summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
authornfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-02-12 16:21:03 -0800
committernfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-02-12 16:21:03 -0800
commitc5cedb0635c4e6f27dc6665da2d6df04199b2e45 (patch)
treeb97464a9ffeee23a3d925c387297897681062e6f
Initial commitHEADmain
-rw-r--r--.gitattributes4
-rw-r--r--75358-0.txt15141
-rw-r--r--75358-h/75358-h.htm18862
-rw-r--r--75358-h/images/new-cover.jpgbin0 -> 50627 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/rbrace3.pngbin0 -> 183 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage.pngbin0 -> 15627 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage2.pngbin0 -> 8014 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage3.pngbin0 -> 7047 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage4.pngbin0 -> 10612 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage5.pngbin0 -> 8397 bytes
-rw-r--r--75358-h/images/titlepage6.pngbin0 -> 10006 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
13 files changed, 34020 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..d7b82bc
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,4 @@
+*.txt text eol=lf
+*.htm text eol=lf
+*.html text eol=lf
+*.md text eol=lf
diff --git a/75358-0.txt b/75358-0.txt
new file mode 100644
index 0000000..e4b8242
--- /dev/null
+++ b/75358-0.txt
@@ -0,0 +1,15141 @@
+
+*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***
+
+
+
+
+
+ VERZAMELDE
+ TOONEELSPELEN
+ EN
+ OPSTELLEN-OVER-TOONEEL
+
+ DOOR
+ HERM. HEIJERMANS Jr.
+
+
+ EERSTE DEEL.
+
+ I. UITKOMST (1907).—II. VREEMDE JACHT (1907).
+
+ AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1909.
+
+
+ Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens
+ de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
+
+
+
+
+
+
+
+
+VOORWOORD.
+
+
+De noodig geworden herdrukken van verschillende Spelen, en de
+„voorraad” nieuwe, deed tot de uitgave in dezen vorm besluiten.
+
+Achtereenvolgens, niet in chronologische orde, zullen in deze Bundels
+tooneelstukken en vroeger gepubliceerde opstellen-over-tooneel
+verschijnen, de laatste voornamelijk om tegenover uitnemend-malle
+tijdsverschijnselen de meening van iemand te stellen, die er van af
+zijne eerste kleine daad voor het Hollandsch tooneel op wees, dat het
+gekakel der velerlei stuurlieden-aan-den-wal, die dagelijks, wekelijks,
+maandelijks, met gezwollen strotjes en zelfgenoegzame gebaren, de wegen
+beduiden, die tot „verheffing van het tooneel” moeten voeren—dat het
+gezwam dezer wijzen over „technische” tooneel-inrichting, over de
+noodzakelijkheid van een „intiem tooneel”, over een „keurtroep”, over
+stuitende „tendenz”, over........ „nieuwe idealen”—en wat voorts het
+allegaartje van breede bepeinzing, mode en snobisme pleegt te baren—dat
+het waanwijs en potsierlijk betoog dezer scribenten, die in den grond
+op arbeid van anderen parasiteeren, in diepste mate belachelijk is.
+
+Of men zich in het eigen land of daarbuiten bevindt: overal domineert
+de wet, dat kunst en kunstenaars afhankelijk zijn, dat eene op
+loondienst gebaseerde Gemeenschap in directe wisselwerking slechts dàt
+klasse-vermaak op den duur duldt, hetwelk zich aan haar in
+levensbeschouwing onderwerpt.
+
+Deze maatschappij met haar verwelkte idealen, haar gemis aan respect
+voor eigen verleden zelfs, kàn geen ander plankenland hebben dan zij
+bezit.
+
+Iedere poging, buiten maatschappelijke werking om, moge eenige jaren
+bijzonderen schijn wekken—zij is voor den ontleder van het verval een
+relletje.
+
+De waarachtige hervorming van het tooneel, waarlijk bijzaak naast
+zooveel gewichtiger aangelegenheden, heeft eene gezonde gelukkige,
+sterke Gemeenschap noodig.
+
+„Zullen?”, vroeg ’k in 1899 („Tooneel en Maatschappij”): „zullen dan al
+de gewichtigen, pedantjes en half-wetenden, die met kunst en nog eens
+met kunst sollen, nooit snappen, dat dezelfde fataliteitswet eene
+kommerciëele maatschappij en haar verschijnselen beheerscht?... Het
+verval van het tooneel is een camera-obscura-beeld van het verval der
+maatschappij...”
+
+Het verval in Holland—het zij, bij het in gang zetten dezer Serie en
+tot besluit van een Voorwoord, dat in na te komen Opstellen behoorlijk
+gedocumenteerden weerklank vindt, opgemerkt—is niet zoo deerlijk als
+het verval in het buitenland.
+
+Gewend als wij tam-nuchtere, betweterige Hollanders zijn, om alles wat
+we in de meerendeels duffe geledingen van ons openbaar leven opletten,
+met breeder geteem dan voor de beteekenis der zaak passend is, aan de
+voornaam-geestelijke spelingen onzer ik-jes te toetsen, willen we het
+dikwerf doen voorkomen, of wij in het zog van imponeerende
+buitenlandsche zeekasteelen loeven.
+
+Dit is lak.
+
+We behoeven ons zelven niet ontuchtiger voor te stellen, dan de grove
+ontucht der omstandigheden het bepaalt.
+
+In alle landen der nog tierig-ongecultiveerde wereld, zwiept de
+maatschappelijke verwording tot bruuter, afstootender
+schouwburg-industrie, dan bij ons mógelijk is.
+
+Wie ruimer ziet en zijne heroïsche theater-inzichten, niet tot de paar
+goedige Hollandsche tooneelgezelschapjes besnoeit, weet dat nergens het
+gekristalliseerd klassevermaak zoo schel bovendrijft als in de groote
+kunst-centra van Europa.
+
+De heerschende klasse héérscht daar vet-lippig en met een gefatigeerden
+lach.
+
+De theaterkas-bijdragen van het „schellinkje” kunnen er gemist worden.
+
+De heele bouw van den schouwburg is eene verteedering tegenover
+duur-betalenden—’n lompe minachting tegenover het plebs, dat daar-boven
+nauwelijks zien kan en de kwalijke lucht van benee gul-weg geschonken
+krijgt.
+
+In klein-burgerlijk Holland kan de theater-ondernemer den engelenbak
+finantieel niet uitschakelen. Bij de lauwe schouwburgrecettes heeft ’t
+schellinkje een zwakke stem in het kapittel.
+
+Dat is een voorrecht.
+
+Tot de ziekelijke decadentie van theater-luxe-doosjes (spot en hoon van
+alle gemeenschapskunst) zullen wij nimmer geraken.
+
+Het intelligent, óók betalend schellinkje is in Hollandsche
+schouwburgen een „ballast”, dien het buitenland met zijn volslagen
+met-handen-en-voeten-overgeleverd zijn aan duurdere plaatsen niet kent.
+
+Mij dunkt dat de herwonnen voeling met een deel van het publiek, tegen
+gindsche techniek en gindsche monteering ruimschoots opweegt.
+
+De toekomst met haar onafwendbare gebeurtenissen is aan de
+proletarische levensbeschouwing—aan het proletariaat.
+
+De eerste kunst-stappen dier toekomst lijken voor de kleine,
+afgezonderde, niet door de groot-industrie ook op dàt gebied
+dood-gemoorde landen weggelegd.
+
+Men kan zich in de onderstelling vergissen: het gezond verstand en de
+feiten stutten het vermoeden naar alle zijden.
+
+Noch in Denemarken, noch in Zweden, noch in Holland (om drie
+voorbeelden van politiek en economisch zwakke volkeren te geven) zal
+het vermaak zóó industrieel kunnen ontaarden als in steden met
+wereldrumoer.
+
+Daarenboven hebben wij eene literatuur, rijper, rijker van basis, dan
+menig ander land, eene literatuur die—op mannen met gemeenschapsbegrip
+wacht.
+
+Een volk naar zijn geestelijke zoekers schattend en niet naar zijn
+rampzalig geprots met oorlogsmateriaal en weelde, hebben wij in het
+begin dezer eeuw het verlof te glimlachen.
+
+En het geblaas over het verval der kunsten ten onzent, het gekef der
+velen die van geen oorzaak en verband weten en hoera kermen bij het
+gedobber van een giorno-lampje in een donkeren stormnacht, mogen we als
+ondoordacht gedoe, gelijk iedere periode in onverschillig welken tijd,
+’t te slikken kreeg, aanvaarden.
+
+De kunstzinnige hervorming van het tooneel kan eerst na het herstel
+eener waarlijke maatschappelijke orde—door samenwerking der
+zusterkunsten, geschieden.
+
+Van de spelers is thans niet meer te eischen dan de dictator Theaterkas
+[1] veroorlooft.
+
+Deze hard-werkende lieden over het inzakken van hun vak te beschimpen,
+hen met hautaine woorden (op puur vermoeden van hoe u ’t achter uw
+inktpot zou willen hebben—u, hum!) de les te lezen, is ook daarom in
+verhouding tot het wurmend gerepeteer, het reizen, trekken en spelen
+dier menschen, zoo dom, laf en tergend-quasi, omdat er slechts een paar
+in Holland zijn, in staat een vakkundigen raad te geven.
+
+En die paar zwijgen.
+
+In tijden van infectie pijnigt en geeselt men liever geen
+geïnfecteerden—men tracht de infectie te verwijderen, infectie die op
+tooneelgebied in bijkomende mate in de schouwburgen zelf woekert.
+
+En de tooneelstukken?
+
+Wel, vrienden—we weten hoe laat het is....
+
+Hoe sterk het verval zich ook hierin openbaart: het geblinddoekt
+ideaal, het ideaaltje dat in het verleden blijft scharrelen en het
+Komende niet zien wil—het ideaal dat met lodderende oogjens ’n fopspeen
+belurkt en zich als nieuw-verniste pagode bij het ongevaarlijk
+klasse-vermaak voegt—dat ideaal met ’n horrelvoet en ’n waterhoofd,
+vooral bang en pretentieus tegenover het eenig
+Ideaal-van-klassieke-vormen dat „in ’t Oosten daagt”—dat ideaal kan
+bezwaarlijk thàns nog in de tent der getuigenis worden toegelaten.
+
+Voor ons, socialisten en „materialisten”, zij het een genot in een
+worstelenden overgangstijd tot ontwaking van derden bij te dragen.
+
+Voor ons is deze periode van frissche ontroeringen—heeft éénige
+generatie zooveel meegemaakt?—eene in schoonheid groeiende
+werkelijkheid, waarvan elk nieuw gerucht de wilskracht versterkt.
+
+Heeft de geestelijke arbeider meerder fossiel recht te „blijven leven”
+dan ontelbare andere arbeiders, die zich over de heele wereld voor
+nobele gemeenschapsbelangen offeren?
+
+Is het al niet eene vreugde een klein dienaar der samenleving te
+zijn—reiken we mekaar niet van geslacht op geslacht de hand?
+
+Is het geloof in de toekomst, waartoe men meê heeft getracht, niet
+overvoldoende om blijmoedig voort te gaan?
+
+Al zou al je geschrevene tot verdorrend loof behooren—haha, wat deert
+het! Je hebt je tijd zoo kostelijk, zoo heerlijk-willend meegeleefd,
+zoo diep-hartstochtelijk, zoo met gebalde vuisten, zoo begaan, zoo
+in-afwachting, zoo met den teederen lach van genegenheid, dat je
+menschelijk-tevreden kan zijn....
+
+ HEIJERMANS.
+
+ Berlijn, Augustus 1909.
+
+
+
+
+
+
+
+
+ UITKOMST.
+ SPEL-VAN-DROOM-EN-LEVEN
+
+ IN TWEE AFDEELINGEN
+
+ DOOR
+ HERM. HEIJERMANS Jr.
+
+
+ Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden
+ volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
+
+
+
+
+
+
+
+
+Voor de eerste maal opgevoerd en uitgefloten te Amsterdam, op 2
+November 1907.
+
+ DRAMATIS PERSONAE.
+
+ Thijs Banes, een kruier.
+ Bet, zijn vrouw.
+ Jacob, scharenslijper, }
+ Sien, fabrieksmeid, } zijn kinderen.
+ Jan, }
+ De Dokter.
+ De Kapelaan.
+ Rijksveldwachter.
+ Lammersen, waschbaas.
+ Aaltje, zijn vrouw.
+ De Bakker.
+ De Schoenlapper.
+ Bonnet, bovenbuurman.
+ Riesje, zijn dochtertje.
+ De Zwaan.
+ De Meneer-van-de-Bank.
+ De Schele.
+ Een menigte. (1ste, 2de, 3de, 4de, 5de stem).
+
+Het Spel geschiedt te Amsterdam.
+
+
+
+
+
+
+
+
+EERSTE AFDEELING.
+
+
+(Het tooneel ver-beeldt het pothuis van een kruier, laag van
+verdieping, met een vervelooze binten-laag. In den haveloozen,
+gecementeerden achtermuur bevindt zich een langwerpig tuimelraam met
+vale gordijnen. In den hoek, rechts van achterwand en zijwand, een
+ombuigende trap met onderdeurtje, tot de straat toegang gevend. Tegen
+die trap aan, langs de rechterzijwand, twee bedsteden. Onder het
+tuimelraam een ijzeren ledikant. In den linker-hoek van achterwand en
+zijwand lijnen waaraan de wasch te drogen hangt: heel voor een slap
+gespannen beddelaken. De linkerwand, met een verschoten behang, toont
+naden van gespleten planken. In het derde plan van die wand de afvoer
+voor de gebarsten potkachel. Daarnaast, tweede plan, een ladenkastje
+met heiligebeeldjes. Tegen het beschot, éérste plan, een lompe tafel,
+waarboven een flauw-brandende petroleumlamp. Meer naar de zijde der
+bedsteden een kleinere withouten tafel, die voor werkbank dienst doet
+en door een eind kaars in een flesch belicht wordt. Aan de bovenbinten
+hangen eenige kleinere takels. Late Februari-middag. Zwakke schemer
+door de gordijnen van het tuimelraam).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Thijs, Jacob, Sien.
+
+
+THIJS (door het tuimelraam een hijschtouw vierend, dat Jacob langzaam
+bost). Meer van ’t bed van de jongen afhoue—al de smurrie valt op de
+deken...
+
+JACOB (norsch). Droog zand. Vooruit maar! (bost een poos voort).
+Verroest, komt ’r geen end an?
+
+THIJS (wiens voeten en broekspijpen alleen zichtbaar zijn). Zee je wat?
+
+JACOB. Of d’r gedorie geen end an komt?
+
+THIJS. ’k Zal maar ja zegge—anders krijg je ’t wéer op je heupe—’k
+versta geen woord...
+
+SIEN (bij de tafel ’n kous stoppend, schel:) Of ’r geen end an komt,
+vader, vraagt-ie!...
+
+JACOB. Of-ie ’t zoo niet gehoord het!...
+
+THIJS (op de knieën, het hoofd door ’t raam stekend). Wat smoes jij
+toch? Denk je da’k luistere ken met die herrie op straat?... (tot Sien
+verwonderd). Jìj hier?
+
+SIEN. Nee—’n ander!
+
+THIJS. Werkt de febriek niet vedaag?
+
+SIEN. De febriek jà—wìj niet, hahaha!
+
+JACOB (tot Thijs). Blijf nou niet op de lijn legge, vader!
+
+THIJS (opstaand, grommend). ’t Is ’n merakel, ’n gedonder van de andere
+wereld... Daar komt de takel! Pak an....
+
+JACOB. ’k Ken ’r niet bij. Wacht! (stapt op ’t bed).
+
+THIJS. Mot je met je vuile poote op de deken stappe! Is d’r geen trap?
+
+JACOB. Je geeft ’m ommers hier an—en dan zàl d’r ’n deuk in weze—dan
+zàl-ie minder glad in z’n nest legge—ik leg wel vier maande voor hem op
+de grond, goddoome... (springt van het bed, smijt touw en takel in den
+hoek bij de trap).
+
+SIEN. Toe maar! Mot de takel stuk?
+
+THIJS (op de trap). En waarom ben jij niet na de febriek?
+
+SIEN. Waarom?... Omdat we...
+
+THIJS (ongeduldig). Omdat we!... Omdat we!... Is ’t alweer mis?
+
+SIEN. As je ’t zoo wéét—wat vraag-ie dan?
+
+THIJS. Ik waarschouw je às d’r wat gebeurd is!
+
+SIEN (onverschillig). Hoor! De paar cente die ’k verdien—(even
+oplevend) wié het ’r in de laaste tijd alleen ingebracht?—worde me met
+’n snauw afgenome! En as me met z’n alle ’n middag vrij neme om de
+koningin te zien rijje, krijg je ’t op je brood of je van de straat
+opgeraapt ben! Me zorg, hoor! Tot ’t me de keel uithangt...
+
+THIJS. Bè-je met z’n àlle vortgebleve...?
+
+SIEN. Dat zeg ’k toch...
+
+THIJS. Zonder te vrage...?
+
+SIEN. Laat-ie ’r wat tege doen!..
+
+THIJS. ’t Is goeie ...
+
+SIEN (opvliegend). Wat is d’r goeie? Mot ìk spelbreker zijn, as d’r
+tweehonderd gelijk de koningin wille zien...?
+
+THIJS. ’t Is goeie! (gaat bij Jacob aan ’t werktafeltje zitten)... ’t
+Is goeie—maar de weerlicht zal je hale, as d’r mot van komt... De
+koningin zien rijje—de koningin zien rijje—As ze je niet an de dijk
+zette, houe ze ’n dag loon in! (wrokkig)... of we daarmee kenne
+smijte...
+
+SIEN. Of ik ’t helpe ken, dat niemand anders verdient! Laat me niet
+alleen sappele!...
+
+THIJS. ’t Is goeie.
+
+SIEN. Alles vreet ’r van mee...
+
+THIJS (dreigend-van-stem). Ik zeg dat ’t goeie is!
+
+SIEN (Jacob bedoelend). Toe hij de kast in most, het-ie niet zooveel
+motte hoore as ik—om ’t minste geringste...
+
+THIJS. Is ’t gedaan? Toe hij...
+
+JACOB. Geef ’r geen asem ...
+
+SIEN (de gestopte kous aantrekkend, den voet op den matten stoel). Nou
+mot diè ’n duit in ’t zakkie doen (nijdiger). Geef ’r geen asem... Da’s
+ook ’t eenige wat ’r te geven valt (bij den buurman opjoeling van
+vrouwen-gelach)... Die lache teminste... Die hebbe lol in d’r leven...
+Hier knies je je dood... Niet één van de meide op de febriek het zoo’n
+zuur bestaan... (de potkachel porrend). Ken mijn ’t schele!..
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Lammersen.
+
+
+LAMMERSEN (over de onderdeur). Hahaha! Hahaha! ’k Lach me ’n kriek,
+hahaha! Heb-ie de meide gehoord? Hahaha! (zich inhoudend)... Slaapt de
+jongen?
+
+THIJS. Nee. Nee, kijk maar niet—leit ’r niet in—is met z’n moeder uit.
+
+LAMMERSEN (de trap af strompelend). Uit?... Uit?... Is-ie zoo’n end op
+streek?... Verrek die beroerde trap... As ’k me daar niet grijp, leg ’k
+op me achterwerk, hahaha!... Werachtig de dolle rakker het ’m
+gesmeerd!... Loopt-ie op krukke?
+
+THIJS. Nee—z’n moeder rijdt ’m in ’n wagen...
+
+LAMMERSEN. Mocht dat voor de meester? (Thijs knikt)... Dan haalt-ie ’t
+’r bovenop, Thijs, dat zeg ìk jou.
+
+THIJS (het hoofd schuddend). Voor Jan groeit geen kruid meer—néé... (er
+wordt tegen de linkerwand gebonsd).
+
+LAMMERSEN (schaterlachend). Hahaha! Hoor je ’r tekeergaan? (tegen het
+beschot pratend) Hou je gemak maar, schele! Nou heb ik de tijd,
+hahaha!...
+
+SIEN (lachend). Zit ’r een opgesloten?
+
+LAMMERSEN. Ja, hahaha! De schele! In ’t kolenhok, hahaha! Alles mot ze
+me vrouw overklappe, hahaha!—as ’k ’n bak met de meide opzet—(nieuw
+gebons)—ga maar op de turve zitte, hahaha!—nou heb ’k de sleutel in me
+zàk, hahaha!—Hoe is-ie?
+
+THIJS. ’k Wou dat je mijn zorg had...
+
+LAMMERSEN. Wat ben jij gul! Schiet ’r niks anders op over?...
+Vanmorrege hebbe de meide en ik ons ’n dubbele breuk gelache... Me
+hadde meeningsverschil—me vrouw en ik—over de duvel mag wete wat!—enne
+toe liep zij as ’n spin zoo nijdig de keuken in... „’k Ga eiere koke,
+kles maar toe!” zee ze. „Goed”, zee ik: „maar kook ze hàrd—dan hebbe me
+vijf menute rust!”... Hahaha! Hoe was-ie?...
+
+SIEN (lachend). ’k Ken merke da-je vrouw niet thuis is!
+
+LAMMERSEN. An me humeur?
+
+SIEN. Dat de meide zoo tekeergaan...
+
+LAMMERSEN (terwijl boven ’n winkelschel overgaat). De segarewinkel
+boven het ’n schel om te waarschouwe as ’r onraad is—ik vier, en de
+schele is vijf, meide, die lache en d’r bek niet kenne houe tòt ze
+onraad hoore, hahaha! Zóo as ’t hiernaast muisstil wordt, weet ik hoe
+laat ’t is! Ja, ja—as een van ons tweeën ’n oog dicht komt te doen—ga
+ìk met Toos, die de meidemutse opmaakt, trouwe....
+
+SIEN. Dan zou ze je eerst motte—met je....
+
+LAMMERSEN.... Sjeneer je niet... je manke poot, hahaha!... Denk jij
+da-ze op ’t stadhuis geen boterbriefie geve, zoolang je je twee
+voorvingers nog opsteke ken? Na je voete kijke ze niet, hahaha!—As je
+zoo’n buregerucht maakt, schele, zet ’k je op water en brood!—Da’s ’n
+sallemander—d’r eigen moeder zou ze verraje—én d’r eigen jongen—às ze
+d’r een met geld toe krijge kon!
+
+SIEN. Jonges, jonges—zoo leelijk kè-je niet weze of an elleke vinger
+tien....
+
+LAMMERSEN. Jij! Ja, jij! Jij an elke vinger ’n devisie!
+
+SIEN. Hoeveel benne dat ’r?
+
+LAMMERSEN. ’n Devisie op oorlogssterkte da’s....
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, vrouw Lammersen.
+
+
+VROUW LAM. (bukkend bij ’t tuimelraam). Is ’t je in je kop geslage, om
+een van de meide in ’t kolenhok op te sluite!...
+
+LAMMERSEN. Bliksems, ’k heb de stilte niet gehoord...
+
+VROUW LAM. Toe, de sleutel, halve gare! Of d’r niet genoeg gedagdiefd
+wordt!
+
+LAMMERSEN (mikkend). Daar komt-ie, patroon!
+
+VROUW LAM. Dat mot je nou nog is uithale, halve gare—’n kind van ’n
+jaar doet wijzer! As je maar vortmaakt, verstaan! Je mot na de
+Prinsengracht! (af).
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Thijs, Jacob, Sien, Lammersen.
+
+
+LAMMERSEN. Nee—nou is de lust ’r ’n beetje uit, om te zegge hoeveel d’r
+in ’n devisie op oorlogsterkte gaan, hahaha!
+
+THIJS. An jou ken ’k nóóit merke, of je ’m om heb of niet....
+
+LAMMERSEN. Da’s ’t voordeelige van ’n manke poot, hahaha! Ik schommel
+toejoer! Man, as je wist hoe goed láche is, da-je ’r de trane van in je
+ooge krijgt! Ik heb meer gehuild as juillie bij mekaar—van de bakke die
+’k uitgehaald heb en van de beste moppe die ze me vertelde...
+
+THIJS. De een dit, de ander dat—ik ben vedaag in ’n bui om me eeuwig te
+ergere....
+
+LAMMERSEN. Om je eeuwig te ergere? As je niet getrouwd was—met ’n best
+wijf, da’s verdomd waar!—zou ’k zegge: haal je wat an!
+
+THIJS. Nou! Nou! Je vrouw is in de grond ’n redelijk mensch....
+
+LAMMERSEN. Ja, in de grond, hahaha!
+
+THIJS. Dat lacht—dat het schik in z’n leven—bij God as ’k ’r dát van
+snap.... Ik heb me in geen jare en jare zoo oud gevoeld as de laaste
+twee maande. Alles ineens bij mekaar—(op Jacob wijzend)—dat met
+hém—schei d’r nou uit, jongen: je bederft je ooge bij die kaars!—dat
+met de wilde duvel van ’n Jan, die nooit meer ’n poot zal kenne
+verzette as-ie ’t ophaalt—dat met haar....
+
+SIEN (vinnig). Wat met mijn! Wat nou met mijn!
+
+THIJS (grommend). Niks met jou dan—niks—niks met de dienst op de Gracht
+die je uit most....
+
+SIEN. ’n Dienst, ’n dienst—niet te vrete....
+
+THIJS. Dan toch meer as hier....
+
+SIEN. Niet te vrete—en ’n loon, ’n loon—dankie hoor!...
+
+THIJS. Met weinig mot je overal beginne—as je geen begin maakt....
+
+SIEN.... Nou zou ik...
+
+THIJS. ’t Is goeie—hou je mond! Ik ben bezig... Vecht ’r tegen—nou is
+ze op de febriek—en as ’r moeder ’r niet af en toe lam slaat....
+
+SIEN. Jewel! Jewel... To-’k ’t verdij...
+
+THIJS.... Zou ze de jonges de woning in slépe...
+
+SIEN.... Dat lieg-ie!
+
+JACOB (dreigend). Is ’t gedaan?
+
+SIEN. Laat ’m dan niet liege....
+
+JACOB. Is ’t gedaan?...
+
+THIJS. Lach jij daarbij!... Ik heb me vreugde opgekend. Bij de bakker,
+ho-maar. Bij de groenteman voor aarpels ho-maar. Me gróóte takels staan
+in de lommerd—as ’t met Mei in de verhuizinge loopt zit ’k ’r zonder.
+Sture ze je zoo’n baldadig kind met ’n kapotte ruggestreng thuis, dan
+sloof je je de eerste weke uit, om ’m op te kikkere, om ’m wat mee te
+brenge—maar na vier, vijf maande ellende, zonder ’n karwei van belang,
+zonder haast ’n brief of ’n boodschap—wordt ’t ’n kruis—begin je te
+verlange....
+
+LAMMERSEN. Ho! Ho! Nièt uitspreke—daar zou je later spijt van hebbe...
+In ’t Gasthuis ha-je toch vrije behandeling...
+
+THIJS. Daar wou z’n moeder niet an—die wou ’m in d’r éige arme late
+sterve—toe we dachte dat ’t ièder oogeblik gebeure kon... Vijf
+maande—vijf—de tweede October stong de brankaar voor de deur—vedaag
+houe we an de zevetiende Febrewari—vijf maande krom legge van
+zorg—stukkies vleesch en eiere voor versterking—en (Jacob bedoelend)
+hij op de grond om in de bedstee ruimte te make—en schuld, schuld
+overal... En dat om ’n onnoozele vlieger van twee cente, die zoo’n
+wilde rakker uit ’n boom wil hale. Denk ’r is na—om ’n vlieger van twee
+cente—en nog niet eens van z’n eigen...
+
+LAMMERSEN. Ja, ’n ongeluk leit in ’n klein hoekie—en nou geloofde wij
+nog da-je de laatste dage ’n bonk duite met je brug na ’t ijs verdiend
+had.
+
+THIJS. ’n Bonk!... Negen en tachentig kopere cente in twee dage...
+Gister ’n plasregen—straks is d’r ’n schuit doorgetrokke... ’k Ben me
+heele leven met alles te laat geweest...
+
+LAMMERSEN. Net as ik—de eenige keer da’k te vróég was—was voor ’t
+stadhuis, hahaha! Kerel laat je kop niet hange!
+
+THIJS. Jij het makkelijk klesse—jij laat je vrouw en de meide ’t werk
+doen ...
+
+LAMMERSEN.... Ik trek de rente van me poot, hahaha! Reken is an wat ’n
+boffer: as me poot niet tusschen de mechien bekneld was geraakt en de
+krant me geen vijfhonderd guldes uit had gekeerd, zou ’k me patroon
+niet in d’r wasch- en strijkinrichting hebbe kenne koope... Voor twéé
+voete ha-’k duizend guldes gekrege—duizend, hahaha!—ha-’k nòg ’n zaak
+kenne overneme—’n bankierszaak, as an de overzij, hahaha!—kamerde ’k ’n
+juffrouw as de notaris-van-de-hoek; hahaha... Toe-’k uit ’t Gasthuis
+kwam, ha-’k de keus tusschen ’n waschinrichting—ansjeen mesjon weduwe
+Knolleboer—en ’n vlooie-theater—maar dáar most ’k niks van hebbe—want
+zóo as me d’r binne kwamme sprong de eerste artist op me over, hahaha!
+
+SIEN (schaterend). Jessis, waar haalt-ie ’t vedaan!
+
+LAMMERSEN. Verdomd—met zoo’n saltemurtale!
+
+THIJS. Hahaha, gekke vent!...
+
+JACOB. Hahaha... Die ha-je onder ’n stolpie motte beware...
+
+LAMMERSEN. Zoo mag ’k juillie zien, hahaha! Da’s al-z’n-leven de eerste
+maal dat hij lacht na z’n luchtkuur in de nor...
+
+JACOB. Daar hap je nog al lucht...
+
+LAMMERSEN. Toe Aal ’t zoo op d’r longe te pakke had, dat ze d’r
+verstand haast uithoestte, zee de dokter: as d’r niet gauw warmte komt,
+mot ze àndere lucht hebbe. Goed, dokter, zee ik: as de lucht van zeep
+en loog niet voor d’r deugt, zalle me ’n káásnerinkie beginne—je had
+z’n gezicht motte zien, hahaha!
+
+SIEN. Hahaha! Schei uit! ’k Krijg d’r pijn van in me zij...
+
+JACOB. Wat ’n malle duvel... Hahaha!
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Bet en Jan.
+
+
+BET (boven aan de trap). Help-ie effe, Jacob?
+
+LAMMERSEN. Wil ìk ’n handje?...
+
+BET. Jij? Nee, hoor—daar komme ongelukke van op de trap (tot Jacob, die
+de onderdeur openstoot). Zal je zachies, jongen? Nee, niet zoo wild!
+Anders doe je ’m zeer. Laat ik je nou...
+
+JACOB. Doe jij ’t of doe ik ’t?
+
+BET. Leg je arme om z’n hals, Jan—zoetjes an—pas op de leuning...
+
+JAN (op de trap pratend, druk van genot). Hè! Die was fijn, hoor,
+vader! Me hebbe de koningin gezien met viér knolle d’r voor... Au! Au!
+(huilerig). Jij douwt zoo verroest!...
+
+BET (angstig). Kijk uit, Jacob...
+
+JACOB. Hou dan je kop toe tot je in bed leit!
+
+JAN. Nee—niet daalijk in bed...
+
+BET. Nou niet je eigeste zin, Jan—je het leut genoeg gehad, watte? (tot
+Jacob). Nee, effe nog ophoue... ’t Kussen leit in de wagen...
+
+SIEN (toeschietend). Blijf maar—daar komt ’t!
+
+BET (moeilijk vangend). Maak ’r nou geen lolletje van... Kè-je ’t niet
+in me hande geve!... Strijk ’m Jacob. Zoo. Zit je goed? (z’n wangen
+streelend). God-nog-an-toe kind wat benne je koone heet. En mijn hande
+benne haast klompies ijs van ’t douwe... Dag Lammersen. ’k Dacht ’t wel
+buiten toe ’k ’t lache hoorde... Laat mijn ook maar is lache (verbaasd
+tot Sien). Ben ik zoo laat of ben jij zoo vroeg? Hoe ken ’t da-je al
+thuis ben?
+
+THIJS. Kolder in de kop om de koningin te zien—al de meide van de
+febriek vortgebleve...
+
+BET. Vortgebleve... Zonder de dirrekteur te vrage?...
+
+SIEN. Wat zou ’t as me ’t met z’n alle...
+
+BET. En je dagloon? (dreigend). En je dagloon?... Zou je zoo’n dier
+niet... Vooruit ga de wagen bij Nelisse werom brenge, vooruit of...
+(heft de hand op).
+
+SIEN. ’k Ga toch al...
+
+JAN. Moeder—me lintje leit ’r nog in...
+
+BET. Wat voor lintje?
+
+JAN. Me oranjestrikkie...
+
+BET (aan de trap). Geef eerst z’n strikkie—lammenadige meid!
+Vortblijve! (tot Thijs) Hei-jij daar niks van gezeid?
+
+THIJS. ’k Ken net zoo goed blaffe—doe ’r wat tegen!
+
+BET. (het strikje vangend en het Jan op z’n kiel stekend). Daar—jij je
+strikkie... As die op de febriek gedaan krijgt—God-nog-an-toe, dan
+vraag ik jou!...
+
+LAMMERSEN. Wou je ’n meid van achttien in ’n vloek en ’n zucht
+verstandig hebbe? Laat ze maar eerst trouwe—dan wordt ze vroeg genoeg,
+vroeg zat, wijs.... En hij ken toch niet al de meide gelijk na huis
+sture.... Van wie hei-je je strik, Jan?
+
+JAN. Van de sigare-winkel, boven—’n pakkie van vijftig het-ie ’r voor
+losgemaakt—en strak krijge me blomme, waar moeder? (zij knikt).
+
+THIJS. Wat motte me met blomme?
+
+BET. Over van d’r kopere feest. Hij zou d’r door Riessie late
+anreike....
+
+JAN. Hei jìj de koningin gezien, Jacob?
+
+JACOB (grommend, weer aan ’t werk). Nee!
+
+LAMMERSEN. Of rooie Jacob de koningin is weze zien, hahaha!
+
+JAN. Wij fijn hé, moeder?... Tweemaal!... Bij ’t Museum eens—en bij de
+Schans nog is, waar moeder?... En ’n bakkies ’r achter, vader—’n
+bakkies met zoo dik de epaulette van goud—enne ’n smerisse op
+hengste—enne slaan as die eene knol dee!... De vlag van de
+sigare-winkel zit an de takke van de boome vast, vader... As ’k beter
+wor—bijtijds watte?—ken ìk ’m los make, hé?...
+
+THIJS. Om weer na beneje te blikseme, aap—en nog is je rug te breke....
+
+JAN (luidruchtig). Hù! Hù!... As d’r geen smeris op me hiele zit, klim
+ik zoo hoog as de afleijer op de toren (uit de kom drinkend die Bet ’m
+voorhoudt). Da’s lekker, hoor! ’k Heb ’n dorst of ’k haringkoppe
+gevrete heb. Nog ’n scheut, moeder!
+
+BET. Nee. Zoo’n boel is niet goed—kind, wat zweet je of je gehold
+heb....
+
+JAN. Geef nou nog wat! ’t Kost ommers niks!... Een met ’n steek van
+goud op het me gedag gezeid, vader... Die dee zoo.... En de voorste
+mensche gonge nog opzij, vader. Ze zeeje allemaal: laat die jonge met
+z’n lamme beene nou kijke.... As juillie maar geen lamme beene krijgt
+zee ik—dankie moeder (drinkt gulzig de tweede kom, die Bet ’m
+voorhoudt, terwijl voortpratend)... Enne ’n kerel met zoo’n dikke buik
+hè-’k telkes an z’n jas getrokke of ’n ander ’t dee—’n nek had-ie as ’n
+speenvarreke, hèhèhè!...
+
+BET. Nou stop ’k je kussen wat in—en dan wees je niet zoo druk—je leit
+anders weer de heele nacht wakker...
+
+JAN. En me benne in ’t Vondelpark geweest, zeg (het laatste tot Sien,
+die weer de trap af komt). De zwane hadde zoo’n kleine plas om in te
+baje—de rest lee nog toe... Met z’n tweëe liepe ze tot an de wagen—enne
+’n honger as ze hadde! De korste brood vratte ze zoo uit je poot. Wedde
+da-jij ze niet uit je poot durft late vrete! Heb-ie die hond gezien,
+moeder, die de mannetjeszwaan in z’n lurve wou neme?... Dan maakt-ie
+met z’n vlerke zoo’n bereddering da-je je ooge mot dichtknijpe van de
+wind.... As ik ’n zwaan was, zou ’k die krenge van honde ’n tik voor
+d’r bek geve da-ze d’r scheel van zagge!... Wat leit ’r ’n zand op me
+deken. Toe maar....
+
+BET. Gelijk het-ie.... Hoe komt ’r nou zànd?...
+
+THIJS. Me hebbe de lijn van de brug door ’t raam gevierd.
+
+BET (het zand wegslaand). Of ’t niet langs de trap had gekend!
+(grommend) Werachentig, zóo as ’k van huìs ben....
+
+THIJS (tot Jacob). Wat zee ’k?
+
+JACOB. Dan mot je ’t maar erges anders neerzette.... Je ken je níet
+roere....
+
+BET (nijdiger). Staat ’t jóú ín de weg?...
+
+JACOB (bot). ’t Staat mijn in de weg—ìk leg as ’n hond....
+
+BET (met bedoeling). Mijn staat zoo’n bóél in de weg—zoo’n bèrg waar ’k
+me mond over hou.... Je het wel erger gelege—as hiér op de grond....
+
+JACOB (ingehouden). Begint ’t gemier weer?—’k Hèb beroerder gelege—zés
+maande—smijt ’t me voor me voete as je d’r lol in het....
+
+BET (tot Lammersen). Da’s nou ’n man van bij de vier en twintig, die ’n
+ziek schaap nog geen liggíng gunt....
+
+JACOB. Dat doe ’k wel....
+
+BET. Dat doe je níet....
+
+JACOB (driftiger). Dat doe ’k wèl.... Maar as je ’m na ’t Gasthuis had
+late brenge—as de dokter zee—en niet zoo’n kop had getoond van af
+October, zou alles anders zijn geloope—(tot Lammersen) je ken me
+geloove: ’k heb verdomd remathiek in me poote van ’t legge op de
+grond—’k ken de messe haast niet tege de slijpsteen houe.... Da’s me
+klacht....
+
+SIEN (koffie die ze terwijl gezet heeft in de kommen schenkend). Kruip
+dan in de bedstee, neetoor en jammer zoo niet—mijn me zorreg om op de
+grond te slape....
+
+THIJS. En mijn ook. Ik heb in geen weke ’n oog toe gedaan. Zoo as ’k
+leg, mot ’k prakkezeere—nee ik geen koffie—dan zie ’k heelemaal geen
+kans...
+
+LAMMERSEN (slurpend)... Voor wat?
+
+THIJS. As ’k koffie drink ken ’k geen seconde slape...
+
+LAMMERSEN. Hahaha!—Da’s bij mijn ’t omgekeerde—as ik slaap ken ’k geen
+koffie drinke, hahaha!
+
+BET (lachend). Daarin ben jij de eenige niet!
+
+LAMMERSEN. Dat zit nog! Aal—merk je hoe stil de muize hiernaast benne
+nou de poes op de loer leit?—Aal ken van alles as ze slaapt—tege mijn
+gaat ze hardop tekeer in d’r dróóme, hahaha!—en ik zelf pruim van
+gewoonte de heele nacht door... Mot je?
+
+THIJS. Nee.
+
+JACOB (uit de toegestoken doos ’n pruim nemend). Dankie (hamert een
+nagel in ’n schaar).
+
+JAN. Laat-ie ophoue, moeder—’t dreunt zoo door me harsens....
+
+BET. Of-ie niet ken ophoue, Jacob?
+
+JACOB. ’k Ken ze toch niet zoo aflevere! Stop je vingers in je oore,
+jò—drie tikke en ze benne d’r... Hou is vast, vader.
+
+BET (Jan de kom aan de lippen zettend). Zoo hoor je niks—zuinige
+slokkies—niet zooveel gelijk....
+
+LAMMERSEN. Da’s de pest voor ’m.
+
+BET. Ach kom—enkel de bojem met sachelien—zuig maar op ’t brokkie, Jan.
+
+JAN (naar de zij van het raam roepend). Dag mottige!
+
+LAMMERSEN. Tege wie hei-je ’t, jò?
+
+JAN. Tege de lantaarn-opsteker... Kijk maar: een, twee, drie, hup—enne
+’t lichie brandt—Da’s zoo’n kreng! As je ’m met ’n urret in z’n nek
+blaast, laat-ie z’n lantares in de steek om je na te zette... Da-was ’n
+keet, hoor!
+
+THIJS. Ja—en ’n keet was ’t ook—’k zou d’r maar niet zoo groos op
+gaan!—da’k je van ’t pelisiebero heb motte afhale voor ’n verbaal voor
+de ingesmete spiegelruit... ’t Is zóó’n duvel geweest, Lammersen, dat
+’r geen dag zonder de een of andere schooierstreek voorbijging—en
+as-die ’t nou nòg flikke kon, ha-je nog last met ’m....
+
+JAN. Hù! Hù!... Nou doene ze me lekker niks met d’r verbaal... Ze benne
+’t lang vergete....
+
+THIJS. Jou doene ze niks, nee—mijn dubbel as ’t voor ’t Gerecht
+komt—daar snapt-ie nou niks van, zoo’n kind!
+
+JAN. Dan mo-je me maar ’n paar weke late bromme, vader... Wat zè-jij,
+Jacob?... Ken ik ’t hellepe as-die door ’n ruit keilt! En d’r wàs al ’n
+barst in....
+
+THIJS. Ja, ja—’t is goeie....
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Riesje Bonnet.
+
+
+RIESJE (over de onderdeur).—Vollek!
+
+JAN. Vollek, vader!
+
+THIJS (bij de trap).—Wie daar?
+
+RIESJE. Kompelement van pa of je effen....
+
+BET. Kom d’r in, kind.
+
+RIESJE. Nee, juffrouw—pa wacht ’r op—of je effen twee kissies sigare
+weg wil brenge met de quitantie d’r bij....
+
+THIJS. ’k Trek me jas an en ’k veschijn!
+
+JAN. En me blomme, Riesie?
+
+BET. Daar mag-ie niet om vràge....
+
+JAN. As ze nou toch beloofd benne!
+
+RIESJE. We vergete ’t niet, Jan! Je krijgt ’r ’n heele zooi....
+
+JAN. Help-ie ’t dan nog is onthoue?
+
+RIESJE. Beloof ’t, hoor! Dàààg! (af met Thijs).
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Bet, Jacob, Sien, Jan, Lammersen.
+
+
+BET. Wat ’n meid voor amper twaalef!
+
+SIEN. Maar witjes—zulleke binnevetters motte d’r nog gebore worde. Ze
+leve van wind om te potte! As vader zich nou wèl in ’t zweet loopt,
+ken-ie drie-, viermaal voor z’n kruierscente werom komme....
+
+BET. Motte die ook weer over de hekel? Het-ie niet twee keer ’n flesch
+wijn gezonde om te versterke?...
+
+SIEN. Die jij en vader uitgedronke hebbe, hahaha! Wij mochte d’r na
+kijke....
+
+BET. Mocht hij voor de dokter, taddik!
+
+SIEN. Is hìj ’r dan door angesterkt!... Laat-ie liever op tijd
+betale....
+
+BET. Ver zel je met zoo’n giftige tong komme! Werachentig ’t is waar,
+buurman—me hebbe beste mensche an ze. Toe ze d’r kopere bruiloft
+vierde—eergistere—het Jan ’n borretje soep gekrege, met
+vleeschballetjes ’r in—waar Jan?...
+
+JAN. Fijn hoor! ’k Hè-d’r de heele nacht van wakker gelege! ’t Vet zwom
+d’r op!
+
+BET. Enne toe nog is ’n reep taart in de avond—waar, Jan?
+
+JAN (klukkend van genot). Met zullekke ende sekade! ’k Wou dat-ze
+morrege weer twaalef jaar getrouwd ware!
+
+LAMMERSEN. Dan kom ìk met me eene poot an de beurt, Jan!
+
+JAN. Dat kè-je an je hart voele! Hù! Jij krijgt ’n pakkie pruimtabak!
+Voor jou bakke ze geen taartemik! Hèhèhè!
+
+LAMMERSEN. Je ken niet wete, rakker, wat ’r voor mijn in ’t vet leit.
+Afkloppe! Afkloppe! D’r leit wat anders as tulband in ’t vet....
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Aaltje.
+
+
+AALTJE (opgewonden de trap af haastend). Jewel! Jewel! Docht ’k ’t
+niet! Hé-’k niet gezeid da-je na de Prinsegracht mot! Wij sappele ons
+dood—en hij: ’n boodschap is ’m nog te veel!
+
+LAMMERSEN. Voor jóú is me niks te veel, patroon! As je van kastanjes
+geen last van je galsteene kreeg, haalde ’k de kastanjes van de hééle
+wereld voor jóú uit ’t vuur.
+
+AALTJE. ’k Ken jouw vuur misse....
+
+LAMMERSEN. ’n Waschvrouw zònder vuur, da’s ’n bakker zonder deeg!
+
+AALTJE. De schele in ’t kolehok opsluite! Ze moste jóú opsluite, maar
+erges anders....
+
+LAMMERSEN. Die hé-’k pas voor d’r jaardag ’n half dozijn
+frontjes-voor-mezelf kedo gegeve!...
+
+SIEN. Voor jezellef? Daar hè-jìj veel an gehad, Aal!
+
+AALTJE. Nou? As je te lui ben, zeg ’t dan maar ineene! Z’n
+verstandskieze mot-ie nog krijge!
+
+LAMMERSEN. Hahaha, as d’r geen lood in zat was ’k ze al voor ’n eeuw
+kwijt! Welk nommer van de Prinsegracht is ’t patroon?
+
+AALTJE. Dat zei je wel hoore! Me zelle voor jou ’n ottemebiel neme....
+
+LAMMERSEN. ’n Ottemebiel voor de schoone waschies met ’n sjefeur—ga jij
+mee rondbrenge, Sien?
+
+SIEN. Derek! En rij je mijn dan morrege na de febriek, hahaha!
+
+LAMMERSEN. Hoeveel paardekracht krijge me, patroon?
+
+AALTJE. ’n Ezel die páárdekracht mot!...
+
+LAMMERSEN. Daar zeg ’k niks op. Da’s de kurk op de flesch. Dag Bet—dag
+jongen....
+
+JAN. Ga je strakkies nog wat op de harmonica spele, buurman?
+
+LAMMERSEN. Hoor jij dat zoo graag—nou as me vrouw ’t wil, speel ’k ’n
+moppie....
+
+JAN. Mag-die, juffrouw, as-die van de Prinsegracht werom is?
+
+AALTJE (korzelig). Of-ie wàt?...
+
+JAN. Of buurman op de harmonica mag spele as-ie klaar met z’n boodschap
+is?
+
+AALTJE. Dan mot je toch ommers ’n paar uur wachte, kind—eer-ie uit de
+kroeg komt....
+
+LAMMERSEN. ’k Zal d’r niet een, pakke, Jan—enkel om jou te pleziere—ík
+op de harmonica en me vrouw op d’r poot—daar ken je van smulle! (op de
+trap).... Blijf-ie nog ’n getuigschrift van me geve, patroon?... Ze
+watertandt om me doopceel te lichte, hahaha!... Die Adam—in ’t
+Parredijs—wat ’n verhale!... Hoe het-ie háár niet gekend, hahaha!...
+Wasch- en Strijk-inrichting voor vijgeblaadjes, hahaha!... Mot ’k de
+meide over-vertelle—late de ijzers koud worde van ’t lache hahaha!
+Hahaha! Hahaha! (af).
+
+AALTJE (tot Sien). God, god—stìk ’r nìet in!
+
+SIEN (nalachend). Ken ìk ’t hellepe!... ’k Ben blij as ’k is lache mag,
+hahaha!
+
+AALTJE. Help jij an cente om de meìde Zaterdag te betale? Overal
+terugkomme—kijk me berg papieretjes is! Blare loop-ie je an je poote om
+’t waschgeld los te wurme—en as je in ’t onfatsoendelijke begint, neme
+ze ’n ander. Hèm is dat glad z’n zorreg. Mijn breekt ’t angstzweet uit!
+Me longe piepe van de bezetting—de meide verniele de fijnste
+overhemde—gister nog zoo’n gat in ’n borst geschroeid—wie mot dat
+vergoeie?—en geen rooie duit voor stijfsel en zeep.... Die kerel het
+makkelijk lache.... (achter het beschot klinkt gegier en geschreeuw).
+Hoor! As ’k me geen beene maak, stele ze weer me tijd! Hoor ’m bezig—je
+zou ’m... (af).
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+Bet, Jan, Sien, Jacob.
+
+
+BET (tot Sien, die mee de trap op wil). Waar mot dat na toe....
+
+SIEN. Mag ’k niet effen hiernáast?
+
+BET (wantrouwend). Waarvoor hiernaast? (de hand boven de oogen leggend
+en de schaduw van ’n stappenden man ziend). Hier blijve!... Of ’k ’t
+niet in ’t snotje heb... (de man buiten fluit). Jewel! Fluit je hond!
+(nijdig de trap op en over de onderdeur vinnig pratend). As je maar
+deurloopt, hè? Mot je ’t met me dochter achter me rug anlegge, vuile
+kerel! (Een stem: „Wat mot je van mijn?”)... ’n Meid van nog geen
+achttien! As ’t maar gedaan is!... (Een stem: „Is de stoep vrij! Ben
+jij beduveld!”) ’k Ransel d’r net zoo lief dood, as je ’t maar...
+
+JACOB (driftig de trap op). Laat mijn d’r is bij, moeder...
+
+BET (drenserig-angstig). Nee toe Jacob—jij niet—nee geen gevecht—leg in
+Jezisnaam dat mes uit je hande...
+
+JACOB (naast haar dreigend).... Je ben gewaarschouwd, brani—me làte
+niet voor ons huis fluite.... (Een stem: „Me late! Me late! ’k Zal
+zooveel fluite as ’k lust”... fluit).
+
+JACOB. Ga op zij, moeder...
+
+BET. Leg nou dat mes neer—je ben ’r pas ongelukkig door geworde—je komt
+’r niet door...
+
+JACOB (driftig het mes tegen den grond smijtend). Daar dan—’k kan ’t
+wel met me klauwe af....
+
+BET (de bovendeur sluitend). Nee. Je gaat ’r niet uit... Wees jij nou
+de wijste... (fel tot Sien). Bè-je in je schik? Ellendeling van ’n
+meid! Ongeluk breng-ie an!...
+
+SIEN (angstig). Heb ik die vent besteld?
+
+JACOB (de trap afkomend). ’k Laat ’t voor jóú—de snotneus—nog niet
+droog achter z’n oore... (raapt ’t mes op). As ’k je met ’m zie,
+komt-ie niet gaaf uit me klauwe... (zit weer aan de werktafel).
+
+BET (door den kier loerend). Kijk ’m afzakke, de schooier... (de trap
+af en fel tegen Sien). Da’s de laatste keer! Dat mot nòg is gebeure.
+Afspraakies make hier voor ’t huis...
+
+SIEN (angstig). ’k Weet nie eens wie d’r stong! Hoe ken ’k dan...?
+
+BET (feller). Dat lieg-ie! As ’k je niet tegenhiew, was je na buite
+geloope.... Hou je bek: ’k geloof je geen word.... Bij God, ’k wor d’r
+angstig van.... Dat neemt ’n faliekant einde met jou.... Heb-ie niks om
+hande? Benne je vader z’n kouse klaar...? Veruit! Nieuwe voete
+anbreije! (Sien begint mokkend te breien. Een stilte. Jacob’s
+slijpsteen snort).
+
+JAN. Je had ’m op z’n ooge motte timmere, Jacob! As je ze ’n pomp in
+d’r maag geeft of ’n puist voor d’r neus, legge ze voor merakel....
+(Een stilte.). Wat ’n loeder om te loope fluite, hè?... As je was komme
+bakkeleije, had-ie ’m gesmeerd, hè? (Een stilte). ’k Ben zoo heet,
+moeder...
+
+BET. Zel wel overgaan....
+
+JAN (klagerig). ’k Hé zoo’n dorst....
+
+BET. Mot je nòg meer drinke? Daar ráák-ie van an ’t zweete....
+
+JAN. Enne ’t trekt zoo over me ribbe—haal dan die lamme deken vort....
+
+BET. Om je ’n kou te late vatte?... Is ’t zoo beter?...
+
+JAN. As ’k drinke krijg....
+
+BET. Eet liever straks ’n boterham, kind.
+
+JAN (drensend). Nee... Drinke!... (op huilen af). ’k Hè zoo’n dorst....
+
+BET (tot Jacob). Z’n hande gloeie! Zou ’k ’m....
+
+JACOB. Wat ken water voor kwaad?... Misschien ha-je nièt met ’m motte
+uitgaan....
+
+BET. Het de dokter niet gezeid: met ’n zachte dag zou ’k ’t
+prebeere....
+
+JACOB. Prèbéére....
+
+BET. Makkelijk klesse achteraf... (Jan water gevend). Meer krijg-ie
+vedaag niet—doe d’r làngzaam over, dan hebbie d’r meer plezier van!
+
+JAN (na gulzig geslokt te hebben). Hè! Hè! ’k Wou da-’k as de zwane op
+de vijver van ’t Parrek lee, dan slurpte ’k me buik vol da’k as de
+buurvrouw zoo dik wier (een stilte). Daar gaat de bel van de winkel
+weer. „Geef me d’r van de twaalef”... ’k Wou dat ik d’r een had....
+
+JACOB. Om in je broek te doen, jò!
+
+JAN. Hù! ’k Hè vroeger de zwaarste endjes gerookt!
+
+JACOB. Hak maar op, jò!... Van wie z’n cente?
+
+JAN (vroolijk). As vader ’n endje liet slonzige, hèhèhè!—en van de
+straat hóópe!...
+
+BET. Hèhèhè! Lekker!
+
+JAN. As je ’t boveste blaadje d’r af plukt smake ze best—enne as ze ’r
+te lang op gelurkt hebbe, stop-ie ze in ’n pijp van ’n cent....
+
+BET. ’k Had ’t motte zien ondeugende jongen!
+
+JAN. Pieng. Pieng. Nou het-ie z’n twaalef om ’n dubbeltje... Zit jij te
+pruime, Jacob?
+
+JACOB. Ja, jò.
+
+JAN. Dat zou ikke niet motte. Slik-ie dat in—die smurrie van de tebak?
+
+JACOB. Ja, jò (een stilte).
+
+JAN. Pieng. Pieng. Weer een. Hij verkoopt ze maar, hè? As ik in segare
+dee, verkocht ’k ènkel stinkstokke—allemaal dezelfde—en de eene gaf ’k
+voor vier en de andere voor vijf en voor zes en voor zeven—ze merreke
+d’r toch geen mieter van!
+
+JACOB. ’k Zou bij jóú motte weze....
+
+JAN. Pieng. Pieng. Geholpe is-die. Gistere is-ie drie en veertig maal
+overgegaan—eergistere zes en zeventig keere....
+
+BET. Hoe zoo’n kind ’t onthoudt....
+
+JAN. ’k Heb toch niks anders te doen....
+
+BET. En de prenteboeke die Riessie je te leen het gegeve?
+
+JAN. Ken ’k droome! Wil je d’r is hoore?
+
+BET. Nee—je maakt je te moe op de nacht....
+
+JAN (terwijl Bet en Sien kousen stoppen en Jacob ’n beitel aanzet).
+Lang, zeer lang geleje woonde d’r in ’n ver, vreemd land ’n machtige
+koning. En die ze peleis blonk van ’t goud. As ’t feest was droeg-ie ’n
+jas van purper met allemaal diamante. En z’n troon was van diamante en
+z’n kroon was van jeweele... Benne die duur, moeder?
+
+BET (moeilijk door ’r tranen sprekend). Wàt, kind?
+
+JAN. Of diamante duur benne?
+
+BET. Ja, jongen.
+
+JAN. Huil je, moeder? Werom huil je?
+
+BET (zich inhoudend). Ik huil niet, gekke jongen....
+
+JAN. Wat snuit je dan je neus?
+
+BET. Mag dat niet?
+
+JAN. Hoe duur benne diamante?
+
+BET. Dat ken ’k je niet voorrekene—van duizend en van tienduizend....
+
+JAN. An me kouwe zool!... Zoo’n vuile steen-met-lichies tienduizend
+gulde? Wat hè-je d’r an? Zou jij d’r een motte, Jacob?... Voor an je
+vinger?
+
+JACOB. Je ken d’r mijn tien thuìs brenge....
+
+JAN. Hù!... Hù!... As je nog ruitemaker was! Om ruite te snije, wat
+moeder?... Au!...
+
+BET. Wat scheelt ’r an?
+
+JAN. Zoo’n verrekte scheut an me hart....
+
+JACOB. Daar zit ommers je hart niet—je hart zit an je linkerkant....
+
+JAN. Hù!... Zel jij wete! Bij de een zit ’t hier—bij de ander daar! Is
+’t niet, moeder?
+
+BET. Bij de meeste zit ’t nèrges—anders zou ’t ’n boel beter weze....
+
+JAN. As ’k jou tien van die diamante in ’n pepieretje meebreng, ellek
+van tienduizend—hij is goed hoor!—hoeveel cente benne dat?...
+
+JACOB. Da’s de ton uit de Staatsloterij—ik ben met minder tevreje...
+
+JAN. Wat zou jij d’r mee doen?... Met zoo’n zak vol daalders?
+
+JACOB.... Dan stak ’k me kop onder de pomp, om wakker te worde....
+
+JAN. En dan?
+
+SIEN. Dan kocht-ie zich ’n bed met ’n dozijn dekes, om niet langer op
+de grond te slape!
+
+JAN. As ik dood ben, het-ie geen bed vannoodig, hé?
+
+BET (schrikkend). Allemachtigste God, kind, zeg niet zulleke
+krankzinnighede!
+
+JAN. De dokter het ’t toch zellef....
+
+BET (driftig). Hou je mond! Je maakt iemand koud.... (staat op). Je ben
+werachentig niet wijs! (zoent hem, begint te huilen).
+
+JAN. Au, moeder! Je drukt zoo op me....
+
+BET. Val dan niet zoo dol uit, kind! (droogt zich de oogen, gaat naar
+’r plaats terug).
+
+JAN. Nou Jacob! As je je kop onder de pomp het gestoke.... Watte dan?
+
+JACOB. Dan dronk ’k nog drie glaze water—en dan—en dan....
+
+JAN. Hèhèhè! Mot ’k je daarvoor tien diamante van honderdduizend
+gulde—dat motte wel keie weze, hèhèhè!—meesjouwe, om je te late wassche
+en drinke....
+
+JACOB.... En dan kochte me ’t huis hiernaast an de gracht van de dokter
+en me ginge rije in ’n bakkie met twéé paarde na ’t Kalfie—en....
+
+JAN.... En ìk op de bok bij de koessier! Mag ’k moeder?
+
+BET (glimlachend). Daar prate me nog wel over....
+
+JAN. Zijn dan de cente op?
+
+JACOB. Ken je begrijpe.... Me koope ’t huis d’r naast ook....
+
+SIEN. Da ’s ommers de pastorie.... De kappelaan zel je zien komme....
+
+JACOB. Dan neme me ’t andere om de hoek—is toch te huur....
+
+BET. En je vader z’n takels hale me uit de lommerd, voor ze
+verstaan....
+
+SIEN. En mijn geef je d’r twee voor me oore....
+
+BET. Die mot zich weer toetakele.... Doe die gemeene kam uit je haar!
+Hoe kom-ie daar an?
+
+SIEN. Van een van de meide gekrege....
+
+BET. Gekrege.... Gekrege.... Jij krijgt alles....
+
+JAN. Wees nou stil, moeder—(met aandrang). Wees nou stil!... Jacob
+vertelt toch!... Benne ze op, Jacob?
+
+JACOB. Op? Da’s niet op te make! Stel je voor! Me kenne nog voor ’n
+nieuwe potkachel zorrege—die daar rookt je blare an je tong—en voor ’n
+kar met ’n ponnie met koper beslag—en voor ’n stel heele toffels—’k
+loop op me tandvleesch en voor ’n...
+
+BET.... Voor ’n hardgebakken pannebrood—ja, ja, knap as me d’r voor
+morrege een los krijge....
+
+SIEN. En voor ’n kaartje bij Carré—om de olifante te zien....
+
+BET. Olifante.... Olifante.... Wie denkt ’r an olifante....
+
+JAN. Lieg-ie niet? Ken je dat allemaal voor tien van die smerige steene
+koope?
+
+JACOB. Mot ’k ’r ’n vloek op doen?
+
+JAN. Jessis, Jessis!... Waar vin je die dinge?
+
+JACOB. ’k Wou da-’k ’t wist....
+
+JAN. Me kenne toch gaan zoeke?
+
+BET. Nee, je vindt ze niet zoo dichtebij....
+
+JACOB. An de hemel ken je ze plukke—is ’t niet moeder? Da’s meteen de
+manier om uit je hél te rake!
+
+BET. Je mot niet van de hel prate, hè-’k je al zoo dikkels verboje!
+(zachter tot Jan). Jan, me lieve jongen, àl de sterre benne diamante—àl
+de sterre—da’s waar!
+
+JAN. Hèhèhè, an me kouwe zool!... Pieng. Pieng. Alweer van de
+twaalef.... An de hemel.... De sterre?... Diamante?... Wat ’n lak! Mot
+je eerst ’n ladder hebbe, om d’r bij te kenne!
+
+JACOB. Dach-ie dat ’t zoo makkelek gong?
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Bonnet, Riesje.
+
+
+BONNET. Komme we niet ongelege?
+
+BET. Nee meneer—ach wat ’n pracht van ’n blomme.... Mag-ie wel goed
+voor danke, Jan....
+
+RIESJE. En je mot ze in water zette, om ze levend te houe....
+
+JAN. Welbedankt meneer.
+
+BONNET. Ze liet me niet met rust—toen hebbe we een van de bouquette
+stuk gebroke.... Ruik maar is, jongen....
+
+JAN. Au! Sodeju, d’r zit ’n spijker in....
+
+BONNET (lachend). ’n Spijker! Je zal je an ’n doorn geprikt hebbe....
+
+RIESJE. Uitzuige Jan.... Draag-ie je oranjestrik nòg?
+
+JAN. ’k Hé-d’r gezien—twéémaal.
+
+BONNET. Hij ziet ’r goed uit—beter as de laatste keer.
+
+BET. Met de avond, meneer—en met de koors.
+
+BONNET. Is ’t nou na je zin, Ries?... ’t Is ’n beste meid—dat mag ’k
+gerust zegge—d’r gaat geen dag voorbij of ze vraagt hoe ’t met ’m gaat.
+Dat komt ’r van, Jan, as kindere niet na d’r ouwers luistere! Zou je
+nou nog in ’n boom klimme, om d’r ’n vlieger uit te hale?
+
+JAN. Ja hoor! Die kleine meid van Bierman sting d’r zoo om te blerre.
+Zet je ze naast me bed neer, moeder?
+
+BET. Daar in de melkkan.
+
+BONNET. Dag Jan—kikker maar gauw op!
+
+RIESJE. Dàààg! (z’n hand nemend). Beterschap!
+
+BONNET. Dag juffrouw—dag Sien. (tot Bet). Hebbe we met de bruiloft niet
+te laat spektakel geschopt?
+
+BET. Nee meneer—me hadde plezier in ’t zinge!
+
+BONNET (op de trap). Thijs ken elk oogenblik terug komme—zoo heel ver
+heb ’k ’m niet gestuurd. Dag juffrouw.
+
+RIESJE. Dag juffrouw. Dag Sientje. (bij de trap heel aarzelend)... Dag
+Jacob... (bij de deur). Dag Jan!
+
+JAN. Dàààg Riessie!... (een stilte)... Waarom zee meneer jóú niet
+goeie-dag?
+
+JACOB. Ja, ja. Omdat-ie me niet gezien het, zou ’k denke....
+
+SIEN. An je!... ’t Meissie dorst ’t eerst toe hij vort was... Of ze d’r
+òns ook doorhale!...
+
+JACOB. ’k Zel ’r niet van krepeere....
+
+JAN. Al ha-je tien jaar gezete zee ’k je nog goeie-dag... Zet ze
+dichter bij me bed, moeder!
+
+BET. ’k Ken de tafel toch niet onder de lamp wegtrekke....
+
+JAN. Neem dan ’n stoel.
+
+SIEN. Je most mijn zoo zanike!
+
+BET. ’t Is niemedal Jan, me lieve, lieve jongen—zanik jij maar—ik ken
+d’r tegen.... Wie daar?
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+De Dokter, Bet, Jan, Jacob, Sien.
+
+
+DOKTER (over de onderdeur). Is de kruier thuis?
+
+BET. Nee dokter—’n boodschap.
+
+DOKTER. Wil je ’m zeggen dat ’k vannacht om vier uur gepord moet
+worden—vooral niet later—’k heb ’n verlossing buiten de stad....
+
+BET. Me zalle d’r voor zorge, dokter.
+
+DOKTER. Goeie avond!
+
+BET. Dokter! Zou u d’r gelijk nog niet effen willen inkomme—hij het
+koors—’k ben met ’m uitgeweest, om ’n luchie te scheppe en de koningin
+te zien rijje....
+
+DOKTER. Dan kom ’k liever àls ’k tijd heb in den loop van den avond—de
+wachtkamer zit vol. Tot zoolang kun je wel geduld hebben, niewaar Jan?
+
+JAN. ’t Is niemedal, dokter—enkel wat warrem!
+
+DOKTER. Flink zoo!... Vier uur—niet later—’t rijtuig is om half vijf
+besteld (af).
+
+
+
+
+
+TWAALFDE TOONEEL.
+
+
+Bet, Jan, Sien, de Kapelaan.
+
+
+BET (boven aan de trap). Of dat nou zoo’n moeite geweest was die paar
+trejen af te komme! Affijn....
+
+JACOB. Is ’t droog buiten? (luider omdat zij over de onderdeur leunt).
+Hoe doet ’t weer, moeder?
+
+BET. ’t Vriest, zou ’k meene—de plassies legge droog... Gelijk het-ie:
+de vlag van boven zit in de takke... Alles vlag wa-je ziet...
+Goeie-avond, meneer de kappelaan....
+
+KAPELAAN. Navond—hoe is ’t met de jongen?
+
+BET. Dat begrijp u wel—niet voor- en niet achteruit... Zeg-ie niks,
+Jan? Meneer de kappelaan vraagt hoe ’t met je is?
+
+JAN. Dankie kappelaan! ’k Hé blomme gekrege, kappelaan... Mot je niet
+is ruike?...
+
+KAPELAAN. Dank je Jan. Ligt-ie niet op de tocht met die deur open?
+
+BET. Tocht? D’r is geen zuchie te bekenne! En hij leit beschut....
+
+KAPELAAN. Wat zijn de laatste berichten van den dokter? (Bet legt ’n
+vinger op ’r mond—hij praat zachter). Wat zegt de dokter? (zij
+fluistert hem iets in ’t oor—hij schudt bedenkelijk ’t hoofd). Moed
+houen—moed houen... Dag Jan!
+
+JAN. Dag kappelaan... (strekt haastig de vijf vingers langs den neus,
+trekt in bedwongen gelach de deken over ’t hoofd).
+
+KAPELAAN. Navond! Navond Thijs! (af).
+
+
+
+
+
+DERTIENDE TOONEEL.
+
+
+Thijs, Bet, Sien, Jan, Jacob.
+
+
+THIJS. Goeie avond, meneer de kappelaan (smijt de deur kwaadaardig
+achter zich dicht).
+
+BET. Wat hè-jij?
+
+THIJS (grimmig). Meer as me lief is! (heftig tot Sien). As de jongen
+d’r niet van ondersteboven raakte, ongeluk, sloeg ’k je ribbekast
+stuk!...
+
+SIEN (angstig-driest). Wat hè-’k nóú weer?... ’k Hè hier geen leve! ’k
+Spring zoo de gracht in, as ’t langer duurt!... Wat doe ’k? Wat doe ’k?
+’k Leg je toch geen stroo in de weg...
+
+THIJS. Gedaan gekrege, de duvel!
+
+BET (verwoed.). Gedaan? Op de febriek? Wie zeit dat?...
+
+THIJS. ’k Kom nog geen tien telle geleje de baas tege—op weg hier na
+toe—zij en de andere opstokers (heftig). Wat ha-jij op te stoke,
+ongeluk!... Hoe motte me nou met je an, verdomde meid!...
+
+SIEN (angstig krijscherig). Me hebbe ’t toch allemaal, met z’n
+tweehonderd—met z’n tweehonderd...
+
+BET... Hou je bek met je geschreeuw!...
+
+THIJS (verwoed de hand opheffend). ’k Zal ’r...
+
+BET (tusschen beiden komend). Maak je hande niet vuil—maak je niet van
+streek... De ellende—de ellende... Nou, nou, nou (zit verslagen neer).
+Dat kost je je laaste takels... Nou, nou, nou—(opstuivend)... Al mo’k
+je d’r morrege na toe sleepe... Al mo’k je bij je hare...
+
+THIJS. Hellept wat—ze was al tweemaal beboet—het ze stiekem gehoue...
+
+SIEN (drenserig). De baas het aldeur de smoor an me gehad... Mot ìk ’t
+weer lijje...
+
+BET. Krijsch da-ze ’t hiernaast kenne hoore... God, God—me hart krimpt
+’r van... De bakker, die ’k zoo van haar weekgeld cente beloofd heb.
+Over de vier gulde... over de vier gulde... Nog geen hallef brood
+wou-die meegeve...
+
+SIEN (Jan bedoelend). Hij mocht ’r toch wèl zien...
+
+BET. Ik zeg niks meer... Mijn mag je morrege dood in me bed vinde...
+Dat benne me kindere... De een vortgejaagd om de koningin te zien
+rije... de ander meestake—meestake—en zes maande zitte... Krijg jij nou
+de schoene van je vader en hem uit de schoenlapper z’n poote—zet jij
+nou ’n korst brood op tafel..!
+
+JACOB (z’n pet opnemend). ’k Zel zien of ’k van de schare ken beure....
+
+THIJS. Is d’r ommers niemeer...
+
+JACOB. ’k Zel zien. (af).
+
+
+
+
+
+VEERTIENDE TOONEEL.
+
+
+Thijs, Bet, Sien, Jan.
+
+
+BET. Ga na boven en vraag van de kissies sigare, die je weg het
+gebracht...
+
+THIJS. Gaat niet.
+
+BET. En werom gaat dat niet? Je het ’t toch fassoenlek verdiend...
+
+THIJS. As ze gewend zijn da’k Zaterdag met ’t briefie kom, ken ’k niet
+zóo om ’t loon mane as ’k ’n loop hè gedaan—néé—dan zalle me venavond
+geen boterham vrete...
+
+BET. Mot dat zieke wurrem met ’n leege maag slape?... Ha-nou niet je
+boterham met die smerige zwane gedeeld, Jan, me lieve jongen.
+
+JAN. Ik lust geen ete, moeder... As je maar ’n kom water geeft—’k hè ’t
+benauwd...
+
+SIEN. La mijn bij de bakker probeere.
+
+BET. Jou wordt niks gevraagd.
+
+SIEN. Mijn het-ie nog nooit nee gezeid.
+
+BET. Nee.
+
+SIEN. En as ’k nou...
+
+BET. Nee. Misschien wacht ’t weer een op je...
+
+THIJS. Veruit. ’k Loop met ’r mee.
+
+BET. God-nog-an-toe—mot die takel d’r ook an...
+
+THIJS (driftig). ’k Ken ’t toch niet van me lijf hakke...
+
+BET. Wacht dan tot Jacob werom is...
+
+THIJS. Die vindt de boel toch geslote... (de trap op).
+
+JAN. Je mot de dokter venacht om vier uur komme porre, vader... Ze
+motte bevalle...
+
+THIJS. Kè-jìj dat niet zegge? Mot ’t kind dat...
+
+BET. Ik heb geen harsens meer...
+
+THIJS. Veruit! Jij ken ’m beter drage... (geeft Sien den takel, die er
+mee voor gaat, daarna op straat staan blijft).
+
+
+
+
+
+VIJFTIENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Rijksveldwachter.
+
+
+VELDWACHTER. Banes?
+
+THIJS (op de trap). Voor mijn?
+
+VELDWACHTER. Je zoon Jan mot kommende week Dinsdag voorkomme...
+
+THIJS (het papier inkijkend). Nou eerst?... Dacht da-ze ’t vergete
+ware...
+
+VELDWACHTER (lachend). Nee, Banes—me schenke niks... wat in ’n goed vat
+leit, wat?...
+
+THIJS. De jongen ken ommers geen stap doen, zoo ziek as ’n hond...
+
+VELDWACHTER. Mot jezelf gaan met ’n bewijs van de dokter... En anders
+bij verstek. Wat het-ie uitgehaald?...
+
+THIJS (norsch). Steen door ’n ruit—hallef jaar geleje, godbeter! (tot
+Bet). Pak an (geeft haar de dagvaarding). Of niet elleke gezonde jongen
+’s wild op z’n tijd is. (pratend op straat met den Rijksveldwachter).
+La-ze mijn maar late bloeie... Die ’t breed het, laat ’t breed hange
+(tot Sien). Veruit! Mot ’t jongen broeie? (af).
+
+
+
+
+
+ZESTIENDE TOONEEL.
+
+
+Bet, Jan.
+
+
+BET (het papier na lezing neersmijtend). Welja! Gekkewerk! (tot Jan die
+in één angst staart). Wat kijk-ie, jongen?... Jan, hoor je niet?
+
+JAN (doodsangstig). Is-ie vort?
+
+BET. Dat merk-ie toch...
+
+JAN (opgewonden). ’k Heb ’m niet voorbij ’t raam hoore gaan...
+
+BET. Dan zel-ie de hoek om weze... Ga legge...
+
+JAN. Nee, niet legge... Dat zeg-ie maar!... Dat zeg-ie maar!... Je
+verstopt me onder de bedstee, moeder... Je zeit da’k vort ben
+geloope...
+
+BET (op den stoel bij z’n bed, met de melkkan met bloemen in de
+hand)... Wat scheelt je nou?... D’r wil ommers niemand wat van je...
+
+JAN (zich met moeite oprichtend en de armen om haar hals slaand)... Je
+geeft me niet mee—je geeft me niet mee, moeder—moeder!—as-ie me hale
+komt—verstop je me, moeder—ik wil hiér dood gaan!
+
+BET (fel-angstig). Dood gaan! Dood gaan! Allemachtigste God, kind hou
+toch je mond! Je gaat niet dood...
+
+JAN. Ik wil niet in de kast dood gaan...
+
+BET (wild). As je dat nog is zeit, laa’k je alleen legge! Ze komme je
+niet hale. En over ’n maand ben je beter. Al was ’t alleen voor mijn,
+omda’k van jóú zooveel hou. (heftig). Wat zoek je nou in Jezis-naam—je
+maakt me bang, kind!...
+
+JAN. Hij staat ’r nog... Laat ’m dan uitrukke, die lamme smeris!...
+
+BET. D’r staat niemand...
+
+JAN. Daar! Daar!
+
+BET. Da’s de kaars van Jacob, domme jongen, (blaast haar uit). Gezien?
+
+JAN (kreunend). ’k Hé weer zoo’n verroeste pijn—die klabak het me zoo
+an ’t schrikke gemaakt... (weent langaangehouden klagend). Ooooooo!...
+
+BET. Zel wel overgaan... Je mot niet zoo kleinzeerig weze. Het Jacob
+gehuild, toen-ie ’n ijzersplinter in z’n oog had? Nee ommers?
+(troostend de bloemen op den stoel zettend). Daar heb-ie je blomme
+weer... Wi-je nog is ruike?
+
+JAN. Nee, nee....
+
+BET. En je oranjestrikkie is op ’t bed gevalle... Anspelde?...
+
+JAN. Nee, nee....
+
+BET. As je pijn het, mot je an andere dinge denke—dan gaat ’t vanzellef
+voorbij.... Weet je wie die heer met de steek was, die met z’n hand zóo
+tegen je kwam?... Da-was de burgemeester... Of-ie je kon, watte?...
+Hindert de lamp je, jongen?... Zel ’k ’r wat neerdraaie... Zoo
+goeie?... Zoo goeie?
+
+JAN (moe achterover liggend). Ja....
+
+BET (gejaagd-opmonterend). Pieng. Pieng. Hoor-ie? Weer ’n klant, Jan.
+
+JAN (zwak). Ja....
+
+BET. Slaap-ie?
+
+JAN (de oogen openend en in den schijn van het tuimelraam kijkend)...
+Daar hé-je de zwaan!
+
+BET. Wàt hè-je daar?
+
+JAN. De zwaan uit ’t Parrek....
+
+BET (angstig). De zwaan... De zwaan....
+
+JAN (fluit een paar maal zachtjes of-ie ’n vogel lokken wil). Hou open
+je bek....
+
+BET (dicht bij z’n bed). Bè-je wakker, Jan, of droom je....
+
+JAN (afwezig). Wat zé-je?...
+
+BET. Gotogot, kind, wat hé-je ’n koors (begint te snikken). As jij—as
+jij—as jij me af genome wor, hè-’k niks, niks meer—jij ben alles van
+me... àlles, Jantje—àlles Jantje (bij Lammersen begint de harmonica:
+„Geef me nog ’n drupje, geef me nog ’n drupje—o, wat is de bloemkool
+mooi” te spelen). Hoor-ie, Jan?... Hoor-ie?... Buurman is werom——nou
+speelt-ie zooas-ie beloofd het....
+
+JAN (vaag). As z’n vrouw ’m maar niet op z’n tabberd komt, hè?... Wat
+’n slabek ze tegen ’m opzet, hè... Puf, puf, ’n hette, wat?
+
+
+
+
+
+ZEVENTIENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Thijs.
+
+
+THIJS. Mo’k me nek breke—draai de lamp op....
+
+BET. Susch... Suscht... hij ’s niks goed. Zoo is-ie nog niet geweest.
+Ga de dokter waarschouwe.
+
+THIJS. Nee. Loopt wel los. Verdomd! (smijt den takel neer).
+Gesloten—niemand thuis—na ’t vuurwerk (trekt z’n jas uit).
+
+BET. Wat doe je?
+
+THIJS (norsch). Wat ’k doe?... In bed kruipe....
+
+BET. Zoo vroeg?
+
+THIJS. Wi-jìj gaan porre?...
+
+BET. En Sien?
+
+THIJS. Na de bakker—en weet ik ’t!...
+
+BET. Laat je die....
+
+THIJS. Mier me niet an me kop!... ’k Zou me kenne verdoen.... ’k Ben de
+boel zat! (tot Jan, die zacht kreunt). Hou op met je geklaag—de heele
+dag voer je ’t hoogste woord—geef me ’s nachs rust—(klopt tegen de
+wand). Blijf je nog lang op dat ding jenke? Hé! Hé! (harder). ’k Ga na
+kooi, ja! (de harmonica stopt). As d’r geen wònder gebeurt—geen
+oogeblikkie om te blaze komt—kenne me na de bedeeling.... Mo’k alleen
+in bed?...
+
+BET (dof voor de tafel). Ik wacht om te sluite... ’k zel je niet wakker
+make (hij stapt in de bedstee).
+
+THIJS. ’t Metras van Jacob leit ’r nog in....
+
+BET. Leg ’t dan op de grond (hij tilt een stroozak op den grond, werpt
+de deken er over, herstapt in de bedstee. Een stilte). Slaap-ie,
+Jantje?... Slaap-ie? (ze staat op, bukt zich over hem heen, beluistert
+z’n ademhaling, draait de lamp bijna geheel af, leunt terug in haar
+stoel. ’t Klokje op de kast slaat acht zachte slagen. Enkel het licht
+van de lantaarn, buiten, belicht den linkerhoek en de drogende wasch.
+Boven gaat de winkelschel over en meer ingehouden zet de harmonica een
+droefgeestiger volkswijsje in. Bet dommelt langzaam achterover. De lamp
+knettert, dooft. Als door ’n windtocht bewogen, begint de drogende
+wasch te wiegelen en in den schijn van het tuimelraam leeft de witte
+glanzing van een zwaan op, die z’n nek omlaag buigt).
+
+
+
+
+
+ACHTTIENDE TOONEEL.
+
+
+Jan, De Zwaan, Bet.
+
+
+JAN (in droom pratend). Nee, hoor, ’t is op.... Je krijgt niemedal
+meer.... Hé-je nòg niet genoeg, langnek?...
+
+DE ZWAAN (in de glittering der lantaarn, beweegt den nek ontkennend).
+Nee.
+
+JAN. Hé-je toejoer honger, zeg?
+
+DE ZWAAN (knikkend). Ja, jò....
+
+JAN. Verroest—kè-jij práte...?
+
+DE ZWAAN. Waar hè-’k anders me bek voor?
+
+JAN. Da’s de eerste keer da’k ’t hoor....
+
+DE ZWAAN. Mot je maar is meer komme luistere....
+
+JAN. Wat klesse juillie dan met mekaar?
+
+DE ZWAAN. Wat gaat jóú dat an?... Me hoeve toch niet zoo’n hurrie te
+make as de hinkepoot naast juillie, hahaha!... As-die mijn in ’t
+kolehok op ha geslote, ha ’k de hengsels stuk getrapt....
+
+JAN. Da-zou je niet glad zitte....
+
+DE ZWAAN. Ik la-me geen loer draaie....
+
+JAN. D’r zitte korste ijs an je vlerke, zwaan—hoe hou je ’t uit... ik
+voel me poote niet van de kou....
+
+DE ZWAAN. Kou is lekker, jò!... As me vijver tot an de bojem
+toeleit—hebbe me de meeste pan—dan make me glijbane tot an de kerk—en
+as de smerisse d’r asch over gesmete hebbe—make me ’n nieuwe—’n keet,
+hoor!
+
+JAN. Ik mot ’r niks meer van hebbe—glij jij is met krùkke....
+
+DE ZWAAN. Hoe kom-ie ook zoo verrekt-stom! Was in de boom blijve
+zitte....
+
+JAN. Jij het ’t voor ’t zegge—as ’n smeris net om de hoek komt....
+
+DE ZWAAN. As je d’r boven in was gebleve, had-ie je geen snars kenne
+make... Die benne ommers te stijf om je na te klautere....
+
+JAN. En as ze tot de nacht beneje blijve loere—en je ’n tweede verbaal
+krijgt—je mot ’r maar is voor staan—naklesse is makkelek... Wat leg-ie
+nou met je olifanteslurf?... Zoek-ie wat?
+
+DE ZWAAN. As je zoo hard praat, neme ze ’n schuiver, de smeerlappe, ’t
+schorum....
+
+JAN. Daar gaat nog ’n voren—en daar ’n bliek... jessis wat ’n vette...
+Ik zou ze niet rauw motte slikke... Ik lus ze enkel gebakke....
+
+DE ZWAAN. Hap... Hap... Hap...
+
+JAN. En die goudvisch....
+
+DE ZWAAN. Goudvissche breke me op, krijg ’k ’t zuur van....
+
+JAN. Bij de bakker staat ’n heele kom gouwe dieve voor ’t raam....
+
+DE ZWAAN. Al ha’k in geen dage gevrete!... Ze blinke je lijf door...
+Hap... Hap... Hap....
+
+JAN. D’r ken ommers niks meer bij in je maag! Hèhèhè! Hèhèhè!
+Hèhèhè!...
+
+DE ZWAAN. Jij lacht ook leelijk, zeg!
+
+JAN. As ze bij mijn zoo in me boddie rondzwomme, braakte me hart tege
+me ribbe—je het ’r al meer as dertig in je slokdarm, hèhèhè... Je mot
+ze eerst d’r kop afbijte, langnek, anders raak-ie ze levend kwijt,
+hèhèhè!...
+
+DE ZWAAN. Knap as d’r één ’t flikt in de vijver werom te komme... Ze
+benne gepiept, hahaha!...
+
+JAN (angstig). Pas op!... Pas op!... Smeer ’m in ’t water!...
+
+DE ZWAAN. Watte dan?
+
+JAN. Pas op!... Hij zel je in je vlerke pakke!... Koescht! Koest, lamme
+hengst... Za-’k ’m ’n steen na z’n bast keile?...
+
+DE ZWAAN. ’k Sta d’r wel tien! (tot den denkbeeldigen hond sprekend).
+Ja, of jij nou blaft en in me poote wil bijte—daar hè-’k lak an, groote
+brani!... De rot die bij me jonge wou komme, hè-’k doodgebete—en jou—en
+jou... As je in ’t water durreft, douw ’k je koppie onder—en as je op
+de wallekant ’n vuile streek uithaalt schiet ’k de wolke in... Met z’n
+staart tussche z’n poote kruipt-ie ’r vandoor... Dat het tande in z’n
+bek! Is-ie ’r bekaaid afgekomme, ja of nee, hahaha!...
+
+JAN. Verdorie, wat kè-jij liege! De wolke in schiete! ’k Mot ’t je zien
+doen! Je boddie is ommers veel te zwaar....
+
+DE ZWAAN. Jij zel zoo kenne vliege over de boome enne over de huize
+enne over de toren van de kerk. Ik hè wel is ’n uurtje op ’t kruis
+gezete, voor me lol....
+
+JAN. Op ’t kruis van je vader z’n broek zel je meene, opsnijjer....
+
+DE ZWAAN... Nee, jò! Om de weerga niet, jò! Ik zat op ’t kruis van de
+toren—enne ’n pan as me hadde! Al maar deur liete me vrind en ik de
+vissies op de lui d’r teste in de kerk valle, haha!... Dan zee de
+koster: wat mot dat nou—enne zoo as-ie na boven keek, kreeg-ie ’n
+baarsie op z’n snuit, hahaha!... Toe is-die ze gaan bakke in de boter
+en het ’r zich ziek an gevrete—enne z’n vrouw kreeg de grate,
+hahaha!...
+
+JAN. Zwaan—daar komt ’n bakkie achter de boome—je ziet z’n lantaren
+al....
+
+DE ZWAAN. As je me nou! Da’s de maan, jò....
+
+JAN. Geeft de maan zoo’n licht? Ken ommers niet!
+
+DE ZWAAN. Niks as de maan—’k ben d’r honderd keere geweest....
+
+JAN. Op de maan?
+
+DE ZWAAN. Op de maan en op de sterre... As ’k me in ’t water verveel,
+vlieg ’k na de groene die je daar ziet, of na die gele....
+
+JAN. Bè-je op die witte ook geweest?
+
+DE ZWAAN. Jessis, jò, duizend keere... As ’k geen lol heb uit te
+vliege, komme ze allemaal na mijn in ’t water. Dan hè-’k ze boven èn
+beneje....
+
+JAN. Waarom breng-ie d’r dan niet wat mee?...
+
+DE ZWAAN. Wat mot ik ’r mee doen? ’k Hè liever ’n vette paling... En
+van ’n kikker ben ’k ook niet vies....
+
+JAN. Ik wou dat ik die gele met die groene randjes had—en die paarse—en
+die rooie—jessis, jessis, wat ’n rooie is dat—of d’r ’n kerel met ’n
+endje sigaar in ’t donker ankomt!—en die witte—en die bleeke die zoo
+staat te miere of-ie uit zal gaan (beweegt vaag de vingers in
+grijping). ’k Ken d’r niet bij—ik ken d’r niet bij....
+
+DE ZWAAN. En as je d’r wel bij kon—watte dan?...
+
+JAN. Dan ging ’k—dan dee ’k—je ken d’r alles voor koope—wat je maar
+wil....
+
+DE ZWAAN. Ken je met zoo’n ster kóópe—wàt je maar wil?...
+
+JAN.... Al de sterre benne diamante—vraag ’t me broer Jacob, die weet
+’t—en me moeder, die weet ’t (telt op de vingers in onwezenlijke
+tasting). Een, twee, drie, vier, vijf—turf.... Een, twee, drie, vier,
+vijf—turf.... Een, twee, drie, vier, vijf—turf....
+
+DE ZWAAN. Zit je ze te telle? Schei nou uit!
+
+JAN (glimlacherig voorttellend). Een, twee, drie, vier....
+
+DE ZWAAN. Je slaat die groene bij de maan over....
+
+JAN. Had ’k al.... Vier, vijf—turf!... Hè! ’k Wor d’r draaierig van....
+As ’k d’r bij kon zoo as jij! Wat zou ’k me zakke vulle—en me buis
+vol—en onder me pet... Me haalde de takels uit de lommerd—en de
+meeldief kreeg z’n cente—en de schoenfrik—en me kochte ’n nieuwe
+kachel!
+
+DE ZWAAN. Za’k je op me schoere tille, dan hoef-ie geen ladder te neme!
+
+JAN (op de knieën). Kè jij me houwe? ’k Weeg, hoor....
+
+DE ZWAAN. Tien zooas jij—as je zakke maar leeg benne....
+
+JAN. Hù! Hù!... Wedde da-je me niet houwt?
+
+DE ZWAAN. Dat doen ik. Hang is an me nek.... Daar ga je (even zweeft
+Jan aan den nek der zwaan, dan laat deze hem weer los). Hoe was-ie?...
+’k Hou je zoo ’n uur lang.... Maar je zakke motte leeg.... Je zakke
+benne van lood....
+
+JAN (doende of hij z’n zakken ledigt—geheel zacht-rustig van gebaar).
+Ken ’k dat hier op ’t gras late.... Zalle ze ’t niet moere?
+
+DE ZWAAN (den nek dicht naar het bed gebogen). Ha’k geen gelijk?... Je
+het ’n oudroest-kelder in je zakke.... Wat mot je met spijkers?...
+
+JAN. Gaat jou dat an!
+
+DE ZWAAN. ’n Doossie lucifers—en ’n kattepul—en ’n verversmes, hahaha!
+Waar hè-je dat gegapt?...
+
+JAN. Dat lieg-ie vierkant langnek! Van me broer gekrege.... Nee niet
+zoo dicht met je kop d’r op! Je zou d’r je snoet an open hale (den
+zwanenkop wegduwend). Ga dan opzij!
+
+DE ZWAAN. Het-ie daarmee gestoke?... ’k Hè plezier an me kindere, nou,
+nou!... Je ruikt ’r ’t bloed an.... Da’s me zoon (klagelijk).... Da’s
+me oudste zoon.... Ik durf haast niet over straat te gaan.... Z’n hare
+hebbe ze geknipt—enne bleek as-die ziet—wit—wit—wit—komt ’r van as je
+de Schrift verwaarloost....
+
+JAN (moeilijk, altijd met onwezenlijk droomgebaar de hand langs het
+voorhoofd strijkend). Klaag nou niet zoo moeder....
+
+DE ZWAAN. Moeder?... Moeder—as ’k de zwáán ben!... Is je andere zak
+leeg?... Toe dan! As ’t te laat wordt, schopt de smeris-van-’t-Park ’n
+kouwe drukte.... Me motte voor de morrege terug weze.... (Jan ledigt
+z’n andere zak). Is dat suiker?
+
+JAN... Hèhè!... Hèhèhè! Dat ziet-ie voor suiker an, ’n brok krijt van
+de bovemeester....
+
+DE ZWAAN. Komt-ie nooit leeg?... Veters, ’n eindje sigaar, ’n
+zuigleer.... Werkt-ie goed?
+
+JAN. Je haalt ’r de klinkers mee uit de straat, as-ie lekker nat is....
+Reddie!
+
+DE ZWAAN. Dat lieg-ie!... ’k Zie nog kallebaste en ’n glazen
+knikker....
+
+JAN. Wat hindere die?...
+
+DE ZWAAN. As jij met mijn sterre bij de vleet ga plukke, verdij ik ’t
+ballast te sjouwe..... Toe smijt neer in ’t gras.... De maan staat al
+boven de boome—enne ’t waait ’n mierakel—de takke gane tegen mekaar
+tekeer of ze bakkeleie.... Lollig, hè?—as ’k daar me twee vlerke as ’n
+zeil opsteek, za-je me zien laweere voel spiet.... Rrrr!... Rrrr!...
+Rrrr!... Voel spiet! (’t kind staat in het bed, den arm om den nek van
+de Zwaan). Maar ’k waarschouw je stil te blijve zitte en me vlerke
+vrijlate—anders valle me allebei hartstikke dood op de steene—en
+niemeer sterre laje as ik stouwe ken—enne oppasse je geen blare te
+brande—d’r benne d’r zoo smoorheet as gepofte kastanjes—enne je mond
+houe as me voorbij de zolderrame vliege, anders smijte ze natte pruime
+na je kop.... Enne as me strakkies na beneje komme—je zakke potdicht,
+hoor—potdicht!... D’r benne d’r bij, die na de hemel terugschiete eer
+je d’r an denkt—nog gauwer as ’n urret uit ’n urreteblazer.... Nou met
+’n anloopie op me nek springe....
+
+JAN. Ken niet met me slappe beene—daar hè-’k geen fut meer in....
+
+DE ZWAAN.... Dan zal ik bukke.... Nou? Durref-ie niet?
+
+JAN. De maan kijkt zoo nijdig.... ’n Kleur het-ie of-ie de smoor in
+het....
+
+DE ZWAAN. Kring om de maan kost ’n traan.... Veruit!
+
+JAN. Za-je zachies an?... Ze holle of ze achterna worde gezete—de
+sterre—de diamante....
+
+DE ZWAAN. Dat lijkt maar zoo, jò!... Dat benne de wolke, die d’r
+vandoor jage (de harmonica bij den buurman klinkt zeer verwijderd). De
+wind gaat tekeer, hoor! Jessis, wat huilt-ie om de hoek van de
+gracht.... As ’k nou stil in me vijver ga legge, drijf ’k af as ’n
+praam die van z’n touw los is geraakt.... Bang hoef-ie niet te weze...
+’k Hè d’r nog nooit een late valle....
+
+JAN. Die lamme maan kijkt zoo vuil....
+
+DE ZWAAN. Smijt ’m ’n steen na z’n snoet, dat ’r ’n barst in komt....
+
+JAN (angstig). Zachies, zwaan—d’r ken ’n klabak achter de boome
+loere.... ’k Mot kommende week voorkomme.... Wat danse de boome.... Wat
+’n lichies in de huize.... Wat maak jij ’n lucht met je vlerke.... Wat
+geve die sterre dichtebij ’n hette, ’n hette....
+
+DE ZWAAN. Nou ga ’k vaart zette—nog harder as de elektrieke tram—nou
+gane me voorbij ’t kruis op de kerk—daar zitte duifies—dàt benne
+allemaal schoorsteene—dà’s de pijp van Sien d’r febriek—dàt benne de
+vlagge van de koningin—dà’s de vlag van de
+sigarenwinkel—pieng—pieng—geef me d’r van de twaalef!—dàt benne de
+strate en de lantares—dàar wone juillie... Rrrr!... Rrrr!... Rrrr!...
+Nou steek ’k me vlerke op, hoef ’k geen slag meer te doen, drijf ’k op
+me vet... Plukke, jò! Plukke! Me benne ’r.
+
+JAN. Ik kan nog niet zien... Zoo’n boel licht tegelijk... zoo’n boel
+(hij tast glimlachend).
+
+
+
+
+
+
+
+
+TWEEDE AFDEELING. [2]
+
+
+(Hetzelfde tooneel van het eerste bedrijf in schemer gehouden. Door het
+open tuimelraam plast fel-rosse schijn).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Jan, De Zwaan, De menigte.
+
+
+JAN (de trap afglijdend, driftig tegen de menigte buiten, wier voeten
+en beenen uitsluitend zichtbaar zijn). Nee!... Nee!... Ik verdraai
+’t!... Je krijgt ’r niet één meer... Vier hebbe me d’r te grabbele
+gesmete, waar zwaan?... Me komme d’r ook niet met stele an!... Maak
+niet zoo’n verroeste oploop voor onze stoep... Loop deur!... As je z’n
+pink geeft, neme ze je heele poot... Hè-’k ’t je niet veruit gezeid?...
+Toe, langnek, blijf niet buiten, schiet de trap af, dan doe ’k de klink
+op de deur!...
+
+DE ZWAAN (z’n kop door het venster stekend). Da’s me de trap wel...
+Mo’k me zwemvlieze opehale?... ’k Hè liever frissche lucht. (nijdig).
+Jessis mensche, dring toch niet zoo! Je staat haast op me veere! ’k Mot
+me vlerke langer as vedaag gebruike (hij zwaait de vleugels—de menschen
+wijken een weinig achteruit). ’t Is godbeter schande!.... Toe nou,
+juffrouw: je hangt met je rokke op me staart!... ’k Bijt je zoo in je
+kuite, aap van ’n jongen! Wat zè-je me daarvan?... ’t Is om de duvel in
+te krijge! Smijt ze d’r nog één toe door ’t raam, Jan—anders loope ze
+me onder de voet....
+
+JAN (z’n zakken doortastend). Ik dank jou—laat ze d’r zellef gaan
+plukke! (naar omhoog wijzend). Stomme bliksems, de heele hemel zit ’r
+vol van, zoo plentie as je niet berrege ken, waar zwaan?... Ik hè d’r
+nog krap ’n dozijn in me zakke... Morrege gane me weer... Morrege zel
+’k nog is strooie as me werom komme... As je op me zwaan trapt, gooi ik
+je dood, platvoet! Je hiele komme je kouse deur!...
+
+STEM UIT DE MENIGTE (klagend). Me kenne ’t zoo best gebruike, Jan! Kom
+nou, jongen! ’k Hei niet te vrete....
+
+TWEEDE STEM (smartelijk). De heele week hè-’k as ’n hond gesappeld—je
+ken me toch—ik ben de juffrouw van ’t mangelhuis—de blare berste an me
+poote... As ’k me huur niet betaal wor ’k op straat gezet....
+
+DERDE STEM (driftig). Deele zel je! Deele zel je, snotneus! Waarom hij
+alles—wij niks?
+
+DE ZWAAN. Is ’t gedaan met dat dringe? ’k Waarschouw je as ’k uit me
+slof schiet!...
+
+VIERDE STEM. Jan—ik ben uit de snoepwinkel! Jan—ik hei je altijd
+apeneute verkocht—en van de pollekebrokke krijg ’k nog ’n cent die je
+me brenge zou!... Geef mijn d’r zoo’n kleine....
+
+VIJFDE STEM. God zal je zegene, Jan... ik ben al vier maande zonder
+werrek—vier maande, Jan!
+
+JAN. Dan motte juillie zelf gaan plukke—ik zweet ’r nog van....
+
+DE ZWAAN. Geef ze d’r een—dan raakie de hurrie kwijt! De heele gracht
+is zwart van de mensche... De tram kan d’r niet deur.... Jessis,
+Jessis—de brug zwiept d’r van.... Je mot de overkant zien.... Jonges
+klim niet in de lantares! Mot je je nek breke? Welja, ’k zou me vlerke
+as ’n vloermat gebruike! Bè-je wel wijs, meid? Denk-ie dat eksterooge
+geen zeer doen... oe, oe!...
+
+TWEEDE STEM. Jan, Jan, luister nou is!
+
+DERDE STEM. Oppasse! Daar komt de bereje politie....
+
+VIERDE STEM. Laat je niet ondersteboven rijje! De politie!.... Stoot me
+niet in me ribbe! Mot ’k onder de paarde rake! (De beenen van een paard
+en de sleep van een sabel worden zichtbaar).
+
+AGENT. Achteruit! Achteruit!... Motte d’r ongelukke van komme? Wat is
+d’r an ’t handje?... Wat mot die zwaan hier?...
+
+DE ZWAAN (nijdig, met opgeheven vleugels). As je knol op me lijf trapt,
+leg ’k z’n ooge dicht!...
+
+AGENT. Wi-jij maar is mee na ’t bureau gaan? Jij hoort hier niet!
+Veruit!
+
+JAN.. Meneer de agent, da’s mijn zwaan—is met me sterre weze plukke an
+de hemel....
+
+AGENT. Deurloope mensche, of me slaan d’r op in!... De straat mot vrij
+blijve... Is die zwaan van jou?... Dan mag die niet los op straat
+loope.... Is me dat ’n gedonder!... Achteruit! Achteruit!...
+
+DERDE STEM. Jan-van-de-kruier het sterre gestole—z’n zakke vol! As dat
+maar màg!
+
+AGENT. Hou jij d’r me paard is vast, jongen! Dan zalle me zien (springt
+van het paard, bukt naast de zwaan voor het tuimelraam).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Rijksveldwachter, Jan, De Zwaan, Menigte.
+
+
+VELDWACHTER (op handen en knieën). Bè-jij an ’t moere geweest?
+
+JAN. Nee, hoor!
+
+DE ZWAAN. Sterre benne vrij!
+
+VELDWACHTER. Jòu wordt niks gevraagd—maak da-je oprukt!... Jij hoort in
+je vijver....
+
+DE ZWAAN. Hahaha! Ik lach me de bult van de schoenfrik. De mensche
+staan na je leere zitwerk te kijke! (met zijn snavel den rug van den
+veldwachter rakend). Je lijkt ’n fuik, hahaha!
+
+AGENT. Mot ’k verbaal opmake?...
+
+DE ZWAAN. Water en brood lust ìk gráág!
+
+AGENT. Niet zoo dringe, mensche!... Je douwt me ’t raam door!... Haal
+jij je zakke is leeg!
+
+JAN. Eén mag-ie d’r kijke, wat zwaan?... Die hou ’k zoo tusschen me
+vingers.... Da’s ’n witte, (de witte ster doorlicht z’n handen). Daar
+kè-je de halleve gracht voor koope, hè zwaan?... Da’s ’n kanjer van ’n
+steen, haast as ’n kei zoo zwaar....
+
+VELDWACHTER (zacht-gebluft). Geef is op—laat is voele....
+
+JAN. An me kouwe zool!
+
+VELDWACHTER. Je krijgt ’m werom, Jan!
+
+JAN. Nee hoor!... Ik hou ’m vast (dichter op den veldwachter toegaand,
+belicht hij diens gelaat met de wit-lichtende ster). Hù!... Daar zet je
+ooge bij, hè?...
+
+VELDWACHTER (zacht). Da’s ’n wonder! Da’s ’n wonder... Zóo groot het de
+koningin ze niet.... ’k Wor d’r blind van—da’s machtig.... Hè-je ’r
+meer zoo?...
+
+JAN (pralend). Twee zakke vol! Poppetje gezien? Kassie dicht! (steekt
+de ster in z’n zak). As je me zwaan vraagt, neemt-ie je mee, wat zwaan?
+
+DE ZWAAN. Daar ken-ie na fluite!...
+
+VELDWACHTER. Waarom hem wel, mijn niet?
+
+DE ZWAAN. Jij het ’n knol om op te rijje—’n knol met viér poote—ik hé
+d’r maar twéé....
+
+VELDWACHTER. Me paard reikt niet an de hemel.... Me paard ken me geen
+stèrre geve....
+
+DE ZWAAN. Dan geeft-ie je wat anders... Daar komt ’t al... Hou je dop
+op—’t regent vijge, hahaha!... Trap d’r niet in, mensche!... Hahaha!...
+
+VELDWACHTER. Jan!... Jan!... Jan, wees jij wijzer... Met je zwaan ken
+’k niet prate... Voor jou leit wat in ’t vet... Je het de spiegelruit
+van de horlogewinkel met ’n steen ingesmete, toe je rooie Gijs wou
+rake....
+
+JAN (angstig). Hij het mijn met z’n spanriem ’n lik gegeve, de
+stiekemer!...
+
+DE ZWAAN. En de meide trekt-ie an d’r vlechte....
+
+VELDWACHTER. Praat ’k met jóú?...
+
+DE ZWAAN. Toch zal ’k ’t zegge—Jan is me vrind!...
+
+JAN. As-die ’n muis het gevange, bindt-ie ’m an ’n end garen—en de
+vliege knipt-ie d’r vleugels af....
+
+DE ZWAAN. Mijn most-ie ’t flikke!...
+
+JAN. Jij laat je toch ommers ook niet op je falie geve?...
+
+VELDWACHTER. Je mag niet met steene smijte—en voor de ruit bè-je d’r
+gloeiend bij—dat hei-je op ’t bureau gehoord... Al kruip-ie nog zoo
+onder de bedstee, méé mot je na ’t rooie dorrep—met handboeie zoo dik
+as me knuist....
+
+JAN. Hoor-ie dat, zwaan?
+
+VELDWACHTER. ’t Zou wat moois zijn, as me de ruite van de
+horlogewinkels stuk liete gooie!... Daar kè-je van luste....
+
+JAN. Hoor-ie dat, zwaan?...
+
+VELDWACHTER. Over de twee honderd gulden kost-ie as me weinig
+rekene....
+
+JAN. Hoor-ie dat, zwaan?...
+
+VELDWACHTER. En gezien hè-’k ’t met me éige ooge...
+
+JAN. Mot jij dan ook àlles verraje?
+
+VELDWACHTER.... En nou weer sterre van d’r plaats hale—jij groeit voor
+de galg op! (tot de zwaan). En jou ken ’k ook!
+
+DE ZWAAN. As me in de vijver zwemme, benne me allemaal eender....
+
+VELDWACHTER. Ik weet hoe je hiet!
+
+DE ZWAAN. Hahaha!
+
+VELDWACHTER. Lach jij maar—je zel d’r van luste!... ’k Onthou je!... Je
+het ’n streep op je kop....
+
+DE ZWAAN. Me benne eender—me broers en me zusters—d’r loopt bij
+allemaal ’n streepie door.
+
+VELDWACHTER (op de straat over de zwaan neerzittend en met de vinger
+dreigend). Onthou je dag en je uur, witkop! Magge wij ’t late passeere
+as de spiegelruit van de horlogemaker—217a, voorbij de melkboer—an
+gruzelemente gaat?... D’r was ’n barst in zoo groot as me sabel. Toe
+kwam ik achter ’m an—enne toe zee ik: ga jij maar is mee—enne toe hebbe
+me z’n vader op ’t bureau late komme—enne die het ’m op z’n donder
+gespeeld dat ’t klapte—maar de horlogemaker van 217a zee: daar ben ik
+niet mee gehollepe. Ik mot de eed aflegge voor de heere van de
+Rechtbank—mot ik dat niet?...
+
+DE ZWAAN. Dat mot je—dat mot je....
+
+VELDWACHTER. Z’n broer het zes volle maande rats enne gort enne mik....
+
+DE ZWAAN.... ’k Wou dat ìk ’n bakkie kreeg....
+
+JAN. Zal ’k d’r hem een? (krijgt de witte ster aarzelend uit den zak).
+As die zeit dat-ie niks het gezien?...
+
+VELDWACHTER. Machtig... Machtig... Je ken d’r bij leze... De vonke
+spatte d’r uit... Sta stil beroerde hengst... Hij schrikt ’r werachtig
+van... Hè-’k nog is gehad op de Amstel toe ’t vuurwerk was... Pas op
+jonges—hij slaat achteruit tegen je schene....
+
+DE ZWAAN. Je mot ’t zellef wete, Jan—ìk verdraaide ’t!... Hònderd ruite
+kè-je d’r voor stuk smijte....
+
+JAN. Me moeder het zoo gehuild, zwaan, toe ze Jacob kwamme hale....
+
+DE ZWAAN. Die huilt ommers toejoer! Vanmiddag toe jij brood bracht,
+stong ze ook achter je wagen te blerre... Mot je daarvoor zoo’n
+smeris-met-’n-paard-tusschen-z’n-beene, ’n steen van duizende guldes
+geve?...
+
+VELDWACHTER (in bewondering). Potverdikkie! Potverdikkie!... ’n
+Wonder... ’n Wonder... Me knoope glimme d’r van as katte-ooge... Ha’k
+niet kenne droome... Krijg ’k ’m, Jan?...
+
+JAN. Zal ’k, zwaan?
+
+DE ZWAAN. As-die zeit dat-ie niks het gezien....
+
+VELDWACHTER. ’k Zel ’m op me helm steke—’m elke dag poese....
+
+JAN. Hoef ’k niet te zitte?... Zel je an de heere zegge, dat ’r al ’n
+barst in de ruit was?...
+
+VELDWACHTER (de handen uitstrekkend). Dat zal ’k.
+
+JAN. Dat ik ’t niet gedaan heb?
+
+VELDWACHTER. Dat zal ’k.
+
+JAN. En da-me geen boete hoeve te betale?
+
+VELDWACHTER. Dat zal ’k.
+
+JAN (haperend). Daar dan....
+
+VELDWACHTER (de ster gretig grijpend). Potverdikkie... Potverdikkie
+(wrijft haar op met z’n mouw). Of d’r ’n dievelantaren in zit (verwoed
+tot een aantal grijplustige handen van de menigte). Blijf d’r af met je
+poote, tuig, schorum!... Mo’k me lat gebruike? (tot de zwaan). Daar zou
+je ’n moord voor doen—da’s om bij te griene—’t water loopt ’r van uit
+je ooge (tot de weer grijpende handen). Poote thuis! ’k Waarschouw je!
+Pas op, juffrouw: gister hè-’k je pas bekeurd voor je kleeje kloppe na
+bezette tijd... En jij ook: jij staat onder toezicht da-je je man het
+wille vergeve... En jij: bè-je alweer zat? Mo’k je as ’n meelzak
+meeslepe, beroerde hondemepper! D’r af met je kromme vingers! (hij
+slaat de hand aan ’t gevest van z’n sabel—zij wijken grommend
+achteruit). Nee Jan, jij hoeft niet bang te weze—jìj krijgt me endje
+sigaar. Neem an—je ken ’m rooke—’t is d’r een met ’n bandje van de
+mejoor....
+
+JAN. Hij ’s nog zoo nat....
+
+VELDWACHTER. Dan droog-ie ’m an je kiel (bevestigt de ster op z’n
+helm). Potverdikkie! As me kammerade nou niet voor me anslaan (zet de
+helm op). Hoe doet-ie?
+
+DE ZWAAN. Of-ie zoo van ’n heilige-prent vort ben geloope....
+
+VELDWACHTER (tot de handen). Voor ’t laatst hoor! Deurloope! Deurloope!
+(trekt z’n sabel). Achteruit, potverdikkie!... Achteruit as ik ’n ster
+op me kop heb! (tot de zwaan). Hou jìj me hengst is vast, dan ik de
+boel schoonvege!... (staat op, springt op het paard—de beenen der
+menigte wijken geheel).
+
+DE ZWAAN. Hahaha!... Hahaha!... Wat ’n stomme klabak... Nou kenne ze
+overal de laje lichte enne de slote forseere... ’n Uur in de wind zie
+je ’m ankomme! ’n Smeris met illemenaasie! Hahaha! Je lacht je ’n
+kriek!... Ze holle ’m achterna de heele gracht af, om ’m vuur voor d’r
+segare te vrage! Hahaha!... Straks valt-ie met z’n knol op ’n
+zolderschuit! Je zel d’r van beleve! ’k Hou me buik vast, hahaha! (zich
+naar Jan keerend). Scheelt ’r wat an?...
+
+JAN. ’t Endje stinkt zoo... Puf!... ’t Zweet breekt me d’r van uit...
+Lijkt wel ’n vetkaars... Puf....
+
+DE ZWAAN. Zuig ’r dan niet op, jò!... Daar hè-je de schoenfrik... Nou!
+Mot ’k schoensmeer an me schoone veere krijge?...
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Schoenlapper, De Zwaan, Jan.
+
+
+SCHOENLAPPER (voor het raam bukkend). Vollek!
+
+JAN (bij de tafel, bezig z’n zakken in de la te ledigen). Kom-ie om
+cente?
+
+SCHOENLAPPER (angstig-starend). Jessis-mierande, jò, d’r leit vuur in
+de la van de tafel! Mot je de boel in brand stekel Brááánd! Brááánd!...
+
+DE ZWAAN (hem in de zij porrend). Hou je bek! Je schreeuwt de kindere
+wakker!...
+
+JAN (de lade toeschuivend). Hèhèhè!... Dat noemt-ie brand as-ie
+diamante ziet.... Hei-je de schoene van vader en Jacob meegebracht?
+
+SCHOENLAPPER. Of ’k wàt?...
+
+DE ZWAAN. Of-ie de schoene mee het gebracht?...
+
+SCHOENLAPPER. As ’k duite krijg ja—as ’k ze niet krijg néé....
+
+JAN. Kom d’r in, schoenfrik!
+
+SCHOENLAPPER. D’r in komme ken ’k—maar op me buik schrijve doe ’k
+niemedal meer....
+
+DE ZWAAN. Jouw buik zit op je rug, hahaha!
+
+SCHOENLAPPER. Verkoop je flauwsies an je soort! An jòù valt geen droog
+brood te verdiene!
+
+DE ZWAAN. Of ìk ’t ken hellepe, da’k zonder kouse en schoene an in de
+hemel kom!
+
+SCHOENLAPPER. Dàt most ’r bij komme—’n bliekiesvreter in de hemel!...
+Hoor je ’m Jan?
+
+DE ZWAAN. Me zalle zien wie d’r eerder is—jij of ik! Hahaha! Hij denkt
+dat ze hèm noodig hebbe—hoor-ie Jan?... In de hemel rake de schoene
+niet stukkend—daar loope ze op d’r bloote voete....
+
+SCHOENLAPPER. As ze d’r mijn niet noodig hebbe, leelijke eend....
+
+DE ZWAAN. Hahaha! Eend zeit-ie....
+
+SCHOENLAPPER.... Gans dan....
+
+DE ZWAAN. Hahaha! Gans zeit-ie.... Dat weet nog niet eens ’t
+onderscheid tusschen ’n gans en mijn! Ik ben de zwaan uit ’t
+Vondelpark, schoenfrik!
+
+SCHOENLAPPER. Nou, as ze mijn in de hemel niet noodig hebbe: jòù zeker
+niet!...
+
+DE ZWAAN. Mijn niet?... Mijn niet?... Hoor je die, Jan?... Ik zit bij
+de troon naast onze lieve Heer met allemaal andere witte zwane—en as ’t
+geen zwane benne, benne ’t blomme—enkel zwane en blomme—da’s de hemel.
+Schoensmeer en pik—en zole en achterlappe kenne me d’r niet—die motte
+in de gang blijve—die worde niet binnen gelate....
+
+SCHOENLAPPER. Kles maar!... Dat mot ’k eerst zien... ’n Zwaan in de
+hemel, hèhèhè.... Hèhèhè!... ’t Is ’n historie! Geen cente om ’t
+lapwerk te betale—en ’n eend ’t hoogste word....
+
+JAN. ’t Is geen eend—’t is me zwaan!... Kom de trap af, dan krijg-ie ’n
+steen! (schuift de la open—het licht breekt door de spleet). Da’s me
+geldla—dat benne me cente die blinke....
+
+SCHOENLAPPER (laat z’n bundel schoenen vallen). ’k Waarschouw je, Jan,
+d’r komt brand van....
+
+JAN (een groene ster in de hand nemend). ’t Benne sterre, frik!... Die
+komt van dicht bij de maan! En die krijg jij, as vader z’n schoene en
+Jakob z’n schoene goed gemaakt benne.... Laat is kijke...
+
+SCHOENLAPPER (geen oog van de ster af). Moeder Maria.... Moeder
+Maria.... Is dat voor mijn?
+
+DE ZWAAN. Eerst de zole nakijke, Jan!... Of ze genaaid benne en niet
+gelijmd—en of ’t geen bordpepier is!...
+
+JAN. Waar benne de schoene?
+
+SCHOENLAPPER. Weet ’k niet.... Die diamant brandt in me kop....
+
+JAN (de ster onder z’n kiel stoppend). Zoo hè-je d’r geen hinder
+van.... De schoene van vader!...
+
+SCHOENLAPPER (zoekend). Een paar en nog ’n paar! De halve nacht voor
+opgezete.... Was haast geen lappe meer an... en d’r stong nog drie twee
+en dertig half....
+
+JAN (de zolen met de ster belichtend). Nou dan benne me kiet (geeft de
+ster aan den schoenlapper, die beduusd aan de tafel neerzit).... En
+voor moeder maak je de toffels....
+
+SCHOENLAPPER (dwazerig over den steen heen glimlachend, zet z’n bril
+op). Allemachtigste God wat ’n zwaarte.... Daar ken ’k bij lappe zonder
+olie in de lamp.... Ze schijnt door me hande heen.... Ze lacht tegen
+me.... Hèhèhè! (droogt z’n oogen). Allemachtigste God—da’s de ster van
+Bethlehem—Jan!... Jij het de ster van Bethlehem teruggevonde. (z’n
+handen aan z’n rooden zakdoek schoonwrijvend). Die mag ’k niet met me
+smerige hande vasthoue—daar mot ’k me voor reinige.... Prachtig!
+Prachtig!... As dat me vrouw had beleefd—en me dochter—en me kleinzoon,
+die in ’t pothuis bediend zijn geworde—weet je Jan: hoe je stong te
+kijke na ’t kissie?... Hèhèhè!... Da’k dàt zie voor me dood! Dat God me
+beloont voor ’t nakomme van de geboje—de geboje—de geboje, zwaan....
+
+DE ZWAAN (knikkend). Boven al bemin éénen God—IJdelijk zweer nog
+spot....
+
+SCHOENLAPPER. Vier den heiligen dag des Heeren—Vader en moeder zult gij
+eeren....
+
+JAN. Met wil of met werken sla niemand dood—Doe geen overspel of
+onkuischheid snood....
+
+DE ZWAAN (knikkend). Wacht u voor stelen en onrechtvaardig leven—Gij
+zult geen getuigenis der valschheid geven....
+
+SCHOENLAPPER. Begeer ook niemands echtgenoot—Noch iemands goed, ’t zij
+klein of groot. Amen....
+
+DE ZWAAN. Amen.
+
+JAN. Amen.
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, de Bakker, Sien.
+
+
+SIEN (tot de zwaan buiten). Kischt! Kischt! Wat mot je!... Kischt!...
+Geef ’m ’n trap, bakker!
+
+DE BAKKER. Ga je?...
+
+DE ZWAAN (de vlerken in verweer). As je ’n poot na me uitsteekt... Hij
+ruikt na de zure gist, Jan, da’k ’r misselijk van wor....
+
+JAN (tot den schoenlapper). Doe ’m weg! Doe ’m weg!... Da’s de bakker
+(de schoenlapper steekt de ster in een van de schoenen).
+
+SIEN (de trap af komend met den bakker). Hij laat nog geen hàlf
+pannebrood los, moeder....
+
+DE ZWAAN. Kom-ie dat nou pas zegge?... Bè-je tòch na ’t vuurwerk
+geweest? Ha’k je zoo verboje....
+
+SIEN (angstig). Hij het zoo lang staan klesse, moeder (nijdig). Snij
+uit lamme zwaan! ’k Schrik me kepot van me móéder... Wat hè-’k met jou
+te make? (tot den bakker). Of jij me nou naloopt—tekort zalle me je
+niet...—me hebbe je àltijd betaald as me ’t hadde....
+
+BAKKER (op ’n tree van de trap neerzittend). As me ’t hadde... As me ’t
+hadde... Vier gulde vijf en negetig...
+
+SIEN. Dat lieg-ie. Jij schrijft toejoer met dubbel krijt....
+
+DE ZWAAN. Ken niet. ’t Krijt stopt-ie in z’n meel!
+
+BAKKER. As ’k jou nog is hoor, krijg je me slof na je bast!... ’t Staat
+in me boekie. Me boekie liegt niet....
+
+DE ZWAAN. Jij zooveel meer....
+
+BAKKER (verwoed dreigend). Mot me slof d’r an! (leest). Drie weke—da’s
+een en twintig dage anderhalf panne—da’s drie gulden negen en
+negetig—en veertien roggemikke....
+
+JAN. Lieg-ie... ’k Hei ze elleke dag geteld—tweemaal benne me met cente
+gekomme....
+
+BAKKER. ’k La-me nog geen krùmmel afstrijje—vier gulden vijf en negetig
+bij mekander... En nou blijf ’k hier zitte to’k me cente gebeurd
+heb....
+
+DE ZWAAN. As ’t an mijn lee, liet ’k je blare zitte....
+
+BAKKER (naar z’n slof tastend). Je het ’t gehoord!
+
+DE ZWAAN. Hahaha!... Laat ’m zitte, Jan, dan vreet ik terwijl z’n kom
+met goudvisschies leeg...
+
+BAKKER (snel opstaand). Je mot ’r is an komme! (stapt vlug de trap op,
+grijpt achter de onderdeur, zet zich weer op de tree met een
+goudvisschenkom). Zoo. Al duurt ’t ’n verreljaar: de cente van de een
+en twintig maal anderhallef pannebrood en van veertien roggemikke—vier
+gulden vijf en negetig—vier gulden vijf en negetig....
+
+SCHOENLAPPER. As ze nou toch fassoenlijk benne, de mensche van de
+kruierij—wat zet jij ze dan ’t mes op d’r keel....
+
+BAKKER. Waar bemoei jìj je mee? Van jou krijg ’k ommers óók over de
+gulden?... Fassoenlijk! Fassoenlijk! De mensche van de kruierij! ’n
+Zoon die die zes maande gezeten het—’n dochter die de manne anhaalt....
+
+SIEN. Jou dan toch niet, rooie sproetekop!... ’k Hei je nog straks ’n
+lik motte geve....
+
+BAKKER (bulderend van ’t lachen). Hahaha! Hahaha! As ’k op je stoep
+loop te fluite, kom-ie toch as de hondjes! Hahaha! As ’k maar fluit
+(tracht in z’n lachen te fluiten). As ’k maar fluit....
+
+JAN. Ga van de trap af, bakker—d’r ken niemand deur....
+
+BAKKER. Nooit van z’n leven.
+
+JAN (tot de zwaan). Zal ’k ’m de rooie geve?
+
+DE ZWAAN. Die groote rooie an de meeldief voor meel met krijt...? (de
+bakker werpt z’n slof, die op het bed terecht komt). Mot ’k je ’n tand
+met soldeer uit je bek slaan?...
+
+BAKKER. Spuug jij ’n ander op z’n vessie! Met de mensche hè-’k genoeg
+last! As de beeste nou ook nog beginne—waar of niet, goudvisschies?—ken
+’k de blinde voor de rame hange (sarrend). Vier-vijf-en-negetig...
+Vier-vijf-en-negetig... Vijf gulden min vijf kopere cente....
+
+JAN. Zal ’k ’m de rooie van naast de melkweg?
+
+DE ZWAAN. Van naast de melkweg?... Toe maar!... In elleke pint melk
+giet-ie d’r tien water... Ik bemoei me d’r niet mee... As je d’r zoo
+mee omspringt—een an de smeris—een voor zole en achterlappe—hou je geen
+kiezelsteen over....
+
+JAN. Wat mot ’k dàn?
+
+DE ZWAAN. Voor de rooie mot-ie de vier-vijf-en-negetig verrekene enne
+twéé jaar lang èlleke dag zes pannebrooje brenge èn twee roggemikke èn
+’n snijkoek met kandij en sukade... Boter bij de visch: op slag vóór-ie
+’m in z’n hande krijgt—een honderd brooje voorschot, tien roggemikke en
+tien snijkoeke met kandij en sukade...
+
+JAN. Hù!... Daar komme we niet door!... Daar ete me ons verstoppinge
+an...
+
+DE ZWAAN. Hindert niet eens in ’t jaar!
+
+BAKKER. Vier-vijf-en-negetig!... Vier-vijf-en-negetig (tot Sien). As je
+me ’n smàkker geef, zoo as an de jongen van de stikkedoor, trek ’k ’r
+’n pannebrood af....
+
+SIEN. Ik lust geen getrouwde manne....
+
+BAKKER. Manne... panne... manne... panne, hahaha!
+
+JAN (bij de tafella). ’k Zel je ’n diamante steen late kijke (het licht
+schemert door den spleet).
+
+BAKKER (verrast opstaand en de kom op tafel neerzettend). Deksels—dat
+lijkt Bengaals!
+
+JAN (de roode ster in de hand). Geef jij daarvoor twee jaar lang....
+
+DE ZWAAN. Drie jaar—twee is niemedal....
+
+JAN.... Drie jaar lang èlleke dag zes panne, twee roggemikke en ’n
+Groninger koek met kandij en sukade?...
+
+DE ZWAAN. En ’n Berliner bol dadelijk en honderd brooje dadelijk as ’k
+gezeid heb!...
+
+SIEN. Jessis wat ’n steen!
+
+SCHOENLAPPER (de zijne uit den schoen krijgend). De mijne is
+groen—groen as koper—groen as gras....
+
+BAKKER (verbaasd). Christenezielen!... Waar vin je die?... Is-ie ècht?
+
+JAN. Hoor je ’m, zwaan—of-ie echt is—of-ie echt is?...
+
+DE ZWAAN. Hij denkt dat onze lieve heer zoo de sterre vervalscht as hìj
+’t meel, hahaha!
+
+BAKKER. Mag ik is wege?
+
+JAN. As me gek benne—eerst de honderd panne voorschot....
+
+BAKKER. Snijdt-ie ruite stuk?
+
+JAN. Zien? (springt op het bed, wrijft de ster langs een ruit, die in
+scherven ineenzakt). Is-ie echt?
+
+SIEN (bij de la). Legge d’r meer in?
+
+JAN (heftig). Laat ’m dicht—anders vliege ze na de hemel!...
+
+DE ZWAAN. Wat doe je ze ook uit je zakke in de la te legge!...
+
+JAN (voor de la geposteerd). Je zweet ’r nog al niet van!... Afblijve
+hoor!...
+
+BAKKER. Christeneziele!... ’n Rooie en ’n groene steen.. As-ie
+werachtig echt is, werachtig... dan geef ’k je d’r ’n nieuw
+goud-tientje voor, splinternieuw!...
+
+SCHOENLAPPER. Hèhèhè!...
+
+BAKKER. Wat lach-ie, bult?
+
+SCHOENLAPPER. Ik geef d’r hònderd nieuwe, duizend, tien duizend.... De
+lommerd schiet ’r meer op....
+
+SIEN. Geef ’m mijn, Jan—voor ’n brosch....
+
+JAN. Jij ben van de febriek vortgebleve—jij mag d’r enkel na kijke,
+waar zwaan?
+
+DE ZWAAN. Drie jaar lang, as ’k gezeid heb....
+
+JAN (tot den bakker). Graag of niet?... En honderd brooje daalijk!
+
+BAKKER (enkel oog voor den steen). Me heele winkel mag-ie leeghale—de
+pannebrooje—de hardgebakke-duitsche—de kedetjes—de pijn-de-luksjes—de
+beschuite—de berliner bolle—de krakelinge—de appelbolle—de snijkoeke—de
+moppe.... Maar eerst in me éige hande ’t gewicht voele....
+
+JAN. Mag dat, zwaan?
+
+DE ZWAAN. Tien telle—langer niet!
+
+BAKKER (de ster uit Jan’s handen nemend). Of ’k zoo in me oven
+kijk—of-die an ’t smelte is!—of je bloed ziet....
+
+DE ZWAAN. As je ’m nog langer kneedt wordt-ie allerhande....
+
+SIEN. Hou ’m is hier bij me hals, bakker (slaat de tippen van haar jak
+weg).
+
+BAKKER. Of je in de zon leit te baje—of je kin in de rooie was zit (de
+ster op z’n hand leggend). ’k Ken d’r ’n ring van late make bij de
+goudsmid.... ’k Ken d’r an me horlogieketting hange....
+Christeneziele... ’k Ken d’r op me das steke, hahaha!...
+
+DE ZWAAN (’n goudvisch opvangend dien Jan ’m toewerpt). Hap!.... Smaakt
+na de gist.....
+
+BAKKER. As ’k daarmee in de kerk zit, zel de domenee in z’n woorde
+blijve steke—en de diakene—de diakene zelle niet wete wat voor
+tekst....
+
+DE ZWAAN (een goudvisch vangend). Hap! Hap!... Of ’k ’r weer van zel
+spoege?... Hap! Nou lust ’k niemeer....
+
+SCHOENLAPPER (tot Sien). Nee je krijgt ’m niet! Nee, nee, nee! (bergt
+de groene in zijn zak).
+
+DE ZWAAN. Meeldief, de tien telle benne om....
+
+BAKKER. Effen nog....
+
+JAN (de ster afnemend). Houe mag-ie ’r, voor drie jaar lang....
+
+DE ZWAAN.... Zes panne per dag èn twee mikke per dag èn ’n snijkoek per
+dag....
+
+BAKKER. En honderd derek?
+
+DE ZWAAN. Op slag!
+
+BAKKER. As ’k ’r zooveel in me kar heb—’t is me nog al
+niks—honderd—honderd.... (loopt de trap op, gaat achter de onderdeur).
+Wie pakt ’r an?....
+
+JAN. Ikke!... Ho!... Ho!... Schrijf jij is op, schoenfrik....
+
+SCHOENLAPPER. Ik hei geen papier.... Mag ’t met krijt op de zool van de
+laars?
+
+JAN. As je ’t maar sekuur doet.... Je weet hoe-ie de mensche loere
+draait....
+
+BAKKER. Nou dan! Me arrem is geen uithangbord!
+
+JAN (tot Sien). Ho!... Ho!... Nog niet! (kijkt in de ladenkast). Daar
+kenne ze niet in.... Zelle me ze op jouw bed legge?
+
+SIEN. Eerst ’n ouwe krant.... Daar!
+
+JAN (de brooden van Sien, die halfwege de trap staat, aannemend en in
+de achterste bedstee leggend, koortsachtig vlug op en neer loopend).
+Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.... (de
+brooden verdwijnen in de bedstee; zij vegen zich àllen het zweet van
+het voorhoofd).
+
+SCHOENLAPPER (tellend).... Twintig.... Dertig... Veertig... Vijftig...
+(hij geeft met het stuk krijt streepjes).
+
+DE ZWAAN. Me benne op de helft.
+
+JAN. ’k Zweet as ’n sleepersknol (zij vegen zich weer àllen het zweet
+van het voorhoofd).
+
+BAKKER. Vijf tegelijk—en nog is vijf....
+
+SIEN. Je ken ze beter as kaze opgooie....
+
+BAKKER.... Een en zeventig, twee en zeventig....
+
+DE ZWAAN.... Dat lieg-ie.... Een en zestig....
+
+BAKKER.... Een en zestíg—twee en zestig.... drie en zestig.... leeg is
+de kar.... De rest krijg je morrege vroeg—dan benne ze verscher....
+
+SIEN. Hoe ken ik d’r nou in?
+
+JAN. Hù!... Dan vreet je je d’r doorheen, as in de berreg van
+rijstebrei....
+
+BAKKER. En me steen?
+
+JAN. Haal ’m maar van de tafel....
+
+SIEN (bij de lade). D’r legge d’r nog wel tien!
+
+DE ZWAAN. Jan pas op de la!
+
+SIEN (nijdig). Sta jij toch niet alles af te loere, lamme hinkepoot....
+Daar! (trekt het gordijn voor de ramen dicht).
+
+JAN. Wat mot dat nou?
+
+BAKKER (nijdig). Da’s ’n andere ster.... Je het ’m verruild! (haar
+langs de goudvisschenkom strijkend). Glas snijdt-ie niet eens!...
+Jullie benne flesschetrekkers, oplichters, kwartjesvinders! Waar benne
+me goudvissche gebleve? (met de gebalde vuist de ster vasthoudend en ’r
+mee dreigend). Me drie en zestig brooje werom en me vier gulden vijf en
+negetíg!... ’k Sla alles kort en klein.... Ik breek jou je nek
+bliksemsche aap!... En dat rooie stuk glas gaat over me knie! (hij
+slaat de handen om de ster, wringt haar over z’n knie. De ster dooft
+plotseling—een donderslag weerklinkt—even is het tooneel donker).
+
+SCHOENLAPPER. Je mot ’t gordijn opetrekke, Sìen.
+
+JAN. Dat doe ik al (het roode licht van het venster stort weer binnen.
+Tegen het beddelaken, onbewegelijk naast elkaar staan Thijs, Bet,
+Aaltje, Lammersen).
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Zwaan, Jan, Schoenlapper, Bakker, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen.
+
+
+BAKKER (verwoed). Me goudvissche, me brooje en me cente! ’k Maak ’r
+politiezake van! Drie en zestíg goed doorbakke panne!... Vier
+goudvissche!
+
+BET (met een kerkboek in de hand). God-nog-an-toe, bakker—me wete d’r
+niks van....
+
+BAKKER. Drie en zestig brooje.... in de bedstee!
+
+THIJS (met een takel in de hand). Eens gegeve blijft gegeve....
+
+LAMMERSEN (met zijn harmonica onder den arm). Al stóóf je ’n
+goudvisch—slikke ken je ze niet—d’r zel d’r geen in gezete hebbe.
+Vliege doene ze niet...
+
+AALTJE (met een pak quitanties in de hand). Me hart staat ’r van
+overeind—wat ’n weer, wat ’n weer!—mot in de buurt ingeslage weze....
+
+BET. Me lippe ziene d’r wit van... Wat was dat, Jan?...
+
+BAKKER. Wat ’t was?... Wat ’t was?... Me kar met brood leeghale.... Me
+goudvissche stele!... Valsche diamante in me poote stoppe.... Ik mot me
+brooje terug!... Me brooje uit de bedstee! Ik mot me cente! (schiet op
+het raam toe, springt op Jan’s bed, roept:) Politie!... Politie!...
+
+DE ZWAAN (nijdig met de vlerken slaand). Ik ken getuige da-je ’m over
+je knie het gebroke.... Daar kenne ze niet tegen....
+
+BAKKER. Dan neem ’k met geweld! (holt op de bedstee toe).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Jacob.
+
+
+JACOB (die de trap af is gekomen—den bakker bij de bedstee werend).
+Hande thuis!
+
+BAKKER. Opzij of....
+
+JACOB. Of wat?...
+
+BAKKER. Of ’k bega ’n ongeluk!...
+
+JACOB (een groot slagersmes trekkend). Dat zelle me afwachte....
+
+BET. Jacob!... Jacob!...
+
+DE ZWAAN. Jacob, Jacob: met wil of met werken sla niemand dood....
+
+BAKKER (de trap op-wijkend). As jij steekt, steek ik dubbel—al trek je
+tien messe, ben ’k nog niet bang—niet voor ’n dozijn zooas jij.... ’k
+Neem d’r getuige op.... Jij het ’t gezien schoenfrik—en jij
+Lammersen—en jij zwaan....
+
+DE ZWAAN. Ik ben beneje de jare....
+
+BAKKER. Je ken ’t allemaal beëedige van de goudvissche enne de drie en
+zestig brooje enne van ’t mes dat-ie voor me neus het gehoue.... Ik
+haal ’n diender.... Met de gevangeniswage kom ’k voor je deur! (angstig
+af).
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Zwaan, Jan, Schoenlapper, Jacob, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen.
+
+
+BET. De schrik zit in me beene.
+
+AALTJE. Ik ken geen voet verzette....
+
+JACOB. Hij hèt hier niks mee te neme. Wàt wou-ie? (kijkt door den
+gordijnkier der bedstee). Ik vraag wat-ie.... (schrikt achteruit).
+
+BET (angstig). Wat zie je dan? (zij, Thijs, Aaltje, Lammersen en Sien
+schuifelen naar Jacob, staren dicht bij de bedstee, glimlachen
+verbaasd). Drie en zestig brooje....
+
+THIJS. Drie en zestig....
+
+LAMMERSEN. Je ken ’n bakkerij beginne....
+
+AALTJE. ’k Hei d’r nog nooit zoo’n berg gezien!
+
+JACOB. Drie en zestig.... Hoe hou je ze goed?
+
+SIEN. Waar mot ik nou gaan slape?....
+
+JAN (bij de tafel). En je schoene benne gebracht vader....
+
+THIJS. Me schoene? (tot den schoenlapper). Zoo zònder cente?
+
+SCHOENLAPPER. Jan het betaald, (zij draaien zich allen naar Jan,
+staande dicht tezaam, Bet met haar kerkboek, Thijs met zijn takel,
+Lammersen met de harmonica, Aaltje met het pak quitanties, Jacob met
+het groote mes).
+
+BET (glimlachend). Betaald?....
+
+JACOB. Betaald?....
+
+THIJS. Jan, Jan—hoe kom-ie an geld!.... Jan, Jan, as je ons in
+ongelegenheid brengt!... Jan, Jan, as ’t maar zuiver spul is!...
+
+JAN. Hou je ooge is dicht, moeder....
+
+BET. Goed, jongen.
+
+JAN. En jij ook, vader....
+
+THIJS. Ik doen ’t al....
+
+JAN. Juillie ook!...
+
+LAMMERSEN. Me ooge dicht?... Een of twee?
+
+JAN. Allebei.... Zoo. Nou motte juillie niet schrikke.... Jij doet
+valsch, Jacob!... Jij kijkt stiekem!
+
+JACOB. Ik kijk na de brooje....
+
+JAN. Mag-ie niet. Ooge toe! Allemaal! As ’k drie zeg, mag-ie ze open
+doen! Eene—tweeje—drieje!... (heeft een geel-groene ster uit de la
+gegrepen). Die is voor vader z’n takels....
+
+BET (na een aangehouden ònbèwègelijke stilte van allen). Jan—me lieve
+jongen—hoe kom je daar an?
+
+JAN. Ben met de zwaan weze vliege—geplukt op drie meter van de maan....
+
+BET. Jan—me lieve jongen—je mag niet neme wat van God-de-Heer is....
+
+JACOB. Sterre benne vrij (langzaam voor zich uit starend).... Sterre
+benne vrij.... Je mag geen appele plukke—geen pere—geen bloeme—sterre
+benne vrij—sterre benne vrij....
+
+BET. Jan—me lieve jongen—de sterre benne van God-de-Heer—die het-ie
+buiten ons bereik gesteld—daar magge me niet na tàste....
+
+JACOB. As me niks hebbe, magge me dat!...
+
+THIJS. Daar ben ’k angstig van—daar doen ’k me ooge bij toe....
+
+AALTJE. Jan, bran je vingers niet....
+
+JAN. Nou dan, vader!... Neem je ’m niet?
+
+THIJS.. Nee.... Zal ’k, moeder?
+
+BET. Jan—me lieve jongen—je het ’r geen geve over (smartelijk-angstig).
+Jan, ik hei al zoo’n boel gehuild—zoo da’k me trane niet telle ken....
+God-de-Heer zel ze an de hemel misse.... (naar boven starend). Heele
+gate benne d’r gekomme in de wolleke.... Stele, Jan, is erger nog as
+wat je broer Jacob in drift het gedaan... erger as ’t schandaal met je
+zuster! (tot de zwaan). Bè-jij de duvel, zwaan, da-jij voor ladder
+gediend het?... Laat de zwaan ze werom brenge, Jan, me lieve jongen, op
+de plaatse waarvan ze vandaan benne gekomme—’k wor as van de dood zoo
+benauwd, as ’k de plekke an de hemel zie, die je leeg het geplukt (de
+anderen kijken mede verschrikt omhoog).
+
+JAN (benepen). Mocht ’t niet, zwaan?
+
+DE ZWAAN. Hahaha!... Hahaha!... Juffrouw hoe kè-je zoo wurme over
+niks!... Ikke de duvel?... Ikke? ’k Hei toch geen bokkepoot!... ’k
+Vreet toch geen vuur....
+
+BET. Me zoon Jan hei-je opgezet tot ’n doodzonde... tot ’n
+doodzonde—dat weet je toch, zwaan....
+
+DE ZWAAN. Wees wijzer, juffrouw—de heele rijkdom in de stad loopt met
+sterre an d’r vingers, d’r halze, d’r oore—de koningin het ’r ’n kroon
+vol van in d’r haar....
+
+BET. Mensche as wij magge ’t niet.... Enne as iedereen plukke
+gaat—iédereen zulleke gate as Jan maakt—blijft ’r geen lichie meer in
+de hemel over (smartelijk) Geen lichie... Geen enkel lichie.... As ze
+de maan ook nog neme—en de zon ook nog neme—wat rest ’r dan?....
+
+THIJS (de handen naar de ster uitstrekkend). Zel ’k ’r?... Me takels
+zitte vast.... Me zelle geen zorreg meer hebbe—me zelle op heele
+schoene loope—me zelle drie-en-zestig brooje ete....
+
+BET (angstig). Nee! Nee! Nee!...
+
+JACOB. Al ha-je ’m uit de modder geschept—al geve ze me leveslang: ìk
+ben d’r niet vies van!...
+
+BET. Jacob... Jacob....
+
+JACOB (het mes neerleggend). Zes maande hè-’k me kop tegen de mure van
+me cel kapot gestoote—zes maande kalk en tralies en ’n reepie lucht zoo
+groot as me hande—zes maande as ’t nacht wier dezelfde ster, die hij in
+z’n vingers houdt—dezelfde gele ster met de groene rande—en geen ander
+licht!... As me hersens dampte, as ’k niet slape kon, zag ’k ’r—as ’k
+’n strop om me nek wou legge, zag ’k ’r—as ’k lee te vloeke, zag ’k
+’r—as ’k de dage, de ure dat ’t nog dure most, telde, telde, telde—as
+hij de schel van de segarewinkel—zag ’k ’r. Zes lange maande benne me
+same alleen geweest—het ze me hoore tekeer gaan, da’k ’t nòg is zou
+doen, nog is en nog is, as ze me weer ’t brood roove as toe met de
+staking (luciede lachend). Ik ben ’r niet vies van—me kenne mekaar....
+Wì-jij d’r niet, vader?... Nee?... Hahaha!... Jij niet, moeder?...
+Nee?... Mijn dan, Jan! (grijpt de ster uit Jan’s handen). God het ’r
+meer as zat, meer as zat—wij komme tekort....
+
+AALTJE. Da’s waar—wij komme tekort.
+
+THIJS. Wij komme tekort....
+
+LAMMERSEN. Dat doene me zeker!
+
+DE ZWAAN. Wat zee ìk?
+
+BET (angstig). Alles mag-ie wat d’r groeit—aarpels en groentes—niet wat
+an de hemel loopt, Jacob....
+
+JACOB. Hahaha!... Ik ben d’r dronke van—me beene doen of ’k te veel
+klare geroke! (bij z’n scharensliep). De bulle worde d’r nieuw van. Dat
+mes hè-’k alvast niemeer te slijpe—of ’t zoo gepolletoerd is!... Mò-je
+me beitel zien!... Het ’n rand van goud!... Wat zelle me ’t eerst
+koope, Jan?
+
+JAN. Je het je hoofd nog niet onder de pomp gehouwe—enne je zou drìe
+glaze water boordevol leeg-drinke....
+
+JACOB. Me drinke geen water—me drinke toejoer wijn as Bonnet voor jou
+het gebracht....
+
+LAMMERSEN. Zel ik d’r gaan hale in de slijterij om de hoek?
+
+AALTJE. Jij niet! Jij niet! Je hoeft ’t lieremannetje niet heelemaal te
+krijge....
+
+LAMMERSEN. Is ’t jóúw ster? (zij wil hem in de rede vallen). Moel houe!
+
+AALTJE. Moel houe?... Kommandeer jij je vlóóie!...
+
+LAMMERSEN. As me ’t vlooietheater koope, waar Jan, hahaha!
+
+JACOB. Drinke me ’n flesch wijn, vader—as van Bonnet—met ’n zilvere
+brani-hoed op z’n kop en ’n schort voor z’n buik?...
+
+THIJS. Van zóó’n steen as ’n kinderhoofie het de slijterij nooit werom!
+
+SIEN. Dan gane me ’m an de bank an de overzij wissele....
+
+BET. Jacob, Jacob—doe ’t nièt!
+
+THIJS. Ze kenne je na ’t bero slepe....
+
+BET. Ze zelle met z’n alle roepe: hou de dief!
+
+THIJS. Mot ik je van ’t bero komme hale, as met Jan z’n steen door de
+ruit van de horlogemaker?...
+
+LAMMERSEN. Waar is waar—(tot Aaltje) blijf ’r af met je
+zeepsopvingers—da’s geen spek voor jouw bek!—waar is waar: as je d’r
+mee op de gracht loopt, trapt de heele buurt op je hiele!...
+
+JACOB. Dan doene me ’t zoo—in me zak....
+
+BET (angstig-klagend). Jacob, Jacob—hij glimt je broek door....
+
+THIJS. Daar schrik ’k van—je staat van binnen in brand....
+
+JACOB. ’k Voel d’r niks van—da’s gedorie ’n bak as ’k nog nooit hé
+gezien—me broek is heel—’k lijk ’n fietslantaren!....
+
+SIEN. Doe ’m d’r is uit. Weg is ’t.... Doe ’m d’r is in.... Angstig!
+
+LAMMERSEN. Hahaha! (zingt). „Zie de maan schijn door de boome—makkers
+staak je wild geraas....” (de anderen zingen zachtjes mee.).
+
+AALTJE (de harmonica die hij wil gaan bespelen neerduwend). Toe schei
+uit! Motte me mekander niet verstaan!
+
+JACOB (de ster in de hand). Daar sta ’k bij te gape—daar loopt me hoofd
+bij leeg (steekt haar in z’n kiel).... Ze schijnt je heele boddie door
+(legt haar op de scharensliep). Verdraaid as je d’r erges verstoppe
+ken! Hoe krijge me d’r dan gewisseld? Zonder last met de polisie?
+
+DE ZWAAN. Dat weet ik.
+
+JACOB. Hoe dan?
+
+SIEN (schrikkend bij de la van de tafel, die ze snel weer sluit). Die
+lamme zwaan! Hoepel toch op!
+
+LAMMERSEN. Wil jij alweer wijzer weze—wijzer as wij zwaan?
+
+DE ZWAAN. Ik in me water zie de dinge eenmaal boven en eenmaal
+beneje—’t gras an de wallekant is wijzer as jij....
+
+LAMMERSEN. Dat denk-ie....
+
+DE ZWAAN. Je ken d’r hièr verkoope, Jacob.
+
+JACOB. Hier?
+
+THIJS. Hier in ’t pothuis?
+
+AALTJE. An wie?
+
+DE ZWAAN. Ik zel de mensche gaan roepe—de mensche met cente....
+
+JAN. De dokter, zwaan—en de kappelaan, zwaan—en de
+bank-van-de-overzij....
+
+DE ZWAAN. Laat mijn maar scharrele.... Je mot doen as die vent op de
+markt—eenmaal—andermaal—niemand meer?... Je ken niet wete wat ’n gèk
+d’r voor geeft!
+
+JACOB. As ze maar bieje....
+
+JAN. Voor tienduizend doene me ’t....
+
+DE ZWAAN. Hier mot je weze, mensche! Hier mot je weze! Me hebbe ’n ster
+tekoop....
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+De Vorigen, daarna achtereenvolgens op de trap: Bonnet, Riesje,
+Kapelaan, Dokter, Bankier, De Schele. Naast de Zwaan een menigte
+beenen, een paar gebogen lichamen en het meisje van Bierman met een
+vlieger. Riesje houdt bloemen èn ’n prentenboek in de hand; de Bankier
+heeft ringen met steenen aan de vingers en een zwaren gouden ketting;
+de Schele heeft koolvegen in het gelaat.
+
+
+BONNET. Heere! Heere! (houdt de handt voor de oogen). Wat ’n lamp is
+dat!
+
+JAN (vroolijk). Hù!... ’t Is geen lamp....
+
+RIESJE. Hou je ’n spiegeltje in de zon, Jan?
+
+JAN. ’t Is geen spiegeltje....
+
+KAPELAAN. Thijs Banes hoe komt ’t zoo licht hier!... Bè-jij ’t Jan—’k
+zie je maar hallef....
+
+JAN. Geplukt op drie meter van de maan, kappelaan!
+
+DOKTER (z’n bril afdrogend). Me glaze—me glaze—brande in me ooge....
+
+JAN. Me benne rijk geworde, dokter!
+
+BANKIER. Da’s ’n schat—’n schat—zoo heb ik d’r niet een—niet één....
+
+JAN. Ik hè-d’r ’n la vol van, meneer!... Nou dan Jacob!...
+
+JACOB (tot de pratenden, buiten). Suscht!
+
+LAMMERSEN. Stilte!...
+
+JACOB (tot de bukkenden, bij het raam). Of juillie nou kijkt en kiest:
+wie geen zak duite het, ken opdoeke!... Stilte!... Me gane verkoope....
+Mò-’k me longe uitschreeuwe?... Me hebbe hier ’n diamante steen, die in
+me zak as ’n kaars brandt.... Geloof je me niet, meneer?...
+
+BONNET. Zeg ik nee?
+
+JACOB. Je mot me weer is voorbijloope, nou ’k je met cente ken dood
+smijte!... Die in me zak brandt, zee ik (laat het zien). Nou? (algemeen
+gezucht van verwondering). En die in me boddie brandt (doet
+het—hernieuwde verbluffing). Die steen is niet van steen en niet van
+glas—d’r zit geen lichie van binnen—dààr!—hóé je ’m draait blijft de
+vlam ’r in—je hande doet-ie geen zeer—je vingers bladdert-ie niet—je
+warmt ’r je ooge an, zonder dat-ie hette geeft.... Da’s ’n mes! Zie je
+dat mes? Da’s ’n mes van ijzer zoo dun. Wat wordt ’t? Da’s geen mes
+meer—da’s geen ijzer meer—da’s geen heft meer—da’s zilver, kokend
+zilver van guldes en daalders!... Wat is dat?... Is dat ’n beitel?...
+Is dat ’n beitel!... Da’s alweer van zilver, met ’n bandje van goud!...
+Met die steen, mensche, hoef je niemeer te werke—de bakker smijt de
+alkove vol brood—de schoen-maker lapt je zole en hakke....
+
+SCHOENMAKER. En nieuwe wreefstukke....
+
+JACOB. En wreefstukke—hoor je ’t?...
+
+SCHOENMAKER. En nieuwe veters....
+
+JACOB. En veters—hoor je ’t?... As je in de zorreg zit...
+
+AALTJE. As ik—kijk me pak is!...
+
+JACOB. Kijk d’r pak onbetaalde briefies!—hei-je ineene de ton uit de
+Staatsloterij—kè-je je takels en kleere uit de lommerd hale....
+
+BET (benepen). En ’t kerkboek met ’t gouwe slot.
+
+JACOB. Hoor je dat, mensche....—je kerkboeke....
+
+KAPELAAN. Ho! Ho! Ho!... Mag niet! Mag niet!
+
+JACOB. Màg niet?...
+
+KAPELAAN. Kerkboeke magge niet na oome Jan....
+
+BET. ’k Hè-d’r z’n eiere van betaald....
+
+KAPELAAN. Mag niet.... Mag niet...
+
+JACOB. Verkoop ik nou de steen of jij?... Stilte daar buiten!... Wie
+staat ’r te lache?
+
+JAN. Da’s de schele van hiernaast, die-die in ’t kolehok op had
+geslote—zie je toch an d’r zwarte gezich!... Je lijkt wel ’n nikker,
+schele!...
+
+LAMMERSEN. Was-ie goed?
+
+AALTJE. De flauwe streke! Geef ’m geen asem, Jan!
+
+BANKIER. Thijs, laat je zoon Jacob opschiete—anders krijg je geen
+kwitanties meer voor me te incasseere...
+
+THIJS. Hoor je niet, Jacob?... De meneer van de bank-aan-de-overzij het
+geen tijd....
+
+BANKIER. Me klerke zitte te wachte....
+
+AALTJE. En de meide voere niks uit! Ga an je werk Jans....
+
+JACOB. Dag schele! Je mag je wel wassche—anders wordt ’t heeregoed
+zwart, hahaha! (de schele af). Nou dan!... Wie biedt ’r? Wie biedt ’r?
+Wie biedt ’r?... Niet allemaal tegelijk.... Me verstane mekaar geen
+woord!... Wie biedt ’r?... Wie biedt ’r? Wie dan?... Me ster weegt geen
+ons en geen pond en geen tien ponde—me ster ken ’k niet houe van de
+zwaarte.... Met zoo’n reuzester, mensche, raak je niet in ’t rooie
+dorp—groeit ’r geen eelt an je duime—kè-je in ’n huis an de gracht met
+’n stoep en twee deure gaan wone—koop-ie ’n slijperskar met ’n ponnie
+en koperbeslag—eet je gebraje spek bij je aarpels—rook je segare....
+
+BONNET. Met bandjes....
+
+JACOB. Zit je in de kerk....
+
+KAPELAAN. Bij ’t doopvont....
+
+JACOB. Brengt de dokter pijpe drop en zoethout....
+
+DOKTER. Midden in de nacht voor je mee....
+
+JACOB. Draag-ie hooge hoeje....
+
+BANKIER. En ringe as ik....
+
+JACOB. Met zoo’n ster drink je wijn, of ’t je bruiloft is en soep met
+vleeschprakkies—waar, Jan?
+
+JAN. Dat ’t vet an je tong kleeft!....
+
+JACOB. Met zoo’n ster, van vlak naast de maan, kè-je ete en lol make en
+na ’t Kalfie rijje met twéé knolle d’r voor—’n hééle dag buiten—’n
+hééle dag—en ’s nachts in ’n bed van heb-’k-jou-daar, zonder rematiek
+in je schoere! Met zoo’n ster—zoo’n ster....
+
+SCHOENLAPPER.... Van Bethlehem—met doorne is-ie gekroond....
+
+JACOB. Kè-je bloeme koope—schuite vol....
+
+RIESJE (hem de hare toewerpend). Daar hè-je de mijne, Jacob....
+
+JACOB (ze oprapend—de bloemen in de eene, de ster in de andere hand).
+Met me ster kè-je de weg na de hemel vinde—uit je hel rake, mensche!
+
+BET. Jacob, Jacob—zeg-ie ’t wéér? ’k Hè-je zoo dikkels verboje....
+
+KAPELAAN. Jan, hoeveel doodzonde benne d’r?
+
+JAN. Zeven, kappelaan! (snel). Hoovaardigheid, gierigheid,
+onkuischheid, nijd, gulzigheid, gramschap, traagheid....
+
+KAPELAAN. Goed zoo, Jan. Heel goed, Jan (tot Jacob). As jij ’t óók maar
+zoo wist.... Geef d’r mijn voor de godslamp van ’t altaar, Jacob—voor
+de godslamp—dan zelle me honderd kaarsies brande voor Jàn....
+
+DOKTER. Toe je ’n ijzersplinter in je oog ha gekrege, Jacob, het Jan
+d’r bij gezete, hoe ’k met me elektrieke lichie in je hoofd hè
+gekeke—enne de watte voor Jan hè-’k zellef meegebracht—duizend losse
+guldes geef ’k toe....
+
+BANKIER. Jacob—ik geef d’r tienduizend....
+
+BET. Tienduizend.... Tienduizend....
+
+KAPELAAN. De godslamp gaat voor!
+
+DOKTER. Tienduizend en één....
+
+BANKIER. Elfduizend....
+
+BONNET. Elf duizend en ’n kissie segare.
+
+DOKTER. Twaalf duizend....
+
+BANKIER. Ik ben van de bank-an-de-overzij—ik laat me niet kenne!
+Twintig duizend jantje contantje....
+
+KAPELAAN. De godslamp gaat voor.... In de godslamp is haast geen olie
+meer....
+
+BANKIER. Ik ga voor! Dertig duizend!... Dertig, hoor je, Jacob?
+Hoor-ie, Jan?
+
+LAMMERSEN. Zelle me d’r tien gulde bijlegge, petroon?... Dertig duizend
+en tien....
+
+AALTJE. Bè-je dol! Je het ommers geen rooie cent....
+
+JACOB. Dertig duizend en tien—en tien—wie meer—wie meer?... ’t Kost me
+duurder ingekocht!... In de groote magezijne, die op laste van gas en
+belastinge zitte, krijg je ze voor geen honderd! (als ’n koopman op de
+markt). Ik sta hier niet voor me plezier, mensche! Ik mot me patent
+betale! Van de marktmeesters hè-’k permissie! ’t Is ’n merakel, ’n
+merakel, ’n merakel! De werkman mot de werkman steune! As ’k in me kis
+leg, zel je nog an me denke! Maar ’k sterf niet—’k hè pas voor vijftig
+jaar bijgeteekend! ’n Merakel! ’n Merakel! ’k Ben te nakend om crediet
+te geve—’t mot weg, weg, weg!... Wanneer de bruid is an de man, wil ’n
+ieder d’r an! Merakel! Merakel!... Wie meer as dertig duizend en
+tien?... Eenmaal....
+
+LAMMERSEN.. Wat haast je nou, Jacob? Mot ik d’r an blijve hange?...
+
+JACOB. Ken mijn niet schele.... Eenmaal, andermaal....
+
+BANKIER. Veertig duizend....
+
+JACOB. Veertig duizend.... Veertig duizend.... Veertig duizend....
+Eenmaal....
+
+KAPELAAN. De godslamp gaat voor....
+
+JACOB. Andermaal.... Ten derde maal!... Voor de meneer van de
+bank-an-de-overzij.... Daar hei-je ’r!
+
+BANKIER. ’k Zal je daalijk de cente an late reike (neemt de ster aan,
+die nog even in zijn hand licht, dan plots dooft). Hij is z’n vuur
+kwijt! (angstig). Hij brandt niemeer (algemeene teleurstelling). Zóó
+mot ik d’r niet, zóó hè-’k d’r niet gekocht....
+
+JAN. Dat ken ommers niet.... Laat mijn d’r is kijke! (grijpt de ster,
+die dadelijk weer schijnt). Zie je, meneer! (reikt haar opnieuw over.
+De ster verliest haar licht in de handen van den Bankier).
+
+BANKIER (vertoornd). ’k Zie niemedal!... ’k Hei ’n ster mèt licht
+gekocht....
+
+JAN (verlegen). Daarnet dee ze ’t toch (herneemt de ster, die in volle
+lichting glanst). Hèt ze licht, kappelaan?
+
+KAPELAAN. Dat het ze.... Ze het ’n licht as geen godslamp nog
+het—(grijpt haar—de ster dooft in zijn hand. Allen wijken onthutst van
+de trap. De kapelaan maakt het teeken des kruizes, legt de ster op
+Jacob’s scharesliep).
+
+JACOB (haar weer in volle glanzing opnemend). Hoe ken dat nou Jan?
+
+JAN (die naar de tafel gevlucht is). Weet ik ’t! Ken ik ’t hellepe? De
+zwaan het ze (in de la kijkend).... Zwaan, zwaan.... d’r leit ’r niet
+één meer met licht—ze benne allemaal dóód....
+
+DE ZWAAN. Ik sta d’r zellef van te beve.... Hè-’k nog nooit meegemaakt.
+Dat komt omdat de zon an de hemel staat, Jacob—enne over de dake
+schijnt.... Daar kenne ze niet tegen, Jan.... Daar worde ze bang van,
+Jan.... Daar schuile ze bij weg, Jan.... Je ziet ze ommers nooit
+overdag!... As ’t weer nacht wordt—as de maan van achter de wolleke na
+vore stapt—zelle ze door de rete van de la schijne.... Ik lieg d’r geen
+woord van!...
+
+JACOB. En de mijne dan? (vreugdevol). Brandt de mijne niet as ’n
+spaander?... Brandt-ie niet dat ’t ’n lust is—in me poote? (met zwakke
+teleurstelling). Maar wat hè-’k an ’n ster zònder cente?...
+
+DE ZWAAN. As je lacht bè-je meer as tevreje, Jacob... Je lacht of je in
+de zon staat te kijke, waar of niet, Jan? Waar of niet, moeder?... Waar
+of niet, vader?...
+
+JACOB. Kenne me d’r àlles mee koope?...
+
+DE ZWAAN. Alles—as je je haast—vóór-ie as de andere schuile gaat.... En
+wâ-je krijgt mo-je dééle...
+
+JACOB (lachend). Da’s goeie!... En die in de la?
+
+DE ZWAAN. Die brande vannacht en morregenacht en overmorregenacht, zoo
+lang as je maar denke kan.... Lach je weer, Jan?
+
+JAN (onbeweeglijk in den leunstoel). Me lache met z’n alle.... Moeder
+lacht—en vader lacht—en de schoenfrik lacht—en de waschbaas lacht—en de
+juffrouw lacht—maar de dokter en de meneer-van-de-bank en me zuster en
+de meneer-uit-de-segare-winkel en de kappelaan lache niet.... Waarom
+lach je niet, kappelaan?
+
+KAPELAAN. Die ster het de duvel gebracht—wie d’r anraakt komt in ’t
+eeuwige vuur—de hemel is eeuwig—de hel is eeuwig—hè-’k je geleerd
+Jan!....
+
+JAN (angstig). Hoor je dat, zwaan?
+
+DE ZWAAN. Jacob—’t dakraampie van ’t huis an de andere kant van de
+gracht, waar de mevrouw met de zeven honde woont, die de scheerder
+elleke week wassche mot, begint bleek te worde enne de kopere
+schelleknop glimt of d’r ’n smeris staat.... Jacob, de bakkers gane
+rije en ’t werkvollek loopt met d’r boterhammezakkie.... Jacob, de
+winkels make ze an kant en de klok van de kerk zel gaan luie.... Wi-je
+nog inslaan voor vandaag, dan mo-je d’r spied achter zette.... Làng
+houdt ze d’r vonke niemeer....
+
+JACOB. Opzij mensche! Daar komme me met de grootste steen van de
+wereld!.... Ga je mee, vader? Ga je mee, Lammersen?... Speel ’n deun op
+je kerkorgel, dat de buurt over de drooghekke kijkt! De muziek voorop
+en me ster d’r achter! Ze magge de strate wel afzette!.... Laat meneer
+de kappelaan deur, mensche—die mot ’r niks van hebbe (tot den
+meneer-van-de-bank, die mee weggaat). Nòg kè-je d’r an—voor
+veertigduizend! Nee? Vooruit! Niet allemaal gelijk op de trap—ze zwiept
+’r van op en neer as ’n dobber.... Eerst juillie! Ik loop in geen zeven
+sloote.... Nou dan, Jan!
+
+JAN. Nee, ìk niet—de la kenne me niet alleen late—enne me beene voele
+zoo raar—of ’k d’r sneeuwballe mee hè gegooid zoo steke ze—’k ken d’r
+geen trekking in krijge.... Zeg-ie me niet gedag, moeder?..
+
+BET. Ik ga niet weg....
+
+JAN. En je gaat na buiten!...
+
+BET. ’k Blijf voor de deur.... ’k Ben zoo bang in de volte....
+
+JACOB (tot Lammersen, die naast de zwaan bukt). Hé! Speel je niet,
+hinkepoot? (de harmonica zet in). Zoo loope me gesmeerd.... Daar benne
+me, mensche! Daar benne me! (Langs het tuimelraam beweegt een langdurig
+gedrang van beenen, rokken, kinderen, honden, enz.).
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+De Zwaan, Jan, Riesje, Sien.
+
+
+RIESJE. D’r komt geen end an.... Of ze de koningin wachte!... Hei-je je
+strikkie nog, Jan?... Nog meer! Nog meer! Wat ’n vollek! Wat ’n
+vollek!... Da’s ’n huzaar met spore.... Da’s de vleeschhouwer.... Da’s
+de teef van de lantaarnopsteker.... Zelle me gaan kijke, Sien?...
+
+SIEN (nijdig). Nee!
+
+RIESJE. Me magge toch?
+
+SIEN. ’k Hei geen trek!
+
+RIESJE. Jij dan, Jan?
+
+JAN. Ik ben zoo moei in me kop....
+
+RIESJE. Wat hindert dat?
+
+JAN. Me voete en me hande slape....
+
+RIESJE (angstig). Slape?... Doe is zóó! (heft de knie).
+
+JAN. Ken ’k niet.... D’r houdt iemand me voete vast.
+
+RIESJE. Doe is zóo (heft de twee handen).
+
+JAN. Ken ’k niet.... Ken ’k niet.... D’r hange gewichte an me polse....
+Daarnet hè ’k toch nog alles gedaan...
+
+RIESJE. Hoe ken dat dan?
+
+DE ZWAAN. Van de schrik dat de zon de lichies in de la uit het
+geblaze....
+
+JAN. Je mot me moeder gaan roepe, staat bij de deur....
+
+RIESJE. En dan kijk ’k meteen.... ’k Zie d’r niet. ’k Zel d’r zoeke
+(af).
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+De Zwaan, Jan, Sien, Bakker.
+
+
+DE ZWAAN (tot Sien, die op de tafel toegaat). Sien—bezondig je niet....
+
+SIEN. Mo’k ’t gordijn weer toetrekke, lam beest!
+
+DE ZWAAN. Je het ’r af te blijve, zeg ’k....
+
+SIEN. Hindert ’t jóu as ’k d’r na kìjk?....
+
+DE ZWAAN. Ze benne van Jàn....
+
+SIEN. Van Jan! Van Jan! Hoor haar!.... Je het ze zellef gestole!
+Hei-jij d’r geve over? (rukt de la open).
+
+JAN. Sien, Sien, blijf d’r af....
+
+SIEN. Kles maar!
+
+JAN (smartelijk, als in versteening). Sien—ik ken me niet bewege—me
+hande benne vastgegroeid—ik mot ze voor móéder beware (er wordt buiten
+gefloten). O!... O!...
+
+DE ZWAAN. Oppasse Jan!.. Jezis, Jan, da’s de meeldief!..
+
+JAN. Sien, Sien neem ze d’r niet uit! Sien, ik ben an de stoel
+vastgespijkerd! Sien, me ooge benne blind van me trane....
+
+SIEN. Wat grien je nou schaap—’k kìjk toch enkel!...
+
+BAKKER (naast de zwaan). Me drie en zestig brooje werom en me
+vier-vijf-en-negetig en me vier goudvissche! Ik breek jou je nek,
+bliksemsche aap! ’k Sla alles kort en klein! D’r uit! Mee na ’t
+bero!....
+
+JAN (onbewegelijk). Me voete slape en me hande slape, bakker....
+
+BAKKER. Dat lieg-ie!
+
+SIEN (de zwak-glimmende sterren in haar voorschoot ladend). Venacht as
+ze weer brande, zelle me betale....
+
+JAN. Sien, doe ’t nou niet....
+
+BAKKER. Mee na ’t bero! Mee na ’t bero!...
+
+SIEN. Ik mot me boetes betale—de baas van de febriek het aldeur de
+smoor an me.... Jij de helft, bakker? Jij de helft?
+
+DE ZWAAN. Sìen is ’n dief en de bakker is ’n dief... Zel ’k de heele
+dag in me vijver legge schreeuwe!...
+
+SIEN. ’k Waarschouw je!
+
+BAKKER. Dat mo-je nou nog is zegge!
+
+DE ZWAAN. Sien het gestole en jij het gestole....
+
+BAKKER. Ik draai je je nek om!...
+
+DE ZWAAN. Sien het de sterre uit de la gemoerd.... Sien is ’n dief en
+jij stopt krijt in je meel!... Sien het de sterre in d’r schort!...
+
+SIEN. ’t Benne geen sterre! (verbergt ze).
+
+DE ZWAAN. Hoe meer je ze wegdouwt, hoe sterker ze lichte. (Sien’s
+toegeknoopt voorschoot laat zwakken schijn door). Zie je ’t Jan?...
+
+SIEN. Sla ’m dood met je stok, bakker! Sla ’m dood—sla ’m dood!... Hij
+zel ons verraje!... Me rake in de kast!...
+
+BAKKER. ’k Weet beter! ’k Weet beter! (grijpt den nek van de zwaan).
+Geef ’t touw dat daar leit! Vlug dan! Vlug dan! Hij wringt as ’n
+aal!...
+
+JAN. Moord!... Moord!... Moeder!... Moord!
+
+SIEN. As je je mond niet houdt!...
+
+BAKKER. Blauw wordt-ie d’r van...
+
+DE ZWAAN. Hullep! Hullep, Jan!... Hij keelt me, de meeldief!...
+
+JAN. Moord!... Moord!...
+
+BAKKER. Hou vast jouw eind!... ’k Leg ’n lus! Hou vast!... Trekke!...
+Anhale!...
+
+JAN. Moeder!... Moeder!... Ze vermoorde me zwaan!
+
+DE ZWAAN. Hullep! Hullep!...
+
+SIEN. Hij schreeuwt de bure bij mekaar! Sla d’r op met je stok!
+
+BAKKER. (z’n voet op het gespannen touw zettend). Knap as-die piept!
+(heft den stok). Nou kè-je d’r van luste, smeerlap! (slaat dat het
+dreunt).
+
+JAN. Moord!... Moeder!... Moeder!...
+
+BAKKER. As je niet stil ben jij—krijg je ook ’n lus om je nek,
+bliksemsche aap, ’n dubbele lus da-je geen asem meer haalt! (dreunt met
+den stok). Da’s voor me goudvissche! Da’s.... Da’s.... Da’s....
+(dreunt).
+
+JAN (hartstochtelijk-schreiend). Ik kè-je niet hellepe!... Moord!... Me
+beene benne dood!... Moord!... Sla ’m zoo niet!... Sla ’m zoo niet!...
+Moord!...
+
+SIEN (terugwijkend). Hij is kapot.... Late me d’r vandeurgaan.... D’r
+zit bloed an me hande.... D’r zit bloed an jouw hande.... God, God, ze
+zelle me met me lichies zien loope.... Wat motte me doen? Wat motte me
+doen?...
+
+BAKKER. De trap op! De trap op!... Haast je!
+
+SIEN (de trap opstormend). Draag jij ze! Draag jij ze! O! O!.... Ze
+brande me goed door!... Ze springe na de hemel terug! (af met bakker.
+De zwaan ligt met bloedenden nek).
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+Jan, De Zwaan, later Thijs, Bet, Jacob en gebukt voor het raam, naast
+de doode zwaan: De Dokter, Lammersen, Aaltje, Schoenlapper, Bonnet,
+Riesje, De Schele, Meisje van Bierman en meerderen.
+
+
+JAN (onbewegelijk). Zwaan! (angstiger roepend). Zwaan! Zwaan dan!... Je
+kijkt me an en je praat niet!... O, je bloed loopt op me bed!... ’k Zel
+’t an Jacob vertelle.... Jacob zel ’m met z’n mes doodsteke....
+Hullep!... Hullep!...
+
+JACOB (van rechts op de trap met kaas en ham). Wat is d’r, Jan?
+
+JAN. Me zwaan is dood....
+
+THIJS (met een tulband). Dood?...
+
+BET (met een wijnflesch in iedere hand). Hei-jij zoo geroepe, Jan, me
+lieve jongen? (buiten verdringen zich de bukkende hoofden naast de
+zwaan, in elk der handen etenswaren, ’n groot brood, ’n mand groenten,
+’n petroleumkan, ’n worst).
+
+JAN. Me hande slape—me voete slàpe—me sterre benne gestole, gestole,
+gestole—me zwaan is vermoord, vermoord, vermoord... Moeder! (het
+tooneel wordt plots geheel donker). Moeder!... Hullep!...
+Moederlief!... Hullep!...
+
+
+
+
+
+SLOT.
+
+
+BET (in het donker). Roep-ie, Jan?
+
+JAN. Moederlief! Moederlief!...
+
+BET. Ik kom al.... ’k Vin de lucifers niet....
+
+JAN. Me zwaan is vermoord, vermoord....
+
+BET. God-nog-an-toe, kind, wat ga je te keer (zij strijkt een lucifer
+aan, die uittocht, neemt een tweede en in haar bevende handen begint de
+lamp te lichten).
+
+
+
+
+
+TWAALFDE TOONEEL.
+
+
+Het tooneel is weer geheel als in het Eerste Bedrijf. De gordijnen zijn
+voor het raam geschoven. Sien ligt in de achterste bedstee, Thijs in de
+voorste, Jacob op den grond.
+
+Jan, Thijs, Bet, Sien, Jacob.
+
+
+JAN. Moederlief, hullep! Hullep! Me zwaan hebbe de bakker en Sien....
+’t Bloed loopt op me bed—’t bloed loopt op me bed!...
+
+BET (schril-angstig). Thijs!... Thijs!... Sta dan op Thijs!
+(schreiend). De jongen is zoo naar!...
+
+THIJS (uit de bedstee springend). Wat is ’r dan? Wat is ’r dan?
+
+JAN (wild met de armen zwaaiend). ’t Bloed loopt uit z’n bek—z’n veere
+zien d’r rood van.... Ze hebbe me zwaan—me zwaan....
+
+BET. Toe Jan, me lieve jongen! Wat doe je vreemd, kind.... Wij benne
+toch bij je.
+
+JAN (krijschend). Me sterre benne gestole.... D’r leit ’r niet een
+meer!...
+
+THIJS. Nou!... Nou!... Je schreeuwt de bovenbure wakker....
+
+BET. De dokter!... De dokter!... Hij sterft onder me hande!... Zie je
+dat niet?...
+
+JAN. Ze legge ’n lus om me hals!... Help me dan moeder!... Moeder!
+
+THIJS (op het wekkertje kijkend). Hallef vier!... As-ie maar mee
+wil.... ’t Is al tweemaal voor niks geweest (af).
+
+JACOB (norsch). Hei-je pijn, Jan?... Jan!... Kom nou Jan! (belicht het
+bed met de lamp).
+
+SIEN (in de bedstee). Ken ’k soms hellepe, moeder?
+
+JAN (wild z’n moeder wegstootend). Moord!... Moord!... Ik ken geen asem
+meer krijge... Mijn doen ze ’t ook!.. Ik.... Ik.... Ik....
+
+BET. Toe me jongen—kom tot je zellef—d’r doet je niemand wat....
+Jantje.... Jantje!.... Ik ben ’t... Ik!... Za’k ’n kouwe doek op je
+hoofie legge?... Wat?... Wat?...
+
+JAN (zich opheffend, kijkt naar de raamgordijnen, gebaart er heen,
+smakt achterover).
+
+BET (met water en ’n doek, wijkt terug, laat alles vallen, stort op het
+bed toe. Jacob schoorvoet naar het hoofdeinde, neemt aarzelend ’n
+afgezakte hand). O! O! O!
+
+THIJS (boven aan de trap). Hij komt in ’n kwartier....
+
+JACOB. Niet meer noodig.... (trekt het laken over ’t hoofdje). Nou
+moeder—de stumper is uit z’n lijje.... het uitkomst.... uitkomst, mo-je
+denke....
+
+ Einde.
+
+
+ Scheveningen, Juli–September 1907.
+
+
+
+
+
+
+
+
+ VREEMDE JACHT.
+ EEN SPEL IN DRIE BEDRIJVEN
+
+ DOOR
+ HERM. HEIJERMANS JR.
+
+
+ Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden
+ volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
+
+
+
+
+
+
+
+
+Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1907.
+
+
+ DRAMATIS PERSONAE:
+
+ Mevr. de Douairière Van Walden.
+ Dolf, haar zoon.
+ Charles, haar kleinzoon.
+ Hope, verpleegster.
+ Dokter Jan Linden.
+ Annie, zijn vrouw.
+ Schmidt, detective.
+ Jaap, bediende bij Dolf.
+ Grete Donker.
+ Suze Meier.
+ Sofie Delange.
+ Agnes Delange.
+ Een hotelier.
+ Een kelner.
+ Een dienstmeisje.
+
+Het Spel geschiedt in Holland.
+
+
+
+
+
+
+
+
+EERSTE BEDRIJF.
+
+
+(De rijk-gemeubileerde zitkamer van een hotel, aan zee gelegen. In den
+achtergrond eene draperie van gordijnen met schuifdeuren, als
+afsluiting voor een slaapkamer met statig bed, marmeren toilettafel,
+lavabeau etc. Eerste en tweede plan, rechts, balkondeuren naar de
+zeezijde—derde plan, dito, toegangsdeur. In het midden van den
+voorgrond een notenhouten luxe-tafel, waaromheen causeuses en waarboven
+een electrische kroon. Eerste en tweede plan, links, een
+schrijf-nécessaire met staande electrische lamp. Derde plan, dito,
+toegangsdeur. De linkerhelft der draperie, het hoofdeinde van het bed
+maskeerend, hangt neer. Avondschemer).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Hope, de kelner.
+
+
+KELNER (na een paar maal geklopt te hebben, treedt van rechts binnen,
+zet een presenteerblad met schalen op een zijtafeltje naast de deur,
+spreidt op de groote tafel een servet, legt daarop bord, mes, vork,
+lepel, kijkt Hope, die met een boek in de hand, in een leunstoel bij de
+balkondeuren ingeslapen is, driest aan). Hum!... Hum!... (Hope beweegt
+niet. Hij loert in de achter-slaapkamer, verlaat het vertrek door
+dezelfde deur, keert besluiteloos terug, beklopt de deur luider aan de
+binnenzij).
+
+HOPE (wakkerschrikkend, het boek op tafel neerleggend). Wie daar?
+
+KELNER. Ik, juffrouw—ik por maar wat harder—de boel wordt koud.
+
+HOPE (snel op de kamer toegaand en luisterend). Heb ’k niet verzocht
+zoo zacht mogelijk te kloppen?... U weet toch dat ’r ’n zieke ligt!
+
+KELNER. Nou snap ’k niemeer waar ’k me an mot houen!... Toen ’k
+vanmorgen tè stil binnen kwam, kreeg ’k ’n uitbrander, omdat u in uw
+onderlijfie stond....
+
+HOPE. Zeg ’ns—jij zal me ’n groot pleizier doen je afstand te
+bewaren—dat ’s de derde waarschuwing... Je kan gaan....
+
+KELNER. Sivoeplee... Alleen...
+
+HOPE. Heb u me verstaan?
+
+KELNER. Sivoeplee... (bij de deur). De wijnkaart ligt naast de servet
+van de juffrouw... Une fois c’est pour moi!... Pour moi.... (af).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Dokter, Hotelier.
+
+
+HOPE (na nog eens achter de draperie gekeken te hebben, zit wederom in
+den leunstoel bij het balkon, droogt zich de oogen. Een bescheiden
+getik). Binnen... (staat op). Dag dokter.... Dank u wel—gaat u zitten:
+ze slaapt—dat u zoo hartelijk is voor de tweede maal....
+
+DOKTER.... Is u ’n paar uurtjes gaan liggen, zooals ’k u gezegd heb?
+
+HOPE. ’k Heb in den stoel voor ’t raam....
+
+DOKTER. Noemt u dat liggen?.... U zult uzelf kapot maken. Dat houdt u
+vannacht niet uit. Mag ’k licht opsteken?...
+
+HOPE. Een oogenblikje... (laat de portière geheel zakken, gaat op den
+knop bij de deur toe, ontsteekt de kroon). Alsjeblief dokter.
+
+DOKTER. Zoo zien we mekaar tenminste. De eerste regel bij
+ziekenoppassen, zuster, is ’t zichzelf in acht nemen.... Charité bien
+ordonnée....
+
+HOPE.... Commence par soi-mème.... Zal ’k ’r wekken?
+
+DOKTER. Zijn de benauwdheden terug gekomen?...
+
+HOPE. Om zes uur nog even, maar gelukkig niet làng... Wie daar (tot den
+Hotelier). Ik kan u nu niet ontvangen. U ziet dat ik belet heb....
+
+HOTELIER. Pardon—als ik dérangeer, zuster—’t is juist om den dokter....
+
+HOPE (uit de hoogte). Dien kunt u straks....
+
+HOTELIER. Pardon—ik moet zoo dadelijk de deur uit... Als u ’t
+permiteert wou ’k dokter één seconde lastig vallen, één seconde....
+
+DOKTER. Ik zal onmiddellijk op uw kantoor....
+
+HOTELIER. De zaak is... (op een ongeduldig gebaar van Hope). Pardon....
+U moet toch ’n beetje consideratie met ons hotel gebruiken.... Als
+mevrouw overlijdt....
+
+HOPE. Zachter asjeblief....
+
+HOTELIER. Als, als, zeg ik—worden de families van twee- en
+drie-en-zestìg enorm gecontrarieerd... zullen andere families
+onmiddellijk vertrekken—we zijn midden in ’t seizoen.... U weet,
+dokter, hoe de menschen zijn.... Ik ben niet onbillijk.... Niet één
+logeergast zal in de komende weken de appartementen willen
+betrekken.... Als we hadden kunnen voorzien....
+
+HOPE. Voorzien?... Als wìj hadden kunnen voorzien—zouden we in de
+laatste plaats van ùw gastvrijheid geprofiteerd hebben.... Heeft u méer
+de gewoonte logées lastig te vallen?...
+
+DOKTER. Suscht! Suscht!... We gaan naar de conversatiezaal, meneer....
+
+HOTELIER (retireerend). U heeft gelijk en ongelijk.... Maar....
+
+DOKTER.... Geen verdere maren.... Ik kom bij u....
+
+HOTELIER. ’t Gasthuis—’t Hopital Wallon—is telephonisch verbonden—heeft
+’n magnifieke auto om zieken te vervoeren.
+
+DOKTER. Onder géén omstandigheden! Onder géén. ’k Zal ’t u beneden
+uitleggen—hier niet (af met Hotelier).
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Charles, Kelner.
+
+
+HOPE (verdwijnt even achter de portières).
+
+CHARLES (jonge man, ongeveer 24, scherp gelaat, zonder snor, modieuze
+gekleede jas, hooge hoed—komt door linkerdeur op: tot kelner). Is ’t
+hier?
+
+KELNER. Ja, meneer.
+
+CHARLES. Een en zestig?
+
+KELNER. Ja, meneer.
+
+CHARLES. ’k Zie niemand.
+
+KELNER. De dames zullen daar zijn.
+
+HOPE (tusschen de portières, legt een vinger op den mond. Kelner af.
+Zij schuift voorzichtig de deuren der slaapkamer toe). Zoo. ’k Ben blij
+dat ù tenminste gekomen is.
+
+CHARLES. Is ’t zóó ernstig?
+
+HOPE. Heel, heel ernstig.
+
+CHARLES. Sinds wanneer?
+
+HOPE. Sinds eergistermorgen—na ’n bezoek aan de Stichting.
+
+CHARLES. Wéér aan ’t hart? (zij knikt). De vorige keer dachten we
+ook....
+
+HOPE. Driemaal is ze bewusteloos geweest—de dokter heeft ’r ’n
+kamfer-injectie gegeven....
+
+CHARLES. Ja ja.... Heb jij ons getelegrafeerd?
+
+HOPE. Op advies van den dokter.
+
+CHARLES. Wat zegt-ie?
+
+HOPE. Wat u ongeveer denken kan—’n vrouw op leeftijd....
+
+CHARLES. Spijt me, dat je telegram nageseind moest worden. ’k Was
+eergister niet in Trouville....
+
+HOPE. Nièt in Trouville.... En mevrouw met ’t kindje... zijn die
+meegekomen?
+
+CHARLES (ongeduldig). Nee, nee, nee! Ik was ’n dag—voor zaken—naar
+Parijs... ’k Kon nog net den middagtrein pakken.... De familie is in
+Trouville gebleven.... Denk ’k tenminste.... En oom Dolf?
+
+HOPE. Is ’r nog niet. ’k Ben bang dat-ie mevrouw.... Ze verlangt zoo
+naar ’m....
+
+CHARLES. ’k Heb niet ’t flauwst vermoeden, waar-ie uithangt.... In geen
+maanden bericht van ’m gehad. Is-ie met ’t jacht?...
+
+HOPE. Nee meneer. Z’n laatste brief—aan uw mama—aan uw grootmama—was
+uit Zwitserland—uit Châtelard, meen ’k. ’t Zou de grootste ellende
+zijn, als—als-ie te laat kwam.... Gister heb ’k voor de tweede maal
+geseind.... Geen antwoord....
+
+CHARLES. Eén kan z’n adres zéker weten—die—die...
+
+HOPE.... Die hebben we—de dokter en ik—vandaag óók ’n telegram
+gezonden....
+
+CHARLES (verwonderd). Wist jìj van die liaison?
+
+HOPE (rustig-glimlachend). Waarom zou ik ’r niet van weten?.... ’n
+Publiek geheim is geen bepaald geheim meer....
+
+CHARLES. Afficheert-ie zich nog?.... Enfin, ’t regardeert me niet....
+’n Man, die m’n vader kon zijn.... (gewild over iets anders pratend).
+Is dat ’t kostuum van de Stichting?.... Niet positief chic. Flatteert
+je minder.
+
+HOPE. Denkt u, dat zieke kinderen ’r profijt van hebben òf ’t
+kostuum.... Wees u ’ns stil! (luistert). Nee...
+
+CHARLES. Mag ’k ’r zien?
+
+HOPE. Misschien. In elk geval met de noodige voorbereiding. Ze zou
+kunnen begrijpen, dàt ’r gewaarschuwd is....
+
+CHARLES. Ik stoor je toch niet in je diner?
+
+HOPE (mat). ’k Heb gegeten.
+
+CHARLES. Jij ben scherper in je gezicht geworden, Hope. Je ziet ’r zoo
+heelemaal anders uit—of ligt ’t an de kroon?
+
+HOPE. Dat kan. ’k Heb in geen twee nachten geslapen....
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Charles, Dokter.
+
+
+DOKTER.... ’n Vlegel eerste klas.... Pardon....
+
+HOPE. De kleinzoon van mevrouw, meneer Charles van Walden—dokter
+Linden.
+
+CHARLES. Heel aangenaam, dokter.
+
+DOKTER. Is u zoo pas gearriveerd?
+
+CHARLES. Nog geen uur geleden. Nauwelijks den tijd gehad ’n andere jas
+aan te schieten.... Ik hoor dat de toestand van grootmama....
+
+DOKTER. Bijzonder zorgwekkend is.... Ik geloof, tenzij ’n wonder
+gebeurt, dat de familie zich op ’t ergste zal dienen....
+
+CHARLES.... Ja, ja. Dat begreep ’k, toen ’t telegram kwam.... (een
+stilte).
+
+DOKTER (driftig).... En die vlegel beneden—’k heb ’m te woord
+gestaan—wou per se de auto van Wallon bestellen. Doe dat, meneer, heb
+’k ’m gezegd: doe jij dat—dan schrijf ik morgen ’n ingezonden stuk in
+den Courrier, om de badgasten te laten zien wat ’n humaan gérant jij
+ben.... Daar scheen-ie respect voor te hebben.... Stel je voor!.... ’n
+Doodzieke gaan transporteeren uit vrees voor ’t egoïsme van andere
+logées.... Laat je je eten staan, zuster?
+
+HOPE. Nee, nee.... Mag meneer mevrouw zien?
+
+DOKTER. We zullen ons overtuigen.... Blijf u hier.... Heeft ze
+champagne gedronken?
+
+HOPE (de portières hechtend). Met tegenzin een enkel glas....
+
+DOKTER. Niet voldoende—niet voldoende.... Blijf nu
+maar—blijven—blijven... (af in slaapkamer).
+
+CHARLES. ’k Zal maar wat liegen, niet?... Dat ik toevallig voor
+dringende aangelegenheden overgewipt ben... Als ’k me niet zoo gehaast
+had, zou ’k wat hebben meegebracht....
+
+HOPE. Als ’k ’t zeggen mag....
+
+CHARLES. Ja?
+
+HOPE. ’t Zal voor mevrouw ’n teleurstelling zijn, dat u zonder uw vrouw
+en vooral zonder Ninette—’r eenig achterkleinkind—is....
+
+CHARLES.... Zoo’n baby van drie jaar.... En dan ik zei je toch al, dat
+’k niet direct van Trouville kom.... En dan—m’n vrouw houdt niet—hoe
+zal ’k dat.... (ongeduldig). Wat vraag je naar den bekenden weg?... Je
+weet dat ’r telkens verschil van meening is.... Grootmama met ’r
+geweldig-overdreven....
+
+HOPE. Toe meneer Charles!... ’t Zijn nù juist niet de
+omstandigheden.... Roept u, dokter?...
+
+DOKTER (onzichtbaar). Zuster....
+
+HOPE (gaat achter de gordijnen—hij loopt heen en weer—staat stil voor
+den spiegel boven de nécessaire, neemt ’n kleerborstel, schuiert zich
+de jas—gladt zich het haar). Hier ben ’k weer. (Zij bedrukt den knop
+der electrische schel aan de kroon).
+
+CHARLES. Toch niet sérieuzer.
+
+HOPE. Goddank nee. Ze voelt zich minder beklemd, krijgt een tweede
+injectie.... Nee, vooral niet binnen gaan!... (tot den kelner). ’n
+Flesch champagne.... Versta je niet?... ’n Flesch champagne... (af).
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Charles, Kelner.
+
+
+KELNER (onbewogen). Frappé?...
+
+CHARLES (ongeduldig). Frappé—niet frappé—als ’t maar vlug komt!
+
+KELNER. Moët et Chandon—Irroy Carte Blanche—Pol Roger
+Medium-dry—Pommery—Heidsieck—wil meneer zoo beleefd zijn...? De
+wijnkaart ligt op tafel....
+
+CHARLES. Je m’en fiche....
+
+KELNER (droog). Dàt merk hebben we niet....
+
+CHARLES. Maak jij grapjes?... Ben ’k niet van gediend. (kijkt de kaart
+in). Moët....
+
+KELNER. Demi-sec of White Star-sec?
+
+CHARLES. Loop naar de... Demi-sec!... En beneden ontkurken.... En voor
+mij ’n kop koffie....
+
+KELNER. Een Moët White Star—un café noir... (af).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Charles, Dokter, Hope.
+
+
+DOKTER (duwt de schuifdeuren dicht). Dat is voor u ’n heele reis
+geweest, meneer Van Walden....
+
+CHARLES. Ja, ja—gelooft u nòg, dat grootmama...?
+
+DOKTER. Alles is mogelijk.—’t Is zulk ’n verbazend krasse vrouw, dat ik
+me na de tweede injectie aan geen voorspellingen wagen durf.... Ze
+praat met ’n bedriegelijke opgewektheid.... Maar... Maar.... Als ze ’r
+deze keer bovenop komt, blijft de toestand bijzonder précair—bijzonder.
+De geringste complicatie, de kleinste stoornis, niet waar?... In ieder
+geval is ’t uitnemend dat u er tenminste is. En ’k zou willen
+adviseeren de eerste dagen in de directe nabijheid te blijven....
+
+CHARLES. Als ik dus wel begrijp is ’t ergste gevaar geweken?
+
+DOKTER. Nee—volstrekt niet—in de verste verte niet. Bij ’n
+hartaandoening van dien aard en op dien leeftijd en met zulke
+ontrustende aanvallen van bewusteloosheid, is ’t de plicht van de
+naaste familieleden op hun qui-vive te zijn. Toen we u seinden, was ’t
+mijn innige overtuiging, dat u telaat zou komen (met verheffing). Dolf
+handelt—als ik ’t....
+
+CHARLES. Dolf?... Kènt u....
+
+DOKTER. Of ’k Dolf ken?... Hahaha!—hij heeft me helpen ontgroenen....
+
+CHARLES. Ontgroenen?...
+
+DOKTER. Weet u niet, dat uw oom—hij is toch uw óóm?...
+
+CHARLES. Natuurlijk.
+
+DOKTER. Dat-ie vier, vijf jaar college geloopen heeft—dat wil zeggen:
+had behooren te loopen—’k taxeer ’m op nog geen vòlgeschreven
+dictaatcahier! Toen ik van ’t gymnasium kwam, had Dolf al minstens vier
+jaar ge—ge—ja wat feitelijk ge—ge...? Gedit, gedat, gefuifd,
+gekroegjoold, ge...
+
+CHARLES.... Boemeld....
+
+DOKTER. Geboemeld, ’t juiste woord in volgorde—letterlijk alles had-ie
+als corpslid ge—ge—gedaan—alleen niet gestudeerd. Toen-ie gesjeesd
+werd....
+
+CHARLES (na zacht geklop). Binnen! (tot den kelner, die enkel koffie
+brengt). En de Moët?
+
+KELNER. En deux secondes monsieur.... J’ai....
+
+DOKTER. Spreek jij geen Hollandsch, vrindje?
+
+KELNER. Oui monsieur....
+
+DOKTER. Doe dat dan—flauwe kunsten!
+
+KELNER. De champagne wordt koel gemaakt.
+
+DOKTER. Heelemaal niet noodig.... We wachten ’r op (Kelner af). Dat’s
+nou misschien ’n jongen uit (imiteert Fransch) uit Leeuwarden, uit
+Hontenissen, hahaha!... Waar was ’k gebleven? Wat wou ’k....
+
+CHARLES. Toen oom gesjeesd werd, zei u.... Drinkt u ’n kop mee, dokter?
+
+DOKTER. Dank u.... Toen—vertel ’ns ’n historie zonder ’n dozijn
+toen’s!—toen-ie gesjeesd werd—om ’n dolle geschiedenis—’n schandaaltje,
+als je ’t zoo noemen wil....
+
+CHARLES (rustig drinkend). Om ’n vrouw natuurlijk!
+
+DOKTER. Spreekt van zelf.... Als ’k me goed herinner—’t geheugen is m’n
+forte niet—alweer zoo’n Fransch woord!—had-ie ’n vechtpartij op
+klaarlichten dag met den een of anderen kerel, ’n koloniaal of zoo
+iets, dien-ie behoorlijk toetakelde.... Met groote moeite werd ’t
+gesust—’n sisser van ’n week of twee brommen—en ’n paar honderd gulden
+fooi....
+
+CHARLES. Daar wist ik hoegenaamd niets van (glimlachend). Verwonderen
+doet ’t me niet.... Hoe is ’t mogelijk—op klaarlichten dag—en met ’n
+koloniaal—met ’n koloniaal!... Zóó iemand kàn je toch niet
+beleedigen....
+
+DOKTER. Iets met ’t meisje of de zuster van dien kerel—’t ware weet ’k
+niet—is hijzelf waarschijnlijk glad vergeten.... Wanneer kan ’t geweest
+zijn?... Negentig.... Een-en-negentig.... Om en om vijftien, zestien,
+zeventien jaar—’k kan ’r geen slag in slaan.... Doet ’r ook niet
+toe.... Hij werd van de corpslijst geschrapt.... Misschien studeerde-ie
+anders nog, hahaha!... Ja, Dolf en ik hebben mekaar in die dagen meer
+dan goed gekend—later ook nog wel, maar nooit meer zóó, zoo heerlijk,
+onbezorgd.... Jammer van den vent.... ’n Hart van goud—’n wilde
+rakker—’n bandiet.... Als-ie niet zoo vroeg z’n vader verloren had,
+niet zoo vlug de beschikking over z’n erfdeel gekregen, zou-ie
+iémand—iémand geworden zijn.... Zeldzame kop.... ’t Was toen—alweer
+toen—’n lust om ’m te hooren, als-ie op dreef was.... ’n Vernuft, ’n
+géést.... En nou!... En nou!... ’k Zou ’m z’n mantel kunnen uitvegen,
+dat-ie met geen drie, vier telegrammen te bereiken is, dat-ie geen
+adres achterlaat, terwijl z’n moeder doorloopend ziekelijk is.—Tot
+zelfs die eerste-klasse-dame van ’m hebben we geseind.... Valt me
+verbazend tegen. Verbazend. ’r Eenige zoon in leven.... Uw papa is
+betrekkelijk vroeg gestorven, niet waar?...
+
+CHARLES. Toen ik twee was....
+
+DOKTER. Dan zult u wel geen voorraad herinneringen aan ’m hebben?...
+
+CHARLES (koel). Nee—in geen enkel opzicht.
+
+DOKTER. En uw mama?
+
+CHARLES.... Kort na de kraam (gewild). Rookt u ’n sigaret mee—de
+balkondeuren staan open.... Of heeft u er bezwaar tegen?
+
+DOKTER. Bezwaar, nee—als u bij ’t balkon blijft. Pardon, ik zal ’r geen
+gebruik van maken....
+
+CHARLES. Bijzondere avond.... Geen rimpel op zee.... ’n Idylle.... ’k
+Zou ’t persoonlijk geen week aan zee uithouden.... Parijs....
+London.... De groote steden à la bonne heure.... Dat eeuwige water vind
+’k assommant!
+
+DOKTER (na een drukkende stilte). Ik heb in de twee maanden, dat ik het
+genoegen heb over de Stichting van uw grootmama te gaan, buitengewoon
+respect voor haar gekregen....
+
+CHARLES. Ja—ja....
+
+DOKTER. En u houdt zeker véel van haar—me dunkt ’n vrouw met dàt hart
+moet meer dan vader en moeder sámen voor u geweest zijn?...
+
+CHARLES. Natuurlijk. Natuurlijk.
+
+DOKTER. Ze dweept met kinderen. Ieder bezoek aan de Stichting is ’n
+feest! (een stilte). Had u geen idee te studeeren?
+
+CHARLES. Heelemaal niet—twee jaar na de kostschool ben ’k getrouwd....
+
+DOKTER. Zoo jong?
+
+CHARLES. Zoo jong. ’k Zal den kelner nog eens schellen. Dat is ’n
+ongemeene bediening. (Gelijk verschijnt de kelner met de flesch in een
+koelemmer). Móést dat zoo lang duren?... De dokter zei toch dat
+afkoelen niet noodig was?
+
+KELNER. De gewoonte van ’t huis, meneer—niet gefrapeerd....
+
+CHARLES.... ’t Is goed—hou je mond (hem belettend in te schenken).
+Dicht laten.... Doen we zelf (kelner af). De ezel!... Een, twee, drie
+glazen—of ’r gespeecht zal worden.... Laat me u helpen, dokter....
+Draagt u ’t alleen?
+
+DOKTER. Gaat best. Als u de deuren even zacht openschuift—schuiven—niet
+duwen. Merci.
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Charles, Dolf.
+
+
+DOLF (robuste man, ongeveer veertig, blonde
+volbaard—jachtkostuum—bloemruiker in de hand—praat tot den kelner
+buiten). Als ’r geen kamer is, dan maak je d’r een. Wat zeg-je... Enkel
+’n badkamer? Dan ’n badkamer! En de rommel uit de auto naar boven
+halen.... Ja, ja.... Goed! (tot Charles). Wel wat drommel.... (Charles
+wijst naar de portières). Heb jij geseind?... ’t Is toch niet....
+(Charles ontkent). Dat is ’n pak van me hart.... We hebben over de
+tachtig kilometer geloopen.... Midden op den weg oponthoud—’n boerekar,
+die natuurlijk verkeerd uitweek in ’n sloot gerejen—scheelde geen haar
+of we hadden met de auto ’n saut périlleux gemaakt.... Of de kaffers ’t
+’r om doen, om doen!... Hoe is ’t met mama?... Meer angst dan ziekte,
+zooals de laatste maal?... Of....
+
+CHARLES. Ze moet op ’t oogenblik weer heel opgewekt zijn. De dokter is
+juist bij ’r—ik ben nog geen uur geleden van Trouville binnen komen
+vallen.
+
+DOLF. Was dat telegram, aan Snip geadresseerd, van jou?... Verbazend
+handige inval! M’n compliment. Anders was ’k mogelijk nog bij Beelaart
+op de jacht!
+
+CHARLES. Snip?... Snip?... Ik heb niet getelegrafeerd, omdat ’k pas
+zèlf gearriveerd ben—en Snip—Snip? Wie is dat, als ’k vragen mag?
+
+DOLF. Snip.... Madame Lebeau....
+
+CHARLES. O. Wist niet dat die juffrouw ’n zoo gedistingeerden
+bijnaam.... Hope heeft u aan dat gerenommeerd adres ’n laatst telegram
+gestuurd—op de andere kreeg ze gister en eergister geen antwoord...
+
+DOLF (eenigszins ontstemd). Hope?... Hope?... Is Hope hier?... Bij
+mama?
+
+CHARLES. Verwondert u dat?
+
+DOLF. Och nee. En och ja. ’k Weet ’t niet (loopt een weinig geprikkeld
+op en neer). Dat heb jij ’r toch niet?
+
+CHARLES. Ik begrijp niet wat u bèdoelt....
+
+DOLF. Of jij.... Doet ’r niet toe.... Geef me ’n sigaret. ’k Ben wee
+van honger.... Me geen tijd gegund te dineeren. Merci.... M’n handen
+trillen nog van den stuurstang (lucifer aannemend). Merci (zakt in den
+stoel voor het raam). ’k Dacht waarachtig, dat ’t deze keer.... ’k Zou
+’r enorm spijt van gehad hebben.... Want al ben ’k ’n dozijnmaal, op de
+ongelegenste momenten opgeschrikt—niet waar?—al is ’t goddank—geloof
+jìj an zoo’n sinjeur daar boven?—ik niet!—al is ’t goddank telkens met
+’n sisser afgeloopen—één keer moet ’t gebeuren—en dan zou ’t meer dan
+beroerd zijn, als je die oogen voor goed gesloten vond.... Duurt ’t nog
+lang daarbinnen?... Kan ’k kloppen?...
+
+CHARLES. Ze zullen wel dadelijk komen.
+
+DOLF. Ze?... Ze?... O ja.... Attent van die kleine Hope. Dus diè heeft
+Snip, Snipje, ’n dépêche gezonden.... Charley, boy, ik geloof....
+
+CHARLES. U gelooft?...
+
+DOLF. Niemendal. Niemendal. ’k Geloof heelemaal niet—zei ’k straks
+al.... Kan ’k me handen ergens wasschen?... ’t Bloed van de
+patrijzen—heele koppels hebben we onder schot gekregen—ja
+waarachtig!—kleeft ’r nog an—zoo gehaast als ’k in de auto van Beelaart
+gesprongen ben, toen de manke boschwachter op ’n fiets—dat had je
+moeten zien—een kruk zoo en een zoo—me de boodschap van Snipje kwam
+brengen.—Is hier geen waschgelegenheid?...
+
+CHARLES. Hiernaast op 59—de kamer van Hope....
+
+DOLF. De kamer van Hope?... Nee.... Wetboek van Strafrecht,
+artikel—artikel.... Nou welk artikel?
+
+CHARLES (lachend). Begrijp u niet....
+
+DOLF. Dat ’s de tweede maal, dat ’k voor jou te diepzinnig ga (werpt de
+sigaret uit ’t raam). Deugen niet—die papieren dingen van de régie....
+Heb je Suus meegebracht?
+
+CHARLES. Nee. Ze—ze kon niet zoo op slag mee.
+
+DOLF. Hoe laat ben je uit Trouville vertrokken?
+
+CHARLES. Vannacht—ja vannacht....
+
+DOLF (glimlachend). Je zegt dat of je ’t zelf niet precies weet....
+Maakt de kleine Ninette ’t goed?
+
+CHARLES. Uitstekend.
+
+DOLF. De bronchitis heelemaal weg?
+
+CHARLES. Totaal. En gelukkig. Als dat kind wat overkomen was....
+
+DOLF. Dan?
+
+CHARLES. Nou dan niets—u kunt u voorstellen—of misschien ook niet—hoe
+je van zoo’n baby houdt.... Ik dweep met ’t goudkopje (een portretje
+uit z’n portefeuille nemend). Dat is ’t laatste kiekje aan ’t strand
+van Trouville (kust het). Als ’t u interesseert (reikt het over).
+
+DOLF. Pretendeert dat de een of andere nuance van hatelijkheid—„als ’t
+u interesseert”—omdat ik deze maanden....
+
+CHARLES (glimlachend). Laten we zeggen ’t heele jaar—van af
+Nieuwjaar....
+
+DOLF (knikkend). Van af Nieuwjaar—merkwaardig geheugen heb jij!—geen
+gelegenheid heb kunnen vinden?... Charley, boy: waar ik bezoeken afleg,
+letterlijk waar, krijg ik verwijten.... Prachtig snuitje.... Ik kom
+honderd jaar tekort.... Precies je vrouw.... De dagen vliegen, de weken
+raken zoek, de maanden trek ’k met mudjes van den kalender.... Ja, daar
+zul je plezier van hebben.... Mooi kind.... Leuk kind.... Mag ik ’t bij
+me steken?
+
+CHARLES. ’k Heb ’r maar één. En dan, beste oom—wat moet ù met ’n
+portretje?
+
+DOLF. Wat ik met portretten moet? ’n Half dozijn draag ’k ’r bij me...
+(in z’n binnenzak tastend—dan aarzelend). Nee. Je heb gelijk. Merci
+(reikt het over). Heb je Suze daar ook?
+
+CHARLES. M’n vrouw—nee. Of misschien hier... (doorzoekt de
+portefeuille). Nee. Zeker verlegd (in de slaapkamer weerklinkt gelach).
+We behoeven ons voorloopig niet ongerust te maken, oom—zoolang ze in
+dié stemming zijn....
+
+DOLF. Tant mieux! (staat op, klopt zachtjes).
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Charles, Dolf, De Dokter.
+
+
+DOKTER (met de champagne-flesch en het presenteerblad). Sust!... Nee
+vooral niet binnen!—Dolf?... Meneer Dolf van Walden? Herkent u me niet
+meer?... Linden.... Jan Linden....
+
+DOLF. Pardon—mogelijk dat....
+
+DOKTER (de flesch in den koelemmer stellend). Ik heb uw schoenen nog in
+’88, ’89 gepoetst—ik heb op één avond drie snijkoeken moeten slikken,
+omdat ù zich verbeeldde, dat ik ’n speld binnen had gekregen.... Boven
+de handschoenenwinkel in de Breestraat—met aan de overzij ’t Stadhuis.
+
+DOLF. Ben jij—ben u.... die kleine bleeke Jan, die.... Kerel, ben jij
+al dokter? (schudt z’n hand) En mama?.... We hebben daar zoo
+luidruchtig hooren lachen.... Is ’t weer zoover beter, Jan of Linden of
+dokter.
+
+DOKTER. Hou je bij Jan, Dolf—dat is de makkelijkste herinnering, niet?
+Mevrouw van Walden—jongen, jongen, wat ’n damp van de sigaretten—mag
+heusch niet, meneer—je mama, Dolf—’t doet me verbazend genoegen, je na
+zooveel jaren weer ’ns te zien—je ben d’r niet minder op geworden, ouwe
+kameraad!—je mama—ja, ’k dùrf geen meening meer zeggen—bij dat soort
+hartaandoening blijft ’t tasten.... Eergister en gister en vanmorgen
+nog, had ’k ’r formeel opgegeven—en nu.... Niemand weet ’t. Niemand.
+Als ze zich kalm houdt, ’t spreekt vanzelf dat ze ’t bed niet uit mag,
+bestaat ’r kans—’n heel zwakke kans.... ’t Eenige wat ’k beslist
+aanraden moet—en wat je gezond verstand je zal ingeven: ook al krabbelt
+ze weer op—je moet ieder oogenblik te bereiken zijn—versta me wel iéder
+oogenblik....
+
+DOLF. Jantje—’t zelfde hoor ’k twee jaar lang—je collega die ’r in de
+stad behandelde, heeft....
+
+CHARLES.... Ons om ’n haverklap getelefoneerd of geseind....
+
+DOLF. Zooals jij vandaag....
+
+DOKTER. Natuurlijk, natuurlijk—maar iedere dag kàn ’t noodlottig zijn.
+’t Was hoogst-bedenkelijk—hóógst. En daarstraks, na ’n met moeite
+gedronken glas champagne, werkte ’r hart weer bijna normaal, liet ze
+ons schudden van ’t lachen, omdat ze beweerde zóó’n eetlust te hebben,
+dat ze minstens driemaal ’t menu van de table-d’hôte, telkens van voren
+af aan, zou kunnen eten. En toen ik zei, dat zoo iets ’n weinig
+bezwaarlijk moest zijn, antwoordde ze droog, dat ’r overleden man ’t
+eens tweemaal gedaan had, nà ’n officieel diner, waaraan de koning had
+aangezeten, en waarbij niemand ’n vollen mond durfde nemen, omdat Zijn
+Majesteit elke plat liet passeeren, en alleen ’n cure-dent verlangde,
+die ’r niet was....
+
+DOLF. Hahaha!... Heel goed!... Maar doe me verder ’t genoegen,
+Jan—kerel, wat heeft de praktijk jou ’n buikje gegeven!—en praat niet
+meer over dineeren. Zoo als ’k mama heb gezien, moet ’k met overleg
+iets uitzoeken—geeuwhonger....
+
+DOKTER. Geen tijd gehad?
+
+DOLF. Tijd? Tijd?... Twaalf uur per dag, vijf vingers aan elke hand,
+kom ik tekort. Zou jij even de karaf water van Hope—die kleine attente
+Hope!—van Hope ’r kamer willen krijgen, Charley?
+
+CHARLES. Om uw handen te wasschen?
+
+DOLF. M’n handen wasschen?... Wou je hebben dat ’k dat zoo maar hier?
+(bootst het na).
+
+CHARLES. O, met ’n glàs?
+
+DOLF. Nee, neefje. Voor de bloemetjes. (Charles in de kamer links af).
+Hoe vindt je ’m, de zoon van m’n broer? Nette jongen, hè?... Wat
+gesloten—te vroeg getrouwd—drijven van... (tot Charles, die met de
+karaf terugkeert). Merci—merci! Nee, laat mij ’t liever doen. Zoo—de
+blaren vallen al af—symbool van de vrouwtjes, Jan—je bewondert ze—je
+plukt ze—dat wil zeggen: zij plùkken jou, terwijl je ze plukt—en als je
+ze ’n paar dagen in ’n bezeten stemming bezeten heb—geweldig die echo
+van woorden, hè?—regent ’t verdorde ideaaltjes—hou je zoo’n ding als
+dit—en profond négligé over... (werpt lachend ’n stengel uit ’t
+venster).
+
+DOKTER. Met je permissie—’t beste laat je schieten—’t stuifmeel, ’t
+vruchtbeginsel....
+
+DOLF (vroolijk). ’r Is niet één beginsel dat voor mij ’n beginsel
+is—Charley stop je ooren toe—ik ben de slechtste mentor voor
+jong-getrouwde mannen—èn vrouwen, hahaha! Kan ’k bij mama, dokter? Wat
+klinkt ’t verduiveld gek, zeg, jou dokter te noemen....
+
+DOKTER. Nee, nee, nee!... Vooral niet binnengaan! Ze mag niemand zien.
+Rust, rust en nog eens rust. Morgen misschien, als de nacht kalm
+doorgebracht wordt.... Ben je zoo van de jacht op reis gegaan?
+
+DOLF. Nog geen twee minuten na ’n prachtige haas te hebben
+neergelegd—roetsch, roetsch in de auto van Beelaart—roetsch ’n boerekar
+ondersteboven—roetsch, binnen de drie uur hier—vanmorgen twaalf uur
+gepicnict.... Zou ’k me wat laten brengen?... (een dekschaaltje op de
+zijtafel oplichtend). ’n Gestolten lamskoteletje.... (tot Charles). Heb
+jij dat besteld?
+
+DOKTER. Nee. Hope moet ook nog eten.
+
+DOLF. Ook nog?... Bij half negen!...
+
+DOKTER. Dan kun je samen....
+
+DOLF. Sàmen—met... Met-è... soupeeren?... Nee—Hope en ik hebben zoo af
+en toe—af en toe.... Ik hou niet, of minder, van wat je ’n moderne, ’n
+moderne vrouw, noemt—en zij heeft zoo eenige bezwaren tegen mijn
+levensbeschouwing—als je mijn methode zoo’n wel-overwogen naam kunt
+geven (tot Charles). Charley, boy, kruip je heelemaal weg op ’t balkon?
+
+CHARLES. Hier hindert m’n sigaret niet—en misschien hebben de heeren te
+praten.
+
+DOLF. Heelemaal niet, jongen.
+
+CHARLES. ’t Is zulk zacht weer—’k zit liever hier—’k zal nog enkel ’n
+tweede kop nemen (komt van het balkon, vult zich een tweede kop—gaat
+weer buiten).
+
+DOKTER. En ik stap op.
+
+DOLF. Wat heb je ineens zoo’n haast?
+
+DOKTER. We zien mekaar, hoop ’k, dezer dagen méer en onder rustiger
+omstandigheden. Loop je eens bij me aan—je ben nog niet éen keer op de
+Stichting geweest....
+
+DOLF. De Stichting van mama?... Praktiseer jìj daar?
+
+DOKTER (glimlachend). Je ben wél op de hoogte, uitnemend op de hoogte
+van de dingen, die je mama interesseeren....
+
+DOLF. Kerel: ik vind ’t allemaal braaf en christelijk en voortreffelijk
+en hoe-je-’t-meer-noemen-wil—maar—maar: ik ben eenmaal anders—ik voel
+’r zoo wanhopig-weinig en mogelijk toch weer ’n massa voor.... Toen ’t
+gebouw in aanbouw was, de kinderen nog in de barak logeerden, wou mama
+met geweld dat ik de eerste-steenlegging bij zou wonen. Dat heb ’k
+gedaan. De heele speech van dien dominee—die met ’n wràtje op z’n
+kin—dat ’s ’t eenige dat ’k van ’m onthouen heb....
+
+DOKTER. Hahaha!....
+
+DOLF.... Heb ’k me gloeiend in de meer dan gloeiende zon staan vervelen
+en ergeren—mama kreeg ’n uitbrander voor ’r ferme daad—ik ’n dozijn
+steken onder water—m’n gestorven ouwe heer werd ’r bijgesleept—als ’r
+geen paar beeldjes van kopjes bij waren geweest, met gedekoleteerde
+halsjes om te zoenen, zou ’k waarachtig uit den band zijn
+gesprongen!... Die eene met gitzwarte oogen en ’n moedervlekje hier—is
+die nog verpleegster geworden?...
+
+DOKTER (glimlachend). Zwart haar?
+
+DOLF. Juist—ze werd met Annie, meen ’k, aangesproken.... (De dokter
+schiet in een lachbui). Wat lach je?... Schei uit!... Is ’t zoo
+grappig?...
+
+DOKTER (moeilijk). Onbetaalbaar.... Daar zal ze van mee profiteeren,
+als ’k thuis kom (lacht weer).
+
+DOLF. Daar ga ’k bij zitten.
+
+DOKTER. Ik ook.
+
+DOLF. Ben je klaar met je lachen?
+
+DOKTER. Ja. Eindelijk.
+
+DOLF. Is die ’r nog?
+
+DOKTER. Ja, Dolf. En als je ’r niet boos om ben—ik was zoo vrij ’r te
+trouwen, hahaha!
+
+DOLF. Hartelijk gefeliciteerd, kerel. Wel dat doet me màchtig pleizier.
+Jij heb altijd smaak gehad, hè?... Altijd. Ja (begint zelf te lachen).
+Heel aardig. Dat ’s me nòg eens gebeurd—en ’n beetje erger—voorverleden
+week in Châtelard—’n engel van ’n vrouw, groot, slank—heelen dag mee
+geflirt—volkomen correct—snap je!—Bij de pousse stapt ’n mormel van ’n
+mannetje binnen—’n bouwval—’n antikiteit. „Kijk eens om, madame”, zeg
+ik: „’n vogelverschrikker in ’n smoking”.... Ze kijkt om, laat ’r kopje
+haast vallen—stelt me voor: „Mon mari—mon mari”.... ’k Heb je daarnet
+toch niet beleedigd, ouwe Jan van boven de beruchte
+sigarenwinkel-in-de-Breestraat....
+
+DOKTER (lachend).... Handschoenenwinkel.... Boven de sigarenwinkel
+woonde je niet meer.... ’s Nachts hebben we je door ’t raam verhuisd,
+omdat de ploertin eerst ’r beer betaald wou hebben....
+
+DOLF. Hahaha.... Ja-ja! Nee maar zeg—’r blijft toch niets van de
+nonsens hangen—’k vond ’r op m’n woord lief, charmant—maar....
+
+DOKTER. We—wè hopen je bij ons te zien....
+
+DOLF. Merci.
+
+DOKTER. Zou ’t voor jou ook geen tijd worden, Dolf? Die historie met
+die juffrouw Lebeau....
+
+DOLF. Heb jìj Hope ’t adres gegeven?
+
+DOKTER. Ik? Hoe kom je daar op? Ze wist ’t—iedereen weet ’t....
+
+DOLF (gepreoccupeerd). Zoo.
+
+DOKTER. Ik dacht geen jaar geleden, dat jij père de famille, dat je
+getrouwd was....
+
+DOLF. Nee. ’k Heb ’t nog niet verder dan tot ’n bedriegelijke
+nabootsing van ’t huwelijk kunnen brengen.
+
+DOKTER. Jammer. Wij hebben ’n pracht van ’n villa, met uitzicht op
+zee—alleen beneden ’n suite van vijftien meter, vijftien....
+
+DOLF.... Excellent om te kegelen....
+
+DOKTER. Je ben positief dezelfde. Maar die befaamde vrouw—uit dat
+schandaalproces....
+
+DOLF. Ja ’t is niet in den haak—„voorwaar niet” zou
+dominee-met-’t-wratje zeggen.... Malle geschiedenis geweest—de
+kennismaking—de eerste eenzame liefdesnacht....
+
+DOKTER.... Eenzaam?....
+
+DOLF. Hopeloos. Met de odeurtasch van je adoratie achter te blijven....
+Dat was drie maanden geleden. Langer kan ’t niet. ’k Ben zelden langer
+dan drie maanden in de bedriegelijke nabootsing. We nemen ’n hotel, ’n
+groot hotel van over de vijfhonderd kamers—dat’s te verkiezen—Zij
+drinkt ’n flesch met me—verwijdert zich even—wil naar de kamer
+terug—heeft ’t nummer vergeten—gaat na ’n kwartier zoeken naar den
+portier—die vraagt ’r den naam van ’r màn—Scène-à-faire voor ’n
+theaterstuk: ze kent me na de korte kennismaking enkel bij m’n
+vóórnaam—Stel je voor, Jan: geen nummer van de kamer, geen naam van den
+man.... Hoogste tragiek.... De eigenaar van ’t hotel wordt door den
+portier gewaarschuwd, dat-ie voor ’n puzzle staat—Snip mag heelemaal
+niet meer binnen—familiehotel—goede naam—enzoovoort... Ik na ’n
+kwartier aan ’t zoeken—hoor wat ’r gebeurd is—eclipseer met de
+odeurtasch... Zou jij ’n vrouw na zoo’n hevig-bewogen avontuur, zònder
+’r odeurtasch laten? Nee, nietwaar? Zoo hebben Snip en ik mekaar
+„gevonden”. En als ’k Snip, Snipje, niet gekend had, zou je je dépêche
+vanmiddag aan ’n ánder hart onder ’n ánderen duren hoed met
+struisvogelveeren—gister betaald—hoedje van zeshonderd gulden—hebben
+moeten lanceeren, boy....
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+Hope, de vorigen.
+
+
+DOKTER. Slaapt mevrouw?
+
+HOPE. Nee, dokter. (tot Dolf) Goeien avond, meneer (hij buigt). Mevrouw
+wou meneer Charles graag éen oogenblik zien.... Is-ie weg gegaan?
+
+CHARLES. Nee, nee, nee—present! (stapt van het balkon).
+
+DOKTER. Hoe weet mevrouw dan?...
+
+HOPE. Ze hoorde stemmen... Toen vroeg ze... En ik wist niet beter...
+
+DOKTER. Nee, meneer Van Walden—vanavond niet...
+
+HOPE. ’k Zou ’t liever wel permiteeren, dokter—u kent mevrouw: als ’k
+’r niet had tegen gehouden, was ze opgestaan...
+
+DOKTER. Kom, kom, kom, kom!... Gekheid.
+
+HOPE. Ze ligt de avondeditie te lezen—zóó opgemonterd als ze zich
+voelt... Waarom dan niet even bezoek?...
+
+DOLF. Natuurlijk—natuurlijk. We zullen ’t héel, héel kort maken,
+Jantje...
+
+DOKTER. Geen sprake van—en nog wel twee tegelijk!... Op uw horloge ’n
+halve minuut, meneer Van Walden—en jij Dolf: morgen... Ik doe ’t met
+displeizier, en om de patiënt niet te contrarieeren.—Weinig praten en
+weinig láten praten, meneer!—En mag ik tegelijk afscheid nemen—ik kan
+niet langer blijven.
+
+CHARLES. Tot morgen dokter! (af met Hope in de slaapkamer).
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+Dokter, Dolf.
+
+
+DOLF. Ga je heusch?
+
+DOKTER. Me dunkt. ’n Dik kwartier verbabbeld. Zien we je?
+
+DOLF. Op handslag... Aardig die kleine Hope in ’r kostuum, hè?...
+Jammer dat ze zoo... Dat beroerde bij de tegenwoordige vrouwen, hè—’t
+haar als ’n kloosterzuster—de hoed zonder ’n veer—moet ’k met dierbare
+Snip over praten—heele besparing... Is jouw vrouw ’n vróúw—wat je noemt
+’n vróúw—of is ze ook zoo’n verschijnsel met aangewaaide ideeën—type
+eenvoud?
+
+DOKTER. Dolf—je krijgt me niet meer an ’t babbelen!... Kom je
+overtuigen, hahaha!... Tot ziens. Je hoeft me niet uit te laten. Denk
+’r an: jij mag pas morgen op bezoek gaan. Rust, rust.
+
+DOLF (in de deur). Zeg Jantje...
+
+DOKTER. Ja?...
+
+DOLF. Ben je nog altijd zoo’n liefhebber van schaken?... Je gaf me ’n
+raadsheer of ’n kasteel voor, herinner je je?
+
+DOKTER. Ja, ja.
+
+DOLF. Spelen we morgen ’n partij?
+
+DOKTER. Uitstekend. Bij mij thuis?
+
+DOLF. Goed. Morgenavond. ’t Zal me ’n genoegen zijn met je vrouw kennis
+te maken. Jij ben ’n beste kerel.
+
+DOKTER. Adieu. Adieu.
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Charles, Hope.
+
+
+DOLF (kijkt het boek van Hope in, leest ’n moment, glimlacht, bladert
+verder, houdt ’n bundeltje gedroogde viooltjes tusschen de vingers, zit
+in nadenken, klapt het boek vroolijk dicht, schenkt zich een glas
+champagne in, drinkt dat snel leeg, herneemt het boek, bekijkt nog eens
+aandachtiger de gedroogde viooltjes, schrikt, sluit het boek, wacht tot
+Hope de deuren dichtgeschoven heeft). Nou? Hoe vond je mama?
+
+CHARLES. Dezelfde van vroeger.—Als ze morgen zoo is, reis ik weer
+rustig af.
+
+DOLF. Je zegt dat of ’r iets voorgevallen is—Zoek je wat Hope—juffrouw
+Hope?—Daar ligt ’t.... (overhandigt haar het verlegde boek).
+
+HOPE. Dank u. (zet zich in den leunstoel voor ’t raam—leest met
+bedoeling).
+
+DOLF. Heb je iets, Charley, boy? Zeldzaam hoe jij zónder snor op die
+dominee-met-’t-wratje lijkt, hahaha!
+
+HOPE. ’n Beetje zachter, meneer—mevrouw zou gaan slapen. Dat lachen is
+te hooren...
+
+DOLF. Ik dacht dat jij zat te lezen... Nou Charley, hoe heb ’k ’t met
+je?... Ga je zoo gezellig heen?
+
+CHARLES (kalm). Grootmama sprak ’r van waar Hope bij was—ik hoef me dus
+voor Hope niet in acht te nemen—’r hindert me inderdaad wat! (tot Hope,
+die naar haar kamer gaat). Je hoort toch, dat ’k voor jóú geen geheimen
+heb...
+
+HOPE. Praat u liever zonder ’n vreemde ’r bij.... (af).
+
+CHARLES. In elk geval kan ’k nu vrijer m’n opinie zeggen.... Oom
+Dolf—hoe ù doen zal, weet ’k niet, maar ik zal me ’r deze keer beslist
+nièt bij neerleggen....
+
+DOLF (droog). Money-matters?
+
+CHARLES. Geldzaken ja. Grootmama heeft de intentie de Stichting, die al
+zooveel nutteloos geld verslonden heeft—geld niet te berekenen!—’n
+enorm legaat te vermaken—En omdat dat wettelijk zonder uw en mijn
+toestemming niet kan, niet mag, vroeg ze me of ik ’r voorloopig belóven
+wou met ’n beschikking van dien aard genoegen te nemen....
+
+DOLF. En?
+
+CHARLES. Ik heb ’r in deze situatie niet dadelijk willen weigeren—’r
+enkel gezegd dat de dokter veel praten verboden heeft, dat we morgen à
+tête reposée... niet waar—vindt u niet?
+
+DOLF. Ik vind dat verschuilen achter ’n doktersadvies niet bepaald
+recht door zee—niet straight forward, Charley... Hoe groot zou dat door
+ons goed te keuren legaat moeten zijn?
+
+CHARLES. ’n Rente van ’n halve ton per jaar—dat is schappelijk berekend
+ruim ’n miljoen....
+
+DOLF. Tegen vijf procent—en die maak je niet op soliede manier....
+
+CHARLES. Met wat ’r al in de historie zit, wordt ’n fortuin, ’n
+fortuin, verkwist—Ik kom voor Ninette op—ik dènk ’r niet aan, dènk ’r
+niet aan—de excessen van grootmama, dat links en rechts „weldoen” met
+geld dat welbeschouwd ’t hare niet is...
+
+DOLF. Ho. Ho. Niet zoo galopeeren. ’n Beetje maat houden in je edele
+verontwaardiging, Charley.....
+
+CHARLES. Met genoegen, maar alsjeblief niet die hinderlijke toon, oom,
+of ’k nog de jongen van de kostschool ben...
+
+DOLF. Jij schiet vanavond met iets anders dan los kruit, neefje....
+
+CHARLES. Des te beter. ’k Heb lang genoeg over me láten beschikken....
+
+DOLF (koel). Toch niet door mij, wel?
+
+CHARLES. Door u?... Och u... (verbitterd). U had andere zaken en
+bezigheden dan naar mij om te kijken....
+
+DOLF. Ik zei je al, toen je me ’t portretje van Ninette liet zien, dat
+jij van nuances van hatelijkheid schijnt te houden.... Snip pleegt daar
+ook in den vroegen morgen specialiteit in te zijn....
+
+CHARLES. Merci voor uw ernstigen toon, oom. Maar ik verzoek u er nota
+van te nemen dat ik weiger—in ronde woorden weiger....
+
+DOLF. Ik heb je toch niets gevraagd? Wil je zoo ridderlijk zijn zelf ’t
+woord te voeren?
+
+CHARLES. Dat zal ’k. En om onaangenaamheden te ontgaan, lijkt ’t me ’t
+beste ’t antwoord uit Trouville te schrijven....
+
+DOLF. Jawel. Maar doe ’t aangeteekend. Dat is meer businesslike,
+zakelijker, verstandiger—brieven kunnen zoek raken....
+
+CHARLES. ’t Zal toch heusch tijd worden, oom, dat u minder ironisch met
+me omgaat.... Grootmama heeft me naar die ellendige kostschool
+gezonden—grootmama heeft ’n vrouw voor me uitgezocht—heeft ’t huwelijk
+bedisseld....
+
+DOLF. Jij begint los te komen of je mishandeld ben geworden—of je vrouw
+’n last voor je is....
+
+CHARLES. Daar blief ’k mijn gedachten over te hebben. Ik zeg alleen,
+dat de grens bereikt is—ik laat niet disponeeren over....
+
+DOLF.... Je erfdeel—ouwe, beminnelijke familie herrie, wanneer ’t
+zoover is.... (hard). Maar ’t is gelukkig nog niet zoover.... ’t Spijt
+me Charley, dat de eerste keer dat je eens prettig met me uitpraat—dat
+je gezicht ’n andere dan de bekende plooi heeft—dat je minder
+gereserveerd doet—dat je net die éérste keer zoo ongegeneerd van stapel
+loopt, terwijl ’t goeie, beste, onzelfzuchtige mensch, dat menig
+nachtje bij je opgezeten heeft, toen jij nog nièt ’t „goddelijk oordeel
+des onderscheids”, dat je nu bezit, had, mogelijk in ’r laatste uren
+ligt te becijferen, wat ze voor derden nog doen kan.... Fidonc. Je ben
+’n egoïst lid, om zoo onsmakelijk je zelfstandigheid op te vatten!
+
+CHARLES. Egoïsme schijnt ’n familietrek, oom... Ik heb u nooit minder
+getaxeerd... Au revoir. ’t Is beter ’t gesprek niet voort te zetten
+(bij de deur). Ik zal grootmama schrijven.
+
+DOLF. Aangeteekend, jongen! (loopt grimmig op en neer, schelt—klopt aan
+Hope’s deur).
+
+
+
+
+
+TWAALFDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Dolf, de Kelner.
+
+
+HOPE. Heeft u me noodig, meneer?
+
+DOLF. Zou jij anders niet komen?
+
+HOPE. Natuurlijk wel.
+
+DOLF. Hope—ik heb voor jou ’t grootste respect.
+
+HOPE (pijnlijk). Jawel, meneer.
+
+DOLF. Waarom zeg je dat „jawel” met dat vervloekte „meneer” ’r bij—op
+de ouwe haatdragende manier?
+
+HOPE. Ik ben niet haatdragend.
+
+DOLF. Kom nou—op m’n eerewoord....
+
+HOPE. Doe u me één genoegen—en maak niet zoo’n misbruik van
+eerewoorden... Eer is zoo’n bijzonder ding voor ’n vróúw...
+
+DOLF. Door ’n man zou ’k me zoo iets niet laten... En in jouw mond
+klinkt ’t leuk... Jij heb ’n methode (met nadruk)... Hope—ik vraag je
+zoo echt en zoo welgemeend excuus voor m’n gemeenheid van dien
+avond!—Ik heb geen bedoeling, geen bijbedoeling—’k voel enkel de
+behoefte je met genegenheid, met eerlijke vriendschap, de hand te
+drukken... Wees niet stijfhoofdig...
+
+HOPE. Nee, meneer! (weigert de hand. Geklop) Binnen. Wat is ’r?
+
+KELNER. Vous avez sonné...?
+
+DOLF. Breng jij ’ns vlug ’n biefstuk of ’n chateaubriand of ’n
+entrecote—met pommes frites—(tot Hope). Màg ’t hier?
+
+HOPE. ’r Is gedekt.
+
+DOLF. En wat groenten...
+
+KELNER. Pointes d’asperges?... Epinards?
+
+DOLF. Pointes d’asperges.
+
+KELNER. Et après...
+
+DOLF. Niemendal. Verdwijn! ’k Val flauw. (Kelner af). Hope, schenk je
+vergiffenis?... ’t Heeft me zoo gefrappeerd dat jij weer bij mama terug
+ben, dat jij me—me—seinde—jij... na m’n onhebbelijke, lage, laffe,
+liederlijke—meer adjectieven zul je wel niet verlangen!—behandeling,
+dat ik goed met je móét worden... Die bloemen zijn voor jou...
+
+HOPE. Dank u—zal ik nièt accepteeren.
+
+DOLF (glimlachend). ’n Páár kun je ’r drogen zooals die in je
+verzenboek...
+
+HOPE (schrikkend). Begrijp u niet...
+
+DOLF. De derde keer! Nièmand begrijpt me vandaag! Race van onbegrepen
+naturen! De boschviooltjes die ’k dien fameuzen Zondag—die ’k zóó dicht
+bij ’t water greep, dat jij m’n hand moest vasthouen—liggen die niét in
+dat buitengewoon boek gedroogd?
+
+HOPE. Dat boek heb ’k geleend—die bloemen interesseeren me niet! (laat
+ze er uit vallen—wil naar haar kamer terug).
+
+DOLF. Dus—géén wapenstilstand?...
+
+HOPE. Als ’r geen oorlog is, hoeft ’r niet over wapenstilstand
+gesproken te worden.... (nieuw gebaar naar de kamer).
+
+DOLF. Ik had dien nacht wat te veel champie...
+
+HOPE. Hoe langer u ’r op doorgaat—hoe onkiescher ’t vooral voor mij
+is—voelt u dat niet?....
+
+DOLF. Eén woord van je, Hope....
+
+HOPE (bitter). Vanmorgen, terwijl ’k me aankleedde, had de kelner, die
+straks hier was, de impertinentie binnen te komen—zonder kloppen—ik
+stond in m’n onderlijfje....
+
+DOLF. Goed dat je ’t zegt.... De kwajongen!...
+
+HOPE. Dien avond—toen u te veel „champie”—nee, nu zàl ik ’t zeggen—toen
+u te veel gedronken had, dee u èrger.... Als ’k niet geschreeuwd en
+gegild had—als er geen dienstboden bóven hadden geslapen—zou u....
+(smartelijk).... Terwijl u wist hoeveel ik tóén—tóén—lach niet: dat’s
+uit, ùit—hoeveel ’k tóén van u hield... (met bedwongen tranen).... Dien
+heelen nacht heb ik liggen huilen, dacht ’k die beleediging—dat ’n
+vrouw zóó schandelijk in ’r bed te overvallen—dat ’n vrouw als ’n dier
+willen behandelen—had ìk reden gegeven?—ooìt?—niet te boven te zullen
+komen.... U had geen respect voor ’t dak van uw mama, die meer dan ’n
+engel voor me was—geen consideratìe voor m’n herinneringen, geen ontzag
+voor de beste, liefste dingen van ’n meisje, dat in de droomen van ’r
+kamer zoo laag, zoo ontuchtig opgeschrikt wordt!
+
+DOLF. Ik wàs toen ’n bruut, Hope—had je den volgenden morgen—daar: op
+m’n knieën excuus willen vragen!—jij was geëclipseerd....
+
+HOPE. Natuurlijk....
+
+DOLF. En m’n brief van vier—zès zijdjes, ’n vol uur werk!—bleef
+beantwoord....
+
+HOPE. Natuurlijk....
+
+DOLF. Wat kon ’k meer doen?... En summa summarum, Hope-lief, àls ’k ’t
+zeggen mag—dat lijkt nu nog alles ’n tragedie—’n half Sabijnsche
+maagderoof—’n... (posteert zich voor haar deur). Nee, je gaat ’r niet
+vandoor!...
+
+HOPE. Dat zal van uw toon afhangen....
+
+DOLF. ’k Heb nu maar één glas gedronken, Hope—en mama ligt daar,
+Hope—en wànneer ’k ’n Blauwbaard ben, Hope, ben ’k toch ook nog ’n
+beetje gentleman, waarachtig ’n beetje—een, die fair genoeg is zich te
+schamen over ’n laagheid... Ga je nu weer dáár zitten?... Spelen we
+verstoppertje...?... (zet zich over haar). Enkel twee vragen.... Klopt
+’r niets, niets meer voor me onder dat charmante verpleegsterskostuum,
+dat je prachtig staat?
+
+HOPE. Meneer, ik ben in geen stemming.......
+
+DOLF. Ik wel.... Tweede vraag—en sérieus, Hope—zoo sérieus als ’t bij
+’n bed, dat ’n sterfbed had kunnen zijn, mogelijk is!—zeg jij jà,
+wanneer ’k je... wanneer ik je... wanneer ik je.... Dat is driemaal....
+Hahaha!... ’k Zit te hakkelen, als ’n jongen van de Burgerschool....
+Dat komt, omdat de knot van je haar me geweldig biologeert.... Kun je
+je nu niet zoo’n heel klein tikje naar me toedraaien?... Hope!... Moet
+’k alleen je haarknot en ’n schattig stukje oorlel zien—als ik je
+vriendelijk verzoek meelij met ’n ouwen doordraaier te hebben, door ’m
+te tróúwen....
+
+HOPE (opstaand). Foei!
+
+DOLF. Foei?... Is de vraag zoo misdadig?
+
+HOPE. Als ’k die schandelijke inval in m’n kamer, dat twee, driemaal
+met geweld ’n omhelzing opdringen....
+
+DOLF. Wat heb je ze wanhopig-precies geteld....
+
+HOPE. Als ’k dat zou kúnnen vergeten—zou de nieuwe grofheid....
+
+DOLF. Nièuwe grofheid?....
+
+HOPE (scherp). ’t Vereerend aanzoek, terwijl we u seinden bij de
+dame—de dame—waarmee ’k diep meelijden voel....
+
+DOLF. Meelij met de brave Snip?... Sta jij nog zóo groen tegenover ’t
+leven, dat je me voor ’n hartebreker bij ’n vrouw, die ’r liaisons als
+’n záák behandelt, aanziet?
+
+HOPE. Doet ù ’t anders? Als zij geld aan-neemt—is ù ’t toch, die ’t
+gééft? ’n Vrouw, die ’r hand ophoudt is meelij waard....
+
+DOLF. Hahaha, ’n wel duur handje!
+
+HOPE. De man, die betaalt, kóópt—daar....
+
+DOLF. Die vin jij ’n schavuit....
+
+HOPE (rustig).... Erger.
+
+DOLF. Merci. Bijzonder dankbaar. Maar wanneer ik zoo’n climax van
+schelmerij ben—één lachje, Hope, en ’k krijg de delikaatste kuiltjes in
+’n paar niet te beschrijven wangen te zien... nee?...—wanneer ik ’n
+ongewoon specimen van verdorvenheid lijk—op ’t punt in de armen der
+Snippen en Snipjens onder te gaan, brrr!, steek jij me dan ’n stroohalm
+toe.... Daar heeft de ellendigste drenkeling recht op....
+
+HOPE (de schouders ophalend). Och, u heeft geld genoeg ’n beter houvast
+te betálen.
+
+DOLF. Jij praat met de rancune van ’n ouwe vrijster! Hoe leelijker ’n
+vrouw is—hoe sekuurder ze zitten blijft—hoe ongezoutener ze tegen
+beulen als ik tekeer gaat. Maar jij: waarom doe jij zoo
+zwaar-op-de-hand zoo als ’n christelijk grootmoedertje, zoo....
+
+HOPE.... Dat is ’n puzzle, meneer.
+
+DOLF.... Iets voorwereldlijks....
+
+HOPE (bitter).... En vervelends....
+
+DOLF (glimlachend). De nonnekap zou je nog meer flatteeren....
+
+HOPE. ’t Jachtcostuum flatteert u—ieder z’n keus niet waar?
+
+DOLF. Alweer merci!—Hoe edeler ’t wild—hoe prikkelender de
+tegenstand—Kom nou, Hope.... Die maanden en maanden na de gebeurtenis,
+ben je niet uit m’n gedachten geweest—M’n dolle streken waren voor
+negen tienden baloorigheid.... ik hóú van je. Ik kan—zoo waarachtig als
+ik geloof te leven—ik kàn niet buiten je.... Zoo groot is geen
+minachting....
+
+HOPE (stil).... M’n moeder is verleid, als meisje van achttien—heeft
+zich van kant willen maken, toen hij, zoo een als u, ’r verliet—met ’n
+fooi voor ’t kind dat nog geboren moest worden—met ’n fooi—met ’n fooi.
+Ik heb ’r nooit gekend, heb ’r niet zooveel duizend maal kunnen danken,
+als ze duizend maal tranen gehuild moet hebben.... Voor m’n
+vader—vader!—voel ’k de diepste, diepste verachting.... En geen
+mogelijkheid, om ’m ’r iets van te zeggen—’k weet z’n naam
+niet—(wraakzuchtig)—tot m’n spijt—tot m’n innigste spijt! Nou kan u
+nagaan hoe ’k over u denk.
+
+DOLF. Dien dag van de boschviooltjes dacht je toch minder
+puriteinsch—ik heb m’n doen en laten nooit onder leugentjes
+gemaskeerd....
+
+HOPE. Dien dag ja.... Dien dag hóópte ’k, droomde ’k... dat u voor—voor
+invloed vatbaar was—en ’k moest me in m’n eigen kamer—’s nàchts..
+verdedigen.... ’n Week later had u ’n nieuwe liaison... (opstaand). Dat
+is nu zeker de laatste maal, meneer, dat we over ons „verleden”
+spreken. Over ’n paar dagen, wanneer mevrouw vervoerd mag worden, ben
+ik weer in de Stichting—u in de „wereld”.... Laten we het mekaar niet
+lastig maken. Ik heb geen lust u de les te lezen—u nòg minder genoegen
+zoo’n weinig mondain discours op te houden.
+
+DOLF. ’k Was juist van plan ’t in meer mondaine paadjes te leiden....
+Dus àlles tusschen ons uit?
+
+HOPE. Gesteld dat ’r iets bestaan heeft—dan ìs ’t uit.
+
+DOLF. Hahaha!... Je ben om te stelen, Hope!... Ik heb nog nooit m’n
+schavuite-hoofd gestooten—en jij, jij....
+
+HOPE. ... En ik?...
+
+DOLF (met hartstocht)... Jij wil niet beter dan dat ik je weerbarstige
+handjes met geweld in de mijne neem, dat ik mijn lippen op de jouwe...
+
+HOPE.... Liever zou ik me....
+
+DOLF.... Zou je je.... Praat uit!
+
+HOPE (heftig). Ik heb geen achting voor u!
+
+DOLF. Ik voor jou dubbel.
+
+HOPE. ’n Man waartegen ik niet opzie....
+
+DOLF. Hoeft niet. Je hóúdt, hóúdt, hóúdt van me, Hope—je wil je zelf en
+mij wat wijsmaken....
+
+HOPE (heftig). Wijsmaken?... Wijsmaken, waar ’k geen grein eerbied...
+(schrikt). Daar klopt iemand. Straks heeft de kelner staan
+luisteren....
+
+
+
+
+
+DERTIENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Mevr. van Walden.
+
+MEVR. V. WALDEN. Nee ik.
+
+HOPE. Ben u opgestaan? De dokter....
+
+DOLF. Mama, hoe dùrft u? ’t Was u verboden!
+
+MEVR. V. WALDEN (glimlachend). M’n krant had ’k uit en toen méénde ik
+jouw stem te hooren....
+
+HOPE. Mevrouw, u moet dadelijk, dadelijk weer....
+
+DOLF. Hoe kunt u dat doen? (Omhelst haar). Ongehoorzaam moedertje! Ik
+blijf hier zóolang u me houden wil—maar u gaat naar uw kamer.
+
+MEVR. V. WALDEN (Hope afwerend). Nee kind—vijf minuten—op de klok af
+vijf—dan mag je desnoods met geweld....
+
+HOPE. Mevrouw....
+
+MEVR. V. WALDEN. Spreek ’k óóit onwaarheid, Hope? Ik ben beter—de
+aanval is voorbij. Dat voel ’k zelf ’t beste.... En—nee, ik neem den
+stoel bij ’t balkon—even de zee hooren—dank je!—en wou ik zeggen, als
+’t ergste nièt voorbij is, dan wil ’k van ’t gevoel van opluchting
+profiteeren, om ’n oogenblikje, één oogenblikje met jou, jongen, te
+praten....
+
+HOPE. Praten doet u vooral niet....
+
+DOLF. Beslist niet.
+
+MEVR. V. WALDEN. Goed kinderen... ’k Zal matig zijn. Doe de deur achter
+me toe, Hope—’t trekt ’n beetje—’t raam in de slaapkamer staat open.
+
+HOPE. Dan doe ’k ’t dicht. (af).
+
+MEVR. V. WALDEN. Dolf, beste jongen: dat meisje is meer dan ’n
+engel—dat meisje is ’n vrouw zooals God ’r weinig geschapen heeft... Ik
+heb geluisterd. Ik weet dat ze—dat jij ’r ongelukkig maakt—dat ze...
+(Hope treedt binnen).... Ik zei, Hope, dat ik de Stichting... Je mag
+vannacht niet opblijven, kind—onder geen omstandigheden—twee heele
+nachten heeft ze gewaakt, Dolf.... En jij—heb ik je in de jacht
+gestoord?...
+
+DOLF. Nee. Nee. ’k Wou vandaag hier in de buurt...—toen hoorde ’k
+toevallig dat u in ’t zelfde hotel....
+
+MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Ja. Jawel. Mag ik ’t niet weten dat je
+gewaarschuwd ben? Ik ben niet bang voor den dood....
+
+DOLF. Nou mama! Op uw honderdsten jaardag zullen we over dood beginnen
+te....
+
+MEVR. V. WALDEN.... Nee jongen—je hoeft ’r niet over heen te praten.
+Hope weet hoe ’k ’r over denk. ’t Leven is ’n reis—’n reis—Wie heengaat
+komt wat vroeger aan. En die reis maken we allen, is ’t niet?.... Hoe
+komt ’t dat ’k je zoo lang niet gezien heb?....
+
+DOLF (glimlachend). Drukte. Buitengewone drukte, mama.
+
+MEVR. V. WALDEN. Dat is ’n genot hier voor ’t raam. Ja—’n buitengewoon
+genot. Neem ’n stoel, Dolf—dicht bij me—nog dichter—dan kan ’k zacht
+blijven spreken. Jij ook, Hope, m’n goeie, beste Hope. Zoo is ’t goed.
+Zoo zit ’k of me niets kan gebeuren. Jammer dat Charles weg is gegaan.
+Heb jij bezwaar tegen ’n legaat, ’n heel groot legaat, Dolf—laat me je
+hand houden—dat ik per testamentaire beschikking aan de Stichting... ’t
+Staat in m’n wil... maar van kracht is ’t niet, zei de notaris—als
+jullie....
+
+DOLF (vroolijk). Alweer over dingen waarover we na dertig jaar zouen
+spreken....
+
+MEVR. V. WALDEN. M’n jongen—gekscheer niet. Ik ben opgeschreven....
+
+HOPE. Nou mevrouw! Toe!
+
+MEVR. V. WALDEN. Op mijn leeftijd voel je precies—hoelang nog en
+(glimlachend) wanneer... Zul jij je niet verzetten?—Dolf?
+
+DOLF (luchtig). Ik geef permissie me te onterven! Daar!
+
+MEVR. V. WALDEN. ’t Is ’n enorm bedrag.
+
+DOLF. Doe zooals u ’t zelf wil—’k vraag naar niets...
+
+MEVR. V. WALDEN. Ook niet waarom die Stichting me zóó na aan ’t hart
+ligt?
+
+DOLF. Mama—u heeft die liefhebberij—ik ’n àndere.
+
+MEVR. V. WALDEN. Liefhebberij? Nee—ik lieg niet—ik draag ’n schuld.
+Geef me ’n glas champagne, Hope. Ik ben toch ièts vermoeider dan ’k
+dacht.
+
+HOPE. Nee mevrouw. Dan gaat u naar bed.
+
+MEVR. V. WALDEN. Geef me ’n glas, Hope—je zou ’r later spijt van
+hebben. Ik wil, wìl van m’n schuld vertellen—voor ’t eerst—en voor ’t
+laatst, omdat je alles toch onder de papieren zal vinden.
+
+DOLF. Mamaatje—ga niet op die malligheid door! Als ù—ù—hahaha!—schuld
+heeft, nemen wij die graag over, niet waar, Hope?
+
+HOPE. Natuurlijk, mevrouw—zulke gesprekken winden nutteloos op... Wil
+ik de deuren sluiten? ’k Geloof dat de wind begint op te steken.
+
+MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Een glas—doe wat ’k vraag. Dank je
+(drinkt). ’k Kan op die manier aan de drank raken. Luíster. Ik zeg ’t
+zonder opwinding, omdat ’k er overheen ben. ’n Halve eeuw jaagt de
+ergste gebeurtenissen uit je herinnering. Ik heb uit m’n eerste
+huwelijk....
+
+DOLF. Eérste?... Wat zegt u?...
+
+MEVR. V. WALDEN. Niet in de rede vallen, jongen—uit m’n eerste huwelijk
+twee kinderen gehad—’n jongen en ’n meisje, was toen de vrouw van
+’n—van ’n man waarvan ’k nièt hìeld, die me door m’n vader op was
+gedrongen—ik was negentien, zelf ’n kind. Toen gebeurde wat zoo
+dikwijls gebeurt—ik raakte op je vader verliefd—hij op mij—zoo
+verliefd—zoo verliefd—daar vecht je tegen—vecht je tegen, tot.... Met
+geweld wou m’n man me houen—hij dee leelijke díngen—laat ’k ’r over
+zwijgen. Ik liep weg. Het was uit. En ik hertrouwde....
+
+DOLF. Mamaatje—al wat jij gedaan heb, gedaan kan hebben, is goed en te
+begrijpen. Niet verder op doorgaan.
+
+MEVR. V. WALDEN. Nee jongen. Hiér begint m’n schuld. Ik had twee jonge
+kinderen verlaten—de jongen drie, ’t meisje twee. En dat màg niet. Dat
+is zoo wreed, zoo misdadig—schaapjes op dièn leeftijd, die op de móéder
+aan zijn gewezen. Nee—niet in de rede vallen! Niemand kan over zoo iets
+oordeelen. ’t Wordt ’n ding voor je geweten. Enkel voor je éigen
+geweten. M’n eerste man had ’t niet breed. Ze hebben armoe
+gekend—later. En nooit genegenheid, de stumpers. Als hij aan z’n werk
+was, werden ze door ’n meid verzorgd—vérzòrgd. Drie, viermaal heb ’k
+geprobeerd met gèld te helpen—wou-ie niet. ’k Wou ze voor mijn rekening
+’n opvoeding geven—wou-ie niet. Toen ’k eens de reis had gemaakt, om ze
+te zien, werd ’k ziek zooals ze ’r verwaarloosd uitzagen—’t kleine
+lekkere meisje vooral—mijn dochtertje, als ’k ’t recht heb dat nu nog
+te zeggen. Op ’n dag—nee, maak je niet ongerust—’t is zoo dood en
+ver—is ’t ventje overreden—’n jaar later stierf ’t meisje—dat tengere,
+zwarte ding aan typhus—ongekookte melk. Dolf, m’n jongen—’k heb m’n
+plicht bij de grafjes mogen doen—m’n plicht... m’n plicht...
+
+DOLF. Zie geen spoken mama—plicht is ’n ding...
+
+MEVR. V. WALDEN... ’n Ding, dat ik in die dagen als ’n last, ’n
+machtspreuk—over boord wierp—dat toch zoo’n genot, zoo’n rust geeft....
+
+DOLF. U zegt zelf: u wàs verliefd—èn, dat mogen wij vóor alles zeggen:
+voor òns was u....
+
+MEVR. V. WALDEN. Niet doen. Mij hoef je onder geen omstandigheden
+te—te—overtuigen, te troosten. ’t Is zoo ver weg, zoo zonderling-ver,
+of ’k als ’n gestorvene over wat-begraven-is babbel. Na den dood van je
+papa en je broer, ben ’k wakker geworden, heb ’k geprobeerd aan andere
+kinderen te vergoeden, wat ’k naliet toen ’k nog niet dacht, nee niet
+dacht. Ja, Dolf, dat werd m’n liefhebberij, m’n „liefhebberij”....
+
+DOLF. Excuseer, dat ’k dat woord gebruikte.... Mag ze nòg langer
+praten, Hope?
+
+HOPE. Toe, mevrouw—wat luistert u slecht....
+
+MEVR. V. WALDEN (glimlachend). Ik heb niet de geringste
+benauwdheid—en—en.... nu ’k den vogel, die zoo zelden op ’t nest is,
+even bij me heb—moet ’k nòg een, nòg één belofte....
+
+DOLF. Mamaatje, ik geef je mijn eerewoord, dat ik èlk verlangen, zònder
+uitzondering, zal respecteeren—’t legaat en ook het andere dat je nog
+niet gezegd heb—handslag!
+
+MEVR. V. WALDEN. Je ben ’n beste jongen—en wij—ik—hou heel veel van
+je—maar die eene belofte moet, moet je nu, nú—je kan nooit weten hoe
+gauw ’t...
+
+DOLF. Afgesproken, mamaatje—ik doe ’t....
+
+MEVR. V. WALDEN (hem de hand op den mond leggend). Ssst! Sssst!.... Wij
+hebben sàmen iets leelijks gedaan, samen—jij en ik...
+
+DOLF. Hahaha!.... Goed.
+
+MEVR. V. WALDEN. Niet lachen—’t is heelemaal niet om te lachen. En als
+’k ’t zeg, Hope, kind, met opzet in jouw tegenwoordigheid, is ’t met de
+opdracht dat je hem dag aan dag zal helpen onthouden als-ie lichtzinnig
+doet....
+
+DOLF. Excellent! Hoor je dat, Hope? ’k Zal volgens de letter....
+
+HOPE. Ik wou liever—mevrouw....
+
+MEVR. V. WALDEN. Niet tegenstribbelen, Hope, m’n allerbest kind.... In
+achttien-honderd-negentig, Dolf, heb je—heb je veertien dagen (met
+moeilijken glimlach) gezeten....
+
+DOLF (luchtig-vergenoegd). Ja mamaatje, daar staat me wat van bij....
+
+MEVR. V. WALDEN. Je was met ’n meisje (beschaafd-aarzelend)—te ver
+gegaan—en de broer, die ’t zich aantrok—mishandelde je....
+
+DOLF (vroolijk). Gretchen—Valentijn—Faust....
+
+MEVR. V. WALDEN. Dolf! Dolf!... Heusch, we hebben iets léélijks gedaan
+in die dagen.... Zij was in—zie me niet zoo làchend aan, jongen!—zij
+was in—omstandigheden. Jij heb niet meer, nóóit meer naar ’r omgekeken.
+
+DOLF. Mamaatje!.... Laten we ’n tikje redelijk blijven..
+
+MEVR. V. WALDEN. Dat bèn ’k....
+
+DOLF. U heeft geen flauw begrip over wie, over wat u spreekt....
+
+MEVR. V. WALDEN. Ik spreek over—over de moeder van—laten we zeggen: ’n
+kind....
+
+DOLF. Slik ’t maar niet in! Ik kan ’n stootje velen, hahaha!... Och,
+och!... Twéé paar gefronste wenkbrauwen!... Nee zeg, laat me geen uur
+op ’t zondaarsbankje zitten, hahaha!... ’n Kluifje voor Hope..
+Mamaatje: alle gekheid op ’n stokje—èn àls ’k ’t me goed herinner—ja,
+al kijken jullie als scherprechters!—àls ’k me goed herinner: ’k heb
+geen dagboek van m’n zonden aangelegd, hahaha!—die juffrouw, die me
+indirect belet heeft door te studeeren—jammer!—had—was... Is dàt ’t
+onderwerp voor ’n gesprek met jùllie—was ’n—(met lachend geweifel) ’n
+dametje van licht....
+
+HOPE. ’n Gevallen vrouw.
+
+DOLF. Dat kun je ook minder sòmber zeggen! Ze had al met meer dan
+een—nou flap ’k ’t ’r uit, omdat jullie me ’t vuur aan de schenen
+legt—met ’n paar dozijn gelééfd—toen ik aan de beurt kwam. Dat klinkt
+hard en ruw, mamaatje: ik maak ’t leven niet. Op ’n dag beweerde ze,
+dat ’k vader—en de mogelijkheid wàs helaas niet buiten gesloten....
+Drie, vier, vijf maanden later—leg me op de pijnbank—precies weet ik ’t
+niet!—had je de herrie met ’r zoogenaamden broer.... ’k Herhaal—om ’r
+’n eind aan te maken—laten we redelijk blijven—ik heb ’t mijne
+gedaan... heb behoorlijk gedokt—tot ze, gelukkig voor ons allen van de
+vlakte verdween....
+
+MEVR. V. WALDEN. Dàt wist ’k allemaal. Maar ’t kind is geboren—’n
+meisje, Dolf....
+
+DOLF (luchtig-verwonderd). Och kom!... Hoe weet ù dat?
+
+MEVR. V. WALDEN. Voor de geboorte heeft ze me—’n „dreigbrief”
+geschreven—nà de geboorte nòg een....
+
+DOLF. En?....
+
+MEVR. V. WALDEN. En.... En niets.... In één-en-negentig dacht ’k zoo
+alleen aan mezelf, was ’k zóó’n egoïst—zoo bang voor de wereld, die m’n
+eerste huwelijk vergeten was—dat ’k ’r nièt antwoordde, geen letter. Je
+papa zond ’n honderd gulden in gesloten couvert. Den eenen brief heb ’k
+verscheurd—den anderen bewaard, om ’r—hoe láát ben ’k mènsch
+geworden!—om ’r politiezaken van te maken, als ze nog eens probeerde
+„af te dreigen”.... Verleden week bij ’t sorteeren van paperassen, vond
+’k ’m.... En ’k kreeg ’r de tranen van in m’n oogen.... ’t Wàs ’t
+geluid van ’n moeder, die geen uitweg weet.... Je kunt ’m zelf
+lezen—hij ligt bij m’n laatsten wil—en die laatste wil is ook, vóóral
+ook, Dolf, dat je onderzoekt wat ’r van die vrouw is geworden, als ’t
+mij niet lukt..
+
+DOLF (luchtig). Ik ben ’r paf, paf, paf van—ù niet lukt...?
+
+MEVR. V. WALDEN. ’k Heb m’n chargé-d’affaires last gegeven informaties
+in te winnen—zoo discreet mogelijk.... Begrijp je, jongen, dat als ik
+toen wakker was geweest—ik—jij was misschien te jong voor
+verantwoordelijkheidsgevoel—dat ik jouw.... jouw....
+
+HOPE. Zijn dòchter....
+
+DOLF. Merci voor ’t waarmerk!
+
+MEVR. V. WALDEN. Dat ik jouw dochter—ze kàn ’t geweest zijn—nóóit aan
+’r lot zou overgelaten hebben?.... Geen glimlach, jongen.... Toe, toe,
+geen cynisme! (grijpt z’n hand opnieuw).... Doe de belofte, die ’k je
+vraag, dat je die vrouw en vooral dat kind—kind—hoe de tijd vliegt!—àls
+ze onder de lévenden is, moet ’t ’n meisje van zeventien, achttien
+zijn—dat je ’r zóó lang zal zoeken tot je ’r vindt....
+
+DOLF. Kom, mamaatje—wat ’n excessieve....
+
+MEVR. V. WALDEN (dringender). Je zal ’r me zóó gelukkig mee maken,
+jongen—ik pleit niet voor die vrouw—ik pleit niet tegen ’r—ik denk aan
+’t kind....
+
+DOLF. Wat is dat mamaatje? Tranen! Tranen?
+
+HOPE. Mevrouw!
+
+DOLF (glimlachend). Daar—ik beloof ’t.
+
+MEVR. V. WALDEN. Glimlachend? Glimlachend?
+
+DOLF. Als ’k ’t maar belóóf, hé?... (zwak-spottend). ’k Steek ’r m’n
+vingers bij op, dat ’k waarachtig moeite zal doen ’r te vinden. Hoe
+heet m’n.... vrouw ook weer?
+
+MEVR. V. WALDEN. Weet ’k niet. Sofie... Sofie...
+
+DOLF. Dat marcheert. Ik ken ’r enkel als Kreeftje! Kreeftje....
+
+MEVR. V. WALDEN. Zul je dat kind als ’n dochter...?
+
+DOLF. Als ’k er ù—en m’n vriendin Hope—mee plezier....
+
+MEVR. V. WALDEN. Zoo waar Gòd ons ziet?
+
+DOLF. Mamaatje—moet ’t zoo plechtig! ’t Wordt ’n geweldig
+stuivers-romannetje....
+
+MEVR. V. WALDEN. Ik heb zoo’n spijt van m’n harteloosheid.
+
+DOLF. Geexalteerd moedertje: op één conditie herhaal ’k m’n belofte in
+vòlste ernst—als je weer een, twee, drie gaat rusten—we zullen Jan
+Linden niet onder de oogen durven komen....
+
+MEVR. V. WALDEN (hem op ’t voorhoofd zoenend). Dank je—dank je, jongen.
+Al lijkt ’t je nog zoo overdreven—’t gaf me den heelen dag ’n gevoel
+van gejaagdheid, of ’k iets vergeten, iets vergeten had... Je arm,
+Hope—’k zal vannacht als ’n roos slapen. (bij de deur). Ontbijten we
+samen? Ja? Acht uur.... En vast afgesproken, Dolf?
+
+DOLF (bij de deur). Vast.
+
+MEVR. V. WALDEN (reeds onzichtbaar). En zonder uitstel?... Van af
+morgen?
+
+DOLF (lachend). Van af morgen. M’n jachtkostuum kan ’k ’r voor
+aanhouden, hahaha! Dat zal ’n jacht met hindernissen worden. Mamaatje!
+Mamaatje! (sluit de portières). Binnen!
+
+
+
+
+
+VEERTIENDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Kelner.
+
+
+KELNER (de plats neerzettend). Un chateaubriand exquis, monsieur....
+Quel vin est-ce que monsieur désire?
+
+DOLF. Niemendal! Uitrukken!... En je een beetje gepaster tegenover de
+verpleegster gedragen, ventje! Begrepen?... Jij heb behoorlijk te
+kloppen, als ’n dame bezig is zich te kleeden! Mond houen! Mond houen,
+kwast van ’n kerel!—en anders stuur je je patroon maar hier! Wacht je
+ergens op? Bonjour dan! (Kelner af—hij bindt de servet voor, begint te
+eten—tot Hope). Zoo. Nu éét je ’n stukje mee—’k zal je couvert
+klaarzetten.
+
+
+
+
+
+VIJFTIENDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Hope.
+
+
+HOPE. Nee meneer—’k ga ’n uurtje rusten, als ù zoolang blijft.
+
+DOLF. ’k Zal op jullie twée passen, als ’n waakhond (zij gaat naar haar
+kamer). Hope!... Je deur heeft toch wel ’n dubbel slot?
+
+HOPE. ’k Zal ’r nièt sluiten, meneer.
+
+DOLF. Zooveel vertrouwen ineens?
+
+HOPE. Iemand, die „’n jacht met hindernissen begint”—die daar z’n
+vingers voor opsteekt—die....
+
+DOLF. Die is nog te „redden....” Hahaha!
+
+HOPE. Misschien (een bons).... Wat was dat?
+
+DOLF (onbewegelijk). Kan dat in... de slaapkamer geweest zijn?
+
+HOPE. Nee—’t kwam van dié kant....
+
+DOLF (angstig). Kijk ’ns voorzichtig.... (Zij opent de schuifdeuren op
+een kier, schrikt, wijkt achteruit, snelt naar binnen—hij staart ontzet
+in de opening).
+
+HOPE (smartelijk klagend). O, o, lieve, goeie, beste... Hoe kom je nou
+zoo... O, o, o!...
+
+
+ DOEK.
+
+
+
+
+
+
+
+
+TWEEDE BEDRIJF,
+
+
+(Smaakvolle jongezelle-kamer—weelderig-intiem gemeubeld. Tweede en
+derde plan, rechts, de gebeeldhouwde deurenvrije toegang tot een
+bibliotheek, waarvan een deel zichtbaar is—daarnaast een sierlijk
+schrijfbureau, bestapeld met kunstvoorwerpen, tijdschriften,
+portretten. Tegen den achterwand, die in het midden een deur met
+gobelin heeft, dressoirs en standaards met curiositeiten, aquarellen
+enz. Eerste plan, links, deur-met-gobelin van de slaapkamer. In den
+schuinen hoek van tweede en derde plan, links, een rustbank met
+smyrna-kleed. In het midden der kamer een eikenhouten tafel
+gebeeldhouwd, met gemakkelijke leeren fauteuils. Vroegmiddag.)
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Jaap, Dolf.
+
+
+JAAP (die juist af geruimd heeft, plaatst den dienbak bij de
+achterdeur, spreidt een gebattikt tafelkleed over de tafel—De telefoon,
+op de schrijftafel, gaat over. Rustig neemt hij de gehoorbuis). Jawel.
+Met Van Walden—met de huisknecht—ja, met Jaap—wil u even wachten?
+(aarzelend) ’k Geloof niet dat meneer thuis is—’k zal zien (legt de
+buis op het tafelblad).
+
+DOLF (in de deuropening der slaapkamer). Wat fantaseer je?
+
+JAAP. Zachies, meneer... Mevrouw Lebeau: of ze u...
+
+DOLF (wenkt met de hand, dat hij er niet is—heel zacht). Op reis!
+
+JAAP (bij de telefoon). Hallo!... Spijt me, mevrouw, meneer is niet
+alleen niet thuis—zooals ’k dacht—hij moet op reis zijn gegaan....
+Waarheen? Waarheen?... Ja, dàt weet ’k niet... Wanneer terug?... ’k Zou
+’t niet kunnen zeggen—misschien de volgende week....
+
+DOLF (fluisterend roepend). Langer!
+
+JAAP. Misschien langer... (houdt z’n lachen in)... ’k Zal ’t meneer
+zeggen, mevrouw.... Adieu, mevrouw... (hangt gehoorbuis op).
+
+DOLF. Nou?... De boodschap?
+
+JAAP. Nom de Dieu!... Sacrénom!... Fiche moi le camp... Je me fou de
+lui...
+
+DOLF (hartelijk lachend). Hahaha!... Je ben niet verkeerd verbonden
+geweest... (de antieke klok slaat twaalf)... Twaalf?... Twaalf!...
+
+JAAP. Meneer mag zich wel haasten—om negen heb ’k geklopt—om half
+tien—om...
+
+DOLF (zich uitrekkend).... Man hou je mond—die klok maakt genoeg
+spektakel (geeuwt). ’t Slagwerk haal je ’r vanmiddag uit....
+
+JAAP. Jawel meneer, hahaha!....
+
+DOLF. En lach als je buiten de kamer ben!
+
+JAAP. Als ’t u hinder....
+
+DOLF. Ja, ’t hindert me—’k ben bang dat je je gebit kwijt raakt, als je
+schik in je leven krijgt... (geeuwt)... Wie komt—wachten (af in
+slaapkamer).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Jaap, Dr Linden.
+
+
+JAAP (legt eenige boeken op ’t gebattikt tafelkleed, neemt den
+dienbak—wijkt bij achterdeur voor Linden uit)... Pardon, dokter.
+
+DOKTER. Is meneer hier?
+
+JAAP. Meneer is nog niet bij de hand—heeft pas ontbeten.
+
+DOKTER. Goed. Dan wacht ’k in de bibliotheek.
+
+JAAP. Zal ’k meneer liever?....
+
+DOKTER. Nee, Jaapje—dat doe ’k zèlf (Jaap af—hij doet een paar passen
+naar de zijde der bibliotheek, neemt een fauteuil, slaat ’n boek open,
+fluit een studente-signaal).
+
+DOLF (beantwoordt dat, opent lachend de deur). Excuseer m’n overhemd,
+kerel... In twee seconden! (wil in z’n kamer terug—draait zich nog even
+om) Zeg, Jan, fluit dat deuntje geen tweede keer, asjeblief! ’k Wor
+straks meer dan me lief is, an m’n vervloekten studente-tijd
+herinnerd—De sigaren staan achter je—in die schedel... Tien tellen!
+(af—Linden neemt een sigaar, leest—telefoonschel—hij wil luisteren)...
+Ik ben op reis—op reis!....
+
+DOKTER. Wie daar? Madame Lebeau?... Op reis... Pischt, waar ben je na
+toe?...
+
+DOLF. Naar ’n sanatorium in Duitschland—overspannen!
+
+DOKTER (in den toestel pratend)... Naar Duitschland (verwonderd)...
+Dank u wel—’k zal ’m telegrafeeren. (hangt toestel in haak)... Of ’k je
+positief zeggen wou, dat je ’n sale type, ’n cochon...
+
+DOLF... Jawel, jawel—ken ’k droomen! (weer af).
+
+DOKTER (van ’t schrijfbureau ’n paar maal iets opnemend, lacht, gaat
+opnieuw voor de tafel lezen). Morgen, morgen!
+
+DOLF (z’n jas aanschietend)... Morgen!... Kerel ’k ben zoo verdraaid
+katterig!
+
+DOKTER. Mooi zoo. En dat vandaag. Is dit de oorzaak?
+
+DOLF. Haarspelden? Vond je die hier?... Nee, op m’n woord niet. In geen
+maanden ’n vrouw bij me gehad! Leg ze nou niet op de tafel! Haal geen
+grapjes uit! (werpt ze in de snippermand, naast schrijftafel). Dat zul
+je nu niet gelooven, Jan, maar die dingen vinden we met grossen—of ze
+jongen. Elk verleden begint bij ’n haarspeld....
+
+DOKTER. ’t Verleden van die twee kan, zou ’k denken zoo ver niet
+zijn... Van je bureau opgepikt, haha!
+
+DOLF. Attentie van dien smakker van ’n Jaap—is geestig op zijn
+manier!... Nee maar, Jan, vent, kind, hart—kijk me niet zoo guitig
+an—of je me half gelooft! ’k Wou dàt je gelijk had, wóú dat ’k je
+slimme schalksche oogjes verdiende! Ach! Ach! Nog ’n kwartier, nog ’n
+half uur—en ’k zit met m’n katterig gezicht—zie je ’t me an?—in bedrijf
+nummer zooveel van de allerdolste komedie. Geef me ’n lucifer, vent.
+Merci. Even ’n trekje. In presentie van m’n collectie dochters—vijf,
+zegge vijf, zijn op de annonce afgekomen—zal m’n vaderhart
+fatsoenshalve te actief werkzaam moeten zijn, om ’n Henry-Clay te
+kunnen rooken. Kind, wat ben ’k slap!
+
+DOKTER. Hoe laat ben je thuis gekomen?
+
+DOLF... Hoe vroeg! ’k Heb drie uur—nee, nou overdrijf ’k—vier uur
+gemaft (telefoonschel)... Zou je zoo’n créature... Je hoeft niet te
+twijfelen: Snipje, Snipje... ’k Schaf me telefoon af... Dat is
+vervloekt als je liaisons je nummer weten.... (telefoonschel)....
+Jawel, Jawel.... Dat hou ìk ’t langste uit... Is me verleden jaar
+gebeurd, dat-ie driemaal in ’t uur overging tegen kinderbedtijd,
+hahaha! Zeldzaam-zenuwachtige tijd! (telefoonschel)... Nou, nou,
+nou!... Dit volk is hardnekkig....’k Zal me stem veranderen... (praat
+in toestel)... Meneer is op reis—ik ben de huishoudster...
+(schrikkend). Excuse me, Hope, darling—ik had ’t zoo enorm druk—Over ’n
+kwartier.... Kom je zelf ook?... Je eerste bezoek op m’n kamer!... Je
+zal als ’n koningin ontvangen worden! Hoeft dat niet? Daar door de
+telefoon ’n kus... Moet ’k uitscheiden met m’n gekheid?... Ze krijgt ’r
+’n kleur van, Jan! Hahaha!... Ja, Linden zit bij me—hoofdcontroleur!...
+Eén oogenblikje nog, darling! Moeten die vijf dochters van me—’k wil ze
+àllemaal ongezien adopteeren, om van de last af te zijn!—moeten die op
+’t een of ander getrakteerd worden? Chocolade, anijsmelk... Wat?... Wat
+dan?... (hangt gehoorbuis op)... Laat me staan... Is ’r van door,
+hahaha!... (schelt electrische knop boven de tafel). Daar had ’k bijna
+’n blunder begaan, hè? (geeuwt)... Excuseer! ’k Zou ’r zoo ’n paar uur
+onder kunnen kruipen....
+
+DOKTER... Ik wacht geduldig, om te hooren wat je uitgehaald heb....
+
+DOLF. Uitgehaald?... Eerst met Beelaart, na ’t diner, ’n partij
+geschaakt—remise, na ’n zit van negen tot eenen... Ja! (tot Jaap)...
+Haal jij ’ns vlug ’n bouquet witte rozen....
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Jaap.
+
+
+JAAP. Jawel meneer.
+
+DOLF. Jaapje—nou nòg eens: lach met meer overleg! (tot Linden). ’k Heb
+’m de vorige week, voor moed, beleid—vooral beleid!—en trouw ’n nieuw
+gebit cadeau gegeven, omdat ’k z’n ruine om esthetische overwegingen
+niet zien kon—en nou lacht dat schaap telkens met z’n tanden óver
+mekaar!... Schiet op!... De mooiste theerozen, die je krijgen kan! Nou?
+
+JAAP (met bedwongen grijns)... D’r zit benejen ’n juffrouw....
+
+DOLF. Wat voor ’n juffrouw?
+
+JAAP. Van ’n advertentie—met de moeder d’r bij...
+
+DOLF. Zoo. Wachten (geprikkeld)... Wat sta je met je hand? Moet je
+boksen?
+
+JAAP (de gehandschoende hand openen). Me duim is ’r door....
+
+DOLF. Zoo—je duim ’r door? Marsch! En vlug!
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Dokter.
+
+
+DOKTER. Hahaha! Heeft-ie z’n witte handschoenen voor de gelegenheid
+aangetrokken!
+
+DOLF.. Zoo’n kaffer! Informeer ’k nou nièt, dan loopt-ie den heelen dag
+of-ie ’n misvormde knuist heeft! Wat was ’k bezig te vertellen? De
+partij schaak. Juist. Bij half twee, van plan bijtijds in bed te
+eenzamen—voor de belangwekkende conferentie!—ontmoet ’k Bannema,
+Kareltje, en état de désespoir—driekwart zelfmoord-ideejen—aan de beurs
+gedobbeld—Jantje, wat ’k zeg is vertrouwelijk!
+
+DOKTER. Natuurlijk....
+
+DOLF. Gedobbeld, om den staat van z’n vrouw bij te houden. Had ’t al
+met ’n open gaskraan geprobeerd—niet gelukt—kan ’k niemand aanraden: de
+weduwe krijgt de gasrekening!—liep gewoon te huilen—’n gat van ’n halve
+ton, en ’n vermogen naar de weerlicht, als de baisse aanhoudt!—’n
+Vrouw, die huilt, doet me verbazend weinig—kwestie van gewoonte—’n
+màn—en wat ’n door en door braaf ventje!—maakt me ondersteboven. Heb ’m
+geholpen.
+
+DOKTER. Zoo maar?
+
+DOLF. Ruineeren zal ’t me niet. Mama’s aandeel—de goeie ziel: dat is
+nou net drie maanden geleden!—heb ’k voor veertien dagen met m’n
+nobelen neef geschikt—et zut!—Je had z’n blijdschap moeten zien! ’k
+Moest met ’m mee—naar z’n huis—en daar hebben we allebei tot vijf uur
+zitten pimpelen, de eene flesch Rijnwijn na de andere. ’k Heb ’m ’n
+tikje om gekregen—hahaha!
+
+DOKTER. Dolf, Dolf—ik heb geen enkel recht je raad te geven—maar ’t
+lijkt me toch zacht gesproken onverantwoordelijk ’n dobbelaar, zonder
+eenig verder onderzoek te steunen—en voor dàt bedrag....
+
+DOLF. Jan, nuchtere kerel, ik ben te katterig, om je ongelijk te
+geven—maar m’n woord is m’n woord en m’n handteekening m’n
+handteekening—de cheque is binnen—en de kinderen hebben Kareltje in ’n
+prachtig humeur gezien, als-ie ook niet te katterig is!
+
+DOKTER. De kinderen?
+
+DOLF. Vier. Ja vier! Hij heeft ’t verder gebracht dan jij... Vannacht
+om bij half vijf, toen ’k die smerige zaken in orde gebracht had,
+zei-ie: loop even op je teenen mee, dan zal ’k je de kinder-slaapkamer
+laten kijken. Ik verzeker je, Jantje—en zonder groote woorden!—dat ik
+die slapende kopjes niet zal vergeten—zulke hoofdjes—en zulke
+mondjes—en.... Hahaha! Goud waard! Goud waard! Stel je voor—tegen ’t
+afscheid staat Kareltje onzeker op, zet nog ’n zes, zeven wijnglazen op
+de tafel, giet ’r scheutjes in! Wat voer je uit vraag ik.... Ik ben
+bang, zegt-ie—goddelijk, pyramidaal!—dat me vrouw of de meisjes twéé
+glazen bij ’n half dozijn leege flesschen zullen zien! Hahaha! Hoe
+is-ie? ’t Modernste préservatif voor getrouwde mannen, die ’n
+buitensporigheid doen!.... Ja. Ja.... Binnen!
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Jaap.
+
+
+JAAP. Asjeblief meneer—de rozen.
+
+DOLF. Netjes. Daar in de vaas.
+
+JAAP. D’r zijn d’r al drie, meneer.
+
+DOLF. Allemaal met moeders?
+
+JAAP. Nee, meneer—alleen de eerste. En dan is ’r die detective, die al
+’n paar maal geweest is.
+
+DOLF. Die met....
+
+JAAP. Ja meneer.
+
+DOLF. Wat nou ja meneer? Wat heb ’k bedoeld?
+
+JAAP. Dat weet ’k niet—ik dacht....
+
+DOLF. Lach niet!... Lach niet!... ’k waarschuw je: ’k neem ’t weer
+af!... Laat die met—waarvan jij dàcht... laat die boven komen.
+
+JAAP. Ja meneer (af).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Dokter.
+
+
+DOKTER. Is dat de man die aan ’t snorren geweest is?
+
+DOLF. Ja-ja, ’n Gladekker, first class, door den chargé-d’affaires van
+de goeie ziel, ergens bij de politie opgeduikeld, ’n gewezen
+inspecteur, gesjeesd omdat-ie te handig voor z’n supérieuren werd!
+(plukt een knop uit den bouquet, steekt die in z’n knoopsgat). Jan,
+voortreffelijke kerel, Jan, ouwe boemelaar—als ’t vandaag niet lukt—als
+geen van de vijf m’n—’t kriewelt in m’n keel, als ’k ’t fatale woord
+uitspreek!—geen van de vijf m’n dòch-ter blijkt, ga ’k in ’n klooster,
+om Hope d’r oogen, d’r prachtige oogen te ontloopen... Had je ook niet
+voor drie maanden kunnen denken, dat ik, ik, door ’n menschje, dat om
+’n haverklap m’n uitstekend humeur bederft, dat ’k bij tijden gewoon
+niet zetten kan—schrikkelijke individuën, die hyper-moderne
+wijfjes!—dat ìk door zóo een aan ’n zijden draadje rond word geleid!...
+Als de goeie ziel ’t vodje van ’n brief niet bewaard had—en dien avond
+van ’r dood niet de obsessie van de Stichting en ’t kinderen-asyl, die
+groteske belofte.... Entrez! Ga zitten. Steek ’n sigaar op.
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Schmidt.
+
+
+SCHMIDT (nadat Jaap de deur gesloten heeft)... Ze zijn ’r. Kan ’k
+praten waar meneer bij is?
+
+DOLF. Sans gêne! Dokter Linden—ook uit dien tijd—rechercheur Schmidt.
+
+SCHMIDT. Detective, als ’t u ’t zelfde is.
+
+DOLF. Je mag je precies noemen zooals je wil, als je ’r maar heb! ’t
+Zit me tot hier!
+
+SCHMIDT. Over mij heeft u geen reden van klagen! ’t Onmogelijkste, ’t
+bijna bovenmenschelijke, heb ’k gedaan. Voor niet één zaak moest zoo
+gesnuffeld worden—niet één was zoo ingewikkeld. Dat behoef ’k zeker
+niet te resumeeren!....
+
+DOLF. Resumeer gerust—laat m’n vriend, den dokter meesmuilen—die denkt
+honderd tegen een, dat we stil hebben gezeten! Moordenaarswerk! In ’n
+woestijn vind je iemand makkelijker, dan in de zoogenaamde geordende
+samenleving! ’n Schande, ’n schande.... Niet rooken?....
+
+SCHMIDT. ’k Steek ’m liever bij me. Dank u. Dokter, die vrouwspersoon
+is met of zonder ’r kind radikaal, spoorloos verdwenen—spoorloos. Toen
+de zaakgelastigde van wijlen mevrouw me bij zich ontbood, zonder te
+zeggen wat ’r aan ’t handje was, zei ’k, zoo zeker als van ’t uur van
+m’n dood, dat ’t bagatel—’t bagatel: ’k had lastiger zaakjes
+uitgepluisd—binnen ’n week afgehandeld zou worden. Dat kon ’k beloven,
+kon ’k, omdat we aan de kleine strafzaak tegen meneer houvast hadden,
+dat van....
+
+DOLF. Jawel jawel—meneer is me zelf met nòg wat vrienden met ’n
+tweespan aan de gevangenis komen afhalen, hahaha! Herinner je je,
+Jantje?
+
+DOKTER. Hahaha, en hoe!
+
+SCHMIDT. De dossiers heb ’k nageslagen—vond den naam van den
+koloniaal—werkte den Burgerlijken Stand ’89, ’90, ’91 af, zag dat de
+koloniaal in ’94 in Atjeh stierf—geen zuster ingeschreven—niet één
+zuster....
+
+DOKTER. Hoe is dat mogelijk? Hij trok toch voor z’n zùster partij!
+
+DOLF. Val nou niet in de rede, Jantje, kind! Je hoort toch de feiten!
+Natuurlijk ’n uit z’n duim gezogen zuster, om zelf geen straf op te
+loopen—we hebben allebei legio zusters in die dagen gehad!
+
+SCHMIDT. Toen zat ’k vast. De brief aan mevrouw, dien ’k in ’t begin
+niet lezen mocht, was met Sofie onderteekend—en meneer had ’r nooit
+anders dan, dan....
+
+DOLF. Dan kreeftje genoemd—omdat ze zulk magnifiek rood haar had—en gek
+met kreeft was—één avond twee heele bussen....
+
+SCHMIDT. Toch erg onverstandig, als ik ’t opmerken mag—’n verhouding
+zonder vàn....
+
+DOLF. Gebeurt me ook nooit meer. Kreeftje, Puckje, Snipje—’k moet ’t me
+afwennen.
+
+SCHMIDT. ’n Volle maand ben ’k bezig geweest—de sigarenwinkel was
+verdwenen—de handschoenenwinkel sinds jaren op de flesch. De
+college-vrienden van meneer, die ’k zoo voorzichtig mogelijk en met de
+wanhopigste tact polsen wou, hadden niet zooveel geheugen
+meer—getrouwde menschen mèt posities—alleen ’n ongetrouwd lid van de
+Rechtbank sprak óók van Kreeftje....
+
+DOLF. Hahaha! Plums! Herinner je je Plums nog—Plums met z’n museum
+schelknoppen en andere gemoerde dingen! En vertel ’ns van je bezoek aan
+Baars, Schmidt—Kostelijk! Kostelijk!
+
+SCHMIDT. Mr. Plums zei dat Dominee Baars ’r mogelijk ook gekend kon
+hebben—mógelijk. Die was juist naar ’t Noorden beroepen. Die vroeg ’k
+met ’n niet te beschrijven tact, dokter—’k zette overal ’t gesprek in,
+of ’n erfenis losgekomen was—of hij Kreeftje.... Net kwam z’n vrouw de
+studeerkamer in. Dominee keek me niet bepaald aangenaam aan, liet me
+tot an de deur uit, sméét die achter me toe—met ’n bons....
+
+DOKTER. Vermakelijk!
+
+DOLF. ’k Had er bij willen zijn!
+
+SCHMIDT. Op de registers van den Burgerlijken Stand van die jaren heb
+’k gezweet, dokter—ben ’t monnikenwerk begonnen na te gaan welke
+juffrouwen met den voornaam Sophie—aan Kreeftje had ’k bijzonder
+weinig—verhuisd of.... bevallen.... of gestorven waren. Hielp
+niemendal. Een Sophie, dochter van ’n slager, was naar Antwerpen
+vertrokken—een, dat was onder de onechte geboorten, had ’n tweeling
+gekregen....
+
+DOLF. De hemel beware me!
+
+SCHMIDT.... Later getrouwd met ’n aannemer—geen sprake van ’n bijnaam
+Kreeftje.... Drie waren ’r gestorven, dochters van bekende
+ingezetenen—een was in ’n bordeel beland, stond in de ouwe
+politieregisters geboekt met zwàrt haar. Ik verzeker u, dat ik ’r
+nachten voor opgezeten heb—en namen overgeslagen, in die kleine
+universiteitsstad, behoort tot de wetenschappelijke onmogelijkheden,
+zou ’k durven beweren. Jammer dat mevrouw destijds dien allereersten
+dreigbrief mèt ’t goeie adres verscheurd heeft—dan waren we ’r geweest.
+
+DOKTER. En waar haalt u dan die vijf meisjes, die beneden wachten,
+vandaan?
+
+SCHMIDT. Waar? Als niets je meer helpt—je niet ’t minste, geringste
+spoor vindt—de jonge dames die zich met studenten afgeven, zijn
+dikwijls overdag fatsoenlijk in betrekking....
+
+DOLF. Zij ook—in die handschoenenwinkel......
+
+SCHMIDT.... Op de flesch en zonder adres vertrokken—voor schulden—Als
+je uitgepraat ben, kun je nog enkel aanhoudend adverteeren....
+
+DOKTER. Gezocht ’n juffrouw met rood haar, die in ’90 den bijnaam
+Kreeftje had?
+
+SCHMIDT. Nee, dokter.
+
+DOLF. Heb ik je de kranten nog niet laten zien?
+
+DOKTER. Jij mij? Wanneer?
+
+DOLF. Heeft Hope je niet ingelicht?
+
+DOKTER. Hope? Die wordt al stil en gesloten als ze je náám hoort!
+
+DOLF (pakket van de schrijftafel nemend). Dossier van de... verloren
+dochter. Die blauwe potloodhalen! Je hoeft ’r maar een te
+lezen—allemaal ’t zelfde! Ach, ach, wat ’n fumisterie, om m’n woord
+tegenover de goeie, geëxalteerde ziel te houden!
+
+DOKTER (lezend). „Erfgenaam opgeroepen”? Is ’t dat?
+
+SCHMIDT. Natuurlijk. Om met tact—met tact—achter de waarheid te raken,
+moet je ’n gevatten aanloop zoeken....
+
+DOLF. Wou jij soms liever, dat ik annonceerde: Adolf van Walden, zoekt
+de dochter van ’n zekere Sofie, bijgenaamd Kreeftje, aan wie hij in ’90
+(korzelig)... alle duivels, de historie hangt me de keel uit!... De
+nonsens, om iemand zoo’n absurditeit op te dringen....
+
+DOKTER. „Erfgenaam opgeroepen”. Dat zijn advertenties, die ’r inhakken!
+(lezend). „De exécuteur-testamentair van wijlen kapiteìn Van
+Reessen”... Ben jij dat?
+
+DOLF. Doe me ’t genoegen en lees zachtjes!
+
+DOKTER. Veel te merkwaardig, om in je eentje te genieten!... „van
+wijlen kapitein Van Reessen, bij leven gezagvoerder ter koopvaardij,
+heeft in opdracht een belangrijk legaat uit te keeren, aan de dochter
+van zekere juffrouw Sofie, achternaam onbekend, dewelke dochter einde
+1890 of begin 1891 geboren werd, vader onbekend”. Dat is niet bijzonder
+duidelijk!
+
+DOLF. Zeg, zou jij ’r de zegen niet van af willen nemen?... De vijf
+komen toch niet uit de lucht vallen!
+
+DOKTER. En àls—áls—’t gelúk je meeloopt: wat dan?... Wat doe je dan met
+zoo’n meisje?
+
+DOLF. Ik doe niets—kapitein Van Reessen, oud-gezagvoerder doet. ’n
+Betamelijk jaargeld—’n centje om te trouwen—’n... Als mama me zoo in de
+klem zag, zou ze meelijden met me hebben!... In geen drie maanden rust,
+om ’n caprice! Heb jij—die daar zoo genoegelijk zit te
+grunneken—makkelijk lachen van ’n ander z’n pech!—heb jij zekerheid,
+dat ’r niet ergens ’n Lindentje zwerft? Dat kleine rooie Kreeftje—nee
+kwaad mag ’k niet van ’r spreken—’t was ’n aardig ding.... Als ’k ’n
+enkele, dood-enkele keer op m’n kamer zat te zwóégen, zwerend dat ’k
+niet naar de kroeg zou gaan, dan kon je zoo zachies in de straat
+(imiteert het signaal van daareven) hooren fluiten—en als je dan je kop
+door ’t raam stak, zag je de leuke rooie pruik... Dan smeet je de
+sleutel naar beneden—en dan—dan leien je gedrochtelijke boeken ’s
+morgens net zoo eender—Jammer toch—jammer—verdomd jammer van de
+meìd—heeft nooit geld van mìj willen aannemen—Plums, Baars moesten
+dubbel betalen.... Nou, Schmidt—waar wachten we op?
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Hope.
+
+
+HOPE (door de bibliotheek binnentredend). Goeien morgen, heeren.
+
+DOLF. Was jij daar al làng?
+
+HOPE. Pardon. Ik kom zoo juist binnen—stoor toch niet?—Dag dokter—dat
+is charmant van u....
+
+DOLF. Heeft die ezel van ’n Jaap je den weg niet gewezen?
+
+HOPE. Jawel—zou u me even....
+
+DOKTER. Meneer Schmidt, detective—zuster Hope.
+
+HOPE (na wederzijdsche buiging). Jawel zeker heeft ie den weg naar de
+wachtkamer gewezen. Hij dacht dat ik ook....
+
+DOLF. Hahaha! Onbetaalbaar!.... Buitengewoon!
+
+HOPE. Toe meneer—we zijn niet „onder ons”.
+
+DOLF. ’k Zie ’t ’m zoo doen met dat gebit, dat-ie nog ’ns inslikt,
+als-ie strooppannekoeken eet—en met z’n gedistingeerden duim,
+hahaha!... Hope, wat kijk je weer als ’t laatste kwartier achter ’n
+wolk! Mag ik je even ontlasten?
+
+HOPE. Nee meneer—ik hou liever alles aan.
+
+DOLF. Ook je hoed?
+
+HOPE. Ook m’n hoed.
+
+DOLF (haar de rozen presenteerend). Met m’n eerbiedigst welkom bij je
+eerste bezoek—en als souvenir aan de plechtige gebeurtenis van
+vandaag....
+
+HOPE (koeltjes). Dank u wel. En mogen die meisjes nu boven komen? ’n
+Bijzonder genoegen voor ze..
+
+DOLF. Wat bedoel je?
+
+HOPE. Ik bedoel—nee niets. Of ja! Waarom zou ’k ’t niet?.... Héél
+kiesch lijkt ’t niet, meneer, vijf in elkander’s tegenwoordigheid te
+brengen die nu van mekaar wéten dat ze onechte kinderen zijn.....
+
+DOKTER. Kom, vindt u dat zoo erg....
+
+HOPE. Ik ja—Als kind heb ’k dat óók erg gevoeld....
+
+DOLF. Hope—we zijn niet alléén....
+
+HOPE. Nee—dat zei ’k juist zelf. Meneer—meneer....
+
+SCHMIDT. Schmidt....
+
+HOPE. Meneer Schmidt blijft voor ’t..... kruisverhoor?
+
+DOLF. Schmidt is opzettelijk gekomen, om met de stukken te verifieeren
+of de identiteit kan worden....
+
+HOPE... Vastgesteld?
+
+DOLF. Jà, Hope!... Of moet ìk in ’n vloek en ’n zucht pà van ’n
+anderman’s pa-lóós kind worden?
+
+HOPE. Op weg hier na toe, dacht ’k, dat ik als vróúw—als eenige vrouw
+met de zaak bekend—de aangewezen ondervraagster van die meisjes kon
+zijn—uw mama zou ’t beslist hebben gedaan, als ze nog leefde....
+
+SCHMIDT. Pardon, zuster—en neem me niet kwalijk, als ik me in ’t
+gesprek meng—ik geef in overweging, dat uitsluitend ik en niemand
+anders de noodige vragen stel. U heeft den ondergrond van ’t geval in
+uw gedachten—zij weten niet beter dan voor ’n erfenis, ’n èrfenis,
+opgeroepen te zijn. En zelfs als een van de vijf de meest frappante
+antwoorden geeft, dienen we nog gereserveerd te blijven—moet ’t aan mij
+worden overgelaten de laatste informaties in te winnen op ’t
+bevolkingsregister, bij buren en zoo voort....
+
+HOPE. Dus dan ben ìk niet noodig?
+
+SCHMIDT. Direct nee!—Noodig zijn meneer Van Walden en misschien de
+dokter, die Kreeftje—pardon juffrouw Sofie—’n paar maal gezien meent te
+hebben....
+
+HOPE. Dan wensch ’k de heeren veel succes....
+
+DOLF. Is dat ernst, Hope? We staan ’r op, Jan Linden en ik—wat Jan?—dat
+je de vertooning van a tot z volgt....
+
+HOPE. Ik houd niet van dat soort vertooningen.....
+
+DOLF. Val je weer over ’n woord, hahaha!...
+
+DOKTER. Zuster, heel, heel erg verkeerd! Gesteld dat we slagen—begint
+dan niet uw taak?...
+
+HOPE. Nee, de zijne.
+
+DOKTER. (haar in een fauteuil neerdrukkend) Stribbel niet verder
+tegen!—Uw opmerking straks was niet onjuist—wij kunnen den raad van ’n
+zuivervoelende vrouw uitnemend gebruiken—’t spijt me dat ’k m’n eigen
+Annie niet meebrengen mocht....
+
+DOLF. Diplomaat! (schelt) Nu exécuteur-testamentair van wijlen kapitein
+Van Reesen—in positie asjeblief! (tot Jaap in de deur) Opdienen! Die
+met ’r móéder ’t allerlaatst.... Ze weer uitlaten als ’k schel—’n
+nieuwe bovenlaten als ’k voor de tweede maal roep. En avant. Den heelen
+middag spendeeren we ’r nièt aan.... (telefoonschel—tot Linden, met
+angstige stem)... Wil jij even, Jantje—of nee: jij gaat ’r te onstuimig
+mee om! (vraagt met veranderde stem) Wie daar?... Hallo? (opnieuw
+gewoon) Ben jij ’t Bannema?... Kerel, ’k ben gekookt!... Nee, geen
+dankjes!... ’t Eenige wat ’k je kwalijk neem, is dat je me zoolang
+onder de wijn heb gehouen! Geen vier uur getukt! Goed, goed—maar op ’t
+oogenblik heb ’k belet. Adieu! Tot vanmiddag! (tot het meisje dat de
+laatste woorden gehoord heeft, en bij de deur verlegen lacht). Ben
+jij?... Pardon—ik zou m’n mond houden! Laat ’r gaan zitten, meneer
+Schmidt.
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Grete Donker.
+
+
+SCHMIDT. Hoe heet u?
+
+GRETE. Grete Donker....
+
+SCHMIDT. (in portefeuille snuffelend) Juist—u heeft op de advertentie
+geantwoord—en ik heb u verzocht om een uur bij meneer Van Walden te
+komen met uw papieren. Heeft u die meegebracht?
+
+GRETE (verlegen)... Da’s te zegge, meneer—me geboortebewijs hè-’k—en me
+getuigschrifte van me laaste betrekking....
+
+SCHMIDT. (het geboortebewijs inkijkend) Bij wie dient u?
+
+GRETE. In de winkel van Sannes, as....
+
+SCHMIDT. (nauwelijks luisterend). Geboren 5 December ’90....
+
+DOLF. 5 December—Sinterklaasavond....
+
+GRETE. (verlegen) Ja. Hèhèhè!....
+
+SCHMIDT. Waar woonde uw moéder—uw vader, heeft u die gekend?....
+
+GRETE. (giftig). Nee, die smeerlap het me moeder voor alles alléén late
+opdraaie, toen-ie voor de Oost teekende....
+
+SCHMIDT. Waar woonde uw moeder, toen u geboren werd?
+
+GRETE. Weet ik dat!....
+
+SCHMIDT. Ik bedoel geen naam van ’n straat—de plaats—de stad....
+
+GRETE. Dat staat toch in ’t geboortebewijs....
+
+DOLF. Jongen, Schmidt—da’s niet listig van je!
+
+SCHMIDT. (’n tikje geergerd). Ik heb daar m’n reden voor, meneer. (tot
+Grete). Dus dan is u zéker in Amsterdam geboren—en daar woonde uw
+moeder al vóór dien tijd?
+
+GRETE. Me benne d’r nooit vedaan geweest. Me moeder is d’r gebore en
+gestorreve.
+
+SCHMIDT. Nog één vraag, meisje—dan weet ik voorloopig genoeg, tenzij
+een van de andere heeren nog iets wil weten—welke kleur haar had uw
+moeder?
+
+GRETE. Bruin—maar ’t laaste jaar in ’t gasthuis wit.
+
+SCHMIDT. Dank u. Ik geloof nièt, juffrouw Donker, dat u in aanmerking
+zal komen—maar in ieder geval hoort u nader van me.
+
+GRETE. As ’k maar ’n klèin beetje krijg—’k ha-d’r zoo op gevlast....
+
+DOLF. Daar zullen we over denken—iets schiet ’r altijd op over. Dus uw
+vader kan nooit ’n student zijn geweest....?
+
+GRETE. ’n Stedent? ’n Stedent? Nee, daar had moeder de smoor an, omdat
+ze in ’t gasthuis zoo om d’r bed zworreve....
+
+DOLF. Dan kan ze gaan, hè? Dag juffrouw. (schelt).
+
+GRETE. Dag heere—dag zuster. (af).
+
+DOLF. Da’s één niet uit de loterij. (schelt) Nummer twee! (tot Hope
+welke bij de laatste vragen op is gestaan—bij den doorgang naar de
+bibliotheek boeken uit de rekken nemend). Blameer me niet—’r zijn ’r
+geen zes opengesnejen—allemaal mise-en-scène!—geleerdheidspatserij!—en
+die wèl in handen geweest zijn, kunnen ’n luchtje hebben!.. (Hope
+glimlacht pijnlijk, zit weer in den fauteuil) Weet je, Jantje, dat ’k
+vannacht, voor ’k eindelijk insliep, ontdekt heb, dat de vrouw ’t
+heelal regeert? Mathematisch bewijs?... Vox populi vox Dei: de stem van
+’t volk is de stem van God. Dat is een. En ’t nòg bekender: Ce que
+femme veut, Dieu veut: Wat de vrouw wil, wil God. Ergo de stem van God
+is de stem van de vrouw.... De stem van de vrouw is de stem van...
+Binnen!
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Suze Meier.
+
+
+SCHMIDT. Hoe heet u?
+
+SUZE. Suus....
+
+SCHMIDT. Verder?
+
+SUZE. Meier.
+
+DOLF. Ga d’r bij zitten, Suze.
+
+SCHMIDT. Ik heb u geschreven...
+
+SUZE. Asjeblief. ’k Hè de pepiere in ’n pakkie bij mekaar. Me moeder
+hiet Sefie Meier, ha zellef meegekomme as ze geen mankement an d’r been
+ha gehad—van ’t water.... D’r fotegrawie leit d’r tussche, toe ze zoo
+oud as ik was—me vader hiette Cornelis van der Vliet—en ha femilie die
+Van Reesum hiette—en ha geen tijd met me moeder te trouwe, omdat-ie
+sjecheerder bij de Spoor was en in negetig overreeje wier vlak voor ze
+anteekene zoue... Nou da’s geen schande voor mijn. En me moeder ken d’r
+ook niks an doen. En de naam Reesum het ze meer as eens hoore noeme—die
+was toe stuurman op de paketdienst....
+
+SCHMIDT. Ho! Ho!... Niet zoo doorslaan, juffrouw Meier...
+
+SUZE. Me vader....
+
+SCHMIDT. Suscht!.. Even inkijken. (leest de papieren, die hij in de
+hand gehouden heeft)
+
+DOLF. Geef u mij ’t portret, meneer Schmidt. (bekijkt het) Nee. Nooit
+gezien. Onmogelijk. (droog)... En ’t is natuurlijk onwaarschijnlijk,
+dat uw moeder in ’90 den bijnaam Kreeftje had?
+
+SUZE. Kreefie?... Hèhèhè!... Kreefie... Da’s me ook ’n verneukerij!...
+Wie hiet ’r Kreefie?...
+
+SCHMIDT. Ik heb van mijn kant niets meer te vragen, meneer...
+
+DOLF. Ik evenmin, geachte exécuteur-testamentair!
+
+SCHMIDT. Dan wordt u wel bedankt, juffrouw.
+
+SUZE. Gossie—is ’t al afgeloope?—U het me pepiere haast niet
+ingekeke... De brieve van me vader an me moeder, toe-ie nog vree... In
+die eene met de inktveeg d’r op zeit-ie dat z’n oome Reesum....
+
+SCHMIDT. Ik zal u morgen bericht geven en op vergoeding van de
+reiskosten kan u rekenen....
+
+SUZE. Gossie, gossie meneer—me broeie d’r zoo allejeezis op!—Door me
+moeder d’r water in d’r beene, staat de helleft van ’t boeltje achter
+de schuine deur.... ’t Klopt toch met de avvertentie....
+
+DOLF. Vergeten zullen we u niet. (schelt)
+
+SUZE. (opstaand naar de zij der deur)... As meneer dan me nieuw adres
+wil schrijve... Van de Tolsteeg gane me verhuize—morrege—na de Zijp
+nommero 78 bove—dan ben ’k dichter bij de febriek. Het u ’t?....
+
+SCHMIDT. Ja, ja.
+
+SUZE. Heere... Heere... Jefrouw... (af).
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Sofie Delange, Agnes Delange.
+
+
+DOLF. Hahaha!.. ’k Had waarachtig moeite me goed te houen. Dat
+schepseltje heeft nou ook geen seconde d’r handen stil in d’r schoot
+gehad, terwijl ze bezig was—of ze ’r den St. Vitusdans in te pakken
+had!—Uit je humeur, Hope?—Kind, we zijn nog niet op de helft. ’n Goed
+hengelaar doet ’t met geduld. M’n kans is nog niet verkeken.... (tot de
+binnentredenden)... Ja!... Kom binnen!... Twee?... Twee tegelijk?...
+Schmidt: da’s je tweeling!....
+
+SCHMIDT (tot Agnes)... Wil ù sivoeplee weer na de wachtkamer
+teruggaan?... Een voor een sivoeplee!
+
+SOFIE. Da’s me zus, meneer.
+
+SCHMIDT. We kunnen ’t zònder getuigen af.
+
+AGNES (driest)... De heer van me zus wou niet dat ze alléén....
+
+DOLF. Is-die fameuze heer bang dat uw zuster opgegeten zal worden?
+
+AGNES. (driest) Opete nee. Opete late me zus en ik ons niet—maar me
+kenne de foefies van de heere—me benne niet van gister... Ik zee: je
+vliegt ’r niet in—en de heer van Fie zee óók je vliegt ’r niet in....
+Daar het u niet zoo zuur om te kijke—want mijn....
+
+DOLF.... Spreek uit....
+
+AGNES... Nee ik smoes niks meer. Je zeit licht meer as je verantwoorde
+ken, waar Fie?.....
+
+SCHMIDT. (haar in de rede vallend)... ’t Is welletjes, juffrouw... (tot
+Sofie)... Dus ù komt op de advertentie?
+
+SOFIE. Ja ik—ìk kreeg ’n briefie, om hier bij meneer te komme.
+
+DOLF.... Gaat u zitten.
+
+AGNES. O, wat ’n lèkkere stoele! Om in te sterve! Precies as bij...
+(slaat de vingers in gebaar van iets in te houden voor den mond).
+
+SOFIE... De papiere, die op ’t lijstje stonde, hè-’k meegebracht—me
+geboorteacte.....
+
+SCHMIDT.... Asjeblief....
+
+AGNES... Jawel—met ’n máár d’r bij—me late niks achter as tegen
+bewijs....
+
+SOFIE... As tegen bewijs....
+
+SCHMIDT. We geven u alles dàdelijk weer terug.
+
+AGNES. Dan is ’t goeie, Fietje.
+
+SCHMIDT.... Geboren 17 Februari ’91 in—Leiden...
+
+DOLF.... In Leiden?... Sakkerloot!... Opletten, Jantje boy!....
+
+SCHMIDT.... Woont uw moeder nòg in Leiden?
+
+SOFIE... Of ze d’r...?... Wéte me dat, Agnes?
+
+AGNES... Nou da’s niet te denke, hahaha! Ze hèt ’r in negetig en zoo
+gewoond.
+
+SCHMIDT... Zou u wat duidelijker willen antwoorden? We zitten hier niet
+om raadseltjes op te lossen.
+
+AGNES. Nee, me zitte wel as onze lieve Heer zèlf in die stoele van
+leer—maar voor cherades benne me hier niet. Mòt dat nou an zoo’n bóél
+mensche verteld worde?....
+
+SCHMIDT... ’t Is in ’t belang van de erfenis, niet waar?
+
+AGNES... As ’t dan geen pan en geen kul is—ù hoeft niet weg te gaan,
+zuster!....
+
+HOPE... Zoo als u wil....
+
+AGNES... Blijf op uw gemak!—(Hope zit weer). In u hebbe me meer
+vertrouwe as in die meneer...
+
+DOLF. Dank je wel—wat ’n zeldzame....
+
+Agnes... Googemert, wat!—Zeg me kenne de wereld, me zus en ik!—Me
+moeder, meneer van de politie—nou herken ’k je, hahaha!—is d’r in ’95
+met de een of andere druif vandoor gesjeesd....
+
+SCHMIDT... Toe, toe, toe!
+
+AGNES. Je vraagt ’t toch!... Toe het tante ons in d’r huis genome—Me
+hebbe geen van twee ’n vader—wat Fie?—de mijne is getrouwd en woont in
+Den Haag—béwijze ken ’k niks—die van haar—nou, Fie, doe ook ’n mondje
+open—jij ben de oudste en mijn laat je klesse.....
+
+SOFIE... Ik ken me vader niet—Ik ben in Leiden gebore—zij in
+Brussel.....
+
+SCHMIDT... Had uw moeder in Leiden ’n bijnaam?
+
+SOFIE... Weet ’k niet.
+
+AGNES... Dat zal wel. En die zal ze gloeiend verdiend hebbe, ’t
+mensch!....
+
+SCHMIDT... Dat vragen we niet.
+
+AGNES... O.
+
+SCHMIDT... Herinnert u zich—’95 is ’n heele tijd—welke kleur haar uw
+moeder had?....
+
+SOFIE. Rood—as me zus.
+
+AGNES. Dat hoef-ie ’r niet bij te zegge—ze zijn blind.....
+
+DOLF... Rood?... En ze heette Sofie?
+
+SOFIE... As ik. (een stilte).
+
+AGNES... Nou zeit niemand wat?
+
+DOKTER. (tot de twee)... Ik zou wel graag willen hooren wàt uw moeder
+in ’90 in Leiden dee? Weet ù dat of ù?
+
+AGNES. Niet veel bijzonders ken je wel denke.
+
+DOKTER. Dàt bedoel ik niet. Had ze de een of andere betrekking?
+
+SOFIE. Hoe kenne wìj dat raje?
+
+AGNES. Toe tante nog leefde, zee ze dat moeder—nou laa’k ’t maar nièt
+zegge....
+
+SOFIE... Nee, zeg ’t niet. ’t Het ’r niks mee uit te staan.....
+
+DOLF... (aarzelend).... Kan uw moeder ’n relatie met ’n student hebben
+gehad?
+
+SOFIE... Wat geloof jij, Agnes?
+
+AGNES. Ik geloof niks. Student of geen student—’n pàtser was ’t
+gedorie—om me zus te late stikke....
+
+SCHMIDT... Jawel, jawel. Maar nu de puntjes op de i—wat noodzakelijk
+is!—Zou een van uw andere familieleden zich misschien kunnen
+herinneren.....
+
+SOFIE... Me hebbe ènkel ’n neef, die we nooit zien.
+
+SCHMIDT... Zou die weten.....
+
+AGNES. Dat broekie!... Die weet enkel van vuile en schoone kinnen—die
+barbiert....
+
+DOKTER... Kàn uw moeder bijvoorbeeld in ’n sigaren- of in ’n
+manufacturen- of in ’n handschoenenwinkel in betrekking zijn geweest?
+
+SOFIE... Alles ken....
+
+AGNES... Wij benne op ’n atelier—dan ken zij.... Kan òns ’t schelen!
+
+HOPE. Wil u mij eens antwoorden?
+
+SOFIE. Natuurlijk juffrouw.
+
+AGNES. (verbeterend)... Zuster—zie je toch!
+
+HOPE. Hindert niet. Heeft uw moeder nooit aan uw tante ’n woordje
+geschreven?
+
+SOFIE. Jawel juffr....—zùster.
+
+HOPE. Uitstekend. Dat móét zekerheid geven—voor de erfenis—als u een of
+meer brieven bewáárd heeft..
+
+AGNES... Ja. Me hebbe d’r ’n berg van—uit Amerika, wat Fie?... Van ’96
+en ’97—as ze cente an tante stuurde—en toe nog is een van ’99—sekuur
+hoor—twee negetjes naast mekaar—dat was de laatste.....
+
+SOFIE... Vergis je je niet?
+
+AGNES... Nee hoor!.. D’r was vijftien dollar bij...
+
+HOPE.... Zouen wij die brieven.....?
+
+DOLF... Waarvoor?... Voor wat?
+
+DOKTER... Ja, zuster, is dat nóódig?
+
+HOPE... Nee. Dat is te omslachtig. We kunnen ’t makkelijker af! (tot
+Dolf)... Heeft u den brief, die bij ’t testament van.... van....
+kapitein van Reesen lag, bij de hand, meneer?....
+
+SCHMIDT... Voortreffelijk, zuster! Bravo! Ik begrijp uw bedoeling!—Ja,
+meneer Van Walden: die brief kan den doorslag geven, bijna
+volkomen.....
+
+DOLF. (een la van het bureau opensluitend)... Ja, dien heb ’k ergens
+gestopt—gestopt—gestopt—Nee, hier niet (andere la openend)... Da’s ’n
+sla overal—’n hutspot—moet ’k toch eens probeeren te ordenen.... Wel
+wat drommel, gevlogen kan-ie niet zijn... (zoekend). Nee—nee—nee...
+Waar kan-ie dan? Curieus: gebeurt altijd als je iets noodig heb!....
+Eureka!.... Eureka!.... ’t Lag vlak voor m’n neus... (neemt den brief
+uit den sigaren-schedel).... Zeker door Jaapje verlegd.... Voilà,
+monsieur Schmidt.... Snappen doe ’k ’t niet....
+
+SCHMIDT. (fluistert Hope iets toe—zij knikt)... Zoo dames—nu hou ik
+dezen brief ’n beetje gevouwen—den héélen inhoud hoeft u niet te
+lezen!—en antwoordt nu eens vooral niet te haastig of de handteekening
+Sofie èn of ’t handschrift op dat van uw moeder lijken. Zegt u ja—dan
+moeten wij op onze beurt uw brieven inkijken. Niet haastig—’r hangt ’n
+boel van af!.... (een aangehouden, nieuwsgierige stilte. Agnes buigt
+over Sofie’s schouder, leest hardop).
+
+AGNES.... „..Ik—ik”.....—ja daar staat „ik”—„ik ben wel lichtzinnig
+maar niet slecht mevrouw”... (tot Sofie).... Hou je duim opzij!.....
+„en ik lieg niet.... Zoo.... zoo”—hou dan stil, Fie!—„zoo ferachtig as
+God me hoort.... het is het kind van u zoon... Die zich noempt...
+Sophie...”
+
+SOFIE. (haar zuster aankijkend).... Nee, hè?.... Wat vin jij?
+
+AGNES... Vraag-ie dat nog?.... Da’s ’n keukenmeidepootje!... Of ze met
+d’r linkerhand het geschreve! Nee—moeder het ’n lóópende hand—dat lijkt
+op niks!—„ferachtig as God me hoort”.... Ferachtig.... Ferachtig!....
+Daar hoef-ie geen twee telle over te prakkizeere.... Da’s zoo min van
+onze móéder as ìk van me schooier van ’n vader ben.
+
+DOLF. (opgelucht)... En is ’t ònmogelijk, dat uw moeder vroeger
+Kreeftje heette?
+
+SOFIE... Kreefje, hahaha!
+
+AGNES... Nou beginne me te merreke hoe laat ’t is! Wat ’n flauwe bak!
+Goed da-je niet alleen op visite gegaan ben, Fie. Magge me de papiere
+terug asjeblief?
+
+HOPE. ’t Was geen aardigheid, juffrouw—ìk zal zoo vrij zijn nog eens
+persoonlijk bij u aan te komen.
+
+AGNES. As ’t voor die brieve is, hoeft ’t niet, zuster—moeder d’r
+schrift is met dat vuur en water. Blijf jij nog zitte?... Dag
+mensche!...
+
+SOFIE.... Dag juffr... zùster. Dag heere...
+
+AGNES. (bij de deur)... As ’t géén aardigheid met dat Kreeftje was—dan
+het de màn van die Kreeftje toch zeker óók ’n fijne bijnaam gehad...
+Bejour allemaal! (geprikkeld af. Hope is bij de laatste woorden de
+bibliotheek ingeschuifeld.)
+
+DOLF. (schellend)... Dat was ’n stelletje! En die kleinste... nou! ’n
+Verbazend vief ding! Twee, drie jaar ouwer, dacht ’k terwijl ze bezig
+was—en ze zou... Complicatie voor ’n roman fin-de-siècle: de zuster van
+je dochter trouwen—grootpapa van je dochter—goed dat Hope me niet
+corrigeert... (tot Jaap)... Nou? Waar blijft de moeder met... ’k Had je
+toch gezegd...
+
+
+
+
+
+TWAALFDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Jaap.
+
+
+JAAP... ’k Wou daarnet niet storen, meneer—maar dat meissie is benejen
+niet goed geworden—het ’n toeval of zoo iets....
+
+DOLF. Had je niet eerder.... (naar deur).
+
+DOKTER... Ik zal even kijken, Dolf—blijf jij..... (af door Jaap
+gevolgd).
+
+DOLF. Dan kunnen wij de séance opbreken, meneer Schmidt—Mocht voor die
+twee beneden uw advies noodig blijken, dan telefoneer ik.
+
+SCHMIDT. Goed meneer.
+
+DOLF. En uw declaratie ontvang ’k graag met zeer bekwamen spoed.
+
+SCHMIDT. Dank u, meneer. Dus nièt langer adverteeren?
+
+DOLF. (luchtig). Nee—nee. ’t Heeft geen Zweck. Ik heb m’n Schuldigkeit
+gedaan—”der Mohr kann gehen”... Een moment nog. U zendt me de adressen
+van die erfenisjaagsters. Licht dat ze ’n kleine verrassing krijgen!
+Bonjour! Bonjour!
+
+SCHMIDT. Uw dienaar, meneer—u heeft me maar te ontbieden. (bij de deur
+voor Jaap uitwijkend). Uw dienaar, meneer.
+
+DOLF. En?
+
+JAAP. Of ’k effen om ’n rijtuig mag telefoneeren?
+
+DOLF. (in de bibliotheek kijkend). Ga je gang.
+
+JAAP... 1290... Rijnders?... Met Van Walden. Dadelijk
+vigelante—dadelijk. (schelt af).
+
+DOKTER... ’k Ga ’r vandoor Dolf—Zijn de anderen al weg? (Jaap af)... ’k
+Zal ’r met ’n rijtuig thuis brengen.
+
+DOLF. Toch niet sérieus, boy?
+
+DOKTER. ’n Epileptisch toeval, de stakker—is alweer bij kennis...
+
+HOPE... Kan ik behulpzaam zijn, dokter? (komt uit doorgang van de
+bibliotheek).
+
+DOKTER.... Nee zuster. De eigen moeder is ’r óók bij—en dan rijd ik
+meteen door. (tot Dolf)... En geen sprake van dat!... Heeft nooit ’n
+voetstap in Leiden gehad... Kind van ’n marinier die in ’t gekkenhuis
+overleden is... Wat ’n stakker, wat ’n wurm!... Zit benejen te snikken,
+nou ze ’r positieven terug heeft, dat je ’r beroerd bij wordt....
+Adieu. Tot ziens, Dolf... Tot straks, zuster. (af).
+
+
+
+
+
+DERTIENDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Hope.
+
+
+DOLF. Je heb toch gehoord, dat Linden ’t alleen af kan?
+
+HOPE. Ik word aan de Stichting gewacht.
+
+DOLF. Lunchen we samen—kom zeg nou niet nee! (wil schellen). ’k Zal
+orders geven, dat ze in vijf minuten.
+
+HOPE. Dank u. Dag meneer.
+
+DOLF. Dag meneer! Dag meneer! Hope, je behandelt me niet fair, niet
+loyaal! Al m’n voorkomendheden stuiten af—op ’k weet niet wat.... Ik
+buig me—ik gehoorzaam, om ’t zoo te zeggen, aan élk van de dingen, die
+jij nog niet eens uitgesproken heb, en jij—jij gaat voort—met ’n
+stugheid, die me razend maakt...
+
+HOPE. Meneer...
+
+DOLF... Schei uit met je ge-meneer—voor jou ben ’k Dolf!...
+
+HOPE... Dat laat zich niet dwingen...
+
+DOLF... Niet dwingen?... niet dwìngen?... Kan ’k je niet volkomen
+eerlijk in je oogen kijken, als ’k beweer dat ’k nà dien nacht bij
+mama’s lijk van elk gebaar, van ieder uur rekenschap kan geven? Dat
+wordt op die manier ’n soort coqueteeren, ’n misbruik maken van dat
+ééne incident...
+
+HOPE... Meneer...
+
+DOLF... Ik wìil je meneer niet meer hooren!
+
+HOPE. (wrevelig)... Daar zal u toch aan moeten wennen. Ik heb niet één
+reden vertrouwelijker met u om te gaan...
+
+DOLF... Dus die onzinnige jacht op ’n kind—doorgezet, om de belofte aan
+mama—maar nòg meer om jóú—wat je wist, wat je voelde!—die was je geen
+afdoend bewijs, hoe me dat vroegere speet, hoe ik van jou....
+
+HOPE... Nee—die onzinnige jacht heeft me... Dag meneer. Ik geloof dat
+’t beter is, op ’t oogenblik allerminst met elkaar uit te spreken.
+
+DOLF. Hope—ik sta ’r juist op. Misschien zet je hier in geen tijden ’n
+voet....
+
+HOPE... Nóóit meer.
+
+DOLF. (gebelgd)... Heb ’k de minste onhoffelijkheid begaan?... Was m’n
+welkom geen bloemen-attentie?
+
+HOPE... Meneer, meneer—ik ben op ’t moment in zoo’n verbitterde
+stemming, sta zoo wanhopig-vervreemd tegenover u, dat ’k bang ben voor
+’n explicatie.
+
+DOLF... Heb ìk tot die „verbitterde stemming” aanleiding gegeven?
+Ik....
+
+HOPE... (neerzittend—gejaagd-smartelijk)... Ik heb daarstraks zoo’n
+moeite gehad me in te houden—u niet in ’t bijzijn van de anderen te...
+te beleedigen... U is zoo gezond—zoo gezond—zoo stevig—zoo stellig—zoo
+geestig—ik zoo zwaar op de hand—zoo aarzelend... O, wat háát ik u—wat
+heb ’k u innig zitten haten—vanaf m’n binnenkomen hier, toen u enkel
+vernuft, vernuft, vernuft in plaats hàrt, hàrt toonde...
+
+DOLF... Hope....
+
+HOPE... ’t Was „onbetaalbaar, buitengewoon” dat uw bediende me in de
+wachtkamer bij die kinderen liet—door de telefoon vroeg u of ze
+chocolade, anijsmelk moesten hebben... De belofte aan dat prachtige
+menschje, dat nog geen minuut nadat ’k ’r verlaten had, dood uit ’r bed
+viel, is voor u ’n hartelooze grap, ’n „plechtige gebeurtenis”....
+
+DOLF... Hope....
+
+HOPE... Hou uw mond! Verzin geen nieuwe vernuftsdingen—ik haal uw eigen
+woorden aan!... ’t Heette ’n „plechtige gebeurtenis”, ’n
+„vertooning”... Geen seconde had u de ernst van ’n misdadiger, die bang
+is z’n òffer te zien!... Wat is dat niet te vinden—in die radelooze Zee
+van menschen verdwenen kind, anders dan ’n misdadig offer geworden?
+(heftig)... En nu nòg staat u te glimlachen, met dien ellendigen
+supérieuren glimlach!... Met die roos in uw knoopsgat—na „de heele
+nacht onder de wijn te hebben gezeten”—dat is toch zoo, nietwaar?...
+
+DOLF. (glimlachend)... Ja, ja...
+
+HOPE... Met die roos—of ’t ’n studentikooze fuif was—of u ’n „typisch”
+uurtje meeleefde, heeft u in uw luxe-kamer—wat heb ù anders dan luxe,
+luxe, luxe, van af uw geboorte gekend?—die kleine optocht van
+verlatenenen, verwaarloosden gezien... die op ’n brokje erfenis
+hoopten!... Die stumper, waarvan de moeder met witte haren in ’t
+Gasthuis gestorven is—de stumper op „Sinterklaasavond” op de wereld
+geschopt—was de eerste „niet uit de loterij”—aan de fabrieksmeid, voor
+’r moeder sjouwend, moest u nog ’ns droog vragen over den bijnaam
+Kreeftje—en ’r handen hadden den St. Vitusdans!—bij de twee zusters,
+was u angstig, niet verheugd, niet blij iets te kunnen herstellen—toen
+weer, terwijl ’k in de boekerij was, sprak u van ’n roman
+fin-de-siècle!... Jammer dat de laatste niet hièr ’r epileptisch toeval
+gekregen heeft—u zou ’r nog glossen en glossen bij gemaakt hebben!....
+
+DOLF... Hope—dat gaat te ver!
+
+HOPE... Te ver?... Te ver?... Die brief, die wanhoopsbrief van
+Kreeftje, Kreeftje...
+
+DOLF.... Die ìk niet verleid heb!...
+
+HOPE... Die brief heeft u laten slingeren—was zoek, zoek—kwam uit dat
+ding daar tevoorschijn—die brief, dien ’k haast van buiten ken, waarin
+ze smeekte, smeekte, als ’n bedelares—voor jouw, jouw kind!....
+
+DOLF. (driftig)... ’n Vrouw die met Plums en Baars en anderen leefde...
+Wie zwetst dat ’t mijn kind?...
+
+HOPE... Ik! Zij! Je eigen moeder! Jijzelf!... Heeft je vernuft, je
+hatelijk vernuft straks niet gezegd, dat de stem van de vrouw de stem
+van God is?.... Hoe durf jij dan vragen, twijfelen, ontkennen, bij de
+woorden in dien simpelen brief?.... (’t papier van tafel grijpend—en
+driftig lezend)... „Ik lieg niet, ik lieg niet—het is het kind van uw
+zoon!”....
+
+DOLF.... Nonsens! Nonsens!... ’t Kind van ’n studentenscharrel!—Wiè,
+wiè, wiè zou zich daar, zònder bewijs, zorgen van aantrekken?
+
+HOPE.... Heeft ze geld van je aangenomen, die schàrrel?... Is ze je
+vrouw niet geweest, je passe-temps, die scharrel? Heb je de „opvoeding”
+van je dochter niet aan ’r overgelaten, aan die schàrrel! Is m’n eigen
+moeder niet op dezelfde manier... Wat voel jij met je glimlach van dat
+alles?... Wat raakt ’t jou met je roos in je knoopsgat?... (in snikken
+uitbarstend)... O, ik hààt je zoo, hààt je zoo, hààt je zoo....
+
+DOLF.... Hope—Hope—laat me....
+
+HOPE... (wild haar tranen drogend en opspringend)... Redeneer niet
+meer—praat niet meer—ik kan je stem niet meer hooren!... (af door
+boekerij—hij staat even houdingloos—maakt een gebaar of hij den brief
+wil verscheuren—zakt in nadenken op een stoel—begint hem te lezen).
+
+
+ DOEK.
+
+
+
+
+
+
+
+
+DERDE BEDRIJF. [3]
+
+
+(De huiskamer bij Dr. Linden—eenvoudig effen behang—een enkele
+gravure—rustige meubelen. Het eerste plan, links, vormt een glazen
+erker, eenigszins verhoogd. Tweede en derde plan dito, suite deuren.
+Voor den erker een kleine tafel—er is een overvloed van planten. Rechts
+in den achterwand toegangsdeur naar marmeren gang. Eerste plan, rechts
+een buffet. Tweede en derde plan, dito, wederom suite deuren. Bij
+voorgrond, rechts, een ronde tafel, waaromheen stoelen. Vroegzomer.
+Zonlooze middag).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Dr. Linden, Annie.
+
+
+DOKTER. (komt door gangdeur geaffaireerd binnen, blijft lachend staan,
+loopt op de teenen naar de linkersuite, waarvan een deur aanstaat,
+luistert naar Annie, die het kind in slaap zingt... „’s Avonds als ik
+slapen ga, loopen me zestien engeltjes na: twee aan mijn hoofdeind,
+twee aan mijn voeteneind”...—hij zit er lachend bij neer—... „twee aan
+mijn rechterzij, twee aan mijn linkerzij...”).
+
+DOKTER... (invallend, terwijl zij zwijgt)... Twee, die mij dekken,
+twee, die mij wekken....
+
+ANNIE... Suscht! ’k Heb zoo’n moeite met ’r! (kijkt nog even in de
+kamer, sluit de suitedeuren)... Hoe kun je ’t over je hart krijgen ’t
+kind wakker te maken en me zoo te laten schrikken!
+
+DOKTER. Is dat je goeien middag? (zij omhelst hem). Nu was je toch wéér
+bezig, wijf, om die hobbelwieg heen en weer te duwen!
+
+ANNIE... Ze was zóo lastig! Wou per se niet gaan slapen....
+
+DOKTER... Ja, ja—dat eindigt met ’n fopspeen, als ik ’r ’t oog niet op
+hou!—Wijf, wijf: hoeveel honderd keer moet je ’t nu nòg hooren: niet
+opnemen, niet in de handen nemen, als ze huilen! (geeft haar een
+zoen)... Vannacht, toen je dacht dat ’k sliep, ben je ’r ook uit
+geweest... (tweede zoen)... Dat duurt tot ’k Til en de wieg ’s nachts
+op de logeerkamer stop—en de deur op slot....
+
+ANNIE... Hahaha! (schrikt—beluistert de suitedeur).... Nee, Goddank!...
+’k Durf de kamer gewoon niet uit gaan!... Zoo’n bord pap heeft ze—zóó’n
+bord... Wat zoek je, Jan?
+
+DOKTER... Waar heb ’k vanmorgen de staten... Waar heb ’k....?....
+
+ANNIE... Je brandt je—vlak bij je neus...
+
+DOKTER... (’n boek van de kleine tafel bij den erker nemend)... Merci.
+
+ANNIE... Zou je niet één seconde gaan zitten? Presseert ’t op ’n halve
+minuut?
+
+DOKTER... Op ’n kwart. Consult met Deen. (op z’n horloge kijkend)...
+Drommels!... (wil heen).
+
+ANNIE... Toe, akeligheid: nog geen kwartier ben je thuis gebleven!...
+En van ’n consult weet ’k niks! Wor ’k buiten àlles gehouen?
+
+DOKTER... Consult voor Ninette van Walden...
+
+ANNIE... ’t Dochtertje van Charles?...
+
+DOKTER... Ja, ja—hou me niet langer op, wijf!... Is vanmorgen vroeg
+geopereerd... (tot Hope, die de gangdeur doorkomt)... Vertel jij ’t
+resteerende, Hope, hè?... Dag wijf!... En van de wieg afblijven! (af).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Annie, Hope.
+
+
+HOPE. Wat bedoelt Jan?
+
+ANNIE. Is ’r consult voor ’t meisje van Van Walden...?... (een pop uit
+Hope’s hand aannemend). Nee maar Hope-lief, wat ben je ’n engel! Och,
+wat bederf je m’n snoetje!
+
+HOPE... Die kun je aan ’t koordje boven ’r hoofdje hangen... (Annie
+omhelst haar)... Nou, nou, Annie!... ’k Zou verlegen worden, om weer ’n
+kleinigheid mee te brengen.... Ging Jan?... Vreeselijk jammer—zoo’n
+lief, zachtzinnig meisje—ach, wat zielig!—heeft na de operatie liggen
+lachen—niets aan te doen—niets. Dat consult had net zoo goed.... Maar
+Van Walden wòù ’t, wòù ’t... Stakkerig! ’k Had geen oogenblik
+Charles—’k heb ’m toch vrij lang bijgewoond—op zulk ’n hartstocht voor
+dat ziekelijke, frêle ding getaxeerd....
+
+ANNIE. Jullie hoopten toch—toen ’t voor veertien dagen kwam...
+
+HOPE... Dat deden we—Jan vond één longtop aangetast—de nieuwe acute
+ontsteking, die geopereerd móést worden—was tuber, tuber....
+
+ANNIE... Wil je gelooven, dat ik ’t ’n bezoeking vind, naast ’t
+Gesticht te wonen... (luistert angstig aan de suitedeur). Als Jan me
+zoo iets tegen den avond vertelt, lig ’k den heelen nacht wakker, bang
+dat Til.... (de gestichtsbel luidt)... Half vijf?...
+
+HOPE... Ja, da’s de melk.
+
+ANNIE. Blijf jij babbelen, of gaan de kinderen nog naar ’t strand?
+(schelt).
+
+HOPE. Naar ’t strand—met dit ruwe weer? Nee. En dan ik ben vrij. Marie
+en Toos hebben de beurt.
+
+ANNIE. Drinken we ’n kop thee?
+
+HOPE. Graag.
+
+ANNIE. (tot het dienstmeisje)... Kaatje, kind, zet je voor twee
+personen thee? Weet je alleen de bus te vinden, kind? En niet ’t water
+eerst—éérst de thee in den trekpot, hoor je?.... Of nee, Kaatje, breng
+liever ’t water separaat.... Vlug en niets breken!... (meisje af)...
+Zoo moet ’k ’r alles duidelijk maken! Hahaha!
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Charles.
+
+
+CHARLES. (door gangdeur)... Pardon als ’k stoor, mevrouw—ik zoek den
+dokter.
+
+ANNIE. Is nog geen drie minuten geleden naar ’t Gesticht gegaan.
+
+CHARLES. Daar kom ’k toch vandaan...
+
+HOPE. Meneer zal misschien langs de achterzij...
+
+ANNIE. Wil u niet ’n oogenblik plaatsnemen?
+
+CHARLES. Nee. Dank u. (stap naar deur—zich bezinnend, tot Hope)... Hope
+... Hope... (ineens hartstochtelijk)... Lieg niet: is ’t opgegeven?
+
+HOPE. (aarzelend)... Hoe kan ík daarop antwoorden, meneer Charles...
+
+CHARLES. Jij, als hoofdverpleegster, weet ’t zoo goed, zoo goed als
+zij! (heftig). Lieg niet, lieg niet! Dat is ’t éénige wat ’k nog te
+verzoeken heb...
+
+HOPE. (ontwijkend)... Eerst na ’t consult—niet waar... niet waar?—is ’r
+eenige zekerheid... (hij zit neer)... Ik durf niets zeggen... En de
+meening van dokter Linden... (een stilte. Hij zit dof-verslagen).
+
+ANNIE. (hartelijk)... Kom meneer Van Walden—u is nog zoo jong—u heeft
+nog zoo ’t heele leven voor u... (hij barst in snikken uit).
+
+HOPE. Meneer Charles...
+
+ANNIE.... En u heeft ’n vróúw, ’n vrouw, meneer...
+
+CHARLES. (opstaand, zich bedwingend). Dank u. (af).
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Annie, Hope.
+
+
+HOPE... Van z’n vrouw had je niet moeten spreken...
+
+ANNIE. Niet van z’n vrouw?
+
+HOPE. Nee. ’k Had geen gelegenheid je te waarschuwen—die twee zijn nog
+niet samen aan ’t bedje geweest...
+
+ANNIE. Meen je dat?... Zóó gebrouilleerd?... (Hope knikt)... Waarom?
+
+HOPE. Waarom?... Ja waarom?... Zij is den heelen dag in ’t gezelschap
+van „vrienden”—hij afficheert zich in ’t openbaar, zelfs hier, met z’n
+maitresse... Tot vandaag lijken ze bij mekaar gebleven om de zieke
+Ninette... Zóó als ’t stakkertje ’r niet meer is, maar ook zoo
+dadelijk, laten die twee mekaar los... En dan mag ’t... Ze zijn al
+gescheiden van... „tafel en bed”... ’n Huwelijk zonder kind is geen
+huwelijk...
+
+ANNIE.... Hoe kom je op den inval!
+
+HOPE. Menschen zonder jullie geluk, zijn niet getrouwd—jullie huwelijk,
+ja da’s zeker, is eerst door de geboorte van Tilleke begonnen... Vóor
+dien tijd...
+
+ANNIE. Hahaha!... Jan zou je uitlachen, als-ie je hoorde... Scheelt je
+wat?
+
+HOPE. (die met het hoofd in de handen gezeten heeft)... Niet sámen bij
+’n sterfbedje—dat wordt ’t!—willen komen... O, o, wat is al dat gedoe
+erger dan wanhopig—wat is ’t angstig ’n zoo harden kijk op ’t leven te
+krijgen, als ik ’t hier dagelijks, dagelijks...
+
+ANNIE. Hope—wat scheelt je?
+
+HOPE.... ’n Beetje downheid—’n tikje moeiheid—Vannacht ben ’k ’r ’n
+paar maal uit gemoeten—en die operatie aan dat lichaampje vanmorgen,
+heeft me... (moeilijk)... Voor jou heb ’k geen geheimen, Ans—bij jou
+heb ’k me zoo thuis gevoeld, na ’t werk in ’t Gesticht—ik ben ’r je zoo
+dankbaar voor... Toen dat meisje onder de pijn lachte, lachte om ons te
+overtuigen dat we ’r geen zeer hadden gedaan—toen had ze denzelfden
+trek om den mond van—van zeker iemand...
+
+ANNIE.... Van...
+
+HOPE... Geen naam uitspreken. Denk aan de afspraak! (wrevelig)... Wat
+’n mensch met karakter ben ik, hè? Als ’k ’r zoo iets uitflap, krijg ’k
+’n gevoel van afkeer voor mezelf... (quasi-onverschillig)... Waar
+hadden we ’t over?... Over Ninette. Over den band, den heiligen band,
+zou dominee zeggen... Zondag heeft-ie ’r ’n boom over opgezet—over z’n
+„heiligen band”—dat de menschen uit ’t dorp met d’r oogleden
+knipperden... Alleen ìk niet... Ik weet te veel... Ons Gesticht is ’n
+te vinnige illustratie op de heiligheid.... Kinderen, kinderen, denk ’k
+zoo dikwijls, als ze d’r goddelijke spelletjes onder ons toezicht aan
+’t strand spelen: jullie beseft je zegening niet, dat je in ’n
+bandeloos Gesticht opgroeit, langzaam mensch wordt, zonder de wrok van
+’n thuis, als de kleine Ninette, zonder ’t stil gehuil van je moeder,
+zonder de drift om ’n kleinigheid van je vader..... Als ze in ’t zand
+om me heen stoeien, me gierend van ’t lachen begraven, me met z’n tien,
+twintig, dertig waarachtige broertjes en zusjes bestormen, krijg ’k
+soms de tranen in m’n oogen—voel ’k me in ’t prachtigst gezin van de
+wereld—’t gezin zooals ik ’t me verbeeld, dat ’t na eeuwen overal,
+overal zijn zal—elk kind door z’n geboorte ’t kind van ieder—van
+ieder—vaders bijzaak. (een stilte) ’k Ben blij dat de „mijne” me tot
+die gedachten gebracht heeft.... dat ik ’r geen heb....
+
+ANNIE (glimlachend)... Hope, Hope—hoe kun je dat alles zoo akelig
+resoluut—haast zoo onvrouwelijk zeggen—terwijl Tilleke achter die deur
+slaapt....
+
+HOPE... Onvrouwelijk?... Ik met m’n zestig kinderen!... (scherp)...
+Niet ieder kan... (zich inhoudend)... Neem me niet kwalijk, Ans... Ik
+ben vandaag geen opwekkend gezelschap... (luchtig)... Hou jij je aan
+den allerheiligsten band... van ’t geluk... (staat op, gaat naar den
+erker. De meid brengt het thee-gerei. Annie schenkt het water. Van
+dichtbij, benee, klinkt kindergejoel. Hope opent het venster, zwaait
+met den arm...) Dag jongens! Dag! Dag Fritsje! Wil jij me vandaag niet
+zien? (kinderstem: „Dag moeder!)... Dag Suus! Dag Suus! (Kinderstem:
+„Dag moeder!”)... Dag Henk! Heb je erge pijn, dat je zoo hinkt,
+kind?... (Kinderstem: „Nee, moeder! Dag moeder!”).... Foei, Foei, wat
+laten Toos en Marie de kinderen hollen! Daar valt ’r al een... (de
+handen als ’n roeper voor den mond)... Toos! Toos! Niet zoo dicht bij
+de sluizen! Hoor je? (Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”) Meer bij de duinen!
+(Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”).
+
+ANNIE. Drink nu je thee—’t zal wel marcheeren!
+
+HOPE. (naar de tafel). Zeldzaam zorgeloos die betaalde verpleegsters!
+En die sluizen, zoo dicht bij ’t Gesticht, hinderen me elken dag...
+Herinner jij je nog dien schippersjongen verleden jaar... Hoe-ie door
+de zuiging....
+
+ANNIE... Natuurlijk... Nee geen détails... Afschuwelijk!
+
+HOPE. Goed. (zit neer)... Van dat Fritsje hou ’k dol-veel. Dat is ’n
+schat van ’n bengel—’n dot—altijd ernstig—en ’n mondje! Als ’k voorbij
+z’n bed ga, móét ’k ’m pakken—en in z’n slaap slaat-ie nog z’n armen om
+m’n hals.
+
+ANNIE. Is dat dat grappige broekmannetje, dat de eerste dagen om ’t
+geringste vlóékte?
+
+HOPE. Hahaha! Ja: obberdorie, obberdomme—goed zeggen kan-ie ’t niet! De
+zusters maakten ’m in ’t begin telkens boos, om dat gebrabbel te
+hooren—en omdat ik toen z’n partij trok, zijn we de beste maatjes
+geworden. Smakelijk kopje, Ans. Gelukkig dat ’t ventje hiér is gekomen.
+Als je ’m vroeg, babbelde-ie: me moeder zit in de hemel en me vader is
+’n obberdommesche dief. Van z’n grootvader geleerd. Fijngevoelig als-ie
+is! Moeder, zei-ie nog geen uur gelejen tegen me: ik hou van jou
+zooveel, zooveel, ik hou van jou duizend. Aardig, hè? Aardig als iemand
+duizend, duizend van je houdt....
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Dolf.
+
+
+DOLF. (in wit badkostuum met witte pet)... Hm!
+
+ANNIE. (tegelijk met Hope verschrikt opstaand) Meneer, is dat ’n
+manier!
+
+DOLF. Dames!... Mevrouw Linden... Juffrouw... De buitendeur stond
+aan... en... Laat ik u niet derangeeren... Gaat u zitten...
+
+ANNIE.... We hadden u niet gehoord. Hoe komt u zoo uit de lucht vallen?
+Weet Jan dat u...
+
+DOLF. Onwaarschijnlijk... (tot Hope)... Ik verjaag u hopelijk niet,
+juffrouw?
+
+HOPE. Volstrekt niet, meneer—ik heb te werken...
+
+ANNIE.... En je zei dat je...
+
+HOPE.... Jawel. Maar niet te lang. Dag Ans. Dag meneer. (Hope af).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Annie, Dolf.
+
+
+DOLF. Ja, ja. Vogelverschrikker. Mag ik zoo vrij zijn?
+
+ANNIE. Zóó vrij, ja.
+
+DOLF. (neerzittend). Om te beginnen gefeliciteerd, mevrouw, voor de
+tweede maal—nu mondeling met jullie jongen...
+
+ANNIE. (lachend)... Meisje.
+
+DOLF... Meisje?... Heeft Jan zich zoo vergist?
+
+ANNIE. (lachend)... Of Jàn zich vergist heeft?...
+
+DOLF.... Dan ik—dan ik... Waar laat ’k die buiten-modelsche pet?...
+Excuseer dat ’k ’r mee binnen gekomen ben... Geef u geen moeite...
+(scheert haar in een hoek)... Da’s minder comme-il-faut dan
+makkelijk... Aardig huis hier. Suite èn suite—vijftien meter—heb ’k dat
+goed onthouden? Hahaha!
+
+ANNIE. Uitstekend. Maar ’t is wel ’n tijd geleden, dat u in die
+vijftien meter was... En bedrieg ’k me—of droeg u vroeger géen lorgnet?
+
+DOLF. Nee u heeft ’t correct onthouden.... Dag Jan! Dag ouwe kerel! Ja,
+ik ben ’t....
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Dr. Linden.
+
+
+DOKTER. Dolf, jij?... Wat heb je voor zonderlinge ingeving, om hiér te
+verzeilen?
+
+DOLF. Merci voor de buitengewoon-hartelijke begroeting, hahaha! Ik kom
+voor záken, na ’n lange reis als commis-voyageur door ’t noorden en ’t
+zuiden...
+
+DOKTER... Bril jij?
+
+DOLF. Lei ’k juist aan je vrouw uit!—Daar heb ’k de sensatie wéér,
+mevrouw, de óúwe, zóo als ik u zie, van dien fameuzen eersten steen van
+de Stichting, met den dominee-met-’t-wratje... Ja ik bril, Jantje,
+kerel, kind! Kreeg ’k ineens, zonder waarschuwing, in ’n Belgisch nest.
+’t Las m’n krantje—en rutsch al de Reuter-telegrammen aan ’t
+zwemmen—collegaatje van je opgezocht—lorgnetje en niemendal gebeurd—de
+letters zwemmen niet meer, maar bij ’t zwemmen zelf—moet ’k oppassen
+geen botsing te krijgen—Voor de bain-mixtes deug ’k niet meer, hahaha!
+Kerel van harte met je dochter!... Maar aan me geschreven heeft-ie ’n
+zoon, mevrouw! Hindert jou wat?
+
+DOKTER. Nou—iets hindert me. We hebben zooeven je neef Charles....
+
+DOLF... Is Charltje hier?
+
+DOKTER. Jawel. Met z’n vrouw. En ’t kindje is bij ons op de
+ziekenzaal....
+
+DOLF. (plots ernstig)... Is Ninette....
+
+DOKTER. Opgegeven.
+
+DOLF. Dat meen je niet. Is de kleine Ninette... Wat scheelt ’r? Wat
+heeft ze?
+
+DOKTER... Hopeloos. Móést ’r opereeren—hij wou Deen in consult, en ’t
+eenige wat Deen kòn verklaren, was dat m’n chirurgisch ingrijpen
+ùitstel van executie geweest—hij zou ’t zèlfde gedaan hebben.... Dolf,
+beste kerel, toen we met z’n tweeën in de wachtkamer kwamen—om ’m
+voorzichtig voor te bereiden—op de quaestie van ùren nog—toen liet-ie
+ons niet eens aan ’t woord komen, toen begon-ie zoo miserabel te
+snikken, zoo ineens oud en hoe zal ’k ’t zeggen, dat we ’r zelf door
+kapot werden....
+
+ANNIE. (nerveus)... Jan, ik kan zulke dingen niet hooren....
+
+DOKTER... En je verweet me dat ’k je buiten alles hou!...
+
+DOLF. Waar logeert-ie?
+
+DOKTER. In Royal.... Je ben toch niet van plan ’m dadelijk op te
+zoeken?
+
+DOLF. Dat ben ’k zeker.
+
+DOKTER... Doe ’t niet—niet nù... Die twee vijanden-van-mekaar hebben op
+’t oogenblik nièmand noodig.
+
+DOLF... Au fond spijt ’t me, dat ’k met ’m overhoop lig... Zou ’k
+vanavond?
+
+DOKTER... Morgen—morgen... Ninette kan ’t nog ’n veertien dagen halen,
+naar menschelijke berekening—nee, vandaag ontraad ik ’t stellig.... Had
+jij ’n verschil met ’m?
+
+DOLF... We zijn met advocaten bezig geweest—na mama’s dood—over ’t
+legaat voor de Stichting—diezelfde stichting waar nu z’n eigen kind....
+Beroerd! Meer dan beroerd!
+
+DOKTER... Jullie hebt toch sámen je toestemming gegeven—wat hebben dan
+advocaten....
+
+DOLF... Nee nièt samen. Hij weigerde niet alleen, maar liet door z’n
+rechtsgeleerde dingen over mama’s geestestoestand schrijven, die ik
+ergerlijk—schwamm—streep door ’t gebeurde....
+
+DOKTER... En de Stichting hééft ’t legaat. Dan heb jij ’t heelemaal
+voor jouw rekening genomen? En dat hooren we toevallig!
+
+DOLF... Je had ’t nìet behoeven te hooren—en we praten ’r geen woord
+meer over—geen woord niet waar mevrouw?—geen woord, Jan?—Die tengere,
+intelligente Ninette... En toch.. En toch.. (down)... ’k zou met
+Charles willen over steken... Beter de plek van ’t grafje, dan....
+
+DOKTER. (gebluft)... Dolf—zou jij ’ns wakker worden!... Ben jij ’t die
+daar....
+
+DOLF. (valsch-vroolijk)... Ja!... Kun je zoo hebben. Beetje
+wormstekig—dagje ouder... ’n Mensch is ’n zonderling apparaatje... Wie
+vroeg en te vroeg lacht—jij de rest, Jantje!... ’k Begin aanleg voor
+hypogro... hypo... hahaha! ’k Ben blij, da’k mezelf weer ’ns hoor
+lachen! (opstaand) Jullie wonen hier machtig gezellig in je vijftien
+meter... (door het erker-venster kijkend) Ah! Goed weer in aantocht. De
+bommen en garnalenschuiten zeilen uit...
+
+DOKTER. Hij heeft gelijk. Als die ’t ’r op wagen, krijgen we mogelijk
+zon...
+
+DOLF. Wat is dat spektakel benee?
+
+DOKTER. Van de sluizen. Nou spuien ze ’t water van ’t kanaal in zee—Ja,
+dat gaat met ’n vaartje. En dat mag zoolang ’r nog niet gebaad wordt...
+(weerklinkt kindergezang)... Onze kinderen... Je blijft eten, Dolf?
+
+ANNIE... Jan—
+
+DOKTER... Wat Jan?...
+
+ANNIE. We hebben één ongelukkig boutje.... En Hope zou ook....
+
+DOKTER. Dan telefoneer ’k naar ’t dorp...
+
+DOLF. Nee Jantje—’k geloof niet dat ik.... De volgende week kom ’k
+mogelijk ’n paar weken....
+
+DOKTER... Jawel!... Bekend!... Vlieg ’r niet op in... Jij komt hier
+voor záken, zei je.... Met ’n leege maag lukken geen zaken... Ik ga
+telefoneeren.... Eclipseer niet, Dolf—dan krijgen we beestig mot samen!
+(af).
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Annie, Dolf.
+
+
+ANNIE. Mag ik terwijl ’n kopje thee?... We afternoonen af en toe... Ja,
+dat is ’t portret van mevrouw.
+
+DOLF. (handen op den rug onbeweeglijk)... Ja.
+
+ANNIE. In de récréatiezaal staat ’r buste.
+
+DOLF. (onbewegelijk) Zoo—’r buste...
+
+ANNIE. (schenkend)... En snoezig-attent, meneer, hoe de oudste meisjes
+op ’r geboortedag—die is ’r in gebeiteld—zonder dat iemand ’t wist, ’n
+trophee van groen en bloemen... Melk en suiker?.. (hij luistert
+niet)... Ik vraag of u melk en suiker...
+
+DOLF. (zich driftig omdraaiend)... U moet me ’n dienst bewijzen,
+mevrouw.
+
+ANNIE. Ik?
+
+DOLF. Ik wil ’n onderhoud met Hope.
+
+ANNIE. Wat kan ìk...
+
+DOLF. U is ’r vriendin—en ’k overdrijf niet—’r vertrouwde geworden....
+
+ANNIE... Ze is tè zelfstandig, om zich door iemand..
+
+DOLF. Door u wel. (nerveus-snel)... Ik moet ’r—wil ’r... Als ik ’r
+aanklamp, ontloopt ze me, als toen ’k daar binnen kwam... Als ’k
+schrijf, antwoordt ze niet... Ik ben niet meer die ik ben, daar geef ik
+m’n woord op... Ik heb over ’n boel... Dat wil ’k ’t persoonlijk...
+Daarvoor heb ’k de reis gemaakt... Dat zijn mijn záken.... Straks met
+’r aan een tafel zitten, doe ’k nièt, of....
+
+ANNIE. (schellend)... Goed. Gaat u een seconde daar. (wijst naar
+rechtersuite)... ’t Meisje mag u niet zien. Maar: laten we mekaar goed
+begrijpen, meneer Van Walden—ìk blijf ’r buiten—en tegenover m’n bèste
+vriendin, gebruik ik geen omwegen...
+
+DOLF... U kunt...
+
+ANNIE... Weg! Weg! Weg! (Dolf af—dienstmeisje) Loop jij even naar de
+overzij, Kaatje, kind, en vraag zuster Hope of ze bij me wil komen—zeg
+’r dat ik alléén ben. (Dienstmeisje af—zij wenkt Dolf)... Dat is de
+eenige onwaarheid. Meer jok ’k niet....
+
+DOLF... Dank u voorloopig. Kan ’t hier?
+
+ANNIE. Hier of hiernaast—àls ze wil...
+
+DOLF. Dank u.
+
+ANNIE. (terwijl hij gejaagd op en neer loopt) ’k Zou m’n thee niet koud
+laten worden, meneer—we hebben nog wel ’n paar minuten.
+
+DOLF. (zonder te luisteren, onrustig van den eenen stoel naar den
+anderen verhuizend) Maanden en maanden, mevrouw, ben ’k ’n soort
+Ahasverus geweest—iemand met ’n tic—een die zichzelf ’n zonderling
+vond, ja, ja... (verzit)... Soms heb ’k getwijfeld of ’k hier recht
+snik was, of ’n leventje van... van... plezier—zich begon te wreken,
+zooals de brave, beste menschen, die karnemelk inplaats van bloed
+hebben, mekaar wijsmaken... (loopt nerveus heen en weer, zit over
+haar)... Ze kunnen je door altijd door op ’t zelfde te hameren, altijd
+door aan te houden de suggestie opdringen, dat je, dat je.... hè!
+hè!... dat je ’n, ’n schaduw naast je eigen schaduw ziet loopen... Als
+’k verward praat, mevrouw, best mensch....
+
+ANNIE... Zou u dat mevrouw nou niet ’ns eindelijk laten schieten?... Ik
+heet Annie.
+
+DOLF... Mag dat?
+
+ANNIE... Graag.
+
+DOLF... Zegt u—zeg jij dan ook Dolf?
+
+ANNIE... Als u—als jij ’r niets tegen heb: natuurlijk....
+
+DOLF... Ik heb ’n boel beroerdheid gehad, Annie—wat doet ’t me ’n goed,
+dat ’k ’ns vertrouwelijk babbelen mag!—’n boel waarmee ’k in m’n eentje
+moest uitvechten—met m’n eenen ik, die m’n anderen ik uitlachte, voor
+de mal hield—met m’n eenen ik, die tegen m’n anderen ik zei: „je ben ’n
+zot, ’n kwast, ’n idioot”—met m’n eenen ik, die m’n anderen naar de
+tingeltangels dreef, naar vrinden, naar vrouwen—met m’n eenen ik, die
+spotte, vloekte, met geld smeet—me whiskey en soda liet drinken, als de
+andere te sentimenteel, te zwak, te willoos dee.... Van de eene
+hotelkamer ben ’k naar de andere getrokken, bediend, naar de oogen
+gekeken—grocjes slikkend, om te slapen, te slapen... Wakker liggen is
+’t gemeenste, ’t vuilste dat je overkomen kan... Dat met m’n bril
+waarover ’k daarnet grapjes uithaalde—’k voel me zoo ouwerwetsch gezond
+als ’k ’t kàn, kàn—was niet ’t gevolg van minder-goede oogen—je kunt ’t
+ook door slappe zenuwtjes krijgen.... ’r Komt ’n leeftijd bij ’n man,
+dat-ie z’n draai zoekt, dat-ie z’n stuur onvast hanteert....
+
+ANNIE. (opstaand)... Stil even—’k geloof... Ja.... Ga nog een oogenblik
+(wijst de rechtsche suite. Hij verlaat de kamer. Tot Hope, die eerst
+rondkijkt). Ik ben alleen.
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Annie, Dokter.
+
+
+HOPE... Is-ie vort?
+
+ANNIE. Daar.
+
+HOPE. Waarom laat je me dan—je weet toch...
+
+ANNIE. Omdat... (Hope gebaart naar de deur).... Hope! Hope!... Als ’k
+je vriendin ben, je oprechtste, eerlijkste vriendin, die je beweert te
+vertrouwen—is dat dan de brééde manier?... Ik verras je niet, niet met
+trucs, niet met kleine listen—ik wou enkel ’n beroep op je verstand, op
+je vérstánd, doen, Hope—waar je hart....
+
+HOPE... Zachtjes—hij kan je hooren...
+
+ANNIE... Ik zeg je een ding, zonder verdere argumenten, zonder
+tusschenkomst die misplaatst is: je kunt tè hardnekkig in één
+gedachtengang doorhollen—je kunt gelijk hebben en toch dwaas doen....
+Ik laat je alleen—nee, je gaat nièt gelijk met me de deur uit!—je
+blijft tien, tien, tien tellen, om ’n beslissing te nemen... (tot Dr.
+Linden, die binnen wil komen).... Nee, Jan—je moet nog in ’t dorp voor
+’t diner bestellen... Nee, niet binnen!...
+
+DOKTER. Waar is Dolf?
+
+ANNIE. Dolf—Dolf wandelt ’n moment aan ’t strand om ’n luchtje te
+scheppen... Ik wou wat tafelbloemen laten komen en wat... Man, kijk
+niet zoo achterdochtig!.... Onder de tafel zit-ie niet... (tot Hope)...
+Als je dènkt, erg stevig dènkt, lieve meid, dènk dan zachtjes—vooral
+zachtjes—in diè kamer slaapt Tilleke, ’t eene kind—(fluisterend)... in
+de andere wacht ’t gróóte... (zich onderbrekend, tot Jan)... Wat
+luister je?
+
+DOKTER... Ik luister niet—ik zie ’n rare witte pet...
+
+ANNIE... Hij is in z’n bloote hoofd.... Blaas je ’t lichtje onder de
+thee uit, Hope... En zàchtjes voor Til?... (neemt Jan onder de arm—af).
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+Dolf, Hope.
+
+
+HOPE. (staat besluiteloos—hij opent haastig de deur)... U wou me...
+
+DOLF... Spreken...
+
+HOPE... Veel tijd heb ’k...
+
+DOLF.... Niet—dat wist ’k. Willen we ’r bij gaan zitten? (een
+stilte)... ’k Zal beginnen—met te doen wat mevrouw—wat Annie u
+verzocht. (buigt naar de tafel, blaast het lichtje uit)... Zoo.
+
+HOPE... Dus u luisterde?...
+
+DOLF. Natuurlijk.—Als u geweigerd had, zou ik u nagewandeld
+zijn—(zwak-glimlachend).... desnoods ’n scène op straat of in ’t
+Gesticht gemaakt hebben....
+
+HOPE... Zou u niet liever dadelijk zeggen....
+
+DOLF. (met den ouwen glimlach).... Niet zoo hard—we zouen aan ’t
+kind... (een drukkende stilte. Hij neemt de pop in de handen, laat die
+een paar maal schommelen, legt haar weer op tafel. Buiten drie
+verwijderde stooten van een stoomboot. Hij herneemt houdingloos het
+gesprek)... Is dat ’n stoomboot?... Ja, dat is ’n boot—’k vraag naar
+den bekenden weg... ’n locomotief op de golfjes kan ’t moeilijk zijn...
+(een stilte—driftig staat hij op, loopt tot het venster, kijkt naar
+buiten, keert terug, zet zich opnieuw over haar)... Als ìk m’n mond
+hou—heeft u—heb jij—ik kan tegen jóú geen ú zeggen!—heb jij me dan
+niks...?... In geen zes maanden hebben we elkander....
+
+HOPE. (koel)... Bij mij—bij mij is nièts veranderd..
+
+DOLF... Bij mij zooveel te meer. Interesseert ’t je niet te hooren wat
+’k al dien tijd uitgehaald heb?
+
+HOPE. Nee meneer.
+
+DOLF. (ingehouden)... Hope, ’t is meer gebeurd, dat mannen, ziek door
+’t verlangen naar ’n vrouw, ’n krankzinnige daad... Waarom drijf jij me
+tot....
+
+HOPE... (opstaand)... Doen we niet beter, meneer... Als u me voor dàt
+heeft laten roepen...
+
+DOLF. (opstaand—heftig)... Je zàl hìèr blijven—je zàl luisteren!
+
+HOPE. (uit de hoogte)... Dat zal ’k stellig niet—ik heb niet één
+reden... (stap naar de deur).
+
+DOLF. (hartstochtelijk)... Ik wil dat je....
+
+HOPE... ’t Kind....
+
+DOLF... Je heb gelijk. ’k Span ’t paard achter den wagen—(met
+moeilijken glimlach)... Je moet, al lijkt jóú dat ongeloofelijk, omdat
+je me tóén m’n gezòndheid, m’n gezòndheid, m’n stevigheid verweet—je
+moet wat consideratie met me gebruiken, m’n drift door de vingers
+zien—Ik ben, dat heb ’k je vriendin al gezegd, niet meer die ik ben....
+
+HOPE... Begrijp u niet....
+
+DOLF... Vind me om af te ranselen, zoo weinig als ’k ’t zelf snap.
+Zouen we niet nog even kunnen zitten?... M’n prikkelbaarheid, m’n
+opvliegendheid, zal ’k geen tweede keer... (zij zit neer)... Je moet je
+wel verbazen, niet waar, dat ik ’t flirten, ’t hofmaken, ’t inpalmen
+van ’n vrouw al zoo verleerd schijn, dat ’k met ’n zotte onstuimigheid
+jóú, net jóú, probeer te overtuigen.... Hope, ik zit op ’t oogenblik
+zònder „supérieuren glimlach”—en àls-ie nog even terugkomt, moet je
+denken dat ’n vos wel z’n haar—niet z’n... (ongeduldig)... Ik bazel!...
+’k Zou... (een stilte)... Ik ben aan ’t zoeken geweest...
+
+HOPE. (verwonderd)... Aan ’t zoeken?
+
+DOLF... Naar—naar die vroegere liaison—wat ’k mama beloofde.
+
+HOPE. Zelf? Heeft je „detective”...?
+
+DOLF... Ik heb ’t persoonlijk, persoonlijk—zonder hulp—gedaan. Heb je
+daarvoor geduld?
+
+HOPE. Als ’k ’r u ’n genoegen....
+
+DOLF.... Na je diepe, barre verontwaardiging, dien dag, ben ’k eerst
+woest op je geweest, heb ’n paar weken op de lamste manier tot laat in
+den nacht gefuifd—je krijgt alles, alles te hooren!—om me te
+„wreken”.... En als ’k katterig thuis kwam, liep ’k met de meest
+onzinnige gedachten, hoe ’k jou je caprices—je hoeft ’r niet op te
+antwoorden—’t antwoord geef ’k zelf!—hoe ik jou je caprices betaald zou
+zetten.... ’k Wou met Snip—pardon: Madame Lebeau trouwen—stel je voor,
+hahaha!—’t zou ’n pan zijn geworden, hahaha!—Madame Lebeau op den
+Burgerlijken Stand—om burgemeester Háán kippetjesvel te bezorgen—Hope
+krabbel niet achteruit in je stoel—ik kan me niet héélemaal... niet
+heelemaal in ’n andere huid steken—en omdat je daar even vriendelijk
+keek, kwam de ouwe natuur... Exit... Nou zal ’k elk woord beloeren...
+èlk ... Mag ’k ’n slokje nemen? ’k Heb dorst.
+
+HOPE. Ga uw gang...
+
+DOLF... Zoo. Nou heb jij ’t in je hand me bij slappe, kouwe thee te
+hóúden...
+
+HOPE... Zou u... Jan en Annie kunnen... en ik...
+
+DOLF... Ik wou ’t je betaald zetten, ’t je inpeperen—en toen—en toen,
+in ’n week dat ’k m’n kamer voor ’n zware verkoudheid moest bewonen,
+waarlijk bewonen, zat ’k weer in de belabberdste, beroerdste
+stemmingen, de historie wikkend, wegend... Ze háát je, redeneerde ’k:
+larie—ze haat jou, zooals jij ’r zèlf háát.....
+
+HOPE... Ik heb nog niets van uw gezóék gehoord..
+
+DOLF... Komt! Komt!... Je moet niet op de vervolgen van ’n feuilleton
+vooruit loopen...
+
+HOPE... Telkens, telkens weer heeft u dien toon....
+
+DOLF. (geprikkeld)... Dien heb ’k, heb ’k!—Laat me ’m warm houen
+zoolang ’k nog kan—Je heb geen begrip, geen flauw begrip, niet de
+minste voorstelling, hoe ’k door jou en mama uit m’n toon, m’n toon,
+m’n toon geraakt ben!... Je heb nog niets van m’n gezóék gehoord—m’n
+hopeloos... Nou komt ’t!... Ze zal buigen, buigen, nam ’k me voor... Ik
+heb geen andere schuld dan honderden, duizenden... ’k Heb niet beloofd
+te trouwen, daar niet aan gedacht—zou ’r om geschaterd hebben—zoo goed
+als Kreeftje zelf.—Ze heeft zich aangeboden—was met soupertjes en ’n
+Haagsch schouwburgje meer dan tevreden—was me niet trouw—scharrelde met
+anderen als ik met vacantie naar huis was... Die gril, die kuur, die
+bezetenheid van Hope—excuseer, dat was m’n beschouwing uit die dagen
+van ongesteldheid en slapte—die nonsens die ze duizend tegen een mama
+ingepraat heeft...
+
+HOPE... Pardon...
+
+DOLF... Je hoeft niets te beweren—je heb gelijk—ik vertel je m’n
+gewroet van tóén!—die gril krijg ’k ’r alleen uit, door te bewijzen,
+door ’r met de stukken in de hand te overtuigen—en dan kom ’k nog
+compleeter de belofte aan mama na—’n belofte die ieder gedaan zou
+hebben—ieder in dat geval... (een stilte. Hij neemt de pop van tafel
+speelt er mee, terwijl hij onrustig voortpraat). Zoo, Hope, ben ’k
+begonnen—zoo ben ’k niet geëindigd. Wat ’n spelletje leek, ’n pogen jou
+„klein” te krijgen—wat de eerste dagen ’n onderhoudend inspannen van de
+hersens werd—draaide op ’n maniakaal willen, ’n parforce-jacht, ’n
+openscheuren van—van alles, neer... De familie van dien marinier, met
+wien ’k—dat weet je—héb ’k uitgevonden—Z’n getrouwde zusters—z’n
+broers—over ’t heele land verspreid—hadden moeite niet te lachen bij
+m’n vragen over Kreeftje—met ’t rooie haar uit den
+handschoenenwinkel—De posterijen heb ’k nagerejen voor ’t recu van den
+aangeteekenden brief van papa—met de honderd gulden—op de minste klank
+ben ’k afgegaan—in Holland—België—De registers van de—van de bordeelen,
+wáar óok, in grootere en kleinere plaatsen, heb ’k... Verdwenen...
+Verdwenen... De vrouw met ’t kind, ’t kind waarvan die brief zoo zeker,
+zoo wanhopig-zeker, zoo pijndoend-zeker sprak....
+
+HOPE... Pijndoend—pijndoend—Zegt ù pijndoend?
+
+DOLF... Dat verbaast je—daar kijk je me bij aan.. Merk je dan niet, hoe
+de gedachte van mama en jou ’n obsessie... (bitter)... hoe ’k langzaam,
+als ’n slak zoo langzaam ben gaan voelen, dat àls dat kind nog leeft—en
+’t kan leven—’t kan, kan!—dat dat meisje dan op ’t uur dat we hier met
+elkaar praten, zoo verloren is—als—als... (start voor zich uit)... Ja.
+Ja... Eens heeft Snip me in ’n hotel van vijfhonderd kamers gezocht, en
+ontmoette me niet, omdat ze enkel m’n voornaam wist. Dat was ’n puzzle,
+’n goeie mop... Als je ’n brief ergens opgeborgen heb, zeker
+opgeborgen—en je vindt ’m niet, dan zoek je nijdig en zenuwachtig
+tot-ie na dagen en dagen vloeken vlak voor de hand ligt—zooals dien
+middag tusschen de sigaren... Maar dat levende menschen, levende, ’n
+vrouw en ’n meisje van achttien verdwijnen, zooals ’n steen ’t achter
+ons in ’t water, zou doen—en dat je ’r telkens over piekert, zonder
+resultaat da’s... da’s... (laat de pop vallen)... Jij heb toen
+gesproken van ’n radelooze zéé-van-menschen—dat was juist—de zee spoelt
+weg, spoelt niet terug... (verschrikt opkijkend)... Hope, huil je?...
+Waarom huil jìj, Hope?
+
+HOPE... Omdat—omdat... Dat kan ’k nu niet zeggen.... Omdat... Willen we
+niet verder....
+
+DOLF... Niet verder?
+
+HOPE. Nù niet... Je heb me verbazend... verrast—ik dacht niet aan de
+mogelijkheid—dat jij—dat ù..
+
+DOLF... Toe hou je an dat jij... Na de wandeling met de boschviooltjes,
+die je droogde—nee, nièt droogde!—heb je nog maar één keer je u’s
+vergeten—dien middag bij mij thuis... (haar z’n hand toestekend)...
+Weiger je nòg, Hope?
+
+HOPE... Geef me den tijd, om—om te overleggen—je heb me zoo
+overrompeld...
+
+DOLF... Om te overleggen... Moet je bij dàt overleggen... je verstand
+„raadplegen”?....
+
+HOPE... Je heb beloofd niet meer op te vliegen—Dolf! (legt haar hand
+over tafel op de zijne)... Eens—laat me dat zeggen, zonder de intentie
+bijna vergeten dingen levend te maken—eens trapte je m’n groote,
+vreeselijk-groote genegenheid—door je ruwe overval in m’n
+slaapkamer—dood—toen, in den nacht dat we samen bij ’t sterfbed van je
+mama, in die hotelkamer waakten, had ’k ’n nièuwe vurige hoop—en we
+gingen voor de tweede maal van mekaar. Hij houdt z’n belofte aan
+mevrouw niet, dacht ’k—hij bréékt ’r niet: hij spot over alles heen—’t
+wordt geen dáád—geen dáád...—toen heb ik me iets heiligs, plechtigs
+voorgenomen: jou onder géén, géén omstandigheden te trouwen—mezelf aan
+de kinderen hier te geven... Stuif niet op Dolf... Ineens die belofte
+vergeten, zònder overgang voor de dèrde maal ’n heerlijk vertrouwen
+in—in jóú vastgrijpen—dat durf ’k nog niet aan. We zitten, door ’n
+wonder, door ’n wònder, beter, oprechter tegenover elkander, als we ’t
+ooit, ooit.... Nee doe nu niet brusk, niet meer zoo hartstochtelijk als
+vroeger... Van af de jaren dat ik als kind, zonder ouders—gedacht, maar
+vooral gewrokt en gehaat heb—heb ’k verlangd, niet te zeggen hoe innig
+verlangd... ’n eigen kind in achting voor mezelf—en m’n man groot te
+brengen... Dwing me op ’t oogenblik niets met je oogen af—ik zeg niet
+nee—niet ja—ik vraag uitstel....
+
+DOLF. (geprikkeld)... Uitstel?... Nog eens uitstel...
+
+HOPE... Ik ben bang dat wij—u en ik—(haastig) jij en ik....
+
+DOLF.... Dat wij wat?...
+
+HOPE. (moeilijk)... Dat we bij mekaar niet meer dat—dat geluk zullen
+vinden.
+
+DOLF. (hartstochtelijk)... Onwaar!... Onwaar!... Jij voelt dat zelf
+anders...
+
+HOPE... Misschien, misschien hèb je gelijk—laat me overleggen!—We
+hebben mekaar in zoo’n tijd niet gezien—in geen maanden en maanden—Als
+jij veranderd ben, ben ik ’t mogelijk ook....
+
+DOLF... Met andere woorden: voor de derde maal de bons?... Verlang je
+nog meer, nòg meer van me!
+
+HOPE... Nee... Maar je moet ’t me met mezelf laten uitvechten.... We
+zijn allebei ’n dagje ouder geworden.... (met moeite).... En ’k had ’t
+me al zoo afgeleerd aan jou te denken—in de bezigheden van elken dag
+hier....
+
+DOLF... Dus...
+
+HOPE... Stil!... ’t Lijkt me... (gejoel en geroep buiten).... Daar is
+iets.... (gaat snel op het erkervenster toe).... Allemachtigste God!
+
+DOLF. (naast haar)... Is ’r ’n ongeluk gebeurd?
+
+HOPE. (tot ’n man buiten)... Is een van de kinderen? Hoor je niet!....
+Is een van de kinderen?... (Stem buiten: „Een van de jongens,
+zuster!”).
+
+HOPE. Groote God—een van de kinderen in de sluis terwijl ’k ze zoo
+gewaarschuwd heb!... Groote God—met de sluisdeuren open, als toen, als
+toen.... (wijkt angstig van het raam).
+
+DOLF... Steekt dan niemand van die lummels ’n poot uit!....
+
+HOPE. (als in versteening)... Is niet te redden—is niet te redden—met
+die strooming naar zee...
+
+DOLF. (driftig en glimlachend)... Dat zullen we zien!
+
+HOPE. (wakkerschrikkend)... Blijf hier! Blijf hier! Is één leven niet
+genoeg!
+
+DOLF. (met star-lichtende oogen)... Als ’k jou dàt kind in je armen
+terugbreng—overleg jij dan nog?
+
+HOPE. (heftig) Dolf, Dolf—bega geen krankzinnigheid!... Als, als ’t te
+redden was, zouen die daar, de visschers en schippers...
+
+DOLF... Ik zie ’t nog drijven—zie ’t—zie ’t! Bij m’n andere
+dollemans-jacht, zag ’k niets, niets!.... (naar de deur). Jij wou ’n
+daad, ’n daad...! Je zult je daad hebben....
+
+HOPE. (heftig)... Dolf, ik smeek je, smeek je—doe ’t niet....
+
+DOLF... Al zou je nou op je knieën—al zou je God en de engelen zelf....
+(af).
+
+HOPE... Dolf, Dolf....
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+Hope, Dokter.
+
+
+DOKTER... Wat is ’r?... Waar holt-ie heen?
+
+HOPE... Hou ’m terug, Jan. Hou ’m terug! Een van de kinderen is in de
+sluis gevallen, drijft naar zee... Vraag niet verder... Hou ’m
+terug!... Ik, ik, ik jaag ’m den dood in... (Dokter af).
+
+
+
+
+
+TWAALFDE TOONEEL.
+
+
+Annie, Hope.
+
+
+ANNIE. (snel door rechtersuite)... Hope! Hope!... Weet je ’t?... Weet
+je dat Fritsje....
+
+HOPE... (hartstochtelijk)... Fritsje?... Fritsje!... De ellendelingen!
+(zakt op ’n stoel).
+
+ANNIE... Toen Toos omkeek wou-ie... Wat doe je?
+
+HOPE. (wild op het erkervenster toestortend, kijkt, geeft ’n gil).
+O!... O!... Dat Jan ’m niet tegengehouden heeft!... Dolf!... Dolf!...
+(zit bewusteloos-starend neer).
+
+ANNIE. (door het venster verschrikt kijkend). Moeder Maria... Moeder
+Maria...
+
+HOPE... Mijn schuld... Mijn schuld...
+
+ANNIE... Ze brengen ’n boot uit... Laten we...
+
+HOPE... Ik kan niet....
+
+ANNIE... We zijn ’r in tien tellen....
+
+HOPE... Ik kan niet....
+
+ANNIE... Dan ga ik...
+
+HOPE... (zacht smeekend)... Hier blijven... Hier blijven... Ik ben zoo
+bang—durf niet naar buiten kijken.... O lieve God in de hemelen, God in
+de hemelen, God in de hemelen!... Ik hou zoo waanzinnig, zoo
+waanzinnig-veel van ’m.... O lieve God in de hemelen, maak me niet gek,
+niet gek!...
+
+ANNIE... (angstig)... Is-ie hier vandaan—hier uit de kamer....?
+
+HOPE... Ik weet ’t niet, weet niets, niets!... (de armen om Annie heen
+slaand). Kijk niet! Kijk niet!... Bij ’t leven van je Tilleke kijk
+niet!... Ik heb ’m vermoord... Als ’k m’n mond op zijn mond gedrukt
+had, zoo als ’k ’t wóú, zooals ’k ’t ieder uur van den nacht, ieder uur
+van den dag droomde, droomde, droomde, zou-ie me niet voor altijd
+alleen hebben gelaten, voor ’n kind dat hèm niet angaat, mìj niet
+angaat, nièmand angaat....
+
+ANNIE.... Hope, in Godsnaam, kom tot jezelf!.... Misschien heeft de
+boot ’m.... (wil naar ’t raam).
+
+HOPE. (hartstochtelijk het koord van het gordijn stuktrekkend, zoo dat
+het voor het venster neerflapt)....... Niet kijken.... Niet kijken....
+Ik zie ’m nooit meer terug!... (zakt met het hoofd in de armen op de
+tafel).
+
+ANNIE... Hope!... Hope... (buigt angstig-aarzelend ’t gevallen gordijn
+’n weinig om, staart door den kier, gaat diep-ontzet op den anderen
+erkerstoel zitten).
+
+HOPE. (die de laatste bewegingen opgelet heeft, richt zich op).... Kijk
+je niet meer? (een stilte). Blijf je zitten?... (een stilte)... Zeg je
+nièts....?
+
+
+
+
+
+DERTIENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Dokter.
+
+
+DOKTER. (dompt verslagen op den stoel bij de deur....) Da’s vreeselijk,
+vreeselijk....
+
+HOPE. (ziet hem aan, barst los)... Mijn schuld! Mijn schuld!... Ik heb
+’m tot ’t laatst voorgelogen.... En om dat kind, dat vreemde kind,
+heeft-ie mìj, mìj... (zakt ineen. Annie en Jan schieten toe).
+
+
+ EINDE.
+
+ Berlijn/Scheveningen, December ’07.
+
+
+
+
+
+
+
+
+ VERZAMELDE
+ TOONEELSPELEN
+ EN
+ OPSTELLEN-OVER-TOONEEL
+
+ DOOR
+ HERM. HEIJERMANS Jr.
+
+
+ TWEEDE DEEL.
+
+ I. GHETTO (1898).—II. DE SCHOONE SLAAPSTER (1909).
+
+ AMSTERDAM—S. L. VAN LOOY—1911.
+
+
+ Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden
+ volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
+
+
+
+
+
+
+ GHETTO.
+
+ TOONEELSPEL
+ IN DRIE BEDRIJVEN
+
+ GEHEEL HERZIENE 5DE DRUK
+
+ DOOR
+ HERMAN HEIJERMANS.
+
+ Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden
+ volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
+
+
+
+
+
+
+
+
+Voor de eerste maal in den ouden vorm te Amsterdam op 24 December 1898,
+opgevoerd.
+
+ DRAMATIS PERSONAE.
+
+ Sachel.
+ Rafaël, zijn zoon.
+ Esther, zijn zuster.
+ Aaron.
+ Rebecca, zijn dochter.
+ Rebbe Haëzer.
+ Rose.
+ Een Jood.
+
+
+
+
+
+
+
+
+EERSTE BEDRIJF. [4]
+
+
+(De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een
+kleine olielamp).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose. Een jood.
+
+
+EEN JOOD. Goeienavond..... (knoopt een pak los). Warm. Om ’r bij neer
+te vallen. Is Esther ’r niet?
+
+SACHEL. Esther is uit.
+
+EEN JOOD. Hoe wou ù dan helpen?
+
+SACHEL. Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen as jullie met
+je oogen! (het goed betastend). Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks.
+Prullen.
+
+EEN JOOD. Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee
+gulden op gegeven!
+
+SACHEL. Twee gulden? Twee gulden! Daar had ik bij motten wezen! As ’k
+tien stuiver geef is ’t mooi. Allemaal versleten goed....
+
+EEN JOOD. As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je
+die jas versleten? Noem je die broek versleten? Ken merken dat u ’r
+geen kijk op heit.
+
+SACHEL. Ik vergis me niet. M’n vingers zién. Die zién voor zes. De
+knoopsgaten zijn heelemaal uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met
+afgetrapte randen?
+
+EEN JOOD. Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster
+maar hier! Wat doe ’k met die redeneering!
+
+SACHEL. Rose—kom hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht as
+’k zeg dat-ie versleten is?
+
+ROSE (de jas bekijkend). Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo
+héel erg...
+
+SACHEL (nijdig). Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me
+voor de gek! Had ik me óógen, dan had ik jou niet noodig, jou niet,
+niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat ’k blind ben? An me
+vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken of ’k ’t
+zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n
+cent! Geef hier die jas! (betastend). De knoopsgaten zijn kapot....
+Hier is ’n plek waar de wol ’r af is... En de voering.... de
+voering.... kijk die gescheurde voering!.... En zoo’n stomme os ziet
+niks, wil niet zien!.... Geven we je daarvoor te vréten dat je mijn in
+me zak liegt!
+
+ROSE. Ik lieg niet....
+
+SACHEL. Jij liegt! Jullie liegt allemaal!
+
+EEN JOOD. Wat doe ’k met dat geklets! Maakt Esther zoo’n spiktakel?
+Geef me honderdvijftig centen....
+
+SACHEL. ’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes.
+
+EEN JOOD. Vier kwartjes? Dank je! Dan pak ’k ’t weer in.
+
+SACHEL. Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! Kom ’r ook niet
+met stelen an....
+
+EEN JOOD. Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t noodig—me vrouw
+is ziek. Anders kreeg je ’t nog voor geen drie....
+
+SACHEL. Al was je heele familie ziek—ik geef niemeer as vier kwartjes.
+Vodden! Vuiligheid! Voor mijn part neem je ’t mee. Zal me zorg zijn!
+Vraag wat ’t mijn hindert. Nògh, wat begin ik nou!
+
+EEN JOOD. Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien—weigert
+’n kwartje meer voor ’n zieke vrouw (inpakkend). Dan breng ’k ’t na
+Levi! Die heit nog ’n pietsie meelijden met ’n ongelukkig mensch!
+
+SACHEL. Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n dalles zal me
+afgestoten worden!
+
+EEN JOOD. In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger!
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose.
+
+
+SACHEL (snauwend). Haast je da-je klaar komt! Stommeling! Te beroerd om
+voor de duvel te dansen! Je had toch kennen hèlpen met te zeggen dat ’t
+niks waard was! Je vreet ’r toch van mee! As ik ’n jódenmeid
+had—die—die zou léeper zijn.
+
+ROSE (schuw). As ’k ’n jodin was, had ’k ook motten zeggen dat de jas
+zoo slecht niet was.
+
+SACHEL. Wàt motten? Wie vraagt je? Wie, hè? Hè?
+
+ROSE. Ik lieg niet.... Dat doe ’k niet....
+
+SACHEL. Hou je bek! As jij tien jaar bij me ben, begrijp je nòg niks!
+’t Zit niet in jùllie kop. Is er niet in te giéten. Wat draai je nou?
+Je heb niet in die hoek noodig.... Wat scharrel je?
+
+ROSE. Ik veeg ’t vuil bij mekaar.
+
+SACHEL. Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen,
+dagdieven!—’n Goeie jas, ’n kostelijke jas.—Ongeluk brengen jullie an.
+Geen haar zegen. Schiet op! Sta me niet an te kijken! (Stilzwijgen).
+Was jij op van nacht?
+
+ROSE. Nee!
+
+SACHEL. Waarom schrik je?
+
+ROSE. Ik schrik niet.
+
+SACHEL. Leugen! Leugen! Wàt dee je op?
+
+ROSE. Ik ben niet op geweest.
+
+SACHEL. Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen,
+op de trap, in de gang.
+
+ROSE (schuw). Niet waar.... Ik heb geslapen, ben me bed niet uit
+geweest.
+
+SACHEL. Je liegt! Ik heb hóóren loopen.
+
+ROSE. Ik niet.... Ik niet....
+
+SACHEL. Je deur heeft gekraakt—je ben in de gang geweest en de trap af
+tot an de deur van de winkel.—Die was op slot. Die was op slot! Wat wou
+je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van ’n
+speld, dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij—versta
+je....
+
+ROSE.... Ik bèn niet op geweest.
+
+SACHEL. Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je
+hand? Zoo. Zeg ’t nou nòg is!
+
+ROSE (angstig). Ik ben niet op geweest! Waarachtig niet. Geen
+oogenblik. Ik heb...
+
+SACHEL. Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen
+beweging maak je, of ’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit
+slépen of ’k zal geen gezond uur meer hebben!
+
+ROSE (voortwerkend). Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan—wàt ’k
+in de winkel noodig zou hebben.
+
+SACHEL. Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen
+gelooven, dat ’k gek ben, hiet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God
+jullie straffe met mijn straf, dat jullie oogen wegkwijnen zooas de
+mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdoemde nacht, zooas
+ik zoek elk uur, elken dag! ’t Is om te huilen! ’t Is om je handen te
+heffen tegen God—altijd nacht en vijanden om je heen, vijanden die je
+niet zièt, vijanden die zich niet hoeven te verbergen, vijanden die
+spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen zonder dat je
+d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met
+stemmen, waarin de leugen vastgevreten ligt...
+
+ROSE.... Ik ben geen vijand.
+
+SACHEL. Ik ken jou niet, weet niet wie je ben. Nooit zag ik je gezicht,
+nooit je oogen. Pas heb je tegen me samen gespannen met die kleeren,
+misschien wel wat van ’m angenomen! Je stond zoo dicht bij ’m...
+
+ROSE. Nee! Niewaar!
+
+SACHEL. En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je
+hàd niet op te zijn. Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik
+over, daar tob ’k over òmdat je liegt. Nòu zit ’r wat achter. As je
+gezeid had: ik wàs op, ik was ziek—dan—had ’k je geloofd, was ’t uit
+geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks heb
+gehoord! Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef!
+
+ROSE (aarzelend). Ik was ziek—vannacht.
+
+SACHEL. Dus je wàs op.
+
+ROSE. Ik was....
+
+SACHEL. Waaróm zeg je dat noù pas?
+
+ROSE. Weet ’t niet. Ik was bang.
+
+SACHEL. Bang voor wàt?
+
+ROSE. Bang voor.... Bang voor.... Ik kan me niet bewegen of ’k wor
+afgesnauwd.... Ik durf niks meer zeggen.... Ik was bang—omdat ’k dacht
+je wakker gemaakt te hebben.
+
+SACHEL. Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap?
+
+ROSE. Dat herinner ’k me niet....
+
+SACHEL. Ik vertrouw jou niet.... Jij ben ’s nachts nooit ziek.... En je
+liegen, je verdomde liegen... Je kon wel ’n ànder plan hebben gehad....
+
+ROSE. ’n Plan?...
+
+SACHEL. Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou?
+(Stilzwijgen). Nou? Zeg je niks?
+
+ROSE. Wàt mot ’k zeggen?
+
+SACHEL. Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t
+donker zit.—Nou? Nou?
+
+ROSE. Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken.
+
+SACHEL. Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en
+beliegen.
+
+ROSE. Dat heb ’k nooit gedaan.
+
+SACHEL. Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand
+niet! Tuig, allemaal tuig!
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose. Esther.
+
+
+ESTHER. Wat schreeuwt-ie weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. De
+buren motten wat van ons denken....
+
+SACHEL. De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an!
+
+ESTHER. Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm
+de buren angaan?... ’k Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt
+’n spiktakel! Lastige ouwe! ’t Verstand komt ook niet met je jaren!
+
+SACHEL. Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van
+me!
+
+ESTHER. Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar.
+Jij schreeuwt ’t heele huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw
+dan met reden.
+
+SACHEL. Met réden? Dùizende reden heb ’k. Was daar niet ’n koopman met
+’n partijtje negotie hier en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur niet
+uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg jij niks!
+
+ESTHER. Wat heit ze d’r van noodig?
+
+SACHEL. As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t
+zoo slecht niet is—as ze pas heit hooren zeggen dat de franje ’r bij
+hangt.
+
+ROSE. Ik wist niet beter.
+
+ESTHER. En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met
+opzet? Wor je arm van eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders!
+Hóe ken ’n blinde zich zóo de sappel maken? Wat schiet je ’r mee op?
+
+SACHEL... Smoezen jullie maar... Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij
+mekaar geschraapt uit hoeken en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die
+paar centen. Me vrouw zaliger, dié, dié, heit me gehòlpen tot an d’r
+sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit bij de
+affaire is, ’n zuster die àlles te duur inkoopt, as ik ’r niet bij zit,
+as ik niet elke rooie duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k!
+
+ESTHER. Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles
+komt terecht as je maar niet lastig ben—Doe de luiken voor de ramen,
+Roos.
+
+SACHEL. Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet.
+
+ESTHER. Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert
+jou toch? Ga je gang, Roos.
+
+SACHEL. Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet!
+
+ESTHER. Die vergeet ze toch nooit.
+
+SACHEL. Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is.
+
+ESTHER. God allemachtig—wat heit die man ’t van avond op z’n heupen!
+(Rose doet de luiken voor). D’r komt zeker onweer los met die warmte.
+Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter doen voor de deur ’n luch-ie
+te scheppen?
+
+SACHEL. Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten.
+
+ESTHER. IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an
+ijskouwe voeten? D’r hangt ’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood!
+(gaat bij de onderdeur zitten).
+
+SACHEL. Heb je gekeken of de pennen....
+
+ESTHER. Maak je niet ongerust! Alles komt in orde.
+
+SACHEL. Op ’t linkerraam zit-ie nog niet.
+
+ESTHER. Ze zal ’m ’r wel opdoen....
+
+SACHEL. Ben je bij Abram geweest?
+
+ESTHER. ’n Loop voor niks! Had de heele boel verkocht. Vanmiddag al.
+
+SACHEL. Was Rafaël ’r dan niet geweest?
+
+ESTHER. Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r eerst zeker niks
+van! Was ’r heelemaal niet geweest! Je mot ’t van je kinderen hebben.
+Geeft me wonder dat-ie nog thuis eet! ’k Zal z’n koffie op de stoep
+zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen.
+
+SACHEL. Had ’r zelf heengegaan van morgen!... ’n Heele partij goed na
+de maan!
+
+ESTHER. Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ìk jóuw zoon
+achterna loopen? ’k Heb niet genog te doen! Ken ik helpe dat-ie te lui
+is om ’n poot te verzetten? Zoo’n leeglooper! As-die eenmaal belooft
+bij Abram an te gaan, ken ik dan ruike dat-ie niet gaat? ’k Zal ’m an
+’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r na toe dragen! Wat zeg je me
+daàr van!
+
+SACHEL. Met al jouw gesmoes—de pen is niet op ’t raam....
+
+ESTHER. Wat wil die man toch van avond van de pen! Ze halen hier niks
+weg. En mijn zeker niet: ik eet te veel. En as ze jou stelen, brengen
+ze je over ’n uur terug. Je ben te lastig. Klaar, Roos?
+
+ROSE. Alles is klaar. Heb u mij nog noodig?
+
+ESTHER. Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t
+Is om te bezwijken. En... en... geef me broer ’n heete stoof voor z’n
+kouwe voeten!
+
+SACHEL. Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg
+bezocht!
+
+ESTHER. Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier?
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Aaron. Esther. Sachel. Rose.
+
+
+AARON. Wat ik hier doe? Beetje handel!
+
+ESTHER. Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd.
+
+AARON. Kinderen-bedtijd? Noem je negen uur kinderen-bedtijd? Voor
+handel is ’t nooit te laat. Al wou ’k in de nacht kommen! Wat jij,
+Sachel? Zal ’t nooit vergeten, toen we jong waren, dreven we in ’t
+hartje van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende tijd. Weet je
+Sachel met die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens
+opzaten met Jozef en Meijer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar
+droge centen verdiend—kwamen we met ’n stuk geld thuis. Nou is de
+handel gedaan. Ze weten nie-meer wat handel is! ’t Wordt dalles troef.
+
+ESTHER. Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je ken nog ’n boel van je
+vet verliezen vóor je mager wordt.
+
+AARON. Waar staat geschreven dat ik me vet mot verliezen? (tot Sachel)
+’k Heb ’n partijtje afval van wol.
+
+SACHEL. Afval van wol? Niks voor mijn.
+
+AARON. Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! Heb ’n
+monstertje meegebracht. Laat zich aardig fijn voelen.
+
+SACHEL. Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t
+kraakt as je ’t scheurt.
+
+AARON. Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij,
+Esther?
+
+ESTHER. Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat?
+
+AARON. Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij
+katoen! Kijk hoe ’t brandt! Ruikt dat na wol of na katoen? Je zel mijn
+wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r in! De fijnste wol! Over de
+heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet!
+
+SACHEL. Hij maakt zich druk! Over wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind
+van twee jaar was, wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks!
+
+AARON. Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week
+hebben, as dat Engelsch laken is.
+
+ESTHER. Heb je niks anders....?
+
+AARON. Is dàt dan niks? Heb ’r ’n heele partij van—over de twintig
+pakken. Pracht van ’n goed. Reusachtig.
+
+SACHEL. Niks voor mijn.
+
+(Rose op met koffie).
+
+ESTHER. Bakkie koffie, Aaron?
+
+AARON. Geef me ’n kommetje.
+
+ESTHER. Boterkoekie? Eigen gebak.
+
+AARON. Geef me ’n brokkie.
+
+(Rose gaat bij de open deur zitten).
+
+ESTHER. Smaakt ze? Heb ’r anderhalf pond boter in.
+
+AARON. Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag
+van krijgen kan. Je heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te
+zoet of heelemaal geen suiker. En altijd half gaar. Nooit zal ze zoo
+knappen as jouw kiks.—Nou, hoe is ’t, kennen me handelen?
+
+SACHEL. Hoeveel mot je ’r voor?
+
+AARON. Zeg wat ze jou waard is.
+
+SACHEL. Ik doe geen bod. Jij ken beter vragen as ik biejen.
+
+ESTHER. Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an?—Is je
+dochter Rebecca al beter?
+
+AARON. Zoo gezond as ’n visch. Mankeert niks meer. Rafaël niet thuis?
+
+SACHEL. Natuurlijk bij de weg.
+
+AARON. Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen
+altijd thuis zitten?
+
+SACHEL. Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op
+’n klein kamertje woonde ’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers
+en me grootmoeder. Gebrek en honger heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we
+om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker geworden—met z’n vieren
+sliepen we op de grond—en—en ’n zussie lag dood naast me. Zal ’t nooit
+vergeten—pakte d’r hand—ijskoud. Voel ’k nòg! Van gebrek is me
+grootmoeder gestorven. In één jaar zijn ’r drié kinderen begraven. Ik
+heb wat meegemaakt. ’t Is ’n wonder dat ’k nog léef, dat Esther nog
+leeft.... Wat heit zich mijn zoon te beklàgen? Die kent geen gebrek.
+Die kent geen zorg. De tijd is veranderd. Zoo vrij as ’n christen
+loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen waarvan ik nooit
+gedroomd heb, waar wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. ’n
+Halve christen is-ie geworden. Ik beleef niet veel vreugd an ’m....
+Soms lijkt ’t of ’k geen kind heb.
+
+AARON. Je mot ’t zoo zwaar niet opnemen. Jeugd, niks as jeugd. As-ie
+maar eenmaal ’n meissie heit.
+
+ESTHER. Zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet na meissies.
+
+AARON. Dan motten júllie voor hèm kijken.—Nou, doen me handel? Wat is
+’t je waard?
+
+SACHEL. Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe....
+
+AARON. Ja, je bewijst me ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt.
+
+SACHEL. Nou, dan niet. In Godsnaam!
+
+ESTHER. Wi-je nog ’n kommetje?
+
+AARON. As je heb.
+
+ESTHER. Nog wel tien.
+
+SACHEL. Wat blijft-ie uit!
+
+AARON. Wie?
+
+SACHEL. Hij....
+
+AARON. Over wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind, loopt in geen
+zeven sloten gelijk.
+
+SACHEL. Vanmorgen zou-die bij Abram angaan.... Bij Abram is-ie niet
+geweest. De heele dag heb ’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen
+is.
+
+ESTHER. D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut!
+
+AARON. As-die maar eerst tróúwt.
+
+ESTHER. Heb jij ’n meissie voor ’m?
+
+AARON. D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen, die centen anbrengt.
+
+SACHEL. Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k na bed ga.
+
+AARON. Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch
+wel wàt meegeven?
+
+SACHEL. As ’t meissie wat meebrengt.... Ik heb niet me heele leven
+gewerkt voor ’n vreemde.... Ik geef ’n andermans kind niet te eten.
+
+AARON. Hij mot trouwen.
+
+ESTHER. Ja—as die getrouwd is....
+
+SACHEL. Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kennen geen twee gezinnen
+leven. De verdiensten leveren tegenswoordig nog al wat op! Ik zou wel
+willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot minstes vijfduizend gulden
+meebrengen. Geen cent minder.
+
+AARON. Vijfduizend gulden! Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander
+zich voor jóú uitkleejen? Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee?
+’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch ook geen graaf? Hij durft! Wat
+’n brutaaligheid!
+
+ESTHER. Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch bij wijze van spreken?
+
+SACHEL. En ik doe ’t geen cent minder as vijfduizend! En as ze maar ’n
+spetje, ’n kleinigheid mankeert, mot ze mèer inbrengen!
+
+AARON. Dat ken ’k niet uitstaan! Hij vraagt! En as ’r nou is iemand zoo
+gek is om z’n dochter zoo’n kapitaal mee te geven, wat krijgt jouw
+zoon?
+
+SACHEL. Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak.
+
+AARON. Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die na
+bed gaat en ’n ander zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! Dat gààt
+niet. Jij alles en ’n ander niks!
+
+SACHEL. Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat?
+
+AARON. Nou—nee! Mijn me zorg! (Stilte) Nou, doe je ’n bod op de wol?
+Zoo’n fijne partij zie je in geen jaren terug. Voel wat ’n goed!
+
+SACHEL. Jij weet wat ’t jou ingekocht kost.
+
+AARON. Esther—zeg jij ’t dan!
+
+ESTHER. Ik? God zal me beware! Ik zeg niks.
+
+AARON. Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil
+je de heele partij in de roest?
+
+SACHEL. Zou je danken.
+
+AARON. Wat is ’t je waard?
+
+SACHEL. Ik geef je twee gulden de honderd kilo.
+
+AARON. Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! Ben ’r met stelen an
+gekommen! Omdat ’r ’n klein stukkie Engelsch doorloopt ken je ’t
+krijgen voor vier.
+
+SACHEL. Néé! Je wor bedankt. Voor vier ken je ’t van mijn krijgen.
+
+AARON. Dan niet!—Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je
+zoo warm. Geef mijn nog ’n brokkie van je koek.
+
+ESTHER. Je schijnt ze te lusten.
+
+AARON. Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca ze nooit zóó maakt en
+anders mot je d’r zien!—Wat doe je ’r allemaal in?
+
+ESTHER. Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat
+zal ’k ’t joù zeggen? Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie
+is ’t, ’n best meissie, je dochter. Waarachtig, ik hou van ’r.
+
+AARON. Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an
+d’r. Ze ken van alles, van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen
+d’r handen. Je ken ’t zoo gek niet prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze
+wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender in de winkel!
+Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw
+zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven.
+Kolossaal. ’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na.
+
+SACHEL. Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch
+zitten.
+
+AARON. Geen geld? Geen geld? Je zel ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r
+mee geef.
+
+SACHEL. En wat kan jij ’r meegeven? Elke som geld heb je noodig voor je
+zaak.
+
+AARON. Nou—drie bankies van duizend heb ’k altijd oor d’r over. (Een
+stilte).
+
+ESTHER. Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij
+heit ijskouwe voeten!
+
+AARON. Zal van ’t stilzitten kommen.
+
+SACHEL. Drie bankies van duizend. Drie bankies.... Denk jij dat daar ’n
+rèchtschapen man voor komt?
+
+AARON (driftig). En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor
+jóuw zoon klaar staat?
+
+SACHEL. ’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met
+drieduizend gulden!
+
+AARON. En wie praat ’r van jóuw zoon?—Ik geef mijn dochter drieduizend
+en ’n uitzet van alles twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an
+elke vinger heit ze d’r tien. Ze is maar niet knap. ’n Figuur en ’n
+oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld ’n christen dame. Je mot ’r
+zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n fransche vrouw!
+
+ESTHER. Ja dat weet ik—’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid.
+
+AARON. Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie,
+verlies ’k ’r de helft an.
+
+SACHEL. Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb.
+
+AARON. Dan doene me geen zaken—Waar blijft nou die Rafaël?
+
+SACHEL. God weet waar die zit.
+
+ESTHER. Rebecca zou ’n tof meissie voor ’m zijn.
+
+AARON. Ik geef geen vijfduizend!
+
+SACHEL. Jij geeft geen vijfduizend en ik geef geen zoon.
+
+AARON. Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd?
+
+SACHEL (nijdig). Heb ik wat met joùw dochter noodig?
+
+AARON. Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag
+ik noemen!
+
+SACHEL (nijdig). Wat heb ik an die praatjes! Doe jij met je dochter wat
+jij wil! Vraag ik joù om raad?
+
+AARON (nijdig). Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is
+om z’n pooten op te tillen, slentert de heele dag bij de weg!
+
+SACHEL. Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van?
+
+AARON. En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang!
+
+ESTHER. Jullie lijken wel gek! Over wàt maak je je warm? Is ’t niet
+warm genog? Wat ’n onzin! Overleggen jullie kàlm. De gekheid om je zoo
+op te winden! Rebecca is ’n gezegend meissie, Rafaël ’n goeie jongen,
+maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren jullie
+verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet as-die d’r
+uitziet. ’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt toch alles
+làter terecht?
+
+SACHEL. Zij gééft! Wìe geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar
+niks is!
+
+ESTHER. Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an
+zijn eenige dochter geeft, blijft ’t toch in de familie!
+
+SACHEL. En ik geef ’n andermanskind niet te eten!
+
+AARON. Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar!
+
+ESTHER. Laat ’m maar gaan, ’t komt in orde. Ik mot je eerlijk bekennen:
+beter meissie weet ’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en morgen
+dankt-ie God dat-ie ’t gedaan heit. Laat-ie ’r maar eerst over slápen.
+Ik ken ’m.
+
+SACHEL. Ken je begrijpen! D’r komt hier geen schoondochter onder de
+vijfduizend gulden over de vloer!....
+
+ESTHER. Weet je wat je doet, deel ’t verschil!
+
+AARON. Dank je. Geen cent meer of minder. Drieduizend gulden en van
+alles twaalf. Wat zal ’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k
+sterf krijgt ze toch àlles?
+
+ESTHER. Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en
+zeg dan ja of nee.
+
+SACHEL. Bedenken kost niks—maar ik doe ’t tòch niet.
+
+ESTHER (knipoogend tegen Aaron). Laat maar gaan. As ik je nou zeg: ’t
+komt in orde.
+
+AARON. Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet
+hebben?
+
+SACHEL. Voor de prijs die ’k genoemd heb.
+
+AARON. ’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou
+tegenswoordig niet meer handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is
+voor jou.
+
+SACHEL. Geen cent!
+
+ESTHER. Praten jullie daar nou ook overmorgen over. As ’t eene in orde
+komt, komt ’t andere vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo laat!
+
+AARON. Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken.
+
+SACHEL. Goeien avond.
+
+ESTHER. Pas op val niet! Denk an ’t stoepie.
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Esther. Sachel. Rose.
+
+
+SACHEL. D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb hèm noodig! Og!
+
+ESTHER. ’t Mot toch eéns gebeuren? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap
+meissie, ’n mooi meissie.
+
+SACHEL. En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij
+mekaar motten schràpen voor niks! ’k Heb de tijd!
+
+ESTHER. Jij heb de tijd—jij ’n man op jaren? As je God-beware wat
+overkomt, weet je heelemaal niet wat-je krijgt.
+
+SACHEL. Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an.
+
+ESTHER. Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik in God’s hand. Wie
+weet ’t eene uur wat ’t andere gebeurt.
+
+SACHEL (vinnig). Daar wil ik niet van hooren. Hou je mond. Beschrie me
+niet! Ik ga nog niet dood. Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t
+wel willen, wat? Dan kon je doen en laten wat je wou. Dan had je de
+beschikking over alles. Dan kon je met geld smijten, mijn geld, mijn
+gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie,
+jij, hij, allemaal!
+
+ESTHER. Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg.
+
+SACHEL (kort). Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn
+niet bang. Ik overleef jullie allemaal!
+
+ESTHER. Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer
+làstig! Roos neem de koffieboel mee. Hoor je niet?
+
+ROSE. Ja, ja. Hier ben ’k.
+
+ESTHER. Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild?
+
+ROSE. Ik? Nee. Hoe kom u ’r op?
+
+ESTHER. Heb jij nièt gehuild? Heb jìj niet gehuild?
+
+ROSE. Nee.
+
+ESTHER. Na, mot je zelf weten! Ga na je bed.
+
+SACHEL. Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou?
+
+ESTHER. Wat snauw je toch! De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as
+je ’t niet gelooft.
+
+(Rose af).
+
+SACHEL. Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k
+hooren loopen.
+
+ESTHER. Ik ook! En mot je dààrom de sjikse zoo wantrouwen? Rafaël is op
+geweest.
+
+SACHEL. Niet waar! Niet waar! De meid was op!
+
+ESTHER. Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal
+’k me nog langer moeilijk maken met jou!
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Rafaël. Esther. Sachel. Rose.
+
+
+RAFAËL. Goeien avond.—Ik zeg goeien avond.
+
+SACHEL. Dat hoor ’k. Zeg liever goeien nacht!
+
+ESTHER. Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n
+kosthuis! Meneer doet ons de éér an te kommen slapen!
+
+RAFAËL. Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vader? Vader? Hoor
+je me niet? Kun je geen antwoord geven? Ook goed.
+
+ESTHER. Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook
+geen boe, geen ba. Wat ben jij voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan—is
+niet bij Abram geweest! Je most mijn zoon wezen!
+
+SACHEL. Waar heb jij uitgehangen?
+
+RAFAËL (verstrooid). Wat doet dat ’r toe? ’k Heb dat van Abram
+vergeten. Spijt me. Met opzet heb ’k ’t niet gedaan.
+
+ESTHER. Hij vertelt wat! Geen opzet—wèl opzet! Komt ’r wat op an!
+
+SACHEL. ’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke
+dag—en je praat ’r om heen....
+
+RAFAËL. Mot ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal
+geweest—de tijd is omgevlogen. (vermoeid). Heb je wat te eten, tante?
+’k Heb honger.
+
+ESTHER. Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op
+tijd!
+
+SACHEL. Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten.
+
+RAFAËL. Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen.
+
+SACHEL. God, wat straf je me zwaar! Op me ouwen dag overgeleverd an
+vréémden! As je moeder-zaliger je zien kon, as ze zien kon hoe jij je
+blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan, dàn, dàn....
+
+RAFAËL (rustig). Laat moeder ’r buiten. Je hoeft geen herinneringen
+wakker te maken. Ik was op ’t graf.
+
+ESTHER. Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen jaartijd? Was ’r nièt
+gegaan....
+
+RAFAËL (haalt de schouders op).... Ik was op ’t graf, uren lang, heb
+zitten suffen en droomen. Da’s alles. De zerk is weggezakt, vader. Je
+kan de plek haast niet meer vinden. D’r groeit van alles. ’k Heb wat
+bloemen meegebracht. Hier heb je ze. D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen.
+
+SACHEL. Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg
+met jouw bloemen! Was teruggekomen zooas ’t je pàste! Had niet je dag
+verluierd, je dag verslingerd met onzin—ònzin, zeg ik! Gister ben je
+niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister heb je geen vin
+verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij ’r an
+dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en
+Abram en zoo’n koopman-van-niks as Aaron—alles naar zich toeschleppen,
+dat m’n zaak verloopt, m’n goeie zaak, m’n záák, waarvoor ik gezweet
+heb, m’n zaak, m’n zaak! Ik kan ’r bij huilen! Op m’n ouwen dag ken ’k
+bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor grootgebracht!
+
+ESTHER. Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zóó’n zoon grienen?
+
+SACHEL. God straft me wel! Heb ik ’t brood niet uit me mond gespaard
+toen-die ’n kind was? Hebben z’n moeder-zaliger en ik niet kromgelegen
+om ’m groot te brengen! Heeft-ie geen scholen bezocht en talen geleerd,
+waarvan wij nooit gehoord hebben! Hebben we ons niet voor ’m
+uitgekleed, bij ’m gewaakt as-die ziek was, ons alles ontzegd om ’t hèm
+goed te laten gaan! En nou? Wat heb ik nou? Nou ken ik alléén
+rondwurmen! An niemand steun! Nou ken ’k vèrrèkken! Nou mot ’k wachten
+tot ze hiér kommen met handel—me laten bedriègen—me laten bestelen!
+
+RAFAËL. Dat ’s niet mijn schuld.
+
+SACHEL. Niet zijn schuld! Ik ken ’m vasthouen! Ik ken ’m daar dwingen
+thuis te blijven en voor mijn te kijken!
+
+RAFAËL. ’k Heb over die dingen gedacht, van middag nog—en je heb
+gelijk—maar ànders worden kan ’t niet, nou niet, nooit meer.
+
+ESTHER. Stapelmesjogge!
+
+SACHEL (hard). En wáarom niet?
+
+RAFAËL. Dat kan ’k niet zeggen....
+
+SACHEL. Jij liegt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat
+je verbergt!
+
+RAFAËL. Nee.
+
+SACHEL. Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen!
+
+ESTHER. Geheimen? Zallen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn ze
+me waard! As die niks zeit, weet ik nog genog!
+
+SACHEL. Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf
+van je moeder most jij niet durven kommen!
+
+RAFAËL. Waarom zullen we zóó tegenover elkander staan? Ik zal ’t je
+niet lang meer lastig maken.
+
+SACHEL. Wat? Wàt zeit-ie?
+
+ESTHER. Schtos! Schtos!
+
+RAFAËL. Ik ga weg.
+
+SACHEL. Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zeit-ie dat Esther?
+
+RAFAËL. ’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige
+dingen hebben we later allemaal spijt.
+
+SACHEL. Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel jij dan
+niks as je m’n oogen ziet?
+
+RAFAËL. Vróéger gaven die me onrust, angst, wroeging,—hoe zal ik ’t
+noemen?—vroeger had ik alles voor je kunnen doen—in den tijd toen ik
+jong, jij hulpeloos was—vroeger zou ’k geen seconde rust hebben gehad,
+als ’k tranen in je arme oogen had gezien—vroeger zou ’k me de haren
+uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte—ènkel bij de gedachte—jou
+displezier te doen... Nou is dat ùit me—’r heelemaal uit—je heb ’t ’r
+uit getràpt!
+
+SACHEL. Ik? Ik? Wat heb ik joù gedaan? Wat? Wat?
+
+RAFAËL. Nee. Ik wil niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk
+voor. Je heb ’t zèlf geleerd....
+
+ESTHER. Ik ga naar bed. Ik heb genog van die kinderpraat! Zal ik me
+nachtrust geven an dàt gekles! Hij wil wèg: laat ’m gaan! ’k Dacht dat
+je wijzer was. Praatjes, uitvluchten, smoesies! Mòrgen vraagt-ie je
+weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper—nou wéet je ’t.
+
+SACHEL. Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. ’r Komt ’n
+end an me geduld! ’k Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg!
+
+RAFAËL. Dreig niet, vader! Ik zei je toch dat ik ’n besluit heb
+genomen—’n besluit dat zóó vaststaat, dat niemand ’r iets an veranderen
+kan. Ik ga weg. Heel gauw. Ik maak jullie ongelukkig. Jullie mij. ’k
+Weet geen àndre oplossing.
+
+SACHEL. Waarom wil jij weg?
+
+RAFAËL. Dat is mijn zaak.
+
+SACHEL. Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r
+voor bezoeken!
+
+RAFAËL. Nee, vader. Ik voel me voor ’t eerst sinds jaren weer
+rustig—nou ik mijn weg ga, nou ’k weet wàt ’k doen moet.
+
+SACHEL (woest). De reden, de reden! Je heb toch je gezonde hersens! Jij
+ben toch niet idioot! De reden!
+
+RAFAËL. De reden—de reden. Sta je ’r zóo op? ’t Zou voor ons beter
+zijn, als ’k zweeg. Je wil dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan zul je
+weten hoe ’k me hier ben gaan voelen als ’n ellendige—als ’n vreemde.
+
+ESTHER. Ach wat ’n schtos! Wat doen me met z’n onzin!
+
+RAFAËL. Laat me uitspreken, tante. Ik kijf niet, maak geen twist: ’k
+zeg de dingen kàlm—en als je ’t voelen kan: ’n tikje wanhopig—’t Is
+niet zoolang geleden—’k denk twee, drie—’k weet ’t niet—’t doet ’r niet
+toe...... Ik was ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van je, vader. ’k
+Hield zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de
+bergplaatsen, dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je
+oogen vol leven en opgewektheid? ’t Was zoo schrikkelijk je àltijd in
+’t donker te denken. Soms kneep ’k m’n oogen dicht, hield m’n hand er
+voor, om ’t licht af te sluiten—dan dacht ik: god, hoe afschuwelijk,
+hoe vreeselijk—hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken—nou moet-ie
+gissen, de vormen raden, de kleuren raden....
+
+SACHEL. Hou je mond! Dàt vraag ik je niet!
+
+RAFAËL. Toen kwam de dag...... ’n Vrijdag, als vandaag—’k Was begonnen
+je in de zaak te helpen.... Je had ’n partij goed verkocht—’k weet niet
+meer wàt.—De schuit lag voor de loods—de knechts stouwden de balen. ’k
+Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag me niet: had me
+niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de
+loods. Jozef, de knecht, las ’t gewicht—zelf schreef jij de getallen.
+Ik keek naar je met ’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot medelijden.
+Je had zooveel wil—je droeg ’t ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers
+bevend over ’t papier bewegen—’k wou naar je toekomen en zeggen: laat
+mij ’t schrijven—vermoei je toch niet. Maar op eens zag ik iets, iets
+dat me dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring. ’r Werd ’n baal
+gewogen—Jozef en de koopman bukten naar de gewichten—en terwijl—tastte
+je voet naar de schaal—bleef er op drukken. Ze wogen je voet mee.
+Niemand lette op je. Ze hadden vertrouwen in je blinde oogen. Je stal.
+Je was ’n dief....
+
+ESTHER. Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen!
+
+SACHEL. Laat ’m gaan.... Laat ’m uitspreken....
+
+RAFAËL. Ik lieg niet! Loog ik maar!—ik dacht dat ’k me vergist had,
+bleef angstig wachten op ’n tweede baal.—De baal kwam—werd op de
+bascuul geschoven—wéér bedrukte je voet ’t blad—wéér nam je wat je niet
+toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd spreken dat de balen zoo
+zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, met
+gevouwen handen—je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte
+oogen, dat niemand aan jou dacht—’n hulpelooze blinde. En bij elke
+schaal herhaalde je ’t—óver de twintig maal. Twintig maal! Twintig maal
+je stelende voet en je dooie oogen, je bewusteloos meeleven, je
+misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij van
+andren!—Nou weet je een hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de
+loods—zoo màl was ik toen. Twee uur later zijn we naar de kerk gegaan,
+zooals elken Vrijdagavond. Je zat naast me. Ik bad niet. Telkens keek
+ik naar je oogen om er iets in te vinden, om er ’n uitdrukking in te
+zien—telkens zag ik het wit, ’t wit zooals ’t geglansd had toen je bij
+de bascuul naar den hemel stond te kijken.—’t Was ’n bleeke hemel met
+’n ènkele streep: zóó, zóó sterk is ’t me bijgebleven!—Van de kerk
+gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte. Je klaagde, dat ’k stil
+was. Ik wàs stil. Je zei brooge. Je doopte ’t brood in ’t zout. En
+aldoor keek ik, kéék ik. ’t Lamplicht scheen in je oogen. ’t Lamplicht
+gaf ’r denzèlfden glans aan—als de hemel. Je wierp ’n glas om—wat nooit
+gebeurde. En ’k voelde niks. Je was geen blinde meer voor me. Je was
+’n.... Je was ’n.... Waarom zal ’k verwijten, schimpen? ’t Is gebeurd.
+Honderd keer na die eerste heb ’k ’t zelfde gezien. Ik wou je
+vervangen, zèlf ’t goed wegen, afleveren. Jij wóú niet. Je maakte je
+kwaad. Nooit mocht ik aan de bascuul komen. Je beloog me. Je zei dat je
+niet werkloos kon blijven, dat je geen rust had als je stil moest
+zitten. En met Jozef samen—met je knecht lag je onder één deken!—bleef
+je de kooplui bestelen, bestelen... Laat me uitspreken! Langzaam heb ’k
+alles begrepen, ben ’k je—zòo is ’t, vader—gaan minachten... ’n Blinde
+beklaag ik zoo innig—’n blinde zie ’k voor me als ’n mensch van wien
+God oneindige gelatenheid èn berusting vraagt—’n blinde zie ’k als
+iemand die voor de helft afscheid heeft genomen—van àlles.... Jou zag
+’k ’t gèld, dat je bij elkaar schraapte, bestréélen, jou zag ’k vechten
+en worstlen om naar je toe te halen, jou zag ik dag aan dag—bedriegen.
+Hoe wouen je blinde oogen me dan wat doen? Hoe wou je voor me staan als
+’n hulpelooze, als ’n—vàder?
+
+SACHEL. Doen àndren anders?
+
+RAFAËL (triestig). Ons héele volk is ontaard.1
+
+SACHEL. Als ik niet neem, nemen andren dan niet? Is dat geen hàndel?
+Maken zij geen misbruik van mìjn ongeluk? Gaan wij niet elk uur
+achteruit? Kan jij eerlijk zijn—as ze je bestelen van alle
+kanten—bestelen an wicht—bestelen an kwaliteit? Is handel geen hàndel?
+
+RAFAËL. Die andren heb ’k àltijd veracht—maar dat ik éens zou leeren
+joúw ongeluk te vergeten..... dat je àltijd voor me zou blijven de
+man—bij—de—bascuul...
+
+ESTHER. Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóó iets... Daar heb ik
+regulier verstomd van gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan!
+Verwijt z’n ouwen vader dat-ie z’n best heit gedaan voor z’n brood. Hij
+neemt niet as-ie krijgen kan! Hij geeft gewicht toe! As je vader niet
+zoo gehandeld had, kon jij nou bedelen gaan! Og! Je zal ’t elk jaar
+verdienen wat ze òns bestolen hebben! Is dat diefstal? Noem jij
+diefstal as je voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen
+eerlijke Jood en geen eerlijke Chris! De een steelt op die manier, de
+andere op die. Geen mensch is dief in z’n eigen zak. Hoe wou jij handel
+drijven? En eet je d’r niet van mee? Is zelf te lam om te werken en z’n
+ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten!
+
+RAFAËL. Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k
+weg ga...
+
+SACHEL. Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou jij
+weggaan? ’k Heb toch niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je
+oud en wijs genoeg ben, zal je begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet
+van je af—dan sta je binnen ’n jaar op straat..... Je mot ’n roofdier
+wezen..... Anders trappen ze je ’r onder.... Zonder gèld ben je
+weerloos, zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je
+niks! Heb ’k ’t niet voor jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood?
+
+RAFAËL. Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k
+Had beter gedaan ’r niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. We
+kunnen vrindschappelijk van mekaar gaan.
+
+ESTHER. Wil ik jou is wat zeggen? Als jij ’r zèlf over slaapt—heb-ie
+morgen spijt over wat je nou allemaal gezeid heb.... Hij gaat weg! Nog
+in geen tien jaar! Wil je wat eten?
+
+RAFAËL. Nee. ’k Heb geen trek meer.
+
+ESTHER. Dan maak je maar trek! ’t Is aardig ongezond ’n heele dag met
+’n nuchtere maag te loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met
+aardappelen en ’n stukkie schapevleesch. Zal ’k ’t warmen?
+
+RAFAËL. Nee.
+
+ESTHER. Over wat straf jij je maag? Roos! Roosie!
+
+ROSE. Roep u?
+
+ESTHER. ’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie effen
+warmen?
+
+RAFAËL. Nee tante—ik eet niet.
+
+ESTHER. Wàrm jij ’t maar! (Rose af). As je de lucht ruikt, eet je wel.
+
+RAFAËL. Heeft zij—gehuild?
+
+ESTHER. Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me eigen kop! Kom, ’k zal
+binnen de tafel dekken...
+
+RAFAËL. Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd.
+
+ESTHER. Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen
+wonder. Je etensuur verleggen en ’s nachts niet slapen! Nar! Groote
+nar! Wat heb je òp gedaan van nacht? Was je ziek?
+
+RAFAËL. ’k Kon niet slapen.... ben opgestaan.... Nacht vader—Nàcht
+vader!—Geef je geen antwoord?—Nacht.
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Sachel.
+
+
+(staat op—bevoelt de pennen der luiken—bonst zich voor ’t hoofd). Hij
+was op vannacht—En—èn die mèid was op—Ze waren sámen op—Sámen—Waarvoor
+waren ze op? Waarom heit de sjikse gehuild?
+
+
+ (EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF).
+
+
+
+
+
+
+
+
+TWEEDE BEDRIJF.
+
+(De huiskamer van Sachel achter den winkel).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Rose. Rafaël.
+
+
+RAFAËL (binnentredend). Waar is vader? Waar is tante?
+
+ROSE. Ze zijn nog niet terug uit de kerk. We zijn alleen—Goddank!
+
+RAFAËL. Huil je?
+
+ROSE. Raak me niet an! Raak me niet an!
+
+RAFAËL. Hebben ze je....? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet!
+
+ROSE. O, dat ik naar jou geluisterd heb!
+
+RAFAËL. Is ’r iets gebeurd? Wat dan?
+
+ROSE. Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie
+allemaal! O, o, dat ’k sterven kon, dat God me zoo dadelijk liet
+doodblijven!
+
+RAFAËL. Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante.....
+
+ROSE (zich hysterisch opwindend). Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wìl
+door jou niet gezoend worden!
+
+RAFAËL. Màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw?
+
+ROSE. Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te schateren! Ik, je
+tijdverdrijf....
+
+RAFAËL. Rose!
+
+ROSE. Ik, wat ben ìk! Ik die niks op de wereld heb—ik die me moet laten
+trappen door je vader—door je tante—door elken jood die hier komt!
+
+RAFAËL. Jóód?—Jood?—Waarom zeg jij jood?
+
+ROSE. Jood, jood! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n vreemde! ’n
+Vreemde voor je vader! ’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde voor den
+eersten den besten jood!—’k Ben máár de Sjabbesmeid—ik mag de lampen
+opsteken—ik mag an ’t vuur kommen—ik met m’n vréémde handen—ik, hun
+mèid, hun mèid! En jij—jij ben als de àndren—je ben ’n jood zooals zij!
+
+RAFAËL (neemt haar hand). Wat verneder je jezelf.... Ik weet niet wàt
+de oorzaak is, dat je zoo opgewonden ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw,
+zoo grof... Maar, ik weet wèl, Rose, dat je dàt woord nièt meer moet
+zeggen. ’t Herinnert me an zoo’n boel. Nee, laat me je hand houen. Zóó
+zitten we met de óúwe vertrouwelijkheid.—Toen ’k ’n kind was—met andere
+jongens wou spelen—scholden ze voor jood—smàùs. ’k Wist niet waarom.
+Zij ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. Maar ’t dee pijn. Want als kind
+vroeg je jezelf: is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets gedaan? Ben
+ik anders dan zij? Wat is ’n jood? Wat?... (begint met haar zilveren
+kruisje te spelen) Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie hebben
+Jezus gekruizigd! Ik klaagde. Moeder zei dan: je moet er om lachen—je
+moet er aan wènnen.—Eens op school—’k had niet opgelet—trok de meester
+me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stònd
+’n uur in den hoek, ik, de eenige jood van die school en door m’n zotte
+tranen zag ’k de jongens die lachten—den meester, de banken...... En ’n
+wrok kwam in me. ’k Had dien man kunnen rànselen. Wáárom was ik ’n
+geteekende? Wáárom zeien ze jood?...—Zóó begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in
+m’n jeugd. Zoo blééf ’t.—Moeder stierf. Den dag dat ze begraven werd,
+gingen we achter de kist, vader, ik, m’n ooms, de vrienden. Op ’n hoek
+van ’n straat stond ’n slager—’k weet z’n gezicht nog—die lachte.—„Daar
+gaat ’n dooie jodin”, hoorde ’k ’m zeggen.—Vader werd blind. Den
+eersten dag dat ’k ’m leidde, liep hij tegen een man aan en die
+schimpte: „kijk waar je loopt, jood!”.... Wil je meer? Is ’t genoeg.
+Hoor je dat ’t woord me niet heelemaal vreemd is?
+
+ROSE. Rafaël....
+
+RAFAËL. Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken
+droeg, alsof jood-zijn ’n slecht ding is. Ik leerde, keek om me heen.
+En òveral zag ’k de wrijving—de vijandschap van de rassen—de
+vijandschap van de ongelukkige godsdienstjes. Als man, lieve vrouw, heb
+’k dat gevoel van verbittering verloren, is er iets in me open gegaan,
+dat me meelijden, innig meelijden heeft gegeven met wie jood-schimpen
+kàn. Doe ’t niet meer. Nóóit meer. Hoor je, nóóit meer! Zie ons hier
+zitten—jij—’t is om te lachen!—’n christin—ik—hahaha!—’n jood! Hoe
+kunnen wij twee, als we elkander in de oogen zien—an zulke dingen
+denken....
+
+ROSE. Je heb gelijk—Jij ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was
+zoo wanhopig, zoo op! En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd?
+
+RAFAËL. Gezegd?
+
+ROSE. Gisteravond zat ’k dáár, bij de deur. Aaron was hier, praatte met
+je vader, met je tante....
+
+RAFAËL. Over z’n dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt—ik
+weet het, hahaha!
+
+ROSE. Je weet ’t.... O, ze halen je van me af.... Ik ben bang voor je
+vader, durf ’m niet anzien. Alles hoort-ie in m’n stem.... Wat moet ’r
+van me worden! Als ze ’t begrijpen zetten ze me op straat. Zij hebben
+rechten. Voor mij ’n ander. En dan? En dan? Ik wou dat ’k niet geboren
+was. Dat hoort God!
+
+RAFAËL. Nou heb ’k je aangehoord. Zie je—ik glimlach. ’k Glimlach omdat
+je bàng ben voor ’n meisje dat ’k niet ken, misschien èèns heb
+gesproken.
+
+ROSE. Zoo gaat ’t altijd bij....
+
+RAFAËL.... Bij ons.
+
+ROSE. Bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet—gekoppeld an den zoon
+van Markus? Hadden die twee mekaar ooit gezien? Hebben de vaders ’t
+niet in orde gebracht? Rafaël belieg me niet!....
+
+RAFAËL. Ben ’k zoo week, zoo karakterloos dat je spoken ziet waar ze
+niet zijn, dat je maar één oogenblik kan denken, dat ik.... ìk.... ìk!
+Hahaha!—Ik verkocht!—Ik die begìn te leven! Ik hokkend met zóó’n vrouw!
+Ik bruidcenten tellend! Ik, ingezegend! Ik die geen jóód meer ben! Ik
+m’n nek buigen!.... En gaan we niet hier vandaan?
+
+ROSE. Is dat waar?
+
+RAFAËL. Eergister heb ’k m’n vader gezegd, dat ’k niet langer blijf.
+
+ROSE. Meen je ’t? Méén je ’t? En gaan we vèr weg—waar de menschen ons
+niet kennen, jou niet, mij niet?
+
+RAFAËL. Wáárom zouen we vèr weg gaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we
+niet met trots komen waar we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt
+lichter, domme meid!
+
+ROSE. Dus je neemt hààr niet?
+
+RAFAËL. Ben ’k niet getrouwd?
+
+ROSE. Ja, ja, ja, we zìjn getrouwd! ’t Was alles malligheid van
+me—angst—wantrouwen! Zie je, wanneer jij altijd bij me blijven kon—zoo
+dicht bij me, zou ’k lachen om de hééle wereld—De wereld is slecht
+niewaar, niewaar Rafaël?
+
+RAFAËL. Nog is ze ’t. Maar ’n nieùwe tijd breekt aan. ’t Was me zoo
+zonderling toen vader me sprak van dat meisje—toen-ie belóófde dat
+ik—alleen de zaak mocht drijven—als ’k blééf—als ’k hààr nam. Ik heb ’m
+verwonderd aangekeken. Hoe is ’t mogelijk dat twee levens zóó van
+elkaar komen te staan—’t leven van ’n vader—’t leven van ’n zoon!....
+’k Heb ’m gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ’k weg moet.
+
+ROSE. Weg moèt? Zul je làter geen berouw hebben dat je gekozen heb
+tusschen hem en mij?
+
+RAFAËL (haar op zijn schoot trekkend). Ik kies niet tusschen joù en
+hèm! Jij ben ’n deel van m’n leven.
+
+ROSE. Hij is blind....
+
+RAFAËL. Maak je geen verwijten. Ik kàn je niet alles zeggen—wil ’t
+niet.
+
+ROSE. Heb je ’m niets verteld van òns?
+
+RAFAËL. Nòg niet. Eerst als jij ’t huis uit ben. Eerst dàn. Jij zou hun
+schimp, hun haat niet verdragen. Je kent ze niet. Niet zooals ìk ze
+ken. Krijg ’k nou, groot, achterdochtig kind, wat ze in de boeken
+noemen: ’n verzoeningskus?
+
+ROSE. Tien! (zij wil hem omhelzen—hij houdt haar tegen).... Wat kijk
+je?
+
+RAFAËL (haar kruisje aantikkend). Naar dàt. Gister droeg je ’t. Vandaag
+draag je ’t weer. En we hadden afgesproken....
+
+ROSE (aarzelend).... Dat hadden we....
+
+RAFAËL.... En?....
+
+ROSE.... ’t Is de eenige herinnering aan....
+
+RAFAËL.... Praat uit.
+
+ROSE.... Aan m’n moeder die ’k niet gekend heb.
+
+RAFAËL. Alleen an haar?—Hoor je niet wat ’k vraag?—In geen twee maanden
+heb ’k dat—dat—souvenir aan je hals gezien....
+
+ROSE (aarzelend). Toen ’k hoorde dat ze jou wouen koppelen—aan de
+dochter van Aaron—heb ’k—wees ’r niet boos om!—den heelen nacht liggen
+huilen—met m’n moeder gepraat....
+
+RAFAËL. Enkel met je moeder?—Waren ’r geen àndere herinneringen aan
+dat—aan dat—aan dat dingetje verbonden?—Je antwoordt wéér niet,
+Rose—Heb je ’r bij liggen bidden?—Ja, natuurlijk!—En durf je dat niet
+te zeggen? Is ’t al zoover, dat ik de kleine tyran ben, voor wien jij
+zulke vrééselijke zaken verborgen houdt? Jij gans! Jij, onnoozel
+kind!—Mag ’k ’t loshaken?—Loshaken vóór je me zoent?—(zij knikt)—Zou
+jij, als ze dien armen, grooten jood—INRI!—dien Koning der joden, niet
+aan ’n kruis, maar aan ’n galg doodgemarteld hadden, zou jij dan ’n
+zilveren galg, in plaats van dat op je borst dragen?—Denk jij, altijd
+aarzelend kind, dat de rijke jood (houdt het kruisje voor zich uit),
+dien ze op dit latwerk, naast misdadigers hebben gepijnigd, denk je,
+dat-ie ook maar één woord zou hebben gesproken, als-ie had kunnen
+voorzien?—voorzien de verwoesting, de domme vijandschap...?
+Asjeblief... (overreikt haar het crucifix).
+
+ROSE. Hou jij ’t.
+
+RAFAËL. Nee. ’t Is ’n aandenken van je mòèder.
+
+ROSE. Bewaar jij ’t. Als ’k jóu heb, heb ’k geen aandenken noodig.
+
+RAFAËL (het in z’n zak stekend). Laten we zeggen ’n talisman—en ’n
+teeken—van hoe ’t misschien—misschien—eens overal zal gaan
+(glimlachend). Elk huis z’n kruis zeggen ze. Elk huis zònder kruis—maar
+mèt genegenheid voor anderen, willen we hopen. Nou? Moet ’k nog
+lang....
+
+ROSE. Lieve, beste Rafaël.... (wil hem omhelzen).
+
+RAFAËL (haar weer tegenhoudend). Nee, even nog! Zul je nooit meer ’t
+woord uit je mond laten vallen, dat je daar straks in je boosheid
+gezegd heb? Nooit weer zoo klein zijn voor jood te schimpen?
+
+ROSE (lachend). Nooit meer.
+
+RAFAËL. Goed. ’k Neem de belofte van je lippen. En die neem ’k nog
+eens. Want ’n tweede keer—’n tweede keer, versta me wel—zou ’k ’t niet
+als ’n boosheid, niet als ’n domheid voelen—maar als iets anders—dat
+ons sterker van mekaar zou halen—dan—dan bedrog of overspel. Begrijp
+je?
+
+ROSE. Ik begrijp alleen dat ’k van je hóú.
+
+RAFAËL. Houen is niet genoeg, Rose.
+
+ROSE. Houen is alles! Als jij zooveel van mij hield als ik van jou, zou
+je niet langer praten. Nee. Nee. O, nou zou ’k kunnen zingen! (even
+weifelend, dan in beving van vreugde).... Want Rafaël, lieve Rafaël—’r
+is nòg iets, dat ons bindt—iets zoo angstigs en heerlijks—de gedachte
+aan ons kind...
+
+RAFAËL (verrast).... Ons kind—ons kìnd?
+
+ROSE (met zachte verrukking).... Ons kind... (vat zijn hoofd tusschen
+haar handen, kust hem).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Rebecca. Rafaël. Rose.
+
+
+REBECCA (driest). O!....
+
+RAFAËL. ’t Is niet de gewoonte ergens binnen te sluipen..
+
+REBECCA (lachend). Sluipen? ’k Heb geklopt—een—tweemaal. Jij hoorde
+niet.
+
+RAFAËL. Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod.
+
+REBECCA (verwonderd). Ik kom niet voor handel.
+
+RAFAËL. Niet voor handel? Ei, wel!....
+
+REBECCA (lachend). Vàder zei me hierheen te gaan...
+
+RAFAËL. Je vader? Vierde gebod!
+
+ROSE. Rafaël!
+
+RAFAËL (smartelijk-spottend).... Je vader.... Dat ’s Aaron, de koopman.
+Ga zitten—laten we hàndlen. ’k Heb afval te koop—afval van ’n vòlk!
+Voor éeuwen sprak Bil’jam—de Eeuwige heeft hem ontmoet; wéet je nog:
+hoe de Rebbe ’t leerde?—„Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe
+woningen Israël! Als beken alom verspreid, als hoven aan een rivier,
+als de aloës door den Eeuwige geplant, als cederen aan het water”....
+Ga zitten Rebecca. De heugenis der tijden is groot. Uit Egypte zijn we
+gevoerd. In de woestijn Sinaï waren we gelegerd.—Ik erf dit àlles, de
+bergplaatsen, den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t
+ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie, is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef
+van alles? Laten we handlen....
+
+REBECCA (verlegen). Je doet zoo vreemd.... Je maakt me angstig....
+
+RAFAËL. O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin Aaron zijn
+vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók—Aaron, Aaron-de-priester! Je
+kan koken en braden—èn ’n doodshemd (zegt tante) naai je zoo rad en zoo
+net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose!
+
+ROSE. Laat me gaan! Laat me gaan!
+
+REBECCA (met stijgende verlegenheid). Heb ik wat misdaan, dat je zoo,
+zoo....
+
+RAFAËL (smartelijk). Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe
+zou je misdaan kùnnen hebben? Wàar was ’t? ’t Was in ’t huis van je
+vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot jou. Woorden, woorden van
+èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen. Je handen
+zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. Poere oerewoe
+oemieloe es hoöres [5]—gaat en vermenigvuldigt je—En ’n kind—hàhà!—is
+’n weelde, ’n kind groeit uit de aarde als ’n plant met enkel knoppen
+van vreugd!—Wat breng je mee? Drie, vier of vijf? Als m’n vader drie
+neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, neem ik vier! Neemt hij
+vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik heb ’n ding
+dat ziel heet. Dat krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef....
+O Rebecca, we kunnen als tortels zoo gelukkig met elkander zijn.
+
+ROSE. Laat me gaan, Rafaël. Ik kan je niet hooren!
+
+REBECCA (driest). Hoor wat zij zegt—zij, de sjikse, die zich scháámt!
+
+RAFAËL (vernietigend). Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag.....
+Wees indachtig dat je de Sabbathdag heiligt! Ga nog niet heen Rebecca.
+Je naam is lief en zoet—om zachjes te zeggen.... Rebecca....
+Rèbècca.... Moeder van Esau en Jacob.... Weet je hóe Jacob zijn broeder
+bedroog, zijn blinden vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t
+vel van een geit meegebracht voor mijn handen en hals?—Ah, we zijn voor
+elkander geschapen, bestemd Israël te doen voortleven, Israël weer
+groot te maken!—Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn kostbaarheden,
+sieradiën in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn.
+Alles. De grond waar we op staan, de zonnestralen, de stofdeeltjes, het
+rek met tefillem. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen vijf
+mee? Voor drie doen we ’t niet—m’n vader en ik! Voor drie zijn we
+bekòcht—m’n vader en ik! Voor drie, verbinden we ons niet, m’n vader en
+ik! Met drie, hebben jùllie ’t voordeel, joùw vader en jij....
+
+REBECCA (angstig). Ik hecht aan geen geld, Rafaël...
+
+(Rose af).
+
+RAFAËL. Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis—hier niet, in de heele
+stad niet!—O?—Huil je? Rebecca-lief, huil je? Wat doen tranen bij
+hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt?
+
+REBECCA. Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.... Ik
+zal weer gáán... verlang niks van je, niks...
+
+RAFAËL. Ga, ga, Rebecca.... Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld!
+Ween niet. Ik voorspel je: je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik
+ben geen driéduizend waard.—Geef me je hand. Je ben nog zoo jong. ’k
+Wou dat ’k wat voor je dóén kon....
+
+REBECCA. Nee, niks....
+
+RAFAËL. Ja—ja—’n ráád—iets dat je moet onthouen voor làter—voor veel
+later.... voor.... Dwaasheid!—Hoe kan ìk je raden? Ik ken je niet, zag
+je maar ééns, weet nauwlijks de klank van je stem, den glans van je
+oog....
+
+REBECCA. Goeiendag....
+
+RAFAËL. Goeiendag, Rebecca!—(een stilte. Hij zit even
+nadenkend)—Rose!—Rose, ben je toch heengegaan!
+
+(af).
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Esther. Rebbe Haëzer.
+
+
+ESTHER. Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee ze is ’t toch
+niet.... Kom u binnen. Wees u voorzichtig.
+
+HAËZER. Pas op voor de drempel.
+
+SACHEL. Hier ken ik de weg—heel precies—heel precies. Help me maar
+niet. ’k Ben niet gewend geholpen te worden.
+
+HAËZER. Is Rafaël niet thuis?
+
+ESTHER. ’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie
+maar blijven. Dan ken Sachel u verder vertellen.
+
+SACHEL. Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen
+hart in die jongen. Z’n vader behandelt-ie as ’n stuk vuil. Erger nog.
+En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag!
+Geen uur vrede, geen uur rust.
+
+HAËZER. La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij
+de hand gehad. Jeùgd. Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld
+tegen ingaan. Geweld bederft. Ik ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m
+niet zien groeien? Kwam-ie niet uit zichzelf bij me, als-ie iets kwaads
+had gedaan? Weet je nog hoe-die me gebiecht heeft van die appel—die
+appel—op Groote Verzoendag.—Geen hardheid.—Geen groote woorden.—Geen
+geweld.—Hij gaàt niet heen.—Hij troùwt de dochter van Aaron.
+
+ESTHER. Wat heb ik gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb.
+
+SACHEL. Ik voel ’t anders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja,
+vroéger.—Zooas ’t staat in de boeken van Mozes—vroeger kon je ’n zoon
+dwingen—dat was recht....
+
+HAËZER. Gekkigheid—gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit
+en niet achteruit. Vroeger werd een ongehoorzame zoon naar de poort van
+de stad gebracht en gesteenigd. Dat weet ik wel, gekje—maar we hebben
+geen poorten meer—je màg niet met steenen gooien. Elke ruit kan je
+betalen. Andere tijden: andere zorgen, andere dwàng. Eer we drie
+maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar later kom ’k op de
+brezemiele. Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n kleinzoon.
+Hahaha! Ja-ja, je doet veel beter je zorg weg te lachen.
+
+ESTHER. ....Groot gelijk, mijneer de Rebbe... Met de dag wordt-ie
+zwaartillender—en nou is Rafaël ’n lastige jongen, maar overleg is ’t
+halve werk. Zal u wat gebruiken? Koppie koffie met kiks?
+
+HAËZER. Met twéé stukken kiks....
+
+ESTHER (in de deur.). Roosie! Roosie! Breng je de koffie?
+
+SACHEL. Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven—ik zal
+me met niks meer bemoeien—en—en—en ’k weet ’n vroúw voor je—’n vroúw
+die wat meebrengt—’n goeie vrouw—hij hield z’n mond—hij hield z’n
+mond.—Zeg je niks, zei ik—en ’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op
+de ruit.—Dat doet-ie méer—’k Weet precies wánneer ie ’t doet—Ze brengt
+wat in, zei ik—ze heeft wat te wachten.—Toen lachte-die.—Waarom làch
+je, zei ik.—Toen lachte die hàrder en kwam op me toe—en pakte m’n hoofd
+beet: vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die—en toen liet-ie me
+staan—anders zei-die niks—anders niks.—Nou vraag ik.—Daar zit iets
+tusschen.—Dat kan zoo niet.—’t Is ’n gruwel wat me gebeurt....
+
+HAËZER. Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet toegeven aan je
+achterdocht, aan die angst om òveral spoken te zien waar ze niet zijn.
+Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob stal zijn zegen. Heeft-ie
+geklaagd? Hij zegende Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot kind....
+
+ESTHER. Sust!.... De meid....
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. Rose.
+
+
+SACHEL. Is me zoon thuis?
+
+ROSE. Ja.
+
+SACHEL. Waar is-ie?
+
+ROSE. Boven.
+
+SACHEL. Is-ie thuis gebleven, terwijl wij na de kerk waren?
+
+ROSE. Nee.... Ja.... ’n Poosje....
+
+SACHEL. Hoe lang?....
+
+ESTHER. Wat vraag je die meid toch?
+
+SACHEL. Bemoei je ’r niet mee!... Hoe lang? Nou? Hoelang?
+
+ROSE. Dat weet ’k niet....
+
+SACHEL. Zoo—Was ’r niemand anders?
+
+ESTHER. Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid!.... Was ’r nóg
+iemand hier, Roos? Laat ’m maar brommen—Was ’r nog iemand?
+
+ROSE (aarzelend). Nee. ’k Heb niemand gezien.
+
+SACHEL. En jij heb iemand de deur zien uitgaan, toen wij thuis kwamen.
+
+ESTHER. Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen? ’k Sta wat met ’m
+uit, mijneer de Rebbe! Blaas nou nog ’t licht onder de koffie uit—en
+steek ’t op Sjabbes nièt meer an—hoor je?
+
+SACHEL. Wat doet me zoon boven?
+
+ROSE. Weet ik niet....
+
+SACHEL. Weet ik niet? Weet ik niet!.... Ik weet meer.
+
+ROSE (verschrikt). ’k Heb ’m niet gezien.
+
+ESTHER. Laat ’m toch praten.... Geef ’m geen antwoord.... Je ken ’m
+lang genog—Hier neem ’n stuk kiks mee.
+
+ROSE. Nee, dank u.
+
+ESTHER. Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw op je gemak. (Rose af). Zoo’n
+meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie meid! Je
+ken alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben me zoo’n sjikse gehad.
+Heit u ’m nou bijgewoond, mijneer de Rebbe? En zoo handelt-ie met
+iedereen.
+
+SACHEL. Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer as jij....
+
+ESTHER. Goed. Goed. As je maar niet lastig ben.
+
+HAËZER. Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.... En
+waar blijft onze vriend?....
+
+ESTHER. ’k Zal ’m roepen.
+
+SACHEL. Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor
+’n vèrre boodschap....
+
+ESTHER. Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin!
+Hindert ze jou, hindert ze mijn?
+
+SACHEL. Ze hindert mijn....
+
+ESTHER. Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r.
+
+SACHEL. Maak ’r dan een—Ik vertrouw d’r niet—Ze staat me niet an—Ze ken
+luisteren....
+
+ESTHER. ’t Is of me staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta
+wat met ’m uit. Me laatste cent zou ’k die meid geven.
+
+SACHEL. Jouw laatste cent? Mot die niet uit mijn zak kommen? Ik heb ’r
+me reden voor—ik wil dat je ’r wegzendt....
+
+HAËZER. Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft ie niet. Je moet
+die zaken zonder vreemden behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n
+sjikse—vertrouwen kun je ’r nooit. Wat niet eigen is, wordt niet eigen.
+
+ESTHER. En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen
+boodschappen laten doen.
+
+HAËZER. Zendt ’r na d’r moeder.
+
+ESTHER. Ze heit geen moeder.
+
+HAËZER. Na d’r vader!
+
+ESTHER. Ze heit geen vader.
+
+HAËZER. Na d’r oom, d’r tante.
+
+ESTHER. Ze heit geen familie.
+
+HAËZER. Geen moeder, geen vader, geen familie—dan ben ik uitgepraat.
+
+ESTHER. En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen
+korrel heit ze gesnoept zoolang ze bij me dient. Je ken me daar ’n meid
+zonder reden wegzenden. Waarheen?
+
+SACHEL. Voor mijn part na de duivel! Stuur d’r na Meijer—dat-ie morgen
+hier komt.
+
+ESTHER. Meijer... Meijer... Da’s ’n vol uur weg.
+
+SACHEL. Doe wa’k je zeg. Morgen, tegen één uur, mot ’k Meijer spreken.
+De rest komt ’r niet op an.
+
+ESTHER. Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je d’r ’n plezier mee, lastige
+ouwe? Je zal je zin hebben!
+
+(af).
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Haëzer.
+
+
+SACHEL. Ik weet—wat ik weet. Ze mot heelemaal weg.
+
+HAËZER. Wie?
+
+SACHEL. De meid....
+
+HAËZER. Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je voor die geen andere
+nemen? Praat nou ’s over iets anders—wees wat opgewekter. Ik begrijp
+wel dat je ongeluk je—somber maakt. Maar de Eeuwige, onze God, wil wat
+hij wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn grootheid....
+
+SACHEL. Grootheid.... Grootheid.... ’t Is moeilijk God gróot te denken
+as je door je ooren en je vingertoppen mot zien....
+
+HAËZER. La-la-la.... Niet zoo doorslaan....
+
+SACHEL. Maar met die meid is ’t wat ànders. ’r Gebeuren dingen onder me
+dak—dingen—ze bedriegen me.—’k Heb ’r gehoord—laat in de
+nacht—en—en....
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Haëzer. Esther. Rafaël.
+
+
+ESTHER. Zoo. Nou kennen me knuf-knuf praten.
+
+HAËZER. Dag Rafaël, dag bèste jongen.
+
+RAFAËL (begrijpend). O....—’k Heb u in làng niet gezien.
+
+HAËZER. In lang niet, nee.—Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje.—Wel,
+wel, wel, je krijgt ’n héélen baard.—Nee, geen melk.—Schuif wat bij,
+Sachel.—Zoek nou over de heele wereld, over de heele, hééle wereld—en
+nèrgens vin je die goeie, prettige, joodsche huiselijkheid. Die vin je
+alleen bij óns. De christenen verstaan ’t niet. Die kennen geen
+Sjabbesavond, die wéten niet wat fámilie is. Waar of niet? Bij ’n
+Christen ben je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze om,
+’t blijft vreemd. Elke jood is ’n stuk van je familie—en ’n jood
+begrijpt je, die voelt met je mee, daar vin je iets in van je eigen
+huis.—Dat ’s ’n héél fijne kiks—kan òok alleen maar ’n joodsche
+vrouw.—En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld?—de wereld is
+groot....
+
+SACHEL. ’k Wou dat u sprak met m’n zoon—’k heb u verteld....
+
+HAËZER. Ja-ja-ja—Zóo gewichtig is dat niet! Strakjes. Strakjes. Niewaar
+Rafaël, wij vliegen mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je geen houvast
+meer! Hahaha! Tja-tja.—Smakelijk lachen is alles. Daar frisch je zoo
+heelemaal van op. Slaat daar niet ’n deur?
+
+ESTHER. Dat ’s de meid die na Meijer gaat....
+
+RAFAËL. O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen.
+
+SACHEL. ’k Heb gesproken over Rebecca....
+
+HAËZER. La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op
+z’n pootjes terecht. Alles. Niet zoo doordrijven. Niet zoo haastig
+gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoon heeft ’n wil—en voor de wil van je
+zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet behandelen als ’n kind.
+Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m niet groot
+zien worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met Rebecca te
+trouwen, dan moet je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot
+van rekening trouwt Rafaël en trouw jij niet, gekje.
+
+ESTHER. Dat zeg ik ook. Hij praat asof hij de bruigom is. Nar!
+
+HAËZER. Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n
+joodsche eigenschap. Zoek ’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n
+jood is matig, ’n jood brengt ’t tot hoogen ouderdom. Zouen we anders,
+na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn? Wat zeg jij, Rafaël?
+Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd. Neem ’n
+voorbeeld an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben—maar je
+moet niet na m’n haar kijken. Hahaha!
+
+ESTHER. Drink is uit, meneer de rebbe.
+
+HAËZER. Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie—och,
+ze vallen zoo dikwijls voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om
+te hebben—die kwestie, wàt was ’t ook weer?
+
+SACHEL. M’n zoon....
+
+HAËZER. La-la-la—’k weet ’t al—hij wou graag wat van de wereld zien en
+nog niet trouwen.—nog niet trouwen. Wel, wel, wel..... En hoe zit dat
+zoo, Rafaël?...... Je vader is ’n gekje en jij ben ’n gekje. Jullie
+zijn twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander moeilijk maken?
+En jij—jij met je gezonde oogen—jij die ’t licht ziet—en de hééle
+wereld—hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg—wat
+is wèg? Kijk je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp
+alleen?—Weg, wat is weg? Wèg, dat is zijn bij andere menschen. Gekje,
+gekje, vin je óóit weer ’n huis, waarvan je elk meubeltje ken, élk
+hoekje, èlke balk, èlke schaduw? Kijk is rond. Je jeugd vergeet je
+nooit. Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel,
+bij, bij, bij wat je maar wil? Weg, dat is breken, breken met de scheur
+in die balk, met de stoelen waar je over klauterde toen je ’n kléine
+dreumes was.—En onder die lamp hebben we samen gezeten. Weet je nog de
+twéé-en-twintig letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers...
+hahaha! En dan viel de snuif uit m’n neus op ’t gebedenboek—dat heb je
+me làter verteld—en je moeder zat dáár—die luisterde—die lachte omdat
+jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die aan ’t huis Levi
+toebehoorde—in de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen—weet je
+nog? Wat wil je gekje? Wat krijg je in de plaats als je weg gaat?
+Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de Sjabbestafel dan denk
+je an de Sjabbestafel thuis, an je blinden vader die zelf brooge moet
+maken, zelf benchen.—En kom je bij chrístenen en is ’t Vrijdagavond dan
+verlang je naar je soepje èn je pudding—èn naar de kast—èn naar de
+lamp—èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt, tikt ze nergens.
+Hoor!—En geef me nou nog ’n kopje.
+
+ESTHER. Zie je—nou lacht-ie zelf.—Malle jongen. Jij trouwt Rebecca—en
+ik dans op de bruiloft.
+
+RAFAËL. Goeie ouwe rebbe, God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan
+niet. Nou niet. Later niet.
+
+SACHEL. Daar heb je ’m wéér! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen.
+
+HAËZER. La-la! La-la-la.—Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik
+vraag alleen: waàrom niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen
+ben je te boven. Nooit heb ik ’t je lastig gemaakt. Dat wéét je. Je ben
+’n heele tijd niet in de Schoel geweest—’k heb je niets gevraagd—ik
+dwing niet.—Maar noù, maar nóu....
+
+RAFAËL. Vraag ’t m’n vader....
+
+SACHEL. Hij wil wèg—hij wil weg—om—om—om ’n kwestie van
+hàndel—om—om—nooit heb ’k handel ànders voor me gezien.... Maar hij
+liégt—ik héb toegegeven, àlles toegegeven—en hij wil niet....
+
+HAËZER. Zoo. En nou jij—gekje?
+
+RAFAËL. Hij heeft gelijk.
+
+HAËZER. Wat hoeven we dan nog te praten?
+
+RAFAËL. Als ’k—als ’k àlles vergeet wat ’k hier—wat ’k hier—van hàndel
+gezien heb, dan nog kàn ’k niet, wil ’k niet—want handel en
+bezit—werken alléén om bezit—werken van ’s morgens tot ’s avonds om
+géld na je toe te halen, géld, géld—dat zou ’k niet kunnen, dat is
+spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van anderen—èn—èn—o,
+goeie rebbe—waarom zeg je ’t niet in de kerk—dat strijdt tegen de
+wetten van Mozes....
+
+HAËZER. Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten
+gehad. Handel—bezit—in strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat
+wordt ’n theologisch gesprek. Maar dat mag ’k wel. Daar kan ik van
+leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n pijp bij opsteken.
+Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet! Zoó. Laat nou is hooren.
+’k Zit er voor...
+
+RAFAËL. Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen,
+veranderen we ’t tegenwoordige niet....
+
+HAËZER. Heel, héél handig!—Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a
+gezegd—zeg nou ook b. En als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de
+val. Hahaha! We zitten gezellig, niewaar—we hebben allen tijd. En zoo
+volgen we ’t goeie wegje om jou radikaal van je malle ideetjes te
+genezen. Kom, gekje!
+
+RAFAËL. Wil je? Goed. Kijk—op ’n dag kwam ’k ’n—’n—làmme tegen. Hij kon
+zich niet bewegen, niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op
+dezelfde plek, dreef handel. Want hij sprák en hij dácht....
+
+SACHEL. Zeg maar ’n blinde....
+
+RAFAËL. .... Hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht
+’k over die ongelukkige na, begreep ’m niet. Hij was geloovig...
+
+HAËZER. Ja—ja—maar daar zou je ’t niet over hebben.....
+
+RAFAËL. .... Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te weten.
+Ik las van ’n volk dat groot was geweest in kracht en in moed en in
+krijgsroem. Ik las van ’n volk dat tabernakels gebouwd had en grond
+verdeeld voor een ieder gelijk. Ik las dat geen renten zouden opgeleid
+worden aan den arme.... dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard
+braak zouden liggen om de behoeftigen te steunen—dat landerijen niet
+voor àltijd zouden verkocht worden—„want Mijn is het land en gij zijt
+slechts vreemdelingen bij Mij”—dat ’r ’n jubeljaar zijn zou en ’n
+lossing....
+
+HAËZER. Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd....
+
+RAFAËL. En zooveel meer!...
+
+HAËZER. En de hàndel, gekje?
+
+RAFAËL. Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar?
+
+HAËZER. Heel goed. Heel goed. ... Een sterk gebeende ezel, niewaar?
+Hahaha! Aardig beeld. Vin je ergens mooiere beelden dan in ons
+wetboek?.... Maar, gekje, je had ’t onder leiding moeten lezen. Nou heb
+je hiér wat opgevangen en daar wat en ’t rèchte weet je niet.
+
+RAFAËL. Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten.
+
+HAËZER. La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél
+tevreden.
+
+RAFAËL. Welke leéring is ’r te trekken uit wat niet meer leeft?
+
+HAËZER. Niet meer leeft, gekje?
+
+RAFAËL. Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ’k was in ’n dóóden tijd?
+Is ’n kerkhof ’n wandelweg voor levenden?
+
+HAËZER. Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n
+godsdienst levend. Met letters kun je vechten, met letters kun je
+goochelen. Met letters bewijs je dat groen geel en geel rood is. Met
+letters.... Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Ja! Getuigt niet
+Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met
+schapen, runderen, zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en
+ezelen? Gèèn bezit? Getuigt Mozes niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn
+bezit? Met letters.... De géést.... De géést alleen—de jóódsche
+geest... We gaan niet achteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug
+kon komen en God’s wetten opnieuw schrijven—dan zou-die—dan
+zou-die—wat-ie zou wèten we niet—maar dan zou-die, en dát kun je wel
+voor zeker aannemen—dan zou-die heel wat òngeschreven kunnen laten wat
+goed was voor een nomadenvolk dat zich vestigde en niet meer zoo
+héélemaal goed voor.... voor ’n volk dat vrij leeft in ’n
+christenmaatschappij.... Maar ’t lévende, ’t lévende deel—de joodsche
+geest.... de jóódsche geest.... zou die ònveranderd—ik zeg ònveranderd
+laten.... En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in
+wijze boeken. Die zien ’t oppervlak, de huid, ’t uiterlijke—en—en—’t
+goddelijke voelen ze niet......
+
+RAFAËL. Ik voel ’t goddelijke van mijn tijd, ’t goede ’t schoone, ’t
+slechte.... Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst, èlke eeuw
+ànders wordt, ànders door—door—hoe zal ’k ’t jullie zeggen?—door ’n
+maatschappij die zich verandert. Ik voel dat de geest waarvan ù spreekt
+vast gebonden is aan ons volk in zijn opkomst—ik voel dat we ons ghetto
+moeten verbreken.
+
+HAËZER. Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto?
+We leven niet meer in ghetto’s, gekje!
+
+ESTHER. Hij praat as ’n kind. Allemaal schtos! Hij praat as, as ’n
+risschesmaker—de joden maken tegenswoordig de grootste rissches
+zèlf.... [6]
+
+HAËZER. Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen
+waar je wil? Ben je niet net zoo goed burger als ieder ander? Heb je
+geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen? (met climax) Wordt
+Eleazar niet aan ’t Hof ontvangen met éérbewijzen? Wat wil je met je
+ghetto?
+
+SACHEL. Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken.—Aaron
+kan hier zijn, elk oogenblik....
+
+HAËZER. Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t
+ghetto.... En nou jij weer.—Nee, ’k blijf bij één kopje....
+
+RAFAËL. Ghetto? Dat ik ’t aan ’n rebbe zeggen moet! Ghetto? Hebben
+jullie me niet groot gebracht in léúgens van ras en geloof?....
+
+HAËZER. Leugens? Dat pàst je niet!
+
+SACHEL. Leugens?.... Leugens?
+
+RAFAËL. Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur
+aanraken, de lamp opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen
+christen-dienstmeid voor? Gaf je me àndere vrienden—toen ’k ’n kind
+was—dan joden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool geweest? Werd God
+me niet geleerd, God, God—door ’n jóód?....2
+
+HAËZER. Laat ’m uìtspreken....
+
+RAFAËL. Ghetto?.... De poorten zijn neergehaald, de muren zijn
+gesloopt—de grachten zijn gebleven—de grachten van ònze en hùn haat....
+
+HAËZER. Hùn haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet!
+
+RAFAËL. Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben
+ons uit de ghetto’s gelaten—we zijn tóch bij elkander gebleven. We
+hebben elkaar opgezocht. We hebben ons uitverkoren gevoeld—nee, schud
+je hoofd niet—stràks heb je ’t zelf gezeid.—We hebben ze als vréémden
+beschouwd, als vréémden behandeld. Hùn vrouwen hebben we... hebben we
+betááld—de onze getrouwd!3
+
+HAËZER. Dat is ’n leugen!
+
+RAFAËL. God hoort me getuigen!
+
+HAËZER. Gelogen! Driedubbel gelogen!
+
+RAFAËL. Waarom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom lach je niet
+meer?
+
+HAËZER. Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatste
+geduld doet verliezen! Omdat....
+
+ESTHER. Schaam je! Ben jij ’n jóód?
+
+RAFAËL. Nee. Nièt meer.
+
+HAËZER. Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader
+verlaten—je weigert als ’n goed zoon te trouwen—je beschimpt ons
+volk—je staat in opstand tegen onzen God, den God van Israël, die
+genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die wráakzúchtig
+is!... „Gij zult.... Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht
+hebben!”
+
+RAFAËL. Goden?.... Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend?
+(Slaat het raam open). O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r
+uit!
+
+HAËZER. Jij ben gek—jij ben gèk!
+
+RAFAËL. Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen
+met kamers. En ginder. En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen
+met kamers en menschen. Overal menschen met gòden. Hahaha! Hahaha! Zie
+dan neer, God, door dit gat. Zoo is ’t op je hééle wereld. Zoo zitten
+ze overal, elkander plagend, elkander ophitsend, elkander beliegend.
+Zoo verdorren ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, bij hun kleine
+gepraat over uw grootheid! Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in uw naam,
+vervolgend in uw naam, vervloekend in uw naam! O, die kamers, die
+benauwde, heete, wanhopige kamertjes, waar geen frischheid
+binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren geel wordt, waar de longen
+hijgen! Laat me spreken, rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met
+je spot! Nou ben ik de prediker, ik die geen jood ben, geen jood en
+geen christen, ik die God voel in het licht van de zon, in de geuren
+van den zomer, in den dauw van ’t veld, in het glanzen van het water,
+in, in—de bloemen op ’t graf van mijn moeder.—Neergesmeten heb je ze,
+vader. Neergesmeten bij ’t stof van je vodden!—O, ’k heb meelij met
+jullie, meelij met je kleine getob, meelij met je ghetto’s, met jùllie
+ghetto, met hùn ghetto, meelij met de kamer hier en de kamers rondom,
+meelij met al de goden die geen goden zijn—want de wàre God moet nog
+komen, de God van de nieuwe gemeenschap, de gemeenschap zònder goden,
+zònder slaven....
+
+SACHEL. Dus—dus—as ’k begrijp—as ’k begrijp—’t vlamt in ’t donker van
+m’n hoofd—as ’k begrijp—dan wil jij heen—dan—dan trouw jij Rebecca
+niet....
+
+RAFAËL. Hier was ze straks—en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders.
+
+HAËZER. Rafaël.... Rafaël....
+
+SACHEL. Sust! ... Sust! Laat mijn spreken... ’k Heb zoolang
+gezwegen.... Je heb ’r geweigerd..... Ze was hiér ... .... Dan heit die
+meid gelogen.... die meid.... dan... dan.... heit die meid gelogen,
+wèèr gelogen.... dan... dan.... Wát is ’r tusschen jou... en die
+meid... tusschen jou en die slet?....
+
+RAFAËL. Die slet!....
+
+SACHEL. Je ben samen op geweest eergisternacht—’k heb je gehoord.—En
+straks—straks—(staat woest op met gebalde vuisten).
+
+ESTHER. Sachel!... In Godsnaam!
+
+SACHEL (ineenzakkend). Vloek! Vloek over m’n ouwen dag!
+
+RAFAËL. ’t Is waar. Ik ontken ’t niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd
+hebben. Ik aarzelde: dienzelfden dag zou je haar uit je deur getrapt
+hebben, háár—mijn vrouw.. Nou weet je ’t vader, dat ’t zijn móét.
+
+(af).
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Haëzer. Esther. Sachel.
+
+
+SACHEL. Vloek, vloek, dat ’k dat alles mot ondergaan! Vloek!
+
+HAËZER. Sachel! Sachel!
+
+SACHEL. Lag-ie begraven bij z’n moeder!
+
+
+ (EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.)
+
+
+
+
+
+
+
+
+DERDE BEDRIJF.
+
+(Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde
+pakhuizen. Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en
+Sachel.)
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Esther.
+
+
+SACHEL. Staat ’r niemand in de poort?.....
+
+ESTHER. Nee.....
+
+SACHEL. Hóór ’k dan niks?
+
+ESTHER. Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop
+wezen. Jouw zoon..... jouw zóón godbeter!
+
+SACHEL. Is naastan niemand thuis?
+
+ESTHER. Wat vraag je ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over Sjabbes
+bij d’r dochter. We hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. Anders
+wist morgen de heele kille wat voorgevallen is.
+
+SACHEL. Asof ze ’t morgen toch niet weten—van—de rebbe—en van hem—en
+van die meid!—Die meid! Waar blijft die meid?
+
+ESTHER. Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles
+gezeid heit, dat ze niet meer durft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop kenne
+krabbe! As ’k maar kon. Jouw zóón die zich afgeeft met zoo’n del! Jòuw
+zoon onder jòuw dak! ’t Hoogste woord heb je ’m laten voeren. Heb je
+ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb ’k je niet
+honderdmaal gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen liet
+sappelen? Nou krijg je ’t met rente terug. Met woekerrente. Nou oogst
+je! ’n Zoon die zich vergooit, ’n zoon die de rabbijn as ’n kwajongen
+behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof van z’n vaderen.
+Weet-ie ’r veul van! En wat ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n Engel,
+’n huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie verstaat—heit ze ’t
+niet bij d’r vader geleerd tot in de nagels van d’r duimen?—’n
+rechtschapen meissie—die smijt-ie weg voor oud-vuil om zoo’n lellebel
+die nog geen aardappel schillen ken, die geen hemd an d’r lijf heit,
+die van handel zooveul weet as de rat die daar gaat....
+
+SACHEL. Ging ’r ’n ràt? .....
+
+ESTHER. Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie—’t water in.
+Afgeloopen.—Dat serpent! Overmorgen verwijt z’m z’n geloof, scheldt z’m
+voor jood! Jood en Chris gáát niet samen. Z’n vróúw! Og! Trouwen! Og!
+Die jongen is niet wijs, die mot opgesloten worden.—Je zel ’r van
+beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n
+praas heb—jij—dat je nóú niks zeit, hè?
+
+SACHEL. Laat me met rust—Ik ben kapot—Ik ben op.
+
+ESTHER. ’t Most mijn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk!
+Laat ze is om d’r goed kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k
+af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht gemaakt? Wie heit ’m angehaald?
+Keek-ie ooit na ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen as de jongens van
+Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r streken ingepalmd? Kreeg ze voor
+mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde!
+
+SACHEL. Schreeuw zoo niet.... Denk an de buren....
+
+ESTHER. Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal
+d’r me één ongelijk geven? Nou heb je je zin—As ìk wat zei wer ’k
+afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote bek. En hij? Hoeveel keer
+heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt je toe.
+
+SACHEL. Hou op. M’n kop staat ’r niet na.
+
+ESTHER. De schande—de schande in de kille.
+
+SACHEL. Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen.
+
+ESTHER. Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!..... Dat
+pestgezicht!..... Gister gaf ’k ’r nog ’n afgedragen japon. Hoe kom ’k
+zoo gek! Maar ze neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af.
+
+SACHEL. Daar is iemand.....
+
+ESTHER. Nee. Je maakt me zenuwachtig. Laten we naar binnen gaan. ’t
+Wordt donker.
+
+SACHEL. Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet
+terugkwam—wegbleef—voorgóéd wegbleef......
+
+ESTHER. Groot verlies! Liever geen zoon—asoo een.....
+
+SACHEL. Jij—jij ken dat zeggen—màkkelijk zeggen—jij heb nooit ’n kind
+gehad. Wat heb ik voor vreugde—voor afleiding—as.....
+
+ESTHER (verbaasd)..... Huil je, Sachel? Sachel? Jij?
+
+SACHEL. Nee, wie praat van huilen! Ik zeg dat z’n stem...... Maar dat
+begrijp je niet—dat ken jij niet begrijpen—Wàt begrijp jij wel? Steek
+de lamp an! Nou dan!
+
+ESTHER. Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt.
+(af).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Aaron.
+
+
+AARON. Zit je daar Sachel?
+
+SACHEL. Wat mot je?
+
+AARON. ’t Is wat scheins......
+
+SACHEL. Wat is ’r scheins?
+
+AARON. Dat met je zóón.......
+
+SACHEL. Gaat jou dat an?
+
+AARON. Vraagt na de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou ’k
+denken. Og, wat ’t mijn angaat!
+
+SACHEL. Met jou heb ’k niks te maken!
+
+AARON. Je zoon is ’n ploert en ’n.....
+
+SACHEL. D’r wordt je niks, niemendal gevraagd......
+
+AARON. Waren we accoord—ja of nee?
+
+SACHEL. Nee. Niet met de wol. Niet met me zoon. Niet met me zoon. Niet
+met de wol.
+
+AARON. Heit je zuster gezeid, dat ’k Rebecca sturen zou?......
+
+SACHEL. Weet ’k niet.....
+
+AARON. Jij weet niks wat je niet weten wil—of ’t mot zwart op wit
+staan......
+
+SACHEL. Jij verveelt me!
+
+AARON. Jij verveelt mijn al lang!
+
+SACHEL. Wat doe ’k met jouw gesmoes! ’k Zal me zoon dwingen, as die je
+dochter niet wil. Mot-ie zelf weten!
+
+AARON. Mijn dochter.... Mijn dochter.... ’n Weldaad had ze ’m
+bewezen.....
+
+SACHEL. Jóúw weldaden ken ’k niet gebruiken—en me zoon óók niet.
+
+AARON. Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar
+zijn me zolen te goed voor.
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Aaron. Esther.
+
+
+ESTHER. Dacht ’k ’t niet? Dàcht ’k ’t niet? Hij mot zich wreken. Groot
+gelijk hei-je, Aaron—gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t geen
+schande wat ’r gebeurt?
+
+AARON. Schande? Schande? Jullie weten nog niks? Jullie weet niet van
+vanmorgen—wat-ie met mijn Rebecca gedaan heit!
+
+SACHEL. Ken me niks, niemendal schelen.
+
+ESTHER. Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij!
+
+AARON. Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen?
+
+ESTHER. Zeker heb ’k ’t gezeid!
+
+AARON. En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront!
+Zat-ie niet met die christenmeid, met die sjikse op z’n schoot? Mot je
+zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen schanddochter! Mijn
+dochter is geen vulnis! Mijn dochter ken huwelijken doen, reusachtig!
+Mijn dochter hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden!
+
+SACHEL. Had ze nièt gekommen!
+
+ESTHER. Hoor hèm! Hoor hèm! Daar ken ’k me nou zoo bij opwinden! Daar
+sta ’k geregeld bij te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot
+je die man nog òngelijk geven? Die man die zich komt beklagen! Die man
+die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt!
+
+SACHEL. We hadden geen accoord..... Met de wol niet. Met me zoon niet.
+
+ESTHER. Komt ’r op an!..... Zoo’n engel van ’n meissie!—Zat ze op z’n
+schóót? Zat die vuilik op z’n schóót?
+
+AARON. Met d’r eigen oogen—met d’r eigen oogen heit ze ’t gezien. En
+was ’t daar bij gebleven! Maar beleedigd heit-ie ’r, geaffronteerd in
+’t bijzijn van die meid! Is mijn dochter ’n opraapsel van de straat?
+Staat mijn dochter bij jòu in de schuld? De brutaaligheid—de
+brutaaligheid van die kwajongen! En jòuw schuld. Jòuw schuld!
+
+ESTHER. Net wat ’k zei!
+
+SACHEL. Smoezen jullie! Ik wor ’t zwaarst gestraft... Voelen jullie
+geen meelij?
+
+ESTHER. Jij ben te koppig. Jij néémt je gelijk. Met jou ken niemand
+overweg.
+
+SACHEL. Ik heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik
+wist ’t vóór jullie.....
+
+AARON. Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankommen, hij weet ’t voor
+ons..... En geen bek doet-ie open! As ìk in me huis ’n meid heb en me
+zoon—hàd ’k ’r een!—me zoon kruipt in ’r bed—dan—dan waarschouw ’k me
+zoon—dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen, dat-ie niet hàngen
+blijft—dat-ie geen strop krijgt—zooas mijn vader-zaliger mijn
+gewaarschouwd heit—toen—toen—’t was ’n mooie meid—gekheid, ’t is lang
+voorbij!—toen ’k in me jonge jaren was. Dat ben je as vader verplicht.
+En luistert-ie niet—dan—dan roep je de meid—en dan maak je geen
+herrie—herrie maakt ’n nàr—en je geeft ’r twintig gulden, dertig,
+veertig—as ze lastig wordt honderd—’t is weggesmeten geld—maar as je ’t
+nièt doet?—as je ’t nièt doet, krijg je grijze haren van zorg en
+ellende—en, en, en je zet ’r met ’t geld je deur uit—en je neemt ’n
+reçu—zonder reçu geen geld—en je belooft as ze stil is en wegblijft nòg
+wat geld na maànden.—D’r is geen meid die néé zeit—fèl zijn ze op
+honderd gulden! Ze doen ’r ’n moord voor...... Nou? Nou? En wat doe
+jij? Jij smoest voor jezelf. Jij laat God’s water over God’s akker
+loopen—en, en, en, as ’t te laat is maak je lawaai. Maak lawaai vóór ’t
+te laat is. Wat is je verdienste da-je ’t heb zien ankommen? Waar laat
+je je winst? Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo
+averechs. ’t Is bijzonder. ’t Is reusachtig. Hèb je je zoon
+gewaarschouwd? Heb je de meid afgekocht?
+
+SACHEL. Hij laat zich niet waarschouwen.....
+
+AARON. En de meid? Nou?
+
+SACHEL. Die laat zich niet afkoopen.....
+
+AARON. Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed koopman zijn—goed!
+goed! Over de wol van eergister práát ’k niet!—maar van diè dingen
+heb-ie geen cent verstand, geen cent, geen hàlve cent. Daar heb-ie de
+zoon van Salomon—Salomon van de Dwarsstraat. Heb-ie niet gehoord van de
+zoon van Salomon? Zal ’k ’t je vertelle! Die had ’n strop—en wát ’n
+strop. Zoover is jouw Rafaël nog niet eens. Daar mag je dankbaar voor
+zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had de meid al ’n kind. Wat
+heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op de reis gestuurd, de meid
+afgekocht, voor twee, driehonderd gulden, weisz-ich-viel! En toen ze
+werom kwam—vertrouwen ken je ze niet—heit-ie ’n agent late kommen, ’n
+agent van politie en toe was ’t ùit. Zal ’n verstandig man anders
+handelen? En handelen de Christenen anders? Spiegel je an de
+christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. Heb je
+geld? Je heb geld. Gebruik ’t. Eergister zag ’k ’n christene
+trouwpartij. En bij ’t stadhuis had je ’n sjène, ’n sjène! Daar stond
+’n meid met ’n kind. En die maakte spiktakel! Reusachtig! En in ’n
+óógwenk was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid met ’n
+heer boven d’r stand! Had ze niet ja gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r
+niks. Allemaal d’r eigen schuld. As ze niet luistere willen motten ze
+vóélen!
+
+SACHEL. ’t Is nou te laat.....
+
+ESTHER. Wàt is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht.
+
+SACHEL. Ik ken me zoon—ik ken de meid....
+
+AARON. Gammer! Gróóte Gammer!.....
+
+ESTHER. (hem in de rede vallend)..... ’n Gammer ben jij da-je
+kostelijke woorden verspilt! Snij brandhout van stéén! Pluk bloemen van
+de keien! Tel de sterren an de luch!—Laten we over ’t weer praten.—Wàrm
+geweest vandaag!
+
+AARON. Warm? Om te smelten.... En morgen wéér heet! Hahaha!
+
+ESTHER. En overmorrege krijg je.....
+
+AARON. Suscht! Hou je mond! Daar komt je schoondochter, Sachel!—Sachel,
+de verloofde van je zoon! Hoe vind ìk niet zoo’n geluk? Misschien jà
+krijgt mìjn dochter idee in ’n vodden-sorteerder! ’k Wou dat ze mìjn
+schoondochter werd! Da’s om te benijen—bij God, om te benijen—wat zeg
+jij, Essie?—’n schoondochter met ’n kapot hemd an ’r lijf!
+
+ESTHER. ’n Kapot hemd? Géén hemd!
+
+AARON. Schadt wat! Rebecca drie duizend en van alles twáálf—was ’m niet
+genog—kon-ie ’t niet voor doen—zat-ie over te klagen as over ’t uur van
+z’n dood—Noù ’n schoondochter met weisz-ich-viel hoeveel duizend en van
+alles niks! Reusachtig! Bijzonder!
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Esther. Aaron. Rose.
+
+
+ROSE. Goeien avond. ’k Ben laat.
+
+AARON. Sachel, daar is Rose. Zal ik wel te veel zijn.
+
+SACHEL. Dat ben je.
+
+AARON. ’k Heb ’r gijn in, reusachtig! Essie staat an de grond
+vastgeroest as ’n roestige spijker—en hij—en hij: van alles twaalf was
+niet genog!—zet ’n gezicht as ’n begraffenis. Nog veel jaren! Geeft ’n
+feest van belang! Reusachtig!
+
+(af).
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Esther. Rose.
+
+
+ROSE (schuw). Meijer was niet thuis. ’k Heb lang motten wachten (een
+stilte). Daarom is ’t zoo laat geworden. Hij kan morgen niet. Of ’t
+Maandag goed is? (een stilte). Of ’t Maandag goed is? Hoor u niet?
+
+SACHEL. Heb jij—waar sta je?
+
+ROSE. Hier.
+
+SACHEL. Dichterbij. Nòg dichter. Heb jij Rafaël gezien?
+
+ROSE. Nee.
+
+ESTHER. Ben je ’m niet tegengekommen in al die tijd?
+
+ROSE (onrustig). Nee.
+
+ESTHER. Jawel! God laat me uitpraatje gezond! Uren vortblijven—zoomaar!
+Affijn lieg maar toe—’t ken ’r bij!
+
+ROSE. ’k Lieg niet.
+
+SACHEL. Ze lieg niet, noù niet. Na al wat ’r voorgevallen is, zou-ie ’r
+niet alléén hebben laten gaan.
+
+ROSE. Zal ’k binnen de boel klaarzetten?
+
+ESTHER. Binnen? Geen stap meer in huis!
+
+ROSE (verschrikt). Waarom niet?
+
+SACHEL (ingehouden). Waarom niet? Waarom niet? Kijk in me oogen—me
+oogen die geen oogen meer zijn—’t was wel makkelijk me zoon van me af
+te halen in ’t licht van den dag.....
+
+ESTHER. Del! Geniepig àchter onze ruggen.....
+
+SACHEL (dof). Stil jij—Met razen en schreeuwen maak je ’t niet
+ongedaan—Ga zitten—we weten àlles—ga zitten naast me—op de bank—we
+motten praten.....
+
+ESTHER. Praten! Nog geen wóórd! De deur uit en me japonne werom. As ’n
+gekkin heb ’k toegestopt en toegestopt! ’n Hond is dankbaarder, ’n hond
+heit minder streken! De gotspe!
+
+SACHEL. Ik heb ’t woord.....
+
+ESTHER. Nee—jij heb niet ’t woord—jij néémt je ’t woord! Praten! Geen
+woord! Asof ’t maar ken—asof ’t maar mag! ’t Ongeluk leit ’r meters dik
+boven op! Dier van ’n meid! Nog geen stuiver fassoen! As je niet
+ophoepelt, roep ’k pelisie—wat Aaron gezeit heit—Aaron die recht heit!
+’k Ga daar praten! ’k Stik ’r liever in!
+
+SACHEL. Voor ’t laatst—hou je je mond?
+
+ESTHER. En wat anders? En as ’k ’m niet hou? ’k Laat me daar ’t zwijgen
+opleggen! ’k Ben ’n kind van ’n jaar! Je heit niks met ’r te praten. ’t
+Gat van de deur staat voor d’r open. D’r tien vingers likt ze voor d’r
+loon en nog ’n paar weken toe! Maak ’t zoo goed met ’r als je wil, maar
+de deur uit, de deur uit, op slag de deur uit! Mijn huis is geen
+rendewoe! (loopt kwaadaardig ’t huis in).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose.
+
+
+SACHEL. Blijf staan..... Je hoeft niet vort te loopen.....
+(nijdiger)..... Blijf staan!
+
+ROSE. ’k Wou weg.
+
+SACHEL. Eerst praten—weten hóé ’t mot.—Kom zitten.
+
+ROSE (angstig). ’k Hoor zoo wel.
+
+SACHEL. Toen ’k je eergisteravond vroeg—of je op was geweest—toen
+heb-ie eerst nee gezeid—en toen, dat je ziek was.—En op de trap had jij
+niet geloopen—Nee jij niet, me zóón..... (nijdig) Niewaar? Niewaar?
+
+ROSE (angstig). ’k Dorst de waarheid niet zeggen.
+
+SACHEL. Dat dorst je niet—dat dorst je niet, jij doortrapte..... En ik,
+blinde gek—dee de pennen op de luiken, bang voor inbrekers en
+dieven.—Jij vond ’t te gemeen, hè—tè gemeen, hè, dat ’k je
+vroeg—herinner je je?—tè gemeen, hè—of je niet stal, terwijl je in de
+nacht rondscharrelde..... (grimmig)..... Nee, de dingen waaraan ìk
+dacht, heb je niet gestolen, omdat je wel weet dat daar straf op staat,
+omdat je bang was je vingers te branden, maar ’n zoon van ’n blinden
+vader aftroggelen, ’n vader maanden lang in z’n eigen huis bedriegen,
+dat von je géén diefstal, dat von jé fatsoenlijk, daar had jij geen
+bezwaren tegen, hè, hè, hè? As ’k had kennen kijken, had je ’t dan nog
+gedaan, was je dan ook zoo laag geweest, om ’t eenig geluid waarvan ’k
+hou—uit me ooren te scheuren? Jij geslepen dievegge, jij christin met
+erger streken as de oplichters, die me elken dag bestelen!...
+
+ROSE (angstig). Is ’t diefstal, Sachel, as je niet anders ken—allebei?
+
+SACHEL. Hou je mond! Hou je mond! Kòn ’t niet anders? Waar stond ’t in
+jouw, in ons testament, dat je van ’n gebrek, waarvoor elke schrift
+meelij heit, misbruik mocht maken?
+
+ROSE. ’k Was bang voor je, Sachel. Jij hoorde meer as ’n ander zag. Je
+zou me geen uur langer bij Rafaël gelaten hebben..
+
+SACHEL. Dat zou ’k niet, nee!
+
+ROSE. ’k Kon niet buiten ’m.
+
+SACHEL. (grimmig). Niet buiten z’n cènten!
+
+ROSE. Ik heb an geen centen gedacht.
+
+SACHEL. Waar heb je anders an gedacht, waarom heb je anders gekonkeld?
+Mijn ken je niks wijsmaken.... Maar zoo waarachtig as de Eeuwige, onze
+God, me hoort—geen speld—geen nagel an z’n doodkist—geen spoog water al
+leit-ie voor me deur te krimpen, as-ie jou trouwt!
+
+ROSE (achteruitwijkend). Ik wil geen geld.
+
+SACHEL. Blijf staan, staan! Wegloopen van ’n weerlooze! De tijd van
+Simson is voorbij—’k zit in geen tempel—zuilen zijn ’r niet! Jij
+Filistijn, jij sluwe Filistijn! (een stilte) ..... Hoeveel mot ’k
+dokken?
+
+ROSE. Dokken?
+
+SACHEL (nijdig). Dokken, dokken, dokken! ’k Praat toch geen
+Hebreeuwsch! Hoeveel mot je? Hoeveel wil je? Voor losprijs—van me
+zoon..... (een stilte). Sta je nou te lachen? Ben je wéér bang, da’k an
+je stem zal merken hóé happig je ben? Zeg op! Je heb me ’r toch
+tusschen! (een stilte). Hoeveel? Krijg ’k antwoord?
+
+ROSE. Daar ken ’k geen antwoord op geven.
+
+SACHEL. Ken je dat niet? Mot je ’r eerst ’n nacht over slapen? Ben je
+met honderd gulden tevrejen—honderd gulden, hònderd gulden: daar mot ’k
+’n verreljaar voor sappelen en schwitzen!—honderd gulden dàdelijk—en
+nog is honderd over ’n half jaar, as we in die tijd niks van je hooren?
+Da’s tweehonderd gulden—honderd weken vrij loon—’n ander wurmt zich ’r
+krom voor. .....
+
+ROSE (angstig). Nee, Sachel.....
+
+SACHEL. Nee? Nee? Meer geef ’k niet! Al zet je me de duimschroeven an!
+
+ROSE (angstig). .....Al gaf je me duizend, ’k wil geen geld—’k wil je
+zoon.
+
+SACHEL (kwaadaardig tot Esther die met ’n emmer naar buiten komt) .....
+Tweehonderd vindt ze niet genoeg.
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose. Esther.
+
+
+ESTHER. (haalt luiig de schouders op). Ik zeg niks. Ik zeg geen woord.
+Is me geen kromming van ’n letter waard! (stort den emmer kwaadaardig
+in de vaart). Dat heeft in ons huis gevreten, gedronken—de hoer
+gespeeld! Geef ’r drie honderd, geef ’r vier—geef ’r waar ze op aast!
+Geen stap meer in huis! (driftig af).
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose.
+
+
+ROSE. (verlegen angstig) .... Of we langer tegen mekaar te keer gaan.
+
+SACHEL. (angstig) Dus géén centen?—Geen driè, geen vièr?
+
+ROSE. Nee, Sachel.
+
+SACHEL. Heb ’k gedacht! Bloedzuigster! (wringt zich de handen). Daar
+heb jij maling an, hè, of ’k hulpeloos achterblijf, of ’k op me ouwen
+dag in me eentje krepeer.....
+
+ROSE. Daar heb ’k geen maling an—je kon ’n dochter an me krijgen—je wil
+niet....
+
+SACHEL. (kwaadaardig) Neè!
+
+ROSE. ....Je kon ’n rùstigen ouwen dag hebben—we zouen alles doen om ’t
+je na je zin te maken—nooit heb ik ’n thuis gehad—nooit wat,
+wat—warmte—zoo min as jij—jij was blind—ik alleen.—Zou je bij—zou je
+bij Rebecca, as-diè je schoondochter werd, gelukkiger zijn? Ik ken je
+gewoonten, weet hoe je ’t wil, waar ’t vischservies staat, waar ’t
+vleeschservies.... ’k Zal op Vrijdagavond de lampen ansteken.... ’k Zal
+op Zaterdag je brieven openscheuren.... Heb je niet zelf gezeid,
+honderd maal, dat niemand beter je pijp ken stoppen as ik?.... ’k Zal
+’n dòchter voor je zijn, omdat ’k van Rafaël hou—en ook van jou....
+
+SACHEL. ....Hou op met je geklets! Denk je dat ìk bij jòù zou willen
+inwonen—eten ’t eten dat door jòùw handen onrein wordt?—nog geen korst
+brood—nog geen druppel water! Inwonen, bij jou—kinderen zien kommen,
+kinderen zonder God, zonder wet, kinderen, die d’r blinden grootvader
+zouen bespotten om z’n geloof!—Inwonen bij jou, om an te hooren,
+later—dat kòmt ’r van!—dat kòmt ’r van!—hoe jij hèm verwijt, hij
+jou!—anzitten an de Sjabbestafel met jou, met jou, met jòù, ’n christen
+vrouw!—Liever lei ’k me ziek—liever beet ’k me tong af—liever kreeg ’k
+’n verlamming!
+
+ROSE. (angstig) Dan leit ’t toch niet an òns.... Dan hebben wij geen
+schuld.... (een stilte).... Dag, Sachel. (een stilte). Dag, Sachel.
+
+SACHEL. (wild opspringend).... Weg van me huis! Weg van ’t erf, waar me
+heele geslacht heeft gelejen! Weg dieveg van me zoon, vloek van me
+zoon, ondergang van me zoon! Weg, of, of.... (driftig gebarend,
+struikelt hij, valt met ’n knie op den grond).
+
+ROSE. (angstig) Heb je je pijn gedaan? (hij kreunt) Zal ’k je na de
+bank terugbrengen?
+
+SACHEL. (smartelijk de knie wrijvend).... Blijf van me af! Ruk uit!
+Jouw beklag ken ’k missen! Zal me wel meer gebeuren, as ’k niemand meer
+heb. Ruk uit! Ruk uit! (zij sluipt houdingloos naar de poort. Onbewogen
+luistert hij, tot-ie meent, dat ze weg is. Dan, het hoofd in de handen
+gestut, barst-ie in bedwongen geweeklaag los).
+
+ROSE. (komt zacht op hem toe, legt een hand op z’n schouder. Hij
+schrikt op) Sachel....
+
+SACHEL. (kwaadaardig) Ruk uit! Wat doe je hier! Wat mot je nog?
+
+ROSE. (naast hem zittend)...... As ’k hèm niet heb, Sachel, heb ’k niks
+meer, niks, niks.... O, jij weet niet wat niks is....
+
+SACHEL. (dof).... Ik? Ik?—Ik zou dat niet weten....
+
+ROSE. Jij ook, jij ook. Maar niet zoo.
+
+SACHEL. Niet zoo? Wat heb ìk dan? Wat? (een stilte)
+
+ROSE. (aarzelend, dan in-een-zet-door).... ’k Wil je niet ongelukkig
+maken—’k wil niet dat later.... ’k Dacht niet dat jij huilen kon......
+(stellig) ’k Weet ’n middel. Voor ons alle twee. ’n Middel om je te
+verzoenen. ’n Middel om bij mekaar te blijven. Hoe valt ’t me eerst nou
+in! Hoe kon ’k zoo dom zijn? (snel) Ja, ja! Dat is ’t. Dan heb jij niet
+één reden meer, om te zuchten, te klagen, te jammeren... As ik jodin
+wor, Sachel... ik, jodin...
+
+SACHEL. (achterdochtig) Jij, jodin? Jij?
+
+ROSE. Zou je me dan nog niet willen?
+
+SACHEL. (verbaasd haar hand grijpend) Hou jij—zóóveel van mijn zoon?
+
+ROSE. Ja, Sachel.
+
+SACHEL. Enkel van m’n zoon? Zonder bijgedachte? Zonder gedachte an,
+an....
+
+ROSE... Zonder gedachte an.
+
+SACHEL. Dat begrijp ’k niet. Dat gaat buiten me om. Enkel....
+Zonder.... (met haar hand in de zijne blijft hij even tobben)...... Wou
+jij jodin worden?.... In onze synagoog?.... Voor den Rebbe?.... En je
+kinderen as joden laten opgroeien?.... As goeie joden?
+
+ROSE. (aarzelend) Ja.
+
+SACHEL. Zou jij.... zou jij waarachtig jodin?....
+
+ROSE. (aarzelend).... Omdat ’k met jòù meelijden heb—en—en haast geen
+moed ’n zoon van z’n vader af te trekken.... (Rafaël is bij de laatste
+woorden uit de poort getreden, blijft luisteren.)
+
+SACHEL. (zacht) Geef me je hand! (streelt die). Jij ben ’n goed
+kind—beter as ’k dacht.... Dus, dus—dan worden jouw kinderen.... En as
+Rafaël nièt wil—want die heit ’n wil om àngstig van te wezen—as Rafaël
+nièt wil dat jij jodin wordt—dan hou je vast, niewaar?—dan geef je niet
+toe, hè?—dan spreek je zóó met ’m, dat je je zin doordrijft.... Beloof
+je dat!.... Beloof je dat, zoo waar as ’r ’n God leeft?
+
+ROSE. Dat beloof ’k, Sachel.
+
+SACHEL. Je belooft.... Beloven is niet genoeg.... Steek ’r je vingers
+bij op, zoodat ’k ’t vóél—en zweer.... Nee, zweer niet—’k weet niet bij
+wie, bij wàt jij zweert—onze God is jùllie God niet—de onze mot jij nog
+leeren kennen—zweer bij ’t hoofd van me zoon..... Doe dáár ’n eed
+op....
+
+
+
+
+
+NEGENDE TOONEEL.
+
+
+Sachel. Rose. Rafaël.
+
+
+RAFAËL. ’n Eed zònder getuigen.... Is dat vertrouwd, vader? (tot
+Rose).... Ga door, ga door! Ga verder....
+
+ROSE. (angstig).... Ik wou....
+
+RAFAËL. (heftig).... Jij wou?.... Verder! Verder! Nog maar ’n paar
+woorden had je te zeggen—verder! Ben ik de spelbreker? Ik?....
+
+SACHEL. (onrustig) As je hier was, dan heb je gehoord....
+
+RAFAËL. (heftig).... Dan heb ’k te veel gehoord! (op de poort toegaand,
+keert terug—glimlacht moeilijk, bedwongen).... Staat ’r niet in
+Leviticus—vader, dat je de naaktheid van je schoondochter niet mag
+ontdekken....
+
+SACHEL (niet begrijpend).... De naaktheid van me schoondochter?...
+Begrijp je niet... Dacht dat jij, jij in de eerste plaats met ’n
+schikking, die mijn ’n offer is—tevrejen zou wezen....
+
+ROSE (schuw)... Hij was zoo diep, zoo diep-ongelukkig, da’k
+beloofde....
+
+SACHEL.... Dat ze beloofde—wat, wat, wat draai je d’r om heen as-ie ’t
+weet!—dat ze ’n eed wil doen van òns te worden... jodin.
+
+RAFAËL (glimlachend)... Jodin! Jij jodin! En ik—ik, die geen jood meer
+ben! (tot Rose). Heb ’k je dat niet vanmorgen voor de zooveelste maal
+gezeid, toen ’k de zilveren galg van je hals nam? (tot Sachel). Hebben
+wij om datzelfde—nog vanmiddag—toen de Rebbe op bezoek was—niet als
+vijanden, als vreemden tegenover mekaar gestaan? Wist jij dat niet,
+vader?—(tot Rose)... En wist jij dat niet? Ben jij nog blinder dan hij?
+Ben jij anders dan Rebecca?... Rebecca, ’r lichaam, ’r bruidschat—jij
+àlles tegeef! (heftig). Ben ik zoo begeerlijk—ik warhoofd,
+wetsovertreder—ik, zoon die gesteenigd most worden!—dat twee vrouwen op
+één dag.... Ja, ze wéént, vader—ze weent, hahaha! Jij ben de sterkste!
+Sterker dan ík! Wat kun je nou nòg?—Eerst heb je me als jongen
+ongelukkig gemaakt—met ’n beweging van je voet—nou met ’t tasten van je
+hand naar háár meineedige vìngers....
+
+SACHEL (na een stilte). Nar—nar—groote nar, denk je dat zij je
+verstaat, dat ik je versta?
+
+RAFAËL (mat-glimlachend). Nee. ’t Is waar—jullie verstaan me geen van
+twee....
+
+SACHEL. Is ’r iémand die narrepraat verstaat?
+
+RAFAËL. Nee, niemand!—De nar die geen wetsrol op z’n deurpost—geen
+kruis aan z’n hals noodig heeft, wordt niet verstaan, nog niet
+verstaan! Wat huil je? Ben ik ’n traan waard? Jullie hoort bij mekáár,
+wel bij mekáár!
+
+SACHEL. Is dat mijn dank—ònze dank? Da’s me te machtig—bij God te
+machtig—(dreigend).... Maar me geduld neemt ’n end. Jij geen jodin—ik
+geen christin!—jij geen wetsrol op je deurpost—geen gebod—geen eerbied
+voor je vader—geen geloof in den Eeuwige-onze-God—ik geen zoon—(de hand
+op de wetsrol leggend) geen zoon—daar zweer ik bij, omein wie omein!
+Nou ken je ’t met haar alleen uitvechten—nou heb je de keus—de keus
+tusschen ’n thuis hier of de wijde wereld.... (af).
+
+
+
+
+
+TIENDE TOONEEL.
+
+
+Rafaël. Rose.
+
+
+ROSE (na een zeer lange stilte van de poort waarheen ze geweken is,
+terugschuifelend—schuw) Rafaël.... (hij antwoordt niet) Rafaël.... (hij
+zwijgt)..... Heb ’k zoo verkeerd gedaan? Had je ’m dan liever alleen
+gelaten—’n blinde....
+
+RAFAËL (haalt de schouders op). Weet ’t niet....
+
+ROSE. Hij was zoo vreeselijk wanhopig! Ik dee ’t voor jou. ’n Man die
+niet ziet....
+
+RAFAËL (zacht). Zie jij wel?
+
+ROSE (verbaasd).... Of ik niet zie?
+
+RAFAËL (het kruisje uit zijn zak nemend).... Nee. Zoo min als hij.
+Neem—je talisman terug....
+
+ROSE (het niet aannemend—angstig). Je praat zoo vreemd—je maakt me
+bang.... Wat ’k beloven wou—was enkel, alleen voor de vrede.....
+
+RAFAËL. Voor dié vrede is ’t nog te vroeg—en te vroeg is ’t voor
+ons....
+
+ROSE. Te vroeg voor ons?
+
+RAFAËL (smartelijk). Te vroeg. Te vroeg. Kom dichterbij—dichter—’k ben
+ongevaarlijk (dwingt haar naast zich op de bank).... Vanmorgen, terwijl
+’k je aarzelingen wegredeneerde—bedotte ’k mezelf—èn jou—dacht ’k, dat
+wij—ik, jood-van-ras—jij, christin—als twee vrije vogels weg zouen
+vliegen—geen koningsarenden: muschen, muschen... Jij wou meevliegen—ben
+meegevlogen—maar met zooveel modder van god en godsdienst aan je
+vleugels, dat je terugviel.... We zijn te vroeg op pad gegaan. Wáár we
+vandaag waren neergestreken, zouen we in de dezelfde modder terecht
+zijn gekomen. Nou—nou—dat moet je begrijpen—ga ’k alleen.
+
+ROSE. Alleen?
+
+RAFAËL. Dat heb je zelf gewild....
+
+ROSE. O, Moeder Maria....
+
+RAFAËL (pijnlijk nasprekend).... Moeder Maria..... Moeder Maria.... Zie
+je—voel je dat we niet bij mekaar passen? Dat jij zoo vast in jóúw
+ghetto zit, als vader in ’t zijne?
+
+ROSE (bedwongen-heftig).... Dus, dus jij wil van me af—jij—jij, die me
+je vrouw heette—die, alles—groote God!—alles van me gedaan kreeg...
+(snikkend). O, o—ik die je vertrouwde....
+
+RAFAËL. En àls we—àls we—wat de menschen noemen—getrouwd waren
+geweest—(glimlachend).... in mijn of jouw kerk.... àls we? Zouen we dan
+ook niet ’n anderen weg zijn gegaan—allebei—wanneer we mekaar in dat
+huwelijk zoo heftig, zoo onoverkomelijk hadden afgestooten—als we ’t
+vandaag, daarstraks deden? Jij heb niet begrepen. Ik niet. Dat is de
+schuld van ons tweeën—nee dat is mijn schuld geweest.... ’k Zei je
+vanmorgen, gister, eergister, telkens—dat ’k geen jóód ben—je voelde ’t
+niet. ’k Zei: ’t wordt lichter—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’n nieuwe
+tijd breekt aan—je voelde ’t niet. ’k Zei: houen is niet genoeg,
+Rose—je voelde ’t niet. Je heb hier—(wijst de plek op den grond) hiér
+gestaan—met je meineedige vingers, om in ’n ander ghetto, dat ik
+ontloopen was, te komen—terwijl ’k zoo dikwijls met je gesproken had—je
+voelde ’t niet. Je voelde niets, niets, niets! (een stilte). ’t Is uit.
+’k Kan je niet zeggen wat ’n pijn me dat doet—’t is uit....
+
+ROSE. Uit? Uit?.... Doe jij dan anders dan degeen waarop je scheldt?
+Schop je me niet op dezelfde manier weg? (onstuimig).... Is ’t ’n—’n
+komedie—’n komedie voor Rebecca—afgehandeld met de rabbijn, terwijl ik
+’t huis uit was?....
+
+RAFAËL. Ga zoo niet door, toe....
+
+ROSE. O, ’t gekonkel achter me rug—de gemeenheid om van me af te
+kommen—terwijl ik zottin me op wou offeren—hou je mond!—’k geloof je
+toch niet, jij met je prachtige verhalen, je listige leugens, jij....
+
+Rafaël.... Jij jood.... (een stilte).
+
+ROSE (snikkend). Dat heb ’k niet gezegd—dat zeg jij.....
+
+RAFAËL.... Dat heb je gedacht—gedacht—ik heb ’t gevoeld—ik voel sterker
+dan jij....
+
+ROSE. Niewaar! Niewaar! Ik dacht niet—dacht niet.....
+
+RAFAËL. Als ’k even later—even later was gekomen, zou je bij mijn hoofd
+hebben gezworen.—Wat kunnen wij—wij—wij in de toekomst aan mekaar
+hebben?
+
+ROSE. Durf je—durf jij dat vragen—waar ’k je vanmorgen van ons kind
+sprak?
+
+RAFAËL (wijkt schrikkend terug).... Ons kind.... (wringt smartelijk de
+handen).... Ons kind.... (een langere stilte).... Stak jij daarstraks
+je vingers niet op, om ook dàt te versjaggeren?
+
+ROSE (van de bank glijdend, zijn knieën omvattend). Als je ’t uit
+maakt—versta je—drijf je me ’t water in... (zoent z’n handen).... Toe,
+toe nou jongen—’t was toch alles om bij jou, bij jou te blijven—voor
+jou zou ’k door ’t vuur gaan... voor jou èn voor ’t geheim dat ’k je
+vertelde, ’t geheim van m’n zwangerschap....
+
+RAFAËL (haar hoofd met beide handen opheffend en haar zoo
+toepratend).... Als je wist wat je door je aarzeling, je nieuwe
+aarzeling ondersteboven gesmeten heb.... Nee, verdedig je niet—ik doe
+geen verdere verwijten.... Zeg me alleen, zonder eed—zonder
+gelofte—kijk me an, recht in m’n oogen—dat je ’t an mij, an mij over
+zal laten van ons kind ’n mensch—’n vrij mensch—te maken (met gebaar
+naar wetsrol op deurpost) ’n mensch zonder dit (met gebaar naar
+kruisje), zonder dat. Zeg me dat.....
+
+ROSE (haar armen om zijn hals slaand) Dat zeg ’k je met mijn lippen op
+jouw lippen!
+
+RAFAËL.... Ons kind niet in zijn—niet in jouw ghetto—ons kind eindelijk
+mensch—beloof je dat—oog in oog?...
+
+ROSE. Dat beloof ’k—en die belofte zal ’k houen, als we maar eerst hiér
+vandaan zijn....
+
+RAFAËL. Buiten ontmoeten we dezelfde stakkerige ghetto-menschen....
+
+ROSE. Niewaar!.... Zeg dat je van me houdt—dat je niet zonder me
+kan—zooals je dat vroeger gezegd heb....
+
+RAFAËL (voor zich uit starend, sterk ontwijkend).... Dat toon ik door
+met je mee te gaan....
+
+ROSE.... Zeg dat je weer heelemaal, heelemaal gelukkig ben....
+
+RAFAËL (spottend-glimlachend, zonder haar aan te zien).. Heelemaal
+gelukkig..... Volkomen gelukkig..... Onuitsprekelijk gelukkig, zoo
+gelukkig dat ’k.... (tot Esther die in de deuropening komt).... Wil u
+vader roepen—we wouen....
+
+
+
+
+
+ELFDE TOONEEL.
+
+
+Rafaël. Rose. Sachel. Esther.
+
+
+ESTHER. Sachel!....
+
+SACHEL. Wat is ’r?
+
+RAFAËL. De keus is gedaan—we gaan....
+
+SACHEL. Dus toch? Toch! (tot Rafaël die zijn hand wil nemen).... Raak
+me niet an! Vloek, vloek vloek over jou en haar!
+
+RAFAËL. Over ons zéker—niet over ons kind....
+
+SACHEL.... Over je kind, je kinderen, je kleinkinderen....
+
+RAFAËL (rustig).... Nee—de toekomst laat zich niet vloeken.... (wil nog
+eens de hand van Sachel grijpen—deze heft dreigend de vuist, wankelt
+het huis in. Rafaël volgt Rose, die reeds tot de poort is geweken.)
+
+ESTHER (die ze nagestaard heeft).... Og! ’k Hoef ’m geen verder leed
+toe te wenschen!... (loopt naar de deur terug, schrikt als ze in de
+opening staart).... Sachel! Sachel, wat doe je? Snij je je kleeren
+stuk? ’r Is toch geen dooie....
+
+SACHEL (den stoep afstrompelend, de handen verwoed in de scheuren van
+z’n jas). Wee, wee—m’n zoon is gestorven! (hurkt op den grond, de
+vingers in wanhoop in het haar).... Wee! Wee! Wee, dat ik ’m overleef!
+Wee! Wee!........
+
+
+EINDE.
+
+
+Oorspronkelijk ongewijzigd geschreven te Amsterdam, 15 Sept.–9 Nov.
+1898.
+
+
+
+
+
+
+
+
+NASCHRIFT.
+
+
+’n Kleine terugblik.....
+
+10 April 1898 werd op den feestavond bij het Kongres der
+Sociaaldemokratische Arbeiderspartij in Nederland, in het gebouw
+„Plancius” te Amsterdam, de politieke scherts Puntje opgevoerd.
+
+De afdeeling Amsterdam, die het feest organiseerde, had den auteur, die
+zich na een mislukte jeugdpoging niet meer de vleugels aan het
+voetlicht brandde, om een „gelegenheidsstuk” gevraagd.
+
+’t Was, voor wie aan de vertooning mee deden, ’n opgewekte,
+allergenoeglijkste, niet licht te vergeten avond. Er werd gezongen,
+voorgedragen, en Troelstra sprak de feestrede.
+
+Terwijl kleedden wij acteurs, de Roode, Ankersmit, m’n vrouw en ik,
+allen dilletanten behalve Ternooy Apel, ons in de primitieve
+kleedkamers. We speelden voor de stampvolle arbeiderszaal met de
+grootste overtuiging en vermoedelijk slecht. Toch hadden stuk en spel
+een vrij goede „pers”. Althans „de Sociaaldemokraat”, destijds orgaan
+van onze partij, getuigde in het nummer van 13 April 1898 o. m.:
+
+ „Heijermans’ stuk draagt een beslist socialistisch karakter. Het is
+ een bestuursvergadering van de gezellenvereeniging „Ursule”, ten
+ huize en onder toezicht van pater Bos, de geestelijke adviseur. De
+ inhoud zullen we niet mededeelen, omdat we vermoeden, dat het
+ stukje weldra op de programma’s onzer gezellige bijeenkomsten zal
+ prijken. Het geheel komt ons als uitstekend geslaagd voor,
+ maar...... minder geschikt voor dezen feestavond. Daarvoor duurde
+ èn de voorbereiding èn het stuk zelf te lang. Het publiek in de
+ stemming als die Zondagavond de heerschende was, genoot niet
+ zóóveel als „Puntje” te genieten bevat. Alle rollen werden
+ uitstekend vervuld, de vervulling van de hoofdrol door Ternooy Apel
+ was meesterlijk”.
+
+Wanneer ’k dit knipsel uit ’t verleden oprakel, geschiedt ’t met de
+leut van aan ’n herinnering terug te denken, die in positieven zin
+invloed op ’t verder leven had.
+
+Ternooy Apel, door mij in Puntje binnen geloodst, omdat geen van ons de
+kanjerrol van den pater aandurfde, sleepte mij als auteur—een acteur
+had-ie niet in me ontdekt—naar de planken.
+
+Dat wil zeggen: hij kwam namens de „Nederlandsche Tooneelvereeniging”
+met een voorschot. Ik geloof, dat ’k in die dagen voor een voorschot
+Naatje op den Dam in de lucht had laten vliegen.
+
+En ’k geloof dat heel wat dramatische krachten in Holland zoetekens
+blijven sluimeren door gebrek aan voorschot.
+
+Met ’t mijne, in dadelijk weldadig-kringloopende bewegelijkheid, zette
+’k me aan den arbeid, en den 24sten December van dat zelfde jaar, zag
+Ghetto ’t schouwburglicht, stuk van Sturm-und-Drang, ’t welk nog geen
+maand na de onstuimige baring vertoond werd.
+
+Vandaag nog vermeen ’k, dat de Rafaël-figuur volkomen leeft, dat zoowel
+z’n gedroom als z’n „phrases” tot de werkelijkheid van de joodsche
+Rafaëls uit die dagen, behooren. Alleen zij, die de socialistische
+beweging van uit hun gewatteerde kamer en niet in ’t gewoel zelf hebben
+gevolgd—alleen zij, die náást de werkelijkheid staan, mogen zich wijs
+maken, dat deze joodsche jongeling uit wormstekig hout is gesneden! Wij
+weten beter....
+
+In 1905 (Verg. „De nieuwe Tijd”, elfde jaargang, 1906) ben ’k tot
+omwerking van het eerste tooneel van het tweede bedrijf en van de
+tweede helft van het derde bedrijf overgegaan.
+
+„De omwerking geschiedde,” schreef ’k in dat tijdschrift: „omdat in den
+oorspronkelijken vorm de kern niet tot rustige bezinking was gekomen.
+In de nieuwe editie, gehouden in den stijl van 1898, is gepoogd hierin
+te voorzien.”
+
+Het kwam mij namelijk, na het bijwonen eener Ghetto-vertooning voor,
+dat er niet voldoende nadruk op het feit, dat in deze maatschappij
+nagenoeg iedere godsdienst de verhouding van armoedig ghetto-gedoe
+aanneemt, werd gelegd.
+
+Er was, voelde ’k, iets ideologisch-onrechtvaardigs in, de symbolische
+waarde werd ’r zeker niet door vergroot, als ’k den joden zoo deerlijk
+hun ghetto-bestaan aanrekende, waar toch overal, naar alle richtingen
+heen, ’t onkruid der ghetto-godsdienstjes bloeit, tiert en naar
+historisch-betrekkelijken maatstaf „vooralsnog” bloeien en tieren moet.
+
+Neemt, beminnelijke lezer, ’n Predikbeurtenblad, ’n apostolisch orgaan,
+’n klungel van ’t Heilsleger of ’n ander sectarisch „godsdienstig”
+propaganda-vehikel in uw handen—peinst in ’n moment van opknetterend
+„vrijdenkerschap” over al de kostelijke kerkgebouwen, die zulke
+voortreffelijke toevluchtsoorden-voor-onbehuisden zouden kunnen
+zijn—mijmert over ’t nationaal christendom met snelvuurkanonnen,
+bijbelgenootschappen, repeteergeweeren, zendelingen, politiek,
+traktaatjes, Kuypertjes, Heemskerckjes—philosofeert over de hardnekkige
+taaiheid van onverschillig welke kerk, als tegenstandster van volkomen
+menschelijkheid en volkomen beschaving (laat ’k ’r niet op doorgaan,
+daar de opsomming dezer zaken en dingskes voor den sulligsten denker al
+zoo gruwelijk banaal is geworden!)—laat dit alles door de vier magen
+van uwe geestelijke gesteldheid herkauwen, en ge zult ’t met me eens
+zijn, dat ’r meer ghetto-om-van-te-rillen, meer parasitair
+rabbijnen-gedaas in deze botte wereld bestaat, dan in het tooneelstuk
+Ghetto in debat werd gebracht.
+
+Om de balans een weinig te herstellen, „verbeterde” ’k ’t jeugdwerk in
+1905. ’k Trachtte voor zoover ’t oorspronkelijk stuk ’t toeliet, ’t
+ghetto-begrip in de christelijke dienstmaagd aan te zetten en van ’n
+joodsch ghetto tot meer universeele en noodzakelijke ghetto-menschen te
+geraken.
+
+Gelukt is dit niet. Van ’n ouden makkelijken broek maakt men door ’t
+inzetten van ’n kruis en ’n achterwerk geen kleedingstuk om, naar alle
+richtingen heen, in te cancaneeren.
+
+Den zwaar-beschuldigden joden in Ghetto maak ’k m’n excuus. ’t Is alles
+lak en alles ghetto, en hoe ouder en bezadigder je wordt, hoe sterker
+je voelt, dat je in ’n hinkenden tijd niemand in ’t bijzonder z’n
+horrelvoet moet verwijten.
+
+ Hoogachtend
+ DE SCHRIJVER.
+
+ Berlijn, October 1910.
+
+Noot bij bladzijde 41. Op verzoek der destijds littéraire politie
+(verg. onderstaande correspondentie, die aan den eersten druk van
+Ghetto toegevoegd werd) werd het gezegde „Ons heele volk is ontaard”
+geschrapt. Bij latere voorstellingen is het natuurlijk toch weer
+gezegd.
+
+Noot bij bladzijde 76. Van hetzelfde laken ’n pak.
+
+Algemeene noot: De verklaring van het joodsch bargoensch is voor den
+christelijken lezer achterwege gebleven, opdat deze, in wenschelijke
+verbroedering, zijnen joodschen buurman om advies en voorlichting
+vrage. Renegaten zullen er niet door komen.
+
+De correspondentie van 1899 luidt:
+
+ Amsterdam, 4 Januari 1899.
+ Den WelEd. Heer
+ Herm. Heijermans Jr.
+ Alhier.
+
+ Geachte Heer!
+
+ Ik ontving van den heer Franken, hoofdcommissaris van politie, een
+ uitnoodiging om naar aanleiding der Ghetto-opvoeringen even bij hem
+ te komen.
+
+ Aan dat verzoek voldeed ik heden.
+
+ De heer Franken wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden
+ van Rafaël op blz 41 en 76. Ik wees hem er op, dat in geen der vijf
+ voorstellingen, die plaats gehad hebben, deze gezegden tot eenige
+ rustverstoring, zelfs niet tot gefluit aanleiding gegeven hebben en
+ dat trouwens elke voorstelling een stijgend succes had. De heer
+ Franken bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te
+ verzachten of achterwege te laten, daar bij eventueel voorkomende
+ wanordelijkheden de voorstelling onherroepelijk verboden zou
+ worden.
+
+ Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen
+ wilt aanbrengen?
+
+ Na beleefde groeten
+
+ Hoogachtend,
+ n. d. N. T. V.:
+ Uw dr.,
+ A. v. d. HORST.
+
+
+
+ Amsterdam, 4 Januari 1899.
+ Den WelEd. Heer
+ A. v. d. Horst,
+ President-Directeur der „Nederlandsche
+ Tooneelvereeniging”,
+ Alhier.
+
+ Geachte Heer!
+
+ Het doet mij genoegen dat de heer Franken, hoofdcommissaris van
+ politie, wiens critische bekwaamheden op letterkundig terrein ik
+ volkomen erken, zulke bescheiden wijzigingen verlangt. Ik ben het
+ met U eens dat geen der drie gezegden eenig protest, laat staan
+ „rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. Om
+ echter in Uw belang te voorkomen dat ’s heeren Franken’s inzichten
+ zich plotseling mochten verwerkelijken—de wegen der politie zijn
+ ondoorgrondelijk—zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen
+ „Groben Unfug” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen
+ collega Franken ’t pleiziertje misgunnen?
+
+ Zeer de Uwe
+ Herm. Heijermans Jr.
+
+
+
+
+
+
+
+
+ DE SCHOONE SLAAPSTER
+ VERBEELDINGS-SPEL IN DRIE BEDRIJVEN, EN IN RYTHMISCH PROZA.
+
+ DOOR
+ HERMAN HEIJERMANS.
+
+ Het recht van opvoering voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881.
+
+
+
+
+
+
+
+
+De bedoeling van dit Verbeeldings-spel, met de oude lompheid en
+oppervlakkigheid door het gros der critiseerenden ontvangen, is deze:
+de Schoone Slaapster (het volk) wordt door Sero (den Socialistischen
+Uilenspiegel) en door het geweld van den machthebber, den Regent,
+gewekt. De zeer-ironische bijvoeging (in Holland moet men zich van
+doorzichtige grapjes speenen): „Het spel geschiedt nergens—tijd
+onbekend”, die bijvoegìng meende natuurlijk: „Het Spel geschiedt heden
+ten dage en overal.”
+
+Moge de lezer dit werk met eenige meerdere aandacht volgen dan de
+scribenten, die nog niet tot het besef zijn gekomen, dat men ernstigen
+arbeid minstens ook even gelezen dient te hebben.
+
+(Uit de „Nieuwe Gids” van April 1910).
+
+Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1909.
+
+ DRAMATIS PERSONAE.
+
+ Sero, volksmenner.
+ Regina, eene hoer, zijne vrouw.
+ Droomelot, hun dochter.
+ De Regent.
+ Jus.
+ Een hopman.
+ 1ste rakker.
+ 2de rakker.
+ Kommandant der gevangenis.
+ 1ste wachter.
+ 2de wachter.
+ een soldenier.
+ Een pater.
+ Een arts.
+
+(Het Spel geschiedt nergens—tijd onbekend.)
+
+
+
+
+
+
+
+
+EERSTE BEDRIJF.
+
+
+(Het tooneel verbeeldt een tweeplans gewelf van granieten blokken.
+Eerste plan, rechts, een koepelvormige gaanderij—tweede, dito, een tot
+de bintenzoldering reikend boogvenster, fel door de zon beschenen,
+waarvoor een kruk. Eerste en tweede plan, links, de granieten wand. In
+den granieten achterwand is, geheel links, de koepelvormige trapopening
+en, geheel rechts, tegen het venster aan, een stel van traliedeuren,
+waarachter telkens een hok met bank. Een koord scheidt het tooneel in
+tweeën. In de daardoor aangeduide ruimte links, een oude massieve tafel
+met oude stoelen—in de ruimte rechts, voorgrond—een bank. Tegen
+linkerwand een crucifix.)
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Sero, Soldenier, Rakkers.
+
+
+SERO. (wordt door twee rakkers, die hem aan polsen en nek vasthouden,
+naar rechtsche traliedeur voortgeduwd).
+
+... Ho! Ho! Ho!... (schudt zich even los, staat glimlachend met
+quasi-dreigenden wijsvinger)... Mijn gebeente, proletariërs!... Heeft
+God..?
+
+EERSTE RAKKER. (hem weer vastgrijpend)... Ja, ja, ’t is goed! Vooruit!
+
+SERO. Heeft God ons niet naar zijn evenbeeld geschapen? Past ’t jullie,
+proletariërs, een zoo voortreffelijk evenbeeld...?... Au!... Au!...
+
+TWEEDE RAKKER.... ’ns Kijken, Evenbeeld, wie ’t kortste van stof is—jij
+of de paternosters!... Doe de deur open, kameraad. Dàt hou ’k alleen...
+
+SERO. (terwijl de eerste Rakker de getraliede deur ontsluit)... Heb jij
+wel ’ns gehoord, vriend, hahaha!—van—van—breek m’n polsen niet,
+man!—van zeker wereldsch en voorwereldsch gezegde—ja, hoeveel eeuwen
+geleden wel?... Heb je naaste—au! au!—heb je naaste lief—au!—gelijk
+jezelf..?
+
+EERSTE RAKKER. (hem in den nek grijpend en in ’t hok smijtend)...
+Afgeloopen! De rest schenken we je! (sluit de traliedeur.) De rest
+vertel je aan de heeren zelf! (tot Soldenier)... Laten praten! (betikt
+z’n voorhoofd.) Half simpel, driekwart gek! (af).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Sero, Soldenier.
+
+
+SERO. Dat’s niet te hoog, niet te breed, niet te diep hier—gewapende
+macht! Maar ruim genoeg voor mijn beetje gedachten—en voor de jouwe ’r
+bij, als ik je niet beleedig! (op ’t bankje in ’t hok neerzittend) Ha!
+Ha! Een aan alle eischen des tijds beantwoordende luierstoel... Heeft u
+er geen bezwaar tegen, gewapende macht, dat mijne sokken het daglicht
+aanschouwen?... (trekt zijn ouwe schoenen uit). Ben in geen tweemaal
+vier en twintig uur uit de kleeren geweest—en—en—(moeilijk-trekkend)
+vastgeroest!—een van twee: deze voorwerpen van de laatste mode zijn
+hoogst-eigenzinnig gekrompen, òf m’n voeten hebben zich in groeistuip
+gezet...... Pang!... Da’s een... (met den wijsvinger op een gat in de
+kous, dat de hiel bloot legt)... Geen eerste, geen tweede kwartier:
+volle maan!... Zelfs met de merkwaardige vlekken, die men vroeger voor
+zeeën aanzag! Galileï... (zich onderbrekend)... O?... Luister je
+niet?... (tweeden schoen uitwringend) Bij mijn ziel, en bij de ziel van
+de koe of den stier, die eens... (hijgend stoppend)—daar blaas ik mijn
+adem bij uit!—die eens hier in stak—dat noem ’k weerbarstig...
+(trekt—de schoen vliegt uit, hij tuimelt van de bank op den grond)
+Ha-ha-ha! (De soldenier schiet mee in ’n schaterlach)... Ha-ha-ha! ’k
+Zou op die manier ’n leelijken smak hebben gedaan, als ’k in vrijheid
+boven op ’n dakgoot was gedresseerd, ha-ha-ha!...
+
+SOLDENIER. Dat zou je, ha-ha-ha!
+
+SERO. (weer op de bank)... Hé!... Wel ’t wonder! Práát jij... Dùrf jij
+praten?...
+
+SOLDENIER. Waarom zou ’k dat niet durven?
+
+SERO. Ja, waarom zou je ’t niet—jij ziet beter dan ik of ’r geen
+derde-met-gezag in de buurt is! Gewapende macht, gewapende macht, nou
+heb ’k in deze veilige behuizing nog maar één wensch! Neem een spons,
+vul die met edik, steek ze op een rietstok of op je schoudergeweer, en
+hou ’r door de tralies dezer leeuwenkooi!
+
+SOLDENIER. (bot)... Wat wil je?... Wat mot je?
+
+SERO. Water.
+
+SOLDENIER. Mag niet.
+
+SERO. Weet je dat zeker?
+
+SOLDENIER. Zoo zeker als tweemaal twee vier...
+
+SERO. Da’s lang niet zeker, vriend—vriend, als ’k je niet voor de
+tweede maal beleedig!—tweemaal twee lasteraars zijn méér dan vier, zijn
+ontelbaar!—tweemaal twee halve zijn twee hééle, hahaha!—en tweemaal
+twee vlooien vóél je als, als...
+
+SOLDENIER. Als ’n dozijn, hahaha! Daar, drink uit m’n flesch,
+grappenmaker!
+
+SERO. (de veldflesch door de tralies aannemend). Dank je, barmhartige!
+(drinkt gulzig)... Hè! Hè! Dat kan jouw en mijn Heiland, bij de fontein
+Jacob’s in ’t land Samarië, niet beter gesmaakt hebben!... (drinkt nog
+eens)... Hè!... ’t Was alles hierbinnen aan ’t verdorren... (drinkt)...
+Hè!... Jij ben ’n—’n—’n christen... Dáár... Da’s de gróótste
+onderscheiding!...
+
+SOLDENIER. Stop! Stop! Laat ’r voor mij nog wat in!
+
+SERO. (de flesch ondersteboven houdend)... Te laat! Had je éven vroeger
+dienen te zeggen... (den mond der flesch met ’n goren lap drogend)...
+Zoo, kameraad—dat ’s hèt voorbehoedmiddel tegen puisten!... Dank je!
+
+SOLDENIER. (de flesch terugnemend)... Haal jou de duivel!
+
+SERO. En àls-ie ’t deed—als-ie mij voor z’n kudde lustte—zou jìj me
+làten halen? En bèn ’k al niet gehaald door twee van z’n rakkers met
+knuisten als nijptangen? Hahaha! Hahaha! (De eene hand door de tralies
+stekend). Ziet m’n pols ’r niet uit, of bloedzuigers ’r horlepiepten?
+Hahaha!
+
+SOLDENIER. Heb je gestolen? (zet zich op de kruk).
+
+SERO. Gestolen, néé. Ja toch: den dag!
+
+SOLDENIER. De dag?
+
+SERO. Ben ik geen dagdief, vrind?
+
+SOLDENIER. Ja, Ja!... Heb je gemoord?
+
+SERO. Nee, nee. Integendeel! Ik bèn vermoord—vermoorder onschuld vind
+je niet!
+
+SOLDENIER. Niet gestolen, niet gemoord?... Dan toch gevochten of ergens
+brand gesticht?
+
+SERO. Nee, ’t was wel stichtelijk, maar toch geen brand.
+
+SOLDENIER. Dan ben je gek en lastig voor ’t verkeer!
+
+SERO. Juist! Lastig voor ’t verkeer, ha-ha-ha! ’k Stond op de markt en
+praatte met de menschen... De een die haalt den ander aan... ’t Werd
+wat vol, te vol misschien... Ze drongen op... En toen, toen werd ìk
+ingepikt... En die geluisterd hadden kregen klop, ha-ha-ha!
+
+SOLDENIER. Wat heb je dan gepraat?
+
+SERO. De waarheid vriend.
+
+SOLDENIER. De waarheid?... Wat voor waarheid?
+
+SERO. Ja, wat voor waarheid? Nièt die van gister en eergister!...
+(onwezenlijk de hand heffend)... Die van vandaag...
+
+SOLDENIER. (spottend) Ach kom! (staat van kruk op.) Wel, wel! En
+stonden daarvoor menschen stil?
+
+SERO. Ja, ja—vast meer dan duizend, mannen, vrouwen, kindren—ook
+soldaten... ’t Was ’n lust...
+
+SOLDENIER. (spottend). Dat laat zich denken! Hé! Hé! Wat ga je doen?
+
+SERO. (de schoenen buiten de traliedeur op den grond plaatsend). In
+geen weken hebben ze ’n beurt gehad. En als ’t Allerhoogst Gezag ’t
+acht in ’s lands belang, dan mag ’s Rijks werf voor zool en
+achterlappen zorgen! Let je goed op, gewapende macht?... Jij blijft me
+borg!... Schendt men mijn schoenwerk, schendt men mijn aangezicht.
+
+SOLDENIER. Ach, ach, wat ’n gezwollen taal!
+
+SERO. Ach, ach, wat ’n gezwollen voeten! Is ’t wonder dat mijn kousen
+barsten!... (stilte). Ben jij al lang soldaat? (stilte). O! Ik vraag of
+jij al lang met zoo’n ding op je schoeren door ’t leven marcheert?
+(stilte), O! Je schijnt je ’r voor te schamen dat je ’t niet zeggen
+durft! (stilte)... En dat kruis—waar heb je dat verdiend?
+
+SOLDENIER. Man, vraag niet zooveel! Op ’t veld van eer, natuurlijk!
+
+SERO. ’t Veld van eer...? Oho! (kijkt van het crucifix naar den
+Soldenier, lang en aandachtig) Je kruis op ’t veld van éér?
+(glimlachend) Hij draagt ’t op z’n rug—en jij van voren... Dat’s mal!
+
+SOLDENIER. (nijdig) Wat’s mal?
+
+SERO. ’t Moest net andersom... Hìj (z’n borst betikkend) ’t enkel
+hier—en jullie ’t daar! (beduidt z’n rug) Dan zág je ’r niet zooveel en
+werd ’r minder om gevochten, ha-ha-ha!
+
+SOLDENIER. En nou je mond gehouen! En weg die dingen!... (schopt
+driftig de schoenen naar de zijde der tafel) ’k Ben simpel dat ’k met
+jou spreek!
+
+SERO. Nou vraag ik u beleefd—wat of mijn schoenen je misdaan... Hebben
+die redelooze, puike, geduldige lotgenooten van mijn voeten, die uit ’t
+stof zijn gekomen en in ’t stof zijn gegaan... (zich onderbrekend) Oho!
+Oho!
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Regina, eerste Rakker.
+
+
+RAKKER. En vlug wat! (zij zet zich op de bank) Nee, daar niet!... Dáár!
+
+REGINA. Daar? Waar?
+
+RAKKER. Sta op!
+
+REGINA. Mensch, man—’k ben bek-af...
+
+RAKKER. Mot ’k geweld?...
+
+REGINA. (op de bank haar mouw opstroopend) Of je geweld gebruiken
+moet?... Nog meer geweld?... Je kompleete tien gebojen staan ’r in! (’r
+rok optillend, dat de kuit zichtbaar wordt) En m’n rokken heb je
+afgetrapt of ’t dwijlen waren!
+
+RAKKER. (tot Soldenier)... Dat vertelt de sloeber nou alleen om ’r
+kuiten te laten zien, hahaha!
+
+SOLDENIER. (naast haar zittend)... Schoone joffer—ik zou ’r ’n eed op
+doen, dat we mekaar van héél dichtbij hebben gekend.
+
+REGINA. (hem op de knie kloppend) Hahaha!... Ik ook! Jij ben de man met
+’n moedervlek als ’n muis!
+
+SOLDENIER. Klopt!.... Dan ben jij....
+
+REGINA. Ja! Ja! Hahaha! (den Rakker die haar in de wang knijpt ’n tik
+op de hand gevend). Wel allemachtig! Buiten knijpen.... (toont haar arm
+aan den Soldenier die er een zoen op geeft).... binnen aaien—ben jij
+gek!
+
+RAKKER. Buiten riep m’n plicht—en als die roept, ben ik ’n slaaf—maar
+binnen, binnen.... word ’k mensch en ieder mensch is zwak, ha-ha-ha!
+(zet zich ook op de bank).
+
+REGINA (tusschen de twee in).... Kerels, kerels, jullie doen als
+vliegen bij de suiker! Toe schuif wat op! (tot Soldenier). Wat zeg jij
+van zoo’n sallemander, zoo’n verdraaiden judas (den Rakker ’n tik
+gevend)—handen thuis!—zoo’n gedrocht?.... Dat komt me halen—of ’k wil
+of niet!—dat sleept me mee, met honderd menschen op m’n hielen—zegt
+niet waarvoor....
+
+RAKKER. Hoe weet ìk dat, m’n toet? Als mij gelast wordt: haal je vrouw,
+of haal ’r moeder’s moer—dan vraag ik niet, dan weet ik niet, dan klets
+ik niet—dan hààl ik—en soms haal ik met plezier... (legt arm om haar
+middel).
+
+SOLDENIER. (dien wegduwend).... Ho! Ho!.... Die plaats die is bezet.
+
+RAKKER. Wat is bezet?
+
+SOLDENIER (lachend). Ik heb de oudste rechten!
+
+RAKKER. Nee ik! Want ik moet toezicht op ’r houen!
+
+SOLDENIER. Wie van ons twee heeft de klandizie van l’amour?.... Nou zeg
+’t zelf, Regien—zoo heet je toch?
+
+REGINA. Toe, toe!... Twéé knieën is te veel! Vindt jij dat lekker in
+die warmte?... ’k Ben smòòr op wie ’t meeste dokt! Dok jij—dokt hij—ìk
+hou m’n hand. Jij ben ’n knappe vent—en jij ’n schat.. Als ’k hier
+(bootst met de handen een bascuul na)—als ’k hier, ha-ha-ha!, jouw hart
+hou, híer ’t jouwe—dan gaat de weegschaal op en neer—dan ben ’k op jou
+verkikkerd en op jou verzeten—razend met jou en door ’t dolle heen met
+jòù!..! Is jouw beurs ’t zwaarst, dan doe ik zoo—en is de jouwe stevig,
+zoo! Ha-ha-ha: die twéé paar schelvischoogen!...
+
+SOLDENIER. Dus krengekop: jij heb geen zoetelief?..
+
+RAKKER. Geen (bluffend).... die jij naar zijn snor en oogen kijkt? En
+die z’n beentjes vrij uit in je bedje steekt, ha-ha-ha!
+
+REGINA. Nee, kerels, nee! Die tijd die is voorbij! Schenkt jou de
+bakker brood en wat je verder met ’t draaien aan dat ding (bootst z’n
+gepluk aan de snorharen na) komt vragen? Stopt jou de slager spek en
+worst en Zaterdags ’n pondje lenden in je léége handen? Geeft jou je
+huisjesmelker zoomaar onderdak? Waar werk jij met je oogen en je snor
+’n borrel los, ha-ha-ha? Nee, kerels—’k ben niet gekker dan ’n ander,
+niet stommer en niet braver! O zoo! ha-ha-ha!... Wie alles uit z’n huis
+draagt gaat failliet—wie open tafel houdt, krijgt zelf geen kluiven en
+wie—ach Jezis, jongens, ’t is zoo warm!—wie van de lucht wil leven, eet
+zich geen spekrug (den rug van den Soldenier bekloppend) en geen buik
+van negen maanden, ha-ha-ha! (klopt den Rakker op z’n buik).
+
+SOLDENIER (zich lachend omdraaiend). Nou grappenmaker in je kooi—heb
+jij je tong verloren? Hééé! ’k Heb ’t tegen jou! Durf jij niet naar dat
+prachtwijf kijken, dat je ons je ribbenkast van achter toont?
+
+SERO. (zich naar hen toekeerend). M’n ooren zien meer dan me lief is...
+(tot Regina, die angstig opgesprongen is). Goeien dag. Wel geslapen,
+Regina, koningin van den nacht? Niet van me gedroomd..?
+
+REGINA. Jij hier? Heb jìj daar al dien tijd gezeten?
+
+SERO. Gezeten ja—ik zit. Nee, loop niet achteruit—ik zit sekuur—en dan
+ik doe geen schepsel ook maar zóóveel kwaad... Dat weet jij toch....
+
+SOLDENIER. Wel allemachtig—is dat, dat aapmensch, ook een van je
+klanten?
+
+SERO. Ja, ja. Een van ’r alleroudste—waar of niet, Regien! Al was ’k
+niet de eerste, waar of niet, Regien? ’t Spijt me machtig, dat ik heb
+gestoord.... Ga zitten, menschen... En praat rustig verder!...
+(geeuwt)... Ik heb—m’n kaken springen van mekander—’n slaap, ’n
+goddelooze slaap of ’k tién roezen uit moet slapen... Geneer je niet—ik
+speel geen luistervink, Regien... (zet zich weer op de bank met den rug
+naar de anderen gekeerd).
+
+RAKKER. Ken jij dat heer?
+
+REGINA. (vinger op den mond)... Dat is—dat is...
+
+SOLDENIER.... Dat is ’r minteneur!
+
+SERO (’t hoofd naar de tralies)... Nee, nee—ik ben de vader van ’r
+kind—èn, als ’k me niet bedrieg—en ’t niet verkeerd geboekt staat in de
+folianten van den godgezant, die ons voor weinig penningen—te
+spotgoedkoop, voorwaar, voorwaar!—zijn allerheiligste zegen gaf—en zij
+’t zich nog herinnert (ik zelf was het haast kwijt!)—en jullie twee ’t
+niet aan iedereen verklapt: ik ben, ik ben ’r lijfelijke man, ’r
+màn.... Ja, Ja—ha, ha!—’t was voor zestien jaar en zeven maanden en
+dertien dagen—in Mei—als elke vogel legt ’n ei—in Mei, dat wij de
+voorste vingers van twee rechterhanden (tweemaal twee is tien) naar den
+hemel staken—omdat, omdat ons, òns kind op komst was—òns kind, niet
+waar, Regien.... Ja, ja—en nou—en nou....
+
+SOLDENIER. En nou?.... Nou visch je achter ’t net, ha-ha-ha!
+
+RAKKER. Nou draagt-ie op z’n test ’n honderd hoornen, ha-ha-ha!
+
+SOLDENIER. Nou heeft-ie òns daar net gesnapt, ha-ha-ha!
+
+RAKKER. Nou zit-ie op z’n sokken in ’n kooi, ha-ha-ha!
+
+SOLDENIER. En geeft je pootjes, als je ’t vriendlijk vraagt, Regien,
+ha-ha-ha! En wacht zìjn beurt om in je armen weer te leggen, ha-ha-ha!
+
+SERO. Ik heb geen bek voor dàt soort spek! (zij schopt achter het koord
+de schoenen weg) Eerst hij, nou jij! Alle negen! Dat wordt ’n kegelspel
+met schoenen die de tand des tijds nog beter dan ik zelf doorstonden!
+Ben je ontstemd, Regien, of is ’t de vreugde van ’t wederzien, na
+zooveel jaren?
+
+REGINA (kwaadaardig). Ik zou van leut en lol wel kunnen dansen! Dat
+merkt-ie nog niet eens! Dat vraagt ’t schepsel! Wil je ’t soms zwart op
+wit?
+
+SERO. Och nee—die twéé getuigen zijn voldoende.. En de pure, malsche
+blijdschap op je aangezicht!
+
+REGINA. Zoo heeft-ie jaren lang, me ieder uur gesard, gehitst,
+gekweld.... ’n Adder heeft geen giftiger tong.... Man, man ik háát je
+zoo!
+
+SERO (triestig-glimlachend). Ja, ja, ’t kan verkeeren.
+
+REGINA (nijdig tot Rakker). Nou! ’k Kan m’n tijd gebruiken! Moet ’k
+langer samen met dien kerel? Als ’k z’n lachen als ’n monster zie, is
+heel m’n week vergald!
+
+SERO. Als ìk vergal—vergulden andren!.... En àls ik monsterachtig
+lach... (rondkijkend)—wat drommel, hangt hier nergens in dit weelderig,
+volmaakt gemak ’n spiegelscherf, dat ik me overtuigen kan, en mogelijk
+zóó lamgeslagen sta, dat deze gruwellach z’n eigen dood besterft?—als
+’k leelijk, onvertogen, ongepast, en jou ’n hééle week vergallend lach:
+ik ben geschapen met de hulp van drie—door vader, moeder en door God
+(alleen de laatste is in leven!)—en heb me zelf niets van mijn manlijk
+schoons en leelijks toebedeeld, noch toegewenscht! (zij keert zich
+driftig om, zet zich voor de tafel)... Goed zoo! Van achter zien we
+niet—geen kleur, geen schoen, geen hindernis, geen kushand en geen
+judaslach.... De Satan voer in een der twaalf—’t staat beschreven!
+
+REGINA. We zullen zien—wie ’t laatste lacht!
+
+SERO. ’t Laatste lacht, wie ’t laatste leeft! Je blaast je lach uit als
+’n kaars, mèt dat je laatste adem gaat!
+
+REGINA. Jij niet! Jij niet!
+
+SERO. Ik niet?
+
+REGINA. Jij grijnst nog in je graf!
+
+SERO. Als jij ’r op komt bidden zeker!
+
+RAKKER. Ha-ha-ha! Ja, ja—dié zijn getrouwd! ’t Klopt!
+
+SOLDENIER. Wel selderju—dat hoor je van ’t spullevolk, als ’t jaarmarkt
+is, niet beter! Kischt! Kischt!.... Laat je niet plukken, meid!
+
+RAKKER. Vooruit! Toe dan, ha-ha-ha! ’t Liep zoo lekker en gesmeerd! Leg
+je ’t af, Regien?
+
+REGINA. Ik wreek me wel—vandaag of morgen.
+
+SERO. Vandaag! Dat ’s dichterbij en houdt ’t vuurtje warm!
+
+REGINA. Klets toe—ik zeg geen woord, geen woord meer!
+
+SERO. Geen woord? Dat is ’t einde. Want in den Beginne wàs het
+Woord....
+
+SOLDENIER. Ach gekke kerel loop!
+
+SERO. Als ik maar loopen kòn!
+
+RAKKER. Dan liep zij kwispelstaartend met je mee, ha-ha-ha! (zakt
+lachend van de bank op den grond).
+
+REGINA. Met dien stumper, dat gedrocht, dat hatelijk verschijnsel, dat
+mirakel, dat ellendig wurm, ha-ha!
+
+SERO. Let op—dàt was ’r láátste woord!
+
+SOLDENIER. Regien, Regien! (schatert met den Rakker)
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, Hopman.
+
+
+HOPMAN. (op door de gaanderij). Wat is dat? (tot Rakker) Wat zit jij op
+den grond?... En jij—is dat jouw plaats?.... En hoort die vrouw daar
+achter?
+
+RAKKER. (terwijl de Soldenier naar venster wijkt). Ik was—ik was
+gevallen, hopman...
+
+SERO. Ja, ja—dat kan ’k getuigen—’r zijn ’r meer gevallen hier...
+
+HOPMAN. Mond gehouen allemaal! (tot Regina) Weg jij daar! (tot Rakker)
+Wat had ik jou gelast?
+
+RAKKER. Ik heb ’r minstens twintig keer gezeid (naar het linkerhok
+wijzend) daar in te gaan...
+
+REGINA.... Dat liegt-ie.
+
+RAKKER. Lieg ik, Soldenier?
+
+SOLDENIER. Ik heb ’t gehoord.
+
+SERO. Ha-ha-ha!
+
+HOPMAN. Wel alle duivels, is dat hier ’n bende! Als jij nog even kikt,
+dan sla ’k je in de boeien!
+
+SERO. O, mocht ’t niet?
+
+HOPMAN. Nee—hier mag niks!
+
+SERO. Niks is niet veel—maar als je ’t eenmaal weet genoeg.
+
+HOPMAN. (tot Soldenier) Marsch! Ingerukt! Daar in ’t wachtlokaal! En
+vlug! (tot Rakker) En jij, jij zal je uur onthouden... (Soldenier af).
+
+RAKKER.... Ik heb ’r dertig maal misschien...
+
+HOPMAN. (met driftig gebaar) Dat ’s dertig maal te veel! Jij heb te
+dóén en niet te laten! Rechtsomkeer en marsch! (Rakker af) En jij
+vooruit! (Smijt traliedeur voor Regina open) Versta je niet?
+
+REGINA. Ik heb toch niet gestolen, niet gebedeld, ben niet dronken
+langs den weg gegaan—ik heb geen nachtrumoer...
+
+HOPMAN. ... Asjeblief.
+
+REGINA. ... Wat heb ’k dan gedaan?
+
+HOPMAN. Dat zal je later hooren! (trapt de schoenen).
+
+SERO. Die arme schoenen maken nog de reis rondom de wereld.
+
+REGINA. Nee—ik verdraai ’t!
+
+HOPMAN. Wat zeg jij?... Wil jij niet?... Heb jij ’n wil? (grijpt haar
+bij den arm)... Een, twee...
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+De Regent, Hopman, Sero, Regina, later Jus.
+
+
+REGENT. (van de trap komend) Ho! Ho! Geen drie! Maar hopman, ’t is ’n
+vrouw, ’n vrouw...
+
+HOPMAN. ... Geen vrouw—’n lichtekooi, Uw Excellentie!
+
+REGENT. ... Is dan ’n lichtekooi ’n man? Kom, kom! Jij blijft wel
+rustig zitten dáár, ook zonder kussen in je rug, niet waar? Geweld bij
+vrouwtjes, hopman, onverschillig wat ze zijn, dat heeft geen
+pas—tenzij—tenzij je zwaar verliefd ben en ’t torteltje niet
+trekkebekken wil, ha-ha-ha! (let Sero op)... Ha, onze vriend! Wees
+welkom, welkom!
+
+SERO. Dank u, Excellentie. ’t Zelfde. En nog meer.
+
+REGENT. ’t Is kostlijk weer vandaag. ’n Tikje warm, ’n beetje felle
+zon... (den schijn van ’t venster bedoelend)... Hindert je niet?
+
+SERO. Nee, nee. Integendeel. Waar licht is, is ook vreugd!
+
+REGENT. De schalk, de schalk! Dat blijft maar goed gemutst en
+welbespraakt! ’t Is zeldzaam, zeldzaam! Ja, geniet ’r nog maar van. Wie
+weet hoe kort ’t duurt—een trapje lager houdt ’t op...
+
+SERO. De zon...
+
+REGENT. ...De zon, de maan, de sterretjes—en wat de grappenmakers meer
+in dicht en rijm bezingen... Heb je honger?
+
+SERO. ’k Wist niet dat dàt Uw Excellentie intresseerde...
+
+REGENT. Och ja—och ja!... Hoe meen jij dat?
+
+SERO. ’k Meen dat ’t duizenden en nog eens duizend—’k meen niemendal...
+
+REGENT. De schalk!... Nu had-ie moeite ’t in te slikken, ha-ha-ha! (tot
+Jus, die de trap afgekomen, ’t laatste gehoord heeft)... Die man heeft
+hier (betikt z’n voorhoofd) ’n koemaag, maar geen hersens—die kauwt,
+herkauwt en kauwt zoo ieder uur op onverteerbaar tuig! Ha-ha-ha, ’t is
+zeldzaam, zeldzaam!... Dus geen honger?...
+
+SERO. Nee, nee...
+
+REGENT. Geen trek in jonge kiekens of een malsch aan ’t spit geroosterd
+boutje?
+
+SERO. De koemaag hier verdraagt die zaken niet...
+
+REGENT. Geen kreeftje, rood—óók rood—van woede om de hitte van ’t
+water, met ’n roemer witten wijn?
+
+SERO. Daar heb ’k juist vanmorgen mee ontbeten—en heel m’n buurt tot we
+’r van kikten en ik ’n graat kreeg in m’n keel.
+
+REGENT. Hoor je dat, Jus—ja Hopman lach gerust!—de schalk heeft
+kreeften met ’n graat, ’n graat—en zonder schaal gegeten! Zoo praat dat
+over alles, alles mee. Dat heeft verstand van staat en kerk en God weet
+wat—en ook van kreeft, ha-ha-ha!
+
+SERO. Als ’t dan geen graat was—en geen bastaardkreeftje—was ’t ’n
+schaar—en als ’t geen schaar was, was ’t ’n ander ding om in te
+stikken. In Godsnaam, Excellentie, eet geen kreeft!
+
+REGENT. Ha-ha-ha, zoo’n levenslust! Geen honger dus?
+
+SERO. Spijt me waarachtig, néé.
+
+REGENT. Dat moet dan anders worden, Jus. Dat ’s ongewoon en maakt me
+ongerust. ’n Man die ’t prachtig eten van mijn kok niet lust, geen
+honger heeft—die driemaal weigert—is te zwaar doorvoed—en vroeg of laat
+krijgt-ie vervetting aan z’n hart, z’n lever of z’n tong!
+
+Sero. Ja, ja—m’n tong is welgedaner dan m’n buik!
+
+REGENT. Is dat niet abnormaal? En zijn we niet verplicht zoo’n kanker
+uit te snijden? (met gebaar naar ’n insect dat hij reeds ’n paar maal
+verjaagd heeft). Wat wil dat lastig dier toch bij m’n hoofd?... Heb jij
+geen honger, vriend, dan moet jij op dieet—en schap’lijk lang tot dat
+je maag weer werkt en ook je tong wat minder welgedaan doorslaat,
+ha-ha-ha! ’k Wed dat die kuur je helpt!
+
+SERO. Dus ik blijf hier?
+
+REGENT. Voor onbepaalden tijd.
+
+SERO. Wel, wel—en zonder vonnis? Dat’s ’t nieuwste recht, ’n
+vastenavondgrap, ’n luimige inval van z’n Excellentie...
+
+REGENT. Niet waar? ’n Beetje kortswijl hoort ’r bij!
+
+SERO. Ik vast zoolang die kortswijl duurt.
+
+REGENT. Bezwaarlijk, vriend.
+
+SERO. Wie niet gevonnist is—en niets misdreven heeft—heeft ’t
+poorter-recht van iedren poorter—en móét voor schemer weer op vrije
+voeten gaan! ’k Ben minstens tien keer hier voor dezen heer (met gebaar
+naar Jus) gebracht en tien keer met beleefden groet weer losgelaten...
+
+JUS. (lachend) Dat klopt (mede met gebaar naar insect)—hij was zoo
+glad, zoo leep, zoo listig, Excellentie en zoo glibberig als ’n aal,
+dat we ’m telkens lieten glippen, om de poorterwet in eer te houden....
+
+REGENT. ’n Aal vat men niet aan met schoongewasschen handen... Dat doet
+men met ’n scheutje zand... (beloert het insect op de tafel)... Wacht
+even! Stil! Ha-ha, ’k heb beet! Twee hommels in een klap. Zoo. Even
+drukken. Die spelen niet meer schuilei met m’n neus. O? Wil jij toch
+nog—toch nog vliegen?... Wel ja (trekt ’n vleugel uit) Probeer ’t met
+één vlerk!... Daar snapt-ie niets van: kijkt me zoo beteuterd aan, of
+’k onze Lieve Heer persoonlijk ben, ha-ha-ha! (tot Regina).... Ja, kom
+maar dichter bij... Je mag ’t wel zien!... Die is getemd, ha-ha!, en
+loopt m’n hand rond of-ie kreupel is... Dat komt omdat de andre vleugel
+’m te lastig is... Dan die ’r ook maar af... (’t insect op tafel
+zettend) En kalm aan stappen—niet te wild—want op den inktpot is geen
+klep—en reddingsgordels heb ik niet, ha-ha! Zoo zie je, Jus, hoe je met
+handigheid, ’n kwajen hommel leert marscheeren, ha-ha-ha! (nijdig
+uitvallend tot Regina) Is jouw plaats hier?
+
+REGINA.... (angstig) U zei me zelf..
+
+REGENT. Ik zei jou niets, niets, niets!
+
+HOPMAN. Nee niets! Vlug achteruit! En op de bank gebleven!
+
+REGINA. Wel allemachtig, ’k ben niet gek!
+
+REGENT. (met de hand de tafel beslaand.) Hoor ik jou nog...! Wordt ’t
+hoogste woord door straatgespuis en wijven uit ’t bordeel gesproken!
+(tot Jus). Waar is ’t onwijze jong, ’t schaap, ’t kind?
+
+JUS. Dat moet benee zijn, Excellentie.
+
+REGENT. Hier laten brengen! (Jus gaat naar gaanderij) Nee—wacht nog
+even. Die vrouw, die is te veel! (Hopman wenkt Rakker in gaanderij, die
+Regina heen voert).
+
+JUS. Wil u...
+
+REGENT. Wil u... Wil u... Wil u... Als ik geen haast heb, hol je of ’r
+brand is—en als ’k angstig uitkijk waar je blijft, kruip je met looden
+ballen aan je beenen! Wat lach je nou? Ik maak geen pret, ben niet jouw
+clown! (tot Sero, die weer met den rug naar de tralies zit)... En jij!
+Ha-ha! Als jij niet weergaasch-rap de voorpui van je onbewoonbaar huis
+vertoont, zal ik je blaren laten zitten!
+
+SERO. Ik warm m’n rug in ’t uitgezochte zonnetje...
+
+REGENT (tot Hopman). Haal ’m ’r uit! Kun je ’t alleen?
+
+HOPMAN. Dat stuk karkas regeer ’k met twee vingers, Excellentie! (tot
+Sero, dien hij uit de kooi trekt). Toe, maak wat voort!
+
+SERO. Dank u zeer! Ik wist wel dat Uw Excellentie haar kostbren tijd
+niet lang verspillen zou—en mij vóór ’t ongenoeglijk schemeruur weer op
+’s lands kei zou zetten.
+
+REGENT. (wenkend) Op die bank! Halt! Halt! Heeft men zijn zakken
+onderzocht?
+
+HOPMAN. Ik denk van ja...
+
+REGENT. Jij denkt van ja—jij denkt van nee—wie denkt ’r ooit behalve
+ik? Is één vermoorde koning niet genoeg? Moet ik op alles letten?
+
+SERO. (op den eenen zak wijzend). Hier, Excellentie, zit ’n bom—en daar
+’n handgranaat.... Eén vinger, die den weg niet weet, in deze donkre,
+schrikkelijke grot—en ’n vulkaan, ’n donderslag vernielt mijn
+ribbekast, maar ook ’t Hoofd van Staat!
+
+HOPMAN. De handen op je rug!
+
+SERO. Nee, nee. Dat doe ’k liever zelf. Als u mij kietelt, schiet ik in
+den lach—en als ik lach, loopt ’t bommen-uurwerk af! (den eenen zak
+ledigend). Dat’s een. (overreikt ’n stukkenden zakdoek). M’n
+linnengoed, merk S. van een tot twaalf. Dat ’s twee, met minder
+ezelsooren dan menig hooggeleerd gezelschap!
+
+REGENT. Wat is dat voor ’n godvergeten boek? Lees voor! Lees voor!
+
+HOPMAN. ’n Boek vol dikke potloodhalen.
+
+REGENT. Dat vraag ’k niet! Lees voor! Lees voor! (tot Sero) Geheim
+genootschap, schalk?
+
+HOPMAN. (lezend) „Wij hebben (hier is wat doorgehaald) den, den... (dat
+is onleesbaar!)... den strijd tegen de overheden, tegen de machten,
+tegen de geweldhebbers der wereld”...
+
+REGENT. Staat dat ’r woordelijk?
+
+HOPMAN. Woordelijk!
+
+REGENT. Je legt daar op beslag!
+
+SERO. Dat is ’n eeuw of wat te laat—’t is te zwaar verspreid—In ieder
+huis leit ’t met netter kaft op tafel, te pronk, te pronk—en ook Uw
+Excellentie heeft ’t eens gelezen...
+
+REGENT. (’t Boek dat de Hopman voor hem op tafel legt, op den grond
+werpend) ’t Nieuwe testament, ’t testament! (tot Hopman) Ben jij
+versuft of doe je mee aan drieste grappen, ezel, lomperd!
+
+HOPMAN. U zei: lees voor—ik zag ’t wel...
+
+REGENT. Hij zag ’t wel! Hij zag ’t wel! Als jij wat ziet, is ’t al lang
+gevlogen! (weer zacht en valsch tot Sero) Loop jij met testamenten in
+je zak? Is dat de nieuwste vinding, schalk? En haal jij daar in door
+wat jou niet past? Heb jij patent als prediker? (vinnig) Je andre zak!
+
+SERO. (dien ledig uittrekkend)... Verschijn en maak je reverentie! En
+zonder dubblen bodem, Excellentie. Enkel met rijm! (De Hopman geeft ’m
+’n por).... O! ’k Was juist uitgesproken! (zit op de bank).
+
+REGENT. Hij was zoo goed op dreef. Dat ’s jammer, hopman. ’k Hoor graag
+rakkers met wat overmoed. Vooral als ’r ’n kleine prikkel wacht.... Je
+hebt soms muizen, die nog speelsch en dartel piepen, als poes licht op
+den loer.... Ga zitten, Jus—en sla je wetboek op—maar heel voorzichtig!
+De nieuwe soort die ik gekweekt—de zesvoeter met kromme beenen—kijk,
+kijk: hij springt waarachtig over hindernissen!—die heeft vandaag z’n
+laatsten vrijen dag... ’n Lijkenvlieg, hoe kwam ze hier?... ’k Heb
+meelij met je larven, acrobaat! Jouw nageslacht zal in geen krengen
+bruiloft vieren! Ho! Dezen weg! Die is versperd. Op last der overheid,
+hahaha! (speelt met de vlieg, half over de tafel hangend) Ja, ja,—en nu
+m’n andre kameraad. ’k Zou je bij m’n dressuur vergeten! Jij ben
+gearresteerd, omdat, omdat...
+
+SERO. ...Omdat ’k wat lastig ben...
+
+REGENT. Lastig néé—welnee m’n brave vriend! De wet heeft mazen en je
+kruipt ’r door. Dat is je recht! Je ben niet lastig: listig, lustig. Je
+bazelt af en toe... (tot Jus)... Wat zei-ie gister op de groote markt?
+Hoe was dat weer?
+
+JUS. Hij zei: ’t volk dat wordt belogen en bedrogen door iedereen...
+
+REGENT. Door iedereen? Door iedereen? Uitzondring ken jij niet? Dus ik,
+ik als Regent, belieg, bedrieg?
+
+SERO. Als ik dàt heb gezegd verbeur ik ’t vrij gebruik van deze tong!
+
+REGENT. Bedoelen dee je ’t evenmin?
+
+SERO. Niet dat ik weet.
+
+REGENT. En denken, denken?
+
+SERO. Zelfs niet dróómen, Excellentie—en bij God, de droom is van een
+bandloosheid, wanneer je stevig slaapt en snurkt, om in een ijzer
+dwangbuis op te sluiten!
+
+REGENT. Dus ik ben uitgezonderd?
+
+SERO. ’k Heb niet aan u gedacht—’k zou vloeken bij mijn zwaard en bij
+mijn éér—als ik ’n zijgeweer bezat—en als ze op mijn eer in ’t
+pandjeshuis ’n tiende penning of ’n knijzer schoten!
+
+REGENT. (tot de vlieg) Ho! Ho! Verboden toegang, lijkenschenner!
+(sarrend-zoet tot Sero) Jij ruit niet op?
+
+SERO. Beweert dat iemand? Als ik ’t dee—had die meneer me niet
+gehouden, voor jaar en dag?
+
+REGENT. Jij scharrelt overal—langs veld en wegen—op markt en plein—in
+dorp en kroeg—Wat doe jij daar?
+
+SERO. Verhalen en vertellen.
+
+REGENT. Vertellen? Wat?
+
+SERO. Van alles, maar geen leugens. M’n vader, die door Zijn
+Majesteit—Zijn Majesteit is dood—hij rust in vrede!—gehangen werd,
+omdat-ie (vader—niet Zijn Majesteit!) anders bleef denken dan zijn
+tijdgenooten—en dat hardop, hardop (was-ie maar stom geboren!)—m’n
+vader leerde me al vroeg, al van m’n eerste jaren...
+
+REGENT. Nu? Durf je niet? Wat leerde-ie?
+
+SERO. Ben ’t vergeten... ’t Een’ge wat ik me herinner, als ’k de spons
+hierbinnen wring—de koemaag, Excellentie!—is dat een fopspeen meerder
+lucht dan moedermelk bevat—en dat—en dat—laat ’s zien—en dat als je
+géén leugens zegt—de waarheid ongemerkt en ongevraagd en als ’n dief
+zoo handig in je eigen schaduw loopt...
+
+REGENT. Zoo’n roover, zoo’n bandiet! Verspreekt zich nooit! Loert als
+’n schildwacht op ’t onraad van z’n woorden! Heel goed! Heel goed!...
+Wat was ’t vanmorgen, Jus, toen ze ’m grepen?
+
+JUS. Van morgen was ’t zoo’n herrie en zoo’n volte op de markt, dat ’r
+met blank geklopt moest worden. Hij las ’n stuk van ’t nieuwe
+testament, maar las ’t zoo, zoo uit mekaar getrokken en zoo sluwtjes
+weer gekoppeld, zoo vol bedoeling en hiaten—als iets niet paste—dat ’t
+geen tekst was, maar een oproerspreek...
+
+REGENT. Aha!
+
+JUS. ’k Heb zelf gehoord hoe-ie de poorters hitste... Een dienstknecht
+is niet meerder dan zijn heer, dat staat geschreven—hij roept ’t zoo en
+met zoo’n haat—en op zoo’n fellen toon, of ’r geschreven stond: ze zijn
+gelijk!
+
+REGENT. Jawel! Jawel!
+
+JUS. Hij is ’n dagelijksch gevaar—en lacht geslepen om elk verbod, om
+iedre wetsbepaling, iedre ordonnantie—en toch—en toch—toch is ’t nog
+niet gelukt...
+
+REGENT. De deksel op de doos te vouwen. (tot de vlieg) Ho, deze zij!...
+Dus, dus: hardop beweer jij niets?
+
+SERO. Niets dat niet elkeen mag! Hardop is lokvink voor de galg—en ’k
+heb zoo teeder vel—(op z’n nek wijzend) hier in ’t bijzonder—vel dat al
+springt als ’t de zeepkwast ruikt, dat ’k liever met ’n baard van weken
+ga, dan met ’n gladde kin.
+
+REGENT. Dan met ’n gladde kin—jij gladde vogel!
+
+SERO. Mag ik m’n schoenen nu?... Of wil Uw Excellentie dat ’t volk, de
+poorters, keerlen en de wijven me missen—en aan ’t vloeken slaan?
+
+REGENT. Hij is vrij—dat spreekt vanzelf, voor wat-ie gister en vandaag
+en vroeger nog niet zéi, maar dàcht, of ook niet dacht, maar droomde—de
+sluwe vos.... Nee, laat je schoentjes nog wat rusten! (wenkt gebiedend
+den Hopman) Die vrouw! Die vrouw! (Hopman wenkt Rakker) Al wou je, hier
+op ’t slotplein, in gelijkenissen spreken—zoo dat de minderjaarge
+koning als z’n vader neergeschoten werd—ik heb de poorterwet bezworen,
+ik breek geen eed, ik doe alleen m’n plicht, als ’t moet, als ’t kan,
+als ’t openbaar belang ’t dwingt en eischt (tot de vlieg, terwijl
+Regina door Rakker weer binnen geleid wordt en op bank neerzit) Je
+eigen schuld! Heb ik je niet gewaarschuwd, smakker? (Jus buigt zich ook
+over den inktkoker) Wat doe je, als je ’t zwemmen niet verstaat, te
+duiken in den put?... Die sterft een zwàrten dood, ha-ha!... (tot Sero)
+Jij wordt beschuldigd... (zich onderbrekend, nijdig) Ken jij die vrouw?
+(Sero knikt) Niet knikken! Antwoord geven!
+
+SERO. Ik ken ’r—ja.
+
+REGENT. (tot Regina) En jij? Heb jij ’n dochter van dat schepsel
+daar?...
+
+REGINA. We waren...
+
+REGENT. (met de handen op ’t koord, snerpend) Ik vraag niet wat jij
+was—’k vraag of je ’n dochter heb?
+
+REGINA. Die hebben we... Een is gestorven...
+
+SERO. ...Goddank!...
+
+REGINA. ...Een leeft.
+
+REGENT. ...Dat is jóúw dochter dus? (tot Sero) En ook de jóúwe? Verkies
+je niet te spreken?... Blijf je zwijgen?...
+
+SERO. Och, als ik zwijg, zal iedre steen ’t roepen! Ze is m’n vrouw...
+
+REGENT. En met jouw weten is die vrouw ’n lichtekooi—en laat je ’r
+hoereeren!...
+
+REGINA. ...Ik ben...
+
+REGENT. ...Je ben hier om je mond te houen en te blijven zitten, als ik
+met andren praat!... Jij!... Wist je dat? Déélde je soms de
+honingkoeken en pataten, die zij je huis indroeg—deelde je bed en beurs
+en lippen—lief en leed, ha-ha! Had jij de kas, de tucht, bij dat
+òntuchtig doen? Ging je door d’achterdeur, als vóór de klink gelicht
+werd door ’n klant? Hoorde je niets en zag je minder nog? En had je zoo
+bij winterdag twee warme voeten en ’n heet-gekruide maag?
+
+SERO. (spottend) Misschien.
+
+REGENT. Misschien! Misschien! Waar heb jij van geleefd in al die jaren?
+
+SERO. Van manna en van lucht—èn—hoop doet leven!
+
+REGENT. Noteer je, Jus—ontkennen doet-ie niet...
+
+SERO. Oho—is dat de klem?... Is dat de val, en dat ’t spek? En denk je
+dat ’n ouwe rat met haast geen tand meer in z’n bek, onnoozelweg z’n
+grijzen staart daaraan verbeuren zal?... Ik heb die vrouw—mijn vrouw—in
+volle vijftien jaar niet meer gezien—zie ’r vandaag voor ’t eerst
+en—weer voor ’t laatst.
+
+REGENT. En ’t kind?...
+
+SERO. Laat dat ’r buiten!
+
+REGENT. Hoe oud is ze? (Sero haalt de schouders op) O, ben je dat
+vergeten?
+
+SERO. (dof) ’k Zeg nòg eens: laat ’t kind ’r buiten...
+
+REGENT. Nee, nee—’t gaat juist om ’t kind!
+
+SERO. (opstuivend) Ik zeg...
+
+HOPMAN. ...Zitten blijven!
+
+REGENT. ...Of in z’n kooi!... Ei, ei—hij lacht niet meer! De snaak
+trekt nieuwer soort grimassen! Ik vroeg: hoe oud?... Da’s zeldzaam!...
+Zeldzaam, hoe ’n tong, straks vlijm geslepen, nu bot naar antwoord
+zoekt! (tot Regina, haar in de wang knijpend) Is jouw geheugen,
+zwartoog, knappe deern—jij ben de zonde waard, waarachtig, op m’n
+woord!—ook zoo wormstekig... Is ’t wonder Jus, dat ze dat mensch ’ns af
+en toe verschalkte?... Hoe oud of wel hoe jong?
+
+REGINA. ...Zeventien!
+
+REGENT. Zeventien?... Dan was jij zelf niet ouwer toen je trouwde?...
+
+REGINA. (driest) Jonger nog!
+
+REGENT. (haar kin streelend) Ha-ha, had ik jou toen gekend! ’n Jonge
+duif, ’n jonge doffer, wat? De malste kippen zijn de kiekens, versch
+van ’t nest! De grootste gaping in de poorterwet—ja, lach maar, Jus—is
+dat ’t recht van d’allereersten nacht, ’t jus prima noctis, is
+vergeten... (tot Regina) Je hoeft niet bleu en ook niet bang te zijn...
+Voor àlle vrouwtjes, met of zonder man, of met dozijnen, ha-ha-ha!—buig
+ik mijn krolschen rug! Ja, ja... Maar nu de zaken!... Je dochter heeft
+je dikwijls opgezocht in deze maanden, niet?
+
+REGINA. Dikwijls niet—soms eens, soms tweemaal in de week.
+
+REGENT. Niet meer?
+
+REGINA. Nee, Excellentie.
+
+REGENT. Jìj gaat vrij uit—en zonder straf—’t is niet om jóú te
+doen—biecht op!
+
+REGINA. Ik heb ’r eerst ontmoet op straat—toen is ze vier, nee:
+vijfmaal op bezoek geweest....
+
+REGENT.... ’s Avonds?.... ’s Nachts?....
+
+REGINA... ’s Morgens. Dacht u dat ik—als moeder..?
+
+REGENT. Ik denk.... ik denk.... Dat raakt je niet! (plots weer fel)...
+Zoo, zoo, ha-ha!... ’t klopt als ’n bus met wat ze ons berichtten! (tot
+Sero). Jij, burger Sero, wist dat niet? Jij wist niet dat je kind, je
+minderjaarge dochter, op bezoek ging bij ’n slet, ’n alle-kerels-lief?
+(tot Regina die zich verdedigen wil)—Wat ben jij anders? Hou je
+mond!—Jóú was dat niet bekend?
+
+SERO. Ik wist van d’ eersten keer—toen ze mekaar op straat.... ’t Andre
+heeft m’n kind verzwegen..
+
+REGENT. Ja, ja.... Dàt antwoord wachtte ’k! Maar toen dien eersten
+keer—heb jij je dochter niet gezegd wat of ’r moeder was en is?
+
+SERO. Nee.
+
+REGENT. Nee? Nee?
+
+SERO. Nee!
+
+REGENT. Waarom niet, ridder met de waarheid—in je schaduw?
+
+SERO. Waarom? Omdat—omdat ’k niet wou.
+
+REGENT. Heb je dat, Jus?.... M’n hulde!.... Dat wou niet dat z’n
+dochter eerbaar bleef!
+
+SERO. (met dreigenden glimlach) Pas op!.... (zich inhoudend). Ho, ho—ik
+ging te ver....
+
+REGENT. Ja, ’t gaat te ver! Bij God, ’t gaat te ver! ’n Vader die z’n
+kind niet tegenhoudt op ’t ergste pad—’n minderjarig kind nog wel—zoo’n
+liederlijke vader.... De wet!.... Sla op de wet!
+
+JUS (glimlachend). Had ’t al aangestreept—hier staat (.... Artikel 82
+Bis).... „De ouders die....”
+
+REGENT. .... ’k Vraag niet van óuders—’k vraag van váders, die....
+
+JUS. Dat’s 83 D, gewijzigd bij de wet van....
+
+REGENT. ’k Vraag naar geen nummers van je wettenkraam.... Lees op!
+
+JUS. „Hij die die ’t vaderlijk gezag misbruikt, mitsgaders bij zijn
+kind of kindren ontucht kweekt...”
+
+REGENT. Juist! Juist!
+
+JUS.... „Wordt staande het delikt uit eerstgenoemd gezag ontzet en met
+verlies van alle poorterrecht tot spinhuisstraf van hoogstens zeven
+jaar gericht.” Artikel 83 E....
+
+REGENT. ’t Is al genoeg! Ik dank je wel! (dicht op Sero) Glimlach je
+nog schavuit?
+
+SERO. Niet zoo dicht bij m’n handen, Excellentie! (lachend, om z’n
+verwoedheid te bedwingen) ’t Is meer gebeurd, dat ’r ’n vuige moord
+geschiedde, ha-ha-ha!—dader onbekend, ha-ha!.... (tot den Hopman, die
+zich tusschen hem en den Regent plaatst, de hand aan het gevest) Ik zou
+dat scheermes liever laten in z’n—in z’n schulp. Ik kruip al met ’n
+vlotte buiging in de mijne! (zet zich weer op de bank).
+
+REGENT (die achteruit-geweken is). Dat’s over ’t toppunt heen! Zag jij
+’t Jus?.... Heb jij ’t opgelet? Dat dreigt!.... Dat heeft gedreigd!....
+Dat heeft den moed gehad z’n vuisten op te heffen en me met oogen aan
+te zien, of ik—hè-hè-hè!, hè-hè-hè!—of ik z’n maat, z’n rotgezel, z’n
+chère confrère, hè-hè-hè! (tot den Hopman) ’t Kind! Hier met de eedle
+erfgenaam van ’t schoone paar!... Dat heeft gedreigd, gedreigd!....
+
+HOPMAN (Regina bedoelend). En die....
+
+REGENT (nijdig). Dat kind, dat kind, de dochter van dien koppelaar!
+
+SERO. Een oogenblik! Is mijn kind hiér?
+
+REGENT. Ja, ja! Wij willen ’t zelve ondervragen, zelf getuigen laten.
+En dan....
+
+JUS..... Artikel 85, alinea vier: Wanneer zoowel de vader als de moeder
+ontucht plegen, wijst het Hoofd van Staat dengene aan, die in de plaats
+der ouders...
+
+REGENT. .... In te grijpen weet! Juist! Juist! (wenkt den Hopman).
+
+SERO. (glimlachend) Dus wordt mijn naam aan ’t ziek bedrijf dier vrouw
+gekoppeld! (met aandrang) Een oogenblik! Ik vraag, verzoek—en als ’t
+moet, dan sméék ’k—kan ’k meer?—om ’t kind niet te „verhooren”—niet in
+’t bijzijn van ons twee.... niet onverwacht. Laat me alléén twee
+woorden met ’r praten!
+
+REGENT. Is-ie niet stom en doof en blind en dronken! (tot den Hopman)
+Moet ik jou zesmaal orders geven! (Hopman wenkt Soldenier in gaanderij,
+die bij de poort plaats neemt. Hij zelf gaat over de trap in ’t
+paleis).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+De Regent, Sero, Regina, Jus.
+
+
+SERO. Dat mag dus niet?
+
+REGENT. De schalk! Heb jij geen schoffels jaren tijd gehad, om met je
+nageslacht te práten? Jij wist, pioef—en heb ’r niet belet die vrouw
+(Regina is op de kruk bij ’t boogvenster gaan zitten) en ’r
+kornuiten—en wat ’r meer in ’t donker van die kasten en die krotten
+hokt en krielt—te zien en op te zoeken!...
+
+REGINA. ...Ik heb...
+
+REGENT. Zet jij je tanden op mekaar en hou je tong ’r tusschen als ik
+spreek!...
+
+SERO. De eerste keer...
+
+REGENT. Als jij dìen eersten keer rechtschapen poorter en ’n vader als
+’t daar beschreven (gebaar naar testament op den grond) staat,
+geweest—en je dat eigen kind—of was ’t van ’n ander soms,
+hèhè!—gewaarschuwd en geranseld had, dan dwòng je mij niet—tot m’n
+spijt (tot onze spijt, wat Jus?) om namens ieder poorter met ’n
+vaderhart—verbolgen, diepverbolgen, door te tasten. Zachte meesters
+kweeken...
+
+SERO. (glimlachend) Rotte wonden... ’t Is niet kwaad bedacht!... (Een
+stilte. Hij staat op, kijkt de gaanderij in, zet zich opnieuw, begint
+met moeite) Ik heb mijn dochter niets gezegd, dien eenen keer, omdat,
+omdat...
+
+REGENT. ...Omdat! Vermaaklijk hoe-ie zit te henglen naar ’n leugen,
+dood of levend!
+
+SERO. ...Omdat ze nog zoo’n kleine droomster is...
+
+REGENT. Wel! Wel!
+
+SERO. ’r In ’r jonge meisjesdroomen met dàt harde, dàt haast niet uit
+te spreken van hààr doen en laten, op te schrikken—ik heb ’t niet
+gekund...
+
+REGENT. Wel! Wel!
+
+SERO. Ik heb—ik heb ’r laten—slapen.
+
+REGENT. Ha-ha, ’n winterslaap van meer dan zestien jaar!
+
+SERO. ’n Lenteslaap.
+
+REGENT. Hoor je dat sprookje, Jus? De moeder hóér—de vader vijand van
+den staat—en ’t kind (schel lachend) hè-hè-hè!, ’t kind—’n schoone
+slaapster in ’t bosch!
+
+SERO. Dat’s ieder kind.
+
+JUS. Dan wordt ’t tijd, Uw Excellentie, dat ’n prins verschijnt,
+ha-ha-ha!
+
+REGENT. Ja, ja, ’n prinselijke porder met ’n bezemsteel!
+
+SERO. Ze sprak, mijn kind—’k herhaal dien één’gen keer!—met zulk ’n
+vreugde van ’r móéder, dat ik ’r droom niet met mijn ruwe knuisten
+breken kon...
+
+JUS. Als jij destijds—destijds—voor zooveel jaar gescheiden was, dan
+wàs die vrouw geen moeder meer!
+
+REGENT. Maar Jus—dat wist-ie niet, dat was ’m onbekend! Dat heeft-ie
+nooit gehoord! Nietwaar? Nietwaar?
+
+SERO. Al was ik duizendmaal gescheiden: ’n moeder is, ’n moeder
+blijft—blijft—blijft. Dat ’s nóóit meer ongedaan te maken.
+
+REGENT. Niet ongedaan, jij goochelaar met woorden! Ook niet door
+overspel? Je Testament! Je boek met potloodstrepen!
+
+SERO. Ook niet door overspel! Wat ook gebeurt: de vrouw die ’t kind
+geboren heeft, blijft moeder—blijft dè moeder. Draagt niet elkeen ’t
+merk, ’t moederteeken, waar de navelstreng doorsneden werd?
+
+REGENT. Ha-ha-ha! Dat heeft verstand van alles—van staat, van kerk, van
+kreeft, van navelstreng! En laat z’n schoone slaapster met ’r droomen
+en ’r moederteeken naar snollen, sletten en d’r mansvolk loopen! (tot
+Regina) Dat was ’n kluifje voor jouw mond—hé, jij daar! Slaap je? Gaf
+de nacht te weinig rust, ha-ha!—dat was ’n voorjaars-snoepje, wat?—om
+bij ’n deern van zeventien je móéderplichten waar te nemen! Als ik niet
+ingegrepen had—door jou en hem en ’t delikate kroost (drie tegelijk)
+van straat en bed te lichten—was dan vandaag of morgen ’t loon voor
+d’eersten nacht gestreken—of is de goudvink al geknipt?
+
+REGINA. (woest opstuivend) Dat lieg je, lieg je! ’k Ben zóó’n loeder
+niet, om bij d’onschuldige oogen van m’n eigen kind...
+
+REGENT. Vergeet jij, lichtekooi, dat ik de hoogste magistraat!
+
+REGINA. (heftig) ’k Lap alle magistraten an m’n zool! Ik heb lang
+genoeg m’n lippen stuk gebeten! ’t Zit me tot hier, tot hier! Mot ik
+nog pootjes geven als ’k wor gepest!...
+
+JUS. Als jij je toon niet matigt...
+
+REGINA. Wat dan? Wat dan! Doe jij maar wat je wil! Ik ben geen wáárdin
+voor me eigen dochter! Bij me in ’t huis heeft ze geen stap gehad, geen
+stap! ’k Heb op m’n stoep gestaan, bang voor ’t zonlicht en de
+menschen—en op m’n stoep heb ik met haar gepraat. ’k Weet wat ik
+ben—plezier voor kerels in den nacht en goed voor alle vuil zóo als ’t
+daglicht schijnt! ’k Weet wie ik ben! Maar zoo gevallen, om ’n kind,
+dat ik gezoogd, aan dat bestaan, dat rot bestaan, te geven—’r na te
+laten kijken als ’n schurftig dier—’r voor ’r jonge leven te verdoemen,
+te vervloeken—’r ook te laten grienen uur aan uur—zoo’n smerig beest
+ben ik nog niet, wor ’k nooit, nee nooit!
+
+REGENT. Ze is vijfmaal op bezoek—bezoek geweest, zei je daar straks...
+
+REGINA. Dat heb ’k niet gezegd!
+
+JUS. Je liegt—jij liegt—ik heb ’t opgeschreven!
+
+REGINA (snikkend). Ik zweer bij Jezus aan ’t kruis...
+
+REGENT. Haha, dat zweert—dat durft te zweren!
+
+REGINA. Ze heeft geen voetstap op m’n stoep gehad!
+
+REGENT (kwaadaardig)... Voetstap of niet—over je stoep of niet—of ’t
+dag of avond was of niet—gaat ons, de Overheid niet aan! Ze is
+vijfmaal—vijfmaal...
+
+JUS. Vijfmaal!
+
+REGENT. Op bezoek bij jou geweest! Dat ’s duizendmaal te veel!
+
+JUS. Artikel 85, vier...
+
+REGINA (heftig). God mag me straffen met de ergste straf...
+
+REGENT. (driftig dreigend). Dáár zitten en je driesten mond gehouen,
+slet! En als jij weer, jij leugenaarster en jij lichtekooi... (zich
+onderbrekend bij ’t over de trap binnenkomen van den Hopman door
+Droomelot voorgegaan). Is dat—is dát ’t kind?
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Hopman, De Regent, Sero, Regina, Jus.
+
+
+HOPMAN. Ja, Excellentie! ’t Heeft wat lang geduurd, omdat ik eerst wat
+smakkers, schreeuwers en slampampers—vriendjes van hém!—van ’t plein
+heb làten smijten... Ze wouen weten waarom hij...
+
+REGENT (hem met de hand wenkend te zwijgen). Ja, ja! (tot Droomelot).
+Ben jij....? Wat dichterbij. (stilte). Nog dichter! (stilte). Ben
+je—bang? (stilte). Nu, schiet ’r geen enkel woordje over? Hoe is je
+naam? (nijdig) Mij aankijken! Niet die mènschen! Je voornaam!
+
+DROOMELOT. Droomelot!
+
+REGENT. Droomelot! Droomelot! Hè-hè-hè! Is dat de nieuwste
+christennaam? Wie heeft jou zoo gedoopt? In welke kerk?
+
+DROOMELOT. In welke kerk? (haalt Sero aankijkend de schouders op) Dat
+weet ik niet.
+
+REGENT. Nooit in ’n kerk geweest?
+
+DROOMELOT (na Sero aangekeken te hebben, angstig). Eens.
+
+REGENT. Wel, wel! Al ééns! Tijdens ’n dienst?
+
+DROOMELOT. ’n Dienst?... ’n Dienst?.... Dat weet ’k niet. Ik was ’r
+heel alleen.
+
+REGENT. Eens in ’n kerk! Eens in ’n kerk! Is ’t wonder, Jus, dat ze
+verdwalen moest! Dus—bidden heb je nooit gedaan? (zij haalt de
+schouders op). En dan dien éénen keer? Wat was dat toen?
+
+DROOMELOT. De deuren stonden aan—’k heb enkel rondgekeken.
+
+REGENT. Ha-ha-! Was ’t ’n synagoog, ’n kathedraal, ’n protestantenkerk?
+(zij haalt de schouders op). Zoo, zoo! (een stilte) Ken je dien man?
+
+DROOMELOT. Dat is—m’n vader.
+
+REGENT. Ken je die vrouw?
+
+DROOMELOT. Dat is—m’n moeder.
+
+REGENT. Hoe weet je—dat die vrouw je moeder is?
+
+DROOMELOT. Dat heeft m’n vader me gezegd.
+
+REGENT. Ha, zoo!—Wanneer?
+
+DROOMELOT. Altijd.
+
+REGENT. Mij aankijken! Niet die menschen! En ook niet liegen,
+droome-Droomelot! Altijd—dat is onmogelijk! Want voor ’n maand had jij
+je moeder niet gezien!
+
+DROOMELOT. Dat had ’k wel en iedren dag—al was ’t niet dichtbij.
+
+REGENT. En iedre dag—hoe dan?
+
+DROOMELOT. (haar medaljon bedoelend) Ik heb ’r hier gedragen.
+
+REGENT. Laat zien! Laat zien! (zij treedt dicht op hem toe, opent het
+medaljon, zonder den ketting los te maken. Hij neemt het in de handen)
+Ja, ja—dat kàn ze zijn—’t kan... (betast haar blooten boezem) Maar als
+je hier ’n kruisje droeg—in plaats van dat—dan zou—dan zou—wat?—wat?...
+
+DROOMELOT (angstig-beschaamd achteruit wijkend, de handen in
+bescherming voor de borsten) Vader!
+
+SERO. (door Hopman weerhouden) Verdoemde ploert!
+
+HOPMAN. Terug!
+
+REGINA. Als jij ’r nog eens aanraakt, jij...
+
+REGENT. Weg met dat wijf, weg met dien kerel! Weg! (De Hopman wenkt in
+gaanderij. De twee rakkers schieten toe, terwijl de Soldenier Regina
+terugduwt) Verzetten zich, omdat ik raad ’n kruis te dragen! Blijven in
+opstand voor den hoogsten magistraat! Bedriegen, konklen, drijven saam
+’t span van ontucht! (nijdig tot Droomelot) Hier! Dichterbij! En geen
+onnoozle streken! Was jij—bij haar in dat bordeel?
+
+DROOMELOT. In wat?
+
+REGENT. In dat bordeel?
+
+DROOMELOT. Bordeel? (aarzelend-onwetend) Nee.
+
+REGENT. Hoe dikwijls heb je ’r bezocht—die vrouw?
+
+DROOMELOT. M’n moeder?
+
+REGENT. (kwaadaardig) Die vrouw, je moer—gaat mij dat aan! ’k Praat
+toch geen Spaansch! Hoe dikwijls was je bij ’r? (zij staat in angstige
+aarzeling bevreesd voor Sero’s glimlachend kijken)... Nu dan!
+
+DROOMELOT. (benepen, zonder iemand aan te zien) Dat was, geloof ’k
+ééns... (ziet vluchtig naar Sero).
+
+REGENT. (woest) Eens! Eens in de kerk—eens in ’t bordeel—’t blijft
+altijd eens! ’t Heele nest dat is bevuild! Hij heeft de waarheid in z’n
+schaduw—zij liegt—en zij, zij slaapt, maar liegt ’t hardst van
+allemaal! (tot Jus) Zijn klaar de stukken, Jus?
+
+JUS. (een ganzeveer overreikend) Ja, Excellentie. Als u ze teekenen
+wil?
+
+REGENT (indoopend). Goed zoo. De schalk, die tienmaal door de mazen
+glee, die tienmaal jou te glad was, Jus, de schalk die overal op plein
+en markt „verhaalt”—ja, ja!—„vertelt”—ja, ja!—en zulk een teeder nekvel
+heeft—gaat op dieet!... Ho, ho!... Dat is een vonnis met ’n monsterpen,
+hahaha!... ’t Lijkje van m’n lijkenvlieg! Net door ’r taster en ’r kop
+geregen! Adieu mijn vriend: de laatste eer, hahaha! (tipt met den
+middelvinger tegen den penhouder en wrijft met den voet over het doode
+insect) Rust zacht en met ’n R. I. P.! (teekent de stukken)... Zoo gaat
+’t beter, zonder inktgemors... Die vrouw is vrij!
+
+REGINA. Goddank!
+
+REGENT (tot Droomelot). En jij—heb jij ’n keus—bij hem, bij haar?
+
+DROOMELOT. Blijft vader hier?
+
+REGENT. Ja, ja,—en kosteloos!
+
+DROOMELOT. Dan blijf ik bij mijn vader.
+
+SERO. Dat kan niet, Droomelot!
+
+REGENT. O, ’t kan! ’t Hoofd van Staat—de Staat—heeft ruìmte voor z’n
+kinderen!
+
+REGINA. Mag ik ’r niet...
+
+REGENT. Hahaha! Of zij! Of zij!... Hahaha! Wat jij ’r leeren kan—dat is
+mij toevertrouwd! En hoe! Hahaha! (tot Hopman) Hier is ’t bevel! Je
+plicht! Vooruit! Hahaha! Of zij! Of zij!... (af over trap met Jus).
+
+HOPMAN. (tot de rakkers) Wat slapen jullie nou! Weet je geen raad! (zij
+brengen Sero naar het hok, sluiten de traliedeur. Dan wenkt hij ze
+Regina heen te voeren).
+
+REGINA. Mag ik ’t kind...
+
+HOPMAN. (grof) Nee, nee!
+
+REGINA. Ik wou ’r enkel...
+
+HOPMAN. (haar zelf bij een arm grijpend) Nee zeg ik, nee! (duwt haar
+met de rakkers door de gaanderij-opening).
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Sero, Droomelot.
+
+
+DROOMELOT (staart als in bewusteloosheid rond, ziet Sero achter de
+tralies). Vader....
+
+SERO. Kom hier, m’n kind.... Je heb daar straks gelogen! (zij stort op
+het traliewerk toe, kust knielend z’n hand). Waarom?.... Waarom?....
+Dacht jij dat ik op haar afgunstig ben?.... Sta op!... Geknield wordt
+hiér genoeg! En geef m’n schoentjes en ’t testament.... (zij raapt het
+Testament op. De soldenier begint op en neer te loopen).
+
+ —DOEK.—
+
+
+
+
+
+
+
+
+TWEEDE BEDRIJF.
+
+
+(Het tooneel verbeeldt twee kerkers door cementen muur gescheiden. In
+beider achterwand een deur met kijkgat. De rechter heeft een
+langwerpig, betralied venster over eerste en tweede plan, geheel in de
+hoogte. Een opvouwbaar bed daaronder. Op voorgrond tafel en stoel. De
+linker-kerker wordt door een onbetralied tuimelraam boven de deur
+belicht. Een koepelvormige deurlooze opening, in eerste plan, geeft
+daar tot slaapstee toegang. Tegen cement-muur, die aan beide zijden bij
+voorgrond sporen van een vervallen schouw heeft, staat de tafel met
+stoel. Op de tafels telkens een lampje. Bij de deuren rekjes met kommen
+en bijbel. Vroegmorgen).
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Sero. Wachter.
+
+
+WACHTER. (ontsluit deur van rechter-kerker, waar Sero bij de kleine
+olielamp zit te schrijven. Bij ’t gerinkel der sleutels verbergt de
+laatste snel eenige papieren. De wachter controleert of het bed goed
+ingeslagen is, staat in nadenken, werpt dan verwoed z’n sleutelbos
+tegen den grond) Pardieu! Pardieu!
+
+SERO. Ontstemt u iets, mijn dienaar en mijn vriend?
+
+WACHTER. ’k Zou kunnen springen uit m’n vel, pardieu!
+
+SERO. Ha-ha-ha, dat is een sprong, die zelfs geen paling uit den nood
+helpt, kameraad!
+
+WACHTER. Jij ziet me hier voor ’t laatst—ik ben gesjeesd—ben aan den
+dijk gezet....
+
+SERO. ’k Wou dat ik mèt jou op dien dijk mocht gaan!
+
+WACHTER. Is ’t geen schooiersstreek me zoo op staanden voet, omdat ik
+diefstal rapporteer, ’t groote gat te wijzen? Is ’t niet ongehoord me
+uit m’n brood te trappen, om ’n onvertogen woord?... De heele
+maatschappij is rot!....
+
+SERO. (spottend) Juist, Juist! Jij slaat den spijker op zijn harden
+kop! Ga zitten, maat. Jij wordt ’t zitten waard! (ordent de papieren,
+presenteert stoel, wipt zelf op tafel.)
+
+WACHTER. Ik rapporteer—begrijp nou goed, pardieu!—dat van ’t leer,
+waarvan ze schoenen snijden...
+
+SERO. Voor de rakkers...
+
+WACHTER. Gestolen wordt...
+
+SERO. Dat ’s dom!
+
+WACHTER. Wat?... ’t Stelen?
+
+SERO. Nee—’t rapporteeren!
+
+WACHTER. Waarom? Waarom, pardieu!
+
+SERO. Omdat—wel, bij mijn idealen en jóúw baard!—hiér iedre dief een
+diefjesmaat moet hebben. En dan: ad één, den Staat bestelen is geen
+schelmerij. Jij had geen oogje, maar twee oogen moeten knijpen—als een
+kat in ’t licht! Men rapporteert niet als de boeken kloppen. Wat aan
+den officiëelen maatstok kleeft—dat telt niet mee. En àls ’t telt, dan
+telt ’t tikken op de vingers, van wie te lange neuzen heeft. Jouw neus
+was hier te lang—en ook je tong. Begrepen, ha-ha-ha?
+
+WACHTER. Begrepen, nee, pardieu! Hoe kan ’k begrijpen, als jij ’t zelf
+niet snapt? (legt zijn uitgegane sigaar op tafel neer) Ik rapporteer
+dat van ’t leer en dat vannacht álweer...
+
+SERO. ... Gestolen is.
+
+WACHTER... Gestolen is! Toen zeit de kommandant: jij kletst—gestolen
+wordt hier niet...
+
+SERO. (die de sigaar genomen heeft en haar aan de lamp op poogt te
+steken) Dat dacht ik wel!
+
+WACHTER. Ik zeg: ’t is niet alleen van ’t leer maar ook van ’t spek en
+van ’t meel en van....
+
+SERO. .... En van de rest, ja, ja! Heb jij een lucifer?
+
+WACHTER. (verstrooid, hevig in z’n klacht geïnteresseerd doorpratend)
+Toen wordt hij valsch en vuil en schelt me uit voor sufkop, halve gare,
+idioot... (strijkt lucifer af) en zeit: as jij wat minder zoop, dan zou
+jij niet zoo dubbel zien. Ik zeg: ik zie niet dubbel, ’k zie te weinig!
+Had ik geen gelijk? ’k Geef ’m den wind van vore en van achter—en sta
+op straat! Je eten wordt al door ’n ander straks gebracht, pardieu!
+
+SERO. (dampend) Je neus—je tong—net als ik zei!
+
+WACHTER. Wat zou jij doen in mijn geval?
+
+SERO. Met heel bekwamen spoed mijn boeltje pakken! (de lamp uitblazend)
+’t Wordt ’n zomerdag vandaag, om in ’t bosch te loopen fluiten (begint
+op en neer te stappen)—om bij de kreek te liggen in ’t gras—om met ’n
+open mond te droomen, wachtend op manna, zonder gist, ha-ha-ha! Ja, ’t
+gist nog in mijn oud karkas, als ’t in ’t Oosten daagt met zwarte
+strepen van de tralies!... Wees blij, m’n vriend, dat jij de plaat hier
+poetst—en verder gaan mag dan dat drie en vier, dat ik met taai geduld
+van ’s morgens tot den laten nacht doorstap! Jij ben de een’ge wel, die
+zich verzet, als van de kooi ’t deurtje openwipt! Ik zit ’n week al,
+week van zeven dagen, zeven nachten, honderd vijf en zestig uren
+welgeteld... Als mij de kommandant op staanden, staanden voet de andre
+zij van dezen muur, waarop de schimmel hare schoven stouwt, laat zien,
+dan weet mijn rechter wat mijn linker doet—en als ’k nog omkijk mag ik
+vrij van rechten en accijns een zoutzuil worden, als ’t brave wijf van
+Lot!... (raapt den sleutelbos op) Je loopers, vriend! Bij alle Heiligen
+der Heil’ge Kerk, bij alle Sinten en Apostels, die Boven hebben vrij
+logies, vrij stoken en vrij licht, jij brengt me gloeiend in
+verzoeking!
+
+WACHTER. Pardieu, ’t is mak’lijk spotten met ’n anders ongeluk! Ik heb
+’n vrouw...
+
+SERO. Dat ongeluk heeft meer dan een, die tot geluk geschapen werd...
+
+WACHTER.... Ik heb ’n vrouw die als ’n helleveeg regeert en om ’n
+vlooiebeet ’n hallef jaar van streek is! Als ik, pardieu!, daar thuis
+kom zonder uniform, als ’k hier niet blijven mag, krabt ze mijn goed
+stel oogen uit! Pardieu, hij’s nog niet van me af! ’k Ga requestreeren,
+requestreeren dag aan dag!...
+
+SERO. De snippermand van staat, mijn opgewonden vriend, kent ’t geluid
+van stuk-gescheurde paperassen!
+
+WACHTER. Wat dan? Geef dan ’n raad! Jij zit toch hier, omdat jij preekt
+voor recht en billijkheid! Jij komt toch op voor ieder die verdrukt...
+
+SERO. Nee, nee, nou laster je, mijn vriend!... ’k Eet jullie rats en
+gort, omdat ’k ontuchtig ben!
+
+WACHTER. Als jij mij helpt dan help ik jou!
+
+SERO. Dan help jij mij? Met wat? Met ladders, vijlen en ’n kreuplen
+knol, om in ’n ander land weer opgepikt te worden? Ik ken dat
+hazardspel. En dan—als ’t kon—als ik op vrije voeten... (vrije voeten
+wat ’n hoon, waar in geen stad, geen dorp, ’n mensch vrij-uit bewegen,
+spreken, dènkend-spreken mag!)... als ik ’t zonlicht zonder tralies
+zie—laat ’k dan m’n kind niet in dit wanhoopshuis! Was ’t niet mijn
+troost dat jij me zei, dat ’t zelfde dak ons tegen wind en regen
+schut?... Nee, nee, ik dank je wel—en jij, wil jij hier blijven met
+geweld...
+
+WACHTER. Natuurlijk! Ja!
+
+SERO. Steel dan van ’t leer, dat hier vannacht gestolen werd, en eer je
+’n rozenkrans of tien voor al de misdaad in dit toevluchtsoord
+gedraaid, ben jij m’n buurman dáár...
+
+WACHTER. Dáár kan niet—dáár... Nou goed, je zal ’t weten, nou ze zoo’n
+judasdaad an me begaan! Dat is m’n eerste wraak vóór ’t requestreeren,
+want requestreeren ga ’k op slag: dáár zit je dochter! (Sero schudt
+glimlachend-ontkennend ’t hoofd) Nee? Ja! Al van den eersten dag!
+
+SERO. Zoo, zoo. Wel, wel! Zit daar? (pijnlijk lachend) Ha-ha-ha, als je
+’t eerder had gezegd, dan had ik eens geklopt, zooals de boef
+hierboven, die om ’t uur zijn knokels op de planken praten laat! Daar
+heb je ’m net! (geklop)
+
+WACHTER. Dat is ’n moordenaar—heeft toen-ie bij ’n diefstal werd
+gesnapt, z’n mes getrokken! Dáár—pardieu, geloof ’t niet!—daar is je
+dochter!
+
+SERO. Als je niet liegt: wat helpt òns dat? De wanden hebben ooren
+hier, maar niet voor mij en haar!
+
+WACHTER. Ooren èn oogen—als je wil!
+
+SERO. Begrijp ik niet. Dat’s raadseltaal.
+
+WACHTER. ’k Draai ze ’n loer, die heugen zal! De schoft, de schobbejak!
+(luistert schrikkend aan de deur) Jij kan zoo veel, zoo lang, zoo
+dikwijls als ’t je past, ’r zien en met ’r spreken!
+
+SERO. (ongeloovig) Ja, ja! Dat is ’n fijne wraak van jou! Máár—máár,
+wie zal zoo hoflijk zijn de deuren te ontsluiten? Straks komt de andre
+wachter, heb jezelf gezeid!
+
+WACHTER. (naar den schouw wijzend) Dat’s eens ’n schouw geweest!
+
+SERO. Geweest, ja, ja!
+
+WACHTER. De deur zit daar! (wijst omhoog)
+
+SERO. (spottend) En ’t sleutelgat?
+
+WACHTER. (vroolijk) ’r Naast.
+
+SERO. En de portier?
+
+WACHTER. Ben ik—bijtijds!
+
+SERO. Ha-ha, en dan m’n buik—m’n buik gezwollen zevenmaandsch van ’t
+kostelijke voer—zal die z’n vel niet langs de posten schaven?
+
+WACHTER. Als je je riem wat snoert, kost ’t geen blauwe buil! Ha-ha-ha!
+En minder nog ’n miskraam!
+
+SERO. De guiterij is goed! Ik dank je wel voor zooveel snaaksheid op
+mijn nuchtre maag!
+
+WACHTER. Pardieu, ’k steek je den lepel in je mond!... Hier, in
+ditzelfde hok, heeft eens ’n dief-in-’t-groot meer dan ’n jaar gewurmd,
+die zei dat-ie krankzinnig was—en maandenlang heb ik z’n kunsten
+afgeloerd, als-ie alleen, vergat z’n fratsen uit te halen! ’k Ging op
+de tafel staan en schoof ’n ijzren val ’n vingerbreed omhoog! Hoef ik
+nog meer te zeggen?... (Sero grijpt de tafel) Pas op! Nou niet! Wacht
+tot ’t donker is! De kommandant kan ieder oogenblik... Pardieu,
+verdoemd! ’r Kijkt een door ’t luik! (dreigend en schreeuwend) Dat’s
+hier ’n bende, sakkerjuu! Je lamp hoort bij de deur—je emmer ook!
+
+SERO. Jawel meneer!
+
+WACHTER. Wat vlugger, hè!
+
+SERO. Haasten doet niemand die gelóóft, en die niet storten wil—hij ’s
+vol tot aan den rand...
+
+WACHTER. (de deur openend) Je bek gehouen en geen tegenspraak! En als
+je weer zoo treuzelt met ’t ruimen van je cel, ben jij ’r vierkant bij!
+(zet lamp en emmer buiten, kijkt de gang af, zacht) Hij ’s weg! Van mij
+weet je geen woord!
+
+SERO. Geen woord!
+
+WACHTER. Wacht tot ’t donker is! En eerder niet! De schobbejak! De
+smiegd!... Kan ’k nòg wat voor je doen?
+
+SERO. (enkel aandacht voor de schouw) Nee, niemendal!
+
+WACHTER. Dan wensch ik je... Verroest! (sluit de deur)
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Sero, Droomelot, Kommandant.
+
+
+SERO (beluistert de stappen, staat in nadenken, neemt van de tafel ’n
+blad papier, tracht dat voor het deurluikje te hechten, doet zulks ten
+slotte met speeksel. Dan draagt hij vlug de tafel naar de schouw,
+schuift de papieren tezaam, wipt er op, tracht door de reet te kijken.)
+Dat ’s net ’n hand te hoog!... Wat nou? Wat nou?... Aha! Ik kan...
+(geklop—hij schrikt) Was dat hier boven of opzij?... (springt van de
+tafel, luistert, spreekt de balken toe). Hoe wil je nu, m’n vrind, dat
+ik je antwoord zonder stelten? Ik heb geen arm, die tot den hemel
+reikt, en ook geen tijd! Of heb jij speeksel, dat ’t uren hardt? (neemt
+neuriënd den bijbel van ’t rekje). ’n Vondst! ’n Vondst! Als ’k op den
+bijbel stap, en op m’n teenen sta—kan ik ’r bij... (legt ’t boek op
+tafel, betreedt den bijbel, springt bij sleutelgerammel opnieuw op den
+grond.)
+
+KOMMANDANT. Wat dee jij daar?
+
+SERO. Den bijbel lezen.
+
+KOMMANDANT. Den bijbel lezen met een blinddoek op je deur! (trekt het
+papier er af). Ben jij soms bang dat ’k dáárvoor straf?
+
+SERO. Dat weet ’k niet, meneer de kommandant! De een mag wel, de ander
+niet de teksten lezen... Ik dacht...
+
+KOMMANDANT. Wie heeft de tafel daar?
+
+SERO..... Ik wou mijn cel een extra-schoonmaakbeurtje geven...
+
+KOMMANDANT. Bijbel en schoonmaak sáám? Hoe doe jij dat, kornuit?
+
+SERO. ’r Is geen tweede boek, meneer, dat meer tot schoonmaak port—dan
+dàt, wanneer je ’t zoo aandachtig leest als ik!
+
+KOMMANDANT. (snuffelend). Ik ruik hier wat. Is hier gerookt? Hou weg je
+handen van je rug! Recht voor je uit, en basta met je slinksche
+streken! Geen vuist! Ik wil je vingers zien! De tien—of ben jij
+misgeboren!
+
+SERO. (laat het stompje vallen). Daar zijn de welschapen tien! (met het
+stompje sprekend). Had ik ’r twaalf gehad, dan had de aarde jóú niet
+aangetrokken!
+
+KOMMANDANT. Wie bracht dat hier?
+
+SERO. Heb ’k in ’n hoek gevonden.
+
+KOMMANDANT. In welken hoek—’r zijn ’r vier!
+
+SERO. Ik heb ze nooit geteld, maar ’t schijnt te kloppen—in een ’r van.
+
+KOMMANDANT. We zullen zien wie ’t laatste lacht, m’n goed-geluimde
+vriend! En of jij niet te temmen ben! Bevalt ’t je zóó zeer—(Tweede
+Wachter brengt brood en water) dat eten op ’n vasten tijd, de regelmaat
+en de gelijkheid voor en achter—o, ja, dàt zal ’t zijn!
+
+SERO. Dat is ’t juist!
+
+KOMMANDANT (tot Wachter). Dit heerschap krijgt een week lang brood met
+watersaus, omdat-ie schoonmaakt als-ie in den bijbel leest en in een
+hoek wat heeft gevonden, dat in een hoek niet deugt! Hé! Halt! Neem mee
+z’n inkt en z’n papier en breng ’m voor verzet en tijdverdrijf ’n baal
+met erwten! En als-ie weer wat in een hoek vindt, dat zoo zeldzaam
+stinkt, of als je je door hem laat paaien en besmoezen, zooals je
+kameraad, die ook door hem is aangestoken, ook van z’n wijsheid heeft
+geleerd, haha!—dan vlieg je ’r als de weerlicht uit! Verstaan? (Tweede
+wachter tikt aan z’n pet) Water en brood en laten kletsen—geen woord
+terug! Verstaan? (Tweede Wachter slaat nog eens aan) Laat zien wat je
+daar heb! (Tweede wachter geeft hem de van de tafel genomen
+papieren—hij leest terwijl Sero zitten gaat) Wat is dat voor
+gezwets?... Wat wil jij van de zon—den dageraad?... O, moet ’t rijmwerk
+zijn? (betikt z’n voorhoofd) Jawel!... (Tweede wachter buiten bij
+deur). ’k Heb zoo ’n heelen stapel van ’n dief, die in de twééde week
+al gek geworden is! (leest) „De zon kijkt lachend...” Ha-ha-ha, ’n zon
+die lacht! ’n Zon die kijkt! Bravo!... „De zon kijkt lachend aan den
+einder—het wordt een nieuwe dageraad—een jonge reus komt
+aangetogen—bravo! bravo!—en strooit in akkers wonderzaad”...
+Wonderzaad?... Ha-ha-ha! Ik weet voor jou ’n wonderzaad, boonen en
+erwten, om keurig te sorteeren!... Daar mag jij dan, als jóú dat lust,
+je moois bij zingen, grappenmaker!
+
+SERO. Dat wil ’k daadlijk wel, meneer!... ’t Zijn nieuwe woorden op ’n
+ouwe wijs... (zingt op de melodie van het vrijheidslied): „De zon kijkt
+lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad.”... (tijdens het
+gezang verschijnt Droomelot uit de linker-slaapstee).
+
+KOMMANDANT. (schaterend van ’t lachen, omdat de Wachter Sero
+kwaadaardig in den nek grijpt) Ha-ha-ha, daar heb je al je reus! Laat
+’m maar los! ’t Kan geen kwaad! De steenen en de balken zijn geduldig
+luistervolk! Eer jij, sinjeur, die nieuwe woorden en die ouwe wijs, of
+ouwe wijs met nieuwe woorden, aan ’t gepeupel zegt of zingt, eer jij
+weer buiten strooit je wonderzaad, eer jij je vrijheid krijgt terug—nou
+we je eenmaal hebben—hebben achter slot en grendel, heer!—zal aan den
+einder menig keer jouw zon met loensche oogjes kijken! (tot Wachter) ’t
+Wordt geen week, maar veertien dagen brood met ’s morgens vroeg wat
+water! En als-ie weer z’n ouwe wijs durft zingen, sluit je ’m in
+boeien, dag en nacht! Vooruit. En stevig opgelet! En ooren toe!
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Sero, Droomelot, Tweede Wachter.
+
+
+SERO (hij loopt onrustig van kijkgat naar schouw op en neer, terwijl
+Droomelot de lamp uitblaast, daarna voor zich henen staart. Tweede
+wachter draagt baal met erwten, rooster en tobbe binnen). Ik dank u
+wel. Het was den derden dag, avond en morgen, dat God gewassen deed
+ontspruiten... (laat telkens handen met erwten in den zak
+terugslieren)... kruid dat zaad geeft naar de soort deszelfs, boomen
+met vruchten en weer zaad daar in... Wat moet God denken, nieuwe
+kameraad, als-ie in elken kerker menschen op den zèsden dag geschapen,
+gestraft ziet met het ziften van den schoonen overvloed des dèrden
+dags? Ha-ha-ha!... „Het zij tot spijze u!”... Tot spijze... Zou u me
+willen zeggen hoe de Staat de klassescheiding hier verlangt?
+
+2de WACHTER. Jij neemt de groote en de dikke ’t allereerst—kijk toe!—en
+dan de kleine, slecht-gedroogde en de schriele! De stuk-gebarsten, die
+met wormen, en ’t vuil dat overschiet, smijt je op zij!... Gezien?...
+Gesnapt?
+
+SERO (knikt). ’k Zal als de Hemelsche Genade de grooten, vetten, dikken
+laten bovendrijven—en wat te klein, mismaakt, wormstekig of kapot,
+smijten bij ’t vuil...
+
+2de WACHTER. Begin en bek gehouen!
+
+SERO. Hier heb je proletariërs—zakken vanzelf en ruimschoots door de
+gaten van de zeef. Weg bij ’t vuil! Daar zijn wij tweeën, meen ’k,
+bij...
+
+2de WACHTER. Wij twee! Wij twee! Vergeet jij, pooier, dat ik draag ’n
+koninklijke uniform! Dat ik jouw meerdre ben!
+
+SERO. Mijn meerdere in knoopen-met-’n-wapen kameraad!
+
+2de WACHTER. Ik ben jouw kameraad niet, vlerk!
+
+SERO. Vandaag nog niet—maar morgen wel. En jij niet—dan je zoon...
+(sorteert). ’k Heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die me den
+eersten dag met drek en steenen smeten—’k heb meer gestaan voor jongens
+uit ’t volk, die net als jij met booze oogen keken... (De wachter gaat
+onhoorbaar heen), die vuisten duwden bij m’n neus en met z’n allen
+trapten op m’n hielen tot ik ’t dorp uit was... ’k Was in ’t begin de
+vijand overal, met weinig, weinig makkers—’t eene zaad, herinner je de
+Schrift, valt bij den weg en wordt vertreden en door de vogels
+heengesleurd—’t andre valt op rots, verdort—’t derde wordt door doornen
+neergehaald—’t vierde, dat in aarde wortel schiet, draagt honderdvoudig
+vrucht.. Ieder mijn kameraad, heeft ooren om te hooren... (kijkt
+glimlachend op, ziet dat hij alleen is) behalve jij naar ’t schijnt,
+ha-ha-ha! Mogen je oogen ook zoo luttel zien! (schuift de tafel, na de
+zeef op den stoel te hebben geplaatst, onder de schouw, bestapt den
+bijbel, schuift den val omhoog, werpt een paar erwten door de smalle
+spleet. Droomelot schrikt op, wijkt achteruit).
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Sero.
+
+
+DROOMELOT. O, lieve God!...
+
+SERO. Pischt! Pischt!
+
+DROOMELOT. O, lieve Hemel, doe me niets!
+
+SERO. Ik jóú wat doen? Herken je me dan niet?
+
+DROOMELOT (angstig). Nee, nee! ’k Zie enkel vingers, die geen vingers
+zijn! Als jij de Duivel ben...
+
+SERO. De duivel—ik, ha-ha-ha! Wel, àlle duivels met en zonder
+hinkepoot, wiè heeft dat zotte woord jou in je mond gegeven? Ik ben...
+Kom dichterbij!... Pischt!... Pischt!... Waar steek je nou?... Als ik
+nog harder schreeuw (kijkt onrustig naar kijkgat) kraait straks de
+wachter onraad door de gangen!... Ik ben ’t... Ik!
+
+DROOMELOT. (tegen den muur) Ach toe, ’k heb niet zoo véél misdaan...
+
+SERO. Misdaan? Jij wat misdaan? ’k Begrijp je niet m’n kind! En als je
+je zoo schuil houdt in dien hoek, en door je dwaze angst roet in ’t
+eten werpt, dan maak je dat wij samen... Antwoord dan, Droomelot!... Of
+ben je heengegaan!...
+
+DROOMELOT. Nee, nee, meneer...
+
+SERO. Meneer? Meneer! Ken je mijn stem niet meer—of klinkt ze zoo—zoo
+anders in die steenen fuik? Wat weerga, moet ’k door die spleet mijn
+kop en schoeren wringen, om jou te zeggen wié ik ben...?
+
+DROOMELOT. (ontzet op de knieën vallend) O, satan, satan, ’k heb wel
+veel gezondigd, maar ’k hield zoo van ’r—en ze is m’n moeder toch!
+
+SERO. Daar sta ’k bij te draaien op m’n sokkel! Ha-ha-ha! O, Droomelot,
+m’n kind—als ik ’n satan ben, dan word ik door den bijbel zelf gesteund
+op ’t oogenblik! Was jij mijn stem zoo gauw vergeten? De stem die voor
+je zong als je niet slapen kon, toen je nog bang was voor ’t
+avonddonker en voor den stóúten wind en voor de maan, als ze zoo rood
+en dik langs ’t dak van d’overbuurman kroop... De stem, m’n kind, die
+bij je bedje boog en je deed luistren naar ’t spel van hoe ’n vader ook
+’n moeder wilde zijn... De stem, m’n Droomelot, die later weer voor
+iedre vraag van jou ’n antwoord had—en met je sprak van god en
+menschjes—en van de menschen en ’n kleinen god...? Nou lacht je mondje
+weer, ’t mondje dat daar straks zoo klagend heeft geroepen! Moet ’k nou
+nóg vragen wie ik ben?
+
+DROOMELOT. Jij ben—je ben m’n lieve vader. Ik dacht: nee, nee—dat zeg
+’k niet... Ben je weer buiten, vader?
+
+SERO. Buiten?
+
+DROOMELOT. En mag ik met je mee?
+
+SERO. Als ’t kon, dan zei ’k ja! Maar ’t heeft bezwaren, kind... Nee,
+buiten is ’t niet! Eer allerveiligst-binnen! ’k Heb hier náást jou—is
+dat niet machtig-leuk?... ’n kamer als een prins, een vorstlijk bed met
+peluw en matrassen—(den bijbel bedoelend) een boekerij, die
+eeuwenoud—(het rekje met kom bedoelend) een kast met kostbaar porcelein
+(de drinkkan bedoelend)—een waterbekken en (de tobbe bedoelend) een
+antiek bad—en dan—en dan: ik ben gezegend met een voorraad vruchten als
+’k in geen zomer en geen winter heb geteld! En jij? Dat ’s keurig hier!
+Je heb een kamer meer dan ik! Wel, wel, je wordt verwend!
+
+DROOMELOT. O, lieve vader, ’k heb dáár al die nachten zoo’n
+vreeselijken angst doorstaan!
+
+SERO Voor wie? Voor wat?
+
+DROOMELOT. Voor... Voor... (houdt zich in)
+
+SERO. Ha-ha-ha! Voor dieven soms? Hier wordt niet ingebroken... Ze
+breken uit—als ’t kan.
+
+DROOMELOT (angstig starend bij ’t kloppen boven) Hoor je dat tikken,
+dat wel midden in den nacht!...
+
+SERO. Ja, ja—dat is ’n moordenaar..
+
+DROOMELOT. ’n Moordenaar! ’n Moordenaar!
+
+SERO. Is dat zoo schrikkelijk? Heb ik je niet geleerd, dat iedre
+moordenaar ’n mènsch is, die met zieke oogen ziet? M’n Droomelot, m’n
+kind, m’n liefste dochter, kom tot jezelf! ’r Zijn geen spoken hier en
+niet hierbuiten en nergens op de wereld, waar dan ook!...
+
+DROOMELOT. Ik heb geen uur geslapen...
+
+SERO. Waarom, waarom dan, niet?
+
+DROOMELOT. Ik dacht aan jou—hoe door mijn schuld—mijn liegen dat ’k
+maar ééns bij moeder was...
+
+SERO. Jij ben de schuld van niets... Van niets, m’n kind... Als je
+daarom geen zeven nachten heb geslapen, doe dan vannacht gerust je
+moeie oogjes toe! En als ’t niet lukt, dan zet je ook je tafel en dat
+dikke boek hier onder—en we praten met ons tweeën duizend uit of jij ’n
+kleuter ben en ik ’n wijze man, die weet van alles, alles heeft,
+ha-ha-ha! (een stilte—zij staart gejaagd voor zich henen) Lach je niet
+mee?... Is ’r wat anders nog?.... Heb je nog meer geheimen dan dat van
+moeder en dien eenen keer?
+
+DROOMELOT. De pater zegt...
+
+SERO. De pater? Welke pater?
+
+DROOMELOT. De pater die hier komt...
+
+SERO. Oho, ’k begrijp... Je heb geknield en dacht dat ik de looze,
+list’ge Satan was... (een stilte—hij glimlacht smartelijk) Zijn ’r nog
+meer, m’n kind die hier mijn plaats innemen? (zij schudt starend het
+hoofd). Of helpen andren óók? (zij schrikt—ontkent). Je keek me vroeger
+aan, als je ’n antwoord gaf... (zij blijft staren). Ik dwing je niet.
+Heb ik dat ooit gedaan? Eer nieuwe vogels nieuwe nestjes bouwen, kies
+jij je eigen, vrijen weg—en ik blijf achter.
+
+DROOMELOT. En—jij blijft achter!
+
+SERO. Ik heb—’t is niet de eerste maal, dat je ’t hoort—mijn vader aan
+een galg zien hangen, omdat-ie tot z’n laatste prachtig uur—de waarheid
+sprak, de waarheid die zoo simpel is en klaar en als ’t zonnelicht
+doorzichtig—de waarheid dat een menscherug in zòrg gebogen de Schepping
+hóónt—de waarheid dat er niet gedood mag worden de vreugde die een elk
+aan groen en lucht en licht en blij-uit droomen heeft! Ik heb mijn
+vader aan een galg zien hangen, toen ik jouw jaren had—twee lange dagen
+tot de sneeuw een lijkwa om z’n schoudren spon en alle kinders naar die
+vreemde sneeuwpop keken, waarlangs de raven vlogen op en neer. Toen,
+Droomelot, heb ik mijn vingers opgestoken. Nou komt de beurt aan jou.
+Want ’t leven is een gaan van graf naar graf en altijd verder—en altijd
+opgewekt... Ik blijf hier in-gesloten, om wat ik erfde van m’n vader.
+Als jij den draad laat glippen, en met den vijand, d’ouwen vijand
+heult—heb ik misschien voor niets geleefd... (zij kijkt hem lachend
+aan) Versta je kind?
+
+DROOMELOT. (monter) ’k Versta alleen, dat we weer sámen door de wereld
+trekken,—jij èn ik...
+
+SERO. Nee, nee—ik wacht nog meen’ge oogst van erwten die uit peulen
+doppen...
+
+DROOMELOT. Als we weer samen zijn, vraag ’k jou hoe ’t moet—hoe ’t
+is—hoe ’t worden zal—en als ’k niet durf, als ’k telkens omkijk...
+
+SERO... Bang voor schaduwen en kloppen in den nacht...
+
+DROOMELOT. Dan stap ik met jou mee, wáárheen je wil!
+
+SERO. Ik wil zooveel, maar ’k zit hier vast.
+
+DROOMELOT. Ik maak je los!
+
+SERO. Maak andren los—en eerst jezelf, m’n kind...
+
+DROOMELOT. Ik zal.... Ik zal.... (verstart bij sleutelgerinkel bij de
+deur).
+
+SERO. Je mond—je mond gehouen! (springt van de tafel omlaag, zet zich
+vlug op den stoel met de zeef op zijn schoot, sorteert, terwijl hij
+naar deurgat loert).
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Sero, Pater, 2de Wachter.
+
+
+PATER (wordt door wachter binnengelaten). Liep je te praten met jezelf,
+m’n kind?
+
+DROOMELOT. Jawel, meneer...
+
+PATER. Ik ben geen heer!
+
+2de WACHTER. Dat weet jij toch!
+
+DROOMELOT. Jawel—Eerwaarde...
+
+2de WACHTER. As je ’t dan weet, wat zeg je dan voor stommiteiten! Geef
+an den stoel—den stoel. En doe dat uit je eigen!—Eerwaarde heeft maar
+op de deur te kloppen: ik hou hier dienst op deze gang! (neemt lamp
+mee, sluit deur).
+
+PATER (voor stoel dankend). Ik dank je wel, en ga ’r zelf op zitten. Ik
+loop ’n eindje op en neer. Heb je vandaag gebeden?
+
+DROOMELOT. Nog niet—ik heb geen tijd gehad.
+
+PATER. Geen tijd? Geen tijd?.... Voor bidden nog geen tijd? Dan doe je
+’t nu—en zoo dat ik ’t hoor! Of ben je ’t Onze-Vader wéér vergeten?
+Vouw je handen en wat snel! (De wachter treedt bij Sero binnen, bekijkt
+de tobbe, loopt stug heen en weer).
+
+DROOMELOT... Onze Vader, die in de heemlen zijt...
+
+PATER. Waar zoek jij nu dien hemel? Is die daar (gebaar naar grond) of
+daar? (gebaar omhoog). Moet ik jou alles leeren?
+
+DROOMELOT. Mijn vader zegt, dat aan den andren kant van d’aarde, die
+rond moet zijn, de grootste hemel is...
+
+PATER. Jouw vader is een gek en weet van God en hemel niemendal! Je
+kijkt dáárheen als ieder mensch met goeie hersens... Vooruit!
+
+DROOMELOT... Die in de heemlen zijt—geheiligd zij uw naam. Laat
+toekomen uw Rijk! Uw wil geschiede in den hemel... (stokt).
+
+PATER. (haar helpend). En op aarde!
+
+DROOMELOT. En op aarde... En geef ons heden ’t daaglijksch brood....
+
+PATER. Wat lach je nu! Men lacht niet als men bidt!
+
+DROOMELOT. Ik lach, omdat hiér onze Vader ’t daaglijksch brood vanzelve
+schenkt—en buiten, thuis, is ’t wel ’ns weggebleven...
+
+PATER. Je mag niet lachen en niet babb’len en vooral niet denken, als
+je bidt!... Vooruit!
+
+DROOMELOT. En geef ons—geef ons heden ’t daaglijksch brood... (staart
+droomend voor zich uit).
+
+PATER. Nu! Nu!
+
+DROOMELOT. Ik dacht...
+
+PATER. ’k Zeg je nog eens—en nu voor ’t laatst—men denkt niet met
+gevouwen handen!
+
+DROOMELOT. ’k Heb eens ’n brood zien stelen, pater—en die man...
+
+PATER. Die man, dat was ’n dief!... ’t Onze-Vader! En geen verder
+praten!
+
+DROOMELOT. En geef ons heden ’t daaglijksch brood! En vergeef ons
+(stokt luisterend bij geklop boven)—en vergeef ons onze schulden,
+gelijk ook wij—gelijk ook wij vergeven... Dat is ’n moordenaar... Wat
+moet ’t vreeslijk zijn, Eerwaarde... (hij beklapt ongeduldig de
+tafel)... Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren... Amen!
+
+PATER. Nee, nog niet amen! Hoe is ’t slot? En leidt... En leidt...
+
+DROOMELOT. En leidt ons niet in de verzoeking...
+
+PATER. (haar helpend) Maar verlos ons...
+
+DROOMELOT. Maar verlos ons van de kwade menschen...
+
+PATER. Van den Kwadè! (het geklop stopt)
+
+DROOMELOT. En van den kwade. Amen! (bij het slot is Sero, al dien tijd
+door den wachter, die voor de geopende deur heen-en-weer wandelde, in
+bedwang gehouden, op de tafel gewipt, nu de wachter de deur sluit.)
+
+PATER. Amen! En nu de katechismus, kind. Waar is ’t boek, dat ik heb
+meegebracht?
+
+DROOMELOT. Ligt op m’n bed.
+
+PATER. Haal ’t hier—en leg dien ketting af—dien ketting met die
+vrouwspersoon! Dat is je zesmaal al gezeid!
+
+DROOMELOT. (aarzelend den ketting loshakend) ’t Is... ’t Is...
+
+PATER. ’t Is ’n lichtekooi—en lichtekooien zijn verdoemd!
+
+DROOMELOT. (af in slaapstee, keert met katechismus en zonder ketting
+terug) Wat is ’n lichtekooi, Eerwaarde?
+
+PATER. ’n Lichtekooi—’n lichtekooi—dat is ’n vrouw, die zóó gezondigd
+heeft, zoo diep gezondigd, dat hel en vagevuur ’r wachten...
+
+DROOMELOT. Gezondigd, hoe?
+
+PATER. Hoe! Hoe! Met vleeschelijk begeeren! Wat zegt ’t zesde der
+Geboden?
+
+DROOMELOT. Eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven...
+
+SERO. (zacht) Mis! Mìs! Dat is ’t vierde...
+
+PATER. (staat driftig op). Daar zou zelfs Job, toen hij melaatsch werd
+en zijn wonden op den mesthoop met een potscherf krabde, van ongeduld
+bij zieden! Zijn dan de tien geboden niet in je hoofd te stampen?... ’t
+Zesde is: gij zult geen overspel bedrijven! En overspel is ’t werk van
+alle lichtekooien—niet ’t werk, maar ’t te lui zijn, om te werken—want
+wie wil werken wordt geen lichtekooi!... Sla op je boek! Zul jij nooit
+wakker worden? Ik kan m’n tijd met jou niet heelemaal verdoen!
+
+DROOMELOT. (bladerend) Wanneer m’n moeder is ’n—lichtekooi—en ze voor
+eeuwig is verdoemd—hoe moet ’t dan, Eerwaarde, met dat andere gebod,
+dat ik verkeerd genummerd heb, en dat zoo stellig zegt: eert uwen vader
+en uw moeder, opdat gij lang moogt leven... Ik wil graag heel lang
+leven...
+
+PATER. Jóúw vader en jóúw moeder hèb je niet te eeren!... Eer kerk en
+overheid!
+
+DROOMELOT. Waarom m’n lieven vader niet?
+
+SERO. Heel juist! Héél juist!
+
+PATER. Omdat, omdat... Dat kun je op je vingers tellen. Omdat...
+Omdat...
+
+SERO. (z’n vingers spreidend) Ik sta al klaar.
+
+PATER. Omdat jouw vader kent geen God (Sero telt achtereenvolgens z’n
+vingers af)—omdat-ie niet den Sabbath heiligt—omdat-ie in den grond,
+als vijand van de Kerk en van den Staat, roof, moord en diefstal
+predikt, waar-ie kan!—omdat-ie valsch getuigt van óns, zijn meerderen
+en naasten—omdat-ie andren leert ’t schaamteloos begeeren van huis en
+land en os en ezel!
+
+SERO. Nee, nee, we willen minder ossen, minder ezels, ha-ha-ha!
+
+PATER. Heb jij dat ook gehoord? Dat lachen, boven of hier-naast?
+
+DROOMELOT. (angstig) Nee, nee.
+
+PATER. Sla op je boek! En als je ooit gelijkt je moeder, waar je ’t
+voorbeeld heb van Jozef in ’t huis van Putiphar, van Judith die den
+wreeden Holofernis doodde, van Susanna, de vrouw van Joakim, die—die
+wàt?—die wàt?—laat je mij alles zeggen?
+
+DROOMELOT. M’n vader heeft me nooit daarvan verteld!
+
+PATER. Jouw vader moest gehangen worden!
+
+SERO. Gehangen ook? Dat wordt ’n erfelijke ziekte—’k ben zwaar belast!
+(luistert verschrikt naar geluid op de gang, wipt van den bijbel,
+hervat het sorteeren)
+
+DROOMELOT. (Is schreiend bij de tafel gaan zitten) Moet hij—moet hij
+gehangen worden? Is-ie zóó slecht?
+
+PATER. Of-ie zoo slecht is? Nog tienmaal slechter en doortrapter dan je
+moeder! ’t Zijn allebei, maar hij ’t willigst en ’t gehoorzaamst:
+slaven des Duivels, die op den oordeelsdag, wanneer de Heer verschijnt,
+om levenden en dooden saam te richten, in eeuw’ge straffen zullen
+ondergaan. En jij? Denk aan ’t uur, als heel de wereld in vuur en
+vlammen zal verdwijnen!
+
+DROOMELOT. (angstig) In vuur en vlammen?
+
+PATER. Ook jij ben in de macht des Duivels, van Beëlzebub!
+
+DROOMELOT. ’k Heb zooveel nachten niet geslapen uit angst voor wat u me
+gezegd—van God en Dood—en van den Satan—en wat Hier-namaals komt...
+
+PATER. Dat is je slecht geweten!
+
+DROOMELOT. Wie is dan God—en wáár is-ie, Eerwaarde?
+
+PATER. Dat leer ik je, als je in òns gelooft! Sla op je boek... De
+zesde les was van...
+
+DROOMELOT. De zonde die men erft...
+
+PATER. Heel goed! Heb je de zevende geleerd? (zij knikt). Wanneer,
+wanneer kwam de Verlosser? (Sero is, na door ’t deurgat gekeken te
+hebben, wederom op de tafel gesprongen).
+
+DROOMELOT. Dat weet ik niet...
+
+PATER. Weet je dat niet! Weet je dat niet? Lees op en weet ’t morgen
+wel!
+
+DROOMELOT. „Omstreeks vier duizend jaar na Adam’s zonde is hij
+gekomen”...
+
+PATER. Wie?
+
+DROOMELOT. Onze Verlosser...
+
+PATER. (legt de hand op ’t boek, om haar het lezen te beletten). Kon
+dan de mensch zichzelven niet verlossen?
+
+DROOMELOT. (aarzelend)... Vader zegt ja...
+
+PATER. Domine ne statuas illis hoc peccatum! Reken hun deze zonden niet
+toe! (heftig). Ik vraag niet wat ’n loochenaar van God, die van geen
+zieleheil wil weten, jou in z’n domheid zegt! (stapt driftig naar de
+deur, beklopt die) En als je morgen weer te droomen en te slapen zit,
+draag ik je voor voor straf! (heftiger) Al moet ’t met geweld, geweld:
+je zult je buigen voor de heil’ge leer, want buiten ons is ’r geen
+zaligheid!
+
+2de WACHTER. Heeft u geklopt, eerwaarde pater?
+
+PATER. (verwoed op en neer loopend—tot Wachter) Dat heb ik, ja! Zij
+blijft den heelen dag den katechismus leeren!
+
+2de WACHTER. En ’t half uur loopen op de plaats? ’t Is juist ’r tijd
+van luchten!
+
+PATER. Ze leert den katechismus, zònder frissche lucht! En jij, jij let
+’r op! (glijdt uit) Wat is dat op den grond? Dat scheelt geen haar!
+Moet ik m’n hals hier breken!
+
+2de WACHTER. (bukkend) ’n Erwt? ’n Erwt! En daar nog een! En daar...
+Hoe kan?... Wie heeft?...
+
+PATER. Naar drie en veertig! Links of rechts?
+
+2de WACHTER. Boven, Eerwaarde—deze zij—’k loop met u mee.
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Sero.
+
+
+SERO. Ziezoo! Pischt! Pischt! De muizen piepen als de poes aan ’t
+wand’len is! Pischt! Pischt! De baan is vrij van wakken en van
+scheuren! Hoor je me niet? Ha-ha-ha, de dochter leest den katechismus
+en de vader groene erwten... M’n kind, wat zit je stil!
+
+DROOMELOT. Waarom heb je me niets geleerd van dat?
+
+SERO. Van wàt, m’n kind?
+
+DROOMELOT. Van ’t uur als heel de wereld in vuur en vlammen zal
+vergaan, als op den oordeelsdag de Heer verschijnt...?
+
+SERO. De oordeelsdag—de dag des oordeels, kind—gesteld hij kwam!—kan
+geen van óns, die eeuwen lasten droegen, den last van ’t juk
+bezwaren—en als ’n Heer verschijnt—gesteld hij kwam!—dan zullen
+duizenden dien oordeelsdag hem zonder deemoed vragen... waarom zoo
+laat, waarom eerst nu: ’r is zooveel, zoo schand’lijk veel gebeurd!
+
+DROOMELOT. ’k Ben bang geworden hier, m’n vadertje! ’k Was vroeger zoo
+gelukkig in ’t huisje bij ’t bosch—en nou—en nou... (hartstochtelijk)
+Wat is ’r, vader, nà den dood! Is ’r ’n straf, ’n hel?
+
+SERO. Nièt nà den dood, m’n kind!
+
+DROOMELOT. Wat is de dood dan, vadertje?
+
+SERO. M’n Droomelot, m’n liefste, liefste dochter—’r is geen dood...
+
+DROOMELOT. Geen dood?
+
+SERO. Dat heb je zelf gezien bij ’t grafje van je zuster, waar de
+dood—dien jij nu als iets vrééslijks voelt—levende bloemen, varens,
+mossen, zwammen en dat altijd knikkend parelgras—herinner je!—bij ’t
+hoofd- en bij ’t voeteneinde plantte! Je zei me toen: „Hoe komen die ’r
+op? ’t Was voor’n maand nog alles zwart en onbegroeid!”.. Ik
+zei—herinner je!—dat heeft de blijde dood gedaan. De dood brengt
+leven—en ’t leven lijkt weer dood te gaan, zoo maat’loos om en om, in
+zooveel vormen en gestalten, dat niemand weet en niemand weten kan, wat
+dood, wat levend is, en wat verschrikken mag. Als ik eens sterf—daar
+hoef je niet zoo smartlijk bij te kijken: zou ’t leven dieper, schooner
+zijn, als er géén grens bestond, geen ruimte voor vernieuwing?—als ik
+eens ga (men gaat niet heen!)—en in de aarde rust (er rust daar
+nièts!)—dan keer ik weer, m’n kind, in ’t groen van struiken en in ’t
+koele water, in voorjaarsgeur die van de landen adem is—en als dan ’s
+nachts een vogel roept of blaren suizen, de kleuters in ’t nest de
+jonge veeren pluizen—of in ’n eenzaam uur de regen zucht en slaat,
+’lijk in ’t stille donker iemand fluistrend praat—dan zie jij mij—en ik
+zie jou en iedereen, omdat de dood niet denkbaar en niet móóglijk is—’t
+leven wel!
+
+DROOMELOT. Ik zou zoo graag in God gelooven!
+
+SERO. Ik óók, m’n kind.
+
+DROOMELOT. (dringend en klein-angstig) Hoe moet ik dan?
+
+SERO. Doe zelf ’n keus—ik dwing je nièt!
+
+DROOMELOT. Hij zegt: jij kent geen God!
+
+SERO. Kent hij ’m wel—heeft hij ’m óóit gekend?
+
+DROOMELOT. (dringender) Als onze Lieve Heer ’n teeken gaf...
+
+SERO. (triestig) ...Zooals in ouwe tijden...
+
+DROOMELOT. (gretig) Zooals in ouwe tijden, ja!
+
+SERO. Als-ie dat dee—gesteld dat-ie ’t eens gedaan!—zou ’t niet
+ellendig en wanhopig wezen? Zijn we niet dom en slaafsch genoeg, ook
+zonder hemelteekens?
+
+DROOMELOT. (moeilijk) Ik durf alléén niet denken vader!
+
+SERO. Dat moet je toch!
+
+DROOMELOT. (uitbarstend) Is ’r—ìs ’r ’n God? (hij schudt ontkennend het
+hoofd) Je antwoordt niet! Ziet onze Lieve Heer ons niet?
+
+SERO. Dat heb je driemaal in je leven me gevraagd.
+
+DROOMELOT. Nee, nee, vandaag voor ’t eerst!
+
+SERO. De éérste maal was je ’n kind en schrikte bij ’n visscher, die ’n
+wurm reeg aan ’n angel, zooals ook Petrus deed—herinner je!—de dobber
+dook—’n baars zat aan de lijn en stuipte met z’n kieuwen in ’t gras.
+Die had den angel door z’n eene oog—en om den haak weer vrij te maken,
+voor nieuwe wurmen, nieuwe baarzen...
+
+DROOMELOT. (trillend) Trok-ie ’t oog ’r uit...
+
+SERO. Jij bleef toen uren, uren stil, en vroeg: ziet...
+
+DROOMELOT... Onze Lieve Heer dat niet?
+
+SERO. De tweede maal—dat’s niet zoo lang geleen—was ’r ’n vrouw, die
+met vier kinders zich voor goed te slapen lei bij ’n gebedenboek,
+papieren van de bank-van-leening en bij ’n heeten, heeten pot—met doove
+kolen... Een van de kleuterkleine lijkjes droeg jij in je armen naar de
+straat. Je huilde en je vroeg: ziet...
+
+DROOMELOT... Onze Lieve Heer dat niet?
+
+SERO. Nee, nee, m’n kind—hij ziet het niet! Ik ken geen God, geen God
+zooals die man jou straks wou leeren...
+
+DROOMELOT. (starend) Jij kent geen oordeelsdag, geen dood, geen God...
+Maar in den katechismus staat...
+
+SERO. Staat vraag aan antwoord vàst-gekoppeld!
+
+DROOMELOT. O vadertje—de stem van God...
+
+SERO... Dat is een mensche-stem uit vróéger eeuwen! ’r Is vandaag geen
+God—’r was ’r geen!
+
+DROOMELOT. O vadertje—O schimp zoo niet!
+
+SERO. Wie schimpt, m’n kind? Schimp ik, die zeg:... wil je een godheid
+ééren—ontken hem dan, omdat hij anders één wordt met het vuil, de
+leugen en ’t bedrog, ’t onrecht en de schand’, waarin wij leven! Schimp
+ik, m’n kind, die van geen God wil weten, ’n God, die aarde, water,
+vrucht en dier (met zooveel zorg en scheppingsvreugd gewrocht!) aan
+ènklen laat en alle andren voor de ploegen spant! Schimp ik, die in ’n
+mensch geen eeuwig lastdier zie—of schimpen zìj, die met den blinden
+roep: „’r ìs ’n God!” dien God met wat op aard’ òn-godlijk en
+òn-zeedlijk en verfoeilijk werk van mènschen is—vereenen...? Zeg je
+vandaag: ’r is ’r een, dan stuit dat af op je verstand en je
+geweten—dan heet hij goed wat wij terecht verdoemen—en wat wij haten,
+heeft hij lief... Doe zelf je keus... Ik dreig je niet!
+
+DROOMELOT. ’r Wàs ’r geen—’r is ’r geen... Maar morgen, overmorgen,
+later, vader...
+
+SERO. (starend-glimlachend) Wie weet?... Wie weet wat weer ontstaat uit
+dankbare verbeelding! ’t Eene sprookje rijpt, ’t andre gaat... Wie weet
+wat jij weer weten zal en komenden na jou! Wie weet wat heiligs groeien
+kan, als iéder tijd krijgt om te denken en iéder tijd de wonderen te
+zien? Wie leeft? Wie heeft geleefd? Wie leeft zich uit in droomen,
+weet-begeerten? Wie, wie, m’n kind?
+
+DROOMELOT. Dat weet ’k niet...
+
+SERO. Ha-ha-ha, dat angstige gezichtje! De pater heeft gelijk: jij zal
+nooit wakker worden! „Ik draag je voor voor straf!” En ook van mij
+krijg je te leeren! Ha-ha-ha! Stil!... Stil!... Ik hoor twee zolen en
+twee hakken bij de trap! (werpt pakje door spleet) Pak aan! En pas ’r
+op! Als ik hier blijf...
+
+DROOMELOT. Je blijft hier niet!
+
+SERO. Stil! Stil! Dan geef je dat aan onze vrienden! En als de
+katechismus je verveelt, leer dan mijn kraam, mijn rijmsel en mijn
+afscheidsgroet van buiten! Dan wordt ’t niet gevonden en jij draagt ’t
+mee! (hij springt van de tafel, sorteert—zij raapt het pakje op).
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, 2de Wachter.
+
+
+2de WACHTER. Wat doe jij daar?
+
+SERO. Werken in ’t zweet mijns aanschijns, vriend!
+
+2de WACHTER. Ik zag je springen!
+
+SERO. Dat heb je goed gezien: ik sprong twee erwten na, die ’t
+verdraaiden bij hun soort te blijven! (getik boven).
+
+2de WACHTER. Zoo! Zoo! Heb jij daarvoor de tafel wéér verschoven?
+
+SERO. Begrijp ’k niet! Die tafel danst—’r is ’n klopgeest boven!
+
+2de WACHTER. (wipt op de tafel, ziet de spleet) Ha-ha! Was jij ’t die
+met erwten smeet? (springt omlaag).
+
+SERO. Ik zweer je, vrind...
+
+2de WACHTER (hem achteruit smijtend). Ik ben je vrind niet, schobbejak,
+en als ’t niet uit is met je streken, sla ik je stomme hersens in! Dat
+flik je me geen tweeden keer! De tafel gaat ’r uit! (draagt haar heen)
+Ik blief niet telkens bij je deur te komen kijken! (smijt Sero, die op
+den stoel is gaan zitten op den grond)... Hier met je stoel! Je doet ’t
+anders weer! (geeft hem een schop) En opgeschoten met je erwten! Of ’k
+trap je valsche ribben stuk!
+
+SERO. (pijnlijk) M’n valsche zitten lager, vrind! (hij sorteert. De
+wachter kijkt even toe, gaat met stoel weg)... Dat is (wrijft zich de
+borst) ’n proletariër met onderlegde zolen en ’n beenig hoofd! Wat moet
+die man ’n ijvrig en ’n nuttig christen wezen! (staat op, zet zich op
+de baal—sorteert).
+
+DROOMELOT. (heeft het pakje losgeknoopt, de papieren met stijgende
+vrees gelezen. Ze dan verbergend, roept ze) Vader! Vadertje! Hoor je me
+niet? Dan doe ’k net als hij! (beklimt haar tafel) Dan klop ik bij hem
+aan!... Dat’s veel te hoog... Ik reik ’r zoo niet bij... (staat in
+gedachten) Ik kan den stoel nog op de tafel zetten, als ’t avond is...
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Sero, Droomelot, Regent.
+
+
+REGENT. (is binnengetreden, terwijl zij in gedachten staat, en op de
+teenen nader geslopen. Met de armen op den rug, staart hij haar
+lachend-driest aan, waar zij in hulpeloozen schrik zich tegen den wand
+dringt. Dan als zij met een ruk van de tafel wil springen, vangt hij
+haar in de armen, houdt haar woest tegen zich aangedrukt) Lig je zoo
+goed, m’n schat?
+
+DROOMELOT. (smeekend) Laat los! Laat los! ’k Heb jou toch niets gedaan!
+
+REGENT. Heb jij me niets gedaan! Ben ik niet dol van af ’t oogenblik
+dat ik de warmte van je borsten heb gevoeld! Is niet de adem van jouw
+mond... (zij klemt de hand voor de lippen) Weg met je hand, dat ik je
+lippen kus!...
+
+DROOMELOT. Ik smeek je: laat me los!
+
+REGENT. Nee, nee, ik draag je zoo door hel en hemel heen! Weg met je
+hand—ik bijt ’r in!
+
+DROOMELOT. Ik zal zoo schreeuwen, dat de wachter op de gang...
+
+REGENT. (naar de open deur kijkend, dan lang en hijgend in haar oogen)
+Daar dan! (laat haar los) Als jij niet wil, dan wil ik—evenmin! (gaat
+naar de deur, sluit die, keert terug. Zij leunt hijgend tegen de
+tafel—hij, den stoel grijpend, leunt er achterwaarts tegen, houdt haar
+met de loering van z’n oogen vast) Nu zijn we samen ongestoord! ’k Heb
+als ’n beedlaar iedren dag wel drie-, wel viermaal door dat gat
+gekeken—ik—ik, die nooit ’n vrouw wat vráág!... ’k Ben elken nacht nog
+langs je deur gekomen en met ’n halven waanzin in m’n kop heb ’k
+aangeklopt—heb ’k aangeklopt—ik, ik! Wil jij dat ’k voor je kniel, dat
+ik m’n hoofd buig naar je voetjes, je kleine voetjes, die ’k zou willen
+zién... Ik hou van jou, hou van je lippen en je tanden, je mond zooals
+geen ander heeft, je zijjen wimpers en je poppe-ooren, je kin, je
+hals—je heele lijf! Jij heb—jij heb me gèk gemaakt door ’t altijd
+schuilen van je oogen, door ’t schuchter spel van je gezicht—en door—en
+door—wat ik niet zeggen kan—wat ìk niet zeggen kan, ik, ik!... Nu vraag
+’k voor ’t laatst, voor ’t allerlaatst: màg ik je in mijn armen
+grijpen, màg ik je kussen op je mond, je haar—en van jouw lippen weer
+m’n dag- en nachtrust zuigen?
+
+DROOMELOT. (met neergeslagen oogen) M’n vader en m’n moeder hebben me
+gekust—nooit iemand anders... En dan... En dan...
+
+REGENT. En dan!
+
+DROOMELOT. Hoe kàn ’k iemand kussen, als ’n—als ’n vriend—die van mijn
+vader is de ergste vijand.
+
+REGENT. Dat ben ik nièt—als jij ’t niet wìl!
+
+DROOMELOT. (hem aanziend) Heb ik dat in mijn macht?
+
+REGENT. Jij kan me laten kruipen door je lach en door je witte tanden!
+Wat sla je nu je wimpers neer? Ben ik zoo leelijk, Droomelot? Heb ik ’n
+bochel of ’n horrelvoet?
+
+DROOMELOT. (weer angstig tegen de tafel) Ik kàn niet in jouw oogen
+zien!
+
+REGENT. (bedwongen) Kun je dàt niet?
+
+DROOMELOT. Ik kàn ’t niet!
+
+REGENT. Ook niet als ’k goud en paarlen om je jonge schoeren hang? Ook
+niet als ’k hèm laat gaan, wat ’k gister en eergister telkens weer
+beloofde?... (met geweld haar handen vattend) ’k Heb al die nachten in
+’n koorts geleefd en ’t hijgen van je borsten zoo gedroomd, als toen
+dien eersten dag, toen jij ze schutte met je kouwe handjes!
+
+DROOMELOT. (worstelt zich los, wijkt tot dicht bij de schouw) Laat
+eerst m’n vader vrij...
+
+REGENT. (onstuimig) En als-ie ’t is?
+
+DROOMELOT. (zacht en op schreien af) Dan geef je mij een kus—en ik zal
+jou een geven...
+
+REGENT. Een? Een! Ik tel je heele lichaam af! Hij ’s vrij!
+
+DROOMELOT. Wanneer?
+
+REGENT. Vandaag!
+
+DROOMELOT. Nog vóór den avond?
+
+REGENT. Nog voor... Nog voor... Wanneer jij wil!
+
+DROOMELOT. Als je onwaarheid spreekt—en me beliegt!
+
+REGENT. Ik geef m’n woord! M’n woord! Kom dichterbij! Ik heb wat voor
+je meegebracht, dat ’k zelf moet om je naakte halsje leggen (toont
+parelsnoer).
+
+DROOMELOT. (doodelijk bevreesd) Ik draag alleen m’n moeders beeld!
+
+REGENT. Dan hou je dit en draagt dat van je moeder... Of hebben ze dat
+afgenomen?
+
+DROOMELOT. Nee. Nee. Ik heb ’t daar! (met gebaar naar slaapstee).
+
+REGENT. Haal ’t dan hier...
+
+DROOMELOT. Waarom? Waarom? Ik wil niet ruilen!
+
+REGENT. Dat hoeft niet—haal ’t hier! (gaat haar na, verspert haar den
+weg).
+
+DROOMELOT. Je zei... Je zei...
+
+REGENT. Ik zei... Ik zei... (dringt haar in de slaapstee).
+
+DROOMELOT. Hulp vader, vader, vadertje!
+
+SERO. (die met ’t hoofd in de handen gebukt heeft gezeten, staat
+onrustig op, staart luisterend voor zich uit, zet zich opnieuw en
+sorteert).
+
+
+ —DOEK—
+
+
+
+
+
+
+
+
+DERDE BEDRIJF.
+
+
+(Het onveranderd tooneel van het tweede Bedrijf. In Droomelot’s cel
+ligt op de tafel een fleurig kleed, waarop een vaas met bloemen—in het
+midden staat een divan met smyrnaasch tapijt.)
+
+
+
+
+
+EERSTE TOONEEL.
+
+
+Sero, 2de Wachter, Arts.
+
+2de WACHTER. (Sero, die met het hoofd op de erwtenbaal op den grond
+ligt, ’n trap gevend). Wat is dat nou? Hé!... Hé!... Slaap jij alweer!
+(naar het uitgeslagen, onbeslapen bed aan den wand kijkend)—Of heb je
+niet geslapen?
+
+SERO. (versuft opzittend) Ik heb—ik heb—ik heb zóó goed geslapen, dat
+ik nog dronken ben...
+
+2de WACHTER. Sta op! (rukt hem aan den schouder) Sta op!
+
+SERO. Dat wil ik wel (poogt op te staan)—dat wil ik zeker wel—maar wil
+is niet genoeg! (smakt terug) Je moet me, kameraad, ’n steuntje
+geven...
+
+2de WACHTER. (hem ruw onder de armen grijpend) Vooruit! Schiet op! Ik
+ben jouw kruier niet!...
+
+SERO. Ik dank je zeer. Bij Jericho heeft zelfs de Samarieter béter niet
+geholpen... Nee, laat me nog niet los... ’t Is nog ’n afstand tot ’t
+bed. En zak ik in, moet jij je weer verneedren door me op te rapen!
+(zit op bedhoek. De wachter veegt nijdig z’n uniform af) Ja, vuil geeft
+af! Van buiten en van binnen!
+
+2de WACHTER. Ik waarschuw je—je kent me nou!
+
+SERO. (knikt) Ik kèn je vuisten en je voeten, je vloeken en je vlakke
+hand al haast twee maanden, niet? Twee maanden, ja! Jij heb ’n
+toekomst, vriend. Nog eer ik hier krepeer, krijg jij ’n ééreteeken
+daar—en welverdiend!... Tot zelfs m’n makker, in ’t hol hierboven, heb
+jij met klappen ’t kloppen afgeleerd...
+
+2de WACHTER. Je brood—je water, bek gehouen! En als je ’t weer niet
+lust: ’t komt terug—’t komt terug, hard als ’n bikkel! En zien wie ’t
+’t laatste wint! Sta op! De dokter! Ben je blind?
+
+ARTS. Wel nummer-zooveel, zit je alweer op? (tot wachter) Is hier geen
+stoel? Moet ’k op den grond gaan knielen bij patiënten?
+
+2de WACHTER. De order is dat hij geen stoel meer krijgt!
+
+ARTS. Ja, ja—dat ’s best—maar ik, maar ik?
+
+2de WACHTER. ’k Breng ù ’r daadlijk een! (af)
+
+ARTS. En jij? En jij? Nog altijd duizlig en eens af en toe ’n flauwte?
+(Sero knikt glimlachend) Ja, ja, dat is ’t hart, ’t hart. Je hart dat
+is vergroot, te groot; daar zijn geen kruiden voor gewassen! (tot
+wachter met stoet) Ik dank je wel! (Wachter bij deur) Je moet geen
+vrachten tillen en geen trappen loopen en naar—omstandigheden je
+ontzien!
+
+SERO. (spottend) Geen koffie en geen sterke drank?
+
+ARTS. Nee, nee. Je tong!
+
+SERO. Geen lange wandeltochten, geen tabak?
+
+ARTS. Nee, nee. Je tong!
+
+SERO. Niet dansen en geen zwaar verkeer met vrouwen?
+
+ARTS. (afwezig) Nee! nee! (plots vinnig) Nee, Nee! Hoe heb ik ’t met
+jou? Zit jij me voor de mal te houen? (Sero steekt z’n tong uit, schudt
+’t hoofd).
+
+2de WACHTER. Als u me noodig heeft, meneer de dokter!
+
+ARTS. (wenkt hem heen te gaan. Wachter achter deuropening op en neer)
+Gezien! Gezien! Je pols... Heb je vannacht geslapen? ... Nu!
+
+SERO. ’k Lei op den grond en had geen fut meer in m’n bed te kruipen...
+’t Is mal, ’t is zot, hoe je dan tobben kan en in ’t donker dingen
+zwarter dènkt dan ze bestaan...
+
+ARTS. (hem wenkend te zwijgen) Ja, ja! Hoe werkt je maag?
+
+SERO. Heeft in de laatste dagen wat geluierd—en ’k heb geen beitel om
+m’n brood voor ’t heilig avondmaal te brokken! (laat het brood dat hij
+met de vrije hand opgenomen heeft op den grond vallen) Ik wou... Ik
+wou... (strijkt zich moeilijk langs ’t voorhoofd) Vreemd, dat je ziel
+zoo in en uit je lichaam gaat... (zakt achterover).
+
+ARTS. (zich over hem buigend) Dat schijnt nog niet de láátste keer...
+(tot wachter) Hé, jij—maak jij dat raam ’ns open!
+
+2de WACHTER. Ja, als ’t móét—maar doen mag ik ’t niet!
+
+ARTS. Als ik ’t zeg, dan is ’t noodig! Hij ligt in onmacht—vlug wat
+buitenlucht!
+
+2de Wachter. (met ’n sleutel het kastje van de lijn openend en het
+tuimelraam vierend) Nou, as ’t lee an mijn, dan bleef-ie waar-ie leit!
+De dokter heeft geen flauw benul, wat judas of die kerel is! Niet één
+dief, niet één moordenaar, in ’t heele huis, zit zoo vol vuile praat en
+vuile streken as deze gladde boef. An dat gaat niemendal verloren!
+Gift, haat en ongeloof!
+
+ARTS. Ja, ja,—maar ’t is ’n mensch, al deugt-ie niet, en zieke harten
+geven zieke hersnen... Als-ie familie heeft en de Regent ’t wil, dan
+moet gewaarschuwd worden. De veer van ’t werk is stuk.
+
+2de WACHTER. ’t Werd tijd! (kinderstemmen buiten).
+
+ARTS. Is ’r ’n vrouw?
+
+2de Wachter. ’n Hoer.
+
+ARTS. ’n Kind?
+
+2de WACHTER. ’n Jong, hiernaast! Wordt door Zijn Excellentie
+achterna-geloopen! Ik knijp ’n oogie dicht...
+
+ARTS.. (de kinderstemmen bedoelend) Is dat de straat?
+
+2de WACHTER. Nee, dokter, dat ’s ’t plein—en wat u hoort... (Sero zit
+langzaam-tastend op).
+
+ARTS. (wenkt Wachter heen te gaan) Wel, was ’t weer even mis?
+
+SERO. (luistert hijgend naar de geluiden, zakt van het bed op de
+knieën, snikt ’t steunend uit).
+
+ARTS. Kom nu—dat’s niet zoo goed voor je, je op te winden!
+
+SERO. (hem met armgebaar afwerend) Doe dan dat raam weer dicht!
+
+ARTS. Dat raam weer dicht? ’t Is voor je bestwil nummer zooveel!
+
+SERO. Doe dicht dat raam—ik heb ’t koud!
+
+ARTS. Je heb ’t koud? Stop jij daarvoor je vingers in je ooren? ’t Is
+buiten heerlijk warm!... Kom, kom, wees man! Wil je je vrouw nog zien?
+(Sero schudt woest het hoofd) Je dochter dan? (Sero staart naar ijzeren
+val, schudt het hoofd) Nee? Heb ’k goed begrepen?
+
+SERO. (naar den val starend) ... Ik wil ’r zien, als ze geen tafel
+heeft...
+
+ARTS. Geen tafel... Wat zegt je nu...?
+
+SERO. (moeilijk opstaand)... Ik had ’r geen—en aan de schuif is nog
+geen hand geweest—geen wachtershand—en niet de hare... ’k Heb meer dan
+zestig dagen, uur aan uur, en nacht aan nacht... Ben jij hiernaast
+geweest? Hééft ze ’n tafel en ’n stoel? Dat kan ’k dien man niet
+vragen, die me trapt en slaat op hoog bevel, en me op hoog bevel m’n
+krachten heeft genomen, omdat ’n galg zoo-zeer de aandacht trekt van
+raven en van menschen...!
+
+ARTS. Bedaar nu, nummer-zooveel—of je heb ’r zelf aan schuld... En
+praat gezonde taal...
+
+SERO. (den stoel nemend en pogend er bij de schouw op te klimmen) Nee,
+nee, dat kan de akrobaat niet meer! En ’t hoeft ook niet. Want aan de
+schuif is niet getimmerd, niet geschroefd... En zij heeft jonge
+beenen... (zit gebroken neer).
+
+ARTS. Ik zal je laten brengen naar de ziekenzaal.
+
+SERO. Dat is te laat—(naar omhoog kijkend) en wie weet nog te vroeg. Ik
+wil hiér in m’n eentje sterven.
+
+ARTS. Dat zeg je me bij elk bezoek, maar hier is toch geen plaats...
+(omzichtig) Je vrouw en dochter kunnen bij je komen.
+
+SERO. (de hand op ’t hart) Ik heb geen vrouw—en als ze heeft ’n tafel
+met vier pooten, geen dochter meer!
+
+ARTS. (goedig-sussend) Ja, ja, ja, ja! Dat meen je nu, en straks heb je
+weer andre, dwazer kuren! (naar deur, keert terug) Wil je soms
+schrijven voor je laatsten wil? Ik vraag dat, waar jij zèlf zoo telkens
+weer van sterven spreekt!
+
+SERO. M’n laatste wil... (diep ademend) Hè, ’k ben den ballast kwijt—ik
+word weer mensch, nou dat te groote hart zich uitzet als ’n spons in ’t
+water! M’n laatste wil, hahaha! Hoe ben ’k met zoo’n groot hart zoo
+klein geweest daarnet te grienen! ’k Vermaak—dat kan ook zonder
+testament—en vrij van zegel, registratie!—vermaak m’n geest en ziel aan
+wie ’r bod op doet, rabbijnen zelfs, pastoors en wie den geldzak
+kust!—vermaak m’n lichaam, huid en haar, ’t vet en ’t vleesch, aan
+jonge maatjes in jouw vak van wetenschap, die uit geen béter kringen
+krijgen ’t materiaal, om voor te snijden op de sectietafel... Vermaak!
+Vermaak! In ’t leven is de zotheid baas!...
+
+ARTS. De zotheid, zeg dat wel, vooral jouw zotteklap! Men maakt geen
+grappen, als men kan vermoeden...
+
+SERO. ...Dat binnenkort ’t zeldzaam-groote hart ligt in ’n glazen huis
+met spiritus en met ’n varkensblaze-dak!
+
+ARTS. ’t Is wel. Ik zwijg (bij de deur) ’k Zal je den priester sturen.
+
+SERO. Waarom? Waartoe? Ik wil en geef geen absolutie! (De arts gaat
+schouder-ophalend af. Buiten wordt het spelend rumoer der kinderen
+sterker. Met de handen op den rug gevouwen, staart Sero eerst naar den
+schoorsteenval, vervolgens zonder te bewegen naar de richting van het
+geluid.)
+’k Zou willen weten wat uit jullie groeit:
+Ik ga en jullie komen pas den weg
+Geloopen die zoo wonderschoon kon zijn,
+Als niet de modder hing aan elken stap,
+En elke nieuwe, jonge, vrije jeugd,
+Weer in de óúwe leugens werd verstikt!
+’k Zou willen weten of de lente, die
+Uit jullie kleine kinderstemmen spreekt,
+’n Zomer wordt die bloeiend opengaat
+En aan de landen eindloos stuifmeel geeft!
+’k Zou willen weten of de rijke vrucht,
+Die van geen mensch en toch van iéder is,
+Door jullie éénsgezind gegrepen wordt
+En zóó gesteld dat nooit meer ruwe klauw
+’t Kost’lijk aardgeschenk vernielen kan... (De gevangene boven klopt)
+Dat zien wij twee, jij dief en moordenaar,
+En ik, dìe langs de wegen ben gegaan,
+Om zonder aarz’len mensche-plicht te doen—
+Dat zien wij twee niet meer—maar zij—misschien...
+
+(zet zich op stoel, sorteert).
+
+
+
+
+
+TWEEDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, 2de Wachter, Sero.
+
+
+2de WACHTER. (ontsluit Droomelot’s cel, laat haar binnen. Zij neemt
+haar masker af, geeft dat den Wachter, die haar onder de kin strijkt.
+Zij wijkt verschrikt achteruit) Hahaha! Doe niet zoo preutsch, jij leep
+en listig ding! ’k Draag niet m’n oogen in m’n zak en ’k heb twee ooren
+als trompetten! Ja, kijk maar lekker rond—’t wordt hier ’n fijne keet!
+
+DROOMELOT. Wie heeft dat alles hier gebracht?
+
+2de WACHTER. Wie?—Ik en m’n maats!
+
+DROOMELOT. Wanneer?
+
+2de WACHTER. Terwijl je werd gelucht! Hahaha, de heele wacht is
+uitgeloopen, en heeft zich voor jouw deur ’n uitgezakte breuk gelachen!
+Jij ben ’n bliksems-gladde, kleine helleveeg. Je moeder kan ’n puntje
+an jou zuigen! En as je éven handig blijft, en ’m zoo zacht an ’t
+lijntje houdt, ’m snoepen laat met mondjesmaat, en of je ’r tièn zoo
+aan je vingers heb, ’m onverschillig op z’n koppie krauwt—dan lijm je
+’m vast nog jaren lang en wat jij wil, krijg jij gedaan! Tik voor je
+aan, met veel respect! En as je je bij hèm verveelt, in plaats van
+elken dag kandij, ’ns watertandt naar mager spek: dan heb je maar ’n
+kik te geven! Met veel respect! Hahaha! (treedt nog lachend bij Sero
+binnen; nijdig) Raap op dat brood! Al smijt je ’r mee: je krijgt geen
+ander! (Sero bukt zich, legt het op het bed. Wachter rukt stoel weg,
+zet dien buiten, keert terug, sluit het raam. Droomelot heeft de
+bloemen opgenomen, laat die vallen, zet zich op haar stoel.)
+
+SERO. Móét ’t al dicht? Màg ’t niet langer open?
+
+2de WACHTER. Je kan je zelf wel antwoord geven!
+
+SERO. ’t Is toch ’n kleinen dienst dien ik je vraag!
+
+2de WACHTER. Als ik je luchten wóú, heb je ’t verdomd! Je was te slap,
+niewaar?, te ziek, niewaar?, om naar de plaats te loopen! Hier geef ìk
+jou geen lucht, nog niet voor tien doktoren! ’k Vertrouw je net van
+hier tot daar! Jij ben in staat, of anders zijn ’t je vrinden om bij
+zoo’n open raam... Ha-ha-ha, heb ik je door?
+
+SERO. (moeilijk) Mag ik vandaag?
+
+2de WACHTER. Nou, wat? Leg niet te pruimen op je woorden!
+
+SERO. Mag ’k vandaag—mee naar de plaats! Ik wou voor ’t laatst de zon
+nog zien.
+
+2de WACHTER. Wel, wel—nou zoo ineens? De tijd van luchten is
+voorbij—moet je tot morgen wachten!
+
+SERO. (spottend) Ik heb misschien geen morgen meer.
+
+2de WACHTER. Daar làcht-ie om, ’t stuk ongeluk! Dàt wil de zon nog
+zien! De zon, die draait ’r kooi niet in, as jij geen afscheid neemt!
+Vooruit dan maar! ’k Ben gek gedorie da’k ’t doe! (laat sleutelbos
+vallen)... Raap op! (Sero geeft hem de sleutels) Ha-ha, heb ik je goed
+gedrild? Komt ’t ontzag ’r langzaam in? Als ik jouw vader was
+geweest...
+
+SERO. Was jij voorzeker in je bèd gestorven!
+
+2de WACHTER. (’t masker gevend) Pak an! Zet op! Geen kletspraat
+onderweg, geen teekens, geen gefluit!
+
+SERO. Dat masker ruikt naar karneval!
+
+2de WACHTER. Ha-ha-ha! (’t ook beruikend). Dat is ’t luch-ie van de
+harem, hier dichtebij! Naastan wascht een ’r snuit met beter zeep dan
+jij, omdat ze met Zijn Excellentie trekkebekt! (Sero rukt ’t masker af)
+Zet op! Wat suf je nou? Vooruit! Je hoeft niet vies van ’r te wezen! As
+jij as teef geboren was, liep ook de duurste reu je na! Zóó as ’t
+voorjaar is, is iedre hond-van-ras z’n moer en stand vergeten en rent
+in d’achterbuurt met ’t smerigst mormel mee!... (Sero laat ’t masker
+vallen) Wat mier jij nou? Vooruit! Zet op!... En as je onderweg ’n
+flauwte krijgt—ik ken je foefies, ouwe smakker!—giet ik ’n emmer langs
+je leeg! (duwt hem voort).
+
+
+
+
+
+DERDE TOONEEL.
+
+
+Regent, Droomelot.
+
+
+DROOMELOT. (heeft de papieren gelezen, bergt die op) O, vadertje, als
+je eens wist—als je eens weten kon!
+
+REGENT. (onstuimig binnentredend, werpt mantel en hoed op divan) Daar
+ben ik weer—verdoemd, terwijl ’k gister pas gezworen heb, nóóit meer ’n
+stap hier in ’t hok te zetten! Daar ben ik weer, voor spot van
+soldeniers en wachters! (zij smakt met het hoofd op de tafel) Daar ben
+ik weer! Heb je me niet verstaan? Dat is geen houding die jou past, als
+ik hier ben! (rukt haar omhoog) Zit recht en kijk me aan!... Heb jij,
+heb jij de bloemen die ik zelf voor jou geplukt, daar op den grond
+gesmeten? Neem op! Neem op! (houdt haar tegen, bukt, legt haar de
+bloemen in den schoot, grijpt geknield haar handen).
+Daar ben ik weer: doe met me wat je wil!
+Trap me en sla je handen om m’n strot—
+Kwel me en laat me kruipen als ’n dier,
+Dat nog je nasluipt, als ’t geranseld wordt!
+Ik kan niet buiten jou, m’n Droomelot!
+Ik hijg in eenzaamheid m’n uren door,
+Je hatend en verwenschend eindeloos
+En naar je snakkend met zoo’n woesten lust,
+Zoo’n rauwen opstand van m’n heele lijf,
+Dat ik m’n tanden in m’n lippen zet,
+En met m’n vuisten beuk m’n gloeiend hoofd!
+Ik zal je niet en nooit meer met geweld
+Heendragen naar je bed, als toen dien dag!
+’k Wil dat je zèlf je armen om me legt
+En zèlf den adem van mijn mond begeert
+En zelf met dat waanzinnig ongeduld,
+De slinger-slagen telt, om te zien! (kust haar handen).
+Zeg nu een woord en staar niet voor je uit! (heftig).
+Ik wìl en zàl jouw eersten vrijen kus!
+
+DROOMELOT. (de bloemen zonder hem aan te zien brekend).
+Je heb me met geweld hierheen gebracht
+En met geweld geleerd wat moeder is
+En met geweld gezegd hoe ’k bidden moet
+En met geweld gehaald van vader af
+En met geweld mijn tranen weggekust
+En met geweld me ’t vrees’lijke gedaan (smijt alle bloemen neer).
+Maar dàt, dat uit mezelf, dat kàn ik niet!
+
+REGENT. Dat kun je niet!
+
+DROOMELOT. Dat kan ik niet...
+
+REGENT. Ook niet—als—als... als ik je smeek en bid? (zij schudt het
+hoofd)... Ook niet als iedre wensch van jou...
+
+DROOMELOT. ’k Heb ’r maar een—hier dood te gaan!
+
+REGENT (haar in de armen nemend).
+Kom nu, m’n kleine, kleine Droomelot:
+Je weet hoe ik je slaaf geworden ben,
+Hoe ik, die honderd vrouwen heb gehad,
+Gehad en weer verschopt, hoe ’k van jóú hou,
+En hoe je me gelukkig maken kan
+Door éven vroolijk kijken en ’n lach!
+Is ’r een deur, die hier gesloten blijft?
+Ben je niet vrij, ook zonder dat je vraagt?
+
+DROOMELOT. (zich losrukkend). Ik wil niet vrij!
+
+REGENT. Je wil niet vrij? Waarom?
+
+DROOMELOT.
+Als ’k buiten kom, dan ken ik maar één stap
+Waar ’t water diep is, en geen mensch me ziet,
+Waar ’k niet meer denk en tob, en niet meer vrees
+Dat ik m’n vadertje ontmoeten zal.
+’k Hoop dat-ie sterft, voor iemand ’m dat zegt...
+
+REGENT. Dat kàn ’m niemand zeggen!
+
+DROOMELOT. Iedereen! (divan en kleeden bedoelend).
+Waar zooveel wachters dat en dat gezien,
+Hoort ’t de heele stad eer ’t avond is
+En eer ’t avond is, hoort hij ’t ook! (valt snikkend neer).
+
+REGENT. Hij hoort ’t niet en nóóit!
+
+DROOMELOT. Hij weet ’t al!
+
+REGENT.
+En als-ie ’t weet, wat raakt dat mij—en jou!
+Druk een keer zèlf je lippen op mijn mond
+En wee degeen die dan niet voor je buigt!
+
+DROOMELOT. (in knielende houding, de oogen gesloten) Ik zeg—ik zeg niet
+langer nee... Ik zal...
+
+REGENT. Je zult...?
+
+DROOMELOT. Ik zal je kussen op je mond...
+
+REGENT. Uit vrijen wil?
+
+DROOMELOT. Dankbaar—uit vrijen wil—als ’k dan voor goed vrij-uit mag
+gaan!
+
+REGENT. Waarheen?
+
+DROOMELOT. Waar ’k nooit meer vadertje ontmoeten kan!
+
+REGENT. Je vader niet—maar mij?
+
+DROOMELOT. Geen sterveling!
+
+REGENT. Verdoemd! Ben jij zoo op den dood verzot, enkel uit angst...
+
+DROOMELOT. Voor zìjn twee oogen—ja!
+
+REGENT. En voor die van je moeder dan?
+
+DROOMELOT. Voor haar? Ik ben geworden wat mijn moeder is.
+
+REGENT. En als-ie nu gestorven was—of weer—neem dat eens aan: opnieuw
+gevangen werd...
+
+DROOMELOT. Als hij gestorven was—is-ie dat dan?
+
+REGENT. Hij is nog hier—hij is niet weg geweest!
+
+DROOMELOT. Niet weg geweest?... En jij, je gaf je woord!
+
+REGENT. Dat heb ik ook gegeven in m’n roes! (moeilijk pratend en
+lachend, terwijl zij met eene verjonging van het gelaat voor zich heen
+staart).
+’k Heb dronken wel m’n zaligheid beloofd,
+Meer dan ik had en ik belooven kon
+Om als m’n dolle kop weer nuchter was,
+’t—met verstand—weer andersom te doen!
+Maar jij—maar jij!—hield jij je woord dan wel?
+Dee ’t je wat, dat jij me had bekeerd
+Niet langer je te kussen met geweld?
+Dee ’t je wat of ik krankzinnig werd?
+Heb ’k niet gekropen en mezelf verlaagd
+Heb ik een oogenblik voor jou bestaan?
+
+DROOMELOT. (starend).
+Hij is niet weg geweest—en hoort ’t nooit....
+
+REGENT. (sleutels op divan smijtend).
+Nu lieg ik niet en laat ik je de keus
+En speel niet met den tijd, eer ’t me berouwt!
+Daar zijn de sleutels om hier uit te gaan,
+Voor hem èn jou, of voor jou heel alleen,
+Of als-ie wil, voor hèm, terwijl jij blijft,
+Als jij je volle ziel me overgeeft,
+En met den geur van bei je lippen zegt,
+Dat ìk de koning van je droomen ben,
+Dat jij me toebehoort met al den lust,
+Die de verkwikking is van jonge min!
+Ik zweer...
+
+DROOMELOT. Dat heb je gister pas gedaan!
+
+REGENT. Ik steek m’n vingers op...
+
+DROOMELOT. ’k Geloof je niet!
+
+REGENT. Ik laat de sleutels hier...
+
+DROOMELOT. En neemt ze weer terug! Zooals je op je woord getrapt!
+
+REGENT. (heft z’n vuist, wijkt bij haar oogen, werpt de deur open). Ik
+wacht.
+
+DROOMELOT. (voor zich uit glimlachend).
+Voor ik m’n beste zelf jou geef
+En ongedwongen jóú tot liefste neem,
+En jou vertel het diep en teer geheim,
+Dat me in wreede nachten heeft ontrust,
+Vraag ’k zekerheid, dat ’k gaan kan ongestoord...
+
+REGENT. Gaan naar den dood?
+
+DROOMELOT. Nee! Naar ’t leven heen!
+
+REGENT. En als je me bedriegt?
+
+DROOMELOT. ’k Bedrieg je niet!
+
+REGENT. Ik zekerheid—maar jij geen onderpand!
+
+DROOMELOT. ’r Is ’r een...
+
+REGENT. Wat dan?
+
+DROOMELOT. Wat dan?... Ons—kind.
+
+REGENT. Ons kind! (grijpt haar onstuimig in de armen). Ons kind—en jij
+je weigert nog.
+
+DROOMELOT (haar gelaat hijgend afwendend). Ik heb ’t niet gewild—heb ’t
+verwenscht...
+
+REGENT (lachend voor zich uit starend, holt de gang in, wenkt wachter).
+Kom hier! En zeg aan al je kameraads,
+Aan alle wachters en aan iedereen,
+Dat zij de vrijheid heeft om heen te gaan,
+Heen waar ze wenscht en waar ’t ’r behaagt
+En dat ’n klacht van haar een vonnis wordt!
+
+(Wachter tikt aan, verwijdert zich)
+
+Dat is mijn kind! (grijpt haar handen).
+
+DROOMELOT (trotsch). Nee, nee—’t is van mij!
+
+REGENT. Ik zorg ’r voor—ik voed ’t op!
+
+DROOMELOT (de handen terugtrekkend). Nee ik.
+
+REGENT.
+Ik! Jij!—Jij! Ik!—Dat komt op ’t zelfde neer!
+Krijg ’k nu wat ’k heb gevraagd die maanden lang?
+
+
+
+
+
+VIERDE TOONEEL.
+
+
+De vorigen, 2de Wachter, Regina.
+
+
+2de WACHTER. (Regina bij de open deur weerhoudend) Niet hier!
+
+REGINA. Waar dan?
+
+2de WACHTER. Dat merk je wel—hiér nièt!
+
+DROOMELOT. Hier wel! Hier wel! (vliegt haar om den hals) Wat ben ik
+blij dat ik je zie!
+
+REGENT. Wie heeft die vrouw gehaald?
+
+2de WACHTER. Dat heeft de kommandant gelast!
+
+REGENT. De kommandant—waarvoor?
+
+2de WACHTER. Omdat de dokter heeft gezeid, dat hij krepeeren gaat!
+
+REGENT. Is hij dan hier? Wat heb jij voor een kop! Weg met die vrouw!
+
+2de WACHTER. (Regina, die angstig Droomelot omhelsd houdt, bij den arm
+grijpend) ’r Uit—en as de bliksem mee!
+
+DROOMELOT. Zeg aan dien man, dat ik ’r spreken wil!
+
+REGENT. Dat zeg ik niet!
+
+DROOMELOT. Dan ga ik mee, waar zij heengaat!
+
+REGENT. Dat zul je niet!
+
+DROOMELOT. Heb je niet zelf gelast, dat ik me vrij bewegen mag?
+
+REGENT (denkt na, haalt Regina bij de deur terug, fluistert haar wat
+toe—dan tot wachter). Je blijft ’r bij!
+
+DROOMELOT. Dan spreek ik niet—en zoek m’n moeder later op! (Regent
+loopt woest op en neer, wenkt wachter—beiden af—de deur blijft open.)
+
+
+
+
+
+VIJFDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Regina.
+
+
+REGINA. Dus—is ’t waar?
+
+DROOMELOT. Wat, moederlief?
+
+REGINA. Wat overal, in elke straat ’n ieder zegt—dat jij en hij...
+(Droomelot knikt) O, lieve Jezus, ’t is mijn schuld! En ik—ik ben jou
+niet tot schrik geweest, tot voorbeeld hoe je ondergaat, als je je
+eenmaal geeft...
+
+DROOMELOT. Ik heb me niet gegeven—(hard en trotsch) gééf me niet!
+
+REGINA. En jij en hij?—je knìkte toch!
+
+DROOMELOT. Die man wordt enkel vader van ’n kind, dat ’k leeren zal hoe
+men hèm haten moet...
+
+REGINA. Dus... Dus... Jij ook!
+
+DROOMELOT. Ik ook—je hoeft niet bang te zijn, dat ik ook op jou óóit
+neer zal zien!
+
+REGINA. Had ’t maar wel gedaan—en wel gekùnd!... Ik ben zoo schand’lijk
+slecht...
+
+DROOMELOT. Zoo slecht...? Heb je dan meer—misdaan dan ik?... (Regina
+slaat de handen voor het gelaat) Wat heb jij dan misdaan?...
+
+REGINA. Vraagt ’t me niet, m’n kind...
+
+DROOMELOT. ’k Dacht dat je net als ik—gedwongen was geweest.
+
+REGINA. Gedwongen word ik nog. ’r Is geen weg terug.
+
+DROOMELOT. Geen weg terug—dat meen je niet... (op den divan knielend,
+achter Regina en de armen om haar heen vouwend).
+Dat meen je niet en ’t is niet zoo!
+’k Heb over jou, als ’k niet meer schreien kon,
+Die nachten, zoo gedacht en zoo je pijn
+En zorg geweten, zoo me voorgesteld
+Hoe jij gelejen heb, dat ik mezelf
+Verweet, dat ik geen dochter voor je was.
+Dan nam ik, in ’t donker op mijn bed,
+Den kettìng, met ’t groote medaljon
+En draaide kreunend zoo de schakels rond,
+Of ’k voor je bad en hield een rozenkrans
+En jij me in de verte hooren zou!
+Jij heb wel schrik’lijk veel verdriet gehad? (Regina tracht Droomelot’s
+handen los te maken)
+Nee, laat mijn handen om jouw lieven hals.
+Ik ben toch ook voor jou ’t kind geweest,
+Dat in ’n lichaam angst en vreugde wekt,
+En naast je eigen, wilden harte-slag
+De zachte echo van ’n tweeden stelt...!
+’k Hou nu veel meer van jou! (kust haar).
+
+REGINA. (heftig opstaand) Nee doe dat niet!
+
+DROOMELOT. Dat niet? ’k Omhels jou—en...
+
+REGINA. En ’k wil ’t niet.
+
+DROOMELOT. Weer niet? Weer niet? Dat zei je toen...
+
+REGINA. Toen ook!
+
+DROOMELOT. Waarom?
+
+REGINA. Omdat...
+
+DROOMELOT. Omdat...?
+
+REGINA. Omdat ’k niet wil! (moeilijk).
+Omdat wat ’k laat—verkoop aan iedereen,
+Niet voor jouw mond en lippen wezen mag!
+
+DROOMELOT. Begrijp ik niet...
+
+REGINA. Hoop dat je ’t nooit zal doen...
+
+DROOMELOT. Je ben van vader weggegaan—waarom?
+
+REGINA. (stug) Dat weet ik niet...
+
+DROOMELOT. Hield jij dan niet van hem?
+
+REGINA. (stug) Dat weet ik niet—herinner ’t me niet meer! ’t Is zoo
+lang geleden—en vandaag...
+
+DROOMELOT. Wat dan vandaag?...
+
+REGINA. Vandaag is alles uit... En als ’t uit is, helpt geen spijt,
+geen klacht!
+
+DROOMELOT. Je praat in raadsels, moederlief... Je praat...
+
+REGINA... Allicht te veel (met blik op wachter, die even in deuropening
+verschijnt)—omdat ’k niet praten mag! Ik kom misschien terug.
+
+DROOMELOT. Dat hoeft niet meer. ’k Ben vrij.
+
+REGINA. Jij vrij?
+
+DROOMELOT. ’r Houdt me niemand hier!
+
+REGINA. (angstig)
+Je zegt dat zoo—zoo blij en opgewekt
+Omdat je nog niet weet... Ik ben besteld...
+
+DROOMELOT.
+Ik weet—weet dat-ie nog gevangen zit,
+Wéét dat-ie niet door schùld is los gekocht,
+Wéét dat-ie me zoo diep verachten zou,
+Als ik door éigen wil gevallen was,
+En door zoo’n offer hèm geofferd had...
+’k Was voor ’n uur nog tot den dood bereid,
+Uit vrees dat hij me ginds ontmoeten zou
+En me verwijten, dat ik hem verlost!
+Nu is hij even ongerept als ik
+Nu trek ik sterk en ongebogen uit
+En zet als ’t mag en kan zijn arbeid voort...
+En jou laat ’k niet meer los!
+
+REGINA. Ik tel niet mee!
+
+DROOMELOT. Jij blijft bij mij... en ik, ik blijf bij jou!
+
+REGINA. Dan kán niet, kind!
+
+DROOMELOT. ’t Kan!
+
+REGINA. Ik ben melaatsch.
+
+DROOMELOT. Melaatsch!
+
+REGINA. Ik ben gedoemd...
+
+DROOMELOT. Door wie gedoemd?
+
+REGINA. Vraag ’t aan elke vrouw en ied’ren man—maar niet aan mij!
+
+DROOMELOT. Ik vraag ’t aan jou zèlf—zooals mijn eigen kind eens vragen
+zal...
+
+REGINA. (worstelend) Ik ben... Ik ben...
+
+DROOMELOT. ...Wat ik geworden ben!
+
+REGINA. Ik was zoo slecht, zoo laag en zoo gemeen
+En ook zoo laf, dat ’k haast niet biechten kan.
+Ik liet hem in den steek, toen ’t armoe werd,
+Armoe met ied’ren dag meer wrok en twist.
+’k Was jong, dacht dat ’n ander beter was.
+Die ander zette me weer aan den dijk:
+Het was z’n recht—hij had ’r voor betááld.
+Ik stond op straat, ’r stonden ’r daar meer.
+Naar jullie huis dorst ik niet heen te gaan.
+Dat durf je niet, je voeten zeggen nee.
+En ’k vond dien hongernacht toen weer ’n dak
+Bij weer ’n man, die me z’n kussen gaf,
+’n Slok jenever en ’n middagmaal.
+En ’k stond op straat. En keek de modder aan,
+De modder en de mannen, beurt om beurt,
+Tot ’k bij die twee geen onderscheid meer zag,
+Tot ieder kind me nawees in de stad,
+Tot ’k bang was voor de vogels en de zon,
+En eerst bij avond langs de wegen ging,
+Omdat je dan je eigen schaduw mist.
+Eens ben ik ziek geweest, op sterven af,
+En heb toen alle heiligen en God
+Bezworen dat ’k me beet’ren zou voor goed.
+Maar hoe ik worstelde en hoe ik wou,
+En hoe ik heb gewroet, gesmeekt, gezocht,
+De deuren van de huizen smakten dicht
+En ’k stond weer in de modder—in de straat
+En ben toen wéér van hand in hand gegaan,
+Van man naar man—en heb op ze gespuwd,
+En heb gehaat, gehaat, op mijn manier
+En als ’k me voelde beu en levenszat,
+Dan dee ’k wat ik van anderen geleerd
+En dronk. Drank maakt je van de dingen los.
+Zoolang je dronken ben, klaag, bid je niet!
+En bid je God, vloeken de menschen toch... (Staart met het hoofd in de
+handen voor zich uit. Droomelot zelf ontwakend, staat op, neemt met
+zacht geweld haar handen weg, kust haar—zij duwt haar op zij).
+Laat staan! Laat staan! Je weet niet wat je doet!
+Ik ben geen lippen—als van jou—gewend!
+
+DROOMELOT.
+Daar móét je dan aan wennen, moederlief
+Wij blijven saam (kust haar weer).
+
+REGINA. (lang-aanhoudend snikkend) Je weet niet wat je zegt!
+
+DROOMELOT. (haar de haren streelend)
+Wat heb jij, moedertje, ’n leed gekend,
+Wat is jouw straf verschrikkelijk geweest,
+Wat ben ik blij dat ik je troosten kan
+En blij dat ik jouw steun geworden ben
+En blij dat vadertje dàt nooit gehoord...
+
+REGINA. Hij ’t nooit gehoord! Hij ’t niet gehoord, ach, ach!
+
+DROOMELOT. Hij zei van af ’t eerste uur, dat ik
+’m Vroeg waarom de andre kindren wèl
+En ik géén moeder had: je hèb ’r een...
+
+REGINA. (stellig) Dat heeft-ie jou als kind gezegd—als kind...
+
+DROOMELOT (schudt het hoofd).
+...Niet waar! Toen ik vertelde hoe ik jou
+Dien wintermorgen voor—dat huis gezien,
+Dat vreemde huis, met al de blinden neer,
+Toen sprak-ie even goed: ze komt terug!
+Maar jij je praatte niet van hem—jij zei:
+Hou toch vooral je mond als je me ziet...
+Ja, ja en zoo ben ik hierheen geraakt...
+
+REGINA. Ik ben ’n beest—’k wou dat ik stierf!
+
+DROOMELOT. En dan? En dan! Heb je je beurt gehad?
+
+REGINA. M’n beurt?
+
+DROOMELOT. Je beurt van òpgang na je ondergang? Je beurt van wraak...
+
+REGINA. (schudt het hoofd) ’t Was m’n eigen schuld! Als ’k niet was
+heengegaan, dan zou ik niet...
+
+DROOMELOT. Was ’r ’n weg terug?
+
+REGINA. Die was ’r niet.
+
+DROOMELOT.
+Heb jij je vuisten niet gebald, als jij
+Weer telkens in de modder kwam te staan?
+Wie smeet de deuren dicht?.... Wie wees je na?
+Wie heeft je bang voor zon en dag gemaakt?
+Was jij dan slechter dan de mannen, die
+Te eten gaven jou—en dan opnieuw
+Je trapten en je zweepten als slavin?...
+Je wóú je modder uit—je kon ’t niet!
+Je wóú weer in ’t licht—’t lukte niet!
+Je wou ’t zelfde recht van elken man,
+Die als-ie in jouw armen was geweest,
+Weer vrij-uit, zingend, over straat kon gaan:
+Je kreeg ’t niet! Sta op! En help jezelf!
+Als jij melaatsch ben, jij, melaatsch, gedoemd,
+Dan is ’t ieder, die den steen opnam,
+En elke man die met jou heeft verkeerd!
+
+REGINA. Ik word niet meer gered...
+
+DROOMELOT. Je redt jezelf! Jezelf! Jezelf!
+
+REGINA. Daarvoor heb ik geen kracht!
+
+DROOMELOT. Ben ik ’r niet? Heb ik geen kracht voor twéé?
+
+REGINA. Ben jij de droomster en ’t zelfde kind,
+Dat bij me kwam? Wat ìs met jou gebeurd?
+
+DROOMELOT. Ik heb van hèm geleerd... (Wachter laat Sero in de cel
+terug) En óók geleerd (met bijtenden spot).
+Van al de andren, die hier zijn geweest!
+En als ik twijfelde en niet begreep,
+Dan had ’k een wijs en kost’lijk amulet,
+Dat ’k als een troost ook in jouw handen geef! (geeft haar Sero’s
+papieren—Wachter schiet toe, rukt ze uit haar hand).
+
+
+
+
+
+ZESDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Regina, Sero, Wachter.
+
+
+2de WACHTER. Komt niets van in! Daar heb ik op geloerd! (verscheurt ze
+driftig).
+’r Uit gedragen wordt hier niemendal!
+Zie zoo! Nou kun je grabb’len allebei! (een snipper lezend)
+Dacht ik ’t niet: jawel, ’t bekende schrift! (bukkend en de snippers
+nog eens verscheurend)
+Te groote brokken steken in je keel
+En maken dat je je verslikken zou.
+Dat’s beter mondjesmaat—En jij ’r uit!
+
+REGINA. ’r Uit?... Ik ben besteld om—hem te zien...
+
+2de WACHTER. Komt niets van in!
+
+REGINA. De kommandant...
+
+2de WACHTER. Is gek!
+
+REGINA. Je heb me zelf gezegd...
+
+2de WACHTER. Ik ben óók gek
+We zijn ’t allemaal, ik, de Regent,
+En ieder die te loopsch naast rokken loopt! (schatert het uit).
+Geloof, dat als ik wijven-wachter was,
+M’n uniform gauw an den kapstok hing! (tot Droomelot, die glimlachend
+de snippers geraapt heeft)
+Wil je ze liever strooien op de plaats.
+
+DROOMELOT (ze spottend nakijkend).
+Ik geef ze aan den wind—en woord voor woord
+Ik weet den stand van elke letter nog...
+
+2de WACHTER (tot Regina). ’r Uit madam!
+
+REGINA. Dus mag ik ’m niet zien?
+
+2de WACHTER. Hier namaals ja—maar bij z’n erwten niet!
+
+REGINA. Dat is gemeen! Als-ie toch stervend is! (Droomelot schrikt op,
+luistert onbewegelijk toe).
+
+2de WACHTER. Jij kletst! De kommandant is idioot!
+Ik heb ’m zelf pas in de zon gelucht!
+En op de plaats heeft-ie gefloten als
+’n Vink, die bij z’n voer wat suiker vindt!
+
+DROOMELOT. Hij liegt!
+
+REGINA. Je liegt! Ik ga hier niet vandaan! Laat me ’r door.
+
+2de WACHTER. (z’n mouwen opstroopend):
+Haha, dat wordt ’n bokspartij!
+’t Spijt me wel, madam, ’t is afgelast!
+
+DROOMELOT. Door wie?
+
+2de WACHTER. Door den Regent!
+
+DROOMELOT. Wanneer?
+
+2de WACHTER. Zoo pas.
+
+REGINA. Mag ik dan wachten hier?
+
+2de WACHTER. Nee, nee—hier niet!
+Maar als je wachten wil, met véél geduld
+Neem dan je intrek in mijn wachtlokaal
+’k Heb bier en goed-belegen roggemik!
+
+REGINA. Dan wacht ik daar! Dag Droomelot, m’n kind! Ik dank je wel, en
+als ’k je niet meer zie...
+
+DROOMELOT. We zien mekaar nog eer ’t avond is.
+
+REGINA. Dat weet ik niet.
+
+DROOMELOT. Maar ik—ik weet ’t wel.
+
+2de WACHTER. Na u—ik heb de sleutels en de eer! (af met Regina).
+
+
+
+
+
+ZEVENDE TOONEEL.
+
+
+Droomelot, Sero.
+
+
+DROOMELOT. (waakt op, ziet de sleutels op den divan, grijpt ze, treedt
+bij Sero binnen, blijft stuipend van angst staan, als ze hem ziet
+liggen): Vader! Vadertje!.. (hij stut plotseling op de armen, kijkt
+haar enkel aan) Goddank!... (knielt bij ’t bed, neemt z’n hand, kust
+die—hij stoot haar driftig terug). Vadertje! (hij blijft haar
+aanstaren, zij wijkt achteruit). Je kijkt zoo vreemd—ik ben
+’t—Droomelot! Herken je me niet meer? (hij schudt wild het hoofd, wijst
+haar heen te gaan). Ik ben ’t—ik! (knielt opnieuw bij ’t bed).
+
+SERO. (moeilijk): Ga weg! (schor lachend).
+’k Verdraag de lucht niet van jouw zeep!
+Daar stik ik bij! Smijt open hier ’t raam!
+Ga weg! Ga weg! Ga weg! Ik ken je niet!
+
+DROOMELOT. Je kent me niet? Ik ben je eigen kind!
+
+SERO. (halverwege van ’t bed).
+Ben jij m’n eigen kind—weet je dat wel?
+Ik stik! (zij bukt, reikt hem de waterkruik—hij duwt haar achteruit).
+Nee, uit jouw kinderhanden niet!...
+Eer kruip ik naar den berg van Horeb heen,
+En wacht ’t wonderwater uit de rots...
+Dan dat ik nog van jou, van jóú—wat wil!
+
+DROOMELOT. Toe, vader, vader, vadertje!
+
+SERO. Ga weg!
+Jij wist den weg, daar bij de schouw, niet waar?
+
+DROOMELOT. Dien wist ik, maar ’k dacht...
+
+SERO. Jij dacht—jij dacht, hahaha!
+Ik ook! Ik heb zoo vreeslijk veel gedacht,
+Ik heb dit zotte hart kapot gedacht! (lacht)
+’k Heb naar jouw stem daar door die spleet gesnakt,
+En midden in den nacht m’n hoofd gebonsd
+Tegen den wand, of je ’t niet hooren wou,
+Of je geen oogenblik meer voor me had,
+Of je ’t begrijpen zou, dat ìk niet kon!
+Maar jij, je hield je stil—jij had...
+
+DROOMELOT... Ik had...
+
+SERO. Je pater en je moeder, den Regent!
+Je beetre kost, je bijbel en je zeep!
+Je leugens en je liederlijk bedrog!
+
+DROOMELOT. O vadertje, ik zweer je ’t is niet waar!
+
+SERO. Geloof je niet! Wie gaf die sleutels jou?
+
+DROOMELOT. (laat ze vallen): Die vond ik straks...
+
+SERO... Die vond je naast je bed,
+Je bed dat beter veeren hebben zal,
+En beter peluw dan waarop ik sterf!
+Ik heb, toen ik zoo pas hier binnenkwam,
+Jouw moeder’s stem in druk gesprek gehoord,
+Je deur staat open toch voor iedereen!
+Jij ben je moeder’s kind, zooals ’t was
+Je zuster die bijtijds in ’t graf gelegd... (zit zwaar hijgend op ’t
+bed).
+
+DROOMELOT. Ze hadden me gezegd voor maanden al, Dat jij weer buiten in
+de vrijheid was...
+
+SERO. Wie zei jou dat?
+
+DROOMELOT. Die man.
+
+SERO. Dat zei-ie jóú? Waarom? En waarom heb jij ’t geloofd?
+
+DROOMELOT. Omdat—omdat-ie gaf z’n eerewoord.
+
+SERO. Z’n eerewoord—aan jou?... Aan jou z’n eer?... En jij gaf ook je
+eere-woord—je eer?... (zakt schor lachend achterover).
+
+DROOMELOT. (bij het bed neerstortend) O, lieve vader, ’k ben en blijf
+van jóú!
+
+SERO. (haar woest terug-duwend).
+Waar is—waar is dat pak, dat ik aan jou
+Dat ik aan jou toen toegeworpen heb,
+Dat pak dat voor de kameraden was?...
+Terug! Terug! Hoort in jouw handen niet!
+
+DROOMELOT. (losbarstend).
+Dat heb ’k niet meer, maar ’k heb ’t zoo geleerd,
+Zoo in me opgenomen, vader, dat
+Elk van je woorden gloeiend in me leeft!
+
+SERO. Geloof je niet!
+
+DROOMELOT. (hartstochtelijk) Ik draag ze met me mee!
+
+SERO. Geloof je niet!
+
+DROOMELOT. Ik zweer ’t bij—m’n kind.
+
+SERO. Je kind. (staat onbewegelijk rechtop). Je kind. Heb ik dat goed
+verstaan?
+
+DROOMELOT. Hij heeft me met geweld, geweld, geweld...
+
+SERO. (staart, glimlacht bij de herhaling van dat woord) Geweld!
+(beweegt machteloos de handen) En als jij me beliegt...
+
+DROOMELOT. Ik lieg niet vader—bij mijn kind van háát!
+
+SERO. (nu sterker glimlachend, hurkt op ’t bed).
+Zeg op dan wat ik voor m’n makkers sprak!
+En aan je stém, je stém zal ’k hooren of,
+Of ik kan slapen gaan...
+
+DROOMELOT. (knielt bij hem, kust zijn handen).
+ Jij heb gezegd...
+Jij heb gezegd op ’t allereerste blad... (spreekt, terwijl hij gretig
+elk woord met lippen-gemummel herhaalt).
+„De aarde ligt wel kostlijk voor ons uit,
+„Alsof ze zóó door ons te grijpen is,
+„Maar van haar vruchten zijn wij zelf niet rijp
+„Nog—en we moeten met een jongen lach,
+„Van dat het ochtendlicht naar schemer gaat,
+„Het onkruid wieden en gestadig voort
+„Aan d’ouwe akkers geven t nieuwe zaad,
+„’t Gouden zaad, dat zonnebloesems wekt! (hem vergetend is zij
+opgestaan—hij smakt achterover).
+„Al boom, die met te woeste hand geschud,
+„Werpt groene knoppen in ’t vertreden gras!
+„Wij tasten toe eerst met de volle kracht,
+„Als onze Macht zoo gaaf en sterk gestut,
+„Dat wij het Leven in zijn heerlijkheid,
+„Zijn groote, heil’ge onverwoestbaarheid,
+„Van al zijn leugens, zijn erbarmlijkheid,
+„Voor wat niet leeft, niet leven mòcht—bevrijd!” (kijkt
+verheugd-glimlachend om, ziet hem liggen, stort op hem toe).
+O, liefste God, wat is ’r vadertje?
+Je kijkt me aan en ziet—en ziet me niet!
+Je glimlacht, maar je mond die ademt niet!
+Slaap je, of ben je—dood?... Toe vadertje,
+Toe vadertje, zeg nog een enkel woord! (staat op wijkt achteruit, denkt
+na, maakt den ketting met ’t medaljon van haar hals los, legt dien in
+zijn handen, kust zijn voorhoofd).
+Dan moet ik verder, verder, als ’k beloofd
+En jij blijft bij me, waar ik reis en trek,
+Want dat heb jij me, vader, óók beloofd... (kust hem nog eens, raapt de
+sleutels van den grond, gaat heen).
+
+
+
+
+
+ACHTSTE TOONEEL.
+
+
+Regent, 2de Wachter, Regina.
+
+
+REGENT. (treedt in Droomelot’s cel, ziet dat zij er niet meer is, roept
+de gang in).
+Verdoemd, verdoemd, waar zijn de wachters, hier?
+Vlug dan! Ze is ’r niet! Waar is ze heen?
+
+2de WACHTER. U heeft ons zelf gelast, maar als u ’t wil...
+
+REGENT. Vooruit en breng ’r met geweld terug!
+Nee! Nee!... Blijf hier! Jij raakt haar lijf niet aan!...
+Zoolang ’k haar vader heb, heb ik haar ook!
+
+2de WACHTER. Z’n deur staat aan!
+
+REGENT. Z’n deur staat aan! Verdoemd! (stort in Sero’s cel).
+...Hij is ’r nog!
+
+REGINA. (angstig bij het hoofdeinde)...
+Nee, hij is ’r niet meer... (ziet ketting en medaljon in de handen van
+den doode, knielt)...
+Nu durf ik met je dochter mee te gaan...
+
+
+ EINDE.
+
+
+ Berlijn, Juli/December 1909.
+
+
+
+
+
+
+
+
+AANTEEKENINGEN
+
+
+[1] „Wie er, zooals gebruikelijk is, ’n directeur op nawijst, dat hij
+op recettes tukt en „de belangen der kunst verwaarloost”, maakt den
+voozen indruk een verfijnd kunstkenner te zijn, terwijl-ie in waarheid
+den kiezentrekkenden charlatan de concurrentie aandoet die op ’n
+boerenkermis, bij ’t gebulk van lachende kinkels en tierende meiden, de
+breedbekkige verzekering schort, dat de in haar wortels geknapte, door
+bloed-gulp bestoven tand, ’r pijnloos uitscheurde. Het wreed, door
+niets gemotiveerd geraas, dat den hollandschen theaterkoopman van
+verschillende kunst-dandy’s—wier visie van kunst en maatschappij den
+Droomleven-zelfkant verschalkt—bespringt, is volkomen ongeoorloofd. De
+Theaterkas is dictator. Alleen zij. Er is bijna geen andere tak van
+kunst aan te wijzen, waar het dàdelijk-nijpend verband tot de
+bestaansvoorwaarden zich zóózeer openbaart, als bij ’t dobberend
+geworstel van een theater-ondernemer, die aan de eene zij slaaf is van
+den betalenden publieken smaak, aan de andere door ieder onwijs
+kunst-potentaatje geringeloord en à contant benadeeld wordt. De
+gezondste les voor de meeste dier heeren, die te over meestal vader van
+het een of ander dramatisch product zijn, dat geen plankenland kan
+beademen, ware ’n maand administratieve bezigheid in ’n
+theaterbureau”....
+
+ „Aanteekeningen over Tooneel”, XXste Eeuw, Januari 1906.
+
+[2] Het is wenschelijk dat bij Jan’s laatste woorden in I ’t licht
+geleidelijk dooft, het tooneel even duister blijft en de droomhandeling
+vervolgens zonder pauzeering worde voortgezet. De bedoeling is een stuk
+zònder interruptie. Daar het te betwijfelen valt, of het tegenwoordig
+publiek deze proefneming verdraagt, mag men tusschen I en II pauzeeren,
+mits de zaak op de programma’s toegelicht worde.
+
+Het geheele spel in II zij onwerkelijk en geschiedend als in de
+koortsige verbeelding van het kind.
+
+De Zwaan moet door een kinderstem gezegd worden en bewege zorgvuldig
+mede.
+
+ 4 Aug. 1907.
+
+[3] Dit bedrijf werd na de vertooning een weinig geretoucheerd.
+
+[4] In het bijzonder in het tweede en in het derde Bedrijf zijn
+veranderingen van beteekenis aangebracht, die in het Naschrift
+aangeduid en gemotiveerd worden.
+
+[5] Genesis 1:28: ‏פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ‎.—Bewerker.
+
+[6] Rissches: aanstoot.
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***
diff --git a/75358-h/75358-h.htm b/75358-h/75358-h.htm
new file mode 100644
index 0000000..a404f28
--- /dev/null
+++ b/75358-h/75358-h.htm
@@ -0,0 +1,18862 @@
+<!DOCTYPE HTML>
+<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2025-02-12T22:07:54Z using SAXON HE 9.9.1.8 . -->
+<html lang="nl">
+<head>
+<title>Verzamelde Tooneelspelen | Project Gutenberg</title>
+<meta charset="utf-8">
+<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html">
+<meta name="author" content="Herman Heijermans (1864–1924)">
+<link rel="coverpage" href="images/new-cover.jpg">
+<link rel="icon" href="images/new-cover.jpg" type="image/x-cover">
+<meta name="DC.Title" content="Verzamelde Tooneelspelen en opstellen-over-tooneel">
+<meta name="DC.Creator" content="Herman Heijermans (1864–1924)">
+<meta name="DC.Language" content="nl-1900">
+<meta name="DC.Format" content="text/html">
+<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg">
+<style> /* <![CDATA[ */
+html {
+line-height: 1.3;
+}
+body {
+margin: 0;
+}
+main {
+display: block;
+}
+h1 {
+font-size: 2em;
+margin: 0.67em 0;
+}
+hr {
+height: 0;
+overflow: visible;
+}
+pre {
+font-family: monospace;
+font-size: 1em;
+}
+a {
+background-color: transparent;
+}
+abbr[title] {
+border-bottom: none;
+text-decoration: underline;
+}
+b, strong {
+font-weight: bolder;
+}
+code, kbd, samp {
+font-family: monospace;
+font-size: 1em;
+}
+small {
+font-size: 80%;
+}
+sub, sup {
+font-size: 67%;
+line-height: 0;
+position: relative;
+vertical-align: baseline;
+}
+sub {
+bottom: -0.25em;
+}
+sup {
+top: -0.5em;
+}
+img {
+border-style: none;
+}
+body {
+font-family: serif;
+font-size: 100%;
+text-align: left;
+margin-top: 2.4em;
+}
+div.front, div.body {
+margin-bottom: 7.2em;
+}
+div.back {
+margin-bottom: 2.4em;
+}
+.div0 {
+margin-top: 7.2em;
+margin-bottom: 7.2em;
+}
+.div1 {
+margin-top: 5.6em;
+margin-bottom: 5.6em;
+}
+.div2 {
+margin-top: 4.8em;
+margin-bottom: 4.8em;
+}
+.div3 {
+margin-top: 3.6em;
+margin-bottom: 3.6em;
+}
+.div4 {
+margin-top: 2.4em;
+margin-bottom: 2.4em;
+}
+.div5, .div6, .div7 {
+margin-top: 1.44em;
+margin-bottom: 1.44em;
+}
+.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child,
+.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child {
+margin-bottom: 0;
+}
+blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back {
+margin-top: 0;
+margin-bottom: 0;
+}
+.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child,
+.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child {
+margin-top: 0;
+}
+h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 {
+clear: both;
+font-style: normal;
+text-transform: none;
+}
+h3, .h3 {
+font-size: 1.2em;
+}
+h3.label {
+font-size: 1em;
+margin-bottom: 0;
+}
+h4, .h4 {
+font-size: 1em;
+}
+.alignleft {
+text-align: left;
+}
+.alignright {
+text-align: right;
+}
+.alignblock {
+text-align: justify;
+}
+p.tb, hr.tb, .par.tb, li.tb {
+margin: 1.6em auto;
+text-align: center;
+}
+p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument {
+font-size: 0.9em;
+text-indent: 0;
+}
+p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument {
+margin: 1.58em 10%;
+}
+.opener, .address {
+margin-top: 1.6em;
+margin-bottom: 1.6em;
+}
+.addrline {
+margin-top: 0;
+margin-bottom: 0;
+}
+.dateline {
+margin-top: 1.6em;
+margin-bottom: 1.6em;
+text-align: right;
+}
+.salute {
+margin-top: 1.6em;
+margin-left: 3.58em;
+text-indent: -2em;
+}
+.signed {
+margin-top: 1.6em;
+margin-left: 3.58em;
+text-indent: -2em;
+}
+.epigraph {
+font-size: 0.9em;
+width: 60%;
+margin-left: auto;
+}
+.epigraph span.bibl {
+display: block;
+text-align: right;
+}
+.trailer {
+clear: both;
+margin-top: 3.6em;
+}
+span.abbr, abbr {
+white-space: nowrap;
+}
+span.parNum {
+font-weight: bold;
+}
+span.corr, span.gap {
+border-bottom: 1px dotted red;
+}
+span.num, span.trans {
+border-bottom: 1px dotted gray;
+}
+span.measure {
+border-bottom: 1px dotted green;
+}
+.ex {
+letter-spacing: 0.2em;
+}
+.sc {
+font-variant: small-caps;
+}
+.asc {
+font-variant: small-caps;
+text-transform: lowercase;
+}
+.uc {
+text-transform: uppercase;
+}
+.tt {
+font-family: monospace;
+}
+.underline {
+text-decoration: underline;
+}
+.overline, .overtilde {
+text-decoration: overline;
+}
+.rm {
+font-style: normal;
+}
+.red {
+color: red;
+}
+hr {
+clear: both;
+border: none;
+border-bottom: 1px solid black;
+width: 45%;
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+margin-top: 1em;
+text-align: center;
+}
+hr.dotted {
+border-bottom: 2px dotted black;
+}
+hr.dashed {
+border-bottom: 2px dashed black;
+}
+.aligncenter {
+text-align: center;
+}
+h1, h2, .h1, .h2 {
+font-size: 1.44em;
+line-height: 1.5;
+}
+h1.label, h2.label {
+font-size: 1.2em;
+margin-bottom: 0;
+}
+h5, h6 {
+font-size: 1em;
+font-style: italic;
+}
+p, .par {
+text-indent: 0;
+}
+p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line {
+text-transform: uppercase;
+}
+.hangq {
+text-indent: -0.32em;
+}
+.hangqq {
+text-indent: -0.42em;
+}
+.hangqqq {
+text-indent: -0.84em;
+}
+p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter {
+float: left;
+clear: left;
+margin: 0 0.05em 0 0;
+padding: 0;
+line-height: 0.8;
+font-size: 420%;
+vertical-align: super;
+}
+blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote {
+font-size: 0.9em;
+margin: 1.58em 5%;
+}
+.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden {
+text-decoration: none;
+}
+.advertisement, .advertisements {
+background-color: #FFFEE0;
+border: black 1px dotted;
+color: #000;
+margin: 2em 5%;
+padding: 1em;
+}
+span.accent {
+display: inline-block;
+text-align: center;
+}
+span.accent, span.accent span.top, span.accent span.base {
+line-height: 0.40em;
+}
+span.accent span.top {
+font-weight: bold;
+font-size: 5pt;
+}
+span.accent span.base {
+display: block;
+}
+.footnotes .body, .footnotes .div1 {
+padding: 0;
+}
+.fnarrow {
+color: #AAAAAA;
+font-weight: bold;
+text-decoration: none;
+}
+.fnarrow:hover, .fnreturn:hover {
+color: #660000;
+}
+.fnreturn {
+color: #AAAAAA;
+font-size: 80%;
+font-weight: bold;
+text-decoration: none;
+vertical-align: 0.25em;
+}
+a {
+text-decoration: none;
+}
+a:hover {
+text-decoration: underline;
+background-color: #e9f5ff;
+}
+a.noteRef, a.pseudoNoteRef {
+font-size: 67%;
+vertical-align: super;
+text-decoration: none;
+margin-left: 0.1em;
+}
+.externalUrl {
+font-size: small;
+font-family: monospace;
+color: gray;
+}
+.displayfootnote {
+display: none;
+}
+div.footnotes {
+font-size: 80%;
+margin-top: 1em;
+padding: 0;
+}
+hr.fnsep {
+margin-left: 0;
+margin-right: 0;
+text-align: left;
+width: 25%;
+}
+p.footnote, .par.footnote {
+margin-bottom: 0.5em;
+margin-top: 0.5em;
+}
+p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel {
+float: left;
+margin-left: -0.1em;
+min-width: 1.0em;
+padding-right: 0.4em;
+}
+.apparatusnote {
+text-decoration: none;
+}
+.apparatusnote:target, .fndiv:target {
+background-color: #eaf3ff;
+}
+table.tocList {
+width: 100%;
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+border-width: 0;
+border-collapse: collapse;
+}
+td.tocText {
+padding-top: 2em;
+padding-bottom: 1em;
+}
+td.tocPageNum, td.tocDivNum {
+text-align: right;
+min-width: 10%;
+border-width: 0;
+white-space: nowrap;
+}
+td.tocDivNum {
+padding-left: 0;
+padding-right: 0.5em;
+vertical-align: top;
+}
+td.tocPageNum {
+padding-left: 0.5em;
+padding-right: 0;
+vertical-align: bottom;
+}
+td.tocDivTitle {
+width: auto;
+}
+p.tocPart, .par.tocPart {
+margin: 1.58em 0;
+font-variant: small-caps;
+}
+p.tocChapter, .par.tocChapter {
+margin: 1.58em 0;
+}
+p.tocSection, .par.tocSection {
+margin: 0.7em 5%;
+}
+table.tocList td {
+vertical-align: top;
+}
+table.tocList td.tocPageNum {
+vertical-align: bottom;
+}
+table.inner {
+display: inline-table;
+border-collapse: collapse;
+width: 100%;
+}
+td.itemNum {
+text-align: right;
+min-width: 5%;
+padding-right: 0.8em;
+}
+td.innerContainer {
+padding: 0;
+margin: 0;
+}
+.index {
+font-size: 80%;
+}
+.index p {
+text-indent: -1em;
+margin-left: 1em;
+}
+.indexToc {
+text-align: center;
+}
+.transcriberNote {
+background-color: #DDE;
+border: black 1px dotted;
+color: #000;
+font-family: sans-serif;
+font-size: 80%;
+margin: 2em 5%;
+padding: 1em;
+}
+.missingTarget {
+text-decoration: line-through;
+color: red;
+}
+.correctionTable {
+width: 75%;
+}
+.width20 {
+width: 20%;
+}
+.width40 {
+width: 40%;
+}
+p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint {
+color: #666666;
+font-size: 80%;
+}
+span.musictime {
+vertical-align: middle;
+display: inline-block;
+text-align: center;
+}
+span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom {
+padding: 1px 0.5px;
+font-size: xx-small;
+font-weight: bold;
+line-height: 0.7em;
+}
+span.musictime span.bottom {
+display: block;
+}
+audio {
+height: 20px;
+margin-left: 0.5em;
+margin-right: 0.5em;
+}
+ul {
+list-style-type: none;
+}
+.splitListTable {
+margin-left: 0;
+}
+.splitListTable td {
+vertical-align: top;
+}
+.numberedItem {
+text-indent: -3em;
+margin-left: 3em;
+}
+.numberedItem .itemNumber {
+float: left;
+position: relative;
+left: -3.5em;
+width: 3em;
+display: inline-block;
+text-align: right;
+}
+.itemGroupTable {
+border-collapse: collapse;
+margin-left: 0;
+}
+.itemGroupTable td {
+padding: 0;
+margin: 0;
+vertical-align: middle;
+}
+.itemGroupBrace {
+padding: 0 0.5em !important;
+}
+.titlePage {
+border: #DDDDDD 2px solid;
+margin: 3em 0 7em;
+padding: 5em 10% 6em;
+text-align: center;
+}
+.titlePage .docTitle {
+line-height: 1.7;
+margin: 2em 0;
+font-weight: bold;
+}
+.titlePage .docTitle .mainTitle {
+font-size: 1.8em;
+font-weight: inherit;
+font-variant: inherit;
+line-height: inherit;
+}
+.titlePage .docTitle .subTitle,
+.titlePage .docTitle .seriesTitle,
+.titlePage .docTitle .volumeTitle {
+font-size: 1.44em;
+font-weight: inherit;
+font-variant: inherit;
+line-height: inherit;
+}
+.titlePage .byline {
+margin: 2em 0;
+font-size: 1.2em;
+line-height: 1.5;
+}
+.titlePage .byline .docAuthor {
+font-size: 1.2em;
+font-weight: bold;
+}
+.titlePage .figure {
+margin: 2em auto;
+}
+.titlePage .docImprint {
+margin: 4em 0 0;
+font-size: 1.2em;
+line-height: 1.5;
+}
+.titlePage .docImprint .docDate {
+font-size: 1.2em;
+font-weight: bold;
+}
+div.figure, div.figureGroup {
+text-align: center;
+}
+table.figureGroupTable {
+width: 80%;
+border-collapse: collapse;
+}
+.figure, .figureGroup {
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+}
+.floatLeft {
+float: left;
+margin: 10px 10px 10px 0;
+}
+.floatRight {
+float: right;
+margin: 10px 0 10px 10px;
+}
+p.figureHead, .par.figureHead {
+font-size: 100%;
+text-align: center;
+}
+.figAnnotation {
+font-size: 80%;
+position: relative;
+margin: 0 auto;
+}
+.figTopLeft, .figBottomLeft {
+float: left;
+}
+.figTopRight, .figBottomRight {
+float: right;
+}
+.figure p, .figure .par, .figureGroup p, .figureGroup .par {
+font-size: 80%;
+margin-top: 0;
+text-align: center;
+}
+img {
+border-width: 0;
+}
+td.galleryFigure {
+text-align: center;
+vertical-align: middle;
+}
+td.galleryCaption {
+text-align: center;
+vertical-align: top;
+}
+.lgouter {
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+display: table;
+}
+.lg {
+text-align: left;
+padding: .5em 0;
+}
+.lg h4, .lgouter h4 {
+font-weight: normal;
+}
+.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum {
+color: #777;
+font-size: 90%;
+left: 16%;
+margin: 0;
+position: absolute;
+text-align: center;
+text-indent: 0;
+top: auto;
+width: 1.75em;
+}
+p.line, .par.line {
+margin: 0;
+}
+span.hemistich {
+visibility: hidden;
+}
+.verseNum {
+font-weight: bold;
+}
+.speaker {
+font-weight: bold;
+margin-bottom: 0.4em;
+}
+.sp .line {
+margin: 0 10%;
+text-align: left;
+}
+.castlist, .castitem {
+list-style-type: none;
+}
+.castGroupTable {
+border-collapse: collapse;
+margin-left: 0;
+}
+.castGroupTable td {
+padding: 0;
+margin: 0;
+vertical-align: middle;
+}
+.castGroupBrace {
+padding: 0 0.5em !important;
+}
+body {
+padding: 1.58em 16%;
+}
+.pageNum {
+display: inline;
+font-size: 8.4pt;
+font-style: normal;
+margin: 0;
+padding: 0;
+position: absolute;
+right: 1%;
+text-align: right;
+letter-spacing: normal;
+}
+.marginnote {
+font-size: 0.8em;
+height: 0;
+left: 1%;
+position: absolute;
+text-indent: 0;
+width: 14%;
+text-align: left;
+}
+.right-marginnote {
+font-size: 0.8em;
+height: 0;
+right: 3%;
+position: absolute;
+text-indent: 0;
+text-align: right;
+width: 11%
+}
+.cut-in-left-note {
+font-size: 0.8em;
+left: 1%;
+float: left;
+text-indent: 0;
+width: 14%;
+text-align: left;
+padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0;
+}
+.cut-in-right-note {
+font-size: 0.8em;
+left: 1%;
+float: right;
+text-indent: 0;
+width: 14%;
+text-align: right;
+padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em;
+}
+span.tocPageNum, span.flushright {
+position: absolute;
+right: 16%;
+top: auto;
+text-indent: 0;
+}
+.pglink::after {
+content: "\0000A0\01F4D8";
+font-size: 80%;
+font-style: normal;
+font-weight: normal;
+}
+.catlink::after {
+content: "\0000A0\01F4C7";
+font-size: 80%;
+font-style: normal;
+font-weight: normal;
+}
+.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after {
+content: "\0000A0\002197\00FE0F";
+color: blue;
+font-size: 80%;
+font-style: normal;
+font-weight: normal;
+}
+.pglink:hover {
+background-color: #DCFFDC;
+}
+.catlink:hover {
+background-color: #FFFFDC;
+}
+.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover {
+background-color: #FFDCDC;
+}
+body {
+background: #FFFFFF;
+font-family: serif;
+}
+body, a.hidden {
+color: black;
+}
+h1, h2, .h1, .h2 {
+text-align: center;
+font-variant: small-caps;
+font-weight: normal;
+}
+p.byline {
+text-align: center;
+font-style: italic;
+margin-bottom: 2em;
+}
+.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline {
+text-align: left;
+}
+.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum {
+color: #660000;
+}
+.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a {
+color: #AAAAAA;
+}
+a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover {
+color: red;
+}
+h1, h2, h3, h4, h5, h6 {
+font-weight: normal;
+}
+table {
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+}
+td.tocText {
+text-align: center;
+font-variant: small-caps;
+font-size: 1.2em;
+line-height: 1.5;
+}
+.tableCaption {
+text-align: center;
+}
+.arab { font-family: Scheherazade, serif; }
+.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; }
+.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; }
+.hebr { font-family: 'SBL Hebrew', Shlomo, 'Ezra SIL', serif; }
+.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; }
+/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */
+.small {
+font-size: small;
+}
+.large {
+font-size: large;
+}
+.vam {
+vertical-align: middle;
+}
+.center {
+text-align: center;
+}
+h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4 {
+color: #001FA4;
+}
+.mainTitle, .subTitle, .volumeTitle {
+color: black;
+}
+.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, p.legend, .versenum, .stage {
+color: #001FA4;
+}
+h3 {
+font-weight: bold;
+}
+.speaker {
+color: #880000;
+}
+.speaker-with-paragraph {
+text-indent: -1em;
+margin-left: 1em;
+}
+/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */
+.cover-imagewidth {
+width:480px;
+}
+.titlepage-imagewidth {
+width:523px;
+}
+.xd33e258 {
+text-align:right;
+}
+.tp\.1width {
+width:541px;
+}
+.tp\.1\.2width {
+width:540px;
+}
+.tp\.2width {
+width:522px;
+}
+.tp\.2\.1width {
+width:556px;
+}
+.tp\.2\.2width {
+width:565px;
+}
+.xd33e25011 {
+text-indent:12em;
+}
+/* ]]> */ </style>
+</head>
+<body>
+<div style='text-align:center'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***</div>
+<div class="front">
+<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/new-cover.jpg" alt="Nieuw ontworpen voorkant." width="480" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">VERZAMELDE TOONEELSPELEN.
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 last-child advertisement"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"><b>Bundel II</b> van deze Serie zal bevatten:
+</p>
+<ul>
+<li>„HET ZEVENDE GEBOD” (1899), vijfde druk.
+</li>
+<li>„GHETTO” (1898), vijfde, geheel herziene druk.</li>
+</ul><p>
+</p>
+<p><b>Bundel III</b>:
+</p>
+<ul>
+<li>„OP HOOP VAN ZEGEN” (1900), vijfde druk.
+</li>
+<li>„DE MEID” (1905), eerste druk.</li>
+</ul><p>
+</p>
+<p><b>Bundel IV</b>:
+</p>
+<ul>
+<li>„DE OPGAANDE ZON” (1908), eerste druk enz.</li>
+</ul><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="group">
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure titlepage-imagewidth"><img src="images/titlepage.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="523" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<h1 class="mainTitle">VERZAMELDE<br>
+TOONEELSPELEN</h1>
+<div class="subTitle">EN<br>
+OPSTELLEN-OVER-TOONEEL</div>
+</div>
+<div class="byline">DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS Jr.</span></div>
+<div class="docTitle">
+<div class="volumeTitle">EERSTE DEEL.</div>
+<div class="mainTitle">I. UITKOMST (1907).—II. VREEMDE JACHT (1907).</div>
+</div>
+<div class="docImprint">AMSTERDAM—S.&nbsp;L. VAN LOOY—1909.
+<br>
+<i>Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens
+de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).</i></div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb.v">[<a href="#pb.v">V</a>]</span></p>
+<div id="voorwoord" class="div1 last-child preface"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#voorwoord.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">VOORWOORD.</h2>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">De noodig geworden herdrukken van verschillende Spelen, en de „voorraad” nieuwe, deed
+tot de uitgave in dezen vorm besluiten.
+</p>
+<p>Achtereenvolgens, niet in chronologische orde, zullen in deze Bundels tooneelstukken
+en vroeger gepubliceerde opstellen-over-tooneel verschijnen, de laatste voornamelijk
+om tegenover uitnemend-malle tijdsverschijnselen de meening van iemand te stellen,
+die er van af zijne eerste kleine daad voor het Hollandsch tooneel op wees, dat het
+gekakel der velerlei stuurlieden-aan-den-wal, die dagelijks, wekelijks, maandelijks,
+met gezwollen strotjes en zelfgenoegzame gebaren, de wegen beduiden, die tot „verheffing
+van het tooneel” moeten voeren—dat het gezwam dezer wijzen over „technische” tooneel-inrichting,
+over de noodzakelijkheid van een „intiem tooneel”, over een „keurtroep”, over stuitende
+„tendenz”, over.….… „nieuwe idealen”—en wat voorts het allegaartje van breede bepeinzing,
+mode en snobisme pleegt te baren—dat het waanwijs en potsierlijk betoog dezer scribenten,
+die in den grond op <span class="ex">arbeid</span> van anderen parasiteeren, in diepste mate belachelijk is.
+</p>
+<p>Of men zich in het eigen land of daarbuiten bevindt: overal domineert de wet, <span class="ex">dat kunst en kunstenaars afhankelijk zijn, dat eene op loondienst gebaseerde Gemeenschap
+in directe wisselwerking slechts dàt <span class="pageNum" id="pb.vi">[<a href="#pb.vi">VI</a>]</span>klasse-vermaak op den duur duldt, hetwelk zich aan haar in levensbeschouwing onderwerpt</span>.
+</p>
+<p>Deze maatschappij met haar verwelkte idealen, haar gemis aan respect voor eigen verleden
+zelfs, kàn geen ander plankenland hebben dan zij bezit.
+</p>
+<p>Iedere poging, buiten maatschappelijke werking om, moge eenige jaren bijzonderen schijn
+wekken—zij is voor den ontleder van het verval een relletje.
+</p>
+<p>De waarachtige hervorming van het tooneel, waarlijk bijzaak naast zooveel gewichtiger
+aangelegenheden, <span class="ex">heeft eene gezonde gelukkige, sterke Gemeenschap noodig</span>.
+</p>
+<p>„Zullen?”, vroeg ’k in 1899 („Tooneel en Maatschappij”): „zullen dan al de gewichtigen,
+pedantjes en half-wetenden, die met kunst en nog eens met kunst sollen, nooit snappen,
+dat dezelfde fataliteitswet eene kommerciëele maatschappij en haar verschijnselen
+beheerscht?… Het verval van het tooneel is een camera-obscura-beeld van het verval
+der maatschappij …”
+</p>
+<p>Het verval in Holland—het zij, bij het in gang zetten dezer Serie en tot besluit van
+een Voorwoord, dat in na te komen Opstellen behoorlijk gedocumenteerden weerklank
+vindt, opgemerkt—is niet zoo deerlijk als het verval in het buitenland.
+</p>
+<p>Gewend als wij tam-nuchtere, betweterige Hollanders zijn, om alles wat we in de meerendeels
+duffe geledingen van ons openbaar leven opletten, met breeder geteem dan voor de beteekenis
+der zaak passend is, aan de voornaam-geestelijke spelingen onzer ik-jes te toetsen,
+willen we het dikwerf doen voorkomen, of wij in het zog van imponeerende buitenlandsche
+zeekasteelen loeven.
+</p>
+<p>Dit is lak.
+</p>
+<p>We behoeven ons zelven niet ontuchtiger voor te stellen, dan de grove ontucht der
+omstandigheden het bepaalt.
+</p>
+<p>In alle landen der nog tierig-ongecultiveerde wereld, zwiept de maatschappelijke verwording
+tot bruuter, afstootender <span class="ex">schouwburg-industrie</span>, dan bij ons mógelijk is.
+</p>
+<p>Wie ruimer ziet en zijne <span class="corr" id="xd33e214" title="Bron: heroische">heroïsche</span> theater-inzichten, niet tot de paar goedige Hollandsche tooneelgezelschapjes besnoeit,
+weet dat nergens het gekristalliseerd klassevermaak zoo schel bovendrijft als in de
+groote kunst-centra van Europa.
+</p>
+<p>De heerschende klasse héérscht daar vet-lippig en met een gefatigeerden lach.
+</p>
+<p>De theaterkas-bijdragen van het „schellinkje” kunnen er gemist worden.
+<span class="pageNum" id="pb.vii">[<a href="#pb.vii">VII</a>]</span></p>
+<p>De heele bouw van den schouwburg is eene verteedering tegenover duur-betalenden—’n
+lompe minachting tegenover het plebs, dat daar-boven nauwelijks zien kan en de kwalijke
+lucht van benee gul-weg geschonken krijgt.
+</p>
+<p>In klein-burgerlijk Holland kan de theater-ondernemer den engelenbak finantieel niet
+uitschakelen. Bij de lauwe schouwburgrecettes heeft ’t schellinkje een zwakke stem
+in het kapittel.
+</p>
+<p>Dat is een voorrecht.
+</p>
+<p>Tot de ziekelijke decadentie van theater-luxe-doosjes (spot en hoon van alle gemeenschapskunst)
+zullen wij nimmer geraken.
+</p>
+<p>Het intelligent, óók betalend schellinkje is in Hollandsche schouwburgen een „ballast”,
+dien het buitenland met zijn volslagen met-handen-en-voeten-overgeleverd zijn aan
+<span class="ex">duurdere</span> plaatsen niet kent.
+</p>
+<p>Mij dunkt dat de <span class="ex">herwonnen voeling</span> met een deel van het publiek, tegen gindsche techniek en gindsche monteering ruimschoots
+opweegt.
+</p>
+<p>De toekomst met haar onafwendbare gebeurtenissen is aan de proletarische levensbeschouwing—aan
+het proletariaat.
+</p>
+<p>De eerste kunst-stappen dier toekomst lijken voor de kleine, afgezonderde, niet door
+de groot-industrie ook op dàt gebied dood-gemoorde landen weggelegd.
+</p>
+<p>Men kan zich in de onderstelling vergissen: het gezond verstand en de feiten stutten
+het vermoeden naar alle zijden.
+</p>
+<p>Noch in Denemarken, noch in Zweden, noch in Holland (om drie voorbeelden van politiek
+en economisch zwakke volkeren te geven) zal het vermaak zóó industrieel kunnen ontaarden
+als in steden met wereldrumoer.
+</p>
+<p>Daarenboven hebben wij eene literatuur, rijper, rijker van basis, dan menig ander
+land, eene literatuur die—op mannen met gemeenschapsbegrip wacht.
+</p>
+<p>Een volk naar zijn geestelijke zoekers schattend en niet naar zijn rampzalig geprots
+met oorlogsmateriaal en weelde, hebben wij in het begin dezer eeuw het verlof te glimlachen.
+</p>
+<p>En het geblaas over het verval der kunsten <span class="ex">ten onzent</span>, het gekef der velen die van geen oorzaak en verband weten en hoera kermen bij het
+gedobber van een giorno-lampje in een donkeren stormnacht, mogen we als ondoordacht
+gedoe, gelijk iedere periode in onverschillig welken tijd, ’t te slikken kreeg, aanvaarden.
+</p>
+<p>De kunstzinnige hervorming van het tooneel kan <span class="ex">eerst na <span class="pageNum" id="pb.viii">[<a href="#pb.viii">VIII</a>]</span>het herstel eener waarlijke maatschappelijke orde</span>—door samenwerking der zusterkunsten, geschieden.
+</p>
+<p>Van de spelers is thans niet meer te eischen dan de dictator Theaterkas<a class="noteRef" id="xd33e256src" href="#xd33e256" title="Ga naar noot 1.">1</a> veroorlooft.
+</p>
+<p>Deze hard-werkende lieden over het inzakken van hun vak te beschimpen, hen met hautaine
+woorden (op puur vermoeden van hoe u ’t achter uw inktpot zou willen hebben—u, hum!)
+de les te lezen, is ook daarom in verhouding tot het wurmend gerepeteer, het reizen,
+trekken en spelen dier menschen, zoo dom, laf en tergend-quasi, omdat er slechts een
+paar in Holland zijn, in staat een vakkundigen raad te geven.
+</p>
+<p>En die paar zwijgen.
+</p>
+<p>In tijden van infectie pijnigt en geeselt men liever geen geïnfecteerden—men tracht
+de infectie te verwijderen, infectie die op tooneelgebied in bijkomende mate in de
+schouwburgen zelf woekert.
+</p>
+<hr class="tb"><p>
+</p>
+<p>En de tooneelstukken?
+</p>
+<p>Wel, vrienden—we weten hoe laat het is.…
+</p>
+<p>Hoe sterk het verval zich ook hierin openbaart: het geblinddoekt ideaal, het ideaaltje
+dat in het verleden blijft scharrelen en het Komende niet zien wil—het ideaal dat
+met lodderende oogjens ’n fopspeen belurkt en zich als nieuw-verniste pagode bij het
+ongevaarlijk klasse-vermaak voegt—dat ideaal met ’n horrelvoet en ’n waterhoofd, vooral
+bang en pretentieus tegenover het eenig Ideaal-van-klassieke-vormen dat „in ’t Oosten
+daagt”—dat ideaal kan bezwaarlijk thàns nog in de tent der getuigenis worden toegelaten.
+<span class="pageNum" id="pb.ix">[<a href="#pb.ix">IX</a>]</span></p>
+<p>Voor ons, socialisten en „materialisten”, zij het een genot in een worstelenden overgangstijd
+tot ontwaking van derden bij te dragen.
+</p>
+<p>Voor ons is deze periode van frissche ontroeringen—heeft éénige generatie zooveel
+meegemaakt?—eene in schoonheid groeiende <span class="ex">werkelijkheid</span>, waarvan elk nieuw gerucht de wilskracht versterkt.
+</p>
+<p>Heeft de geestelijke arbeider meerder fossiel recht te „blijven leven” dan ontelbare
+andere arbeiders, die zich over de heele wereld voor nobele gemeenschapsbelangen offeren?
+</p>
+<p>Is het al niet eene vreugde een klein dienaar der samenleving te zijn—reiken we mekaar
+niet van geslacht op geslacht de hand?
+</p>
+<p>Is het geloof in de toekomst, waartoe men meê heeft <span class="ex">getracht</span>, niet overvoldoende om blijmoedig voort te gaan?
+</p>
+<hr class="tb"><p>
+</p>
+<p>Al zou al je geschrevene tot verdorrend loof behooren—haha, wat deert het! Je hebt
+je tijd zoo kostelijk, zoo heerlijk-willend meegeleefd, zoo diep-hartstochtelijk,
+zoo met gebalde vuisten, zoo begaan, zoo in-afwachting, zoo met den teederen lach
+van genegenheid, dat je menschelijk-tevreden kan zijn.…
+</p>
+<p class="signed">HEIJERMANS.
+</p>
+<p class="dateline"><span class="ex">Berlijn</span>, Augustus 1909.
+<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<div class="footnote-body">
+<div class="fndiv" id="xd33e256">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e256src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> „Wie er, zooals gebruikelijk is, ’n directeur op nawijst, dat hij op recettes tukt
+en „de belangen der kunst verwaarloost”, maakt den voozen indruk een verfijnd kunstkenner
+te zijn, terwijl-ie in waarheid den kiezentrekkenden charlatan de concurrentie aandoet
+die op ’n boerenkermis, bij ’t gebulk van lachende kinkels en tierende meiden, de
+breedbekkige verzekering schort, dat de in haar wortels geknapte, door bloed-gulp
+bestoven tand, ’r pijnloos uitscheurde. Het wreed, door niets gemotiveerd geraas,
+dat den hollandschen theaterkoopman van verschillende kunst-dandy’s—wier visie van
+kunst en maatschappij den Droomleven-zelfkant verschalkt—bespringt, is volkomen ongeoorloofd.
+De Theaterkas is dictator. Alleen zij. Er is bijna geen andere tak van kunst aan te
+wijzen, waar het dàdelijk-nijpend verband tot de bestaansvoorwaarden zich zóózeer
+openbaart, als bij ’t dobberend geworstel van een theater-ondernemer, die aan de eene
+zij slaaf is van den betalenden publieken smaak, aan de andere door ieder onwijs kunst-potentaatje
+geringeloord en à contant benadeeld wordt. De gezondste les voor de meeste dier heeren,
+die te over meestal vader van het een of ander dramatisch product zijn, dat geen plankenland
+kan beademen, ware ’n maand administratieve bezigheid in ’n theaterbureau”.…
+</p>
+<p class="footnote cont xd33e258">„Aanteekeningen over Tooneel”, <i>XXste Eeuw, Januari 1906</i>.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e256src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="group">
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">UITKOMST.
+<span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure tp.1width"><img src="images/titlepage2.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="541" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">UITKOMST.</div>
+<div class="subTitle">SPEL-VAN-DROOM-EN-LEVEN</div>
+</div>
+<div class="byline">IN TWEE AFDEELINGEN<br>
+DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS <span class="sc">Jr.</span></span></div>
+<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881
+(Staatsblad No. 124).</div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span></p>
+<div id="personae1.1" class="div1 last-child titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first">Voor de eerste maal <span class="ex">opgevoerd</span> en <span class="ex">uitgefloten</span> te Amsterdam, op 2 November 1907.
+</p>
+<ul class="castlist">
+<li class="casthead">
+<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4>
+</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Thijs Banes</span></span>, een kruier.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Bet</span></span>, zijn vrouw.</li>
+<li class="castlist">
+<table class="castGroupTable">
+<tr>
+<td><span class="role"><span class="sc">Jacob</span></span>, scharenslijper,</td>
+<td rowspan="3" class="castGroupBrace"><img src="images/rbrace3.png" alt="}" width="12" height="60"></td>
+<td rowspan="3"><span>zijn kinderen.</span></td>
+</tr>
+<tr>
+<td><span class="role"><span class="sc">Sien</span></span>, fabrieksmeid,</td>
+</tr>
+<tr>
+<td><span class="role"><span class="sc">Jan</span></span>,</td>
+</tr>
+</table>
+</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Dokter.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Kapelaan.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rijksveldwachter.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Lammersen</span></span>, waschbaas.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Aaltje</span></span>, zijn vrouw.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Bakker.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Schoenlapper.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Bonnet</span></span>, bovenbuurman.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Riesje</span></span>, zijn dochtertje.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Zwaan.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Meneer-van-de-Bank.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Schele.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een menigte.</span></span> (1<sup>ste</sup>, 2<sup>de</sup>, 3<sup>de</sup>, 4<sup>de</sup>, 5<sup>de</sup> stem).</li>
+</ul>
+<p class="center"><i>Het Spel geschiedt te Amsterdam.</i>
+<span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="body">
+<div id="u1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">EERSTE AFDEELING.</h2>
+<p class="stage">(Het tooneel ver-beeldt het pothuis van een kruier, laag van verdieping, met een vervelooze
+binten-laag. In den haveloozen, gecementeerden achtermuur bevindt zich een langwerpig
+tuimelraam met vale gordijnen. In den hoek<span class="corr" id="xd33e449" title="Bron: ’">,</span> rechts van achterwand en zijwand, een ombuigende trap met onderdeurtje, tot de straat
+toegang gevend. Tegen die trap aan, langs de rechterzijwand, twee bedsteden. Onder
+het tuimelraam een ijzeren ledikant. In den linker-hoek van achterwand en zijwand
+lijnen waaraan de wasch te drogen hangt: heel voor een slap gespannen beddelaken.
+De linkerwand, met een verschoten behang, toont naden van gespleten planken. In het
+derde plan van die wand de afvoer voor de gebarsten potkachel. Daarnaast, tweede plan,
+een ladenkastje met heiligebeeldjes. Tegen het beschot, éérste plan, een lompe tafel,
+waarboven een flauw-brandende petroleumlamp. Meer naar de zijde der bedsteden een
+kleinere withouten tafel, die voor werkbank dienst doet en door een eind kaars in
+een flesch belicht wordt. Aan de bovenbinten hangen eenige kleinere takels. Late Februari-middag.
+Zwakke schemer door de gordijnen van het tuimelraam).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="u1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Jacob, Sien</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>door het tuimelraam een hijschtouw vierend, dat Jacob langzaam bost</i>).</span> Meer van ’t bed van de jongen afhoue—al de smurrie valt op de deken …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Droog zand. Vooruit maar! <span class="stage">(<i>bost een poos voort</i>).</span> Verroest, komt ’r geen end an?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>wiens voeten en broekspijpen alleen zichtbaar zijn</i>).</span> Zee je wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of d’r gedorie geen end an komt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Zal maar ja zegge—anders krijg je ’t wéer op je heupe—’k versta geen woord …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel ’n kous stoppend, schel</i>:)</span> Of ’r geen end an komt, vader, vraagt-ie!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of-ie ’t zoo niet gehoord het!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de knieën, het hoofd door ’t raam stekend</i>).</span> Wat smoes jij toch? Denk je da’k luistere ken met die herrie op straat?… <span class="stage">(<i>tot Sien verwonderd</i>).</span> Jìj hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Nee—’n ander!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Werkt de febriek niet vedaag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> De febriek jà—wìj niet, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot Thijs</i>).</span> Blijf nou niet op de lijn legge, vader!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>opstaand, grommend</i>).</span> ’t Is ’n merakel, ’n gedonder van de andere wereld … Daar komt de takel! Pak an.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Ken ’r niet bij. Wacht! <span class="stage">(<i>stapt op ’t bed</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mot je met je vuile poote op de deken stappe! Is d’r geen trap?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je geeft ’m ommers hier an—en dan zàl d’r ’n deuk in weze—dan zàl-ie minder glad in
+z’n nest legge—ik leg wel vier maande voor hem op de grond, goddoome … <span class="stage">(<i>springt van het bed, smijt touw en takel in den hoek bij de trap</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Toe maar! Mot de takel stuk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> En waarom ben jij niet na de febriek?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Waarom?… Omdat we …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Omdat we!… Omdat we!… Is ’t alweer mis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> As je ’t zoo wéét—wat vraag-ie dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ik waarschouw je às d’r wat gebeurd is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>onverschillig</i>).</span> Hoor! De paar cente die ’k verdien—<span class="stage">(<i>even oplevend</i>)</span> wié het ’r in de laaste tijd alleen ingebracht?—worde me met ’n snauw afgenome! En
+as me met z’n alle ’n middag vrij neme om de koningin te zien rijje, krijg je ’t op
+je brood of je van de straat opgeraapt ben! Me zorg, hoor! Tot ’t me de keel uithangt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Bè-je met z’n àlle vortgebleve …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat zeg ’k toch …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Zonder te vrage …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Laat-ie ’r wat tege doen!..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>opvliegend</i>).</span> Wat is d’r goeie? Mot ìk spelbreker <span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span>zijn, as d’r tweehonderd gelijk de koningin wille zien …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie! <span class="stage">(<i>gaat bij Jacob aan ’t werktafeltje zitten</i>)</span>… ’t Is goeie—maar de weerlicht zal je hale, as d’r mot van komt … De koningin zien
+rijje—de koningin zien rijje—As ze je niet an de dijk zette, houe ze ’n dag loon in!
+<span class="stage">(<i>wrokkig</i>)</span>… of we daarmee kenne smijte …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Of ik ’t helpe ken, dat niemand anders verdient! Laat me niet alleen sappele!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Alles vreet ’r van mee …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>dreigend-van-stem</i>).</span> Ik zeg dat ’t goeie is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>Jacob bedoelend</i>).</span> Toe hij de kast in most, het-ie niet zooveel motte hoore as ik—om ’t minste geringste …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Is ’t gedaan? Toe hij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Geef ’r geen asem …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de gestopte kous aantrekkend, den voet op den matten stoel</i>).</span> Nou mot diè ’n duit in ’t zakkie doen <span class="stage">(<i>nijdiger</i>).</span> Geef ’r geen asem … Da’s ook ’t eenige wat ’r te geven valt <span class="stage">(<i>bij den buurman opjoeling van vrouwen-gelach</i>)</span>… Die lache teminste … Die hebbe lol in d’r leven … Hier knies je je dood … Niet één
+van de meide op de febriek het zoo’n zuur bestaan … <span class="stage">(<i>de potkachel porrend</i>).</span> Ken mijn ’t schele!..</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Lammersen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span> Hahaha! Hahaha! ’k Lach me ’n kriek, hahaha! Heb-ie de meide gehoord? Hahaha! <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>)</span>… Slaapt de jongen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee. Nee, kijk maar niet—leit ’r niet in—is met z’n moeder uit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>de trap af strompelend</i>).</span> Uit?… Uit?… Is-ie zoo’n end op streek?… Verrek die beroerde trap … As ’k me daar
+niet grijp, leg ’k op me achterwerk, hahaha!… Werachtig de dolle rakker het ’m gesmeerd!…
+Loopt-ie op krukke?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee—z’n moeder rijdt ’m in ’n wagen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Mocht dat voor de meester? <span class="stage">(<i>Thijs knikt</i>)</span>… Dan haalt-ie ’t ’r bovenop, Thijs, dat zeg ìk jou.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>het hoofd schuddend</i>).</span> Voor Jan groeit geen kruid meer—néé … <span class="stage">(<i>er wordt tegen de linkerwand gebonsd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>schaterlachend</i>).</span> Hahaha! Hoor je ’r tekeergaan? <span class="stage">(<i>tegen het beschot pratend</i>)</span> Hou je gemak maar, schele! Nou heb ik de tijd, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Zit ’r een opgesloten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, hahaha! De schele! In ’t kolenhok, hahaha! Alles mot ze me vrouw overklappe, hahaha!—as
+’k ’n bak met de meide opzet—<span class="stage">(<i>nieuw gebons</i>)</span>—<span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>ga maar op de turve zitte, hahaha!—nou heb ’k de sleutel in me zàk, hahaha!—Hoe is-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Wou dat je mijn zorg had …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wat ben jij gul! Schiet ’r niks anders op over?… Vanmorrege hebbe de meide en ik ons
+’n dubbele breuk gelache … Me hadde meeningsverschil—me vrouw en ik—over de duvel
+mag wete wat!—enne toe liep zij as ’n spin zoo nijdig de keuken in … „’k Ga eiere
+koke, kles maar toe!” zee ze. „Goed”, zee ik: „maar kook ze hàrd—dan hebbe me vijf
+menute rust!”… Hahaha! Hoe was-ie?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> ’k Ken merke da-je vrouw niet thuis is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> An me humeur?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat de meide zoo tekeergaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>terwijl boven ’n winkelschel overgaat</i>).</span> De segarewinkel boven het ’n schel om te waarschouwe as ’r onraad is—ik vier, en
+de schele is vijf, meide, die lache en d’r bek niet kenne houe tòt ze onraad hoore,
+hahaha! Zóo as ’t hiernaast muisstil wordt, weet ik hoe laat ’t is! Ja, ja—as een
+van ons tweeën ’n oog dicht komt te doen—ga ìk met Toos, die de meidemutse opmaakt,
+trouwe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan zou ze je eerst motte—met je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.…</span> Sjeneer je niet … je manke poot, hahaha!… Denk jij da-ze op ’t stadhuis geen boterbriefie
+geve, zoolang je je twee voorvingers nog opsteke ken? Na je voete kijke ze niet, hahaha!—As
+<span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>je zoo’n buregerucht maakt, schele, zet ’k je op water en brood!—Da’s ’n sallemander—d’r
+eigen moeder zou ze verraje—én d’r eigen jongen—às ze d’r een met geld toe krijge
+kon!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jonges, jonges—zoo leelijk kè-je niet weze of an elleke vinger tien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Jij! Ja, jij! Jij an elke vinger ’n devisie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hoeveel benne dat ’r?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Devisie op oorlogssterkte da’s.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, vrouw Lammersen.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>bukkend bij ’t tuimelraam</i>).</span> Is ’t je in je kop geslage, om een van de meide in ’t kolenhok op te sluite!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Bliksems, ’k heb de stilte niet gehoord …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Toe, de sleutel, halve gare! Of d’r niet genoeg gedagdiefd wordt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>mikkend</i>).</span> Daar komt-ie, patroon!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vrouw Lam<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat mot je nou nog is uithale, halve gare—’n kind van ’n jaar doet wijzer! As je maar
+vortmaakt, verstaan! Je mot na de Prinsengracht! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Jacob, Sien, Lammersen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Nee—nou is de lust ’r ’n beetje uit, om te zegge hoeveel d’r in ’n devisie op oorlogsterkte
+gaan, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> An jou ken ’k nóóit merke, of je ’m om heb of niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Da’s ’t voordeelige van ’n manke poot, hahaha! Ik schommel toejoer! Man, as je wist
+hoe goed láche is, da-je ’r de trane van in je ooge krijgt! Ik heb meer gehuild as
+juillie bij mekaar—van de bakke die ’k uitgehaald heb en van de beste moppe die ze
+me vertelde …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> De een dit, de ander dat—ik ben vedaag in ’n bui om me eeuwig te ergere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Om je eeuwig te ergere? As je niet getrouwd was—met ’n best wijf, da’s verdomd waar!—zou
+’k zegge: haal je wat an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nou! Nou! Je vrouw is in de grond ’n redelijk mensch.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, <i>in</i> de grond, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Dat lacht—dat het schik in z’n leven—bij God as ’k ’r dát van snap.… Ik heb me in
+geen jare en jare zoo oud gevoeld as de laaste twee maande. Alles ineens bij mekaar—<span class="stage">(<i>op Jacob wijzend</i>)</span>—dat met hém—schei d’r nou uit, <span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span>jongen: je bederft je ooge bij die kaars!—dat met de wilde duvel van ’n Jan, die nooit
+meer ’n poot zal kenne verzette as-ie ’t ophaalt—dat met haar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>vinnig</i>).</span> Wat met mijn! Wat nou met mijn!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>grommend</i>).</span> Niks met jou dan—niks—niks met de dienst op de Gracht die je uit most.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’n Dienst, ’n dienst—niet te vrete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Dan toch meer as hier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Niet te vrete—en ’n loon, ’n loon—dankie hoor!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Met weinig mot je overal beginne—as je geen begin maakt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.…</span> Nou zou ik …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Is goeie—hou je mond! Ik ben bezig … Vecht ’r tegen—nou is ze op de febriek—en
+as ’r moeder ’r niet af en toe lam slaat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jewel! Jewel … To-’k ’t verdij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.…</span> Zou ze de jonges de woning in slépe …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.…</span> Dat lieg-ie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>dreigend</i>).</span> Is ’t gedaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Laat ’m dan niet liege.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Is ’t gedaan?…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Lach jij daarbij!… Ik heb me vreugde opgekend. Bij de bakker, ho-maar. Bij de groenteman
+voor aarpels ho-maar. Me gróóte takels staan in de lommerd—as ’t met Mei in de verhuizinge
+loopt zit ’k ’r zonder. Sture ze je zoo’n baldadig kind met ’n kapotte ruggestreng
+thuis, dan sloof je je de eerste weke uit, om ’m op te kikkere, om ’m wat mee te brenge—maar
+na vier, vijf maande ellende, zonder ’n karwei van belang, zonder haast ’n brief of
+’n boodschap—wordt ’t ’n kruis—begin je te verlange.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ho! Ho! Nièt uitspreke—daar zou je later spijt van hebbe … In ’t Gasthuis ha-je toch
+vrije behandeling …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar wou z’n moeder niet an—die wou ’m in d’r éige arme late sterve—toe we dachte
+dat ’t ièder oogeblik gebeure kon … Vijf maande—vijf—de tweede October stong de brankaar
+voor de deur—vedaag houe we an de zevetiende Febrewari—vijf maande krom legge van
+zorg—stukkies vleesch en eiere voor versterking—en <span class="stage">(<i>Jacob bedoelend</i>)</span> hij op de grond om in de bedstee ruimte te make—en schuld, schuld overal … En dat
+om ’n onnoozele vlieger van twee cente, die zoo’n wilde rakker uit ’n boom wil hale.
+Denk ’r is na—om ’n vlieger van twee cente—en nog niet eens van z’n eigen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Ja, ’n ongeluk leit in ’n klein hoekie—en nou geloofde wij nog da-je de laatste dage
+’n bonk duite met je brug na ’t ijs verdiend had.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’n Bonk!… Negen en tachentig kopere cente in twee dage … Gister ’n plasregen—straks
+is d’r ’n schuit doorgetrokke … ’k Ben me heele leven met alles te laat geweest …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Net as ik—de eenige keer da’k te vróég was—was voor ’t stadhuis, hahaha! Kerel laat
+je kop niet hange!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jij het makkelijk klesse—jij laat je vrouw en de meide ’t werk doen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.…</span> Ik trek de rente van me poot, hahaha! Reken is an wat ’n boffer: as me poot niet tusschen
+de mechien bekneld was geraakt en de krant me geen vijfhonderd guldes uit had gekeerd,
+zou ’k me patroon niet in d’r wasch- en strijkinrichting hebbe kenne koope … Voor
+twéé voete ha-’k duizend guldes gekrege—duizend, hahaha!—ha-’k nòg ’n zaak kenne overneme—’n
+bankierszaak, as an de overzij, hahaha!—kamerde ’k ’n juffrouw as de notaris-van-de-hoek;
+hahaha … Toe-’k uit ’t Gasthuis kwam, ha-’k de keus tusschen ’n waschinrichting—ansjeen
+mesjon weduwe Knolleboer—en ’n vlooie-theater—maar dáar most ’k niks van hebbe—want
+zóo as me d’r binne kwamme sprong de eerste artist op me over, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>schaterend</i>).</span> Jessis, waar haalt-ie ’t vedaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Verdomd—met zoo’n saltemurtale!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hahaha, gekke vent!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hahaha … Die ha-je onder ’n stolpie motte beware …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zoo mag ’k juillie zien, hahaha! Da’s al-z’n-leven de eerste maal dat hij lacht na
+z’n luchtkuur in de nor …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Daar hap je nog al lucht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Toe Aal ’t zoo op d’r longe te pakke had, dat ze d’r verstand haast uithoestte, zee
+de dokter: as d’r niet gauw warmte komt, mot ze àndere lucht hebbe. Goed, dokter,
+zee ik: as de <span class="ex">lucht</span> van zeep en loog niet voor d’r deugt, zalle me ’n káásnerinkie beginne—je had z’n
+gezicht motte zien, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hahaha! Schei uit! ’k Krijg d’r pijn van in me zij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Wat ’n malle duvel … Hahaha!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Bet en Jan.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Help-ie effe, Jacob?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wil ìk ’n handje?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jij? Nee, hoor—daar komme ongelukke van op de trap <span class="stage">(<i>tot Jacob, die de onderdeur openstoot</i>).</span> Zal je zachies, jongen? Nee, niet zoo wild! Anders doe je ’m zeer. Laat ik je nou …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Doe jij ’t of doe ik ’t?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg je arme om z’n hals, Jan—zoetjes an—pas op de leuning …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>op de trap pratend, druk van genot</i>).</span> Hè! Die was fijn, hoor, vader! Me hebbe de koningin gezien met viér knolle d’r voor …
+Au! Au! <span class="stage">(<i>huilerig</i>).</span> Jij douwt zoo verroest!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i><span class="corr" id="xd33e1104" title="Bron: .)">).</span></span> Kijk uit, Jacob …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hou dan je kop toe tot je in bed leit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee—niet daalijk in bed …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nou niet je eigeste zin, Jan—je het leut genoeg gehad, watte? <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> Nee, effe nog ophoue … ’t Kussen leit in de wagen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>toeschietend</i><span class="corr" id="xd33e1129" title="Bron: .)">).</span></span> Blijf maar—daar komt ’t!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>moeilijk vangend</i>).</span> Maak ’r nou geen lolletje van … Kè-je ’t niet in me hande geve!… Strijk ’m Jacob.
+Zoo. Zit je goed? <span class="stage">(<i>z’n wangen streelend</i>).</span> God-nog-an-toe kind wat benne je koone heet. En mijn hande benne haast klompies ijs
+van ’t douwe … Dag Lammersen. ’k Dacht ’t wel buiten toe ’k ’t lache hoorde … Laat
+mijn ook maar is lache <span class="stage">(<i>verbaasd tot Sien</i>).</span> Ben ik zoo laat of ben jij zoo vroeg? Hoe ken ’t da-je al thuis ben?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Kolder in de kop om de koningin te zien—al de meide van de febriek vortgebleve …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Vortgebleve … Zonder de dirrekteur te vrage?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Wat zou ’t as me ’t met z’n alle …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je dagloon? <span class="stage">(<i>dreigend</i><span class="corr" id="xd33e1166" title="Bron: .)">).</span></span> En je dagloon?… Zou je zoo’n dier niet … Vooruit ga de wagen bij <span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span>Nelisse werom brenge, vooruit of … <span class="stage">(<i>heft de hand op</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Ga toch al …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moeder—me lintje leit ’r nog in …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat voor lintje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me oranjestrikkie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>aan de trap</i>).</span> Geef eerst z’n strikkie—lammenadige meid! Vortblijve! <span class="stage">(<i>tot Thijs</i>)</span> Hei-jij daar niks van gezeid?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Ken net zoo goed blaffe—doe ’r wat tegen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> <span class="stage">(<i>het strikje vangend en het Jan op z’n kiel stekend</i>).</span> Daar—jij je strikkie … As die op de febriek gedaan krijgt—God-nog-an-toe, dan vraag
+ik jou!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wou je ’n meid van achttien in ’n vloek en ’n zucht verstandig hebbe? Laat ze maar
+eerst trouwe—dan wordt ze vroeg genoeg, vroeg zat, wijs.… En hij ken toch niet al
+de meide gelijk na huis sture.… Van wie hei-je je strik, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Van de sigare-winkel, boven—’n pakkie van vijftig het-ie ’r voor losgemaakt—en strak
+krijge me blomme, waar moeder? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wat motte me met blomme?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Over van d’r kopere feest. Hij zou d’r door Riessie late anreike.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hei jìj de koningin gezien, Jacob?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>grommend, weer aan ’t werk</i>).</span> Nee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Of rooie Jacob de koningin is weze zien, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wij fijn hé, moeder?… Tweemaal!… Bij ’t Museum eens—en bij de Schans nog is, waar
+moeder?… En ’n bakkies ’r achter, vader—’n bakkies met zoo dik de epaulette van goud—enne
+’n smerisse op hengste—enne slaan as die eene knol dee!… De vlag van de sigare-winkel
+zit an de takke van de boome vast, vader … As ’k beter wor—bijtijds watte?—ken ìk
+’m los make, hé?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Om weer na beneje te blikseme, aap—en nog is je rug te breke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>luidruchtig</i>).</span> Hù! Hù!… As d’r geen smeris op me hiele zit, klim ik zoo hoog as de afleijer op de
+toren <span class="stage">(<i>uit de kom drinkend die Bet ’m voorhoudt</i>).</span> Da’s lekker, hoor! ’k Heb ’n dorst of ’k haringkoppe gevrete heb. Nog ’n scheut,
+moeder!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee. Zoo’n boel is niet goed—kind, wat zweet je of je gehold heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geef nou nog wat! ’t Kost ommers niks!… Een met ’n steek van goud op het me gedag
+gezeid, vader … Die dee zoo.… En de voorste mensche gonge nog opzij, vader. Ze zeeje
+allemaal: laat die jonge met z’n lamme beene nou kijke.… As juillie maar geen lamme
+beene krijgt zee ik—dankie moeder <span class="stage">(<i>drinkt gulzig de tweede kom, die Bet ’m <span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span>voorhoudt, terwijl voortpratend</i>)</span>… Enne ’n <span class="corr" id="xd33e1279" title="Bron: kere">kerel</span> met zoo’n dikke buik hè-’k telkes an z’n jas getrokke of ’n ander ’t dee—’n nek had-ie
+as ’n speenvarreke, hèhèhè!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nou stop ’k je kussen wat in—en dan wees je niet zoo druk—je leit anders weer de heele
+nacht wakker …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En me benne in ’t Vondelpark geweest, zeg <span class="stage">(<i>het laatste tot Sien, die weer de trap af komt</i><span class="corr" id="xd33e1292" title="Bron: .)">).</span></span> De zwane hadde zoo’n kleine plas om in te baje—de rest lee nog toe … Met z’n tweëe
+liepe ze tot an de wagen—enne ’n honger as ze hadde! De korste brood vratte ze zoo
+uit je poot. Wedde da-jij ze niet uit je poot durft late vrete! Heb-ie die hond gezien,
+moeder, die de mannetjeszwaan in z’n lurve wou neme?… Dan maakt-ie met z’n vlerke
+zoo’n bereddering da-je je ooge mot dichtknijpe van de wind.… As ik ’n zwaan was,
+zou ’k die krenge van honde ’n tik voor d’r bek geve da-ze d’r scheel van zagge!…
+Wat leit ’r ’n zand op me deken. Toe maar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gelijk het-ie.… Hoe komt ’r nou zànd?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Me hebbe de lijn van de brug door ’t raam gevierd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>het zand wegslaand</i>).</span> Of ’t niet langs de trap had gekend! <span class="stage">(<i>grommend</i>)</span> Werachentig, zóo as ’k van huìs ben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> Wat zee ’k?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan mot je ’t maar erges anders neerzette.… Je ken je níet roere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>nijdiger</i>).</span> Staat ’t jóú ín de weg?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>bot</i>).</span> ’t Staat mijn in de weg—ìk leg as ’n hond.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met bedoeling</i>).</span> Mijn staat zoo’n bóél in de weg—zoo’n bèrg waar ’k me mond over hou.… Je het wel
+erger gelege—as hiér op de grond.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>).</span> Begint ’t gemier weer?—’k Hèb beroerder gelege—zés maande—smijt ’t me voor me voete
+as je d’r lol in het.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Lammersen</i>).</span> Da’s nou ’n man van bij de vier en twintig, die ’n ziek schaap nog geen liggíng gunt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dat doe ’k wel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat doe je níet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftiger</i>).</span> Dat doe ’k wèl.… Maar as je ’m na ’t Gasthuis had late brenge—as de dokter zee—en
+niet zoo’n kop had getoond van af October, zou alles anders zijn geloope—<span class="stage">(<i>tot Lammersen</i>)</span> je ken me geloove: ’k heb verdomd remathiek in me poote van ’t legge op de grond—’k
+ken de messe haast niet tege de slijpsteen houe.… Da’s me klacht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>koffie die ze terwijl gezet heeft in de kommen schenkend</i>).</span> Kruip dan in de bedstee, neetoor en <span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span>jammer zoo niet—mijn me zorreg om op de grond te slape.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> En mijn ook. Ik heb in geen weke ’n oog toe gedaan. Zoo as ’k leg, mot ’k prakkezeere—nee
+ik geen koffie—dan zie ’k heelemaal geen kans …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>slurpend</i>)</span>… Voor wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> As ’k koffie drink ken ’k geen seconde slape …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha!—Da’s bij mijn ’t omgekeerde—as ik slaap ken ’k geen koffie drinke, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Daarin ben jij de eenige niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat zit nog! Aal—merk je hoe stil de muize hiernaast benne nou de poes op de loer
+leit?—Aal ken van alles as ze slaapt—tege mijn gaat ze hardop tekeer in d’r dróóme,
+hahaha!—en ik zelf pruim van gewoonte de heele nacht door … Mot je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>uit de toegestoken doos ’n pruim nemend</i>).</span> Dankie <span class="stage">(<i>hamert een nagel in ’n schaar</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Laat-ie ophoue, moeder—’t dreunt zoo door me harsens.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Of-ie niet ken ophoue, Jacob?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Ken ze toch niet zoo aflevere! Stop je vingers in je oore, jò—drie tikke en ze
+benne d’r … Hou is vast, vader.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>Jan de kom aan de lippen zettend</i>).</span> Zoo hoor je niks—zuinige slokkies—niet zooveel gelijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Da’s de pest voor ’m.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ach kom—enkel de bojem met sachelien—zuig maar op ’t brokkie, Jan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>naar de zij van het raam roepend</i>).</span> Dag mottige!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Tege wie hei-je ’t, jò?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Tege de lantaarn-opsteker … Kijk maar: een, twee, drie, hup—enne ’t lichie brandt—Da’s
+zoo’n kreng! As je ’m met ’n urret in z’n nek blaast, laat-ie z’n lantares in de steek
+om je na te zette … Da-was ’n keet, hoor!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ja—en ’n keet was ’t ook—’k zou d’r maar niet zoo groos op gaan!—da’k je van ’t pelisiebero
+heb motte afhale voor ’n verbaal voor de ingesmete spiegelruit … ’t Is zóó’n duvel
+geweest, Lammersen, dat ’r geen dag zonder de een of andere schooierstreek voorbijging—en
+as-die ’t nou nòg flikke kon, ha-je nog last met ’m.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! Hù!… Nou doene ze me lekker niks met d’r verbaal … Ze benne ’t lang vergete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jou doene ze niks, nee—mijn dubbel as ’t voor ’t Gerecht komt—daar snapt-ie nou niks
+van, zoo’n kind!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan mo-je me maar ’n paar weke late bromme, vader … Wat zè-jij, Jacob?… Ken ik ’t
+hellepe <span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span>as-die door ’n ruit keilt! En d’r wàs al ’n barst in.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ja, ja—’t is goeie.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Riesje Bonnet</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span>—Vollek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Vollek, vader!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>bij de trap</i>).</span>—Wie daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Kompelement van pa of je effen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Kom d’r in, kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Nee, juffrouw—pa wacht ’r op—of je effen twee kissies sigare weg wil brenge met de
+quitantie d’r bij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Trek me jas an en ’k veschijn!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En me blomme, Riesie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Daar mag-ie niet om vràge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ze nou toch beloofd benne!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> We vergete ’t niet, Jan! Je krijgt ’r ’n heele zooi.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Help-ie ’t dan nog is onthoue?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Beloof ’t, hoor! Dàààg! <span class="stage">(<i>af met Thijs</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jacob, Sien, Jan, Lammersen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat ’n meid voor amper twaalef!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Maar witjes—zulleke binnevetters motte d’r nog gebore worde. Ze leve van wind om te
+potte! As vader zich nou wèl in ’t zweet loopt, ken-ie drie-, viermaal voor z’n kruierscente
+werom komme.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Motte die ook weer over de hekel? Het-ie niet twee keer ’n flesch wijn gezonde om
+te versterke?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Die jij en vader uitgedronke hebbe, hahaha! Wij mochte d’r na kijke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mocht hij voor de dokter, taddik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Is hìj ’r dan door angesterkt!… Laat-ie liever op tijd betale.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ver zel je met zoo’n giftige tong komme! Werachentig ’t is waar, buurman—me hebbe
+beste mensche an ze. Toe ze d’r kopere bruiloft vierde—eergistere—het Jan ’n borretje
+soep gekrege, met vleeschballetjes ’r in—waar Jan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Fijn hoor! ’k Hè-d’r de heele nacht van wakker gelege! ’t Vet zwom d’r op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Enne toe nog is ’n reep taart in de avond—waar, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>klukkend van genot</i>).</span> Met zullekke ende sekade! ’k Wou dat-ze morrege weer twaalef jaar getrouwd ware!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dan kom ìk met me eene poot an de beurt, Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat kè-je an je hart voele! Hù! Jij krijgt ’n pakkie pruimtabak! Voor jou bakke ze
+geen taartemik! Hèhèhè!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Je ken niet wete, rakker, wat ’r voor mijn in ’t vet leit. Afkloppe! Afkloppe! D’r
+leit wat anders as tulband in ’t vet.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Aaltje</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>opgewonden de trap af haastend</i>).</span> Jewel! Jewel! Docht ’k ’t niet! Hé-’k niet gezeid da-je na de Prinsegracht mot! Wij
+sappele ons dood—en hij: ’n boodschap is ’m nog te veel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Voor jóú is me niks te veel, patroon! As je van kastanjes geen last van je galsteene
+kreeg, haalde ’k de kastanjes van de hééle wereld voor jóú uit ’t vuur.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’k Ken jouw vuur misse.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Waschvrouw zònder vuur, da’s ’n bakker zonder deeg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> De schele in ’t kolehok opsluite! Ze moste jóú opsluite, maar erges anders.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Die hé-’k pas voor d’r jaardag ’n half dozijn frontjes-voor-<span class="ex">mezelf</span> kedo gegeve!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Voor jezellef? Daar hè-jìj veel an gehad, Aal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Nou? As je te lui ben, zeg ’t dan maar ineene! Z’n verstandskieze mot-ie nog krijge!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha, as d’r geen lood in zat was ’k ze al voor ’n eeuw kwijt! Welk nommer van de
+Prinsegracht is ’t patroon?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Dat zei je wel hoore! Me zelle voor jou ’n ottemebiel neme.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’n Ottemebiel voor de schoone waschies met ’n sjefeur—ga jij mee rondbrenge, Sien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Derek! En rij je mijn dan morrege na de febriek, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hoeveel paardekracht krijge me, patroon?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’n Ezel die páárdekracht mot!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Daar zeg ’k niks op. Da’s de kurk op de flesch. Dag Bet—dag jongen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ga je strakkies nog wat op de harmonica spele, buurman?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hoor jij dat zoo graag—nou as me vrouw ’t wil, speel ’k ’n moppie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag-die, juffrouw, as-die van de Prinsegracht werom is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>korzelig</i>).</span> Of-ie wàt?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Of buurman op de harmonica mag spele as-ie klaar met z’n boodschap is?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Dan mot je toch ommers ’n paar uur wachte, kind—eer-ie uit de kroeg komt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> ’k Zal d’r niet een, pakke, Jan—enkel om jou te pleziere—ík op de harmonica en me
+vrouw op d’r poot—daar ken je van smulle! <span class="stage">(<i>op de trap</i>)</span>.… Blijf-ie nog ’n getuigschrift van me geve, patroon?… Ze watertandt om me doopceel
+te lichte, hahaha!… Die Adam—in ’t Parredijs—wat ’n verhale!… Hoe het-ie háár niet
+gekend, hahaha!… Wasch<span class="corr" id="xd33e1708" title="Niet in bron">-</span> en Strijk-inrichting voor vijgeblaadjes, hahaha!… Mot ’k de meide over-vertelle—late
+de ijzers koud worde van ’t lache hahaha! Hahaha! Hahaha! <span class="stage">(<i>af</i><span class="corr" id="xd33e1713" title="Bron: .)">).</span></span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> God, god—stìk ’r nìet in!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nalachend</i>).</span> Ken ìk ’t hellepe!… ’k Ben blij as ’k is lache mag, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Help jij an cente om de meìde Zaterdag te betale? Overal terugkomme—kijk me berg papieretjes
+is! Blare loop-ie je an je poote om ’t waschgeld los te wurme—en as je in ’t onfatsoendelijke
+begint, neme ze ’n ander. Hèm is dat glad z’n zorreg. Mijn breekt ’t angstzweet uit!
+Me longe piepe van de bezetting—de meide verniele de fijnste overhemde—gister nog
+zoo’n gat in ’n borst geschroeid—wie mot dat vergoeie?—en geen rooie duit voor stijfsel
+en zeep.… Die kerel het makkelijk lache.… <span class="stage">(<i>achter het beschot klinkt gegier en <span class="corr" id="xd33e1739" title="Bron: gescheeuw">geschreeuw</span></i>).</span> Hoor! As ’k me geen beene maak, stele ze weer me tijd! Hoor ’m bezig—je zou ’m …
+<span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan, Sien, Jacob</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Sien, die mee de trap op wil</i>).</span> Waar mot dat na toe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mag ’k niet effen hiernáast?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>wantrouwend</i>).</span> Waarvoor hiernaast? <span class="stage">(<i>de hand boven de oogen leggend en de schaduw van ’n stappenden man ziend</i>).</span> Hier blijve!… Of ’k ’t niet in ’t snotje heb … <span class="stage">(<i>de man buiten fluit</i>).</span> Jewel! Fluit je hond! <span class="stage">(<i>nijdig de trap op en over de onderdeur vinnig pratend</i>).</span> As je maar deurloopt, hè? Mot je ’t met me dochter achter me rug anlegge, vuile kerel!
+<span class="stage">(<i>Een stem</i>: „<i>Wat mot je van mijn?</i>”)</span>… ’n Meid van nog geen achttien! As ’t maar gedaan is!… <span class="stage"><span class="corr" id="xd33e1796" title="Niet in bron">(</span><i>Een stem</i>: „<i>Is de stoep vrij! Ben jij beduveld!</i>”)</span> ’k Ransel d’r net zoo lief dood, as je ’t maar …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftig de trap op</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Laat mijn d’r is bij, moeder …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>drenserig-angstig</i>).</span> Nee toe Jacob—jij niet—nee geen gevecht—leg in Jezisnaam dat mes uit je hande …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>naast haar dreigend</i>)</span>.… Je ben gewaarschouwd, brani—me làte niet voor ons huis fluite.… <span class="stage">(<i>Een stem</i>: <i><span class="corr" id="xd33e1832" title="Niet in bron">„</span>Me late! Me late! ’k Zal zooveel fluite as ’k lust</i>”… <i>fluit</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ga op zij, moeder …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg nou dat mes neer—je ben ’r pas ongelukkig door geworde—je komt ’r niet door …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>driftig het mes tegen den grond smijtend</i>).</span> Daar dan—’k kan ’t wel met me klauwe af.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>de bovendeur sluitend</i>).</span> Nee. Je gaat ’r niet uit … Wees jij nou de wijste … <span class="stage">(<i>fel tot Sien</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Bè-je in je schik? Ellendeling van ’n meid! Ongeluk breng-ie an!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Heb ik die vent besteld?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>de trap afkomend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Laat ’t voor jóú—de snotneus—nog niet droog achter z’n oore … <span class="stage">(<i>raapt ’t mes op</i>).</span> As ’k je met ’m zie, komt-ie niet gaaf uit me klauwe … <span class="stage">(<i>zit weer aan de werktafel</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>door den kier loerend</i>).</span> Kijk ’m afzakke, de schooier … <span class="stage">(<i>de trap af en fel tegen Sien</i>).</span> Da’s de laatste keer! Dat mot nòg is gebeure. Afspraakies make hier voor ’t huis …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Weet nie eens wie d’r stong! Hoe ken ’k dan …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>feller</i>).</span> Dat lieg-ie! As ’k je niet tegenhiew, was je na buite geloope.… Hou je bek: ’k geloof
+je geen word.… Bij God, ’k wor d’r angstig van.… Dat neemt ’n faliekant einde met
+jou.… Heb-ie niks om hande? Benne je vader z’n kouse klaar …? Veruit! Nieuwe voete
+anbreije! <span class="stage">(<i>Sien begint mokkend te breien. Een stilte. Jacob’s slijpsteen snort</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je had ’m op z’n ooge motte timmere, Jacob! As je ze ’n pomp in d’r maag geeft of
+’n puist voor <span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span>d’r neus, legge ze voor merakel.… <span class="stage">(<i>Een stilte.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat ’n loeder om te loope fluite, hè?… As je was komme bakkeleije, had-ie ’m gesmeerd,
+hè? <span class="stage">(<i>Een stilte</i>).</span> ’k Ben zoo heet, moeder …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zel wel overgaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>klagerig</i>).</span> ’k Hé zoo’n dorst.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mot je nòg meer drinke? Daar ráák-ie van an ’t zweete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Enne ’t trekt zoo over me ribbe—haal dan die lamme deken vort.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Om je ’n kou te late vatte?… Is ’t zoo beter?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ’k drinke krijg.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Eet liever straks ’n boterham, kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>drensend</i>).</span> Nee … Drinke!… <span class="stage">(<i>op huilen af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Hè zoo’n dorst.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tot Jacob</i><span class="corr" id="xd33e1990" title="Bron: .)">).</span></span> Z’n hande gloeie! Zou ’k ’m.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Wat ken water voor kwaad?… Misschien ha-je nièt met ’m motte uitgaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Het de dokter niet gezeid: met ’n zachte dag zou ’k ’t prebeere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Prèbéére.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Makkelijk klesse achteraf … <span class="stage">(<i>Jan water gevend</i>).</span> Meer krijg-ie vedaag niet—doe d’r làngzaam over, dan hebbie d’r meer plezier van!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>na gulzig geslokt te hebben</i>).</span> Hè! Hè! ’k Wou da-’k as de zwane op de vijver van ’t Parrek lee, dan slurpte ’k me
+buik vol da’k as de buurvrouw zoo dik wier <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Daar gaat de bel van de winkel weer. „Geef me d’r van de twaalef”… ’k Wou dat ik
+d’r een had.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Om in je broek te doen, jò!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! ’k Hè vroeger de zwaarste endjes gerookt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hak maar op, jò!… Van wie z’n cente?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> As vader ’n endje liet slonzige, hèhèhè!—en van de straat hóópe!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Hèhèhè! Lekker!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As je ’t boveste blaadje d’r af plukt smake ze best—enne as ze ’r te lang op gelurkt
+hebbe, stop-ie ze in ’n pijp van ’n cent.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Had ’t motte zien ondeugende jongen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Nou het-ie z’n twaalef om ’n dubbeltje … Zit jij te pruime, Jacob?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, jò.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat zou ikke niet motte. Slik-ie dat in—die smurrie van de tebak?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, jò <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Weer een. Hij verkoopt ze maar, hè? As ik in segare dee, verkocht ’k
+ènkel stinkstokke—allemaal dezelfde—en de eene gaf ’k voor <span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span>vier en de andere voor vijf en voor zes en voor zeven—ze merreke d’r toch geen mieter
+van!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zou bij jóú motte weze.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pieng. Pieng. Geholpe is-die. Gistere is-ie drie en veertig maal overgegaan—eergistere
+zes en zeventig keere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Hoe zoo’n kind ’t onthoudt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Heb toch niks anders te doen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En de prenteboeke die Riessie je te leen het gegeve?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k droome! Wil je d’r is hoore?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee—je maakt je te moe op de nacht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>terwijl Bet en Sien kousen stoppen en Jacob ’n beitel aanzet</i>).</span> Lang, zeer lang geleje woonde d’r in ’n ver, vreemd land ’n machtige koning. En die
+ze peleis blonk van ’t goud. As ’t feest was droeg-ie ’n jas van purper met allemaal
+diamante. En z’n troon was van diamante en z’n kroon was van jeweele … Benne die duur,
+moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>moeilijk door ’r tranen sprekend</i>).</span> Wàt, kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Of diamante duur benne?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ja, jongen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Huil je, moeder? Werom huil je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>).</span> Ik huil niet, gekke jongen.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb34">[<a href="#pb34">34</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat snuit je dan je neus?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mag dat niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoe duur benne diamante?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat ken ’k je niet voorrekene—van duizend en van tienduizend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> An me kouwe zool!… Zoo’n vuile steen-met-lichies tienduizend gulde? Wat hè-je d’r
+an? Zou jij d’r een motte, Jacob?… Voor an je vinger?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je ken d’r mijn tien thuìs brenge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Hù!… As je nog ruitemaker was! Om ruite te snije, wat moeder?… Au!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat scheelt ’r an?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zoo’n verrekte scheut an me hart.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Daar zit ommers je hart niet—je hart zit an je linkerkant.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Zel jij wete! Bij de een zit ’t hier—bij de ander daar! Is ’t niet, moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Bij de meeste zit ’t nèrges—anders zou ’t ’n boel beter weze.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ’k jou tien van die diamante in ’n pepieretje meebreng, ellek van tienduizend—hij
+is goed hoor!—hoeveel cente benne dat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Da’s de ton uit de Staatsloterij—ik ben met minder tevreje …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb35">[<a href="#pb35">35</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat zou jij d’r mee doen?… Met zoo’n zak vol daalders?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.…</span> Dan stak ’k me kop onder de pomp, om wakker te worde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan kocht-ie zich ’n bed met ’n dozijn dekes, om niet langer op de grond te slape!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ik dood ben, het-ie geen bed vannoodig, hé?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>schrikkend</i>).</span> Allemachtigste God, kind, zeg niet zulleke krankzinnighede!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De dokter het ’t toch zellef.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> Hou je mond! Je maakt iemand koud.… <span class="stage">(<i>staat op</i>).</span> Je ben werachentig niet wijs! <span class="stage">(<i>zoent hem, begint te huilen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Au, moeder! Je drukt zoo op me.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Val dan niet zoo dol uit, kind! <span class="stage">(<i>droogt zich de oogen, gaat naar ’r plaats terug</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nou Jacob! As je je kop onder de pomp het gestoke.… Watte dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan dronk ’k nog drie glaze water—en dan—en dan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hèhèhè! Mot ’k je daarvoor tien diamante van honderdduizend gulde—dat motte wel keie
+weze, hèhèhè!—meesjouwe, om je te late wassche en drinke.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb36">[<a href="#pb36">36</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.…</span> En dan kochte me ’t huis hiernaast an de gracht van de dokter en me ginge rije in
+’n bakkie met twéé paarde na ’t Kalfie—en.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> En ìk op de bok bij de koessier! Mag ’k moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Daar prate me nog wel over.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zijn dan de cente op?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ken je begrijpe.… Me koope ’t huis d’r naast ook.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Da ’s ommers de pastorie.… De kappelaan zel je zien komme.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan neme me ’t andere om de hoek—is toch te huur.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je vader z’n takels hale me uit de lommerd, voor ze verstaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En mijn geef je d’r twee voor me oore.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Die mot zich weer toetakele.… Doe die gemeene kam uit je haar! Hoe kom-ie daar an?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Van een van de meide gekrege.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gekrege.… Gekrege.… Jij krijgt alles.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wees nou stil, moeder—<span class="stage">(<i>met aandrang</i>).</span> Wees nou stil!… Jacob vertelt toch!… Benne ze op, Jacob?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Op? Da’s niet op te make! Stel je voor! Me <span class="pageNum" id="pb37">[<a href="#pb37">37</a>]</span>kenne nog voor ’n nieuwe potkachel zorrege—die daar rookt je blare an je tong—en voor
+’n kar met ’n ponnie met koper beslag—en voor ’n stel heele toffels—’k loop op me
+tandvleesch en voor ’n …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.…</span> Voor ’n hardgebakken pannebrood—ja, ja, knap as me d’r voor morrege een los krijge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En voor ’n kaartje bij Carré—om de olifante te zien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Olifante.… Olifante.… Wie denkt ’r an olifante.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Lieg-ie niet? Ken je dat allemaal voor tien van die smerige steene koope?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Mot ’k ’r ’n vloek op doen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jessis, Jessis!… Waar vin je die dinge?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Wou da-’k ’t wist.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me kenne toch gaan zoeke?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee, je vindt ze niet zoo dichtebij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> An de hemel ken je ze plukke—is ’t niet moeder? Da’s meteen de manier om uit je hél
+te rake!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Je mot niet van de hel prate, hè-’k je al zoo dikkels verboje! <span class="stage">(<i>zachter tot Jan</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jan, me lieve jongen, àl de sterre benne diamante—àl de sterre—da’s waar!
+<span class="pageNum" id="pb38">[<a href="#pb38">38</a>]</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hèhèhè, an me kouwe zool!… Pieng. Pieng. Alweer van de twaalef.… An de hemel.… De
+sterre?… Diamante?… Wat ’n lak! Mot je eerst ’n ladder hebbe, om d’r bij te kenne!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dach-ie dat ’t zoo makkelek gong?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Bonnet, Riesje</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Komme we niet ongelege?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee meneer—ach wat ’n pracht van ’n blomme.… Mag-ie wel goed voor danke, Jan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> En je mot ze in water zette, om ze levend te houe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Welbedankt meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Ze liet me niet met rust—toen hebbe we een van de bouquette stuk gebroke.… Ruik maar
+is, jongen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Au! Sodeju, d’r zit ’n spijker in.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span><span class="corr" id="xd33e2381" title="Bron: ,">.</span> ’n Spijker! Je zal je an ’n doorn geprikt hebbe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Uitzuige Jan.… Draag-ie je oranjestrik nòg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Hé-d’r gezien—twéémaal.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Hij ziet ’r goed uit—beter as de laatste keer.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb39">[<a href="#pb39">39</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Met de avond, meneer—en met de koors.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Is ’t nou na je zin, Ries?… ’t Is ’n beste meid—dat mag ’k gerust zegge—d’r gaat geen
+dag voorbij of ze vraagt hoe ’t met ’m gaat. Dat komt ’r van, Jan, as kindere niet
+na d’r ouwers luistere! Zou je nou nog in ’n boom klimme, om d’r ’n vlieger uit te
+hale?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ja hoor! Die kleine meid van Bierman sting d’r zoo om te blerre. Zet je ze naast me
+bed neer, moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Daar in de melkkan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Dag Jan—kikker maar gauw op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Dàààg! <span class="stage">(<i>z’n hand nemend</i>).</span> Beterschap!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Dag juffrouw—dag Sien. <span class="stage">(<i>tot Bet</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hebbe we met de bruiloft niet te laat spektakel geschopt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee meneer—me hadde plezier in ’t zinge!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> Thijs ken elk oogenblik terug komme—zoo heel ver heb ’k ’m niet gestuurd. Dag juffrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Dag juffrouw. Dag Sientje. <span class="stage">(<i>bij de trap heel aarzelend</i>)</span>… Dag Jacob … <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dag Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dàààg Riessie!… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Waarom zee meneer jóú niet goeie-dag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ja, ja. Omdat-ie me niet gezien het, zou ’k denke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> An je!… ’t Meissie dorst ’t eerst toe hij vort was … Of ze d’r òns ook doorhale!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb40">[<a href="#pb40">40</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zel ’r niet van krepeere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Al ha-je tien jaar gezete zee ’k je nog goeie-dag … Zet ze dichter bij me bed, moeder!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Ken de tafel toch niet onder de lamp wegtrekke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Neem dan ’n stoel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Je most mijn zoo zanike!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’t Is niemedal Jan, me lieve, lieve jongen—zanik jij maar—ik ken d’r tegen.… Wie daar?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Dokter, Bet, Jan, Jacob, Sien</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>over de onderdeur</i>).</span> Is de kruier thuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee dokter—’n boodschap.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Wil je ’m zeggen dat ’k vannacht om vier uur gepord moet worden—vooral niet later—’k
+heb ’n verlossing buiten de stad.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me zalle d’r voor zorge, dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Goeie avond!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dokter! Zou u d’r gelijk nog niet effen willen inkomme—hij het koors—’k ben met ’m
+uitgeweest, om ’n luchie te scheppe en de koningin te zien rijje.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb41">[<a href="#pb41">41</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan kom ’k liever àls ’k tijd heb in den loop van den avond—de wachtkamer zit vol.
+Tot zoolang kun je wel geduld hebben, niewaar Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is niemedal, dokter—enkel wat warrem!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Flink zoo!… Vier uur—niet later—’t rijtuig is om half vijf besteld <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan, Sien, de Kapelaan</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Of dat nou zoo’n moeite geweest was die paar trejen af te komme! Affijn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Is ’t droog buiten? <span class="stage">(<i>luider omdat zij over de onderdeur leunt</i>).</span> Hoe doet ’t weer, moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’t Vriest, zou ’k meene—de plassies legge droog … Gelijk het-ie: de vlag van boven
+zit in de takke … Alles vlag wa-je ziet … Goeie-avond, meneer de kappelaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Navond—hoe is ’t met de jongen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat begrijp u wel—niet voor- en niet achteruit … Zeg-ie niks, Jan? Meneer de kappelaan
+vraagt hoe ’t met je is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dankie kappelaan! ’k Hé blomme gekrege, kappelaan … Mot je niet is ruike?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Dank je Jan. Ligt-ie niet op de tocht met die deur open?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb42">[<a href="#pb42">42</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Tocht? D’r is geen zuchie te bekenne! En hij leit beschut.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Wat zijn de laatste berichten van den dokter? <span class="stage">(<i>Bet legt ’n vinger op ’r mond—hij praat zachter</i>).</span> Wat zegt de dokter? <span class="stage">(<i>zij fluistert hem iets in ’t oor—hij schudt bedenkelijk ’t hoofd</i>).</span> Moed houen—moed houen … Dag Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dag kappelaan … <span class="stage">(<i>strekt haastig de vijf vingers langs den neus, trekt in bedwongen gelach de deken
+over ’t hoofd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Navond! Navond Thijs! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.13" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Bet, Sien, Jan, Jacob</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Goeie avond, meneer de kappelaan <span class="stage">(<i>smijt de deur kwaadaardig achter zich dicht</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat hè-jij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>grimmig</i>).</span> Meer as me lief is! <span class="stage">(<i>heftig tot Sien</i>).</span> As de jongen d’r niet van ondersteboven raakte, ongeluk, sloeg ’k je ribbekast stuk!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig-driest</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat hè-’k nóú weer?… ’k Hè hier geen leve! ’k Spring zoo de gracht in, as ’t langer
+duurt!… Wat doe ’k? Wat doe ’k? ’k Leg je toch geen stroo in de weg …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Gedaan gekrege, de duvel!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb43">[<a href="#pb43">43</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>verwoed.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Gedaan? Op de febriek? Wie zeit dat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’k Kom nog geen tien telle geleje de baas tege—op weg hier na toe—zij en de andere
+opstokers <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wat ha-jij op te stoke, ongeluk!… Hoe motte me nou met je an, verdomde meid!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig krijscherig</i>).</span> Me hebbe ’t toch allemaal, met z’n tweehonderd—met z’n tweehonderd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet …</span> Hou je bek met je geschreeuw!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>verwoed de hand opheffend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Zal ’r …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>tusschen beiden komend</i>).</span> Maak je hande niet vuil—maak je niet van streek … De ellende—de ellende … Nou, nou,
+nou <span class="stage">(<i>zit verslagen neer</i>).</span> Dat kost je je laaste takels … Nou, nou, nou—<span class="stage">(<i>opstuivend</i>)</span>… Al mo’k je d’r morrege na toe sleepe … Al mo’k je bij je hare …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hellept wat—ze was al tweemaal beboet—het ze stiekem gehoue …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien<span></span></span> <span class="stage">(<i>drenserig</i>).</span> De baas het aldeur de smoor an me gehad … Mot ìk ’t weer lijje …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Krijsch da-ze ’t hiernaast kenne hoore … God, God—me hart krimpt ’r van … De bakker,
+die ’k zoo van haar weekgeld cente beloofd heb. Over de vier gulde … over de vier
+gulde … Nog geen hallef brood wou-die meegeve …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>Jan bedoelend</i>).</span> Hij mocht ’r toch wèl zien …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb44">[<a href="#pb44">44</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik zeg niks meer … Mijn mag je morrege dood in me bed vinde … Dat benne me kindere …
+De een vortgejaagd om de koningin te zien rije … de ander meestake—meestake—en zes
+maande zitte … Krijg jij nou de schoene van je vader en hem uit de schoenlapper z’n
+poote—zet jij nou ’n korst brood op tafel..!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>z’n pet opnemend</i>).</span> ’k Zel zien of ’k van de schare ken beure.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Is d’r ommers niemeer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Zel zien. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.14" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.14.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Veertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Thijs, Bet, Sien, Jan</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ga na boven en vraag van de kissies sigare, die je weg het gebracht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Gaat niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En werom gaat dat niet? Je het ’t toch fassoenlek verdiend …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> As ze gewend zijn da’k Zaterdag met ’t briefie kom, ken ’k niet zóo om ’t loon mane
+as ’k ’n loop hè gedaan—néé—dan zalle me venavond geen boterham vrete …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mot dat zieke wurrem met ’n leege maag slape?… Ha-nou niet je boterham met die smerige
+zwane gedeeld, Jan, me lieve jongen.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb45">[<a href="#pb45">45</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik lust geen ete, moeder … As je maar ’n kom water geeft—’k hè ’t benauwd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> La mijn bij de bakker probeere.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jou wordt niks gevraagd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mijn het-ie nog nooit nee gezeid.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> En as ’k nou …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Nee. Misschien wacht ’t weer een op je …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Veruit. ’k Loop met ’r mee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> God-nog-an-toe—mot die takel d’r ook an …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> ’k Ken ’t toch niet van me lijf hakke …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wacht dan tot Jacob werom is …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Die vindt de boel toch geslote … <span class="stage">(<i>de trap op</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je mot de dokter venacht om vier uur komme porre, vader … Ze motte bevalle …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Kè-jìj dat niet zegge? Mot ’t kind dat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik heb geen harsens meer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Veruit! Jij ken ’m beter drage … <span class="stage">(<i>geeft Sien den takel, die er mee voor gaat, daarna op straat staan blijft</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb46">[<a href="#pb46">46</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.15" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.15.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijftiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Rijksveldwachter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Banes?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op de trap</i>).</span> Voor mijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Je zoon Jan mot kommende week Dinsdag voorkomme …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>het papier inkijkend</i>).</span> Nou eerst?… Dacht da-ze ’t vergete ware …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Nee, Banes—me schenke niks … wat in ’n goed vat leit, wat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> De jongen ken ommers geen stap doen, zoo ziek as ’n hond …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Mot jezelf gaan met ’n bewijs van de dokter … En anders bij verstek. Wat het-ie uitgehaald?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Steen door ’n ruit—hallef jaar geleje, godbeter! <span class="stage">(<i>tot Bet</i>).</span> Pak an <span class="stage">(<i>geeft haar de dagvaarding</i>).</span> Of niet elleke gezonde jongen ’s wild op z’n tijd is. <span class="stage">(<i>pratend op straat met den Rijksveldwachter</i>).</span> La-ze mijn maar late bloeie … Die ’t breed het, laat ’t breed hange <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Veruit! Mot ’t jongen broeie? <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb47">[<a href="#pb47">47</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.16" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.16.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zestiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Bet, Jan</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>het papier na lezing neersmijtend</i>).</span> Welja! Gekkewerk! <span class="stage">(<i>tot Jan die in één angst staart</i>).</span> Wat kijk-ie, jongen?… Jan, hoor je niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>doodsangstig</i>).</span> Is-ie vort?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dat merk-ie toch …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>opgewonden</i>).</span> ’k Heb ’m niet voorbij ’t raam hoore gaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Dan zel-ie de hoek om weze … Ga legge …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, niet legge … Dat zeg-ie maar!… Dat zeg-ie maar!… Je verstopt me onder de bedstee,
+moeder … Je zeit da’k vort ben geloope …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet<span></span></span> <span class="stage">(<i>op den stoel bij z’n bed, met de melkkan met bloemen in de hand</i>)</span>… Wat scheelt je nou?… D’r wil ommers niemand wat van je …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zich met moeite oprichtend en de armen om haar hals slaand</i>)</span>… Je geeft me niet mee—je geeft me niet mee, moeder—moeder!—as-ie me hale komt—verstop
+je me, moeder—ik wil hiér dood gaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>fel-angstig</i>).</span> Dood gaan! Dood gaan! Allemachtigste God, kind hou toch je mond! Je gaat niet dood …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik wil niet in de kast dood gaan …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb48">[<a href="#pb48">48</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>wild</i>).</span> As je dat nog is zeit, laa’k je alleen legge! Ze komme je niet hale. En over ’n maand
+ben je beter. Al was ’t alleen voor mijn, omda’k van jóú zooveel hou. <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wat zoek je nou in Jezis-naam—je maakt me bang, kind!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hij staat ’r nog … Laat ’m dan uitrukke, die lamme smeris!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> D’r staat niemand …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Daar! Daar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Da’s de kaars van Jacob, domme jongen, <span class="stage">(<i>blaast haar uit</i>).</span> Gezien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>kreunend</i>).</span> ’k Hé weer zoo’n verroeste pijn—die klabak het me zoo an ’t schrikke gemaakt … <span class="stage">(<i>weent langaangehouden klagend</i>).</span> Ooooooo!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zel wel overgaan … Je mot niet zoo kleinzeerig weze. Het Jacob gehuild, toen-ie ’n
+ijzersplinter in z’n oog had? Nee ommers? <span class="stage">(<i>troostend de bloemen op den stoel zettend</i>).</span> Daar heb-ie je blomme weer … Wi-je nog is ruike?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, nee.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En je oranjestrikkie is op ’t bed gevalle … Anspelde?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, nee.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> As je pijn het, mot je an andere dinge denke—dan gaat ’t vanzellef voorbij.… Weet
+je wie die heer met de steek was, die met z’n hand zóo tegen <span class="pageNum" id="pb49">[<a href="#pb49">49</a>]</span>je kwam?… Da-was de burgemeester … Of-ie je kon, watte?… Hindert de lamp je, jongen?…
+Zel ’k ’r wat neerdraaie … Zoo goeie?… Zoo goeie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>moe achterover liggend</i>).</span> Ja.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>gejaagd-opmonterend</i>).</span> Pieng. Pieng. Hoor-ie? Weer ’n klant, Jan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zwak</i>).</span> Ja.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Slaap-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de oogen openend en in den schijn van het tuimelraam kijkend</i>)</span>… Daar hé-je de zwaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wàt hè-je daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De zwaan uit ’t Parrek.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> De zwaan … De zwaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>fluit een paar maal zachtjes of-ie ’n vogel lokken wil</i>).</span> Hou open je bek.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>dicht bij z’n bed</i>).</span> Bè-je wakker, Jan, of droom je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>afwezig</i>).</span> Wat zé-je?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Gotogot, kind, wat hé-je ’n koors <span class="stage">(<i>begint te snikken</i>).</span> As jij—as jij—as jij me af genome wor, hè-’k niks, niks meer—jij ben alles van me …
+àlles, Jantje—àlles Jantje <span class="stage">(<i>bij Lammersen begint de harmonica: „Geef me nog ’n drupje, geef me nog ’n drupje—o,
+wat is de bloemkool mooi” te spelen</i>).</span> Hoor-ie, Jan?… Hoor-ie?… Buurman is werom——nou speelt-ie zooas-ie beloofd het.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb50">[<a href="#pb50">50</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vaag</i>).</span> As z’n vrouw ’m maar niet op z’n tabberd komt, hè?… Wat ’n slabek ze tegen ’m opzet,
+hè … Puf, puf, ’n hette, wat?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.17" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.17.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zeventiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Thijs</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mo’k me nek breke—draai de lamp op.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Susch … Suscht … hij ’s niks goed. Zoo is-ie nog niet geweest. Ga de dokter waarschouwe.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nee. Loopt wel los. Verdomd! <span class="stage">(<i>smijt den takel neer</i>).</span> Gesloten—niemand thuis—na ’t vuurwerk <span class="stage">(<i>trekt z’n jas uit</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span>
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Wat doe je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Wat ’k doe?… In bed kruipe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Zoo vroeg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wi-jìj gaan porre?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> En Sien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Na de bakker—en weet ik ’t!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Laat je die.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mier me niet an me kop!… ’k Zou me kenne verdoen.… ’k Ben de boel zat! <span class="stage">(<i>tot Jan, die zacht kreunt</i>).</span> Hou op met je geklaag—de heele dag voer je ’t hoogste woord—geef me ’s nachs rust—<span class="stage">(<i>klopt tegen de wand</i>).</span> Blijf je nog lang op dat ding <span class="pageNum" id="pb51">[<a href="#pb51">51</a>]</span>jenke? Hé! Hé! <span class="stage">(<i>harder</i>).</span> ’k Ga na kooi, ja! <span class="stage">(<i>de harmonica stopt</i>).</span> As d’r geen wònder gebeurt—geen oogeblikkie om te blaze komt—kenne me na de bedeeling.…
+Mo’k alleen in bed?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>dof voor de tafel</i>).</span> Ik wacht om te sluite … ’k zel je niet wakker make <span class="stage">(<i>hij stapt in de bedstee</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> ’t Metras van Jacob leit ’r nog in.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Leg ’t dan op de grond <span class="stage">(<i>hij tilt een stroozak op den grond, werpt de deken er over, herstapt in de bedstee.
+Een stilte</i>).</span> Slaap-ie, Jantje?… Slaap-ie? <span class="stage">(<i>ze staat op, bukt zich over hem heen, beluistert z’n ademhaling, draait de lamp bijna
+geheel af, leunt terug in haar stoel. ’t Klokje op de kast slaat acht zachte slagen.
+Enkel het licht van de lantaarn, buiten, belicht den linkerhoek en de drogende wasch.
+Boven gaat de winkelschel over en meer ingehouden zet de harmonica een droefgeestiger
+volkswijsje in. Bet dommelt langzaam achterover. De lamp knettert, dooft. Als door
+’n windtocht bewogen, begint de drogende wasch te wiegelen en in den schijn van het
+tuimelraam leeft de witte glanzing van een zwaan op, die z’n nek omlaag buigt</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u1.18" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u1.18.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achttiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan, Bet</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>in droom pratend</i>).</span> Nee, hoor, ’t is op<span class="corr" id="xd33e3283" title="Bron: .,..">.…</span> Je krijgt niemedal meer.… Hé-je nòg niet genoeg, langnek?…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb52">[<a href="#pb52">52</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>in de glittering der lantaarn, beweegt den nek ontkennend</i>).</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hé-je toejoer honger, zeg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Ja, jò<span class="corr" id="xd33e3306" title="Bron: ,...">.…</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Verroest—kè-jij práte …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Waar hè-’k anders me bek voor?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da’s de eerste keer da’k ’t hoor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mot je maar is meer komme luistere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat klesse juillie dan met mekaar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat gaat jóú dat an?… Me hoeve toch niet zoo’n hurrie te make as de hinkepoot naast
+juillie, hahaha!… As-die mijn in ’t kolehok op ha geslote, ha ’k de hengsels stuk
+getrapt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da-zou je niet glad zitte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik la-me geen loer draaie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> D’r zitte korste ijs an je vlerke, zwaan—hoe hou je ’t uit … <i>ik</i> voel me poote niet van de kou.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kou is lekker, jò!… As me vijver tot an de bojem toeleit—hebbe me de meeste pan—dan
+make me glijbane tot an de kerk—en as de smerisse d’r asch over gesmete hebbe—make
+me ’n nieuwe—’n keet, hoor!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik mot ’r niks meer van hebbe—glij jij is met krùkke.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb53">[<a href="#pb53">53</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hoe kom-ie ook zoo verrekt-stom! Was in de boom blijve zitte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij het ’t voor ’t zegge—as ’n smeris net om de hoek komt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je d’r boven in was gebleve, had-ie je geen snars kenne make … Die benne ommers
+te stijf om je na te klautere.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En as ze tot de nacht beneje blijve loere—en je ’n tweede verbaal krijgt—je mot ’r
+maar is voor staan—naklesse is makkelek … Wat leg-ie nou met je olifanteslurf?… Zoek-ie
+wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je zoo hard praat, neme ze ’n schuiver, de smeerlappe, ’t schorum.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Daar gaat nog ’n voren—en daar ’n bliek … jessis wat ’n vette … Ik zou ze niet rauw
+motte slikke … Ik lus ze enkel gebakke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hap … Hap … Hap …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En die goudvisch.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Goudvissche breke me op, krijg ’k ’t zuur van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Bij de bakker staat ’n heele kom gouwe dieve voor ’t raam.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Al ha’k in geen dage gevrete!… Ze blinke je lijf door … Hap … Hap … Hap.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> D’r ken ommers niks meer bij in je maag! Hèhèhè! Hèhèhè! Hèhèhè!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb54">[<a href="#pb54">54</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij lacht ook leelijk, zeg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As ze bij mijn zoo in me boddie rondzwomme, braakte me hart tege me ribbe—je het ’r
+al meer as dertig in je slokdarm, hèhèhè … Je mot ze eerst d’r kop afbijte, langnek,
+anders raak-ie ze levend kwijt, hèhèhè!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Knap as d’r één ’t flikt in de vijver werom te komme … Ze benne gepiept, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Pas op!… Pas op!… Smeer ’m in ’t water!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Watte dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Pas op!… Hij zel je in je vlerke pakke!… Koescht! Koest, lamme hengst … Za-’k ’m ’n
+steen na z’n bast keile?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> ’k Sta d’r wel tien! <span class="stage">(<i>tot den denkbeeldigen hond sprekend</i>).</span> Ja, of jij nou blaft en in me poote wil bijte—daar hè-’k lak an, groote brani!… De
+rot die bij me jonge wou komme, hè-’k doodgebete—en jou—en jou … As je in ’t water
+durreft, douw ’k je koppie onder—en as je op de wallekant ’n vuile streek uithaalt
+<span class="ex">schiet ’k de wolke in</span>… Met z’n staart tussche z’n poote kruipt-ie ’r vandoor … Dat het tande in z’n bek!
+Is-ie ’r bekaaid afgekomme, ja of nee, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Verdorie, wat kè-jij liege! <span class="ex">De wolke in schiete!</span> ’k Mot ’t je zien doen! Je boddie is ommers veel te zwaar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij zel zoo kenne vliege over de boome <span class="pageNum" id="pb55">[<a href="#pb55">55</a>]</span>enne over de huize enne over de toren van de kerk. Ik hè wel is ’n uurtje op ’t kruis
+gezete, voor me lol.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Op ’t kruis van je vader z’n broek zel je meene, opsnijjer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan …</span> Nee, jò! Om de weerga niet, jò! Ik zat op ’t kruis van de toren—enne ’n pan as me
+hadde! Al maar deur liete me vrind en ik de vissies op de lui d’r teste in de kerk
+valle, haha!… Dan zee de koster: wat mot dat nou—enne zoo as-ie na boven keek, kreeg-ie
+’n baarsie op z’n snuit, hahaha!… Toe is-die ze gaan bakke in de boter en het ’r zich
+ziek an gevrete—enne z’n vrouw kreeg de grate, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zwaan—daar komt ’n bakkie achter de boome—je ziet z’n lantaren al.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je me nou! Da’s de maan, jò.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geeft de maan zoo’n licht? Ken ommers niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Niks as de maan—’k ben d’r honderd keere geweest.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Op de maan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Op de maan en op de sterre … As ’k me in ’t water verveel, vlieg ’k na de groene die
+je daar ziet, of na die gele.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Bè-je op die witte ook geweest?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jessis, jò, duizend keere … As ’k geen <span class="pageNum" id="pb56">[<a href="#pb56">56</a>]</span>lol heb uit te vliege, komme ze allemaal na mijn in ’t water. Dan hè-’k ze boven èn
+beneje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Waarom breng-ie d’r dan niet wat mee?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat mot ik ’r mee doen? ’k Hè liever ’n vette paling … En van ’n kikker ben ’k ook
+niet vies.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik wou dat ik die gele met die groene randjes had—en die paarse—en die rooie—jessis,
+jessis, wat ’n rooie is dat—of d’r ’n kerel met ’n endje sigaar in ’t donker ankomt!—en
+die witte—en die bleeke die zoo staat te miere of-ie uit zal gaan <span class="stage">(<i>beweegt vaag de vingers in grijping</i>).</span> ’k Ken d’r niet bij—ik ken d’r niet bij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En as je d’r wel bij kon—watte dan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan ging ’k—dan dee ’k—je ken d’r alles voor koope—wat je maar wil.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ken je met zoo’n ster kóópe—wàt je maar wil?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> Al de sterre benne diamante—vraag ’t me broer Jacob, die weet ’t—en me moeder, die
+weet ’t <span class="stage">(<i>telt op de vingers in onwezenlijke tasting</i>).</span> Een, twee, drie, vier, vijf—turf.… Een, twee, drie, vier, vijf—turf.… Een, twee,
+drie, vier, vijf—turf.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Zit je ze te telle? Schei nou uit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>glimlacherig voorttellend</i>).</span> Een, twee, drie, vier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je slaat die groene bij de maan over.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb57">[<a href="#pb57">57</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Had ’k al.… Vier, vijf—turf!… Hè! ’k Wor d’r draaierig van.… As ’k d’r bij kon zoo
+as jij! Wat zou ’k me zakke vulle—en me buis vol—en onder me pet … Me haalde de takels
+uit de lommerd—en de meeldief kreeg z’n cente—en de schoenfrik—en me kochte ’n nieuwe
+kachel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Za’k je op me schoere tille, dan hoef-ie geen ladder te neme!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>op de knieën</i>).</span> Kè jij me houwe? ’k Weeg, hoor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Tien zooas jij—as je zakke maar leeg benne.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù! Hù!… Wedde da-je me niet houwt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat doen ik. Hang is an me nek.… Daar ga je <span class="stage">(<i>even zweeft Jan aan den nek der zwaan, dan laat deze hem weer los</i>).</span> Hoe was-ie?… ’k Hou je zoo ’n uur lang.… Maar je zakke motte leeg.… Je zakke benne
+van lood.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>doende of hij z’n zakken ledigt—geheel zacht-rustig van gebaar</i>).</span> Ken ’k dat hier op ’t gras late.… Zalle ze ’t niet moere?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>den nek dicht naar het bed gebogen</i>).</span> Ha’k geen gelijk?… Je het ’n oudroest-kelder in je zakke.… Wat mot je met spijkers?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Gaat jou dat an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> ’n Doossie lucifers—en ’n kattepul—en ’n verversmes, hahaha! Waar hè-je dat gegapt?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat lieg-ie vierkant langnek! Van me broer gekrege.… Nee niet zoo dicht met je kop
+d’r op! Je <span class="pageNum" id="pb58">[<a href="#pb58">58</a>]</span>zou d’r je snoet an open hale <span class="stage">(<i>den zwanenkop wegduwend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ga dan opzij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Het-ie daarmee gestoke?… ’k Hè plezier an me kindere, nou, nou!… Je ruikt ’r ’t bloed
+an.… Da’s me zoon <span class="stage">(<i>klagelijk</i>)</span>.… Da’s me oudste zoon.… Ik durf haast niet over straat te gaan.… Z’n hare hebbe ze
+geknipt—enne bleek as-die ziet—wit—wit—wit—komt ’r van as je de Schrift verwaarloost.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>moeilijk, altijd met onwezenlijk droomgebaar de hand langs het voorhoofd strijkend</i>).</span> Klaag nou niet zoo moeder.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Moeder?… Moeder—as ’k de zwáán ben!… Is je andere zak leeg?… Toe dan! As ’t te laat
+wordt, schopt de smeris-van-’t-Park ’n kouwe drukte.… Me motte voor de morrege terug
+weze.… <span class="stage">(<i>Jan ledigt z’n andere zak</i>).</span> Is dat suiker?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan …</span> Hèhè!… Hèhèhè! Dat ziet-ie voor suiker an, ’n brok krijt van de bovemeester.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Komt-ie nooit leeg?… Veters, ’n eindje sigaar, ’n zuigleer.… Werkt-ie goed?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je haalt ’r de klinkers mee uit de straat, as-ie lekker nat is.… Reddie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat lieg-ie!… ’k Zie nog kallebaste en ’n glazen knikker.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat hindere die?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As jij met mijn sterre bij de vleet ga plukke, verdij ik ’t ballast te sjouwe.…. Toe
+<span class="pageNum" id="pb59">[<a href="#pb59">59</a>]</span>smijt neer in ’t gras.… De maan staat al boven de boome—enne ’t waait ’n mierakel—de
+takke gane tegen mekaar tekeer of ze bakkeleie.… Lollig, hè?—as ’k daar me twee vlerke
+as ’n zeil opsteek, za-je me zien laweere voel spiet.… Rrrr!… Rrrr!… Rrrr!… Voel spiet!
+<span class="stage">(<i>’t kind staat in het bed, den arm om den nek van de Zwaan</i>).</span> Maar ’k waarschouw je stil te blijve zitte en me vlerke vrijlate—anders valle me
+allebei hartstikke dood op de steene—en niemeer sterre laje as ik stouwe ken—enne
+oppasse je geen blare te brande—d’r benne d’r zoo smoorheet as gepofte kastanjes—enne
+je mond houe as me voorbij de zolderrame vliege, anders smijte ze natte pruime na
+je kop.… Enne as me strakkies na beneje komme—je zakke potdicht, hoor—potdicht!… D’r
+benne d’r bij, die na de hemel terugschiete eer je d’r an denkt—nog gauwer as ’n urret
+uit ’n urreteblazer.… Nou met ’n anloopie op me nek springe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken niet met me slappe beene—daar hè-’k geen fut meer in.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Dan zal ik bukke.… Nou? Durref-ie niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De maan kijkt zoo nijdig.… ’n Kleur het-ie of-ie de smoor in het.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kring om de maan kost ’n traan.… Veruit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Za-je zachies an?… Ze holle of ze achterna worde gezete—de sterre—de diamante.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat lijkt maar zoo, jò!… Dat benne de <span class="pageNum" id="pb60">[<a href="#pb60">60</a>]</span>wolke, die d’r vandoor jage <span class="stage">(<i>de harmonica bij den buurman klinkt zeer verwijderd</i>).</span> De wind gaat tekeer, hoor! Jessis, wat huilt-ie om de hoek van de gracht.… As ’k
+nou stil in me vijver ga legge, drijf ’k af as ’n praam die van z’n touw los is geraakt.…
+Bang hoef-ie niet te weze … ’k Hè d’r nog nooit een late valle.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Die lamme maan kijkt zoo vuil.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Smijt ’m ’n steen na z’n snoet, dat ’r ’n barst in komt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Zachies, zwaan—d’r ken ’n klabak achter de boome loere.… ’k Mot kommende week voorkomme.…
+Wat danse de boome.… Wat ’n lichies in de huize.… Wat maak jij ’n lucht met je vlerke.…
+Wat geve die sterre dichtebij ’n hette, ’n hette.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Nou ga ’k vaart zette—nog harder as de elektrieke tram—nou gane me voorbij ’t kruis
+op de kerk—daar zitte duifies—dàt benne allemaal schoorsteene—dà’s de pijp van Sien
+d’r febriek—dàt benne de vlagge van de koningin—dà’s de vlag van de sigarenwinkel—pieng—pieng—geef
+me d’r van de twaalef!—dàt benne de strate en de lantares—dàar wone juillie … Rrrr!…
+Rrrr!… Rrrr!… Nou steek ’k me vlerke op, hoef ’k geen slag meer te doen, drijf ’k
+op me vet … Plukke, jò! Plukke! Me benne ’r.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik kan nog niet zien … Zoo’n boel licht tegelijk … zoo’n boel <span class="stage">(<i>hij tast glimlachend</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb61">[<a href="#pb61">61</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">TWEEDE AFDEELING.<a class="noteRef" id="xd33e3689src" href="#xd33e3689" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">(Hetzelfde tooneel van het eerste bedrijf in schemer gehouden. Door het open tuimelraam
+plast fel-rosse schijn).
+</p>
+<div id="u2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan, De menigte</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de trap afglijdend, driftig tegen de menigte buiten, wier voeten en beenen uitsluitend
+zichtbaar zijn</i>).</span> Nee!… Nee!… Ik verdraai ’t!… Je krijgt ’r niet één meer … Vier hebbe me d’r te grabbele
+gesmete, waar zwaan?… Me komme d’r ook niet met stele an!… Maak niet zoo’n verroeste
+oploop voor onze stoep … Loop deur!… As je z’n pink geeft, <span class="pageNum" id="pb62">[<a href="#pb62">62</a>]</span>neme ze je heele poot … Hè-’k ’t je niet veruit gezeid?… Toe, langnek, blijf niet
+buiten, schiet de trap af, dan doe ’k de klink op de deur!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>z’n kop door het venster stekend</i>).</span> Da’s me de trap wel … Mo’k me zwemvlieze opehale?… ’k Hè liever <span class="corr" id="xd33e3727" title="Bron: frische">frissche</span> lucht. <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jessis mensche, dring toch niet zoo! Je staat haast op me veere! ’k Mot me vlerke
+langer as vedaag gebruike <span class="stage">(<i>hij zwaait de vleugels—de menschen wijken een weinig achteruit</i>).</span> ’t Is godbeter schande!.… Toe nou, juffrouw: je hangt met je rokke op me staart!…
+’k Bijt je zoo in je kuite, aap van ’n jongen! Wat zè-je me daarvan?… ’t Is om de
+duvel in te krijge! Smijt ze d’r nog één toe door ’t raam, Jan—anders loope ze me
+onder de voet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>z’n zakken doortastend</i>).</span> Ik dank jou—laat ze d’r zellef gaan plukke! <span class="stage">(<i>naar omhoog wijzend</i>).</span> Stomme bliksems, de heele hemel zit ’r vol van, zoo plentie as je niet berrege ken,
+waar zwaan?… Ik hè d’r nog krap ’n dozijn in me zakke … Morrege gane me weer … Morrege
+zel ’k nog is strooie as me werom komme … As je op me zwaan trapt, gooi ik je dood,
+platvoet! Je hiele komme je kouse deur!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Stem uit de menigte</span> <span class="stage">(<i>klagend</i>).</span> Me kenne ’t zoo best gebruike, Jan! Kom nou, jongen! ’k Hei niet te vrete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede stem</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i><span class="corr" id="xd33e3768" title="Bron: .)">).</span></span> De heele week hè-’k as ’n hond gesappeld—je ken me toch—ik ben de juffrouw van ’t
+mangelhuis—de blare berste an me poote … As ’k me huur niet betaal wor ’k op straat
+gezet.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb63">[<a href="#pb63">63</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> Deele zel je! Deele zel je, snotneus! Waarom hij alles—wij niks?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Is ’t gedaan met dat dringe? ’k Waarschouw je as ’k uit me slof schiet!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vierde stem.</span> Jan—ik ben uit de snoepwinkel! Jan—ik hei je altijd apeneute verkocht—en van de pollekebrokke
+krijg ’k nog ’n cent die je me brenge zou!… Geef mijn d’r zoo’n kleine.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vijfde stem.</span> God zal je zegene, Jan … ik ben al vier maande zonder werrek—vier maande, Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dan motte juillie zelf gaan plukke—ik zweet ’r nog van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Geef ze d’r een—dan raakie de hurrie kwijt! De heele gracht is zwart van de mensche …
+De tram kan d’r niet deur.… Jessis, Jessis—de brug zwiept d’r van.… Je mot de overkant
+zien.… Jonges klim niet in de lantares! Mot je je nek breke? Welja, ’k zou me vlerke
+as ’n vloermat gebruike! Bè-je wel wijs, meid? Denk-ie dat eksterooge geen zeer doen …
+oe, oe!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede stem.</span> Jan, Jan, luister nou is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem.</span> Oppasse! Daar komt de bereje politie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Vierde stem.</span> Laat je niet ondersteboven rijje! De politie!.… Stoot me niet in me ribbe! Mot ’k
+onder de paarde rake! <span class="stage">(<i>De beenen van een paard en de sleep van een sabel worden zichtbaar</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Achteruit! Achteruit!… Motte d’r ongelukke <span class="pageNum" id="pb64">[<a href="#pb64">64</a>]</span>van komme? Wat is d’r an ’t handje?… Wat mot die zwaan hier?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>nijdig, met opgeheven vleugels</i>).</span> As je knol op me lijf trapt, leg ’k z’n ooge dicht!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Wi-jij maar is mee na ’t bureau gaan? Jij hoort hier niet! Veruit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan..</span> Meneer de agent, da’s mijn zwaan—is met me sterre weze plukke an de hemel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Deurloope mensche, of me slaan d’r op in!… De straat mot vrij blijve … Is die zwaan
+van jou?… Dan mag die niet los op straat loope.… Is me dat ’n gedonder!… Achteruit!
+Achteruit!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Derde stem.</span> Jan-van-de-kruier het sterre gestole—z’n zakke vol! As dat maar màg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Hou jij d’r me paard is vast, jongen! Dan zalle me zien <span class="stage">(<i>springt van het paard, bukt naast de zwaan voor het tuimelraam</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rijksveldwachter, Jan, De Zwaan, Menigte</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>op handen en knieën</i>).</span> Bè-jij an ’t moere geweest?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, hoor!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sterre benne vrij!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb65">[<a href="#pb65">65</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e3868" title="Bron: Veldwacher">Veldwachter</span>.</span> Jòu wordt niks gevraagd—maak da-je oprukt!… Jij hoort in je vijver.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Ik lach me de bult van de schoenfrik. De mensche staan na je leere zitwerk
+te kijke! <span class="stage">(<i>met zijn snavel den rug van den veldwachter rakend</i>).</span> Je lijkt ’n fuik, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Mot ’k verbaal opmake?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Water en brood lust ìk gráág!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agent.</span> Niet zoo dringe, mensche!… Je douwt me ’t raam door!… Haal jij je zakke is leeg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Eén mag-ie d’r kijke, wat zwaan?… Die hou ’k zoo tusschen me vingers.… Da’s ’n witte,
+<span class="stage">(<i>de witte ster doorlicht z’n handen</i><span class="corr" id="xd33e3898" title="Bron: .)">).</span></span> Daar kè-je de halleve gracht voor koope, hè zwaan?… Da’s ’n kanjer van ’n steen,
+haast as ’n kei zoo zwaar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>zacht-gebluft</i>).</span> Geef is op—laat is voele.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> An me kouwe zool!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Je krijgt ’m werom, Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee hoor!… Ik hou ’m vast <span class="stage">(<i>dichter op den veldwachter toegaand, belicht hij diens gelaat met de wit-lichtende
+ster</i>).</span> Hù!… Daar zet je ooge bij, hè?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>).</span> Da’s ’n wonder! Da’s ’n wonder … Zóo groot het de koningin ze niet.… ’k Wor d’r blind
+van—da’s machtig.… Hè-je ’r meer zoo?…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb66">[<a href="#pb66">66</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>pralend</i>).</span> Twee zakke vol! Poppetje gezien? Kassie dicht! <span class="stage">(<i>steekt de ster in z’n zak</i>).</span> As je me zwaan vraagt, neemt-ie je mee, wat zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Daar ken-ie na fluite!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Waarom hem wel, mijn niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij het ’n knol om op te rijje—’n knol met viér poote—ik hé d’r maar twéé.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Me paard reikt niet an de hemel.… Me paard ken me geen stèrre geve.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dan geeft-ie je wat anders … Daar komt ’t al … Hou je dop op—’t regent vijge, hahaha!…
+Trap d’r niet in, mensche!… Hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Jan!… Jan!… Jan, wees jij wijzer … Met je zwaan ken ’k niet prate … Voor jou leit
+wat in ’t vet … Je het de spiegelruit van de horlogewinkel met ’n steen ingesmete,
+toe je rooie Gijs wou rake.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hij het mijn met z’n spanriem ’n lik gegeve, de stiekemer!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En de meide trekt-ie an d’r vlechte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Praat ’k met jóú?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Toch zal ’k ’t zegge—Jan is me vrind!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As-die ’n muis het gevange, bindt-ie ’m an ’n end garen—en de vliege knipt-ie d’r
+vleugels af.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mijn most-ie ’t flikke!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb67">[<a href="#pb67">67</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij laat je toch ommers ook niet op je falie geve?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Je mag niet met steene smijte—en voor de ruit bè-je d’r gloeiend bij—dat hei-je op
+’t bureau gehoord … Al kruip-ie nog zoo onder de bedstee, méé mot je na ’t rooie dorrep—met
+handboeie zoo dik as me knuist.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> ’t Zou wat moois zijn, as me de ruite van de horlogewinkels stuk liete gooie!… Daar
+kè-je van luste.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Over de twee honderd gulden kost-ie as me weinig rekene.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor-ie dat, zwaan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> En gezien hè-’k ’t met me éige ooge …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mot jij dan ook àlles verraje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.…</span> En nou weer sterre van d’r plaats hale—jij groeit voor de galg op! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> En jou ken ’k ook!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As me in de vijver zwemme, benne me allemaal eender.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Ik weet hoe je hiet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb68">[<a href="#pb68">68</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Lach jij maar—je zel d’r van luste!… ’k Onthou je!… Je het ’n streep op je kop.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me benne eender—me broers en me zusters—d’r loopt bij allemaal ’n streepie door.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>op de straat over de zwaan neerzittend en met de vinger dreigend</i>).</span> Onthou je dag en je uur, witkop! Magge wij ’t late passeere as de spiegelruit van
+de horlogemaker—217<i>a</i>, voorbij de melkboer—an gruzelemente gaat?… D’r was ’n barst in zoo groot as me sabel.
+Toe kwam ik achter ’m an—enne toe zee ik: ga jij maar is mee—enne toe hebbe me z’n
+vader op ’t bureau late komme—enne die het ’m op z’n donder gespeeld dat ’t klapte—maar
+de horlogemaker van 217<i>a</i> zee: daar ben ik niet mee gehollepe. <i>Ik</i> mot de eed aflegge voor de heere van de Rechtbank—mot ik dat niet?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat mot je—dat mot je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Z’n broer het zes volle maande rats enne gort enne mik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> ’k Wou dat ìk ’n bakkie kreeg.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k d’r hem een? <span class="stage">(<i>krijgt de witte ster aarzelend uit den zak</i>).</span> As die zeit dat-ie niks het gezien?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Machtig … Machtig … Je ken d’r bij leze … De vonke spatte d’r uit … Sta stil beroerde
+hengst … Hij schrikt ’r werachtig van … Hè-’k nog is gehad op de Amstel toe ’t vuurwerk
+was … Pas op jonges—hij slaat achteruit tegen je schene.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb69">[<a href="#pb69">69</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je mot ’t zellef wete, Jan—ìk verdraaide ’t!… Hònderd ruite kè-je d’r voor stuk smijte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me moeder het zoo gehuild, zwaan, toe ze Jacob kwamme hale.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die huilt ommers toejoer! Vanmiddag toe jij brood bracht, stong ze ook achter je wagen
+te blerre … Mot je daarvoor zoo’n smeris-met-’n-paard-tusschen-z’n-beene, ’n steen
+van duizende guldes geve?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>in bewondering</i>).</span> Potverdikkie! Potverdikkie!… ’n Wonder … ’n Wonder … Me knoope glimme d’r van as
+katte-ooge … Ha’k niet kenne droome … Krijg ’k ’m, Jan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k, zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As-die zeit dat-ie niks het gezien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> ’k Zel ’m op me helm steke—’m elke dag poese.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoef ’k niet te zitte?… Zel je an de heere zegge, dat ’r al ’n barst in de ruit was?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>de handen uitstrekkend</i>).</span> Dat zal ’k.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ik ’t niet gedaan heb?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dat zal ’k.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En da-me geen boete hoeve te betale?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dat zal ’k.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>haperend</i>).</span> Daar dan.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb70">[<a href="#pb70">70</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>de ster gretig grijpend</i>).</span> Potverdikkie … Potverdikkie <span class="stage">(<i>wrijft haar op met z’n mouw</i>).</span> Of d’r ’n dievelantaren in zit <span class="stage">(<i>verwoed tot een aantal grijplustige handen van de menigte</i>).</span> Blijf d’r af met je poote, tuig, schorum!… Mo’k me lat gebruike? <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Daar zou je ’n moord voor doen—da’s om bij te griene—’t water loopt ’r van uit je
+ooge <span class="stage">(<i>tot de weer grijpende handen</i>).</span> Poote thuis! ’k Waarschouw je! Pas op, juffrouw: gister hè-’k je pas bekeurd voor
+je kleeje kloppe na bezette tijd … En jij ook: jij staat onder toezicht da-je je man
+het wille vergeve … En jij: bè-je alweer zat? Mo’k je as ’n meelzak meeslepe, beroerde
+hondemepper! D’r af met je kromme vingers! <span class="stage">(<i>hij slaat de hand aan ’t gevest van z’n sabel—zij wijken grommend achteruit</i>).</span> Nee Jan, jij hoeft niet bang te weze—jìj krijgt me endje sigaar. Neem an—je ken ’m
+rooke—’t is d’r een met ’n bandje van de mejoor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hij ’s nog zoo nat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter.</span> Dan droog-ie ’m an je kiel <span class="stage">(<i>bevestigt de ster op z’n helm</i>).</span> Potverdikkie! As me kammerade nou niet voor me anslaan <span class="stage">(<i>zet de helm op</i>).</span> Hoe doet-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of-ie zoo van ’n heilige-prent vort ben geloope.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Veldwachter</span> <span class="stage">(<i>tot de handen</i>).</span> Voor ’t laatst hoor! Deurloope! Deurloope! <span class="stage">(<i>trekt z’n sabel</i>).</span> Achteruit, potverdikkie!… Achteruit as ik ’n ster op me kop heb! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Hou jìj me hengst is vast, dan <span class="pageNum" id="pb71">[<a href="#pb71">71</a>]</span>ik de boel schoonvege!… <span class="stage">(<i>staat op, springt op het paard—de beenen der menigte wijken geheel</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Hahaha!… Wat ’n stomme klabak … Nou kenne ze overal de laje lichte enne de
+slote forseere … ’n Uur in de wind zie je ’m ankomme! ’n Smeris met illemenaasie!
+Hahaha! Je lacht je ’n kriek!… Ze holle ’m achterna de heele gracht af, om ’m vuur
+voor d’r segare te vrage! Hahaha!… Straks valt-ie met z’n knol op ’n zolderschuit!
+Je zel d’r van beleve! ’k Hou me buik vast, hahaha! <span class="stage">(<i>zich naar Jan keerend</i>).</span> Scheelt ’r wat an?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Endje stinkt zoo … Puf!… ’t Zweet breekt me d’r van uit … Lijkt wel ’n vetkaars …
+Puf.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Zuig ’r dan niet op, jò!… Daar hè-je de schoenfrik … Nou! Mot ’k schoensmeer an me
+schoone veere krijge?…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Schoenlapper, De Zwaan, Jan</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>voor het raam bukkend</i>).</span> Vollek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel, bezig z’n zakken in de la te ledigen</i>).</span> Kom-ie om cente?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>angstig-starend</i>).</span> Jessis-mierande, jò, d’r leit vuur in de la van de tafel! Mot je de boel in brand
+stekel Brááánd! Brááánd!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>hem in de zij porrend</i>).</span> Hou je bek! Je schreeuwt de kindere wakker!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb72">[<a href="#pb72">72</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de lade toeschuivend</i>).</span> Hèhèhè!… Dat noemt-ie brand as-ie diamante ziet.… Hei-je de schoene van vader en
+Jacob meegebracht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Of ’k wàt?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of-ie de schoene mee het gebracht?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ’k duite krijg ja—as ’k ze niet krijg néé.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Kom d’r in, schoenfrik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> D’r in komme ken ’k—maar op me buik schrijve doe ’k niemedal meer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jouw buik zit op je rug, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Verkoop je flauwsies an je soort! An jòù valt geen droog brood te verdiene!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Of ìk ’t ken hellepe, da’k zonder kouse en schoene an in de hemel kom!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Dàt most ’r bij komme—’n bliekiesvreter in de hemel!… Hoor je ’m Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me zalle zien wie d’r eerder is—jij of ik! Hahaha! Hij denkt dat ze hèm noodig hebbe—hoor-ie
+Jan?… In de hemel rake de schoene niet stukkend—daar loope ze op d’r bloote voete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ze d’r mijn niet noodig hebbe, leelijke eend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Eend zeit-ie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.…</span> Gans dan.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb73">[<a href="#pb73">73</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha! Gans zeit-ie.… Dat weet nog niet eens ’t onderscheid tusschen ’n gans en mijn!
+Ik ben de zwaan uit ’t Vondelpark, schoenfrik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Nou, as ze mijn in de hemel niet noodig hebbe: jòù zeker niet!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Mijn niet?… Mijn niet?… Hoor je die, Jan?… Ik zit bij de troon naast onze lieve Heer
+met allemaal andere witte zwane—en as ’t geen zwane benne, benne ’t blomme—enkel zwane
+en blomme—da’s de hemel. Schoensmeer en pik—en zole en achterlappe kenne me d’r niet—die
+motte in de gang blijve—die worde niet binnen gelate.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Kles maar!… Dat mot ’k eerst zien … ’n Zwaan in de hemel, hèhèhè.… Hèhèhè!… ’t Is
+’n historie! Geen cente om ’t lapwerk te betale—en ’n eend ’t hoogste word.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is geen eend—’t is me zwaan!… Kom de trap af, dan krijg-ie ’n steen! <span class="stage">(<i>schuift de la open—het licht breekt door de spleet</i>).</span> Da’s me geldla—dat benne me cente die blinke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>laat z’n bundel schoenen vallen</i>).</span> ’k Waarschouw je, Jan, d’r komt brand van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>een groene ster in de hand nemend</i>).</span> ’t Benne sterre, frik!… Die komt van dicht bij de maan! En die krijg jij, as vader
+z’n schoene en Jakob z’n schoene goed gemaakt benne.… Laat is kijke …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb74">[<a href="#pb74">74</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>geen oog van de ster af</i>).</span> Moeder Maria.… Moeder Maria.… Is dat voor mijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Eerst de zole nakijke, Jan!… Of ze genaaid benne en niet gelijmd—en of ’t geen bordpepier
+is!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Waar benne de schoene?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Weet ’k niet.… Die diamant brandt in me kop.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de ster onder z’n kiel stoppend</i>).</span> Zoo hè-je d’r geen hinder van.… De schoene van vader!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>zoekend</i>).</span> Een paar en nog ’n paar! De halve nacht voor opgezete.… Was haast geen lappe meer
+an … en d’r stong nog drie twee en dertig half.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de zolen met de ster belichtend</i>).</span> Nou dan benne me kiet (geeft de ster aan den schoenlapper, die beduusd aan de tafel
+neerzit).… En voor moeder maak je de toffels.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>dwazerig over den steen heen glimlachend, zet z’n bril op</i>).</span> Allemachtigste God wat ’n zwaarte.… Daar ken ’k bij lappe zonder olie in de lamp.…
+Ze schijnt door me hande heen.… Ze lacht tegen me.… Hèhèhè! <span class="stage">(<i>droogt z’n oogen</i>).</span> Allemachtigste God—da’s de ster van Bethlehem—Jan!… Jij het de ster van Bethlehem
+teruggevonde<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <span class="stage">(<i>z’n handen aan z’n rooden zakdoek schoonwrijvend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Die mag ’k niet met me smerige hande vasthoue—daar mot ’k me voor reinige.… Prachtig!
+Prachtig!… <span class="pageNum" id="pb75">[<a href="#pb75">75</a>]</span>As dat me vrouw had beleefd—en me dochter—en me kleinzoon, die in ’t pothuis bediend
+zijn geworde—weet je Jan: hoe je stong te kijke na ’t kissie?… Hèhèhè!… Da’k dàt zie
+voor me dood! Dat God me beloont voor ’t nakomme van de geboje—de geboje—de geboje,
+zwaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Boven al bemin éénen God—IJdelijk zweer nog spot.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Vier den heiligen dag des Heeren—Vader en moeder zult gij eeren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Met wil of met werken sla niemand dood—Doe geen overspel of onkuischheid snood.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Wacht u voor stelen en onrechtvaardig leven—Gij zult geen getuigenis der valschheid
+geven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Begeer ook niemands echtgenoot—Noch iemands goed, ’t zij klein of groot. Amen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Amen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Amen.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, de Bakker, Sien</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>tot de zwaan buiten</i>).</span> Kischt! Kischt! Wat mot je!… Kischt!… Geef ’m ’n trap, bakker!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Bakker.</span> Ga je?…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb76">[<a href="#pb76">76</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>de vlerken in verweer</i>).</span> As je ’n poot na me uitsteekt … Hij ruikt na de zure gist, Jan, da’k ’r misselijk
+van wor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot den schoenlapper</i>).</span> Doe ’m weg! Doe ’m weg!… Da’s de bakker <span class="stage">(<i>de schoenlapper steekt de ster in een van de schoenen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de trap af komend met den bakker</i>).</span> Hij laat nog geen hàlf pannebrood los, moeder.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Kom-ie dat nou pas zegge?… Bè-je tòch na ’t vuurwerk geweest? Ha’k je zoo verboje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hij het zoo lang staan klesse, moeder <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Snij uit lamme zwaan! ’k Schrik me kepot van me móéder … Wat hè-’k met jou te make?
+<span class="stage">(<i>tot den bakker</i>).</span> Of jij me nou naloopt—tekort zalle me je niet …—me hebbe je àltijd betaald as me
+’t hadde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>op ’n tree van de trap neerzittend</i>).</span> As me ’t hadde … As me ’t hadde … Vier gulde vijf en negetig …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dat lieg-ie. Jij schrijft toejoer met dubbel krijt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ken niet. ’t Krijt stopt-ie in z’n meel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k jou nog is hoor, krijg je me slof na je bast!… ’t Staat in me boekie. Me boekie
+liegt niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jij zooveel meer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verwoed dreigend</i>).</span> Mot me slof d’r an! <span class="stage">(<i>leest</i>).</span> <span class="pageNum" id="pb77">[<a href="#pb77">77</a>]</span>Drie weke—da’s een en twintig dage anderhalf panne—da’s drie gulden negen en negetig—en
+veertien roggemikke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Lieg-ie … ’k Hei ze elleke dag geteld—tweemaal benne me met cente gekomme.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> ’k La-me nog geen krùmmel afstrijje—vier gulden vijf en negetig bij mekander … En
+nou blijf ’k hier zitte to’k me cente gebeurd heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As ’t an mijn lee, liet ’k je blare zitte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>naar z’n slof tastend</i>).</span> Je het ’t gehoord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Laat ’m zitte, Jan, dan vreet ik terwijl z’n kom met goudvisschies leeg …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>snel opstaand</i>).</span> Je mot ’r is an komme! <span class="stage">(<i>stapt vlug de trap op, grijpt achter de onderdeur, zet zich weer op de tree met een
+goudvisschenkom</i>).</span> Zoo. Al duurt ’t ’n verreljaar: de cente van de een en twintig maal anderhallef pannebrood
+en van veertien roggemikke—vier gulden vijf en negetig—vier gulden vijf en negetig.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> As ze nou toch fassoenlijk benne, de mensche van de kruierij—wat zet jij ze dan ’t
+mes op d’r keel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Waar bemoei jìj je mee? Van jou krijg ’k ommers óók over de gulden?… Fassoenlijk!
+Fassoenlijk! De mensche van de kruierij! ’n Zoon die die zes maande gezeten het—’n
+dochter die de manne anhaalt.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb78">[<a href="#pb78">78</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jou dan toch niet, rooie sproetekop!… ’k Hei je nog straks ’n lik motte geve.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>bulderend van ’t lachen</i>).</span> Hahaha! Hahaha! As ’k op je stoep loop te fluite, kom-ie toch as de hondjes! Hahaha!
+As ’k maar fluit <span class="stage">(<i>tracht in z’n lachen te fluiten</i>).</span> As ’k maar fluit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ga van de trap af, bakker—d’r ken niemand deur.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Nooit van z’n leven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Zal ’k ’m de rooie geve?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die groote rooie an de meeldief voor meel met krijt …? <span class="stage">(<i>de bakker werpt z’n slof, die op het bed terecht komt</i>).</span> Mot ’k je ’n tand met soldeer uit je bek slaan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Spuug jij ’n ander op z’n vessie! Met de mensche hè-’k genoeg last! As de beeste nou
+ook nog beginne—waar of niet, goudvisschies?—ken ’k de blinde voor de rame hange <span class="stage">(<i>sarrend</i>).</span> Vier-vijf-en-negetig … Vier-vijf-en-negetig … Vijf gulden min vijf kopere cente.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zal ’k ’m de rooie van naast de melkweg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Van naast de melkweg?… Toe maar!… In elleke pint melk giet-ie d’r tien water … Ik
+bemoei me d’r niet mee … As je d’r zoo mee omspringt—een an de smeris—een voor zole
+en achterlappe—hou je geen kiezelsteen over.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat mot ’k dàn?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb79">[<a href="#pb79">79</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Voor de rooie mot-ie de vier-vijf-en-negetig verrekene enne twéé jaar lang èlleke
+dag zes pannebrooje brenge èn twee roggemikke èn ’n snijkoek met kandij en sukade …
+Boter bij de visch: op slag vóór-ie ’m in z’n hande krijgt—een honderd brooje voorschot,
+tien roggemikke en tien snijkoeke met kandij en sukade …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Daar komme we niet door!… Daar ete me ons verstoppinge an …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hindert niet eens in ’t jaar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Vier-vijf-en-negetig!… Vier-vijf-en-negetig <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> As je me ’n smàkker geef, zoo as an de jongen van de stikkedoor, trek ’k ’r ’n pannebrood
+af.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Ik lust geen getrouwde manne.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Manne … panne … manne … panne, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafella</i>).</span> ’k Zel je ’n diamante steen late kijke <span class="stage">(<i>het licht schemert door den spleet</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verrast opstaand en de kom op tafel neerzettend</i>).</span> Deksels—dat lijkt Bengaals!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de roode ster in de hand</i>).</span> Geef jij daarvoor twee jaar lang.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Drie jaar—twee is niemedal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.…</span> Drie jaar lang èlleke dag zes panne, twee roggemikke en ’n Groninger koek met kandij
+en sukade?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> En ’n Berliner bol dadelijk en honderd brooje dadelijk as ’k gezeid heb!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb80">[<a href="#pb80">80</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Jessis wat ’n steen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>de zijne uit den schoen krijgend</i>).</span> De mijne is groen—groen as koper—groen as gras<span class="corr" id="xd33e4737" title="Niet in bron">.…</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>).</span> Christenezielen!… Waar vin je die?… Is-ie ècht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hoor je ’m, zwaan—of-ie echt is—of-ie echt is?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hij denkt dat onze lieve heer zoo de sterre vervalscht as hìj ’t meel, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Mag ik is wege?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As me gek benne—eerst de honderd panne voorschot.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Snijdt-ie ruite stuk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zien? <span class="stage">(<i>springt op het bed, wrijft de ster langs een ruit, die in scherven ineenzakt</i>).</span> Is-ie echt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de la</i>).</span> Legge d’r meer in?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Laat ’m dicht—anders vliege ze na de hemel!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat doe je ze ook uit je zakke in de la te legge!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>voor de la geposteerd</i>).</span> Je zweet ’r nog al niet van!… Afblijve hoor!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Christeneziele!… ’n Rooie en ’n groene steen.. As-ie werachtig echt is, werachtig …
+dan geef ’k je <span class="pageNum" id="pb81">[<a href="#pb81">81</a>]</span>d’r ’n nieuw goud-tientje voor, splinternieuw!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Hèhèhè!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Wat lach-ie, bult?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Ik geef d’r hònderd nieuwe, duizend, tien duizend.… De lommerd schiet ’r meer op.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Geef ’m mijn, Jan—voor ’n brosch.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Jij ben van de febriek vortgebleve—jij mag d’r enkel na kijke, waar zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Drie jaar lang, as ’k gezeid heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot den bakker</i>).</span> Graag of niet?… En honderd brooje daalijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>enkel oog voor den steen</i>).</span> Me heele winkel mag-ie leeghale—de pannebrooje—de hardgebakke-duitsche—de kedetjes—de
+pijn-de-luksjes—de beschuite—de berliner bolle—de krakelinge—de appelbolle—de snijkoeke—de
+moppe.… Maar eerst in me éige hande ’t gewicht voele.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag dat, zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Tien telle—langer niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>de ster uit Jan’s handen nemend</i>).</span> Of ’k zoo in me oven kijk—of-die an ’t smelte is!—of je bloed ziet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je ’m nog langer kneedt wordt-ie allerhande.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb82">[<a href="#pb82">82</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hou ’m is hier bij me hals, bakker <span class="stage">(<i>slaat de tippen van haar jak weg</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Of je in de zon leit te baje—of je kin in de rooie was zit <span class="stage">(<i>de ster op z’n hand leggend</i>).</span> ’k Ken d’r ’n ring van late make bij de goudsmid.… ’k Ken d’r an me horlogieketting
+hange.… Christeneziele … ’k Ken d’r op me das steke, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>’n goudvisch opvangend dien Jan ’m toewerpt</i>).</span> Hap!.… Smaakt na de gist.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k daarmee in de kerk zit, zel de domenee in z’n woorde blijve steke—en de diakene—de
+diakene zelle niet wete wat voor tekst.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>een goudvisch vangend</i>).</span> Hap! Hap!… Of ’k ’r weer van zel spoege?… Hap! Nou lust ’k niemeer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Nee je krijgt ’m niet! Nee, nee, nee! <span class="stage">(<i>bergt de groene in zijn zak</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Meeldief, de tien telle benne om.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Effen nog.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de ster afnemend</i>).</span> Houe mag-ie ’r, voor drie jaar lang.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Zes panne per dag èn twee mikke per dag èn ’n snijkoek per dag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> En honderd derek?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Op slag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As ’k ’r zooveel in me kar heb—’t is me <span class="pageNum" id="pb83">[<a href="#pb83">83</a>]</span>nog al niks—honderd—honderd.… <span class="stage">(<i>loopt de trap op, gaat achter de onderdeur</i>).</span> Wie pakt ’r an?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ikke!… Ho!… Ho!… Schrijf jij is op, schoenfrik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Ik hei geen papier.… Mag ’t met krijt op de zool van de laars?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> As je ’t maar sekuur doet.… Je weet hoe-ie de mensche loere draait.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Nou dan! Me arrem is geen uithangbord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>tot Sien</i>).</span> Ho!… Ho!… Nog niet! <span class="stage">(<i>kijkt in de ladenkast</i>).</span> Daar kenne ze niet in.… Zelle me ze op jouw bed legge?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Eerst ’n ouwe krant.… Daar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>de brooden van Sien, die halfwege de trap staat, aannemend en in de achterste bedstee
+leggend, koortsachtig vlug op en neer loopend</i>).</span> Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.… <span class="stage">(<i>de brooden verdwijnen in de bedstee; zij vegen zich àllen het zweet van het voorhoofd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper</span> <span class="stage">(<i>tellend</i>)</span>.… Twintig.… Dertig … Veertig … Vijftig … <span class="stage">(<i>hij geeft met het stuk krijt streepjes</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Me benne op de helft.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’k Zweet as ’n sleepersknol <span class="stage">(<i>zij vegen zich weer àllen het zweet van het voorhoofd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Vijf tegelijk—en nog is vijf.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb84">[<a href="#pb84">84</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Je ken ze beter as kaze opgooie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.…</span> Een en zeventig, twee en zeventig.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.…</span> Dat lieg-ie.… Een en zestig.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.…</span> Een en zestíg—twee en zestig.… drie en zestig.… leeg is de kar.… De rest krijg je
+morrege vroeg—dan benne ze verscher.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hoe ken ik d’r nou in?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hù!… Dan vreet je je d’r doorheen, as in de berreg van rijstebrei.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> En me steen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Haal ’m maar van de tafel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>bij de lade</i>).</span> D’r legge d’r nog wel tien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jan pas op de la!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Sta jij toch niet alles af te loere, lamme hinkepoot.… Daar! <span class="stage">(<i>trekt het gordijn voor de ramen dicht</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Wat mot dat nou?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Da’s ’n andere ster.… Je het ’m verruild! <span class="stage">(<i>haar langs de goudvisschenkom strijkend</i>).</span> Glas snijdt-ie niet eens!… Jullie benne flesschetrekkers, oplichters, kwartjesvinders!
+Waar benne me goudvissche gebleve? <span class="stage">(<i>met de gebalde vuist de ster vasthoudend en ’r mee dreigend</i>).</span> Me drie en zestig brooje werom en me vier gulden vijf en negetíg!… ’k Sla alles kort
+en klein.… Ik breek jou je nek bliksemsche aap!… En dat rooie stuk glas gaat over
+me knie! <span class="pageNum" id="pb85">[<a href="#pb85">85</a>]</span><span class="stage">(<i>hij slaat de handen om de ster, wringt haar over z’n knie. De ster dooft plotseling—een
+donderslag weerklinkt—even is het tooneel donker</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Je mot ’t gordijn opetrekke, Sìen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat doe <i>ik</i> al <span class="stage">(<i>het roode licht van het venster stort weer binnen. Tegen het beddelaken, onbewegelijk
+naast elkaar staan Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Zwaan, Jan, Schoenlapper, Bakker, Sien, Thijs, Bet, Aaltje, Lammersen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>verwoed</i>).</span> Me goudvissche, me brooje en me cente! ’k Maak ’r politiezake van! Drie en zestíg
+goed doorbakke panne!… Vier goudvissche!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met een kerkboek in de hand</i>).</span> God-nog-an-toe, bakker—me wete d’r niks van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Drie en zestig brooje.… in de bedstee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>met een takel in de hand</i>).</span> Eens gegeve blijft gegeve.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen</span> <span class="stage">(<i>met zijn harmonica onder den arm</i>).</span> Al stóóf je ’n goudvisch—slikke ken je ze niet—d’r zel d’r geen in gezete hebbe.
+Vliege doene ze niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>met een pak quitanties in de hand</i>).</span> Me hart staat ’r van overeind—wat ’n weer, wat ’n weer!—mot in de buurt ingeslage
+weze.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb86">[<a href="#pb86">86</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me lippe ziene d’r wit van … Wat was dat, Jan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Wat ’t was?… Wat ’t was?… Me kar met brood leeghale.… Me goudvissche stele!… Valsche
+diamante in me poote stoppe.… Ik mot me brooje terug!… Me brooje uit de bedstee! Ik
+mot me cente! <span class="stage">(<i>schiet op het raam toe, springt op Jan’s bed, roept</i>:)</span> Politie!… Politie!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>nijdig met de vlerken slaand</i>).</span> Ik ken getuige da-je ’m over je knie het gebroke.… Daar kenne ze niet tegen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dan neem ’k met geweld! <span class="stage">(<i>holt op de bedstee toe</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jacob</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>die de trap af is gekomen—den bakker bij de bedstee werend</i>).</span> Hande thuis!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Opzij of.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Of wat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Of ’k bega ’n ongeluk!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>een groot slagersmes trekkend</i>).</span> Dat zelle me afwachte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob!… Jacob!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jacob, Jacob: met wil of met werken sla niemand dood.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb87">[<a href="#pb87">87</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>de trap op-wijkend</i>).</span> As jij steekt, steek ik dubbel—al trek je tien messe, ben ’k nog niet bang—niet voor
+’n dozijn zooas jij.… ’k Neem d’r getuige op.… Jij het ’t gezien schoenfrik—en jij
+Lammersen—en jij zwaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik ben beneje de jare.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Je ken ’t allemaal beëedige van de goudvissche enne de drie en zestig brooje enne
+van ’t mes dat-ie voor me neus het gehoue.… Ik haal ’n diender.… Met de gevangeniswage
+kom ’k voor je deur! <span class="stage">(<i>angstig af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Zwaan, Jan, Schoenlapper, Jacob, Sien, Thijs</span>, <span class="sc">Bet, Aaltje, Lammersen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> De schrik zit in me beene.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Ik ken geen voet verzette.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hij hèt hier niks mee te neme. Wàt wou-ie? <span class="stage">(<i>kijkt door den gordijnkier der bedstee</i>).</span> Ik vraag wat-ie.… <span class="stage">(<i>schrikt achteruit</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Wat zie je dan? <span class="stage">(<i>zij, Thijs, Aaltje, Lammersen en Sien schuifelen naar Jacob, staren dicht bij de bedstee,
+glimlachen verbaasd</i>).</span> Drie en zestig brooje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Drie en zestig.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Je ken ’n bakkerij beginne.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb88">[<a href="#pb88">88</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> ’k Hei d’r nog nooit zoo’n berg gezien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Drie en zestig.… Hoe hou je ze goed?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Waar mot ik nou gaan slape?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>bij de tafel</i>).</span> En je schoene benne gebracht vader.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Me schoene? <span class="stage">(<i>tot den schoenlapper</i>).</span> Zoo zònder cente?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.</span> Jan het betaald, <span class="stage">(<i>zij draaien zich allen naar Jan, staande dicht tezaam, Bet met haar kerkboek, Thijs
+met zijn takel, Lammersen met de harmonica, Aaltje met het pak quitanties, Jacob met
+het groote mes</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Betaald?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Betaald?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Jan, Jan—hoe kom-ie an geld!.… Jan, Jan, as je ons in ongelegenheid brengt!… Jan,
+Jan, as ’t maar zuiver spul is!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Hou je ooge is dicht, moeder.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Goed, jongen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En jij ook, vader.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ik doen ’t al.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Juillie ook!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Me ooge dicht?… Een of twee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Allebei.… Zoo. Nou motte juillie niet schrikke.… Jij doet valsch, Jacob!… Jij kijkt
+stiekem!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb89">[<a href="#pb89">89</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ik kijk na de brooje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Mag-ie niet. Ooge toe! Allemaal! As ’k drie zeg, mag-ie ze open doen! Eene—tweeje—drieje!…
+<span class="stage">(<i>heeft een geel-groene ster uit de la gegrepen</i>).</span> Die is voor vader z’n takels.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>na een aangehouden ònbèwègelijke stilte van allen</i>).</span> Jan—me lieve jongen—hoe kom je daar an?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ben met de zwaan weze vliege—geplukt op drie meter van de maan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—je mag niet neme wat van God-de-Heer is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Sterre benne vrij <span class="stage">(<i>langzaam voor zich uit starend</i>)</span>.… Sterre benne vrij.… Je mag geen appele plukke—geen pere—geen bloeme—sterre benne
+vrij—sterre benne vrij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—de sterre benne van God-de-Heer—die het-ie buiten ons bereik gesteld—daar
+magge me niet na tàste.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> As me niks hebbe, magge me dat!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar ben ’k angstig van—daar doen ’k me ooge bij toe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Jan, bran je vingers niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nou dan, vader!… Neem je ’m niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs..</span> Nee.… Zal ’k, moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jan—me lieve jongen—je het ’r geen geve over <span class="stage">(<i>smartelijk-angstig</i>).</span> Jan, ik hei al zoo’n boel <span class="pageNum" id="pb90">[<a href="#pb90">90</a>]</span>gehuild—zoo da’k me trane niet telle ken.… God-de-Heer zel ze an de hemel misse.…
+<span class="stage">(<i>naar boven starend</i>).</span> Heele gate benne d’r gekomme in de wolleke.… Stele, Jan, is erger nog as wat je broer
+Jacob in drift het gedaan … erger as ’t schandaal met je zuster! <span class="stage">(<i>tot de zwaan</i>).</span> Bè-jij de duvel, zwaan, da-jij voor ladder gediend het?… Laat de zwaan ze werom brenge,
+Jan, me lieve jongen, op de plaatse waarvan ze vandaan benne gekomme—’k wor as van
+de dood zoo benauwd, as ’k de plekke an de hemel zie, die je leeg het geplukt <span class="stage">(<i>de anderen kijken mede verschrikt omhoog</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>benepen</i>).</span> Mocht ’t niet, zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hahaha!… Hahaha!… Juffrouw hoe kè-je zoo wurme over niks!… Ikke de duvel?… Ikke? ’k
+Hei toch geen bokkepoot!… ’k Vreet toch geen vuur.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Me zoon Jan hei-je opgezet tot ’n doodzonde … tot ’n doodzonde—dat weet je toch, zwaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wees wijzer, juffrouw—de heele rijkdom in de stad loopt met sterre an d’r vingers,
+d’r halze, d’r oore—de koningin het ’r ’n kroon vol van in d’r haar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Mensche as wij magge ’t niet.… Enne as iedereen plukke gaat—iédereen zulleke gate
+as Jan maakt—blijft ’r geen lichie meer in de hemel over <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span> Geen lichie … Geen enkel lichie.… As ze de maan ook nog neme—en de zon ook nog neme—wat
+rest ’r dan?.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb91">[<a href="#pb91">91</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>de handen naar de ster uitstrekkend</i>).</span> Zel ’k ’r?… Me takels zitte vast.… Me zelle geen zorreg meer hebbe—me zelle op heele
+schoene loope—me zelle drie-en-zestig brooje ete.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Nee! Nee! Nee!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Al ha-je ’m uit de modder geschept—al geve ze me leveslang: ìk ben d’r niet vies van!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob … Jacob.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>het mes neerleggend</i>).</span> Zes maande hè-’k me kop tegen de mure van me cel kapot gestoote—zes maande kalk en
+tralies en ’n reepie lucht zoo groot as me hande—zes maande as ’t nacht wier dezelfde
+ster, die hij in z’n vingers houdt—dezelfde gele ster met de groene rande—en geen
+ander licht!… As me hersens dampte, as ’k niet slape kon, zag ’k ’r—as ’k ’n strop
+om me nek wou legge, zag ’k ’r—as ’k lee te vloeke, zag ’k ’r—as ’k de dage, de ure
+dat ’t nog dure most, telde, telde, telde—as hij de schel van de segarewinkel—zag
+’k ’r. Zes lange maande benne me same alleen geweest—het ze me hoore tekeer gaan,
+da’k ’t nòg is zou doen, nog is en nog is, as ze me weer ’t brood roove as toe met
+de staking <span class="stage">(<i>luciede lachend</i>).</span> Ik ben ’r niet vies van—me kenne mekaar.… Wì-jij d’r niet, vader?… Nee?… Hahaha!…
+Jij niet, moeder?… Nee?… Mijn dan, Jan! <span class="stage">(<i>grijpt de ster uit Jan’s handen</i>).</span> God het ’r meer as zat, meer as zat—wij komme tekort.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Da’s waar—wij komme tekort.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Wij komme tekort.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb92">[<a href="#pb92">92</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat doene me zeker!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Wat zee ìk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Alles mag-ie wat d’r groeit—aarpels en groentes—niet wat an de <span class="ex">hemel</span> loopt, Jacob.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hahaha!… Ik ben d’r dronke van—me beene doen of ’k te veel klare geroke! <span class="stage">(<i>bij z’n scharensliep</i>).</span> De bulle worde d’r nieuw van. Dat mes hè-’k alvast niemeer te slijpe—of ’t zoo gepolletoerd
+is!… Mò-je me beitel zien!… Het ’n rand van goud!… Wat zelle me ’t eerst koope, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je het je hoofd nog niet onder de pomp gehouwe—enne je zou drìe glaze water boordevol
+leeg-drinke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Me drinke geen water—me drinke toejoer wijn as Bonnet voor jou het gebracht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zel ik d’r gaan hale in de slijterij om de hoek?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Jij niet! Jij niet! Je hoeft ’t lieremannetje niet heelemaal te krijge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Is ’t jóúw ster? <span class="stage">(<i>zij wil hem in de rede vallen</i>).</span> Moel houe!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Moel houe?… Kommandeer jij je vlóóie!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> As me ’t vlooietheater koope, waar Jan, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Drinke me ’n flesch wijn, vader—as van <span class="pageNum" id="pb93">[<a href="#pb93">93</a>]</span>Bonnet—met ’n zilvere brani-hoed op z’n kop en ’n schort voor z’n buik?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Van zóó’n steen as ’n kinderhoofie het de slijterij nooit werom!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Dan gane me ’m an de bank an de overzij wissele.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob, Jacob—doe ’t nièt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Ze kenne je na ’t bero slepe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ze zelle met z’n alle roepe: hou de dief!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Mot ik je van ’t bero komme hale, as met Jan z’n steen door de ruit van de horlogemaker?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Waar is waar—<span class="stage">(<i>tot Aaltje</i>)</span> blijf ’r af met je zeepsopvingers—da’s geen spek voor jouw bek!—waar is waar: as
+je d’r mee op de gracht loopt, trapt de heele buurt op je hiele!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dan doene me ’t zoo—in me zak.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>angstig-klagend</i>).</span> Jacob, Jacob—hij glimt je broek door.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Daar schrik ’k van—je staat van binnen in brand.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> ’k Voel d’r niks van—da’s gedorie ’n bak as ’k nog nooit hé gezien—me broek is heel—’k
+lijk ’n fietslantaren!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Doe ’m d’r is uit. Weg is ’t.… Doe ’m d’r is in.… Angstig!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb94">[<a href="#pb94">94</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Hahaha! <span class="stage">(<i>zingt</i>).</span> „Zie de maan schijn door de boome—makkers staak je wild geraas.…” <span class="stage">(<i>de anderen zingen zachtjes mee.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje</span> <span class="stage">(<i>de harmonica die hij wil gaan bespelen neerduwend</i>).</span> Toe schei uit! Motte me mekander niet verstaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>de ster in de hand</i>).</span> Daar sta ’k bij te gape—daar loopt me hoofd bij leeg <span class="stage">(<i>steekt haar in z’n kiel</i>)</span>.… Ze schijnt je heele boddie door <span class="stage">(<i>legt haar op de scharensliep</i>).</span> Verdraaid as je d’r erges verstoppe ken! Hoe krijge me d’r dan gewisseld? Zonder
+last met de polisie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Dat weet ik.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hoe dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>schrikkend bij de la van de tafel, die ze snel weer sluit</i>).</span> Die lamme zwaan! Hoepel toch op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Wil jij alweer wijzer weze—wijzer as wij zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik in me water zie de dinge eenmaal boven en eenmaal beneje—’t gras an de wallekant
+is wijzer as jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Dat denk-ie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je ken d’r hièr verkoope, Jacob.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hier in ’t pothuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> An wie?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb95">[<a href="#pb95">95</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik zel de mensche gaan roepe—de mensche met cente.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> De dokter, zwaan—en de kappelaan, zwaan—en de bank-van-de-overzij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Laat mijn maar scharrele.… Je mot doen as <span class="ex">die vent op de markt</span>—eenmaal—andermaal—niemand meer?… Je ken niet wete wat ’n gèk d’r voor geeft!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> As ze maar bieje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Voor tienduizend doene me ’t.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hier mot je weze, mensche! Hier mot je weze! Me hebbe ’n ster tekoop.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Vorigen</span>, <i>daarna achtereenvolgens op de trap</i>: <span class="sc">Bonnet, Riesje, Kapelaan, Dokter, Bankier, De Schele</span>. <i>Naast de Zwaan een menigte beenen, een paar gebogen lichamen en het meisje van Bierman
+met een vlieger. Riesje houdt bloemen èn ’n prentenboek in de hand; de Bankier heeft
+ringen met steenen aan de vingers en een zwaren gouden ketting; de Schele heeft koolvegen
+in het gelaat.</i></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Heere! Heere! <span class="stage">(<i>houdt de handt voor de oogen</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Wat ’n lamp is dat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Hù!… ’t Is geen lamp.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Hou je ’n spiegeltje in de zon, Jan?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb96">[<a href="#pb96">96</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> ’t Is geen spiegeltje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Thijs Banes hoe komt ’t zoo licht hier!… Bè-jij ’t Jan—’k zie je maar hallef.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Geplukt op drie meter van de maan, kappelaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>z’n bril afdrogend</i>).</span> Me glaze—me glaze—brande in me ooge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me benne rijk geworde, dokter!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Da’s ’n schat—’n schat—zoo heb ik d’r niet een—niet één.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik hè-d’r ’n la vol van, meneer!… Nou dan Jacob!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot de pratenden, buiten</i>).</span> Suscht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Stilte!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot de bukkenden, bij het raam</i>).</span> Of juillie nou kijkt en kiest: wie geen zak duite het, ken opdoeke!… Stilte!… Me
+gane verkoope.… Mò-’k me longe uitschreeuwe?… Me hebbe hier ’n diamante steen, die
+in me zak as ’n kaars brandt.… Geloof je me niet, meneer?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Zeg ik nee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Je mot me weer is voorbijloope, nou ’k je met cente ken dood smijte!… Die in me zak
+brandt, zee ik <span class="stage">(<i>laat het zien</i>).</span> Nou? <span class="stage">(<i>algemeen gezucht van verwondering</i>).</span> En die in me boddie brandt <span class="stage">(<i>doet het—hernieuwde verbluffing</i>).</span> Die steen is niet van steen en niet van glas—d’r zit geen lichie van binnen—dààr!—hóé
+je ’m draait blijft de vlam ’r in—<span class="pageNum" id="pb97">[<a href="#pb97">97</a>]</span>je hande doet-ie geen zeer—je vingers bladdert-ie niet—je warmt ’r je ooge an, zonder
+dat-ie hette geeft.… Da’s ’n mes! Zie je dat mes? Da’s ’n mes van ijzer zoo dun. Wat
+wordt ’t? Da’s geen mes meer—da’s geen ijzer meer—da’s geen heft meer—da’s zilver,
+kokend zilver van guldes en daalders!… Wat is dat?… Is dat ’n beitel?… Is dat ’n beitel!…
+Da’s alweer van zilver, met ’n bandje van goud!… Met die steen, mensche, hoef je niemeer
+te werke—de bakker smijt de alkove vol brood—de schoen-maker lapt je zole en hakke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenmaker.</span> En nieuwe wreefstukke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En wreefstukke—hoor je ’t?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenmaker.</span> En nieuwe veters.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En veters—hoor je ’t?… As je in de zorreg zit …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> As ik—kijk me pak is!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kijk d’r pak onbetaalde briefies!—hei-je ineene de ton uit de Staatsloterij—kè-je
+je takels en kleere uit de lommerd hale.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>benepen</i>).</span> En ’t kerkboek met ’t gouwe slot.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Hoor je dat, mensche.…—je kerkboeke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Ho! Ho! Ho!… Mag niet! Mag niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Màg niet?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan<span class="corr" id="xd33e5860" title="Bron: ,">.</span></span> Kerkboeke magge niet na oome Jan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Hè-d’r z’n eiere van betaald.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb98">[<a href="#pb98">98</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Mag niet.… Mag niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Verkoop ik nou de steen of jij?… Stilte daar buiten!… Wie staat ’r te lache?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Da’s de schele van hiernaast, die-die in ’t kolehok op had geslote—zie je toch an
+d’r zwarte gezich!… Je lijkt wel ’n nikker, schele!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Was-ie goed?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> De flauwe streke! Geef ’m geen asem, Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Thijs, laat je zoon Jacob opschiete—anders krijg je geen kwitanties meer voor me te
+incasseere …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Hoor je niet, Jacob?… De meneer van de bank-aan-de-overzij het geen tijd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Me klerke zitte te wachte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> En de meide voere niks uit! Ga an je werk Jans.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dag schele! Je mag je wel wassche—anders wordt ’t heeregoed zwart, hahaha! <span class="stage">(<i>de schele af</i>).</span> Nou dan!… Wie biedt ’r? Wie biedt ’r? Wie biedt ’r?… Niet allemaal tegelijk.… Me
+verstane mekaar geen woord!… Wie biedt ’r?… Wie biedt ’r? Wie dan?… Me ster weegt
+geen ons en geen pond en geen tien ponde—me ster ken ’k niet houe van de zwaarte.…
+Met zoo’n reuzester, mensche, raak je niet in ’t rooie dorp—groeit ’r geen eelt an
+je duime—kè-je in ’n huis an de gracht met ’n stoep en twee deure gaan wone—koop-ie
+’n slijperskar met ’n ponnie en koperbeslag—eet je gebraje spek bij je aarpels—rook
+je segare.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb99">[<a href="#pb99">99</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Met bandjes.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Zit je in de kerk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Bij ’t doopvont.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Brengt de dokter pijpe drop en zoethout.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Midden in de nacht voor je mee.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Draag-ie hooge hoeje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> En ringe as ik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Met zoo’n ster drink je wijn, of ’t je bruiloft is en soep met vleeschprakkies—waar,
+Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ’t vet an je tong kleeft!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Met zoo’n ster, van vlak naast de maan, kè-je ete en lol make en na ’t Kalfie rijje
+met twéé knolle d’r voor—’n hééle dag buiten—’n hééle dag—en ’s nachts in ’n bed van
+heb-’k-jou-daar, zonder rematiek in je schoere! Met zoo’n ster—zoo’n ster.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schoenlapper.…</span> Van Bethlehem—met doorne is-ie gekroond.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kè-je bloeme koope—schuite vol.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>hem de hare toewerpend</i>).</span> Daar hè-je de mijne, Jacob.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>ze oprapend—de bloemen in de eene, de ster in de andere hand</i>).</span> Met me ster kè-je de weg na de hemel vinde—uit je hel rake, mensche!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb100">[<a href="#pb100">100</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Jacob, Jacob—zeg-ie ’t wéér? ’k Hè-je zoo dikkels verboje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Jan, hoeveel doodzonde benne d’r?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Zeven, kappelaan! <span class="stage">(<i>snel</i>).</span> Hoovaardigheid, gierigheid, onkuischheid, nijd, gulzigheid, gramschap, traagheid.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Goed zoo, Jan. Heel goed, Jan <span class="stage">(<i>tot Jacob</i>).</span> As jij ’t óók maar zoo wist.… Geef d’r mijn voor de godslamp van ’t altaar, Jacob—voor
+de godslamp—dan zelle me honderd kaarsies brande voor Jàn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Toe je ’n ijzersplinter in je oog ha gekrege, Jacob, het Jan d’r bij gezete, hoe ’k
+met me elektrieke lichie in je hoofd hè gekeke—enne de watte voor Jan hè-’k zellef
+meegebracht—duizend losse guldes geef ’k toe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Jacob—ik geef d’r tienduizend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Tienduizend.… Tienduizend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Tienduizend en één.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Elfduizend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bonnet.</span> Elf duizend en ’n kissie segare.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Twaalf duizend.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Ik ben van de bank-an-de-overzij—ik laat me niet kenne! Twintig duizend jantje contantje.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb101">[<a href="#pb101">101</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor.… In de godslamp is haast geen olie meer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Ik ga voor! Dertig duizend!… Dertig, hoor je, Jacob? Hoor-ie, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen.</span> Zelle me d’r tien gulde bijlegge, petroon?… Dertig duizend en tien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaltje.</span> Bè-je dol! Je het ommers geen rooie cent.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Dertig duizend en tien—en tien—wie meer—wie meer?… ’t Kost me duurder ingekocht!…
+In de groote magezijne, die op laste van gas en belastinge zitte, krijg je ze voor
+geen honderd! <span class="stage">(<i>als ’n koopman op de markt</i>).</span> Ik sta hier niet voor me plezier, mensche! Ik mot me patent betale! Van de marktmeesters
+hè-’k permissie! ’t Is ’n merakel, <span class="corr" id="xd33e6034" title="Bron: ’n ’n">’n</span> merakel, ’n merakel! De werkman mot de werkman steune! As ’k in me kis leg, zel je
+nog an me denke! Maar ’k sterf niet—’k hè pas voor vijftig jaar bijgeteekend! ’n Merakel!
+’n Merakel! ’k Ben te nakend om crediet te geve—’t mot weg, weg, weg!… Wanneer de
+bruid is an de man, wil ’n ieder d’r an! Merakel! Merakel!… Wie meer as dertig duizend
+en tien?… Eenmaal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Lammersen..</span> Wat haast je nou, Jacob? Mot ik d’r an blijve hange?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Ken mijn niet schele.… Eenmaal, andermaal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> Veertig duizend.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb102">[<a href="#pb102">102</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Veertig duizend.… Veertig duizend.… Veertig duizend.… Eenmaal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> De godslamp gaat voor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Andermaal.… Ten derde maal!… Voor de meneer van de bank-an-de-overzij.… Daar hei-je
+’r!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier.</span> ’k Zal je daalijk de cente an late reike <span class="stage">(<i>neemt de ster aan, die nog even in zijn hand licht, dan plots dooft</i>).</span> Hij is z’n vuur kwijt! <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hij brandt niemeer <span class="stage">(<i>algemeene teleurstelling</i>).</span> Zóó mot ik d’r niet, zóó hè-’k d’r niet gekocht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Dat ken ommers niet.… Laat mijn d’r is kijke! <span class="stage">(<i>grijpt de ster, die dadelijk weer schijnt</i>).</span> Zie je, meneer! <span class="stage">(<i>reikt haar opnieuw over. De ster verliest haar licht in de handen van den Bankier</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bankier</span> <span class="stage">(<i>vertoornd</i>).</span> ’k Zie niemedal!… ’k Hei ’n ster mèt licht gekocht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>).</span> Daarnet dee ze ’t toch <span class="stage">(<i>herneemt de ster, die in volle lichting glanst</i>).</span> Hèt ze licht, kappelaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Dat het ze.… Ze het ’n licht as geen godslamp nog het—<span class="stage">(<i>grijpt haar—de ster dooft in zijn hand. Allen wijken onthutst van de trap. De kapelaan
+maakt het teeken des kruizes, legt de ster op Jacob’s scharesliep</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>haar weer in volle glanzing opnemend</i>).</span> Hoe ken dat nou Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>die naar de tafel gevlucht is</i>).</span> Weet ik ’t! Ken ik ’t hellepe? De zwaan het ze <span class="stage">(<i>in de la kijkend</i>)</span>.… <span class="pageNum" id="pb103">[<a href="#pb103">103</a>]</span>Zwaan, zwaan.… d’r leit ’r niet één meer met licht—ze benne allemaal dóód.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ik sta d’r zellef van te beve.… Hè-’k nog nooit meegemaakt. Dat komt omdat de zon
+an de hemel staat, Jacob—enne over de dake schijnt.… Daar kenne ze niet tegen, Jan.…
+Daar worde ze bang van, Jan.… Daar schuile ze bij weg, Jan.… Je ziet ze ommers nooit
+overdag!… As ’t weer nacht wordt—as de maan van achter de wolleke na vore stapt—zelle
+ze door de rete van de la schijne.… Ik lieg d’r geen woord van!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> En de mijne dan? <span class="stage">(<i>vreugdevol</i>).</span> Brandt de mijne niet as ’n spaander?… Brandt-ie niet dat ’t ’n lust is—in me poote?
+<span class="stage">(<i>met zwakke teleurstelling</i>).</span> Maar wat hè-’k an ’n ster zònder cente?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> As je lacht bè-je meer as tevreje, Jacob … Je lacht of je in de zon staat te kijke,
+waar of niet, Jan? Waar of niet, moeder?… Waar of niet, vader?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Kenne me d’r àlles mee koope?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Alles—as je je haast—vóór-ie as de andere schuile gaat.… En wâ-je krijgt mo-je dééle …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Da’s goeie!… En die in de la?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Die brande vannacht en morregenacht en overmorregenacht, zoo lang as je maar denke
+kan …<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Lach je weer, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbeweeglijk in den leunstoel</i>).</span> Me lache met z’n alle.… Moeder lacht—en vader lacht—en de <span class="pageNum" id="pb104">[<a href="#pb104">104</a>]</span>schoenfrik lacht—en de waschbaas lacht—en de juffrouw lacht—maar de dokter en de meneer-van-de-bank
+en me zuster en de meneer-uit-de-segare-winkel en de kappelaan lache niet.… Waarom
+lach je niet, kappelaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kapelaan.</span> Die ster het de duvel gebracht—wie d’r anraakt komt in ’t eeuwige vuur—de hemel is
+eeuwig—de hel is eeuwig—hè-’k je geleerd Jan!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Hoor je dat, zwaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Jacob—’t dakraampie van ’t huis an de andere kant van de gracht, waar de mevrouw met
+de zeven honde woont, die de scheerder elleke week wassche mot, begint bleek te worde
+enne de kopere schelleknop glimt of d’r ’n smeris staat.… Jacob, de bakkers gane rije
+en ’t werkvollek loopt met d’r boterhammezakkie.… Jacob, de winkels make ze an kant
+en de klok van de kerk zel gaan luie.… Wi-je nog inslaan voor vandaag, dan mo-je d’r
+spied achter zette.… Làng houdt ze d’r vonke niemeer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Opzij mensche! Daar komme me met de grootste steen van de wereld!.… Ga je mee, vader?
+Ga je mee, Lammersen?… Speel ’n deun op je kerkorgel, dat de buurt over de drooghekke
+kijkt! De muziek voorop en me ster d’r achter! Ze magge de strate wel afzette!.… Laat
+meneer de kappelaan deur, mensche—die mot ’r niks van hebbe <span class="stage">(<i>tot den meneer-van-de-bank, die mee weggaat</i>).</span> Nòg kè-je d’r an—voor veertigduizend! Nee? Vooruit! Niet allemaal gelijk op de trap—ze
+zwiept ’r van op en neer <span class="pageNum" id="pb105">[<a href="#pb105">105</a>]</span>as ’n dobber.… Eerst juillie! Ik loop in geen zeven sloote.… Nou dan, Jan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Nee, ìk niet—de la kenne me niet alleen late—enne me beene voele zoo raar—of ’k d’r
+sneeuwballe mee hè gegooid zoo steke ze—’k ken d’r geen trekking in krijge.… Zeg-ie
+me niet gedag, moeder?..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik ga niet weg.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> En je gaat na buiten!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> ’k Blijf voor de deur.… ’k Ben zoo bang in de volte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>tot Lammersen, die naast de zwaan bukt</i>).</span> Hé! Speel je niet, hinkepoot? <span class="stage">(<i>de harmonica zet in</i>).</span> Zoo loope me gesmeerd.… Daar benne me, mensche! Daar benne me! <span class="stage">(<i>Langs het tuimelraam beweegt een langdurig gedrang van beenen, rokken, kinderen, honden,
+enz.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Zwaan, Jan, Riesje, Sien</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> D’r komt geen end an.… Of ze de koningin wachte!… Hei-je je strikkie nog, Jan?… Nog
+meer! Nog meer! Wat ’n vollek! Wat ’n vollek!… Da’s ’n huzaar met spore.… Da’s de
+vleeschhouwer.… Da’s de teef van de lantaarnopsteker.… Zelle me gaan kijke, Sien?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Nee!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb106">[<a href="#pb106">106</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Me magge toch?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Hei geen trek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Jij dan, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ik ben zoo moei in me kop.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Wat hindert dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me voete en me hande slape.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Slape?… Doe is zóó! <span class="stage">(<i>heft de knie</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k niet.… D’r houdt iemand me voete vast.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Doe is zóo <span class="stage">(<i>heft de twee handen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ken ’k niet.… Ken ’k niet.… D’r hange gewichte an me polse.… Daarnet hè ’k toch nog
+alles gedaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> Hoe ken dat dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Van de schrik dat de zon de lichies in de la uit het geblaze.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Je mot me moeder gaan roepe, staat bij de deur.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Riesje.</span> En dan kijk ’k meteen.… ’k Zie d’r niet. ’k Zel d’r zoeke <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Zwaan, Jan, Sien, Bakker</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan</span> <span class="stage">(<i>tot Sien, die op de tafel toegaat</i>).</span> Sien—bezondig je niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Mo’k ’t gordijn weer toetrekke, lam beest!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb107">[<a href="#pb107">107</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Je het ’r af te blijve, zeg ’k.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hindert ’t jóu as ’k d’r na kìjk?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Ze benne van Jàn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Van Jan! Van Jan! Hoor haar!.… Je het ze zellef gestole! Hei-jij d’r geve over? <span class="stage">(<i>rukt de la open</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, Sien, blijf d’r af.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Kles maar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>smartelijk, als in versteening</i>).</span> Sien—ik ken me niet bewege—me hande benne vastgegroeid—ik mot ze voor móéder beware
+<span class="stage">(<i>er wordt buiten gefloten</i>).</span> O!… O!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Oppasse Jan!.. Jezis, Jan, da’s de meeldief!..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, Sien neem ze d’r niet uit! Sien, ik ben an de stoel vastgespijkerd! Sien, me
+ooge benne blind van me trane.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Wat grien je nou schaap—’k kìjk toch enkel!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker</span> <span class="stage">(<i>naast de zwaan</i>).</span> Me drie en zestig brooje werom en me vier-vijf-en-negetig en me vier goudvissche!
+Ik breek jou je nek, bliksemsche aap! ’k Sla alles kort en klein! D’r uit! Mee na
+’t bero!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Me voete slape en me hande slape, bakker.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dat lieg-ie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de zwak-glimmende sterren in haar voorschoot ladend</i>).</span> Venacht as ze weer brande, zelle me betale.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb108">[<a href="#pb108">108</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Sien, doe ’t nou niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Mee na ’t bero! Mee na ’t bero!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Ik mot me boetes betale—de baas van de febriek het aldeur de smoor an me.… Jij de
+helft, bakker? Jij de helft?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sìen is ’n dief en de bakker is ’n dief … Zel ’k de heele dag in me vijver legge schreeuwe!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’k Waarschouw je!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Dat mo-je nou nog is zegge!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sien het gestole en jij het gestole.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Ik draai je je nek om!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Sien het de sterre uit de la gemoerd.… Sien is ’n dief en jij stopt krijt in je meel!…
+Sien het de sterre in d’r schort!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> ’t Benne geen sterre! <span class="stage">(<i>verbergt ze</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hoe meer je ze wegdouwt, hoe sterker ze lichte. <span class="stage">(<i>Sien’s toegeknoopt voorschoot laat zwakken schijn door</i>).</span> Zie je ’t Jan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Sla ’m dood met je stok, bakker! Sla ’m dood—sla ’m dood!… Hij zel ons verraje!… Me
+rake in de kast!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> ’k Weet beter! ’k Weet beter! <span class="stage">(<i>grijpt den nek van de zwaan</i>).</span> Geef ’t touw dat daar leit! Vlug dan! Vlug dan! Hij wringt as ’n aal!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moord!… Moeder!… Moord!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb109">[<a href="#pb109">109</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> As je je mond niet houdt!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Blauw wordt-ie d’r van …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hullep! Hullep, Jan!… Hij keelt me<span class="corr" id="xd33e6494" title="Niet in bron">,</span> de meeldief!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moord!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> Hou vast jouw eind!… ’k Leg ’n lus! Hou vast!… Trekke!… Anhale!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moeder!… Moeder!… Ze vermoorde me zwaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">De Zwaan.</span> Hullep! Hullep!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien.</span> Hij schreeuwt de bure bij mekaar! Sla d’r op met je stok!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> <span class="stage">(<i>z’n voet op het gespannen touw zettend</i>).</span> Knap as-die piept! <span class="stage">(<i>heft den stok</i>).</span> Nou kè-je d’r van luste, smeerlap! <span class="stage">(<i>slaat dat het dreunt</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moord!… Moeder!… Moeder!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> As je niet stil ben jij—krijg je ook ’n lus om je nek, bliksemsche aap, ’n dubbele
+lus da-je geen asem meer haalt! <span class="stage">(<i>dreunt met den stok</i>).</span> Da’s voor me goudvissche! Da’s.… Da’s.… Da’s.… <span class="stage">(<i>dreunt</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk-schreiend</i>).</span> Ik kè-je niet hellepe!… Moord!… Me beene benne dood!… Moord!… Sla ’m zoo niet!… Sla
+’m zoo niet!… Moord!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>terugwijkend</i>).</span> Hij is kapot.… Late me d’r vandeurgaan.… D’r zit bloed an me hande.… D’r zit bloed
+an jouw hande.… God, God, ze <span class="pageNum" id="pb110">[<a href="#pb110">110</a>]</span>zelle me met me lichies zien loope.… Wat motte me doen? Wat motte me doen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bakker.</span> De trap op! De trap op!… Haast je!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>de trap opstormend</i>).</span> Draag jij ze! Draag jij ze! O! O!.… Ze brande me goed door!… Ze springe na de hemel
+terug! <span class="stage">(<i>af met bakker. De zwaan ligt met bloedenden nek</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Jan, De Zwaan</span>, <i>later</i> <span class="sc">Thijs, Bet, Jacob</span> <i>en gebukt voor het raam, naast de doode zwaan</i>: <span class="sc">De Dokter, Lammersen, Aaltje, Schoenlapper, Bonnet, Riesje, De Schele, Meisje van
+Bierman</span> <i>en meerderen</i>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Zwaan! <span class="stage">(<i>angstiger roepend</i>).</span> Zwaan! Zwaan dan!… Je kijkt me an en je praat niet!… O, je bloed loopt op me bed!…
+’k Zel ’t an Jacob vertelle.… Jacob zel ’m met z’n mes doodsteke.… Hullep!… Hullep!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>van rechts op de trap met kaas en ham</i>).</span> Wat is d’r<span class="corr" id="xd33e6617" title="Niet in bron">,</span> Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me zwaan is dood.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>met een tulband</i>).</span> Dood?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met een wijnflesch in iedere hand</i>).</span> Hei-jij zoo geroepe, Jan, me lieve jongen? <span class="stage">(<i>buiten verdringen zich de bukkende hoofden naast de zwaan, in elk <span class="pageNum" id="pb111">[<a href="#pb111">111</a>]</span>der handen etenswaren, ’n groot brood, ’n mand groenten, ’n petroleumkan, ’n worst</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Me hande slape—me voete slàpe—me sterre benne gestole, gestole, gestole—me zwaan is
+vermoord, vermoord, vermoord … Moeder! <span class="stage">(<i>het tooneel wordt plots geheel donker</i>).</span> Moeder!… Hullep!… Moederlief!… Hullep!…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.slot" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.slot.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">SLOT.</h3>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>in het donker</i>).</span> Roep-ie<span class="corr" id="xd33e6664" title="Niet in bron">,</span> Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moederlief! Moederlief!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Ik kom al.… ’k Vin de lucifers niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Me zwaan is vermoord, vermoord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> God-nog-an-toe, kind, wat ga je te keer <span class="stage">(<i>zij strijkt een lucifer aan, die uittocht, neemt een tweede en in haar bevende handen
+begint de lamp te lichten</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="u2.12" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#u2.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><i>Het tooneel is weer geheel als in het Eerste Bedrijf. De gordijnen zijn voor het raam
+geschoven. Sien ligt in de achterste bedstee, Thijs in de voorste, Jacob op den grond.</i></p>
+<p class="stage"><span class="sc">Jan, Thijs, Bet, Sien, Jacob</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Moederlief, hullep! Hullep! Me zwaan hebbe de <span class="pageNum" id="pb112">[<a href="#pb112">112</a>]</span>bakker en Sien.… ’t Bloed loopt op me bed—’t bloed loopt op me bed!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>schril-angstig</i>).</span> Thijs!… Thijs!… Sta dan op Thijs! <span class="stage">(<i>schreiend</i>).</span> De jongen is zoo naar!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>uit de bedstee springend</i>).</span> Wat is ’r dan? Wat is ’r dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>wild met de armen zwaaiend</i>).</span> ’t Bloed loopt uit z’n bek—z’n veere zien d’r rood van.… Ze hebbe me zwaan—me zwaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Toe Jan, me lieve jongen! Wat doe je vreemd, kind.… Wij benne toch bij je.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>krijschend</i>).</span> Me sterre benne gestole.… D’r leit ’r niet een meer!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs.</span> Nou!… Nou!… Je schreeuwt de bovenbure wakker.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> De dokter!… De dokter!… Hij sterft onder me hande!… Zie je dat niet?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan.</span> Ze legge ’n lus om me hals!… Help me dan moeder!… Moeder!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>op het wekkertje kijkend</i>).</span> Hallef vier!… As-ie maar mee wil.… ’t Is al tweemaal voor niks geweest <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob</span> <span class="stage">(<i>norsch</i>).</span> Hei-je pijn, Jan?… Jan!… Kom nou Jan! <span class="stage">(<i>belicht het bed met de lamp</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sien</span> <span class="stage">(<i>in de bedstee</i>).</span> Ken ’k soms hellepe, moeder?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb113">[<a href="#pb113">113</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>wild z’n moeder wegstootend</i>).</span> Moord!… Moord!… Ik ken geen asem meer krijge … Mijn doen ze ’t ook!.. Ik.… Ik.… Ik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet.</span> Toe me jongen—kom tot je zellef—d’r doet je niemand wat.… <sub>J</sub>antje.… Jantje!.… Ik ben ’t … Ik!… Za’k ’n kouwe doek op je hoofie legge?… Wat?… Wat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jan</span> <span class="stage">(<i>zich opheffend, kijkt naar de raamgordijnen, gebaart er heen, smakt achterover</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Bet</span> <span class="stage">(<i>met water en ’n doek, wijkt terug, laat alles vallen, stort op het bed toe. Jacob
+schoorvoet naar het hoofdeinde, neemt aarzelend ’n afgezakte hand</i>).</span> O! O! O!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Thijs</span> <span class="stage">(<i>boven aan de trap</i>).</span> Hij komt in ’n kwartier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jacob.</span> Niet meer noodig.… <span class="stage">(<i>trekt het laken over ’t hoofdje</i>).</span> Nou moeder—de stumper is uit z’n lijje.… het uitkomst.… uitkomst, mo-je denke.…</p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">Einde.
+</p>
+<p class="dateline"><i>Scheveningen</i>, Juli–September 1907.
+<span class="pageNum" id="pb115">[<a href="#pb115">115</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<div class="footnote-body">
+<div class="fndiv" id="xd33e3689">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e3689src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Het is wenschelijk dat bij Jan’s laatste woorden in I ’t licht geleidelijk dooft,
+het tooneel even duister blijft en de droomhandeling vervolgens <span class="ex">zonder</span> pauzeering worde voortgezet. De bedoeling is een stuk zònder interruptie. Daar het
+te betwijfelen valt, of het tegenwoordig publiek deze proefneming verdraagt, mag men
+tusschen I en II pauzeeren, mits de zaak op de programma’s toegelicht worde.
+</p>
+<p class="footnote cont">Het geheele spel in II zij onwerkelijk en geschiedend als in de <span class="ex">koortsige verbeelding</span> van het kind.
+</p>
+<p class="footnote cont">De Zwaan moet door een kinderstem gezegd worden en bewege zorgvuldig mede.
+</p>
+<p class="footnote cont">4 Aug. 1907.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e3689src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">VREEMDE JACHT.
+<span class="pageNum" id="pb117">[<a href="#pb117">117</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure tp.1.2width"><img src="images/titlepage3.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="540" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">VREEMDE JACHT.</div>
+<div class="subTitle">EEN SPEL IN DRIE BEDRIJVEN</div>
+</div>
+<div class="byline">DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS JR.</span>
+</div>
+<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881
+(Staatsblad No. 124).</div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb118">[<a href="#pb118">118</a>]</span></p>
+<div id="personae1.2" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first">Voor de eerste maal <span class="ex">opgevoerd</span> te Amsterdam, op 24 December 1907.
+</p>
+<ul class="castlist">
+<li class="casthead">
+<h4>DRAMATIS PERSONAE:</h4>
+</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Mevr. de Douairière Van Walden.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Dolf</span></span>, haar zoon.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Charles</span></span>, haar kleinzoon.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Hope</span></span>, verpleegster.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Dokter Jan Linden.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Annie</span></span>, zijn vrouw.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Schmidt</span></span>, detective.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Jaap</span></span>, bediende bij Dolf.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Grete Donker.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Suze Meier.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sofie Delange.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Agnes Delange.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role">Een hotelier.</span></li>
+<li class="castitem"><span class="role">Een kelner.</span></li>
+<li class="castitem"><span class="role">Een dienstmeisje.</span></li>
+</ul>
+<p class="center"><i>Het Spel geschiedt in Holland.</i>
+<span class="pageNum" id="pb119">[<a href="#pb119">119</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="body">
+<div id="v1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(De rijk-gemeubileerde zitkamer van een hotel, aan zee gelegen. In den achtergrond
+eene draperie van gordijnen met schuifdeuren, als afsluiting voor een slaapkamer met
+statig bed, marmeren toilettafel, lavabeau etc. Eerste en tweede plan, rechts, balkondeuren
+naar de zeezijde—derde plan, dito, toegangsdeur. In het midden van den voorgrond een
+notenhouten luxe-tafel, waaromheen causeuses en waarboven een electrische kroon. Eerste
+en tweede plan, links, een schrijf-nécessaire met staande electrische lamp. Derde
+plan, dito, toegangsdeur. De linkerhelft der draperie, het hoofdeinde van het bed
+maskeerend, hangt neer. Avondschemer).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="v1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, de kelner</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>na een paar maal geklopt te hebben, treedt van rechts binnen, zet een presenteerblad
+met schalen op een zijtafeltje naast de deur, spreidt op de groote tafel een servet,
+legt daarop bord, mes, vork, lepel, kijkt Hope, die met een boek in de hand, in een
+leunstoel bij de balkondeuren ingeslapen is, driest aan</i>).</span> Hum!… Hum!… <span class="stage">(<i>Hope beweegt niet. Hij loert in de achter-slaapkamer, verlaat het vertrek door dezelfde
+deur, keert besluiteloos terug, beklopt de deur luider aan de binnenzij</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb120">[<a href="#pb120">120</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>wakkerschrikkend, het boek op tafel neerleggend</i>).</span> Wie daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ik, juffrouw—ik por maar wat harder—de boel wordt koud.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>snel op de kamer toegaand en luisterend</i>).</span> Heb ’k niet verzocht zoo zacht mogelijk te kloppen?… U weet toch dat ’r ’n zieke
+ligt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Nou snap ’k niemeer waar ’k me an mot houen!… Toen ’k vanmorgen tè stil binnen kwam,
+kreeg ’k ’n uitbrander, omdat u in uw onderlijfie stond.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zeg ’ns—jij zal me ’n groot pleizier doen je afstand te bewaren—dat ’s de derde waarschuwing …
+Je kan gaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Sivoeplee … Alleen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heb u me verstaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Sivoeplee … <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> De wijnkaart ligt naast de servet van de juffrouw … <span lang="fr">Une fois c’est pour moi!… Pour moi.…</span> <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dokter, Hotelier</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>na nog eens achter de draperie gekeken te hebben, zit wederom in den leunstoel bij
+het balkon, droogt zich de oogen. Een bescheiden getik</i>).</span> Binnen … <span class="stage">(<i>staat op</i>).</span> Dag dokter.… Dank u wel—gaat u <span class="pageNum" id="pb121">[<a href="#pb121">121</a>]</span>zitten: ze slaapt—dat u zoo hartelijk is voor de tweede maal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Is u ’n paar uurtjes gaan liggen, zooals ’k u gezegd heb?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Heb in den stoel voor ’t raam.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Noemt u dat liggen?.… U zult uzelf kapot maken. Dat houdt u vannacht niet uit. Mag
+’k licht opsteken?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Een oogenblikje … <span class="stage">(<i>laat de portière geheel zakken, gaat op den knop bij de deur toe, ontsteekt de kroon</i>).</span> Alsjeblief dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo zien we mekaar tenminste. De eerste regel bij ziekenoppassen, zuster, is ’t zichzelf
+in acht nemen.… <span lang="fr">Charité bien ordonnée.…</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> <span lang="fr">Commence par soi-mème.…</span> Zal ’k ’r wekken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zijn de benauwdheden terug gekomen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Om zes uur nog even, maar gelukkig niet làng … Wie daar <span class="stage">(<i>tot den Hotelier</i>).</span> Ik kan u nu niet ontvangen. U ziet dat ik belet heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Pardon—als ik dérangeer, zuster—’t is juist om den dokter.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>uit de hoogte</i>).</span> Dien kunt u straks.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Pardon—ik moet zoo dadelijk de deur uit … Als u ’t permiteert wou ’k dokter één seconde
+lastig vallen, één seconde.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb122">[<a href="#pb122">122</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik zal onmiddellijk op uw kantoor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> De zaak is … <span class="stage">(<i>op een ongeduldig gebaar van Hope</i>).</span> Pardon.… U moet toch ’n beetje consideratie met ons hotel gebruiken.… Als mevrouw
+overlijdt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zachter asjeblief.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> Als, als, zeg ik—worden de families van twee- en drie-en-zestìg enorm gecontrarieerd …
+zullen andere families onmiddellijk vertrekken—we zijn midden in ’t seizoen.… U weet,
+dokter, hoe de menschen zijn.… <i>Ik</i> ben niet onbillijk.… Niet één logeergast zal in de komende weken de appartementen
+willen betrekken.… Als we hadden kunnen voorzien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Voorzien?… Als wìj hadden kunnen voorzien—zouden we in de laatste plaats van ùw gastvrijheid
+geprofiteerd hebben.… Heeft u méer de gewoonte logées lastig te vallen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Suscht! Suscht!… We gaan naar de conversatiezaal, meneer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier</span> <span class="stage">(<i>retireerend</i>).</span> U heeft gelijk en ongelijk.… Maar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Geen verdere maren.… Ik kom bij u.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hotelier.</span> ’t Gasthuis—’t Hopital Wallon—is telephonisch verbonden—heeft ’n magnifieke auto om
+zieken te vervoeren.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Onder géén omstandigheden! Onder géén. ’k Zal ’t u beneden uitleggen—hier niet <span class="stage">(<i>af met Hotelier</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb123">[<a href="#pb123">123</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Charles, Kelner</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>verdwijnt even achter de portières</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>jonge man, ongeveer 24, scherp gelaat, zonder snor, modieuze gekleede jas, hooge hoed—komt
+door linkerdeur op: tot kelner</i>).</span> Is ’t hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ja, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Een en zestig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Ja, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Zie niemand.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De dames zullen daar zijn.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>tusschen de portières, legt een vinger op den mond. Kelner af. Zij schuift voorzichtig
+de deuren der slaapkamer toe</i>).</span> Zoo. ’k Ben blij dat ù tenminste gekomen is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Is ’t zóó ernstig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heel, heel ernstig.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Sinds wanneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Sinds eergistermorgen—na ’n bezoek aan de Stichting.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Wéér aan ’t hart? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span> De vorige keer dachten we ook.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Driemaal is ze bewusteloos geweest—de dokter heeft ’r ’n kamfer-injectie gegeven.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb124">[<a href="#pb124">124</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja ja.… Heb jij ons getelegrafeerd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Op advies van den dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Wat zegt-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wat u ongeveer denken kan—’n vrouw op leeftijd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Spijt me, dat je telegram nageseind moest worden. ’k Was eergister niet in Trouville.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nièt in Trouville.… En mevrouw met ’t kindje … zijn die meegekomen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Nee, nee, nee! Ik was ’n dag—voor zaken—naar Parijs … ’k Kon nog net den middagtrein
+pakken.… De familie is in Trouville gebleven.… Denk ’k tenminste.… En oom Dolf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Is ’r nog niet. ’k Ben bang dat-ie mevrouw.… Ze verlangt zoo naar ’m.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Heb niet ’t flauwst vermoeden, waar-ie uithangt.… In geen maanden bericht van ’m
+gehad. Is-ie met ’t jacht?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer. Z’n laatste brief—aan uw mama—aan uw grootmama—was uit Zwitserland—uit
+Châtelard, meen ’k. ’t Zou de grootste ellende zijn, als—als-ie te laat kwam.… Gister
+heb ’k voor de tweede maal geseind.… Geen antwoord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Eén kan z’n adres zéker weten—die—die …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Die hebben we—de dokter en ik—vandaag óók ’n telegram gezonden.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb125">[<a href="#pb125">125</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>).</span> Wist jìj van die liaison?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>rustig-glimlachend</i>).</span> Waarom zou ik ’r niet van weten?.… ’n Publiek geheim is geen bepaald geheim meer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Afficheert-ie zich nog?.… Enfin, ’t regardeert me niet.… ’n Man, die m’n vader kon
+zijn.… <span class="stage">(<i>gewild over iets anders pratend</i>).</span> Is dat ’t kostuum van de Stichting?.… Niet positief chic. Flatteert je minder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Denkt u, dat zieke kinderen ’r profijt van hebben òf ’t kostuum.… Wees u ’ns stil!
+<span class="stage">(<i>luistert</i>).</span> Nee …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Mag ’k ’r zien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Misschien. In elk geval met de noodige voorbereiding. Ze zou kunnen begrijpen, dàt
+’r gewaarschuwd is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik stoor je toch niet in je diner?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>mat</i>).</span> ’k Heb gegeten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Jij ben scherper in je gezicht geworden, Hope. Je ziet ’r zoo heelemaal anders uit—of
+ligt ’t an de kroon?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat kan. ’k Heb in geen twee nachten geslapen.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Charles, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> ’n Vlegel eerste klas.… Pardon.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb126">[<a href="#pb126">126</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> De kleinzoon van mevrouw, meneer Charles van Walden—dokter Linden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Heel aangenaam, dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is u zoo pas gearriveerd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nog geen uur geleden. Nauwelijks den tijd gehad ’n andere jas aan te schieten.… Ik
+hoor dat de toestand van grootmama.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Bijzonder zorgwekkend is.… Ik geloof, tenzij ’n wonder gebeurt, dat de familie zich
+op ’t ergste zal dienen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Ja, ja. Dat begreep ’k, toen ’t telegram kwam.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>)</span>.… En die vlegel beneden—’k heb ’m te woord gestaan—wou per se de auto van Wallon
+bestellen. Doe dat, meneer, heb ’k ’m gezegd: doe jij dat—dan schrijf ik morgen ’n
+ingezonden stuk in den <i>Courrier</i>, om de badgasten te laten zien wat ’n humaan gérant jij ben.… Daar scheen-ie respect
+voor te hebben.… Stel je voor!.… ’n Doodzieke gaan transporteeren uit vrees voor ’t
+egoïsme van andere logées.… Laat je je eten staan, zuster?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, nee.… Mag meneer mevrouw zien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We zullen ons overtuigen.… Blijf u hier.… Heeft ze champagne gedronken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>de portières hechtend</i>).</span> Met tegenzin een enkel glas.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb127">[<a href="#pb127">127</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Niet voldoende—niet voldoende.… Blijf nu maar—blijven—blijven … <span class="stage">(<i>af in slaapkamer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Zal maar wat liegen, niet?… Dat ik toevallig voor dringende aangelegenheden overgewipt
+ben … Als ’k me niet zoo gehaast had, zou ’k wat hebben meegebracht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k ’t zeggen mag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Zal voor mevrouw ’n teleurstelling zijn, dat u zonder uw vrouw en vooral zonder
+Ninette—’r eenig achterkleinkind—is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Zoo’n baby van drie jaar.… En dan ik zei je toch al, dat ’k niet direct van Trouville
+kom.… En dan—m’n vrouw houdt niet—hoe zal ’k dat.… <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Wat vraag je naar den bekenden weg?… Je weet dat ’r telkens verschil van meening
+is.… Grootmama met ’r geweldig-overdreven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe meneer Charles!… ’t Zijn nù juist niet de omstandigheden.… Roept u, dokter?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>onzichtbaar</i>).</span> Zuster.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>gaat achter de gordijnen—hij loopt heen en weer—staat stil voor den spiegel boven
+de <span class="corr" id="xd33e7419" title="Bron: nècessaire">nécessaire</span>, neemt ’n kleerborstel, schuiert zich de jas—gladt zich het haar</i>).</span> Hier ben ’k weer. <span class="stage">(<i>Zij bedrukt den knop der electrische schel aan de kroon</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toch niet sérieuzer.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb128">[<a href="#pb128">128</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Goddank nee. Ze voelt zich minder beklemd, krijgt een tweede injectie.… Nee, vooral
+niet binnen gaan!… <span class="stage">(<i>tot den kelner</i>).</span> ’n Flesch champagne.… Versta je niet?… ’n Flesch champagne … <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Charles, Kelner</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>onbewogen</i>).</span> Frappé?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>).</span> Frappé—niet frappé—als ’t maar vlug komt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Moët et Chandon—Irroy Carte Blanche—Pol Roger Medium-dry—Pommery—Heidsieck—wil meneer
+zoo beleefd zijn …? De wijnkaart ligt op tafel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Je m’en fiche.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>droog</i>).</span> Dàt merk hebben we niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Maak jij grapjes?… Ben ’k niet van gediend. <span class="stage">(<i>kijkt de kaart in</i>).</span> Moët.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Demi-sec of White Star-sec?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Loop naar de … Demi-sec!… En beneden ontkurken.… En voor mij ’n kop koffie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Een Moët White Star—<span lang="fr">un café noir</span>… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dokter, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>duwt de schuifdeuren dicht</i>).</span> Dat is voor u ’n heele reis geweest, meneer Van Walden.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb129">[<a href="#pb129">129</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja, ja—gelooft u nòg, dat grootmama …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Alles is mogelijk.—’t Is zulk ’n verbazend krasse vrouw, dat ik me na de tweede injectie
+aan geen voorspellingen wagen durf.… Ze praat met ’n bedriegelijke opgewektheid.…
+Maar … Maar.… Als ze ’r deze keer bovenop komt, blijft de toestand bijzonder précair—bijzonder.
+De geringste complicatie, de kleinste stoornis, niet waar?… In ieder geval is ’t uitnemend
+dat u er tenminste is. En ’k zou willen adviseeren de eerste dagen in de directe nabijheid
+te blijven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Als ik dus wel begrijp is ’t ergste gevaar geweken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee—volstrekt niet—in de verste verte niet. Bij ’n hartaandoening van dien aard en
+op dien leeftijd en met zulke ontrustende aanvallen van bewusteloosheid, is ’t de
+plicht van de naaste familieleden op hun qui-vive te zijn. Toen we u seinden, was
+’t mijn innige overtuiging, dat u telaat zou komen <span class="stage">(<i>met verheffing</i>).</span> Dolf handelt—als ik ’t.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dolf?… Kènt u.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Of ’k Dolf ken?… Hahaha!—hij heeft me helpen ontgroenen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ontgroenen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Weet u niet, dat uw oom—hij is toch uw óóm?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Natuurlijk.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb130">[<a href="#pb130">130</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dat-ie vier, vijf jaar college geloopen heeft—dat wil zeggen: had behooren te loopen—’k
+taxeer ’m op nog geen vòlgeschreven dictaatcahier! Toen ik van ’t gymnasium kwam,
+had Dolf al minstens vier jaar ge—ge—ja wat feitelijk ge—ge …? Gedit, gedat, gefuifd,
+gekroegjoold, ge …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Boemeld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geboemeld, ’t juiste woord in volgorde—letterlijk alles had-ie als corpslid ge—ge—gedaan—alleen
+niet gestudeerd. Toen-ie gesjeesd werd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>na zacht geklop</i>).</span> Binnen! <span class="stage">(<i>tot den kelner, die enkel koffie brengt</i>).</span> En de Moët?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> En deux secondes monsieur.… J’ai.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Spreek jij geen Hollandsch, vrindje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Oui monsieur.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Doe dat dan—flauwe kunsten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De champagne wordt koel gemaakt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Heelemaal niet noodig.… We wachten ’r op <span class="stage">(<i>Kelner af</i>).</span> Dat’s nou misschien ’n jongen uit <span class="stage">(<i>imiteert Fransch</i>)</span> uit Leeuwarden, uit Hontenissen, hahaha!… Waar was ’k gebleven? Wat wou ’k.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toen oom gesjeesd werd, zei u.… Drinkt u ’n kop mee, dokter?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dank u.… Toen—vertel ’ns ’n historie zonder ’n dozijn toen’s!—toen-ie gesjeesd werd<span class="pageNum" id="pb131">[<a href="#pb131">131</a>]</span>—om ’n dolle geschiedenis—’n schandaaltje, als je ’t zoo noemen wil.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>rustig drinkend</i>).</span> Om ’n vrouw natuurlijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Spreekt van zelf.… Als ’k me goed herinner—’t geheugen is m’n <span class="corr" id="xd33e7634" title="Bron: fort">forte</span> niet—alweer zoo’n Fransch woord!—had-ie ’n vechtpartij op klaarlichten dag met den
+een of anderen kerel, ’n koloniaal of zoo iets, dien-ie behoorlijk toetakelde.… Met
+groote moeite werd ’t gesust—’n sisser van ’n week of twee brommen—en ’n paar honderd
+gulden fooi.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar wist ik hoegenaamd niets van <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Verwonderen doet ’t me niet.… Hoe is ’t mogelijk—op klaarlichten dag—en met ’n koloniaal—met
+’n koloniaal!… Zóó iemand kàn je toch niet beleedigen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Iets met ’t meisje of de zuster van dien kerel—’t ware weet ’k niet—is hijzelf waarschijnlijk
+glad vergeten.… Wanneer kan ’t geweest zijn?… Negentig.… Een-en-negentig.… Om en om
+vijftien, zestien, zeventien jaar—’k kan ’r geen slag in slaan.… Doet ’r ook niet
+toe.… Hij werd van de corpslijst geschrapt.… Misschien studeerde-ie anders nog, hahaha!…
+Ja, Dolf en ik hebben mekaar in die dagen meer dan goed gekend—later ook nog wel,
+maar nooit meer zóó, zoo heerlijk, onbezorgd.… Jammer van den vent.… ’n Hart van goud—’n
+wilde rakker—’n bandiet.… Als-ie niet zoo vroeg z’n vader verloren had, niet zoo vlug
+de beschikking over z’n erfdeel gekregen, <span class="pageNum" id="pb132">[<a href="#pb132">132</a>]</span>zou-ie iémand—iémand geworden zijn.… Zeldzame kop.… ’t Was toen—alweer toen—’n lust
+om ’m te hooren, als-ie op dreef was.… ’n Vernuft, ’n géést.… En nou!… En nou!… ’k
+Zou ’m z’n mantel kunnen uitvegen, dat-ie met geen drie, vier telegrammen te bereiken
+is, dat-ie geen adres achterlaat, terwijl z’n moeder doorloopend ziekelijk is.—Tot
+zelfs die eerste-klasse-dame van ’m hebben we geseind.… Valt me verbazend tegen. Verbazend.
+’r Eenige zoon in leven.… Uw papa is betrekkelijk vroeg gestorven, niet waar?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Toen ik twee was.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan zult u wel geen voorraad herinneringen aan ’m hebben?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>koel</i>).</span> Nee—in geen enkel opzicht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En uw mama?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Kort na de kraam <span class="stage">(<i>gewild</i>).</span> Rookt u ’n sigaret mee—de balkondeuren staan open.… Of heeft u er bezwaar tegen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Bezwaar, nee—als u bij ’t balkon blijft. Pardon, ik zal ’r geen gebruik van maken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Bijzondere avond.… Geen rimpel op zee.… ’n Idylle.… ’k Zou ’t persoonlijk geen week
+aan zee uithouden.… Parijs.… London.… De groote steden <span lang="fr">à la bonne heure</span>.… Dat eeuwige water vind ’k <span class="corr" id="xd33e7689" lang="fr" title="Bron: assomant">assommant</span>!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>na een drukkende stilte</i>).</span> Ik heb in de twee maanden, dat ik het genoegen heb over de Stichting <span class="pageNum" id="pb133">[<a href="#pb133">133</a>]</span>van uw grootmama te gaan, buitengewoon respect voor haar gekregen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ja—ja.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En u houdt zeker véel van haar—me dunkt ’n vrouw met dàt hart moet meer dan vader
+en moeder sámen voor u geweest zijn?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Natuurlijk. Natuurlijk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ze dweept met kinderen. Ieder bezoek aan de Stichting is ’n feest! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Had u geen idee te studeeren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Heelemaal niet—twee jaar na de kostschool ben ’k getrouwd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo jong?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Zoo jong. ’k Zal den kelner nog eens schellen. Dat is ’n ongemeene bediening. <span class="stage">(<i>Gelijk verschijnt de kelner met de flesch in een koelemmer</i>).</span> Móést dat zoo lang duren?… De dokter zei toch dat afkoelen niet noodig was?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> De gewoonte van ’t huis, meneer—niet gefrapeerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> ’t Is goed—hou je mond <span class="stage">(<i>hem belettend in te schenken</i>).</span> Dicht laten.… Doen we zelf <span class="stage">(<i>kelner af</i>).</span> De ezel!… Een, twee, drie glazen—of ’r gespeecht zal worden.… Laat me u helpen, dokter.…
+Draagt u ’t alleen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Gaat best. Als u de deuren even zacht openschuift—schuiven—niet duwen. Merci.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb134">[<a href="#pb134">134</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>robuste man, ongeveer veertig, blonde volbaard—jachtkostuum—bloemruiker in de hand—praat
+tot den kelner buiten</i>).</span> Als ’r geen kamer is, dan maak je d’r een. Wat zeg-je … Enkel ’n badkamer? Dan ’n
+badkamer! En de rommel uit de auto naar boven halen.… Ja, ja.… Goed! <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Wel wat drommel.… <span class="stage">(<i>Charles wijst naar de portières</i>).</span> Heb jij geseind?… ’t Is toch niet.… <span class="stage">(<i>Charles ontkent</i>).</span> Dat is ’n pak van me hart.… We hebben over de tachtig kilometer geloopen.… Midden
+op den weg oponthoud—’n boerekar, die natuurlijk verkeerd uitweek in ’n sloot gerejen—scheelde
+geen haar of we hadden met de auto ’n <span lang="fr">saut périlleux</span> gemaakt.… Of de kaffers ’t ’r om doen, om doen!… Hoe is ’t met mama?… Meer angst
+dan ziekte, zooals de laatste maal?… Of.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ze moet op ’t oogenblik weer heel opgewekt zijn. De dokter is juist bij ’r—ik ben
+nog geen uur geleden van Trouville binnen komen vallen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Was dat telegram, aan Snip geadresseerd, van jou?… Verbazend handige inval! M’n compliment.
+Anders was ’k mogelijk nog bij Beelaart op de jacht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Snip?… Snip?… Ik heb niet getelegrafeerd, omdat ’k pas zèlf gearriveerd ben—en Snip—Snip?
+Wie is dat, als ’k vragen mag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Snip.… Madame Lebeau.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb135">[<a href="#pb135">135</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> O. Wist niet dat die juffrouw ’n zoo gedistingeerden bijnaam.… Hope heeft u aan dat
+gerenommeerd adres ’n laatst telegram gestuurd—op de andere kreeg ze gister en eergister
+geen antwoord …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>eenigszins ontstemd</i>).</span> Hope?… Hope?… Is Hope hier?… Bij mama?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Verwondert u dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Och nee. En och ja. ’k Weet ’t niet <span class="stage">(<i>loopt een weinig geprikkeld op en neer</i>).</span> Dat heb jij ’r toch niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik begrijp niet wat u bèdoelt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Of jij.… Doet ’r niet toe.… Geef me ’n sigaret. ’k Ben wee van honger.… Me geen tijd
+gegund te dineeren. Merci.… M’n handen trillen nog van den stuurstang <span class="stage">(<i>lucifer aannemend</i>).</span> Merci <span class="stage">(<i>zakt in den stoel voor het raam</i>).</span> ’k Dacht waarachtig, dat ’t deze keer.… ’k Zou ’r enorm spijt van gehad hebben.…
+Want al ben ’k ’n dozijnmaal, op de ongelegenste momenten opgeschrikt—niet waar?—al
+is ’t goddank—geloof jìj an zoo’n sinjeur daar boven?—ik niet!—al is ’t goddank telkens
+met ’n sisser afgeloopen—één keer moet ’t gebeuren—en dan zou ’t meer dan beroerd
+zijn, als je die oogen voor goed gesloten vond.… Duurt ’t nog lang daarbinnen?… Kan
+’k kloppen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ze zullen wel dadelijk komen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ze?… Ze?… O ja.… Attent van die kleine Hope. Dus diè heeft Snip, Snipje, ’n dépêche
+gezonden.… Charley, boy, ik geloof.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb136">[<a href="#pb136">136</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> U gelooft?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal. Niemendal. ’k Geloof heelemaal niet—zei ’k straks al.… Kan ’k me handen
+ergens wasschen?… ’t Bloed van de patrijzen—heele koppels hebben we onder schot gekregen—ja
+waarachtig!—kleeft ’r nog an—zoo gehaast als ’k in de auto van Beelaart gesprongen
+ben, toen de manke boschwachter op ’n fiets—dat had je moeten zien—een kruk zoo en
+een zoo—me de boodschap van Snipje kwam brengen.—Is hier geen waschgelegenheid?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Hiernaast op 59—de kamer van Hope.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De kamer van Hope?… Nee.… Wetboek van Strafrecht, artikel—artikel.… Nou welk artikel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Begrijp u niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat ’s de tweede maal, dat ’k voor jou te diepzinnig ga <span class="stage">(<i>werpt de sigaret uit ’t raam</i>).</span> Deugen niet—die papieren dingen van de régie.… Heb je Suus meegebracht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee. Ze—ze kon niet zoo op slag mee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hoe laat ben je uit Trouville vertrokken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Vannacht—ja vannacht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Je zegt dat of je ’t zelf niet precies weet.… Maakt de kleine Ninette ’t goed?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Uitstekend.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De bronchitis heelemaal weg?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb137">[<a href="#pb137">137</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Totaal. En gelukkig. Als dat kind wat overkomen was.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nou dan niets—u kunt u voorstellen—of misschien ook niet—hoe je van zoo’n baby houdt.…
+Ik dweep met ’t goudkopje <span class="stage">(<i>een portretje uit z’n portefeuille nemend</i>).</span> Dat is ’t laatste kiekje aan ’t strand van Trouville <span class="stage">(<i>kust het</i>).</span> Als ’t u interesseert <span class="stage">(<i>reikt het over</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pretendeert dat de een of andere nuance van hatelijkheid—„als ’t u interesseert”—omdat
+ik deze maanden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Laten we zeggen ’t heele jaar—van af Nieuwjaar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>knikkend</i>).</span> Van af Nieuwjaar—merkwaardig geheugen heb jij!—geen gelegenheid heb kunnen vinden?…
+Charley, boy: waar ik bezoeken afleg, letterlijk waar, krijg ik verwijten.… Prachtig
+snuitje.… Ik kom honderd jaar tekort.… Precies je vrouw.… De dagen vliegen, de weken
+raken zoek, de maanden trek ’k met mudjes van den kalender.… Ja, daar zul je plezier
+van hebben.… Mooi kind.… Leuk kind.… Mag ik ’t bij me steken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’k Heb ’r maar één. En dan, beste oom—wat moet ù met ’n portretje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat ik met portretten moet? ’n Half dozijn draag ’k ’r bij me … <span class="stage">(<i>in z’n binnenzak tastend—dan <span class="pageNum" id="pb138">[<a href="#pb138">138</a>]</span>aarzelend</i>).</span> Nee. Je heb gelijk. Merci <span class="stage">(<i>reikt het over</i>).</span> Heb je Suze daar ook?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> M’n vrouw—nee. Of misschien hier … <span class="stage">(<i>doorzoekt de portefeuille</i>).</span> Nee. Zeker verlegd <span class="stage">(<i>in de slaapkamer weerklinkt gelach</i>).</span> We behoeven ons voorloopig niet ongerust te maken, oom—zoolang ze in dié stemming
+zijn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tant mieux! <span class="stage">(<i>staat op, klopt zachtjes</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Charles, Dolf, De Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>met de champagne-flesch en het presenteerblad</i>).</span> Sust!… Nee vooral niet binnen!—Dolf?… Meneer Dolf van Walden? Herkent u me niet meer?…
+Linden.… Jan Linden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pardon—mogelijk dat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>de flesch in den koelemmer stellend</i>).</span> Ik heb uw schoenen nog in ’88, ’89 gepoetst—ik heb op één avond drie snijkoeken moeten
+slikken, omdat ù zich verbeeldde, dat ik ’n speld binnen had gekregen.… Boven de handschoenenwinkel
+in de Breestraat—met aan de overzij ’t Stadhuis.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben jij—ben u.… die kleine bleeke Jan, die.… Kerel, ben jij al dokter? <span class="stage">(<i>schudt z’n hand</i>)</span> En mama?.… We hebben daar zoo luidruchtig hooren lachen.… Is ’t weer zoover beter,
+Jan of Linden of dokter.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb139">[<a href="#pb139">139</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hou je bij Jan, Dolf—dat is de makkelijkste herinnering, niet? Mevrouw van Walden—jongen,
+jongen, wat ’n damp van de sigaretten—mag heusch niet, meneer—je mama, Dolf—’t doet
+me verbazend genoegen, je na zooveel jaren weer ’ns te zien—je ben d’r niet minder
+op geworden, ouwe kameraad!—je mama—ja, ’k dùrf geen meening meer zeggen—bij dat soort
+hartaandoening blijft ’t tasten.… Eergister en gister en vanmorgen nog, had ’k ’r
+formeel opgegeven—en nu.… Niemand weet ’t. Niemand. Als ze zich kalm houdt, ’t spreekt
+vanzelf dat ze ’t bed niet uit mag, bestaat ’r kans—’n heel zwakke kans.… ’t Eenige
+wat ’k beslist aanraden moet—en wat je gezond verstand je zal ingeven: ook al krabbelt
+ze weer op—je moet ieder oogenblik te bereiken zijn—versta me wel iéder oogenblik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jantje—’t zelfde hoor ’k twee jaar lang—je collega die ’r in de stad behandelde, heeft.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.…</span> Ons om ’n haverklap getelefoneerd of geseind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zooals jij vandaag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Natuurlijk, natuurlijk—maar iedere dag kàn ’t noodlottig zijn. ’t Was hoogst-bedenkelijk—hóógst.
+En daarstraks, na ’n met moeite gedronken glas champagne, werkte ’r hart weer bijna
+normaal, liet ze ons schudden van ’t lachen, omdat ze beweerde zóó’n eetlust te hebben,
+dat ze minstens driemaal ’t menu van de table-d’hôte, telkens van voren af aan, zou
+kunnen eten. En toen ik zei, dat zoo iets ’n weinig <span class="pageNum" id="pb140">[<a href="#pb140">140</a>]</span>bezwaarlijk moest zijn, antwoordde ze droog, dat ’r overleden man ’t eens tweemaal
+gedaan had, nà ’n officieel diner, waaraan de koning had aangezeten, en waarbij niemand
+’n vollen mond durfde nemen, omdat Zijn Majesteit elke <i>plat</i> liet passeeren, en alleen ’n <i>cure-dent</i> verlangde, die ’r niet was.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!… Heel goed!… Maar doe me verder ’t genoegen, Jan—kerel, wat heeft de praktijk
+jou ’n buikje gegeven!—en praat niet meer over dineeren. Zoo als ’k mama heb gezien,
+moet ’k met overleg iets uitzoeken—geeuwhonger.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geen tijd gehad?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tijd? Tijd?… Twaalf uur per dag, vijf vingers aan elke hand, kom ik tekort. Zou jij
+even de karaf water van Hope—die kleine attente Hope!—van Hope ’r kamer willen krijgen,
+Charley?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Om uw handen te wasschen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> M’n handen wasschen?… Wou je hebben dat ’k dat zoo maar hier? <span class="stage">(<i>bootst het na</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> O, met ’n glàs?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee, neefje. Voor de bloemetjes. <span class="stage">(<i>Charles in de kamer links af</i>).</span> Hoe vindt je ’m, de zoon van m’n broer? Nette jongen, hè?… Wat gesloten—te vroeg
+getrouwd—drijven van … <span class="stage">(<i>tot Charles, die met de karaf terugkeert</i>).</span> Merci—merci! Nee, laat mij ’t liever doen. Zoo—de blaren vallen al af—symbool van
+de vrouwtjes, Jan—je bewondert ze—je plukt ze—dat wil zeggen: zij plùkken jou, <span class="pageNum" id="pb141">[<a href="#pb141">141</a>]</span>terwijl je ze plukt—en als je ze ’n paar dagen in ’n bezeten stemming bezeten heb—geweldig
+die echo van woorden, hè?—regent ’t verdorde ideaaltjes—hou je zoo’n ding als dit—<i>en profond négligé</i> over … <span class="stage">(<i>werpt lachend ’n stengel uit ’t venster</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Met je permissie—’t beste laat je schieten—’t stuifmeel, ’t vruchtbeginsel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> ’r Is niet één beginsel dat voor mij ’n beginsel is—Charley stop je ooren toe—ik
+ben de slechtste mentor voor jong-getrouwde mannen—èn vrouwen, hahaha! Kan ’k bij
+mama, dokter? Wat klinkt ’t verduiveld gek, zeg, jou dokter te noemen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, nee, nee!… Vooral niet binnengaan! Ze mag niemand zien. Rust, rust en nog eens
+rust. Morgen misschien, als de nacht kalm doorgebracht wordt.… Ben je zoo van de jacht
+op reis gegaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nog geen twee minuten na ’n prachtige haas te hebben neergelegd—roetsch, roetsch in
+de auto van Beelaart—roetsch ’n boerekar ondersteboven—roetsch, binnen de drie uur
+hier—vanmorgen twaalf uur gepicnict.… Zou ’k me wat laten brengen?… <span class="stage">(<i>een dekschaaltje op de zijtafel oplichtend</i>).</span> ’n Gestolten lamskoteletje.… <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Heb jij dat besteld?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee. Hope moet ook nog eten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ook nog?… Bij half negen!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan kun je samen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Sàmen—met … Met-è … soupeeren?… Nee<span class="pageNum" id="pb142">[<a href="#pb142">142</a>]</span>—Hope en ik hebben zoo af en toe—af en toe.… Ik hou niet, of minder, van wat je ’n
+moderne, ’n moderne vrouw, noemt—en zij heeft zoo eenige bezwaren tegen mijn levensbeschouwing—als
+je mijn methode zoo’n wel-overwogen naam kunt geven <span class="stage">(<i>tot Charles</i>).</span> Charley, boy, kruip je heelemaal weg op ’t balkon?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Hier hindert m’n sigaret niet—en misschien hebben de heeren te praten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heelemaal niet, jongen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’t Is zulk zacht weer—’k zit liever hier—’k zal nog enkel ’n tweede kop nemen <span class="stage">(<i>komt van het balkon, vult zich een tweede kop—gaat weer buiten</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En ik stap op.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat heb je ineens zoo’n haast?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We zien mekaar, hoop ’k, dezer dagen méer en onder rustiger omstandigheden. Loop je
+eens bij me aan—je ben nog niet éen keer op de Stichting geweest.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De Stichting van mama?… Praktiseer jìj daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Je ben wél op de hoogte, uitnemend op de hoogte van de dingen, die je mama interesseeren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kerel: ik vind ’t allemaal braaf en christelijk en voortreffelijk en hoe-je-’t-meer-noemen-wil—maar—maar:
+ik ben eenmaal anders—ik voel ’r zoo <span class="pageNum" id="pb143">[<a href="#pb143">143</a>]</span>wanhopig-weinig en mogelijk toch weer ’n massa voor.… Toen ’t gebouw in aanbouw was,
+de kinderen nog in de barak logeerden, wou mama met geweld dat ik de eerste-steenlegging
+bij zou wonen. Dat heb ’k gedaan. De heele speech van dien dominee—die met ’n wràtje
+op z’n kin—dat ’s ’t eenige dat ’k van ’m onthouen heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Heb ’k me gloeiend in de meer dan gloeiende zon staan vervelen en ergeren—mama kreeg
+’n uitbrander voor ’r ferme daad—ik ’n dozijn steken onder water—m’n gestorven ouwe
+heer werd ’r bijgesleept—als ’r geen paar beeldjes van kopjes bij waren geweest, met
+gedekoleteerde halsjes om te zoenen, zou ’k waarachtig uit den band zijn gesprongen!…
+Die eene met gitzwarte oogen en ’n moedervlekje hier—is die nog verpleegster geworden?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Zwart haar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Juist—ze werd met Annie, meen ’k, aangesproken.… <span class="stage">(<i>De dokter schiet in een lachbui</i>).</span> Wat lach je?… Schei uit!… Is ’t zoo grappig?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>).</span> Onbetaalbaar.… Daar zal ze van mee profiteeren, als ’k thuis kom (lacht weer).</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Daar ga ’k bij zitten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik ook.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben je klaar met je lachen?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb144">[<a href="#pb144">144</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja. Eindelijk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is die ’r nog?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja, Dolf. En als je ’r niet boos om ben—ik was zoo vrij ’r te trouwen, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hartelijk gefeliciteerd, kerel. Wel dat doet me màchtig pleizier. Jij heb altijd smaak
+gehad, hè?… Altijd. Ja <span class="stage">(<i>begint zelf te lachen</i>).</span> Heel aardig. Dat ’s me nòg eens gebeurd—en ’n beetje erger—voorverleden week in Châtelard—’n
+engel van ’n vrouw, groot, slank—heelen dag mee geflirt—volkomen correct—snap je!—Bij
+de pousse stapt ’n mormel van ’n mannetje binnen—’n bouwval—’n antikiteit. „Kijk eens
+om, madame”, zeg ik: „’n vogelverschrikker in ’n smoking”.… Ze kijkt om, laat ’r kopje
+haast vallen—stelt me voor: „Mon mari—mon mari”.… ’k Heb je daarnet toch niet beleedigd,
+ouwe Jan van boven de beruchte sigarenwinkel-in-de-Breestraat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span>.… Handschoenenwinkel.… Boven de sigarenwinkel woonde je niet meer.… ’s Nachts hebben
+we je door ’t raam verhuisd, omdat de ploertin eerst ’r beer betaald wou hebben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha.… Ja-ja! Nee maar zeg—’r blijft toch niets van de nonsens hangen—’k vond ’r
+op m’n woord lief, charmant—maar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> We—wè hopen je bij ons te zien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb145">[<a href="#pb145">145</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zou ’t voor jou ook geen tijd worden, Dolf? Die historie met die juffrouw Lebeau.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb jìj Hope ’t adres gegeven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik? Hoe kom je daar op? Ze wist ’t—iedereen weet ’t.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>gepreoccupeerd</i>).</span> Zoo.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ik dacht geen jaar geleden, dat jij <span lang="fr">père de famille</span>, dat je getrouwd was.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee. ’k Heb ’t nog niet verder dan tot ’n bedriegelijke nabootsing van ’t huwelijk
+kunnen brengen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jammer. Wij hebben ’n pracht van ’n villa, met uitzicht op zee—alleen beneden ’n suite
+van vijftien meter, vijftien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Excellent om te kegelen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Je ben positief dezelfde. Maar die befaamde vrouw—uit dat schandaalproces.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja ’t is niet in den haak—„voorwaar niet” zou dominee-met-’t-wratje zeggen.… Malle
+geschiedenis geweest—de kennismaking—de eerste eenzame liefdesnacht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Eenzaam?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hopeloos. Met de odeurtasch van je adoratie achter te blijven.… Dat was drie maanden
+geleden. Langer kan ’t niet. ’k Ben zelden langer dan drie maanden in de bedriegelijke
+nabootsing. We nemen ’n hotel, ’n groot hotel van over de vijfhonderd <span class="pageNum" id="pb146">[<a href="#pb146">146</a>]</span>kamers—dat’s te verkiezen—Zij drinkt ’n flesch met me—verwijdert zich even—wil naar
+de kamer terug—heeft ’t nummer vergeten—gaat na ’n kwartier zoeken naar den portier—die
+vraagt ’r den naam van ’r màn—Scène-à-faire voor ’n theaterstuk: ze kent me na de
+korte kennismaking enkel bij m’n vóórnaam—Stel je voor, Jan: geen nummer van de kamer,
+geen naam van den man.… Hoogste tragiek.… De eigenaar van ’t hotel wordt door den
+portier gewaarschuwd, dat-ie voor ’n puzzle staat—Snip mag heelemaal niet meer binnen—familiehotel—goede
+naam—enzoovoort … Ik na ’n kwartier aan ’t zoeken—hoor wat ’r gebeurd is—eclipseer
+met de odeurtasch … Zou jij ’n vrouw na zoo’n hevig-bewogen avontuur, zònder ’r odeurtasch
+laten? Nee, nietwaar? Zoo hebben Snip en ik mekaar „gevonden”. En als ’k Snip, Snipje,
+niet gekend had, zou je je dépêche vanmiddag aan ’n ánder hart onder ’n ánderen duren
+hoed met struisvogelveeren—gister betaald—hoedje van zeshonderd gulden—hebben moeten
+lanceeren, boy.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v11.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v11.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, de vorigen</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Slaapt mevrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, dokter. <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span> Goeien avond, meneer <span class="stage">(<i>hij buigt</i>).</span> Mevrouw wou meneer Charles graag éen oogenblik zien.… Is-ie weg gegaan?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb147">[<a href="#pb147">147</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee, nee, nee—present! <span class="stage">(<i>stapt van het balkon</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe weet mevrouw dan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ze hoorde stemmen … Toen vroeg ze … En ik wist niet beter …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, meneer Van Walden—vanavond niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Zou ’t liever wel permiteeren, dokter—u kent mevrouw: als ’k ’r niet had tegen
+gehouden, was ze opgestaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Kom, kom, kom, kom!… Gekheid.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ze ligt de avondeditie te lezen—zóó opgemonterd als ze zich voelt … Waarom dan niet
+even bezoek?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Natuurlijk—natuurlijk. We zullen ’t héel, héel kort maken, Jantje …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Geen sprake van—en nog wel twee tegelijk!… Op uw horloge ’n halve minuut, meneer Van
+Walden—en jij Dolf: morgen … Ik doe ’t met displeizier, en om de <span class="corr" id="xd33e8369" title="Bron: patient">patiënt</span> niet te contrarieeren.—Weinig praten en weinig láten praten, meneer!—En mag ik tegelijk
+afscheid nemen—ik kan niet langer blijven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Tot morgen dokter! <span class="stage">(<i>af met Hope in de slaapkamer</i>)</span><span class="corr" id="xd33e8380" title="Bron: ,">.</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dokter, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ga je heusch?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb148">[<a href="#pb148">148</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Me dunkt. ’n Dik kwartier verbabbeld. Zien we je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Op handslag … Aardig die kleine Hope in ’r kostuum, hè?… Jammer dat ze zoo … Dat beroerde
+bij de tegenwoordige vrouwen, hè—’t haar als ’n kloosterzuster—de hoed zonder ’n veer—moet
+’k met dierbare Snip over praten—heele besparing … Is jouw vrouw ’n vróúw—wat je noemt
+’n vróúw—of is ze ook zoo’n verschijnsel met aangewaaide ideeën—type eenvoud?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf—je krijgt me niet meer an ’t babbelen!… Kom je overtuigen, hahaha!… Tot ziens.
+Je hoeft me niet uit te laten. Denk ’r an: jij mag pas morgen op bezoek gaan. Rust,
+rust.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>in de deur</i>).</span> Zeg Jantje …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ben je nog altijd zoo’n liefhebber van schaken?… Je gaf me ’n raadsheer of ’n kasteel
+voor, herinner je je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Ja, ja.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Spelen we morgen ’n partij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Uitstekend. Bij mij thuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Goed. Morgenavond. ’t Zal me ’n genoegen zijn met je vrouw kennis te maken. Jij ben
+’n beste kerel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Adieu. Adieu.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb149">[<a href="#pb149">149</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Charles, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>kijkt het boek van Hope in, leest ’n moment, glimlacht, bladert verder, houdt ’n bundeltje
+gedroogde viooltjes tusschen de vingers, zit in nadenken, klapt het boek vroolijk
+dicht, schenkt zich een glas champagne in, drinkt dat snel leeg, herneemt het boek,
+bekijkt nog eens aandachtiger de gedroogde viooltjes, schrikt, sluit het boek, wacht
+tot Hope de deuren dichtgeschoven heeft</i>).</span> Nou? Hoe vond je<span id="xd33e8447"></span> mama?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dezelfde van vroeger.—Als ze morgen zoo is, reis ik weer rustig af.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je zegt dat of ’r iets voorgevallen is—Zoek je wat Hope—juffrouw Hope?—Daar ligt ’t.…
+<span class="stage">(<i>overhandigt haar het verlegde boek</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u. <span class="stage">(<i>zet zich in den leunstoel voor ’t raam—leest met bedoeling</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb je iets, Charley, boy? Zeldzaam hoe jij zónder snor op die dominee-met-’t-wratje
+lijkt, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Beetje zachter, meneer—mevrouw zou gaan slapen. Dat lachen is te hooren …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik dacht dat jij zat te lezen … Nou Charley, hoe heb ’k ’t met je?… Ga je zoo gezellig
+heen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles</span> <span class="stage">(<i>kalm</i>).</span> Grootmama sprak ’r van waar Hope bij was—ik hoef me dus voor Hope niet in acht te
+nemen—’r hindert me inderdaad wat! <span class="stage">(<i>tot Hope, die naar haar kamer gaat</i>).</span> Je hoort toch, dat ’k voor jóú geen geheimen heb …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb150">[<a href="#pb150">150</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Praat u liever zonder ’n vreemde ’r bij.… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> In elk geval kan ’k nu vrijer m’n opinie zeggen.… Oom Dolf—hoe ù doen zal, weet ’k
+niet, maar ik zal me ’r deze keer beslist nièt bij neerleggen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>droog</i>).</span> <span lang="en">Money-matters</span>?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Geldzaken ja. Grootmama heeft de intentie de Stichting, die al zooveel nutteloos geld
+verslonden heeft—geld niet te berekenen!—’n enorm legaat te vermaken—En omdat dat
+wettelijk zonder uw en mijn toestemming niet kan, niet mag, vroeg ze me of ik ’r voorloopig
+belóven wou met ’n beschikking van dien aard genoegen te nemen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Ik heb ’r in deze situatie niet dadelijk willen weigeren—’r enkel gezegd dat de dokter
+veel praten verboden heeft, dat we morgen <span lang="fr">à tête reposée</span>… niet waar—vindt u niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik vind dat verschuilen achter ’n doktersadvies niet bepaald recht door zee—niet <span lang="en">straight forward</span>, Charley … Hoe groot zou dat door ons goed te keuren legaat moeten zijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’n Rente van ’n halve ton per jaar—dat is schappelijk berekend ruim ’n miljoen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Tegen vijf procent—en die maak je niet op soliede manier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Met wat ’r al in de historie zit, wordt ’n <span class="pageNum" id="pb151">[<a href="#pb151">151</a>]</span>fortuin, ’n fortuin, verkwist—Ik kom voor Ninette op—ik dènk ’r niet aan, dènk ’r
+niet aan—de excessen van grootmama, dat links en rechts „weldoen” met geld dat welbeschouwd
+’t hare niet is …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ho. Ho. Niet zoo galopeeren. ’n Beetje maat houden in je edele verontwaardiging, Charley.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Met genoegen, maar alsjeblief niet die hinderlijke toon, oom, of ’k nog de jongen
+van de kostschool ben …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij schiet vanavond met iets anders dan los kruit, neefje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Des te beter. ’k <span class="corr" id="xd33e8561" title="Bron: heb">Heb</span> lang genoeg over me láten beschikken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>koel</i>).</span> Toch niet door mij, wel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Door u?… Och u … <span class="stage">(<i>verbitterd</i>).</span> U had andere zaken en bezigheden dan naar mij om te kijken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik zei je al, toen je me ’t portretje van Ninette liet zien, dat jij van nuances van
+hatelijkheid schijnt te houden.… Snip pleegt daar ook in den vroegen morgen specialiteit
+in te zijn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Merci voor uw ernstigen toon, oom. Maar ik verzoek u er nota van te nemen dat ik weiger—in
+ronde woorden weiger.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <i>Ik</i> heb je toch niets gevraagd? Wil je zoo ridderlijk zijn zelf ’t woord te voeren?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb152">[<a href="#pb152">152</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Dat zal ’k. En om onaangenaamheden te ontgaan, lijkt ’t me ’t beste ’t antwoord uit
+Trouville te schrijven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jawel. Maar doe ’t aangeteekend. Dat is meer businesslike, zakelijker, verstandiger—brieven
+kunnen zoek raken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> ’t Zal toch heusch tijd worden, oom, dat u minder ironisch met me omgaat.… Grootmama
+heeft me naar die ellendige kostschool gezonden—grootmama heeft ’n vrouw voor me uitgezocht—heeft
+’t huwelijk bedisseld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij begint los te komen of je mishandeld ben geworden—of je vrouw ’n last voor je
+is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar blief ’k mijn gedachten over te hebben. Ik zeg alleen, dat de grens bereikt is—ik
+laat niet disponeeren over.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Je erfdeel—ouwe, beminnelijke familie herrie, wanneer ’t zoover is.… <span class="stage">(<i>hard</i>).</span> Maar ’t is gelukkig nog niet zoover.… ’t Spijt me Charley, dat de eerste keer dat
+je eens prettig met me uitpraat—dat je gezicht ’n andere dan de bekende plooi heeft—dat
+je minder gereserveerd doet—dat je net die éérste keer zoo ongegeneerd van stapel
+loopt, terwijl ’t goeie, beste, onzelfzuchtige mensch, dat menig nachtje bij je opgezeten
+heeft, toen jij nog nièt ’t „goddelijk oordeel des onderscheids”, dat je nu bezit,
+had, mogelijk in ’r laatste uren ligt te becijferen, wat ze voor derden nog <span class="pageNum" id="pb153">[<a href="#pb153">153</a>]</span>doen kan.… Fidonc. Je ben ’n egoïst lid, om zoo onsmakelijk je zelfstandigheid op
+te vatten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Egoïsme schijnt ’n familietrek, oom … Ik heb u nooit minder getaxeerd … <span lang="fr">Au revoir</span>. ’t Is beter ’t gesprek niet voort te zetten <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Ik zal grootmama schrijven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Aangeteekend, jongen! <span class="stage">(<i>loopt grimmig op en neer, schelt—klopt aan Hope’s deur</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dolf, de Kelner</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Heeft u me noodig, meneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zou jij anders niet komen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk wel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—ik heb voor jou ’t grootste respect.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk</i>).</span> Jawel, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Waarom zeg je dat „jawel” met dat vervloekte „meneer” ’r bij—op de ouwe haatdragende
+manier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik ben niet haatdragend.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kom nou—op m’n eerewoord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="sic">Doe</span> u me één genoegen—en maak niet zoo’n misbruik van eerewoorden … Eer is zoo’n bijzonder
+ding voor ’n vróúw …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Door ’n man zou ’k me zoo iets niet laten … <span class="pageNum" id="pb154">[<a href="#pb154">154</a>]</span>En in jouw mond klinkt ’t leuk … Jij heb ’n methode <span class="stage">(<i>met nadruk</i>)</span>… Hope—ik vraag je zoo echt en zoo welgemeend excuus voor m’n gemeenheid van dien
+avond!—Ik heb geen bedoeling, geen bijbedoeling—’k voel enkel de behoefte je met genegenheid,
+met eerlijke vriendschap, de hand te drukken … Wees niet stijfhoofdig …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, meneer! <span class="stage">(<i>weigert de hand. Geklop</i>)</span> Binnen. Wat is ’r?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Vous avez sonné …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Breng jij ’ns vlug ’n biefstuk of ’n chateaubriand of ’n entrecote—met pommes frites—<span class="stage">(<i>tot Hope</i>).</span> Màg ’t hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’r <span class="corr" id="xd33e8720" title="Bron: is">Is</span> gedekt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En wat groenten …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Pointes d’asperges?… Epinards?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Pointes d’asperges.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner.</span> Et après …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal. Verdwijn! ’k Val flauw. <span class="stage">(<i>Kelner af</i>).</span> Hope, schenk je vergiffenis?… ’t Heeft me zoo gefrappeerd dat jij weer bij mama terug
+ben, dat jij me—me—seinde—jij … na m’n onhebbelijke, lage, laffe, liederlijke—meer
+adjectieven zul je wel niet verlangen!—behandeling, dat ik goed met je móét worden …
+Die bloemen zijn voor jou …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u—zal ik nièt accepteeren.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb155">[<a href="#pb155">155</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> ’n Páár kun je ’r drogen zooals die in je verzenboek …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>schrikkend</i>).</span> Begrijp u niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De derde keer! Nièmand begrijpt me vandaag! Race van onbegrepen naturen! De boschviooltjes
+die ’k dien fameuzen Zondag—die ’k zóó dicht bij ’t water greep, dat jij m’n hand
+moest vasthouen—liggen die niét in dat buitengewoon boek gedroogd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat boek heb ’k geleend—die bloemen interesseeren me niet! <span class="stage">(<i>laat ze er uit vallen—wil naar haar kamer terug</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dus—géén wapenstilstand?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’r geen oorlog is, hoeft ’r niet over wapenstilstand gesproken te worden.… <span class="stage">(<i>nieuw gebaar naar de kamer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik had dien nacht wat te veel champie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hoe langer u ’r op doorgaat—hoe onkiescher ’t vooral voor mij is—voelt u dat niet?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Eén woord van je, Hope.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>bitter</i>).</span> Vanmorgen, terwijl ’k me aankleedde, had de kelner, die straks hier was, de impertinentie
+binnen te komen—zonder kloppen—ik stond in m’n onderlijfje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Goed dat je ’t zegt.… De kwajongen!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dien avond—toen u te veel „champie”—<span class="pageNum" id="pb156">[<a href="#pb156">156</a>]</span>nee, nu zàl ik ’t zeggen—toen u te veel gedronken had, dee u èrger.… Als ’k niet geschreeuwd
+en gegild had—als er geen dienstboden bóven hadden geslapen—zou u.… <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span>.… Terwijl u wist hoeveel ik tóén—tóén—lach niet: dat’s uit, ùit—hoeveel ’k tóén van
+u hield … <span class="stage">(<i>met bedwongen tranen</i>)</span>.… Dien heelen nacht heb ik liggen huilen, dacht ’k die beleediging—dat ’n vrouw zóó
+schandelijk in ’r bed te overvallen—dat ’n vrouw als ’n dier willen behandelen—had
+ìk reden gegeven?—ooìt?—niet te boven te zullen komen.… U had geen respect voor ’t
+dak van uw mama, die meer dan ’n engel voor me was—geen consideratìe voor m’n herinneringen,
+geen ontzag voor de beste, liefste dingen van ’n meisje, dat in de droomen van ’r
+kamer zoo laag, zoo ontuchtig opgeschrikt wordt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wàs toen ’n bruut, Hope—had je den volgenden morgen—daar: op m’n knieën excuus
+willen vragen!—jij was geëclipseerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En m’n brief van vier—zès zijdjes, ’n vol uur werk!—bleef beantwoord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Natuurlijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat kon ’k meer doen?… En summa summarum, Hope-lief, àls ’k ’t zeggen mag—dat lijkt
+nu nog alles ’n tragedie—’n half Sabijnsche maagderoof—’n … <span class="stage">(<i>posteert zich voor haar deur</i>).</span> Nee, je gaat ’r niet vandoor!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb157">[<a href="#pb157">157</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dat zal van uw toon afhangen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Heb nu maar één glas gedronken, Hope—en mama ligt daar, Hope—en wànneer ’k ’n Blauwbaard
+ben, Hope, ben ’k toch ook nog ’n beetje gentleman, waarachtig ’n beetje—een, die
+fair genoeg is zich te schamen over ’n laagheid … Ga je nu weer dáár zitten?… Spelen
+we verstoppertje …?… <span class="stage">(<i>zet zich over haar</i>).</span> Enkel twee vragen.… Klopt ’r niets, niets meer voor me onder dat charmante verpleegsterskostuum,
+dat je prachtig staat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer, ik ben in geen stemming.……</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wel.… Tweede vraag—en sérieus, Hope—zoo sérieus als ’t bij ’n bed, dat ’n sterfbed
+had kunnen zijn, mogelijk is!—zeg jij jà, wanneer ’k je … wanneer ik je … wanneer
+ik je.… Dat is driemaal.… Hahaha!… ’k Zit te hakkelen, als ’n jongen van de Burgerschool.…
+Dat komt, omdat de knot van je haar me geweldig biologeert.… Kun je je nu niet zoo’n
+heel klein tikje naar me toedraaien?… Hope!… Moet ’k alleen je haarknot en ’n schattig
+stukje oorlel zien—als ik je vriendelijk verzoek meelij met ’n ouwen doordraaier te
+hebben, door ’m te tróúwen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Foei!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Foei?… Is de vraag zoo misdadig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k die schandelijke inval in m’n kamer, <span class="pageNum" id="pb158">[<a href="#pb158">158</a>]</span>dat twee, driemaal met geweld ’n omhelzing opdringen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat heb je ze wanhopig-precies geteld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k dat zou kúnnen vergeten—zou de nieuwe grofheid.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nièuwe grofheid?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>scherp</i>).</span> ’t Vereerend aanzoek, terwijl we u seinden bij de dame—de dame—waarmee ’k diep meelijden
+voel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Meelij met de brave Snip?… Sta jij nog zóo groen tegenover ’t leven, dat je me voor
+’n hartebreker bij ’n vrouw, die ’r liaisons als ’n záák behandelt, aanziet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Doet ù ’t anders? Als zij geld aan-neemt—is ù ’t toch, die ’t gééft? ’n Vrouw, die
+’r hand ophoudt is meelij waard.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha, ’n wel duur handje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> De man, die betaalt, kóópt—daar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die vin jij ’n schavuit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>rustig</i>)</span>.… Erger.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci. Bijzonder dankbaar. Maar wanneer ik zoo’n climax van schelmerij ben—één lachje,
+Hope, en ’k krijg de delikaatste kuiltjes in ’n paar niet te beschrijven wangen te
+zien … nee?…—wanneer ik ’n ongewoon specimen van verdorvenheid lijk—<span class="pageNum" id="pb159">[<a href="#pb159">159</a>]</span>op ’t punt in de armen der Snippen en Snipjens onder te gaan, brrr!, steek jij me
+dan ’n stroohalm toe.… Daar heeft de ellendigste drenkeling recht op.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>de schouders ophalend</i>).</span> Och, u heeft geld genoeg ’n beter houvast te betálen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jij praat met de rancune van ’n ouwe vrijster! Hoe leelijker ’n vrouw is—hoe sekuurder
+ze zitten blijft—hoe ongezoutener ze tegen beulen als ik tekeer gaat. Maar jij: waarom
+doe jij zoo zwaar-op-de-hand zoo als ’n christelijk grootmoedertje, zoo.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Dat is ’n puzzle, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Iets voorwereldlijks.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>bitter</i>)</span>.… En vervelends.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> De nonnekap zou je nog meer flatteeren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Jachtcostuum flatteert u—ieder z’n keus niet waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Alweer merci!—Hoe edeler ’t wild—hoe prikkelender de tegenstand—Kom nou, Hope.… Die
+maanden en maanden na de gebeurtenis, ben je niet uit m’n gedachten geweest—M’n dolle
+streken waren voor negen tienden baloorigheid.… ik hóú van je. Ik kan—zoo waarachtig
+als ik geloof te leven—ik kàn niet buiten je.… Zoo groot is geen minachting.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>stil</i>)</span>.… M’n moeder is verleid, als meisje <span class="pageNum" id="pb160">[<a href="#pb160">160</a>]</span>van achttien—heeft zich van kant willen maken, toen hij, zoo een als u, ’r verliet—met
+’n fooi voor ’t kind dat nog geboren moest worden—met ’n fooi—met ’n fooi. Ik heb
+’r nooit gekend, heb ’r niet zooveel duizend maal kunnen danken, als ze duizend maal
+tranen gehuild moet hebben.… Voor m’n vader—vader!—voel ’k de diepste, diepste verachting.…
+En geen mogelijkheid, om ’m ’r iets van te zeggen—’k weet z’n naam niet—<span class="stage">(<i>wraakzuchtig</i>)</span>—tot m’n spijt—tot m’n innigste spijt! Nou kan u nagaan hoe ’k over u denk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dien dag van de boschviooltjes dacht je toch minder puriteinsch—ik heb m’n doen en
+laten nooit onder leugentjes gemaskeerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dien dag ja.… Dien dag hóópte ’k, droomde ’k … dat u voor—voor invloed vatbaar was—en
+’k moest me in m’n eigen kamer—’s nàchts.. verdedigen.… ’n Week later had u ’n nieuwe
+liaison … <span class="stage">(<i>opstaand</i>).</span> Dat is nu zeker de laatste maal, meneer, dat we over ons „verleden” spreken. Over
+’n paar dagen, wanneer mevrouw vervoerd mag worden, ben ik weer in de Stichting—u
+in de „wereld”.… Laten we het mekaar niet lastig maken. Ik heb geen lust u de les
+te lezen—u nòg minder genoegen zoo’n weinig mondain discours op te houden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Was juist van plan ’t in meer mondaine paadjes te leiden.… Dus àlles tusschen ons
+uit?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Gesteld dat ’r iets bestaan heeft—dan ìs ’t uit.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb161">[<a href="#pb161">161</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!… Je ben om te stelen, Hope!… Ik heb nog nooit m’n schavuite-hoofd gestooten—en
+jij, jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> … En ik?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>met hartstocht</i>)</span>… Jij wil niet beter dan dat ik je weerbarstige handjes met geweld in de mijne neem,
+dat ik mijn lippen op de jouwe …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Liever zou ik me.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Zou je je.… Praat uit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ik heb geen achting voor u!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik voor jou dubbel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Man waartegen ik niet opzie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Hoeft niet. Je hóúdt, hóúdt, hóúdt van me, Hope—je wil je zelf en mij wat wijsmaken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Wijsmaken?… Wijsmaken, waar ’k geen grein eerbied … <span class="stage">(<i>schrikt</i>).</span> Daar klopt iemand. Straks heeft de kelner staan luisteren.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.13" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Mevr. van Walden</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Nee ik.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ben u opgestaan? De dokter.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mama, hoe dùrft u? ’t Was u verboden!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb162">[<a href="#pb162">162</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> M’n krant had ’k uit en toen méénde ik jouw stem te hooren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw, u moet dadelijk, dadelijk weer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hoe kunt u dat doen? <span class="stage">(<i>Omhelst haar</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ongehoorzaam moedertje! Ik blijf hier zóolang u me houden wil—maar u gaat naar uw
+kamer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>Hope afwerend</i>).</span> Nee kind—vijf minuten—op de klok af vijf—dan mag je desnoods met geweld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Spreek ’k óóit onwaarheid, Hope? Ik ben beter—de aanval is voorbij. Dat voel ’k zelf
+’t beste.… En—nee, ik neem den stoel bij ’t balkon—even de zee hooren—dank je!—en
+wou ik zeggen, als ’t ergste nièt voorbij is, dan wil ’k van ’t gevoel van opluchting
+profiteeren, om ’n oogenblikje, één oogenblikje met jou, jongen, te praten.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Praten doet u vooral niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Beslist niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Goed kinderen … ’k Zal matig zijn. Doe de deur achter me toe, Hope—’t trekt ’n beetje—’t
+raam in de slaapkamer staat open.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dan doe ’k ’t dicht. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dolf, beste jongen: dat meisje is meer dan ’n engel—dat meisje is ’n vrouw zooals
+<span class="pageNum" id="pb163">[<a href="#pb163">163</a>]</span>God ’r weinig geschapen heeft … Ik heb geluisterd. Ik weet dat ze—dat jij ’r ongelukkig
+maakt—dat ze … <span class="stage">(<i>Hope treedt binnen</i>)</span>.… Ik zei, Hope, dat ik de Stichting … Je mag vannacht niet opblijven, kind—onder
+geen omstandigheden—twee heele nachten heeft ze gewaakt, Dolf.… En jij—heb ik je in
+de jacht gestoord?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee. Nee. ’k Wou vandaag hier in de buurt …—toen hoorde ’k toevallig dat u in ’t zelfde
+hotel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Ja. Jawel. Mag ik ’t niet weten dat je gewaarschuwd ben? Ik ben niet bang voor den
+dood.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nou mama! Op uw honderdsten jaardag zullen we over dood beginnen te.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.…</span> Nee jongen—je hoeft ’r niet over heen te praten. Hope weet hoe ’k ’r over denk. ’t
+Leven is ’n reis—’n reis—Wie heengaat komt wat vroeger aan. En die reis maken we allen,
+is ’t niet?.… Hoe komt ’t dat ’k je zoo lang niet gezien heb?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Drukte. Buitengewone drukte, mama.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat is ’n genot hier voor ’t raam. Ja—’n buitengewoon genot. Neem ’n stoel, Dolf—dicht
+bij me—nog dichter—dan kan ’k zacht blijven spreken. Jij ook, Hope, m’n goeie, beste
+Hope. Zoo is ’t goed. Zoo zit ’k of me niets kan gebeuren. Jammer dat Charles weg
+is gegaan. Heb jij <span class="pageNum" id="pb164">[<a href="#pb164">164</a>]</span>bezwaar tegen ’n legaat, ’n heel groot legaat, Dolf—laat me je hand houden—dat ik
+per testamentaire beschikking aan de Stichting … ’t Staat in m’n wil … maar van kracht
+is ’t niet, zei de notaris—als jullie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Alweer over dingen waarover we na dertig jaar zouen spreken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> M’n jongen—gekscheer niet. Ik ben opgeschreven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nou mevrouw! Toe!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Op mijn leeftijd voel je precies—hoelang nog en <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> wanneer … Zul jij je niet verzetten?—Dolf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>).</span> Ik geef permissie me te onterven! Daar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> ’t Is ’n enorm bedrag.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Doe zooals u ’t zelf wil—’k vraag naar niets …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Ook niet waarom die Stichting me zóó na aan ’t hart ligt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mama—u heeft die liefhebberij—ik ’n àndere.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Liefhebberij? Nee—ik lieg niet—ik draag ’n schuld. Geef me ’n glas champagne, Hope.
+Ik ben toch ièts vermoeider dan ’k dacht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee mevrouw. Dan gaat u naar bed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Geef me ’n glas, Hope—je zou ’r later spijt van hebben. Ik wil, wìl van m’n schuld
+<span class="pageNum" id="pb165">[<a href="#pb165">165</a>]</span>vertellen—voor ’t eerst—en voor ’t laatst, omdat je alles toch onder de papieren zal
+vinden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—ga niet op die malligheid door! Als ù—ù—hahaha!—schuld heeft, nemen wij die
+graag over, niet waar, Hope?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e9266" title="Bron: ,">.</span></span> Natuurlijk, mevrouw—zulke gesprekken winden nutteloos op … Wil ik de deuren sluiten?
+’k Geloof dat de wind begint op te steken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden<span></span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Een glas—doe wat ’k vraag. Dank je <span class="stage">(<i>drinkt</i>).</span> ’k Kan op die manier aan de drank raken. Luíster. Ik zeg ’t zonder opwinding, omdat
+’k er overheen ben. ’n Halve eeuw jaagt de ergste gebeurtenissen uit je herinnering.
+Ik heb uit m’n eerste huwelijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Eérste?… Wat zegt u?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet in de rede vallen, jongen—uit m’n eerste huwelijk twee kinderen gehad—’n jongen
+en ’n meisje, was toen de vrouw van ’n—van ’n man waarvan ’k nièt hìeld, die me door
+m’n vader op was gedrongen—ik was negentien, zelf ’n kind. Toen gebeurde wat zoo dikwijls
+gebeurt—ik raakte op je vader verliefd—hij op mij—zoo verliefd—zoo verliefd—daar vecht
+je tegen—vecht je tegen, tot.… Met geweld wou m’n man me houen—hij dee leelijke díngen—laat
+’k ’r over zwijgen. Ik liep weg. Het was uit. En ik hertrouwde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—al wat jij gedaan heb, gedaan kan <span class="pageNum" id="pb166">[<a href="#pb166">166</a>]</span>hebben, is goed en te begrijpen. Niet verder op doorgaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Nee jongen. Hiér begint m’n schuld. Ik had twee jonge kinderen verlaten—de jongen
+drie, ’t meisje twee. En dat màg niet. Dat is zoo wreed, zoo misdadig—schaapjes op
+dièn leeftijd, die op de móéder aan zijn gewezen. Nee—niet in de rede vallen! Niemand
+kan over zoo iets oordeelen. ’t Wordt ’n ding voor je geweten. Enkel voor je éigen
+geweten. M’n eerste man had ’t niet breed. Ze hebben armoe gekend—later. En nooit
+genegenheid, de stumpers. Als hij aan z’n werk was, werden ze door ’n meid verzorgd—vérzòrgd.
+Drie, viermaal heb ’k geprobeerd met gèld te helpen—wou-ie niet. ’k Wou ze voor mijn
+rekening ’n opvoeding geven—wou-ie niet. Toen ’k eens de reis had gemaakt, om ze te
+zien, werd ’k ziek zooals ze ’r verwaarloosd uitzagen—’t kleine lekkere meisje vooral—mijn
+dochtertje, als ’k ’t recht heb dat nu nog te zeggen. Op ’n dag—nee, maak je niet
+ongerust—’t is zoo dood en ver—is ’t ventje overreden—’n jaar later stierf ’t meisje—dat
+tengere, zwarte ding aan typhus—ongekookte melk. Dolf, m’n jongen—’k heb m’n plicht
+bij de grafjes mogen doen—m’n plicht … m’n plicht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zie geen spoken mama—plicht is ’n ding …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden …</span> ’n Ding, dat ik in die dagen als ’n last, ’n machtspreuk—over boord wierp—dat toch
+zoo’n genot, zoo’n rust geeft.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb167">[<a href="#pb167">167</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U zegt zelf: u wàs verliefd—èn, dat mogen wij vóor alles zeggen: voor òns was u.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet doen. Mij hoef je onder geen omstandigheden te—te—overtuigen, te troosten. ’t
+Is zoo ver weg, zoo zonderling-ver, of ’k als ’n gestorvene over wat-begraven-is babbel.
+Na den dood van je papa en je broer, ben ’k wakker geworden, heb ’k geprobeerd aan
+andere kinderen te vergoeden, wat ’k naliet toen ’k nog niet dacht, nee niet dacht.
+Ja, Dolf, dat werd m’n liefhebberij, m’n „liefhebberij”.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Excuseer, dat ’k dat woord gebruikte.… Mag ze nòg langer praten, Hope?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe, mevrouw—wat luistert u slecht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Ik heb niet de geringste benauwdheid—en—en.… nu ’k den vogel, die zoo zelden op ’t
+nest is, even bij me heb—moet ’k nòg een, nòg één belofte.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje, ik geef je mijn eerewoord, dat ik èlk verlangen, zònder uitzondering, zal
+respecteeren—’t legaat en ook het andere dat je nog niet gezegd heb—handslag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Je ben ’n beste jongen—en wij—ik—hou heel veel van je—maar die eene belofte moet,
+moet je nu, nú—je kan nooit weten hoe gauw ’t …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Afgesproken, mamaatje—ik doe ’t.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>hem de hand op den mond leggend</i>).</span> <span class="pageNum" id="pb168">[<a href="#pb168">168</a>]</span>Ssst! Sssst!.… Wij hebben sàmen iets leelijks gedaan, samen—jij en ik …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!.… Goed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet lachen—’t is heelemaal niet om te lachen. En als ’k ’t zeg, Hope, kind, met opzet
+in jouw tegenwoordigheid, is ’t met de opdracht dat je hem dag aan dag zal helpen
+onthouden als-ie lichtzinnig doet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" id="xd33e9356" title="Bron: ,">.</span></span> Excellent! Hoor je dat, Hope? ’k Zal volgens de letter.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik wou liever—mevrouw.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Niet tegenstribbelen, Hope, m’n allerbest kind.… In <span class="corr" id="xd33e9366" title="Bron: achtien-honderd-negentig">achttien-honderd-negentig</span>, Dolf, heb je—heb je veertien dagen <span class="stage">(<i>met moeilijken glimlach</i>)</span> gezeten.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig-vergenoegd</i>).</span> Ja mamaatje, daar staat me wat van bij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Je was met ’n meisje <span class="stage">(<i>beschaafd-aarzelend</i>)</span>—te ver gegaan—en de broer, die ’t zich aantrok—mishandelde je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>).</span> Gretchen—Valentijn—Faust.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dolf! Dolf!… Heusch, we hebben iets léélijks gedaan in die dagen.… Zij was in—zie
+me niet zoo làchend aan, jongen!—zij was in—omstandigheden. Jij heb niet meer, nóóit
+meer naar ’r omgekeken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje!.… Laten we ’n tikje redelijk blijven..</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb169">[<a href="#pb169">169</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat bèn ’k.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U heeft geen flauw begrip over wie, over wat u spreekt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Ik spreek over—over de moeder van—laten we zeggen: ’n kind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Slik ’t maar niet in! Ik kan ’n stootje velen, hahaha!… Och, och!… Twéé paar gefronste
+wenkbrauwen!… Nee zeg, laat me geen uur op ’t zondaarsbankje zitten, hahaha!… ’n Kluifje
+voor Hope.. Mamaatje: alle gekheid op ’n stokje—èn àls ’k ’t me goed herinner—ja,
+al kijken jullie als scherprechters!—àls ’k me goed herinner: ’k heb geen dagboek
+van m’n zonden aangelegd, hahaha!—die juffrouw, die me indirect belet heeft door te
+studeeren—jammer!—had—was … Is dàt ’t onderwerp voor ’n gesprek met jùllie—was ’n—<span class="stage">(<i>met lachend geweifel</i>)</span> ’n dametje van licht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’n Gevallen vrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat kun je ook minder sòmber zeggen! Ze had al met meer dan een—nou flap ’k ’t ’r
+uit, omdat jullie me ’t vuur aan de schenen legt—met ’n paar dozijn gelééfd—toen ik
+aan de beurt kwam. Dat klinkt hard en ruw, mamaatje: <i>ik</i> maak ’t leven niet. Op ’n dag beweerde ze, dat ’k vader—en de mogelijkheid wàs helaas
+niet buiten gesloten.… Drie, vier, vijf maanden later—leg me op de pijnbank—precies
+weet ik ’t niet!—had je de herrie met ’r zoogenaamden broer.… ’k Herhaal—om ’r ’n
+eind aan te maken—laten we <span class="pageNum" id="pb170">[<a href="#pb170">170</a>]</span>redelijk blijven—ik heb ’t mijne gedaan … heb behoorlijk gedokt—tot ze, gelukkig voor
+ons allen van de vlakte verdween.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dàt wist ’k allemaal. Maar ’t kind is geboren—’n meisje, Dolf.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig-verwonderd</i>).</span> Och kom!… Hoe weet ù dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Voor de geboorte heeft ze me—’n „dreigbrief” geschreven—nà de geboorte nòg een.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" id="xd33e9459" title="Bron: ,">.</span></span> En?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> En.… En niets.… In <span class="corr" id="xd33e9466" title="Bron: één-en negentig">één-en-negentig</span> dacht ’k zoo alleen aan mezelf, was ’k <span class="corr" id="xd33e9469" title="Bron: zóó">zóó’n</span> egoïst—zoo bang voor de wereld, die m’n eerste huwelijk vergeten was—dat ’k ’r nièt
+antwoordde, geen letter. Je papa zond ’n honderd gulden in gesloten couvert. Den eenen
+brief heb ’k verscheurd—den anderen bewaard, om ’r—hoe láát ben ’k mènsch geworden!—om
+’r politiezaken van te maken, als ze nog eens probeerde „af te dreigen”.… Verleden
+week bij ’t sorteeren van paperassen, vond ’k ’m.… En ’k kreeg ’r de tranen van in
+m’n oogen.… ’t Wàs ’t geluid van ’n moeder, die geen uitweg weet.… Je kunt ’m zelf
+lezen—hij ligt bij m’n laatsten wil—en die laatste wil is ook, vóóral ook, Dolf, dat
+je onderzoekt wat ’r van die vrouw is geworden, als ’t mij niet lukt..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>).</span> Ik ben ’r paf, paf, paf van—ù niet lukt …?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb171">[<a href="#pb171">171</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> ’k Heb m’n chargé-d’affaires last gegeven informaties in te winnen—zoo discreet mogelijk.…
+Begrijp je, jongen, dat als ik toen wakker was geweest—ik—jij was misschien te jong
+voor verantwoordelijkheidsgevoel—dat ik jouw.… jouw.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e9490" title="Bron: !">.</span></span> Zijn dòchter.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci voor ’t waarmerk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Dat ik jouw dochter—ze kàn ’t geweest zijn—nóóit aan ’r lot zou overgelaten hebben?.…
+Geen glimlach, jongen.… Toe, toe, geen cynisme! <span class="stage">(<i>grijpt z’n hand opnieuw</i>)</span>.… Doe de belofte, die ’k je vraag, dat je die vrouw en vooral dat kind—kind—hoe de
+tijd vliegt!—àls ze onder de lévenden is, moet ’t ’n meisje van zeventien, achttien
+zijn—dat je ’r zóó lang zal zoeken tot je ’r vindt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Kom, mamaatje—wat ’n excessieve.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Walden</span> <span class="stage">(<i>dringender</i>).</span> Je zal ’r me zóó gelukkig mee maken, jongen—ik pleit niet voor die vrouw—ik pleit
+niet tegen ’r—ik denk aan ’t kind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat is dat mamaatje? Tranen! Tranen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Mevrouw!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Daar—ik beloof ’t.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Glimlachend? Glimlachend?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb172">[<a href="#pb172">172</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="corr" id="xd33e9541" title="Bron: AIs">Als</span> ’k ’t maar belóóf, hé?… <span class="stage">(<i>zwak-spottend</i>).</span> ’k Steek ’r m’n vingers bij op, dat ’k waarachtig moeite zal doen ’r te vinden. Hoe
+heet m’n.… vrouw ook weer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Weet ’k niet. Sofie … Sofie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat marcheert. Ik ken ’r enkel als Kreeftje! Kreeftje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Zul je dat kind als ’n dochter …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Als ’k er ù—en m’n vriendin Hope—mee plezier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> Zoo waar Gòd ons ziet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Mamaatje—moet ’t zoo plechtig! ’t Wordt ’n geweldig stuivers-romannetje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden.</span> <i>Ik</i> heb zoo’n spijt van m’n harteloosheid.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Geexalteerd moedertje: op één conditie herhaal ’k m’n belofte in vòlste ernst—als
+je weer een, twee, drie gaat rusten—we zullen Jan Linden niet onder de oogen durven
+komen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>hem op ’t voorhoofd zoenend</i>).</span> Dank je—dank je, jongen. Al lijkt ’t je nog zoo overdreven—’t gaf me den heelen dag
+’n gevoel van gejaagdheid, of ’k iets vergeten, iets vergeten had … Je arm, Hope—’k
+zal vannacht als ’n roos slapen. <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Ontbijten we samen? Ja? Acht uur.… En vast afgesproken, Dolf?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb173">[<a href="#pb173">173</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>bij de deur</i>).</span> Vast.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Mevr. v. Walden</span> <span class="stage">(<i>reeds onzichtbaar</i>).</span> En zonder uitstel?… Van af morgen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Van af morgen. M’n jachtkostuum kan ’k ’r voor aanhouden, hahaha! Dat zal ’n jacht
+met hindernissen worden. Mamaatje! Mamaatje! <span class="stage">(<i>sluit de portières</i>).</span> Binnen!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.14" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.14.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Veertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Kelner</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kelner</span> <span class="stage">(<i>de plats neerzettend</i>).</span> <span lang="fr">Un chateaubriand exquis, monsieur.… Quel vin est-ce que monsieur désire?</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Niemendal! Uitrukken!… En je een beetje gepaster tegenover de verpleegster gedragen,
+ventje! Begrepen?… Jij heb behoorlijk te kloppen, als ’n dame bezig is zich te kleeden!
+Mond houen! Mond houen, kwast van ’n kerel!—en anders stuur je je patroon maar hier!
+Wacht je ergens op? Bonjour dan! <span class="stage">(<i>Kelner af—hij bindt de servet voor, begint te eten—tot Hope</i>).</span> Zoo. Nu éét je ’n stukje mee—’k zal je couvert klaarzetten.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v1.15" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v1.15.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijftiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer—’k ga ’n uurtje rusten, als ù zoolang blijft.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb174">[<a href="#pb174">174</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Zal op jullie twée passen, als ’n waakhond <span class="stage">(<i>zij gaat naar haar kamer</i>).</span> Hope!… Je deur heeft toch wel ’n dubbel slot?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’k Zal ’r nièt sluiten, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zooveel vertrouwen ineens?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Iemand, die „’n jacht met hindernissen begint”—die daar z’n vingers voor opsteekt—die.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die is nog te „redden.…” Hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Misschien<span></span> <span class="stage">(<i>een bons</i>)</span>.… Wat was dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>).</span> Kan dat in … de slaapkamer geweest zijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee—’t kwam van dié kant.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Kijk ’ns voorzichtig.… (Zij opent de schuifdeuren op een kier, schrikt, wijkt achteruit,
+snelt naar binnen—hij staart ontzet in de opening).</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope</span> <span class="stage">(<i>smartelijk klagend</i>).</span> <br>O, o, lieve, goeie, beste … Hoe kom je nou zoo … O, o, o!…</p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">DOEK.
+<span class="pageNum" id="pb175">[<a href="#pb175">175</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF,</h2>
+<p class="stage">(Smaakvolle jongezelle-kamer—weelderig-intiem gemeubeld. Tweede en derde plan, rechts,
+de gebeeldhouwde deurenvrije toegang tot een bibliotheek, waarvan een deel zichtbaar
+is—daarnaast een sierlijk schrijfbureau, bestapeld met kunstvoorwerpen, tijdschriften,
+portretten. Tegen den achterwand, die in het midden een deur met gobelin heeft, dressoirs
+en standaards met curiositeiten, aquarellen enz. Eerste plan, links, deur-met-gobelin
+van de slaapkamer. In den schuinen hoek van tweede en derde plan, links, een rustbank
+met smyrna-kleed. In het midden der kamer een eikenhouten tafel gebeeldhouwd, met
+gemakkelijke leeren fauteuils. Vroegmiddag.)</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="v2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Jaap, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>die juist af geruimd heeft, plaatst den dienbak bij de achterdeur, spreidt een gebattikt
+tafelkleed over de tafel—De telefoon, op de schrijftafel, gaat over. Rustig neemt
+hij de gehoorbuis</i>).</span> Jawel. Met Van Walden—met de huisknecht—ja, met Jaap—wil u even wachten? <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span> ’k Geloof niet dat meneer thuis is—’k zal zien<span></span> <span class="stage">(<i>legt de buis op het tafelblad</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>in de deuropening der slaapkamer</i>).</span> Wat fantaseer je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Zachies, meneer … Mevrouw Lebeau: of ze u …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb176">[<a href="#pb176">176</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>wenkt met de hand, dat hij er niet is—heel zacht</i>).</span> Op reis!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>bij de telefoon</i>).</span> Hallo!… Spijt me, mevrouw, meneer is niet alleen niet thuis—zooals ’k dacht—hij moet
+op reis zijn gegaan.… Waarheen? Waarheen?… Ja, dàt weet ’k niet … Wanneer terug?…
+’k Zou ’t niet kunnen zeggen—misschien de volgende week.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>fluisterend roepend</i>).</span> Langer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Misschien langer … <span class="stage">(<i>houdt z’n lachen in</i>)</span>… ’k Zal ’t meneer zeggen, mevrouw.… Adieu, mevrouw … <span class="stage">(<i>hangt gehoorbuis op</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nou?… De boodschap?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Nom de Dieu!… Sacrénom!… Fiche moi le camp … Je me fou de lui …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>hartelijk lachend</i>).</span> Hahaha!… Je ben niet verkeerd verbonden geweest … <span class="stage">(<i>de antieke klok slaat twaalf</i>)</span>… Twaalf?… Twaalf!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Meneer mag zich wel haasten—om negen heb ’k geklopt—om half tien—om …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf</span> <span class="stage">(<i>zich uitrekkend</i>)</span>.… Man hou je mond—die klok maakt genoeg spektakel<span></span> <span class="stage">(<i>geeuwt</i>).</span> ’t Slagwerk haal je ’r vanmiddag uit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Jawel meneer, hahaha!<span class="corr" id="xd33e9841" title="Bron: ·">.</span>…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En lach als je buiten de kamer ben!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Als ’t u hinder.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb177">[<a href="#pb177">177</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja, ’t hindert me—’k ben bang dat je je gebit kwijt raakt, als je schik in je leven
+krijgt … <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Wie komt—wachten<span></span> <span class="stage">(<i>af in slaapkamer</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Jaap</span><span class="corr" id="xd33e9871" title="Bron: .">,</span> <span class="sc">Dr Linden</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap<span></span></span> <span class="stage">(<i>legt eenige boeken op ’t gebattikt tafelkleed, neemt den dienbak—wijkt bij achterdeur
+voor Linden uit</i>)</span>… Pardon, dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is meneer hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Meneer is nog niet bij de hand—heeft pas ontbeten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Goed. Dan wacht ’k in de bibliotheek.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Zal ’k meneer liever?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nee, Jaapje—dat doe ’k zèlf<span></span> <span class="stage">(<i>Jaap af—hij doet een paar passen naar de zijde der bibliotheek, neemt een fauteuil,
+slaat ’n boek open, fluit een studente-signaal</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>beantwoordt dat, opent lachend de deur</i>).</span> Excuseer m’n overhemd, kerel … In twee seconden! <span class="stage">(<i>wil in z’n kamer terug—draait zich nog even om</i>)</span> Zeg, Jan, fluit dat deuntje geen tweede keer, asjeblief! ’k Wor straks meer dan me
+lief is, an m’n vervloekten studente-tijd herinnerd—De sigaren staan achter je—in
+die schedel … Tien tellen! <span class="stage">(<i>af—Linden neemt een sigaar, leest—telefoonschel<span class="pageNum" id="pb178">[<a href="#pb178">178</a>]</span>—hij wil luisteren</i>)</span>… Ik ben op reis—op reis!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Wie daar? Madame Lebeau?… Op reis … Pischt, waar ben je na toe?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Naar ’n sanatorium in Duitschland—overspannen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>in den toestel pratend</i>)</span>… Naar Duitschland <span class="stage">(<i>verwonderd</i>)</span>… Dank u wel—’k zal ’m telegrafeeren. <span class="stage">(<i>hangt toestel in haak</i>)</span>… Of ’k je positief zeggen wou, dat je ’n sale type, ’n cochon …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Jawel, jawel—ken ’k droomen! <span class="stage">(<i>weer af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>van ’t schrijfbureau ’n paar maal iets opnemend, lacht, gaat opnieuw voor de tafel
+lezen</i>).</span> Morgen, morgen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>z’n jas aanschietend</i>)</span>… Morgen!… Kerel ’k ben zoo verdraaid katterig!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Mooi zoo. En dat vandaag. Is dit de oorzaak?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Haarspelden? Vond je die hier?… Nee, op m’n woord niet. In geen maanden ’n vrouw bij
+me gehad! Leg ze nou niet op de tafel! Haal geen grapjes uit! <span class="stage">(<i>werpt ze in de snippermand, naast schrijftafel</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dat zul je nu niet gelooven, Jan, maar die dingen vinden we met grossen—of ze jongen.
+Elk verleden begint bij ’n haarspeld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> ’t Verleden van die twee kan, zou ’k denken zoo ver niet zijn … Van je bureau opgepikt,
+haha!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb179">[<a href="#pb179">179</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Attentie van dien smakker van ’n Jaap—is geestig op zijn manier!… Nee maar, Jan, vent,
+kind, hart—kijk me niet zoo guitig an—of je me half gelooft! ’k Wou dàt je gelijk
+had, wóú dat ’k je slimme schalksche oogjes verdiende! Ach! Ach! Nog ’n kwartier,
+nog ’n half uur—en ’k zit met m’n katterig gezicht—zie je ’t me an?—in bedrijf nummer
+zooveel van de allerdolste komedie. Geef me ’n lucifer, vent. Merci. Even ’n trekje.
+In presentie van m’n collectie dochters—vijf, zegge vijf, zijn op de annonce afgekomen—zal
+m’n vaderhart fatsoenshalve te actief werkzaam moeten zijn, om ’n Henry-Clay te kunnen
+rooken. Kind, wat ben ’k slap!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe laat ben je thuis gekomen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hoe vroeg! ’k Heb drie uur—nee, nou overdrijf ’k—vier uur gemaft<span></span> <span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>… Zou je zoo’n créature … Je hoeft niet te twijfelen: Snipje, Snipje … ’k Schaf me
+telefoon af … Dat is vervloekt als je liaisons je nummer weten.… <span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>.… Jawel, Jawel.… Dat hou ìk ’t langste uit … Is me verleden jaar gebeurd, dat-ie
+driemaal in ’t uur overging tegen kinderbedtijd, hahaha! Zeldzaam-zenuwachtige tijd!
+<span class="stage">(<i>telefoonschel</i>)</span>… Nou, nou, nou!… Dit volk is hardnekkig.…’k Zal me stem veranderen … <span class="stage">(<i>praat in toestel</i>)</span>… Meneer is op reis—ik ben de huishoudster … <span class="stage">(<i>schrikkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Excuse me, Hope, darling—ik had ’t zoo enorm druk—Over ’n kwartier.… Kom je zelf
+ook?… Je eerste bezoek op m’n kamer!… Je zal als ’n koningin ontvangen worden! Hoeft
+dat niet? Daar door de telefoon ’n kus … Moet ’k uitscheiden met <span class="pageNum" id="pb180">[<a href="#pb180">180</a>]</span>m’n gekheid?… Ze krijgt ’r ’n kleur van, Jan! Hahaha!… Ja, Linden zit bij me—hoofdcontroleur!…
+Eén oogenblikje nog, darling! Moeten die vijf dochters van me—’k wil ze àllemaal ongezien
+adopteeren, om van de last af te zijn!—moeten die op ’t een of ander getrakteerd worden?
+Chocolade, anijsmelk … Wat?… Wat dan?… <span class="stage">(<i>hangt gehoorbuis op</i>)</span>… Laat me staan … Is ’r van door, hahaha!… <span class="stage">(<i>schelt electrische knop boven de tafel</i>).</span> Daar had ’k bijna ’n blunder begaan, hè? <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Excuseer! ’k Zou ’r zoo ’n paar uur onder kunnen kruipen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik wacht geduldig, om te hooren wat je uitgehaald heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Uitgehaald?… Eerst met Beelaart, na ’t diner, ’n partij geschaakt—remise, na ’n zit
+van negen tot eenen … Ja! <span class="stage">(<i>tot Jaap</i>)</span>… Haal jij ’ns vlug ’n bouquet witte rozen.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jaap</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Jawel meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jaapje—nou nòg eens: lach met meer overleg! <span class="stage">(<i>tot Linden</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Heb ’m de vorige week, voor moed, beleid—vooral beleid!—en trouw ’n nieuw gebit
+cadeau gegeven, omdat ’k z’n ruine om esthetische overwegingen niet zien kon—en nou
+lacht dat schaap telkens met z’n tanden óver mekaar!… Schiet op!… De mooiste theerozen,
+die je krijgen kan! Nou?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb181">[<a href="#pb181">181</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>met bedwongen grijns</i>)</span>… D’r zit benejen ’n juffrouw.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat voor ’n juffrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Van ’n advertentie—met de moeder d’r bij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zoo. Wachten<span></span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Wat sta je met je hand? Moet je boksen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap</span> <span class="stage">(<i>de gehandschoende hand openen</i>).</span> Me duim is ’r door.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zoo—je duim ’r door? Marsch! En vlug!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha! Heeft-ie z’n witte handschoenen voor de gelegenheid aangetrokken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf..</span> Zoo’n kaffer! Informeer ’k nou nièt, dan loopt-ie den heelen dag of-ie ’n misvormde
+knuist heeft! Wat was ’k bezig te vertellen? De partij schaak. Juist. Bij half twee,
+van plan bijtijds in bed te eenzamen—voor de belangwekkende conferentie!—ontmoet ’k
+Bannema, Kareltje, en <span lang="fr">état de désespoir</span>—driekwart zelfmoord-ideejen—aan de beurs gedobbeld—Jantje, wat ’k zeg is vertrouwelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Natuurlijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Gedobbeld, om den staat van z’n vrouw bij te houden. Had ’t al met ’n open gaskraan
+geprobeerd—niet gelukt—kan ’k niemand aanraden: de weduwe <span class="pageNum" id="pb182">[<a href="#pb182">182</a>]</span>krijgt de gasrekening!—liep gewoon te huilen—’n gat van ’n halve ton, en ’n vermogen
+naar de weerlicht, als de baisse aanhoudt!—’n Vrouw, die huilt, doet me verbazend
+weinig—kwestie van gewoonte—’n màn—en wat ’n door en door braaf ventje!—maakt me ondersteboven.
+Heb ’m geholpen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zoo maar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ruineeren zal ’t me niet. Mama’s aandeel—de goeie ziel: dat is nou net drie maanden
+geleden!—heb ’k voor veertien dagen met m’n nobelen neef geschikt—et zut!—Je had z’n
+blijdschap moeten zien! ’k Moest met ’m mee—naar z’n huis—en daar hebben we allebei
+tot vijf uur zitten pimpelen, de eene flesch Rijnwijn na de andere. ’k Heb ’m ’n tikje
+om gekregen—hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf, Dolf—ik heb geen enkel recht je raad te geven—maar ’t lijkt me toch zacht gesproken
+onverantwoordelijk ’n dobbelaar, zonder eenig verder onderzoek te steunen—en voor
+dàt bedrag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jan, nuchtere kerel, ik ben te katterig, om je ongelijk te geven—maar m’n woord is
+m’n woord en m’n handteekening m’n handteekening—de cheque is binnen—en de kinderen
+hebben Kareltje in ’n prachtig humeur gezien, als-ie ook niet te katterig is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> De kinderen?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb183">[<a href="#pb183">183</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Vier. Ja vier! Hij heeft ’t verder gebracht dan jij … Vannacht om bij half vijf, toen
+’k die smerige zaken in orde gebracht had, zei-ie: loop even op je teenen mee, dan
+zal ’k je de kinder-slaapkamer laten kijken. Ik verzeker je, Jantje—en zonder groote
+woorden!—dat ik die slapende kopjes niet zal vergeten—zulke hoofdjes—en zulke mondjes—en.…
+Hahaha! Goud waard! Goud waard! Stel je voor—tegen ’t afscheid staat Kareltje onzeker
+op, zet nog ’n zes, zeven wijnglazen op de tafel, giet ’r scheutjes in! Wat voer je
+uit vraag ik.… Ik ben bang, zegt-ie—goddelijk, pyramidaal!—dat me vrouw of de meisjes
+twéé glazen bij ’n half dozijn leege flesschen zullen zien! Hahaha! Hoe is-ie? ’t
+Modernste préservatif voor getrouwde mannen, die ’n buitensporigheid doen!.… Ja. Ja.…
+Binnen!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Jaap</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Asjeblief meneer—de rozen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Netjes. Daar in de vaas.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> D’r zijn d’r al drie, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Allemaal met moeders?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Nee, meneer—alleen de eerste. En dan is ’r die detective, die al ’n paar maal geweest
+is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Die met.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Ja meneer.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb184">[<a href="#pb184">184</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat nou ja meneer? Wat heb ’k bedoeld?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Dat weet ’k niet—ik dacht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lach niet!… Lach niet!… ’k waarschuw je: ’k neem ’t weer af!… Laat die met—waarvan
+jij dàcht … laat die boven komen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Ja meneer<span></span> <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is dat de man die aan ’t snorren geweest is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja-ja, ’n Gladekker, <span lang="en">first class</span>, door den chargé-d’affaires van de goeie ziel, ergens bij de politie opgeduikeld,
+’n gewezen inspecteur, gesjeesd omdat-ie te handig voor z’n supérieuren werd! <span class="stage">(<i>plukt een knop uit den bouquet, steekt die in z’n knoopsgat</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Jan, voortreffelijke kerel, Jan, ouwe boemelaar—als ’t vandaag niet lukt—als geen
+van de vijf m’n—’t kriewelt in m’n keel, als ’k ’t fatale woord uitspreek!—geen van
+de vijf m’n dòch-ter blijkt, ga ’k in ’n klooster, om Hope d’r oogen, d’r prachtige
+oogen te ontloopen … Had je ook niet voor drie maanden kunnen denken, dat ik, ik,
+door ’n menschje, dat om ’n haverklap m’n uitstekend humeur bederft, dat ’k bij tijden
+gewoon niet zetten kan—schrikkelijke individuën, die hyper-moderne wijfjes!—dat ìk
+door zóo een aan ’n zijden draadje rond word geleid!… Als de goeie ziel ’t vodje van
+’n brief niet bewaard had—en dien avond van ’r dood niet de obsessie van de Stichting
+en ’t kinderen-asyl, die groteske belofte.… Entrez! Ga zitten. Steek ’n sigaar op.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb185">[<a href="#pb185">185</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende Tooneel<span class="corr" id="xd33e10249" title="Bron: ,">.</span></h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Schmidt</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span></span></span> <span class="stage">(<i>nadat Jaap de deur gesloten heeft</i><span class="corr" id="xd33e10263" title="Niet in bron">)</span></span>… Ze zijn ’r. Kan ’k praten waar meneer bij is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Sans gêne! Dokter Linden—ook uit dien tijd—rechercheur Schmidt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Detective, als ’t u ’t zelfde is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je mag je precies noemen zooals je wil, als je ’r maar heb! ’t Zit me tot hier!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Over mij heeft u geen reden van klagen! ’t Onmogelijkste, ’t bijna bovenmenschelijke,
+heb ’k gedaan. Voor niet één zaak moest zoo gesnuffeld worden—niet één was zoo ingewikkeld.
+Dat behoef ’k zeker niet te resumeeren!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Resumeer gerust—laat m’n vriend, den dokter meesmuilen—die denkt honderd tegen een,
+dat we stil hebben gezeten! Moordenaarswerk! In ’n woestijn vind je iemand makkelijker,
+dan in de zoogenaamde geordende samenleving! ’n Schande, ’n schande.… Niet rooken?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> ’k Steek ’m liever bij me. Dank u. Dokter, die vrouwspersoon is met of zonder ’r kind
+radikaal, spoorloos verdwenen—spoorloos. Toen de zaakgelastigde van wijlen mevrouw
+me bij zich ontbood, zonder te zeggen wat ’r aan ’t handje was, zei ’k, zoo zeker
+als van ’t uur van m’n dood, dat ’t bagatel—’t bagatel: ’k had lastiger zaakjes uitgepluisd<span class="pageNum" id="pb186">[<a href="#pb186">186</a>]</span>—binnen ’n week afgehandeld zou worden. Dat kon ’k beloven, kon ’k, omdat we aan de
+kleine strafzaak tegen meneer houvast hadden, dat van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jawel jawel—meneer is me zelf met nòg wat vrienden met ’n tweespan aan de gevangenis
+komen afhalen, hahaha! Herinner je je, Jantje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hahaha, en hoe!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> De dossiers heb ’k nageslagen—vond den naam van den koloniaal—werkte den Burgerlijken
+Stand ’89, <span class="corr" id="xd33e10297" title="Niet in bron">’</span>90, <span class="corr" id="xd33e10299" title="Niet in bron">’</span>91 af, zag dat de koloniaal in <span class="corr" id="xd33e10301" title="Niet in bron">’</span>94 in Atjeh stierf—geen zuster ingeschreven—niet één zuster.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hoe is dat mogelijk? Hij trok toch voor z’n zùster partij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Val nou niet in de rede, Jantje, kind! Je hoort toch de feiten! Natuurlijk ’n uit
+z’n duim gezogen zuster, om zelf geen straf op te loopen—we hebben allebei legio zusters
+in die dagen gehad!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Toen zat ’k vast. De brief aan mevrouw, dien ’k in ’t begin niet lezen mocht, was
+met Sofie onderteekend—en meneer had ’r nooit anders dan, dan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kreeftje genoemd—omdat ze zulk magnifiek rood haar had—en gek met kreeft was—één
+avond twee heele bussen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Toch erg onverstandig, als ik ’t opmerken mag—’n verhouding zonder vàn.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb187">[<a href="#pb187">187</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Gebeurt me ook nooit meer. Kreeftje, Puckje, Snipje—’k moet ’t me afwennen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> ’n Volle maand ben ’k bezig geweest—de sigarenwinkel was verdwenen—de handschoenenwinkel
+sinds jaren op de flesch. De college-vrienden van meneer, die ’k zoo voorzichtig mogelijk
+en met de wanhopigste tact polsen wou, hadden niet zooveel geheugen meer—getrouwde
+menschen mèt posities—alleen ’n ongetrouwd lid van de Rechtbank sprak óók van Kreeftje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha! Plums! Herinner je je Plums nog—Plums met z’n museum schelknoppen en andere
+gemoerde dingen! En vertel ’ns van je bezoek aan Baars, Schmidt—Kostelijk! Kostelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Mr. Plums zei dat Dominee Baars ’r mogelijk ook gekend kon hebben—mógelijk. Die was
+juist naar ’t Noorden beroepen. Die vroeg ’k met ’n niet te beschrijven tact, dokter—’k
+zette overal ’t gesprek in, of ’n erfenis losgekomen was—of hij Kreeftje.… Net kwam
+z’n vrouw de studeerkamer in. Dominee keek me niet bepaald aangenaam aan, liet me
+tot an de deur uit, sméét die achter me toe—met ’n bons.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Vermakelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Had er bij willen zijn!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Op de registers van den Burgerlijken Stand van die jaren heb ’k gezweet, dokter—ben
+’t monnikenwerk begonnen na te gaan welke juffrouwen <span class="pageNum" id="pb188">[<a href="#pb188">188</a>]</span>met den voornaam Sophie—aan Kreeftje had ’k bijzonder weinig—verhuisd of.… bevallen.…
+of gestorven waren. Hielp niemendal. Een Sophie, dochter van ’n slager, was naar Antwerpen
+vertrokken—een, dat was onder de onechte geboorten, had ’n tweeling gekregen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> De hemel beware me!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Later getrouwd met ’n aannemer—geen sprake van ’n bijnaam Kreeftje.… Drie waren ’r
+gestorven, dochters van bekende ingezetenen—een was in ’n bordeel beland, stond in
+de ouwe politieregisters geboekt met zwàrt haar. Ik verzeker u, dat ik ’r nachten
+voor opgezeten heb—en namen overgeslagen, in die kleine universiteitsstad, behoort
+tot de wetenschappelijke onmogelijkheden, zou ’k durven beweren. Jammer dat mevrouw
+destijds dien allereersten dreigbrief mèt ’t goeie adres verscheurd heeft—dan waren
+we ’r geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En waar haalt u dan die vijf meisjes, die beneden wachten, vandaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar? Als niets je meer helpt—je niet ’t minste, geringste spoor vindt—de jonge dames
+die zich met studenten afgeven, zijn dikwijls overdag fatsoenlijk in betrekking.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zij ook—in die handschoenenwinkel.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Op de flesch en zonder adres vertrokken—voor schulden—Als je uitgepraat ben, kun je
+nog enkel aanhoudend adverteeren.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb189">[<a href="#pb189">189</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Gezocht ’n juffrouw met rood haar, die in ’90 den bijnaam Kreeftje had?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Nee, dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heb ik je de kranten nog niet laten zien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jij mij? Wanneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heeft Hope je niet ingelicht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hope? Die wordt al stil en gesloten als ze je náám hoort!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>pakket van de schrijftafel nemend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dossier van de … verloren dochter. Die blauwe potloodhalen! Je hoeft ’r maar een
+te lezen—allemaal ’t zelfde! Ach, ach, wat ’n fumisterie, om m’n woord tegenover de
+goeie, geëxalteerde ziel te houden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter<span></span></span> <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> „Erfgenaam opgeroepen”? Is ’t dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Natuurlijk. Om met tact—met tact—achter de waarheid te raken, moet je ’n gevatten
+aanloop zoeken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wou jij soms liever, dat ik annonceerde:<span id="xd33e10411"></span> Adolf van Walden, zoekt de dochter van ’n zekere Sofie, bijgenaamd Kreeftje, aan
+wie hij in ’90 <span class="stage">(<i>korzelig</i>)</span>… alle duivels, de historie hangt me de keel uit!… De nonsens, om iemand zoo’n absurditeit
+op te dringen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> „Erfgenaam opgeroepen”. Dat zijn advertenties, die ’r inhakken! <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> „De <span class="corr" id="xd33e10428" title="Bron: exécuteur testamentair">exécuteur-testamentair</span> <span class="pageNum" id="pb190">[<a href="#pb190">190</a>]</span>van wijlen kapiteìn Van Reessen”… Ben jij dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Doe me ’t genoegen en lees zachtjes!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Veel te merkwaardig, om in je eentje te genieten!… „van wijlen kapitein Van Reessen,
+bij leven gezagvoerder ter koopvaardij, heeft in opdracht een belangrijk legaat uit
+te keeren, aan de dochter van zekere juffrouw Sofie, achternaam onbekend, dewelke
+dochter einde 1890 of begin 1891 geboren werd, vader onbekend”<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dat is niet bijzonder duidelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Zeg, zou jij ’r de zegen niet van af willen nemen?… De vijf komen toch niet uit de
+lucht vallen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> En àls—áls—’t gelúk je meeloopt: wat dan?… Wat doe je dan met zoo’n meisje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik doe niets—kapitein Van Reessen, oud-gezagvoerder doet. ’n Betamelijk jaargeld—’n
+centje om te trouwen—’n … Als mama me zoo in de klem zag, zou ze meelijden met me
+hebben!… In geen drie maanden rust, om ’n caprice! Heb jij—die daar zoo genoegelijk
+zit te grunneken—makkelijk lachen van ’n ander z’n pech!—heb jij zekerheid, dat ’r
+niet ergens ’n Lindentje zwerft? Dat kleine rooie Kreeftje—nee kwaad mag ’k niet van
+’r spreken—’t was ’n aardig ding.… Als ’k ’n enkele, dood-enkele keer op m’n kamer
+zat te zwóégen, zwerend dat ’k niet naar de kroeg zou gaan, dan kon je zoo zachies
+in de straat <span class="stage">(<i>imiteert het signaal van daareven</i>)</span> hooren fluiten—en als je dan je <span class="pageNum" id="pb191">[<a href="#pb191">191</a>]</span>kop door ’t raam stak, zag je de leuke rooie pruik … Dan smeet je de sleutel naar
+beneden—en dan—dan leien je gedrochtelijke boeken ’s morgens net zoo eender—Jammer
+toch—jammer—verdomd jammer van de meìd—heeft nooit geld van mìj willen aannemen—Plums,
+Baars moesten dubbel betalen.… Nou, Schmidt—waar wachten we op?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>door de bibliotheek binnentredend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Goeien morgen, heeren.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Was jij daar al làng?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Pardon. Ik kom zoo juist binnen—stoor toch niet?—Dag dokter—dat is charmant van u.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Heeft die ezel van ’n Jaap je den weg niet gewezen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Jawel—zou u me even.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Meneer Schmidt, detective—zuster Hope.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>na wederzijdsche buiging</i>).</span> Jawel zeker heeft ie den weg naar de wachtkamer gewezen. Hij dacht dat ik ook.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha! Onbetaalbaar!.… Buitengewoon!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Toe meneer—we zijn niet „onder ons”<span class="corr" title="Niet in bron">.</span>
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> ’k Zie ’t ’m zoo doen met dat gebit, dat-ie nog <span class="pageNum" id="pb192">[<a href="#pb192">192</a>]</span>’ns inslikt, als-ie strooppannekoeken eet—en met z’n gedistingeerden duim, hahaha!…
+Hope, wat kijk je weer als ’t laatste kwartier achter ’n wolk! Mag ik je even ontlasten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer—ik hou liever alles aan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ook je hoed?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ook m’n hoed.
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span></span></span> <span class="stage">(<i>haar de rozen presenteerend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Met m’n eerbiedigst welkom bij je eerste bezoek—en als souvenir aan de plechtige
+gebeurtenis van vandaag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span></span></span> <span class="stage">(<i>koeltjes</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dank u wel. En mogen die meisjes nu boven komen? ’n Bijzonder genoegen voor ze..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat bedoel je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope<span class="corr" id="xd33e10555" title="Bron: ,">.</span></span> Ik bedoel—nee niets. Of ja! Waarom zou ’k ’t niet?.… Héél kiesch lijkt ’t niet, meneer,
+vijf in elkander’s tegenwoordigheid te brengen die nu van mekaar wéten dat ze onechte
+kinderen zijn.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Kom, vindt u dat zoo erg.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik ja—Als kind heb ’k dat óók erg gevoeld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—we zijn niet alléén.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee—dat zei ’k juist zelf. Meneer—meneer.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Schmidt.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb193">[<a href="#pb193">193</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer Schmidt blijft voor ’t.…. kruisverhoor?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Schmidt is opzettelijk gekomen, om met de stukken te verifieeren of de identiteit
+kan worden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Vastgesteld?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jà, Hope!… Of moet ìk in ’n vloek en ’n zucht pà van ’n anderman’s pa-lóós kind worden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Op weg hier na toe, dacht ’k, dat ik als vróúw—als eenige vrouw met de zaak bekend—de
+aangewezen ondervraagster van die meisjes kon zijn—uw mama zou ’t beslist hebben gedaan,
+als ze nog leefde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Pardon, zuster—en neem me niet kwalijk, als ik me in ’t gesprek meng—ik geef in overweging,
+dat uitsluitend ik en niemand anders de noodige vragen stel. U heeft den ondergrond
+van ’t geval in uw gedachten—zij weten niet beter dan voor ’n erfenis, ’n èrfenis,
+opgeroepen te zijn. En zelfs als een van de vijf de meest frappante antwoorden geeft,
+dienen we nog gereserveerd te blijven—moet ’t aan mij worden overgelaten de laatste
+informaties in te winnen op ’t bevolkingsregister, bij buren en zoo voort.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dus dan ben ìk niet noodig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Direct nee!—Noodig zijn meneer Van Walden en misschien de dokter, die Kreeftje—pardon
+juffrouw Sofie—’n paar maal gezien meent te hebben.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb194">[<a href="#pb194">194</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dan wensch ’k de heeren veel succes.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is dat ernst, Hope? We staan ’r op, Jan Linden en ik—wat Jan?—dat je de vertooning
+van a tot z volgt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik houd niet van dat soort vertooningen.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Val je weer over ’n woord, hahaha!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Zuster, heel, heel erg verkeerd! Gesteld dat we slagen—begint dan niet uw taak?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee, de zijne.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>haar in een fauteuil neerdrukkend</i>)</span> Stribbel niet verder tegen!—Uw opmerking straks was niet onjuist—wij kunnen den raad
+van ’n zuivervoelende vrouw uitnemend gebruiken—’t spijt me dat ’k m’n eigen Annie
+niet meebrengen mocht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Diplomaat! <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span> Nu exécuteur-testamentair van wijlen kapitein Van Reesen—in positie asjeblief! <span class="stage">(<i>tot Jaap in de deur</i>)</span> Opdienen! Die met ’r móéder ’t allerlaatst.… Ze weer uitlaten als ’k schel—’n nieuwe
+bovenlaten als ’k voor de tweede maal roep. <span lang="fr">En avant</span>. Den heelen middag spendeeren we ’r nièt aan.… <span class="stage">(<i>telefoonschel—tot Linden, met angstige stem</i>)</span>… Wil jij even, Jantje—of nee: jij gaat ’r te onstuimig mee om! <span class="stage">(<i>vraagt met veranderde stem</i>)</span> Wie daar?… Hallo? <span class="stage">(<i>opnieuw gewoon</i>)</span> Ben jij ’t Bannema?… Kerel, ’k ben gekookt!… Nee, geen dankjes!… ’t Eenige wat ’k
+je kwalijk neem, is dat je me zoolang onder de wijn heb gehouen! Geen vier uur getukt!
+Goed, goed—<span class="pageNum" id="pb195">[<a href="#pb195">195</a>]</span>maar op ’t oogenblik heb ’k belet. Adieu! Tot vanmiddag! <span class="stage">(<i>tot het meisje dat de laatste woorden gehoord heeft, en bij de deur verlegen lacht</i>).</span> Ben jij?… Pardon—ik zou m’n mond houden!<span></span> Laat ’r gaan zitten, meneer Schmidt.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Grete Donker</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Hoe heet u?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Grete Donker.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>in portefeuille snuffelend</i>)</span> Juist—u heeft op de advertentie geantwoord—en ik heb u verzocht om een uur bij meneer
+Van Walden te komen met uw papieren. Heeft u die meegebracht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>)</span><span class="corr" id="xd33e10696" title="Bron: ..">…</span> Da’s te zegge, meneer—me geboortebewijs hè-’k—en me getuigschrifte van me laaste
+betrekking.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>het geboortebewijs inkijkend</i>)</span> Bij wie dient u?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> In de winkel van Sannes, as.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>nauwelijks luisterend</i>).</span> Geboren 5 December ’90.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> 5 December—Sinterklaasavond.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>)</span> Ja. Hèhèhè!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar woonde uw moéder—uw vader, heeft u die gekend?.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb196">[<a href="#pb196">196</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> <span class="stage">(<i>giftig</i>).</span> Nee, die smeerlap het me moeder voor alles alléén late opdraaie, toen-ie voor de
+Oost teekende.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Waar woonde uw moeder, toen u geboren werd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Weet ik dat!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik bedoel geen naam van ’n straat—de plaats—de stad.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Dat staat toch in ’t geboortebewijs.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Jongen, Schmidt—da’s niet listig van je!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>’n tikje geergerd</i>).</span> Ik heb daar m’n reden voor, meneer. <span class="stage">(<i>tot Grete</i>).</span> Dus dan is u zéker in Amsterdam geboren—en daar woonde uw moeder al vóór dien tijd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Me benne d’r nooit vedaan geweest. Me moeder is d’r gebore en gestorreve.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Nog één vraag, meisje—dan weet ik voorloopig genoeg, tenzij een van de andere heeren
+nog iets wil weten—welke kleur haar had uw moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Bruin—maar ’t laaste jaar in ’t gasthuis wit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dank u. Ik geloof nièt, juffrouw Donker, dat u in aanmerking zal komen—maar in ieder
+geval hoort u nader van me.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> As ’k maar ’n klèin beetje krijg—’k ha-d’r zoo op gevlast.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb197">[<a href="#pb197">197</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Daar zullen we over denken—iets schiet ’r altijd op over. Dus uw vader kan nooit ’n
+student zijn geweest.…?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> ’n Stedent? ’n Stedent? Nee, daar had moeder de smoor an, omdat ze in ’t gasthuis
+zoo om d’r bed zworreve.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kan ze gaan, hè? Dag juffrouw. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Grete.</span> Dag heere—dag zuster. <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Da’s één niet uit de loterij. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span> Nummer twee! <span class="stage">(<i>tot Hope welke bij de laatste vragen op is gestaan—bij den doorgang naar de bibliotheek
+boeken uit de rekken nemend</i>).</span> Blameer me niet—’r zijn ’r geen zes opengesnejen—allemaal mise-en-scène!—geleerdheidspatserij!—en
+die wèl in handen geweest zijn, kunnen ’n luchtje hebben!.. <span class="stage">(<i>Hope glimlacht pijnlijk, zit weer in den fauteuil</i>)</span> Weet je, Jantje, dat ’k vannacht, voor ’k eindelijk insliep, ontdekt heb, dat de
+vrouw ’t heelal regeert? Mathematisch bewijs?… <span lang="la">Vox populi vox Dei</span>: de stem van ’t volk is de stem van God. Dat is een. En ’t nòg bekender: <span lang="fr">Ce que femme veut, Dieu veut</span>: Wat de vrouw wil, wil God. Ergo de stem van God is de stem van de vrouw.… De stem
+van de vrouw is de stem van … Binnen!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Suze Meier</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Hoe heet u?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb198">[<a href="#pb198">198</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Suus.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span class="corr" id="xd33e10853" title="Bron: ,">.</span></span> Verder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Meier.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ga d’r bij zitten, Suze.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Ik heb u geschreven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Asjeblief. ’k Hè de pepiere in ’n pakkie bij mekaar. Me moeder hiet Sefie Meier, ha
+zellef meegekomme as ze geen mankement an d’r been ha gehad—van ’t water.… D’r fotegrawie
+leit d’r tussche, toe ze zoo oud as ik was—me vader hiette Cornelis van der Vliet—en
+ha femilie die Van Reesum hiette—en ha geen tijd met me moeder te trouwe, omdat-ie
+sjecheerder bij de Spoor was en in negetig overreeje wier vlak voor ze anteekene zoue …
+Nou da’s geen schande voor mijn. En me moeder ken d’r ook niks an doen. En de naam
+Reesum het ze meer as eens hoore noeme—die was toe stuurman op de paketdienst.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ho! Ho!… Niet zoo doorslaan, juffrouw Meier …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Me vader.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Suscht!.. Even inkijken. <span class="stage">(<i>leest de papieren, die hij in de hand gehouden heeft</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Geef u mij ’t portret, meneer Schmidt. <span class="stage">(<i>bekijkt het</i>)</span> Nee. Nooit gezien. Onmogelijk. <span class="stage">(<i>droog</i>)</span>… En <span class="pageNum" id="pb199">[<a href="#pb199">199</a>]</span>’t is natuurlijk onwaarschijnlijk, dat uw moeder in ’90 den bijnaam Kreeftje had?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Kreefie?… Hèhèhè!… Kreefie … Da’s me ook ’n verneukerij!… Wie hiet ’r Kreefie?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik heb van mijn kant niets meer te vragen, meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik evenmin, geachte exécuteur-testamentair!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dan wordt u wel bedankt, juffrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Gossie—is ’t al afgeloope?—U het me pepiere haast niet ingekeke … De brieve van me
+vader an me moeder, toe-ie nog vree … In die eene met de inktveeg d’r op zeit-ie dat
+z’n oome Reesum.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ik zal u morgen bericht geven en op vergoeding van de reiskosten kan u rekenen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Gossie, gossie meneer—me broeie d’r zoo allejeezis op!—Door me moeder d’r water in
+d’r beene, staat de helleft van ’t boeltje achter de schuine deur.… ’t Klopt toch
+met de avvertentie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Vergeten zullen we u niet. <span class="stage">(<i>schelt</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> <span class="stage">(<i>opstaand naar de zij der deur</i>)</span>… As meneer dan me nieuw adres wil schrijve … Van de Tolsteeg gane me verhuize—morrege—na
+de Zijp nommero 78 bove—dan ben ’k dichter bij de febriek. Het u ’t?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Ja, ja.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Suze.</span> Heere … Heere … Jefrouw … <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb200">[<a href="#pb200">200</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Sofie <span class="corr" id="xd33e10959" title="Bron: delange">Delange</span>, Agnes Delange</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hahaha!.. ’k Had waarachtig moeite me goed te houen. Dat schepseltje heeft nou ook
+geen seconde d’r handen stil in d’r schoot gehad, terwijl ze bezig was—of ze ’r den
+St. Vitusdans in te pakken had!—Uit je humeur, Hope?—Kind, we zijn nog niet op de
+helft. ’n Goed hengelaar doet ’t met geduld. M’n kans is nog niet verkeken.… <span class="stage">(<i>tot de binnentredenden</i>)</span>… Ja!… Kom binnen!… Twee?… Twee tegelijk?… Schmidt: da’s je tweeling!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt</span> <span class="stage">(<i>tot Agnes</i>)</span>… Wil ù sivoeplee weer na de wachtkamer teruggaan?… Een voor een sivoeplee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Da’s me zus, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> We kunnen ’t zònder getuigen af.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span>… De heer van me zus wou niet dat ze alléén.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Is-die fameuze heer bang dat uw zuster opgegeten zal worden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span> Opete nee. Opete late me zus en ik ons niet—maar me kenne de foefies van de heere—me
+benne niet van gister … Ik zee: je vliegt ’r niet in—en de heer van Fie zee óók je
+vliegt ’r niet in.… Daar het u niet zoo zuur om te kijke—want mijn.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb201">[<a href="#pb201">201</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Spreek uit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nee ik smoes niks meer. Je zeit licht meer as je verantwoorde ken, waar Fie?.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>haar in de rede vallend</i>)</span>… ’t Is welletjes, juffrouw … <span class="stage">(<i>tot Sofie</i>)</span>… Dus ù komt op de advertentie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Ja ik—ìk kreeg ’n briefie, om hier bij meneer te komme.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Gaat u zitten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> O, wat ’n lèkkere stoele! Om in te sterve! Precies as bij … <span class="stage">(<i>slaat de vingers in gebaar van iets in te houden voor den mond</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> De papiere, die op ’t lijstje stonde, hè-’k meegebracht—me geboorteacte.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Asjeblief.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Jawel—met ’n máár d’r bij—me late niks achter as tegen bewijs.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> As tegen bewijs.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> We geven u alles dàdelijk weer terug.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dan is ’t goeie, Fietje.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Geboren 17 Februari <span class="corr" id="xd33e11063" title="Niet in bron">’</span>91 in—Leiden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> In Leiden?… Sakkerloot!… Opletten, Jantje boy!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.…</span> Woont uw moeder nòg in Leiden?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb202">[<a href="#pb202">202</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Of ze d’r …?… Wéte me dat, Agnes?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou da’s niet te denke, hahaha! Ze hèt ’r in negetig en zoo gewoond.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Zou u wat duidelijker willen antwoorden? We zitten hier niet om raadseltjes op te
+lossen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Nee, me zitte wel as onze lieve Heer zèlf in die stoele van leer—maar voor cherades
+benne me hier niet. Mòt dat nou an zoo’n bóél mensche verteld worde?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> ’t Is in ’t belang van de erfenis, niet waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> As ’t dan geen pan en geen kul is—ù hoeft niet weg te gaan, zuster!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zoo als u wil.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Blijf op uw gemak!—<span class="stage">(<i>Hope zit weer</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> In u hebbe me meer vertrouwe as in die meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dank je wel—wat ’n zeldzame.…
+</p>
+<p>Agnes … Googemert, wat!—Zeg me kenne de wereld, me zus en ik!—Me moeder, meneer van
+de politie—nou herken ’k je, hahaha!—is d’r in ’95 met de een of andere druif vandoor
+gesjeesd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Toe, toe, toe!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Je vraagt ’t toch!… Toe het tante ons in d’r huis genome—Me hebbe geen van twee ’n
+vader—wat Fie?—de mijne is getrouwd en woont in Den Haag—béwijze ken ’k niks—die van
+haar—<span class="pageNum" id="pb203">[<a href="#pb203">203</a>]</span>nou, Fie, doe ook ’n mondje open—jij ben de oudste en mijn laat je klesse.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Ik ken me vader niet—Ik ben in Leiden gebore—zij in Brussel.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Had uw moeder in Leiden ’n bijnaam?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Weet ’k niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Dat zal wel. En die zal ze gloeiend verdiend hebbe, ’t mensch!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Dat vragen we niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> O.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Herinnert u zich—’95 is ’n heele tijd—welke kleur haar uw moeder had?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Rood—as me zus.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dat hoef-ie ’r niet bij te zegge—ze zijn blind.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Rood?… En ze heette Sofie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> As ik. <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou zeit niemand wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>tot de twee</i>)</span>… Ik zou wel graag willen hooren wàt uw moeder in ’90 in Leiden dee? Weet ù dat of
+ù?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Niet veel bijzonders ken je wel denke.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dàt bedoel ik niet. Had ze de een of andere betrekking?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb204">[<a href="#pb204">204</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Hoe kenne wìj dat raje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Toe tante nog leefde, zee ze dat moeder—nou laa’k ’t maar nièt zegge.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Nee, zeg ’t niet. ’t Het ’r niks mee uit te staan.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Kan uw moeder ’n relatie met ’n student hebben gehad?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Wat geloof jij, Agnes?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Ik geloof niks. Student of geen student—’n pàtser was ’t gedorie—om me zus te late
+stikke.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Jawel, jawel. Maar nu de puntjes op de i—wat noodzakelijk is!—Zou een van uw andere
+familieleden zich misschien kunnen herinneren.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Me hebbe ènkel ’n neef, die we nooit zien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Zou die weten.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> Dat broekie!… Die weet enkel van vuile en schoone kinnen—die barbiert.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Kàn uw moeder bijvoorbeeld in ’n sigaren- of in ’n manufacturen- of in ’n handschoenenwinkel
+in betrekking zijn geweest?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Alles ken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Wij benne op ’n atelier—dan ken zij.… Kan òns ’t schelen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wil u mij eens antwoorden?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb205">[<a href="#pb205">205</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Natuurlijk juffrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>verbeterend</i>)</span>… Zuster—zie je toch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hindert niet. Heeft uw moeder nooit aan uw tante ’n woordje geschreven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> Jawel juffr.…—zùster.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Uitstekend. Dat móét zekerheid geven—voor de erfenis—als u een of meer brieven bewáárd
+heeft..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Ja. Me hebbe d’r ’n berg van—uit Amerika, wat Fie?… Van ’96 en ’97—as ze cente an
+tante stuurde—en toe nog is een van ’99—sekuur hoor—twee negetjes naast mekaar—dat
+was de laatste.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Vergis je je niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nee hoor!.. D’r was vijftien dollar bij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Zouen wij die brieven.….?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Waarvoor?… Voor wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, zuster, is dat nóódig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee. Dat is te omslachtig. We kunnen ’t makkelijker af! <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span>… Heeft u den brief, die bij ’t testament van.… van.… kapitein van Reesen lag, bij
+de hand, meneer?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt …</span> Voortreffelijk, zuster! Bravo! Ik begrijp uw bedoeling!—Ja, meneer Van Walden: die
+brief kan den doorslag geven, bijna volkomen.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>een la van het bureau opensluitend</i>)</span>… Ja, dien <span class="pageNum" id="pb206">[<a href="#pb206">206</a>]</span>heb ’k ergens gestopt—gestopt—gestopt—Nee, hier niet <span class="stage">(<i>andere la openend</i>)</span>… Da’s ’n sla overal—’n hutspot—moet ’k toch eens probeeren te ordenen.… Wel wat drommel,
+gevlogen kan-ie niet zijn … <span class="stage">(<i>zoekend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee—nee—nee … Waar kan-ie dan? Curieus: gebeurt altijd als je iets noodig heb!.…
+Eureka!.… Eureka!.… ’t Lag vlak voor m’n neus … <span class="stage">(<i>neemt den brief uit den sigaren-schedel</i>)</span>.… Zeker door Jaapje verlegd.… Voilà, monsieur Schmidt.… Snappen doe ’k ’t niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> <span class="stage">(<i>fluistert Hope iets toe—zij knikt</i>)</span>… Zoo dames—nu hou ik dezen brief ’n beetje gevouwen—den héélen inhoud hoeft u niet
+te lezen!—en antwoordt nu eens vooral niet te haastig of de handteekening Sofie èn
+of ’t handschrift op dat van uw moeder lijken. Zegt u ja—dan moeten wij op onze beurt
+uw brieven inkijken. Niet haastig—’r hangt ’n boel van af!.… <span class="stage">(<i>een aangehouden, nieuwsgierige stilte. Agnes buigt over Sofie’s schouder, leest hardop</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.…</span> „..Ik—ik”.….—ja daar staat „ik”—„ik ben wel lichtzinnig maar niet slecht mevrouw”…
+<span class="stage">(<i>tot Sofie</i>)</span>.… Hou je duim opzij!.…. „en ik lieg niet.… Zoo.… zoo”—hou dan stil, Fie!—„zoo ferachtig
+as God me hoort.… het is het kind van u zoon … Die zich noempt … Sophie …”</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.</span> <span class="stage">(<i>haar zuster aankijkend</i>)</span>.… Nee, hè?.… Wat vin jij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Vraag-ie dat nog?.… Da’s ’n keukenmeidepootje!… Of ze met d’r linkerhand het geschreve!
+<span class="pageNum" id="pb207">[<a href="#pb207">207</a>]</span>Nee—moeder het ’n lóópende hand—dat lijkt op niks!—„ferachtig as God me hoort”.… Ferachtig.…
+Ferachtig!.… Daar hoef-ie geen twee telle over te prakkizeere.… Da’s zoo min van onze
+móéder as ìk van me schooier van ’n vader ben.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>opgelucht</i>)</span>… En is ’t ònmogelijk, dat uw moeder vroeger Kreeftje heette?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie …</span> Kreefje, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes …</span> Nou beginne me te merreke hoe laat ’t is! Wat ’n flauwe bak! Goed da-je niet alleen
+op visite gegaan ben, Fie. Magge me de papiere terug asjeblief?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> ’t Was geen aardigheid, juffrouw—ìk zal zoo vrij zijn nog eens persoonlijk bij u aan
+te komen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> As ’t voor die brieve is, hoeft ’t niet, zuster—moeder d’r schrift is met dat vuur
+en water. Blijf jij nog zitte?… Dag mensche!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sofie.…</span> Dag juffr … zùster. Dag heere …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Agnes.</span> <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span>… As ’t géén aardigheid met dat Kreeftje was—dan het de màn van die Kreeftje toch
+zeker óók ’n fijne bijnaam gehad … Bejour allemaal! <span class="stage">(<i>geprikkeld af. Hope is bij de laatste woorden de bibliotheek ingeschuifeld.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>schellend</i>)</span>… Dat was ’n stelletje! En die kleinste … nou! ’n Verbazend vief ding! Twee, drie
+jaar ouwer, dacht ’k terwijl ze bezig was—en ze zou … Complicatie voor ’n roman fin-de-siècle:
+de <span class="pageNum" id="pb208">[<a href="#pb208">208</a>]</span>zuster van je dochter trouwen—grootpapa van je dochter—goed dat Hope me niet corrigeert …
+<span class="stage">(<i>tot Jaap</i>)</span>… Nou? Waar blijft de moeder met … ’k Had je toch gezegd …</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Dokter, Hope, Schmidt, Jaap</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap …</span> ’k Wou daarnet niet storen, meneer—maar dat meissie is benejen niet goed geworden—het
+’n toeval of zoo iets.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Had je niet eerder.… <span class="stage">(<i>naar deur</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik zal even kijken, Dolf—blijf jij.…. <span class="stage">(<i>af door Jaap gevolgd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dan kunnen wij de séance opbreken, meneer Schmidt—Mocht voor die twee beneden uw advies
+noodig blijken, dan telefoneer ik.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Goed meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En uw declaratie ontvang ’k graag met zeer bekwamen spoed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Dank u, meneer. Dus nièt langer adverteeren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>luchtig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee—nee. ’t Heeft geen <span lang="de">Zweck</span>. Ik heb m’n <span lang="de">Schuldigkeit</span> gedaan—”<span lang="de">der <span class="corr" id="xd33e11445" title="Bron: Moor">Mohr</span> kann gehen</span>”… Een moment nog. U zendt me de adressen van die erfenisjaagsters. Licht dat ze ’n
+kleine verrassing krijgen! <span lang="fr">Bonjour! Bonjour!</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb209">[<a href="#pb209">209</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Schmidt.</span> Uw dienaar, meneer—u heeft me maar te ontbieden. <span class="stage">(<i>bij de deur voor Jaap uitwijkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Uw dienaar, meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> En?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap.</span> Of ’k effen om ’n rijtuig mag telefoneeren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>in de bibliotheek kijkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ga je gang.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jaap …</span> 1290 … Rijnders?… Met Van Walden. Dadelijk vigelante—dadelijk. <span class="stage">(<i>schelt af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> ’k Ga ’r vandoor Dolf—Zijn de anderen al weg? <span class="stage">(<i>Jaap af</i>)</span>… ’k Zal ’r met ’n rijtuig thuis brengen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Toch niet sérieus, boy?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> ’n Epileptisch toeval, de stakker—is alweer bij kennis …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Kan ik behulpzaam zijn, dokter? <span class="stage">(<i>komt uit doorgang van de bibliotheek</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.…</span> Nee zuster. De eigen moeder is ’r óók bij—en dan rijd ik meteen door. <span class="stage">(<i>tot Dolf</i>)</span>… En geen sprake van dat!… Heeft nooit ’n voetstap in Leiden gehad … Kind van ’n marinier
+die in ’t gekkenhuis overleden is … Wat ’n stakker, wat ’n wurm!… Zit benejen te snikken,
+nou ze ’r positieven terug heeft, dat je ’r beroerd bij wordt.… Adieu. Tot ziens,
+Dolf … Tot straks, zuster. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb210">[<a href="#pb210">210</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v2.13" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v2.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Je heb toch gehoord, dat Linden ’t alleen af kan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ik word aan de Stichting gewacht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lunchen we samen—kom zeg nou niet nee! <span class="stage">(<i>wil schellen</i>).</span> ’k Zal orders geven, dat ze in vijf minuten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Dank u. Dag meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dag meneer! Dag meneer! Hope, je behandelt me niet fair, niet loyaal! Al m’n voorkomendheden
+stuiten af—op ’k weet niet wat.… Ik buig me—ik gehoorzaam, om ’t zoo te zeggen, aan
+élk van de dingen, die jij nog niet eens uitgesproken heb, en jij—jij gaat voort—met
+’n stugheid, die me razend maakt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Schei uit met je ge-meneer—voor jou ben ’k Dolf!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dat laat zich niet dwingen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Niet dwingen?… niet dwìngen?… Kan ’k je niet volkomen eerlijk in je oogen kijken,
+als ’k <span class="corr" id="xd33e11564" title="Bron: be weer">beweer</span> dat ’k nà dien nacht bij mama’s lijk van elk gebaar, van ieder uur rekenschap kan
+geven? Dat wordt op die manier ’n soort coqueteeren, ’n misbruik maken van dat ééne
+incident …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb211">[<a href="#pb211">211</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik wìil je meneer niet meer hooren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wrevelig</i>)</span>… Daar zal u toch aan moeten wennen. Ik heb niet één reden vertrouwelijker met u om
+te gaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dus die onzinnige jacht op ’n kind—doorgezet, om de belofte aan mama—maar nòg meer
+om jóú—wat je wist, wat je voelde!—die was je geen afdoend bewijs, hoe me dat vroegere
+speet, hoe ik van jou.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee—die onzinnige jacht heeft me … Dag meneer. Ik geloof dat ’t beter is, op ’t oogenblik
+allerminst met elkaar uit te spreken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Hope—ik sta ’r juist op. Misschien zet je hier in geen tijden ’n voet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nóóit meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>gebelgd</i>)</span>… Heb ’k de minste onhoffelijkheid begaan?… Was m’n welkom geen bloemen-attentie?<span></span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Meneer, meneer—ik ben op ’t moment in zoo’n verbitterde stemming, sta zoo wanhopig-vervreemd
+tegenover u, dat ’k bang ben voor ’n explicatie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Heb ìk tot die „verbitterde stemming” aanleiding gegeven? Ik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>neerzittend—gejaagd-smartelijk</i>)</span>… Ik heb daarstraks zoo’n moeite gehad me in te houden—u niet in ’t bijzijn van de
+anderen te … te beleedigen … <span class="pageNum" id="pb212">[<a href="#pb212">212</a>]</span>U is zoo gezond—zoo gezond—zoo stevig—zoo stellig—zoo geestig—ik zoo zwaar op de hand—zoo
+aarzelend … O, wat háát ik u—wat heb ’k u innig zitten haten—vanaf m’n binnenkomen
+hier, toen u enkel vernuft, vernuft, vernuft in plaats hàrt, hàrt toonde …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> ’t Was „onbetaalbaar, buitengewoon” dat uw bediende me in de wachtkamer bij die kinderen
+liet—door de telefoon vroeg u of ze chocolade, anijsmelk moesten hebben … De belofte
+aan dat prachtige menschje, dat nog geen minuut nadat ’k ’r verlaten had, dood uit
+’r bed viel, is voor u ’n hartelooze grap, ’n „plechtige gebeurtenis”.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Hou uw mond! Verzin geen nieuwe vernuftsdingen—ik haal uw eigen woorden aan!… ’t Heette
+’n „plechtige gebeurtenis”, ’n „vertooning”… Geen seconde had u de ernst van ’n misdadiger,
+die bang is z’n òffer te zien!… Wat is dat niet te vinden—in die radelooze Zee van
+menschen verdwenen kind, anders dan ’n misdadig offer geworden? <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>… En nu nòg staat u te glimlachen, met dien ellendigen supérieuren glimlach!… Met
+die roos in uw knoopsgat—na „de heele nacht onder de wijn te hebben gezeten”—dat is
+toch zoo, nietwaar?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Ja, ja …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Met die roos—of ’t ’n studentikooze fuif was—of u ’n „typisch” uurtje meeleefde, heeft
+u <span class="pageNum" id="pb213">[<a href="#pb213">213</a>]</span>in uw luxe-kamer—wat heb ù anders dan luxe, luxe, luxe, van af uw geboorte gekend?—die
+kleine optocht van verlatenenen, verwaarloosden gezien … die op ’n brokje erfenis
+hoopten!… Die stumper, waarvan de moeder met witte haren in ’t Gasthuis gestorven
+is—de stumper op „Sinterklaasavond” op de wereld geschopt—was de eerste „niet uit
+de loterij”—aan de fabrieksmeid, voor ’r moeder sjouwend, moest u nog ’ns droog vragen
+over den bijnaam Kreeftje—en ’r handen hadden den St. Vitusdans!—bij de twee zusters,
+was u angstig, niet verheugd, niet blij iets te kunnen herstellen—toen weer, terwijl
+’k in de boekerij was, sprak u van ’n roman fin-de-siècle!… Jammer dat de laatste
+niet hièr ’r epileptisch toeval gekregen heeft—u zou ’r nog glossen en glossen bij
+gemaakt hebben!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Hope—dat gaat te ver!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Te ver?… Te ver?… Die brief, die wanhoopsbrief van Kreeftje, Kreeftje …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Die ìk niet verleid heb!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Die brief heeft u laten slingeren—was zoek, zoek—kwam uit dat ding daar tevoorschijn—die
+brief, dien ’k haast van buiten ken, waarin ze smeekte, smeekte, als ’n bedelares—voor
+jouw, jouw kind!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>)</span>… ’n Vrouw die met Plums en Baars en anderen leefde … Wie zwetst dat ’t mijn kind?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik! Zij! Je eigen moeder! Jijzelf!… Heeft je <span class="pageNum" id="pb214">[<a href="#pb214">214</a>]</span>vernuft, je hatelijk vernuft straks niet gezegd, dat de stem van de vrouw de stem
+van God is?.… Hoe durf <i>jij</i> dan vragen, twijfelen, ontkennen, bij de woorden in dien simpelen brief?.… <span class="stage">(<i>’t papier van tafel grijpend—en driftig lezend</i>)</span>… „Ik lieg niet, ik lieg niet—het is het kind van uw zoon!”.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Nonsens! Nonsens!… ’t Kind van ’n studentenscharrel!—Wiè, wiè, wiè zou zich daar,
+zònder bewijs, zorgen van aantrekken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Heeft ze geld van je aangenomen, die schàrrel?… Is ze je vrouw niet geweest, je passe-temps,
+die scharrel? Heb je de „opvoeding” van je dochter niet aan ’r overgelaten, aan die
+schàrrel! Is m’n eigen moeder niet op dezelfde manier … Wat voel jij met je glimlach
+van dat alles?… Wat raakt ’t jou met je roos in je knoopsgat?… <span class="stage">(<i>in snikken uitbarstend</i>)</span>… O, ik hààt je zoo, hààt je zoo, hààt je zoo.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Hope—Hope—laat me.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>wild haar tranen drogend en opspringend</i>)</span>… Redeneer niet meer—praat niet meer—ik kan je stem niet meer hooren!… <span class="stage">(<i>af door boekerij—hij staat even houdingloos—maakt een gebaar of hij den brief wil
+verscheuren—zakt in nadenken op een stoel—begint hem te lezen</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">DOEK.
+<span class="pageNum" id="pb215">[<a href="#pb215">215</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.<a class="noteRef" id="xd33e11720src" href="#xd33e11720" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2>
+<p class="stage">(De huiskamer bij Dr. Linden—eenvoudig effen behang—een enkele gravure—rustige meubelen.
+Het eerste plan, links, vormt een glazen erker, eenigszins verhoogd. Tweede en derde
+plan dito, suite deuren. Voor den erker een kleine tafel—er <span class="corr" id="xd33e11724" title="Bron: in">is een</span> overvloed van planten. Rechts in den achterwand toegangsdeur naar marmeren gang.
+Eerste plan, rechts een buffet. Tweede en derde plan, dito, wederom suite deuren.
+Bij voorgrond, rechts, een ronde tafel, waaromheen stoelen. Vroegzomer. Zonlooze middag).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="v3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dr. Linden, Annie</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>komt door gangdeur geaffaireerd binnen, blijft lachend staan, loopt op de teenen naar
+de linkersuite, waarvan een deur aanstaat, luistert naar Annie, die het kind in slaap
+zingt … „<span class="corr" id="xd33e11740" title="Bron: ’">’s</span> Avonds als ik slapen ga, loopen me zestien engeltjes na: twee aan mijn hoofdeind,
+twee aan mijn voeteneind”…—hij zit er lachend bij neer—… „twee aan mijn rechterzij,
+twee aan mijn linkerzij …”</i><span class="corr" id="xd33e11743" title="Niet in bron">).</span></span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> <span class="stage">(<i>invallend, terwijl zij zwijgt</i>)</span>… Twee, die mij dekken, twee, die mij wekken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Suscht! ’k Heb zoo’n moeite met ’r! <span class="stage">(<i>kijkt <span class="pageNum" id="pb216">[<a href="#pb216">216</a>]</span>nog even in de kamer, sluit de suitedeuren</i>)</span>… Hoe kun je ’t over je hart krijgen ’t kind wakker te maken en me zoo te laten schrikken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Is dat je goeien middag?<span></span> <span class="stage">(<i>zij omhelst hem</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nu was je toch wéér bezig, wijf, om die hobbelwieg heen en weer te duwen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze was zóo lastig! Wou per se niet gaan slapen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, ja—dat eindigt met ’n fopspeen, als ik ’r ’t oog niet op hou!—Wijf, wijf: hoeveel
+honderd keer moet je ’t nu nòg hooren: niet opnemen, niet in de handen nemen, als
+ze huilen! <span class="stage">(<i>geeft haar een zoen</i>)</span>… Vannacht, toen je dacht dat ’k sliep, ben je ’r ook uit geweest … <span class="stage">(<i>tweede zoen</i>)</span>… Dat duurt tot ’k Til en de wieg ’s nachts op de logeerkamer stop—en de deur op slot.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hahaha! <span class="stage">(<i>schrikt—beluistert de suitedeur</i>)</span>.… Nee, Goddank!… ’k Durf de kamer gewoon niet uit gaan!… Zoo’n bord pap heeft ze—zóó’n
+bord … Wat zoek je, Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Waar heb ’k vanmorgen de staten … Waar heb ’k.…?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Je brandt je—vlak bij je neus …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> <span class="stage">(<i>’n boek van de kleine tafel bij den erker nemend</i>)</span>… Merci.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Zou je niet één seconde gaan zitten? Presseert ’t op ’n halve minuut?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb217">[<a href="#pb217">217</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Op ’n kwart. Consult met Deen. <span class="stage">(<i>op z’n horloge kijkend</i>)</span>… Drommels!… <span class="stage">(<i>wil heen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Toe, akeligheid: nog geen kwartier ben je thuis gebleven!… En van ’n consult weet
+’k niks! Wor ’k buiten àlles gehouen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Consult voor Ninette van Walden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> ’t Dochtertje van Charles?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ja, ja—hou me niet langer op, wijf!… Is vanmorgen vroeg geopereerd … <span class="stage">(<i>tot Hope, die de gangdeur doorkomt</i>)</span>… Vertel jij ’t resteerende, Hope, hè?… Dag wijf!… En van de wieg afblijven! <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Wat bedoelt Jan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is ’r consult voor ’t meisje van Van Walden …?… <span class="stage">(<i>een pop uit Hope’s hand aannemend</i>).</span> Nee maar Hope-lief, wat ben je ’n engel! Och, wat bederf je m’n snoetje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Die kun je aan ’t koordje boven ’r hoofdje hangen … <span class="stage">(<i>Annie omhelst haar</i>)</span>… Nou, nou, Annie!… ’k Zou verlegen worden, om weer ’n kleinigheid mee te brengen.…
+Ging Jan?… Vreeselijk jammer—zoo’n lief, zachtzinnig meisje—ach, wat zielig!—heeft
+na de operatie liggen lachen—niets aan te doen—niets. Dat consult had net zoo goed.…
+Maar Van Walden wòù ’t, wòù ’t … Stakkerig! ’k Had geen oogenblik Charles—’k heb ’m
+<span class="pageNum" id="pb218">[<a href="#pb218">218</a>]</span>toch vrij lang bijgewoond—op zulk ’n hartstocht voor dat ziekelijke, frêle ding getaxeerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Jullie hoopten toch—toen ’t voor veertien dagen kwam …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dat deden we—Jan vond één longtop aangetast—de nieuwe acute ontsteking, die geopereerd
+móést worden—was tuber, tuber.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Wil je gelooven, dat ik ’t ’n bezoeking vind, naast ’t Gesticht te wonen … <span class="stage">(<i>luistert angstig aan de suitedeur</i>).</span> Als Jan me zoo iets tegen den avond vertelt, lig ’k den heelen nacht wakker, bang
+dat Til.… <span class="stage">(<i>de gestichtsbel luidt</i>)</span>… Half vijf?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ja, da’s de melk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Blijf jij babbelen, of gaan de kinderen nog naar ’t strand? <span class="stage">(<i>schelt</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Naar ’t strand—met dit ruwe weer? Nee. En dan ik ben vrij. Marie en Toos hebben de
+beurt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Drinken we ’n kop thee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Graag.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>tot het dienstmeisje</i>)</span>… Kaatje, kind, zet je voor twee personen thee? Weet je alleen de bus te vinden, kind?
+En niet ’t water eerst—éérst de thee in den trekpot, hoor je?.… Of nee, Kaatje, breng
+liever ’t water separaat.… Vlug en niets breken!… <span class="stage">(<i>meisje af</i>)</span>… Zoo moet ’k ’r alles duidelijk maken! Hahaha!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb219">[<a href="#pb219">219</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc"><span class="corr" id="xd33e11944" title="Bron: de">De</span> vorigen<span class="corr" id="xd33e11947" title="Niet in bron">,</span> Charles.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> <span class="stage">(<i>door gangdeur</i>)</span>… Pardon als ’k stoor, mevrouw—ik zoek den dokter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is nog geen drie minuten geleden naar ’t Gesticht gegaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Daar kom ’k toch vandaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer zal misschien langs de achterzij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Wil u niet ’n oogenblik plaatsnemen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Nee. Dank u. <span class="stage">(<i>stap naar deur—zich bezinnend, tot Hope</i>)</span>… Hope … Hope … <span class="stage">(<i>ineens hartstochtelijk</i>)</span>… Lieg niet: is ’t opgegeven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>… Hoe kan ík daarop antwoorden, meneer Charles …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> Jij, als hoofdverpleegster, weet ’t zoo goed, zoo goed als zij! <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Lieg niet, lieg niet! Dat is ’t éénige wat ’k nog te verzoeken heb …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>ontwijkend</i>)</span>… Eerst na ’t consult—niet waar … niet waar?—is ’r eenige zekerheid … <span class="stage">(<i>hij zit neer</i>)</span>… Ik durf niets zeggen … En de meening van dokter Linden … <span class="stage">(<i>een stilte. Hij zit dof-verslagen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>hartelijk</i>)</span>… Kom meneer Van Walden—u is nog zoo jong—u heeft nog zoo ’t heele leven voor u …
+<span class="stage">(<i>hij barst in snikken uit</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Meneer Charles …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb220">[<a href="#pb220">220</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> En u heeft ’n vróúw, ’n vrouw, meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Charles.</span> <span class="stage">(<i>opstaand, zich bedwingend</i>).</span> Dank u. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Van z’n vrouw had je niet moeten spreken …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Niet van z’n vrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee. ’k Had geen gelegenheid je te waarschuwen—die twee zijn nog niet <i>samen</i> aan ’t bedje geweest …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Meen je dat?… Zóó gebrouilleerd?… <span class="stage">(<i>Hope knikt</i>)</span>… Waarom?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Waarom?… Ja waarom?… Zij is den heelen dag in ’t gezelschap van „vrienden”—hij afficheert
+zich in ’t openbaar, zelfs hier, met z’n maitresse … Tot vandaag lijken ze bij mekaar
+gebleven om de zieke Ninette … Zóó als ’t stakkertje ’r niet meer is, maar ook zoo
+dadelijk, laten die twee mekaar los … En dan mag ’t … Ze zijn al gescheiden van …
+„tafel en bed”… ’n Huwelijk zonder kind is geen huwelijk …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Hoe kom je op den inval!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Menschen zonder jullie geluk, zijn niet getrouwd—jullie huwelijk, ja da’s zeker, is
+eerst door de geboorte van Tilleke begonnen … Vóor dien tijd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hahaha!… Jan zou je uitlachen, als-ie je hoorde … Scheelt je wat?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb221">[<a href="#pb221">221</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>die met het hoofd in de handen gezeten heeft</i>)</span>… Niet sámen bij ’n sterfbedje—dat wordt ’t!—willen komen … O, o, wat is al dat gedoe
+erger dan wanhopig—wat is ’t angstig ’n zoo harden kijk op ’t leven te krijgen, als
+ik ’t hier dagelijks, dagelijks …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hope—wat scheelt je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> ’n Beetje downheid—’n tikje moeiheid—Vannacht ben ’k ’r ’n paar maal uit gemoeten—en
+die operatie aan dat lichaampje vanmorgen, heeft me … <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>… Voor jou heb ’k geen geheimen, Ans—bij jou heb ’k me zoo thuis gevoeld, na ’t werk
+in ’t Gesticht—ik ben ’r je zoo dankbaar voor … Toen dat meisje onder de pijn lachte,
+lachte om ons te overtuigen dat we ’r geen zeer hadden gedaan—toen had ze denzelfden
+trek om den mond van—van zeker iemand …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Van …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Geen naam uitspreken. Denk aan de afspraak! <span class="stage">(<i>wrevelig</i>)</span>… Wat ’n mensch met karakter ben ik, hè? Als ’k ’r zoo iets uitflap, krijg ’k ’n gevoel
+van afkeer voor mezelf … <span class="stage">(<i>quasi-onverschillig</i>)</span>… Waar hadden we ’t over?… Over Ninette. Over den band, den <span class="ex">heiligen</span> band, zou dominee zeggen … Zondag heeft-ie ’r ’n boom over opgezet—over z’n „heiligen
+band”—dat de menschen uit ’t dorp met d’r oogleden knipperden … Alleen ìk niet … Ik
+weet te veel … Ons Gesticht is ’n te vinnige illustratie op de heiligheid.… Kinderen,
+kinderen, denk ’k zoo dikwijls, als ze d’r goddelijke spelletjes onder <span class="pageNum" id="pb222">[<a href="#pb222">222</a>]</span>ons toezicht aan ’t strand spelen: jullie beseft je zegening niet, dat je in ’n bandeloos
+Gesticht opgroeit, langzaam mensch wordt, zonder de wrok van ’n thuis, als de kleine
+Ninette, zonder ’t stil gehuil van je moeder, zonder de drift om ’n kleinigheid van
+je vader.…. Als ze in ’t zand om me heen stoeien, me gierend van ’t lachen begraven,
+me met z’n tien, twintig, dertig waarachtige broertjes en zusjes bestormen, krijg
+’k soms de tranen in m’n oogen—voel ’k me in ’t prachtigst gezin van de wereld—’t
+gezin zooals ik ’t me verbeeld, dat ’t na eeuwen overal, overal zijn zal—<span class="ex">elk kind door z’n geboorte ’t kind van ieder</span>—van ieder—vaders bijzaak. <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> ’k Ben blij dat de „mijne” me tot die gedachten gebracht heeft.… dat ik ’r geen heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Hope, Hope—hoe kun je dat alles zoo akelig resoluut—haast zoo onvrouwelijk zeggen—terwijl
+Tilleke achter die deur slaapt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Onvrouwelijk?… Ik met m’n zestig kinderen!… <span class="stage">(<i>scherp</i>)</span>… Niet ieder kan … <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>)</span>… Neem me niet kwalijk, Ans … Ik ben vandaag geen opwekkend gezelschap … <span class="stage">(<i>luchtig</i>)</span>… Hou jij je aan den allerheiligsten band … van ’t geluk … <span class="stage">(<i>staat op, gaat naar den erker. De meid brengt het thee-gerei. Annie schenkt het water.
+Van dichtbij, benee, klinkt kindergejoel. Hope opent het venster, zwaait met den arm …</i>)</span> Dag jongens! Dag! Dag Fritsje! Wil jij me vandaag niet zien? <span class="stage">(<i>kinderstem: „Dag moeder!</i>)</span>… Dag Suus! Dag Suus! <span class="stage">(<i>Kinderstem: „Dag moeder!”</i>)</span>… Dag Henk! Heb je erge pijn, dat je zoo hinkt, <span class="pageNum" id="pb223">[<a href="#pb223">223</a>]</span>kind?… <span class="stage">(<i>Kinderstem: „Nee, moeder! Dag moeder!”</i>)</span>.… Foei, Foei, wat laten Toos en Marie de kinderen hollen! Daar valt ’r al een … <span class="stage">(<i>de handen als ’n roeper voor den mond</i>)</span>… Toos! Toos! Niet zoo dicht bij de sluizen! Hoor je? <span class="stage">(<i>Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”</i>)</span> Meer bij de duinen! <span class="stage">(<i>Vrouwestem: „Joe-oe-oe!”</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Drink nu je thee—’t zal wel marcheeren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>naar de tafel</i>).</span> Zeldzaam zorgeloos die betaalde verpleegsters! En die sluizen, zoo dicht bij ’t Gesticht,
+hinderen me elken dag … Herinner jij je nog dien schippersjongen verleden jaar … Hoe-ie
+door de zuiging.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Natuurlijk … Nee geen détails … Afschuwelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Goed. <span class="stage">(<i>zit neer</i>)</span>… Van dat Fritsje hou ’k dol-veel. Dat is ’n schat van ’n bengel—’n dot—altijd ernstig—en
+’n mondje! Als ’k voorbij z’n bed ga, móét ’k ’m pakken—en in z’n slaap slaat-ie nog
+z’n armen om m’n hals.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Is dat dat grappige broekmannetje, dat de eerste dagen om ’t geringste vlóékte?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Hahaha! Ja: obberdorie, obberdomme—goed zeggen kan-ie ’t niet! De zusters maakten
+’m in ’t begin telkens boos, om dat gebrabbel te hooren—en omdat ik toen z’n partij
+trok, zijn we de beste maatjes geworden. Smakelijk kopje, Ans. Gelukkig dat ’t ventje
+hiér is gekomen. Als je ’m vroeg, babbelde-ie: me moeder zit in de hemel en me vader
+<span class="pageNum" id="pb224">[<a href="#pb224">224</a>]</span>is ’n obberdommesche dief. Van z’n <span class="ex">grootvader</span> geleerd. Fijngevoelig als-ie is! Moeder, zei-ie nog geen uur gelejen tegen me: ik
+hou van jou zooveel, zooveel, ik hou van jou <span class="ex">duizend</span>. Aardig, hè? Aardig als iemand duizend, duizend van je houdt.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>in wit badkostuum met witte pet</i>)</span>… Hm!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>tegelijk met Hope verschrikt opstaand</i>)</span> Meneer, is dat ’n manier!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dames!… Mevrouw Linden … Juffrouw … De buitendeur stond aan … en … Laat ik u niet
+derangeeren … Gaat u zitten …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> We hadden u niet gehoord. Hoe komt u zoo uit de lucht vallen? Weet Jan dat u …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Onwaarschijnlijk … <span class="stage">(<i>tot Hope</i>)</span>… Ik verjaag u hopelijk niet, juffrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Volstrekt niet, meneer—ik heb te werken …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> En je zei dat je …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.…</span> Jawel. Maar niet te lang. Dag Ans. Dag meneer. <span class="stage">(<i>Hope af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Annie, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ja, ja. Vogelverschrikker. Mag ik zoo vrij zijn?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb225">[<a href="#pb225">225</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Zóó vrij, ja.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>neerzittend</i>).</span> Om te beginnen gefeliciteerd, mevrouw, voor de tweede maal—nu mondeling met jullie
+jongen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span>… Meisje.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Meisje?… Heeft Jan zich zoo vergist?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> (lachend)… Of Jàn zich vergist heeft?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Dan ik—dan ik … Waar laat ’k die buiten-modelsche pet?… Excuseer dat ’k ’r mee binnen
+gekomen ben … Geef u geen moeite … <span class="stage">(<i>scheert haar in een hoek</i>)</span>… Da’s minder comme-il-faut dan makkelijk … Aardig huis hier. Suite èn suite—vijftien
+meter—heb ’k dat goed onthouden? Hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Uitstekend. Maar ’t is wel ’n tijd geleden, dat u in die vijftien meter was … En bedrieg
+’k me—of droeg u vroeger géen lorgnet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee u heeft ’t correct onthouden.… Dag Jan! Dag ouwe kerel! Ja, ik ben ’t.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dr. Linden</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dolf, jij?… Wat heb je voor zonderlinge ingeving, om hiér te verzeilen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Merci voor de buitengewoon-hartelijke begroeting, hahaha! Ik kom voor záken, na ’n
+lange reis als commis-voyageur door ’t noorden en ’t zuiden …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb226">[<a href="#pb226">226</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Bril jij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Lei ’k juist aan je vrouw uit!—Daar heb ’k de sensatie wéér, mevrouw, de óúwe, zóo
+als ik u zie, van dien fameuzen eersten steen van de Stichting, met den dominee-met-’t-wratje …
+Ja ik bril, Jantje, kerel, kind! Kreeg ’k ineens, zonder waarschuwing, in ’n Belgisch
+nest. <span class="sic">’t</span> Las m’n krantje—en rutsch al de Reuter-telegrammen aan ’t zwemmen—collegaatje van
+je opgezocht—lorgnetje en niemendal gebeurd—de letters zwemmen niet meer, maar bij
+’t zwemmen zelf—moet ’k oppassen geen botsing te krijgen—Voor de bain-mixtes deug
+’k niet meer, hahaha! Kerel van harte met je dochter!… Maar aan me geschreven heeft-ie
+’n zoon, mevrouw! Hindert jou wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Nou—iets hindert me. We hebben zooeven je neef Charles.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Is Charltje hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Jawel. Met z’n vrouw. En ’t kindje is bij ons op de ziekenzaal.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>plots ernstig</i>)</span>… Is Ninette.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Opgegeven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat meen je niet. Is de kleine Ninette … Wat scheelt ’r? Wat heeft ze?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Hopeloos. Móést ’r opereeren—hij wou Deen in consult, en ’t eenige wat Deen kòn verklaren,
+was dat m’n chirurgisch ingrijpen ùitstel van <span class="pageNum" id="pb227">[<a href="#pb227">227</a>]</span>executie geweest—hij zou ’t zèlfde gedaan hebben.… Dolf, beste kerel, toen we met
+z’n tweeën in de wachtkamer kwamen—om ’m voorzichtig voor te bereiden—op de quaestie
+van ùren nog—toen liet-ie ons niet eens aan ’t woord komen, toen begon-ie zoo miserabel
+te snikken, zoo ineens oud en hoe zal ’k ’t zeggen, dat we ’r zelf door kapot werden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>nerveus</i>)</span>… Jan, ik kan zulke dingen niet hooren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> En je verweet me dat ’k je buiten alles hou!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Waar logeert-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> In Royal.… Je ben toch niet van plan ’m dadelijk op te zoeken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dat ben ’k zeker.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Doe ’t niet—niet nù … Die twee vijanden-van-mekaar hebben op ’t oogenblik nièmand
+noodig.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Au fond spijt ’t me, dat ’k met ’m overhoop lig … Zou ’k vanavond?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Morgen—morgen … Ninette kan ’t nog ’n veertien dagen halen, naar menschelijke berekening—nee,
+vandaag ontraad ik ’t stellig.… Had jij ’n verschil met ’m?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> We zijn met advocaten bezig geweest—na mama’s dood—over ’t legaat voor de Stichting—diezelfde
+stichting waar nu z’n eigen kind.… Beroerd! Meer dan beroerd!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb228">[<a href="#pb228">228</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Jullie hebt toch sámen je toestemming gegeven—wat hebben dan advocaten.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Nee nièt samen. Hij weigerde niet alleen, maar liet door z’n rechtsgeleerde dingen
+over mama’s geestestoestand schrijven, die ik ergerlijk—schwamm—streep door ’t gebeurde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> En de Stichting hééft ’t legaat. Dan heb jij ’t heelemaal voor jouw rekening genomen?
+En dat hooren we toevallig!
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je had ’t nìet behoeven te hooren—en we praten ’r geen woord meer over—geen woord
+niet waar mevrouw?—geen woord, Jan?—Die tengere, intelligente Ninette … En toch..
+En toch.. <span class="stage">(<i>down</i>)</span>… ’k zou met Charles willen over steken … Beter de plek van ’t grafje, dan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>gebluft</i>)</span>… Dolf—zou jij ’ns wakker worden!… Ben jij ’t die daar.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>valsch-vroolijk</i>)</span>… Ja!… Kun je zoo hebben. Beetje wormstekig—dagje ouder … ’n Mensch is ’n zonderling
+apparaatje … Wie vroeg en te vroeg lacht—jij de rest, Jantje!… ’k Begin aanleg voor
+hypogro … hypo … hahaha! ’k Ben blij, da’k mezelf weer ’ns hoor lachen! <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span> Jullie wonen hier machtig gezellig in je vijftien meter … <span class="stage">(<i>door het erker-venster kijkend</i>)</span> Ah! Goed weer in aantocht. De bommen en garnalenschuiten zeilen uit …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Hij heeft gelijk. Als die ’t ’r op wagen, krijgen we mogelijk zon …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb229">[<a href="#pb229">229</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Wat is dat spektakel benee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Van de sluizen. Nou spuien ze ’t water van ’t kanaal in zee—Ja, dat gaat met ’n vaartje.
+En dat mag zoolang ’r nog niet gebaad wordt … <span class="stage">(<i>weerklinkt kindergezang</i>)</span>… Onze kinderen … Je blijft eten, Dolf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Jan—</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Wat Jan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> We hebben één ongelukkig boutje.… En Hope zou ook.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Dan telefoneer ’k naar ’t dorp …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Nee Jantje—’k geloof niet dat ik.… De volgende week kom ’k mogelijk ’n paar weken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Jawel!… Bekend!… Vlieg ’r niet op in … Jij komt hier voor záken, zei je.… Met ’n leege
+maag lukken geen zaken … Ik ga telefoneeren.… Eclipseer niet, Dolf—dan krijgen we
+beestig mot samen! <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Annie, Dolf</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Mag ik terwijl ’n kopje thee?… We afternoonen af en toe … Ja, dat is ’t portret van
+mevrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>handen op den rug onbeweeglijk</i>)</span>… Ja.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb230">[<a href="#pb230">230</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> In de récréatiezaal staat ’r buste.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>onbewegelijk</i>)</span> Zoo—’r buste …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>schenkend</i>)</span>… En snoezig-attent, meneer, hoe de oudste meisjes op ’r geboortedag—die is ’r in
+gebeiteld—zonder dat iemand ’t wist, ’n trophee van groen en bloemen … Melk en suiker?..
+<span class="stage">(<i>hij luistert niet</i>)</span>… Ik vraag of u melk en suiker …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>zich driftig omdraaiend</i>)</span>… U moet me ’n dienst bewijzen, mevrouw.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Ik?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Ik wil ’n onderhoud met Hope.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Wat kan ìk …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> U is ’r vriendin—en ’k overdrijf niet<span class="corr" id="xd33e12584" title="Bron: ">—</span>’r vertrouwde geworden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze is tè zelfstandig, om zich door iemand..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Door u wel. <span class="stage">(<i>nerveus-snel</i>)</span>… Ik moet ’r—wil ’r … Als ik ’r aanklamp, ontloopt ze me, als toen ’k daar binnen
+kwam … Als ’k schrijf, antwoordt ze niet … Ik ben niet meer die ik ben, daar geef
+ik m’n woord op … Ik heb over ’n boel … Dat wil ’k ’t persoonlijk … Daarvoor heb ’k
+de reis gemaakt … Dat zijn mijn záken.… Straks met ’r aan een tafel zitten, doe ’k
+nièt, of.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>schellend</i>)</span>… Goed. Gaat u een seconde daar. <span class="stage">(<i>wijst naar rechtersuite</i>)</span>… ’t Meisje mag u niet zien. Maar: laten we mekaar goed begrijpen, meneer <span class="pageNum" id="pb231">[<a href="#pb231">231</a>]</span>Van Walden<span></span>—ìk blijf ’r buiten—en tegenover m’n bèste vriendin, gebruik ik geen omwegen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> U kunt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Weg! Weg! Weg! <span class="stage">(<i>Dolf af—dienstmeisje</i>)</span> Loop jij even naar de overzij, Kaatje, kind, en vraag zuster Hope of ze bij me wil
+komen—zeg ’r dat ik alléén ben. <span class="stage">(<i>Dienstmeisje af—zij wenkt Dolf</i>)</span>… Dat is de eenige onwaarheid. Meer jok ’k niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dank u voorloopig<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Kan ’t hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Hier of hiernaast—àls ze wil …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Dank u.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>terwijl hij gejaagd op en neer loopt</i>)</span> ’k Zou m’n thee niet koud laten worden, meneer—we hebben nog wel ’n paar minuten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>zonder te luisteren, onrustig van den eenen stoel naar den anderen verhuizend</i>)</span> Maanden en maanden, mevrouw, ben ’k ’n soort Ahasverus geweest—iemand met ’n tic—een
+die zichzelf ’n zonderling vond, ja, ja … <span class="stage">(<i>verzit</i>)</span>… Soms heb ’k getwijfeld of ’k hier recht snik was, of ’n leventje van … van … plezier—zich
+begon te wreken, zooals de brave, beste menschen, die karnemelk inplaats van bloed
+hebben, mekaar wijsmaken … <span class="stage">(<i>loopt nerveus heen en weer, zit over haar</i>)</span>… Ze kunnen je door altijd door op ’t zelfde te hameren, altijd door aan te houden
+de suggestie opdringen, dat je, dat je.… hè! hè!… dat je ’n, ’n schaduw naast je eigen
+<span class="pageNum" id="pb232">[<a href="#pb232">232</a>]</span>schaduw ziet loopen … Als ’k verward praat, mevrouw, best mensch.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Zou u dat mevrouw nou niet ’ns eindelijk laten schieten?… Ik heet Annie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Mag dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Graag.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Zegt u—zeg jij dan ook Dolf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Als u—als jij ’r niets tegen heb: natuurlijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik heb ’n boel beroerdheid gehad, Annie—wat doet ’t me ’n goed, dat ’k ’ns vertrouwelijk
+babbelen mag!—’n boel waarmee ’k in m’n eentje moest uitvechten—met m’n eenen ik,
+die m’n anderen ik uitlachte, voor de mal hield—met m’n eenen ik, die tegen m’n anderen
+ik zei: „je ben ’n zot, ’n kwast, ’n idioot”—met m’n eenen ik, die m’n anderen naar
+de tingeltangels dreef, naar vrinden, naar vrouwen—met m’n eenen ik, die spotte, vloekte,
+met geld smeet—me whiskey en soda liet drinken, als de andere te sentimenteel, te
+zwak, te willoos dee.… Van de eene hotelkamer ben ’k naar de andere getrokken, bediend,
+naar de oogen gekeken—grocjes slikkend, om te slapen, te slapen … Wakker liggen is
+’t gemeenste, ’t vuilste dat je overkomen kan … Dat met m’n bril waarover ’k daarnet
+grapjes uithaalde—’k voel me zoo ouwerwetsch gezond als ’k ’t kàn, kàn—was niet ’t
+gevolg van minder-goede oogen—je kunt ’t ook door slappe zenuwtjes krijgen.<span class="pageNum" id="pb233">[<a href="#pb233">233</a>]</span>… ’r Komt ’n leeftijd bij ’n man, dat-ie z’n draai zoekt, dat-ie z’n stuur onvast
+hanteert.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span>… Stil even—’k geloof … Ja.… Ga nog een oogenblik <span class="stage">(<i>wijst de rechtsche suite. Hij verlaat de kamer. Tot Hope, die eerst rondkijkt</i>).</span> Ik ben alleen.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Annie, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Is-ie vort?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Daar.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Waarom laat je me dan—je weet toch …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Omdat … <span class="stage">(<i>Hope gebaart naar de deur</i>)</span>.… Hope! Hope!… Als ’k je vriendin ben, je oprechtste, eerlijkste vriendin, die je
+beweert te vertrouwen—is dat dan de brééde manier?… Ik verras je niet, niet met trucs,
+niet met kleine listen—ik wou enkel ’n beroep op je verstand, op je vérstánd, doen,
+Hope—waar je hart.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zachtjes—hij kan je hooren …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ik zeg je een ding, zonder verdere argumenten, zonder tusschenkomst die misplaatst
+is: je kunt tè hardnekkig in één gedachtengang doorhollen—je kunt gelijk hebben en
+toch dwaas doen.… Ik laat je alleen—nee, je gaat nièt gelijk met me de deur uit!—je
+blijft tien, tien, tien tellen, om ’n beslissing te nemen … <span class="stage">(<i>tot Dr. Linden, die binnen <span class="pageNum" id="pb234">[<a href="#pb234">234</a>]</span>wil komen</i>)</span>.… Nee, Jan—je moet nog in ’t dorp voor ’t diner bestellen … Nee, niet binnen!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> Waar is Dolf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> Dolf—Dolf wandelt ’n moment aan ’t strand om ’n luchtje te scheppen … Ik wou wat tafelbloemen
+laten komen en wat … Man, kijk niet zoo achterdochtig!.… Onder de tafel zit-ie niet …
+<span class="stage">(<i>tot Hope</i>)</span>… Als je dènkt, erg stevig dènkt, lieve meid, dènk dan zachtjes—vooral zachtjes—in
+diè kamer slaapt Tilleke, ’t eene kind—<span class="stage">(<i>fluisterend</i>)</span>… in de andere wacht ’t gróóte … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend, tot Jan</i>)</span>… Wat luister je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Ik luister niet—ik zie ’n rare witte pet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hij is in z’n bloote hoofd.… Blaas je ’t lichtje onder de thee uit, Hope … En zàchtjes
+voor Til?… <span class="stage">(<i>neemt Jan onder de arm—af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Dolf, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>staat besluiteloos—hij opent haastig de deur</i>)</span>… U wou me …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Spreken …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Veel tijd heb ’k …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Niet—dat wist ’k. Willen we ’r bij gaan zitten? <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… ’k Zal beginnen—met te doen wat mevrouw—wat Annie u verzocht. <span class="pageNum" id="pb235">[<a href="#pb235">235</a>]</span><span class="stage">(<i>buigt naar de tafel, blaast het lichtje uit</i>)</span>… Zoo.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dus u luisterde?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> Natuurlijk.—Als u geweigerd had, zou ik u nagewandeld zijn—<span class="stage">(<i>zwak-glimlachend</i>)</span>.… desnoods ’n scène op straat of in ’t Gesticht gemaakt hebben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zou u niet liever dadelijk zeggen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>met den ouwen glimlach</i>)</span>.… Niet zoo hard—we zouen aan ’t kind … <span class="stage">(<i>een drukkende stilte. Hij neemt de pop in de handen, laat die een paar maal schommelen,
+legt haar weer op tafel. Buiten drie verwijderde stooten van een stoomboot. Hij herneemt
+houdingloos het gesprek</i>)</span>… Is dat ’n stoomboot?… Ja, dat is ’n boot—’k vraag naar den bekenden weg … ’n locomotief
+op de golfjes kan ’t moeilijk zijn … <span class="stage">(<i>een stilte—driftig staat hij op, loopt tot het venster, kijkt naar buiten, keert terug,
+zet zich opnieuw over haar</i>)</span>… Als ìk m’n mond hou—heeft u—heb jij—ik kan tegen jóú geen ú zeggen!—heb jij me dan
+niks …?… In geen zes maanden hebben we elkander.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>koel</i>)</span>… Bij mij—bij mij is nièts veranderd..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Bij mij zooveel te meer. Interesseert ’t je niet te hooren wat ’k al dien tijd uitgehaald
+heb?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nee meneer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>)</span>… Hope, ’t is meer gebeurd, dat mannen, ziek door ’t verlangen naar ’n vrouw, ’n krankzinnige
+daad … Waarom drijf jij me tot.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb236">[<a href="#pb236">236</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>opstaand</i>)</span>… Doen we niet beter, meneer … Als u me voor dàt heeft laten roepen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>opstaand—heftig</i>)</span>… Je zàl hìèr blijven—je zàl luisteren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>uit de hoogte</i>)</span>… Dat zal ’k stellig niet—ik heb niet één reden … <span class="stage">(<i>stap naar de deur</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e12908" title="Bron: hartstochelijk">hartstochtelijk</span></i>)</span>… Ik wil dat je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> ’t Kind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je heb gelijk. ’k Span ’t paard achter den wagen—<span class="stage">(<i>met moeilijken glimlach</i>)</span>… Je moet, al lijkt jóú dat ongeloofelijk, omdat je me tóén m’n gezòndheid, m’n gezòndheid,
+m’n stevigheid verweet—je moet wat consideratie met me gebruiken, m’n drift door de
+vingers zien—Ik ben, dat heb ’k je vriendin al gezegd, niet meer die ik ben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Begrijp u niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Vind me om af te ranselen, zoo weinig als ’k ’t zelf snap. Zouen we niet nog even
+kunnen zitten?… M’n prikkelbaarheid, m’n opvliegendheid, zal ’k geen tweede keer …
+<span class="stage">(<i>zij zit neer</i>)</span>… Je moet je wel verbazen, niet waar, dat ik ’t flirten, ’t hofmaken, ’t inpalmen
+van ’n vrouw al zoo verleerd schijn, dat ’k met ’n zotte onstuimigheid jóú, net jóú,
+probeer te overtuigen.… Hope, ik zit op ’t oogenblik zònder „supérieuren glimlach”—en
+àls-ie nog even terugkomt, moet je denken dat ’n vos wel z’n haar—niet z’n … <span class="stage">(<i>ongeduldig</i>)</span>… Ik bazel!… <span class="pageNum" id="pb237">[<a href="#pb237">237</a>]</span>’k Zou … <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Ik ben aan ’t zoeken geweest …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>)</span>… Aan ’t zoeken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Naar—naar die vroegere liaison—wat ’k mama beloofde.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Zelf? Heeft je „detective”…?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik heb ’t persoonlijk, persoonlijk—zonder hulp—gedaan. Heb je daarvoor geduld?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Als ’k ’r u ’n genoegen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Na je diepe, barre verontwaardiging, dien dag, ben ’k eerst woest op je geweest, heb
+’n paar weken op de lamste manier tot laat in den nacht gefuifd—je krijgt alles, alles
+te hooren!—om me te „wreken”.… En als ’k katterig thuis kwam, liep ’k met de meest
+onzinnige gedachten, hoe ’k jou je caprices—je hoeft ’r niet op te antwoorden—’t antwoord
+geef ’k zelf!—hoe ik jou je caprices betaald zou zetten.… ’k Wou met Snip—pardon:
+Madame Lebeau trouwen—stel je voor, hahaha!—’t zou ’n pan zijn geworden, hahaha!—Madame
+Lebeau op den <span class="corr" id="xd33e12973" title="Bron: Burgelijken">Burgerlijken</span> Stand—om burgemeester Háán kippetjesvel te bezorgen—Hope krabbel niet achteruit in
+je stoel—ik kan me niet héélemaal<span class="corr" id="xd33e12976" title="Bron: ..">…</span> niet heelemaal in ’n andere huid steken—en omdat je daar even vriendelijk keek, kwam
+de ouwe natuur … Exit … Nou zal ’k elk woord beloeren … èlk … Mag ’k ’n slokje nemen?
+’k Heb dorst.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb238">[<a href="#pb238">238</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Ga uw gang …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Zoo. Nou heb jij ’t in je hand me bij slappe, kouwe thee te hóúden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Zou u … Jan en Annie kunnen … en ik …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik wou ’t je betaald zetten, ’t je inpeperen—en toen—en toen, in ’n week dat ’k m’n
+kamer voor ’n zware verkoudheid moest bewonen, waarlijk <span class="ex">bewonen</span>, zat ’k weer in de belabberdste, beroerdste stemmingen, de historie wikkend, wegend …
+Ze háát je, redeneerde ’k: larie—ze haat jou, zooals jij ’r zèlf háát.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik heb nog niets van uw gezóék gehoord..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Komt! Komt!… Je moet niet op de vervolgen van ’n feuilleton vooruit loopen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Telkens, telkens weer heeft u dien toon.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Dien heb ’k, heb ’k!—Laat me ’m warm houen zoolang ’k nog kan—Je heb geen begrip,
+geen flauw begrip, niet de minste voorstelling, hoe ’k door jou en mama uit m’n toon,
+m’n toon, m’n toon geraakt ben!… Je heb nog niets van m’n gezóék gehoord—m’n hopeloos …
+Nou komt ’t!… Ze zal buigen, buigen, nam ’k me voor … Ik heb geen andere schuld dan
+honderden, duizenden … ’k Heb niet beloofd te trouwen, daar niet aan gedacht—zou ’r
+om geschaterd hebben—zoo goed als Kreeftje zelf.—Ze heeft zich aangeboden—was met
+soupertjes en ’n Haagsch schouwburgje meer dan tevreden—was me niet trouw—scharrelde
+met <span class="pageNum" id="pb239">[<a href="#pb239">239</a>]</span>anderen als ik met vacantie naar huis was … Die gril, die kuur, die bezetenheid van
+Hope—excuseer, dat was m’n beschouwing uit die dagen van ongesteldheid en slapte—die
+nonsens die ze duizend tegen een mama ingepraat heeft …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Pardon …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Je hoeft niets te beweren—je heb gelijk—ik vertel je m’n gewroet van tóén!—die gril
+krijg ’k ’r alleen uit, door te bewijzen, door ’r met de stukken in de hand te overtuigen—en
+dan kom ’k nog compleeter de belofte aan mama na—’n belofte die ieder gedaan zou hebben—ieder
+in dat geval … <span class="stage">(<i>een stilte. Hij neemt de pop van tafel speelt er mee, terwijl hij onrustig voortpraat</i>).</span> Zoo, Hope, ben ’k begonnen—zoo ben ’k niet geëindigd. Wat ’n spelletje leek, ’n pogen
+jou „klein” te krijgen—wat de eerste dagen ’n onderhoudend inspannen van de hersens
+werd—draaide op ’n maniakaal willen, ’n parforce-jacht, ’n openscheuren van—van alles,
+neer … De familie van dien marinier, met wien ’k—dat weet je—héb ’k uitgevonden—Z’n
+getrouwde zusters—z’n broers—over ’t heele land verspreid—hadden moeite niet te lachen
+bij m’n vragen over Kreeftje—met ’t rooie haar uit den handschoenenwinkel—De posterijen
+heb ’k nagerejen voor ’t recu van den <span class="corr" id="xd33e13028" title="Bron: aangeteekenkenden">aangeteekenden</span> brief van papa—met de honderd gulden—op de minste klank ben ’k afgegaan—in Holland—België—De
+registers van de—van de bordeelen, wáar óok, in grootere en kleinere plaatsen, heb
+’k … Verdwenen … Verdwenen … De vrouw <span class="pageNum" id="pb240">[<a href="#pb240">240</a>]</span>met ’t kind, ’t kind waarvan die brief zoo zeker, zoo wanhopig-zeker, zoo pijndoend-zeker
+sprak.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Pijndoend—pijndoend—Zegt ù pijndoend?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dat verbaast je—daar kijk je me bij aan.. Merk je dan niet, hoe de gedachte van mama
+en jou ’n obsessie … <span class="stage">(<i>bitter</i>)</span>… hoe ’k langzaam, als ’n slak zoo langzaam ben gaan voelen, dat àls dat kind nog
+leeft—en ’t kan leven—’t kan, kan!—dat dat meisje dan op ’t uur dat we hier met elkaar
+praten, zoo verloren is—als—als … <span class="stage">(<i>start voor zich uit</i>)</span>… Ja. Ja … Eens heeft Snip me in ’n hotel van vijfhonderd kamers gezocht, en ontmoette
+me niet, omdat ze enkel m’n voornaam wist. Dat was ’n puzzle, ’n goeie mop … Als je
+’n brief ergens opgeborgen heb, zeker opgeborgen—en je vindt ’m niet, dan zoek je
+nijdig en zenuwachtig tot-ie na dagen en dagen vloeken vlak voor de hand ligt—zooals
+dien middag tusschen de sigaren … Maar dat levende menschen, levende, ’n vrouw en
+’n meisje van achttien verdwijnen, zooals ’n steen ’t achter ons in ’t water, zou
+doen—en dat je ’r telkens over piekert, zonder resultaat da’s … da’s … <span class="stage">(<i>laat de pop vallen</i>)</span>… Jij heb toen gesproken van ’n radelooze zéé-van-menschen—dat was juist—de zee spoelt
+weg, spoelt niet terug … <span class="stage">(<i>verschrikt opkijkend</i>)</span>… Hope, huil je?… Waarom huil jìj, Hope?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e13062" title="Bron: Dolf">Hope</span>…</span> Omdat—omdat … Dat kan ’k nu niet zeggen.… Omdat … Willen we niet verder.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Niet verder?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb241">[<a href="#pb241">241</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Nù niet … Je heb me verbazend … verrast—ik dacht niet aan de mogelijkheid—dat jij—dat
+ù..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Toe hou je an dat jij … Na de wandeling met de boschviooltjes, die je droogde—nee,
+nièt droogde!—heb je nog maar één keer je u’s vergeten—dien middag bij mij thuis …
+<span class="stage">(<i>haar z’n hand toestekend</i>)</span>… Weiger je nòg, Hope?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Geef me den tijd, om—om te overleggen—je heb me zoo overrompeld …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Om te overleggen … Moet je bij dàt overleggen … je verstand „raadplegen”?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Je heb beloofd niet meer op te vliegen—Dolf! <span class="stage">(<i>legt haar hand over tafel op de zijne</i>)</span>… Eens—laat me dat zeggen, zonder de intentie bijna vergeten dingen levend te maken—eens
+trapte je m’n groote, vreeselijk-groote genegenheid—door je ruwe overval in m’n slaapkamer—dood—toen,
+in den nacht dat we samen bij ’t sterfbed van je mama, in die hotelkamer waakten,
+had ’k ’n nièuwe vurige hoop—en we gingen voor de tweede maal van mekaar. Hij houdt
+z’n belofte aan mevrouw niet, dacht ’k—hij bréékt ’r niet: hij spot over alles heen—’t
+wordt geen dáád—geen dáád …—toen heb ik me iets heiligs, plechtigs voorgenomen: jou
+onder géén, géén omstandigheden te trouwen—mezelf aan de kinderen hier te geven …
+Stuif niet op Dolf … Ineens die belofte vergeten, zònder overgang voor de dèrde maal
+’n heerlijk vertrouwen in—in jóú vastgrijpen—dat durf ’k nog niet aan. <span class="pageNum" id="pb242">[<a href="#pb242">242</a>]</span>We zitten, door ’n wonder, door ’n wònder, beter, oprechter tegenover elkander, als
+we ’t ooit, ooit.… Nee doe nu niet brusk, niet meer zoo hartstochtelijk als vroeger …
+Van af de jaren dat ik als kind, zonder ouders—gedacht, maar vooral gewrokt en gehaat
+heb—heb ’k verlangd, niet te zeggen hoe innig verlangd … ’n eigen kind in achting
+voor mezelf—en m’n man groot te brengen … Dwing me op ’t oogenblik niets met je oogen
+af—ik zeg niet nee—niet ja—ik vraag uitstel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>geprikkeld</i>)</span>… Uitstel?… Nog eens uitstel …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik ben bang dat wij—u en ik—<span class="stage">(<i>haastig</i>)</span> jij en ik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.…</span> Dat wij wat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>… Dat we bij mekaar niet meer dat—dat geluk zullen vinden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span>… Onwaar!… Onwaar!… Jij voelt dat zelf anders …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Misschien, misschien hèb je gelijk—laat me overleggen!—We hebben mekaar in zoo’n tijd
+niet gezien—in geen maanden en maanden—Als jij veranderd ben, ben ik ’t mogelijk ook.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Met andere woorden: voor de derde maal de bons?… Verlang je nog meer, nòg meer van
+me!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Nee … Maar je moet ’t me met mezelf laten uitvechten.… We zijn allebei ’n dagje ouder
+geworden.… <span class="stage">(<i>met moeite</i>)</span>.… En ’k had ’t me al zoo <span class="pageNum" id="pb243">[<a href="#pb243">243</a>]</span>afgeleerd aan jou te denken—in de bezigheden van elken dag hier.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Dus …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Stil!… ’t Lijkt me … <span class="stage">(<i>gejoel en geroep buiten</i>)</span>.… Daar is iets.… <span class="stage">(<i>gaat snel op het erkervenster toe</i>)</span>.… Allemachtigste God!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>naast haar</i>)</span>… Is ’r ’n ongeluk gebeurd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>tot ’n man buiten</i>)</span>… Is een van de kinderen? Hoor je niet!.… Is een van de kinderen?… <span class="stage">(<i>Stem buiten: „Een van de jongens, zuster!”</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> Groote God—een van de kinderen in de sluis terwijl ’k ze zoo gewaarschuwd heb!… Groote
+God—met de sluisdeuren open, als toen, als toen.… <span class="stage">(<i>wijkt angstig van het raam</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Steekt dan niemand van die lummels ’n poot uit!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>als in versteening</i>)</span>… Is niet te redden—is niet te redden—met die strooming naar zee …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>driftig en glimlachend</i>)</span>… Dat zullen we zien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wakkerschrikkend</i>)</span>… Blijf hier! Blijf hier! Is één leven niet genoeg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf.</span> <span class="stage">(<i>met star-lichtende oogen</i>)</span>… Als ’k jou dàt kind in je armen terugbreng—overleg jij dan nog?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span> Dolf, Dolf—bega geen krankzinnigheid!… Als, als ’t te redden was, zouen die daar,
+de visschers en schippers …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb244">[<a href="#pb244">244</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Ik zie ’t nog drijven—<span class="ex">zie ’t</span>—<span class="ex">zie ’t</span>! Bij m’n andere dollemans-jacht, zag <span class="ex">’k niets, niets</span>!.… <span class="stage">(<i>naar de deur</i>).</span> Jij wou ’n daad, ’n daad …! Je zult je daad hebben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>… Dolf, ik smeek je, smeek je—doe ’t niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dolf …</span> Al zou je nou op je knieën—al zou je God en de engelen zelf.… <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Dolf, Dolf.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.11" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Hope, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter …</span> Wat is ’r?… Waar holt-ie heen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Hou ’m terug, Jan. Hou ’m terug! Een van de kinderen is in de sluis gevallen, drijft
+naar zee … Vraag niet verder … Hou ’m terug!… Ik, ik, ik jaag ’m den dood in … <span class="stage">(<i>Dokter af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.12" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.12.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Twaalfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Annie, Hope</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>snel door rechtersuite</i>)</span>… Hope! Hope!… Weet je ’t?… Weet je dat Fritsje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span>… Fritsje?… Fritsje!… De ellendelingen! <span class="stage">(<i>zakt op ’n stoel</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Toen Toos omkeek wou-ie … Wat doe je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>wild op het erkervenster toestortend, kijkt, <span class="pageNum" id="pb245">[<a href="#pb245">245</a>]</span>geeft ’n gil</i>).</span> O!… O!… Dat Jan ’m niet tegengehouden heeft!… Dolf!… Dolf!… <span class="stage">(<i>zit bewusteloos-starend neer</i><span class="corr" id="xd33e13345" title="Bron: .)">).</span></span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.</span> <span class="stage">(<i>door het venster verschrikt kijkend</i>).</span> Moeder Maria … Moeder Maria …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Mijn schuld … Mijn schuld …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Ze brengen ’n boot uit … Laten we …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik kan niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> We zijn ’r in tien tellen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik kan niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Dan ga ik …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> <span class="stage">(<i>zacht smeekend</i>)</span>… Hier blijven … Hier blijven … Ik ben zoo bang—durf niet naar buiten kijken.… O lieve
+God in de hemelen, God in de hemelen, God in de hemelen!… Ik hou zoo waanzinnig, zoo
+waanzinnig-veel van ’m.… O lieve God in de hemelen, maak me niet gek, niet gek!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span>… Is-ie hier vandaan—hier uit de kamer.…?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope …</span> Ik weet ’t niet, weet niets, niets!… <span class="stage">(<i>de armen om Annie heen slaand</i>).</span> Kijk niet! Kijk niet!… Bij ’t leven van je Tilleke kijk niet!… Ik heb ’m vermoord …
+Als ’k m’n mond op zijn mond gedrukt had, zoo als ’k ’t wóú, zooals ’k ’t ieder uur
+van den nacht, ieder uur van den dag droomde, droomde, droomde, zou-ie me niet voor
+altijd alleen hebben <span class="pageNum" id="pb246">[<a href="#pb246">246</a>]</span>gelaten, voor ’n kind dat hèm niet angaat, mìj niet angaat, nièmand angaat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie.…</span> Hope, in Godsnaam, kom tot jezelf!.… Misschien heeft de boot ’m.… <span class="stage">(<i>wil naar ’t raam</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk het koord van het gordijn stuktrekkend, zoo dat het voor het venster
+neerflapt</i>)</span>.…… Niet kijken.… Niet kijken.… Ik zie ’m nooit meer terug!… <span class="stage">(<i>zakt met het hoofd in de armen op de tafel</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Annie …</span> Hope<span class="corr" id="xd33e13425" title="Bron: .!.">!…</span> Hope … <span class="stage">(<i>buigt angstig-aarzelend ’t gevallen gordijn ’n weinig om, staart door den kier, gaat
+diep-ontzet op den anderen erkerstoel zitten</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>die de laatste bewegingen opgelet heeft, richt zich op</i>)</span>.… Kijk je niet meer? <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Blijf je zitten?… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>… Zeg je nièts.…?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="v3.13" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#v3.13.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Dertiende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Dokter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Dokter.</span> <span class="stage">(<i>dompt verslagen op den stoel bij de deur.…</i>)</span> Da’s vreeselijk, vreeselijk.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hope.</span> <span class="stage">(<i>ziet hem aan, barst los</i>)</span>… Mijn schuld! Mijn schuld!… Ik heb ’m tot ’t laatst voorgelogen.… En om dat kind,
+dat <span class="ex">vreemde</span> kind, heeft-ie mìj, mìj … <span class="stage">(<i>zakt ineen. Annie en Jan schieten toe</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">EINDE.
+</p>
+<p class="dateline">Berlijn/Scheveningen, December ’07.
+<span class="pageNum" id="pb247">[<a href="#pb247">247</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<div class="footnote-body">
+<div class="fndiv" id="xd33e11720">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e11720src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Dit bedrijf werd na de vertooning een weinig geretoucheerd.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e11720src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">VERZAMELDE TOONEELSPELEN
+<span class="pageNum" id="pb249">[<a href="#pb249">249</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure tp.2width"><img src="images/titlepage4.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="522" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">VERZAMELDE<br>
+TOONEELSPELEN</div>
+<div class="subTitle">EN<br>
+OPSTELLEN-OVER-TOONEEL</div>
+</div>
+<div class="byline">DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS Jr.</span></div>
+<div class="docTitle">
+<div class="volumeTitle">TWEEDE DEEL.</div>
+<div class="mainTitle">I. GHETTO (1898).—II. DE SCHOONE SLAAPSTER (1909).</div>
+</div>
+<div class="docImprint">AMSTERDAM—S.&nbsp;L. VAN LOOY—1911.
+<br>
+<i>Het recht van opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881
+(Staatsblad No. 124).</i></div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb251">[<a href="#pb251">251</a>]</span></p>
+</div>
+<div class="group">
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">GHETTO.
+<span class="pageNum" id="pb253">[<a href="#pb253">253</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure tp.2.1width"><img src="images/titlepage5.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="556" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">GHETTO.</div>
+<div class="subTitle">TOONEELSPEL<br>
+IN DRIE BEDRIJVEN</div>
+<div class="subTitle">GEHEEL HERZIENE 5<sup>DE</sup> DRUK</div>
+</div>
+<div class="byline">DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERMAN HEIJERMANS.</span></div>
+<div class="docImprint">Het recht van Opvoering nadrukkelijk voorbehouden volgens de wet van 28 Juni 1881
+(Staatsblad No. 124).</div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb254">[<a href="#pb254">254</a>]</span></p>
+<div id="personae2.1" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first">Voor de eerste maal in den <i>ouden vorm</i> te Amsterdam op 24 December 1898, opgevoerd.
+</p>
+<ul class="castlist">
+<li class="casthead">
+<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4>
+</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sachel.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rafaël</span></span>, zijn zoon.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Esther</span></span>, zijn zuster.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Aaron.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebecca</span></span>, zijn dochter<span class="corr" id="xd33e13583" title="Bron: ,">.</span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebbe <span class="corr" id="xd33e13589" title="Bron: Haezer">Haëzer</span>.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rose.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een Jood.</span></span></li>
+</ul>
+<p><span class="pageNum" id="pb255">[<a href="#pb255">255</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="body">
+<div id="g1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.<a class="noteRef" id="xd33e13605src" href="#xd33e13605" title="Ga naar noot 1.">1</a></h2>
+<p class="stage">(De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een kleine olielamp).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="g1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc">Een jood.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Goeienavond.…. <span class="stage">(<i>knoopt een pak los</i>).</span> Warm. Om ’r bij neer te vallen. Is Esther ’r niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Esther is uit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Hoe wou ù dan helpen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen as jullie met je oogen! <span class="stage">(<i>het goed betastend</i>).</span> Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks. Prullen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee gulden op gegeven!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb256">[<a href="#pb256">256</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Twee gulden? Twee gulden! Daar had <i>ik</i> bij motten wezen! As ’k tien stuiver geef is ’t mooi. Allemaal versleten goed.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je die jas versleten? Noem
+je die broek versleten? Ken merken dat u ’r geen kijk op heit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vergis me niet. M’n vingers zién. Die zién voor zes. De knoopsgaten zijn heelemaal
+uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met afgetrapte randen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster maar hier! Wat doe ’k
+met die redeneering!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Rose—kom hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht as ’k zeg dat-ie versleten
+is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>de jas bekijkend</i>).</span> Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo héel erg …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me voor de gek! Had ik me óógen,
+dan had ik jou niet noodig, jou niet, niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat
+’k blind ben? An me vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken
+of ’k ’t zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n cent!
+Geef hier die jas! <span class="stage">(<i>betastend</i>).</span> De knoopsgaten zijn <span class="pageNum" id="pb257">[<a href="#pb257">257</a>]</span>kapot.… Hier is ’n plek waar de wol ’r af is … En de voering.… de voering.… kijk die
+gescheurde voering!.… En zoo’n stomme os ziet niks, wil niet zien!.… Geven we je daarvoor
+te vréten dat je mijn in me zak liegt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik lieg niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij liegt! Jullie liegt allemaal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Wat doe ’k met dat geklets! Maakt Esther zoo’n spiktakel? Geef me honderdvijftig centen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Vier kwartjes? Dank je! Dan pak ’k ’t weer in.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! Kom ’r ook niet met stelen an.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t noodig—me vrouw is ziek. Anders kreeg
+je ’t nog voor geen drie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Al was je heele familie ziek—ik geef niemeer as vier kwartjes. Vodden! Vuiligheid!
+Voor mijn part neem je ’t mee. Zal me zorg zijn! Vraag wat ’t mijn hindert. Nògh,
+wat begin ik nou!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb258">[<a href="#pb258">258</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien—weigert ’n kwartje meer voor
+’n zieke vrouw <span class="stage">(<i>inpakkend</i>).</span> Dan breng ’k ’t na Levi! Die heit nog ’n pietsie meelijden met ’n ongelukkig mensch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n dalles zal me afgestoten worden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Een jood.</span> In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>snauwend</i>).</span> Haast je da-je klaar komt! Stommeling! Te beroerd om voor de duvel te dansen! Je
+had toch kennen hèlpen met te zeggen dat ’t niks waard was! Je vreet ’r toch van mee!
+As ik ’n jódenmeid had—die—die zou léeper zijn.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> As ’k ’n jodin was, had ’k ook motten zeggen dat de jas zoo slecht niet was.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wàt motten? Wie vraagt je? Wie, hè? Hè?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik lieg niet.… Dat doe ’k niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je bek! As jij tien jaar bij me ben, begrijp je nòg niks! ’t Zit niet in jùllie
+kop. Is er <span class="pageNum" id="pb259">[<a href="#pb259">259</a>]</span>niet in te giéten. Wat draai je nou? Je heb niet in die hoek noodig.… Wat scharrel
+je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik veeg ’t vuil bij mekaar.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen, dagdieven!—’n Goeie jas, ’n
+kostelijke jas.—Ongeluk brengen jullie an. Geen haar zegen. Schiet op! Sta me niet
+an te kijken! <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Was jij op van nacht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waarom schrik je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik schrik niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Leugen! Leugen! Wàt dee je op?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik ben niet op geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen, op de trap, in de gang.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> Niet waar.… Ik heb geslapen, ben me bed niet uit geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je liegt! Ik heb hóóren loopen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik niet.… Ik niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je deur heeft gekraakt—je ben in de gang <span class="pageNum" id="pb260">[<a href="#pb260">260</a>]</span>geweest en de trap af tot an de deur van de winkel.—Die was op slot. Die was op slot!
+Wat wou je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van ’n speld,
+dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij—versta je.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Ik bèn niet op geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je hand? Zoo. Zeg ’t nou
+nòg is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Ik ben niet op geweest! Waarachtig niet. Geen oogenblik. Ik heb …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen beweging maak je, of
+’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit slépen of ’k zal geen gezond uur meer
+hebben!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>voortwerkend</i>).</span> Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan—wàt ’k in de winkel noodig zou hebben.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen gelooven, dat ’k gek ben,
+hiet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God jullie straffe met mijn straf, dat jullie
+oogen wegkwijnen zooas de mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdoemde
+nacht, zooas ik zoek elk uur, elken dag! ’t Is om te huilen! ’t Is om je handen te
+heffen tegen God—altijd nacht en vijanden om je heen, vijanden die je niet zièt, vijanden
+die zich niet hoeven te verbergen, <span class="pageNum" id="pb261">[<a href="#pb261">261</a>]</span>vijanden die spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen zonder dat je
+d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met stemmen, waarin
+de leugen vastgevreten ligt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Ik ben geen vijand.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik ken jou niet, weet niet wie je ben. Nooit zag ik je gezicht, nooit je oogen. Pas
+heb je tegen me samen gespannen met die kleeren, misschien wel wat van ’m angenomen!
+Je stond zoo dicht bij ’m …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee! Niewaar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je hàd niet op te zijn.
+Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik over, daar tob ’k over òmdat je liegt.
+Nòu zit ’r wat achter. As je gezeid had: ik wàs op, ik was ziek—dan—had ’k je geloofd,
+was ’t uit geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks heb gehoord!
+Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Ik was ziek—vannacht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus je wàs op.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik was.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waaróm zeg je dat noù pas?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb262">[<a href="#pb262">262</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weet ’t niet. Ik was bang.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bang voor wàt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bang voor.… Bang voor.… Ik kan me niet bewegen of ’k wor afgesnauwd.… Ik durf niks
+meer zeggen.… Ik was bang—omdat ’k dacht je wakker gemaakt te hebben.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat herinner ’k me niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vertrouw jou niet.… Jij ben ’s nachts nooit ziek.… En je liegen, je verdomde liegen …
+Je kon wel ’n ànder plan hebben gehad.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’n Plan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou? <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Nou? Zeg je niks?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Wàt mot ’k zeggen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t donker zit.—Nou? Nou?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en beliegen.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb263">[<a href="#pb263">263</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat heb ’k nooit gedaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand niet! Tuig, allemaal
+tuig!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first"><span class="sc">Sachel. Rose. Esther.</span>
+</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat schreeuwt-ie weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. De buren motten wat van
+ons denken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm de buren angaan?… ’k
+Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt ’n spiktakel! Lastige ouwe! ’t Verstand
+komt ook niet met je jaren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van me!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar. Jij schreeuwt ’t heele
+huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw dan met reden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met réden? Dùizende reden heb ’k. Was daar niet ’n koopman met ’n partijtje negotie
+<span class="pageNum" id="pb264">[<a href="#pb264">264</a>]</span>hier en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur niet uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg
+jij niks!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heit ze d’r van noodig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t zoo slecht niet is—as
+ze pas heit hooren zeggen dat de franje ’r bij hangt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik wist niet beter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met opzet? Wor je arm van
+eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders! Hóe ken ’n blinde zich zóo de sappel
+maken? Wat schiet je ’r mee op?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel …</span> Smoezen jullie maar … Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij mekaar geschraapt uit hoeken
+en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die paar centen. Me vrouw zaliger, dié, dié, heit
+me gehòlpen tot an d’r sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit
+bij de affaire is, ’n zuster die àlles te duur inkoopt, as <i>ik</i> ’r niet bij zit, as <i>ik</i> niet elke rooie duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles komt terecht as je
+maar niet lastig ben—Doe de luiken voor de ramen, Roos.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb265">[<a href="#pb265">265</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert jou toch? Ga je gang,
+Roos.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Die vergeet ze toch nooit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> God allemachtig—wat heit die man ’t van avond op z’n heupen! <span class="stage">(<i>Rose doet de luiken voor</i>).</span> D’r komt zeker onweer los met die warmte. Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter
+doen voor de deur ’n luch-ie te scheppen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an ijskouwe voeten? D’r hangt
+’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood! <span class="stage">(<i>gaat bij de onderdeur zitten</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb je gekeken of de pennen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Maak je niet ongerust! Alles komt in orde.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Op ’t linkerraam zit-ie nog niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze zal ’m ’r wel opdoen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ben je bij Abram geweest?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb266">[<a href="#pb266">266</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’n Loop voor niks! Had de heele boel verkocht. Vanmiddag al.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Was Rafaël ’r dan niet geweest?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r eerst zeker niks van! Was ’r heelemaal
+niet geweest! Je mot ’t van je kinderen hebben. Geeft me wonder dat-ie nog thuis eet!
+’k Zal z’n koffie op de stoep zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Had ’r zelf heengegaan van morgen!… ’n Heele partij goed na de maan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ìk jóuw zoon achterna loopen? ’k
+Heb niet genog te doen! Ken ik helpe dat-ie te lui is om ’n poot te verzetten? Zoo’n
+leeglooper! As-die eenmaal belooft bij Abram an te gaan, ken ik dan ruike dat-ie niet
+gaat? ’k Zal ’m an ’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r na toe dragen! Wat zeg
+je me daàr van!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met al jouw gesmoes—de pen is niet op ’t raam.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat wil die man toch van avond van de pen! Ze halen hier niks weg. En mijn zeker niet:
+ik eet te veel. En as ze jou stelen, brengen ze je over ’n uur terug. Je ben te lastig.
+Klaar, Roos?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb267">[<a href="#pb267">267</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Alles is klaar. Heb u mij nog noodig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t Is om te bezwijken.
+En … en … geef me broer ’n heete stoof voor z’n kouwe voeten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg bezocht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Aaron. Esther. Sachel. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat ik hier doe? Beetje handel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> <span class="corr" id="xd33e14090" title="Bron: Kinderenbedtijd">Kinderen-bedtijd</span>? Noem je negen uur kinderen-bedtijd? Voor handel is ’t nooit te laat. Al wou ’k in
+de nacht kommen! Wat jij, Sachel? Zal ’t nooit vergeten, toen we jong waren, dreven
+we in ’t hartje van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende tijd. Weet je Sachel
+met die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens opzaten met Jozef
+en Meijer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar droge centen verdiend—kwamen we
+met ’n stuk geld thuis. Nou is de handel gedaan. Ze weten nie-meer wat handel is!
+’t Wordt <i>dalles</i> troef.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb268">[<a href="#pb268">268</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je ken nog ’n boel van je vet verliezen vóor
+je mager wordt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Waar staat geschreven dat <i>ik</i> me vet mot verliezen? <span class="stage">(<i>tot Sachel</i>)</span> ’k Heb ’n partijtje afval van wol.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Afval van wol? Niks voor mijn.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! Heb ’n monstertje meegebracht. Laat
+zich aardig fijn voelen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t kraakt as je ’t scheurt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij, Esther?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij katoen! Kijk hoe ’t brandt!
+Ruikt dat na wol of na katoen? Je zel mijn wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r
+in! De fijnste wol! Over de heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij maakt zich druk! Over wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind van twee jaar was,
+wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week hebben, as dat Engelsch
+laken is.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb269">[<a href="#pb269">269</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb je niks anders.…?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Is dàt dan niks? Heb ’r ’n heele partij van—over de twintig pakken. Pracht van ’n
+goed. Reusachtig.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niks voor mijn.</p>
+</div>
+<p class="stage">(<i>Rose op met koffie</i>).</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Bakkie koffie, Aaron?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geef me ’n kommetje.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Boterkoekie? Eigen gebak.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geef me ’n brokkie.</p>
+</div>
+<p class="stage">(<i>Rose gaat bij de open deur zitten</i>).</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Smaakt ze? Heb ’r anderhalf pond boter in.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag van krijgen kan. Je
+heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te zoet of heelemaal geen suiker. En
+altijd half gaar<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nooit zal ze zoo knappen as jouw <i>kiks</i>.—Nou, hoe is ’t, kennen me handelen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hoeveel mot je ’r voor?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zeg wat ze jou waard is.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb270">[<a href="#pb270">270</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik doe geen bod. Jij ken beter vragen as ik biejen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an?—Is je dochter Rebecca al beter?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zoo gezond as ’n visch. Mankeert niks meer. Rafaël niet thuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Natuurlijk bij de weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen altijd thuis zitten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op ’n klein kamertje woonde
+’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers en me grootmoeder. Gebrek en honger
+heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker
+geworden—met z’n vieren sliepen we op de grond—en—en ’n zussie lag dood naast me.
+Zal ’t nooit vergeten—pakte d’r hand—ijskoud. Voel ’k nòg! Van gebrek is me grootmoeder
+gestorven. In één jaar zijn ’r drié kinderen begraven. Ik heb wat meegemaakt. ’t Is
+’n wonder dat ’k nog léef, dat Esther nog leeft.… Wat heit zich mijn zoon te beklàgen?
+Die kent geen gebrek. Die kent geen zorg. De tijd is veranderd. Zoo vrij as ’n christen
+loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen waarvan ik nooit gedroomd heb, waar
+wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. ’n Halve christen is-ie <span class="pageNum" id="pb271">[<a href="#pb271">271</a>]</span>geworden. Ik beleef niet veel vreugd an ’m.… Soms lijkt ’t of ’k geen kind heb.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Je mot ’t zoo zwaar niet opnemen. Jeugd, niks as jeugd. As-ie maar eenmaal ’n meissie
+heit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet na meissies.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan motten júllie voor hèm kijken.—Nou, doen me handel? Wat is ’t je waard?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Ja, je bewijst me ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nou, dan niet. In Godsnaam!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wi-je nog ’n kommetje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> As je heb.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nog wel tien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat blijft-ie uit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb272">[<a href="#pb272">272</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Over wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind, loopt in geen zeven sloten gelijk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Vanmorgen zou-die bij Abram angaan.… Bij Abram is-ie niet geweest. De heele dag heb
+’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> As-die maar eerst tróúwt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb jij ’n meissie voor ’m?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen, die centen anbrengt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k na bed ga.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch wel wàt meegeven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> As ’t meissie wat meebrengt.… Ik heb niet me heele leven gewerkt voor ’n vreemde.…
+Ik geef ’n andermans kind niet te eten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hij mot trouwen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ja—as die getrouwd is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kennen geen twee gezinnen leven. De verdiensten leveren
+<span class="pageNum" id="pb273">[<a href="#pb273">273</a>]</span>tegenswoordig nog al wat op! Ik zou wel willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot
+minstes vijfduizend gulden meebrengen. Geen cent minder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Vijfduizend gulden! Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander zich voor jóú uitkleejen?
+Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee? ’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch
+ook geen graaf? Hij durft! Wat ’n brutaaligheid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch bij wijze van spreken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik doe ’t geen cent minder as vijfduizend! En as ze maar ’n spetje, ’n kleinigheid
+mankeert, mot ze mèer inbrengen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat ken ’k niet uitstaan! Hij vraagt! En as ’r nou is iemand zoo gek is om z’n dochter
+zoo’n kapitaal mee te geven, wat krijgt jouw zoon?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die na bed gaat en ’n ander
+zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! Dat gààt niet. Jij alles en ’n ander niks!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou—nee! Mijn me zorg! <span class="stage">(<i>Stilte</i>)</span> Nou, doe je ’n bod op de wol? Zoo’n fijne partij zie je in geen jaren terug. Voel
+wat ’n goed!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb274">[<a href="#pb274">274</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij weet wat ’t jou ingekocht kost.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Esther—zeg jij ’t dan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik? God zal me beware! Ik zeg niks.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil je de heele partij
+in de roest?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zou je danken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat is ’t je waard?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik geef je twee gulden de honderd kilo.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! Ben ’r met stelen an gekommen! Omdat ’r
+’n klein stukkie Engelsch doorloopt ken je ’t krijgen voor vier.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Néé! Je wor bedankt. Voor vier ken je ’t van mijn krijgen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan niet!—Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je zoo warm. Geef mijn
+nog ’n brokkie van je koek.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Je schijnt ze te lusten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca ze nooit zóó maakt en anders mot je d’r zien!—Wat
+doe je ’r allemaal in?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb275">[<a href="#pb275">275</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat zal ’k ’t joù zeggen?
+Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie is ’t, ’n best meissie, je dochter.
+Waarachtig, ik hou van ’r.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an d’r. Ze ken van alles,
+van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen d’r handen. Je ken ’t zoo gek niet
+prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender
+in de winkel! Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw
+zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven. Kolossaal.
+’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch zitten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Geen geld? Geen geld? Je zel ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r mee geef.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En wat kan jij ’r meegeven? Elke som geld heb je noodig voor je zaak.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou—drie bankies van duizend heb ’k altijd oor d’r over. <span class="stage">(<i>Een stilte</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij heit ijskouwe voeten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zal van ’t stilzitten kommen.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb276">[<a href="#pb276">276</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Drie bankies van duizend. Drie bankies.… Denk jij dat daar ’n rèchtschapen man voor
+komt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron</span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span> En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor jóuw zoon klaar staat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met drieduizend gulden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En wie praat ’r van jóuw zoon?—Ik geef mijn dochter drieduizend en ’n uitzet van alles
+twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an elke vinger heit ze d’r tien. Ze
+is maar niet knap. ’n Figuur en ’n oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld ’n christen
+dame. Je mot ’r zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n fransche vrouw!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ja dat weet ik—’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie, verlies ’k ’r de helft
+an.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dan doene me geen zaken—Waar blijft nou die Rafaël?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God weet waar die zit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Rebecca zou ’n <i>tof</i> meissie voor ’m zijn.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb277">[<a href="#pb277">277</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Ik geef geen vijfduizend!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij geeft geen vijfduizend en ik geef geen zoon.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Heb ik wat met joùw dochter noodig?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag ik noemen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Wat heb ik an die praatjes! Doe jij met je dochter wat jij wil! Vraag ik joù om raad?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is om z’n pooten op te tillen,
+slentert de heele dag bij de weg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jullie lijken wel gek! Over wàt maak je je warm? Is ’t niet warm genog? Wat ’n onzin!
+Overleggen jullie kàlm. De gekheid om je zoo op te winden! Rebecca is ’n gezegend
+meissie, Rafaël ’n goeie jongen, maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren
+jullie verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet as-die d’r uitziet.
+<span class="pageNum" id="pb278">[<a href="#pb278">278</a>]</span>’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt toch alles làter terecht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zij gééft! Wìe geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar niks is!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an zijn eenige dochter geeft,
+blijft ’t toch in de familie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik geef ’n andermanskind niet te eten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat ’m maar gaan, ’t komt in orde. Ik mot je eerlijk bekennen: beter meissie weet
+’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en morgen dankt-ie God dat-ie ’t gedaan heit.
+Laat-ie ’r maar eerst over slápen. Ik ken ’m.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken je begrijpen! D’r komt hier geen schoondochter onder de vijfduizend gulden over
+de vloer!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Weet je wat je doet, deel ’t verschil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dank je. Geen cent meer of minder. Drieduizend gulden en van alles twaalf. Wat zal
+’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k sterf krijgt ze toch àlles?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb279">[<a href="#pb279">279</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en zeg dan ja of nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bedenken kost niks—maar ik doe ’t tòch niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther</span> <span class="stage">(<i>knipoogend tegen Aaron</i>).</span> Laat maar gaan. As <i>ik</i> je nou zeg: ’t komt in orde.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet hebben?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor de prijs die ’k genoemd heb.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou tegenswoordig niet meer
+handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is voor jou.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Geen cent!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Praten jullie daar nou ook overmorgen over. As ’t eene in orde komt, komt ’t andere
+vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo laat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Goeien avond.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Pas op val niet! Denk an ’t stoepie.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb280">[<a href="#pb280">280</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Esther. Sachel. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb hèm noodig! Og!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Mot toch eéns gebeuren? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap meissie, ’n mooi meissie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij mekaar motten schràpen
+voor niks! ’k Heb de tijd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jij heb de tijd—jij ’n man op jaren? As je God-beware wat overkomt, weet je heelemaal
+niet wat-je krijgt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik in God’s hand. Wie weet ’t eene uur wat ’t
+andere gebeurt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>vinnig</i>).</span> Daar wil ik niet van hooren. Hou je mond. <span class="ex">Beschrie</span> me niet! Ik ga nog niet dood. Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t wel willen,
+wat? Dan kon je doen en laten wat je wou. <span class="pageNum" id="pb281">[<a href="#pb281">281</a>]</span>Dan had je de beschikking over alles. Dan kon je met geld smijten, mijn geld, mijn
+gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie, jij, hij, allemaal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>kort</i>).</span> Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn niet bang. Ik overleef jullie
+allemaal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer làstig! Roos neem de
+koffieboel mee. Hoor je niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, ja. Hier ben ’k.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik? Nee. Hoe kom u ’r op?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Heb jij nièt gehuild? Heb jìj niet gehuild?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Na, mot je zelf weten! Ga na je bed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat snauw je toch! De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as je ’t niet gelooft.</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i>Rose af</i>).</p>
+<p><span class="pageNum" id="pb282">[<a href="#pb282">282</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k hooren loopen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ik ook! En mot je dààrom de <span class="ex">sjikse</span> zoo wantrouwen? Rafaël is op geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet waar! Niet waar! De meid was op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal ’k me nog langer moeilijk
+maken met jou!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rafaël. Esther. Sachel. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeien avond.—Ik zeg goeien avond.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat hoor ’k. Zeg liever goeien nacht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n kosthuis! Meneer doet ons
+de éér an te kommen slapen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vader? Vader? Hoor je me niet? Kun je
+geen antwoord geven? Ook goed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook geen boe, geen ba. Wat
+ben jij voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan—is niet bij Abram geweest! Je most mijn
+zoon wezen!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb283">[<a href="#pb283">283</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar heb jij uitgehangen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>verstrooid</i>).</span> Wat doet dat ’r toe? ’k Heb dat van Abram vergeten. Spijt me. Met opzet heb ’k ’t
+niet gedaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij vertelt wat! Geen opzet—wèl opzet! Komt ’r wat op an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke dag—en je praat ’r om heen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Mot ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal geweest—de tijd is omgevlogen.
+<span class="stage">(<i>vermoeid</i>).</span> Heb je wat te eten, tante? ’k Heb honger.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op tijd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God, wat straf je me zwaar! Op me ouwen dag overgeleverd an vréémden! As je moeder-zaliger
+je zien kon, as ze zien kon hoe jij je blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan,
+dàn, dàn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>rustig</i>).</span> Laat moeder ’r buiten. Je hoeft geen herinneringen wakker te maken. Ik was op ’t
+graf.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb284">[<a href="#pb284">284</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen <span class="ex">jaartijd</span>? Was ’r nièt gegaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haalt de schouders op</i>)</span>.… Ik was op ’t graf, uren lang, heb zitten suffen en droomen. Da’s alles. De zerk
+is weggezakt, vader. Je kan de plek haast niet meer vinden. D’r groeit van alles.
+’k Heb wat bloemen meegebracht. Hier heb je ze. D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg met jouw bloemen!
+Was teruggekomen zooas ’t je pàste! Had niet je dag verluierd, je dag verslingerd
+met onzin—ònzin, zeg ik! Gister ben je niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister
+heb je geen vin verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij
+’r an dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en Abram en
+zoo’n koopman-van-niks as Aaron—alles naar zich toe<span class="ex">schleppen</span>, dat m’n zaak verloopt, m’n goeie zaak, m’n záák, waarvoor ik gezweet heb, m’n zaak,
+m’n zaak! Ik kan ’r bij huilen! Op m’n ouwen dag ken ’k bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor
+grootgebracht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zóó’n zoon grienen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> God straft me wel! Heb ik ’t brood niet uit me mond gespaard toen-die ’n kind was?
+Hebben z’n moeder-zaliger en ik niet kromgelegen om ’m groot te <span class="pageNum" id="pb285">[<a href="#pb285">285</a>]</span>brengen! Heeft-ie geen scholen bezocht en talen geleerd, waarvan wij nooit gehoord
+hebben! Hebben we ons niet voor ’m uitgekleed, bij ’m gewaakt as-die ziek was, ons
+alles ontzegd om ’t hèm goed te laten gaan! En nou? Wat heb ik nou? Nou ken ik alléén
+rondwurmen! An niemand steun! Nou ken ’k vèrrèkken! Nou mot ’k wachten tot ze hiér
+kommen met handel—me laten bedriègen—me laten bestelen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat ’s niet mijn schuld.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet zijn schuld! Ik ken ’m vasthouen! Ik ken ’m daar dwingen thuis te blijven en
+voor mijn te kijken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’k Heb over die dingen gedacht, van middag nog—en je heb gelijk—maar ànders worden
+kan ’t niet, nou niet, nooit meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Stapelmesjogge!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>hard</i>).</span> En wáarom niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat kan ’k niet zeggen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij liegt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat je verbergt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb286">[<a href="#pb286">286</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Geheimen? Zallen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn ze me waard! As die niks
+zeit, weet ik nog genog!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf van je moeder most jij
+niet durven kommen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waarom zullen we zóó tegenover elkander staan? Ik zal ’t je niet lang meer lastig
+maken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat? Wàt zeit-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="ex">Schtos! Schtos!</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik ga weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zeit-ie dat Esther?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige dingen hebben we later
+allemaal spijt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel jij dan niks as je m’n oogen ziet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Vróéger gaven die me onrust, angst, wroeging,—hoe zal ik ’t noemen?—vroeger had ik
+alles voor je kunnen doen—in den tijd toen ik jong, jij hulpeloos was—vroeger zou
+’k geen seconde rust hebben gehad, als ’k tranen in je arme oogen had gezien—vroeger
+zou ’k me de haren uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte—ènkel <span class="pageNum" id="pb287">[<a href="#pb287">287</a>]</span>bij de gedachte—jou displezier te doen … Nou is dat ùit me—’r heelemaal uit—je heb
+’t ’r uit getràpt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik? Ik? Wat heb ik joù gedaan? Wat? Wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Ik wil niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk voor. Je heb ’t zèlf geleerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <i>Ik</i> ga naar bed. <i>Ik</i> heb genog van die kinderpraat! Zal ik me nachtrust geven an dàt gekles! Hij wil wèg:
+laat ’m gaan! ’k Dacht dat je wijzer was. Praatjes, uitvluchten, smoesies! Mòrgen
+vraagt-ie je weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper—nou wéet je ’t.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. ’r Komt ’n end an me geduld! ’k
+Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dreig niet, vader! Ik zei je toch dat ik ’n besluit heb genomen—’n besluit dat zóó
+vaststaat, dat niemand ’r iets an veranderen kan. Ik ga weg. Heel gauw. Ik maak jullie
+ongelukkig. Jullie mij. ’k Weet geen àndre oplossing.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waarom wil jij weg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e14835" title="Bron: ,">.</span></span> Dat is mijn zaak.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r voor bezoeken!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb288">[<a href="#pb288">288</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee, vader. Ik voel me voor ’t eerst sinds jaren weer rustig—nou ik mijn weg ga, nou
+’k weet wàt ’k doen moet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span> De reden, de reden! Je heb toch je gezonde hersens! Jij ben toch niet idioot! De
+reden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> De reden—de reden. Sta je ’r zóo op? ’t Zou voor ons beter zijn, als ’k zweeg. Je
+wil dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan zul je weten hoe ’k me hier ben gaan voelen
+als ’n ellendige—als ’n vreemde.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach wat ’n <span class="ex">schtos</span>! Wat doen me met z’n onzin!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Laat me uitspreken, tante. Ik kijf niet, maak geen twist: ’k zeg de dingen kàlm—en
+als je ’t voelen kan: ’n tikje wanhopig—’t Is niet zoolang geleden—’k denk twee, drie—’k
+weet ’t niet—’t doet ’r niet toe.….. Ik was ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van je,
+vader. ’k Hield zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de bergplaatsen,
+dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je oogen vol leven en opgewektheid?
+’t Was zoo schrikkelijk je àltijd in ’t donker te denken. Soms kneep ’k m’n oogen
+dicht, hield m’n hand er voor, om ’t licht af te sluiten—dan dacht ik: god, hoe afschuwelijk,
+hoe vreeselijk—hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken—nou moet-ie gissen, de
+vormen raden, de kleuren raden.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb289">[<a href="#pb289">289</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je mond! Dàt vraag ik je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Toen kwam de dag.….. ’n Vrijdag, als vandaag—’k Was begonnen je in de zaak te helpen.…
+Je had ’n partij goed verkocht—’k weet niet meer wàt.—De schuit lag voor de loods—de
+knechts stouwden de balen. ’k Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag
+me niet: had me niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de
+loods. Jozef, de knecht, las ’t gewicht—zelf schreef jij de getallen. Ik keek naar
+je met ’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot medelijden. Je had zooveel wil—je droeg
+’t ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers bevend over ’t papier bewegen—’k wou naar
+je toekomen en zeggen: laat mij ’t schrijven—vermoei je toch niet. Maar op eens zag
+ik iets, iets dat me dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring. ’r Werd ’n baal
+gewogen—Jozef en de koopman bukten naar de gewichten—en terwijl—tastte je voet naar
+de schaal—bleef er op drukken. Ze wogen je voet mee. Niemand lette op je. Ze hadden
+vertrouwen in je blinde oogen. Je stal. Je was ’n dief.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Laat ’m gaan.… Laat ’m uitspreken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik lieg niet! Loog ik maar!—ik dacht dat ’k me vergist had, bleef angstig wachten
+op ’n tweede <span class="pageNum" id="pb290">[<a href="#pb290">290</a>]</span>baal.—De baal kwam—werd op de bascuul geschoven—wéér bedrukte je voet ’t blad—wéér
+nam je wat je niet toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd spreken dat de balen
+zoo zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, met gevouwen
+handen—je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte oogen, dat niemand
+aan jou dacht—’n hulpelooze blinde. En bij elke schaal herhaalde je ’t—óver de twintig
+maal. Twintig maal! Twintig maal je stelende voet en je dooie oogen, je bewusteloos
+meeleven, je misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij van andren!—Nou
+weet je een hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de loods—zoo màl was ik toen. Twee
+uur later zijn we naar de kerk gegaan, zooals elken Vrijdagavond. Je zat naast me.
+Ik bad niet. Telkens keek ik naar je oogen om er iets in te vinden, om er ’n uitdrukking
+in te zien—telkens zag ik het wit, ’t wit zooals ’t geglansd had toen je bij de bascuul
+naar den hemel stond te kijken.—’t Was ’n bleeke hemel met ’n ènkele streep: zóó,
+zóó sterk is ’t me bijgebleven!—Van de kerk gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte.
+Je klaagde, dat ’k stil was. Ik wàs stil. Je zei <span class="ex">brooge</span>. Je doopte ’t brood in ’t zout. En aldoor keek ik, kéék ik. ’t Lamplicht scheen in
+je oogen. ’t Lamplicht gaf ’r denzèlfden glans aan—als de hemel. Je wierp ’n glas
+om—wat nooit gebeurde. En ’k voelde niks. Je was geen blinde meer voor me. Je was
+’n.… Je was ’n.… Waarom zal ’k verwijten, schimpen? ’t Is gebeurd. Honderd keer na
+die eerste heb ’k ’t zelfde gezien. Ik wou je vervangen, zèlf ’t <span class="pageNum" id="pb291">[<a href="#pb291">291</a>]</span>goed wegen, afleveren. Jij wóú niet. Je maakte je kwaad. Nooit mocht ik aan de bascuul
+komen. Je beloog me. Je zei dat je niet werkloos kon blijven, dat je geen rust had
+als je stil moest zitten. En met Jozef samen—met je knecht lag je onder één deken!—bleef
+je de kooplui bestelen, bestelen … Laat me uitspreken! Langzaam heb ’k alles begrepen,
+ben ’k je—zòo is ’t, vader—gaan minachten … ’n Blinde beklaag ik zoo innig—’n blinde
+zie ’k voor me als ’n mensch van wien God oneindige gelatenheid èn berusting vraagt—’n
+blinde zie ’k als iemand die voor de helft afscheid heeft genomen—van àlles.… Jou
+zag ’k ’t <span class="corr" id="xd33e14891" title="Bron: gèId">gèld</span>, dat je bij elkaar schraapte, bestréélen, jou zag ’k vechten en worstlen om naar
+je toe te halen, jou zag ik dag aan dag—bedriegen. Hoe wouen je blinde oogen me dan
+wat doen? Hoe wou je voor me staan als ’n hulpelooze, als ’n—vàder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Doen àndren anders?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>triestig</i>).</span> Ons héele volk is ontaard.<a href="#n41"><sup>1</sup></a></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Als ik niet neem, nemen andren dan niet? Is dat geen hàndel? Maken zij geen misbruik
+van mìjn ongeluk? Gaan wij niet elk uur achteruit? Kan jij eerlijk zijn—as ze je bestelen
+van alle kanten—bestelen an wicht—bestelen an kwaliteit? Is handel geen hàndel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Die andren heb ’k àltijd veracht—maar dat ik éens zou leeren joúw ongeluk te vergeten.….
+<span class="pageNum" id="pb292">[<a href="#pb292">292</a>]</span>dat je àltijd voor me zou blijven de man—bij—de—bascuul …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóó iets … Daar heb ik regulier verstomd van
+gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan! Verwijt z’n ouwen vader dat-ie z’n
+best heit gedaan voor z’n brood. Hij neemt niet as-ie krijgen kan! Hij geeft gewicht
+toe! As je vader niet zoo gehandeld had, kon jij nou bedelen gaan! Og! Je zal ’t elk
+jaar verdienen wat ze òns bestolen hebben! Is dat diefstal? Noem jij diefstal as je
+voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen eerlijke Jood en geen eerlijke
+Chris! De een steelt op die manier, de andere op die. Geen mensch is dief in z’n eigen
+zak. Hoe wou jij handel drijven? En eet je d’r niet van mee? Is zelf te lam om te
+werken en z’n ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k weg ga …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou jij weggaan? ’k Heb toch
+niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je oud en wijs genoeg ben, zal je
+begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet van je af—dan sta je binnen ’n jaar op straat.….
+Je mot ’n roofdier wezen.…. Anders trappen ze je ’r onder.… Zonder gèld ben je weerloos,
+zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je niks! Heb ’k ’t niet voor
+jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb293">[<a href="#pb293">293</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k Had beter gedaan ’r
+niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. We kunnen vrindschappelijk van mekaar
+gaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wil ik jou is wat zeggen? Als jij ’r zèlf over slaapt—heb-ie morgen spijt over wat
+je nou allemaal gezeid heb.… Hij gaat weg! Nog in geen tien jaar! Wil je wat eten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. ’k Heb geen trek meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dan maak je maar trek! ’t Is aardig ongezond ’n heele dag met ’n nuchtere maag te
+loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met aardappelen en ’n stukkie schapevleesch.
+Zal ’k ’t warmen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Over wat straf jij je maag? Roos! Roosie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Roep u?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie effen warmen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee tante—ik eet niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wàrm jij ’t maar! <span class="stage">(<i>Rose af</i>).</span> As je de lucht ruikt, eet je wel.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb294">[<a href="#pb294">294</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heeft zij—gehuild?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me eigen kop! Kom, ’k zal binnen de tafel dekken …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen wonder. Je etensuur verleggen
+en ’s nachts niet slapen! Nar! Groote nar! Wat heb je òp gedaan van nacht? Was je
+ziek?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’k Kon niet slapen.… ben opgestaan.… Nacht vader—Nàcht vader!—Geef je geen antwoord?—Nacht.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g1.7" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="first"><span class="stage">(<i>staat op—bevoelt de pennen der luiken—bonst zich voor ’t hoofd</i>).</span> Hij was op vannacht—En—èn die mèid was op—Ze waren sámen op—Sámen—Waarvoor waren
+ze op? Waarom heit de <span class="ex">sjikse</span> gehuild?</p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">(EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF).
+<span class="pageNum" id="pb295">[<a href="#pb295">295</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<div class="footnote-body">
+<div class="fndiv" id="xd33e13605">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e13605src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> In het bijzonder in het <i>tweede</i> en in het <i>derde</i> Bedrijf zijn veranderingen van beteekenis aangebracht, die in het <i>Naschrift</i> aangeduid en gemotiveerd worden.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e13605src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(De huiskamer van Sachel achter den winkel).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="g2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rose. Rafaël.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>binnentredend</i>).</span> Waar is vader? Waar is tante?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ze zijn nog niet terug uit de kerk. We zijn alleen—Goddank!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Huil je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Raak me niet an! Raak me niet an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hebben ze je.…? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, dat ik naar jou geluisterd heb!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Is ’r iets gebeurd? Wat dan?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb296">[<a href="#pb296">296</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie allemaal! O, o, dat ’k
+sterven kon, dat God me zoo dadelijk liet doodblijven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>zich hysterisch opwindend</i>).</span> Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wìl door jou niet gezoend worden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te schateren! Ik, je tijdverdrijf.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Rose!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik, wat ben ìk! Ik die niks op de wereld heb—ik die me moet laten trappen door je
+vader—door je tante—door elken jood die hier komt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Jóód?—Jood?—Waarom zeg <i>jij</i> jood?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Jood, jood! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n vreemde! ’n Vreemde voor je vader!
+’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde voor den eersten den besten jood!—’k Ben máár
+de Sjabbesmeid—ik mag de lampen opsteken—ik mag an ’t vuur kommen—ik met m’n vréémde
+handen—ik, hun mèid, hun mèid! En jij—jij ben als de àndren—je ben ’n jood zooals
+zij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>neemt haar hand</i>).</span> Wat verneder je jezelf.… Ik weet niet wàt de oorzaak is, dat je zoo <span class="corr" id="xd33e15080" title="Bron: opgeopgewonden">opgewonden</span> <span class="pageNum" id="pb297">[<a href="#pb297">297</a>]</span>ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, zoo grof … Maar, ik weet wèl, Rose, dat je dàt woord
+nièt meer <span class="corr" id="xd33e15085" title="Bron: moe t">moet</span> zeggen. ’t Herinnert me an zoo’n boel. Nee, laat me je hand houen. Zóó zitten we
+met de óúwe vertrouwelijkheid.—Toen ’k ’n kind was—met andere jongens wou spelen—scholden
+ze voor jood—smàùs. ’k Wist niet waarom. Zij ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. Maar
+’t dee pijn. Want als kind vroeg je jezelf: is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets
+gedaan? Ben ik anders dan zij? Wat is ’n jood? Wat?… <span class="stage">(<i>begint met haar zilveren kruisje te spelen</i>)</span> Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie hebben Jezus gekruizigd! Ik klaagde. Moeder
+zei dan: je moet er om lachen—je moet er aan wènnen.—Eens op school—’k had niet opgelet—trok
+de meester me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stònd
+’n uur in den hoek, ik, de eenige jood van die school en door m’n zotte tranen zag
+’k de jongens die lachten—den meester, de banken.….. En ’n wrok kwam in me. ’k Had
+dien man kunnen rànselen. Wáárom was ik ’n geteekende? Wáárom zeien ze jood?…—Zóó
+begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in m’n jeugd. Zoo blééf ’t.—Moeder stierf. Den dag dat
+ze begraven werd, gingen we achter de kist, vader, ik, m’n ooms, de vrienden. Op ’n
+hoek van ’n straat stond ’n slager—’k weet z’n gezicht nog—die lachte.—„Daar gaat
+’n dooie jodin”, hoorde ’k ’m zeggen.—Vader werd blind. Den eersten dag dat ’k ’m
+leidde, liep hij tegen een man aan en die schimpte: „kijk waar je loopt, jood!”<span class="pageNum" id="pb298">[<a href="#pb298">298</a>]</span>.… Wil je meer? Is ’t genoeg. Hoor je dat ’t woord me niet heelemaal vreemd is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Rafaël.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken droeg, alsof jood-zijn
+’n slecht ding is. Ik leerde, keek om me heen. En òveral zag ’k de wrijving—de vijandschap
+van de rassen—de vijandschap van de ongelukkige godsdienstjes. Als man, lieve vrouw,
+heb ’k dat gevoel van verbittering verloren, is er iets in me open gegaan, dat me
+meelijden, innig meelijden heeft gegeven met wie jood-schimpen kàn. Doe ’t niet meer.
+Nóóit meer. Hoor je, nóóit meer! Zie ons hier zitten—jij—’t is om te lachen!—’n christin—ik—hahaha!—’n
+jood! Hoe kunnen wij twee, als we elkander in de oogen zien—an zulke dingen denken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Je heb gelijk—Jij ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was zoo wanhopig, zoo op!
+En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Gezegd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Gisteravond zat ’k dáár, bij de deur. Aaron was hier, praatte met je vader, met je
+tante.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Over z’n dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt—ik weet het, hahaha!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb299">[<a href="#pb299">299</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Je weet ’t.… O, ze halen je van me af.… Ik ben bang voor je vader, durf ’m niet anzien.
+Alles hoort-ie in m’n stem.… Wat moet ’r van me worden! Als ze ’t begrijpen zetten
+ze me op straat. Zij hebben rechten. Voor mij ’n ander. En dan? En dan? Ik wou dat
+’k niet geboren was. Dat hoort God!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nou heb ’k je aangehoord. Zie je—ik glimlach. ’k Glimlach omdat je bàng ben voor ’n
+meisje dat ’k niet ken, misschien èèns heb gesproken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zoo gaat ’t altijd bij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Bij ons.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet—gekoppeld an den zoon van Markus? Hadden
+die twee mekaar ooit gezien? Hebben de vaders ’t niet in orde gebracht? Rafaël belieg
+me niet!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ben ’k zoo week, zoo karakterloos dat je spoken ziet waar ze niet zijn, dat je maar
+één oogenblik kan denken, dat ik.… ìk.… ìk! Hahaha!—Ik verkocht!—Ik die begìn te leven!
+Ik hokkend met zóó’n vrouw! Ik bruidcenten tellend! Ik, ingezegend! Ik die geen jóód
+meer ben! Ik m’n nek buigen!.… En gaan we niet hier vandaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Is dat waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Eergister heb ’k m’n vader gezegd, dat ’k niet langer blijf.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb300">[<a href="#pb300">300</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Meen je ’t? Méén je ’t? En gaan we vèr weg—waar de menschen ons niet kennen, jou niet,
+mij niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wáárom zouen we vèr weg gaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we niet met trots komen
+waar we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt lichter, domme meid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dus je neemt hààr niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ben ’k niet getrouwd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, ja, ja, we zìjn getrouwd! ’t Was alles malligheid van me—angst—wantrouwen! Zie
+je, wanneer jij altijd bij me blijven kon—zoo dicht bij me, zou ’k lachen om de hééle
+wereld—De wereld is slecht niewaar, niewaar Rafaël?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nog is ze ’t. Maar ’n nieùwe tijd breekt aan. ’t Was me zoo zonderling toen vader
+me sprak van dat meisje—toen-ie belóófde dat ik—alleen de zaak mocht drijven—als ’k
+blééf—als ’k hààr nam. Ik heb ’m verwonderd aangekeken. Hoe is ’t mogelijk dat twee
+levens zóó van elkaar komen te staan—’t leven van ’n vader—’t leven van ’n zoon!.…
+’k Heb ’m gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ’k weg moet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weg moèt? Zul je làter geen berouw hebben dat je gekozen heb tusschen hem en mij?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb301">[<a href="#pb301">301</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar op zijn schoot trekkend</i>).</span> Ik kies niet tusschen joù en hèm! Jij ben ’n deel van m’n leven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hij is blind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Maak je geen verwijten. Ik kàn je niet alles zeggen—wil ’t niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Heb je ’m niets verteld van òns?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nòg niet. Eerst als jij ’t huis uit ben. Eerst dàn. Jij zou hun schimp, hun haat niet
+verdragen. Je kent ze niet. Niet zooals ìk ze ken. Krijg ’k nou, groot, achterdochtig
+kind, wat ze in de boeken noemen: ’n verzoeningskus?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Tien! <span class="stage">(<i>zij wil hem omhelzen—hij houdt haar tegen</i>)</span>.… Wat kijk je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar kruisje aantikkend</i>).</span> Naar dàt. Gister droeg je ’t. Vandaag draag je ’t weer. En we hadden afgesproken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Dat hadden we.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> En?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> ’t Is de eenige herinnering aan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Praat uit.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Aan m’n moeder die ’k niet gekend heb.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb302">[<a href="#pb302">302</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Alleen an haar?—Hoor je niet wat ’k vraag?—In geen twee maanden heb ’k dat—dat—souvenir
+aan je hals gezien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Toen ’k hoorde dat ze jou wouen koppelen—aan de dochter van Aaron—heb ’k—wees ’r
+niet boos om!—den heelen nacht liggen huilen—met m’n moeder gepraat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Enkel met je moeder?—Waren ’r geen àndere herinneringen aan dat—aan dat—aan dat dingetje
+verbonden?—Je antwoordt wéér niet, Rose—Heb je ’r bij liggen bidden?—Ja, natuurlijk!—En
+durf je dat niet te zeggen? Is ’t al zoover, dat ik de kleine tyran ben, voor wien
+jij zulke vrééselijke zaken verborgen houdt? Jij gans! Jij, onnoozel kind!—Mag ’k
+’t loshaken?—Loshaken vóór je me zoent?—<span class="stage">(<i>zij knikt</i>)</span>—Zou jij, als ze dien armen, grooten jood—INRI!—dien Koning der joden, niet aan ’n
+kruis, maar aan ’n galg doodgemarteld hadden, zou jij dan ’n zilveren galg, in plaats
+van dat op je borst dragen?—Denk jij, altijd aarzelend kind, dat de rijke jood <span class="stage">(<i>houdt het kruisje voor zich uit</i>)</span>, dien ze op dit latwerk, naast misdadigers hebben gepijnigd, denk je, dat-ie ook
+maar één woord zou hebben gesproken, als-ie had kunnen voorzien?—voorzien de verwoesting,
+de domme vijandschap …? Asjeblief … <span class="stage">(<i>overreikt haar het crucifix</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hou jij ’t.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb303">[<a href="#pb303">303</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. ’t Is ’n aandenken van je mòèder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Bewaar jij ’t. Als ’k jóu heb, heb ’k geen aandenken noodig.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>het in z’n zak stekend</i>).</span> Laten we zeggen ’n talisman—en ’n teeken—van hoe ’t misschien—misschien—eens overal
+zal gaan<span></span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Elk huis z’n kruis zeggen ze. Elk huis zònder kruis—maar mèt genegenheid voor <span class="ex">anderen</span>, willen we hopen. Nou? Moet ’k nog lang.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Lieve, beste Rafaël.… <span class="stage">(<i>wil hem omhelzen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar weer tegenhoudend</i>).</span> Nee, even nog! Zul je nooit meer ’t woord uit je mond laten vallen, dat je daar straks
+in je boosheid gezegd heb? Nooit weer zoo klein zijn voor jood te schimpen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Nooit meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goed. ’k Neem de belofte van je lippen. En die neem ’k nog eens. Want ’n tweede keer—’n
+tweede keer, versta me wel—zou ’k ’t niet als ’n boosheid, niet als ’n domheid voelen—maar
+als iets anders—dat ons sterker van mekaar zou halen—dan—dan bedrog of overspel. Begrijp
+je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik begrijp alleen dat ’k van je hóú.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Houen is niet genoeg, Rose.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb304">[<a href="#pb304">304</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Houen is alles! Als jij zooveel van mij hield als ik van jou, zou je niet langer praten.
+Nee. Nee. O, nou zou ’k kunnen zingen! <span class="stage">(<i>even weifelend, dan in beving van vreugde</i>)</span>.… Want Rafaël, lieve Rafaël—’r is nòg iets, dat ons bindt—iets zoo angstigs en heerlijks—de
+gedachte aan ons kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>verrast</i>)</span>.… Ons kind—ons kìnd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>met zachte verrukking</i>)</span>.… Ons kind … <span class="stage">(<i>vat zijn hoofd tusschen haar handen, kust hem</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rebecca. Rafaël. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>driest</i>).</span> O!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is niet de gewoonte ergens binnen te sluipen..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Sluipen? ’k Heb geklopt—een—tweemaal. Jij hoorde niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>).</span> Ik kom niet voor handel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Niet voor handel? Ei, wel!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Vàder zei me hierheen te gaan …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb305">[<a href="#pb305">305</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Je vader? Vierde gebod!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Rafaël!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk-spottend</i>)</span>.… Je vader.… Dat ’s <span class="corr" id="xd33e15406" title="Bron: Aáron">Aaron</span>, de koopman. Ga zitten—laten we hàndlen. ’k Heb afval te koop—afval van ’n vòlk!
+Voor éeuwen sprak Bil’jam—de Eeuwige heeft hem ontmoet; wéet je nog: hoe de Rebbe
+’t leerde?—„Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe woningen Israël! Als beken alom
+verspreid, als hoven aan een rivier, als de aloës door den Eeuwige geplant, als cederen
+aan het water”.… Ga zitten Rebecca. De heugenis der tijden is groot. Uit Egypte zijn
+we gevoerd. In de woestijn Sinaï waren we gelegerd.—Ik erf dit àlles, de bergplaatsen,
+den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie,
+is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef van alles? Laten we handlen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>).</span> Je doet zoo vreemd.… Je maakt me angstig.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin <span class="corr" id="xd33e15421" title="Bron: Aäron">Aaron</span> zijn vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók—Aaron, Aaron-de-priester! Je kan koken
+en braden—èn ’n doodshemd <span class="stage">(<i>zegt tante</i>)</span> naai je zoo rad en zoo net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me gaan! Laat me gaan!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb306">[<a href="#pb306">306</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>met stijgende verlegenheid</i>).</span> Heb ik wat misdaan, dat je zoo, zoo.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe zou je misdaan kùnnen hebben?
+Wàar was ’t? ’t Was in ’t huis van je vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot
+jou. Woorden, woorden van èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen.
+Je handen zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. <span class="ex" lang="und">Poere oerewoe oemieloe es hoöres</span><a class="noteRef" id="xd33e15452src" href="#xd33e15452" title="Ga naar noot 1.">1</a>—gaat en vermenigvuldigt je—En ’n kind—hàhà!—is ’n weelde, ’n kind groeit uit de aarde
+als ’n plant met enkel knoppen van vreugd!—Wat breng je mee? Drie, vier of vijf? Als
+m’n vader drie neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, neem ik vier! Neemt
+hij vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik heb ’n ding dat ziel
+heet. Dat krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef.… O Rebecca, we kunnen
+als tortels zoo gelukkig met elkander zijn.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Laat me gaan, Rafaël. Ik kan je niet hooren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>driest</i>).</span> Hoor wat zij zegt—zij, de <span class="ex">sjikse</span>, die zich scháámt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>vernietigend</i>).</span> Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag.…. Wees indachtig dat je de Sabbathdag heiligt!
+Ga nog niet heen Rebecca. Je naam is lief en zoet—om zachjes te zeggen.… Rebecca.…
+Rèbècca.… Moeder van Esau en Jacob.… Weet je hóe Jacob zijn broeder bedroog, zijn
+blinden <span class="pageNum" id="pb307">[<a href="#pb307">307</a>]</span>vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t vel van een geit meegebracht voor mijn
+handen en hals?—Ah, we zijn voor elkander geschapen, bestemd Israël te doen voortleven,
+Israël weer groot te maken!—Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn kostbaarheden, sieradiën
+in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn. Alles. De grond waar we
+op staan, de zonnestralen, de stofdeeltjes, het rek met <span class="ex">tefillem</span>. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen vijf mee? Voor drie doen we ’t niet—m’n
+vader en ik! Voor drie zijn we bekòcht—m’n vader en ik! Voor drie, verbinden we ons
+niet, m’n vader en ik! Met drie, hebben jùllie ’t voordeel, joùw vader en jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Ik hecht aan geen geld, Rafaël …</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i><span class="corr" id="xd33e15497" title="Bron: Rosa">Rose</span> af</i>).</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis—hier niet, in de heele stad niet!—O?—Huil je?
+Rebecca-lief, huil je? Wat doen tranen bij hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca.</span> Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.… Ik zal weer gáán … verlang
+niks van je, niks …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e15510" title="Bron: ,">.</span></span> Ga, ga, Rebecca.… Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld! Ween niet. Ik voorspel je:
+je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik ben geen driéduizend waard.—Geef me je
+hand. Je ben nog zoo jong. ’k Wou dat ’k wat voor je dóén kon.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb308">[<a href="#pb308">308</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Nee, niks.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ja—ja—’n ráád—iets dat je moet onthouen voor làter—voor veel later.… voor.… Dwaasheid!—Hoe
+kan ìk je raden? Ik ken je niet, zag je maar ééns, weet nauwlijks de klank van je
+stem, den glans van je oog.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rebecca.</span> Goeiendag.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeiendag, Rebecca!—<span class="stage">(<i>een stilte. Hij zit even nadenkend</i>)</span>—Rose!—Rose, ben je toch heengegaan!</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i>af</i><span class="corr" id="xd33e15537" title="Bron: .)">).</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rebbe Haëzer.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee ze is ’t toch niet.… Kom u binnen.
+Wees u voorzichtig.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Pas op voor de drempel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hier ken ik de weg—heel precies—heel precies. Help me maar niet. ’k Ben niet gewend
+geholpen te worden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Is Rafaël niet thuis?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb309">[<a href="#pb309">309</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie maar blijven. Dan ken
+Sachel u verder vertellen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen hart in die jongen. Z’n
+vader behandelt-ie as ’n stuk vuil. Erger nog. En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor
+wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag! Geen uur vrede, geen uur rust.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij de hand gehad. Jeùgd.
+Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld tegen ingaan. Geweld bederft. Ik
+ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m niet zien groeien? Kwam-ie niet uit zichzelf
+bij me, als-ie iets kwaads had gedaan? Weet je nog hoe-die me gebiecht heeft van die
+appel—die appel—op Groote Verzoendag.—Geen hardheid.—Geen groote woorden.—Geen geweld.—Hij
+gaàt niet heen.—Hij troùwt de dochter van Aaron.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat heb ik gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik voel ’t anders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja, vroéger.—<span class="corr" id="xd33e15574" title="Bron: zooas">Zooas</span> ’t staat in de boeken van Mozes—vroeger kon je ’n zoon dwingen—dat was recht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gekkigheid—gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit en niet achteruit.
+Vroeger werd een ongehoorzame zoon naar de poort van <span class="pageNum" id="pb310">[<a href="#pb310">310</a>]</span>de stad gebracht en gesteenigd. Dat weet ik wel, gekje—maar we hebben geen poorten
+meer—je màg niet met steenen gooien. Elke ruit kan je betalen. Andere tijden: andere
+zorgen, andere dwàng. Eer we drie maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar
+later kom ’k op de <span class="ex">brezemiele</span>. Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n kleinzoon. Hahaha! Ja-ja, je doet
+veel beter je zorg weg te lachen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e15588" title="Bron: Ester">Esther</span>.</span> .… Groot gelijk, mijneer de Rebbe … Met de dag wordt-ie zwaartillender—en nou is Rafaël
+’n lastige jongen, maar overleg is ’t halve werk. Zal u wat gebruiken? Koppie koffie
+met kiks?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Met twéé stukken kiks.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e15599" title="Bron: Ester">Esther</span></span> <span class="stage">(<i>in de deur.</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Roosie! Roosie! Breng je de koffie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven—ik zal me met niks meer bemoeien—en—en—en
+’k weet ’n vroúw voor je—’n vroúw die wat meebrengt—’n goeie vrouw—hij hield z’n mond—hij
+hield z’n mond.—Zeg je niks, zei ik—en ’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op de
+ruit.—Dat doet-ie méer—’k Weet precies wánneer ie ’t doet—Ze brengt wat in, zei ik—ze
+heeft wat te wachten.—Toen lachte-die.—Waarom làch je, zei ik.—Toen lachte die hàrder
+en kwam op me toe—en pakte m’n hoofd beet: vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die—en
+toen liet-ie me staan—anders zei-die niks—anders niks.—Nou vraag ik.—Daar <span class="pageNum" id="pb311">[<a href="#pb311">311</a>]</span>zit iets tusschen.—Dat kan zoo niet.—’t <span class="corr" id="xd33e15614" title="Bron: is">Is</span> ’n gruwel wat me gebeurt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet toegeven aan je achterdocht, aan die angst om
+òveral spoken te zien waar ze niet zijn. Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob
+stal zijn zegen. Heeft-ie geklaagd? Hij zegende Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot
+kind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sust!.… De meid.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is me zoon thuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar is-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Boven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is-ie thuis gebleven, terwijl wij na de kerk waren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.… Ja.… ’n Poosje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hoe lang?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat vraag je die meid toch?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb312">[<a href="#pb312">312</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Bemoei je ’r niet mee!… Hoe lang? Nou? Hoelang?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat weet ’k niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo—Was ’r niemand anders?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid!.… Was ’r nóg iemand hier, Roos? Laat
+’m maar brommen—Was ’r nog iemand?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span> Nee. ’k Heb niemand gezien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> En jij heb iemand de deur zien uitgaan, toen wij thuis kwamen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen? ’k Sta wat met ’m uit, mijneer de Rebbe!
+Blaas nou nog ’t licht onder de koffie uit—en steek ’t op Sjabbes nièt meer an—hoor
+je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat doet me zoon boven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Weet ik niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Weet ik niet? Weet ik niet!.… Ik weet meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verschrikt</i>).</span> ’k Heb ’m niet gezien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Laat ’m toch praten.… Geef ’m geen antwoord.… Je ken ’m lang genog—Hier neem ’n stuk
+kiks mee.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb313">[<a href="#pb313">313</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee, dank u.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw op je gemak. <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e15712" title="Bron: Rosa">Rose</span> af</i>).</span> Zoo’n meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie meid! Je ken
+alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben me zoo’n <span class="ex">sjikse</span> gehad. Heit u ’m nou bijgewoond, mijneer de Rebbe? En zoo handelt-ie met iedereen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer as jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goed. Goed. As je maar niet lastig ben.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.… En waar blijft onze vriend?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’k Zal ’m roepen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor ’n vèrre boodschap.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin! Hindert ze jou, hindert ze
+mijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze hindert mijn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Maak ’r dan een—Ik vertrouw d’r niet—<span class="pageNum" id="pb314">[<a href="#pb314">314</a>]</span>Ze staat me niet an—Ze ken luisteren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Is of me staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta wat met ’m uit. Me
+laatste cent zou ’k die meid geven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jouw laatste cent? Mot die niet uit mijn zak kommen? Ik heb ’r me reden voor—ik wil
+dat je ’r wegzendt.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft ie niet. Je moet die zaken zonder vreemden
+behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n <span class="ex">sjikse</span>—vertrouwen kun je ’r nooit. Wat niet eigen is, wordt niet eigen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen boodschappen laten doen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Zendt ’r na d’r moeder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen moeder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Na d’r vader!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen vader.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Na d’r oom, d’r tante.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ze heit geen familie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Geen moeder, geen vader, geen familie—<span class="pageNum" id="pb315">[<a href="#pb315">315</a>]</span>dan ben ik uitgepraat.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen korrel heit ze gesnoept
+zoolang ze bij me dient. Je ken me daar ’n meid zonder reden wegzenden. Waarheen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor mijn part na de duivel! Stuur d’r na Meijer—dat-ie morgen hier komt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Meijer … Meijer … Da’s ’n vol uur weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Doe wa’k je zeg. Morgen, tegen één uur, mot ’k Meijer spreken. De rest komt ’r niet
+op an.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je d’r ’n plezier mee, lastige ouwe? Je zal je zin
+hebben!</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Haëzer.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet—wat ik weet. Ze mot heelemaal weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> De meid.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je <span class="pageNum" id="pb316">[<a href="#pb316">316</a>]</span>voor die geen andere nemen? Praat nou ’s over iets anders—wees wat opgewekter. Ik
+begrijp wel dat je ongeluk je—somber maakt. Maar de Eeuwige, onze God, wil wat hij
+wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn grootheid.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Grootheid.… Grootheid.… ’t Is moeilijk God gróot te denken as je door je ooren en
+je vingertoppen mot zien.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la.… Niet zoo doorslaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Maar met die meid is ’t wat ànders. ’r Gebeuren dingen onder me dak—dingen—ze bedriegen
+me.—’k Heb ’r gehoord—laat in de nacht—en—en.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Haëzer. Esther. Rafaël.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zoo. Nou kennen me knuf-knuf praten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Dag Rafaël, dag bèste jongen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span></span></span> <span class="stage">(<i>begrijpend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> O.…—’k Heb u in làng niet gezien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> In lang niet, nee.—Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje.—Wel, wel, wel, je krijgt ’n
+héélen baard.—Nee, geen melk.—Schuif wat bij<span class="corr" id="xd33e15866" title="Niet in bron">,</span> <span class="pageNum" id="pb317">[<a href="#pb317">317</a>]</span>Sachel.—Zoek nou over de heele wereld, over de heele, hééle wereld—en nèrgens vin
+je die goeie, prettige, joodsche huiselijkheid. Die vin je alleen bij óns. De christenen
+verstaan ’t niet. Die kennen geen Sjabbesavond, die wéten niet wat fámilie is. Waar
+of niet? Bij ’n Christen ben je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze
+om, ’t blijft vreemd. Elke jood is ’n stuk van je familie—en ’n jood begrijpt je,
+die voelt met je mee, daar vin je iets in van je eigen huis.—Dat ’s ’n héél fijne
+kiks—kan òok alleen maar ’n joodsche vrouw.—En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld?—de
+wereld is groot.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Wou dat u sprak met m’n zoon—’k heb u verteld.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ja-ja-ja—Zóo gewichtig is dat niet! Strakjes. Strakjes. Niewaar Rafaël, wij vliegen
+mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je geen houvast meer! Hahaha! Tja-tja.—Smakelijk
+lachen is alles. Daar frisch je zoo heelemaal van op. Slaat daar niet ’n deur?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat ’s de meid die na Meijer gaat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’k Heb gesproken over Rebecca.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op z’n pootjes terecht.
+Alles. Niet <span class="pageNum" id="pb318">[<a href="#pb318">318</a>]</span>zoo doordrijven. Niet zoo haastig gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoon heeft ’n wil—en
+voor de wil van je zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet behandelen als
+’n kind. Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m niet groot zien
+worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met Rebecca te trouwen, dan moet
+je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot van rekening trouwt Rafaël en
+trouw jij niet, gekje.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat zeg ik ook. Hij praat asof hij de bruigom is. Nar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n joodsche eigenschap. Zoek
+’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n jood is matig, ’n jood brengt ’t tot
+hoogen ouderdom. Zouen we anders, na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn?
+Wat zeg jij, Rafaël? Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd.
+Neem ’n voorbeeld an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben—maar je moet
+niet na m’n haar kijken<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Drink is uit, meneer de rebbe.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie—och, ze vallen zoo dikwijls
+voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om te hebben—die kwestie, wàt was ’t ook
+weer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> M’n zoon.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb319">[<a href="#pb319">319</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la—’k weet ’t al—hij wou graag wat van de wereld zien en nog niet trouwen.—nog
+niet trouwen. Wel, wel, wel.…. En hoe zit dat zoo, Rafaël?.….. Je vader is ’n gekje
+en jij ben ’n gekje. Jullie zijn twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander
+moeilijk maken? En jij—jij met je gezonde oogen—jij die ’t licht ziet—en de hééle
+wereld—hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg—wat is wèg? Kijk
+je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp alleen?—Weg, wat is weg? Wèg, dat
+is zijn bij andere menschen. Gekje, gekje, vin je óóit weer ’n huis, waarvan je elk
+meubeltje ken, élk hoekje<span class="corr" id="xd33e15915" title="Niet in bron">,</span> èlke balk, èlke schaduw<span class="corr" id="xd33e15917" title="Bron: .">?</span> Kijk is rond. Je jeugd vergeet je nooit<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel, bij, bij, bij wat je
+maar wil? Weg, dat is breken, breken met de scheur in die balk, met de stoelen waar
+je over klauterde toen je ’n kléine dreumes was.—En onder die lamp hebben we samen
+gezeten. Weet je nog de <span class="corr" id="xd33e15922" title="Bron: twéé-en twintig">twéé-en-twintig</span> letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers … hahaha! En dan viel de snuif uit
+m’n neus op ’t gebedenboek—dat heb je me làter verteld—en je moeder zat dáár—die luisterde—die
+lachte omdat jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die aan ’t huis Levi toebehoorde—in
+de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen—weet je nog? Wat wil je gekje? Wat krijg
+je in de plaats als je weg gaat? Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de
+Sjabbestafel dan denk je an de Sjabbestafel thuis, an je blinden vader <span class="corr" id="xd33e15925" title="Bron: diezelf">die zelf</span> <i>brooge</i> moet <span class="pageNum" id="pb320">[<a href="#pb320">320</a>]</span>maken, zelf <i>benchen</i>.—En kom je bij chrístenen en is ’t Vrijdagavond dan verlang je naar je soepje èn
+je pudding—èn naar de kast—èn naar de lamp—èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt,
+tikt ze nergens. Hoor!—En geef me nou nog ’n kopje.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zie je—nou lacht-ie zelf.—Malle jongen. Jij trouwt Rebecca—en ik dans op de bruiloft.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goeie ouwe rebbe, God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan niet. Nou niet. Later
+niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Daar heb je ’m wéér! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la! La-la-la.—Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik vraag alleen: waàrom
+niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen ben je te boven. Nooit heb ik ’t
+je lastig gemaakt. Dat wéét je. Je ben ’n heele tijd niet in de <span class="ex">Schoel</span> geweest—’k heb je niets gevraagd—ik dwing niet.—Maar noù, maar nóu.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Vraag ’t m’n vader.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij wil wèg—hij wil weg—om—om—om ’n kwestie van hàndel—om—om—nooit heb ’k handel ànders
+voor me gezien.… Maar hij liégt—ik héb toegegeven, àlles toegegeven—en hij wil niet.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb321">[<a href="#pb321">321</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Zoo. En nou jij—gekje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hij heeft gelijk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wat hoeven we dan nog te praten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als ’k—als ’k àlles vergeet wat ’k hier—wat ’k hier—van hàndel gezien heb, dan nog
+kàn ’k niet, wil ’k niet—want handel en bezit—werken alléén om bezit—werken van ’s
+morgens tot ’s avonds om géld na je toe te halen, géld, géld—dat zou ’k niet kunnen,
+dat is spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van anderen—èn—èn—o, goeie rebbe—waarom
+zeg je ’t niet in de kerk—dat strijdt tegen de wetten van Mozes.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten gehad. Handel—bezit—in
+strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat wordt ’n theologisch gesprek. Maar dat
+mag ’k wel. Daar kan ik van leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n pijp bij
+opsteken. Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet! Zoó. Laat nou is hooren.
+’k Zit er voor …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen, veranderen we ’t tegenwoordige
+niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel, héél handig!—Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a gezegd—zeg nou ook b. En
+als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de val. Hahaha! <span class="pageNum" id="pb322">[<a href="#pb322">322</a>]</span>We zitten gezellig, niewaar—we hebben allen tijd. En zoo volgen we ’t goeie wegje
+om jou radikaal van je malle ideetjes te genezen. Kom, gekje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Wil je? Goed. Kijk—op ’n dag kwam ’k ’n—’n—làmme tegen. Hij kon zich niet bewegen,
+niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op dezelfde plek, dreef handel. Want
+hij sprák en hij dácht.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zeg maar ’n blinde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> .… Hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht ’k over die ongelukkige
+na, begreep ’m niet. Hij was geloovig …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ja—ja—maar daar zou je ’t niet over hebben.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël<span class="corr" id="xd33e15999" title="Bron: ,.">.</span></span> .… Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te weten. Ik las van ’n volk dat
+groot was geweest in kracht en in moed en in krijgsroem. Ik las van ’n volk dat tabernakels
+gebouwd had en grond verdeeld voor een ieder gelijk. Ik las dat geen renten zouden
+opgeleid worden aan den arme.… dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard braak
+zouden liggen om de behoeftigen te steunen—dat landerijen niet voor àltijd zouden
+verkocht worden—„want Mijn is het land en gij zijt slechts vreemdelingen bij Mij”—dat
+’r ’n jubeljaar zijn zou en ’n lossing.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb323">[<a href="#pb323">323</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> En zooveel meer!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> En de hàndel, gekje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Heel goed. Heel goed. … Een sterk gebeende ezel, niewaar? Hahaha! Aardig beeld. Vin
+je ergens mooiere beelden dan in ons wetboek?.… Maar, gekje, je had ’t onder leiding
+moeten lezen. Nou heb je hiér wat opgevangen en daar wat en ’t rèchte weet je niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél tevreden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Welke leéring is ’r te trekken uit wat niet meer leeft?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Niet meer leeft, gekje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ’k was in ’n dóóden tijd? Is ’n kerkhof ’n wandelweg
+voor levenden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n godsdienst levend. Met
+letters kun <span class="pageNum" id="pb324">[<a href="#pb324">324</a>]</span>je vechten, met letters kun je goochelen. Met letters bewijs je dat groen geel en
+geel rood is. Met letters.… Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Ja! Getuigt niet
+Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met schapen, runderen,
+zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en ezelen? Gèèn bezit? Getuigt Mozes
+niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn bezit? Met letters.… De géést.… De géést alleen—de
+jóódsche geest … We gaan niet achteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug kon
+komen en God’s wetten opnieuw schrijven—dan zou-die—dan zou-die—wat-ie zou wèten we
+niet—maar dan zou-die, en dát kun je wel voor zeker aannemen—dan zou-die heel wat
+òngeschreven kunnen laten wat goed was voor een nomadenvolk dat zich vestigde en niet
+meer zoo héélemaal goed voor.… voor ’n volk dat vrij leeft in ’n christenmaatschappij.…
+Maar ’t lévende, ’t lévende deel—de joodsche geest.… de jóódsche geest.… zou die ònveranderd—ik
+zeg ònveranderd laten.… En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in wijze
+boeken. Die zien ’t oppervlak, de huid, ’t uiterlijke—en—en—’t goddelijke voelen ze
+niet.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ik voel ’t goddelijke van <i>mijn</i> tijd, ’t goede ’t schoone, ’t slechte.… Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst,
+èlke eeuw ànders wordt, ànders door—door—hoe zal ’k ’t jullie zeggen?—door ’n maatschappij
+die zich verandert. Ik voel dat de geest waarvan ù spreekt vast gebonden is aan ons
+<span class="pageNum" id="pb325">[<a href="#pb325">325</a>]</span>volk in zijn opkomst—ik voel dat we ons ghetto moeten verbreken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto? We leven niet meer
+in ghetto’s, gekje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hij praat as ’n kind. Allemaal <span class="ex">schtos</span>! Hij praat as, as ’n risschesmaker—de joden maken tegenswoordig de grootste <span class="ex">rissches</span> zèlf.…<a class="noteRef" id="xd33e16061src" href="#xd33e16061" title="Ga naar noot 2.">2</a></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen waar je wil? Ben je niet
+net zoo goed burger als ieder ander? Heb je geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen?
+<span class="stage">(<i>met climax</i>)</span> Wordt Eleazar niet aan ’t Hof ontvangen met éérbewijzen<span class="corr" id="xd33e16072" title="Niet in bron">?</span> Wat wil je met je ghetto?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken.—Aaron kan hier zijn, elk
+oogenblik.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t ghetto.… En nou jij weer.—Nee,
+’k blijf bij één kopje.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ghetto? Dat ik ’t aan ’n rebbe zeggen moet! Ghetto? Hebben jullie me niet groot gebracht
+in léúgens van ras en geloof?.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb326">[<a href="#pb326">326</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Leugens? Dat pàst je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Leugens?.… Leugens?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur aanraken, de lamp
+opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen christen-dienstmeid voor? Gaf je
+me àndere vrienden—toen ’k ’n kind was—dan joden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool
+geweest? Werd God me niet geleerd, God, God—door ’n jóód?.…<a href="#n76"><sup>2</sup></a></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Laat ’m uìtspreken.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ghetto?.… De poorten zijn neergehaald, de muren zijn gesloopt—de grachten zijn gebleven—de
+grachten van ònze en hùn haat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Hùn haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben ons uit de ghetto’s
+gelaten—we zijn tóch bij elkander gebleven. We hebben elkaar opgezocht. We hebben
+ons uitverkoren gevoeld—nee, schud je hoofd niet—stràks heb je ’t zelf gezeid.—We
+hebben ze als vréémden beschouwd, als vréémden behandeld. Hùn vrouwen hebben we …
+hebben we betááld—de onze getrouwd!<a href="#n76"><sup>3</sup></a></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Dat is ’n leugen!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb327">[<a href="#pb327">327</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> God hoort me getuigen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Gelogen! Driedubbel gelogen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Waarom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom lach je niet meer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatste geduld doet verliezen! Omdat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Schaam je! Ben jij ’n jóód?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee. Nièt meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader verlaten—je weigert als
+’n goed zoon te trouwen—je beschimpt ons volk—je staat in opstand tegen onzen God,
+den God van Israël, die genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die wráakzúchtig
+is!… „Gij zult.… Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben!”</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Goden?.… Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend? <span class="stage">(<i>Slaat het raam open</i>).</span> O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r uit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Jij ben gek—jij ben gèk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen met kamers. En ginder.
+En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen met kamers en menschen. Overal menschen
+met gòden. Hahaha! <span class="pageNum" id="pb328">[<a href="#pb328">328</a>]</span>Hahaha! Zie dan neer, God, door dit gat. Zoo is ’t op je hééle wereld. Zoo zitten
+ze overal, elkander plagend, elkander ophitsend, elkander beliegend. Zoo verdorren
+ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, bij hun kleine gepraat over uw grootheid!
+Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in uw naam, vervolgend in uw naam, vervloekend in
+uw naam! O, die kamers, die benauwde, heete, wanhopige kamertjes, waar geen frischheid
+binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren geel wordt, waar de longen hijgen! Laat
+me spreken, rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met je spot! Nou ben ik de
+prediker, ik die geen jood ben, geen jood en geen christen, ik die God voel in het
+licht van de zon, in de geuren van den zomer, in den dauw van ’t veld, in het glanzen
+van het water, in, in—de bloemen op ’t graf van mijn moeder.—Neergesmeten heb je ze,
+vader. Neergesmeten bij ’t stof van je vodden!—O, ’k heb meelij met jullie, meelij
+met je kleine getob, meelij met je ghetto’s, met jùllie ghetto, met hùn ghetto, meelij
+met de kamer hier en de kamers rondom, meelij met al de goden die geen goden zijn—want
+de wàre God moet nog komen, de God van de nieuwe gemeenschap, de gemeenschap zònder
+goden, zònder slaven.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus—dus—as ’k begrijp—as ’k begrijp—’t vlamt in ’t donker van m’n hoofd—as ’k begrijp—dan
+wil jij heen—dan—dan trouw jij Rebecca niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Hier was ze straks—en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb329">[<a href="#pb329">329</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Rafaël.… Rafaël.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Sust! … Sust! Laat mijn spreken … ’k Heb zoolang gezwegen.… Je heb ’r geweigerd.….
+Ze was hiér … .… Dan heit die meid gelogen.… die meid.… dan … dan.… heit die meid
+gelogen, wèèr gelogen.… dan … dan.… Wát is ’r tusschen jou … en die meid … tusschen
+jou en die slet?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Die slet!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je ben samen op geweest eergisternacht—’k heb je gehoord.—En straks—straks—<span class="stage">(<i>staat woest op met gebalde vuisten</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sachel!… In Godsnaam!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel<span></span></span> <span class="stage">(<i>ineenzakkend</i>).</span> Vloek! Vloek over m’n ouwen dag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> ’t Is waar. Ik ontken ’t niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd hebben. Ik aarzelde:
+dienzelfden dag zou je haar uit je deur getrapt hebben, háár—mijn vrouw.. Nou weet
+je ’t vader, dat ’t zijn móét.</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p>
+<p><span class="pageNum" id="pb330">[<a href="#pb330">330</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g2.7" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Haëzer. Esther. Sachel.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Vloek, vloek, dat ’k dat alles mot ondergaan! Vloek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Haëzer.</span> Sachel! Sachel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Lag-ie begraven bij z’n moeder!</p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">(EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.)
+<span class="pageNum" id="pb331">[<a href="#pb331">331</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<div class="footnote-body">
+<div class="fndiv" id="xd33e15452">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e15452src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">1</a></span> Genesis 1:12: <span lang="he" class="hebr">‏פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ‎</span>—Bewerker.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e15452src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+<div class="fndiv" id="xd33e16061">
+<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd33e16061src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">2</a></span> Rissches: aanstoot.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd33e16061src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">↑</a></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde pakhuizen<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en Sachel.)</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="g3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Staat ’r niemand in de poort?.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hóór ’k dan niks?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop wezen. Jouw zoon.….
+jouw zóón godbeter!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is naastan niemand thuis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wat vraag je ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over Sjabbes bij d’r dochter. We
+hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. Anders wist morgen de heele <span class="ex">kille</span> wat voorgevallen is.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb332">[<a href="#pb332">332</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Asof ze ’t morgen toch niet weten—van—de rebbe—en van hem—en van die meid!—Die meid!
+Waar blijft die meid?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles gezeid heit, dat ze niet
+meer durft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop kenne krabbe! As ’k maar kon. Jouw zóón die
+zich afgeeft met zoo’n del! Jòuw zoon onder jòuw dak! ’t Hoogste woord heb je ’m laten
+voeren. Heb je ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb ’k je niet honderdmaal
+gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen liet sappelen? Nou krijg je ’t met
+rente terug. Met woekerrente. Nou oogst je! ’n Zoon die zich vergooit, ’n zoon die
+de rabbijn as ’n kwajongen behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof van z’n
+vaderen. Weet-ie ’r veul van! En wat ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n Engel, ’n
+huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie verstaat—heit ze ’t niet bij d’r
+vader geleerd tot in de nagels van d’r duimen?—’n rechtschapen meissie—die smijt-ie
+weg voor oud-vuil om zoo’n lellebel die nog geen aardappel schillen ken, die geen
+hemd an d’r lijf heit, die van handel zooveul weet as de rat die daar gaat.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ging ’r ’n ràt? .….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie—’t water in. Afgeloopen.—Dat serpent! Overmorgen
+verwijt z’m z’n geloof, scheldt z’m voor jood! Jood en Chris gáát niet samen. Z’n
+vróúw! Og! Trouwen! <span class="pageNum" id="pb333">[<a href="#pb333">333</a>]</span>Og! Die jongen is niet wijs, <span class="ex">die mot opgesloten worden</span>.—Je zel ’r van beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n
+praas heb—jij—dat je nóú niks zeit, hè?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Laat me met rust—Ik ben kapot—Ik ben op.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’t Most mijn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk! Laat ze is om d’r goed
+kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht
+gemaakt? Wie heit ’m angehaald? Keek-ie ooit na ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen
+as de jongens van Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r streken ingepalmd? Kreeg ze
+voor mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Schreeuw zoo niet.… Denk an de buren.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal d’r me één ongelijk geven?
+Nou heb je je zin—As ìk wat zei wer ’k afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote
+bek. En hij? Hoeveel keer heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt
+je toe.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou op. M’n kop staat ’r niet na.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> De schande—de schande in de <span class="ex">kille</span>.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb334">[<a href="#pb334">334</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!.…. Dat pestgezicht!.…. Gister gaf ’k ’r nog
+’n afgedragen japon. Hoe kom ’k zoo gek! Maar ze neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Daar is iemand.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee. <span class="corr" id="xd33e16312" title="Bron: je">Je</span> maakt me zenuwachtig. Laten we naar binnen gaan. ’t Wordt donker.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet terugkwam—wegbleef—voorgóéd
+wegbleef.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Groot verlies! Liever geen zoon—asoo een.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij—jij ken dat zeggen—màkkelijk zeggen—jij heb nooit ’n kind gehad. Wat heb ik voor
+vreugde—voor afleiding—as.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther<span></span></span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>)</span>.…. Huil je, Sachel? Sachel? Jij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee, wie praat van huilen! Ik zeg dat z’n stem.….. Maar dat begrijp je niet—dat ken
+jij niet begrijpen—Wàt begrijp jij wel? Steek de lamp an! Nou dan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt. <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb335">[<a href="#pb335">335</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Aaron.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zit je daar Sachel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat mot je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’t Is wat <span class="ex">scheins</span>.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat is ’r <span class="ex">scheins</span>?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Dat met je zóón.……</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Gaat jou dat an?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Vraagt na de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou ’k denken. Og, wat ’t
+mijn angaat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Met jou heb ’k niks te maken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Je zoon is ’n ploert en ’n.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> D’r wordt je niks, niemendal gevraagd.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron<span class="corr" id="xd33e16393" title="Bron: ..">.</span></span> Waren we accoord—ja of nee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee. Niet met de wol. Niet met me zoon. Niet met me zoon. Niet met de wol.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb336">[<a href="#pb336">336</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heit je zuster gezeid, dat ’k Rebecca sturen zou?.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Weet ’k niet.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jij weet niks wat je niet weten wil—of ’t mot zwart op wit staan.…..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jij verveelt me!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jij verveelt mijn al lang!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat doe ’k met jouw gesmoes! ’k Zal me zoon dwingen, as die je dochter niet wil. Mot-ie
+zelf weten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Mijn dochter.… Mijn dochter.… ’n Weldaad had ze ’m bewezen.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Jóúw weldaden ken ’k niet gebruiken—en me zoon óók niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar zijn me zolen te
+goed voor.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Aaron. Esther.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Dacht ’k ’t niet? Dàcht ’k ’t niet? Hij mot zich <span class="pageNum" id="pb337">[<a href="#pb337">337</a>]</span>wreken. Groot gelijk hei-je, Aaron—gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t geen
+schande wat ’r gebeurt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Schande? Schande? Jullie weten nog niks? Jullie weet niet van vanmorgen—wat-ie met
+<i>mijn</i> Rebecca gedaan heit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken me niks, niemendal schelen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Zeker heb ’k ’t gezeid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront! Zat-ie niet met die christenmeid,
+met die <span class="ex">sjikse</span> op z’n schoot? Mot je zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen schanddochter!
+Mijn dochter is geen vulnis! Mijn dochter ken huwelijken doen, reusachtig! Mijn dochter
+hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Had ze nièt gekommen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Hoor hèm! Hoor hèm! Daar ken ’k me nou zoo bij opwinden! Daar sta ’k geregeld bij
+te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot je die man nog òngelijk geven? Die
+man die zich komt beklagen! Die man die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb338">[<a href="#pb338">338</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> We hadden geen accoord.…. Met de wol niet. Met me zoon niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Komt ’r op an!.…. Zoo’n engel van ’n meissie!—Zat ze op z’n schóót? Zat die vuilik
+<span class="corr" id="xd33e16479" title="Bron: op op">op</span> z’n schóót?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Met d’r eigen oogen—met d’r eigen oogen heit ze ’t gezien. En was ’t daar bij gebleven!
+Maar beleedigd heit-ie ’r, geaffronteerd in ’t bijzijn van die meid! Is mijn dochter
+’n opraapsel van de straat? Staat mijn dochter bij jòu in de schuld? De brutaaligheid—de
+brutaaligheid van die kwajongen! En jòuw schuld. Jòuw schuld!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Net wat ’k zei!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Smoezen jullie! Ik wor ’t zwaarst gestraft … Voelen jullie geen meelij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jij ben te koppig. Jij néémt je gelijk. Met jou ken niemand overweg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik wist ’t vóór jullie.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankommen, hij weet ’t voor ons.…. En geen bek
+doet-ie open! As ìk in me huis ’n meid heb en me zoon—hàd ’k ’r een!—me zoon kruipt
+in ’r bed—dan—dan waarschouw ’k me zoon—dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen,
+dat-ie niet hàngen blijft<span class="pageNum" id="pb339">[<a href="#pb339">339</a>]</span>—dat-ie geen strop krijgt—zooas mijn vader-zaliger mijn gewaarschouwd heit—toen—toen—’t
+was ’n mooie meid—gekheid, ’t is lang voorbij!—toen ’k in me jonge jaren was. Dat
+ben je as vader verplicht. En luistert-ie niet—dan—dan roep je de meid—en dan maak
+je geen herrie—herrie maakt ’n nàr—en je geeft ’r twintig gulden, dertig, veertig—as
+ze lastig wordt honderd—’t is weggesmeten geld—maar as je ’t nièt doet?—as je ’t nièt
+doet, krijg je grijze haren van zorg en ellende—en, en, en je zet ’r met ’t geld je
+deur uit—en je neemt ’n reçu—zonder reçu geen geld—en je belooft as ze stil is en
+wegblijft nòg wat geld na maànden.—D’r is geen meid die néé zeit—fèl zijn ze op honderd
+gulden! Ze doen ’r ’n moord voor.….. Nou? Nou? En wat doe jij? Jij smoest voor jezelf.
+Jij laat God’s water over God’s akker loopen—en, en, en, as ’t te laat is maak je
+lawaai. Maak lawaai vóór ’t te laat is. Wat is je verdienste da-je ’t heb zien ankommen?
+Waar laat je je winst? Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo averechs.
+’t Is bijzonder. ’t Is reusachtig. Hèb je je zoon gewaarschouwd? Heb je de meid afgekocht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hij laat zich niet waarschouwen.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> En de meid? Nou?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Die laat zich niet afkoopen.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed <span class="pageNum" id="pb340">[<a href="#pb340">340</a>]</span>koopman zijn—goed! goed! Over de wol van eergister práát ’k niet!—maar van diè dingen
+heb-ie geen cent verstand, geen cent, geen hàlve cent. Daar heb-ie de zoon van Salomon—Salomon
+van de Dwarsstraat. Heb-ie niet gehoord van de zoon van Salomon? Zal ’k ’t je vertelle!
+Die had ’n strop—en wát ’n strop. Zoover is jouw Rafaël nog niet eens. Daar mag je
+dankbaar voor zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had de meid al ’n kind. Wat
+heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op de reis gestuurd, de meid afgekocht,
+voor twee, driehonderd gulden, weisz-ich-viel! En toen ze werom kwam—vertrouwen ken
+je ze niet—heit-ie ’n agent late kommen, ’n agent van politie en toe was ’t ùit. Zal
+’n verstandig man anders handelen? En handelen de Christenen anders? Spiegel je an
+de christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. Heb je geld? Je
+heb geld. Gebruik ’t. Eergister zag ’k ’n christene trouwpartij. En bij ’t stadhuis
+had je ’n sjène, ’n sjène! Daar stond ’n meid met ’n kind. En die maakte spiktakel!
+Reusachtig! En in ’n óógwenk was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid
+met ’n heer boven d’r stand! Had ze niet ja gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r niks.
+Allemaal d’r eigen schuld. As ze niet luistere willen motten ze vóélen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> ’t Is nou te laat.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Wàt is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb341">[<a href="#pb341">341</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik ken me zoon—ik ken de meid.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Gammer! Gróóte Gammer!.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="stage">(<i>hem in de rede vallend</i>)</span>.…. ’n Gammer ben jij da-je kostelijke woorden verspilt! Snij brandhout van stéén!
+Pluk bloemen van de keien! Tel de sterren an de luch!—Laten we over ’t weer praten.—Wàrm
+geweest vandaag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Warm? Om te smelten.… En morgen wéér heet! Hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En overmorrege krijg je.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Suscht! Hou je mond! Daar komt je schoondochter, Sachel!—Sachel, de verloofde van
+je zoon! Hoe vind ìk niet zoo’n geluk? Misschien jà krijgt mìjn dochter idee in ’n
+vodden-sorteerder! ’k Wou dat ze mìjn schoondochter werd! Da’s om te benijen—bij God,
+om te benijen—wat zeg jij, Essie?—’n schoondochter met ’n kapot hemd an ’r lijf!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> ’n Kapot hemd? Géén hemd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Schadt wat! Rebecca drie duizend en van alles twáálf—was ’m niet genog—kon-ie ’t niet
+voor doen—zat-ie over te klagen as over ’t uur van z’n dood—Noù ’n schoondochter met
+weisz-ich-viel hoeveel duizend en van alles niks! Reusachtig! Bijzonder!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb342">[<a href="#pb342">342</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Aaron. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Goeien avond. ’k Ben laat.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> Sachel, daar is Rose. Zal ik wel te veel zijn.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat ben je.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Aaron.</span> ’k Heb ’r gijn in, reusachtig! Essie staat an de grond vastgeroest as ’n roestige
+spijker—en hij—en hij: van alles twaalf was niet genog!—zet ’n gezicht as ’n begraffenis.
+Nog veel jaren! Geeft ’n feest van belang! Reusachtig!</p>
+</div>
+<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main"><span class="corr" id="xd33e16580" title="Bron: Vijde">Vijfde</span> tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel. Esther. Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span> Meijer was niet thuis. ’k Heb lang motten wachten <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Daarom is ’t zoo laat geworden. Hij kan morgen niet. Of ’t Maandag goed is? <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Of ’t Maandag goed is? Hoor u niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb jij—waar sta je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hier.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb343">[<a href="#pb343">343</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dichterbij. Nòg dichter. Heb jij Rafaël gezien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Ben je ’m niet tegengekommen in al die tijd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>onrustig</i>).</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Jawel! God laat me uitpraatje gezond! Uren vortblijven—zoomaar! Affijn lieg maar toe—’t
+ken ’r bij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Lieg niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ze lieg niet, noù niet. Na al wat ’r voorgevallen is, zou-ie ’r niet alléén hebben
+laten gaan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zal ’k binnen de boel klaarzetten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Binnen? Geen stap meer in huis!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verschrikt</i>).</span> Waarom niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>ingehouden</i>).</span> Waarom niet? Waarom niet? Kijk in me oogen—me oogen die geen oogen meer zijn—’t was
+wel makkelijk me zoon van me af te halen in ’t licht van den dag.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Del! Geniepig àchter onze ruggen.….</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb344">[<a href="#pb344">344</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>dof</i>).</span> Stil jij—Met razen en schreeuwen maak je ’t niet ongedaan—Ga zitten—we weten àlles—ga
+zitten naast me—op de bank—we motten praten.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Praten! Nog geen wóórd! De deur uit en me japonne werom. As ’n gekkin heb ’k toegestopt
+en toegestopt! ’n Hond is dankbaarder, ’n hond heit minder streken! De gotspe!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ik heb ’t woord.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Nee—jij heb niet ’t woord—jij néémt je ’t woord! Praten! Geen woord! Asof ’t maar
+ken—asof ’t maar mag! ’t Ongeluk leit ’r meters dik boven op! Dier van ’n meid! Nog
+geen stuiver fassoen! As je niet ophoepelt, roep ’k pelisie—wat Aaron gezeit heit—Aaron
+die recht heit! ’k Ga daar praten! ’k Stik ’r liever in!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Voor ’t laatst—hou je je mond?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> En wat anders? En as ’k ’m niet hou? ’k Laat me daar ’t zwijgen opleggen! ’k Ben ’n
+kind van ’n jaar! Je heit niks met ’r te praten. ’t Gat van de deur staat voor d’r
+open. D’r tien vingers likt ze voor d’r loon en nog ’n paar weken toe! Maak ’t zoo
+goed met ’r als je wil, maar de deur uit, de deur uit, op slag de deur uit! Mijn huis
+is geen rendewoe! <span class="stage">(<i>loopt kwaadaardig ’t huis in</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb345">[<a href="#pb345">345</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Blijf staan.…. Je hoeft niet vort te loopen.…. <span class="stage">(<i>nijdiger</i>)</span>.…. Blijf staan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Wou weg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Eerst praten—weten hóé ’t mot.—Kom zitten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Hoor zoo wel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Toen ’k je eergisteravond vroeg—of je op was geweest—toen heb-ie eerst nee gezeid—en
+toen, dat je ziek was.—En op de trap had jij niet geloopen—Nee jij niet, me zóón.….
+<span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Niewaar? Niewaar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> ’k Dorst de waarheid niet zeggen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat dorst je niet—dat dorst je niet, jij doortrapte.…. En ik, blinde gek—dee de pennen
+op de luiken, bang voor inbrekers en dieven.—Jij vond ’t te gemeen, hè—tè gemeen,
+hè, dat ’k je vroeg—herinner je je?—tè gemeen, hè—of je niet stal, terwijl je in de
+nacht rondscharrelde.…. <span class="stage">(<i>grimmig</i>)</span>.…. Nee, de dingen waaraan ìk dacht, heb je niet gestolen, omdat je wel weet dat daar
+straf op staat, omdat je bang was je vingers te branden, maar ’n zoon van ’n blinden
+<span class="pageNum" id="pb346">[<a href="#pb346">346</a>]</span>vader aftroggelen, ’n vader maanden lang in z’n eigen huis bedriegen, dat von je géén
+diefstal, dat von jé fatsoenlijk, daar had jij geen bezwaren tegen, hè, hè, hè? As
+’k had kennen kijken, had je ’t dan nog gedaan, was je dan ook zoo laag geweest, om
+’t eenig geluid waarvan ’k hou—uit me ooren te scheuren? Jij geslepen dievegge, jij
+christin met erger streken as de oplichters, die me elken dag bestelen!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Is ’t diefstal, Sachel, as je niet anders ken—allebei?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Hou je mond! Hou je mond! Kòn ’t niet anders? Waar stond ’t in jouw, in ons testament,
+dat je van ’n gebrek, waarvoor elke schrift meelij heit, misbruik mocht maken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Was bang voor je, Sachel. Jij hoorde meer as ’n ander zag. Je zou me geen uur langer
+bij <span class="corr" id="xd33e16769" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> gelaten hebben..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat zou ’k niet, nee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> ’k Kon niet buiten ’m.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>grimmig</i>).</span> Niet buiten z’n cènten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ik heb an geen centen gedacht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Waar heb je anders an gedacht, waarom heb je anders gekonkeld? Mijn ken je niks wijsmaken.…
+<span class="pageNum" id="pb347">[<a href="#pb347">347</a>]</span>Maar zoo waarachtig as de Eeuwige, onze God, me hoort—geen speld—geen nagel an z’n
+doodkist—geen spoog water al leit-ie voor me deur te krimpen, as-ie jou trouwt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>achteruitwijkend</i>).</span> Ik wil geen geld.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Blijf staan, staan! Wegloopen van ’n weerlooze! De tijd van Simson is voorbij—’k zit
+in geen tempel—zuilen zijn ’r niet! Jij Filistijn, jij sluwe Filistijn! <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> .…. Hoeveel mot ’k dokken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dokken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Dokken, dokken, dokken! ’k Praat toch geen Hebreeuwsch! Hoeveel mot je? Hoeveel wil
+je? Voor losprijs—van me zoon.…. <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Sta je nou te lachen? Ben je wéér bang, da’k an je stem zal merken hóé happig je
+ben? Zeg op! Je heb me ’r toch tusschen! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Hoeveel? Krijg ’k antwoord?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Daar ken ’k geen antwoord op geven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Ken je dat niet? Mot je ’r eerst ’n nacht over slapen? Ben je met honderd gulden tevrejen—honderd
+gulden, hònderd gulden: daar mot ’k ’n verreljaar voor sappelen en schwitzen!—honderd
+gulden dàdelijk—en nog is honderd over ’n half jaar, as we in die tijd niks van je
+hooren? Da’s <span class="pageNum" id="pb348">[<a href="#pb348">348</a>]</span>tweehonderd gulden—honderd weken vrij loon—’n ander wurmt zich ’r krom voor. .….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> Nee, Sachel.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Nee? Nee? Meer geef ’k niet! Al zet je me de duimschroeven an!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span> .….Al gaf je me duizend, ’k wil geen geld—’k wil je zoon.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig tot Esther die met ’n emmer naar buiten komt</i>)</span> .…. Tweehonderd vindt ze niet genoeg.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc">Esther.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> <span class="stage">(<i>haalt luiig de schouders op</i>).</span> Ik zeg niks. Ik zeg geen woord. Is me geen kromming van ’n letter waard! <span class="stage">(<i>stort den emmer kwaadaardig in de vaart</i>).</span> Dat heeft in ons huis gevreten, gedronken—de hoer gespeeld! Geef ’r drie honderd,
+geef ’r vier—geef ’r waar ze op aast! Geen stap meer in huis! <span class="stage">(<i>driftig af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>verlegen angstig</i>)</span> .… Of we langer tegen mekaar te keer gaan.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb349">[<a href="#pb349">349</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Dus géén centen?—Geen driè, geen vièr?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Nee, Sachel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Heb ’k gedacht! Bloedzuigster! <span class="stage">(<i>wringt zich de handen</i>).</span> Daar heb jij maling an, hè, of ’k hulpeloos achterblijf, of ’k op me ouwen dag in
+me eentje krepeer.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Daar heb ’k geen maling an—je kon ’n dochter an me krijgen—je wil niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Neè!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> .… Je kon ’n rùstigen ouwen dag hebben—we zouen alles doen om ’t je na je zin te maken—nooit
+heb ik ’n thuis gehad—nooit wat, wat—warmte—zoo min as jij—jij was blind—ik alleen.—Zou
+je bij—zou je bij Rebecca, as-diè je schoondochter werd, gelukkiger zijn? Ik ken je
+gewoonten, weet hoe je ’t wil, waar ’t vischservies staat, waar ’t vleeschservies.…
+’k Zal op Vrijdagavond de lampen ansteken.… ’k Zal op Zaterdag je brieven openscheuren.…
+Heb je niet zelf gezeid, honderd maal, dat niemand beter je pijp ken stoppen as ik?.…
+’k Zal ’n dòchter voor je zijn, omdat ’k van <span class="corr" id="xd33e16950" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> hou—en ook van jou.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> .… Hou op met je geklets! Denk je dat ìk bij jòù zou willen inwonen—eten ’t eten dat
+door jòùw handen onrein wordt?—nog geen korst <span class="pageNum" id="pb350">[<a href="#pb350">350</a>]</span>brood—nog geen druppel water! Inwonen, bij jou—kinderen zien kommen, kinderen zonder
+God, zonder wet, kinderen, die d’r blinden grootvader zouen bespotten om z’n geloof!—Inwonen
+bij jou, om an te hooren, later—dat kòmt ’r van!—dat kòmt ’r van!—hoe jij hèm verwijt,
+hij jou!—anzitten an de Sjabbestafel met jou, met jou, met jòù, ’n christen vrouw!—Liever
+lei ’k me ziek—liever beet ’k me tong af—liever kreeg ’k ’n verlamming!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Dan leit ’t toch niet an òns.… Dan hebben wij geen schuld.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span>.… Dag, Sachel. <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> Dag, Sachel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>wild opspringend</i>)</span>.… Weg van me huis! Weg van ’t erf, waar me heele geslacht heeft gelejen! Weg dieveg
+van me zoon, vloek van me zoon, ondergang van me zoon! Weg, of, of.… <span class="stage">(<i>driftig gebarend, struikelt hij, valt met ’n knie op den grond</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Heb je je pijn gedaan? <span class="stage">(<i>hij kreunt</i>)</span> Zal ’k je na de bank terugbrengen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>smartelijk de knie wrijvend</i>)</span>.… Blijf van me af! Ruk uit! Jouw beklag ken ’k missen! Zal me wel meer gebeuren,
+as ’k niemand meer heb. Ruk uit! Ruk uit! <span class="stage">(<i>zij sluipt houdingloos naar de poort. Onbewogen luistert hij, tot-ie meent, dat ze
+weg is. Dan, het hoofd in de handen gestut, barst-ie in bedwongen geweeklaag los</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb351">[<a href="#pb351">351</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>komt zacht op hem toe, legt een hand op z’n schouder. Hij schrikt op</i>)</span> Sachel.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Ruk uit! Wat doe je hier! Wat mot je nog?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>naast hem zittend</i>)</span>.….. As ’k hèm niet heb, Sachel, heb ’k niks meer, niks, niks.… O, jij weet niet wat
+niks is.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>dof</i>)</span>.… Ik? Ik?—Ik zou dat niet weten.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Jij ook, jij ook. Maar niet zoo.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Niet zoo? Wat heb ìk dan? Wat? <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend, dan in-een-zet-door</i>)</span>.… ’k Wil je niet ongelukkig maken—’k wil niet dat later.… ’k Dacht niet dat jij huilen
+kon.….. <span class="stage">(<i>stellig</i>)</span> ’k Weet ’n middel. Voor ons alle twee. ’n Middel om je te verzoenen. ’n Middel om
+bij mekaar te blijven. Hoe valt ’t me eerst nou in! Hoe kon ’k zoo dom zijn? <span class="stage">(<i>snel</i>)</span> Ja, ja! Dat is ’t. Dan heb jij niet één reden meer, om te zuchten, te klagen, te
+jammeren … As <i>ik</i> jodin wor, Sachel … <i>ik</i>, jodin …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>achterdochtig</i>)</span> Jij, jodin? Jij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Zou je me dan nog niet willen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>verbaasd haar hand grijpend</i>)</span> Hou jij—zóóveel van mijn zoon?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb352">[<a href="#pb352">352</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Ja, Sachel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Enkel van m’n zoon? Zonder bijgedachte? Zonder gedachte an, an.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose …</span> Zonder gedachte an.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dat begrijp ’k niet. Dat gaat buiten me om. Enkel.… Zonder.… <span class="stage">(<i>met haar hand in de zijne blijft hij even tobben</i>)</span>.….. Wou jij jodin worden?.… In onze synagoog?.… Voor den Rebbe?.… En je kinderen
+as joden laten opgroeien?.… As goeie joden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span> Ja.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Zou jij.… zou jij waarachtig jodin?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>.… Omdat ’k met jòù meelijden heb—en—en haast geen moed ’n zoon van z’n vader af te
+trekken.… <span class="stage">(<i><span class="corr" id="xd33e17143" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> is bij de laatste woorden uit de poort getreden, blijft luisteren.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>)</span> Geef me je hand! <span class="stage">(<i>streelt die</i>).</span> Jij ben ’n goed kind—beter as ’k dacht.… Dus, dus—dan worden jouw kinderen.… En as
+<span class="corr" id="xd33e17160" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> nièt wil—want die heit ’n wil om àngstig van te wezen—as <span class="corr" id="xd33e17163" title="Bron: Rafael">Rafaël</span> nièt wil dat jij jodin wordt—dan hou je vast, niewaar?—dan geef je niet toe, hè?—dan
+spreek je zóó met ’m, dat je je zin doordrijft.… Beloof je dat!.… Beloof je dat, zoo
+waar as ’r ’n God leeft?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb353">[<a href="#pb353">353</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat beloof ’k, Sachel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Je belooft.… Beloven is niet genoeg.… Steek ’r je vingers bij op, zoodat ’k ’t vóél—en
+zweer.… Nee, zweer niet—’k weet niet bij wie, bij wàt jij zweert—onze God is jùllie
+God niet—de onze mot jij nog leeren kennen—zweer bij ’t hoofd van me zoon.…. Doe dáár
+’n eed op.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Negende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sachel.</span> <span class="sc">Rose.</span> <span class="sc"><span class="corr" id="xd33e17183" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17188" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> ’n Eed zònder getuigen.… Is dat vertrouwd, vader? <span class="stage">(<i>tot Rose</i>)</span>.… Ga door, ga door! Ga verder.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span>.… Ik wou.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17208" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>.… Jij wou?.… Verder! Verder! Nog maar ’n paar woorden had je te zeggen—verder! Ben
+ik de spelbreker? Ik?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> <span class="stage">(<i>onrustig</i>)</span> As je hier was, dan heb je gehoord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker"><span class="corr" id="xd33e17227" title="Bron: Rafael">Rafaël</span>.</span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span>.… Dan heb ’k te veel gehoord! <span class="stage">(<i>op de poort toegaand, keert terug—glimlacht moeilijk, bedwongen</i>)</span>.… Staat ’r niet in Leviticus—vader, dat je de naaktheid van je schoondochter niet
+mag ontdekken.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb354">[<a href="#pb354">354</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>niet begrijpend</i>)</span>.… De naaktheid van me schoondochter?… Begrijp je niet … Dacht dat jij, jij in de
+eerste plaats met ’n schikking, die mijn ’n offer is—tevrejen zou wezen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>schuw</i>)</span>… Hij was zoo diep, zoo diep-ongelukkig, da’k beloofde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.…</span> Dat ze beloofde—wat, wat, wat draai je d’r om heen as-ie ’t weet!—dat ze ’n eed wil
+doen van òns te worden … jodin.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>… Jodin! Jij jodin! En ik—ik, die geen jood meer ben! <span class="stage">(<i>tot Rose</i>).</span> Heb ’k je dat niet vanmorgen voor de zooveelste maal gezeid, toen ’k de zilveren
+galg van je hals nam? <span class="stage">(<i>tot Sachel</i>).</span> Hebben wij om datzelfde—nog vanmiddag—toen de Rebbe op bezoek was—niet als vijanden,
+als vreemden tegenover mekaar gestaan? Wist jij dat niet, vader?—<span class="stage">(<i>tot Rose</i>)</span>… En wist jij dat niet? Ben jij nog blinder dan hij? Ben jij anders dan Rebecca?…
+Rebecca, ’r lichaam, ’r bruidschat—jij àlles tegeef! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ben <i>ik</i> zoo begeerlijk—ik warhoofd, wetsovertreder—ik, zoon die gesteenigd most worden!—dat
+twee vrouwen op één dag.… Ja, ze wéént, vader—ze weent, hahaha! Jij ben de sterkste!
+Sterker dan ík! Wat kun je nou nòg?—Eerst heb je me als jongen ongelukkig gemaakt—met
+’n beweging van je voet—nou met ’t tasten van je hand naar háár meineedige vìngers.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb355">[<a href="#pb355">355</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>na een stilte</i>).</span> Nar—nar—groote nar, denk je dat zij je verstaat, dat ik je versta?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>mat-glimlachend</i>).</span> Nee. ’t Is waar—jullie verstaan me geen van twee.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is ’r iémand die narrepraat verstaat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Nee, niemand!—De nar die geen wetsrol op z’n deurpost—geen kruis aan z’n hals noodig
+heeft, wordt niet verstaan, nog niet verstaan! Wat huil je? Ben ik ’n traan waard?
+Jullie hoort bij mekáár, wel bij mekáár!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Is dat mijn dank—ònze dank? Da’s me te machtig—bij God te machtig—<span class="stage">(<i>dreigend</i>)</span>.… Maar me geduld neemt ’n end. Jij geen jodin—ik geen christin!—jij geen wetsrol
+op je deurpost—geen gebod—geen eerbied voor je vader—geen geloof in den Eeuwige-onze-God—ik
+geen zoon—<span class="stage">(<i>de hand op de wetsrol leggend</i>)</span> geen zoon—daar zweer ik bij, omein wie omein! Nou ken je ’t met haar alleen uitvechten—nou
+heb je de keus—de keus tusschen ’n thuis hier of de wijde wereld.… <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.10" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.10.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tiende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rafaël.</span> <span class="sc">Rose.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>na een zeer lange stilte van de poort waarheen ze geweken is, terugschuifelend—schuw</i>)</span> <span class="corr" id="xd33e17350" title="Bron: RafaëI">Rafaël</span>.… <span class="pageNum" id="pb356">[<a href="#pb356">356</a>]</span><span class="stage">(<i>hij antwoordt niet</i>)</span> Rafaël.… <span class="stage">(<i>hij zwijgt</i>)</span>.…. Heb ’k zoo verkeerd gedaan? Had je ’m dan liever alleen gelaten—’n blinde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haalt de <span class="corr" id="xd33e17371" title="Bron: schonders">schouders</span> op</i>).</span> Weet ’t niet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Hij was zoo vreeselijk wanhopig! Ik dee ’t voor jou. ’n Man die niet ziet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>).</span> Zie jij wel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>)</span>.… Of ik niet zie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>het kruisje uit zijn zak nemend</i>)</span>.… Nee. Zoo min als hij. Neem—je talisman terug.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>het niet aannemend—angstig</i>).</span> Je praat zoo vreemd—je maakt me bang.… Wat ’k beloven wou—was enkel, alleen voor
+de vrede.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Voor dié vrede is ’t nog te vroeg—en te vroeg is ’t voor ons.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Te vroeg voor ons?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>).</span> Te vroeg. Te vroeg. Kom dichterbij—dichter—’k ben ongevaarlijk <span class="stage">(<i>dwingt haar naast zich op de bank</i>)</span>.… Vanmorgen, terwijl ’k je aarzelingen wegredeneerde—bedotte ’k mezelf—èn jou—dacht
+’k, dat wij—ik, jood-van-ras—jij, christin—als twee vrije vogels weg zouen vliegen—geen
+koningsarenden: muschen, muschen … <span class="pageNum" id="pb357">[<a href="#pb357">357</a>]</span>Jij wou meevliegen—ben meegevlogen—maar met zooveel modder van god en godsdienst aan
+je vleugels, dat je terugviel.… We zijn te vroeg op pad gegaan. Wáár we vandaag waren
+neergestreken, zouen we in de dezelfde modder terecht zijn gekomen. Nou—nou—dat moet
+je begrijpen—ga ’k alleen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Alleen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Dat heb je zelf gewild.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, Moeder Maria.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk nasprekend</i>)</span>.… Moeder Maria.…. Moeder Maria.… Zie je—voel je dat we niet bij mekaar passen? Dat
+jij zoo vast in jóúw ghetto zit, als vader in ’t zijne?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>bedwongen-heftig</i>)</span>.… Dus, dus jij wil van me af—jij—jij, die me je vrouw heette—die, alles—groote God!—alles
+van me gedaan kreeg … <span class="stage">(<i>snikkend</i>).</span> O, o—ik die je vertrouwde.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> En àls we—àls we—wat de menschen noemen—getrouwd waren geweest—<span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span>.… in mijn of jouw kerk.… àls we? Zouen we dan ook niet ’n anderen weg zijn gegaan—allebei—wanneer
+we mekaar in dat huwelijk zoo heftig, zoo onoverkomelijk hadden afgestooten—als we
+’t vandaag, daarstraks deden? Jij heb niet begrepen. Ik niet. Dat is de schuld van
+ons tweeën<span class="pageNum" id="pb358">[<a href="#pb358">358</a>]</span>—nee dat is <i>mijn</i> schuld geweest.… ’k Zei je vanmorgen, gister, eergister, telkens—dat ’k geen jóód
+ben—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’t wordt lichter—je voelde ’t niet. ’k Zei: ’n nieuwe
+tijd breekt aan—je voelde ’t niet. ’k Zei: houen is niet genoeg, Rose—je voelde ’t
+niet. Je heb hier—<span class="stage">(<i>wijst de plek op den grond</i>)</span> hiér gestaan—met je meineedige vingers, om in ’n ander ghetto, dat ik ontloopen was,
+te komen—terwijl ’k zoo dikwijls met je gesproken had—je voelde ’t niet. Je voelde
+niets, niets, niets! <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span> ’t Is uit. ’k Kan je niet zeggen wat ’n pijn me dat doet—’t is uit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Uit? Uit?.… Doe jij dan anders dan degeen waarop je scheldt? Schop je me niet op dezelfde
+manier weg? <span class="stage">(<i>onstuimig</i>)</span>.… Is ’t ’n—’n komedie—’n komedie voor Rebecca—afgehandeld met de rabbijn, terwijl
+ik ’t huis uit was?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Ga zoo niet door, toe.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> O, ’t gekonkel achter me rug—de gemeenheid om van me af te kommen—terwijl ik zottin
+me op wou offeren—hou je mond!—’k geloof je toch niet, jij met je prachtige verhalen,
+je listige leugens, jij.…
+</p>
+<p><span class="sc">Rafaël</span>.… Jij jood.… <span class="stage">(<i>een stilte</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>snikkend</i>).</span> Dat heb ’k niet gezegd—dat zeg jij.….</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb359">[<a href="#pb359">359</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Dat heb je gedacht—gedacht—ik heb ’t gevoeld—ik voel sterker dan jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Niewaar! Niewaar! Ik dacht niet—dacht niet.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Als ’k even later—even later was gekomen, zou je bij mijn hoofd hebben gezworen.—Wat
+kunnen wij—wij—wij in de toekomst aan mekaar hebben?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Durf je—durf jij dat vragen—waar ’k je vanmorgen van ons <i>kind</i> sprak?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>wijkt schrikkend terug</i>)</span>.… Ons kind.… <span class="stage">(<i>wringt smartelijk de handen</i>)</span>.… Ons kind.… <span class="stage">(<i>een langere stilte</i>)</span>.… Stak jij daarstraks je vingers niet op, om ook dàt te versjaggeren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>van de bank glijdend, zijn knieën omvattend</i>).</span> Als je ’t uit maakt—versta je—drijf je me ’t water in … <span class="stage">(<i>zoent z’n handen</i>)</span>.… Toe, toe nou jongen—’t was toch alles om bij jou, bij jou te blijven—voor jou zou
+’k door ’t vuur gaan … voor jou èn voor ’t geheim dat ’k je vertelde, ’t geheim van
+m’n zwangerschap.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>haar hoofd met beide handen opheffend en haar zoo toepratend</i>)</span>.… Als je wist wat je door je aarzeling, je nieuwe aarzeling ondersteboven gesmeten
+heb.… Nee, verdedig je niet—ik doe geen verdere verwijten.… Zeg me alleen, zonder
+eed<span class="pageNum" id="pb360">[<a href="#pb360">360</a>]</span>—zonder gelofte—kijk me an, recht in m’n oogen—dat je ’t an mij, an mij over zal laten
+van ons kind ’n mensch—’n vrij mensch—te maken <span class="stage">(<i>met gebaar naar wetsrol op deurpost</i>)</span> ’n mensch zonder dit <span class="stage">(<i>met gebaar naar kruisje</i>)</span>, zonder dat. Zeg me dat.….</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose</span> <span class="stage">(<i>haar armen om zijn hals slaand</i>)</span> Dat zeg ’k je met mijn lippen op jouw lippen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.…</span> Ons kind niet in zijn—niet in jouw ghetto—ons kind eindelijk mensch—beloof je dat—oog
+in oog?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Dat beloof ’k—en die belofte zal ’k houen, als we maar eerst hiér vandaan zijn.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Buiten ontmoeten we <i>dezelfde</i> stakkerige ghetto-menschen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.</span> Niewaar!.… Zeg dat je van me houdt—dat je niet zonder me kan—zooals je dat vroeger
+gezegd heb.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>voor zich uit starend, sterk ontwijkend</i>)</span>.… Dat toon ik door met je mee te gaan<span class="corr" id="xd33e17617" title="Bron: .. .">.…</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rose.…</span> Zeg dat je weer heelemaal, heelemaal gelukkig ben.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>spottend-glimlachend, zonder haar aan te zien</i>).</span>. Heelemaal gelukkig.…. Volkomen gelukkig.…. <span class="pageNum" id="pb361">[<a href="#pb361">361</a>]</span>Onuitsprekelijk gelukkig, zoo gelukkig dat ’k.… <span class="stage">(<i>tot Esther die in de deuropening komt</i>)</span>.… Wil u vader roepen—we wouen.…</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="g3.11" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#g3.11.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Elfde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Rafaël. Rose. Sachel. Esther.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther.</span> Sachel!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Wat is ’r?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> De keus is gedaan—we gaan.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.</span> Dus toch? Toch! <span class="stage">(<i>tot Rafaël die zijn hand wil nemen</i>)</span>.… Raak me niet an! Vloek, vloek vloek over jou en haar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël.</span> Over ons zéker—niet over ons kind.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel.…</span> Over je kind, je kinderen, je kleinkinderen.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rafaël</span> <span class="stage">(<i>rustig</i>)</span>.… Nee—de toekomst laat zich niet vloeken.… <span class="stage">(<i>wil nog eens de hand van Sachel grijpen—deze heft dreigend de vuist, wankelt het huis
+in. Rafaël volgt Rose, die reeds tot de poort is geweken.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Esther</span> <span class="stage">(<i>die ze nagestaard heeft</i>)</span>.… Og! ’k Hoef ’m <span class="pageNum" id="pb362">[<a href="#pb362">362</a>]</span>geen verder leed toe te wenschen!… <span class="stage">(<i>loopt naar de deur terug, schrikt als ze in de opening staart</i>)</span>.… Sachel! Sachel, wat doe je? Snij je je kleeren stuk? ’r Is toch geen dooie.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sachel</span> <span class="stage">(<i>den stoep afstrompelend, de handen verwoed in de scheuren van z’n jas</i>).</span> Wee, wee—m’n zoon is gestorven! <span class="stage">(<i>hurkt op den grond, de vingers in wanhoop in het haar</i>)</span>.… Wee! Wee! Wee, dat ik ’m overleef! Wee! Wee!.….…
+</p>
+<p class="center">EINDE.
+</p>
+<p class="dateline"><i>Oorspronkelijk ongewijzigd geschreven te Amsterdam, 15 Sept.–9 Nov. 1898.</i>
+<span class="pageNum" id="pb363">[<a href="#pb363">363</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="back">
+<div id="naschrift" class="div1 last-child postscript"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#naschrift.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">NASCHRIFT.</h2>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">’n Kleine terugblik.….
+</p>
+<p>10 April 1898 werd op den feestavond bij het Kongres der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij
+in Nederland, in het gebouw „Plancius” te Amsterdam, de politieke scherts <span class="ex">Puntje</span> opgevoerd.
+</p>
+<p>De afdeeling Amsterdam, die het feest organiseerde, had den auteur, die zich na een
+mislukte jeugdpoging niet meer de vleugels aan het voetlicht brandde, om een „gelegenheidsstuk”
+gevraagd.
+</p>
+<p>’t Was, voor wie aan de vertooning mee deden, ’n opgewekte, allergenoeglijkste, niet
+licht te vergeten avond. Er werd gezongen, voorgedragen, en Troelstra sprak de feestrede.
+</p>
+<p>Terwijl kleedden wij acteurs, de Roode, Ankersmit, m’n vrouw en ik, allen dilletanten
+behalve Ternooy Apel, ons in de primitieve kleedkamers. We speelden voor de stampvolle
+arbeiderszaal met de grootste overtuiging en vermoedelijk slecht. Toch hadden stuk
+en spel een vrij goede „pers”. Althans „de Sociaaldemokraat”, destijds orgaan van
+onze partij, getuigde in het nummer van 13 April 1898 o. m.:
+</p>
+<blockquote>
+<p class="first">„Heijermans’ stuk draagt een beslist socialistisch karakter. Het is een bestuursvergadering
+van de gezellenvereeniging „Ursule”, ten huize en onder toezicht van pater Bos, de
+geestelijke adviseur. De inhoud zullen we niet mededeelen, omdat we vermoeden, dat
+het stukje weldra op de programma’s onzer gezellige bijeenkomsten zal prijken. Het
+geheel komt ons <span class="pageNum" id="pb364">[<a href="#pb364">364</a>]</span>als uitstekend geslaagd voor, maar.….. minder geschikt voor dezen feestavond. Daarvoor
+duurde èn de voorbereiding èn het stuk zelf te lang. Het publiek in de stemming als
+die Zondagavond de heerschende was, genoot niet zóóveel als „Puntje” te genieten bevat.
+Alle rollen werden uitstekend vervuld, de vervulling van de hoofdrol door Ternooy
+Apel was meesterlijk”.</p>
+</blockquote><p>
+</p>
+<p>Wanneer ’k dit knipsel uit ’t verleden oprakel, geschiedt ’t met de leut van aan ’n
+herinnering terug te denken, die in positieven zin invloed op ’t verder leven had.
+</p>
+<p>Ternooy Apel, door mij in <span class="ex">Puntje</span> binnen <span class="corr" id="xd33e17737" title="Bron: geloodsd">geloodst</span>, omdat geen van ons de kanjerrol van den pater aandurfde, sleepte mij als auteur—een
+acteur had-ie niet in me ontdekt—naar de planken.
+</p>
+<p>Dat wil zeggen: hij kwam namens de „Nederlandsche Tooneelvereeniging” <span class="ex">met een voorschot</span>. Ik geloof, dat ’k in die dagen voor een voorschot Naatje op den Dam in de lucht
+had laten vliegen.
+</p>
+<p>En ’k geloof dat heel wat dramatische krachten in Holland zoetekens blijven sluimeren
+door <i>gebrek</i> aan voorschot.
+</p>
+<p>Met ’t mijne, in dadelijk weldadig-kringloopende bewegelijkheid, zette ’k me aan den
+arbeid, en den 24sten December van dat zelfde jaar, zag <i>Ghetto</i> ’t schouwburglicht, stuk van <span lang="de">Sturm-und-Drang</span>, ’t welk nog geen maand na de onstuimige baring vertoond werd.
+</p>
+<p>Vandaag nog vermeen ’k, dat de <span class="corr" id="xd33e17759" title="Bron: Rafael-figuur">Rafaël-figuur</span> volkomen <span class="ex">leeft</span>, dat zoowel z’n gedroom als z’n „phrases” tot de werkelijkheid van de joodsche <span class="corr" id="xd33e17765" title="Bron: Rafaels">Rafaëls</span> <i>uit die dagen</i>, behooren. Alleen zij, die de socialistische beweging <span class="pageNum" id="pb365">[<a href="#pb365">365</a>]</span>van uit hun gewatteerde kamer en niet in ’t gewoel zelf hebben gevolgd—alleen zij,
+die náást de werkelijkheid staan, mogen zich wijs maken, dat deze joodsche jongeling
+uit wormstekig hout is gesneden! Wij weten beter.…
+</p>
+<p>In 1905 (Verg. „De nieuwe Tijd”, elfde jaargang, 1906) ben ’k tot omwerking van het
+eerste tooneel van het tweede bedrijf en van de tweede helft van het derde bedrijf
+overgegaan.
+</p>
+<p>„De omwerking geschiedde,” schreef ’k in dat tijdschrift: „omdat in den oorspronkelijken
+vorm de kern niet tot rustige bezinking was gekomen. In de nieuwe editie, gehouden
+in den stijl van 1898, is gepoogd hierin te voorzien.”
+</p>
+<p>Het kwam mij namelijk, na het bijwonen eener <i>Ghetto</i>-vertooning voor, dat er niet voldoende nadruk op het feit, dat in <i>deze</i> maatschappij nagenoeg iedere godsdienst de verhouding van armoedig ghetto-gedoe aanneemt,
+werd gelegd.
+</p>
+<p>Er was, voelde ’k, iets ideologisch-onrechtvaardigs in, de symbolische waarde werd
+’r zeker niet door vergroot, als ’k den joden zoo deerlijk hun ghetto-bestaan aanrekende,
+waar toch overal, naar alle richtingen heen, ’t onkruid der ghetto-godsdienstjes bloeit,
+tiert en naar historisch-betrekkelijken maatstaf „vooralsnog” bloeien en tieren moet.
+</p>
+<p>Neemt, beminnelijke lezer, ’n Predikbeurtenblad, ’n apostolisch orgaan, ’n klungel
+van ’t Heilsleger of ’n ander sectarisch „godsdienstig” propaganda-vehikel in uw handen—peinst
+in ’n moment van opknetterend „vrijdenkerschap” over al de kostelijke kerkgebouwen,
+die zulke voortreffelijke toevluchtsoorden-voor-onbehuisden <span class="pageNum" id="pb366">[<a href="#pb366">366</a>]</span>zouden kunnen zijn—mijmert over ’t nationaal christendom met snelvuurkanonnen, bijbelgenootschappen,
+repeteergeweeren, zendelingen, politiek, traktaatjes, Kuypertjes, Heemskerckjes—philosofeert
+over de hardnekkige taaiheid van onverschillig welke kerk, als tegenstandster van
+volkomen menschelijkheid en volkomen beschaving (laat ’k ’r niet op doorgaan, daar
+de opsomming dezer zaken en dingskes voor den sulligsten denker al zoo gruwelijk banaal
+is geworden!)—laat dit alles door de vier magen van uwe geestelijke gesteldheid herkauwen,
+en ge zult ’t met me eens zijn, dat ’r meer ghetto-om-van-te-rillen, meer parasitair
+<span class="corr" id="xd33e17785" title="Bron: rabijnen-gedaas">rabbijnen-gedaas</span> in deze botte wereld bestaat, dan in het tooneelstuk <i>Ghetto</i> in debat werd gebracht.
+</p>
+<p>Om de balans een weinig te herstellen, „verbeterde” ’k ’t jeugdwerk in 1905. ’k Trachtte
+voor zoover ’t oorspronkelijk stuk ’t toeliet, ’t ghetto-begrip in de christelijke
+dienstmaagd aan te zetten en van ’n joodsch ghetto tot meer universeele en <span class="ex">noodzakelijke</span> ghetto-menschen te geraken.
+</p>
+<p>Gelukt is dit niet. Van ’n ouden makkelijken broek maakt men door ’t inzetten van
+’n kruis en ’n achterwerk geen kleedingstuk om, naar alle richtingen heen, in te cancaneeren.
+</p>
+<p>Den zwaar-beschuldigden joden in <i>Ghetto</i> maak ’k m’n excuus. ’t Is <i>alles</i> lak en <i>alles</i> ghetto, en hoe ouder en bezadigder je wordt, hoe sterker je voelt, dat je in ’n hinkenden
+tijd niemand in ’t bijzonder z’n horrelvoet moet verwijten.
+</p>
+<p class="signed">Hoogachtend <br>
+DE SCHRIJVER.
+</p>
+<p class="dateline">Berlijn, October 1910.
+<span class="pageNum" id="pb367">[<a href="#pb367">367</a>]</span></p>
+<p id="n41">Noot bij bladzijde 41. Op verzoek der destijds littéraire politie (verg. onderstaande
+correspondentie, die aan den eersten druk van <i>Ghetto</i> toegevoegd werd) werd het gezegde „Ons heele volk is ontaard” geschrapt. Bij latere
+voorstellingen is het natuurlijk toch weer gezegd.
+</p>
+<p id="n76">Noot bij bladzijde 76. Van hetzelfde laken ’n pak.
+</p>
+<p>Algemeene noot: De verklaring van het joodsch bargoensch is voor den christelijken
+lezer achterwege gebleven, opdat deze, in wenschelijke verbroedering, zijnen joodschen
+buurman om advies en voorlichting vrage. Renegaten zullen er niet door komen.
+</p>
+<p>De correspondentie van 1899 luidt:
+</p>
+<blockquote>
+<p class="first">Amsterdam, 4 Januari 1899.
+<br>Den WelEd. Heer
+<br><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span>
+<br>Alhier.
+</p>
+<p class="salute"><i>Geachte Heer!</i>
+</p>
+<p>Ik ontving van den heer Franken, hoofdcommissaris van politie, een uitnoodiging om
+naar aanleiding der <i>Ghetto</i>-opvoeringen even bij hem te komen.
+</p>
+<p>Aan dat verzoek voldeed ik heden.
+</p>
+<p>De heer Franken wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden van Rafaël op blz
+41 en 76. Ik wees hem er op, dat in geen der vijf voorstellingen, die plaats gehad
+hebben, deze gezegden tot eenige rustverstoring, zelfs niet tot gefluit aanleiding
+gegeven hebben en dat trouwens elke voorstelling een stijgend <span class="pageNum" id="pb368">[<a href="#pb368">368</a>]</span>succes had. De heer Franken bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te verzachten
+of achterwege te laten, daar bij eventueel voorkomende wanordelijkheden de <i>voorstelling onherroepelijk verboden zou worden</i>.
+</p>
+<p>Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen wilt aanbrengen?
+</p>
+<p>Na beleefde groeten
+</p>
+<p class="signed">Hoogachtend,
+<br>n. d. N.&nbsp;T. V.:
+<br>Uw dr.,
+<br><span class="sc">A. v. d.</span> HORST.</p>
+</blockquote><p>
+</p>
+<hr class="tb"><p>
+</p>
+<blockquote>
+<p class="first">Amsterdam, 4 Januari 1899.
+<br>Den WelEd. Heer
+<br><span class="sc">A. v. d. Horst</span>,
+<br>President-Directeur der „Nederlandsche Tooneelvereeniging”,
+<br>Alhier.
+</p>
+<p class="salute"><i>Geachte Heer!</i>
+</p>
+<p>Het doet mij genoegen dat de heer Franken, hoofdcommissaris van politie, wiens critische
+bekwaamheden op letterkundig terrein ik volkomen erken, zulke bescheiden wijzigingen
+verlangt. Ik ben het met U eens dat geen der drie gezegden eenig protest, laat staan
+<span class="pageNum" id="pb369">[<a href="#pb369">369</a>]</span>„rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. Om echter in <i>Uw</i> belang te voorkomen dat ’s heeren Franken’s inzichten zich plotseling mochten verwerkelijken—de
+wegen der politie zijn ondoorgrondelijk—zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen
+„<span lang="de">Groben Unfug</span>” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen collega Franken ’t pleiziertje misgunnen?
+</p>
+<p class="signed">Zeer de Uwe
+<br><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span></p>
+</blockquote><p>
+<span class="pageNum" id="pb371">[<a href="#pb371">371</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div>
+<div class="front">
+<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first center large">DE SCHOONE SLAAPSTER.
+<span class="pageNum" id="pb373">[<a href="#pb373">373</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure tp.2.2width"><img src="images/titlepage6.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="565" height="720"></div><p>
+</p>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">DE SCHOONE SLAAPSTER</div>
+<div class="subTitle">VERBEELDINGS-SPEL IN DRIE BEDRIJVEN, EN IN RYTHMISCH PROZA.</div>
+</div>
+<div class="byline">DOOR<br>
+<span class="docAuthor">HERMAN HEIJERMANS.</span></div>
+<div class="docImprint"><i>Het recht van opvoering voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881.</i></div>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb375">[<a href="#pb375">375</a>]</span></p>
+<div id="intro" class="div1 introduction"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#intro.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first">De bedoeling van dit Verbeeldings-spel, met de oude lompheid en oppervlakkigheid door
+het gros der critiseerenden ontvangen, is deze: de Schoone Slaapster (het volk) wordt
+door Sero (den Socialistischen Uilenspiegel) en door het <span class="ex">geweld</span> van den machthebber, den Regent, gewekt. De zeer-ironische bijvoeging (in Holland
+moet men zich van <span class="ex">doorzichtige</span> grapjes speenen): „Het spel geschiedt nergens—tijd onbekend”, die bijvoegìng meende
+natuurlijk: „Het Spel geschiedt <span class="ex">heden ten dage en overal</span>.”
+</p>
+<p>Moge de lezer dit werk met eenige meerdere aandacht volgen dan de scribenten, die
+nog niet tot het besef zijn gekomen, dat men ernstigen arbeid minstens ook even <span class="ex">gelezen</span> dient te hebben.
+</p>
+<p class="xd33e258"><span class="stage">(<i>Uit de „Nieuwe Gids” van April 1910</i>).</span>
+<span class="pageNum" id="pb376">[<a href="#pb376">376</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="personae2.2" class="div1 last-child personas"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#personae2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
+<p class="first">Voor de eerste maal opgevoerd te Amsterdam, op 24 December 1909.
+</p>
+<ul class="castlist">
+<li class="casthead">
+<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4>
+</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sero</span></span>, <i>volksmenner</i>.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Regina</span></span>, <i>eene hoer, zijne vrouw</i>.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Droomelot</span></span>, <i>hun dochter</i>.</li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">De Regent.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Jus.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een hopman.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">1ste rakker.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">2de rakker.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Kommandant der gevangenis.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">1ste wachter.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">2de wachter.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">een soldenier.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een pater.</span></span></li>
+<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een arts.</span></span></li>
+</ul>
+<p class="center">(<i>Het Spel geschiedt nergens—tijd onbekend.</i>)
+<span class="pageNum" id="pb377">[<a href="#pb377">377</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="body">
+<div id="s1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(Het tooneel verbeeldt een tweeplans gewelf van granieten blokken. Eerste plan, rechts,
+een koepelvormige gaanderij—tweede, dito, een tot de bintenzoldering reikend boogvenster,
+fel door de zon beschenen, waarvoor een kruk. Eerste en tweede plan, links, de granieten
+wand. In den granieten achterwand is, geheel links, de koepelvormige trapopening en,
+geheel rechts, tegen het venster aan, een stel van traliedeuren, waarachter telkens
+een hok met bank. Een koord scheidt het tooneel in tweeën. In de daardoor aangeduide
+ruimte links, een oude massieve tafel met oude stoelen—in de ruimte rechts, voorgrond—een
+bank. Tegen linkerwand een crucifix.)</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="s1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Soldenier, Rakkers.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>wordt door twee rakkers, die hem aan polsen en nek vasthouden, naar rechtsche traliedeur
+voortgeduwd</i>).</span>
+</p>
+<p>… Ho! Ho! Ho!… <span class="stage">(<i>schudt zich even los, staat glimlachend <span class="pageNum" id="pb378">[<a href="#pb378">378</a>]</span>met quasi-dreigenden wijsvinger</i>)</span>… Mijn gebeente, proletariërs!… Heeft God..?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Eerste Rakker<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>hem weer vastgrijpend</i>)</span>… Ja, ja, ’t is goed! Vooruit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heeft God ons niet naar zijn evenbeeld geschapen? Past ’t jullie, proletariërs, een
+zoo voortreffelijk evenbeeld …?… Au!… Au!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Tweede Rakker.…</span> ’ns Kijken, Evenbeeld, wie ’t kortste van stof is—jij of de paternosters!… Doe de
+deur open, kameraad. Dàt hou ’k alleen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>terwijl de eerste Rakker de getraliede deur ontsluit</i>)</span>… Heb jij wel ’ns gehoord, vriend, hahaha!—van—van—breek m’n polsen niet, man!—van
+zeker wereldsch en voorwereldsch gezegde—ja, hoeveel eeuwen geleden wel?… Heb je naaste—au!
+au!—heb je naaste lief—au!—gelijk jezelf..?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Eerste Rakker<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>hem in den nek grijpend en in ’t hok smijtend</i>)</span>… Afgeloopen! De rest schenken we je! <span class="stage">(<i>sluit de traliedeur.</i>)</span> De rest vertel je aan de heeren zelf! <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span>… Laten praten! <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd.</i>)</span> Half simpel, driekwart gek! <span class="stage">(<i>af</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb379">[<a href="#pb379">379</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Soldenier.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat’s niet te hoog, niet te breed, niet te diep hier—gewapende macht! Maar ruim genoeg
+voor mijn beetje gedachten—en voor de jouwe ’r bij, als ik je niet beleedig! <span class="stage">(<i>op ’t bankje in ’t hok neerzittend</i>)</span> Ha! Ha! Een aan alle eischen des tijds beantwoordende luierstoel … Heeft u er geen
+bezwaar tegen, gewapende macht, dat mijne sokken het daglicht aanschouwen?… <span class="stage">(<i>trekt zijn ouwe schoenen uit</i>).</span> Ben in geen tweemaal vier en twintig uur uit de kleeren geweest—en—en—<span class="stage">(<i>moeilijk-trekkend</i>)</span> vastgeroest!—een van twee: deze voorwerpen van de laatste mode zijn hoogst-eigenzinnig
+gekrompen, òf m’n voeten hebben zich in groeistuip gezet.….. Pang!… Da’s een … <span class="stage">(<i>met den wijsvinger op een gat in de kous, dat de hiel bloot legt</i>)</span>… Geen eerste, geen tweede kwartier: volle maan!… Zelfs met de merkwaardige vlekken,
+die men vroeger voor zeeën aanzag! Galileï … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend</i>)</span>… O?… Luister je niet?… <span class="stage">(<i>tweeden schoen uitwringend</i>)</span> Bij mijn ziel, en bij de ziel van de koe of den stier, die eens … <span class="stage">(<i>hijgend stoppend</i>)</span>—daar blaas ik mijn adem bij uit!—die eens hier in stak—dat noem ’k weerbarstig …
+<span class="stage">(<i>trekt—de schoen vliegt uit, hij tuimelt van de bank op den grond</i>)</span> Ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>De soldenier schiet mee in ’n schaterlach</i>)</span>… Ha-ha-ha! ’k Zou op die manier ’n leelijken smak hebben gedaan, als ’k in vrijheid
+boven op ’n dakgoot was gedresseerd, ha-ha-ha!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb380">[<a href="#pb380">380</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dat zou je, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>weer op de bank</i>)</span>… Hé!… Wel ’t wonder! Práát jij … Dùrf jij praten?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Waarom zou ’k dat niet durven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, waarom zou je ’t niet—jij ziet beter dan ik of ’r geen derde-met-gezag in de buurt
+is! Gewapende macht, gewapende macht, nou heb ’k in deze veilige behuizing nog maar
+één wensch! Neem een spons, vul die met edik, steek ze op een rietstok of op je schoudergeweer,
+en hou ’r door de tralies dezer leeuwenkooi!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>bot</i>)</span>… Wat wil je?… Wat mot je?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Water.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Mag niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Weet je dat zeker?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Zoo zeker als tweemaal twee vier …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Da’s lang niet zeker, vriend—vriend, als ’k je niet voor de tweede maal beleedig!—tweemaal
+twee lasteraars zijn méér dan vier, zijn ontelbaar!—tweemaal twee halve zijn twee
+hééle, hahaha!—en tweemaal twee vlooien vóél je als, als …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Als ’n dozijn, hahaha! Daar, drink uit m’n flesch, grappenmaker!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb381">[<a href="#pb381">381</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de veldflesch door de tralies aannemend</i>).</span> Dank je, barmhartige! <span class="stage">(<i>drinkt gulzig</i>)</span>… Hè! Hè! Dat kan jouw en mijn Heiland, bij de fontein Jacob’s in ’t land Samarië,
+niet beter gesmaakt hebben!… <span class="stage">(<i>drinkt nog eens</i>)</span>… Hè!… ’t Was alles hierbinnen aan ’t verdorren … <span class="stage">(<i>drinkt</i>)</span>… Hè!… Jij ben ’n—’n—’n christen … Dáár … Da’s de gróótste onderscheiding!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Stop! Stop! Laat ’r voor mij nog wat in!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de flesch ondersteboven houdend</i>)</span>… Te laat! Had je éven vroeger dienen te zeggen … <span class="stage">(<i>den mond der flesch met ’n goren lap drogend</i>)</span>… Zoo, kameraad—dat ’s hèt voorbehoedmiddel tegen puisten!… Dank je!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>de flesch terugnemend</i>)</span>… Haal jou de duivel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> En àls-ie ’t deed—als-ie mij voor z’n kudde lustte—zou jìj me làten halen? En bèn
+’k al niet gehaald door twee van z’n rakkers met knuisten als nijptangen? Hahaha!
+Hahaha! <span class="stage">(<i>De eene hand door de tralies stekend</i>).</span> Ziet m’n pols ’r niet uit, of bloedzuigers ’r horlepiepten? Hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Heb je gestolen? <span class="stage">(<i>zet zich op de kruk</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gestolen, néé. Ja toch: den dag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> De dag?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb382">[<a href="#pb382">382</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ben ik geen dagdief, vrind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ja, Ja!… Heb je gemoord?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Integendeel! Ik bèn vermoord—vermoorder onschuld vind je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Niet gestolen, niet gemoord?… Dan toch gevochten of ergens brand gesticht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, ’t was wel stichtelijk, maar toch geen brand.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dan ben je gek en lastig voor ’t verkeer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Juist! Lastig voor ’t verkeer, ha-ha-ha! ’k Stond op de markt en praatte met de menschen …
+De een die haalt den ander aan … ’t Werd wat vol, te vol misschien … Ze drongen op …
+En toen, toen werd ìk ingepikt … En die geluisterd hadden kregen klop, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wat heb je dan gepraat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De waarheid vriend.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> De waarheid?… Wat voor waarheid?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, wat voor waarheid? Nièt die van gister en eergister!… <span class="stage">(<i>onwezenlijk de hand heffend</i>)</span>… Die van vandaag …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb383">[<a href="#pb383">383</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Ach kom! <span class="stage">(<i>staat van kruk op.</i>)</span> Wel, wel! En stonden daarvoor menschen stil?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—vast meer dan duizend, mannen, vrouwen, kindren—ook soldaten … ’t Was ’n lust …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>spottend</i>).</span> Dat laat zich denken! Hé! Hé! Wat ga je doen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>de schoenen buiten de traliedeur op den grond plaatsend</i>).</span> In geen weken hebben ze ’n beurt gehad. En als ’t Allerhoogst Gezag ’t acht in ’s
+lands belang, dan mag ’s Rijks werf voor zool en achterlappen zorgen! Let je goed
+op, gewapende macht?… Jij blijft me borg!… Schendt men mijn schoenwerk, schendt men
+mijn aangezicht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ach, ach, wat ’n gezwollen taal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ach, ach, wat ’n gezwollen voeten! Is ’t wonder dat mijn kousen barsten!… <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Ben jij al lang soldaat? <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> O! Ik vraag of jij al lang met zoo’n ding op je schoeren door ’t leven marcheert?
+(stilte), O! Je schijnt je ’r voor te schamen dat je ’t niet zeggen durft! <span class="stage">(<i>stilte</i>)</span>… En dat kruis—waar heb je dat verdiend?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Man, vraag niet zooveel! Op ’t veld van eer, natuurlijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Veld van eer …? Oho! <span class="stage">(<i>kijkt van het crucifix <span class="pageNum" id="pb384">[<a href="#pb384">384</a>]</span>naar den Soldenier, lang en aandachtig</i>)</span> Je kruis op ’t veld van éér? <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Hij draagt ’t op z’n rug—en jij van voren … Dat’s mal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Wat’s mal?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Moest net andersom … Hìj <span class="stage">(<i>z’n borst betikkend</i>)</span> ’t enkel hier—en jullie ’t daar! <span class="stage">(<i>beduidt z’n rug</i>)</span> Dan zág je ’r niet zooveel en werd ’r minder om gevochten, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En nou je mond gehouen! En weg die dingen!… <span class="stage">(<i>schopt driftig de schoenen naar de zijde der tafel</i>)</span> ’k Ben simpel dat ’k met jou spreek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nou vraag ik u beleefd—wat of mijn schoenen je misdaan … Hebben die redelooze, puike,
+geduldige lotgenooten van mijn voeten, die uit ’t stof zijn gekomen en in ’t stof
+zijn gegaan … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend</i>)</span> Oho! Oho!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Regina, eerste Rakker.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> En vlug wat! <span class="stage">(<i>zij zet zich op de bank</i>)</span> Nee, daar niet!… Dáár!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Daar? Waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Sta op!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb385">[<a href="#pb385">385</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mensch, man—’k ben bek-af …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Mot ’k geweld?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>op de bank haar mouw opstroopend</i>)</span> Of je geweld gebruiken moet?… Nog meer geweld?… Je kompleete tien gebojen staan ’r
+in! <span class="stage">(<i>’r rok optillend, dat de kuit <span class="corr" id="xd33e18485" title="Bron: zichbaar">zichtbaar</span> wordt</i>)</span> En m’n rokken heb je afgetrapt of ’t dwijlen waren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span>… Dat vertelt de sloeber nou alleen om ’r kuiten te laten zien, hahaha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>naast haar zittend</i>)</span>… Schoone joffer—ik zou ’r ’n eed op doen, dat we mekaar van héél dichtbij hebben
+gekend.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>hem op de knie kloppend</i>)</span> Hahaha!… Ik ook! Jij ben de man met ’n moedervlek als ’n muis!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Klopt!.… Dan ben jij.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ja! Ja! Hahaha! <span class="stage">(<i>den Rakker die haar in de wang knijpt ’n tik op de hand gevend</i>).</span> Wel allemachtig! Buiten knijpen.… <span class="stage">(<i>toont haar arm aan den Soldenier die er een zoen op geeft</i>)</span><span class="corr" id="xd33e18531" title="Bron: . ..">.…</span> binnen aaien—ben jij gek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Buiten riep m’n plicht—en als die roept, ben ik ’n slaaf—maar binnen, binnen.… word
+’k mensch en ieder mensch is zwak, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>zet zich ook op de bank</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb386">[<a href="#pb386">386</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>tusschen de twee in</i>)</span>.… Kerels, kerels, jullie doen als vliegen bij de suiker! Toe schuif wat op! <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>).</span> Wat zeg jij van zoo’n sallemander, zoo’n verdraaiden judas <span class="stage">(<i>den Rakker ’n tik gevend</i>)</span>—handen thuis!—zoo’n gedrocht?.… Dat komt me halen—of ’k wil of niet!—dat sleept me
+mee, met honderd menschen op m’n hielen—zegt niet waarvoor.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Hoe weet ìk dat, m’n toet? Als mij gelast wordt: haal je vrouw, of haal ’r moeder’s
+moer—dan vraag ik niet, dan weet ik niet, dan klets ik niet—dan hààl ik—en soms haal
+ik met plezier … <span class="stage">(<i>legt arm om haar middel</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> <span class="stage">(<i>dien wegduwend</i>)</span>.… Ho! Ho!.… Die plaats die is bezet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Wat is bezet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span> Ik heb de oudste rechten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nee ik! Want ik moet toezicht op ’r houen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wie van ons twee heeft de klandizie van <span lang="fr">l’amour</span>?.… Nou zeg ’t zelf, Regien—zoo heet je toch?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Toe, toe!… Twéé knieën is te veel! Vindt jij dat lekker in die warmte?… ’k Ben smòòr
+op wie ’t meeste dokt! Dok jij—dokt hij—ìk hou m’n hand. Jij ben ’n knappe vent—en
+jij ’n schat.. <span class="pageNum" id="pb387">[<a href="#pb387">387</a>]</span>Als ’k hier <span class="stage">(<i>bootst met de handen een bascuul na</i>)</span>—als ’k hier, ha-ha-ha!, jouw hart hou, híer ’t jouwe—dan gaat de weegschaal op en
+neer—dan ben ’k op jou verkikkerd en op jou verzeten—razend met jou en door ’t dolle
+heen met jòù!..! Is jouw beurs ’t zwaarst, dan doe ik zoo—en is de jouwe stevig, zoo!
+Ha-ha-ha: die twéé paar schelvischoogen!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Dus krengekop: jij heb geen zoetelief?..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Geen <span class="stage">(<i>bluffend</i>)</span>.… die jij naar zijn snor en oogen kijkt? En die z’n beentjes vrij uit in je bedje
+steekt, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee, kerels, nee! Die tijd die is voorbij! Schenkt jou de bakker brood en wat je verder
+met ’t draaien aan dat ding <span class="stage">(<i>bootst z’n gepluk aan de snorharen na</i>)</span> komt vragen? Stopt jou de slager spek en worst en Zaterdags ’n pondje lenden in je
+léége handen? Geeft jou je huisjesmelker zoomaar onderdak? Waar werk jij met je oogen
+en je snor ’n borrel los, ha-ha-ha? Nee, kerels—’k ben niet gekker dan ’n ander, niet
+stommer en niet braver! O zoo! ha-ha-ha!… Wie alles uit z’n huis draagt gaat failliet—wie
+open tafel houdt, krijgt zelf geen kluiven en wie—ach Jezis, jongens, ’t is zoo warm!—wie
+van de lucht wil leven, eet zich geen spekrug <span class="stage">(<i>den rug van den Soldenier bekloppend</i>)</span> en geen buik van negen maanden, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>klopt den Rakker op z’n buik</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier</span> <span class="stage">(<i>zich lachend omdraaiend</i>).</span> Nou grappenmaker in je kooi—heb jij je tong verloren? Hééé! <span class="pageNum" id="pb388">[<a href="#pb388">388</a>]</span>’k Heb ’t tegen jou! Durf jij niet naar dat prachtwijf kijken, dat je ons je ribbenkast
+van achter toont?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>zich naar hen toekeerend</i>).</span> M’n ooren zien meer dan me lief is … <span class="stage">(<i>tot Regina, die angstig opgesprongen is</i>).</span> Goeien dag. Wel geslapen, Regina, koningin van den nacht? Niet van me gedroomd..?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij hier? Heb jìj daar al dien tijd gezeten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gezeten ja—ik zit. Nee, loop niet achteruit—ik zit sekuur—en dan ik doe geen schepsel
+ook maar zóóveel kwaad … Dat weet jij toch.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wel allemachtig—is dat, dat aapmensch, ook een van je klanten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja. Een van ’r alleroudste—waar of niet, Regien! Al was ’k niet de eerste, waar
+of niet, Regien? ’t Spijt me machtig, dat ik heb gestoord.… Ga zitten, menschen …
+En praat rustig verder!… <span class="stage">(<i>geeuwt</i>)</span>… Ik heb—m’n kaken springen van mekander—’n slaap, ’n goddelooze slaap of ’k tién
+roezen uit moet slapen … Geneer je niet—ik speel geen luistervink, Regien … <span class="stage">(<i>zet zich weer op de bank met den rug naar de anderen gekeerd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ken jij dat heer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>vinger op den mond</i>)</span>… Dat is—dat is …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.…</span> Dat is ’r minteneur!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb389">[<a href="#pb389">389</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>’t hoofd naar de tralies</i>)</span>… Nee, nee—ik ben de vader van ’r kind—èn, als ’k me niet bedrieg—en ’t niet verkeerd
+geboekt staat in de folianten van den godgezant, die ons voor weinig penningen—te
+spotgoedkoop, voorwaar, voorwaar!—zijn allerheiligste zegen gaf—en zij ’t zich nog
+herinnert (ik zelf was het haast kwijt!)—en jullie twee ’t niet aan iedereen verklapt:
+ik ben, ik ben ’r lijfelijke man, ’r màn.… Ja, Ja—ha, ha!—’t was voor zestien jaar
+en zeven maanden en dertien dagen—in Mei—als elke vogel legt ’n ei—in Mei, dat <i>wij</i> de voorste vingers van twee rechterhanden (tweemaal twee is tien) naar den hemel
+staken—omdat, omdat ons, òns kind op komst was—òns kind, niet waar, Regien.… Ja, ja—en
+nou—en nou.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En nou?.… Nou visch je achter ’t net, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nou draagt-ie op z’n test ’n honderd hoornen, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Nou heeft-ie òns daar net gesnapt, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Nou zit-ie op z’n sokken in ’n kooi, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> En geeft je pootjes, als je ’t vriendlijk vraagt, Regien, ha-ha-ha! En wacht zìjn
+beurt om in je armen weer te leggen, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb geen bek voor dàt soort spek! <span class="stage">(<i>zij schopt <span class="pageNum" id="pb390">[<a href="#pb390">390</a>]</span>achter het koord de schoenen weg</i>)</span> Eerst hij, nou jij! Alle negen! Dat wordt ’n kegelspel met schoenen die de tand des
+tijds nog beter dan ik zelf doorstonden! Ben je ontstemd, Regien, of is ’t de vreugde
+van ’t wederzien, na zooveel jaren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>).</span> Ik zou van leut en lol wel kunnen dansen! Dat merkt-ie nog niet eens! Dat vraagt
+’t schepsel! Wil je ’t soms zwart op wit?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Och nee—die twéé getuigen zijn voldoende.. En de pure, malsche blijdschap op je aangezicht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Zoo heeft-ie jaren lang, me ieder uur gesard, gehitst, gekweld.… ’n Adder heeft geen
+giftiger tong.… Man, man ik háát je zoo!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>triestig-glimlachend</i>).</span> Ja, ja, ’t kan verkeeren.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina</span> <span class="stage">(<i>nijdig tot Rakker</i>).</span> Nou! ’k Kan m’n tijd gebruiken! Moet ’k langer samen met dien kerel? Als ’k z’n lachen
+als ’n monster zie, is heel m’n week vergald!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ìk vergal—vergulden andren!.… En àls ik monsterachtig lach … <span class="stage">(<i>rondkijkend</i>)</span>—wat drommel, hangt hier nergens in dit weelderig, volmaakt gemak ’n spiegelscherf,
+dat ik me overtuigen kan, en mogelijk zóó lamgeslagen sta, dat deze gruwellach z’n
+eigen dood besterft?—als ’k leelijk, onvertogen, ongepast, en jou ’n hééle week vergallend
+lach: ik ben geschapen met de hulp van drie—<span class="pageNum" id="pb391">[<a href="#pb391">391</a>]</span>door vader, moeder en door God (alleen de laatste is in leven!)—en heb me zelf niets
+van mijn manlijk schoons en leelijks toebedeeld, noch toegewenscht! <span class="stage">(<i>zij keert zich driftig om, zet zich voor de tafel</i>)</span>… Goed zoo! Van achter zien we niet—geen kleur, geen schoen, geen hindernis, geen
+kushand en geen judaslach.… De Satan voer in een der twaalf—’t staat beschreven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> We zullen zien—wie ’t laatste lacht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Laatste lacht, wie ’t laatste leeft! Je blaast je lach uit als ’n kaars, mèt dat
+je laatste adem gaat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij niet! Jij niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij grijnst nog in je graf!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als <i>jij</i> ’r op komt bidden zeker!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ha-ha-ha! Ja, ja—dié zijn getrouwd! ’t Klopt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Wel selderju—dat hoor je van ’t spullevolk, als ’t jaarmarkt is, niet beter! Kischt!
+Kischt!.… Laat je niet plukken, meid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Vooruit! Toe dan, ha-ha-ha! ’t Liep zoo lekker en gesmeerd! Leg je ’t af, Regien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik wreek me wel—vandaag of morgen.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb392">[<a href="#pb392">392</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Vandaag! Dat ’s dichterbij en houdt ’t vuurtje warm!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Klets toe—ik zeg geen woord, geen woord meer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen woord? Dat is ’t einde. Want in den Beginne wàs het Woord.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ach gekke kerel loop!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ik maar loopen kòn!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Dan liep zij kwispelstaartend met je mee, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>zakt lachend van de bank op den grond</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Met dien stumper, dat gedrocht, dat hatelijk verschijnsel, dat mirakel, dat ellendig
+wurm, ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Let op—dàt was ’r láátste woord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Regien, Regien! <span class="stage">(<i>schatert met den Rakker</i>)</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen, Hopman.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>op door de gaanderij</i>).</span> Wat is dat? <span class="stage">(<i>tot Rakker</i>)</span> Wat zit jij op den grond?… En jij—is dat jouw plaats?.… En hoort die vrouw daar achter?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb393">[<a href="#pb393">393</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> <span class="stage">(<i>terwijl de Soldenier naar venster wijkt</i>).</span> Ik was—ik was gevallen, hopman …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—dat kan ’k getuigen—’r zijn ’r meer gevallen hier …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Mond gehouen allemaal! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Weg jij daar! <span class="stage">(<i>tot Rakker</i><span class="corr" id="xd33e18900" title="Bron: ))">)</span></span> Wat had ik jou gelast?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Ik heb ’r minstens twintig keer gezeid <span class="stage">(<i>naar het linkerhok wijzend</i>)</span> daar in te gaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.…</span> Dat liegt-ie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.</span> Lieg ik, Soldenier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Soldenier.</span> Ik heb ’t gehoord.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Wel alle duivels, is dat hier ’n bende! Als jij nog even kikt, dan sla ’k je in de
+boeien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> O, mocht ’t niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Nee—hier mag niks!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niks is niet veel—maar als je ’t eenmaal weet genoeg.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>tot Soldenier</i>)</span> Marsch! Ingerukt! Daar in ’t wachtlokaal! En vlug! (tot Rakker) En jij, jij zal je
+uur onthouden … <span class="stage">(<i>Soldenier af</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb394">[<a href="#pb394">394</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Rakker.…</span> Ik heb ’r dertig maal misschien …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>met driftig gebaar</i>)</span> Dat ’s dertig maal te veel! Jij heb te dóén en niet te laten! Rechtsomkeer en marsch!
+<span class="stage">(<i>Rakker af</i>)</span> En jij vooruit! <span class="stage">(<i>Smijt traliedeur voor Regina open</i>)</span> Versta je niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik heb toch niet gestolen, niet gebedeld, ben niet dronken langs den weg gegaan—ik
+heb geen nachtrumoer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Asjeblief<span class="corr" title="Niet in bron">.</span>
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Wat heb ’k dan gedaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Dat zal je later hooren! <span class="stage">(<i>trapt de schoenen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Die arme schoenen maken nog de reis rondom de wereld.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee—ik verdraai ’t!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Wat zeg jij?… Wil jij niet?… Heb jij ’n wil? <span class="stage">(<i>grijpt haar bij den arm</i>)</span>… Een, twee …</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Regent, Hopman, Sero, Regina</span>, later <span class="sc">Jus</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>van de trap komend</i>)</span> Ho! Ho! Geen drie! Maar hopman, ’t is ’n vrouw, ’n vrouw …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb395">[<a href="#pb395">395</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Geen vrouw—’n lichtekooi, Uw Excellentie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Is dan ’n lichtekooi ’n man? Kom, kom! Jij blijft wel rustig zitten dáár, ook zonder
+kussen in je rug, niet waar? Geweld bij vrouwtjes, hopman, onverschillig wat ze zijn,
+dat heeft geen pas—tenzij—tenzij je zwaar verliefd ben en ’t torteltje niet trekkebekken
+wil, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>let Sero op</i>)</span>… Ha, onze vriend! Wees welkom, welkom!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dank u, Excellentie. ’t Zelfde. En nog meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’t Is kostlijk weer vandaag. ’n Tikje warm, ’n beetje felle zon … <span class="stage">(<i>den schijn van ’t venster bedoelend</i>)</span>… Hindert je niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Integendeel. Waar licht is, is ook vreugd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk, de schalk! Dat blijft maar goed gemutst en welbespraakt! ’t Is zeldzaam,
+zeldzaam! Ja, geniet ’r nog maar van. Wie weet hoe kort ’t duurt—een trapje lager
+houdt ’t op …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De zon …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … De zon, de maan, de sterretjes—en wat de grappenmakers meer in dicht en rijm bezingen …
+Heb je honger?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb396">[<a href="#pb396">396</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Wist niet dat dàt Uw Excellentie intresseerde …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Och ja—och ja!… Hoe meen jij dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Meen dat ’t duizenden en nog eens duizend—’k meen niemendal …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk!… Nu had-ie moeite ’t in <span class="corr" id="xd33e19076" title="Bron: e">te</span> slikken, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>tot Jus, die de trap afgekomen, ’t laatste gehoord heeft</i>)</span>… Die man heeft hier <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd</i>)</span> ’n koemaag, maar geen hersens—die kauwt, herkauwt en kauwt zoo ieder uur op onverteerbaar
+tuig! Ha-ha-ha, ’t is zeldzaam, zeldzaam!… Dus geen honger?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Geen trek in jonge kiekens of een malsch aan ’t spit geroosterd boutje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De koemaag hier verdraagt die zaken niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Geen kreeftje, rood—óók rood—van woede om de hitte van ’t water, met ’n roemer witten
+wijn?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Daar heb ’k juist vanmorgen mee ontbeten—en heel m’n buurt tot we ’r van kikten en
+ik ’n graat kreeg in m’n keel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoor je dat, Jus—ja Hopman lach gerust!—<span class="pageNum" id="pb397">[<a href="#pb397">397</a>]</span>de schalk heeft kreeften met ’n graat, ’n graat—en zonder schaal gegeten! Zoo praat
+dat over alles, alles mee. Dat heeft verstand van staat en kerk en God weet wat—en
+ook van kreeft, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ’t dan geen graat was—en geen bastaardkreeftje—was ’t ’n schaar—en als ’t geen
+schaar was, was ’t ’n ander ding om in te stikken. In Godsnaam, Excellentie, eet geen
+kreeft!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha-ha, zoo’n levenslust! Geen honger dus?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Spijt me waarachtig, néé.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat moet dan anders worden, Jus. Dat ’s ongewoon en maakt me ongerust. ’n Man die
+’t prachtig eten van mijn kok niet lust, geen honger heeft—die driemaal weigert—is
+te zwaar doorvoed—en vroeg of laat krijgt-ie vervetting aan z’n hart, z’n lever of
+z’n tong!
+</p>
+<p><span class="sc">Sero<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Ja, ja—m’n tong is welgedaner dan m’n buik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is dat niet abnormaal? En zijn we niet verplicht zoo’n kanker uit te snijden? <span class="stage">(<i>met gebaar naar ’n insect dat hij reeds ’n paar maal verjaagd heeft</i>).</span> Wat wil dat lastig dier toch bij m’n hoofd?… Heb jij geen honger, vriend, dan moet
+jij op dieet—en schap’lijk lang tot dat je maag weer werkt en ook je tong wat minder
+welgedaan doorslaat, ha-ha-ha! ’k Wed dat die kuur je helpt!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb398">[<a href="#pb398">398</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dus ik blijf hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Voor onbepaalden tijd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wel, wel—en zonder vonnis? Dat’s ’t nieuwste recht, ’n vastenavondgrap, ’n luimige
+inval van z’n Excellentie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet waar? ’n Beetje kortswijl hoort ’r bij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik vast zoolang die kortswijl duurt.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Bezwaarlijk, vriend.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie niet gevonnist is—en niets misdreven heeft—heeft ’t poorter-recht van iedren poorter—en
+móét voor schemer weer op vrije voeten gaan! ’k Ben minstens tien keer hier voor dezen
+heer <span class="stage">(<i>met gebaar naar Jus</i>)</span> gebracht en tien keer met beleefden groet weer losgelaten …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> <span class="stage">(<i>lachend</i>)</span> Dat klopt <span class="stage">(<i>mede met gebaar naar insect</i>)</span>—hij was zoo glad, zoo leep, zoo listig, Excellentie en zoo glibberig als ’n aal,
+dat we ’m telkens lieten glippen, om de poorterwet in eer te houden.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’n Aal vat men niet aan met schoongewasschen handen … Dat doet men met ’n scheutje
+zand … <span class="stage">(<i>beloert het insect op de tafel</i>)</span>… Wacht even! Stil! Ha-ha, ’k heb beet! Twee hommels in een klap. Zoo. Even drukken.
+Die spelen niet meer schuilei met m’n neus. O? Wil jij toch nog—toch <span class="pageNum" id="pb399">[<a href="#pb399">399</a>]</span>nog vliegen?… Wel ja <span class="stage">(<i>trekt ’n vleugel uit</i>)</span> Probeer ’t met één vlerk!… Daar snapt-ie niets van: kijkt me zoo beteuterd aan, of
+’k onze Lieve Heer persoonlijk ben, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span>.… Ja, kom maar dichter bij … Je mag ’t wel zien!… Die is getemd, ha-ha!, en loopt
+m’n hand rond of-ie kreupel is … Dat komt omdat de andre vleugel ’m te lastig is …
+Dan die ’r ook maar af … <span class="stage">(<i>’t insect op tafel zettend</i>)</span> En kalm aan stappen—niet te wild—want op den inktpot is geen klep—en reddingsgordels
+heb ik niet, ha-ha! Zoo zie je, Jus, hoe je met handigheid, ’n kwajen hommel leert
+marscheeren, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>nijdig uitvallend tot Regina</i>)</span> Is jouw plaats hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.…</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> U zei me zelf..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zei jou niets, niets, niets!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Nee niets! Vlug achteruit! En op de bank gebleven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Wel allemachtig, ’k ben niet gek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>met de hand de tafel beslaand.</i>)</span> Hoor ik jou nog …! Wordt ’t hoogste woord door straatgespuis en wijven uit ’t bordeel
+gesproken! <span class="stage">(<i>tot Jus</i>).</span> Waar is ’t onwijze jong, ’t schaap, ’t kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dat moet benee zijn, Excellentie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hier laten brengen! <span class="stage">(<i>Jus gaat naar gaanderij</i>)</span> Nee—wacht nog even. Die vrouw, die is te veel! <span class="pageNum" id="pb400">[<a href="#pb400">400</a>]</span><span class="stage">(<i>Hopman wenkt Rakker in gaanderij, die Regina heen voert</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Wil u …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wil u … Wil u … Wil u … Als <i>ik</i> geen haast heb, hol je of ’r brand is—en als ’k angstig uitkijk waar je blijft, kruip
+je met looden ballen aan je beenen! Wat lach je nou? Ik maak geen pret, ben niet jouw
+clown! <span class="stage">(<i>tot Sero, die weer met den rug naar de tralies zit</i>)</span>… En jij! Ha-ha! Als jij niet weergaasch-rap de voorpui van je onbewoonbaar huis vertoont,
+zal ik je blaren laten zitten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik warm m’n rug in ’t uitgezochte zonnetje …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>).</span> Haal ’m ’r uit! Kun je ’t alleen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Dat stuk karkas regeer ’k met twee vingers, Excellentie! <span class="stage">(<i>tot Sero, dien hij uit de kooi trekt</i>).</span> Toe, maak wat voort!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dank u zeer! Ik wist wel dat Uw Excellentie haar kostbren tijd niet lang verspillen
+zou—en mij vóór ’t ongenoeglijk schemeruur weer op ’s lands kei zou zetten.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>wenkend</i>)</span> Op die bank! Halt! Halt! Heeft men zijn zakken onderzocht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Ik denk van ja …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb401">[<a href="#pb401">401</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij denkt van ja—jij denkt van nee—wie denkt ’r ooit behalve ik? Is één vermoorde
+koning niet genoeg? Moet ik op alles letten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>op den eenen zak wijzend</i>).</span> Hier, Excellentie, zit ’n bom—en daar ’n handgranaat.… Eén vinger, die den weg niet
+weet, in deze donkre, schrikkelijke grot—en ’n vulkaan, ’n donderslag vernielt mijn
+ribbekast, maar ook ’t Hoofd van Staat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> De handen op je rug!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee. Dat doe ’k liever zelf. Als u mij kietelt, schiet ik in den lach—en als
+ik lach, loopt ’t bommen-uurwerk af! <span class="stage">(<i>den eenen zak ledigend</i>).</span> Dat’s een. <span class="stage">(<i>overreikt ’n stukkenden zakdoek</i>).</span> M’n linnengoed, merk S. van een tot twaalf. Dat ’s twee, met minder ezelsooren dan
+menig hooggeleerd gezelschap!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wat is dat voor ’n godvergeten boek? Lees voor! Lees voor!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> ’n Boek vol dikke potloodhalen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat vraag ’k niet! Lees voor! Lees voor! <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> Geheim genootschap, schalk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>lezend</i>)</span> „Wij hebben (hier is wat doorgehaald) den, den … (dat is onleesbaar!)… den strijd
+tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld”…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb402">[<a href="#pb402">402</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Staat dat ’r woordelijk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Woordelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je legt daar op beslag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat is ’n eeuw of wat te laat—’t is te zwaar verspreid—In ieder huis leit ’t met netter
+kaft op tafel, te pronk, te pronk—en ook Uw Excellentie heeft ’t eens gelezen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>’t Boek dat de Hopman voor hem op tafel legt, op den grond werpend</i>)</span> ’t Nieuwe testament, ’t testament! <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>)</span> Ben jij versuft of doe je mee aan drieste grappen, ezel, lomperd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> U zei: lees voor—ik zag ’t wel …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij zag ’t wel! Hij zag ’t wel! Als jij wat ziet, is ’t al lang gevlogen! <span class="stage">(<i>weer zacht en valsch tot Sero</i>)</span> Loop jij met testamenten in je zak? Is dat de nieuwste vinding, schalk? En haal jij
+daar in door wat jou niet past? Heb jij patent als prediker? <span class="stage">(<i>vinnig</i>)</span> Je andre zak!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dien ledig uittrekkend</i>)</span>… Verschijn en maak je reverentie! En zonder dubblen bodem, Excellentie. Enkel met
+rijm! <span class="stage">(<i>De Hopman geeft ’m ’n por</i>)</span>.… O! ’k Was juist uitgesproken! <span class="stage">(<i>zit op de bank</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij was zoo goed op dreef. Dat ’s jammer, hopman. ’k Hoor graag rakkers met wat overmoed.
+<span class="pageNum" id="pb403">[<a href="#pb403">403</a>]</span>Vooral als ’r ’n kleine prikkel wacht.… Je hebt soms muizen, die nog speelsch en dartel
+piepen, als poes licht op den loer.… Ga zitten, Jus—en sla je wetboek op—maar heel
+voorzichtig! De nieuwe soort die ik gekweekt—de zesvoeter met kromme beenen—kijk,
+kijk: hij springt waarachtig over hindernissen!—die heeft vandaag z’n laatsten vrijen
+dag … ’n Lijkenvlieg, hoe kwam ze hier?… ’k Heb meelij met je larven, acrobaat! Jouw
+nageslacht zal in geen krengen bruiloft vieren! Ho! Dezen weg! Die is versperd. Op
+last der overheid, hahaha! <span class="stage">(<i>speelt met de vlieg, half over de tafel hangend</i>)</span> Ja, ja,—en nu m’n andre kameraad. ’k Zou je bij m’n dressuur vergeten! Jij ben gearresteerd,
+omdat, omdat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Omdat ’k wat lastig ben …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Lastig néé—welnee m’n brave vriend! De wet heeft mazen en je kruipt ’r door. Dat is
+je recht! Je ben niet lastig: listig, lustig. Je bazelt af en toe … <span class="stage">(<i>tot Jus</i>)</span>… Wat zei-ie gister op de groote markt? Hoe was dat weer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Hij zei: ’t volk dat wordt belogen en bedrogen door iedereen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Door iedereen? Door iedereen? Uitzondring ken jij niet? Dus ik, ik als Regent, belieg,
+bedrieg?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ik dàt heb gezegd verbeur ik ’t vrij gebruik van deze tong!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb404">[<a href="#pb404">404</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Bedoelen dee je ’t evenmin?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet dat ik weet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En denken, denken?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Zelfs niet dróómen, Excellentie—en bij God, de droom is van een bandloosheid, wanneer
+je stevig slaapt en snurkt, om in een ijzer dwangbuis op te sluiten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dus ik ben uitgezonderd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Heb niet aan u gedacht—’k zou vloeken bij mijn zwaard en bij mijn éér—als ik ’n
+zijgeweer bezat—en als ze op mijn eer in ’t pandjeshuis ’n tiende penning of ’n knijzer
+schoten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>tot de vlieg</i>)</span> Ho! Ho! Verboden toegang, lijkenschenner! <span class="stage">(<i>sarrend-zoet tot Sero</i>)</span> Jij ruit niet op?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Beweert dat iemand? Als ik ’t dee—had die meneer me niet gehouden, voor jaar en dag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij scharrelt overal—langs veld en wegen—op markt en plein—in dorp en kroeg—Wat doe
+jij daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Verhalen en vertellen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Vertellen? Wat?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb405">[<a href="#pb405">405</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van alles, maar geen leugens. M’n vader, die door Zijn Majesteit—Zijn Majesteit is
+dood—hij rust in vrede!—gehangen werd, omdat-ie (vader—niet Zijn Majesteit!) anders
+bleef denken dan zijn tijdgenooten—en dat hardop, hardop (was-ie maar stom geboren!)—m’n
+vader leerde me al vroeg, al van m’n eerste jaren …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nu? Durf je niet? Wat leerde-ie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ben ’t vergeten … ’t Een’ge wat ik me herinner, als ’k de spons hierbinnen wring—de
+koemaag, Excellentie!—is dat een fopspeen meerder lucht dan moedermelk bevat—en dat—en
+dat—laat ’s zien—en dat als je géén leugens zegt—de waarheid ongemerkt en ongevraagd
+en als ’n dief zoo handig in je eigen schaduw loopt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zoo’n roover, zoo’n bandiet! Verspreekt zich nooit! Loert als ’n schildwacht op ’t
+onraad van z’n woorden! Heel goed! Heel goed!… Wat was ’t vanmorgen, Jus, toen ze
+’m grepen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Van morgen was ’t zoo’n herrie en zoo’n volte op de markt, dat ’r met blank geklopt
+moest worden. Hij las ’n stuk van ’t nieuwe testament, maar las ’t zoo, zoo uit mekaar
+getrokken en zoo sluwtjes weer gekoppeld, zoo vol bedoeling en hiaten—als iets niet
+paste—dat ’t geen tekst was, maar een oproerspreek …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Aha!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb406">[<a href="#pb406">406</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> ’k Heb zelf gehoord hoe-ie de poorters hitste … <i>Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer</i>, dat staat geschreven—hij roept ’t zoo en met zoo’n haat—en op zoo’n fellen toon,
+of ’r geschreven stond: ze zijn gelijk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jawel! Jawel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Hij is ’n dagelijksch gevaar—en lacht geslepen om elk verbod, om iedre wetsbepaling,
+iedre ordonnantie—en toch—en toch—toch is ’t nog niet gelukt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De deksel op de doos te vouwen. <span class="stage">(<i>tot de vlieg</i>)</span> Ho, deze zij!… Dus, dus: hardop beweer jij niets?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niets dat niet elkeen mag! Hardop is lokvink voor de galg—en ’k heb zoo teeder vel—<span class="stage">(<i>op z’n nek wijzend</i>)</span> hier in ’t bijzonder—vel dat al springt als ’t de zeepkwast ruikt, dat ’k liever
+met ’n baard van weken ga, dan met ’n gladde kin.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dan met ’n gladde kin—jij gladde vogel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mag ik m’n schoenen nu?… Of wil Uw Excellentie dat ’t volk, de poorters, keerlen en
+de wijven me missen—en aan ’t vloeken slaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij is vrij—dat spreekt vanzelf, voor wat-ie gister en vandaag en vroeger nog <i>niet</i> zéi, maar dàcht, of ook <i>niet</i> dacht, maar droomde—de sluwe <span class="pageNum" id="pb407">[<a href="#pb407">407</a>]</span>vos.… Nee, laat je schoentjes nog wat rusten! <span class="stage">(<i>wenkt gebiedend den Hopman</i>)</span> Die vrouw! Die vrouw! <span class="stage">(<i>Hopman wenkt Rakker</i>)</span> Al wou je, hier op ’t slotplein, in gelijkenissen spreken—zoo dat de minderjaarge
+koning als z’n vader neergeschoten werd—<i>ik</i> heb de poorterwet bezworen, <i>ik</i> breek geen eed, <i>ik</i> doe alleen m’n plicht, als ’t moet, als ’t kan, als ’t openbaar belang ’t dwingt
+en eischt <span class="stage">(<i>tot de vlieg, terwijl Regina door Rakker weer binnen geleid wordt en op bank neerzit</i>)</span> Je eigen schuld! Heb ik je niet gewaarschuwd, smakker? <span class="stage">(<i>Jus buigt zich ook over den inktkoker</i>)</span> Wat doe je, als je ’t zwemmen niet verstaat, te duiken in den put?… Die sterft een
+zwàrten dood, ha-ha!… <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> Jij wordt beschuldigd … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend, nijdig</i>)</span> Ken jij die vrouw? <span class="stage">(<i>Sero knikt</i>)</span> Niet knikken! Antwoord geven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik ken ’r—ja<span class="corr" id="xd33e19613" title="Bron: ,">.</span>
+</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> En jij? Heb jij ’n dochter van dat schepsel daar?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> We waren …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>met de handen op ’t koord, snerpend</i>)</span> Ik vraag niet wat jij was—’k vraag of je ’n dochter heb?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Die hebben we … Een is gestorven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Goddank!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb408">[<a href="#pb408">408</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Een leeft.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Dat is jóúw dochter dus? <span class="stage">(<i>tot Sero</i>)</span> En ook de jóúwe? Verkies je niet te spreken?… Blijf je zwijgen?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Och, als ik zwijg, zal iedre steen ’t roepen! Ze is m’n vrouw …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En met jouw weten is die vrouw ’n lichtekooi—en laat je ’r hoereeren!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Ik ben …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Je ben hier om je mond te houen en te blijven zitten, als <i>ik</i> met andren praat!… Jij!… Wist je dat? Déélde je soms de honingkoeken en pataten,
+die zij je huis indroeg—deelde je bed en beurs en lippen—lief en leed, ha-ha! Had
+jij de kas, de tucht, bij dat òntuchtig doen? Ging je door d’achterdeur, als vóór
+de klink gelicht werd door ’n klant? Hoorde je niets en zag je minder nog? En had
+je zoo bij winterdag twee warme voeten en ’n heet-gekruide maag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Misschien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Misschien! Misschien! Waar heb jij van geleefd in al die jaren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van manna en van lucht—èn—hoop doet leven!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb409">[<a href="#pb409">409</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Noteer je, Jus—ontkennen doet-ie niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Oho—is dat de klem?… Is dat de val, en dat ’t spek? En denk je dat ’n ouwe rat met
+haast geen tand meer in z’n bek, onnoozelweg z’n grijzen staart daaraan verbeuren
+zal?… Ik heb die vrouw—mijn vrouw—in volle vijftien jaar niet meer gezien—zie ’r vandaag
+voor ’t eerst en—weer voor ’t laatst.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En ’t kind?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Laat dat ’r buiten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoe oud is ze? <span class="stage">(<i>Sero haalt de schouders op</i>)</span> O, ben je dat vergeten?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dof</i>)</span> ’k Zeg nòg eens: laat ’t kind ’r buiten …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee, nee—’t gaat juist om ’t kind!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>opstuivend</i>)</span> Ik zeg …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> … Zitten blijven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Of in z’n kooi!… Ei, ei—hij lacht niet meer! De snaak trekt nieuwer soort grimassen!
+Ik vroeg: hoe oud?… Da’s zeldzaam!… Zeldzaam, hoe ’n tong, straks vlijm geslepen,
+nu bot naar antwoord zoekt! <span class="stage">(<i>tot Regina, haar in de wang knijpend</i>)</span> Is jouw geheugen, zwartoog, knappe deern—jij ben de zonde waard, waarachtig, op m’n
+woord!<span class="pageNum" id="pb410">[<a href="#pb410">410</a>]</span>—ook zoo wormstekig … Is ’t wonder Jus, dat ze dat mensch ’ns af en toe verschalkte?…
+Hoe oud of wel hoe jong?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Zeventien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zeventien?… Dan was jij zelf niet ouwer toen je trouwde?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>driest</i>)</span> Jonger nog!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>haar kin streelend</i>)</span> Ha-ha, had ik jou toen gekend! ’n Jonge duif, ’n jonge doffer, wat? De malste kippen
+zijn de kiekens, versch van ’t nest! De grootste gaping in de poorterwet—ja, lach
+maar, Jus—is dat ’t recht van d’allereersten nacht, <span class="ex">’t jus prima noctis</span>, is vergeten … <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Je hoeft niet bleu en ook niet bang te zijn … Voor àlle vrouwtjes, met of zonder
+man, of met dozijnen, ha-ha-ha!—buig ik mijn krolschen rug! Ja, ja … Maar nu de zaken!…
+Je dochter heeft je dikwijls opgezocht in deze maanden, niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dikwijls niet—soms eens, soms tweemaal in de week.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet meer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Nee, Excellentie.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jìj gaat vrij uit—en zonder straf—’t is niet om jóú te doen—biecht op!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb411">[<a href="#pb411">411</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik heb ’r eerst ontmoet op straat—toen is ze vier, nee: vijfmaal op bezoek geweest.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.…</span> ’s Avonds?.… ’s Nachts?.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina …</span> ’s Morgens. Dacht u dat ik—als moeder..?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik denk.… ik denk.… Dat raakt je niet! <span class="stage">(<i>plots weer fel</i>)</span>… Zoo, zoo, ha-ha!… ’t klopt als ’n bus met wat ze ons berichtten! <span class="stage">(<i>tot Sero</i>).</span> Jij, burger Sero, wist dat niet? Jij wist niet dat je kind, je minderjaarge dochter,
+op bezoek ging bij ’n slet, ’n alle-kerels-lief? <span class="stage">(<i>tot Regina die zich verdedigen wil</i>)</span>—Wat ben jij anders? Hou je mond!—Jóú was dat niet bekend?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik wist van d’ eersten keer—toen ze mekaar op straat.… ’t Andre heeft m’n kind verzwegen..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja.… Dàt antwoord wachtte ’k! Maar toen dien eersten keer—heb jij je dochter niet
+gezegd wat of ’r moeder was en is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee? Nee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Waarom niet, ridder met de waarheid—in je schaduw?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb412">[<a href="#pb412">412</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom? Omdat—omdat ’k niet wou.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Heb je dat, Jus?.… M’n hulde!.… Dat wou niet dat z’n dochter eerbaar bleef!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>met dreigenden glimlach</i>)</span> Pas op!.… <span class="stage">(<i>zich inhoudend</i>).</span> Ho, ho—ik ging te ver.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ’t gaat te ver! Bij God, ’t gaat te ver! ’n Vader die z’n kind niet tegenhoudt
+op ’t ergste pad—’n minderjarig kind nog wel—zoo’n liederlijke vader.… De wet!.… Sla
+op de wet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>).</span> Had ’t al aangestreept—hier staat (.… Artikel 82 Bis).… „De ouders die.…”</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> .… ’k Vraag niet van óuders—’k vraag van váders, die.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dat’s 83 D, gewijzigd bij de wet van.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’k Vraag naar geen nummers van je wettenkraam.… Lees op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> „Hij die die ’t vaderlijk gezag misbruikt, mitsgaders bij zijn kind of kindren ontucht
+kweekt …”</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Juist! Juist!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.…</span> „Wordt staande het delikt uit eerstgenoemd gezag ontzet en met verlies van alle poorterrecht
+tot spinhuisstraf van hoogstens zeven jaar gericht.” Artikel 83 E.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb413">[<a href="#pb413">413</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> ’t Is al genoeg! Ik dank je wel! <span class="stage">(<i>dicht op Sero</i>)</span> Glimlach je nog schavuit?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet zoo dicht bij m’n handen, Excellentie! <span class="stage">(<i>lachend, om z’n verwoedheid te bedwingen</i>)</span> ’t Is meer gebeurd, dat ’r ’n vuige moord geschiedde, ha-ha-ha!—dader onbekend, ha-ha!.…
+<span class="stage">(<i>tot den Hopman, die zich tusschen hem en den Regent plaatst, de hand aan het gevest</i>)</span> Ik zou dat scheermes liever laten in z’n—in z’n schulp. Ik kruip al met ’n vlotte
+buiging in de mijne! <span class="stage">(<i>zet zich weer op de bank</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>die achteruit-geweken is</i>).</span> Dat’s over ’t toppunt heen! Zag jij ’t Jus?.… Heb jij ’t opgelet? Dat dreigt!.… Dat
+heeft gedreigd!.… Dat heeft den moed gehad z’n vuisten op te heffen en me met oogen
+aan te zien, of ik—hè-hè-hè!, hè-hè-hè!—of ik z’n maat, z’n rotgezel, z’n <span lang="fr">chère confrère</span>, hè-hè-hè! <span class="stage">(<i>tot den Hopman</i>)</span> ’t Kind! Hier met de eedle erfgenaam van ’t schoone paar!… Dat heeft gedreigd, gedreigd!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman</span> <span class="stage">(<i>Regina bedoelend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> En die<span class="corr" id="xd33e19935" title="Bron: .. .">.…</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span> Dat kind, dat kind, de dochter van dien koppelaar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Een oogenblik! Is <i>mijn</i> kind hiér?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja! Wij willen ’t zelve ondervragen, zelf getuigen laten. En dan.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb414">[<a href="#pb414">414</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.….</span> Artikel 85, alinea vier: Wanneer zoowel de vader als de moeder ontucht plegen, wijst
+het Hoofd van Staat dengene aan, die in de plaats der ouders …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> .… In te grijpen weet! Juist! Juist! <span class="stage">(<i>wenkt den Hopman</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Dus wordt mijn naam aan ’t ziek bedrijf dier vrouw gekoppeld! <span class="stage">(<i>met aandrang</i>)</span> Een oogenblik! Ik vraag, verzoek—en als ’t moet, dan sméék ’k—kan ’k meer?—om ’t
+kind niet te „verhooren”—niet in ’t bijzijn van ons twee.… niet onverwacht. Laat me
+alléén twee woorden met ’r praten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is-ie niet stom en doof en blind en dronken! <span class="stage">(<i>tot den Hopman</i>)</span> Moet ik jou zesmaal orders geven! <span class="stage">(<i>Hopman wenkt Soldenier in gaanderij, die bij de poort plaats neemt. Hij zelf gaat
+over de trap in ’t paleis</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De Regent, Sero, Regina, Jus.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat mag dus niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De schalk! Heb jij geen schoffels jaren tijd gehad, om met je nageslacht te práten?
+Jij wist, pioef—en heb ’r niet belet die vrouw <span class="stage">(<i>Regina is op de kruk bij ’t boogvenster gaan zitten</i>)</span> en ’r kornuiten<span class="pageNum" id="pb415">[<a href="#pb415">415</a>]</span>—en wat ’r meer in ’t donker van die kasten en die krotten hokt en krielt—te zien
+en op te zoeken!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> … Ik heb …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Zet jij je tanden op mekaar en hou je tong ’r tusschen als ik spreek!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De eerste keer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Als jij dìen eersten keer rechtschapen poorter en ’n vader als ’t daar beschreven
+<span class="stage">(<i>gebaar naar testament op den grond</i>)</span> staat, geweest—en je dat eigen kind—of was ’t van ’n ander soms, hèhè!—gewaarschuwd
+en geranseld had, dan dwòng je mij niet—tot m’n spijt (tot onze spijt, wat Jus?) om
+namens ieder poorter met ’n vaderhart—verbolgen, diepverbolgen, door te tasten. Zachte
+meesters kweeken …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> Rotte wonden … ’t Is niet kwaad bedacht!… <span class="stage">(<i>Een stilte<span class="corr" id="xd33e20041" title="Bron: .">. </span>Hij staat op, kijkt de gaanderij in, zet zich opnieuw, begint met moeite</i>)</span> Ik heb mijn dochter niets gezegd, dien eenen keer, omdat, omdat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> … Omdat! Vermaaklijk hoe-ie zit te henglen naar ’n leugen, dood of levend!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Omdat ze nog zoo’n kleine droomster is …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb416">[<a href="#pb416">416</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wel! Wel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’r In ’r jonge meisjesdroomen met dàt harde, dàt haast niet uit te spreken van hààr
+doen en laten, op te schrikken—ik heb ’t niet gekund …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wel! Wel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb—ik heb ’r laten—slapen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha, ’n winterslaap van meer dan zestien jaar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’n Lenteslaap.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoor je dat sprookje, Jus? De moeder hóér—de vader vijand van den staat—en ’t kind
+<span class="stage">(<i>schel lachend</i>)</span> hè-hè-hè!, ’t kind—’n schoone slaapster in ’t bosch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat’s ieder kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Dan wordt ’t tijd, Uw Excellentie, dat ’n prins verschijnt, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja, ’n prinselijke porder met ’n bezemsteel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ze sprak, mijn kind—’k herhaal dien één’gen keer!—met zulk ’n vreugde van ’r móéder,
+dat ik ’r droom niet met mijn ruwe knuisten breken kon …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb417">[<a href="#pb417">417</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> Als jij destijds—destijds—voor zooveel jaar gescheiden was, dan wàs die vrouw geen
+moeder meer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Maar Jus—dat wist-ie niet, dat was ’m onbekend! Dat heeft-ie nooit gehoord! Nietwaar?
+Nietwaar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Al was <i>ik</i> duizendmaal gescheiden: ’n moeder <i>is</i>, ’n moeder blijft—blijft—blijft. Dat ’s nóóit meer ongedaan te maken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Niet ongedaan, jij goochelaar met woorden! Ook niet door overspel? Je Testament! Je
+boek met potloodstrepen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ook niet door overspel! Wat ook gebeurt: de vrouw die ’t kind geboren heeft, blijft
+moeder—blijft dè moeder. Draagt niet elkeen ’t merk, ’t moederteeken, waar de navelstreng
+doorsneden werd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ha-ha-ha! Dat heeft verstand van alles—van staat, van kerk, van kreeft, van navelstreng!
+En laat z’n schoone slaapster met ’r droomen en ’r moederteeken naar snollen, sletten
+en d’r mansvolk loopen! <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span> Dat was ’n kluifje voor jouw mond—hé, jij daar! Slaap je? Gaf de nacht te weinig
+rust, ha-ha!—dat was ’n voorjaars-snoepje, wat?—om bij ’n deern van zeventien je móéderplichten
+waar te nemen! Als ik niet ingegrepen had—door jou en hem en ’t delikate kroost (drie
+tegelijk) van straat en bed te lichten—was dan vandaag <span class="pageNum" id="pb418">[<a href="#pb418">418</a>]</span>of morgen ’t loon voor d’eersten nacht gestreken—of is de goudvink al geknipt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>woest opstuivend</i>)</span> Dat lieg je, lieg je! ’k Ben zóó’n loeder niet, om bij d’onschuldige oogen van m’n
+eigen kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Vergeet jij, lichtekooi, dat ik de hoogste magistraat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>)</span> ’k Lap alle magistraten an m’n zool! Ik heb lang genoeg m’n lippen stuk gebeten!
+’t Zit me tot hier, tot hier! Mot ik nog pootjes geven als ’k wor gepest!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Als jij je toon niet matigt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Wat dan? Wat dan! Doe jij maar wat je wil! Ik ben geen wáárdin voor me eigen dochter!
+Bij me in ’t huis heeft ze geen stap gehad, geen stap! ’k Heb op m’n stoep gestaan,
+bang voor ’t zonlicht en de menschen—en op m’n stoep heb ik met haar gepraat. ’k Weet
+wat ik ben—plezier voor kerels in den nacht en goed voor alle vuil zóo als ’t daglicht
+schijnt! ’k Weet wie ik ben! Maar zoo gevallen, om ’n kind, dat ik gezoogd, aan dat
+bestaan, dat rot bestaan, te geven—’r na te laten kijken als ’n schurftig dier—’r
+voor ’r jonge leven te verdoemen, te vervloeken—’r ook te laten grienen uur aan uur—zoo’n
+smerig beest ben ik nog niet, wor ’k nooit, nee nooit!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb419">[<a href="#pb419">419</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ze is vijfmaal op bezoek—bezoek geweest, zei je daar straks …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat heb ’k niet gezegd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Je liegt—jij liegt—ik heb ’t opgeschreven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span id="xd33e20186"></span></span> <span class="stage">(<i>snikkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Ik zweer bij Jezus aan ’t kruis …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Haha, dat zweert—dat durft te zweren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ze heeft geen voetstap op m’n stoep gehad!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e20209"></span></span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span>… Voetstap of niet—over je stoep of niet—of ’t dag of avond was of niet—gaat ons,
+de Overheid niet aan! Ze is vijfmaal—vijfmaal …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Vijfmaal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Op bezoek bij jou geweest! Dat ’s duizendmaal te veel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Artikel 85, vier …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span id="xd33e20238"></span></span> <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> God mag me straffen met de ergste straf …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>driftig dreigend</i>).</span> Dáár zitten en je driesten mond gehouen, slet! En als jij weer, jij leugenaarster
+en jij lichtekooi … <span class="stage">(<i>zich onderbrekend bij ’t <span class="pageNum" id="pb420">[<a href="#pb420">420</a>]</span>over de trap binnenkomen van den Hopman door Droomelot voorgegaan</i>).</span> Is dat—is dát ’t kind?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Hopman, De Regent, Sero, Regina, Jus.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ja, Excellentie! ’t Heeft wat lang geduurd, omdat ik eerst wat smakkers, schreeuwers
+en <span class="corr" id="xd33e20276" title="Bron: slamppers">slampampers</span>—vriendjes van hém!—van ’t plein heb làten smijten … Ze wouen weten waarom hij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e20282"></span></span> <span class="stage">(<i>hem met de hand wenkend te zwijgen</i>).</span> Ja, ja! <span class="stage">(<i>tot Droomelot</i>).</span> Ben jij.…? Wat dichterbij. <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Nog dichter! <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Ben je—bang? <span class="stage">(<i>stilte</i>).</span> Nu, schiet ’r geen enkel woordje over? Hoe is je naam? <span class="stage">(<i>nijdig</i>)</span> Mij aankijken! Niet die mènschen! Je voornaam!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Droomelot!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Droomelot! Droomelot! Hè-hè-hè! Is dat de nieuwste christennaam? Wie heeft jou zoo
+gedoopt? In welke kerk?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> In welke kerk? <span class="stage">(<i>haalt Sero aankijkend de schouders op</i>)</span> Dat weet ik niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Nooit in ’n kerk geweest?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb421">[<a href="#pb421">421</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span id="xd33e20348"></span></span> <span class="stage">(<i>na Sero aangekeken te hebben, angstig</i>).</span> Eens.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Wel, wel! Al ééns! Tijdens ’n dienst?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> ’n Dienst?… ’n Dienst?.… Dat weet ’k niet. Ik was ’r heel alleen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Eens in ’n kerk! Eens in ’n kerk! Is ’t wonder, Jus, dat ze verdwalen moest! Dus—bidden
+heb je nooit gedaan? <span class="stage">(<i>zij haalt de schouders op</i>).</span> En dan dien éénen keer? Wat was dat toen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De deuren stonden aan—’k heb enkel rondgekeken.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ha-ha-! Was ’t ’n synagoog, ’n kathedraal, ’n protestantenkerk? <span class="stage">(<i>zij haalt de schouders op</i>).</span> Zoo, zoo! <span class="stage">(<i>een stilte</i>)</span> Ken je dien man?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat is—m’n vader.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ken je die vrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat is—m’n moeder.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Hoe weet je—dat die vrouw je moeder is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Dat heeft m’n vader me gezegd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> Ha, zoo!—Wanneer?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb422">[<a href="#pb422">422</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Altijd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Mij aankijken! Niet die menschen! En ook niet liegen, droome-Droomelot! Altijd—dat
+is onmogelijk! Want voor ’n maand had jij je moeder niet gezien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat had ’k wel en iedren dag—al was ’t niet dichtbij.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En iedre dag—hoe dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>haar medaljon bedoelend</i>)</span> Ik heb ’r hier gedragen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Laat zien! Laat zien! <span class="stage">(<i>zij treedt dicht op hem toe, opent het medaljon, zonder den ketting los te maken.
+Hij neemt het in de handen</i>)</span> Ja, ja—dat kàn ze zijn—’t kan … <span class="stage">(<i>betast haar blooten boezem</i>)</span> Maar als je hier ’n kruisje droeg—in plaats van dat—dan zou—dan zou—wat?—wat?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>angstig-beschaamd achteruit wijkend, de handen in bescherming voor de borsten</i>)</span> Vader!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>door Hopman weerhouden</i>)</span> Verdoemde ploert!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> Terug!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Als jij ’r <span class="ex">nog</span> eens aanraakt, jij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Weg met dat wijf, weg met dien kerel! Weg! <span class="pageNum" id="pb423">[<a href="#pb423">423</a>]</span><span class="stage">(<i>De Hopman wenkt in gaanderij. De twee rakkers schieten toe, terwijl de Soldenier Regina
+terugduwt</i>)</span> Verzetten zich, omdat ik raad ’n kruis te dragen! Blijven in opstand voor den hoogsten
+magistraat! Bedriegen, konklen, drijven saam ’t span van ontucht! <span class="stage">(<i>nijdig tot Droomelot</i>)</span> Hier! Dichterbij! En geen onnoozle streken! Was jij—bij haar in dat bordeel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> In wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> In dat bordeel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Bordeel? <span class="stage">(<i>aarzelend-onwetend</i>)</span> Nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hoe dikwijls heb je ’r bezocht—die vrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> M’n moeder?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>)</span> Die vrouw, je moer—gaat mij dat aan! ’k Praat toch geen Spaansch! Hoe dikwijls was
+je bij ’r? <span class="stage">(<i>zij staat in angstige aarzeling bevreesd voor Sero’s glimlachend kijken</i>)</span>… Nu dan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>benepen, zonder iemand aan te zien</i>)</span> Dat was, geloof ’k ééns … <span class="stage">(<i>ziet vluchtig naar Sero</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>woest</i>)</span> Eens! Eens in de kerk—eens in ’t bordeel—’t blijft altijd eens! ’t Heele nest dat
+is bevuild! Hij heeft de waarheid in z’n schaduw—zij liegt—en zij, zij slaapt, maar
+liegt ’t hardst van allemaal! <span class="stage">(<i>tot Jus</i>)</span> Zijn klaar de stukken, Jus?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb424">[<a href="#pb424">424</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Jus.</span> <span class="stage">(<i>een ganzeveer overreikend</i>)</span> Ja, Excellentie. Als u ze teekenen wil?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>indoopend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Goed zoo. De schalk, die tienmaal door de mazen glee, die tienmaal jou te glad was,
+Jus, de schalk die overal op plein en markt „verhaalt”—ja, ja!—„vertelt”—ja, ja!—en
+zulk een teeder nekvel heeft—gaat op <span class="corr" id="xd33e20595" title="Bron: dieët">dieet</span>!… Ho, ho!… Dat is een vonnis met ’n monsterpen, hahaha!… ’t Lijkje van m’n lijkenvlieg!
+Net door ’r taster en ’r kop geregen! Adieu mijn vriend: de laatste eer, hahaha! <span class="stage">(<i>tipt met den middelvinger tegen den penhouder en wrijft met den voet over het doode
+insect</i>)</span> Rust zacht en met ’n R.&nbsp;I. P.! <span class="stage">(<i>teekent de stukken</i>)</span>… Zoo gaat ’t beter, zonder inktgemors … Die vrouw is vrij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Goddank!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>tot Droomelot</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> En jij—heb jij ’n keus—bij hem, bij haar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Blijft vader hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ja, ja,—en kosteloos!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan blijf ik bij mijn vader.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat kan niet, Droomelot!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> O, ’t kan! ’t Hoofd van Staat—de Staat—heeft ruìmte voor z’n kinderen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mag ik ’r niet …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb425">[<a href="#pb425">425</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hahaha! Of zij! Of zij!… Hahaha! Wat jij ’r leeren kan—dat is mij toevertrouwd! En
+hoe! Hahaha! <span class="stage">(<i>tot Hopman</i>)</span> Hier is ’t bevel! Je plicht! Vooruit! Hahaha! Of zij! Of zij!… <span class="stage">(<i>af over trap met Jus</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>tot de rakkers</i>)</span> Wat slapen jullie nou! Weet je geen raad! <span class="stage">(<i>zij brengen Sero naar het hok, sluiten de traliedeur. Dan wenkt hij ze Regina heen
+te voeren</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Mag ik ’t kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>grof</i>)</span> Nee, nee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik wou ’r enkel …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Hopman.</span> <span class="stage">(<i>haar zelf bij een arm grijpend</i>)</span> Nee zeg ik, nee! <span class="stage">(<i>duwt haar met de rakkers door de gaanderij-opening</i><span class="corr" id="xd33e20693" title="Niet in bron">)</span>.</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s1.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s1.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>staart als in bewusteloosheid rond, ziet Sero achter de tralies</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Vader.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Kom hier, m’n kind.… Je heb daar straks gelogen! <span class="stage">(<i>zij stort op het traliewerk toe, kust knielend z’n hand</i>).</span> Waarom?.… Waarom?.… Dacht jij dat ik op haar afgunstig ben?.… Sta op!… Geknield wordt
+hiér genoeg! En geef m’n schoentjes en ’t testament.… <span class="stage">(<i>zij raapt het Testament op. De soldenier begint op en neer te loopen</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">—DOEK.—
+<span class="pageNum" id="pb426">[<a href="#pb426">426</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(Het tooneel verbeeldt twee kerkers door cementen muur gescheiden. In beider achterwand
+een deur met kijkgat. De rechter heeft een langwerpig, betralied venster over eerste
+en tweede plan, geheel in de hoogte. Een opvouwbaar bed daaronder. Op voorgrond tafel
+en stoel. De linker-kerker wordt door een onbetralied tuimelraam boven de deur belicht.
+Een koepelvormige deurlooze opening, in eerste plan, geeft daar tot slaapstee toegang<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Tegen cement-muur, die aan beide zijden bij voorgrond sporen van een vervallen schouw
+heeft, staat de tafel met stoel. Op de tafels telkens een lampje. Bij de deuren rekjes
+met kommen en bijbel. Vroegmorgen).</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="s2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero. Wachter.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>ontsluit deur van rechter-kerker, waar Sero bij de kleine olielamp zit te schrijven.
+Bij ’t gerinkel der sleutels verbergt de laatste snel eenige papieren. De wachter
+controleert of het bed goed ingeslagen is, staat in nadenken, werpt dan verwoed z’n
+sleutelbos tegen den grond</i>)</span> Pardieu! Pardieu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ontstemt u iets, mijn dienaar en mijn vriend?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb427">[<a href="#pb427">427</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> ’k Zou kunnen springen uit m’n vel, pardieu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha, dat is een sprong, die zelfs geen paling uit den nood helpt, kameraad!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Jij ziet me hier voor ’t laatst—ik ben gesjeesd—ben aan den dijk gezet.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Wou dat ik mèt jou op dien dijk mocht gaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Is ’t geen schooiersstreek me zoo op staanden voet, omdat ik diefstal rapporteer,
+’t groote gat te wijzen? Is ’t niet ongehoord me uit m’n brood te trappen, om ’n onvertogen
+woord?… De heele maatschappij is rot!.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Juist, Juist! Jij slaat den spijker op zijn harden kop! Ga zitten, maat. Jij wordt
+’t zitten waard! <span class="stage">(<i>ordent de papieren, presenteert stoel, wipt zelf op tafel.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ik rapporteer—begrijp nou goed, pardieu!—dat van ’t leer, waarvan ze schoenen snijden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Voor de rakkers …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Gestolen wordt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat ’s dom!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb428">[<a href="#pb428">428</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat?… ’t Stelen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee—’t rapporteeren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Waarom? Waarom, pardieu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Omdat—wel, bij mijn idealen en jóúw baard!—hiér iedre dief een diefjesmaat moet hebben.
+En dan: ad één, den Staat bestelen is geen schelmerij. Jij had geen oogje, maar twee
+oogen moeten knijpen—als een kat in ’t licht! Men rapporteert niet als de boeken kloppen.
+Wat aan den officiëelen maatstok kleeft—dat telt niet mee. En àls ’t telt, dan telt
+’t tikken op de vingers, van wie te lange neuzen heeft. Jouw neus was hier te lang—en
+ook je tong<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Begrepen, ha-ha-ha?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Begrepen, nee, pardieu! Hoe kan ’k begrijpen, als jij ’t zelf niet snapt? <span class="stage">(<i>legt zijn uitgegane sigaar op tafel neer</i>)</span> Ik rapporteer dat van ’t leer en dat vannacht álweer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Gestolen is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter …</span> Gestolen is! Toen zeit de kommandant: jij kletst—gestolen wordt hier niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>die de sigaar genomen heeft en haar aan de lamp op poogt te steken</i>)</span> Dat dacht ik wel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ik zeg: ’t is niet alleen van ’t leer maar ook van ’t spek en van ’t meel en van.…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb429">[<a href="#pb429">429</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> .… En van de rest, ja, ja! Heb jij een lucifer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>verstrooid, hevig in z’n klacht <span class="corr" id="xd33e20844" title="Bron: geinteresseerd">geïnteresseerd</span> doorpratend</i>)</span> Toen wordt hij valsch en vuil en schelt <span class="corr" id="xd33e20849" title="Bron: mc">me</span> uit voor sufkop, halve gare, idioot … <span class="stage">(<i>strijkt lucifer af</i>)</span> en zeit: as jij wat minder zoop, dan zou jij niet zoo dubbel zien. Ik zeg: ik zie
+niet dubbel, ’k zie te weinig! Had ik geen gelijk? ’k Geef ’m den wind van vore en
+van achter—en sta op straat! Je eten wordt al door ’n ander straks gebracht, pardieu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>dampend</i>)</span> Je neus—je tong—net als ik zei!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat zou jij doen in mijn geval?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Met heel bekwamen spoed mijn boeltje pakken! <span class="stage">(<i>de lamp uitblazend</i>)</span> ’t Wordt ’n zomerdag vandaag, om in ’t bosch te loopen fluiten <span class="stage">(<i>begint op en neer te stappen</i>)</span>—om bij de kreek te liggen in ’t gras—om met ’n open mond te droomen, wachtend op
+manna, zonder gist, ha-ha-ha! Ja, ’t gist nog in mijn oud karkas, als ’t in ’t Oosten
+daagt met zwarte strepen van de tralies!… Wees blij, m’n vriend, dat jij de plaat
+hier poetst—en verder gaan mag dan dat drie en vier, dat ik met taai geduld van ’s
+morgens tot den laten nacht doorstap! Jij ben de een’ge wel, die zich verzet, als
+van de kooi ’t deurtje openwipt! Ik zit ’n week al, week van zeven dagen, zeven nachten,
+honderd vijf en zestig uren welgeteld<span class="corr" id="xd33e20882" title="Bron: ..">…</span> Als mij de kommandant op staanden, staanden voet de andre zij van dezen muur, waarop
+de schimmel <span class="pageNum" id="pb430">[<a href="#pb430">430</a>]</span>hare schoven stouwt, laat zien, dan weet mijn rechter wat mijn linker doet—en als
+’k nog omkijk mag ik vrij van rechten en accijns een zoutzuil worden, als ’t brave
+wijf van Lot!… <span class="stage">(<i>raapt den sleutelbos op</i>)</span> Je loopers, vriend! Bij alle Heiligen der Heil’ge Kerk, bij alle Sinten en Apostels,
+die Boven hebben vrij logies, vrij stoken en vrij licht, jij brengt me gloeiend in
+verzoeking!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Pardieu, ’t is mak’lijk spotten met ’n anders ongeluk! Ik heb ’n vrouw …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat ongeluk heeft meer dan een, die tot geluk geschapen werd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.…</span> Ik heb ’n vrouw die als ’n helleveeg regeert en om ’n vlooiebeet ’n hallef jaar van
+streek is! Als ik, pardieu!, daar thuis kom zonder uniform, als ’k hier niet blijven
+mag, krabt ze mijn goed stel oogen uit! Pardieu, hij’s nog niet van me af! ’k Ga requestreeren,
+requestreeren dag aan dag!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De snippermand van staat, mijn opgewonden vriend, kent ’t geluid van stuk-gescheurde
+paperassen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat dan? Geef dan ’n raad! Jij zit toch hier, omdat jij preekt voor recht en billijkheid!
+Jij komt toch op voor ieder die verdrukt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, nou laster je, mijn vriend!… ’k Eet <span class="pageNum" id="pb431">[<a href="#pb431">431</a>]</span>jullie rats en gort, omdat ’k ontuchtig ben!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Als jij mij helpt dan help ik jou!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dan help jij mij? Met wat? Met ladders, vijlen en ’n kreuplen knol, om in ’n ander
+land weer opgepikt te worden? Ik ken dat hazardspel. En dan—als ’t kon—als ik op vrije
+voeten … (vrije voeten wat ’n hoon, waar in geen stad, geen dorp, ’n mensch vrij-uit
+bewegen, spreken, dènkend-spreken mag!)… als <i>ik</i> ’t zonlicht zonder tralies zie—laat ’k dan m’n kind niet in dit wanhoopshuis! Was
+’t niet mijn troost dat jij me zei, dat ’t zelfde dak ons tegen wind en regen schut?…
+Nee, nee, ik dank je wel—en jij, wil jij hier blijven met geweld …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Natuurlijk! Ja!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Steel dan van ’t leer, dat hier vannacht gestolen werd, en eer <span class="corr" id="xd33e20930" title="Bron: je’n">je ’n</span> rozenkrans of tien voor al de misdaad in dit toevluchtsoord gedraaid, ben jij m’n
+buurman dáár …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Dáár kan niet—dáár … Nou goed, je zal ’t weten, nou ze zoo’n judasdaad an me begaan!
+Dat is m’n eerste wraak vóór ’t requestreeren, want requestreeren ga ’k op slag: dáár
+zit je dochter! <span class="stage">(<i>Sero schudt glimlachend-ontkennend ’t hoofd</i>)</span> Nee? Ja! Al van den eersten dag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Zoo, zoo. Wel, wel! Zit daar? <span class="stage">(<i>pijnlijk lachend</i>)</span> <span class="pageNum" id="pb432">[<a href="#pb432">432</a>]</span>Ha-ha-ha, als je ’t eerder had gezegd, dan had ik eens geklopt, zooals de boef hierboven,
+die om ’t uur zijn knokels op de planken praten laat! Daar heb <span class="corr" id="xd33e20953" title="Bron: je’m">je ’m</span> net! <span class="stage">(<i>geklop</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> Dat is ’n moordenaar—heeft toen-ie bij ’n diefstal werd gesnapt, z’n mes getrokken!
+Dáár—pardieu, geloof ’t niet!—daar is je dochter!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als je niet liegt: wat helpt òns dat? De wanden hebben ooren hier, maar niet voor
+mij en haar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ooren èn oogen—als je wil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Begrijp ik niet. Dat’s raadseltaal.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> ’k Draai ze ’n loer, die heugen zal! De schoft, de schobbejak! <span class="stage">(<i>luistert schrikkend aan de deur</i>)</span> Jij kan zoo veel, zoo lang, zoo dikwijls als ’t je past, ’r zien en met ’r spreken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>ongeloovig</i>)</span> Ja, ja! Dat is ’n fijne wraak van jou! Máár—máár, wie zal zoo hoflijk zijn de deuren
+te ontsluiten? Straks komt de andre wachter, heb jezelf gezeid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>naar den schouw wijzend</i>)</span> Dat’s eens ’n schouw geweest!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geweest, ja, ja!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> De deur zit daar! <span class="stage">(<i>wijst omhoog</i>)</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb433">[<a href="#pb433">433</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> En ’t sleutelgat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>vroolijk</i>)</span> ’r Naast.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> En de portier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Ben ik—bijtijds!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha, en dan m’n buik—m’n buik gezwollen zevenmaandsch van ’t kostelijke voer—zal
+die z’n vel niet langs de posten schaven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Als je je riem wat snoert, kost ’t geen blauwe buil! Ha-ha-ha! En minder nog ’n miskraam!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De guiterij is goed! Ik dank je wel voor zooveel snaaksheid op mijn nuchtre maag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Pardieu, ’k steek je den lepel in je mond!… Hier, in ditzelfde hok, heeft eens ’n
+dief-in-’t-groot meer dan ’n jaar gewurmd, die zei dat-ie krankzinnig was—en maandenlang
+heb ik z’n kunsten afgeloerd, als-ie alleen, vergat z’n fratsen uit te halen! ’k Ging
+op de tafel staan en schoof ’n ijzren val ’n vingerbreed omhoog! Hoef ik nog meer
+te zeggen?… <span class="stage">(<i>Sero grijpt de tafel</i>)</span> Pas op! Nou niet! Wacht tot ’t donker is! De kommandant kan ieder oogenblik … Pardieu,
+verdoemd! ’r Kijkt een door ’t luik! <span class="stage">(<i>dreigend en schreeuwend</i>)</span> Dat’s hier ’n bende, sakkerjuu! Je lamp hoort bij de deur—je emmer ook!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb434">[<a href="#pb434">434</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jawel meneer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wat vlugger, hè!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Haasten doet niemand die gelóóft, en die niet storten wil—hij ’s vol tot aan den rand …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> <span class="stage">(<i>de deur openend</i>)</span> Je bek gehouen en geen tegenspraak! En als je weer zoo treuzelt met ’t ruimen van
+je cel, ben jij ’r vierkant bij! <span class="stage">(<i>zet lamp en emmer buiten, kijkt de gang af, zacht</i>)</span> Hij ’s weg! Van mij weet je geen woord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen woord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Wacht tot ’t donker is! En eerder niet! De schobbejak! De smiegd!… Kan ’k nòg wat
+voor je doen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>enkel aandacht voor de schouw</i>)</span> Nee, niemendal!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Wachter.</span> Dan wensch ik je … Verroest! <span class="stage">(<i>sluit de deur</i>)</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Kommandant.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> <span class="stage">(<i>beluistert de stappen, staat in nadenken, neemt van de tafel ’n blad papier, tracht
+dat voor het deurluikje te hechten, doet zulks ten slotte met speeksel. Dan draagt
+hij vlug de tafel naar de schouw, schuift <span class="pageNum" id="pb435">[<a href="#pb435">435</a>]</span>de papieren tezaam, wipt er op, tracht door de reet te kijken.</i>)</span> Dat ’s net ’n hand te hoog!… Wat nou? Wat nou?… Aha! Ik kan … <span class="stage">(<i>geklop—hij schrikt</i>)</span> Was dat hier boven of opzij?… <span class="stage">(<i>springt van de tafel, luistert, spreekt de balken toe</i>).</span> Hoe wil je nu, m’n vrind, dat ik je antwoord zonder stelten? Ik heb geen arm, die
+tot den hemel reikt, en ook geen tijd! Of heb jij speeksel, dat ’t uren hardt? <span class="stage">(<i>neemt neuriënd den bijbel van ’t rekje</i>).</span> ’n Vondst! ’n Vondst! Als ’k op den bijbel stap, en op m’n teenen sta—kan ik ’r bij …
+<span class="stage">(<i>legt ’t boek op tafel, betreedt den bijbel, springt bij sleutelgerammel opnieuw op
+den grond.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wat dee jij daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Den bijbel lezen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Den bijbel lezen met een blinddoek op je deur! <span class="stage">(<i>trekt het papier er af</i>).</span> Ben jij soms bang dat ’k dáárvoor straf?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat weet ’k niet, meneer de kommandant! De een mag wel, de ander niet de teksten lezen …
+Ik dacht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wie heeft de tafel daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.….</span> Ik wou mijn cel een extra-schoonmaakbeurtje geven …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb436">[<a href="#pb436">436</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Bijbel en schoonmaak sáám? Hoe doe jij dat, kornuit?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’r Is geen tweede boek, meneer, dat meer tot schoonmaak port—dan dàt, wanneer je ’t
+zoo aandachtig leest als ik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> <span class="stage">(<i>snuffelend</i>).</span> Ik ruik hier wat. Is hier gerookt? Hou weg je handen van je rug! Recht voor je uit,
+en basta met je slinksche streken! Geen vuist! Ik wil je vingers zien! De tien—of
+ben jij misgeboren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>laat het stompje vallen</i>).</span> Daar zijn de welschapen tien! <span class="stage">(<i>met het stompje sprekend</i>).</span> Had ik ’r twaalf gehad, dan had de aarde jóú niet aangetrokken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> Wie bracht dat hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heb ’k in ’n hoek gevonden.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> In welken hoek—’r zijn ’r vier!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb ze nooit geteld, maar ’t schijnt te kloppen—in een ’r van.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> We zullen zien wie ’t laatste lacht, m’n goed-geluimde vriend! En of jij niet te temmen
+ben! Bevalt ’t je zóó zeer—<span class="stage">(<i>Tweede Wachter brengt brood en water</i>)</span> dat eten op ’n vasten tijd, de regelmaat en de <span class="ex">gelijkheid</span> voor en achter—o, ja, dàt zal ’t zijn!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb437">[<a href="#pb437">437</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.<span id="xd33e21220"></span></span> Dat is ’t juist!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant<span id="xd33e21225"></span></span> <span class="stage">(<i>tot Wachter</i>).</span> Dit heerschap krijgt een week lang brood met watersaus, omdat-ie schoonmaakt als-ie
+in den bijbel leest en in een hoek wat heeft gevonden, dat in een hoek niet deugt!
+Hé! Halt! Neem mee z’n inkt en z’n papier en breng ’m voor verzet en tijdverdrijf
+’n baal met erwten! En als-ie weer wat in een hoek vindt, dat zoo zeldzaam stinkt,
+of als je je door hem laat paaien en besmoezen, zooals je kameraad, die ook door hem
+is aangestoken, ook van z’n wijsheid heeft geleerd, haha!—dan vlieg je ’r als de weerlicht
+uit! Verstaan? <span class="stage">(<i>Tweede wachter tikt aan z’n pet</i>)</span> Water en brood en laten kletsen—geen woord terug! Verstaan? <span class="stage">(<i>Tweede Wachter slaat nog eens aan</i>)</span> Laat zien wat je daar heb! <span class="stage">(<i>Tweede wachter geeft hem de van de tafel genomen papieren—hij leest terwijl Sero zitten
+gaat</i>)</span> Wat is dat voor gezwets?… Wat wil jij van de zon—den dageraad?… O, moet ’t rijmwerk
+zijn? <span class="stage">(<i>betikt z’n voorhoofd</i>)</span> Jawel!… <span class="stage">(<i>Tweede wachter buiten bij deur</i>).</span> ’k Heb zoo ’n heelen stapel van ’n dief, die in de twééde week al gek geworden is!
+<span class="stage">(<i>leest</i>)</span> „De zon kijkt lachend …” Ha-ha-ha, ’n zon die lacht! ’n Zon die kijkt! Bravo!… „De
+zon kijkt lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad—een jonge reus komt
+aangetogen—bravo! bravo!—en strooit in akkers wonderzaad”… Wonderzaad?… Ha-ha-ha!
+Ik weet voor jou ’n wonderzaad, boonen en erwten, om keurig te sorteeren!… Daar mag
+jij dan, als jóú dat lust, je moois bij zingen, grappenmaker!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb438">[<a href="#pb438">438</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat wil ’k daadlijk wel, meneer!… ’t Zijn nieuwe woorden op ’n ouwe wijs … <span class="stage">(<i>zingt op de melodie van het vrijheidslied</i>)</span>: „De zon kijkt lachend aan den einder—het wordt een nieuwe dageraad.”… <span class="stage">(<i>tijdens het gezang verschijnt Droomelot uit de linker-slaapstee</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Kommandant.</span> <span class="stage">(<i>schaterend van ’t lachen, omdat de Wachter Sero kwaadaardig in den nek grijpt</i>)</span> Ha-ha-ha, daar heb je al je reus! Laat ’m maar los! ’t Kan geen kwaad! De steenen
+en de balken zijn geduldig luistervolk! Eer jij, sinjeur, die nieuwe woorden en die
+ouwe wijs, of ouwe wijs met nieuwe woorden, aan ’t gepeupel zegt of zingt, eer jij
+weer buiten strooit je wonderzaad, eer jij je vrijheid krijgt terug—nou we je eenmaal
+hebben—hebben achter slot en grendel, heer!—zal aan den einder menig keer jouw zon
+met loensche oogjes kijken! <span class="stage">(<i>tot Wachter</i>)</span> ’t Wordt geen week, maar veertien dagen brood met ’s morgens vroeg wat water! En
+als-ie weer z’n ouwe wijs durft zingen, sluit je ’m in boeien, dag en nacht! Vooruit.
+En stevig opgelet! En ooren toe!</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Tweede Wachter.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span id="xd33e21299"></span></span> <span class="stage">(<i>hij loopt onrustig van kijkgat naar schouw op en neer, terwijl Droomelot de lamp uitblaast,
+daarna voor zich henen staart. Tweede wachter draagt baal met erwten, rooster en tobbe
+binnen</i>).</span> Ik dank u wel. <span class="pageNum" id="pb439">[<a href="#pb439">439</a>]</span>Het was den derden dag, avond en morgen, dat God gewassen deed ontspruiten … <span class="stage">(<i>laat telkens handen met erwten in den zak terugslieren</i>)</span>… kruid dat zaad geeft naar de soort deszelfs, boomen met vruchten en weer zaad daar
+in … Wat moet God denken, nieuwe kameraad, als-ie in elken kerker menschen op den
+zèsden dag geschapen, gestraft ziet met het ziften van den schoonen overvloed des
+dèrden dags? Ha-ha-ha!… „Het zij tot spijze u!”… Tot spijze … Zou u me willen zeggen
+hoe de Staat de klassescheiding hier verlangt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Jij neemt de groote en de dikke ’t allereerst—kijk toe!—en dan de kleine, slecht-gedroogde
+en de schriele! De stuk-gebarsten, die met wormen, en ’t vuil dat overschiet, smijt
+je op zij!… Gezien?… Gesnapt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero<span id="xd33e21323"></span></span> <span class="stage">(<i>knikt</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’k Zal als de Hemelsche Genade de grooten, vetten, dikken laten bovendrijven—en wat
+te klein, mismaakt, wormstekig of kapot, smijten bij ’t vuil …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Begin en bek gehouen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Hier heb je proletariërs—zakken vanzelf en ruimschoots door de gaten van de zeef.
+Weg bij ’t vuil! Daar zijn <i>wij</i> tweeën, meen ’k, bij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wij twee! Wij twee! Vergeet jij, pooier, dat ik draag ’n koninklijke uniform! Dat
+ik jouw meerdre ben!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb440">[<a href="#pb440">440</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mijn meerdere in knoopen-met-’n-wapen kameraad!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik ben jouw kameraad niet, vlerk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Vandaag nog niet—maar morgen wel. En jij niet—dan je zoon … <span class="stage">(<i>sorteert</i>).</span> ’k Heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die me den eersten dag met drek en
+steenen smeten—’k heb meer gestaan voor jongens uit ’t volk, die net als jij met booze
+oogen keken … <span class="stage">(<i>De wachter gaat onhoorbaar heen</i>)</span>, die vuisten duwden bij m’n neus en met z’n allen trapten op m’n hielen tot ik ’t
+dorp uit was … ’k Was in ’t begin de vijand overal, met weinig, weinig makkers—’t
+eene zaad, herinner je de Schrift, valt bij den weg en wordt vertreden en door de
+vogels heengesleurd—’t andre valt op rots, verdort—’t derde wordt door doornen neergehaald—’t
+vierde, dat in aarde wortel schiet, draagt honderdvoudig vrucht.. Ieder mijn kameraad,
+heeft ooren om te hooren … <span class="stage">(<i>kijkt glimlachend op, ziet dat hij alleen is</i>)</span> behalve jij naar ’t schijnt, ha-ha-ha! Mogen je oogen ook zoo luttel zien! <span class="stage">(<i>schuift de tafel, na de zeef op den stoel te hebben geplaatst, onder de schouw, bestapt
+den bijbel, schuift den val omhoog, werpt een paar erwten door de smalle spleet. Droomelot
+schrikt op, wijkt achteruit</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb441">[<a href="#pb441">441</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve God!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Pischt! Pischt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve Hemel, doe me niets!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik jóú wat doen? Herken je me dan niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span id="xd33e21407"></span></span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee, nee! ’k Zie enkel vingers, die geen vingers zijn! Als jij de Duivel ben …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De duivel—ik, ha-ha-ha! Wel, àlle duivels met en zonder hinkepoot, wiè heeft dat zotte
+woord jou in je mond gegeven? Ik ben … Kom dichterbij!… Pischt!… Pischt!… Waar steek
+je nou?… Als ik nog harder schreeuw <span class="stage">(<i>kijkt onrustig naar kijkgat</i>)</span> kraait straks de wachter onraad door de gangen!… Ik ben ’t … Ik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>tegen den muur</i>)</span> Ach toe, ’k heb niet zoo véél misdaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Misdaan? Jij wat misdaan? ’k Begrijp je niet m’n kind! En als je je zoo schuil houdt
+in dien hoek, en door je dwaze angst roet in ’t eten werpt, dan maak je dat wij samen …
+Antwoord dan, Droomelot!… Of ben je heengegaan!…</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb442">[<a href="#pb442">442</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee, nee, meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Meneer? Meneer! Ken je mijn stem niet meer—of klinkt ze zoo—zoo anders in die steenen
+fuik? Wat weerga, moet ’k door die spleet mijn kop en schoeren wringen, om jou te
+zeggen wié ik ben …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>ontzet op de knieën vallend</i>)</span> O, satan, satan, ’k heb wel veel gezondigd, maar ’k hield zoo van ’r—en ze is m’n
+moeder toch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Daar sta ’k bij te draaien op m’n sokkel! Ha-ha-ha! O, Droomelot, m’n kind—als ik
+’n satan ben, dan word ik door den bijbel zelf gesteund op ’t oogenblik! Was jij mijn
+stem zoo gauw vergeten? De stem die voor je zong als je niet slapen kon, toen je nog
+bang was voor ’t avonddonker en voor den stóúten wind en voor de maan, als ze zoo
+rood en dik langs ’t dak van d’overbuurman kroop … De stem, m’n kind, die bij je bedje
+boog en je deed luistren naar ’t spel van hoe ’n vader ook ’n moeder wilde zijn …
+De stem, m’n Droomelot, die later weer voor iedre vraag van jou ’n antwoord had—en
+met je sprak van god en menschjes—en van de menschen en ’n kleinen god …? Nou lacht
+je mondje weer, ’t mondje dat daar straks zoo klagend heeft geroepen! Moet ’k nou
+nóg vragen wie ik ben?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jij ben—je ben m’n lieve vader. Ik dacht: nee, nee—dat zeg ’k niet … Ben je weer buiten,
+vader?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Buiten?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb443">[<a href="#pb443">443</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En mag ik met je mee?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als ’t kon, dan zei ’k ja! Maar ’t heeft bezwaren, kind … Nee, buiten is ’t niet!
+Eer allerveiligst-binnen! ’k Heb hier náást jou—is dat niet machtig-leuk?… ’n kamer
+als een prins, een vorstlijk bed met peluw en matrassen—<span class="stage">(<i>den bijbel bedoelend</i>)</span> een boekerij, die eeuwenoud—<span class="stage">(<i>het rekje met kom bedoelend</i>)</span> een kast met kostbaar porcelein <span class="stage">(<i>de drinkkan bedoelend</i>)</span>—een waterbekken en <span class="stage">(<i>de tobbe bedoelend</i>)</span> een antiek bad—en dan—en dan: ik ben gezegend met een voorraad vruchten als ’k in
+geen zomer en geen winter heb geteld! En jij? Dat ’s keurig hier! Je heb een kamer
+meer dan ik! Wel, wel, je wordt verwend!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O, lieve vader, ’k heb dáár al die nachten zoo’n vreeselijken angst doorstaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero</span> Voor wie? Voor wat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor … Voor … <span class="stage">(<i>houdt zich in</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha! Voor dieven soms? Hier wordt niet ingebroken … Ze breken uit—als ’t kan.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>angstig starend bij ’t kloppen boven</i>)</span> Hoor je dat tikken, dat wel midden in den nacht!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ja, ja—dat is ’n moordenaar..</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’n Moordenaar! ’n Moordenaar!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb444">[<a href="#pb444">444</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Is dat zoo schrikkelijk? Heb ik je niet geleerd, dat iedre moordenaar ’n mènsch is,
+die met zieke oogen ziet? M’n Droomelot, m’n kind, m’n liefste dochter, kom tot jezelf!
+’r Zijn geen spoken hier en niet hierbuiten en nergens op de wereld, waar dan ook!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb geen uur geslapen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom, waarom dan, niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik dacht aan jou—hoe door mijn schuld—mijn liegen dat ’k maar ééns bij moeder was …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jij ben de schuld van niets<span class="corr" id="xd33e21540" title="Bron: . .">…</span> Van niets, m’n kind … Als je daarom geen zeven nachten heb geslapen, doe dan vannacht
+gerust je moeie oogjes toe! En als ’t niet lukt, dan zet je ook je tafel en dat dikke
+boek hier onder—en we praten met ons tweeën duizend uit of jij ’n kleuter ben en ik
+’n wijze man, die weet van alles, alles heeft, ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>een stilte—zij staart gejaagd voor zich henen</i>)</span> Lach je niet mee?… Is ’r wat anders nog?.… Heb je nog meer geheimen dan dat van moeder
+en dien eenen keer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De pater zegt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De pater? Welke pater?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De pater die hier komt …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb445">[<a href="#pb445">445</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Oho, ’k begrijp … Je heb geknield en dacht dat ik de looze, list’ge Satan was … <span class="stage">(<i>een stilte—hij glimlacht smartelijk</i>)</span> Zijn ’r nog meer, m’n kind die hier mijn plaats innemen? <span class="stage">(<i>zij schudt starend het hoofd</i>).</span> Of helpen andren óók? <span class="stage">(<i>zij schrikt—ontkent</i>).</span> Je keek me vroeger aan, als je ’n antwoord gaf … <span class="stage">(<i>zij blijft staren</i>).</span> Ik dwing je niet. Heb ik dat ooit gedaan? Eer nieuwe vogels nieuwe nestjes bouwen,
+kies jij je eigen, vrijen weg—en ik blijf achter.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En—jij blijft achter!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik heb—’t is niet de eerste maal, dat je ’t hoort—mijn vader aan een galg zien hangen,
+omdat-ie tot z’n laatste prachtig uur—de waarheid sprak, de waarheid die zoo simpel
+is en klaar en als ’t zonnelicht doorzichtig—de waarheid dat een menscherug in zòrg
+gebogen de Schepping hóónt—de waarheid dat er niet gedood mag worden de vreugde die
+een elk aan groen en lucht en licht en blij-uit droomen heeft! Ik heb mijn vader aan
+een galg zien hangen, toen ik jouw jaren had—twee lange dagen tot de sneeuw een lijkwa
+om z’n schoudren spon en alle kinders naar die vreemde sneeuwpop keken, waarlangs
+de raven vlogen op en neer. Toen, Droomelot, heb <i>ik</i> mijn vingers opgestoken. Nou komt de beurt aan jou. Want ’t leven is een gaan van
+graf naar graf en altijd verder—en altijd opgewekt … <i>Ik</i> blijf hier in-gesloten, om wat ik erfde van m’n vader. Als jij den draad laat glippen,
+en met den vijand, d’ouwen vijand heult—heb ik misschien voor niets <span class="pageNum" id="pb446">[<a href="#pb446">446</a>]</span>geleefd … <span class="stage">(<i>zij kijkt hem lachend aan</i>)</span> Versta je kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>monter</i>)</span> ’k Versta alleen, dat we weer sámen door de wereld trekken,—jij èn ik …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee—ik wacht nog meen’ge oogst van erwten die uit peulen doppen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als we weer samen zijn, vraag ’k jou hoe ’t moet—hoe ’t is—hoe ’t worden zal—en als
+’k niet durf, als ’k telkens omkijk …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero …</span> Bang voor schaduwen en kloppen in den nacht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan stap ik met jou mee, wáárheen je wil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik wil zooveel, maar ’k zit hier vast.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik maak je los!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Maak andren los—en eerst jezelf, m’n kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal.… Ik zal.… <span class="stage">(<i>verstart bij <span class="corr" id="xd33e21641" title="Bron: sleutel gerinkel">sleutelgerinkel</span> bij de deur</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Je mond—je mond gehouen! <span class="stage">(<i>springt van de tafel omlaag, zet zich vlug op den stoel met de zeef op zijn schoot,
+sorteert, terwijl hij naar deurgat loert</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb447">[<a href="#pb447">447</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero, Pater</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater<span id="xd33e21669"></span></span> <span class="stage">(<i>wordt door wachter binnengelaten</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Liep je te praten met jezelf, m’n kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jawel, meneer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ik ben geen heer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat weet jij toch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jawel—Eerwaarde …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> As je ’t dan weet, wat zeg je dan voor stommiteiten! Geef an den stoel—den stoel.
+En doe dat uit je eigen!—Eerwaarde heeft maar op de deur te kloppen: ik hou hier dienst
+op deze gang! <span class="stage">(<i>neemt lamp mee, sluit deur</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater</span> <span class="stage">(<i>voor stoel dankend</i>).</span> Ik dank je wel, en ga ’r zelf op zitten. Ik loop ’n eindje op en neer. Heb je vandaag
+gebeden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nog niet—ik heb geen tijd gehad.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Geen tijd? Geen tijd?.… Voor bidden nog geen tijd? Dan doe je ’t nu—en zoo dat ik
+’t hoor! Of ben je ’t Onze-Vader wéér vergeten? Vouw je handen en wat snel! <span class="stage">(<i>De wachter treedt bij Sero binnen, bekijkt de tobbe, loopt stug heen en weer</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb448">[<a href="#pb448">448</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Vader, die in de heemlen zijt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Waar zoek jij nu dien hemel? Is die daar <span class="stage">(<i>gebaar naar grond</i>)</span> of daar? <span class="stage">(<i>gebaar omhoog</i>).</span> Moet ik jou alles leeren?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Mijn vader zegt, dat aan den andren kant van d’aarde, die rond moet zijn, de grootste
+hemel is …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jouw vader is een gek en weet van God en hemel niemendal! Je kijkt dáárheen als ieder
+<span class="corr" id="xd33e21750" title="Bron: mensh">mensch</span> met goeie hersens … Vooruit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Die in de heemlen zijt—geheiligd zij uw naam. Laat toekomen uw Rijk! Uw wil geschiede
+in den hemel … <span class="stage">(<i>stokt</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>haar helpend</i>).</span> En op aarde!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En op aarde … En geef ons heden ’t daaglijksch brood.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Wat lach je nu! Men lacht niet als men bidt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik lach, omdat hiér onze Vader ’t daaglijksch brood vanzelve schenkt—en buiten, thuis,
+is ’t wel ’ns weggebleven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Je mag niet lachen en niet babb’len en vooral niet denken, als je bidt!… Vooruit!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb449">[<a href="#pb449">449</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En geef ons—geef ons heden ’t daaglijksch brood … <span class="stage">(<i>staart droomend voor zich uit</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Nu! Nu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik dacht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’k Zeg je nog eens—en nu voor ’t laatst—men denkt niet met gevouwen handen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb eens ’n brood zien stelen, pater—en die man …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Die man, dat was ’n dief!… ’t Onze-Vader! En geen verder praten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En geef ons heden ’t daaglijksch brood! En vergeef ons <span class="stage">(<i>stokt luisterend bij geklop boven</i>)</span>—en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij—gelijk ook wij vergeven … Dat is ’n
+moordenaar … Wat moet ’t vreeslijk zijn, Eerwaarde … <span class="stage">(<i>hij beklapt ongeduldig de tafel</i>)</span>… Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren … Amen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Nee, nog niet amen! Hoe is ’t slot? En leidt … En leidt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En leidt ons niet in de verzoeking …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>haar helpend</i>)</span> Maar verlos ons …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Maar verlos ons van de kwade menschen …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb450">[<a href="#pb450">450</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Van den Kwadè! <span class="stage">(<i>het geklop stopt</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En van den kwade. Amen! <span class="stage">(<i>bij het slot is Sero, al dien tijd door den wachter, die voor de geopende deur heen-en-weer
+wandelde, in bedwang gehouden, op de tafel gewipt, nu de wachter de deur sluit.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Amen! En nu de katechismus, kind. Waar is ’t boek, dat ik heb meegebracht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ligt op m’n bed.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Haal ’t hier—en leg dien ketting af—dien ketting met die vrouwspersoon! Dat is je
+zesmaal al gezeid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend den ketting loshakend</i>)</span> ’t Is … ’t Is …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’t Is ’n lichtekooi—en lichtekooien zijn verdoemd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> <span class="stage">(<i>af in slaapstee, keert met katechismus en zonder ketting terug</i>)</span> Wat is ’n lichtekooi, Eerwaarde?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> ’n Lichtekooi—’n lichtekooi—dat is ’n vrouw, die zóó gezondigd heeft, zoo diep gezondigd,
+dat hel en vagevuur ’r wachten …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Gezondigd, hoe?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb451">[<a href="#pb451">451</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Hoe! Hoe! Met vleeschelijk begeeren! Wat zegt ’t zesde der Geboden?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>zacht</i>)</span> Mis! Mìs! Dat is ’t vierde …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>staat driftig op</i>).</span> Daar zou zelfs Job, toen hij melaatsch werd en zijn wonden op den mesthoop met een
+potscherf krabde, van ongeduld bij zieden! Zijn dan de tien geboden niet in je hoofd
+te stampen?… ’t Zesde is: gij zult geen overspel bedrijven! En overspel is ’t werk
+van alle lichtekooien—niet ’t werk, maar ’t te lui zijn, om te werken—want wie wil
+werken wordt geen lichtekooi!… Sla op je boek! Zul jij nooit wakker worden? Ik kan
+m’n tijd met jou niet heelemaal verdoen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>bladerend</i>)</span> Wanneer m’n moeder is ’n—lichtekooi—en ze voor eeuwig is verdoemd—hoe moet ’t dan,
+Eerwaarde, met dat andere gebod, dat ik verkeerd genummerd heb, en dat zoo stellig
+zegt: eert uwen vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven … Ik wil graag heel
+lang leven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jóúw vader en jóúw moeder hèb je niet te eeren!… Eer kerk en overheid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom m’n lieven vader niet?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb452">[<a href="#pb452">452</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heel juist! Héél juist!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Omdat, omdat … Dat kun je op je vingers tellen. Omdat … Omdat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>z’n vingers spreidend</i>)</span> Ik sta al klaar.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Omdat jouw vader kent geen God <span class="stage">(<i>Sero telt achtereenvolgens z’n vingers af</i>)</span>—omdat-ie niet den Sabbath heiligt—omdat-ie in den grond, als vijand van de Kerk en
+van den Staat, roof, moord en diefstal predikt, waar-ie kan!—omdat-ie valsch getuigt
+van óns, zijn meerderen en naasten—omdat-ie andren leert ’t schaamteloos begeeren
+van huis en land en os en ezel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, we willen minder ossen, minder ezels, ha-ha-ha!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Heb jij dat ook gehoord? Dat lachen, boven of hier-naast?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> Nee, nee.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Sla op je boek! En als je ooit gelijkt je moeder, waar je ’t voorbeeld heb van Jozef
+in ’t huis van Putiphar, van Judith die den wreeden Holofernis doodde, van Susanna,
+de vrouw van Joakim, die—die wàt?—die wàt?—laat je mij alles zeggen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> M’n vader heeft me nooit daarvan verteld!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb453">[<a href="#pb453">453</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Jouw vader moest gehangen worden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Gehangen ook? Dat wordt ’n erfelijke ziekte—’k ben zwaar belast! <span class="stage">(<i>luistert verschrikt naar geluid op de gang, wipt van den bijbel, hervat het sorteeren</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>Is schreiend bij de tafel gaan zitten</i>)</span> Moet hij—moet hij gehangen worden? Is-ie zóó slecht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Of-ie zoo slecht is? Nog tienmaal slechter en doortrapter dan je moeder! ’t Zijn allebei,
+maar hij ’t willigst en ’t gehoorzaamst: slaven des Duivels, die op den oordeelsdag,
+wanneer de Heer verschijnt, om levenden en dooden saam te richten, in eeuw’ge straffen
+zullen ondergaan. En jij? Denk aan ’t uur, als heel de wereld in vuur en vlammen zal
+verdwijnen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span> In vuur en vlammen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ook jij ben in de macht des Duivels, van <span class="corr" id="xd33e22013" title="Bron: Bëlzebub">Beëlzebub</span>!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb zooveel nachten niet geslapen uit angst voor wat u me gezegd—van God en Dood—en
+van den Satan—en wat Hier-namaals komt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Dat is je slecht geweten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wie is dan God—en wáár is-ie, Eerwaarde?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Dat leer ik je, als je in òns gelooft! Sla op je boek … De zesde les was van …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb454">[<a href="#pb454">454</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> De zonde die men erft …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Heel goed! Heb je de zevende geleerd? <span class="stage">(<i>zij knikt</i>).</span> Wanneer, wanneer kwam de Verlosser? <span class="stage">(<i>Sero is, na door ’t deurgat gekeken te hebben, wederom op de tafel gesprongen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat weet ik niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Weet je dat niet! Weet je dat niet? Lees op en weet ’t morgen wel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> „Omstreeks vier duizend jaar na Adam’s zonde is hij gekomen”…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Wie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Onze Verlosser …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>legt de hand op ’t boek, om haar het lezen te beletten</i>).</span> Kon dan de mensch zichzelven niet verlossen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)</span>… Vader zegt ja …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span lang="la">Domine ne statuas illis hoc peccatum!</span> Reken hun deze zonden niet toe! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span> Ik vraag niet wat ’n loochenaar van God, die van geen zieleheil wil weten, jou in
+z’n domheid zegt! <span class="stage">(<i>stapt driftig naar de deur, beklopt die</i>)</span> En als je morgen weer te droomen en te slapen zit, draag ik je voor voor straf! <span class="stage">(<i>heftiger</i>)</span> Al moet ’t met geweld, geweld: <span class="pageNum" id="pb455">[<a href="#pb455">455</a>]</span>je zult je buigen voor de heil’ge leer, want buiten ons is ’r geen zaligheid!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Heeft u geklopt, eerwaarde pater?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> <span class="stage">(<i>verwoed op en neer loopend—tot Wachter</i>)</span> Dat heb ik, ja! Zij blijft den heelen dag den katechismus leeren!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> En ’t half uur loopen op de plaats? ’t Is juist ’r tijd van luchten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Ze leert den katechismus, zònder frissche lucht! En jij, jij let ’r op! <span class="stage">(<i>glijdt uit</i>)</span> Wat is dat op den grond? Dat scheelt geen haar! Moet ik m’n hals hier breken!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>bukkend</i>)</span> ’n Erwt? ’n Erwt! En daar nog een! En daar … Hoe kan?… Wie heeft?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Pater.</span> Naar drie en veertig! Links of rechts?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Boven, Eerwaarde—deze zij—’k loop met u mee.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb456">[<a href="#pb456">456</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ziezoo! Pischt! Pischt! De muizen piepen als de poes aan ’t wand’len is! Pischt! Pischt!
+De baan is vrij van wakken en van scheuren! Hoor je me niet? Ha-ha-ha, de dochter
+leest den <span class="corr" id="xd33e22164" title="Bron: kathechismus">katechismus</span> en de vader groene erwten … M’n kind, wat zit je stil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom heb je me niets geleerd van dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Van wàt, m’n kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Van ’t uur als heel de wereld in vuur en vlammen zal vergaan, als op den oordeelsdag
+de Heer verschijnt …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De oordeelsdag—de dag des oordeels, kind—gesteld hij kwam!—kan geen van óns, die eeuwen
+lasten droegen, den last van ’t juk bezwaren—en als ’n Heer verschijnt—gesteld hij
+kwam!—dan zullen duizenden dien oordeelsdag hem zonder deemoed vragen … waarom zoo
+laat, waarom eerst nu: ’r is zooveel, zoo schand’lijk veel gebeurd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Ben bang geworden hier, m’n vadertje! ’k Was vroeger zoo gelukkig in ’t huisje
+bij ’t bosch—en nou—en nou … <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span> Wat is ’r, vader, nà den dood! Is ’r ’n straf, ’n hel?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nièt nà den dood, m’n kind!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb457">[<a href="#pb457">457</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat is de dood dan, vadertje?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> M’n Droomelot, m’n liefste, liefste dochter—’r is geen dood …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen dood?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je zelf gezien bij ’t grafje van je zuster, waar de dood—dien jij nu als iets
+vrééslijks voelt—levende bloemen, varens, mossen, zwammen en dat altijd knikkend parelgras—herinner
+je!—bij ’t hoofd- en bij ’t voeteneinde plantte! Je zei me toen: „Hoe komen die ’r
+op? ’t Was voor’n maand nog alles zwart en onbegroeid!”.. Ik zei—herinner je!—dat
+heeft de blijde dood gedaan. De dood brengt leven—en ’t leven lijkt weer dood te gaan,
+zoo maat’loos om en om, in zooveel vormen en gestalten, dat niemand weet en niemand
+weten <span class="ex">kan</span>, wat dood, wat levend is, en wat verschrikken <span class="ex">mag</span>. Als ik eens sterf—daar hoef je niet zoo smartlijk bij te kijken: zou ’t leven dieper,
+schooner zijn, als er géén grens bestond, geen ruimte voor vernieuwing?—als ik eens
+ga (men gaat niet heen!)—en in de aarde rust (er rust daar nièts!)—dan keer ik weer,
+m’n kind, in ’t groen van struiken en in ’t koele water, in voorjaarsgeur die van
+de landen adem is—en als dan ’s nachts een vogel roept of blaren suizen, de kleuters
+in ’t nest de jonge veeren pluizen—of in ’n eenzaam uur de regen zucht en slaat, ’lijk
+in ’t stille donker iemand fluistrend praat—dan zie jij mij—en ik zie jou en iedereen,
+omdat de dood niet denkbaar en niet móóglijk is—’t leven wel!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb458">[<a href="#pb458">458</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zou zoo graag in God gelooven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik óók, m’n kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>dringend en klein-angstig</i>)</span> Hoe moet ik dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Doe zelf ’n keus—<i>ik</i> dwing je nièt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij zegt: jij kent geen God!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Kent hij ’m wel—heeft hij ’m óóit gekend?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>dringender</i>)</span> Als onze Lieve Heer ’n teeken gaf …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>triestig</i>)</span> … Zooals in ouwe tijden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>gretig</i>)</span> Zooals in ouwe tijden, ja!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Als-ie dat dee—gesteld dat-ie ’t eens gedaan!—zou ’t niet ellendig en wanhopig wezen?
+Zijn we niet dom en slaafsch genoeg, ook zonder hemelteekens?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span> Ik durf alléén niet denken vader!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat moet je toch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>uitbarstend</i>)</span> Is ’r—ìs ’r ’n God? <span class="stage">(<i>hij schudt ontkennend het hoofd</i>)</span> Je antwoordt niet! <span class="ex">Ziet</span> onze Lieve Heer ons niet?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb459">[<a href="#pb459">459</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je driemaal in je leven me gevraagd.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee, nee, vandaag voor ’t eerst!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De éérste maal was je ’n kind en schrikte bij ’n visscher, die ’n wurm reeg aan ’n
+angel, zooals ook Petrus deed—herinner je!—de dobber dook—’n baars zat aan de lijn
+en stuipte met z’n kieuwen in ’t gras. Die had den angel door z’n eene oog—en om den
+haak weer vrij te maken, voor nieuwe wurmen, nieuwe baarzen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>trillend</i>)</span> Trok-ie ’t oog ’r uit …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Jij bleef toen uren, uren stil, en vroeg: ziet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Lieve Heer dat niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> De tweede maal—dat’s niet zoo lang geleen—was ’r ’n vrouw, die met vier kinders zich
+voor goed te slapen lei bij ’n gebedenboek, papieren van de bank-van-leening en bij
+’n heeten, heeten pot—met doove kolen … Een van de kleuterkleine lijkjes droeg jij
+in je armen naar de straat. Je huilde en je vroeg: ziet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Onze Lieve Heer dat niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Nee, nee, m’n kind—hij ziet het niet! <i>Ik</i> ken geen God, geen God zooals die man jou straks wou leeren …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>starend</i>)</span> Jij kent geen oordeelsdag, geen <span class="pageNum" id="pb460">[<a href="#pb460">460</a>]</span>dood, geen God … Maar in den katechismus staat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Staat vraag aan antwoord vàst-gekoppeld!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O vadertje—de stem van God …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero …</span> Dat is een mensche-stem uit vróéger eeuwen! ’r Is vandaag geen God—’r was ’r geen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> O vadertje—O schimp zoo niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie schimpt, m’n kind? Schimp ik, die zeg:… <i>wil</i> je een godheid ééren—ontken hem dan, <span class="ex">omdat hij anders één wordt</span> met het vuil, de leugen en ’t bedrog, ’t onrecht en de schand’, waarin wij leven!
+Schimp <i>ik</i>, m’n kind, die van geen God wil weten, ’n God, die aarde, water, vrucht en dier (met
+zooveel zorg en scheppingsvreugd gewrocht!) aan ènklen laat en alle andren voor de
+ploegen spant! Schimp <i>ik</i>, die in ’n mensch geen eeuwig lastdier zie—of schimpen zìj, die met den blinden roep:
+„’r ìs ’n God!” dien God met wat op aard’ òn-godlijk en òn-zeedlijk en verfoeilijk
+werk van mènschen is—vereenen …? Zeg je vandaag: ’r <i>is</i> ’r een, dan stuit dat af op je verstand en je geweten—dan heet hij goed wat wij terecht
+verdoemen—en wat wij haten, heeft hij lief … Doe zelf je keus … Ik dreig je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Wàs ’r geen—’r is ’r geen … Maar morgen, overmorgen, later, vader …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>starend-glimlachend</i>)</span> Wie weet?… Wie weet <span class="pageNum" id="pb461">[<a href="#pb461">461</a>]</span>wat weer ontstaat uit dankbare verbeelding! ’t Eene sprookje rijpt, ’t andre gaat …
+Wie weet wat jij weer weten zal en komenden na jou! Wie weet wat heiligs groeien kan,
+als iéder tijd krijgt om te denken en iéder tijd de wonderen te zien? Wie leeft? Wie
+heeft geleefd? Wie leeft zich uit in droomen, weet-begeerten? Wie, wie, m’n kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat weet ’k niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ha-ha-ha, dat angstige gezichtje! De pater heeft gelijk: jij zal nooit wakker worden!
+„Ik draag je voor voor straf!” En ook van mij krijg je te leeren! Ha-ha-ha! Stil!…
+Stil!… Ik hoor twee zolen en twee hakken bij de trap! <span class="stage">(<i>werpt pakje door spleet</i>)</span> Pak aan! En pas ’r op! Als ik hier blijf …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je blijft hier niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Stil! Stil! Dan geef je dat aan onze vrienden! En als de katechismus je verveelt,
+leer dan mijn kraam, mijn rijmsel en mijn afscheidsgroet van buiten! Dan wordt ’t
+niet gevonden en <i>jij</i> draagt ’t mee! <span class="stage">(<i>hij springt van de tafel, sorteert—zij raapt het pakje op</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wat doe jij daar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Werken in ’t zweet mijns aanschijns, vriend!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb462">[<a href="#pb462">462</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik zag je springen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat heb je goed gezien: ik sprong twee erwten na, die ’t verdraaiden bij hun soort
+te blijven! <span class="stage">(<i>getik boven</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Zoo! Zoo! Heb jij daarvoor de tafel wéér verschoven?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Begrijp ’k niet! Die tafel danst—’r is ’n klopgeest boven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>wipt op de tafel, ziet de spleet</i>)</span> Ha-ha! Was jij ’t die met erwten smeet? <span class="stage">(<i>springt omlaag</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik zweer je, vrind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter</span> <span class="stage">(<i>hem achteruit smijtend</i>).</span> Ik ben je vrind niet, schobbejak, en als ’t niet uit is met je streken, sla ik je
+stomme hersens in! Dat flik je me geen tweeden keer! De tafel gaat ’r uit! <span class="stage">(<i>draagt haar heen</i>)</span> Ik blief niet telkens bij je deur te komen kijken! <span class="stage">(<i>smijt Sero, die op den stoel is gaan zitten op den grond</i>)</span>… Hier met je stoel! Je doet ’t anders weer! <span class="stage">(<i>geeft hem een schop</i>)</span> En opgeschoten met je erwten! Of ’k trap je valsche ribben stuk!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>pijnlijk</i>)</span> M’n valsche zitten lager, vrind! <span class="stage">(<i>hij sorteert. De wachter kijkt even toe, gaat met stoel weg</i>)</span>… Dat is <span class="stage">(<i>wrijft zich de borst</i>)</span> ’n proletariër met onderlegde zolen en ’n beenig hoofd! Wat moet die man ’n ijvrig
+en ’n nuttig christen wezen! <span class="stage">(<i>staat op, zet zich op de baal—sorteert</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb463">[<a href="#pb463">463</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>heeft het pakje losgeknoopt, de papieren met stijgende vrees gelezen. Ze dan verbergend,
+roept ze</i>)</span> Vader! Vadertje! Hoor je me niet? Dan doe ’k net als hij! <span class="stage">(<i>beklimt haar tafel</i>)</span> Dan klop ik bij hem aan!… Dat’s veel te hoog … Ik reik ’r zoo niet bij … <span class="stage">(<i>staat in gedachten</i>)</span> Ik kan den stoel nog op de tafel zetten, als ’t avond is …</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s2.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s2.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero, Droomelot, Regent.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>is binnengetreden, terwijl zij in gedachten staat, en op de teenen nader geslopen.
+Met de armen op den rug, staart hij haar lachend-driest aan, waar zij in hulpeloozen
+schrik zich tegen den wand dringt. Dan als zij met een ruk van de tafel wil springen,
+vangt hij haar in de armen, houdt haar woest tegen zich aangedrukt</i>)</span> Lig je zoo goed, m’n schat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>smeekend</i>)</span> Laat los! Laat los! ’k Heb jou toch niets gedaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Heb jij me niets gedaan! Ben ik niet dol van af ’t oogenblik dat ik de warmte van
+je borsten heb gevoeld! Is niet de adem van jouw mond … <span class="stage">(<i>zij klemt de hand voor de lippen</i>)</span> Weg met je hand, dat ik je lippen kus!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik smeek je: laat me los!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb464">[<a href="#pb464">464</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nee, nee, ik draag je zoo door hel en hemel heen! Weg met je hand—ik bijt ’r in!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal zoo schreeuwen, dat de wachter op de gang …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>naar de open deur kijkend, dan lang en hijgend in haar oogen</i>)</span> Daar dan! <span class="stage">(<i>laat haar los</i>)</span> Als jij niet wil, dan wil ik—evenmin! <span class="stage">(<i>gaat naar de deur, sluit die, keert terug. Zij leunt hijgend tegen de tafel—hij, den
+stoel grijpend, leunt er achterwaarts tegen, houdt haar met de loering van z’n oogen
+vast</i>)</span> Nu zijn we samen ongestoord! ’k Heb als ’n beedlaar iedren dag wel drie-, wel viermaal
+door dat gat gekeken—ik—ik, die nooit ’n vrouw wat vráág!… ’k Ben elken nacht nog
+langs je deur gekomen en met ’n halven waanzin in m’n kop heb ’k aangeklopt—heb ’k
+aangeklopt—ik, ik! Wil jij dat ’k voor je kniel, dat ik m’n hoofd buig naar je voetjes,
+je kleine voetjes, die ’k zou willen zién … Ik hou van jou, hou van je lippen en je
+tanden, je mond zooals geen ander heeft, je zijjen wimpers en je poppe-ooren, je kin,
+je hals—je heele lijf! Jij heb—jij heb me gèk gemaakt door ’t altijd schuilen van
+je oogen, door ’t schuchter spel van je gezicht—en door—en door—wat ik niet zeggen
+kan—wat ìk niet zeggen kan, ik, ik!… Nu vraag ’k voor ’t laatst, voor ’t allerlaatst:
+màg ik je in mijn armen grijpen, màg ik je kussen op je mond, je haar—en van jouw
+lippen weer m’n dag- en nachtrust zuigen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>met neergeslagen oogen</i>)</span> M’n vader en <span class="pageNum" id="pb465">[<a href="#pb465">465</a>]</span>m’n moeder hebben me gekust—nooit iemand anders … En dan … En dan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En dan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hoe kàn ’k iemand kussen, als ’n—als ’n vriend—die van mijn vader is de ergste vijand<span class="corr" id="xd33e22622" title="Bron: ..">.</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat ben ik nièt—als jij ’t niet wìl!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>hem aanziend</i>)</span> Heb ik dat in mijn macht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Jij kan me laten kruipen door je lach en door je witte tanden! Wat sla je nu je wimpers
+neer? Ben ik zoo leelijk, Droomelot? Heb ik ’n bochel of ’n horrelvoet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>weer angstig tegen de tafel</i>)</span> Ik kàn niet in jouw oogen zien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>bedwongen</i>)</span> Kun je dàt niet?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik kàn ’t niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ook niet als ’k goud en paarlen om je jonge schoeren hang? Ook niet als ’k hèm laat
+gaan, wat ’k gister en eergister telkens weer beloofde?… <span class="stage">(<i>met geweld haar handen vattend</i>)</span> ’k Heb al die nachten in ’n koorts geleefd en ’t hijgen van je borsten zoo gedroomd,
+als toen dien eersten dag, toen jij ze schutte met je kouwe handjes!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb466">[<a href="#pb466">466</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>worstelt zich los, wijkt tot dicht bij de schouw</i>)</span> Laat eerst m’n vader vrij …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>onstuimig</i>)</span> En als-ie ’t is?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>zacht en op schreien af</i>)</span> Dan geef je mij een kus—en ik zal jou een geven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Een? Een! Ik tel je heele lichaam af! Hij ’s vrij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Vandaag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nog vóór den avond?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Nog voor … Nog voor … Wanneer jij wil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als je onwaarheid spreekt—en me beliegt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik geef m’n woord! M’n woord! Kom dichterbij! Ik heb wat voor je meegebracht, dat
+’k zelf moet om je naakte halsje leggen <span class="stage">(<i>toont parelsnoer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>doodelijk bevreesd</i>)</span> Ik draag alleen m’n moeders beeld!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dan hou je dit en draagt dat van je moeder … Of hebben ze dat afgenomen?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb467">[<a href="#pb467">467</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee. Nee. Ik heb ’t daar! <span class="stage">(<i>met gebaar naar slaapstee</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Haal ’t dan hier …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom? Waarom? Ik wil niet ruilen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat hoeft niet—haal ’t hier! <span class="stage">(<i>gaat haar na, verspert haar den weg</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je zei … Je zei …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zei … Ik zei … <span class="stage">(<i>dringt haar in de slaapstee</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hulp vader, vader, vadertje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>die met ’t hoofd in de handen gebukt heeft gezeten, staat onrustig op, staart luisterend
+voor zich uit, zet zich opnieuw en sorteert</i><span class="corr" id="xd33e22773" title="Niet in bron">)</span>.</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">—DOEK—
+<span class="pageNum" id="pb468">[<a href="#pb468">468</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3" class="div1 last-child act"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.</h2>
+<p class="stage">(Het onveranderd tooneel van het tweede Bedrijf. In Droomelot’s cel ligt op de tafel
+een fleurig kleed, waarop een vaas met bloemen—in het midden staat een divan met smyrnaasch
+tapijt.)</p>
+</div>
+<div class="divBody">
+<div id="s3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Eerste Tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Sero</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Arts</span>.<span id="xd33e22794"></span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Sero, die met het hoofd op de erwtenbaal op den grond ligt, ’n trap gevend</i>).</span> Wat is dat nou? Hé!… Hé!… Slaap jij alweer! <span class="stage">(<i>naar het uitgeslagen, onbeslapen bed aan den wand kijkend</i>)</span>—Of heb je niet geslapen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>versuft opzittend</i>)</span> Ik heb—ik heb—ik heb zóó goed geslapen, dat ik nog dronken ben …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Sta op! <span class="stage">(<i>rukt hem aan den schouder</i>)</span> Sta op!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb469">[<a href="#pb469">469</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat wil ik wel <span class="stage">(<i>poogt op te staan</i>)</span>—dat wil ik zeker wel—maar wil is niet genoeg! <span class="stage">(<i>smakt terug</i>)</span> Je moet me, kameraad, ’n steuntje geven …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>hem ruw onder de armen grijpend</i>)</span> Vooruit! Schiet op! Ik ben jouw kruier niet!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Ik dank je zeer. Bij Jericho heeft zelfs de Samarieter béter niet geholpen … Nee,
+laat me nog niet los … ’t Is nog ’n afstand tot ’t bed. En zak ik in, moet jij je
+weer verneedren door me op te rapen! <span class="stage">(<i>zit op bedhoek. De wachter veegt nijdig z’n uniform af</i>)</span> Ja, vuil geeft af! Van buiten en van binnen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ik waarschuw je—je kent me nou!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>knikt</i>)</span> Ik kèn je vuisten en je voeten, je vloeken en je vlakke hand al haast twee maanden,
+niet? Twee maanden, ja! Jij heb ’n toekomst, vriend. Nog eer ik hier krepeer, krijg
+jij ’n ééreteeken daar—en welverdiend!… Tot zelfs m’n makker, in ’t hol hierboven,
+heb jij met klappen ’t kloppen afgeleerd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Je brood—je water, bek gehouen! En als je ’t weer niet lust: ’t komt terug—’t komt
+terug, hard als ’n bikkel! En zien wie ’t ’t laatste wint! Sta op! De dokter! Ben
+je blind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Wel nummer-zooveel, zit je alweer op? <span class="stage">(<i>tot wachter</i>)</span> Is hier geen stoel? Moet ’k op den grond gaan knielen bij patiënten?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb470">[<a href="#pb470">470</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> De order is dat hij geen stoel meer krijgt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ja, ja—dat ’s best—maar ik, maar ik?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’k Breng ù ’r daadlijk een! <span class="stage">(<i>af</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> En jij? En jij? Nog altijd duizlig en eens af en toe ’n flauwte? <span class="stage">(<i>Sero knikt glimlachend</i>)</span> Ja, ja, dat is ’t hart, ’t hart. Je hart dat is vergroot, te groot; daar zijn geen
+kruiden voor gewassen! <span class="stage">(<i>tot wachter met stoet</i>)</span> Ik dank je wel! <span class="stage">(<i>Wachter bij deur</i>)</span> Je moet geen vrachten tillen en geen trappen loopen en naar—omstandigheden je ontzien!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Geen koffie en geen sterke drank?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Nee, nee. Je tong!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geen lange wandeltochten, geen tabak?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Nee<span class="corr" id="xd33e22961" title="Bron: .">,</span> nee. Je tong!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Niet dansen en geen zwaar verkeer met vrouwen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>afwezig</i>)</span> Nee! nee! <span class="stage">(<i>plots vinnig</i>)</span> Nee, Nee! Hoe heb ik ’t met jou? Zit jij me voor de mal te houen? <span class="stage">(<i>Sero steekt z’n tong uit, schudt ’t hoofd</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Als u me noodig heeft, meneer de dokter!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>wenkt hem heen te gaan. Wachter achter deuropening <span class="pageNum" id="pb471">[<a href="#pb471">471</a>]</span>op en neer</i>)</span> Gezien! Gezien! Je pols … Heb je vannacht geslapen? … Nu!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’k Lei op den grond en had geen fut meer in m’n bed te kruipen … ’t Is mal, ’t is
+zot, hoe je dan tobben kan en in ’t donker dingen zwarter dènkt dan ze bestaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>hem wenkend te zwijgen</i>)</span> Ja, ja! Hoe werkt je maag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Heeft in de laatste dagen wat geluierd—en ’k heb geen beitel om m’n brood voor ’t
+heilig avondmaal te brokken! <span class="stage">(<i>laat het brood dat hij met de vrije hand opgenomen heeft op den grond vallen</i>)</span> Ik wou … Ik wou … <span class="stage">(<i>strijkt zich moeilijk langs ’t voorhoofd</i>)</span> Vreemd, dat je ziel zoo in en uit je lichaam gaat … <span class="stage">(<i>zakt achterover</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>zich over hem buigend</i>)</span> Dat schijnt nog niet de láátste keer … <span class="stage">(<i>tot wachter</i>)</span> Hé, jij—maak jij dat raam ’ns open!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ja, als ’t móét—maar doen mag ik ’t niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Als ik ’t zeg, dan is ’t noodig! Hij ligt in onmacht—vlug wat buitenlucht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>. </span> <span class="stage">(<i>met ’n sleutel het kastje van de lijn openend en het tuimelraam vierend</i>)</span> Nou, as ’t lee an mijn, dan bleef-ie waar-ie leit! De dokter heeft geen flauw benul,
+wat judas of die kerel is! Niet <span class="pageNum" id="pb472">[<a href="#pb472">472</a>]</span>één dief, niet één moordenaar, in ’t heele huis, zit zoo vol vuile praat en vuile
+streken as deze gladde boef. An dat gaat niemendal verloren! Gift, haat en ongeloof!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ja, ja,—maar ’t is ’n mensch, al deugt-ie niet, en zieke harten geven zieke hersnen …
+Als-ie familie heeft en de Regent ’t wil, dan moet gewaarschuwd worden. De veer van
+’t werk is stuk.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’t Werd tijd! <span class="stage">(<i>kinderstemmen buiten</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Is ’r ’n vrouw?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter</span>. </span> ’n Hoer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> ’n Kind?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> ’n Jong, hiernaast! Wordt door Zijn Excellentie achterna-geloopen! Ik knijp ’n oogie
+dicht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts..</span> <span class="stage">(<i>de kinderstemmen bedoelend</i>)</span> Is dat de straat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Nee, dokter, dat ’s ’t plein—en wat u hoort … <span class="stage">(<i>Sero zit langzaam-tastend op</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>wenkt Wachter heen te gaan</i>)</span> Wel, was ’t weer even mis?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>luistert hijgend naar de geluiden, zakt van het bed op de knieën, snikt ’t steunend
+uit</i>).</span></p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb473">[<a href="#pb473">473</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Kom nu—dat’s niet zoo goed voor je, je op te winden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>hem met armgebaar afwerend</i>)</span> Doe dan dat raam weer dicht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Dat raam weer dicht? ’t Is voor je bestwil nummer zooveel!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Doe dicht dat raam—ik heb ’t koud!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Je heb ’t koud? Stop jij daarvoor je vingers in je ooren? ’t Is buiten heerlijk warm!…
+Kom, kom, wees man! Wil je je vrouw nog zien? <span class="stage">(<i>Sero schudt woest het hoofd</i>)</span> Je dochter dan? <span class="stage">(<i>Sero staart naar ijzeren val, schudt het hoofd</i>)</span> Nee? Heb ’k goed begrepen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>naar den val starend</i>)</span> … Ik wil ’r zien, als ze geen tafel heeft …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Geen tafel … Wat zegt je nu …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk opstaand</i>)</span>… <i>Ik</i> had ’r geen—en aan de schuif is nog geen hand geweest—geen wachtershand—en niet de
+hare … ’k Heb meer dan zestig dagen, uur aan uur, en nacht aan nacht … Ben jij hiernaast
+geweest? Hééft ze ’n tafel en ’n stoel? Dat kan ’k dien man niet vragen, die me trapt
+en slaat op hoog bevel, en me op hoog bevel m’n krachten heeft genomen, omdat ’n galg
+zoo-zeer de aandacht trekt van raven en van menschen …!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb474">[<a href="#pb474">474</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Bedaar nu, nummer-zooveel—of je heb ’r zelf aan schuld<span class="corr" id="xd33e23205" title="Bron: ..">…</span> En praat gezonde taal …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>den stoel nemend en pogend er bij de schouw op te klimmen</i>)</span> Nee, nee, dat kan de akrobaat niet meer! En ’t hoeft ook niet. Want aan de schuif
+is niet getimmerd, niet geschroefd … En zij heeft jonge beenen … <span class="stage">(<i>zit gebroken neer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Ik zal je laten brengen naar de ziekenzaal.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat is te laat—<span class="stage">(<i>naar omhoog kijkend</i>)</span> en wie weet nog te vroeg. Ik wil hiér in m’n eentje sterven.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> Dat zeg je me bij elk bezoek, maar hier is toch geen plaats … <span class="stage">(<i>omzichtig</i>)</span> Je vrouw en dochter kunnen bij je komen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>de hand op ’t hart</i>)</span> Ik heb geen vrouw—en als ze heeft ’n tafel met vier pooten, geen dochter meer!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> <span class="stage">(<i>goedig-sussend</i>)</span> Ja, ja, ja, ja! Dat meen je nu, en straks heb je weer andre, dwazer kuren! <span class="stage">(<i>naar deur, keert terug</i>)</span> Wil je soms schrijven voor je laatsten wil? Ik vraag dat, waar jij zèlf zoo telkens
+weer van sterven spreekt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> M’n laatste wil … <span class="stage">(<i>diep ademend</i>)</span> Hè, ’k ben den ballast kwijt—ik word weer mensch, nou dat te groote hart zich uitzet
+als ’n spons in ’t water! M’n laatste wil, hahaha! Hoe ben ’k met zoo’n groot hart
+zoo klein geweest daarnet te grienen! ’k Vermaak<span class="pageNum" id="pb475">[<a href="#pb475">475</a>]</span>—dat kan ook zonder testament—en vrij van zegel, registratie!—vermaak m’n geest en
+ziel aan wie ’r bod op doet, <span class="corr" id="xd33e23274" title="Bron: rabijnen">rabbijnen</span> zelfs, pastoors en wie den geldzak kust!—vermaak m’n lichaam, huid en haar, ’t vet
+en ’t vleesch, aan jonge maatjes in jouw vak van wetenschap, die uit geen béter kringen
+krijgen ’t materiaal, om voor te snijden op de sectietafel … Vermaak! Vermaak! In
+’t leven is de zotheid baas!…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> De zotheid, zeg dat wel, vooral jouw zotteklap! Men maakt geen grappen, als men kan
+vermoeden …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> … Dat binnenkort ’t zeldzaam-groote hart ligt in ’n glazen huis met spiritus en met
+’n varkensblaze-dak!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Arts.</span> ’t Is wel. Ik zwijg <span class="stage">(<i>bij de deur</i>)</span> ’k Zal je den priester sturen.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Waarom? Waartoe? Ik wil en geef geen absolutie! <span class="stage">(<i>De arts gaat schouder-ophalend af. Buiten wordt het spelend rumoer der kinderen sterker.
+Met de handen op den rug gevouwen, staart Sero eerst naar den schoorsteenval, vervolgens
+zonder te bewegen naar de richting van het geluid.</i>)</span></p>
+<p class="line">’k Zou willen weten wat uit jullie groeit:</p>
+<p class="line">Ik ga en jullie komen pas den weg</p>
+<p class="line">Geloopen die zoo wonderschoon kon zijn,</p>
+<p class="line">Als niet de modder hing aan elken stap,</p>
+<p class="line">En elke nieuwe, jonge, vrije jeugd,</p>
+<p class="line">Weer in de óúwe leugens werd verstikt!<span class="pageNum" id="pb476">[<a href="#pb476">476</a>]</span></p>
+<p class="line">’k Zou willen weten of de lente, die</p>
+<p class="line">Uit jullie kleine kinderstemmen spreekt,</p>
+<p class="line">’n Zomer wordt die bloeiend opengaat</p>
+<p class="line">En aan de landen eindloos stuifmeel geeft!</p>
+<p class="line">’k Zou willen weten of de rijke vrucht,</p>
+<p class="line">Die van geen mensch en toch van iéder is,</p>
+<p class="line">Door jullie éénsgezind gegrepen wordt</p>
+<p class="line">En zóó gesteld dat nooit meer ruwe klauw</p>
+<p class="line">’t Kost’lijk aardgeschenk vernielen kan … <span class="stage">(<i>De gevangene boven klopt</i>)</span></p>
+<p class="line">Dat zien wij twee, jij dief en moordenaar,</p>
+<p class="line">En ik, dìe langs de wegen ben gegaan,</p>
+<p class="line">Om zonder aarz’len mensche-plicht te doen—</p>
+<p class="line">Dat zien wij twee niet meer—maar zij—misschien …</p>
+</div>
+<p class="stage">(<i>zet zich op stoel, sorteert</i>).</p>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Tweede tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Sero</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>ontsluit Droomelot’s cel, laat haar binnen. Zij neemt haar masker af, geeft dat den
+Wachter, die haar onder de kin strijkt. Zij wijkt verschrikt achteruit</i>)</span> Hahaha! Doe niet zoo preutsch, jij leep en listig ding! ’k Draag niet m’n oogen in
+m’n zak en ’k heb twee ooren als trompetten! Ja, kijk maar lekker rond—’t wordt hier
+’n fijne keet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wie heeft dat alles hier gebracht?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wie?—Ik en m’n maats!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb477">[<a href="#pb477">477</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Terwijl je werd gelucht! Hahaha, de heele wacht is uitgeloopen, en heeft zich voor
+jouw deur ’n uitgezakte breuk gelachen! Jij ben ’n bliksems-gladde, kleine helleveeg.
+Je moeder kan ’n puntje an jou zuigen! En as je éven handig blijft, en ’m zoo zacht
+an ’t lijntje houdt, ’m snoepen laat met mondjesmaat, en of je ’r tièn zoo aan je
+vingers heb, ’m onverschillig op z’n koppie krauwt—dan lijm je ’m vast nog jaren lang
+en wat jij wil, krijg jij gedaan! Tik voor je aan, met veel respect! En as je je bij
+hèm verveelt, in plaats van elken dag kandij, ’ns watertandt naar mager spek: dan
+heb je maar ’n kik te geven! Met veel respect! Hahaha! <span class="stage">(<i>treedt <span class="corr" id="xd33e23381" title="Bron: noch">nog</span> lachend bij Sero binnen; nijdig</i>)</span> Raap op dat brood! Al smijt je ’r mee: je krijgt geen ander! <span class="stage">(<i>Sero bukt zich, legt het op het bed. Wachter rukt stoel weg, zet dien buiten, keert
+terug, sluit het raam. Droomelot heeft de bloemen opgenomen, laat die vallen, zet
+zich op haar stoel.</i>)</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Móét ’t al dicht? Màg ’t niet langer open?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Je kan je zelf wel antwoord geven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> ’t Is toch ’n kleinen dienst dien ik je vraag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Als ik je luchten wóú, heb je ’t verdomd! Je was te slap, niewaar?, te ziek, niewaar?,
+om naar de plaats te loopen! Hier geef ìk jou geen lucht, nog niet voor tien doktoren!
+’k Vertrouw je <span class="pageNum" id="pb478">[<a href="#pb478">478</a>]</span>net van hier tot daar! Jij ben in staat, of anders zijn ’t je vrinden om bij zoo’n
+open raam … Ha-ha-ha, heb ik je door?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span> Mag ik vandaag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Nou, wat? Leg niet te pruimen op je woorden!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Mag ’k vandaag—mee naar de plaats! Ik wou voor ’t laatst de zon nog zien.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Wel, wel—nou zoo ineens? De tijd van luchten is voorbij—moet je tot morgen wachten!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>spottend</i>)</span> Ik heb misschien geen morgen meer.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Daar làcht-ie om, ’t stuk ongeluk! Dàt wil de zon nog zien! De zon, die draait ’r
+kooi niet in, as jij geen afscheid neemt! Vooruit dan maar! ’k Ben gek gedorie da’k
+’t doe! <span class="stage">(<i>laat sleutelbos vallen</i>)</span>… Raap op! <span class="stage">(<i>Sero geeft hem de sleutels</i>)</span> Ha-ha, heb ik je goed gedrild? Komt ’t ontzag ’r langzaam in? Als ik jouw vader was
+geweest …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Was jij voorzeker in je bèd gestorven!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>’t masker gevend</i>)</span> Pak an! Zet op! Geen kletspraat onderweg, geen teekens, geen gefluit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat masker ruikt naar karneval!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb479">[<a href="#pb479">479</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Ha-ha-ha! <span class="stage">(<i>’t ook beruikend</i>).</span> Dat is ’t luch-ie van de harem, hier dichtebij! Naastan wascht een ’r snuit met beter
+zeep dan jij, omdat ze met Zijn Excellentie trekkebekt! <span class="stage">(<i>Sero rukt ’t masker af</i>)</span> Zet op! Wat suf je nou? Vooruit! Je hoeft niet vies van ’r te wezen! As jij as teef
+geboren was, liep ook de duurste reu je na! Zóó as ’t voorjaar is, is iedre hond-van-ras
+z’n moer en stand vergeten en rent in d’achterbuurt met ’t smerigst mormel mee!… <span class="stage">(<i>Sero laat ’t masker vallen</i>)</span> Wat mier jij nou? Vooruit! Zet op!… En as je onderweg ’n flauwte krijgt—ik ken je
+foefies, ouwe smakker!—giet ik ’n emmer langs je leeg! <span class="stage">(<i>duwt hem voort</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Derde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Regent, Droomelot.</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>heeft de papieren gelezen, bergt die op</i>)</span> O, vadertje, als je eens wist—als je eens weten kon!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>onstuimig binnentredend, werpt mantel en hoed op divan</i>)</span> Daar ben ik weer—verdoemd, terwijl ’k gister pas gezworen heb, nóóit meer ’n stap
+hier in ’t hok te zetten! Daar ben ik weer, voor spot van soldeniers en wachters!
+<span class="stage">(<i>zij smakt met het hoofd op de tafel</i>)</span> Daar ben ik weer! Heb je me niet verstaan? Dat is geen houding die jou past, als
+ik hier ben! <span class="stage">(<i>rukt haar omhoog</i>)</span> Zit recht en kijk me aan!… Heb jij, heb jij de bloemen die <span class="pageNum" id="pb480">[<a href="#pb480">480</a>]</span>ik zelf voor jou geplukt, daar op den grond gesmeten? Neem op! Neem op! <span class="stage">(<i>houdt haar tegen, bukt, legt haar de bloemen in den schoot, grijpt geknield haar handen</i>).</span></p>
+<p class="line">Daar ben ik weer: doe met me wat je wil!</p>
+<p class="line">Trap me en sla je handen om m’n strot—</p>
+<p class="line">Kwel me en laat me kruipen als ’n dier,</p>
+<p class="line">Dat nog je nasluipt, als ’t geranseld wordt!</p>
+<p class="line">Ik kan niet buiten jou, m’n Droomelot!</p>
+<p class="line">Ik hijg in eenzaamheid m’n uren door,</p>
+<p class="line">Je hatend en verwenschend eindeloos</p>
+<p class="line">En naar je snakkend met zoo’n woesten lust,</p>
+<p class="line">Zoo’n rauwen opstand van m’n heele lijf,</p>
+<p class="line">Dat ik m’n tanden in m’n lippen zet,</p>
+<p class="line">En met m’n vuisten beuk m’n gloeiend hoofd!</p>
+<p class="line">Ik zal je niet en nooit meer met geweld</p>
+<p class="line">Heendragen naar je bed, als toen dien dag!</p>
+<p class="line">’k Wil dat je zèlf je armen om me legt</p>
+<p class="line">En zèlf den adem van mijn mond begeert</p>
+<p class="line">En zelf met dat waanzinnig ongeduld,</p>
+<p class="line">De slinger-slagen telt, om te zien! <span class="stage">(<i>kust haar handen</i>).</span></p>
+<p class="line">Zeg nu een woord en staar niet voor je uit! <span class="stage">(<i>heftig</i>).</span></p>
+<p class="line">Ik wìl en zàl jouw eersten <span class="ex">vrijen</span> kus!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>de bloemen zonder hem aan te zien brekend</i>).</span></p>
+<p class="line">Je heb me met geweld hierheen gebracht</p>
+<p class="line">En met geweld geleerd wat moeder is</p>
+<p class="line">En met geweld gezegd hoe ’k bidden moet</p>
+<p class="line">En met geweld gehaald van vader af</p>
+<p class="line">En met geweld mijn tranen weggekust<span class="pageNum" id="pb481">[<a href="#pb481">481</a>]</span></p>
+<p class="line">En met geweld me ’t vrees’lijke gedaan <span class="stage">(<i>smijt alle bloemen neer</i>).</span></p>
+<p class="line">Maar dàt, dat uit mezelf, dat kàn ik niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat kun je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat kan ik niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ook niet—als—als … als ik je smeek en bid? <span class="stage">(<i>zij schudt het hoofd</i>)</span>… Ook niet als iedre wensch van jou …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Heb ’r maar een—hier dood te gaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span id="xd33e23628"></span></span> <span class="stage">(<i>haar in de armen nemend</i>).</span></p>
+<p class="line">Kom nu, m’n kleine, kleine Droomelot:</p>
+<p class="line">Je weet hoe ik je slaaf geworden ben,</p>
+<p class="line">Hoe ik, die honderd vrouwen heb gehad,</p>
+<p class="line">Gehad en weer verschopt, hoe ’k van jóú hou,</p>
+<p class="line">En hoe je me gelukkig maken kan</p>
+<p class="line">Door éven vroolijk kijken en ’n lach!</p>
+<p class="line">Is ’r een deur, die hier gesloten blijft?</p>
+<p class="line">Ben je niet vrij, ook zonder dat je vraagt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>zich losrukkend</i>).</span> Ik wil niet vrij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je wil niet vrij? Waarom?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Als ’k buiten kom, dan ken ik maar één stap</p>
+<p class="line">Waar ’t water diep is, en geen mensch me ziet,<span class="pageNum" id="pb482">[<a href="#pb482">482</a>]</span></p>
+<p class="line">Waar ’k niet meer denk en tob, en niet meer vrees</p>
+<p class="line">Dat ik m’n vadertje ontmoeten zal.</p>
+<p class="line">’k Hoop dat-ie sterft, voor iemand ’m dat zegt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat kàn ’m niemand zeggen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Iedereen! </p>
+<p><span class="stage">(<i>divan en kleeden bedoelend</i>).</span></p>
+<p class="line">Waar zooveel wachters dat en dat gezien,</p>
+<p class="line">Hoort ’t de heele stad eer ’t avond is</p>
+<p class="line">En eer ’t avond is, hoort hij ’t ook! <span class="stage">(<i>valt snikkend neer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij hoort ’t niet en nóóit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij weet ’t al!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Regent.</p>
+<p class="line">En als-ie ’t weet, wat raakt dat mij—en jou!</p>
+<p class="line">Druk een keer zèlf je lippen op mijn mond</p>
+<p class="line">En wee degeen die dan niet voor je buigt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>in knielende houding, de oogen gesloten</i>)</span> Ik zeg—ik zeg niet langer nee … Ik zal …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je zult …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zal je kussen op je mond …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Uit vrijen wil?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dankbaar—uit vrijen wil—als ’k dan voor goed vrij-uit mag gaan!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb483">[<a href="#pb483">483</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Waarheen?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waar ’k nooit meer vadertje ontmoeten kan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Je vader niet—maar mij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen sterveling!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Verdoemd! Ben jij zoo op den dood verzot, enkel uit angst …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor zìjn twee oogen—ja!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En voor die van je moeder dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Voor haar? Ik ben geworden wat mijn moeder is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En als-ie nu gestorven was—of weer—neem dat eens aan: opnieuw gevangen werd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Als hij gestorven was—is-ie dat dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Hij is nog hier—hij is niet weg geweest!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Niet weg geweest?… En jij, je gaf je woord!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat heb ik ook gegeven in m’n roes! <span class="stage">(<i>moeilijk pratend en lachend, terwijl zij met eene verjonging van het gelaat voor zich
+heen staart</i>).</span></p>
+<p class="line">’k Heb dronken wel m’n zaligheid beloofd,</p>
+<p class="line">Meer dan ik had en ik belooven kon<span class="pageNum" id="pb484">[<a href="#pb484">484</a>]</span></p>
+<p class="line">Om als m’n dolle kop weer nuchter was,</p>
+<p class="line">’t—met verstand—weer andersom te doen!</p>
+<p class="line">Maar jij—maar jij!—hield jij je woord dan wel?</p>
+<p class="line">Dee ’t je wat, dat jij me had bekeerd</p>
+<p class="line">Niet langer je te kussen met geweld?</p>
+<p class="line">Dee ’t je wat of ik krankzinnig werd?</p>
+<p class="line">Heb ’k niet gekropen en mezelf verlaagd</p>
+<p class="line">Heb ik een oogenblik voor jou bestaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Bron: :">.</span></span> <span class="stage">(<i>starend</i>).</span></p>
+<p class="line">Hij is niet weg geweest—en hoort ’t nooit.…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>sleutels op divan smijtend</i>).</span></p>
+<p class="line">Nu lieg ik niet en laat ik je de keus</p>
+<p class="line">En speel niet met den tijd, eer ’t me berouwt!</p>
+<p class="line">Daar zijn de sleutels om hier uit te gaan,</p>
+<p class="line">Voor hem èn jou, of voor jou heel alleen,</p>
+<p class="line">Of als-ie wil, voor hèm, terwijl jij blijft,</p>
+<p class="line">Als jij je volle ziel me overgeeft,</p>
+<p class="line">En met den geur van bei je lippen zegt,</p>
+<p class="line">Dat ìk de koning van je droomen ben,</p>
+<p class="line">Dat jij me toebehoort met al den lust,</p>
+<p class="line">Die de verkwikking is van jonge min!</p>
+<p class="line">Ik zweer …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat heb je gister pas gedaan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent<span class="corr" id="xd33e23815" title="Bron: ,">.</span></span> Ik steek m’n vingers op …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Geloof je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik laat de sleutels hier …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb485">[<a href="#pb485">485</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En neemt ze weer terug! Zooals je op je woord getrapt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>heft z’n vuist, wijkt bij haar oogen, werpt de deur open</i>).</span> Ik wacht.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>voor zich uit glimlachend</i>).</span></p>
+<p class="line">Voor ik m’n beste zelf jou geef</p>
+<p class="line">En ongedwongen jóú tot liefste neem,</p>
+<p class="line">En jou vertel het diep en teer geheim,</p>
+<p class="line">Dat me in wreede nachten heeft ontrust,</p>
+<p class="line">Vraag ’k zekerheid, dat ’k gaan kan ongestoord …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Gaan naar den dood?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Nee! Naar ’t leven heen!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> En als je me bedriegt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Bedrieg je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zekerheid—maar jij geen onderpand!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Is ’r een …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wat dan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat dan?… Ons—kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ons kind! <span class="stage">(<i>grijpt haar onstuimig in de armen</i>).</span> Ons kind—en jij je weigert nog.</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb486">[<a href="#pb486">486</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>haar gelaat hijgend afwendend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <i>Ik</i> heb ’t niet gewild—heb ’t verwenscht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>lachend voor zich uit starend, holt de gang in, wenkt wachter</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p>
+<p class="line">Kom hier! En zeg aan al je kameraads,</p>
+<p class="line">Aan alle wachters en aan iedereen,</p>
+<p class="line">Dat zij de vrijheid heeft om heen te gaan,</p>
+<p class="line">Heen waar ze wenscht en waar ’t ’r behaagt</p>
+<p class="line">En dat ’n klacht van haar een vonnis wordt!</p>
+</div>
+<p class="stage">(<i>Wachter tikt aan, verwijdert zich</i>)</p>
+<div class="sp">
+<p class="line">Dat is mijn kind! <span class="stage">(<i>grijpt haar handen</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>trotsch</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee, nee—’t is van mij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Ik zorg ’r voor—ik voed ’t op!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>de handen terugtrekkend</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Nee ik.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Regent.</p>
+<p class="line">Ik! Jij!—Jij! Ik!—Dat komt op ’t zelfde neer!</p>
+<p class="line">Krijg ’k nu wat ’k heb gevraagd die maanden lang?</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vierde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">De vorigen</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Regina</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Regina bij de open deur weerhoudend</i>)</span> Niet hier!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Waar dan?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb487">[<a href="#pb487">487</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat merk je wel—hiér nièt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hier wel! Hier wel! <span class="stage">(<i>vliegt haar om den hals</i>)</span> Wat ben ik blij dat ik je zie!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Wie heeft die vrouw gehaald?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Dat heeft de kommandant gelast!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> De kommandant—waarvoor?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Omdat de dokter heeft gezeid, dat hij krepeeren gaat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Is hij dan hier? Wat heb jij voor een kop! Weg met die vrouw!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>Regina, die angstig Droomelot omhelsd houdt, bij den arm grijpend</i>)</span> ’r Uit—en as de bliksem mee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Zeg aan dien man, dat ik ’r spreken wil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat zeg ik niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan ga ik mee, waar zij heengaat!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Dat zul je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Heb je niet zelf gelast, dat ik me vrij bewegen mag?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent</span> <span class="stage">(<i>denkt na, haalt Regina bij de deur terug, <span class="pageNum" id="pb488">[<a href="#pb488">488</a>]</span>fluistert haar wat toe—dan tot wachter</i>).</span> Je blijft ’r bij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dan spreek ik niet—en zoek m’n moeder later op! <span class="stage">(<i>Regent loopt woest op en neer, wenkt wachter—beiden af—de deur blijft open.</i>)</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Vijfde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Regina</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus—is ’t waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat, moederlief?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Wat overal, in elke straat ’n ieder zegt—dat jij en hij … <span class="stage">(<i>Droomelot knikt</i>)</span> O, lieve Jezus, ’t is mijn schuld! En ik—ik ben jou niet tot schrik geweest, tot
+voorbeeld hoe je ondergaat, als je je eenmaal geeft …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb me niet gegeven—<span class="stage">(<i>hard en trotsch</i>)</span> gééf me niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> En jij en hij?—je knìkte toch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Die man wordt enkel vader van ’n kind, dat ’k leeren zal hoe men hèm haten moet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus … Dus … Jij ook!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" id="xd33e24100" title="Bron: ,">.</span></span> Ik ook—je hoeft niet bang te zijn, dat ik ook op jou óóit neer zal zien!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb489">[<a href="#pb489">489</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Had ’t maar wel gedaan—en wel gekùnd!… Ik ben zoo schand’lijk slecht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Zoo slecht …? Heb je dan meer—misdaan dan ik?… <span class="stage">(<i>Regina slaat de handen voor het gelaat</i>)</span> Wat heb jij dan misdaan?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vraagt ’t me niet, m’n kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’k Dacht dat je net als ik—gedwongen was geweest.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Gedwongen word ik nog. ’r Is geen weg terug.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Geen weg terug—dat meen je niet … <span class="stage">(<i>op den divan knielend, achter Regina en de armen om haar heen vouwend</i>).</span></p>
+<p class="line">Dat meen je niet en ’t is niet zoo!</p>
+<p class="line">’k Heb over jou, als ’k niet meer schreien kon,</p>
+<p class="line">Die nachten, zoo gedacht en zoo je pijn</p>
+<p class="line">En zorg geweten, zoo me voorgesteld</p>
+<p class="line">Hoe jij gelejen heb, dat ik mezelf</p>
+<p class="line">Verweet, dat ik geen dochter voor je was.</p>
+<p class="line">Dan nam ik, in ’t donker op mijn bed,</p>
+<p class="line">Den kettìng, met ’t groote medaljon</p>
+<p class="line">En draaide kreunend zoo de schakels rond,</p>
+<p class="line">Of ’k voor je bad en hield een rozenkrans</p>
+<p class="line">En jij me in de verte hooren zou!</p>
+<p class="line">Jij heb wel schrik’lijk veel verdriet gehad? <span class="stage">(<i>Regina tracht Droomelot’s handen los te maken</i>)</span></p>
+<p class="line">Nee, laat mijn handen om jouw lieven hals.</p>
+<p class="line">Ik ben toch ook voor jou ’t kind geweest,<span class="pageNum" id="pb490">[<a href="#pb490">490</a>]</span></p>
+<p class="line">Dat in ’n lichaam angst en vreugde wekt,</p>
+<p class="line">En naast je eigen, wilden harte-slag</p>
+<p class="line">De zachte echo van ’n tweeden stelt …!</p>
+<p class="line">’k Hou nu veel meer van jou! <span class="stage">(<i>kust haar</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>heftig opstaand</i>)</span> Nee doe dat niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat niet? ’k Omhels jou—en …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> En ’k wil ’t niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Weer niet? Weer niet? Dat zei je toen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Toen ook!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Waarom?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Omdat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Omdat …?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Omdat ’k niet wil! <span class="stage">(<i>moeilijk</i>).</span></p>
+<p class="line">Omdat wat ’k laat—verkoop aan iedereen,</p>
+<p class="line">Niet voor jouw mond en lippen wezen mag!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Begrijp ik niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Hoop dat je ’t nooit zal doen …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je ben van vader weggegaan—waarom?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stug</i>)</span> Dat weet ik niet …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb491">[<a href="#pb491">491</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hield jij dan niet van hem?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stug</i>)</span> Dat weet ik niet—herinner ’t me niet meer! ’t Is zoo lang geleden—en vandaag …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wat dan vandaag?…</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vandaag is alles uit … En als ’t uit is, helpt geen spijt, geen klacht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je praat in raadsels, moederlief … Je praat …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina …</span> Allicht te veel <span class="stage">(<i>met blik op wachter, die even in deuropening verschijnt</i>)</span>—omdat ’k niet praten mag! Ik kom misschien terug.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Dat hoeft niet meer. ’k Ben vrij.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Jij vrij?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> ’r Houdt me niemand hier!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>angstig</i>)</span></p>
+<p class="line">Je zegt dat zoo—zoo blij en opgewekt</p>
+<p class="line">Omdat je nog niet weet … Ik ben besteld …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Ik weet—weet dat-ie nog gevangen zit,</p>
+<p class="line">Wéét dat-ie niet door schùld is los gekocht,</p>
+<p class="line">Wéét dat-ie me zoo diep verachten zou,<span class="pageNum" id="pb492">[<a href="#pb492">492</a>]</span></p>
+<p class="line">Als ik door éigen wil gevallen was,</p>
+<p class="line">En door zoo’n offer hèm geofferd had …</p>
+<p class="line">’k Was voor ’n uur nog tot den dood bereid,</p>
+<p class="line">Uit vrees dat hij me ginds ontmoeten zou</p>
+<p class="line">En me verwijten, dat ik hem verlost!</p>
+<p class="line">Nu is hij even ongerept als ik</p>
+<p class="line">Nu trek ik sterk en ongebogen uit</p>
+<p class="line">En zet als ’t mag en kan zijn arbeid voort …</p>
+<p class="line">En jou laat ’k niet meer los!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik tel niet mee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Jij blijft bij mij … en ik, ik blijf bij jou!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dan kán niet, kind!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></span> ’t Kan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben melaatsch.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Melaatsch!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben gedoemd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Door wie gedoemd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Vraag ’t aan elke vrouw en ied’ren man—maar niet aan mij!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik vraag ’t aan jou zèlf—zooals mijn eigen kind eens vragen zal …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>worstelend</i>)</span> Ik ben … Ik ben …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb493">[<a href="#pb493">493</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> … Wat ik geworden ben!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Regina.</p>
+<p class="line">Ik was zoo slecht, zoo laag en zoo gemeen</p>
+<p class="line">En ook zoo laf, dat ’k haast niet biechten kan.</p>
+<p class="line">Ik liet hem in den steek, toen ’t armoe werd,</p>
+<p class="line">Armoe met ied’ren dag meer wrok en twist.</p>
+<p class="line">’k Was jong, dacht dat ’n ander beter was.</p>
+<p class="line">Die ander zette me weer aan den dijk:</p>
+<p class="line">Het was z’n recht—hij had ’r voor betááld.</p>
+<p class="line">Ik stond op straat<span class="corr" id="xd33e24345" title="Niet in bron">,</span> ’r stonden ’r daar meer.</p>
+<p class="line">Naar jullie huis dorst ik niet heen te gaan.</p>
+<p class="line">Dat durf je niet, je voeten zeggen nee.</p>
+<p class="line">En ’k vond dien hongernacht toen weer ’n dak</p>
+<p class="line">Bij weer ’n man, die me z’n kussen gaf,</p>
+<p class="line">’n Slok jenever en ’n middagmaal.</p>
+<p class="line">En ’k stond op straat. En keek de modder aan,</p>
+<p class="line">De modder en de mannen, beurt om beurt,</p>
+<p class="line">Tot ’k bij die twee geen onderscheid meer zag,</p>
+<p class="line">Tot ieder kind me nawees in de stad,</p>
+<p class="line">Tot ’k bang was voor de vogels en de zon,</p>
+<p class="line">En eerst bij avond langs de wegen ging,</p>
+<p class="line">Omdat je dan je eigen schaduw mist.</p>
+<p class="line">Eens ben ik ziek geweest, op sterven af,</p>
+<p class="line">En heb toen alle heiligen en God</p>
+<p class="line">Bezworen dat ’k me beet’ren zou voor goed.</p>
+<p class="line">Maar hoe ik worstelde en hoe ik wou,</p>
+<p class="line">En hoe ik heb gewroet, gesmeekt, gezocht,</p>
+<p class="line">De deuren van de huizen smakten dicht</p>
+<p class="line">En ’k stond weer in de modder—in de straat</p>
+<p class="line">En ben toen wéér van hand in hand gegaan,</p>
+<p class="line">Van man naar man—en heb op ze gespuwd,</p>
+<p class="line">En heb gehaat, gehaat, op mijn manier</p>
+<p class="line">En als ’k me voelde beu en levenszat,<span class="pageNum" id="pb494">[<a href="#pb494">494</a>]</span></p>
+<p class="line">Dan dee ’k wat ik van anderen geleerd</p>
+<p class="line">En dronk. Drank maakt je van de dingen los.</p>
+<p class="line">Zoolang je dronken ben, klaag, bid je niet!</p>
+<p class="line">En bid je God, vloeken de menschen toch … <span class="stage">(<i>Staart met het hoofd in de handen voor zich uit. Droomelot zelf ontwakend, staat op,
+neemt met zacht geweld haar handen weg, kust haar—zij duwt haar op zij</i>).</span></p>
+<p class="line">Laat staan! Laat staan! Je weet niet wat je doet!</p>
+<p class="line">Ik ben geen lippen—als van jou—gewend!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Daar móét je dan aan wennen, moederlief</p>
+<p class="line">Wij blijven saam <span class="stage">(<i>kust haar weer</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>lang-aanhoudend snikkend</i>)</span> Je weet niet wat je zegt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>haar de haren streelend</i>)</span></p>
+<p class="line">Wat heb jij, moedertje, ’n leed gekend,</p>
+<p class="line">Wat is jouw straf verschrikkelijk geweest,</p>
+<p class="line">Wat ben ik blij dat ik je troosten kan</p>
+<p class="line">En blij dat ik jouw steun geworden ben</p>
+<p class="line">En blij dat vadertje dàt nooit gehoord …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Hij ’t nooit gehoord! Hij ’t niet gehoord, ach, ach!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Hij zei van af ’t eerste uur, dat ik</p>
+<p class="line">’m Vroeg waarom de andre kindren wèl</p>
+<p class="line">En ik géén moeder had: je hèb ’r een …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb495">[<a href="#pb495">495</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>stellig</i>)</span> Dat heeft-ie jou als kind gezegd—als kind …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>schudt het hoofd</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span></p>
+<p class="line">… Niet waar! Toen ik vertelde hoe ik jou</p>
+<p class="line">Dien wintermorgen voor—dat huis gezien,</p>
+<p class="line">Dat vreemde huis, met al de blinden neer,</p>
+<p class="line">Toen sprak-ie even goed: ze komt terug!</p>
+<p class="line">Maar jij je praatte niet van hem—jij zei:</p>
+<p class="line">Hou toch vooral je mond als je me ziet …</p>
+<p class="line">Ja, ja en zoo ben ik hierheen geraakt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik ben ’n beest—’k wou dat ik stierf!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> En dan? En dan! Heb je je beurt gehad?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> M’n beurt?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je beurt van òpgang na je ondergang? Je beurt van wraak …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>schudt het hoofd</i>)</span> ’t Was m’n eigen schuld! Als ’k niet was heengegaan, dan zou ik niet …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Was ’r ’n weg terug?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Die was ’r niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Heb jij je vuisten niet gebald, als jij</p>
+<p class="line">Weer telkens in de modder kwam te staan?<span class="pageNum" id="pb496">[<a href="#pb496">496</a>]</span></p>
+<p class="line">Wie smeet de deuren dicht?.… Wie wees je na?</p>
+<p class="line">Wie heeft je bang voor zon en dag gemaakt?</p>
+<p class="line">Was jij dan slechter dan de mannen, die</p>
+<p class="line">Te eten gaven jou—en dan opnieuw</p>
+<p class="line">Je trapten en je zweepten als slavin?…</p>
+<p class="line">Je wóú je modder uit—je kon ’t niet!</p>
+<p class="line">Je wóú weer in ’t licht—’t lukte niet!</p>
+<p class="line">Je wou ’t zelfde recht van elken man,</p>
+<p class="line">Die als-ie in jouw armen was geweest,</p>
+<p class="line">Weer vrij-uit, zingend, over straat kon gaan:</p>
+<p class="line">Je kreeg ’t niet! Sta op! En help jezelf!</p>
+<p class="line">Als jij melaatsch ben, jij, melaatsch, gedoemd,</p>
+<p class="line">Dan is ’t ieder, die den steen opnam,</p>
+<p class="line">En elke man die met jou heeft verkeerd!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Ik word niet meer gered …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je redt jezelf! Jezelf! Jezelf!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Daarvoor heb ik geen kracht!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ben ik ’r niet? Heb ik geen kracht voor twéé?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Regina.</p>
+<p class="line">Ben jij de droomster en ’t zelfde kind,</p>
+<p class="line">Dat bij me kwam? Wat ìs met jou gebeurd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik heb van hèm geleerd … <span class="stage">(<i>Wachter laat Sero in de cel terug</i>)</span> En óók geleerd <span class="stage">(<i>met bijtenden spot</i>).</span></p>
+<p class="line">Van al de andren, die hier zijn geweest!</p>
+<p class="line">En als ik twijfelde en niet begreep,<span class="pageNum" id="pb497">[<a href="#pb497">497</a>]</span></p>
+<p class="line">Dan had ’k een wijs en kost’lijk amulet,</p>
+<p class="line">Dat ’k als een troost ook in jouw handen geef! <span class="stage">(<i>geeft haar Sero’s papieren—Wachter schiet toe, rukt ze uit haar hand</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zesde tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Regina, Sero, Wachter</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p>
+<p class="line">Komt niets van in! Daar heb ik op geloerd! <span class="stage">(<i>verscheurt ze driftig</i>).</span></p>
+<p class="line">’r Uit gedragen wordt hier niemendal!</p>
+<p class="line">Zie zoo! Nou kun je grabb’len allebei! <span class="stage">(<i>een snipper lezend</i>)</span></p>
+<p class="line">Dacht ik ’t niet: jawel, ’t bekende schrift! <span class="stage">(<i>bukkend en de snippers nog eens verscheurend</i>)</span></p>
+<p class="line">Te groote brokken steken in je keel</p>
+<p class="line">En maken dat je je verslikken zou.</p>
+<p class="line">Dat’s beter mondjesmaat—En jij ’r uit!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> ’r Uit?… Ik ben besteld om—hem te zien …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Komt niets van in!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> De kommandant …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Is gek!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Je heb me zelf gezegd …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p>
+<p class="line">Ik ben óók gek</p>
+<p class="line">We zijn ’t allemaal, ik, de Regent,</p>
+<p class="line">En ieder die te loopsch naast rokken loopt! <span class="stage">(<i>schatert het uit</i>).</span><span class="pageNum" id="pb498">[<a href="#pb498">498</a>]</span></p>
+<p class="line">Geloof, dat als ik wijven-wachter was,</p>
+<p class="line">M’n uniform gauw an den kapstok hing! <span class="stage">(<i>tot Droomelot, die glimlachend de snippers geraapt heeft</i>)</span></p>
+<p class="line">Wil je ze liever strooien op de plaats.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot</span> <span class="stage">(<i>ze spottend nakijkend</i>).</span></p>
+<p class="line">Ik geef ze aan den wind—en woord voor woord</p>
+<p class="line">Ik weet den stand van elke letter nog …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter</span> <span class="stage">(<i>tot Regina</i>)</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> ’r Uit madam!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dus mag ik ’m niet zien?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Hier namaals ja—maar bij z’n erwten niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dat is gemeen! Als-ie toch stervend is! <span class="stage">(<i>Droomelot schrikt op, luistert onbewegelijk toe</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p>
+<p class="line">Jij kletst! De kommandant is idioot!</p>
+<p class="line">Ik heb ’m zelf pas in de zon gelucht!</p>
+<p class="line">En op de plaats heeft-ie gefloten als</p>
+<p class="line">’n Vink, die bij z’n voer wat suiker vindt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij liegt!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Je liegt! Ik ga hier niet vandaan! Laat me ’r door.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> <span class="stage">(<i>z’n mouwen opstroopend</i>)</span>:</p>
+<p class="line">Haha, dat wordt ’n bokspartij!</p>
+<p class="line">’t Spijt me wel, madam, ’t is afgelast!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb499">[<a href="#pb499">499</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Door wie?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Door den Regent!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Wanneer?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Zoo pas.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Mag ik dan wachten hier?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</p>
+<p class="line">Nee, nee—hier niet!</p>
+<p class="line">Maar als je wachten wil, met véél geduld</p>
+<p class="line">Neem dan je intrek in mijn wachtlokaal</p>
+<p class="line">’k Heb bier en goed-belegen roggemik!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dan wacht ik daar! Dag Droomelot, m’n kind! Ik dank je wel, en als ’k je niet meer
+zie …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> We zien mekaar nog eer ’t avond is.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> Dat weet ik niet.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Maar ik—ik weet ’t wel.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Na u—ik heb de sleutels en de eer! <span class="stage">(<i>af met Regina</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Zevende tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Droomelot, Sero</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>waakt op, ziet de sleutels op den divan, grijpt ze, treedt bij Sero binnen, blijft
+stuipend van angst staan, als ze hem ziet liggen</i>)</span>: Vader! Vadertje!.. <span class="pageNum" id="pb500">[<a href="#pb500">500</a>]</span><span class="stage">(<i>hij stut plotseling op de armen, kijkt haar enkel aan</i>)</span> Goddank!… <span class="stage">(<i>knielt bij ’t bed, neemt z’n hand, kust die—hij stoot haar driftig terug</i>).</span> Vadertje! <span class="stage">(<i>hij blijft haar aanstaren, zij wijkt achteruit</i>).</span> Je kijkt zoo vreemd—ik ben ’t—Droomelot! Herken je me niet meer? <span class="stage">(<i>hij schudt wild het hoofd, wijst haar heen te gaan</i>).</span> Ik ben ’t—ik! <span class="stage">(<i>knielt opnieuw bij ’t bed</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>moeilijk</i>)</span>: Ga weg! <span class="stage">(<i>schor lachend</i>).</span></p>
+<p class="line">’k Verdraag de lucht niet van jouw zeep!</p>
+<p class="line">Daar stik ik bij! Smijt open hier ’t raam!</p>
+<p class="line">Ga weg! Ga weg! Ga weg! Ik ken je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Je kent me niet? Ik ben je eigen kind!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>halverwege van ’t bed</i>).</span></p>
+<p class="line">Ben jij m’n eigen kind—weet je dat wel?</p>
+<p class="line">Ik stik! <span class="stage">(<i>zij bukt, reikt hem de waterkruik—hij duwt haar achteruit</i>).</span> Nee, uit jouw kinderhanden niet!…</p>
+<p class="line">Eer kruip ik naar den berg van Horeb heen,</p>
+<p class="line">En wacht ’t wonderwater uit de rots …</p>
+<p class="line">Dan dat ik nog van jou, van jóú—wat wil!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Toe, vader, vader, vadertje!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Sero.</p>
+<p class="line">Ga weg!</p>
+<p class="line">Jij wist den weg, daar bij de schouw, niet waar?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Droomelot.</p>
+<p class="line">Dien wist ik, maar ’k dacht …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Sero.</p>
+<p class="line">Jij dacht—jij dacht, hahaha!<span class="pageNum" id="pb501">[<a href="#pb501">501</a>]</span></p>
+<p class="line">Ik ook! Ik heb zoo vreeslijk veel gedacht,</p>
+<p class="line">Ik heb dit zotte hart kapot gedacht! <span class="stage">(<i>lacht</i>)</span></p>
+<p class="line">’k Heb naar jouw stem daar door die spleet gesnakt,</p>
+<p class="line">En midden in den nacht m’n hoofd gebonsd</p>
+<p class="line">Tegen den wand, of je ’t niet hooren wou,</p>
+<p class="line">Of je geen oogenblik meer voor me had,</p>
+<p class="line">Of je ’t begrijpen zou, dat ìk niet kon!</p>
+<p class="line">Maar jij, je hield je stil—jij had …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot …</span> Ik had …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Sero.</p>
+<p class="line">Je pater en je moeder, den Regent!</p>
+<p class="line">Je beetre kost, je bijbel en je zeep!</p>
+<p class="line">Je leugens en je liederlijk bedrog!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> O vadertje, ik zweer je ’t is niet waar!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet! Wie gaf die sleutels jou?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>laat ze vallen</i>)</span>: Die vond ik straks …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Sero …</p>
+<p class="line">Die vond je naast je bed,</p>
+<p class="line">Je bed dat beter veeren hebben zal,</p>
+<p class="line">En beter peluw dan waarop ik sterf!</p>
+<p class="line">Ik heb, toen ik zoo pas hier binnenkwam,</p>
+<p class="line">Jouw moeder’s stem in druk gesprek gehoord,</p>
+<p class="line">Je deur staat open toch voor iedereen!</p>
+<p class="line">Jij ben je moeder’s kind, zooals ’t was</p>
+<p class="line">Je zuster die bijtijds in ’t graf gelegd … <span class="stage">(<i>zit zwaar hijgend op ’t bed</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ze hadden me gezegd voor maanden al, Dat jij weer buiten in de vrijheid was …</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb502">[<a href="#pb502">502</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Wie zei jou dat?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Die man.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Dat zei-ie jóú? Waarom? En waarom heb jij ’t geloofd?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Omdat—omdat-ie gaf z’n eerewoord.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Z’n eerewoord—aan jou?… Aan jou z’n eer?… En jij gaf ook je eere-woord—je eer?… <span class="stage">(<i>zakt schor lachend achterover</i>).</span></p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>bij het bed neerstortend</i>)</span> O, lieve vader, ’k ben en blijf van jóú!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>haar woest terug-duwend</i>).</span></p>
+<p class="line">Waar is—waar is dat pak, dat ik aan jou</p>
+<p class="line">Dat ik aan jou toen toegeworpen heb,</p>
+<p class="line">Dat pak dat voor de kameraden was?…</p>
+<p class="line">Terug! Terug! Hoort in jouw handen niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>losbarstend</i>).</span></p>
+<p class="line">Dat heb ’k niet meer, maar ’k heb ’t zoo geleerd,</p>
+<p class="line">Zoo in me opgenomen, vader, dat</p>
+<p class="line">Elk van je woorden gloeiend in me leeft!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>hartstochtelijk</i>)</span> Ik draag ze met me mee!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Geloof je niet!</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb503">[<a href="#pb503">503</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik zweer ’t bij—m’n kind.</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> Je kind. <span class="stage">(<i>staat onbewegelijk rechtop</i>).</span> Je kind. Heb ik dat goed verstaan?</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Hij heeft me met geweld, geweld, geweld …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>staart, glimlacht bij de herhaling van dat woord</i>)</span> <span class="ex">Geweld!</span> <span class="stage">(<i>beweegt machteloos de handen</i>)</span> En als jij me beliegt …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> Ik lieg niet vader—bij mijn kind van háát!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Sero.</span> <span class="stage">(<i>nu sterker glimlachend, hurkt op ’t bed</i>).</span></p>
+<p class="line">Zeg op dan wat ik voor m’n makkers sprak!</p>
+<p class="line">En aan je stém, je stém zal ’k hooren of,</p>
+<p class="line">Of ik kan slapen gaan …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Droomelot.</span> <span class="stage">(<i>knielt bij hem, kust zijn handen</i>).</span>
+</p>
+<p class="line xd33e25011">Jij heb gezegd …</p>
+<p class="line">Jij heb gezegd op ’t allereerste blad … <span class="stage">(<i>spreekt, terwijl hij gretig elk woord met lippen-gemummel herhaalt</i>).</span></p>
+<p class="line">„De aarde ligt wel kostlijk voor ons uit,</p>
+<p class="line">„Alsof ze zóó door ons te grijpen is,</p>
+<p class="line">„Maar van haar vruchten zijn wij zelf niet rijp</p>
+<p class="line">„Nog—en we moeten met een jongen lach,</p>
+<p class="line">„Van dat het ochtendlicht naar schemer gaat,</p>
+<p class="line">„Het onkruid wieden en gestadig voort</p>
+<p class="line">„Aan d’ouwe akkers geven t nieuwe zaad,</p>
+<p class="line">„’t Gouden zaad, dat zonnebloesems wekt! <span class="stage">(<i>hem vergetend is zij opgestaan—hij smakt achterover</i>).</span><span class="pageNum" id="pb504">[<a href="#pb504">504</a>]</span></p>
+<p class="line">„Al boom, die met te woeste hand geschud,</p>
+<p class="line">„Werpt groene knoppen in ’t vertreden gras!</p>
+<p class="line">„<i>Wij</i> tasten toe eerst met de volle kracht,</p>
+<p class="line">„Als onze Macht zoo gaaf en sterk gestut,</p>
+<p class="line">„Dat wij het Leven in zijn heerlijkheid,</p>
+<p class="line">„Zijn groote, heil’ge onverwoestbaarheid,</p>
+<p class="line">„Van al zijn leugens, zijn erbarmlijkheid,</p>
+<p class="line">„Voor wat niet leeft, niet leven mòcht—bevrijd!” <span class="stage">(<i>kijkt verheugd-glimlachend om, ziet hem liggen, stort op hem toe</i>).</span></p>
+<p class="line">O, liefste God, wat is ’r vadertje?</p>
+<p class="line">Je kijkt me aan en ziet—en ziet me niet!</p>
+<p class="line">Je glimlacht, maar je mond die ademt niet!</p>
+<p class="line">Slaap je, of ben je—dood?… Toe vadertje,</p>
+<p class="line">Toe vadertje, zeg nog een enkel woord! <span class="stage">(<i>staat op wijkt achteruit, denkt na, maakt den ketting met ’t medaljon van haar hals
+los, legt dien in zijn handen, kust zijn voorhoofd</i>).</span></p>
+<p class="line">Dan moet ik verder, verder, als ’k beloofd</p>
+<p class="line">En jij blijft bij me, waar ik reis en trek,</p>
+<p class="line">Want dat heb jij me, vader, óók beloofd … <span class="stage">(<i>kust hem nog eens, raapt de sleutels van den grond, gaat heen</i>).</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="s3.8" class="div2 last-child scene"><span class="pageNum">[<a title="Ga naar de inhoudsopgave" href="#s3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
+<h3 class="main">Achtste tooneel.</h3>
+<p class="stage"><span class="sc">Regent</span>, 2<sup>de</sup> <span class="sc">Wachter, Regina</span>.</p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> <span class="stage">(<i>treedt in Droomelot’s cel, ziet dat zij er niet meer is, roept de gang in</i>)</span><span class="corr" title="Bron: :">.</span></p>
+<p class="line">Verdoemd, verdoemd, waar zijn de wachters, hier?</p>
+<p class="line">Vlug dan! Ze is ’r niet! Waar is ze heen?</p>
+</div>
+<p><span class="pageNum" id="pb505">[<a href="#pb505">505</a>]</span></p>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> U heeft ons zelf gelast, maar als u ’t wil …</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker">Regent.</p>
+<p class="line">Vooruit en breng ’r met geweld terug!</p>
+<p class="line">Nee! Nee!… Blijf hier! Jij raakt haar lijf niet aan!…</p>
+<p class="line">Zoolang ’k haar vader heb, heb ik haar ook!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">2<sup>de</sup> Wachter.</span> Z’n deur staat aan!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regent.</span> Z’n deur staat aan! Verdoemd! <span class="stage">(<i>stort in Sero’s cel</i>).</span></p>
+<p class="line">… Hij is ’r nog!</p>
+</div>
+<div class="sp">
+<p class="speaker-with-paragraph"><span class="speaker">Regina.</span> <span class="stage">(<i>angstig bij het hoofdeinde</i>)</span>…</p>
+<p class="line">Nee, <i>hij</i> is ’r niet meer … <span class="stage">(<i>ziet ketting en medaljon in de handen van den doode, knielt</i>)</span>…</p>
+<p class="line">Nu durf ik met je dochter mee te gaan …</p>
+</div>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first center">EINDE.
+</p>
+<p class="dateline">Berlijn, Juli/December 1909.
+</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="back">
+<div class="div1" id="toc">
+<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2>
+<table>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">DEEL I.</td>
+</tr>
+<tr id="voorwoord.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#voorwoord">VOORWOORD.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#voorwoord">V</a></td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">UITKOMST.</td>
+</tr>
+<tr id="personae1.1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae1.1">DRAMATIS PERSONAE.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae1.1">4</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#u1">EERSTE AFDEELING.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1">5</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.1">5</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.2">9</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.3">Derde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.3">11</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.4">12</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.5">16</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.6">Zesde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.6">24</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.7">Zevende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.7">25</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.8">Achtste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.8">26</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.9">Negende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.9">29</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.10">Tiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.10">38</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.11">Elfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.11">40</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.12.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.12">Twaalfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.12">41</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.13.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.13">Dertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.13">42</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.14.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.14">Veertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.14">44</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.15.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.15">Vijftiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.15">46</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.16.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.16">Zestiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.16">47</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.17.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.17">Zeventiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.17">50</a></td>
+</tr>
+<tr id="u1.18.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u1.18">Achttiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u1.18">51</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#u2">TWEEDE AFDEELING.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2">61</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.1">61</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.2">64</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.3">Derde Tooneel .</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.3">71</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.4">Vierde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.4">75</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.5">85</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.6">Zesde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.6">86</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.7">Zevende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.7">87</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.8">Achtste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.8">95</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.9">Negende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.9">105</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.10">Tiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.10">106</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.11">Elfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.11">110</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.slot.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.slot">SLOT.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.slot">111</a></td>
+</tr>
+<tr id="u2.12.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#u2.12">Twaalfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#u2.12">111</a></td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">VREEMDE JACHT.</td>
+</tr>
+<tr id="personae1.2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae1.2">DRAMATIS PERSONAE.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae1.2">118</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v1">EERSTE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1">119</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.1">119</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.2">120</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.3">Derde Tooneel .</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.3">123</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.4">Vierde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.4">125</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.5">128</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.6">Zesde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.6">128</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.7">134</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.8">Achtste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.8">138</a></td>
+</tr>
+<tr id="v11.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v11.9">Negende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v11.9">146</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.10">Tiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.10">147</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.11">Elfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.11">149</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.12.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.12">Twaalfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.12">153</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.13.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.13">Dertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.13">161</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.14.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.14">Veertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.14">173</a></td>
+</tr>
+<tr id="v1.15.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v1.15">Vijftiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v1.15">173</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v2">TWEEDE BEDRIJF,</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2">175</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.1">175</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.2">177</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.3">Derde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.3">180</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.4">Vierde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.4">181</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.5">183</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.6">Zesde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.6">184</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.7">Zevende Tooneel .</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.7">185</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.8">Achtste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.8">191</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.9">Negende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.9">195</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.10">Tiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.10">197</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.11">Elfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.11">200</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.12.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.12">Twaalfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.12">208</a></td>
+</tr>
+<tr id="v2.13.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v2.13">Dertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v2.13">210</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#v3">DERDE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3">215</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.1">215</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.2">217</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.3">Derde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.3">219</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.4">Vierde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.4">220</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.5">224</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.6">Zesde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.6">224</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.7">Zevende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.7">225</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.8">Achtste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.8">229</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.9">Negende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.9">233</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.10">Tiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.10">234</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.11">Elfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.11">244</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.12.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.12">Twaalfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.12">244</a></td>
+</tr>
+<tr id="v3.13.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#v3.13">Dertiende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#v3.13">246</a></td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">DEEL II.</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">GHETTO.</td>
+</tr>
+<tr id="personae2.1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae2.1">DRAMATIS PERSONAE.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae2.1">254</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g1">EERSTE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1">255</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.1">255</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.2">258</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.3">Derde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.3">263</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.4">Vierde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.4">267</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.5">Vijfde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.5">280</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.6">282</a></td>
+</tr>
+<tr id="g1.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g1.7">Zevende Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g1.7">294</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g2">TWEEDE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2">295</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.1">295</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.2">304</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.3">Derde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.3">308</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.4">311</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.5">Vijfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.5">315</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.6">316</a></td>
+</tr>
+<tr id="g2.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g2.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g2.7">330</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#g3">DERDE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3">331</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.1">Eerste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.1">331</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.2">Tweede tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.2">335</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.3">Derde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.3">336</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.4">342</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.5">Vijfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.5">342</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.6">345</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.7">348</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.8">Achtste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.8">348</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.9.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.9">Negende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.9">353</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.10.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.10">Tiende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.10">355</a></td>
+</tr>
+<tr id="g3.11.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#g3.11">Elfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#g3.11">361</a></td>
+</tr>
+<tr id="naschrift.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#naschrift">NASCHRIFT.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#naschrift">363</a></td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="tocText" colspan="4">DE SCHOONE SLAAPSTER.</td>
+</tr>
+<tr id="intro.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#intro">INTRODUCTIE.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#intro">375</a></td>
+</tr>
+<tr id="personae2.2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#personae2.2">DRAMATIS PERSONAE.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#personae2.2">376</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s1">EERSTE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1">377</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.1">377</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.2">379</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.3">Derde Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.3">384</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.4">392</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.5">Vijfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.5">394</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.6">414</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.7">420</a></td>
+</tr>
+<tr id="s1.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s1.8">Achtste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s1.8">425</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s2">TWEEDE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2">426</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.1">Eerste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.1">426</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.2">Tweede Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.2">434</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.3">Derde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.3">438</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.4">441</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.5">Vijfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.5">447</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.6">456</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.7">461</a></td>
+</tr>
+<tr id="s2.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s2.8">Achtste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s2.8">463</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.toc" class="tocLevel0">
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle" colspan="2"><a href="#s3">DERDE BEDRIJF.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3">468</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.1.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.1">Eerste Tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.1">468</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.2.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.2">Tweede tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.2">476</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.3.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.3">Derde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.3">479</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.4.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.4">Vierde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.4">486</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.5.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.5">Vijfde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.5">488</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.6.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.6">Zesde tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.6">497</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.7.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.7">Zevende tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.7">499</a></td>
+</tr>
+<tr id="s3.8.toc" class="tocLevel1">
+<td></td>
+<td class="tocDivNum"></td>
+<td class="tocDivTitle"><a href="#s3.8">Achtste tooneel.</a></td>
+<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#s3.8">504</a></td>
+</tr>
+</table>
+</div>
+<div class="transcriberNote">
+<h2 class="main">Colofon</h2>
+<p>De nieuwe omslagillustratie van dit eBoek is hiermee aan het publieke domein verleend.</p>
+<h3 class="main">Codering</h3>
+<p>Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het
+einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel
+zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van
+dit boek.</p>
+<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3>
+<ul>
+<li>2025-01-23 Begonnen.
+</li>
+</ul>
+<h3 class="main">Verbeteringen</h3>
+<p>De volgende 364 verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p>
+<table class="correctionTable">
+<tr>
+<th>Bladzijde</th>
+<th>Bron</th>
+<th>Verbetering</th>
+<th>Bewerkingsafstand</th>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e214">VI</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">heroische</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">heroïsche</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e449">5</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><i title="48 gevallen">Passim.
+</i></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">:</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1104">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1129">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1166">17</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1292">20</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1713">28</a>, <a class="pageref" href="#xd33e1990">31</a>, <a class="pageref" href="#xd33e3768">62</a>, <a class="pageref" href="#xd33e3898">65</a>, <a class="pageref" href="#xd33e13345">245</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15537">308</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.)</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">).</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1279">20</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">kere</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">kerel</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1708">28</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">-</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1739">28</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">gescheeuw</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">geschreeuw</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1796">29</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">(</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><i title="109 gevallen">Passim.
+</i></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e1832">29</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">„</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><i title="50 gevallen">Passim.
+</i></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e2381">38</a>, <a class="pageref" href="#xd33e5860">97</a>, <a class="pageref" href="#xd33e8380">147</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9266">165</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9356">168</a>, <a class="pageref" href="#xd33e9459">170</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10249">185</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10555">192</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10853">198</a>, <a class="pageref" href="#xd33e13583">254</a>, <a class="pageref" href="#xd33e14835">287</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15510">307</a>, <a class="pageref" href="#xd33e19613">407</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23815">484</a>, <a class="pageref" href="#xd33e24100">488</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3283">51</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.,..</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3306">52</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,…</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3727">62</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">frische</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">frissche</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e3868">65</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Veldwacher</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Veldwachter</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e4737">80</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td>
+<td class="bottom">4</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e6034">101</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’n ’n</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’n</td>
+<td class="bottom">3</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e6494">109</a>, <a class="pageref" href="#xd33e6617">110</a>, <a class="pageref" href="#xd33e6664">111</a>, <a class="pageref" href="#xd33e11947">219</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15866">316</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15915">319</a>, <a class="pageref" href="#xd33e24345">493</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7419">127</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">nècessaire</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">nécessaire</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7634">131</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">fort</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">forte</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e7689">132</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="fr">assomant</td>
+<td class="width40 bottom" lang="fr">assommant</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8369">147</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">patient</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">patiënt</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8447">149</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8561">151</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">heb</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Heb</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e8720">154</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15614">311</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">is</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Is</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9366">168</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">achtien-honderd-negentig</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">achttien-honderd-negentig</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9466">170</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">één-en negentig</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">één-en-negentig</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9469">170</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">zóó</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">zóó’n</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9490">171</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">!</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9541">172</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">AIs</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Als</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9841">176</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">·</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e9871">177</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22961">470</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10263">185</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20693">425</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22773">467</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">)</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10297">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10299">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e10301">186</a>, <a class="pageref" href="#xd33e11063">201</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10411">189</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">”</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10428">189</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">exécuteur testamentair</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">exécuteur-testamentair</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10696">195</a>, <a class="pageref" href="#xd33e12976">237</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23205">474</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl"> ..</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e10959">200</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">delange</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Delange</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11445">208</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="de">Moor</td>
+<td class="width40 bottom" lang="de">Mohr</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11564">210</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">be weer</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">beweer</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11724">215</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">in</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">is een</td>
+<td class="bottom">4</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11740">215</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">’s</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11743">215</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">).</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e11944">219</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">de</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">De</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12584">230</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl"> </td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">—</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12908">236</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">hartstochelijk</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">hartstochtelijk</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e12973">237</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Burgelijken</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Burgerlijken</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13028">239</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">aangeteekenkenden</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">aangeteekenden</td>
+<td class="bottom">3</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13062">240</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Dolf</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Hope</td>
+<td class="bottom">3</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13425">246</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.!.</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">!…</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e13589">254</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Haezer</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Haëzer</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e14090">267</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Kinderenbedtijd</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Kinderen-bedtijd</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e14891">291</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">gèId</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">gèld</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15080">296</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">opgeopgewonden</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">opgewonden</td>
+<td class="bottom">4</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15085">297</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">moe t</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">moet</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15406">305</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Aáron</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Aaron</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15421">305</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Aäron</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Aaron</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15497">307</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15712">313</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rosa</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rose</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15574">309</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">zooas</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Zooas</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15588">310</a>, <a class="pageref" href="#xd33e15599">310</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Ester</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Esther</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15917">319</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">?</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15922">319</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">twéé-en twintig</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">twéé-en-twintig</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15925">319</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">diezelf</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">die zelf</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e15999">322</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">,.</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16072">325</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Niet in bron</i>]
+</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">?</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16312">334</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">je</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Je</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16393">335</a>, <a class="pageref" href="#xd33e22622">465</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">..</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16479">338</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">op op</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">op</td>
+<td class="bottom">3</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16580">342</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Vijde</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Vijfde</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e16769">346</a>, <a class="pageref" href="#xd33e16950">349</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17143">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17160">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17163">352</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17183">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17188">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17208">353</a>, <a class="pageref" href="#xd33e17227">353</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafael</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17350">355</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">RafaëI</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17371">356</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">schonders</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">schouders</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17617">360</a>, <a class="pageref" href="#xd33e19935">413</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.. .</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17737">364</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">geloodsd</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">geloodst</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17759">364</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafael-figuur</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaël-figuur</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17765">364</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaels</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Rafaëls</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e17785">366</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">rabijnen-gedaas</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">rabbijnen-gedaas</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18485">385</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">zichbaar</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">zichtbaar</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18531">385</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">. ..</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">.…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e18900">393</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">))</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">)</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e19076">396</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl"> e</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">te</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20041">415</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl"> .</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">. </td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20186">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20209">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20238">419</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20282">420</a>, <a class="pageref" href="#xd33e20348">421</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21220">437</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21299">438</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21323">439</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21407">441</a>, <a class="pageref" href="#xd33e21669">447</a>, <a class="pageref" href="#xd33e23628">481</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">:</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20276">420</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">slamppers</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">slampampers</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20595">424</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">dieët</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">dieet</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20844">429</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">geinteresseerd</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">geïnteresseerd</td>
+<td class="bottom">1 / 0</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20849">429</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">mc</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">me</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20882">429</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">..</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20930">431</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">je’n</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">je ’n</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e20953">432</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">je’m</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">je ’m</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21225">437</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">!</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21540">444</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">. .</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">…</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21641">446</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">sleutel gerinkel</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">sleutelgerinkel</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e21750">448</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">mensh</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">mensch</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22013">453</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Bëlzebub</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">Beëlzebub</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22164">456</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">kathechismus</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">katechismus</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e22794">468</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl"> .</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">
+[<i>Verwijderd</i>]
+</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e23274">475</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">rabijnen</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">rabbijnen</td>
+<td class="bottom">1</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd33e23381">477</a></td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">noch</td>
+<td class="width40 bottom" lang="nl">nog</td>
+<td class="bottom">2</td>
+</tr>
+</table>
+</div>
+</div>
+<div style='text-align:center'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 75358 ***</div>
+</body>
+</html>
+
diff --git a/75358-h/images/new-cover.jpg b/75358-h/images/new-cover.jpg
new file mode 100644
index 0000000..d8dd7b9
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/new-cover.jpg
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/rbrace3.png b/75358-h/images/rbrace3.png
new file mode 100644
index 0000000..c1ee130
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/rbrace3.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage.png b/75358-h/images/titlepage.png
new file mode 100644
index 0000000..7dd1a3c
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage2.png b/75358-h/images/titlepage2.png
new file mode 100644
index 0000000..d18be41
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage2.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage3.png b/75358-h/images/titlepage3.png
new file mode 100644
index 0000000..8b48a09
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage3.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage4.png b/75358-h/images/titlepage4.png
new file mode 100644
index 0000000..75eebcc
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage4.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage5.png b/75358-h/images/titlepage5.png
new file mode 100644
index 0000000..7fe435b
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage5.png
Binary files differ
diff --git a/75358-h/images/titlepage6.png b/75358-h/images/titlepage6.png
new file mode 100644
index 0000000..6966808
--- /dev/null
+++ b/75358-h/images/titlepage6.png
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..c673649
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #75358 (https://www.gutenberg.org/ebooks/75358)