heb je niet zelf gezeid, honderd maal, dat niemand beter je pijp ken stoppen as ik?.… +’k Zal ’n dòchter voor je zijn, omdat ’k van <span class="corr" id="xd33e16950" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> hou—en ook van jou.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> .… Hou op met je geklets! Denk je dat ìk bij jòù zou willen inwonen—eten ’t eten dat +door jòùw handen onrein wordt?—nog geen korst <span class="pageNum" id="pb350">[<a href="#pb350">350</a>]</span>brood—nog geen druppel water! Inwonen, bij jou—kinderen zien kommen, kinderen zonder +God, zonder wet, kinderen, die d’r blinden grootvader zouen bespotten om z’n geloof!—Inwonen +bij jou, om an te hooren, later—dat kòmt ’r van!—dat kòmt ’r van!—hoe jij hèm verwijt, +hij jou!—anzitten an de Sjabbestafel met jou, met jou, met jòù, ’n christen vrouw!—Liever +lei ’k me ziek—liever beet ’k me tong af—liever kreeg ’k ’n verlamming!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Dan leit ’t toch niet an òns.… Dan hebben wij geen schuld.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>.… Dag, Sachel. <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Dag, Sachel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>wild opspringend</i>)</span>.… Weg van me huis! Weg van ’t erf, waar me heele geslacht heeft gelejen! Weg dieveg +van me zoon, vloek van me zoon, ondergang van me zoon! Weg, of, of.… <span class="stage">(<i>driftig gebarend, struikelt hij, valt met ’n knie op den grond</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Heb je je pijn gedaan? <span class="stage">(<i>hij kreunt</i>)</span> Zal ’k je na de bank terugbrengen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>smartelijk de knie wrijvend</i>)</span>.… Blijf van me af! Ruk uit! Jouw beklag ken ’k missen! Zal me wel meer gebeuren, +as ’k niemand meer heb. Ruk uit! Ruk uit! <span class="stage">(<i>zij sluipt houdingloos naar de poort. Onbewogen luistert hij, tot-ie meent, dat ze +weg is. Dan, het hoofd in de handen gestut, barst-ie in bedwongen geweeklaag los</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb351">[<a href="#pb351">351</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>komt zacht op hem toe, legt een hand op z’n schouder. Hij schrikt op</i>)</span> Sachel.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Ruk uit! Wat doe je hier! Wat mot je nog?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>naast hem zittend</i>)</span>.….. As ’k hèm niet heb, Sachel, heb ’k niks meer, niks, niks.… O, jij weet niet wat +niks is.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>dof</i>)</span>.… Ik? Ik?—Ik zou dat niet weten.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Jij ook, jij ook. Maar niet zoo.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet zoo? Wat heb ìk dan? Wat? <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend, dan in-een-zet-door</i>)</span>.… ’k Wil je niet ongelukkig maken—’k wil niet dat later.… ’k Dacht niet dat jij huilen +kon.….. <span class="stage">(<i>stellig</i>)</span> ’k Weet ’n middel. Voor ons alle twee. ’n Middel om je te verzoenen. ’n Middel om +bij mekaar te blijven. Hoe valt ’t me eerst nou in! Hoe kon ’k zoo dom zijn? <span class="stage">(<i>snel</i>)</span> Ja, ja! Dat is ’t. Dan heb jij niet één reden meer, om te zuchten, te klagen, te +jammeren … As <i>ik</i> jodin wor, Sachel … <i>ik</i>, jodin …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>achterdochtig</i>)</span> Jij, jodin? Jij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zou je me dan nog niet willen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>verbaasd haar hand grijpend</i>)</span> Hou jij—zóóveel van mijn zoon?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb352">[<a href="#pb352">352</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, Sachel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Enkel van m’n zoon? Zonder bijgedachte? Zonder gedachte an, an.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose …</span> Zonder gedachte an.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat begrijp ’k niet. Dat gaat buiten me om. Enkel.… Zonder.… <span class="stage">(<i>met haar hand in de zijne blijft hij even tobben</i>)</span>.….. Wou jij jodin worden?.… In onze synagoog?.… Voor den Rebbe?.… En je kinderen +as joden laten opgroeien?.… As goeie joden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span> Ja.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zou jij.… zou jij waarachtig jodin?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Omdat ’k met jòù meelijden heb—en—en haast geen moed ’n zoon van z’n vader af te +trekken.… <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e17143" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> is bij de laatste woorden uit de poort getreden, blijft luisteren.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>)</span> Geef me je hand! <span class="stage">(<i>streelt die</i>).</span> Jij ben ’n goed kind—beter as ’k dacht.… Dus, dus—dan worden jouw kinderen.… En as +<span class="corr" id="xd33e17160" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> nièt wil—want die heit ’n wil om àngstig van te wezen—as <span class="corr" id="xd33e17163" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> nièt wil dat jij jodin wordt—dan hou je vast, niewaar?—dan geef je niet toe, hè?—dan +spreek je zóó met ’m, dat je je zin doordrijft.… Beloof je dat!.… Beloof je dat, zoo +waar as ’r ’n God leeft?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb353">[<a href="#pb353">353</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat beloof ’k, Sachel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je belooft.… Beloven is niet genoeg.… Steek ’r je vingers bij op, zoodat ’k ’t vóél—en +zweer.… Nee, zweer niet—’k weet niet bij wie, bij wàt jij zweert—onze God is jùllie +God niet—de onze mot jij nog leeren kennen—zweer bij ’t hoofd van me zoon.…. Doe dáár +’n eed op.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Negende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc"><span class="corr" id="xd33e17183" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17188" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> ’n Eed zònder getuigen.… Is dat vertrouwd, vader? <span class="stage">(<i>tot Rose</i>)</span>.… Ga door, ga door! Ga verder.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span>.… Ik wou.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17208" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>.… Jij wou?.… Verder! Verder! Nog maar ’n paar woorden had je te zeggen—verder! Ben +ik de spelbreker? Ik?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>onrustig</i>)</span> As je hier was, dan heb je gehoord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17227" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>.… Dan heb ’k te veel gehoord! <span class="stage">(<i>op de poort toegaand, keert terug—glimlacht moeilijk, bedwongen</i>)</span>.… Staat ’r niet in Leviticus—vader, dat je de naaktheid van je schoondochter niet +mag ontdekken.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb354">[<a href="#pb354">354</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>niet begrijpend</i>)</span>.… De naaktheid van me schoondochter?… Begrijp je niet … Dacht dat jij, jij in de +eerste plaats met ’n schikking, die mijn ’n offer is—tevrejen zou wezen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>)</span>… Hij was zoo diep, zoo diep-ongelukkig, da’k beloofde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.…</span> Dat ze beloofde—wat, wat, wat draai je d’r om heen as-ie ’t weet!—dat ze ’n eed wil +doen van òns te worden … jodin.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Jodin! Jij jodin! En ik—ik, die geen jood meer ben! <span class="stage">(<i>tot Rose</i>).</span> Heb ’k je dat niet vanmorgen voor de zooveelste maal gezeid, toen ’k de zilveren +galg van je hals nam? <span class="stage">(<i>tot Sachel</i>).</span> Hebben wij om datzelfde—nog vanmiddag—toen de Rebbe op bezoek was—niet als vijanden, +als vreemden tegenover mekaar gestaan? Wist jij dat niet, vader?—<span class="stage">(<i>tot Rose</i>)</span>… En wist jij dat niet? Ben jij nog blinder dan hij? Ben jij anders dan Rebecca?… +Rebecca, ’r lichaam, ’r bruidschat—jij àlles tegeef! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ben <i>ik</i> zoo begeerlijk—ik warhoofd, wetsovertreder—ik, zoon die gesteenigd most worden!—dat +twee vrouwen op één dag.… Ja, ze wéént, vader—ze weent, hahaha! Jij ben de sterkste! +Sterker dan ík! Wat kun je nou nòg?—Eerst heb je me als jongen ongelukkig gemaakt—met +’n beweging van je voet—nou met ’t tasten van je hand naar háár meineedige vìngers.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb355">[<a href="#pb355">355</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>na een stilte</i>).</span> Nar—nar—groote nar, denk je dat zij je verstaat, dat ik je versta?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>mat-glimlachend</i>).</span> Nee. ’t Is waar—jullie verstaan me geen van twee.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is ’r iémand die narrepraat verstaat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee, niemand!—De nar die geen wetsrol op z’n deurpost—geen kruis aan z’n hals noodig +heeft, wordt niet verstaan, nog niet verstaan! Wat huil je? Ben ik ’n traan waard? +Jullie hoort bij mekáár, wel bij mekáár!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is dat mijn dank—ònze dank? Da’s me te machtig—bij God te machtig—<span class="stage">(<i>dreigend</i>)</span>.… Maar me geduld neemt ’n end. Jij geen jodin—ik geen christin!—jij geen wetsrol +op je deurpost—geen gebod—geen eerbied voor je vader—geen geloof in den Eeuwige-onze-God—ik +geen zoon—<span class="stage">(<i>de hand op de wetsrol leggend</i>)</span> geen zoon—daar zweer ik bij, omein wie omein! Nou ken je ’t met haar alleen uitvechten—nou +heb je de keus—de keus tusschen ’n thuis hier of de wijde wereld.… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tiende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rafaël.</span> <span class="sc">Rose.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>na een zeer lange stilte van de poort waarheen ze geweken is, terugschuifelend—schuw</i>)</span> <span class="corr" id="xd33e17350" title="Bron: RafaëI">Rafaël</span>.… <span class="pageNum" id="pb356">[<a href="#pb356">356</a>]</span><span class="stage">(<i>hij antwoordt niet</i>)</span> Rafaël.… <span class="stage">(<i>hij zwijgt</i>)</span>.…. Heb ’k zoo verkeerd gedaan? Had je ’m dan liever alleen gelaten—’n blinde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haalt de <span class="corr" id="xd33e17371" title="Bron: schonders">schouders</span> op</i>).</span> Weet ’t niet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hij was zoo vreeselijk wanhopig! Ik dee ’t voor jou. ’n Man die niet ziet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>).</span> Zie jij wel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>)</span>.… Of ik niet zie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>het kruisje uit zijn zak nemend</i>)</span>.… Nee. Zoo min als hij. Neem—je talisman terug.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>het niet aannemend—angstig</i>).</span> Je praat zoo vreemd—je maakt me bang.… Wat ’k beloven wou—was enkel, alleen voor +de vrede.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Voor dié vrede is ’t nog te vroeg—en te vroeg is ’t voor ons.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Te vroeg voor ons?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>).</span> Te vroeg. Te vroeg. Kom dichterbij—dichter—’k ben ongevaarlijk <span class="stage">(<i>dwingt haar naast zich op de bank</i>)</span>.… Vanmorgen, terwijl ’k je aarzelingen wegredeneerde—bedotte ’k mezelf—èn jou—dacht +’k, dat wij—ik, jood-van-ras—jij, christin—als twee vrije vogels weg zouen vliegen—geen +koningsarenden: muschen, muschen … <span class="pageNum" id="pb357">[<a href="#pb357">357</a>]</span>Jij wou meevliegen—ben meegevlogen—maar met zooveel modder van god en godsdienst aan +je vleugels, dat je terugviel.… We zijn te vroeg op pad gegaan. Wáár we vandaag waren +neergestreken, zouen we in de dezelfde modder terecht zijn gekomen. Nou—nou—dat moet +je begrijpen—ga ’k alleen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Alleen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat heb je zelf gewild.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, Moeder Maria.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk nasprekend</i>)</span>.… Moeder Maria.…. Moeder Maria.… Zie je—voel je dat we niet bij mekaar passen? Dat +jij zoo vast in jóúw ghetto zit, als vader in ’t zijne?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>bedwongen-heftig</i>)</span>.… Dus, dus jij wil van me af—jij—jij, die me je vrouw heette—die, alles—groote God!—alles +van me gedaan kreeg … <span class="stage">(<i>snikkend</i>).</span> O, o—ik die je vertrouwde.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> En àls we—àls we—wat de menschen noemen—getrouwd waren geweest—<span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>.… in mijn of jouw kerk.… àls we? Zouen we dan ook niet ’n anderen weg zijn gegaan—allebei—wanneer +we mekaar in dat huwelijk zoo heftig, zoo onoverkomelijk hadden afgestooten—als we +’t vandaag, daarstraks deden? Jij heb niet begrepen. Ik niet. Dat is de schuld van +ons tweeën<span class="pageNum" id="pb358">[<a href="#pb358">358</a>]</span>—nee dat is <i>mijn</i> schuld geweest.… ’k Zei je vanmorgen, gister, eergister, telkens—dat ’k geen jóód +ben—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’t wordt lichter—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’n nieuwe +tijd breekt aan—je voelde ’t niet. ’k Zei: houen is niet genoeg, Rose—je voelde ’t +niet. Je heb hier—<span class="stage">(<i>wijst de plek op den grond</i>)</span> hiér gestaan—met je meineedige vingers, om in ’n ander ghetto, dat ik ontloopen was, +te komen—terwijl ’k zoo dikwijls met je gesproken had—je voelde ’t niet. Je voelde +niets, niets, niets! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> ’t Is uit. ’k Kan je niet zeggen wat ’n pijn me dat doet—’t is uit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Uit? Uit?.… Doe jij dan anders dan degeen waarop je scheldt? Schop je me niet op dezelfde +manier weg? <span class="stage">(<i>onstuimig</i>)</span>.… Is ’t ’n—’n komedie—’n komedie voor Rebecca—afgehandeld met de rabbijn, terwijl +ik ’t huis uit was?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ga zoo niet door, toe.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, ’t gekonkel achter me rug—de gemeenheid om van me af te kommen—terwijl ik zottin +me op wou offeren—hou je mond!—’k geloof je toch niet, jij met je prachtige verhalen, +je listige leugens, jij.… +</p> +<p><span class="sc">Rafaël</span>.… Jij jood.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>snikkend</i>).</span> Dat heb ’k niet gezegd—dat zeg jij.….</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb359">[<a href="#pb359">359</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Dat heb je gedacht—gedacht—ik heb ’t gevoeld—ik voel sterker dan jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Niewaar! Niewaar! Ik dacht niet—dacht niet.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als ’k even later—even later was gekomen, zou je bij mijn hoofd hebben gezworen.—Wat +kunnen wij—wij—wij in de toekomst aan mekaar hebben?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Durf je—durf jij dat vragen—waar ’k je vanmorgen van ons <i>kind</i> sprak?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>wijkt schrikkend terug</i>)</span>.… Ons kind.… <span class="stage">(<i>wringt smartelijk de handen</i>)</span>.… Ons kind.… <span class="stage">(<i>een langere stilte</i>)</span>.… Stak jij daarstraks je vingers niet op, om ook dàt te versjaggeren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>van de bank glijdend, zijn knieën omvattend</i>).</span> Als je ’t uit maakt—versta je—drijf je me ’t water in … <span class="stage">(<i>zoent z’n handen</i>)</span>.… Toe, toe nou jongen—’t was toch alles om bij jou, bij jou te blijven—voor jou zou +’k door ’t vuur gaan … voor jou èn voor ’t geheim dat ’k je vertelde, ’t geheim van +m’n zwangerschap.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar hoofd met beide handen opheffend en haar zoo toepratend</i>)</span>.… Als je wist wat je door je aarzeling, je nieuwe aarzeling ondersteboven gesmeten +heb.… Nee, verdedig je niet—ik doe geen verdere verwijten.… Zeg me alleen, zonder +eed<span class="pageNum" id="pb360">[<a href="#pb360">360</a>]</span>—zonder gelofte—kijk me an, recht in m’n oogen—dat je ’t an mij, an mij over zal laten +van ons kind ’n mensch—’n vrij mensch—te maken <span class="stage">(<i>met gebaar naar wetsrol op deurpost</i>)</span> ’n mensch zonder dit <span class="stage">(<i>met gebaar naar kruisje</i>)</span>, zonder dat. Zeg me dat.….</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>haar armen om zijn hals slaand</i>)</span> Dat zeg ’k je met mijn lippen op jouw lippen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Ons kind niet in zijn—niet in jouw ghetto—ons kind eindelijk mensch—beloof je dat—oog +in oog?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat beloof ’k—en die belofte zal ’k houen, als we maar eerst hiér vandaan zijn.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Buiten ontmoeten we <i>dezelfde</i> stakkerige ghetto-menschen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Niewaar!.… Zeg dat je van me houdt—dat je niet zonder me kan—zooals je dat vroeger +gezegd heb.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>voor zich uit starend, sterk ontwijkend</i>)</span>.… Dat toon ik door met je mee te gaan<span class="corr" id="xd33e17617" title="Bron: .. .">.…</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Zeg dat je weer heelemaal, heelemaal gelukkig ben.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>spottend-glimlachend, zonder haar aan te zien</i>).</span>. Heelemaal gelukkig.…. Volkomen gelukkig.…. <span class="pageNum" id="pb361">[<a href="#pb361">361</a>]</span>Onuitsprekelijk gelukkig, zoo gelukkig dat ’k.… <span class="stage">(<i>tot Esther die in de deuropening komt</i>)</span>.… Wil u vader roepen—we wouen.…</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="g3.11" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Elfde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Rafaël. Rose. Sachel. Esther.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sachel!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat is ’r?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> De keus is gedaan—we gaan.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus toch? Toch! <span class="stage">(<i>tot Rafaël die zijn hand wil nemen</i>)</span>.… Raak me niet an! Vloek, vloek vloek over jou en haar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Over ons zéker—niet over ons kind.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.…</span> Over je kind, je kinderen, je kleinkinderen.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>rustig</i>)</span>.… Nee—de toekomst laat zich niet vloeken.… <span class="stage">(<i>wil nog eens de hand van Sachel grijpen—deze heft dreigend de vuist, wankelt het huis +in. Rafaël volgt Rose, die reeds tot de poort is geweken.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther</span> <span class="stage">(<i>die ze nagestaard heeft</i>)</span>.… Og! ’k Hoef ’m <span class="pageNum" id="pb362">[<a href="#pb362">362</a>]</span>geen verder leed toe te wenschen!… <span class="stage">(<i>loopt naar de deur terug, schrikt als ze in de opening staart</i>)</span>.… Sachel! Sachel, wat doe je? Snij je je kleeren stuk? ’r Is toch geen dooie.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>den stoep afstrompelend, de handen verwoed in de scheuren van z’n jas</i>).</span> Wee, wee—m’n zoon is gestorven! <span class="stage">(<i>hurkt op den grond, de vingers in wanhoop in het haar</i>)</span>.… Wee! Wee! Wee, dat ik ’m overleef! Wee! Wee!.….… +</p> +<p class="center">EINDE. +</p> +<p class="dateline"><i>Oorspronkelijk ongewijzigd geschreven te Amsterdam, 15 Sept.–9 Nov. 1898.</i> +<span class="pageNum" id="pb363">[<a href="#pb363">363</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div class="back"> +<div id="naschrift" class="div1 last-child postscript"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#naschrift.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">NASCHRIFT.</h2> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first">’n Kleine terugblik.…. +</p> +<p>10 April 1898 werd op den feestavond bij het Kongres der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij +in Nederland, in het gebouw „Plancius” te Amsterdam, de politieke scherts <span class="ex">Puntje</span> opgevoerd. +</p> +<p>De afdeeling Amsterdam, die het feest organiseerde, had den auteur, die zich na een +mislukte jeugdpoging niet meer de vleugels aan het voetlicht brandde, om een „gelegenheidsstuk” +gevraagd. +</p> +<p>’t Was, voor wie aan de vertooning mee deden, ’n opgewekte, allergenoeglijkste, niet +licht te vergeten avond. Er werd gezongen, voorgedragen, en Troelstra sprak de feestrede. +</p> +<p>Terwijl kleedden wij acteurs, de Roode, Ankersmit, m’n vrouw en ik, allen dilletanten +behalve Ternooy Apel, ons in de primitieve kleedkamers. We speelden voor de stampvolle +arbeiderszaal met de grootste overtuiging en vermoedelijk slecht. Toch hadden stuk +en spel een vrij goede „pers”. Althans „de Sociaaldemokraat”, destijds orgaan van +onze partij, getuigde in het nummer van 13 April 1898 o. m.: +</p> +<blockquote> +<p class="first">„Heijermans’ stuk draagt een beslist socialistisch karakter. Het is een bestuursvergadering +van de gezellenvereeniging „Ursule”, ten huize en onder toezicht van pater Bos, de +geestelijke adviseur. De inhoud zullen we niet mededeelen, omdat we vermoeden, dat +het stukje weldra op de programma’s onzer gezellige bijeenkomsten zal prijken. Het +geheel komt ons <span class="pageNum" id="pb364">[<a href="#pb364">364</a>]</span>als uitstekend geslaagd voor, maar.….. minder geschikt voor dezen feestavond. Daarvoor +duurde èn de voorbereiding èn het stuk zelf te lang. Het publiek in de stemming als +die Zondagavond de heerschende was, genoot niet zóóveel als „Puntje” te genieten bevat. +Alle rollen werden uitstekend vervuld, de vervulling van de hoofdrol door Ternooy +Apel was meesterlijk”.</p> +</blockquote><p> +</p> +<p>Wanneer ’k dit knipsel uit ’t verleden oprakel, geschiedt ’t met de leut van aan ’n +herinnering terug te denken, die in positieven zin invloed op ’t verder leven had. +</p> +<p>Ternooy Apel, door mij in <span class="ex">Puntje</span> binnen <span class="corr" id="xd33e17737" title="Bron: geloodsd">geloodst</span>, omdat geen van ons de kanjerrol van den pater aandurfde, sleepte mij als auteur—een +acteur had-ie niet in me ontdekt—naar de planken. +</p> +<p>Dat wil zeggen: hij kwam namens de „Nederlandsche Tooneelvereeniging” <span class="ex">met een voorschot</span>. Ik geloof, dat ’k in die dagen voor een voorschot Naatje op den Dam in de lucht +had laten vliegen. +</p> +<p>En ’k geloof dat heel wat dramatische krachten in Holland zoetekens blijven sluimeren +door <i>gebrek</i> aan voorschot. +</p> +<p>Met ’t mijne, in dadelijk weldadig-kringloopende bewegelijkheid, zette ’k me aan den +arbeid, en den 24sten December van dat zelfde jaar, zag <i>Ghetto</i> ’t schouwburglicht, stuk van <span lang="de">Sturm-und-Drang</span>, ’t welk nog geen maand na de onstuimige baring vertoond werd. +</p> +<p>Vandaag nog vermeen ’k, dat de <span class="corr" id="xd33e17759" title="Bron: Rafael-figuur">Rafaël-figuur</span> volkomen <span class="ex">leeft</span>, dat zoowel z’n gedroom als z’n „phrases” tot de werkelijkheid van de joodsche <span class="corr" id="xd33e17765" title="Bron: Rafaels">Rafaëls</span> <i>uit die dagen</i>, behooren. Alleen zij, die de socialistische beweging <span class="pageNum" id="pb365">[<a href="#pb365">365</a>]</span>van uit hun gewatteerde kamer en niet in ’t gewoel zelf hebben gevolgd—alleen zij, +die náást de werkelijkheid staan, mogen zich wijs maken, dat deze joodsche jongeling +uit wormstekig hout is gesneden! Wij weten beter.… +</p> +<p>In 1905 (Verg. „De nieuwe Tijd”, elfde jaargang, 1906) ben ’k tot omwerking van het +eerste tooneel van het tweede bedrijf en van de tweede helft van het derde bedrijf +overgegaan. +</p> +<p>„De omwerking geschiedde,” schreef ’k in dat tijdschrift: „omdat in den oorspronkelijken +vorm de kern niet tot rustige bezinking was gekomen. In de nieuwe editie, gehouden +in den stijl van 1898, is gepoogd hierin te voorzien.” +</p> +<p>Het kwam mij namelijk, na het bijwonen eener <i>Ghetto</i>-vertooning voor, dat er niet voldoende nadruk op het feit, dat in <i>deze</i> maatschappij nagenoeg iedere godsdienst de verhouding van armoedig ghetto-gedoe aanneemt, +werd gelegd. +</p> +<p>Er was, voelde ’k, iets ideologisch-onrechtvaardigs in, de symbolische waarde werd +’r zeker niet door vergroot, als ’k den joden zoo deerlijk hun ghetto-bestaan aanrekende, +waar toch overal, naar alle richtingen heen, ’t onkruid der ghetto-godsdienstjes bloeit, +tiert en naar historisch-betrekkelijken maatstaf „vooralsnog” bloeien en tieren moet. +</p> +<p>Neemt, beminnelijke lezer, ’n Predikbeurtenblad, ’n apostolisch orgaan, ’n klungel +van ’t Heilsleger of ’n ander sectarisch „godsdienstig” propaganda-vehikel in uw handen—peinst +in ’n moment van opknetterend „vrijdenkerschap” over al de kostelijke kerkgebouwen, +die zulke voortreffelijke toevluchtsoorden-voor-onbehuisden <span class="pageNum" id="pb366">[<a href="#pb366">366</a>]</span>zouden kunnen zijn—mijmert over ’t nationaal christendom met snelvuurkanonnen, bijbelgenootschappen, +repeteergeweeren, zendelingen, politiek, traktaatjes, Kuypertjes, Heemskerckjes—philosofeert +over de hardnekkige taaiheid van onverschillig welke kerk, als tegenstandster van +volkomen menschelijkheid en volkomen beschaving (laat ’k ’r niet op doorgaan, daar +de opsomming dezer zaken en dingskes voor den sulligsten denker al zoo gruwelijk banaal +is geworden!)—laat dit alles door de vier magen van uwe geestelijke gesteldheid herkauwen, +en ge zult ’t met me eens zijn, dat ’r meer ghetto-om-van-te-rillen, meer parasitair +<span class="corr" id="xd33e17785" title="Bron: rabijnen-gedaas">rabbijnen-gedaas</span> in deze botte wereld bestaat, dan in het tooneelstuk <i>Ghetto</i> in debat werd gebracht. +</p> +<p>Om de balans een weinig te herstellen, „verbeterde” ’k ’t jeugdwerk in 1905. ’k Trachtte +voor zoover ’t oorspronkelijk stuk ’t toeliet, ’t ghetto-begrip in de christelijke +dienstmaagd aan te zetten en van ’n joodsch ghetto tot meer universeele en <span class="ex">noodzakelijke</span> ghetto-menschen te geraken. +</p> +<p>Gelukt is dit niet. Van ’n ouden makkelijken broek maakt men door ’t inzetten van +’n kruis en ’n achterwerk geen kleedingstuk om, naar alle richtingen heen, in te cancaneeren. +</p> +<p>Den zwaar-beschuldigden joden in <i>Ghetto</i> maak ’k m’n excuus. ’t Is <i>alles</i> lak en <i>alles</i> ghetto, en hoe ouder en bezadigder je wordt, hoe sterker je voelt, dat je in ’n hinkenden +tijd niemand in ’t bijzonder z’n horrelvoet moet verwijten. +</p> +<p class="signed">Hoogachtend <br> +DE SCHRIJVER. +</p> +<p class="dateline">Berlijn, October 1910. +<span class="pageNum" id="pb367">[<a href="#pb367">367</a>]</span></p> +<p id="n41">Noot bij bladzijde 41. Op verzoek der destijds littéraire politie (verg. onderstaande +correspondentie, die aan den eersten druk van <i>Ghetto</i> toegevoegd werd) werd het gezegde „Ons heele volk is ontaard” geschrapt. Bij latere +voorstellingen is het natuurlijk toch weer gezegd. +</p> +<p id="n76">Noot bij bladzijde 76. Van hetzelfde laken ’n pak. +</p> +<p>Algemeene noot: De verklaring van het joodsch bargoensch is voor den christelijken +lezer achterwege gebleven, opdat deze, in wenschelijke verbroedering, zijnen joodschen +buurman om advies en voorlichting vrage. Renegaten zullen er niet door komen. +</p> +<p>De correspondentie van 1899 luidt: +</p> +<blockquote> +<p class="first">Amsterdam, 4 Januari 1899. +<br>Den WelEd. Heer +<br><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span> +<br>Alhier. +</p> +<p class="salute"><i>Geachte Heer!</i> +</p> +<p>Ik ontving van den heer Franken, hoofdcommissaris van politie, een uitnoodiging om +naar aanleiding der <i>Ghetto</i>-opvoeringen even bij hem te komen. +</p> +<p>Aan dat verzoek voldeed ik heden. +</p> +<p>De heer Franken wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden van Rafaël op blz +41 en 76. Ik wees hem er op, dat in geen der vijf voorstellingen, die plaats gehad +hebben, deze gezegden tot eenige rustverstoring, zelfs niet tot gefluit aanleiding +gegeven hebben en dat trouwens elke voorstelling een stijgend <span class="pageNum" id="pb368">[<a href="#pb368">368</a>]</span>succes had. De heer Franken bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te verzachten +of achterwege te laten, daar bij eventueel voorkomende wanordelijkheden de <i>voorstelling onherroepelijk verboden zou worden</i>. +</p> +<p>Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen wilt aanbrengen? +</p> +<p>Na beleefde groeten +</p> +<p class="signed">Hoogachtend, +<br>n. d. N. T. V.: +<br>Uw dr., +<br><span class="sc">A. v. d.</span> HORST.</p> +</blockquote><p> +</p> +<hr class="tb"><p> +</p> +<blockquote> +<p class="first">Amsterdam, 4 Januari 1899. +<br>Den WelEd. Heer +<br><span class="sc">A. v. d. Horst</span>, +<br>President-Directeur der „Nederlandsche Tooneelvereeniging”, +<br>Alhier. +</p> +<p class="salute"><i>Geachte Heer!</i> +</p> +<p>Het doet mij genoegen dat de heer Franken, hoofdcommissaris van politie, wiens critische +bekwaamheden op letterkundig terrein ik volkomen erken, zulke bescheiden wijzigingen +verlangt. Ik ben het met U eens dat geen der drie gezegden eenig protest, laat staan +<span class="pageNum" id="pb369">[<a href="#pb369">369</a>]</span>„rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. Om echter in <i>Uw</i> belang te voorkomen dat ’s heeren Franken’s inzichten zich plotseling mochten verwerkelijken—de +wegen der politie zijn ondoorgrondelijk—zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen +„<span lang="de">Groben Unfug</span>” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen collega Franken ’t pleiziertje misgunnen? +</p> +<p class="signed">Zeer de Uwe +<br><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span></p> +</blockquote><p> +<span class="pageNum" id="pb371">[<a href="#pb371">371</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div> +<div class="front"> +<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first center large">DE SCHOONE SLAAPSTER. +<span class="pageNum" id="pb373">[<a href="#pb373">373</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first"></p> +<div class="figure tp.2.2width"><img src="images/titlepage6.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="565" height="720"></div><p> +</p> +</div> +</div> +<div class="titlePage"> +<div class="docTitle"> +<div class="mainTitle">DE SCHOONE SLAAPSTER</div> +<div class="subTitle">VERBEELDINGS-SPEL IN DRIE BEDRIJVEN, EN IN RYTHMISCH PROZA.</div> +</div> +<div class="byline">DOOR<br> +<span class="docAuthor">HERMAN HEIJERMANS.</span></div> +<div class="docImprint"><i>Het recht van opvoering voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881.</i></div> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb375">[<a href="#pb375">375</a>]</span></p> +<div id="intro" class="div1 introduction"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#intro.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first">De bedoeling van dit Verbeeldings-spel, met de oude lompheid en oppervlakkigheid door +het gros der critiseerenden ontvangen, is deze: de Schoone Slaapster (het volk) wordt +door Sero (den Socialistischen Uilenspiegel) en door het <span class="ex">geweld</span> van den machthebber, den Regent, gewekt. De zeer-ironische bijvoeging (in Holland +moet men zich van <span class="ex">doorzichtige</span> grapjes speenen): „Het spel geschiedt nergens—tijd onbekend”, die bijvoegìng meende +natuurlijk: „Het Spel geschiedt <span class="ex">heden ten dage en overal</span>.” +</p> +<p>Moge de lezer dit werk met eenige meerdere aandacht volgen dan de scribenten, die +nog niet tot het besef zijn gekomen, dat men ernstigen arbeid minstens ook even <span class="ex">gelezen</span> dient te hebben. +</p> +<p class="xd33e258"><span class="stage">(<i>Uit de „Nieuwe Gids” van April 1910</i>).</span> +<span class="pageNum" id="pb376">[<a href="#pb376">376</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="personae2.2" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> +<p class="first">Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1909. +</p> +<ul class="castlist"> +<li class="casthead"> +<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4> +</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sero</span></span>, <i>volksmenner</i>.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Regina</span></span>, <i>eene hoer, zijne vrouw</i>.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Droomelot</span></span>, <i>hun dochter</i>.</li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Regent.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Jus.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een hopman.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">1ste rakker.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">2de rakker.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Kommandant der gevangenis.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">1ste wachter.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">2de wachter.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">een soldenier.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een pater.</span></span></li> +<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een arts.</span></span></li> +</ul> +<p class="center">(<i>Het Spel geschiedt nergens—tijd onbekend.</i>) +<span class="pageNum" id="pb377">[<a href="#pb377">377</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div class="body"> +<div id="s1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(Het tooneel verbeeldt een tweeplans gewelf van granieten blokken. Eerste plan, rechts, +een koepelvormige gaanderij—tweede, dito, een tot de bintenzoldering reikend boogvenster, +fel door de zon beschenen, waarvoor een kruk. Eerste en tweede plan, links, de granieten +wand. In den granieten achterwand is, geheel links, de koepelvormige trapopening en, +geheel rechts, tegen het venster aan, een stel van traliedeuren, waarachter telkens +een hok met bank. Een koord scheidt het tooneel in tweeën. In de daardoor aangeduide +ruimte links, een oude massieve tafel met oude stoelen—in de ruimte rechts, voorgrond—een +bank. Tegen linkerwand een crucifix.)</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="s1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Soldenier, Rakkers.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>wordt door twee rakkers, die hem aan polsen en nek vasthouden, naar rechtsche traliedeur +voortgeduwd</i>).</span> +</p> +<p>… Ho! Ho! Ho!… <span class="stage">(<i>schudt zich even los, staat glimlachend <span class="pageNum" id="pb378">[<a href="#pb378">378</a>]</span>met quasi-dreigenden wijsvinger</i>)</span>… Mijn gebeente, proletariërs!… Heeft God..?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Eerste Rakker<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>hem weer vastgrijpend</i>)</span>… Ja, ja, ’t is goed! Vooruit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heeft God ons niet naar zijn evenbeeld geschapen? Past ’t jullie, proletariërs, een +zoo voortreffelijk evenbeeld …?… Au!… Au!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede Rakker.…</span> ’ns Kijken, Evenbeeld, wie ’t kortste van stof is—jij of de paternosters!… Doe de +deur open, kameraad. Dàt hou ’k alleen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>terwijl de eerste Rakker de getraliede deur ontsluit</i>)</span>… Heb jij wel ’ns gehoord, vriend, hahaha!—van—van—breek m’n polsen niet, man!—van +zeker wereldsch en voorwereldsch gezegde—ja, hoeveel eeuwen geleden wel?… Heb je naaste—au! +au!—heb je naaste lief—au!—gelijk jezelf..?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Eerste Rakker<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>hem in den nek grijpend en in ’t hok smijtend</i>)</span>… Afgeloopen! De rest schenken we je! <span class="stage">(<i>sluit de traliedeur.</i>)</span> De rest vertel je aan de heeren zelf! <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span>… Laten praten! <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd.</i>)</span> Half simpel, driekwart gek! <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb379">[<a href="#pb379">379</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="s1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Soldenier.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat’s niet te hoog, niet te breed, niet te diep hier—gewapende macht! Maar ruim genoeg +voor mijn beetje gedachten—en voor de jouwe ’r bij, als ik je niet beleedig! <span class="stage">(<i>op ’t bankje in ’t hok neerzittend</i>)</span> Ha! Ha! Een aan alle eischen des tijds beantwoordende luierstoel … Heeft u er geen +bezwaar tegen, gewapende macht, dat mijne sokken het daglicht aanschouwen?… <span class="stage">(<i>trekt zijn ouwe schoenen uit</i>).</span> Ben in geen tweemaal vier en twintig uur uit de kleeren geweest—en—en—<span class="stage">(<i>moeilijk-trekkend</i>)</span> vastgeroest!—een van twee: deze voorwerpen van de laatste mode zijn hoogst-eigenzinnig +gekrompen, òf m’n voeten hebben zich in groeistuip gezet.….. Pang!… Da’s een … <span class="stage">(<i>met den wijsvinger op een gat in de kous, dat de hiel bloot legt</i>)</span>… Geen eerste, geen tweede kwartier: volle maan!… Zelfs met de merkwaardige vlekken, +die men vroeger voor zeeën aanzag! Galileï … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend</i>)</span>… O?… Luister je niet?… <span class="stage">(<i>tweeden schoen uitwringend</i>)</span> Bij mijn ziel, en bij de ziel van de koe of den stier, die eens … <span class="stage">(<i>hijgend stoppend</i>)</span>—daar blaas ik mijn adem bij uit!—die eens hier in stak—dat noem ’k weerbarstig … +<span class="stage">(<i>trekt—de schoen vliegt uit, hij tuimelt van de bank op den grond</i>)</span> Ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>De soldenier schiet mee in ’n schaterlach</i>)</span>… Ha-ha-ha! ’k Zou op die manier ’n leelijken smak hebben gedaan, als ’k in vrijheid +boven op ’n dakgoot was gedresseerd, ha-ha-ha!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb380">[<a href="#pb380">380</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dat zou je, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>weer op de bank</i>)</span>… Hé!… Wel ’t wonder! Práát jij … Dùrf jij praten?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Waarom zou ’k dat niet durven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, waarom zou je ’t niet—jij ziet beter dan ik of ’r geen derde-met-gezag in de buurt +is! Gewapende macht, gewapende macht, nou heb ’k in deze veilige behuizing nog maar +één wensch! Neem een spons, vul die met edik, steek ze op een rietstok of op je schoudergeweer, +en hou ’r door de tralies dezer leeuwenkooi!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>bot</i>)</span>… Wat wil je?… Wat mot je?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Water.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Mag niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Weet je dat zeker?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Zoo zeker als tweemaal twee vier …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Da’s lang niet zeker, vriend—vriend, als ’k je niet voor de tweede maal beleedig!—tweemaal +twee lasteraars zijn méér dan vier, zijn ontelbaar!—tweemaal twee halve zijn twee +hééle, hahaha!—en tweemaal twee vlooien vóél je als, als …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Als ’n dozijn, hahaha! Daar, drink uit m’n flesch, grappenmaker!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb381">[<a href="#pb381">381</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de veldflesch door de tralies aannemend</i>).</span> Dank je, barmhartige! <span class="stage">(<i>drinkt gulzig</i>)</span>… Hè! Hè! Dat kan jouw en mijn Heiland, bij de fontein Jacob’s in ’t land Samarië, +niet beter gesmaakt hebben!… <span class="stage">(<i>drinkt nog eens</i>)</span>… Hè!… ’t Was alles hierbinnen aan ’t verdorren … <span class="stage">(<i>drinkt</i>)</span>… Hè!… Jij ben ’n—’n—’n christen … Dáár … Da’s de gróótste onderscheiding!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Stop! Stop! Laat ’r voor mij nog wat in!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de flesch ondersteboven houdend</i>)</span>… Te laat! Had je éven vroeger dienen te zeggen … <span class="stage">(<i>den mond der flesch met ’n goren lap drogend</i>)</span>… Zoo, kameraad—dat ’s hèt voorbehoedmiddel tegen puisten!… Dank je!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>de flesch terugnemend</i>)</span>… Haal jou de duivel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> En àls-ie ’t deed—als-ie mij voor z’n kudde lustte—zou jìj me làten halen? En bèn +’k al niet gehaald door twee van z’n rakkers met knuisten als nijptangen? Hahaha! +Hahaha! <span class="stage">(<i>De eene hand door de tralies stekend</i>).</span> Ziet m’n pols ’r niet uit, of bloedzuigers ’r horlepiepten? Hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Heb je gestolen? <span class="stage">(<i>zet zich op de kruk</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gestolen, néé. Ja toch: den dag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> De dag?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb382">[<a href="#pb382">382</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ben ik geen dagdief, vrind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ja, Ja!… Heb je gemoord?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Integendeel! Ik bèn vermoord—vermoorder onschuld vind je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Niet gestolen, niet gemoord?… Dan toch gevochten of ergens brand gesticht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, ’t was wel stichtelijk, maar toch geen brand.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dan ben je gek en lastig voor ’t verkeer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Juist! Lastig voor ’t verkeer, ha-ha-ha! ’k Stond op de markt en praatte met de menschen … +De een die haalt den ander aan … ’t Werd wat vol, te vol misschien … Ze drongen op … +En toen, toen werd ìk ingepikt … En die geluisterd hadden kregen klop, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wat heb je dan gepraat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De waarheid vriend.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> De waarheid?… Wat voor waarheid?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, wat voor waarheid? Nièt die van gister en eergister!… <span class="stage">(<i>onwezenlijk de hand heffend</i>)</span>… Die van vandaag …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb383">[<a href="#pb383">383</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Ach kom! <span class="stage">(<i>staat van kruk op.</i>)</span> Wel, wel! En stonden daarvoor menschen stil?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—vast meer dan duizend, mannen, vrouwen, kindren—ook soldaten … ’t Was ’n lust …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>spottend</i>).</span> Dat laat zich denken! Hé! Hé! Wat ga je doen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>de schoenen buiten de traliedeur op den grond plaatsend</i>).</span> In geen weken hebben ze ’n beurt gehad. En als ’t Allerhoogst Gezag ’t acht in ’s +lands belang, dan mag ’s Rijks werf voor zool en achterlappen zorgen! Let je goed +op, gewapende macht?… Jij blijft me borg!… Schendt men mijn schoenwerk, schendt men +mijn aangezicht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ach, ach, wat ’n gezwollen taal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ach, ach, wat ’n gezwollen voeten! Is ’t wonder dat mijn kousen barsten!… <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Ben jij al lang soldaat? <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> O! Ik vraag of jij al lang met zoo’n ding op je schoeren door ’t leven marcheert? +(stilte), O! Je schijnt je ’r voor te schamen dat je ’t niet zeggen durft! <span class="stage">(<i>stilte</i>)</span>… En dat kruis—waar heb je dat verdiend?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Man, vraag niet zooveel! Op ’t veld van eer, natuurlijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Veld van eer …? Oho! <span class="stage">(<i>kijkt van het crucifix <span class="pageNum" id="pb384">[<a href="#pb384">384</a>]</span>naar den Soldenier, lang en aandachtig</i>)</span> Je kruis op ’t veld van éér? <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Hij draagt ’t op z’n rug—en jij van voren … Dat’s mal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Wat’s mal?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Moest net andersom … Hìj <span class="stage">(<i>z’n borst betikkend</i>)</span> ’t enkel hier—en jullie ’t daar! <span class="stage">(<i>beduidt z’n rug</i>)</span> Dan zág je ’r niet zooveel en werd ’r minder om gevochten, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En nou je mond gehouen! En weg die dingen!… <span class="stage">(<i>schopt driftig de schoenen naar de zijde der tafel</i>)</span> ’k Ben simpel dat ’k met jou spreek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nou vraag ik u beleefd—wat of mijn schoenen je misdaan … Hebben die redelooze, puike, +geduldige lotgenooten van mijn voeten, die uit ’t stof zijn gekomen en in ’t stof +zijn gegaan … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend</i>)</span> Oho! Oho!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Regina, eerste Rakker.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> En vlug wat! <span class="stage">(<i>zij zet zich op de bank</i>)</span> Nee, daar niet!… Dáár!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Daar? Waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Sta op!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb385">[<a href="#pb385">385</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mensch, man—’k ben bek-af …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Mot ’k geweld?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>op de bank haar mouw opstroopend</i>)</span> Of je geweld gebruiken moet?… Nog meer geweld?… Je kompleete tien gebojen staan ’r +in! <span class="stage">(<i>’r rok optillend, dat de kuit <span class="corr" id="xd33e18485" title="Bron: zichbaar">zichtbaar</span> wordt</i>)</span> En m’n rokken heb je afgetrapt of ’t dwijlen waren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span>… Dat vertelt de sloeber nou alleen om ’r kuiten te laten zien, hahaha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>naast haar zittend</i>)</span>… Schoone joffer—ik zou ’r ’n eed op doen, dat we mekaar van héél dichtbij hebben +gekend.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>hem op de knie kloppend</i>)</span> Hahaha!… Ik ook! Jij ben de man met ’n moedervlek als ’n muis!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Klopt!.… Dan ben jij.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ja! Ja! Hahaha! <span class="stage">(<i>den Rakker die haar in de wang knijpt ’n tik op de hand gevend</i>).</span> Wel allemachtig! Buiten knijpen.… <span class="stage">(<i>toont haar arm aan den Soldenier die er een zoen op geeft</i>)</span><span class="corr" id="xd33e18531" title="Bron: . ..">.…</span> binnen aaien—ben jij gek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Buiten riep m’n plicht—en als die roept, ben ik ’n slaaf—maar binnen, binnen.… word +’k mensch en ieder mensch is zwak, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>zet zich ook op de bank</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb386">[<a href="#pb386">386</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>tusschen de twee in</i>)</span>.… Kerels, kerels, jullie doen als vliegen bij de suiker! Toe schuif wat op! <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>).</span> Wat zeg jij van zoo’n sallemander, zoo’n verdraaiden judas <span class="stage">(<i>den Rakker ’n tik gevend</i>)</span>—handen thuis!—zoo’n gedrocht?.… Dat komt me halen—of ’k wil of niet!—dat sleept me +mee, met honderd menschen op m’n hielen—zegt niet waarvoor.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Hoe weet ìk dat, m’n toet? Als mij gelast wordt: haal je vrouw, of haal ’r moeder’s +moer—dan vraag ik niet, dan weet ik niet, dan klets ik niet—dan hààl ik—en soms haal +ik met plezier … <span class="stage">(<i>legt arm om haar middel</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>dien wegduwend</i>)</span>.… Ho! Ho!.… Die plaats die is bezet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Wat is bezet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Ik heb de oudste rechten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nee ik! Want ik moet toezicht op ’r houen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wie van ons twee heeft de klandizie van <span lang="fr">l’amour</span>?.… Nou zeg ’t zelf, Regien—zoo heet je toch?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Toe, toe!… Twéé knieën is te veel! Vindt jij dat lekker in die warmte?… ’k Ben smòòr +op wie ’t meeste dokt! Dok jij—dokt hij—ìk hou m’n hand. Jij ben ’n knappe vent—en +jij ’n schat.. <span class="pageNum" id="pb387">[<a href="#pb387">387</a>]</span>Als ’k hier <span class="stage">(<i>bootst met de handen een bascuul na</i>)</span>—als ’k hier, ha-ha-ha!, jouw hart hou, híer ’t jouwe—dan gaat de weegschaal op en +neer—dan ben ’k op jou verkikkerd en op jou verzeten—razend met jou en door ’t dolle +heen met jòù!..! Is jouw beurs ’t zwaarst, dan doe ik zoo—en is de jouwe stevig, zoo! +Ha-ha-ha: die twéé paar schelvischoogen!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dus krengekop: jij heb geen zoetelief?..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Geen <span class="stage">(<i>bluffend</i>)</span>.… die jij naar zijn snor en oogen kijkt? En die z’n beentjes vrij uit in je bedje +steekt, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee, kerels, nee! Die tijd die is voorbij! Schenkt jou de bakker brood en wat je verder +met ’t draaien aan dat ding <span class="stage">(<i>bootst z’n gepluk aan de snorharen na</i>)</span> komt vragen? Stopt jou de slager spek en worst en Zaterdags ’n pondje lenden in je +léége handen? Geeft jou je huisjesmelker zoomaar onderdak? Waar werk jij met je oogen +en je snor ’n borrel los, ha-ha-ha? Nee, kerels—’k ben niet gekker dan ’n ander, niet +stommer en niet braver! O zoo! ha-ha-ha!… Wie alles uit z’n huis draagt gaat failliet—wie +open tafel houdt, krijgt zelf geen kluiven en wie—ach Jezis, jongens, ’t is zoo warm!—wie +van de lucht wil leven, eet zich geen spekrug <span class="stage">(<i>den rug van den Soldenier bekloppend</i>)</span> en geen buik van negen maanden, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>klopt den Rakker op z’n buik</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier</span> <span class="stage">(<i>zich lachend omdraaiend</i>).</span> Nou grappenmaker in je kooi—heb jij je tong verloren? Hééé! <span class="pageNum" id="pb388">[<a href="#pb388">388</a>]</span>’k Heb ’t tegen jou! Durf jij niet naar dat prachtwijf kijken, dat je ons je ribbenkast +van achter toont?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>zich naar hen toekeerend</i>).</span> M’n ooren zien meer dan me lief is … <span class="stage">(<i>tot Regina, die angstig opgesprongen is</i>).</span> Goeien dag. Wel geslapen, Regina, koningin van den nacht? Niet van me gedroomd..?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij hier? Heb jìj daar al dien tijd gezeten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gezeten ja—ik zit. Nee, loop niet achteruit—ik zit sekuur—en dan ik doe geen schepsel +ook maar zóóveel kwaad … Dat weet jij toch.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wel allemachtig—is dat, dat aapmensch, ook een van je klanten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja. Een van ’r alleroudste—waar of niet, Regien! Al was ’k niet de eerste, waar +of niet, Regien? ’t Spijt me machtig, dat ik heb gestoord.… Ga zitten, menschen … +En praat rustig verder!… <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Ik heb—m’n kaken springen van mekander—’n slaap, ’n goddelooze slaap of ’k tién +roezen uit moet slapen … Geneer je niet—ik speel geen luistervink, Regien … <span class="stage">(<i>zet zich weer op de bank met den rug naar de anderen gekeerd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ken jij dat heer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>vinger op den mond</i>)</span>… Dat is—dat is …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.…</span> Dat is ’r minteneur!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb389">[<a href="#pb389">389</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>’t hoofd naar de tralies</i>)</span>… Nee, nee—ik ben de vader van ’r kind—èn, als ’k me niet bedrieg—en ’t niet verkeerd +geboekt staat in de folianten van den godgezant, die ons voor weinig penningen—te +spotgoedkoop, voorwaar, voorwaar!—zijn allerheiligste zegen gaf—en zij ’t zich nog +herinnert (ik zelf was het haast kwijt!)—en jullie twee ’t niet aan iedereen verklapt: +ik ben, ik ben ’r lijfelijke man, ’r màn.… Ja, Ja—ha, ha!—’t was voor zestien jaar +en zeven maanden en dertien dagen—in Mei—als elke vogel legt ’n ei—in Mei, dat <i>wij</i> de voorste vingers van twee rechterhanden (tweemaal twee is tien) naar den hemel +staken—omdat, omdat ons, òns kind op komst was—òns kind, niet waar, Regien.… Ja, ja—en +nou—en nou.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En nou?.… Nou visch je achter ’t net, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nou draagt-ie op z’n test ’n honderd hoornen, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Nou heeft-ie òns daar net gesnapt, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nou zit-ie op z’n sokken in ’n kooi, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En geeft je pootjes, als je ’t vriendlijk vraagt, Regien, ha-ha-ha! En wacht zìjn +beurt om in je armen weer te leggen, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb geen bek voor dàt soort spek! <span class="stage">(<i>zij schopt <span class="pageNum" id="pb390">[<a href="#pb390">390</a>]</span>achter het koord de schoenen weg</i>)</span> Eerst hij, nou jij! Alle negen! Dat wordt ’n kegelspel met schoenen die de tand des +tijds nog beter dan ik zelf doorstonden! Ben je ontstemd, Regien, of is ’t de vreugde +van ’t wederzien, na zooveel jaren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>).</span> Ik zou van leut en lol wel kunnen dansen! Dat merkt-ie nog niet eens! Dat vraagt +’t schepsel! Wil je ’t soms zwart op wit?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Och nee—die twéé getuigen zijn voldoende.. En de pure, malsche blijdschap op je aangezicht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Zoo heeft-ie jaren lang, me ieder uur gesard, gehitst, gekweld.… ’n Adder heeft geen +giftiger tong.… Man, man ik háát je zoo!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>triestig-glimlachend</i>).</span> Ja, ja, ’t kan verkeeren.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>nijdig tot Rakker</i>).</span> Nou! ’k Kan m’n tijd gebruiken! Moet ’k langer samen met dien kerel? Als ’k z’n lachen +als ’n monster zie, is heel m’n week vergald!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ìk vergal—vergulden andren!.… En àls ik monsterachtig lach … <span class="stage">(<i>rondkijkend</i>)</span>—wat drommel, hangt hier nergens in dit weelderig, volmaakt gemak ’n spiegelscherf, +dat ik me overtuigen kan, en mogelijk zóó lamgeslagen sta, dat deze gruwellach z’n +eigen dood besterft?—als ’k leelijk, onvertogen, ongepast, en jou ’n hééle week vergallend +lach: ik ben geschapen met de hulp van drie—<span class="pageNum" id="pb391">[<a href="#pb391">391</a>]</span>door vader, moeder en door God (alleen de laatste is in leven!)—en heb me zelf niets +van mijn manlijk schoons en leelijks toebedeeld, noch toegewenscht! <span class="stage">(<i>zij keert zich driftig om, zet zich voor de tafel</i>)</span>… Goed zoo! Van achter zien we niet—geen kleur, geen schoen, geen hindernis, geen +kushand en geen judaslach.… De Satan voer in een der twaalf—’t staat beschreven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> We zullen zien—wie ’t laatste lacht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Laatste lacht, wie ’t laatste leeft! Je blaast je lach uit als ’n kaars, mèt dat +je laatste adem gaat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij niet! Jij niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij grijnst nog in je graf!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als <i>jij</i> ’r op komt bidden zeker!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ha-ha-ha! Ja, ja—dié zijn getrouwd! ’t Klopt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wel selderju—dat hoor je van ’t spullevolk, als ’t jaarmarkt is, niet beter! Kischt! +Kischt!.… Laat je niet plukken, meid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Vooruit! Toe dan, ha-ha-ha! ’t Liep zoo lekker en gesmeerd! Leg je ’t af, Regien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik wreek me wel—vandaag of morgen.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb392">[<a href="#pb392">392</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Vandaag! Dat ’s dichterbij en houdt ’t vuurtje warm!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Klets toe—ik zeg geen woord, geen woord meer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen woord? Dat is ’t einde. Want in den Beginne wàs het Woord.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ach gekke kerel loop!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ik maar loopen kòn!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Dan liep zij kwispelstaartend met je mee, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>zakt lachend van de bank op den grond</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Met dien stumper, dat gedrocht, dat hatelijk verschijnsel, dat mirakel, dat ellendig +wurm, ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Let op—dàt was ’r láátste woord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Regien, Regien! <span class="stage">(<i>schatert met den Rakker</i>)</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Hopman.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>op door de gaanderij</i>).</span> Wat is dat? <span class="stage">(<i>tot Rakker</i>)</span> Wat zit jij op den grond?… En jij—is dat jouw plaats?.… En hoort die vrouw daar achter?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb393">[<a href="#pb393">393</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> <span class="stage">(<i>terwijl de Soldenier naar venster wijkt</i>).</span> Ik was—ik was gevallen, hopman …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—dat kan ’k getuigen—’r zijn ’r meer gevallen hier …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Mond gehouen allemaal! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Weg jij daar! <span class="stage">(<i>tot Rakker</i><span class="corr" id="xd33e18900" title="Bron: ))">)</span></span> Wat had ik jou gelast?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ik heb ’r minstens twintig keer gezeid <span class="stage">(<i>naar het linkerhok wijzend</i>)</span> daar in te gaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.…</span> Dat liegt-ie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Lieg ik, Soldenier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ik heb ’t gehoord.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Wel alle duivels, is dat hier ’n bende! Als jij nog even kikt, dan sla ’k je in de +boeien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> O, mocht ’t niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Nee—hier mag niks!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niks is niet veel—maar als je ’t eenmaal weet genoeg.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span> Marsch! Ingerukt! Daar in ’t wachtlokaal! En vlug! (tot Rakker) En jij, jij zal je +uur onthouden … <span class="stage">(<i>Soldenier af</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb394">[<a href="#pb394">394</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.…</span> Ik heb ’r dertig maal misschien …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>met driftig gebaar</i>)</span> Dat ’s dertig maal te veel! Jij heb te dóén en niet te laten! Rechtsomkeer en marsch! +<span class="stage">(<i>Rakker af</i>)</span> En jij vooruit! <span class="stage">(<i>Smijt traliedeur voor Regina open</i>)</span> Versta je niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik heb toch niet gestolen, niet gebedeld, ben niet dronken langs den weg gegaan—ik +heb geen nachtrumoer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Asjeblief<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Wat heb ’k dan gedaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Dat zal je later hooren! <span class="stage">(<i>trapt de schoenen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Die arme schoenen maken nog de reis rondom de wereld.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee—ik verdraai ’t!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Wat zeg jij?… Wil jij niet?… Heb jij ’n wil? <span class="stage">(<i>grijpt haar bij den arm</i>)</span>… Een, twee …</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Regent, Hopman, Sero, Regina</span>, later <span class="sc">Jus</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>van de trap komend</i>)</span> Ho! Ho! Geen drie! Maar hopman, ’t is ’n vrouw, ’n vrouw …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb395">[<a href="#pb395">395</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Geen vrouw—’n lichtekooi, Uw Excellentie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Is dan ’n lichtekooi ’n man? Kom, kom! Jij blijft wel rustig zitten dáár, ook zonder +kussen in je rug, niet waar? Geweld bij vrouwtjes, hopman, onverschillig wat ze zijn, +dat heeft geen pas—tenzij—tenzij je zwaar verliefd ben en ’t torteltje niet trekkebekken +wil, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>let Sero op</i>)</span>… Ha, onze vriend! Wees welkom, welkom!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dank u, Excellentie. ’t Zelfde. En nog meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’t Is kostlijk weer vandaag. ’n Tikje warm, ’n beetje felle zon … <span class="stage">(<i>den schijn van ’t venster bedoelend</i>)</span>… Hindert je niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Integendeel. Waar licht is, is ook vreugd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk, de schalk! Dat blijft maar goed gemutst en welbespraakt! ’t Is zeldzaam, +zeldzaam! Ja, geniet ’r nog maar van. Wie weet hoe kort ’t duurt—een trapje lager +houdt ’t op …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De zon …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … De zon, de maan, de sterretjes—en wat de grappenmakers meer in dicht en rijm bezingen … +Heb je honger?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb396">[<a href="#pb396">396</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Wist niet dat dàt Uw Excellentie intresseerde …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Och ja—och ja!… Hoe meen jij dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Meen dat ’t duizenden en nog eens duizend—’k meen niemendal …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk!… Nu had-ie moeite ’t in <span class="corr" id="xd33e19076" title="Bron: e">te</span> slikken, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>tot Jus, die de trap afgekomen, ’t laatste gehoord heeft</i>)</span>… Die man heeft hier <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd</i>)</span> ’n koemaag, maar geen hersens—die kauwt, herkauwt en kauwt zoo ieder uur op onverteerbaar +tuig! Ha-ha-ha, ’t is zeldzaam, zeldzaam!… Dus geen honger?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Geen trek in jonge kiekens of een malsch aan ’t spit geroosterd boutje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De koemaag hier verdraagt die zaken niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Geen kreeftje, rood—óók rood—van woede om de hitte van ’t water, met ’n roemer witten +wijn?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Daar heb ’k juist vanmorgen mee ontbeten—en heel m’n buurt tot we ’r van kikten en +ik ’n graat kreeg in m’n keel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoor je dat, Jus—ja Hopman lach gerust!—<span class="pageNum" id="pb397">[<a href="#pb397">397</a>]</span>de schalk heeft kreeften met ’n graat, ’n graat—en zonder schaal gegeten! Zoo praat +dat over alles, alles mee. Dat heeft verstand van staat en kerk en God weet wat—en +ook van kreeft, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ’t dan geen graat was—en geen bastaardkreeftje—was ’t ’n schaar—en als ’t geen +schaar was, was ’t ’n ander ding om in te stikken. In Godsnaam, Excellentie, eet geen +kreeft!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha-ha, zoo’n levenslust! Geen honger dus?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Spijt me waarachtig, néé.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat moet dan anders worden, Jus. Dat ’s ongewoon en maakt me ongerust. ’n Man die +’t prachtig eten van mijn kok niet lust, geen honger heeft—die driemaal weigert—is +te zwaar doorvoed—en vroeg of laat krijgt-ie vervetting aan z’n hart, z’n lever of +z’n tong! +</p> +<p><span class="sc">Sero<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Ja, ja—m’n tong is welgedaner dan m’n buik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is dat niet abnormaal? En zijn we niet verplicht zoo’n kanker uit te snijden? <span class="stage">(<i>met gebaar naar ’n insect dat hij reeds ’n paar maal verjaagd heeft</i>).</span> Wat wil dat lastig dier toch bij m’n hoofd?… Heb jij geen honger, vriend, dan moet +jij op dieet—en schap’lijk lang tot dat je maag weer werkt en ook je tong wat minder +welgedaan doorslaat, ha-ha-ha! ’k Wed dat die kuur je helpt!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb398">[<a href="#pb398">398</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dus ik blijf hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Voor onbepaalden tijd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wel, wel—en zonder vonnis? Dat’s ’t nieuwste recht, ’n vastenavondgrap, ’n luimige +inval van z’n Excellentie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet waar? ’n Beetje kortswijl hoort ’r bij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik vast zoolang die kortswijl duurt.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Bezwaarlijk, vriend.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie niet gevonnist is—en niets misdreven heeft—heeft ’t poorter-recht van iedren poorter—en +móét voor schemer weer op vrije voeten gaan! ’k Ben minstens tien keer hier voor dezen +heer <span class="stage">(<i>met gebaar naar Jus</i>)</span> gebracht en tien keer met beleefden groet weer losgelaten …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span> Dat klopt <span class="stage">(<i>mede met gebaar naar insect</i>)</span>—hij was zoo glad, zoo leep, zoo listig, Excellentie en zoo glibberig als ’n aal, +dat we ’m telkens lieten glippen, om de poorterwet in eer te houden.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’n Aal vat men niet aan met schoongewasschen handen … Dat doet men met ’n scheutje +zand … <span class="stage">(<i>beloert het insect op de tafel</i>)</span>… Wacht even! Stil! Ha-ha, ’k heb beet! Twee hommels in een klap. Zoo. Even drukken. +Die spelen niet meer schuilei met m’n neus. O? Wil jij toch nog—toch <span class="pageNum" id="pb399">[<a href="#pb399">399</a>]</span>nog vliegen?… Wel ja <span class="stage">(<i>trekt ’n vleugel uit</i>)</span> Probeer ’t met één vlerk!… Daar snapt-ie niets van: kijkt me zoo beteuterd aan, of +’k onze Lieve Heer persoonlijk ben, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span>.… Ja, kom maar dichter bij … Je mag ’t wel zien!… Die is getemd, ha-ha!, en loopt +m’n hand rond of-ie kreupel is … Dat komt omdat de andre vleugel ’m te lastig is … +Dan die ’r ook maar af … <span class="stage">(<i>’t insect op tafel zettend</i>)</span> En kalm aan stappen—niet te wild—want op den inktpot is geen klep—en reddingsgordels +heb ik niet, ha-ha! Zoo zie je, Jus, hoe je met handigheid, ’n kwajen hommel leert +marscheeren, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>nijdig uitvallend tot Regina</i>)</span> Is jouw plaats hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.…</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> U zei me zelf..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zei jou niets, niets, niets!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Nee niets! Vlug achteruit! En op de bank gebleven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Wel allemachtig, ’k ben niet gek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>met de hand de tafel beslaand.</i>)</span> Hoor ik jou nog …! Wordt ’t hoogste woord door straatgespuis en wijven uit ’t bordeel +gesproken! <span class="stage">(<i>tot Jus</i>).</span> Waar is ’t onwijze jong, ’t schaap, ’t kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dat moet benee zijn, Excellentie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hier laten brengen! <span class="stage">(<i>Jus gaat naar gaanderij</i>)</span> Nee—wacht nog even. Die vrouw, die is te veel! <span class="pageNum" id="pb400">[<a href="#pb400">400</a>]</span><span class="stage">(<i>Hopman wenkt Rakker in gaanderij, die Regina heen voert</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Wil u …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wil u … Wil u … Wil u … Als <i>ik</i> geen haast heb, hol je of ’r brand is—en als ’k angstig uitkijk waar je blijft, kruip +je met looden ballen aan je beenen! Wat lach je nou? Ik maak geen pret, ben niet jouw +clown! <span class="stage">(<i>tot Sero, die weer met den rug naar de tralies zit</i>)</span>… En jij! Ha-ha! Als jij niet weergaasch-rap de voorpui van je onbewoonbaar huis vertoont, +zal ik je blaren laten zitten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik warm m’n rug in ’t uitgezochte zonnetje …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>).</span> Haal ’m ’r uit! Kun je ’t alleen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Dat stuk karkas regeer ’k met twee vingers, Excellentie! <span class="stage">(<i>tot Sero, dien hij uit de kooi trekt</i>).</span> Toe, maak wat voort!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dank u zeer! Ik wist wel dat Uw Excellentie haar kostbren tijd niet lang verspillen +zou—en mij vóór ’t ongenoeglijk schemeruur weer op ’s lands kei zou zetten.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>wenkend</i>)</span> Op die bank! Halt! Halt! Heeft men zijn zakken onderzocht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Ik denk van ja …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb401">[<a href="#pb401">401</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij denkt van ja—jij denkt van nee—wie denkt ’r ooit behalve ik? Is één vermoorde +koning niet genoeg? Moet ik op alles letten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>op den eenen zak wijzend</i>).</span> Hier, Excellentie, zit ’n bom—en daar ’n handgranaat.… Eén vinger, die den weg niet +weet, in deze donkre, schrikkelijke grot—en ’n vulkaan, ’n donderslag vernielt mijn +ribbekast, maar ook ’t Hoofd van Staat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> De handen op je rug!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Dat doe ’k liever zelf. Als u mij kietelt, schiet ik in den lach—en als +ik lach, loopt ’t bommen-uurwerk af! <span class="stage">(<i>den eenen zak ledigend</i>).</span> Dat’s een. <span class="stage">(<i>overreikt ’n stukkenden zakdoek</i>).</span> M’n linnengoed, merk S. van een tot twaalf. Dat ’s twee, met minder ezelsooren dan +menig hooggeleerd gezelschap!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wat is dat voor ’n godvergeten boek? Lees voor! Lees voor!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> ’n Boek vol dikke potloodhalen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat vraag ’k niet! Lees voor! Lees voor! <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> Geheim genootschap, schalk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span> „Wij hebben (hier is wat doorgehaald) den, den … (dat is onleesbaar!)… den strijd +tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld”…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb402">[<a href="#pb402">402</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Staat dat ’r woordelijk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Woordelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je legt daar op beslag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat is ’n eeuw of wat te laat—’t is te zwaar verspreid—In ieder huis leit ’t met netter +kaft op tafel, te pronk, te pronk—en ook Uw Excellentie heeft ’t eens gelezen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>’t Boek dat de Hopman voor hem op tafel legt, op den grond werpend</i>)</span> ’t Nieuwe testament, ’t testament! <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>)</span> Ben jij versuft of doe je mee aan drieste grappen, ezel, lomperd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> U zei: lees voor—ik zag ’t wel …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij zag ’t wel! Hij zag ’t wel! Als jij wat ziet, is ’t al lang gevlogen! <span class="stage">(<i>weer zacht en valsch tot Sero</i>)</span> Loop jij met testamenten in je zak? Is dat de nieuwste vinding, schalk? En haal jij +daar in door wat jou niet past? Heb jij patent als prediker? <span class="stage">(<i>vinnig</i>)</span> Je andre zak!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dien ledig uittrekkend</i>)</span>… Verschijn en maak je reverentie! En zonder dubblen bodem, Excellentie. Enkel met +rijm! <span class="stage">(<i>De Hopman geeft ’m ’n por</i>)</span>.… O! ’k Was juist uitgesproken! <span class="stage">(<i>zit op de bank</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij was zoo goed op dreef. Dat ’s jammer, hopman. ’k Hoor graag rakkers met wat overmoed. +<span class="pageNum" id="pb403">[<a href="#pb403">403</a>]</span>Vooral als ’r ’n kleine prikkel wacht.… Je hebt soms muizen, die nog speelsch en dartel +piepen, als poes licht op den loer.… Ga zitten, Jus—en sla je wetboek op—maar heel +voorzichtig! De nieuwe soort die ik gekweekt—de zesvoeter met kromme beenen—kijk, +kijk: hij springt waarachtig over hindernissen!—die heeft vandaag z’n laatsten vrijen +dag … ’n Lijkenvlieg, hoe kwam ze hier?… ’k Heb meelij met je larven, acrobaat! Jouw +nageslacht zal in geen krengen bruiloft vieren! Ho! Dezen weg! Die is versperd. Op +last der overheid, hahaha! <span class="stage">(<i>speelt met de vlieg, half over de tafel hangend</i>)</span> Ja, ja,—en nu m’n andre kameraad. ’k Zou je bij m’n dressuur vergeten! Jij ben gearresteerd, +omdat, omdat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Omdat ’k wat lastig ben …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Lastig néé—welnee m’n brave vriend! De wet heeft mazen en je kruipt ’r door. Dat is +je recht! Je ben niet lastig: listig, lustig. Je bazelt af en toe … <span class="stage">(<i>tot Jus</i>)</span>… Wat zei-ie gister op de groote markt? Hoe was dat weer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Hij zei: ’t volk dat wordt belogen en bedrogen door iedereen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Door iedereen? Door iedereen? Uitzondring ken jij niet? Dus ik, ik als Regent, belieg, +bedrieg?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ik dàt heb gezegd verbeur ik ’t vrij gebruik van deze tong!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb404">[<a href="#pb404">404</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Bedoelen dee je ’t evenmin?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet dat ik weet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En denken, denken?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Zelfs niet dróómen, Excellentie—en bij God, de droom is van een bandloosheid, wanneer +je stevig slaapt en snurkt, om in een ijzer dwangbuis op te sluiten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dus ik ben uitgezonderd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Heb niet aan u gedacht—’k zou vloeken bij mijn zwaard en bij mijn éér—als ik ’n +zijgeweer bezat—en als ze op mijn eer in ’t pandjeshuis ’n tiende penning of ’n knijzer +schoten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>tot de vlieg</i>)</span> Ho! Ho! Verboden toegang, lijkenschenner! <span class="stage">(<i>sarrend-zoet tot Sero</i>)</span> Jij ruit niet op?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Beweert dat iemand? Als ik ’t dee—had die meneer me niet gehouden, voor jaar en dag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij scharrelt overal—langs veld en wegen—op markt en plein—in dorp en kroeg—Wat doe +jij daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Verhalen en vertellen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Vertellen? Wat?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb405">[<a href="#pb405">405</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van alles, maar geen leugens. M’n vader, die door Zijn Majesteit—Zijn Majesteit is +dood—hij rust in vrede!—gehangen werd, omdat-ie (vader—niet Zijn Majesteit!) anders +bleef denken dan zijn tijdgenooten—en dat hardop, hardop (was-ie maar stom geboren!)—m’n +vader leerde me al vroeg, al van m’n eerste jaren …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nu? Durf je niet? Wat leerde-ie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ben ’t vergeten … ’t Een’ge wat ik me herinner, als ’k de spons hierbinnen wring—de +koemaag, Excellentie!—is dat een fopspeen meerder lucht dan moedermelk bevat—en dat—en +dat—laat ’s zien—en dat als je géén leugens zegt—de waarheid ongemerkt en ongevraagd +en als ’n dief zoo handig in je eigen schaduw loopt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zoo’n roover, zoo’n bandiet! Verspreekt zich nooit! Loert als ’n schildwacht op ’t +onraad van z’n woorden! Heel goed! Heel goed!… Wat was ’t vanmorgen, Jus, toen ze +’m grepen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Van morgen was ’t zoo’n herrie en zoo’n volte op de markt, dat ’r met blank geklopt +moest worden. Hij las ’n stuk van ’t nieuwe testament, maar las ’t zoo, zoo uit mekaar +getrokken en zoo sluwtjes weer gekoppeld, zoo vol bedoeling en hiaten—als iets niet +paste—dat ’t geen tekst was, maar een oproerspreek …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Aha!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb406">[<a href="#pb406">406</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> ’k Heb zelf gehoord hoe-ie de poorters hitste … <i>Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer</i>, dat staat geschreven—hij roept ’t zoo en met zoo’n haat—en op zoo’n fellen toon, +of ’r geschreven stond: ze zijn gelijk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jawel! Jawel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Hij is ’n dagelijksch gevaar—en lacht geslepen om elk verbod, om iedre wetsbepaling, +iedre ordonnantie—en toch—en toch—toch is ’t nog niet gelukt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De deksel op de doos te vouwen. <span class="stage">(<i>tot de vlieg</i>)</span> Ho, deze zij!… Dus, dus: hardop beweer jij niets?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niets dat niet elkeen mag! Hardop is lokvink voor de galg—en ’k heb zoo teeder vel—<span class="stage">(<i>op z’n nek wijzend</i>)</span> hier in ’t bijzonder—vel dat al springt als ’t de zeepkwast ruikt, dat ’k liever +met ’n baard van weken ga, dan met ’n gladde kin.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dan met ’n gladde kin—jij gladde vogel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mag ik m’n schoenen nu?… Of wil Uw Excellentie dat ’t volk, de poorters, keerlen en +de wijven me missen—en aan ’t vloeken slaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij is vrij—dat spreekt vanzelf, voor wat-ie gister en vandaag en vroeger nog <i>niet</i> zéi, maar dàcht, of ook <i>niet</i> dacht, maar droomde—de sluwe <span class="pageNum" id="pb407">[<a href="#pb407">407</a>]</span>vos.… Nee, laat je schoentjes nog wat rusten! <span class="stage">(<i>wenkt gebiedend den Hopman</i>)</span> Die vrouw! Die vrouw! <span class="stage">(<i>Hopman wenkt Rakker</i>)</span> Al wou je, hier op ’t slotplein, in gelijkenissen spreken—zoo dat de minderjaarge +koning als z’n vader neergeschoten werd—<i>ik</i> heb de poorterwet bezworen, <i>ik</i> breek geen eed, <i>ik</i> doe alleen m’n plicht, als ’t moet, als ’t kan, als ’t openbaar belang ’t dwingt +en eischt <span class="stage">(<i>tot de vlieg, terwijl Regina door Rakker weer binnen geleid wordt en op bank neerzit</i>)</span> Je eigen schuld! Heb ik je niet gewaarschuwd, smakker? <span class="stage">(<i>Jus buigt zich ook over den inktkoker</i>)</span> Wat doe je, als je ’t zwemmen niet verstaat, te duiken in den put?… Die sterft een +zwàrten dood, ha-ha!… <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> Jij wordt beschuldigd … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend, nijdig</i>)</span> Ken jij die vrouw? <span class="stage">(<i>Sero knikt</i>)</span> Niet knikken! Antwoord geven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik ken ’r—ja<span class="corr" id="xd33e19613" title="Bron: ,">.</span> +</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> En jij? Heb jij ’n dochter van dat schepsel daar?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> We waren …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>met de handen op ’t koord, snerpend</i>)</span> Ik vraag niet wat jij was—’k vraag of je ’n dochter heb?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Die hebben we … Een is gestorven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Goddank!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb408">[<a href="#pb408">408</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Een leeft.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Dat is jóúw dochter dus? <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> En ook de jóúwe? Verkies je niet te spreken?… Blijf je zwijgen?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Och, als ik zwijg, zal iedre steen ’t roepen! Ze is m’n vrouw …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En met jouw weten is die vrouw ’n lichtekooi—en laat je ’r hoereeren!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Ik ben …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Je ben hier om je mond te houen en te blijven zitten, als <i>ik</i> met andren praat!… Jij!… Wist je dat? Déélde je soms de honingkoeken en pataten, +die zij je huis indroeg—deelde je bed en beurs en lippen—lief en leed, ha-ha! Had +jij de kas, de tucht, bij dat òntuchtig doen? Ging je door d’achterdeur, als vóór +de klink gelicht werd door ’n klant? Hoorde je niets en zag je minder nog? En had +je zoo bij winterdag twee warme voeten en ’n heet-gekruide maag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Misschien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Misschien! Misschien! Waar heb jij van geleefd in al die jaren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van manna en van lucht—èn—hoop doet leven!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb409">[<a href="#pb409">409</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Noteer je, Jus—ontkennen doet-ie niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Oho—is dat de klem?… Is dat de val, en dat ’t spek? En denk je dat ’n ouwe rat met +haast geen tand meer in z’n bek, onnoozelweg z’n grijzen staart daaraan verbeuren +zal?… Ik heb die vrouw—mijn vrouw—in volle vijftien jaar niet meer gezien—zie ’r vandaag +voor ’t eerst en—weer voor ’t laatst.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En ’t kind?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Laat dat ’r buiten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoe oud is ze? <span class="stage">(<i>Sero haalt de schouders op</i>)</span> O, ben je dat vergeten?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dof</i>)</span> ’k Zeg nòg eens: laat ’t kind ’r buiten …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee, nee—’t gaat juist om ’t kind!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>opstuivend</i>)</span> Ik zeg …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Zitten blijven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Of in z’n kooi!… Ei, ei—hij lacht niet meer! De snaak trekt nieuwer soort grimassen! +Ik vroeg: hoe oud?… Da’s zeldzaam!… Zeldzaam, hoe ’n tong, straks vlijm geslepen, +nu bot naar antwoord zoekt! <span class="stage">(<i>tot Regina, haar in de wang knijpend</i>)</span> Is jouw geheugen, zwartoog, knappe deern—jij ben de zonde waard, waarachtig, op m’n +woord!<span class="pageNum" id="pb410">[<a href="#pb410">410</a>]</span>—ook zoo wormstekig … Is ’t wonder Jus, dat ze dat mensch ’ns af en toe verschalkte?… +Hoe oud of wel hoe jong?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Zeventien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zeventien?… Dan was jij zelf niet ouwer toen je trouwde?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span> Jonger nog!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>haar kin streelend</i>)</span> Ha-ha, had ik jou toen gekend! ’n Jonge duif, ’n jonge doffer, wat? De malste kippen +zijn de kiekens, versch van ’t nest! De grootste gaping in de poorterwet—ja, lach +maar, Jus—is dat ’t recht van d’allereersten nacht, <span class="ex">’t jus prima noctis</span>, is vergeten … <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Je hoeft niet bleu en ook niet bang te zijn … Voor àlle vrouwtjes, met of zonder +man, of met dozijnen, ha-ha-ha!—buig ik mijn krolschen rug! Ja, ja … Maar nu de zaken!… +Je dochter heeft je dikwijls opgezocht in deze maanden, niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dikwijls niet—soms eens, soms tweemaal in de week.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet meer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee, Excellentie.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jìj gaat vrij uit—en zonder straf—’t is niet om jóú te doen—biecht op!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb411">[<a href="#pb411">411</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik heb ’r eerst ontmoet op straat—toen is ze vier, nee: vijfmaal op bezoek geweest.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.…</span> ’s Avonds?.… ’s Nachts?.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina …</span> ’s Morgens. Dacht u dat ik—als moeder..?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik denk.… ik denk.… Dat raakt je niet! <span class="stage">(<i>plots weer fel</i>)</span>… Zoo, zoo, ha-ha!… ’t klopt als ’n bus met wat ze ons berichtten! <span class="stage">(<i>tot Sero</i>).</span> Jij, burger Sero, wist dat niet? Jij wist niet dat je kind, je minderjaarge dochter, +op bezoek ging bij ’n slet, ’n alle-kerels-lief? <span class="stage">(<i>tot Regina die zich verdedigen wil</i>)</span>—Wat ben jij anders? Hou je mond!—Jóú was dat niet bekend?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik wist van d’ eersten keer—toen ze mekaar op straat.… ’t Andre heeft m’n kind verzwegen..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja.… Dàt antwoord wachtte ’k! Maar toen dien eersten keer—heb jij je dochter niet +gezegd wat of ’r moeder was en is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee? Nee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Waarom niet, ridder met de waarheid—in je schaduw?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb412">[<a href="#pb412">412</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom? Omdat—omdat ’k niet wou.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Heb je dat, Jus?.… M’n hulde!.… Dat wou niet dat z’n dochter eerbaar bleef!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>met dreigenden glimlach</i>)</span> Pas op!.… <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>).</span> Ho, ho—ik ging te ver.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ’t gaat te ver! Bij God, ’t gaat te ver! ’n Vader die z’n kind niet tegenhoudt +op ’t ergste pad—’n minderjarig kind nog wel—zoo’n liederlijke vader.… De wet!.… Sla +op de wet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Had ’t al aangestreept—hier staat (.… Artikel 82 Bis).… „De ouders die.…”</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> .… ’k Vraag niet van óuders—’k vraag van váders, die.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dat’s 83 D, gewijzigd bij de wet van.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’k Vraag naar geen nummers van je wettenkraam.… Lees op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> „Hij die die ’t vaderlijk gezag misbruikt, mitsgaders bij zijn kind of kindren ontucht +kweekt …”</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Juist! Juist!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.…</span> „Wordt staande het delikt uit eerstgenoemd gezag ontzet en met verlies van alle poorterrecht +tot spinhuisstraf van hoogstens zeven jaar gericht.” Artikel 83 E.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb413">[<a href="#pb413">413</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’t Is al genoeg! Ik dank je wel! <span class="stage">(<i>dicht op Sero</i>)</span> Glimlach je nog schavuit?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet zoo dicht bij m’n handen, Excellentie! <span class="stage">(<i>lachend, om z’n verwoedheid te bedwingen</i>)</span> ’t Is meer gebeurd, dat ’r ’n vuige moord geschiedde, ha-ha-ha!—dader onbekend, ha-ha!.… +<span class="stage">(<i>tot den Hopman, die zich tusschen hem en den Regent plaatst, de hand aan het gevest</i>)</span> Ik zou dat scheermes liever laten in z’n—in z’n schulp. Ik kruip al met ’n vlotte +buiging in de mijne! <span class="stage">(<i>zet zich weer op de bank</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>die achteruit-geweken is</i>).</span> Dat’s over ’t toppunt heen! Zag jij ’t Jus?.… Heb jij ’t opgelet? Dat dreigt!.… Dat +heeft gedreigd!.… Dat heeft den moed gehad z’n vuisten op te heffen en me met oogen +aan te zien, of ik—hè-hè-hè!, hè-hè-hè!—of ik z’n maat, z’n rotgezel, z’n <span lang="fr">chère confrère</span>, hè-hè-hè! <span class="stage">(<i>tot den Hopman</i>)</span> ’t Kind! Hier met de eedle erfgenaam van ’t schoone paar!… Dat heeft gedreigd, gedreigd!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman</span> <span class="stage">(<i>Regina bedoelend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> En die<span class="corr" id="xd33e19935" title="Bron: .. .">.…</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Dat kind, dat kind, de dochter van dien koppelaar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Een oogenblik! Is <i>mijn</i> kind hiér?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja! Wij willen ’t zelve ondervragen, zelf getuigen laten. En dan.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb414">[<a href="#pb414">414</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.….</span> Artikel 85, alinea vier: Wanneer zoowel de vader als de moeder ontucht plegen, wijst +het Hoofd van Staat dengene aan, die in de plaats der ouders …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> .… In te grijpen weet! Juist! Juist! <span class="stage">(<i>wenkt den Hopman</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Dus wordt mijn naam aan ’t ziek bedrijf dier vrouw gekoppeld! <span class="stage">(<i>met aandrang</i>)</span> Een oogenblik! Ik vraag, verzoek—en als ’t moet, dan sméék ’k—kan ’k meer?—om ’t +kind niet te „verhooren”—niet in ’t bijzijn van ons twee.… niet onverwacht. Laat me +alléén twee woorden met ’r praten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is-ie niet stom en doof en blind en dronken! <span class="stage">(<i>tot den Hopman</i>)</span> Moet ik jou zesmaal orders geven! <span class="stage">(<i>Hopman wenkt Soldenier in gaanderij, die bij de poort plaats neemt. Hij zelf gaat +over de trap in ’t paleis</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De Regent, Sero, Regina, Jus.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat mag dus niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk! Heb jij geen schoffels jaren tijd gehad, om met je nageslacht te práten? +Jij wist, pioef—en heb ’r niet belet die vrouw <span class="stage">(<i>Regina is op de kruk bij ’t boogvenster gaan zitten</i>)</span> en ’r kornuiten<span class="pageNum" id="pb415">[<a href="#pb415">415</a>]</span>—en wat ’r meer in ’t donker van die kasten en die krotten hokt en krielt—te zien +en op te zoeken!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Ik heb …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zet jij je tanden op mekaar en hou je tong ’r tusschen als ik spreek!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De eerste keer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Als jij dìen eersten keer rechtschapen poorter en ’n vader als ’t daar beschreven +<span class="stage">(<i>gebaar naar testament op den grond</i>)</span> staat, geweest—en je dat eigen kind—of was ’t van ’n ander soms, hèhè!—gewaarschuwd +en geranseld had, dan dwòng je mij niet—tot m’n spijt (tot onze spijt, wat Jus?) om +namens ieder poorter met ’n vaderhart—verbolgen, diepverbolgen, door te tasten. Zachte +meesters kweeken …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Rotte wonden … ’t Is niet kwaad bedacht!… <span class="stage">(<i>Een stilte<span class="corr" id="xd33e20041" title="Bron: .">. </span>Hij staat op, kijkt de gaanderij in, zet zich opnieuw, begint met moeite</i>)</span> Ik heb mijn dochter niets gezegd, dien eenen keer, omdat, omdat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Omdat! Vermaaklijk hoe-ie zit te henglen naar ’n leugen, dood of levend!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Omdat ze nog zoo’n kleine droomster is …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb416">[<a href="#pb416">416</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wel! Wel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’r In ’r jonge meisjesdroomen met dàt harde, dàt haast niet uit te spreken van hààr +doen en laten, op te schrikken—ik heb ’t niet gekund …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wel! Wel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb—ik heb ’r laten—slapen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha, ’n winterslaap van meer dan zestien jaar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’n Lenteslaap.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoor je dat sprookje, Jus? De moeder hóér—de vader vijand van den staat—en ’t kind +<span class="stage">(<i>schel lachend</i>)</span> hè-hè-hè!, ’t kind—’n schoone slaapster in ’t bosch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat’s ieder kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dan wordt ’t tijd, Uw Excellentie, dat ’n prins verschijnt, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja, ’n prinselijke porder met ’n bezemsteel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ze sprak, mijn kind—’k herhaal dien één’gen keer!—met zulk ’n vreugde van ’r móéder, +dat ik ’r droom niet met mijn ruwe knuisten breken kon …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb417">[<a href="#pb417">417</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Als jij destijds—destijds—voor zooveel jaar gescheiden was, dan wàs die vrouw geen +moeder meer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Maar Jus—dat wist-ie niet, dat was ’m onbekend! Dat heeft-ie nooit gehoord! Nietwaar? +Nietwaar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Al was <i>ik</i> duizendmaal gescheiden: ’n moeder <i>is</i>, ’n moeder blijft—blijft—blijft. Dat ’s nóóit meer ongedaan te maken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet ongedaan, jij goochelaar met woorden! Ook niet door overspel? Je Testament! Je +boek met potloodstrepen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ook niet door overspel! Wat ook gebeurt: de vrouw die ’t kind geboren heeft, blijft +moeder—blijft dè moeder. Draagt niet elkeen ’t merk, ’t moederteeken, waar de navelstreng +doorsneden werd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha-ha! Dat heeft verstand van alles—van staat, van kerk, van kreeft, van navelstreng! +En laat z’n schoone slaapster met ’r droomen en ’r moederteeken naar snollen, sletten +en d’r mansvolk loopen! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Dat was ’n kluifje voor jouw mond—hé, jij daar! Slaap je? Gaf de nacht te weinig +rust, ha-ha!—dat was ’n voorjaars-snoepje, wat?—om bij ’n deern van zeventien je móéderplichten +waar te nemen! Als ik niet ingegrepen had—door jou en hem en ’t delikate kroost (drie +tegelijk) van straat en bed te lichten—was dan vandaag <span class="pageNum" id="pb418">[<a href="#pb418">418</a>]</span>of morgen ’t loon voor d’eersten nacht gestreken—of is de goudvink al geknipt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>woest opstuivend</i>)</span> Dat lieg je, lieg je! ’k Ben zóó’n loeder niet, om bij d’onschuldige oogen van m’n +eigen kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Vergeet jij, lichtekooi, dat ik de hoogste magistraat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span> ’k Lap alle magistraten an m’n zool! Ik heb lang genoeg m’n lippen stuk gebeten! +’t Zit me tot hier, tot hier! Mot ik nog pootjes geven als ’k wor gepest!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Als jij je toon niet matigt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Wat dan? Wat dan! Doe jij maar wat je wil! Ik ben geen wáárdin voor me eigen dochter! +Bij me in ’t huis heeft ze geen stap gehad, geen stap! ’k Heb op m’n stoep gestaan, +bang voor ’t zonlicht en de menschen—en op m’n stoep heb ik met haar gepraat. ’k Weet +wat ik ben—plezier voor kerels in den nacht en goed voor alle vuil zóo als ’t daglicht +schijnt! ’k Weet wie ik ben! Maar zoo gevallen, om ’n kind, dat ik gezoogd, aan dat +bestaan, dat rot bestaan, te geven—’r na te laten kijken als ’n schurftig dier—’r +voor ’r jonge leven te verdoemen, te vervloeken—’r ook te laten grienen uur aan uur—zoo’n +smerig beest ben ik nog niet, wor ’k nooit, nee nooit!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb419">[<a href="#pb419">419</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ze is vijfmaal op bezoek—bezoek geweest, zei je daar straks …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat heb ’k niet gezegd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Je liegt—jij liegt—ik heb ’t opgeschreven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span id="xd33e20186"></span></span> <span class="stage">(<i>snikkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ik zweer bij Jezus aan ’t kruis …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Haha, dat zweert—dat durft te zweren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ze heeft geen voetstap op m’n stoep gehad!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e20209"></span></span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span>… Voetstap of niet—over je stoep of niet—of ’t dag of avond was of niet—gaat ons, +de Overheid niet aan! Ze is vijfmaal—vijfmaal …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Vijfmaal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Op bezoek bij jou geweest! Dat ’s duizendmaal te veel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Artikel 85, vier …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span id="xd33e20238"></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> God mag me straffen met de ergste straf …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>driftig dreigend</i>).</span> Dáár zitten en je driesten mond gehouen, slet! En als jij weer, jij leugenaarster +en jij lichtekooi … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend bij ’t <span class="pageNum" id="pb420">[<a href="#pb420">420</a>]</span>over de trap binnenkomen van den Hopman door Droomelot voorgegaan</i>).</span> Is dat—is dát ’t kind?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Hopman, De Regent, Sero, Regina, Jus.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ja, Excellentie! ’t Heeft wat lang geduurd, omdat ik eerst wat smakkers, schreeuwers +en <span class="corr" id="xd33e20276" title="Bron: slamppers">slampampers</span>—vriendjes van hém!—van ’t plein heb làten smijten … Ze wouen weten waarom hij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e20282"></span></span> <span class="stage">(<i>hem met de hand wenkend te zwijgen</i>).</span> Ja, ja! <span class="stage">(<i>tot Droomelot</i>).</span> Ben jij.…? Wat dichterbij. <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Nog dichter! <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Ben je—bang? <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Nu, schiet ’r geen enkel woordje over? Hoe is je naam? <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Mij aankijken! Niet die mènschen! Je voornaam!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Droomelot!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Droomelot! Droomelot! Hè-hè-hè! Is dat de nieuwste christennaam? Wie heeft jou zoo +gedoopt? In welke kerk?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> In welke kerk? <span class="stage">(<i>haalt Sero aankijkend de schouders op</i>)</span> Dat weet ik niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Nooit in ’n kerk geweest?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb421">[<a href="#pb421">421</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span id="xd33e20348"></span></span> <span class="stage">(<i>na Sero aangekeken te hebben, angstig</i>).</span> Eens.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Wel, wel! Al ééns! Tijdens ’n dienst?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> ’n Dienst?… ’n Dienst?.… Dat weet ’k niet. Ik was ’r heel alleen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Eens in ’n kerk! Eens in ’n kerk! Is ’t wonder, Jus, dat ze verdwalen moest! Dus—bidden +heb je nooit gedaan? <span class="stage">(<i>zij haalt de schouders op</i>).</span> En dan dien éénen keer? Wat was dat toen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De deuren stonden aan—’k heb enkel rondgekeken.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ha-ha-! Was ’t ’n synagoog, ’n kathedraal, ’n protestantenkerk? <span class="stage">(<i>zij haalt de schouders op</i>).</span> Zoo, zoo! <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> Ken je dien man?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat is—m’n vader.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ken je die vrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat is—m’n moeder.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Hoe weet je—dat die vrouw je moeder is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat heeft m’n vader me gezegd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ha, zoo!—Wanneer?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb422">[<a href="#pb422">422</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Altijd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Mij aankijken! Niet die menschen! En ook niet liegen, droome-Droomelot! Altijd—dat +is onmogelijk! Want voor ’n maand had jij je moeder niet gezien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat had ’k wel en iedren dag—al was ’t niet dichtbij.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En iedre dag—hoe dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>haar medaljon bedoelend</i>)</span> Ik heb ’r hier gedragen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Laat zien! Laat zien! <span class="stage">(<i>zij treedt dicht op hem toe, opent het medaljon, zonder den ketting los te maken. +Hij neemt het in de handen</i>)</span> Ja, ja—dat kàn ze zijn—’t kan … <span class="stage">(<i>betast haar blooten boezem</i>)</span> Maar als je hier ’n kruisje droeg—in plaats van dat—dan zou—dan zou—wat?—wat?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>angstig-beschaamd achteruit wijkend, de handen in bescherming voor de borsten</i>)</span> Vader!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>door Hopman weerhouden</i>)</span> Verdoemde ploert!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Terug!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Als jij ’r <span class="ex">nog</span> eens aanraakt, jij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Weg met dat wijf, weg met dien kerel! Weg! <span class="pageNum" id="pb423">[<a href="#pb423">423</a>]</span><span class="stage">(<i>De Hopman wenkt in gaanderij. De twee rakkers schieten toe, terwijl de Soldenier Regina +terugduwt</i>)</span> Verzetten zich, omdat ik raad ’n kruis te dragen! Blijven in opstand voor den hoogsten +magistraat! Bedriegen, konklen, drijven saam ’t span van ontucht! <span class="stage">(<i>nijdig tot Droomelot</i>)</span> Hier! Dichterbij! En geen onnoozle streken! Was jij—bij haar in dat bordeel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> In wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> In dat bordeel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Bordeel? <span class="stage">(<i>aarzelend-onwetend</i>)</span> Nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoe dikwijls heb je ’r bezocht—die vrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> M’n moeder?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Die vrouw, je moer—gaat mij dat aan! ’k Praat toch geen Spaansch! Hoe dikwijls was +je bij ’r? <span class="stage">(<i>zij staat in angstige aarzeling bevreesd voor Sero’s glimlachend kijken</i>)</span>… Nu dan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>benepen, zonder iemand aan te zien</i>)</span> Dat was, geloof ’k ééns … <span class="stage">(<i>ziet vluchtig naar Sero</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>woest</i>)</span> Eens! Eens in de kerk—eens in ’t bordeel—’t blijft altijd eens! ’t Heele nest dat +is bevuild! Hij heeft de waarheid in z’n schaduw—zij liegt—en zij, zij slaapt, maar +liegt ’t hardst van allemaal! <span class="stage">(<i>tot Jus</i>)</span> Zijn klaar de stukken, Jus?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb424">[<a href="#pb424">424</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> <span class="stage">(<i>een ganzeveer overreikend</i>)</span> Ja, Excellentie. Als u ze teekenen wil?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>indoopend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Goed zoo. De schalk, die tienmaal door de mazen glee, die tienmaal jou te glad was, +Jus, de schalk die overal op plein en markt „verhaalt”—ja, ja!—„vertelt”—ja, ja!—en +zulk een teeder nekvel heeft—gaat op <span class="corr" id="xd33e20595" title="Bron: dieët">dieet</span>!… Ho, ho!… Dat is een vonnis met ’n monsterpen, hahaha!… ’t Lijkje van m’n lijkenvlieg! +Net door ’r taster en ’r kop geregen! Adieu mijn vriend: de laatste eer, hahaha! <span class="stage">(<i>tipt met den middelvinger tegen den penhouder en wrijft met den voet over het doode +insect</i>)</span> Rust zacht en met ’n R. I. P.! <span class="stage">(<i>teekent de stukken</i>)</span>… Zoo gaat ’t beter, zonder inktgemors … Die vrouw is vrij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Goddank!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>tot Droomelot</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> En jij—heb jij ’n keus—bij hem, bij haar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Blijft vader hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja,—en kosteloos!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan blijf ik bij mijn vader.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat kan niet, Droomelot!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> O, ’t kan! ’t Hoofd van Staat—de Staat—heeft ruìmte voor z’n kinderen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mag ik ’r niet …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb425">[<a href="#pb425">425</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hahaha! Of zij! Of zij!… Hahaha! Wat jij ’r leeren kan—dat is mij toevertrouwd! En +hoe! Hahaha! <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>)</span> Hier is ’t bevel! Je plicht! Vooruit! Hahaha! Of zij! Of zij!… <span class="stage">(<i>af over trap met Jus</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>tot de rakkers</i>)</span> Wat slapen jullie nou! Weet je geen raad! <span class="stage">(<i>zij brengen Sero naar het hok, sluiten de traliedeur. Dan wenkt hij ze Regina heen +te voeren</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Mag ik ’t kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>grof</i>)</span> Nee, nee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik wou ’r enkel …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>haar zelf bij een arm grijpend</i>)</span> Nee zeg ik, nee! <span class="stage">(<i>duwt haar met de rakkers door de gaanderij-opening</i><span class="corr" id="xd33e20693" title="Niet in bron">)</span>.</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s1.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>staart als in bewusteloosheid rond, ziet Sero achter de tralies</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Vader.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Kom hier, m’n kind.… Je heb daar straks gelogen! <span class="stage">(<i>zij stort op het traliewerk toe, kust knielend z’n hand</i>).</span> Waarom?.… Waarom?.… Dacht jij dat ik op haar afgunstig ben?.… Sta op!… Geknield wordt +hiér genoeg! En geef m’n schoentjes en ’t testament.… <span class="stage">(<i>zij raapt het Testament op. De soldenier begint op en neer te loopen</i>).</span></p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">—DOEK.— +<span class="pageNum" id="pb426">[<a href="#pb426">426</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="s2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(Het tooneel verbeeldt twee kerkers door cementen muur gescheiden. In beider achterwand +een deur met kijkgat. De rechter heeft een langwerpig, betralied venster over eerste +en tweede plan, geheel in de hoogte. Een opvouwbaar bed daaronder. Op voorgrond tafel +en stoel. De linker-kerker wordt door een onbetralied tuimelraam boven de deur belicht. +Een koepelvormige deurlooze opening, in eerste plan, geeft daar tot slaapstee toegang<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Tegen cement-muur, die aan beide zijden bij voorgrond sporen van een vervallen schouw +heeft, staat de tafel met stoel. Op de tafels telkens een lampje. Bij de deuren rekjes +met kommen en bijbel. Vroegmorgen).</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="s2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero. Wachter.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>ontsluit deur van rechter-kerker, waar Sero bij de kleine olielamp zit te schrijven. +Bij ’t gerinkel der sleutels verbergt de laatste snel eenige papieren. De wachter +controleert of het bed goed ingeslagen is, staat in nadenken, werpt dan verwoed z’n +sleutelbos tegen den grond</i>)</span> Pardieu! Pardieu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ontstemt u iets, mijn dienaar en mijn vriend?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb427">[<a href="#pb427">427</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> ’k Zou kunnen springen uit m’n vel, pardieu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha, dat is een sprong, die zelfs geen paling uit den nood helpt, kameraad!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Jij ziet me hier voor ’t laatst—ik ben gesjeesd—ben aan den dijk gezet.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Wou dat ik mèt jou op dien dijk mocht gaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Is ’t geen schooiersstreek me zoo op staanden voet, omdat ik diefstal rapporteer, +’t groote gat te wijzen? Is ’t niet ongehoord me uit m’n brood te trappen, om ’n onvertogen +woord?… De heele maatschappij is rot!.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Juist, Juist! Jij slaat den spijker op zijn harden kop! Ga zitten, maat. Jij wordt +’t zitten waard! <span class="stage">(<i>ordent de papieren, presenteert stoel, wipt zelf op tafel.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ik rapporteer—begrijp nou goed, pardieu!—dat van ’t leer, waarvan ze schoenen snijden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Voor de rakkers …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Gestolen wordt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat ’s dom!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb428">[<a href="#pb428">428</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat?… ’t Stelen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee—’t rapporteeren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Waarom? Waarom, pardieu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Omdat—wel, bij mijn idealen en jóúw baard!—hiér iedre dief een diefjesmaat moet hebben. +En dan: ad één, den Staat bestelen is geen schelmerij. Jij had geen oogje, maar twee +oogen moeten knijpen—als een kat in ’t licht! Men rapporteert niet als de boeken kloppen. +Wat aan den officiëelen maatstok kleeft—dat telt niet mee. En àls ’t telt, dan telt +’t tikken op de vingers, van wie te lange neuzen heeft. Jouw neus was hier te lang—en +ook je tong<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Begrepen, ha-ha-ha?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Begrepen, nee, pardieu! Hoe kan ’k begrijpen, als jij ’t zelf niet snapt? <span class="stage">(<i>legt zijn uitgegane sigaar op tafel neer</i>)</span> Ik rapporteer dat van ’t leer en dat vannacht álweer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Gestolen is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter …</span> Gestolen is! Toen zeit de kommandant: jij kletst—gestolen wordt hier niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>die de sigaar genomen heeft en haar aan de lamp op poogt te steken</i>)</span> Dat dacht ik wel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ik zeg: ’t is niet alleen van ’t leer maar ook van ’t spek en van ’t meel en van.…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb429">[<a href="#pb429">429</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> .… En van de rest, ja, ja! Heb jij een lucifer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>verstrooid, hevig in z’n klacht <span class="corr" id="xd33e20844" title="Bron: geinteresseerd">geïnteresseerd</span> doorpratend</i>)</span> Toen wordt hij valsch en vuil en schelt <span class="corr" id="xd33e20849" title="Bron: mc">me</span> uit voor sufkop, halve gare, idioot … <span class="stage">(<i>strijkt lucifer af</i>)</span> en zeit: as jij wat minder zoop, dan zou jij niet zoo dubbel zien. Ik zeg: ik zie +niet dubbel, ’k zie te weinig! Had ik geen gelijk? ’k Geef ’m den wind van vore en +van achter—en sta op straat! Je eten wordt al door ’n ander straks gebracht, pardieu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dampend</i>)</span> Je neus—je tong—net als ik zei!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat zou jij doen in mijn geval?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Met heel bekwamen spoed mijn boeltje pakken! <span class="stage">(<i>de lamp uitblazend</i>)</span> ’t Wordt ’n zomerdag vandaag, om in ’t bosch te loopen fluiten <span class="stage">(<i>begint op en neer te stappen</i>)</span>—om bij de kreek te liggen in ’t gras—om met ’n open mond te droomen, wachtend op +manna, zonder gist, ha-ha-ha! Ja, ’t gist nog in mijn oud karkas, als ’t in ’t Oosten +daagt met zwarte strepen van de tralies!… Wees blij, m’n vriend, dat jij de plaat +hier poetst—en verder gaan mag dan dat drie en vier, dat ik met taai geduld van ’s +morgens tot den laten nacht doorstap! Jij ben de een’ge wel, die zich verzet, als +van de kooi ’t deurtje openwipt! Ik zit ’n week al, week van zeven dagen, zeven nachten, +honderd vijf en zestig uren welgeteld<span class="corr" id="xd33e20882" title="Bron: ..">…</span> Als mij de kommandant op staanden, staanden voet de andre zij van dezen muur, waarop +de schimmel <span class="pageNum" id="pb430">[<a href="#pb430">430</a>]</span>hare schoven stouwt, laat zien, dan weet mijn rechter wat mijn linker doet—en als +’k nog omkijk mag ik vrij van rechten en accijns een zoutzuil worden, als ’t brave +wijf van Lot!… <span class="stage">(<i>raapt den sleutelbos op</i>)</span> Je loopers, vriend! Bij alle Heiligen der Heil’ge Kerk, bij alle Sinten en Apostels, +die Boven hebben vrij logies, vrij stoken en vrij licht, jij brengt me gloeiend in +verzoeking!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Pardieu, ’t is mak’lijk spotten met ’n anders ongeluk! Ik heb ’n vrouw …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat ongeluk heeft meer dan een, die tot geluk geschapen werd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.…</span> Ik heb ’n vrouw die als ’n helleveeg regeert en om ’n vlooiebeet ’n hallef jaar van +streek is! Als ik, pardieu!, daar thuis kom zonder uniform, als ’k hier niet blijven +mag, krabt ze mijn goed stel oogen uit! Pardieu, hij’s nog niet van me af! ’k Ga requestreeren, +requestreeren dag aan dag!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De snippermand van staat, mijn opgewonden vriend, kent ’t geluid van stuk-gescheurde +paperassen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat dan? Geef dan ’n raad! Jij zit toch hier, omdat jij preekt voor recht en billijkheid! +Jij komt toch op voor ieder die verdrukt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, nou laster je, mijn vriend!… ’k Eet <span class="pageNum" id="pb431">[<a href="#pb431">431</a>]</span>jullie rats en gort, omdat ’k ontuchtig ben!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Als jij mij helpt dan help ik jou!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dan help jij mij? Met wat? Met ladders, vijlen en ’n kreuplen knol, om in ’n ander +land weer opgepikt te worden? Ik ken dat hazardspel. En dan—als ’t kon—als ik op vrije +voeten … (vrije voeten wat ’n hoon, waar in geen stad, geen dorp, ’n mensch vrij-uit +bewegen, spreken, dènkend-spreken mag!)… als <i>ik</i> ’t zonlicht zonder tralies zie—laat ’k dan m’n kind niet in dit wanhoopshuis! Was +’t niet mijn troost dat jij me zei, dat ’t zelfde dak ons tegen wind en regen schut?… +Nee, nee, ik dank je wel—en jij, wil jij hier blijven met geweld …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Natuurlijk! Ja!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Steel dan van ’t leer, dat hier vannacht gestolen werd, en eer <span class="corr" id="xd33e20930" title="Bron: je’n">je ’n</span> rozenkrans of tien voor al de misdaad in dit toevluchtsoord gedraaid, ben jij m’n +buurman dáár …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Dáár kan niet—dáár … Nou goed, je zal ’t weten, nou ze zoo’n judasdaad an me begaan! +Dat is m’n eerste wraak vóór ’t requestreeren, want requestreeren ga ’k op slag: dáár +zit je dochter! <span class="stage">(<i>Sero schudt glimlachend-ontkennend ’t hoofd</i>)</span> Nee? Ja! Al van den eersten dag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Zoo, zoo. Wel, wel! Zit daar? <span class="stage">(<i>pijnlijk lachend</i>)</span> <span class="pageNum" id="pb432">[<a href="#pb432">432</a>]</span>Ha-ha-ha, als je ’t eerder had gezegd, dan had ik eens geklopt, zooals de boef hierboven, +die om ’t uur zijn knokels op de planken praten laat! Daar heb <span class="corr" id="xd33e20953" title="Bron: je’m">je ’m</span> net! <span class="stage">(<i>geklop</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Dat is ’n moordenaar—heeft toen-ie bij ’n diefstal werd gesnapt, z’n mes getrokken! +Dáár—pardieu, geloof ’t niet!—daar is je dochter!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als je niet liegt: wat helpt òns dat? De wanden hebben ooren hier, maar niet voor +mij en haar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ooren èn oogen—als je wil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Begrijp ik niet. Dat’s raadseltaal.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> ’k Draai ze ’n loer, die heugen zal! De schoft, de schobbejak! <span class="stage">(<i>luistert schrikkend aan de deur</i>)</span> Jij kan zoo veel, zoo lang, zoo dikwijls als ’t je past, ’r zien en met ’r spreken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>ongeloovig</i>)</span> Ja, ja! Dat is ’n fijne wraak van jou! Máár—máár, wie zal zoo hoflijk zijn de deuren +te ontsluiten? Straks komt de andre wachter, heb jezelf gezeid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>naar den schouw wijzend</i>)</span> Dat’s eens ’n schouw geweest!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geweest, ja, ja!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> De deur zit daar! <span class="stage">(<i>wijst omhoog</i>)</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb433">[<a href="#pb433">433</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> En ’t sleutelgat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>)</span> ’r Naast.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> En de portier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ben ik—bijtijds!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha, en dan m’n buik—m’n buik gezwollen zevenmaandsch van ’t kostelijke voer—zal +die z’n vel niet langs de posten schaven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Als je je riem wat snoert, kost ’t geen blauwe buil! Ha-ha-ha! En minder nog ’n miskraam!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De guiterij is goed! Ik dank je wel voor zooveel snaaksheid op mijn nuchtre maag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Pardieu, ’k steek je den lepel in je mond!… Hier, in ditzelfde hok, heeft eens ’n +dief-in-’t-groot meer dan ’n jaar gewurmd, die zei dat-ie krankzinnig was—en maandenlang +heb ik z’n kunsten afgeloerd, als-ie alleen, vergat z’n fratsen uit te halen! ’k Ging +op de tafel staan en schoof ’n ijzren val ’n vingerbreed omhoog! Hoef ik nog meer +te zeggen?… <span class="stage">(<i>Sero grijpt de tafel</i>)</span> Pas op! Nou niet! Wacht tot ’t donker is! De kommandant kan ieder oogenblik … Pardieu, +verdoemd! ’r Kijkt een door ’t luik! <span class="stage">(<i>dreigend en schreeuwend</i>)</span> Dat’s hier ’n bende, sakkerjuu! Je lamp hoort bij de deur—je emmer ook!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb434">[<a href="#pb434">434</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jawel meneer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat vlugger, hè!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Haasten doet niemand die gelóóft, en die niet storten wil—hij ’s vol tot aan den rand …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>de deur openend</i>)</span> Je bek gehouen en geen tegenspraak! En als je weer zoo treuzelt met ’t ruimen van +je cel, ben jij ’r vierkant bij! <span class="stage">(<i>zet lamp en emmer buiten, kijkt de gang af, zacht</i>)</span> Hij ’s weg! Van mij weet je geen woord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen woord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wacht tot ’t donker is! En eerder niet! De schobbejak! De smiegd!… Kan ’k nòg wat +voor je doen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>enkel aandacht voor de schouw</i>)</span> Nee, niemendal!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Dan wensch ik je … Verroest! <span class="stage">(<i>sluit de deur</i>)</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Kommandant.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>beluistert de stappen, staat in nadenken, neemt van de tafel ’n blad papier, tracht +dat voor het deurluikje te hechten, doet zulks ten slotte met speeksel. Dan draagt +hij vlug de tafel naar de schouw, schuift <span class="pageNum" id="pb435">[<a href="#pb435">435</a>]</span>de papieren tezaam, wipt er op, tracht door de reet te kijken.</i>)</span> Dat ’s net ’n hand te hoog!… Wat nou? Wat nou?… Aha! Ik kan … <span class="stage">(<i>geklop—hij schrikt</i>)</span> Was dat hier boven of opzij?… <span class="stage">(<i>springt van de tafel, luistert, spreekt de balken toe</i>).</span> Hoe wil je nu, m’n vrind, dat ik je antwoord zonder stelten? Ik heb geen arm, die +tot den hemel reikt, en ook geen tijd! Of heb jij speeksel, dat ’t uren hardt? <span class="stage">(<i>neemt neuriënd den bijbel van ’t rekje</i>).</span> ’n Vondst! ’n Vondst! Als ’k op den bijbel stap, en op m’n teenen sta—kan ik ’r bij … +<span class="stage">(<i>legt ’t boek op tafel, betreedt den bijbel, springt bij sleutelgerammel opnieuw op +den grond.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wat dee jij daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Den bijbel lezen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Den bijbel lezen met een blinddoek op je deur! <span class="stage">(<i>trekt het papier er af</i>).</span> Ben jij soms bang dat ’k dáárvoor straf?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat weet ’k niet, meneer de kommandant! De een mag wel, de ander niet de teksten lezen … +Ik dacht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wie heeft de tafel daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.….</span> Ik wou mijn cel een extra-schoonmaakbeurtje geven …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb436">[<a href="#pb436">436</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Bijbel en schoonmaak sáám? Hoe doe jij dat, kornuit?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’r Is geen tweede boek, meneer, dat meer tot schoonmaak port—dan dàt, wanneer je ’t +zoo aandachtig leest als ik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> <span class="stage">(<i>snuffelend</i>).</span> Ik ruik hier wat. Is hier gerookt? Hou weg je handen van je rug! Recht voor je uit, +en basta met je slinksche streken! Geen vuist! Ik wil je vingers zien! De tien—of +ben jij misgeboren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>laat het stompje vallen</i>).</span> Daar zijn de welschapen tien! <span class="stage">(<i>met het stompje sprekend</i>).</span> Had ik ’r twaalf gehad, dan had de aarde jóú niet aangetrokken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wie bracht dat hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heb ’k in ’n hoek gevonden.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> In welken hoek—’r zijn ’r vier!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb ze nooit geteld, maar ’t schijnt te kloppen—in een ’r van.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> We zullen zien wie ’t laatste lacht, m’n goed-geluimde vriend! En of jij niet te temmen +ben! Bevalt ’t je zóó zeer—<span class="stage">(<i>Tweede Wachter brengt brood en water</i>)</span> dat eten op ’n vasten tijd, de regelmaat en de <span class="ex">gelijkheid</span> voor en achter—o, ja, dàt zal ’t zijn!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb437">[<a href="#pb437">437</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.<span id="xd33e21220"></span></span> Dat is ’t juist!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant<span id="xd33e21225"></span></span> <span class="stage">(<i>tot Wachter</i>).</span> Dit heerschap krijgt een week lang brood met watersaus, omdat-ie schoonmaakt als-ie +in den bijbel leest en in een hoek wat heeft gevonden, dat in een hoek niet deugt! +Hé! Halt! Neem mee z’n inkt en z’n papier en breng ’m voor verzet en tijdverdrijf +’n baal met erwten! En als-ie weer wat in een hoek vindt, dat zoo zeldzaam stinkt, +of als je je door hem laat paaien en besmoezen, zooals je kameraad, die ook door hem +is aangestoken, ook van z’n wijsheid heeft geleerd, haha!—dan vlieg je ’r als de weerlicht +uit! Verstaan? <span class="stage">(<i>Tweede wachter tikt aan z’n pet</i>)</span> Water en brood en laten kletsen—geen woord terug! Verstaan? <span class="stage">(<i>Tweede Wachter slaat nog eens aan</i>)</span> Laat zien wat je daar heb! <span class="stage">(<i>Tweede wachter geeft hem de van de tafel genomen papieren—hij leest terwijl Sero zitten +gaat</i>)</span> Wat is dat voor gezwets?… Wat wil jij van de zon—den dageraad?… O, moet ’t rijmwerk +zijn? <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd</i>)</span> Jawel!… <span class="stage">(<i>Tweede wachter buiten bij deur</i>).</span> ’k Heb zoo ’n heelen stapel van ’n dief, die in de twééde week al gek geworden is! +<span class="stage">(<i>leest</i>)</span> „De zon kijkt lachend …” Ha-ha-ha, ’n zon die lacht! ’n Zon die kijkt! Bravo!… „De +zon kijkt lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad—een jonge reus komt +aangetogen—bravo! bravo!—en strooit in akkers wonderzaad”… Wonderzaad?… Ha-ha-ha! +Ik weet voor jou ’n wonderzaad, boonen en erwten, om keurig te sorteeren!… Daar mag +jij dan, als jóú dat lust, je moois bij zingen, grappenmaker!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb438">[<a href="#pb438">438</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat wil ’k daadlijk wel, meneer!… ’t Zijn nieuwe woorden op ’n ouwe wijs … <span class="stage">(<i>zingt op de melodie van het vrijheidslied</i>)</span>: „De zon kijkt lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad.”… <span class="stage">(<i>tijdens het gezang verschijnt Droomelot uit de linker-slaapstee</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> <span class="stage">(<i>schaterend van ’t lachen, omdat de Wachter Sero kwaadaardig in den nek grijpt</i>)</span> Ha-ha-ha, daar heb je al je reus! Laat ’m maar los! ’t Kan geen kwaad! De steenen +en de balken zijn geduldig luistervolk! Eer jij, sinjeur, die nieuwe woorden en die +ouwe wijs, of ouwe wijs met nieuwe woorden, aan ’t gepeupel zegt of zingt, eer jij +weer buiten strooit je wonderzaad, eer jij je vrijheid krijgt terug—nou we je eenmaal +hebben—hebben achter slot en grendel, heer!—zal aan den einder menig keer jouw zon +met loensche oogjes kijken! <span class="stage">(<i>tot Wachter</i>)</span> ’t Wordt geen week, maar veertien dagen brood met ’s morgens vroeg wat water! En +als-ie weer z’n ouwe wijs durft zingen, sluit je ’m in boeien, dag en nacht! Vooruit. +En stevig opgelet! En ooren toe!</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Tweede Wachter.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span id="xd33e21299"></span></span> <span class="stage">(<i>hij loopt onrustig van kijkgat naar schouw op en neer, terwijl Droomelot de lamp uitblaast, +daarna voor zich henen staart. Tweede wachter draagt baal met erwten, rooster en tobbe +binnen</i>).</span> Ik dank u wel. <span class="pageNum" id="pb439">[<a href="#pb439">439</a>]</span>Het was den derden dag, avond en morgen, dat God gewassen deed ontspruiten … <span class="stage">(<i>laat telkens handen met erwten in den zak terugslieren</i>)</span>… kruid dat zaad geeft naar de soort deszelfs, boomen met vruchten en weer zaad daar +in … Wat moet God denken, nieuwe kameraad, als-ie in elken kerker menschen op den +zèsden dag geschapen, gestraft ziet met het ziften van den schoonen overvloed des +dèrden dags? Ha-ha-ha!… „Het zij tot spijze u!”… Tot spijze … Zou u me willen zeggen +hoe de Staat de klassescheiding hier verlangt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Jij neemt de groote en de dikke ’t allereerst—kijk toe!—en dan de kleine, slecht-gedroogde +en de schriele! De stuk-gebarsten, die met wormen, en ’t vuil dat overschiet, smijt +je op zij!… Gezien?… Gesnapt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span id="xd33e21323"></span></span> <span class="stage">(<i>knikt</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Zal als de Hemelsche Genade de grooten, vetten, dikken laten bovendrijven—en wat +te klein, mismaakt, wormstekig of kapot, smijten bij ’t vuil …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Begin en bek gehouen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Hier heb je proletariërs—zakken vanzelf en ruimschoots door de gaten van de zeef. +Weg bij ’t vuil! Daar zijn <i>wij</i> tweeën, meen ’k, bij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wij twee! Wij twee! Vergeet jij, pooier, dat ik draag ’n koninklijke uniform! Dat +ik jouw meerdre ben!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb440">[<a href="#pb440">440</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mijn meerdere in knoopen-met-’n-wapen kameraad!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik ben jouw kameraad niet, vlerk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Vandaag nog niet—maar morgen wel. En jij niet—dan je zoon … <span class="stage">(<i>sorteert</i>).</span> ’k Heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die me den eersten dag met drek en +steenen smeten—’k heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die net als jij met booze +oogen keken … <span class="stage">(<i>De wachter gaat onhoorbaar heen</i>)</span>, die vuisten duwden bij m’n neus en met z’n allen trapten op m’n hielen tot ik ’t +dorp uit was … ’k Was in ’t begin de vijand overal, met weinig, weinig makkers—’t +eene zaad, herinner je de Schrift, valt bij den weg en wordt vertreden en door de +vogels heengesleurd—’t andre valt op rots, verdort—’t derde wordt door doornen neergehaald—’t +vierde, dat in aarde wortel schiet, draagt honderdvoudig vrucht.. Ieder mijn kameraad, +heeft ooren om te hooren … <span class="stage">(<i>kijkt glimlachend op, ziet dat hij alleen is</i>)</span> behalve jij naar ’t schijnt, ha-ha-ha! Mogen je oogen ook zoo luttel zien! <span class="stage">(<i>schuift de tafel, na de zeef op den stoel te hebben geplaatst, onder de schouw, bestapt +den bijbel, schuift den val omhoog, werpt een paar erwten door de smalle spleet. Droomelot +schrikt op, wijkt achteruit</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb441">[<a href="#pb441">441</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="s2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve God!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Pischt! Pischt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve Hemel, doe me niets!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik jóú wat doen? Herken je me dan niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span id="xd33e21407"></span></span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee, nee! ’k Zie enkel vingers, die geen vingers zijn! Als jij de Duivel ben …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De duivel—ik, ha-ha-ha! Wel, àlle duivels met en zonder hinkepoot, wiè heeft dat zotte +woord jou in je mond gegeven? Ik ben … Kom dichterbij!… Pischt!… Pischt!… Waar steek +je nou?… Als ik nog harder schreeuw <span class="stage">(<i>kijkt onrustig naar kijkgat</i>)</span> kraait straks de wachter onraad door de gangen!… Ik ben ’t … Ik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>tegen den muur</i>)</span> Ach toe, ’k heb niet zoo véél misdaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Misdaan? Jij wat misdaan? ’k Begrijp je niet m’n kind! En als je je zoo schuil houdt +in dien hoek, en door je dwaze angst roet in ’t eten werpt, dan maak je dat wij samen … +Antwoord dan, Droomelot!… Of ben je heengegaan!…</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb442">[<a href="#pb442">442</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee, nee, meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Meneer? Meneer! Ken je mijn stem niet meer—of klinkt ze zoo—zoo anders in die steenen +fuik? Wat weerga, moet ’k door die spleet mijn kop en schoeren wringen, om jou te +zeggen wié ik ben …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>ontzet op de knieën vallend</i>)</span> O, satan, satan, ’k heb wel veel gezondigd, maar ’k hield zoo van ’r—en ze is m’n +moeder toch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Daar sta ’k bij te draaien op m’n sokkel! Ha-ha-ha! O, Droomelot, m’n kind—als ik +’n satan ben, dan word ik door den bijbel zelf gesteund op ’t oogenblik! Was jij mijn +stem zoo gauw vergeten? De stem die voor je zong als je niet slapen kon, toen je nog +bang was voor ’t avonddonker en voor den stóúten wind en voor de maan, als ze zoo +rood en dik langs ’t dak van d’overbuurman kroop … De stem, m’n kind, die bij je bedje +boog en je deed luistren naar ’t spel van hoe ’n vader ook ’n moeder wilde zijn … +De stem, m’n Droomelot, die later weer voor iedre vraag van jou ’n antwoord had—en +met je sprak van god en menschjes—en van de menschen en ’n kleinen god …? Nou lacht +je mondje weer, ’t mondje dat daar straks zoo klagend heeft geroepen! Moet ’k nou +nóg vragen wie ik ben?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jij ben—je ben m’n lieve vader. Ik dacht: nee, nee—dat zeg ’k niet … Ben je weer buiten, +vader?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Buiten?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb443">[<a href="#pb443">443</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En mag ik met je mee?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ’t kon, dan zei ’k ja! Maar ’t heeft bezwaren, kind … Nee, buiten is ’t niet! +Eer allerveiligst-binnen! ’k Heb hier náást jou—is dat niet machtig-leuk?… ’n kamer +als een prins, een vorstlijk bed met peluw en matrassen—<span class="stage">(<i>den bijbel bedoelend</i>)</span> een boekerij, die eeuwenoud—<span class="stage">(<i>het rekje met kom bedoelend</i>)</span> een kast met kostbaar porcelein <span class="stage">(<i>de drinkkan bedoelend</i>)</span>—een waterbekken en <span class="stage">(<i>de tobbe bedoelend</i>)</span> een antiek bad—en dan—en dan: ik ben gezegend met een voorraad vruchten als ’k in +geen zomer en geen winter heb geteld! En jij? Dat ’s keurig hier! Je heb een kamer +meer dan ik! Wel, wel, je wordt verwend!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve vader, ’k heb dáár al die nachten zoo’n vreeselijken angst doorstaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> Voor wie? Voor wat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor … Voor … <span class="stage">(<i>houdt zich in</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha! Voor dieven soms? Hier wordt niet ingebroken … Ze breken uit—als ’t kan.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>angstig starend bij ’t kloppen boven</i>)</span> Hoor je dat tikken, dat wel midden in den nacht!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—dat is ’n moordenaar..</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’n Moordenaar! ’n Moordenaar!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb444">[<a href="#pb444">444</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Is dat zoo schrikkelijk? Heb ik je niet geleerd, dat iedre moordenaar ’n mènsch is, +die met zieke oogen ziet? M’n Droomelot, m’n kind, m’n liefste dochter, kom tot jezelf! +’r Zijn geen spoken hier en niet hierbuiten en nergens op de wereld, waar dan ook!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb geen uur geslapen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom, waarom dan, niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik dacht aan jou—hoe door mijn schuld—mijn liegen dat ’k maar ééns bij moeder was …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jij ben de schuld van niets<span class="corr" id="xd33e21540" title="Bron: . .">…</span> Van niets, m’n kind … Als je daarom geen zeven nachten heb geslapen, doe dan vannacht +gerust je moeie oogjes toe! En als ’t niet lukt, dan zet je ook je tafel en dat dikke +boek hier onder—en we praten met ons tweeën duizend uit of jij ’n kleuter ben en ik +’n wijze man, die weet van alles, alles heeft, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>een stilte—zij staart gejaagd voor zich henen</i>)</span> Lach je niet mee?… Is ’r wat anders nog?.… Heb je nog meer geheimen dan dat van moeder +en dien eenen keer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De pater zegt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De pater? Welke pater?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De pater die hier komt …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb445">[<a href="#pb445">445</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Oho, ’k begrijp … Je heb geknield en dacht dat ik de looze, list’ge Satan was … <span class="stage">(<i>een stilte—hij glimlacht smartelijk</i>)</span> Zijn ’r nog meer, m’n kind die hier mijn plaats innemen? <span class="stage">(<i>zij schudt starend het hoofd</i>).</span> Of helpen andren óók? <span class="stage">(<i>zij schrikt—ontkent</i>).</span> Je keek me vroeger aan, als je ’n antwoord gaf … <span class="stage">(<i>zij blijft staren</i>).</span> Ik dwing je niet. Heb ik dat ooit gedaan? Eer nieuwe vogels nieuwe nestjes bouwen, +kies jij je eigen, vrijen weg—en ik blijf achter.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En—jij blijft achter!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb—’t is niet de eerste maal, dat je ’t hoort—mijn vader aan een galg zien hangen, +omdat-ie tot z’n laatste prachtig uur—de waarheid sprak, de waarheid die zoo simpel +is en klaar en als ’t zonnelicht doorzichtig—de waarheid dat een menscherug in zòrg +gebogen de Schepping hóónt—de waarheid dat er niet gedood mag worden de vreugde die +een elk aan groen en lucht en licht en blij-uit droomen heeft! Ik heb mijn vader aan +een galg zien hangen, toen ik jouw jaren had—twee lange dagen tot de sneeuw een lijkwa +om z’n schoudren spon en alle kinders naar die vreemde sneeuwpop keken, waarlangs +de raven vlogen op en neer. Toen, Droomelot, heb <i>ik</i> mijn vingers opgestoken. Nou komt de beurt aan jou. Want ’t leven is een gaan van +graf naar graf en altijd verder—en altijd opgewekt … <i>Ik</i> blijf hier in-gesloten, om wat ik erfde van m’n vader. Als jij den draad laat glippen, +en met den vijand, d’ouwen vijand heult—heb ik misschien voor niets <span class="pageNum" id="pb446">[<a href="#pb446">446</a>]</span>geleefd … <span class="stage">(<i>zij kijkt hem lachend aan</i>)</span> Versta je kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>monter</i>)</span> ’k Versta alleen, dat we weer sámen door de wereld trekken,—jij èn ik …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee—ik wacht nog meen’ge oogst van erwten die uit peulen doppen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als we weer samen zijn, vraag ’k jou hoe ’t moet—hoe ’t is—hoe ’t worden zal—en als +’k niet durf, als ’k telkens omkijk …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero …</span> Bang voor schaduwen en kloppen in den nacht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan stap ik met jou mee, wáárheen je wil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik wil zooveel, maar ’k zit hier vast.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik maak je los!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Maak andren los—en eerst jezelf, m’n kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal.… Ik zal.… <span class="stage">(<i>verstart bij <span class="corr" id="xd33e21641" title="Bron: sleutel gerinkel">sleutelgerinkel</span> bij de deur</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Je mond—je mond gehouen! <span class="stage">(<i>springt van de tafel omlaag, zet zich vlug op den stoel met de zeef op zijn schoot, +sorteert, terwijl hij naar deurgat loert</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb447">[<a href="#pb447">447</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="s2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero, Pater</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater<span id="xd33e21669"></span></span> <span class="stage">(<i>wordt door wachter binnengelaten</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Liep je te praten met jezelf, m’n kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jawel, meneer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ik ben geen heer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat weet jij toch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jawel—Eerwaarde …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> As je ’t dan weet, wat zeg je dan voor stommiteiten! Geef an den stoel—den stoel. +En doe dat uit je eigen!—Eerwaarde heeft maar op de deur te kloppen: ik hou hier dienst +op deze gang! <span class="stage">(<i>neemt lamp mee, sluit deur</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater</span> <span class="stage">(<i>voor stoel dankend</i>).</span> Ik dank je wel, en ga ’r zelf op zitten. Ik loop ’n eindje op en neer. Heb je vandaag +gebeden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nog niet—ik heb geen tijd gehad.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Geen tijd? Geen tijd?.… Voor bidden nog geen tijd? Dan doe je ’t nu—en zoo dat ik +’t hoor! Of ben je ’t Onze-Vader wéér vergeten? Vouw je handen en wat snel! <span class="stage">(<i>De wachter treedt bij Sero binnen, bekijkt de tobbe, loopt stug heen en weer</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb448">[<a href="#pb448">448</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Vader, die in de heemlen zijt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Waar zoek jij nu dien hemel? Is die daar <span class="stage">(<i>gebaar naar grond</i>)</span> of daar? <span class="stage">(<i>gebaar omhoog</i>).</span> Moet ik jou alles leeren?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Mijn vader zegt, dat aan den andren kant van d’aarde, die rond moet zijn, de grootste +hemel is …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jouw vader is een gek en weet van God en hemel niemendal! Je kijkt dáárheen als ieder +<span class="corr" id="xd33e21750" title="Bron: mensh">mensch</span> met goeie hersens … Vooruit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Die in de heemlen zijt—geheiligd zij uw naam. Laat toekomen uw Rijk! Uw wil geschiede +in den hemel … <span class="stage">(<i>stokt</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>haar helpend</i>).</span> En op aarde!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En op aarde … En geef ons heden ’t daaglijksch brood.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Wat lach je nu! Men lacht niet als men bidt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik lach, omdat hiér onze Vader ’t daaglijksch brood vanzelve schenkt—en buiten, thuis, +is ’t wel ’ns weggebleven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Je mag niet lachen en niet babb’len en vooral niet denken, als je bidt!… Vooruit!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb449">[<a href="#pb449">449</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En geef ons—geef ons heden ’t daaglijksch brood … <span class="stage">(<i>staart droomend voor zich uit</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Nu! Nu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik dacht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’k Zeg je nog eens—en nu voor ’t laatst—men denkt niet met gevouwen handen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb eens ’n brood zien stelen, pater—en die man …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Die man, dat was ’n dief!… ’t Onze-Vader! En geen verder praten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En geef ons heden ’t daaglijksch brood! En vergeef ons <span class="stage">(<i>stokt luisterend bij geklop boven</i>)</span>—en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij—gelijk ook wij vergeven … Dat is ’n +moordenaar … Wat moet ’t vreeslijk zijn, Eerwaarde … <span class="stage">(<i>hij beklapt ongeduldig de tafel</i>)</span>… Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren … Amen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Nee, nog niet amen! Hoe is ’t slot? En leidt … En leidt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En leidt ons niet in de verzoeking …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>haar helpend</i>)</span> Maar verlos ons …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Maar verlos ons van de kwade menschen …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb450">[<a href="#pb450">450</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Van den Kwadè! <span class="stage">(<i>het geklop stopt</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En van den kwade. Amen! <span class="stage">(<i>bij het slot is Sero, al dien tijd door den wachter, die voor de geopende deur heen-en-weer +wandelde, in bedwang gehouden, op de tafel gewipt, nu de wachter de deur sluit.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Amen! En nu de katechismus, kind. Waar is ’t boek, dat ik heb meegebracht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ligt op m’n bed.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Haal ’t hier—en leg dien ketting af—dien ketting met die vrouwspersoon! Dat is je +zesmaal al gezeid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend den ketting loshakend</i>)</span> ’t Is … ’t Is …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’t Is ’n lichtekooi—en lichtekooien zijn verdoemd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>af in slaapstee, keert met katechismus en zonder ketting terug</i>)</span> Wat is ’n lichtekooi, Eerwaarde?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’n Lichtekooi—’n lichtekooi—dat is ’n vrouw, die zóó gezondigd heeft, zoo diep gezondigd, +dat hel en vagevuur ’r wachten …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Gezondigd, hoe?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb451">[<a href="#pb451">451</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Hoe! Hoe! Met vleeschelijk begeeren! Wat zegt ’t zesde der Geboden?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>)</span> Mis! Mìs! Dat is ’t vierde …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>staat driftig op</i>).</span> Daar zou zelfs Job, toen hij melaatsch werd en zijn wonden op den mesthoop met een +potscherf krabde, van ongeduld bij zieden! Zijn dan de tien geboden niet in je hoofd +te stampen?… ’t Zesde is: gij zult geen overspel bedrijven! En overspel is ’t werk +van alle lichtekooien—niet ’t werk, maar ’t te lui zijn, om te werken—want wie wil +werken wordt geen lichtekooi!… Sla op je boek! Zul jij nooit wakker worden? Ik kan +m’n tijd met jou niet heelemaal verdoen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>bladerend</i>)</span> Wanneer m’n moeder is ’n—lichtekooi—en ze voor eeuwig is verdoemd—hoe moet ’t dan, +Eerwaarde, met dat andere gebod, dat ik verkeerd genummerd heb, en dat zoo stellig +zegt: eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven … Ik wil graag heel +lang leven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jóúw vader en jóúw moeder hèb je niet te eeren!… Eer kerk en overheid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom m’n lieven vader niet?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb452">[<a href="#pb452">452</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heel juist! Héél juist!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Omdat, omdat … Dat kun je op je vingers tellen. Omdat … Omdat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>z’n vingers spreidend</i>)</span> Ik sta al klaar.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Omdat jouw vader kent geen God <span class="stage">(<i>Sero telt achtereenvolgens z’n vingers af</i>)</span>—omdat-ie niet den Sabbath heiligt—omdat-ie in den grond, als vijand van de Kerk en +van den Staat, roof, moord en diefstal predikt, waar-ie kan!—omdat-ie valsch getuigt +van óns, zijn meerderen en naasten—omdat-ie andren leert ’t schaamteloos begeeren +van huis en land en os en ezel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, we willen minder ossen, minder ezels, ha-ha-ha!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Heb jij dat ook gehoord? Dat lachen, boven of hier-naast?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Nee, nee.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Sla op je boek! En als je ooit gelijkt je moeder, waar je ’t voorbeeld heb van Jozef +in ’t huis van Putiphar, van Judith die den wreeden Holofernis doodde, van Susanna, +de vrouw van Joakim, die—die wàt?—die wàt?—laat je mij alles zeggen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> M’n vader heeft me nooit daarvan verteld!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb453">[<a href="#pb453">453</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jouw vader moest gehangen worden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gehangen ook? Dat wordt ’n erfelijke ziekte—’k ben zwaar belast! <span class="stage">(<i>luistert verschrikt naar geluid op de gang, wipt van den bijbel, hervat het sorteeren</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>Is schreiend bij de tafel gaan zitten</i>)</span> Moet hij—moet hij gehangen worden? Is-ie zóó slecht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Of-ie zoo slecht is? Nog tienmaal slechter en doortrapter dan je moeder! ’t Zijn allebei, +maar hij ’t willigst en ’t gehoorzaamst: slaven des Duivels, die op den oordeelsdag, +wanneer de Heer verschijnt, om levenden en dooden saam te richten, in eeuw’ge straffen +zullen ondergaan. En jij? Denk aan ’t uur, als heel de wereld in vuur en vlammen zal +verdwijnen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> In vuur en vlammen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ook jij ben in de macht des Duivels, van <span class="corr" id="xd33e22013" title="Bron: Bëlzebub">Beëlzebub</span>!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb zooveel nachten niet geslapen uit angst voor wat u me gezegd—van God en Dood—en +van den Satan—en wat Hier-namaals komt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Dat is je slecht geweten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wie is dan God—en wáár is-ie, Eerwaarde?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Dat leer ik je, als je in òns gelooft! Sla op je boek … De zesde les was van …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb454">[<a href="#pb454">454</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De zonde die men erft …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Heel goed! Heb je de zevende geleerd? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span> Wanneer, wanneer kwam de Verlosser? <span class="stage">(<i>Sero is, na door ’t deurgat gekeken te hebben, wederom op de tafel gesprongen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat weet ik niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Weet je dat niet! Weet je dat niet? Lees op en weet ’t morgen wel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> „Omstreeks vier duizend jaar na Adam’s zonde is hij gekomen”…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Wie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Onze Verlosser …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>legt de hand op ’t boek, om haar het lezen te beletten</i>).</span> Kon dan de mensch zichzelven niet verlossen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>… Vader zegt ja …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span lang="la">Domine ne statuas illis hoc peccatum!</span> Reken hun deze zonden niet toe! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ik vraag niet wat ’n loochenaar van God, die van geen zieleheil wil weten, jou in +z’n domheid zegt! <span class="stage">(<i>stapt driftig naar de deur, beklopt die</i>)</span> En als je morgen weer te droomen en te slapen zit, draag ik je voor voor straf! <span class="stage">(<i>heftiger</i>)</span> Al moet ’t met geweld, geweld: <span class="pageNum" id="pb455">[<a href="#pb455">455</a>]</span>je zult je buigen voor de heil’ge leer, want buiten ons is ’r geen zaligheid!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Heeft u geklopt, eerwaarde pater?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>verwoed op en neer loopend—tot Wachter</i>)</span> Dat heb ik, ja! Zij blijft den heelen dag den katechismus leeren!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> En ’t half uur loopen op de plaats? ’t Is juist ’r tijd van luchten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ze leert den katechismus, zònder frissche lucht! En jij, jij let ’r op! <span class="stage">(<i>glijdt uit</i>)</span> Wat is dat op den grond? Dat scheelt geen haar! Moet ik m’n hals hier breken!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>bukkend</i>)</span> ’n Erwt? ’n Erwt! En daar nog een! En daar … Hoe kan?… Wie heeft?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Naar drie en veertig! Links of rechts?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Boven, Eerwaarde—deze zij—’k loop met u mee.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb456">[<a href="#pb456">456</a>]</span></p> +</div> +</div> +<div id="s2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ziezoo! Pischt! Pischt! De muizen piepen als de poes aan ’t wand’len is! Pischt! Pischt! +De baan is vrij van wakken en van scheuren! Hoor je me niet? Ha-ha-ha, de dochter +leest den <span class="corr" id="xd33e22164" title="Bron: kathechismus">katechismus</span> en de vader groene erwten … M’n kind, wat zit je stil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom heb je me niets geleerd van dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van wàt, m’n kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Van ’t uur als heel de wereld in vuur en vlammen zal vergaan, als op den oordeelsdag +de Heer verschijnt …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De oordeelsdag—de dag des oordeels, kind—gesteld hij kwam!—kan geen van óns, die eeuwen +lasten droegen, den last van ’t juk bezwaren—en als ’n Heer verschijnt—gesteld hij +kwam!—dan zullen duizenden dien oordeelsdag hem zonder deemoed vragen … waarom zoo +laat, waarom eerst nu: ’r is zooveel, zoo schand’lijk veel gebeurd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Ben bang geworden hier, m’n vadertje! ’k Was vroeger zoo gelukkig in ’t huisje +bij ’t bosch—en nou—en nou … <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span> Wat is ’r, vader, nà den dood! Is ’r ’n straf, ’n hel?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nièt nà den dood, m’n kind!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb457">[<a href="#pb457">457</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat is de dood dan, vadertje?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> M’n Droomelot, m’n liefste, liefste dochter—’r is geen dood …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen dood?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je zelf gezien bij ’t grafje van je zuster, waar de dood—dien jij nu als iets +vrééslijks voelt—levende bloemen, varens, mossen, zwammen en dat altijd knikkend parelgras—herinner +je!—bij ’t hoofd- en bij ’t voeteneinde plantte! Je zei me toen: „Hoe komen die ’r +op? ’t Was voor’n maand nog alles zwart en onbegroeid!”.. Ik zei—herinner je!—dat +heeft de blijde dood gedaan. De dood brengt leven—en ’t leven lijkt weer dood te gaan, +zoo maat’loos om en om, in zooveel vormen en gestalten, dat niemand weet en niemand +weten <span class="ex">kan</span>, wat dood, wat levend is, en wat verschrikken <span class="ex">mag</span>. Als ik eens sterf—daar hoef je niet zoo smartlijk bij te kijken: zou ’t leven dieper, +schooner zijn, als er géén grens bestond, geen ruimte voor vernieuwing?—als ik eens +ga (men gaat niet heen!)—en in de aarde rust (er rust daar nièts!)—dan keer ik weer, +m’n kind, in ’t groen van struiken en in ’t koele water, in voorjaarsgeur die van +de landen adem is—en als dan ’s nachts een vogel roept of blaren suizen, de kleuters +in ’t nest de jonge veeren pluizen—of in ’n eenzaam uur de regen zucht en slaat, ’lijk +in ’t stille donker iemand fluistrend praat—dan zie jij mij—en ik zie jou en iedereen, +omdat de dood niet denkbaar en niet móóglijk is—’t leven wel!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb458">[<a href="#pb458">458</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zou zoo graag in God gelooven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik óók, m’n kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>dringend en klein-angstig</i>)</span> Hoe moet ik dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Doe zelf ’n keus—<i>ik</i> dwing je nièt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij zegt: jij kent geen God!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Kent hij ’m wel—heeft hij ’m óóit gekend?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>dringender</i>)</span> Als onze Lieve Heer ’n teeken gaf …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>triestig</i>)</span> … Zooals in ouwe tijden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>gretig</i>)</span> Zooals in ouwe tijden, ja!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als-ie dat dee—gesteld dat-ie ’t eens gedaan!—zou ’t niet ellendig en wanhopig wezen? +Zijn we niet dom en slaafsch genoeg, ook zonder hemelteekens?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span> Ik durf alléén niet denken vader!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat moet je toch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>uitbarstend</i>)</span> Is ’r—ìs ’r ’n God? <span class="stage">(<i>hij schudt ontkennend het hoofd</i>)</span> Je antwoordt niet! <span class="ex">Ziet</span> onze Lieve Heer ons niet?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb459">[<a href="#pb459">459</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je driemaal in je leven me gevraagd.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee, nee, vandaag voor ’t eerst!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De éérste maal was je ’n kind en schrikte bij ’n visscher, die ’n wurm reeg aan ’n +angel, zooals ook Petrus deed—herinner je!—de dobber dook—’n baars zat aan de lijn +en stuipte met z’n kieuwen in ’t gras. Die had den angel door z’n eene oog—en om den +haak weer vrij te maken, voor nieuwe wurmen, nieuwe baarzen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>trillend</i>)</span> Trok-ie ’t oog ’r uit …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jij bleef toen uren, uren stil, en vroeg: ziet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Lieve Heer dat niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De tweede maal—dat’s niet zoo lang geleen—was ’r ’n vrouw, die met vier kinders zich +voor goed te slapen lei bij ’n gebedenboek, papieren van de bank-van-leening en bij +’n heeten, heeten pot—met doove kolen … Een van de kleuterkleine lijkjes droeg jij +in je armen naar de straat. Je huilde en je vroeg: ziet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Lieve Heer dat niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, m’n kind—hij ziet het niet! <i>Ik</i> ken geen God, geen God zooals die man jou straks wou leeren …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>starend</i>)</span> Jij kent geen oordeelsdag, geen <span class="pageNum" id="pb460">[<a href="#pb460">460</a>]</span>dood, geen God … Maar in den katechismus staat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Staat vraag aan antwoord vàst-gekoppeld!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O vadertje—de stem van God …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero …</span> Dat is een mensche-stem uit vróéger eeuwen! ’r Is vandaag geen God—’r was ’r geen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> O vadertje—O schimp zoo niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie schimpt, m’n kind? Schimp ik, die zeg:… <i>wil</i> je een godheid ééren—ontken hem dan, <span class="ex">omdat hij anders één wordt</span> met het vuil, de leugen en ’t bedrog, ’t onrecht en de schand’, waarin wij leven! +Schimp <i>ik</i>, m’n kind, die van geen God wil weten, ’n God, die aarde, water, vrucht en dier (met +zooveel zorg en scheppingsvreugd gewrocht!) aan ènklen laat en alle andren voor de +ploegen spant! Schimp <i>ik</i>, die in ’n mensch geen eeuwig lastdier zie—of schimpen zìj, die met den blinden roep: +„’r ìs ’n God!” dien God met wat op aard’ òn-godlijk en òn-zeedlijk en verfoeilijk +werk van mènschen is—vereenen …? Zeg je vandaag: ’r <i>is</i> ’r een, dan stuit dat af op je verstand en je geweten—dan heet hij goed wat wij terecht +verdoemen—en wat wij haten, heeft hij lief … Doe zelf je keus … Ik dreig je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Wàs ’r geen—’r is ’r geen … Maar morgen, overmorgen, later, vader …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>starend-glimlachend</i>)</span> Wie weet?… Wie weet <span class="pageNum" id="pb461">[<a href="#pb461">461</a>]</span>wat weer ontstaat uit dankbare verbeelding! ’t Eene sprookje rijpt, ’t andre gaat … +Wie weet wat jij weer weten zal en komenden na jou! Wie weet wat heiligs groeien kan, +als iéder tijd krijgt om te denken en iéder tijd de wonderen te zien? Wie leeft? Wie +heeft geleefd? Wie leeft zich uit in droomen, weet-begeerten? Wie, wie, m’n kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat weet ’k niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha, dat angstige gezichtje! De pater heeft gelijk: jij zal nooit wakker worden! +„Ik draag je voor voor straf!” En ook van mij krijg je te leeren! Ha-ha-ha! Stil!… +Stil!… Ik hoor twee zolen en twee hakken bij de trap! <span class="stage">(<i>werpt pakje door spleet</i>)</span> Pak aan! En pas ’r op! Als ik hier blijf …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je blijft hier niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Stil! Stil! Dan geef je dat aan onze vrienden! En als de katechismus je verveelt, +leer dan mijn kraam, mijn rijmsel en mijn afscheidsgroet van buiten! Dan wordt ’t +niet gevonden en <i>jij</i> draagt ’t mee! <span class="stage">(<i>hij springt van de tafel, sorteert—zij raapt het pakje op</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wat doe jij daar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Werken in ’t zweet mijns aanschijns, vriend!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb462">[<a href="#pb462">462</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik zag je springen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je goed gezien: ik sprong twee erwten na, die ’t verdraaiden bij hun soort +te blijven! <span class="stage">(<i>getik boven</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Zoo! Zoo! Heb jij daarvoor de tafel wéér verschoven?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Begrijp ’k niet! Die tafel danst—’r is ’n klopgeest boven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>wipt op de tafel, ziet de spleet</i>)</span> Ha-ha! Was jij ’t die met erwten smeet? <span class="stage">(<i>springt omlaag</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik zweer je, vrind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter</span> <span class="stage">(<i>hem achteruit smijtend</i>).</span> Ik ben je vrind niet, schobbejak, en als ’t niet uit is met je streken, sla ik je +stomme hersens in! Dat flik je me geen tweeden keer! De tafel gaat ’r uit! <span class="stage">(<i>draagt haar heen</i>)</span> Ik blief niet telkens bij je deur te komen kijken! <span class="stage">(<i>smijt Sero, die op den stoel is gaan zitten op den grond</i>)</span>… Hier met je stoel! Je doet ’t anders weer! <span class="stage">(<i>geeft hem een schop</i>)</span> En opgeschoten met je erwten! Of ’k trap je valsche ribben stuk!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk</i>)</span> M’n valsche zitten lager, vrind! <span class="stage">(<i>hij sorteert. De wachter kijkt even toe, gaat met stoel weg</i>)</span>… Dat is <span class="stage">(<i>wrijft zich de borst</i>)</span> ’n proletariër met onderlegde zolen en ’n beenig hoofd! Wat moet die man ’n ijvrig +en ’n nuttig christen wezen! <span class="stage">(<i>staat op, zet zich op de baal—sorteert</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb463">[<a href="#pb463">463</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>heeft het pakje losgeknoopt, de papieren met stijgende vrees gelezen. Ze dan verbergend, +roept ze</i>)</span> Vader! Vadertje! Hoor je me niet? Dan doe ’k net als hij! <span class="stage">(<i>beklimt haar tafel</i>)</span> Dan klop ik bij hem aan!… Dat’s veel te hoog … Ik reik ’r zoo niet bij … <span class="stage">(<i>staat in gedachten</i>)</span> Ik kan den stoel nog op de tafel zetten, als ’t avond is …</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s2.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Regent.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>is binnengetreden, terwijl zij in gedachten staat, en op de teenen nader geslopen. +Met de armen op den rug, staart hij haar lachend-driest aan, waar zij in hulpeloozen +schrik zich tegen den wand dringt. Dan als zij met een ruk van de tafel wil springen, +vangt hij haar in de armen, houdt haar woest tegen zich aangedrukt</i>)</span> Lig je zoo goed, m’n schat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>smeekend</i>)</span> Laat los! Laat los! ’k Heb jou toch niets gedaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Heb jij me niets gedaan! Ben ik niet dol van af ’t oogenblik dat ik de warmte van +je borsten heb gevoeld! Is niet de adem van jouw mond … <span class="stage">(<i>zij klemt de hand voor de lippen</i>)</span> Weg met je hand, dat ik je lippen kus!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik smeek je: laat me los!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb464">[<a href="#pb464">464</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee, nee, ik draag je zoo door hel en hemel heen! Weg met je hand—ik bijt ’r in!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal zoo schreeuwen, dat de wachter op de gang …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>naar de open deur kijkend, dan lang en hijgend in haar oogen</i>)</span> Daar dan! <span class="stage">(<i>laat haar los</i>)</span> Als jij niet wil, dan wil ik—evenmin! <span class="stage">(<i>gaat naar de deur, sluit die, keert terug. Zij leunt hijgend tegen de tafel—hij, den +stoel grijpend, leunt er achterwaarts tegen, houdt haar met de loering van z’n oogen +vast</i>)</span> Nu zijn we samen ongestoord! ’k Heb als ’n beedlaar iedren dag wel drie-, wel viermaal +door dat gat gekeken—ik—ik, die nooit ’n vrouw wat vráág!… ’k Ben elken nacht nog +langs je deur gekomen en met ’n halven waanzin in m’n kop heb ’k aangeklopt—heb ’k +aangeklopt—ik, ik! Wil jij dat ’k voor je kniel, dat ik m’n hoofd buig naar je voetjes, +je kleine voetjes, die ’k zou willen zién … Ik hou van jou, hou van je lippen en je +tanden, je mond zooals geen ander heeft, je zijjen wimpers en je poppe-ooren, je kin, +je hals—je heele lijf! Jij heb—jij heb me gèk gemaakt door ’t altijd schuilen van +je oogen, door ’t schuchter spel van je gezicht—en door—en door—wat ik niet zeggen +kan—wat ìk niet zeggen kan, ik, ik!… Nu vraag ’k voor ’t laatst, voor ’t allerlaatst: +màg ik je in mijn armen grijpen, màg ik je kussen op je mond, je haar—en van jouw +lippen weer m’n dag- en nachtrust zuigen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>met neergeslagen oogen</i>)</span> M’n vader en <span class="pageNum" id="pb465">[<a href="#pb465">465</a>]</span>m’n moeder hebben me gekust—nooit iemand anders … En dan … En dan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En dan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hoe kàn ’k iemand kussen, als ’n—als ’n vriend—die van mijn vader is de ergste vijand<span class="corr" id="xd33e22622" title="Bron: ..">.</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat ben ik nièt—als jij ’t niet wìl!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>hem aanziend</i>)</span> Heb ik dat in mijn macht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij kan me laten kruipen door je lach en door je witte tanden! Wat sla je nu je wimpers +neer? Ben ik zoo leelijk, Droomelot? Heb ik ’n bochel of ’n horrelvoet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>weer angstig tegen de tafel</i>)</span> Ik kàn niet in jouw oogen zien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>bedwongen</i>)</span> Kun je dàt niet?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik kàn ’t niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ook niet als ’k goud en paarlen om je jonge schoeren hang? Ook niet als ’k hèm laat +gaan, wat ’k gister en eergister telkens weer beloofde?… <span class="stage">(<i>met geweld haar handen vattend</i>)</span> ’k Heb al die nachten in ’n koorts geleefd en ’t hijgen van je borsten zoo gedroomd, +als toen dien eersten dag, toen jij ze schutte met je kouwe handjes!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb466">[<a href="#pb466">466</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>worstelt zich los, wijkt tot dicht bij de schouw</i>)</span> Laat eerst m’n vader vrij …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>onstuimig</i>)</span> En als-ie ’t is?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>zacht en op schreien af</i>)</span> Dan geef je mij een kus—en ik zal jou een geven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Een? Een! Ik tel je heele lichaam af! Hij ’s vrij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Vandaag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nog vóór den avond?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nog voor … Nog voor … Wanneer jij wil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als je onwaarheid spreekt—en me beliegt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik geef m’n woord! M’n woord! Kom dichterbij! Ik heb wat voor je meegebracht, dat +’k zelf moet om je naakte halsje leggen <span class="stage">(<i>toont parelsnoer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>doodelijk bevreesd</i>)</span> Ik draag alleen m’n moeders beeld!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dan hou je dit en draagt dat van je moeder … Of hebben ze dat afgenomen?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb467">[<a href="#pb467">467</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee. Nee. Ik heb ’t daar! <span class="stage">(<i>met gebaar naar slaapstee</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Haal ’t dan hier …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom? Waarom? Ik wil niet ruilen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat hoeft niet—haal ’t hier! <span class="stage">(<i>gaat haar na, verspert haar den weg</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je zei … Je zei …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zei … Ik zei … <span class="stage">(<i>dringt haar in de slaapstee</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hulp vader, vader, vadertje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>die met ’t hoofd in de handen gebukt heeft gezeten, staat onrustig op, staart luisterend +voor zich uit, zet zich opnieuw en sorteert</i><span class="corr" id="xd33e22773" title="Niet in bron">)</span>.</span></p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">—DOEK— +<span class="pageNum" id="pb468">[<a href="#pb468">468</a>]</span></p> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.</h2> +<p class="stage">(Het onveranderd tooneel van het tweede Bedrijf. In Droomelot’s cel ligt op de tafel +een fleurig kleed, waarop een vaas met bloemen—in het midden staat een divan met smyrnaasch +tapijt.)</p> +</div> +<div class="divBody"> +<div id="s3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Sero</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Arts</span>.<span id="xd33e22794"></span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Sero, die met het hoofd op de erwtenbaal op den grond ligt, ’n trap gevend</i>).</span> Wat is dat nou? Hé!… Hé!… Slaap jij alweer! <span class="stage">(<i>naar het uitgeslagen, onbeslapen bed aan den wand kijkend</i>)</span>—Of heb je niet geslapen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>versuft opzittend</i>)</span> Ik heb—ik heb—ik heb zóó goed geslapen, dat ik nog dronken ben …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Sta op! <span class="stage">(<i>rukt hem aan den schouder</i>)</span> Sta op!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb469">[<a href="#pb469">469</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat wil ik wel <span class="stage">(<i>poogt op te staan</i>)</span>—dat wil ik zeker wel—maar wil is niet genoeg! <span class="stage">(<i>smakt terug</i>)</span> Je moet me, kameraad, ’n steuntje geven …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>hem ruw onder de armen grijpend</i>)</span> Vooruit! Schiet op! Ik ben jouw kruier niet!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik dank je zeer. Bij Jericho heeft zelfs de Samarieter béter niet geholpen … Nee, +laat me nog niet los … ’t Is nog ’n afstand tot ’t bed. En zak ik in, moet jij je +weer verneedren door me op te rapen! <span class="stage">(<i>zit op bedhoek. De wachter veegt nijdig z’n uniform af</i>)</span> Ja, vuil geeft af! Van buiten en van binnen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik waarschuw je—je kent me nou!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>knikt</i>)</span> Ik kèn je vuisten en je voeten, je vloeken en je vlakke hand al haast twee maanden, +niet? Twee maanden, ja! Jij heb ’n toekomst, vriend. Nog eer ik hier krepeer, krijg +jij ’n ééreteeken daar—en welverdiend!… Tot zelfs m’n makker, in ’t hol hierboven, +heb jij met klappen ’t kloppen afgeleerd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Je brood—je water, bek gehouen! En als je ’t weer niet lust: ’t komt terug—’t komt +terug, hard als ’n bikkel! En zien wie ’t ’t laatste wint! Sta op! De dokter! Ben +je blind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Wel nummer-zooveel, zit je alweer op? <span class="stage">(<i>tot wachter</i>)</span> Is hier geen stoel? Moet ’k op den grond gaan knielen bij patiënten?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb470">[<a href="#pb470">470</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> De order is dat hij geen stoel meer krijgt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ja, ja—dat ’s best—maar ik, maar ik?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’k Breng ù ’r daadlijk een! <span class="stage">(<i>af</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> En jij? En jij? Nog altijd duizlig en eens af en toe ’n flauwte? <span class="stage">(<i>Sero knikt glimlachend</i>)</span> Ja, ja, dat is ’t hart, ’t hart. Je hart dat is vergroot, te groot; daar zijn geen +kruiden voor gewassen! <span class="stage">(<i>tot wachter met stoet</i>)</span> Ik dank je wel! <span class="stage">(<i>Wachter bij deur</i>)</span> Je moet geen vrachten tillen en geen trappen loopen en naar—omstandigheden je ontzien!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Geen koffie en geen sterke drank?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Nee, nee. Je tong!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen lange wandeltochten, geen tabak?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Nee<span class="corr" id="xd33e22961" title="Bron: .">,</span> nee. Je tong!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet dansen en geen zwaar verkeer met vrouwen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>afwezig</i>)</span> Nee! nee! <span class="stage">(<i>plots vinnig</i>)</span> Nee, Nee! Hoe heb ik ’t met jou? Zit jij me voor de mal te houen? <span class="stage">(<i>Sero steekt z’n tong uit, schudt ’t hoofd</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Als u me noodig heeft, meneer de dokter!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>wenkt hem heen te gaan. Wachter achter deuropening <span class="pageNum" id="pb471">[<a href="#pb471">471</a>]</span>op en neer</i>)</span> Gezien! Gezien! Je pols … Heb je vannacht geslapen? … Nu!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Lei op den grond en had geen fut meer in m’n bed te kruipen … ’t Is mal, ’t is +zot, hoe je dan tobben kan en in ’t donker dingen zwarter dènkt dan ze bestaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>hem wenkend te zwijgen</i>)</span> Ja, ja! Hoe werkt je maag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heeft in de laatste dagen wat geluierd—en ’k heb geen beitel om m’n brood voor ’t +heilig avondmaal te brokken! <span class="stage">(<i>laat het brood dat hij met de vrije hand opgenomen heeft op den grond vallen</i>)</span> Ik wou … Ik wou … <span class="stage">(<i>strijkt zich moeilijk langs ’t voorhoofd</i>)</span> Vreemd, dat je ziel zoo in en uit je lichaam gaat … <span class="stage">(<i>zakt achterover</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>zich over hem buigend</i>)</span> Dat schijnt nog niet de láátste keer … <span class="stage">(<i>tot wachter</i>)</span> Hé, jij—maak jij dat raam ’ns open!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ja, als ’t móét—maar doen mag ik ’t niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Als ik ’t zeg, dan is ’t noodig! Hij ligt in onmacht—vlug wat buitenlucht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>. </span> <span class="stage">(<i>met ’n sleutel het kastje van de lijn openend en het tuimelraam vierend</i>)</span> Nou, as ’t lee an mijn, dan bleef-ie waar-ie leit! De dokter heeft geen flauw benul, +wat judas of die kerel is! Niet <span class="pageNum" id="pb472">[<a href="#pb472">472</a>]</span>één dief, niet één moordenaar, in ’t heele huis, zit zoo vol vuile praat en vuile +streken as deze gladde boef. An dat gaat niemendal verloren! Gift, haat en ongeloof!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ja, ja,—maar ’t is ’n mensch, al deugt-ie niet, en zieke harten geven zieke hersnen … +Als-ie familie heeft en de Regent ’t wil, dan moet gewaarschuwd worden. De veer van +’t werk is stuk.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’t Werd tijd! <span class="stage">(<i>kinderstemmen buiten</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Is ’r ’n vrouw?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>. </span> ’n Hoer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> ’n Kind?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’n Jong, hiernaast! Wordt door Zijn Excellentie achterna-geloopen! Ik knijp ’n oogie +dicht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts..</span> <span class="stage">(<i>de kinderstemmen bedoelend</i>)</span> Is dat de straat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Nee, dokter, dat ’s ’t plein—en wat u hoort … <span class="stage">(<i>Sero zit langzaam-tastend op</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>wenkt Wachter heen te gaan</i>)</span> Wel, was ’t weer even mis?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>luistert hijgend naar de geluiden, zakt van het bed op de knieën, snikt ’t steunend +uit</i>).</span></p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb473">[<a href="#pb473">473</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Kom nu—dat’s niet zoo goed voor je, je op te winden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>hem met armgebaar afwerend</i>)</span> Doe dan dat raam weer dicht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Dat raam weer dicht? ’t Is voor je bestwil nummer zooveel!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Doe dicht dat raam—ik heb ’t koud!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Je heb ’t koud? Stop jij daarvoor je vingers in je ooren? ’t Is buiten heerlijk warm!… +Kom, kom, wees man! Wil je je vrouw nog zien? <span class="stage">(<i>Sero schudt woest het hoofd</i>)</span> Je dochter dan? <span class="stage">(<i>Sero staart naar ijzeren val, schudt het hoofd</i>)</span> Nee? Heb ’k goed begrepen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>naar den val starend</i>)</span> … Ik wil ’r zien, als ze geen tafel heeft …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Geen tafel … Wat zegt je nu …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk opstaand</i>)</span>… <i>Ik</i> had ’r geen—en aan de schuif is nog geen hand geweest—geen wachtershand—en niet de +hare … ’k Heb meer dan zestig dagen, uur aan uur, en nacht aan nacht … Ben jij hiernaast +geweest? Hééft ze ’n tafel en ’n stoel? Dat kan ’k dien man niet vragen, die me trapt +en slaat op hoog bevel, en me op hoog bevel m’n krachten heeft genomen, omdat ’n galg +zoo-zeer de aandacht trekt van raven en van menschen …!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb474">[<a href="#pb474">474</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Bedaar nu, nummer-zooveel—of je heb ’r zelf aan schuld<span class="corr" id="xd33e23205" title="Bron: ..">…</span> En praat gezonde taal …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>den stoel nemend en pogend er bij de schouw op te klimmen</i>)</span> Nee, nee, dat kan de akrobaat niet meer! En ’t hoeft ook niet. Want aan de schuif +is niet getimmerd, niet geschroefd … En zij heeft jonge beenen … <span class="stage">(<i>zit gebroken neer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ik zal je laten brengen naar de ziekenzaal.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat is te laat—<span class="stage">(<i>naar omhoog kijkend</i>)</span> en wie weet nog te vroeg. Ik wil hiér in m’n eentje sterven.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Dat zeg je me bij elk bezoek, maar hier is toch geen plaats … <span class="stage">(<i>omzichtig</i>)</span> Je vrouw en dochter kunnen bij je komen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de hand op ’t hart</i>)</span> Ik heb geen vrouw—en als ze heeft ’n tafel met vier pooten, geen dochter meer!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>goedig-sussend</i>)</span> Ja, ja, ja, ja! Dat meen je nu, en straks heb je weer andre, dwazer kuren! <span class="stage">(<i>naar deur, keert terug</i>)</span> Wil je soms schrijven voor je laatsten wil? Ik vraag dat, waar jij zèlf zoo telkens +weer van sterven spreekt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> M’n laatste wil … <span class="stage">(<i>diep ademend</i>)</span> Hè, ’k ben den ballast kwijt—ik word weer mensch, nou dat te groote hart zich uitzet +als ’n spons in ’t water! M’n laatste wil, hahaha! Hoe ben ’k met zoo’n groot hart +zoo klein geweest daarnet te grienen! ’k Vermaak<span class="pageNum" id="pb475">[<a href="#pb475">475</a>]</span>—dat kan ook zonder testament—en vrij van zegel, registratie!—vermaak m’n geest en +ziel aan wie ’r bod op doet, <span class="corr" id="xd33e23274" title="Bron: rabijnen">rabbijnen</span> zelfs, pastoors en wie den geldzak kust!—vermaak m’n lichaam, huid en haar, ’t vet +en ’t vleesch, aan jonge maatjes in jouw vak van wetenschap, die uit geen béter kringen +krijgen ’t materiaal, om voor te snijden op de sectietafel … Vermaak! Vermaak! In +’t leven is de zotheid baas!…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> De zotheid, zeg dat wel, vooral jouw zotteklap! Men maakt geen grappen, als men kan +vermoeden …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Dat binnenkort ’t zeldzaam-groote hart ligt in ’n glazen huis met spiritus en met +’n varkensblaze-dak!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> ’t Is wel. Ik zwijg <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span> ’k Zal je den priester sturen.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom? Waartoe? Ik wil en geef geen absolutie! <span class="stage">(<i>De arts gaat schouder-ophalend af. Buiten wordt het spelend rumoer der kinderen sterker. +Met de handen op den rug gevouwen, staart Sero eerst naar den schoorsteenval, vervolgens +zonder te bewegen naar de richting van het geluid.</i>)</span></p> +<p class="line">’k Zou willen weten wat uit jullie groeit:</p> +<p class="line">Ik ga en jullie komen pas den weg</p> +<p class="line">Geloopen die zoo wonderschoon kon zijn,</p> +<p class="line">Als niet de modder hing aan elken stap,</p> +<p class="line">En elke nieuwe, jonge, vrije jeugd,</p> +<p class="line">Weer in de óúwe leugens werd verstikt!<span class="pageNum" id="pb476">[<a href="#pb476">476</a>]</span></p> +<p class="line">’k Zou willen weten of de lente, die</p> +<p class="line">Uit jullie kleine kinderstemmen spreekt,</p> +<p class="line">’n Zomer wordt die bloeiend opengaat</p> +<p class="line">En aan de landen eindloos stuifmeel geeft!</p> +<p class="line">’k Zou willen weten of de rijke vrucht,</p> +<p class="line">Die van geen mensch en toch van iéder is,</p> +<p class="line">Door jullie éénsgezind gegrepen wordt</p> +<p class="line">En zóó gesteld dat nooit meer ruwe klauw</p> +<p class="line">’t Kost’lijk aardgeschenk vernielen kan … <span class="stage">(<i>De gevangene boven klopt</i>)</span></p> +<p class="line">Dat zien wij twee, jij dief en moordenaar,</p> +<p class="line">En ik, dìe langs de wegen ben gegaan,</p> +<p class="line">Om zonder aarz’len mensche-plicht te doen—</p> +<p class="line">Dat zien wij twee niet meer—maar zij—misschien …</p> +</div> +<p class="stage">(<i>zet zich op stoel, sorteert</i>).</p> +</div> +</div> +<div id="s3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Tweede tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Sero</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>ontsluit Droomelot’s cel, laat haar binnen. Zij neemt haar masker af, geeft dat den +Wachter, die haar onder de kin strijkt. Zij wijkt verschrikt achteruit</i>)</span> Hahaha! Doe niet zoo preutsch, jij leep en listig ding! ’k Draag niet m’n oogen in +m’n zak en ’k heb twee ooren als trompetten! Ja, kijk maar lekker rond—’t wordt hier +’n fijne keet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wie heeft dat alles hier gebracht?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wie?—Ik en m’n maats!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb477">[<a href="#pb477">477</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Terwijl je werd gelucht! Hahaha, de heele wacht is uitgeloopen, en heeft zich voor +jouw deur ’n uitgezakte breuk gelachen! Jij ben ’n bliksems-gladde, kleine helleveeg. +Je moeder kan ’n puntje an jou zuigen! En as je éven handig blijft, en ’m zoo zacht +an ’t lijntje houdt, ’m snoepen laat met mondjesmaat, en of je ’r tièn zoo aan je +vingers heb, ’m onverschillig op z’n koppie krauwt—dan lijm je ’m vast nog jaren lang +en wat jij wil, krijg jij gedaan! Tik voor je aan, met veel respect! En as je je bij +hèm verveelt, in plaats van elken dag kandij, ’ns watertandt naar mager spek: dan +heb je maar ’n kik te geven! Met veel respect! Hahaha! <span class="stage">(<i>treedt <span class="corr" id="xd33e23381" title="Bron: noch">nog</span> lachend bij Sero binnen; nijdig</i>)</span> Raap op dat brood! Al smijt je ’r mee: je krijgt geen ander! <span class="stage">(<i>Sero bukt zich, legt het op het bed. Wachter rukt stoel weg, zet dien buiten, keert +terug, sluit het raam. Droomelot heeft de bloemen opgenomen, laat die vallen, zet +zich op haar stoel.</i>)</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Móét ’t al dicht? Màg ’t niet langer open?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Je kan je zelf wel antwoord geven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Is toch ’n kleinen dienst dien ik je vraag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Als ik je luchten wóú, heb je ’t verdomd! Je was te slap, niewaar?, te ziek, niewaar?, +om naar de plaats te loopen! Hier geef ìk jou geen lucht, nog niet voor tien doktoren! +’k Vertrouw je <span class="pageNum" id="pb478">[<a href="#pb478">478</a>]</span>net van hier tot daar! Jij ben in staat, of anders zijn ’t je vrinden om bij zoo’n +open raam … Ha-ha-ha, heb ik je door?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span> Mag ik vandaag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Nou, wat? Leg niet te pruimen op je woorden!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mag ’k vandaag—mee naar de plaats! Ik wou voor ’t laatst de zon nog zien.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wel, wel—nou zoo ineens? De tijd van luchten is voorbij—moet je tot morgen wachten!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Ik heb misschien geen morgen meer.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Daar làcht-ie om, ’t stuk ongeluk! Dàt wil de zon nog zien! De zon, die draait ’r +kooi niet in, as jij geen afscheid neemt! Vooruit dan maar! ’k Ben gek gedorie da’k +’t doe! <span class="stage">(<i>laat sleutelbos vallen</i>)</span>… Raap op! <span class="stage">(<i>Sero geeft hem de sleutels</i>)</span> Ha-ha, heb ik je goed gedrild? Komt ’t ontzag ’r langzaam in? Als ik jouw vader was +geweest …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Was jij voorzeker in je bèd gestorven!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>’t masker gevend</i>)</span> Pak an! Zet op! Geen kletspraat onderweg, geen teekens, geen gefluit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat masker ruikt naar karneval!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb479">[<a href="#pb479">479</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>’t ook beruikend</i>).</span> Dat is ’t luch-ie van de harem, hier dichtebij! Naastan wascht een ’r snuit met beter +zeep dan jij, omdat ze met Zijn Excellentie trekkebekt! <span class="stage">(<i>Sero rukt ’t masker af</i>)</span> Zet op! Wat suf je nou? Vooruit! Je hoeft niet vies van ’r te wezen! As jij as teef +geboren was, liep ook de duurste reu je na! Zóó as ’t voorjaar is, is iedre hond-van-ras +z’n moer en stand vergeten en rent in d’achterbuurt met ’t smerigst mormel mee!… <span class="stage">(<i>Sero laat ’t masker vallen</i>)</span> Wat mier jij nou? Vooruit! Zet op!… En as je onderweg ’n flauwte krijgt—ik ken je +foefies, ouwe smakker!—giet ik ’n emmer langs je leeg! <span class="stage">(<i>duwt hem voort</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Derde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Regent, Droomelot.</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>heeft de papieren gelezen, bergt die op</i>)</span> O, vadertje, als je eens wist—als je eens weten kon!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>onstuimig binnentredend, werpt mantel en hoed op divan</i>)</span> Daar ben ik weer—verdoemd, terwijl ’k gister pas gezworen heb, nóóit meer ’n stap +hier in ’t hok te zetten! Daar ben ik weer, voor spot van soldeniers en wachters! +<span class="stage">(<i>zij smakt met het hoofd op de tafel</i>)</span> Daar ben ik weer! Heb je me niet verstaan? Dat is geen houding die jou past, als +ik hier ben! <span class="stage">(<i>rukt haar omhoog</i>)</span> Zit recht en kijk me aan!… Heb jij, heb jij de bloemen die <span class="pageNum" id="pb480">[<a href="#pb480">480</a>]</span>ik zelf voor jou geplukt, daar op den grond gesmeten? Neem op! Neem op! <span class="stage">(<i>houdt haar tegen, bukt, legt haar de bloemen in den schoot, grijpt geknield haar handen</i>).</span></p> +<p class="line">Daar ben ik weer: doe met me wat je wil!</p> +<p class="line">Trap me en sla je handen om m’n strot—</p> +<p class="line">Kwel me en laat me kruipen als ’n dier,</p> +<p class="line">Dat nog je nasluipt, als ’t geranseld wordt!</p> +<p class="line">Ik kan niet buiten jou, m’n Droomelot!</p> +<p class="line">Ik hijg in eenzaamheid m’n uren door,</p> +<p class="line">Je hatend en verwenschend eindeloos</p> +<p class="line">En naar je snakkend met zoo’n woesten lust,</p> +<p class="line">Zoo’n rauwen opstand van m’n heele lijf,</p> +<p class="line">Dat ik m’n tanden in m’n lippen zet,</p> +<p class="line">En met m’n vuisten beuk m’n gloeiend hoofd!</p> +<p class="line">Ik zal je niet en nooit meer met geweld</p> +<p class="line">Heendragen naar je bed, als toen dien dag!</p> +<p class="line">’k Wil dat je zèlf je armen om me legt</p> +<p class="line">En zèlf den adem van mijn mond begeert</p> +<p class="line">En zelf met dat waanzinnig ongeduld,</p> +<p class="line">De slinger-slagen telt, om te zien! <span class="stage">(<i>kust haar handen</i>).</span></p> +<p class="line">Zeg nu een woord en staar niet voor je uit! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span></p> +<p class="line">Ik wìl en zàl jouw eersten <span class="ex">vrijen</span> kus!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>de bloemen zonder hem aan te zien brekend</i>).</span></p> +<p class="line">Je heb me met geweld hierheen gebracht</p> +<p class="line">En met geweld geleerd wat moeder is</p> +<p class="line">En met geweld gezegd hoe ’k bidden moet</p> +<p class="line">En met geweld gehaald van vader af</p> +<p class="line">En met geweld mijn tranen weggekust<span class="pageNum" id="pb481">[<a href="#pb481">481</a>]</span></p> +<p class="line">En met geweld me ’t vrees’lijke gedaan <span class="stage">(<i>smijt alle bloemen neer</i>).</span></p> +<p class="line">Maar dàt, dat uit mezelf, dat kàn ik niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat kun je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat kan ik niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ook niet—als—als … als ik je smeek en bid? <span class="stage">(<i>zij schudt het hoofd</i>)</span>… Ook niet als iedre wensch van jou …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb ’r maar een—hier dood te gaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e23628"></span></span> <span class="stage">(<i>haar in de armen nemend</i>).</span></p> +<p class="line">Kom nu, m’n kleine, kleine Droomelot:</p> +<p class="line">Je weet hoe ik je slaaf geworden ben,</p> +<p class="line">Hoe ik, die honderd vrouwen heb gehad,</p> +<p class="line">Gehad en weer verschopt, hoe ’k van jóú hou,</p> +<p class="line">En hoe je me gelukkig maken kan</p> +<p class="line">Door éven vroolijk kijken en ’n lach!</p> +<p class="line">Is ’r een deur, die hier gesloten blijft?</p> +<p class="line">Ben je niet vrij, ook zonder dat je vraagt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>zich losrukkend</i>).</span> Ik wil niet vrij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je wil niet vrij? Waarom?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Als ’k buiten kom, dan ken ik maar één stap</p> +<p class="line">Waar ’t water diep is, en geen mensch me ziet,<span class="pageNum" id="pb482">[<a href="#pb482">482</a>]</span></p> +<p class="line">Waar ’k niet meer denk en tob, en niet meer vrees</p> +<p class="line">Dat ik m’n vadertje ontmoeten zal.</p> +<p class="line">’k Hoop dat-ie sterft, voor iemand ’m dat zegt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat kàn ’m niemand zeggen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Iedereen! </p> +<p><span class="stage">(<i>divan en kleeden bedoelend</i>).</span></p> +<p class="line">Waar zooveel wachters dat en dat gezien,</p> +<p class="line">Hoort ’t de heele stad eer ’t avond is</p> +<p class="line">En eer ’t avond is, hoort hij ’t ook! <span class="stage">(<i>valt snikkend neer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij hoort ’t niet en nóóit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij weet ’t al!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Regent.</p> +<p class="line">En als-ie ’t weet, wat raakt dat mij—en jou!</p> +<p class="line">Druk een keer zèlf je lippen op mijn mond</p> +<p class="line">En wee degeen die dan niet voor je buigt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>in knielende houding, de oogen gesloten</i>)</span> Ik zeg—ik zeg niet langer nee … Ik zal …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je zult …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal je kussen op je mond …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Uit vrijen wil?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dankbaar—uit vrijen wil—als ’k dan voor goed vrij-uit mag gaan!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb483">[<a href="#pb483">483</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Waarheen?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waar ’k nooit meer vadertje ontmoeten kan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je vader niet—maar mij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen sterveling!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Verdoemd! Ben jij zoo op den dood verzot, enkel uit angst …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor zìjn twee oogen—ja!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En voor die van je moeder dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor haar? Ik ben geworden wat mijn moeder is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En als-ie nu gestorven was—of weer—neem dat eens aan: opnieuw gevangen werd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als hij gestorven was—is-ie dat dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij is nog hier—hij is niet weg geweest!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Niet weg geweest?… En jij, je gaf je woord!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat heb ik ook gegeven in m’n roes! <span class="stage">(<i>moeilijk pratend en lachend, terwijl zij met eene verjonging van het gelaat voor zich +heen staart</i>).</span></p> +<p class="line">’k Heb dronken wel m’n zaligheid beloofd,</p> +<p class="line">Meer dan ik had en ik belooven kon<span class="pageNum" id="pb484">[<a href="#pb484">484</a>]</span></p> +<p class="line">Om als m’n dolle kop weer nuchter was,</p> +<p class="line">’t—met verstand—weer andersom te doen!</p> +<p class="line">Maar jij—maar jij!—hield jij je woord dan wel?</p> +<p class="line">Dee ’t je wat, dat jij me had bekeerd</p> +<p class="line">Niet langer je te kussen met geweld?</p> +<p class="line">Dee ’t je wat of ik krankzinnig werd?</p> +<p class="line">Heb ’k niet gekropen en mezelf verlaagd</p> +<p class="line">Heb ik een oogenblik voor jou bestaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>starend</i>).</span></p> +<p class="line">Hij is niet weg geweest—en hoort ’t nooit.…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>sleutels op divan smijtend</i>).</span></p> +<p class="line">Nu lieg ik niet en laat ik je de keus</p> +<p class="line">En speel niet met den tijd, eer ’t me berouwt!</p> +<p class="line">Daar zijn de sleutels om hier uit te gaan,</p> +<p class="line">Voor hem èn jou, of voor jou heel alleen,</p> +<p class="line">Of als-ie wil, voor hèm, terwijl jij blijft,</p> +<p class="line">Als jij je volle ziel me overgeeft,</p> +<p class="line">En met den geur van bei je lippen zegt,</p> +<p class="line">Dat ìk de koning van je droomen ben,</p> +<p class="line">Dat jij me toebehoort met al den lust,</p> +<p class="line">Die de verkwikking is van jonge min!</p> +<p class="line">Ik zweer …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat heb je gister pas gedaan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" id="xd33e23815" title="Bron: ,">.</span></span> Ik steek m’n vingers op …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Geloof je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik laat de sleutels hier …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb485">[<a href="#pb485">485</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En neemt ze weer terug! Zooals je op je woord getrapt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>heft z’n vuist, wijkt bij haar oogen, werpt de deur open</i>).</span> Ik wacht.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>voor zich uit glimlachend</i>).</span></p> +<p class="line">Voor ik m’n beste zelf jou geef</p> +<p class="line">En ongedwongen jóú tot liefste neem,</p> +<p class="line">En jou vertel het diep en teer geheim,</p> +<p class="line">Dat me in wreede nachten heeft ontrust,</p> +<p class="line">Vraag ’k zekerheid, dat ’k gaan kan ongestoord …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Gaan naar den dood?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee! Naar ’t leven heen!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En als je me bedriegt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Bedrieg je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zekerheid—maar jij geen onderpand!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Is ’r een …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wat dan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat dan?… Ons—kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ons kind! <span class="stage">(<i>grijpt haar onstuimig in de armen</i>).</span> Ons kind—en jij je weigert nog.</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb486">[<a href="#pb486">486</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>haar gelaat hijgend afwendend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <i>Ik</i> heb ’t niet gewild—heb ’t verwenscht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>lachend voor zich uit starend, holt de gang in, wenkt wachter</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> +<p class="line">Kom hier! En zeg aan al je kameraads,</p> +<p class="line">Aan alle wachters en aan iedereen,</p> +<p class="line">Dat zij de vrijheid heeft om heen te gaan,</p> +<p class="line">Heen waar ze wenscht en waar ’t ’r behaagt</p> +<p class="line">En dat ’n klacht van haar een vonnis wordt!</p> +</div> +<p class="stage">(<i>Wachter tikt aan, verwijdert zich</i>)</p> +<div class="sp"> +<p class="line">Dat is mijn kind! <span class="stage">(<i>grijpt haar handen</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>trotsch</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee, nee—’t is van mij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zorg ’r voor—ik voed ’t op!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>de handen terugtrekkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee ik.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Regent.</p> +<p class="line">Ik! Jij!—Jij! Ik!—Dat komt op ’t zelfde neer!</p> +<p class="line">Krijg ’k nu wat ’k heb gevraagd die maanden lang?</p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">De vorigen</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Regina</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Regina bij de open deur weerhoudend</i>)</span> Niet hier!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Waar dan?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb487">[<a href="#pb487">487</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat merk je wel—hiér nièt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hier wel! Hier wel! <span class="stage">(<i>vliegt haar om den hals</i>)</span> Wat ben ik blij dat ik je zie!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wie heeft die vrouw gehaald?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat heeft de kommandant gelast!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De kommandant—waarvoor?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Omdat de dokter heeft gezeid, dat hij krepeeren gaat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is hij dan hier? Wat heb jij voor een kop! Weg met die vrouw!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Regina, die angstig Droomelot omhelsd houdt, bij den arm grijpend</i>)</span> ’r Uit—en as de bliksem mee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Zeg aan dien man, dat ik ’r spreken wil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat zeg ik niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan ga ik mee, waar zij heengaat!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat zul je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Heb je niet zelf gelast, dat ik me vrij bewegen mag?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>denkt na, haalt Regina bij de deur terug, <span class="pageNum" id="pb488">[<a href="#pb488">488</a>]</span>fluistert haar wat toe—dan tot wachter</i>).</span> Je blijft ’r bij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan spreek ik niet—en zoek m’n moeder later op! <span class="stage">(<i>Regent loopt woest op en neer, wenkt wachter—beiden af—de deur blijft open.</i>)</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Regina</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus—is ’t waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat, moederlief?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Wat overal, in elke straat ’n ieder zegt—dat jij en hij … <span class="stage">(<i>Droomelot knikt</i>)</span> O, lieve Jezus, ’t is mijn schuld! En ik—ik ben jou niet tot schrik geweest, tot +voorbeeld hoe je ondergaat, als je je eenmaal geeft …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb me niet gegeven—<span class="stage">(<i>hard en trotsch</i>)</span> gééf me niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> En jij en hij?—je knìkte toch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Die man wordt enkel vader van ’n kind, dat ’k leeren zal hoe men hèm haten moet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus … Dus … Jij ook!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" id="xd33e24100" title="Bron: ,">.</span></span> Ik ook—je hoeft niet bang te zijn, dat ik ook op jou óóit neer zal zien!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb489">[<a href="#pb489">489</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Had ’t maar wel gedaan—en wel gekùnd!… Ik ben zoo schand’lijk slecht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Zoo slecht …? Heb je dan meer—misdaan dan ik?… <span class="stage">(<i>Regina slaat de handen voor het gelaat</i>)</span> Wat heb jij dan misdaan?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vraagt ’t me niet, m’n kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Dacht dat je net als ik—gedwongen was geweest.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Gedwongen word ik nog. ’r Is geen weg terug.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen weg terug—dat meen je niet … <span class="stage">(<i>op den divan knielend, achter Regina en de armen om haar heen vouwend</i>).</span></p> +<p class="line">Dat meen je niet en ’t is niet zoo!</p> +<p class="line">’k Heb over jou, als ’k niet meer schreien kon,</p> +<p class="line">Die nachten, zoo gedacht en zoo je pijn</p> +<p class="line">En zorg geweten, zoo me voorgesteld</p> +<p class="line">Hoe jij gelejen heb, dat ik mezelf</p> +<p class="line">Verweet, dat ik geen dochter voor je was.</p> +<p class="line">Dan nam ik, in ’t donker op mijn bed,</p> +<p class="line">Den kettìng, met ’t groote medaljon</p> +<p class="line">En draaide kreunend zoo de schakels rond,</p> +<p class="line">Of ’k voor je bad en hield een rozenkrans</p> +<p class="line">En jij me in de verte hooren zou!</p> +<p class="line">Jij heb wel schrik’lijk veel verdriet gehad? <span class="stage">(<i>Regina tracht Droomelot’s handen los te maken</i>)</span></p> +<p class="line">Nee, laat mijn handen om jouw lieven hals.</p> +<p class="line">Ik ben toch ook voor jou ’t kind geweest,<span class="pageNum" id="pb490">[<a href="#pb490">490</a>]</span></p> +<p class="line">Dat in ’n lichaam angst en vreugde wekt,</p> +<p class="line">En naast je eigen, wilden harte-slag</p> +<p class="line">De zachte echo van ’n tweeden stelt …!</p> +<p class="line">’k Hou nu veel meer van jou! <span class="stage">(<i>kust haar</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>heftig opstaand</i>)</span> Nee doe dat niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat niet? ’k Omhels jou—en …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> En ’k wil ’t niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Weer niet? Weer niet? Dat zei je toen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Toen ook!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Omdat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Omdat …?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Omdat ’k niet wil! <span class="stage">(<i>moeilijk</i>).</span></p> +<p class="line">Omdat wat ’k laat—verkoop aan iedereen,</p> +<p class="line">Niet voor jouw mond en lippen wezen mag!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Begrijp ik niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Hoop dat je ’t nooit zal doen …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je ben van vader weggegaan—waarom?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stug</i>)</span> Dat weet ik niet …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb491">[<a href="#pb491">491</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hield jij dan niet van hem?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stug</i>)</span> Dat weet ik niet—herinner ’t me niet meer! ’t Is zoo lang geleden—en vandaag …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat dan vandaag?…</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vandaag is alles uit … En als ’t uit is, helpt geen spijt, geen klacht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je praat in raadsels, moederlief … Je praat …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina …</span> Allicht te veel <span class="stage">(<i>met blik op wachter, die even in deuropening verschijnt</i>)</span>—omdat ’k niet praten mag! Ik kom misschien terug.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat hoeft niet meer. ’k Ben vrij.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij vrij?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Houdt me niemand hier!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span></p> +<p class="line">Je zegt dat zoo—zoo blij en opgewekt</p> +<p class="line">Omdat je nog niet weet … Ik ben besteld …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Ik weet—weet dat-ie nog gevangen zit,</p> +<p class="line">Wéét dat-ie niet door schùld is los gekocht,</p> +<p class="line">Wéét dat-ie me zoo diep verachten zou,<span class="pageNum" id="pb492">[<a href="#pb492">492</a>]</span></p> +<p class="line">Als ik door éigen wil gevallen was,</p> +<p class="line">En door zoo’n offer hèm geofferd had …</p> +<p class="line">’k Was voor ’n uur nog tot den dood bereid,</p> +<p class="line">Uit vrees dat hij me ginds ontmoeten zou</p> +<p class="line">En me verwijten, dat ik hem verlost!</p> +<p class="line">Nu is hij even ongerept als ik</p> +<p class="line">Nu trek ik sterk en ongebogen uit</p> +<p class="line">En zet als ’t mag en kan zijn arbeid voort …</p> +<p class="line">En jou laat ’k niet meer los!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik tel niet mee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jij blijft bij mij … en ik, ik blijf bij jou!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dan kán niet, kind!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> ’t Kan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben melaatsch.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Melaatsch!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben gedoemd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Door wie gedoemd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vraag ’t aan elke vrouw en ied’ren man—maar niet aan mij!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik vraag ’t aan jou zèlf—zooals mijn eigen kind eens vragen zal …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>worstelend</i>)</span> Ik ben … Ik ben …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb493">[<a href="#pb493">493</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> … Wat ik geworden ben!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Regina.</p> +<p class="line">Ik was zoo slecht, zoo laag en zoo gemeen</p> +<p class="line">En ook zoo laf, dat ’k haast niet biechten kan.</p> +<p class="line">Ik liet hem in den steek, toen ’t armoe werd,</p> +<p class="line">Armoe met ied’ren dag meer wrok en twist.</p> +<p class="line">’k Was jong, dacht dat ’n ander beter was.</p> +<p class="line">Die ander zette me weer aan den dijk:</p> +<p class="line">Het was z’n recht—hij had ’r voor betááld.</p> +<p class="line">Ik stond op straat<span class="corr" id="xd33e24345" title="Niet in bron">,</span> ’r stonden ’r daar meer.</p> +<p class="line">Naar jullie huis dorst ik niet heen te gaan.</p> +<p class="line">Dat durf je niet, je voeten zeggen nee.</p> +<p class="line">En ’k vond dien hongernacht toen weer ’n dak</p> +<p class="line">Bij weer ’n man, die me z’n kussen gaf,</p> +<p class="line">’n Slok jenever en ’n middagmaal.</p> +<p class="line">En ’k stond op straat. En keek de modder aan,</p> +<p class="line">De modder en de mannen, beurt om beurt,</p> +<p class="line">Tot ’k bij die twee geen onderscheid meer zag,</p> +<p class="line">Tot ieder kind me nawees in de stad,</p> +<p class="line">Tot ’k bang was voor de vogels en de zon,</p> +<p class="line">En eerst bij avond langs de wegen ging,</p> +<p class="line">Omdat je dan je eigen schaduw mist.</p> +<p class="line">Eens ben ik ziek geweest, op sterven af,</p> +<p class="line">En heb toen alle heiligen en God</p> +<p class="line">Bezworen dat ’k me beet’ren zou voor goed.</p> +<p class="line">Maar hoe ik worstelde en hoe ik wou,</p> +<p class="line">En hoe ik heb gewroet, gesmeekt, gezocht,</p> +<p class="line">De deuren van de huizen smakten dicht</p> +<p class="line">En ’k stond weer in de modder—in de straat</p> +<p class="line">En ben toen wéér van hand in hand gegaan,</p> +<p class="line">Van man naar man—en heb op ze gespuwd,</p> +<p class="line">En heb gehaat, gehaat, op mijn manier</p> +<p class="line">En als ’k me voelde beu en levenszat,<span class="pageNum" id="pb494">[<a href="#pb494">494</a>]</span></p> +<p class="line">Dan dee ’k wat ik van anderen geleerd</p> +<p class="line">En dronk. Drank maakt je van de dingen los.</p> +<p class="line">Zoolang je dronken ben, klaag, bid je niet!</p> +<p class="line">En bid je God, vloeken de menschen toch … <span class="stage">(<i>Staart met het hoofd in de handen voor zich uit. Droomelot zelf ontwakend, staat op, +neemt met zacht geweld haar handen weg, kust haar—zij duwt haar op zij</i>).</span></p> +<p class="line">Laat staan! Laat staan! Je weet niet wat je doet!</p> +<p class="line">Ik ben geen lippen—als van jou—gewend!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Daar móét je dan aan wennen, moederlief</p> +<p class="line">Wij blijven saam <span class="stage">(<i>kust haar weer</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>lang-aanhoudend snikkend</i>)</span> Je weet niet wat je zegt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>haar de haren streelend</i>)</span></p> +<p class="line">Wat heb jij, moedertje, ’n leed gekend,</p> +<p class="line">Wat is jouw straf verschrikkelijk geweest,</p> +<p class="line">Wat ben ik blij dat ik je troosten kan</p> +<p class="line">En blij dat ik jouw steun geworden ben</p> +<p class="line">En blij dat vadertje dàt nooit gehoord …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Hij ’t nooit gehoord! Hij ’t niet gehoord, ach, ach!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Hij zei van af ’t eerste uur, dat ik</p> +<p class="line">’m Vroeg waarom de andre kindren wèl</p> +<p class="line">En ik géén moeder had: je hèb ’r een …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb495">[<a href="#pb495">495</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stellig</i>)</span> Dat heeft-ie jou als kind gezegd—als kind …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>schudt het hoofd</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span></p> +<p class="line">… Niet waar! Toen ik vertelde hoe ik jou</p> +<p class="line">Dien wintermorgen voor—dat huis gezien,</p> +<p class="line">Dat vreemde huis, met al de blinden neer,</p> +<p class="line">Toen sprak-ie even goed: ze komt terug!</p> +<p class="line">Maar jij je praatte niet van hem—jij zei:</p> +<p class="line">Hou toch vooral je mond als je me ziet …</p> +<p class="line">Ja, ja en zoo ben ik hierheen geraakt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben ’n beest—’k wou dat ik stierf!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En dan? En dan! Heb je je beurt gehad?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> M’n beurt?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je beurt van òpgang na je ondergang? Je beurt van wraak …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>schudt het hoofd</i>)</span> ’t Was m’n eigen schuld! Als ’k niet was heengegaan, dan zou ik niet …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Was ’r ’n weg terug?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Die was ’r niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Heb jij je vuisten niet gebald, als jij</p> +<p class="line">Weer telkens in de modder kwam te staan?<span class="pageNum" id="pb496">[<a href="#pb496">496</a>]</span></p> +<p class="line">Wie smeet de deuren dicht?.… Wie wees je na?</p> +<p class="line">Wie heeft je bang voor zon en dag gemaakt?</p> +<p class="line">Was jij dan slechter dan de mannen, die</p> +<p class="line">Te eten gaven jou—en dan opnieuw</p> +<p class="line">Je trapten en je zweepten als slavin?…</p> +<p class="line">Je wóú je modder uit—je kon ’t niet!</p> +<p class="line">Je wóú weer in ’t licht—’t lukte niet!</p> +<p class="line">Je wou ’t zelfde recht van elken man,</p> +<p class="line">Die als-ie in jouw armen was geweest,</p> +<p class="line">Weer vrij-uit, zingend, over straat kon gaan:</p> +<p class="line">Je kreeg ’t niet! Sta op! En help jezelf!</p> +<p class="line">Als jij melaatsch ben, jij, melaatsch, gedoemd,</p> +<p class="line">Dan is ’t ieder, die den steen opnam,</p> +<p class="line">En elke man die met jou heeft verkeerd!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik word niet meer gered …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je redt jezelf! Jezelf! Jezelf!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Daarvoor heb ik geen kracht!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ben ik ’r niet? Heb ik geen kracht voor twéé?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Regina.</p> +<p class="line">Ben jij de droomster en ’t zelfde kind,</p> +<p class="line">Dat bij me kwam? Wat ìs met jou gebeurd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb van hèm geleerd … <span class="stage">(<i>Wachter laat Sero in de cel terug</i>)</span> En óók geleerd <span class="stage">(<i>met bijtenden spot</i>).</span></p> +<p class="line">Van al de andren, die hier zijn geweest!</p> +<p class="line">En als ik twijfelde en niet begreep,<span class="pageNum" id="pb497">[<a href="#pb497">497</a>]</span></p> +<p class="line">Dan had ’k een wijs en kost’lijk amulet,</p> +<p class="line">Dat ’k als een troost ook in jouw handen geef! <span class="stage">(<i>geeft haar Sero’s papieren—Wachter schiet toe, rukt ze uit haar hand</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Regina, Sero, Wachter</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p> +<p class="line">Komt niets van in! Daar heb ik op geloerd! <span class="stage">(<i>verscheurt ze driftig</i>).</span></p> +<p class="line">’r Uit gedragen wordt hier niemendal!</p> +<p class="line">Zie zoo! Nou kun je grabb’len allebei! <span class="stage">(<i>een snipper lezend</i>)</span></p> +<p class="line">Dacht ik ’t niet: jawel, ’t bekende schrift! <span class="stage">(<i>bukkend en de snippers nog eens verscheurend</i>)</span></p> +<p class="line">Te groote brokken steken in je keel</p> +<p class="line">En maken dat je je verslikken zou.</p> +<p class="line">Dat’s beter mondjesmaat—En jij ’r uit!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> ’r Uit?… Ik ben besteld om—hem te zien …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Komt niets van in!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> De kommandant …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Is gek!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Je heb me zelf gezegd …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p> +<p class="line">Ik ben óók gek</p> +<p class="line">We zijn ’t allemaal, ik, de Regent,</p> +<p class="line">En ieder die te loopsch naast rokken loopt! <span class="stage">(<i>schatert het uit</i>).</span><span class="pageNum" id="pb498">[<a href="#pb498">498</a>]</span></p> +<p class="line">Geloof, dat als ik wijven-wachter was,</p> +<p class="line">M’n uniform gauw an den kapstok hing! <span class="stage">(<i>tot Droomelot, die glimlachend de snippers geraapt heeft</i>)</span></p> +<p class="line">Wil je ze liever strooien op de plaats.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>ze spottend nakijkend</i>).</span></p> +<p class="line">Ik geef ze aan den wind—en woord voor woord</p> +<p class="line">Ik weet den stand van elke letter nog …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter</span> <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’r Uit madam!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus mag ik ’m niet zien?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Hier namaals ja—maar bij z’n erwten niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dat is gemeen! Als-ie toch stervend is! <span class="stage">(<i>Droomelot schrikt op, luistert onbewegelijk toe</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p> +<p class="line">Jij kletst! De kommandant is idioot!</p> +<p class="line">Ik heb ’m zelf pas in de zon gelucht!</p> +<p class="line">En op de plaats heeft-ie gefloten als</p> +<p class="line">’n Vink, die bij z’n voer wat suiker vindt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij liegt!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Je liegt! Ik ga hier niet vandaan! Laat me ’r door.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>z’n mouwen opstroopend</i>)</span>:</p> +<p class="line">Haha, dat wordt ’n bokspartij!</p> +<p class="line">’t Spijt me wel, madam, ’t is afgelast!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb499">[<a href="#pb499">499</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Door wie?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Door den Regent!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Zoo pas.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mag ik dan wachten hier?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p> +<p class="line">Nee, nee—hier niet!</p> +<p class="line">Maar als je wachten wil, met véél geduld</p> +<p class="line">Neem dan je intrek in mijn wachtlokaal</p> +<p class="line">’k Heb bier en goed-belegen roggemik!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dan wacht ik daar! Dag Droomelot, m’n kind! Ik dank je wel, en als ’k je niet meer +zie …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> We zien mekaar nog eer ’t avond is.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dat weet ik niet.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Maar ik—ik weet ’t wel.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Na u—ik heb de sleutels en de eer! <span class="stage">(<i>af met Regina</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>waakt op, ziet de sleutels op den divan, grijpt ze, treedt bij Sero binnen, blijft +stuipend van angst staan, als ze hem ziet liggen</i>)</span>: Vader! Vadertje!.. <span class="pageNum" id="pb500">[<a href="#pb500">500</a>]</span><span class="stage">(<i>hij stut plotseling op de armen, kijkt haar enkel aan</i>)</span> Goddank!… <span class="stage">(<i>knielt bij ’t bed, neemt z’n hand, kust die—hij stoot haar driftig terug</i>).</span> Vadertje! <span class="stage">(<i>hij blijft haar aanstaren, zij wijkt achteruit</i>).</span> Je kijkt zoo vreemd—ik ben ’t—Droomelot! Herken je me niet meer? <span class="stage">(<i>hij schudt wild het hoofd, wijst haar heen te gaan</i>).</span> Ik ben ’t—ik! <span class="stage">(<i>knielt opnieuw bij ’t bed</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>: Ga weg! <span class="stage">(<i>schor lachend</i>).</span></p> +<p class="line">’k Verdraag de lucht niet van jouw zeep!</p> +<p class="line">Daar stik ik bij! Smijt open hier ’t raam!</p> +<p class="line">Ga weg! Ga weg! Ga weg! Ik ken je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je kent me niet? Ik ben je eigen kind!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>halverwege van ’t bed</i>).</span></p> +<p class="line">Ben jij m’n eigen kind—weet je dat wel?</p> +<p class="line">Ik stik! <span class="stage">(<i>zij bukt, reikt hem de waterkruik—hij duwt haar achteruit</i>).</span> Nee, uit jouw kinderhanden niet!…</p> +<p class="line">Eer kruip ik naar den berg van Horeb heen,</p> +<p class="line">En wacht ’t wonderwater uit de rots …</p> +<p class="line">Dan dat ik nog van jou, van jóú—wat wil!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Toe, vader, vader, vadertje!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Sero.</p> +<p class="line">Ga weg!</p> +<p class="line">Jij wist den weg, daar bij de schouw, niet waar?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Droomelot.</p> +<p class="line">Dien wist ik, maar ’k dacht …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Sero.</p> +<p class="line">Jij dacht—jij dacht, hahaha!<span class="pageNum" id="pb501">[<a href="#pb501">501</a>]</span></p> +<p class="line">Ik ook! Ik heb zoo vreeslijk veel gedacht,</p> +<p class="line">Ik heb dit zotte hart kapot gedacht! <span class="stage">(<i>lacht</i>)</span></p> +<p class="line">’k Heb naar jouw stem daar door die spleet gesnakt,</p> +<p class="line">En midden in den nacht m’n hoofd gebonsd</p> +<p class="line">Tegen den wand, of je ’t niet hooren wou,</p> +<p class="line">Of je geen oogenblik meer voor me had,</p> +<p class="line">Of je ’t begrijpen zou, dat ìk niet kon!</p> +<p class="line">Maar jij, je hield je stil—jij had …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Ik had …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Sero.</p> +<p class="line">Je pater en je moeder, den Regent!</p> +<p class="line">Je beetre kost, je bijbel en je zeep!</p> +<p class="line">Je leugens en je liederlijk bedrog!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O vadertje, ik zweer je ’t is niet waar!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet! Wie gaf die sleutels jou?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>laat ze vallen</i>)</span>: Die vond ik straks …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Sero …</p> +<p class="line">Die vond je naast je bed,</p> +<p class="line">Je bed dat beter veeren hebben zal,</p> +<p class="line">En beter peluw dan waarop ik sterf!</p> +<p class="line">Ik heb, toen ik zoo pas hier binnenkwam,</p> +<p class="line">Jouw moeder’s stem in druk gesprek gehoord,</p> +<p class="line">Je deur staat open toch voor iedereen!</p> +<p class="line">Jij ben je moeder’s kind, zooals ’t was</p> +<p class="line">Je zuster die bijtijds in ’t graf gelegd … <span class="stage">(<i>zit zwaar hijgend op ’t bed</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ze hadden me gezegd voor maanden al, Dat jij weer buiten in de vrijheid was …</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb502">[<a href="#pb502">502</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie zei jou dat?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Die man.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat zei-ie jóú? Waarom? En waarom heb jij ’t geloofd?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Omdat—omdat-ie gaf z’n eerewoord.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Z’n eerewoord—aan jou?… Aan jou z’n eer?… En jij gaf ook je eere-woord—je eer?… <span class="stage">(<i>zakt schor lachend achterover</i>).</span></p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>bij het bed neerstortend</i>)</span> O, lieve vader, ’k ben en blijf van jóú!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>haar woest terug-duwend</i>).</span></p> +<p class="line">Waar is—waar is dat pak, dat ik aan jou</p> +<p class="line">Dat ik aan jou toen toegeworpen heb,</p> +<p class="line">Dat pak dat voor de kameraden was?…</p> +<p class="line">Terug! Terug! Hoort in jouw handen niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>losbarstend</i>).</span></p> +<p class="line">Dat heb ’k niet meer, maar ’k heb ’t zoo geleerd,</p> +<p class="line">Zoo in me opgenomen, vader, dat</p> +<p class="line">Elk van je woorden gloeiend in me leeft!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span> Ik draag ze met me mee!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet!</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb503">[<a href="#pb503">503</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zweer ’t bij—m’n kind.</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Je kind. <span class="stage">(<i>staat onbewegelijk rechtop</i>).</span> Je kind. Heb ik dat goed verstaan?</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij heeft me met geweld, geweld, geweld …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>staart, glimlacht bij de herhaling van dat woord</i>)</span> <span class="ex">Geweld!</span> <span class="stage">(<i>beweegt machteloos de handen</i>)</span> En als jij me beliegt …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik lieg niet vader—bij mijn kind van háát!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>nu sterker glimlachend, hurkt op ’t bed</i>).</span></p> +<p class="line">Zeg op dan wat ik voor m’n makkers sprak!</p> +<p class="line">En aan je stém, je stém zal ’k hooren of,</p> +<p class="line">Of ik kan slapen gaan …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>knielt bij hem, kust zijn handen</i>).</span> +</p> +<p class="line xd33e25011">Jij heb gezegd …</p> +<p class="line">Jij heb gezegd op ’t allereerste blad … <span class="stage">(<i>spreekt, terwijl hij gretig elk woord met lippen-gemummel herhaalt</i>).</span></p> +<p class="line">„De aarde ligt wel kostlijk voor ons uit,</p> +<p class="line">„Alsof ze zóó door ons te grijpen is,</p> +<p class="line">„Maar van haar vruchten zijn wij zelf niet rijp</p> +<p class="line">„Nog—en we moeten met een jongen lach,</p> +<p class="line">„Van dat het ochtendlicht naar schemer gaat,</p> +<p class="line">„Het onkruid wieden en gestadig voort</p> +<p class="line">„Aan d’ouwe akkers geven t nieuwe zaad,</p> +<p class="line">„’t Gouden zaad, dat zonnebloesems wekt! <span class="stage">(<i>hem vergetend is zij opgestaan—hij smakt achterover</i>).</span><span class="pageNum" id="pb504">[<a href="#pb504">504</a>]</span></p> +<p class="line">„Al boom, die met te woeste hand geschud,</p> +<p class="line">„Werpt groene knoppen in ’t vertreden gras!</p> +<p class="line">„<i>Wij</i> tasten toe eerst met de volle kracht,</p> +<p class="line">„Als onze Macht zoo gaaf en sterk gestut,</p> +<p class="line">„Dat wij het Leven in zijn heerlijkheid,</p> +<p class="line">„Zijn groote, heil’ge onverwoestbaarheid,</p> +<p class="line">„Van al zijn leugens, zijn erbarmlijkheid,</p> +<p class="line">„Voor wat niet leeft, niet leven mòcht—bevrijd!” <span class="stage">(<i>kijkt verheugd-glimlachend om, ziet hem liggen, stort op hem toe</i>).</span></p> +<p class="line">O, liefste God, wat is ’r vadertje?</p> +<p class="line">Je kijkt me aan en ziet—en ziet me niet!</p> +<p class="line">Je glimlacht, maar je mond die ademt niet!</p> +<p class="line">Slaap je, of ben je—dood?… Toe vadertje,</p> +<p class="line">Toe vadertje, zeg nog een enkel woord! <span class="stage">(<i>staat op wijkt achteruit, denkt na, maakt den ketting met ’t medaljon van haar hals +los, legt dien in zijn handen, kust zijn voorhoofd</i>).</span></p> +<p class="line">Dan moet ik verder, verder, als ’k beloofd</p> +<p class="line">En jij blijft bij me, waar ik reis en trek,</p> +<p class="line">Want dat heb jij me, vader, óók beloofd … <span class="stage">(<i>kust hem nog eens, raapt de sleutels van den grond, gaat heen</i>).</span></p> +</div> +</div> +</div> +<div id="s3.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> +<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3> +<p class="stage"><span class="sc">Regent</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Regina</span>.</p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>treedt in Droomelot’s cel, ziet dat zij er niet meer is, roept de gang in</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span></p> +<p class="line">Verdoemd, verdoemd, waar zijn de wachters, hier?</p> +<p class="line">Vlug dan! Ze is ’r niet! Waar is ze heen?</p> +</div> +<p><span class="pageNum" id="pb505">[<a href="#pb505">505</a>]</span></p> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> U heeft ons zelf gelast, maar als u ’t wil …</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker">Regent.</p> +<p class="line">Vooruit en breng ’r met geweld terug!</p> +<p class="line">Nee! Nee!… Blijf hier! Jij raakt haar lijf niet aan!…</p> +<p class="line">Zoolang ’k haar vader heb, heb ik haar ook!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Z’n deur staat aan!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Z’n deur staat aan! Verdoemd! <span class="stage">(<i>stort in Sero’s cel</i>).</span></p> +<p class="line">… Hij is ’r nog!</p> +</div> +<div class="sp"> +<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>angstig bij het hoofdeinde</i>)</span>…</p> +<p class="line">Nee, <i>hij</i> is ’r niet meer … <span class="stage">(<i>ziet ketting en medaljon in de handen van den doode, knielt</i>)</span>…</p> +<p class="line">Nu durf ik met je dochter mee te gaan …</p> +</div> +</div> +<div class="divBody"> +<p class="first center">EINDE. +</p> +<p class="dateline">Berlijn, Juli/December 1909. +</p> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +</div> +<div class="back"> +<div class="div1" id="toc"> +<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2> +<table> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">DEEL I.</td> +</tr> +<tr id="voorwoord.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#voorwoord">VOORWOORD.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#voorwoord">V</a></td> +</tr> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">UITKOMST.</td> +</tr> +<tr id="personae1.1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae1.1">DRAMATIS PERSONAE.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae1.1">4</a></td> +</tr> +<tr id="u1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#u1">EERSTE AFDEELING.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1">5</a></td> +</tr> +<tr id="u1.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.1">5</a></td> +</tr> +<tr id="u1.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.2">9</a></td> +</tr> +<tr id="u1.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.3">Derde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.3">11</a></td> +</tr> +<tr id="u1.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.4">12</a></td> +</tr> +<tr id="u1.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.5">16</a></td> +</tr> +<tr id="u1.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.6">Zesde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.6">24</a></td> +</tr> +<tr id="u1.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.7">Zevende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.7">25</a></td> +</tr> +<tr id="u1.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.8">Achtste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.8">26</a></td> +</tr> +<tr id="u1.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.9">Negende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.9">29</a></td> +</tr> +<tr id="u1.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.10">Tiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.10">38</a></td> +</tr> +<tr id="u1.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.11">Elfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.11">40</a></td> +</tr> +<tr id="u1.12.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.12">Twaalfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.12">41</a></td> +</tr> +<tr id="u1.13.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.13">Dertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.13">42</a></td> +</tr> +<tr id="u1.14.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.14">Veertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.14">44</a></td> +</tr> +<tr id="u1.15.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.15">Vijftiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.15">46</a></td> +</tr> +<tr id="u1.16.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.16">Zestiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.16">47</a></td> +</tr> +<tr id="u1.17.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.17">Zeventiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.17">50</a></td> +</tr> +<tr id="u1.18.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.18">Achttiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.18">51</a></td> +</tr> +<tr id="u2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#u2">TWEEDE AFDEELING.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2">61</a></td> +</tr> +<tr id="u2.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.1">61</a></td> +</tr> +<tr id="u2.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.2">64</a></td> +</tr> +<tr id="u2.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.3">Derde Tooneel .</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.3">71</a></td> +</tr> +<tr id="u2.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.4">Vierde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.4">75</a></td> +</tr> +<tr id="u2.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.5">85</a></td> +</tr> +<tr id="u2.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.6">Zesde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.6">86</a></td> +</tr> +<tr id="u2.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.7">Zevende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.7">87</a></td> +</tr> +<tr id="u2.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.8">Achtste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.8">95</a></td> +</tr> +<tr id="u2.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.9">Negende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.9">105</a></td> +</tr> +<tr id="u2.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.10">Tiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.10">106</a></td> +</tr> +<tr id="u2.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.11">Elfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.11">110</a></td> +</tr> +<tr id="u2.slot.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.slot">SLOT.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.slot">111</a></td> +</tr> +<tr id="u2.12.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.12">Twaalfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.12">111</a></td> +</tr> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">VREEMDE JACHT.</td> +</tr> +<tr id="personae1.2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae1.2">DRAMATIS PERSONAE.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae1.2">118</a></td> +</tr> +<tr id="v1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v1">EERSTE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1">119</a></td> +</tr> +<tr id="v1.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.1">119</a></td> +</tr> +<tr id="v1.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.2">120</a></td> +</tr> +<tr id="v1.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.3">Derde Tooneel .</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.3">123</a></td> +</tr> +<tr id="v1.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.4">Vierde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.4">125</a></td> +</tr> +<tr id="v1.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.5">128</a></td> +</tr> +<tr id="v1.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.6">Zesde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.6">128</a></td> +</tr> +<tr id="v1.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.7">134</a></td> +</tr> +<tr id="v1.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.8">Achtste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.8">138</a></td> +</tr> +<tr id="v11.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v11.9">Negende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v11.9">146</a></td> +</tr> +<tr id="v1.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.10">Tiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.10">147</a></td> +</tr> +<tr id="v1.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.11">Elfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.11">149</a></td> +</tr> +<tr id="v1.12.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.12">Twaalfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.12">153</a></td> +</tr> +<tr id="v1.13.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.13">Dertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.13">161</a></td> +</tr> +<tr id="v1.14.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.14">Veertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.14">173</a></td> +</tr> +<tr id="v1.15.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.15">Vijftiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.15">173</a></td> +</tr> +<tr id="v2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v2">TWEEDE BEDRIJF,</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2">175</a></td> +</tr> +<tr id="v2.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.1">175</a></td> +</tr> +<tr id="v2.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.2">177</a></td> +</tr> +<tr id="v2.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.3">Derde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.3">180</a></td> +</tr> +<tr id="v2.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.4">Vierde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.4">181</a></td> +</tr> +<tr id="v2.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.5">183</a></td> +</tr> +<tr id="v2.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.6">Zesde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.6">184</a></td> +</tr> +<tr id="v2.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.7">Zevende Tooneel .</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.7">185</a></td> +</tr> +<tr id="v2.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.8">Achtste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.8">191</a></td> +</tr> +<tr id="v2.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.9">Negende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.9">195</a></td> +</tr> +<tr id="v2.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.10">Tiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.10">197</a></td> +</tr> +<tr id="v2.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.11">Elfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.11">200</a></td> +</tr> +<tr id="v2.12.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.12">Twaalfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.12">208</a></td> +</tr> +<tr id="v2.13.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.13">Dertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.13">210</a></td> +</tr> +<tr id="v3.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v3">DERDE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3">215</a></td> +</tr> +<tr id="v3.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.1">215</a></td> +</tr> +<tr id="v3.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.2">217</a></td> +</tr> +<tr id="v3.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.3">Derde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.3">219</a></td> +</tr> +<tr id="v3.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.4">Vierde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.4">220</a></td> +</tr> +<tr id="v3.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.5">224</a></td> +</tr> +<tr id="v3.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.6">Zesde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.6">224</a></td> +</tr> +<tr id="v3.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.7">Zevende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.7">225</a></td> +</tr> +<tr id="v3.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.8">Achtste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.8">229</a></td> +</tr> +<tr id="v3.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.9">Negende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.9">233</a></td> +</tr> +<tr id="v3.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.10">Tiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.10">234</a></td> +</tr> +<tr id="v3.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.11">Elfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.11">244</a></td> +</tr> +<tr id="v3.12.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.12">Twaalfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.12">244</a></td> +</tr> +<tr id="v3.13.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.13">Dertiende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.13">246</a></td> +</tr> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">DEEL II.</td> +</tr> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">GHETTO.</td> +</tr> +<tr id="personae2.1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae2.1">DRAMATIS PERSONAE.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae2.1">254</a></td> +</tr> +<tr id="g1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g1">EERSTE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1">255</a></td> +</tr> +<tr id="g1.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.1">255</a></td> +</tr> +<tr id="g1.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.2">258</a></td> +</tr> +<tr id="g1.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.3">Derde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.3">263</a></td> +</tr> +<tr id="g1.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.4">Vierde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.4">267</a></td> +</tr> +<tr id="g1.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.5">Vijfde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.5">280</a></td> +</tr> +<tr id="g1.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.6">282</a></td> +</tr> +<tr id="g1.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.7">Zevende Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.7">294</a></td> +</tr> +<tr id="g2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g2">TWEEDE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2">295</a></td> +</tr> +<tr id="g2.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.1">295</a></td> +</tr> +<tr id="g2.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.2">304</a></td> +</tr> +<tr id="g2.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.3">Derde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.3">308</a></td> +</tr> +<tr id="g2.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.4">311</a></td> +</tr> +<tr id="g2.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.5">Vijfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.5">315</a></td> +</tr> +<tr id="g2.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.6">316</a></td> +</tr> +<tr id="g2.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.7">330</a></td> +</tr> +<tr id="g3.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g3">DERDE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3">331</a></td> +</tr> +<tr id="g3.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.1">Eerste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.1">331</a></td> +</tr> +<tr id="g3.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.2">Tweede tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.2">335</a></td> +</tr> +<tr id="g3.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.3">Derde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.3">336</a></td> +</tr> +<tr id="g3.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.4">342</a></td> +</tr> +<tr id="g3.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.5">Vijfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.5">342</a></td> +</tr> +<tr id="g3.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.6">345</a></td> +</tr> +<tr id="g3.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.7">348</a></td> +</tr> +<tr id="g3.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.8">Achtste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.8">348</a></td> +</tr> +<tr id="g3.9.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.9">Negende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.9">353</a></td> +</tr> +<tr id="g3.10.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.10">Tiende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.10">355</a></td> +</tr> +<tr id="g3.11.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.11">Elfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.11">361</a></td> +</tr> +<tr id="naschrift.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#naschrift">NASCHRIFT.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#naschrift">363</a></td> +</tr> +<tr> +<td class="tocText" colspan="4">DE SCHOONE SLAAPSTER.</td> +</tr> +<tr id="intro.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#intro">INTRODUCTIE.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#intro">375</a></td> +</tr> +<tr id="personae2.2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae2.2">DRAMATIS PERSONAE.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae2.2">376</a></td> +</tr> +<tr id="s1.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s1">EERSTE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1">377</a></td> +</tr> +<tr id="s1.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.1">377</a></td> +</tr> +<tr id="s1.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.2">379</a></td> +</tr> +<tr id="s1.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.3">Derde Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.3">384</a></td> +</tr> +<tr id="s1.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.4">392</a></td> +</tr> +<tr id="s1.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.5">Vijfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.5">394</a></td> +</tr> +<tr id="s1.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.6">414</a></td> +</tr> +<tr id="s1.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.7">420</a></td> +</tr> +<tr id="s1.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.8">Achtste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.8">425</a></td> +</tr> +<tr id="s2.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s2">TWEEDE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2">426</a></td> +</tr> +<tr id="s2.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.1">Eerste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.1">426</a></td> +</tr> +<tr id="s2.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.2">Tweede Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.2">434</a></td> +</tr> +<tr id="s2.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.3">Derde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.3">438</a></td> +</tr> +<tr id="s2.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.4">441</a></td> +</tr> +<tr id="s2.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.5">Vijfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.5">447</a></td> +</tr> +<tr id="s2.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.6">456</a></td> +</tr> +<tr id="s2.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.7">461</a></td> +</tr> +<tr id="s2.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.8">Achtste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.8">463</a></td> +</tr> +<tr id="s3.toc" class="tocLevel0"> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s3">DERDE BEDRIJF.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3">468</a></td> +</tr> +<tr id="s3.1.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.1">Eerste Tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.1">468</a></td> +</tr> +<tr id="s3.2.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.2">Tweede tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.2">476</a></td> +</tr> +<tr id="s3.3.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.3">Derde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.3">479</a></td> +</tr> +<tr id="s3.4.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.4">Vierde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.4">486</a></td> +</tr> +<tr id="s3.5.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.5">Vijfde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.5">488</a></td> +</tr> +<tr id="s3.6.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.6">Zesde tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.6">497</a></td> +</tr> +<tr id="s3.7.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.7">Zevende tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.7">499</a></td> +</tr> +<tr id="s3.8.toc" class="tocLevel1"> +<td></td> +<td class="tocDivNum"></td> +<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.8">Achtste tooneel.</a></td> +<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.8">504</a></td> +</tr> +</table> +</div> +<div class="transcriberNote"> +<h2 class="main">Colofon</h2> +<p>De nieuwe omslagillustratie van dit eBoek is hiermee aan het publieke domein verleend.</p> +<h3 class="main">Codering</h3> +<p>Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het +einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel +zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van +dit boek.</p> +<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> +<ul> +<li>2025-01-23 Begonnen. +</li> +</ul> +<h3 class="main">Verbeteringen</h3> +<p>De volgende 364 verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> +<table class="correctionTable"> +<tr> +<th>Bladzijde</th> +<th>Bron</th> +<th>Verbetering</th> +<th>Bewerkingsafstand</th> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e214">VI</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">heroische</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">heroïsche</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e449">5</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><i title="48 gevallen">Passim. +</i></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">:</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1104">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1129">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1166">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1292">20</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1713">28</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1990">31</a>, <a class="pageref" href="#xd33e3768">62</a>, <a class="pageref" href="#xd33e3898">65</a>, <a class="pageref" href="#xd33e13345">245</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15537">308</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.)</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">).</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1279">20</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">kere</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">kerel</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1708">28</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">-</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1739">28</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">gescheeuw</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">geschreeuw</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1796">29</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">(</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><i title="109 gevallen">Passim. +</i></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1832">29</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">„</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><i title="50 gevallen">Passim. +</i></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e2381">38</a>, <a class="pageref" href="#xd33e5860">97</a>, <a class="pageref" href="#xd33e8380">147</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9266">165</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9356">168</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9459">170</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10249">185</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10555">192</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10853">198</a>, <a class="pageref" href="#xd33e13583">254</a>, <a class="pageref" href="#xd33e14835">287</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15510">307</a>, <a class="pageref" href="#xd33e19613">407</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23815">484</a>, <a class="pageref" href="#xd33e24100">488</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3283">51</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.,..</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3306">52</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,…</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3727">62</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">frische</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">frissche</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3868">65</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Veldwacher</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Veldwachter</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e4737">80</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td> +<td class="bottom">4</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e6034">101</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’n ’n</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’n</td> +<td class="bottom">3</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e6494">109</a>, <a class="pageref" href="#xd33e6617">110</a>, <a class="pageref" href="#xd33e6664">111</a>, <a class="pageref" href="#xd33e11947">219</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15866">316</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15915">319</a>, <a class="pageref" href="#xd33e24345">493</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7419">127</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">nècessaire</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">nécessaire</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7634">131</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">fort</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">forte</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7689">132</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="fr">assomant</td> +<td class="width40 bottom" lang="fr">assommant</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8369">147</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">patient</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">patiënt</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8447">149</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8561">151</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">heb</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Heb</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8720">154</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15614">311</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">is</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Is</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9366">168</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">achtien-honderd-negentig</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">achttien-honderd-negentig</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9466">170</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">één-en negentig</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">één-en-negentig</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9469">170</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">zóó</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">zóó’n</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9490">171</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">!</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9541">172</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">AIs</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Als</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9841">176</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">·</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9871">177</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22961">470</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10263">185</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20693">425</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22773">467</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">)</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10297">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10299">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10301">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e11063">201</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10411">189</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">”</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10428">189</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">exécuteur testamentair</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">exécuteur-testamentair</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10696">195</a>, <a class="pageref" href="#xd33e12976">237</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23205">474</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> ..</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10959">200</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">delange</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Delange</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11445">208</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="de">Moor</td> +<td class="width40 bottom" lang="de">Mohr</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11564">210</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">be weer</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">beweer</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11724">215</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">in</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">is een</td> +<td class="bottom">4</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11740">215</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">’s</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11743">215</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">).</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11944">219</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">de</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">De</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12584">230</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> </td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">—</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12908">236</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">hartstochelijk</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">hartstochtelijk</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12973">237</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Burgelijken</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Burgerlijken</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13028">239</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">aangeteekenkenden</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">aangeteekenden</td> +<td class="bottom">3</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13062">240</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Dolf</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Hope</td> +<td class="bottom">3</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13425">246</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.!.</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">!…</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13589">254</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Haezer</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Haëzer</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e14090">267</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Kinderenbedtijd</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Kinderen-bedtijd</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e14891">291</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">gèId</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">gèld</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15080">296</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">opgeopgewonden</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">opgewonden</td> +<td class="bottom">4</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15085">297</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">moe t</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">moet</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15406">305</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Aáron</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Aaron</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15421">305</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Aäron</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Aaron</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15497">307</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15712">313</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rosa</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rose</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15574">309</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">zooas</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Zooas</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15588">310</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15599">310</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Ester</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Esther</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15917">319</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">?</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15922">319</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">twéé-en twintig</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">twéé-en-twintig</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15925">319</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">diezelf</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">die zelf</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15999">322</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">,.</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16072">325</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Niet in bron</i>] +</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">?</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16312">334</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">je</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Je</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16393">335</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22622">465</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">..</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16479">338</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">op op</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">op</td> +<td class="bottom">3</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16580">342</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Vijde</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Vijfde</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16769">346</a>, <a class="pageref" href="#xd33e16950">349</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17143">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17160">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17163">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17183">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17188">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17208">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17227">353</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafael</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17350">355</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">RafaëI</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17371">356</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">schonders</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">schouders</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17617">360</a>, <a class="pageref" href="#xd33e19935">413</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.. .</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17737">364</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">geloodsd</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">geloodst</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17759">364</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafael-figuur</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël-figuur</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17765">364</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaels</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaëls</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17785">366</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">rabijnen-gedaas</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">rabbijnen-gedaas</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18485">385</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">zichbaar</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">zichtbaar</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18531">385</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">. ..</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18900">393</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">))</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">)</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e19076">396</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> e</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">te</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20041">415</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> .</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">. </td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20186">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20209">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20238">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20282">420</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20348">421</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21220">437</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21299">438</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21323">439</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21407">441</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21669">447</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23628">481</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">:</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20276">420</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">slamppers</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">slampampers</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20595">424</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">dieët</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">dieet</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20844">429</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">geinteresseerd</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">geïnteresseerd</td> +<td class="bottom">1 / 0</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20849">429</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">mc</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">me</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20882">429</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">..</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20930">431</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">je’n</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">je ’n</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20953">432</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">je’m</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">je ’m</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21225">437</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">!</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21540">444</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">. .</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21641">446</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">sleutel gerinkel</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">sleutelgerinkel</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21750">448</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">mensh</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">mensch</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22013">453</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Bëlzebub</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">Beëlzebub</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22164">456</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">kathechismus</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">katechismus</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22794">468</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> .</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl"> +[<i>Verwijderd</i>] +</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e23274">475</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">rabijnen</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">rabbijnen</td> +<td class="bottom">1</td> +</tr> +<tr> +<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e23381">477</a></td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">noch</td> +<td class="width40 bottom" lang="nl">nog</td> +<td class="bottom">2</td> +</tr> +</table> +</div> +</div> +<div style='text-align:center'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***</div> +</body> +</html> + diff --git a/75358-h/images/new-cover.jpg b/75358-h/images/new-cover.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..d8dd7b9 --- /dev/null +++ b/75358-h/images/new-cover.jpg diff --git a/75358-h/images/rbrace3.png b/75358-h/images/rbrace3.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..c1ee130 --- /dev/null +++ b/75358-h/images/rbrace3.png diff --git a/75358-h/images/titlepage.png b/75358-h/images/titlepage.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..7dd1a3c --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage.png diff --git a/75358-h/images/titlepage2.png b/75358-h/images/titlepage2.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..d18be41 --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage2.png diff --git a/75358-h/images/titlepage3.png b/75358-h/images/titlepage3.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..8b48a09 --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage3.png diff --git a/75358-h/images/titlepage4.png b/75358-h/images/titlepage4.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..75eebcc --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage4.png diff --git a/75358-h/images/titlepage5.png b/75358-h/images/titlepage5.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..7fe435b --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage5.png diff --git a/75358-h/images/titlepage6.png b/75358-h/images/titlepage6.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..6966808 --- /dev/null +++ b/75358-h/images/titlepage6.png diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..c673649 --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #75358 (https://www.gutenberg.org/ebooks/75358) |
