diff options
| author | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-03 17:04:34 -0800 |
|---|---|---|
| committer | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-03 17:04:34 -0800 |
| commit | d3af632826522656f26a19f52a4fcdf43baea7a7 (patch) | |
| tree | a5d6904f971e9554248b02ad77da4a1d3dbd8ea9 | |
| parent | 64d088361c21789143f4b91ae373a01b1683e3ea (diff) | |
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/62660-8.txt | 32179 | ||||
| -rw-r--r-- | old/62660-8.zip | bin | 707053 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h.zip | bin | 869534 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/62660-h.htm | 26395 | ||||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/book.png | bin | 219 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/card.png | bin | 230 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/external.png | bin | 151 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/front.jpg | bin | 69081 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/spine.jpg | bin | 31575 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/62660-h/images/titlepage.png | bin | 12327 -> 0 bytes |
13 files changed, 17 insertions, 58574 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..6f763b5 --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #62660 (https://www.gutenberg.org/ebooks/62660) diff --git a/old/62660-8.txt b/old/62660-8.txt deleted file mode 100644 index ed18cc5..0000000 --- a/old/62660-8.txt +++ /dev/null @@ -1,32179 +0,0 @@ -The Project Gutenberg EBook of De psychologie der sexen, by Havelock Ellis - -This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with -almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or -re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included -with this eBook or online at www.gutenberg.org/license - - -Title: De psychologie der sexen - De sexen in hare verhouding tot de maatschappij - -Author: Havelock Ellis - -Translator: A. W. van Renterghem - -Release Date: July 15, 2020 [EBook #62660] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ISO-8859-1 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg - - - - - - - - - - HAVELOCK ELLIS - - - DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN - DE SEXEN IN HARE VERHOUDING TOT DE MAATSCHAPPIJ - - - VERTAALD ONDER TOEZICHT VAN EN MET EEN VOORREDE VOORZIEN DOOR - - Dr. A. W. VAN RENTERGHEM - - GEAUTORISEERDE UITGAVE - - - BAARN - HOLLANDIA-DRUKKERIJ - 1915 - - - - - - - - - -WOORD VOORAF - - -De taak om een woord vooraf te schrijven bij de hollandsche uitgave -van Havelock Ellis' "Studies over de psychologie der Sexen", "De -Sexen in hare verhouding tot de maatschappij", heb ik met genoegen op -mij genomen omdat ik innig overtuigd ben dat het lezen van dat werk -aan vele mijner landgenooten ten goede zal komen door hen vertrouwd -te maken met en opheldering te geven omtrent vraagpunten van hoog -maatschappelijk belang betreffende het geslachtsleven. De studie van -dit onderwerp toch is tot dusverre al te veel verwaarloosd gebleven en -verdient ernstig ondernomen te worden opdat het publiek beter worde -ingelicht omtrent deze materie en daardoor in staat gerake zich een -juist en degelijk gegrond oordeel te vormen in deze zaken. - -De aandachtige lezer die dit werk, van een geleerden, breed-denkenden -vorscher als Havelock Ellis, tot zijn geestelijk eigendom zal hebben -gemaakt, moet tot de overtuiging komen dat hem tot dusverre maar al -te veel elementen hebben ontbroken en hij derhalve niet in staat was -om zich een dergelijk deugdelijk inzicht in dit moeilijke vraagstuk -te verschaffen. - -Het is maar al te waar dat tot heden bij velen de sexueele kwestie -in kwaden reuk stond. De vele vooroordeelen van godsdienstigen, -conventioneelen en moreelen aard die eene ernstige, opene bespreking -er van bezwaarlijk maken doen elken schrijver, die zich de behandeling -van dat onderwerp tot taak heeft gesteld, zich wapenen met geduld -en lijdzaamheid. - -Nog in veel sterkere mate dan heden ten dage gold dit vooroordeel in -den tijd dat Havelock Ellis het reuzenplan tot zijne Encyclopedie -ontwierp, aan de volvoering waarvan hij 30 jaren van spannenden -arbeid heeft ten koste gelegd. De eerste 15 jaren besteedde hij aan -het verzamelen en ordenen van de noodige bouwstoffen, waarna hij--als -inleiding tot zijn meesterwerk--"Man en Vrouw" schreef. Hierop liet -hij achtereenvolgens in den loop van andermaal 15 jaren de zes deelen -volgen waarmede zijn arbeid ten einde werd gebracht. - -In het slotwoord van het laatste deel van de reeks, het boek dat -hier aan het Nederlandsch publiek wordt aangeboden, wijst Schrijver -op den grooten tegenstand die zijn arbeid ondervonden heeft en op -de verdachtmaking waaraan hij zelf van de zijde zijner landgenooten -is blootgesteld geweest. Een ware vervolging viel de uitgave van het -eerste deel van zijn arbeid in Engeland ten deel, zoodat hij zich wel -genoodzaakt zag de volgende deelen niet meer in zijn vaderland maar -in het gastvrije en meer liberaal gezinde Amerika te doen verschijnen. - -In de Vereenigde Staten, zoomede in Duitschland vond het werk een -goed onthaal, werd het met de noodige waardeering ontvangen en niet -lang duurde het of de Schrijver mocht zich verheugen in de eer, zijn -arbeid, behalve in de Duitsche taal, ook in het Fransch, Spaansch en -Italiaansch vertaald te zien. - -Het lijkt vaak wel een wanhopige taak, merkt H. E. op in bovengemeld -slotwoord, om met vrucht te strijden tegen domme vooroordeelen. En -op geen gebied bestaan zij in zulke mate als op dat van het sexueele -vraagstuk. - -Het eenige wat ons troosten kan is de vaste overtuiging dat, als we -eenige generaties verder zullen zijn, die vooroordeelen ook zullen -opgeruimd wezen. - -Als men de natuur tot richtsnoer neemt en steunt op hare wetten die -niet door 's menschen geest zijn gemaakt, dan weet men ook dat tijd -en eeuwigheid onze bondgenooten zijn tot het doen doordringen van de -waarheid. Men oefene slechts geduld en vreeze niet! - -De mensch sterft, maar zijne denkbeelden die men ten doode had willen -opschrijven, leven voort. - -Al mochten boeken als dit op den brandstapel worden geworpen, toch -zullen de denkbeelden daarin vervat uit de vlammen oprijzen en zich -in de volgende generatie vervormen tot menschelijke zielen. - -De geneesheer in zijn spreekkamer, de onderwijzer op de school, de -predikant op den kansel, de journalist in de pers, werken mede tot -die vormverandering. - -En voortdurend heeft die omvorming plaats; zij gaat langzaam maar -zeker. - -Havelock Ellis is overtuigd dat menigeen zijne opvatting van de -sexueele kwestie niet zal deelen; de een zal haar wellicht te -behoudend, de ander haar te revolutionair vinden. - -Er zijn toch steeds menschen die zich krampachtig aan het verleden -vasthouden en anderen die nieuwe ideeën met geestdrift aanvaarden. - -Maar de wijze kiest den gulden middenweg, weegt en wikt het voor en het -tegen van beide zienswijzen. Hij beseft dat we voortdurend ons bevinden -in een tijdperk van overgang. Het tegenwoordige vormt eenvoudig -het punt van overgang van het verledene tot het toekomstige en met -beide moeten wij rekenschap houden. Een wereld zonder overleveringen -kan men zich evenmin voorstellen als men zich een leven denken kan -zonder beweging. Waar Heraclitus bij het eerste opleven der moderne -philosophie terecht beweren mocht dat men geen tweemaal baden kan -in eenzelfden stroom, weten wij heden dat de stroom niet ophoudt -met vloeien en een oneindige cirkelgang vertoont. Nooit houdt het -morgenrood op te gloren aan den horizont zoomin als ooit de zon -vergeet onder te gaan. - -Het past ons dus het naderend daglicht, zoodra de zon opkomt, te -begroeten en wij voelen ons verplicht het ondergaan van de zon te -eeren wegens het stervend licht dat eens aanving te gloren. Wij zelf -zijn in de zedelijke wereld de lichtdragers en het kosmisch proces -is in ons belichaamd. Als wij willen is het ons voor een spanne tijds -gegeven de duisternis die ons pad omringt te verlichten. - -Met den fakkel in de hand streven wij voorwaarts als in den fakkelloop -der ouden door Lucretius als symbool van het leven gekozen. Achter ons -ijlt de wedlooper die ons gaat voorbijsnellen. Laat ons gansche streven -gericht zijn op het aan zijn hand toevertrouwen van de helderstralende -brandende toorts, terwijl wij zelf in de duisternis verdwijnen. - - - -De schrijver heeft zich loffelijk weten te beperken, zijn onderwerp -niet uitgeput. Voor elk onderdeel had hij stof genoeg om wel een heel -boek te vullen. Toch mocht hij erin slagen zoo volledig mogelijk te -zijn, den lezer te boeien en hem nooit door langdradig zijn of in -herhalingen vallen te vervelen. - -Het boek is een vraagbaak, niet alleen voor ouders, opvoeders, -geneesheeren, onderwijzers, maar in het algemeen voor ieder genoegzaam -ontwikkeld mensch in wien de drang bestaat om zich op veilige wijze een -weg te banen op het voor zoo velen--meestal tot hunne schade--onbekend -gebied van het geslachtsleven. - -Het vormt in vele opzichten eene aanvulling, een complement op het in -1908 in Hollandsch gewaad verschenen boek van Prof. Auguste Forel: "Het -sexueele vraagstuk" waarvan onlangs een tweede uitgave verschenen is. - -In de bedoeling van de uitgevers ligt het om de vijf voorafgaande -deelen eveneens in de hollandsche vertaling te doen verschijnen als -het mocht blijken dat de belangstelling van het publiek in Havelock -Ellis' arbeid groot genoeg is om die uitgave te wettigen. - - - Dr. A. W. VAN RENTERGHEM. - - Amsterdam, October 1915. - - - - - - - - - -INLEIDING - - -In de andere deelen van deze "Studies" [1], heb ik mij voornamelijk -bezig gehouden met de geslachtsdrift met betrekking tot haar voorwerp -en ik heb derde personen buiten beschouwing gelaten, evenals de -invloeden der omgeving, die toch machtig inwerken op die drift en hare -bevrediging. Wij kunnen echter niet zonder meer deze betrekking van -de geslachtsdrift tot derde personen en tot de maatschappij in haar -geheel, met al haar van ouds ingestelde tradities, voorbijgaan. Wij -moeten het geslacht beschouwen in zijn betrekking tot de maatschappij. - -Daarbij zullen wij, beknopter dan in die andere deelen, de vele -en belangrijke vraagstukken, die zich aan ons voordoen, kunnen -behandelen. Bij de beschouwing van de meer speciale vragen der -sexueele psychologie betraden wij een verwaarloosd gebied en het was -noodzakelijk een zorgvuldige en nauwkeurige analyse door te voeren, -zooals in vele opzichten nog nooit tevoren op deze kwesties beproefd -was. Maar als wij komen aan de betrekkingen tusschen geslacht -en maatschappij, behoeven wij voor het meerendeel niet zulk een -verwaarloozing te ontmoeten. Het onderwerp van ieder hoofdstuk -in dit deel zou gemakkelijk het onderwerp kunnen uitmaken van -een afzonderlijk deel en heeft dat ook dikwijls uitgemaakt; en de -literatuur over vele van deze onderwerpen is al zeer uitgebreid. Het -zal daarom mijn voornaamste doel zijn, niet om feiten op te sommen, -maar om beurtelings ieder onderwerp zoo duidelijk en beknopt mogelijk -te behandelen met betrekking tot die grond-principes van de sexueele -psychologie, die--voor zoover de gegevens het toelaten--in de andere -deelen zijn uiteengezet. - -Het kan misschien aan sommigen toeschijnen, dat ik mij bij deze -uiteenzetting had moeten bepalen tot het tegenwoordige en dat ik -niet ook een zoo ruimen blik had moeten slaan op den loop van de -geschiedenis der menschheid en de tradities van het geslacht. Het zou -vooral wel kunnen schijnen, dat ik te sterk den nadruk gelegd heb op -den invloed van het Christendom op het vormen van sexueele idealen en -het ontstaan van sexueele instellingen. Dat, ik ben er van overtuigd, -is een dwaling. Het is omdat deze dwaling zoo dikwijls begaan is, dat -de bewegingen van vooruitgang onder ons--bewegingen die nooit in eenige -periode van de geschiedenis der maatschappij kunnen ophouden--door -velen zoo ernstig worden misverstaan. Wij kunnen aan onze tradities -niet ontkomen. Een "eeuw van het verstand" is er nooit geweest en kan -er nooit zijn. De ijverigste zoogenaamde "vrijdenker", die naar hij -meent het gezag van het Christelijk verleden geheel afwerpt, staat -nog onder den invloed van dat verleden. Als de tradities daarvan hem -niet geheel en al in vleesch en bloed zijn overgegaan, dan zijn zij -toch samengeweven met de maatschappelijke instellingen waarbij hij -is opgegroeid en zij werken in zelfs op zijne wijze van denken. De -nieuwste wijzigingen in onze instellingen hebben onvermijdelijk den -invloed ondervonden van den vroegeren vorm van die instellingen. Wij -kunnen ons niet duidelijk voor oogen stellen waar we zijn, nòch waar -we heen gaan, als we niet weten waar we vandaan komen. Wij kunnen de -beteekenis van de veranderingen om ons heen niet begrijpen en wij -kunnen ze niet met hoopvol vertrouwen onder de oogen zien, als wij -niet bekend zijn met de richting van de groote stroomingen, die alle -beschaving in eindeloozen kringloop voortbewegen. - -Bij de uiteenzetting der sexueele vragen, die in zeer ruime mate -aangelegenheden zijn van maatschappelijke hygiëne, zullen wij ons -dus nog op psychologisch standpunt stellen. Zulk een standpunt -ten opzichte van deze zaken is niet alleen gewettigd, maar ook -noodzakelijk. Uiteenzettingen over maatschappelijke hygiëne, die -zuiver medisch zijn of zuiver juridisch of zuiver moreel of zuiver -theologisch leiden niet alleen tot conclusies, die dikwijls lijnrecht -tegenover elkaar staan, maar ze leenen zich klaarblijkelijk niet -tot toepassing op de samengestelde menschelijke persoonlijkheid. De -voornaamste taak, die wij voor ons hebben, moet zijn vast te stellen -wat de gezamenlijke behoeften en ideeën van beschaafde mannen en -vrouwen het best uitdrukt en bevredigt. Zoo dat, terwijl wij wel -voortdurend medische, wettelijke en moreele eischen in het oog moeten -houden--die alle in sommige opzichten beantwoorden aan de eene of -andere persoonlijke of maatschappelijke behoefte--het toch hoofdzaak is -te voldoen aan de eischen van de geheele menschelijke persoonlijkheid. - -Wij moeten op dit standpunt den nadruk leggen, omdat het wel -eens schijnt, dat geen dwaling méer voorkomt onder hen, die over -hygiënische en moreele sexueele vraagstukken schrijven, dan deze, -dat zij het psychologisch standpunt buiten beschouwing laten. - -Zij zullen b.v. staan aan de zijde van beperking op sexueel gebied -of aan de zijde van het emancipeeren, maar zij stellen zich niet -duidelijk voor oogen, dat zulk een eng punt van uitgang niet voldoet -aan de behoeften van samengestelde menschelijke wezens. Van het -meer-omvattend psychologisch standpunt erkennen wij, dat wij aan -elkaar tegenover gestelde aandriften, die beide evenzeer gronden in -het menschelijke psychische organisme, tot samenwerking moeten brengen. - -In de andere deelen van deze "Studies" heb ik getracht mij te -onthouden van het uitdrukken van eenige persoonlijke meening en, -voor zoover dat mogelijk was een volkomen objectieve houding te -handhaven. In deze poging ben ik, naar ik vertrouw, geslaagd, als -ik mag oordeelen uit het feit, dat ik bewijzen van sympathie en van -goedkeuring ontvangen heb van alle soorten van menschen, niet minder -van den rationalistischen vrijdenker dan van den orthodoxen-geloovige, -van hen, die onze meest heerschende ethische beschouwingen deelen, -zoowel als van hen, die ze verwerpen. Zoo moet het ook zijn, want -wat ook onze maatstaf ter bepaling der waarde van gevoelens en van -levensgedrag is, het moet altijd nuttig voor ons zijn te weten, -wat precies de gevoelens zijn van menschen en hoe die gevoelens -strekken om in te werken op hun gedrag. In dit deel echter, waar -maatschappelijke tradities noodzakelijk in overweging moeten komen -en waar wij den groei van deze tradities in het verleden en hun -waarschijnlijke ontwikkeling in de toekomst uiteen moeten zetten, -daar heb ik niet de hoop, dat de objectiviteit van mijn houding den -lezer even duidelijk zal zijn. Ik moet hier vaststellen, niet alleen, -wat de menschen feitelijk voelen en doen, maar welke neiging tot -ontwikkeling naar mijn meening hun voelen en hun handelen heeft. Dat -is alleen maar een kwestie van appreciatie, met hoe ruimen blik en -hoe voorzichtig men zich ook daartegenover stelt; het kan geen zaak -zijn van absoluut bewijs. Ik hoop, dat zij, die mij vroeger gevolgd -zijn, nog geduld met mij zullen hebben, zelfs als het hun onmogelijk -is altijd de conclusies aan te nemen, waartoe ik zelf gekomen ben. - - - HAVELOCK ELLIS. - - Carbis Bay, Cornwall, Engeland. - - - - - - -INHOUD - - -Hoofdstuk I blz. - -Moeder en kind 3 - - Het recht van het kind om zijn voorouders te kiezen.--Hoe dit - gedaan wordt.--De moeder is de naaste bloedverwant van het - kind.--Moederschap en vrouwenbeweging.--De enorme beteekenis - van het moederschap.--De sterfte onder de zuigelingen en - de oorzaken daarvan.--De voornaamste oorzaak ligt bij de - moeder.--De behoefte aan rust tijdens de zwangerschap.--Het - veelvuldig vóorkomen van ontijdige geboorten.--De taak van - den Staat.--Nieuwste vorderingen in puericultuur.--De kwestie - van coïtus tijdens de zwangerschap.--De behoefte aan rust - gedurende den zoogtijd.--De plicht van de moeder haar kind te - zoogen.--De economische vraag.--De plicht van den Staat.--Nieuwste - vooruitgang in moederbescherming.--Het mislukken van openbare - kinderbewaarplaatsen. - - -Hoofdstuk II - -Sexueele opvoeding 33 - - Zorg voor het kroost is even zoo noodig als kroost.--Vroege - uitingen van de geslachtsdrift.--Moeten die als normaal beschouwd - worden?--Het sexueele spel van kinderen.--Het liefdegevoel in de - kinderjaren.--Zijn stadskinderen geslachtelijk eerder rijp dan - kinderen van het land?--De kinderlijke voorstellingen over de - herkomst van de kinderen.--De noodzakelijkheid met de sexueele - opvoeding van de kinderen vroeg te beginnen.--Het belang van - vroeg oefenen in verantwoordelijkheid.--Het verkeerde van - de oude leer der stilzwijgendheid over geslachtszaken.--Het - nadeel is grooter waar het meisjes geldt.--De moeder is de - natuurlijke en beste leermeesteres.--De ziekelijke invloed van - kunstmatige geheimzinnigheid in sexueele zaken.--De literatuur - over de sexueele opheldering der jeugd.--Aard van de taak - der moeder.--Sexueele opvoeding op de school.--De waarde van - botanie.--Zoölogie.--Sexueele opvoeding na de puberteit.--De - noodzakelijkheid den invloed van kwakzalver-literatuur te - verijdelen.--Het gevaar dat voortkomt uit het niet tijdig - voorbereiden op de eerste menstruatie.--De juiste houding tegenover - het geslachtsleven der vrouw.--De dringende noodzakelijkheid - van hygiëne der menstruatie tijdens de eerste jeugd.--Zulk een - hygiëne is te vereenigen met de gelijkstelling der geslachten - op opvoedkundig en maatschappelijk gebied.--De invaliditeit - van vrouwen komt voornamelijk voort uit verwaarloozing der - hygiëne.--De goede invloed van lichaamsoefening op vrouwen en de - slechte invloed der athletiek.--De nadeelen van het onderdrukken - van het gemoedsleven.--De noodzakelijkheid om jonge menschen - de waardigheid van het geslachtsleven te leeren.--Invloed van - deze factoren op het lot der vrouwen in het huwelijk.--Lezingen - en toespraken over sexueele hygiëne.--De rol van den dokter - in de sexueele opvoeding.--De invoering in de wereld der - idealen tijdens de puberteit.--De plaats van het godsdienst- - en zede-onderwijs.--De plechtigheden van natuurvolken bij het - inleiden in de geslachtsrijpheid.--De sexueele invloed van - literatuur.--De sexueele invloed van kunst. - - -Hoofdstuk III - -Sexueele opvoeding en naaktheid 87 - - De houding van de Grieken tegenover de naaktheid.--Hoe de Romeinen - die houding wijzigden.--De invloed van het Christendom.--Naaktheid - in de Middeleeuwen.--De ontwikkeling van den afschuw voor de - naaktheid.--Daarmede samengaande veranderingen in de voorstelling - van de naaktheid.--Preutschheid.--De romantische beweging.--Het - ontstaan van een nieuwe wijze van voelen jegens de naaktheid.--De - hygiënische beschouwing van de naaktheid.--Hoe kinderen gewend - kunnen worden aan naaktheid.--Naaktheid staat niet vijandig - tegenover zedigheid.--Het instinct van lichaamstrots.--De - waarde van naaktheid in de opvoeding.--De æsthetische waarde der - naaktheid.--Het menschelijk lichaam als een van de voornaamste - levenwekkende factoren van het leven.--Hoe naaktheid aangekweekt - kan worden.--De zedelijke beteekenis der naaktheid. - - -Hoofdstuk IV - -Het waardeeren van de geslachtsliefde 109 - - Het begrip geslachtsliefde.--De houding van het middeleeuwsche - ascetisme.--St. Bernard en St. Odo van Cluny.--Het wijzen van - de asceten op het bij elkaar liggen van de sexueele- en de - excretie-organen.--De liefde als een sacrament der natuur.--De - voorstelling van de onreinheid van wat betrekking heeft op het - geslacht bij natuurvolken in het algemeen.--Theorieën over - den oorsprong van deze voorstelling.--Het anti-ascetische - element in den bijbel en het eerste Christendom.--Clemens - van Alexandrië.--De houding van den heiligen Augustinus.--De - erkenning van de heiligheid van het lichaam door Tertullianus, - Rufinus en Athanasius.--De hervorming.--Het sexueele instinct - beschouwd als dierlijk.--Het menschelijke sexueele instinct gelijkt - niet op dat van het dier.--Wellust en liefde.--De definitie van - liefde.--Liefde en namen voor liefde zijn onbekend in sommige - deelen van de wereld.--Romantische liefde heeft zich eerst laat - ontwikkeld bij het blanke ras.--Het mysterie van het sexueel - verlangen.--De kwestie of liefde een begoocheling is.--De - geestelijke zoowel als de physieke bouw van de wereld berust - voor een deel op geslachtsliefde.--Het getuigenis van mannen van - intellect voor de alleen-heerschappij der liefde. - - -Hoofdstuk V - -De beteekenis der kuischheid 133 - - Kuischheid is onafscheidelijk van de waardigheid - der liefde.--Het verzet van de 18de eeuw tegen het - kuischheids-ideaal.--Onnatuurlijke vormen van kuischheid.--De - psychologische basis van de ascese.--Ascese en kuischheid als - deugden bij natuurvolken.--De beteekenis van Tahiti.--Kuischheid - onder barbaarsche volken.--Kuischheid onder de eerste - Christenen.--Worstelingen van de heiligen tegen de aanvechtingen - van het vleesch.--De fictie van de Christelijke kuischheid.--Het - verdwijnen ervan in de Middeleeuwen.--"Aucassin et Nicolette" - en de nieuwe romance van kuische liefde.--De onkuischheid van - de Noordelijke barbaren.--De boeten van de kerk.--Invloed - van de renaissance en van de hervorming.--Het verzet tegen - de jonkvrouwelijkheid als een deugd.--De moderne opvatting - der kuischheid als een deugd.--De invloeden, die de deugd der - kuischheid bevorderen.--Kuischheid als een wijze van tucht.--De - waarde van kuischheid voor den kunstenaar.--Welke waarde het volk - hecht aan potentie en impotentie.--De juiste definities van ascese - en kuischheid. - - -Hoofdstuk VI - -Het vraagstuk der sexueele abstinentie 165 - - De invloed van de traditie.--De theologische voorstelling van - wellust.--Neiging van deze invloeden om de sexueele moraal - te degradeeren.--Het resultaat daarvan de vorming van het - vraagstuk der sexueele abstinentie.--De protesten tegen sexueele - abstinentie.--Sexueele abstinentie en genialiteit.--Sexueele - abstinentie bij vrouwen.--De voorstanders van sexueele - abstinentie.--Bemiddelende houding.--Onbevredigende resultaten - van de geheele discussie.--Critiek op het begrip sexueele - abstinentie vergeleken met onthouding van voedsel.--Geen - volledige analogie.--De moraal van sexueele abstinentie is geheel - negatief.--Is het de plicht van den dokter buitenechtelijk - geslachtsverkeer aan te raden?--Meeningen van hen die dit - al of niet als plicht beschouwen.--De beslissing moet vallen - tegen het geven van zulk een raad.--De dokter gebonden door de - maatschappelijke en moreele denkbeelden van zijn eeuw.--De - dokter als hervormer.--Sexueele abstinentie en sexueele - hygiëne.--Alcohol.--De invloed van lichamelijke en geestelijke - inspanning.--De ontoereikendheid van de sexueele hygiëne op - dit gebied.--De onwerkelijke aard van het begrip sexueele - abstinentie.--De noodzakelijkheid het door een meer positief - ideaal te vervangen. - - -Hoofdstuk VII - -Prostitutie 201 - - I. "De orgie":--De godsdienstige oorsprong van de orgie.--Het - carneval.--De orgie erkend door de Grieken en Romeinen.--De orgie - bij natuurvolken.--Het drama.--Het door de orgie bevorderde doel. - - II. "Oorsprong en ontwikkeling van de prostitutie":--De definitie - van prostitutie.--Prostitutie onder natuurvolken.--De voorwaarden - waaronder prostitutie als bedrijf ontstaat.--Geheiligde - prostitutie.--De dienst van Mylitta.--Het uitoefenen - van de prostitutie met het doel een huwelijksgift te - verkrijgen.--Het ontstaan van de wereldlijke prostitutie in - Griekenland.--Prostitutie in het Oosten.--Indië, China, Japan, - enz.--Prostitutie in Rome.--De invloed van het Christendom op - de prostitutie.--De poging de prostitutie te bestrijden.--Het - middeleeuwsch bordeel.--Het optreden van de courtisane.--Fullia - D'Aragona.--Veronica Franco.--Ninon de Lenclos.--Latere pogingen - de prostitutie uit te roeien.--Het politie-toezicht op de - prostitutie.--De nutteloosheid wordt langzamerhand erkend. - - III. "De oorzaken der prostitutie":--Prostitutie als een deel - van het huwelijkssysteem.--Het complex van oorzaken voor de - prostitutie.--De motieven aangegeven door de prostituées.--(1) - De economische factor van de prostitutie.--Armoede is zelden - het hoofd-motief voor de prostitutie.--Maar economische druk - oefent een zeer werkelijken invloed uit.--Het hooge percentage - van prostituées geleverd door de dienstboden.--Beteekenis van - dit feit.--(2) De biologische factor van de prostitutie.--De - zoogenaamde geboren prostituée.--De aangehaalde identiteit met den - geboren misdadiger.--Het sexueele instinct bij prostituées.--De - physieke en psychische eigenaardigheden van prostituées.--(3) - De moreele noodzakelijkheid een factor in het bestaan van de - prostitutie.--De moreele voorstanders van de prostitutie.--De - moreele houding van het Christendom jegens de prostitutie.--De - houding van het protestantisme.--Nieuwere voorstanders van de - moreele noodzakelijkheid van de prostitutie.--(4) Waarde voor de - beschaving als een factor van de prostitutie.--De invloed van het - stadsleven.--De behoefte aan opwinding.--Waarom dienstmeisjes zoo - dikwijls prostituée worden.--De geringe rol die de verleiding - speelt.--Prostituées komen in grooten getale van het land.--De - lokstem van de beschaving trekt vrouwen naar de prostitutie.--De - overeenkomstige aantrekkingskracht wordt door mannen gevoeld.--De - prostituée als kunstenares en als leidsvrouw van de mode.--De - bekoring van het vulgaire. - - IV. "De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de - prostitutie":--Het verval van het bordeel.--De neiging tot - humaniseeren van de prostitutie.--De pecuniaire zijde van de - prostitutie.--De Geisha.--De Hetere.--De moreele opstand tegen de - prostitutie.--Dure deugd ten koste van vuile ondeugd.--De gewone - houding tegenover prostituées.--De wreedheid daarvan is absurd.--De - noodzakelijkheid de prostitutie te hervormen.--De noodzakelijkheid - het huwelijk te hervormen.--Deze beide noodzakelijkheden hangen - nauw met elkander samen.--De daarbij in aanmerking komende - dynamische betrekkingen. - - -Hoofdstuk VIII - -De bestrijding der geslachtsziekten 291 - - De beteekenis van de geslachtsziekten.--De geschiedenis der - syphilis.--Het vraagstuk van den oorsprong ervan.--De groote - maatschappelijke beteekenis van de syphilis.--De maatschappelijke - gevaren van de gonorrhoe.--De moderne verandering in de methoden - ter bestrijding van de geslachtsziekten.--Oorzaken van het - verval van het systeem van politie-toezicht.--Noodzakelijkheid - de feiten onder de oogen te zien.--De onschuldige offers der - geslachtsziekten.--Het zijn ziekten, en geen misdaden.--Het - principe van aanmelding.--Het Scandinavisch systeem.--Kostelooze - behandeling.--Straf op het overbrengen van venerische - ziekten.--Sexueele opvoeding met betrekking tot venerische - ziekten.--Lezingen, enz.--Uiteenzetting in romans en op het - tooneel.--Het "leelijke" is niet "immoreel". - - -Hoofdstuk IX - -Geslachts-zedeleer 331 - - Prostitutie met betrekking tot ons huwelijks-systeem.--Huwelijk - en moraal.--De definitie van het woord "moraal".--Theoretische - moraal.--Hare verdeeling in traditioneele moraal en ideëele - moraal.--Praktische moraal.--Praktische moraal gegrond op - gewoonte.--Deze is het eenige onderwerp van wetenschappelijke - zedeleer.--De reactie tusschen theoretische en praktische - moraal.--Sexueele moraal in het verleden is een toepassing van - economische moraal.--De vereeniging van starheid en van laksheid in - deze moraal.--Het ontstaan van een bijzondere geslachts-zedeleer - en de ontwikkeling van moreele idealen.--Uitingen van - sexueele moraal.--Gebrek aan eerbied voor de vormen van het - huwelijk.--Proef huwelijk.--Huwelijk na de conceptie van een - kind.--Verschijnselen in Duitschland, Angelsaksische landen, - Rusland enz.--De positie der vrouw.--De historische neiging - die de gelijkheid van vrouwen met mannen begunstigt.--De - theorie van het matriarchaat.--De moeder-familie.--Vrouwen - in Babylonië.--Egypte-Rome.--De 18de en de 19de eeuw.--De - historische neiging, die moreele ongelijkheid van de vrouw - begunstigt.--De tweeledige invloed van het Christendom.--Invloed - van de Germaansche gewoonte en van het leenstelsel.--De - ridderschap.--De vrouw in Engeland.--De vrouwenhandel.--Het - afnemen van de onderworpenheid der vrouw.--Ongeschiktheid van - den modernen man om te heerschen.--Het toenemen van de moreele - verantwoordelijkheid bij vrouwen.--De daarmee samengaande - ontwikkeling van economische onafhankelijkheid.--Het toenemen van - het aantal werkende vrouwen.--Het binnendringen van de vrouwen - in de moderne industrie.--In hoe ver dit maatschappelijk te - rechtvaardigen is.--De sexueele verantwoordelijkheid van vrouwen - en de gevolgen ervan.--De beweerde moreele inferioriteit van - vrouwen.--De "zelfopoffering" van vrouwen.--De maatschappij heeft - geen belang bij sexueele verhoudingen.--De voortplanting is het - eenige sexueele belang van den Staat.--De zeer hooge beteekenis - van het moederschap. - - -Hoofdstuk X - -Het huwelijk 383 - - De definitie van het huwelijk.--Het huwelijk in de - dierenwereld.--Het overheerschen van de monogamie.--Het vraagstuk - van het groepen-huwelijk.--Monogamie is een natuurlijk feit, - niet gebaseerd op een wet der menschen.--De neiging den vorm van - het huwelijk te stellen boven het feit van het huwelijk.--De - geschiedenis van het huwelijk.--Het huwelijk in het oude - Rome.--Germaansche invloed op het huwelijk.--De bruidkoop.--De - ring.--De invloed van het Christendom op het huwelijk.--De - groote uitbreiding van dezen invloed.--Het sacrament van - het huwelijk.--Oorsprong en ontwikkeling van de opvatting als - sacrament.--De kerk maakte het huwelijk tot een openbare daad.--Het - kanonieke huwelijksrecht.--De gezonde kern ervan.--De ontwikkeling - ervan.--De onduidelijkheden en dwaasheden ervan.--Eigenaardigheden - van het Engelsche huwelijksrecht.--Invloed van de hervorming op - het huwelijk.--De protestantsche opvatting van het huwelijk als een - wereldlijk verdrag.--De puriteinsche huwelijks-hervorming.--Milton - als de pionier voor de huwelijks-hervorming.--Zijn inzichten - over echtscheiding.--De achterlijke positie van Engeland op het - gebied van huwelijks-hervorming.--Critiek op de Engelsche wet op - de echtscheiding.--De tradities van het kanonieke recht werken nog - voort.--De kwestie van schadevergoeding bij echtbreuk.--Onderlinge - verstandhouding is een beletsel tegen echtscheiding.--Echtscheiding - in Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk, Rusland enz.--De Vereenigde - Staten.--Onmogelijkheid de echtscheidingsgronden wettig vast te - stellen.--Echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.--De oorsprong - en de ontwikkeling daarvan.--Belemmering door de tradities van - het kanonieke recht.--Wilhelm von Humboldt.--Nieuwe voorstanders - van echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.--De argumenten - tegen het gemakkelijker maken van de echtscheiding.--De belangen - van de kinderen.--De bescherming der vrouwen; de tegenwoordige - neiging van de echtscheidingsbeweging.--Het huwelijk is geen - contract.--Het voorstel van het huwelijk voor een zeker aantal - jaren.--Wettelijke beperkingen en nadeelen in de positie - van man en vrouw.--Het huwelijk is geen contract maar een - feit.--Alleen de bijkomende zaken van het huwelijk, niet de - essentieele, leenen zich tot een regeling bij contract.--De - wettelijke erkenning van het huwelijk als een feit zonder - eenige ceremonie.--Contracten over de persoonlijkheid zijn - niet te vereenigen met de moderne neigingen.--De factor van - moreele verantwoordelijkheid.--Het huwelijk als een ethisch - sacrament.--Persoonlijke verantwoordelijkheid sluit vrijheid - in.--Vrijheid is de beste waarborg voor bestendigheid.--Onjuiste - denkbeelden over individualisme.--De moderne neiging van het - huwelijk.--Met de geboorte van een kind houdt het huwelijk op - een persoonlijke aangelegenheid te zijn.--Ieder kind moet een - wettigen vader en een wettige moeder hebben.--Hoe dit bereikt - kan worden.--De vaste grondslag der monogamie.--De kwestie van - huwelijks-variaties.--Zulke variaties staan niet vijandig tegenover - de monogamie.--De meest gewone variaties.--De buigzaamheid - van het huwelijk houdt variaties in toom.--Huwelijks-variaties - tegenover de prostitutie.--Het huwelijk op verstandigen en humanen - grondslag.--Samenvatting en besluit. - - -Hoofdstuk XI - -De kunst van liefhebben 463 - - Het huwelijk is er niet alleen voor de voortplanting.--Theologen - over het "Sacramentum Solationis".--Het belang van de "kunst van - liefhebben".--De grondslag van bestendigheid in het huwelijk en - de voorwaarde voor juiste voortplanting.--De kunst van liefhebben - is het bolwerk tegen de echtscheiding.--De eenheid van liefde en - huwelijk is een principe der moderne moraal.--Het Christendom - en de kunst van liefhebben.--Ovidius.--De kunst van liefhebben - onder natuurvolken.--Sexueele inwijding in Afrika en elders.--De - neiging tot spontane ontwikkeling van de kunst van liefhebben - in de jeugd.--Flirt.--Sexueele onwetendheid bij vrouwen.--De - plaats van den echtgenoot bij de sexueele inwijding.--Sexueele - onwetendheid bij mannen.--De opvoeding van den echtgenoot voor - het huwelijk.--Het onheil gesticht door de onwetendheid van den - man.--De physieke en geestelijke gevolgen van den onbeholpen - coïtus.--Vrouwen verstaan de kunst van liefhebben beter dan - mannen.--Oude en nieuwe meeningen over de veelvuldigheid - van den coïtus.--Verschil in sexueele potentie.--De sexueele - begeerte.--De kunst van liefhebben berust op de biologische - feiten van het hofmaken.--De kunst aan vrouwen te behagen.--De - minnaar vergeleken bij den musicus.--Het aanzoek als een deel - van het hofmaken.--Divinatie in de kunst van liefhebben.--Het - belang van de preliminariën bij het aanzoek.--De onbeholpen - echtgenoot is dikwijls de oorzaak van de koelheid der vrouw.--De - moeilijkheid van het hofmaken.--Gelijktijdig orgasme.--De - nadeelen van onvolkomen bevrediging bij de vrouwen.--Coïtus - interruptus.--Coïtus reservatus.--De menschelijke wijze - van coïtus.--Variaties in coïtus.--Houding bij coïtus.--De - beste tijd voor den coïtus.--De invloed van coïtus in het - huwelijk.--De voordeelen van afwezigheid in het huwelijk.--De - gevaren der afwezigheid.--Jaloezie.--De oorspronkelijke functie - der jaloezie.--Het veel vóorkomen ervan bij dieren, natuurvolken, - enz. en in pathologische toestanden.--Een tegen-maatschappelijk - gevoel.--Jaloezie laat zich niet vereenigen met den vooruitgang - der beschaving.--De mogelijkheid meer dan een persoon tegelijk - lief te hebben.--De platonische vriendschap.--De voorwaarden, - die ze mogelijk maken.--Het moederlijk element in de liefde der - vrouw.--De eind-ontwikkeling van de huwelijksliefde.--Het vraagstuk - der liefde is een van de grootste maatschappelijke kwesties. - - -Hoofdstuk XII - -De wetenschap der voortplanting 523 - - De betrekking tusschen de wetenschap der voortplanting en de - kunst van liefhebben.--Sexueele begeerte en sexueel genot als - de voorwaarden der conceptie.--De voortplanting was vroeger - overgelaten aan luim en begeerte.--Het vraagstuk der voortplanting - als een godsdienstkwestie.--Het geloof in eugeniek.--Ellen Key en - Francis Galton.--Onze schuld tegenover de nakomelingschap.--Het - vraagstuk natuurlijke keuze te vervangen.--De oorsprong en - de ontwikkeling der eugeniek.--Het algemeen aannemen van de - principes der eugeniek tegenwoordig.--De twee wegen, waarop de - principes der eugeniek in praktijk worden gebracht.--Het besef - van sexueele verantwoordelijkheid bij de vrouwen.--Verwerping van - het opgedrongen moederschap.--Het privilege van het vrijwillige - moederschap.--Oorzaken van het in minachting brengen van - het moederschap.--De beperking der conceptie.--Zij wordt - tegenwoordig door de meerderheid der bevolking in beschaafde - landen in praktijk gebracht.--De drogrede "zelfmoord van het - ras".--Zijn groote families een merkteeken van degeneratie?--Het - beperken van de voortplanting is het gevolg van natuurlijken en - beschaafden vooruitgang.--Het toenemen der Nieuw-Malthusiaansche - ideeën en gebruiken.--Facultatieve steriliteit onderscheiden van - Nieuw-Malthusianisme.--De medische en hygiënische noodzakelijkheid - van de beperking der conceptie.--Voorbehoedmiddelen.--Miskraam.--De - nieuwe leer van den plicht miskraam op te wekken.--In - hoeverre is dit te rechtvaardigen?--Castratie als methode - om de voortplanting te beperken.--Negatieve eugeniek en - positieve eugeniek.--De kwestie van getuigschriften voor het - huwelijk.--De ontoereikendheid van het vaststellen der eugeniek - door de wetgeving.--Het scherpen van het maatschappelijk - geweten met betrekking tot de erfelijkheid.--Beperking van - de geschiktheid voor het moederschap.--De voor de verwekking - gunstige voorwaarden.--Steriliteit.--De kwestie van kunstmatige - bevruchting.--De voor de voortplanting meest gunstige leeftijd.--De - kwestie van het vroege moederschap.--De beste tijd voor de - voortplanting.--De voleindiging van den goddelijken levenskring. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK I - -MOEDER EN KIND - - - Het recht van het kind om zich zijn voorouders te kiezen.--Hoe dit - verwerkelijkt kan worden.--De moeder is de naaste bloedverwant in - de opgaande lijn van het kind.--Moederschap en vrouwenbeweging.--De - enorme beteekenis van het moederschap.--De sterfte onder de - zuigelingen en de oorzaken daarvan.--De voornaamste oorzaak - ligt bij de moeder.--De noodzakelijkheid van rust tijdens - de zwangerschap.--Het veelvuldig vóorkomen van ontijdige - geboorten.--De taak van den staat.--Vooruitgang in den nieuweren - tijd van de puericultuur.--Het vraagstuk betreffende den coïtus - tijdens zwangerschap.--De noodzakelijkheid van rust gedurende den - zoogtijd.--De plicht van de moeder om haar kind te zoogen.--De - economische vraag.--De taak van den staat.--Vooruitgang der - moederbescherming.--Teleurstellingen ondervonden bij het inrichten - van openbare kinderbewaarplaatsen. - - -De sexueele natuur van den mensch wortelt, evenals alles wat het meest -essentieele in hem is, in een bodem, die lang vóor zijn geboorte -gevormd werd.--In dit opzicht, evenals in alle andere, ontleent -hij de elementen van zijn leven aan zijn voorouders, hoe nieuw de -veranderde combinatie ook moge zijn en hoezeer die ook gewijzigd -moge worden door latere omstandigheden. Het lot van den mensch ligt -niet in de toekomst, maar in het verleden. Dat is, juist beschouwd, -de meest levende van alle levende werkelijkheden. Ieder kind heeft -dus het recht zijn eigen voorouders te kiezen. Natuurlijk kan het -dat alleen doen door plaatsvervangers, door zijn ouders. Het is de -ernstigste en heiligste plicht van den toekomstigen vader de eene -helft te kiezen van het karakter naar voorouders en erfelijkheid van -zijn toekomstig kind; het is de ernstigste en heiligste plicht van de -toekomstige moeder ook zulk een keuze te doen [2]. Toen zij elkander -kozen, hebben zij te zamen al de voorouders van hun kind gekozen. Zij -hebben de sterren bepaald, die zijn lot zullen besturen. - -Vroeger werd dit besluit, dat zooveel mogelijkheden voor de toekomst -bevat, gewoonlijk genomen op een hulpelooze, blinde, bijna onbewuste -wijze. Het werd òf bestuurd door een instinct, dat over het geheel -nogal goed gewerkt heeft, òf beïnvloed door economische belangen -van wier resultaten men dat niet kan zeggen, of het werd overgelaten -aan toevalligheden, die van nòg lager orde zijn dan zuiver dierlijke -aandriften en die niets dan kwaad kunnen stichten. Voor de toekomst -kunnen wij alleen het geloof hebben--want alle hoop van de menschheid -moet op dat geloof berusten--dat een nieuwe impuls, die het natuurlijk -instinct versterken en het mettertijd onafscheidelijk begeleiden -zal, den beschaafden mensch den koers zal aangeven die het ras moet -nemen. Evenals in het verleden het ras over het geheel gevormd is door -een natuurlijke, gedeeltelijk sexueele, keuze, die onbewust was van -zichzelf en onwetend omtrent de doeleinden waar ze toe leidde, zoo -zal het ras in de toekomst gevormd worden door opzettelijke keuze, -zal de scheppende energie van de natuur zelf bewust worden in het -brein van den beschaafden mensch. Dit is niet een geloof dat zijn -oorsprong heeft in een vage hoop. De problemen van het leven van het -individu zijn verbonden aan het lot van het leven van het ras en ieder -keer weer zullen wij bevinden, als wij peinzen over de individueele -kwesties, met welke wij hier te maken hebben, dat zij in alle punten -ten slotte samenloopen naar dit zelfde doeleinde van het ras. - -Daar we hier nu de sexueele betrekkingen moeten nagaan van het individu -ten opzichte van de maatschappij, zal het praktisch zijn op dit punt -de kwesties van voorouders terzijde te stellen en het individu te -nemen zooals het, met een reeds bepaalden erfelijken aanleg, ligt -onder het hart der moeder. - -Het is de moeder, die de naaste bloedverwant is van het kind. Op -verschillende punten in de zoölogische ontwikkeling heeft het -mogelijk geschenen dat de functies, die we nu kennen als die van het -moederschap, in ruime mate en gelijkelijk gedeeld werden door den -vader. De natuur heeft verschillende proeven genomen in deze richting, -met visschen bijvoorbeeld, en zelfs met vogels. Maar hoe nuttig en -uitmuntend deze proeven ook waren en ofschoon krachtig genoeg om hun -voortzetting tot op dezen dag te verzekeren, blijft het toch waar, dat -de mensch niet bestemd was zich langs dezen weg te verheffen. Onder al -de zoogdieren, die er vóór den mensch geweest zijn, is het mannetje -een indrukwekkende en belangrijke figuur in de eerste dagen van het -hofmaken, maar nadat de conceptie verzekerd is, speelt de moeder de -voornaamste rol in het leven van het ras. Het mannetje moet er zich mee -tevreden stellen buiten het voedsel op te zoeken en op wacht staan als -het thuis is in de voorkamer van het gezin. Als ze eenmaal bevrucht -is, verwerpt het vrouwtje toornig de liefkoozingen, die zij tevoren -zoo coquet in ontvangst genomen heeft, en zelfs bij den mensch is de -positie van den vader bij de geboorte van zijn kind niet bijzonder -waardig of aangenaam. De natuur staat aan den man slechts een tweede -en betrekkelijk nederige plaats toe in het tehuis, de broedplaats -van het ras; hij mag zich, als hij wil, schadeloos stellen door het -zoeken van avonturen en roem in de wereld daarbuiten. De moeder is -de naaste bloedverwant van het kind, en gedurende den tijd van de -conceptie tot aan de geboorte, kan de hygiëne van den toekomstigen -mensch alleen bevorderd worden door invloeden, die werken door haar. - -Zoo fundamenteel en elementair als het feit is van de overheerschende -positie van de moeder voor het leven van het ras, zoo onbetwistbaar -als het schijnen moet aan allen die er studie van gemaakt hebben, -moeten we toch toegeven, dat het soms vergeten is of niet geteld. In -de groote tijden van de menschheid is het inderdaad aangenomen als een -centraal en heilig feit. In het klassieke Rome werd in een bepaalde -periode het huis van de zwangere vrouw versierd met guirlandes, en in -Athene was het een onschendbaar heiligdom, waar zelfs de misdadiger -bescherming kon vinden. Zelfs te midden van de gemengde invloeden -van tijden zoo vol van schuimend leven, als aan de opkomst van de -Renaissance voorafgingen, was de ideaal mooie vrouw, zooals wij nog -kunnen zien op schilderijen, de zwangere vrouw. Maar het is niet altijd -zoo geweest. Tegenwoordig, bij voorbeeld, is er geen twijfel aan, -dat we nog pas bezig zijn los te komen uit een periode, waarin dit -feit dikwijls werd betwist of ontkend, in theorie en praktijk beide, -ook door de vrouwen zelf. Dit was vooral opmerkelijk in Engeland en -Amerika beide, en het ligt waarschijnlijk voor een groot deel aan de -ongelukkige, dwaze verblindheid, die vrouwen in deze landen er toe -bracht mannelijke idealen na te jagen, dat nu de inspiratie voor den -vooruitgang in de vrouwenbeweging voornamelijk komt van de vrouwen -van andere landen. Moederschap en de toekomst van het ras werden -systematisch gekleineerd. Het vaderschap, zoo werd gezegd, was maar een -ondergeschikte gebeurtenis in het leven van den man: waarom zou het -moederschap meer dan louter een gebeurtenis zijn in het leven van de -vrouw? In Engeland waren de vrouwen, door een merkwaardig verdraaiden -vorm van sexueele aantrekkingskracht zoo betooverd door den glans, -die de mannen omgaf, dat zij al de feiten van organische constitutie, -die haar ongelijk maakten aan den man, wilden onderdrukken of vergeten, -zich haar glorie tot schande rekenden en dezelfde opvoeding zochten -als mannen, dezelfde bezigheden als mannen, ja dezelfde sport. Zooals -wij weten was er oorspronkelijk een element van rechtvaardigheid in -dezen aandrang [3]. Hij was volkomen gerechtvaardigd in zoover hij een -aanspraak was op bevrijding van een kunstmatige beperking, en een eisch -tot economische onafhankelijkheid. Maar hij werd noodlottig en dwaas, -toen hij zich ontwikkelde in een hartstocht om, in alle opzichten, -dezelfde dingen te doen, die mannen doen; hoe noodlottig en hoe dwaas -kunnen we beseffen als wij ons mannen voorstellen, hartstochtelijk de -wijzen van doen en de werkzaamheden van vrouwen nabootsende. Vrijheid -is alleen goed, als zij is een vrijheid om de wetten te volgen van -iemands eigen natuur; zij houdt op vrijheid te zijn als zij wordt -een slaafsche poging anderen na te bootsen en ze zou slechts ongeluk -aanbrengen als ze ooit slagen kon [4]. Tegenwoordig heeft deze beweging -theoretisch opgehouden vertegenwoordigsters te bezitten, die ernstigen -invloed uitoefenen. Toch vertoonen zich de praktische resultaten nog -zeer zichtbaar in Engeland en de andere landen, waarin zij gevoeld -is. De sterfte onder de zuigelingen is enorm en begint nog slechts, -tenminste in Engeland, een neiging te vertoonen om af te nemen; -het moederschap is zonder waardigheid en de levenskracht der moeders -neemt spoedig af, zoodat zij niet eens haar kinderen kunnen zoogen; -onwetende jonge moeders geven haar kinderen aardappelen en jenever; -overal spreekt men ons van de teekenen van ontaarding van het ras, -of zoo al niet van het ras, dan toch in ieder geval van de jonge -individuen van tegenwoordig. - - - Het zou misplaatst zijn en ons te ver voeren om hier deze - verscheidenheid te bespreken van praktische gevolgen van de dwaze - poging, om het enorme belang van het moederschap voor het ras te - kleineeren. Het zij genoeg slechts dit eene punt aan te raken: - de bovenmatige sterfte onder de zuigelingen. - - In Engeland--dat uit een maatschappelijk oogpunt niet in zoo veel - slechter toestand verkeert dan de meeste landen, want in Oostenrijk - en Rusland is de kindersterfte nog hooger, hoewel ze in Australië - en Nieuw-Zeeland veel lager is, maar toch nog buitensporig--komt - jaarlijks meer dan een vierde van alle sterfgevallen van kinderen - onder het jaar voor. Naar de meening van de medische ambtenaren van - den gezondheidsdienst, die het best in de gelegenheid zijn om een - opinie te vormen, hadden ongeveer de helft van deze sterfgevallen, - in het ruwe berekend, absoluut voorkomen kunnen worden. Bovendien - is het twijfelachtig of er een werkelijk dalende beweging is in - deze sterfte; in de laatste halve eeuw is zij nu eens gestegen en - dan weer gedaald, en hoewel in de paar laatste jaren de algemeene - beweging van de kindersterfte voor kinderen onder de vijf jaar in - Engeland en Wales een neiging getoond heeft om af te nemen, steeg - in Londen (volgens J. F. J. Sykes, ofschoon Sir Shirley Murphy - getracht heeft de beteekenis van deze cijfers te verminderen) de - kindersterfte voor de drie eerste levensmaanden van 69 per duizend - in het tijdverloop 1888-1892 tot 75 per duizend van 1898-1901. (Dit - heeft, dat moeten we bedenken, betrekking op de periode vóór - het invoeren van de wet op het kennisgeven van geboorten). In - ieder geval is er, hoewel de algemeene sterfte een bepaalde - neiging toont tot verbetering, zeker geen naar evenredigheid - daarmee overeenkomende verbetering in de kindersterfte. Dit kan - ternauwernood verwondering wekken, als wij ons voor oogen stellen, - dat er geen verandering ten goede, maar eerder ten kwade, geweest - is in de omstandigheden waaronder onze kinderen worden geboren en - opgevoed. Zoo zegt William Hall (British Medical Journal, October - 14, 1905), die een grondige kennis had, loopende over 56 jaar, - van de achterbuurten van Leeds, en die verscheiden duizenden - van achterbuurtkinderen gewogen en gemeten heeft, behalve dat - hij meer dan 120.000 jongens en meisjes onderzocht heeft op hun - geschiktheid voor fabrieksarbeid, dat "vijftig jaar geleden - de moeder uit de achterbuurt veel verstandiger, zindelijker, - huiselijker en moederlijker was dan zij nu is; zij was zelf beter - gevoed en zij zoogde bijna altijd haar kinderen en na het speenen - kregen zij meer voedzaam, beenderenvormend voedsel, en zij was - in staat thuis gezonder voedsel klaar te maken". Het systeem van - leerplicht heeft een ongelukkigen invloed uitgeoefend door den - ouders een dwang op te leggen waardoor de toestanden van het tehuis - slechter werden. Want, hoe uitstekend onderwijs is, het is niet de - eerste levensbehoefte en het is verplichtend gemaakt, voordat de - meer essentieele dingen van het leven even verplichtend gemaakt - zijn. Hoe volkomen onnoodig deze groote sterfte is, kan blijken - zonder dat we het goede voorbeeld van Australië en Nieuw-Zeeland - noemen, wanneer wij slechts kleine Engelsche steden vergelijken: - terwijl in Guildford de kindersterfte 65 per duizend is, is het - in Burslem 205 per duizend. - - Somtijds wordt gezegd, dat kindersterfte een economische kwestie - is en dat ze zou ophouden te bestaan met loonsverbetering. Dit is - alleen waar tot zekere hoogte en onder bepaalde voorwaarden. In - Australië is geen nijpende armoede, maar het aantal sterfgevallen - van kinderen onder het jaar is nog tusschen de 80 en 90 per - duizend, en een derde van deze sterfte is volgens Hooper (British - Medical Journal, 1908, vol II, p. 289) gemakkelijk te vermijden - omdat ze voortkomt uit de onwetendheid van de moeders en den - tegenzin in het zoogen. De loonarbeid van getrouwde vrouwen - vermindert zeer de armoede van een familie, maar niets kan - slechter zijn voor het welzijn van de vrouw als moeder, of voor - het welzijn van haar kind. Reid, de medische ambtenaar van den - gezondheidsdienst voor Staffordshire, waar twee groote centra - zijn van werkmansbevolking met dezelfde gezondheidsvoorwaarden, - heeft aangetoond, dat in het Noordelijk centrum, waar een groot - aantal vrouwen in fabrieken werkt, ontijdige geboorten driemaal - zooveel voorkomen als in het Zuidelijk centrum, waar feitelijk - geen beroepsloonarbeid voor vrouwen is; de veelvuldigheid van - abnormaliteiten is ook in dezelfde verhouding. De voorrang van - Joodsche boven Christenkinderen en hun geringere kindersterfte, - schijnen geheel te berusten op het feit dat Jodinnen betere moeders - zijn. "De Joodsche kinderen in de achterbuurten", zegt William Hall - (British Medical Journal, October 14, 1905), een man van ruime - en nauwkeurige kennis, "waren beter in gewicht, wat hun tanden - betreft en in algemeene lichamelijke ontwikkeling, en zij schenen - minder vatbaar te zijn voor besmettelijke ziekten. Toch woonden - deze Joden in overvolle woningen, zij namen weinig beweging, en de - ongezondheid van hun omgeving was in het oog vallend. De kwestie - was, dat hun kinderen veel beter gevoed waren. De zwangere Jodin - werd beter verzorgd en voedde ongetwijfeld den foetus beter. Nadat - de kinderen geboren waren, kregen 90 percent borstvoeding en later - in hun jeugd kregen zij overvloedig beenderenvormend voedsel; - eieren en olie, visch, versche groenten en vruchten namen een - groote plaats in in hun diëet". G. Newman, legt in zijn belangrijk - en groot boek over "kindersterfte" den nadruk op het besluit dat - wij "allereerst moeten hebben een hooger standaard van physiek - moederschap." Het probleem van kindersterfte, verklaart hij - (bladz. 259), is er niet een alleen van hygiëne, van huisvesting, - of zelfs van armoede als zoodanig, "maar het is voornamelijk een - kwestie van moederschap". - - -De voornaamste behoefte van de zwangere vrouw is rust. Zonder een -groote mate van rust voor de moeder kan er geen puericultuur zijn [5]. - -De taak een mensch te scheppen neemt al de beste krachten van een -vrouw in beslag, vooral gedurende de laatste drie maanden vóor -de geboorte. Zij kan niet ondergeschikt gemaakt worden aan de -belasting, die er op de krachten gelegd wordt door handenarbeid -of geestelijken arbeid, of zelfs door ingespannen maatschappelijke -plichten en vermaken. De talrijke proeven en waarnemingen, die in -de laatste jaren gedaan zijn in de inrichtingen voor kraamvrouwen, -voornamelijk in Frankrijk, hebben afdoende aangetoond, dat niet alleen -het tegenwoordige en toekomstige welzijn van de moeder en het gemak -van haar bevalling, maar ook het lot van het kind, een zeer grooten -invloed ondervinden van rust gedurende de laatste maand van haar -zwangerschap. "Iedere arbeidster heeft aanspraak op rust gedurende -de laatste drie maanden van haar zwangerschap". Dit besluit werd -aangenomen door het Internationale Congres voor Hygiëne in 1900, maar -het kan niet in de praktijk uitgevoerd worden dan door samenwerking -van de geheele gemeenschap. Want het is niet genoeg te zeggen, dat -een vrouw rust moet hebben tijdens de zwangerschap; het is de taak van -de gemeenschap te zorgen, dat die rust behoorlijk verzekerd wordt. De -vrouw zelf, en haar werkgever, daar kunnen we zeker van zijn, zullen -hun best doen de gemeenschap te bedriegen, maar het is de gemeenschap, -die schade lijdt, zoowel economisch als moreel, als een vrouw -minderwaardige kinderen ter wereld brengt en de gemeenschap moet, in -haar eigen belang zoowel werkgever als werkneemster controleeren. Wij -kunnen niet langer laten zeggen, met de woorden van Bouchacourt, -dat "tegenwoordig het schuim van het menschengeslacht--de blinden, -de doofstommen, gedegenereerden, nerveuzen, misdadigers, idioten, -zwakzinnigen, crétins en epileptici--beter beschermd worden dan de -zwangere vrouwen" [6]. - - - Pinard, die altijd geëerd moet worden als een van de stichters - van de eugeniek, heeft, tezamen met zijn leerlingen, veel gedaan - om den weg te bereiden voor het aannemen van dit eenvoudig, - maar belangrijk axioma, door de gronden duidelijk te maken, - waarop het berust. Uit lang voortgezette waarnemingen op zwangere - vrouwen van alle standen, heeft Pinard de conclusie getrokken, - dat vrouwen, die tijdens de zwangerschap rusten, betere kinderen - hebben dan vrouwen, die niet rusten. Afgezien van de meer algemeene - nadeelen van werk tijdens de zwangerschap, bevond Pinard dat het, - gedurende de laatste maanden, een neiging had om de baarmoeder - naar beneden te drukken in het bekken, en zoo de ontijdige - geboorte te veroorzaken van onvoldragen kinderen; terwijl de - weeën moeilijker en gevaarlijker gemaakt werden (zie bv. Pinard, - Gazette des Hôpitaux, Nov. 28, 1895, en van denzelfden schrijver - Annales de Gynécologie, Aug. 1898). - - Letourneux heeft de vraag bestudeerd of rust tijdens de - zwangerschap noodig is voor vrouwen, wier beroepsarbeid maar weinig - vermoeiend is. Hij onderzocht 732 opeenvolgende bevallingen in - de Clinique Baudeloque in Parijs. Hij bevond, dat 137 vrouwen, - die vermoeiende bezigheden hadden (dienstboden, keukenmeiden, - enz.) en die niet rustten tijdens de zwangerschap, kinderen - voortbrachten van een gemiddeld gewicht van 3.081 gram; 115 - vrouwen, die maar weinig vermoeiende bezigheden hadden (naaisters, - modisten, enz.) en die ook niet rustten tijdens de zwangerschap, - kinderen hadden van een gemiddeld gewicht van 3.130 gram; een klein - verschil, maar toch van beteekenis, omdat de vrouwen van de eerste - groep groot waren en sterk, terwijl die van de tweede groep teer - en rank gebouwd waren. En weer, bij het vergelijken van groepen - vrouwen, die tijdens de zwangerschap rustten, werd bevonden, - dat de vrouwen, die gewend waren aan vermoeiend werk, kinderen - hadden met een gemiddeld gewicht van 3.319 gram, terwijl zij, - die gewend waren aan minder vermoeiend werk, kinderen hadden met - een gemiddeld gewicht van 3.318 gram. Het verschil tusschen rust - en geen rust is dus aanmerkelijk, daar het ook zware vrouwen, - die vermoeiende bezigheden hebben, in staat stelt de teerder - vrouwen, die minder vermoeiende bezigheden hebben, in te halen, - niet ze te overtreffen. Wij zien ook, dat zelfs bij de betrekkelijk - weinig vermoeiende bezigheden van modistes enz., rust tijdens de - zwangerschap toch van belang blijft, en niet veilig gemist kan - worden. "De maatschappij", zegt Letourneux, "moet rust verzekeren - aan vrouwen, die niet in gunstige omstandigheden verkeeren, - tijdens een deel van de zwangerschap. De kosten daarvan zal zij - terugbetaald krijgen door de vermeerderde kracht van de aldus - geboren kinderen" (Letourneux, "De l'Influence de la Profession - de la Mère sur le Poids de l'Enfant", Thèse de Paris, 1897). - - Dr. Dweira-Bernson ("Revue Pratique d'Obstétrique et de Pédiatrie," - 1903, p. 370), vergeleek vier groepen van zwangere vrouwen - (dienstboden met zwaar werk, met licht werk, boerenmeisjes, - naaisters) die drie maanden lang rustten voor de bevalling, met - vier evenzoo samengestelde groepen, die geen rust namen voor - de bevalling. In iedere groep bevond hij, dat het verschil in - het gemiddelde gewicht van het kind was bepaald ten gunste van - de vrouwen, die gerust hadden en het was opmerkelijk, dat het - grootste verschil werd bevonden in het geval van de boerenmeisjes, - die waarschijnlijk de sterkste waren, die ook het hardst werkten. - - De gewone duur der zwangerschap varieert tusschen 274 en 280 - dagen (of 280 tot 290 dagen na de laatste menstruatie), en - soms een paar dagen langer, hoewel men het niet eens is over - den uitersten grens, die sommige autoriteiten zouden willen - uitstrekken tot 300 dagen (Pinard in Richet's Dictionaire de - Phisiologie, deel VII pp. 150-162; Taylor, Medical Jurisprudence, - 5de uitgave, pp. 44, 98 en volgende; L. M. Allen, "Prolonged - Gestation", American Journal Obstetrics, April 1907). Het is - mogelijk, zooals Müller opperde in 1898 in een Thèse de Nancy, - dat de beschaving de neiging heeft den duur der zwangerschap - te verkorten en dat die in vroeger tijden langer was dan hij - nu is. Zulk een neiging tot vroege geboorte onder de opwindende - zenuwachtige invloeden van de beschaving zou dan overeenkomen, - zooals Bouchacourt aangetoond heeft (La Grossesse, p. 113), met - eenzelfde uitwerking op huisdieren. De sterke vrouw van het land - verandert in de sierlijker, maar ook teerder vrouw van de stad, - die eene mate van zorg en hygiëne noodig heeft, die de vrouw van - het land met haar zenuwstelsel met meer weerstandsvermogen tot - zekere hoogte ontberen kan, hoewel zelfs zij, zooals wij zien, - schade lijdt in de persoon van haar kind, en waarschijnlijk in - haar eigen persoon door de gevolgen van het werken tijdens de - zwangerschap. De ernstige aard van deze neiging der beschaving - tot vroege geboorte--waarvan gebrek aan rust in de zwangerschap - echter maar een van de vele belangrijke oorzaken is--blijkt uit het - feit dat Séropian (Fréquence Comparée des Causes de l'Accouchement - Prématuré, Thèse de Paris, 1907) bevond, dat omstreeks een derde - van de geboorten in Frankrijk (32.28 percent) in meerdere of - mindere mate te vroeg zijn. Zwangerschap is geen ziektetoestand; - integendeel, is een zwangere vrouw op het hoogtepunt van haar meest - normale physiologische leven, maar tengevolge van de spanning, - die er door veroorzaakt wordt, is zij er bijzonder aan onderhevig - te lijden door iederen kleinen schok of druk. - - Men moet opmerken, dat de verhoogde neiging tot ontijdige geboorte, - terwijl zij gedeeltelijk mag berusten op algemeene neigingen der - beschaving, ook voor een deel berust op zeer bepaalde oorzaken, - die zeer goed te vermijden zijn. Syphilis, alcoholisme en pogingen - om miskraam op te wekken, behooren onder de niet ongewone oorzaken - van ontijdige geboorte (zie bv. G. F. Mc. Cleary, "The Influence - of Antenatal Conditions on Infantile Mortality", British Medical - Journal, Aug. 13, 1904). - - Ontijdige geboorte moet vermeden worden, omdat het kind, dat - te vroeg geboren is, onvoldoende is toegerust voor de taak, - die voor hem ligt. Astengo bevond bij bijna 19.000 gevallen in - het Lariboisière Hospital in Parijs en in de Maternité, dat, - gerekend van den datum der laatste menstruatie, er een directe - verhouding is tusschen het gewicht van het kind bij de geboorte - en den duur der zwangerschap. Hoe langer de zwangerschap, des te - beter het kind (Astengo, Rapport du Poids des Enfants à la Durée - de la Grossesse, Thèse de Paris, 1905). - - Ontijdige geboorten komen waarschijnlijk in Engeland evenveel - voor als in Frankrijk. Ballantyne zegt (Manual of Antenatal - Pathology; The Foetus p. 456) dat men voor praktische doeleinden de - veelvuldigheid van ontijdige weeën in kraaminrichtingen kan stellen - op 20 percent, maar dat, als alle kinderen, die minder wegen dan - 3 KG. beschouwd moeten worden als ontijdig geboren, dit stijgt - tot 41.5 percent. Dat het aantal ontijdige geboorten toeneemt in - Engeland schijnt te blijken uit het feit, dat gedurende de laatste - 25 jaar er een voortdurende toename is in de sterfte door ontijdige - geboorte. Mc. Cleary, die dit punt bespreekt en die de toename - als werkelijk bestaand beschouwt, komt tot het besluit, dat het - schijnt, of er een vermindering is in de qualiteit, zoowel als in - de quantiteit van onze kinderproductie. Zie ook een discussie, - ingeleid door Dawson Williams, over "Physical Deterioration", - British Medical Journal, Oct. 14, 1905. - - Er behoeft nauwelijks op gewezen te worden, dat niet alleen - onrijpheid een oorzaak is van ontaarding in de kinderen die - blijven leven, maar dat deze alleen reeds er toe bijdraagt om het - aantal der kinderen te verminderen die in het leven blijven. Zoo - zegt Newman, (l.c.) dat in de meeste Engelsche stadsdistricten - ontijdige geboorte de voornaamste oorzaak is van sterfte onder - de zuigelingen en dat omstreeks 30 percent van de sterfgevallen - van zuigelingen er onder gebracht kunnen worden; zelfs in Londen - (Islington) bevindt Alfred Harris (British Medical Journal, - Dec. 14, 1907) dat bijna 17 percent van de sterfgevallen van - zuigelingen er toe gerekend kunnen worden. Newman meent, dat - ongeveer de helft der moeders van kinderen, die sterven door - ontijdige geboorte, gedecideerd ziek zijn of onvoldoende gevoed; - zij zijn daarom niet geschikt om moeder te worden. - - Rust tijdens de zwangerschap is een machtig voorbehoedmiddel - tegen ontijdige geboorten. Zoo vergeleek Dr. Sarraute-Lourié 1.550 - zwangere vrouwen in het Asile Michelet, die rust hadden vóor de - bevalling met 1.550 kraamvrouwen in het Hôpital Lariboisière, - die niet zoo'n rustperiode gehad hadden. Zij bevond, dat de - gemiddelde duur der zwangerschap tenminste twintig dagen korter - was in de laatste groep. (Mme Sarraute-Lourié, De l'Influence du - Repos sur la Durée de la Gestation, Thèse de Paris, 1899). - - Leyboff heeft aangedrongen op de absolute noodzakelijkheid van rust - tijdens de zwangerschap, zoowel ter wille van de vrouw zelf als - van den last, dien zij draagt, en hij toont de slechte resultaten - aan, die volgen als de rust is verwaarloosd. Reizen per spoor, - paardrijden, fietsen en zeereizen kunnen, naar Leyboff meent, ook - nadeelig zijn aan het verloop van de zwangerschap. Leyboff erkent - de moeilijkheden, waar zwangere vrouwen door de tegenwoordige - toestanden in de industrie, onder lijden en komt tot het besluit, - "dat het dringend noodig is vrouwen bij de wet te verhinderen - gedurende de drie laatste maanden der zwangerschap te werken; - dat er in ieder district een moederschapfonds moest wezen; dat - gedurende dezen verplichten rusttijd een vrouw hetzelfde salaris - moest ontvangen als wanneer zij werkt". Hij voegt er aan toe, dat - kinderen van ongehuwde moeders moesten worden verzorgd door den - Staat, dat er een acht-urige werkdag moest zijn voor alle arbeiders - en dat geen kinderen onder de zestien jaar verlof mochten hebben - om te werken. (E. Leyboff, L'Hygiène de la Grossesse, Thèse de - Paris, 1905). - - Perruc zegt dat een rust van tenminste twee maanden vóor de - bevalling verplichtend moest worden gesteld, en dat de vrouw - gedurende dien tijd een schadeloosstelling moest ontvangen van - Staatswege. Hij meent, dat die den vorm zou moeten aannemen van - verplichte verzekering en dat de arbeidster, de werkgever en de - Staat er gelijkelijk voor moesten bijdragen (Perruc, Assistance - aux Femmes Enceintes, Thèse de Paris, 1905). - - Waarschijnlijk heeft werk gedurende de eerste maanden van de - zwangerschap, als het niet buitensporig zwaar en vermoeiend is, - weinig of geen slechten invloed; zoo bevond Bacchimont (Documents - pour servir à l'Histoire de la Puériculture Intra-utérine, Thèse - de Paris, 1898) dat, terwijl er een groote toename was in gewicht - van kinderen van moeders, die drie maanden gerust hadden, er - geen overeenkomstige toename was in de kinderen van die moeders, - die langeren tijd gerust hadden. Gedurende de laatste drie - maanden wordt vrijheid, rust, het ophouden van de verplichtende - routine van een beroep noodig. Dit is de meening van Pinard, - de voornaamste autoriteit in deze zaak. Velen echter, vreezende - dat economische en industrieele voorwaarden zoo'n langen rusttijd - praktisch tè moeilijk te bereiken zullen maken, zijn met Clappier - en G. Newman tevreden met twee maanden als minimum te eischen; - Salvat vraagt maar een maand rust vóor de bevalling, terwijl de - vrouw, of zij getrouwd is of niet, dan een schadeloosstelling in - geld zal krijgen gedurende dezen tijd en kosteloos geneeskundige - hulp en medicijnen. Ballantyne (Manual of Antenatal Pathology: - The Foetus, p. 475), zoowel als Niven, vragen slechts éen maand - verplichte rust gedurende de zwangerschap met schadeloosstelling - Arthur Helme echter overziet meer alle factoren van het probleem - en komt in een belangrijk geschrift over "The Unborn Child: Its - Care and Its Rights" (British Medical Journal, Aug. 24, 1907) - tot het besluit: "Dat, waar het op aankomt, zou zijn zwangere - vrouwen geheel te verhinderen naar haar werk te gaan en het komt - er evenzeer op aan van het standpunt van het kind, dat dit verbod - zich zoowel over de eerste als over de laatste maanden van de - zwangerschap moet uitstrekken." - - In Engeland is tot nog toe weinig vooruitgang gekomen met - betrekking tot deze vraag van rust tijdens de zwangerschap, - zelfs niet in het veranderen van de publieke opinie. Sir William - Sinclair, professor in de verloskunde aan de Victoria University - in Manchester, heeft uitgegeven (1907) A Plea for Establishing - Municipal Maternity Homes. Ballantyne, een groot Engelsch - autoriteit op het gebied van de embryologie van het kind, heeft - uitgegeven een "Plea for a Pre-Maternity Hospital" (British Medical - Journal, Jan. 11, 1908), en heeft de kwestie verder besproken in - zijn Manual of Antenatal Pathology: The Foetus (Hoofdst. XXVII); - hij stelt echter meer belang in het oprichten van ziekenhuizen - voor de ziekten der zwangerschap dan in de meeromvattende en meer - fundamenteele kwestie van rust voor alle zwangere vrouwen. In - Engeland zijn wel is waar een paar inrichtingen welke ongehuwde - vrouwen opnemen, die een getuigschrift hebben van goed gedrag en - die voor de eerste maal zwanger zijn, want, zooals Bouchacourt - opmerkt, verzetten Engelsche vooroordeelen zich tegen ieder - medelijden, betoond aan vrouwen, die recidivisten zijn in de - misdaad der conceptie. - - Tegenwoordig wordt alleen in Frankrijk de dringende behoefte aan - rust gedurende de laatste maanden der zwangerschap duidelijk in - het oog gehouden en eenige ernstige en officieele pogingen zijn - aangewend om er in te voorzien. In een belangwekkende Parijsche - verhandeling (De la Puériculture avant la Naissance, 1907) heeft - Clappier veel mededeelingen samengebracht, die betrekking hebben - op de pogingen, die nu gedaan worden om de kwestie praktisch - te behandelen. Er zijn vele Asiles in Parijs voor zwangere - vrouwen. Een van de beste is het Asile Michelet, in 1893 gesticht - door de "Assistance Publique" van Parijs. Dit is een sanatorium - voor zwangere vrouwen, die in het midden van de achtste maand - zijn. In naam worden alleen Fransche vrouwen toegelaten, die - een jaar haar domicilie in Parijs hebben gehad, maar inderdaad - schijnt het, dat vrouwen uit alle deelen van Frankrijk worden - opgenomen. Zij worden bezig gehouden met nu en dan voorkomend - licht werk voor de inrichting en zij worden voor dit werk betaald, - en ook houden zij zich bezig met het maken van kleertjes voor het - verwachte kind. Getrouwde en ongetrouwde vrouwen worden gelijkelijk - opgenomen, daar alle vrouwen gelijk zijn van het standpunt uit - van moederschap, en inderdaad zijn de meeste van de vrouwen, - die naar het Asile Michelet komen, ongetrouwd en sommige zijn - meisjes, die zich zelfs te voet gesleept hebben van Brittanje en - andere ver verwijderde plaatsen van Frankrijk, om zich te kunnen - verbergen voor haar vrienden in de gastvrije afzondering van deze - toevluchtsoorden in de groote stad. Het is niet het minste voordeel - van deze inrichtingen, dat zij ongetrouwde moeders en haar kind - beschermen tegen de vele ellenden, waaraan zij zijn blootgesteld en - zoo er toe bijdragen om misdaad en lijden te verminderen. Behalve - de moederschapstoevluchtsoorden zijn er instellingen in Frankrijk - om met hulp en raad die zwangere vrouwen bij te staan, die liever - thuis blijven, maar die zoodoende de noodzakelijkheid vermijden - van huiselijk werk dat niet voor haar past. - - Er kan geen schaduw van twijfel zijn dat, zooals tegenwoordig in - ons eigen land en eenige andere landen, die beschaafd heeten, - moederschap buiten het huwelijk beschouwd wordt als bijna een - misdaad, er dus de allergrootste behoefte is aan passende zorg - voor ongetrouwde vrouwen, die op het punt zijn moeder te worden, - een zorg, die haar in staat stelt in het geheim bescherming en - verzorging te verkrijgen en haar gevoel van eigenwaarde en haar - maatschappelijke positie te bewaren. Dit is noodig niet alleen - in het belang der humaniteit en der publieke economie, maar ook, - zooals te dikwijls vergeten wordt, in het belang der zedelijkheid, - want het is zeker, dat door te verzuimen een passende voorzorg van - deze soort te verschaffen, vrouwen gedreven worden tot kindermoord - en prostitutie. In vroegere, meer humane tijden was het algemeen - zorgen voor het heimelijk ontvangen van en zorgen voor onwettige - kinderen zonder twijfel hoogst heilzaam. Het onderdrukken van de - middeleeuwsche methode, die in Frankrijk langzamerhand plaats - vond tusschen 1833 en 1862, leidde tot een groote toename van - kindermoord en miskraam en was een onmiddellijke aanmoediging tot - misdaad en zedeloosheid. In 1887 trachtte de "Conseil Général" van - de Seine de heerschende verwaarloozing van deze zaak te vervangen - door het aannemen van meer verlichte denkbeelden en stichtte een - bureau secret d'admission voor zwangere vrouwen. Sedert dien tijd - zijn zoowel kinderverlating als kindermoord zeer verminderd, hoewel - zij toenemen in die deelen van Frankrijk, die geen faciliteiten - van deze soort bezitten. Men meent in ruime kringen, dat de Staat - de inrichtingen moest vereenigen voor het verzekeren van geheim - moederschap en in zijn eigen belang de onkosten op zich nemen. In - 1904 verzekerde de Fransche wet de bescherming van ongetrouwde - moeders door haar geheim te waarborgen, maar zij organiseerde - geen algemeene oprichting van geheime kraaminrichtingen en heeft - aan de medici overgelaten het pionierswerk te doen in dit groote - en menschlievende werk van algemeen belang (A. Maillard-Brune, - Refuges, Maternités, Bureaux d'Admission Secrets, comme Moyens - Préservatives de l'Infanticide, Thèse de Paris, 1908). Het - behoort niet onder de geringste voordeelen van het dalende - geboortecijfer, dat het geholpen heeft den stoot te geven tot - deze nuttige beweging. - - -De ontwikkeling van een systeem van industrie, dat het menschelijk -lichaam en de menschelijke ziel ondergeschikt maakt aan de dorst -naar goud, heeft tijdelijk de belangen van het ras en zelfs van -het individu verbannen uit de gedachten van de maatschappij, maar -men moet wel begrijpen, dat dit niet altijd en overal zoo geweest -is. Hoewel in sommige deelen der wereld de vrouwen van natuurvolken -dòorwerken tot den tijd der bevalling, moet men in het oog houden, -dat de arbeidsvoorwaarden in het leven der natuurvolken niet gelijken -op het inspannende en voortdurende werken in de moderne fabrieken. In -vele deelen van de wereld echter, mogen vrouwen niet hard werken -tijdens de zwangerschap en zij worden op alle wijzen ontzien. Dit is, -bij voorbeeld, zoo onder de Pueblo Indianen, en onder de Indianen -van Mexico. Op dergelijke wijze wordt gezorgd op de Carolinen en de -Gilbert Eilanden en in vele andere streken over de geheele wereld. Op -sommige plaatsen worden vrouwen afgezonderd tijdens de zwangerschap, -en op andere plaatsen worden zij gedwongen meer of minder uitmuntende -regels in acht te nemen. Het is waar, dat de oorzaak, die aan deze -regels wordt toegeschreven, soms de vrees is voor booze geesten, -maar zij hebben niettemin dikwijls een hygiënische waarde. In vele -deelen van de wereld is de ontdekking van zwangerschap de aanleiding -tot een feest van meer of minder godsdienstig karakter, en veel goede -raad wordt aan de aanstaande hoeder gegeven. De moderne Muzelmannen, -en zelfs de Chineezen, zorgen er voor, te waken over de gezondheid -van hun vrouwen, als ze zwanger zijn [7]. Zelfs in Europa in de 13de -eeuw namen, zooals Clappier opmerkt, industrieele vereenigingen dezen -toestand soms in aanmerking en wilden niet toestaan, dat vrouwen -tijdens de zwangerschap werkten. In IJsland, waar nog veel van het -primitieve leven van Scandinavisch Europa bewaard is gebleven, worden -groote voorzorgsmaatregelen genomen met zwangere vrouwen. Zij moeten -een rustig leven leiden, nauwe kleeren vermijden, matig zijn in eten -en drinken, geen alcohol gebruiken, bewaard worden voor alle schokken, -terwijl haar echtgenooten en alle anderen om haar heen haar moeten -behandelen met onderscheiding, haar moeten bewaren voor vermoeienis -en altijd geduld met haar moeten hebben [8]. - -Het is noodig op dit punt den nadruk te leggen, omdat wij ons voor -oogen moeten stellen, dat de moderne beweging om de zwangere vrouw -met teederheid en zorg te omringen, wel verre van enkel het gevolg -te zijn van de zachtheid en verweekelijking der beschaving, naar -alle waarschijnlijkheid is het terugkeeren op een hooger plan tot -de gezonde practijken van die rassen, die den grondslag legden voor -menschelijke grootheid. - -Terwijl rust de hoofdplicht is van een vrouw tijdens de laatste -maanden der zwangerschap, zijn er andere punten in haar leefregel, -die verre van onbelangrijk zijn in hun invloed op het lot van -het kind. Een daarvan is de kwestie van het gebruik van alcohol -door de moeder. Ongetwijfeld is alcohol de oorzaak geweest van veel -fanatisme. Maar de hoogdravende buitensporigheid van anti-alcoholisten -moet ons niet blind maken voor het feit, dat de nadeelen der alcohol -werkelijkheid zijn. Vooral op het reproductieproces, op de melkklieren -en op het kind heeft de alcohol een belemmerenden en degenereerenden -invloed zonder dat er eenige voordeelen tegenover staan. Het is -bewezen door proeven op dieren en waarnemingen op den mensch dat de -alcohol, die de zwangere vrouw tot zich neemt, vrij overgaat uit den -bloedsomloop der moeder naar den bloedsomloop van den foetus. Féré -heeft verder aangetoond, dat het mogelijk is door alcohol en aldehyde -in te spuiten in kippeneieren tijdens den broedtijd, stilstand van -ontwikkeling en misvorming te weeg te brengen in het kuiken [9]. De -vrouw, die een kind in haar schoot draagt, of aan haar borst zoogt, -moest er aan denken, dat de alcohol, die misschien onschadelijk is -voor haarzelf, niet veel beter is dan vergif voor het onrijpe wezen, -dat zijn voedsel neemt uit haar bloed. Zij moest zich bepalen tot de -allerlichtste alcoholbevattende dranken in zeer matige hoeveelheden, -en zij zou nog beter doen, als zij er geheel en al van afzag en in -plaats daarvan melk dronk. Zij is nu de eenige bron voor het leven -van het kind en zij kan niet te zorgvuldig zijn in het scheppen -van een atmospheer van reinheid en gezondheid er omheen. Geen later -uitgeoefende invloed kan fouten goedmaken, die in dezen tijd gemaakt -worden [10]. - -Wat waar is van den alcohol, dat is even waar van andere sterk werkende -geneesmiddelen en vergiften, die alle vermeden moesten worden zoover -dat kan tijdens de zwangerschap, wegens den nadeeligen invloed, dien -zij mogelijk direct op het embryo uitoefenen. Hygiëne is beter dan -medicijnen, en er moet gelet worden op het diëet, dat in geenen deele -overdadig moet zijn. Het is een dwaling te veronderstellen, dat de -zwangere vrouw aanmerkelijk meer voedsel noodig heeft dan gewoonlijk -en er is veel reden om aan te nemen, dat een zware vleeschvoeding -neiging heeft steriliteit te veroorzaken, maar dat ze ook niet gunstig -is voor de ontwikkeling van het kind in haar schoot [11]. - -Hoe lang, wordt dikwijls gevraagd, kan sexueele omgang voortgezet -worden, als hij al toegelaten is, nadat de bevruchting duidelijk -is vastgesteld? Dit heeft men niet altijd een gemakkelijke vraag -gevonden om te beantwoorden, want bij het menschelijk paar komen -altijd veel overwegingen samen om het antwoord gecompliceerd te -maken. Zelfs de Katholieke theologen zijn niet heelemaal eensgezind -geweest op dit punt. Clemens van Alexandrië zeide, dat, als het zaad -gezaaid was, de akker moest rusten tot den oogst. Maar wij mogen wel -als regel stellen, dat de kerk geneigd was den omgang te beschouwen -op zijn hoogst als een vergeeflijke zonde, mits er geen gevaar was -voor ontijdige geboorte. Augustinus, Gregorius de Groote, Thomas van -Aquino en Dens, bij voorbeeld, schijnen deze meening te zijn toegedaan; -voor sommigen is het, inderdaad, in het geheel geen zonde [12]. Onder -dieren is de regel eenvoudig en gelijkvormig; zoodra het vrouwtje -bevrucht is in den paringstijd, verwerpt zij iedere toenadering van -het mannetje, totdat, nadat de geboorte en de zoogtijd voorbij zijn -er een nieuwe paringstijd begint. Onder natuurvolken is de neiging -minder gelijkvormig en heeft sexueele abstinentie, als ze voorkomt -tijdens de zwangerschap, de neiging minder een natuurlijk instinct -te worden dan een voorschrift van het ritueel, of een gewoonte, nu -voornamelijk berustend op bijgeloof. Onder vele natuurvolken wordt -abstinentie tijdens de heele zwangerschap bevolen, omdat men meent -dat het zaad den foetus zou dooden [13]. - - - De Talmud is ongunstig gestemd jegens den coïtus tijdens de - zwangerschap, en de Koran verbiedt hem den geheelen tijd door, - zoowel als tijdens den zoogtijd. Onder de Hindoes, aan den - anderen kant, wordt de gemeenschap voortgezet tot aan de laatste - veertien dagen van de zwangerschap en er wordt zelfs geloofd, dat - het ingebrachte zaad den embryo helpt voeden (W. D. Sutherland, - "Ueber das Alltagsleben und die Volksmedizin unter den Bauern - Britischostindiens", Münchener Medizinische Wochenschrift, - Nos. 12 en 13, 1906). De groote Indische medicus Susruta, echter, - was tegen coïtus tijdens de zwangerschap, en de Chineezen stellen - zich met klem aan dezelfde zijde. - - -Al naarmate de menschen zich los gemaakt hebben van de barbaarschheid -in de richting der beschaving, is het dierlijk instinct van weigering -na de bevruchting volkomen verloren geraakt bij vrouwen, terwijl -terzelfder tijd beide seksen neiging hebben om onverschillig te worden -voor die ritueele beperkingen, die in een vroegere periode bijna -even bindend waren als het instinct. Sexueele omgang geraakte zoo in -gebruik na de bevruchting evenzeer als er voor, als een deel van de -gewone "huwelijksrechten", hoewel er toch soms een flauw vermoeden -achterbleef, dat zich weerspiegelt in de aarzelende houding van de -Katholieke kerk, waar we reeds op zinspeelden, dat zulke omgang een -zondige toegeeflijkheid kan zijn. De moraal wordt echter te hulp -geroepen, om deze toegevendheid te versterken. Als de echtgenoot in -dezen tijd uitgesloten is van huwelijksverkeer, zegt men, dan zal hij -verkeer buiten het huwelijk zoeken, zooals inderdaad in sommige deelen -van de wereld erkend wordt dat hij wettig doen mag; daarom werken de -belangen van de vrouw, die er op uit is de trouw van haar echtgenoot te -bewaren, en de belangen van de Christelijke moraal, die de instelling -der monogamie in eere wenscht te houden, samen om de voortzetting van -den coïtus tijdens de zwangerschap te bevorderen. De gewoonte is in -de hand gewerkt door het feit, dat bij beschaafde vrouwen tenminste, -coïtus tijdens de zwangerschap gewoonlijk niet minder aangenaam is -dan op andere tijden en door sommige vrouwen zelfs aangenamer wordt -gevonden [14]. Dan is er verder nog de overweging, voor die paren die -getracht hebben de conceptie te voorkomen, dat de omgang nu ongestraft -genoten kan worden. Uit een hooger gezichtspunt kan zulk een omgang -ook gerechtvaardigd zijn, want als, zooals al de betere moralisten -over de sexueele aandrift nu gelooven, liefde haar waarde heeft, niet -alleen voor zoover zij de voortplanting veroorzaakt, maar ook voor -zoover zij individueele ontwikkeling bevordert en het wederzijdsch -welzijn en de harmonie van het vereenigde paar, wordt deze omgang -tijdens de zwangerschap moreel gerechtvaardigd. - -Al in den ouden tijd echter, hebben groote autoriteiten zich verklaard -tégen de gewoonte den coïtus uit te voeren tijdens de zwangerschap. Op -het einde van de eerste eeuw heeft Soranus, de eerste der groote -gynecologen gezegd in zijn verhandeling over de vrouwenziekten, dat -sexueele omgang schadelijk is de geheele zwangerschap door en vooral -schadelijk tijdens de laatste maanden. Langer dan zestienhonderd jaren -schijnt de kwestie, nadat ze in handen van de theologen gevallen was, -te zijn verwaarloosd van medische zijde, totdat in 1721 een beroemd -Fransch verloskundige, Mauriceau, gezegd heeft, dat geen zwangere -vrouw de laatste twee maanden omgang moest hebben en dat een vrouw, -die neiging had tot miskraam in het geheel geen omgang moest hebben -tijdens de zwangerschap. Langer dan een eeuw echter, bleef Mauriceau -een pionier met weinig of geen volgelingen. Het zou lastig zijn, -was de algemeene opinie, zelfs als het noodig was, om den omgang -tijdens de zwangerschap te verbieden [15]. - -In de laatste jaren echter is er onder verloskundigen een toenemende -sterke neiging geweest om met beslistheid te spreken over omgang -tijdens de zwangerschap, hetzij om dien geheel te veroordeelen, -of om er bij aan te manen tot groote voorzichtigheid. Het is zeer -waarschijnlijk dat, in overeenstemming met de klassieke proeven -van Doreste op embryo's van kippen, schokken en rustverstoringen op -het menschelijk embryo ook nadeelige gevolgen kunnen te voorschijn -roepen op den groei. De stoornis, die ontstaat door coïtus, tijdens -den eersten tijd van de zwangerschap, kan zoodoende aanleiding geven -tot misvorming. Als zulke toestanden gevonden worden in de kinderen -van volkomen gezonde, krachtige en over het algemeen matige ouders, -die zich zorgeloos aan coïtus hebben overgegeven in den eersten tijd -van de zwangerschap, dan kan zulke coïtus op het embryo gewerkt hebben -op dezelfde wijze, als wij weten dat schokken en dronkenschap werken -op het embryo van lagere organismen. Hoe dit ook zij, het is zeker -waar, dat bij vrouwen, die er aanleg voor hebben, coïtus tijdens de -zwangerschap de oorzaak is van ontijdige geboorte; het gebeurt soms -dat weeën beginnen een paar minuten na de daad [16]. Het natuurlijk -instinct van dieren laat geen omgang toe tijdens de zwangerschap; -het ritueele voorschrift van natuurvolken wijst in dezelfde richting; -de stem van medische kennis, voor zoover zij spreekt, begint dezelfde -waarschuwing te laten hooren en zal binnenkort waarschijnlijk dit -kunnen doen op den grondslag van een meer soliede en samenhangend -bewijs. - - - Pinard, de grootste der autoriteiten over puericultuur, verklaart, - dat er volkomen opgehouden moet worden met sexueelen omgang - tijdens de geheele zwangerschap en in zijn spreekkamer in de - "Clinique Baudelocque" heeft hij een groot plakkaat geplaatst met - een "Important Notice" in dezen geest. Féré was gedecideerd van - meening, dat sexueele relaties tijdens de zwangerschap, vooral als - zij roekeloos worden onderhouden, een belangrijke rol spelen in - het veroorzaken van zenuwbezwaren bij kinderen, die erfelijk niet - belast zijn en verder vrij van iedere ziekelijke infectie tijdens - de zwangerschap en de ontwikkeling; hij vermeldde in bijzonderheden - een geval, dat hij als afdoende beschouwde ("L'Influence de - l'Incontinence Sexuelle pendant la Gestation sur la Descendance", - Archives de Neurologie, April, 1905). Bouchacourt bespreekt - het onderwerp in bijzonderheden (La Grossesse, pag. 177-214), - en meent, dat sexueele omgang tijdens de zwangerschap zooveel - mogelijk vermeden moet worden. Fürbringer (Senator en Kaminer, - Health and Disease in Relation to Marriage, vol. I, pag. 226) - beveelt abstinentie aan van de 6de of 7de maand af, en de geheele - zwangerschap door waar er eenige neiging is tot miskraam, terwijl - in alle gevallen veel zorg en zachtheid moeten uitgeoefend worden. - - Het geheele onderwerp is onderzocht in een Thèse de Paris door - H. Brénot (De l'Influence de la Copulation pendant la Grossesse, - 1903); hij komt tot het besluit, dat sexueele relaties gevaarlijk - zijn de geheele zwangerschap door, omdat zij dikwijls ontijdige - bevalling of miskraam te voorschijn roepen en dat zij gevaarlijker - zijn bij primiparae dan bij multiparae. - - -Bijna alles wat gezegd is over de hygiëne der zwangerschap en de -behoefte aan rust, heeft ook betrekking op den tijd, die onmiddellijk -op de geboorte van het kind volgt. Rust en hygiëne aan den kant der -moeder blijven gelijkelijk noodig in haar eigen belang en in dat van -haar kind. Deze behoefte heeft men meer algemeen en meer in de praktijk -erkend dan de behoefte aan rust tijdens de zwangerschap. De wetten -van verschillende landen maken een tijd van rust van beroepsbezigheid -na de bevalling verplichtend, en in sommige landen trachten zij te -voorzien in een vergoeding voor de moeder tijdens deze verplichte -rust. In geen land echter wordt het principe zoo volkomen doorgevoerd -en voor zoo langen tijd als wenschelijk is. Maar het is het juiste -principe en het draagt in zich de kiem, die zich in de toekomst zal -ontwikkelen. Er kan weinig twijfel aan bestaan, dat wat ook de zaken -zijn, en dat zijn er zeker vele, die veilig overgelaten kunnen worden -aan het oordeel van het individu, de zorg voor de moeder en haar kind -daaronder niet behoort. Dat is een zaak, die meer dan eenige andere -de gemeenschap als een geheel raakt en de gemeenschap mag niet traag -zijn in het laten gelden van haar autoriteit daarin. De Staat heeft -behoefte aan gezonde mannen en vrouwen en door iedere nalatigheid -bij het in acht nemen van deze behoefte laadt hij zich ernstige -moeilijkheden van allerlei soort op den hals en doet nadeel aan zijn -kracht in de wereld. Volkeren zijn begonnen de wenschelijkheid van -opvoeding te erkennen, maar zij zijn nog ternauwernood begonnen zich -voor oogen te stellen, dat het nationaliseeren van de gezondheid van -nog meer belang is dan het nationaliseeren van de opvoeding. Als het -noodig was te kiezen tusschen de taak, kinderen onderwezen te krijgen -en de taak, ze welgeboren en gezond te hebben, dan deed men beter -het onderwijs te laten varen. Er zijn veel groote volkeren geweest, -die nooit gedroomd hebben van nationale systemen van opvoeding; er -is nooit een groot volk geweest, dat de kunst niet kende gezonde en -krachtige kinderen voort te brengen. - -De zaak wordt van bijzonder belang in groote fabrieksstaten zooals -Engeland, de Vereenigde Staten en Duitschland, omdat in zulke -staten een stilzwijgende samenzwering geneigd is te ontstaan, die -nationale doeleinden ondergeschikt maakt aan individueele doeleinden, -en die in de praktijk de ontaarding van het ras in de hand werkt. In -Engeland bv. is deze neiging bijzonder duidelijk zichtbaar geworden, -met ongelukkige resultaten. Het belang van de werkende vrouw heeft -neiging één te worden met het belang van haar werkgever; te zamen -wrijven zij als het ware de belangen van het kind, dat het ras -vertegenwoordigt, fijn en ontduiken zij de wetten, gemaakt in het -belang van het ras, hetgeen het belang is van de gemeenschap als een -geheel. De werkende vrouw wil zooveel loon verdienen als zij kan en -met de kortst mogelijke onderbreking; als zij dien wensch bevredigt, -handelt zij terzelfder tijd in het belang van den werkgever, die dus -zorgvuldig vermijdt haar te dwarsboomen. - -Dit streven aan den kant van de werkende vrouw is in het geheel niet -altijd en heelemaal het resultaat van armoede en zou daarom niet -uit den weg geruimd worden door het verhoogen van het loon. Lang -voor haar huwelijk, toen ze nog weinig meer dan een kind was, is -zij gewoonlijk er op uit gegaan om te werken, en werken is haar een -tweede natuur geworden. Zij doet haar werk goed, zij heeft een goede -positie en wat voor haar "hoog loon" is; zij is onder vriendinnen -en mede-arbeidsters; het leven en de drukte en de opwinding van de -werkkamer of van de fabriek zijn haar een aangename prikkel geworden, -waar ze niet meer buiten kan. Aan den anderen kant is haar huis -haar niets; zij gaat daar alleen heen om te slapen, ze gaat er den -volgenden morgen met het aanbreken van den dag, of eerder, uit; -zij heeft zelfs de eenvoudigste huiselijke bekwaamheden niet; zij -beweegt zich in haar eigen huis als een vreemd en onhandig kind. De -enkele daad van huwen kan dezen stand van zaken niet veranderen; al -wil ze nog zoo graag als ze trouwt een huiselijke vrouw worden, zij -mist zoowel de neiging als de geschiktheid voor huiselijkheid. Zelfs -ondanks haarzelf wordt ze naar de fabriek teruggedreven, naar de -eenige plaats waar zij zich werkelijk thuis voelt. - - - In Duitschland mogen vrouwen niet werken vier weken na de - bevalling en ook niet de twee volgende weken als de dokter het - noodig oordeelt. De verplichte verzekering tegen ziekte, die - vrouwen dekt bij de bevalling, verzekert haar een uitkeering - in dezen tijd, die overeenkomt met een groot deel van haar - loon. Getrouwde en ongetrouwde moeders hebben gelijke rechten. De - Oostenrijksche wet is naar hetzelfde voorbeeld gemaakt. Deze - maatregel heeft geleid tot een groote afname in kindersterfte, - en daardoor tot een groote toename in gezondheid van hen, die - in leven blijven. Hij wordt echter beschouwd als onvoldoende, - en er is in Duitschland een beweging om den tijd te verlengen, - het systeem toe te passen op een grooter aantal vrouwen en het - nog meer bepaaldelijk verplichtend te maken. - - In Zwitserland is het sinds 1877 onwettig eene vrouw te ontvangen - in een fabriek na de bevalling, tenzij zij in het geheel acht - weken rust genomen heeft, tenminste zes weken van dezen tijd nà - de bevalling. Sinds 1898 zijn Zwitsersche werkende vrouwen bij - de wet beschermd geweest tegen het doen van zwaar werk tijdens - de zwangerschap en tegen verschillende andere invloeden, die - waarschijnlijk nadeelig zijn. Maar deze wet is in de praktijk - ontdoken, omdat ze niet als schadevergoeding een uitkeering - verstrekt. Een poging, in 1899 gedaan, om de wet te verbeteren door - zulk een uitkeering te verstrekken, werd door het volk verworpen. - - In België en Holland zijn er wetten tegen het werken van vrouwen - onmiddellijk na de bevalling, maar er wordt geen uitkeering - verstrekt, zoodat werkgevers en werkende vrouwen gezamenlijk - de wet ontduiken. In Frankrijk bestaat zulk een wet niet, hoewel - dikwijls met nadruk verklaard is, dat ze noodig is (zie bv. Salvat, - La Dépopulation de la France, Thèse de Lion, 1903). - - In Engeland is het onwettig een vrouw "willens en wetens" in een - fabriek aan het werk te hebben vier weken nà de geboorte van haar - kind, maar de wet voorziet niet in een schadevergoeding voor de - vrouw, van wie men op deze wijze eischt, dat ze zich opoffert - voor de belangen van den Staat. De vrouw ontduikt de wet, in - stilzwijgende overeenkomst met haar werkgevers, die altijd wel - kunnen vermijden te "weten" dat er een geboorte heeft plaats - gevonden en zoo kunnen ontkomen aan alle verantwoordelijkheid - voor het aan het werk hebben van de moeder. Zoo kunnen de - fabrieksinspecteurs niet ingrijpen en de wet wordt een doode - letter; in 1906 kon maar één aanklacht ingebracht worden wegens - deze overtreding. Door invoeging van dit "willens en wetens" - wordt er een premie gesteld op onwetendheid. Het onverstandige - van zoo van te voren een premie te stellen op de onwetendheid is - altijd min of meer ontkend door hen, die de wetsartikelen maakten, - al in de dagen van de Tien geboden en de wetten van Hamurabi. Het - is de taak van de rechtbank, van hen die de wetten toepassen, - verzachtende omstandigheden aan te nemen, waar die verzachtende - omstandigheden aanwezig zijn; het is niet de taak van den wetgever - het pad van den wetbreker te effenen. Er zijn klaarblijkelijk - tegenwoordig wetgevers zoo nauwgezet of naïef, dat zij bereid - zouden zijn te eischen dat geen zakkenroller vervolgd mocht worden, - als hij in staat was onder eede te verklaren dat hij niet "wist", - dat de beurs, die hij gestolen had, toebehoorde aan de persoon, - van wie hij hem wegnam. - - De jaarverslagen van de Engelsche fabrieksinspecteurs dienen - slechts om deze wet belachelijk te maken, die er zoo wijs humaan - uitziet en die toch niets beteekent, maar zij hebben tot nog toe - geen enkele verandering kunnen bewerken. Deze verslagen bewijzen, - bovendien, dat het bezwaar in omvang toeneemt. Zoo zegt Miss - Martindale, een fabrieksinspectrice, dat in al de steden die - zij bezoekt, van een rustige kathedraalstad af, tot een groote - fabrieksstad toe, het aan het werk hebben van getrouwde vrouwen - snel toeneemt; zij hebben haar geheele leven gewerkt in molens - en fabrieken en zij zijn niet gewend aan koken, huiswerk doen en - kinderen groot brengen, zoodat zij, na het huwelijk, zelfs als - ze niet door armoede gedwongen zijn, liever voortgaan met werken - zooals vroeger. Miss Vines, een andere fabrieksinspectrice, haalt - de opmerking aan van een vrouw, die in de fabriek werkte. "Ik - behoef niet te werken, maar ik blijf niet graag thuis", terwijl - een andere vrouw zeide: "Ik ben honderd maal liever aan het werk - dan thuis. Ik voel me ongelukkig thuis". (Annual Report Chief - Inspector of Factories and Workshops for 1906, pp. 325 etc.) - - Hier kan aan toegevoegd worden, dat alleen de Engelsche wet, die - vier weken rust eischt voor de moeder na de geboorte van een kind, - in de praktijk onuitvoerbaar is, maar de tijd zelf is belachelijk - onvoldoende. Als een rusttijd voor de moeder is hij onvoldoende, - maar de Staat stelt nog meer belang in het kind dan in zijn moeder, - en het kind heeft veel langer dan voor vier weken behoefte aan de - verzorging der moeder. Helme raadt aan verbod van staatswege voor - vrouwen om te werken minstens zes maanden na de bevalling. Waar - kinderbewaarplaatsen verbonden zijn aan de fabrieken, die de - moeder in staat stellen haar kind te zoogen in de tusschentijden - tusschen het werk, kan de tijd zonder twijfel verkort worden. - - Het is van belang de aandacht te vestigen op het feit, dat het - geenszins de vrouwen in fabrieken zijn, die er toe gebracht - worden als gewoonlijk door te werken gedurende den geheelen tijd - der zwangerschap, en tot haar werk terug te keeren onmiddellijk - na den korten rusttijd der bevalling. Het Comitee van Onderzoek - van de Christian Social Union (London Branch) ondernam, in 1905, - een onderzoek naar het werk van vrouwen na de geboorte. Vrouwen in - fabrieken en werkplaatsen waren van het onderzoek uitgesloten, dat - alleen maar betrekking had op vrouwen met huiswerk, huisindustrie - en met ongeregeld werk. Er werd bevonden, dat de meerderheid haar - werk voortzetten tot op den tijd van de bevalling en dat zij het - van tien tot veertien dagen daarna weer opvatten. De kindersterfte - voor kinderen van vrouwen met enkel huiswerk was veel lager, - dan die voor de kinderen van de andere vrouwen, terwijl, zooals - altijd, de flesschenkinderen een veel grootere sterfte hadden dan - de borstkinderen (British Medical Journal, Oct. 24, 1908, p. 1297). - - In de groote Fransche gietstaalwerken in Creusot (Saône et Loire) - worden de salarissen van haar, die moeder zullen worden onder de - arbeidsters verhoogd; maatregelen worden getroffen, haar passende - raad en medische hulp te verschaffen; zij mogen niet werken na - het midden van de zwangerschap of naar haar werk terugkeeren nà - de bevalling zonder een medisch attest, dat zij er voor geschikt - zijn. Men zegt, dat de resultaten uitmuntend zijn, niet alleen - voor de gezondheid van de moeders, maar voor de vermindering - van ontijdige geboorten, de afname van de kindersterfte en het - algemeen voorkomen van de borstvoeding. Het zou waarschijnlijk - een hopelooze zaak zijn te verwachten, dat veel werkgevers in - Angelsaksische landen deze politiek zullen aannemen. Zij zijn te - "praktisch", zij weten hoe gering de geldswaarde van menschenlevens - is. Bij ons moet de Staat tusschenbeide komen. - - Er kan geen twijfel aan bestaan dat, over het geheel, moderne - beschaafde gemeenschappen beginnen te erkennen, dat onder de - sociale en economische toestanden, die nu neiging hebben meer en - meer te gaan heerschen, zij in hun eigen belang moeten zorgen, - dat de beste energie en levenskracht van de moeder aan het kind - worden gewijd, zoowel vóor als nà de geboorte. Zij erkennen ook, - dat zij hun plicht in dit opzicht niet kunnen volbrengen, als ze - niet voldoende zorgen voor de moeders, die zoo gedwongen worden - haar werk op te geven, om zich aan haar kinderen te wijden. Wij - komen hier op een punt, waar Individualisme overeenstemt met - Socialisme. De individualiteit móet zien, dat het tot iederen - prijs noodig is de maatschappelijke toestanden te veranderen, - die alle individualiteit vernietigen; de socialist móet zien, - dat een maatschappij, die verzuimt orde te brengen op dit centrale - en hoofdpunt, de voortbrenging van het individu, spoedig moet te - gronde gaan. - - -Het behoort tot het juiste vervullen van den plicht van een moeder -jegens haar jonge kind dat, als zij gezond is, zij het zoogen -zal. In de laatste jaren is deze kwestie een zaak van ernstig belang -geworden. In het midden van de 18de eeuw, toen de vrouwen van de -hoogere klassen ongeneigd waren geworden, om haar eigen kinderen te -zoogen, deed Rousseau een zoo luid en welsprekend protest hooren, -dat het weêr eens mode werd voor een vrouw, haar natuurlijke plichten -te vervullen. Tegenwoordig, nu hetzelfde kwaad weer gevonden wordt -en in een veel ernstiger vorm, want nu betreft het niet de kleine -hoogere stand, maar de grootere lagere klasse, zou de welsprekendheid -van Rousseau machteloos zijn, want het betreft niet zoozeer de mode -als het gemak en vooral een onhandelbare economische factor. Niet de -minst dringende reden om vrouwen, en vooral moeders, op een gezonden -economischen basis te plaatsen, is de noodzakelijkheid haar in staat -te stellen, haar kinderen te zoogen. - - - Geen vrouw is normaal, gezond en geheel ontwikkeld als zij geen - borsten heeft, die goed genoeg zijn om de belofte te geven van - voldoende te werken, als de tijd voor haar werkzaamheid komt, - en tepels die geschikt zijn tot zoogen. De ernst van de kwestie - tegenwoordig blijkt uit de veelvuldigheid waarmee jonge vrouwen - te kort schieten in dit essentieele element van vrouwelijkheid en - de jonge man van tegenwoordig, zegt men, als hij een vrouw neemt - "trouwt inderdaad slechts met een deel van een vrouw, waarvan - het andere deel uitgestald staat in den apothekers winkel, in den - vorm van een zuigflesch". Blacker bevond onder duizend patiënten - van de moederschapsafdeeling van University College Hospital, dat - 39 nooit gezoogd hadden, 747 hadden al haar kinderen gezoogd, en - 214 hadden alleen maar enkele gezoogd. De voornaamste reden, die - zij opgaven voor het niet zoogen was afwezigheid of onvoldoende - toevoer van melk; andere redenen waren ongeschiktheid voor of - tegenzin in het zoogen, en het weigeren van het kind om de borst - te nemen (Blacker, Medical Chronicle, Feb. 1900). Deze resultaten - onder de Londensche armen zijn zeker veel beter, dan die men - zou kunnen vinden in veel industrie-steden, waar vrouwen na het - huwelijk werken. In de andere groote landen van Europa vindt men - even onbevredigende resultaten. In Parijs heeft Madame Dluska - aangetoond, dat van de 209 vrouwen, die voor haar bevalling - naar de Clinique Baudelocque kwamen, er maar 74 haar kinderen - zoogden; van de 135, die niet zoogden, waren er 35 verhinderd - door pathologische redenen of afwezigheid van melk, 100 door de - noodzakelijkheden van haar werk. Zelfs zij, die zoogden, konden - er zelden meer dan zeven maanden mee voortgaan tengevolge van - de lichamelijke inspanning van haar werk (Dluska, Contribution - à l'Etude de l'Allaitement Maternel, Thèse de Paris, 1894). Veel - statistieke gegevens zijn in de Duitsche landen verzameld. Zoo vond - Wiedow (Centralblatt für Gynäkologie, No. 29, 1895), dat van de - 525 vrouwen in de kraaminrichting te Freiburg maar de helft goed - kon zoogen tijdens de eerste twee weken; onvoldoende tepels werden - opgemerkt in 49 gevallen en men bevond, dat de ontwikkeling van - den tepel een directe betrekking had op de waarde van de borst als - een afscheidingsorgaan. In München bevonden Escherich en Büller, - dat bijna 60 percent vrouwen van de lagere klasse niet in staat - waren haar kinderen te zoogen, en in Stuttgart waren driekwart - van de jonge moeders in dezen toestand. - - -De redenen, waarom kinderen gezoogd behooren te worden aan de -moederborst, zijn meer omvattend dan sommigen geneigd mogen zijn -te gelooven. In de eerste plaats is de psychologische reden er een -van geen gering belang. De borst met haar uiterst gevoeligen tepel, -die trilt in harmonie met de sexueele organen, levert het normale -mechanisme, waardoor moederliefde ontwikkeld wordt. Zonder twijfel -kan de vrouw, die nooit haar kind zoogt, er van houden, maar zulk -een liefde heeft neiging gebrekkig te blijven aan de fundamenteele en -instinctieve zijde. Bij sommige vrouwen, die wij toch moeten aarzelen -om abnormaal te noemen, ontwaakt de moederliefde in het geheel niet, -voordat zij in werking gebracht wordt door dit mechanisme, door de -daad van het zoogen. - -Een meer algemeen erkende en zeker fundamenteele reden om het kind -te zoogen is, dat de melk van de moeder, zelfs als zij maar tamelijk -gezond is, het eenige voedsel is, dat ideaal geschikt is voor het -kind. Er zijn sommige menschen, wier vertrouwen in de wetenschap hen -er toe brengt te gelooven, dat het mogelijk is, soorten van voedsel te -fabriceeren, die even goed zijn, of beter dan moedermelk; zij meenen, -dat de melk die het best is voor het kalf, evenzeer het best is voor -een zoo verschillend dier als het kind. Dat is een dwaling. Het beste -voedsel voor het kind is hetgeen voortgebracht wordt in het lichaam -van zijn eigen moeder. Alle andere voedsels zijn min of meer bruikbare -surrogaten, die het moeite kost te vervaardigen zooals het behoort, -en bovendien zijn ze blootgesteld aan verschillende gevaren, waarvan -de moedermelk vrij is. - -Een andere reden, voornamelijk onder de armen, tegen het gebruiken -van ieder kunstmatig voedsel is deze, dat zij de omgeving van het -kind er aan gewennen, proeven te nemen met zijn voedsel en zich te -verbeelden, dat iedere soort van voedsel, die zij zelf eten, ook goed -kan zijn voor het kind. Zoo komt het voor, dat brood en aardappelen, -brandewijn en jenever, in den mond der kinderen gegoten worden. Bij -het kind, dat de borst krijgt, is het gemakkelijker uit te leggen dat, -behalve op raad van den dokter, niets anders moet worden gegeven. - -Nog een andere reden waarom de moeder haar kind moet zoogen, is de -nauwe en veelvuldige omgang met het kind, die er uit voortvloeit. Niet -alleen wordt het kind in alle opzichten beter verzorgd, maar de -moeder wordt niet beroofd van de tucht, die de verzorging meebrengt, -en wordt ook in staat gesteld van het begin af aan den aard van het -kind te leeren kennen en te begrijpen. - - - Het onvermogen om te zoogen verkrijgt groote beteekenis, als we - erkennen, dat het waarschijnlijk in hooge mate als een directe - reden verbonden is met kindersterfte. De sterfte van kunstmatig - gevoede kinderen gedurende het eerste levensjaar is zelden minder - dan tweemaal die van de borstkinderen, soms is ze driemaal zooveel - als die van de borstkinderen, of zelfs nog meer; zoo sterven te - Derby 51.7 percent kunstmatig gevoede kinderen beneden den leeftijd - van twaalf maanden, maar slechts 8.6 percent borstkinderen. Zij, - die blijven leven, zijn in het geheel niet vrij van ellende. Aan - het einde van het eerste jaar heeft men bevonden, dat zij ongeveer - 25 percent minder wegen dan de borstkinderen en dat ze veel kleiner - zijn; zij zijn meer onderhevig aan tuberculose en Engelsche ziekte, - met al de slechte gevolgen, die uit deze ziekten voortkomen; - en er is reden om te gelooven, dat de ontwikkeling van hun tanden - nadeel ondervindt. De slechte gesteldheid van de kunstmatig gevoede - kinderen wordt juist aangeduid door het feit, dat van de 40.000 - kinderen, die naar het kinderziekenhuis in München gebracht waren - voor behandeling 86 percent met de flesch waren groot gebracht - en dat de weinige, die gezoogd waren, de borst gewoonlijk maar - voor een korten tijd gehad hadden. De nadeelige invloed wordt - zelfs nog gevoeld op den jongelingsleeftijd. In sommige deelen - van Frankrijk, waar bijna alle kinderen kunstmatig gevoed worden, - heeft men bevonden, dat het percentage van afgekeurde lotelingen - bijna tweemaal zoo groot is, als dat van Frankrijk in het - algemeen. Overeenkomstige resultaten heeft Friedjung gevonden - bij een groot Duitsch gymnastiekgezelschap. Van de 155 leden - bevond men bij navraag dat 65 percent borstkinderen geweest waren - (gemiddeld gedurende zeven maanden); maar onder de beste athleten - steeg het percentage van borstkinderen tot 72 percent (voor een - gemiddelden termijn van negen of tien maanden), terwijl voor de - groep van 56, die het laagste stonden in athletische kracht, het - percentage van borstkinderen daalde tot 57 (voor een gemiddelden - tijd van slechts drie maanden). - - De voordeelen voor een kind om door zijn moeder gezoogd te worden, - zijn grooter dan dat ze verklaard kunnen worden door het enkele - feit dat ze gezoogd zijn, in plaats van kunstmatig gevoed. Dit - is aangetoond door Vitrey (De la Mortalité Infantile, Thèse de - Lyon, 1907), die uit de statistieken van het Hôtel-Dieu in Lyon - afleidde, dat kinderen, die door hun moeders gezoogd worden, een - sterfte hebben van slechts 12 percent, maar dat, als zij door - anderen gezoogd worden, de sterfte stijgt tot 33 percent. Wij - kunnen hieraan toevoegen, dat, terwijl het zoogen een hoofdpunt - is voor het volledig welzijn van het kind, het tevens hoogst - wenschelijk is voor de gezondheid der moeder. (Eenige belangrijke - statistieken zijn opgesomd in een artikel over "Infantile - Mortality" in het British Medical Journal, 2 Nov. 1907, terwijl - verschillende beschouwingen over het zoogen grondig besproken - zijn door Bollinger, "Ueber Säuglings-Sterblichkeit und die - Erbliche functionelle Atrophie der menschlichen Milchdrüse" - Correspondenz-blatt Deutschen Gesellschaft Anthropologie, Oct., - 1899). - - Het schijnt dat het in Zweden, in het midden van de 18de eeuw een - strafbare overtreding was, als een vrouw haar kind de flesch gaf, - als zij het kon zoogen. In de laatste jaren heeft Prof. Anton - von Menger, in Weenen, betoogd (in zijn Das Bürgerliche Recht - und die besitzlosen Klassen) dat het toekomstige geslacht het - recht heeft dezen eisch te stellen, en hij stelt voor, dat iedere - moeder bij de wet verplicht zal zijn haar kind te zoogen, tenzij - zij een getuigschrift heeft van een dokter, dat zij het niet - kan. E. A. Schroeder (Das Recht in der Geschlechtlichen Ordnung, - 1893, p. 346) betoogde ook, dat een moeder wettig verplicht moest - zijn haar kind te zoogen minstens negen maanden lang, tenzij er - voldoende redenen bijgebracht konden worden voor het tegendeel, en - deze eisch, die redelijk schijnt te zijn en natuurlijk, daar het - het voorrecht van een moeder is, zoowel als haar plicht, om haar - kind te zoogen, als ze er toe in staat is, is met klem ook door - anderen gedaan. Van het juridisch standpunt is hij ondersteund door - Weinberg (Mutterschutz, Sept. 1907). In Frankrijk verbiedt de Loi - Roussel een vrouw minnediensten te doen, vóor dat haar kind zeven - maanden oud is, en dit heeft een uitmuntend effect gehad daarin, - dat het de kindersterfte deed dalen (A. Allée, Puériculture et - la Loi Roussel, Thèse de Paris, 1908). In sommige streken van - Duitschland worden fabriekseigenaars gedwongen een kamer in de - fabriek beschikbaar te stellen, waar moeders het kind de borst - kunnen geven in de rusttijden tusschen het werk. De contrôle op - en het onderhoud van deze kamers en het aanstellen van dokters - en verpleegsters, geschiedt van gemeentewege. (Sexual-Probleme, - Sept. 1908, p. 573). - - -Zooals de zaken tegenwoordig staan in moderne industrielanden, kan -men het verbeteren van deze misstanden niet overlaten aan de natuur, -dat is, aan de onwetende en onoordeelkundige aandriften van personen, -die leven in een maalstroom van kunstmatig leven, waar de stem van het -instinct verstikt wordt. De moeder, zijn wij geneigd te denken, mag -men toevertrouwen, dat zij zal toezien op het welzijn van haar kind, -en het is onnoodig, of zelfs "immoreel" haar te hulp te komen. Toch -zijn er, naar ik meen, weinig dingen meer tragisch om te zien dan -een jonge moeder uit Lancashire, die op de fabriek werkt, terwijl ze -thuis moest blijven om op haar zieke kind te passen. Zij is gewend -voor zonsopgang op te staan om naar de fabriek te gaan; zij heeft haar -kind ternauwernood bij het licht der zon gezien, zij weet niets van -wat het noodig heeft, de handen, die zoo goed het weefgetouw kunnen -grijpen, kunnen het kind niet sussen. De moeder ziet er op neer in -vage, onhandige, sprakelooze ellende. Het is een gezicht om nooit -te vergeten. - -Het is Frankrijk, dat de leiding neemt om te beginnen met de -wetenschappelijke en praktische bewegingen voor de verzorging van -het jonge kind voor en na de geboorte, en het is in Frankrijk, dat -wij de kiem vinden van bijna alle methoden, die nu langzamerhand -aangenomen worden om kindersterfte tegen te houden. Het systeem van -het dorp Villiers-le-Duc, nabij Dijon in de Côte d'Or, is een kiem -gebleken van deze vruchtbare soort. Hier mag iedere zwangere vrouw, -die niet in staat is te zorgen voor de juiste voorwaarden voor haar -eigen leven en dat van het kind dat zij krijgt, de hulp inroepen van -de dorpsautoriteiten; zij heeft, zonder betaling, recht op behandeling -van een dokter en een vroedvrouw en op éen franc daags gedurende het -kraambed. De maatregelen, in dit dorp genomen, hebben feitelijk een -einde gemaakt aan moeder- en kindersterfte beide. Een paar jaar geleden -hoorde Dr. Samson Moore, de stadsdokter voor Huddersfield, van dit -dorp en de heer Benjamin Broadbent, de burgemeester van Huddersfield -bezocht Villiers-le-Duc. Er werd besloten in Huddersfield een beweging -op touw te zetten om de kindersterfte te bestrijden. Toen ontstond, -wat bekend staat als het Hudderfieldsche systeem, een systeem, dat -schitterende resultaten heeft gehad. De punten van het Hudderfieldsche -systeem zijn: (1) verplichte aangifte van geboorten binnen de 48 -uur; (2) het aanstellen van dames tot behulp van de stadsdoktoren, -om het huis te bezoeken, te onderzoeken, raad te geven en te helpen; -(3) de georganiseerde hulp van dames-volontairs, onder toezicht van -de gemeente; (4) recht van beroep op den stadsdokter, als het kind, -dat niet onder medische verzorging is, niet groeit. De kindersterfte -in Huddersfield is zeer gedaald door dit systeem [17]. - - - Wij kunnen wel zeggen, dat het Hudderfieldsche systeem de oorsprong - geweest is van de Engelsche wet op de Geboorte-Aangifte, die - in 1908 in werking trad. Deze wet vertegenwoordigt in Engeland - het nationale begin van een systeem voor de rassenverbetering, - waarvan het niet mogelijk is de eindresultaten te voorzien. Als - deze wet algemeen in werking komt, zal ieder kind in het land - recht hebben--wettig en niet door individueele willekeur of - philantropische minzaamheid--op medische verzorging van den - dag van zijn geboorte af, en voor iedere moeder zal te bereiken - zijn de raad van een beschaafde vrouw, die voeling houdt met de - gemeenteautoriteiten. Er kon geen grootere triomf zijn voor de - medische wetenschap, voor de nationale kracht en voor de zaak der - menschlievendheid in het algemeen. Zelfs op het lagere plan van - financieele belangen is het gemakkelijk te zien, dat een enorme - besparing van openbare en persoonlijke middelen op die wijze zal - bereikt worden. De wet is facultatief en niet verplichtend. Dit - was een wijze voorzorg, want een wet van deze soort kan geen - uitwerking hebben, tenzij zij grondig wordt doorgevoerd door de - gemeenschap die haar aanneemt, en ze zal niet aangenomen worden - eer een gemeenschap duidelijk de voordeelen ervan heeft erkend, - en de methoden, om die te bereiken. - - Een belangrijke aanvulling van deze organisatie is de School - voor Moeders. Van zulke scholen, die overal beginnen op te komen, - kan men zeggen dat zij hun oorsprong hebben in de Consultations - de Nourrissons (met hun vertakking de Goutte de Lait), opgericht - door Professor Budin in 1892, die zich over geheel Frankrijk - uitgebreid hebben en in ruimen kring een invloed ten goede hebben - gehad. In de Consultations worden kinderen iedere week onderzocht - en gewogen en de moeders krijgen er raad en worden aangemoedigd - haar kinderen te zoogen. De Gouttes zijn feitelijk poliklinieken - voor melkafgifte, waar kinderen voor wie borstvoeding onmogelijk - is, onder medisch toezicht met melk gevoed worden. Scholen voor - Moeders zijn een uitbreiding van hetzelfde systeem; zij omvatten - een menigte onderwerpen, die het voor een moeder noodig is te - weten. Sommige van de eerste van deze scholen werden opgericht in - Bonn, in de Beiersche stad Weissenberg en in Gent. Op eenige van - die Scholen voor Moeders, en zooals bekend is in Gent (beschreven - door Mrs. Bertrand Russell, in de Nineteenth Century, 1906), - is de belangrijke stap gedaan jonge meisjes van 14 tot 18 jaar - te onderrichten; zij worden ingelicht omtrent kinder-anatomie en - physiologie, omtrent het bereiden van gesteriliseerde melk, omtrent - het wegen van kinderen, omtrent het opnemen van temperaturen en het - maken van tabellen, omtrent het besturen van crêches, en na twee - jaar zijn zij in staat een salaris te verdienen. In verschillende - deelen van Engeland worden nu scholen voor jonge moeders en voor - jonge meisjes opgericht in dezen geest, eerst in Londen, onder - toezicht van Dr. F. J. Sykes, stadsdokter voor St. Pancreas (zie - bv. A School For Mothers, 1908, waarin een inrichting van deze - soort te Somers Town beschreven wordt, met een voorrede van Sir - Thomas Barlow; een verslag van de nieuwste pogingen, de verzorging - van kinderen in Londen te verbeteren, zal men ook vinden in de - Lancet, Sept. 26, 1908). We kunnen hier bijvoegen, dat sommige - Engelsche gemeentebesturen depôts hebben opgericht om moeders - goedkoop van goede melk te voorzien. Zulke depôts zullen echter - waarschijnlijk meer kwaad dan goed doen, als zij de vervanging - van borstvoeding door kunstmatige voeding bevorderen. Zij moesten - nooit opgericht worden, behalve in aansluiting met de Scholen voor - Moeders, waar een opvoedende invloed uitgeoefend kan worden, en - geen moeder moest van melk voorzien worden als ze niet een medisch - attest vertoont, waaruit blijkt dat zij niet in staat is haar kind - te voeden (Byers, "Medical Women and Public Health Questions", - British Medical Journal, Oct. 6, 1906). Het is een merkwaardig - feit, dat binnenkort de plaatselijke autoriteiten door de wet - gemachtigd zullen worden Scholen voor Moeders op te richten. - - De groote voordeelen, door deze instellingen in Frankrijk - veroorzaakt, zoowel wat betreft het verminderen van de - kindersterfte als het bevorderen van de opvoeding der moeders en - haar trots en belangstelling in haar kinderen, zijn uiteengezet - in twee Thèses de Paris door G. Chaignon (Organisation des - Consultations de Nourrissons à la Campagne, 1908), en Alcide - Alexandre (Consultations de Nourrissons et Goutte de Lait d'Arques, - 1908). - - De beweging is nu bezig zich uit te breiden over geheel Europa - en er is een Internationale Unie gevormd, die al de instellingen - omvat, die speciaal berusten op de bescherming van kinderleven - en de bevordering van puericultuur. Het permanente comité is in - Brussel, en om het andere jaar wordt er een Congres gehouden voor - Kinderbescherming (Goutte de Lait). - - - -Men zal zien, dat al de bewegingen, die nu in werking gesteld worden -voor de verbetering van het ras door het kind en de moeder van het -kind, de intimiteit erkennen van de verhouding tusschen de moeder en -haar kind en er op gericht zijn haar te helpen, zelfs als het noodig -is door het uitoefenen van eenigen dwang, haar natuurlijke functies -met betrekking tot haar kind, te vervullen. Voor den theoretischen -philantroop, die begeerig is om de wereld op papier te verbeteren, -schijnt niets eenvoudiger te zijn dan de tegenwoordige bezwaren van -het opvoeden van kinderen uit den weg te ruimen door het oprichten -van Staatskinderbewaarplaatsen, die tegelijk de moeders moeten -ontheffen van alles wat met de productie van de menschen der toekomst -in verband staat, behalve het genot--als het dat toevallig is--van -ze te ontvangen en de moeite van ze te dragen, en ze tevens moeten -opvoeden onafhankelijk van het tehuis, op een gezonde, zuinige en -wetenschappelijke wijze [18]. Niets schijnt eenvoudiger, maar uit het -fundamenteel psychologisch standpunt is niets onjuister. Het denkbeeld -van een Staat, die er is buiten de gemeenschap, is een overblijfsel, -in een anderen vorm van dat verouderde idee, dat Lodewijk XIV dwong -te verklaren "L'État, c'est moi!" Een staat, die toelaat dat de -individuen die hem vormen, niet in staat zijn hun heiligste en -intiemste functies te vervullen en die op zich neemt, dit in hun -plaats te doen, onderneemt een taak, die niet wenschelijk zou zijn, -zelfs al kon zij volvoerd worden. Men moet altijd in gedachte houden -dat een Staat, die zich voorstelt de leden die hem samenstellen te -ontlasten van hun natuurlijke functies en verantwoordelijkheden, -iets geheel anders is dan een Staat die zijn leden tracht te helpen -hun eigen biologische en sociale functies meer naar behooren te -vervullen. Een Staat, die moeders in de gelegenheid stelt te rusten -als zij zwanger zijn, werkt aan een verstandige taak; een Staat, die -de kinderen van zijn moeders overneemt, drijft de philantropie tot -in het belachelijke. Het is gemakkelijk dit te erkennen, als wij den -noodzakelijken loop der omstandigheden nagaan onder een systeem van -"Staatskinderbewaarplaatsen". Het kind zou op den vroegsten leeftijd -van de natuurlijke moeder verwijderd worden, maar iemand moet de -moederplichten vervullen; en als die uitgeoefend worden onder gunstige -omstandigheden, dan ontwikkelt zich een moederlijke betrekking tusschen -het kind en de "moeder", die ongetwijfeld natuurlijke moederlijke -instincten bezit, maar die door geen natuurlijken moederlijken band -verbonden is met het kind, dat zij verzorgt. Zulk een verhouding heeft -neiging om aan beide kanten praktisch en naar het gevoel de werkelijke -verhouding te worden. Wij kunnen zeer dikwijls zien, hoe onbevredigd -zulk een verhouding wordt. De kunstmatige moeder wordt beroofd van -een kind, dat zij begonnen was te voelen als haar eigen; de gevoelens -van het kind worden onderste boven gegooid, verdeeld en verdraaid; -de echte moeder heeft het bittere gevoel, dat zij voor haar kind -niet de echte moeder is. Zou het niet voor allen veel beter geweest -zijn als de Staat het groote leger van vrouwen, die hij geoefend had -voor de positie om de kinderen van andere vrouwen te verzorgen, had -aangemoedigd om in plaats daarvan zelf kinderen te hebben? De moeders, -die niet in staat zijn haar eigen kinderen te verzorgen, konden er dan -toe opgevoed worden afstand te doen van het hebben van eigen kinderen. - - - Ellen Key (in haar Eeuw van het Kind, en elders) heeft voor - alle jonge vrouwen aangeraden een jaar verplichte "dienst", - overeenkomstig de militaire dienstplicht die in de meeste - landen voor jonge mannen verplichtend is. Gedurende dien tijd - zou het meisje geoefend worden in ordelijk huishouden, in de - grondbeginselen der hygiëne, in de verzorging van zieken en vooral - in de verzorging van kinderen en alles wat betrekking heeft op - de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen. Het - principe, dat aan dit voorstel ten grondslag ligt, is sindsdien in - ruimen kring aangenomen. Marie von Schmid (in haar Mutterdienst, - 1907) gaat zoo ver een algemeene oefening aan te raden van - jonge vrouwen in die plichten, die gehouden moet worden in een - soort van uitgebreide en verbeterde kraaminrichting. De dienst - zou een jaar duren, en dan zou de jonge vrouw drie jaar lang in - reserve blijven, en zou opgeroepen kunnen worden in dienst. Er - is zeker veel te zeggen voor zoo'n voorstel, aanmerkelijk meer - dan er voor militaire dienstplicht te zeggen is. Want terwijl het - zeer twijfelachtig is, of een man ooit geroepen zal worden om te - vechten, worden de meeste vrouwen wel opgeroepen om huishoudelijke - plichten te vervullen of om op kinderen te passen, hetzij voor - haarzelf, hetzij voor andere menschen. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK II - -SEXUEELE OPVOEDING - - - Zorg voor het kroost is even noodig als kroost zelf.--Vroege - uitingen van de geslachtsdrift.--Moeten die als normaal beschouwd - worden?--Het sexueele spel van kinderen.--Het liefdegevoel in - de kinderjaren.--Zijn stadskinderen geslachtelijk eerder rijp - dan kinderen van het land?--De kinderlijke voorstellingen over - de herkomst van kinderen.--De noodzakelijkheid, met de sexueele - opvoeding van de kinderen vroeg te beginnen.--Het belang van - vroeg oefenen in verantwoordelijkheid.--Het verkeerde van - de oude leer der stilzwijgendheid over geslachtszaken.--Het - nadeel is grooter waar het meisjes geldt.--De moeder is de - natuurlijke en beste leermeesteres.--De ziekelijke invloed van - kunstmatige geheimzinnigheid in sexueele zaken.--De literatuur - over de sexueele opheldering der jeugd.--Aard van de taak - der moeder.--Sexueele opvoeding op de school.--De waarde van - botanie.--Zoölogie.--Sexueele opvoeding na de puberteit.--De - noodzakelijkheid om tegen de geschriften van kwakzalvers - te strijden.--Het gevaar dat voortkomt uit het niet tijdig - voorbereiden op de eerste menstruatie.--De juiste houding tegenover - het geslachtsleven der vrouw.--De dringende noodzakelijkheid - van hygiëne der menstruatie in de eerste jeugd.--Zulk een - hygiëne is te vereenigen met de gelijkstelling der geslachten - op opvoedkundig en maatschappelijk gebied.--De invaliditeit van - vrouwen komt voornamelijk voort uit hygiënische verwaarloozing.--De - goede invloed van lichaamsoefening op vrouwen en de slechte - invloed der athletiek.--De nadeelen van het onderdrukken van - het gemoedsleven.--De noodzakelijkheid om jonge menschen de - waardigheid van het geslachtsleven te leeren.--Invloed van - deze factoren op het lot der vrouw in het huwelijk.--Lezingen - en toespraken over sexueele hygiëne.--De rol van den dokter in - de sexueele opvoeding.--De invoering in de wereld der idealen - tijdens de puberteit.--De plaats van den religieuzen en ethischen - leeraar.--De plechtigheden van natuurvolken bij het inleiden in - de geslachtsrijpheid.--De sexueele invloed van literatuur.--De - sexueele invloed van kunst. - - -Het mag sommigen toeschijnen dat, waar wij gewicht hechten aan de -voorvaders, de bloedverwanten, de conceptie, de zwangerschap en -zelfs aan de eerste jeugd van het kind, wij afdwalen van de sfeer -van de psychologie van het geslacht. Dat is in het geheel niet het -geval. Wij dalen, integendeel, af tot de wortels van het geslacht. Al -onze aangroeiende kennis dient er toe, om aan te toonen, dat, tegelijk -met zijn physieke natuur, de psychische natuur van het kind berust -op geboorte en verzorging, op de hoedanigheid van den stam, waar -het toe behoort, en op de zorg, die er aan besteed is in de eerste -oogenblikken, als verzorgen van het grootste belang is om de goede -hoedanigheid van dien stam te bewaren. - - - Wij moeten er natuurlijk aan denken, dat de invloeden zoowel - van afkomst als van verzorging gelijkelijk werken op het lot - van het individu. De invloed van verzorging is zoo duidelijk - zichtbaar, dat weinigen die licht zullen onderschatten. De - invloed van afkomst echter is niet zoo duidelijk, en wij kunnen - nog wel menschen ontmoeten, die zoo slecht op de hoogte zijn, - en misschien zoo bevooroordeeld, dat zij er in het geheel niet - van weten willen. Ons aangroeiend inzicht in deze zaak moet wel - het verkeerde idee bannen, doordat het doet zien hoe teeren en - diepgaanden invloed de erfelijkheid heeft. Geen gezonde beschaving - is mogelijk dan in een gemeenschap, die in zijn massa niet alleen - goed verzorgd, maar ook goed geboren is. En in geen levensgebied - is de invloed van het goed geboren zijn meer beslissend dan in - de sexueele verhoudingen. Een leerzaam voorbeeld kan men vinden - in de nauwkeurige en omstandige geschiedenis uit zijn jeugd, mij - verstrekt door een zeer beschaafd Russisch man. Hij was in zijn - kinderjaren opgevoed met zijn eigen broeders en zusters en met een - klein meisje van denzelfden leeftijd, dat al in haar eerste jeugd - was aangenomen, het dochtertje van een prostituée, die spoedig na - de geboorte van het kind gestorven was. Het aangenomen kind werd - behandeld als een van de familie, en al de kinderen dachten, dat - zij werkelijk een zuster was. Toch ontwikkelde zij al heel vroeg - instincten, ongelijk aan die van de kinderen, waarmee ze werd - opgevoed; ze jokte, ze was wreed, ze deed graag kattekwaad. en zij - ontwikkelde vroeg verkeerde sexueele neigingen; hoewel zorgvuldig - opgevoed, nam zij toch het beroep van haar moeder aan en op 22 - jarigen leeftijd werd zij naar Siberië verbannen wegens roof - en poging tot moord. Het kind van een onbekenden vader en een - prostituée is niet door het noodlot gedoemd tot ondergang; maar - zulk een kind is van slechte afkomst en dat feit kan in sommige - gevallen alle invloeden van goede opvoeding te niet doen. - - -Als wij den kinderlijken leeftijd bereiken, zijn wij de grondslagen -en mogelijkheden van het sexueele leven al voorbij; dan zien wij in -sommige gevallen al het werkelijk begin ervan. Het is een vastgesteld -feit, dat auto-erotische uitingen soms al bij kinderen van minder dan -twaalf maanden kunnen waargenomen worden. Het ligt nu niet op onzen -weg dit punt van kwestie te bespreken en hoeverre zulke uitingen op -dezen leeftijd normaal genoemd kunnen worden [19]. Een geringe mate -van werkzaamheid van de ovariën en van de borstklieren bestaat soms -bij de geboorte [20]. Het schijnt duidelijk, dat nerveuse en psychische -sexueele werkzaamheid haar eerste bronnen vindt in dezen vroegen tijd -en dat, naarmate de jaren voorbijgaan een toenemend aantal individuen -zich door den drang aansluiten, totdat met de puberteit feitelijk -allen meegesleept worden in den grooten stroom. - -Terwijl het dus mogelijk en zelfs waarschijnlijk is, dat de flinkste en -gezondste individuen geen bepaalde teekenen van nerveuse en psychische -sexualiteit in de jeugd vertoonen, toch zijn zulke uitingen nog -voldoende veel voorkomend om te kunnen zeggen, dat sexueele hygiëne -geheel en al buitengesloten kan blijven, totdat de puberteit nadert. - - - Vroegtijdige physieke ontwikkeling komt voor als een eenigszins - zeldzame variatie. W. Roger Williamson ("Precocious Sexual - Development with Abstracts of over One Hundred Cases", British - Gynaecological Journal, May, 1902) heeft een belangrijke bijdrage - geleverd lot de kennis van deze afwijking, die veel meer voorkomt - bij meisjes dan bij jongens. Bij de gevallen van Roger Williams - zijn slechts 20 jongens op de 80 meisjes, en vroegrijpheid - komt niet alleen meer voor, maar is ook meer geprononceerd bij - meisjes, waarvan men weet, dat zij op haar achtste jaar bevrucht - zijn geworden, terwijl 13 jaar genoemd wordt als de vroegste - leeftijd waarop jongens zich in staat getoond hebben om kinderen - te krijgen. Dit moeten we opmerken, is ook de vroegste leeftijd, - waarop spermatozoën gevonden worden in zaadvloeistof van jongens; - vóór dien leeftijd bevat de uitgeworpen stof geen spermatozoën, - en, zooals Fürbringer en Mol gevonden hebben, kunnen die - nog afwezig zijn op zestienjarigen leeftijd of nog later. Bij - meisjes gaat vroegtijdige sexueele ontwikkeling minder dikwijls - samen met een algemeene toename van lichamelijke ontwikkeling - dan bij jongens. (Een afzonderlijk geval van vroege sexueele - ontwikkeling bij een meisje van vijf jaar is volledig beschreven - en met illustraties voorzien in het Zeitschrift für Ethnologie, - 1896, deel 4, pag. 262). - - Vroegtijdige sexueele impulsen zijn gewoonlijk vaag, op zich - zelf staand en min of meer onschuldig. Een geval van zeldzamen - en uitgesproken aard, waarbij een kind, een jongen van twee - jaar, sexueel aangetrokken werd door meisjes en vrouwen, - en al zijn gedachten en daden richtte op sexueele pogingen op - haar, is beschreven door Herbert Rich, van Detroit (Alienist and - Neurologist, Nov. 1905). Algemeen bewijsmateriaal uit de literatuur - van het onderwerp van sexueele vroegrijpheid, de veelvuldigheid - ervan en de beteekenis ervan, is samengebracht door L. M. Terman - ("A Study in Precocity", American Journal of Psychology, April, - 1905). - - De erecties, die bij kleine jongens voorkomen, hebben gewoonlijk - geen sexueele beteekenis, hoewel zij, zooals Moll opmerkt, die - krijgen kunnen als ze de opmerkzaamheid van het kind trekken; zij - zijn alleen maar reflex. Sommige meenen echter, en voornamelijk - Freud, dat bepaalde kinderlijke eigenaardigheden, vooral het - duimzuigen, een sexueele oorzaak hebben en dat de sexueele - impuls zich voortdurend vertoont op zeer jeugdigen leeftijd. Het - geloof, dat het sexueele instinct in de jeugd niet bestaat, - beschouwt Freud als een ernstige dwaling, zoo gemakkelijk - door waarneming te corrigeeren, dat hij zich verwondert, - hoe zij kan ontstaan zijn. "In werkelijkheid", merkt Freud op, - "brengt het pasgeboren kind sexualiteit mee ter wereld, sexueele - gewaarwordingen vergezellen het tijdens de dagen van het zuigen en - van de kindsheid en maar zeer weinige kinderen ondervinden geen - sexueele aandriften en gevoelens vóór de puberteit" (Freud, "Zur - sexuellen Aufklärung der Kinder", Soziale Medizin und Hygiene, - Band II, 1907; cf. voor bijzonderheden zie men van denzelfden - schrijver Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie, 1905). Moll, aan - den anderen kant, beschouwt Freud's beschouwingen over sexualiteit - in de jeugd als overdreven en vindt ze beslist verwerpelijk, - hoewel hij toegeeft, dat het moeilijk is, zoo niet onmogelijk, de - gevoelens in de jeugd te onderscheiden (Moll, Das Sexualleben des - Kindes, pag. 154.) Moll meent ook, dat psycho-sexueele uitingen, - die optreden na den leeftijd van acht jaar, niet pathologisch - zijn; kinderen, die zwak zijn en erfelijk belast, zijn niet zelden - sexueel vroegrijp, maar aan den anderen kant heeft Moll kinderen - gekend van 8 of 9 jaren met sterk ontwikkelde geslachtsdrift, - die toch flink ontwikkelde mannen werden. - - Rudimentaire sexueele uitingen in de jeugd, vergezeld van sexueele - gevoelens, moeten inderdaad--als ze niet te uitgesproken of te - vroegtijdig zijn--beschouwd worden als te vallen binnen de normale - sfeer, ofschoon zij, als zij voorkomen bij erfelijk belaste - kinderen, niet zonder ernstige gevaren zijn. Maar bij gezonde - kinderen hebben zij gewoonlijk, na den leeftijd van zeven of - acht jaar geen slechte resultaten en moeten ze als spel beschouwd - worden. Spel, bij dieren en menschen beide, is zooals Groos met een - wonderbare veelheid van voorbeelden heeft aangetoond, een nuttig - opvoedingsproces; het jonge schepsel bereidt zich daardoor voor, - die functies uit te oefenen, die het in later jaren meer volkomen - en ernstiger moet uitoefenen. In zijn Spiele der Menschen past - Groos dit denkbeeld toe op het sexueele spel van kinderen, en - geeft als bewijs aanhalingen uit de literatuur. Keller heeft, - in zijn "Romeo und Julia auf dem Dorfe" een bewonderenswaardig - waar beeld gegeven van deze kinderlijke liefdesbetrekkingen. Emil - Schultze-Malkowsky (Geschlecht und Gesellschaft, Bd. II. pag. 370) - geeft eenige tooneelen uit het leven van een klein meisje van - zeven jaar, die een duidelijk beeld geven van den waren aard van - de sexueele uitingen op dezen leeftijd. - - Een soort van rudimentaire sexueele omgang tusschen kinderen komt - voor zooals Bloch (Beiträge etc. Bd. II, pag. 254) heeft opgemerkt, - in vele deelen van de wereld, en wordt door hun ouders erkend - als spel. Dit is bv. het geval onder de Bawenda van Transvaal - (Zeitschrift für Ethnologie, 1896, Heft 4, pag. 364), en onder de - Papoea's van Kaiser-Wilhelms-Land, met goedvinden van de ouders, - hoewel veel terughouding in acht genomen wordt. (id., 1889, - Heft 1, pag. 16) Godard (Egypte et Palestine, 1867, pag. 105) - sloeg het sexueele spel gade van jongens en meisjes in Caïro. In - Nieuw-Mexico heeft W. A. Hammond (Sexual Impotence, pag. 107) - jongens en meisjes gezien die als spel sexueele vereeniging - beproefden onder aanmoediging van mannen en vrouwen en in - New-York heeft hij jongens en meisjes hetzelfde zien doen in - tegenwoordigheid van hun ouders, met alleen maar een lachende - terechtwijzing. "Vadertje en Moedertje spelen" is inderdaad zeer - gewoon onder kinderen in waarlijke onschuld, en met een algeheele - afwezigheid van verdorvenheid; en het beperkt zich in het geheel - niet tot kinderen van de lagere maatschappelijke klasse. Moll maakt - een opmerking over het veel voorkomen ervan (Libido Sexualis, - deel 1, pag. 277), en het comité van evangelische geestelijken - heeft, in hun onderzoek naar de moraal van het Duitsche landvolk - (Die geschlechtlich-sittlichen Verhältnisse, Bd. 1, pag. 102) - bevonden, dat kinderen die nog niet op school zijn, pogingen - tot coïtus doen. Het sexueele spel van kinderen is in het geheel - niet beperkt tot het vader en moedertje spelen; dikwijls wordt - er gespeeld met een climax in het vertoonen van en het slaan op - sommige lichaamsdeelen en nu en dan zijn er spelletjes van dokter - zijn en onderzocht worden. Zoo zegt een jonge Engelsche vrouw: - "Natuurlijk, toen wij op school waren (op den leeftijd van twaalf - jaar en vroeger) speelden wij met elkaar, verscheidene van ons - meisjes; we gingen dan naar een veld en deden of we dokters waren - en elkaar moesten onderzoeken, en dan deden we onze kleeren in - de hoogte en bevoelden elkaar". - - Deze spelen sluiten niet noodzakelijk de medewerking van de - sexueele impuls in, en nog minder bevatten zij eenig element - van liefde. Maar liefdegevoelens, ternauwernood of in het geheel - niet te onderscheiden van sexueele liefde van volwassenen, komen - dikwijls op even jeugdigen leeftijd voor. Zij behooren tot het - spel, in zoover spel een voorbereiding is voor de werkzaamheden - van het latere leven, ofschoon zij, anders dan de spelen, niet - als spel gevoeld worden. Ramdohr heeft, meer dan een eeuw geleden - (Venus Urania, 1798) gewezen op de veel voorkomende liefde van - kleine jongens voor vrouwen. Meestal wordt de liefde gevoeld voor - individuen van de andere of van dezelfde sekse, die niet veel in - leeftijd verschillen, hoewel zij gewoonlijk ouder zijn. De meest - omvattende studie over deze zaak is gedaan door Sanford Bell in - Amerika op een basis van 2,300 gevallen (S. Bell, "A Preliminary - Study of the Emotion of Love Between the Sexes", American Journal - of Psychology, July, 1902). Bell bevindt, dat de aanwezigheid van - de aandoening tusschen de drie en de acht jaar blijkt uit daden - als pakken, kussen, elkaar opbeuren, worstelen, dicht bij elkaar - gaan zitten, bekentenissen doen aan elkaar en aan anderen, over - elkaar praten als ze van elkaar af zijn, elkaar zoeken en de rest - buitensluiten, verdriet bij scheiding, het geven van presenten, - elkaar speciale beleefdheden aandoen, kleine opofferingen voor - elkaar doen, jaloezie betoonen. De meisjes zijn, over het geheel, - aggressiever dan de jongens en er minder op uit om de zaak geheim - te houden. Na den leeftijd van acht, worden de meisjes bescheidener - en de jongens worden nog schuwer. De physieke sensaties komen - gewoonlijk niet voor in de sexueele organen; erectie van de penis - en hyperaemia van de vrouwelijke geslachtsdeelen beschouwt Bell - als teekenen van ongewone vroegrijpheid. Maar er is een verspreide - vasomotorische opzwelling en een toestand van opgewondenheid, - die te vergelijken is met wat ondervonden wordt op jongelings- - en volwassen leeftijd, al is het dan niet hetzelfde. Over het - geheel, besluit Bell terecht, staat de liefde tusschen kinderen van - verschillend geslacht met betrekking tot de liefde tot volwassenen, - als de bloem staat tot de vrucht en heeft ze misschien even weinig - in zich van physieke sexualiteit als een appelbloesem in zich - heeft van den appel, die er zich uit ontwikkelt. Moll meent ook, - (op. cit., pag. 76) dat kussen en andere dergelijke oppervlakkige - aanrakingen, die hij verschijnselen van contrectatie noemt, heel - dikwijls de eerste en eenige uiting zijn van den sexueelen impuls - in de jeugd. - - Het is dikwijls gezegd, dat het voor kinderen gemakkelijker is - hun sexueele onschuld te bewaren op het land dan in de stad en - dat alleen in de steden de sexualiteit teugelloos en zichtbaar - is. Dit is in geenen deele waar en in sommige opzichten is het - het tegenovergestelde van de waarheid. Zeker, hard werken, een - natuurlijk en eenvoudig leven en geen ingespannen geestesarbeid, - werken dikwijls samen om den jongen van het land kuisch te houden - in gedachten en daden, totdat de tijd der jongelingschap voorbij - is. Ammon zegt, b.v. echter zonder bepaald bewijs te geven, - dat dit gewoon is onder de lotelingen in Baden. Zekerlijk leiden - ook al de velerlei zinsprikkelingen van het stadsleven er toe, - de prikkelbaarheid van zenuwen en hersenen van de jonge menschen - op te wekken op een betrekkelijk jeugdigen leeftijd op sexueel - evenals op ander gebied en vroeg begeerte en nieuwsgierigheid - aan te wakkeren. Maar aan den anderen kant biedt het stadsleven - den jongen menschen geen bevrediging voor hun wenschen en - nieuwsgierigheden. De openbaarheid van een stad, het algemeene - toezicht, het bestudeerde decorum van een bevolking, die zich - bewust is, dat ze voortdurend blootgesteld is aan den blik - van vreemdelingen, werken samen om een sluier te werpen over - de geheime zijde van het leven, die, zoo hij al niet voor de - jonge menschen verbergt de groote-stadsprikkels van dat leven, - toch voor het grootste deel verbergt hoe die prikkels bevredigd - worden. Op het land echter bestaan deze beperkingen niet in - overeenkomstigen graad; de dieren maken de elementaire feiten van - het sexueele leven voor allen duidelijk zichtbaar; er is minder - behoefte aan of respect voor decorum; men spreekt meer openlijk; - toezicht is onmogelijk en gelegenheden voor sexueele intimiteit - zijn in de ruimste mate voorhanden. Als men misschien zeggen kan, - dat de stad onkuischheid van gedachten bij jonge menschen kan - aanmoedigen, dan kan men zeker zeggen, dat het land onkuischheid - in daden aanmoedigt. - - De uitgebreide onderzoekingen van het Comité van Luthersche - geestelijken over de sexueele moraal (Die geschlechtlich-sittlichen - Verhältnisse im Deutschen Reiche), een paar jaar geleden - uitgegeven, geven duidelijk blijk van de sexueele vrijheid op - het platteland van Duitschland, en Moll, die bepaald van meening - is, dat het land betrekkelijk niet vrij is van sexualiteit, - zegt (op. cit., pp. 137-139, 239) dat zelfs het circuleeren van - obscene boeken en prenten onder schoolkinderen meer schijnt voor - te komen in kleine steden en op het land, dan in groote steden. In - Rusland, waar men zou kunnen denken, dat toestanden van de stad - en van het land minder contrast opleverden dan in vele andere - landen, heeft men hetzelfde verschil opgemerkt. "Ik weet niet", - schrijft een Russisch correspondent, "of Zola in La Terre het - leven van Fransche dorpen juist beschrijft. Maar de manieren op - een Russisch dorp, waar ik een deel van mijn jeugd doorgebracht - heb, gelijken tamelijk wel op die, door Zola beschreven. In het - leven van de landelijke bevolking, waarin ik terecht kwam, was - alles doortrokken van erotica. Men was er omringd door dierlijke - wellust in al zijn onbescheidenheid. Tegenovergesteld aan de - algemeen gebruikelijke opinie, geloof ik, dat een kind zijn - sexueele onschuld gemakkelijker kan bewaren in de stad dan op - het land. Er zijn, zonder twijfel, veel uitzonderingen op dezen - regel. Maar de functies van het sexueele leven zijn in de steden - gewoonlijk meer verborgen dan op de velden. Zedigheid (hetzij - ze van de meer oppervlakkige en uiterlijke soort is of niet) is - sterker ontwikkeld bij de bevolkingen van de steden. Als zij over - sexueele zaken spreken, omsluieren de menschen in de steden hun - gedachten meer; zelfs de lagere klassen in steden gebruiken meer - terughouding, meer euphemismen, dan boeren. Zoo kan in de steden - een kind het gemakkelijk niet begrijpen als er over gewaagde - onderwerpen gesproken wordt in zijn tegenwoordigheid. Men kan - zeggen, dat de corruptie in de steden, hoewel meer verborgen, - des te dieper is. Het kan zijn, maar die verborgenheid beschermt - kinderen er tegen. Het stadskind ziet alle dagen op straat - prostituées, zonder ze van andere menschen te onderscheiden. Op - het land kan hij iederen dag in de ruwste bewoordingen hooren - zeggen, dat dat of dat meisje 's nachts in een schuur of in een - sloot gevonden is in liefdesverkeer met dien en dien jongen man, - of dat het dienstmeisje iederen nacht bij den koetsier in bed - kruipt, terwijl over de feiten van sexueelen omgang, zwangerschap - en geboorte in de duidelijkste woorden gesproken wordt. In steden - wordt de aandacht van het kind getrokken door duizend verschillende - onderwerpen; op het land hoort hij, behalve over veldarbeid, - die hem niet interesseert, alleen spreken over de voortbrenging - van dieren en over de erotische prestaties van meisjes en jonge - mannen. Als wij zeggen, dat het stadsleven meer opwindend is, - dan denken we aan volwassenen, maar de dingen, die den volwassene - prikkelen, hebben gewoonlijk geen erotische werking op het kind, - dat echter niet lang zonder sexueel gevoel kan blijven als het - ziet, hoe de groote boerenmeisjes zich, vurig als merries in een - wedloop, geven in de armen van krachtige jonge mannen. Het moet wel - deze vrije uitingen van sexualiteit opmerken, hoezeer de teere en - perverse verfijningen van de stad aan zijn opmerkzaamheid zouden - ontgaan. Ik weet, dat er in de landen van overdreven preutschheid - veel verborgen corruptie is, meer, is men wel eens geneigd te - denken, dan in minder huichelachtige landen. Maar ik geloof, - dat dat een onjuiste indruk is, en ik ben overtuigd, dat juist - tengevolge van al deze kleine geheimhoudingen, die het ondeugend - vermaak opwekken van de vreemdelingen, er werkelijk veel meer - jonge menschen in Engeland zijn, die kuisch blijven, dan in de - landen die sexueele verhoudingen meer openlijk behandelen. In - ieder geval, zoo ik al Engelschen heb leeren kennen, die zeer - losbandig waren en zeer verfijnd in de zonde, ik heb ook jonge - mannen van dezelfde natie gekend van over de 20 jaar, die zoo - onschuldig waren als kinderen, maar nooit een jongen Franschman, - Italiaan, of Spanjaard, waarvan men hetzelfde kon zeggen". Er - is, ongetwijfeld, waarheid in deze bewering, hoewel wij toch - moeten bedenken, dat, hoe uitstekend kuischheid ook is, als deze - kuischheid berust enkel op onwetendheid, de bezitter ervan aan - vreeselijke gevaren is blootgesteld. - - -De kwestie van sexueele hygiëne, meer bijzonder het speciale onderdeel -ervan, de sexueele opheldering, hangt echter niet af van het feit, dat -bij sommige kinderen de psychische en nerveuze uiting van sekse op een -vroeger leeftijd aan den dag treedt dan bij andere. Het berust op het -ruimere, algemeene feit, dat bij alle kinderen het verstand begint te -werken op een heel vroegen leeftijd en dat deze werkzaamheid van het -verstand neiging heeft zich te openbaren in een weetgierige begeerte -om vele grondfeiten van het leven te kennen, die inderdaad berusten -op sekse. De eerste en meest algemeen voorkomende van deze wenschen -is de wensch om te weten, waar de kinderen vandaan komen. Er is geen -vraag, die natuurlijker is; de vraag naar oorzaken is noodzakelijk -een grondvraag in kinderlijke philosophieën, zooals zij het in verder -gevorderde gedaanten is van de philosophieën van volwassenen. De meeste -kinderen, hetzij zij geleid worden door mededeelingen, gewoonlijk -de onjuiste mededeelingen van ouderen, of door hun eigen verstand, -dat werkt onder die aanwijzingen die het krijgen kan, hebben een -theorie over de herkomst van kinderen. - - - Stanley Hall ("Contents of Children's Minds on Entering School", - Pedagogical Seminary, June, 1891) heeft eenige van de denkbeelden - van jonge kinderen over de herkomst van kinderen verzameld. "God - maakt de kinderen in den hemel, hoewel de Heilige Moeder en zelfs - Sint Niklaas er ook maken. Hij laat ze naar beneden en laat ze - zakken, en de vrouwen en de dokters pakken ze, of Hij legt ze - op het trottoir, of Hij brengt ze naar beneden langs een houten - ladder, die achterste voren is gezet en haalt dien weer in de - hoogte; of moeder of de dokter of de baker gaan er op en halen ze, - soms in een ballon, of zij vliegen naar beneden en leggen hier - of daar hun vleugels af en vergeten waar, en zij springen naar - beneden naar Jezus, die ze ronddeelt. Zoo werd er ook dikwijls - gezegd, dat ze gevonden werden in meelvaten en het meel kleeft - heel lang aan ze vast, of zij groeiden in koolen, of God legde ze - in het water, misschien wel in het riool, en de dokter haalt ze er - uit en brengt ze aan zieke menschen, die ze graag hebben willen, - of de melkboer brengt ze 's morgens vroeg; zij worden opgegraven - uit den grond, of ze worden in den kinderwinkel gekocht". - - In Engeland en Amerika vertelt men dikwijls aan het - nieuwsgierige kind, dat het kind in den tuin gevonden is onder een - kruisbessenstruik of ergens anders; of meermalen wordt er gezegd - met wat ongetwijfeld gevoeld wordt als een dichter naderen tot - de waarheid, dat de dokter het gebracht heeft. In Duitschland - is het gewone verhaaltje, dat men de kinderen vertelt, dat de - ooievaar het kind brengt. Verschillende theorieën, voor het - meerendeel gebaseerd op volkssagen, zijn voor den dag gebracht - om dit verhaaltje te verklaren, maar zij schijnen geen van allen - overtuigend te zijn (zie bv. G. Herman, "Sexual-Mythen", Geschlecht - und Gesellschaft, Bd. 1, afl. 5, 1906, pag. 176, en P. Näcke, - Neurologisches Centralblatt, No. 17, 1907). Näcke meent, dat er - iets aannemelijks is in de suggestie van Professor Petermann, - dat een kikvorsch, die zich wringt in den bek van een ooievaar, - op een menschelijk wezentje gelijkt. - - In IJsland vinden we, volgens Max Bartels ("Isländischer Brauch - und Volksglaube", etc., Zeitschrift für Ethnologie, 1900, afl. 2 - en 3) een overgang tusschen de werkelijkheid en de phantasie in - de verhalen, die aan kinderen verteld worden over de herkomst - van kinderen (de ooievaar is hier uitgesloten, want die komt - niet verder dan tot de zuidelijke grens van de Scandinavische - landen). In Noordelijk IJsland wordt gezegd, dat God het kind - gemaakt heeft en dat de moeder het gedragen heeft, en dat zij - daarom nu ziek is. In het Noord-Westen zegt men, dat God het - kind gemaakt heeft en het aan de moeder heeft gegeven. Elders - zegt men, dat God het kind gezonden heeft en dat de vroedvrouw - het heeft gebracht en dat de moeder alleen maar in bed ligt om - dicht bij het kind te zijn (wat maar zelden in een wieg wordt - gelegd). Soms wordt ook gezegd dat een lam of een vogel het kind - gebracht heeft. En dan weer zegt men, dat het in den nacht door - het raam is binnengekomen. Soms echter vertelt men het kind, - dat het kindje gekomen is uit de borsten van de moeder, of van - onder haar borsten, en dat zij daarom ziek is. - - Zelfs als de kinderen te weten komen, dat kleine kinderen uit - het lichaam der moeder komen, dan blijft deze kennis dikwijls - nog heel vaag en onnauwkeurig. Het gebeurt bv. heel dikwijls - in alle beschaafde landen, dat de navel beschouwd wordt als het - punt, waar het kind uit het lichaam komt. Dit is een natuurlijke - conclusie, omdat de navel een kanaal schijnt te zijn naar binnen - in het lichaam, en een kanaal waarvoor geen zichtbaar gebruik is, - terwijl de geslachtsspleet zich niet zou opperen voor meisjes - (en nog minder voor jongens) als de doorgang der geboorte, omdat - die reeds gemonopoliseerd schijnt te worden door de afscheiding - der urine. Dit geloof omtrent den navel wordt soms behouden den - geheelen tijd der jeugd door, vooral bij meisjes van de zoogenaamde - welopgevoede klasse, die te wel opgevoed zijn om de zaak te - bespreken met haar getrouwde vriendinnen, en die werkelijk meenen, - dat zij reeds voldoende op de hoogte zijn. Op dezen leeftijd kan - het zijn, dat het geloof niet geheel onschadelijk is, in zooverre - het er toe leidt den werkelijken toegang der sexualiteit onbewaakt - te laten. In den Elzas, waar meisjes gewoonlijk gelooven, en waar - haar ook geleerd wordt, dat de kinderen door den navel komen, - loopen populaire verhalen (Anthropophyteia, deel III, pag. 89), - die de verkeerde gevolgen doen zien van dit geloof, die soms - leiden tot verlies der maagdelijkheid. - - Freud, die meent dat kinderen niet hard gelooven aan den fabel - van den ooievaar en dergelijke verhalen, die uitgevonden zijn om - hen te misleiden, heeft een belangwekkend psychologisch onderzoek - gedaan naar de werkelijke theorieën, die kinderen zelf maken als - het resultaat van waarneming en nadenken van de sexueele feiten - van het leven (zie Freud, "Ueber Infantile Sexualtheorien", - Sexual-Probleme, Dec. 1908). Zulke theorieën, merkt hij op, komen - overeen met de schitterende, maar onvolledige veronderstellingen, - waar natuurvolken toe komen over den aard en den oorsprong der - wereld. Er zijn drie theorieën, die, zooals Freud geheel naar - waarheid besluit, zeer dikwijls door kinderen gevormd worden. De - eerste en de verst verspreide is, dat er geen werkelijk anatomisch - verschil is tusschen jongens en meisjes; als de jongen opmerkt dat - zijn zusje geen zichtbare penis heeft, dan komt hij zelfs tot het - besluit, dat het komt omdat ze nog te jong is, en het kleine meisje - zelf denkt hetzelfde. Het feit, dat in de kindsheid de clitoris - betrekkelijk grooter is en meer op een penis gelijkt, helpt deze - gedachte bevestigen, die Freud in verband brengt met de neiging - op lateren leeftijd tot erotische droomen over vrouwen voorzien - van een penis. Deze theorie begunstigt, zooals Freud opmerkt, - den groei der homo-sexualiteit, als de kiemen er van aanwezig - zijn. De tweede theorie is de fæcale theorie van de herkomst - van kinderen. Het kind, dat misschien denkt dat zijn moeder - een penis heeft, en dat in ieder geval niet weet van de vagina, - komt tot het besluit dat het kind ter wereld gebracht wordt door - een werking, gelijk aan de werking van de ingewanden. De derde - theorie, die misschien minder voorkomt dan de andere, noemt Freud - de sadistische theorie van den coïtus. Het kind erkent, dat zijn - vader op eene of andere wijze moet hebben deelgenomen aan zijn - verwekking. De theorie, dat sexueele omgang bestaat in geweld, - heeft een spoor van waarheid in zich, maar kinderen schijnen er op - duistere wijze toe te komen. De eigen sexueele gevoelens van het - kind worden dikwijls het eerst gewekt als het worstelt of vecht - met een kameraadje; het kan ook zijn, dat hij zijn moeder min of - meer speelsch ziet weerstand bieden aan een plotselinge liefkoozing - van zijn vader; en als een werkelijke twist plaats vindt, dan kan - die indruk versterkt worden. Wat de ideeën van het kind betreft - over den huwelijkschen staat, bevindt Freud, dat hij gewoonlijk - beschouwd wordt als een staat, die ingetogenheid afschaft; en - de meest voorkomende theorie is, dat getrouwd zijn beteekent, - dat de menschen in elkanders tegenwoordigheid kunnen urineeren, - terwijl een andere gewone kindertheorie is, dat getrouwd zijn is, - dat de menschen elkaar hun genitaliën laten zien. - - -Zoo komt het, dat wij al op een zeer vroeg stadium van het leven -van het kind tegenover de kwestie komen te staan, hoe wij het wijste -kunnen beginnen met zijn inwijding in de kennis van de groote centrale -feiten van sekse. Het is misschien wat achterlijk het als een kwestie -te beschouwen, maar dat is het toch onder ons, ofschoon drie duizend -vijf honderd jaar geleden de Egyptische vader tot zijn kind aldus -heeft gesproken: "Ik heb je een moeder gegeven, die je bij zich -gedragen heeft, als een zware last, om jouwentwille, en zonder op mij -te steunen. Toen je eindelijk geboren was, onderwierp zij zich aan het -juk, want drie jaar lang waren haar tepels in je mond. Je uitwerpselen -hebben haar nooit tegenzin ingeboezemd, of haar doen zeggen: Wat doe -ik? Toen je naar school gezonden waart, ging zij regelmatig iederen -dag om eigengebakken brood en eigengebrouwen bier aan je meester te -brengen. Als jij op jouw beurt trouwt en een kind krijgt, voed dan -je kind op, zooals je moeder jou opgevoed heeft" [21]. - - - "Alles wat de liefde en zorgvuldigheid van ouderlijke liefde - kan geven", schrijft Dr. G. F. Butler, van Chicago (Love and - its Affinities, 1899, pag. 83), "alles wat de meest verfijnde - godsdienstinvloed kan geven, alles wat de meest beschaafde - vereenigingen kunnen tot stand brengen, dat kan door een enkel - oogenblik teniet worden gedaan. Er is geen plaats voor ethisch - betoog, ja, er is zelfs dikwijls geen bewustzijn van kwaad, - maar alleen Gretchen's "Es war so süsz". Dezelfde schrijver - voegt er aan toe (wat al tevoren opgemerkt was door Mrs. Craik - en anderen) dat het onder de leden der kerk de fijnere en meer - gevoelige organisaties zijn, die het meest onderhevig zijn - aan sexueele emoties. Voor zoover het jongens aangaat, laten - wij de mededeeling in geslachtszaken, het heiligste en meest - centrale feit ter wereld, zooals de kanunnik Lyttelton opmerkt, - over aan onreindenkende schooljongens, rijknechts, tuinjongens, - in het kort aan iedereen, die op jeugdigen leeftijd voldoende - bedorven is en voldoende roekeloos om er over te spreken". Er, - wat meisjes aangaat, zooals Balzac lang geleden opmerkte, "een - moeder kan haar dochter streng opvoeden, en haar onder haar - vleugelen hoeden zeventien jaar lang; maar een dienstmeisje kan - dat lange werk teniet doen door een woord, zelfs door een gebaar". - - De groote rol, die door dienstmeisjes van de lagere klasse - gespeeld wordt bij de sexueele inwijding van de kinderen van - den middenstand, is toegelicht bij de behandeling van "De - sexueele impuls bij vrouwen" in een van mijn andere werken, en - behoeft nu niet verder besproken te worden. Ik wil alleen hier - in het voorbijgaan een woord zeggen over de andere zijde. Hoe - dikwijls dienstmeisjes ook deze rol spelen, moeten we toch - niet zoo ver gaan van te zeggen, dat dit het geval is met - de meerderheid. Wat Duitschland aangaat, heeft Dr. Alfred Kind - onlangs zijn ondervinding medegedeeld: "Ik heb nooit in mijn jeugd - een slecht of ongepast woord gehoord over geslachtsverhoudingen - van een dienstmeisje, ofschoon de dienstmeisjes elkaar in ons - huis opvolgden als zonneschijn en regenbuien in April en er was - altijd een kameraadschappelijke betrekking tusschen ons kinderen - en de dienstboden". Wat Engeland aangaat, kan ik er bijvoegen, - dat mijn eigen jeugdondervindingen overeenkomen met die van - Dr. Kind. Dit behoeft geen verwondering te wekken, want we kunnen - zeggen, dat bij het gewone meisje in goede omstandigheden, hoewel - haar deugd misschien niet ontwikkeld is tot heldenverhoudingen, - toch gewoonlijk een natuurlijke eerbied is voor de onschuld van - kinderen, een natuurlijke sexueele onverschilligheid jegens hen - en een natuurlijke verwachting, dat de man de actieve rol moet - spelen als er een sexueele verhouding zal ontstaan. - - -Men begint ook te voelen, dat, vooral met betrekking tot vrouwen, -onschuld berustend op onwetendheid niet alleen is een te broos bezit om -het behouden ervan waard te zijn, maar dat zij werkelijk verkeerd is, -omdat zij het ontbreken van noodige kennis met zich mee brengt. "Het -is weinig minder dan misdadig", schrijft Dr. T. M. Goodchild [22], -"onze jonge menschen midden in de prikkelingen en verleidingen van een -groote stad te zenden, met niet meer voorbereiding dan alsof zij in het -Paradijs gingen leven". In het geval van de vrouwen, heeft onwetendheid -nog verder het nadeel, dat het haar berooft van de kennis, die noodig -is voor een sympathie, die andere vrouwen begrijpen kan. Het gebrek -aan sympathie van vrouwen voor vrouwen berust dikwijls voor een groot -deel op volkomen onbekendheid met de feiten van het leven. "Waarom", -schrijft mij in een brief een getrouwde dame, die dit scherp voelt, -"worden vrouwen opgevoed in zulk een diepe onwetendheid over haar eigen -natuur en voornamelijk over die van andere vrouwen? Zij weten niet -half zooveel van andere vrouwen als een man van de meest middelmatige -capaciteit in den loop van een dag te weten komt". Wij probeeren onze -fout bij het opvoeden van vrouwen in de hoofdfeiten van sekse, goed te -maken door aan de politie en andere bewaarders van de algemeene orde, -den plicht op te leggen de vrouwen en de moraal te beschermen. Maar, -zooals Moll met nadruk zegt, het werkelijk probleem van kuischheid -ligt niet in het vermeerderen van wetten en politiebeambten, -maar in ruime mate in de kennis der vrouwen omtrent de gevaren van -sekse en in het aankweeken van hun gevoel van verantwoordelijkheid -[23]. Wij maken maar steeds wetten ter bescherming van kinderen en -wij verscherpen het politietoezicht. Maar wetten en politie, hetzij -hun werkzaamheid goed is of kwaad, zijn in beide gevallen zonder -resultaat. Zij kunnen voor het grootste deel eerst ingeroepen worden -als het nadeel al gedaan is. Wij moeten leeren tot op den wortel van -de zaak door te dringen. Wij moeten onzen kinderen leeren zichzelf -tot wet te zijn. Wij moeten hun die kennis geven, die hen in staat -zal stellen hun eigen persoonlijkheid te bewaken [24]. Er is een -ware geschiedenis van een dame, die had leeren zwemmen, tot grooten -afschuw van haar geestelijke, die zwemmen onvrouwelijk vond. "Maar", -zeide ze, "stel dat ik verdronk". "In dat geval", antwoordde hij, -"moet ge wachten tot er een man komt, die u redt". Daar hebben we -twee reddingsmethoden, die aan vrouwen gepredikt zijn, de oude en -de nieuwe. In geen zee hebben vrouwen meer gevaar geloopen van te -verdrinken dan in die van de sekse. Het moest geen vraag zijn, welke -de beste methode van redding is. - - - Het is tegenwoordig moeilijk eenige ernstige argumenten te vinden - tegen de wenschelijkheid van vroege sexueele inlichting, en wij - vinden het bijna comisch te lezen, hoe de romanschrijver Alphonse - Daudet, toen hem naar zijn meening over zulke inlichting gevraagd - werd, betuigde--in een geest, die zeker gewoon was onder de - mannen van zijn tijd--dat ze onnoodig was, omdat jongens alles - konden leeren van de straat en uit de couranten, terwijl "wat - jonge meisjes betreft--neen! ik zou ze geen van de waarheden - der physiologie willen mededeelen. Ik kan alleen nadeelen zien - in zulk gedrag. Deze waarheden zijn leelijk, ontnuchterend, zij - zullen zeker den geest en de natuur van een meisje schokken, - haar verschrikt maken en walging in haar wekken". We kunnen - evengoed zeggen, dat het niet noodig is bronnen helder water te - verschaffen, zoolang er plassen op straat zijn, waar iedereen - uit drinken kan. Een tijdgenoot van Daudet, die een veel fijner - geestelijk inzicht had, Coventry Patmore, de dichter, heeft in zijn - verhandeling over "Ancient and Modern Ideas of Purity" in zijn - mooi boek, Religio Poetae, reeds in mooie woorden geprotesteerd - tegen die "ziekte der onreinheid", die voortkomt uit "our modern - undivine silences", waar Daudet voor gepleit heeft. En Metchnikoff - verklaarde, niet zoo lang geleden, van wetenschappelijke zijde, - vooral sprekend wat vrouwen aangaat, dat kennis zóo noodig is - voor moreel gedrag, dat "onwetendheid beschouwd moet worden als - de meest immoreele daad". (Essais Optimistes, pag. 420). - - De beroemde Belgische romanschrijver, Camille Lemonnier, behandelt - in zijn L'Homme en Amour de kwestie van de sexueele opvoeding - van de jeugd, door de geschiedenis te geven van een jongen man, - opgevoed onder den invloed van de conventioneele en huichelachtige - ideeën, die leeren, dat naaktheid en sekse weerzinwekkende - zaken zijn. Zoodoende gaat hij de gelegenheden tot onschuldige - en natuurlijke liefde voorbij, om ten slotte hopeloos de slaaf - te worden van een zinnelijke vrouw, die hem enkel behandelt als - het voorwerp van haar lust, als den laatsten van een lange rij - minnaars. Het boek is een machtig pleidooi voor een verstandige, - gezonde en natuurlijke opvoeding in geslachtszaken. Er werd echter - in Brugge beslag op gelegd, in 1901, hoewel het proces tenslotte - eindigde met vrijspraak. Zulk een uitspraak is in harmonie met - de algemeene neiging van voelen in den tegenwoordigen tijd. - - De oude ideeën, door Daudet uitgesproken, dat de sexueele feiten - leelijk en ontnuchterend zijn, en dat zij den geest van de jeugd - schokken, zijn beide evenzeer geheel onjuist. Zooals de kanunnik - Lyttelton opmerkt, waar hij er op aandringt, dat de wetten - der voorplanting aan de kinderen geleerd moeten worden door - de moeder: "De wijze waarop zij die mededeeling ontvangen met - aangeboren eerbied, waarheid van begrip en argelooze teerheid, - is niets minder dan een openbaring van de oneindige schoonheid - der natuur. Maar ik waag te zeggen, dat niemand heelemaal weet, - wat het is, die het voorrecht gemist heeft van de eerste te zijn, - die hun de ware beteekenis uitgelegd heeft van leven en geboorte - en het mysterie van hun eigen wezen. Niet alleen laten we na - gezonde kennis in hen op te bouwen, maar wij berooven onszelf - van de kans iets te weten te komen, dat goddelijk moet zijn". Op - dezelfde wijze spreekt Edward Carpenter, waar hij zegt dat het - gemakkelijk en natuurlijk is voor een kind van het begin af aan - zijn lichamelijke verhouding tot zijn moeder te weten (Love's - Coming of Age, pag. 9): "Een kind op den leeftijd van de puberteit, - bij de ontplooiing van zijn diep verborgen emotioneele en sexueele - natuur, is zeer goed in staat tot de meest gevoelige, liefderijke - en kalme appreciatie van wat sekse beteekent (gewoonlijk meer, - zooals de zaken tegenwoordig staan, dan zijn wereldschen vader of - voogd); en hij kan de inlichtingen, als die op sympathieke wijze - gegeven worden, in zich opnemen zonder eenigen schok of stoornis - voor zijn schaamtegevoel--dat gevoel dat zoo'n natuurlijke en - belangrijke bescherming is van de eerste jeugd". - - Hoe wijd verspreid, zelfs nog eenige jaren geleden, de - overtuiging was ingeworteld, dat de sexueele feiten zoowel aan - jongens als aan meisjes moesten medegedeeld worden, bleek toen - de opinies van een zeer gemengde verzameling van min of meer op - den voorgrond tredende personen gezocht werd over dit vraagstuk - ("The Tree of Knowledge", New Review, June, 1894). Een kleine - minderheid van slechts twee (Rabbi Adler en Mrs. Lynn Lynton) - waren tegen die kennis, terwijl onder de meerderheid, die er - vóór waren, zich bevonden Mme Adam, Thomas Hardy, Sir Walter - Besant, Björnson, Hall Cain, Sarah Grand, Nordau, Lady Henry - Somerset, Barones von Suttner en Miss Willard. De leidsters van - de vrouwenbeweging zijn natuurlijk, vóór de kennis. Zoo keurde - een vergadering van den "Bund für Mutterschutz" te Berlijn, in - 1905, bijna eenstemmig een besluit goed, waarbij verklaard werd, - dat de vroege sexueele inlichtingen aan kinderen over de feiten - van het sexueele leven dringend noodig zijn (Mutterschutz, 1905, - Heft 2, pag. 91). Wij kunnen er aan toevoegen, dat de medische - opinie deze mededeelingen al lang goedgekeurd heeft. Zoo werd - in Engeland namens de redactie gezegd in de British Medical - Journal eenige jaren geleden (June 9, 1894): "De meeste medici - van een leeftijd, waarop men confidenties krijgt over zulke zaken, - zullen zich gevallen kunnen herinneren, waarin een onwetendheid, - die belachelijk zou geweest zijn, als ze niet zoo droevig ware, - ten toon gespreid werd over zaken, waarover iedere vrouw, die het - huwelijk intrad, nauwkeurig ingelicht had moeten wezen. Wij meenen, - dat er geen twijfel aan kan zijn, dat veel ongeluk en veel ziekte - voorkomen zou worden, als jonge menschen van beide seksen een - weinigje nauwkeurige kennis hadden over sexueele verhoudingen - en als zij wel overtuigd waren van het groote belang gezonde - wederhelften te kiezen. Kennis behoeft niet noodzakelijk leelijk - te zijn, maar zelfs als ze dat was, dan is ze in dat opzicht zeker - niet te vergelijken met de voorstellingen van de onwetendheid." Zoo - ook in Amerika, waar bij een jaarlijksche meeting van de American - Medical Association, Dr. Denslow Lewis, van Chicago, welsprekend - aandrong op de behoefte om sexueele hygiëne te leeren aan jonge - mannen en meisjes: al de negen volgende sprekers, sommige van - hen doktoren van wereldberoemden naam, spraken in hoofdzaak hun - instemming uit (Medico-Legal Journal, June--Sept., 1903). En - Howard bevestigt aan het einde van zijn uitgebreide History of - Matrimonial Institutions (vol. III, pag. 257) de noodzakelijkheid - van opvoeding in sexueele zaken, als gaande tot den bodem van - het huwelijksprobleem. "In het toekomstige opvoedingsprogramma", - merkt hij op "nemen sexueele kwesties een eervolle plaats in". - - -Hoewel het nu echter in ruimen kring erkend wordt, dat kinderen -aanspraak hebben op inlichtingen in sexueele zaken, kan niet gezegd -worden, dat dit geloof in ruimen kring in praktijk gebracht wordt. Vele -personen, die er ten volle van overtuigd zijn, dat kinderen vroeger -of later behooren ingelicht te worden over de sexueele levensbronnen, -zijn wat zenuwachtig angstig omtrent den juisten leeftijd, waarop -deze inlichtingen moeten beginnen. Hun verborgen gevoelen schijnt -te zijn, dat sekse een kwaad is en inlichtingen over sekse ook een -kwaad, hoewel een noodzakelijk kwaad, en dat het voornaamste punt is -het laatste oogenblik te zoeken, waartoe we veilig dit noodzakelijk -kwaad kunnen uitstellen. Zulk een houding is, natuurlijk, geheel -verkeerd. De weetgierigheid van het kind omtrent zijn oorsprong is -een volkomen natuurlijke, eerlijke en onschuldige wensch, zoolang zij -niet bedorven is, doordat zij gedwarsboomd wordt. Een kind van vier -jaar zal over deze kwestie vragen doen, eenvoudig en spontaan. Zoodra -de vragen gesteld worden, inzonderheid zoodra ze dringend worden, -moeten ze beantwoord worden in denzelfden eenvoudigen, spontanen -geest, naar waarheid, maar naar de mate van het verstand van het kind -en van zijn capaciteit en weetgierigheid. Dit tijdstip moet en, als -deze aanwijzingen opgevolgd worden, zal ook in geen geval uitgesteld -worden tot na het zesde jaar. Na dien leeftijd is zelfs het meest -zorgvuldig beschermde kind blootgesteld aan nadeelige mededeelingen -van buiten. Moll wijst er op, dat de sexueele inlichtingen aan meisjes -in hun verschillende stadiën altijd wat eerder moeten komen dan die -aan jongens, en daar de ontwikkeling van meisjes tot aan de puberteit -altijd sneller gaat, is deze eisch redelijk. - -Als de elementen van sexueele opvoeding in de vroege jeugd moeten -medegedeeld worden, dan is het duidelijk genoeg, wie de mededeelingen -moet doen. Er is geen kwestie van of dit privilege behoort volgens alle -recht aan de moeder. Behalve waar een kind kunstmatig gescheiden is -van deze naaste van zijn opvoeders, is het inderdaad alleen de moeder, -die de natuurlijke gelegenheid heeft deze vragen te krijgen en te -beantwoorden. Zij behoeft in het geheel geen initiatief in de zaak -te nemen. Het onvermijdelijke ontwaken van het verstand van het kind -en de ontwikkeling van zijn grenzenlooze nieuwsgierigheid voorzien -haar liefde en haar takt van alle gelegenheden om de gedachte en de -kennis van haar kind te vormen. Ook behoeft zij op dezen trap niet de -geringste technische kennis te bezitten. Zij moet alleen noodzakelijk -het meest absolute geloof in de reinheid en in de waardigheid van haar -lichamelijke verhouding tot haar kind hebben en zij moet er vrijmoedig -en liefdevol over kunnen spreken. Als deze hoofdvoorwaarde vervuld is, -dan heeft iedere moeder al de kennis, die haar jonge kind noodig heeft. - - - Onder de beste autoriteiten, zoowel mannen als vrouwen, in al de - landen, waar de zaak de aandacht trekt, schijnt men nu eensgezind - van meening te zijn, dat de grondfeiten van de betrekking van - het kind tot zijn moeder aan het kind uitgelegd moeten worden - door de moeder, zoodra het kind begint te vragen. Zoo heeft - in Duitschland Moll herhaaldelijk in dezen geest gesproken; - hij dringt er op aan, dat sexueele inlichtingen voornamelijk - een vertrouwelijke en individueele zaak moeten zijn; dat er op - scholen geen algemeene en persoonlijke waarschuwingen moeten - zijn tegen onanie, etc. (hoewel hij op later leeftijd inlichting - over venerische ziekten goedkeurt), maar dat de moeder de juiste - persoon is om intieme kennis aan het kind mede te deelen, en dat - iedere leeftijd goed is om met zulke inlichtingen te beginnen, - als ze maar gegoten worden in een vorm die voor den leeftijd past - (Moll, op. cit., pag. 264). - - Bij de Mannheimer meeting van het Congres van het Duitsche - Genootschap ter Bestrijding van Venerische Ziekten was, toen - de kwestie van sexueele inlichting het eenige onderwerp van - discussie uitmaakte, de meening ten gunste van vroege leering - door de moeder, overheerschend. "Het is de moeder, die in de - eerste plaats verantwoordelijk gesteld moet worden voor het - duidelijk begrijpen van het kind der sexueele dingen, hetgeen - zoo dikwijls ontbreekt", zeide Frau Krukenberg ("Die Aufgabe - der Mutter", Sexualpädagogik, pag. 13), terwijl Max Enderlin, - een onderwijzer, bij dezelfde gelegenheid zeide ("Die Sexuelle - Frage in die Volksschule", id., pag. 35): "Het is de moeder, - die het kind zijn eersten uitleg moet geven, want tot de moeder - komt hij natuurlijk het eerst met zijn vragen". In Engeland zegt - de kanunnik Lyttelton, die uitmunt onder de hoofden van Public - Schools, niet het minst door zijn duidelijke en bewonderenswaardige - gezegden over deze kwesties (Mothers and Sons, pag. 99), dat - de rol van de moeder bij de sexueele inlichting en het sexueel - bewaken van haar zoon van overwegend belang is, en dat die in de - vroegste jaren een aanvang moet nemen. J. H. Badley, een andere - schoolmeester ("The Sex Difficulty", Broad Views, June 1904), zegt - ook, dat de rol van de moeder in de eerste plaats komt. Northcote - (Christianity and Sex Problems, pag. 25) gelooft, dat de plicht - van de ouders de hoofdzaak is in deze zaak, en dat de huisdokter - en de onderwijzer in een later stadium komen. In Amerika dringt - Dr. Mary Wood Allen, die een voorname en invloedrijke positie - inneemt in de maatschappelijke bewegingen van vrouwen, er op aan - (in Child-Confidence Rewarded, en andere pamphletten) dat een - moeder moet beginnen haar kind deze dingen te vertellen zoodra - het begint te vragen en dat de leeftijd van vier niet te jong is, - en zij zegt hoe dit gedaan kan worden en geeft voorbeelden van de - gelukkige resultaten ervan, daar het een teer vertrouwen tusschen - het kind en de moeder bevordert. - - -Als, zooals sommigen willen, de eerste stap uitgesteld wordt tot -het tiende jaar of zelfs later, dan komt de moeilijkheid, dat het -niet langer zoo gemakkelijk is eenvoudig en natuurlijk over deze -dingen te spreken; de moeder begint zich verlegen te voelen, om -voor het eerst over deze moeilijke onderwerpen te spreken met een -zoon of een dochter, die bijna zoo groot is als zij zelf. Zij voelt, -dat zij het alleen maar onhandig kan doen en zonder succes, en zij -besluit waarschijnlijk het in het geheel niet te doen. Zoo wordt een -atmospheer van geheimzinnigheid geschapen met al de hinderlijke en -verkeerde invloeden, die de geheimzinnigheid bevordert. - - - Er kan geen twijfel aan zijn dat, meer bepaald bij heel - intelligente kinderen met vage en niet gespecialiseerde, maar - aanhoudende sexueele impulsen, de kunstmatige geheimzinnigheid - waarmee de sekse maar al te dikwijls omgeven is, niet alleen - de natuurlijke nieuwsgierigheid accentueert, maar ook er toe - neigt de ziekelijke intensiteit en zelfs het hevig verlangen - van de sexueele impuls te begunstigen. Dit is al lang erkend - geweest. Dr. Beddoes schreef aan het begin van de 19de eeuw: - "Wij ontveinzen ons tevergeefs de gretigheid, waarmee kinderen - van beide geslachten zich zekerheid trachten te verschaffen - aangaande den bouw van het andere geslacht. Geen mate van - terughouding bij volwassenen, geen middelen, geen zorg om - boeken van zekere soort uit het gezicht te houden en om andere - te schiften, heeft misschien ooit, met welke soort van kinderen - ook, succes gehad om deze nieuwsgierigheid te voorkomen of te - onderdrukken. Geen deel van de geschiedenis van menschelijke - gedachte zou misschien zonderlinger zijn dan de krijgslisten, - uitgedacht door jonge menschen in verschillende toestanden om zich - meester te maken van het geheim. En iedere ontdekking, die zij aan - hun eigen onderzoekingen danken, kan slechts even zooveel olie - zijn, gegoten op een in vlam staande verbeelding". (T. Beddoes, - Hygeia, 1802, vol. III, pag. 59). Kaan noemt, in een van zijn - vroegste boeken over ziekelijke sexualiteit, geheimzinnigheid - een van de oorzaken van psychopatia sexualis. Marro (La Pubertà, - pag. 299) wijst er op, hoe de sluier van geheimzinnigheid, over - sexueele zaken geworpen, alleen maar dient om er de aandacht op - te vestigen. De beroemde Hollandsche schrijver Multatuli maakt, - in een van zijn brieven (met toestemming aangehaald door Freud), - opmerkzaam op het gevaar, de dingen voor jongens en meisjes te - verbergen achter een sluier van geheimzinnigheid en hij wijst - er op, dat dit slechts de nieuwsgierigheid van kinderen moet - verhoogen, en verre van hen rein te houden, wat enkel onwetendheid - nooit kan doen, hun verbeelding verhit en van de wijs brengt. Ook - Mrs. Mary Wood Allen waarschuwt de moeder (op. cit., pag. 5) tegen - het gevaar een geest van verwarring gevende geheimzinnigheid over - deze dingen te laten komen. "Als hij, die de mededeelingen geeft, - eenige gegeneerdheid voelt bij het beantwoorden van de vragen - van het kind, dan is hij niet geschikt leermeester te zijn, want - het gevoel van gegeneerdheid zal zich, ongemerkt, aan het kind - mededeelen en het zal een onbepaald gevoel hebben van beleedigde - kieschheid, hetgeen onnoodig en ongewenscht is. Het rein maken van - iemand's eigen gedachten is dus de eerste stap er toe om op reine - wijze de waarheid mede te deelen. Waarom", voegt zij er aan toe, - "is dood, de uitgang van het leven, waardiger of plechtiger - dan geboorte, de ingang in het leven? Of waarom is het nemen - van aardsch leven een meer indrukwekkend feit dan het geven van - leven?" Mrs. Ennis Richmond zegt, in een handleiding voor moeders, - die veel wijze en ware dingen bevat: "Ik wil er den nadruk op - vestigen, sterker dan op iets anders, dat het de geheimzinnigheid - is, die zekere deelen van het lichaam en hun functies omgeeft, - die ze gevaarlijk doet worden in de gedachte van het kind. Kleinen - kinderen wordt, van hun vroegste jaren geleerd om aan deze deelen - van hun lichaam te denken als geheimzinnig, en dat niet alleen, - maar zij zijn geheimzinnig, omdat zij onrein zijn. Kinderen hebben - er niet eens een naam voor. Als gij met uw kind er over spreken - moet, doet gij het geheimzinnig en half fluisterend als over - "dat deeltje van je waar je niet over spreekt", of in dergelijke - woorden. Vóor alles is het van belang, dat uw kind een goeden - naam weet voor deze deelen van zijn lichaam, en voor hun functies - en dat hem geleerd moet worden, deze namen te gebruiken en te - hooren, en dat wel even zoo natuurlijk en openlijk alsof hij of - gij spraakt over zijn hoofd of zijn voet. De conventie heeft het, - om verschillende redenen, onmogelijk gemaakt, zoo in het publiek te - spreken. Maar gij kunt, in ieder geval in de kinderkamer, hiervan - afwijken. Daar heeft deze regel der conventie geen voordeel, en - menig ernstig nadeel. Het is gemakkelijk tot een kind te zeggen, - de eerste keer dat hij een "rare" opmerking in het publiek maakt: - "Kijk eens, kindje, je mag zeggen wat je wilt tegen mij of tegen - vader, maar, om de eene of andere reden, moet je niet over deze - (en zeg dan wat voor dingen) tegen andere menschen spreken". Maar - laat uw kind de opmerking in het publiek maken eer gij spreekt - (bekommer u niet om den schok aan de gevoelens van uw bezoeker), - waarschuw hem er niet tegen, dit te doen" (Ennis Richmond, - Boyhood, pag. 60). Sekse moet altijd een mysterie zijn, maar, - zooals Mrs. Richmond terecht zegt, "de echte en ware mysteries van - voortbrenging en geboorte zijn zeer verschillend van de vulgaire - geheimzinnigheid waarmede de gewoonte ze omgeeft". - - De kwestie van precies de namen, die gegeven moeten worden aan de - meer intieme lichamelijke deelen en functies, is soms wat moeilijk - op te lossen. Iedere moeder zal natuurlijk haar eigen instinct - volgen, en waarschijnlijk haar eigen tradities in deze zaak. Ik heb - elders er op gewezen (in de studie over "The Evolution of Modesty") - hoe ver verspreid en instinctief de neiging is om op dit gebied - voortdurend nieuwe verzachtende uitdrukkingen aan te nemen. De - oude en eenvoudige woorden, die in Engeland een groot dichter als - Chaucer nog op de juiste en natuurlijke manier gebruiken kon, - zijn zoo dikwijls door de modder gesleept door lage geesten, - dat er tegenwoordig een instinctmatige aarzeling is ze voor mooie - dingen te gebruiken. Zij zijn echter ongetwijfeld de beste, en, - naar hun oorsprong, de waardigste en krachtigste woorden. Vele - menschen zijn van meening, dat zij daarom uit de modder opgevischt - moesten worden, en dat hun heiligheid aan de kinderen geleerd moet - worden. Een met mij bevriend dokter schrijft, dat hij altijd aan - zijn zoon gezegd heeft, dat de vulgaire sexueele namen werkelijk - mooie woorden zijn van ouden oorsprong en dat, als we ze juist - verstaan, we met geen mogelijkheid eenige aanleiding er in - kunnen zien voor platte grappen. Het zijn eenvoudige, ernstige - en plechtige woorden, die de meest centrale feiten van het leven - aanduiden, en alleen aan onwetende en plebejische platheid kunnen - zij obscene vroolijkheid verschaffen. Een Amerikaansch geleerde, - die voor eigen rekening en anoniem eenige geschriften over - sexueele kwesties heeft laten drukken, neemt ook dit standpunt - in en gebruikt methodisch de oude en eenvoudige woorden. Ik ben - van meening, dat dit het ideaal is waar we naar zoeken moeten, - maar dat er tegenwoordig in het oog springende moeilijkheden - zijn om het te bereiken. In ieder geval echter, moet de moeder - een juiste woordenlijst hebben voor al de lichamelijke deelen en - daden, die voor haar kinderen nuttig zijn om te weten. - - -Er wordt soms gezegd, dat de werkelijke feiten van hun oorsprong -aan kinderen op dezen jeugdigen leeftijd niet moest verteld worden, -zelfs niet in een eenvoudigen en elementairen vorm, maar dat zij, -in plaats daarvan een sprookje moesten hooren, dat een soort van -symbolieke waarheid bevat. Deze bewering mag absoluut verworpen worden, -zonder daardoor, in eenige mate, de belangrijke plaats te loochenen, -die sprookjes hebben voor de verbeelding van jonge kinderen. Sprookjes -hebben een werkelijke waarde voor het kind; zij zijn een geestelijk -voedsel, dat het noodig heeft, zal het niet geestelijk honger -lijden; het op dezen leeftijd van sprookjes te berooven is hem een -kwaad toebrengen, dat nooit op eenigen lateren leeftijd kan goed -gemaakt worden. Maar niet alleen zijn sexueele zaken van tè veel -beteekenis zelfs in de kindsheid om veilig gemaakt te worden tot een -onderwerp voor een sprookje, maar de werkelijke feiten zijn zelf zoo -wonderbaarlijk als het mooiste sprookje, en werken op de phantasie -van het kind even sterk als een sprookje. - -Zelfs, als er geen andere redenen waren, om kinderen geen sprookjes -te vertellen over geslachtszaken in plaats van de werkelijke feiten, -dan is er toch een reden, die beslissend moest zijn voor iedere moeder -die prijs stelt op den invloed op haar kind. Het zal zeer spoedig -ontdekken, hetzij door mededeeling van anderen of door zijn eigen -verstand, dat het sprookje hetwelk hem verteld werd in antwoord op -een vraag over een eenvoudig feit, een leugen was. Met die ontdekking -verdwijnt voor altijd moeders invloed op hem, want niet alleen heeft -een kind er een afschuw van om bedrogen te worden, maar het is ook -uiterst gevoelig voor iedere afwijzing van deze soort en doet nooit -weer, wat men hem heeft laten voelen dat een fout was om zich over -te schamen. Het zal zijn moeder niet meer lastig vallen met vragen -over deze zaak; het zal haar niet vertrouwen; het zal zelf de kunst -leeren om "sprookjes" te vertellen over geslachtszaken. Het had zich -vol vertrouwen tot zijn moeder gewend; zij heeft niet met gelijk -vertrouwen geantwoord, en zij moet de straf ondervinden, zooals -Henriette Fürth zegt, te zien dat "de liefde en het vertrouwen van -haar zoon haar ontstolen worden door den eersten jongen, met wien hij -op straat vriendschap sluit". Als, zooals soms gebeurt (Moll vermeldt -een geval), een moeder doorgaat met deze dwaze verhaaltjes te vertellen -aan een meisje of een jongen van zeven jaar, die in het geheim goed -ingelicht is, dan verlaagt zij slechts zichzelf in de oogen van haar -kind. Het is deze noodlottige vergissing, zoo dikwijls door moeders -begaan, die haar er eerst toe brengt zich in te beelden, dat haar -kinderen zoo onschuldig zijn, en haar in later jaren zooveel uren van -bitterheid veroorzaakt, wanneer zij bemerkt, dat zij het vertrouwen -van haar kind niet bezit. In de zaak van vertrouwen moet de moeder -de eerste stap doen; de kinderen, die hun moeders niet vertrouwen, -herinneren zich, voor het meerendeel, de les die zij aan den schoot -hunner moeder geleerd hebben. - - - Het aantal boekjes en vlugschriften, dat de kwestie behandelt - der sexueele opheldering van de jeugd--hetzij zij bedoeld zijn om - door de jonge menschen gelezen te worden, of om leiding te geven - aan moeders en onderwijzers in de taak kennis mede te deelen--is - in de laatste jaren in Amerika en Engeland buitengewoon groot - geworden, vooral ook in Duitschland, waar in den laatsten tijd - enorm veel van zulke literatuur geproduceerd is. Wijlen Ben Elmy, - die schrijft onder den pseudoniem "Ellis Ethelmer" heeft twee - boekjes gepubliceerd Baby Buds en The Human Flower (uitgegeven - door Mrs. Wolstenholme Elmy, Buxton House, Congleton), die de - feiten mededeelen op een eenvoudige en kiesche wijze, hoewel de - schrijfster niet een bijzonder betrouwbare gids is wat betreft - de wetenschappelijke gezichtspunten van deze vragen. Een mooi - gesprek tusschen een moeder en haar kind, uit een Fransche bron, - herdrukt door Edward Carpenter aan het einde van zijn Love's - Coming of Age. How We Are Born door Mrs. N. J. (blijkbaar een - Russische dame, die in het Engelsch schrijft), met een voorrede - van J. H. Badley, is redelijk goed. Vermelding verdient ook - The Wonder of Life, door Mary Tudor Pole. Song of Life, door - Margaret Morley, een Amerikaansch boek, dat ik persoonlijk niet - ken, wordt zeer geprezen. De meeste van deze boeken zijn bedoeld - voor zeer jonge kinderen, en terwijl zij min of meer duidelijk - den oorsprong van kleine kinderen verklaren, beginnen zij bijna - altijd met de feiten van het plantenleven en raken zeer vluchtig, - of in het geheel niet, de verhoudingen tusschen de seksen. - - De boeken van Mrs. Ennis Richmond, die voornamelijk voor moeders - bestemd zijn, behandelen deze vragen op een zeer gezonde, - directe en uitmuntende wijze, en de boeken van den kanunnik - Lyttelton, die deze kwesties in het algemeen bespreekt, zijn ook - uitstekend. De meeste van de boeken, die we nu zullen noemen, - zijn bedoeld om gelezen te worden door jongens en meisjes, - die den leeftijd der puberteit bereikt hebben. Zij verwijzen - min of meer precies naar sexueele verhoudingen en zij roeren - even de onanie aan. The Story of Life, geschreven door een - zeer ontwikkelde vrouw, wijlen Ellice Hopkins, is wat vaag en - lascht te veel verheven godsdienstige ideeën in. Arthur Trewby's - Healthy Boyhood is een boekje met een gezonden geest; het handelt - voornamelijk over onanie. A Talk with Boys About Themselves en A - Talk with Girls About Themselves, beide door Edward Bruce Kirk - (het laatste boek geschreven in samenwerking met een dame) - handelen over algemeene, zoowel als sexueele hygiëne. Er kan - geen beter boek zijn om in handen te geven van een jongen of een - meisje tijdens de puberteit dan Almost Fourteen van M. A. Warren, - geschreven door een Amerikaansch schoolonderwijzer in 1892. Het - is een mooi en fijn geschreven werkje, dat de onschuld van het - gevoeligste meisje niet zou kunnen schokken. Niets echter is - heilig voor de onreinen en het was voor hen gemakkelijk de wet - op hun hand te krijgen en (in 1897) een wettige veroordeeling - van dit boek uit te lokken als "obsceen". Alles wat een onreinen - geest sexueel opwindt, is, het is waar, "obsceen voor dien geest", - want, zooals Mr. Theodore Schroeder opmerkt, obsceenheid is "de - bijdrage van den lezenden geest", maar wij hebben zulke boeken - als dit noodig om het aantal onreine geesten te verminderen en - de veroordeeling van een zoo volkomen bewonderenswaardig boek - bevordert niet de moraliteit, maar de immoraliteit. Men heeft mij - gezegd, dat het boek later opnieuw uitgegeven is, met zeer vele - van de beste deelen eruit geschrapt en Schroeder zegt (Liberty - of Speech and Press Essential to Purity Propaganda, pag. 34), - dat de schrijver gedwongen werd zijn positie als hoofd van een - "Public School" op te geven. Geschlechtliche Belehrung der Kinder - door Maria Lischnewska (herdrukt uit Mutterschutz, 1905, afl. 4 - en 5) is een uitstekende en grondige bespreking van de geheele - kwestie van sexueele opvoeding, hoewel de schrijfster meer belang - stelt in het aandeel van den onderwijzer in deze kwestie dan in - dat van de moeder. Wenken aan moeders bevat Wo kommen die Kinder - her? van Hugo Salus, Eine Mutterpflicht van E. Stiehl en vele - andere boeken. Dr. Alfred Kind beveelt krachtig aan Der Verkehr mit - meinen Kindern van Ludwig Gurlitt, meer speciaal door de combinatie - van sexueele opvoeding met artistieke opvoeding. Op vele dergelijke - boeken wijst Bloch in zijn Sexual Life of Our Time, hfdst. XXVI. - - Ik heb de namen van deze boekjes opgenoemd, omdat zij dikwijls - uitgegeven worden op een half geheime wijze en dat het - zelden gemakkelijk is ze te krijgen of er van te hooren. Het - verspreiden van zulke boeken schijnt gevoeld te worden als een - bijna schandelijke daad, die slechts in het geheim gedaan mag - worden. En zulk een gevoel schijnt niet onnatuurlijk, als wij - zien, zooals in het geval van den schrijver van Almost Fourteen, - dat een in naam beschaafd land, in plaats van een man, die voor het - moreele en physieke welzijn ervan gewerkt heeft, met eerbewijzen te - overladen, zooveel mogelijk tracht hem in het verderf te storten. - - Ik mag er wel bijvoegen dat, terwijl het gewoonlijk zeer nuttig - voor een moeder zou zijn om een paar van de boekjes, die ik - genoemd heb, te kennen, zij toch goed doet, als zij met haar - kinderen praat, zich in hoofdzaak te verlaten op haar eigen kennis - en inspiratie. - - -De sexueele opvoeding, die tot de plicht en het voorrecht van de moeder -behoort, beginnende in de prille jeugd van het kind, kan en moet niet -technisch zijn. Zij krijge niet den aard van vormelijke mededeeling, -maar zij een persoonlijke en intieme inwijding. Ongetwijfeld moet -de moeder zelf onderricht worden [25]. Maar de opvoeding, die zij -noodig heeft, is voornamelijk een opvoeding in liefde en inzicht. De -werkelijke feiten, die zij in dit vroege stadium noodig heeft te weten, -zijn zeer eenvoudig. Haar voornaamste taak is de intieme verhouding van -het kind tot haarzelf duidelijk te maken en er op te wijzen dat alle -jonge wezens in gelijke intieme verhouding staan tot hun moeders; om -dit te generaliseeren is het ei het eenvoudigste en meest fundamenteele -type voor het verklaren van den oorsprong van individueel leven, -want de idee van het ei--in den ruimsten zin als het zaad--is niet -alleen waar voor het menschelijk schepsel, maar kan de geheele dieren- -en plantenwereld door toegepast worden. Onder deze verklaring behoeft -de physieke verhouding van het kind tot zijn vader niet noodzakelijk -begrepen te zijn; die kan overgelaten worden voor een later stadium, -of totdat de vragen van het kind er toe leiden. - -Behalve zijn belangstelling in zijn oorsprong, stelt het kind ook -belang in zijn sexueele of, gelijk ze hem uitsluitend toeschijnen, -zijn afscheidingsorganen en in die van andere menschen, zijn zusters en -zijn ouders. Op die punten kan op dezen leeftijd de moeder eenvoudig en -natuurlijk zijn eenvoudige en natuurlijke nieuwsgierigheid bevredigen -en dan moet zij de dingen bij nauwkeurig vastgestelde namen noemen, -hetzij de namen die zij gebruikt gewoon zijn of ongewoon, hetgeen -een zaak is waarin zij haar oordeel en smaak kan oefenen. Zoodoende -zal de moeder, indirect, in staat zijn haar kind van het begin af te -vrijwaren zoowel voor preutsche als voor verhitte ideeën, die het later -zal ontmoeten. Zij zal zoo, zonder onnoodigen nadruk, in staat zijn -het kind te brengen tot een eerbiedige houding tegenover zijn eigen -organen en aldus een invloed uitoefenen tegen het ongewenscht zich -er mede bezighouden. Door met hem te spreken over den oorsprong van -het leven en over zijn eigen lichaam en functies, op hoe elementaire -wijze ook, zal zij het kind hebben ingeleid in sexueele kennis en -sexueele hygiëne beide. - -De moeder, die op vertrouwelijke voet komt met haar kind in deze eerste -jaren, zal waarschijnlijk, als zij eenige mate van wijsheid en takt -bezit, in staat zijn dat vertrouwen te behouden, zelfs na het tijdperk -van de puberteit in de moeilijke jaren van jongelingschap. Maar als -opvoedster in engeren zin zullen haar functies, in de meeste gevallen, -eindigen mèt of vòor de puberteit. Een eenigszins meer technische en -volkomen onpersoonlijke bekendheid met de essentieele geslachtelijke -zaken wordt dàn wenschelijk, en die zou gegeven moeten worden door -de school. - - - De groote, hoewel eigenaardige opvoeder Basedow, tot op zekere - hoogte een leerling van Rousseau, was een pionier in de theorie - en in de praktijk beide, om schoolkinderen inlichtingen te - geven over de feiten van het sexueele leven, van den leeftijd - van tien jaar af. Hij dringt zeer op dit onderwerp aan in zijn - groote verhandeling, het Elementarwerk (1770-1774). De vragen - van kinderen moeten naar waarheid beantwoord worden, zegt hij, - en zij moeten leeren nooit te schertsen met iets zoo heiligs en - zoo ernstigs als de sexueele verhoudingen. Hun moeten platen - getoond worden over kindergeboorte en de gevaren van sexueele - afwijkingen moeten hun tevens duidelijk uitgelegd worden. Jongens - moeten mee naar ziekenhuizen genomen worden om de resultaten te - zien van venerische ziekten. Basedow weet wel, dat vele ouders - en onderwijzers zich zullen stooten aan zijn aandringen op deze - dingen in zijn boeken en in zijn praktisch pedagogisch werk, maar - zulke menschen, zegt hij, moesten zich stooten aan den bijbel - (zie bv. Pinloche, La Réforme de l'Education en Allemagne au - dixhuitième siècle: Basedow et le Philanthropinisme, pp. 125, - 256, 260, 272). Basedow was zijn eigen tijd, en zelfs de onze, - te ver vooruit om veel invloed te hebben in deze zaak en hij had - weinig onmiddellijke navolgers. - - Iets later dan Basedow heeft een beroemd Engelsch dokter Thomas - Beddoes in nagenoeg dezelfde richting gewerkt en getracht sexueele - kennis te bevorderen door lezingen en lichtbeelden. In zijn - merkwaardig boek Hygeia, uitgegeven in 1802 (deel 1, Essay IV) - zet hij de dwaasheid uiteen, dat "verstand en onwetendheid in - hetzelfde hart zouden wonen", en behandelt uitvoerig de kwestie - van onanie en de behoefte aan sexueele opvoeding. Hij weidt uit - over het groote belang van lezingen over natuurlijke historie, - die, naar hij bevonden had, uitstekend voor een gemengd gehoor - konden gegeven worden. Zijn ondervindingen hadden hem geleerd, - dat botanie, de amphibiën, de hen en haar eieren, menschelijke - anatomie, zelfs ziekte en soms het gezicht ervan, heilzaam zijn - van dit standpunt. Hij meent, dat het een goed ding is voor een - kind, zijn eerste kennis van sexueel verschil te krijgen van - anatomische onderwerpen en dat de waardigheid van den dood een - goed begin is tot de kennis van sekse, die dan geen aanleiding - geeft tot ziekelijke begeerte. Het is nauwelijks noodig op te - merken, dat deze methode om kinderen de elementen te leeren van - sexueele anatomie in de post-mortem kamer niet veel voorstanders - of volgelingen gevonden heeft; zij is niet gewenscht, want zij - neemt niet in aanmerking de gevoeligheid van kinderen voor zulke - indrukken, en zij is onnoodig, want het is even gemakkelijk - de waardigheid van het leven te leeren als de waardigheid van - den dood. - - De plicht van de school om kinderen opleiding te geven - in geslachtszaken, is in de laatste jaren met kracht en - bekwaamheid gepredikt door Maria Lischnewska (op. cit.), die - met een dertigjarige onderwijzersondervinding en een intieme - bekendheid met kinderen en hun huiselijk leven spreekt. Zij - zegt dat bij de massa van de bevolking tegenwoordig, terwijl er - in het huiselijk leven alle mogelijke gelegenheid is voor ruwe - bekendheid met sexueele zaken, geen gelegenheid is voor een reine - en wijze inwijding, daar de ouders voor het grootste deel moreel - en intellectueel beide, niet in staat zijn hun kinderen hierin - te helpen. Dat de school de leiding in deze taak zal nemen, is, - naar zij meent, in overeenstemming met de geheele neiging van het - moderne beschaafde leven. Zij zou de inlichtingen zóo verdeeld - willen zien, dat gedurende het vijfde of zesde schooljaar de - leerling inlichting zou krijgen met behulp van teekeningen over - de sexueele organen en functies van de hoogere zoogdieren en dat - dan de os en de koe bij voorkeur zouden uitgekozen worden. De - feiten der zwangerschap zouden dan natuurlijk daaronder begrepen - zijn. Als dit stadium bereikt was, zou het gemakkelijk zijn over - te gaan tot het menschenras, door te zeggen: "Juist op dezelfde - wijze als het kalf zich ontwikkelt in de koe, zoo ontwikkelt het - kind zich in het moederlichaam". - - Het is moeilijk om de kracht van het argument van Maria - Lischnewska te ontkennen, en het komt zeer waarschijnlijk voor, - dat de voorgestelde inlichting, naar zij beweert, ligt in den - loop van onzen tegenwoordigen vooruitgang. Zulk een mededeeling - zou vormelijk moeten zijn, niet emotioneel en onpersoonlijk; - zij zou gegeven moeten worden niet als een specifieke instructie - in geslachtszaken, maar eenvoudig als een deel der natuurlijke - historie. Zij zou voor zoover het enkel kennis aangaat, de - inlichtingen aanvullen, die het kind reeds van zijn moeder - ontvangen heeft. Maar zij zou in geenen deele verdringen of - vervangen de persoonlijke en intieme verhouding van vertrouwen - tusschen moeder en kind. Dat moet altijd nagestreefd worden, - en al is dit niet mogelijk onder de slecht opgevoede massa's van - tegenwoordig, iets anders kan niet de plaats er van innemen. - - -Er kan echter geen twijfel aan zijn dat, terwijl in de toekomst de -school zeer waarschijnlijk zal beschouwd worden als de juiste plaats -om de beginselen der physiologie te onderwijzen--en niet zooals -tegenwoordig enkel een ontzenuwde en verwijfde physiologie--de -invoering van zulk een hervormd onderwijs nog in vele landen -onpraktisch zou zijn. Een ruwe en slecht opgevoede gemeenschap -draait rond in een circulus viciosus. De leden ervan zijn opgevoed -in het geloof dat geslachtszaken vuil zijn en als zij volwassen -worden protesteeren zij er hevig tegen dat hun kinderen deze vuile -kennis zullen leeren. De taak van den leeraar wordt op deze wijze -op zijn minst moeilijk gemaakt en onder democratische toestanden -onmogelijk. Wij kunnen daarom niet op een onmiddellijke invoering -van sexueele physiologie in de scholen hopen, zelfs niet in den -bescheiden vorm, waarin zij alleen behoorlijk zou kunnen ingevoerd -worden, dat is te zeggen als een natuurlijk en onvermijdelijk deel -van algemeene physiologie. - -Dit bezwaar tegen dierlijke physiologie geldt echter geenszins -voor botanie. Er kan weinig twijfel aan zijn, dat botanie van alle -natuurwetenschappen degene is, die het best gelegenheid geeft tot -toevallige mededeelingen op geslachtelijk gebied, als wij te doen -hebben met kinderen beneden den puberteitsleeftijd. Er zijn ten -minste twee redenen, waarom dit zoo moet zijn. In de eerste plaats -vertoont de botanie werkelijk de geslachtsverschillen in hun meest -naakte en essentieele vormen; het maakt den aard, den oorsprong -en de beteekenis van sekse duidelijk. In de tweede plaats kan men, -als men planten behandelt, de sexueele feiten aan kinderen van beide -geslachten of van iederen leeftijd volkomen duidelijk en naakt zonder -eenige terughouding noemen, want niemand beschouwt tegenwoordig de -botanische geslachtszaken ook maar eenigszins als stuitend. Wie het -geslachtsverschil bij planten uitlegt, heeft ook op zijn zijde het -voordeel, dat hij kan getuigen, zonder er naar gevraagd te zijn, van -de geheele schoonheid van het sexueele proces. Hij stuit niet op de -onwetendheid, slechte opvoeding en valsche gevolgtrekkingen, die het -zoo moeilijk gemaakt hebben zoowel om te zien als om te doen zien de -schoonheid van het sexueele bij dieren. Van het sexueele leven van -planten tot het sexueele leven der lagere dieren is echter slechts -een stap, die de leeraar naar zijn inzicht doen kan. - - - Een oud autoriteit op onderwijsgebied, Salzmann, heeft in 1785 - aangeraden, kinderen op sexueel gebied in te lichten door ze - eerst botanie te leeren en daarna zoölogie. In de moderne tijden - is de methode om sexueele kennis mede te deelen aan kinderen, - in de eerste plaats door middel van botanie, algemeen aangeraden - en van de meest verschillende zijden. Zoo raadt Marro (La Pubertà, - pag. 300) dit plan aan. J. Hudrey--Menos ("La Question du Sexe dans - l'Education", Revue Socialiste, Juni, 1895), geeft denzelfden raad, - Rudolf Sommer raadt in een geschrift getiteld "Mädchenerziehung - oder Menschenbildung?" (Geschlecht und Gesellschaft, Jahrgang I, - Heft 3) aan, de eerste inleiding in sexueele kennis aan kinderen - te doen door met ze te praten over eenvoudige onderwerpen uit de - natuurlijke historie; "er zijn eindeloos veel aanleidingen", zegt - hij "over een sprookje, of een vrucht, of een ei, het zaaien van - een zaad of het bouwen van hun nestje door vogels." De kanunnik - Lyttelton (Training of the Young in Laws of Sex, p.p. 74 et - seq.) raadt een eenigszins daarop gelijkende methode aan, hoewel - hij den grootsten nadruk legt op het persoonlijk vertrouwen - tusschen het kind en zijn moeder "er wordt verwezen naar de - dierenwereld juist zoover als de kennis van het kind gaat, om te - verhinderen dat de nieuwe feiten afzonderlijk zullen beschouwd - worden, maar de meeste nadruk wordt gelegd op zijn gevoel voor - zijn moeder en het instinct dat in bijna alle kinderen bestaat - van eerbied voor de verhouding tot de moeder"; hij voegt er bij - dat, hoe moeilijk het onderwerp ook schijnen mag, de essentieele - feiten van het vaderschap ook aan jongens en meisjes gelijkelijk - moeten uitgelegd worden. Ook Keyes raadt aan (New York Medical - Journal, Febr. 10, 1906), aan kinderen al op een vroegen leeftijd - de sexueele feiten uit het plantenleven te leeren en ook over - insecten en andere lagere dieren, en zoo trapsgewijze te komen - tot menschelijke wezens, omdat zoo de zaak ontdaan zou zijn van - haar ongezonde geheimzinnigheid. Mrs. Ennis Richmond (Boyhood, - p. 62) beveelt aan, dat kinderen voor een tijd op een boerderij - gestuurd zullen worden, zoodat zij niet alleen bekend worden met - de algemeene feiten van het buitenleven, maar ook met het sexueele - leven van dieren, en zoo de dingen leeren, die het moeilijk is - in woorden mede te deelen. Karina Karin ("Wie erzieht man ein - Kind zur wissenden Keuschheit?" Geschlecht und Gesellschaft, - Jahrgang I, Heft 4) geeft eenige van haar gesprekken met haar - negenjarigen zoon weer, van den tijd af dat hij haar voor het - eerst vroeg waar de kinderen vandaan kwamen, en laat zien, hoe - zij begon met hem te vertellen over bloemen, om over te gaan tot - visschen en vogels en ten slotte tot de feiten van menschelijke - zwangerschap te komen; hoe zij hem platen liet zien uit een - verloskundige handleiding van het kind in het lichaam van zijn - moeder. We willen er aan toevoegen, dat het aanbevelenswaardige - hetwelk gelegen is in het beginnen met de feiten uit de botanie - bij het inlichten van kinderen over geslachtszaken, herhaaldelijk - nadrukkelijk werd aanbevolen door verschillende sprekers op de - speciale meeting van het Duitsche Congres ter Bestrijding van - Venerische ziekten, die gewijd was aan het onderwerp van Sexueele - inlichting (Sexualpädagogik, vooral p.p. 36, 47, 76). - - -De overgang van botanie tot de elementaire zoölogie van de lagere -dieren, tot menschelijke anatomie en physiologie en tot de wetenschap -der anthropologie, die op deze berust, is eenvoudig en natuurlijk. Het -komt niet wenschelijk voor, ze in bijzonderheden te behandelen vóór -den puberteits-leeftijd. Het geslacht komt bij al deze onderwerpen -ter sprake en moet er niet opzettelijk buiten gehouden worden bij -de opvoeding hetzij van jongens of meisjes. Leerboeken, waaruit -het sexueele stelsel geheel en al weggelaten is, moesten niet -langer geduld worden. De aard en de afscheiding van de zaadballen, -de beteekenis van de eierstokken en van de menstruatie, zoowel als -de beteekenis van de metaboliek en de urine-afscheiding, zou in -hoofdlijnen duidelijk moeten zijn voor alle jongens en meisjes, -die den leeftijd der puberteit bereikt hebben. - -Met de puberteit komt er een nieuwe, machtige reden bij, waarom -jongens en meisjes bepaalde inlichtingen moeten hebben over sexueele -zaken. Vóor dien leeftijd is het mogelijk dat de dwaze ouder denkt, -dat een kind bewaard kan worden in onwetende onschuld [26]. Met de -puberteit is dat geloof niet langer mogelijk. Het uitbotten van de -puberteit met zijn ontwikkeling van de sexueele organen, het voor -den dag komen van haar op ongewone plaatsen, de algemeene organische -veranderingen die er mee in verband staan, het spontaan en misschien -verontrustende voorkomen bij jongens van zaaduitstortingen en bij -meisjes van de menstruatie, het ongewone en soms acuut ondervinden -van sexueel verlangen, vergezeld door nieuwe gevoelens in de sexueele -organen, dikwijls misschien leidende tot onanie; deze alle wekken, -zooals wij wel moeten erkennen, een nieuwe onrust in den geest van -den jongen en van het meisje, en een nieuwe nieuwsgierigheid, die -te meer acuut is in vele gevallen, omdat ze zoo zorgvuldig verborgen -wordt als te intiem en zelfs te schandelijk om er tegen iemand over -te spreken. Bij jongens, vooral als ze van een gevoelig temperament -zijn, kan het lijden, dat aldus veroorzaakt wordt, hevig zijn en van -langen duur. - - - Een doctor in de philosophie, die uitmunt in zijn beroep, schreef - aan Stanley Hall (Adolescence, deel I, pag. 452): "Mijn geheele - jeugd, van mijn zesde tot mijn achttiende jaar, is ellendig - gemaakt door gebrek aan kennis, welke iedereen, die iets wist - van den aard der puberteit, mij had kunnen geven; jarenlang dat - gevoel van iets dat niet in orde is, die vrees voor werking der - genitaliën, schaamte en angst, heeft een onuitwischbaar merkteeken - achtergelaten". Er zijn zeker vele mannen, die hetzelfde zouden - kunnen zeggen. Lancaster ("Psychology and Pedagogy of Adolescence", - Pedagogical Seminary, July, 1897, pp. 123-5) spreekt met nadruk - over de nadeelen van onwetendheid in sexueele hygiëne en het - vreeselijke feit dat millioenen jonge mannen altijd in handen zijn - van kwakzalvers die hen bedriegen, totdat ze gelooven, dat zij - gedoemd zijn tot een ontzettend lot; alleen omdat zij nu en dan - emissies hebben in den slaap. "Dit is geen geringe zaak", zegt - Lancaster. "Zij raakt het diepste van ons innerlijk leven. Zij - heeft te doen met het voortbrengend deel van onze natuur en moet - een diepen, erfelijken invloed hebben. Het is een natuurlijk - gevolg van de dwaze, valsche zedigheid, die betreffende alle - sexueele inlichtingen in acht genomen wordt. Iedere jongen moest - de eenvoudige physiologische feiten leeren kennen, eer zijn leven - voor goed geschaad is door deze oorzaak". Lancaster heeft 1000 - brieven in handen gehad, meest geschreven door jonge menschen - die gewoonlijk normaal waren, gericht aan kwakzalvers die hen - bedrogen. Van tijd tot tijd hoort men van zelfmoorden van jonge - menschen om deze reden, en van veel geheimzinnige zelfmoorden - is dit ongetwijfeld de werkelijke oorzaak geweest. "Week aan - week", schrijft het British Medical Journal in een hoofdartikel - ("Dangerous Quack Literature: The Moral of a Recent Suicide", - Oct. 1, 1892), "krijgen wij wanhopige brieven van slachtoffers - van die vuile roofvogels, welke hen, die zij berooven, kwellen - en dikwijls ruïneeren, het eerst te pakken hebben gekregen door - advertenties, opgenomen door couranten van een respectabel, - ja zelfs van een achtbaar en geacht karakter". Er wordt aan - toegevoegd, dat de rijke bezitters van zulke couranten, die - dikwijls een reputatie hebben van welwillendheid, zelfs als de zaak - hun onder de oogen gebracht wordt, weigeren tusschenbeide te komen, - omdat zij daardoor een bron van inkomsten zouden verliezen. Er is - een censuur op advertenties voorgesteld, doch dit is een moeilijke - zaak en zou geheel onnoodig zijn, als jonge menschen behoorlijk - inlichtingen kregen van hun natuurlijke voogden. - - Onanie en de vrees dat zij door een nu en dan voorkomende - en misschien al overwonnen gewoonte van onanie zichzelven - onherstelbaar kwaad gedaan hebben, is een gewone bron van - angst voor jongens. Het is lang een punt van kwestie geweest - of een jongen tegen de onanie moest worden gewaarschuwd. Op - een meeting van de Afdeeling voor Psychologie van de British - Medical Association waren vier sprekers, daaronder de President - (Dr. Blandford), er bepaald voor, dat ouders hun kinderen zouden - waarschuwen tegen onanie, terwijl drie sprekers bepaald er tegen - waren, voornamelijk op dezen grond, dat het mogelijk was zelfs - door het schoolleven heen te komen zonder van onanie te hooren, - en ook dat het waarschuwen er tegen, de gewoonte van onanie - zou aanmoedigen. Het wordt meer en meer duidelijk erkend, dat - onwetendheid, zelfs als ze bewaard kan worden, een gevaarlijk - bezit is, terwijl de inlichting, die, als het goed is, bestaat - in den raad van een liefhebbende moeder aan het kind, van zijn - eerste jaren af, om zijn geslachtsdeelen met zorg en respect te - behandelen, alleen tot onanie kan leiden bij een kind dat er reeds - onweerstaanbaar toe getrokken wordt. De meeste handleidingen - over geestelijke voorlichting voor jongens raken de onanie - aan, soms overdrijven zij de bezwaren; zulk een overdrijving - moet vermeden worden, want zij leidt tot erger kwaad dan zij - tracht te voorkomen. Het schijnt niet wenschelijk, dat eenigerlei - waarschuwing over onanie deel zou uitmaken van het schoolonderwijs, - tenzij onder zeer bijzondere omstandigheden. De inlichtingen over - sexueele zaken, op de school medegedeeld, moeten, zoowel over - sexueele als over andere onderwerpen, volkomen onpersoonlijk en - objectief zijn. - - Op dit punt komen we aan een van de moeilijkheden bij - de sexueele inlichting: de onwetendheid of het gebrek aan - wijsheid van de zoogenaamde onderwijzers. Deze moeilijkheid - bestaat op het oogenblik zoowel in huis als op school, terwijl - zij de waarde teniet doet van vele handleidingen, geschreven - tot sexueele inlichting van jonge menschen. De moeder, die de - voornaamste vertrouwde en gids van het kind moest zijn in zaken - van sexueele opvoeding en die dat van nature ook zou kunnen zijn - als zij aan haar eigen gezonde instincten werd overgelaten, is - gewoonlijk opgevoed onder valsche tradities, die een hooge mate - van intelligentie en karakter vorderen om er aan te ontkomen; - de schoolonderwijzer zelfs, als hij alleen maar geroepen wordt - om inlichtingen te geven in natuurlijke historie, wordt gehinderd - door dezelfde tradities, en door valsche schaamte ten opzichte van - het geheele sexueele vraagstuk; de schrijver van handleidingen - over geslachtszaken heeft zich dikwijls alleen maar bevrijd van - deze banden om dogmatische, onwetenschappelijke en soms verkeerde - opinies te verkondigen, die zich ontwikkeld hebben in volkomen - onwetendheid omtrent de werkelijke feiten. Zooals Moll zegt - (Das Sexualleben des Kindes, pag. 276) zoo noodig als sexueele - opheldering is, voelen wij ons toch eenigszins sceptisch tegenover - de resultaten ervan, zoolang als zij, die de inlichtingen geven, - zelf dikwijls behoefte aan inlichting hebben. Hij wijst ook op het - feit, dat zelfs onder bevoegde autoriteiten er verschil van opinie - is over belangrijke feiten, zooals bv. of onanie physiologisch - is bij de eerste ontwikkeling van den sexueelen impuls en in - hoeverre sexueele abstinentie goed is. Maar het is duidelijk, - dat de moeilijkheden, die voortvloeien uit valsche traditie en - onwetendheid verminderen zullen, zoodra gezonde tradities en - betere kennis in ruimer kring verspreid raken. - - -Het meisje is in de puberteit zich gewoonlijk minder scherp en -bepaald bewust van haar sexueele natuur dan de jongen. Maar de -gevaren, die zij loopt door onwetendheid op sexueel gebied, zijn, -hoewel ze voor het grootste deel anders zijn, teerder en moeilijker -te herstellen. Zij is dikwijls heel nieuwsgierig naar deze dingen; -de gedachten van aankomende meisjes en dikwijls haar gesprekken als -ze bij elkaar zijn, draaien veel om sexueele en daarmee verbonden -geheimen. Zelfs in de zaak van bewusten sexueelen impuls is het meisje -dikwijls niet zoo heel verschillend van haar broeder en heeft ook niet -zooveel minder kans aan de besmetting van verkeerde mededeelingen te -ontsnappen, zoodat de gewetensbezwaren van dwaze en onwetende personen, -die vreezen "haar reinheid te bezoedelen" door gepaste inlichtingen, -geheel misplaatst zijn. - - - Gesprekken, die loopen over de belangrijke geheimen van - de menschelijke natuur zijn, naar aan Obici en Marchesini - verhaald werd door dames, die vroeger leerlingen waren geweest - van Italiaansche normaalscholen, aan de orde van den dag op - scholen en universiteiten en draaien vooral om de voortplanting, - het moeilijkste geheim van alle. In Engeland, zelfs op de - beste en meest moderne universiteiten, waar aan spelen en - lichaamsoefening veel wordt gedaan, zijn, zegt men mij, "de - meerderheid van de meisjes geheel en al onwetend in sexueele - zaken en zij begrijpen er niets van. Maar zij verwonderen zich - er over en spreken er voortdurend over". "Het leven binnen enge - perken en de aan banden gelegde geest van meisjes", schreef - eenige jaren geleden een bekend dokter (J. Milner Fothergill, - Adolescence, 1880, p.p. 20, 22) "geven haar minder gelegenheid - haar gedachten werkzaam bezig te houden dan het geval is met - jongens. Haar wordt ijverig geheimhouding geleerd, en een meisje - kan een volmaakt model zijn van uiterlijk fatsoen en toch een heel - vuilen geest hebben. De preutschheid, waarmee zij is opgevoed, - laat haar niets anders over dan haar hartstochten te bezien van - den leelijken kant van de menschelijke natuur. Iedere gezonde - gedachte over het onderwerp wordt met kracht teruggedrongen. Alles - wordt gedaan om haar geest te verduisteren en haar verbeelding te - verontreinigen door haar over te laten aan haar eigen gedachten - en aan een literatuur, waarvan zij zich schaamt te zeggen, - dat zij ze kent. Het is tegen de beste belangen van een meisje, - als men haar verhindert goede en juiste denkbeelden te hebben - over zichzelf en haar natuur. Menig mooi jong meisje wordt - reeds onherroepelijk in het verderf gestort op den drempel van - het leven, zijzelf en haar familie wordt onteerd, evenzeer door - onwetendheid als door misdaad. Als het oogenblik der verleiding - komt, valt zij zonder eenigen merkbaren tegenstand; zij heeft - geen geoefend, geschoold weerstandsvermogen in zichzelf; haar - geheele toekomst hangt niet af van haarzelf, maar van de mate van - volmaaktheid van de maatschappelijke bescherming, waardoor zij - is ingesloten en omringd". Onder de vrije maatschappelijke orde - van Amerika vindt men tegenwoordig voor een groot deel dezelfde - resultaten. In een leerzaam artikel ("Why Girls Go Wrong", Ladies' - Home Journal, Jan., 1907) levert B. B. Lindsey, die als rechter - van het "Juvenile Court" te Denver met authoriteit kan spreken, - ruim bewijsmateriaal op dit punt. Jongens en meisjes beide, - heeft hij bevonden, bezaten dikwijls schriften, waarin zij de - ruwste sexueele dingen neergeschreven hadden. Deze kinderen waren - meestal lief om te zien, prettig om mee om te gaan, verfijnd en - intelligent, en hadden achtbare ouders; maar niemand had ooit - met hen over sexueele zaken gesproken, behalve de slechtste van - hun schoolmakkertjes of de een of andere ruwe volwassene. Bij - zorgvuldige navraag bevond Lindsey, dat slechts in één van de - twintig gevallen de ouders eens met de kinderen hadden gesproken - over sexueele zaken. In bijna alle gevallen erkenden de kinderen, - dat het niet van hun ouders was, maar op straat of van oudere - makkers, dat zij de sexueele feiten hoorden. De ouders meenden - gewoonlijk, dat hun kinderen absoluut onwetend waren in deze - dingen en waren verwonderd als zij hun vergissing bemerkten; - "ouders kennen hun kinderen niet, en zij hebben niet het flauwste - denkbeeld van wat hun kinderen weten of waar hun kinderen over - spreken en wat ze doen als ze niet bij hen zijn". De ouders, die - aan dit verzuim, hun kinderen niet in te lichten, schuldig zijn, - zijn, zooals Lindsey verklaart, verraders van hun kinderen. Uit - zijn eigen ondervinding oordeelt hij, dat negen tienden van de - meisjes die "den verkeerden weg opgaan" hetzij zij achteruitgaan - in de wereld of niet, daartoe komen door onoplettendheid van hun - ouders, en dat in het geval van de meeste prostituées het kwaad - in werkelijkheid gedaan wordt vóór den twaalfjarigen leeftijd; - "ieder verloren meisje, waar ik mee gepraat heb, heeft mij - van deze waarheid verzekerd". Hij houdt het er voor, dat negen - tienden van de schooljongens en schoolmeisjes, in de stad zoowel - als op het land, zeer nieuwsgierig zijn naar sexueele zaken en, - tot zijn eigen verwondering, heeft hij bevonden, dat dit bij de - meisjes even diepgaand is als bij de jongens. - - -Het is de taak van de moeder van het meisje evenzeer als van de -moeder van den jongen, om over haar kind te waken van de vroegste -jaren af en haar vertrouwen te winnen in al de intieme en persoonlijke -zaken van sekse. In deze opzichten kan de school niet best tusschen -beide komen. Maar in zaken van physische sexueele hygiëne, vooral -van menstruatie, te welken opzicht alle meisjes gelijk staan, is het -zeker de taak van den opvoeder, actief waakzaam te zijn en bovendien -de geheele opvoeding in verband daarmee te leiden, en te zorgen dat -de leerling rust krijgt steeds wanneer dat wenschelijk blijkt. Dit -maakt deel uit van de allereerste grondslagen van de opvoeding van -meisjes. Het niet letten hierop moest een onderwijzeres ongeschikt doen -verklaren, verder deel te hebben aan opvoedkundig werk. Toch wordt -het voortdurend en hardnekkig verwaarloosd. Een groot aantal meisjes -zijn zelfs niet voorbereid door haar moeders en onderwijzeressen voor -het eerste optreden van de menstruatie, soms met ongelukkige gevolgen -voor haar lichamelijke en geestelijke gezondheid beide [27]. - - - "Ik ken niet één groote meisjesschool", schreef een beroemd - gynæcoloog, Sir W. S. Playfair ("Education and Training of Girls - at Puberty", British Medical Journal, Dec. 7, 1895), "waar aan - het absolute verschil dat er bestaat tusschen jongens en meisjes, - aangaande de alles beheerschende menstrueele functie, systematisch - gedacht en op gelet wordt. Inderdaad staan alle schooljuffrouwen - beslist vijandig tegenover een dusdanig inzicht. De bewering - is, dat er geen werkelijk verschil bestaat tusschen een jongen - man en een jong meisje, dat wat goed is voor de een, ook goed - is voor de ander, en dat het verschil dat er nu is, voortkomt - uit de verkeerde gewoonten van het verleden, die aan vrouwen - onthouden hebben de ambities en voordeelen, die voor mannen open - stonden, en dat dit verdwijnen zal als een gelukkiger tijdperk - begonnen is. Als dat zoo is, hoe komt het dan dat, terwijl iedere - praktiseerende dokter van ondervinding veel gevallen heeft gezien - van anæmia en chlorosis bij meisjes, vergezeld door amenorrhoea - of menorrhagia, hoofdpijnen, hartkloppingen, vermagering en al - de gewone verschijnselen van een instorting, dat een dergelijke - toestand bij een schooljongen zóo zeldzaam is, dat we wel mogen - betwijfelen of zij wel ooit gezien is?" - - Echter zijn alleen de excuses voor deze bijna misdadige - nalatigheid, zooals wij haar moeten betitelen, nieuw; de - nalatigheid zelf is oud. Een halve eeuw geleden, vóór het nieuwe - tijdperk in de opvoeding van vrouwen, zeide een ander beroemd - gynæcoloog, Tilt, (Elements of Health and Principles of Female - Hygiene, 1852, pag. 18) dat hij bij een statistisch onderzoek - aangaande het begin van de menstruatie bij bijna duizend vrouwen - bevond, dat "25 percent geheel onvoorbereid waren op het optreden - ervan; dat dertien van de vijf en twintig zeer geschrikt waren, - schreeuwden, of zenuwtoevallen kregen; en dat zes van de dertien - dachten dat ze gewond waren en zich met koud water waschten. Van - haar die geschrokken waren... was de algemeene gezondheid ernstig - benadeeld". - - Engelmann deelt, nadat hij gezegd heeft dat zijn ondervinding in - Amerika gelijk was aan die van Tilt in Engeland, mede ("The Health - of the American Girl", Transactions of the Southern Surgical and - Gynæcological Society, 1890): "Aan onnoemelijk veel vrouwen heeft - schrik, opwinding door zenuwen en emoties, blootstellen aan koude, - kwaad gedaan in de puberteit. Wat is er natuurlijker dan dat - het angstige meisje, verrast door het plotseling en onverwacht - verlies van de kostbare levensvloeistof, tracht het bloeden van - de wond--wat zij meent dat het is--te stelpen? Voor dit doel is - het gebruik van koude afwasschingen en aanwenden van koud water - gewoon, sommigen trachten zelfs het vloeien te doen ophouden door - een koud bad, zooals gedaan werd door eene nu zorgvuldige moeder, - die lang op den rand van den dood lag als resultaat van zulk een - onbezonnenheid, en die maar langzaam, door jaren van zorg, haar - gezondheid terugkreeg. De verschrikkelijke waarschuwing is niet - verloren geweest, en gedachtig aan haar eigen ondervinding heeft - zij haar kinderen een les geleerd, die maar weinigen zoo gelukkig - zijn te leeren--de persoonlijke zorg gedurende de perioden van - werkzaamheid der organen, die noodig is voor het behoud van de - gezondheid der vrouw." - - In een studie over honderd vijf en twintig meisjes van - een Amerikaansche hoogeschool, vestigt Dr. Helen Kennedy de - aandacht op de "kuischheid", die het onmogelijk maakt zelfs voor - moeders en dochters om met elkaar te spreken over het doel der - menstruatie. "Zes en dertig meisjes op deze hoogeschool werden - vrouw zonder eenige kennis, uit zuivere bron, van alles wat haar - tot vrouw maakt. Negen en dertig waren waarschijnlijk niet veel - wijzer, want zij zeiden, dat zij wel eenige inlichting ontvingen, - maar dat zij niet vrij uit over de zaak gesproken hadden. Uit het - feit dat het nieuwsgierige meisje niet vrij uit sprak over wat - haar natuurlijk interesseerde, blijkt, dat zij waarschijnlijk - afgescheept werd met een paar woorden over persoonlijke zorg - en met een vermaning over haar nieuwsgierigheid. Minder dan - de helft van de meisjes voelde zich vrij om met haar moeders - te praten over deze hoogst belangrijke zaak!" (Helen Kennedy, - "Effects of High School Work upon Girls During Adolescence", - Pedagogical Seminary, June, 1896). - - Dezelfde staat van zaken is waarschijnlijk ook in andere landen - overheerschend. Zoo beschreef, wat Frankrijk aangaat, Edmond de - Goncourt in Chérie (pp. 137-139) de schrik van de jonge heldin - bij het verschijnen van de eerste menstruatieperiode, waarop zij - nooit voorbereid was geworden. Hij voegt er aan toe: "Het is maar - heel zelden, dat vrouwen over deze mogelijkheid spreken. Moeders - zijn bang haar dochters te waarschuwen, oudere zusters doen niet - graag confidenties aan haar jongere zusters, gouvernantes zwijgen - gewoonlijk tegenover meisjes, die geen moeders of zusters hebben". - - Soms geeft dit aanleiding tot zelfmoord of tot pogingen tot - zelfmoord. Zoo werd een paar jaar geleden een geval gemeld in - de Fransche bladen van een jong meisje van vijftien jaar, dat - zich te Saint-Ouen in de Seine geworpen had. Zij werd gered, - en toen ze voor den commissaris van politie gebracht was, zeide - ze, dat ze aangetast was door een "onbekende ziekte", die haar - tot wanhoop gedreven had. Tactvol navragen bracht aan het licht, - dat de geheimzinnige ziekte er een was, die alle vrouwen gemeen - hebben, en het meisje werd teruggegeven aan haar niet voldoende - gestrafte ouders. - - -Een halve eeuw geleden werd van het sexueele leven van meisjes geen -notitie genomen door haar ouders en onderwijzers om redenen van -preutschheid; tegenwoordig, nu geheel andere meeningen heerschen over -vrouwenopvoeding, wordt er geen notitie van genomen op den grond, dat -meisjes even onafhankelijk moeten zijn van haar physiologisch sexueel -leven als jongens dat zijn. Het feit, dat deze noodlottige nalatigheid -gelijkelijk geheerscht heeft onder zulke verschillende omstandigheden, -bewijst duidelijk, dat de verschillende redenen, die er voor aangegeven -worden, niets dan dekmantels zijn der onwetendheid. Met het aangroeien -van kennis mogen wij met reden hopen, dat een van de voornaamste -kwalen, die tegenwoordig in de jeugd niet alleen gezond moederschap -ondermijnen maar ook een gezonde vrouwelijkheid, langzamerhand uit -den weg geruimd zullen worden. De feiten, die nu verzameld zijn, -toonen niet alleen het veelvuldig voorkomen van pijnlijke, ongeregelde -en wegblijvende menstruatie bij aankomende meisjes en jonge vrouwen -aan, maar ook de groote en soms blijvende nadeelen, die zelfs gezonde -meisjes ondervinden, wanneer zij bij het begin van het sexueele leven -onderworpen zijn aan inspanning van welken aard ook. Men kan nu zeggen, -dat medische autoriteiten van beide seksen bijna of geheel eenstemmig -zijn op dit punt. Eenige jaren geleden is Dr. Mary Putnam Jacobi, in -een zeer knap boek, The Question of Rest for Women, tot het besluit -gekomen dat "gewoonlijk gezonde" vrouwen de periode der menstruatie -kunnen negeeren, maar zij gaf toe, dat zes en veertig percent der -vrouwen niet "gewoonlijk gezond" zijn en een minderheid, die zoo dicht -bij een meerderheid komt, kan maar niet als "quantité négligeable" -buiten beschouwing gelaten worden. De meisjes zelf zijn, meegesleept -door den ijver voor haar werk of vermaak, gewoonlijk onverschillig, -uit roekeloosheid en onwetendheid, voor de groote gevaren die zij -loopen. Maar de meeningen der onderwijzeressen hebben nu neiging -overeen te komen met de medische opinie in het erkennen van het belang -van zorg en rust tijdens de jeugdjaren, en onderwijzeressen zijn zelfs -geneigd toe te geven, dat een jaar onthouding van hard werken tijdens -de periode waarin het sexueele leven van een meisje zich vestigt, haar -gezondheid en kracht kan geven, zelfs zonder nadeel op te leveren uit -een opvoedkundig gezichtspunt. Met den groei van kennis en het verval -van oude vooroordeelen mogen wij met reden hopen, dat vrouwen zich -los zullen maken van de tradities van valsche beschaving, die haar -gedwongen hebben haar glorie als haar schande te beschouwen,--hoewel -het nooit zoo geweest is onder krachtige natuurvolken,--en het is -bemoedigend te bevinden, dat een zoo bekend opvoeder als Stanley Hall -met vertrouwen zulk een tijd tegemoet ziet. In zijn groote werk over -Adolescence schrijft hij: "In plaats van schaamte over deze functie -behoorde aan meisjes de grootste eerbied ervoor ingeprent te worden -en moesten deze helpen om haar normaal te doen worden door eenige -jaren lang geregeld op vaste tijden alle andere belangen hieraan -ondergeschikt te maken, tot ze goed gevestigd is en normaal. Hooger -wezens, neerziende op het menschenleven zooals wij neerzien op de -bloemen, zouden deze uren de meest belangwekkende en mooiste voor -ontknopping vinden. Met meer zelfkennis zullen vrouwen meer zelfrespect -hebben in dezen tijd. Natuurvolken hebben eerbied voor dezen toestand: -het geeft aan vrouwen een mystiek ontzag. De tijd zal misschien wel -komen, wanneer wij zelfs de verdeelingen van het jaar voor vrouwen -moeten veranderen, dat we aan den man zijn week moeten laten en aan -haar moeten geven hetzelfde aantal Sabbathdagen per jaar, maar in -groepen van vier opvolgende dagen per maand. Wanneer de vrouw haar -ware physiologische rechten beseft, zal ze hier beginnen, en dan zal -ze roem dragen op wat in een eeuw van onwetendheid de man haar deed -denken, dat haar schande was. Het verkeerde in de leidsters van de -zoogenaamde emancipatie der vrouw is, dat zij, zelfs meer dan degenen -die zij zouden willen overtuigen, de waardeering van den man voor -dezen toestand aannemen" [28]. - -Deze wijze woorden kunnen niet te diep overdacht worden. Het verkeerde -in den toestand is geweest--in ieder geval in het verleden, want nu -is er een meer verlicht geslacht aan het opgroeien--dat de leidsters -van de vrouwenbeweging zelf dikwijls de zaak der vrouwen verraden -hebben. Zij hebben de idealen van mannen overgenomen, zij hebben -vrouwen gedwongen tweede-hands-mannen te worden, zij hebben verklaard, -dat de gezonde, natuurlijke vrouw geen acht geeft op de aanwezigheid -van haar menstrueele functies. Dit is juist het tegendeel van de -waarheid. "Zij eischen", merkt Engelmann op, "dat de vrouw in haar -natuurlijken staat de physiek gelijke van den man zal zijn en wijzen -voortdurend op de oorspronkelijke vrouw, de vrouw bij de natuurvolken -als een voorbeeld van dit onderstelde axioma. Weten zij hoe goed -deze zelfde wilde op de hoogte is van de zwakheid van de vrouw en -haar gevoeligheid op zekere tijden van haar leven? En met wat een -zorg hij haar beschermt tegen nadeel in deze tijden? Dat geloof ik -niet. Het belang om vrouwen te omringen met zekere voorzorgen op -het hoogtepunt van deze groote functioneele golven van haar bestaan, -werd op de juiste waarde geschat door alle volken, die leven in een -aan den natuurstaat grenzenden toestand, door alle rassen in alle -tijden; en onder hun betrekkelijk weinige godsdienstige gewoonten -werd die, welke rust verschafte aan vrouwen, degene waar het meest -aan vastgehouden werd". Het is alleen onder de blanke rassen, dat -de sexueele invaliditeit van vrouwen overheerschend is, en het zijn -alleen de blanke rassen, welke, ontgroeiend aan de godsdienstige -ideeën waarmede de afzondering tijdens de menstruatie verbonden was, -die weldadige afzondering zelf hebben over boord gegooid, in een -bijna letterlijken zin het kind wegwerpend met het badwater [29]. - - - In Duitschland heeft Tobler onderzoek gedaan naar de geschiedenis - van de menstruatie van meer dan duizend vrouwen (Monatsschrift - für Geburtshülfe und Gynäkologie, Juli, 1905). Hij bevindt, - dat bij de groote meerderheid van vrouwen tegenwoordig de - menstruatie samengaat met bepaalde vermindering van de algemeene - gezondheid, en vermindering van de functioneele energie. Bij 26 - percent bestonden tevens plaatselijke pijn, algemeene malaise, - en geestelijke en nerveuse afwijkingen; in grooter proportie - komen de gevallen, waarin plaatselijke pijn, algemeene zwakke - gezondheid of psychische abnormaliteit alleen voorkwamen in - dezen tijd. Alleen bij 16 percent werden geen van deze symptomen - gevonden. Bij een zeer kleine afzonderlijke groep waren de - physieke en geestelijke functies in dezen tijd verhoogd, maar - in de helft van die gevallen was er een bepaalde storing in den - tijd tusschen de menstruaties. Tobler komt tot het besluit dat, - terwijl de menstruatie zelf physiologisch is, al deze stoornissen - pathologisch zijn. - - Voor zoover Engeland betreft, werd er, bij een discussie - over normale en pijnlijke menstruatie op een bijeenkomst van - de British Association of Registered Medical Women op den 7den - Juli, 1909, gezegd door Miss Bentham, dat 50 percent van meisjes - die in goede omstandigheden verkeerden, leden aan pijnlijke - menstruatie. Mrs. Dunnett zeide, dat het gewoonlijk voorkwam - tusschen den leeftijd van vier en twintig en dertig, en dat het - dikwijls ontstond uit het verwaarloozen van het rusten tijdens - de menstruatie in de jongere jaren en Mrs. Grainger Evans had - bevonden, dat deze toestand zeer gewoon was onder onderwijzeressen - van de lagere school, die in haar meisjestijd hard gewerkt hadden - voor examens. - - In Amerika zijn verschillende onderzoekingen gedaan, die aantoonen - het veel vóorkomen van stoornis in de sexueele gezondheid van - schoolmeisjes en jonge vrouwen. Zoo verkreeg Dr. Helen P. Kennedy - uitgebreide gegevens over het menstrueele leven van honderd - vijf en twintig meisjes op de hoogeschool van ongeveer achttien - jarigen leeftijd ("Effect of High School Work upon Girls During - Adolescence", Pedagogical Seminary, June 1896). Slechts acht en - twintig voelden geen pijn vóór de periode (zooals hoofdpijn, - malaise, prikkelbaarheid van humeur), terwijl vier en veertig - klaagden over andere symptomen behalve pijn tijdens de periode - (vooral hoofdpijn en groote zwakte). Jane Kelley Sabine - (aangehaald in Boston Medical and Surgical Journal, Sept. 15, - 1904) vond in scholen in Nieuw Engeland onder de twee duizend - meisjes, dat 75 percent moeilijkheden met de menstruatie had, - dat 90 percent leucorrhea en neuralgia van de ovariën had en dat - 60 percent haar werk twee dagen iedere maand moest opgeven. Deze - resultaten schijnen meer dan gewoon ongunstig, maar zij zijn van - beteekenis, omdat zij een groot aantal gevallen omvatten. De - toestanden in de landen aan den stillen Oceaan zijn niet veel - beter. Dr. Mary Ritter zeide (in een geschrift dat ze heeft - voorgelezen voor de California State Medical Society in 1903), dat - van 660 pas aangekomen meisjes aan de Universiteit van Californië, - 67 onderhevig waren aan onregelmatigheden in de menstruatie, 27 - percent aan hoofdpijnen, 30 percent aan rugpijnen, 29 percent - hadden voortdurend constipatie, 16 percent hadden abnormale - hartgeluiden, slechts 23 percent waren vrij van functioneele - stoornissen. Dr. Helen Mac Murchey bevond in een belangwekkend - geschrift over "Physiological Phenomena Preceding or Accompanying - Menstruation" (Lancet, Oct. 5, 1901), door onderzoekingen onder - honderd vrouwelijke dokters, verpleegsters, onderwijzeressen - in Toronto over de aan- of afwezigheid van een en twintig - verschillende menstruatie-verschijnselen, dat tusschen de 50 en - 60 percent bekenden dat zij in dezen tijd neiging hadden tot - onrustig slapen, tot geestelijke depressie, tot stoornis in - de spijsvertering, of tot stoornis van de speciale zintuigen, - terwijl ongeveer 25 tot 50 percent neiging hadden tot hoofdpijn, - tot duizeligheid, tot verhoogde zenuw-energie, tot gebrek aan - zenuw- en spierkracht, tot overgevoeligheid van de huid, tot - vaatstoornissen, tot constipatie, tot diarrhee, tot vermeerderd - urineeren, tot huiduitslag, tot vermeerderde vatbaarheid voor - kouvatten, of tot hinderlijke waterige afscheiding voor of na - de vloeiing der menstruatie. Dit onderzoek is van veel belang, - omdat het duidelijk doet blijken, het heerschen bij de menstruatie - van toestanden, die, hoewel ze niet noodzakelijk van eenig gewicht - zijn, toch bepaaldelijk wijzen op een verminderd weerstandsvermogen - tegen ziekelijke invloeden en verminderde geschiktheid tot werken. - - Hoe ernstig bezwaar moeilijkheden door de menstruatie zijn voor - een vrouw, blijkt uit het feit dat de vrouwen, die tot succes en - roem komen, er zelden ernstig door schijnen geplaagd te zijn. Daar - mogen we voor een deel aan toeschrijven de veelvuldigheid, waarmee - leidsters van de vrouwenbeweging menstruatie behandeld hebben als - een zaak van geen belang in het leven van een vrouw. Adèle Gerhard - en Helene Simon hebben ook in haar belangrijk en onpartijdig werk, - Mutterschaft und Geistige Arbeit (p. 312), niet kunnen vinden - bij haar navragen onder vrouwen van uitstekende bekwaamheid, - dat menstruatie beschouwd werd als ernstig het werk te belemmeren. - - In den laatsten tijd is dikwijls, niet alleen van medische maar - ook van opvoedkundige zijde, het denkbeeld ter sprake gebracht, - dat aankomende meisjes niet alleen twee dagen achtereen gedurende - de menstruatie moeten rusten, maar dat zij geheel vacantie - van school moeten hebben het eerste jaar van haar sexueele - leven. Bij een bijeenkomst van de Association of Registered - Medical Women, waarvan we reeds melding gemaakt hebben, sprak - Miss Sturge van de goede resultaten, die verkregen waren op een - school waar in de twee eerste jaren na de puberteit de meisjes - in bed werden gehouden gedurende de twee eerste dagen van iedere - menstruatie-periode. Eenige jaren geleden schreef Dr. G. W. Cook - ("Some Disorders of Menstruation", American Journal of Obstetrics, - April, 1896), na eenige gevallen gegeven te hebben als waarover we - spreken: "Het is mijn vaste overtuiging, dat geen meisje gedurende - het jaar van haar puberteit zich moet bepalen tot de studie, - maar ze moet een leven in de open lucht leiden". In een artikel - over "Alumna's kinderen", door "Een Alumna" (Popular Science - Monthly, Mei, 1904), handelend over de sexueele invaliditeit van - Amerikaansche vrouwen en de zware inspanning van haar geëischt - door het moederschap, pleit de schrijfster, hoewel zij geensdeels - vijandig staat tegenover de opvoeding, die, naar zij verklaart, - niet verkeerd is, voor rust voor het meisje in de puberteit. "Als - haar hoofd haar geheele levenskracht in beslag neemt, hoe kan - er dan eenige behoorlijke ontwikkeling zijn? Evenals zeer jonge - kinderen eenige jaren lang al hun kracht moeten geven alleen - aan physieken groei, voor wij aan de hersenen belangrijke eischen - mogen stellen, zoo moet in dezen critieken tijd in het leven van de - vrouw niets aan de ontwikkeling van dit belangrijke systeem in den - weg staan. Een jaar, op zijn minst, moet speciaal gemakkelijk voor - haar gemaakt worden, zonder geestelijke of zenuw-inspanning; en den - geheelen verderen schooltijd door moet zij op de vaste tijden haar - rustdag hebben, vrij van studie of te groote inspanning". In een - ander artikel over hetzelfde onderwerp in hetzelfde tijdschrift - ("The Health of American Girls", Sept 1907), raadt Nellie Comins - een dergelijke wijze van handelen aan. "Ik ben er overtuigd van, - eenigszins tegen mijn wil, dat er vele gevallen zijn, waarin het - meisje geheel van school genomen moet worden, eenige maanden, - tenminste een jaar lang ten tijde van de puberteit". Zij voegt - er aan toe, dat het voornaamste bezwaar is, de eigen voorliefde - en tegenzin van het meisje en de onwetendheid van haar moeder, - die er aan gewend is te denken, dat pijn het natuurlijk lot is - van een vrouw. - - Zulk een periode van ontheffing van geestelijke inspanning behoeft, - omdat ze het organisme krachtiger zou maken in zijn weerstand - tegen mogelijken druk later, in het geheel niet verloren te zijn in - den ruimeren zin van het woord, want de opvoeding, die verkregen - wordt in schoolkamers is maar een klein deel van de opvoeding, - die voor het leven geëischt wordt. En ze behoorde ook in het - geheel niet alleen ten goede te komen aan het ziekelijke en zwakke - meisje. Het tragische van het tegenwoordige verzuim om meisjes een - werkelijk flinke en passende opvoeding te geven, is dat de beste - en knapste meisjes er zoo dikwijls door te gronde gaan. Zelfs de - Engelsche politie-agent, die, naar algemeen toegegeven wordt, in - physieke kracht en kalmte behoort tot de bloem van de bevolking, - is niet in staat de inspanning van zijn leven te verdragen, en - men zegt, dat hij op is in vijf-en-twintig jaar. Het is even dwaas - de mooiste bloemen der meisjesjaren te onderwerpen aan een druk, - die, naar algemeen toegegeven wordt, te zwaar is. - - -Het schijnt wel duidelijk te zijn, dat de voornaamste factor in de -gewone sexueele en algemeene invaliditeit van meisjes en jonge vrouwen -slechte hygiëne is, in de eerste plaats bestaande in het verwaarloozen -van de menstrueele functies, en in de tweede plaats in verkeerde -gewoonten in het algemeen. In alle hoofdpunten, die betrekking hebben -op de hygiëne van het lichaam, zijn de tradities van meisjes--en dit -schijnt meer in het bijzonder het geval te zijn in Angelsaksische -landen--minder goed dan die van jonge mannen. Vrouwen zijn veel meer -geneigd dan mannen om deze dingen ondergeschikt te maken aan wat haar -een meer dringend belang schijnt of aan een gril van het oogenblik; -zij worden er in geoefend lastige en knellende kleedingstukken te -dragen, zij geven niet om geregelde en voedzame maaltijden, gebruiken -bij voorkeur onvoedzame en onverteerbare spijzen en dranken; zij zijn -geneigd, niet te letten op de eischen van de ingewanden en de blaas, -uit luiheid of kuischheid. Zij zijn zelfs onverschillig voor physieke -reinheid [30]. In een groot aantal kleinere zaken, die afzonderlijk -van weinig belang schijnen, werken zij een omgeving in de hand, -tegen welke, daar deze niet altijd in overeenstemming is met hun -speciale behoeften, aanzienlijke tegenstand noodzakelijk zou zijn, -alleen reeds indien zij er ernstig aan gingen denken, zich ertegen -te verzetten. Er is bevonden op een Amerikaansch Vrouwen-College, -waar ongeveer de helft van de leerlingen corsetten droegen en de -andere helft niet, dat bijna al de eerbewijzen en prijzen gingen -naar haar, die geen corsetten droegen. Mc. Bride, die op dit feit de -aandacht vestigt, maakt de opmerking: "Als het dragen van een enkel -kleedingstuk dit verschil maakt in het leven van jonge vrouwen, en -dat wel in den tijd van haar grootste kracht en weerstandsvermogen, -hoe veel verschil zal dan een reeks ongezonde gewoonten maken, als -ze een leven lang worden voortgezet? [31] - - - "Het schijnt gebleken te zijn", besluit A. E. Giles ("Some Points - of Preventive Treatment in the Diseases of Women", The Hospital, - April 10, 1897) "dat dysmenorrhea voor een groot deel voorkomen - kan worden door te letten op de algemeene gezondheid en opvoeding. - Korte werkuren, vooral van staand werk; veel lichaamsbeweging in - de open lucht--tennissen, roeien, fietsen, gymnastiek, en wandelen - voor hen die dit niet kunnen doen; regelmaat in maaltijden en - voedsel van behoorlijke kwaliteit--niet voortdurend thee en koffie - met koek; vermijden van te groote inspanning en van te veel - vermoeienis; dit zijn eenige van de voornaamste dingen, die de - aandacht vereischen. Laat meisjes studeeren, maar langzamer; zij - zullen hetzelfde doel bereiken, maar wat later". Het voordeel van - vrije beweging en oefening voor het geheele lichaam is ongetwijfeld - zeer groot, zoowel wat betreft de sexueele en algemeen physieke - gezondheid als het geestelijk evenwicht; om het zoover te brengen, - is het noodig, zware en knellende kleedingstukken te vermijden, - meer in het bijzonder rondom de borst, want juist in krachtig - ademhalen en uitzetting van de borst, meer dan in eenig ander - opzicht, staan meisjes achter bij jongens (zie bv. Havelock Ellis, - Man en Vrouw, hoofdst. IX). In vroeger tijd lag het groote bezwaar - voor de vrije lichaamsoefening van meisjes in het ideaal van - vrouwelijk gedrag, dat in zich sloot een gemaakte dwang op iedere - natuurlijke beweging van het lichaam. Tegenwoordig wordt dat ideaal - niet met zooveel ijver gepredikt als vroeger, maar de traditioneele - invloed ervan bestaat nog in zekere mate, terwijl er verder de - moeilijkheid is, dat gepaste tijd en gelegenheid en aanmoediging - in het geheel niet algemeen verschaft worden aan meisjes voor het - ontwikkelen en oefenen van de stoei-instincten, die werkelijk een - ernstig deel zijn van de opvoeding, want door zulk vrij oefenen van - het geheele lichaam wordt het stelsel van zenuwen en spieren, de - basis van alle levensactiviteit opgebouwd. De verwaarloozing van - die opvoeding is tegenwoordig duidelijk zichtbaar in den bouw van - onze vrouwen. Dr. F. May Dickinson Berry, Medisch examinator aan - de Technical Education Board van de London County Council, bevond - (British Medical Journal, May 28, 1904) dat van meer dan 1500 - meisjes, die de bloem van de scholen vertegenwoordigen, sinds zij - beurzen gekregen hadden, die haar in staat stelden tot scholen van - een hoogeren rang op te klimmen, 22 percent een zekere mate van - zijdelingsche kromming van den ruggegraat hadden, terwijl zulke - gevallen zeer zeldzaam waren onder de jongens. Op dezelfde wijze - vond Miss Lura Sanborn onder een dergelijke klasse van de beste - meisjes van de normaalschool in Chicago (Doctors' Magazine, Dec., - 1900) er 17 percent met kromming van de ruggegraat, in sommige - gevallen van een zeer groote beteekenis. Er is geen reden, waarom - een meisje niet een even rechte rug zou hebben als een jongen; de - oorzaak kan alleen liggen in de onvoldoende ontwikkeling der - spieren, die in de meeste van de gevallen geconstateerd werd, soms - samengaande met anaemia. Hier en daar is er tegenwoordig, onder de - betere maatschappelijke klassen, ruime gelegenheid tot ontwikkeling - van spierkracht bij meisjes, maar in het algemeen is er geen - voldoende gelegenheid voor zulke oefeningen onder de werkende - klasse; vooral in dat deel ervan dat nadert tot de lagere - middelklasse, is er, hoewel haar leven bestemd is om gevuld te - zijn met een voortdurenden druk op het zenuw- en spierstelsel door - werk thuis of in winkels etc., gewoonlijk een minimum van gezonde - oefening en physieke ontwikkeling. Dr. W. B. Sellman van Baltimore - ("Causes of Painful Menstruation in Unmarried Women", American - Journal Obstetrics, Nov., 1907), legt den nadruk op de prachtige - resultaten, verkregen met lichaamsoefening voor jonge vrouwen en - door ze te oefenen in het zorgen voor haar lichaam en het doen - uitrusten van haar zenuwstelsel, terwijl Dr. Charlotte Brown, in - San Francisco terecht aandringt op het inrichten in alle steden - en dorpen van gymnastiekvelden in de open lucht voor vrouwen en - meisjes, en het hebben van een gebouw, behoorende bij iedere - groote school, voor oefening in physieke kennis, handenarbeid en - huishoudelijke kennis. Het verstrekken van speciale speelplaatsen - is noodig waar lichaamsoefening van meisjes zóo ongewoon is, dat - ze een hinderlijke mate van belangstelling veroorzaakt van de - andere sekse, hoewel, als ze een gewoonte sedert onheugelijke - tijden is, ze kan gehouden worden op de weide van het dorp zonder - in het minst de aandacht te trekken, zooals ik in Spanje gezien - heb, waar men ze wel in verband moet brengen met de physieke kracht - van de vrouwen. Op jongensscholen worden spelen niet alleen - aangemoedigd, doch verplichtend gesteld; maar dit is in het geheel - geen algemeene regel op meisjesscholen. Het is niet noodig, en het - is zelfs zeer ongewenscht, dat de daar aangenomen spelen, die van - jongens zouden zijn. Vooral in Engeland, waar de bewegingen van - vrouwen zoo dikwijls gekenmerkt worden door onhandigheid, - hoekigheid en gebrek aan bevalligheid, is het van het hoogste - belang, dat er niets gedaan zal worden om deze eigenaardigheden - te versterken, want waar kracht geweld insluit daar hebben wij een - gebrek aan voldoende samenwerking van zenuwen en spieren. Zwemmen, - als het mogelijk is, en vooral sommige vormen van dansen, zijn - uitmuntend geschikt om de lichamelijke bewegingen van vrouwen, - zoowel krachtig als harmonieus te ontwikkelen (zie b.v. Havelock - Ellis, Man en Vrouw, hoofdst. VII). Bij het Internationale Congres - van schoolhygiëne in 1907 (zie o.a. British Medical Journal, Aug, - 24, 1907) zeide Dr. L. H. Gulick, die vroeger de leiding had van - de lichaamsoefeningen in de openbare scholen van New-York, dat men - in de lagere en hoogere scholen in New-York, na vele proeven - bevonden had dat het dansen van de volksdansen de allerbeste - lichaamsoefening was voor meisjes. "De dansen, die uitgekozen waren, - brachten groote spiermassa's van het lichaam tot samentrekking en - hadden daarom een grooten invloed op ademhaling, bloedsomloop en - voeding. Bovendien konden zulke bewegingen, wanneer ze als dansen - gedaan werden, drie of viermaal zoo lang volgehouden worden zonder - vermoeidheid te veroorzaken dan gewone gymnastiek. Vele volksdansen - waren nabootsingen, een zaai- en oogstdans, dansen die bewegingen - van ambachten uitdrukken (de schoenmakersdans), andere die aanval - en verdediging voorstellen of het achtervolgen van wild. Zulke - bewegingen van zenuwen en spieren zijn, om zoo te zeggen, zoo - oud als het ras en passen in het dagelijksch leven van den - mensch en neemt men eenmaal aan, dat de volksdansen inderdaad - een voorstelling geven van de geschiedenis van het zenuw en - spierstelsel van den mensch, en volstrekt niet zijn eenvoudige, - doellooze bewegingen, dan behoorde op grond van deze biologische - overwegingen aan de combinatie van volksdansen de voorkeur gegeven - te worden boven onuitgezochte en zelfs boven op physiologische - gronden aangenomen bewegingen. Uit een aesthetisch gezichtspunt - kwam de zin voor schoonheid, zooals ze vertoond wordt bij het - dansen, veel meer voor dan de aanleg om te zingen, te schilderen - of te boetseeren". - - -We moeten er altijd aan denken dat, als wij de speciale eischen van -de natuur der vrouw erkennen, wij daarom nog niet instemmen met het -geloof, dat hoogere opvoeding ongeschikt is voor een vrouw. Die -vraag mag nu als afgedaan beschouwd worden. Er is daarom nu geen -behoefte meer aan den koortsigen ijver van de eerste leiders van -vrouwenopvoeding, om aan te toonen, dat meisjes precies opgevoed kunnen -worden alsof ze jongens waren en minstens even goede opvoedkundige -resultaten geven. Thans is die ijver niet alleen onnoodig, maar -nadeelig. Het is nu meer noodig om aan te toonen, dat vrouwen speciale -behoeften hebben, juist zooals mannen speciale behoeften hebben en -dat het even slecht is voor vrouwen, en daarom voor het menschdom, -haar te dwingen de speciale wetten en beperkingen voor mannen aan -te nemen, als het verkeerd zou zijn voor mannen, en daarom voor het -menschdom, om mannen te dwingen de speciale wetten en beperkingen -voor vrouwen aan te nemen. Iedere sekse moet trachten het doel te -bereiken door de wetten te volgen van haar eigen natuur, hoewel het -toch wenschelijk blijft dat, zoowel op school als in het leven, zij -zoover als dat mogelijk is naast elkaar kunnen werken. Het groote -feit, dat men altijd in herinnering moet houden is, dat niet alleen -vrouwen in physieke afmeting en physieken bouw teerder en fijner zijn -dan mannen, maar dat in een, onder mannen geheel onbekende mate, -haar zwaartepunt neiging heeft verlegd te worden door de serie van -rhythmische sexueele curven, volgens welke zij altijd leven. Zij zijn -dus eerder uit haar evenwicht te brengen en iedere soort van druk -of inspanning--van hersenen, zenuwen of spieren--heeft meer kans -ernstige stoornissen teweeg te brengen en vereischt een nauwkeurig -aanpassen aan haar speciale behoeften. - - - Het feit, dat het inspanning in het algemeen is, en niet alleen - wetenschappelijke studiën, die schadelijk zijn voor jonge vrouwen, - wordt voldoende bewezen, als er nog een bewijs noodig is, - door het feit, dat sexueele belemmering en physieke en nerveuse - instorting met groote veelvuldigheid voorkomen bij meisjes die - in winkels of in fabrieken werken, zelfs bij meisjes die in het - geheel nooit naar school zijn geweest. Zelfs onmatigheid in - lichaamsoefeningen--die nu niet zoo heel zelden voorkomt als - reactie tegen de onverschilligheid van de vrouw voor physieke - oefening--is slecht. Fietsen is heilzaam voor vrouwen, die kunnen - rijden zonder pijn of ongemak, en volgens Watkins is het zelfs - heilzaam in vele toestanden van een ziek en verkeerd bekken, - maar overdadig fietsen is verkeerd. Dit blijkt uit de resultaten - bij vrouwen, vooral doordat het stijfheid van het perineum - veroorzaakt in die mate zelfs dat bevallingen onmogelijk zijn - en operatie noodig maken. Ik mag er wel bijvoegen, dat hetzelfde - bezwaar geldt voor veel paardrijden. Op dezelfde wijze is alles wat - schokken veroorzaakt aan het lichaam, geneigd om gevaarlijk te zijn - voor vrouwen, omdat zij in de baarmoeder een teer geëquilibreerd - orgaan bezitten, dat op verschillende tijden in gewicht wisselt; - zoo zou het bv. onmogelijk zijn om voetbal aan te raden als een - spel voor meisjes. "Ik geloof niet", schreef Miss H. Ballantine, - directrice van het Tassar College Gymnasium aan Prof. W. Thomas - (Sex and Society, p. 22), "dat vrouwen ooit, hoe ze zich ook - oefenen, mannen kunnen nabij komen in hun physieke præstaties; - en", voegt zij er verstandig bij, "ik zie niet in waarom ze dat - zouden moeten". Er schijnen inderdaad, zooals reeds aangetoond - is, redenen te zijn waarom ze het niet moeten, vooral als zij - moeders denken te worden. Ik heb opgemerkt dat vrouwen, die een - zeer gezond en athletisch leven in de open lucht geleid hebben, - wel verre van altijd de gemakkelijke bevalling te hebben die wij - zouden mogen verwachten, uiterst moeilijke tijden hebben, die - het leven van het kind in gevaar brengen. Toen ik deze opmerking - maakte tegen een beroemd verloskundige, wijlen Dr. Engelmann, - die een vurig voorstander was van lichaamsoefening voor vrouwen - (bv. in zijn presidenteele rede "The Health of the American Girl", - Transactions Southern Surgical and Gynæcological Association, - 1890), antwoordde hij, dat hij zelf deze opmerking gemaakt had, - en dat gymnastiekonderwijzers, zoowel in Amerika als in Engeland, - hem van zulke gevallen onder hun leerlingen verteld hadden. "Ik - ben", schreef hij, "precies van uw meening [wat den ongunstigen - invloed van spierontwikkeling bij vrouwen betreft]. Athletiek, - d.i. overdreven lichaamsoefening, doet den bouw van het meisje - naderen tot dien van den man; dit is zoo, hetzij het komt door - sport of door noodzakelijkheid. De vrouw, die er aan toegeeft - nadert tot het mannelijke in haar kenmerken; dit wordt duidelijk - in verminderde sexueele intensiteit en in verhoogde moeite bij - de bevalling, met ten slotte verminderde vruchtbaarheid. Gezonde - gewoonten verbeteren vrouwelijke eigenschappen, maar mannelijke - spierontwikkeling vermindert ze, hoewel het waar is dat de - boerin en de werkende vrouw goede weeën hebben. Ik heb nooit - spierontwikkeling voor meisjes aangeraden, alleen lichaamsoefening, - maar ik heb er misschien te veel van gezegd en ze te zorgeloos - aanbevolen. Op scholen en universiteiten echter is ze tot nu toe - eer onvoldoende dan te veel; alleen de rijken hebben te veel golf - en athletische sport. Ik ben bezig nieuw materiaal te verzamelen, - maar uit wat ik al gezien heb, ben ik overtuigd van de waarheid - van wat u zegt. Ik ben bezig het punt te bestudeeren en zal - de verklaring nauwkeurig bewerken". Iedere publicatie over dit - onderwerp werd echter verhinderd door den dood van Engelmann, - eenige jaren later. - - -Een behoorlijke erkenning van den specialen aard van de vrouw, van -haar bijzondere behoeften en haar waardigheid, heeft een beteekenis, -nog verder strekkend dan het belang ervan voor opvoeding en hygiëne. De -tradities en de oefeningen, waaraan zij hierbij onderworpen wordt, -hebben een fijne en verstrekkende beteekenis, hetzij zij goed zijn of -slecht. Als haar, stilzwijgend of uitgesproken, geringschatting voor de -eigenaardigheden van haar eigen sekse geleerd wordt, dan ontwikkelt zij -natuurlijk mannelijke idealen, die doorloopend haar kijk op het leven -minder helder kunnen maken en haar praktisch werk kunnen verwringen; -men heeft bevonden, dat wel vijftig percent Amerikaansche schoolmeisjes -mannelijke idealen hebben, terwijl vijftien percent Amerikaansche en -niet minder dan vier en dertig percent Engelsche schoolmeisjes graag -mannen wilden wezen, terwijl er nauwelijks een enkele jongen was, -die een vrouw wilde zijn [32]. Met dezelfde neiging kan in verband -staan dat verzuim om gemoedsaandoeningen aan te kweeken, hetwelk, -door een noodlottig overdreven maar onvermijdelijke reactie van het -tegenovergestelde uiterste, soms de moderne opvoeding van vrouwen -gekenmerkt heeft. Bij de mooi ontwikkelde vrouw is het verstand -overal doordrongen van gevoel. Als er een overdreven en eenzijdige -ontwikkeling van het verstand is, dan vertoont zich een neiging -tot disharmonie, die het karakter verandert of de volkomenheid -ervan benadeelt. In dit opzicht heeft Reibmayr opgemerkt, dat de -Amerikaansche vrouw als een waarschuwing kan dienen [33]. Binnen de -sfeer der gemoedsbewegingen zelf, kan men hier bijvoegen, is er een -neiging tot disharmonie in vrouwen, die berust op den tegenstrijdigen -aard van de gevoelens die door de traditie haar zijn ingeprent, -een tegenstrijdigheid, die teruggaat tot de identificatie van -heiligheid en onreinheid bij het begin van de beschaving. "Ieder -meisje en iedere vrouw", schreef Hellmann, in een baanbrekend boek, -dat een gezond principe tot buitensporige uitersten dreef, "leert -haar geslachtsdeelen beschouwen als een kostbare en heilige plaats, -die alleen genaderd mag worden door een echtgenoot of onder speciale -omstandigheden door een dokter. Terzelfder tijd wordt haar geleerd, -deze plaats te beschouwen als een soort van closet, over welks bezit -zij zich zeer moet schamen, en waarvan het noemen alleen reeds haar -een pijnlijke blos moet veroorzaken" [34]. De gewone vrouw, die niet -nadenkt, neemt de ongerijmdheid van deze tegenstelling zonder vragen -aan en raakt gewend zich aan ieder van deze onvereenigbaarheden aan -te passen, al naar omstandigheden. De meer nadenkende vrouw werkt een -eigen theorie uit voor zichzelf. Maar in zeer veel gevallen oefent -deze noodlottige tegenstelling een fijnen verderfbrengenden invloed -uit op den geheelen kijk op natuur en leven. In sommige gevallen, -bij vrouwen van gevoelig temperament, ondermijnt en vernielt ze de -psychische persoonlijkheid. - - - Zoo heeft Boris Sidis een geval vermeld, dat de ongelukkige - resultaten doet zien, wanneer men een ziekelijk gevoelig meisje de - leer van de onreinheid der vrouwen inprent. Zij was in een klooster - opgevoed. "Terwijl zij daar was, was haar het geloof ingeprent, - dat de vrouw een vat is van misdaad en onreinheid. Hiervan - scheen zij te zijn doordrongen geraakt door een van de nonnen, - die zeer heilig was en zelfvernietiging in praktijk bracht. Met - het begin van haar menstruatie en met het observeeren daarvan - in andere meisjes, was deze leer van de vrouwelijke onreinheid - des te sterker in haar gevoeligen geest gedrukt". Het ontglipte - echter aan haar bewuste herinnering en kwam alleen op den voorgrond - in later jaren na de uitputting en de vermoeienis van aanhoudend - kantoorwerk. Toen trouwde ze. Nu "heeft zij een vreeselijke afschuw - van vrouwen. De vrouw is voor de patient: onreinheid, vuilnis, - de verpersoonlijking zelf van vernedering en misdaad. De wasch - van het huis mag niet gegeven worden aan een waschinrichting, - waar vrouwen werken. Niets mag op straat opgeraapt worden, zelfs - niet het meest kostbare voorwerp, misschien kon een vrouw het - hebben laten vallen". (Boris Sidis, "Studies in Psychopathology" - Boston Medical and Surgical Journal, April 4, 1907). Dat is het - logisch gevolg van veel van wat volgens de traditie aan meisjes - gegeven wordt. Gelukkig biedt de gezonde geest een natuurlijken - weerstand tegen het algeheel aannemen er van, maar toch blijft - het in eenige mate bestaan en oefent een noodlottigen invloed uit. - - -Het is echter niet alleen in haar relaties tot haarzelf en haar sekse, -dat de gedachten en de gevoelens van een meisje neiging hebben om -verwrongen te worden door de onwetendheid of de valsche tradities, -waardoor zij zoo dikwijls zorgvuldig omringd is. Haar geluk in het -huwelijk, haar geheele volgende loopbaan, wordt in gevaar gebracht. De -onwetende jonge vrouw moet altijd veel wagen, wanneer ze de deur -binnengaat van het onverbreekbaar huwelijk; zij weet waarlijk niets -van haar man, zij weet niets van de groote wetten der liefde, zij weet -niets van wat zij worden kan en, wat nog erger is, zij weet zelfs -niet, dat ze niets weet. Zij loopt gevaar het spel te verliezen, -terwijl zij nog bezig is met te beginnen het te leeren. Tot zekere -hoogte is dat geheel onvermijdelijk, zoo lang wij er aan vasthouden, -dat een vrouw zich door het huwelijk moet verbinden aan een man, eer -zij den aard ondervonden heeft van de krachten, die dat huwelijk in -haar kan ontketenen. Een jong meisje meent, dat ze een zeker karakter -heeft; zij richt haar toekomst in in overeenstemming met dat karakter; -zij trouwt. Dan bemerkt zij, in een groot aantal gevallen (vijf van -de zes, volgens den romanschrijver Bourget), binnen een jaar of zelfs -binnen een week, dat zij zich geheel en al vergist heeft in zichzelf -en in den man, dien zij getrouwd heeft; zij ontdekt in zich een ander -ik en dat ik verfoeit den man, waaraan ze gebonden is. Dat is een -mogelijk lot, waartegen alleen de vrouw in wie reeds liefde is gewekt, -zich als tamelijk goed beschermd kan beschouwen. - -Er is echter een zekere soort van bescherming, die men aan de bruid kan -verschaffen, zelfs zonder af te wijken van onze meest conventioneele -opvattingen over het huwelijk. We kunnen er tenminste op aandringen, -dat zij nauwkeurig wordt ingelicht over den juisten aard van haar -physieke relaties tot haar echtgenoot en dat ze gevrijwaard zal -zijn tegen de schokken en desillusies die het huwelijk anders zou -kunnen meebrengen. Niettegenstaande het afnemen van vooroordeelen, -mag het waarschijnlijk heeten dat zelfs nu nog de meerderheid van de -vrouwen uit de zoogenaamd welopgevoede klasse trouwen met alleen de -meest vage en meest onnauwkeurige denkbeelden, meer of minder in het -geheim opgedaan, over den aard van de sexueele verhoudingen. Een zoo -hoogst intelligente vrouw als Madame Adam heeft gezegd, dat zij zich -verplicht gevoelde een man te trouwen, die haar op de mond gekust had, -daar ze meende, dat dit de opperste daad van sexueele vereeniging -was [35], en het is dikwijls voorgekomen, dat vrouwen getrouwd zijn -met sexueel geïnverteerde personen van haar eigen sekse, terwijl ze -dit niet altijd wisten, maar meenden, dat het mannen waren, en die -nooit haar vergissing ontdekten; het is nog niet lang geleden, dat in -Amerika drie vrouwen op deze wijze achtereenvolgens met dezelfde vrouw -trouwden, terwijl klaarblijkelijk geen van haar ooit de werkelijke -sekse van den "echtgenoot" ontdekte. "Het beschaafde meisje wordt", -zooals Edward Carpenter opmerkt, "naar het altaar gevoerd, dikwijls -in de uiterste onwetendheid, en de offergebruiken die op het punt -staan voltrokken te worden geheel misverstaande". Zeker zijn meer -verkrachtingen gedaan in het huwelijk dan daar buiten [36]. Het meisje -is vol van vaag en romantisch geloof in de beloften van de liefde, -dat dikwijls nog verhoogd wordt door de verrukkingen, die beschreven -worden in sentimenteele romans, waaruit ieder spoor van gezonde -werkelijkheid zorgvuldig verwijderd schijnt. "Al de oprechtheid van -geloof is daar", zooals Senancour het uitdrukt in zijn boek De l'Amour, -"de wenschen van de onervarenheid, de behoefte aan een nieuw leven, -de hoop van een oprecht hart. Zij heeft al de vermogens der liefde, zij -moet liefhebben; zij heeft al de middelen tot vermaak, zij moet bemind -worden. Alles drukt liefde uit en eischt liefde: deze hand gevormd voor -teere liefkoozingen, een oog waarvan men het nut niet zou weten als -het niet er in toestemt bemind te worden, een boezem die bewegingloos -en nutteloos is zonder liefde en die verwelken zal zonder te zijn -aangebeden; deze gevoelens, die zoo groot, zoo teer, zoo wellustig -zijn, de eerzucht van het hart, de heldenmoed der hartstocht! Zij moet -noodzakelijk de heerlijke regel volgen, die de wet der wereld heeft -voorgeschreven. Die opwindende rol, die zij zoo goed kent, waar alles -aan herinnert, die de dag ingeeft en die de nacht afdwingt,--welke -jonge, gevoelige, liefhebbende vrouw kan zich voorstellen, dat ze haar -niet zal spelen?" Maar als het werkelijke drama der liefde zich voor -haar begint te ontplooien en als zij den waren aard inziet van de -"opwindende rol" die zij spelen moet, dan is het dikwijls gebeurd, -dat het geval veranderde; zij vindt zichzelf geheel onvoorbereid -en ze wordt overweldigd door schrik en ongerustheid. Al het geluk -van haar huwelijksleven kan dan afhangen van een paar toevallige -omstandigheden, de handigheid en welwillendheid van haar echtgenoot, -haar eigen tegenwoordigheid van geest. Hirschfeld vermeldt het geval -van een onschuldig jong meisje van zeventien--in dit geval, bleek het -toevallig een geïnverteerde te zijn--die er toe overgehaald was om te -trouwen, maar toen ze ontdekte wat huwelijk beteekende, zich krachtig -verzette tegen de sexueele naderingen van haar man. Hij wendde zich tot -haar moeder, dat deze aan haar dochter den aard der "huwelijksplichten -van de vrouw zou uitleggen". Maar de jonge vrouw antwoordde op de -vermaningen van haar moeder: "Als dat mijn vrouwenplicht is, dan -was het Uw ouderplicht geweest mij dat van tevoren te zeggen, want, -als ik het geweten had, zou ik nooit getrouwd zijn". De echtgenoot, -die in dit geval veel van zijn vrouw hield, trachtte acht jaar lang -haar te overreden, maar tevergeefs, en eindelijk had een scheiding -plaats [37]. Dat is ongetwijfeld een uiterst geval, maar hoe veel -onschuldige jonge geïnverteerde meisjes komen nooit haar waren aard -te weten voor nà het huwelijk, en hoe veel geheel normale meisjes -worden zóo geschokt door de plotselinge inwijding in het huwelijk, -dat haar mooie jeugddroomen over liefde nooit langzaam en gezond zich -ontwikkelen tot het bereiken van de nòg mooiere werkelijkheden? - -Vóór den leeftijd der puberteit schijnt het wel dat de sexueele -inwijding van het kind--afgezien van die wetenschappelijke inlichting, -die een deel zou vormen van schoolcursussen in botanie en zoölogie--het -uitsluitend voorrecht moet wezen van de moeder of van haar aan -wie de moederplichten zijn toevertrouwd. Bij de puberteit is meer -gezaghebbende en meer nauwkeurige raad noodig dan de moeder misschien -kan of wil geven. Op dezen leeftijd moet zij haar zoon of dochter een -of ander van de zeer talrijke handleidingen in handen geven, waar we -reeds naar verwezen hebben (bladz. 49), die de physieke en moreele -zijden verklaren van het sexueele leven en de grondbeginselen der -sexueele hygiëne. De jongen of het meisje is dan reeds, dit mogen we -aannemen, bekend met de feiten van het moederschap en den oorsprong -van kinderen, en ook min of meer nauwkeurig met den rol van den vader -in hun voortbrenging. De handleiding, die nu in zijn of haar handen -gegeven wordt, moet ten minste in het kort, maar bepaaldelijk handelen -over de sexueele verhouding, en moet ook uitleggen, waarschuwend maar -niet in een verontrustenden geest, de voornaamste auto-erotische -verschijnselen en geenszins alleen de onanie. Niets dan goed kan -er voortkomen uit het gebruik van zulk een handleiding, als ze met -wijsheid gekozen wordt; zij zal komen in de plaats van wat de moeder -reeds gedaan heeft, wat de onderwijzer misschien nog doen zal en wat -later misschien zal gedaan worden door een vertrouwelijk gesprek met -een dokter. Men heeft aangevoerd, dat de jongen of het meisje, aan -wie zulke lectuur wordt aangeboden, ze alleen maar zal maken tot een -aanleiding tot ziekelijke brasserij en zinnelijk genot. Men kan wel -aannemen dat dit soms zal gebeuren met jongens of meisjes, voor wie -alle sexueele feiten altijd geheimzinnig verborgen zijn gehouden en -dat, als zij eindelijk de gelegenheid vinden om hun lang onderdrukte -en volkomen natuurlijke nieuwsgierigheid te voldoen, zij overweldigd -worden door de opwinding van de gebeurtenis. Het zou niet kunnen -gebeuren met kinderen, die natuurlijk en gezond opgevoed zijn. Later, -tijdens den jongelingsleeftijd, heeft ongetwijfeld het systeem -groot voordeel, dat nu veel toegepast wordt, vooral in Duitschland, -n.l. lezingen te houden, toespraken of rustige gesprekken met jonge -menschen voor beide geslachten afzonderlijk. De spreker is gewoonlijk -een met zorg uitgekozen leeraar, een dokter of ander bevoegd persoon, -die voor dit speciale doel komt. - - - Stanley Hall maakt de opmerking, dat sexueele opvoeding in - hoofdzaak moet gegeven worden door vaders aan zoons en door - moeders aan dochters, en voegt er bij: "Het kan wel zijn dat in - de toekomst deze soort van inwijding weer een kunst zal worden - en deskundigen ons met meer zelfvertrouwen zullen vertellen, - hoe we onzen plicht moeten doen tegenover de vele eischen, typen - en stadiën van de jeugd, en in plaats van bedrogen te worden en - verslagen, zullen wij zien dat deze leeftijd en dit onderwerp - het beste uitgangspunt zijn voor de hoogste pædagogie om haar - beste en meest hervormende werk te doen, zoo goed als het de - grootste van alle gelegenheden is voor den godsdienstleeraar - om invloed uit te oefenen". (Stanley Hall, Adolescence, deel I, - pag. 469). "Op Williams College, Harvard, Johns Hopkins and Clark", - merkt dezelfde beroemde leeraar op (ib., pag. 465), "heb ik het - tot mijn plicht gemaakt in mijn afdeelingsonderwijs zeer kort, - maar duidelijk te spreken tot jonge mannen, die ik inlichten moet, - persoonlijk, als mij dat verstandig toescheen, en dikwijls, hoewel - hier alleen in algemeene termen, voor studentengezelschappen; - ik geloof dat ik nergens meer goed gedaan heb, maar het is een - pijnlijke plicht. Hij vereischt tact en een zekere mate van flink - en doortastend gezond verstand, nog meer dan technische kennis". - - Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat de gewone onderwijzer - of onderwijzeres in het geheel niet geschikt is om over sexueele - hygiëne te spreken. Het is een taak waarin alle, althans sommige - onderwijzers geoefend moeten worden. Een begin in deze richting - is gemaakt in Duitschland door het houden van cursussen voor - onderwijzers over sexueele hygiëne in de opvoeding. In Pruisen - werd de eerste poging gedaan in Breslau, toen de centrale - schoolautoriteiten Dr. Martin Chotzen verzochten zulk een cursus - te houden voor honderd vijftig onderwijzers, die de grootste - belangstelling in de lezingen toonden, welke omvatten de anatomie - van de sexueele organen, de ontwikkeling van het sexueele instinct, - de voornaamste afwijkingen ervan, venerische ziekten en het - belang van het oefenen in zelfbeheersching. In Geschlecht und - Gesellschaft (deel I, afl. 7) geeft Dr. Fritz Reuther de korte - inhoud van lezingen, die hij gehouden heeft voor een klasse van - jonge onderwijzers; zij omvatten veelal hetzelfde terrein als - die van Chotzen. - - Het is niet gebleken, dat in Engeland de Minister van Opvoeding - reeds stappen gedaan heeft om het houden van lezingen over - sexueele hygiëne te verzekeren aan jongens die op het punt zijn - de school te verlaten. In Pruisen echter toont de Minister van - Opvoeding een levendige belangstelling in deze zaak, en zulke - lezingen worden nu algemeen gehouden, hoewel het bijwonen ervan - gewoonlijk niet verplichtend is. Eenige jaren geleden (in 1900), - toen er voorgesteld werd een serie lezingen te houden over sexueele - hygiëne voor de meergevorderde leerlingen van Berlijnsche scholen, - onder de leiding van een genootschap ter verbetering der moraal, - weigerde het gemeentebestuur zijn toestemming om de schoolkamers - te gebruiken, omdat "zulke lezingen buitengemeen gevaarlijk zouden - zijn voor den moreelen zin van een zoo jeugdig gehoor". Hetzelfde - bezwaar is gemaakt door leden van het gemeentebestuur in - Frankrijk. In Duitschland echter is er een snelle vooruitgang in - de publieke opinie. In Engeland is nog weinig of geen vordering - gemaakt, maar in Amerika worden stappen in deze richting gedaan, - zooals door de Maatschappij voor Sociale Hygiëne in Chicago. Het - moet gezegd worden dat zij, die zich in groote steden verzetten - tegen sexueele opheldering van de jeugd, zich rechtstreeks tot - bondgenoot maken, of zij het weten of niet, van de invloeden die - misdaad en immoraliteit veroorzaken. - - Zulke lezingen worden ook gegeven aan meisjes die van school - gaan, niet alleen meisjes van de gegoede, maar ook die van de - arme klasse, die ze zeker evenzoo noodig hebben en in sommige - opzichten meer. Zoo heeft Dr. A. Heidenhain een lezing uitgegeven - (Sexuelle Belehrung der aus den Volksschule entlassenen Mädchen, - 1907) met anatomische tabellen, die hij gehouden heeft voor meisjes - die op het punt waren de school te verlaten, en die bedoeld is - haar in dien tijd in handen te geven. Salvat staat er op in een - thèse de Lyon (La Dépopulation de la France, 1903), dat de hygiëne - van de zwangerschap en de zorg voor kinderen een deel zou moeten - uitmaken van het onderwerp van zulke lezingen. Deze onderwerpen - konden echter wel tot een wat later tijd uitgesteld worden. - - -Iets is er klaarblijkelijk noodig behalve lezingen over deze -onderwerpen. Het moet de taak zijn van de ouders of de andere -verzorgers van iederen jongen man en ieder jong meisje, om het -zóó in te richten dat, tenminste eenmaal in deze levensperiode, -er een vertrouwelijk, persoonlijk onderhoud is met een dokter, -om gelegenheid te geven voor een vriendschappelijk, vertrouwelijk -gesprek over de hoofdpunten van sexueele hygiëne. De huisdokter zou het -best zijn voor dezen plicht, omdat hij op de hoogte kan zijn van het -persoonlijk temperament van den jongen man en met de neigingen van de -familie [38]. Voor meisjes verdient een vrouwelijke dokter dikwijls de -voorkeur. Sekse is feitelijk een mysterie; voor den onbedorven jongen -man is ze dat instinctief; behalve in een abstracten en technischen -vorm kan ze feitelijk niet het onderwerp zijn voor lezingen. In een -vertrouwelijk en geïndividualiseerd gesprek tusschen den nieuweling -in het leven en den deskundige kunnen vele noodzakelijke dingen -gezegd worden, die in het publiek niet gezegd zouden kunnen worden, -en bovendien kan de jonge man vragen stellen, die door schuwheid -en terughouding moeilijk aan ouders gesteld kunnen worden, terwijl -de gemakkelijke gelegenheid om ze op natuurlijke wijze aan den -vakman te stellen anders zelden of nooit voorkomt. De meeste jonge -menschen hebben hun eigen speciale onwetendheden, hun eigen speciale -moeilijkheden; moeilijkheden en onwetendheden die soms door een woord -uit den weg geruimd kunnen worden. Toch gebeurt het volstrekt niet -zelden, dat zij ze meedragen vèr in het volwassen leven, omdat zij de -gelegenheid niet gehad hebben, òf de handigheid en de onbeschroomdheid -misten om de gelegenheid te maken, om inlichting te verkrijgen. - -Men moet duidelijk begrijpen, dat deze gesprekken van medischen, -hygiënischen en physiologischen aard zijn; zij moeten niet gebruikt -worden om moreele platheden te debiteeren. Ze daarvoor te gebruiken, -zou een noodlottige vergissing zijn. Jonge menschen zijn dikwijls zeer -vijandig gezind tegenover enkel conventioneele moreele grondstellingen, -en zij vermoeden de holheid ervan, niet altijd zonder reden. Het doel, -dat hier beoogd wordt, is inlichting. Zeker kan kennis nooit immoreel -zijn, maar er wordt niets gewonnen door kennis en moraal door elkaar -te haspelen. - -Als wij den nadruk leggen op den aard van de taak van den dokter in -deze zaak, als zuiver en alleen die van wijze, praktische inlichting, -dan is daar niets mee gezegd tegen de voordeelen en de enorme -beteekenis voor de sexueele hygiëne van de moreele, godsdienstige, -ideale elementen van het leven. Het is niet in de eerste plaats de taak -van den dokter om deze in te boezemen, maar zij hebben een zeer intieme -betrekking tot het sexueele leven, en aan iederen jongen en ieder -meisje met de puberteit, en nooit vóór de puberteit, moet het voorrecht -gegeven worden--en niet de plicht of de taak--om ingewijd te worden -in die elementen van het leven der wereld, die tevens natuurlijke -functies zijn van de jeugdige ziel. Hier is echter de sfeer van den -leeraar in godsdienst of zedeleer. Tijdens de puberteit heeft hij een -goede gelegenheid, de beste die hij ooit krijgen kan. Dit opbloeien van -de sexe in het lichaam tijdens de puberteit, heeft zijn geestelijken -tegenhanger in het terzelfder tijd opbloeien van de ziel. De kerken -hebben van de vroegste tijden af de godsdienstige beteekenis van dit -oogenblik erkend, want deze levensperiode hebben zij aangewezen als den -tijd voor de bevestiging en dergelijke riten. Met het voortschrijden -van de eeuwen worden zulke godsdienstige gebruiken weliswaar slechts -formeele fossielen, oogenschijnlijk zonder zin. Maar zij hebben toch -een beteekenis en kunnen weer tot leven gewekt worden. Ook moeten zij -niet beperkt blijven, wat hun geest en hun innerlijk wezen betreft, -tot hen die een bovennatuurlijk geopenbaarden godsdienst belijden. Zij -gaan alle zedeleeraars aan: die moeten zich duidelijk voor oogen -stellen, dat zij tijdens de puberteit de groote ideale aspiraties -moeten inboezemen of bevestigen, die in dezen tijd neiging hebben om -spontaan te ontwaken in de ziel van den jongen of van het meisje [39]. - -Het tijdvak van de puberteit, heb ik gezegd, is de periode waarin deze -nieuwe soort van sexueele inwijding gewenscht is. Vóór de puberteit, -hoewel de psychische emotie van liefde zich dan dikwijls ontwikkelt, -zoo goed als soms physische sexueele emoties, die gewoonlijk vaag en -verstrooid zijn, zijn bepaalde en plaatselijke sexueele gevoelens -zeldzaam. Voor den normalen jongen of het normale meisje is liefde -gewoonlijk een niet gespecialiseerde aandoening; het is, zooals Guyau -zegt "een toestand, waarin het lichaam de kleinste plaats heeft". Bij -het eerste opgaan van de zon van het geslacht ziet de jongen of het -meisje, zooals Blake zei dat hij bij het opgaan van de zon zag, niet -een rondgeel lichaam boven den horizon uit komen, of eenige andere -physieke verschijning, maar een groot aantal zingende engelen. Met de -bepaalde uitbarsting van physieke sexueele openbaring en verlangens, -hetzij tijdens de puberteit of later in de jeugd, komt er een nieuwe -onstuimige verontrustende invloed te voorschijn. Tegen de kracht -van dezen invloed kunnen enkel intellectueele voorlichting of zelfs -liefderijke moederlijke raad--de invloeden waarmee we tot dusver te -doen gehad hebben--machteloos zijn. Om er macht over te krijgen, moeten -wij hulp vinden in het feit, dat de puberteit de bloei is niet alleen -van een nieuwe physieke, maar van een psychische kracht. De wereld -der idealen ontplooit zich op natuurlijke wijze voor den jongen of het -meisje met de puberteit. De tooverkracht van schoonheid, het instinct -van zedigheid, het natuurlijke van zelfbeheersching, het denkbeeld -van onzelfzuchtige liefde, de beteekenis van plicht, het gevoel -voor kunst en poëzie, het verlangen naar godsdienstige opvattingen -en aandoeningen--al deze dingen ontwaken spontaan in den onbedorven -jongen of het onbedorven meisje met de puberteit. Ik zeg "onbedorven" -want als deze dingen aan het kind opgedrongen zijn vóór de puberteit, -wanneer zij nog geen beteekenis voor hem hebben--zooals ongelukkig -veel te dikwijls gedaan wordt, meer speciaal wat godsdienstige ideeën -aangaat--dan is het maar al te waarschijnlijk, dat het op dat oogenblik -van zijn ontwikkeling niet behoorlijk zal reageeren op datgene waar -hij anders op natuurlijke wijze gehoor aan zou geven. Onder natuurlijke -omstandigheden is dit de tijd voor geestelijke inwijding. Nu, en niet -eerder, is het tijd voor den godsdienst- of den zedeleeraar, al naar -het geval is--want alle godsdiensten en ethische systemen kunnen zich -gelijkelijk aan deze taak aanpassen--om den jongen of het meisje onder -handen te nemen, niet met eenige speciale en opdringerige verwijzing -naar de sexueele impulsen, maar om de ontwikkeling en manifestatie -van deze psychische puberteit in de hand te werken, om indirect de -jonge ziel te helpen ontsnappen aan de sexueele gevaren, door haar -te laten voorlichten door een ster, die kan meewerken te voorkomen, -dat ze vastraakt in de onreinheid van het vleesch. - -Zulk een inwijding, het is van belang het op te merken, is meer -dan een introductie in de sfeer van godsdienstig gevoel. Het is een -inwijding in mannelijkheid, het moet een erkenning in zich sluiten van -de mannelijke, zelfs meer dan van de vrouwelijke deugden. Dit is door -de beste onder de natuurvolken wèl verstaan. Zij geven hun jongens en -meisjes steeds een inwijding bij de puberteit; het is een inwijding die -niet alleen opvoeding in de gewone beteekenis in zich sluit, maar een -strenge discipline van het karakter, daden van uithoudingsvermogen, -het beproeven van het karakter, het toetsen van de spieren der ziel, -evenzeer als van die van het lichaam. - - - Ceremonies van inwijding in mannelijkheid--die physieke en - geestelijke discipline in zich sluiten en die weken en maanden - duren en nooit dezelfde zijn voor beide seksen--zijn een gewone - zaak onder natuurvolken in alle deelen van de wereld. Zij - omvatten bijna altijd het verdragen van een zekere mate van pijn - en vermoeienissen, een wijze mate van oefenen, die de weekheid van - de beschaving tè dwaas heeft laten vallen, want de geschiktheid - om vermoeienis te verdragen is een grondvoorwaarde van alle - werkelijke mannelijkheid. Als een verbeteringsmiddel voor deze - neiging tot weekheid in de moderne opvoeding is de leer van - Nietzsche zoo onschatbaar. - - De inwijding van jongens onder de inboorlingen van Straat Torres - is uitvoerig beschreven door A. C. Haddon (Reports Anthropological - Expedition to Torres Straits, deel V, Hoofdst. VII en XII). Zij - duurt een maand, omvat veel ernstige oefening, uithoudingsvermogen - en uitmuntende moreele voorlichting. Haddon merkt op, dat het "een - zeer goede tucht" was, en voegt er bij, "het is niet gemakkelijk - om een krachtiger middel te bedenken voor snelle oefening". - - Onder de oorspronkelijke bewoners van Victoria, Australië, duren de - inwijdende ceremonies, zooals beschreven wordt door R. H. Mathews - ("Some Initiation Ceremonies", Zeitschrift für Ethnologie 1905, - afl. 6), zeven maanden en vormen ze een uitmuntende tucht. De - jongens worden meegenomen door de ouderen van den stam, zij worden - onderworpen aan menige proef van geduld en uithoudingsvermogen - voor pijn en onbehagelijkheid, waartoe soms zelfs behooren - het inslikken van urine en ontlasting; zij worden in aanraking - gebracht met andere stammen, de wetten worden hun geleerd en de - overleveringen van den stam, en aan het eind worden bijeenkomsten - gehouden, waar verlovingen worden tot stand gebracht. - - Bij de noordelijke stammen van Centraal Australië behooren tot de - inwijdingsceremonies besnijdenis en gedeeltelijke opensnijding van - de penis, zoowel als zware handenarbeid en vermoeienissen. De - inwijding van meisjes tot vrouwelijkheid is verbonden met - opensnijden van de vagina. Deze ceremonies zijn beschreven - door Spencer en Gillen (Northern Tribes of Central Australia, - hoofdst. XI). Bij verschillende volken in Engelsch Oost-Afrika - (de Masai ingesloten) is inwijding tijdens de puberteit een - groote ceremonieele gebeurtenis, die zich uitstrekt over een - periode van vele maanden; zij sluit in besnijdenis bij jongens, - en bij meisjes clitoridectomie, zoowel als, onder andere stammen, - het wegnemen van de kleine schaamlippen. Een meisje, dat tijdens de - bewerking steunt of schreit, raakt in ongenade onder de vrouwen en - wordt uitgedreven uit de kolonie. Na bevredigenden afloop van de - ceremonies is de jongen of het meisje huwbaar (C. Marsh Beadnell, - "Circumcision and Clitoridectomy as Practiced by the Natives of - British East Africa", British Medical Journal, April 29, 1905). - - De inwijding onder de Afrikaansche Bawenda, zooals ze beschreven - is door een zendeling, bestaat uit drie stadiën: (1). Een stadium - van leering en tucht, waarin de overleveringen en heiligdommen - van den stam geopenbaard worden, de krijgskunst geleerd, - zelfbeheersching en uithoudingsvermogen gekweekt; dan worden de - jongelingen beschouwd als volwassen. (2). In het volgende stadium - wordt de danskunst beoefend, door iedere sekse afzonderlijk, - overdag. (3). In het laatste stadium, dat het stadium is van - volledige sexueele inwijding, dansen de beide seksen 's avonds te - zamen; het tooneel, "laat zich" naar de meening van den zendeling - "niet beschrijven"; de ingewijden zijn nu geheel volwassen, - met al de voorrechten en verantwoordelijkheden van volwassenen - (Rev. E. Gottschling, "The Bawenda", Journal Anthropological - Institution, July to Dec., 1905, p. 372. Cf., een belangwekkend - verslag van de Bawenda Tondo scholen door een anderen zendeling, - Wessmann, The Bawenda, pp. 60 et seq.). - - De inwijding van. meisjes in Azimba Land, Centraal Afrika, is - volledig en belangwekkend beschreven door H. Crawford Angus ("The - 'Chensamwali' or Initiation Ceremony of Girls", Zeitschrift für - Ethnologie, 1898, Heft 6). Bij het eerste teeken van menstruatie - wordt het meisje door haar moeder meegenomen buiten het dorp naar - een hut van gras, die voor haar in orde is gemaakt, waar alleen de - vrouwen haar mogen bezoeken. Aan het einde der menstruatie wordt - zij meegenomen naar een afgelegen plaats en de vrouwen dansen om - haar heen; er zijn geen mannen bij tegenwoordig. Het meisje wordt - dan ingelicht over de hygiëne van de menstruatie. "Veel liederen - worden gezongen over de betrekkingen tusschen mannen en vrouwen, - en het meisje wordt ingelicht omtrent al haar plichten als ze - trouwt. Het meisje leert trouw te zijn aan haar echtgenoot en - de bezwaren van de zwangerschap te verdragen. De geheele zaak - wordt beschouwd als iets natuurlijks en niet als iets, waarover - men zich schamen moet of dat men moet verbergen; en daar zij zoo - openlijk behandeld wordt en er geen geheim van gemaakt wordt, zijn - de vrouwen van dezen stam zeer deugdzaam, omdat het onderwerp van - het gehuwde leven geen betoovering voor haar heeft. Als een vrouw - zwanger is, wordt er weer om haar gedanst: al de danseressen zijn - naakt; haar wordt dan geleerd, hoe zij zich moet gedragen en wat - zij doen moet als de tijd van haar bevalling komt". - - Bij de Yuman Indianen van Californië, naar beschreven is door - Horatio Rust ("A Puberty Ceremony of the Mission Indians", - American Anthropologist, Jan. to March, 1906, pag. 28) worden - de meisjes bij de puberteit voorbereid op het huwelijk door een - ceremonie. Zij worden in dekens gewikkeld en gelegd in een warme - kuil, waar zij blijven liggen en er heel gelukkig uitzien als - ze uit hun deken kijken. Vier dagen en nachten liggen ze hier - (ze gaan nu en dan weg om voedsel te halen), terwijl de oude - vrouwen van den stam voortdurend om den kuil heen dansen en - zingen. Nu en dan werpen de oude vrouwen zilveren muntstukjes - onder de menigte om de meisjes te leeren edelmoedig te zijn. Zij - geven ook doeken en tarwe weg, om haar te leeren vriendelijk - te zijn voor de ouden en behoeftigen; en zij strooien met ruime - hand wilde zaadkorrels over de meisjes uit om ze vruchtbaar te - maken. Ten slotte moeten alle vreemdelingen zich verwijderen, - er worden kransen op de hoofden der meisjes geplaatst en zij - worden gebracht naar de helling van een heuvel. Daar wordt haar - de groote en heilige steen getoond, die het zinnebeeld is van de - vrouwelijke geslachtsorganen en er op gelijkt, waarvan men zegt, - dat hij vrouwen beschermt. Dan wordt koren geworpen over alle - aanwezigen, en de plechtigheid is afgeloopen. - - De vrouwen van de Tlinkit Eskimo's zijn lang beroemd geweest door - haar goede eigenschappen. Bij het begin der puberteit werden zij - in afzondering gebracht, dikwijls een jaar lang; daarbij werden ze - in het donker gehouden, in ellende en vuil. Toch, hoe gebrekkig - en onvoldoende deze inwijding was, "meent Langsdorf", volgens - Bancroft (Native Races of Pacific, deel 1, pag. 110), waar hij - de deugden aanhaalt van de vrouwen der Thinkleets, "dat het wel - gedurende dezen tijd van opsluiting kan zijn, dat de grondslag - van haar deugden gelegd wordt; dat in bescheiden terughouding en - nadenken haar karakter wordt gestaald, en dat zij, gereinigd naar - den geest zoowel als naar het lichaam, weer voor den dag komt". - - -Bij ons zijn deze oude en waardevolle inwijdings-riten in mannelijkheid -en vrouwelijkheid, met hun onschatbare moreele voordeelen, verloren -gegaan; op zijn best hebben wij alleen behouden de schil, waarin de pit -is vergaan. Mettertijd, wij kunnen er niet aan twijfelen, zullen zij in -nieuwe vormen herleven. Tegenwoordig wordt de geestelijke inwijding van -jongens en meisjes overgelaten aan de kansen van een of ander gelukkig -toeval; gewoonlijk is zij van een zuiver verstandelijken aard die niet -geheel gezond kan wezen, en op zijn best is ze belachelijk onvolledig. - -Deze verstandelijke inwijding komt gewoonlijk tot den jongen man door -middel van de literatuur. De invloed der literatuur strekt zich dus in -de sexueele opvoeding, in een onberekenbare mate, uit buiten de nauwe -sfeer van handboeken over sexueele hygiëne, hoe goed en wenschelijk -deze ook zijn mogen. Het grootste deel van de literatuur is min of -meer duidelijk doortrokken van erotische en auto-erotische opvattingen -en impulsen; bijna alle verbeeldingsliteratuur komt voort uit den -wortel sekse-verschil om op te bloeien in visioenen van schoonheid -en extase. De "Divina Comedia" van Dante is hierin het onsterfelijke -type van de ontwikkeling van den dichter. De jonge man raakt bekend -met de phantastische uitbeeldingen van de liefde, voordat hij bekend -raakt met de werkelijkheid van de liefde, zoodat, zooals Leo Berg -het uitdrukt, "de weg naar de liefde bij beschaafde volken door de -verbeelding gaat". Zoo is alle literatuur voor de jeugdige ziel een -deel van de sexueele opvoeding [40]. Het hangt eenigszins, hoewel -gelukkig niet geheel, af van het oordeel van hen die gezag hebben -over de jonge ziel, of de literatuur waartoe de jongen of het meisje -toegelaten wordt al of niet van groote en beschavende soort is. - - - Alle groote literatuur raakt naakt en gezond de centrale feiten - van het geslachtsleven aan. Het is altijd troostrijk zich dit te - herinneren in een tijd van kleingeestige preutschheid. En het - is een voldoening te weten, dat het niet mogelijk zou zijn de - literatuur van de groote tijden te ontmannen, hoe wenschelijk dit - ook moge schijnen aan de menschen van meer gedegenereerde tijden, - of om de toegangen tot die literatuur af te sluiten voor jonge - menschen. Al onze godsdienstige en letterkundige tradities dienen - om de positie van den Bijbel en van Shakespeare te versterken. "Zoo - vele mannen en vrouwen", schrijft een correspondent, een - letterkundig man, "krijgen in hun jeugd sexueele denkbeelden - door het lezen van het Oude Testament, dat de Bijbel wel een - erotisch tekstboek genoemd mag worden. De meeste personen van - beide seksen, waarmee ik over dit onderwerp gesproken heb, zeggen, - dat de Boeken van Mozes en de verhalen van Amnon en Tamar, Lot - en zijn dochter, de vrouw van Potiphar en Jozef, enz. aanleiding - waren tot overpeinzing en nieuwsgierigheid en hun inlichting gaven - over de sexueele verhouding. Een jongen en een meisje van vijftien - jaar, allebei vrienden van den schrijver, en nu boven de dertig - jaar oud, zochten 's Zondags morgens in den Bijbel erotische - plaatsen op, als ze in de kerk van de Dissenters waren, reikten - hun Bijbels aan elkaar toe, met hun vinger op de plaats die hun - belang inboezemde". Op dezelfde wijze heeft menige jonge vrouw - Shakespeare geleend, om de gloeiend erotische poëzie van Venus - en Adonis te lezen, waarvan haar vriendinnen haar verteld hadden. - - De Bijbel, dit mag gezegd worden, is niet in ieder opzicht een - model inlichting voor den jongen geest over seksevragen. Maar zelfs - zijn vrije aanname, als van goddelijken oorsprong, van sexueele - regels die zoo ongelijk zijn aan die welke in naam de onze zijn, - zooals polygamie en concubinaat, helpt den gezichtskring verruimen - van den jeugdigen geest, door hem te toonen, dat de regels die - het kind omringen, niet altijd en overal van kracht zijn, terwijl - de naaktheid en het realisme van den Bijbel niet anders kan zijn - dan een gezond en tonisch verbeteringsmiddel voor conventioneele - preutschheden. - - Wij moeten altijd protesteeren tegen de dwaze verwarring, die een - openhartige wijze van spreken gelijk stelt met immoraliteit, en dat - niet minder, omdat ze dikwijls zelfs in wat beschouwd worden als - intellectueele kringen, zoo dikwijls voorkomt. Toen in the House - of Lords, in de vorige eeuw, de uitsluiting van Byron's standbeeld - uit Westminster Abbey werd besproken, "ontkende" Lord Brougham - "dat Shakespeare moreeler was dan Byron. Hij kon, integendeel, - op een enkele bladzij van Shakespeare meer grofheid vinden dan in - al Lord Byron's werken te vinden was". De conclusie, waar Brougham - zoo toe kwam, dat Byron een onvergelijkelijk moreeler schrijver - is dan Shakespeare, moest een voldoende reductio ad absurdum - van zijn bewering geweest zijn, maar het blijkt niet, dat iemand - gewezen heeft op de vulgaire verwarring, waartoe hij vervallen was. - - We kunnen wel zeggen, dat de speciale aantrekkingskracht, die de - naaktheid van groote literatuur soms heeft voor jonge geesten, - ongezond is. Maar men moet zich herinneren, dat het bijzondere - belang van dit element voornamelijk berust op het feit, dat - overal elders een ingeroeste en abnormale geheimzinnigheid - heerscht. Het moet ook gezegd worden, dat de uitingen van groote - schrijvers over natuurlijke dingen nooit verlagend zijn, en - zelfs niet erotisch prikkelend voor jonge menschen; wat Emilia - Pardo Bazan van zichzelf vertelt toen ze een kind was en over - haar pleizier in de historische boeken van het Oude Testament, - dat de ruwe passages daarin niet de flauwste schaduw van onrust - over haar jonge verbeelding wierpen, is even waar van de meeste - kinderen. Het is zelfs noodig, dat deze naakte en ernstige dingen - blijven staan, al was het alleen maar om een tegenwicht te vormen - tegen de ontuchtige, comische pogingen om liefde en sekse te - bezoedelen, die voor iedereen te zien zijn voor het raam van - elken ordinairen boekwinkel. - - Dit gezichtspunt werd krachtig verdedigd door de sprekers - over sexueele opvoeding op het Derde Congres van de Duitsche - Maatschappij ter Bestrijding van Geslachtsziekten in 1907. Zoo - protesteerde Enderlin, die sprak als hoofd eener school, tegen de - gewoonte om plaatsen te schrappen in gedichten en volksliederen - voor het gebruik van kinderen en zoo ze te berooven van de mooiste - introductie tot gezuiverde sexueele impulsen en de hoogste sfeer - van emotie, terwijl zij terzelfder tijd roekeloos zijn blootgesteld - aan de "psychische infectie" van de vulgaire humoristische - bladen, die overal te koop worden aangeboden. "Zoolang kinderen - te jong zijn om te reageeren op erotische poëzie, kan die hun - geen kwaad doen; als zij oud genoeg zijn om er op te reageeren, - dan kan zij hun slechts ten goede komen door hun de hoogste - en zuiverste kanalen van menschelijke emotie te openen" - (Sexualpädagogik, p. 60). Professor Schäfenacker (id., p. 98) - uit zich in denzelfden geest en merkt op dat "de methode om uit - schoolboeken te verwijderen al die passages die naar de meening van - kortzichtige en enghartige onderwijzers niet geschikt zijn voor de - jeugd, beslist moet veroordeeld worden". Iedere gezonde jongen en - ieder gezond meisje dat den leeftijd der puberteit bereikt heeft, - mag veilig toestemming gegeven worden in een goede bibliotheek - te snuffelen, hoe verschillend de inhoud ervan ook is. Wel verre - van leiding noodig te hebben, zullen zij gewoonlijk een veel - verfijnder smaak toonen dan menschen die ouder zijn. Op dezen - leeftijd, terwijl de emoties nog maagdelijk zijn en gevoelig, - krassen de dingen, die realistisch, leelijk of ziekelijk zijn - op den jongen geest en zij worden ter zijde geworpen, terwijl op - den volwassen leeftijd, met het ruwer worden van het geestelijk - weefsel, veroorzaakt door de jaren en door de ondervinding, deze - tegenzin ongetwijfeld door een even gezond en natuurlijk instinct - veel minder sterk kan worden. - - Ellen Key somt in hoofdstuk VI van haar Eeuw van het Kind juist de - redenen op die er zijn tegen de gewoonte om voor kinderen boeken - te kiezen, die "geschikt" voor hen zijn, een gewoonte, die zij - beschouwt als een van de dwaasheden van de moderne opvoeding. Het - kind moet vrij zijn alle groote literatuur te lezen en het zal - zelf bij instinct de dingen terzijde schuiven voor welke het - nog niet rijp is. Zijn koele zinnen worden niet gehinderd door - tooneelen die ouderen te prikkelend vinden, terwijl het zelfs in - een later stadium niet de naaktheid van de groote literatuur is, - maar veeleer de methode van den modernen roman, die kans heeft - de verbeelding te bezoedelen, de waarheid te vervalschen en den - smaak te beleedigen. Het is geheimzinnigheid die misleidt en - ruw maakt, die een toestand van den geest schept, waarin zelfs - de Bijbel een prikkel wordt voor de zinnen. De geschriften van - de groote meesters geven het voedsel aan de verbeelding, dat het - kind verlangt; het erotisch moment daarin is te kort om te veel - te kunnen verhitten. Het is des te meer noodig voor kinderen, - merkt Ellen Key op, om ingeleid te worden in de groote literatuur, - omdat zij dikwijls weinig gelegenheid hebben zich er in hun later - leven mee bezig te houden. Vele jaren tevoren had Ruskin in Sesame - and Lilies welsprekend er op aangedrongen, dat zelfs aan jonge - meisjes moest worden toegestaan vrij in bibliotheken te snuffelen. - - -Wat over literatuur gezegd is, is evenzeer van toepassing op de -kunst. Kunst, zoowel als literatuur, en op dezelfde indirecte -wijze, kan een waardevol hulpmiddel worden in de taak van sexueele -inlichting en sexueele hygiëne. Moderne kunst kan voor het grootste -deel voorbijgezien worden van dit gezichtspunt, maar kinderen kunnen -niet te vroeg vertrouwd gemaakt worden met de voorstellingen van het -naakt in de oude beeldhouwkunst en in de schilderijen van de oude -meesters der Italiaansche school. Op deze wijze kunnen zij immuun -gemaakt worden, zooals Enderlin het uitdrukt, tegen die voorstellingen -van het naakt, die zich beroepen op de lagere instincten. Vroege -bekendheid met het naakt in de kunst is terzelfder tijd een hulp -tot het verkrijgen van een juiste houding tegenover reinheid in de -natuur. "Hij die geleerd heeft", zooals Höller opmerkt, "rustig het -naakt in de kunst te genieten, zal in staat zijn het naakt in de -natuur te beschouwen als een kunstwerk". - - - Afgietsels van klassieke naakte standbeelden en reproducties van - de schilderijen van de oude Venetiaansche en andere Italiaansche - meesters kunnen goed gebruikt worden om schoolkamers te versieren, - niet zoozeer als voorwerpen van onderricht dan als dingen van - schoonheid, waarmee het kind niet te vroeg vertrouwd gemaakt - kan worden. In Italië zegt men, dat het een gewone zaak is, dat - schoolklassen door hun onderwijzers naar de museums van kunst - worden meegenomen, met goede resultaten; zulke bezoeken vormen - een deel van het officieele opvoedingsplan. - - Er kan geen twijfel aan bestaan, dat zulke vroege vertrouwdheid - met de schoonheid van het naakt in de klassieke kunst in ruimen - kring een behoefte is onder alle maatschappelijke klassen en - in vele landen. Aan dit gebrek in onze opvoeding moeten wij - toeschrijven het nu en dan, en in Amerika en Engeland dikwijls, - voorkomen van zulke voorvallen als verzoekschriften en protesten - tegen het opstellen van naakte standbeelden in museums van kunst, - het vertoonen van schilderijen zoo onschuldig als Leighton's "Bath - of Psyche" achter winkelramen en de eisch van het drapeeren van de - naakte personificaties van abstracte deugden in architectonische - straatdecoratie. Zoo onvolkomen is nog de opvoeding van de massa, - dat in deze zaken het slecht opgevoede fanatisme van de onreinheid - gewoonlijk hoogtij viert. Zulk een stand van zaken kan slechts - een ongezonde reactie hebben op de moreele atmosfeer van de - gemeenschap, waarin ze mogelijk is. Zelfs uit een godsdienstig - gezichtspunt is verhitte preutschheid niet te verdedigen. Northcote - heeft zeer gematigd en gevoelig de kwestie van het naakt in de - kunst besproken van het standpunt der Christelijke moraal. Hij - wijst er op, dat niet alleen het naakt in de kunst niet onbevoegd - veroordeeld mag worden en dat het naakte in het geheel niet - noodzakelijk het erotische is, maar hij voegt er ook bij, dat - zelfs erotische kunst, in zijn beste en zuiverste uitingen, - slechts aandoeningen opwekt, die het waardige voorwerp zijn - van de aspiraties van een mensch. Het zou zelfs onmogelijk zijn - Bijbelsche verhalen goed op doek of in marmer voor te stellen, - als de erotische kunst in den ban gedaan werd. (Rev. H. Northcote, - Christianity and Sex Problems, hoofdst. XIV). - - Vroege bekendheid met het naakt in klassieke en oude Italiaansche - kunst moet tijdens de puberteit verbonden worden met een even - groote bekendheid met photographieën van mooie en natuurlijk - ontwikkelde naakte modellen. In vroeger jaren waren boeken, die - platen bevatten geschikt om op aantrekkelijke wijze aan jonge - menschen voor te leggen, moeilijk te verschaffen. Nu bestaat - die moeilijkheid niet langer. Dr. C. H. Stratz, Den Haag, is de - pionier geweest in deze zaak. In een serie mooie boeken (vooral - in Der Körper des Kindes, Die Schönheit des Weiblichen Körpers - en Die Rassenschönheit des Weibes, alle uitgegeven door Enke - in Stuttgart), heeft hij een groot aantal mooi uitgezochte - photographieën van naakte, maar volkomen kuische figuren - samengebracht. Kort geleden heeft Dr. Schufeldt, van Washington - (die zijn werk opdraagt aan Stratz), uitgegeven zijn Studies of - the Human Form, waarin hij, in denzelfden geest, de resultaten - van zijn eigen studies van de naakte menschelijke gestalte - gedurende vele jaren heeft verzameld. Het is noodig de indrukken, - die uit klassieke bronnen gekregen zijn, te verbeteren door goede - photographische illustraties, uit hoofde van de valsche conventies - die in klassieke werken overheerschen, hoewel deze conventies niet - noodzakelijk valsch waren voor de artisten die ze schiepen. De - weglating van het schaamhaar, in voorstellingen van het naakt, - was bij voorbeeld heel natuurlijk voor de volken van landen, - die, nog onder Oosterschen invloed, gewend zijn het haar van - het lichaam te verwijderen. Als wij onder geheel verschillende - omstandigheden die artistieke conventie nu laten voortbestaan, - stellen wij ons in een verkeerde verhouding tot de natuur. Er - zijn vele bewijzen hiervoor. "Er is éen conventie zoo oud, zoo - noodig, zoo algemeen", schrijft Frederic Harrison (Nineteenth - Century and After), "dat het opzettelijk zondigen ertegen de gal - kan opwekken van den minst overdreven kieskeurigen man en dat - vrouwen zich ineens zouden terugtrekken". Als jongens en meisjes - opgevoed waren aan moeders knie in bekendheid met platen van mooie - en natuurlijke naaktheid, zou het voor een ieder onmogelijk zijn - zulke dwaze en schandelijke woorden te schrijven als deze. - - Er kan geen twijfel aan zijn, dat onder ons de eenvoudige en open - houding van het kind jegens het naakt zoo vroeg is vernietigd, - dat verstandige opvoeding noodig is om het in staat te stellen, - te onderscheiden wat obsceen is en wat niet. Voor den jongen van - den ploeg en het dienstmeisje van het land is alle naaktheid, - óok die van een Grieksch beeld, even schandelijk of wellustig. "Ik - heb ook een plaat met zulke vrouwen", zei een boer met een grijns, - en hij wees naar een photographie van een van Tintoret's mooiste - groepen, "die rooken cigaretten". En het meerendeel der menschen in - de meeste Noordelijke landen is nog niet ver voorbij dit stadium - van gebrek aan onderscheiding; in bekwaamheid om onderscheid - te maken tusschen het mooie en het obscene staan zij nog op het - standpunt van den jongen van den ploeg en van het dienstmeisje. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK III - -SEXUEELE OPVOEDING EN NAAKTHEID - - - De Grieksche houding tegenover de naaktheid.--Hoe de Romeinen die - houding wijzigden.--De invloed van het Christendom.--Naaktheid - in middeleeuwsche tijden.--Ontwikkeling van den afschuw voor - naaktheid.--De daarmee samengaande verandering in de opvatting - van de naaktheid.--Preutschheid.--De romantische beweging.--Het - ontstaan van een nieuw gevoel met betrekking tot de naaktheid.--De - hygiënische beschouwing van de naaktheid.--Hoe kinderen aan - naaktheid gewend kunnen worden.--Naaktheid staat niet vijandig - tegenover zedigheid.--Het instinct van physieke trots.--De - waarde van naaktheid in de opvoeding.--De aesthetische waarde - van naaktheid.--Het menschelijk lichaam als een van de eerste - opwekkingsmiddelen in het leven.--Hoe naaktheid gecultiveerd kan - worden.--De moreele waarde van naaktheid. - - -De discussie over de naaktheid in de kunst brengt ons tot -de aanverwante kwestie van naaktheid in de natuur. Wat is de -psychologische invloed van vertrouwdheid met het naakt? In hoe verre -moeten kinderen vertrouwd gemaakt worden met het naakte lichaam? Over -deze kwestie hebben de menschen op verschillende tijden verschillende -meeningen gehad, en gedurende de laatste jaren is er daarover een -opmerkelijke verandering beginnen te komen in den geest van praktische -opvoeders. - -In Sparta, in Chios, en elders in Griekenland was er een tijd, -dat vrouwen naakt gymnastische toeren deden en dansten, te zamen -met de mannen, of in hun tegenwoordigheid [41]. Plato keurde in zijn -"Republiek" zulke gewoonten goed en zeide, dat de bespotting van hen, -die er om lachten, niets was dan "onrijp fruit, geplukt van den boom -der kennis". Over vele kwesties zijn Plato's opinies veranderd, maar -niet over deze. In de "Wetten", die het laatste resultaat zijn van zijn -philosophische overdenking in zijn ouderdom, raadt hij nog (Bk. VIII) -een dergelijke coëducatie van de seksen aan en hun coöperatie in -alle werken van het leven, gedeeltelijk om den òverscherpen kant der -sexueele begeerte af te stompen; met hetzelfde doel raadde hij aan -het samen omgaan van jongens en meisjes zonder belemmering, in een -kleeding, die den vorm niet bedekte. - -Het is opmerkelijk dat de Romeinen, een ruwer aangelegd volk dan de -Grieken en in onzen engen zin meer "moreel", geen gevoel toonden voor -den veredelenden en verfijnenden invloed van de naaktheid. Naaktheid -was voor hen alleen een wellustig toegeven, dat met minachting -behandeld moest worden, zelfs als men er van genoot. Ze werd beperkt -tot het tooneel en er werd om geroepen door het volk. Vooral in de -Floralia schijnt de menigte het als haar recht geëischt te hebben, -dat de acteurs naakt zouden spelen, waarschijnlijk, naar men denkt, -als een overblijfsel van een volksritueel. Maar de Romeinen, hoewel -ze met graagte naar de comedie gingen, voelden niets dan minachting -voor de tooneelspelers. "Flagitii principium est, nudare inter -cives corpora". Dat is, wat de oude Ennius dacht, zooals vermeld -wordt door Cicero, en dat bleef tot het laatst het echte Romeinsche -gevoelen. "Quanta perversitas!" zooals Tertullianus uitriep. "Artem -magnificant, artificem notant" [42]. Zoo legden de Romeinen, hoewel -zij den afschuw van de Christenen opwekten, toch in werkelijkheid -den grondslag van de Christelijke moraal. - -Het Christendom, dat het met zoo vele van Plato's ideeën eens was, -wilde niets te doen hebben met zijn beschouwing van de naaktheid en -zag de psychische juistheid ervan niet in. De reden was eenvoudig, en -werkelijk onnoozel. De kerk was er hartstochtelijk op uit te vechten -tegen wat zij "het vleesch" noemde, en zoo verviel zij in de dwaling, -de subjectieve kwestie van sexueel verlangen te verwarren met het -objectieve beschouwen van den naakten vorm. "Het vleesch" is slecht; -dus moet "het vleesch" verborgen worden. En zij verborgen het, zonder -te begrijpen, dat ze daarmee niet het verlangen naar de menschelijke -gestalte onderdrukt hadden, maar dat ze dat integendeel aangewakkerd -hadden door er de bekoring aan toe te voegen van een verboden mysterie. - - - Burton zegt, in zijn Anatomy of Melancholy (Deel III Sect. II, - Mem II, Subs. IV), waar hij wijst op de raadgevingen van Plato: - "Maar Eusebius en Theodoret geeselen hem er goed voor; en dat mogen - ze ook wel doen: want, zooals de een zegt, het zien alleen van - naakte deelen veroorzaakt enorme, hevige begeerten en prikkelt - mannen en vrouwen beide tot brandenden lust". "Toch", voegt - Burton er zelf verder in hetzelfde deel van zijn werk (Mem. V, - Subs. III), zonder protest bij, "meenen sommigen, dat het zien - van een naakte vrouw op zichzelf in staat is de genegenheid - van een man te veranderen; en het verdient overweging, zegt de - Franschman Montaigne, in zijn Essays, dat de kundigste meesters - in liefdezaken als geneesmiddel voor liefdehartstochten aanraden - een volledig beschouwen van het lichaam". - - Er moest geen kwestie zijn over het feit, dat juist het versierde, - gedeeltelijk verborgen lichaam en niet het volkomen naakte, - werkt als een sexueele prikkel. Ik heb eenig bewijsmateriaal - samengebracht over dit punt, in de studie over "The Evolution - of Modesty". "In Madagascar, West-Afrika, en de Kaap", zegt - F. G. F. Scott Elliot (A Naturalist in Mid-Africa, pag. 36), - "heb ik altijd denzelfden regel gevonden. Kuischheid is omgekeerd - evenredig aan de hoeveelheid kleeding". Men is nu inderdaad - algemeen van opinie, dat een van de voornaamste bedoelingen - van versiering en kleeding was: het sexueele verlangen aan te - wakkeren, en schildersmodellen weten wel, dat als zij volkomen - zonder kleeding zijn, zij het veiligst zijn voor ongewenschte - toenadering van mannen. "Een van mijn geliefkoosde modellen - vertelde mij", zegt Dr. Shufeldt (Medical Brief Oct. 1904), - de beroemde schrijver van Studies of the Human Form, "dat zij - gewoon was zich, zoo spoedig mogelijk, na het betreden van het - atelier van den schilder te ontkleeden, want, daar mannen niet - altijd verantwoordelijk zijn voor hun emoties, voelde zij, dat - ze veel minder kans had ze op te wekken of te prikkelen, als ze - geheel naakt was, dan wanneer ze maar half gekleed was". Dit feit - is volkomen bekend aan schildersmodellen. Als het overwinnen van - het geslachtsverlangen het eerste en laatste punt was waar het op - aankwam in het leven, dan zou het verstandiger zijn om kleeding - dan om naaktheid te verbieden. - - -Toen het Christendom de geheele Europeesche wereld beheerschte, kon -dit strenge vermijden van zelfs het gezicht van "het vleesch", hoewel -het in naam door allen aangenomen was als het wenschelijke ideaal, -alleen geheel en volkomen doorgevoerd worden in het klooster. In de -gewoonten van de wereld daarbuiten bleven, ofschoon de oorspronkelijke -Christelijke idealen hun invloed behielden, verschillende heidensche en -primitieve tradities, die aan de naaktheid gunstig waren, nog bestaan, -en mochten zich, in zekere mate, uiten, evenzeer in het dagelijksch -leven als bij bepaalde gelegenheden. - - - Hoe wijd verspreid de nu en dan voorkomende of algemeen - gebruikelijke gewoonte van naaktheid in de wereld over het - algemeen is, en hoe volkomen ze overeen te brengen is zelfs met - de allergevoeligste zedigheid is uiteengezet in "The Evolution - of Modesty", eveneens van mijne hand. - - Zelfs tijdens het tijdperk van het Christendom is de impuls - om naaktheid aan te nemen, dikwijls met het gevoel dat het - een bijzonder geheiligde gewoonte was, blijven bestaan. De - Adamieten van de tweede eeuw, die naakt lazen en baden en die - naakt het sacrament vierden, volgens wat vermeld wordt door den - heiligen Augustinus, schijnen weinig aanstoot gegeven te hebben, - zoolang zij naaktheid alleen in praktijk brachten bij hun heilige - ceremonies. De Duitsche Broeders van den Vrijen Geest, in de - dertiende eeuw, verenigden zooveel kuischheid met algemeene - naaktheid, dat orthodoxe Katholieken meenden, dat ze door den - Duivel geholpen werden. De Fransche Picardiërs eischten, op een - veel later tijd, openbare naaktheid, in het geloof, dat God, - hun leider in de wereld gezonden had, om de wet der Natuur te - herstellen; zij werden vervolgd en ze werden tenslotte uitgeroeid - door de Hussieten. - - In het dagelijksch leven werd echter tijdens de middeleeuwen - een vrij groote mate van naaktheid toegestaan. Dit was vooral - zoo in de openbare baden, die door mannen en vrouwen te zamen - bezocht werden. Zoo maakt Alwin Schultz de opmerking (in zijn - Höfische Leben zur Zeit der Minnesänger), dat de vrouwen van de - aristocratische klassen, niet de mannen, dikwijls in deze baden - naakt waren, behalve dat ze een hoed op hadden en een halssnoer om. - - Er is somtijds gezegd, dat in de middeleeuwsche godsdienstige - spelen Adam en Eva absoluut naakt waren. Chambers betwijfelt dit en - meent dat zij vleeschkleurige tricots droegen, of dat ze evenals - in een later spel van deze soort "gekleed waren in wit leder" - (E. K. Chambers, The Mediæval Stage, deel I, p. 5). Het kan wel zoo - zijn, maar het openlijk vertoonen zelfs van de sexueele organen - was geoorloofd, en dat in aristocratische huizen, want John of - Salisbury (in een passage, die aangehaald wordt door Buckle, - Commonplace Book, 541) protesteert tegen deze gewoonte. - - De vrouwen van de feministische zestiende eeuw in Frankrijk, zooals - R. de Maulde la Clavière opmerkt (Revue de l'Art, Jan. 1898), - hadden er geen bezwaar tegen haar aanbidders te beloonen, door hen - tot haar toilet toe te laten, of zelfs tot haar bad. Op het einde - der eeuw werden de dames nog minder preutsch, en vele welbekende - dames lieten zich schilderen, naakt tot het middel, zooals we zien - op het portret van "Gabrielle d'Estrées au Bain" in Chantilly. Vele - van deze schilderijen echter zijn zeker geen werkelijke portretten. - - Zelfs in het midden van de zeventiende eeuw was naaktheid in - Engeland in het openbaar niet verboden, want Pepys vertelt ons, - dat op den 29sten Juli 1667 een kwaker naar Westminster Hall kwam, - roepende: "Hebt berouw! Hebt berouw!" geheel naakt, behalve dat - hij "zeer netjes gedekt was om de geheime deelen, om schandaal te - vermijden". (Dit was ongetwijfeld Solomon Eccles, die gewoon was - in dit costuum rond te loopen, vóor en nà de Restoratie beide. Hij - was een beroemd musicus geweest, en hoewel hij excentriek was, - was hij blijkbaar niet krankzinnig). - - In een hoofdstuk "De la Nudité" en in de appendices van zijn boek - De l'Amour (deel I, p. 221) geeft Senancour voorbeelden van de nu - en dan voorkomende gewoonte in Europa om zich naakt te vertoonen, - en hij voegt er eenige belangwekkende opmerkingen van zichzelf bij; - zoo ook Dulaure (Des Divinités génératives, hoofdst. XV). Als regel - schijnt het dat, hoewel volkomen naaktheid in andere opzichten - toegestaan was, het gewoonte was de geslachtsdeelen te bedekken. - - -Het verzet tegen de naaktheid heeft nooit geheel gezegevierd vóor -de negentiende eeuw. Die eeuw vertegenwoordigde de triomf van -al de krachten, die de naaktheid in het openbaar overal en geheel -verboden. Als, zooals Pudor met nadruk zegt, naaktheid aristocratisch -is en de slavernij van de kleeding een plebejische eigenaardigheid, -aan de lagere klassen opgelegd door een hoogere klasse, die voor -zichzelf het voorrecht behield van physieke beschaving, dan mogen we -dit misschien in verband brengen met de uitbarsting van democratisch -plebejerschap, die naar Nietzsche aantoonde, haar hoogtepunt bereikte -in de negentiende eeuw. Het is in ieder geval zeker belangwekkend -op te merken, dat de beweging te die tijde geheel van karakter -veranderd was. Zij was algemeen geworden, maar terzelfder tijd -waren de grondslagen ervan ondermijnd. Zij had in ruime mate haar -godsdienstig en moreel karakter verloren en werd in plaats daarvan -beschouwd als een zaak van conventie. De man van de negentiende eeuw, -die het schouwspel zag van blanke ledematen, die in het zonlicht -schitterden, voelde niet meer zooals de middeleeuwsche kluizenaar dat -hij het heil van zijn onsterfelijke ziel in gevaar bracht of zelfs -maar de achteruitgang van zijn moraal in de hand werkte; hij voelde -alleen maar, dat het "onfatsoenlijk" was, of in het uiterste geval -"walgelijk". Dat is te zeggen, hij beschouwde de zaak als eenvoudig -een zaak van conventioneele etiquette, op zijn slechtst van smaak, -van æsthetiek. Door zoo zijn tegenzin tegen naaktheid naar beneden -te halen tot een zoo laag plan, had hij hem wel algemeen aannemelijk -gemaakt, maar terzelfder tijd had hij hem beroofd van zijn hooge -wijding. Zijn diepe afschuw van de naaktheid was buiten verhouding -tot de lichtzinnige beweegredenen, waarop hij haar grondde. - - - Wij moeten echter niet de hardnekkigheid onderschatten, waarmee - deze afschuw van de naaktheid werd vastgehouden. Niets geeft de - diep ingewortelde haat, die de negentiende eeuw voor de naaktheid - voelde, levendiger weer dan de woestheid--er is geen ander - woord voor--waarmee Christelijke zendelingen naar wilden over - de geheele wereld, zelfs in de tropen, er op aandrongen dat hun - bekeerlingen de conventioneele kleeding van Noord-Europa zouden - aannemen. Verhalen van reizigers loopen over van verwijzingen - naar den nadruk, dien zendelingen legden op deze verandering - in de gewoonte, die schadelijk was voor de gezondheid van - het volk en tevens afbreuk deed aan hun waardigheid. Het is - voldoende een getuige van gezag aan te halen, Lord Stanmore, - vroeger Goeverneur van Fiji, die een lang stuk voorlas in de - Anglikaansche Zendingsconferentie in 1894, over het onderwerp - "Undue Introduction of Western Ways". "In het midden van het - dorp", merkte hij op in een aanhaling van een typisch geval (en - betrekking hebbende niet op Fiji maar op Tonga), "is de kerk, - een houten gebouw, dat op een schuur gelijkt. Als het Zondag is, - vinden wij den inboorling-voorzanger, gekleed in een groenzwarte - pandjesjas, een das, die eens wit geweest is, en een bril, die - hij waarschijnlijk niet noodig heeft, preeken voor een gemeente, - waarvan het mannelijk gedeelte gekleed is op een wijze, die veel - gelijkt op zijn kleeding, terwijl de vrouwen zijn opgetooid met - oude hoeden en mutsen, en vormelooze japonnen als badcostumes, of - misschien met ouderwetsche crinolines. Invloedrijke stamhoofden - en vrouwen van hooge geboorte, die in de kleeding van hun stam - er uit zouden zien en er ook werkelijk uitzien, als leden eener - natuurlijke aristocratie, maken door hun Zondagsopschik den indruk - van vogelverschrikkers. Als een bezoek gebracht wordt aan de - huizen van de stad, nadat het huiswerk van de menschen gedaan is, - vindt men de familie op stoelen zitten, lusteloos en ongezellig, in - een kamer vol rommel. In de huizen van de hoogere geestelijkheid - onder de inboorlingen ziet men nog grooter naäperij van de - manieren van het Westen. Daar vindt men stoelen met afschuwelijke - antimacassars, smakelooze ronde van wol gemaakte kleedjes voor - niet aanwezige bloempotten, en een massa leelijke, goedkoope en - ordinaire porseleinen schoorsteenmantelversieringen, die, omdat - er geen haard is en daarom geen schoorsteenmantel, in het gelid - uitgestald worden op een wankel houten tafeltje. Het geheele leven - van deze dorpsmenschen is een doellooze comedie. Zij vragen zich - voortdurend af of zij ook een van de straffen oploopen, die staan - op het inbreuk maken op de lange lijst van verbodsbepalingen, en - of ze wel zóo leven als het past bij de buitenlandsche kleeren, die - zij dragen. Hun gezichten hebben voor het merendeel een uitdrukking - van norsche ontevredenheid, zij bewegen zich stil en vreugdeloos, - opstandelingen in hun hart tegen den dwang, die hen drukt, maar - dien zij toch niet durven afwerpen, gedeeltelijk uit een vage - angst voor mogelijke wereldsche gevolgen, en gedeeltelijk omdat - zij meenen dat zij geen goede Christenen meer zijn, als zij dat - doen. Zij hebben goede reden voor hun ontevredenheid. Op den tijd, - toen ik de dorpen bezocht, waar ik bijzonder het oog op heb, was - het strafbaar met geldboete en gevangenisstraf om kleederen van - het land te dragen, strafbaar bij geldboete en gevangenisstraf om - lang haar te dragen of een guirlande van bloemen; strafbaar met - geldboete en gevangenisstraf om te worstelen of bal te spelen; - strafbaar met geldboete en gevangenisstraf om huizen te bouwen op - de wijze der inboorlingen; strafbaar om niet een hemd en broek - te dragen, en op sommige plaatsen ook jas en schoenen; en als - bijvoeging tot wetten, die een strikte puriteinsche inachtneming - van den Zondag eischen, was het strafbaar met geldboete en - gevangenisstraf op Zondag te baden. Op sommige andere plaatsen was - het baden op Zondag strafbaar met geeselslagen en voor zoover ik - weet zijn vrouwen gegeeseld om geen andere overtreding. In zulke - omstandigheden zijn de menschen rijp voor opstand en soms komt - het tot opstand". - - Een in het oog springend resultaat van het terugbrengen van het - gevoel voor naaktheid tot een dwaze, maar gebiedende conventie - is de neiging tot preutschheid. Deze is, zooals we weten, een - vorm van nagemaakte zedigheid, die, omdat ze een conventie is, - vatbaar is voor onbegrensde uitbreiding. Zij beperkt zich in het - geheel niet tot moderne tijden of tot Christelijk Europa. De oude - Hebreërs waren niet geheel vrij van preutschheid, en we vinden - in het Oude Testament, dat door een merkwaardig euphemisme de - sexueele organen dikwijls vermeld werden als "de voeten". De Turken - zijn in staat tot preutschheid. En ook de oude Grieken. "Dion, - de philosoof, vertelt ons", merkt Clemens van Alexandrië op - (Stromates, Bk. IV, hoofdst. XIV) "dat een vrouw, Lysidica, door - overmaat van kuischheid, baadde in haar kleeren, en dat Philotera, - als zij op het punt was in het bad te gaan, langzamerhand - haar tunica naar boven trok, als het water haar naakte deelen - bedekte; en dat ze haar dan, langzamerhand overeind komende, - weer aantrok". Geaffecteerde preutsche vrouwen werden gevonden - onder de eerste Christenen, en haar manieren zijn beschreven door - den heiligen Jeronimus in een van zijn brieven aan Eustochius: - "Deze vrouwen", zegt hij, "spreken tusschen haar tanden, of met - bij elkaar getrokken lippen, en met een lispelende tong, en zij - spreken haar woorden maar half uit, omdat zij alles wat natuurlijk - is beschouwen als onbeschaafd. Zulke vrouwen", verklaart Jeronimus, - en hier overwint de philoloog in hem den asceticus, "bederven - zelfs de taal". Ieder keer wanneer een kunstmatige "zedigheid" - aan natuurvolken opgedrongen wordt, is er kans dat er preutschheid - optreedt. Haddon beschrijft dit voor de inboorlingen van Straat - Torres, waar zelfs de kinderen nu nog lijden onder overdreven - preutschheid, hoewel zij vroeger geheel naakt en zonder schaamte - waren (Cambridge Anthropological Expedition to Torres Straits, - vol. V, p. 271). - - -De negentiende eeuw, die den triomf gezien heeft van schuchterheid -en preutschheid in deze zaak, heeft ook de eerste vruchtbare kiem -voortgebracht van nieuwe opvattingen van naaktheid. Tot zekere hoogte -waren die belichaamd in de groote romantische beweging. Rousseau -had niet speciaal den nadruk gelegd op de naaktheid als een element -van den terugkeer tot de natuur, dien hij met zooveel invloed -predikte. Een nieuwe wijze van voelen in deze zaak ontstond echter -met karakteristieke buitensporigheid in sommige van de tijdperken -der revolutie, terwijl in Duitschland in het baanbrekende Lucinde -van Friedrich Schlegel, een karakteristieke figuur in de romantische -beweging, een nog ongewone opvatting van het lichaam werd uitgebeeld -op ernstige en waardige wijze. - -In Engeland verkondigde Blake, met zijn vreemd en vurig genie, een -mystieke leer, die in zich sloot de geestelijke verheerlijking van het -lichaam en verachting voor de kleederliefde van beschaafde menschen -("Wat een modernen mensch aangaat", schreef hij, "als hij van zijn -kleerenlast ontdaan is, dan is hij als een lijk"); terwijl later in -Amerika, Thoreau en Burroughs nòg meer bepaald, een niet ongelijke -boodschap over het noodzakelijke van het terugkeeren tot de natuur -verkondigden. - - - Wij vinden het belang van het zien van het lichaam--hoezeer - ook binnen enge grenzen, tot het vermijden van bedrog bij de - voorbereidselen tot het huwelijk--uiteengezet al in de zestiende - eeuw door Sir Thomas More in zijn Utopia, dat zoo rijk is aan - nieuwe en vruchtbare ideeën. In Utopia vertoont, volgens Sir - Thomas More, een gezeten en eerbare matrone de vrouw, of zij een - meisje is of een weduwe, naakt aan den minnaar. En evenzoo vertoont - een wijs en betrouwbaar man den minnaar naakt aan de vrouw. Over - deze gewoonte lachten wij en keurden haar af als dwaas. Maar zij, - van hun kant, verwonderen zich zeer over de dwaasheid van alle - andere volken, die, als ze een paard koopen, waar een beetje - geld op het spel staat, zoo zorgvuldig en voorzichtig zijn dat, - al is het bijna naakt, zij het niet koopen willen tenzij het - zadel en het geheele harnas afgenomen is, uit angst dat onder - deze bedekkingen een of ander galgezwel of wonde verborgen zal - zijn. En toch, bij het kiezen van een vrouw, die voor hen hun - geheel verdere leven tot een genoegen of tot een verdriet zal - zijn, zijn zij zoo roekeloos, dat, terwijl de geheele rest van - het lichaam der vrouw bedekt is met kleeren, zij haar schatten - naar nauwelijks een handbreedte (want zij kunnen niet meer zien - dan haar gezicht) en haar zoo aan zich verbinden, niet zonder - gevaar te loopen van veel ellende, als misschien later iets aan - haar lichaam hen mocht hinderen of onaangenaam aandoen. Onder - deze bedekking kan vreeselijke mismaaktheid verborgen zijn, zóo, - dat het den man geheel van zijn vrouw kan vervreemden, en zijn - liefde van haar afwenden als hun lichamen niet meer zullen mogen - scheiden. Als zulk een misvorming door eenig toeval voorkomt, - nadat het huwelijk voltrokken is, nu, dan is er geen ander middel - dan geduld. Maar het zou goed zijn als er een wet werd gemaakt, - waardoor al zulke bedriegerijen van tevoren vermeden werden. - - De duidelijke opvatting van wat men noemen mag de geestelijke - waarde van de naaktheid--geenszins van More's standpunt, maar - als een deel van natuurlijke hygiëne in den ruimsten zin, en als - een hooge en bijzondere wijze van beschouwen van de zuiverende en - veredelende functie der schoonheid--is van veel later datum. Zij - is niet duidelijk uitgedrukt vóór den tijd der Romantiek. Wij - vinden haar uitmuntend uiteengezet in De l'Amour van Senancour - (eerste uitgave, 1806; vierde en vermeerderde uitgave, 1834), - dat nog een van de beste boeken blijft over de moraal der - liefde. Na de opmerking gemaakt te hebben, dat naaktheid in het - geheel niet kuischheid uitsluit, gaat hij voort nu en dan bij - bepaalde gelegenheden gedeeltelijke of geheele naaktheid aan te - raden. "Laten we ons eens voorstellen", zegt hij, eenigszins - in den geest van Plato, "een land, waar bij zekere algemeene - feesten de vrouwen absoluut vrij waren om bijna of geheel naakt - te zijn. Dat bij het zwemmen, walzen, wandelen, zij, die dat - wilden, ongekleed mochten blijven in de tegenwoordigheid van - mannen. Zonder twijfel zouden de illusies van de liefde weinig - gekend worden, en de hartstocht zou een vermindering van zijn - hevigheid ondervinden. Maar is het de hartstocht, die in het - algemeen de menschelijke dingen veredelt? Wij hebben behoefte aan - eerlijke gehechtheid en teere genoegens, en die kunnen we allemaal - krijgen, terwijl we toch nog ons gezond verstand bewaren.... Zulk - een naaktheid zou daarmee overeenkomende instellingen eischen, - streng en eenvoudig, en een grooten eerbied voor die conventies, - die voor alle tijden gelden". (Senancour, De l'Amour, vol. 1, - p. 314). - - Van dien tijd af worden verwijzingen naar de waarde en - wenschelijkheid van de naaktheid meer en meer veelvuldig in alle - beschaafde landen, soms vermengd met sarcastische toespelingen - op de valsche conventies, die wij in deze zaak geërfd hebben. Zoo - schrijft Thoreau in zijn dagboek op den 12den Juni 1852, als hij - kijkt naar de jongens, die in de rivier baden: "De kleur van - hun lichamen in de verte is aangenaam om te zien. Ik hoor het - geluid van hun geplas over het water klinken. Tot nu toe bestaat - de mensch in de Natuur niet. Wat een eigenaardig feit zou het - zijn voor een engel, die deze aarde bezocht, om op te teekenen - in zijn notitieboekje, dat den menschen bij de strengste straffen - verboden was hun lichamen te vertoonen". - - Iwan Bloch bespreekt, in hoofdstuk VII van zijn Sexual Life - of Our Time, deze kwestie van de naaktheid uit het moderne - gezichtspunt en komt tot de conclusie: "Een natuurlijke opvatting - van de naaktheid: dat is het wachtwoord van de toekomst. Al de - hygiënische, aesthetische en moreele pogingen van onzen tijd - wijzen in die richting". - - Stratz, zooals iemand betaamt die zoo ijverig gewerkt heeft in de - zaak van menschelijke gezondheid en schoonheid, zet prachtig het - standpunt uiteen, waarop we tegenwoordig, wat deze zaak betreft, - staan. Nadat hij er op gewezen heeft (Die Frauenkleidung, derde - uitgave, 1904, p. 30) dat, in tegenstelling met de heidensche - wereld, die naakte goden vereerde, het Christendom de idee - ontwikkelde, dat naaktheid enkel sexueel was, en daarom immoreel, - gaat hij voort: "Maar boven alles uit, schitterde op de hemelsche - hoogten van het Kruis, het naakte lichaam van den Heiland. Onder - deze bescherming heeft zich langzamerhand uit de verwarring van - ideeën een nieuwe veranderde vorm van naaktheid losgemaakt na een - langen strijd. Ik zou dit willen noemen artistieke naaktheid, - want, evenals ze onsterfelijk gemaakt is door de oude Grieken - door de kunst, zoo is ze ook onder ons tot nieuw leven gewekt - door de kunst. Artistieke naaktheid is, in haar aard, veel - hooger dan hetzij de natuurlijke of de sexueele opvatting - van de naaktheid. Het eenvoudige natuurkind ziet in naaktheid - niets bijzonders, de met kleeren gekleede mensch ziet in het - ongedekte lichaam slechts een sexueele prikkeling. Maar op het - hoogste standpunt keert de mensch bewust tot de natuur terug, en - erkent hij, dat onder de vele bedekkingen van menschelijk maaksel - verborgen is het mooiste schepsel, dat God gemaakt heeft. Het kan - zijn, dat de een blijft staan in stille, eerbiedige bewondering - voor den aanblik; en dat een ander zich gedrongen voelt om het na - te bootsen en om aan zijn medemenschen te toonen, wat hij in dat - heilig oogenblik gezien heeft. Maar beide genieten het zien van - menschelijke schoonheid met volle bewustheid en verheven reinheid - van gedachte". - - -Het was echter niet zoozeer aan deze meer geestelijke zijden, maar -aan de zijde der hygiëne, dat de negentiende eeuw haar voornaamste -praktische bijdrage leverde tot de nieuwe wijze van voelen jegens -de naaktheid. - - - Lord Monboddo, de Schotsche rechter, een pionier voor vele moderne - denkbeelden, had zich reeds in de achttiende eeuw de hygiënische - waarde van "luchtbaden" duidelijk voor oogen gesteld, en hij heeft - die nu gewone naam uitgevonden. "Lord Monboddo" zegt Boswell, - 1777 (Leven van Johnson, uitgegeven door Hill, deel III, p. 168) - "vertelde mij, dat hij iederen morgen om vier uur wakker werd, - en dan voor zijn gezondheid opstond en naakt in zijn kamer - rond wandelde, met het raam open, wat hij noemde "een luchtbad - nemen"". Er wordt ook gezegd, ik weet niet op wiens gezag, dat - hij iederen morgen zijn dochters een luchtbad liet nemen op het - terras. Een ander bekend man van dezelfde eeuw, Benjamin Franklin, - werkte soms naakt in zijn studeerkamer op hygiënische gronden, en - maakte eens een dienstmeisje, naar men zegt, aan het schrikken, - door zoo, onaangekleed, de deur te openen in een oogenblik van - gedachteloosheid. - - Rikli schijnt de apostel te zijn geweest van luchtbaden - en zonnebaden, beschouwd als een systematische methode. Hij - stichtte licht- en luchtbaden meer dan een halve eeuw geleden in - Triëst en overal elders in Oostenrijk. Zijn motto was: "Licht, - waarheid en vrijheid zijn de beweegkrachten, die voeren naar de - hoogste ontwikkeling van physieke en moreele gezondheid". De - mensch is geen visch, verklaarde hij; licht en lucht zijn de - eerste voorwaarden voor een hoog georganiseerd leven. Zonnebaden - voor de behandeling van een menigte verschillende ontredderde - toestanden zijn nu algemeen ingesteld en de meeste systemen van - natuurgeneeswijze hechten groote waarde aan licht en lucht, terwijl - men in de geneeskunde algemeen begint te erkennen, dat die invloed - geenszins kan worden verwaarloosd. Dr. Fernand Sandoz zet in zijn - Introduction à la Thérapeutique Naturiste par les agents Physiques - et Dietétiques (1907) zulke methoden zeer begrijpelijk uiteen. In - Duitschland zijn zonnebaden in ruimen kring gewoon geworden; zoo - schrijft Lenkei (in een geschrift, dat geresumeerd wordt in de - British Medical Journal, Oct. 31, 1908) ze met veel succes voor bij - tuberculose, rheumatische aandoeningen, gezetheid, bloedeloosheid, - neurasthenie, enz. Hij houdt het er voor, dat hun eigenaardige - waarde ligt in de inwerking van het licht. Professor J. N. Hyde, - van Chicago, gelooft zelfs ("Licht-honger in de voortbrenging van - Psoriasis", British Medical Journal, Oct. 6, 1906), dat psoriasis - veroorzaakt wordt door gebrek aan zonlicht, en het best genezen - kan worden door het toepassen van licht. Deze meening, die echter - niet algemeen aangenomen is in haar onvermengden vorm, steunt - hij vindingrijk door het feit, dat psoriasis neiging heeft zich - te vertoonen op de meest blootgestelde deelen van het lichaam, - waarvan men denken kan, dat ze van nature de grootste hoeveelheid - licht krijgen en noodig hebben, en door de afwezigheid van de - ziekte in heete landen en onder de negers. - - De hygiënische waarde van naaktheid blijkt uit de robuste - gezondheid van de natuurvolken, de geheele wereld door, die naakt - loopen. De kracht van de Ieren heeft men ook in verband gebracht - met het feit, dat (zooals de Itinary van Fynes Morrison aantoont) - beide seksen, zelfs onder personen van hooge maatschappelijke - klasse gewend waren naakt te loopen, behalve dat ze een mantel - droegen, vooral in de meer afgelegen gedeelten van het land, - nog in de zeventiende eeuw. Overal waar de primitieve rassen de - naaktheid plaats laten maken voor kleeding, neemt tevens de neiging - tot ziekte, sterfte en degeneratie opmerkelijk toe, hoewel we niet - moeten vergeten, dat het gebruik van kleederen gewoonlijk samengaat - met de invoering van andere slechte gewoonten. "Naaktheid is de - eenige toestand, die krachtige en gezonde natuurvolken gemeen - hebben; op ieder ander punt misschien verschillen zij", merkt - Frederik Boyle op in een geschrift ("Natuurvolken en kleederen", - Monthly Review, Sept. 1905) waarin hij veel bewijsgronden - bijeenbrengt voor het hygiënisch voordeel van den natuurlijken - menschelijken staat, waarin de mensch "geheel aangezicht is". - - Het is in Duitschland geweest, dat een terugkeer tot de - naaktheid met verstand en kracht is aangeraden, voornamelijk door - Dr. H. Pudor in zijn Nackt-Cultur, en door R. Ungewitter in Die - Nacktheit (het eerst gepubliceerd in 1905), een boek, dat in ruimen - kring gecirculeerd heeft in vele edities. Deze schrijvers raden met - enthousiasme de naaktheid aan, niet alleen op hygiënische, maar op - moreele en artistieke gronden. Pudor beweert speciaal met nadruk, - dat "naaktheid, zoowel in gymnastiek als in sport, een methode is - van genezing en een methode van herleving"; hij raadt co-educatie - aan bij deze naakt-cultuur. Ofschoon hij groote eischen stelt aan - de naaktheid--daar hij meent dat al de naties, die deze eischen - in den wind geslagen hebben, snel achteruit zijn gegaan--is Pudor - minder hoopvol dan Ungewitter met betrekking tot een spoedige - overwinning over de vooroordeelen die aan de naakt-cultuur in den - weg staan. Hij vindt, dat de onmiddellijke taak opvoeding is, en - dat een praktisch begin het best kan gemaakt worden met den voet, - die vooral behoefte heeft aan hygiëne en oefening; een groot deel - van het eerste deel van zijn boek is gewijd aan den voet. - - -Daar de kwestie tegenwoordig beschouwd wordt door die opvoedkundigen, -die evenzeer gevoelen voor hygiënische als voor sexueele overwegingen, -worden de eischen van de naaktheid, voor zoover het jonge menschen -betreft, beschouwd als een deel van de physieke en moreele hygiëne. De -vrije aanraking van het naakte lichaam met lucht, water en licht, -komt ten goede aan de gezondheid van het lichaam; gemeenzaamheid -met het zien van het lichaam neemt kleingeestige begeerten weg, -ontwikkelt het schoonheidsgevoel en komt ten goede aan de schoonheid -van de ziel. Deze dubbele beschouwing van de zaak heeft ongetwijfeld -veel gewicht in de schaal gelegd bij die leeraars, die nu gewoonten -goedkeuren, die een paar jaar geleden, haastig veroordeeld zouden zijn -als "indecent". Er is ook nog een groot verschil in meening over de -grenzen, tot welke de gewoonte van naaktheid kan doorgevoerd worden, -en ook over den leeftijd, waarop zij beperkt moet worden. Het feit, dat -de volwassen generatie van heden opgegroeid is onder den invloed van -den ouden afschuw van de naaktheid, is een onvermijdelijke hinderpaal -voor alle mogelijke revolutionaire veranderingen in deze kwesties. - - - Maria Lischnewska, een van de bekwaamste voorstandsters van de - methodische inlichting aan kinderen in sexueele zaken (op. cit.), - stelt helder voor oogen, dat een gezonde houding tegenover - het lichaam de grondslag is van een goede opvoeding voor het - leven. Zij bevindt, dat het voornaamste bezwaar, dat men voor zulk - een opvoeding ontmoet, is "de afschuw van den beschaafden mensch - voor zijn eigen lichaam". Zij toont aan, dat er geen twijfel aan - kan zijn, dat zij, die bezig zijn met de moeilijke taak te werken - in de richting van het afschaffen van dien bijgeloovigen afschuw, - een moreele taak van het grootste belang op zich genomen hebben. - - Walter Gerhard wijst er op, in een wel doordacht en verstandig - geschrift over de opvoedkundige kwestie ("Ein Kapitel zur - Erziehungsfrage", Geschlecht und Gesellschaft, vol. 1, Heft - 2), dat het de volwassene is, die opvoeding noodig heeft - in deze zaak--evenals in zooveel andere zaken van sexueele - inlichting--aanmerkelijk meer dan het kind. Ouders voeden hun - kinderen van de eerste jaren af op in preutschheid, en vleien - zich te vergeefs, dat zij daardoor hun kuischheid en moraal hebben - vermeerderd. Hij vermeldt zijn eigen vroege leven in een tropisch - land en het gewend zijn aan naaktheid van den beginne. "Niet - voordat ik naar Duitschland kwam, toen ik bijna twintig jaar was, - kwam ik tot de ontdekking, dat het menschelijk lichaam indecent - is, en dat het niet vertoond moet worden omdat het "verkeerde - aandriften zou wekken". Niet voordat het menschelijk lichaam - geheel aan mijn gezicht onttrokken was en nadat mij voortdurend - verteld was, dat er iets onfatsoenlijks achter kleeren verborgen - was, heb ik dat kunnen begrijpen.... Tot dat oogenblik had ik - niet geweten dat een naakt lichaam, door het enkele feit van de - naaktheid, erotische gevoelens kon opwekken. Ik had erotische - gevoelens gekend, maar die waren niet ontstaan door het zien van - het naakte lichaam, maar waren langzamerhand opgebloeid uit de - vereeniging van onze zielen". En hij trekt de eindconclusie dat, - al was het alleen maar om de wille van onze kinderen, wij moeten - leeren ons zelf op te voeden. - - Forel (Die sexuelle Frage, p. 140), spreekt in geheel denzelfden - geest als Gerhard en merkt op, dat preutschheid in kinderen kan - worden gekweekt of tegen gegaan. Ze kan gekweekt worden door - overmatigen angst bij het bedekken van hun lichamen en het - verbergen voor hen van de lichamen van anderen. Ze kan tegen - gegaan worden door hen zich voor oogen te doen stellen, dat er - niets in het lichaam is, dat onnatuurlijk is en waar wij ons over - behoeven te schamen, en ook door het baden van de seksen te zamen - aan te moedigen. Hij wijst (p. 512) op de voordeelen van het bekend - geraken van kinderen met de volwassen vormen, die zij eens zullen - aannemen, en hij veroordeelt het gedrag van die dwaze personen, die - denken, dat kinderen reeds de erotische gevoelens van volwassenen - over het lichaam bezitten. Dat is zoo ver er vandaan het geval - te zijn, dat kinderen dikwijls niet in staat zijn het geslacht - van andere kinderen te onderkennen, afgescheiden van hun kleeren. - - Op het Mannheimer Congres van de Duitsche Vereeniging ter - Bestrijding van Venerische Zieken, speciaal gewijd aan sexueele - hygiëne, vermeldden de sprekers steeds weer de noodzakelijkheid van - het gemeenzaam zijn met het naakte lichaam. Zoo leggen Eulenburg en - Julian Marcuse den nadruk op het belang van luchtbaden, niet alleen - om de physieke gezondheid van de jonge menschen, maar in het belang - van een rationeele sexueele oefening. Höller, een onderwijzer, - die op hetzelfde congres spreekt (op cit. p. 85) gaat, nadat hij - aangedrongen heeft op het gemeenzaam zijn met het naakt in kunst - en literatuur, en na geprotesteerd te hebben tegen het pasklaar - maken van gedichten voor jonge menschen, voort: "Door bepalingen - over zwembroekjes is nog nooit een ziel van moreelen ondergang - gered. Iemand, die geleerd heeft, in vrede het naakt in de kunst - te genieten, wordt door het naakt in de natuur alleen aangedaan - als door een kunstwerk". Enderlin, een ander onderwijzer, die in - denzelfden geest spreekt (p. 58), wijst er op, dat naaktheid niet - sexueel of immoreel op het kind werken kan, omdat de sexueele - aandrift nog niet duidelijk uitgesproken is, en hoe eerder hij - ingeleid wordt in het naakt in de natuur en in de kunst, des - te minder hebben natuurlijk de sexueele gevoelens neiging zich - vroegtijdig te ontwikkelen. Het kind wordt zoodoende immuun tegen - onreine invloeden, zoodat later, wanneer voorstellingen van het - naakt tot hem gebracht worden met de bedoeling zijn lichtzinnigheid - op te wekken, zij niet bij machte zijn hem kwaad te doen. Het is - voor het gemeenzaam zijn met het naakt in de kunst van belang, - dat ze op school onderwezen wordt, want de meesten van ons moeten, - zooals Siebert opmerkt, reinheid leeren door de kunst. - - Naaktheid bij het baden, merkt Bölsche op in zijn Liebesleben in - der Natur (vol. III, pp. 139 et seq.) hebben wij reeds eenigermate; - wij hebben er behoefte aan in lichaamsoefeningen, eerst voor de - beide seksen afzonderlijk; dan, als wij aan het idee gewend geraakt - zijn, voor beide geslachten te zamen. We moeten verkrijgen de - macht om de lichamen van individuen van de andere sekse te zien - met zooveel zelfbeheersching en zulk een natuurlijk instinct, - dat zij voor ons on-erotisch worden en dat we ze kunnen aanzien - zonder erotische gevoelens. Kunst, zegt hij, toont ons, dat dit - mogelijk is in de beschaving. Wetenschap, voegt hij er aan toe, - komt hetzelfde gezichtspunt te hulp. - - Ungewitter (Die Nacktheit, p. 57) raadt ook aan, jongens en - meisjes te zamen bezig te houden met spelen en lichaamsoefeningen, - geheel naakt in luchtbaden. "Op deze wijze", meent hij, "zou het - gymnasium een school voor moraal worden, waar jonge menschelijke - wezens in staat zouden zijn hun reinheid zoolang mogelijk te - bewaren door het aan elkander gewoon geraken. Meteen zouden - hun lichamen gehard worden en ontwikkeld en de vatbaarheid voor - het waarnemen van schoone en natuurlijke vormen gewekt". Voor - hen, die "moreele" twijfelingen hebben over de zaak, vermeldt - hij de gewoonte in ver verwijderde landelijke districten van - jongens en meisjes, die te zamen geheel naakt baden en dit - zonder eenig sexueel bewustzijn. Rudolf Sommer raadt eveneens - aan, in een uitmuntend artikel getiteld "Mädchenerziehung oder - Menschenbildung?" (Geschlecht und Gesellschaft, Bd. i, Heft 3), - dat kinderen gewend moeten worden aan elkanders naaktheid al - in de vroege jeugd in het familieleven van huis en tuin, bij - spelen en voornamelijk bij het baden; hij merkt op, dat ouders, - die kinderen hebben van éen sekse alleen, om de wille van hun - kinderen intieme verhoudingen moeten zoeken met een familie, die - kinderen hebben van denzelfden leeftijd van het andere geslacht, - zoodat ze te zamen kunnen opgroeien. - - -Het is nauwelijks noodig er bij te voegen, dat het cultiveeren van -de naaktheid altijd moet samengaan met eerbied voor de natuurlijke -instincten van ingetogenheid. Als de gewoonte van naaktheid de jonge -menschen er toe bracht een verminderden eerbied te ondervinden voor -hun eigen persoonlijkheid of voor die van andere menschen, dan zouden -de voordeelen te duur gekocht zijn. Dit is voor een deel een zaak -van gezond instinct, voor een deel van verstandige oefening. Wij -weten nu, dat de afwezigheid van kleederen weinig verband houdt met -de afwezigheid van ingetogenheid, en dat het verband, dat er is, -van omgekeerde orde is, want de natuurvolken, die naakt loopen, zijn -gewoonlijk meer ingetogen dan zij, die kleederen dragen. Het gezegde, -aangehaald door Herodotus in de oude Grieksche wereld, dat "Een vrouw -haar ingetogenheid aflegt met haar hemd" was een geliefkoosde tekst van -de Christelijke Vaders. Maar Plutarchus, die ook een moralist was, had -reeds daartegen geprotesteerd aan het einde van de Grieksche wereld: -"In het geheel niet", verklaarde hij, "zij, die ingetogen is, kleedt -zich in haar ingetogenheid, als zij haar tunica aflegt". "Een vrouw -kan naakt zijn", zooals Mrs. Bishop, de reizigster, tot Dr. Baelz, -in Japan, opmerkte, "en toch zich als een dame gedragen" [43]. - -De kwestie is gecompliceerd bij ons, omdat ingestelde tradities -van streng verbergen een verhitheid gekweekt hebben, die een -aanstootelijke beleediging is voor naakte ingetogenheid. In vele -landen, waar de vrouwen gewoon zijn bijna of geheel naakt te zijn -in tegenwoordigheid van hun eigen landgenooten, daar bedekken zij -zich zoodra zij zich bewust worden van de begeerige, onderzoekende -blikken van Europeanen. Stratz vermeldt dit overheerschen van dezen -impuls van beleedigde kuischheid in Japan, en zegt, dat hij zelf die -niet verwekte, alleen omdat hij dokter was en bovendien lang in een -ander land (Java) gewoond had, waar de gewoonte van naaktheid ook -overheerschend is [44]. Zoolang als deze onnatuurlijke verhitheid -bestaat, wordt een vrije, onvermengde naaktheid moeilijk gemaakt. - -Ingetogenheid is echter niet de eenige natuurlijke aandrift, die in -beschouwing komt met betrekking tot de gewoonte van de naaktheid. Het -schijnt waarschijnlijk, dat bij het kweeken van de gewoonte van -naaktheid wij niet alleen een moreel en hygiënisch voorschrift ten -uitvoer brengen, maar dat wij wettig vrij baan geven aan een instinct, -dat op sommige tijden van het leven, vooral in de jeugd, spontaan -en natuurlijk is en misschien zelfs gezond gebaseerd op de tradities -van het ras in de sexueele keuze. Onze strenge conventies maken het -voor ons onmogelijk de wetten der natuur te ontdekken, daar wij ze al -dadelijk verstikken. Het kan wel zijn, dat er een rythmische harmonie -en overeenkomst is tusschen impulsen van ingetogenheid en impulsen -van ijdelheid, hoewel wij ons best gedaan hebben om de natuurlijke -wet te verbergen onder onze domme en perverse bij-wetten. - - - Stanley Hall, die den nadruk legt op het belang van de naaktheid - merkt op, dat wij met de puberteit alle reden hebben, om aan te - nemen, dat in den natuurlijken staat er een zekere instinctieve - trots is en neiging tot vertoonen, die de nieuwe plaatselijke - ontwikkeling vergezelt, en hij haalt de opmerking aan van - Dr. Seerley, dat de impuls om de sexueele deelen te verbergen - vooral sterk is bij jonge mannen, die slecht ontwikkeld zijn, - maar dat hij niet merkbaar is bij hen, die meer dan middelmatig - ontwikkeld zijn. Stanley Hall (Adolescence, vol. II, p. 97) maakt - ook melding van de veelvuldigheid, waarmee niet alleen "deugdzame - jonge mannen, maar zelfs vrouwen, min of meer genieten van de - gelegenheden, waarbij zij de schoonheid van hun vormen kunnen - vertoonen zonder terughouding, niet alleen aan hen zelven en aan - menschen die zij lief hebben, maar ook onder goede voorwendsels, - aan anderen". - - Velen hebben ongetwijfeld deze neiging opgemerkt, vooral bij - vrouwen, en vooral bij haar, die zich bewust zijn van een mooie - physieke ontwikkeling. Madame Céline Renooz meent, dat de neiging - overeenkomt met een diepgeworteld instinct bij vrouwen, dat zich - weinig of niet bij mannen openbaart, die daarom getracht hebben hun - eigen mannelijke opvattingen van kuischheid aan de vrouwen op te - dringen. "In het werkelijk leven van het jonge meisje tegenwoordig - is een oogenblik, waarop zij met een verborgen atavisme de trots - van haar geslacht voelt, de intuïtie van haar moreele meerderheid - en dat zij niet begrijpen kan, waarom zij de oorzaak ervan moet - verbergen. Op dit oogenblik weet zij, geslingerd tusschen de wetten - der Natuur en van maatschappelijke conventies, ternauwernood - of de naaktheid haar moet afschrikken of niet. Een soort van - verwarde atavistische herinnering brengt haar in herinnering - een tijd voordat kleederen bekend waren, en openbaart haar als - een ideaal uit het paradijs de gewoonten van dat menschelijk - tijdperk". (Céline Renooz, Psychologie Comparée de l'Homme et de - la Femme, pp. 85-87). Misschien werd dit duister gevoeld door het - Duitsche meisje (vermeld in Kalbeck's Life of Brahms), dat zeide: - "Men geniet tweemaal zooveel van muziek als men gedécolleteerd is". - - -Van het standpunt, waarmee we hier voornamelijk te doen hebben, zijn -er drie wegen, waarop het cultiveeren van naaktheid--voor zoover ze -toegestaan is door de publieke opinie--neiging heeft invloed uit te -oefenen: 1. Ze is een belangrijk element bij de sexueele hygiëne van -jonge menschen, die een gezonde kennis en gebrek aan nieuwsgierigheid -invoert in een sfeer, die eens overgegeven was aan preutschheid en -verhitheid. 2. Het effect van naaktheid is gunstig voor hen, die wat -ouder zijn ook, in zoover ze er toe leidt om het gevoel voor schoonheid -aan te kweeken en tonische en troostende invloeden te verschaffen van -natuurlijke kracht en bekoring. 3. De gewoonte van naaktheid heeft, -bij haar begin tenminste, een dynamischen psychologischen invloed ook -op de moraal, een invloed, die uitgeoefend wordt in het stellen van -een krachtige en positieve moraal in de plaats van de enkel negatieve -en schuchtere moraal, die in deze sfeer geheerscht heeft. - -Misschien zijn er niet veel volwassenen, die zich duidelijk voor oogen -stellen de intense en heimelijke concentratie van de gedachten van veel -jongens en sommige meisjes op het probleem van den lichaamsbouw van -het andere geslacht, en den tijd, het geduld, en de intellectueele -energie, die zij bereid zijn te besteden aan de oplossing van het -probleem. Dit wordt meest in het geheim gedaan, maar niet zelden -vertoont de verborgen aandrang zich met een plotseling geweld, dat in -de blinde oogen der wet beschouwd wordt als een misdaad. Een Duitsch -rechtsgeleerde, Dr. Werthauer, heeft onlangs geconstateerd, dat, als -er een voldoende mate van bekendheid was met de natuurlijke organen -en de functies van het andere geslacht, dan negentig percent van de -onzedelijke daden van jonge mannen met meisjes zouden verdwijnen, -want in de meeste gevallen zijn dat geen aanvallen, maar alleen -het onschuldig, hoewel onbedwingbaar resultaat van een onderdrukte -natuurlijke nieuwsgierigheid. Het is volkomen waar, dat niet weinig -kinderen moedig elkanders medewerking inroepen bij het vaststellen -van de zaak en dat zij haar oplossen tot elkander's wederkeerige -tevredenheid. Maar zelfs dit is niet geheel voldoende, want het doel -wordt niet openlijk bereikt en op een gezonde wijze, met een gepaste -onderschikking van wat specifiek sexueel is, maar met een bewustheid -van verkeerd-doen en een uitsluitende opmerkzaamheid op het enkele -physieke feit, dat onmiddellijk leidt tot sexueele opwinding. Als -gemeenzaamheid met het naakte lichaam van het andere geslacht openlijk -verkregen wordt en zonder gevoel van ongepastheid, bij werk of bij -spel, in lichaamsoefening en gymnastiek, bij het loopen en bij het -baden, van de eerste jaren van het kind af, dan gaan geen ongezonde -resultaten samen met de kennis van de essentieele feiten van physieken -bouw, die op zulk een wijze natuurlijk verkregen zijn. De verhitheid -en de preutschheid, die gelijkelijk het sexueele leven in het verleden -vergiftigd hebben, zijn evenzeer onmogelijk gemaakt. - -Naaktheid heeft echter een hygiënische waarde, zoowel als een -specifiek geestelijke beteekenis, zich uitstrekkende ver over den -invloed ervan om de natuurlijke nieuwsgierigheid te doen bedaren -van jonge menschen of om te werken als een voorbehoedmiddel tegen -ziekelijke emotie. Zij is een inspiratie voor volwassenen, die al -lang iedere jeugdnieuwsgierigheid zijn ontgroeid. Het zien van den -essentieelen en eeuwigen menschelijken vorm, het ding dat ons het -naast is in de geheele wereld, met zijn kracht en zijn schoonheid -en zijn bevalligheid, is een van de machtigste opwekkingsmiddelen -van het leven. "De macht van een vrouwenlichaam is niet méer -lichamelijk", zeide James Hinton, "dan de macht van muziek een macht -is van trillingen van de atmosfeer. Het is meer dan al de mooie en -opwekkende dingen in de wereld, dan bloemen of sterren of de zee. De -geschiedenis en de legende en de mythe openbaren ons den heiligen en -ontzagwekkenden invloed van de naaktheid, want, zooals Stanley Hall -zegt, naaktheid is altijd een talisman geweest van wonderbare macht bij -menschen en goden". Hoe hevig verlangen de menschen naar het gezicht -van het naakte lichaam--zelfs nu nog, nu geslachten achtereen ons -het begrip ingeprent hebben, dat het onfatsoenlijk en zelfs walgelijk -is--ziet men uit de begeerigheid, waarmee zij den aanblik zoeken van -zelfs haar onvolkomen en bedriegelijke vormen, ofschoon deze zeker -een koppige en prikkelende eigenschap hebben, die nooit kan gevonden -worden in de pathetische eenvoud van naakte schoonheid. Het was een -ander schouwspel, toen de koninginnen van het oude Madagascar op -het jaarlijksche Fandroon, of badfeest, haar koninklijke kleeren -ter zijde legden en terwijl haar onderdanen het voorplein van het -paleis vulden, de marmeren trappen naar het bad afdaalden in volkomen -naaktheid. Als wij onze conventies wat kleeding betreft streng maken, -dan maken wij meteen open hof voor de wellust en wij ontzeggen ons -een van de voornaamste opwekkingsmiddelen van het leven. - - - "Ik had eens een wanhopig gevoel en wandelde somber langs een - straat in Melbourne", schrijft de Australische schrijver van - een nog onuitgegeven autobiographie, "toen er drie kinderen - uit een steeg kwamen loopen en in het volle daglicht den weg - overstaken. De schoonheid en het weefsel van hun beenen in de - open lucht vervulden mij met vreugde, zoodat ik al mijn ellenden - vergat bij het kijken naar hen. Het was een lichtende openbaring, - een onverwachte glimp van het paradijs, en ik heb nooit opgehouden - dankbaar te zijn voor de gelukkige combinatie van vorm, zuiver - bloed en fijne huid van deze arme kinderen, want de wind scheen - hun gouden schoonheid te verhoogen, en ik behield het rozeroode - visioen van hun natuurlijke ledematen die zooveel goddelijker zijn - dan wanneer ze altijd onder bedekking gehouden worden. Een andere - gelegenheid, waarbij naakte jonge ledematen mij al mijn somberheid - en mijn gedruktheid deden vergeten, was bij mijn eerste bezoek aan - Adelaide. Ik kwam een naakten jongen tegen, die bij het bad tegen - het hekwerk leunde en de schoonheid van zijn gezicht, zijn romp - en zijn mooie jonge ledematen en prachtige voeten vervulde mij - met vreugde en vernieuwde hoop. De tranen kwamen mij in de oogen, - en ik zeide tot mij zelf: "Zoolang er schoonheid in de wereld is, - zal ik voortgaan te strijden"." - - Wij moeten, zooals Bölsche verklaart (loc. cit.), ons gewennen - het menschelijk lichaam te beschouwen precies zooals wij een - mooie bloem beschouwen, niet alleen met het medelijden, waarmee - de dokter het lichaam beziet, maar met vreugde in zijn kracht en - gezondheid en schoonheid. Want een bloem, zooals Bölsche er naar - waarheid bijvoegt, is niet alleen "naakt lichaam", zij is het - heiligste deel van het lichaam, het sexueele orgaan van de plant. - - "Voor meisjes is de eenige, waarlijk reine vorm van dansen, naakt - te dansen", zegt Hinton, "en te zijner tijd zal het dus zoover - komen. Dit is zeker: meisjes zullen naakt dansen en mannen zullen - rein genoeg zijn om er naar te kijken". Het is al zoo geweest in - Griekenland, merkt hij elders op, zooals het nu in Japan is (zooals - onlangs beschreven is door Stratz). Het is bijna veertig jaar - geleden sedert deze prophetische woorden geschreven werden, maar - Hinton zelf zou waarschijnlijk verwonderd zijn over de vorderingen, - die al gemaakt zijn, langzaam (want alle ware vorderingen moeten - langzaam zijn) naar dit doel. Zelfs op het tooneel beginnen nieuwe - en natuurlijker tradities in Europa overheerschend te worden. Het - is nog niet vele jaren geleden, dat een Engelsche actrice als - laster beschouwde het zeggen dat zij op het tooneel verscheen met - bloote voeten, en dat zij een aanklacht uitbracht wegens laster, - waarmee ze groote schadevergoeding kreeg. Zulk een resultaat zou - nu niet wel mogelijk wezen. De beweging, waarin Isidora Duncan een - pionier geweest is, heeft geleid tot een gedeeltelijk in onbruik - geraken onder danseressen van de hinderlijke vinding van tricots, - en het wordt niet langer als onfatsoenlijk beschouwd vele deelen - van het lichaam te vertoonen, die het vroeger gewoonte was te - bedekken. - - We moeten hier echter meteen aan toevoegen dat danseressen, voor - zoover zij echte artiesten zijn, recht hebben de voorwaarden - te bepalen die het gunstigst zijn voor haar kunst, maar - dat er niets hoegenaamd gewonnen wordt voor de zaak van een - gezonde naakt-cultuur door de "levende beelden" en "levende - schilderijen" die in de laatste jaren in alle landen in de mode - zijn geweest. Het kan zijn dat ze gewettigd zijn, als vertooningen - in Cafés Chantants, maar zij hebben niets hoegenaamd uit te staan - met natuur noch met kunst. Dr. Pudor, die schrijft als een van - de eerste apostels van de naakt-cultuur, heeft energiek tegen - deze vertooningen geprotesteerd (Sexual-Probleme, Dec. 1908, - p. 828). Hij wijst er terecht op dat naaktheid, om gezond te - zijn, behoefte heeft aan open lucht, aan weiden en zonlicht, en - dat naaktheid bij avond, in een café-chantant bij kunstlicht, - in tegenwoordigheid van toeschouwers, die zelf gekleed zijn, - geen element van moraal in zich heeft. Hier en daar zijn rustig - pogingen gedaan om een zekere mate van wederzijdsche naaktheid - aan te kweeken, zooals tusschen de seksen op afgelegen landelijke - uitstapjes. Het is van beteekenis een verslag van zulk een proef - te vinden in Die Nacktheit van Ungewitter. In dit geval ging - een gezelschap menschen, mannen en vrouwen, geregeld elken Zondag - afgelegen plaatsen in het bosch opzoeken of weilanden, waar ze zich - dan legerden, picnicten en spellen deden. "Zij maakten het zich - zoo gemakkelijk als ze konden, de mannen deden hun jassen uit, - hun vesten, schoenen en sokken; de vrouwen haar blouses, rokken, - schoenen en kousen. Langzamerhand, naarmate de moreele opvatting - van naaktheid zich ontwikkelde in hun geest, viel meer en meer - kleeding weg, totdat de mannen niets meer droegen dan een zwembroek - en de vrouwen alleen maar haar hemd. In deze kleeding werden - gezamenlijk spelen gehouden en een echt kampleven werd geleid. De - dames (waarvan sommige ongetrouwd waren) lagen dan in hangmatten - en de mannen op het gras en het gesprek was heerlijk. Wij voelden - ons als leden van een familie en gedroegen ons als zoodanig. Op - een geheel natuurlijke en onbelemmerde wijze gaven wij ons geheel - over aan de vrijmakende gevoelens, die opgewekt werden door dit - licht- en luchtbad, en wij brachten deze heerlijke uren door - met vroolijk zingen en dansen, op lichtzinnig kinderlijke wijze, - bevrijd van den last van een valsche beschaving. Het was natuurlijk - noodig plaatsen te zoeken, die zoo ver mogelijk verwijderd waren - van de hoofdwegen, uit angst van gestoord te worden. Terzelfder - tijd schoten wij geenszins tekort in natuurlijke zedigheid en - égards voor elkander. Kinderen, die geheel naakt kunnen loopen, - kunnen permissie krijgen deel te nemen aan zulke bijeenkomsten - van volwassenen, en zullen zoodoende opgevoed worden, vrij van - ziekelijke preutschheid". (R. Ungewitter, Die Nacktheit, p. 58). - - Ongetwijfeld is het ideaal in deze zaak, de mogelijkheid volkomen - naaktheid toe te staan. Dit kunnen we wel toegeven, en het is - ongetwijfeld waar, dat onze strenge politie-verordeningen er - veel toe bijdragen om kunstmatig een verbergen te bevorderen - in deze zaak, dat niet gegrond is op eenig natuurlijk - instinct. Dr. Shufeldt vertelt in zijn Studies of the Human Form, - dat hij eens bij een tocht, ondernomen om te photografeeren, in de - bosschen twee jongens tegenkwam, die naakt waren op een zwembroek - na, en die bezig waren in een vijver waterlelies te plukken. Hij - vond hen een goed onderwerp voor zijn photografietoestel, maar zij - konden er niet toe gebracht worden om hun broek uit te trekken, - in het geheel niet uit zedigheid of nagemaakte zedigheid, maar - eenvoudig omdat ze bang waren, dat ze mogelijk zouden worden gepakt - en gearresteerd. Wij moeten erkennen, dat op het tegenwoordig - oogenblik het algemeene gevoelen nog niet voldoende opgevoed is om - publieke veronachtzaming toe te staan van de conventie de sexueele - centra te bedekken, en alle pogingen om de grenzen van de naaktheid - te verwijden moeten voldoende eerbied toonen voor dezen eisch. Wat - vrouwen aangaat, heeft Valentine Lehr van Freiburg in Bresgau een - kleeding uitgevonden (uitgebeeld in Die Nacktheit van Ungewitter) - die geschikt is voor publieke waterbaden of luchtbaden beide, - omdat ze tegemoet komt aan den eisch van hen wier minimum-eisch - is, dat de voornaamste sexueele centra van het lichaam in het - publiek bedekt moeten zijn, terwijl er overigens nog al bezwaren - tegen aan te voeren zijn. Ze bestaat uit twee deelen, gemaakt - van poreuze stof, een deel dat de borst bedekt met een band over - de schouders, en het andere, dat het onderlijf bedekt onder den - navel en tusschen de beenen getrokken is. Dit minimale costuum, - dat noch ideaal, noch æsthetisch is, bedekt voldoende de sexueele - deelen van het lichaam, terwijl het de armen, het middel, de - heupen en de beenen geheel vrij laat. - - -Dan blijft er ten slotte de moreele beschouwing van de -naaktheid. Hoewel hierop door velen gedurende de laatste halve -eeuw de nadruk is gelegd, is zij nog vreemd aan de meerderheid. Het -menschelijk lichaam kan nooit een zaak zonder beteekenis zijn. De -wijze opvoeder moge toezien, dat jongens en meisjes opgevoed worden in -een natuurlijke en gezonde gemeenzaamheid met elkaar, maar een zekere -angst en schoonheid moeten altijd verbonden zijn met de beschouwing -van het lichaam, een gemengde aantrekking en afstooting. Omdat het -deze kracht heeft, roept het natuurlijk de deugd te voorschijn van -hen, die deelnemen aan het schouwspel en maakt ieder week toegeven -aan gemoedsbeweging onmogelijk. Zelfs als wij toegeven, dat het zien -van naaktheid den hartstocht oproept, dan is het nog een oproep, -die de veredelende hoedanigheden van zelfbeheersching te voorschijn -brengt. Het is maar een armoedig soort van deugd, die gelegen is -in het vluchten in de woestijn voor dingen, waarvan we vreezen, -dat ze verleiding in zich hebben. Wij moeten leeren, dat het zelfs -nog erger is te trachten een woestijn om ons heen te scheppen in -de beschaving. Wij zouden niets zonder hartstochten kunnen doen, -zelfs al wilden we dat; de rede, zegt Holbach, is de kunst de juiste -hartstochten te kiezen, en opvoeding de kunst die te zaaien en te -kweeken in de harten der menschen. Het zien van de naaktheid heeft -zijn moreele waarde daarin, dat het ons leert te genieten van wat -we niet kunnen bezitten, een les, die een hoofdbestanddeel is van -het trainen voor iedere soort van mooi maatschappelijk leven. Het -kind moet leeren naar bloemen te kijken en ze niet te plukken; de -man moet leeren naar de schoonheid van een vrouw te kijken en niet -te begeeren ze te bezitten. De vreugdevolle overwinning over die -"erotische kleptomanie", zooals Ellen Key terecht gezegd heeft, -geeft blijk van het bloeien van een mooie beschaving. Wij denken -dat de overwinning moeilijk, zelfs onmogelijk is. Maar dat is niet -waar. Deze aandrift heeft, evenals andere menschelijke aandriften, -neiging zich onder natuurlijke omstandigheden matig en gezond te -ontwikkelen. Wij drukken ze dom en ruw naar beneden, en dan wordt -ze gedreven in de twee onnatuurlijke uitersten van onderdrukking en -uitspatting, waarvan het eene uiterste even verkeerd is als het andere. - -Voor hen, die opgevoed zijn onder slechte condities, mag het inderdaad -hopeloos schijnen te trachten op te klimmen tot de hoogte van de -Grieken en de andere fijner aangelegde volken van de oudheid, in het -erkennen van de moreele, zoowel als de paedagogische, hygiënische -en aesthetische voordeelen [45] van het toelaten in het leven van -het schouwspel van het naakte lichaam. Maar als we dat niet doen, -dan binden we ons zelf hopeloos vast op den weg van de beschaving, -wij berooven ons tegelijk van een bron van moreele kracht en van -vreugdevolle inspiratie. Juist zooals Wesley eens vroeg waarom de -duivel al de beste melodieën moest hebben, zoo beginnen de menschen -zich af te vragen, waarom het menschelijk lichaam, de goddelijkste -melodie in de beste oogenblikken die de schepping heeft opgeleverd, het -deel zou mogen worden van hen, die pleizier hebben in het obscene. En -sommigen zijn er voorts van overtuigd, dat zij door ze in te brengen -aan den kant van reinheid en kracht een zeer machtig bolwerk oprichten -tegen het indringen van een slechte opvatting van het leven en de -daarop volgende verlaging van het geslacht. Dit zijn overwegingen, -die we niet langer buiten beschouwing kunnen laten, hoe groot de -tegenstand ook zij, die zij verwekken onder hen die niet nadenken. - - - "De menschen zijn bang, dat zulke dingen de hartstochten zullen - opwekken", merkt Edward Carpenter op. "Er is geen twijfel - aan, dat ze dien kant uit kunnen werken. Maar waarom, mogen - we vragen, moeten de menschen zoo bang zijn hartstochten op te - wekken, die toch ten slotte de groote drijfkrachten zijn van het - menschelijk leven?" Het is waar, gaat dezelfde schrijver voort, - dat onze conventioneele moreele formules niet langer voldoende - sterk zijn om den hartstocht voldoende te beteugelen, en dat we - bezig zijn stoom te maken in een ketel, die weggevreten is van - de roest. "Het remedie is niet de hartstochten af te snijden, - of zwakkelijk ze te vreezen, maar een nieuwe, gezonde machine te - vinden van algemeene moraal en gezond verstand waarin zij kunnen - werken". (Edward Carpenter Albany Review, Sept., 1907). - - Zoo ver ik weet echter was het James Hinton, die voornamelijk - trachtte de mogelijkheid uiteen te zetten van een positieve - moraal op de basis van naaktheid, schoonheid en sexueelen invloed, - beschouwd als dynamische krachten die, als ze onderdrukt worden, - verderf brengen, en als ze wijs gebruikt worden, er toe dienen het - leven te inspireeren en te veredelen. Hij werkte zijn gedachten - over deze zaak uit in manuscripten, geschreven van omstreeks - 1870 tot zijn dood twee jaar later, die, omdat ze nooit in orde - gemaakt waren om uitgegeven te worden, in een onsamenhangenden - staat gebleven en niet gepubliceerd zijn. Ik haal een paar - korte karakteristieke passages aan: "Is niet", schrijft hij, - "de weigering van een Hindoe om een vrouw te zien eten, - vreemdsoortig gelijk aan de onze om er een naakt te zien? De - werkelijke zinnelijkheid van de gedachte is klaarblijkelijk - dezelfde.... Stel dat ananassen, omdat zij lekker zijn om te eten, - niet mochten gezien worden, behalve op schilderijen en dat men - het daarover zelfs nog niet eens was. Stel dat niemand een ananas - zien mocht, tenzij hij rijk genoeg was om er een te koopen voor - zijn eigen maal, daar het zien en het eten onverbreekbaar verbonden - was. Wat een begeerigheid zou er dan naar zijn, wat een voortdurend - verlangen, wat een diefstal!... Miss ---- vertelde ons van haar - Syrische avonturen, hoe zij in den winkel ging van een houtsnijder - en hoe hij niet naar haar wilde kijken; en hoe zij een instrument - opnam en werkte, tot hij ten laatste naar naar keek en zij beiden - in lachen uitbarstten. Zal het niet zoo zijn met ons kijken naar - vrouwen over het algemeen? Er zal een werk komen--en ten laatste - zullen wij opkijken en in lachen uitbarsten.... Als mannen zien - wat waarlijk verkeerd is en als zij met verstand en met voorzorg - handelen wat de sexueele verhoudingen betreft, zullen zij er dan - niet op staan, dat vrouwelijk schoon genoten wordt door jonge - menschen, en van de eerste jeugd af, opdat het eerste gevoel dat - moge zijn van schoonheid? Zullen zij niet zeggen: "Wij moeten de - valsche reinheid niet toelaten, wij moeten de echte hebben". Wij - hebben valsche beproefd en zij is niet goed genoeg; de macht moet - verkregen worden om rein schoonheid te genieten; het is noodlottig - te trachten het met minder te doen. Ieder leeraar van de jeugd - moet zeggen: "Deze schoonheid van de vrouw, Gods voornaamste werk - van schoonheid, het is goed, dat gij ze ziet; het is een genoegen, - dat het goede dient; alle schoonheid dient het goede en deze meer - dan alle, want de taak ervan is u rein te maken. Kom er heen, - zooals gij komt naar uw dagelijksch brood, of naar zuivere lucht, - of naar het reinigingsbad: dit is rein voor u, als gij rein zijt, - het zal u helpen in uw pogen om het te zijn. Maar als iemand van u - onrein is, en er voedsel der onreinheid uit maakt, dan moest gij - u schamen en bidden; het is niet voor u, dat ons leven ingericht - kan worden; het is voor menschen en niet voor beesten". Dit moet - komen als de menschen hun oogen openen, en koel handelen, en met - verstand en voorzorg en niet alleen in paniek als er kwestie is - van sexueelen hartstocht in zijn moreele verhoudingen." - - - - - - - - - -HOOFDSTUK IV - -HET WAARDEEREN VAN DE GESLACHTSLIEFDE - - - Het begrip geslachtsliefde.--De houding van het middeleeuwsch - ascetisme.--St. Bernard en St. Udo van Cluny.--Het wijzen - van de asceten op het bij elkaar liggen van de sexueele en de - excretie-organen.--De liefde als een sacrament der natuur.--De - voorstelling van de onreinheid van wat betrekking heeft op het - geslacht in de primitieve godsdiensten in het algemeen.--Theorieën - over den oorsprong van deze voorstelling.--Het anti-ascetische - element in den bijbel en het oudste Christendom.--Clemens van - Alexandrië.--De houding van den heiligen Augustinus.--De erkenning - van de heiligheid van het lichaam door Tertullianus, Rufinus en - Athanasius.--De hervorming.--Het sexueele instinct beschouwd als - dierlijk.--Het menschelijk sexueele instinct gelijkt niet op dat - van het dier.--Wellust en liefde.--De definitie van liefde.--Liefde - en namen voor liefde zijn onbekend in sommige deelen van de - wereld.--De romantische liefde heeft zich eerst laat ontwikkeld - bij het blanke ras.--Het mysterie van het sexueel verlangen. De - kwestie of liefde een begoocheling is.--De geestelijke zoowel - als de physieke bouw van de wereld berust voor een deel op - sexueele liefde.--Het getuigenis van mannen van intellect voor - de alléén-heerschappij van de liefde. - - -Het zal blijken, dat de gehouden bespreking over de naaktheid een -diepere beteekenis heeft dan men uit het voorafgaande zou afleiden. De -hygiënische waarde, zoowel physiek als geestelijk, van gemeenzaamheid -met de naaktheid gedurende de eerste jaren van het leven, hoe groot ze -ook wezen mag, is niet de eenige waarde, die zulk een gemeenzaamheid -bezit. Behalve haar æsthetische waarde ligt er ook een moreele -waarde in, een bron van dynamische kracht. En nog een stap verder -gaande, mogen we wel zeggen dat ze een geestelijke waarde heeft met -betrekking tot onze geheele opvatting van de sexueele aandrift. Onze -houding tegenover het naakte lichaam is de toetssteen van onze houding -tegenover het geslachts-instinct. Als ons eigen lichaam en dat van onze -medemenschen ons in ons binnenste schandelijk of walgelijk toeschijnt, -dan zal niets ooit in werkelijkheid onze opvattingen over sexueele -liefde veredelen of louteren. Liefde verlangt naar het vleesch, -en als het vleesch schandelijk is, dan moet hij, die liefheeft, -schandelijk zijn. "Se la cosa amata è vile", zooals Leonardo da Vinci -vol diepe wijsheid opmerkte, "l'amante se fa vile". Hoe onlogisch ze -ook geweest mag zijn, er was inderdaad eenige rechtvaardiging voor -de oude Christelijke identificatie van het vleesch met het sexueele -instinct. Zij staan of vallen te zamen; wij kunnen niet het eene -verlagen en het andere verheerlijken. Zooals onze gevoelens zijn -tegenover de naaktheid, zoo zullen onze gevoelens zijn tegenover -de liefde. - -"De mensch is niets dan vuil sperma, een zak vol mest, het voedsel -voor wormen.... Gij hebt nooit een vuiler mesthoop gezien". Dat was -het resultaat van de Meditationes Piissimae [46] van St. Bernardus in -het klooster. Soms wilden die middeleeuwsche monniken inderdaad wel -toegeven, dat de huid een zekere oppervlakkige schoonheid bezat, maar -zij gaven dat alleen toe om met meer nadruk te wijzen op de leelijkheid -van het lichaam, als het ontdaan was van dezen schijn van schoonheid, -en spanden al hun perverse intellectueele scherpzinnigheid en hun -woeste ironie in, om met begeerigen spot te wijzen op ieder onderdeel -van wat hun de armzalige menschelijke figuur toescheen. De heilige Odo -van Cluny, de beminnelijke heilige, een pionier in zijn appreciatie -van de wilde schoonheid der Alpen, die hij dikwijls was doorgetrokken, -was er bijzonder ver in, de schoonheid van het menschelijk lichaam -naar beneden te halen. Hij zegt met nadruk, dat schoonheid alleen in -de huid ligt; als wij onder de huid konden zien, dan zouden vrouwen -niets dan walging opwekken. Haar bekoorlijkheden zijn slechts bloed, -slijm en gal. Als wij weigeren vuil en slijm aan te raken, zelfs -maar met de toppen van onze vingers, hoe kunnen we dan begeeren -een zak met vuil te omarmen? [47] De middeleeuwsche monniken van de -meer beschouwende soort vonden hier dikwijls een heerlijk veld van -meditatie, en de Christelijke wereld in het algemeen was er tevreden -mee hun opinies in meer of minder verdunde lezing aan te nemen, -of protesteerde er tenminste nooit bepaald tegen. - -Zelfs mannen van de wetenschap namen deze opvattingen aan en beginnen -zich eerst nu los te maken van dat oude bijgeloof. R. de Graef vond -het noodig in de Voorrede van zijn beroemde verhandeling over de -voortbrengingsorganen van vrouwen, De Mulierum Organis Generatione -Inservientibus, opgedragen aan Cosmo III de Medici in 1672, zich over -het onderwerp van zijn werk te verontschuldigen. Zelfs een eeuw later -veroordeelde Linnaeus in zijn groote werk, The System of Nature, als -"afschuwelijk" de nauwkeurige studie der vrouwelijke genitaliën, hoewel -hij het wetenschappelijk belang van zulke nasporingen toegaf. En als -mannen van de wetenschap het moeilijk gevonden hebben tot een objectief -standpunt te komen over vrouwen, dan kunnen we ons niet verwonderen, -dat middeleeuwsche en nog oudere opvattingen dikwijls fijn doorweven -zijn geweest met de ideeën van philosofische en half philosofische -schrijvers [48]. - -We mogen als een speciale variëteit van het ascetisch bezien van -de sekse beschouwen,--want de asceten grondden vrijelijk, zooals we -zien, maar niet geheel terecht, hun ascetisme voor een groot deel op -æsthetische overwegingen--dat herhaalde wijzen op het bij elkaar liggen -van de sexueele en de excretorische centra, hetgeen in de oude Kerk -zijn uitdrukking vond in de geringschattende bewering van Augustinus: -"Inter faeces et urinam nascimur", en dat blijft voortbestaan bij -velen, die het in het geheel niet altijd in verband brengen met -godsdienstig ascetisme [49]. "Als resultaat van welk een belachelijke -zuinigheid, en van welk een Mephistopheles ironie", vraagt Tarde -[50], "heeft de Natuur gemeend, dat een functie zoo verheven, zoo de -poëtische en philosofische hymnen, die ze bezongen hebben, waardig, -niet beter verdiende dan haar uitsluitend orgaan te hebben te zamen -met dat van de minste lichamelijke functies?" - -Wij mogen er echter op wijzen, dat deze beschouwing van de zaak, -hoewel onbewust, zelf het gevolg is van de ascetische depreciatie van -het lichaam. Van een wetenschappelijk standpunt zijn de processen -van stofwisseling van het lichaam van a tot z, alle met elkander -ineen geweven en van gelijke waardigheid, hetzij ze chemisch of -psychologisch beschouwd worden. Wij kunnen niet eenig speciaal chemisch -of biologisch proces afzonderen en verklaren: Dit is leelijk. Zelfs -wat wij uitwerpsel noemen, helpt nog de stof opbouwen van onze -levens. Eten is sommigen een walgelijke bezigheid toegeschenen. Maar -toch is het mogelijk geweest te zeggen, met Thoreau, dat "de goden -inderdaad bedoeld hebben, dat de menschen zich als de goden zouden -voeden, evenals zij zelve, met hun eigen nectar en ambrosia ... Ik heb -gevoeld, dat eten een sacrament werd, een middel tot gemeenschap, een -extatische oefening, en een zitten aan de avondmaalstafel der wereld". - -De sacramenten van de natuur zijn op deze wijze overal samengeweven -in het weefsel van de lichamen van mannen en vrouwen. Lippen, goed om -te kussen, zijn voor alles goed om mee te eten en te drinken. Zoo -opeengehoopt en over elkaar heen geschoven zijn de centra van -kracht langzamerhand geworden, in den langen loop der ontwikkeling, -dat alle slijmvliezen van de natuurlijke lichaamsopeningen, door de -gevoeligheid, die zij verkregen hebben bij hun speciale werkzaamheid, -werktuigen zijn geworden, die de ziel in vervoering kunnen brengen -bij de aanraking in liefde; het is nutteloos verschil te maken -tusschen hoog en laag, rein of onrein; ze zijn alle gelijkelijk -reeds geheiligd door de uiterste wijding der natuur. De neus ontvangt -den levensadem; de vagina ontvangt het levenswater. Ten slotte moet -de waarde en liefelijkheid van het leven afgemeten worden naar de -waarde en liefelijkheid, die de werktuigen van het leven voor ons -hebben. De zwellende borsten zijn zulke goddelijk mooie teekenen van -vrouwelijkheid ter wille van het kind, dat er mogelijk aan hangen en -zuigen zal; de groote lijnen van de heupen zijn zoo wellustig ter wille -van het kind, dat zij mogelijk eens zullen bevatten; er kan hier geen -onderscheid gemaakt worden, wij kunnen de wortels niet van den boom -scheiden. Het is waar, dat de hoogste functie van de mannelijkheid--het -overreiken van de levenslamp aan toekomstige rassen, ten uitvoer wordt -gebracht door hetzelfde werktuig, dat tot dagelijkschen afvoer van -de blaas dient. Er is honend gezegd, dat wij geboren worden tusschen -urine en uitwerpselen; er kon ook, vol eerbied, gezegd worden, dat de -doorgang door dit geboortekanaal een sacrament is der natuur, heiliger -en van meer beteekenis dan menschen het ooit zouden kunnen bedenken. - -Soms zijn deze verhoudingen opgemerkt en is hun beteekenis erkend door -een soort van mystische intuïtie. Wij nemen nu en dan sporen van zulk -een inzicht waar, eerst onder de dichters en later onder de medici -van de Renaissance. In 1864 zet Rolfincius, in zijn Ordo et Methodus -Generationi Partium etc. aan het begin van zijn tweede deel, gewijd -aan de geslachtsdeelen der vrouw, uiteen, wat oude schrijvers gezegd -hebben over de Eleusische en andere mysteriën en over de toewijding en -reinheid, vereischt van hen, die de heilige riten naderden. "Zoo is het -ook met ons," gaat hij voort, "bij de riten van het wetenschappelijk -onderzoek. Ook wij werken met heilige dingen. De geslachtorganen -moeten onder heilige dingen gerekend worden. Zij, die deze altaren -naderen, moeten komen met vromen geest. Laat de profanen buiten staan, -laat de deuren gesloten worden". In die dagen waren, zelfs voor de -wetenschap, alleen geloof en intuïtie mogelijk. Het is eerst in de -laatste jaren, dat de microscoop van den histoloog en het proefbuisje -van den physiologischen chemicus hem van een verstandelijke basis -voorzien hebben. Het is niet langer mogelijk, de natuur in tweeën te -knippen en te verzekeren, dat ze hier rein is en daar onrein [51]. - - - Er schijnt dus geen voldoende grond te zijn om het eens te - zijn met hen, die het bij elkaar liggen van de voortbrengende - en de excretorische centra beschouwen als "een dom knoeiwerk der - natuur". Een associatie, die zoo oud en primitief is als de natuur, - kan alleen stuitend toeschijnen aan hen, wier gevoelens ziekelijk - onnatuurlijk geworden zijn. We mogen verder opmerken, dat de anus, - die aesthetisch het minst aantrekkelijke is van de excretorische - centra, betrekkelijk ver verwijderd is van de sexueele centra, - en dat, zooals R. Hellmann vele jaren geleden opmerkte, toen hij - deze kwestie besprak (Ueber Geschlechtsfreiheit, p. 82): "In de - eerste plaats pas afgescheiden urine niets bijzonder onaangenaams - in zich heeft, en in de tweede plaats, als ze dat al had, we dan - wel mochten bedenken, dat een rozenroode mond in het geheel niet - zijn bekoring verliest, alleen omdat hij niet aanlokkend is om - te kussen op het oogenblik, dat zijn bezitter bezig is te braken". - - Een geestelijke oppert zelfs in een zijner geschriften, dat - wij verder mogen gaan en een positief voordeel vinden in deze - nabijheid. "Ik ben blij, dat gij het niet eens zijt met den man, - die vond, dat de natuur geknoeid had, toen ze de genitaliën - gebruikte voor de doeleinden van het urineeren; afgezien van - teleologische en theologische redenen zou ik die redeneeringslijn - niet kunnen volgen. Ik vind, dat er geen reden is voor walging - wat de organen voor het urineeren betreft, hoewel ik gevoel, dat - de anus nooit aantrekkelijk kan zijn voor den normalen geest; maar - de anus is geheel afgescheiden van de genitaliën. Mijn opinie is, - dat het nabij elkaar liggen een goed doel heeft, doordat het de - organen min of meer geheim maakt, behalve in tijden van sexueele - opwinding of in die van liefde. Het resultaat is, dat die deelen in - gewone tijden een zekere mate van weerzin wekken, maar een sterke - aantrekking oefenen in tijden van sexueele werkzaamheid. Vandaar - dat het gewone beschermen van de geslachtsdeelen, uit vrees afkeer - te wekken, zeer hun aantrekkelijkheid verhoogt op andere tijden, - wanneer de sexueele werkzaamheid onbeperkt is. Verder is het gevoel - van afkeer zelf alleen het resultaat van gewoonte en gevoelen, - hoe nuttig het ook is, en volgens de Schrift is alles rein en - goed. Het ascetisch gevoel van tegenzin berust, als we terug - gaan tot zijn oosprong, op anderen dan christelijken invloed. Het - christendom kwam voort uit het Judaisme, dat geen gevoel had voor - de onreinheid van het huwelijk, want "onrein" beteekent in het - Oude Testament eenvoudig "heilig". De ascetische zijde van den - godsdienst van het christendom is geen deel van den godsdienst - van Christus, zooals hij kwam uit de handen van den stichter, en - het moderne gevoel in deze zaak is een weifelend overblijfsel van - de ketterij van de Manichaeërs". Ik mag er echter wel bijvoegen, - dat er, zooals Northcote zegt (Christianity and Sex Problems, - p. 14), naast de vrije erkenning van sexualiteit in het Oude - Testament, een kring van denkbeelden is, die blijk geeft van - een gevoel van onreinheid en schaamte wat de sekse betreft. Het - christendom heeft deze gemengde gevoelens geërfd. Het is inderdaad - onder de oude en primitieve volken een ver verspreid en bijna - algemeen gevoelen geweest, dat er iets onreins en zondigs is in de - dingen van het geslacht, zoodat zij, die een godsdienstig leven - zouden willen leiden, sexueele verhoudingen moeten vermijden; - zelfs in Indië heeft het coelibaat eerbied ingeboezemd (zie - b.v. Westermarck, Marriage, pp. et seq.) Wat den oorspronkelijken - grond van dit denkbeeld aangaat--dien we hier niet nauwkeuriger - behoeven te bespreken--zijn vele theorieën op den voorgrond - gebracht; de heilige Augustinus zet, in zijn De Civitate Dei - het vernuftige idee uiteen, dat de penis, omdat hij onderhevig - is aan spontane bewegingen en erecties, die niet door den wil - beheerscht worden, een orgaan is om zich over te schamen, dat - de geheele geslachtssfeer in zijn schande meetrekt. Westermarck - beweert, dat er onder bijna alle volken gevoelens voorkomen - tegen sexueele verhoudingen met leden van dezelfde familie of - hetzelfde huishouden, en daar het geslacht zoo verbannen werd uit - de sfeer van het huiselijk leven, ontstond er een opvatting over - de onreinheid ervan; Northcote wijst op het feit, dat het van - het begin af aan noodig is geweest verborgenheid te zoeken voor - sexueelen omgang, omdat het paar op dat oogenblik een prooi zou - zijn voor vijandelijke aanvallen, en dat door een gemakkelijken - overgang de sekse beschouwd begon te worden als iets, dat verborgen - behoort te worden en daarom als iets zondigs. (Diderot had reeds - in zijn Supplément au Voyage de Bougainville gewezen op dit - motief voor afzondering als "het eenige natuurlijke element voor - kuischheid"). Crawley heeft een groot deel van zijn suggestief - werk, The Mystic Rose, gewijd aan het aantoonen van het feit, - dat voor den wilde de sekse een gevaarlijk en verzwakkend element - in het leven is en daarom zondig. - - -Het zou echter een dwaling zijn te denken, dat zulke mannen als -St. Bernard en de heilige Odo van Cluny, hoe bewonderenswaardig zij -ook de ascetische en zelfs de algemeen Christelijke gezichtspunten -van hun eigen tijd vertegenwoordigden, beschouwd moeten worden als -geheel typische voorbeelden van het echt Christelijke en primitief -Christelijke gezichtspunt. Voor zoover ik heb kunnen ontdekken, vinden -wij deze geconcentreerde intellectueele en emotioneele woestheid -van aanval op het lichaam niet tijdens de eerste duizend jaar van -het Christendom; die ontwikkelde zich eerst op het oogenblik toen, -met paus Gregorius VII, het middeleeuwsche Christendom de climax -bereikte van zijn overwinning over de zielen van de Europeesche -menschen, in de instelling van het coelibaat van de wereldlijke -geestelijkheid en den groei van de groote, in kloosters verzamelde -gemeenschappen van monniken in streng geregelde en afgezonderde orden -[52]. Daarvoor deden de leeraars van het ascetisme meer hun best om -aan te sporen tot kuischheid en zedigheid dan dat ze een aanval deden -op het geheele lichaam; zij concentreerden hun aandacht liever op -geestelijke deugden dan op physieke onvolkomenheden. En als wij tot -de Evangeliën teruggaan, dan vinden we weinig van den middeleeuwschen -ascetischen geest in de gezegden en daden, die van Jezus vermeld -worden, waarvan we zelfs eerder mogen zeggen dat ze over het geheel, -niettegenstaande het ascetisme dat er aan ten grondslag ligt, een -zekere teerheid openbaren en een toegevendheid jegens het lichaam, -terwijl zelfs Paulus, hoewel hij niet zacht is voor het lichaam, tot -eerbied er voor aanspoort als voor een tempel van den Heiligen Geest. - -Wij kunnen niet verwachten, dat wij de Kerkvaders sympathiek gezind -zullen vinden tegenover het vertoonen van het naakte menschelijk -lichaam, want hun positie was gegrond op een opstand tegen het -heidendom en het heidendom had het lichaam gekoesterd. De naaktheid was -meer speciaal verbonden geweest met het publieke bad, het gymnasium -en het tooneel; en daar het van harte deze heidensche instellingen -afkeurde, werkte het Christendom de naaktheid tegen. Het feit, dat -gemeenzaamheid met de naaktheid eer gunstig dan ongunstig was voor de -kuischheid, waaraan ze zooveel waarde hechtte, kon de Kerk--hoewel ze -op zekeren tijd de naaktheid opnam in het ritueel van den doop--voor -het grootste deel niet inzien, als deze kuischheid al werkelijk een -feit was, hetwelk de speciale condities van het decadente klassieke -leven neiging hadden gehad te verbergen. Maar in hun bepaalde voorkeur -voor het aangekleede lichaam boven het naakte aarzelden de eerste -Christenen dikwijls om den verderen stap te doen door te verzekeren, -dat het lichaam een brandpunt is van onreinheid en dat de physieke -sexueele organen een uitvindsel zijn van den duivel. Integendeel -spraken sommige van de beroemdste Kerkvaders, vooral zij die tot -de Grieksche kerk behoorden en die den levenwekkenden adem gevoeld -hadden van het Grieksche denken, zich nu en dan uit over de onderwerpen -natuur, sekse, en het lichaam in een geest, die de instemming verworven -zou hebben van Goethe en Whitman. - -Clemens van Alexandrië was, met al de excentriciteit van zijn -overfijn intellect, de meest Grieksche van al de Kerkvaders en het -is niet te verwonderen, dat de laatste glimp van klassiek licht, -die van zijn geest uitstraalde, eenig licht wierp over deze kwestie -van sekse. Hij protesteerde bv. tegen die preutschheid die, toen -de zon van de klassieke wereld onderging, begonnen was het leven -te overschaduwen. "Wij moeten ons niet schamen te noemen wat God -zich niet geschaamd heeft te maken" [53]. Het was een merkwaardige -verklaring omdat, terwijl ze het oude klassieke gevoel aannam van -geen schaamte jegens de natuur, ze dat gevoel plaatste op een nieuwe -en godsdienstige basis in overeenstemming met het Christendom. Over -het geheel, hoewel niet altijd consequent, verdedigt Clemens van -Alexandrië het lichaam en de sexueele functies tegen hen, die ze met -verachting behandelden. En daar de zaak van het geslacht de zaak is -der vrouwen, houdt hij de waardigheid der vrouwen altijd krachtig -staande en verkondigt hij ook de heiligheid van het huwelijk, een -staat, dien hij somtijds plaatst boven dien der maagdelijkheid? [54] - -Ongelukkig, het moet gezegd worden, meende de heilige Augustinus--een -andere Noord-Afrikaner, maar uit Romeinsch Carthago en niet uit -Grieksch Alexandrië--dat hij een overtuigend antwoord had op het -argument dat Clemens opperde, en zoo groot was de kracht van zijn -hartstochtelijk en machtig genie, dat hij ten slotte zijn antwoord -overheerschend kon maken. Voor Augustinus was de zonde erfelijk, en -de zonde had haar specialen zetel in de sexueele organen; de daad der -zonde had de oorspronkelijke goddelijke daad der schepping gewijzigd, -en wij kunnen de sekse en de sexueele organen niet behandelen -alsof er geen erfzonde was geweest. Onze genitaliën, verklaart hij, -zijn schandelijk geworden omdat zij, door de zonde, nu in beweging -gebracht worden door de wellust. Toch neemt Augustinus op verre -na niet de middeleeuwsche ascetische houding aan van minachtenden -haat jegens het lichaam. Niets kan verder van Odo van Cluny af zijn -dan het enthusiasme van Augustinus over het lichaam, zelfs over de -volkomen harmonie van de deelen onder de huid. "Ik geloof, dat wij -tot het besluit kunnen komen", zegt hij zelfs, "dat bij het scheppen -van het menschelijk lichaam de schoonheid meer in het oog gehouden is -dan het nut. Waarlijk, nut is een voorbijgaand iets, en de tijd zal -komen dat we elkanders schoonheid kunnen genieten zonder wellust" -[55]. Zelfs in de sfeer van sekse zou hij geneigd zijn reinheid en -schoonheid aan te nemen, afgescheiden van den erfelijken invloed van -Adam's zonde. In het Paradijs, zegt hij, als het Paradijs was blijven -bestaan, zou de daad van het voortbrengen even eenvoudig zijn geweest -en vrij van schande als de daad van de hand bij het uitstrooien van -het zaad op de aarde. "Sexueele vereeniging zou onder de heerschappij -van den wil geweest zijn zonder eenig sexueel verlangen. Het zaad -zou in de vagina gebracht worden op even eenvoudige wijze als de -menstrueele vloeistof er nu uitgeworpen wordt. Er zouden geen woorden -geweest zijn die obsceen genoemd konden worden, maar al wat van deze -deelen kon gezegd worden, zou even rein geweest zijn als wat gezegd -wordt van de andere deelen van het lichaam" [56]. Dat is echter voor -Augustinus wat had kunnen wezen in het Paradijs, waar, naar hij meende, -sexueel verlangen niet bestond. Zooals de dingen zijn, meende hij, -is het juist dat wij ons schamen, doen wij goed te blozen. En het was -natuurlijk dat, zooals Clemens van Alexandrië vermeldt, vele ketters -verder gingen op dezen weg en geloofden dat, terwijl God den mensch -maakte tot aan den navel, de rest door een andere macht gemaakt was; -zulke ketters hebben zelfs nu nog hun aanhangers onder ons. - -Evenzeer in de Oostersche als in de Westersche kerken echter, zoowel -voor en na Augustinus, hoewel niet dikwijls er na, hebben groote -Kerkvaders en leeraars meeningen geuit, die eer die van Clemens dan -die van Augustinus herroepen. Wij kunnen niet veel waarde hechten aan -de uiting van den buitensporigen en dikwijls zichzelf tegensprekenden -Tertullianus, maar het is de moeite waard op te merken, dat, terwijl -hij verklaarde dat de vrouw de poort is tot de hel, hij toch ook gezegd -heeft, dat wij de natuur moeten naderen met eerbied en niet met een -blos. "Natura veneranda est, non erubescenda". "Geen Christelijk -schrijver", heeft men gezegd, "heeft zoo energiek gesproken tegen -de kettersche verachting van het lichaam als Tertullianus. Lichaam -en ziel zijn, volgens Tertullianus, ten nauwste verbonden. De ziel -is het levensprincipe van het lichaam, maar er is geen werkzaamheid -van de ziel, die zich niet openbaart door en invloed ondervindt van -het vleesch" [57]. Van meer belang is Rufinus Tyrannius, de vriend -en medeleerling van den heiligen Jeronimus, in de vierde eeuw, die -een commentaar schreef op de Apostolische geloofsleer, die zeer in -aanzien was bij de oude en middeleeuwsche kerk en die zelfs nu nog -gewaardeerd wordt. Rufinus zegt, in antwoord aan hen, die verklaarden -dat er obsceniteit was in het feit van de geboorte van Christus door de -sexueele organen van een vrouw, dat God de sexueele organen geschapen -heeft, en dat "het niet de natuur is, maar alleen de opinie der -menschen, die ons leert dat deze deelen obsceen zijn. Verder zijn al -de deelen van het lichaam gemaakt van dezelfde klei, welke verschillen -er ook mogen zijn in hun gebruik en hun functies" [58]. Hij bekijkt -de zaak zooals we zien, wel vroom, maar toch natuurlijk en eenvoudig, -zooals Clemens, en niet zooals Augustinus door het verwringende medium -van een theologisch systeem. Athanasius sprak in de Oostelijke Kerk -in denzelfden geest als Rufinus in de Westelijke. Een zekere monnik, -genaamd Amun, had veel verdriet ondervonden door het voorkomen van -zaaduitstortingen in den slaap, en hij schreef aan Athanasius om te -vragen of zulke uitstortingen zonde zijn. In den brief, dien hij tot -antwoord schreef, tracht Athanasius Amun gerust te stellen. "Alle -dingen", zegt hij tot hem, "zijn rein voor den reine. Want wat, vraag -ik u, lieve en vrome vriend, kan er voor zondigs of van nature onreins -zijn in een uitwerpsel? De mensch is het werk van Gods handen. Er is -zeker niets in ons dat onrein is" [59]. Als wij deze uitingen lezen, -gevoelen wij, dat de zaden van preutschheid en verhitheid reeds in -den geest van het volk aanwezig zijn, maar toch zien wij ook dat -sommige van de meest bekende denkers van de eerste Christelijke -Kerk in opvallend contrast met de meer ziekelijke en kleingeestige -middeleeuwsche asceten, duidelijk afgezonderd stonden van de populaire -beweging. Over het geheel werden zij overstemd, omdat het Christendom, -evenals het Boeddhisme, van het begin af aan een kiem in zich droeg, -die zich leende tot ascetische onthouding, en het sexueele leven is -altijd de eerste impuls, die opgeofferd moet worden aan den hartstocht -voor onthouding. Maar er waren ook andere kiemen in het Christendom, -en Luther, die op zijn eigen plebejische wijze opkwam voor de rechten -van het lichaam, ofschoon hij brak met het middeleeuwsch ascetisme, -stelde daardoor geenszins de tradities van de oudste Christelijke -Kerk ter zijde. - -Ik heb gemeend, dat het de moeite waard was dezen bewijsgrond aan -te voeren, alhoewel ik zeer wel weet, dat de feiten der Natuur -geen meerderen steun verkrijgen door het gezag van de Kerkvaders of -zelfs van den Bijbel. De natuur en de menschheid hebben bestaan vóór -den Bijbel en zouden voortgaan te bestaan al zou de Bijbel vergeten -zijn. Maar de houding van het Christendom op dit punt is zoo dikwijls -zonder voorbehoud veroordeeld geworden, dat het wel goed schijnt -aan te toonen, dat in zijn beste oogenblikken, toen het een jonge en -aangroeiende macht in de wereld was, de uitingen van het Christendom -dikwijls gelijkluidend waren met die van de Natuur en van de rede. Er -zijn vele menschen, mogen we er aan toevoegen, die het een troost -vinden te weten, dat zij, als zij in deze zaak den natuurlijken en -verstandelijken weg volgen, daardoor niet geheel en al breken met de -godsdienstige tradities van hun ras. - - - Het is wel nauwelijks noodig op te merken, dat wij, als wij ons van - het Christendom afwenden naar de andere groote wereldgodsdiensten, - gewoonlijk zoo'n dubbelzinnige houding jegens de sekse niet - ontmoeten. De Mohammedanen waren even nadrukkelijk in het - beweren, dat de sekse heilig was, als zij waren in hun zorg voor - de lichamelijke reinheid; zij waren bereid de sexueele functies - in het leven hiernamaals mee te nemen, en zij hebben zich nooit, - zooals Luther en zoo vele andere Christenen, vermoeid met peinzen - over het gebrek aan bezigheid in den Hemel. In Indië, hoewel Indië - het tehuis is van de uiterste vormen van godsdienstig ascetisme, is - de sexueele liefde in een grootere mate, geheiligd en vergoddelijkt - geworden dan in eenig ander deel van de wereld. "Het schijnt - nooit in de hoofden van de Hindoe-wetgevers te zijn opgekomen", - zeide Sir William Jones lang geleden (Works, vol. ii, p. 311), - "dat iets natuurlijks hinderlijk obsceen zou kunnen zijn, een - eigenaardigheid, die al hun geschriften doordringt, maar die geen - bewijs is voor de verdorvenheid van hun zeden". De sexueele daad - heeft in Indië dikwijls een godsdienstige beteekenis gehad, en - de meest nauwkeurige bijzonderheden van het sexueele leven en de - verscheidenheden ervan zijn in Indische erotische verhandelingen op - ernstige wijze besproken, terwijl nergens anders de anatomische en - physiologische sexueele eigenaardigheden van vrouwen met zulk een - nauwkeurigen en devoten eerbied zijn bestudeerd. "Liefde heeft in - Indië, zoowel in theorie als in de praktijk" merkt Richard Schmidt - op (Beiträge zur Indischen Erotik, p. 2) "een belangrijkheid, - zooals wij ons zelfs niet kunnen voorstellen". - - -In Protestantsche landen heeft de invloed van de Hervorming, door -de sekse als iets natuurlijks in eere te herstellen, indirect er -toe geleid, in het populaire voelen jegens de sekse den smaad van -zondigheid te vervangen door den smaad van dierlijkheid. Voortaan moet -de sexueele impuls worden verborgen of opgetooid, om fatsoenlijk -menschelijk te worden. Dit blijkt duidelijk uit een passage in -het dagboek van Pepys, in de zeventiende eeuw. Op den morgen na den -huwelijksdag was het gewoonte pas getrouwde menschen met muziek wakker -te maken; de afwezigheid van deze muziek bij een bepaalde gelegenheid -(in 1667), maakte op Pepys den indruk "alsof zij zoo maar als een -paar honden bij elkaar waren gekomen". Wij geven niet langer om de -muziek, maar hetzelfde gevoelen bestaat nog in den wensch naar andere -vermommingen en versieringen voor den sexueelen impuls. Wij stellen -ons niet altijd duidelijk voor oogen, dat liefde haar eigen heiliging -met zich brengt. - -Als tegenwoordig de tegenzin tegen de sexueele zijde van het leven zich -vertoont, wordt bijna altijd beweerd niet zoozeer, dat ze "zondig" -is als wel dat ze "dierlijk" is. Ze wordt beschouwd als dat deel van -den mensch, dat hem het nauwste verbindt met de lagere dieren. Het -moest nauwelijks noodig zijn er op te wijzen, dat dit een dwaling -is. Van wat voor zijde we ze ook naderen, de bewering, dat sekse -bij den mensch en bij de dieren hetzelfde is kan niet volgehouden -worden. Van het standpunt van hen, die deze identiteit aannemen, -zou het juister zijn te zeggen, dat de menschen inferieur zijn aan -de dieren, dan dat ze gelijk zijn met de dieren, want bij dieren -is onder natuurlijke omstandigheden het sexueele instinct strikt -ondergeschikt aan de voortplanting en zeer weinig onderhevig aan -afwijking, zoo dat van het standpunt van hen, die de sekse willen -kleineeren, de dieren dichter bij het ideaal zijn, en zulke menschen -moeten met Woods Hutchinson zeggen: "Alles te zamen genomen hebben onze -dier-voorouders evenveel reden zich over ons te schamen, als wij over -hen". Maar als we de zaak bezien van een ruimer biologisch standpunt -van ontwikkeling, dan moet onze conclusie geheel verschillend zijn. - -Wel verre van aan de dieren gelijk te zijn, behooren de menschelijke -sexueele impulsen onder de minst op de dieren gelijkende aanwinsten -van den mensch. De menschelijke sexueele sfeer verschilt in -een buitengewoon groote mate van de dierlijke sexueele sfeer -[60]. Ademhalen is een dierlijke functie en hierin kunnen we niet -wedijveren met de vogels; beweging is een dierlijke functie en hier -kunnen wij de viervoeters niet evenaren; wij zijn niet merkbaar -vooruit gegaan wat onze circuleerende, verteringbevorderende, nier- -of leverfuncties betreft. Zelfs wat het gezicht en het gehoor betreft, -zijn er veel dieren, die scherper van gezicht zijn dan de mensch, en -vele, die in staat zijn geluiden te hooren, die voor hem onhoorbaar -zijn. Maar er zijn geen dieren, waarbij het sexueele instinct zoo -gevoelig is, zoo hoog ontwikkeld, zoo verscheiden in zijn uitingen, -zoo voortdurend waakzaam, zoo in staat om uit te stralen naar -de hoogste en de verst verwijderde deelen van het organisme. De -sexueele werkzaamheden van den man en van de vrouw behooren niet tot -dat lagere deel van onze natuur, dat ons degradeert tot het niveau -van het "dier", maar tot het hoogere deel, dat ons opheft tot al -de hoogste werkzaamheden en idealen, waartoe we in staat zijn. Het -is waar, dat er voornamelijk in den mond van enkele onwetende en -slecht opgevoede vrouwen over sekse gesproken wordt als "dierlijk" -of als "het dierlijke deel van onze natuur" [61]. Maar daar vrouwen -de moeders en de onderwijzeressen zijn van het menschelijk ras is -dit een onwetendheid en een blijk van slechte opvoeding, die niet te -spoedig met wortel en tak kunnen uitgeroeid worden. - -Er zijn sommigen, die schijnen te denken, dat zij de weegschaal in -evenwicht hebben gehouden en de zaak voor goed opgelost, als zij -erkennen, dat sexueele liefde zoowel mooi kan zijn als walgelijk, en -dat beide beschouwingen even normaal en wettig zijn. "Luister om de -beurt", merkt Tarde op, "naar twee mannen, die de een koud, de ander -vurig, de een kuisch, de ander verliefd, beiden even welopgevoed en -ruim van geest, de waarde van hetzelfde ding bepalen: de een noemt -walgelijk, leelijk, weerzinwekkend en dierlijk, wat de ander heerlijk, -verrukkelijk, onuitsprekelijk, goddelijk noemt. Wat voor den een, in de -Christelijke phraseologie, een onvergeeflijke zonde is, dat is voor den -ander de staat van ware genade. Daden, die voor den een een treurige -en nu en dan voorkomende noodzakelijkheid schijnen te zijn, vlekken -die zorgvuldig uitgewischt moeten worden door lange tusschenpoozen -van zelfbeheersching, zijn voor den ander de gouden spijkers, waar -het geheele overige levensgedrag en bestaan van afhangt, de dingen, -die alleen aan het menschelijk leven zijn waarde geven" [62]. Toch -mogen we wel betwijfelen of deze beide personen "even welopgevoed en -ruim van geest" zijn. De wilde gevoelt, dat sekse gevaarlijk is en hij -heeft gelijk. Maar de mensch, die gevoelt dat de sexueele impuls slecht -is, of zelfs maar laag bij den grond en vulgair, is een absurditeit -in het heelal, een afwijking. Hij is evenals die menschen in onze -krankzinnigengestichten, die gevoelen, dat het instinct om zich te -voeden slecht is en zoo er toe overgaan om zich uit te hongeren. Zij -zijn evenzeer geestelijke verworpelingen in het heelal, welks kinderen -zij zijn. Het is een andere zaak, als een mensch verklaart, dat hij -persoonlijk in zijn geval een ascetisch ideaal heeft, dat hem er toe -brengt zich zooveel mogelijk te onthouden van een van beide of van -beide impulsen. De mensch, die gezond ascetisch is, streeft naar een -discipline, die te hulp komt aan het ideaal, dat hij zich persoonlijk -gesteld heeft. Hij kan theoretisch nog in harmonie blijven met het -heelal, waartoe hij behoort. Maar verachting uit te spreken over het -sexueele leven, den sluier der "onreinheid" er over uit te spreiden, -dat is, zooals Nietzsche verklaarde, de onvergeeflijke zonde tegen -den Heiligen Geest van het Leven. - -Er zijn veel menschen, die vooroordeel en rede trachten te verzoenen -in hun waardeering van de liefde door een scherpe scheidingslijn te -trekken tusschen "lust" en "liefde", de eene verwerpend en de andere -goedkeurend. Het is zeer juist zulk een onderscheid te maken, maar -de wijze waarop het gemaakt wordt, kan gewoonlijk in het geheel geen -onderzoek verdragen. Wij moeten uitmaken, wat we meenen met "wellust" -en wat we meenen met "liefde", en dat is niet gemakkelijk, als zij -beschouwd moeten worden alsof ze elkaar uitsluiten. Soms wordt gezegd, -dat we onder "lust" moeten verstaan een roekeloos toegeven aan den -sexueelen impuls zonder op andere overwegingen te letten. Als we hem -zoo verstaan, kunnen we hem veilig verwerpen. Maar dat is een volkomen -willekeurige definitie van het woord. "Lust" is inderdaad een zeer -dubbelzinnig woord; het is een goed woord, dat zijn moreele waarde -veranderd heeft, en daarom moeten wij het zeer zorgvuldig verklaren, -eer wij het durven gebruiken. Eigenlijk gezegd, is "lust" een volkomen -kleurloos woord [63] en beteekent eenvoudig verlangen in het algemeen -en sexueel verlangen in het bijzonder; het komt overeen met "honger" -of "dorst"; het in een beleedigende beteekenis te gebruiken is -ongeveer hetzelfde als aan te nemen, dat het woord "hongerig" dezelfde -beleedigende beteekenis heeft als "begeerig". Het resultaat is geweest, -dat gevoelige geesten verontwaardigd het woord "lust" in verband met -de liefde verwerpen [64]. In het vroegste gebruik van onze taal, had -"lust" den zin van gezonde en normale sexueele kracht; nu is het woord -zoo zeer naar beneden gehaald, dat, hoewel het gemakkelijk zou zijn het -weer op zijn juiste plaats, die nog open blijft, te brengen, de poging -hiertoe welhaast een hopelooze taak lijkt. Wij hebben de bronnen van -gevoel in deze zaken zoozeer vergiftigd met middeleeuwsche ascetische -ruwheden, dat al onze woorden voor sekse spoedig neiging-hebben met -modder bespat te geraken; we kunnen ze oprapen uit de modder, waarin -ze gevallen zijn en trachten ze te reinigen, maar aan vele oogen -zullen ze toch nog vuil toeschijnen. Een gevolg van deze neiging -is, dat wij geen eenvoudig, precies, natuurlijk woord hebben voor -de liefde van de seksen, en we gedwongen worden onze toevlucht te -nemen tot den algemeenen term, die zoo veelomvattend is, dat men -in Engeland en in de meeste andere landen die den toon aangeven, -met hetzelfde woord spreekt van God "liefhebben" of van eten "houden". - -Liefde, in de sexueele beteekenis, is in het kort beschouwd, een -samenstelling van lust (in den primitieven en ongekleurden zin van -sexueele aandoening) en vriendschap. Er kan geen sexueele liefde zijn -zonder lust; maar, aan den anderen kant, niet voordat stroomen van -lust in het organisme zijn uitgestraald, zoo, dat zij andere deelen -van het psychische organisme raken--ten minste de aandoeningen en de -maatschappelijke gevoelens--is het sexueele liefde. Lust, de specifieke -sexueele impuls, is wel het eerste en meest essentieele element in -deze samenstelling, want die alleen is geschikt voor het doel van de -reproductie, niet alleen bij dieren maar ook bij menschen. Maar niet -voordat lust zich uitgezet heeft en uitgestraald is, ontwikkelt hij -zich tot de heerlijke en betooverende bloem der liefde. Wij mogen ons -voor den geest halen, wat onder de planten gebeurt: aan den eenen -kant hebben wij de lagere organismen, waarbij het sexueele leven -beknopt en cryptogamisch voortgaat zonder ooit eenigen overvloed van -schitterende bloemen over de wereld uit te storten, en aan den anderen -kant de hoogere planten, waar sekse zich geopenbaard vertoont en zich -aanmerkelijk uitgezet heeft in vorm en kleur en geur. - - - Terwijl "lust" natuurlijk over de geheele wereld bekend is, - en er overal woorden zijn om hem aan te duiden, is "liefde" - niet algemeen bekend, en in vele talen zijn er geen woorden voor - "liefde". De mislukte pogingen om liefde te vinden, zijn dikwijls - opmerkelijk en onverwacht. We kunnen ze soms vinden, waar we ze - het minst verwachten. Het sexueele verlangen raakte zelfs bij - sommige dieren geïdealiseerd, (zooals Sergi opgemerkt heeft), - voornamelijk bij vogels, want als een vogel zich dood treurt over - zijn wijfje, kan dat niet voortkomen uit het ongecompliceerde - sexueele instinct, maar moet het de combinatie in zich sluiten - van dat instinct met de andere levenselementen in een mate, die - zeldzaam is zelfs onder de meest beschaafde menschen. Sommige - wilde stammen schijnen geen fundamenteele voorstelling te hebben - over liefde, en (zooals de Amerikaansche Nahua's) geen elementair - woord er voor, terwijl er, aan den anderen kant, in Quichua, in - de taal van de oude Peruvianen, bijna zeshonderd combinaties zijn - van het werkwoord munay, liefhebben. Bij sommige volken schijnt - de liefde beperkt te zijn tot de vrouwen. Letourneau (L'Evolution - Littéraire, p. 529) wijst er op, dat in verschillende deelen van - de wereld vrouwen de leiding genomen hebben in het scheppen van - erotische poëzie. In dit verband mogen we de opmerking maken, - dat zelfmoorden uit erotische overwegingen bij primitieve - volken voornamelijk voorkomen onder vrouwen (Zeitschrift für - Sozialwissenschaft, 1899, P. 578). Verscheidene natuurvolken - hebben liefdeliederen, b.v. de Suaheli (Velten, in zijn Prosa und - Poesie der Suaheli, wijdt een deel aan liefdeliederen, geschreven - in de taal der Suaheli). D. G. Brinton zegt, in een belangwekkend - geschrift over "The Conception of Love in Some American Languages" - (Proceedings American Philosophical Society, vol. XXIII, p. 546; - 1886), dat de woorden voor liefde in deze taal blijk geven van vier - hoofdwijzen om het begrip uit te drukken: (1) ongearticuleerde - uitroepen van emotie; (2) betuigingen van hetzelfde te zijn of - op elkaar te gelijken; (3) betuigingen van samen te hooren en - verbonden te zijn; (4) betuigingen van een wensch, verlangen of een - begeerte. Brinton voegt er bij, dat "deze zelfde denkbeelden ten - grondslag liggen aan de meeste woorden voor liefde in de groote - Arische taalgroep". Het opmerkelijke feit doet zich echter voor, - dat de menschen, die de Arische taal spraken, langzaam waren in - het ontwikkelen van hun opvatting van sexueele liefde. Brinton - merkt op, dat de Amerikaansche Mayas gesteld moeten worden - boven de volken van oude Arische beschaving, in dit opzicht, - dat zij een grondwoord bezitten voor de vreugde der liefde, dat - naar zijn beteekenis zuiver psychisch was en strikt betrekking - had op den geestelijken toestand, en niet op gelijkheid noch op - verlangen. Zelfs de Grieken waren laat met het vormen van eenig - ideaal van sexueele liefde. Dit is duidelijk aangetoond door - E. F. M. Benecke in zijn Antimachus of Colophon and the Position - of Women in Greek Poetry, een boek, dat eenige gewaagde stellingen - bevat, maar dat van het tegenwoordige standpunt uit zeer leerzaam - is. De Grieksche lyrische dichters schreven om zoo te zeggen geen - liefdeliederen aan vrouwen vóor Anacreon, en de zijne werden eerst - geschreven toen hij oud was. Ware liefde was voor de Grieken bijna - altijd homosexueel. De Ionische lyrische dichters van het oude - Griekenland beschouwden de vrouw alleen als speelgoed en als de - stichtster van de familie. Theognis vergelijkt het huwelijk bij - het fokken van vee; Alcman spreekt, als hij complimenteus wil zijn - voor de Spartaansche meisjes, van haar als van zijn "vrouwelijke - vrienden". Aeschylus laat zelfs een vader zeggen, dat zijn dochters - zich zullen misdragen als zij aan zichzelf zijn overgelaten. Er - is geen sexueele liefde bij Sophocles, en bij Euripides zijn het - alleen de vrouwen die verliefd worden. Benecke komt tot het besluit - (p. 67), dat in Griekenland sexueele liefde tot een tamelijk laat - tijdstip in minachting was, en dat ze beschouwd werd als niet - waardig om in het publiek besproken of voorgesteld te worden. Het - was in Groot-Griekenland eerder dan in Griekenland zelf, dat mannen - belangstelling hadden voor vrouwen, en het was niet eerder dan in - den tijd van Alexander, en vooral bij Asclepiades, zegt Benecke, - dat de liefde van vrouwen beschouwd werd als een zaak van leven - en dood. Daarna komt de opvatting van de sexueele liefde, van - het romantisch gezichtspunt, in het Europeesche leven. Met de - Keltische geschiedenis van Tristam verschijnt ze, naar Gaston - Paris opmerkt, eindelijk in de Christelijke Europeesche wereld - der poëzie als het voornaamste punt in het menschelijk leven, - de groote drijfkracht voor het gedrag der menschen. - - Romantische liefde is echter tot de massa in Europa niet - doorgedrongen. In de zestiende eeuw, of in den tijd dat de ballade - van "Glasgerion" geschreven werd, zien wij aangenomen, dat de - verhouding van een boer tot zijn meisje beperkt is tot de enkele - daad van sexueelen omgang; hij kust haar niet bij het komen of - bij het weggaan; alleen de ridder, de man van de hoogere klasse - denkt er aan, die teedere beleefdheid aan te bieden. En heden - ten dage is, bijvoorbeeld in de streek tusschen Oost-Friesland en - de Alpen, naar Bloch meedeelt (Sexualleben unserer Zeit, p. 29) - in navolging van E. H. Meyer, het woord "liefde" bij de groote - massa onbekend en erkent men alleen den ruwen tegenhanger ervan. - - Aan de andere zijde van de wereld, in Japan, schijnt sexueele - liefde evenzeer in discrediet te zijn als het was in het oude - Griekenland; zoo merkt Miss Tsuda, het hoofd van een Japansche - school en zelf een Christin, op (zooals aangehaald wordt door - Mrs. Fraser in World's Work and Play, Dec. 1906): "Dat woord - "liefde" is tot nog toe een woord geweest, dat niet bekend was - onder onze meisjes, in de buitenlandsche beteekenis. Plicht, - onderwerping, vriendelijkheid--dat waren de gevoelens, die een - meisje voor den echtgenoot moest hebben, die voor haar gekozen - was--en vele gelukkige, harmonische huwelijken waren hiervan - het resultaat. Nu zeggen uwe lieve, sentimenteele buitenlandsche - vrouwen tot onze meisjes: "Het is slecht te trouwen zonder liefde; - de gehoorzaamheid aan ouders voert in zulk een geval tot geweld - aandoen aan de natuur en aan het Christendom. Als je van een man - houdt, moet je alles opofferen om hem te trouwen"." - - Als liefde echter volledig ontwikkeld is, wordt ze een aandoening - van een enorme uitgebreidheid en zeer samengesteld, en lust - wordt, zelfs in de beste beteekenis van dat woord, een element, - dat staat naast vele andere elementen. Herbert Spencer heeft, - in een belangwekkende passage van zijn Principles of Psychology - (Deel IV, hoofdst. VIII), liefde ontleed in negen onderscheiden - en belangrijke elementen: (1) de physieke sexueele impuls; (2) - het gevoel voor schoonheid; (3) genegenheid; (4) bewondering en - eerbied; (5) behoefte aan goedkeuring; (6) gevoel van eigenwaarde; - (7) gevoel van eigendomsrecht; (8) grooter vrijheid van handelen - door de afwezigheid van persoonlijke hinderpalen; (9) verheffing - van de sympathieën. "Deze hartstocht", zegt hij ten slotte, - "smelt de meeste van de elementaire opwindingen, waartoe we in - staat zijn, tot een enorm groote massa samen". - - -Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat het definieeren van de -sexueele liefde, of zelfs het ontleden van de samenstellingen -ervan, in het geheel niet hetzelfde is als het verklaren van het -mysterie. Wij trachten ons verstand te bevredigen door middel van een -samenhangend beeld der liefde, maar de afstand tusschen dat beeld en -de werkelijkheid van de aandoening, die we ondervinden, moet altijd -onmeetbaar en niet te overbruggen zijn. "Er is geen woord dat meer -uitgesproken wordt dan dat van liefde", schreef Bonstetten vele jaren -geleden, "en toch is er geen onderwerp, dat geheimzinniger is. Van dat, -wat ons het naaste raakt, weten we het minste. Wij kunnen den loop -van de sterren en we weten niet, hoe we liefhebben". En hoe bedreven -we ook geworden zijn in het ontdekken en ontleden van de oorzaken, -de bijkomstigheden en de resultaten van de liefde, moeten we toch nog -heden dezelfde bekentenis doen. Wij kunnen trachten, zooals sommigen -gedaan hebben, liefde te verklaren als een vorm van honger en dorst, -of als een kracht, die overeenkomt met electriciteit, of als een -soort van magnetisme, of als een soort van chemische affiniteit, -of als een reflexwerking, maar deze verklaringen zijn niets meer dan -pogingen om voor onszelf de grootheid van het verschijnsel, waarmee -we te doen hebben, tot uitdrukking te brengen. - -Wat altijd de menschen bij het denken over de sexueele liefde -verbluft heeft, is de schijnbare onevenredigheid van de oorzaak -ervan, het enorme verschil tusschen het noodzakelijk beperkte deel -slijmvlies, dat het einddoel van zulke liefde is en de oceaan van -wereld-omvattende gevoelens, waartoe het de toegang verleent, zoodat, -naar Remy de Gourmont gezegd heeft, "de slijmvliezen, krachtens een -onoplosbaar mysterie, in hun donkere plooien al de rijkdommen besloten -houden van het oneindige". Het is een mysterie, waardoor de denker -en de kunstenaar gelijkelijk overweldigd worden. Donnay beeldt, in -zijn spel L'Escalade, een koud en streng man van de wetenschap uit, -die liefde alleen beschouwt als een geestelijke ongesteldheid, die -genezen kan worden evenals andere ongesteldheden en die tenslotte zelf -wanhopig verliefd wordt. Hij dringt in de kamer van het meisje binnen -op een ladder, midden in den nacht, en breekt los in een langen en -hartstochtelijken woordenvloed: "Alles wat met je in aanraking komt, -wordt voor mij geheimzinnig en heilig. O! te denken, dat iets zoo wel -bekends als een vrouwenlichaam, dat beeldhouwers gemodelleerd hebben, -waar dichters over gezongen hebben, dat mannen van de wetenschap, -zooals ik, hebben ontleed, dat dit plotseling een onbekend mysterie -moet worden en een oneindige vreugde, alleen omdat het 't lichaam -is van een bepaalde vrouw--wat een waanzin! En toch, dat is, wat ik -gevoel" [65]. - -Dat de liefde een natuurlijke waanzin is, een tijdelijke begoocheling, -die het individu gedwongen is te lijden ter wille van het ras, is een -uitleg, die menigeen, die door dit mysterie in verwarring is geraakt, -in de gedachte is gekomen. Dat was, zooals wij weten, de uitleg, -door Schopenhauer gegeven. Als een jonge man en een meisje elkaar in -de armen vallen in liefdesextase, dan verbeelden zij zich, dat zij -hun eigen geluk zoeken. Maar dat is zoo niet, zeide Schopenhauer; -zij worden bedrogen door den genius van het ras tot zij meenen, -dat zij een persoonlijk doel nastreven, opdat zij er toe gebracht -zouden worden een veel grooter onpersoonlijk doel te bereiken: het -scheppen van het toekomstige ras. De hevigheid van hun hartstocht -is niet de maatstaf voor het persoonlijk geluk, dat zij verkrijgen -zullen, maar de maatstaf voor hun geschiktheid om nakomelingschap -voort te brengen. Als zij den hartstocht volgen en de raadgevingen -van zorgvuldige voorzichtigheid in den wind slaan, dan offeren de -jonge man en het meisje in werkelijkheid hun kansen op zelfzuchtig -geluk op en vervullen zij de grootere doeleinden der Natuur. Zooals -Schopenhauer de zaak zag, was er geen vulgaire illusie. De minnenden -dachten, dat zij een grenzenloos persoonlijk geluk bereikten; zij -bedrogen zich waarschijnlijk. Maar zij bedrogen zich, niet omdat de -werkelijkheid minder was dan hun voorstelling, maar omdat ze meer was; -inplaats van alleen maar een persoonlijk doel na te streven, zooals zij -meenden, volbrengen zij het scheppingswerk van de wereld, een taak, -die beter ongedaan was gebleven, zooals Schopenhauer het beschouwde, -maar een taak waarvan hij de grootschheid volkomen erkende [66]. - -We moeten er aan denken, dat in de lagere beteekenis van het woord, -liefde een ontgoocheling zijn kan en dat dikwijls ook is. Een man kan -zich vergissen, of bedrogen worden door het voorwerp, dat hem aantrekt, -in de eigenschappen die zij bezit of die ze niet bezit. Bij de eerste -liefde, als ze in de jeugd voorkomt, is zulke teleurstelling zeker -volkomen normaal, en bij zekere typen, die vatbaar voor indrukken -en ontvlambaar zijn, heeft dit veel kans voor te komen. Deze soort -van teleurstelling, hoewel ze veel meer voorkomt en veel meer in -het oog valt in liefdezaken--en ernstiger is, omdat de huwelijksband -zoo strak is--heeft neiging in iedere verhouding van het leven voor -te komen. Voor de meeste menschen echter, en dat wel niet voor de -minst verstandige of de minst wijze, blijft de herinnering aan de -liefdeverrukking, zelfs als de tijd van die verrukking voorbij is, -toch bestaan als, op zijn minst, de herinnering aan een van de meest -werkelijke en essentieele feiten van het leven [67]. - - - Sommige schrijvers schijnen de geneigdheid tot ontgoocheling en - teleurstelling in liefdeszaken te verwarren met de meeromvattende - kwestie van een wijsgeerige illusie in de beteekenis van - Schopenhauer. Tot zekere hoogte bestaat deze verwarring misschien - in het gesprek over liefde door Renouvier en Prot in La Nouvelle - Monadologie (pp. 216 et seq.). Waar zij overwegen of liefde al of - niet een begoocheling is, antwoorden zij, dat ze dat is of niet - is naar gelang we al of niet worden beheerscht door zelfzucht en - onrechtvaardigheid. "Het is geen essentieele dwaling geweest, die - voorgezeten heeft bij de schepping van den afgod, want de afgod is - alleen maar wat in alle dingen het ideale is. Maar om het ideale - in de liefde te verwezenlijken zijn er twee menschen noodig, - en dat is de groote moeilijkheid. We zijn nooit gerechtigd," - zoo besluiten ze, "verachting op onze liefde te werpen, of zelfs - op het voorwerp ervan; want als het waar is dat wij niet in - het bezit zijn geraakt van de hoogste schoonheid van de wereld, - dan is het even waar, dat wij zelf niet een trap van volmaking - bereikt hebben, die ons reden zou gegeven hebben om met recht - een zoo grooten prijs te eischen". En misschien mogen we er wel - aan toevoegen, dat de meeste van ons ten slotte moeten toegeven - als wij eerlijk zijn jegens onszelf, dat de liefdeprijzen, die - we in de wereld verkregen hebben, wat hun gebreken ook zijn, - veel grooter zijn dan we verdiend hebben. - - -Wij mogen wel erkennen, dat in zekeren zin niet alleen de liefde, -maar al de hartstochten en begeerten van de menschen illusies zijn. In -die beteekenis is het Evangelie van Boeddha gerechtvaardigd, en wij -mogen wel de inspiratie erkennen van Shakespeare (in the Tempest) -en van Calderon (in La Vida es Sueno), die voelden, dat ten slotte -de geheele wereld een droom is zonder inhoud. Maar niet dan in deze -groote en laatste visie kunnen wij van illusie spreken; wij kunnen -niet toegeven, dat liefde een begoocheling is in eenige speciale en -bijzondere beteekenis, waaronder de andere wenschen en aspiraties niet -vallen. Integendeel is zij de meest vaste van alle werkelijkheden. Al -de vormen van vooruitgang van het leven zijn opgebouwd op de sexueele -aantrekking. Als wij de werking erkennen van sexueele keuze--zooals -we wel bijna moeten doen als we ze ontdoen van de dingen, die er aan -toegevoegd zijn zonder tot het wezen ervan te behooren [68]--dan heeft -liefde de juiste vorm en kleur, de essentieele schoonheid gegeven, -aan het leven van dieren en menschen gelijkelijk. - -Als wij verder bedenken dat, zooals vele onderzoekers meenen, niet -alleen de physieke bouw van het leven, maar ook de geestelijke bouw -ervan--onze maatschappelijke gevoelens, onze moraal, onze godsdienst, -onze poëzie en kunst--ten minste in zekere mate opgebouwd zijn op de -sexueele impulsen, en dat zij, als ze al bestaan hadden, zeker geheel -verschillend zouden geweest zijn, als andere dan sexueele wijzen van -voortplanten geheerscht hadden in de wereld, dan kunnen we gemakkelijk -erkennen, dat we slechts in verwarring kunnen geraken door de liefde -af te wijzen als een begoocheling. Het geheele gebouw van het leven -wankelt dan, want zooals de idealist Schiller lang geleden gezegd -heeft, het is geheel en al opgebouwd van honger en van liefde. Liefde -te beschouwen als in eenige speciale beteekenis een begoocheling, is -niets anders dan het vallen in den strik van een ondiep cynisme. Liefde -is alleen maar een waan in zooverre het geheele leven een waan is, -en als wij het feit van het leven aannemen, dan is het onphilosofisch -te weigeren het feit van de liefde aan te nemen. - - - Het is onnoodig hier de functies der liefde in de wereld te - verheerlijken; het is voldoende de werking ervan na te gaan in - eigen sfeer. Het kan echter de moeite loonen eenige uitdrukkingen - aan te halen van denkers van verschillende scholen, die aangetoond - hebben wat hun de ver strekkende beteekenis toescheen van de - sexueele emoties voor het moreele leven. "De hartstochten zijn het - hemelsch vuur, dat leven geeft aan de moreele wereld", schreef - Helvetius lang geleden in De l'Esprit. "De werkzaamheid van den - geest is afhankelijk van de werkzaamheid van de hartstochten, - en het is ten tijde van de hartstochten, van den leeftijd van - vijf en twintig tot vijf en dertig of veertig, dat mannen tot de - grootste inspanningen van deugd en genie in staat zijn". "Wat - de sekse raakt", schreef Zola, "raakt het middelpunt van - het maatschappelijk leven". Zelfs ons gevoel voor de goed- - of afkeuring van anderen heeft een sexueelen oorsprong, beweert - Professor Thomas (Psychological Review, Jan. 1904, pp. 61-67), en - het is de liefde, die de bron is van gevoeligheid in het algemeen - en van de altruïstische zijde van het leven. "Het optreden van - sekse", tracht Professor Woods Hutchinson aan te toonen ("Love - as a Factor in Evolution", Monist, 1898), "de ontwikkeling van - mannelijkheid en vrouwelijkheid, was niet alleen de grondslag voor - genegenheid, de bron van alle moraal, maar een enorm economisch - voordeel voor het ras en een absolute noodzakelijkheid voor den - vooruitgang. Daarin vinden we het eerst eenig bewust verlangen - naar een actieven impuls jegens een medeschepsel". "Als de mensch - beroofd werd van het voortplantingsinstinct, en van alles wat daar - geestelijk uit voortkomt", riep Maudsley uit in zijn Physiology - of Mind, "dan zou op dat oogenblik alle poëzie en misschien ook - alle zin voor moraal uit zijn leven verdwijnen". "We schijnen - onszelf verheerlijkt, sterker, rijker, meer volkomen toe; we zijn - meer volkomen", zegt Nietzsche (Der Wille zur Macht, p. 389), - "we vinden hier de kunst als een organische functie: we vinden ze - gelegd in het meest engelachtig instinct der "liefde": we vinden - ze als de grootste prikkel van het leven... Het is niet alleen, - dat ze het gevoel voor woorden verandert: hij, die liefheeft, is - meer waard, is sterker. Bij dieren brengt deze toestand nieuwe - wapens tot stand, kleuren en vormen, vooral nieuwe bewegingen, - nieuwe rhythmen, een nieuwe verlokkende muziek. Het is niet - anders met den mensch... Zelfs in de kunst is de deur voor hem - geopend. Als wij uit de lyrische werken in woorden en geluiden - datgene verwijderen, wat door dat inwendige vuur wordt ingegeven, - wat blijft er dan over in de poëzie en de muziek? L'Art pour - l'art misschien, de bluffende virtuositeit van oude kikkers, - die in hun moeras omkomen. De geheele rest is door de liefde in - het leven geroepen". - - Het zou gemakkelijk zijn meerdere aanhalingen te geven, die - aantoonen hoeveel verschillende denkers tot de conclusie zijn - gekomen, dat de sexueele liefde (daarbij ingesloten de vader- en - vooral de moederliefde) de bron is van de voornaamste uitingen in - het leven. In hoeverre zij gerechtvaardigd zijn in die conclusie, - het is niet onze zaak er navraag naar te doen. - - -Het is ongetwijfeld waar, dat, zooals we gezien hebben toen we de -excentrieke en onvolkomene verdeeling van het begrip liefde, en zelfs -van woorden voor liefde, over de geheele wereld, bespraken, volstrekt -niet alle menschen even geschikt zijn om, in welken tijd van hun -leven ook, de aandoeningen van sexueele exaltatie te ondervinden. Het -verschil tusschen den ridder en den boer bestaat nog en beiden kunnen -soms in alle maatschappelijke lagen gevonden worden. Zelfs de uitingen -van sexueel genot, het is onnoodig er op te wijzen, berusten gewoonlijk -op een zuiver physieken basis en hebben weinig uitwerking op het -intellectueele deel der natuur [69]. Maar dit is niet het geval met de -menschen, die het krachtigst invloed hebben uitgeoefend op de gedachte -en de gevoelens van de wereld. De persoonlijke realiteit van de liefde, -het belang ervan voor het leven van het individu, dat zijn feiten, -waarvan getuigenis afgelegd is door eenige van de grootste denkers, -na levens gewijd aan intellectueelen arbeid. De ondervinding van -Renan, die tegen het einde van zijn leven in zijn merkwaardig drama -L'Abbesse de Jouarre aan zijn overtuiging uitdrukking gaf, dat, zelfs -van het standpunt van kuischheid, de liefde tenslotte het hoogste -is in de wereld, staat in het geheel niet alleen. "Liefde is altijd -beschouwd geweest als een mindere uiting van menschelijke muziek, -de eerzucht als de hoogere", schreef Tarde, de beroemde socioloog, -op het einde van zijn leven. "Maar zal het altijd zoo zijn? Zijn -er geen redenen om te denken, dat de toekomst misschien voor ons in -bewaring heeft de onuitsprekelijke verrassing van een omkeering van die -wereldorde?" Laplace nam, een half uur voor zijn dood, een deel op van -zijn eigen Mécanique Céleste, en zeide: "Dat is allemaal waardeloos, -er is niets waar dan de liefde". Comte, die zijn leven besteed had -aan het opbouwen van een positieve philosophie, die absoluut werkelijk -zou zijn, vond (zooals we wel kunnen zeggen, dat de groote Engelsche -positivist Mill ook vond) het toppunt van al zijn idealen in een vrouw, -die zooals hij zeide, was Egeria en Beatrice en Laura in éen persoon, -en hij schreef: "Er is niets werkelijk in de wereld dan de liefde. Men -krijgt genoeg van denken en zelfs van handelen; men krijgt nooit genoeg -van liefhebben en ook niet van het te zeggen. Bij de ergste kwellingen -van de liefde heb ik nooit opgehouden te voelen, dat de hoofdzaak voor -geluk is, dat het hart op waardige wijze gevuld zal zijn--zelfs met -pijn, de bitterste pijn". En Sophie Kowalewsky schreef pathetisch, -na intellectueele successen, die haar onder de meest beroemden van -haar geslacht geplaatst hebben: "Waarom kan niemand mij liefhebben? Ik -zou meer kunnen geven dan de meeste vrouwen, en toch worden de meest -onbeteekenende vrouwen bemind en ik niet". Liefde, schijnen ze allen te -zeggen, is het eenige ding, dat in hoogste instantie de moeite waard -is. De grootste en schitterendste van de intellectueele reuzen der -wereld bereiken blijkbaar, in hun oogenblikken van hoogste inzicht, -het gewone niveau van de nederige en bijna anonieme personen, die, -afgesloten van de wereld, schreven The Imitation of Christ of The -Letters of a Portuguese Nun. En hoeveel anderen! - - - - - - - - - -HOOFDSTUK V - -HET WEZEN DER KUISCHHEID - - - Kuischheid is een wezenlijk bestanddeel van de waardigheid - der liefde.--Het verzet van de achttiende eeuw tegen het - kuischheidsideaal.--Onnatuurlijke vormen van kuischheid.--De - psychologische basis van ascetisme.--Ascetisme en - kuischheid als deugden onder natuurvolken.--De beteekenis van - Tahiti.--Kuischheid onder barbaarsche volken.--Kuischheid onder - de eerste Christenen.--Worstelingen van de heiligen tegen het - vleesch.--De legende van de Christelijke kuischheid.--Het verval - ervan in middeleeuwsche tijden.--Aucassin et Nicolette en de nieuwe - legende van kuische liefde.--De onkuischheid van de Noordelijke - barbaren.--De poenitentialia.--Invloed van de renaissance en de - hervorming.--Het verzet tegen maagdelijkheid als een deugd.--De - moderne opvatting van kuischheid als een deugd.--De invloeden, - die de deugd der kuischheid bevorderen.--Kuischheid als een - tucht.--De waarde van kuischheid voor den kunstenaar.--Potentie - en impotentie in de algemeene schatting.--De juiste definities - van ascetisme en kuischheid. - - -Het hooge belang van kuischheid, en zelfs van ascetisme, is -nooit te eeniger tijd, of in een van levenskracht tintelende -menschenmaatschappij, geheel zonder erkenning gebleven. Soms is -de kuischheid in de schatting der menschen verheerlijkt en soms is -ze naar beneden gehaald; ze heeft herhaaldelijk den aard van haar -uitingen gewijzigd; maar ze is er altijd geweest. Wat meer zegt: zonder -haar kan niemand een mooien, zelfs een deel van een mooien kijk op de -Natuur hebben. "De glorie van de wereld wordt alleen gezien door een -kuischen geest", zeide Thoreau met zijn fijne overdrijving. "Voor een -ieder, voor wien dit feit geen ontzagwekkend, maar toch mooi mysterie -is, bestaan er geen bloemen in de Natuur". Zonder kuischheid is het -onmogelijk de waardigheid van sexueele liefde staande te houden. De -maatschappij, waarin de waardeering daarvan tot een minimum daalt, is -in de laatste stadia van ontaarding. Kuischheid heeft voor sexueele -liefde een belang, dat ze nooit verliezen kan, en het allerminst -tegenwoordig. - -Het is volkomen waar, dat gedurende de achttiende en negentiende eeuw -vele moreel en intellectueel zeer hoogstaande mannen het ideaal van -kuischheid uitdrukkelijk veroordeeld hebben. De groote Buffon weigerde -kuischheid als een ideaal te erkennen en verwees toornig naar "die -soort van krankzinnigheid, die de maagdelijkheid van een meisje tot -iets wezenlijks gemaakt heeft", terwijl William Morris eens, op de -hem eigen openhartige wijze, in een bijeenkomst van de Fellowship of -the New Life verklaarde, dat het "ascetisme de meest weerzinwekkende -ondeugd is, die de menschelijke natuur bezocht heeft". Blake, hoewel -hij in den meest conventioneelen zin een strikt moreel man was, -voelt niets dan minachting voor kuischheid en voedt soms een soort -van godsdienstigen eerbied voor het denkbeeld van onkuischheid. Ook -Shelley, die in sexueele zaken misschien niet verstandig geweest -is, maar die toch nauwelijks onkuisch genoemd kan worden, schijnt -dikwijls godsdienst en moraal te verbinden niet met kuischheid, -maar met onkuischheid, en ongeveer hetzelfde kan van James Hinton -[70] gezegd worden. Maar al deze mannen--mèt andere mannen van een -hoog karakter, die soortgelijke meeningen hebben uitgesproken--waren -in opstand tegen valsche, decadente en conventioneele vormen van -kuischheid. Zij kantten zich niet tegen een ideaal; zij trachtten een -ideaal te stellen op de plaats waar zij bemerkten, dat een schadelijk -voorwendsel prijkte als een moreele werkelijkheid. - -Wij kunnen geen ideaal van kuischheid aannemen, als we niet -onbarmhartig alle onnatuurlijke en ledige vormen van kuischheid -verwerpen. Als kuischheid alleen maar is een vermoeiende poging om in -de sexueele sfeer te wedijveren met de prestaties van mannen, die voor -hun beroep vasten, een poging, die al de krachten van het organisme -verbruikt, en op geen grooter succes uitloopt dan de abstinentie -die ze in zich heeft, dan is ze zeker een onwaardig ideaal. Als ze -is een zwak zich onderwerpen aan een uiterlijke wet der conventie, -omdat men geen moed heeft er mee te breken, dan is ze in het geheel -geen ideaal. Als ze een moreel voorschrift is, dat door de eene sekse -opgedrongen wordt aan de andere, dan is ze een onrechtvaardigheid en -prikkelt tot verzet. Als ze is een zich onthouden van de gebruikelijke -vormen van sexualiteit, die dan vervangen worden door meer abnormale -of meer geheime vormen, dan is ze eenvoudig een onwerkelijkheid, -gebaseerd op een verkeerde voorstelling. En als ze alleen is een -uiterlijk aannemen van conventies zonder eenige verdere aanname, zelfs -in de daad, dan is ze een verachtelijke klucht. Dit zijn de vormen -van kuischheid, die, in de laatste twee eeuwen, vele fijngevoelige -mannen met kracht hebben verworpen. - -Het feit, dat kuischheid of ascetisme een werkelijke deugd is, -die aanleiding geeft tot mooie gebruiken, wordt duidelijk, als we -ons voor oogen stellen, dat ze gebloeid heeft in alle tijden, in -verband met alle soorten van godsdiensten en de meest verschillende -moreele wetboeken. Wij vinden ze geldend onder natuurvolken, en de -speciale deugden dier natuurvolken--harding, weerstandsvermogen en -doodsverachting--zijn innig verbonden met het kweeken van kuischheid -en ascetisme [71]. Het is waar, dat natuurvolken zelden een ideaal van -kuischheid hebben in de lagere moderne beteekenis als een toestand -van doorloopende abstinentie van sexueele verhoudingen, die dan -op zichzelf verdienstelijk zou zijn, afgezien van ieder nut. Zij -eeren kuischheid om de magische of werkelijke waarde ervan, als een -methode van zelfbeheersching, die medewerkt tot het bereiken van -belangrijke doeleinden. Het vermogen om pijn en dwang te verdragen -is bijna altijd een hoofdbestanddeel bij het inwijden van jonge -menschen tijdens de puberteit. De gewoonte, zich te onthouden -van sexueelen omgang vóor oorlogs- of jachtexpedities en andere -ernstige ondernemingen, die groote inspanning van spieren en hersenen -vereischen is, welke de motieven ook zijn waar ze aan toegeschreven -wordt, een wijze methode om kracht te sparen. De zeer ver verspreide -gewoonte omgang te vermijden tijdens de zwangerschap en het zoogen, -is weer een uitmuntende voorzorgsmaatregel in de sexueele hygiëne, -die het onder de meer beschaafde volken zeer moeilijk is te blijven -in acht nemen. Natuurvolken weten ook zeer wel hoe waardevol sexueele -matigheid, te zamen met vasten en eenzaamheid is, om de geschiktheid -te verkrijgen voor buitengewone geestelijke krachten. - - - Zoo geeft C. Hill Tout (Journal Anthropological Institute, - Jan.-Juni 1905, pp. 143-145) een belangwekkend verslag van - de zelftucht, waaraan diegenen onder de Salische Indianen van - Britsch Columbia zich onderwerpen, die shamanistische krachten - trachten te verkrijgen. De psychische uitwerking van zulk oefenen - op deze menschen is, naar Hill Tout zegt, boven allen twijfel - verheven. "Ze stelt hen in staat daden van buitengewone kracht, - behendigheid en uithoudingsvermogen te ondernemen en te volbrengen; - en ze geeft hun nu en dan, behalve een algemeene verheffing van - de zinnen, ontwijfelbaar clairvoyante en andere bovennatuurlijke - geestelijke en lichamelijke krachten". Ook aan de andere zijde van - de wereld zijn, zooals aangetoond wordt door de Reports of the - Anthropological Expedition to Torres Straits (vol. V, p. 321), - dergelijke gewoonten gebruikelijk om bovennatuurlijke krachten - te verkrijgen. - - Er zijn fundamenteele psychologische redenen voor het veel - voorkomen van het ascetisme en voor de opmerkelijke wijze, - waarop het zelfvernietiging in zich sluit, zelfs acuut physiek - lijden. Zulke pijn is een werkelijke psychische prikkel, vooral - bij licht neurotische personen. Het bewijs hiervoor gaf een jonge - vrouw, een patient van Janet, die leed aan geestelijke depressie - en die gewoon was verlichting te vinden door even haar handen en - voeten te branden. Zij begreep zelf duidelijk den aard van haar - daden. "Ik voel", zeide zij, "dat ik een krachtsinspanning doe, als - ik mijn handen op de kachel houd, of als ik kokend water op mijn - voeten giet; het is een daad van geweld en ze maakt mij wakker: - ik voel, dat ze werkelijk door mijzelf gedaan wordt en niet door - een ander... Een geestelijke inspanning op zichzelf is mij te - moeilijk; ik moet er physieke krachtsinspanningen voor in de plaats - stellen. Ik heb op geen andere wijze succes gehad; dat is alles; - als ik mijzelf er toe breng mij te branden, maak ik mijn geest voor - verscheidene dagen vrijer, lichter en actiever. Waarom spreekt gij - van mijn behoefte aan zelfkastijding? Mijn ouders gelooven hieraan, - maar het is belachelijk. Het zou een zelfkastijding zijn als het - lijden aanbracht, maar ik geniet van dit lijden, het geeft mij mijn - geestvermogens terug; het verhindert, dat mijn gedachten stilstaan; - wat zou men niet doen om zulk een geluk te bereiken?" (P. Janet, - "The Pathogenesis of Some Impulsions", Journal of Abnormal - Psychology, April 1906). Als wij dit psychologisch proces - begrijpen, dan kunnen we beseffen hoe het komt, dat zelfs bij de - hoogere godsdiensten, hoeveel ze overigens ook mogen verschillen, - de praktische waarde van ascetisme en zelfkastijding bijna algemeen - erkend is als noodzakelijk ter bereiking van den meest verheven - godsdienstigen staat en met volkomen opgewektheid. "Ascetisme - en extase zijn onafscheidelijk", zooals Probst-Biraben aan het - begin van een belangwekkend geschrift over het Mohammedaansche - mysticisme opmerkt ("L'Extase dans le Mysticisme Musulman", Revue - Philosophique, Nov. 1906). Slechts door ascetisme bereikt men de - geestelijke volmaking. - - -Zoo komt het, dat natuurvolken in ruime mate hun dikwijls -bewonderenswaardige handhaving van ascetisme niet gronden op -den praktischen basis, die het zou rechtvaardigen, maar op den -godsdienstigen grondslag, die in discrediet komt met het aangroeien -van het verstand [72]. Maar zelfs als de nauwgezette voorschriften -van natuurvolken, zoowel in sexueele als in niet-sexueele zaken -zonder eenigen merkbaren gezonden basis zijn, dan kan toch niet -gezegd worden dat ze volkomen nutteloos zijn, als zij er toe leiden -zelfbeheersching en het gevoel van eerbied aan te moedigen [73]. De -zoogenaamde intelligente en praktische volken, die oorspronkelijke -gebruiken opgeven, omdat die hun doelloos toeschijnen of zelfs -belachelijk, moesten een nog fijner practischen zin hebben en een -nog grooter verstand om te begrijpen dat, al zijn de redenen voor -de gebruiken verkeerd geweest, toch de gebruiken zelf noodzakelijke -methoden kunnen geweest zijn om persoonlijke en maatschappelijke -capaciteiten te verkrijgen. Het gebeurt voortdurend in den loop van -de beschaving, dat wij oude gebruiken moeten doen herleven, en dat -wij ze moeten voorzien van nieuwe redenen. - - - Als wij de moreele hoedanigheid van kuischheid onder de - natuurvolken beschouwen, dan moeten we zorgvuldig die kuischheid - afscheiden, die onder half barbaarsche volken uitsluitend - aan vrouwen opgelegd is. Deze heeft in het geheel geen moreele - hoedanigheid, want ze wordt niet uitgeoefend als een nuttige tucht, - maar ze wordt alleen opgedrongen om de economische en erotische - waarde van de vrouwen te verhoogen. Vele autoriteiten meenen, dat - het beschouwen van vrouwen als eigendom, de ware oorzaak is voor - het wijd verspreide aandringen op maagdelijkheid in bruiden. Zoo - zegt A. B. Ellis, waar hij spreekt over de Westkust van Afrika - (Yoruba-Speaking Peoples, pp. 183 et seq.), dat meisjes van goeden - stand verloofd worden terwijl ze nog slechts kinderen zijn, en dat - ze zorgvuldig tegen mannen beschermd worden; terwijl meisjes van - de lagere klassen zelden verloofd zijn, en mogen leven, zooals ze - dat zelf willen. "In deze gewoonte van kinderverlovingen vinden - we waarschijnlijk den sleutel tot dien merkwaardigen eerbied voor - kuischheid vóór het huwelijk, die niet alleen gevonden wordt onder - de stammen van de Goudkust en de Slavenkust, maar ook onder vele - andere onbeschaafde volken in verschillende deelen der wereld". In - een geheel anderen streek, in Noord-Siberië, "zien de Yakuts", - zooals Sieroshevski zegt (Journal Anthropological Institute, - Jan.--Juni 1901, p. 96), "niets immoreels in onwettige liefde, als - er maar niemand materieele schade door ondervindt. Het is waar, - dat ouders een dochter beknorren, als haar gedrag hen dreigt te - berooven van hun deel aan den bruidsschat; maar als zij eenmaal de - hoop verloren hebben haar uit te huwelijken, of als de bruidschat - betaald is, dan vertoonen zij een volkomen onverschilligheid voor - haar gedrag. Meisjes, die geen huwelijk meer verwachten, worden in - het geheel niet teruggehouden; als zij het decorum in acht nemen, - dan is dat alleen uit eerbied voor de gewoonte". Westermarck toont - ook (in History of Human Marriage, pp. 123 et seq.) het verband aan - tusschen de hooge achting voor de maagdelijkheid en de opvatting - de vrouw als bezit te beschouwen, en als hij in zijn later werk, - The Origin and Development of the Moral Ideas (vol. II, Ch. XLII), - op de kwestie terugkomt, na er op gewezen te hebben, dat "het - koophuwelijk zoo den standaard der vrouwelijke kuischheid heeft - verhoogd", verwijst hij (p. 437) naar het veelbeteekenend feit, - dat het verleiden van een ongetrouwd meisje "voornamelijk, zoo niet - uitsluitend, beschouwd wordt als een beleediging, aangedaan aan de - ouders of de familie van het meisje", en er is geen aanwijzing, - dat natuurvolken ooit gemeend hebben, dat er eenig kwaad gedaan - werd aan de vrouw zelf. Westermarck zegt terzelfder tijd, dat de - voorkeur aan maagdelijkheid gegeven, ook een biologischen basis - heeft in het instinctieve gevoel van jaloezie jegens vrouwen, die - omgang hebben gehad met andere mannen, en vooral in de erotische - bekoring, die er voor mannen gelegen is in den gemoedstoestand - van verlegenheid, die met maagdelijkheid samengaat. - - Het is nauwelijks nodig hier bij te voegen, dat het aandringen op - maagdelijkheid van bruiden in het geheel niet, zooals A. B. Ellis - schijnt te meenen, beperkt is tot onbeschaafde volken, en het - is ook niet noodig, dat het koopen van vrouwen er altijd mede - samengaat. De voorkeur bestaat nog steeds, niet alleen krachtens - zijn natuurlijken biologischen basis, maar als een verfijning en - uitbreiding van het denkbeeld dat de vrouw eigendom is, onder - die volken, die evenals wijzelven een vorm van huwelijk hebben - geërfd, die tot zekere hoogte gebaseerd is op den koop van de - vrouw. Onder zulke omstandigheden heeft de kuischheid van een vrouw - een belangrijke maatschappelijke functie te vervullen, daar ze, - zooals Mrs. Mona Caird gezegd heeft (The Morality of Marriage, - 1897, p. 88), de wachthond is van het bezit van den man. Het feit, - dat geen element van ideale moraal in het geding komt, blijkt wel - uit het gewoonlijk afwezig zijn van eenigen eisch van kuischheid - vóór het huwelijk bij den man. - - Wij moeten niet meenen, dat, indien er, zooals meestal het geval - is, geen volkomen en voortdurend verbod van buitenechtelijken - omgang is, enkel onbeperkte vrijheid overheerschend is. Dat is - blijkbaar nooit ergens onder onvervalschte natuurvolken het geval - geweest. Regel is blijkbaar, dat er, evenals onder de stammen - in Straat Torres (Reports Cambridge Anthropological Expedition - vol. v, p. 275), geen volkomen onthouding is vóór het huwelijk, - maar ook geen onbeperkte vrijheid. - - Het voorbeeld van Tahiti is leerrijk wat het algemeen voorkomen van - kuischheid betreft onder volken, die wij gewoonlijk beschouwen als - op lagen trap van beschaving staande. Tahiti is, volgens allen, - die het bezocht hebben, van de eerste onderzoekers af tot dien - beroemden Amerikaanschen dokter wijlen Dr. Nicholas Senn toe, - een eiland, dat eigenschappen bezit van natuurlijke schoonheid - en uitmuntendheid van klimaat, die we onmogelijk te hoog kunnen - stellen. "Ik scheen overgeplant te zijn in den hof van Eden", - zeide Bougainville in 1768. Maar, vooral onder den invloed van - de eerste Engelsche zendelingen, die denkbeelden hadden over - theoretische moraal, geheel verschillend van die van de bewoners - van die eilanden, zijn de bewoners van Tahiti het geijkte voorbeeld - geworden van een bevolking, overgegeven aan losbandigheid en - al de verschrikkelijke gevolgen ervan. Zoo zegt William Ellis - in zijn beroemde Polynesian Researches (second edition, 1832, - vol. i Ch. IX), dat de bewoners van Tahiti "de ergste bevlekkingen - in praktijk brachten, waaraan een mensch schuldig kon zijn", - hoewel hij ze niet nader aanduidt. Als wij echter zorgvuldig - de verhalen van de eerste bezoekers van Tahiti nagaan, voordat - de bevolking besmet werd door de aanraking met de Europeanen, - dan wordt het duidelijk, dat deze beschouwing ernstig behoefte - heeft aan wijziging. "De groote overvloed van goed en voedzaam - voedsel", schreef een der eerste onderzoekers, J. R. Forster - (Observations Made on a Voyage Round the World, 1778, pp. 231, - 409, 422), "gepaard met het mooie klimaat, de schoonheid en de - toeschietelijkheid van de vrouwen van het land, noodigen zeer - tot de vreugden en genoegens van de liefde. Zij beginnen al zeer - vroeg zich over te geven aan de meest losbandige tooneelen. Hun - liederen, hun dansen en dramatische uitvoeringen, ademen een - geest van weelderigheid". Toch wordt hij ieder keer gedrongen - feiten mede te deelen, die blijk geven van de deugden van deze - menschen. Hoewel tamelijk verwijfd van bouw, zijn ze athletisch, - zegt hij. Bovendien vechten zij in hun oorlogen met grooten moed - en ongeëvenaarde dapperheid. Verder zijn ze gastvrij. Hij merkt - op, dat zij hun getrouwde vrouwen met grooten eerbied behandelen, - en dat de vrouwen over het algemeen bijna de gelijken zijn van - de mannen, zoowel in verstand als in maatschappelijke positie; - hij geeft een mooie beschrijving van de vrouwen. "In het kort, - hun karakter is zoo beminnelijk", besluit Forster, "als dat van - eenige natie, die ooit onverbeterd uit de handen der Natuur kwam", - en hij merkt op, dat, zooals door de volken van de Zuidzee in - het algemeen gevoeld werd, we altijd, als we naar dit gelukkige - eiland kwamen, duidelijk den rijkdom en het geluk van zijn inwoners - konden bemerken. Het is ook opmerkelijk, dat ondanks het groote - belang, dat de bewoners van Tahiti hechtten aan de erotische - zijde van het leven, zij niet te kort schoten in eerbied voor de - kuischheid. Toen Cook, die Tahiti verscheidene malen bezocht, te - midden van "dit welwillende en menschlievende" volk was, merkte - hij hun achting voor kuischheid op, en bevond hij, dat, niet - alleen verloofde meisjes streng bewaakt werden voor het huwelijk, - maar dat men ook meende, dat mannen, die zich eenigen tijd voor - het huwelijk van sexueelen omgang onthouden hadden, bij hun dood - onmiddellijk naar het verblijf der gezegenden overgingen. "Hun - gedrag schijnt, bij alle gelegenheden, een groote openhartigheid - en edelmoedigheid van aard aan te duiden. Ik heb ze nooit, onder - welke moeilijkheid ook, zien werken onder een schijn van angst, - nadat het kritieke oogenblik voorbij was. En ook schijnt nooit - de zorg hun voorhoofd te rimpelen. Integendeel kan zelfs de - nadering van den dood hun gewone levendigheid niet veranderen" - (Third voyage of Discovery, 1776-1780). Turnbull bezocht Tahiti - op een lateren tijd, (A Voyage Round the World in 1800, etc., - pp. 374-5), maar terwijl hij allerlei ondeugden onder hen vindt, - moet hij toch hun deugden erkennen: "Hun wijze van vreemdelingen - toe te spreken, is, van den koning tot den minsten onderdaan, - in de hoogste mate beleefd en minzaam... Zij leven voorzeker - onder elkaar in meer harmonie dan het de gewoonte is onder - Europeanen. Den geheelen tijd, dat ik onder hen verkeerde, heb - ik nooit zoo iets als een gevecht gezien... Ik herinner mij niet, - dat ik ooit een bewoner van Tahiti gezien heb, die uit zijn humeur - was. Zij bespotten elkaar vrijer dan de Europeanen, maar deze - spotternijen worden nooit slecht opgenomen... Wat voedsel aangaat, - is het, geloof ik, een onveranderlijke wet in Tahiti, dat al wat - de een bezit, voor allen gemeenschappelijk is". Zoo zien we, dat - zelfs bij een volk, waarnaar gewoonlijk verwezen wordt als naar - het voorbeeld bij uitnemendheid van een natie, die overgegeven is - aan onbeteugelde losbandigheid, de eischen der kuischheid werden - erkend, en vele andere deugden krachtig bloeiden. De bewoners - van Tahiti waren dapper, gastvrij, vol zelfbedwang, beleefd, zij - sloegen acht op de behoeften van anderen, waren ridderlijk voor - vrouwen, waardeerden zelfs de voordeelen van sexueele beperking, - in een mate, zooals ze zelden of misschien wel nooit gekend is - onder die Christelijke naties, die op hen hebben neergezien, - alsof ze overgegeven waren aan verschrikkelijke ondeugden. - - -Als wij ons van de natuurvolken afwenden naar de volken in de -barbaarsche en de beschaafde stadiën, vinden wij een algemeene -neiging tot kuischheid, in zoover ze een gewoon bezit is onder de -lagere klassen, die minder in acht genomen behoeft te worden, of -alleen maar behouden wordt als een traditioneele conventie, die in -onbruik begint te geraken. De oude beweegredenen voor de kuischheid -in primitieve godsdiensten en tabu hebben hun kracht verloren en geen -nieuwe beweegredenen zijn ervoor in de plaats gekomen. "Hoewel de -vooruitgang der beschaving", schreef Gibbon lang geleden, "ongetwijfeld -er toe bijgedragen heeft de woestere hartstochten van de menschelijke -natuur te verzachten, schijnt ze minder gunstig geweest te zijn voor -de deugd der kuischheid", en Westermarck komt tot het besluit, dat -"ongeregelde betrekkingen tusschen de seksen over het geheel een -neiging hebben vertoond zich met den voortgang van de beschaving -te ontwikkelen". - -Het voornaamste verschil in de maatschappelijke functie van kuischheid -als deugd, schijnt bij den overgang van primitieve toestanden tot de -hoogere stadiën van beschaving, te zijn, dat ze ophoudt te bestaan -als een algemeene hygiënische maatregel of als een algemeene regel -van ceremonieel, en voor het grootste deel beperkt wordt tot speciale -philosofische en godsdienstige sekten, die ze tot een uitersten graad, -min of meer als een beroep aankweeken. Dit is de stand van zaken in -het Romeinsche Keizerrijk tijdens de eerste eeuwen van het Christelijk -tijdperk [74]. Het Christendom zelf was in het begin een van die -sekten, welke bekoord waren door het ideaal van de kuischheid; maar -door zijn grootere levenskracht verving het al de andere en drong -ten slotte zijn idealen, niet zijn primitieve gebruiken, op aan de -Europeesche maatschappij in het algemeen. - -De kuischheid vertoonde zich in het primitieve Christendom op twee -verschillende, toch niet aan elkaar tegenovergestelde wijzen. Aan den -eenen kant nam het een strengen en praktischen vorm aan bij krachtige -mannen en vrouwen, die, na opgevoed te zijn in een maatschappij, -die een hoogen graad van sexueele vrijheid toestaat, plotseling -overtuigd werden van het zondige van zulk een toegeven. De strijd -met de maatschappij, waarin ze geboren waren, en met hun eigen -oude aandriften en gewoonten, werd zoo hevig, dat zij zich dikwijls -gedrongen zagen zich geheel van de wereld terug te trekken. Zoo kwam -het, dat de dorre woestijnen van Egypte bevolkt werden met hermieten, -die zich voornamelijk bezig hielden met het vraagstuk, hun eigen -vleesch te onderwerpen. Men kan wel zeggen, dat hun aandacht voor -sexueele zaken, ook merkbaar in de oudste Christelijke literatuur, -veel grooter was, dan het geval was in de heidensche maatschappij, -die zij verlaten hadden. Het heidendom was toegevend in sexueele -aangelegenheden, en kon ze dus uit zijn gedachten bannen, zoodat we in -de klassieke literatuur zeer weinig melding vinden gemaakt van sexueele -bijzonderheden, behalve bij schrijvers zooals Martialis, Juvenalis en -Petronius, die ze speciaal voor satirische doeleinden invoeren. Maar de -Christenen konden niet ontsnappen aan de benauwenis der sexualiteit; -ze was altijd met hen. Wij krijgen nu en dan belangwekkende kijkjes -op hun worstelingen, in de Brieven van den heiligen Jeronimus, die -zelf een athleet geweest is in dezen ascetischen strijd. - - - "O, hoe dikwijls", schreef de heilige Jeronimus aan Antiochia, - de maagd aan wie hij een van de langste en meest belangwekkende - van zijn brieven richtte, "heb ik in de woestijn, in die wijde - eenzaamheid, die, verbrand door de gloeiende stralen der zon, - slechts een afschuwelijke woonplaats aanbiedt aan monniken, mijzelf - voorgesteld te midden van de genoegens van Rome! Ik was alleen, - want mijn ziel was vol bitterheid. Mijn ledematen waren bedekt - met een ellendigen zak en mijn huid was zoo zwart als die van een - Ethiopiër. Iederen dag weende en steunde ik, en als ik buiten - mijn wil door slaap overvallen werd, lag mijn magere lichaam - op den naakten grond. Ik zeg niets van mijn voedsel en drank, - want in de wildernis hebben zelfs zieken geen anderen drank dan - koud water, en gekookt voedsel wordt beschouwd als een weelde. Nu - dan, ik, die mijzelf uit vrees voor de hel tot deze gevangenis - veroordeeld had, een metgezel van schorpioenen en wilde dieren, - scheen dikwijls in mijn verbeelding onder troepen jonge meisjes - te vertoeven. Mijn gezicht was bleek van het vasten en mijn geest - in mijn koude lichaam gloeide van begeerte; het vuur der wellust - vlamde nog op in een lichaam, dat reeds dood scheen. Dan, van alle - hulp verstoken als ik was, wierp ik mij voor de voeten van Jezus, - waschte ze met mijn tranen en droogde ze met mijn haren en bracht - mijn vleesch door lang vasten ten onder. Ik herinner mij, dat ik - meer dan eens den nacht doorbracht schreeuwende en mij op de borst - slaande, tot God mij vrede zond". "Onze eeuw", schreef de heilige - Chrysostomus in zijn Discourse to Those Who keep Virgins in Their - Houses, "heeft vele mannen gezien, die hun lichamen met kettingen - gebonden hebben, die zich gekleed hebben in zakken, die zich - teruggetrokken hebben tot de toppen der bergen, waar zij geleefd - hebben in voortdurend bidden en vasten, en die het voorbeeld gaven - van de strengste tucht en alle vrouwen verboden den drempel van hun - nederige woning te overtreden; en toch, ondanks al de gestrengheid, - die zij op zichzelf toepasten, konden zij nog maar met moeite de - woede van hun hartstochten onderdrukken". Hilarion, zegt Jeronimus, - zag visioenen van naakte vrouwen als hij neerlag op zijn eenzaam - leger, en heerlijke maaltijden, als hij neerzat aan zijn sober - maal. Zulke ondervindingen maakten de eerste heiligen zeer - nauwgezet. "Zij zeiden", zoo vertelt men ons in de belangwekkende - geschiedenis van de Egyptische kluizenaars in het Paradise of the - Holy Fathers van Palladius, hetwelk behoort tot de vierde eeuw - (A. W. Budge, The Paradise, vol. II, p. 129), "dat Abbâ Isaac - uitging en op den weg een voetspoor van een vrouw vond, en hij - dacht er over na in zijn geest en vernietigde hem, zeggende, "als - een broeder hem ziet, zou hij kunnen vallen"." Evenzoo mochten, - volgens de regels van den heiligen Caesarius van Arles voor nonnen, - geen kleedingstukken van mannen in het klooster gebracht worden - om ze te wasschen of te verstellen. Zelfs in den ouderdom bleef - er nog een zekere ongerustheid bestaan over de kuischheid. Een - van de broeders, naar ons verteld wordt in The Paradise (p. 132) - zeide tot Abbâ Zeno, "Zie, gij zijt oud geworden, hoe is het - met de ontucht?" De waardige heilige antwoordde, "Ze klopt aan, - maar ze gaat voorbij". - - Naarmate de eeuwen voorbijgingen bleef dezelfde groote ongerustheid - nog bestaan, en de oude strijd kwam voortdurend weer voor den dag - (zie b.v. Migne's Dictionnaire d'Ascétisme, art. "Démon, Tentation - du"). Het is waar, dat sommige heiligen zoo bovenaardsch aangelegd - waren, dat zij nooit den prikkel van het sexueel verlangen - gevoelden. Deze schijnen echter uitzondering geweest te zijn. De - heilige Benedictus en de heilige Franciscus ondervonden zeer zeker - de moeilijkheid van het ten onder brengen van het vleesch. De - heilige Magdalena de Pozzi rolde zich, om sexueele verlangens te - verjagen, tot bloedens toe op doornige struiken. Sommige heiligen - hadden een speciale ton met water in hun cellen waar ze in konden - gaan staan (Lea, Sacerdotal Celibacy, vol. I, p. 124). Aan den - anderen kant vertelt ons de heilige Angela de Fulginio in haar - Visiones (cap. XIX) dat zij, zoolang, totdat haar biechtvader het - haar verbood, brandende kolen in haar geheime deelen bracht, in de - hoop door werkelijk vuur het branden van de ontuchtige begeerte - uit te dooven. St. Aldhelm, de heilige bisschop van Sherborne in - de achtste eeuw, nam ook een homoeopathische wijze van behandelen - aan, en dan van een meer letterlijke soort, want William van - Malmsbury zegt, dat hij, als hij door het vleesch in verleiding - kwam, vrouwen bij zich liet komen zitten en liggen, totdat hij - weer kalm werd; de methode bleek zeer doelmatig, omdat, naar men - meende, de Duivel voelde, dat hij voor den gek was gehouden. - - Na eenigen tijd werd de Katholieke praktijk en theorie van - het ascetisme meer formeel en uitgebreid, en de weldadige - gevolgen ervan strekten zich, naar men meende, verder uit dan - het individu zelf. "Ascetisme van het Christelijk standpunt", - schrijft Brenier de Montmorand in een belangwekkende studie - ("Ascétisme et Mysticisme", Revue Philosophique, Maart, 1904) - "is niets anders dan al de therapeutische middelen, samenwerkend - tot moreele heiliging. De Christelijke asceet is een athleet, - die zijn verdorven natuur tracht te veranderen en een weg tot God - te banen door de hinderpalen heen, die door zijn hartstochten en - door de wereld veroorzaakt worden. Hij werkt niet alleen in zijn - eigen belang, maar--door den terugslag van verdienste, welke die - der solidariteit in de dwaling weer goed maakt--voor het nut en - het heil van de geheele maatschappij". - - -Dit is het gezichtspunt van de ascese, waarop het oudste Christendom -het meest den nadruk gelegd heeft. Maar er is een ander gezichtspunt, -dat misschien minder gewoon is, maar dat in het geheel niet minder -van belang is geweest. Primitieve Christelijke kuischheid was -aan den eenen kant een strenge tucht. Aan den anderen kant was ze -romantisch en dit was wel de meest speciaal Christelijke kant, want -athletisch ascetisme is verbonden geweest met de meest verschillende -godsdienstige en philosofische geloofsbelijdenissen. Als ze niet de -bekoring bezeten had van een nieuwe sensatie, van een verrukkelijke -vrijheid, van een onbekend avontuur, dan zou ze nooit de Europeesche -wereld veroverd hebben. Er zijn er in die wereld maar enkelen, die -den aanleg voor moreele athleten in zich hebben; er zijn er velen, -die op de aantrekkelijkheid van het romantische reageeren. - -De Christenen verwierpen de grovere vormen van sexueel toegeven, -maar terwijl ze dat deden, gaven zij zich met des te meer ijver over -aan de meer verfijnde vormen van sexueele intimiteit. Zij kweekten -een verhouding aan van broeders en zusters, zij kusten elkaar; op een -bepaalden tijd schaamden zij zich niet, bij de geestelijke braspartij -van den doop bij voorbeeld, volkomen naakt te zijn [75]. - -Een zeer leerrijk beeld van de vormen, die de kuischheid onder de -eerste Christenen aannam, is ons gegeven in de verhandeling van -den heiligen Chrysostomus Against Those who Keep Virgins in their -Houses. Onze vaders, begint Chrysostomus, kenden alleen maar twee -vormen van sexueele intimiteit, huwelijk en ontucht. Nu is er een -nieuwe vorm voor den dag gekomen: mannen nemen jonge meisjes in hun -huis en houden die daar doorloopend, terwijl ze haar maagdelijkheid -eerbiedigen. "Wat", vraagt Chrysostomus, "is de reden? Het schijnt -mij toe, dat het leven te zamen met een vrouw, aangenaam is, -zelfs buiten huwelijksvereeniging en vleeschelijken omgang. Dat -is mijn gevoelen; en misschien is het niet mijn gevoelen alleen; -het is misschien ook het gevoelen van deze mannen. Zij zouden hun -eer niet zoo te grabbel gooien en geen aanleiding geven tot zulke -schandalen, als dit genoegen niet hevig en tyranniek was.... Dat deze -verhouding werkelijk genoegen geeft, dat ze een liefde veroorzaakt, -die vuriger is dan huwelijksvereeniging, zal u misschien in het eerst -verwonderen. Maar als ik u de bewijzen geef, zult ge overtuigd zijn -van de waarheid mijner bewering". In het huwelijk, gaat hij voort, -leidt de afwezigheid van beperking der begeerte dikwijls tot spoedige -walging, en zelfs afgezien daarvan verwoesten de sexueele omgang, -zwangerschap, geboorte, het zoogen, het opvoeden van kinderen, en -al de moeiten en pijnen en angsten, die met deze dingen samengaan, -de jeugd en stompen het genoegen af. De maagd is vrij van deze -lasten. Zij behoudt haar kracht en jeugd, en zelfs op den leeftijd -van veertig kan zij wedijveren met het jonge huwbare meisje. "Een -dubbele gloed brandt dus in het hart van hem, die haar liefheeft -en met haar leeft, en nooit dooft de bevrediging van het verlangen -de heldere vlam, die voortdurend in kracht toeneemt". Chrysostomus -beschrijft in bijzonderheden al de kleine zorgen en attenties, waaraan -de moderne meisjes van zijn tijd behoefte hadden, en die deze mannen -met vreugde aan hun maagdelijke geliefden besteedden, zoowel in het -publiek als tehuis. Hij kan echter niet nalaten te denken, dat de -man, die een vrouw, wier maagdelijkheid hij eerbiedigt, met kussen -en liefkoozingen overlaadt, zichzelf Tantaluskwellingen aandoet. Maar -deze nieuwe verfijning van teedere kuischheid, die als een heerlijke -ontdekking kwam tot de eerste Christenen, die resoluut de losbandigheid -van de heidensche wereld hadden verworpen, had diepe wortels geschoten, -zooals wij kunnen opmerken uit de veelvuldigheid, waarmee de ernstige -Kerkvaders, bang voor schandaal, zich geroepen gevoelden ze te laken, -hoewel hun veroordeeling soms niet zonder geheime sympathie is [76]. - -Er was éen vorm, waarin de nieuwe Christelijke kuischheid overvloedig -en ongehinderd bloeide: zij maakte zich meester van de literatuur. De -bekoorlijkste en zeker de meest populaire literatuur van de oudste -kerk vormden de onnoemelijk vele legenden van erotische kuischheid--tot -zekere hoogte misschien wel gebaseerd op feiten--die samengevat zijn in -de Acta Sanctorum. Wij kunnen, zelfs in de meest eenvoudige en weinig -wonderbaarlijke oudste Christelijke verslagen van het martelaarschap -van vrouwen zien, dat de schrijvers zich volkomen bewust waren van -de teere bekoring van de heldin, die, evenals Perpetua, in Carthago, -door wilde dieren in de arena heen en weer geworpen, opstaat om zich -in haar gescheurde kleeren te hullen en haar verwarde haren in orde -te brengen [77]. Van deze legenden tot de verhalen van romantisch -avontuur was een gemakkelijke stap. Onder deze heerlijke verhalen mag -ik voornamelijk verwijzen naar de legende van Thekla, die, misschien -wel ten onrechte, al in de eerste eeuw gesteld wordt, "De Bruid en -Bruidegom van Indië" in de handelingen van Judas Thomas, "De Maagd van -Antiochië", verteld door den heiligen Ambrosius, de geschiedenis van -"Achillus en Nereus", "Mygdonia en Karish", en "Twee Minnenden van -Auvergne", zooals ze verteld zijn door Gregorius van Tours. De oudste -Christelijke literatuur is vol van verhalen van minnenden, die hun -kuischheid bewaard hadden, en die toch de heerlijkste geheimen van -de liefde hadden ontdekt. - - - Thekla's dag is de drie en twintigste September. Er is een zeer - goede Syrische lezing (door Lipsius en anderen beschouwd als ouder - dan de Grieksche vertaling) van de Handelingen van Paul en Thekla - (zie b.v. van Wright, de Apocryphal Acts). Deze Acts behooren - tot het tweede gedeelte van de tweede eeuw. De geschiedenis is, - dat Thekla, daar ze weerstand bood aan den hartstocht van den - hoogepriester van Syrië, naakt op een gordel (subligaculum) na, - geplaatst werd op den rug van een leeuwin, die haar de voeten - likte en tegen de andere dieren vocht, en die bij haar verdediging - stierf. De andere dieren deden haar echter geen kwaad en zij werd - eindelijk los gelaten. Een koningin overlaadde haar met geld, zij - veranderde haar kleeding om er als een man uit te zien, ging op - reis om Paulus te ontmoeten, en bereikte een hoogen ouderdom. Sir - W. M. Ramsay heeft een belangwekkende studie over deze Handelingen - geschreven (The Church in the Roman Empire, hoofdstuk XVI). Hij - meent, dat de Handelingen hun grondslag vinden in een document - uit de eerste eeuw, en hij ziet kans om verscheidene elementen - van waarheid uit het verhaal los te warren. Hij zegt, dat het - het eenige bewijs is, hetwelk wij bezitten van de denkbeelden en - van de daden van vrouwen gedurende de eerste eeuw in Klein-Azië, - waar haar positie zoo hoog was en haar invloed zoo groot. Thekla - vertegenwoordigt de handhaving van de rechten der vrouw en zij - diende het sacrament van den doop toe, hoewel deze trekken in - de bestaande vertalingen van de Handelingen onduidelijk geworden - zijn of uitgewischt. - - Sommige van de meest typische van deze Christelijke legenden - worden beschreven als Gnostisch in oorsprong, met iets van de - zaden van het Manichaeisch dualisme, die vervat waren in den - schoot van het gnosticisme, terwijl de geest van deze legenden ook - zeer Montanistisch is, met de gemengde kuischheid en gloed, den - uitgesproken feministischen toon, die past bij den oorsprong ervan - in Klein-Azië, en die het kenmerk was van het Montanisme. Het kan - echter niet ontkend worden, dat zij in grooten getale overgingen - in den stroom van Christelijke traditie, en een essentieel - en belangwekkend deel van die traditie vormen. (Renan wijst, - in zijn Marc-Aurèle, hoofdst. IX en XV, op de enorme schuld van - het Christendom aan Gnostische en Montanistische bijdragen). Een - karakteristiek voorbeeld is de geschiedenis van "De Verloofde uit - Indië" in de Handelingen van Judas Thomas (Wright's Apocryphal - Acts). Judas Thomas werd door zijn meester Jezus verkocht aan een - Indischen koopman, die een timmerman noodig had om met hem naar - Indië te gaan. Toen ze zich in de stad Sandaruk ontscheepten, - hoorden ze de tonen van muziek en zang, en werd hun verteld, dat - het het huwelijksfeest was van de dochter des konings, waarbij - allen moesten tegenwoordig zijn, rijken en armen, slaven en vrijen, - vreemdelingen en burgers. Judas Thomas ging, met zijn nieuwen - meester naar het feestmaal en lag aan, met een myrthe guirlande - op zijn hoofd geplaatst. Toen een Joodsche fluitspeler kwam en - tegenover hem ging staan en speelde, zong hij de liederen van - Christus, en zij zagen, dat hij schooner was dan allen, die daar - waren en de koning liet hem roepen om het jonge paar te zegenen in - de huwelijkskamer. En toen zij allen weg waren gegaan en de deur - van de huwelijkskamer gesloten was, naderde de bruigom de bruid, en - het scheen hem toe, alsof Judas Thomas nog met haar praatte. Maar - het was onze Heer, die tot hem zeide: "Ik ben niet Judas, maar - zijnen broeder". En onze Heer zat neer op het bed naast de jonge - menschen en begon tot ze te zeggen: "Herinner u, mijn kinderen, - wat mijn broeder tot u gesproken heeft, en weet aan wien hij u - opgedragen heeft, en weet, dat als gij uzelven bewaart voor dien - onreinen omgang, gij reine tempels zult worden en beveiligd tegen - vele en verborgen smarten en tegen den zwaren zorg van kinderen, - waarvan het einde altijd bittere smart is. Om hunnentwille zult - gij onderdrukkers worden en roovers, en gij zult bitter lijden - door hun verkeerdheden. Want kinderen zijn de oorzaak van vele - ellenden; hetzij de koning beslag op hen legt, of dat een duivel - ze te pakken neemt, of dat zij bezocht worden door verlamming. En - als zij gezond zijn, komen zij tot het kwade, door echtbreken of - diefstal, of ontucht of begeerte, of ijdelheid. Maar als gij u door - mij wilt laten raden, en uzelven rein voor God zult bewaren, dan - zult gij levende kinderen hebben, tot wie geen van deze ellenden en - bezwaren komen; en gij zult zonder zorg zijn en zonder ergernis en - zonder smart, en gij zult hopen op den tijd, waarop gij het ware - huwelijksfeest zult aanschouwen". Het jonge paar was overtuigd; - zij zagen van den wellust af en onze Heer verdween. En 's morgens - toen de dag aanbrak, liet de koning de tafel vroeg aanrichten, - en bracht die binnen bij den bruidegom en de bruid. En hij vond - ze tegenover elkaar zitten, en het gelaat der bruid was onbedekt - en de bruidegom was zeer vroolijk. De moeder van de bruid zeide - tot haar: "Waarom zit je zoo en schaam je je niet, maar doet net - alsof je al lang getrouwd waart, vele dagen?" En ook haar vader - zeide tot haar: "Is het de groote liefde voor je echtgenoot, - die je ervan terughoudt je te sluieren?" En de bruid antwoordde - en zeide: "Waarlijk vader, mijn liefde is zeer groot, en ik bid - den Heer, dat ik deze liefde, die ik vannacht ondervonden heb, - zal blijven behouden. Ik ben niet gesluierd, omdat de sluier der - verdorvenheid van mij afgenomen is, en ik schaam mij niet, omdat - de daad, die schaamte geeft, ver van mij verwijderd is, en ik ben - opgewekt en vroolijk, en ik veracht deze daad der verdorvenheid en - de vreugden van dit huwelijksfeest, omdat ik uitgenoodigd ben tot - het ware huwelijksfeest, Ik heb met mijn echtgenoot geen omgang - gehad, waarvan het einde bitter berouw is, omdat ik verloofd - ben met den waren Echtgenoot". De echtgenoot antwoordde ook in - dezelfden geest, zeer natuurlijk tot schrik van den Koning, die - een bode zond naar den toovenaar, aan wien hij gevraagd had zijn - ongelukkige dochter te zegenen. Maar Judas Thomas had de stad - reeds verlaten en in de herberg, waar hij gelogeerd had, vond de - bottelier van den Koning alleen den fluitspeler, die daar zat en - weende, omdat hij hem niet meegenomen had. Hij was echter blij, - toen hij hoorde wat er gebeurd was, haastte zich naar het jonge - paar en woonde daarna altijd met hen samen. De Koning werd ten - slotte ook verzoend en alles eindigde in kuischheid en geluk. - - In deze zelfde Handelingen van Judas Thomas, die niet van later - datum zijn dan van de vierde eeuw, vinden we (vierde daad), - de geschiedenis van Mygdonia en Karish. Mygdonia, de vrouw van - Karish, wordt door Thomas overtuigd en vlucht, naakt, alleen - bedekt door een gordijn van de kamerdeur, dat zij omgeslagen heeft, - van haar echtgenoot naar haar oude min. Met de min gaat zij naar - Thomas, die heilige olie over haar hoofd giet, terwijl hij de min - verzoekt haar er geheel mee te zalven; dan wordt er een laken om - haar lendenen geslagen en hij doopt haar; waarna zij aangekleed - wordt en hij haar het sacrament geeft. De jonge verrukking over - de kuischheid wordt soms lyrisch, en Judas Thomas roept uit: - "Reinheid is de athleet, die niet overwonnen wordt. Reinheid - is de waarheid, die niet terugdeinst. Reinheid is waardig voor - God, een vertrouwde dienares voor Hem te zijn. Reinheid is de - boodschapper van eendracht, die de vredestijdingen brengt". - - Een andere kuischheidslegende wordt gegeven in de episode - van Drusiana in The history of the Apostles, die volgens de - traditie toegeschreven wordt aan Abdias, den Bisschop van Babylon - (Bk. v. hoofdst. IV, et seq.). Drusiana is de vrouw van Andronicus; - ze is zoo vroom, dat ze geen omgang met hem wil hebben. De - jongeling Callimachus wordt doodelijk op haar verliefd, en zijn - verliefde pogingen hebben vele opwindende avonturen ten gevolge, - maar ten slotte overwint de kuischheid van Drusiana. - - Een karakteristiek voorbeeld van de literatuur die wij hier - bedoelen, is de geschiedenis van den heiligen Ambrosius over - "de Maagd in het Bordeel" (verteld in zijn De Virginibus, Migne's - editie van de werken van Ambrosius, deelen iii-iv, p. 211). Een - zekere maagd, vertelt de heilige Ambrosius ons, die onlangs in - Antiochië woonde, werd veroordeeld om òf aan de goden te worden - geofferd òf om naar het bordeel te gaan. Zij koos het laatste - alternatief. Maar de eerste man, die bij haar binnen kwam, was een - Christen soldaat, die haar "zuster" noemde en die haar verzocht - niet te vreezen. Hij stelde voor, dat zij van kleederen zouden - verwisselen. Dit werd gedaan en zij ontsnapte, terwijl de soldaat - weggevoerd werd, om ter dood gebracht te worden. Op de plaats - van de terechtstelling kwam zij echter te voorschijn en riep, - dat het niet den dood was, dien ze vreesde, maar de schande. Hij - stond er echter op, dat hij in haar plaats ter dood veroordeeld - werd. Ten slotte werd de kroon van het martelaarschap, waarvoor - ze gestreden hadden, aan beiden toegekend. - - In de oudere documenten van deze romantische literatuur der - kuischheid nemen we voortdurend waar, dat er op kuischheid - aangedrongen wordt, volstrekt niet voornamelijk om de belooning - ervoor na den dood, en ook zelfs niet, omdat de maagd, die er - zich aan wijdt, in Christus een altijd jongen minnaar ziet, - wiens guldenharige schoonheid soms met nadruk vermeld wordt. De - voornaamste bekoring ervan ligt in de eigen vrijheid, en in de - zekerheid, dat men ontkomt aan al de moeiten, ongemakken en banden - van het huwelijk. Deze oudste Christelijke beweging van romantische - kuischheid was klaarblijkelijk in groote mate een opstand van - vrouwen tegen de mannen en tegen het huwelijk. Dit wordt wel - duidelijk uit de leerzame geschiedenis, die men veronderstelt dat - haar oorsprong heeft in de derde eeuw, van de eunuchen Achilles - en Nereus, zooals ze verteld wordt in de Acta Sanctorum, van den - 12en Mei. Achilles en Nereus waren Christelijke eunuchen van de - slaapkamer van Domitia, een maagd van edele geboorte, die verwant - was aan Keizer Domitianus en verloofd met Aurelianus, den zoon van - den consul. Eens, toen hun meesteres bezig was zich te versieren - met haar juweelen en haar purperen gewaden, met goud geborduurd, - begonnen zij om beurten haar te spreken over al de genoegens en - voordeelen van de maagdelijkheid, vergeleken met een huwelijk met - niet meer dan één man. Zij had ten gevolge daarvan veel te lijden - van Aurelianus, en toen hij bewerkte, dat zij naar een eiland - verbannen werd, ging zij daarheen met Achilles en Nereus, die ter - dood gebracht werden. Als een onderdeel van het verhaal wordt de - dood van Felicula, een andere kuischheidsheldin, beschreven. Toen - zij op de pijnbank gelegd werd, weigerde zij voortdurend Jezus - te verloochenen, dien zij haar minnaar noemde. "Ego non nego - amatorem meum". - - Een speciale afdeeling van deze literatuur heeft betrekking - op de geschiedenissen van de bekeeringen of het berouw van - courtisanes. De heilige Martinianus bijvoorbeeld (Feb. 13) werd - in verleiding gebracht door de courtisane Zoe, maar bekeerde - haar. De geschiedenis van de heilige Margaretha van Cortona - (Feb. 22), een berouwvolle courtisane, is van lateren datum, - want zij behoort tot de dertiende eeuw. Het mooiste document in - deze literatuur is waarschijnlijk de laatste, de Italiaansche - stichtelijke legende uit de veertiende eeuw, genaamd The Life - of Saint Mary Magdalen, die gewoonlijk in verband gebracht wordt - met den naam van Frater Dominico Cavalca. (Ze is in het Engelsch - vertaald). Het is de zoo fijn en mooi vertelde legende van de - kuische en hartstochtelijke liefde van de beminnelijke zondares - Maria Magdalena voor haar geliefden Meester. - - Naarmate de tijd verliep, werd het aandringen op de vreugden - van de kuischheid in dit leven minder in het oog vallend, en - werd zij meer en meer beschouwd als de toestand, die alleen zijn - volledige belooning vindt in het toekomstig leven. Toch worden - zelfs in de bekoorlijke geschiedenis van Gregorius van Tours van - "De Twee minnenden van Auvergne", waarin deze houding duidelijk - is, de genoegens van kuische liefde in dit leven evenzeer op den - voorgrond gesteld als in een van de eerste legenden (Historia - Francorum, lib. I, hoofdst. XLII). Twee senatoren van Auvergne - hadden ieder een eenig kind en die verloofden zij met elkaar. Toen - de huwelijksdag kwam en het jonge paar te bed gelegd was, keerde de - bruid zich naar den muur en weende bitterlijk. De bruidegom smeekte - haar hem te zeggen wat er was; toen keerde zij zich tot hem en - zeide, dat zij haar verdriet niet kon uitwisschen, al zou zij al de - dagen van haar leven weenen, want dat zij besloten had haar kleine - lichaam onbevlekt aan Christus te geven, onaangeroerd door mannen; - nu had zij in plaats van onsterfelijke rozen alleen maar verlepte - rozen op haar voorhoofd gehad, die het eer mismaakten dan dat zij - het versierden, en in plaats van den bruidsschat van het Paradijs, - dien Christus haar beloofd had, was zij de echtgenoote geworden - van een sterfelijk man. Zij beklaagde haar droevig lot lang en met - veel liefelijke welsprekendheid. Ten laatste voelde de bruidegom, - door haar lieve woorden overtuigd, dat het eeuwige leven voor - hem geschenen had als een groot licht, en verklaarde hij, dat - als zij zich wenschte te onthouden van vleeschelijke begeerten, - hij dat ook wilde. Zij was zeer dankbaar, en met gevouwen handen - vielen zij in slaap. Verscheidene jaren leefden zij zoo te - zamen, in kuischheid hetzelfde bed deelende. Ten slotte stierf - zij en werd begraven; haar minnaar gaf haar onbevlekt over in de - handen van Christus. Spoedig daarna stierf ook hij en werd in een - afzonderlijke graftombe begraven. Toen geschiedde er een wonder, - dat de grootschheid van deze kuische liefde duidelijk in het licht - stelde, want de twee lichamen werden gevonden, op geheimzinnige - wijze bijeen geplaatst. Tot op dezen dag, zoo besluit Gregorius - (schrijvende in de zesde eeuw), noemen de menschen van de plaats - hen "De Twee Minnenden". - - Hoewel Renan (Marc-Aurèle, hoofdst. XV) met korte woorden de - aandacht op het bestaan van deze uitgebreide oude Christelijke - literatuur vestigt, die de romantiek der kuischheid voortzet, - schijnt ze tot nog toe weinig of niet bestudeerd te zijn. Ze heeft - echter groot belang, niet alleen om zichzelf, maar ter wille van de - psychologische beteekenis, daar ze den aard van de beweegkrachten - duidelijk maakt, die de kuischheid gemakkelijk en aantrekkelijk - maakten voor de menschen van de vroegste Christelijke wereld, - zelfs als ze volkomen sexueele abstinentie met zich bracht. De - oude Kerk vervloekte de erotiek van de Heidensche wereld en bande - ze uit op de meest krachtdadige wijze door een eigen nieuwe en - fijnere erotiek er voor in de plaats te stellen. - - -Gedurende de middeleeuwen begon de oorspronkelijke frischheid -van de Christelijke kuischheid haar bekoring te verliezen. Geen -kuischheidslegenden werden geschreven en in het werkelijke -leven zochten de menschen geen avonturen meer op het gebied der -kuischheid. Voor zoover de oude idealen al in leven bleven, was dit -op het wereldsch gebied der ridderlijkheid. De laatste bekende figuur, -die streefde naar de heldenfeiten van de eerste Christenen was Robert -van Arbrissel in Normandië. - - - Robert van Arbrissel, die, in de elfde eeuw, de beroemde en bekende - orde van Fontevrault voor vrouwen stichtte, kwam uit Bretagne. Deze - Keltische oorsprong is ongetwijfeld van beteekenis, want hij - kan misschien zijn nooit falenden ijver en zijn enthusiaste - vereering voor vrouwen verklaren. Zelfs zij, onder zijn vrienden, - die afkeurden wat zij zijn schandelijk gedrag noemden, leggen - getuigenis af van zijn nooit falend vroolijk temperament, - zijn wakkerheid in het handelen, zijn bereidwilligheid voor - welke daad van humaniteit ook en zijn volkomen vrij zijn van - gestrengheid. Hij trok groote massa's menschen van allerlei - soort aan, vooral vrouwen, ook prostituées, en zijn invloed - over vrouwen was groot. Eens ging hij in een bordeel om zijn - voeten te warmen en bekeerde terloops alle vrouwen die daar - waren. "Wie zijt gij?" vroeg een van haar, "ik ben hier al vijf - en twintig jaar en niemand is mij hier ooit komen spreken over - God". Robert's betrekking tot de nonnen van Fontevrault was - zeer intiem, en hij sliep dikwijls met haar. Dit wordt door - vrienden van hem, bisschoppen en abten, nauwkeurig beschreven, - waarvan een opmerkt, dat Robert "een nieuwen, maar vruchteloozen - vorm van martelaarschap ontdekt had". Een koninklijke abdis van - Fontevrault, in de zeventiende eeuw, beweerde, dat de vereerde - stichter van de orde met geen mogelijkheid schuldig kon geweest - zijn aan zulk schandelijk gedrag, en dat de brieven daarom valsch - moesten zijn en liet de origineelen vernietigen voor zoover dat - mogelijk was. De Bollandisten namen, in een niet wetenschappelijk - en onvolledig verslag van de zaak (Acta Sanctorum, Feb. 25), - dit gezichtspunt over. J. von Walter echter toont in een onlangs - verschenen en grondige studie over Robert van Arbrissel (Die Ersten - Wanderprediger Frankreichs, deel I) aan, dat er hoegenaamd geen - reden is om aan het echte, authentieke en betrouwbare karakter - van de bestreden brieven te twijfelen. - - -De vroeg-Christelijke kuischheidslegenden hadden echter hun -opvolgers. Aucassin et Nicolette, dat waarschijnlijk in Noordelijk -Frankrijk geschreven is tegen het einde van de twaalfde eeuw, is -vooral de afstammeling van de geschiedenissen in de Acta Sanctorum en -elders. Het belichaamde hun geest, droeg hem verder en vereenigde -hun teer gevoel voor kuischheid en reinheid met het ideaal van -monogamische liefde. Aucassin et Nicolette was de doodsklok van de -primitief Christelijke kuischheidslegende. Het was de ontdekking, -dat de kuische verfijningen van teerheid en toewijding mogelijk waren -binnen de strikt normale sfeer van sexueele liefde. - -Er waren minstens twee oorzaken, die de neiging hadden de primitief -Christelijke voorliefde voor de kuischheid uit te wisschen, -zelfs afgezonderd van den invloed van de Kerk-autoriteiten bij -het terugdringen van de romantische uitingen ervan. In de eerste -plaats verwijderde het ondergaan van de oude heidensche wereld, -met zijn gewoonte en tot op zekere hoogte zijn ideaal van sexueele -toegevendheid, den achtergrond, die gratie en teerheid gegeven had -aan de teedere vrijheid der jonge Christenen. In de tweede plaats -waren de gestrengheden, die de eerste Christenen met vreugde -in praktijk hadden gebracht ter wille van de gezondheid hunner -ziel, beroofd van hun bekoring en vrijwilligheid, toen zij tot een -formeel deel gemaakt waren van strafwetboeken voor zonde, eerst in -de Poenitentialia en later in de handen van biechtvaders. Dit was, -we mogen het er aan toevoegen, te meer noodzakelijk geworden, omdat -het ideaal van Christelijke kuischheid niet langer in ruimen kring -het bezit was van verfijnde menschen, die immuun gemaakt waren tegen -heidensche losbandigheid, doordat zij te midden daarvan opgevoed waren -en er zelf in ondergedompeld waren geweest. Het was klaarblijkelijk -van het begin af aan een ernstige zaak voor de hartstochtelijke -Noord-Afrikanen het ideaal van kuischheid te handhaven en toen het -Christendom zich over Noordelijk Europa verspreidde, scheen het -bijna een hopelooze taak de idealen ervan te acclamatiseeren onder -de wilde Germanen. Later werd het noodig, het celibaat aan de vaste -geestelijkheid op te leggen door de sterke kracht van kerkelijke -authoriteit, terwijl vrijwillig celibaat alleen levendig gehouden -werd door een opeenvolgende reeks van godsdienstige enthusiasten, die -telkens weer nieuwe orden stichtten. Een ascetisme, dat zoo opgedrongen -was, kon niet altijd vergezeld gaan van de vurige exaltatie, die noodig -is om het in stand te houden, en in zijn kunstmatige pogingen tot -zelfbehoud, viel het dikwijls van de onzekere hoogten in de diepten van -onbeteugelde losbandigheid [78]. Toen de middeleeuwen voorbij waren, -begonnen helderziende denkers het fatale van alle gewaagde pogingen -om de normale grenzen van de menschelijkheid te buiten te gaan, -te erkennen. "Qui veut faire l'ange", zeide Pascal, terwijl hij met -scherpte deze beschouwing van de zaak opsomde, "fait la bête". Dat -was dikwijls duidelijk gebleken in de geschiedenis van de Kerk. - - - In de zevende eeuw begonnen de Poenitentialia in gebruik te komen; - ze werden gedurende de negende en tiende eeuw zeer overheerschend - en hadden groote authoriteit. Zij waren wetslichamen, gedeeltelijk - geestelijk en gedeeltelijk wereldsch, en werden gegoten in den - vorm van catalogussen van vergrijpen met de juiste maat van straf, - voorgeschreven voor ieder vergrijp. Zij vertegenwoordigden de - introductie van maatschappelijke orde onder ongetemde barbaren - en waren meer wetboeken van strafwet dan deel van een systeem van - sacramenteele confessie en boetedoening. In Frankrijk en Spanje, - waar reeds orde en regel bestond op een Christelijke basis, - waren zij weinig noodig. Zij hadden hun oorsprong in Ierland en - Engeland en bloeiden voornamelijk in Duitschland; Karel de Groote - ondersteunde ze (zie, b.v. Lea, History of Auricular Confession, - deel II, p. 96, ook hoofdst. XVII; Hugh Williams, uitgave van - Gildas, deel II, Appendix 3; de voornaamste Poenitentialia - worden vermeld in de Bussordnungen van Wasserschleben). In 1216 - maakte het Lateraansch concilie, onder Innocentius III, biechten - verplichtend. Het voorrecht van den priester om de mate van de - straf te regelen naar omstandigheden met grooter buigzaamheid - dan de strenge Poenitentialia toelieten, werd eerst absoluut - gehandhaafd door Peter van Poitiers. Toen wierp Alain van Rijssel - de Poenitentialia als verouderd ter zijde en verklaarde, dat de - priester zelf navraag moest doen naar de omstandigheden van iedere - zonde en precies de schuld ervan moest afwegen. (Lea, op. cit., - deel II, p. 171). - - Lang voor dezen tijd echter hadden de idealen der kuischheid, - voor zoover zij een belangrijke mate van zelfbeheersching in - zich sloten, ofschoon zij stevig vast gegroeid waren in de - conventioneele tradities en idealen van de Christelijke Kerk, - opgehouden eenige bekoring of kracht te hebben voor de bevolking, - die in het Christendom leefde. Onder de Noordelijke barbaren, - met hun verschillende tradities van een krachtiger en natuurlijker - soort achter zich, werden de geslachts-eischen dikwijls vrijmoedig - ten toon gespreid. De monnik Ordericus Vitalis vestigt in de - elfde eeuw de aandacht op wat hij noemt de "wulpschheid" van - de vrouwen van de Noorsche veroveraars van Engeland, die, toen - ze alleen thuis gelaten waren, boodschappen stuurden, dat ze, - als haar echtgenooten niet spoedig terug kwamen, andere mannen - zouden nemen. Het celibaat van de geestelijkheid werd alleen - met de grootste moeite ingesteld en toen het ingesteld was, - werden de geestelijken onkuisch. Aartsbisschop Odo van Rouaan, - in de dertiende eeuw, vermeldde in het dagboek van de bezoeken in - zijn diocese, dat er éen onkuische geestelijke was op iedere vijf - gemeenten, en zelfs toont de monnik Salimbene in zijn merkwaardige - autobiographie met betrekking tot het Italië van denzelfden - tijd aan, hoe weinig kuischheid in het godsdienstige leven in - acht genomen werd. Kuischheid kon nu alleen gehandhaafd worden - door geweld, gewoonlijk door de moreele kracht van kerkelijke - autoriteit, die zelf door onkuischheid ondermijnd werd, maar - soms zelfs door physiek geweld. Het was in de dertiende eeuw, - volgens de opinie van sommigen, dat de kuischheidsgordel - (cingula castatis) zich het eerst begint te vertoonen, maar - de voornaamste autoriteit Caufeynon (La Ceinture de Chasteté, - 1904) meent, dat ze dateert uit de Renaissance (Schultz, Das - höfische Leben zur Zeit der Minnesänger, deel V. p. 272; Krauss, - Anthropophyteia, deel III, p. 247). In de zestiende eeuw werden - de kloosters bijna tot bordeelen, zooals we hooren op het niet - bestreden gezag van Burchard, een secretaris van den Paus, in - zijn Diarium, uitgegeven door Thuasne, die nog meer autoriteiten - voor deze bewering samenbrengt in een noot onder aan de bladzij - (deel II, p. 79); dat zij dat bleven in de achttiende eeuw, zien - wij duidelijk in de bladzijden van de Mémoires van Casanova en - in veel andere documenten van dien tijd. - - -De Renaissance en de opkomst van het humanisme had ongetwijfeld invloed -op het gevoel jegens het ascetisme en de kuischheid. Aan den eenen kant -werd er een nieuwe en oude wettiging gevonden voor het niet in acht -nemen van deugden, die de menschen begonnen te beschouwen als enkel -monnikachtig, en aan den anderen kant begonnen de fijnere geesten, die -den invloed van de nieuwe beweging ondervonden, zich duidelijk bewust -te worden, dat kuischheid beter gekweekt kan worden en in acht genomen -door hen, die vrij waren te doen zooals zij wilden, dan door hen, -die onder den dwang stonden van priesterlijke autoriteit. Dat is het -gevoel, dat in Montaigne overheerscht, en dat is het idee van Rabelais, -toen hij het tot den eenigen regel van zijn abdij van Thelème maakte: -"Fay ce que vouldras". - - - Iets later werd deze leer in verschillende toonaarden herhaald door - vele schrijvers, alle meer of min verlicht door de beschaving, die - door de Renaissance in de mode was gebracht. "Zoolang Danae vrij - was", merkt Ferrand op in zijn verhandeling uit de zestiende eeuw, - De la Maladie d'Amour, "was zij kuisch". En Sir Kenelm Digby, - de laatste vertegenwoordiger van den geest der Renaissance, - wijst in zijn Private Memoirs op het feit, dat de vrijheid, die - Lycurgus "de wijste menschelijke wetgever, die er ooit geweest - is", aan de vrouwen gaf om haar lichaam te geven aan mannen, - tot wie zij zich door edele genegenheid en door de hoop op een - goed nageslacht voelden aangetrokken, de ware oorzaak was, dat - "werkelijke kuischheid in Sparta meer bloeide dan in eenig ander - deel van de wereld". - - -In Protestantsche landen werd het ascetisch ideaal nog verder in -discrediet gebracht door de Hervorming, die voor een groot gedeelte -een opstand was tegen gedwongen celibaat. Zoodoende werd de godsdienst -niet langer aan de zijde van de kuischheid geplaatst. In de achttiende -eeuw, zoo niet eerder, werd de autoriteit van de Natuur ook gewoonlijk -ingeroepen tegen de kuischheid. Zoo is het gekomen, dat in de laatste -twee eeuwen ernstige denkers maar gedeeltelijk gunstig gestemd waren -jegens de kuischheid. Het begon gevoeld te worden, dat een ongelukkige -en schadelijke vergissing begaan was door te trachten een verheven -ideaal te handhaven, hetgeen huichelarij aanmoedigde. "Het menschelijk -ras zou veel winnen", zooals Senancour in het begin der negentiende -eeuw in zijn merkwaardig boek over liefde schreef, "als de deugd niet -zoo moeilijk gemaakt werd. De verdienste zou niet zoo groot zijn, -maar wat is het nut van een verhevenheid, die zelden kan volgehouden -worden?" [79]. - - - -Er kan geen twijfel aan zijn, dat de overmatige minachting, waartoe de -kuischheids-idee in de achttiende eeuw en later begon te vervallen, -voornamelijk voortkwam uit het bestaan van die enkel uitwendige en -conventioneel physieke kuischheid, die willekeurig opgedrongen werd, -voor zoover ze opgedrongen kon worden, en die in zekere mate nog -opgedrongen wordt, in naam of in werkelijkheid,--aan alle respectabele -vrouwen buiten het huwelijk. De opvatting van de physieke deugd der -maagdelijkheid had de opvatting van de geestelijke deugd van kuischheid -verlaagd. Een enkele gewoonte, voelde men, voorgeschreven aan een -geheele sekse, of zij het wilde of niet, kon nooit de schoonheid en -de bekoring bezitten van een deugd. Terzelfder tijd begon men zich -voor oogen te stellen, dat de staat van gedwongen maagdelijkheid niet -alleen niet een staat is, die bijzonder gunstig is voor het kweeken -van werkelijke deugden, maar dat die verbonden is met eigenschappen, -die niet langer beschouwd worden als te zijn van hooge waarde [80]. - - - "Hoe willekeurig, kunstmatig en strijdig met de Natuur is het - leven, dat nu in deze zaak der kuischheid aan vrouwen opgedrongen - wordt!" schreef James Hinton veertig jaar geleden. "Denk aan dezen - regel: "Een vrouw, die in overweging neemt, is verloren". Wij - scheppen het gevaar, door de geheele vrouwelijkheid afhankelijk - te maken van een punt als dit, en door haar te omringen met - onnatuurlijke en bovennatuurlijke gevaren. Er wordt thans een - lichtzinnige onredelijkheid belichaamd in het leven der vrouw; - de tegenwoordige "deugd" is een ziekelijke ongezonde plant. De - Natuur en God hebben nooit het leven van een vrouw zoo op de - punt van een naald gewogen. Het geheele moderne denkbeeld der - kuischheid heeft sensueele overdrijving in zich, die zeker voor - een deel is overgebleven uit andere tijden, terwijl wat er goed - in was voor het grootste gedeelte verdwenen is". - - "De geheele bekoring der maagdelijkheid", schreef een andere - Philosoof, Guyau, "is onwetendheid. Maagdelijkheid kan, evenals - sommige vruchten, alleen bewaard worden door een proces van - verdroging". - - Mérimée wees op denzelfden verdrogenden invloed van de - maagdelijkheid. In een brief, gedateerd van 1859 schreef hij: - "Ik vind, dat tegenwoordig de menschen veel te veel waarde hechten - aan kuischheid. Niet, dat ik ontken, dat kuischheid een deugd is, - maar er zijn graden in deugden evenals in ondeugden. Het schijnt - belachelijk, dat een vrouw uit de maatschappij verbannen zal - worden, omdat zij een minnaar gehad heeft, terwijl een vrouw, - die gierig is, onoprecht en zuur, overal vrij uit kan gaan. De - moraal van deze eeuw is zeker niet die, die geleerd wordt in het - Evangelie. Naar mijn meening is het beter te veel lief te hebben, - dan te weinig. Tegenwoordig worden droge harten in de hoogte - gestoken" (Revue des Deux Mondes, April, 1896). - - Dr. H. Paul heeft een daarmee verwant punt behandeld. Zij schrijft: - "Er zijn meisjes, die zich, zelfs al als kinderen, geprostitueerd - hebben door onanie en wulpsche gedachten. De reinheid harer zielen - is al lang verloren en niets blijft voor haar verborgen, maar--zij - hebben haar hymen bewaard! Dat is ter wille van den toekomstigen - echtgenoot. Laat niemand haar onschuld durven betwijfelen, met - dat onwederlegbaar bewijsmateriaal! En als dan een ander meisje, - dat haar kindsheid in volkomen reinheid doorgebracht heeft, nu, - met ontwaakte zinnen en warme, onstuimige vrouwelijkheid, zich - in liefde of ook maar alleen in hartstocht aan een man geeft, - dan staan ze allen op en roepen, dat zij "onteerd" is! En niet het - minst het geprostitueerde meisje met het hymen. Zij is het juist, - die het hardst schreeuwt en die de grootste steenen gooit. Toch - behoeft de "onteerde" vrouw, die gezond en krachtig is, niet bang - te zijn, te vertellen wat zij gedaan heeft aan den man, die haar - ten huwelijk begeert, als zij spreekt van het eene menschelijke - wezen tot het andere. Zij behoeft niet te blozen; zij heeft haar - menschenrechten uitgeoefend en geen verstandig man zal haar om - die reden minder achten". (Dr. H. Paul, "Die Ueberschätzung der - Jungfernschaft", Geschlecht und Gesellschaft Bd. II, p. 14, 1907). - - In gelijken geest schrijft F. Erhard (Geschlecht und Gesellschaft - Bd. I, p. 408): "Maagdelijkheid in een zekere beteekenis heeft - haar waarde, maar in de gewone beteekenis wordt ze grootelijks - te hoog geschat. Afgezonderd van het feit, dat een meisje, - dat ze bezit, toch door en door verdorven kan zijn, leidt deze - overschatting van de maagdelijkheid er toe, dat het meisje, die ze - niet heeft, veracht wordt, en verder heeft ze tot resultaat gehad - de ontwikkeling van een speciale industrie om meisjes klaar te - maken, door middel van een preutsche kloosterachtige opvoeding, - die haar echtgenooten de speciale delicatesse zullen brengen - van een bruid, die nergens van weet. Natuurlijk kan dit alleen - bereikt worden ten koste van iedere verstandige opvoeding. Wat - de onontwikkelde kleine gans kan worden, dat kan niemand voorzien". - - Freud (Sexual-Probleme, Maart, 1908) wijst ook op het - slechte resultaat van de opvoeding voor het huwelijk, die - aan de meisjes gegeven wordt op den basis van dit ideaal van - maagdelijkheid. "Opvoeding onderneemt de taak de zinnelijkheid van - een meisje terug te dringen tot den tijd van de verloving. Zij - verbiedt niet alleen sexueele verhoudingen en stelt een hooge - premie op onschuld, maar ze onttrekt de rijpende vrouwelijke - individualiteit aan de verleiding, door een staat van onwetendheid - te handhaven omtrent de praktische zijde van de rol, die zij in - het leven zal moeten spelen, en door geen opwekking tot liefde - toe te laten, die niet tot het huwelijk kan leiden. Het resultaat - is, dat, als haar plotseling door de autoriteit van de ouders - wordt toegestaan te verlieven, het meisje zich psychisch niet kan - aanpassen, en dat zij het huwelijk ingaat, onzeker van haar eigen - gevoelens. Als een gevolg van deze kunstmatige vertraging van de - liefdesfunctie, brengt zij niets dan teleurstelling aan haar man, - en is koel in haar physieke verhouding tot hem". - - Senancour (De l'Amour, deel i, p. 285) meent zelfs, dat, als het - mogelijk is de kwestie van de nakomelingschap er buiten te laten, - niet alleen de wet van kuischheid gelijk zal worden voor de beide - geslachten, maar dat er een neiging zal zijn om de verhouding van - de seksen, in zekere mate, te veranderen. "Zelfbeheersching wordt - dan een raad eerder dan een voorschrift, en dan zal in vrouwen de - wellustige neiging met de meeste toegevendheid beschouwd worden. De - man is gemaakt om te werken; hij ontmoet het pleizier alleen maar - in het voorbijgaan; hij moet er mee tevreden zijn, dat de vrouwen - zich er meer mee zullen bezig houden dan hij. Het zijn de mannen, - die er door uitgeput raken, en mannen moeten altijd voor een deel - hun wenschen beperken". - - -Als wij ons echter bevrijden van den band van een gedwongen physieke -kuischheid, dan wordt het mogelijk kuischheid als een deugd in eere -te herstellen. In den tegenwoordigen tijd kan het niet langer gezegd -worden, dat er van den kant van denkers en moralisten eenige actieve -vijandigheid jegens het denkbeeld van kuischheid bestaat; er is -integendeel een neiging om de waarde van kuischheid te erkennen. Maar -deze erkenning is vergezeld gegaan van een terugkeer tot de oudere -en gezondere opvatting van de kuischheid. Het bewaren van een -strenge sexueele abstinentie, niets dan de maagdelijkheid, kan alleen -beschouwd worden als een pseudo-kuischheid. De eenige positieve deugd, -die Aristoteles op dit gebied kon erkend hebben was een matiging, die -beperking van de lagere impulsen in zich sloot, een wijs uitoefenen en -niet een niet-uitoefenen [81]. De beste denkers van de Christelijke -Kerk hebben dezelfde opvatting gehad; de heilige Basilius hechtte in -zijn belangrijke reglementen voor monniken geen waarde aan zelftucht -als een doel op zichzelf, maar beschouwde ze als een werktuig, om -den geest in staat te stellen, macht over het vleesch te krijgen. De -heilige Augustinus verklaarde, dat zelfbeheersching alleen uitstekend -is, als ze in praktijk gebracht wordt in het geloof aan het hoogste -goed [82], en hij beschouwde kuischheid als "een ordelijke beweging -van de ziel, die lagere dingen ondergeschikt maakt aan hoogere dingen, -en die voornamelijk moet blijken in huwelijksverhoudingen"; Thomas -van Aquino die de kuischheid op veelal dezelfde wijze aanduidde, -definieerde onreinheid als het smaken van sexueel genot dat niet van -de rechte soort is, noch wat het voorwerp, noch wat de omstandigheden -aangaat [83]. Maar een tijdlang werden de stemmen van de groote -moralisten niet gehoord. De deugd der kuischheid was ondergegaan in -den populairen Christelijken hartstocht voor de vernietiging van het -vleesch, en dat gezichtspunt werd in de zestiende eeuw ten slotte -geheiligd door het Concilie van Trente, dat formeel een banvloek -uitsprak over iedereen, die zou willen verklaren, dat de staat van -maagdelijkheid en celibaat niet beter was dan de huwelijksstaat. Nu -behoort de pseudo-kuischheid, die waarde had alleen op grond dat -iedere soort van zelfbeheersching beter was dan iedere soort van -sexueele verhouding, tot het verleden, behalve voor hen, die aan oude -ascetische geloofsbelijdenissen hangen. De mystieke waarde van de -maagdelijkheid is verdwenen; zij schijnt in den geest van den modernen -mensch alleen maar het denkbeeld op te wekken van een pikantheid, -die begeerd wordt door den verstokten lichtmis; het zijn de mannen, -die zelf al lang den leeftijd der onschuld voorbij zijn, die zooveel -waarde hechten aan de onschuld van hun bruiden. De opvatting van -levenslange zelfbeheersching als een ideaal is ook verdwenen; op zijn -best wordt ze beschouwd als een zaak van persoonlijke voorkeur. En de -conventioneele veinzerij van algemeene kuischheid, om voor respectabel -te gelden, begint men te beschouwen als een bezwaar, eer dan als een -hulp voor het kweeken van eenige werkelijke kuischheid [84]. - -De kuischheid, die door den moralist van tegenwoordig als een deugd -beschouwd wordt, heeft haar waarde geensdeels in haar abstinentie. Zij -is niet, in de woorden van de heilige Theresa, de deugd van de -schildpad, die haar leden onder haar schild terugtrekt. Zij is een -deugd, omdat zij een oefenen in zelfbeheersching is, omdat ze het -karakter en den wil helpt stalen, en omdat ze direct gunstig is -voor het kweeken van het mooiste, meest verheven en meest krachtige -sexueele leven. Zoo beschouwd, mag men kuischheid stellen tegenover -de eischen van het verlaagde middeleeuwsche Catholicisme, maar zij is -in harmonie met de eischen van ons beschaafde leven van tegenwoordig -en in het geheel niet in disharmonie met de eischen der Natuur. - -Er is altijd een analogie tusschen het instinct van reproductie en het -instinct van voeding. Bij de voeding is het de invloed van de kennis, -van physiologie, die ten slotte een overdreven ascetisme op zijde -heeft geschoven, en eten "rein" gemaakt heeft. Hetzelfde proces is, -zooals James Hinton duidelijk aangewezen heeft, mogelijk gemaakt in -de sexueele verhoudingen; "kennis heeft den sleutel in handen tot -reinheid" [85]. - -Vele invloeden hebben echter samengewerkt om een aandringen -tot kuischheid te bevorderen. Er is in de eerste plaats een -onvermijdelijke reactie geweest tegen de sexueele gemakkelijkheid, -die men als natuurlijk was beginnen te beschouwen. Men bemerkte, -dat zulk een gemakkelijkheid geen moreele waarde had, want zij had -neiging de moreele kracht te verslappen en ze was niet gunstig voor -de mooiste sexueele satisfactie. Ze kon niet eens aanspraak maken -op natuurlijkheid in de ruime beteekenis van het woord, want in de -natuur in het algemeen is de sexueele bevrediging meestal zeldzaam -en moeilijk. Het hof maken kost moeite en is van langen duur; de -tijd der liefde is strikt afgeperkt, de zwangerschap onderbreekt -sexueele verhoudingen. Zelfs onder natuurvolken, zoolang zij niet -door de beschaving besmet zijn, wordt mannelijkheid gewoonlijk -gehandhaafd door een mooi ascetisme; het verdragen van ontbering, -zelfbeheersching en beperking, gematigd door zeldzame orgiën, geven -een tucht, die zoowel het sexueele deel als ieder ander deel van -het leven der natuurvolken beheerscht. Om dezelfde mannelijkheid -in het beschaafde leven te behouden, moeten wij, dat mogen we wel -inzien, opzettelijk een deugd kweeken, die onder levenstoestanden -bij natuurvolken natuurlijk is [86]. - -De sympathie van Nietzsche, zoowel direct als indirect, is geweest aan -de zijde van de deugd der kuischheid in haar moderne beteekenis. Het -voorschrift: "Wees hard", zooals Nietzsche het gebruikte, was niet -zoozeer een opdracht tot ongevoelige onverschilligheid jegens anderen, -als wel een beroep op een meer energieke houding jegens onszelf, -het kweeken van een zelfbeheersching, die in staat is de krachten -der ziel te verzamelen en in te houden, om ze te besteden aan met -opzet gekozen doeleinden. "Een betrekkelijke kuischheid", schreef -hij, "een fundamenteel en wijs overleg in erotische zaken, zelfs -in gedachte, is een deel van een mooie gematigdheid in het leven, -ook in rijk begaafde en volkomen naturen" [87]. In deze zaak is -Nietzsche een typische vertegenwoordiger van de moderne beweging tot -herstel van de kuischheid op haar juiste plaats als een werkelijke -en nuttige deugd, en niet als louter conventie. Zulk een beweging -kon niet nalaten zich te doen voelen, want men begrijpt spoedig, -dat alles wat gemakkelijkheid en weelderige zachtheid in sexueele -zaken begunstigt, het karakter verlaagt en de heerlijkste erotische -satisfactie vermindert. Want erotische satisfactie van de hoogste -soort is alleen mogelijk als wij aan den sexueelen impuls een hooge -mate verzekerd hebben van wat Colin Scott noemt "irradiatie", dat wil -zeggen een in ruime mate zich verspreiden door het geheele psychische -organisme. En dat kan alleen bereikt worden door belemmeringen op -te werpen op den weg naar de snelle en directe bevrediging van de -sexueele begeerte, door haar te dwingen haar kracht te vermeerderen, -lange omwegen te nemen, het geheele organisme zoo sterk te laden, dat -de eindelijke climax van bevredigde liefde niet triviale afdoening van -een klein verlangen is, maar de enorme vervulling van een hartstocht, -waarin zoowel de geheele ziel als het geheele lichaam zijn aandeel -heeft. "Alleen de kuische kan werkelijk obsceen zijn", zeide -Huysmans. En op een hooger plan: alleen de kuische kan liefhebben. - - - "Physieke reinheid", merkte Hans Menjago op ("Die Ueberschätzung - der Physischen Reinheit", Geschlecht und Gesellschaft, deel II, - hoofdst. VIII) "werd oorspronkelijk gewaardeerd als een teeken van - grootere sterkte van wil en kracht van karakter; ze beteekende - een zich verheffen boven primitieve toestanden. Deze reinheid - was moeilijk te bewaren; ze was zeldzaam en ongewoon. Uit deze - zeldzaamheid ontstond het bijgeloof van een bovennatuurlijke macht, - die in de maagd zou wonen. Maar deze heeft geen beteekenis, zoodra - reinheid algemeen wordt en een speciaal zichtbare mate van kracht - van karakter niet langer noodig is om ze te handhaven... Physieke - reinheid kan alleen waarde bezitten als zij het resultaat is van - individueele sterkte van karakter, en niet als zij het resultaat - is van gedwongen moreele regels". - - Konrad Höller, die speciale aandacht gewijd heeft aan de sexueele - kwestie op scholen, merkt met betrekking tot physieke oefening op: - "Het grootste voordeel van physieke oefening is echter niet de - ontwikkeling van actieve en passieve kracht van het lichaam en - zijn behendigheid, maar het instellen en het versterken van de - heerschappij van den wil over het lichaam en zijn behoeften, - die zoozeer te lijden heeft van traagheid. Hij, die geleerd - heeft voor een bepaald doel honger en dorst en vermoeidheid te - verdragen en te overwinnen, zal beter in staat zijn sexueele - impulsen en de verleiding om er aan toe te geven te weerstaan, - wanneer beter inzicht en æsthetisch gevoel hem duidelijk gemaakt - hebben, dat toegeven nadeelig en schandelijk zou zijn" (K. Höller, - "Die Aufgabe der Volksschule", Sexualpädagogik, p. 70). Professor - Schäfenacker (id., p. 102), die ook den nadruk legt op het belang - van zelfbeheersching en zelfbeperking, meent dat een jong mensch - zijn toekomstige zending als burger en vader van een familie in - gedachte moet houden. - - Een fijn en diepzinnig denker van den tegenwoordigen tijd, - Jules de Gaultier, heeft, waar hij over moraal schrijft, zonder - te verwijzen naar deze specifieke kwestie, besproken tot welke - nieuwe, innerlijke, verbodsmotieven wij ons kunnen wenden als - wij het oude uiterlijke verbod van autoriteit en geloof, dat nu - in verval is geraakt, willen vervangen. Hij antwoordt, dat de - gemoedstoestand, waar oude geloofsbelijdenissen op gebaseerd - waren, nog bestaat. "Kan niet", vraagt hij, "het verlangen - naar een ding, dat wij liefhebben en waar wij naar verlangen, - gevoegelijk de plaats innemen van het geloof, dat een ding bestaat - door den goddelijken wil of door de natuur der dingen? Zal niet - de beteugeling van de waanzin van het instinct zich openbaren als - een nuttige houding, aangenomen door het instinct zelf voor zijn - eigen behoud, als een symptoom van de kracht en gezondheid van - het instinct? Is niet de heerschappij over zichzelf, de macht zijn - daden te regelen, een teeken van superioriteit en een reden voor - zelfrespect? Zal niet deze trotsche vreugde dezelfde autoriteit - hebben bij het bewaren van de instincten, als eens bezeten werd - door godsdienstige vrees en de beweerde dwang der rede?" (Jules de - Gaultier, La Dépendance de la Morale et l'Indépendance des Moeurs, - p. 153). - - H. G. Wells (in A Modern Utopia), die wees op het belang van de - kuischheid, hoewel hij het celibaat verwierp, roept, evenals Jules - de Gaultier het motief van den trots op. "De beschaving heeft - zich veel sneller ontwikkeld dan de mensch veranderd is. Onder - de onnatuurlijke volmaking van veiligheid, vrijheid en overvloed, - die onze beschaving heeft bereikt, is de gewone ongeoefende mensch - tot excessen geneigd in bijna alle richtingen; hij heeft neiging - te veel te eten en te overvloedig, te veel te drinken, lui te - worden sneller dan zijn werk kan verminderen, zijn belangstelling - aan vertoon te verspillen, en te veel en te omslachtig lief te - hebben. Hij verliest zijn training en concentreert zijn aandacht - op egoïstische en erotische peinzerijen. Onze groote voorgangers - zochten motieven op uit allerlei soorten van bronnen, maar ik denk, - dat de beste bron om de menschen zelfbeheersching te leeren, de - trots is. Trots is misschien niet het mooiste wat er in de ziel - is, maar het is toch nog de beste koning. Zij bedoelden ermede - den mensch rein en gezond te houden. In deze zaak, evenals in alle - zaken van natuurlijke begeerte, meenden zij, dat geen begeerte moet - worden verzadigd, geen begeerte kunstmatige prikkels moet hebben - en evenzeer, dat geen begeerte van gebrek moet omkomen. Een mensch - moet van tafel komen, voldaan, maar niet overladen. En in de zaak - der liefde was een oprecht en rein verlangen naar een rein en - oprecht medeschepsel het ideaal van onze voorouders. Zij bevalen - een huwelijk tusschen gelijken aan als de plicht jegens het ras, - en zij maakten aanwijzingen van de meest preciese soort, om die - echtelijke onscheidbaarheid, dien echtelijken staat te verhinderen, - die somtijds een paar er toe brengt, te zamen minder te zijn dan - ieder afzonderlijk was". - - Met betrekking tot de kuischheid als een element van erotische - satisfactie, schrijft Edward Carpenter (Love's Coming of Age, - p. 11): "Er is een soort van illusie omtrent physieke begeerte, - die gelijk is aan die waaraan een kind lijdt als het, wanneer - het een mooie bloem ziet, die onmiddellijk aftrekt en in een paar - oogenblikken den vorm en de geur vernielt, die het aantrokken. Hij - alleen krijgt de volle glorie, die zich een weinig terughoudt, - en hij alleen bezit waarlijk, die als het noodig is in staat is - niet te bezitten. Hij is inderdaad een levensmeester, die, terwijl - hij de grovere begeerten aanneemt, als zij tot zijn lichaam komen - en ze niet weigert, ze weet te veranderen naar zijn wil in de - zeldzaamste en geurigste bloemen van menschelijke emotie". - - -Behalve haar functies in het opbouwen van het karakter, in het -verhoogen en veredelen van het erotisch leven, en in het dienstbaar -zijn aan de gepaste vervulling van familie- en maatschappelijke -plichten, heeft de kuischheid een meer speciale waarde voor hen, -die de kunsten beoefenen. We zijn misschien niet altijd geneigd de -schrijvers te gelooven, die verklaard hebben, dat hun vers alleen -losbandig is, maar hun leven kuisch. Het is zeker waar, dat een -verhouding van deze soort neiging heeft om voor te komen. De grondslag -van het sexueele leven is de grondslag van de kunst; als zij in -het eene kanaal verbruikt wordt, is ze verloren voor het andere. De -meesters in al de meer intens emotioneele kunsten hebben dikwijls -een hoogen graad van kuischheid in praktijk gebracht. Dit is vooral -het geval, wat muziek betreft; men denke aan Mozart [88], Beethoven, -aan Schubert, en aan vele mannen van minder beteekenis. In het geval -van dichters en romanschrijvers schijnt kuischheid gewoonlijk minder -overheerschend te zijn, maar ze is dikwijls duidelijk merkbaar, en -wordt niet zelden verborgen onder de weergalmende echo's, die zelfs de -geringste liefde-episode uitoefent op het dichterlijk organisme. Het -leven van Goethe schijnt, op het eerste gezicht, een lange reeks van -onophoudelijke liefde-episoden. Maar als wij bedenken, dat het het zeer -lange leven was van een man, wiens kracht bleef tot het einde, dat zijn -liefden een langen en diepen invloed uitoefenden op zijn emotioneele -werk en op zijn leven, en dat hij met de meeste van de vrouwen die hij -vereeuwigd heeft, nooit werkelijke sexueele verhoudingen heeft gehad, -en als we ons bovendien voor oogen stellen, dat hij door alles heen, -een bijna onbegrijpelijk groote hoeveelheid werk deed, dan zullen -wij waarschijnlijk tot het besluit komen, dat het toegeven aan -sexualiteit een veel kleiner deel had in het leven van Goethe dan -in dat van menig gewoon man, op wien het geen merkbaar emotioneel -of intellectueel spoor achterlaat. Sterne verklaarde, dat hij altijd -een dulcinea in zijn hoofd moest hebben dansen, maar toch schijnt de -mate van zijn intieme verhoudingen met vrouwen maar klein geweest te -zijn. Balzac bracht zijn leven door met zwoegen aan zijn schrijftafel -en met het volhouden van een liefde-correspondentie vele jaren lang -met een vrouw, die hij bijna nooit zag en met wie hij ten slotte een -paar maanden huwelijksleven doorbracht. Dezelfde ondervinding hebben -vele artistieke scheppers van kunstwerken gehad. Want, in de woorden -van Landor, "afwezigheid is de onzichtbare en onlichamelijke moeder -der ideale schoonheid". - -Wij doen goed ons te herinneren, dat, terwijl de auto-erotische -manifestaties door de hersens van oneindige verscheidenheid en belang -zijn, de hersens en de sexueele organen toch de groote mededingers -zijn voor het verbruiken van de lichamelijke energie, en dat er een -antagonisme is tusschen uiterste hersenkracht en uiterste sexueele -kracht, al kunnen zij soms beide op verschillende tijden in hetzelfde -individu voorkomen [89]. In deze beteekenis is er geen paradox in de -woorden van Ramon Correa, dat potentie impotentie is en impotentie -potentie, want een groote mate van energie, hetzij in athletiek of in -intellect of in sexueele activiteit, is ongunstig voor het ontvouwen -van energie in andere richtingen. Iedere hooge mate van potentie -heeft haar daarmee in verband staande impotenties. - - - We mogen er aan toevoegen, dat we een merkwaardig onlogisch bewijs - van het bovenmatige belang, dat aan sexueele functies gehecht - wordt door een maatschappij, die systematisch de sekse tracht - te kleineeren, vinden in de schande die gehecht wordt aan het - gebrek aan "mannelijke" potentie. Hoewel het beschavingsleven een - enorme plaats aanbiedt voor de werkzaamheden van sexueel impotente - personen, laat men den impotenten man voelen, dat, terwijl hij - het zich niet behoeft aan te trekken, als hij lijdt aan nerveuse - stoornissen van de spijsvertering, het bijna een misdaad is als - hij, even onschuldig, lijdt aan nerveuse stoornissen van den - sexueelen impuls. Een treffend voorbeeld hiervan vertoonde zich, - eenige jaren geleden, toen er geopperd werd, dat de betrekkingen - van Carlyle tot zijn vrouw het best verklaard konden worden door - te veronderstellen, dat hij lijdende was geweest aan sexueele - impotentie. In eens stormden er bewonderaars naar voren, om Carlyle - te "verdedigen" tegen deze "schandelijke" aantijging; zij waren - meer geschokt, dan wanneer beweerd ware, dat hij syphilitisch - was. Toch is impotentie, op zijn meest, een zwakheid, hetzij ze - voortkomt uit eenig aangeboren gebrek, of aan een stoornis van - het zenuwevenwicht in het teere sexueele mechanisme, zooals het - neiging heeft voor te komen bij mannen van abnormaal gevoelig - temperament. Het is niet schandelijker daar aan te lijden, dan aan - dyspepsia, waarmee het ook samen kan voorkomen. Vele mannen van - genie en hoog moreel karakter zijn sexueel misvormd geweest. Dit - was het geval met Cowper (hoewel dit veelbeteekenend feit door - zijn levensbeschrijvers is verheeld); Ruskin heeft zijn huwelijk - ontbonden om een dergelijke reden; en van J. Stuart Mill zegt men, - dat hij sexueel weinig meer ontwikkeld was dan een kind. - - -Tot op dit punt heb ik de kuischheid en de hoedanigheid van ascetisme -in hun meest algemeene beteekenis beschouwd zonder eenige poging -tot preciese onderscheiding [90]. Maar zullen wij deze aannemen als -moderne deugden, die tegenwoordig nog gelden, dan is het noodig, -dat wij wat precieser zijn als we ze definieeren. Het schijnt het -gemakkelijkst, en ook strikt overeenkomende met de etymologie, als -wij aannemen om met ascetisme of ascesis te bedoelen de athletische -eigenschap van zelfbeheersching die, niet bepaald noodzakelijk voor -onbeperkt lange perioden, de bevrediging van den sexueelen impuls in -bedwang houdt. Onder kuischheid, die in de eerste plaats de eigenschap -der reinheid is en in de tweede plaats die van heiligheid, veeleer -dan van abstinentie, kunnen wij het best een gepaste verhouding -tusschen erotische eischen en de andere eischen van het leven -verstaan. "Kuischheid is", zooals Ellen Key juist opmerkt, "harmonie -tusschen lichaam en ziel met betrekking tot liefde". Zoo begrepen, is -ascetisme de deugd van beperken, die leidt tot erotische bevrediging, -en kuischheid de deugd, die haar harmonie brengenden invloed uitoefent -over het erotische leven zelf. - -We zullen zien, dat ascetisme niet noodzakelijkerwijze voortdurende -zelfbeheersching in zich sluit. Juist verstaan, is ascetisme een tucht, -een oefening, die betrekking heeft op een doel, dat niet in zichzelf -ligt. Als ze gedwongen voortbestaat, hetzij naar de voorschriften van -een godsdienstig dogma, of enkel als een fetish, dan berust ze niet -langer op een natuurlijke basis; dan is ze ook niet meer moreel, want -de onthouding van een mensch, die zijn geheele leven in een gevangenis -heeft doorgebracht, is van geen waarde voor het leven. Om natuurlijk -te zijn en moreel, moet ascetisme een doel hebben buiten zichzelf, -moet ze de doeleinden van het levenswerk dienen, die niet gediend -kunnen worden door een persoon, die in een voortdurenden strijd -gewikkeld is met zijn eigen natuurlijke instincten. Een mensch kan, -wel is waar, als een kwestie van smaak of van voorkeur, zijn geheele -leven vrij en gemakkelijk in sexueele abstinentie doorbrengen, maar in -dit geval is hij geen asceet, en zijn ascetisme is noch een voorwerp -van toejuiching, noch van critiek. - -Op dezelfde wijze heeft kuischheid, wel verre van sexueele abstinentie -in zich te sluiten, alleen waarde, als ze onder invloed gebracht -wordt van de erotische sfeer. Een reinheid uit onwetendheid is, -als de leeftijd van kinderlijke onschuld eenmaal voorbij is, enkel -een domheid; ze is dichter bij de misdaad dan bij de deugd. Reinheid -is ook niet gelijkluidend met inspanning en strijd; in dat opzicht -verschilt ze van ascetisme. "Wij overwinnen de gebondenheid der -sekse", zegt Rosa Mayreder, "door ze aan te nemen en niet door ze -te ontkennen, en mannen kunnen dit alleen maar doen met behulp van -vrouwen". De zoogenaamde kuischheid van koude berekening is even -onschoon als onwerkelijk, en zonder eenigerlei waarde. Een ware -en waardige kuischheid kan alleen onderhouden worden door een vurig -ideaal van een nieuwe romantiek, of, zooals tegenwoordig, als een meer -menschelijk erotisch ideaal. "Alleen erotisch idealisme", zegt Ellen -Key, "kan enthoesiasme voor de kuischheid wekken". Kuischheid kan -dus in een gezond ontwikkeld persoon alleen mooi toegepast worden in -het werkelijk erotische leven; voor een deel is zij het instinct van -waardigheid en matigheid; voor een deel is zij de kunst de sexueele -dingen aan te raken met handen, die zich hun geschiktheid herinneren -voor al de mooie doeleinden van het leven. Boven de ingangspoort -tot het binnenste heiligdom der liefde staat dus hetzelfde opschrift -als boven de poort voor het Epidaurische Heiligdom van Aesculapius: -"Alleen de reine mag hier binnentreden". - - - Men zal opmerken, dat de definitie van kuischheid aan - nauwkeurigheid te wenschen overlaat. Dat is onvermijdelijk. We - hebben aan reinheid geen stevig houvast, want, evenals sneeuw - voor de zon, smelt ze in onze handen weg. "Reinheid zelf verbiedt - een te nauwkeurig systeem van regels voor het in acht nemen van - reinheid", zegt Sidgwick zoo juist (Methods of Ethics, Bk, III, - hoofdst. XI). Elders (op. cit.; Bk, III, hoofdst. XI) tracht - hij de kwestie te beantwoorden: Welke sexueele verhoudingen - zijn essentieel onrein? en komt hij tot de conclusie, dat geen - antwoord mogelijk is. "Er schijnt geen bepaald principe te zijn, - dat eenige aanspraak heeft op vanzelfsprekendheid, waarnaar de - kwestie kan beantwoord worden, zóó dat ze algemeene goedkeuring - vindt". Zelfs wat "Vrije Liefde" genoemd wordt, voegt hij er - aan toe, "in zoover als ze ernstig aangeraden is als een middel - tot een meer volkomen harmonie van gevoelen tusschen mannen en - vrouwen, kan niet als onrein veroordeeld worden, want het schijnt - paradoxaal, reinheid van onreinheid te onderscheiden alleen door - een mindere snelheid van overgang". - - Moll komt van het standpunt van medische psychologie tot dezelfde - conclusie als Sidgwick van dat van ethica. In een verslag over de - "Waarde van Kuischheid voor de Menschen", dat gepubliceerd is - als een appendix bij de derde uitgave (1899) van zijn Konträre - Sexualempfindung, bespreekt de beroemde Berlijnsche medicus de zaak - met zeer veel gezond verstand, en wijst hij er op, dat "kuisch en - onkuisch betrekkelijke ideeën zijn". Wij moeten niet, zegt hij, - zooals dikwijls gedaan wordt, "kuisch" identificeeren met "sexueele - onthouding". Hij voegt er bij, dat wij niet gerechtigd zijn ieder - buitenechtelijk sexueel verkeer onkuisch te noemen, want, als we - dat doen, zullen we gedwongen zijn bijna alle mannen en sommige - zeer respectabele vrouwen als onkuisch te beschouwen. Hij staat er - terecht op, dat wij in deze zaak denzelfden regel zullen toepassen - op vrouwen als op mannen, en hij wijst aan, dat sexueele omgang - niet noodzakelijk onkuisch is, zelfs al rangschikt men er onder wat - technisch echtbreuk kan zijn. Hij noemt het geval van een meisje, - dat op haar achttiende jaar, toen ze geestelijk nog onrijp was, - trouwt met een man, met wien zij het niet mogelijk vindt samen - te leven; een scheiding heeft ten gevolge daarvan plaats, hoewel - een wettige echtscheiding onmogelijk te verkrijgen is. Als zij - nu hartstochtelijk verliefd wordt op een man, dan kan haar liefde - geheel kuisch zijn, hoewel zij omvat wat technisch echtbreuk is. - - -Als we zoo ascetisme en kuischheid en hun weldadige functies in -het leven begrijpen, zien wij, dat zij een plaats innemen midden -tusschen de kunstmatig overdreven positie die zij eens hadden, -en die waartoe zij verlaagd waren door de onvermijdelijke reactie -en algemeene onverschilligheid of werkelijke vijandigheid, die er -op volgde. Ascetisme en kuischheid zijn geen strenge categorische -eischen; zij zijn nuttige middelen tot wenschenswaardige doeleinden, -zij zijn wijze en schoone kunsten. Zij hebben recht op onze achting, -maar niet op onze overschatting. Want, waar we ze overschatten, wordt -te dikwijls vergeten, dat wij het sexueele instinct overschatten. Het -sekse-instinct is inderdaad zeer belangrijk. Toch heeft het niet -dat alles omvattende en uitnemende belang, dat sommigen, zelfs -van hen die er tegen strijden, gewoon zijn er aan te hechten. Dat -kunstmatig vergrooten van de belangrijkheid van den sexueelen impuls -wordt versterkt door den kunstmatigen nadruk, die op ascetisme gelegd -wordt. Wij kunnen de werkelijke plaats van den sexueelen impuls leeren -kennen, als we leeren inzien, hoe we de beperkingen van dien impuls -met verstand en op natuurlijke wijze kunnen beschouwen. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK VI - -HET VRAAGSTUK VAN SEXUEELE ONTHOUDING - - - De invloed van de traditie.--De theologische voorstelling van - wellust.--Neiging van deze invloeden om de sexueele moraal te - degradeeren.--Het resultaat ervan voor de vorming van de sexueele - abstinentie.--De protesten tegen sexueele abstinentie.--Onthouding - en genialiteit.--Sexueele abstinentie bij vrouwen.--De voorstanders - van sexueele abstinentie.--De middenrichting.--Onbevredigende - resultaten van de geheele discussie.--Critiek op het begrip - abstinentie.--Sexueele abstinentie vergeleken met het onthouden - van voedsel.--Geen complete analogie.--De moraal van sexueele - abstinentie is geheel negatief.--Is het de plicht van den dokter - buitenechtelijk geslachtsverkeer aan te raden?--Meeningen van - hen, die dezen plicht bevestigen of ontkennen.--De beslissing - moet vallen tègen het geven van zulk een raad.--De dokter - gebonden door de maatschappelijke en moreele denkbeelden van - zijn eeuw.--De dokter als hervormer.--Sexueele abstinentie - en sexueele hygiëne.--Alcohol.--De invloed van geestelijke en - lichamelijke inspanning.--De ontoereikendheid van de sexueele - hygiëne op dit gebied.--De onwerkelijke aard van het begrip - sexueele abstinentie.--De noodzakelijkheid om het door een meer - positief ideaal te vervangen. - - -Als wij de zaak beschouwen uit een zuiver abstract of zelfs zuiver -biologisch gezichtspunt dan zou het kunnen schijnen, dat wij, door te -beslissen, dat ascetisme en kuischheid van hooge waarde zijn voor het -persoonlijke leven, alles gezegd hebben, wat er te zeggen valt. Dat -is echter op verre na het geval niet. Wij bemerken hier, evenals bij -ieder punt in de praktische toepassing van sexueele psychologie, dat -het niet voldoende is langs biologische lijnen den weg te bepalen, die -in abstracten zin de rechte is. Wij moeten onze biologische eischen in -harmonie brengen met maatschappelijke eischen. Wij worden beheerscht -niet alleen door natuurlijke instincten, maar door geërfde tradities, -die in het verre verleden stevig gebaseerd waren op begrijpelijke -gronden, en die zelfs nu nog, door het enkele feit van hun bestaan, -een macht uitoefenen, die we niet kunnen en niet mogen voorbijzien. - -Toen we de waarde van den sexueelen impuls bespraken, hebben -wij bevonden, dat wij alle reden hadden, liefde zeer hoog te -schatten. Bij het bespreken van kuischheid en ascese vonden we, dat -ook deze zeer hoog geschat moeten worden. En wij hebben gezien, dat -hier geen contradictie in opgesloten ligt; integendeel, dat liefde en -kuischheid in al hun fijnste ontwikkelingen zijn samengegroeid, en dat -er dus een volkomen harmonie is in een schijnbare tegenspraak. Maar -als wij de zaak in bijzonderheden beschouwen, in haar speciale -persoonlijke toepassingen, dan zien wij, dat een nieuwe factor zich -doet gelden. Wij bemerken, dat onze geërfde maatschappelijke en -godsdienstige tradities een druk uitoefenen, geheel aan éen zijde, -die het onmogelijk maakt de verhoudingen van liefde en kuischheid op -de basis van biologie en rede alleen te stellen. Aan den eenen kant -hebben deze tradities het woord "lust"--beschouwd als uitdrukking -gevend aan al de uitingen van den sexueelen impuls, die buiten het -huwelijk liggen of die niet het huwelijk als hun direct en zichtbaar -doel hebben--belast met geringschattende en sinistere beteekenissen. En -aan den anderen kant hebben deze tradities het probleem geschapen van -"sexueele abstinentie", dat niets te maken heeft met ascetisme of met -kuischheid, zooals deze in het vorige hoofdstuk gedefiniëerd zijn, -maar dat alleen den zuiver negatieven druk op den sexueelen impuls -bedoelt, die, onafhankelijk van de wenschen van het individu, door -zijn godsdienstige en maatschappelijke omgeving wordt uitgeoefend. - -De theologische opvatting van "lust" of "libido" als zonde, volgde -logisch op de oud-Christelijke opvatting van het "vleesch", en werd -onvermijdelijk, zoodra die opvatting algemeen was geworden. Niet -alleen hadden de oud-Christelijke idealen een kleineerenden invloed -op de waardeering van het sexueel verlangen per se, maar zij hadden -neiging de waardigheid van de sexueele verhouding in discrediet -te brengen. Als een man een vrouw buiten huwelijk sexueel naderde, -en haar daardoor binnen den verachten kring van "wellust" bracht, -dan bracht hij haar nadeel toe, omdat hij afbreuk deed aan haar -godsdienstige en moreele waarde [91]. De eenige wijze, waarop hij -de aangerichte schade kon goed maken, was haar geld te betalen of -een gedwongen en daardoor waarschijnlijk ongelukkig huwelijk met -haar aan te gaan. Dat wil zeggen, dat sexueele verhoudingen door -de kerkelijke tradities op een pecuniaire basis geplaatst waren, op -hetzelfde niveau als prostitutie. Door haar welgemeende pogingen om -de theologische moraal, die zich op een ascetische basis ontwikkeld -had, te steunen, ondermijnde de kerk dus feitelijk zelf dien vorm -van sexueele verhouding, dien zij heiligde. - - - Gregorius de Groote vaardigde het bevel uit, dat hij, die een - meisje verleidde, met haar trouwen moest, of, in geval van - weigering, lichamelijk streng gestraft moest worden en in een - klooster opgesloten om boete te doen. Volgens andere kerkelijke - regels werd van hem, die een meisje verleid had, zelfs indien hij - in het geheel niet verantwoordelijk gesteld werd door den civielen - rechtbank, gevergd, dat hij haar zou trouwen, of een echtgenoot - voor haar vinden en haar een bruidsschat verschaffen. Zulke regels - hadden hun goede zijde en waren vooral billijk, als het verleiden - door bedrog was geschied. Maar zij droegen er in ruime mate toe - bij om alle kwesties van sexueele moraal ondergeschikt te maken - aan een geldkwestie. De vergoeding aan de vrouw werd ook daardoor - zeer noodig, omdat de kerkelijke opvatting van wellust haar waarde - deed verminderen door aanraking met dien wellust, en de vergoeding - als een deel van de boete kon gelden. Aquino was van meening, - dat wellust, in hoe geringe mate ook, een doodzonde was, en de - meeste van de meer invloedrijke theologen namen een bijna zoo - streng, zoo al niet even streng standpunt in. Sommigen meenden - echter, dat een zekere mate van genot op dit gebied mogelijk is - zonder doodzonde, of verzekerden bij voorbeeld, dat het voelen - van de aanraking van een zachte en warme hand geen doodzonde is, - zoolang daardoor geen sexueel gevoelen wordt opgewekt. Anderen - meenden echter, dat zulke onderscheidingen niet mogelijk zijn - en dat alle genoegens van deze soort zondig zijn. Tomás Sanchez - trachtte regels te maken voor de gecompliceerde problemen van - genot, die op deze wijze ontstonden, maar hij was gedwongen - toe te geven, dat geen regels werkelijk mogelijk zijn, en dat - zulke zaken overgelaten moeten worden aan het oordeel van een - voorzichtig man. Op dit punt houdt het sophisme op te bestaan - en het moderne gezichtspunt komt voor den dag (zie b.v. Lea, - History of Auricular Confession, deel II, blz. 57, 115, 246, etc.). - - -Zelfs nu nog leeft de invloed van de oude tradities der Kerk onbewust -onder ons voort. Dat is onvermijdelijk bij godsdienstonderwijzers, -maar ook bij mannen van wetenschap, zelfs in Protestantsche landen, -is die invloed merkbaar. Het resultaat is, dat geheel tegenstrijdige -dogma's naast elkaar voorkomen, zelfs bij denzelfden schrijver. Aan -den eenen kant worden de uitingen van den sexueelen impuls nadrukkelijk -veroordeeld als zoowel onnoodig als slecht; aan den anderen kant wordt -het huwelijk, dat fundamenteel (wat het verder ook wezen moge) een -uiting is van den sexueelen impuls, evenzeer met nadruk goedgekeurd als -de eenige moreele vorm van leven [92]. Er kan geen redelijke twijfel -bestaan, dat het de overlevende en doordringende invloed is van de -oude traditioneele theologische opvatting van libido, waaraan wij voor -een groot deel het enorme verschil van meeningen onder medici moeten -toeschrijven over de kwestie van sexueele abstinentie, en de overigens -onnoodige scherpte, waarmee deze meeningen somtijds worden geuit. - -Aan de eene zijde vinden wij de nadrukkelijke bewering, dat sexueele -omgang noodig is en dat de gezondheid niet kan in stand blijven tenzij -de sexueele werkzaamheden geregeld uitgeoefend worden. - -"Alle deelen van het lichaam, die ontwikkeld zijn voor een bepaald -doel, worden alleen gezond, en in het genot van een flinken groei -en van een lange jeugd gehouden door het vervullen van dat gebruik, -en door hun gepaste oefening in de werkzaamheid waaraan zij gewend -zijn". In die bewering, die voorkomt in de groote verhandeling van -Hippocrates "On the Joints", hebben wij de klassieke uitdrukking van -de leer, die in altijd veranderende vormen onderwezen is door allen, -die tegen sexueele abstinentie geprotesteerd hebben. Als wij komen -tot de zestiende eeuwsche opkomst van het Protestantisme, vinden wij, -dat Luther's opstand tegen het Catholicisme voor een deel een protest -tegen de leer der sexueele abstinentie was. "Hij, aan wien de gave -van zelfbeheersching niet gegeven is", zeide hij in zijn Tafelrede, -"zal niet kuisch worden door vasten en nachtwaken. Wat mij betreft, -ik werd niet bovenmatig gekweld (hoewel hij elders spreekt van de -groote vuren van wellust, waardoor hij verontrust werd), maar toch, -hoe meer ik mij kastijdde, des te vuriger werd ik". En driehonderd -jaar later nam Bebel, de would-be Luther van de negentiende eeuw van -een ander soort Protestantisme, dezelfde houding jegens de sexueele -abstinentie aan, terwijl Hinton, de medicus en philosoof, levend in -een land van streng sexueel conventionalisme en sexueele preutschheid, -door een warme sympathie met het lijden, dat hij om zich heen zag, -bewogen, in hartstochtelijk sarcasme losbrak, telkens als hij met de -leer der sexueele abstinentie in aanraking kwam. "Er zijn onnoemelijk -veel kwalen--verschrikkelijke kwellingen, zelfs krankzinnigheid, -de verwoesting van levens--waarvoor de omhelzing van man en vrouw -het geneesmiddel zou zijn. Niemand denkt er aan het in twijfel te -trekken. Afschuwelijke kwalen en een geneesmiddel in een genoegen -en genot! En de mensch heeft verkozen zoo zijn leven te verknoeien, -dat hij zeggen moet: "Daar, dat zou een geneesmiddel zijn, maar ik -kan het hier niet gebruiken. Ik moet deugdzaam zijn!"" - - - Als wij ons beperken tot moderne tijden en tot tamelijk preciese - medische opgaven, dan vinden we in Schurig's Spermatologia - (1720, blz. 274 et seq.), niet alleen een bespreking van de - voordeelen van een matigen sexueelen omgang voor een aantal - gezondheidsstoornissen, zooals door beroemde autoriteiten - getuigd wordt, maar ook een lijst van gevolgen--anorexia, - krankzinnigheid, impotentie, epilepsie, zelfs dood er - onder begrepen--die men meende, dat voortkwamen uit sexueele - abstinentie. Dit uiterste standpunt van de mogelijke nadeelen - van sexueele abstinentie schijnt een deel te zijn geweest van - de tradities van de Renaissance in de geneeskunde, aangewakkerd - door een zekere oppositie tusschen godsdienst en kennis. Het werd - nog krachtig staande gehouden door Lallemand, in het begin van - de negentiende eeuw. Daarna werden de medische opgaven over de - slechte gevolgen van sexueele abstinentie meer gematigd, hoewel - ze dikwijls nog uitgesproken werden. Zoo meent Gyurkovechky, - dat deze gevolgen even ernstig kunnen zijn als die van sexueele - uitspatting. Krafft-Ebing toonde aan, dat sexueele abstinentie een - toestand van algemeene nerveuse opwinding kon te voorschijn roepen - (Jahrbuch für Psychiatrie, Bd. VIII, Heft 1 en 2). Schrenck-Notzing - beschouwt sexueele abstinentie als een oorzaak van uiterste - sexueele overgevoeligheid en van verschillende perversies (in een - hoofdstuk over sexueele abstinentie in zijn Kriminalpsychologische - und Psychopathologische Studien, 1902, pp. 174--178). Hij vermeldt, - ter verduidelijking, het geval van een man van zes en dertig - jaar, die als jongen matig gemasturbeerd had, maar die twintig - jaar geleden de gewoonte op moreele gronden geheel liet varen, - en die nooit sexueelen omgang gehad heeft; hij was er trotsch op, - dat hij het huwelijk zou ingaan als een kuisch man, maar heeft - nu jaren lang geleden aan sexueele overgevoeligheid, terwijl zijn - gedachten voortdurend op sexueele onderwerpen geconcentreerd waren, - ondanks een sterken wil en het besluit om niet te masturbeeren - of zich aan ongeoorloofden omgang over te geven. In een ander - geval lijdt een krachtig en gezond man, die niet geïnverteerd - is en sterke sexueele wenschen heeft, en die kuisch bleef tot - zijn huwelijk, aan psychische impotentie, en zijn vrouw blijft - maagd ondanks al haar liefde en haar liefkoozingen. Ord meende, - dat sexueele abstinentie vele kleinere bezwaren in het leven kon - roepen. "De meesten van ons", schreef hij (British Medical Journal, - Aug. 2, 1884) "zijn ongetwijfeld geraadpleegd door mannen, die, - kuisch in daden, door sexueele opwinding geplaagd worden. Zij - vertellen u verhalen van lang aanhoudende, plaatselijke sexueele - opwinding, gevolgd door intense vermoeidheid in de spieren, of - door hevige pijn in den rug en de beenen. Bij sommigen heb ik - klachten gehoord over opzwellen en stijfheid van de beenen, en - over pijnen in de lendenen en gewrichten, vooral in de knieën"; - hij vertelt het geval van een man, die na lange kuischheid leed - aan ontsteking van de knieën en die door het huwelijk genezen - werd. Pearce Gould, mogen we er aan toevoegen, merkt op, dat - "bovenmatige onbevredigde sexueele begeerte" een van de oorzaken is - van acute orchitis. Remondino "Some Observations on Continence as - a Factor in Health and Disease", (Pacific Medical Journal, Jan., - 1900) vermeldt het geval van een man van bijna zeventig jaar, - die gedurende een langdurige ziekte van zijn vrouw, leed aan veel - voorkomend en hevig priapisme, dat slapeloosheid veroorzaakte. Hij - was er zeker van, dat zijn bezwaren niet voortkwamen uit zijn - zelfbeheersching, maar alle behandeling bleef zonder succes en - er waren geen spontane emissies. Ten slotte raadde Remondino - hem aan om, zooals hij het uitdrukte "Salomo na te volgen". Hij - deed het en al de symptomen verdwenen in eens. Dit geval is van - bijzonder belang, omdat de symptomen niet vergezeld waren van - eenig bewust sexueel verlangen. Het wordt niet langer algemeen - geloofd, dat sexueele abstinentie soms tot krankzinnigheid kan - leiden, en men zal opmerken dat de nu en dan voorkomende gevallen, - waarin voortgezet en intens sexueel verlangen bij jonge vrouwen - gevolgd wordt door krankzinnigheid, alleen voorkomen op een - basis van erfelijke degeneratie. Vele autoriteiten meenen echter, - dat kleinere geestelijke stoornissen, van een min of meer vaag - karakter, zoowel neurasthenie als hysterie, dikwijls voortkomen - uit sexueele abstinentie. Zoo vindt Freud, die zorgvuldig de - angst-neurose, de obsessie van angst bestudeerd heeft, dat zij een - gevolg is van sexueele abstinentie, en dat zij inderdaad beschouwd - mag worden als een uiting van zulke abstinentie (Freud, Sammlung - Kleiner Schriften zur Neurosenlehre, 1906, blz. 76 et seq.). - - Het geheele onderwerp van de sexueele abstinentie is in den breede - besproken door Nyström, uit Stockholm, in Das Geschlechtsleben - und seine Gesetze, hoofdst. III. Hij komt tot het besluit, - dat het wenschelijk is, dat zelfbeheersching beoefend wordt, - zoolang het mogelijk is, om de physieke gezondheid te versterken - en het verstand en het karakter te ontwikkelen. De leer van - voortdurende sexueele abstinentie beschouwt hij echter als geheel - valsch, behalve in het geval van een klein aantal godsdienstig en - philosofisch aangelegde personen. "Volkomen abstinentie gedurende - een lange periode van jaren kan niet verdragen worden zonder - ernstige gevolgen te hebben, zoowel voor het lichaam als voor den - geest.... Zeker, een jonge man moet zijn sexueele impulsen zoolang - mogelijk terugdringen en alles vermijden wat kunstmatig als een - sexueele prikkel kan werken. Als hij dat echter gedaan heeft, - en hij lijdt nog aan onbevredigde normale sexueele begeerten, - en als hij geen mogelijkheid ziet binnen afzienbaren tijd te - trouwen, dan mag niemand zeggen dat hij zonde doet, als hij met - wederzijdsch goedvinden in sexueele betrekkingen treedt met een - vriendin, of tijdelijke sexueele betrekkingen aanknoopt, mits hij - namelijk de fatsoenlijke voorzorg neemt geen kinderen te krijgen, - tenzij zijn deelgenoot nadrukkelijk wenscht moeder te worden, en - hij bereid is al de verantwoordelijkheden van het vaderschap op - zich te nemen". In een artikel van later datum ("Die Einwirkung - der Sexuellen Abstinenz auf die Gesundheit", Sexual-Probleme, - Juli, 1908) zet Nyström op krachtige wijze zijn gezichtspunten - uiteen. Hij noemt onder de gevolgen van sexueele abstinentie - orchitis, veel voorkomende onwillekeurige zaaduitstortingen, - impotentie, depressie, en een groote menigte nerveuze stoornissen - van een vager karakter, daar onder begrepen verminderd vermogen - om te werken, beperkte levensvreugde, slapeloosheid, nerveusheid, - en het vervuld zijn van sexueele verlangens en voorstellingen. Meer - speciaal noemt hij verhoogde sexueele prikkelbaarheid met erecties, - of zaaduitstortingen bij de minste aanleiding, zooals bij het - kijken naar een aantrekkelijke vrouw of in het maatschappelijk - verkeer met haar of in tegenwoordigheid van kunstwerken, die - naakte figuren voorstellen. Nyström heeft de gelegenheid gehad te - onderzoeken en te vermelden negentig gevallen van personen, die - deze en soortgelijke symptomen vertoond hebben, naar hij meent, - als het resultaat van sexueele abstinentie. Hij heeft sommige van - deze gevallen gepubliceerd (Zeitschrift für Sexualwissenschaft, - Oct., 1908), maar we kunnen er aan toevoegen, dat Rohleder ("Die - Abstinentia Sexualis", ib., Nov., 1908) deze gevallen gecritiseerd - heeft en twijfelt of eenige daarvan afdoende zijn. Rohleder meent, - dat de slechte gevolgen van sexueele abstinentie nooit duurzaam - zijn, en ook, dat geen anatomische pathologische toestanden (zooals - orchitis) er door veroorzaakt kunnen worden. Maar hij meent toch, - dat zelfs onvolledige en tijdelijke sexueele abstinentie tamelijk - ernstige gevolgen kan hebben, en vooral neurasthenische stoornissen - van verschillenden aard, zooals nerveuze prikkelbaarheid, angst, - depressie, ongeschiktheid om te werken; ook emissies bij dag, - vroegtijdige ejaculaties, en zelfs een staat, die grenst - aan satyriasis; en bij vrouwen hysterie, hystero-epilepsie, - en nymphomaniacale uitingen; al deze symptomen kunnen echter, - naar mijn meening, genezen, als de abstinentie ophoudt. - - Vele voorstanders van sexueele abstinentie hebben gewicht gehecht - aan het feit, dat mannen van groote genialiteit schijnbaar - volkomen zelfbeheerscht zijn geweest, hun geheele leven door. Dit - is zeker waar (zie boven, p. 173). Maar dit feit kan nauwelijks - aangehaald worden als een argument ten gunste van de voordeelen van - sexueele abstinentie onder de gewone bevolking. J. F. Scott kiest - Jezus uit, Newton, Beethoven en Kant als "mannen van kracht en - scherpzinnigheid, die kuisch geleefd hebben als jonggezellen". We - kunnen echter niet zeggen, dat Dr. Scott gelukkig geweest is - in de vier figuren, die hij heeft uitgekozen uit de geheele - geschiedenis van het menschelijk genie als voorbeelden van - levenslange sexueele abstinentie. Wij weten van Jezus weinig met - absolute zekerheid, en zelfs als wij de diagnose verwerpen, die - Professor Binet-Sanglé (in zijn Folie de Jesus) opgebouwd heeft uit - een nauwkeurige studie van de Evangeliën, zijn er vele redenen, - waarom wij ons moeten onthouden van het leggen van den nadruk op - het voorbeeld van zijn sexueele abstinentie; Newton was, afgezien - van zijn machtig genie op een speciaal gebied, een onvolkomen en - onbevredigend mensch, die ten slotte in een toestand kwam, die - zeer veel had van krankzinnigheid; Beethoven was een door en door - ziekelijk en ziek man, die een intens ongelukkig leven leidde; - Kant was van het begin tot het einde een zwakke zieke. Het zou - waarschijnlijk moeilijk wezen een gezond, normaal man te vinden, - die vrijwillig het leven zou aannemen, dat geleid werd door een - van deze vier, zelfs tot den prijs van hun roem. J. A. Godfrey - (Science of Sex, pp. 139-147) bespreekt in den breede de kwestie, - of sexueele abstinentie gunstig is voor gewone intellectueele - kracht en hij beslist dat zij dat niet is, en dat we voor den - normaal ontwikkelden man geen gevolgtrekking kunnen maken uit - de nu en dan voorkomende sexueele abstinentie van mannen van - genie, die dikwijls abnormaal aangelegd en physiek beneden het - middelmatige zijn. Sexueele abstinentie is in het geheel niet - altijd een gunstig teeken, mogen we er aan toevoegen, zelfs - bij mannen, die intellectueel boven het middelmatige zijn. "Ik - heb niet den indruk gekregen", merkt Freud op (Sexual-Probleme, - Maart, 1908), "dat sexueele abstinentie nuttig is voor energieke - en onafhankelijke mannen van de daad of voor oorspronkelijke - denkers, voor moedige bevrijders en hervormers. Het sexueele - gedrag van een mensch is dikwijls het symbool van zijn geheele - wijze van reageeren in de wereld. Van den man, die energiek het - voorwerp van zijn sexueele begeerte neemt, mogen wij verwachten - dat hij een dergelijke onvermoeibare energie zal vertoonen bij - het streven naar andere doeleinden". - - -Velen, hoewel niet allen, die ontkennen, dat voortgezette sexueele -abstinentie onschadelijk is, nemen vrouwen in deze bewering op. Er -zijn inderdaad eenige autoriteiten die meenen, dat, hetzij eenig -bewust sexueel verlangen aanwezig is of niet, sexueele abstinentie -minder gemakkelijk verdragen wordt door vrouwen dan door mannen. - - - Cabanis zeide, in 1802, in zijn beroemd en vooruitstrevend werk, - Rapports du Physique et du Moral, dat vrouwen niet alleen sexueel - exces gemakkelijker verdragen dan mannen, maar dat zij onder - sexueele ontberingen meer lijden, en een zorgvuldig en ervaren - onderzoeker van den tegenwoordigen tijd, Löwenfeld, (Sexualleben - und Nervenleiden, 1899, p. 53), hoewel hij niet meent, dat normale - vrouwen sexueele abstinentie minder gemakkelijk verdragen dan - mannen, voegt er bij, dat dit niet het geval is met vrouwen van - een neuropatischen aanleg, die uit deze oorzaak veel meer lijden, - en die òf masturbeeren als sexueele omgang onmogelijk is, of in - hystero-neurasthenische toestanden vervallen. Busch zegt (Das - Geschlechtsleben des Weibes, 1839, deel I, blz. 69, 71), dat - niet alleen de werking van de sexueele functies in het organisme - bij vrouwen sterker is dan bij mannen, maar dat de slechte - gevolgen van sexueele abstinentie duidelijker merkbaar zijn bij - vrouwen. Sir Benjamin Brodie heeft lang geleden gezegd, dat de - nadeelen van zelfbeheersching voor vrouwen misschien grooter - zijn dan die van onmatigheid, en in den tegenwoordigen tijd - zegt Hammer (Die Gesundheitlichen Gefahren der Geschlechtlichen - Enthaltsamkeit, 1904) dat, om gezondheidsredenen sexueele - abstinentie aan vrouwen niet meer moet aangeraden worden dan aan - mannen. Nyström is van dezelfde meening, hoewel hij verklaart, - dat vrouwen sexueele abstinentie beter verdragen dan mannen; - hij heeft deze speciale kwestie in den breede besproken in een - hoofdstuk van zijn Geschlechtsleben und seine Gesetze. Hij is het - eens met den ervaren Erb, dat een groot aantal volkomen kuische - vrouwen van hoog karakter, die in het bezit zijn van uitmuntende - eigenschappen van geest en hart, min of meer ongesteld zijn door - sexueele abstinentie; dit is vooral dikwijls het geval met vrouwen, - die getrouwd zijn met impotente mannen, hoewel het meestal niet - vóór den leeftijd van dertig jaar is, dat, zooals Nyström opmerkt, - vrouwen zich van haar sexueele behoeften duidelijk bewust worden. - - Een groot aantal vrouwen, die gezond, kuisch en ingetogen zijn, - gevoelen bij tijden zulk een machtig sexueel verlangen, dat zij - nauwelijks de verzoeking kunnen weerstaan de straat op te gaan en - den eersten den besten man, dien zij tegen komen, te vragen. Niet - weinige van zulke vrouwen, dikwijls van goeden huize, bieden - zich inderdaad aan aan mannen, die ze misschien maar weinig - kennen. Routh vermeldt zulke gevallen (British Gynaecological - Journal, Feb. 1887), en de meeste mannen hebben te eeniger - tijd dergelijke vrouwen ontmoet. Als een vrouw van hoog moreel - karakter en sterke hartstochten voor een zeer langen tijd aan - den voortdurenden druk van zulk sexueel verlangen onderworpen - wordt, vooral als dit samengaat met liefde voor een bepaald - persoon, dan kan er een reeks van slechte, physieke en moreele - gevolgen optreden. Vele beroemde medici hebben zulke gevallen - vermeld, die plotseling in volkomen herstel eindigden, zoodra de - hartstocht bevredigd werd. Lauvergne beschreef lang geleden een - dergelijk geval. Een tamelijk typisch geval van deze soort werd - in bijzonderheden medegedeeld door Brachet, (De l'Hypochondrie, - p. 69) en door Griesinger samengevat in zijn klassieke werk - over "Mental Pathology". Het betrof een gezonde gehuwde dame - van zes en twintig jaar, die drie kinderen had. Een kennis, die - haar bezocht, won haar liefde, maar zij bood ernstig weerstand - aan den verleidenden invloed en verborg den hevigen hartstocht, - dien hij in haar gewekt had. Verschillende ernstige, physieke en - geestelijke symptomen begonnen zich langzamerhand te vertoonen, en - er traden verschijnselen op, die op tering wezen. Een verblijf van - zes maanden in het zuiden van Frankrijk bracht geen verbetering - in den lichamelijken of geestelijken toestand. Toen ze thuis - kwam, werd ze nog erger. Daar ontmoette zij het voorwerp van haar - hartstocht weer, zij bezweek, verliet haar echtgenoot en kinderen, - en vluchtte met hem. Zes maanden later was zij onherkenbaar: - schoonheid, frischheid en gevuldheid hadden de plaats ingenomen - van dorheid en magerheid; terwijl de symptomen van tering en alle - andere bezwaren geheel verdwenen waren. Een eenigszins hierop - gelijkend geval wordt vermeld door Camill Lederer, uit Weenen - (Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906, - aflevering 3). Een weduwe begon eenige maanden na den dood van - haar echtgenoot te kuchen, met symptomen van longcatarrh, maar - geen bepaalde teekenen van longlijden. Behandeling en verandering - van klimaat bleken geheel onvoldoende een verbetering te weeg - te brengen. Twee jaren later trouwde ze weer, daar er geen - teekenen van ongesteldheid in de longen verschenen waren, hoewel - de symptomen voortduurden. Binnen zeer enkele weken waren alle - symptomen verdwenen en was zij volkomen frisch en gezond. - - Talrijke beroemde gynaecologen hebben als hun overtuiging vermeld, - dat sexueele opwinding een geneesmiddel is voor verschillende - ongesteldheden in de sexueele organen van vrouwen, en dat - abstinentie een oorzaak is van zulke ongesteldheden. Matthews - Duncan zeide, dat sexueele opwinding het eenige geneesmiddel is - voor amenorrhoea; "het eenig menstruatie-bevorderend geneesmiddel, - dat ik ken", schreef hij (Medical Times, Feb. 2, 1884), "wordt - niet gevonden in de Pharmacopae: het is erotische opwinding. Er - is geen twijfel aan de waarde van erotische opwinding". Anstie - verwijst in zijn werk over Neuralgia, naar het weldadige gevolg - van sexueelen omgang op dysmenorrhoë, en hij maakt de opmerking, - dat de noodzakelijkheid van de volle natuurlijke uitoefening - van de sexueele functie blijkt uit de groote verbetering in - zulke gevallen na het huwelijk, en vooral na de geboorte van een - kind. (Wij moeten opmerken, dat niet alle autoriteiten dysmenorrhea - verbeterd vinden door het huwelijk; sommige meenen, dat de kwaal - er dikwijls door verergerd wordt; zie, b.v., Wythe Cook, American - Journal Obstetrics, Dec., 1893). De beroemde gynaecoloog Tilt - noemde al vroeger, met nadruk (On Uterine and Ovarian Inflammation, - 1862, blz. 309), de slechte gevolgen van sexueele abstinentie, - doordat ze prikkeling en misschien eenigszins acute ontsteking - van de ovariën te voorschijn roepen, en hij merkt op, dat ze - vooral veel voorkomen bij jonge weduwen en bij prostituées, die - in verbeteringsgestichten geplaatst worden. Intens verlangen, - merkte hij op, veroorzaakt organische bewegingen, gelijkende - op de bewegingen, die noodig zijn voor de bevrediging van de - begeerte. Deze brandende verlangens, die alleen maar gedoofd - kunnen worden door hun wettige bevrediging, worden nog verder - verhoogd door den erotischen invloed van gedachten, boeken, - schilderijen, muziek, die dikwijls sexueel nog meer prikkelend - zijn dan vleeschelijke omgang met mannen, maar de opwinding, - die zoo te voorschijn geroepen wordt, wordt niet verlicht door - dien natuurlijken terugval, die op iedere levensaanzwelling - zou moeten volgen. Nadat hij gewezen heeft op de biologische - feiten, die de uitwerking aantoonen van psychische invloeden op de - ontwikkelingskracht van de vrouwelijke geslachtsorganen bij dieren, - gaat Tilt voort: "Ik mag hieruit gerust besluiten, dat dergelijke - prikkels op den geest van vrouwen een opwekkende uitwerking - kunnen hebben op de ovulatie organen. Ik weet herhaaldelijk van - menstruatie, die in den verlovingstijd onregelmatig, overvloedig - of abnormaal was bij vrouwen, bij wie niets dergelijks te voren was - voorgekomen; dit maakte dan de behandeling van chronische ovaritis - en van ontsteking van den uterus noodzakelijk". Bonnifield, van - Cincinnati (Medical Standard, Dec., 1896) meent, dat onbevredigde - sexueele begeerte een belangrijke oorzaak is van catarrhale - endometritis. Het is wel bekend, dat gezwellen van den uterus in - een zekere betrekking staan tot de organische sexueele activiteit, - en dat sexueele abstinentie, voornamelijk de lang voortgezette - ontbering van zwangerschap, een zeer belangrijke oorzaak is van - de kwaal. Dit wordt bevestigd door een analyse van A. E. Giles - (Lancet, Maart 2, 1907) van honderd vijftig gevallen. Zes en - vijftig van deze gevallen, meer dan een derde, waren ongetrouwde - vrouwen, hoewel ze bijna alle over de dertig jaar oud waren. Van - de vier en negentig getrouwde vrouwen, waren vier en dertig nooit - zwanger geweest; van haar, die zwanger geweest waren, waren zes - en dertig niet zwanger geweest in de laatste tien jaar. Zoo waren - acht en veertig percent òf nooit zwanger geweest, òf ze waren - ten minste de laatste tien jaar niet zwanger geweest. Het blijkt - dus duidelijk, dat verhindering van de sexueele functie, hetzij - die abstinentie van sexueelen omgang met zich brengt of niet, een - belangrijke oorzaak is van febroide uterusgezwellen. Balls-Headley, - uit Victoria, (Evolution of the Diseases of Women, 1894, en - "Etiology of Diseases of Female Genital Organs", Allbutt en - Playfair, System of Gynaecology), meent, dat onbevredigd sexueel - verlangen een factor is bij zeer vele ongesteldheden van de - sexueele organen bij vrouwen. "Mijn meeningen", schrijft hij in een - particulieren brief, "berusten op een zeer speciaal gynaecologische - praktijk gedurende twintig jaar, in welken tijd ik zeven duizend - diagnosen bizonder zorgvuldig heb opgemaakt. De normale vrouw - is sexueel goed gevormd en haar sexueele gevoelens eischen - bevrediging door het voortbrengen van het volgende geslacht, - maar onder de beperkende en vooral nu abnormale omstandigheden - van de beschaving ondergaan sommige vrouwen erfelijke atrophie, - en zijn de uterus en de sexueele gevoelens zwak; bij anderen van - gemiddelde goede locale ontwikkeling staat het gevoel onder druk; - bij weer anderen zijn de gevoelens zoowel als de organen sterk - en als normaal gebruik onthouden wordt, komen er verkeerde - gevolgen. Als wij deze vele verscheidenheden van aangeboren - ontwikkeling wat de verschillende toestanden van maagdelijkheid, - steriel of vruchtbaar huwelijk betreft, in gedachte houden, dan - dringt zich de wijze van ontstaan en de ontwikkeling der ziekte - aan den geest van den medicus op, en er is voor hem niet meer - aanleiding tot verwondering, dan er is voor den wiskunstenaar, - die de kegelsneden bestudeert, als hij de grondslagen ervan heeft - leeren kennen. Het vraagstuk is opgeworpen: Zijn een aantal niet - met elkander verband houdende vrouwenziekten uit de lucht komen - vallen, of zijn deze kwalen noodzakelijkerwijze een gevolg van - de omstandigheden eener onnatuurlijke levenswijze?" We kunnen - er aan toe voegen, dat Kisch (Sexual Life of Woman), die toch - tegen iedere overdreven waardeering van de gevolgen van sexueele - abstinentie protesteert, meent, dat ze bij vrouwen niet alleen - vele plaatselijke ongesteldheden, maar ook nerveuse stoornis, - hysterie, en zelfs krankzinnigheid ten gevolge kan hebben, - terwijl bij neurasthenische vrouwen "geregelde sexueele omgang - een actief weldadige uitwerking heeft, die dikwijls opvallend is". - - Het is van belang op te merken, dat de slechte gevolgen van - sexueele abstinentie bij vrouwen, naar de meening van hen, - die op het belang er van den nadruk leggen, in het geheel niet - alleen te wijten zijn aan onbevredigde sexueele begeerte. Zij - kunnen aanwezig zijn, zelfs als de vrouw zelf niet het minste - bewustzijn heeft van sexueele behoeften. Dit werd veertig jaar - geleden duidelijk aangetoond door den scherpzinnigen Anstie - (op. cit.). Bij vrouwen vooral, merkt hij op, "schijnt een zekere - rustelooze overgroote werkzaamheid van geest, en misschien van het - lichaam ook, de uiting te zijn van den onbewusten wrok der natuur - over de verwaarloozing der sexueele functies". Zulke vrouwen, - voegt hij er bij, hebben zich vrij gehouden van masturbatie - "ten koste van een voortdurende en bijna woeste werkzaamheid - van geest en spieren". Anstie had opgemerkt, dat sommige van de - ergste gevallen van nervositeit en neurasthenie, die hij "spinale - prikkeling" noemde, dikwijls samen gaande met een gevoelige maag en - bloedarmoede, beter worden met het huwelijk. "Het kan niet ontkend - worden", gaat hij voort, "dat een zeer groot aantal van deze - gevallen bij ongetrouwde vrouwen (die verreweg het grootste getal - vormen van lijderessen aan ruggemergsprikkeling) voortkomen uit - deze bewuste of onbewuste prikkeling, die onderhouden wordt door - een onbevredigde sexueele behoefte. Het is zeker, dat zeer veel - jonge menschen (vooral vrouwen) geplaagd worden door de prikkeling - van de sexueele organen zonder ook maar de minste bewustheid te - hebben van sexueele begeerte, en dat zij het treurig schouwspel - opleveren van een mislukt leven zonder ooit de ware reden te - kennen van het ongeluk, dat hen ongeschikt maakt voor al de - actieve plichten van het leven. Het is een opmerkelijk feit, dat - er zelfs voorbeelden zijn kunnen van twee zusters, die dezelfde - soort van nerveuzen aanleg geërfd hebben, beiden geplaagd door de - verschijnselen van ruggemergsprikkeling en beiden waarschijnlijk - lijdende door teruggedrongen sexueele functies, maar waarvan de - eene rein van geest kan zijn en volkomen onbewust van de werkelijke - oorzaak van haar moeilijkheden, terwijl de andere een slachtoffer - is van bewuste en vruchtelooze sexueele prikkeling". In deze - zaak kan Anstie beschouwd worden als een voorlooper van Freud, - die met groote fijnheid en ontledingskracht de leer ontwikkeld - heeft van den overgang van teruggedrongen sexueel instinct bij - vrouwen in ziekelijke toestanden. Hij meent, dat de nervositeit - van tegenwoordig voor een groot gedeelte te wijten is aan de - nadeelige werking op het sexueele leven van dat terugdringen - van natuurlijke instincten, waarop onze beschaving opgebouwd is - (Misschien kan men de duidelijkste korte opsomming van de ideeën - van Freud over deze kwestie vinden in een zeer suggestief artikel, - "Die Kulturelle Sexualmoral und die Moderne Nervosität", in - Sexual-Probleme, Maart 1908, herdrukt in de tweede serie van - de Sammlung kleiner Schriften zur Neurosenlehre, 1909). Wij - bezitten de geschiktheid, zegt hij, onze sexueele activiteiten - te sublimeeren of te veranderen in andere activiteiten van - een psychisch daarmee verwant, maar niet-sexueel karakter. Dit - proces kan echter niet uitgevoerd worden in een onbegrensde mate, - evenmin als de verandering van warmte in mechanisch werk in onze - machines. Een zekere mate van directe sexueele bevrediging is - voor de meeste gestellen noodzakelijk en de verzaking van deze - individueel verschillende mate wordt gestraft met verschijnselen, - die wij wel als ziekelijk moeten beschouwen. Het proces van - het sublimeeren leidt, onder den invloed van de beschaving, tot - sexueele perversies en psycho-neuroses beide. Deze twee toestanden - staan nauw met elkaar in verband, wat blijkt uit de wijze, waarop - Freud het proces van hun ontwikkeling beschouwt; zij staan tot - elkaar als positief en negatief, en dan zijn sexueele perversies - de positieve pool en psycho-neurosen de negatieve. Het gebeurt - dikwijls, merkt hij op, dat een broeder sexueel pervers kan - zijn, terwijl zijn zuster met een zwakker sexueel temperament, - een zenuwlijderes is, wier symptomen een wijziging zijn van - de perversies van den broeder; terwijl in veel families de - mannen immoreel zijn en de vrouwen rein en verfijnd, maar zwaar - nerveus. Die vrouwen, die geen tekort aan sexueele impuls hebben, - lijden toch onder denzelfden druk van de beschaafde moraal, - die ze in neurotische toestanden drijft. Het is een zeer ernstige - onbillijkheid, merkt Freud op, dat de standaard der beschaving voor - het sexueel leven dezelfde is voor alle menschen, omdat, hoewel - sommigen hem, door hun gestel, gemakkelijk kunnen aannemen, hij - voor anderen de zwaarste psychische opofferingen in zich sluit. Het - ongetrouwde meisje, dat zwak van zenuwen geworden is, kunnen we - niet aanraden verlichting te zoeken in het huwelijk, want zij moet - sterk zijn om het huwelijk te "verdragen", terwijl wij een man - aanraden in geen geval te trouwen met een meisje, dat niet sterk - is. De getrouwde vrouw, die de teleurstellingen van het huwelijk - ondervonden heeft, vindt gewoonlijk geen weg ter verlichting, - dan door haar deugd op te geven. "Hoe strenger zij opgevoed is, - en hoe volkomener zij onderworpen is geweest aan de eischen van - de beschaving, des te meer vreest zij deze wijze van ontkomen, - en in dezen strijd tusschen haar wenschen en haar plichtgevoel - zoekt ook zij haar toevlucht--in de neurose. Niets beschermt haar - deugd zoo zeker als de ziekte". Als we den invloed van de enge - "beschaafde" opvatting van de sexueele moraal op vrouwen van een - nog ruimer standpunt beschouwen, heeft Freud opgemerkt, blijkt, - dat die niet beperkt is tot het voortbrengen van neurotische - toestanden; hij raakt de geheele intellectueele geschiktheid van - vrouwen. Haar opvoeding ontzegt haar iedere belangstelling voor - sexueele kwesties, hoewel zulke kwesties van het hoogste belang - voor haar zijn, want zij prent haar het oude vooroordeel in, - dat iedere nieuwsgierigheid in zulke zaken onvrouwelijk en een - bewijs van slechte neigingen is. Zoo worden zij afgeschrikt van het - denken, en het weten verliest zijn waarde. Het denkverbod strekt - zich automatisch en onvermijdelijk uit ver buiten de sexueele - sfeer. "Ik geloof niet", eindigt Freud, "dat er een tegenstelling - is tusschen intellectueel werk en sexueele werkzaamheid, zooals - door Möbius verondersteld werd. Ik ben van meening, dat het - ontwijfelbare feit van de intellectueele inferioriteit van zoo - vele vrouwen voortkomt uit de belemmering in het denken, die haar - opgelegd wordt met het doel haar sexualiteit te beteugelen". - - Het is eerst in de laatste jaren, dat dit probleem erkend is - en in het oog gevat, hoewel eenzelvige denkers, zooals Hinton, - zich scherp bewust zijn geweest van het bestaan ervan; want - "treurende deugd", zooals Mrs. Ella Wheeler Wilcox het uitdrukt, - "schaamt zich meer voor haar smart dan ongelukkige zonde, - omdat de wereld tranen heeft voor deze en voor gene alleen - spot". "Het is een bijna cynische trek van onze eeuw", schreef - Hellpách eenige jaren geleden, "dat ze voortdurend het probleem - behandelt van prostitutie, van politie-contrôle, van den leeftijd, - waarop toestemming tot sexueelen omgang gegeven kan worden, - van de "blanke slavernij", en dat zij den moreelen strijd van - de vrouwelijke ziel voorbijgaat, zonder eenige poging om haar - brandende vragen te beantwoorden". - - -Aan den anderen kant zien we, dat medische schrijvers niet alleen -met veel moreel vuur beweren, dat sexueele omgang buiten het huwelijk -altijd en volkomen onnoodig is, maar bovendien voor de onschadelijkheid -en zelfs voor de voordeelen van sexueele abstinentie pleiten. - - - Ribbing, de Zweedsche professor, raadt, in zijn Hygiène Sexuelle - sexueele abstinentie buiten het huwelijk aan, en beweert, dat - ze onschadelijk is. Gilles de la Tourette, Féré, en Augagneur in - Frankrijk zijn het daarmee eens. In Duitschland zegt Fürbringer - (Senator and Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, - deel I, p. 228), dat zelfbeheersching mogelijk is en noodig, hoewel - hij toegeeft, dat ze toch in buitengewone gevallen ernstige schade - kan doen. Eulenburg (Sexuale Neuropathie, p. 14), betwijfelt of wel - iemand, die overigens een verstandig leven leidde, ooit ziek werd, - of meer beslist neurasthenisch door sexueele abstinentie. Hegar - ontkent in zijn antwoord op de argumenten van Bebel in zijn - welbekend boek over vrouwen, dat sexueele abstinentie ooit - satiriasis of nymphomania kan veroorzaken. Näcke, die herhaaldelijk - het vraagstuk der sexueele abstinentie behandeld heeft (bv., Archiv - für Kriminal-Anthropologie, 1903, deel I en Sexual-Probleme, - Juni 1908), houdt staande, dat sexueele abstinentie, op zijn - ergst zeldzame en lichte ongunstige gevolgen kan hebben, en dat - ze niet meer kans heeft om krankzinnigheid te veroorzaken, zelfs - bij individuen die er aanleg voor hebben, dan de tegenovergestelde - uitersten van sexueele excessen en masturbatie. Hij voegt er bij, - dat voor zoover zijn eigen waarnemingen betreft, de patienten in - krankzinnigengestichten maar zelden lijden onder hun gedwongen - sexueele abstinentie. - - Het is echter in Engeland, dat de deugden van sexueele abstinentie - het luidst en met den meesten nadruk verkondigd zijn, soms - inderdaad met een groot gebrek aan verstandige matiging. Acton zet, - in zijn Reproductive Organs het traditioneele Engelsche standpunt - uiteen, evenals Beale in zijn Morality and the Moral Question. Een - meer bekend vertegenwoordiger van hetzelfde gezichtspunt was Paget, - die in zijn verhandeling over "Sexueele Hypochondriasis", sexueelen - omgang verbond met "diefstal of leugen". Ook Sir William Gowers - (Syphilis and the Nervous System, 1892, p. 126) verkondigt de - voordeelen van "ongeschonden kuischheid", meer speciaal als een - methode om syphilis te vermijden. Hij is echter niet zeer hoopvol, - zelfs wat zijn eigen geneesmiddel aangaat, want hij voegt er bij: - "Wij kunnen maar weinig grond vinden voor de hoop, dat de kwaal - zoodoende belangrijk zal verminderen". Hij zou echter aan het - individu toch kuischheid willen prediken en doet het met al den - ijver van een middeleeuwsch monnik. "Met al de kracht, die kennis, - welke ik bezit en met de autoriteit, die ik heb, geven kan, - verklaar ik, dat geen mensch nog ooit in het minst er slechter - aan toe was, omdat hij zelfbeheersching in praktijk bracht, - of er beter aan toe, omdat hij dat niet deed. Van de laatsten - zijn allen moreel slechter geworden; een duidelijke meerderheid - is er ook physiek op achteruit gegaan; en voor geen klein deel - is het resultaat, en dat zal het altijd zijn, volkomen physieke - schipbreuk op een van de vele scherpe, puntige rotsen, die op den - levensweg voorkomen en die niemand kan vermijden". In Amerika geldt - hetzelfde standpunt in ruimen kring en Dr. J. F. Scott betoogt in - zijn Sexual-Instinct (tweede druk, 1908, hoofdst. III) met veel - kracht en met een grooten woordenvloed ten gunste van sexueele - abstinentie. Hij wil zelfs niet toegeven dat de zaak van twee - kanten beschouwd kan worden, hoewel als hij hierin gelijk had, de - lengte en de kracht van zijn betoog onnoodig zouden zijn geweest. - - Onder medische autoriteiten, die de kwestie van sexueele - abstinentie in den breede hebben behandeld is het inderdaad - gewoonlijk niet mogelijk zulke onvermengd gunstige meeningen - te vinden, als die ik juist aangehaald heb. Er kan echter - geen twijfel aan zijn, dat een groot deel der medici, op den - voorgrond tredende en uitstekende autoriteiten niet uitgesloten, - als zij nu en dan tegenover de kwestie komen te staan of sexueele - abstinentie onschadelijk is, meteen den weg zullen inslaan, - die klaarblijkelijk den minsten tegenstand geeft en antwoorden: - Ja. Slechts in een paar gevallen zullen zij eenige beperking - maken bij dit bevestigend antwoord. Deze neiging wordt zeer - goed geïllustreerd door een onderzoek gedaan door Dr. Ludwig - Jacobsohn, van St. Petersburg ("Die Sexuelle Enthaltsamkeit im - Lichte der Medizin", St. Petersburger Medizinische Wochenschrift, - Maart den 17den 1907). Hij schreef aan meer dan twee honderd - bekende Russische en Duitsche professoren in de physiologie, - neurologie, psychiatrie, om hun te vragen of zij sexueele - abstinentie als onschadelijk beschouwden. De meerderheid - gaf geen antwoord; elf Russische en acht en twintig Duitsche - professoren antwoordden, maar vier van hen zeiden alleen maar, - dat "zij geen persoonlijke ondervinding" hadden etc.; er bleven - er dus vijf en dertig over. Van deze was P. E. Pflüger, uit Bonn, - sceptisch gestemd jegens het voordeel van eenige propaganda voor - de abstinentie: "als al de autoriteiten van de wereld verklaarden, - dat abstinentie onschadelijk was, dan zou dat geen invloed op de - jeugd hebben. Er zijn hier krachten in het spel, die door alle - hinderpalen heenbreken". De onschadelijkheid van abstinentie werd - toegegeven door Kräpelin, Cramer, Gärtner, Tuczek, Schottelius, - Gaffky, Finkler, Selenew, Lassar, Seifert, Gruber; de laatste - voegde er echter aan toe, dat hij zeer weinig abstinente jonge - mannen kende, en dat hijzelf abstinentie alleen goed vond vóór - de volle ontwikkeling, en omgang zelfs vóór dien tijd niet - gevaarlijk achtte, als hij matig was. Brieger kende gevallen van - abstinentie zonder schadelijke gevolgen, maar hij zelf meende, - dat geen algemeene opinie kon gegeven worden. Jürgensen zeide, - dat abstinentie op zichzelf niet schadelijk is, maar dat in sommige - gevallen omgang een meer weldadigen invloed heeft. Hoffmann zeide, - dat abstinentie onschadelijk is, en hij voegde er bij dat, hoewel - ze zeker tot onanie leidt, deze beter is dan gonorrhea, om van - syphilis te zwijgen, en gemakkelijk binnen de perken gehouden - kan worden. Strümpell antwoordde, dat sexueele abstinentie - onschadelijk is, en indirect nuttig, omdat ze beschermt tegen - het gevaar van venerische ziekten, maar dat sexueele omgang, daar - deze het normale is, altijd meer wenschelijk blijft. Hensen zeide, - dat abstinentie niet onvoorwaardelijk aanbevolen kan worden. Rumpff - antwoordde, dat abstinentie voor de meeste menschen niet schadelijk - was vóór den leeftijd van dertig, maar dat er na dien leeftijd - een neiging was tot geestelijke obsessies, en dat het huwelijk - op vijf en twintigjarigen leeftijd gesloten moest worden. Ook - Leyden meende dat abstinentie onschadelijk is tot omstreeks - dertig jaar, waarna ze leidt tot psychische onregelmatigheden, - vooral toestanden van angst en een zekere onnatuurlijkheid. Hein - antwoordde, dat abstinentie onschadelijk is voor de meesten, - maar dat ze bij sommigen leidt tot hysterische uitingen en - indirect tot slechte gevolgen door masturbatie, terwijl voor - den normalen mensch abstinentie niet direct weldadig kan zijn, - omdat omgang natuurlijk is. Grützner meende, dat abstinentie bijna - nooit schadelijk is. Neisser geloofde, dat een langer volgehouden - abstinentie dan nu de gewoonte is, weldadig zou zijn, maar gaf - toe, dat door onze beschaving de sexueele prikkels ontstaan; - hij voegde er bij, dat hij natuurlijk voor gezonde menschen - geen bezwaar zag in omgang. Hoche antwoordde, dat abstinentie - volkomen onschadelijk is bij normale personen, maar niet altijd bij - abnormale personen. Weber meende, dat ze een nuttigen invloed had - door het vermeerderen van de kracht van den wil. Tarnowsky zeide, - dat abstinentie goed is op jeugdigen mannelijken leeftijd, maar - dat ze waarschijnlijk ongunstig zal werken na de vijf en twintig - jaar. Orlow antwoordde, dat ze vooral in de jeugd onschadelijk - is en dat een man even kuisch moest zijn als zijn vrouw. Popow - zeide, dat abstinentie op iederen leeftijd goed is en de energie - bewaart. Blumenau zeide, dat op den volwassen leeftijd abstinentie - noch normaal noch weldadig is, en gewoonlijk tot masturbatie leidt, - hoewel niet altijd tot nerveuze ongesteldheden; maar dat zelfs - masturbatie beter is dan syphilis. Tschririew zag tot dertig - jaar geen nadeel in abstinentie, en meende, dat sexueele zwakte - waarschijnlijk eer volgen zou op exces dan op abstinentie. Tschish - beschouwde abstinentie als weldadig eer dan als schadelijk tot - vijf en twintig of acht en twintig, maar meende, dat het na - dien leeftijd moeilijk was te beslissen; dan schijnen nerveuze - veranderingen te worden veroorzaakt. Darkschewitz beschouwde - abstinentie als onschadelijk tot vijf en twintig jaar. Fränkel - zeide, dat ze onschadelijk is voor de meesten, maar dat voor een - groot aantal menschen omgang noodzakelijk is. Erb's opinie wordt - door Jacobsohn beschouwd als alleen te staan; hij plaatste den - leeftijd, waarop abstinentie onschadelijk is op twintig jaar; na - dien leeftijd beschouwde hij ze als nadeelig voor de gezondheid, en - hij meent, dat ze een ernstige belemmering is voor het werk en voor - het karakter, terwijl ze bij neurotische personen tot nog ernstiger - gevolgen leidt. Jacobsohn komt tot de conclusie, dat de algemeene - opinie van hen, die de vraag beantwoorden, aldus kan uitgedrukt - worden: "De jeugd behoort abstinent te zijn. Abstinentie kan hen - op geenerlei wijze benadeelen; integendeel, ze is weldadig. Als - onze jonge menschen abstinent willen blijven en buitenechtelijk - verkeer vermijden, dan zullen zij een hoog liefde-ideaal behouden - en zich bewaren voor venerische ziekten". - - De onschadelijkheid van sexueele abstinentie werd in Amerika - evenzeer verkondigd in een besluit, dat de American Medical - Association in 1906 nam. De conclusie, die aldus formeel - aangenomen werd, was in deze woorden vervat: "Zelfbeheersching - is niet onbestaanbaar met gezondheid". We moeten ons algemeen - voor oogen stellen, dat abstracte voorstellen van deze soort - geen waarde hebben, omdat zij niets beteekenen. Ieder persoon, - die in het bezit van zijn verstand is, moet, als hij gesteld - wordt voor den eisch stoutweg de verklaring "Zelfbeheersching is - niet onbestaanbaar met gezondheid" goed te keuren of te verwerpen, - die goedkeuren. Hij zou vast kunnen gelooven, dat zelfbeheersching - onbestaanbaar is met de gezondheid van een ieder, en toch, als hij - eerlijk was in het gebruik van de taal, zou het onmogelijk voor hem - zijn om de vage en abstracte propositie, dat "Zelfbeheersching niet - onbestaanbaar is met gezondheid" te verwerpen. Zulke verklaringen - zijn daarom niet alleen waardeloos, maar werkelijk misleidend. - - Het is duidelijk, dat volstrekt onbeperkte opinies ten gunste van - sexueele abstinentie niet berusten op medische, maar op wat de - schrijvers beschouwen als te zijn moreele overwegingen. Bovendien - is het, daar dezelfde schrijvers zich gewoonlijk even nadrukkelijk - uitspreken over de voordeelen van sexueelen omgang in het - huwelijk, duidelijk, dat zij zich schuldig gemaakt hebben aan een - tegenstrijdigheid. Dezelfde daad kan niet, zooals Näcke terecht - zegt, goed of slecht worden, al naar dat ze gedaan wordt in het - huwelijk of daar buiten. Er is geen tooverkracht in een paar - woorden, uitgesproken door een priester of een ambtenaar van den - burgerlijken stand. - - Remondino (loc. cit.) merkt op, dat de autoriteiten, die - zich schuldig hebben gemaakt aan verklaringen ten gunste van - de onvoorwaardelijke voordeelen van sexueele abstinentie, - dikwijls in drie dwalingen vervallen: (1) zij generaliseeren - te veel; in plaats van ieder geval afzonderlijk te beschouwen, - naar zijn aard; (2) zij stellen zich niet duidelijk voor oogen, - dat de menschelijke natuur door zeer heterogene en samengestelde - motieven beïnvloed wordt en dat men niet kan aannemen, dat ze - alleen afhankelijk is van motieven van abstracte moraal; (3) - zij negeeren het groote leger van onanisten en sexueel perversen, - die niet klagen over sexueel lijden, maar die door het volhouden - van een strenge sexueele abstinentie, voor zoover het normale - verhoudingen betreft, langzamerhand in stroomen geraken, waaruit - geen terugkeer mogelijk is. - - -Tusschen hen, die onvoorwaardelijk de onschadelijkheid van sexueele -abstinentie toegeven of verwerpen, vinden wij een gematigde partij -van autoriteiten, wier opinies meer voorwaardelijk zijn. Velen van -hen, die deze meer voorzichtige positie innemen, zijn mannen, wier -opinie groot gewicht in de schaal legt, en het is waarschijnlijk, -dat eerder bij hen, dan bij de meer uiterste voorstanders aan beide -zijden, de verstandigste zienswijze voorkomt. Een zoo samengestelde -kwestie als deze kan niet goed alleen in het abstracte onderzocht -worden en kan evenmin door kortweg een ontkenning of bevestiging -opgelost worden. Het is een zaak, waarin ieder geval zijn eigen -speciale en persoonlijke overweging vereischt. - - - "Waar zulk een duidelijke tegenstelling tusschen de meeningen - is, daar ligt de waarheid niet uitsluitend aan één kant", merkt - Löwenfeld op (Sexualleben und Nervenleiden, tweede uitgave, - p. 40). Sexueele abstinentie is zeker dikwijls nadeelig voor - neuropatische personen. (Dit wordt tegenwoordig door een groot - aantal autoriteiten aangenomen, en werd misschien het eerst - beslist geconstateerd door Krafft-Ebing, "Ueber Neurosen durch - Abstinenz", Jahrbuch für Psychiatrie 1889, p. 1). Löwenfeld - vindt geen speciale neiging tot neurasthenie onder de Katholieke - geestelijkheid, en als ze voorkomt, is er geen reden een sexueele - oorzaak aan te nemen. "Bij gezonde en niet erfelijk neuropatische - menschen is volkomen abstinentie mogelijk zonder nadeel voor - het zenuwstelsel". Schadelijke gevolgen, gaat hij voort, komen, - als zij zich voordoen, zelden voor tusschen de vier en twintig - en zes en dertig jaar, en zelfs dan zijn ze gewoonlijk niet - ernstig genoeg om aanleiding te geven tot een bezoek aan den - dokter, daar ze voornamelijk bestaan in het veelvuldig voorkomen - van zaaduitstortingen, pijn in de ballen of in het rectum, - overgevoeligheid in tegenwoordigheid van vrouwen of het zich - verdiepen in sexueele denkbeelden. Als zich echter omstandigheden - voordoen, die speciaal de sexueele emoties prikkelen, dan kan - neurasthenie veroorzaakt worden. Löwenfeld is het eens met Freud en - Gattel, dat de angstneurose meermalen voorkomt bij de abstinenten, - en dat zorgvuldig onderzoek aantoont, dat de abstinentie een - factor is, die ze te voorschijn roept in beide seksen. Het is - een gewoon verschijnsel bij jonge vrouwen, die getrouwd zijn - met veel oudere mannen, en komt dikwijls voor in de eerste jaren - van het huwelijk. Onder speciale omstandigheden kan abstinentie - dus schadelijk zijn, maar over het geheel zijn de moeilijkheden, - die voortkomen uit deze abstinentie niet ernstig; zij veroorzaken - alleen bij uitzondering werkelijke stoornissen in de nerveuze en - psychische sferen. Ook Moll neemt een dergelijk gematigd standpunt - in. Hij beschouwt sexueele abstinentie vóor het huwelijk als het - ideaal, maar hij wijst er op, dat wij alle doctrinaire uitersten - bij het prediken van sexueele abstinentie moeten vermijden, - omdat zulke prediking slechts leiden zal tot huichelarij. Omgang - met prostituées en de neiging om van vrouw te veranderen als - van een kleedingstuk, voeren tot verlies van gevoeligheid - voor het geestelijke en persoonlijke element in de vrouw, - terwijl de gevaren van sexueele abstinentie niet meer overdreven - moeten worden dan de gevaren van sexueelen omgang (Moll, Libido - Sexualis 1898, deel i p. 848; id., Konträre Sexualempfindung, - 1899, p. 588). Ook Bloch (in een hoofdstuk over de kwestie van - sexueele abstinentie in zijn Sexualleben unserer Zeit, 1908) - neemt een dergelijk standpunt in. Hij raadt aan onthouding in de - jeugd en tijdelijke onthouding op den volwassen leeftijd, omdat - zulke abstinentie waarde heeft niet alleen voor het behouden - en wijzigen van de energie, maar ook om den nadruk te leggen - op het feit, dat het leven andere dingen heeft om na te streven - dan alleen sexueele. Redlich (Medizinische Klinik, 1908, No. 7) - neemt in een nauwkeurige studie over de medische gezichtspunten - van de kwestie, een gemiddeld standpunt in, wat de betrekkelijke - voor- en nadeelen van sexueele abstinentie betreft. "Wij zouden - willen zeggen, dat sexueele abstinentie niet een toestand is, - die onder alle omstandigheden en tot iederen prijs moet vermeden - worden, hoewel het waar is, dat voor de meerderheid van de gezonde - volwassen personen geregeld sexueel verkeer goed is en soms zelfs - moet aangeraden worden". - - We kunnen er bijvoegen, dat van het standpunt van Christelijke - godsdienstige moraal deze zelfde houding tusschen de uitersten van - beide partijen, die de voordeelen van sexueele abstinentie erkent, - maar er niet op staat, dat zij tot iederen prijs moeten verkregen - worden, ook vertegenwoordigers heeft gevonden. Zoo behandelt in - Engeland een Anglikaansch geestelijke, de Reverend H. Northcote - (Christianity and Sex Problems, blz. 58, 60) gematigd en op - sympathieke wijze de moeilijkheden van sexueele abstinentie; hij - is er in het geheel niet van overtuigd, dat zulke abstinentie - altijd een onvermengd voordeel is; terwijl in Duitschland een - Katholiek priester, Karl Jentsch (Sexualethik, Sexual Justiz, - Sexualpolizei, 1900) zich er toe zet, de sterke en onvermengde - beweringen van Ribbing ten gunste van de sexueele abstinentie - te weerleggen. Jentsch drukt zijn opinie aldus uit: "De houding - van vaders, van de publieke opinie, van den Staat en van de Kerk - tegenover den jongen man in deze zaak moest zijn: Tracht u te - onthouden tot het huwelijk. Velen slagen hierin. Als gij slaagt, - is het goed. Maar als ge niet kunt slagen, is het onnoodig uzelf - verwijten te doen en u te beschouwen als een schurk of als een - verloren zondaar. Als gij u maar niet overgeeft aan enkel genot - of losbandigheid, maar tevreden zijt met wat noodig is om uw - gemoedsrust, zelfbeheersching, en opgewekte geschiktheid tot - werken te herstellen, en mits gij vooral de voorzorgen in acht - neemt, die dokters of ervaren vrienden u op het hart drukken". - - -Als wij zoo de drie stroomen van meeningen van deskundigen over -deze kwestie van sexueele abstinentie analyseeren en nauwkeurig -onderzoeken--de opinies van hen, die er gunstig jegens gestemd -zijn, van hen, die er tegen zijn, en van hen die den middenweg -kiezen--dan kunnen we nauwelijks nalaten tot de conclusie te komen, -dat de geheele discussie al zeer onbevredigend is. De toestand van -"sexueele abstinentie" is een volkomen vage en onbepaalde toestand. Het -onbepaalde karakter, het zinlooze zelfs van de uitdrukking "sexueele -abstinentie" blijkt uit de veelvuldigheid waarmee zij, die er over -redeneeren, aannemen dat ze kan, misschien zal, of zelfs moet omvatten -masturbatie. Dat feit op zichzelf berooft ze voor een groot deel van -haar waarde als moraal en ook als abstinentie. Op dit punt komen we -inderdaad tot de meest fundamenteele critiek, die op het begrip van -"sexueele abstinentie" toepasselijk is. Rohleder, een ervaren medicus -en een erkend autoriteit in kwesties van sexueele pathologie, heeft -de gangbare denkbeelden over "sexueele abstinentie" aan een scherpe -critiek onderworpen in een tamelijk uitgebreid en belangrijk artikel -[93]. Hij ontkent, dat er strikte abstinentie bestaat. "Sexueele -abstinentie", zegt hij, in de strikte beteekenis van het woord, moet -abstinentie in zich sluiten niet alleen van sexueelen omgang, maar ook -van auto-erotische uitingen, van masturbatie, van homosexueele daden, -van alle sexueel perverse handelingen. Ze moet verder omvatten een -voortdurende abstinentie van toegeven aan erotische voorstellingen -en wellustige droomerijen. Als het echter mogelijk is zoo het -geheele psychische veld te maken tot een tabula rasa, voor zoover -de sexueele werkzaamheid betreft--en als ze dat niet voortdurend en -onafgebroken is, dan is er geen strikte sexueele abstinentie--dan, -zegt Rohleder, moeten wij overwegen of we niet te doen hebben met -een geval van sexueele ongevoeligheid, anaphrodisia sexualis. Dat is -een kwestie die maar zelden zoo al ooit in het oog gevat wordt door -hen, die sexueele abstinentie bespreken. Het is echter een uiterst -gepaste kwestie, zooals Rohleder met nadruk zegt, want, als er -sexueele ongevoeligheid bestaat, dan vervalt de kwestie van sexueele -abstinentie, daar wij ons alleen kunnen "onthouden" van handelingen, -die in onze macht zijn. Volkomen sexueele ongevoeligheid is echter -een zoo zeldzame toestand, dat ze in de praktijk buiten beschouwing -kan blijven, en daar de sexueele impuls, als zij bestaat, door een -physiologische noodzakelijkheid soms op een of andere wijze werkzaam -moet worden--zelfs als het, volgens het standpunt van Freud alleen maar -is door verandering in een of anderen neurotischen toestand--komen -wij tot de conclusie, dat "sexueele abstinentie" strikt onmogelijk -is. Rohleder heeft een paar gevallen gehad, waarbij het scheen -dat hij met geen mogelijkheid kon ontkomen aan de conclusie, dat -sexueele abstinentie bestond, maar bij deze alle vond hij later -dat hij zich vergist had, meestal ten gevolge van de gewoonte van -masturbatie bij den patient, waarvan hij meent, dat ze zeer veel -voorkomt en zeer dikwijls vergezeld gaat van een hardnekkige poging -om den medicus over het bestaan ervan te misleiden. De eenige soort -van "sexueele abstinentie", die bestaat, is een gedeeltelijke en -tijdelijke abstinentie. In plaats van, zooals sommigen, te zeggen: -"Voortdurende abstinentie is onnatuurlijk en kan niet bestaan zonder -lichamelijk en geestelijk nadeel", moesten we volgens Rohleder zeggen: -"Voortdurende abstinentie is onnatuurlijk en heeft nooit bestaan". - -Als we deze chaotische massa van opinies beschouwen, moeten wij wel -gevoelen dat de geheele discussie om een zuiver negatief denkbeeld -draait, en dat fundamenteele feit is verantwoordelijk voor wat op -het eerste gezicht verbluffend tegenstrijdige verklaringen schenen te -zijn. Als wij dat, wat algemeen beschouwd wordt als het godsdienstige -en moreele standpunt van de zaak, zouden moeten uitschakelen, een -standpunt, laten we dat niet vergeten, dat geen betrekking heeft op -de essentieele natuurlijke feiten van de kwestie--dan moeten we wel -opmerken, dat deze groot schijnende verschillen in overtuiging binnen -zeer nauwe en beuzelachtige grenzen zouden worden teruggebracht. - -Wij kunnen de impuls van reproductie niet gelijk stellen met de -voedingsimpuls. Er zijn zeer belangrijke verschillen tusschen de -twee, meer speciaal het fundamenteele verschil, dat, terwijl de -bevrediging van de eene impuls absoluut noodzakelijk is voor het -leven van het individu en van het ras beide, de bevrediging van -de andere alleen absoluut noodzakelijk is voor het leven van het -ras. Maar als we deze kwestie terug voeren tot een van "sexueele -abstinentie", dan plaatsen we ze klaarblijkelijk op dezelfde basis -als die van abstinentie van voedsel, dat is te zeggen juist aan -den tegenovergestelden pool dan waarop we ze plaatsen, als we -ze (evenals in het voorafgaande hoofdstuk) beschouwen van het -standpunt van ascetisme en kuischheid. Zoo komt het, dat er op -deze negatieve basis werkelijk een belangwekkende analogie bestaat -tusschen onthouding van voedsel, hoewel die noodzakelijkerwijze -alleen maar onvolkomen en voor korten tijd kan worden gehandhaafd, -en sexueele abstinentie, die langer en meer volkomen volgehouden -wordt. Een patient van Janet schijnt deze overeenkomst duidelijk -aan te toonen. Nadia, die Janet vijf jaar lang kon bestudeeren, -was een jonge vrouw van zeven en twintig, gezond en intelligent, -en niet lijdende aan hysterie of anorexia, want zij had een normalen -eetlust. Maar ze had een manie; zij wenschte mager te zijn en om dit -doel te bereiken verminderde zij haar maaltijden tot op een minimum, -alleen wat soep en een paar eieren. Zij leed zeer onder de abstinentie, -die zij zich zelf zoo oplegde, en was altijd hongerig, hoewel soms -haar honger verborgen werd door de onvermijdelijke maagbezwaren, door -een zoo lang volharden in dit régime veroorzaakt. Soms was ze wel zoo -hongerig geweest, dat ze begeerig alles verslonden had wat ze machtig -kon worden, en herhaaldelijk kon zij de verleiding niet weerstaan in -het geheim een paar biscuits te eten. Zulke daden veroorzaakten haar -een verschrikkelijk berouw, maar toch deed zij ze weer. Zij besefte de -groote krachtsinspanning, die van haar door deze levenswijze geëischt -werd, en beschouwde zichzelf werkelijk als een heldin, omdat ze zoo -lang weerstand bood. "Soms", vertelde zij aan Janet, "bracht ik uren -door met denken aan voedsel, zoo hongerig was ik. Ik slikte mijn -speeksel in, ik beet op mijn zakdoek, ik rolde mij over den grond, -zoo verlangde ik naar eten. Ik zocht boeken op met beschrijvingen van -maaltijden en feesten, ik trachtte mijn honger te bedaren, door mij -te verbeelden dat ook ik al die goede dingen genoot. Ik was werkelijk -uitgehongerd, en behalve een paar zwakheden met biscuits, weet ik dat -ik veel moed getoond heb". [94] Het denkbeeld, dat Nadia bewoog mager -te willen wezen, komt overeen met het denkbeeld van den abstinenten -mensch, dat hij "moreel" wil leven, en verschilt er alleen van doordat -het het voordeel heeft van eenigszins meer positief en persoonlijk -te zijn, want het denkbeeld van den persoon, die sexueel toegeven -wil vermijden, omdat het "niet goed" is, is dikwijls niet alleen -negatief, maar onpersoonlijk en opgelegd door zijn maatschappelijke en -godsdienstige omgeving. Nadia's nu en dan voorkomende uitbarstingen van -roekelooze begeerigheid komen overeen met de plotselinge impulsen om -zijn toevlucht te nemen tot de prostitutie, en haar geheime zwakheden -met de biscuits, gevolgd door scherp berouw, tot terugvallen in de -gewoonte van masturbatie. Haar buien van strijd en van rollen op den -grond zijn precies gelijk aan de uitbarstingen van nutteloos begeeren, -die nu en dan voorkomen bij jonge abstinente mannen en vrouwen, als ze -gezond en sterk zijn. Het in gedachten vervuld zijn met maaltijden en -met literaire beschrijvingen van maaltijden is duidelijk analoog met -het bezig zijn van den abstinenten mensch met wellustige gedachten en -erotische boeken. Ten slotte komt de overtuiging van Nadia, dat zij -een heldin is, geheel overeen met de houding van zelfgenoegzaamheid, -die de sexueel abstinenten zoo dikwijls kenmerkt. - -Als wij de diepe en suggestieve studie van Freud over het probleem -van sexueele abstinentie met betrekking tot de "beschaafde" sexueele -moraal raadplegen, dan vinden we, dat, hoewel hij geen melding maakt -van de analogie met het onthouden van voedsel, zijn woorden voor -het grootste gedeelte gelijkelijk toepasselijk zouden zijn op beide -gevallen. "De taak, een zoo machtig instinct als de sexueele impuls -ten onder te brengen, anders dan door bevrediging", schrijft hij, "is -er een, die de geheele kracht van een mensch verbruikt. Onderwerping -door sublimeeren, door de sexueele krachten op hoogere paden van -beschaving te leiden, kan misschien aan een minderheid gelukken, en -zelfs aan deze alleen maar voor een tijd, het minst gemakkelijk in -de jaren van vurige jeugdenergie. De meerderheid wordt neurotisch -of komt op andere wijze in moeilijkheden. De ondervinding leert, -dat het meerendeel van de "beschaafde" menschen door hun gestel niet -opgewassen zijn tegen de taak der abstinentie. Wij zeggen wel, dat de -strijd met dezen machtigen aandrang, en de nadruk die deze strijd legt -op de ethische en æsthetische krachten in de ziel, het zieleleven, -het karakter "staalt", en voor eenige gunstig aangelegde naturen is -dit waar; we moeten ook erkennen, dat het verschil in individueel -karakter, dat zoo uitgesproken is in onzen tijd, alleen mogelijk -wordt door sexueele beperkingen. Maar in verreweg de meeste gevallen -verbruikt de strijd met de zinnelijkheid al de beschikbare kracht -van het karakter, en dit juist op den tijd, dat de jonge man al zijn -kracht noodig heeft om zich een plaats in de wereld te veroveren" [95]. - -Als wij het probleem op deze negatieve basis van abstinentie geplaatst -hebben, dan is het moeilijk in te zien hoe we de juistheid van Freud's -conclusies kunnen betwisten. Zij gelden evenzeer voor onthouding -van voedsel als voor onthouding van sexueele liefde. Als wij het -probleem op een meer positieve basis plaatsen, en als we in staat zijn -de meer actieve en vruchtbare motieven van ascetisme en kuischheid -op te roepen, dan is deze ongelukkige strijd tegen een natuurlijken -aandrang veroordeeld. Als kuischheid een ideaal is van het harmonieuze -spel van al de organische impulsen van ziel en lichaam, als ascetisme -eigenlijk is het athletisch streven naar een waardig doel, dat, voor -een tijd, een onverschilligheid veroorzaakt voor het bevredigen van -de sexueele impulsen, dan staan wij op gezonden en natuurlijken grond -en wordt er geen energie verspild in een vruchteloos streven naar een -negatief doel, hetzij dit kunstmatig van buiten af opgelegd is, zooals -gewoonlijk, of dat het vrijwillig gekozen is door het individu zelf. - -Want er is in werkelijkheid geen volkomen analogie tusschen sexueel -verlangen en honger, tusschen abstinentie van sexueele verhoudingen -en abstinentie van voedsel. Als we ze beide op de basis plaatsen van -abstinentie, dan plaatsen we ze op een basis, die past voor de impuls -voor sexueele liefde. Wij kunnen geen genoegen verschaffen en geen -dienst bewijzen aan ons voedsel, als wij het eten. Maar de helft van -sexueele liefde, misschien de meest belangrijke en veredelende helft, -ligt in wat wij geven en niet in wat wij nemen. Als we deze kwestie -terugbrengen tot het lage niveau van abstinentie, dan leggen we het -zwaartepunt ervan niet alleen in een negatieve ontkenning, maar we -maken er een kwestie van, die alleen ons zelf raakt. In plaats van te -vragen: Hoe kan ik vreugde en kracht geven aan iemand anders? vragen -we alleen: Hoe kan ik louter mijn deugd bewaren? - -Daarom is het, dat, van welk gezichtspunt we de kwestie ook -beschouwen,--hetzij met betrekking tot de in het oog springende -tegenspraak, welke er is tusschen de autoriteiten, die deze kwestie -besproken hebben, of van het door elkaar halen hier van moreele -en physiologische overwegingen, of van het enkel negatieve en -onnatuurlijke karakter van de "deugd", die zoo ingesteld wordt, of -in het mislukken, dat er in opgesloten ligt, van alle pogingen om de -veredelende, altruïstische en wederkeerige zijde van sexueele liefde te -vatten,--van welk standpunt wij het probleem van "sexueele abstinentie" -ook naderen, we moeten overeenkomen dit alleen te doen onder protest. - -Als wij dan besluiten het onderwerp nader te onderzoeken, en tot -de overtuiging gekomen zijn--aan welke wij, met het oog op al het -bewijsmateriaal nauwelijks ontkomen kunnen--dat, terwijl sexueele -abstinentie, in zoover ze als mogelijk erkend kan worden, niet -onbestaanbaar is met gezondheid, er toch vele volwassenen zijn, -voor wie ze schadelijk is, en een nog veel grooter aantal voor -wie ze, als ze lang aanhoudt, ongewenscht is, stuiten we op een -ernstig probleem. Het is een probleem, waar ieder mensch tegenover -komt te staan, en vooral de medicus die geroepen kan worden in deze -zaak ambtelijk raad te geven aan zijn medemenschen. Als sexueele -verhoudingen soms wenschelijk zijn voor ongehuwde of gehuwde personen, -die om de een of andere reden van de huwelijksvereeniging uitgesloten -zijn, is een dokter dan gerechtigd zulke sexueele verhoudingen aan -zijn patient aan te raden? Dit is een vraag, die dikwijls besproken -en in tegenovergestelden zin beantwoord is. - - - Verschillende beroemde medici, vooral in Duitschland, hebben - het voor den plicht van den dokter verklaard sexueelen - omgang aan zijn patient aan te bevelen, telkens als hij dit - noodig acht. Gyurkovechky, bij voorbeeld, heeft deze kwestie - uitvoerig behandeld, en ze bevestigend beantwoord. Nyström - (Sexual-Probleme, July, 1908, p. 413) zegt, dat het de plicht - van den medicus is, in sommige gevallen van sexueele zwakte, - als alle andere behandelingsmethoden gefaald hebben, sexueelen - omgang als het beste geneesmiddel aan te bevelen. Dr. Max - Marcuse acht het den onvoorwaardelijken plicht van den dokter, - sexueelen omgang in sommige gevallen aan te raden, zoowel - aan mannen als aan vrouwen, en heeft bij vele gelegenheden in - dezen geest gesproken (b.v. Darf der Arzt zum Ausserehelichen - Geschlechtsverkehr raten? 1904). Marcuse is gedecideerd van - meening, dat een dokter, die, terwijl hij zich laat influenceeren - door moreele, sociologische of andere overwegingen, nalaat - sexueelen omgang aan te raden, als hij dien voor de gezondheid - van den patient wenschelijk acht, zijn beroep onwaardig is, - en òf de geneeskunde moest opgeven, òf zijn patienten naar - andere dokters moest zenden. Deze houding schijnt, hoewel ze - gewoonlijk niet zoo nadrukkelijk geuit wordt, in ruimen kring - aangenomen te worden. Lederer gaat zelfs nog verder, als hij - zegt (Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, - 1906, deel 3), dat het de plicht van den medicus is een vrouw, - die lijdende is door de impotentie van haar man, aan te raden - omgang te hebben met een anderen man, en hij voegt er bij dat - "of zij dat doet met de toestemming van haar man, een zaak is, - die den dokter niet aangaat, daar hij niet een bewaker is van - de moraal, maar een bewaker van de gezondheid". De medici die - in het publiek deze houding aannemen, vormen echter een kleine - minderheid. In Engeland heeft, voor zoover ik weet, geen bekend - medicus openlijk verklaard, dat het de plicht van den dokter - is sexueelen omgang buiten het huwelijk aan te raden, hoewel, - het is nauwelijks noodig het er bij te voegen, het in Engeland, - evenals in andere landen voorkomt, dat dokters, zelfs vrouwelijke - dokters, van tijd tot tijd in een persoonlijk onderhoud er hun - ongehuwde en zelfs hun gehuwde patienten op wijzen, dat sexueele - omgang waarschijnlijk weldadig zou zijn. - - De plicht van den dokter om sexueelen omgang aan te raden is met - evenveel nadruk ontkend, als ze aangeprezen wordt. Zoo wilde - Eulenburg (Sexuale Neuropathie, p. 43), onder geen voorwaarde - buitenechtelijke verhoudingen aan zijn patient aanraden; "zulke - raad ligt geheel buiten de bevoegdheid van den dokter". Ze wordt - natuurlijk ontkend door hen, die sexueele abstinentie beschouwen - als altijd onschadelijk, zoo niet weldadig. Maar ze wordt ook - ontkend door velen, die meenen dat, onder bepaalde omstandigheden, - sexueele omgang goed zou doen. - - Vooral Moll heeft, en dat bij vele gelegenheden, den plicht - van den dokter besproken met betrekking tot de kwestie van het - aanraden van sexueelen omgang buiten het huwelijk (b.v., in zijn - uitgebreid werk Aerztliche Ethik, 1902; ook Zeitschrift für - Aerztliche Fortbildung, 1905, Nos. 12-15; Mutterschutz, 1905, - Heft 3; Geschlecht und Gesellschaft, deel II blz. 8). Eerst - was Moll geneigd het recht van den medicus om sexueelen omgang - onder bepaalde omstandigheden aan te bevelen, te handhaven; - "zoo lang als het huwelijk overmatig uitgesteld wordt en sexueele - omgang buiten het huwelijk bestaat", schreef hij, (Die Conträre - Sexualempfindung, tweede uitgave, p. 287), "zoo lang, meen ik, - dat we zulk een omgang therapeutisch mogen aanwenden, mits er geen - rechten van een derde persoon (man of vrouw) worden gekrenkt". In - al zijn latere geschriften echter, stelt Moll zich duidelijk - en bepaald aan de tegenovergestelde zijde. Hij meent, dat de - medicus geen recht heeft de mogelijke gevolgen van zijn raad - over het hoofd te zien; die gevolgen kunnen wezen, het besmet - worden met venerische ziekten, of, in het geval van een vrouw, - zwangerschap en hij gelooft, dat deze ernstige gevolgen veel meer - kans hebben voor te komen dan wel altijd toegegeven wordt door - hen, die het goed recht van zulken raad verdedigen. En Moll wil - ook niet toegeven, dat de medicus recht heeft de moreele zijden - van de zaak over het hoofd te zien. Een dokter kan weten, dat - een arm man vele dingen, die goed zijn voor zijn gezondheid zou - kunnen krijgen door te stelen, maar hij kan hem niet aanraden te - stelen. Moll neemt het geval van een Katholiek priester, die lijdt - aan neurasthenie, voortkomende uit sexueele abstinentie. Zelfs al - is de dokter er zeker van, dat de priester in staat zal zijn al de - gevolgen van ziekte zoowel als van publiciteit te vermijden, dan - is hij nog niet gerechtigd hem sexueelen omgang aan te raden. Hij - moet in gedachte houden, dat hij, door een priester er toe te - brengen zijn geloften van kuischheid te verbreken, aanleiding - kan geven tot een geestelijken strijd en een bitter berouw, dat - tot de slechtste resultaten kan leiden, zelfs voor de physieke - gezondheid van den patient. Dergelijke moeilijkheden merkt Moll - op, kunnen volgen op zulk een raad, als hij gegeven wordt aan een - gehuwd man of een gehuwde vrouw, om niet te spreken van mogelijke - echtscheidingsprocessen en daarmede samengaande ellenden. - - Rohleder (Vorlesungen über Geschlechtstrieb und Gesamtes - Geschlechtsleben der Menschen) neemt in deze zaak een eenigszins - gematigde houding aan. Als een algemeene regel is hij er bepaald - tegen sexueelen omgang buiten het huwelijk aan te raden aan - hen, die lijden aan gedeeltelijke of tijdelijke abstinentie - (de eenige vorm van abstinentie die hij erkent), gedeeltelijk - omdat de nadeelen van abstinentie niet ernstig of duurzaam zijn, - en gedeeltelijk omdat de patient toch zeker zijn eigen oordeel - in deze zaak zal volgen. Maar in sommige gevallen beveelt hij - zulken omgang aan, en vooral aan bisexueele personen, op grond, - dat hij zijn patient zoodoende bewaart voor de strafschuldige - gevaren van homosexueele praktijken. - - -Het schijnt mij toe, dat er niet de minste twijfel behoorde te wezen -aan wat de correcte houding van den medicus naar aanleiding van deze -kwestie van sexueelen omgang moet zijn. De dokter is nooit geroepen -zijn patient sexueelen omgang buiten het huwelijk aan te raden, -noch eenige wijze van verlichting, die gewoonlijk als onwettig -beschouwd wordt. Er wordt gezegd, dat de medicus niets te maken -heeft met overwegingen van de conventioneele moraal. Als hij meent, -dat champagne goed zou zijn voor een armen patient, dan moest hij hem -aanraden champagne te nemen; het ligt niet op zijn weg te overwegen of -de patient de champagne zal vragen, leenen of stelen. Maar, ten slotte, -zelfs als dat toegegeven is, dan moet nog gezegd worden, dat de dokter -weet, dat de champagne, hoe ze dan ook verkregen is, waarschijnlijk -niet vergiftig is. Als hij echter sexueelen omgang voorschrijft met -dezelfde verheven onverschilligheid voor praktische overwegingen, -dan weet hij dat niet. Als hij zulk een voorschrift geeft, dan weet -de dokter inderdaad in het minst niet, wat hij voorschrijft. Misschien -berokkent hij zijn patient een venerische ziekte; misschien geeft hij -hem de angsten en verantwoordelijkheden van een onwettig kind; hij, -die het voorschrift geeft, is geheel in het duister. Hij is in dezelfde -positie alsof hij een kwakzalversgeneesmiddel had voorgeschreven, -waarvan hij de samenstelling niet kende, met nog het nadeel, dat het -geneesmiddel veel meer machtig explosief kan blijken, dan het geval -is met het gewoonlijk onschuldige gepatenteerde geneesmiddel. Het -uiterste, wat een dokter eigenlijk kan doen, is het geval onpartijdig -aan zijn patient voorleggen en hem op de gevaren wijzen. De oplossing -moet de patient dan zelf uitwerken, zoo goed als hij kan, want zij -sluit in zich maatschappelijke en andere overwegingen, die, terwijl ze -geenszins buiten de sfeer der geneeskunde liggen, zeker volkomen buiten -de macht liggen van den individueelen praktiseerenden geneesheer. - - - Ook Moll is van meening, dat deze onpartijdige voorstelling van de - zaak vóor en tegen sexueelen omgang de plicht van den dokter in - deze questie is. Het is inderdaad een plicht, waaraan de medicus - in vele gevallen nauwelijks ontkomen kan. Moll wijst er op, - dat het in geen geval gepaard kan gaan, zooals sommigen meenen, - met het aanbevelen van sexueelen omgang. Het is integendeel, - naar hij opmerkt, veel meer analoog met den plicht van den - medicus bij operaties. Hij legt den patient den aard van de - operatie voor, de voordeelen en de gevaren ervan, maar hij laat - het aan het oordeel van den patient over of deze de operatie wil - ondergaan of niet. Ook Lewitt (Geschlechtliche Enthaltsamkeit und - Gesundheitsstörungen, 1905) komt, na de verschillende meeningen - over deze kwestie besproken te hebben, tot de conclusie, dat de - dokter, als hij meent, dat omgang buiten het huwelijk weldadig - zou zijn, de bezwaren moet uiteen zetten en het aan den patient - overlaten zelf te beslissen. - - -Er is nog een reden, waarom een dokter, uit consideratie voor de -heerschende moreele meeningen, ten minste onder de middelklasse, zich -behoort te onthouden van het aanraden van buitenechtelijk verkeer: hij -plaatst zich in een scheeve positie tegenover zijn maatschappelijke -omgeving. Hij raadt een geneesmiddel aan, waarvan hij den aard niet -openlijk erkennen kan, en zoo breekt hij het algemeene vertrouwen in -hem af. De eenige medicus, die moreel gerechtigd is zijn patiënten -aan te raden in buitenechtelijke verhoudingen te treden, is hij, die -openlijk erkent, dat hij bereid is zulk een raad te geven. De dokter, -die openlijk werkt voor maatschappelijke hervorming heeft misschien -het moreele recht verworven raad te geven in overeenstemming met de -strekking van zijn werkzaamheden in het publiek, maar zelfs dan nog kan -het zeer twijfelachtig zijn of zijn raad gerechtvaardigd is, en het zou -beter zijn als hij zijn pogingen voor maatschappelijke hervorming tot -zijn publieke werkzaamheden beperkte. De stem van den dokter wordt, -zooals Professor Max Flesch van Frankfort opmerkt, meer en meer -gehoord in de ontwikkeling en den nieuwen groei van maatschappelijke -instellingen; hij is een natuurlijk leider in zulke bewegingen, en -voorstellen tot verbetering komen feitelijk van hem. "Maar", zooals -Flesch voortgaat, "in het openbaar de uitnemendheid van bestaande -instellingen aan te nemen en in de intimiteit van de consultatie-kamer -raad te geven, die de onvolmaaktheid van die instellingen bewijst, is -onlogisch en verwarrend. Het is de taak van den medicus raad te geven, -die in overeenstemming is met de belangen van de gemeenschap als een -geheel, en die belangen eischen, dat er sexueele verhoudingen zullen -aangeknoopt worden tusschen gezonde mannen en vrouwen, die in staat -en bereid zijn de gevolgen van hun vereeniging op zich te nemen. Dat -moet de leiddraad zijn voor het gedrag van den medicus. Alleen zoo -kan hij worden, wat men tegenwoordig zoo dikwijls zegt, dat hij is, -de leidsman van de natie" [96]. Dit gezichtspunt is zooals we zien, -niet geheel in overeenstemming met dat hetwelk aanneemt, dat de plicht -van den medicus alleen en volkomen uitgaat naar zijn patient, zonder te -letten op den invloed van zijn raad op diens maatschappelijk gedrag. De -belangen van den patient gaan voor, maar ze zijn niet gerechtigd te -komen in antagonisme tot de belangen van de maatschappij. De raad, die -gegeven wordt door den wijzen medicus moet altijd in harmonie zijn met -den maatschappelijken en moreelen toon van zijn tijd. Zoo komt het, -dat de neiging onder de jongere generatie der medici tegenwoordig, -om een actief deel te nemen in het verheffen van dien toon en in het -bevorderen van maatschappelijke hervorming--een neiging, die niet -alleen bestaat in Duitschland, waar deze belangen zoo acuut geweest -zijn, maar ook in een zoo conservatief land als Engeland--vol belofte -is voor de toekomst. - -De dokter is er gewoonlijk mee tevreden, zijn plicht jegens zijn -patient wat de sexueele abstinentie betreft als voldoende vervuld te -beschouwen, als hij tracht sexueele overgevoeligheid te verminderen -door medische of hygiënische behandeling. Het behoeft echter nauwelijks -gezegd te worden, dat de resultaten van zulk een behandeling gewoonlijk -onvoldoende zijn, en soms heeft de behandeling zelfs een resultaat, dat -het tegendeel is van wat werd bedoeld. De moeilijkheid is gewoonlijk, -dat, om effect te hebben, de behandeling moet worden voortgezet tot -een uiterste, dat niet alleen de geslachtswerkzaamheden uitput of -ze terughoudt, maar ook de werkzaamheden van het geheele organisme, -en als ze dat niet doet, kan ze eer een prikkel dan een kalmeerend -middel blijken te zijn. Het is moeilijk en gewoonlijk onmogelijk de -sexueele werkzaamheden van een mensch te scheiden van alle andere -werkzaamheden van zijn organisme en invloed uit te oefenen op deze -werkzaamheden alleen. Sexueele activiteit is zoo nauw verbonden met -de andere organische werkzaamheden, erotische weelderigheid is zoo -zeer een bloem, gevoed door het geheele organisme, dat de slag, die -ze verplettert, den geheelen mensch kan knakken. De bromiden worden -algemeen erkend als machtige kalmeerende middelen, maar hun invloed in -dit opzicht wordt eerst recht gevoeld als zij al de teerste krachten -van het organisme hebben afgestompt. Physieke oefening wordt algemeen -aanbevolen aan sexueel overgevoelige patiënten. Toch vinden de meeste -menschen, mannen en vrouwen, dat lichaamsoefening een positieve prikkel -is voor de sexueele werkzaamheid. Dit is vooral het geval met wandelen, -en bizonder energieke jonge vrouwen, die last hebben van de hinderlijke -werkzaamheid van haar gezonde sexueele emoties, brengen soms een groot -deel van haar tijd door met vergeefsche pogingen in lange wandelingen -haar activiteit te kalmeeren. Lichaamsoefening blijkt in dit opzicht -alleen effect te hebben, als ze doorgevoerd wordt tot een hoogte, -die algemeene uitputting veroorzaakt. Dan is inderdaad de sexueele -werkzaamheid bedaard, maar tevens de geestelijke en lichamelijke -werkzaamheden. Het is ongetwijfeld waar, dat oefeningen en spelen van -alle soorten voor jonge menschen van beide geslachten een sexueel -hygiënischen, zoowel als een algemeen hygiënischen invloed hebben, -die ongetwijfeld weldadig is. Zij zijn in ieder geval beter dan -langdurige zittende bezigheden. Maar het is dwaas te denken, dat -spelen en oefeningen de sexueele impulsen zullen onderdrukken, want -in zoover zij de gezondheid bevorderen, bevorderen zij al de impulsen, -die het resultaat zijn van de gezondheid. Het eenigste, dat men ervan -verwachten kan, is, dat zij de sexueele uitingen beperken door de -energie, die zij voortbrengen, te verspreiden. - -Er zijn vele heilzame regels en voorzorgen, die niet zonder reden -aangeraden worden als gunstig om de sexueele werkzaamheid te beperken -of te verminderen. Het vermijden van warmte en het aanwenden van -kou is een van de belangrijkste van deze. Een warm klimaat, een -benauwde atmosfeer, zwaar bed-dek, warme baden, deze alle kunnen het -sexueele stelsel zeer prikkelen, want dat stelsel is een oppervlakkig -zintuigelijk orgaan, en al wat de huid in het algemeen prikkelt, -prikkelt het sexueele systeem. Koude, die de huid samentrekt, doodt -ook de sexueele gevoelens, een feit, dat de asceten van den ouden -tijd kenden en zich ten nutte maakten. De kleederen en de houding -van het lichaam zijn niet zonder invloed. Knellen of drukken in -de buurt van de sexueele streek, zelfs een nauw corset, zoowel als -inwendige druk, bijv. door een volle blaas, zijn bronnen van sexueele -prikkeling. Slapen op den rug, waardoor het bloed zich ophoopt in de -ruggemergscentra, werkt ook op dezelfde wijze, zooals al lang bekend -is geweest aan hen, die nauwkeurig letten op sexueele hygiëne; zoo -wordt gezegd, dat het bij de orde der Franciskanen verboden is op -den rug te liggen. Voedsel en drank zijn voorts machtige sexueele -prikkels. Dit geldt zelfs van het eenvoudigste en gezondste voedsel, -maar meer speciaal van vleeschspijzen, en vooral van alcohol in zijn -sterkste vormen, zooals geestrijke dranken, likeuren, mousseerende en -zware wijnen, en zelfs van vele Engelsche bieren. Dit is ten allen -tijde erkend door hen, die ascetisme beoefenden, en het is een van -de meest afdoende redenen, waarom men de jeugd geen alcohol moet -geven. Zooals de heilige Jeronimus opmerkte, toen hij aan Eustochion -schreef, dat zij wijn moest vermijden als vergift, "wijn en jeugd -zijn de twee vuren der wellust. Waarom olie op het vuur te gieten" -[97]? Ook ledigheid, vooral als ze samengaat met een weelderig leven, -bevordert de sexueele werkzaamheid, zooals Burton in den breede -uiteenzet in zijn Anatomy of Melancholy, terwijl voortdurende bezigheid -daarentegen de ronddoolende krachten concentreert. - -Geestesoefening heeft men somtijds evenals lichaamsoefening, -aangeraden als een methode om sexueele opwinding te kalmeeren, maar -ze schijnt onzeker te zijn in haar werking. Als ze zeer belangwekkend -is en opwindend, dan kan ze de sexueele emotie eerder opwekken dan -kalmeeren. Als ze weinig belangstelling opwekt, kan ze geenerlei -invloed uitoefenen. Dit geldt zelfs van mathematische bezigheden, -die door verschillende autoriteiten als hulpmiddelen bij sexueele -hygiëne [98] zijn aangeraden, o.a. ook door Broussais. "Ik heb -mechanisch geestelijk werk geprobeerd", schrijft een dame, "zooals -het oplossen van rekenkundige of algebraische problemen, maar het -doet mij geen goed; het schijnt zelfs alleen maar de opwinding te -verergeren". "Ik studeerde en wendde mijn aandacht voornamelijk tot -de wiskunde", schrijft een geestelijke, "met de bedoeling om mijn -sexueele neigingen te beteugelen. In zekere mate had ik succes. Maar -bij het naderen van een oude vriend, door een stem of een aanraking, -kwamen deze neigingen met vernieuwde kracht terug. Ik vond wiskunde -over het geheel echter het beste ding om mijn belangstelling van -vrouwen af te wenden, beter dan godsdienstige oefeningen, die ik -aanwendde toen ik jonger was (twee en twintig tot dertig)". Op hun -best hebben zulke middelen echter alleen maar tijdelijke uitwerking. - -Het is gemakkelijker, het opwekken van sexueele impulsen te -vermijden dan ze door hygiënische maatregelen tot zwijgen te -brengen als ze eens opgewekt zijn. Daarom moeten in de kindsheid -en jeugd al deze maatregelen met verstand in acht genomen worden, -om iedere voorbarige sexueele opwinding te voorkomen. In een groep -van stevige normale kinderen gaan invloeden, die we zouden kunnen -verwachten dat ze sexueel zouden werken, ongemerkt voorbij. Aan -het andere uiterste is een andere groep kinderen zoo neurotisch en -vroegtijdig gevoelig, dat geen voorzorgen hen zullen beschermen tegen -zulke invloeden. Maar tusschen deze groepen zijn er andere kinderen, -waarschijnlijk verreweg het grootste aantal, die weerstand bieden -aan lichte sexueele aansporingen, maar die misschien voor sterker -of langduriger invloeden bezwijken, en aan deze kunnen de zorgen van -sexueele hygiëne met voordeel besteed worden [99]. - -Na de puberteit, als de spontane en innerlijke stem der sekse -zich ieder oogenblik plotseling kan doen hooren, worden soms alle -voorzorgen over boord geworpen, en zelfs de jongeling of het jonge -meisje, dat er het meest op uit was de idealen van kuischheid te -bewaren, kan dikwijls weinig meer doen dan wachten tot de storm -voorbij is. Het komt soms voor dat een lange periode van sexueelen -storm en drang spoedig na de puberteit zich voordoet en dan wegsterft, -hoewel er weinig of geen sexueele bevrediging geweest is, om gevolgd -te worden door een periode van betrekkelijke kalmte. We moeten ons -herinneren dat bij vele, misschien wel bij de meeste individuen, -mannen en vrouwen, de sexueele begeerte, anders als bij honger of -dorst, na een langdurigen strijd teruggebracht kan worden tot een -min of meer kalmen staat, die, verre van nadeelig te zijn, zelfs -nuttig kan zijn voor de lichamelijke en geestelijke kracht in het -algemeen. Dit kan gebeuren hetzij sexueele bevrediging verkregen -is of niet. Als er nooit eenige bevrediging van dien aard geweest -is, dan is de strijd minder hevig en spoediger voorbij, tenzij -het individu van zeer erotisch temperament is. Als er bevrediging -geweest is, als de geest vervuld is niet alleen met wenschen, maar -met vreugdevolle ondervinding, waaraan het lichaam ook gewend is -geraakt, dan is de strijd langer en neemt meer pijnlijk de gedachten -in beslag. De verlichting echter, als ze komt, is soms meer volkomen -en heeft meer kans verbonden te zijn met een toestand van psychische -gezondheid. Want de grondondervindingen van het leven brengen onder -normale omstandigheden niet alleen intellectueele gezondheid, maar -gemoedsvrede. Een overwinning op de sexueele begeerten, die niet -te eeniger tijd een bevrediging van deze begeerten genoten heeft, -veroorzaakt zelden resultaten, die zich aanbevelen als rijk en mooi. - -In deze worstelingen zijn er echter geen blijvende overwinningen. In -het geval van een groot aantal personen kan, hoewel er emotioneele -veranderingen kunnen zijn, die afhangen van een menigte omstandigheden, -nauwelijks gezegd worden, dat er een overwinning is. Of zij geven -altijd toe aan de impulsen, die op hen aanstormen, of zij verzetten -zich altijd tegen die impulsen, in het eerste geval met berouw, in het -tweede met ontevredenheid. In beide gevallen wordt veel van hun leven, -op den tijd dat het leven op zijn krachtigst is, verspild. Bij vrouwen, -als zij toevallig sterke hartstochten hebben en roekelooze impulsen -tot overgave, kunnen de resultaten zeer ontzenuwend zijn, zoo niet -verwoestend voor het algemeene psychische leven. Het is inderdaad aan -deze oorzaak, dat sommigen de veel voorkomende middelmatigheid van -het werk van vrouwen op artistiek en intellectueel gebied meenen te -moeten toeschrijven. Vrouwen van intellectueele kracht zijn dikwijls, -zoo al niet gewoonlijk, vrouwen van sterke hartstochten, en als -zij weerstand bieden aan de neiging om op te gaan in de plichten -van het moederschap, dan worden haar levens dikwijls verspild in -gevoels-conflicten en haar zieleleven verarmd [100]. - - - De mate, waarop sexueele abstinentie en de worstelingen, - die ze in zich sluit, het individu het geheele leven door kan - tegenhouden en in beslag nemen wordt goed duidelijk gemaakt in - het volgende geval. Een dame, krachtig, stevig, en over het - algemeen gezond, van groote intelligentie en hoog karakter, - heeft den middelbaren leeftijd bereikt zonder te trouwen of - ooit sexueele verhoudingen te hebben. Zij was een eenig kind, - en toen ze tusschen den leeftijd van drie en vier jaar oud was, - lichtte een vriendinnetje, die een jaar of zes ouder was, haar - in over de gewoonte van met haar sexueele deelen te spelen. Zij - was op dezen leeftijd echter geheel zonder sexueele gevoelens, - en ze geraakte op natuurlijke wijze van de gewoonte af, zonder - eenige kwade gevolgen, toen zij de buurt en de nabijheid van dit - meisje verliet, ongeveer een jaar later. Haar gezondheid was goed - en zelfs schitterend, en zij ontwikkelde zich krachtig tijdens de - puberteit. Op den leeftijd van zestien echter was een geestelijke - schok de oorzaak, dat het quantum der menstruatie eenige jaren - lang verminderde en tegelijk met deze vermindering trad vanzelf - spontaan sexueele opwinding voor het eerst op. Zij beschouwde - zulke gevoelens als abnormaal en ongezond, en spande al haar - krachten van zelfbeheersching in om ze te weerstaan. Maar kracht - van wil had geen macht om de gevoelens te verminderen. Er was - voortdurende en gebiedende opwinding, met het gevoel van trilling, - spanning, druk, uitzetting en kieteling, misschien vergezeld - van eenige congestie in de ovariën, want zij voelde, dat er aan - de linkerzijde een netwerk van sexueele zenuwen was, en eenige - jaren later werd retroversie van den uterus ontdekt. Zij leidde - een werkzaam leven met vele plichten, maar ze kon geen bezigheid - verrichten zonder dezen ondergrond van sexueele overgevoeligheid, - die voortdurende zelfbeheersching eischte. Dit ging min of - meer acuut zoo door vele jaren lang, toen de menstruatie - plotseling geheel ophield, lang vóór den gewonen leeftijd van - het climacterium. Op denzelfden tijd hield de sexueele opwinding - op en werd zij kalm, vredig en gelukkig. Verminderde menstruatie - ging samen met sexueele opwinding, maar overvloedige menstruatie - en de algeheele afwezigheid ervan gingen beide vergezeld van - verlichting van de opwinding. Dit duurde twee jaar. Toen werd zij, - voor een lichte anaemie, onderworpen aan een lange en in haar - geval onoordeelkundige behandeling met onderhuidsche inspuitingen - van strychnine. Van dien tijd af, vijf jaar geleden, tot nu toe, - is er voortdurende sexueele opwinding geweest en moet zij altijd op - haar hoede zijn, dat ze niet door een sexueelen aanval overweldigd - wordt. Haar ellende wordt verergerd doordat haar tradities het haar - onmogelijk maken (behalve onder zeer buitengewone omstandigheden) - op de oorzaak van haar lijden te zinspelen. "Een vrouw is al van - tevoren in het nadeel", schrijft zij. "Zij mag nooit tot iemand - over zulk een onderwerp spreken. Zij moet haar tragedie alleen - doorleven, glimlachend zooveel zij kan onder den druk van haar - verschrikkelijken last". Haar lijden nog vermeerderend, heeft - zij zich twee jaren geleden gedrongen gevoeld haar toevlucht te - nemen tot masturbatie, en dat heeft ze sedert omstreeks eens in de - maand gedaan; dit brengt niet alleen geen werkelijke verlichting, - het laat prikkelbaarheid na, slapeloosheid en donkere kringen - onder de oogen, en is ook een reden tot berouw voor haar, want zij - beschouwt masturbatie als volkomen abnormaal en onnatuurlijk. Zij - heeft getracht zich verlichting te verschaffen, niet alleen door - de gewone methoden van physieke hygiëne, maar door suggestie, - Christian Science, enz., maar alles tevergeefs. "Ik mag zeggen", - schrijft zij, "dat het de meest hartstochtelijke wensch van mijn - hart is van dezen keten los te komen, opdat ik de verschrikkelijke - jarenlange weerstandsspanning kan laten verslappen, en op mijne - wijze gelukkig zijn. Als ik deze ellende eens in de maand had, - eens in de week, zelfs tweemaal in de week, dan zou het kinderspel - zijn ze te boven te komen. Ik zou mijn toevlucht niet willen - nemen tot onnatuurlijke middelen, in hoe geringe mate ook. Maar - ook zelfbeheersching kan men niet steeds ongestraft in praktijk - brengen, en ik heb soms een gevoel, of het niet langer uit te - houden is". - - -Terwijl het dus een enorm groot voordeel is in de physieke en -psychische ontwikkeling, als de uitbarsting van hinderlijke sexueele -emoties vertraagd wordt tot de puberteit of den jongelingsleeftijd, -en terwijl het een zeer groot voordeel is, nadat die uitbarsting -heeft plaats gehad, in staat te zijn de heerschappij over deze emotie -te verkrijgen, zou het toch een waardelooze, ja een gevaarlijke -overwinning zijn, die geen bevrediging met zich bracht, om de -sexueele natuur geheel te vernietigen. "Als ik maar drie weken geluk -gehad had", zeide een vrouw, "dan zou ik niet met het lot twisten, -maar het geheele leven zoo volkomen ledig te doorleven, dat is -verschrikkelijk". Als zulke ledige zelfbeperking uit beleefdheid een -deugd genoemd kan worden, dan is het maar een negatieve deugd. De -personen, die haar bereiken, als het resultaat van aangeboren zwakke -sexueele ontwikkeling, hebben (zooals Gyurkovechky, Fürbringer en -Löwenfeld allen gelijkelijk opgemerkt hebben) een deugd gemaakt van hun -zwakheid. Vele anderen, wier instincten minder zwak waren, hebben, als -zij de sexueele begeerten in hun eerste jeugd met minachting verjoegen, -bevonden, dat in het latere leven die vijand met tienvoudige kracht -en misschien in onnatuurlijke vormen terugkeert [101]. - -De opvatting van "sexueele abstinentie" is, zooals we zien, een -volkomen valsche en kunstmatige opvatting. Ze is niet alleen slecht -aangepast aan de hygiënische zijde van de zaak, maar ze roept ook geen -echt moreele motieven op, want ze is uitsluitend egoïstisch. Ze wordt -eerst echt moreel en waarlijk inspireerend, als we ze veranderen in de -altruïstische deugd van zelfopoffering. Als we dat gedaan hebben, zien -we, dat het element van abstinentie er in ophoudt tot het wezen ervan -te behooren. "Van Zelfopoffering", schrijft de auteur van een boek, -handelende over het sexueele leven, "wordt erkend dat het de basis is -van deugd; de edelste voorbeelden van zelfopoffering worden ingegeven -door sexueele liefde. Sympathie is het geheim van altruïsme; nergens -is sympathie meer werkelijk en volkomen dan in de liefde. Moed, zoowel -moreel als physiek, waarheidsliefde en eergevoel, ondernemingsgeest en -de bewondering voor moreele waardigheid, worden ingegeven door liefde, -meer dan door iets anders in de menschelijke natuur. Het celibaat -ontzegt zich die inspiratie, of beperkt den invloed ervan, naar de -mate van zijn ontzegging van sexueele intimiteit. Zoo beteekent het -opzettelijk aannemen van een voortdurend ongehuwd leven het beperken -van de emotioneele en moreele ondervindingen in een mate, die, van het -ruime wetenschappelijke standpunt uit, niet gerechtvaardigd wordt door -een van de voordeelen, die volgens vrome gedachten er uit voort komen" -[102]. - -In een gezonde, natuurlijke orde zijn al de impulsen geconcentreerd -in de vervulling van behoeften, niet in het zich ontzeggen -ervan. Bovendien is het in deze speciale kwestie van sekse -onvermijdelijk, dat de behoeften van anderen, en niet alleen de -behoeften van het individu zelf, iemands gedrag zullen bepalen. Het -zijn meer bepaald de behoeften van de vrouw, die den bepalenden factor -vormen; want deze behoeften zijn veel meer verscheiden, samengesteld -en bedriegelijk, en in het letten op de bevrediging ervan vindt de man -een bron van eindelooze erotische satisfactie. Men zou kunnen denken, -dat het invoeren van een altruïstisch motief hier enkel de eisch is -van theoretische moraal, die er op staat, dat er een stevige rem zal -zijn op het dierlijk instinct. Maar, zooals we den geheelen loop -van dit boek door telkens weer zullen zien, is het zoo niet. Het -dierlijk instinct zelf stelt dezen eisch. Het is een biologische -wet, die door de geheele zoölogische wereld heerscht en op welke het -algemeen voorkomen van het hof maken berust. Bij den mensch alleen -is ze gewijzigd, omdat bij den mensch de sexueele behoeften niet zoo -volkomen geconcentreerd zijn op reproductie, maar min of meer het -geheele leven doordringen. - -Terwijl van het standpunt van de maatschappij, evenals van dat der -natuur, het doel en oogmerk van de sexueele impuls de voortplanting -is, en niets dan de voortplanting, is dat in het geheel niet waar voor -het individu, waarvan het hoofddoel moet zijn zich harmonisch uit te -leven met die gepaste consideratie voor anderen, die de levenskunst -eischt. Zelfs als sexueele verhoudingen niet het minste verband hadden -met de voortplanting--zooals sommige stammen in Midden-Australië -meenen--dan zouden ze toch nog te rechtvaardigen zijn, en werkelijk -een onmisbaar hulpmiddel vormen voor de beste ontwikkeling van het -individu, want alleen in een zoo intieme verhouding als die der -seksen hebben de mooiste gaven en neigingen volle vrijheid. Zelfs -de heiligen kunnen de sexueele zijde van het leven niet ontgaan. De -beste en meest volkomen heiligen, van Jeronimus tot Tolstoy--zelfs -de verdienstelijke Franciscus van Assisi--hadden in hun verleden -al de ondervindingen opgezameld, die samenwerken tot de volkomen -verwerkelijking van het leven, en als dat niet zoo ware, zouden ze -te minder heiligen geweest zijn. - -Het element van positieve deugd begint dus eerst daar, waar het -beheerschen van de sexueele impuls het standpunt van strenge en -steriele abstinentie te boven is gekomen en geworden is niet alleen -een opzettelijk weigeren van wat er slecht is in het sexueele, -maar een opzettelijk aannemen van wat er goed in is. Eerst op dat -oogenblik wordt zulk een beheerschen een werkelijk deel van de groote -levenskunst. Want de levenskunst, evenals alle andere kunsten, is -niet vereenigbaar met strengheid, maar ze ligt in het weven van een -voortdurende harmonie tusschen weigeren en aannemen, tusschen geven -en nemen [103]. - -De toekomst behoort klaarblijkelijk aan hen, die langzaam aan bezig -zijn gezondere tradities te maken voor den bouw van het leven. Het -"probleem van sexueele abstinentie" zal meer en meer aan waarde -verliezen. Dan blijven de groote werkelijkheid der liefde, de groote -werkelijkheid der kuischheid. Zij zijn eeuwig. Tusschen die twee is er -niets dan harmonie. De ontwikkeling van de eene sluit de ontwikkeling -van de andere in zich. - -We hebben dit probleem van "sexueele abstinentie" ernstig moeten -behandelen, omdat we de tradities van tweeduizend jaar achter ons -hebben, die gegrond zijn op bepaalde idealen van sexueele wet en -sexueele vrijheid, te zamen met de langdurige poging om gewoonten -te vormen, die min of meer op die idealen berusten. Wij kunnen -niet onmiddellijk aan deze tradities ontkomen, zelfs als wij zelf -de geldigheid ervan in twijfel trekken. Wij moeten niet alleen hun -bestaan erkennen, maar we moeten ook het feit aannemen, dat zij nog -eenigen tijd in een groote mate de gedachten en zelfs tot op zekere -hoogte de daden van bestaande gemeenschappen moeten beheerschen. - -Dat is zeker jammer. Het brengt mee het invoeren van een kunstmatigheid -in een werkelijk natuurlijke orde. Liefde is werkelijk en positief; -kuischheid is werkelijk en positief. Maar sexueele abstinentie is -onwerkelijk en negatief, streng genomen misschien onmogelijk. De -gevoelens van hen, die op het belang ervan den nadruk leggen, berusten -hierop, dat een physiologisch proces goed of kwaad kan zijn al naar -dat het uitgevoerd wordt onder bepaalde uiterlijke voorwaarden, die -het geoorloofd maken of ongeoorloofd. Een daad van sexueelen omgang -onder den naam van "huwelijk" is weldadig; precies dezelfde daad, -onder den naam van "gebrek aan zelfbeheersching" is verderfelijk. Geen -physiologisch proces, en nog minder eenig geestelijk proces, kan -zulk een beperking verdragen. Men zou even goed kunnen zeggen dat een -maal goed of slecht wordt, verteerbaar of onverteerbaar, afhankelijk -van het feit of al dan niet een gebed uitgesproken is voor dat het -gebruikt wordt. - -Het is daarom te betreuren, omdat zulk een opvatting in zijn wezen -onwerkelijk is en er op deze wijze een element van onwerkelijkheid -ingevoerd wordt in een zaak van het grootste belang voor het individu -en de maatschappij beide. Kunstmatige geschillen zijn opgeworpen, -waar geen reden voor geschil behoeft te bestaan. Er is een strijd -gevoerd, gekenmerkt door al de verwoedheid, die twisten kenmerkt over -metaphysische en pseudo-metaphysische verschillen, die geen concrete -basis hebben in de werkelijke wereld. Zooals in zulke gevallen gebeurt, -was er ten slotte geen werkelijk verschil tusschen de twistenden, -omdat het punt, waarover zij het oneens waren, onwerkelijk was. In -waarheid had iedere zijde gelijk en had iedere zijde ongelijk. - -We zien, dat het noodig is dat de balans in evenwicht gehouden -wordt. Een absolute vrijheid is slecht; een absolute abstinentie--zelfs -al worden sommigen door hun natuur of door de omstandigheden er -krachtig toe gedrongen ze aan te nemen--is ook slecht. Zij zijn beide -even ver verwijderd van het goedige evenwicht der natuur. En we zien, -dat de kracht, die op natuurlijke wijze deze balans in evenwicht -houdt, het biologische feit is, dat de daad der sexueele vereeniging -de bevrediging is van de erotische behoeften, niet van éen persoon, -maar van twee. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK VII - -PROSTITUTIE - - - I. De Orgie.--De godsdienstige oorsprong van de orgie.--Het - losbandigheidsfeest.--Erkenning van de orgie door de Grieken en - Romeinen.--De orgie onder natuurvolken.--Het drama.--Het doel, - beoogd door de orgie. - - II. De oorsprong en de ontwikkeling van de prostitutie.--De - definitie van prostitutie.--Prostitutie onder natuurvolken.--De - voorwaarden, waaronder beroeps-prostitutie ontstaat.--Geheiligde - prostitutie.--De dienst van Mylitta.-- Het uitoefenen - van de prostitutie met het doel een huwelijksgift te - verkrijgen.--Het ontstaan van de wereldlijke prostitutie in - Griekenland.--Prostitutie in het Oosten: Indië, China, Japan, - enz.--Prostitutie in Rome.--De invloed van het Christendom op - de prostitutie.--De poging om de prostitutie te bestrijden.--Het - middeleeuwsch bordeel.--Het ontstaan van de courtisane.--Tullia - d'Arragona, Veronica Franco, Ninon de Lenclos.--Latere pogingen - om de prostitutie uit te roeien.--Het politietoezicht op de - prostitutie.--De nutteloosheid hiervan wordt langzamerhand - algemeen erkend. - - III. De oorzaken van de prostitutie.--Prostitutie als een deel - van het huwelijkssysteem.--Het complex van oorzaken voor de - prostitutie.--De motieven, aangegeven door de prostituées.--(1) - De economische factor van de prostitutie.--Armoede is zelden - het hoofd-motief voor de prostitutie.--Maar de economische druk - oefent een zeer werkelijken invloed uit.--Het hooge percentage - van de prostituées geleverd door de dienstboden.--Beteekenis - van dit feit.--(2) De biologische factor van de prostitutie.--De - zoogenaamde geboren prostituée.--De aangehaalde identiteit met den - geboren misdadiger.--Het sexueele instinct bij prostituées.--De - physieke en psychische eigenaardigheden van prostituées.--(3) - De moreele noodzakelijkheid als een factor in het bestaan van de - prostitutie.--De moreele voorstanders van de prostitutie.--De - moreele houding van het Christendom jegens de prostitutie.--De - houding van het protestantisme.--Nieuwere voorstanders van de - moreele noodzakelijkheid van de prostitutie.--(4) Waarde van de - beschaving als een factor van de prostitutie.--De invloed van het - stadsleven.--De behoefte aan opwinding.--Waarom dienstmeisjes zoo - dikwijls prostituée worden.--De geringe rol, die de verleiding - speelt.--Prostituées komen in grooten getale van het land.--De - lokstem van de beschaving trekt vrouwen naar de prostitutie.--De - overeenkomstige aantrekking wordt door mannen gevoeld.--De - prostituée als kunstenares en als leidsvrouw van de mode.--De - bekoring van het vulgaire. - - IV. De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de - prostitutie.--Het verval van het bordeel.--De neiging tot - humaniseeren van de prostitutie.--De pecuniaire zijde van de - kwestie.--De Geisha.--De Hetere.--De moreele opstand tegen - de prostitutie.--Vuile ondeugd gegrond op dure deugd.--De - gewone houding tegenover prostituées.--De wreedheid hiervan is - absurd.--De noodzakelijkheid de prostitutie te hervormen.--De - noodzakelijkheid het huwelijk te hervormen.--Deze beide behoeften - hangen nauw met elkaar samen.--De daarbij in aanmerking komende - dynamische betrekkingen. - - - - - -I. DE ORGIE - -De traditioneele moraal, de godsdienst en de ingestelde conventies te -zamen voeren niet alleen tot het uiterste van strenge abstinentie, maar -ook tot dat van ongebonden uitspatting. Zij prediken en idealiseeren -het eene, maar zij drijven hen, die er niet naar kunnen leven, -tot het tegenovergestelde uiterste. In de groote eeuwen van den -godsdienst gebeurt het zelfs, dat de gestrengheid van het voorschrift -der abstinentie min of meer opzettelijk getemperd wordt, doordat -men nu en dan uitbarstingen van losbandigheid toestaat. Zoo komt -het tot de orgie, die in de middeleeuwsche dagen bloeide, en die in -de ruimste beteekenis van het woord een algemeen verschijnsel is, -omdat zij in iedere geordende en werkzame beschaving, die opgebouwd -is op natuurlijke energieën, die door min of meer onvermijdelijke -beperkingen gebonden zijn, een functie te vervullen heeft. - -De beschouwing van de orgie, mogen we zeggen, heft ons uit de enkel -sexueele sfeer op naar een hooger en ruimer gebied, dat tot den -godsdienst behoort. Het Grieksche woord orgeia had oorspronkelijk -betrekking op het uitoefenen van riten tot godsdienstige doeleinden, -hoewel later, toen de dansen van de bacchanaliën en dergelijke hun -heilig en inspireerend karakter verloren, het denkbeeld, dat zulke -dingen immoreel waren, door het Christendom gevoed werd [104]. Toch -was het Christendom zelf in zijn oorsprong een orgie van de hoogere -geestelijke werkzaamheden, die vrij waren gemaakt van de onsympathieke -slavernij der klassieke beschaving, een groot feest van de armen en de -nederigen, de slaven en de zondaars. En toen met de noodzakelijkheid -van ordelijke maatschappelijke organisatie het Christendom opgehouden -had dit te zijn, erkende het nog, evenals het heidendom dit gedaan had, -de behoefte aan een orgie nu en dan. Het blijkt dat er in 743, op een -synode gehouden in Henegouwen, gewezen werd op de Februari-uitspatting -(de Spurcalibus in februario) als een heidensche gewoonte; toch -was het juist dit heidensche feest, dat in de door de Christelijke -Kerk erkende gewoonten overging als de voornaamste orgie van het -kerkjaar, het groote karnaval, dat voorafging aan de lange vasten voor -Paschen. De viering van den Vastenavond-Dinsdag en den voorafgaanden -Zondag vormden een Christelijk bacchanaal, waaraan alle klassen -deelnamen. De grootste vrijheid van beweging werd aangemoedigd; -"sommigen loopen zonder eenige schaamte naakt, anderen kruipen op -handen en voeten, sommigen op stelten, weer anderen bootsen dieren na" -[105]. Mettertijd verloor het karnaval zijn sterkst kenmerkende trekken -als bacchanaal, maar het behoudt nog zijn meest essentieele karakter -als een geoorloofde tijdelijke verslapping van den druk van beperkingen -en conventies, door de gewoonte opgelegd. Het middeleeuwsche -losbandigheidsfeest--een brassend doorgebrachte nieuwjaarsnacht--dat -van de 12de eeuw af, vooral in Frankrijk, gewoonte werd--vertoonde een -duidelijk beeld van een Christelijke orgie in zijn meest uitgelaten -vorm, want hier werden de heiligste kerkelijke ceremonies phantastisch -geparodieerd. De kerk erkende, volgens Nietzsche, zooals alle wijze -wetgevers, dat, waar groote impulsen en gewoonten moeten aangekweekt -worden, er schrikkeldagen dienden ingeschoven, waarop deze impulsen -en gewoonten opzij gezet kunnen worden om er zoo opnieuw naar te -leeren hongeren [106]. De geestelijkheid nam in deze volksfeesten de -leiding, want voor de menschen van dien tijd, zooals Méray opmerkte, -"bood de tempel bevrediging voor de menschelijke behoeften in al hun -schakeeringen; zij vonden hier onderricht in hun plichten, troost voor -al hun smarten, bevrediging voor alle vreugden. De heilige feesten -van het middeleeuwsch Christendom waren niet een overblijfsel uit -den Romeinschen tijd; zij kwamen voort uit het hart der Christelijke -maatschappij" [107]. Maar, geeft Méray toe, alle groote en krachtige -volken van het Oosten en het Westen hebben het noodig geacht soms -met hun heilige dingen te spelen. - -Onder de Grieken en Romeinen is deze behoefte overal zichtbaar, -niet alleen in hun tooneel en hun literatuur over het algemeen, -maar in het dagelijksch leven. Zooals Nietzsche naar waarheid -opmerkt (in zijn Geburt der Tragödie) erkenden de Grieken alle -natuurlijke impulsen, zelfs die, welke schijnbaar onwaardig zijn, -en verhinderden ze kwaad uit te richten door er kanalen voor te -openen, waarin, op speciale dagen en bij speciale godsdienstige -plechtigheden, het te veel aan energie kon afgevoerd worden zonder -nadeel te berokkenen. Plutarchus, de laatste en meest invloedrijke -van de Grieksche moralisten zegt terecht, als hij feesten bepleit -(in zijn verhandeling "On the Training of Children"), dat wij "zelfs -bij bogen en harpen de snaren los maken, om ze weer opnieuw te kunnen -spannen". Seneca, misschien de invloedrijkste van de Romeinsche, -zoo niet van de Europeesche moralisten, raadde zelfs dronkenschap nu -en dan aan. "Soms", schreef hij in zijn de Tranquillitate, "moesten -we zelfs komen tot den toestand van bedwelming, niet om ons in den -wijn te verdrinken, maar om er diep in onder te duiken. Want hij -vaagt zorgen weg en heft onzen geest op uit de diepste diepten. De -uitvinder van den wijn wordt Liber genoemd, omdat hij de ziel van de -dienstbaarheid der zorgen bevrijdt, ze verlost uit de slavernij, ze -aanvuurt, en ze sterker maakt voor alle ondernemingen". De Romeinen -waren een strenger en ernstiger volk dan de Grieken, maar juist om -die reden erkenden zij de noodzakelijkheid, nu en dan aan hun moreele -krachten den vrijen loop te laten, om hun veerkracht te behouden, -en moedigden zij het houden van feesten aan, die door veel meer -vrijheid waren gekenmerkt dan die van de Grieken. Toen deze feesten -hun moreele sanctie begonnen te verliezen en in verval geraakten, -was de achteruitgang van Rome begonnen. - -Over de geheele wereld, de meest primitieve natuurvolken -niet uitgesloten--want zelfs het leven der natuurvolken -is opgebouwd op systematische beperkingen, die soms behoefte -hebben aan ontspanning--wordt het principe van de orgie erkend en -aangenomen. Zoo beschrijven Spencer en Gillen [108] de Nathagura -of vuurceremonie van den stam der Warramunga in Centraal-Australië, -een feest, waaraan door beide seksen wordt deelgenomen, waarbij al -de gewone regels van het maatschappelijk leven verbroken worden, -een soort van Saturnalia, waarbij er echter geen sexueele vrijheid -is, want sexueele vrijheid is, we behoeven het nauwelijks te zeggen, -geen essentieel deel van de orgie, zelfs als de orgie den last der -sexueele beperkingen verlicht. In een geheel ander deel van de wereld, -in Britsch Columbië, geloofden de Salische Indianen, volgens Hill Tout -[109], dat, lang voordat de blanken kwamen, hun voorouders een Sabbath -of zevende-dagfeest in acht namen om te dansen en te bidden, waartoe -men bijeenkwam bij het opgaan der zon en danste tot den namiddag. De -Sabbath of periodiek terugkeerende orgie,--niet een dag van druk en -beperking maar een vreugdefeest, een rust van al de plichten van het -dagelijksch leven,--heeft, zooals we weten, een hoofdrol gespeeld in -vele van de oude geordende beschavingen, waarop de onze opgebouwd is -[110]; het is zeer waarschijnlijk, dat de duurzaamheid van deze oude -beschavingen nauw verbonden was met hun erkenning van de behoefte -aan een Sabbath-orgie. Zulke feesten zijn werkelijk, zooals Crawley -opmerkt, processen van reiniging en krachtshernieuwing, pogingen, "den -ouden mensch" af te leggen en "den nieuwen mensch" aan te trekken, -om met nieuwe energie den weg van het dagelijksch leven weder te -betreden [111], - -De orgie is een instelling, die haar beteekenis geenszins alleen voor -het verleden heeft. Integendeel eischen de hooge druk, de starre -routine, de grauwe eentonigheid van het moderne leven dringend -oogenblikken van organische verlichting, hoewel de juiste vorm, die -die orgiastische verlichting aanneemt, noodzakelijk veranderen moet -met andere maatschappelijke veranderingen. Zooals Wilhelm von Humboldt -zeide, "evenals de menschen lijden noodig hebben om sterk te worden, -zoo hebben zij vreugde noodig om goed te worden". Charles Wagner, -die in later tijd (in zijn Jeunesse) aandringt op dezelfde behoefte in -ons moderne leven betreurt het, dat het dansen op de oude, vrije, en -natuurlijke wijze uit de mode geraakt, of ongezond geworden is. Dansen -is inderdaad de meest fundamenteele en primitieve vorm van de orgie, -en degene, die het volkomenst en gezondst zijn roeping vervult. Want, -terwijl het ongetwijfeld, zooals we onder de dieren zien, een proces -is, waardoor sexueele tumescentie veroorzaakt wordt, is het brandpunt -ervan geenszins noodzakelijk sexueele detumescentie, maar het kan zelfs -een detumesceerende ontlading worden van opgezamelde spanning. Om deze -reden was het, dat, ten minste in vroeger dagen, de geestelijkheid -in Spanje, op moreele gronden, openlijk den nationalen hartstocht -voor het dansen aanmoedigde. Onder beschaafde volken van de nieuwere -tijden, begint de orgie meer en meer een vorm aan te nemen, die alleen -op de hersenen werkt, die minder gezond is, omdat ze niet leidt tot -harmonieuze ontlading langs motorische kanalen. In deze betrekkelijk -passieve vormen echter, begint de orgie steeds duidelijker naar voren -te treden. Het beroemde gezegde van Aristoteles over de functie van -de tragedie als een "reiniging" schijnt een erkenning te zijn van de -weldadige gevolgen van de orgie [112]. Wagner's muziekdrama's beroepen -zich machtig op deze behoefte; het tooneel, nu evenals altijd, vervult -een groot werk van dezelfde soort, geërfd uit de oude dagen, toen -het de geordende uitdrukking was van een sexueel feest [113]. Het -tooneel begint inderdaad, in den tegenwoordigen tijd meer en meer -van belang te worden en te naderen tot de meer ernstige dramatische -opvoeringen uit de klassieke dagen, doordat het verplaatst is naar -het daglicht en naar de open lucht. Voornamelijk Frankrijk heeft -het initiatief genomen tot deze opvoeringen, die een zekere analogie -vertoonen met de Dionysische feesten van de oudheid en de mysterie- -en moraliteitsspelen van de middeleeuwen. De beweging begon eenige -jaren geleden in Oranje. In 1907 waren er in Frankrijk al dertig -openluchttooneelen ("Théâtres de la Nature", "Théâtres du Soleil", -enz.), terwijl men voor het eerst sinds den klassieken tijd, in -Marseille een openluchttooneel opgericht heeft [114]. In Engeland -heeft de belangstelling van de bevolking zich ook verder uitgestrekt -naar dramatische opvoeringen, en de kort geleden ingestelde optochten, -die uitgevoerd worden en waaraan deelgenomen wordt door de bevolking -van de streek, die vertoond wordt in de optocht, zijn feesten van -hetzelfde karakter. In Engeland zijn echter tegenwoordig de werkelijk -populaire orgiastische feesten de Bank-holidays, waarmee zich nu -en dan andere feesten verbinden, zooals de "Maffekings", enz., die -dikwijls door betrekkelijk onbeteekenende nationale gebeurtenissen -worden te voorschijn geroepen, maar die toch nog voldoende zijn om -orgiastische emoties op te wekken, even echt als die van de oudheid, -hoewel ze schoonheid en godsdienstige wijding missen. Het is inderdaad -gemakkelijk voor enghartige en strenge menschen zulke uitingen aan te -zien met een meerderheidslachje, maar in de oogen van den moralist en -den philosoof oefenen deze feesten een weldadigen en voorbehoedenden -invloed uit. In iederen tijd van saaie en eentonige routine--en alle -beschaving sluit zulk een routine in zich--worden vele natuurlijke -impulsen en functies onderdrukt; zij vervallen tot uitdroging of -perversie. Tegen dit gevaar zijn deze oogenblikken van vreugdevol -bijeen zijn en van levensuiting noodig, oogenblikken waarin zij niet -noodzakelijk hun volle werkzaamheid bereiken, maar waarin ze in alle -gevalle, zooals Cyples het uitdrukt, zich bewust kunnen worden van -de groote mogelijkheid van de krachten, die ze in zich dragen [115]. - - - - -II. DE OORSPRONG EN DE ONTWIKKELING VAN DE PROSTITUTIE - -De meer verfijnde vormen van de orgie bloeien in de beschaving, hoewel -zij, daar zij voornamelijk de hersenen prikkelen, niet de weldadigste -of de meest werkzame zijn. De meer primitieve en musculaire vormen -van de orgie hebben, aan den anderen kant, neiging onder den invloed -der beschaving in discrediet te geraken en voor zoover mogelijk, -geheel onderdrukt te worden. Dit is voor een deel de wijze waarop de -beschaving de prostitutie bevordert. Want de orgie in haar primitieve -vormen zoekt, als haar verboden wordt zich openlijk te vertoonen, -het donker; ze verbindt zich met een fundamenteel instinct, waarvoor -de beschaafde maatschappij geen volledige wettige bevrediging biedt; -ze verschanst zich midden in het beschaafde leven, en vormt zoodoende -een probleem, dat uiterst moeilijk en belangrijk is [116]. - -Er wordt gewoonlijk gezegd, dat de prostitutie altijd en overal -heeft bestaan. Die bewering is in het geheel niet juist. Een soort -van amateur-prostitutie wordt nu en dan bij natuurvolken gevonden, -maar gewoonlijk is het niet voordat het barbarisme volkomen ontwikkeld -is en een zeker stadium van beschaving nadert, dat goed ontwikkelde -prostitutie gevonden wordt. Ze bestaat in systematischen vorm in -iedere beschaafde maatschappij. - -Wat is prostitutie? Er is veel gestreden over de juiste definitie -van prostitutie [117]. De Romein Ulpianus zeide, dat een prostituée -iemand was, die openlijk haar lichaam geeft aan een aantal mannen -zonder keuze, voor geld [118]. Soms is er gezegd, dat een prostituée -iemand is, die zich aan vele mannen geeft. Om juist te zijn, moet een -definitie echter passen op beide seksen gelijkelijk, en we zouden zeker -aarzelen een man, die sexueelen omgang gehad heeft met vele vrouwen, -een prostituée te noemen. Het begrip van de koopbaarheid, de bedoeling -de gunsten van het lichaam te verkoopen, behoort tot het wezen van het -begrip prostitutie. Zoo geeft Guyot de definitie van een prostituée -als "een persoon voor wie sexueele verhoudingen ondergeschikt zijn -aan winstbejag" [119]. Het is echter niet juist een prostituée te -definieeren enkel als een vrouw, die haar lichaam verkoopt. Dat wordt -alle dagen gedaan door vrouwen, die trouwen om een huis en een middel -van bestaan te krijgen, en toch, hoe immoreel dit gedrag zijn mag van -een hoog ethisch standpunt, het zou niet goed zijn en zelfs misverstand -veroorzaken, als we het prostitutie noemden [120]. Het is daarom -beter een prostituée te definieeren als een vrouw, die tijdelijk -haar sexueele gunsten aan verschillende personen verkoopt. Zoo -is, volgens Wharton's Law-lexicon een prostituée "een vrouw, die -zonder onderscheid met mannen verkeert voor loon"; Bonger zegt, dat -"die vrouwen prostituées zijn, die haar lichaam verkoopen voor het -uitoefenen van sexueele daden en hiervan een beroep maken" [121]; -Richard zegt, dat "een prostituée een vrouw is, die zich openlijk -geeft aan den eersten den besten voor een geldelijke belooning" -[122]. Daar, ten slotte, het veel voorkomen van de homo-sexualiteit -geleid heeft tot het bestaan van mannelijke prostituées, moet de -definitie gesteld worden in een vorm, die geen betrekking heeft op -sekse, en we kunnen daarom zeggen, dat een geprostitueerde een persoon -is, die er een beroep van maakt de lusten van verschillende personen -van de tegenovergestelde of van dezelfde sekse te bevredigen. - - - Het behoort tot het wezen der zaak, dat de daad van prostitutie als - een gewoonte uitgevoerd wordt met "verschillende personen". Een - vrouw, die haar onderhoud verdient door de maîtres te zijn - van een man, wien zij trouw is, is geen prostituée, hoewel - zij er dikwijls later een wordt en er vroeger een geweest kan - zijn. Het juiste punt, waarop een vrouw een prostituée begint - te zijn, is een kwestie van groot belang in landen, waar de - prostituées onderworpen zijn aan contrôle. Zoo ontmoette, niet - lang geleden in Berlijn, een meisje, dat de maîtres was van een - rijken kavalerie-officier en door hem onderhouden werd, tijdens - de ziekte van den officier toevallig een man, dien zij vroeger - gekend had, en zij noodigde hem eens of twee keer uit haar te - bezoeken, terwijl ze geschenken in geld van hem kreeg. Dit kwam - op de een of andere wijze ter kennis van de politie, en zij werd - gearresteerd en tot een dag gevangenisstraf veroordeeld als een - niet ingeschreven prostituée. Bij hooger beroep werd het vonnis - echter vernietigd. Liszt zegt in zijn Strafrecht, dat een meisje, - dat haar geheele inkomen of een deel van haar inkomen krijgt van - "vaste verhoudingen" niet ontucht als bedrijf uitoefent in den - zin van de Duitsche wet (Geschlecht und Gesellschaft, Jahrgang 1, - Heft 9, p. 345). - - -Het is niet heel gemakkelijk den oorsprong uit te leggen van de -systematische beroeps-prostitutie, met het bestaan waarvan we in de -beschaafde maatschappij bekend zijn. De amateur-soort van prostitutie, -die soms opgemerkt is onder primitieve volken--dat is het feit, -dat een man een vrouw een geschenk mag geven als hij tracht haar te -overreden hem toe te staan omgang met haar te hebben--is inderdaad -geen prostitutie, zooals wij die kennen. Het geschenk is in zulk een -geval alleen maar een deel van een soort van hof maken, dat leidt -tot een tijdelijke verhouding. De vrouw behoudt min of meer haar -maatschappelijke positie en is niet gedwongen er een beroep van te -maken zich te verkoopen, omdat van nu af aan geen andere loopbaan -mogelijk voor haar is. Toen Cook in Nieuw-Zeeland kwam, ondervonden -zijn mannen, dat de vrouwen niet onoverwinlijk waren, "maar de termen -en de wijze van toestemming waren even fatsoenlijk als die in het -huwelijk bij ons", en "volgens hun opvattingen was de overeenkomst -even onschuldig". De toestemming van de vrienden der vrouw was noodig, -en als de voorbereidende maatregelen getroffen waren, was het noodig -deze "dame voor den nacht" met "dezelfde égards te behandelen, die -hier noodig zijn voor de vrouw, die men voor zijn leven heeft, en de -minnaar, die zich eenige vrijheden aanmatigde, waardoor daaraan tekort -gedaan werd, kon er van op aan, dat hij werd teleurgesteld" [123]. Men -zegt, dat op sommige van de Melaneesische eilanden de vrouwen soms voor -een tijd prostituées werden of wegens haar slecht gedrag soms gedwongen -werden prostituées te worden; zij werden echter niet bijzonder veracht -en als ze op deze wijze een zekere mate van bezit verworven hadden, -konden ze een goed huwelijk sluiten, en daarna zou het niet gepast -zijn haar te herinneren aan haar vroegere loopbaan [124]. - -Als de prostitutie het eerst optreedt bij een primitief volk, dan -gebeurt het soms, dat er weinig of geen schande aan gehecht wordt, -omdat de gemeenschap er nog niet aan gewoon is geraakt, eenige speciale -waarde te hechten aan de aanwezigheid van maagdelijkheid. Schurtz -haalt uit het werk van een ouden Arabischen aardrijkskundige -Al-Bekri eenige belangwekkende opmerkingen aan over de Slaven: "De -vrouwen van de Slaven zijn, nadat ze getrouwd zijn, trouw aan haar -echtgenooten. Als echter een jong meisje verliefd wordt op een man, -dan gaat zij naar hem toe en bevredigt haar hartstocht. En als een -man trouwt en hij ontdekt, dat zijn vrouw maagdelijk is, dan zegt hij -tot haar: "Als je iets waard was, dan zouden mannen van je gehouden -hebben, en je zoudt er een uitgekozen hebben, die je maagdelijkheid -had weggenomen". Dan jaagt hij haar weg en ziet van haar af". Het is -een soortgelijk gevoelen, dat, bij sommige volken, een meisje er toe -brengt trotsch te zijn op de geschenken, die ze vóor haar huwelijk van -haar minnaars gekregen heeft en ze te bewaren als een huwelijkgift -bij haar huwelijk, daar ze wel weet, dat haar waarde zoo nog meer -verhoogd wordt. Zelfs onder de Zuidelijke Slaven van modern Europa, -die veel van hun oorspronkelijke sexueele vrijheid bewaard hebben, -is deze vrijheid, zooals Krauss, die de manieren en gewoonten van -deze volken nauwkeurig bestudeerd heeft, verklaart, in den grond -verschillend van misdaad, losbandigheid en onkuischheid [125]. - -Prostitutie ontstaat, zooals Schurtz heeft aangetoond, in iedere -maatschappij, waar het vroege huwelijk moeilijk is en omgang buiten -het huwelijk maatschappelijk afgekeurd wordt. "Koopbare vrouwen -komen overal voor zoodra de vrije sexueele omgang van jonge menschen -onderdrukt wordt, zonder dat de noodzakelijke slechte gevolgen worden -tegengegaan door ongewoon vroege huwelijken" [126]. Het onderdrukken -van sexueele intimiteiten buiten het huwelijk is een verschijnsel van -de beschaving, maar het is op zichzelf geenszins een maatstaf voor het -beschavings-niveau en kan daarom al op een vroegen trap optreden. Maar -het is van belang op te merken, dat de primitieve en rudimentaire -vormen van de prostitutie, als zij voorkomen, alleen tijdelijk zijn, -en dikwijls--hoewel niet altijd--de vrouw in de algemeene achting niet -verlagen, ja, soms zelfs haar waarde als vrouw verhoogen. De vrouw, -die zich voor geld verkoopt zuiver als bedrijf, zonder eenige gedachte -aan liefde of hartstocht, en die door haar beroep behoort tot een -klasse van paria's, door haar geheele overige sekse streng gemeden, -is een verschijnsel, dat zelden ergens anders gevonden wordt dan in -een ontwikkelde en beschaafde maatschappij. Het is geheel onjuist -van prostituées te spreken als een overblijfsel uit primitieve tijden. - -Over het geheel berusten de sexueele verhoudingen onder natuurvolken, -hoewel ze soms vrij zijn vóor het huwelijk en bij gelegenheid van -speciale feestelijkheden, zelden op promiscuïteit en nog minder -op omkoopbaarheid. Als vrouwen van natuurvolken zich tegenwoordig -verkoopen, of door haar echtgenooten verkocht worden, dan blijkt -gewoonlijk dat we te doen hebben met een besmetting van de Europeesche -beschaving. - -Er zijn ongetwijfeld vele wijzen, waarop prostitutie als beroep -tot ontwikkeling kan komen [127]. Wij kunnen het eens zijn met den -algemeenen regel die Schurtz heeft gegeven, dat altijd, als de vrije -vereeniging van jonge menschen verhinderd wordt onder omstandigheden, -waarin het vroege huwelijk ook moeilijk is, de prostitutie zeker moet -ontstaan. Er zijn echter verschillende wijzen, waarop dit principe vorm -kan aannemen. Zoover als onze Westersche beschaving betreft--dat is te -zeggen, de beschaving, die haar oorsprong heeft aan de Middellandsche -Zee--schijnt het wel, dat de oorsprong van de prostitutie hoofdzakelijk -gevonden wordt in een godsdienstige gewoonte, en dat de godsdienst, -de groote bewaarder van maatschappelijke tradities, in een veranderde -gedaante een primitieve vrijheid in stand houdt, die bezig was -uit het maatschappelijk leven te verdwijnen [128]. Het typische -voorbeeld hiervoor is dat, vermeld door Herodotus, in de vijfde -eeuw voor Christus, nl. dat iedere vrouw eens in haar leven in den -tempel van Mylitta, de Babylonische Venus, moest komen en zich geven -aan den eersten vreemdeling, die een muntstuk in haar schoot wierp, -ter vereering van de godin. Het geld kon niet geweigerd worden, hoe -klein het bedrag ook was, maar het werd als een offergave gegeven -en de vrouw keerde, als ze den man gevolgd was en zoo aan Mylitta -geofferd had, naar haar huis terug en leefde daarna steeds kuisch -[129]. Zeer daarop gelijkende gewoonten bestonden in andere deelen -van West-Azië, in Noord-Afrika, in Cyprus en andere eilanden van de -Oostelijke Middenlandsche Zee, en ook in Griekenland, waar de tempel -van Aphrodite op de burcht in Corinthe duizend hierodulen bezat, -die van tijd tot tijd aan den dienst der godin gewijd waren, zooals -Strabo zegt, door hen, die een dankoffer wenschten te geven voor -genaden hun bewezen. Pindarus maakt melding van de gastvrije jonge -Corinthische tempel-dienaressen, wier gedachten zich dikwijls keeren -naar Curania Aphrodite [130], in wier tempel zij wierook brandden; -en Athenaeus vermeldt het belang, dat gehecht werd aan de gebeden -der Corinthische prostituées bij een of andere nationale ramp [131]. - -Wij schijnen hier te hebben niet alleen een godsdienstig overblijfsel -van een grootere sexueele vrijheid, die vroeger [132] bestaan heeft, -maar een gespecialiseerde en ritueele ontwikkeling van dien primitieven -eeredienst van de verwekkende krachten der natuur, die het geloof -in zich sluit, dat alle natuurlijke vruchtbaarheid verbonden is met -en bevorderd wordt door daden van menschelijken sexueelen omgang -in dienst van de godheid, die zoo een godsdienstige beteekenis -krijgen. In een later stadium worden daden van sexueelen omgang, daar -ze een godsdienstige beteekenis hebben, gespecialiseerd en in tempels -gelocaliseerd, en door een logischen overgang van denkbeelden wordt er -geloofd, dat zulke daden van sexueelen omgang in dienst van de godheid -goed deden aan de persoon, die ze uitvoerde, meer speciaal als het een -vrouw was, door haar vruchtbaarheid te verzekeren. Onder primitieve -volken in het algemeen is deze opvatting voornamelijk belichaamd in den -vorm van feesten der jaargetijden, maar bij de volken van West-Azië, -die niet meer primitief waren, en bij wie traditioneele priesterlijke -en hieratische invloeden een zeer grooten invloed hadden verkregen, had -de vroegere generatieve eeredienst, naar het schijnt, op natuurlijke -wijze zijn vormen veranderd, doordat hij aan de tempels verbonden werd -[133]. - - - De theorie, dat godsdienstige prostitutie zich in den regel heeft - ontwikkeld uit het geloof, dat de voortbrengende werkzaamheid van - menschelijke wezens een geheimzinnigen en heiligen invloed bezat, - doordat ze de vruchtbaarheid der natuur in het algemeen bevorderde, - schijnt het eerst door Mannhardt uiteengezet te zijn in zijn - Antike Wald- und Feldkulte (pp. 283 et seq.). Ze wordt ondersteund - door Dr. F. S. Krauss ("Beischlafausübung als Kulthandlung", - Anthropophyteia, deel III, p. 20), die het belangwekkende feit - vermeldt, dat in den tijd van Baruch, lang voor Herodotus, - geheiligde prostitutie in de open lucht onder boomen plaats - vond. Dr. J. G. Frazer heeft deze opvatting van den oorsprong der - geheiligde prostitutie meer speciaal ontwikkeld in zijn Adonis, - Attis, Osiris. Hij resumeert zijn tamelijk lang betoog aldus: - "Wij mogen het besluit trekken, dat een groote Moeder-Godin, - de personificatie van al de voortbrengende krachten der natuur, - onder verschillende namen, maar met een in hoofdzaak gelijk - zijn van mythe en ritueel, vereerd werd door vele volken van - West-Azië; dat met haar verbonden was een minnaar, of liever - een reeks minnaars, goddelijk en toch sterfelijk, met wie zij - zich jaarlijks vereenigde, terwijl men meende, dat hun omgang - noodzakelijk was voor de vermenigvuldiging van dieren en planten, - ieder in zijn afzonderlijke soort: en verder, dat de fabelachtige - vereeniging van het goddelijke paar gefingeerd was en als het - ware over de aarde verveelvoudigd werd door de werkelijke, hoewel - dan tijdelijke vereeniging van de menschelijke seksen bij het - heiligdom der godin, om daardoor de vruchtbaarheid van den grond - en de toename van mensch en dier te verzekeren. In den loop der - tijden, toen de instelling van het persoonlijk huwelijk ontstond - en het oude communisme meer en meer in discrediet geraakte, - werd de hernieuwing van de oude gewoonte, zelfs voor een enkele - gelegenheid in het leven van een vrouw, meer en meer strijdig met - den moreelen zin van het volk, en daarom namen de vrouwen haar - toevlucht tot verschillende hulpmiddelen, om in de praktijk de - verplichting te ontloopen, die zij in theorie erkenden... Maar - terwijl de meerderheid der vrouwen op deze wijze kans zag den - vorm van den godsdienst in acht te nemen zonder haar deugd op te - offeren, werd het toch voor het algemeen welzijn noodig geacht, - dat een zeker aantal van haar de oude verplichting op de oude - wijze nakwam. Deze werden hetzij voor het leven of voor een - reeks van jaren prostituées in een van de tempels: gewijd aan - den dienst der godheid, werden zij in zekeren zin als heilig - beschouwd en haar roeping, wel verre van voor schandelijk te - gelden, werd waarschijnlijk door de leeken langen tijd beschouwd - als een uitoefening van meer dan gewone deugd, en beloond met een - mengeling van verwondering, eerbied en medelijden, niet ongelijk - aan die, welke in sommige deelen van de wereld nog gegeven wordt - aan vrouwen, die haar Schepper op andere wijze trachten te eeren, - door afstand te doen van de natuurlijke functies van haar sekse - en van de teerste familiebetrekkingen" (J. G. Frazer, Adonis, - Attis, Osiris, 1907, pp. 23 et seq.). - - Het is moeilijk de conclusie te vermijden, dat deze theorie een - voorstelling geeft van de centrale en primitieve idee, die leidde - tot de ontwikkeling van de geheiligde prostitutie. Het schijnt - echter even duidelijk dat, naarmate de tijd verliep, en vooral - naarmate de tempeldiensten zich ontwikkelden en de invloed der - priesters toenam, deze fundamenteele en primitieve idee zich begon - te wijzigen en zelf vervormd werd. De oorspronkelijke opvatting - werd gespecialiseerd in het geloof, dat godsdienstige gunsten, - en vooral de gunst der vruchtbaarheid, verkregen werden door den - vereerder, die door een daad van onkuischheid de gunst der godin - zocht, welke daad, naar men meende, aangenaam was aan een onkuische - godin. De ritus van Mylitta, zooals ze door Herodotus beschreven - is, was een late ontwikkeling van deze soort in een oude beschaafde - maatschappij, en het voordeel dat gezocht werd was klaarblijkelijk - voor de aanbidster zelf. Dit is aangetoond door Westermarck, - die opmerkt, dat de woorden tot de vrouw gesproken door haar - partner, als hij haar het geld geeft--"Moge de godin u gunstig - gezind zijn!"--zelf aanwijzen, dat het doel van de daad was haar - vruchtbaarheid te verzekeren, en hij verwijst ook naar het feit, - dat men meende dat vreemdelingen dikwijls een half-bovennatuurlijke - gave bezaten, en hun weldaden van een speciaal krachtdadigen aard - waren (Westermarck, Origin and Development of the Moral Ideas, - deel II, p. 446). We kunnen hieraan toevoegen, dat de dienst van - Mylitta zoodoende analoog werd met een andere plechtigheid aan - de Middellandsche Zee, waarbij de daad van het simuleeren van - verkeer met den vertegenwoordiger van een god of zijn beeld, de - vruchtbaarheid van een vrouw verzekerde. Dit is de plechtigheid, - die uitgevoerd wordt door de Egyptenaren van Mendes, waarbij de - vrouw de ceremonie van gesimuleerden omgang doormaakte met een - geheiligde bok, die beschouwd werd als de vertegenwoordiger van - een godheid van op Pan gelijkende godsgestalte (Herodotus, boek - II, hoofdst. XLVI; en zie Dulaure, Des Divinités Génératrices - hoofdstuk II). Deze rite werd nog veel later in eere gehouden - door Romeinsche vrouwen, en wel met de standbeelden van Priapus, - en de heilige Augustinus vermeldt hoe Romeinsche matrones de jonge - bruid op het opgerichte lid van Priapus plaatsten (De Civitate Dei, - boek III, hoofdst. IX). Het begrip, dat blijkbaar aan deze geheele - groep verschijnselen ten grondslag ligt, is, dat de godheid, - of de vertegenwoordiger of zelfs alleen maar een beeld van de - godheid in staat is, door een werkelijke of gesimuleerde daad - van omgang op zijn aanbidster een deel van zijn eigen verheven - verwekkende kracht over te dragen. - - -In een lateren tijd waren in Corinthe de prostituées nog de -priesteressen van Venus, die min of meer nauw aan haar tempels -verbonden waren, en zoolang dat het geval was, genoten zij een -groote mate van achting. In dit stadium merken wij echter, dat de -godsdienstige prostitutie nuttig kon wezen. Deze tempels bloeiden -vooral in steden aan de zeekust, op eilanden, in groote steden, waar -veel vreemdelingen en matrozen naar toe kwamen. De priesteressen van -Cyprus brandden wierook op haar altaren en riepen haar gewaardeerde -hulp in, maar terzelfder tijd spreekt Pindarus haar toe als -"jonge meisjes, die vreemdelingen welkom heeten en hun gastvrijheid -betoonen". Naast de godsdienstige beteekenis van de verwekkingsdaad -begonnen de behoeften van mannen, die ver van huis waren, erkenning -te vinden. De Babylonische vrouw was naar den tempel van Mylitta -gegaan om een persoonlijken godsdienstigen plicht te vervullen; -de Corinthische priesteres was begonnen te handelen als een erkende -dienares van de sexueele behoeften van mannen in vreemde steden. - -De gewoonte, die Herodotus in Lydië bij jonge meisjes opmerkte, dat -zij prostituée werden om een huwelijksgift te verkrijgen, waarmee -ze mochten doen wat ze wilden (boek 1, hoofdst. 93) kan zich zeer -wel (zooals Frazer ook gelooft) uit de godsdienstige prostitutie -ontwikkeld hebben; we kunnen inderdaad deze evolutie nasporen in -Cyprus, waar in den tijd, toen Justinianus het eiland bezocht, -het geld, dat de vreemdelingen aan de vrouwen gaven, niet langer -op het altaar geplaatst werd, maar in een cassette werd gelegd, -om een huwelijksgift voor haar te vormen. Dit is een gewoonte, die -men kan vinden in Japan en verschillende andere deelen der wereld, -vooral onder de Ouled-Nail van Algiers [134], en zij berusten -niet noodzakelijk altijd op godsdienstige prostitutie; maar ze kan -klaarblijkelijk niet bestaan dan onder volken, die niets onteerends -zien in vrij sexueel verkeer met het doel om geld te verkrijgen, -zoodat de dienst van Mylitta een natuurlijke basis ervoor vormde [135]. - -Toen een meer geestelijke opvatting van den godsdienst zich -ontwikkelde, en toen de groei van de beschaving den sexueelen omgang -van zijn geheiligden glans beroofde, werd de godsdienstige prostitutie -in Griekenland langzamerhand afgeschaft, hoewel op de kusten van -Klein-Azië zoowel de godsdienstige prostitutie als de prostitutie -om een bruidsschat te verkrijgen bleef bestaan tot den tijd van -Constantijn, die een eind maakte aan deze oude gewoonten [136]. Het -bijgeloof was aan de zijde van de oude godsdienstige prostitutie; -er werd geloofd, dat vrouwen, die nooit aan Aphrodite geofferd -hadden, door lust verteerd werden, en volgens de legende door Ovidius -vermeld--een legende, die schijnt te wijzen op een zeker antagonisme -tusschen heilige en wereldsche prostitutie--was dit het geval met de -vrouwen, die het eerst publieke prostituées werden. Het verval van de -godsdienstige prostitutie, ongetwijfeld verbonden met de verlangens, -die altijd ontstaan door den groei van de beschaving, leidde tot de -eerste oprichting, door de legende aan Solon toegeschreven, van een -publiek bordeel, een zuiver wereldsche instelling voor een zuiver -wereldsch doel: het bewaren van de deugd van de algemeene bevolking en -de vermeerdering der inkomsten van den staat. Met die instelling was -de evolutie van de prostitutie, en van het moderne huwelijkssysteem -waar ze een deel van uitmaakt, voltooid. Het Atheensche dikterion -is het moderne bordeel; de dikteriade is de moderne, van staatswege -gecontroleerde, prostituée. De vrije hetairae kwamen later ook wel, -ontwikkelde vrouwen, die geen zweem in zich hadden van de dikterion, -maar zij hadden evenmin eenig officieel aandeel in de publieke -eeredienst [137]. De oorspronkelijke opvatting van de heiligheid van -sexueelen omgang in dienst der godheid was geheel verloren gegaan. - - - Een tamelijk typisch voorbeeld van de toestanden, die onder - natuurvolken bestaan, wordt gevonden in de Zuidzee-eilanden van - Rotuma, "waar prostitutie voor geld of voor geschenken geheel - onbekend was". Echtbreuk na het huwelijk was ook onbekend. Maar - er was groote vrijheid in het vormen van sexueele verhoudingen - vóor het huwelijk (J. Stanley Gardiner, Journal Anthropological - Institute, Februari, 1898, p. 409). Ongeveer hetzelfde wordt - gezegd van de Bantu Bambola uit Afrika (op. cit., Juli-December, - 1905, p. 410). - - Onder de oude Cymri uit Wales, die een meer gevorderd - maatschappelijk stadium vertegenwoordigen, schijnt prostitutie niet - geheel onbekend geweest te zijn, maar publieke prostitutie werd - gestraft met het verlies van belangrijke voorrechten (R. B. Holt, - "Marriage Laws and Customs of the Cymri", Journal Anthropological - Institute, Augustus-November, 1898, pp. 161-163). - - De prostitutie was zoo goed als onbekend in Burma, en ze werd - als schandelijk beschouwd vóor de komst van de Engelschen en het - voorbeeld van de moderne Hindoes. De zendelingen hebben zonder - het te bedoelen, maar ontegenzeggelijk, den groei der prostitutie - begunstigd, doordat ze vrije verbintenissen veroordeelden (Archives - d'Anthropologie Criminelle, November, 1903, p. 720). De Engelschen - brachten de prostitutie naar Indië. "Dat is niet speciaal de schuld - van de Engelschen", zeide een Bramaan tot Jules Bois, "het is de - fout van uw beschaving. Wij hebben nooit prostituées gehad. Ik - bedoel met dat afschuwelijke woord de verdierlijkte dienaressen van - de grove begeerte van den voorbijganger. Wij hadden en wij hebben - nog, kasten van zangeressen en danseressen, die gehuwd worden - aan boomen--ja, werkelijk aan boomen--door roerende ceremoniën, - die uit den tijd der Veda's stammen; onze priesters zegenen - haar en ontvangen veel geld van haar. Zij weigeren niet zich te - geven aan hen, die haar liefhebben en die haar behagen. Koningen - hebben haar rijk gemaakt. Zij vertegenwoordigen al de kunsten; - zij zijn de zichtbare schoonheid van het heelal" (Jules Bois, - Visions de l'Inde, p. 55). - - Godsdienstige prostituées, mogen we er aan toevoegen, "die - dienaressen der godheid", worden gevonden in Zuidelijk Indië en in - den Deccan. Zij zijn van haar vroegste jaren aan haar heilig beroep - toegewijd, en haar voornaamste bezigheid is te dansen voor het - beeld van den god, met wien zij gehuwd zijn (hoewel in Opper-Indië - dansmeisjes van beroep gehuwd worden aan levenlooze voorwerpen), - maar zij worden er ook in geoefend de begeerten van de pelgrims, - die den tempel bezoeken op te wekken en te bevredigen. Voor de - verlovingsriten, waardoor in Indië geheiligde prostituées worden - gewijd, zie men b.v. A. van Gennep, Rites de Passage, p. 142. - - In vele deelen van West-Azië, waar het barbarisme een hoogen trap - van ontwikkeling bereikt had, was de prostitutie niet onbekend, - hoewel ze gewoonlijk niet goedgekeurd werd. De Hebreeërs wisten - dit, en de historische bijbelsche verwijzingen naar prostituées - geven weinig blijk van afkeuring. Jephta was het kind van een - prostituée; hij werd opgevoed met de wettige kinderen, en de - geschiedenis van Tamar is leerzaam. Maar de wetten waren uiterst - streng jegens de Joodsche meisjes, die prostituées werden (de - fout was volkomen vergefelijk bij vreemde vrouwen), terwijl - Hebreeuwsche moralisten hun scherpe aanvallen richtten op de - prostitutie; het is voldoende een bekende passage uit het boek - der Spreuken aan te halen (zie art. "Harlot", door Cheyne, in de - Encyclopaedia Biblica). Mohammed veroordeelde de prostitutie ook - streng, hoewel hij er in slavinnen wat meer verdraagzaam voor was; - volgens Haleby was de prostitutie echter bij den Islam zoo goed - als onbekend in de eerste eeuwen na den tijd van den profeet. - - De Perzische aanhangers van de eenigszins ascetische Zendavesta - kenden ook de prostitutie, en beschouwden ze met afkeer: "Het is de - Gahi (de courtisane, als een incarnatie van de vrouwelijke duivel, - Gahi), O Spitama Zarathustra! die in zich verenigt het zaad van - den getrouwe en den trouwelooze, van den vereerder van Mazda en - den vereerder van Dewa, van den slechte en den rechtvaardige. Haar - blik doet een derde van de machtige wateren, die van de bergen - stroomen opdrogen, o Zarathustra! haar blik doet een derde van de - schoone goudkleurige, groeiende planten verdorren, o Zarathustra; - haar blik verdroogt een derde van de kracht van Spenta Armaiti - (de aarde); en haar aanraking doet in den getrouwe twee derde - verdorren van zijn goede gedachten, van zijn goede woorden, - van zijn goede daden, een derde van zijn kracht, van zijn macht - tot overwinnen, van zijn heiligheid. Waarlijk ik zeg U O Spitama - Zarathustra! zulke schepsels moesten gedood worden eerder nog dan - kruipende slangen, dan huilende wolven, dan de wolvin, die de - kudde aanvalt, of dan de kikvorsch, die met haar duizendvoudig - broedsel het water verontreinigt" (Zend-Avesta, the Vendidad - vertaald door James Darmester, Farfad XVIII). - - In de praktijk is de prostitutie in het moderne Oosten echter goed - geregeld. De bordeelen, die in de Tartaarsch-Turksche streek liggen - buiten de buurten, die door de Christenen druk bezocht worden, - zijn beschreven door een schrijver, die goed ingelicht schijnt te - zijn ("Orientalische Prostitution", Geschlecht und Gesellschaft, - 1907, deel II, afl. 1). Deze huizen worden niet beschouwd als - immoreel of verboden, maar als plaatsen, waar de bezoeker een - vrouw zal vinden, die hem voor een paar uur de illusie geeft - van in zijn eigen huis te zijn, met het genoegen haar gezangen, - dansen en voordrachten te genieten, en ten slotte ook haar - lichaam. Betaling geschiedt aan de deur, en er ontstaat later - geen enkele geldkwestie meer; de bezoeker is van het oogenblik - af dat hij binnentreedt onder vrienden, bijna alsof hij in zijn - eigen familie was. Hij behandelt de prostituée bijna alsof zij - zijn vrouw was, en geen ongepastheden of ruwheid van spreken valt - er voor. "Er is geen obsceniteit in het Oostersche bordeel". En - tevens is er geen kunstmatig gehuichelde onschuld. - - In Oost-Azië, onder de volken van Mongoolschen oorsprong, vooral in - China, vinden we de prostitutie flink geregeld en georganiseerd op - een praktische zakelijke basis. Prostitutie wordt hier geaccepteerd - en niet beschouwd met een specialen tegenzin, maar de prostituée - wordt niettemin met verachting behandeld. Jonge kinderen worden - dikwijls verkocht om opgevoed te worden voor een leven van - prostitutie, en worden van de wereld afgesloten gehouden. Ook - jonge weduwen (daar wederhuwen niet goed gevonden wordt) vervallen - dikwijls tot een leven van prostitutie. Chineesche prostituées - sterven dikwijls door opium en de verwoestingen van syphilis - (zie b.v. Coltman's The Chinese, 1900, hoofdst. VII). In het - oude China zegt men, dat de prostituées een superieure klasse - waren en een positie innamen, die eenigszins geleek op die van - de hetaren in Griekenland. Zelfs in het moderne China echter, - waar zij zeer talrijk zijn, en waar de bloemen-booten waarin - zij in steden bij de zee gewoonlijk wonen zeer weelderig zijn, - is het volgens sommige schrijvers voornamelijk voor amusement, - dat men haar opzoekt. Tschang, militair attaché in Parijs - (zooals aangehaald wordt door Ploss en Bartels) beschrijft de - bloemen-boot als minder overeenkomende met het Europeesch bordeel, - dan met een café chantant; de jonge Chinees komt hier voor muziek, - voor thee, voor aangename conversatie met de bloemenmeisjes, die - geenszins noodzakelijk geroepen zijn de lusten van haar bezoekers - te bevredigen. - - In Japan is het lot van de prostituées niet zoo treurig als in - China. De grootere verfijning van de Japansche beschaving maakt, - dat de prostituée een grootere mate van gevoel van eigenwaarde kan - behouden. Zij wordt dikwijls met medelijden beschouwd, maar niet - altijd met minachting. Zij kan openlijk met mannen omgaan, kan ten - slotte trouwen, zelfs met een man van goeden maatschappelijken - stand, en wordt dan dikwijls een ordelijke vrouw. "Toen ik den - vorigen winter van Tokio naar Yokohama reed", merkt Coltman op - (op. cit., p. 113), "zag ik een gezelschap van vier jonge mannen - en drie heel aardige en vroolijk getooide prostituées, die in - denzelfden wagen zaten en veel pleizier hadden. Zij hadden twee of - drie flesschen met verschillende likeuren bij zich, sinaasappelen - en koekjes en zij aten en dronken en zongen, maakten samen grappen - en dartelden als jonge poesjes. Je kunt het geheele Chineesche - rijk doorreizen zonder ooit zulk een tooneel te zien". Toch blijkt - uit de geschiedenis van de Japansche prostituées (die beschreven - is in een belangwekkend en betrouwbaar boek, The Nightless City, - door een Engelsch student in de sociologie, die anoniem blijft), - dat de prostitutie in Japan niet alleen streng gecontroleerd, - maar dat er in ruimen kring op neergekeken wordt, en dat de - Japansche prostituées dikwijls veel te lijden hebben gehad; zij - waren op een tijd zoo goed als slavinnen en werden dikwijls zeer - hard behandeld. Zij zijn nu vrij, en iedere behandeling, die de - slavernij nadert wordt streng gestraft en tegengegaan. Het schijnt - echter, dat de beste dagen voor de Japansche prostitutie eenige - eeuwen geleden zijn geweest. Tot het midden van de achttiende - eeuw waren Japansche prostituées zeer ver in zingen, dansen, - muziek, enz. Omstreeks dezen tijd schijnen zij echter in de - maatschappelijke achting gedaald te zijn; ook waren ze niet - meer welopgevoed. Maar ook tegenwoordig nog, zegt Matignon ("La - Prostitution au Japon", Archives d'Anthropologie Criminelle, - October 1906) brengt de prostitutie in Japan minder eerloosheid - mee dan in Europa, terwijl er tevens minder immoraliteit in - Japan is, dan in Europa. Hoewel de prostitutie georganiseerd is - evenals de post- of de telegraafdienst, is er toch ook veel geheime - prostitutie. De wijken waar prostituées wonen zijn zindelijk, mooi - en goed onderhouden, maar de Japansche prostituées hebben veel - van haar oorspronkelijken goeden smaak in haar toilet verloren, - doordat ze trachten Europeesche modes na te bootsen. Het was toen - de prostitutie twee eeuwen geleden in verval begon te geraken, dat - de geisha's voor het eerst optraden en zoo georganiseerd waren, - dat zij zoo mogelijk niet als prostituées zouden wedijveren - met de erkende en gepatenteerde bewoonsters van de Yoshiwara, - het stadsdeel, dat de prostituées bewonen. De geisha's zijn - natuurlijk geen prostituées, hoewel haar deugd misschien niet - altijd onoverwinlijk is; in haar maatschappelijke positie komen - zij overeen met de actrices in Europa. - - In Korea, in ieder geval vóór Korea in handen der Japanners viel, - scheen het wel, dat er geen onderscheid was tusschen de klasse der - dansmeisjes en der prostituées. "Onder de courtisanes", zegt Angus - Hamilton, "worden de geestelijke gaven geoefend en ontwikkeld met - de bedoeling haar tot schitterende en onderhoudende gezellinnen te - maken. Deze "bladen van zonlicht" worden gisaing genoemd en komen - overeen met de geisha's van Japan. Officieel zijn zij aan het - gouvernement verbonden; zij worden gecontroleerd door een eigen - bureau, dat zij deelen met de leden van de hofkapel. Zij kleeden - zich met buitengewonen smaak; zij bewegen zich met zeer groote - bevalligheid; zij zijn teer van uiterlijk, zeer tenger en zeer - zacht, zeer lief, vol sympathie en vol verbeeldingskracht". Maar - hoewel ze zeker de mooiste vrouwen in Korea zijn, in de hoogste - kringen der maatschappij zich bewegen, en maîtressen van den Keizer - zouden kunnen worden, wordt haar niet toegestaan met mannen van - goeden stand te huwen (Angus Hamilton, Korea, p. 52). - - -Van de geschiedenis van de Europeesche prostitutie, zooals van -zoovele andere moderne prostituties kan men wel zeggen, dat ze -in Rome begint. Hier vinden wij in de vroegste tijden reeds die -inconsequent gemengde houding jegens de prostitutie, die op den -huldigen dag nog bewaard is gebleven. In Griekenland was het in -vele opzichten anders. Griekenland stond dichter bij de dagen van -de godsdienstige prostitutie, en de zuiverheid en de verfijning -van de Grieksche beschaving maakte het voor de betere soort van -prostituées mogelijk een invloed uit te oefenen en waardig te zijn -om uit te oefenen in alle departementen van het leven, dien ze nooit -elders heeft kunnen uitoefenen, behalve misschien nu en dan, in veel -mindere mate, in Frankrijk. De ruwe, krachtige, praktische Romein was -volkomen bereid de prostitutie te dulden, maar hij was niet bereid -die verdraagzaamheid tot de logische gevolgen ervan door te voeren; -hij voelde zich nooit geroepen inconsequente feiten van het leven -met elkaar in harmonie te brengen. Cicero, die toch een hoogstaand -moralist was, kon zonder dat hij zijn goedkeuring aan de prostitutie -hechtte, toch niet begrijpen, hoe iemand wenschen kon jongelieden af -te houden van omgang met prostituées, daar zulk een gestrengheid niet -in harmonie was met al de gewoonten van het verleden of van het heden -[138]. Maar de hoogere klasse der Romeinsche prostituées, de bonae -mulieres, hadden niet zulk een waardige positie als de Grieksche -hetairae. Haar invloed was inderdaad groot, maar hij was, zooals ook -het geval is met haar Europeesche opvolgsters van heden, beperkt -tot modes, gewoonten en kunsten. Er was altijd een zekere moreele -gestrengheid in den Romein, die hem verhinderde ver af te wijken in -deze richting. Hij moedigde bordeelen aan, maar hij betrad ze alleen -met den hoed op het hoofd en het gezicht in den mantel verborgen. En -eveneens, terwijl hij de prostituée duldde, beperkte hij toch van -een zeker punt af, in hooge mate haar voorrechten. Niet alleen was -zij beroofd van allen invloed in de hoogere dingen des levens, maar -ze mocht niet de vitta of de stola dragen; zij kon inderdaad bijna -naakt loopen als ze dat wilde, maar ze moest niet de zinnebeelden -van de respectabele Romeinsche matrone nabootsen [139]. - -De opkomst van het Christendom tot politieke macht bracht minder -verandering van zeden te weeg dan men zou voorzien hebben. De -Christelijke heerschers hadden feitelijk te maken met een zeer -gemengde, woelige en halfheidensche wereld. De toongevende kerkvaders -waren geneigd de prostitutie te dulden om grooter kwaad te voorkomen, -en de Christelijke keizers wilden, evenals hun heidensche voorgangers, -wel een belasting heffen op de prostitutie. Het recht van bestaan -van de prostitutie werd echter niet langer zoo onbetwist erkend -als in de heidensche dagen, en van tijd tot tijd trachtte de een of -andere krachtige heerscher de prostitutie door strenge verordeningen -te onderdrukken. Theodosius de jongere en Valentianus verordenden -bepaaldelijk, dat er geen bordeelen meer mochten wezen, en dat -ieder, die een schuilplaats verleende aan een prostituée, gestraft -moest worden. Justinianus bekrachtigde dezen maatregel en beval, -dat alle koppelaars op doodstraf moesten verbannen worden. Deze -verordeningen waren volkomen zonder succes. Maar gedurende een duizend -jaar werden zij telkens weer herhaald in verschillende deelen van -Europa, en onveranderlijk met hetzelfde onbevredigende, of erger -dan onbevredigende resultaat. Theoderik, koning der West-Gothen, -strafte met den dood allen, die de prostitutie bevorderden en -Recared, een Katholiek koning van hetzelfde volk in de zesde eeuw, -verbood de prostitutie geheel en al en beval, dat een prostituée, -als ze gevonden werd, drie honderd zweepslagen moest ontvangen en -uit de stad verdreven worden. Karel de Groote, zoowel als Genserich -in Karthago, en later Frederik Barbarossa in Duitschland maakten -strenge wetten tegen de prostitutie, die alle geen uitwerking hadden, -want zelfs, als zij uitwerking schenen te hebben voor het oogenblik, -was de reactie later des te grooter [140]. - -In Frankrijk zijn de meest standvastige pogingen gedaan om de -prostitutie te bestrijden. Het meest bekend van alle waren de -pogingen van een Koning en Heilige, Lodewijk IX. In 1254 beval de -heilige Lodewijk, dat prostituées geheel uitgedreven moesten worden en -beroofd van haar geld en goed, zelfs van haar mantels en japonnen. In -1256 herhaalde hij deze verordening en in 1269, voordat hij aan -de kruistochten deelnam, beval hij alle bordeelen te vernielen. De -herhaling van die bevelen toont aan, hoezeer zij zonder uitwerking -waren. Zij maakten de zaken zelfs erger, want de prostituées waren -gedwongen zich met de gewone bevolking te vermengen en haar invloed -breidde zich zoodoende uit. De heilige Lodewijk was niet in staat de -prostitutie te onderdrukken zelfs in zijn eigen kamp in het Oosten, en -ze bestond naast zijn eigen tent. Zijn wetgeving werd echter dikwijls -nagevolgd door volgende heerschers over Frankrijk, zelfs tot het -midden van de zeventiende eeuw, altijd met dezelfde nuttelooze of erger -gevolgen. In 1560 schafte een edict van Karel IX de bordeelen af, maar -het aantal prostituées werd daardoor grooter in plaats van kleiner, -terwijl vele nieuwe soorten van bordeelen ontstonden in onverwachte -vormen en zij waren gevaarlijker dan de meer erkende bordeelen, die -afgeschaft waren [141]. Ten spijt van deze en dergelijke wetgeving, -of juist daardoor, is er geen land geweest waar de prostitutie een -grooter rol gespeeld heeft dan Frankrijk [142]. - -In Mantua was de afschuw door de prostituées verwekt zoo groot, dat -zij gedwongen waren op de markten alle fruit of brood te koopen, dat -door de aanraking van haar hand bezoedeld was. Zoo was het ook in 1243 -in Avignon. In Catalonië konden ze niet aan dezelfde tafel zitten met -een dame of edelman, of eenig achtbaar persoon kussen [143]. Zelfs in -Venetië, het paradijs van de prostitutie, werden er vele en strenge -maatregelen tegen genomen, en het duurde lang eer de heerschers van -Venetië zich er bij neerlegden ze te dulden en te controleeren [144]. - -De laatste krachtige poging om de prostitutie in Europa uit te roeien -was die van Maria Theresia in Weenen, in het midden van de achttiende -eeuw. Hoewel ze van zoo laten datum is mogen we ze hier toch noemen, -omdat ze middeleeuwsch was, zoowel in opvatting als in methode. Het -doel ervan was inderdaad niet alleen de prostitutie te onderdrukken, -maar ontucht in het algemeen, en de middelen daartoe aangewend waren -boeten, gevangenneming, geeselen en pijniging. Alles wat men hield -voor de oorzaken van ontucht werd ook met strengheid behandeld; korte -kleeren waren verboden, biljardzalen en café's werden geïnspecteerd; -er mochten geen kellnerinnen meer zijn, en als ze ontdekt werd, -had een kellnerin kans geboeid en door de politie weggevoerd te -worden. De Kuischheids-Commissie, die deze maatregelen streng ten -uitvoer bracht, was, naar het schijnt, ingesteld in 1751 en werd -door Keizer Jozef II in de eerste jaren van zijn regeering zonder -vorm van proces afgeschaft. Het was de algemeene opinie, dat deze -strenge wetgeving inderdaad zonder uitwerking bleef, en dat ze veel -ernstiger verkeerdheden in het leven riep dan ze genas [145]. Het is -in ieder geval zeker, dat zeer langen tijd meer zedeloosheid heerschte -in Weenen dan in eenige andere groote hoofdstad van Europa. - -Toch is de houding jegens prostituées altijd gemengd en inconsequent -geweest op verschillende plaatsen of in verschillende tijden of -zelfs in denzelfden tijd en op dezelfde plaats. Dufour heeft de -prostituées zeer juist vergeleken met de middeleeuwsche Joden; zij -werden voortdurend vervolgd, kerkelijk, burgerlijk en maatschappelijk, -en toch waren alle klassen blij hun toevlucht tot hen te nemen en ze -konden niet gemist worden. In sommige landen, ook in de veertiende -eeuw in Engeland, werd een speciaal costuum ingesteld voor prostituées -als een merkteeken van schande [146]. Toch was er in vele opzichten -niet de minste schande aan de prostitutie verbonden. Hooggeplaatste -ambtenaren konden betaling vorderen voor hun uitgaven, gemaakt door het -bezoeken van prostituées, terwijl ze voor dienstzaken op reis waren. De -prostitutie speelde soms een officieele rol bij feestelijkheden en -ontvangsten, die door groote steden aan vorstelijke personen werden -gegeven, en het bordeel kon een belangrijk deel van de gastvrijheid -der stad vormen. Toen keizer Sigismund in Ulm kwam in 1434, waren -de straten verlicht op de tijden, dat hij of zijn gevolg het gewone -bordeel wenschten te bezoeken. Bordeelen onder stedelijke bescherming -worden gevonden in de dertiende eeuw in Augsburg, in Weenen, in Hamburg -[147]. In Frankrijk waren de best bekende abbayes van prostituées -die van Toulouse en van Montpellier [148]. Durkheim meent, dat in de -vroege middeleeuwen, voor dezen tijd, vrije liefde en huwelijk minder -streng onderscheiden waren. Het was de opkomst van de middelklasse, -naar hij meent, die, verlangend hun vrouwen en dochters te beschermen, -leidde tot een gecontroleerde en openlijk erkende poging losbandigheid -te leiden in een afzonderlijk kanaal, dat onder contrôle werd gebracht -[149]. Deze bordeelen vormden een soort van publieken dienst, en de -directeuren ervan werden bijna beschouwd als stedelijke beambten, -die verplicht waren een zeker aantal prostituées te houden, betaling -te vragen naar een bepaald tarief, en in hun huizen geen meisjes -te ontvangen die tot de nabuurschap behoorden. De instellingen van -deze soort duurden drie eeuwen. Het was, voor een deel, misschien -de drang van de nieuwe Protestantsche beweging, maar vooral de -verschrikkelijke verwoesting, veroorzaakt door de syphilis, aan -het einde der vijftiende eeuw uit Amerika overgebracht, die, zooals -Burckhardt en anderen aangetoond hebben, leidde tot het verval van -het middeleeuwsch bordeel [150]. - -De superieure moderne prostituée, de "courtisane", die niet in -verbinding stond met het bordeel, schijnt zich uit de Renaissance -ontwikkeld te hebben en trad in Italië op aan het einde van de -vijftiende eeuw. "Courtisane" of "cortegiana" beteekende een dame, -die het hof volgde, en in dezen tijd begon het woord toegepast -te worden op een superieure prostituée, die een zekere mate van -decorum en terughouding in acht nam [151]. Aan het pauselijk hof -van Alexander Borgia werd de courtisane geëerd, zelfs al was haar -gedrag niet volkomen waardig. Burchard, de getrouwe en onberispelijke -geschiedschrijver van dit hof, beschrijft in zijn dagboek, hoe op -een avond in October 1501 de paus vijftig courtisanes liet komen, die -naar zijn vertrek moesten gebracht worden; na het souper dansten zij, -in tegenwoordigheid van Caesar Borgia en zijn jonge zuster Lucrezia, -met de dienaren en anderen, die daar tegenwoordig waren, eerst gekleed, -daarna naakt. De kandelaars met de brandende kaarsen er op werden toen -op den grond geplaatst en kastanjes werden daartusschen gestrooid, -die door de vrouwen, al kruipend op handen en voeten tusschen de -kandelaars opgeraapt moesten worden. Ten slotte werden er prijzen -voor den dag gebracht, die als belooning moesten komen aan die -mannen "qui pluries dictos meretrices carnaliter agnoscerent"; wie de -overwinnaar was in den wedstrijd werd bepaald door het oordeel van de -toeschouwers [152]. Deze scene, die in het publiek in het paleis van -den paus vertoond werd en zonder terughouding openbaar gemaakt werd -door een onpartijdig secretaris, is tevens een opmerkelijke episode -in de geschiedenis van de moderne prostitutie en een van de beste -illustraties die we hebben van het heidendom van de Renaissance. - - - Voordat het woord "courtisane" in gebruik kwam, werden prostituées - zelfs in Italië gewoonlijk "zondaressen" genoemd peccatrice. De - naamsverandering merkt Graf op in een zeer belangwekkende studie - over de prostituée van de Renaissance ("Una Cortigiana fra - Mille", Attraverso il Cinquecento, pp. 217-351), "geeft blijk - van een groote wijziging in denkbeelden en in leven"; een woord - dat schande aanduidde, maakte plaats voor een dat goedkeuring - te kennen gaf, en zelfs eer, want de hoven van den tijd der - Renaissance vertegenwoordigden de mooiste ontwikkeling van den - tijd. De beste van deze courtisanes schijnen niet geheel de eer, - die zij ontvingen, onwaardig geweest te zijn. Wij kunnen dat - bemerken in haar brieven. Er is een hoofdstuk over de brieven van - de prostituées tijdens de Renaissance, vooral die van Camilla de - Pisa; ze worden gekenmerkt door waren hartstocht in de Frauenbriefe - der Renaissance van Lothar Schmidt. De beroemde Imperia, die door - een paus in de eerste jaren van de zestiende eeuw "nobilissimum - Romae scortum" genoemd werd, kende Latijn en kon Latijnsche - verzen schrijven. Andere courtisanes kenden Italiaansche en - Latijnsche verzen uit haar hoofd, en waren talentvol in muziek, - dansen en spreken. Wij worden herinnerd aan het oude Griekenland, - en Graf vindt, waar hij bespreekt in hoeverre de courtisanes van - de Renaissance op de hetaren geleken, een groote overeenkomst, - vooral in beschaving en invloed, hoewel er eenige verschillen - zijn, die berusten op de vijandschap tusschen den godsdienst en - de prostitutie in den lateren tijd. - - De in alle opzichten meest bekende figuur was zeker Tullia - D'Aragona. Zij was waarschijnlijk de dochter van kardinaal - D'Aragona (een onwettige afstammeling van de Spaansche - koningsfamilie) bij een courtisane uit Ferrara, die zijn - maitres werd. Tullia was zeer beroemd om haar verzen. Haar - beste sonnet is gericht aan een jong mensch van twintig jaar, - dien zij hartstochtelijk liefhad, maar die haar liefde niet - beantwoordde. Haar Guerrino Meschino, een vertaling uit het - Spaansch, is een rein en kuisch werk. Zij was een vrouw van - verfijnde instincten en aspiraties, en later gaf zij haar leven - van prostitutie op. Zij werd zeer geëerd en geacht. Toen in 1546 - Cosimo de hertog van Florence beval dat alle prostituées een - sluier moesten dragen als een openlijk kenteeken van haar beroep, - beriep Tullia zich op de hertogin, een Spaansche dame van een hoog - karakter, en kreeg vrijstelling van het dragen van dit kenteeken - wegens haar "rara scienzia di poesia et filosofia". Zij droeg - haar Rime op aan de hertogin. Tullia d'Aragona was heel mooi, - met blond haar en bijzonder groote heldere oogen, die hen, die - met haar in aanraking kwamen, beheerschten. Zij gedroeg zich - trots en boezemde ongewoon veel eerbied in (G. Biagi, "Un Etera - Romana", Nuova Antologia, deel IV, 1886, pp. 655-711; S. Bongi, - Rivista critica della Letteratura Italiana, 1886, IV, p. 186). - - Tullia d'Aragona was klaarblijkelijk niet een courtisane in - haar hart. Misschien wordt het meest typische voorbeeld van de - courtisane der Renaissance op haar best gegeven door Veronica - Franco, die in 1546 te Venetië geboren werd uit een familie uit den - middenstand en op jeugdigen leeftijd met een dokter trouwde. Van - haar is ook gezegd dat, terwijl ze van beroep een prostituée was, - zij van aanleg een dichteres was. Maar zij schijnt wel tevreden - geweest te zijn met haar beroep en er zich nooit over geschaamd - te hebben. Haar leven en karakter zijn bestudeerd door Arturo - Graf, en oppervlakkiger door Tassini. Zij was zeer ontwikkeld - en kende verscheiden talen; zij zong ook goed en bespeelde vele - instrumenten. In een van haar brieven raadt ze een jongen man, - die krankzinnig verliefd op haar was, dat, als hij haar gunst - wil verkrijgen, hij moet ophouden haar lastig te vallen en zich - rustig aan de studie moet wijden. "Je weet wel", voegt zij er - bij, "dat allen, die er aanspraak op maken mijn liefde te kunnen - verwerven, en die mij zeer lief zijn, zich met ijver wijden aan - gezette studiën... Als mijn vermogen het mij veroorloofde, dan - zou ik al mijn tijd rustig in de genootschappen van deugdzame - mannen doorbrengen". De Diotima's en Aspasia's van de oudheid - zouden, zooals Graf er bijvoegt, niet zooveel van haar minnaars - geëischt hebben. In haar gedichten kan men eenige van haar - liefdesgeschiedenissen nasporen, en zij geeft soms blijk van hevige - jaloezie bij de gedachte, dat mogelijk een andere vrouw den man zou - kunnen naderen dien zij liefheeft. Eens werd ze verliefd op een - geestelijke, misschien een bisschop, met wien ze niet in eenige - betrekking trad, en na een lange afwezigheid, die haar liefde - genas, werden zij getrouwe vrienden. Eens kreeg ze een bezoek van - Hendrik III van Frankrijk, die haar portret wegnam, terwijl zij - van haar kant beloofde, dat ze een boek aan hem zou opdragen; zij - kwam deze belofte in zooverre na, dat ze eenige sonnetten aan hem - richtte en een brief; "de koning voelde geen schaamte over deze - intimiteit met de courtisane", merkt Graf op, "en zij dacht ook - geen oogenblik dat hij er zich over schamen zou". Toen Montaigne - door Venetië kwam, zond zij hem een van haar boekjes, zooals we - uit zijn journal hooren, hoewel het niet blijkt dat zij elkander - ontmoet hebben. Tintoret was een van haar vele beroemde vrienden, - en ze was een ijverig voorstandster van de hooge kwaliteiten van - moderne kunst in vergelijking van antieke. Zij was hartelijk in - haar vriendschap, en het schijnt dat zij verschillende groote - dames onder haar vriendinnen rekende. Zij schaamde zich echter - zoo weinig over haar beroep van courtisane, dat zij in een van - haar gedichten zegt, dat Apollo haar andere kunsten geleerd heeft - dan die men gewoonlijk denkt dat hij onderwijst: - - - "Così dolce e gustevole divento, - Quando mi trovo con persona in letto - Da cui amata e gradita mi sento". - - - In een zekere catalogus van de prijzen van Venetiaansche - courtisanes staat Veronica aangeschreven voor maar 2 scudi voor - haar gunsten, terwijl de courtisane, aan wie de catalogus gewijd - is, op 25 scudi wordt geprijsd. Graf meent, dat er hier een - vergissing in het spel is of boosaardigheid, en een Italiaansch - edelman van dien tijd zegt, dat zij niet minder dan 50 scudi vroeg - van hen, aan wie zij bereid was toe te staan wat Montaigne noemde - de "negotation entière". - - Wat deze kwestie aangaat mogen we melden dat, zooals Bandello - zeide, het de gewoonte was voor een Venetiaansche prostituée om - zes of zeven mannen tegelijk als minnaars te hebben. Ieder had - recht een avond per week bij haar te komen soupeeren en slapen, - terwijl haar dagen vrij bleven. Zij betaalden haar zooveel per - maand, maar zij behield zich altijd bepaald het recht voor, - als ze dat wilde, een vreemdeling, die door Venetië kwam, te - ontvangen, en dan den tijd van haar afspraak met haar minnaar - voor den nacht te veranderen. De hooge en speciale prijzen die - wij vermeld vinden zijn natuurlijk die, welke gevraagd werden - van den nu en dan komenden aanzienlijken vreemdeling, die naar - Venetië kwam, zooals in de zestiende eeuw Montaigne. - - In 1580 (toen ze eerst vier en dertig jaar oud was) vertelde - Veronica in de biecht, dat zij zes kinderen had gehad. In hetzelfde - jaar vormde zij het plan een tehuis te stichten, dat niet een - klooster zou zijn, waar prostituées, die haar levenswijze wenschten - te veranderen, een toevlucht konden vinden met haar kinderen, - als ze die hadden. Dit schijnt geleid te hebben tot de oprichting - van een Casa del Soccorso. In 1591 stierf zij aan de koorts, - verzoend met God en gezegend door vele ongelukkigen. Zij had een - goed hart en een gezond verstand, en was de laatste van de groote - courtisanes van de Renaissance, die het Grieksche hetarendom deden - herleven (Graf, Attraverso il Cinquecento, pp. 271-351). Zelfs - in het Venetië van de zestiende eeuw echter schijnt, naar we zien - zullen, Veronica Franco niet geheel vrede gehad te hebben met de - loopbaan van courtisane. Zij was klaarblijkelijk niet geschikt - voor een gewoon huwelijk, en toch mag men er nog aan twijfelen of - onder de gunstigste omstandigheden, die de moderne wereld ooit - geboden heeft, de loopbaan van prostituée volkomen voldoening - kan bieden aan een vrouw van een ruim hart en een ruim verstand. - - Ninon de Lenclos, die dikwijls "de laatste van de groote - courtisanes" genoemd is, kan wel een uitzondering genoemd worden - op den algemeenen regel, dat een vrouw van een goed hart, hoog - karakter en fijn verstand geen voldoening zou kunnen vinden in - het leven van een prostituée. Maar het is een totaal verkeerde - opvatting van het temperament van Ninon de Lenclos en van haar - loopbaan haar in eenige ware beteekenis eigenlijk een prostituée - te noemen. Eenige kennis van zelfs maar de minste schets van haar - leven moest voorkomen, dat men zulk een vergissing beging. Geboren - in het begin van de zeventiende eeuw, was zij van goede familie - aan beide zijden; haar moeder was een vrouw van een strengen - levenswandel, maar haar vader, een edelman uit Touraine bezielde - haar met zijn eigen Epicuristische philosophie zoowel als met - zijn liefde voor de muziek. Zij was uiterst welopgevoed. Op den - leeftijd van zestien of zeventien had zij haar eersten minnaar, - den edelen Gaspard de Coligny; hij werd een halve eeuw lang gevolgd - door een reeks andere minnaars, soms meer dan een tegelijk; drie - jaar was de langste tijd dat zij aan één minnaar trouw bleef. Haar - aantrekkelijkheden bleven zoolang bestaan, dat men zegt dat drie - generaties van Sévignés onder haar minnaars behoorden. Tallemant - des Réaux stelt ons in staat haar liaisons in bijzonderheden - te bestudeeren. - - Het is echter niet de hoeveelheid minnaars, die een vrouw maakt - tot een prostituée, maar de aard van haar verhoudingen tot - hen. Sainte-Beuve schijnt, in een overigens bewonderenswaardige - studie over Ninon de Lenclos (Causeries du Lundi, deel IV) haar - onder de courtisanes te rekenen. Maar geen vrouw is een prostituée, - tenzij zij mannen gebruikt als een bron van geldelijke winst. Niet - alleen is er geen bewijs, dat dit het geval was met Ninon, maar - alle gegevens, die er zijn, sluiten zulk een verhouding uit. "Er - was veel slimheid voor noodig", zeide Voltaire, "en veel liefde - van haar kant, om haar er toe te brengen, geschenken aan te - nemen". Tallemant zegt wel, dat zij soms geld aannam van haar - minnaars, maar dit gezegde slaat waarschijnlijk op niets anders - dan wat besloten ligt in Voltaire's opmerking; en in allen gevalle - zijn de praatjes van Tallemant, hoewel hij gewoonlijk goed op de - hoogte is, niet altijd te vertrouwen. Allen zijn het eens over - haar groote belangeloosheid. - - Wanneer we van Ninon de Lenclos hooren in verband met geld, - dan is het niet, dat ze een gift ontvangt, maar alleen, dat ze - een oude schuld terugbetaalt aan een vroegeren minnaar, of een - groote som teruggeeft, die bij haar onder haar veilige hoede achter - gelaten was, terwijl de eigenaar in ballingschap verkeerde. Zulke - voorvallen wijzen allerminst op de prostituée van welke eeuw - ook, zij wijzen eer op verhoudingen, die zouden kunnen bestaan - tusschen vrienden. Het karakter van Ninon de Lenclos was in vele - opzichten verre van volmaakt, maar zij vereenigde vele mannelijke - deugden, en vooral eerlijkheid, met een temperament dat over het - geheel zeker vrouwelijk genoemd mag worden; zij had een afkeer - van huichelarij, en zij werd nooit beïnvloed door geldelijke - overwegingen. Zij was bovendien nooit roekeloos, maar behield - altijd een zekere zelfbeperking en matigheid, zelfs bij eten en - drinken, en gebruikte, naar ons verteld wordt, nooit wijn. Zij was, - zooals Sainte-Beuve opgemerkt heeft, de eerste, die zich duidelijk - voor oogen heeft gesteld, dat er dezelfde deugden moeten zijn - voor mannen en voor vrouwen, en dat het dwaas is alle vrouwelijke - deugden tot éene terug te brengen. "Onze sekse is belast met - alle beuzelachtigheden", schreef zij, "en de mannen hebben voor - zichzelf alle eigenschappen bewaard, die er op aan komen: Ik heb - van mezelf een man gemaakt". Zij kleedde zich soms als man als - ze paard reed (zie b.v. Correspondence Authentique van Ninon de - Lenclos, met een goede introductie door Emile Colombey). Bewust - of onbewust vertegenwoordigde zij een nieuw vrouwelijk denkbeeld - op een tijd, toen--zooals we in veel vergeten romans door vrouwen - van dien tijd geschreven zien kunnen--de gezichtskring der vrouwen - zich begon uit te breiden. Zij was de eerste en ongetwijfeld - in éen opzicht de uiterste vertegenwoordigster van een kleine - en uitstekende groep Fransche vrouwen, onder wie George Sand de - mooiste persoonlijkheid is. - - Zoo is het nutteloos de geschiedenis van de prostitutie te - versieren met den naam van Ninon de Lenclos. Een gedemoraliseerde - oude prostituée zou nooit, zooals Ninon, aan het einde van haar - lange leven, in staat geweest zijn de liefde en de achting van - vele van de beste mannen en vrouwen van haar tijd te behouden - of te verwerven; zelfs aan den gestrengen Saint-Simon scheen - het toe, dat er in haar kleine hof een decorum heerschte, dat - de grootste prinsessen niet bereiken kunnen. Zij was niet een - prostituée, maar een vrouw van een persoonlijkheid met een eigen - karakter, zelfs niet zonder eenige genialiteit. Dat zij niet na - te volgen was, behoeven we misschien niet zeer te betreuren. Op - het laatst van haar leven, in 1699, schreef haar oude vriend - en vroegere minnaar Saint-Evremond, met maar een klein beetje - overdrijving, dat er weinig prinsessen en weinig heiligen waren, - die niet hun hof of hun klooster zouden verlaten om met haar - van plaats te verwisselen. "Als ik van tevoren geweten had, - wat mijn leven zou zijn, dan had ik mij opgehangen", was haar - dikwijls aangehaalde antwoord. Het is inderdaad een op zich - zelf staand gezegde, misschien niet meer dan de uitdrukking van - een stemming van het oogenblik; men kan er wel te veel notitie - van nemen. Meer waarlijk karakteristiek is het mooie gezegde, - waarin haar Epicurische philosofie naar Nietzsche overhelt; - "La joie de l'esprit en marque la force". - - -Het vrijmoedig goedkeuren van de prostitutie door de geestelijke of -zelfs door de wereldlijke macht is, sinds de Renaissance, meer en -meer een uitzondering geworden. Het tegenovergestelde uiterste, te -trachten de prostitutie uit te roeien, is ook in de praktijk volkomen -verlaten. Er zijn inderdaad sporadische pogingen gedaan de prostitutie -met krachtige hand neer te drukken, zelfs in zeer moderne tijden. Het -wordt nu echter erkend, dat in zulk een geval het geneesmiddel erger -is dan de kwaal. - - - In 1860 gevoelde een burgemeester van Portsmouth het als zijn - plicht te trachten de prostitutie te onderdrukken. "In den - eersten tijd van zijn burgemeesterschap", zegt een door de - "Select committee" voor de wet op besmettelijke ziekten gehoorde - getuige (p. 393), "werd er een order uitgevaardigd, dat aan iederen - bierhuis- en tapperijhouder met vergunning in de gemeente, waarvan - men wist, dat hij vrouwen, vrouwen van verdachte zeden herbergde, - een proces zou aangedaan worden en dat hij waarschijnlijk zijn - concessie zou verliezen. Op een goeden dag werden ongeveer drie - of vier honderd van deze ongelukkige schepsels alle tegelijk de - straat op gedreven, en zij stelden zich op in een groote troep, - vele van haar met alleen een hemd aan en een rok; met een menigte - dronken mannen en jongens met een fluit en een viool achter zich - aan trokken ze verscheiden dagen door de straten. Zij marcheerden - alle naar het werkhuis, maar om vele redenen werden ze niet - toegelaten... Deze vrouwen dwaalden twee of drie dagen lang rond - zonder schuilplaats, en men gevoelde, dat het geneesmiddel erger - was dan de kwaal; daarom werd de vrouwen toegestaan naar haar - vroegere woonplaatsen terug te keeren". - - Dergelijke proeven zijn in later tijd in Amerika genomen. "In - Pittsburg, in Pennsylvanië werden de bordeelen in 1891 gesloten, - de bewoonsters werden op straat gezet en de inwoners van die - plaats weigerden haar huisvesting en zelfs voedsel. Een sterke - protestbeweging door het geheele land, bij deze beleediging der - humaniteit, veroorzaakte een reactie, die leidde tot een toestand, - die in het geheel niet beter was dan de vroegere". In hetzelfde - jaar kwam ook een dergelijk geval voor in New-York, met dezelfde - ongelukkige resultaten (Isidore Dyer, "The Municipal Control - of Prostitution in the United States", report presented to the - Brussels International Conference in 1899). - - -In plaats van deze pogingen kwam men er toe de prostitutie te -controleeren, ze half officieel te dulden, waardoor de autoriteiten -in staat gesteld werden er contrôle over uit te oefenen, en zooveel -mogelijk tegen de nadeelen ervan te waken door medisch onderzoek en -politietoezicht. Het nieuwe bordeel-systeem verschilde van de oude -middeleeuwsche bordeelen in vele opzichten; het omvatte een regelmatig -medisch onderzoek en het trachtte iedere concurrentie door prostituées -zonder vergunning daarbuiten, te onderdrukken. Bernard Mandeville, -de schrijver van de Fable of the Bees, een scherpzinnig denker, -was een groot voorstander van dit systeem. In 1724, in zijn Modest -Defense of Publick Stews betoogt hij, dat "het aanmoedigen van het -openlijk toelaten van de prostitutie niet alleen de meeste van de -verkeerde gevolgen van deze ondeugd zal voorkomen, maar zelfs de mate -van ontucht in het algemeen verminderen zal en ze zal terugvoeren tot -de engste grenzen, waarin ze kan vervat worden". Hij stelde voor vrije -prostitutie tegen te gaan door bij akte van het Parlement speciale -privileges en vrijheden aan bordeelen te geven. Zijn plan omvatte het -oprichten van honderd bordeelen in een speciaal stadsgedeelte, waar -twee duizend prostituées en honderd flinke en ervaren matrones met -dokters en chirurgijns zouden kunnen wonen, zoowel als een commissie -om het geheel te overzien. Mandeville werd echter beschouwd als een -cynicus of erger, en van zijn plan werd geen nota genomen of het -werd met minachting behandeld. Het was overgelaten aan het genie -van Napoleon om tachtig jaar later, het systeem van de "maisons -de tolérance" in te stellen, dat tijdens het grootste deel van de -vorige eeuw voor de vorming van de verhoudingen der prostitutie in -Europa zulk een groote beteekenis gehad heeft, en nog heden in zijn -overblijfsels aanleiding geeft tot groote meeningsverschillen. - -Over het geheel kunnen we echter zeggen, dat het systeem van -inschrijven, onderzoeken en controleeren van prostituées nu tot -het verleden behoort. Veel strijd is er over deze kwestie gevoerd; -van het meeste belang is de strijd, die in Engeland jarenlang over de -wet op de besmettelijke ziekten (Contagious Diseases Acts) gevoerd is -en die men vinden kan in het 600 bladzijden groote bericht van een -speciaal comité voor deze wet, dat in 1882 uitkwam. De meerderheid -van de leden van dit comité was vóor het aannemen van de wet, die -desniettegenstaande in 1886 verworpen werd; sinds dien tijd is er -geen ernstige poging gedaan haar weer aan te nemen. - -Tegenwoordig vindt het oude systeem, hoewel het nog in veel landen -blijft bestaan met de trage onbehouwenheid van eens ingestelde -stichtingen, geen algemeene goedkeuring meer. Zooals Paul en Victor -Margueritte naar waarheid gezegd hebben, in een scherp onderzoek naar -de verschijnselen van door den staat gecontroleerde prostitutie zooals -zij die in Parijs vonden, is het systeem "om te beginnen barbaarsch -en bovendien bijna zonder uitwerking". De deskundige wijst iederen -dag duidelijker op het gebrek aan uitwerking, dat het heeft, terwijl -de psycholoog en de socioloog steeds meer overtuigd worden, dat het -barbaarsch is. - -Het kan echter in het geheel niet gezegd worden, dat er eenige -overeenstemming tusschen de autoriteiten op dit gebied verkregen -is. Het is klaarblijkelijk zoo dringend noodig een dam op te stellen -tegen den vloed van ziekte en ellende, die direct voortkomt uit het -verspreiden van syphilis en gonorrhea, en indirect uit de prostitutie, -die de voornaamste verspreidster van deze ziekten is, dat we ons niet -kunnen verwonderen, dat menigeen begeerig grijpt naar ieder systeem, -dat een vermindering van het kwaad schijnt te beloven. Tegenwoordig -echter hebben zij, die het best bekend zijn met de werking van het -contrôle-systeem, zich ten duidelijkste voor oogen gesteld, dat de -veronderstelde vermindering voor het grootste gedeelte denkbeeldig is -[153], en dat ze in ieder geval verkregen wordt ten koste van het -kunstmatig produceeren van andere verkeerdheden. - -In Frankrijk, waar het systeem van inschrijven en van contrôle op -de prostituées langer dan een eeuw bestaat [154], en waar dus de -gevolgen ervan, als die er zijn, duidelijk merkbaar moeten wezen, -ondervindt het bijna hartstochtelijke tegenkanting van bekwame -mannen van iedere klasse der gemeenschap. In Duitschland is de -tegenstand tegen geregelde contrôle langen tijd door wel-toegeruste -deskundigen gevoerd, met Blaschko uit Berlijn aan het hoofd. Ook in -Amerika wordt dit systeem verworpen. Gottheil uit New-York vindt, -dat contrôle van gemeentewege op de prostitutie "geen succes heeft -en ook niet wenschelijk is". Heidingsfeld komt tot het besluit, -dat het systeem van regeling en contrôle, dat in Cincinnati in zwang -is, weinig goed en veel kwaad gedaan heeft; onder dit stelsel zijn -onder de particuliere patienten in zijn eigen kliniek gevallen van -syphilis en gonorrhea gemiddeld beide toegenomen; "onderdrukken van -de prostitutie is onmogelijk en contrôle is onpraktisch" [155]. - - - In Duitschland worden de pogingen tot regeling der prostitutie - het strengst vastgehouden, met gevolgen, die in Duitschland zelf - als ongelukkig worden beschouwd. Zoo straft de Duitsche wet met - een geldboete de hoofden van gezinnen, die onwettigen sexueelen - omgang in hun huis toelaten. Dit is bedoeld om de prostituée - zonder vergunning te treffen, maar inderdaad moedigt het de - prostitutie aan, want een paar fatsoenlijke jonge menschen, - dat besluit een verhouding aan te gaan, die zich later tot - een huwelijk ontwikkelen kan, en die niet onwettig is (want - buitenechtelijke sexueele omgang per se is niet in Duitschland, - zooals in de verouderde wetten van verschillende Amerikaansche - staten, een strafbare misdaad) wordt door de achterdochtige - politie aan zooveel last en ergernis onderworpen, dat het voor het - meisje veel gemakkelijker is prostituée te worden en zich onder - de bescherming der politie te plaatsen. De wet was hoofdzakelijk - gericht tegen hen, die prostituées uitbuiten. Maar in de praktijk - werkt ze anders. De prostituée moet buitensporig hooge huren - betalen, zoodat haar huisheer feitelijk leeft van de opbrengst - van haar bedrijf, terwijl zij haar beroep met grootere inspanning - en op ruimer schaal moet drijven om haar zware onkosten te dekken - (P. Hausmeister, "Zur Analyse der Prostitution", Geschlecht und - Gesellschaft, deel II, 1907, p. 294). - - In Italië zijn de meeningen over deze zaak zeer verdeeld. Het - regelen van de prostitutie is achtereenvolgens aangenomen, - afgeschaft en weer aangenomen. In Zwitserland, het land van - regeeringsproeven, zijn in verschillende kantons verschillende - stelsels toegepast. In sommige wordt geen enkele poging gedaan - zich met de prostitutie te bemoeien, behalve onder speciale - omstandigheden; in andere is alle prostitutie, en zelfs ontucht - in het algemeen, strafbaar; in Genève mogen alleen prostituées, - die er geboren zijn, haar bedrijf uitoefenen; in Zürich is sinds - 1897 de prostitutie verboden, maar er wordt voor gezorgd, dat - er geen moeilijkheden in den weg gelegd worden aan de vrije - sexueele verhoudingen, die niet om winst begonnen zijn. Met - deze verschillende regelingen staat, naar men zegt, de moraal in - Zwitserland over het algemeen tamelijk wel op hetzelfde niveau als - elders (Moreau-Christophe, Du Problème de la Misère, deel III, - p. 259). Dezelfde conclusie geldt voor Londen. Een onpartijdig - waarnemer, Félix Remo (La Vie Galante en Angleterre, 1888. p. 237) - kwam tot de conclusie, dat, niettegenstaande Londen's vrije handel, - het vrije bestaansbedrijf van de prostitutie, de excessen op - alcoholgebied, de deugden van allerlei soort, "deze stad een van - de meest moreele hoofdsteden van Europa is". De emancipatie op dit - gebied in de laatste jaren is gebleken uit het afschaffen van het - systeem van de regeling op de prostitutie door Denemarken in 1906. - - -Zelfs de vurigste voorstanders van de regeling van de prostitutie -erkennen, dat niet alleen de geest van de beschaving eerder ongunstig -dan gunstig is aan het systeem, maar dat in de vele landen, waar het -stelsel in stand blijft, de ingeschreven prostituées grond verliezen -in den strijd tegen de heimelijke prostitutie. Zelfs in Frankrijk, -het klassieke land van van politie-wege gecontroleerde prostituées, -zijn de "maisons de tolérance" sinds langen tijd gestadig in aantal -afgenomen, in het geheel niet omdat de prostitutie afneemt, maar omdat -volks brasseries en kleine café-chantants, die gewoonlijk bordeelen -zonder vergunning zijn, de plaats ervan innemen [156]. - -De regeling op grooten schaal van de prostitutie in beschaafde centra -wordt tegenwoordig inderdaad nog slechts door weinigen aangeraden, -alleen nog door eenige voorstanders van de nieuwere school. Op zijn -hoogst wordt ze op bepaalde plaatsen onder speciale omstandigheden -wenschelijk geacht [157]. Zelfs zij, die nog gaarne de prostitutie -volkomen onder contrôle van de politie zouden willen hebben, erkennen -nu, dat de ondervinding aantoont, dat dit onmogelijk is. Daar vele -meisjes haar loopbaan zeer vroeg beginnen, zou een gezond systeem van -regeling er geen bezwaar in moeten zien als vaste prostituées in te -schrijven zelfs meisjes, die nog weinig meer dan kinderen zijn. Dat -is echter een logische conclusie, waartegen de moreele zin en zelfs -het gezonde verstand van een gemeenschap zich instinctief verzet. In -Parijs mogen meisjes niet ingeschreven worden als prostituée voor -zij den leeftijd van zestien bereikt hebben en sommigen vinden dien -leeftijd zelfs te laag [158]. Bovendien kan de ingeschreven vrouw, -als zij ziek wordt, of haar positie moede is, altijd uit de handen -van de politie weg glippen en zich ergens anders vestigen als -clandestiene prostituée. Iedere starre poging om de prostitutie -in handen der politie te houden leidt tot hinderlijke bemoeiing -met de daden en de vrijheid van respectabele vrouwen, die zeker -ondragelijk moeten zijn in iedere vrije gemeenschap. Zelfs in een -stad als Londen, waar de prostitutie betrekkelijk vrij is, heeft -het politietoezicht aanleiding gegeven tot lasterlijke aanklachten -van politieambtenaren tegen vrouwen, die niets hoegenaamd gedaan -hebben, dat een verdenking tegen haar zou kunnen rechtvaardigen. Het -ontsnappen van de geïnfecteerde vrouw aan het politietoezicht heeft, -dat is duidelijk, de uitwerking, dat het gezondheidsniveau van -ingeschreven vrouwen schijnbaar verhoogd wordt, en de statistieken -van de politie geven nog verder op misleidende wijze een te mooi beeld -door het feit, dat de bewoonsters van bordeelen gemiddeld ouder zijn -dan clandestiene prostituées en tegen ziekte immuun zijn geworden -[159]. Deze feiten beginnen nu tamelijk wel bekend en erkend te -worden. De staatsregeling op de prostitutie is niet gewenscht, op -moreele gronden om de reden, waarop dikwijls de nadruk is gelegd, -dat ze alleen toegepast wordt op éen sekse, en op praktische gronden, -omdat ze geen uitwerking heeft. De maatschappij vergunt de politie -de prostituée te hinderen met kleine plagerijen wegens "aanhalen", -"onbetamelijk gedrag", enz., maar ze is er niet langer van overtuigd, -dat zij onder absolute contrôle van de politie behoort te staan. - -Het probleem van de prostitutie schijnt, als we het nauwkeurig bezien, -nu nog in dezelfde positie te zijn, waarin het te allen tijde in -den loop van de laatste drie duizend jaren geweest is. Om echter -de werkelijke beteekenis van de prostitutie te begrijpen, en tot -een rationeele houding tegenover haar te komen, moeten we ze van -een ruimer standpunt beschouwen; we moeten niet alleen de evolutie -en de geschiedenis ervan bestudeeren, maar evenzeer de oorzaken, de -verhoudingen en de verdere sociologische perspectieven ervan. Als wij -op die wijze het probleem van een ruimer standpunt beschouwen, dan -zullen we zien, dat er geen verschil bestaat tusschen de eischen van -ethische en die van maatschappelijke hygiëne, en dat de werkzaamheid -van beide gelijkelijk besloten ligt in de progressieve verfijning en -zuivering van beschaafde sexueele verhoudingen. - - - - -III. DE OORZAKEN VAN DE PROSTITUTIE. - -De geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling van de prostitutie -stelt ons in staat te zien, dat de prostitutie niet een toevallig -bijkomstig iets is van ons huwelijks-systeem, maar dat het een -essentieel bestanddeel is, dat tegelijk met de andere bestanddeelen -ervan voor den dag komt. De geleidelijke ontwikkeling van de familie op -patriarchale en grootelijks monogame basis, maakte het hoe langer hoe -moeilijker voor een vrouw over haar eigen persoon te beschikken. Zij -behoorde in de eerste plaats aan haar vader, wiens belang het was -haar zorgvuldig te bewaken, totdat er een echtgenoot zou komen, die -rijk genoeg was om haar te koopen. In de verhooging van haar waarde -ontwikkelde zich geleidelijk het nieuwe denkbeeld van de marktwaarde -der maagdelijkheid, en waar een "maagd" vroeger beteekend had een -vrouw, die vrij was met haar eigen lichaam te doen wat zij wilde, werd -de beteekenis ervan nu veranderd en begon het te beteekenen een vrouw, -die van den omgang met mannen uitgesloten was. Als zij van haar vader -overgedragen werd aan een echtgenoot, dan werd ze nog met dezelfde -zorg bewaakt; echtgenoot en vader hadden er gelijkelijk belang bij hun -vrouwen te beschermen tegen ongehuwde mannen. De toestand, die zoo -ontstond, leidde tot het bestaan van een groote groep jonge mannen, -die nog niet rijk genoeg waren om vrouwen te verkrijgen en een groote -groep jonge vrouwen, die nog niet tot vrouw gekozen waren, en waarvan -velen niet konden verwachten ooit te zullen huwen. Op zulk een punt -van de evolutie is de prostitutie klaarblijkelijk onvermijdelijk; ze is -niet zoozeer de onontbeerlijke aanvulling van het huwelijk, als wel een -essentieel deel van het geheele systeem. Sommige van de overtollige of -verwaarloosde vrouwen vinden, terwijl zij haar geldswaarde realiseeren -en misschien meteen tradities doen herleven van een vroegere vrijheid, -een maatschappelijken werkkring, door haar gunsten te verkoopen om -de tijdelijke begeerten te voldoen van de mannen, die nog geen vrouw -hebben kunnen krijgen. Zoo is iedere schakel in den keten van het -huwelijkssysteem vast aaneengesnoerd en een cirkel gevormd. - -Maar terwijl de geschiedenis van de opkomst en de ontwikkeling der -prostitutie ons doet zien welk een onverwoestbaar en essentieel -element de prostitutie is van het huwelijks-systeem, dat sinds lang -in Europa bestaan heeft--onder verschillende toestanden van ras, -staatkunde, maatschappij en godsdienst--verschaft het ons toch niet -in ieder opzicht de feiten, die noodig zijn om tegenwoordig tot een -bepaalde houding jegens de prostitutie te komen. Om de plaats van -de prostitutie in ons bestaand systeem te begrijpen, is het noodig, -dat we de voornaamste factoren van de prostitutie analyseeren. We -kunnen die het gemakkelijkst leeren begrijpen, als we de prostitutie, -naar volgorde, van vier gezichtspunten bekijken. Deze zijn: (1) -economische noodzakelijkheid; (2) biologische predispositie; (3) -moreele voordeelen; en (4) wat genoemd kan worden de waarde ervan -voor de beschaving. - -Terwijl deze vier factoren van de prostitutie mij degene toeschijnen, -die ons hier voornamelijk aangaan, is het nauwelijks noodig er -op te wijzen, dat vele andere oorzaken samenwerken om prostitutie -te veroorzaken en te wijzigen. Prostituées zelf trachten dikwijls -andere meisjes er toe te brengen dezelfde paden in te slaan; er moeten -nieuwelingen gevonden worden voor bordeelen, waardoor we "den handel -in blanke slavinnen" krijgen, die nu in vele deelen van de wereld -krachtdadig bestreden wordt; terwijl al de vormen om meisjes tot dit -leven te verleiden begunstigd worden door alcoholisme, dat dikwijls -de prostitutie als het ware voorbereidt. Gewoonlijk zal men vinden, -dat verscheidene oorzaken samengewerkt hebben om het meisje op den -weg der prostitutie te voeren. - - - De wijzen, waarop verschillende factoren van omgeving en suggestie - samenwerken om een meisje tot prostitutie te verleiden, worden - aangeduid in het volgende gezegde, waarin een correspondent, - als man van de wereld, zijn eigen conclusies over de zaak heeft - uiteengezet: "Ik heb tamelijk veel ervaringen gehad met lichte - vrouwen van allerlei soort en ik kan zonder aarzelen zeggen, - dat niet meer dan 1 percent van de vrouwen die ik gekend heb, - als beschaafd konden worden beschouwd. Dit wijst er op, dat zij - altijd van lage afkomst zijn, en de verschrikkelijke gevallen - van overbevolking, die dagelijks aan het licht komen, geven - aanleiding te denken dat reeds op zeer jeugdigen leeftijd het - gevoel van schaamte verloren gaat, en dat lang vóór de puberteit - een zekere gemeenzaamheid met sexueele zaken ontstaat. Zoodra zij - oud genoeg zijn, worden deze meisjes door haar minnaars verleid; - de gemeenzaamheid, waarmee zij sexueele zaken beschouwen, neemt - de terughouding weg die een meisje beschermt, dat haar jeugd in - fatsoenlijken kring heeft doorgebracht. Later gaan de meisjes - in fabrieken en winkels werken; als zij mooi en aantrekkelijk - zijn hebben zij betrekkingen met chefs en meesterknechts. Dan - brengt de lust tot opschik, die zoo'n grooten factor vormt in het - vrouwelijk karakter er haar toe de "maitres" te worden van een - man met geld. Een merkwaardig ding in deze verhouding is, dat zij - zelden genot vinden bij haar beschermers, en dat ze aan de ruwer - omarmingen van den een of anderen man, die in stand dichter bij - haar is, zeer dikwijls een soldaat, de voorkeur geven. Ik heb niet - veel vrouwen gekend die verleid waren en verlaten, hoewel dit een - voorstelling is, die door prostituées dikwijls van de zaak gegeven - wordt. Kellnerinnen nemen een groote plaats in in de gelederen van - de prostitutie, voor een groot deel ten gevolge van haar verslaafd - zijn aan den drank; dronkenschap leidt bij vrouwen altijd tot - laksheid in de moreele terughouding. Een andere machtige factor - voor het overgaan tot de prostitutie ligt in den glans van den - opschik, waarmee gepronkt wordt door den eene of andere vriendin, - die dit leven reeds aangenomen heeft. Een meisje, dat hard werkt, - om te leven ziet een vriendin, die misschien een bezoek brengt in - de straat waar het hard werkende meisje woont, prachtig gekleed, - terwijl zijzelf ternauwernood genoeg kan verdienen om te eten. Zij - maakt een praatje met haar modieuse vriendin, die haar vertelt - hoe gemakkelijk zij geld kan verdienen, ze legt haar uit welk - een levensgoed de sexueele organen zijn, en spoedig is er een - nieuweling tot de gelederen der prostitutie toegetreden". - - Het heeft eenig belang de redenen die meisjes leiden tot - prostitutie te beschouwen. In sommige landen vindt men - dienaangaande gegevens van menschen, die van ambtswege met de - publieke vrouwen in aanraking komen. In andere landen is het - regel dat meisjes, voor zij als prostituées worden ingeschreven, - de redenen opgeven waarom zij de loopbaan wenschen te betreden. - - Parent-Duchâtelet, wiens werk over prostituées in Parijs nog als - gezaghebbend geldt, heeft het eerste overzicht van deze soort - gepubliceerd. Hij bevond, dat van de vijf duizend prostituées - er 1441 geïnfluenceerd waren door armoede, 1425 door verleiden - van minnaars, die haar verlaten hadden, 1255 door het verlies - van ouders door den dood, of door eenige andere reden. Bij - zulk een overzicht wordt het geheele aantal in 't algemeen - verklaard door ellende, dat is door economische oorzaken alleen - (Parent-Duchâtelet, De la Prostitution, 1857, deel I, p. 107). - - In Brussel werden gedurende een tijdvak van twintig jaren - (1865--1884) 3505 vrouwen ingeschreven als prostituée. De oorzaken, - die zij aangaven waarom zij deze loopbaan wenschten te betreden, - geven een ander beeld dan dat, hetwelk door Parent-Duchâtelet - gegeven wordt, maar misschien een dat meer betrouwbaar is, hoewel - er eenige bepaalde en merkwaardige inconsequenties in zijn. Van de - 3505 verklaarden 1523 dat uiterste armoede de oorzaak was van haar - degradatie; 1118 bekenden vrijuit dat haar sexueele hartstochten - de oorzaak waren; 420 schreven haar val toe aan slecht gezelschap; - 316 zeiden dat zij genoeg hadden van haar werk en dat het haar - verveelde, omdat de moeite zoo groot was en het loon zoo klein; - 101 waren verlaten door haar minnaars; 10 hadden ongenoegen - gehad met haar ouders; 7 waren door haar echtgenooten verlaten; 4 - konden het niet vinden met haar voogden; 3 hadden familietwisten; - 2 werden door haar echtgenooten gedwongen zich te prostitueeren, - en 1 door haar ouders (Lancet, Juni 28, 1890, p. 1442). - - In Londen bevond Merrick, dat van de 16.022 prostituées met wie - hij in aanraking kwam gedurende de jaren dat hij kapelaan was - aan de Millbank-gevangenis, 5061 haar huis of haar betrekking - vrijwillig hadden verlaten voor "een leven van pleizier", 3363 - gaven armoede op als de oorzaak; 3154 waren "verleid" en daarna op - straat geraakt; 1636 waren door huwelijksbeloften bedrogen en door - minnaar en betrekkingen verlaten. Over het geheel, zegt Merrick, - dat 4790 of bijna een derde van het geheele aantal haar overgaan - tot de loopbaan direct aan mannen toeschrijven, 11.232 aan andere - oorzaken. Hij voegt er bij, dat van hen, die armoede als oorzaak - opgaven, een groot aantal lui en onbekwaam was (G. P. Merrick, - Work Among the Fallen, p. 38). - - Logan, een Engelsch stadszendeling met een groote mate van - bekendheid met prostituées, verdeelde ze in de volgende groepen: - 1. Een vierde van de meisjes zijn dienstboden, vooral in herbergen, - bierhuizen enz., en zoo in het leven der prostitutie ingeleid; - 2. een vierde komt van fabrieken enz.; 3. bijna een vierde wordt - door koppelaarsters geleverd, die provincie-steden, markten - enz. bezoeken; 4. een laatste groep omvat aan den eenen kant - haar, die door armoede, indolentie of een slecht humeur er toe - gebracht zijn prostituée te worden, dingen, die haar ongeschikt - maken voor gewone beroepen, en aan den anderen kant kant haar, - die verleid zijn door een valsche huwelijksbelofte (W. Logan, - The Great Social Evil, 1871, p. 53). - - In Amerika heeft Sanger rapport uitgebracht over de resultaten - van onderzoekingen, die gedaan zijn over twee duizend New-Yorksche - prostituées aangaande de oorzaken, die haar er toe gebracht hebben - haar beroep te kiezen: - - - Armoede 525 - Neiging 513 - Verleid en verlaten 258 - Drank en dranklust 181 - Slechte behandeling door ouders, betrekkingen - of echtgenooten 164 - Als een gemakkelijk leven 124 - Slecht gezelschap 84 - Overreding door prostituées 71 - Te lui om te werken 29 - Verkrachting 27 - Verleid op schepen van landverhuizers 16 - Verleid in herbergen voor landverhuizers 8 - ---- - 2000 - - (Sanger, History of Prostitution, p. 488). - - - Ook in Amerika heeft Professor Woods Hutchinson zich onlangs - in verbinding gesteld met ongeveer dertig vertegenwoordigers in - verschillende groote centra van het wereldverkeer, en hij noemt - als volgt de antwoorden op zijn vragen aangaande de leer der - oorzaken van de prostitutie. - - - Percent. - Liefde voor vertoon, weelde en luiheid 42.1 - Slechte behandeling thuis 23.8 - Verleiding, waarbij zij onschuldige - slachtoffers waren 11.3 - Werkloosheid 9.4 - Erfelijkheid 7.8 - Primair sexueel verlangen 5.6 - - (Woods Hutchinson, "The Economics of Prostitution", - American Gynaecologic and Obstetric Journal, September - 1895; Id., The Gospel According to Darwin, p. 194). - - - In Italië waren in 1881 van de 10.422 ingeschreven prostituées - van den leeftijd van zeventien en ouder, de oorzaken van de - prostitutie als volgt in klassen verdeeld: - - - Ondeugd en verdorvenheid 2752 - Dood van ouders, echtgenoot enz. 2139 - Verleiding door een minnaar 1653 - Verleiding door een werkgever 927 - Verlaten door ouders, echtgenoot, enz. 795 - Zucht naar weelde 698 - Dwang door minnaar of ander persoon buiten de familie 666 - Dwang door ouders of echtgenoot 400 - Om ouders of kinderen te onderhouden 393 - - (Ferriani, Minorenni Delinquenti, p. 193). - - - De redenen door Russische prostituées aangegeven voor het kiezen - van haar beroep zijn (volgens Federow) de volgende: - - - 38.5 percent onvoldoende loon. - 21.0 ,, verlangen naar amusement. - 14.0 ,, verlies van betrekking. - 9.5 ,, overreding door vrouwelijke bekenden. - 6.5 ,, ontwend zijn aan de gewoonte van te werken. - 5.5 ,, verdriet, en om een minnaar te plagen. - 0.5 ,, dronkenschap. - - (Opgesomd in Archives d'Anthropologie Criminelle, Nov. 15, 1901). - - -1. De Economische oorzaak van de Prostitutie.--Schrijvers over de -prostitutie beweren dikwijls, dat economische omstandigheden ten -grondslag liggen aan de prostitutie en dat de voornaamste oorzaak -ervan armoede is, terwijl prostituées zelf dikwijls verklaren, -dat het bezwaar om op andere wijze een bestaan te verdienen de -voornaamste oorzaak was, die haar er toe gebracht heeft deze -loopbaan te kiezen. "Van al de oorzaken van de prostitutie", -schreef Parent-Duchâtelet een eeuw geleden, "vooral in Parijs, en -waarschijnlijk in alle groote steden, is er geen die ernstiger is -dan gebrek aan werk en onvoldoend loon". In Engeland zegt Sherwell, -dat ook de moraal in hooge mate afhangt van den handel [160]. Zoo -is het ook in Berlijn, waar het aantal prostituées in slechte jaren -toeneemt [161]. Dat is ook het geval in Amerika, evenals in Japan; -"de oorzaak der oorzaken is armoede" [162]. - -Zoo wordt overal door onderzoekers open en in het algemeen gezegd, -dat de prostitutie in ruime mate en algemeen een economisch -verschijnsel is, dat een gevolg is van de lage loonen van vrouwen -of van plotselinge depressies in den handel. We moeten er echter -bijvoegen, dat deze algemeene gezegden aanmerkelijk gewijzigd -worden, in het licht van de nauwkeurige nasporingen gedaan door -zorgvuldige onderzoekers. Ströhmberg, die 462 prostituées nauwkeurig -onderzocht, ontdekte, dat er maar éen onder was, die armoede aangaf -als de reden, waarom ze het beroep koos, en bij onderzoek bleek -deze opgave een onbeschaamde leugen te wezen [163]. Hammer bevond, -dat van de negentig ingeschreven Duitsche prostituées er niet éen -haar loopbaan gekozen had uit gebrek of om een kind te onderhouden, -terwijl sommige de straat op gingen terwijl ze nog geld hadden, of -zonder dat ze wilden betaald worden [164]. Pastor Buschmann, van het -Teltow Magdalena gesticht in Berlijn bevindt, dat het niet gebrek is, -maar onverschilligheid voor moreele overwegingen, waardoor meisjes -tot de prostitutie komen. In Duitschland wordt, voordat een meisje -op het politieregister wordt ingeschreven, gepaste zorg gedragen, dat -haar een kans gegeven wordt in een asyl te komen en werk te krijgen; -in Berlijn waren, in den loop van tien jaar, maar twee meisjes--van -de duizend--bereid van deze gelegenheid te profiteeren. - -De moeilijkheid, die Engelsche reddingshuizen ondervinden om meisjes -te vinden, die zich willen laten "redden" is bekend. Dezelfde -moeilijkheid vindt men in andere steden, zelfs waar geheel andere -toestanden heerschen; zoo ondervindt men in Madrid, volgens Bernaldo -de Quiros en Llanas Aquilaniedo, dat de prostituées, die in de -asyls komen, ondanks al de toewijding van de nonnen, tot haar oude -leven terugkeeren, zoodra ze de asyls verlaten hebben. Terwijl de -economische factor bij de prostitutie ongetwijfeld bestaat, berust -de ongemotiveerde veelvuldigheid en de nadruk, waarmee hij op den -voorgrond wordt gebracht en aangenomen, klaarblijkelijk voor een deel -op onwetendheid aangaande de werkelijke feiten, voor een deel op het -feit, dat zulk een onderstelling spreekt tot hen, die de zwakheid -hebben alle maatschappelijke verschijnselen uit economische oorzaken -te verklaren en voor een deel op de duidelijke aannemelijkheid ervan -[165]. - -Prostituées komen voornamelijk voort uit de gelederen der -fabrieksmeisjes, dienstmeisjes, winkeljuffrouwen en kellnerinnen. In -sommige van deze betrekkingen is het moeilijk het geheele jaar door -werk te vinden. Zoo worden vele modistes, kleermaaksters en naaisters -prostituée, als het de slappe tijd is in het bedrijf, en ze gaan weer -aan haar werk als het seizoen begint. Soms wordt het geregelde dagwerk -aangevuld door prostitutie 's avonds. Er wordt gezegd, en misschien -is dat waar, dat amateur-prostitutie van deze soort in Engeland zeer -veel voorkomt, daar ze niet tegengegaan wordt door de voorzorgen, die, -in landen waar de prostitutie geregeld is, de geheime prostitutie -moet in acht nemen, om inschrijving te ontgaan. Er zijn bepaalde -waschgelegenheden en kleedkamers in het centrum van Londen, die, naar -men zegt, door de meisjes gebruikt worden om zich op de gebruikelijke -wijze te blanketten, en om het blanketsel er ten slotte weer af te -wasschen, voor zij naar huis gaan [166]. Het is zeker, dat in Engeland -een groot deel der ouders, die tot den werkmansstand behooren en zelfs -tot de lagere middelklasse, onbekend zijn met den aard van het leven, -dat hun eigen dochters leiden. We moeten hieraan ook toevoegen, dat -de ouders voor dit gedrag van de dochter nu en dan de oogen sluiten -of het zelfs aanmoedigen; zoo schrijft een correspondent, dat hij -"steden in Engeland kent, waar de prostitutie niet beschouwd wordt -als iets schandelijks, en dat hij zich vele gevallen kan herinneren, -waarin het huis van de moeder door de dochter gebruikt wordt met -goedvinden van de moeder". - -Acton zegt in een goed boek over de prostitutie in Londen, -geschreven in het midden van de laatste eeuw, dat de prostitutie "een -overgangsstadium is, waar een onnoemelijk groot aantal Engelsche -vrouwen in verkeert" [167]. Deze bewering werd toen met nadruk -bestreden door vele ernstige moralisten, die weigerden toe te geven, -dat het voor een vrouw, die in zoo'n diepe put van vernedering gevallen -was, mogelijk was om er ooit weer fatsoenlijk en wel uit te komen. Toch -is het zeker waar wat een groote proportie vrouwen betreft, niet alleen -in Engeland, maar ook in andere landen. Zoo zegt Parent-Duchâtelet, -de grootste autoriteit over de Fransche prostitutie, dat "prostitutie -voor het meerendeel alleen maar een overgangsstadium is; gewoonlijk -wordt het al in het eerste jaar verlaten; er zijn maar zeer weinige -prostituées, die prostituée blijven tot haar dood". Het is echter -moeilijk zich precies te vergewissen in hoeverre dat waar is; er -zijn geen feiten, die zouden kunnen dienen als een juiste basis voor -nauwkeurige taxatie [168], en het is niet mogelijk te verwachten, -dat fatsoenlijk getrouwde vrouwen zouden toegeven, dat zij ooit "op -de straat" geweest zijn; zij zouden het misschien niet eens zich zelf -altijd willen bekennen. - - - Het volgende geval, dat wel is waar geboekt is meer dan twintig - jaar geleden, is tamelijk typisch voor een bepaalde klasse onder de - lagere rangen van de prostituées, waarbij de economische factor een - groote rol speelt, maar waarin we niet te haastig moeten aannemen, - dat hij de eenige factor is. - - Weduwe, dertig jaar oud, met twee kinderen. Werkt in een - parapluiefabriek in het East-End van Londen, verdient achttien - shilling per week met hard werken, en vermeerdert haar inkomen - door nu en dan 's avonds de straat op te gaan. Zij komt meestal in - een rustige straat, die dicht bij een groot stedelijk eindstation - ligt. Zij is een vrouw met een aangenaam, bijna waardig voorkomen, - rustig gekleed op een wijze, die alleen de aandacht trekt doordat - de rokken tamelijk kort zijn. Als ze aangesproken wordt, zal - ze misschien antwoorden, dat ze wacht "op een vriendin", op - geaffecteerde wijze over het weer spreken, en langs haar neus - weg haar aanbod doen. Zij zal een man naar een van de stille - winkelstraten in de buurt brengen, of ze zal hem met zich mee naar - huis nemen. Zij neemt iedere som aan, die de man kan of wil geven; - soms is het een sovereign, soms is het sixpence; gemiddeld verdient - zij een paar shilling per avond. Zij had nog maar tien maanden - in Londen gewoond; vroeger woonde ze in Newcastle. Zij ging daar - de straat niet op; "omstandigheden veranderen een mensch", merkt - zij zeer verstandig op. Hoewel ze niet gunstig over de politie - spreekt, zegt zij, dat ze zich niet met haar bemoeit, zooals met - sommige van de meisjes. Zij geeft de politieagenten nooit geld; - toch zinspeelt ze er op, dat het soms noodig is hun wenschen te - bevredigen, om met hen op goeden voet te blijven. - - -Men moet altijd in gedachten houden, want het wordt soms door de -socialisten en maatschappelijke hervormers vergeten, dat, terwijl de -druk van de armoede een bepaalden invloed uitoefent op de prostitutie, -in zooverre, dat hij de gelederen doet toenemen van de vrouwen, die -door ontucht in haar levensonderhoud trachten te voorzien, zoodat -de armoede wel degelijk kan beschouwd worden als een factor van de -prostitutie, toch nooit eenige praktisch mogelijke verhooging van -het arbeidsloon direct en alleen tot afschaffing der prostitutie zou -kunnen leiden. De Molinari, een economisch-theoreticus merkt op, dat -"de prostitutie een industrie" is, en dat, als andere concurreerende -bedrijven vrouwen voldoende hooge loonen kunnen bieden, zij niet zoo -dikwijls aangetrokken zullen worden door de prostitutie; hij gaat voort -met er op te wijzen, dat hiermee de kwestie in het geheel niet opgelost -is. "Evenals iedere andere industrie wordt de prostitutie beheerscht -door den eisch van de behoefte, waaraan ze beantwoordt. Zoolang -die behoefte en die eisch blijven bestaan, zullen zij een aanbod -uitlokken. Het is de behoefte en de eisch, waarop we moeten werken, en -misschien zal de wetenschap ons de middelen verschaffen dat te doen" -[169]. Op welke wijze Molinari verwacht, dat de wetenschap de vraag -naar prostituées verminderen zal, is niet duidelijk uitgedrukt. - -Niet alleen moeten we toegeven, dat geen praktisch uitvoerbare -verhooging van de loonen, aan vrouwen in gewone industrieën betaald met -mogelijkheid kan wedijveren met de loonen, die tamelijk aantrekkelijke -vrouwen van zeer gewone bekwaamheid met de prostitutie verdienen -[170], maar wij moeten ook bedenken, dat een toename in den algemeenen -welstand--die alleen een verhooging van de loonen van vrouwen gezond -en normaal kan maken--een verhooging in de loonen van de prostitutie -met zich brengt, en een toename in het aantal prostituées. Zoodat, als -goede loonen moeten dienen om de prostitutie tegen te gaan, wij alleen -kunnen zeggen, dat men met de eene hand meer terug neemt dan men met -de andere geeft. Dit is zoo duidelijk, dat Després in een nauwkeurige -moreele en demographische studie over de verdeeling van de prostitutie -in Frankrijk tot de conclusie komt, dat wij de oude leer, dat "armoede -prostitutie veroorzaakt" moeten omkeeren, daar prostitutie regelmatig -toeneemt met weelde [171], en dat, naar mate een departement in weelde -en voorspoed toeneemt, ook het aantal zoowel van ingeschreven als van -vrije prostituées in dat departement vermeerdert. Hier schuilt echter -een fout, want, terwijl het waar is, dat, zooals Després beweert, -weelde naar prostitutie vraagt, zoo is het ook waar, dat een rijke -gemeenschap de uitersten van armoede zoowel als van rijkdom in zich -sluit, en dat het onder de armere elementen is, dat de prostitutie haar -nieuwelingen vindt. De oude bewering "armoede veroorzaakt prostitutie" -is nog geldig, maar ze is gecompliceerd geworden en veranderd door -de samengestelde verhoudingen van de beschaving. Bonger heeft, -in zijn knappe discussie over de economische zijde van de kwestie, -zich den breeden en diepen grondslag van de prostitutie voor oogen -gesteld, waar hij tot de conclusie komt, dat ze "aan den eenen kant -de onvermijdelijke aanvulling is van de bestaande wettige monogamie, -en aan den anderen kant het resultaat van de physieke en psychische -ellende, waarin de vrouwen van het volk leven, en ook het gevolg van de -ondergeschikte positie van vrouwen in onze hedendaagsche maatschappij" -[172]. Een nauwkeurige economische beschouwing van de prostitutie -kan ons geenszins tot den wortel van de zaak brengen. - - - Eén omstandigheid alleen moest al voldoende zijn geweest, om - aan te toonen, dat de onbekwaamheid van vele vrouwen, om door - arbeidsloon in haar dringendste levensbehoeften te voorzien, - in geenen deele de voornaamste oorzaak is van de prostitutie: - een groot deel der prostituées komt voort uit de gelederen der - dienstmeisjes. Van al de groote groepen van loonarbeidsters - zijn de dienstboden het meest vrij van economische zorgen; zij - betalen niet voor voedsel en voor woning; dikwijls hebben zij het - even goed als haar meesteressen, en in een groot aantal gevallen - hebben zij minder geldzorgen dan deze. Bovendien voorzien zij in - een bijna algemeene behoefte, zoodat er nooit zelfs voor maar zeer - middelmatig bekwame dienstboden eenige nood is, dat ze zonder werk - zullen zijn. Nu is het wel waar, dat zij een zeer groot lichaam - vormen, dat natuurlijk een bepaald contingent nieuwelingen aan - de prostitutie moest leveren. Maar als wij zien, dat huiselijke - dienst het voornaamste reservoir is, waaruit de prostitutie vloeit, - dan moet het wel duidelijk zijn, dat het verlangen naar voedsel en - onderdak geenszins de voornaamste oorzaak is voor de prostitutie. - - We kunnen hieraan toevoegen, dat, hoewel de beteekenis van dit - overheerschend veel voorkomen van dienstmeisjes onder prostituées - zelden erkend wordt door hen, die meenen, dat wegnemen van de - armoede tevens is afschaffen van de prostitutie, het niet buiten - beschouwing gelaten is door de meer nadenkende onderzoekers van - maatschappelijke vraagstukken. Zoo wijst Sherwell er terecht - op, dat tot zekere hoogte "de moraal op en neer gaat met den - handel", en hij voegt er bij, dat het, tegenover het belang van - den economischen factor, een feit is, dat zeer tot nadenken stemt - en op iedere wijze indruk maakt, dat de meerderheid der meisjes, - die het West-End van Londen bezoeken (88 percent, volgens de - boeken van het Leger des Heils) voortkomt uit den huiselijken - dienst, waar de economische strijd niet ernstig gevoeld wordt - (Arthur Sherwell, Life in West London, hoofdst. V, "Prostitution"). - - Het is tevens opmerkelijk, dat dienstboden door de omstandigheden - van haar leven meer dan eenige andere klasse op de prostituées - gelijken (Bernaldo de Quiros en Llanas Aguilaniedo hebben dit - aangetoond in La Mala Vida en Madrid, p. 240). Evenals prostituées - zijn zij een klasse van vrouwen apart; zij hebben geen recht op de - égards en kleine hoffelijkheden, die gewoonlijk aan andere vrouwen - worden bewezen; in sommige landen zijn zij zelfs ingeschreven, - evenals de prostituées; het kan ternauwernood verwondering wekken, - dat als aan haar beroep dezelfde nadeelen verbonden zijn als aan - dat van de prostituée, zij ook soms eenige van de voordelen van dat - beroep wenschen te bezitten. Lily Braun (Frauenfrage, p. 389 et - seq.) heeft in bijzonderheden deze ongunstige omstandigheden van - huiselijken arbeid uiteengezet, in zooverre zij betrekking hebben - op de neiging onder dienstmeisjes om prostituée te worden. R. de - Ryckère heeft in zijn belangwekkend werk, La Servante Criminelle - (1907, p. 460 et seq.; cf.), een artikel van dezelfden schrijver, - "La Criminalité Ancillaire", Archives d'Anthropologie Criminelle, - Juli en December, 1906, de psychologie van het dienstmeisje - bestudeerd. Hij vindt, dat zij vooral gekenmerkt wordt door - zorgeloosheid, ijdelheid, gebrek aan originaliteit, neiging tot - nabootsen, en vluchtigheid. Dit zijn eigenschappen, die haar - tot de prostituée doen naderen. De Ryckère schat het aantal der - vroegere dienstmeisjes onder de prostituées over het algemeen op - vijftig percent, en hij voegt er bij, dat wat de "blanke slavernij" - genoemd wordt, hier haar meest meegaande en gewillige slachtoffers - vindt. Hij merkt op, dat de dienstbode-prostituée over het geheel - niet zoozeer immoreel is als wel zonder moraal. - - In Parijs bevond Parent-Duchâtelet dat, wat het aantal betrof, - dienstboden het grootste contingent leverden voor de prostitutie, - en zijn nieuwere uitgevers vonden ook, dat zij ook in later - jaren boven aan de lijst staan (Parent-Duchâtelet, uitgave van - 1857, deel I, p. 83). Onder clandestiene prostituées in Parijs - ontdekte Commenge onlangs, dat vroegere dienstboden veertig - percent leveren. In Bordeaux vond Jeannel (De la Prostitution - Publique, p. 102), dat in 1860 veertig percent van de prostituées - dienstmeisjes geweest waren; daarna kwamen de naaisters met zeven - en dertig percent. - - In Duitschland en Oostenrijk is het al lang erkend, dat - huisdienst het grootste aantal nieuwelingen voor de prostitutie - levert. Lippert, in Duitschland, en Gross-Hoffinger, in Oostenrijk, - hebben op dit overheerschen van dienstmeisjes gewezen en op - de beteekenis daarvan voor het midden van de negentiende eeuw; - onlangs heeft Blaschko gezegd ("Hygiene der Syphilis" in Weyl's - Handbuch der Hygiene, deel II, p. 40), dat onder de Berlijnsche - prostituées in 1898 de dienstmeisjes bovenaan stonden met een en - vijftig percent. Baumgarten heeft geconstateerd, dat in Weenen - het getal dienstboden acht en vijftig percent is. - - In Engeland zijn, volgens het Rapport van een Select Committee - van de Lords over de wetten tot bescherming van kinderen, zestig - percent der prostituées dienstmeisjes geweest. F. Remo noemt - tachtig percent in zijn Vie Galante en Angleterre. Het schijnt - zelfs nog hooger te zijn voor het West-End van Londen. Voor - Londen als een geheel genomen, bleek uit de uitgebreide - statistieken van Merrick (Work Among the Fallen), kapelaan van - de Millbank-gevangenis, dat van de 14.700 prostituées er 5823, - of ongeveer veertig percent vroeger dienstmeisjes geweest waren; - dat dan de waschvrouwen kwamen en daarna de naaisters; zijn feiten - wat meer beknopt en ruwer klassificeerend, bevond Merrick, dat - het aantal van de dienstmeisjes drie en vijftig percent was. - - In Amerika zegt Sanger, dat drie en veertig percent der prostituées - dienstmeisjes geweest waren, en dat de naaisters dan kwamen, maar - na een langen tusschenpoos, met zes percent (Sanger, History of - Prostitution, p. 524). Onder de prostituées van Philadelphia zegt - Goodchild, dat "dienstmeisjes waarschijnlijk naar verhouding het - meest voorkomen", hoewel er nieuwelingen kunnen gevonden worden - uit bijna alle beroepen. - - In andere landen is het hetzelfde. In Italië komen volgens - Tammeo (La Prostituzione, p. 100) de dienstmeisjes het eerst - onder de prostituées met acht en twintig percent, gevolgd door - den groep van naaisters, costuumnaaisters en modemaaksters, - zeventien percent. In Sardinië zegt A. Mantegazza, dat de - meeste prostituées dienstmeisjes van buiten zijn. In Rusland - is volgens Fiaux het aantal vijf en veertig percent. In Madrid - komen, volgens Eslava (zooals aangehaald wordt door Bernaldo - de Quiros en Llanas Aguilaniedo (La Mala Vida en Madrid, p. 239) - dienstmeisjes bovenaan bij de ingeschreven prostituées met zeven en - twintig percent--bijna dezelfde verhouding als in Italië--en ook - gevolgd door de naaisters. In Zweden waren er, volgens Welander - (Monatshefte für Praktische Dermatologie, p. 477) onder de - 2541 ingeschreven prostituées 1586 (of twee en zestig percent) - dienstmeisjes; op een grooten afstand volgden 210 naaisters, - dan 168 fabrieksmeisjes, enz.). - - - -De biologische factor van de prostitutie.--Economische overwegingen -hebben, zooals we zien, een zeer belangrijken invloed op de -prostitutie, hoewel het in het geheel niet juist is te beweren, dat -zij de voornaamste oorzaak vormen. Er is een ander probleem, dat veel -onderzoekers heeft bezig gehouden: In welke mate zijn prostituées tot -dit beroep gepredestineerd door organische constitutie? Het wordt -algemeen toegegeven, dat economische en andere omstandigheden een -oorzaak zijn, die tot de prostitutie opwekken; in hoeverre zijn zij, -die bezwijken, gepredisponeerd doordat ze abnormale, persoonlijke -eigenschappen bezitten? Sommige onderzoekers hebben beweerd, dat deze -predispositie zoo stellig bestaat, dat prostitutie wel mag beschouwd -worden als een vrouwelijk equivalent voor criminaliteit, en dat in -een familie, waar de mannen zich instinctief naar de misdaad keeren, -de vrouwen zich instinctief keeren naar de prostitutie. Anderen hebben -even beslist deze conclusie bestreden. - - - Lombroso heeft meer speciaal de leer voorgestaan, dat - de prostitutie het plaatsvervangend equivalent is van de - criminaliteit. Hiermee bracht hij de resultaten tot ontwikkeling, - die in een belangrijke studie aangaande de familie Jukes, door - Dugdale gepubliceerd zijn; Dugdale bevond dat "daar, waar de - broeders misdaad plegen, de zusters tot de prostitutie komen"; - de geld- en gevangenisstraffen van de leden der familie waren - niet opgelegd wegens schending van het eigendomsrecht, maar - voornamelijk wegens beleedigingen van de openbare zedelijkheid. "De - psychologische, zoowel als de anatomische identiteit van den - misdadiger en de geboren prostituée", tot dit besluit kwamen - Lombroso en Ferrero, "kon niet meer volkomen zijn: beiden zijn - gelijk aan den moreel krankzinnige, en daarom zijn ze, volgens - het axioma, weer aan elkander gelijk. Daar is hetzelfde gebrek aan - zedelijk gevoel, dezelfde hardheid van gemoed, dezelfde vroege lust - tot het kwade, dezelfde onverschilligheid voor maatschappelijke - schande, dezelfde wispelturigheid, luiheid en zorgeloosheid, - dezelfde smaak voor lichtzinnige genoegens, voor de orgie en voor - alcohol, dezelfde, of bijna dezelfde, ijdelheid. Prostitutie is - slechts de vrouwelijke zijde van de criminaliteit. En zoo waar - is het dat prostitutie en criminaliteit twee analoge, of, om zoo - te zeggen, parallel gaande verschijnselen zijn, dat zij in hun - uitersten elkaar ontmoeten. De prostituée is dus psychologisch - een misdadige: als zij geen eigenlijke misdaden begaat, dan is het - omdat haar physieke zwakte, haar gering verstand, het gemak waarmee - zij alles wat zij noodig heeft op eenvoudige wijze verkrijgen - kan, haar ontslaan van de noodzakelijkheid misdaden te begaan, - en juist om deze redenen vertegenwoordigt de prostitutie den - specifieken vorm van vrouwelijke criminaliteit". De schrijvers - voegen er bij, dat "prostitutie, in zekeren zin, maatschappelijk - nuttig is als een afvoerkanaal voor de mannelijke sexualiteit - en een voorbehoedmiddel tegen de misdaad" (Lombroso en Ferrero, - La Donna Delinquente, 1893, p. 571). - - Zij, die dit gezichtspunt bestreden hebben, hebben zich - op ander standpunt geplaatst dan Lombroso en Ferrero, - en zij hebben in het geheel niet altijd de positie, die - zij aanvielen, begrepen. Zoo betoogt W. Fisher met veel - kracht (in Die Prostitution) dat prostitutie niet is een - onschuldig equivalent van de criminaliteit, maar een factor - van de criminaliteit. En Féré beweert (in Dégénérescence et - Criminalité), dat criminaliteit en prostitutie niet equivalent - zijn, maar identiek. "Prostituées en misdadigers", zegt hij, - "hebben als gemeenschappelijk kenmerk hun onproductiviteit, en - bijgevolg zijn ze onmaatschappelijk. Prostitutie vormt zoo een - vorm van criminaliteit." Het essentieele kenmerk van misdadigers - is echter niet hun onproductiviteit, want die hebben ze gemeen - met een groot deel van de rijksten uit de hoogste standen; we - moeten er ook bijvoegen, dat de prostituée, ongelijk aan den - misdadiger, een werkzaamheid uitoefent, waar navraag naar is, - waarvoor zij bereidwillig betaald wordt en waarvoor zij te werken - heeft (het is soms opgemerkt, dat de prostituée neerziet op den - dief, die "niet werkt"); zij oefent een beroep uit, en zij is - niet meer of minder productief dan zij, die meer respectabele - beroepen uitoefenen. Aschaffenburg meent dat hij staat tegenover - Lombroso, waar hij eenigszins verschillend van Féré beweert, - dat de prostitutie inderdaad niet is zooals Féré zeide, een - vorm van criminaliteit, maar dat ze te dikwijls samengaat met - criminaliteit om als een equivalent beschouwd te worden. Onlangs - heeft Mönkemöller hetzelfde standpunt verdedigd. Hier is echter, - als gewoonlijk, een groot verschil van meening aangaande de - proportie van prostituées, waarvan dit waar is. Alle onderzoekers - erkennen dat dit waar is voor een zeker aantal, maar terwijl - Baumgarten bij onderzoek van acht duizend prostituées maar een - kleine proportie vond die misdadigsters waren, vond Ströhmberg, - dat van de 462 prostituées er 175 dieveggen waren. Aan den anderen - kant staat Morasso (zooals in Archivio di Psichiatria aangehaald - is, 1896, afl. 1), op grond van zijn eigen onderzoekingen, meer - bepaald tegenover Lombroso, daar hij protesteert tegen iedere - zuiver degeneratieve beschouwing van de prostituées, die haar op - eenigerlei wijze zou gelijk maken aan misdadigers. - - -De kwestie van de sexualiteit van de prostituées, die in zekere -betrekking staat tot haar neiging tot degeneratie, is door -verschillende schrijvers in verschillenden zin opgelost. Terwijl -sommige, zooals Morasso, beweren, dat de sexueele impuls de voornaamste -oorzaak is die vrouwen er toe brengt de loopbaan van prostituée -te kiezen, beweren andere, dat prostituées gewoonlijk bijna zonder -sexueelen impuls zijn. Lombroso verwijst naar het veel voorkomen van -sexueele koelheid onder prostituées [173]. In Londen zegt Merrick, die -bekend was met meer dan 16.000 prostituées, dat hij "maar heel enkele -gevallen" ontmoet heeft waarin grof sexueel verlangen de beweegreden -geweest is tot het kiezen van een leven van prostitutie. In Parijs -had Raciborski al veel vroeger gezegd, dat "men onder prostituées er -maar zeer weinig vindt die tot losbandigheid gedrongen werden door -sexueelen gloed" [174]. Ook Commenge, die zorgvuldig de Parijsche -prostituée bestudeerd heeft, kan niet toegeven dat sexueele begeerte -genoemd mag worden onder de ernstige oorzaken van de prostitutie. "Ik -heb duizende vrouwen over dit punt ondervraagd", zegt hij, "en maar -zeer weinige hebben mij verteld, dat zij tot de prostitutie gedreven -waren ter bevrediging van haar sexueele behoeften. Hoewel meisjes, die -zich aan de prostitutie overgeven, gewoonlijk niet zeer oprecht zijn, -hebben zij geloof ik op dit punt geen behoefte om te bedriegen. Als -zij sexueele behoeften hebben, dan verbergen zij die niet, maar -integendeel vertoonen zij een zekere voorliefde om ze te erkennen -als een voldoende rechtvaardiging voor haar leven; zoodat, als maar -een zeer kleine minderheid deze beweegreden aanhaalt, de oorzaak is -dat ze voor de groote meerderheid niet bestaat". - -Er kan geen twijfel aan zijn dat de opmerkingen, die aangaande de -sexueele koelheid van prostituées gemaakt worden, dikwijls veel te -weinig bepaald zijn. Dit berust voor een deel zeker op het feit, dat -ze gewoonlijk gedaan worden door hen, die spreken uit hun bekendheid -met oude prostituées, wier gemeenzaamheid met normaal sexueel verkeer -in zijn minst aantrekkelijken vorm tot resultaat heeft gehad, dat -zij volkomen onverschillig werden voor zulk verkeer, zoover haar -cliënten aangaat [175]. Het kan naar waarheid getuigd worden, dat -voor de vrouw van diepen hartstocht de kortstondige en oppervlakkige -verhoudingen van de prostitutie geen verleiding kunnen bieden. En we -kunnen er bijvoegen, dat de meerderheid der prostituées haar loopbaan -op zeer jeugdigen leeftijd begint, lang voor den tijd waarop bij -vrouwen de neiging tot hartstocht nog gekomen is [176]. We kunnen ook -wel zeggen, dat een onverschilligheid voor sexueele verhoudingen, -een neiging er geen persoonlijke waarde aan te hechten, dikwijls -een predisponeerende oorzaak is bij het aannemen van de loopbaan -van prostituée; de geestelijke ondiepte van prostituées kan wel -samengaan met ondiepte van physieke gemoedsbeweging. Aan den anderen -kant schijnen veel prostituées, in ieder geval in het begin van -haar loopbaan, een merkbare mate van zinnelijkheid te vertoonen, -en voor vrouwen van ruwe sexueele kracht is de prostitutie in dit -opzicht niet zonder aantrekkingskracht geweest; men weet, dat de -bevrediging van physieke begeerte in sommige gevallen als motief -gewerkt heeft en in andere is ze duidelijk na te wijzen [177]. Dit kan -ternauwernood verwondering wekken als wij bedenken, dat prostituées -in veel gevallen opmerkelijk sterke en gezonde menschen zijn wat -haar algemeenen toestand betreft [178]. Zij bieden zonder moeite -weerstand aan de gevaren van haar beroep, en hoewel de uitingen van -sexueel gevoel onder den invloed daarvan in den loop van den tijd -wel moeten gewijzigd worden of verdraaid, zoo is dit geen bewijs -dat sexueele gevoeligheid oorspronkelijk afwezig was. Het is zelfs -geen bewijs van het verlies ervan, want de werkelijke natuur van -de normale prostituée en haar sexueele gloed vinden voornamelijk -uiting niet in haar beroepsverhoudingen tot haar cliënten, maar in -haar verhoudingen tot haar minnaar, die tevens haar souteneur is -[179]. Het is volkomen waar, dat de omstandigheden van haar leven -het dikwijls praktisch voordeelig maken voor de prostituées om aan -zich verbonden te hebben een man, die voor haar belangen zorgt en -die ze zoo noodig zal verdedigen, maar dat is alleen een bijkomend, -toevallig en ondergeschikt voordeel van den "minnaar", voor zoover het -prostituées in het algemeen betreft. Zij is in de eerste plaats tot hem -aangetrokken omdat hij haar persoonlijk bevalt en zij hem voor zichzelf -wil hebben. Het motief voor haar verbintenis is in hoofdzaak erotisch, -in den vollen zin van het woord en sluit in zich niet alleen sexueele -verhoudingen, maar bezit een gemeenschappelijk belang, een duurzaam -en intiem leven, te zamen geleid. "Je weet dat, wat wij in ons beroep -doen, ons hart niet kan vullen" zeide een Duitsche prostituée. "Waarom -zouden wij niet een echtgenoot hebben zooals andere vrouwen? Ik heb -ook behoefte aan liefde. Als dat niet zoo was, zouden we geen behoefte -hebben aan een minnaar". En hij van zijn kant beantwoordt dat gevoel -en wordt in het geheel niet alleen bewogen door eigenbelang [180]. - - - Een van mijn correspondenten, die veel ondervinding gehad - heeft met prostituées, niet alleen in Engeland, maar ook in - Duitschland, Frankrijk, België en Holland heeft gevonden, dat de - normale uitingen van sexueel gevoel veel meer gewoon zijn onder - Engelsche prostituées dan onder die van het vaste land. "Ik zou - zeggen", schrijft hij, "dat bij den normalen coïtus vrouwen van - het vaste land gewoonlijk geen sexueele opwinding ondervinden. Ik - geloof niet, dat ik ooit een vrouw van het vasteland gekend heb, - die iets had, dat op geprikkeldheid leek. Engelsche vrouwen - echter, geven zich, als een man maar gewoon vriendelijk is en - toont dat hij wat gevoel heeft boven uitsluitend zinnelijke - bevrediging, dikwijls over aan de meest wilde genoegens van - sexueele opwinding. Natuurlijk is er in dit leven, evenals in - andere, scherpe concurrentie, en een vrouw moet, om met haar - mededingsters te wedijveren, haar mannelijke vrienden behagen; - maar een man van de wereld kan altijd onderscheid maken tusschen - echte en gesimuleerde hartstocht". (Het is echter mogelijk, - dat hij het meeste succes zal hebben bij het opwekken van de - gevoelens van de vrouwen van zijn eigen land). Aan den anderen - kant vindt deze schrijver, dat de buitenlandsche vrouwen er - meer op uit zijn in het genoegen van haar tijdelijke metgezellen - te voorzien en zich te vergewissen wat hen genoegen geeft. "De - buitenlandsche schijnt het tot de hoofdzaak van haar leven te - maken de een of andere abnormale wijze van sexueele bevrediging - voor haar metgezel te ontdekken". Voor haar eigen genoegen vragen - buitenlandsche prostituées dikwijls om cunnilinctus, liever dan - normalen coïtus, terwijl anale coïtus ook gewoon is. Het verschil - is klaarblijkelijk, dat de Engelsche vrouwen, als zij bevrediging - zoeken, die vinden in normalen coïtus, terwijl de buitenlandsche - vrouwen meer abnormale methoden prefereeren. Er is echter een - klasse van Engelsche prostituées, die deze correspondent als een - uitzondering beschouwt op den algemeenen regel: de klasse van haar, - die voortgekomen zijn uit de lagere rangen van het tooneel. "Zulke - vrouwen zijn gewoonlijk losbandiger--dat is te zeggen, meer bekend - met het bizarre in het sexueele--dan meisjes, die uit winkels - komen of uit kroegen; zij vertoonen een bekendheid met fellatio, - en zelfs van anale coïtus, en gedurende de menstruatie vragen - zij dikwijls om inter-mammaire coïtus". - - -Over het geheel schijnt het, dat prostituées, hoewel ze haar leven -gewoonlijk niet uit beweegredenen van zinnelijkheid kiezen, toch als -ze haar loopbaan beginnen of in het eerste deel ervan een tamelijk -gewone mate van sexueele impuls bezitten, met variaties in beide -richtingen zoowel van exces en tekort, als van perversie. Op een -wat later tijd is het nutteloos te trachten de sexueele impuls van -prostituées af te meten naar de mate van genoegen, die zij vinden -in het beroeps-uitvoeren van sexueelen omgang. Het is noodig zich -te vergewissen of zij sexueele instincten hebben, die op andere -wijze bevredigd worden. In een groot aantal gevallen vindt men, dat -dit zoo is. Masturbatie is vooral onder prostituées uiterst gewoon; -hoeveel ze ook voorkomt onder vrouwen, die geen ander middel hebben -om sexueele bevrediging te verkrijgen, wordt toch toegegeven, dat ze -onder prostituées nog meer voorkomt, ja bijna algemeen [181]. - -Homosexualiteit, hoewel ze niet zoo gewoon is als masturbatie, wordt -onder prostituées zeer veel gevonden--in Frankrijk schijnt het, -meer dan in Engeland--en men kan wel zeggen, dat ze meer voorkomt -onder prostituées dan onder eenige andere klasse van vrouwen. Ze -wordt begunstigd door den verkregen tegenzin tegen normalen coïtus, -die voortkomt uit beroeps-omgang met mannen, die er toe leidt dat -homosexueele verhoudingen door vergelijking met deze beschouwd worden -als rein en ideaal. Het schijnt ook wel, dat in een groot aantal -gevallen prostituées een aangeboren aanleg tot sexueele inversie hebben -en dat zulk een aanleg, te zamen met onverschilligheid voor den omgang -met mannen een oorzaak is, die haar voorbeschikt tot het kiezen van -het leven van prostituée. Kurella beschouwt prostituées zelfs als -een tweede variëteit van personen met aangeboren inversie. Anna -Rüling in Duitschland zegt, dat ongeveer twintig percent van de -prostituées homosexueel zijn; als haar gevraagd werd wat er haar toe -bracht prostituée te worden, antwoordde meer dan een geïnverteerde -vrouw van de straat haar, dat het zuiver een beroeps-zaak was en dat -sexueel gevoel buiten kwestie bleef, behalve met een vriendin [182]. - -Het voorkomen van aangeboren inversie onder prostituées--hoewel we -prostituées als een klasse niet als noodzakelijk gedegenereerd behoeven -te beschouwen--doet de vraag ontstaan of het waarschijnlijk is, dat -we een ongewoon groot aantal physieke en andere afwijkingen onder haar -vinden. Het kan niet gezegd worden, dat er op dit punt eenstemmigheid -van opinie is. Voor sommige autoriteiten zijn prostituées niets anders -dan normale, gewone vrouwen van een lagen maatschappelijken rang, -zoo inderdaad haar instincten niet eenigszins verheven zijn boven die -van de klasse, waarin zij geboren zijn. Andere onderzoekers vinden -onder haar een zoo groote proportie van individuen, die afwijken van -het normale, dat zij geneigd zijn de prostituées over het algemeen -te plaatsen onder de eene of andere abnormale klasse [183]. - - - Baumgarten, die meer dan 8000 prostituées gekend heeft, bevond, - dat maar een zeer klein deel crimineel is of psychopatisch in - temperament of organisatie (Archiv für Kriminal-Anthropologie, - deel XI, 1902). Het is echter niet duidelijk, dat Baumgarten - eenige nauwkeurige en preciese onderzoekingen deed. Mr. Lane, een - Londensch politie-rechter, heeft geconstateerd, als resultaat van - zijn eigen opmerkingen, dat prostitutie "tegelijk een symptoom - en een gevolg is van denzelfden gedegenereerden, physieken - en decadenten aard, die aanleiding geeft tot het ontstaan van - mannelijke landloopers, kleine dieven en bedelaars van beroep en - dat de prostituée gewoonlijk het vrouwelijk analogon daarvan is" - (Ethnological Journal, April, 1905, p. 41). Deze schatting is - zeker juist, wat een groot deel der vrouwen aangaat, die, dikwijls - verzwakt door drank, in de zittingen van de politie-rechters - verschijnen, maar ze kan wel nauwelijks zonder nadere aanduiding - toegepast worden op prostituées in het algemeen. - - Morasso (Archivio di Psichiatria, 1896. afl. 1) heeft geprotesteerd - tegen een enkel zuiver degeneratieve beschouwing van de prostituées - op grond van zijn eigen opmerkingen. Er is, zegt hij, een categorie - van prostituées, onbekend aan wetenschappelijke navorschers, die - hij noemt die van de Prostitute di alto bordo. Onder haar zijn - de teekenen van degeneratie zoowel physiek als moreel, niet in - grooteren getale te vinden, dan onder vrouwen, die niet tot de - prostitutie behooren. Zij vertoonen alle soorten van karakters, - terwijl sommigen van haar een groote verfijning bezitten; ze - worden voornamelijk gekenmerkt door een ongewone mate van sexueele - begeerte. Zelfs onder de lagere groep van de bassa prostituzione - beweert hij, dat wij een overheerschen vinden van sexueele, - zoowel als van professioneele karakters eer dan teekenen van - degeneratie. Het is voldoende nog een getuigenis aan te halen, - zooals het vele jaren geleden gegeven is door een vrouw van - hoog verstand en karakter, Mrs. Craik, de romanschrijfster: - "De vrouwen, die vallen, zijn in het geheel niet de slechtste - van haar stand", schreef zij. "Ik heb het hooren bevestigen door - meer dan een vrouw--door eene vooral, wier ondervinding even - groot was als haar welwillendheid--dat vele van haar behooren - onder de beste, meest verfijnde, intelligente, waarheidlievende, - en liefhebbende. "Ik weet niet hoe het komt", zeide zij dan, - "of juist haar meerderheid haar ontevreden maakt met haar eigen - stand--arbeiders zijn dikwijls zulke ruwe, boersche kerels!--zoodat - zij gemakkelijker ten prooi vallen aan mannen, die in stand boven - haar zijn: of dat, hoewel deze theorie veel menschen zal stuiten, - andere deugden nog kunnen bestaan en bloeien, volkomen afgescheiden - van, en na het verlies van dat, wat wij gewend zijn te beschouwen - als de onmisbare eerste deugd van onze sekse--kuischheid. Ik kan - het niet verklaren; ik kan alleen zeggen, dat het zoo is, dat - sommige van mijn meest belovende dorpsmeisjes het eerst in het - verderf zijn geloopen; en dat sommige van de beste en trouwste - dienstmeisjes, die ik ooit gehad heb, tot schande kwamen, en - als ik ze niet te hulp was gekomen en ze op weg had geholpen - het kwaad weer goed te maken, ongetwijfeld "gevallen vrouwen" - zouden geworden zijn"." (A Woman's Thoughts About Women, 1858, - p. 291). Verschillende schrijvers hebben den nadruk gelegd op - de goede moreele eigenschappen van prostituées. Zoo noemt in - Frankrijk Despine eerst haar ondeugden op zooals (1) gulzigheid - en drankzucht, (2) leugenachtigheid, (3) opvliegendheid, - (4) gebrek aan orde en slordigheid, (5) wispelturigheid, (6) - behoefte aan beweging, (7) neiging tot homosexualiteit; en - dan gaat hij voort haar goede eigenschappen te specificeeren: - haar moederliefde en haar kinderliefde, haar hulpvaardigheid - voor elkaar; en haar weigeren elkaar aan te klagen; terwijl zij - dikwijls godsdienstig zijn, soms bescheiden en gewoonlijk zeer - eerlijk (Despine Psychologie Naturelle, deel III, p. 207 et seq.; - wat de Siciliaansche prostituées betreft cf. Càllari, Archivio - di Psichiatria, afl. IV, 1903). De hulpvaardigheid voor elkaar, - die dikwijls in ellende getoond wordt, wordt in hooge mate - geneutraliseerd door beroeps-achterdocht en jaloezie. - - Lombroso meent, dat de basis van de prostitutie gevonden - moet worden in moreele onnoozelheid. Als we door moreele - onnoozelheid een toestand moeten verstaan die nauw verwant is aan - krankzinnigheid, dan is deze bewering dubbelzinnig. Er schijnt - geen duidelijke verhouding te zijn tusschen prostitutie en - krankzinnigheid, en Tammeo heeft aangetoond (La Prostituzione, - p. 76), dat het veelvuldig voorkomen van prostituées in de - verschillende Italiaansche provincies in omgekeerde verhouding - staat tot het veelvuldig voorkomen van krankzinnigen; naarmate - de krankzinnigheid toeneemt, neemt de prostitutie af. Maar als - we meenen een mindere mate van moreele achterlijkheid--dat is te - zeggen, een stompheid in ontvankelijkheid voor de gewone moreele - beschavingsoverwegingen, die, terwijl ze direct voortkomt uit - den verhardenden invloed van een ongunstige jeugd-omgeving, - ook kan berusten op een aangeboren aanleg--kan er geen twijfel - aan zijn of moreele achterlijkheid wordt zeer dikwijls onder - prostituées gevonden. Het zou ongetwijfeld aannemelijk zijn te - zeggen, dat iedere vrouw, die haar maagdelijkheid geeft in ruil - voor een onvoldoende weergave een achterlijke is. Als zij zich - geeft uit liefde, heeft zij op zijn slechtst, een dwaze vergissing - begaan, zooals jonge en onervaren menschen ieder oogenblik kunnen - begaan. Maar als zij bepaald het plan heeft zich te verkoopen, - en als ze dat doet voor niets of voor bijna niets, dan is het een - ander geval. De ondervindingen van Commenge in Parijs zijn in dit - opzicht leerzaam. "Voor veel jonge meisjes", schrijft hij, "bestaat - er geen schaamtegevoel, zij ondervinden geen gemoedsbeweging als - zij zich volkomen ongekleed vertoonen, zij geven zich aan den - eersten den besten, waarvan zij niet weten, of zij hem ooit weer - zullen zien. Zij hechten geen waarde aan haar maagdelijkheid; zij - worden onteerd onder de vreemdste omstandigheden, zonder de minste - gedachte aan of zorg over de daad, die zij doen. Nòch eenig gevoel, - nòch eenige berekening, drijft haar in de armen van een man. Zij - laten zich gaan zonder nadenken en zonder reden, bijna als een - dier, uit onverschilligheid en zonder genot". Hij kende vijf en - veertig meisjes tusschen den leeftijd van twaalf en zeventien, - die door den eersten den besten onbekende, dien ze nooit terug - zagen, onteerd werden; zij verloren haar maagdelijkheid, naar - Dumas zegt, zooals zij haar melktanden verloren, en ze konden - geen aannemelijke reden opgeven voor haar verlies. Een meisje van - vijftien jaar, dat vermeld wordt door Commenge en dat bij haar - ouders woonde, die haar alles gaven wat ze noodig had, verloor - haar maagdelijkheid, doordat ze toevallig een man ontmoette, - die haar twee francs aanbood, als ze met hem mee wilde gaan; - ze deed het zonder aarzelen en begon spoedig uit zichzelf mannen - aan te spreken. Een meisje van veertien jaar, die ook behagelijk - bij haar ouders woonde, gaf haar maagdelijkheid op een kermis - voor een glas bier, en begon van toen af zich aan te sluiten - bij prostituées. Een ander meisje van denzelfden leeftijd, - die op een Kermesse in den draaimolen wilde draaien, bood zich - aan, aan den man die de machine bediende, voor het genoegen van - eenmaal rond te draaien. Nog een ander meisje van vijftien jaar, - op een ander feest, bood haar maagdelijkheid voor hetzelfde - tijdelijke genoegen. (Commenge, Prostitution Clandestine, 1897, - p. 101 et seq.). In de Vereenigde Staten legt Dr. W. Travis Gibb, - behandelend geneesheer aan de "New York Society for the Prevention - of Cruelty to Children", dezelfde getuigenis af van het feit, dat - in een tamelijk groot deel van gevallen van "verkrachting" het - kind het gewillige slachtoffer is. "Het is bepaald aandoenlijk" - zegt hij (Medical Record, April 20, 1907), "te bemerken hoe een - stuiversstuk of een kwartje voldoende zijn om de deugd van deze - kinderen te koopen". - - Indien we willen onderzoeken in hoeverre prostituées aangeboren - physieke afwijkingen vertoonen, dan is het gelaat de ruwste en - meest voor de hand liggende toetssteen, hoewel hij niet de meest - preciese is en evenmin de meeste bevrediging geeft. Toen in - Frankrijk, ongeveer 1000 prostituées wat haar uiterlijk betrof - in vijf groepen verdeeld werden, vond men, dat slechts zeven - tot veertien percent tot de eerste groep behoorden, nl. tot de - groep van haar, waarvan men zeggen kon, dat ze jeugd en schoonheid - bezaten. (Jeannel, De la Prostitution Publique, 1860, p. 168). En - Woods Hutchinson, die een uitgebreide bekendheid met Londen, - Parijs, Weenen, New York, Philadelphia en Chicago bezit, zegt, dat - een mooie of zelfs maar aantrekkelijk-uitziende prostituée zeldzaam - is, en dat het gewone schoonheidsniveau lager is dan in eenige - andere klasse van vrouwen. "Voor welke andere verkeerdheden", - merkt hij op, "de fatale macht van de schoonheid verantwoordelijk - gesteld mag worden, ze heeft niets te maken met prostitutie" - (Woods Hutchinson, "The Economics of Prostitution", American - Gynaecological and Obstetric Journal, September, 1895). We moeten - natuurlijk altijd in de gedachten houden, dat deze taxaties iets - van haar waarde verliezen, doordat ze voornamelijk gebaseerd zijn - op het onderzoek van vrouwen, die het duidelijkst tot de klasse der - prostituées behooren en reeds door haar beroep ruw zijn geworden. - - Als we tot de conclusie mogen komen--en over dit feit zal - waarschijnlijk niet getwist worden--dat mooie, aangename, - en harmonisch gevormde gezichten eer zeldzaam dan gewoon - zijn onder prostituées, dan mogen we daarentegen zeggen, dat - nauwkeurig onderzoek een groot aantal physieke abnormaliteiten - aan den dag zal brengen. Een van de vroegste belangrijke - physieke onderzoekingen op prostituées was die van Dr. Pauline - Tarnowsky in Rusland (het eerst gepubliceerd in Vratch in 1887, - en later als Etudes anthropométriques sur les Prostituées et les - Voleuses). Zij onderzocht vijftig prostituées uit Petersburg, - die niet langer dan twee jaren in een bordeel gewoond hadden, - en ook vijftig boerenvrouwen van zooveel mogelijk denzelfden - leeftijd en geestelijke ontwikkeling. Zij vond, dat (1) de - prostituée kleiner schedel-middellijn had; (2) dat acht en veertig - percent verschillende teekenen vertoonde van physieke degeneratie - (onregelmatigen schedel, asymmetrie van het gezicht, afwijkingen - in het harde verhemelte, tanden, ooren, enz.). Deze neiging tot - afwijkingen onder de prostituées was tot zekere hoogte verklaard, - toen er gevonden werd, dat ongeveer vier vijfde van haar, ouders - hadden, die aan den drank verslaafd waren, en bijna een vijfde - de laatst overlevenden van groote families waren; zulke families - zijn dikwijls voortgebracht door gedegenereerde ouders. - - Het veelvuldig voorkomen van erfelijke degeneratie is ook door - Bonhoeffer onder Duitsche prostituées opgemerkt. Hij onderzocht - 190 prostituées in de gevangenis in Breslau, die dus tot een meer - abnormale klasse behoorden dan gewone prostituées, en hij vond, - dat er 102 erfelijk gedegenereerd waren, meest met een of beide - ouders dronkaards; 53 vertoonden tevens zwakzinnigheid (Zeitschrift - für die Gesamte Strafwissenschaft, Bd. XXXIII, p. 106). - - Het meest nauwkeurige onderzoek van gewone niet-misdadige - prostituées, zoowel anthropologisch als wat het overheerschen - van afwijkingen aangaat, is in Italië gedaan, hoewel niet op - een voldoend aantal personen om absoluut beslissende resultaten - op te leveren. Zoo onderzocht Fornasari zestig prostituées, - voornamelijk uit Emilia en Venetië, en ook zeven en twintig - andere uit Bologne; de laatste groep werd vergeleken met een - derde groep van twintig normale vrouwen uit Bologne (Archivio di - Psichiatria, 1892, afl. VI). Er werd bevonden, dat de prostituées - van een kleiner type waren dan de normale individuen, met smaller - hoofden en grooter gezichten. Zooals de schrijver zelf zegt, - waren de personen die hij onderzocht, niet voldoende in aantal - om ver strekkende generalisaties te rechtvaardigen, maar het - kan toch de moeite waard zijn eenige van zijn resultaten op te - sommen. Bij dezelfde grootte vertoonden de prostituées grooter - gewicht; bij dezelfden leeftijd waren ze kleiner dan andere - vrouwen, niet alleen van de gegoede, maar van de arme klasse: de - lengte van het gezicht, de bizygomatische doorsnee (hoewel niet de - afstand tusschen de jukbeenderen), de afstand tusschen de kin en - de uitwendige ooropening, en de afmeting van de kaak waren alle - grooter bij de prostituées; de handen waren, in vergelijking van - den palm, langer en breeder dan bij gewone vrouwen; de voet was - ook langer bij prostituées, en de dij was, in vergelijking van de - kuit grooter. Het is opmerkelijk, dat bij de meeste bijzonderheden, - vooral wat de metingen van het hoofd betreft, de variaties onder - de prostituées veel grooter waren dan onder de andere vrouwen, - die onderzocht werden; dit kan voor een deel, hoewel niet geheel, - verklaard worden uit het iets grootere aantal van de eersten. - - Ook Ardu gaf (in hetzelfde nummer van de Archivio) het resultaat - van zijn onderzoekingen (op initiatief van Lombroso verricht) - over het veelvoudig voorkomen van abnormaliteiten onder de - prostituées. De personen waren vier en zeventig in aantal en - behoorden tot de Clinica Sifilopatica van Professor Giovannini in - Turijn. De abnormaliteiten, waarnaar onderzoek gedaan werd waren: - mannelijke verdeeling van haar in de schaamstreek, op de borst en - de ledematen, al te sterke haargroei op het voorhoofd, linkschheid, - atrophie van den tepel, en tatoeëeren (dat maar eens gevonden - werd). Ardu's verhandelingen over een andere serie onderzoekingen - van vijf en vijftig prostituées door Lombroso, geven tot resultaat, - dat mannelijke plaatsing van het haar gevonden wordt bij vijftien - percent, tegen zes percent bij gewone vrouwen; eenige mate van - hypertrichosis in achttien percent; linkschheid in elf percent - (maar bij normale vrouwen wel twaalf percent volgens Gallia); - en atrophie van den tepel in twaalf percent. - - Guiffrida-Ruggeri (Atti della Società Romana di Antropologia, 1897, - p. 216), vond bij het onderzoek van acht en twintig prostituées - onregelmatigheden in de volgende orde van afnemende frequentie: - neiging van de wenkbrauwen elkaar te ontmoeten, gebrek aan - symmetrie van het hoofd, druk aan den wortel van den neus, - onvoldoende ontwikkeling van de kuiten, hypertrichosis en andere - afwijkingen van haar, vooruitstekend jukbeen, vooruitspringend - voorhoofd en abnormale inplanting van de tanden, Darwinsche - oor-tuberkel, dunne verticale lippen. Deze kenteekenen zijn ieder - afzonderlijk van weinig of geen belang, hoewel ze te samen niet - zonder beteekenis zijn als een aanwijzing van algemeene afwijking. - - Later komt Ascarilla, in een uitgebreide studie (Archivio di - Psichiatria, 1906, afl. VI, p. 812), over de vingerafdrukken van - prostituées tot de conclusie, dat zelfs in dit opzicht prostituées - eenigermate een klasse vormen, die morphologische inferieuriteit - vertoont met normale vrouwen. De modellen vertoonen ongewone - eenvoudigheid en gelijkvormigheid en de beteekenis hiervan wordt - aangetoond door het feit, dat een zelfde gelijkvormigheid vertoond - wordt door de vingerafdrukken van krankzinnigen en doofstommen - (De Sanctis en Toscano, Atti Società Romana Antropologia, deel - VIII, 1901, afl. II.) - - In Chicago heeft Dr. Harriet Alexander, te zamen met - Dr. E. S. Talbot en Dr. J. G. Kiernan in het Bridewell of - verbeteringshuis dertig prostituées onderzocht; alleen de - "domme" klasse van beroepsprostituées komen in deze instelling, - en het kan daarom geen verwondering wekken dat zij meer bepaalde - teekenen van degeneratie vertoonden. In ras waren bijna de helft - van degenen die onderzocht werden Keltisch Iersch. Bij zestien - waren de zygomatische processen ongelijk en zeer in het oog - springend. Andere asymmetrieën van het gezicht waren gewoon. In - drie gevallen waren de hoofden van Mongoolsch type; zestien waren - epignatisch, en elf prognatisch; vijf vertoonden remming van - den groei van het gezicht. Brachycephalie was overheerschend - (zeventien gevallen); de rest was mesaticephalitisch; geen - was dolichocephalitisch. Abnormaliteiten in den vorm van den - schedel waren er vele, en vijf en twintig hadden verkeerd gevormde - ooren. Vier waren beslist krankzinnig, en een was een epileptica - (H. C. Alexander, "Physical Abnormalities in Prostitutes", Chicago - Academy of Medicine, April 1893; E. S. Talbot, Degeneracy, p. 320; - Id., Irregularities of the Teeth, vierde uitgave, p. 141). - - -Het schijnt over het geheel wel, voor zoover het bewijsmateriaal -op het oogenblik strekt, dat prostituées niet volkomen normale -vertegenwoordigsters zijn van den stand, waarin zij geboren zijn. Er -is een keuze-proces geweest van individuen, die door haar aangeboren -eigenschappen afwijken van het normale gemiddelde, en die dus -in lichte mate ongeschikt zijn voor het normale leven [184]. De -psychische eigenaardigheden, die met zulk een afwijking samengaan, -zijn niet altijd bepaald ongunstig; het licht neurotische meisje van -lagen stand--dat niet houdt van hard werken, uit geringe energie, en -dat misschien gulzig is en zelfzuchtig--kan zelfs een verfijning boven -haar stand schijnen te bezitten. Terwijl er echter onder prostituées -een neiging tot afwijking is, moet het duidelijk erkend worden, dat -die neiging gering is zoolang wij de geheele klasse van prostituées -onpartijdig beschouwen. Die navorschers, die tot de conclusie -zijn gekomen dat prostituées een zeer gedegenereerde en abnormale -klasse zijn, hebben alleen maar speciale groepen van prostituées -geobserveerd, meer speciaal degenen, die dikwijls in de gevangenis -gevonden worden. Het is onmogelijk een juist denkbeeld te vormen van -prostituées als we ze alleen in de gevangenis bestudeeren, evenmin -als het mogelijk zou zijn een juist denkbeeld te vormen van dominees, -dokters of advocaten door ze alleen in de gevangenis te bestudeeren; -dit blijft waar, al komt een veel grooter deel der prostituées dan van -de leden der meer geachte beroepen in de gevangenis; dat feit verklaart -ongetwijfeld voor een deel de grootere abnormaliteit van prostituées. - -We moeten natuurlijk in de herinnering houden dat de speciale -levensvoorwaarden van prostituées er toe leiden het optreden van -bepaalde beroeps-eigenaardigheden te veroorzaken, die volkomen -kunstmatig verkregen zijn en niet aangeboren. Zoo kunnen we -verklaren de geleidelijke wijziging van de vrouwelijke secundaire -en tertiaire sexueele eigenaardigheden, en het optreden van -mannelijke eigenaardigheden, zooals de veel voorkomende diepe stem, -enz. [185]. Maar als we voldoende rekening houden met deze kunstmatig -verkregen eigenaardigheden, blijft het toch waar, dat de vergelijking -der uitkomsten van de verschillende onderzoekingen die tot dusverre -gedaan zijn, mogen ze dan niet geheel overtuigend zijn, er toch op -schijnen te wijzen dat, zelfs afgezonderd van het overheerschen van -kunstmatig verkregen afwijkingen, de beroepskeuze, die individuen -afzondert van de algemeene bevolking van een zelfde maatschappelijke -klasse, die anthropometrische eigenaardigheden hebben; deze varieeren, -maar behooren toch tot dezelfde soort. De gedane waarnemingen schijnen -aan te duiden, dat prostituées over het algemeen niet in gewicht -boven het middelmatige zijn, niet in gestalte; dat ze korter armen -hebben, hoewel de handen langer zijn (dit is zoowel in Italië als -in Rusland gevonden); zij hebben dunner enkels en zwaarder kuiten -en betrekkelijk nog zwaarder dijen. De geraamde schedelinhoud, -de omtrek en de doorsnede van den schedel zijn eenigszins beneden -het middelmatige, niet alleen wanneer ze vergeleken worden met -respectabele vrouwen, maar ook in vergelijking van misdadigsters; -er is een neiging tot brachycephalie (in Italië en Rusland beide); de -wangbeenderen springen gewoonlijk vooruit en de kaken zijn ontwikkeld; -het haar is donkerder dan bij respectabele vrouwen, hoewel niet zoo -donker als bij dieveggen; het is gewoonlijk overvloedig, niet alleen op -het hoofd maar ook op de schaamdeelen en elders; men heeft bevonden, -dat de oogen bepaald donkerder waren dan die van hetzij respectabele -vrouwen, hetzij misdadigsters [186]. - -Voor zoover het bewijsmateriaal gaat, dient het om aan te toonen, -dat prostituées over het algemeen het type naderen dat we zooals in -het voorafgaande deel aangetoond is, met reden kunnen beschouwen als -speciaal te wijzen op ontwikkelde sexualiteit. Het is echter onnoodig -deze kwestie te bespreken voordat onze anthropometrische kennis van -prostituées meer omvattend en meer precies is. - -3. De moreele rechtvaardiging van de prostitutie.--Er zijn -moralisten--zij zijn er altijd geweest en vele van hen zijn menschen -wier opinie de ernstigste achting verdient--die meenen, dat mits -de hygiënische voorwaarden verbeterd worden, het bestaan van de -prostitutie geen ernstig probleem ter oplossing biedt. Ze is, zeggen -zij, op zijn slechtst, een noodzakelijk kwaad, en, op zijn best, een -weldadige instelling, het bolwerk van het tehuis, de onvermijdelijke -keerzijde van het huwelijk. "De immoreele bewaakster van de publieke -moraal", is de definitie van prostituées gegeven door een schrijver, -die de zaak van een laag standpunt beschouwt, en een ander, die de -zaak meer verheven bekijkt, schrijft: "De prostituée vervult een -maatschappelijke zending. Zij is de bewaakster van de maagdelijke -kuischheid, het afvoerkanaal voor overspelige begeerte, de beschermster -van getrouwde vrouwen, die een laat moederschap vreezen; het is -haar rol op te treden als schild voor "het gezin"". "Als vrouwelijke -Decii", zeide Balzac in zijn Physiologie du Mariage van prostituées, -"offeren zij zich op voor de republiek en maken van haar lichamen een -borstwering ter bescherming van respectabele families". Op dezelfde -wijze noemde Schopenhauer prostituées "menschelijke slachtoffers -op het altaar der monogamie". Lecky vereenigt, in een vele malen -aangehaalde passage der rhetorica [187] het hoogere en het lagere -standpunt over de prostituée in de menschelijke maatschappij, en -hij tracht er zelfs een priesterlijk karakter aan te geven. "Het -uiterste type van de ondeugd", verklaarde hij, "is ten slotte de meest -krachtdadige bewaakster van de deugd. Als zij er niet was, zou de -ongerepte reinheid van onnoemelijk veel huizen besmet zijn, en niet -weinige van de vrouwen, die in den trots van haar niet in verleiding -gebrachte kuischheid aan de prostituée denken met een siddering van -verontwaardiging, zouden zonder haar de ellenden van berouw en van -wanhoop gekend hebben. Op die eene onteerde en onwaardige gestalte -zijn al de hartstochten geconcentreerd, die de wereld met schande -hadden kunnen vullen. Zij blijft, terwijl geloofsbelijdenissen en -maatschappijen opkomen en te gronde gaan, de eeuwige priesteres van -de menschelijkheid, bezoedeld door de zonden van het volk" [188]. - -Ik weet niet, of de Grieken ernstig gedacht hebben over de moreele -rechtvaardiging van de prostitutie. Zij hadden haar geen bijzonder -hinderlijke vormen laten aannemen en voor het grootste deel waren ze -bereid haar te aanvaarden. De Romeinen namen ze gewoonlijk ook aan, -maar, naar ons toeschijnt, niet zoo gemakkelijk. Er was een strenge, -ernstige, bijna Puriteinsche geest in de Romeinen van de oude garde en -soms schijnen zij de behoefte gevoeld te hebben zich te verzekeren, -dat de prostitutie werkelijk moreel te rechtvaardigen was. Het -is van belang op te merken, dat zij zich graag in de herinnering -brachten dat Cicero gezegd had, dat hij blij was als hij een man uit -een bordeel zag komen, omdat hij anders misschien de vrouw van zijn -buurman onteerd zou hebben [189]. - -De maatschappelijke noodzakelijkheid van de prostitutie is het -oudste van al de argumenten van moralisten, die het dulden van -prostituées prediken; en als we de eeuwige geldigheid aannemen van -het huwelijkssysteem, waarmee tegelijk de prostitutie zich ontwikkeld -heeft, en van de theoretische moraal, die op dat systeem gebaseerd is, -dan is dit een zeer krachtig, zoo niet een onweerlegbaar argument. - -De komst van het Christendom, met zijn speciale houding jegens -het "vleesch" veroorzaakte noodzakelijk een enorme toename van -belangstelling voor de moreele gezichtspunten van de prostitutie. Toen -de prostitutie niet veroordeeld werd, werd het natuurlijk noodzakelijk -haar te rechtvaardigen; het was niet mogelijk voor een kerk met min of -meer ascetische idealen zulk een zaak met welwillende onverschilligheid -te behandelen. Als regel schijnen we wel overal te vinden, dat de -meer onafhankelijke geestelijken, die geen verantwoording hadden, -geneigd waren ze te veroordeelen, terwijl die theologen, die de zware -verantwoordelijkheden van kerkelijk staatmansschap op hun schouders -geladen hadden, over 't algemeen getoond hebben de prostitutie -te rechtvaardigen, zij het dan ook aarzelend. Hiervan hebben we -een uiterst belangrijk voorbeeld in den heiligen Augustinus, na -den heiligen Paulus den voornaamsten stichter van de Christelijke -kerk. In een verhandeling in 386 geschreven om de goddelijke regeling -van de wereld te rechtvaardigen, verklaart hij dat, evenals de beul, -hoe terugstootend hij ook zijn mag, een noodzakelijke plaats in -de maatschappij inneemt, evenzoo de prostituée en haars gelijken, -hoe vuil en leelijk en slecht zij ook zijn mogen, noodzakelijk zijn; -verban de prostituées uit de maatschappij en gij zoudt de wereld met -wellust bezoedelen: "Aufer meritrices de rebus humanis, turbaveris -omnia libidinibus" [190]. Aquino, de eenige theologische denker van -het Christendom, die tegelijk met Augustinus genoemd kan worden, -was in deze kwestie van de prostitutie van dezelfde meening als -hij. Hij hield vol, dat ontucht doodzonde was, maar hij nam de -noodzakelijkheid aan van de prostitutie, als een nuttig deel van -den bouw der maatschappij, en hij vergelijkt ze bij de afvoerkanalen -van een paleis [191]. "Prostitutie in steden is gelijk aan het riool -in een paleis; neem de riolen weg en het paleis wordt een onreine, -stinkende plaats". Liquori, de meest invloedrijke theoloog van den -nieuweren tijd, was van dezelfde meening. - -Deze aarzelende en half toegevende houding jegens de prostitutie -hebben de theologen inderdaad over het algemeen aangenomen. Sommige -wilden, in navolging van Augustinus en Aquino, de prostitutie dulden -om grooter kwaad te voorkomen; anderen waren er geheel en al tegen; en -weer anderen wilden ze in de steden toelaten, maar nergens anders. Het -werd echter algemeen door theologen aangenomen, dat de prostituée -recht heeft op haar loon, en dat ze niet verplicht is het terug te -geven [192]. De vroegere moralisten van het Christendom vonden het -niet moeilijk staande te houden, dat er geen zonde in is een huis -te verhuren aan een prostituée tot het uitoefenen van haar bedrijf; -absolutie werd hiervoor altijd gegeven en onthouding niet geëischt -[193]. Ontucht bleef echter altijd een zonde en van de twaalfde -eeuw af heeft de kerk een reeks van pogingen gedaan om prostituées -te bekeeren. Alle Katholieke theologen zijn van meening, dat een -prostituée verplicht is de zonde der prostitutie te biechten, en de -meeste theologen, hoewel niet alle, hebben gemeend, dat ook een man -den omgang met een prostituée moet biechten. Terzelfder tijd, dat er -een zekere toegevendheid was jegens de prostituée zelf, was de kerk -altijd zeer streng jegens hen, die leefden van de voordeelen van het -bevorderen van de prostitutie, jegens de lenones. Zoo weigerde het -Concilie van Elvira, dat bereid was zonder boetedoening de prostituée -die trouwde, te ontvangen, absolutie te geven, zelfs bij hun dood, -aan personen, die schuldig geweest waren aan lenocinium [194]. - -Het protestantisme, dat den biechtstoel opgeruimd had, kon in deze, -evenals in vele andere zaken van sexueele moraal gewoonlijk aan de -noodzakelijkheid ontsnappen eenige bepaalde en verantwoordelijke -uitleggingen te geven over de moreele positie van de prostitutie. Zoo -het al eenige meening te kennen gaf, of eenige praktische voorschriften -trachtte in te leiden, dan grondde het zich natuurlijk op de -bijbelsche bevelen tegen de ontucht, zooals ze uitgedrukt zijn door -den heiligen Paulus, en het toonde geen genade voor de prostitutie, -noch verdraagzaamheid. Deze houding, de houding der Puriteinen, was -des te gemakkelijker in Protestantsche landen, met uitzondering van -speciale districten op bepaalde tijden--zooals Genève en Nieuw-Engeland -in de zeventiende en de achttiende eeuw--omdat theologen in deze landen -eerder geroepen zijn geweest godsdienstige vermaningen te geven dan -praktische politiek toe te passen. Deze laatste taak hebben ze aan -anderen overgelaten, en zoo is er dikwijls een zekere verwarring en -onzekerheid ontstaan in den geest van den protestantschen leek. Deze -weifelende houding der theologen wordt in Engeland zeer duidelijk -gemaakt door Burton, een nadenkend en ernstig auteur, die een eeuw -na de hervorming schrijft. Hij verwijst met gemengden bijval naar -"onze Pseudo-Katholieken", die streng zijn jegens echtbreuk, maar -toegevend jegens ontucht; zij zijn het misschien eens met Cato, dat -de laatste aangemoedigd moet worden om erger verkeerdheden thuis -te vermijden, en die meent, dat bordeelen "even noodzakelijk zijn -als kerken" en dat het goed is heele huizen "vol courtisanen in de -steden te houden". "Zij houden het voor onmogelijk", gaat hij voort, -"dat niets uitvoerende jonge menschen als ze jong, rijk en vroolijk -zijn, dat zooveel knechts en monniken, fatsoenlijk zouden leven, -zij noemen het een te tyrannieken last hen te dwingen kuisch te zijn, -en kunnen absoluut niet toestaan, dat arme mannen, jongere broeders -of soldaten trouwen zouden, evenmin als zieke menschen, ordebroeders, -priesters of bedienden. Om dus zoowel den een als den ander tevreden -te stellen, verdragen zij deze soort van bordeelen en schuilhoeken en -doen er een oogje voor toe. Vele argumenten hebben zij om te bewijzen, -dat ze wettig en noodzakelijk zijn, en dat ze geduld moeten worden, -evenals de woeker; zonder kwestie is er in de politiek niets tegen -in te brengen, maar veel in den godsdienst" [195]. - -Niet voor het begin van de volgende eeuw is het oude argument -van Augustinus ter moreele rechtvaardiging van de prostitutie in -het protestantsche Engeland moedig en beslist uiteengezet door -Bernard Mandeville in zijn Fable of the Bees; toen het boek voor -het eerst uitkwam, scheen men het zoo stuitend te vinden, dat het -verboden werd. "Als courtisanen en sletten vervolgd moesten worden -met zooveel gestrengheid als sommige menschen het zouden willen", -schreef Mandeville, "wat voor sleutels en grendels zouden we dan wel -moeten hebben om de eer van onze vrouwen en meisjes te bewaren?... Het -is duidelijk, dat het noodig is een deel der vrouwen op te offeren -om het andere deel te beschermen en vuilheid van nog erger soort -te voorkomen. Daaruit meen ik dat ik met recht mag besluiten, dat -kuischheid gesteund kan worden door uitspatting, en dat de beste der -deugden de hulp noodig heeft van de ergste der ondeugden" [196]. Na -den tijd van Mandeville begon deze beschouwing van de prostitutie -gewoon te worden in protestantsche zoowel als in andere landen, -hoewel ze gewoonlijk niet zoo duidelijk uitgedrukt werd. - - - Het kan van belang zijn een paar meer moderne voorbeelden samen - te brengen van gezegden, die voor de moreele rechtvaardiging van - de prostitutie spreken. - - Zoo legt in Frankrijk Meusnier de Querlon in zijn geschiedenis van - Psaphion, geschreven in het midden van de achttiende eeuw, vele - zeer belangwekkende overdenkingen over het leven en de positie - van de prostituée in den mond van een Grieksche courtisane. Zij - verdedigt haar beroep met veel bekwaamheid en zegt dat, terwijl - mannen zich verbeelden dat prostituées alleen maar de verachte - slachtoffers zijn van hun genoegens, deze vermeende tyrannen - in werkelijkheid het slachtoffer worden; dat zij de behoeften - bevredigen van de vrouwen, die zij onder hun voeten vertrappen, - en dat zij zelve in gelijke mate de verachting verdienen, - waarmee zij haar behandelen. "Wij betalen walging met walging, - zooals zij zeker wel moeten bemerken. Wij geven hun dikwijls - niets dan een standbeeld, en als zij zich verhit aan ongevoelige - bekoorlijkheden te goed doen, genieten wij in rustige koelheid - hun zinnelijkheid. Dan hernemen wij onze rechten. Wat warm bloed - heeft deze trotsche schepsels aan onze voeten gebracht en ons - meesteressen gemaakt van hun lot. Aan welke zijde, vraag ik u, - is het voordeel?" Maar alle mannen, voegt zij er bij, zijn niet - zoo onrechtvaardig jegens de prostituée, en zij gaat voort, - niet zonder lichte ironie, een lofrede te houden op het nut, - het gemak en de voordeelen van het bordeel. - - Een groot aantal van de moderne schrijvers over de prostitutie - noemen met nadruk den maatschappelijk weldadigen aard ervan. Zoo - eindigt Charles Richard zijn boek over dit onderwerp met deze - woorden: "Het gedrag van de maatschappij jegens de prostitutie - moet uitgaan van het principe van dankbaarheid zonder valsche - schaamte, voor het nut ervan en medelijden voor de arme schepsels, - ten koste van wie dit nut verkregen wordt" (La Prostitution devant - le Philosophe, 1882, p. 171). "Het huwelijk duurzaam maken is het - moeilijk maken", merkt een Amerikaansch medisch schrijver op; - "het moeilijk maken is het uitstellen; het uitstellen is in - de gemeenschap houden een toenemend aantal sexueel volkomen - individuen, met normale, of in gevallen waar langdurige - onderdrukking is geweest, overmatige sexueele begeerte. Het - maatschappelijk kwaad is het natuurlijk gevolg van de physieke - natuur van den mensch, zijn geërfde impulsen, en de kunstmatige - omstandigheden, waaronder hij gedwongen is te leven" ("The Social - Evil", Medicine, Augustus en September, 1906). Woods Hutchinson - beschouwt, terwijl hij met sterke afkeuring van de prostitutie - spreekt en prostituées beschouwt als "de ergste exemplaren van haar - sekse", toch de prostitutie als een maatschappelijke werking van - de hoogste waarde. "Uit een medisch-economisch gezichtspunt noem - ik haar een van de groote selectieve en elimineerende factoren - van de natuur en van de hoogste waarde voor de gemeenschap. We - kunnen ze in het ruwe karakteriseeren als een veiligheidsklep - voor de instelling van het huwelijk" (The Gospel According to - Darwin, p. 193; cf. het artikel van denzelfden schrijver over - "The Economics of Prostitution", opgesomd in Boston Medical and - Surgical Journal, November 21, 1895). Adolf Gerson zegt in ongeveer - denzelfden geest ("Die Ursache der Prostitution", Sexual-Probleme, - September 1908), dat "prostitutie een van de middelen is die de - natuur gebruikt om de teelkracht der menschen te beperken, en - vooral om den tijd der sexueele rijpheid te verschuiven". Molinari - meent, dat de maatschappelijke voordeelen van de prostitutie van - het begin af op verschillende wijzen tot uiting zijn gekomen; - door bijvoorbeeld de meer overmatige uitingen van de sexueele - impuls onvruchtbaar te maken nam de prostitutie de noodzakelijkheid - weg van kindermoord op overtollige kinderen en leidde ze tot het - tegengaan van die primitieve methode om de bevolking te beperken - (G. de Molinari, La Viriculture, p. 45). Op geheel andere wijze dan - die, vermeld door Molinari, heeft de prostitutie zelfs in zeer late - tijden geleid tot het laten varen van kindermoord. In de Chineesche - provincie Ping-Yang zegt Matignon, was het vele jaren geleden niet - ongewoon voor arme ouders om 40 percent van hun pasgeboren meisjes - te dooden, of zelfs allemaal, want zij waren te duur om ze op te - voeden en ze brachten niets in, omdat mannen, die wilden trouwen, - gemakkelijk een vrouw konden krijgen in de naburige provincie - Wenchu, waar vrouwen zeer gemakkelijk te krijgen waren. Nu - maakt echter de betere verbinding met Shang-Hai per stoomboot - het zeer gemakkelijk voor meisjes de bordeelen van Shang-Hai te - bereiken, waar zij geld kunnen verdienen voor haar families; - de gewoonte haar te dooden is daarom uitgestorven (Matignon, - Archives d'Anthropologie Criminelle, 1896. p. 72). "Onder de - tegenwoordige omstandigheden", schrijft Dr. F. Erhard ("Auch - ein Wort zur Ehereform", Geschlecht und Gesellschaft, Jahrgang - 1, Heft 9), "is prostitutie (in de ruimste beteekenis, vrije - verhoudingen medegerekend) noodig, opdat jonge menschen de vrouwen - eenigermate kunnen leeren kennen, want conventioneele conversatie - is daarvoor niet voldoende; een juiste kennis van de vrouwelijke - gedachtengang is echter noodig voor een goede keuze, daar het maar - zelden mogelijk is zich te verlaten op de betrouwbaarheid van het - instinct. Het is ook goed, dat mannen zich de horens afloopen vóor - het huwelijk, want de polygame neiging zal ergens doorbreken. De - prostitutie zal alleen die mannen bederven, aan wie niet veel - te bederven is, en als zij zoo het verlangen naar het huwelijk - verliezen, dan zouden hun ongeboren kinderen reden hebben dankbaar - te zijn". Neisser, Näcke en vele anderen hebben voor de prostitutie - gepleit en zelfs voor bordeelen, als "noodzakelijk kwaad". - - Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat velen zelfs van de sterkste - voorstanders van de moreele voordeelen der prostitutie meenen, dat - eenige verbetering nog wel wenschelijk is. Zoo verwacht Bérault een - tijd, waarop van overheidswege bewaakte bordeelen minder veracht - zullen zijn. Verschillende verbeteringen kunnen ze, meent hij, - in de naaste toekomst "ontdoen van de barbaarsche eigenschappen, - die ze voor de sceptische of onwetende menigte verachtelijk - maken, terwijl hun tastbare voordeelen een einde zullen maken - aan de minachting, die opgewekt wordt door hun cynisch aanzien" - (La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, 1904). - - -4. De beschavingswaarde van de prostitutie.--Het moreele argument voor -de prostitutie is gebaseerd op het geloof, dat ons huwelijkssysteem zoo -oneindig kostbaar is, dat een instelling, die als bolwerk ervoor dient -in stand gehouden moet worden, hoe leelijk of hoe verwerpelijk op zich -zelf zij ook is. Er is echter een ander argument ter ondersteuning -van de prostitutie, waarop ternauwernood de nadruk valt dien het -verdient. Ik bedoel haar invloed, voor zoover ze een element van -vroolijkheid en afwisseling, dat op een of andere wijze noodzakelijk -is, voegt in de geordende samenstelling van het moderne leven, een -verlichting van den sleur der mechanische routine een afleiding in de -saaie en fatsoenlijke eentonigheid ervan. Dit is wat anders dan de -meer specifieke functie van de prostitutie als een veiligheidsklep -voor overtollige sexueele energie, en dit kan zelfs van beteekenis -worden voor hen, die weinig of geen omgang hebben met prostituées. Dit -element kunnen we noemen de beschavingswaarde van de prostitutie. - -Het zijn niet alleen de algemeene eigenschappen van de beschaving, -maar meer speciaal de eigenschappen van het stadsleven, die dezen -factor van beteekenis maken. Het stadsleven legt door den druk van -de concurrentie een zeer strenge en veel krachten eischende routine -op van vervelend werk. Terzelfder tijd maakt het mannen en vrouwen -meer gevoelig voor nieuwe indrukken, meer verlangend naar opwinding -en verandering. Het vermeerdert de gelegenheden tot maatschappelijken -omgang; het vermindert de kansen op ontdekking van onwettigen omgang, -terwijl het meteen het sluiten van een huwelijk verzwaart, want doordat -het de maatschappelijke ambities en de uitgaven verhoogt, verschuift -het den tijd, waarop een huisgezin kan opgezet worden. Het stadsleven -verschuift het huwelijk en maakt toch de middelen van vergoeding voor -het huwelijk meer dringend noodzakelijk [197]. - -Er kan niet de minste twijfel aan zijn, dat dit de beweegreden is--de -poging om de onvolkomen gelegenheden voor zelfontwikkeling, die onze -mechanische en arbeidzame maatschappij vol beperkingen aanbiedt, aan -te vullen--die een van de voornaamste oorzaken vormt, die vrouwen -er toe brengt, tijdelijk of voor goed, het leven van prostituée te -kiezen. Wij hebben gezien, dat de economische factor, zooals vroeger -gemeend werd, geenszins de hoofdrol speelt bij deze keuze. En er is -ook geen reden om te veronderstellen, dat een buitengewoon sterke -sexueele impuls de leidende factor is. Maar een groot aantal jonge -vrouwen keeren zich instinctief naar het leven van prostituée, omdat -zij bewogen worden door een duisteren drang, die ze haast zelf niet -kunnen verstaan of uitleggen, en waarvan ze zich dikwijls schamen -hem te openbaren. Het is daarom verwonderlijk, dat deze beweegreden -zoo'n groote plaats inneemt, zelfs in de formeele statistieken van -de prostitutie. Merrick vond in Londen, dat 5000, of bijna een derde -van de prostituées, die hij onderzocht, met liefde een tehuis of een -betrekking opgaven "voor een leven van pleizier", en hij acht dit -de hoofdreden voor de prostitutie [198]. In Amerika vond Sanger dat -"neiging" bijna bovenaan stond onder de oorzaken voor de prostitutie, -terwijl Woods Hutchinson vond, dat "liefde tot vertoon, weelde -en ijdelheid" op verre na de eerste plaats innamen. "Verveling en -tegenzin tegen het werk" is de reden, die aangegeven wordt door een -groot aantal Belgische meisjes, als zij aan de politie haar wensch -te kennen geven om als prostituées ingeschreven te worden. In Italië -meent men, dat een gelijke beweegreden een belangrijke rol speelt. In -Rusland komt "verlangen naar vermaak" op de tweede plaats onder de -oorzaken van de prostitutie. Ik geloof, dat er geen twijfel aan kan -zijn, dat, zooals een oplettend waarnemer van het Londensche leven -gezegd heeft, het probleem van de prostitutie "in den grond is een -wild en onweerstaanbaar verlangen naar opwinding, een ernstige en -opzettelijke opstand tegen de eentonigheid van alledaagsche idealen, -en de geestdoodende verveling van het alledagsleven" [199]. Het is -deze factor van de prostitutie, mogen we redelijker wijze besluiten, -die voornamelijk verantwoordelijk is voor het feit, waarop F. Schiller -[200] gewezen heeft, dat met de ontwikkeling van de beschaving de -toevoer van prostituées neiging heeft grooter te worden dan de vraag. - - - Charles Booth schijnt van dezelfde meening te zijn, en citeert - (Life and Labor of the People, Third Series, deel VII, p. 364) uit - een rapport van een reddingsgenootschap: "De algemeene opvatting - is, dat deze vrouwen verlangend zijn een leven van zonde te - verlaten. De duidelijke en eenvoudige waarheid is, dat zij, voor - het meerendeel, in het geheel geen behoefte hebben om gered te - worden. Zoovele van deze vrouwen beschouwen de prostitutie niet - als een zonde en willen ze niet als zoodanig beschouwen. "Ik - word iederen avond meegenomen om in een restaurant te eten en - daarna naar een publieke vermakelijkheid te gaan; waarom zou ik - dat opgeven?"" Merrick, die vond, dat vijf percent van de 14.000 - prostituées, die in de Millbank gevangenis kwamen, gewend waren - godsdienstige gebruiken te vereenigen met het uitoefenen van haar - beroep, zegt ook naar aanleiding van haar gevoelens over moraal: - "Ik ben er van overtuigd, dat er vele arme mannen en vrouwen zijn, - die in het geheel niet begrijpen, wat het woord "immoraliteit" - beteekent. Uit beleefdheid zullen ze misschien ja zeggen op wat - ge zegt, maar zij begrijpen uw bedoeling niet als gij spreekt - van deugd of reinheid; gij spreekt eenvoudig over hen heen" - (Merrick, op. cit., p. 28). Dezelfde houding kan men overal - onder prostituées vinden. In Italië vermeldt Ferriani een - meisje van vijftien jaar, dat, toen ze beschuldigd werd van - onbetamelijkheid met een man in een park, met veel tranen en - veel verontwaardiging ontkende. Hij bracht haar eindelijk tot - bekentenis, en vroeg haar toen: "Waarom heb je geprobeerd mij - te doen gelooven, dat je geen kwaad gedaan hadt?" Zij aarzelde, - glimlachte, en zeide: "Omdat zij zeggen, dat meisjes niet moeten - doen, wat ik doe, maar dat ze moeten werken. Maar ik ben, wat ik - ben, en het gaat hen niet aan". Deze houding is dikwijls meer dan - een instinctief gevoel; bij intelligente prostituées wordt het - dikwijls een wel-overwogen overtuiging. "Ik kan alles dragen, - als het moet", schreef de schrijfster van het Tagebuch einer - Verlorenen (p. 291), "zelfs ernstige en edele minachting, maar - geen spot. Minachting--ja, als ze verdiend is. Als een arm en - mooi meisje met een moe en bitter hart alleen staat in de wereld, - van alles uitgesloten, omringd door verzoekingen en verleidingen, - die zich aan alle kanten aanbieden, en als ze dan toch, uit - innerlijke overtuiging het grauwe en eentonige pad kiest van - verzaking en van de burgerlijke moraal, dan erken ik in dat meisje - een persoonlijkheid, die een zeker recht heeft met minachtend - medelijden neer te zien op zwakkere meisjes. Maar die ganzen, - die, onder de oogen van haar hoeders en levenslange eigenaars - altijd op zachte groene weiden gegraasd hebben, hebben zeker - geen recht minachtend te lachen over haar, die niet zoo gelukkig - geweest zijn". En we moeten niet meenen, dat er noodzakelijk - eenig sophisme behoeft te wezen in de zelf-rechtvaardiging van - de prostituée. Sommige van onze beste denkers en waarnemers zijn - tot een conclusie gekomen, die niet ongelijk is aan deze. "De - werkelijke toestanden van de maatschappij verzetten zich tegen - ieder hoog moreel gevoel in vrouwen", merkt Marro op (La Pubertà, - p. 462), "want tusschen haar, die zich verkoopen in prostitutie - en haar, die zich verkoopen in het huwelijk, bestaat het eenige - verschil in den prijs en den duur van het contract". - - -Wij hebben reeds gezien welk een groot percentage in de prostitutie -geleverd wordt door haar, die den huiselijken dienst verlaten hebben -om dit leven te volgen (Ante p. 264). Het is niet moeilijk in dit feit -een bewijs te vinden voor de soort van impuls, die er een vrouw toe -drijft de loopbaan van prostituée te kiezen. "De dienstbode, in onze -maatschappij van gelijkheid", schreef Goncourt, nadat hij vroegere -tijden in de herinnering gebracht heeft, toen haar dikwijls een plaats -ingeruimd werd in het familieleven, "is niets anders geworden dan een -betaalde paria, een machine voor het doen van huishoudelijk werk, -en het wordt haar niet langer toegestaan het menschelijk leven van -haar werkgever te deelen" [201]. En in Engeland, vinden we, zelfs -al een halve eeuw geleden, de zelfde gezegden over de positie van -de dienstbode: "huiselijke dienst is een volkomen slavernij", met -vroege uren en late uren en voortdurend trappen op en neer loopen, -tot de benen gezwollen zijn; "er schijnt dikwijls een mate van vernuft -gebruikt te worden, een betere zaak waardig, om de grootst mogelijke -hoeveelheid werk uit de huiselijke machine te halen"; bovendien is zij -"een soort bliksemafleider" voor het slechte humeur en de ziekelijke -gevoelens van haar meesteres en van de jonge dames; zoodat, als -sommigen gezegd hebben, "ik mij zoo ellendig voelde, dat het me niet -kon schelen wat er van me terecht kwam, ik wilde maar, dat ik dood was" -[202]. De dienstbode staat buiten alle menschelijke verhoudingen; zij -mag niet het bestaan verraden van een eenvoudige impuls of natuurlijke -behoefte. Tevens leeft zij op den rand der weelde; zij is omringd -door de tantaliseerende visioenen van genoegen en amusement, waarnaar -haar frissche jonge natuur verlangt [203]. Het kan geen verwondering -wekken dat zij, overwerkt en aangetrokken door lediggang vol genot -den eenigen sprong doet, die haar in staat zal stellen te genieten -van de schitterende zijden der beschaafde maatschappij, die haar zoo -begeerlijk toeschijnen [204]. - - - Er wordt soms gezegd, dat het overheerschend veel voorkomen van - de prostitutie onder meisjes, die vroeger dienstboden waren, - komt, doordat zoo ontzettend veel dienstmeisjes verleid worden - door den heer des huizes of door de jonge heeren van de familie, - waar zij dienen, en zoo de straat op gedreven worden. Dit is - ongetwijfeld in een zeker aantal gevallen, misschien soms in - een vrij aanzienlijk aantal, een beslissende factor, maar het - schijnt wel nauwelijks de hoofd-factor te zijn. Het bestaan van - betrekkingen tusschen dienstboden en heeren des huizes, moeten - we bedenken, sluit geenszins noodzakelijk verleiding in. In - een groot aantal gevallen is de dienstbode in een huishouden, - in sexueele zaken, eer de leermeesteres dan de leerling. (In - "The Sexual Impulse in Women", in een ander werk van mijn hand, - heb ik de rol besproken, die dienstmeisjes spelen als inwijdsters - in sexueele zaken van de jonge jongens, in de huishoudens waarin - ze geplaatst zijn). De meer preciese statistieken der oorzaken - van de prostitutie geven zelden verleiding aan als de voornaamste - oorzaak in meer dan ongeveer 20 percent van de gevallen, hoewel dit - klaarblijkelijk een van de beweegredenen is, die het gemakkelijkst - te bekennen is (zie ante p. 256). Verleiding door een of anderen - werkgever vormt maar een deel (gewoonlijk minder dan de helft) - zelfs van deze gevallen. Het speciale geval van verleiding van - dienstboden door den heer des huizes kan dus geen zeer groote - rol spelen als factor bij de prostitutie. - - De statistieken over de afkomst van onwettige kinderen hebben ook - eenige betrekking op deze zaak. In een serie van 180 ongehuwde - moeders, die geholpen zijn door den Berlijnschen bond voor - moederbescherming, worden bijzonderheden gegeven over de bezigheden - der moeders, en voor zoover mogelijk, ook van de vaders. De moeders - waren voor een derde dienstmeisjes, en de groote meerderheid van - de rest waren winkeljuffrouwen, of meisjes, die thuis werkten. Bij - de vaders (van de 120 gevallen) kwamen bovenaan werklui (33), dan - kooplui (22); maar een klein aantal (20 tot 25) kon beschreven - worden als "heeren", en zelfs dit aantal verliest iets van zijn - beteekenis als er op gewezen wordt, dat sommige van de meisjes - ook van de middelklasse waren; in negentien gevallen waren de - vaders getrouwde mannen (Mutterschutz, Januari, 1907, p. 45). - - De meeste autoriteiten in de verschillende landen zijn van meening, - dat meisjes, die prostituée worden (gewoonlijk tusschen de vijftien - en de twintig jaar) haar maagdelijkheid op jeugdigen leeftijd - verloren hebben, en in de groote meerderheid der gevallen door - mannen van haar eigen klasse. "Het meisje uit het volk valt door - het volk", zeide Reuss in Frankrijk (La Prostitution, p. 41). "Het - zijn haars gelijken, werklieden evenals zij, die de eerste vruchten - plukken van haar schoonheid en haar maagdelijkheid. De man van de - wereld, die haar met goud en juweelen belaadt, krijgt alleen wat - zij overlaten". Ook Martineau (De la Prostitution Clandestine, - 1885) toonde aan, dat prostituées gewoonlijk onteerd worden door - mannen van haar eigen klasse. En Jeannel, in Bordeaux vond reden - om te gelooven, dat het niet voornamelijk haar meesters zijn, die - dienstmeisjes verleiden; zij gaan dikwijls in dienst, omdat ze op - het land verleid zijn, terwijl luie, begeerige en domme meisjes van - het land naar de stad gestuurd worden om te dienen. In Edinburg - vond W. Tait (Magdalenism, 1842), dat soldaten meer dan eenige - andere klasse in de gemeenschap de verleiders zijn van vrouwen, - en dat vooral de Hooglanders in dit opzicht bekend zijn. Soldaten - hebben deze reputatie overal, en vooral in Duitschland vindt men - steeds, dat de tegenwoordigheid van soldaten in een plaats op het - platteland, zooals bij de jaarlijksche manoeuvres, de oorzaak - is van onkuischheid en onwettige geboorten; zoo is het ook in - Oostenrijk, waar lang geleden Gross-Hoffinger heeft geconstateerd, - dat soldaten verantwoordelijk waren voor ten minste een derde van - alle onwettige geboorten, een aandeel, dat geheel buiten verhouding - is tot hun aantal. In Italië vond Morro, bij zijn onderzoekingen - naar de oorzaak van het verlies der maagdelijkheid bij twee en - twintig prostituées, dat tien zich min of meer spontaan gaven aan - minnaars of meesters, dat tien zwichtten in de verwachting van een - huwelijk, en dat twee verkracht waren (La Pubertà, p. 461). Het - verlies van de maagdelijkheid, hoewel het misschien niet de eerste - oorzaak van de prostitutie is, leidt er toch dikwijls toe. "Als - een deur eenmaal opengebroken is", zeide een prostituée tot hem, - "dan is het moeilijk ze gesloten te houden". In Sardinië zijn, - zooals A. Mantegazza en Ciuffo vonden, prostituées zeer dikwijls - dienstmeisjes van het land, die reeds onteerd zijn door mannen - van haar eigen klasse. - - -Deze beschavingsfactor van de prostitutie, de invloed van weelde en -opwinding en verfijning, die het meisje uit het volk aantrekken, -zooals de vlam de mot aantrekt, blijkt uit het feit, dat het de -bewoonsters van het land zijn, die voornamelijk voor de bekoring -bezwijken. De meisjes, wier jonge ontvlambare en orgiastische -impulsen, soms aangewakkerd door een klein aangeboren gebrek aan -zenuw-evenwicht, latent gebleven zijn in de saaie eentonigheid van -het leven op het land, vinden eindelijk haar volkomen bevrediging in -de loopbaan van prostituée. Voor het stadsmeisje, dat in de stad -is geboren en opgevoed, heeft deze loopbaan gewoonlijk niet veel -aantrekkingskracht, tenzij zij van het begin af aan opgevoed is in een -omgeving, die haar predisponeert om ze te kiezen. Zij is van haar jeugd -af gewoon aan de prikkels van de steedsche beschaving en zij bedwelmen -haar niet; zij is, bovendien beter in staat op zich zelf te passen -dan het meisje van het land, en ze weet te veel van de werkelijke -feiten van het leven der prostituée, om zeer verlangend te zijn haar -loopbaan te kiezen. Bovendien bezit de familie waartoe zij behoort, -waarschijnlijk ook een aangeboren of verkregen weerstandsvermogen -tegen de evenwicht-verstorende invloeden, dat het hun mogelijk gemaakt -heeft zich in het stadsleven staande te houden. Zij is immuun geworden -tegen de vergiften van dat leven [205]. - - - In alle groote steden is een groot deel, zoo niet de meerderheid - van de inwoners, gewoonlijk buiten de stad geboren (in Londen - zijn maar vijftig percent van de hoofden van gezinnen bepaald - vermeld als in Londen geboren); en het is dus niet te verwonderen, - dat ook prostituées dikwijls van buiten de stad komen. Toch - blijft het een feit van beteekenis, dat een zoo typisch steedsch - verschijnsel als de prostitutie, in zoo ruime mate van nieuwe leden - voorzien wordt van het land. Dit is overal het geval. Merrick - noemt de streken op, waar 14.000 prostituées vandaan kwamen, - die in de Millbank gevangenis terecht kwamen. Middlesex, Kent, - Surrey, Essex en Devon zijn de graafschappen, die bovenaan - staan, en Merrick taxeert het aantal voor Londen uit de vier - graafschappen, die Londen vormen, op 7000, of de helft van het - geheel; militaire steden, zooals Colchester en marine-havens, - zooals Plymouth, voorzien Londen van veel prostituées; Ierland - levert er veel meer dan Schotland, en Duitschland veel meer dan - eenig ander Europeesch land, terwijl Frankrijk bijna in het geheel - niet vertegenwoordigd is (Merrick, Work Among the Fallen, 1890, - pp. 14-16). Het is natuurlijk mogelijk, dat de verhoudingen onder - haar, die in een gevangenis komen, niet nauwkeurig de verhoudingen - weergeven der prostituées in het algemeen. De lijsten van het - Londensche reddingshuis van het Leger des Heils wijzen er op, - dat zestig percent van de meisjes en de vrouwen van buiten komen - (A. Sherwell, Life in West London, hoofdst. V). Dit is precies - dezelfde verhouding die Tait een halve eeuw vroeger, onder - prostituées in het algemeen, in Edinburg vond. Sanger zegt, dat - van de 2000 prostituées in New-York er wel 1238 in het buitenland - geboren waren (706 in Ierland), terwijl van de overige 762 de eene - helft geboren was in den staat New-York, en een beslist (hoewel de - juiste getallen niet aangegeven zijn) nog kleinere verhouding in de - stad New-York. Prostituées komen uit het Noorden--waar het klimaat - onpleizierig is, en waar fabrieksarbeid en zittende bezigheden het - meest voorkomen--veel meer dan uit het Zuiden; zoo zond Maine, - een koude, gure zeestaat, vier en twintig van deze prostituées - naar New-York, terwijl Virginië, op denzelfden afstand liggende, - dat er naar denzelfden maatstaf gerekend twee en zeventig moest - gestuurd hebben, er maar negen zond; er was een zelfde verschil - tusschen Rhode Island en Maryland (Sanger, History of Prostitution, - p. 452). Het is leerrijk hier den invloed op te merken van een - somber klimaat en eentonigen arbeid op het aanwakkeren van de - begeerte naar een "leven van pleizier". In Frankrijk is er, - zooals op een kaart in het werk van Parent-Duchâtelet aangetoond - wordt (deel I, pp. 37-64, 1857) als het land verdeeld wordt in - vijf gordels, die van Oost naar West loopen, een voortdurende - vermindering in het aantal prostituées dat iedere gordel naar - Parijs zendt, naarmate we verder Zuidwaarts komen. Weinig meer dan - een derde schijnt tot Parijs te behooren, en, evenals in Amerika, - is het het ernstige en hard werkende Noorden met zijn betrekkelijk - koud klimaat, dat het grootste contingent levert; zelfs in het - oude Frankrijk merkt Dufour op (op. cit., deel IV, hoofdst. XV), - was prostitutie, zooals blijkt uit de fabliaux en romans, minder - schandelijk in de langue d'oil dan in de langue d'oc, zoodat zij - ongetwijfeld zeldzaam was in het Zuiden. Op een later tijd zegt - Reuss (La Prostitution, p. 12) dat "bijna al de prostituées uit - Parijs van buiten komen". Jeannel merkte op, dat van de duizend - prostituées uit Bordeaux er maar zes en veertig in de stad thuis - behoorden, en Potton (Appendix bij Parent-Duchâtelet, deel II, - p. 446) zegt, dat van bijna vier duizend prostituées uit Lyon er - maar 376 uit Lyon zelf waren. In Weenen merkt Schrank, in 1873, op, - dat van meer dan 1500 prostituées er maar 615 in Weenen geboren - waren. De algemeene regel is, zooals we zullen gezien hebben, - hoewel de variaties vele zijn, dat weinig meer dan een derde van - de prostituées van een stad stadskinderen zijn. - - Het is opmerkelijk dat deze neiging van de prostituée om van - ver naar steden toe te komen, deze zwervende neiging--die zij - tegenwoordig gemeen heeft met de kellners--niet een modern - verschijnsel is. "Er zijn weinig steden in Lombardije, of - Frankrijk, of Gallië", schreef de heilige Bonifacius, "waar niet - een echtbreekster is of een prostituée van de Engelsche natie", en - de heilige schrijft dit toe aan de gewoonte der pelgrimstochten - naar buitenlandsche heilige plaatsen. In den tegenwoordigen - tijd is er geen duidelijk merkbaar Engelsch element onder de - prostituées van het vasteland. Zoo zijn in Parijs volgens Reuss - (La Prostitution, p. 12) de buitenlandsche prostituées in afnemende - orde Belgisch, Duitsch (Elzas-Lotharingen), Zwitsersch (vooral - uit Genève), Italiaansch, Spaansch, en eerst dan Engelsch. Kenners - in deze zaak zeggen dat de Engelsche prostituée, in vergelijking - met haar zuster van het vasteland (en vooral uit Frankrijk), niet - voordeelig uitkomt, omdat ze gewoonlijk hebberig is in geldzaken - en niet zeer bekoorlijk. - - -Het is de beschaving, hoewel niet het fijnste en het beste in -de beschaving, die meer dan iets anders vrouwen roept tot de -prostitutie. Het is noodig er op te wijzen dat ook de man door -diezelfde beschaving tot de prostitutie gedreven wordt. De gewone en -op onwetendheid berustende veronderstelling, dat de prostitutie bestaat -om de grove zinnelijkheid van den jongen ongehuwden man te bevredigen, -en dat, als hij geleerd heeft grove sexueele impulsen te bedwingen -of er toe gebracht is vroeg te trouwen de prostituée geen bezoek zal -ontvangen, is volkomen onjuist. Als alle mannen heel jong trouwden, -dan zou niet alleen het geneesmiddel erger zijn dan de kwaal--het is -hier de plaats niet dat punt verder te bespreken--maar het middel zou -de kwaal niet genezen. De prostituée is iets meer dan een kanaal om -overtollige sexueele energie af te voeren, en haar aantrekkingskracht -houdt in het geheel niet op te bestaan als mannen getrouwd zijn, want -een groot aantal van de mannen die prostituées bezoeken, zoo niet de -meesten, zijn getrouwd. En toch, of zij getrouwd zijn of ongetrouwd, -de beweegreden die hen naar de prostituée voert, is niet uitsluitend -wellust. - - - In Engeland, merkt een schrijver, die goed op de hoogte is, op, dat - "de waarde van het huwelijk als moreele factor blijkt uit het feit, - dat al de betere prostituées in Londen bijna geheel onderhouden - worden door getrouwde mannen", terwijl ook in Duitschland, zooals - in een belangwekkende serie van herinneringen van een vroegere - prostituée, Beichte einer Gefallenen door Hedwig Hard (p. 208), - gezegd wordt, de meeste mannen, die prostituées bezoeken, getrouwd - zijn. Deze bewering is waarschijnlijk overdreven. Neisser zegt dat - maar vijf en twintig percent van gevallen van gonorrhoe voorkomen - bij getrouwde mannen. Deze opgave is waarschijnlijk onjuist in - omgekeerden zin, omdat getrouwde mannen zich in het verkeer met - prostituées meestal zeer in acht nemen, meer dan de jonge en - ongetrouwde mannen. Wat de beweegreden aangaat, die getrouwde - mannen tot de prostitutie brengt, vertelt Hedwig Hard uit haar - eigen ervaringen een voorval, dat leerzaam en ongetwijfeld typisch - is. In de stad, waar zij rustig als prostituée woonde, werd een - man van den hoogsten maatschappelijken stand door een vriend bij - haar geïntroduceerd, en bezocht haar regelmatig. Zij had dikwijls - zijn vrouw gezien en bewonderd, die een van de gevierde schoonheden - van de plaats was en twee lieve kinderen had; man en vrouw schenen - elkander zeer genegen, en ieder benijdde hen hun geluk. Hij was - een man van verstand en beschaving, die Hedwig's liefde tot boeken - aanmoedigde; zij geraakte zeer aan hem gehecht en eens waagde - zij hem te vragen hoe hij zijn lieve, mooie vrouw kon verlaten om - naar iemand toe te gaan, die niet waard was haar schoenriemen los - te binden. "Ja, kind", antwoordde hij, "maar al haar schoonheid - en ontwikkeling geeft mij niets voor mijn hart. Zij is koud, - koud als ijs, fatsoenlijk en bovenal phlegmatiek. Vertroeteld - en verwend als zij is, leeft zij alleen voor zich zelf; wij - zijn twee goede kameraden en niets meer. Als ik bijvoorbeeld - 's avonds uit de societeit kom en naar haar bed ga, misschien - wel een beetje opgewonden, dan wordt ze zenuwachtig en vindt het - ongepast, dat ik haar wakker maak. Als ik haar kus, dan verdedigt - zij zich en vertelt mij, dat ik verschrikkelijk naar sigaren en - wijn ruik. En als ik misschien meer probeer, dan springt ze uit - bed, wordt boos alsof ik haar aanviel, en dreigt uit het raam - te springen als ik haar aanraak. Dus laat ik haar om den wille - der vrede met rust en kom hier". Er kan geen twijfel aan zijn, - dat dit de ondervinding is van veel getrouwde mannen, die graag - geliefde zoowel als vriendin in hun vrouwen zouden vinden. Maar - de vrouwen hebben, met een verscheidenheid van oorzaken, bewezen, - dat ze niet in staat zijn de sexueele makkers te worden van haar - echtgenooten. En de echtgenooten, zonder dat ze gedreven worden - door eenigen sterken hartstocht of door begeerte naar ontrouw, - zoeken buitenshuis wat ze thuis niet vinden kunnen. - - Dit is niet de eenige reden, waarom mannen prostituées - bezoeken. Zelfs mannen, die gelukkig getrouwd zijn met vrouwen, - die in de voornaamste opzichten bij hen passen, ondervinden - dikwijls na eenige jaren huwelijksleven, een geheimzinnig - verlangen naar afwisseling. Zij zijn hun vrouwen niet moe, zij - hebben niet de minste wensch of bedoeling om haar te verlaten, - zij willen haar, als zij het helpen kunnen, niet de minste pijn - veroorzaken. Maar nu en dan worden ze door een onweerstaanbaren, en - onwillekeurigen drang er toe gebracht een tijdelijke intimiteit te - zoeken met vrouwen, met wie ze voor niets ter wereld zich voor goed - zouden willen binden. Pepys, wiens Diary, afgezien van de andere - verdienstelijke eigenschappen ervan, een psychologisch document van - waarde is, levert een zeer karakteristiek voorbeeld van deze soort - van impuls. Hij heeft een jonge, lieve vrouw getrouwd, aan wie hij - zeer gehecht is, en hij leeft gelukkig met haar, op een paar nu en - dan voorkomende twisten na, die spoedig door kussen uit den weg - geruimd zijn; zijn liefde gaat samen met jaloezie, een jaloezie, - die, zooals hij toegeeft, volkomen onredelijk is, want zij is een - trouwe, liefhebbende vrouw. Toch kan Pepys, eenige jaren na zijn - huwelijk, en midden in een leven van ingespannen beroepsbezigheid, - de verleiding niet weerstaan de tijdelijke gunsten te zoeken - van andere vrouwen, zelden prostituées, maar bijna altijd - vrouwen van lagen maatschappelijken stand--winkeljuffrouwen, - vrouwen van werklieden, fatsoenlijke dienstmeisjes. Dikwijls is - hij er mee tevreden haar naar een rustig bierhuis mee te nemen, - en zich een paar gewone vrijheden te veroorloven. Soms weigeren - zij absoluut meer dan dit toe te staan; als dat gebeurt dankt hij - herhaaldelijk den almachtigen God (zooals hij 's avonds in zijn - Diary schrijft), dat hij bewaard is gebleven voor verleiding - en voor tijd- en geldverlies; telkens weer is hij geneigd de - gelofte te doen, dat het niet weer zal gebeuren. Toch gebeurt - het altijd weer. Pepys is volkomen waar tegenover zich zelf; - hij doet geen poging zich te rechtvaardigen of te excuseeren; hij - weet, dat hij voor de verleiding bezweken is; het is een impuls, - die nu en dan over hem komt, een impuls, dien hij niet in staat - schijnt te zijn lang te weerstaan. Ondanks dit alles blijft hij - een achtenswaardig en ijverig ambtenaar, en in de meeste opzichten - een tamelijk deugdzaam man, met een echten afkeer van lichtzinnige - menschen en onbeteekenende praatjes. De houding van Pepys wordt - met onvergelijkelijken eenvoud en openhartigheid uiteengezet, - omdat hij deze dingen voor zijn eigen oogen alleen neerschrijft, - maar zijn geval is in werkelijkheid dat van een groot aantal - andere mannen, misschien wel van den typischen homme moyen sensuel - (zie Pepys, Diary, ed. Wheatley; e.g., deel IV, passim). - - Er is een derde klasse van getrouwde mannen, minder groot in - aantal, maar niet onbelangrijk, die gedwongen zijn prostituées te - bezoeken: de klasse van sexueel geperverteerde mannen. Er zijn - vele redenen, waarom zulke mannen kunnen wenschen te trouwen, - en in sommige gevallen trouwen ze vrouwen, met wie zij den - eigenaardigen vorm van sexueele bevrediging, waarnaar ze verlangen, - kunnen verkrijgen. Maar in een groot aantal gevallen is dit niet - mogelijk. De conventioneel opgevoede vrouw kan zichzelf er niet - toe brengen zelfs maar aan een volkomen onschuldige fetischachtige - gril van haar echtgenoot toe te geven, want die is te vreemd aan - haar gevoelens en te onbegrijpelijk voor haar ideeën, zelfs als - ze oprecht verliefd op hem is; in vele gevallen zou de echtgenoot - niet durven vragen en ternauwernood zelfs wenschen, dat zijn vrouw - er zich toe zou leenen de fantastische of misschien vernederende - rol te spelen, die zijn wenschen eischen. In zulk een geval - wendt hij zich natuurlijk tot de prostituée, de eenige vrouw, - wier beroep het is in zijn bijzondere behoeften te voorzien. Het - huwelijk heeft dezen mannen geen verlichting gebracht, en zij - vormen een groot aantal cliënten van elke prostituée in iedere - groote stad. De meest gewone prostituée van eenige ervaring kan - gevallen meedeelen van haar eigen bezoekers, geschikt om een - verhandeling over psychopatische sexualiteit te illustreeren. Het - is hier voldoende een aanhaling weer te geven uit de bekentenissen - van een jonge Londensche prostituée (Strand), zooals ze van haar - lippen zijn neergeschreven door een vriend, aan wien ik het - document dank; ik heb alleen een paar alledaagsche woorden in - meer technische termen veranderd. Nadat ze beschreven had hoe, - toen zij nog een dorpskind van dertien jaar was, een rijke, - oude heer dikwijls kwam en zich aan haar en andere meisjes - vertoonde, en hoe hij eindelijk gearresteerd werd en gevangen - genomen, sprak zij over de perversiteiten, die ze ontmoet had, - sedert zij prostituée was geworden. Zij kende een jongen man - van ongeveer vijf en twintig jaar, gewoonlijk in een sportpakje - gekleed, die altijd met een paar levende duiven kwam, die hij in - een mand meebracht. Zij en het meisje, waar ze mee samenwoonde - moesten zich ontkleeden, de duiven nemen en ze den nek omdraaien; - hij stond dan voor haar, en als de nekken omgedraaid werden, trad - bij hem geprikkeldheid op. Eens ontmoette zij een man op straat - en hij vroeg haar of hij met haar mee mocht gaan en haar schoenen - mocht likken. Zij stemde toe en hij nam haar mee naar een hotel, - betaalde een halve guinje voor een kamer, en, toen ze ging zitten, - kroop hij onder de tafel en likte haar schoenen, die vol modder - waren; meer deed hij niet. Dan waren er dingen, zeide zij, die - te vuil waren om te vertellen; bv. een man kwam met haar en haar - vriendin naar huis, en liet haar in zijn mond urineeren. Zij had - ook verhalen van geeseling, meestal van mannen, die de meisjes - met de zweep sloegen, zeldzamer van mannen, die graag door haar - geslagen werden. Een man, die iedere keer een nieuw riet meebracht, - sloeg haar vriendin tot bloedens toe. Zij kende een anderen man, - die niets deed dan haar hard op de billen slaan. Nu wortelen - al deze dingen, die tot het gewone dagwerk van de prostituée - behooren, in diepe en onweerstaanbare impulsen. Zij moeten een - of anderen uitweg vinden. Maar alleen op de prostituée kan men - rekenen, omdat haar belang en haar opvoeding het meebrengen, - om den natuurlijken tegenzin tegen zulke handelingen te boven - te komen en wenschen te bevredigen, die, als ze niet bevredigd - werden, misschien andere en gevaarlijker vormen zouden aannemen. - - -Hoewel Woods Hutchinson met instemming de verklaring van een vriend -aanhaalt: "Van de duizende prostituées heb ik er nooit een gezien met -goede manieren aan tafel", gaat van de prostituée toch werkelijk, -hoewel dan niet in voldoende mate, de bekoring van de beschaving -uit. "Er was geen huis, waarin ik van tijd tot tijd het gezicht -van een dame zien en de stem van een dame hooren kon", schreef de -romanschrijver Anthony Trollope in zijn Autobiographie over zijn -leven, toen hij pas in Londen was. "Geen opwekking tot fatsoenlijke -vertrouwelijkheid kwam op mijn weg. Het schijnt mij toe, dat in -zulke omstandigheden de verleidingen van een losbandig leven bijna -zeker de overhand zullen krijgen over een jongen man. De verleiding -kreeg in ieder geval de overhand over mij". In iedere groote stad, -heeft men gezegd, zijn er duizende mannen, die niet het recht hebben -eenige andere vrouw dan een kellnerin bij haar voornaam te noemen -[206]. Al de schoone glans der beschaving schittert om hen heen -in de straten, maar zij moeten op een afstand blijven. Het is de -prostituée, die deze bekoring van de stad belichaamt, veel beter dan -de maagdelijke vrouw, zelfs als intimiteit met haar binnen hun bereik -was. De prostituée vertegenwoordigt ze, omdat zij ze zelf voelt, omdat -zij zelfs haar vrouweneer opgeofferd heeft in de poging zich er mee -te vereenzelvigen. Zij heeft ongebreidelde vrouwelijke instincten, -zij is een meesteres in de vrouwelijke kunst zich op te sieren, -zij kan tot hem spreken over de geheimen van de vrouwelijkheid en de -weelden van haar geslacht met een zaakkennis en een vrijheid, waartoe -het onschuldige meisje, dat aan haar huis gekluisterd is, niet in -staat zou zijn. Zij is voor hem niet alleen daardoor aantrekkelijk, -omdat zij de lagere sexueele begeerten bevredigen kan, maar ook -omdat zij op hare wijze een kunstenares is, een deskundige in de -kunst van vrouwelijke uitbuiting, een leidster op het gebied der -mode. Want dit is zij, en er zijn, zooals Simmel in zijn Philosophie -der Mode gezegd heeft, goede psychologische redenen, waarom zij dit -altijd moet zijn. Haar onzekere maatschappelijke positie maakt alles, -wat conventioneel en wettig is, hatelijk in haar oogen, terwijl haar -temperament voortdurende nieuwigheden verrukkelijk voor haar maakt. In -nieuwe modes vindt zij "een æsthetischen vorm van dat instinct van -vernieling, dat eigen schijnt te zijn aan het leven van alle paria's, -in zooverre zij geestelijk niet volkomen slaven zijn geworden". - - - "Hoe verwonderlijk het ook aan sommigen moge toeschijnen", merkt - een modern schrijver op, "prostituées moeten op hetzelfde niveau - gesteld worden als kunstenaars. Beide gebruiken hun gaven en - talenten tot vreugde en genoegen van anderen, en, als regel, tegen - betaling. Wat is het essentieele verschil tusschen een zangeres, - die hoorders genoegen geeft met haar keel en een prostituée, - die haar bezoekers genoegen geeft met een ander deel van haar - lichaam? Alle kunst werkt op de zinnen". Hij verwijst naar het - belangrijke feit, dat acteurs en voornamelijk actrices vroeger - veelal even weinig geacht werden als prostituées nu (R. Hellmann, - Ueber Geschlechtsfreiheit, pp. 245-252). - - Bernaldo de Quiros en Llanas Aguilaniedo (La Mala Vida en - Madrid, p. 242) gaan denzelfden invloed na nog lager op den - maatschappelijken ladder. Zij beschrijven de vuilere soort van - café's chantant, waar, in Spanje en elders, de slechtste en meest - gedegenereerde vrouwelijke schepsels kellnerinnen worden (en soms - zangeressen en danseressen), die dan de rol spelen van liefelijke - en gedistingeerde hetaren voor een publiek van voerlieden en - winkelbedienden, die deze plaatsen bezoeken. "Gekleed met wat den - jongen man toeschijnt onberispelijke smaak te zijn, met zorgvuldig - gefriseerde haren, en een schoon gezicht, dat versierd is met - bloemen of sieraden, minzaam en soms hooghartig, in bekoring en - in tooi verheven boven de andere vrouwen, die hij kent, worden - de kellnerinnen het mooiste voorbeeld van de femme galante, - die hij kan zien en toespreken, de courtisane van zijn sfeer". - - -Maar terwijl de prostituée voor den eenvoudigen, onwetenden en -hongerigen jongen man aantrekkelijk is als belichaming van veel van -de verfijning en perversiteiten van de beschaving, oefent zij op vele -meer gecompliceerde en beschaafde mannen een aantrekkingskracht uit van -een bijna tegenovergestelde soort. Zij trekt aan door haar frissche en -natuurlijke ruwheid, haar vrije bekendheid met de ruwste feiten van -het leven; en heft hen zoo voor een oogenblik op uit de verdorrende -atmosfeer van kunstmatig denken en onwerkelijk gevoel, waarin zoo -vele beschaafde personen gedwongen zijn het grootste deel van hun -leven door te hengen. Zij voelen met de woorden, die de koninklijke -vriend van een vrouw van dit temperament moet gebruikt hebben, toen -hij een verklaring gaf van haar onbegrijpelijken invloed op hem: -"Zij is zoo schitterend vulgair!" - - - Ter illlustratie van deze zijde van de aantrekkingskracht - der prostitutie, wil ik hier een passage aanhalen, waarin - de romanschrijver Hermant, in zijn Confessions d'un Enfant - d'Hier (Lettre VII), de redenen uiteengezet heeft, die er het - overbeschaafde kind van een beschaafde eeuw, dat toch geenszins - radicaal of volkomen slecht is, toe kunnen brengen voldoening - te vinden in den omgang met prostituées: "Zoolang mijn hart - niet getroffen was, was het voorwerp van mijn satisfactie mij - volkomen onverschillig. Ik hield bovendien veel van absolute - vrijheid en die is alleen mogelijk in den kring van deze anonieme - schepsels en in haar afgezonderde woonplaats. Daar kan men zich - alles veroorloven. Tegenover andere vrouwen, hoe laag we haar - ook zoeken, moeten zekere égards in acht genomen worden, een - soort van protocol. Tegen de prostituée kan men alles zeggen: - men is beschermd door zijn incognito en men weet zeker, dat - niemand ooit te weten komt, wat men met haar beleeft. Ik maakte - gebruik van deze vrijheid, zoo aantrekkelijk voor iemand van mijn - leeftijd, maar met een perverse fantasie, die niet bij mijn jaren - paste. Ik weet nauwelijks waar ik de woorden vandaan haalde, die - ik tot haar zeide, want ze kwamen niet overeen met mijn smaak, - die eenvoudig was en, als ik het zeggen mag, klassiek. Het is - waar, dat onbeperkt naturalisme in liefdezaken altijd neigt - tot het perverse, een feit dat alleen op het eerste gezicht - paradox kan schijnen. Natuurvolken hebben veel trekken gemeen - met gedegenereerden. Ik was echter alleen in woorden losbandig; - en dit waren de eenige gelegenheden, waarbij ik mij herinneren - kan, dat ik ernstig onwaarheid gesproken heb. Maar die behoefte, - die ik toen ondervond, om een lage soort van onwaardige instincten - uit te drijven, schijnt mij karakteristiek toe en vernederend. Ik - mag er bij voegen, dat ik zelfs te midden van deze uitspattingen - een zekere terughouding behield. De aanrakingen, waaraan ik mij - overgaf, bezoedelden mij niet; er bleef niets van over, als ik - naar huis terugkeerde. Ik heb altijd, uit dien geforceerden en - onverschilligen omgang de gewoonte behouden om geen gewicht te - hechten aan de handelingen van het vleesch. De liefdefunctie, - die godsdienst en moraal omgeven hebben met geheimzinnigheid en - gekruid met zonde, schijnt mij een functie toe als iedere andere, - een beetje laag bij den grond, maar aangenaam, en een, waarvoor - het gebruikelijk epiloog te lang is.... Deze soort kameraadschap - duurde maar korten tijd". Bovenstaande ontleding van de houding van - een beslist gewoon type van den beschaafden modernen man schijnt - juist te zijn, maar het zal misschien bij sommige lezers opkomen, - dat men van een omgang, die er toe geleid heeft de "handeling - van het vleesch" te beschouwen als te zijn van geen waarde, - bezwaarlijk zeggen kan, dat ze geen smet nagelaten heeft. - - Op ongeveer gelijke wijze stelt Henri de Régnier in zijn roman Les - Rencontres de Monsieur Bréot (p. 50) Bercaillé voor als iemand - die bepaald bij voorkeur zijn genoegen zoekt bij dienstmeisjes, - liever dan bij dames, want genoegen geven was, in zijn idee, een - soort van dienst, die vrijwel overeenkwam met de diensten, die zij - gewend waren te bewijzen; en daarbij zijn zij stevig en gezellig; - zij hebben de naïviteit, die altijd bekoort en zij worden niet - licht teruggestooten door die kleine voorvallen, die misschien - het kieskeurige gevoel van fijn opgevoede dames zouden hinderen. - - Bloch, die speciaal den nadruk gelegd heeft op deze zijde van de - aantrekkingskracht der prostitutie (Das Sexualleben unserer Zeit, - pp. 359-362), verwijst naar den teeren en gevoeligen jongen - Deenschen schrijver, J. P. Jakobsen, die scherp het contrast - schijnt gevoeld te hebben tusschen de hoogere en meer gewone - impulsen en de nu en dan voorkomende uitbarsting van wat hij - voelde als de lagere instincten; in zijn Niels Lyhne beschrijft hij - het soort van dubbel leven, waarbij een man veertien dagen trouw - is aan den God, dien hij vereert, en dan overwonnen wordt door - andere machten, die hem dolzinnig meevoeren naar wat hij voelt als - vernederend, pervers en vuil. "Op zulke oogenblikken", merkt Bloch - op, "is de man een ander wezen. De "twee zielen" in zijn borst - worden werkelijkheid. Is dat de beroemde geleerde, de verheven - idealist, de fijn besnaarde aestheticus, de kunstenaar, die ons - zooveel mooie werken gegeven heeft in poëzie en schilderkunst? Wij - herkennen hem niet meer, want op zulke oogenblikken is een ander - wezen aan de oppervlakte gekomen, een andere natuur is in hem in - beweging en drijft hem met het geweld van een natuurkracht naar - dingen, waarvan zijn "hooger bewustzijn" de beschaafde man in - hem, zou rillen". Bloch meent, dat we hier te doen hebben met een - soort normaal mannelijk masochisme en dat de prostitutie dient - om dat te bevredigen. - - - - - -SECTION IV - -IV. De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de prostitutie - -Wij hebben nu de prostitutie beschouwd van sommige van haar meest -verschillende en typische kanten, en we hebben getracht, zoowel -uit een verstands- als uit een gevoelsoogpunt, de fundamenteele rol -te begrijpen, die ze als vormend element van ons huwelijkssysteem -speelt. Tenslotte moeten wij de beweegredenen nagaan, waardoor de -prostitutie in dezen tijd aan een groot en aangroeiend aantal menschen -niet alleen een onvoldoende methode van sexueele bevrediging, maar -een radicaal slechte methode toeschijnt. - -De beweging van antagonisme jegens de prostitutie vertoont zich het -duidelijkst, zooals men van tevoren verwachten kon, in een gevoel -van tegenzin tegen den oudsten en meest typischen, eens den meest -geliefden en best ingerichten verschijningsvorm, het bordeel. Het -aangroeien van dezen tegenzin is niet beperkt tot een of twee landen, -maar is internationaal, en men kan hem dus beschouwen als een typisch -verschijnsel in onze beschaving. Hij is bij prostituées zelf even -duidelijk uitgesproken als bij haar cliënten. De afkeer aan den -eenen kant vermeerdert den afkeer aan den anderen kant. Daar alleen -de meest hulpelooze of de domste prostituées in den tegenwoordigen -tijd bereid zijn de slavernij van het bordeel aan te nemen, is de -bordeelhouder gedwongen zijn toevlucht te nemen tot buitengewone -methoden om slachtoffers meester te worden, om deel te nemen aan dien -cosmopolitischen handel in "blanke slavinnen", die alleen bestaat om -bewoonsters te verkrijgen voor de bordeelen [207]. Een natuurlijke -reactie op dezen staat van zaken is het feit, dat ze den cliënten -van de prostitutie een vooroordeel geeft tegen een instelling, -die langzamerhand uit de mode gaat en haar goeden naam begint te -verliezen. Een nog meer fundamenteele antipathie wordt hierdoor -veroorzaakt, dat het bordeel niet beantwoordt aan den hoogen graad -van persoonlijke vrijheid en verscheidenheid, die de beschaving -met zich brengt en die ze altijd eischt, zelfs als ze ze niet met -zich brengt. Aan den eenen kant heeft de prostituée geen lust zich -te onderwerpen aan een slavernij, die haar gewoonlijk zelf geen -belooning brengt; aan den anderen kant voelt haar cliënt het als -een deel van de bekoring van de prostitutie in de tegenwoordige -beschaafde maatschappij, dat hij een vrijheid zal genieten en een -keuze zal hebben, die het bordeel niet geven kan [208]. Zoo komt het -dat bordeelen, die eens al de vrouwen bevatten die er haar beroep van -maakten de sexueele behoeften van mannen te bevredigen, nu alleen een -afnemende minderheid bevatten, en de overgang van in bordeelen wonende -prostituées tot vrije prostitutie door vele maatschappelijke hervormers -goedgekeurd wordt als een winst voor de zaak der moraal gerekend [209]. - -Het verval van de bordeelen is, hetzij als oorzaak of als resultaat, -vergezeld gegaan van een groote toename der prostitutie buiten -bordeelen. Maar de tegenzin tegen bordeelen geldt in veel essentieele -punten ook de prostitutie in het algemeen, en, zooals we zien zullen, -oefent hij een invloed van diepgaande wijziging uit op die prostitutie. - -Het veranderde gevoel jegens de prostitutie schijnt voornamelijk op -twee wijzen zijn uitdrukking te vinden. Aan den eenen kant zijn er -de menschen, die, zonder dat zij de prostitutie willen afschaffen, -zich stooten aan de minderwaardige rol, die zij er bij moeten spelen, -en die walgen van den leelijken verschijningsvorm. Zij hebben geen -moreele bezwaren tegen de prostitutie, maar ze zien geen reden, waarom -een vrouw niet vrij met haar eigen lichaam zou doen, wat zij wil. Maar -zij meenen, dat, als prostitutie noodzakelijk is, de omgang van mannen -met prostituées humaan en aangenaam voor beide partijen behoort te -zijn en niet voor beiden vernederend. We moeten in herinnering houden, -dat men in het beschaafde stadsleven, door den beroepsarbeid dikwijls -zóó zeer in beslag genomen wordt, en de prikkels van dat stadsleven -zoo voortdurend zijn, dat de overgave aan de orgie lang niet altijd -een wenschelijke ontspanning kan zijn. De grove vorm der orgie heeft -aantrekkingskracht, niet voor den stadsbewoner, maar voor den boer, en -voor den matroos of den soldaat, die in de stad komt na lange tijden -van vervelende sleur en ontbering van al wat het gevoel en de zinnen -prikkelt. Het is zelfs onjuist te meenen, dat de aantrekkingskracht -van de prostitutie onvermijdelijk berust op het uitvoeren van de -geslachtsdaad. Integendeel, de meest aantrekkelijke prostituée kan -een vrouw zijn, die, zelf weinig sexueele behoeften hebbende, door de -bekoring van haar persoonlijkheid wenscht te behagen; deze meisjes -doen dikwijls goede huwelijken. Er zijn veel mannen, die er zelfs -zeer tevreden mee zijn als ze een paar uur intiem kunnen omgaan met -een aangename vrouw, zonder eenige verdere gunst, zelfs al staat die -hun vrij. Voor een groot aantal mannen onder stadsbestaansvoorwaarden -houdt de prostituée op het verachte middel te zijn voor de wellustige -begeerte van een oogenblik; zij zoeken een aangename, menschelijke -persoonlijkheid, met wie zij eenige ontspanning kunnen vinden van -den dagelijkschen druk en de dagelijksche routine van het leven. Als -een daad van prostitutie zoo op een menschelijke basis geplaatst -is, al draagt ze dan geenszins bij tot de beste ontwikkeling van -een van beide partijen, dan is ze tenminste niet meer zoo wanhopig -vernederend. Anders zou de godsdienstige prostitutie in oude tijden -niet zoo lang in aanzien geweest zijn onder achtbare vrouwen van goede -geboorte aan de oevers van de Middellandsche Zee, zelfs in streken -als Lydië, waar de positie der vrouwen bijzonder hoog was [210]. - -Het is waar, dat de geldelijke kant van de prostitutie altijd blijft -bestaan. Maar men kan de beteekenis ervan overdrijven. We moeten er -op wijzen, dat, hoewel het gewoon is van de prostituée te spreken -als van een vrouw, die "zich verkoopt", dit een tamelijk ruwe en -onjuiste zegswijze is om, in zijn typischen vorm, de verhouding uit -te drukken van een prostituée tot haar cliënt. Een prostituée is geen -koopwaar met een marktprijs, als een brood of een schapenbout. Zij -staat veeleer op het niveau van personen, die tot de beroepsklassen -behooren, en die honorarium aannemen voor verleende diensten; het -bedrag van het honorarium wisselt af, aan den eenen kant met de -plaats, die de dienst-betoonende onder haar beroepsgenooten inneemt, -aan den anderen kant met de materieele omstandigheden van den cliënt, -en onder bijzondere omstandigheden vervalt het honorarium geheel. De -prostitutie maakt intieme verhoudingen, die uit natuurlijke liefde -moesten voortkomen, tot een voorwerp van betaling, en zoo doende -verlaagt ze die. Maar, strikt gesproken, is er in zulk een geval geen -kwestie van "verkoopen". Te zeggen, dat een prostituée "zich verkoopt" -is zelfs ternauwernood een vergeeflijke rhetorische overdrijving; -het is even onjuist als onrechtvaardig [211]. - - - Deze, in een beschaafde maatschappij zich voordoende neiging om de - prostitutie te humaniseeren is het omgekeerde proces, mogen we wel - opmerken, van wat in een vroeger stadium van de beschaving plaats - vond, toen de oude opvatting van de godsdienstige waardigheid van - de prostitutie in discrediet begon te geraken. Toen de mannen - ophielden vrouwen te vereeren, die prostituées waren in den - dienst van een godin, stelden zij in haar plaats prostituées, - die enkel verachte slavinnen waren, en zij vleiden zich dat zij - zoodoende de zaak van "vooruitgang" en "moraal" bevorderden. Aan - de oevers van de Middellandsche zee had dit proces meer dan twee - duizend jaar geleden plaats; het is nauw verbonden met den naam - van Solon. Tegenwoordig kunnen we hetzelfde proces zich in Indië - zien afspelen. In sommige deelen van Indië (zooals in Jejuri, bij - Poonah) worden eerst-geboren meisjes gewijd aan Khandoba of andere - goden; zij worden gehuwd aan den god en heeten murali. Zij doen - dienst in den tempel, vegen die, wasschen de heilige vaten; zij - dansen, zingen en prostitueeren zich. Zij mogen niet trouwen en zij - wonen thuis bij haar ouders, broeders of zusters; zij zijn gewijd - aan den heiligen dienst en zij worden niet geminacht. Tegenwoordig - echter, trachten Indische "hervormers" in den naam van "beschaving - en wetenschap" de murali te overtuigen, dat zij "zich overgegeven - hebben aan een vernederende loopbaan". Ongetwijfeld zullen - mettertijd de vermeende moralisten de murali uit haar tempels - en uit haar tehuizen verjagen, haar berooven van haar gevoel - van eigenwaarde, en haar maken tot ellendige paria's, alles in - naam der "wetenschap en der beschaving" (zie b.v. een artikel van - Mrs. Kashibai Deodhar, The New Reformer, October, 1907). Zoo komt - het, dat de oude hervormers voor de later komende hervormers de - taak schiepen de prostitutie opnieuw te humaniseeren. - - Er is geen twijfel aan, dat deze meer humane opvatting van - de prostitutie tegenwoordig erkenning begint te vinden in het - werkelijke beschaafde leven van Europa. Zoo merkt Dr. Robert - Michels op, ("Erotische Streifzüge", Mutterschutz, 1906, Heft 9, - p. 368): "Terwijl in Duitschland de prostituée gewoonlijk beschouwd - wordt als een "paria", en als zoodanig behandeld, als een werktuig - voor den mannelijken wellust, dat men gebruikt en weer weggooit, en - dat men onder geen voorwaarde in het openbaar zou willen kennen, - speelt in Frankrijk de prostituée in vele opzichten de rol, - die eens beteekenis en roem gaf aan de hetaren van Athene". En - nadat hij de achting en het respect beschreven heeft, die de - Parijsche prostituée dikwijls van haar vrienden ondervindt, en - de niet-sexueele verhouding van kameraadschap, waar ze in kan - treden met andere mannen, gaat de schrijver voort: "Een meisje, - dat zich geeft voor geld, maar geenszins voor het geld van den - eersten den besten, en die, behalve haar "beroepsvrienden" om zoo - te zeggen de behoefte voelt aan niet-sexueele kameraden, met wie - zij kan omgaan op vrije vriendschappelijke wijze, en door wie zij - behandeld en gewaardeerd wordt als een vrij menschelijk wezen, is - niet geheel verloren voor de moreele waarde der menschheid". Alle - prostitutie is slecht, besluit Michels, maar we zouden reden - hebben onszelf geluk te wenschen als liefdebetrekkingen van deze - Parijsche soort de laagst bekende soort vertegenwoordigden van - buiten-echtelijke sexualiteit. (Wat de betrekkelijke achting - aangaat, die aan prostituées gegeven wordt, mag ik er melding - van maken, dat een Parijsche prostituée tegen een vriend van - mij de opmerking maakte, dat Engelschen haar dingen vroegen, - die geen Franschman zou durven vragen). - - Het is echter niet alleen in Parijs, hoewel hier wel duidelijker - en meer in het oog springend, dat deze humaniseerende invloed - in de prostitutie zich begint te doen gevoelen. Het blijkt bij - voorbeeld uit de meerdere openlijkheid van het sexueele leven - van een man. "Terwijl hij vroeger in een bordeel sloop in een - afgelegen straat", merkt Dr. Willy Hellpach op (Nervosität und - Kultur, p. 169), "wandelt hij nu met zijn "liaison" rond, en - bezoekt comedies en café's, wel zonder begeerte om zijn bekenden - te ontmoeten, maar toch zonder eenige verlegenheid op dat punt. De - zaak begint meer gewoon te worden, meer--natuurlijk". Ze begint - zoodoende ook, zooals Hellpach weet aan te toonen meer moreel te - worden, en veel ongezonde preutschheid en verhitheid gaat verloren. - - In Engeland, waar veranderingen langzaam gaan, moge deze neiging - om de prostitutie te humaniseeren minder zichtbaar zijn, maar - ze bestaat toch. In het midden van de vorige eeuw schreef Lecky - (History of European Morals, deel II, p. 285) dat "voortdurende - prostitutie in geen ander Europeesch land zoo hopeloos slecht of - zoo onherroepelijk is". Die bewering, die ook uitgesproken is door - Parent-Duchâtelet en andere buitenlandsche onderzoekers, wordt ten - volle bevestigd door het bewijsmateriaal in de geschiedenis. Maar - het is een bewering, die men tegenwoordig niet gaarne zou uiten, - behalve misschien voor speciale afgebakende wijken in onze - steden. Ook in Amerika vinden we een neiging om de prostitutie te - humaniseeren, en we kunnen die neiging ongetwijfeld weerspiegeld - vinden in het verslag over The Social Evil (1902), opgesteld door - een commissie in New York, die de prostitutie aanbeval (p. 176) - door op te merken, dat de prostitutie niet langer als een misdaad - beschouwd moest worden, in welk licht, zooals we bemerken, ze - vroeger in New York beschouwd werd. Dat moge maar een kleine - schrede zijn op den weg der humaniseering, maar zij is in de - goede richting. - - Het is geenszins alleen in Europa, dat we mèt de zich ontwikkelende - beschaving, een verfijning en humaniseering van de meer vluchtige - verbintenissen met vrouwen kunnen nasporen. In Japan voerden - precies dezelfde eischen, vele eeuwen geleden, tot het verschijnen - van de geisha. In den loop van een belangwekkende en nauwkeurige - studie over de geisha merkt Mr. R. F. Farrer op (Nineteenth - Century, April, 1904): "De geisha is allerminst noodzakelijk een - courtisane. Zij is een vrouw, wier opvoeding tot doel had haar - aantrekkelijk te maken, van haar jeugd af werd zij onderwezen in - alle ingewikkeldheden van de Japansche literatuur; geoefend in - vernuft en in gevatheid; gewend aan het levendig babbelen over - alle onderwerpen tusschen hemel en aarde. Van haar vroegste jeugd - af is zij opgevoed tot een innemende bevalligheid van gedrag, - onbegrijpelijk voor den meest beschaafden Europeaan, en toch is - zij altijd een bloesem van de lagere klassen, met korte, dikke - vingers, en platte leelijke nagels. Haar opvoeding, zoowel physiek - als moreel, is veel zwaarder dan die van de ballerina, en zij komt - eerst na jaren van strijd en bittere kwelling tot succes... De - maatschappelijke positie van de geisha kan vergeleken worden met - die van de Europeesche actrice. Het Geisha-huis biedt prijzen - aan, die even begeerlijk zijn als welke ook van het Westersch - tooneel. Een bekende geisha met twintig edelen om zich heen, - die om haar glimlach wedijveren en die voortdurend in spanning - gehouden worden door de flikkerende pijlen van haar vernuft, - heeft een positie, die niet minder hoog en roemrijk is dan die - van Sarah Bernhardt in haar eersten bloei. Zij wordt evenzeer - gezocht, evenzeer gevleid, even hartstochtelijk aangebeden, dat - rustige, kleine, eenvoudige meisje in het mat blauw. Maar zij - wordt zoo gewaardeerd voornamelijk om haar tong, waarvan de macht - eerst tot volle rijpheid komt als haar physieke bekoorlijkheden - verminderen. Zij eischt groote sommen voor haar impressario's en - verschijnt en danst dan nog alleen als zij het zelf wil. Weinig - Westerlingen zien ooit een werkelijk beroemde geisha. Zij is een - tè groote persoonlijkheid om voor een Europeaan te verschijnen, - behalve misschien op zeer hoog, of keizerlijk verzoek. Ten slotte - kan zij, en dat doet zij dikwijls, een zeer goede partij doen. Uit - dit alles vloeit niet de geringste noodzakelijkheid van ongepaste - verhoudingen voort." - - In sommige opzichten was de positie van de vroegere Grieksche - hetare meer gelijk aan die van de Japansche geisha, dan aan die - van de prostituée in de strenge beteekenis van het woord. Voor - den Griek was de hetare inderdaad in het geheel geen porne - of prostituée. De naam beteekende vriendin of kameraad, en - de vrouw aan wie men den naam gaf, had een achtenswaardige - positie, die men aan een gewone prostituée nooit had kunnen - inruimen. Athenaeus (Bk. XIII, hoofdst. XXVIII-XXX) brengt geheele - passages bijeen, die bewijzen, dat de hetare beschouwd kon worden - als een onafhankelijke burgeres, rein, eenvoudig en deugdzaam, - geheel verschillend van de gewone massa prostituées, hoewel deze - misschien haar naam konden overnemen. De hetaren "waren bijna - de eenige Grieksche vrouwen", zegt Donaldson (Woman, p. 59), - "die het beste en edelste vertoonden, wat er in de vrouwelijke - natuur is". Dit feit maakt het meer begrijpelijk hoe een vrouw van - zulke uitnemende, geestelijke beteekenis als Aspasia een hetare - geweest kan zijn. Er schijnt weinig twijfel te bestaan aan haar - geestelijke verdienste. "Aeschines, in zijn dialoog "Aspasia"", - schrijft Gomperz, de historicus van de Grieksche philosofie (Greek - Thinkers, deel III, p.p. 124 en 343), "legt deze opmerkelijke vrouw - een scherpe critiek in den mond op de levenswijze, die de traditie - voor haar sekse eischte. Het zou buitengewoon vreemd zijn", voegt - Gomperz er bij, waar hij beweert, dat daaruit een gevolgtrekking - gemaakt kan worden aangaande de historische Aspasia, "als drie - schrijvers--Plato, Xenophon en Aeschines--alle drie de vriendin van - Pericles abusievelijk hadden bekleed met wat wij redelijkerwijze - konden verwachten, dat zij bezitten zou,--een hoogbeschaafden - geest en intellectueelen invloed". Het is zelfs mogelijk, dat de - beweging voor de rechten der vrouw, die, zooals wij vaag uit de - geschriften van Aristophanes raden, in Athene in de vierde eeuw - voor Christus plaats vond, geleid werd door hetaren. Volgens Ivo - Bruns (Frauenemancipation in Athen, 1900, p. 19) "hebben de meest - bepaalde berichten, die wij over Aspasia bezitten, een sterke - gelijkenis met het beeld, dat Euripides en Aristophanes ons geven - van de leidsters van de vrouwenbeweging". Het was deze beweging, - die toen de ideeën van Plato over de gemeenschap van vrouwen - veel minder dwaas deden schijnen dan zij òns voorkomen. Sommigen - zouden misschien kunnen meenen, dat deze beweging op een hooger - plan die liefde tot vernielen vertegenwoordigde, of, laten we - liever zeggen, die geest van opstand en eerzucht, die Simmel - beschouwt als het kenmerk van de geestelijke en artistieke - werkzaamheid van hen, die in de maatschappelijke hierarchie uit - een klasse verbannen zijn of in geen klasse thuis behooren. Ook - Ninon de Lenclos was, zooals we gezien hebben, niet eigenlijk - een courtisane, maar zij was een pionier in het handhaven van - de rechten der vrouw. Aphra Behn, die iets later in Engeland - een even dubbelzinnige maatschappelijke positie innam, was ook - een pionierster in de edelmoedige humaniseerende aspiraties, - die sedert door de geheele wereld zijn aangenomen. - - Deze verfijningen van de prostitutie, kan men wel zeggen, zijn het - gevolg van de latere en meer ontwikkelde stadiën in de beschaving: - "De opgewekte, handige en artistiek ontwikkelde hetare staat - dikwijls als een ideale figuur tegenover de intellectueel niet - ontwikkelde vrouw, die aan haar huis gebonden is. De courtisanes - van de Italiaansche Renaissance, Japansche geishas, Chineesche - bloemenmeisjes en Indische bayadères vertoonen alle eenige niet - onedele trekken, een glimp van een vrij kunstenaarsbestaan. Zij - hebben--wel is waar met opoffering van haar hoogste waarde een - onafhankelijkheid bereikt ten opzichte van den drukkenden dwang - van den man en van huishoudelijke plichten, en een deel van de - vrouwelijke natuur, die zoo dikwijls verlamd wordt, komt in haar - schitterend tot ontwikkeling. Prostitutie in haar besten vorm kan - op deze wijze een gelegenheid bieden, waarbij deze vrouwelijke - eigenaardigheden invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling - van de beschaving. Wij mogen tevens gelooven, dat de artistieke - werkzaamheid van vrouwen in zekere mate een tegenwicht kan vormen - tegen de slechte gevolgen van sexueele losbandigheid, daar ze - verhindert, dat het gevoelsleven ruwer of zelfs vernietigd wordt; - in zijn Magda heeft Sudermann een vrouwentype beschreven, dat - van het standpunt van strikte moraal verwerpelijk kan schijnen, - maar dat in de kunst een steun vindt, waarvan zelfs kwaadwilligen - schoorvoetend de kracht moeten erkennen". In zijn Sex and Character - heeft Weiniger op meer buitensporige wijze de opvatting ontwikkeld - van de prostituée als een fundamenteel en essentieel deel van - het leven, een blijvend vrouwelijk type. - - -Er zijn anderen, naar het schijnt in toenemend aantal, die het -probleem der prostitutie naderen, niet van een artistiek standpunt, -maar van een moreel standpunt. Deze moreele houding is echter niet die -conventioneele moraal van Cato en den heiligen Augustinus en Lecky, -die in de voorafgaande bladzijden uiteengezet is, volgens welke de -prostituée op de straat moet aanvaard worden als de bewaakster van -de getrouwde vrouw in het huis. Deze moralisten ontkennen inderdaad, -dat deze beschouwing moreel geacht moet worden. Zij meenen, dat het -moreel niet mogelijk is, dat de eer van sommige vrouwen gekocht zal -kunnen worden door de oneer van andere vrouwen, omdat tot zulk een -prijs de deugd al haar moreele waarde verliest. Als zij lezen, zooals -Goncourt zeide, "dat de weelderigste artikelen van den uitzet van -vrouwen, de trouwhemden van meisjes met een bruidsschat van zes honderd -duizend francs, gemaakt worden in de gevangenis van Clairvaux" [212], -dan zien ze hierin het symbool van de nauwe afhankelijkheid van onze -weelderige deugd en onze vuile ondeugd. En terwijl ze de historische -en sociologische bewijzen aannemen, die er blijk van geven dat de -prostitutie een onvermijdelijk deel is van ons huwelijkssysteem, vragen -zij, of het niet mogelijk is dat huwelijkssysteem zoo te wijzigen, -dat het niet noodig zal zijn de vrouwelijke menschheid te verdeelen in -"onfatsoenlijke" vrouwen, die zich opofferingen getroosten, die harer -onwaardig zijn, en "fatsoenlijke" vrouwen, die opofferingen doen, -die het niet minder onwaardig kan zijn aan te nemen. - - - Prostituées, heeft een bekend man van de wetenschap gezegd - (Duclaux, L'Hygiène Sociale, p. 243), "zijn dingen geworden, - die het publiek gebruikt als het ze noodig heeft, en die het - op den mesthoop gooit, als het ze vuil gemaakt heeft. In zijn - phariseeërschap heeft het zelfs de onbeschaamdheid haar beroep - als schandelijk te behandelen, alsof het niet even schandelijk - was op deze markt te koopen als te verkoopen". Bloch (Sexualleben - unserer Zeit, Ch. XV) zegt met klem, dat de prostitutie veredeld - moet worden, en dat dit tevens de eenige manier is om haar - te verminderen. Isidore Dyer, uit New Orleans zegt, dat "we - de prostitutie niet kunnen tegengaan, tenzij we in het gemoed - van mannen en vrouwen een geest van verdraagzaamheid kweeken in - plaats van onverdraagzaamheid jegens gevallen vrouwen". Dit punt - kan geïllustreerd worden door een opmerking van de schrijfster - van het Tagebuch einer Verlorenen die een prostituée was. "Als - ons beroep niet langer schandelijk was", schreef zij, "dan zou - het leger van "ongelukkigen" verminderen met vier vijfden--ik - durf wel zeggen met negen tienden. Ik zelf bij voorbeeld! Hoe - graag zou ik een betrekking aannemen als gezelschapsjuffrouw of - gouvernante!" "Een van de twee dingen", schreef de uitmuntende - socioloog Tarde ("La Morale Sexuelle", Archives d'Anthropologie - Criminelle, Januari 1907), "òf de prostitutie zal verdwijnen, - doordat ze voortgaat onfatsoenlijk te zijn en ze zal vervangen - worden door een andere instelling, die beter de fouten van het - monogame huwelijk zal verhelpen, òf ze zal blijven bestaan en - geacht worden, dat is te zeggen, zich doen respecteeren, hetzij ze - gunstig beoordeeld wordt of niet". Tarde meende, dat dit misschien - gebeuren kon door een betere organisatie van de prostituées, een - zorgvuldiger keuze uit haar, die toegelaten wenschen te worden - tot haar gelederen en het aankweeken van beroepsdeugden, die haar - moreel niveau zouden verhoogen. "Als courtisanes in een behoefte - voorzien", heeft Balzac gezegd in zijn Physiologie du Mariage, - "dan moeten zij een soort gilde worden". - - -Deze moreele houding wordt door de onvermijdelijke democratische -neiging der beschaving gedragen en versterkt, welke neiging, hoewel ze -geenszins het klasse-denkbeeld te niet doet, dat denkbeeld ondermijnt -als een uitvloeisel van fundamenteele menschelijke onderscheidingen, -en het overtollig maakt. De prostitutie maakt de vrouw niet langer -tot slavin, zij behoorde haar ook zelfs niet tot een paria te maken: -"Mijn lichaam is mijn eigendom", zegt de jonge Duitsche prostituée -van tegenwoordig, "en wat ik er mee doe, gaat niemand aan". Toen de -prostituée letterlijk een slavin was, waren de moreele verplichtingen -jegens haar geenszins noodzakelijk dezelfde als de moreele plicht -jegens de vrije vrouw. Maar als, zelfs in dezelfde familie, de -prostituée door een groote en niet te overbruggen golf gescheiden kan -zijn van haar getrouwde zuster, dan beginnen we in te zien, wat in -de meening van velen dringend noodzakelijk is, dat onze moraal ten -opzichte van haar ondersteboven gekeerd moet worden. Duizende jaren -is de prostitutie verdedigd, op grond, dat de prostituée noodzakelijk -is om "de reinheid van vrouwen" te verzekeren. In onze democratische -eeuw begint men te erkennen, dat prostituées ook vrouwen zijn. - -De zich ontwikkelende zin van een fundamenteele, menschelijke -gelijkheid, die ten grondslag ligt aan de oppervlakkige -klasseverdeelingen heeft neiging de gewone houding jegens de -prostituée, de houding van haar cliënten zelfs meer dan die van de -maatschappij in het algemeen, pijnlijk wreed te doen schijnen. De -harde en ruw lichtzinnige toon, waarop zooveel jonge mannen over -prostituées spreken, heeft men gezegd, is "eenvoudig wreedheid van -een bijzonder brutale soort", die in geen andere levensverhouding te -vinden is [213]. En als deze houding al wreed is alleen in woorden, -ze is nog wreeder in daden, welke pogingen er ook gedaan worden om -de wreedheid ervan te bemantelen. - - - Men kan wel zeggen, dat de opmerkingen van den kanunnik Lyttelton - voornamelijk betrekking hebben op jonge mannen van den hoogeren - middenstand. Over wat misschien de gewone houding is van menschen - uit den lageren middenstand, mag ik aanhalen uit een merkwaardige - mededeeling, die mij uit Australië bereikt heeft: "Wat zijn de - ideeën van een jongen man, die in een Christelijke Engelsche - familie uit den middenstand opgevoed is, over prostituées? Neem, - bij voorbeeld, mijn vader. Hij sprak eerst over prostituées met - mij, als ik mij wèl herinner, toen hij sprak over zijn leven - vóór zijn huwelijk. En hij sprak over haar, zooals hij spreken - zou over een paard, dat hij gehuurd had, waarvoor hij betaald - had, en dat hij uit zijn gedachten gebannen had, toen het hem - van dienst was geweest. Hoewel mijn moeder lief en goed was, - sprak zij van gevallen vrouwen met walging en toorn als van een - of ander onrein dier. Daar het de ijdelheid en den trots streelt - met algemeene goedkeuring op iets te kunnen neerzien, begreep - ik spoedig de situatie en nam een houding aan, die, in hoofdzaak - die is van de Christelijke Engelsche mannen van den middenstand - jegens prostituées. Maar met de ontwikkeling van de puberteit - moet deze houding aangepast worden aan den wensch, dit schuim, - deze moreele melaatsche, te gebruiken. De gewone jonge man, - die wel van wat immoraliteit houdt en die wel wat immoreel is, - als hij in de stad is en meent, dat het niet waarschijnlijk is, - dat het zijn moeder of zusters ter oore zal komen, komt zijn - aanmatiging en zijn tegenzin niet te boven of vermindert die ook - maar in het minst. Hij neemt die met zich mee in het bordeel, - min of meer vermomd, en zij kleuren zijn gedachten en daden al - den tijd dat hij met prostituées slaapt, of haar kust, of zijn - handen over haar heen strijkt, zooals hij doen zou met een merrie, - om zooveel mogelijk voor zijn geld te krijgen. Om de waarheid - te zeggen was dat, over het geheel, ook mijn houding. Maar als - iemand mij gevraagd had naar de geringste reden voor deze houding, - voor dit gevoel van meerderheid, trots, hauteur, en vooroordeel, - dan zou ik, evenals iedere andere "fatsoenlijke" jonge man met - den mond vol tanden gestaan hebben". - - -Op het moderne, moreele standpunt, dat wij nu innemen, is niet alleen -de wreedheid, die besloten ligt in de schande van de prostituée, dwaas, -maar even dwaas, en dikwijls niet minder wreed, schijnt de eer te zijn, -die bewezen wordt aan de fatsoenlijke vrouwen aan den anderen kant -van de maatschappelijke klove. Het is wel bekend, dat mannen soms -naar prostituées gaan om bevrediging te vinden voor de opwinding, -die gewekt is door de liefkoozingen van hun verloofden [214]. Daar de -emotioneele en physieke resultaten van onbevredigde opwinding dikwijls -ernstiger zijn bij vrouwen dan bij mannen, zijn de verloofde vrouwen -in deze gevallen even gerechtvaardigd verlichting te zoeken bij andere -mannen, en zoo zou de noodlottige cirkel der dwaasheid volkomen zijn. - -Uit het gezichtspunt van den modernen moralist is er een andere -overweging, die in het geheel niet geteld werd bij de conventioneele -en traditioneele moraal, die wij geërfd hebben, en die in de praktijk -inderdaad ook niet bestond in de oude dagen, toen die moraal nog een -levende werkelijkheid was. Vrouwen zijn niet meer verdeeld in de twee -groepen: vrouwen, die geëerbiedigd moeten worden, en prostituées, -die de onteerde bewaaksters zijn van die eer; er is een groote -derde klasse van vrouwen, die noch getrouwde vrouw noch prostituée -zijn. Voor deze groep van ongetrouwde deugdzamen had de traditioneele -moraal in het geheel geen plaats; zij negeerde ze eenvoudig. Maar -de nieuwe moralist, die leert erkennen zoowel de eischen van het -individu als de eischen van de maatschappij, begint te vragen of -aan den eenen kant deze vrouwen geen recht hebben op bevrediging -van haar affectioneele en emotioneele impulsen als zij dat wenschen, -en aan den anderen kant of, daar een hooge beschaving een verminderd -aantal geboorten met zich brengt, de gemeenschap geen recht heeft -iedere gezonde en flinke vrouw aan te moedigen bij te dragen tot de -instandhouding van het geboortecijfer, als zij dat wenscht. - -Al de overwegingen, die in de voorafgaande bladzijden in het kort -zijn aangeduid--de fundamenteele zin voor menschelijke gelijkheid, die -gekweekt wordt door onze beschaving, de weerzin tegen de wreedheid, die -de verfijning van het stadsleven vergezelt, het leelijke contrast van -uitersten, die stuitend zijn voor onze zich ontwikkelende democratische -neigingen, de aangroeiende zin voor de rechten van het individu op -zijn eigen persoon, het recht waarop niet minder sterk de nadruk gelegd -wordt van de gemeenschap op het beste wat het individu kan leveren--al -deze overwegingen brengen er den modernen moralist iederen dag meer -toe om jegens de prostitutie een houding aan te nemen, die geheel -verschillend is van de moraal, die wij ontleend hebben aan Cato en -Augustinus. Hij ziet de zaak op grootere en meer dynamische wijze. In -plaats van te verklaren, dat het wel de moeite loont de prostituée te -dulden en haar terzelfder tijd te verachten, om de heiligheid van de -vrouw in haar huis te bewaren, is hij niet alleen meer geneigd ieder -te beschouwen als de rechte bewaker van zijn eigen moreele vrijheid, -maar hij is niet zoo zeker omtrent de door den tijd gesanctionneerde -positie van de prostituée, en bovendien is hij er geenszins zeker -van, dat de vrouw in haar huis niet evenzeer redding noodig heeft -als de prostituée op de straat; hij is er toe bereid te overwegen of -hervorming in deze zaak niet waarschijnlijk plaats zal vinden in den -vorm van een meer juiste toemeting van sexueele rechten en sexueele -plichten aan vrouwen in het algemeen, met het onvermijdelijk gevolg -van verheffing van het leven van mannen ook. - - - De opstand van vele ernstige hervormers tegen de onrechtvaardigheid - en de vernedering, die nu samengaat met ons systeem van prostitutie - is zoo diepgaand, dat sommigen zich bereid hebben verklaard tot het - aannemen van iedere revolutie van denkbeelden, die een meer gezonde - verandering van moreele waardeeringen zou teweeg brengen. "Beter - zou inderdaad een saturnalia zijn van vrije mannen en vrouwen", - roept Edward Carpenter (Love's Coming of Age, p. 62) uit, "dan - het schouwspel, dat nu onze groote steden 's nachts bieden". - - Zelfs zij, die heel tevreden zouden zijn met een zoo conservatieve - behandeling van maatschappelijke instellingen als mogelijk - is, kunnen niet nalaten te erkennen, dat de prostitutie niet - bevredigend is, tenzij wij al zeer bescheiden eischen stellen aan - de sexueele daad. "De daad der prostitutie", verklaart Godfrey (The - Science of Sex, p. 202), "is misschien physiologisch volkomen, - maar ze is dit in geen andere beteekenis. Al de moreele en - intellectueele factoren, die met het physieke verlangen samenwerken - om de volmaakte sexueele aantrekking te vormen zijn aanwezig. Al - de hoogere elementen van liefde--bewondering, eerbied, eer en - zelfopofferende toewijding--zijn even vreemd aan de prostitutie - als aan de egoïstische daad der masturbatie. De voornaamste - bezwaren tegen de moraal van de daad zijn meer gelegen in wat er - mee samengaat dan in de daad zelf. Iedere sprank van liefde, die - een vrije connectie zou kunnen bezitten, wordt meteen bedorven - door het invoeren van een geldelijk element. In de vernedering - die er uit voortkomt, heeft de vrouw het grootste aandeel, - omdat ze haar maakt tot een paria en haar onderwerpt aan al de - verhardende en demoraliseerende invloeden van maatschappelijke - uitsluiting. Maar haar vernedering dient er alleen toe haar invloed - op haar partners nog meer vernederend te maken. De prostitutie", - zegt hij tot besluit, "heeft een sterke neiging om de van nature - zelfzuchtige houding van mannen jegens vrouwen te versterken - en ze aan te moedigen in de begoocheling, die voortkomt uit - ongeordende hartstochten, dat de geslachtsdaad zelf het doel en - einde van het sexueele leven is. De prostitutie kan er derhalve - geen aanspraak op maken ook maar een tijdelijke oplossing te - geven voor het sekseprobleem. Zij vervult alleen de zending, - die ze gemaakt heeft tot een "noodzakelijk kwaad"--de zending - van palliatief tegen de physieke gestrengheid van coelibaat en - monogamie. Dat doet ze ten koste van een groote mate van physieke - en moreele ontaarding, waarvan veel ongetwijfeld berust op de - maatschappij, die de vernedering van de prostituée volkomen maakt - door voortdurende uitsluiting. Prostitutie was niet zulk een groot - kwaad, toen ze niet als zoodanig beschouwd werd, toch was ze zelfs - op haar best een werkelijk kwaad, een treurige en lage parodie op - ernstige en natuurlijke hartstochtsverhoudingen. Zij is een kwaad, - dat we bij ons moeten houden, zoolang het coelibaat gewoonte en - monogamie wet is". Het is de vrouw zoowel als de prostituée, die - vernederd wordt door een systeem, dat koopbare liefde mogelijk - maakt. "De tijd is voorbij", merkt dezelfde schrijver elders op - (p. 195), "dat een enkele ceremonie werkelijk heiligen kan wat - laag is, en lust en begeerte kan veranderen in oprechte sexueele - liefde. Als het in sexueele connecties treden met een man alleen - voor een materieel doel een schande is voor de maatschappij, - dan is het ook een schande onder den huwelijksband, afgezien van - den huichelachtigen zegen van de kerk of de wet. Als de publieke - prostituée een wezen is, dat als paria verdient behandeld te - worden, dan is het hopeloos onredelijk ieder soort van moreele - schande te onthouden aan de vrouw, die een dergelijk leven leidt - onder andere uiterlijke omstandigheden. Of de getrouwde vrouw, - die zich prostitueert, moet onder den moreelen ban komen, òf er - moet een einde komen aan de algeheele uitsluiting, waaronder de - prostituée lijdt". - - De denker, die duidelijker en meer fundamenteel dan anderen, - en het eerst van allen zich de dynamische verhoudingen van de - prostitutie voor oogen heeft gesteld, was James Hinton. Meer dan - dertig jaar geleden gaf Hinton, in fragmentarische geschriften, die - nog onuitgegeven zijn gebleven, omdat hij ze nooit in ordelijken - vorm omgewerkt heeft, krachtig en hartstochtelijk uitdrukking - aan zijn gronddenkbeeld. Het kan misschien de moeite loonen een - paar korte passages aan te halen uit Hinton's handschriften: - "Ik voel, dat de wetten van het arbeidsvermogen ook behoorden te - gelden te midden der golven van den menschelijken hartstocht, - dat de verhoudingen der mechanica waar zijn en ook zullen - heerschen in het menschelijk leven... Er ontstaat een spanning, - een onderdrukking van de ziel, door ons moderne leven, en ze - is op het punt plotseling tot een ontploffing te leiden, waarna - de krachten zich opnieuw zullen ordenen. Het is een kwestie van - dynamica, in moreele termen voorgesteld... Het houden van een deel - van de vrouwelijke bevolking zonder uitzicht op een huwelijk, - beteekent prostituées hebben, dat zijn vrouwen, die niets zijn - dan werktuigen van de zinnelijkheid van den man, en dit beteekent - voor velen van haar het dooden van alle zuivere liefde of de - vatbaarheid daartoe. Dit is het feit, dat we onder de oogen moeten - zien... Vandaag zag ik een jonge vrouw, wier leven verteerd werd - door gebrek aan liefde, een geval van uiterste ellende: en zie nu - den prijs, waarmee we haar slechte gezondheid betalen; voor haar - slechte gezondheid betalen wij met den ondergang van een ander - meisje. Dat geven wij er voor; haar ellende naar ziel en lichaam - wordt gekocht door de prostitutie; wij hebben prostituées, die - daarvoor zijn ... Wij leveren sommige vrouwen roekeloos aan het - verderf over om een broeikasparadijs te maken voor anderen... De - eene put zich uit in vergeefsche pogingen genoegens te verdragen - waarvoor ze niet sterk genoeg is, terwijl andere vrouwen te gronde - gaan door gebrek aan deze zelfde genoegens. Als het huwelijk dit - is, is het dan niet belichaamde wellust? De gelukkige Christelijke - tehuizen zijn de ware donkere plaatsen der aarde... Prostitutie - voor den man, ontbering voor de vrouw--zij zijn twee zijden van - hetzelfde ding, en het zijn allebei ontkenningen van de liefde, - evenals weelde en ascetisme. De bergen van ontbering moeten - gebruikt worden om de diepten van de overdaad aan te vullen". - - Eenige van de denkbeelden van Hinton werden uiteengezet door een - schrijfster, die goed met hem bekend was, in een vlugschrift, - getiteld The Future of Marriage: An Eirenicon for a Question - of To-day, door een achtenswaardige vrouw (1885). "Als de - overtuiging eenmaal ingang heeft gevonden bij de "goede" vrouwen", - merkt de schrijfster op, "dat haar plaats van eer en voorrechten - verkregen is ten koste van de vernedering van anderen, dan zullen - ze niet rusten voor zij die plaats verlaten hebben of een ander - voetstuk gevonden hebben. Als ons onbuigzaam huwelijkssysteem tot - voornaamste voorwaarde heeft het bestaan van de prostitutie, dan - kan men slechts twee gevolgtrekkingen maken: òf er moet aangetoond - worden, dat zij overeen te brengen is met het welzijn, zoowel - moreel als physiek, van de vrouwen, die ze in praktijk brengen, - òf ons huwelijkssysteem moet veroordeeld worden. Als het iemand - duidelijk voor oogen gesteld werd, dan zou hij niet in ernst kunnen - beweren, dat dat "deugd" is, wat alleen in praktijk gebracht kan - worden ten koste van iemand anders ondeugd... Terwijl de wetten der - natuurkunde zoo algemeen erkend beginnen te worden, dat niemand - er van droomt een deeltje stof of kracht te willen vernietigen, - passen we toch dezelfde opvatting niet instinctief toe op moreele - krachten, maar wij denken en handelen alsof wij een kwaad konden - uit den weg ruimen, terwijl we dàt onveranderd laten, wat er kracht - aan geeft. Dit is de eenige beschouwing van het maatschappelijk - probleem, dat ons hoop geeft. Dat de prostitutie zou ophouden te - bestaan, terwijl alles bleef zooals het is, zou schadelijk zijn, - als het mogelijk was. Maar het is niet mogelijk. Het zwakke punt - van alle bestaande pogingen om de prostitutie te onderdrukken is, - dat zij er tegen gericht zijn alsof zij een ding op zichzelf was, - terwijl zij alleen een van de symptomen is, die voortkomen uit - een algemeene kwaal". - - Ellen Key, die in de laatste jaren de voornaamste apostel - geweest is van een evangelie van sexueele moraal, die berust op - de behoeften van vrouwen als de moeders van het ras, heeft, in - ongeveer gelijken geest, zoowel de prostitutie als het starre - huwelijk veroordeeld, verklarend (in haar Essays on Love and - Marriage), dat "de ontwikkeling van het erotisch persoonlijk - bewustzijn evenzeer gehinderd wordt door de maatschappelijk - geregelde "moraal" als door de maatschappelijk geregelde - "immoraliteit"," en dat "de twee laagste en maatschappelijk - gesanctionneerde uitersten van sexueel dualisme, het starre - huwelijk en de prostitutie, langzamerhand onmogelijk zullen - worden, omdat zij met het ingang vinden van het denkbeeld van - erotische eenheid niet langer zullen overeen te brengen zijn met - de behoeften der menschen". - - -Wij kunnen den tegenwoordigen toestand, wat betreft de prostitutie, -het best karakteriseeren door te zeggen, dat er aan den eenen kant -een neiging is om ze te verheffen, in verband met de aangroeiende -menschelijkheid en verfijning van de beschaving, een neiging, die -onvermijdelijk leiden moet tot het meer en meer brandmerken zoowel van -de vrouwen die prostituées worden, als van de mannen, die ze opzoeken; -aan den anderen kant, maar misschien door dezelfde dynamische kracht, -is er een neiging de prostitutie langzamerhand terzijde te stellen -door een gelukkige concurrentie van hooger en reiner methoden van -sexueele verhoudingen, die vrij zijn van geldelijke overwegingen. Deze -verfijning en veredeling, deze concurrentie der prostitutie door -betere vormen van sexueele liefde, zijn inderdaad een essentieel deel -van den vooruitgang, naarmate de beschaving meer waarlijk gezond, -krachtig en waarheidlievend wordt. - -Waarschijnlijk zal deze moreele verandering vergezeld gaan -van de erkenning, dat de feiten van het menschelijk leven van -meer belang zijn dan de vormen. Want alle overgangen van lagere -tot hoogere maatschappelijke vormen, van den natuurstaat tot de -beschaving, zijn--voor zoover zij veranderingen zijn, die het leven -raken--vergezeld gegaan van een langzaam en moeilijk tasten naar -de waarheid, dat alleen in natuurlijke verhoudingen gezondheid en -heiliging kan gevonden worden, want, zooals Nietzsche zeide, de -"terugkeer" tot de natuur moest eerder de "opstijging" genoemd -worden. Zoo alleen kunnen wij verkrijgen, dat uit onze harten -eindelijk die vastgeroeste traditie verdreven wordt, dat er eenige -onreinheid of schande is in daden van liefde, waarvoor de door het -verstand voorgeschrevene en niet alleen de conventioneele voorwaarden -vervuld zijn. Want het is een ijdel pogen te trachten onze wetten te -verbeteren, of zelfs onze verordeningen, voordat we eerst onze harten -verbeterd hebben. - -Het zou misplaatst zijn hier verder in te gaan op de moreele kwestie, -zooals zij zich heden ten dage begint te vormen in de sexueele -sfeer. In een psychologische bespreking behoeven we alleen maar -de werkelijke houding uiteen te zetten van den moralist en van de -beschaving. De uitwerking van de praktische gevolgen van die houding -moeten we aan moralisten en sociologen en de gemeenschap in het -algemeen overlaten. - -Ons onderzoek heeft tevens, zooals we mogen hopen, aangetoond, -dat wie de kwestie van de prostitutie in de praktijk behandelen -wil in de allereerste plaats de waarschuwing niet vergeten mag, -die, wat vele andere maatschappelijke problemen aangaat, belichaamd -is door Herbert Spencer in zijn vermaard voorbeeld van de gebogen -ijzeren plaat. Als we trachten de gebogen plaat plat te krijgen, -dan heeft het geen zin, zooals Spencer aangetoond heeft, direct op -het opgebulte gedeelte los te hameren; als we dat doen, dan blijkt -al gauw, dat we de zaken erger gemaakt hebben; ons hameren moet, -om resultaat te hebben, zijn in de omgeving van, en niet direct òp -de hinderlijke verheffing, die we willen verwijderen; zoo alleen -kan de ijzeren plaat plat gehamerd worden [215]. Maar dit axioma is -door de moralisten niet begrepen. De gewone, praktische hervormer -heeft--van den tijd van Karel den Groote af--altijd weer zijn vuist -direct laten neerkomen op het kwaad der prostitutie en hij heeft -de zaken steeds erger gemaakt. Alleen door met beleid buiten het -kwaad en er om heen te werken kunnen we hopen het met succes te -verminderen. Door er naar te streven de verhoudingen van mannen tot -vrouwen, en van vrouwen tot vrouwen te ontwikkelen en te verheffen, -door onze opvattingen over sexueele verhoudingen te wijzigen, en -door een gezonder en meer ware opvatting over vrouwelijkheid en -over de verantwoordelijkheden van vrouwen, zoowel als van mannen, -in te voeren, door, maatschappelijk zoowel als economisch, een hooger -niveau te bereiken van menschelijk leven--alleen door zulke methoden -kunnen wij met reden eenige vermindering en verzachting van het kwaad -der prostitutie verwachten. Zoolang wij niet in staat zijn tot zulke -methoden, moeten we tevreden zijn met de prostitutie, die we verdienen, -en dan moeten we leeren ze te behandelen met het medelijden, en den -eerbied, waarop een zoo in het leven grijpende misvorming in onze -beschaving aanspraak maken mag. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK VIII - -DE BESTRIJDING DER VENERISCHE ZIEKTEN - - - De beteekenis der venerische ziekten.--De geschiedenis der - syphilis.--Het vraagstuk van den oorsprong ervan.--De groote - maatschappelijke beteekenis van de syphilis.--De maatschappelijke - gevaren van de gonorrhoe.--De moderne verandering der methoden ter - bestrijding van de venerische ziekten.--Oorzaken van het verval - van het systeem van politie-toezicht.--Noodzakelijkheid de feiten - onder de oogen te zien.--De onschuldige offers der venerische - ziekte.--Het zijn ziekten en geen misdaden.--Het principe - van aanmelding.--Het Scandinavische systeem.--Kostelooze - behandeling.--Straf op het overbrengen van venerische - ziekten.--Sexueele opvoeding met betrekking tot de venerische - ziekten.--Lezingen, enz.--Uiteenzettingen van de kwestie in romans - en op het tooneel.--Het "leelijke" is niet "immoreel". - - -Het kan misschien verwondering wekken, dat in de voorafgaande -bespreking van de prostitutie nauwelijks een woord gezegd is over -venerische ziekten. In de oogen van vele menschen is de kwestie -der prostitutie eenvoudig de kwestie van syphilis. Maar van het -psychologisch standpunt, dat ons hier direct aangaat, evenals van het -moreele, waarmee we indirect wel bekend moeten zijn, kan de kwestie der -ziekten, die verbonden kunnen zijn en ook zoo dikwijls verbonden zijn -met de prostitutie, niet in de eerste plaats van beteekenis zijn. De -twee kwesties zijn, hoe nauw ze ook met elkaar in verband mogen staan, -in hun grondslag verschillend. Niet alleen zouden venerische ziekten -blijven bestaan, al was de prostitutie volkomen verdwenen, maar, aan -den anderen kant, als we syphilis op dergelijke wijze aan contrôle -onderworpen hadden, als de eenigszins er mee verwante ziekte, lepra, -dan zou het probleem der prostitutie nog blijven bestaan. - -Toch is het nauwelijks mogelijk, zelfs van het standpunt dat we hier -innemen, de kwestie der venerische ziekten buiten beschouwing te laten, -want de psychologische en moreele gezichtspunten van de prostitutie, -en zelfs de geheele kwestie der sexueele verhoudingen, ondervinden, -tot zekere hoogte, den invloed van het bestaan van de ernstige ziekten, -die vooral door sexueelen omgang verspreid worden. - -Fournier, een van de leidende autoriteiten op dit gebied, heeft terecht -gezegd, dat syphilis, alcoholisme en tuberculose de drievoudige pest -is van den tegenwoordigen tijd. In een veel vroegeren tijd (1851) -had Schopenhauer in Parerga en Paralipomena de meening geuit, dat -de twee dingen, die het moderne maatschappelijk leven onderscheiden -van dat van de oudheid, het ridderlijk eergevoel en de venerische -ziekten zijn; te zamen, voegde hij er aan toe, hebben zij het leven -vergiftigd en een vijandig en zelfs duivelsch element ingevoerd in de -verhoudingen der seksen, dat indirect invloed heeft geoefend op alle -andere maatschappelijke verhoudingen [216]. Het is als een koopwaar, -zegt Havelburg van de syphilis, die de beschaving overal heen gevoerd -heeft, zoo dat maar zeer weinige afgelegen landen van den aardbol -(zooals Centraal Afrika en Centraal Brazilië) er tegenwoordig vrij -van zijn [217]. - -Het is ongetwijfeld waar, dat in de oudere beschaafde landen de -uitingen van syphilis, hoewel ze nog ernstig zijn en een oorzaak voor -de physieke ontaarding van het individu en het ras, minder ernstig -zijn dan ze waren, zelfs maar een generatie geleden [218]. Dit is -gedeeltelijk het resultaat van vroegere en betere behandeling, voor -een deel is het mogelijk het resultaat van het syphilitisch worden -van het ras, daar een zekere mate van immuniteit nu een geërfd bezit -geworden is, hoewel we toch in de herinnering moeten houden, dat een -aanval van syphilis niet noodzakelijk immuniteit met zich brengt tegen -den werkelijken aanval van de kwaal, zelfs bij hetzelfde individu. Maar -we moeten er aan toevoegen, dat, ook al is ze minder ernstig geworden, -de syphilis, in de meening van velen, toch nog bezig is zich uit te -breiden, zelfs in de voornaamste centra der beschaving; dit heeft -men evenzeer opgemerkt in Parijs als in Londen [219]. - -Volgens de meening, die tegenwoordig algemeen begint te heerschen, is -syphilis naar Europa overgebracht aan het einde van de vijftiende eeuw -door de eerste ontdekkers van Amerika. In Seville, de voornaamste -Europeesche haven voor Amerika, was ze bekend als de Indische -ziekte, maar toen Karel VIII en zijn leger ze in 1495 het eerst -naar Italië overbrachten, werd ze de Gallische ziekte genoemd, -hoewel deze connectie met de Franschen alleen maar toevallig was; -"een monsterachtige ziekte", zeide Cataneus, "die in vorige eeuwen -nooit gezien is en onbekend is in de geheele wereld". - -De synoniemen voor syphilis waren eerst ontelbaar. Ferrara gaf in zijn -Latijnsche gedicht Syphilis sive Morbus Gallicus, geschreven vóór 1521, -en uitgegeven in Verona in 1530, eindelijk aan de ziekte den naam, -die er nu algemeen voor aangenomen is, waarbij hij ter verklaring -van de herkomst ervan een romantische sage uitvond. - - - Hoewel men tegenwoordig vrij algemeen schijnt te gelooven, - dat de syphilis uit Amerika naar Europa is overgebracht, bij de - ontdekking van de Nieuwe Wereld, is het eerst in de allerlaatste - jaren geweest, dat deze meening grond gewonnen heeft; het schijnt - zelfs nu niet eens zeker, dat, wat de Spanjaarden uit Amerika - mee terug brachten, werkelijk een ziekte was, die geheel nieuw - was in de Oude Wereld, en niet een krachtiger vorm van een oude - ziekte, waarvan de uitingen goedaardig geworden waren. Buret, - bij voorbeeld, (Le Syphilis Aujourd'hui et chez les Anciens, - 1890), die eenige jaren geleden tot de diepe overtuiging kwam, dat - "syphilis dateert van de schepping van den mensch", en die uit - een nauwkeurige studie der klassieke schrijvers tot het geloof - gekomen was, dat syphilis in Rome al bestond onder de Caesars, - meende, dat ze op verschillende plaatsen en op verschillende - tijden uitgebroken was, en dat ze in epidemische uitbarstingen - verschillende combinaties vertoonde van haar verschillende - symptomen, zoo dat ze op gewone tijden voorkwam zonder opgemerkt - te worden en op de tijden van meer intense uiting beschouwd werd - als een tot dusverre onbekende ziekte. Zoo werd er in de klassieke - tijden gemeend, denkt hij, dat ze uit Egypte kwam, hoewel hij Azië - voor haar werkelijk tehuis hield. Leopold Glück heeft ook passages - aangehaald (Archiv für Dermatologie und Syphilis, January 1899) - uit de medische epigrammen van een dokter uit de zestiende eeuw, - Gabriel Ayala, die verklaart, dat syphilis niet werkelijk een - nieuwe ziekte is, hoewel er gewoonlijk gemeend wordt, dat ze dat - is, maar een oude ziekte, die met tot dusverre onbekende kracht - uitgebroken is. Er is echter geen enkele overtuigende reden, - om te gelooven, dat syphilis in de klassieke oudheid bekend - was. A. N. Notthaft ("Die Legende von der Althertums-syphilis", - in het Rindfleisch Festschrift, 1907, pp. 377-592) heeft critische - nasporingen gedaan naar passages in klassieke schrijvers, waarvan - Rosenbaum, Buret, Proksch en anderen meenden, dat ze sloegen op - syphilis. Het is volkomen waar, geeft Notthaft toe, dat vele van - deze passages misschien wel op syphilis zouden kunnen slaan, en - dat een of twee zelfs beter zouden passen op syphilis dan op eenige - andere ziekte. Maar over het geheel leveren zij in het geheel geen - bewijs en geen syphiloloog, besluit hij, is er ooit in geslaagd - te demonstreeren, dat syphilis in de oudheid bekend was. Dat - geloof is een mythe. Het meest verpletterende bewijs er tegen is, - zooals Notthaft zegt, het feit, dat, hoewel er in de oudheid groote - medici waren, die nauwkeurige waarnemers waren, niet een van hen - een beschrijving geeft van de primaire, secundaire, tertiaire en - aangeboren vormen van deze ziekte. China wordt dikwijls vermeld - als het oorspronkelijke tehuis van de syphilis, maar dit geloof - is geheel zonder grond, en de Japansche medicus, Okamura, - heeft aangetoond (Monatschrift für praktische Dermatologie, - deel XXVIII, blz. 296 et. seq.) dat Chineesche verhandelingen - niets over de syphilis melden vóor de zestiende eeuw. In de - Parijsche Academie voor Geneeskunde werden in 1900 door Fouquet - photografieën gedemonstreerd van menschelijke overblijfsels, - die dateeren van 2400 voor Christus, die veranderingen in het - beenderenstelsel vertoonen, die duidelijk syphilitisch schenen - te wezen; Fournier echter, een van de grootste autoriteiten, - meende, dat de diagnose van syphilis niet kon volgehouden worden, - voordat andere toestanden, die dergelijke veranderingen in het - beenderenstelsel hadden kunnen teweeg brengen, geëlimineerd waren - (British Medical Journal, September 29, 1900, p. 946). In Florida - en verschillende deelen van Centraal Amerika, op ongetwijfeld - vòor den tijd van Columbus stammende begraafplaatsen, zijn zieke - beenderen gevonden waarvan goede autoriteiten verklaard hebben, - dat ze niet anders dan syphilitisch konden zijn (b.v. British - Medical Journal, November 20, 1897, p. 1487), hoewel we kunnen - opmerken, dat nog kort geleden, in 1899, de voorzichtige Virchow - constateerde, dat de syphilis van vóor den tijd van Columbus - voor hem nog een open kwestie was (Zeitschrift für Ethnologie, - Deel 2 en 3, 1899 p. 216). Aan den anderen kant toont Seler, de - bekende autoriteit over de Mexikaansche oudheid aan, dat de oude - Mexikanen een ziekte kenden, die, zooals zij haar beschreven, - wel syphilis had kunnen wezen. Het blijkt echter duidelijk, dat, - terwijl de moeilijkheid om zieke beenderen te demonstreeren in - Amerika wel even groot is als in Europa, de demonstratie toch, - hoe volkomen ze ook zijn mag, niet voldoende zou zijn om aan te - toonen, dat de ziekte niet ook reeds bestond in de Oude Wereld. De - plausibele theorie van Ayala, dat de syphilis van de vijftiende - eeuw een hevig optreden was van een oude ziekte is in de meer - moderne tijden herhaaldelijk weer in het leven geroepen. Zoo denkt - J. Knott ("The Origin of Syphilis" New York Medical Journal, - October 31, 1908), dat hoewel ze niet nieuw was in het Europa - van de vijftiende eeuw, ze toen nieuw ingevoerd werd in een vorm, - die ernstiger geworden was doordat ze van een erotisch ras kwam, - zooals men meent, dat dikwijls het geval is. - - Het was in de achttiende eeuw, dat Jean Astruc het geloof begon - te herstellen, dat syphilis werkelijk een betrekkelijk moderne - ziekte is van Amerikaanschen oorsprong, en sindsdien hebben vele - autoriteiten van gewicht hun instemming met dit gezichtspunt - betuigd. Aan de energie en de bekwaamheid van Dr. Iwan Bloch, uit - Berlijn (het eerste deel van zijn belangrijk werk, Der Ursprung - der Syphilis, werd uitgegeven in 1901) danken wij de volledige - samenstelling van het materiaal, dat het bewijs levert voor den - Amerikaanschen oorsprong van de syphilis. Bloch beschouwt Ruy Diaz - de Isla, een beroemd Spaansch medicus, als de voornaamste getuige - voor den Indischen oorsprong van de ziekte, en besluit, dat ze naar - Europa overgebracht werd door de mannen van Columbus, uit Midden - Amerika, meer speciaal van het eiland Haiti, naar Spanje in 1493 - en 1494, en onmiddellijk daarna door de legers van Karel VIII als - epidemie verspreid werd over Italië en de andere landen van Europa. - - We kunnen hieraan toevoegen, dat, zelfs als we de theorie moeten - aannemen, dat de centrale streken van Amerika de plaats zijn - van den oorsprong der Europeesche syphilis, we toch nog moeten - erkennen, dat de syphilis zich op het vasteland van Noord-Amerika - zeer veel langzamer verspreid heeft dan in Europa en ook meer - gedeeltelijk, en zelfs tegenwoordig zijn er Amerikaansche - Indiaansche stammen, onder wie ze onbekend is. Holder heeft op - grond van zijn eigen ervaringen onder Indianen en van informaties - door bemiddeling van verschillende medici een statistiek gemaakt - die aantoont, dat van ongeveer dertig stammen en groepen van - stammen, achttien bijna of geheel vrij waren van venerische - ziekten, terwijl onder dertien ze zeer veel voorkwamen. Bijna - zonder uitzondering weigeren de stammen, waar syphilis weinig - voorkomt of onbekend is, sexueelen omgang aan vreemdelingen, - terwijl zij, onder wie zulke omgang meer voorkomt, moreel laks - zijn. Het zijn de blanken, die de bron zijn van infectie onder - deze stammen (A. B. Holder, "Gynecic Notes Among the American - Indians", American Journal of Obstetrics 1892, No. 1). - - -Syphilis is een, maar zeker de belangrijkste, van een groep van drie -geheel verschillende "venerische ziekten", die eerst in den laatsten -tijd onderscheiden zijn, en wat hun juisten aard en oorzaak aangaat -inderdaad eerst nu beginnen begrepen te worden, hoewel twee er -van zeker in de oudheid bekend geweest zijn. Het is eerst zeventig -jaar geleden, dat Ricord, de groote Fransche syphiloloog, die na -Bassereau kwam, het eerst de volkomen onafhankelijkheid verkondigd -heeft van de syphilis, zoowel van gonorrhoe als van weeke schanker, -terwijl hij tevens duidelijk de drie stadiën uiteengezet heeft, -het primaire, het secundaire en het tertiaire, in welke de syphilis -meestal tot uiting komt, terwijl men van den vollen omvang van de -tertiaire symptomen der syphilis tegenwoordig bijna nog niet op de -hoogte is, en men eerst nu algemeen begint te beseffen, dat twee -van de meest voorkomende en ernstigste ziekten van de hersenen en -van het zenuwstelsel--algemeene verlamming en ruggemergstering of -locomotorische ataxie--hun voornaamste, hoewel niet uitsluitende -oorzaak vinden in het binnendringen van het vergif der syphilis vele -jaren vroeger. In 1879 begon een nieuw stadium van meer nauwkeurige -kennis van de venerische ziekten met de ontdekking van Neisser van den -gonococcus, die de eigenlijke oorzaak is van de gonorrhoe. Deze werd -een paar jaar later gevolgd door de ontdekking van Ducrey en Unna -van den bacil van den weeken schanker, de minst belangrijke van de -venerische ziekten, omdat de gevolgen ervan alleen maar plaatselijk -zijn. Ten slotte, in 1905, nadat Metchnikoff den weg bereid had, -toen hij er in slaagde syphilis over te brengen van mensch op aap, -en Lassar, door inenting, van aap op aap--deed Fritz Schaudinn zijn -groote ontdekking van de protozoïsche Spirochaeta pallida (sedertdien -soms genaamd Treponema pallidum), die nu algemeen beschouwd wordt als -de oorzaak van de syphilis; daardoor ontdekte hij de schuilplaats van -de gevaarlijkste en verraderlijkste vijanden van de menschheid [220]. - -Er is geen fijner vergif dan dat van de syphilis. Syphilis is niet, -als kinderpokken of typhus, een ziekte, die een korten, plotselingen -storm veroorzaakt, een hevigen strijd met de levenskrachten, waarin -ze, zelfs zonder behandeling, meestal het onderspit delft, mits het -organisme gezond is, terwijl ze weinig of geen sporen nalaat van haar -verwoestingen,--neen, zij dringt dieper en dieper in het organisme -door, ze leidt na verloop van tijd tot steeds nieuwe complicaties, -en geen weefsel is veilig voor haar aanvallen. En zoo fijn is dit -alles doordringende vergif, dat, hoewel de uitwendige verschijnselen -ervan vatbaar zijn voor langdurige behandeling, het dikwijls moeilijk -te zeggen is dat het vergif ten slotte volkomen gedood is [221]. - -Het enorme belang van de syphilis, en de voornaamste reden waarom het -noodig is ze hier te beschouwen, ligt in het feit, dat de gevolgen -ervan niet beperkt zijn tot het individu zelf, en zelfs ook niet tot de -menschen aan wie hij het kan overdragen door besmetting, door aanraking -in of buiten sexueele verhoudingen: ze tast de nakomelingschap aan en -ze tast de teelkracht zelf aan. Ze grijpt mannen en vrouwen aan in -de kracht van het leven, de voortbrengers van het komende geslacht, -en leidt òf tot steriliteit òf tot onrijpe en ziekelijke producten -van de conceptie. De vader alleen kan misschien syphilis op zijn -kind overbrengen, zelfs als de moeder aan de besmetting ontkomt, -en het kind, dat uit syphilitische ouders geboren is kan schijnbaar -gezond ter wereld komen, om zijn syphilitischen oorsprong eerst na een -periode van maanden of zelfs van jaren te openbaren. Zoo is syphilis -waarschijnlijk een hoofdoorzaak voor den achteruitgang van het ras -[222]. - -Zoowel bij het individu als bij zijn nakomelingschap vertoont de -syphilis haar vernielende gevolgen op alle organen, maar voornamelijk -op de hersenen en het zenuwstelsel. Er zijn, zooals Mott, een leidende -autoriteit in deze zaak [223], aangetoond heeft, vijf wijzen, waarop -syphilis de hersenen en het zenuwstelsel aantast: (1) door moreelen -schok; (2) door de gevolgen van het vergif in het teweegbrengen van -anaemie en algemeene voedingsstoornissen; (3) door het veroorzaken -van ontsteking van de vliezen en de weefsels van de hersenen; (4) -door het veroorzaken van degeneratie van de arterie, die aanleiding -geeft tot hersenverweeking, verlamming en dementia; (5) als een zeer -voorname oorzaak van de para-syphilitische aandoeningen van algemeene -verlamming en ruggemergsverlamming. - -Het is eerst in de laatste jaren, dat de medici de overwegende -rol erkend hebben, die gespeeld wordt door verkregen of geërfde -syphilis, bij het veroorzaken van algemeene verlamming, die in zoo -ruime mate er toe medewerkt krankzinnigengestichten te vullen, -en ruggemergsverlamming, hetgeen de belangrijkste ziekte is van -het ruggemerg. Zelfs tegenwoordig kan men nauwelijks zeggen, dat er -volkomen overeenstemming is betreffende het hooge belang van syphilis -als factor in deze ziekten. Er kan echter weinig twijfel aan bestaan, -dat in tenminste ongeveer vijf en negentig percent gevallen van -algemeene paralyse syphilis aanwezig is [224]. - -Syphilis alleen is inderdaad geen voldoende oorzaak voor algemeene -paralyse, want onder vele natuurvolken is syphilis zeer gewoon, terwijl -algemeene paralyse zeer zeldzaam is. Het is, zooals Krafft-Ebing gewoon -was te zeggen, syphilisatie en civilisatie, die tezamen werkende -algemeene paralyse veroorzaken, misschien in sommige gevallen, naar -er reden is om te meenen, op een nerveuzen bodem, die tot zekere -hoogte erfelijk gedegenereerd is; dit blijkt uit het abnormaal veel -voorkomen van aangeboren teekenen van degeneratie, die bij algemeene -paralytici gevonden werden door Näcke en anderen. "Paralyticus nascitur -atque fit", volgens het gezegde van Obersteiner. Eens ondermijnd -door syphilis, zijn de ontaarde hersenen niet in staat weerstand te -bieden aan de rukken en den druk van het beschaafde leven, en het -gevolg is algemeene paralyse, die naar waarheid beschreven is als -"een van de vreeselijkste geesels van moderne tijden". - -In 1902 nam de psychologische afdeeling van de British Medical -Association, die de meest bevoegde autoriteit over deze zaak is, met -algemeene stemmen een besluit, hetwelk beval, dat de aandacht van de -wetgeving en verschillende publieke lichamen gevestigd zou worden op -de noodzakelijkheid van onmiddellijk handelen, gezien het feit, dat -"algemeene paralyse een zeer ernstige en veel voorkomende vorm van -hersenziekte, mèt andere variëteiten van krankzinnigheid in ruime -mate voortkomt uit syphilis, en dus te voorkomen is". Toch is nog -geen enkele schrede in deze richting gedaan. - -De gevaren van de syphilis liggen niet alleen in haar macht en haar -taaiheid, maar ook daarin, dat ze zooveel slachtoffers maakt. Het is -moeilijk te constateeren hoeveel syphilis inderdaad voorkomt; maar in -de verschillende landen zijn al veel gedeeltelijke nasporingen gedaan, -en het is waarschijnlijk dat vijf tot twintig percent van de bevolking -van Europa met syphilis besmet is, terwijl ongeveer vijftien percent -van de syphilitische personen sterft aan oorzaken, die direct of -indirect gevolgen van de ziekte zijn [225]. In Frankrijk heeft over -het algemeen, naar een taxatie van Fournier, zeventien percent van -de geheele bevolking syphilis gehad; in Toulouse constateert Andry, -dat achttien percent van al zijn patiënten syphilitisch zijn, en in -Kopenhagen, waar de aangifte verplicht is, zegt men, dat meer dan -vier percent van de bevolking aan syphilis lijdt. In Amerika heeft -een commissie van de Medical Society of New-York, als resultaat van -een grondig onderzoek naar deze zaken gerapporteerd, dat in de stad -New-York jaarlijks niet minder dan een kwart millioen gevallen van -venerische ziekten voorkomen, en een toonaangevende dermatoloog uit -New-York heeft geconstateerd, dat in de families van den beteren -stand, die hij nauwkeurig kent, minstens een derde van de zoons -syphilis gehad hebben. In Duitschland schat men, dat jaarlijks acht -honderd duizend gevallen van venerische ziekten voorkomen, en aan de -grootere universiteiten worden iederen collegetijd vijf en twintig -percent van de studenten geïnfecteerd; venerische ziekten komen -vooral onder studenten voor. Het jaarlijksch aantal mannen, dat in -het Duitsche leger aan venerische ziekten lijdt is een derde van het -geheele aantal, dat in den Fransch-Duitschen oorlog gewond is. Toch -staat het Duitsche leger, wat de venerische ziekten aangaat, vrij -hoog, vergeleken bij het Engelsche leger, dat meer syphilitisch is -dan eenig ander Europeesch leger [226]. Daar het Engelsche leger uit -beroepssoldaten bestaat en niet op algemeene dienstplicht berust, -geeft het niet zoo'n juist beeld van het volk als het leger in -landen, waar de een of andere vorm van dienstplicht bestaat. In een -der Londensche ziekenhuizen kon worden vastgesteld, dat tien percent -van de patiënten syphilis gehad had; dit beteekent waarschijnlijk -een werkelijke verhouding van ongeveer vijftien percent, een hoog, -hoewel niet een buitengewoon hoog aantal. Toch is het duidelijk, dat -zelfs als het aantal werkelijk lager is dan dit, het nationale verlies -in leven en gezondheid, in gebrekkig nageslacht en rasontaarding -enorm en feitelijk onberekenbaar moet zijn. Zelfs in geld kan men -het budget van venerische ziekten vergelijken met het algemeene -budget van een groote natie. Stritch berekent, dat de onkosten voor -de Engelsche natie aan venerische ziekten in het leger, de marine en -de administratie alleen, jaarlijks 3.000.000 pond sterling bedragen, -en als men pensioenen en ziekteverloven mederekent, die indirect -door deze ziekten veroorzaakt worden, hoewel zij als zoodanig niet -voorkomen op de officieele lijsten, dan wordt de juiste schatting van -de onkosten voor de natie gezegd te zijn 7.000.000 pond sterling. Het -nemen van eenvoudige, hygiënische maatregelen voor het voorkomen en -het spoedig genezen van venerische ziekten zal niet alleen indirect, -maar zelfs direct een bron zijn van enorme welvaart voor het land. - -Syphilis is degene onder de venerische ziekten, die het duidelijkst -en het meest in het oog springend, schrik aanjaagt. Toch komt ze -minder voor en is in sommige opzichten minder arglistig dan de andere -venerische ziekte gonorrhoe [227]. Er was een tijd, toen de ernstige -aard van gonorrhoe, vooral bij vrouwen, weinig erkend werd. Mannen -namen ze aan met een luchtig hart als een voorval van geringe -beteekenis; vrouwen namen er geen notitie van. Dit niet inzien van den -ernst van de gonorrhoe, soms zelfs van de zijde van medici--zoodat ze -gewoonlijk, in Grandin's woorden, beschouwd werd alsof ze van weinig -meer beteekenis was dan een neusverkoudheid--heeft geleid tot een -reactie van de zijde van sommigen naar een tegenovergesteld uiterste, -en de gevaren van de gonorrhoe zijn zeer overdreven. Dit is vooral -het geval met betrekking tot de steriliteit. De ontstekingsgevolgen -van gonorrhoe zijn ongetwijfeld een machtige oorzaak van steriliteit -bij beide seksen; sommige autoriteiten hebben geconstateerd, dat niet -alleen tachtig percent van de sterfgevallen door ontstekingsziekten -van de organen in het bekken, en de meerderheid van de gevallen van -chronische invaliditeit bij vrouwen, maar tevens negentig percent -der niet gewilde onvruchtbare huwelijken, het gevolg zijn van -gonorrhoe. Neisser, een groote autoriteit, schrijft aan deze ziekte -ongetwijfeld vijftig percent van zulke huwelijken toe. Zelfs deze -taxatie is naar de ervaring van sommige medici te hoog. Het is ten -volle bewezen, dat de groote meerderheid der mannen, die gonorrhoe -gehad hebben, zelfs als zij niet trouwen vòor twee jaar nadat ze -geïnfecteerd werden, de kwaal niet overbrengen op hun vrouwen; en zelfs -van de vrouwen, die door haar mannen geïnfecteerd zijn, hebben meer -dan de helft kinderen. Dit is b.v. het resultaat van de onderzoekingen -van Erb, en Kisch spreekt nog met meer nadruk in denzelfden zin. Bumm, -die gonorrhoe beschouwt als een van de twee voornaamste oorzaken der -steriliteit bij vrouwen, vindt echter dat ze niet de meest voorkomende -oorzaak is, en dat ze alleen maar verantwoordelijk is voor ongeveer -een derde van de gevallen; de andere twee derden zijn het gevolg van -fouten in de ontwikkeling van de genitaliën. Dunning in Amerika heeft -resultaten verkregen, die tamelijk wel overeenkomen met die van Bumm. - -Wat een ander van de vreeselijke gevolgen der gonorrhoe betreft, de -ongeneeslijke blindheid, die zij door infectie van de oogen bij de -geboorte te voorschijn roept, daaraan heeft langen tijd geenerlei -twijfel bestaan. De Commissie van de Ophthalmological Society in -1884, heeft gerapporteerd, dat dertig tot een en veertig percent -van de bewoners van vier blindeninstituten hun blindheid aan deze -oorzaak te wijten hebben [228]. In Duitsche instituten heeft Reinhard -gevonden, dat dertig percent hun gezicht door dezelfde oorzaak verloren -hebben. Het totale aantal personen, die blind zijn door infectie met -gonorrhoe door hun moeders bij hun geboorte is enorm. De Engelsche -koninklijke commissie, ingesteld tot onderzoek naar den toestand -van blinden taxeerde, dat er ongeveer zeven duizend personen in het -Vereenigd Koninkrijk alleen waren (of twee en twintig percent van de -blinden in het land), die blind werden als gevolg van deze kwaal, -en Mookerji constateerde in zijn toespraak over ophthalmologie op -het Indische Medische Congres van 1894, dat in Bengalen alleen er zes -honderd duizend totaal blinde bedelaars waren, van wie veertig percent -het gezicht verloren bij hun geboorte door gonorrhoe van de moeder; -en dit heeft alleen betrekking op de bedelaarsklasse. - -Hoewel gonorrhoe vele en verschillende ellenden [229] te voorschijn -kan roepen, kan er geen twijfel aan zijn, dat de meerderheid van -met gonorrhoe besmette personen aan de gevaren der ziekte ontsnapt, -zoowel wat henzelf als wat het aanbrengen van eenig zeer ernstig -nadeel aan anderen betreft. De speciale reden, waarom gonorrhoe -een zoo bijzonder ernstige geesel geworden is, is de buitengewone -veelvuldigheid, waarmee ze voorkomt. Het is uiterst moeilijk het aantal -van de mannen en vrouwen, die gonorrhoe gehad hebben, te taxeeren, -en de taxaties varieeren binnen ruime grenzen. Dikwijls wordt het -te hoog gesteld. Erb, uit Heidelberg, die alle overdrijving over het -veelvuldig voorkomen van de gonorrhoe wenschte te voorkomen, ging in -zijn eigen praktijk de geschiedenissen na van twee duizend twee honderd -patienten (alle gasthuispatienten niet medegerekend) en vond, dat -het aantal van hen, die aan gonorrhoe geleden hadden 48.5 percent was. - -Onder den werkmansstand komt de ziekte veel minder voor dan onder -menschen van hoogeren stand. In een ziekenkas in Berlijn hadden -jaarlijks 412 van de 10.000 mannen en 69 van de 10.000 vrouwen -gonorrhoe; gedurende een serie jaren vertoonde de statistiek een -voortdurende toename in het aantal mannen, en een afname in het aantal -vrouwen met venerische ziekten; dit schijnt er op te wijzen, dat de -werkmansklassen meer omgang beginnen te hebben met prostituées en -minder met fatsoenlijke meisjes [230]. In Amerika heeft Wood Ruggles -(evenals Noggerath al vroeger, voor New York), de veelvuldigheid -van gonorrhoe onder volwassen mannen geschat op 75 tot 80 percent; -Tenney stelt ze veel lager, 20 percent voor mannen en 5 percent voor -vrouwen. In Engeland heeft een schrijver in de Lancet, eenige jaren -geleden [231], bevonden, dat 75 percent der volwassen mannen, die -hij onderzocht, eens gonorrhoe gehad hebben, 40 percent tweemaal, -15 percent drie of meerdere malen. Volgens Dulberg komen 15 percent -nieuwe gevallen voor bij getrouwde mannen van goeden maatschappelijken -stand, terwijl de ziekte betrekkelijk zeldzaam is onder getrouwde -mannen van de werkende klasse in Engeland. - -Gonorrhoe komt dus, wat het veel voorkomen aangaat, alleen nà mazelen -en naar den ernst van de gevolgen ervan, alleen na tuberculose. "En -toch", zooals Grandin opmerkt, als hij gonorrhoe met tuberculose -vergelijkt, "zie eens den energieken kruistocht, die tegen de laatste -is ondernomen en de misdadige apathie, die ten toon gespreid wordt -als het de eerste betreft" [232]. Het publiek moet leeren begrijpen, -merkt een ander schrijver op, dat "gonorrhoe een pest is, die zijn -hoogste belangen en zijn heiligste verhoudingen raakt, evenzeer als -pokken, cholera, diphterie en tuberculose" [233]. - -Men kan evenwel niet zeggen, dat er geen pogingen gedaan zijn -den stroom van venerische ziekten te keeren. Zulke pogingen zijn, -integendeel, al eeuwen lang gedaan. Maar zij hebben nooit resultaten -gehad [234]; zij zijn nooit gewijzigd naar veranderde omstandigheden; -nu nog zijn zij wanhopig onwetenschappelijk en niet in overeenstemming -met de maatschappelijke, evenmin als met de individueele eischen -van moderne volken. Op de verschillende conferenties, die in de -laatste jaren over deze kwestie gehouden zijn, is de eenige algemeene -conclusie, die er het resultaat van is, dat al de bestaande systemen -van tusschenbeide komen of van niet-tusschenbeide komen onvoldoende -zijn [235]. - -De aard van de prostitutie is veranderd en de wijzen van ze te -behandelen moeten daarmee veranderen. Bordeelen, en de systemen -van officieele reglementeering, die speciaal voor deze bordeelen -ontstonden, zijn evenzeer uit den tijd; zij hebben een middeleeuwsche -tint over zich, ze ademen een geest van antiekheid, die ze in onzen -tijd onaantrekkelijk en verdacht maken. Het openlijk als zoodanig -erkende bordeel komt in discrediet; het absoluut onder politie-contrôle -staande publieke meisje bestaat haast niet meer. De prostitutie -begint zich langzamerhand minder te concentreeren, zich nauwer met -het maatschappelijk leven over het algemeen te vermengen, minder -gemakkelijk onderscheiden te worden als een bepaald, afzonderlijk deel -van de maatschappij. Wij kunnen er tegenwoordig alleen maar invloed -op uitoefenen door methoden, die op onze maatschappelijke toestanden -als geheel werken. - - - De tegenzin tegen de reglementeering van de prostitutie - groeit nog maar langzaam aan, maar hij ontwikkelt zich toch - overal en kan evenzeer nagespoord worden in de opinie der - wetenschappelijke mannen als in die van het volk. In Frankrijk - hebben de gemeentebesturen van sommige van de grootste steden òf - het systeem der reglementeering geheel afgeschaft, òf ze hebben hun - afkeuring er over geuit, terwijl een onderzoek bij vele honderde - medici aangetoond heeft, dat minder dan een derde er vóor waren - de reglementeering te handhaven (Die Neue Generation, Juni 1909, - p. 244). In Duitschland, waar in sommige opzichten meer geduldige - verdraagzaamheid is voor hen, die inbreuk maken op de vrijheid van - het individu dan in Frankrijk, Engeland of Amerika, worden nog - steeds verschillende uitgebreide systemen voor het organiseeren - van de prostitutie en den strijd tegenover de venerische ziekte, - in stand gehouden, maar zij kunnen niet geheel in praktijk - gebracht worden, en er wordt algemeen toegegeven, dat zij in - ieder geval het beoogde doel niet kunnen bereiken. Zoo worden in - Saksen geen bordeelen officieel geduld, hoewel zij natuurlijk - toch bestaan. Hier zijn, evenals in vele andere deelen van - Duitschland, de meest nauwkeurige en uitgebreide reglementen - opgesteld voor het gedrag der prostituées. Zoo mogen zij in - Leipzig niet op de banken zitten op de publieke wandelplaatsen, - niet naar schilderijenmuseums gaan, of naar comedies, concerten of - restaurants, niet uit haar ramen kijken, niet rondkijken op straat, - niet glimlachen of wenken, enz. enz. Inderdaad, de prostituée, - die de heldhaftige zelfbeheersching bezit om al deze bevelen uit te - voeren, die officieel uitgevaardigd zijn om haar voor te lichten, - zou wel recht hebben op een levenslang pensioen van staatswege. - - Twee methoden om de prostitutie te behandelen komen in Duitschland - het meest voor. In sommige steden worden publieke huizen der - prostitutie geduld (hoewel ze geen concessie hebben); in andere - steden is prostitutie "vrij", hoewel "geheim". Hamburg is de - voornaamste stad waar huizen der prostitutie geduld worden - in afzonderlijke deelen der stad. Maar er is geconstateerd, - dat "overal verreweg het grootste deel der prostituées tot de - zoogenaamde "geheime klasse" behoort". Alleen in Hamburg worden - verdachte mannen, als ze beschuldigd worden vrouwen geïnfecteerd - te hebben, officieel onderzocht; mannen van iedere klasse der - maatschappij moeten een oproep van deze soort gehoorzamen, die - in het geheim uitgevaardigd wordt en als ze ziek zijn, zijn zij - verplicht zich onder behandeling te stellen, zoo noodig onder - dwangbehandeling in het stedelijk ziekenhuis, totdat ze niet - langer gevaarlijk zijn voor de gemeenschap. - - In Duitschland wordt een vrouw, als men herhaaldelijk waargenomen - heeft, dat ze op straat verdacht handelt, eerst rustig - gewaarschuwd; als de waarschuwing in den wind geslagen wordt, - wordt haar gevraagd aan de politie haar naam en haar adres op - te geven en dan wordt zij ondervraagd. Eerst als deze methoden - zonder resultaat blijven, wordt zij officieel als prostituée - ingeschreven. De ingeschreven vrouwen dragen, in sommige steden - ten minste, bij aan een ziekenfonds, dat haar onkosten betaalt - als ze in het ziekenhuis zijn. De aarzeling van de politie om een - vrouw op de officieele lijst in te schrijven is gerechtvaardigd en - onvermijdelijk, want geen andere gedragslijn zou geduld worden; - maar de meeste prostituées beginnen haar loopbaan zeer vroeg, - en daar ze gewoonlijk in het eerste begin van die loopbaan - geïnfecteerd worden, is het duidelijk, dat dit uitstel er toe - bijdraagt het systeem der reglementeering zonder succes te doen - zijn. In Berlijn, waar geen officieel erkende bordeelen zijn, - zijn ongeveer zes duizend ingeschreven prostituées, maar men heeft - getaxeerd, dat er meer dan zestig duizend prostituées zijn, die - niet ingeschreven zijn. (De voorafgaande feiten zijn genomen uit - een serie artikelen, die de persoonlijke nasporingen beschrijven - die in Duitschland gedaan zijn door Dr. F. Bierhoff, uit New-York, - "Police Methods for the Sanitary Control of Prostitution", - New York Medical Journal, August, 1907). De taxatie van de - clandestiene prostitutie kan natuurlijk nooit anders dan op - gissen berusten; precies hetzelfde getal van zestig duizend wordt - gewoonlijk genoemd als het waarschijnlijk aantal van prostituées, - niet alleen in Berlijn, maar ook in Londen en in New-York. Het is - absoluut onmogelijk te zeggen of het onder of boven het werkelijke - aantal is, want geheime prostitutie is geheel ontastbaar. Zelfs - als de feiten op wonderbaarlijke wijze geopenbaard werden, dan zou - nog de moeilijkheid blijven te beslissen wat prostitutie is en - wat niet. De erkende en publieke prostituée is in verschillende - graden verbonden aan de eene zijde met het fatsoenlijke meisje, - dat thuis woont en een kleine verlichting zoekt van den druk van - haar fatsoen, en aan den anderen kant aan de getrouwde vrouw, die - getrouwd is om een tehuis. In ieder geval echter is het volkomen - zeker, dat publieke prostituées, die geheel leven van de opbrengst - der prostitutie, maar een klein deel vormen van dat groote leger - van vrouwen, die in een ruimen zin van het woord gezegd kunnen - worden prostituées te zijn, d.i., die haar aantrekkelijkheden - gebruiken om van mannen te verkrijgen niet alleen liefde, maar - geld of goederen. - - -"De strijd tegen de syphilis is alleen mogelijk als wij het er over -eens zijn, dat de slachtoffers er van beschouwd moeten worden als -ongelukkig en niet als schuldig... Wij moeten het vooroordeel opgeven, -dat geleid heeft tot het ontstaan van den naam "schandelijke ziekten", -en dat verbiedt van dezen geesel van het gezin en der menschheid -te spreken". In deze woorden van Duclaux, de vermaarde opvolger van -Pasteur aan het Instituut Pasteur, in zijn edel en bewonderenswaardig -werk L'Hygiène Sociale zien wij ons den eenigen weg aangewezen, daar -ben ik van overtuigd, waarlangs we de rationeele en met goed gevolg -bekroonde behandeling kunnen naderen van het groote maatschappelijke -probleem der venerische ziekten. - - - Het hooge belang van dezen sleutel tot de oplossing van een - probleem, dat dikwijls onoplosbaar geschenen heeft, begint - tegenwoordig overal erkend te worden, in alle landen. Zoo zegt - een beroemd Duitsch autoriteit, Professor Finger (Geschlecht und - Gesellschaft, Bd. 1, Heft 5), dat venerische ziekte niet moet - beschouwd worden als een wel-verdiende straf voor een liederlijk - leven, maar als een ongelukkig toeval. Het schijnt echter in - Frankrijk geweest te zijn, dat deze waarheid met den meesten - moed en de meeste humaniteit verkondigd is en niet alleen door de - volgelingen van de wetenschap en de geneeskunde, maar door velen, - die zeer wel een verontschuldiging hadden kunnen vinden, waardoor - ze zich niet zouden behoeven te mengen in een zoo moeilijke - en ondankbare taak. Zoo hebben de broeders, Paul en Victor - Margueritte, die een schitterende en eervolle plaats innemen in - de tegenwoordige Fransche letterkunde, zich onderscheiden door - te pleiten voor een meer humane houding jegens de prostituées, - en voor een meer moderne methode bij het behandelen van de kwestie - der venerische ziekten. "De ware methode tot voorbehoeding is die - methode, die het duidelijk maakt aan allen, dat syphilis niet is - een geheimzinnig en vreeselijk iets, de straf voor de zonde van - het vleesch, een soort van schandelijk kwaad, dat gebrandmerkt - is door den vloek der Katholieken, maar een gewone ziekte, - die behandeld kan worden en genezen". We kunnen opmerken, dat de - tegenzin om te erkennen dat men lijdende is aan venerische ziekte, - in Frankrijk minstens even groot is als in eenig ander land; - "maladies honteuses" is een gesanctionneerde term in Frankrijk, - evenals "loathsome disease" in Engeland; "in het ziekenhuis", - zegt Landret, "kost het veel moeite een erkenning te verkrijgen - van gonorrhoe, en we mogen ons gelukkig rekenen als de patient - het feit erkent, dat hij syphilis gehad heeft". - - -Geen verkeerdheden kunnen bestreden worden, voordat zij erkend zijn, -eenvoudig en openlijk, en voordat ze eerlijk besproken zijn. Het -is een veelbeteekenend en zelfs symbolisch feit, dat de bacteriën -van een ziekte zelden tieren als zij blootgesteld zijn aan de -vrije stroomen van frissche lucht. Geheimzinnigheid, vermomming, -verborgenheid leveren de beste voorwaarden voor hun kracht en -verspreiding, en deze begunstigende voorwaarden hebben wij eeuwen -lang aan de venerische ziekten verschaft. Het is niet altijd zoo -geweest, zooals ook het overleven van het woord "venerisch" zelf in -dit verband, met zijn verwijzing naar een godin, alleen al voldoende -aantoont. Zelfs de naam "syphilis", genomen uit een romantisch gedicht, -waarin Fracastorus een mythologischen oorsprong vond voor de kwaal, -legt getuigenis af van hetzelfde feit. De romantische houding is -inderdaad evenzeer uit de mode als de houding van huichelachtige en -bedeesde geheimzinnigheid. We moeten deze ziekten onder de oogen zien -op dezelfde eenvoudige, directe en moedige wijze als reeds met goed -gevolg gedaan is in het geval van pokken, een ziekte, die de menschen, -van ouds op gelijken voet stelden met syphilis, en die werkelijk eens -bijna even vreeselijk was in haar verwoestingen. - -Op dit punt ontmoeten we echter hen, die zeggen, dat het niet noodig is -een soort van erkenning te toonen voor venerische ziekten, en die het -immoreel vinden iets te doen, dat toegevendheid in zich zou sluiten -voor hen> die aan zulke ziekten lijden; zij hebben gekregen wat zij -verdienen en men kan ze rustig laten omkomen. Zij, die dit standpunt -innemen, plaatsen zich zoo ver buiten het gebied der beschaving--om -nog te zwijgen van moraal of godsdienst--dat ze wel buiten beschouwing -kunnen gelaten worden. De vooruitgang van het ras, de ontwikkeling -der menschelijkheid, in feiten en in gevoelens, hebben samengewerkt -om een houding uit de wereld te helpen, waarvan het een beleediging -is voor natuurvolken, haar de houding van een wilde te noemen. Toch is -het een houding, waar we rekening mee moeten houden, want ze heeft nog -waarde in de oogen van de menschen, die te zwak zijn om weerstand te -bieden aan hen, die met mooie moreele phrasen goochelen. Ik heb zelfs -in een medische omgeving de bewering gehoord, dat venerische ziekten -niet gelijkgesteld kunnen worden met andere infectieziekten, omdat ze -"het resultaat van een handeling van den wil" zijn. Maar al de ziekten, -ja, al de voorvallen en ongelukken van lijdende menschelijke wezens, -zijn evenzeer het onwillekeurige gevolg van handelingen van den -wil. De man, die overreden wordt, terwijl hij de straat oversteekt, -de familie, die vergiftigd wordt door ongezond voedsel, de moeder, die -de kwaal krijgt van het kind, dat zij oppast, deze allen lijden als -onwillekeurig gevolg van de handeling van den wil tot het bevredigen -van een of ander fundamenteel menschelijk instinct--het instinct -van werkzaamheid, het voedingsinstinct, het liefde-instinct. Het -sekse-instinct is even fundamenteel als ieder ander van deze, en de -onwillekeurige nadeelen, die kunnen volgen op de wilsdaad om ze te -bevredigen staan op precies hetzelfde niveau. Dit is het essentieele -feit: een menschelijk wezen is gestruikeld en gevallen bij het volgen -van de menschelijke instincten, die hem aangeboren zijn. Ieder mensch, -die dit essentieele feit niet ziet, maar alleen den een of anderen -ondergeschikten kant ervan, geeft blijk van een geest, die verdraaid -en verwrongen is; hij kan geen aanspraak op onze belangstelling maken. - -Maar zelfs als we het standpunt innemen van den would-be moralist, -en overeenkomen, dat ieder maar moet lijden voor wat hij zelf -verdiend heeft, dan is het nog lang geen feit, dat al degenen, -die venerische ziekten opdoen, in eenigerlei beteekenis krijgen, -wat ze verdienen. In een groot aantal gevallen hebben zij de ziekte -op de meest onwillekeurige wijze opgeloopen. Dit is natuurlijk -waar bij het groote aantal kinderen, die bij de conceptie of bij de -geboorte geïnfecteerd worden. Maar het is ook waar op een nauwelijks -minder absolute wijze bij een groot aantal personen, die op lateren -leeftijd geïnfecteerd zijn. Men kan Syphilis insontium, of syphilis -van de onschuldigen, in vijf groepen verdeelen: (1) het groote heir -van syphilitisch geboren kinderen, die de ziekte erven van vader of -moeder; (2) de voortdurend weer voorkomende gevallen van syphilis, -door dokters, vroedvrouwen en minnen in hun beroep opgedaan; (3) -infectie als resultaat van liefde, zooals bij het eenvoudige kussen; -(4) toevallige infectie door contact of door het gemeenschappelijk -gebruik van voorwerpen en werktuigen van het dagelijksch leven, zooals -koppen, handdoeken, scheermessen, messen (zooals bij de besnijdenis), -enz.; (5) de infectie van vrouwen door haar mannen [236]. - -Erfelijk aangeboren syphilis behoort tot de gewone pathologie van -de kwaal en is een hoofdelement in het maatschappelijk gevaar ervan, -daar ze verantwoordelijk is voor een enorme kindersterfte [237]. De -gevaren van extra-genitale infectie bij de beroepswerkzaamheden -van dokters, vroedvrouwen en minnen worden ook algemeen erkend. In -het geval van minnen, die geïnfecteerd worden door de syphilitische -kinderen van haar werkgevers aan haar borst, is de straf, die aan de -onschuldigen opgelegd wordt al bijzonder hard en misplaatst. Vooral -de invloed van geïnfecteerde vroedvrouwen uit de lagere klassen is -gevaarlijk, want zij kunnen in haar onwetendheid het kwaad ver om -zich heen verspreiden; zoo wordt het geval vermeld van een vroedvrouw, -wier vinger geïnfecteerd raakte bij het uitoefenen van haar plichten, -en die direct of indirect honderd personen infecteerde. Kussen is een -bijzonder gewone bron van syphilisinfectie, en van al de extra-genitale -streken is de mond de plaats, waar syphilisgezwellen verreweg het -meest voorkomen. Het is waar, dat in sommige gevallen, vooral bij -prostituées dit het gevolg is van abnormale sexueele aanrakingen. Maar -in de meeste gevallen is het het gevolg van gewone en lichte kussen, -zooals tusschen jonge kinderen, tusschen ouders en kinderen, tusschen -minnenden, vrienden en bekenden. Typische voorbeelden, die ik vermeld -vond, zijn die van een kind, dat door een prostituée gekust was, -dat geïnfecteerd raakte en daarna zijn moeder en zijn grootmoeder -infecteerde; van een jonge, Fransche bruid, die op haar trouwdag besmet -werd door een van de gasten, die haar, volgens Fransche gewoonte, -na de plechtigheid op de wang kuste; van een Amerikaansch meisje, -dat, van een bal terugkomende, bij het afscheid, den jongen man, -die haar naar huis gebracht had kuste, en die zoo de ziekte kreeg, -die zij niet lang daarna op dezelfde wijze overbracht op haar moeder en -haar drie zusters. Zij, die dit alles niet weten en die niet nadenken, -zijn geneigd te lachen over hen, die wijzen op de ernstige gevaren van -kussen in het wilde. Maar het blijft toch waar, dat menschen, die niet -intiem genoeg zijn om den staat van elkaar's gezondheid te kennen, -ook niet intiem genoeg zijn om elkaar te kussen. Infectie door het -gebruik van huishoudelijke artikelen, linnen, enz. is, terwijl het -betrekkelijk zeldzaam is onder de betere klassen der maatschappij, -uiterst gewoon onder de lagere klassen en onder de minder beschaafde -volken; in Rusland zijn, volgens Tarnowsky, de voornaamste autoriteit, -zeventig percent van alle gevallen van syphilis in de landelijke -districten, het gevolg van deze oorzaak en van gewoon kussen, en een -speciale conferentie in St. Petersburg in 1897, ter overweging van de -methoden om venerische ziekten te behandelen, sprak dezelfde opinie -uit; hetzelfde schijnt waar te zijn voor Bosnië en verschillende deelen -van het Balkan schiereiland, waar syphilis onder de boeren bevolking -zeer veel voorkomt. Wat de laatste groep aangaat, krijgen, volgens -Bulkley in Amerika, gewoonlijk ongeveer vijftig percent vrouwen -syphilis onschuldig, voornamelijk van haar echtgenooten, terwijl -Fournier zegt, dat in Frankrijk vijf en zeventig percent getrouwde -vrouwen met syphilis geïnfecteerd zijn door haar mannen, meestal -(zeventig percent) door echtgenooten, die zelf vóor het huwelijk -geïnfecteerd werden en meenden, dat ze genezen waren. Onder mannen is -het aantal met syphilis besmetten, die bij toeval geïnfecteerd zijn, -hoewel kleiner dan bij vrouwen, toch nog zeer groot; men zegt, dat -het minstens tien percent is, en misschien is het een veel grooter -aantal gevallen. De nauwgezette moralist, die verlangt, dat ieder -zal hebben wat hij verdient, moet toch nog dringender wenschen te -voorkomen, dat onschuldigen lijden inplaats van de schuldigen. Maar -het is absoluut onmogelijk voor hem deze twee doeleinden te vereenigen; -syphilis kan niet terzelfder tijd vereeuwigd worden voor de schuldigen -en afgeschaft voor de onschuldigen. - - - Ik heb alleen van syphilis gesproken, maar bijna alles, wat - gezegd is over de toevallige infectie met syphilis, geldt - evenzeer of nog meer voor gonorrhoe, want ofschoon gonorrhoe - niet door zooveel kanalen in het lichaam dringt als syphilis, - is het een meer voorkomende, zoowel als een listiger en meer zich - verbergende ziekte. - - De literatuur over de Syphilis Insontium is buitengewoon - omvangrijk. Er is een bibliographie aan het einde van Syphilis - in the Innocent van Duncan Bulkley, en een uitgebreid résumé over - de kwestie in een Leipziger inaugurale dissertatie door F. Mozes, - Zur Kasuistik der Extragenitalen Syphilis-infektion, 1904. - - -Maar zelfs, als we ter zijde stellen het groote aantal venerisch -geïnfecteerde menschen, waarvan we in den engsten en meest -conventioneelen moreelen zin kunnen zeggen, dat ze "onschuldige" -slachtoffers zijn van de ziekte, die ze opgeloopen hebben, dan blijft -er nog veel over deze kwestie te zeggen. Men moet zich herinneren, dat -de meerderheid van hen, die venerische ziekten opdoen door onwettigen, -sexueelen omgang, jong zijn. Zij zijn jongelingen, onwetend aangaande -het leven, eerst pas van huis gekomen, nog onontwikkeld, onvolledig -opgevoed en gemakkelijk door vrouwen te bedriegen; in vele gevallen -hebben zij, naar zij meenden, een "aardig" meisje ontmoet, wèl niet -strikt deugdzaam, maar, naar hun toescheen, boven iedere verdenking -van ziekte verheven, hoewel zij in werkelijkheid een clandestiene -prostituée was. Of zij zijn jonge meisjes, die wèl opgehouden hebben -volkomen kuisch te zijn, maar die niet al haar onschuld verloren -hebben, en die zichzelf niet beschouwen, en ook door anderen niet -beschouwd worden, als prostituées; dat is inderdaad een van de rotsen, -waarop het systeem der politie-contrôle zich te pletter loopt, want de -politie kan de prostituées niet vroeg genoeg te pakken krijgen. Van -de vrouwen, die syphilitisch zijn, zijn, volgens Fournier twintig -percent geïnfecteerd vóór zij negentien jaar oud waren. De leeftijd, -waarop infectie het meest voorkomt, is voor vrouwen twintig jaar (in -de landelijke districten achttien), en voor mannen drie en twintig -jaar. In Duitschland vindt Erb, dat vijf en tachtig percent mannen met -gonorrhoe de ziekte opgedaan hebben tusschen den leeftijd van zestien -en vijf en twintig, terwijl een zeer klein aantal geïnfecteerd wordt -na de dertig. Deze jonge wezens geraakten voor het meerendeel in een -val, die de Natuur met haar verleidelijkste lokaas voorzien had; zij -waren gewoonlijk onwetend; niet zelden werden zij bedrogen door een -aantrekkelijke persoonlijkheid; dikwijls waren zij door hartstocht -overweldigd; meermalen was alle voorzichtigheid en ingetogenheid -verloren geraakt in den roes van den wijn. Uit een waarlijk moreel -standpunt waren zij ternauwernood minder onschuldig dan kinderen. - - - "Ik vraag", zegt Duclaux, "als een jonge man of een jong meisje - zich overgeeft aan gevaarlijke liefkoozingen, of de maatschappij - dan genoeg gedaan heeft om ze te waarschuwen. Misschien zijn - haar bedoelingen goed geweest, maar toen precies weten noodig - werd, heeft een dwaze voorzichtigheid haar terug gehouden, en - ze heeft haar kinderen zonder reisgeld gelaten.... Ik wil zelfs - verder gaan, en zeggen, dat in een groot aantal gevallen de - echtgenooten, die hun vrouwen besmetten, onschuldig zijn. Geen - mensch is verantwoordelijk voor het kwaad, dat hij doet zonder - het te weten en zonder het te willen". Ik mag wel weer in de - herinnering brengen het veelbeteekenend feit, waar reeds op gewezen - is, dat de meeste echtgenooten, die hun vrouwen infecteeren, - de ziekte opdeden vóór het huwelijk. Zij traden het huwelijk in, - meenende, dat hun ziekte genezen was, en dat zij met hun verleden - gebroken hadden. Dokters hadden soms (en kwakzalvers dikwijls) - tot dit resultaat bijgedragen door een te sanguinisch taxeeren - van den tijd, noodig om het vergif te vernietigen. Een zoo - groot autoriteit als Fournier meende vroeger, dat de met syphilis - besmette persoon veilig verlof kon gegeven worden tot trouwen drie - of vier jaar na den datum van infectie, maar nu, met vermeerderde - ondervinding strekt hij den tijd uit tot vier of vijf jaar. Het - is ongetwijfeld waar, dat, vooral als de behandeling grondig - en stipt geweest is, de ziek geworden constitutie in de meeste - gevallen in een korter tijd dan deze onder volkomen contrôle kan - gebracht worden, maar er is altijd een zeker aantal gevallen, - waarin de infecteerende krachten nog jaren lang blijven bestaan, - en zelfs als de syphilitische echtgenoot niet meer in staat is - zijn vrouw te infecteeren, dan kan hij nog in een toestand zijn, - die een ongelukkigen invloed oefent op zijn nageslacht. - - -In bijna al deze gevallen bestond er min of meer onwetendheid--wat -maar een ander woord is voor onschuld, naar wat wij gewoonlijk onder -onschuld verstaan--en als dan eindelijk, na de gebeurtenis, de feiten -eenigszins openlijk aan het slachtoffer worden uitgelegd, dan roept -hij dikwijls uit: "Dat heeft niemand mij verteld!" Het is dit feit, -dat den pseudo-moralist veroordeelt. Als hij er voor gezorgd had, -dat moeders de sexueele feiten aan haar kleine jongens en meisjes -uitlegden van hun jeugd af aan, als hij (zooals Dr. Joseph Price met -nadruk verlangt) de gevaren der venerische ziekten op de Zondagsschool -onderwezen had, als hij openlijk van den kansel gepreekt had over de -verhoudingen van de seksen, als hij er voor gezorgd had, dat iedere -jongeling bij het begin van de puberteit eenige eenvoudige technische -kennis van den huisdokter kreeg over sexueele gezondheid en sexueele -ziekte--dan zou, al zou er nog behoefte zijn aan medelijden voor hen, -die afgedwaald zijn van een pad, dat altijd moeilijk te begaan zal -zijn, de vermeende moralist in ieder geval eeniger mate zonder schuld -uitgaan. Maar hij heeft zelden ook maar een vinger uitgestoken om -iets van deze dingen te doen. - -Zelfs zij, die misschien niet een houding van persoonlijke moreele -onverdraagzaamheid jegens de slachtoffers van venerische ziekten -zullen willen laten varen, doen goed zich te herinneren, dat, -daar de openlijke uiting van hun onverdraagzaamheid kwaad sticht, -en op zijn best nutteloos is, het voor hen noodig is in het belang -van de maatschappij zich te onthouden van het uitspreken van hun -meening. Zij zouden niet minder vrij zijn hun eigen persoonlijk gedrag -in de striktste overeenstemming te brengen met hun superieure moreele -gestrengheid; en dat is voor hen tenslotte de hoofdzaak. Maar in het -belang van de maatschappij is het voor hen noodig datgene aan te nemen, -wat zij misschien beschouwen zullen als de conventie van een zuiver -hygiënische houding jegens deze ziekten. De dwalenden worden door een -houding van moreele afkeuring onvermijdelijk zóó afgeschrikt, dat zij -tot methoden van verbergen komen, en deze veroorzaken een eindelooze -keten van maatschappelijke nadeelen, die alleen door openlijkheid -uit den weg geruimd kunnen worden. Zooals Duclaux met zooveel ernst -gezegd heeft: het is onmogelijk met succes tegen de venerische ziekten -te strijden, als we er niet toe overgaan onze vooroordeelen, of zelfs -onze moraal en onzen godsdienst buiten beschouwing te laten, maar ze -zuiver en eenvoudig te behandelen als een gezondheidskwestie. En als -de pseudo-moralist nog moeite heeft mede te werken tot het genezen -van dit maatschappelijk kwaad, dan mag hij wel bedenken, dat hij -zelf--evenals wij allen, hoe weinig wij het ook weten--in de laatste -vier eeuwen zeker een groot aantal met syphilis en gonorrhoe besmette -voorouders gehad heeft. Wij zijn allen te zamen verbonden, en het is -dwaas, zoo niet onmenschelijk, ons eigen vleesch en bloed te verachten. - -Ik heb de houding van hen, die de moraal opgeven als een reden -om geen notitie te nemen van de maatschappelijke noodzakelijkheid -van het bestrijden der venerische ziekten, nogal in bijzonderheden -besproken, omdat, al mogen er weinigen zijn, die ernstig en bewust -zoo'n tegen-maatschappelijke en onmenschlievende houding aannemen, -er zeker velen zijn, die blij zijn, dat er zoo'n mooi excuus bestaat -voor hun moreele onverschilligheid of hun geestelijke traagheid -[238]. Als zij in aanraking komen met dit groote en moeilijke -probleem, dan vinden zij het gemakkelijk het geneesmiddel te geven -der conventioneele moraal, hoewel zij er wel van overtuigd zijn, -dat dit geneesmiddel al lang op groote schaal zonder resultaat is -gebleken. Zij geven er met veel drukte de voorkeur aan het nuttelooze -dikke eind van de wig aan te wenden op een punt, waar alleen met veel -handigheid en voorzichtigheid het dunne einde kan ingebracht worden. - -Het algemeen aannemen van het feit, dat syphilis en gonorrhoe ziekten -zijn en niet noodzakelijk misdaden of zonden, is de voorwaarde voor -iedere praktische poging deze kwestie te behandelen als een kwestie -van gezondheid in plaats van politie-toezicht. De Scandinavische -landen van Europa zijn de pioniers geweest in praktische moderne -hygiënische methoden van behandelen van de venerische ziekten. Er -zijn verschillende redenen, waarom dit gebeurd is. Al de sexueele -problemen--de sexueele liefde zoowel als de sexueele ziekten--hebben -in deze landen lang op den voorgrond gestaan, en een afwijzen van -preutsche huichelarij schijnt hier duidelijker uitgesproken te zijn -geweest dan ergens anders; wij zien dezen geest, bij voorbeeld, -krachtig belichaamd in de tooneelstukken van Ibsen, en tot zekere -hoogte in de werken van Björnson. Het moedige en energieke temperament -van het volk dwingt hen tot praktisch ingrijpen in sexueele -moeilijkheden, terwijl hun sterke onafhankelijkheidsinstincten -hen afkeerig maken van de bureaucratische politie-methoden, die in -Frankrijk en Duitschland gebloeid hebben. Zoo zijn de Scandinaviërs -de natuurlijke pioniers geweest van de methoden ter bestrijding der -venerische ziekten, waarvan men nu algemeen begint te erkennen dat zij -de methoden zijn van de toekomst, en zij hebben het eerst ten volle, -het systeem georganiseerd, dat venerische ziekten plaatst onder de -gewone wet en ze behandelt als andere besmettelijke ziekten. - -De eerste schrede bij het behandelen van een venerische ziekte -is er de erkende beginselen van aangifte op toe te passen. Iedere -nieuwe toepassing van het principe stuit evenwel op tegenstand. Het -is zonder resultaat, het is een onverantwoordelijke inquisitie in -de zaken van het individu, het is een nieuwe belasting op den druk -bezetten praktiseerenden medicus, enz. Zeker zal aangifte op zich zelf -niet den voortgang van eenige besmettelijke ziekte tegengaan. Maar -ze is een essentieel element in iedere poging om het voorkomen van -de ziekte te bevorderen. Tenzij wij de juiste bijomstandigheden, -locale variaties, en tijdelijke zwenkingen van een ziekte precies -kennen, zijn wij geheel in het duister en kunnen we alleen maar in -het wilde om ons heen slaan. Alle vooruitgang in algemeene hygiëne -is vergezeld geweest door de vermeerderde aangifte van ziekte, en -de meeste autoriteiten zijn het er over eens, dat die aangifte nog -verder uitgestrekt moet worden, terwijl iedere kleine ongeriefelijkheid -die hierdoor aan individuen veroorzaakt wordt van gering belang is, -vergeleken bij de groote publieke belangen, die op het spel staan. Het -is waar, dat een zoo groote autoriteit als Neisser twijfel uitgesproken -heeft over den invloed van de aangifte bij gonorrhoe; de diagnose kan -niet onfeilbaar zijn en de patienten geven dikwijls valsche namen -op. Deze bezwaren zijn echter klein; een diagnose kan maar heel -zelden onfeilbaar zijn (hoewel op dit gebied niemand zooveel gedaan -heeft voor juiste diagnosen als Neisser zelf), en namen zijn niet -noodig voor de aangifte, en worden ook niet vereischt in den vorm -van gedwongen aangifte, die eenige jaren geleden in Noorwegen bestond. - -Het principe der gedwongen aangifte van venerische ziekten schijnt -het eerst ingesteld te zijn in Pruisen, waar het dateert van 1835. Het -systeem is echter niet geheel doorgevoerd, daar het niet verplichtend -is in alle gevallen, maar alleen als naar de opinie van den dokter -geheimhouding schadelijk zou kunnen zijn voor den patient of voor de -gemeenschap; ze is alleen verplicht als de patient soldaat is. Deze -methode van aangifte staat inderdaad op een verkeerde basis, ze is -niet een deel van een uitgebreid gezondheidssysteem, maar alleen een -hulpmiddel voor politiemethoden om prostitutie te behandelen. Volgens -het Scandinavische systeem berust aangifte, hoewel ze niet een -essentieel deel van dit systeem is, op een totaal verschillende basis. - -Het Scandinavische stelsel is in een gewijzigden vorm onlangs in -Denemarken ingevoerd. Dit kleine land, dat zoo dicht bij Duitschland -ligt, volgde eenigen tijd lang in deze zaak het voorbeeld van zijn -grooten nabuur en nam de politieregeling van de prostitutie en -der venerische ziekten aan. De andere verhoudingen van het dieper -in Scandinavië liggende Denemarken deden zich echter gelden, en in -1906 werd het systeem van contrôle afgeschaft en besloot Denemarken -zich geheel op de systematische doorvoering van het reeds aangenomen -gezondheidsprincipe te verlaten, hoewel er nog iets van den Duitschen -invloed bestaat in de strikte reglementeering van de straten, en de -straffen opgelegd aan de bordeelhouders, terwijl ze de prostitutie -zelf vrij laat. Het essentieele punt van het tegenwoordige systeem -is echter, dat de gezondheidsautoriteiten nu uitsluitend medici -zijn. Iedereen, wat zijn maatschappelijke of finantieele positie -ook is, heeft recht op vrije behandeling van venerische ziekten. Of -hij daar gebruik van maakt of niet, hij is in ieder geval verplicht -zich te laten behandelen. Ieder ziek persoon is dus, voor zoover dat -bereikt kan worden, onder dokter's handen. Alle dokters hebben over -zulke gevallen hun instructies; zij moeten niet alleen hun patiënten -meedeelen, dat zij niet trouwen kunnen zoolang er nog gevaren voor -infectie geacht worden te bestaan, maar ook, dat zij verantwoordelijk -zijn voor de onkosten van de behandeling, zoowel als voor de gevaren, -die geleden worden door personen, die ze misschien infecteeren. Hoewel -het niet mogelijk geweest is het systeem in alle opzichten geheel -werkzaam te doen zijn, wordt het algemeene succes ervan aangetoond -door het groote vertrouwen, dat er nu in gesteld wordt, en het -afschaffen van de politiecontrôle op de prostitutie. Een systeem, -dat veel geleek op dat van Denemarken, werd eenige jaren geleden in -Noorwegen ingesteld. Het principe van de behandeling van venerische -ziekten op algemeene kosten bestaat ook in Zweden zoowel als in -Finland, waar behandeling verplicht is [239]. - -Het kan nauwelijks gezegd worden, dat het principe van aangifte -tot dusverre op groote schaal op venerische ziekten behoorlijk is -toegepast. Maar het wordt voortdurend in ruimer kring voorgestaan, -meer speciaal in Engeland en de Vereenigde Staten [240], waar het -nationale temperament en de politieke tradities het systeem van -politiecontrôle op de prostitutie onmogelijk maken--zelfs als het -meer effect had dan het in de praktijk heeft--en waar het systeem -van de behandeling der venerische ziekten op de basis van algemeene -gezondheid erkend moet worden niet alleen als het beste, maar ook -als het eenig mogelijke systeem [241]. - -In verband hiermee is het noodig, zooals ook steeds in ruimer kring -erkend wordt, dat er de grootste faciliteiten moeten bestaan voor de -kostelooze behandeling van venerische ziekten; vooral het algemeen -oprichten van vrije, 's avonds geopende poliklinieken is noodig, want -velen kunnen alleen op dezen tijd hulp en raad zoeken. In ruime mate -wordt aan het systematisch invoeren van faciliteiten voor kostelooze -behandeling de enorme vermindering van venerische ziekten in Zweden, -Noorwegen en Bosnië toegeschreven. Het zijn de afwezigheid van deze -faciliteiten voor behandeling en het stilzwijgend erkende gevoel, -dat de slachtoffers van venerische ziekten geen lijders zijn, maar -alleen misdadigers, die geen recht hebben op verzorging, die in het -verleden zoo ongelukkig gewerkt hebben; deze twee invloeden zijn -mede oorzaak van het verspreiden van ziekten, die te voorkomen waren -geweest, of onder contrôle gebracht hadden kunnen worden. - -Als wij afstand doen van de voorvaderlijke methoden van -politieregeling, als wij ons verlaten op de algemeene principes van -medische hygiëne, en als we voor de rest de verantwoordelijkheid voor -zijn eigen goede of slechte daden aan het individu zelf overlaten, -dan is er nog een verdere schrede te doen, die in principe reeds -ten volle erkend is. Wij moeten ieder mensch verantwoordelijk -stellen voor de venerische ziekten, die hij overbrengt. Zoolang wij -weigeren de venerische ziekten te erkennen op hetzelfde niveau als -andere besmettelijke ziekten, en zoolang wij geen volle en gunstige -faciliteiten bieden voor de behandeling ervan, is het onrechtvaardig -het individu verantwoordelijk te stellen voor het verspreiden der -ziekten. Maar als wij het gevaar van venerische ziekten openlijk -erkennen, en als we aan het individu vrijheid laten, dan moeten we -onvermijdelijk met Duclaux zeggen, dat iedere man of iedere vrouw -verantwoordelijk moet gesteld worden voor de ziekten, die hij of -zij verspreidt. - -Volgens het Oldenburger strafwetboek van 1814 was het een strafbare -overtreding voor een venerisch ziek persoon om sexueelen omgang te -hebben met een gezond persoon, hetzij infectie het gevolg was of -niet. In Duitschland is tegenwoordig echter geen wet van deze soort, -hoewel eminente Duitsche wets-autoriteiten, vooral von Liszt, meenen, -dat een paragraaf aan het wetboek toegevoegd moest worden die zou -moeten bepalen, dat sexueele omgang van de zijde van een persoon, -die weet dat hij ziek is, gestraft moest worden met gevangenisstraf -van niet meer dan twee jaar; deze wet niet toe te passen op getrouwde -paren, tenzij op aanvrage van een van de partijen. Tegenwoordig is -in Duitschland het overbrengen van venerische ziekten alleen maar -strafbaar als een bijzonder geval van het toebrengen van lichamelijk -letsel [242]. In deze zaak is Duitschland achter bij de meeste -Scandinavische landen, waar persoonlijke verantwoordelijkheid voor -venerische ziekten wel erkend en in de praktijk doorgevoerd wordt. - -In Frankrijk worden, hoewel de wet niet streng en bevredigend is, -aanklachten voor het overbrengen van syphilis met succes voor den -rechter gebracht. Men is er hier beslist meer vóor dit vergrijp -te straffen dan in Duitschland. In 1883 besprak Després de zaak en -overwoog de bezwaren. Weinigen zullen misschien van de wet profiteeren, -merkt hij op, maar allen zouden voorzichtiger worden door de vrees haar -te overtreden; terwijl de moeilijkheden voor het nasporen en bewijzen -van de infectie niet grooter zijn, zooals hij zegt, dan die van het -nasporen en bewijzen van het vaderschap in het geval van onwettige -kinderen. Després wenschte met gevangenisstraf van niet meer dan -twee jaar, iedere persoon te straffen, die, terwijl hij wist dat hij -ziek was, een venerische ziekte overbracht en hij wilde hen, die de -besmetting overbrachten door onvoorzichtigheid, terwijl ze niet wisten, -dat ze ziek waren, alleen beboeten [243]. De kwestie is niet lang -geleden besproken door Aurientis in een thèse de Paris. Hij zegt, dat -de tegenwoordige Fransche wet op het overbrengen van geslachtsziekten -aanleiding geeft tot twijfelen en moeilijk toe te passen is, maar -het is zeker rechtvaardig, dat zij, die besmet zijn geworden en op -deze wijze nadeel hebben ondervonden, gemakkelijk schadevergoeding -zullen kunnen krijgen. Hoewel het in principe toegegeven wordt, dat -het overbrengen van syphilis bij de gewone wet, een overtreding is, -is hij het eens met hen, die het als een speciale overtreding zouden -willen behandelen, en er een nieuwe en meer praktische wet voor -zouden willen maken [244]. Groote schadevergoedingen worden ook -in den tegenwoordigen tijd aan de Fransche rechtbanken verkregen -van mannen, die jonge vrouwen bij sexueelen omgang geïnfecteerd -hebben, en ook van de dokters en de moeders van met syphilis besmette -kinderen, die de minnen geïnfecteerd hebben, aan wie ze toevertrouwd -waren. Hoewel de Fransche strafwet in het algemeen het openbaar -maken van beroepsgeheimen verbiedt, is het toch de plicht van den -behandelenden medicus de min in zulk een geval te waarschuwen tegen -het gevaar, dat zij loopt, maar zonder de ziekte te noemen; als hij -deze waarschuwing nalaat, kan hij verantwoordelijk gesteld worden. - -In Engeland, zoowel als in de Vereenigde Staten, is de wet meer -onbevredigend en meer ontoereikend, wat deze klasse van overtredingen -aangaat, dan in Frankrijk. De ongelukkige en barbaarsche opvatting, -waar we al over gesproken hebben, die een venerische ziekte beschouwt -als het resultaat van onwettigen omgang en waarbij ze geduld moet -worden als een rechtvaardige straf van God, schijnt in deze landen -nog met noodlottige hardnekkigheid te blijven voortbestaan. In -Engeland is het overbrengen van venerische ziekten door onwettigen -omgang geen onrecht, waarover men een aanklacht kan indienen, als -de geslachtsdaad uit vrije wil gedaan is, zelfs als de partij, die -de infectie overbrengt, haar ziekte met opzet verzwegen heeft. Ex -turpi causâ non oritur actio, heet het bondig; want er sluimert -veel deugd in een Latijnschen stelregel. Geen wettige overtreding is -begaan als een echtgenoot zijn vrouw besmet, of een vrouw haar man -[245]. De "vrijheid", die in deze zaak genoten wordt door Engeland en -de Vereenigde Staten wordt geïllustreerd door een Amerikaansch geval, -door Dr. Isidore Dyer uit New Orleans aangehaald, in zijn verslag op -de Brusselsche conferentie ter voorkoming van venerische ziekten, in -1899: "Een patiënt met primaire syphilis weigerde zelfs kostelooze -behandeling en had een speciaal schrift waarin zij boek hield van -het aantal mannen, dat zij geïnfecteerd had. Toen ik haar voor het -eerst zag verklaarde zij, dat het aantal twee honderd negentien was -geworden, en dat zij zich niet wilde laten behandelen, voordat zij -wraak had genomen op vijfhonderd mannen". In een gemeenschap, waar -ook maar de allereerste regels van rechtvaardigheid heerschten, -zouden faciliteiten bestaan om deze vrouw in staat te stellen -schadevergoeding te verkrijgen van den man, die haar nadeel toegebracht -had, en tevens te bewerken, dat hij veroordeeld werd tot een tijd -gevangenisstraf. Terwijl ze eenige schadevergoeding kreeg voor het -kwaad haar aangedaan, en de "wraak" kon genieten, waar ze naar snakte, -zou zij meteen aan de maatschappij een dienst bewezen hebben. Zij is -uitgesloten van iedere handeling jegens de persoon, die haar in het -verderf gestort heeft; maar als een soort van compensatie mag zij -een brandpunt worden van de ziekte, mag veel levens verkorten, veel -gevallen van dood veroorzaken, en onafzienbare schade aanrichten; en -dat alles kan zij doen binnen haar wettige rechten. Een gemeenschap, -die dezen stand van zaken aanmoedigt, is niet alleen immoreel, -maar dom. - -Er schijnt echter, zoowel in Engeland als in de Vereenigde Staten -langzamerhand een opvatting op den voorgrond te komen, die het -overbrengen van venerische ziekten strafbaar stelt met zware boete -of met gevangenisstraf [246]. - -In ieder geval zou er in de wet geen nadruk op gelegd moeten worpen, -dat de infectie "met voorkennis" overgebracht is. Iedere formeele -beperking van deze soort is onnoodig, omdat in zulk een geval het hof -altijd de onwetendheid of zelfs maar de nalatigheid van dengene, die -het misdrijf doet, in aanmerking neemt, en ze is nadeelig, omdat ze -een verordening zonder resultaat kan maken en een premie kan stellen -op onwetendheid; de echtgenooten, die hun vrouwen met gonorrhoe -infecteeren onmiddellijk nà het huwelijk, hebben dat gewoonlijk -uit onwetendheid gedaan en het moest in elk geval noodig voor hen -zijn te bewijzen, dat zij in hun onwetendheid versterkt zijn door -medischen raad. Er wordt soms gezegd, dat de bestaande wet gebruikt -zou kunnen worden om processen van deze soort te doen voeren, en dat -er geen grootere faciliteiten gegeven moeten worden, uit vrees voor -toenemende pogingen tot afpersing. De nutteloosheid van de wet op -het oogenblik blijkt uit het feit, dat het zelden of nooit gebeurt, -dat er eenige poging gedaan wordt om haar te gebruiken, terwijl er -niet alleen een aantal bestaande strafbare overtredingen zijn, die het -onderwerp zijn van pogingen tot afpersing, maar afpersing kan zelfs -voorkomen in compromitteerende handelingen, die in het geheel niet -wettig strafbaar zijn. Bovendien is de poging om geld af te persen -op zichzelf een overtreding, die in de gerechtshoven altijd streng -behandeld wordt. - -Er is een begin aan te wijzen van een erkenning, dat het overbrengen -van een venerische ziekte een zaak is, waarvan wettig nota kan genomen -worden in de Engelsche gerechtshoven. Het is nu een uitgemaakte zaak, -dat het infecteeren van een vrouw door haar echtgenoot beschouwd kan -worden als de wreedheid, die, volgens de tegenwoordige wet, bewezen -moet worden, gevoegd bij echtbreuk, voordat een vrouw echtscheiding van -haar echtgenoot kan verkrijgen. In 1777 stelde Restif de la Bretonne -voor in zijn Gynographes, dat het overbrengen van een venerische -ziekte op zichzelf een voldoende grond zou wezen voor echtscheiding; -dit wordt echter tegenwoordig niet algemeen aangenomen [247]. - -Er wordt soms gezegd, dat het zeer juist is het individu wettelijk -verantwoordelijk te stellen voor de venerische ziekte, die hij -overbrengt, maar dat de moeilijkheden om die verantwoordelijkheid -te doen aanvaarden toch zouden blijven bestaan. En zij, die -deze moeilijkheden toegeven, antwoorden dikwijls, dat wij in -het ergste geval een middel in handen moesten hebben om het -verantwoordelijkheidsgevoel te ontwikkelen; den man, die willens en -wetens het gevaar liep zulk een infectie over te brengen, zou men -moeten doen voelen, dat hij niet meer binnen zijn wettige rechten -was, maar dat hij een slechte daad gedaan had. Zoo komen wij tot wat -nu algemeen begint erkend te worden als de voornaamste en centrale -methode voor het bestrijden van venerische ziekten; wij moeten -aannemen, dat het principe van individueele verantwoordelijkheid -in deze levenssfeer heerscht. Georganiseerde sanitaire en medische -voorzorgen, en behoorlijke wettelijke bescherming voor hen, die -schade geleden hebben, hebben geen uitwerking zonder den opvoedenden -invloed van elementaire hygiënische voorlichting, gesteld in het -bezit van iederen jongen man en iedere jonge vrouw. In een sfeer, die -noodzakelijk zoo intiem is, kunnen medische organisatie en wettelijke -hulp nooit afdoende zijn; kennis is noodig bij iedere schrede van ieder -individu, om te leiden en zelfs te wekken dien zin van persoonlijke -moreele verantwoordelijkheid, die hier altijd heerschen moet. Overal, -waar het belang van deze kwesties duidelijk begint erkend te worden--en -vooral op de Congressen van de Duitsche Maatschappij ter Bestrijding -van Venerische Ziekten--lost het probleem zich voornamelijk op in -een van opvoeding [248]. En hoewel de publieke opinie en de praktijk -tegenwoordig in Duitschland meer geavanceerd zijn dan ergens anders, -begint de overtuiging van deze noodzakelijkheid nauwelijks minder -uitgesproken te worden in alle andere beschaafde landen, in Engeland -en Amerika evenzeer als in Frankrijk en de Scandinavische landen. - -Een bekendheid met de gevaren van ziekte bij sexueelen omgang, zoowel -in als buiten het huwelijk--en ook geheel afgezien van sexueelen -omgang,--is een verder stadium van die sexueele opvoeding, die, zooals -wij reeds gezien hebben, wat de elementen aangaat, op een zeer jongen -leeftijd moet beginnen. Jonge mannen en jonge meisjes moesten leeren, -zooals de beroemde Oostenrijksche economist Anton von Menger, kort voor -zijn dood in zijn uitstekend boek Neue Sittenlehre schreef, dat het -voortbrengen van kinderen een misdaad is als de ouders syphilitisch -zijn of op andere wijze door chronische overerfelijke besmettelijke -ziekten niet geschikt. Inlichtingen over venerische ziekten moeten -echter niet gegeven worden voor het intreden van de puberteit. Het -is niet noodig en niet wenschelijk medische kennis te verstrekken aan -jonge jongens en meisjes en ze te waarschuwen tegen gevaren, waarvan -er nog weinig kans is, dat ze er aan blootgesteld zullen worden. Het -is als de leeftijd der sterke sexueele instincten begint, hetzij -deze werkelijk of alleen maar mogelijk zijn, dat de gevaren van het -toegeven aan de instincten onder sommige omstandigheden, duidelijk -voor den geest moeten gesteld worden. Niemand, die nadenkt over de -werkelijke feiten van het leven, behoeft er aan te twijfelen, dat -het in de hoogste mate wenschelijk is, dat iedere jonge man en ieder -jong meisje, dat den volwassen leeftijd nadert, eenige elementaire -kennis moest verkrijgen van algemeene feiten betreffende venerische -ziekten, tuberculose en alcoholisme. Deze drie "geesels der beschaving" -zijn zoo wijd verspreid, zoo fijn en menigvuldig in hun uitwerking, -dat iedereen in zijn leven er mee in aanraking komt, en dat ieder de -kans loopt te lijden, zelfs voordat hij er op verdacht is, misschien -hopeloos en voor altijd, door de gevolgen van deze aanraking. Vage -declamaties over immoraliteit en nog vagere waarschuwingen er tegen -hebben geen effect en hebben geen zin, terwijl rhetorische overdrijving -onnoodig is. Een zeer eenvoudige en beknopte uiteenzetting van de -werkelijke feiten der gevaren, die het leven bedreigen, is volkomen -voldoende. Deze behoefte voorbij te zien is alleen mogelijk voor hen, -die een gevaarlijk lichtzinnige levensbeschouwing hebben. - -De jonge vrouw, evenzeer als de jonge man, heeft behoefte aan deze -voorlichting. Er zijn nog altijd menschen, die meenen, dat, hoewel -het noodig kan zijn den jongen man in te lichten, het 't beste is -zijn zuster rein te laten, zooals zij het noemen, onbekend met de -feiten van het leven. Dit is juist wat we niet moeten doen. Het is -inderdaad wenschelijk, dat allen bekend zullen zijn met de feiten, -die van zooveel belang zijn voor ieder mensch, zelfs als hij er -zelf niet persoonlijk mee in aanraking komt. Maar het meisje komt -er nog meer mee in aanraking dan de man. Een man heeft de zaak meer -in zijn macht, en als hij dat wenscht, kan hij al de grovere gevaren -van aanraking met venerische ziekten vermijden. Maar met de vrouw is -dat anders. Hoe rein zij zelf ook moge zijn, zij kan er niet zeker -van zijn, dat ze niet te waken zal hebben tegen de mogelijkheid -van ziekten in haar toekomstigen echtgenoot zoowel als in hen, aan -wie zij misschien het geluk van haar kind toevertrouwt. Het is een -mogelijkheid, die de vrouw van beschaving, wel verre van ervan vrij te -zijn, meer kans heeft te ontmoeten dan de vrouw uit den werkmansstand, -want venerische ziekten komen minder voor onder de armen, dan onder de -rijken [249]. De zorgvuldige medicus acht het zijn plicht, zelfs als -zijn patient een geestelijke is, te vragen of hij syphilis gehad heeft, -en de geestelijke van den meest streng correcten levenswandel erkent -de noodzakelijkheid van zulk een vraag; hij zal misschien glimlachen, -maar hij zal zich zelden beleedigd gevoelen. De verhouding tusschen man -en vrouw is nog veel intiemer en belangrijker dan die tusschen dokter -en patient, en een vrouw is niet ontheven van de noodzakelijkheid van -zulk een vraag aan haar toekomstigen echtgenoot door de overtuiging, -dat het antwoord zeker gunstig moet zijn. Bovendien kan het in sommige -gevallen zeer goed zijn, dat zij, als zij voldoende ingelicht is, -het middel kan worden om hem, eer het te laat is, te bewaren voor de -schuld van een te vroeg huwelijk en de noodlottige gevolgen daarvan, -en dat zij zoo zijn altijddurende dankbaarheid verdient. En zelfs -als zij er niet in slaagt die te verkrijgen, dan heeft ze toch nog -haar plicht jegens zichzelf en jegens het toekomstig geslacht, dat -haar kinderen zullen helpen vormen, te vervullen. - - - In de meeste landen begint men overtuigd te worden van de - noodzakelijkheid om jonge vrouwen, evenzeer als jonge mannen, met - betrekking tot de venerische ziekten in te lichten. Zoo vindt in - Duitschland Max Flesch, in zijn Prostitution und Frauenkrankheiten, - dat men alle meisjes aan het einde van haar schoolleven moest - inlichten omtrent de ernstige physieke en maatschappelijke gevaren, - waaraan vrouwen in het leven zijn blootgesteld. In Frankrijk - eischt Duclaux (in zijn L'Hygiène Sociale) met nadruk, dat - vrouwen niet langer onwetend moeten worden gehouden. "Reeds nu", - zegt hij, "kunnen dokters, die tegen hun wil door hun ambtsgeheim - medeschuldigen van den echtgenoot geworden zijn, u vertellen van - de ironische blikken, die zij somtijds ontmoeten, als zij trachten - een vrouw te misleiden aangaande de oorzaken van haar kwalen. De - dag van opstand tegen de maatschappelijke leugen, die zooveel - slachtoffers gemaakt heeft, begint te naderen, en dan zult ge - genoodzaakt zijn vrouwen te leeren wat zij moeten weten om zich - tegen u te beveiligen". Het gaat in Amerika precies zoo. Hervorming - op dit gebied, zegt Isidore Dyer, moet als devies voeren het motto, - "Kennis is Gezondheid", zoowel voor het lichaam als voor den - geest, voor vrouwen zoowel als voor mannen. In een discussie, - geopend door Denslow Lewis, op de jaarlijksche vergadering van - de American Medical Association in 1901 over de bestrijding van - de venerische ziekten (Medico-Legal Journal, Juni en September - 1903), was men het er onder de sprekers tamelijk wel over eens, - dat de voornaamste methode de opvoeding was, de opvoeding van - vrouwen evenzeer als van mannen. "Opvoeding is de eenige weg - tot verbetering", verklaarde een van de sprekers (Seneca Egbert, - uit Philadelphia) "en we zullen nooit veel vooruitkomen, voordat - iedere jonge man en iedere jonge vrouw, zelfs vóór zij verliefd - worden en verloofd raken, weten wat venerische ziekten zijn, en wat - het zeggen wil als zij iemand trouwen, die er aan lijdt". "Voedt - vader en moeder op, en zij zullen hun zoons en dochters opvoeden", - roept Egbert Grandin uit, vooral met betrekking tot gonorrhoe - (Medical Record, May 26, 1906); "Ik leg den nadruk op de dochter, - omdat zij het meest zal lijden door de besmetting, en het is haar - recht te weten, dat zij op haar hoede moet zijn zoowel voor den - lijder aan gonorrhoe als voor den alcoholist". - - -Wij moeten ten volle het feit onder de oogen zien, dat de vrouw -zelf verantwoordelijk gesteld moet worden, evenzeer als de man, -voor het verzekeren van de juiste voorwaarden van een huwelijk -dat zij plan heeft aan te gaan. In de praktijk mag ongetwijfeld -die verantwoordelijkheid eerst worden toevertrouwd aan ouders of -voogden. Het is onredelijk, dat er aan een van beide zijden eenige -valsche schaamte zou gevoeld worden over deze zaak. Geldzaken en -kwesties van inkomen worden vóór het huwelijk besproken, en nu de -publieke opinie gezonder wordt zal niemand de noodzakelijkheid in -twijfel trekken van het bespreken van de nog ernstiger kwestie der -gezondheid, evenzeer die van den toekomstigen bruidegom als die van -de bruid. Een groote mate van ziekte en ongeluk in het huwelijk zou -voorkomen worden als, voordat een engagement geheel voor gesloten -verklaard werd, beide partijen zich door een dokter lieten onderzoeken -en hem het recht toekenden het resultaat van dat onderzoek aan -de andere partij mede te deelen. Zulk een onderzoek zou zich veel -verder dan de venerische ziekten uitstrekken. Als de noodzakelijkheid -ervan algemeen erkend werd, zou dat een einde maken aan veel bedrog, -dat nu bij het aangaan van het huwelijk gepleegd wordt. Het gebeurt -tegenwoordig voortdurend, dat de eene partij of de andere het bestaan -verbergt van de een of andere ernstige kwaal, die spoedig na het -huwelijk ontdekt wordt, soms met een pijnlijken en verontrustenden -schok--bv. wanneer een man zijn vrouw op den huwelijksavond in een -aanval van vallende ziekte vindt--en altijd met het bittere gevoel dat -men er in geloopen is. Er kan geen redelijken twijfel aan bestaan, -dat zulk verbergen een voldoende reden is tot echtscheiden. Sir -Thomas More trachtte ongetwijfeld tegen zulk bedrog te waken, waar -hij in zijn Utopia voorschreef, dat iedere partij voor het huwelijk -naakt aan de andere partij zou vertoond worden. De dwaze ceremonie, -die hij beschrijft, berustte op een verstandig idee, want het is -belachelijk, als het niet dikwijls in zijn gevolgen tragisch was, dat -eenig persoon zou genoodzaakt zijn in de meest intieme verhouding te -leven met iemand, van wie hij of zij maar een klein deel gezien heeft. - -Het kan noodig zijn er op te wijzen, dat iedere stap in deze richting -de spontane handeling moet zijn van individuen, die hun leven -inrichten naar de regels van een verlicht geweten, en niet ingevoerd -kan worden door het bevel van de gemeenschap, die bij de wet haar -bevelen doorzet. In deze zaken kan de wet eerst komen aan het einde -en niet aan het begin. In de essentieele zaken van het huwelijk -en de voortplanting, worden de wetten eerst gemaakt in het brein -en het geweten van individuen als leiddraad voor henzelf. Zoolang -zulke wetten niet belichaamd zijn in de werkelijke praktijk van de -groote meerderheid der gemeenschap is het nutteloos voor regeeringen -om ze bij statuten te bepalen. Zij zullen geen uitwerking hebben -of anders zullen ze nog erger dan geen uitwerking hebben, doordat -ze verkeerdheden in het leven roepen, die niet bedoeld waren. Wij -kunnen alleen tot den wortel van de zaak komen door aan te dringen -op opvoeding in moreele verantwoordelijkheid en onderwijs in feiten. - -De kwestie doet zich voor, wie de beste persoon is om dit onderwijs -te geven. Zooals we gezien hebben, kan er weinig twijfel aan zijn, -dat vóor de puberteit de ouders en voornamelijk de moeder, de juiste -leermeesters van hun kinderen zijn op sexueel gebied. Maar nà de -puberteit is de zaak veranderd. De jongen en het meisje worden minder -ontvankelijk voor den invloed der ouders, er ontstaat een zekere -beschroomdheid aan beide kanten, en de ouders bezitten maar zelden de -meer technische kennis, die nu vereischt wordt. Op dit stadium wordt -het wenschelijk, dat de hulp van den dokter, van den huisdokter, -als hij de juiste eigenschappen voor de taak bezit, moet worden -ingeroepen. De methode, die gewoonlijk aanbevolen wordt, en die reeds -nu in ruimen kring in praktijk gebracht wordt, is die van het houden -van lezingen, die de voornaamste feiten over venerische ziekten, de -gevaren ervan en de onderwerpen, die daarmee in verband staan uiteen -zetten [250]. Deze methode is uitstekend. Zulke lezingen moesten bij -tusschenpoozen door medici gehouden worden in alle groote steden, -in havenplaatsen, in onderwijs-inrichtingen en militaire centra, -waar een groot aantal jonge menschen te zamen zijn. Het moest de taak -van de opvoedkundige autoriteiten van genoemde centra zijn, hetzij de -lezingen zelf te organiseeren, hetzij aan hen, die gezag uitoefenen -over jonge menschen of ze in dienst hebben, den plicht op te dragen -voor zulke lezingen te zorgen. De lezingen moeten opengesteld worden -voor allen, die den leeftijd van zestien jaar bereikt hebben. - - - In Duitschland schijnt het principe van onderwijs door middel van - lezingen over venerische ziekten reeds doorgevoerd te zijn, in - ieder geval wat jonge mannen betreft, en van zulke lezingen wordt - voortdurend meer gebruik gemaakt. In 1907 richtte de Minister - van Onderwijs cursussen op over sexueele hygiëne en venerische - ziekten, die door dokters gehouden werden; het bijwonen ervan werd - evenwel niet verplichtend gesteld. De cursussen, die tegenwoordig - veelal door medici aan de hoogere klassen van de Duitsche lagere - scholen over de algemeene grondbeginselen van sexueele anatomie - en physiologie gegeven worden, omvatten bijna altijd sexueele - hygiëne met speciale verwijzing naar venerische ziekten (zie - bv, Sexualpädagogik, blz. 131-153). Ook in Oostenrijk worden - lezingen gehouden over persoonlijke hygiëne en de gevaren van - venerische ziekten worden aan de leerlingen, die op het punt - zijn het gymnasium te verlaten en naar de universiteit te gaan, - uiteengezet; de werkliedenclubs hebben cursussen ingesteld over - dezelfde onderwerpen, ook gehouden door medici. In Frankrijk - werken vele beroemde mannen, zoowel in als buiten de medische - wereld voor de zaak van het onderwijs aan jonge menschen in - sexueele hygiëne, hoewel zij tegen een meer hardnekkige mate - van vooroordeel en preutschheid te strijden hebben van de zijde - der middenklasse dan men in de Duitsche landen kan vinden. De - Commission Extraparlementaire du Régime des Moeurs, te zamen met - Augagneur, Alfred Fournier, Yves Guyot, Gide en andere beroemde - professoren, leeraars enz., heeft zich onlangs uitgesproken ten - gunste van het officieel instellen van onderwijs in de sexueele - hygiëne, te geven in de hoogste klassen van de lycées, of in - de eerste klassen van het eerste leerjaar van de universiteit; - zulk onderwijs, beweert men, zou niet alleen de noodige kennis - geven, maar het zou ook den zin voor moreele verantwoordelijkheid - aankweeken. Er is in Frankrijk ook een werkzame en beroemde Société - Française de Prophylaxie Sanitaire et Morale, die niet officieel - is en die openbare lezingen houdt over sexueele hygiëne. Fournier, - Pinard, Burlureaux en andere uitstekende medici hebben over dit - onderwerp vlugschriften geschreven om in het openbaar te doen - uitdeelen (zie bv. Le Progrès Médical van September 1907). In - Engeland en de Vereenigde Staten is nog heel weinig gedaan in - deze richting, maar in de Vereenigde Staten ten minste begint de - publieke opinie ten gunste van deze actie snel te veranderen (zie - bv. W. A. Funk, "The Venereal Peril", Medical Record, April 13, - 1907). De "American Society of Sanitary and Moral Prophylaxis" - (gebaseerd op de maatschappij, die in 1900 in Parijs gesticht - werd door Fournier) werd in 1905 in New-York opgericht. Er zijn - meer dergelijke maatschappijen in Chicago en Philadelphia. Het - voornaamste doel is het bestudeeren van venerische ziekten en het - aansturen op controleering ervan van staatswege. Dokters en leeken, - zoowel mannen als vrouwen zijn lid. Lezingen en besprekingen - worden nu onder bescherming van deze genootschappen met toenemend - succes gehouden voor kleine groepen jonge vrouwen, die in - maatschappelijke betrekkingen werkzaam zijn, op andere wijzen; - de instelling der lezingen blijkt een uitstekende methode te zijn - om de jonge vrouwen van den werkmansstand te bereiken, Zoowel - mannelijke als vrouwelijke dokters nemen deel aan de lezingen - (Clement Cleveland, Presidential Address over "Prophylaxis of - Venereal Diseases", Transactions American Gynaecological Society, - Philadelphia, deel XXXII, 1907). - - Een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van de taak der - sexueele hygiëne, en tevens voor het verspreiden van nuttige - kennis, wordt verschaft door het geven van een kaart ter - inlichting over hygiënische zaken aan iederen syphilitischen - patiënt in klinieken, waar zulke gevallen behandeld worden, mèt een - waarschuwing tegen de gevaren van een huwelijk binnen vier of vijf - jaar na de infectie, en in geen geval zonder medischen raad. Zulk - een gedrukte instructie in duidelijke, eenvoudige en scherpe taal - moest aan iederen syphilis-patiënt in handen gegeven worden als - een zaak van gewoonte, en het zou even goed zijn een daarmee - overeenkomende kaart te hebben voor gonorrhoe-patiënten. Dit - plan is reeds in sommige hospitalen ingevoerd, en het is een - zoo eenvoudige en goede voorzorgsmaatregel, dat ze zonder - twijfel algemeen aangenomen zal worden. In sommige landen - wordt deze maatregel op ruimer schaal toegepast. Zoo worden in - Oostenrijk, als het resultaat van de beweging, waarin verschillende - universiteitsprofessoren een werkzaam deel genomen hebben, blaadjes - en circulaires verspreid onder jonge werklieden, fabrieksarbeiders, - studenten en leerlingen, die de handelsscholen verlaten, waarin in - het kort de voornaamste symptomen uiteengezet worden van venerische - ziekten en die waarschuwen tegen kwakzalvers en geheime middelen. - - In Frankrijk, waar groote maatschappelijke kwesties soms met - meer ridderlijken moed aangevat worden dan ergens anders, zijn - de gevaren van syphilis, en de maatschappelijke positie van de - prostituée, behalve door medici, ook door beroemde romanschrijvers - en dramatici behandeld. Huysmans riep deze beweging in het leven - met zijn eersten roman, Marthe, die onmiddellijk door de politie - werd onderdrukt. Kort daarna publiceerde Edmond de Goncourt La - Fille Elisa, de eerste belangrijke roman van deze soort door een - bekend schrijver. Deze was met veel terughouding geschreven en - was geen werk van hooge artistieke waarde, maar de schrijver zag - een groot maatschappelijk probleem moedig onder de oogen en zette - duidelijk de nadeelen van de gewone houding jegens de prostitutie - uiteen. De roman werd tot drama bewerkt en door Antoine gespeeld in - het Théâtre Libre, maar toen, in 1891, Antoine dit wilde opvoeren - op het Porte-Saint-Martintooneel, kwam de censor tusschenbeide en - verbood de opvoering om de "contexture générale" ervan. De Minister - van Opvoeding verdedigde dit besluit, op grond dat er veel in het - stuk was dat tegenzin en walging zou opwekken. "Afstooting is hier - moreeler dan aantrekking", riep Paul Déroulède uit, en de couranten - critiseerden een veroordeeling, die op het tooneel al de pikante - onfatsoenlijkheden, die de prostitutie begunstigen, duldt, maar die - geen aanval op de prostitutie verdragen kan. In later jaren hebben - de broeders Margueritte, zoowel in romans als in tijdschriften, - in ruime mate hun groote bekwaamheden en hun hooge literaire kunde - dienstbaar gesteld aan de moedige en verlichte voorspraak van vele - maatschappelijke hervormingen. Victor Margueritte heeft in zijn - Prostituée (1907)--een roman, die in ruimen kring de aandacht - getrokken heeft en in verschillende talen vertaald is--getracht - den toestand der vrouwen in onze bestaande maatschappij te - beschrijven, en meer speciaal den toestand van de prostituée onder - wat hij beschouwt als een hatelijk en onrechtvaardig systeem, - het systeem, dat nu nog bestaat. Het boek is een getrouw beeld - van de werkelijke feiten, dank zij de hulp, die de schrijver - ontving van de Parijsche Préfecture de Police, en voor een groot - deel om die reden is het een niet geheel bevredigend kunstwerk, - maar het geeft een levendig en scherp beeld van de wreedheid, - onverschilligheid en huichelachtigheid, die zoo dikwijls door - mannen aan vrouwen betoond wordt; het is een boek, dat om die - reden niet in tè ruimen kring gelezen kan worden. Een van de meest - bekende van de moderne tooneelstukken is Les Avariés van Brieux - (1902). Deze beroemde dramatist, zelf een medicus, draagt zijn stuk - op aan Fournier, den grootsten der syphilographen. "Ik denk met - u", schrijft hij hier, "dat syphilis veel van zijn gevaarlijkheid - zal verliezen, zoodra het mogelijk is openlijk te spreken van een - kwaad, dat nòch een schande nòch een straf is, en wanneer zij, - die er aan lijden, wetende welke ellenden zij misschien kunnen - verspreiden, beter hun plicht zullen begrijpen jegens anderen en - jegens zichzelf". De geschiedenis, die in het drama ontwikkeld - wordt, is de oude en typische geschiedenis van den jongen man, - die zijn jonggezellenleven doorleefd heeft op wat hij beschouwt - als een fatsoenlijke en regelmatige wijze, daar hij maar twee - meisjes gehad heeft, die geen van beide prostituée waren; maar - aan het einde van dezen tijd, bij een vroolijk souper, waar hij - afscheid neemt van zijn jonggezellenleven, vergeet hij zich en - wordt met syphilis geïnfecteerd; zijn huwelijk nadert en hij gaat - naar een beroemd specialist, die hem waarschuwt, dat behandeling - tijd kost en dat een huwelijk voor verscheidene jaren onmogelijk - is; hij vindt echter een kwakzalver, die het op zich neemt hem - in een half jaar te genezen; aan het einde van dezen tijd trouwt - hij; een syphilitisch kind wordt geboren; zijn vrouw ontdekt den - stand van zaken en verlaat het huis om naar haar ouders terug te - keeren; haar verontwaardigde vader, een lid van het Parlement, - komt in Parijs; het stuk eindigt bij den grooten specialist, - die eindelijk eenige vrede en hoop in de familie brengt. De - moraal van het stuk is in hoofdzaak deze, dat het de plicht is - van de ouders van de bruid vóor het huwelijk te informeeren naar - de gezondheid van den bruidegom; dat de bruidegom een attest van - den dokter moet overleggen; dat bij ieder huwelijk de rol van den - dokter minstens even belangrijk is als die van den notaris. Zelfs - als het een minder goed kunstwerk was, toch zou Les Avariés een - stuk blijven, dat uit een maatschappelijk en opvoedkundig oogpunt - alleen, door allen, die den jongelingsleeftijd bereikt hebben, - moest gezien worden. - - Een andere zijde van hetzelfde probleem wordt beschreven in Plus - Fort que le Mal, een boek, dat in dramatischen vorm geschreven - is (niet als een goed samengesteld tooneelstuk, dat bedoeld is - voor het tooneel) door een beroemd Fransch medisch schrijver, die - hier den naam aanneemt van Espy de Metz. De schrijver (die echter - niet voor zijn eigen zaak pleit) vraagt om een meer sympathieke - houding jegens hen, die aan syphilis lijden, en hoewel hij met - veel minder dramatische vaardigheid schrijft dan Brieux, en zijn - moraal nauwelijks in een zoo duidelijken vorm weet te gieten, is - zijn werk een belangrijke bijdrage tot de dramatische literatuur - van de syphilis. - - Het zal waarschijnlijk wel eenigen tijd duren eer deze kwesties, - belangrijk als zij zijn uit dramatisch en maatschappelijk oogpunt, - op het Engelsche of het Amerikaansche tooneel ingevoerd zijn. Het - is een opmerkelijk feit, dat, niettegenstaande het Puriteinsche - element, dat nog in de Angelsaksische gedachte en gevoel over het - algemeen bestaat, de Puriteinsche levensbeschouwing nooit hare - uitdrukking gevonden heeft in het Engelsche of Amerikaansche - drama. Op het Engelsche tooneel mag men zelfs niet zinspelen - op de tragische zijde der losbandigheid; de ondeugd moet altijd - verleidelijk gemaakt worden, zelfs als een deus ex machina toch - zorgt, dat ze op het eind haar loon krijgt. Zooals Mr. Bernard - Shaw gezegd heeft, bant het Engelsche tooneel geenszins de - ondeugd; alleen wil het, dat ze aantrekkelijk gemaakt zal worden; - de bekoringen ervan worden op den voorgrond gesteld, de straf - ervoor verborgen. "Nu is het nutteloos te beweren, dat het tooneel - niet de juiste plaats is voor het voorstellen en bespreken van - onwettige verbintenissen, bloedschande en venerische ziekten. Als - het tooneel de juiste plaats is voor het vertoonen en bespreken - van verleiding, echtbreuk, promiscuïteit en prostitutie, dan moet - het geopend worden voor het vertoonen van al de gevolgen van deze - dingen, anders zal het de natie demoraliseeren". - - De impuls om te eischen, dat de ondeugd altijd aantrekkelijk moet - zijn, is werkelijk, wat de schijn ook moge wezen, geen slechte - impuls. Hij komt voort uit een geestelijke verwarring, een - gewone psychische neiging, die zich in het geheel niet beperkt - tot Angelsaksische landen, en zelfs meer in het oog springt - onder de beter opgevoede menschen. Er is hier een verwarring van - het aesthetische met het moreele, en wat walging opwekt, wordt - beschouwd als immoreel. In Frankrijk werd van de romans van Zola, - den grootsten voorvechter voor de moraal, langen tijd geloofd, dat - zij immoreel waren, omdat zij dikwijls walging opwekten. Hetzelfde - gevoelen is nog meer verspreid in Engeland. Als een prostituée - ten tooneele gebracht wordt, en als ze mooi is, goed-gekleed - en verleidelijk, dan kan ze het geheele stuk doorzeilen en - iedereen is tevreden. Maar als ze niet bijzonder mooi zou zijn, - goed-gekleed, of verleidelijk, als het duidelijk bleek, dat zij - ziek was en roekeloos anderen infecteerde met haar ziekte, als er - op gezinspeeld werd, dat zij nu en dan leelijke taal kon uitslaan, - als om kort te gaan, een beeld gegeven werd van het leven--dan - zouden we hooren, dat de ongelukkige dramatist iets gemaakt had, - dat "walgelijk" was en "immoreel". Walgelijk zou het kunnen zijn, - maar juist daarom zou het moreel zijn. Er is hier een onderscheid, - waarop de psycholoog niet te dikwijls kan wijzen, de moralist - niet te dikwijls den nadruk leggen kan. - - -Het ligt niet op den weg van den medicus zijn eigen taak als -leeraar gecompliceerd en verward te maken door ze te vermengen met -beschouwingen, die tot de geestelijke sfeer behooren. Maar terwijl -hij onpartijdig zijn speciale werk doet door de jonge menschen voor -te lichten, zal hij altijd goed doen zich te herinneren, dat er in -den geest van den jongeling, zooals we in een vorig hoofdstuk hebben -moeten aantoonen, een spontane kracht is, die werkt ten gunste -van de sexueele hygiëne. Zij, die gelooven, dat de geest van den -jongeling alleen maar uit is op zinnelijk toegeven, zijn er niet -minder naast en hebben niet minder nadeeligen invloed, dan zij, die -het voor mogelijk en wenschelijk houden, dat jonge menschen in volkomen -onwetendheid blijven over sexueele zaken. Hoe verborgen, onderdrukt, of -vervormd--gewoonlijk door de misplaatste en voorbarige ijver van dwaze -ouders en leeraren--er ontstaan in de puberteit ideale aandriften, -die, al wortelen zij ook in de sekse, toch in hun doel boven de sekse -uitkomen. Deze kunnen veel machtiger gidsen worden voor den physieken -sekse-impuls, dan zuiver materieele of zelfs hygiënische overwegingen. - -Het is tijd deze beschouwing over het voorkomen van venerische -ziekten samen te vatten en te eindigen, welke ziekten, al mogen -ze aan den oppervlakkigen beschouwer alleen maar een medische en -gezondheidskwestie toeschijnen, buiten de sfeer van den psycholoog, -toch bij nauwkeuriger beschouwing blijken in nauw verband te -staan zelfs met de meest geestelijke opvatting van de sexueele -verhoudingen. Niet alleen zijn venerische ziekten de vijanden van -de fijnere ontwikkeling van het ras, maar wij kunnen niet komen tot -een gezonde en mooie beschouwing van de verhoudingen van de seksen, -zoo lang deze ieder oogenblik in hun oorsprong kunnen worden bedorven -en ondermijnd. Wij kunnen nog niet precies den tijd berekenen, die -moet verloopen eer, voor zoover Europa tenminste betreft, syphilis en -gonorrhoe heengezonden zijn naar dat vagevuur van monsterachtige oude -doode kwalen, waar pest en melaatschheid heengegaan zijn en waar de -pokken al dicht bij zijn. Maar de maatschappij begint te erkennen, -dat ook op dit gebied de wapenen licht en lucht moeten toegelaten -worden, het zwaard en het harnas, waarmee alleen alle ziekten kunnen -worden bestreden. Zooals we gezien hebben, zijn er vier methoden, -waarop in de meer verlichte landen venerische ziekten nu beginnen -bestreden te worden [251]. (1) Door openlijk te verklaren, dat de -venerische ziekten ziekten zijn evenals iedere andere ziekte, hoewel -ze arglistiger en vreeselijker zijn dan de meeste, die ieder kunnen -aanvallen van het ongeboren kind af tot zijn grootmoeder toe, en dat ze -niet, meer dan andere ziekten, de schandelijke, rechtvaardige straffen -zijn voor zonde, waarvoor alleen verlichting gezocht kan worden, zoo -ze al gezocht wordt, in het geheim, maar dat ze algemeen menschelijke -kwalen zijn; (2) door het aannemen van methoden voor het geven van -officieele voorlichting over de uitgebreidheid, de verdeeling en de -verscheidenheid der venerische ziekten door middel van de reeds erkende -methode van aangifte en op andere wijze, en door het verschaffen van -zulke faciliteiten voor de behandeling, vooral voor een kostelooze -behandeling, als noodig gevonden kunnen worden; (3) door het oefenen -van den individueelen zin voor moreele verantwoordelijkheid, zoodat -ieder lid van de gemeenschap zal erkennen, dat het besmetten van een -ander persoon met een ernstige ziekte, zelfs alleen als resultaat van -roekelooze nalatigheid, een ernstiger misdaad is, dan als hij of zij -als aanval een mes gebruikt had of een geweer of vergif, en dat het -noodig is in ieder land speciale wettige voorzorgen te nemen om er toe -bij te dragen de nadeelen van zulke schaden te herstellen en straffen -in te stellen door vrijheidsverlies of op andere wijze; (4) door -het verspreiden van hygiënische kennis, zoodat alle jonge menschen, -jonge mannen zoowel als jonge meisjes bij het begin van hun volwassen -leven mogen worden voorzien van de noodige kennis, die hen zal helpen -de grootere gevaren van besmetting te vermijden en hen in staat zal -stellen het gevaar in de eerste stadien te herkennen en te bestrijden. - -Eenige jaren geleden, toen geen methode ter bestrijding van venerische -ziekten bekend was behalve het systeem van contrôle van politiewege, -dat nu in verval is, zou het onmogelijk geschenen hebben zulke -beschouwingen als deze te opperen; zij zouden een "utopie" geschenen -hebben. Tegenwoordig worden zij niet alleen erkend als praktisch, -maar zij worden feitelijk al in praktijk gebracht, hoewel met -zeer varieerende energie en verschillend inzicht in verschillende -landen. Toch is het wel zeker, dat in den wedstrijd der naties, zooals -Max Neissen gezegd heeft, "dat land het best de leiding zal nemen in -den loop van de beschaving, dat den profetischen blik heeft en den moed -om die eischen van sexueele hygiëne in te voeren en door te voeren, -die zoo'n ruime en veelbeteekenende betrekking hebben op zijn eigen -toekomst, en op die van het menschelijk ras in het algemeen" [252]. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK IX - -SEXUEELE MORAAL - - - Prostitutie in verband met ons huwelijkssysteem.--Huwelijk en - moraal.--De definitie van het begrip "moraal".--Theoretische - moraal.--Hare verdeeling in traditioneele en ideëele - moraal.--Praktische moraal.--Praktische moraal gegrond op - gewoonte.--Het eenige onderwerp van de wetenschappelijke - zedeleer.--De reactie tusschen theoretische en praktische - moraal.--Sexueele moraal in het verleden als toepassing van - economische moraal.--De vereeniging van starheid en laksheid - in deze moraal.--Het ontstaan van een bijzondere sexueele - moraal en de ontwikkeling van moreele idealen.--Uitingen van - de sexueele moraal.--Gebrek aan eerbied voor de vormen van het - huwelijk.--Proef-huwelijk.--Het huwelijk nà de conceptie van een - kind.--Verschijnselen in Duitschland, de Angelsaksische landen, - Rusland, enz.--De positie der vrouw.--De historische neiging, - die de gelijkheid van vrouwen met mannen begunstigt.--De theorie - van het matriarchaat.--De moederfamilie.--Vrouwen in Babylonië, - Egypte, Rome.--De achttiende en de negentiende eeuw.--De - historische neigingen, die de moreele onbevoegdheid der vrouw - begunstigen.--De tweestrijd door het Christendom verwekt.--Invloed - van de Germaansche gewoonte en van het leenstelsel.--De - ridderschap.--De vrouw in Engeland.--De vrouwenhandel.--Het - afnemen van de onderworpenheid der vrouw.--Ongeschiktheid van - den modernen man om te heerschen.--Het toenemen van de moreele - verantwoordelijkheid bij vrouwen.--De daarmee samengaande - ontwikkeling van economische onafhankelijkheid.--Het toenemen - van het aantal werkende vrouwen.--Het binnendringen van de vrouw - in de moderne industrie.--In hoeverre dit maatschappelijk te - rechtvaardigen is.--De sexueele verantwoordelijkheid der vrouw - en de gevolgen ervan.--De beweerde moreele inferioriteit van - vrouwen.--De "zelfopoffering" van vrouwen.--De maatschappij heeft - geen belang bij sexueele verhoudingen.--De voortplanting is het - eenige sexueele belang van den staat.--De zeer hooge beteekenis - van het moederschap. - - -Het is noodig geweest de verschijnselen van de prostitutie zeer -uitgebreid te behandelen, omdat, hoe wij onszelf ook persoonlijk -daarvan verwijderd willen houden, zij ons in werkelijkheid tot de kern -van de sexueele kwestie voeren, in zooverre ze een maatschappelijk -probleem vormen. Als we de prostitutie oppervlakkig beschouwen als -een objectief verschijnsel, als een kwestie van maatschappelijke -krachten, dan zien we, dat ze niet alleen een toevallig en weg -te nemen uitvloeisel van ons tegenwoordig huwelijkssysteem is, -maar een samenstellend deel ervan, zoodat dit, als ze er niet -was, uiteen zou vallen. Dit zal waarschijnlijk duidelijk zijn aan -allen, die de voorafgaande uiteenzetting van de verschijnselen -van de prostitutie hebben gevolgd. Er is echter meer te zeggen dan -dit. Niet alleen is de prostitutie tegenwoordig, zooals ze meer dan -twee duizend jaar geweest is, het bolwerk van ons huwelijkssysteem, -maar als we het huwelijk beschouwen niet van den buitenkant als een -vormelijke instelling, maar van den binnenkant, door te letten op -de beweegredenen die tot een huwelijk voeren, dan vinden we, dat -het in een groot aantal gevallen zelf in zekere opzichten een vorm -van prostitutie is. Hierop is reeds zoo dikwijls de nadruk gelegd en -van zoovele zeer verschillende standpunten, dat het wel nauwelijks -noodzakelijk kan schijnen hier dieper op dit punt in te gaan. Maar -deze kwestie is van het grootste belang voor de sexueele moraal. Onze -maatschappelijke toestanden zijn niet gunstig aan de ontwikkeling van -een hoog moreel gevoel in de vrouw. Het verschil tusschen de vrouw, -die zich verkoopt in prostitutie en de vrouw, die zich verkoopt in -het huwelijk, is volgens het reeds door ons aangehaalde gezegde van -Marro, "alleen een verschil in prijs en in duur van het contract". Of, -zooals Forel het uitdrukt, het huwelijk is "een fatsoenlijker vorm -van prostitutie", dat is te zeggen, een wijze om uit geldelijke -overwegingen sexueele verhoudingen aan te gaan. Het huwelijk is -niet alleen een fatsoenlijker vorm van prostitutie, het is een vorm, -geheiligd door de wet en den godsdienst, en de kwestie der moraal wordt -er buiten gelaten. De moraal mag straffeloos beleedigd worden, als -maar de wet en de godsdienst ingeroepen zijn. Zoo is het essentieele -beginsel der prostitutie onder ons gewettigd en geheiligd. Daarom is -het zoo moeilijk eenige ernstige verontwaardiging te wekken, of eenige -met redenen omkleede bezwaren staande te houden tegen de prostitutie -op zich zelf beschouwd. Het plausibelste argument is dat van hen -[253], die, terwijl ze het huwelijk verlagen tot het niveau van de -prostitutie, zeggen, dat de prostituée een onderkruipster is, die -minder dan de marktprijs, d.i. het huwelijk, aanneemt voor de sexueele -diensten, die zij bewijst. Maar zelfs dit lage standpunt is moeilijk -vast te houden. De prostituée wordt werkelijk zeer goed betaald, als -men in aanmerking neemt hoe weinig zij in ruil geeft; de getrouwde -vrouw wordt werkelijk buitengewoon slecht betaald, in aanmerking -genomen hoeveel zij dikwijls geeft en hoeveel zij noodzakelijk -opgeeft. Terwille van het voordeel van economische afhankelijkheid -van haar echtgenoot, moet zij, zooals Ellen Key opmerkt, de rechten -op haar kinderen opgeven, evenals al haar bezittingen, haar werk, en -haar eigen persoon, zoodat haar minder overblijft dan elke ongetrouwde -vrouw, zelfs, kunnen we er bij voegen, minder dan elke prostituée. De -prostituée toch geeft nooit het recht op haar eigen persoon op zooals -de getrouwde vrouw verplicht is te doen; de prostituée, anders dan de -getrouwde vrouw, behoudt haar vrijheid en haar persoonlijke rechten, -hoewel deze gewoonlijk niet van veel waarde zijn. Het is eerder de -vrouw dan de prostituée, die de onderkruipster is. - - - Het is in het geheel niet alleen in de laatste jaren, dat ons - huwelijkssysteem voor de rechtbank der moraal geroepen is. Veertig - jaar geleden klaagde James Hinton het met gloeiende woorden aan, - toen hij de immoraliteit en de zelfzuchtige losbandigheid - beschreef, die ons huwelijkssysteem met den mantel van - wettigheid en heiligheid bedekt. "Er is iets ongezonds in onze - huwelijksverhoudingen", schreef Hinton. "Niet alleen zijn ze in - de praktijk vreeselijk, maar zij beantwoorden niet aan gevoelens - en overtuigingen, die veel te veel in ruimen kring verspreid zijn, - om ze buiten beschouwing te kunnen laten. Wie heeft nooit gehoord - van vrouwen van erkende verdiensten, die er in toestemmen de - geliefde te worden van een getrouwd man; van reine en eenvoudige - meisjes, die zeggen, dat zij niet kunnen inzien, waarom zij een - wettig huwelijk zouden moeten sluiten; van vrouwen, die zeggen - dat zij, als zij liefhebben, geen wettigen band zouden willen - hebben; waarom is het noodzakelijk--of wordt het door goede en - wijze mannen noodzakelijk geacht--dat de eene sekse in bittere - en soms noodlottige onwetendheid wordt gelaten? Deze dingen - (en hoevele meer) wijzen op iets, dat diep ongezond is in de - huwelijksverhoudingen. Dit moet onderzocht worden en wel tot den - grond toe". - - Al vroeger, in 1847, heeft Gross-Hoffinger, in zijn Die Schicksale - der Frauen und die Prostitution--een merkwaardig boek, waarvan - Bloch met een weinig overdrijving zegt, dat het opzienbarende - beteekenis heeft--met kracht er op gewezen, dat het probleem der - prostitutie in werkelijkheid het probleem is van het huwelijk, - en dat we de prostitutie alleen kunnen hervormen door het huwelijk - te hervormen, dit beschouwd als een dwang-instelling, die berust - op een verouderde economische basis. Gross-Hoffinger was een - voorganger van Ellen Key. - - Meer dan anderhalve eeuw geleden heeft een man van een zeer - verschillend type de moraal van zijn tijd scherp geanalyseerd, met - een brutale vrijmoedigheid, die aan zijn tijdgenooten een stuitend - cynische houding toescheen jegens hun heilige instellingen, - zoodat zij gevoelden, dat hun niets overbleef dan zijn boeken - te verbranden. Waar hij in zijn Fable of the Bee (1714, p. 64) - het moderne huwelijk beschreef, met alle wantoestanden, die in dat - huwelijk bekrachtigd zijn, schreef Mandeville: "De fijne mijnheer, - waar ik van sprak, behoefde geen grootere zelfverloochening te - toonen dan de wilde, en deze handelt meer in overeenstemming - met de wetten van natuur en waarheid dan hij. De man, die aan - zijn lust voldoet, op de wijze, die de gewoonte van zijn land - hem toestaat behoeft geen veroordeeling te vreezen. Laat hij - wellustiger zijn dan geiten of stieren, laat hem, zoodra de - ceremonie voorbij is, zich verzadigen en uitputten aan vreugde - en extases van genot, laat hij zijn lust afwisselend aanwakkeren - en verzadigen, zoo overvloedig als zijn kracht en mannelijkheid - het hem willen veroorloven. Hij kan veilig lachen om de wijze - menschen, die hem zouden kunnen veroordeelen: al de vrouwen en - meer dan negen van de tien mannen zijn op zijn hand; ja, hij kan - zich zelfs verhoovaardigen op de kracht van zijn ongebreidelde - hartstochten, en hoe meer hij wentelt in wellust en alles in - zich er op spant om uitgelaten wellustig te zijn, des te eerder - zal hij de welwillendheid ondervinden en de liefde winnen van de - vrouwen, niet van de jonge, ijdele, en wulpsche alleen, maar van - de voorzichtige, ernstige, en verstandigste matrones". - - Zoo is de aanklacht, ingebracht tegen ons huwelijkssysteem van - het standpunt van moraal, deze, dat het de sexueele verhouding - ondergeschikt maakt aan overwegingen van geld en van wellust. En - dat is juist het kenmerk van de prostitutie. - - -Het eenige wettige moreele doel van het huwelijk--of we het beschouwen -uit het ruimere biologische standpunt of uit het oogpunt van de -menschelijke maatschappij--is die van een sexueele keuze, gedaan -overeenkomstig de wetten van de sexueele keuze, en die tot direct doel -heeft een samenleven van volkomen wederkeerige liefde en als indirect -doel de voortplanting van het ras. Als niet de voortplanting deel -uitmaakt van het doel van het huwelijk, dan heeft de maatschappij er -niets hoegenaamd mee te maken en dan heeft ze geen recht haar stem -te laten hooren. Maar als de voortplanting een van de doeleinden -van het huwelijk is, dan is het uit biologische en maatschappelijke -gezichtspunten dringend noodig, dat geen invloeden behalve de juiste -natuurlijke invloed der sexueele keuze bij het vormen der paren zullen -gelden, want indien bij de sexueele keuze tusschenbeide gekomen wordt, -is het waarschijnlijk, dat het nageslacht nadeel zal ondervinden en -de belangen van het ras zullen geschaad worden. - - - Men moet natuurlijk goed begrijpen, dat het denkbeeld van het - huwelijk als een vorm van sexueele vereeniging, gebaseerd niet - op biologische, maar op economische overwegingen, zeer oud is, - en dat het soms gevonden wordt in maatschappijen, die bijna in - den natuurstaat zijn. Ieder keer echter, dat het huwelijk op een - zuivere basis van bezit, en zonder voldoenden eerbied voor de - sexueele keuze voorgekomen is onder betrekkelijk primitieve en - krachtige volken, is het in hooge mate van zijn slechte gevolgen - ontdaan door de besliste erkenning van zijn enkel economisch - karakter, en door de afwezigheid van iedere poging om, ook maar - in naam, andere sexueele verhoudingen te onderdrukken, die op een - natuurlijker basis berustten en buiten dezen kunstmatigen vorm van - het huwelijk ontstaan waren. Vooral polygamie werkte er toe mede om - vereenigingen op economische basis te verbinden aan vereenigingen - op natuurlijke sexueele basis. Ons modern huwelijkssysteem heeft - echter een kunstmatige starheid gekregen, die de mogelijkheid van - deze natuurlijke veiligheidsklep en vergoeding uitsluit. Welke de - werkelijke moreele inhoud ervan ook zij, een modern huwelijk is - altijd "wettig" en "heilig". Wij zijn zoo gewend aan economische - huwelijksvormen, dat, zooals Sidgwick naar waarheid opmerkte - (Method of Ethics, dl. II, hoofdst. XI) als van die vormen - gesproken wordt als van "gewettigde prostitutie" het voortdurend - voorkomt, dat men voelt, dat "de phrase buitensporig en paradox - is". - - -Een man, die om geld of ambitie trouwt, wijkt af van de biologische -en moreele doeleinden van het huwelijk. Een vrouw, die zich voor het -leven verkoopt, staat moreel op hetzelfde niveau als eene, die zich -voor een nacht verkoopt. Het feit, dat het loon grooter schijnt te -zijn, dat ter vergoeding van het verleenen van bepaalde huiselijke -diensten en bepaalde persoonlijke gedienstigheden--diensten en -gedienstigheden, waarin ze misschien in het geheel niet deskundig -is--zij zich een schuilplaats verzekert, waar ze gevoed en gekleed en -geherbergd wordt voor het leven, maakt geen verschil in het moreele -aanzien van de zaak. De moreele verantwoordelijkheid is, we behoeven -het nauwelijks te zeggen, zeker evenzeer aan den kant van den man -als aan dien van de vrouw. Verkeerde resultaten zijn dikwijls het -gevolg van de onwetendheid en de onverschilligheid van de mannen, -die dikwijls weinig of niets af weten van den aard der vrouwen en -van de kunst van liefhebben. De onnoozelheid, waarmee zelfs mannen, -die, naar men zou meenen, toch niet zonder ervaring konden zijn, -als echtgenoote een vrouw kiezen, die, hoe mooi en bekoorlijk zij -ook zijn mag, geen van de eigenschappen bezit, die haar minnaar -werkelijk verlangt, is een voortdurend wonder. Zich te onthouden van -het onderzoeken en beproeven van het humeur en de eigenaardigheden -van de vrouw, die hij tot echtgenoote wenscht, is ongetwijfeld een -beminnelijke trek van nederigheid aan de zijde van den man. Maar het -is wel zeker, dat een man nooit tevreden moest zijn met minder dan -het beste van wat de ziel en het lichaam van een vrouw kunnen geven, -hoe onwaardig hij zich ook moge voelen voor zulk een bezit. Deze eisch, -we moeten het opmerken, is het hoogste belang van de vrouw zelf. Een -vrouw kan een man tenminste een deel van de geheimen van het heelal -openbaren. De vrouw, die neerdaalt tot het niveau van een candidate -voor een inrichting voor behoeftigen, verlaagt zich. - -Onze beschouwing over de psychische sexueele feiten heeft ons dus, -zullen we zien, gebracht tot de kwestie der moraal. Telkens weer is -bij het uiteenzetten van de verschijnselen der prostitutie noodig -geweest het woord "moreel" te gebruiken. Dat woord is echter vaag -en kan zelfs op een dwaalspoor leiden, omdat het verschillende -beteekenissen heeft. Tot dusverre is het aan den intelligenten lezer -overgelaten geweest, zooals hij wel bemerkt zal hebben, uit het verband -op te maken in welke beteekenis het woord gebruikt werd. Maar op het -punt waar we nu zijn gekomen, is het, voordat wij overgaan tot het -bespreken van de sexueele psychologie, noodig, om dubbelzinnigheid -te vermijden, den lezer in herinnering te brengen, wat precies de -voornaamste beteekenissen zijn, waarin het woord "moreel" gewoonlijk -gebruikt wordt. - -De moraal, waarmee ethische verhandelingen te maken hebben, is -theoretische moraal. Ze handelt over datgene, wat menschen behoorden -te doen--of wat voor hen goed is te doen. Socrates b.v. houdt zich -in zijn dialogen van Plato met die theoretische moraal bezig, -als hij de vraag bespreekt: wat de menschen in hun handelingen -"moeten" zoeken? De groote massa der ethische literatuur--tot nog -kort geleden toe mochten we zeggen de geheele literatuur--handelt -over deze kwestie. Die theoretische moraal is eer een studie dan een -wetenschap, want de wetenschap kan alleen gebaseerd zijn op wat is, -niet op wat behoorde te zijn. - -Zelfs in de sfeer van de theoretische moraal zijn er twee zeer -verschillende soorten van moraal, zoo verschillend, dat de eene de -andere soms zelfs als vijandig beschouwt, of op zijn best alleen, -uit beleefdheid, met een tintje van minachting als "moreel". Deze -twee soorten van moraal zijn de traditioneele moraal en de -ideëele moraal. De traditioneele moraal is gebaseerd op de lang -ingestelde gewoonten van een gemeenschap en bezit de stabiliteit -van alle theoretische ideeën, die gebaseerd zijn op het vroegere -maatschappelijke leven en die ieder individu, dat in de gemeenschap -geboren is, van zijn vroegste jaren af omringen. Het wordt de -stem van het geweten, die automatisch spreekt ten gunste van al de -regels, die zoo stevig ingeprent zijn, zelfs als het individu zelf -ze niet meer aanneemt. Vele menschen bij voorbeeld, die in hun jeugd -opgevoed zijn in de puriteinsche heiliging van den Zondag, zullen -zich herinneren, hoe, lang nadat zij opgehouden hadden te gelooven, -dat zulk een heiliging "goed" was, toch, bij het schenden ervan, -het protest van de automatisch gewekte stem van het "geweten" hooren, -dat is te zeggen de uitdrukking in het individu van gewoonteregels, -die wel opgehouden hebben voor hem bindend te zijn, maar die dat wel -waren voor de gemeenschap waarin hij werd opgevoed. - -Ideëele moraal aan den anderen kant heeft geen betrekking op het -verleden van de gemeenschap, maar op de toekomst ervan. Ze is -gebaseerd, niet op de oude maatschappelijke daden, die verouderd -beginnen te worden, en misschien zelfs tegenmaatschappelijk in hun -werking, maar op nieuwe maatschappelijke daden, die tot nog toe alleen -in praktijk gebracht worden door een kleine, hoewel aangroeiende -minderheid van de gemeenschap. In den nieuwen tijd is Nietzsche -een op den voorgrond tredend voorvechter geweest van de ideëele -moraal, de heldhaftige moraal van den pionier, van het individu -van de komende gemeenschap, tegenover de traditioneele moraal, -of, zooals hij het noemde, kudde-moraal, de moraal van de groote -menigte. Deze twee soorten van moraal zijn noodzakelijkerwijze aan -elkander tegenovergesteld, maar wij moeten in herinnering houden, -dat ze beide gezond zijn en even slecht gemist kunnen worden, niet -alleen door hen, die ze aannemen, maar door de gemeenschap, waarin -ze beide samenwerken om ze in evenwicht te houden. We hebben ze bij -voorbeeld beide zien toepassen op de kwestie van de prostitutie; -traditioneele moraal verdedigt de prostitutie, niet om haar zelfs -wille, maar terwille van het huwelijkssysteem, dat ze als kostbaar -genoeg beschouwt om een opoffering waard te zijn, terwijl de ideëele -moraal weigert de noodzakelijkheid der prostitutie aan te nemen, -en uitziet naar de verbeteringen in het huwelijkssysteem die de -prostitutie zullen veranderen en verminderen. - -Maar geheel buiten de theoretische moraal, of de kwestie wat de -menschen "moesten" doen, blijft de praktische moraal, of de kwestie wat -in werkelijkheid de menschen doen. Dit is de werkelijk fundamenteele -en essentieele moraal. Het Latijnsche mores en het Grieksche êthos -hebben beide betrekking op de gewoonte, op de dingen, die zijn, en -niet op de dingen, die behoorden te zijn, behalve in de indirecte -en tweede beteekenis, dat datgene wat de leden van de gemeenschap -werkelijk gezamenlijk, of "en masse" doen, is hetgeen zij voelen, -dat zij moeten doen. In de eerste plaats echter werd een moreele daad -gedaan, niet omdat men voelde, dat ze gedaan moest worden, maar om -redenen van veel dieper en veel instinctiever aard [254]. Ze werd -niet gedaan omdat men voelde, dat ze gedaan moest worden, maar men -voelde, dat ze gedaan moest worden, omdat het werkelijk de gewoonte -was geworden ze te doen. - -De daden van een gemeenschap worden bepaald door de levensbehoeften van -die gemeenschap onder de speciale omstandigheden van haar beschaving, -haar tijd en haar land. Als het de algemeene gewoonte is voor kinderen -om hun bejaarde ouders te dooden, dan wordt er altijd bevonden, dat -deze gewoonte het best is niet alleen voor de gemeenschap maar voor -de oude menschen zelf, die het wenschen; de daad is zoowel praktisch -als theoretisch moreel [255]. En als, zooals bij ons, de ouden in -leven worden gehouden, dan is die daad ook praktisch en theoretisch -moreel; ze hangt op geenerlei wijze af van eenige wet of regel, die -ons verbiedt iemand het leven te benemen, want wij dragen immers roem -op het dooden van onzen medemensch onder den patriottischen naam van -"oorlog", en zijn er tamelijk onverschillig onder als dit dooden -door ons systeem van industrie geëischt wordt, maar het dooden van -oude menschen bevredigt tegenwoordig geen enkele maatschappelijke -behoefte; hun behoud daarentegen wel. Het dooden van een mensch is -werkelijk zooals bekend is een daad, die op verschillende tijden en -in verschillende landen zeer varieert in haar moreele waarde. Het was -in Engeland twee eeuwen en minder geleden volkomen moreel een mensch -te dooden voor geringe vergrijpen tegen den eigendom, want zulk een -straf scheen aan den algemeenen zin van de beschaafde gemeenschap -wenschelijk toe. Tegenwoordig zou het beschouwd worden als zeer -immoreel. Wij beginnen er nu eerst aan te twijfelen, of het wel -moreel is een meisje ter dood te veroordeelen of haar leven lang in -de gevangenis te sluiten, dat bij de geboorte haar kind doodde, alleen -omdat ze tegen alle natuurlijke instincten in, gedreven werd door het -primitieve instinct van zelfverdediging. Er kan niet gezegd worden, -dat we er al aan zijn gaan twijfelen of het moreel is menschen in den -oorlog te dooden, hoewel we het dooden van vrouwen en kinderen, of -zelfs van niet-vechtenden in het algemeen niet meer goedkeuren. Iedere -eeuw en ieder land heeft zijn eigen moraal. - -"De gewoonte, in de strikte beteekenis van het woord", zegt Westermarck -terecht, "sluit een moreelen regel in zich... De maatschappij is de -school, waar de menschen leeren onderscheid te maken tusschen goed -en kwaad. De leermeester is de gewoonte" [256]. De gewoonte is niet -alleen de basis van de moraal, maar ook van de wet. "Gewoonte is -wet" [257]. Het veld der theoretische moraal is zoo'n betooverende -speelplaats geworden voor knappe philosofen, dat er soms gevaar is -geweest om te gelooven, dat het ten slotte niet de theoretische -moraal is, maar de praktische, de kwestie van wat de menschen in -de massa der gemeenschap werkelijk doen, die de werkelijke stof -levert voor de moraal [258]. Als wij meer precies definieeren wat -wij praktisch met moraal bedoelen, dan kunnen we zeggen, dat zij is -samengesteld uit de gewoonten, die de meerderheid van de leden van -een gemeenschap beschouwt als bevorderlijk aan het welvaren van de -gemeenschap op een bepaalden tijd en een bepaalde plaats. Het is om -deze reden--d.i. omdat het een kwestie is van wat is en niet alleen -van wat sommigen meenen dat moest zijn--dat de praktische moraal het -gepaste onderwerp vormt voor de wetenschap. "Als het woord "ethica" -gebruikt moet worden als naam voor een wetenschap", zegt Westermarck, -"dan kan het onderwerp van die wetenschap alleen zijn het bestudeeren -van het moreele bewustzijn als een feit" [259]. - - - De History of European Morals van Lecky is een studie in - praktische, veeleer dan in theoretische moraal. Het groote werk - van Westermarck, The Origin and Development of the Moral Ideas - is een meer modern voorbeeld van de objectief wetenschappelijke - bespreking van de moraal, hoewel dit misschien niet duidelijk uit - den titel blijkt. Het is in zijn wezen een beschrijving van de - werkelijke historische feiten van wat geweest is, en niet van wat - "behoorde" te zijn. Morals in Evolution van Mr. L. T. Hobhouse, - dat op bijna denzelfden tijd uitkwam, is evenzeer een werk, - dat, terwijl het onloochenbaar feiten behandelt, d.z. regels en - instellingen, en de taak verwerpt van te zijn "de geschiedenis van - het levensgedrag", zich toch beperkt tot die regels, die "inderdaad - het normale gedrag vormen van den gemiddelden mensch" (deel I, - p. 26). Met andere woorden, het is in zijn kern een geschiedenis - van praktische moraal en niet van theoretische moraal. Een van - de scherpzinnigste en fijnste van de nu levende schrijvers, - M. Jules de Gaultier, heeft in verschillende van zijn boeken, - en vooral in zijn La Dépendance de la Morale et l'Indépendance - des Moeurs (1907), het begrip moraal op vrijwel gelijke wijze - ontleed. "Regels, die betrekking hebben op het levensgedrag, - zijn evenals andere regels door de ervaring gegeven, zoodat de - moraal, of de som van de wetten, die op een of ander tijdstip - van de historische ontwikkeling op het menschelijk handelen - zijn toegepast, van gewoonten afhangt". Ik verwijs ook naar de - meesterlijke uitbeelding van deze opvatting over de moraal in La - Morale et la Science des Moeurs van Lévy-Bruhl (er bestaat een - Engelsche vertaling van). - - -Praktische moraal is dus het stevige, natuurlijke feit, dat de -biologische grondslag vormt van de theoretische zedeleer, hetzij -deze traditioneel of ideëel is. De buitensporige vrees, die in zoo -hooge mate onder de menschen verspreid is, om de moraal te kwetsen, -is misplaatst. Wij kunnen de moraal niet kwetsen, al kunnen we ons -zelf kwaad doen. De moraal is gebaseerd op de natuur en kan op zijn -hoogst alleen maar gewijzigd worden. Zooals Crawley terecht zegt [260], -zelfs de categorische eischen van onze moreele tradities, wel verre -van zooals dikwijls algemeen geloofd wordt, pogingen te zijn om de -natuur te onderdrukken, ontstaan uit een pogen om de natuur te hulp -te komen; zij zijn eenvoudig een poging om de natuurlijke aandriften -in bepaalde termen te vatten. Het nadeel ervan is, dat ze, zooals -alles wat star en dood wordt, meestal langer duren dan het tijdperk, -waarin zij een weldadige, levende reactie vormden op de omgeving. Zoo -roepen zij nieuwe vormen van de ideëele moraal in het leven; en de -praktische moraal ontwikkelt nieuwe vormen, die in overeenstemming -zijn met nieuwe levende verhoudingen, om in de plaats te komen van -oudere en verdorde tradities. - -Er bestaat duidelijk een nauw verband tusschen theoretische moraal en -praktische of eigenlijke moraal. Want niet alleen is de theoretische -moraal het bewust worden van erkende gewoonten, die in het algemeene -leven in de gemeenschap belichaamd zijn, maar, na aldus bewust geworden -te zijn, werkt ze terug op die gewoonten en ondersteunt of wijzigt ze, -door zijn eigen groei. Deze inwerking is verschillend, naarmate wij -te doen hebben met de eene of andere scherp bepaalde afdeeling van de -theoretische moraal: de traditioneele moraal, die den levensgroei van -moreele gewoonten tegenhoudt, of de ideëele en vooruitstrevende moraal, -die den levensgroei van moreele gewoonten bevordert. Praktische moraal, -of eigenlijke moraal kan gezegd worden tusschen deze twee afdeelingen -van de theoretische moraal in te staan. De praktijk volgt altijd op -de vooruitstrevende theoretische moraal, in zoover natuurlijk ideëele -moraal vooruitstrevend is en niet, zooals zoo dikwijls gebeurt, op -niets uitloopt. Traditioneele moraal volgt altijd de praktijk. Het -resultaat is, dat, terwijl de werkelijke moraal, die te eeniger tijd -op een of andere plaats gewoonte is, altijd in nauw verband staat met -de theoretische moraal, ze toch nooit precies met een van haar vormen -kan overeenkomen. Ze bereikt de ideëele moraal en is de traditioneele -moraal altijd vooruit. - -Het was hier noodig om bepaaldelijk de drie voornaamste vormen te -definieeren, waarvoor het woord "moraal" gebruikt wordt, hoewel ze -onder den een of anderen vorm wel aan den lezer bekend moeten zijn. Bij -de bespreking van de prostitutie is het gemakkelijk geweest het gewone -gebruik te volgen, waarbij de speciale beteekenis van het woord uit -den samenhang bleek. Maar nu we ons voor het oogenblik direct met de -speciale beteekenis van de evolutie der sexueele moraal bezig houden, -moeten we meer precies zijn in het formuleeren van de woorden, die we -gebruiken. In dit hoofdstuk, behalve als het anders vastgesteld is, -houden wij ons in de eerste plaats bezig met de eigenlijke moraal, -met het werkelijk gedrag, zooals het voorkomt in de massa van de -gemeenschap, en alleen in de tweede plaats met de vooruitstrevende -of de traditioneele moraal. - -Sexueele moraal is, evenals andere soorten van moraal, noodzakelijk -samengesteld uit geërfde tradities, gewijzigd door aanpassing aan -de veranderende maatschappelijke omgeving. Als de invloed van de -traditie te veel uitgesproken wordt, dan geraakt het moreele leven -veelal in verval en verliest zijn geschiktheid om zich aan het leven -aan te passen. Als het aanpassingsvermogen te groot wordt, wordt het -moreele leven onvast en verliest zijn autoriteit. Het is alleen door -een redelijke synthese van bouw en functie--van wat het traditioneele -genoemd wordt met wat het ideëele genoemd wordt--dat het moreele -leven zijn autoriteit kan bewaren, zonder zijn praktische waarde -te verliezen. Velen, zelfs onder hen die zich moralisten noemen, -hebben dit moeilijk kunnen begrijpen. In een vergeefsch streven naar -een onbestaanbaar streng logisch redeneeren hebben zij òf te veel den -nadruk gelegd op den ideëelen invloed op de praktische moraal, òf, nog -meer, op den traditioneelen invloed, die zich aan hen heeft opgedrongen -door de indrukwekkende autoriteit, die haar gezegden schijnen te -hebben. De resultaten hiervan in de sfeer, met welke wij hier te doen -hebben, zijn dikwijls ongelukkig geweest, want geen maatschappelijke -impuls geraakt zoo gemakkelijk in opstand tegen verouderde tradities, -is zoo geneigd tot vulkanische uitbarstingen als de geslachtsdrift. - -Wij zijn gewend ons tegenwoordig huwelijkssysteem te identificeeren met -"moraal" in het abstracte, en voor vele menschen, misschien wel voor de -meeste, is het moeilijk zich voor oogen te stellen, dat de langzame en -onmerkbare beweging, die in den tegenwoordigen tijd voortdurend op het -maatschappelijke leven inwerkt evenals in iederen anderen tijd, onze -sexueele moraal ten diepste raakt. Een overgang van waardebepalingen -heeft voortdurend plaats; wat eens de eigenlijke standaard was der -moraal wordt immoreel, wat eens zonder twijfel immoreel was, wordt -moreel. Zulk een proces is bijna even verwarrend als twee duizend -jaar geleden voor de Europeesche wereld de groote strijd tusschen -de stad Rome en de Christelijke kerk was, toen het noodig werd te -erkennen, dat, wat Marcus Aurelius, het groote voorbeeld van moraliteit -getracht had uit te roeien, omdat het zonder twijfel immoreel [261] -was, beschouwd begon te worden als de hoogste standaard der moraal. De -klassieke wereld beschouwde liefde en medelijden en zelfopoffering als -weinig beter dan zwakheid en soms als nog erger; de Christelijke wereld -beschouwde ze niet alleen als moreele zaken, maar incarneerde ze in een -God. Onze sexueele moraal heeft ook natuurlijke menschelijke emoties -buiten beschouwing gelaten en is niet in staat om hen te begrijpen, -die verklaren dat het vasthouden aan verkeerde traditioneele wetten, -die tegenovergesteld zijn aan de levensbehoeften van menschelijke -maatschappijen, niet moreel is, maar immoreel. - -De reden waarom de geleidelijke evolutie van de moreele ideeën, die -voortdurend in de sexueele sfeer plaats vindt, tenminste onder ons, -een stadium begint te bereiken waarop er een tegenstelling schijnt te -zijn tusschen verschillende standaards ligt in het feit, dat tot nog -toe in het geheel geen specifiek sexueele moraal [262] bestond. Dat zal -misschien eerst verwonderlijk toeschijnen aan ieder, die nadenkt over -het ontzettende gewicht, dat gewoonlijk gehecht wordt aan "sexueele -moraal". En het is ongetwijfeld waar, dat wij een moraal hebben, die -wij toepassen op de sexueele sfeer. Maar die moraal is er een, die -voornamelijk behoort tot de sfeer van den eigendom en ze heeft zich -in zeer ruime mate ontwikkeld op een basis van bezit. Al de historici -over moraal in het algemeen en van het huwelijk in het bijzonder, -hebben dit feit op den voorgrond gesteld en het geïllustreerd met -een massa historisch materiaal. Wij hebben tot nog toe geen algemeen -erkende sexueele moraal, die op de specifieke sexueele feiten van het -leven gebaseerd is. Dat wordt eerst recht duidelijk als wij ons het -grondfeit voor oogen stellen, dat de sexueele verhouding gebaseerd is -op liefde, op zijn allerminst op sexueel verlangen, en dat die basis -zoo'n diepen grond heeft, dat ze zelfs physiologisch is, want als zulk -sexueel verlangen niet bestaat, is het physiologisch onmogelijk voor -een man omgang met een vrouw te hebben. Iedere specifieke sexueele -moraal moet op dat feit gebaseerd zijn. Maar onze zoogenaamde "sexueele -moraal", wel verre van op dat feit gebaseerd te zijn, tracht het -geheel buiten beschouwing te laten. Het maakt contracten, het regelt -sexueele verhoudingen van tevoren, het neemt op zich duurzaamheid -van sexueele inclinaties te garandeeren. Dat is te zeggen, dat het -overwegingen invoert van een soort, die volkomen gezond zijn in de -economische sfeer, waartoe deze overwegingen rechtens behooren, maar -die belachelijk weinig passen bij de sexueele sfeer, waarop ze plechtig -worden toegepast. De economische verhoudingen van het leven in den -ruimsten zin zijn, zooals we zullen zien, buitengemeen belangrijk in -de evolutie van eene gezonde sexueele moraliteit, maar zij behooren tot -de voorwaarden van zijn ontwikkeling en vormen niet zijn basis [263]. - - - Het feit dat, uit het standpunt van de wet, het huwelijk - oorspronkelijk een instelling is om de eigendomsrechten te - verzekeren en de erfenisrechten, wordt geïllustreerd door de - Engelsche echtscheidingswet van tegenwoordig. Volgens deze wet - heeft een man, als zijn vrouw sexueelen omgang heeft met een - anderen man dan haar echtgenoot, het recht echtscheiding aan te - vragen; als echter de man omgang heeft met een andere vrouw dan de - zijne, dan heeft zij geen recht op echtscheiding; dat kan alleen - als hij bovendien wreed jegens haar geweest is, of haar verlaten - heeft; uit een standpunt van ideëele moraal is zulk een wet in - 't oog springend onbillijk; ze is dan ook in bijna alle beschaafde - landen afgeschaft behalve in Engeland. - - Maar van het standpunt van bezit en erfenis is ze zeer begrijpelijk - en om die reden heeft ze nog den steun van de meerderheid der - Engelschen. Als de vrouw omgang heeft met andere mannen, dan is - er gevaar, dat het bezit van den man geërfd zal worden door een - kind, dat het zijne niet is. Maar de sexueele omgang van den man - met andere vrouwen wordt niet door zulk een gevaar gevolgd. De - ontrouw van de vrouw is een ernstige beleediging van den eigendom; - de ontrouw van den man is geen beleediging van den eigendom, - en daarom kan ze met geen mogelijkheid beschouwd worden als - een reden tot echtscheiding uit het wettelijk standpunt. Het - feit, dat echtbreuk van den man gecompliceerd met wreedheid, - zulk een reden is, is alleen maar een concessie aan het moderne - gevoel. Toch heeft, zooals Helene Stöcker naar waarheid zegt - ("Verschiedenheit im Liebesleben des Weibes und des Mannes", - Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Dec., 1908) een getrouwd man, - die een niet erkend kind heeft bij een vrouw buiten het huwelijk, - een daad gedaan, die even ernstig tegenmaatschappelijk is als een - getrouwde vrouw, die een kind heeft zonder te erkennen, dat haar - man niet de vader is. In het eerste geval heeft de man, in het - tweede geval de vrouw, een te groote verantwoordelijkheid gelegd - op een ander persoon. (Hetzelfde punt is op den voorgrond gesteld - door den schrijver van The Question of English Divorce, p. 56). - - Ik leg hier den nadruk op het economisch element in onze sexueele - moraal, omdat dat het element is, hetwelk er een soort van - standvastigheid aan gegeven heeft en in de wet is vastgelegd. Maar - als we onze sexueele moraal van een ruimer standpunt beschouwen, - dan kunnen we wel niet anders of we zien het oude element van - ascetisme, dat er godsdienstigen hartstocht en godsdienstige - heiliging aan gegeven heeft. Onze sexueele moraal is dus in - werkelijkheid een bastaard, geboren uit de vereeniging van - eigendoms-moraal en primitieve ascetische moraal, die geen van - beide in de ware verhouding staan tot de levensfeiten van het - sexueele leven. Het is werkelijk het eigendoms-element, dat, met - een paar inconsequenties tenslotte het hoofdelement geworden is - van onze wet, maar het ascetische element heeft een belangrijke - rol gespeeld bij het vormen van het populaire gevoel en bij het - scheppen van een houding van afkeuring jegens sexueelen omgang per - se, hoewel zulke omgang beschouwd wordt als een essentieel deel - van de op eigendom gebaseerde en godsdienstig gesanctionneerde - instelling van het wettig huwelijk. - - De verheerlijking van de maagdelijkheid leidde in onmerkbare - overgangen, tot het bestempelen van de "ontucht" als doodzonde, - en ten slotte als een werkelijke wereldsche "misdaad". Er wordt - soms gezegd, dat het niet voor het Concilie van Trente geweest - is, dat de Kerk formeel allen in den ban deed, die meenden, - dat de huwelijksstaat hooger was dan de maagdelijke staat, - maar men had die meening min of meer vormelijk reeds vroeger - geuit, bijna van de vroegste tijden van het Christendom af, en - dat blijkt duidelijk uit de brieven van Paulus. Alle theologen - zijn het er over eens, dat ontucht een doodzonde is. Caramuel, - de beroemde Spaansche theoloog, die ongewone concessies deed - aan de eischen van de rede en van de natuur, meende, dat ontucht - alleen maar een kwaad is, omdat het verboden is, maar Innocentius - XI verwierp deze clausule formeel. Ontucht als een doodzonde werd - langzamerhand verwereldlijkt tot ontucht als een misdaad. Ontucht - was in Frankrijk in de achttiende eeuw nog een misdaad, zooals - Tarde bij zijn historische nasporingen van een crimineel proces - in Périgord ontdekte; echtbreuk was ook een zonde en werd streng - gestraft, volkomen onafhankelijk van eenige klacht van een van - de beide partijen (Tarde, "Archéologie Criminelle en Périgord", - Archives de l'Anthropologie Criminelle, Nov. 15, 1898). - - De Puriteinen uit de dagen van Cromwell in Engeland (evenals de - Puriteinen in Genève) volgden het voorbeeld der Katholieken en - namen beleedigingen van de geestelijkheid tegen de kuischheid in - de wereldsche wet op. Bij een acte van het Parlement, aangenomen - in 1653, werd ontucht strafbaar gesteld met gevangenisstraf van - drie maanden voor beide partijen. Bij dezelfde acte werd echtbreuk - van de vrouw (van den man wordt niets gezegd) gemaakt tot misdaad, - zoowel voor haar als voor haar deelgenoot in de schuld en daarom - wordt ze strafbaar gesteld met den dood (Scobell, Acts and - Ordinances, p. 121) - - -De werking van een valsche moraal, zooals onze sexueele moraal geweest -is, is als die van een tweesnijdend zwaard. Aan den eenen kant voert -ze tot een geheime en huichelachtige laksheid, aan den anderen kant -ondersteunt ze een star en dood reglementenboek, waarvan maar zoo -weinigen de voorschriften constant kunnen opvolgen, dat de theoretische -moraal daardoor verlaagd wordt tot een min of meer ledigen vorm. "Het -menschelijk ras zou veel winnen", zeide de wijze Senancour, "als de -deugd niet zoo moeilijk gemaakt werd. De verdienste zou dan niet zoo -groot zijn, maar wat is het nut van een hoogte van volkomenheid, waarop -men zich maar zelden kan handhaven?" [264]. Tegenwoordig hebben wij, -zooals Ellen Key, een latere moralist, het uitdrukt, alleen maar een -immoraliteit, die de ondeugd begunstigt en de deugd niet te bereiken -maakt; en zij roept dan ook met vergefelijke overdrijving uit, -dat het prediken voor den jongen mensch van een gezondere moraal, -zonder tevens de maatschappij te veroordeelen, die de overheerschende -immoraliteit aanmoedigt, "erger is dan dwaasheid, dat het misdaad is". - -In de richting, waarin Senancour een eeuw geleden en Ellen Key nu, -groote pioniers zijn, bewegen de nieuwe vormen van de vooruitstrevende -of ideale theoretische moraal zich voorwaarts, volgens de algemeene -neiging in de moraal, van de traditioneele moraliteit en zelfs van -de praktijk. - -Er is een groote moderne beweging, die duidelijk aantoont, dat de -sexueele moraal zich tegenwoordig beweegt naar een nieuw standpunt. Dit -is de veranderende houding van de massa der gemeenschap zoowel jegens -het burgerlijk huwelijk als jegens het godsdienstig huwelijk, en de -aangroeiende neiging om staatsinmenging in sexueele verhoudingen af -te keuren, onafhankelijk van de kinderproductie. - -Er is ongetwijfeld onder de onderste lagen der bevolking van -Europa altijd een neiging geweest sexueele verhoudingen aan te -gaan zonder de officieele heiliging totdat zulke verhoudingen -zich goed bevestigd hebben en totdat de hoop op een nageslacht -gerechtvaardigd is. Deze neiging heeft zich gecristalliseerd in -erkende gewoonten onder ontelbare landelijke gemeenschappen, die -weinig last hebben van de storende invloeden van de buitenwereld of -de beperkende invloeden van theologisch Christelijke begrippen. Maar -in den tegenwoordigen tijd is deze neiging niet beperkt tot de meer -primitieve en afgezonderde gemeenschappen van Europa, onder wie ze -juist begint uit te sterven. Het is een ontwijfelbaar feit, zegt -Professor Bruno Meyer, dat veel meer dan de helft van den sexueelen -omgang nu plaats vindt buiten het huwelijk [265]. Vooral onder de -intelligente klassen en in bloeiende en vooruitgaande gemeenschappen is -deze beweging merkbaar. Wij zien door de geheele wereld het praktische -gezond verstand van de menschen zich vormen in de richting, waarvan -de ideëele moralisten de pioniers geweest zijn, die onveranderlijk -voorafgaan aan den nieuwen groei van de praktische moraal. - -De vrijwillig kinderlooze huwelijken van tegenwoordig hebben de -mogelijkheid bewezen van zulke vereenigingen buiten het wettig -huwelijk, en zulke vrije verbintenissen kunnen voor vooruitstrevende -menschen het huwelijk vervangen [266]. De geleidelijke maar gestadige -verhooging van den leeftijd voor het aangaan van een wettig huwelijk -wijst ook in dezelfde richting, hoewel ze niet alleen wijst op een -toename van vrije verbintenissen, maar op een toename van alle vormen -van normale en abnormale sexualiteit buiten het huwelijk. Zoo waren -in Engeland en Wales in 1906 maar 43 van de 1000 getrouwde mannen en -146 van de 1000 getrouwde vrouwen minderjarig, terwijl de gemiddelde -leeftijd voor de mannen 28.6 jaar en voor de vrouwen 26.4 jaar -was. Voor de mannen is de leeftijd zoowat acht maanden gestegen in -de laatste veertig jaar, voor de vrouwen meer. In de groote steden, -als Londen, waar de mogelijkheid voor buitenechtelijk verkeer grooter -is, is de leeftijd voor het wettige huwelijk hooger dan op het land. - - - Als wij den leeftijd, waarop gemiddeld een wettig huwelijk gesloten - wordt, moeten beschouwen als de leeftijd, waarop de bevolking - in sexueele verbintenissen treedt, dan is die ongetwijfeld - te laat. Beyer, een toonaangevend Duitsch neuroloog, vindt, - dat er even ernstige bezwaren zijn tegen vroege als tegen late - huwelijken, en komt tot de conclusie, dat in gematigde streken de - beste leeftijd voor vrouwen om te trouwen is het een en twintigste - jaar, en voor mannen het vijf en twintigste jaar. - - Toch zijn, onder slechte economische omstandigheden en met - een starre huwelijkswet vroege huwelijken in ieder opzicht - verkeerd. Bij de armen zijn zij een teeken van groote armoede. De - allerarmsten trouwen het eerst, omdat zij het gevoel hebben, dat - hun toestand niet erger worden kan. (Dr. Michael Ryan heeft veel - belangwekkend bewijsmateriaal verzameld over de oorzaken van het - vroege huwelijk in Ierland in zijn Philosophy of Marriage, 1837, - blz. 58-72). Onder de armen is een vroeg huwelijk dus altijd een - ongeluk. "Vele goede menschen", zegt Mr. Thomas Holmes, secretaris - van de Howard Association en zendeling bij de politiehoven - (in een interview, Daily Chronicle, Sept. 8, 1909), "raden - jongens en meisjes aan te trouwen om te voorkomen wat zij noemen - "schande". Dit houd ik voor geheel verkeerd, en het leidt tot veel - grootere verkeerdheden, dan die het met mogelijkheid kan afwenden". - - Vroege huwelijken zijn een van de meest gewone oorzaken, - zoowel voor de prostitutie als voor echtscheiding. Zij leiden - in onnoemelijk veel gevallen tot prostitutie, zelfs als - geen uiterlijke scheiding plaats vindt. Het feit, dat zij tot - echtscheiding leiden, blijkt uit de veelbeteekenende omstandigheid, - dat in Engeland, hoewel maar 146 van de 1000 vrouwen onder de - een en twintig zijn bij haar huwelijk, toch van de vrouwen, die - betrokken zijn in echtscheidingsprocessen er 280 van de 1000 onder - de een en twintig waren bij haar huwelijk, en deze tegenspraak - is zelfs nog grooter dan ze schijnt, want in de gegoede klassen, - die zich alleen de luxe van een echtscheiding kunnen veroorloven, - is de normale leeftijd bij het huwelijk veel hooger dan voor de - bevolking in het algemeen. Onervarenheid, zooals lang geleden - bewezen werd, door Milton (die deze les te zijnen koste geleerd - had), leidt tot schipbreuk in het huwelijk. "Zij, die het wildst - geleefd hebben", schreef hij, "blijken het meeste succes te hebben - in hun huwelijk, omdat hun ongebonden genegenheden die ze naar - believen konden eindigen, zoovele echtscheidingen geweest zijn, - waardoor ze ondervinding hebben opgedaan". - - Miss Clapperton raadt, wat de beschaafde standen betreft, zeer - vroeg huwen aan, zelfs nog tijdens het studentenleven, dat dan tot - zekere hoogte naast het huwelijksleven zou kunnen voortgezet worden - (Scientific Meliorism, hoofdst. XVII). Ook Ellen Key raadt het - vroege huwen aan. Maar zij voegt er wijselijk aan toe, dat zulks de - noodzakelijkheid in zich sluit van gemakkelijk echtscheiden. Dat - is werkelijk de eenige voorwaarde, waaronder vroeg huwen in het - algemeen wenschelijk kan zijn. Jonge menschen--tenzij zij een zeer - eenvoudige en rustige natuur hebben--kunnen nòch den loop van hun - eigen ontwikkeling en hun sterkste behoeften voorspellen, nòch - nauwkeurig den aard en de kwaliteit van een andere persoonlijkheid - taxeeren. Een huwelijk, dat op zeer jeugdigen leeftijd gesloten is, - houdt spoedig op in eenig opzicht behalve den naam een huwelijk te - zijn. Soms vraagt een jong meisje om scheiding van haar echtgenoot - op den dag na haar huwelijk. - - -De meer of minder duurzame vrije vereenigingen, die onder ons in -Europa gevormd worden, moeten gewoonlijk niet anders beschouwd worden -dan als proefhuwelijken. Dat is te zeggen, dat zij een voorzorg -zijn, die wenschelijk gemaakt wordt door de onzekerheid, zoowel -aangaande de harmonie als de vruchtbaarheid van een vereeniging, -voordat de werkelijke proef is genomen, en door de onmogelijkheid -in de praktijk om op andere wijze een vergissing goed te maken, -ten gevolge van de verouderde starheid van de meeste Europeesche -echtscheidingwetten. Zulke proefhuwelijken worden dus geëischt door -de voorzichtigheid en de wijsheid en naarmate het vooruit zien in de -toekomst met de ontwikkeling van de beschaving toeneemt, en voortdurend -onder ons toeneemt, mogen we verwachten, dat er een evenredige -ontwikkeling zal zijn in de veelvuldigheid van het proefhuwelijk en in -de houding van de maatschappij jegens zulke vereenigingen. De eenige -uitweg--die een radicale hervorming in de Europeesche huwelijkswetten -even goedkoop en even gemakkelijk zal maken als de echtscheiding in -een vrij huwelijk--kan nog niet verwacht worden, want de wet komt -altijd achteraan bij de publieke opinie en het praktische levensgedrag. - -Als wij de zaak echter uit een ruimer historisch standpunt beschouwen, -dan zien we, dat we ons in tegenwoordigheid van een verschijnsel -bevinden, dat, hoewel het door moderne omstandigheden begunstigd wordt, -toch zeer oud is en ver verspreid en dat, wat Europa betreft, dateert -uit den tijd, toen de kerk voor het eerst het kerkelijk huwelijk -trachtte op te dringen, zoodat het feitelijk een voortzetting is van -de oude Europeesche gewoonte van het privaathuwelijk. - - - Proefhuwelijken gaan door onmerkbare nuances over in de groep van - gewoonten bij het hof maken, die, terwijl ze de jonge menschen - toestaan den nacht te zamen door te brengen, in een positie - van meerdere of mindere intimiteit, toch als regel, feitelijken - sexueelen omgang uitsluiten. Nachtelijke vrijage bloeit onder - de soliede, krachtig gebouwde bevolking van streken in Europa, - die niet door aanraking met vreemden gedesorganiseerd zijn. Zij - schijnt vooral veel voor te komen in Teutonische en Keltische - landen, en is bekend onder verschillende namen, als Probenächte, - fensterln, Kiltgang, hand-fasting, bundling, sitting-up, courting - on the bed, etc. Zij is in Wales welbekend; zij wordt ook gevonden - in verschillende Engelsche graafschappen b.v. in Cheshire; zij - bestond in het Ierland van de achttiende eeuw (volgens de Travels - van Richard Twiss) in Nieuw-Engeland was zij bekend als tarrying; - in Holland bestaat zij ook. In Noorwegen, waar het nacht-loopen - genoemd wordt, wegens den verren afstand tusschen de verschillende - erven, moet zij nog algemeen bestaan, hoewel de geestelijken er - tegen preeken; het meisje trekt verscheidene extra rokken aan en - gaat daarmee naar bed, en de jonge man komt door het raam naar - binnen en gaat bij haar in bed; zij praten den geheelen nacht door - en zij behoeven niet te trouwen, tenzij het meisje zwanger wordt. - - Rhys en Brynmor-Jones (Welsh People, blz. 582-4) geven een - interessante mededeeling over deze nachtelijke vrijage met - talrijke verwijzingen naar de literatuur. Wat Duitschland betreft, - zie men b.v. Rudeck, Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit, - blz. 146-154. Wat het proefhuwelijk over het algemeen aangaat, - worden veel feiten en verwijzingen gegeven door M. A. Potter - (Sohrab und Rustem, blz. 129-137). - - De gewoonte van vrije huwelijksverbintenissen, die gewoonlijk - gewettigd worden vòor of nà de geboorte van kinderen, schijnt - tamelijk veel voor te komen in vele, misschien wel in alle - landelijke districten van Engeland. De vereeniging wordt gewettigd, - als ze bevredigend blijkt te zijn, zelfs als er geen uitzicht - is op kinderen. In sommige graafschappen moet het een bijna - algemeene gewoonte zijn, dat vrouwen sexueele verhoudingen hebben - vóor het wettig huwelijk; soms trouwt een vrouw met den eersten - man, dien ze probeert; soms probeert ze verschillende mannen, - eer ze den man vindt, die haar past. Zulke huwelijken vallen - natuurlijk, over het geheel, beter uit dan huwelijken, waarin - de vrouw, die niets weet van hetgeen haar te wachten staat en - geen andere ondervinding ter vergelijking heeft, geneigd is zich - teleurgesteld te voelen of te meenen, dat ze "het beter had kunnen - treffen". Zelfs als wettige erkenning niet gezocht wordt voor nà - de geboorte van kinderen, volgt daar nog in het geheel niet uit, - dat er moreele corruptie aan verbonden is. Zoo in sommige deelen - van Staffordshire, waar het algemeen voorkomt, dat de vrouwen - een kind hebben vóor het huwelijk, zijn zij, niettegenstaande - deze "corruptie", naar wij vernemen (Burton, City of the Saints, - Appendix IV), "zeer goede buurvrouwen, uitstekende, hardwerkende - en liefhebbende echtgenooten en moeders". - - "De lagere maatschappelijke klassen, vooral de boeren", merkt - Dr. Ehrhard op ("Auch ein Wort zur Ehereform", Geschlecht und - Gesellschaft, jaargang I. afl. 10), "weten beter dan wij, dat het - huwelijksbed de grondslag is van het huwelijk. Daarom hebben zij - de primitieve gewoonte van het proefhuwelijk behouden, dat in - de Middeleeuwen zelfs nog in de beste kringen in praktijk werd - gebracht. Het heeft het verdere voordeel, dat het huwelijk niet - gesloten wordt, voor het gebleken is vruchtbaar te zijn. Het - proefhuwelijk toont natuurlijk aan, dat de maagdelijkheid niet - geschat wordt op meer dan haar juiste waarde". Wat dit punt - aangaat, mogen we vermelden, dat in vele deelen van de wereld, een - vrouw hooger geschat wordt, als ze vóor haar huwelijk sexueelen - omgang gehad heeft (zie b.v., Potter, op. cit., blz. 164 et - seq.). Ofschoon maagdelijkheid een van de sexueele attracties is, - die een vrouw kan bezitten, een attractie die gebaseerd is op een - natuurlijk instinct, zoo kan toch een overdreven aandacht voor - deze maagdelijkheid, niet anders beschouwd worden dan als een - sexueele perversie, die verwant is aan paedophilia, de sexueele - aantrekking tot kinderen. - - In zeer kleine dicht bijeen liggende gemeenten vertoont de - primitieve gewoonte van het proefhuwelijk neiging tot verval, - als er een groote invasie plaats heeft van vreemdelingen, die niet - opgevoed zijn in die gewoonte (welke voor hen geen verschil schijnt - te vertoonen met de losbandigheid van de prostitutie), en die niet - de verplichtingen op zich willen nemen, welke het proefhuwelijk - oplegt. Dit gebeurde bij de zoogenaamde "eiland-gewoonte" - van Portland, die tot in de negentiende eeuw bleef bestaan; - volgens deze zede leefde een vrouw voor het huwelijk met haar - minnaar, totdat ze zwanger was en trouwde dan met hem; zij was - hem altijd strikt trouw, terwijl ze met hem leefde, maar als ze - niet zwanger werd kon het paar overeenkomen, dat zij niet voor - elkander bedoeld waren, en de betrekking afbreken. Het gevolg was, - dat er jaren achtereen geen onwettige kinderen geboren werden, - en weinig huwelijken kinderloos waren. Toen zich echter de - Portland-cementhandel ontwikkelde, profiteerden de uit Londen - geïmporteerde werklieden van de gewoonte van het eiland, maar - ze weigerden hun verplichtingen na te komen als er zwangerschap - volgde. Dientengevolge geraakte de gewoonte in onbruik (zie - b.v. de noot van den vertaler bij Sexual Life of Our Time van - Bloch p. 237, en de aanhalingen daar gegeven van Hutchins, - History and Antiquities of Dorset, deel II, p. 820). - - Maar niet alleen op het land, ook in de groote steden zijn - huwelijken in den beginne vrije vereenigingen. Zoo constateerde in - Parijs Després meer dan dertig jaar geleden, (La Prostitution à - Paris, p. 137), dat in de meeste arrondissementen der stad negen - van de tien wettige huwelijken de bevestiging zijn van een vrije - verbintenis; hoewel, ofschoon dit het gemiddelde was, het er in - een paar arrondissementen maar drie van de tien waren. Het is in - Parijs tegenwoordig tamelijk wel hetzelfde; tenminste de helft - van de huwelijken zijn, naar men zegt, van deze soort. - - In Germaansche landen zijn vrije verbintenissen een zeer oude - en vastgewortelde gewoonte. Zoo zegt Ellen Key, dat in Zweden - de meerderheid van de bevolking op deze wijze hun getrouwde - leven begint (Liebe und Ehe, p. 123). De regeling wordt weldadig - bevonden, en "huwelijkstrouw is even groot als vrijheid voor het - huwelijk ongebonden is". In Denemarken heeft de conceptie van - veel kinderen ook plaats voordat de vereeniging van de ouders - gewettigd is (Rubin en Westergaard, aangehaald door Gaedeken, - Archives d'Anthropologie Criminelle, Feb. 15, 1909). - - In Duitschland zijn onwettige huwelijken niet alleen zeer talrijk, - in Berlijn is het aantal 17 percent, en in sommige steden nog veel - grooter, maar conceptie voor het huwelijk heeft plaats in bijna - de helft van de huwelijken, en soms in de meerderheid. Zoo heeft - in Berlijn bij meer dan 40 percent van alle wettige eerstgeboren - kinderen de conceptie plaats gehad vóor het huwelijk, terwijl - in sommige landelijke provincies (waar het aantal onwettige - geboorten lager is) het aantal huwelijken, dat volgt op conceptie - voor het huwelijk, veel grooter is dan in Berlijn. De toestanden - van het landelijk Duitschland zijn speciaal onderzocht door een - commissie van Luthersche geestelijken en ze zijn eenige jaren - geleden uiteengezet in twee deelen, Die geschlechtlich-sittlichen - Verhältnisse im Deutschen Reiche, die vol zijn van inlichtingen - omtrent de sexueele moraliteit in Duitschland. In Hannover, - wordt in dit werk gezegd, zeggen de meeste autoriteiten, - dat omgang vóor het huwelijk regel is. Op zijn minst wordt een - probe, of proef, beschouwd als een vanzelfsprekend iets, dat het - huwelijk voorafgaat, omdat niemand "een kat in den zak" wenscht - te koopen. Ook in Saksen, zegt men, heeft een meisje bijna altijd - omgang vóor het huwelijk, òf haar eerste kind wordt geboren of in - ieder geval ontvangen buiten het huwelijk. Dit wordt beschouwd - als een gewettigd probeeren van de bruid, voordat men haar voor - goed neemt. "Men koopt nog geen pijp van een stuiver zonder ze - te probeeren", vertelde men aan een Duitsch geestelijke. Rondom - Stettin wordt in twaalf districten (bijna de helft van alle), - sexueele omgang voor het huwelijk beschouwd als gewoonte, en in - de andere, zoo het al niet bepaald de gewoonte is, komt het toch - zeer veel voor, en wordt door de publieke opinie niet gestreng - of zelfs in het geheel niet veroordeeld. In sommige districten - volgt het huwelijk onmiddellijk op de zwangerschap. In de buurt - van Dantzig komt, volgens het Luthersche comité, omgang vóor het - huwelijk voor in meer dan de helft van de gevallen, maar er volgt - niet altijd een huwelijk op de zwangerschap. Bijna al de meisjes, - die gaan dienen, hebben minnaars, en menschen op het land zeggen - soms aan hun dienstmeisjes, als zij ze huren, dat ze 's avonds en - 's nachts mogen doen wat ze willen. Deze toestand schijnt gunstig - te zijn voor de echtelijke trouw. Het Duitsche boerenmeisje, - merkt een andere autoriteit op (E. H. Meyer, Deutsche Volkskunde, - 1898, pp. 154, 164) heeft haar eigen kamer; zij mag haar minnaar - ontvangen; het is geen schande als zij zich aan hem geeft. Het - aantal vrouwen, dat het huwelijk als maagd ingaat is niet groot - (dit heeft meer speciaal betrekking op Baden), maar de publieke - opinie beschermt ze, en die opinie is niet gunstig aan het niet - nakomen van de verantwoordelijkheden, die sexueele verhoudingen met - zich brengen. De Duitsche vrouw is minder kuisch vóor het huwelijk - dan haar Fransche of Italiaansche zuster. Maar, voegt Meyer er - aan toe, zij is waarschijnlijk trouwer na het huwelijk dan deze. - - Het wordt door velen aangenomen, dat deze staat van Duitsche - moraliteit zooals hij tegenwoordig is, een nieuw verschijnsel is, - en het teeken van een snelle nationale ontaarding. Dat is in het - geheel niet het geval. In dit verband mogen we de bewijsgronden - aannemen van Katholieke priesters, die door de ondervinding van den - biechtstoel in staat zijn met gezag te spreken. Een oud priester - uit Beieren schrijft het volgende (Geschlecht und Gesellschaft, - 1907, Bd. II, Heft 1): "Op ethische congressen hooren we den - lof verkondigen van "den goeden ouden tijd", toen trouw en - zedelijkheid onder de bevolking heerschten. Of dat juist is, - is een andere kwestie. Toen ik een jong priester was hoorde ik - van even zoovele en even zoo ernstige zonden als nu ik een oud - man ben. De zedelijkheid van de menschen is niet grooter en ook - niet minder. De dwaling is het geloof, dat de immoraliteit uit de - steden komt en het land vergiftigt. De menschen praten alsof het - land zuiver een paradijs van onschuld was. Ik wil onze menschen van - het land geenszins immoreel noemen, maar uit een ervaring van vele - jaren kan ik zeggen, dat er in sexueele opzichten geen verschil - is tusschen stad en land. Ik heb meer dan honderd verschillende - gemeenten leeren kennen, en op de meest verschillende plaatsen, - in de bergen en op de vlakte, op arm land en op rijk land. Maar - overal vind ik dezelfde moraal en gebrek aan moraal. De menschen - zijn overal hetzelfde, hoewel er op het land dikwijls beter - Christenen zijn dan in de steden". - - Als we echter veel verder teruggaan dan menschenheugenis, dan - schijnt het zeer waarschijnlijk, dat de sexueele gewoonten van - het Duitsche volk van den tegenwoordigen tijd niet in hun wezen - verschillen--hoezeer ook nu en dan met de verandering van tijden - en omstandigheden zich veranderingen mogen voorgedaan hebben--van - wat zij waren bij het begin der Duitsche geschiedenis. Dit is de - meening van een van de grondigste kenners van Indo-Germaansche - oertoestanden. In zijn Reallexicon (art. "Keuschheit") wijst - O. Schrader er op, dat de dikwijls aangehaalde Tacitus, strikt - beschouwd, alleen kan dienen om te bewijzen, dat de vrouwen kuisch - waren na het huwelijk, en dat er geen prostitutie bestond. Er - kan geen twijfel aan bestaan, en, voegt hij er aan toe, het - vroegste historische bewijsmateriaal wijst er op, dat vrouwen - in het oude Duitschland niet kuisch waren vóor het huwelijk. Dit - feit is verborgen gebleven door de neiging van de oude klassieke - schrijvers om de Noordelijke volken te idealiseeren. - - Zoo moeten we ons duidelijk voor oogen stellen, dat het begrip - "Duitsche deugd" dat aan de wereld door een lange reeks van - Duitsche schrijvers zoo bekend is geworden, in het geheel geen - bijzondere graad van toewijding aan de deugd der kuischheid - beteekent. Tacitus schijnt werkelijk op die plaats, die in - Duitschland meer aangehaald wordt dan eenige andere plaats in - de klassieke literatuur, terwijl hij met juistheid den nadruk - legt op de late puberteit van de Duitschers en hun ruwe wijze - van straffen van echtelijke ontrouw aan den kant van de vrouw, - er op te doelen, dat zij ook kuisch waren. Maar we moeten altijd - in herinnering houden, dat Tacitus schreef zoowel als sarcastisch - moralist als historicus, en dat hij, als hij in vervoering raakte - over de deugden van de Duitsche barbaren, een oog gevestigd - had op de galerij met Romeinen, wier ondeugden hij wenschte te - hekelen. Vrijwel dezelfde verwarring is geschapen door Gildas, - die, waar hij de gevolgen beschreef van de overwinning der - Saksen in Engeland, schreef als prediker zoowel als historicus, - en dezelfde moreele opzet (zooals Dill gezegd heeft) maakt het - beeld van Salvianus over de ondeugden van het Gallië van de vijfde - eeuw onwaar [267]. - - De vrijheid en de verdraagzaamheid van de sexueele gewoonten onder - de Russen is tamelijk welbekend. Zooals een Russisch correspondent - mij schrijft, "het liberalisme van de Russische manieren stelt - jonge mannen en jonge meisjes in staat volkomen onafhankelijkheid - te genieten. Zij bezoeken elkaar alleen, zij wandelen samen alleen, - en zij komen thuis zoo laat ze willen. Zij hebben een vrijheid van - beweging zoo volkomen als van volwassen personen; sommigen maken - er gebruik van om over politiek te praten en anderen om elkaar - het hof te maken. Zij kunnen zich ook alle boeken verschaffen, - die zij willen; zoo zag ik op de tafel van een meisjesstudentje, - dat ik kende, de Elements of Social Science, dat toen in Rusland - verboden was; dit meisje woonde bij haar tante, maar ze had haar - eigen kamer, waar alleen haar vrienden mochten binnen komen; - haar tante of andere familieleden kwamen er nooit. Natuurlijk - ging zij uit en kwam zij weer thuis op de tijden, die zij zelf - wilde. Vele andere vrouwelijke studenten genieten in haar families - dezelfde vrijheid. Dit is nu geheel anders dan in Italië, waar - meisjes geen vrijheid van bewegen hebben, en nòch alleen kunnen - uitgaan, nòch heeren alleen kunnen ontvangen, en waar, geheel - verschillend van Rusland, een meisje, dat sexueelen omgang gehad - heeft buiten het huwelijk, werkelijk "verloren" en "onteerd" is" - (vergelijk Sexual-Probleme, Aug., 1908, p. 506). - - Het schijnt wel dat vrijheid van sexueele verhoudingen in - Rusland--afgezonderd van den invloed van de oude gewoonte--in - groote mate noodzakelijk gemaakt is door de moeilijkheid van het - echtscheiden. Getrouwde paren, die zich geen echtscheiding konden - verschaffen, gingen uiteen en vonden nieuwe deelgenooten zonder - wettig huwelijk. In 1907 werd echter een poging gedaan om dit - defect in de wet te herstellen; een liberale echtscheidingswet - is ingevoerd, terwijl wederzijdsch goedvinden met scheiding voor - den tijd van meer dan een jaar erkend wordt als een voldoende - grond tot echtscheiden (Bijblad bij Geschlecht und Gesellschaft, - Bd. II, Heft 5, p. 145). - - In de laatste jaren heeft zich onder de ontwikkelde jonge - mannen en vrouwen in Rusland een neiging ontwikkeld tot sexueele - losbandigheid, die, hoewel ze ongetwijfeld ondersteund wordt door - de oude tradities van sexueele vrijheid, geenszins verward moet - worden met die vrijheid, omdat ze direct berust op oorzaken van een - geheel verschillende orde. De ingespannen revolutionaire pogingen, - die in de laatste jaren van de afgeloopen eeuw gedaan zijn om - politieke vrijheid te verkrijgen, hebben het jongere en meer - energieke deel van de ontwikkelde klassen in beslag genomen, hebben - een groote mate van geestelijke spanning met zich mee gebracht en - gingen vergezeld van een neiging tot ascetisme. Het vooruitzicht - van den dood stond hun voortdurend voor oogen, en het zich inlaten - met sexueele zaken zou gevoeld zijn als niet in harmonie met den - revolutionairen geest. Maar in deze eeuw is er in ruimen kring - een einde gekomen aan de revolutionaire werkzaamheid. Deze is in - hooge mate vervangen door een belangstelling in sexueele kwesties - en een toegeven aan sexueele ongebondenheid, die dikwijls een - eenigszins losbandig en zinnelijk karakter aanneemt. Vereenigingen - van "vrije liefde" zijn door de studenten van beide seksen gevormd - tot het aankweeken van deze neigingen. Een roman van Artzibascheff, - Ssanin, is van grooten invloed geweest op het verspreiden van - deze neigingen. Het is niet waarschijnlijk, dat deze beweging, in - haar meer buitensporige vormen, van langen duur zal zijn. (Voor - een verslag hierover zie men bv. van Werner Daya, "Die Sexuelle - Bewegung in Russland", Zeitschrift für Sexualwissenschaft, - Aug., 1908; ook "Les Associations Erotiques en Russe", Journal - du Droit International Privé, Jan., 1909, waarvan een beknopt, - doch volledig overzicht in de Revue des Idées, Febr., 1909). - - De beweging voor de sexueele vrijheid in Rusland ligt echter - veel dieper dan deze mode van sexueele losbandigheid; ze wordt - gevonden in ver verwijderde en niet aan de mode onderhevige deelen - van het land, en ze staat in verband met zeer oude gewoonten. - - Het is interessant, dat bij zulke mannelijke, krachtige, tot - schitterende praestaties bekwame volken, zooals de Duitschers - en de Russen, zich zoo lang een sexueele vrijheid heeft staande - gehouden, die men dikwijls ten onrechte als immoreel aangeduid - heeft, want wat in harmonie is met de zeden van een volk, kan - niet immoreel zijn. Het is misschien echter nog interessanter - de ontwikkeling na te gaan van dezelfde neiging onder nieuwe - bloeiende en in hooge mate vooruitgaande gemeenschappen, die - de gewoonte van sexueele vrijheid niet geërfd hebben, of ze nu - eerst weer zien herleven. We kunnen bv. het voorbeeld nemen van - Australië en Nieuw-Zeeland. Het kan zijn, dat deze ontwikkeling - niet van den jongsten datum is. De openlijkheid van de sexueele - vrijheid in Australië, en de verdraagzaamheid waarmee ze beoordeeld - werd, waren al dertig jaar geleden duidelijk merkbaar voor hen, - die uit Engeland kwamen om in het Zuidelijk vasteland te leven, - en waren ongetwijfeld al vroeger merkbaar. Ze schijnt echter - toegenomen te zijn met het aangroeiend bewustzijn van een eigen - beschaving. "Na zorgvuldig onderzoek", zegt H. Northcote, een - geestelijke, die vele jaren in het zuidelijk halfrond gewoond - heeft (Christianity and Sex Problems, Hoofdst. VIII), "vind ik - voldoende bewijsgronden, dat in de laatste jaren verkeer buiten - het huwelijk in sommige deelen van Australië bepaald aan het - toenemen is". Coghlan, de voornaamste autoriteit in Australische - statistieken constateert hetzelfde meer precies in zijn Childbirth - in New South Wales, dat eenige jaren geleden uitkwam: "Het veel - voorkomen van geboorten, waarvan de conceptie voor het huwelijk - heeft plaats gehad--een zaak, die tot nu toe weinig is begrepen--is - nu geheel onderzocht. In Nieuw Zuid-Wales waren in zes jaar 13.336 - huwelijken, waarbij conceptie vóor het huwelijk voorkwam, en, - daar het geheele aantal huwelijken 49.641 was, volgden minstens - zeven van de honderd huwelijken na de conceptie. In dienzelfden - tijd bedroeg het aantal onwettige geboorten 14.779; er waren dus - 28.145 gevallen van conceptie bij ongetrouwde vrouwen; in 13.366 - gevallen ging het huwelijk vooraf aan de geboorte van een kind, - zoodat de kinderen gewettigd werden in meer dan zeven en veertig - van de honderd gevallen. Een studie van de cijfers van geboorten - bij conceptie vóor het huwelijk maakt het duidelijk, dat in een - zeer groot aantal gevallen het verkeer vóor het huwelijk niet is - een vooruit loopen op een huwelijk, dat reeds vastgesteld is, - maar dat de huwelijken aan de partijen opgedrongen worden, en - niet aangegaan zouden geworden zijn als het niet was geweest om - den toestand van de vrouw" (vergelijk Powys, Biometrika, deel I, - 1901-'02, p. 30). Dat een huwelijk, naar Coghlan het uitdrukt, - "aan de partijen opgedrongen" zou worden is natuurlijk niet - wenschelijk in het algemeen moreel belang, en het is ook een teeken - van onvolkomen moreele verantwoordelijkheid bij de partijen zelf. - - Het bestaan van zulk een toestand in een jong land, dat behoort tot - een deel van de wereld, waar het algemeene niveau van welvaart, - verstand, moraal en maatschappelijke verantwoordelijkheid - waarschijnlijk wel hooger is dan in eenig ander land, bewoond door - menschen van het blanke ras, is voor ons, die trachten de richting - te voorspellen, waarin de beschaafde moraal zich voortbeweegt, - een feit van de allergrootste beteekenis. - - -Er wordt soms gezegd, of ten minste te verstaan gegeven, dat in deze -beweging de vrouwen alleen maar een lijdelijke rol spelen, en dat het -initiatief ligt bij de mannen, die waarschijnlijk gedreven worden -door de begeerte zich aan de verantwoordelijkheid van het huwelijk -te onttrekken. Dit is in het geheel niet het geval. - - - Op de actieve rol, die Duitsche meisjes in sexueele zaken - spelen is herhaaldelijk gewezen door de Luthersche dominées in - hun breedvoerige en in bijzonderheden gaande verslagen. Van het - district Dantzig wordt gezegd "de jonge meisjes geven zich aan de - jonge mannen, of verleiden hen zelfs". De militaire manoeuvres zijn - dikwijls een bron van onkuischheid in landelijke districten. "De - fout ligt niet alleen bij de soldaten, maar vooral bij de meisjes, - die half dol worden, als ze een soldaat zien", wordt vermeld van - het district Dresden. En bij het samenvatten van de toestanden in - Oostelijk Duitschland zegt het rapport: "In sexueele losbandigheid - staan de meisjes niet achter bij de jonge mannen; zij laten zich - maar al te gemakkelijk verleiden; zelfs volwassen meisjes gaan - dikwijls met halfwas jongens, en meisjes geven zich dikwijls aan - verscheiden mannen achtereen. Het is in het geheel niet altijd - de jonge man, die de oorzaak is van de verleiding, het zijn zeer - dikwijls de meisjes, die de jonge mannen verleiden tot sexueelen - omgang; zij wachten niet altijd tot de mannen naar haar kamer - komen, maar gaan naar de kamers van de mannen en wachten ze op - in hun bed. Met deze neiging tot sexueelen omgang is het niet te - verwonderen, dat vele menschen meenen, dat na haar zestiende jaar - geen meisje meer maagd is. Onkuischheid is onder de arbeidende - bevolking op het land zeer algemeen, en ze komt evenveel voor - bij beide geslachten" (op. cit., deel I, p. 218). - - Onder vrouwen van de ontwikkelde klassen zijn de toestanden - eenigszins anders. De remmen zijn hier innerlijk zoowel als - uiterlijk veel sterker. De jonkvrouwelijkheid wordt, ten - minste wat het physieke aangaat, meestal bewaard tot lang na - den meisjesleeftijd, en als ze verloren is gegaan, wordt dat - verlies verborgen met een nauwgezette zorg en voorzichtigheid, - die niet bekend zijn onder de werkmansbevolking. Toch blijven de - grondneigingen dezelfde. Wat Engeland betreft, schrijft Geoffrey - Mortimer geheel naar waarheid (Chapters on Human Love, 1898, - p. 117), dat de twee groepen van vrouwen, die in voortdurende - geheime verstandhouding leven met een enkelen minnaar, en van - vrouwen, die zich onbevreesd aan mannen geven uit de kracht van - haar hartstochten, "veel grooter zijn, dan algemeen geloofd - wordt. In alle klassen van de maatschappij zijn er vrouwen, - die alleen in naam jonkvrouwelijk zijn. Velen hebben kinderen - gehad zonder dat iemand ze zelfs van gemeenschap met een man zou - durven verdenken; maar de meesten nemen middelen in acht om de - conceptie te voorkomen. Een dokter in een kleine provinciestad - vertelde mij, dat zulke onregelmatige verbintenissen in zijn - district regel waren en geenszins uitzondering". Wat Duitschland - betreft zegt Frau Adams-Lehmann, een vrouwelijke dokter, in een - werk over de handelingen van de Duitsche maatschappij tot het - bestrijden van venerische ziekten (Sexualpädagogik, p. 271): - "Ik kan zeggen, dat ik op mijn spreekuur zeer weinig jonkvrouwen - van boven de dertig zie. Deze vrouwen", voegt zij er aan toe, - "zijn verstandig, moedig en natuurlijk, dikwijls de besten van - haar sekse; en wij moesten haar onzen moreelen steun geven. Zij - bereiden den weg voor een nieuwe eeuw". - - -Er wordt dikwijls gezegd, dat de uitgesproken neiging, die men -tegenwoordig waarneemt om zoolang mogelijk zich te behelpen zonder -de formeele ceremonie van het bindende huwelijk ongelukkig is, omdat -ze de vrouwen in een onvoordeelige positie plaatst. In zooverre de -maatschappelijke omgeving, waarin zij leeft, sexueele verhoudingen -zonder vormelijk huwelijk met afkeuring beschouwt, is het gezegde -klaarblijkelijk waar, hoewel men aan den anderen kant moet opmerken, -dat als de maatschappelijke omgeving het wettige huwelijk ernstig -begunstigt, ze werkt als een drijfkracht in de richting van het -wettigen van vrije verbintenissen. Maar als de afwezigheid van den -formeelen huwelijksband in sexueele verhoudingen een werkelijk en echt -nadeel was voor vrouwen dan zouden ze zich niet steeds meer gereed -toonen er afstand van te doen. En zij, die nauwkeurig bekend zijn -met de feiten, verklaren dat de afwezigheid van een formeel huwelijk -dikwijls meerdere égards voor de vrouwen geeft en dat ze zelfs gunstig -is aan de trouw en den duur van de vereeniging. Dit schijnt waar -te zijn voor menschen van de meest verschillende maatschappelijke -klassen en zelfs voor verschillende rassen. Het is waarschijnlijk -gebaseerd op fundamenteele psychologische feiten, want het gevoel -van dwang pleegt altijd een toestand van verbittering en opstand te -voorschijn te roepen. Wij hebben op deze plaats niet te onderzoeken -in hoeverre het formeele huwelijk gebaseerd is op natuurlijke feiten; -dat is een kwestie, die wij in een later stadium zullen bespreken. - - - Dat vrije verbintenissen voor vrouwen de voorkeur verdienen boven - dwanghuwelijken, blijkt wel uit het geval van de arbeidende klassen - van Londen, onder wie sexueele verhoudingen vóór het huwelijk - niet ongewoon zijn, en met toegevendheid beschouwd worden. Dat - wordt, bij voorbeeld, duidelijk te kennen gegeven in het groote - werk van C. Booth, Life and Labour of the People. "Het wordt - zelfs gezegd van ruwe arbeiders", lezen wij bij voorbeeld in - het laatste deel van dit werk (p. 41), "dat zij zich het best - gedragen, als ze niet getrouwd zijn met de vrouw, met wie ze - leven". Het bewijs op dit punt maakt dikwijls te meer indruk, - omdat het geleverd wordt door menschen, die er werkelijk zeer ver - vandaan zijn, er algemeene conclusies op te willen baseeren. Zoo - wordt in hetzelfde boek een geestelijke aangehaald, die zegt: - "Deze menschen spelen het klaar tamelijk vreedzaam samen te - leven zoo lang zij niet getrouwd zijn, maar als ze trouwen, - schijnt dit altijd aanleiding te geven tot oneenigheid". - - We kunnen zeggen, dat wij in zulk een geval niet zoozeer de - werking zien van een natuurlijke wet als de invloeden van een groot - beschavingscentrum, dat zijn invloed zelfs uitoefent op hen, die - buiten de wettig erkende instelling van het huwelijk staan. Maar - wij vinden geheel dezelfde neiging in Jamaica, waar de bevolking - veelal uit kleurlingen bestaat, en waar men nauwelijks kan zeggen, - dat de druk van een hooge beschaving heerscht. Het wettig huwelijk - wordt hier in nog grootere mate vermeden dan in Londen; er wordt - b.v. weinig zorg besteed aan het wettigen van de kinderen door - het huwelijk. Er werd bevonden door een commissie, aangesteld om - onderzoek te doen naar de huwelijkswetten in Jamaica, dat drie - van iedere vijf geboorten onwettig zijn, dat is te zeggen, dat - formeele onwettigheid opgehouden heeft immoreel te zijn, omdat - het de erkende gewoonte geworden is van de meerderheid van de - bewoners. Er is geen maatschappelijk gevoel tegen onwettigheid. De - mannen keuren het verval van het wettig huwelijk goed, omdat - zij zeggen, dat de vrouwen beter in huis werken, als zij niet - getrouwd zijn; de vrouwen keuren het goed, omdat zij zeggen, dat - mannen trouwer zijn, als ze niet gebonden zijn door een wettig - huwelijk. W. P. Livingstone heeft dat in zijn belangwekkend boek, - Black Jamaica (1899) voortreffelijk blootgelegd. De menschen - erkennen, vertelt hij ons (p. 210), dat "trouw samenleven huwelijk - beteekent", zij zeggen, dat zij "getrouwd zijn, maar niet door den - dominee". Een reden tegen het wettige huwelijk is, dat zij niet - geneigd zijn de kosten te dragen van de officieele sanctie. (In - Venezuela, mogen we er aan toevoegen, waar ook de meerderheid - der geboorten plaats vindt buiten het officieele huwelijk, - zegt men, dat de voornaamste reden niet is moreele laksheid, - maar dezelfde tegenzin om de kosten van de officieele sanctie te - dragen). Dikwijls laten de paren zich later, soms als zij volwassen - zoons en dochters hebben, wettig trouwen. (Ook in Abyssinië, - zooals Hugues Le Roux zegt, waar de menschen Christenen zijn en - het huwelijk onverbreekbaar en de ceremonie kostbaar is, is het - gewoonte, dat getrouwde menschen hun vereeniging niet wettigen, - voordat zij oud beginnen te worden, Sexual-Probleme, April, - 1908, p. 217). Het is van beteekenis, dat deze stand van zaken in - Jamaica, evenals elders, samengaat met de superioriteit van de - vrouwen. "De vrouwen van de boerenklasse", merkt Livingstone op - (p. 212), "zijn nog feitelijk onafhankelijk van de mannen en zijn - meermalen hun meerderen, zoowel lichamelijk als geestelijk." Zij - weigeren zich te verbinden aan een man, die mogelijk nergens voor - zal deugen, die een last kan worden in plaats van een hulp en - een beschermer. Zoo lang de vereenigingen vrij zijn, is er kans - op, dat ze duurzaam zijn. Als ze wettig gemaakt worden, bestaat - er gevaar dat ze ondragelijk worden en eindigen zullen, doordat - een van de partijen de andere verlaat. "De noodzakelijkheid van - wederzijdsche vriendelijkheid en verdraagzaamheid biedt den besten - waarborg voor duurzaamheid" (p. 214). Er wordt echter gezegd, - dat onder den invloed van godsdienstigen en maatschappelijken - druk de menschen meer geneigd worden om "fatsoenlijke denkbeelden" - aan te nemen over sexueele verhoudingen, hoewel het schijnt, dat - naar het gezegde van Livingstone, zulke fatsoenlijkheid veelal een - afname van werkelijke moraliteit in zich sluit. Livingstone wijst - echter op een ernstig gebrek in de tegenwoordige toestanden, - waardoor het immoreele mannen gemakkelijk gemaakt wordt aan - de verantwoordelijkheid als vader te ontsnappen, en dat is - de afwezigheid van een wettelijken dwang tot het inschrijven - van den naam van den vader op de geboortebewijzen (p. 256). In - ieder land, waar de meerderheid der geboorten onwettig is, is - het een maatschappelijke behoefte, dat de namen van beide ouders - behoorlijk op alle geboortebewijzen ingevuld worden. Het is een - onvergeeflijke fout geweest van het gouvernement van Jamaica, dat - het de eenvoudige maatregel verwaarloosde van aan "ieder kind, dat - in het land geboren werd, een wettigen vader" te geven (blz. 258). - - -Wij zien dus, dat we tegenwoordig een positie bereikt hebben, -waarin--gedeeltelijk ten gevolge van economische oorzaken en -gedeeltelijk ten gevolge van oorzaken, die dieper wortelen in de -neigingen, die de beschaving met zich brengt--vrouwen meer dan vroeger -los worden van wettige sexueele betrekkingen tot mannen en dat beide -seksen minder geneigd zijn dan in vroegere stadiën van de beschaving -om hun onafhankelijkheid te offeren, als zij zulke betrekkingen -aangaan. "Ik heb nog nooit van een vrouw boven de zestien jaar -gehoord, die, voordat de oorspronkelijke gewoonten in verval waren -gekomen na de komst van de blanken, niet een man gehad had", schreef -Curr van de Australische zwarten [268]. Zelfs wat sommige deelen van -Europa betreft, kan men nu nog bijna hetzelfde zeggen. Maar in al de -rijkere, meer energieke en vooruitstrevende landen heerschen geheel -verschillende toestanden. Het huwelijk vindt laat plaats en een zeker -aantal mannen, en een nog grooter aantal vrouwen (die de mannen in -de algemeene bevolking overtreffen), trouwen nooit [269]. - -Eer wij ingaan op de noodlottige beteekenis van dit feit van het -aangroeiend aantal volwassen ongetrouwde vrouwen, wier sexueele -betrekkingen niet erkend worden door den Staat en die in ruimen -kring in het geheel niet erkend worden, kan het goed zijn een kort -overzicht te geven van de twee groote historische stroomingen, die -beide nog onder ons werken, die invloed hebben op de plaats van de -vrouwen, de eene, die de maatschappelijke gelijkheid van de vrouwen -begunstigt en de andere, die de maatschappelijke onderwerping van de -vrouwen begunstigt. Het is niet moeilijk deze beide stroomingen na -te gaan zoowel in toestanden als in beschouwingen, in de praktische -en in de theoretische moraal. - -Op zekeren tijd werd de theorie wijd verspreid, dat in de eerste -stadiën van de maatschappij vóór het bestaan van het patriarchale -tijdperk, dat de vrouwen plaatste onder de bescherming van den man, -er een matriarchaal tijdperk geweest is, waarin de vrouwen de hoogste -macht bezaten [270]. Bachofen was, een halve eeuw geleden, de groote -kampioen voor dit gezichtspunt. Hij vond een typisch voorbeeld -van een matriarchalen staat onder de oude Lyciërs in Klein-Azië, -bij wie, volgens Herodotus, het kind den naam krijgt van de moeder, -en haar stand volgt, niet dien van den vader [271]. Die volken waren, -naar Bachofen meent, gynaecocratisch; de macht was in handen van de -vrouwen. Het kan niet gezegd worden, dat deze opinie, in den vorm -waarin Bachofen die had, nog eenigen belangrijken aanhang heeft. Wat -de wijd-verspreide overheersching aangaat van de moederafstamming, -er is niet den minsten twijfel aan, dat die in zeer ruimen kring -overheerscht heeft. Maar zoo'n afstamming door de moeder, heeft -men erkend, sluit in het geheel niet noodzakelijk in zich de macht -van de moeder, en moeder-afstamming kan zelfs samengaan met een -patriarchaal systeem [272]. Er is zelfs een neiging geweest naar -het tegenovergestelde uiterste van Bachofen over te slaan en te -ontkennen, dat de moederafstamming eenigen specialen eisch van égards -voor vrouwen met zich bracht. Dat schijnt echter ternauwernood in -overeenstemming met het bewijsmateriaal, en kon zelfs bij afwezigheid -van bewijsmateriaal nauwelijks als waarschijnlijk beschouwd worden. Het -schijnt wel, dat we als type van de matriarchale familie die kunnen -nemen, welke gebaseerd is op het ambil anak huwelijk van Sumatra, -waarin de man leeft in de familie van de vrouw, niets betaalt en een -ondergeschikte positie inneemt. Het voorbeeld van de Lyciërs is hier -van belang, want, zooals Herodotus vermeldt, hoewel er niets is dat -aantoont, dat er iets van den aard van een gynaecocratie in Lycië was, -weten wij, dat de vrouwen in al deze streken van Klein-Azië zeer geacht -waren en veel invloed hadden, waarvan de sporen ontdekt kunnen worden -in de oudste literatuur en geschiedenis van het Christendom. Een -beslissend en beter bekend voorbeeld van den gunstigen invloed van -de moederafstamming op de positie van de vrouw wordt geleverd door -het beena huwelijk van het oude Arabië. Onder zulk een systeem is de -vrouw niet ontheven van de onderwerping, die in den koop besloten -is, en die altijd een schaduw op haar werpt van de inferieuriteit -behoorende bij den eigendom, maar zij zelf is eigenares van de tent en -van de bezittingen van het huishouden, en zij geniet de waardigheid, -die altijd samengaat met het bezit van eigendom en de macht zich van -haar echtgenoot te bevrijden [273]. - -Ook is het onmogelijk te vermijden, dat men de primitieve neiging -tot moeder-afstamming en den nadruk, die er gelegd wordt op het feit -dat de moeder meer aandeel aan de voortplanting heeft dan de vader, -in verband brengt met de neiging om in de primitieve godenwereld de -godin eerder dan den god op den voorgrond te plaatsen, een neiging, -die onmogelijk nalaten kan eer te geven aan de sekse, waartoe de -voornaamste godheid behoort, en die de groote rol verklaart, welke -vrouwen vroeger dikwijls speelden in de godsdienstige handelingen. Zoo -namen de vrouwen vroeger, volgens tradities die onder de stammen -van Midden-Australië nog voortleven, een zeer groot aandeel in de -uitvoering van de heilige ceremoniën, die nu beschouwd worden als -uitsluitend te vallen binnen het terrein der mannen, en bij een der -stammen, die de oude gewoonten schijnt in stand te houden, nemen de -vrouwen nog heden feitelijk deel aan deze ceremoniën [274]. In Europa -schijnt de toestand vrijwel dezelfde geweest te zijn. Wij merken -ook, zoowel in de Keltische godenwereld als onder de volken aan de -Middellandsche zee op, dat, terwijl de oude goden op den achtergrond -geraakt zijn, de godinnen nog uit de duisternis te voorschijn komen, -grooter dan de goden [275]. In Ierland, waar aan oude gewoonten en -tradities altijd zeer taai vastgehouden is, hebben de vrouwen een -zeer hooge positie behouden en veel vrijheid, zoowel vòor als nà het -huwelijk. "Iedere vrouw", zeide men, "is vrij te gaan waar zij wil", -en na het huwelijk had ze een betere positie en grootere vrijheid tot -echtscheiden dan verleend werd hetzij door de Christelijke Kerk of -door de Engelsche gewone wet [276]. Het is minder moeilijk te erkennen, -dat speciaal de moederafstamming gunstig was aan den hoogen staat van -vrouwen, als wij ons voor oogen stellen, dat zelfs onder ongunstige -omstandigheden vrouwen in staat zijn geweest een grooten druk uit te -oefenen op de mannen en met succes de pogingen weerstonden, die ten -doel hadden haar te tyranniseeren [277]. - -Als we de positie van de vrouw in de groote rijken van de oudheid -beschouwen, dan vinden we over het geheel, dat, in hun eerste stadium, -het stadium van groei, zoowel als in hun laatste stadium, het stadium -van vruchtdragen, de vrouwen over 't algemeen een gunstige positie -innemen, terwijl in hun middelste stadium, gewoonlijk het stadium van -overheerschende militaire organisatie op een patriarchale basis, de -vrouwen er minder gunstig aan toe zijn. Deze kringloop schijnt bijna -een natuurlijke wet te zijn van de ontwikkeling van maatschappelijke -groepen. Ze was al zeer duidelijk in den standvastigen en ordelijken -groei van Babylonië. In de vroegste tijden had een Babylonische vrouw -volkomen onafhankelijkheid en gelijke rechten met haar broeders -en haar echtgenoot; later (zooals blijkt uit de wet van Hamurabi) -waren de rechten van de vrouw meer omschreven, niet haar plichten; -in een nog later stadium in de nieuw Babylonische tijden verkreeg ze -weer gelijke rechten met haar echtgenoot [278]. - -In Egypte was de positie der vrouwen het hoogst, maar ze schijnt -wel de geheele Egyptische geschiedenis door hoog te zijn geweest, -en voortdurend verbeterd te zijn, terwijl het feit, dat er weinig -waarde werd gehecht aan kuischheid vóor het huwelijk en dat -huwelijkscontracten geen nadruk legden op de jonkvrouwelijkheid -schijnt te wijzen op de afwezigheid van de opvatting van vrouwen als -bezit. Meer dan drie duizend jaar geleden erkende men mannen en vrouwen -als gelijken in Egypte. De hooge positie van de vrouw in Egypte blijkt -duidelijk uit het feit, dat haar kind nooit onwettig was; onwettigheid -werd niet erkend, zelfs niet in het geval van het kind van een slavin -[279]. "Het is de glorie van de Egyptische moraal", zegt Amélineau, -"dat ze het eerst de waardigheid der vrouw tot uitdrukking gebracht -heeft" [280]. Het denkbeeld huwelijksautoriteit was ten eenen male -onbekend in Egypte. Er kan geen twijfel aan zijn, of de hooge positie -der vrouw onder twee beschavingen, zoo stabiel, zoo levenskrachtig, -zoo lang levend, en zoo van invloed op de menschelijke beschaving -als die van Babylonië en Egypte, is een feit van groote beteekenis. - - - Onder de Joden schijnt er geen tusschenstadium geweest te zijn van - onderwerping van de vrouwen, maar in plaats daarvan doorloopend - een geleidelijke vooruitgang van volkomen onderwerping van de vrouw - als echtgenoote tot steeds grootere vrijheid. In het eerst kon de - man zijn vrouw zonder oorzaak verstooten naar zijn wil. (Dit was - niet een uitbreiding van het patriarchale gezag, maar een zuivere - huwelijksautoriteit). De beperkingen van deze autoriteit namen - geleidelijk toe en beginnen merkbaar te worden reeds in het Boek - van Deuteronomium. De Mishnah ging verder en verbood echtscheiding - altijd wanneer de toestand van de vrouw medelijden inboezemde - (zooals bij krankzinnigheid, gevangenschap, enz.). Omstreeks - 1025 v. C. was echtscheiding niet langer mogelijk, behalve om - wettige redenen of met goedvinden van de vrouw. Terzelfder tijd - begon de vrouw het recht van echtscheiding te verkrijgen in dezen - vorm, dat zij den man kon dwingen haar te verstooten op straffe - van boete in geval van weigering. Nà de echtscheiding werd de - vrouw een onafhankelijke vrouw met haar eigen rechten, en mocht - zij de huwelijksgift, die de man haar bij het huwelijk gegeven - had, meenemen. Zoo gaf de buigzame rechtspraak van de Rabbi's - niettegenstaande het Joodsche respect voor de letter van de wet, - in harmonie met den groei van de beschaving een steeds aangroeiende - mate van sexueele rechtvaardigheid en gelijkheid aan de vrouwen. - - Onder de Arabieren is de neiging tot vooruitgang ook in vele - opzichten gunstig geweest aan de vrouwen, vooral wat erfenissen - aangaat. De wetgeving van den Koran wijzigde dezen regel, zonder - hem geheel af te schaffen, en plaatste de vrouwen in een veel - betere positie. Dit wordt grootendeels toegeschreven aan het - feit, dat Mohammed behoorde niet tot Medina, maar tot Mecca, - waar nog sporen van matriarchale gewoonten bestonden (W. Marçais, - Des Parents et des Alliés Successibles en Droit Musulman). - - Er mag wel op gewezen worden--want het is niet altijd erkend--dat - zelfs dat stadium van beschaving, dat de ondergeschiktheid en - de onderwerping van de vrouw en haar rechten in zich sluit, - in werkelijkheid zijn oorsprong heeft in de behoefte aan - bescherming van de vrouwen, en dat het zelfs soms een teeken - is van het verkrijgen van nieuwe voorrechten door vrouwen. Zij - worden als het ware, opgesloten, niet om haar van haar rechten - te berooven, maar om die rechten te beschermen. In het latere, - meer stabiele stadium van de beschaving, als de vrouwen niet - meer blootgesteld zijn aan dezelfde gevaren, wordt dit motief - vergeten en de bewaking van de vrouwen en haar rechten schijnt, - en is ook inderdaad geworden, een druk, eerder dan een voordeel. - - -Van den staat van de vrouwen in Rome in de vroegste tijden, weten we -weinig of niets; het patriarchale systeem stond reeds op stevigen -grondslag, toen de Romeinsche geschiedenis vaste vormen begon te -krijgen en het sloot gewoonlijk buitengewoon strenge ondergeschiktheid -van de vrouw aan haar vader eerst en dan aan haar echtgenoot in -zich. Maar niets is zekerder, dan dat de positie van de vrouwen in -Rome beter werd, met het vooruitgaan van de beschaving, precies op -dezelfde wijze als in Babylonië en Egypte. In Rome echter waren het -de aangroeiende verfijning van de beschaving en de uitbreiding van -het Rijk, verbonden met de prachtige ontwikkeling van het systeem van -de Romeinsche wet, die de positie van de vrouwen bepaalden. In de -laatste dagen van de Republiek begonnen de vrouwen reeds hetzelfde -niveau te bereiken van de mannen, en later aanvaardden de groote -rechtsbesluiten van Antonius, geleid door hun theorie van de wet der -natuur, de opvatting van de gelijkheid der seksen als een principe van -het wetboek der rechtvaardigheid. De ondergeschiktheid van de vrouw -aan haar vader kwam geheel in discrediet, en dit ging door totdat, -in de dagen van Justinianus, onder den invloed van het Christendom, -de positie der vrouwen minder goed begon te worden [281]. In de beste -dagen maakten de oudere vormen van het Romeinsche huwelijk plaats -voor een vorm (blijkbaar oud, maar tot dusverre niet beschouwd als -eervol) die in de wet neerkwam op een tijdelijk toevertrouwen van de -vrouw door haar familie aan den man. Zij was onafhankelijk van haar -echtgenoot (meer speciaal daar ze tot hem kwam met haar bruidsschat) -en alleen in naam afhankelijk van haar familie. Het huwelijk was een -persoonlijk contract, desgewenscht vergezeld van een godsdienstige -ceremonie, en daar het een contract was, kon het, om iedere reden -ontbonden worden, in tegenwoordigheid van bevoegde getuigen en met -gepaste wettelijke vormen, nadat het oordeel ingewonnen was van den -familieraad. Toestemming was het hoofdpunt van zulk een huwelijk en -daarom werd er geen schande gehecht aan de ontbinding ervan. Het had -ook geen slechten invloed op het geluk of de zede van de Romeinsche -vrouwen [282]. Zulk een systeem is ongetwijfeld meer in harmonie met -het moderne beschaafde gevoel dan eenig systeem, dat ooit tijdens -het Christendom bestaan heeft. - -Ook in Rome was het wel duidelijk, dat dit systeem niet slechts een -uitvinding der wet was, maar het natuurlijke gevolg van een verlicht -gevoel, dat gunstig was aan de gelijkheid van mannen en vrouwen, -dikwijls zelfs op het gebied van de sexueele moraal. Plautus, -die den ouden slaaf Syra laat vragen, waarom er in dit opzicht -[283] niet dezelfde wet is voor den man en de vrouw, was maar een -voorganger van den wetgever Ulpianus, die schreef: "Het schijnt -wel zeer onbillijk, dat een man kuischheid van zijn vrouw eischt, -terwijl hij er zelf geen voorbeeld van geeft" [284]. Zulke eischen -liggen dieper dan maatschappelijke wetgeving, maar het feit, dat deze -vragen zich voordeden aan de typische Romeinsche mannen geeft blijk -van de algemeene houding jegens de vrouwen. In het laatste stadium -van de Romeinsche maatschappij slonk de band van het patriarchale -systeem voor zoover de vrouwen aanging tot een enkelen draad, -die haar bond aan haar vader en haar volkomen vrij liet tegenover -haar echtgenoot. "De Romeinsche matrone van het Keizerrijk", zegt -Hobhouse, "was meer volkomen haar eigen meesteres dan de getrouwde -vrouw van welke vroegere beschaving ook, mogelijk met uitzondering -van een zekere periode in de Egyptische geschiedenis, en, moet er -aan toegevoegd worden, dan de vrouw van welke latere beschaving ook, -tot op onze eigene generatie toe" [285]. - - - Op grond van de gezegden van twee satyrische schrijvers, - Juvenalis en Tacitus, hebben vele menschen verondersteld, dat - de Romeinsche vrouwen van den lateren tijd overgegeven waren - aan losbandigheid. Het is echter vruchteloos bij satirici te - zoeken naar eenig juist beeld van een groote beschaving. Hobhouse - (loc. cit., p. 216) komt tot het besluit, dat de Romeinsche vrouwen - over het geheel waardig de plaats innamen als gezellinnen van - haar mannen, hun raadgeefsters en vriendinnen, de plaats, die ze - ook ingenomen hadden toen een streng systeem haar wettelijk in - hun macht stelde. De meeste autoriteiten schijnen tegenwoordig - van deze opinie te zijn, hoewel Friedländer zich vroeger meer - twijfelachtig uitdrukte. Zoo zegt Dill in zijn oordeelkundig - Roman Society (p. 163), dat de positie van de Romeinsche vrouw, - zoowel wettelijk als feitelijk, onder het Keizerrijk beter werd; - zonder dat ze minder deugdzaam of minder geëerbiedigd werd, werd ze - ontwikkelder en meer aantrekkelijk; met minder beperkingen had zij - grootere bekoringen en grooteren invloed, zelfs in publieke zaken, - en was ze meer en meer de gelijke van haar echtgenoot. "In de - laatste eeuw van het Westersch Keizerrijk kwam er geen afwijking - in de positie en den invloed van de vrouwen". Ook Donaldson - schrijft in zijn merkwaardige schets, Woman (p. 113), dat er - geen achteruitgang in zeden was in het Romeinsche Keizerrijk; - "de losbandigheid van het heidensche Rome is niets vergeleken bij - de losbandigheid van Christelijk Afrika, Rome en Gallië, als we - eenig geloof kunnen hechten aan de beschrijving van Salvianus". De - beschrijving van Salvianus van het Christendom is waarschijnlijk - overdreven en eenzijdig, maar precies hetzelfde kan gezegd worden - in zelfs nog hoogere mate van de beschrijvingen van het oude Rome, - die nagelaten zijn door knappe heidensche satirici en ascetische - Christelijke predikers. - - -Het wordt dus noodig aanmerkelijk meer dan twee duizend jaar -over te springen, vóor we komen aan een stadium van beschaving, -dat eenigermate de hoogte nadert van het laatste stadium van de -Romeinsche maatschappij. In de achttiende en de negentiende eeuw -vinden we, het eerst in Frankrijk, dan in Engeland, nog eens een -moreele en wettelijke beweging, die streeft naar de gelijkmaking -van vrouwen met mannen. Wij vinden ook een lange serie pioniers van -die beweging, die aan de ontwikkeling ervan voorafgaan: Mary Astor, -"Sophia, a Lady of Quality", Ségur, Mrs. Wheeler, en niet te vergeten -Mary Wollstonecraft in A Vindication of the Rights of Woman, en John -Stuart Mill in The Subjection of Women [286]. - -De groote Europeesche stroom van invloeden in deze zaak heeft, -sedert historische tijden, daar kunnen we nauwelijks aan twijfelen -als we het samenstel der verschijnselen ervan in aanmerking nemen, het -onderhouden van een ongelijkheid ten nadeele van de vrouwen met zich -gebracht. De mooie nalatenschap van de Romeinsche Wet aan Europa was -wel gunstig voor de vrouwen, maar die nalatenschap raakte verspreid -en voor het grootste deel verloren in den overheerschenden invloed -van de Germaansche gewoonte te zamen met de krachtig georganiseerde -Christelijke kerk. Niettegenstaande niet alle feiten in dezelfde -richting wijzen, en er dientengevolge eenig verschil van meening -is, schijnt het toch wel te zijn, dat over het geheel zoowel de -Germaansche gewoonte als de Christelijke godsdienst niet gunstig waren -voor de gelijkheid van vrouwen met mannen. De Germaansche gewoonte -in deze zaak werd bepaald door twee beslissende factoren: (1) het -bestaan van het koophuwelijk, dat, zooals Crawly heeft aangetoond, -geenszins noodzakelijk de verlaging van de vrouwen in zich sluit, -heeft zeker neiging haar in een inferieure positie te plaatsen, en (2) -bezig zijn met oorlog, wat altijd samen is gegaan met een depreciatie -van vreedzame en vrouwelijke bezigheden en onverschilligheid voor de -liefde. Het Christendom was bij zijn oorsprong gunstig voor de vrouwen, -omdat het de meest essentieel vrouwelijke gemoedsbewegingen vrijmaakte -en verheerlijkte, maar toen het een vastgestelde en georganiseerde -godsdienst werd met bepaald ascetische idealen, werd de geheele -stemming voor de vrouwen ongunstig. Het had ze van den beginne -uitgesloten van iedere priesterlijke functie. Het beschouwde ze nu als -de speciale vertegenwoordigsters van het verachte sekse-element in het -leven [287]. De excentrieke Tertullianus had eens verklaard, dat de -vrouw was janua Diaboli; bijna zeven honderd jaar later schreef zelfs -de zachtzinnige en philosophische Anselm: Femina fax est Satanae [288]. - - - Zoo was bij de Franken, waar de gewoonte van het monogame - huwelijk overheerschte, een vrouw nooit vrij; zij kon niet koopen - of verkoopen of erven zonder de permissie van hen, aan wie ze - toebehoorde. Zij ging door schenking over in het bezit van haar - echtgenoot, en als hij den huwelijksdag vaststelde, gaf hij haar - ouders kleine geldstukjes als arrha, en op den dag na het huwelijk - kreeg zij van hem een geschenk, de morgengabe. Een weduwe behoorde - weer aan haar ouders (Bedollière, Histoire de Moeurs des Français, - deel I, p. 180). Het is waar, dat de Salische wet een geldelijke - boete eischte voor het aanraken van een vrouw, zelfs voor het - drukken van haar vinger, maar het is duidelijk, dat de overtreding, - die zoo begaan werd een overtreding was jegens den eigendom, en in - het geheel niet jegens de heiligheid van de persoonlijkheid eener - vrouw. De Duitsche echtgenoot van den ouden tijd kon zijn kinderen - verkoopen, en soms zijn vrouw, zelfs als slaven. In de elfde - eeuw hoort men nog van gevallen van het verkoopen van kinderen - en vrouwen, hoewel het niet langer door de wet erkend wordt. - - De tradities van het Christendom waren gunstiger voor de sexueele - gelijkheid dan de Germaansche zeden, maar toen ze met deze vermengd - raakten, voegden zij er hun eigen speciale bijdrage bij van de - onreinheid der vrouw. Deze geestelijke minderwaardigheid van de - vrouw bleek duidelijk uit de beperkingen, die soms der vrouwen - opgelegd werden in de kerk, en zelfs in het recht om een kerk - binnen te treden; op sommige plaatsen werden zij gedwongen in - de narthex te blijven, zelfs in kerken die niet bij kloosters - behoorden (zie voor deze regels Smith en Cheetham, Dictionary of - Christian Antiquities, art. "Sexes, Separation of"). - - Door de poging om het begrip man van sexualiteit te ontdoen - en het begrip vrouw met sexualiteit te overladen, verlaagde - het Christendom noodzakelijk de positie van de vrouw en het - begrip vrouwelijkheid. Zooals Donaldson terecht opmerkt, waar - hij hier den nadruk op legt (op. cit., p. 182): "Ik mag een - man wel definieeren als een mannelijk menschelijk wezen en een - vrouw als een vrouwelijk menschelijk wezen... Wat de eerste - Christenen deden, was het schrappen van het "mannelijk" uit de - definitie van man, en het "menschelijke wezen" uit de definitie - van vrouw". De godsdienst schijnt in het algemeen een machtig - deprimeerende invloed geweest te zijn op de positie van de vrouw, - niettegenstaande het beroep dat hij op de vrouw doet. Westermarck - meent (Origin and Development of the Moral Ideas, deel I, p. 669), - dat de godsdienst "waarschijnlijk de krachtigste oorzaak is - geweest van de onderwerping van de vrouw aan de macht van den man". - - Er is wel eens gezegd, dat de Christelijke neiging om vrouwen in - een inferieure positie te plaatsen zoover ging, dat een kerkbesluit - formeel ontkende, dat vrouwen zielen hadden. Dit dwaze verhaal - is inderdaad op papegaaienmanier door een groot aantal schrijvers - herhaald. De bron van het verhaal wordt waarschijnlijk gevonden in - het feit, dat door Gregorius van Tours in zijn geschiedenis vermeld - wordt (deel VIII, hoofdst. XX), dat op het concilie van Mâcon, - in 585, een bisschop er over in twijfel was of het woord "mensch" - ook de vrouw in zich sloot, maar hij werd door de andere leden van - het concilie overtuigd, dat het dat wel deed. Dezelfde moeilijkheid - heeft zich in later tijd aan rechtsgeleerden voorgedaan, en ze - is niet altijd zoo gunstig voor de vrouw opgelost als door het - Christelijk concilie van Mâcon. - - De geringe waardeering van de vrouwen, die zelfs in de - oudste kerk heerschte, wordt door de Christelijke geleerden - toegegeven. "Wij moeten", schrijft Merrick (art. "Marriage", - Smith and Cheetham, Dictionary of Christian Antiquities), - "zelfs bij de grootsten van de Christelijke kerkvaders een - beklagenswaardige geringschatting van de vrouwen opmerken, - en dientengevolge van de huwelijksverhouding. Zelfs de heilige - Augustinus kan geen rechtvaardiging voor het huwelijk vinden, - behalve in een ernstig, bepaaldelijk aangenomen verlangen om - kinderen te hebben; en in overeenstemming met dit gezichtspunt - wordt alle huwelijksgemeenschap, behalve voor dit uitsluitend doel, - streng veroordeeld. Als het huwelijk gezocht wordt om de kinderen, - dan is het te rechtvaardigen; als het aangegaan wordt als een - remedium om erger kwaad te vermijden, dan is het vergefelijk; - het denkbeeld van het wederkeerige gezelschap, de hulp en het - gemak, dat de een van den ander behoort te hebben, zoowel in - voorspoed als in tegenspoed, bestond ternauwernood en kon ook - ternauwernood bestaan". - - Van het standpunt der vrouw komt Lily Braun, in haar belangrijk - werk over de vrouwenkwestie (Die Frauenfrage, 1901, pp. 28 et - seq.) tot het besluit, dat, in zooverre het Christendom der - vrouwen gunstig gestemd was, wij dien gunstigen invloed moeten - zien in het plaatsen van de vrouwen op hetzelfde moreele niveau - als de mannen, zooals geïllustreerd wordt door het gezegde van - Jezus: "Laat hij, die zonder zonden is den eersten steen werpen", - waarmee hij bedoelde, dat iedere sekse verplicht is tot dezelfde - trouw. Het heeft, voegt zij er aan toe, niet meer bereikt dan - dit. "Het Christendom, dat de vrouwen met zooveel enthusiasme - aannamen als een bevrijding en waarvoor ze als martelaren stierven, - heeft haar hoop niet vervuld". - - Zelfs wat de moreele gelijkheid van de seksen in het huwelijk - aangaat, was de positie van de Christelijke autoriteiten soms - dubbelzinnig. Een van de grootste Kerkvaders, de heilige Basilius, - maakte in de laatste helft van de vierde eeuw onderscheid tusschen - echtbreuk en ontucht, als ze begaan werden door een getrouwd man; - met een getrouwde vrouw was het echtbreuk; met een ongetrouwde - vrouw was het enkel ontucht. In het eerste geval mocht een vrouw - haar echtgenoot niet weer ontvangen; in het tweede geval wel - (art. "Adultery", Smith en Cheetham, Dictionary of Christian - Antiquities). Zulk een beslissing sloot, door de hoogste waarde te - hechten aan een onderscheid, dat voor de vrouw geen verschil kon - maken, een gebrek aan erkenning van haar moreele persoonlijkheid - in zich. Vele van de Vaders echter, zooals Jeronimus, Augustinus - en Ambrosius, konden niet inzien, waarom de zedelijke wet niet - dezelfde zou zijn voor den man als voor de vrouw, maar daar het - gevoelen van de latere Romeinen zoowel van de wettelijke als van - de populaire zijde reeds dat gezichtspunt naderde, was de invloed - van het Christendom ternauwernood noodig om het te verkrijgen. Het - verkreeg eindelijk formeele sanctie in de Romeinsche canonieke - wet, die besliste, dat echtbreuk gelijkelijk begaan wordt door - beide partijen van het huwelijk in twee graden: (1) simplex, - van de getrouwden met de ongetrouwden, en (2) duplex, van de - getrouwden met de getrouwden. - - Er kan echter nauwelijks gezegd worden, dat het Christendom er in - slaagde dit gezichtspunt van de moreele gelijkheid van de seksen - in de praktische actueele moraal opgenomen te krijgen. Het - werd in theorie aangenomen; het werd niet uitgevoerd in de - praktijk. W. G. Summer komt, als hij deze kwestie bespreekt, - tot het besluit (Folkways, blz. 359-361): "Waarom bestaan deze - gezichtspunten niet in de mores? Ongetwijfeld omdat zij dogmatisch - van vorm zijn, uitgedacht of opgelegd door theologische autoriteit - of door philosofische beschouwing. Zij groeien niet uit de - levenservaring en kunnen er niet aan getoetst worden. De redenen - voor die gezichtspunten liggen ten slotte in de physiologische - feiten, waardoor de eene een vrouw is en de andere een man". We - zullen later echter meer over dit punt zeggen. - - -Het was waarschijnlijk niet zoozeer de kerk als wel de Germaansche -gewoonte en de ontwikkeling van het leenstelsel, met de mannelijke -en militaire idealen, die het kweekte, welke voornamelijk beslissend -waren bij het vastleggen van de inferieure positie van de vrouwen in de -middeleeuwsche wereld. Zelfs de ideeën van ridderlijkheid, waarvan men -dikwijls gemeend heeft dat ze speciaal gunstig waren voor de vrouwen, -schijnen voor haar van geringe praktische beteekenis geweest te zijn. - - - In zijn groote werk over de ridderschap toont Gautier o.a. aan, - dat de geest van het leenstelsel, evenals de militaire geest - altijd en overal, over het geheel een minachting voor vrouwen - met zich bracht, zelfs als zij ze nu en dan idealiseerde. "Gaat - in uw geschilderde en vergulde kamers", lezen we in Renaus de - Montauban, "zit in de schaduw, maakt het u aangenaam, drinkt, - eet, doet handwerkjes, verft zijde, maar bedenkt, dat gij u niet - met onze zaken bemoeien moet. Onze zaak is het stalen zwaard te - zwaaien. Zwijgt!" En als de vrouw aanhoudt, dan wordt ze in haar - gezicht geslagen tot bloedens toe. De man had een wettig recht - om zijn vrouw te slaan, niet alleen voor echtbreuk, maar ook als - ze hem tegensprak. De vrouwen waren echter niet geheel zonder - macht, en in een verzameling van Coutumes wordt vermeld, dat - een man zijn vrouw alleen maar resnablement, d.i. met verstand, - mocht slaan. (Wat het recht van den man betreft om zijn vrouw - te slaan, zie men ook Hobhouse, Morals in Evolution, deel I, - p. 234. In Engeland werd de man eerst onder de regeering van - Karel II, van wien zooveel moderne bewegingen dateeren, beroofd - van dit wettige recht). - - In de oogen van den edelman uit den tijd van het leenstelsel - wedijverde, mogen we er aan toevoegen, de schoonheid van een paard - dikwijls met succes met de schoonheid van een vrouw. In Girbers - de Metz rijden twee edellieden Garin en zijn neef Girbert langs - een raam, waar een mooi meisje zit met het aangezicht van een - roos en het blanke vleesch van een lelie. "Zie, neef Girbert, - zie! Bij de heilige Maria, wat een mooie vrouw!" "O", antwoordt - Girbert, "wat een mooi dier is mijn paard!" "Ik heb nooit zoo - iets moois gezien, als dit jonge meisje met haar frissche kleur - en haar donkere oogen", zegt Garin. "Ik ken geen paard, dat te - vergelijken is met het mijne", antwoordt Girbert. Als de mannen zoo - geabsorbeerd zijn in de dingen, die tot den oorlog behooren, dan - is het niet te verwonderen, dat het aan jonge meisjes overgelaten - is amoureuse avances te maken. "In alle chansons de geste", merkt - Gautier op, "zijn het de jonge meisjes, die de avances maken, - dikwijls geheel zonder terughouding", hoewel, voegt hij er bij, - de vrouwen als deugdzamer voorgesteld worden. (L. Gautier, La - Chevalerie, p. 236-50). - - In Engeland schijnt, volgens Pollock en Maitland (History of - English Law, deel II, p. 437), een levenslange onmondigheid van - de vrouwen, zooals bij de Germaansche volken, nooit bestaan te - hebben. "Van den tijd van Willem den Veroveraar af", zegt Hobhouse - (op. cit., deel I, p. 224), "wordt de ongetrouwde Engelsche vrouw, - als ze haar meerderjarigheid bereikt, volkomen toegerust met alle - wettelijke en civiele rechten, evenzeer een persoonlijkheid voor - de wet als de Babylonische vrouw drie duizend jaar geleden geweest - is". Maar de ingewikkelde Engelsche wet gaf aan de ongetrouwde - vrouwen voor deze privileges een tegenwicht door de inconsequente - wijze, waarop ze de getrouwde vrouw wikkelde in eindelooze - omhulsels van onverantwoordelijkheid, behalve als ze de groote - overtreding beging van haar heer en meester te beleedigen. De - Engelsche vrouw, gaat Hobhouse voort (loc. cit.) was, zoo al niet - de slavin van haar echtgenoot, toch ten minste zijn leenplichtig - vazal; als zij hem beleedigde, dan was het "hoogverraad", de - opstand van een onderdaan tegen den koning in een miniatuur - koninkrijk, en een ernstiger misdaad dan moord. Moord kon zij - in zijn tegenwoordigheid niet begaan, want haar persoonlijkheid - was in de zijne opgenomen; hij was verantwoordelijk voor de - meeste van haar misdaden en vergrijpen (het was dit feit, dat - hem het recht gaf haar te kastijden), en hij kon zelfs niet in - een contract met haar treden, want dat zou zijn in een contract - treden met zich zelf. "Het wezen zelf en het wettelijke bestaan - van een vrouw is geschorst tijdens het huwelijk", zeide Blackstone, - "of is tenminste belichaamd en samengevoegd met dat van haar man, - onder wiens bescherming zij alles doet. Zoo'n groote gunsteling", - voegde hij er aan toe, "is de vrouwelijke sekse van de wetten - van Engeland". "De sterkte van de vrouwen was haar zwakte", zegt - Hobhouse, waar hij de beteekenis uitlegt van de Engelsche wet. "Zij - overwon door toe te geven. Haar liefelijkheid moest bewaard worden - voor het tumult van de wereld, haar geur zacht en frisch gehouden, - ver van het stof en den rook van den strijd. Daarom had ze behoefte - aan een kampioen en een bewaker". - - In Frankrijk nam de vrouw van de middeleeuwen en van de Renaissance - vrijwel dezelfde positie in in het huis van haar echtgenoot. Hij - was haar heer en meester, het hoofd en de ziel van "het vrouwelijke - en zwakke schepsel", die hem "volkomen liefde en gehoorzaamheid" - verschuldigd was. Zij was zijn voornaamste dienstbode, de oudste - van zijn kinderen, zijn vrouw en onderdaan; zij teekende zich - "uw nederige en gehoorzame dochter en vriendin", als zij aan - hem schreef. De historicus, De Maulde la Clavière, die op dit - punt bewijsmateriaal heeft samengebracht in zijn Femmes de - la Renaissance, merkt op, dat, hoewel de man zoo'n verheven - en superieure positie in het huwelijk bekleedde, hij het toch - gewoonlijk was, en niet de vrouw, die klaagde over de bezwaren - van het huwelijk. - - -Wet en gewoonte namen aan, dat een vrouw min of meer onder de -bescherming van den man zou staan, en zelfs de idealen van een mooie -vrouwelijkheid, die in deze maatschappij ontstonden, tijdens de feudale -en in latere tijden, waren door dezelfde opvatting getint. Zij sloot -in zich de ongelijkheid van de vrouwen vergeleken bij de mannen, maar -onder de maatschappelijke toestanden van een feudale maatschappij -was zulk een ongelijkheid in het voordeel van de vrouw. Mannelijke -kracht was de voornaamste factor in het leven en het was noodig, dat -iedere vrouw een deel er van aan haar zijde zou hebben. Dit gezonde -en verstandige denkbeeld bleef bestaan, zelfs nadat de groei der -beschaving kracht tot een veel minder beslissenden factor maakte in -het maatschappelijk leven. In het Engeland van den tijd van koningin -Elisabeth moest geen vrouw zonder meester zijn, hoewel de vrouwelijke -onderdanen van koningin Elisabeth in haar souverein een schitterend -voorbeeld hadden van een vrouw, die een mooie en werkdadige rol in -het leven kon spelen en toch volkomen zonder meester bleef. Nog later, -in de achttiende eeuw, spreekt een zoo fijn moralist als Shaftesbury, -in zijn Characteristics van minnaars van getrouwde vrouwen als van -schenders van den eigendom. Als zulke opvattingen nog heerschten -zelfs in de beste geesten, dan is het niet te verwonderen, dat -zij in dezelfde eeuw, en zelfs in de volgende eeuw in de praktijk -doorgevoerd werden door minder welopgevoede menschen, die ongestraft -vrouwen kochten en verkochten. - - - Schrader wijst er op, in zijn Reallexicon (art. "Brautkauf"), dat - oorspronkelijk de aankoop van een vrouw was de aankoop van haar - persoon, en niet alleen van het recht om haar te beschermen. De - oorspronkelijke opvatting bleef waarschijnlijk in Groot-Brittannië - lang bestaan, omdat dit zoo ver afgelegen was van de centra der - beschaving. In de elfde eeuw wilde Gregorius VII, dat Lafranc - het verkoopen van vrouwen in Schotland en op andere plaatsen in - Engeland zou doen ophouden. (Pike, History of Crime in England, - deel I, p. 99). De gewoonte stierf echter in ver verwijderde - landelijke districten nooit geheel uit. - - Zulke zaken zijn er zelfs in Londen gedaan. Zoo lezen wij in het - Annual Register voor 1767 (p. 99): "Ongeveer drie weken geleden - verkocht een metselaarsknecht in Marylebone een vrouw, waarmee - hij verscheidene jaren had samengewoond, aan een mede-arbeider - voor een kwart guinje en een pint bier. De werkman ging heen met - zijn aankoop, en sindsdien heeft zij het fortuintje gehad een - legaat te krijgen van 200 pondsterling, en wat zilver, dat haar - nagelaten werd door een oom, die in Devonshire overleed. Het paar - trouwde verleden Vrijdag." - - De geestelijke J. Edward Vaux (Church Folk-lore, tweede uitgave, - p. 146) vertelt twee authentieke gevallen, waarin vrouwen door - haar mannen openlijk op de markt gekocht waren, en dat in de - negentiende eeuw. In het eene geval werd de vrouw, met haar - eigen volkomen toestemming naar de markt gebracht met een touw - om den hals, verkocht voor een halven kroon en naar haar nieuwe - huis gebracht, twaalf mijlen ver door haar nieuwen man, die haar - gekocht had; in het andere geval kocht een herbergier de vrouw - van een anderen man voor twee pinten jenever. - - Het is dezelfde opvatting van de vrouw als bezitting, die, zelfs - tegenwoordig nog, oorzaak is geweest, dat in veel wetboeken - paragrafen behouden zijn gebleven, die een man veroordeelen tot - het betalen van een schadevergoeding in geld aan de vrouw, tevoren - een maagd, met wie hij omgang heeft gehad en die hij daarna heeft - verlaten (Natalie Fuchs, "Die Jungferschaft im Recht und Sitte", - Sexual-Probleme Feb., 1908). De vrouw is "onteerd" door sexueelen - omgang; verlaagd in haar marktwaarde, precies evenals een nieuw - kleedingstuk "tweede-hands" wordt, zelfs als het maar ééns is - gedragen. Een man zou het denkbeeld ver van zich werpen, dat zijn - persoonlijke waarde zou kunnen verminderen door een aantal daden - van sexueelen omgang. - - Dit feit heeft zelfs sommigen er toe geleid "de afschaffing van - de physieke maagdelijkheid" aan te raden. Zoo raadt de Duitsche - schrijfster van Una Poeninentium (1907), in overweging nemende, - dat de bescherming van de vrouw zeker niet zoo goed verzekerd is - door een stukje slijmvlies als door de aanwezigheid van een trouwe - en zorgvuldige ziel van binnen, aan om meisjes reeds als kind door - een operatie het hymen weg te nemen. Het is ongetwijfeld waar, - dat het onevenredige belang, dat er gehecht wordt aan het hymen, - geleid heeft tot een verkeerde en ongezonde opvatting omtrent de - vrouwelijke "eer", en de vrouwelijke reinheid. - - -Gewoonte en wet passen zich langzamerhand aan aan de veranderde -maatschappelijke toestanden, die niet langer de onderwerping van de -vrouw eischen, hetzij in haar eigen belang of in het belang van de -gemeenschap. Tegelijk met deze veranderingen is een verschillend ideaal -van vrouwelijke persoonlijkheid bezig zich te ontwikkelen. Evenwel -wordt het oude ideaal van de heerschappij van den man over de vrouw nog -steeds min of meer bewust bekrachtigd onder ons. De man zegt dikwijls -aan de vrouw welke werkzaamheden zij niet doen moet, welke plaatsen -zij niet moet bezoeken, met welke menschen ze niet moet omgaan, -welke boeken ze niet lezen moet. Hij matigt zich het recht aan haar te -controleeren, zelfs in persoonlijke zaken, die geen betrekking op hem -hebben, krachtens het oude mannelijke voorrecht van den sterkste, dat -de vrouw, zooals de oude aartsvaderlijke juristen zeiden, ondergeschikt -maakte aan den man. Het begint echter meer en meer erkend te worden, -dat zulk een rol niet past voor den modernen man. De moderne man is -er niet langer voor toegerust, zooals Rosa Mayer aangetoond heeft in -een verhandeling, die tot nadenken stemt, om de overheerschende rol -te spelen in de verhouding tot zijn vrouw. De "edele wilde", die een -woest leven leidt op berg en in bosch, die gevaarlijke dieren najaagt -en zoo noodig vijanden scalpeert, kan nu en dan zijn spade zacht en met -effect doen neerkomen op het hoofd van zijn vrouw, misschien tot haar -dankbare bevrediging [289]. Maar de moderne man, die meestal zijn dagen -tam aan een lessenaar doorbrengt, die er op gedrild is stilzwijgend -de beleedigingen en vernederingen te verdragen, die superieuren of -patroniseerende klanten hem kunnen aandoen, deze typisch moderne man -kan niet langer met succes de rol van den "edelen wilde" aannemen, -als hij thuiskomt. Hij is werkelijk zoo ten eenenmale ongeschikt voor -die rol, dat zijn vrouw het hem kwalijk neemt, als hij tracht haar -te spelen. Hij begint dit langzamerhand te erkennen, zelfs afgezien -van eenige bewustheid van de algemeene richting van de beschaving. De -moderne verstandige man erkent, dat, als een kwestie van principe, -zijn vrouw recht heeft op gelijkheid met hemzelf; de moderne man van -de wereld voelt, dat het zoowel belachelijk als lastig zou zijn, als -hij zijn vrouw niet ongeveer dezelfde soort van vrijheid toestond, -die hij zelf heeft. En bovendien, terwijl de moderne man tot zekere -hoogte vrouwelijke eigenschappen gekregen heeft, heeft de vrouw in -overeenkomstige mate mannelijke eigenschappen gekregen. - -Hoe kort en alleen op de hoofdpunten ingaande deze discussie -noodzakelijkerwijze geweest is, zal ze toch gediend hebben om ons van -aangezicht tot aangezicht te brengen met het grondfeit in de sexueele -moraal, dat de groei van de beschaving in den tegenwoordigen tijd -onvermijdelijk gemaakt heeft: persoonlijke verantwoordelijkheid. "Het -verantwoordelijke menschelijke wezen, man of vrouw, is het centrum -van de moderne zedenleer evenals van de moderne wet"; dat is de -conclusie van Hobhouse in zijn bespreking over de evolutie van -de menschelijke moraal [290]. De beweging, die er is onder ons om -sexueele verhoudingen te bevrijden van een buitensporige gebondenheid -aan vastgestelde en willekeurige regels, zou onmogelijk geweest zijn en -nadeelig, als er niet mee samen was gegaan een groei van den zin voor -persoonlijke verantwoordelijkheid onder de leden van de gemeenschap. Ze -zou geen jaar hebben kunnen bestaan zonder te degenereeren in -losbandigheid en wanorde. Vrijheid in sexueele verhoudingen sluit -in zich wederzijdsch vertrouwen en dat kan alleen maar berusten op -een basis van persoonlijke verantwoordelijkheid. Waar geen vertrouwen -kan zijn op persoonlijke verantwoordelijkheid, daar kan geen vrijheid -zijn. Op de meeste gebieden van moreele werkzaamheid wordt deze zin -voor persoonlijke verantwoordelijkheid verkregen in een tamelijk vroeg -stadium van maatschappelijken vooruitgang. De sexueele moraal is het -laatste gebied van de moraal, dat in de sfeer van de persoonlijke -verantwoordelijkheid kan gebracht worden. De gemeenschap legt de -verschillende samengestelde en kunstmatige wetten van sexueele moraal -op aan haar leden, vooral aan haar vrouwelijke leden, en natuurlijk is -ze altijd zeer wantrouwend aangaande haar vermogen om deze wetten na -te komen, en is zeer zorgvuldig om haar, voor zoover dat mogelijk is, -geen persoonlijke verantwoordelijkheid in de zaak te laten. Maar een -oefening in zelfbedwang, als die doorgevoerd is een lange reeks van -generaties door, is de beste voorbereiding voor de vrijheid. De wet, -die aan de vroegere generaties opgelegd is geweest, is, zooals de -oude theologie de zaak uitlegde, de leerschool geweest om de latere -generaties tot Christus te brengen; of, zooals de nieuwe wetenschap -precies hetzelfde denkbeeld uitdrukt, de latere generaties zijn immuun -geworden en hebben ten slotte een soort van vrijstelling gekregen -tegen de ziektestof, die de vroegere generaties zou hebben vernietigd. - - - Het proces, waardoor een volk verstand krijgt van persoonlijke - verantwoordelijkheid gaat langzaam, en misschien kan ze niet geheel - voldoende verkregen worden door rassen, die een hoogen graad - van zenuworganisatie missen. Dat geldt vooral van de sexueele - moraal, zooals bij de aanraking van een hoogere met een lagere - beschaving dikwijls gebleken is. Het is telkens weer vooorgekomen, - dat zendelingen--zeer tegen hun eigen wensch--dat behoeven we - niet te zeggen--door het straffe moreele systeem, dat zij vonden, - omver te werpen, en door ervoor in de plaats te stellen de vrijheid - van de Europeesche gewoonten onder volken die geheel onvoorbereid - waren voor zulk een vrijheid, hoogst nadeelig op de zedelijkheid - gewerkt hebben. Dit is het geval geweest onder de vroeger goed - georganiseerde en zeer moreele Baganda van Centraal-Afrika, - zooals vermeld is in een officieel rapport door Kolonel Lambkin - (British Medical Journal, Oct. 3, 1908). - - Ook wat Polynesia aangaat, wees R. L. Stevenson er in zijn - belangwekkend boek In the South Seas (hoofdst. V) op, dat, terwijl - vóór het komen van de blanken de Polynesiërs over het geheel - kuisch waren, en de jonge menschen zorgvuldig bewaakt werden, - het nu geheel anders is. - - Zelfs in Fiji, waar, volgens Lord Stanmore--die - Generaal-gevolmachtigde van de Zuidzee, en een onafhankelijk - beoordeelaar was--het streven van de zendelingen "wonderbaarlijk - wel geslaagd" geweest is, waar allen ten minste in naam zich - Christenen noemen, waardoor het leven en de volksaard zeer - veranderd zijn, heeft de kuischheid zeer geleden. Dit heeft een - commissie over den toestand van de inboorling-rassen in Fiji - aangetoond. Mr. Titchett, die verslag geeft over deze commissie - (Australasian Review of Reviews, Oct., 1897) merkt op: "Niet - weinige, door de commissie gehoorde getuigen verklaren, dat de - moreele vooruitgang op Fiji als merkwaardig knoeiwerk voor den dag - komt. De afschaffing van de veelwijverij is bij voorbeeld niet in - ieder opzicht gunstig uitgevallen voor de vrouwen. De vrouw heeft - het zware werk te doen op Fiji; en toen het onderhoud van den man - verdeeld was over vier vrouwen was de last op iedere vrouw minder - dan nu, nu hij door één gedragen moet worden. In den heidenschen - tijd werd de kuischheid van de vrouw bewaakt door de knots; - een trouwelooze vrouw, een ongehuwde moeder werden kortweg ter - dood gebracht. Het Christendom heeft het knotsrecht afgeschaft, - en alleen moreele beperking of de vrees voor de straffen van - de wereld hiernamaals nemen voor de begrensde verbeelding van - de bewoners van Fiji niet geheel de plaats ervan in. Zoo is de - standaard van de kuischheid in Fiji bedroevend laag". - - We moeten ons altijd herinneren, dat, als het hoog georganiseerde - systeem van gemengde geestelijke en physieke beperkingen - weggenomen is, kuischheid teerder begint te worden en onstabiel - van evenwicht. De controleerende invloed van persoonlijke - verantwoordelijkheid, hoe waardevol en essentieel die ook is, - kan niet voortdurend en onafgebroken de vulcanische krachten - in bedwang houden van den liefdeshartstocht, zelfs in hooge - beschavingen. "Geen volmaaktheid van moreelen aanleg bij een - vrouw," heeft Hinton terecht gezegd, "geen kracht van wil, - geen wensch en besluit om "goed" te zijn, geen macht van den - godsdienst of contrôle van de gewoonten, kan verzekeren wat genoemd - wordt de deugd van de vrouw. Het gevoel van volkomen toewijding, - waarmede de een of andere man haar kan vervullen, zal ze allemaal - wegvagen. Waar de maatschappij zich op die basis wil oprichten, - kiest ze onvermijdelijk wanorde, en zoo lang ze voortgaat die te - kiezen, zal ze steeds hetzelfde resultaat hebben". - - -Wij moeten nog verder ingaan op deze persoonlijke verantwoordelijkheid -in zaken van sexueele moraal, in den vorm waarin ze zich onder ons doet -gevoelen, en onderzoek doen naar alles wat er onder begrepen is. Het -belangrijkste punt is ongetwijfeld economische onafhankelijkheid. Die -is werkelijk van zooveel belang, dat men nauwelijks kan zeggen, -dat er moreele verantwoordelijkheid bestaat in den besten zin van -het woord, waar de economische onafhankelijkheid ontbreekt. Moreele -verantwoordelijkheid en economische onafhankelijkheid zijn werkelijk -identiek; zij zijn maar twee kanten van hetzelfde maatschappelijke -feit. De verantwoordelijke persoon is de persoon, die voor zijn daden -kan instaan en, als het noodig is, ervoor kan betalen. De economisch -afhankelijke mensch kan een crimineele verantwoordelijkheid op zich -nemen; hij kan met een leege portemonnaie in de gevangenis gaan of in -den dood. Maar in de gewone sfeer van alledaagsche moraal wordt die -groote straf niet van hem gevergd; als hij ingaat tegen de wenschen -van zijn familie of zijn vrienden of van zijn gemeente, dan kunnen -ze hem den rug toekeeren, maar ze kunnen gewoonlijk niet de uiterste -straffen van de wet tegen hem eischen. Hij kan zijn eigen persoonlijke -verantwoordelijkheid uitoefenen, hij kan vrij zijn eigen weg kiezen -en zich daar op handhaven voor de oogen van zijn medemenschen, op -voorwaarde, dat hij in staat is er voor te betalen. Zijn persoonlijke -verantwoordelijkheid heeft weinig of geen beteekenis, indien ze niet -tevens economische onafhankelijkheid is. - -Naarmate de beschaafde maatschappijen tot rijpheid komen, -beginnen de vrouwen een steeds grootere mate zoowel van moreele -verantwoordelijkheid als van economische onafhankelijkheid te -krijgen. Iedere nieuwe vrijheid der vrouwen en iedere schijnbare -gelijkheid van mannen en vrouwen, zelfs als ze inderdaad den -schijn aanneemt van meerderheid is onwerkelijk, indien ze niet op -economische onafhankelijkheid gebaseerd is. Ze wordt dan alleen -maar geduld; het is de vrijheid, die aan een kind gegeven wordt, -omdat het er zoo lief om vraagt of omdat het misschien schreeuwen -zal, als men ze hem weigert. Dit is slechts parasitisme [291]. De -basis van economische afhankelijkheid verzekert een meer werkelijke -vrijheid. Zelfs in maatschappijen, die door wet en gewoonte de vrouwen -in strikte onderworpenheid houden, geniet de vrouw, die toevallig in -het bezit is van eigendom een hooge mate van onafhankelijkheid zoowel -als van verantwoordelijkheid [292]. De groei van een hooge beschaving -schijnt inderdaad zoo nauw verbonden te zijn met economische vrijheid -en onafhankelijkheid van de vrouwen, dat het moeilijk te zeggen is -wat oorzaak is en wat gevolg. Herodotus merkte in zijn mooi verslag -over Egypte, een land dat hij beschouwde als meer bewonderenswaardig -dan alle andere landen, met verbazing op, dat de vrouwen de mannen -thuis lieten om het weefgetouw te behandelen en dat ze zelf naar de -markt gingen om zaken te doen of om handel te drijven [293]. Het is -de economische factor in het maatschappelijk leven, die de moreele -verantwoordelijkheid van de vrouwen verzekert en die voornamelijk de -positie bepaalt van de vrouw tegenover haar man [294]. - -In dit opzicht keert de beschaving in haar laatste stadium terug -tot hetzelfde punt, dat ze innam bij het begin, toen, zooals reeds -opgemerkt is, wij grootere gelijkheid met de mannen vonden en tevens -grootere economische onafhankelijkheid [295]. - -In al de toonaangevende moderne beschaafde landen, hebben, in de -laatste eeuw, gewoonte en wet samengewerkt om een steeds grootere -economische onafhankelijkheid aan de vrouwen te verzekeren. In -sommige opzichten heeft Engeland de leiding gehad daardoor, -dat het het eerst het kapitalistisch systeem gevormd heeft en de -vrouwen langzamerhand heeft ingelijfd in de scharen der arbeiders -[296], waardoor de verandering in de wet onvermijdelijk werd, die, -in 1882, aan een getrouwde vrouw het bezit verzekerde van haar eigen -verdienste. Dezelfde beweging met dezelfde gevolgen zien we elders. In -de Vereenigde Staten, evenals in Engeland, bestaat er een groot leger -van vijf millioen vrouwen, dat zich snel uitbreidt, die haar eigen -brood verdienen, en haar positie is in verhouding tot de mannelijke -arbeiders zelfs beter dan in Engeland. In Frankrijk zijn van de vijf -en twintig tot de zeven en twintig percent van de werklieden in de -meeste van de voornaamste industrieën--de vrije beroepen, handel, -landbouw, fabrieksindustrieën--vrouwen, en in sommige van de grootste, -zoo als de huis-industrieën en textiel-industrieën, zijn meer vrouwen -aan het werk dan mannen. In Japan, zegt men, dat drie vijfden van de -fabrieksarbeiders vrouwen zijn, en al de textiel-industrieën zijn in -handen van de vrouwen [297]. Deze beweging is een zichtbare uitdrukking -van de moderne opvatting van persoonlijke rechten, persoonlijke -waarde en persoonlijke verantwoordelijkheid, die, zooals Hobhouse -opmerkt, de vrouwen gedwongen heeft zelf haar leven aan te pakken, -en die tegelijkertijd de oude huwelijkswetten tot een anachronisme -gemaakt heeft en het verouderde idee van vrouwelijke onschuld van de -wereld weggevaagd heeft als niets dan een stuk valsch sentiment [298]. - - - Er kan geen twijfel aan zijn, dat het binnentreden van de vrouwen - in het gebied van den industriearbeid, in wedijver met de mannen - en onder ongeveer dezelfde omstandigheden als zij, ernstige - vragen van een andere soort doet rijzen. Dat de beschaving in het - algemeen neigt naar de economische onafhankelijkheid en de moreele - verantwoordelijkheid van de vrouwen, ligt voor de hand. Maar - het is in het geheel niet absoluut zeker, dat het beste is voor - de vrouwen, en daarom voor de gemeenschap, dat zij al de gewone - beroepen en bezigheden zullen uitoefenen, en dat onder dezelfde - omstandigheden. Niet alleen hebben de omstandigheden van de - beroepen en betrekkingen zich ontwikkeld in overeenstemming - met de speciale geschiktheden van de mannen, maar het feit, - dat het sexueele proces, waardoor het ras zich voortplant, een - onvergelijkelijk grootere hoeveelheid tijd en energie eischt - van de vrouwen dan van de mannen, verhindert de vrouwen in den - regel zich zoo uitsluitend als mannen te wijden aan industrieel - werk. Voor sommige biologen schijnt het inderdaad duidelijk te - zijn, dat de vrouw buiten het huis en de school in het geheel - niet werken moet. "Iedere natie, die zijn vrouwen laat werken - is veroordeeld," zegt Woods Hutchinson (The Gospel According to - Darwin, p. 199). Dit is een uiterste opvatting. Toch beschouwt - ook Hobhouse Hobson, die deze kwestie van den economischen - kant bekijkt, den invloed van de industrie, die de vrouwen uit - haar huis verjaagt, als "een invloed, die strijdig is met de - beschaving". De verwaarloozing van het tehuis, zegt hij, is, - "over het geheel, het ergste nadeel, dat de moderne industrie - toegebracht heeft aan ons leven, en het is moeilijk in te zien - hoe dit goedgemaakt kan worden door een toename van materieele - producten. Het fabrieksleven voor de vrouwen ondermijnt behalve - in uiterst zeldzame gevallen, de moreele en physieke gezondheid - van de familie. De eischen van het fabrieksleven zijn niet overeen - te brengen met de positie van een goede moeder, een goede vrouw, - of een goede huisvrouw. Behalve in geheel uiterste gevallen kan - geen vermeerdering van het loon van de familie opwegen tegen - deze verliezen, waarvan de waarde op een qualitatief hooger - niveau staat". (J. A. Hobson, Evolution of Modern Capitalism, - hoofdst. XII; vergelijk wat in hoofdstuk I van dit werk gezegd - is). Men begint nu te erkennen, dat de eerste pioniers van de - vrouwenbeweging, die werkten om "de onderwerping van de vrouw" te - doen verdwijnen, toch nog beheerscht werden door de oude idealen - van die onderwerping, volgens welke de mannelijke sekse in alle - opzichten de superieure is. Wat goed was voor een man, dachten - ze, moest ook goed zijn voor een vrouw. Dat is de bron geweest - van alles wat de eerste uitingen der "vrouwenbeweging" zoo onvast - maakte, soms ook zoo roerend en dwaas. Men merkte niet, dat, voor - alles, de vrouwen haar rechten moeten laten gelden op haar eigen - vrouwelijkheid als moeders van het ras, en daardoor de eerste - wetgevers op het gebied der sekse, en het groote levensgebied, - dat van haar sekse afhankelijk is. Deze speciale positie van - de vrouw zal waarschijnlijk een aanpassing van de economische - verhoudingen aan haar behoeften noodig maken, hoewel het niet - waarschijnlijk is, dat zulk een aanpassing inbreuk zou maken op - haar onafhankelijkheid en haar verantwoordelijkheid. Wij hebben, - zooals Juliette Adams zegt, de rechten van de mannen gehad, die - de rechten van de vrouw opofferden, gevolgd door de rechten van - de vrouw die het kind opofferden; dat moet gevolgd worden door de - rechten van het kind, die de familie weer in eere herstellen. Het - is reeds noodig geweest dit punt in het eerste hoofdstuk van - dit boek aan te raken en het zal in het laatste hoofdstuk weer - noodig zijn. - - -De vraag naar de middelen, waardoor de economische zelfstandigheid -van de vrouwen geheel verzekerd zal worden, en naar de rol, die de -gemeenschap tot haar beveiliging zal moeten spelen, met inachtneming -van de bijzondere barings-functiën van de vrouw, is, van het standpunt -dat ons op het oogenblik bezig houdt, bijzaak. Er kan echter geen -twijfel zijn aan de werkelijkheid van de beweging in die richting, -welke twijfel er ook mag zijn aan het aanpassen ten slotte van de -onderdeelen. Op deze plaats behoeven wij alleen maar op sommige van -de algemeene en meer duidelijk zichtbare veranderingen te wijzen, -waarin de groei van de verantwoordelijkheid van de vrouw de sexueele -moraal raakt. - -De eerste en meest merkbare wijze, waarop deze zin voor moreele -verantwoordelijkheid werkt, is een aandringen op werkelijkheid in de -verhoudingen tusschen de seksen. De moreele onverantwoordelijkheid -van de vrouw heeft, met haar economische afhankelijkheid te zamen, er -toe geleid, dat zij de sexueele gebeurtenis, die biologisch van het -grootste gewicht is, alleen maar als een vroolijke en alledaagsche -gebeurtenis beschouwt, op zijn hoogst als een gebeurtenis, die -haar een triomf gegeven heeft over haar mededingsters en over den -superieuren man, die, van zijn kant, gewillig zich er toe leent om -voor het oogenblik de rol van overwonneling te spelen. "Gallanterie -voor de dames", wordt ons verteld van den held van de grootste en -meest typische Engelsche roman, "behoorde tot zijn grondbeginselen -van eer, en hij vond, dat hij evenzeer verplicht was een oproep tot -liefde aan te nemen alsof het een oproep was geweest om te vechten"; -hij gaat heldhaftig mee naar huis met een dame van hoogen stand, die -hij ontmoet op een maskerade, hoewel hij toen zeer verliefd was op een -meisje, waar hij later mee trouwt [299]. De vrouw, wier macht alleen -in haar bekoorlijkheden ligt, en die vrijheid heeft den last van de -verantwoordelijkheid op de schouders van den man te laden [300], kan -gemakkelijk de rol van verleidster spelen en daardoor onafhankelijkheid -en gezag uitoefenen in de eenige vormen, die voor haar openstaan. De -man van zijn kant, die het denkbeeld van "eer" invoert in een gebied, -waaruit het natuurlijke denkbeeld van verantwoordelijkheid verbannen -is, is bereid, als een dame het hem vraagt, in de arena af te dalen -volgens de oude legende, en haar handschoen terug te halen, zelfs -als hij haar die later verachtelijk in het gezicht gooit. De oude -opvatting van gallanterie, die Tom Jones zoo goed belichaamt, is het -directe gevolg van een systeem, dat de moreele onverantwoordelijkheid -en economische afhankelijkheid van de vrouwen in zich sluit, en is -tegenovergesteld aan de opvattingen van sexueele gelijkheid, die in -vroegere en latere beschaafde stadiën geheerscht hebben, evenzeer -als aan de biologische tradities van een natuurlijken vorm van het -hofmaken in de wereld in het algemeen. - -Terwijl ze haar eigen sexueele leven controleeren, en zich duidelijk -voor oogen stellen, dat haar verantwoordelijkheid voor zulk -controleeren niet langer op de schouders geschoven kan worden van -de andere sekse, zullen de vrouwen indirect invloed hebben op het -sexueele leven van de mannen, zooals deze reeds invloed uitoefenen -op dat van de vrouwen. Op welke wijze die invloed in hoofdzaak zal -uitgeoefend worden, is nog niet te voorspellen. Volgens sommigen -zijn, evenals vroeger de mannen hun vrouwen kochten en maagdelijkheid -voor het huwelijk eischten in het zoo gekochte artikel, op dezelfde -wijze tegenwoordig onder de betere klassen de vrouwen in staat -haar mannen te koopen en op haar beurt zijn ze geneigd kuischheid -te eischen [301]. Dat is echter een te simpele wijze van de zaak -te beschouwen. Het is genoeg er op te wijzen, dat de vrouwen niet -aangetrokken worden door maagdelijke onschuld in een man en dat zij -dikwijls goede reden hebben om zulk een onschuld met wantrouwen aan -te zien [302]. Toch mogen we wel gelooven, dat de vrouwen er meer en -meer de voorkeur aan zullen geven een zekere critiek uit te oefenen -op het verleden van haar man. Hoezeer een vrouw ook instinctief -moge wenschen, dat haar man ingewijd zal zijn in de kunst van het -hofmaken, mag zij er toch dikwijls wel aan twijfelen of de beste -inwijding verkregen kan worden bij de gewone prostituée. Prostitutie -is, zooals we gezien hebben, ten slotte evenmin overeen te brengen -met complete sexueele verantwoordelijkheid als het patriarchale -huwelijks-systeem, waarmee ze nauw verbonden is geweest. Ze is een -schikking, die in hoofdzaak bepaald wordt door de behoeften van de -mannen, hoezeer ze ook toevallig aan verschillende behoeften van -de vrouwen tegemoet gekomen is. De mannen hebben het zoo ingesteld, -dat een groep van vrouwen afgezonderd zou worden om uitsluitend hun -sexueele behoeften te dienen, terwijl een andere groep opgevoed -zou worden in ascetisme als candidaten voor het privilege van te -voorzien in de behoeften van hun huishouden en familie. Dat dit in -veel opzichten een uitmuntend systeem geweest is, blijkt wel voldoende -uit het feit, dat het zoo'n langen tijd gebloeid heeft, ondanks de -invloeden, die het tegenwerkten. Maar het is klaarblijkelijk alleen -maar mogelijk gedurende een zeker stadium van de beschaving en in -verband met een bepaalde maatschappelijke organisatie. Het komt niet -volkomen overeen met een democratisch stadium van de beschaving, -dat in zich sluit de economische onafhankelijkheid en de sexueele -verantwoordelijkheid van beide seksen gelijkelijk in alle klassen -van de maatschappij. Het is mogelijk, dat de vrouwen dit feit eerder -beginnen te erkennen dan de mannen. - -Het wordt ook door velen geloofd, dat de vrouwen zullen erkennen, -dat een hooge trap van moreele verantwoordelijkheid niet gemakkelijk -overeen te brengen is met de praktijk van het veinzen, en dat -economische afhankelijkheid het bedrog--dat altijd de toevlucht is -van de zwakken--zal berooven van iedere moreele rechtvaardiging, die -het zou kunnen bezitten. Hier is het echter noodig met voorzichtigheid -te spreken, of we zouden onrechtvaardig worden jegens de vrouwen. We -moeten opmerken, dat in de sexueele sfeer de mannen ook dikwijls -de zwakken zijn, en neiging hebben hun toevlucht te nemen tot het -hulpmiddel van de zwakken. Met de erkenning van dat feit moeten -we ook erkennen, dat vele van de dwaze meeningen, die eeuwenlang -geheerscht hebben in den mannelijken geest bij het beschouwen van de -vrouwelijke wijzen van doen, voor een groot deel veroorzaakt zijn door -teleurstellingen in vrouwen. De mannen hebben voortdurend de dubbele -fout begaan, de veinzerij van de vrouwen òf voorbij te zien òf er te -veel waarde aan te hechten. Dit feit heeft er altijd toe bijgedragen om -het onvermijdelijk moeilijk pad van de vrouwen door den kronkelweg van -het sexueele gedrag nog moeilijker te maken. Pepys, die zoo levendig -en zoo open een beeld geeft van de deugden en gebreken van den gewonen -mannelijken geest, vertelt hoe eens, toen hij Mevr. Martin bezocht, -haar zuster Doll heenging om een flesch wijn te halen en verontwaardigd -terugkwam, omdat een Hollander haar in een stal getrokken en met haar -had willen stoeien. Daar Pepys zichzelf dikwijls vrijheden met haar -veroorloofd had, scheen het hem toe, dat haar verontwaardiging op den -Hollander "het beste bewijs was van de onoprechtheid van de vrouw, -dat er ter wereld maar wezen kon" [303]. Hij neemt zonder meer aan, -dat een vrouw, die het voorrecht van familiariteit heeft toegekend aan -een man, dien zij kent en naar we hopen, respecteert, ook bereid zou -moeten zijn om met genoegen de brutale attenties aan te nemen van den -eersten den besten dronken vreemdeling, dien zij op straat tegenkomt. - -Het was het aannemen van de onoprechtheid in de vrouwen, dat den -ultra-mannelijken Pepys bracht tot een tamelijk dwaze vergissing. Op -dit punt ontmoeten wij iets, wat aan sommigen een ernstig bezwaar voor -de volle moreele verantwoordelijkheid van de vrouwen toegeschenen -heeft. Veinzen, zeggen Lombroso en Ferrero, is bij de vrouw "bijna -physiologisch", en zij geven verschillende gronden aan voor deze -uitspraak [304]. De theologen, van hun kant, zijn tot hetzelfde besluit -gekomen. "Een biechtvader moet niet dadelijk de woorden van een vrouw -gelooven", zegt Vader Gury, "want vrouwen hebben gewoonlijk neiging om -te liegen" [305]. Deze neiging, waarvan men gelooft, dat de vrouwen -als sekse haar hebben, hoezeer een groot aantal individueele vrouwen -er vrij van zijn, kunnen we naar waarheid zeggen, dat in groote mate -het resultaat is van de onderworpenheid van de vrouwen en daardoor -waarschijnlijk verdwijnen zal, zoodra de onderworpenheid verdwijnt. In -zoover ze echter "bijna physiologisch" is, en op onvernietigbare -vrouwelijke eigenschappen gebaseerd is, zooals schaamtegevoel, -gevoeligheid en sympathie, die een organische basis hebben in de -vrouwelijke constitutie en daarom nooit geheel kunnen veranderen, -schijnt het wel nauwelijks waarschijnlijk dat de vrouwelijke -veinzerij zal verdwijnen. Het beste, dat men kan verwachten is, dat -ze in toom zal gehouden worden door den ontwikkelden zin van moreele -verantwoordelijkheid, en, na teruggebracht te zijn tot zijn eenvoudige -natuurlijke verhoudingen, als begrijpelijk erkend zal worden. - - - Het is onnoodig op te merken, dat er geen sprake kan zijn van - eenige aangeboren moreele meerderheid van het eene geslacht - boven het andere. Deze kwestie werd vele jaren geleden uitvoerig - behandeld door een van de meest fijngevoelige moralisten van - het liefdeleven. "Alles te zamen genomen", besloot Senancour (De - l'Amour, deel II, p. 85), "hebben we geen reden om de meerderheid - van de eene sekse boven de andere vast te stellen. Beide seksen, - met hun dwalingen en goede bedoelingen, vervullen gelijkelijk de - doeleinden der natuur. We mogen wel gelooven, dat bij ieder van - de twee afdeelingen van de menschelijke soort de som van goed - en kwaad ten naastenbij gelijk is. Als we bijvoorbeeld, wat de - liefde aangaat, het zichtbaar losbandig gedrag van de mannen - met de schijnbare ingetogenheid van de vrouwen vergelijken, dan - zou het een onjuiste waardeering zijn, want het aantal fouten - begaan door vrouwen met mannen is noodzakelijk hetzelfde als dat - van mannen met vrouwen. Er bestaan onder ons minder nauwgezette - mannen dan volkomen eerlijke vrouwen, maar het is gemakkelijk te - zien hoe de weegschaal in evenwicht komt. Als deze kwestie van - de moreele meerderheid van het eene geslacht boven het andere - niet onoplosbaar was, dan zou ze nog zeer gecompliceerd blijven - met betrekking tot de geheele soort, of zelfs de geheele natie, - en iedere strijd schijnt hier nutteloos". - - Deze conclusie is in overeenstemming met de algemeen compenseerende - en aanvullende verhouding van vrouwen met mannen. - - Kort geleden, bij een rondvraag over de kwestie of vrouwen moreel - inferieur zijn aan mannen, met een speciale verwijzing naar - geschiktheid voor loyaliteit (La Revue, Jan. 1, 1909), waarbij - verscheidene beroemde Fransche mannen en vrouwen hun meening te - kennen gaven, verklaarden sommigen, dat vrouwen gewoonlijk de - meerderen zijn; anderen beschouwden het eerder als een kwestie - van verschil dan van meerderheid of minderheid; allen waren het - er over eens, dat, als zij dezelfde onafhankelijkheid genieten - als mannen, vrouwen even loyaal zijn als mannen. - - -Het is ongetwijfeld waar, dat--gedeeltelijk als een resultaat van -oude tradities en opvoeding, gedeeltelijk van echt vrouwelijke -karakter-eigenschappen--vele vrouwen beschroomd zijn wat haar -recht op moreele verantwoordelijkheid aangaat en niet geneigd -ze te aanvaarden. En er is een poging gedaan om haar houding te -rechtvaardigen door te beweren, dat de rol van de vrouw in het leven -van nature die is van zelfopoffering, of, om het gezegde in een meer -technischen vorm te stellen, dat de vrouwen van nature masochistisch -zijn; en dat er, zooals Krafft-Ebing zegt, een natuurlijke "sexueele -onderwerping" is van de vrouw. Het is in het geheel niet duidelijk, dat -het gezegde absoluut waar is, en als het waar was, zou het niet dienen -om de moreele verantwoordelijkheid van de vrouwen te niet te doen. - - - Bloch (Beiträge zur Aetiologie der Psychopathia Sexualis, deel - II p. 178), ontkent, in overeenstemming met Eulenburg met klem, - dat er zulk een natuurlijke "sexueele onderwerping" van de vrouwen - bestaat, en beschouwt die als kunstmatig in het leven geroepen, - het resultaat van de maatschappelijk inferieure positie van - de vrouwen, en beweert, dat zulke onderwerping in veel hoogere - mate een physiologische eigenaardigheid is van mannen dan van - vrouwen. Het schijnt duidelijk, dat de opvatting, dat vrouwen - vooral geneigd zijn tot zelfopoffering, weinig biologische waarde - heeft. Zelfopoffering, die afgedwongen wordt, hetzij door physieken - of moreelen dwang, is den naam zelfopoffering niet waard; als ze - met bedoeling geschiedt, is ze eenvoudig het opofferen van een - minder goed om een grooter goed te verkrijgen. Zoo zou men van een - man, die een goed diner verorbert, kunnen zeggen, dat hij zijn - honger "opoffert". Zelfs binnen de sfeer van de traditioneele - moraal heeft de vrouw, die haar "eer" opoffert ter wille van - haar liefde voor een man, door haar opoffering iets verkregen, - dat zij meer op prijs stelt. "Wat een triomf is het voor een - vrouw", heeft een vrouw gezegd, "vreugde te geven aan den man, - dien zij lief heeft!" En in een moraal, gegrond op een gezonde - basis, wordt hier geen "opoffering" geëischt. Eerder kan er gezegd - worden, dat de biologische wetten van het aanzoek in hun grond meer - zelfopoffering eischen van den man dan van de vrouw. Zoo geeft, - volgens Gérard den leeuwenjager, de leeuwin zich aan den sterksten - van haar leeuw-minnaars; zij moedigt ze aan om onder elkaar te - strijden om den voorrang, terwijl zij op haar buik ligt om naar - het gevecht te kijken en van plezier met haar staart kwispelt, - ieder vrouwelijk wezen wordt door vele mannelijke wezens het - hof gemaakt, maar zij neemt er maar éen aan; het is niet van - het vrouwtje, dat erotische zelfopoffering geëischt wordt, maar - van het mannetje. Dat is werkelijk een deel van de goddelijke - compensatie van de natuur, want daar het grootste deel van den - last der sekse op de vrouw rust, is het gepast, dat zij minder - geroepen wordt tot afstand doen. - - -Zoo schijnt het wel waarschijnlijk, dat de toename van de moreele -verantwoordelijkheid er toe leiden zal het gedrag van een vrouw -begrijpelijker te maken voor anderen [306]; het zal er in ieder -geval toe leiden, dat anderen er zich minder mee bemoeien. Dit -geldt zeer bijzonder voor de verhoudingen van de seksen. Vroeger -waren het de mannen, die zich in vele vormen van deugd moesten -oefenen; terwijl maar éen deugd voor de vrouwen openstond. Dat is -niet langer mogelijk. Als we de vrouw belasten met de voornaamste -verantwoordelijkheid voor haar eigen sexueel gedrag, dan berooven -we daarmee dat gedrag van zijn duidelijk openlijk karakter als -een deugd of als een ondeugd. Sexueele vereeniging is zoowel voor -de vrouw als voor den man een physiologisch feit; het kan ook een -geestelijk feit zijn; maar het is geen maatschappelijk feit. Het is -integendeel een daad, die, meer dan alle andere daden, terugtrekking -en heimelijkheid voor hare voltrekking noodig heeft. Dat is inderdaad -een algemeen menschelijk, bijna zoölogisch feit. Bovendien wordt -deze eisch van heimelijkheid meer speciaal gedaan door de vrouw, -ten gevolge van haar grootere ingetogenheid, die, zooals we reden -hebben om te gelooven, een biologische basis heeft. Niet voordat een -kind geboren is of ontvangen, heeft de gemeenschap eenig recht zich te -interesseeren voor de sexueele daden van haar leden. De sexueele daad -gaat de gemeenschap niet meer aan, dan eenige andere persoonlijke -physiologische daad. Het is onbeschaamd, zoo niet ergerlijk, hier -navraag te doen. Maar de geboorte van een kind is een maatschappelijke -gebeurtenis. Niet wat den schoot ingaat, maar wat die schoot baart, is -van belang voor de maatschappij. De maatschappij wordt uitgenoodigd -een nieuwen burger te ontvangen. Ze heeft recht te eischen, dat -die burger een plaats in haar midden waardig zal zijn, en dat hij -behoorlijk zal worden geïntroduceerd door een verantwoordelijken -vader en een verantwoordelijke moeder. De sexueele moraal draait, -zooals Ellen Key gezegd heeft, heelemaal om het kind. - -Bij dit laatste punt van onze bespreking over de sexueele moraal -zullen we misschien de enorme verandering kunnen opmerken, die de -ontwikkeling bij de vrouwen van de moreele verantwoordelijkheid in -zich sluit. Zoolang alle verantwoordelijkheid aan de vrouwen ontzegd -werd, zoolang een vader of een man, gesteund door de gemeenschap, -zich verantwoordelijk stelde voor het sexueele gedrag van de vrouw, -voor haar "deugd", was het noodig, dat de geheele sexueele moraal zou -draaien om den ingang van de vagina. Het werd absoluut het hoofdpunt -voor het behoud van de moraal, dat alle oogen van de gemeenschap steeds -zouden gericht zijn op dat punt, en ook de geheele huwelijkswet moest -er op gericht zijn. Dat is niet langer mogelijk. Als een vrouw haar -eigen moreele verantwoordelijkheid op zich neemt, in sexueele evenals -in andere zaken, dan wordt het niet alleen ondragelijk, maar ook zonder -beteekenis voor de gemeenschap, in haar meest intieme physiologische -of geestelijke daden te speuren. Zij is zelf direct verantwoordelijk -aan de maatschappij, zoodra zij een maatschappelijke daad doet, -en niet vóor dien tijd. - -Vooral met betrekking tot het moederschap is de verwerkelijking van -alles, wat in de nieuwe moreele verantwoordelijkheid van de vrouwen -besloten is, van beteekenis. Onder een systeem van moraal, waarbij -een man vrijgelaten wordt de verantwoordelijkheid op zich te nemen -voor zijn sexueele daden, terwijl een vrouw niet even vrij is om dat -ook te doen, wordt een premie gesteld op sexueele daden, die niet -uitloopen op voortplanting, en wordt er een straf gesteld op de daden, -die tot de voortplanting leiden. De reden is, dat bij de eerste klasse -van daden de mannen voornamelijk bevrediging vinden; en dat in de -andere klassen de vrouwen voornamelijk bevrediging vinden. Want het -tragische in de oude sexueele moraal was, dat, terwijl ze alleen de -mannen verantwoordelijk stelde voor sexueele daden, waarin de man -en de vrouw beiden deel namen, de vrouwen zoowel maatschappelijk -als wettelijk in de onmogelijkheid gesteld werden zich het feit van -de mannelijke verantwoordelijkheid ten nutte te maken, tenzij ze de -voorwaarden vervuld hadden, die de mannen voor haar gemaakt hadden, -en die ze zichzelf toch niet oplegden. De daad van sexueelen omgang, -die de daad was, waarin de mannen het meeste genoegen vonden, was -onder alle omstandigheden een daad van gering maatschappelijk belang; -de daad van het ter wereld brengen van een kind, die voor de vrouwen -de meest werkelijk bevredigende van alle sexueele daden is, werd als -een misdaad beschouwd, tenzij de vrouw van tevoren de voorwaarden -vervuld had, die door den man geëischt werden. Dat was misschien het -ongelukkigste en zeker het onnatuurlijkste van de resultaten van de -patriarchale regeling van de maatschappij. Ze heeft nooit bestaan -in een of anderen grooten Staat, waar de vrouwen wetgevende macht -bezeten hebben. - - - Natuurlijk is er door abstracte theoretici gezegd, dat de - vrouwen de zaken zelf in de hand hebben. Zij moeten nooit van - een man houden, eer zij hem veilig in de wettige banden van het - huwelijk vast hebben. Zulk een argument dient nergens toe, want - het neemt geen nota van het feit, dat, terwijl liefde en zelfs - monogamie natuurlijk zijn, het wettige huwelijk alleen maar een - uiterlijke vorm is, met een zeer zwakke macht om de natuurlijke - impulsen ten onder te brengen, behalve wanneer deze impulsen zwak - zijn, en in het geheel geen macht om ze duurzaam ten onder te - brengen. Beschaving sluit in zich den groei van het vooruitzien, - en van zelfbeheersching in beide seksen; maar het is dwaas deze - fijnste en laatste uitloopers van de beschaving bloot te stellen - aan een druk, waartegen ze nooit bestand zouden kunnen zijn. Hoe - dwaas het is, is kort en bondig, aangetoond door Lea in zijn - bewonderenswaardige History of Sacerdotal Celibacy. - - Vergelijken wij verder de geschiktheid van de beide geslachten op - dit bijzondere gebied met elkaar, dan moeten wij er aan denken, - dat mannen meer kracht van vooruitzien en zelfbeheersching - bezitten, niettegenstaande de bescheidenheid en terughouding van - de vrouwen. De sexueele sfeer is oneindig veel uitgebreider bij - de vrouwen, zoodat, als de werkzaamheid eenmaal opgewekt is, het - veel moeilijker is ze meester te worden of te beheerschen. Het - is derhalve oneerlijk jegens de vrouwen, en het begunstigt in - ongepaste mate de mannen, als een te hooge prijs wordt gesteld op - vooruitzien en zelfbeheersching in sexueele zaken. Daar de vrouwen - de overheerschende rol spelen in deze zaak der sexueele sfeer, - moeten haar natuurlijke behoeften, eer dan die van de mannen, - den standaard aangeven. - - -Met het erkennen van de moreele verantwoordelijkheid van de -vrouwen vinden de natuurlijke levensverhoudingen weer hun juiste -oriënteering. Het moederschap wordt in zijn oude heiligheid -hersteld. Het wordt de zaak van de vrouw zelf, en niet van -de maatschappij of van eenig individu, om de voorwaarden -te bepalen, waaronder het kind zal ontvangen worden. De -maatschappij heeft het recht te eischen, dat de vader in ieder -geval het feit van het vaderschap zal erkennen, maar ze moet de -voornaamste verantwoordelijkheid voor al de omstandigheden van de -kindervoortbrenging overlaten aan de moeder. Dat is het gezichtspunt, -dat nu grond wint in alle beschaafde landen, zoowel in theorie als -in de praktijk [307]. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK X - -HET HUWELIJK - - - De definitie van het huwelijk.--Het huwelijk in de - dierenwereld.--Het overheerschen van de monogamie.--Het vraagstuk - van het groepen-huwelijk.--De monogamie is een natuurlijk feit, - niet gebaseerd op een wet der menschen.--Neiging om den vorm van - het huwelijk te stellen boven het feit van het huwelijk.--De - geschiedenis van het huwelijk.--Het huwelijk in het oude - Rome.--Germaansche invloed op het huwelijk.--De groote uitbreiding - van dezen invloed.--Het sacrament van het huwelijk.--Oorsprong - en ontwikkeling van de opvatting als sacrament.--De kerk - maakte het huwelijk tot een openbare daad.--Het canonieke - huwelijksrecht.--De gezonde kern hiervan.--Zijn ontwikkeling.--Zijn - onduidelijkheden en dwaasheden.--Eigenaardigheden van het Engelsche - huwelijksrecht.--Invloed van de hervorming op het huwelijk.--De - Protestantsche opvatting van het huwelijk als een wereldlijk - verdrag.--De Puriteinsche huwelijks hervorming.--Milton als - pionier voor de huwelijks hervorming.--Zijn beschouwingen over - echtscheiding.--De achterlijke positie van Engeland op het gebied - van de huwelijkshervorming.--Critiek op de Engelsche wet op de - echtscheiding.--De tradities van het canoniek recht werken nog - voort.--De kwestie van schadevergoeding bij echtbreuk.--Onderlinge - verstandhouding is een beletsel voor echtscheiding.--Echtscheiding - in Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk, Rusland enz.--De Vereenigde - Staten.--Onmogelijkheid de echtscheidingsgronden wettig vast te - stellen.--Echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.--De oorsprong - en de ontwikkeling hiervan--Belemmering door de tradities van het - canoniek recht.--Wilhelm von Humboldt.--Nieuwe voorstanders van - echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.--De argumenten tegen - het gemakkelijker maken van de echtscheiding.--De belangen der - kinderen.--De bescherming der vrouwen.--De tegenwoordige neiging - in de behandeling van de echtscheidingsbeweging.--Het huwelijk - is geen verdrag.--Het voorstel van een huwelijk voor een aantal - jaren.--Wettelijke beperkingen en nadeelen in de positie van man - en vrouw.--Het huwelijk is geen contract, maar een feit.--Alleen de - bijkomende zaken van het huwelijk, niet de essentieele leenen zich - tot een regeling bij contract.--De wettelijke erkenning van het - huwelijk als feit zonder eenige ceremonie.--Contracteeren van de - persoon is niet te vereenigen met de moderne neigingen.--De factor - van de moreele verantwoordelijkheid.--Het huwelijk als een ethisch - sacrament.--Persoonlijke verantwoordelijkheid sluit vrijheid in - zich.--Vrijheid is de beste waarborg voor bestendigheid.--Onjuiste - denkbeelden over indivudualisme.--De moderne neiging van het - huwelijk.--Met de geboorte van een kind houdt het huwelijk op - een persoonlijke aangelegenheid te zijn.--Ieder kind moet een - wettigen vader en een wettige moeder hebben.--Hoe dit bereikt - kan worden.--De vaste grondslag der monogamie.--De kwestie van - huwelijksvariatie.--Zulke variaties staan niet vijandig tegenover - de monogamie.--De meest gewone variaties.--De buigzaamheid van het - huwelijk houdt variaties in toom.--Huwelijks variaties tegenover - prostitutie.--Het huwelijk op humanen grondslag.--Samenvatting - en besluit. - - -De bespreking in het vorige hoofdstuk van den aard van de sexueele -moraal, met de korte schets, die zij bevatte van de richting, waarin -die moraal zich beweegt, heeft noodzakelijk vele punten onaangeroerd -gelaten. De vraag blijft nog open, welke bepaalde vormen de sexueele -vereenigingen onder ons beginnen aan te nemen, en welke betrekking -deze vereenigingen hebben op de godsdienstige, maatschappelijke, -en wettelijke tradities, die wij geërfd hebben. Dit zijn zaken, -waarover een vrij groote mate van onzekerheid schijnt te bestaan, te -oordeelen naar de ongewoon revolutionaire of eccentrieke meeningen, -die men er over te hooren krijgt. - -Sexueele vereeniging, die tijdelijk of duurzaam cohabitatie van twee -of meer personen in zich sluit, en die tot voornaamste doeleinden -heeft het voortbrengen en de verzorging van een nageslacht, wordt -gewoonlijk huwelijk genoemd. De groep, die zoo gevormd wordt, heet -een familie. Dit is de beteekenis, waarin de woorden "huwelijk" en -"familie" meest eigenlijk gebruikt worden, hetzij we spreken van de -dieren of van den mensch. We zien dus, dat er gelegenheid is voor -variaties, zoowel wat den duur van de vereeniging aangaat, als wat het -aantal van de haar vormende individuen betreft, terwijl de hoofdfactor -voor de bepaling van deze punten het belang van de nakomelingschap -is. In de praktijk echter hebben sexueele vereenigingen, niet alleen -bij den mensch, maar ook bij de hoogere dieren, de neiging langer te -duren dan het belang van de nakomelingschap van een seizoen het eischt, -terwijl het feit, dat bij de meeste soorten het aantal der mannetjes -en der vrouwtjes ongeveer gelijk is, het onvermijdelijk maakt, dat de -familie gevormd wordt door een enkel paar individuen van verschillend -geslacht, zoodat monogamie, hoewel steeds met vele uitzonderingen, -hoofdregel is. - -We zien dus, dat het huwelijk zijn middelpunt vindt in het kind -en dat het in den oorsprong geen reden van bestaan heeft buiten de -welvaart van de nakomelingschap. Onder de lager georganiseerde dieren, -die van het begin van hun leven af in staat zijn voor zich zelf te -zorgen bestaat geen familie en geen behoefte aan het huwelijk. Als bij -menschen op de geslachtsvereeniging geen nakomelingschap volgt, dan -kunnen er wel gronden bestaan voor het voortduren van die vereeniging, -maar dit zijn geen gronden, waarbij hetzij de natuur of de maatschappij -eenig direct belang heeft. Het huwelijk, dat zich onder de dieren door -erfelijkheid gevormd heeft op de basis der natuurlijke keuze, en dat -door de lagere menschenrassen voortgezet is door gewoonte en traditie, -door de meer beschaafde rassen door den daarbij komenden regelenden -invloed van wettige instellingen, is geweest huwelijk terwille van -het nageslacht [308]. Zelfs bij beschaafde rassen, bij wie het aantal -kinderlooze huwelijken groot is, is het huwelijk meestal zoo ingericht, -dat het steeds het verwekken van kinderen aanneemt, en de duurzaamheid -in zich sluit, die daarvoor geëischt wordt. - - - Bij vogels, die, wat hun erotische ontwikkeling betreft, - in de dierenwereld bovenaan staan, is de monogamie dikwijls - overheerschend (volgens sommige schattingen ongeveer 90 percent), - en de vereenigingen zijn meestal duurzaam; denzelfden toestand - vindt men, al is 't niet zoo volkomen, bij sommige van de hoogere - zoogdieren, vooral bij de anthropoide apen; zoo bestaan onder de - gorilla's en oerang-oetans permanente monogamische huwelijken, - waarbij de jongen soms bij de ouders blijven tot hun zesde jaar, - terwijl alles, wat lijkt op loszinnig gedrag van den kant van het - wijfje, door het mannetje streng gestraft wordt. De variaties, - die voorkomen, zijn dikwijls een kwestie van aanpassing aan de - omstandigheden; zoo zegt J. G. Millais (Natural History of British - Ducks, pp. I, 63), dat de lepeleend, hoewel zij normaal monogamisch - is, polyandrisch wordt als er te veel mannetjes zijn, en dat dan - twee mannetjes voortdurend en vriendschappelijk zorg dragen voor - eén wijfje, zonder teekenen van jaloezie; ook bij de monogamische - wilde eenden komen nu en dan polygynie en polyandrie voor. Zie ook - R. W. Schufeldt, "Mating Among Birds", American Naturalist, Maart, - 1907; voor huwelijken onder de zoogdieren zie men een belangrijk - geschrift van Robert Müller, "Säugethierchen", Sexual-Probleme, - Jan., 1909, en wat het overheerschen van de monogamie aangaat, - zie men Woods Hutchinson, "Animal Marriage", Contemporary Review, - Oct., 1904, en Sept. 1905. - - Men is het onder de historici van het huwelijk lang oneens - geweest over den oorspronkelijken vorm van het menschelijk - huwelijk. Sommigen meenen, dat een oorspronkelijk bestaande - gemengde staat zich langzamerhand in de richting van de - monogamie gewijzigd heeft; anderen beweren, dat de mensch - begon waar de anthropoide aap ophield, en dat de monogamie over - het geheel doorloopend overheerschend geweest is. Deze beide - tegenovergestelde gezichtspunten, in hun uitersten vorm, schijnen - onhoudbaar, en de waarheid zal wel in het midden liggen. Het is - door verschillende schrijvers, en voornamelijk door Westermarck - (History of Human Marriage, hoofdst. IV-VI) aangetoond, dat - er geen gezonde bewijsgronden zijn voor een oorspronkelijken - gemengden staat, en dat er tegenwoordig weinig natuurvolken - zijn, zoo ze er al zijn, die in echte onbeperkte gemengde - staat leven. Deze theorie van een oorspronkelijke promiscuïteit - schijnt ontstaan te zijn, naar J. A. Godfrey aangetoond heeft - (Science of Sex, p. 112), door de gemengde prostitutie, die in - beschaafde maatschappijen bestond, hoewel deze gemengde staat - in werkelijkheid eerder het gevolg was dan de oorzaak van het - huwelijk. Aan den anderen kant kunnen we nauwelijks zeggen, - dat er eenig overtuigend bewijsmateriaal is van oorspronkelijke - strikte monogamie, behalve de onderstelling, dat de eerste mensch - de sexueele gewoonten van den anthropoiden aap voortzette. Het - schijnt echter waarschijnlijk, dat de groote schrede voorwaarts, - die het overgaan van aap tot mensch met zich bracht, samenging - met een verandering in de sexueele gewoonten, die leidde tot het - aannemen van een meer samengesteld systeem dan de monogamie. Het - is moeilijk te zien op welk ander maatschappelijk gebied dan dat - der sekse, de oorspronkelijke mensch werkzaamheid kon vinden voor - de zich ontwikkelende intellectueele en moreele bekwaamheden, - de fijne onderscheidingen en de moreele beperkingen, waarvoor - de strikte monogamie, door de dieren in praktijk gebracht, geen - ruimte liet. Het is even moeilijk te zien, op welke andere basis, - dan die van de sekse, een nauwer verbonden sexueel systeem, de - vereenigde en harmonieuze pogingen, noodig voor maatschappelijken - vooruitgang, zich konden hebben ontwikkeld. Het is waarschijnlijk, - dat tenminste een van de beweegredenen tot de exogamie, of het - huwelijk buiten den groep, is (zooals waarschijnlijk het eerst door - den heiligen Augustinus is aangetoond in zijn De Civitate Dei) - de behoefte, een grooter maatschappelijken kring te stichten en - zoo de maatschappelijke werkzaamheden en den maatschappelijken - vooruitgang te vergemakkelijken. Precies hetzelfde doel wordt - bereikt door een samengesteld huwelijkssysteem, dat een groot - aantal personen samenbindt door gemeenschappelijke belangen. De - strikt kleine en beperkte monogamische familie, hoe uitstekend - ze ook zorgde voor de belangen van het nageslacht, hield geen - belofte in voor een ruimeren maatschappelijken vooruitgang. Wij - zien dit zoowel bij de mieren als bij de bijen, die van alle - dieren de hoogste maatschappelijke organisatie bereikt hebben; - hun vooruitgang was slechts mogelijk door een grondige wijziging - van het systeem van sexueele betrekkingen. Zooals Espinas vele - jaren geleden gezegd heeft (in zijn tot nadenken stemmend boek - Des Sociétés Animales): "Het samenhangen van de familie en de - mogelijkheid van het geboren worden van nieuwe maatschappijen staan - in omgekeerde verhouding". Of, zooals Schurtz onlangs aangetoond - heeft, hoewel het monogame huwelijk in den beginne min of meer - overheerscht heeft, hebben de eerste maatschappelijke instellingen, - de eerste denkbeelden en de eerste godsdienst sexueele gewoonten - met zich gebracht, die een strikte monogamie wijzigden. - - De meest primitieve vorm van een samengesteld menschelijk huwelijk - die tot nu toe is uitgebeeld, en die nog schijnt te bestaan, is - wat het groepenhuwelijk genoemd wordt, waarbij al de vrouwen van de - eene klasse beschouwd worden als werkelijke of in ieder geval als - mogelijke echtgenooten van al de mannen in een andere klasse. Dit - is opgemerkt bij sommige stammen uit Midden-Australië, stammen, - die zoo primitief zijn en afgezonderd van uiterlijke invloeden - als men ze maar vinden kan, en het schijnt vroeger onder hen nog - meer te zijn voorgekomen. "In den stam der Urabunna bijvoorbeeld", - zeggen Spencer en Gillen, "hebben een groep van mannen werkelijk - voortdurend en als normale toestand, huwelijksverhoudingen met - een groep vrouwen. Deze staat van zaken heeft niets ter wereld - te maken met polygamie, of ook met polyandrie. Het is eenvoudig - een kwestie van een groep mannen en een groep vrouwen, die wettig - mogen hebben wat wij huwelijksverhoudingen noemen. Er is niets - hoegenaamd abnormaals hierin, en naar alle waarschijnlijkheid - is dit systeem van wat men een proefhuwelijk zou kunnen noemen, - omdat het er toe dient groepen van individuen, die wederkeerig - belang hebben bij elkander's welvaart, min of meer nauw aan - elkaar te binden, een van de machtigste werktuigen geweest in - de eerste stadiën van de voortschrijdende ontwikkeling van het - menschelijk ras" (Spencer en Gillen, Northern Tribes of Central - Australia, p. 74; vergelijk A. W. Howitt, The Native Tribes of - South-East Australia). Het groepenhuwelijk, met de afstamming in de - vrouwelijke lijn, zooals ze in Australië gevonden wordt, schijnt - zich langs verschillende stadiën van vooruitgang te wijzigen - in het individueele huwelijk met de afstamming in de mannelijke - lijn, terwijl een overblijfsel van het groepenhuwelijk misschien - is blijven bestaan in het veel besproken jus primae noctis. (We - moeten hieraan toevoegen, dat Mr. N. W. Thomas, in zijn boek over - Kinship and Marriage in Australia, 1908, tot de conclusie komt, - dat het groepenhuwelijk in Australië niet gedemonstreerd is, en dat - Professor Westermarck in zijn Origin and Development of the Moral - Ideas, evenals in zijn vroegere History of Human Marriage, een - sceptische meening staande houdt jegens het groepenhuwelijk in het - algemeen; hij meent, dat de gewoonte der Urabunna zich misschien - zal ontwikkeld hebben uit het gewone individueele huwelijk, en hij - beschouwt de theorie van het groepenhuwelijk als "het legaat van - de oude theorie der promiscuïteit". Ook Durkheim meent, dat het - Australische huwelijkssysteem niet tot het primitieve behoort, - "Organisation Matrimoniale Australienne", L'Année Sociologique, - achtste jaar, 1905). Het is gemakkelijk te zien dat met het - bereiken van een bepaald niveau van maatschappelijken vooruitgang - een ruim en gecompliceerd systeem van sexueele verhoudingen ophoudt - zijn waarde te hebben, en dat een min of meer gequalificeerde - monogamie neiging heeft te overheerschen als meer in harmonie - met de eischen van maatschappelijke stabiliteit en zich uitende - mannelijke energie. - - De beste historische bespreking van het huwelijk is waarschijnlijk - nog de History of Human Marriage door Westermarck, hoewel ze nu - op sommige punten behoefte heeft aan verbetering en aanvulling; - onder andere nieuwere boeken, die handelen over primitieve sexueele - opvattingen mogen we speciaal noemen de Mystic Rose van Crawley, - terwijl de feiten over de verandering van het huwelijk onder - de hoogere menschelijke rassen uiteengezet zijn in de History - of Matrimonial Institutions (3 deelen), dat vele verwijzingen - bevat naar andere boeken. Er is een uitmuntende beknopte, maar - duidelijke en begrijpelijke schets van de ontwikkeling van het - moderne huwelijk in Pollock en Maitland, History of English Law, - deel II. - - -We moeten vrijheid laten voor variaties, en daarbij moeten we de -uiterste theoretici vermijden, maar we mogen toch tot de conclusie -komen, dat--zooals het vrijwel gelijke aantal mannen en vrouwen -aanduidt--in de menschelijke soort, evenals onder vele van de hoogere -dieren, een min of meer duurzame monogamie over het geheel neiging -heeft gehad te overheerschen. Dat is een feit van groote beteekenis in -zijn verwikkelingen. Want wij moeten ons voor oogen stellen, dat wij -hier staan tegenover een natuurlijk feit. Sexueele verhoudingen volgen, -zoowel in menschelijke als in dierlijke maatschappijen, een natuurlijke -wet, terwijl ze aan beide zijden van den norm varieeren en er is geen -plaats voor de theorie, dat die wet willekeurig opgelegd was. Als alle -kunstmatige "wetten" afgeschaft konden worden, dan zou de natuurlijke -orde van de sexueele verhoudingen toch in hoofdzaak blijven bestaan, -zooals ze op het oogenblik is. Deugd, zeide Cicero, is alleen maar -Natuur tot het uiterste doorgevoerd. Of, zooals Holbach het uitdrukt, -waar hij beweert, dat onze instellingen neigen in de richting, die de -natuur aanwijst, "kunst is alleen maar natuur, werkend met behulp van -de instrumenten, die zij zelf gemaakt heeft". Shakespeare had reeds -zoowat dezelfde waarheid gezien, toen hij zeide, dat de kunst, die -aan de natuur toevoegt, "een kunst is, die de natuur maakt". De wet -en de godsdienst hebben de monogamie gesteund; ze berust niet op deze, -maar op de behoeften van de menschheid, en deze heiligen de monogamie -in voldoende mate [309]. Of, zooals Cope zegt, het huwelijk is niet de -schepping van de wet, maar de wet is de schepping van het huwelijk -[310]. En Crawley legt, in zijn studie over primitieve sexueele -verhoudingen, den nadruk op het feit, dat ons formeele huwelijkssysteem -niet is, zooals zoovele godsdienstige en moreele schrijvers gemeend -hebben, een met geweld onderdrukken van natuurlijke impulsen, die in -meer vloeibaren vorm van het begin af aan in de menschelijke natuur -aanwezig zijn geweest. We moeten wel gelooven, dat onze conventioneele -vormen geen nieuwe elementen van waarde hebben ingevoerd; integendeel -zijn ze in sommige opzichten nadeelig geweest. - - - Het is noodig in de herinnering te houden, dat de conclusie, - dat het monogame huwelijk natuurlijk is, en een orde te zien - geeft, die in harmonie is met de instincten van de meerderheid - van het volk, in het geheel niet een meegaan met de onderdeelen - van eenig bijzonder systeem van monogamie in zich sluit. Het - monogame huwelijk is een natuurlijk biologisch feit. Als een hoog - geacht psychiater, Dr. Clouston, schrijft (The Hygiene of Mind, - p. 245) "er is maar één natuurlijke wijze om de sexueele nisus - en het instinct van reproductie te bevredigen, namelijk het - huwelijk", dan vereischt de bewering de noodige toelichting eer - ze kan worden aangenomen, of zelfs een begrijpelijke beteekenis - kan krijgen, en als we onder "huwelijk" moeten verstaan den - specialen vorm en de speciale verwikkelingen van de Engelsche - huwelijkswet, of zelfs van de iets meer verlichte Schotsche wet, - is de bewering absoluut valsch. Er is een wereld van verschil, - zooals J. A. Godfrey opmerkt (The Science of Sex, 1901, p. 278), - tusschen het natuurlijke monogame huwelijk en ons wettelijk - systeem; "het eerste is de uiterlijke uitdrukking van het beste, - dat er in de sexualiteit van den mensch is; het tweede is een - schepping, waarbij godsdienstige en moreele bijgeloovigheden een - hoogst belangrijke rol gespeeld hebben, niet altijd ten voordeele - van de gezondheid van het individu en van de maatschappij". - - Wij moeten ons derhalve wachten voor de meening, dat er iets stars - of formeels is in de natuurlijke orde der monogamie. Sommige - sociologen zouden zelfs de natuurlijkheid van de monogamie nog - verder willen beperken. Zoo accepteert Tarde de neiging tot - monogamie als natuurlijk onder de tegenwoordige toestanden, - verzacht door meer of minder heimelijk concubinaat, om te - overheerschen over alle andere huwelijksvormen, en hij meent, - dat het niet berust op een of ander onweerstaanbaren invloed, - maar alleen op het feit, dat dit soort van huwelijk door de - meerderheid van de menschen in praktijk wordt gebracht, de meest - beschaafden niet uitgesloten. - - Met de erkenning van de neiging tot monogamie zijn we niet aan - het einde van de sexueele moraal, maar eerst aan het begin. Het - is niet de monogamie, die het hoofdpunt is, maar het soort van - leven, dat de menschen in de monogamie leiden. Het aannemen van een - monogamischen regel brengt ons maar een klein eindje verder. Dat - is een feit, dat niet nalaten kan zich op te dringen aan hen, - die de sexueele kwesties van psychologische zijde naderen. - - -Als de monogamie zoo'n stevige basis heeft, is het onredelijk -te vreezen voor, of te hopen op eenige radicale wijziging in de -instelling van het huwelijk; dit huwelijk, dat men niet alleen uit -godsdienstig of wettelijk oogpunt moet beschouwen, maar als een orde, -die op aarde verscheen zelfs nog eerder dan de mensch. De monogamie is -de meest natuurlijke uiting van een impuls, die als regel niet goed -tot vollen wasdom kan komen onder omstandigheden, die een minder -langen tijd van wederzijdsche gemeenschap en intimiteit met zich -brengen. Variaties, beschouwd als onvermijdelijke slingeringen om -den norm, zijn ook natuurlijk, maar vereeniging in paren moet altijd -de regel zijn, omdat het aantal individuen van de seksen altijd ten -naastenbij gelijk is, terwijl de behoeften van het gemoedsleven, -zelfs afgezonderd van de behoeften van de nakomelingschap, eischen, -dat zulke vereenigingen, gebaseerd op wederzijdsche aantrekking, -zooveel mogelijk duurzaam zullen zijn. - - - Het moet hier weer herhaald worden, dat het de werkelijkheid is, - en niet de vorm of de duurzaamheid van de huwelijksvereeniging, - die er het essentieele en belangrijke deel van is. Het is niet - de wettelijke of godsdienstige formaliteit, die het huwelijk - heiligt, het is de werkelijkheid van het huwelijk, die den vorm - ervan heiligt. Fielding heeft in Nightingale, den vriend van - Tom Jones, het kleingeestige gezichtspunt van de maatschappij - over het huwelijk bespot, daar deze de werkelijkheid van het - huwelijk verlaagt om den vorm te verheffen. Het kost Nightingale - de grootste moeite een meisje te trouwen, waarmee hij reeds - sexueele gemeenschap gehad heeft, hoewel hij de eenige man is, - die betrekkingen met haar heeft gehad. Op de argumenten van Jones - antwoordt hij: "Het gezond verstand bekrachtigt alles wat je zegt, - maar toch zul je wel weten, dat de opinie van de wereld er zóo - tegen is, dat, als ik met een hoer zou trouwen, al was ze dan - ook de mijne, ik mij zou schamen om ooit weer mijn aangezicht te - vertoonen". Het kan niet gezegd worden, dat Fielding's satyre - zelfs nu nog verouderd is. Zoo schijnt het in Pruisen, volgens - Adèle Schreiber ("Heiratsbeschränkungen", Die Neue Generation, - Febr. 1909), nu nog feitelijk voor een militair officier onmogelijk - te zijn om te trouwen met de moeder van zijn eigen onwettig kind. - - De verheerlijking van den vorm ten koste van de werkelijkheid - van het huwelijk is zelfs in poëzie beproefd door Tennyson in het - minst geïnspireerde van zijn werken, The Idylls of the King. In - "Lancelot and Elaine" en "Guinevere" (zooals Julia Magruder - aanduidt, North American Review, April 1905) is Guinevere getrouwd - met koning Arthur, dien zij nooit gezien heeft, toen ze al verliefd - was op Lancelot, zoodat het "huwelijk" slechts een ceremonie was, - en niet een werkelijk huwelijk (vergelijk May Child, "The Weird - of Sir Lancelot", North American Review, Dec. 1908). - - -Het zal misschien sommigen toeschijnen, dat een zoo conservatieve -appreciatie van de neigingen der beschaving in zaken van sexueele -liefde berust op een vreesachtig hangen aan louter tradities. Dat -is het geval niet. Wij moeten erkennen, dat het huwelijk stevig in -evenwicht gehouden wordt door den druk van twee tegenovergestelde -krachten. Er zijn twee stroomingen in den loop van onze beschaving: -de eene, die zich voortbeweegt naar een steeds grooter wordende -maatschappelijke orde en samenhang, de andere die zich voortbeweegt -naar een steeds grootere individueele vrijheid. Er ligt werkelijke -harmonie ten grondslag aan de schijnbare tegenstelling in deze twee -neigingen, en elk is de onvermijdelijke aanvulling van den ander. Er -kan geen werkelijke vrijheid zijn voor het individu in de zaken, die -dat individu alleen aangaan, tenzij er een samenhangende orde is in -de dingen, die hem aangaan als maatschappelijke eenheid. Het huwelijk -raakt in één opzicht alleen de twee individuen, die het samenstellen, -in een ander opzicht raakt het hoofdzakelijk de maatschappij. De twee -krachten kunnen niet samenwerken om het huwelijk te vernietigen, want -de eene werkt de andere tegen. Zij werken samen om de monogamie in -alle hoofdpunten op de basis, waarop zij sedert onheugelijke tijden -gestaan heeft, staande te houden. - -Hier moet aan toegevoegd worden, dat in de niet essentieele -omstandigheden van de monogamie er altijd een voortdurende verandering -geweest is en dat die er altijd zal blijven. Alle traditioneele -instellingen, hoe stevig ze ook wortelen in natuurlijke impulsen, -worden altijd op sommige punten dood en star, en groeien op andere -punten verder. Het is de poging om hun levenskracht in stand te -houden, en hun elastische aanpassing aan de omgeving te bewaren, -die dit systeem van wijzigingen in zaken van nevenbelang in zich sluit. - -De eenige weg, waarlangs wij met vrucht de kwestie van de waarde der -veranderingen, die nu plaats vinden in ons huwelijkssysteem, kunnen -naderen, is het beschouwen van de geschiedenis van dat systeem in -het verleden. Op die wijze leeren we de werkelijke beteekenis kennen -van het huwelijkssysteem, en we begrijpen welke veranderingen al -of niet samengaan met een mooie beschaving. Als we bekend zijn met -de veranderingen van het verleden, kunnen we met meer vertrouwen de -veranderingen van het heden onder de oogen zien. - -De geschiedenis van het huwelijkssysteem van de moderne beschaafde -volken begint in de latere dagen van het Romeinsche Keizerrijk in -den tijd toen de grond gelegd werd voor die Romeinsche wet, die zoo'n -grooten invloed uitgeoefend heeft in het Christendom. Wij hebben reeds -verwezen [311] naar het belangrijke feit, dat in den laatsten tijd -van het Romeinsche rijk de vrouwen een positie van bijna volkomen -onafhankelijkheid tegenover haar mannen verkregen hadden, terwijl -de autoriteit, die door haar vaders over haar werd uitgeoefend, voor -het grootste deel, nog bijna alleen in naam bestond. Deze hooge staat -van de vrouwen ging, zooals we dat altijd zien, samen met een hoogen -graad van vrijheid in het huwelijkssysteem. De Romeinsche wet had -geen macht om bij het vormen van huwelijken tusschenbeide te komen, -en er waren geen wettelijke vormen van huwelijk. De Romeinen erkenden, -dat het huwelijk een feit was en niet enkel een wettelijke vorm; -in het huwelijk door usus was in het geheel geen ceremonie; het werd -gevormd door het enkele feit van samen te leven een geheel jaar lang; -toch werd zulk een huwelijk beschouwd als even wettig en volkomen alsof -het begonnen was met de heilige rite van de confarreatio. Het huwelijk -was een zaak van eenvoudige persoonlijke overeenkomst, waarbij de man -en de vrouw elkander ontmoetten op den voet van gelijkheid. De vrouw -behield de volle heerschappij over haar bezittingen; de barbaarschheid -van het instellen van een proces tot teruggave van huwelijksrechten -was onmogelijk, echtscheiding was een persoonlijke handeling, -waarop de vrouw even volkomen recht had als de man, en er was geen -inquisitorische tusschenkomst noodig van den magistraat of van het -gerechtshof; wel verklaarde Augustinus, dat een openlijke verklaring -noodig was, maar de echtscheiding zelf was een persoonlijke wettige -daad van de twee personen, die het aanging [312]. Het is interessant -deze verlichte opvatting van het huwelijk op te merken, zooals ze -heerschte in het grootste en krachtigste Keizerrijk, dat ooit over de -wereld geheerscht heeft, niet ten tijde van zijn grootste macht,--want -het maximum van kracht en het maximum van uitbreiding, de knop en -de volle bloem, zijn noodzakelijk onvereenigbaar,--maar ten tijde -van zijn grootste ontwikkeling. In den chaos, die op de ontbinding -van het Keizerrijk volgde, bleef de Romeinsche wet bestaan als een -kostbaar legaat aan de nieuwe zich ontwikkelende naties, maar zijn -invloed was onafscheidelijk verbonden met dien van het Christendom, -dat, hoewel het eerst niet geneigd was geweest zelf huwelijkswetten in -te stellen, langzamerhand een aangroeiend ascetisch gevoel ontwikkelde, -dat gelijkelijk vijandig werd aan de waardigheid van de getrouwde vrouw -en aan de vrijheid van huwelijk en van echtscheiding [313]. Met dien -invloed ging samen de invloed, die van den Bijbel uitging, van het -barbaarsche Joodsche huwelijkssysteem, dat aan den echtgenoot rechten -gaf in huwelijk en echtscheiding, die ten eenenmale aan de vrouw -ontzegd werden; dit was een invloed, die nog grooter kracht kreeg -met de Reformatie, toen de autoriteit, eens aan de Kerk toegekend, -grootendeels op den Bijbel werd overgedragen. Eindelijk was er in -een groot deel van Europa, dat de meest energieke en uitgestrekte -deelen insloot, de invloed van de Germanen, een invloed, die nog -primitiever was dan die van de Joden, die de opvatting deed ontstaan, -dat de vrouw als het ware behoorde tot den veestapel van den man, -en dat het huwelijk een koop was. Al deze invloeden botsten tegen -elkaar en verschenen dikwijls naast elkaar, hoewel ze niet in harmonie -gebracht konden worden. Het resultaat was, dat de vijftien honderd -jaar, die volgden op de volkomen overwinning van het Christendom, -over het geheel de meest lagen toestand laten zien, waartoe het -huwelijkssysteem voor zoover we weten, ooit tijdens den geheelen duur -van de menschelijke geschiedenis zóó langen tijd vervallen is. - -In het eerst duurde de heilzame invloed van Rome nog eeniger -mate voort en ontwikkelde zich zelfs opnieuw. In den tijd van de -Christelijke Keizers werd de vrijheid tot echtscheiden afwisselend -in stand gehouden en afgeschaft [314]. Wij vinden zelfs de wijze -en ver-ziende voorzorg van de wet, die zegt, dat een contract -van de twee partijen om nooit te scheiden, geen wettige kracht kon -hebben. Het verbod van Justinianus om echtscheiding te verkrijgen bij -wederzijdsch goedvinden gaf aanleiding tot veel huiselijk verdriet, -en zelfs tot misdaad, hetgeen de oorzaak schijnt geweest te zijn, dat -het onmiddellijk weer opgeheven werd door zijn opvolger. Theodosius, -die nog de oude Romeinsche traditie staande hield van de gelijkheid -van de seksen, verleende aan de vrouw de vrijheid om evenzeer als -de man echtscheiding te verkrijgen voor echtbreuk; dat is een punt, -dat we in het tegenwoordige Engeland nog niet bereikt hebben. - -Het schijnt aan alle kanten toegegeven te worden, dat het in ruime mate -de fatale invloed van den inval van de barbaarsche Germanen geweest is, -die, toen zij ze niet konden doen verdwijnen, de edele opvatting van -de gelijkheid van vrouwen met mannen naar beneden haalden, evenals de -waardigheid en de vrijheid van het huwelijk, die zich langzamerhand -door het organiseerend genie van den Romein gevormd hadden tot -een traditie, die nu nog een hooge waarde behoudt. De invloed van -het Christendom had eerst geen verlagenden invloed van deze soort; -want het ascetische ideaal was nog niet overheerschend, priesters -trouwden als of het vanzelf sprak, en er bestond geen moeilijkheid -om de huwelijksorde aan te nemen, die ingesteld werd; het was zelfs -mogelijk er nieuwe levenskracht en vrijheid aan toe te voegen. Maar de -Germanen, met al de primitieve hebzuchtige en strijdlustige instincten -van ongetemde wilden, gingen in het onderwerpen van hun vrouwen veel -verder dan zelfs de oude Romeinen; wel stonden zij aan hun ongetrouwde -meisjes een groote mate van toegevendheid en zelfs sexueele vrijheid -toe,--evenals ook de Christenen hun maagden vereerden [315],--maar -het Germaansche huwelijkssysteem plaatste de vrouw, vergeleken met -de vrouw van het Romeinsche Keizerrijk, in een toestand, die maar -weinig beter was dan die van een huisslaaf. - -In den een of anderen vorm, onder de eene of andere vermomming -overheerschte bij de Germanen het systeem van koop van de vrouw, en -altijd, als dit systeem van invloed is, zelfs als de vrouw geëerd -wordt, worden haar voorrechten ingekort [316]. Bij de Teutonische -volken in het algemeen, evenals bij de eerste Engelsche, was het -huwelijk werkelijk een persoonlijke handeling, maar ze nam den vorm -aan van een verkoop van de bruid door den vader, of anderen wettigen -voogd, aan den bruigom. De beweddung was een werkelijk koopcontract -[317]. Het "koophuwelijk" was de meest gewone vorm van huwelijk. De -ring was niet, zooals sommigen hebben gemeend, een teeken van -ondergeschiktheid, maar eerder een vorm van bruidprijs, of arrha, -dat is te zeggen een boetegeld voor het huwelijk en zoo het symbool -ervan [318]. Eerst een teeken van den koop van de bruid, verkreeg -de ring later de beteekenis van onderwerping aan den bruidegom, en -die beteekenis werd in de Middeleeuwen nog nadrukkelijker daaraan -gehecht door andere ceremonies. Zoo moest in Engeland, volgens de -handboeken van York en Sarum de bruid, na het geven van den ring, -den bruidegom te voet vallen, en soms zijn rechter voet kussen. Ook -in Rusland kuste de bruid de voeten van haar man. Op een lateren tijd, -in Frankrijk, werd deze gewoonte verzacht en werd het de gewoonte, dat -de bruid den ring voor het altaar liet vallen, en dan voor de voeten -van haar man bukte om hem op te rapen [319]. Het leenstelsel zette -deze Teutonische invloeden voort en vergrootte ze door zijn militair -karakter. Een leengoed was land, dat gehouden werd op voorwaarde van -militairen dienst, en de aard van den invloed daarvan op het huwelijk -blijkt wel uit dit feit. De vrouw werd gegeven met het leengoed en -haar eigen wil telde in het geheel niet mee [320]. - -De Christelijke kerk nam eerst de vormen aan van het huwelijk, -zooals ze reeds bestonden in de landen, waar het kwam, de Romeinsche -vormen in de Latijnsche landen met Latijnsche traditie en de -Germaansche vormen in de Teutonische landen. Het eischte alleen maar -(zooals het ook geëischt wordt voor andere burgerlijke contracten, -zooals een gewone verkoop), dat zij geheiligd zullen worden door een -priesterlijke inzegening. Maar het huwelijk werd door de kerk erkend, -zelfs bij afwezigheid van zulk een inzegening. Er was geen speciale -godsdienstige huwelijksdienst, in het Oosten noch in het Westen, -vroeger dan de zesde eeuw. Het was eenvoudig de gewoonte voor het pas -getrouwde paar, nadat de huwelijksceremonies waren afgeloopen, den -dienst in de kerk bij te wonen, naar den gewonen dienst te luisteren -en het sacrament te nemen. Een speciale huwelijksdienst ontwikkelde -zich langzamerhand, en die maakte geen deel uit van het werkelijke -huwelijk. In de tiende eeuw (in ieder geval in Italië en Frankrijk) -begon het de gewoonte te worden het eerste deel van de werkelijke -bruiloft, nog een zuiver tijdelijke daad, buiten de kerkdeur te -vieren. Dit werd spoedig gevolgd door de echte trouwmis, direct op -de gelegenheid toepasselijk, in de kerk. In de twaalfde eeuw leidde -de priester de ceremonie, die nu een indrukwekkend ritueel in zich -sloot, dat buiten de kerk begon en eindigde met de bruidsmis in de -kerk. In de dertiende eeuw leidde de priester, terwijl hij de voogden -van het jonge paar verving, zelf de geheele ceremonie. Tot dien tijd -toe was het huwelijk een zuiver persoonlijke handeling geweest. Zoo -was, na meer dan duizend jaar van het Christendom, niet door de wet, -maar door den langzamen groei van de gewoonte, het kerkelijk huwelijk -ingesteld [321]. - -Het was ongetwijfeld een gebeurtenis van zeer groot belang, niet alleen -voor de kerk, maar voor de geheele geschiedenis van het Europeesche -huwelijk zelfs tot op dezen dag toe. De geheele wijze van bruiloft -vieren van tegenwoordig is gegrond op die van de Katholieke kerk, -zooals ze in de twaalfde eeuw ingesteld is en geformuleerd werd in -de canonieke wet. Zelfs de afkondigingen vinden hier hun oorsprong, -en het feit, dat in ons modern burgerlijk huwelijk de openlijke -ceremonie plaats vindt op een kantoor en niet in een kerk kan wel -het feit verbergen, maar niet veranderen, dat het huwelijk direct en -ontwijfelbaar afstamt van de publieke kerkelijke ceremonie, die een -belichaming was van den langzamen en slimmen triomf--zoo langzaam -en slim, dat de geschiedenis ervan moeilijk is na te sporen--van -Christelijke priesters over de persoonlijke aangelegenheden van -mannen en vrouwen. Voordat zij deze taak op zich namen was het -huwelijk overal de persoonlijke aangelegenheid van de personen, -die er bij betrokken waren; toen ze die taak volbracht hadden,--en -ze was niet geheel volbracht vóor het concilie van Trente,--was een -niet-officieel huwelijk een zonde geworden en bijna een misdaad [322]. - -Op het eerste gezicht moet het onze verwondering wekken, dat de kerk, -die, zooals we weten, een steeds grootere neiging had getoond om de -maagdelijkheid te vereeren en om sexueele verhoudingen te minachten, -toch, parallel met die beweging en met den aangroeienden invloed van -het ascetisme, zoo'n grooten ijver getoond heeft om het huwelijk buit -te maken en er een openbaar, waardig en godsdienstig karakter aan -te verleenen. Er was echter geen tegenspraak. De factoren, die het -Europeesche huwelijk, als een geheel genomen, vormden, waren werkelijk -van geheel verschillenden aard en sloten dikwijls onverzoenbare -tegenstellingen in zich. Maar wat de van de kerk uitgaande pogingen -van de wetgevende geestelijkheid betreft, die kwamen voort uit -een bepaald en begrijpelijk standpunt. Juist de geringschatting -van het sexueele instinct sloot, daar het instinct niet uitgeroeid -kon worden, de noodzakelijkheid in zich, er een wettig kanaal voor -te openen, zoo dat het kerkelijk huwelijk, naar men gezegd heeft, -"analoog is met de vergunning tot het verkoopen van sterken drank" -[323]. Bovendien gaf het huwelijk blijk van de macht der kerk om aan de -sexueele verhoudingen, die er door ontstonden, een waardigheid en een -distinctie te verleenen, die ze duidelijk zouden onderscheiden van den -algemeenen stroom van den lust. Sexueel genot is onrein, de geloovige -kan er niet van gebruik maken, eer het gereinigd is door de sacramenten -van de kerk. De heiliging van het huwelijk was het noodzakelijk gevolg -van de heiliging van de maagdelijkheid. Het werd noodig het huwelijk -te heiligen, en daaruit ontwikkelde zich het onverbreekbare sacrament -van het huwelijk. De opvatting van het huwelijk als een godsdienstig -sacrament, een opvatting van vèrstrekkenden invloed, is de groote -bijdrage van de Katholieke kerk tot de geschiedenis van het huwelijk. - - - Het is van belang in de herinnering te houden, dat, terwijl het - Christendom het denkbeeld van het huwelijk als een sacrament - in den grooten stroom van de geschiedenis der instellingen van - Europa gebracht heeft, dat denkbeeld alleen maar ontwikkeld was - door de kerk, niet er door uitgedacht. Het is een oud en zelfs - primitief denkbeeld. De Joden hielden het huwelijk voor een - magisch-godsdienstigen band, die iets mystieks bevatte, dat op - een sacrament geleek, en die opvatting, zegt Durkheim (L'Année - Sociologique, achtste jaar, 1905, p. 419), is misschien zeer - oud en hangt samen met den over het algemeen magischen aard van - de sexueele verhoudingen. "De enkele daad van de vereeniging," - merkt Crawley op (The Mystic Rose, p. 318) over natuurvolken, - "is mogelijk een huwelijksceremonie van de sacramenteele - soort... Men mag zelfs aan de vroegste animistische menschen - een vage notie van die soort toekennen, voordat eenige ceremonie - zich kristalliseerde". "Het wezen van een huwelijksceremonie", - gaat dezelfde schrijver voort, "is het "zich vereenigen" van een - man en een vrouw; in de woorden van den dienst in de Engelsche - kerk, "daarvoor zal een man zijn vader en moeder verlaten en - zal vereenigd worden met zijn vrouw; en zij zullen één vleesch - worden". Aan de andere zijde van de wereld, onder de Orang Benuas, - worden de volgende woorden door een van de oudsten van den stam - uitgesproken als een huwelijk ingezegend wordt: "Luistert gij - allen, die tegenwoordig zijt; zij, die verwijderd waren, zijn - nu tezamen gebracht; zij, die tot nu toe gescheiden waren, zijn - nu vereenigd". Huwelijksceremonieën kunnen in alle stadiën van - de cultuur met even veel recht godsdienstig genoemd worden als - iedere andere ceremonie, welke ook. Zij, die gescheiden waren, - zijn nu verbonden, zij, die wederkeerig tabu waren, breken nu - het tabu". Zoo voorkomen de ceremonieën de zonde en wenden het - gevaar af. - - De Katholieke opvatting van het huwelijk was, dat is duidelijk, in - de hoofdpunten precies dezelfde als de primitieve opvatting. Het - Christendom ontleende het denkbeeld van sacrament aan de oude - tradities in het volksbewustzijn, en zijn eigen kerkelijke bijdrage - lag daarin, dat het langzamerhand dat denkbeeld een formeelen en - starren vorm gaf, en het voor onverbreekbaar verklaarde. Evenals - onder natuurvolken was het in de toestemming, dat het wezen lag van - het sacrament; de tusschenkomst van den priester was, in principe, - niet noodig om aan het huwelijk zijn godsdienstig bindend karakter - te geven. Het wezen van het sacrament was het wederkeerig aannemen - van elkaar als man en vrouw, en technisch was de priester, die de - ceremonie leidde alleen maar een getuige van het sacrament. Daar - het grondfeit dus de geestelijke daad was van de toestemming, - had het sacrament van het huwelijk het eigenaardige karakter van - te zijn zonder eenig uiterlijk en zichtbaar teeken. Misschien was - het dit feit, instinctief gevoeld als een zwak punt, dat leidde - tot den enormen nadruk die gelegd werd op de onverbreekbaarheid - van het sacrament van het huwelijk, reeds ingesteld door den - heiligen Augustinus. De Canonisten hebben verschillende argumenten - bijgebracht om die onverbreekbaarheid te verklaren, en een dikwijls - herhaald argument is altijd geweest de aanhaling uit de schrift van - den term "éen vleesch" voor getrouwde paren; maar het geliefkoosde - argument van de Canonisten was, dat het huwelijk de vereeniging - voorstelt van Christus met de kerk; die is onverbreekbaar, en - daarom moet het beeld ervan ook onverbreekbaar zijn; (Esmein, - op cit., dl. I, p. 54). Gedeeltelijk dus, mogen we wel gelooven, - deed het denkbeeld van de onverbreekbaarheid van het huwelijk zich - aan den kerkelijken geest voor als een natuurlijke associatie van - denkbeelden: de gelofte van de maagdelijkheid in het kloosterschap - was onverbreekbaar; moest niet de gelofte van sexueele verhouding - in het huwelijk even onverbreekbaar zijn? Het schijnt wel, dat het - niet voor 1164 was, in de Sentences van Peter Lombard, dat er een - duidelijke en formeele erkenning van het huwelijk wordt gevonden - als een van de zeven sacramenten (Howard, op cit., dl. I, p. 533). - - -De kerk echter had het huwelijk niet alleen gemaakt tot een -godsdienstige daad; zij had het ook gemaakt tot een openlijke daad. De -dienstdoende priester, die nu de autoriteit van het huwelijk was -geworden, was gebonden door al de eischen en verbodsbepalingen van de -kerk, en hij kon zich niet schikken naar de neigingen en belangen van -afzonderlijke paren of hun voogden. Het werd dus onvermijdelijk, dat, -evenals in andere zaken van gelijke soort, een wetboek met kerkelijke -regels te zijner voorlichting ontstond. Deze behoefte van de kerk, die -uit haar aangroeiende heerschappij over de wereldsche zaken voortkwam, -was de oorsprong van de canonieke wetten. Met de ontwikkeling van -de canonieke wetten, werd het geheele gebied van de regeling der -sexueele verhoudingen, en de heerschappij over de afdwalingen ervan, -een uitsluitend kerkelijke zaak. De wereldlijke wet kon voortaan -evenmin direct kennis nemen van echtbreuk als van ontucht of onanie; -bigamie, bloedschande en sodomie waren geen wereldlijke misdaden; -de kerk was oppermachtig in de geheele sexueele sfeer. - -Het was in de twaalfde eeuw, dat de canonieke wet het eerst ontstond, -en Gratianus was de meesterlijke geest, die er het eerst vorm aan heeft -gegeven. Hij behoorde tot de rechtsgeleerde school van Bologne, die -de gezonde tradities van de Romeinsche wet geërfd had. De "canones", -die Gratianus opstelde, waren echter niet méer het enkele resultaat van -wettelijke tradities dan het resultaat van in kloosters uitgedachte -theologische overwegingen. Zij waren een antwoord op de praktische -behoeften van den dag voordat deze behoeften tijd gehad hadden stof te -leveren tot fijn uitgesponnen subtiliteiten. Op een eenigszins later -tijd, vóor het einde van de eeuw, werd de invloed der Italiaansche -theologen overheerscht door dien der Gallische theologen van Parijs, -zooals ze vertegenwoordigd werden door Peter Lombard. Het resultaat -was het invoeren van verkeerde gecompliceerde toestanden, die de -canonieke wet bijna hadden beroofd zoowel van haar beslistheid als van -haar geschiktheid zich aan te passen aan de behoeften van de menschen. - -Ondanks alle parasitische uitwassen echter, die zich snel begonnen te -vormen om de canonieke wet heen, en die de praktische bruikbaarheid -ervan sterk begonnen te verminderen, had die wetgeving toch in -zich--voornamelijk in het begin en later onduidelijker--een gezonde -kern van werkelijke waarde. De eerste canonieke wetten erkenden, -dat het essentieele feit van het huwelijk de werkelijke sexueele -vereeniging is, uitgevoerd met de bedoeling een permanente verhouding -in het leven te roepen. De copula carnalis, het maken van twee tot "een -vleesch", volgens de phrase van de schrift, een mystiek symbool van de -vereeniging van de kerk met Christus, was het wezen van het huwelijk, -en de wederkeerige toestemming van het paar alleen was voldoende om -een huwelijk te vormen, zelfs zonder eenige godsdienstige inzegening, -of zonder eenige ceremonie. Ook de informeele en niet ingezegende -vereeniging was een werkelijk en bindend huwelijk als de twee partijen -wilden, dat het dat zijn zou [324]. - - - Welke harde dingen ook mogen gezegd zijn over de canonieke wetten, - het moet nooit vergeten worden, dat ze door de middeleeuwen heen - tot het midden van de zestiende eeuw de groote waarheid verder - hebben gedragen, dat het wezen van het huwelijk niet ligt in - riten en vormen, maar in de wederzijdsche toestemming van de twee - personen, die samen trouwen. Toen de Katholieke kerk, in haar - aangroeiende starheid, dat begrip verloor, werd het opgenomen - door de Protestanten en de Puriteinen in hun eerste stadium van - vurige geloofsijver, hoewel ze het weer min of meer loslieten, - toen ze terugvielen in een staat van vormendienst. Het bleef ook - steun ontvangen van moralisten en dichters. Zoo beschrijft George - Chapman, de drama-schrijver, die zoowel moralist was als dichter, - in The Gentleman Usher (1606), het huwelijk zonder godsdienstige - plechtigheid van zijn held en zijn heldin, dat deze laatste ons - aldus voorstelt:-- - - - "May not we now - Our contract make and marry before Heaven? - Are not the laws of God and Nature more - Than formal laws of men? Are outward rites - More virtuous than the very substance is - Of holy nuptials solemnized within? - .... The eternal acts of our pure souls - Knit us with God, the soul of all the world, - He shall be priest to us; and with such rites - As we can here devise we will express - And strongly ratify our hearts' true vows, - Which no external violence shall dissolve". - - - En tegenwoordig verklaart Ellen Key, de beroemde profetes van de - hervorming van het huwelijk, aan het einde van haar Liefde en - huwelijk dat het ware huwelijk maar éen paragraaf bevat: "Zij, - die elkander liefhebben, zijn man en vrouw". - - -Het stellen van het huwelijk op deze gezonde en natuurlijke basis had -verder het uitstekende resultaat, dat het den man en de vrouw die zoo -een huwelijk konden aangaan door hun toestemming, zonder eenige égards -voor de wenschen van hun ouders of hun familie, op hetzelfde moreele -niveau plaatste. Hier volgde de kerk evenzeer de latere Romeinen als -de eerste Christenen, als Lactantius en Hieronymus, die verklaard -hadden, dat wat geoorloofd was aan een man ook geoorloofd was aan een -vrouw. Ook de poenitentialiën trachtten voor beide geslachten deze -zelfde zedewet vast te stellen. De Canonisten vergunden ten slotte een -zekere suprematie aan den echtgenoot, hoewel zij, aan den anderen kant, -soms zelfs de hoofdrol in het huwelijk schenen toe te kennen aan de -vrouw, en de poging werd gedaan het woord matrimonium af te leiden -van matris munium, waarmee ze verklaarden, dat de moeder-functie het -hoofdfeit van het huwelijk was [325]. - -De gezonde elementen in de opvatting van de canonieke huwelijkswet -werden echter al zeer vroeg in ruime mate, zoo niet geheel, te niet -gedaan door de haarkloverijen, die ze op den achtergrond brachten, -en zelfs door hun eigen fundamenteele gebreken. Zelfs in de -dertiende eeuw begon men meer waarde te hechten aan een huwelijk, -dat mondeling gesloten was per verba de praesenti dan aan een, -dat gevormd was door de sexueele vereeniging, terwijl er zooveel -bezwaren opgesteld werden tegen het huwelijk, dat het moeilijk -werd om te weten welke huwelijken geldig waren, een punt van belang, -aangezien een huwelijk aangegaan binnen de verboden graden slechts een -waan-huwelijk was, d.i. een huwelijk, dat aangegaan wordt, terwijl een -van beide partijen niet weet van een werkelijk bestaand beletsel. De -ernstigste en meest onnatuurlijke trek van deze kerkelijke opvatting -van het huwelijk was de in het oog springende tegenspraak tusschen -de uiterste gemakkelijkheid, waarmee de poort van het huwelijk voor -het jonge paar open geworpen werd, zelfs als zij nog weinig meer dan -kinderen waren, en de uiterste gestrengheid, waarmee zij gesloten -en gegrendeld werd als zij er in waren. Dat is nog heden het gebrek -van het huwelijkssysteem, dat wij van de kerk geërfd hebben, maar in -de handen van de canonisten werd er heel sterk de nadruk op gelegd, -zoowel wat het gemak van er in te komen betreft, als de moeilijkheid -van er uit te geraken [326]. Zoowel van het standpunt van rede als van -menschelijkheid moet de poort, die men gemakkelijk binnen kan komen -ook gemakkelijk opengaan om ons uit te laten; of, als de uitgang -noodzakelijk moeilijk is, dan moet er zorg gedragen worden bij het -binnenkomen. Maar geen van deze beide voorzorgen was mogelijk voor -de canonisten. Het huwelijk was een sacrament en allen moesten bij -een sacrament welkom zijn, vooral omdat ze anders in de doodzonde -der ontucht vervallen konden. Aan den anderen kant kon het huwelijk, -daar het een sacrament was, als het eenmaal waarlijk gesloten was, -zonder de ingewikkelde voorwaarden en formaliteiten om het ongeldig -te verklaren, nooit meer opgeheven worden. De instelling, die de -kerk gemaakt had als bolwerk tegen de losbandigheid, werd zelf een -werktuig, dat kunstmatig losbandigheid schiep, zoodat de canonieke -wet op den langen duur een stand van zaken voortbracht, die--in de -oogen van een groot deel van het Christendom--de gezondheid van de -oorspronkelijke opvatting meer dan te niet deed [327]. - - - In Engeland, waar van de negende eeuw af, het huwelijk algemeen - door de kerkelijke en wereldlijke machten als onverbreekbaar - beschouwd werd, was de canonieke wet in hoofdzaak ingesteld - als bij de andere Christelijke landen. Er waren echter bepaalde - punten, die door de Engelsche wet niet waren overgenomen. Bij - de Engelsche wet was een ceremonie in tegenwoordigheid van een - priester noodig om een huwelijk geldig te doen zijn, hoewel in - Schotland de wet van het canonieke recht aangenomen was, dat - toestemming van de partijen alleen, al was ze ook in het geheim - gegeven, voldoende was om een huwelijk te vormen. Verder is het - nageslacht van een onwettig huwelijk, dat in onschuld is aangegaan - en het nageslacht van personen, die later met elkaar trouwen, - wettig volgens de canonieke wet, maar niet volgens de gewone wet - van Engeland (Geary, Marriage and Family Relations, p. 3; Pollock - and Maitland, loc. cit.). De canonisten beschouwden de bezwaren, - verbonden aan het bastaardschap, als een straf, welke opgelegd - werd aan de ouders, die schuldig waren, en meenden daarom, dat de - last niet op de kinderen moest vallen, als er te goeder trouw een - ceremonie had plaats gehad van de zijde van ten minste een van - de ouders. In dit opzicht is de Engelsche wet minder verstandig - en humaan. Het was op het Concilie van Merton, in 1236, dat de - baronnen van Engeland het voorstel verwierpen om de wetten van - Engeland in overeenstemming te brengen met de canonieke wet, dat - is, met de canonieke wet van het Christendom in het algemeen, die - toestaat, dat de kinderen die vóor de bruiloft geboren zijn, zullen - gewettigd worden door een huwelijk, dat er op volgt. Grosseteste - putte zijn welsprekendheid en zijn argumenten uit ten gunste van - de verandering, maar tevergeefs, en de Engelsche wet heeft sinds - dien tijd in dit opzicht alleen gestaan (Freeman, "Merton Priory", - English Towns and Districts). Het voorstel werd verworpen met deze - beroemde woorden: "Nolumus leges Angliae mutare", een formule, die - alleen maar uitdrukking gaf aan een onredelijke en onmenschelijke - halsstarrigheid. - - In de Vereenigde Staten heeft het huwelijk, dat volgt na de - geboorte van een of meer kinderen, in vele van de Staten de - uitwerking, de kinderen te legitimeeren, soms (zooals in Maine) - van zelf, maar gewoonlijk (zooals in Massachusetts) door speciale - erkenning van den vader, hoewel de gewone wet in dit geval de - kinderen niet wettigt. - - -Het optreden van Luther en van de Hervorming veroorzaakte het -verval van de canonieke wet voor zoover het Europa als een geheel -aanging. Het was om vele redenen onmogelijk voor de Protestantsche -hervormers om hetzij de Katholieke opvatting van het huwelijk of het -wankele uitgebreide gebouw van wetten, dat de kerk op die opvatting -had opgetrokken, formeel te bewaren. Echter kan niet gezegd worden, -dat de houding der Protestanten jegens het denkbeeld der Katholieken -een eenigszins duidelijke, logische of consequente houding was. Het was -een opstand, een gemoedsdrang, meer dan een kwestie van beredeneerd -principe. In de onvermijdelijke noodzakelijkheid van dien opstand -tijdens de opkomst van het Protestantisme, ligt zijn rechtvaardiging -en, over het geheel, zijn weldadige gezondheid. Het nam een vorm -aan, die wel vreemd mag schijnen in een godsdienstige beweging; het -verklaarde namelijk, dat het huwelijk niet een godsdienstige, maar -een wereldlijke zaak is. Trouwen, zegt Luther, is "een wereldlijk -iets", en Calvijn stelt het op hetzelfde niveau als het bouwen van -een huis, de landbouw of het maken van schoenen. Maar, terwijl dit -verwereldlijken van het huwelijk een uiting was van den algemeenen -en tot het uiterste gedreven drang van het Protestantisme, waren de -leiders van het Protestantisme het dikwijls onderling niet geheel -eens, en evenmin waren ze helderziend in de zaak. Zelfs Luther -was wat verward op dit punt; soms schijnt hij het huwelijk "een -sacrament" te noemen, soms "een zaak van tijdelijken aard", die -aan den staat overgelaten moet worden [328]. Dit laatste standpunt -is werkelijk overheerschend geweest. Maar in het begin ontstond er -een tijdperk van verwarring, zoo niet van chaos, in de hoofden van -de Hervormers; niet alleen waren ze zelf niet altijd overtuigd; -zij waren het samen niet eens, vooral over de zeer praktische -kwestie der echtscheiding. Luther behoorde, met Calvijn en Beza, -over het geheel tot de strengere partij die alleen echtscheiding -wilde toestaan voor echtbreuk en kwaadwillige verlating; sommigen, -daaronder vele van de eerste Engelsche Protestanten, waren er vóor, -den man vrijheid te geven tot echtscheiding wegens echtbreuk, maar niet -de vrouw. Een andere partij, met Zwingli, werden door Erasmus in een -meer liberale richting geïnfluenceerd, en--het standpunt naderende van -de Romeinsche Keizerlijke wetgeving--lieten ze verschillende oorzaken -toe voor echtscheiding. Sommigen, als Bucer, die Milton voorafging, -wilden zelfs echtscheiding toestaan, als de man niet van zijn vrouw -kon houden. Eerst namen sommigen van de Hervormers het principe van -zelf-scheiding aan, zooals het heerschte bij de Joden en aangenomen -werd door eenige der eerste Concilies van de Kerk. Op deze wijze -meende Luther, dat de oorzaak tot echtscheiding zelf de echtscheiding -bewerkte, zonder eenig rechterlijk besluit, hoewel een besluit van -den rechter noodig was om weer te huwen. Deze kwestie van het weder -huwen en de behandeling van den echtbreker, gaven ook aanleiding tot -oneenigheid. Gewoonlijk werd aangenomen, dat de onschuldige partij -mocht hertrouwen; in Engeland ontstond deze meening in het midden -van de zestiende eeuw, werd door den Aartsbisschop van Canterbury -geldig verklaard en door het Parlement bekrachtigd. Vele hervormers -echter waren er tegen dat de andere partij weer trouwde. Beust, -Beza en Melanchton wilden hem laten ophangen, om zoo de kwestie -van het hertrouwen te beslissen; ook Luther en Calvijn wilden hem -ter dood brengen, maar daar de burgerlijke wetten die maatregel -slechts langzaam aannamen, veroorloofden ze hem om weer te trouwen, -zoo mogelijk in een ander gedeelte van het land [329]. - -Het slot was, dat het Protestantisme een opvatting van het huwelijk -opstelde, voornamelijk gebaseerd op den wettelijken en economischen -factor,--een factor die wel niet voorbijgezien werd door de Canonisten, -maar door hen strikt ondergeschikt geacht werd--en het beschouwde in -hoofdzaak als een contract. Zoodoende onstond er aan de negatieve -zijde een werkelijke vooruitgang, want zij braken de macht van -een verouderd en kunstmatig systeem, maar aan de positieve zijde -keerden ze enkel terug tot een opvatting, die overheerschend is in -barbaarsche maatschappijen, en die het duidelijkst aan den dag treedt, -als het huwelijk het meest op een koop gelijkt. De stappen, door het -Protestantisme gedaan, deden een groote verandering ontstaan in den -aard van het huwelijk, maar niet noodzakelijk eenige groote verandering -in den vorm. Het huwelijk was niet langer een sacrament, maar het was -nog altijd een openbare en niet een persoonlijke zaak en werd nog, hoe -inconsequent ook, in de kerk ingezegend. En daar het Protestantisme -geen eigen wetboek had, sloot het zich zoowel in Duitschland als -in Engeland aan bij het algemeene principe van de kanonieke wet, -ze veranderend om in overeenstemming te komen met haar eigen houding -en behoeften [330]. Het was de latere Puriteinsche beweging, eerst in -Nederland (1580), dan in Engeland (1653), en daarna in Nieuw-Engeland, -die een ernstige en samenhangende opvatting van het Protestantsche -huwelijk invoerde en het op burgerlijke basis begon te stellen. - - - De Engelsche Hervormers onder Edward VI en zijn verlichte - raadgevers, waaronder Aartsbisschop Cranmer, beschouwden het - huwelijk liberaal, en waren bereid vele bewonderenswaardige - hervormingen door te voeren. De vroege dood van dien koning - oefende een grooten invloed uit op de wettelijke geschiedenis van - het Engelsche huwelijk. De Katholieke reactie onder Koningin Mary - bracht de meer radicale hervormers tot zwijgen, terwijl de daarop - volgende troonsbestijging van Koningin Elizabeth, wier houding - jegens het huwelijk illiberaal en ouderwetsch was, naderend tot - de houding van haar vader, Hendrik VIII (zooals bijvoorbeeld - bleek uit haar bepaalden tegenstand tegen het huwelijk van de - geestelijkheid), een duurzamen invloed uitgeoefend heeft op de - Engelsche wet. Ze werd minder liberaal dan die van de andere - Protestantsche landen en kwam dichter bij die van de Katholieke - landen. - - De hervorming van het huwelijk echter, die door de Puriteinen - beproefd werd, begon in Engeland in 1644, toen er een wet - aangenomen werd, die inhield "dat het huwelijk geen sacrament was, - en niet speciaal behoorde bij de kerk van God, maar gewoon was - onder de menschen en van openbaar belang in iedere gemeenschap". De - wet voegde er echter bij, dat het gepast was, dat het huwelijk - ingezegend werd door "een wettigen bedienaar van het Woord". De - meer radicale wet van 1653 verwierp deze voorwaarde, en maakte het - huwelijk zuiver wereldlijk. De afkondigingen moesten in de kerk - gedaan worden (door beambten, die daarvoor speciaal aangesteld - waren), of (als de partijen dat wenschten) op de markt. Het - huwelijk moest voltrokken worden door een vrederechter; de - leeftijd waarop een huwelijk gesloten mocht worden, werd voor - een man gesteld op zestien jaar, voor een vrouw op veertien - (Scobell's Acts and Ordinances, blz. 86, 236). De Restauratie - schafte deze verstandige wet af en voerde weer tradities in van - de canonieke wet, maar de Puriteinsche opvatting van het huwelijk - werd overgebracht naar Amerika, waar ze wortel schoot en bloeide. - - -Het was bovendien uit het Puritanisme, zooals het door Milton -vertegenwoordigd werd, dat de eerste echt moderne, zij het ook -nog onvolkomen opvatting van de huwelijksverhouding bestemd was te -ontstaan. De eerste Hervormers handelden in deze zaak voornamelijk -uit een duister instinct van natuurlijken opstand in een omgeving van -plebejisch materialisme. De Puriteinen werden bewogen door hun gevoel -voor eenvoud en burgerlijke orde als voorwaarden van godsdienstige -vrijheid. Milton verklaarde, in zijn Doctrine and Discipline of -Divorce, uitgegeven in 1643, toen hij vijf en dertig jaar oud was, -dat het feit van het huwelijk meer waarde had dan de vorm van het -huwelijk, en dat het individu het geestelijk recht had dien vorm -te regelen. Hij had de beteekenis begrepen van die opvatting van -persoonlijke verantwoordelijkheid, die de grondslag is van de sexueele -verhoudingen, zooals zij tegenwoordig aan de menschen beginnen toe te -schijnen. Als Milton niets nagelaten had dan zijn geschriften over het -huwelijk en de echtscheiding, dan zouden die voldoende geweest zijn -om hem tot een genie te stempelen. Het Christendom moest anderhalve -eeuw wachten eer een ander genie van den eersten rang, Wilhelm von -Humboldt, zich met even groote autoriteit en even duidelijk uitsprak -ten gunste van het vrije huwelijk en de vrije echtscheiding. - - - Aan Milton komt de eer toe en we moeten hem er nu nog dankbaar - voor zijn, de eerste te zijn geweest, die in het Christendom - de leer heeft verkondigd, dat het huwelijk een persoonlijke - zaak is, en dat het daarom moet kunnen ontbonden worden - met wederzijdsch goedvinden, of zelfs op den wensch van een - van de beide partijen. Wij hebben aan hem, zegt Howard, "de - stoutmoedigste verdediging van de vrijheid tot echtscheiden te - danken, die zich ooit vertoond heeft. In het abstracte genomen, - en op beide geslachten van toepassing, is het misschien wel de - sterkste verdediging, die door een enkele aanroep van autoriteit - geschieden kan", hoewel zijn argumenten, daar ze gebaseerd zijn op - rede en ondervinding, dikwijls weinig door zijn gezag ondersteund - worden; hij spreekt in waarheid de taal van den modernen socialen - hervormer, en Milton's geschriften over dit onderwerp worden - tegenwoordig geschat onder de belangrijkste van al zijn werken - (Masson, Life of Milton, deel III; Howard, op. cit., vol. II, - p. 86, deel III, p. 251; C. B. Wheeler, "Milton's Doctrine and - Discipline of Divorce", Nineteenth Century, Jan. 1907). - - Het huwelijk, zegt Milton, "is niet enkel een vereeniging van het - vleesch, maar het is een menschelijk verbond; waar dat verbond - niet bestaat, kan geen werkelijk huwelijk zijn" (Doctrine of - Divorce, boek I, hoofdstuk XIII); het is "een verbond, waarvan het - wezen niet bestaat in gedwongen gemeenschap en in een onoprechte - vervulling van plichten, maar in ongeveinsde liefde en vrede" - (Ib., hoofdstuk VI). Ieder huwelijk, dat minder is dan dit, is - "een afgodsbeeld, van geenerlei waarde in de wereld". Het zwakke - punt in Milton's voorstelling van de zaak is, dat hij nooit - openlijk dezelfde macht van initiatief in het huwelijk en in de - echtscheiding toekent aan de vrouw als aan den man. Er is echter - niets in zijn argument, dat verhindert dat het ook op de vrouw - zal worden toegepast, een toepassing, die, al handhaaft hij ze - nooit, hij toch ook nooit ontkent; en sommigen veronderstellen, - dat hij aanneemt, dat de vrouwen de gelijken zijn van de mannen; - hij eischt van haar geestelijke kameraadschap; hoe bereid Milton - ook mag geweest zijn om volkomen gelijkstelling tot echtscheiding - te geven aan de vrouw, het zou voor een Puritein van de zeventiende - eeuw niet mogelijk geweest zijn gehoor te krijgen voor zulk - een leer; zijn argumenten zouden dan nog meer onverschilligheid - ontmoet hebben, als dat mogelijk was geweest, dan waarop zij in - werkelijkheid gestuit zijn. (Het sonnet vol verontwaardiging van - Milton over de ontvangst van zijn boek is wel bekend). - - Milton zegt, dat in het conventioneele Christelijke huwelijk - uitsluitend waarde wordt gehecht aan de vereeniging des - vleesches. Zoolang die vereeniging mogelijk is, hoeveel antipathie - er ook bij het paar bestaat, hoezeer ze zich ook vergist hebben - "door dwaling, verborgen gebrek, of ongeluk", hoezeer het hun - ook onmogelijk is "te leven in eensgezindheid of tevredenheid - al hun dagen", toch blijft het huwelijk nog voortbestaan, - de twee moeten samen hun weg gaan, (op. cit., Bk. I). Het is - de canonieke wet, zegt hij, die het mis heeft, "ongetwijfeld - door toedoen van den duivel", want de canonieke wet voert tot - losbandigheid (op. cit.). Het is, zegt hij, de afwezigheid van - een redelijke vrijheid, die de oorzaak is van losbandigheid, - en het zijn de mannen, die de voorrechten van de losbandigheid - wenschen te behouden, die zich verzetten tegen het invoeren van - een redelijke vrijheid. - - De juiste grond voor echtscheiding is "ongeschiktheid, gebrek aan - begaafdheid of tegenzin, ontstaande uit een niet te veranderen - oorzaak in den aard van een der partijen, die de voornaamste - weldaden van den huwelijksomgang, troost en vrede verhindert - en waarschijnlijk altijd zal verhinderen". Zonder de "diepe en - ernstige waarheid" van wederzijdsche liefde, is het huwelijk - "niets dan de ledige schaal van een uiterlijk samenleven", - uitsluitend huichelarij, en moet het ontbonden worden (op. cit.). - - Milton gaat verder dan het gewone Puriteinsche standpunt, - en verwerpt niet alleen gerechtshoven en overheidspersonen, - maar is voor de "zelfscheiding"; want echtscheiding kan niet - rechtens behooren tot eenige burgerlijke of aardsche macht, daar - "dikwijls de redenen tot het zoeken van echtscheiding zoo diep - in de primitieve en onschuldige genegenheden der natuur liggen, - dat het niet binnen het rechtsgebied van de wet ligt, er zich mee - te bemoeien". Hij voegt er bij, dat er, om onrechtvaardigheid - te voorkomen, speciale punten voor den overheidspersoon kunnen - gebracht worden, die echter in geen geval het recht zou moeten - hebben, om echtscheiding te verbieden (op. cit., Bk. II, - hoofdst. XXI)., Sprekende van een standpunt, dat we nu zelfs - nog niet bereikt hebben protesteert hij tegen de dwaasheid om - "een gerechtshof het recht te geven om te redeneeren over en - zich te verdiepen in de onbegrijpelijke en geheime redenen tot - antipathie tusschen man en vrouw". - - In den modernen tijd was Hinton gewoon de huwelijkswet te - vergelijken bij de wet op het houden van den Sabbath, zooals die - door Jezus gebroken werd. Wij vinden precies dezelfde vergelijking - bij Milton. De Sabbath, meent hij, was gemaakt voor God. "Toch, - als het welzijn van den mensch in de weegschaal komt, hooren - we die stem van oneindige goedheid en zachtmoedigheid, dat - "de Sabbath gemaakt is voor den mensch en niet de mensch voor - den Sabbath". Welke zaak is ooit meer gemaakt geweest voor den - mensch alleen, en minder voor God, dan het huwelijk?" (op. cit., - Bk. I, hoofdst. XI). "Als de mensch de heer is over den Sabbath, - kan hij dan minder zijn dan heer van het huwelijk?" - - -Milton stond in dit opzicht, evenals in andere opzichten, buiten -zijn tijd. Zijn opvatting van het huwelijk maakte op het leven van -zijn tijdgenooten niet meer indruk dan zijn Paradise Lost. Zelfs -zijn eigen Puriteinsche partij, die de wet van 1653 had ingevoerd, -had, vreemd genoeg, nagelaten gevallen van echtscheiding en van -ongeldigheidsverklaring van huwelijken over te dragen op de wereldlijke -gerechtshoven, wat tenminste een stap in de goede richting zou geweest -zijn. De Puriteinsche invloed werd overgebracht naar Amerika en vormde -het zuurdeesem, dat nog voortwerkt in de liberale, hoewel te nauwkeurig -in bijzonderheden gaande wet op de echtscheiding van vele Vereenigde -Staten. De Amerikaansche procedure van het wereldlijk huwelijk volgde -die, opgesteld door de Engelsche Gemeenschap, en het gezegde van den -grooten Kwaker, George Fox, "Wij trouwen niemand, maar we zijn er als -getuigen bij tegenwoordig" [331], (wat inderdaad de gezonde kern was -in de canonieke wet) wordt beschouwd als de geest van de huwelijkswet -van den conservatieven, maar toch vrijzinnigen staat Pennsylvanië, -waar, nog in 1885, een wet werd aangenomen, die nadrukkelijk aan -mannen en vrouwen het recht gaf hun eigen huwelijk in te zegenen [332]. - -In Engeland zelf kwamen de hervormingen in de huwelijkswet, die -de Puriteinen bewerkt hadden, met de restauratie weer zeer in het -gedrang. Nog twee en een halve eeuw spraken de Engelsche geestelijke -rechtbanken recht volgens wat in zijn kern was de oude kanonieke -wet. Echtscheiding was moeilijker te bereiken geworden dan vóór de -hervorming, en het lot van de getrouwde vrouw was ten gevolge daarvan -zwaarder. Van de zestiende eeuw tot de tweede helft van de negentiende -was de Engelsche wet bijzonder hard en streng, veel minder liberaal dan -die van eenig ander Protestantsch land. Echtscheiding was in de gewone -Engelsche wet niet bekend, en een speciale acte van het Parlement, -met enorm groote kosten, was noodig om ze in speciale gevallen te -verkrijgen [333]. Men nam zelfs een houding van zelfgenoegzaamheid -aan over het in stand houden van dit systeem. Het werd als moreel -beschouwd. Er was een algeheele afwezigheid van de erkenning, dat er -niets meer immoreel is dan het bestaan van een onwerkelijke sexueele -vereeniging, niet alleen uit het standpunt van theoretische moraal, -maar ook van de praktische moraal, want geen gemeenschap zou een -meerderheid van zulke vereenigingen kunnen dulden [334]. In 1857 werd -er eindelijk met veel moeite een wet doorgehaald, die het systeem -hervormde. Het was een eenigszins onsamenhangende en tijdelijke -maatregel, en hij werd, naar erkend werd, alleen ingevoerd als een -stap in de richting van verdere hervorming; maar zij beheerscht nog -in haar wezen de Engelsche wetgeving van tegenwoordig, en heeft in -de oogen van velen een duurzamen standaard van moraal ingesteld. De -geest van blind conservatisme,--Nolumus leges Angliae mutare,--die -zich weder vastgenesteld had na de groote beweging van de hervorming -en het puritanisme, blijft nog bestaan. In huwelijkskwesties en -in kwesties van echtscheiding zijn de Engelsche wetgeving en het -Engelsche gevoel gelijkelijk ten achter bij het Latijnsche land -Frankrijk en het puriteinsch aangelegde land de Vereenigde Staten. - - - De schrijver van een kundige en gematigde verhandeling - over The Question of the English Divorce komt, waar hij de - eigenaardigheden van de Engelsche wet op de echtscheiding - opsomt, tot de conclusie, dat ze is: 1. onbillijk; 2. immoreel; - 3. met zich zelf in tegenspraak; 4. onlogisch; 5. onzeker; en - 6. niet in overeenstemming met de tegenwoordige behoeften. Ze - werd slechts ongaarne opgenomen in een wetsontwerp, dat in - 1857 aan het Parlement werd voorgelegd, waartegen hardnekkig - tegenstand geboden werd een geheel seizoen lang, niet alleen op - godsdienstige gronden door de tegenstanders van de echtscheiding, - maar ook door de vrienden van de echtscheiding, die een meer - liberalen maatregel eischten. Ze behandelde de seksen ongelijk, - daar ze aan den man maar niet aan de vrouw echtscheiding toestond - alleen voor echtbreuk. Toen hij met de wet voor den dag kwam, - excuseerde de Procureur-Generaal zich over dit gebrek, zeggende, - dat er niet bedoeld was, dat het een definitieve maatregel zou - zijn, maar alleen een schrede naar een volgende wetgeving. Dat - is meer dan een halve eeuw geleden, maar de schrede verder is - nog niet gedaan. Hoe onvolledig en onvolkomen de maatregel ook - was, hij schijnt toch door velen beschouwd te zijn als in de - hoogste mate revolutionair en gevaarlijk. De schrijver van een - artikel over "Modern Divorce" in de Universal Review voor Juli - 1859 toch verklaarde, terwijl hij in principe het oprichten van - een speciaal echtscheidingshof goedkeurde, dat "het nieuwe hof - neiging had het huwelijk als een maatschappelijke instelling te - vernietigen en de vrouwelijke kuischheid te niet te doen", en dat - "iedereen nu naar zijn eigen wil man en vrouw is". "Niemand", - voegt hij er bij, "zal er nu met recht over twisten, dat er niet - talrijke huwelijks-onverkwikkelijkheden zijn". - - Toch is volgens deze wet, het voor een vrouw zelfs niet mogelijk - echtscheiding te verkrijgen voor de echtbreuk van haar man, tenzij - hij ook wreed jegens haar is en haar verlaat. Eerst beteekende - "wreedheid" physieke wreedheid en dan van ernstigen aard. Maar - na verloop van tijd strekte de beteekenis van het woord zich uit - tot de pijn den geest aangedaan, en tegenwoordig kunnen koelheid - en verwaarloozing op zich zelf reeds bijna de wreedheid vormen, - hoewel de Engelsche gerechtshoven dikwijls ten zeerste geaarzeld - hebben, om de ernstigste vormen van verfijnde wreedheid aan te - nemen, omdat er geen "physiek" element bij betrokken was. We kunnen - echter met zeer veel waarschijnlijkheid verwachten dat de tijd zal - komen, waarop, volgens een rechtsgeleerd schrijver (Montmorency, - "The Changing Status of a Married Woman", Law Quarterly Review, - April 1897), "men van bijna iedere daad van wangedrag op zich zelf - zal meenen, dat ze zooveel ellende veroorzaakt aan het onschuldige - slachtoffer, dat het de wreedheid vormt die vereischt wordt door de - wet van 1857". (De kwestie van de wreedheid wordt in bijzonderheden - besproken in de Commentaries on Marriage, Divorce and Separation, - 1891, deel I, hoofdst. XLIX; vergelijk Howard, op. cit., deel II, - p. 111). - - Er kan niet veel twijfel aan bestaan of de wreedheid alleen - is een reden tot echtscheiding. In vele Staten van Amerika, - waar de echtscheiding veel gemakkelijker te verkrijgen is dan in - Engeland, wordt wreedheid erkend als op zich zelf een voldoende - reden, hetzij de vrouw de eischeres is of de man de eischer. De - daden van wreedheid, die aangegeven werden, zijn soms van heel - weinig beteekenis. Zoo zijn er echtscheidingen uitgesproken in - Amerika op grond van het "wreede en onmenschelijke gedrag" van - een vrouw, die de knoopen van haar man niet wilde aannaaien, of - omdat een vrouw "den beklaagde een geweldigen slag gegeven had - met haar tournure", of omdat de man de nagels van zijn teenen - niet knipt, of omdat "ons geheele huwelijk door mijn man mij - nooit mee uit rijden heeft genomen. Dit is een bron geweest van - zieleleed en krenking". In veel andere gevallen, moeten we er aan - toevoegen, is de wreedheid begaan door den man, zelfs ook door de - vrouw--want hoewel meestal wèl is het toch niet altijd de man, - die de bruut is--van een gruwelijken en hartverscheurenden - aard (Report on Marriage and Divorce in the United States, - uitgegeven door Hon. Carroll D. Wright, arbeidscommissaris, - 1889). Maar zelfs in de vele schijnbaar nietige gevallen--zooals - van een man, die zich niet wascht, en een vrouw, die voortdurend - blijk geeft van een driftig karakter, moet toegegeven worden, - dat omstandigheden, die in de gewone verhoudingen van het leven - dragelijk kunnen zijn, ondragelijk worden in de intieme verhouding - van de sexueele vereeniging. Als een feit heeft men, na zorgvuldig - onderzoek bevonden, dat de Amerikaansche gerechtshoven nauwkeurig - de gevallen nagaan, die voor hen gebracht worden, en dat ze niet - zorgeloos zijn in het geven van echtscheidingsvonnissen. - - In 1859 werd een overdreven waarde gehecht aan de grove redenen - tot echtscheiding, aan de verwaarloozing van fijne, maar even - noodlottige bezwaren tegen het voortzetten van het huwelijk. Dit - werd aangetoond door Gladstone, die er tegen was echtbreuk te - maken tot een reden tot echtscheiding. "Wij hebben vele redenen", - zegt hij, "die noodlottiger zijn voor de groote verplichting, - die het huwelijk oplegt, zooals ziekte, idiotisme, misdaad, die - straf voor het leven met zich brengt". Tegenwoordig beginnen we - niet alleen zulke redenen als deze te erkennen, maar ook andere - van een veel intiemer aard die, zooals Milton lang geleden erkend - heeft, niet vastgesteld kunnen worden in wetten, of bepleit - in gerechtshoven. De huwelijksband is niet alleen een physieke - vereeniging, en wij moeten leeren, zooals de schrijver van The - Question of English Divorce (p. 49) opmerkt, "dat andere dan - physieke afwijkingen feitelijk van veel meer belang zijn voor - het veroorzaken van ongeluk in het huwelijk". - - In Engeland en Wales zijn er meer mannen dan vrouwen, die - om echtscheiding verzoeken, en het aantal vrouwen, dat er om - vraagt, bedraagt ongeveer 40 percent van het geheel. Het aantal - echtscheidingen neemt toe, hoewel het aantal niet groot is, in - 1907 ongeveer 1300, waarvan minder dan de helft weer trouwden. Hoe - onvoldoende de wet op de echtscheiding is blijkt wel uit het feit, - dat in hetzelfde jaar door de overheidspersonen ongeveer 7000 - bevelen tot rechterlijke scheiding werden uitgevaardigd. Deze - scheidingsbesluiten geven niet alleen geen recht om weer te - trouwen, maar zij maken het onmogelijk om echtscheiding te - verkrijgen. Zij zijn in werkelijkheid een officieele permissie - om verhoudingen aan te gaan buiten het Staatshuwelijk om. - - In de Vereenigde Staten werden in de jaren 1887-1906 bijna 40 - percent van de echtscheidingen uitgesproken wegens "verlating", - hetgeen in de verschillende Staten verschillend uitgelegd wordt, - en dikwijls moet beteekenen een scheiding met wederzijdsch - goedvinden. Van de overigen waren er 19 pCt. wegens ontrouw, - en evenveel wegens wreedheid; maar terwijl de echtscheidingen - toegestaan aan de mannen wegens de ontrouw van hun vrouwen bijna - driemaal zoo groot in aantal zijn als het aantal toegestaan aan - vrouwen wegens de echtbreuk van den man, is het ten opzichte van - de wreedheid juist andersom, de vrouwen verkrijgen 27 percent van - haar echtscheidingen op dezen grond en de mannen maar 10 percent. - - In Pruisen neemt het aantal echtscheidingen toe. In 1907 waren er - achtduizend echtscheidingen, en de oorzaak was in de helft van de - gevallen echtbreuk, en in ongeveer duizend gevallen kwaadwillige - verlating. In de gevallen van verlating waren de mannen bijna - tweemaal zoo dikwijls de schuldige partij als de vrouwen, in - gevallen van echtbreuk maar een vijfde tot een achtste deel. - - -Er kan niet de geringste twijfel aan zijn, dat de moeilijkheid, de -verwarring, de inconsequentie en de scandaleuze indecentie, die de -echtscheiding en de methoden om ze te verkrijgen karakteriseeren, -geheel en alleen het gevolg zijn van het verborgen voortbestaan van -tradities, die aan den eenen kant gebaseerd zijn op de leerstellingen -van de canonieke wet van de onverbreekbaarheid van het huwelijk en -de zonde van sexueel verkeer buiten het huwelijk, en aan den anderen -kant op het primitieve denkbeeld van het huwelijk als een contract, -dat economisch de vrouw ondergeschikt maakt aan den man en haar -persoon, of in ieder geval het recht haar te beschermen, maakt tot -zijn bezitting. Alleen als we ons duidelijk voor oogen stellen, hoe -diep deze tradities geworteld zijn in het godsdienstige, wettelijke, -maatschappelijke en gevoelsleven van Europa, kunnen we begrijpen hoe -het mogelijk is, dat barbaarsche ideeën over huwelijk en echtscheiding -nu nog kunnen bestaan in een stadium van de beschaving, dat, in vele -opzichten, zulke ideeën lang te boven is. - -De opvatting van de canonieke wet over de abstracte godsdienstige -heiligheid van het huwelijk, overgebracht op de moreele sfeer, maakt -dat een breuk van de huwelijksverhouding een openlijk kwaad lijkt; -de opvatting van de ondergeschiktheid bij contract van de vrouw -maakt zulk een breuk van haar kant, en zelfs, door overdraging van -denkbeelden, van zijn kant, tot een persoonlijke beleediging. Deze -twee ideeën van kwaad bloeien zelfs nu nog, ieder afzonderlijk naast -elkaar in den volksgeest. - -De economische ondergeschiktheid van de vrouw als een soort van -bezitting valt duidelijk in het oog als we bedenken, dat een man -groote sommen gelds kan eischen, en die dikwijls ook krijgt, van den -man, die zijn bezit sexueel nadert en door zulk een overtreding het -beschadigt in de oogen van zijn meester [335]. Aan een psycholoog zou -het duidelijk zijn, dat een echtgenoot, die niet in staat geweest is -om zoo de liefde en het respect van zijn vrouw te winnen en vast te -houden, dat het voor haar volkomen gemakkelijk en natuurlijk is de -toenaderingen van iederen anderen man te verwerpen, haar minstens -evenveel schadevergoeding schuldig is als zij of haar deelgenoot -aan hem; terwijl, als de fout werkelijk aan haar kant is, als zij -zoo weinig in staat is om liefde en vertrouwen te beantwoorden, -en zoo gemakkelijk een prooi wordt voor een buitenstaander, dan -moest de man wel verre van eenige vergoeding in geld te eischen, -zich meer dan volkomen gecompenseerd rekenen, dat hij bevrijd is van -de noodzakelijkheid om zulk een vrouw te onderhouden. Als er geen -valsche tradities waren, zou dat duidelijk zijn. Het zou werkelijk -niet onredelijk zijn, dat een man veel zou moeten betalen om zich te -bevrijden van een vrouw, als hij blijkbaar een ernstige fout heeft -begaan toen hij haar koos. Maar te bevelen, dat een man feitelijk -schadevergoeding zou krijgen, omdat hij zich niet in staat heeft -getoond om de liefde van een vrouw te winnen, is een denkbeeld, dat -niet zou kunnen voorkomen in een beschaafde maatschappij, die niet -verdraaid was door overgeërfde vooroordeelen [336]. Toch staan de zaken -nu in de beschaafde landen zoo, dat het wettelijk voor een echtgenoot -mogelijk is een verzoek in te dienen tot schadevergoeding tegen den -minnaar van zijn vrouw te zamen met een verzoek om echtscheiding of -tot een scheiding van tafel en bed. Op deze wijze is echtbreuk geen -misdaad, maar een persoonlijke beleediging [337]. - -Terzelfder tijd echter komt de invloed van de canonieke wet -inconsequent aan den dag en beweert, dat een huwelijksbreuk een -openlijke overtreding is, een zonde die door den Staat veranderd wordt -in iets, dat bijna of geheel een misdaad is. Dit wordt duidelijk -aangetoond door het feit, dat in sommige landen de echtbreker kans -loopt op gevangenisstraf, een kans, die tegenwoordig wel nauwelijks tot -daden komt. Maar precies hetzelfde denkbeeld wordt duidelijk gemaakt -door de leer van de "geheime verstandhouding", die, in theorie, in -vele landen nog strikt wordt in acht genomen. Volgens de leer van de -geheime verstandhouding moeten de voorwaarden, die noodig zijn om -de echtscheiding mogelijk te maken, in geen geval geleverd worden -door wederzijdsch goedvinden. In de praktijk is het onmogelijk min -of meer geheime verstandhouding te voorkomen, maar als ze voor het -gerecht bewezen wordt, is het een absoluut beletsel voor het toestaan -van de echtscheiding, hoe gerechtvaardigd en gebiedend de eisch tot -echtscheiding ook wezen mag. - - - De Engelsche wet op de echtscheiding van 1857 weigerde - echtscheiding als er geheime verstandhouding was, zoowel als - wanneer er een tegen-aanklacht was tegen den eischer, en de wet - op de oorzaken tot echtscheiding van 1860 leverde de machinerie om - de bolwerken tegen de echtscheiding te verzekeren. De kwestie der - geheime verstandhouding wordt besproken door G. P. Bishop (op cit., - dl. II, hoofdst. IX). "Hoe rechtvaardig een zaak ook moge zijn", - merkt Bishop op, "als de partijen in geheime verstandhouding - staan bij de behandeling ervan, zoodat in werkelijkheid beide - partijen klagers zijn, terwijl medegedeeld is dat de eene klager - en de andere beklaagde is, dan kan het proces geen voortgang - hebben. Alle gedrag van deze soort verstoort den loop der - gerechtigheid en valt binnen het algemeene denkbeeld van bedrog - jegens het gerechtshof. Dat is in principe overal de leer". - - -Het is volkomen duidelijk, dat het uit maatschappelijk of moreel -standpunt het beste is, dat, als een man en een vrouw niet langer te -zamen kunnen leven, ze dan vriendschappelijk uit elkaar zullen gaan, -en in harmonische overeenstemming alle maatregelen nemen, die door hun -scheiding noodig gemaakt zijn. De wet verbiedt hen belachelijkerwijze -om dat te doen, en verklaart, dat zij in het geheel niet van elkaar -kunnen gaan, tenzij ze van elkaar willen gaan als vijanden. Om tot nog -grooter punt van dwaasheid en immoraliteit te komen gaat de wet voort -met te zeggen, dat, als zij er feitelijk in geslaagd zijn vijanden van -elkaar te worden in die mate, dat ieder bezwaren heeft in te brengen -tegen den ander, dat ze dan in het geheel niet gescheiden kunnen -worden! [338] Dat is te zeggen, dat als een getrouwd paar een graad -van scheiding bereikt heeft, die het dringend noodzakelijk maakt, -dat ze gescheiden zullen worden, niet alleen in hun eigen belang, -maar terwille van de moreele belangen van de maatschappij, opdat ook -hun verhoudingen tot andere betrokken partijen geregeld zullen worden, -dan kunnen ze in het geheel niet scheiden. - -Het is duidelijk, dat deze voorzorgen van de wet geheel -tegenovergesteld zijn aan de eischen van rede en moraliteit. Toch -is het tevens even duidelijk, dat geen pogingen van juristen, hoe -vernuftig en humaan die pogingen ook mogen zijn, de tegenwoordige -wet in harmonie kunnen brengen met de eischen van de moderne -beschaving. Het zijn niet de juristen, die falen; zij hebben -hun best gedaan, en in Engeland komt het door de vernuftige en -zorgvuldige wijze, waarop de rechters tot dusverre de wet gedrongen -hebben tot harmonie met de moderne behoeften, dat onze verouderde -echtscheidingswetten nog zijn blijven bestaan. Het is het systeem, dat -verkeerd is. Dat systeem is het ongelukkige gevolg van de canonieke -wet, die ontstond naar aanleiding van opvattingen, die al lang dood -zijn. Het plaatst de persoon, die de theoretische onverbreekbaarheid -van den huwelijksbond in gevaar brengt, in de positie van een -misdadiger. Zulk een misdadiger te helpen of bij te staan is op -zichzelf een vergrijp, en daar men den misdadiger niet wil straffen, -moet, volgens een merkwaardig inconsequente methode, de helper van -den misdadiger gestraft worden. Wij zeggen niet openlijk, dat de -verdediger in een geval van echtscheiding een misdadiger is, dat zou al -te duidelijk de belachelijkheid ervan aantoonen, en bovendien zou het -nauwelijks overeen te brengen zijn met de permissie voor het eischen -van schadevergoeding, die op een verschillend denkbeeld gebaseerd -is. Wij zijn aangewezen op twee opvattingen van echtscheiding, beide -slecht, geen van beide overeen te brengen met de andere, en geen van -beide zoo, dat ze zich laat doorvoeren tot haar logische gevolgen. - -Het resultaat is, dat, als een volkomen deugdzaam echtpaar komt en -echtscheiding verlangt, hun wordt gezegd, dat daar geen sprake van -kan zijn, want in zulk een geval moet er een "beklaagde" zijn. Zij -worden dus gestraft voor hun deugd. Als zij beide echtbreuk begaan, -dan wordt hun gezegd, dat van echtscheiden geen sprake kan zijn, -want in zulk een geval moet er een "klager" zijn. Eerst werden zij -gestraft voor hun deugd; nu werden zij op precies dezelfde wijze -gestraft voor hun gebrek aan deugd. Het paar moet zijn toevlucht -nemen tot een wijze van handelen, die beiden zeer tegenstaat. Als -maar de vrouw alleen echtbreuk wil begaan, of de man alleen en als -hij dan tevens een daad van wreedheid aan zijn vrouw wil plegen, als -dan vervolgens de onschuldige partij er toe wil afdalen om detectives -te gebruiken en getuigen op te zoeken, dan hebben beiden de wet op hun -hand en deze verleent hun spoedig de permissie om te hertrouwen. Mits, -natuurlijk, de partijen dit geregeld hebben zonder "onderlinge -verstandhouding". Dat is te zeggen, dat onze wet, met haar kerkelijke -tradities achter zich tot de vrouw zegt: Wees een zondares, of tot den -man: Wees een zondaar en een misdadiger--dan zullen we alles doen wat -je wilt. De wet stelt een premie op zonde en misdaad. Om dwaasheid op -dwaasheid te stapelen zegt ze, dat dit gedaan wordt ter wille van de -"publieke moraal". Aan hen, die dit standpunt innemen, schijnt het toe, -dat het afschaffen van de wetten op de echtscheiding de grondslagen -van de maatschappij zou ondermijnen. Toch kan er maar weinig twijfel -aan bestaan, dat, hoe eerder zulke "moraal" ondermijnd, en volkomen -vernietigd is, des te beter het voor de ware moraal zal zijn. - - - Er is in Engeland een invloedrijke beweging ter hervorming - van de echtscheiding, op grond, dat de tegenwoordige wet - onrechtvaardig, onlogisch en immoreel is, vertegenwoordigd door - de Divorce Law Reform Union. Zelfs de vroegere president van - het echtscheidingsgerechtshof, Lord Gorell, verklaarde in 1906 - van den katheder, dat de Engelsche wet ellendige gevolgen heeft, - en "vol is van inconsequenties, afwijkingen en onbillijkheden, - die bijna aan absurditeit grenzen". De punten in de wet, die - het meeste protest uitgelokt hebben, als zijnde het meest ten - achteren bij de wet van andere naties, zijn de groote kosten - van de echtscheiding, de ongelijke beoordeeling van de seksen, - de onmogelijkheid om echtscheiding te verkrijgen voor verlating - en in gevallen van ongeneeslijke krankzinnigheid, en het feit, - dat vonnissen tot scheiding van tafel en bed de gescheiden - partijen niet in staat stellen weer te trouwen. Vonnissen tot - scheiding van tafel en bed worden door den overheidspersoon - uitgesproken wegens wreedheid, echtbreuk en verlating. Deze - scheiding van tafel en bed is inderdaad de directe afstammeling - van de canonieke echtscheidingswet a mensa et thoro, en ook - de onmogelijkheid om weer te trouwen, die ze in zich sluit, - is niets dan een overblijfsel van de traditie van de canonieke - wet. Tegenwoordig vaardigen de overheidspersonen--en dan oefenen - ze hun bevoegdheid, naar toegegeven wordt, op zorgvuldige en - voorzichtige wijze uit--jaarlijks ongeveer 7,000 vonnissen uit - tot scheiding van tafel en bed, zoodat de bevolking elk jaar - toeneemt met 14,000 individuen, meestal op den leeftijd van - sexueele kracht, en weinig meer dan kinderen, wien door de wet - verboden is een wettig huwelijk te sluiten. Zij leveren een - aanzienlijke bijdrage tot de groote voorwaartsche beweging, - die, zooals in het vorige hoofdstuk aangetoond is, de moraal - van onze eeuw kenmerkt. Maar het is ten zeerste ongewenscht, - dat vrije huwelijken op hulpelooze wijze zullen gevormd worden - door paren, die geen keuze hebben in deze zaak, want het is niet - waarschijnlijk, dat onder zulke omstandigheden een hoog niveau - van persoonlijke verantwoordelijkheid kan bereikt worden. De - zaak zou gemakkelijk verholpen kunnen worden door geheel en al - afstand te doen van een traditie van de canonieke wet, die niet - langer eenige levenskracht of beteekenis heeft, en door aan het - vonnis van den overheidspersoon tot scheiding van tafel en bed - de kracht van een echtscheidingsvonnis te verleenen. - - Nieuw-Zeeland en de Australische koloniën, met Victoria aan - het hoofd, hebben in 1889 echtscheidingswetten aangenomen, die, - hoewel ze min of meer naar het Engelsche model gevormd zijn, een - bepaalde vooruitgang zijn. Zoo zijn in Nieuw-Zeeland de gronden tot - echtscheiding echtbreuk van beide zijden, kwaadwillige verlating, - gewoonte-dronkenschap, en veroordeeling tot gevangenisstraf voor - den tijd van eenige jaren. - - -Het is natuurlijk, dat de Engelschman zeer gevoelig is voor deze vlek -in de wetten van Engeland, en dat hij wenscht dat een systeem, dat -zoo blootstaat aan bijtend sarcasme, spoedig zal verdwijnen. Het is -natuurlijk, dat ieder menschelijk wezen ongeduldig wordt bij het zien -van zooveel vernielde levens, van zooveel ellende aan onschuldige -menschen aangedaan--en aan personen, die, zelfs als ze technisch -schuldig zijn, dikwijls het slachtoffer zijn van onnatuurlijke -omstandigheden--door het blijven voortbestaan van een middeleeuwsch -systeem van kerkelijke tyrannie en van inquisitorische onbeschaamdheid -in een tijd, waarop we sexueele verhoudingen beginnen te beschouwen als -het onschendbare geheim van de personen, die er van nabij in betrokken -zijn, en nu we meer en meer ons verlaten op de verantwoordelijkheid -van het individu bij het aangaan en het in stand houden van zulke -verhoudingen. - -Als wij onze gedachten echter niet concentreeren op speciale landen en -als we de algemeene beweging van de beschaving in zake de echtscheiding -in den laatsten tijd in het oog vatten, dan kan er niet de minste -twijfel bestaan aan de richting van die beweging. Engeland was een -halve eeuw geleden een pionier in die beweging, en tegenwoordig beweegt -iedere beschaafde natie zich in dezelfde richting voort. Frankrijk brak -in 1885 met de oude kerkelijke traditie van de onontbindbaarheid van -het huwelijk door een wet op de echtscheiding, die in sommige opzichten -zeer verstandig is. De vrouw kan echtscheiding verkrijgen op gelijke -gronden als haar man (hoewel zij kans heeft op gevangenschap voor -echtbreuk), de medeplichtige neemt een zeer ondergeschikte plaats in -in aanklachten voor echtscheiding, en faciliteiten voor echtscheiding -worden gegeven op grond van eenvoudige injures graves (daarvan zooveel -mogelijk uitgesloten alleen incompatibilité d'humeur), terwijl de -rechter de macht heeft, die hij dikwijls met succes aanwendt, om onder -vier oogen een verzoening tot stand te brengen, of om zonder openlijk -verhoor een echtscheidingsvonnis uit te spreken. De invloed van -Frankrijk is ongetwijfeld bij het vormen van de echtscheidingswetten -van de andere Latijnsche landen groot geweest. - -In Pruisen bestond vroeger een verlichte wet op de echtscheiding, -waarbij het mogelijk was om zonder schandaal te scheiden, -als het duidelijk was gebleken, dat man en vrouw niet samen in -overeenstemming konden leven. Maar de Duitsche wet van 1900 voerde, wat -de echtscheiding betreft, bepalingen in, die--terwijl ze in sommige -opzichten liberaler zijn dan de Engelsche wetten, vooral doordat -ze echtscheiding toelaten bij verlating en krankzinnigheid--over het -geheel een schrede achteruit zijn vergeleken bij de vroegere Pruisische -wet en de zaak op een ruwer en grover basis plaatsen. Twee jaar nadat -de wet in werking trad nam het aantal echtscheidingen af; daarna -pasten het publiek en de rechtbanken zich aan aan de nieuwe bepalingen -(meer speciaal aan een, die echtscheiding toestond voor ernstige -verwaarloozing van huwelijksplichten) en het aantal echtscheidingen -begon met groote snelheid toe te nemen. "Maar", merkt Hirschfeld -op, "hoe pijnlijk is het nu geworden om over echtscheidingszaken -te lezen! De eene partij scheldt de andere partij uit, komt met -beschuldigingen van de platste soort, gebruikt detectives om de -noodige bewijzen te krijgen van "oneerbaar en immoreel gedrag", -terwijl vroeger alleen noodig was, dat de beide partijen wisten, -dat ze zich in elkander vergist hadden, dat ze niet bij elkander -pasten en dat ze niet langer samen konden leven. Zoo zien we, dat het -beperken van de individueele verantwoordelijkheid in sexueele zaken -niet alleen geen praktisch resultaat gehad heeft, maar dat het voert -tot schadelijke gevolgen van een ernstige soort" [339]. In Engeland -heeft een dergelijke stand van zaken geheerscht sinds den tijd, -dat de echtscheiding ingesteld werd, maar deze toestand schijnt te -gewoon geworden te zijn, dan dat iemand er last of displeizier door zou -ondervinden. Toch heeft ze, zooals Adner zegt [340], zich voortbewogen -in een richting, die tegenovergesteld is aan de algemeene neiging -van de beschaving, niet alleen doordat ze de inquisitorische macht -der publieke gerechtshoven vermeerderd heeft, maar ook doordat ze den -nadruk gelegd heeft op zuiver uiterlijke redenen tot echtscheiding en -de fijne innerlijke oorzaken, die met de verfijning van de beschaving -voortdurend in belangrijkheid toenemen, buiten beschouwing laat. - -In Oostenrijk heerschte tot kort geleden de canonieke wet absoluut, -en het huwelijk was onontbindbaar, zooals het nu nog is voor -de Katholieke bevolking. De resultaten voor het huwelijksgeluk -waren in de hoogste mate bedroevend. Een halve eeuw geleden deed -Gross-Hoffinger onderzoek naar het huwelijksgeluk van 100 paren in -Venetië uit alle maatschappelijke klassen, voor de vuist genomen, -en hij geeft een uitvoerige beschrijving van de resultaten. Hij vond, -dat 48 paren beslist ongelukkig waren, slechts 16 waren ontwijfelbaar -gelukkig, en zelfs onder deze was er maar éen geval, waarin het geluk -het gevolg was van wederzijdsche trouw, en werd het geluk in de andere -gevallen alleen bereikt, doordat de kwestie der trouw ter zijde gesteld -was [341]. Dit beeld is, naar we hopen, niet meer waar. Er is een -invloedrijke vereeniging tot hervorming van het huwelijk in Oostenrijk, -die een blad uitgeeft, genaamd Die Fessel of "de keten". "De een was -geketend aan den ander", vertelt het ons. "In zekere omstandigheden -moet dit de ergste en kwellendste straf geweest zijn, die men zich -denken kan. De meest dwaze en stuitende paringen vonden plaats. Wel -waren er vele vriendschappelijke keten-gemeenschappen. Maar er waren -er een heeleboel meer, die een eindelooze hoeveelheid leed berokkende -aan een van de twee". Deze aanhaling, moeten we er aan toevoegen, -heeft niets te maken met wat de Canonisten, den technischen term -ontleenende aan de ketens van een gevangene, suggestief noemden -de vinculum matrimonii; ze werd vele jaren geleden geschreven over -de galeistraf van het oude Fransche systeem voor veroordeelden. Ze -wordt echter weer in de herinnering gebracht door den titel, die de -vereeniging tot hervorming van het huwelijk in Oostenrijk aan haar -officieele orgaan gegeven heeft. - -Rusland, waar de huwelijkswetten geregeld zijn door de Heilige Synode, -geholpen door de juristen, staat bijna alleen onder de groote landen in -den verstandigen eenvoud van zijn regeling van de echtscheiding. Vóor -1907 was echtscheiding in Rusland zeer moeilijk te verkrijgen, maar -in dat jaar werd het voor een getrouwd paar mogelijk om van elkaar te -gaan met wederzijdsch goedvinden, om, nadat ze een jaar lang gescheiden -geleefd hadden, daardoor het recht te verkrijgen op echtscheiding, -die hen in staat stelt om te hertrouwen. Deze regeling is in -overeenstemming met de humane opvatting van de sexueele verhouding, -die in Rusland altijd overheerscht heeft, waar, naar wij ons moeten -herinneren, de strenge en onnatuurlijke idealen van gedwongen celibaat, -door de Westersche kerk gekoesterd, nooit geheel zijn doorgedrongen; de -geestelijken van de Oostersche kerk mogen trouwen, hoewel het huwelijk -plaats moet vinden voordat ze priester worden, en zij zouden geen -sympathie kunnen hebben voor den anti-sexueelen toon van de regeling -van het huwelijk, die gemaakt is door de geestelijkheid van het Westen. - -Ook Zwitserland, dat beschouwd wordt als het politieke -laboratorium van Europa, staat apart in de liberaliteit van de -echtscheidingswetgeving. Een echtscheiding voor twee jaar, die -vernieuwd kan worden, kan in Zwitserland verkregen worden, als er -zijn "omstandigheden, die een ernstig beletsel zijn voor het in stand -houden van den huwelijksband". Aan het Groothertogdom Luxemburg komt -ten slotte de eer toe van steeds het groote principe van echtscheiding -met wederzijdsch goedvinden met kracht te hebben gehandhaafd onder -wettelijke voorwaarden, zooals door Napoleon in 1803 was ingesteld. De -kleinere landen zijn de grootere meestal vooruit in zaken van de -echtscheidingswet. De Noorsche wet is liberaal. De nieuwe Rumeensche -wet staat echtscheiding toe met wederzijdsch goedvinden, mits beide -ouders evenveel van hun bezittingen aan hun kinderen geven. Het kleine -vorstendom Monaco heeft onlangs een verstandige regeling ingevoerd, -en staat echtscheiding toe, onder andere voor alcoholisme, syphilis -en epilepsie, en beschermt op deze wijze het toekomstige ras. - -Buiten Europa wordt het leerrijkste voorbeeld van de neiging tot -echtscheiden ongetwijfeld geleverd door de Vereenigde Staten van -Amerika. De echtscheidingswetten van de Vereenigde Staten zijn -voornamelijk op een Puriteinsche basis gegrond, en daarin treedt niet -alleen de Puriteinsche liefde voor persoonlijke vrijheid, maar ook de -Puriteinsche vormelijkheid op den voorgrond [342]. In sommige staten, -voornamelijk in Jowa, zijn de wetgevers voortdurend bezig geweest met -het aannemen, veranderen, afschaffen en weer invoeren van bepalingen -van hun echtscheidingswetten, en Howard heeft aangetoond hoeveel -verwarring en ongemak er voortkomt door het steeds beuzelen van de -wetgeving over kleinigheden. - -Deze rustelooze vormelijkheid heeft wel eenigszins de over het algemeen -breede en liberale neiging van de huwelijkswet in Amerika verborgen, -en heeft de critiek van buitenlanders op Amerikaansche instellingen -aangemoedigd. Het is een feit, dat het algemeen voorkomen van de -echtscheiding in Amerika ten zeerste overdreven is. De verhouding van -gescheiden personen in de bevolking schijnt minder te zijn dan eén -percent, en, tegenovergesteld aan wat zoo dikwijls beweerd wordt, is -het geenszins regel, dat gescheiden personen dadelijk weer trouwen. De -speciale toestanden van het leven in de Vereenigde Staten in aanmerking -genomen, zijn er niet veel scheidingen en de aard ervan geeft in het -geheel geen blijk van een lagen graad van moraal. Een onpartijdig en -bekwaam beoordeelaar van het Amerikaansche volk, Professor Münsterberg, -merkt op, dat de werkelijke oorzaak, die voornamelijk aanleiding geeft -tot echtscheiding in de Vereenigde Staten--niet de zuiver wettelijke -voorwendsels, die noodig gemaakt zijn door de vormelijkheid van de -wet--het ethische bezwaar is van uiterlijk te blijven voortleven in -een huwelijk, dat opgehouden heeft geestelijk eensgezind te zijn. "Het -zijn voornamelijk de vrouwen" zegt hij, "en gewoonlijk de allerbeste -vrouwen, die er de voorkeur aan geven den stap te wagen, met al de -moeilijkheden die er aan verbonden zijn, boven het voortzetten van -een huwelijk, dat geestelijk huichelachtig en immoreel is" [343]. - -De bevolking van de Vereenigde Staten koestert meer dan eenige -andere bevolking idealen van individualisme; onder hen vindt men -ook de menschen onder wie, meer dan onder anderen, de grootste -mate bestaat van wat Reibmayr noemt "bloed-chaos". Onder zulke -omstandigheden zijn de moeilijkheden van het huwelijksleven natuurlijk -buitengewoon groot, en heeft de huwelijksvereeniging kans te stooten -op subtiele bezwaren, die de wet niet formuleeren kan [344]. Er kan -niet veel twijfel aan bestaan, of de praktische slimheid van het -Amerikaansche volk zal hen vroeger of later in staat stellen dit -feit te erkennen, en het zal ten slotte den Puriteinschen drang van -zijn echtscheidingswetgeving volgende--zooals die in zijn resultaat -voorspeld is door Milton--overeenkomen om aan zijn burgers zelven de -verantwoordelijkheid toe te vertrouwen in een zoo persoonlijke zaak -als hun huwelijksverhoudingen, met, natuurlijk, het recht bij de -gerechtshoven om er op toe te zien, dat er geen onrechtvaardigheden -begaan worden. Het wekt inderdaad verwondering, dat het Amerikaansche -volk, dat gewoonlijk zoo weinig inmenging van den Staat kan verdragen, -in deze zaak zoo lang zulke inmenging in een zoo persoonlijke zaak -verdragen heeft. - -De echtscheidingsbeweging beperkt zich niet tot het Christendom; ze -is een kenteeken van de moderne beschaving. In Japan is het aantal -echtscheidingen grooter dan in eenig ander land, de Vereenigde Staten -niet uitgesloten [345]. De krachtigste en meest vooruitstrevende -landen zijn die, waar het sterkst aangedrongen wordt op reinheid -in de sexueele vereenigingen. In de Vereenigde Staten werd er vele -jaren geleden op gewezen, dat echtscheiding het meest voorkomt daar, -waar de standaard van opvoeding en moraal het hoogst is. Het waren de -Nieuw-Engelsche Staten, met strenge tradities van moreele vrijheid, -die de leiding hebben gegeven bij het toestaan van faciliteiten tot -echtscheiden. De echtscheidingsbeweging is niet, zooals sommigen -dwazelijk gemeend hebben, een beweging, die leidt tot immoraliteit -[346]. Immoraliteit gaat onvermijdelijk samen met het onverbreekbare -huwelijk; de nadruk, die er gelegd wordt op de heiligheid van -een zuiver vormelijke vereeniging, is niet bevorderlijk voor de -ontwikkeling van de moreele verantwoordelijkheid wat de verbintenissen -aangaat, die in haar schaduw groeien en voorwaardelijk heilig zijn. Als -we er aan den anderen kant, door het instellen van faciliteiten tot -echtscheiding, op aandringen, dat sexueele verhoudingen werkelijk -zullen zijn, is dat de zaak van de moraal in de hand werken. De -landen, waar echtscheiding met wederzijdsch goedvinden het langst -heeft bestaan, behooren waarschijnlijk tot de moreelste en niet tot -de minst moreele landen. - -Men heeft er zijn verwondering over geuit, dat, hoewel echtscheiding -bij wederzijdsch goedvinden zich al twee duizend jaar geleden -aan de met rechtszin begaafde Romeinen aanbevolen heeft als een -klaarblijkelijk rechtvaardige en verstandige maatregel, die oplossing -zelfs tegenwoordig nog zoo weinig door de moderne staten bereikt is -[347]. Overal, waar de maatschappij op een stevig georganiseerde -basis berust, en waar de eischen van de rede en der menschelijkheid -voldoende overwogen worden--zelfs als het algemeene niveau van de -beschaving niet in elk opzicht hoog is--daar vinden we een neiging -tot echtscheiding met wederzijdsch goedvinden. - - - In Japan wordt het huwelijk, overeenkomstig het burgerlijk - wetboek, ongeveer zooals het in het oude Rome was, gesloten - door het mededeelen van het feit aan den ambtenaar van den - burgerlijken stand in tegenwoordigheid van twee getuigen, onder - toestemming (in het geval van jonge paren) van het hoofd van - hun familie. Er kan ook een ceremonie zijn, maar die wordt door - de wet niet geëischt. Echtscheiding wordt op precies dezelfde - wijze verkregen, enkel door de inschrijving te laten schrappen, - mits de man en de vrouw beiden boven de vijf en twintig jaar oud - zijn. Voor jongere paren, die ongelukkig getrouwd zijn, en voor - gevallen, waarin wederzijdsch goedvinden niet verkregen kan worden, - bestaat er gerechtelijke echtscheiding. Deze wordt toegestaan - voor verschillende speciale redenen, waarvan de voornaamste is - "zware beleediging, zoodat het samenleven ondragelijk wordt" - (Ernest W. Clement, "The New Woman in Japan", American Journal of - Sociology, Maart 1903). Zulk een systeem schijnt, evenals zooveel - anders, dat door Japansche organisatie bereikt is, verstandig, - voorzichtig en krachtig te zijn. - - In het heel andere en veel oudere huwelijkssysteem van China - is de echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden even goed - ingericht. Zulk een echtscheiding met wederzijdsch goedvinden - vindt plaats voor "incompatibilité d'humeur", of als man en vrouw - het beiden wenschen. Er zijn echter verschillende verouderde - en eigenaardige regelingen in de Chineesche huwelijkswetten, en - echtscheiding is verplichtend voor echtbreuk van de vrouw of voor - ernstige physieke nadeelen, toegebracht door de eene partij aan - de andere. (De huwelijkswetten van China zijn volledig uiteengezet - door Paul d'Enjoy, La Revue, Sept. 1908). - - Bij de oude bewoners van Wales, hadden de vrouwen zoowel voor - als na het huwelijk, groote vrijheid, veel meer dan toegestaan - werd door het Christendom of door de gewone Engelsche wet. "In de - praktijk konden man en vrouw van elkaar gaan, als een van tweeën - of beiden het wenschten" (Rhys en Brynmor-Jones, The Welsh People, - p. 214). Zoo was het ook in het oude Ierland. Vrouwen hadden een - zeer hooge positie, en de huwelijksband was zeer los, zoodat hij - in de praktijk, naar het scheen, ontbindbaar was bij wederzijdsch - goedvinden. Voor zoover de wetten van de Brehonen aantoonen, zegt - Ginnell (The Brehon Laws, p. 212), "was de huwelijksverhouding - buitengemeen los, en de echtscheiding even makkelijk, en kon op - even geringen grond verkregen worden als nu het geval is in sommige - Staten van Noord-Amerika. Het schijnt wel, dat ze gemakkelijker - te verkrijgen was voor de vrouw dan voor den man. Als ze op haar - verzoek verkregen werd, dan nam ze alle bezittingen mee, die zij - haar man had aangebracht, of die haar man op haar had vastgezet - bij hun huwelijk, en bovendien zooveel van de bezittingen van - haar man als waarop het scheen, dat haar vlijt haar aanspraak gaf". - - Zelfs in de oudste Fransche geschiedenis vinden we, dat - echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden zeer gewoon was. Het was - voldoende om in duplicaat een formeel document op te stellen van - dezen inhoud: "Daar er tusschen N. en zijn vrouw oneenigheid is in - plaats van liefde, zooals God bevolen heeft, en omdat het daarom - voor hen onmogelijk is samen te leven, heeft het hen behaagd uit - elkander te gaan en zij hebben dat gedaan". Ieder van de partijen - was zoodoende vrij om in een klooster te gaan of om een andere - vereeniging aan te gaan (E. de la Bedollière, Histoire des Moeurs - des Français, deel I, p. 317). Zulk een gewoonte, hoe ze ook mocht - overeenkomen met het gronddenkbeeld van toestemming, belichaamd - in de canonieke wet, was te zeer strijdig met de kerkelijke leer - van de sacramenteele onontbindbaarheid van het huwelijk om in - stand te blijven, en ze werd geheel afgeschaft. - - -Het feit, dat we echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden maar zelden -in het Christendom vinden voor het begin van de negentiende eeuw, -dat het toen een man vereischte van het geweldige en revolutionaire -genie als Napoleon, om ze weer in te voeren, en dat zelfs hij niet in -staat was dit met effect te doen, is klaarblijkelijk een gevolg van -de groote overwinning, die de ascetische geest van het Christendom, -zooals die vastgelegd is in de canonieke wetten, verkregen had -over de zielen en de lichamen van de menschen. Zoo gebukt gingen de -Europeesche tradities en instellingen onder dezen geest, dat zelfs -de vulcanische opstand van de Reformatie, zooals we gezien hebben, -ze niet kon afschudden. Toen de Protestantsche Staten, zooals ook -natuurlijk was, de heerschappij op zich namen over wereldsche zaken, -die in handen van de kerk waren geweest, en toen ze aan den invloed -der geestelijken die dingen ontworsteld had, die tot de sfeer van -het individueele geweten behoorden, toen zou men zoo denken, dat het -huwelijk en de echtscheiding onder de eerste zouden behoord hebben, die -op die wijze werden overgedragen. Toch was, zooals we weten, Engeland -bijna evenzeer onderworpen aan den geest en zelfs aan de letter -van de canonieke wet in de negentiende als in de veertiende eeuw, -en zelfs tegenwoordig blijft de Engelsche wet, hoewel ze niet langer -door de publieke opinie gesteund wordt, aan dezelfde tradities getrouw. - -Er schijnt echter weinig twijfel aan te bestaan, of de moderne -echtscheidingsbeweging moet onvermijdelijk neigen naar het doel, -een huwelijk ontbindbaar te maken, indien beide partijen dat wenschen -onder juiste omstandigheden en beperkingen, indien een der partijen dat -wenscht. Er wordt tegenwoordig de wil van twee personen vereischt om -een huwelijk te vormen; de wet eischt dit onvoorwaardelijk [348]. Het -is logisch, zoowel als rechtvaardig, dat de wet ook de volgende stap -zal doen, die de historische ontwikkeling van het huwelijk met zich -brengt, en er ook op aan zal dringen, dat de wil van twee personen -noodig zal zijn om het huwelijk in stand te houden. Deze oplossing -is ongetwijfeld de eenige weg om te ontkomen aan de ruwheden, de -indecenties, de niet te ontwarren ingewikkeldheden, die in de wet -ingevoerd zijn door de vergeefsche pogingen om in bijzonderheden -te voorzien in al de mogelijkheden van huwelijksoneenigheden, die -onder de voorwaarden van de moderne beschaving kunnen ontstaan. Het -is bovendien, daar mogen we gerust op zijn, de eenige oplossing, die -de aangroeiende moderne zin voor persoonlijke verantwoordelijkheid in -sexueele zaken, die we in het vorige hoofdstuk hebben nagespoord--de -verantwoordelijkheid van vrouwen zoowel als van mannen--geneigd zal -zijn aan te nemen. - - - De fijne en samengestelde aard van de sexueele verhoudingen in een - hooge beschaving en de ongelukkige gevolgen van de regeling ervan - door den Staat al in 1792 zijn bijzonder goed uiteengezet door - Wilhelm von Humboldt in zijn Ideeen zu einem Versuch die Grenzen - der Wirksamkeit des Staates zu bestimmen. "Een vereeniging, die - zoo nauw verbonden is met den aard zelf der respectieve individuen - moet wel vergezeld gaan van de meest nadeelige gevolgen, als de - Staat tracht ze bij de wet te regelen, of, door de kracht van zijn - instellingen, haar op iets anders doet berusten dan uitsluitend - op genegenheid. Als wij ons bovendien in herinnering brengen, - dat de Staat alleen de nadeelige eindresultaten voor het ras kan - nagaan, dan zullen we nog meer bereid zijn om de rechtvaardigheid - van deze conclusie toe te geven. We mogen met rede betoogen, dat - de bezorgdheid voor het ras slechts leidt tot dezelfde resultaten - als de grootste bezorgdheid voor de mooiste ontwikkeling van - den innerlijken mensch. Want, na zorgvuldig opmerken, heeft - men gevonden, dat de ononderbroken vereeniging van een man met - een vrouw het weldadigst is voor het ras, en het is evenmin - te ontkennen, dat geen andere vereeniging voortkomt uit ware, - natuurlijke en harmonieuze liefde. En verder mogen we opmerken, - dat zulk een liefde leidt tot hetzelfde resultaat, als juist die - verhoudingen, die wet en gewoonte neiging hebben om in het leven - te roepen. De grondfout schijnt te zijn, dat de wet beveelt; - terwijl zulk een verhouding zich niet voegen kan naar uiterlijke - schikkingen, maar geheel afhankelijk is van neiging; en overal - waar dwang of leiding in botsing komen met neiging, daar wenden ze - die nog verder van het juiste pad af. En daarom schijnt het mij - toe, dat de Staat niet alleen de banden in dit geval losser moet - maken en aan den burger grooter vrijheid moet laten, maar dat hij - geheel zijn werkzame bezorgdheid moet afwenden van het huwelijk, - en het, zoowel in het algemeen als in bijzondere wijzigingen, moet - overlaten aan de vrije keuze van de individuen en de verschillende - contracten, die ze hierover willen aangaan. Ik zou mij zelfs niet - laten afbrengen van het aannemen van dit principe door de vrees, - dat alle familieverhoudingen zouden worden verstoord, want hoewel - zoo'n vrees gerechtvaardigd zou kunnen zijn door overwegingen van - bijzondere omstandigheden en plaatsen, zou ze niet best kunnen - stand houden bij een onderzoek naar den aard van de menschen en van - de staten in het algemeen. Want de ondervinding leert ons dikwijls, - dat juist waar de wet geen boeien heeft aangelegd, de moraal het - zekerste bindt; het denkbeeld van uiterlijke dwang is er een, dat - geheel vreemd is aan een instelling, die, zooals het huwelijk, - alleen berust op neiging en een innerlijk gevoel van plicht; en - de resultaten van zulke gedwongen instellingen beantwoorden in het - geheel niet aan de bedoelingen, die er aan ten grondslag liggen". - - Een lange reeks van beroemde denkers--moralisten, sociologen, - politieke hervormers--hebben herhaaldelijk gewezen op de - maatschappelijke voordeelen van echtscheiding bij wederzijdsch - goedvinden, of, onder beperkte omstandigheden op verzoek van - een van de partijen. Wederzijdsch goedvinden was de hoeksteen - van Milton's opvatting over het huwelijk. Montesquieu zeide, - dat ware echtscheiding het resultaat moest zijn van wederzijdsch - goedvinden, en dat ze gebaseerd moest zijn op de onmogelijkheid - om te zamen te leven. Senancour schijnt het met Montesquieu eens - te zijn. Lord Morley (Diderot, deel II, hoofdst. I), voegt er, in - navolging en onder goedkeuring van de conclusies van de Supplément - au Voyage de Bougainville (1772), aan toe, dat het van elkaar gaan - van man en vrouw "een handeling is, die volkomen natuurlijk is, - maar onder sommige omstandigheden een plicht". Bloch legt (Sexual - Life of Our Time, p. 240) met veel andere schrijvers den nadruk - op de waarheid van het gezegde van Shelley, dat de vrijheid van - het huwelijk de waarborg is voor de duurzaamheid ervan. (Dat de - feiten van het leven in dezelfde richting wijzen is in het vorige - hoofdstuk aangetoond). De geleerde Caspari (Die Soziale Frage über - die Freiheit der Ehe), verklaart, terwijl hij weigert den vorm - van het toekomstig huwelijk te voorspellen, dat, als de sexueele - verhoudingen moreel moeten blijven of worden, er meer faciliteiten - moeten zijn voor het ontbinden van het huwelijk. Howard (die zelf - meent, dat het huwelijk behoefte heeft aan wettelijke regeling) - voelt zich aan het einde van zijn uitgebreide geschiedenis van de - huwelijksinstellingen (deel III, p. 220) toch gedrongen toe te - geven, dat het volkomen duidelijk is voor den geschiedvorscher, - dat de moderne echtscheidingsbeweging "maar een deel is van de - machtige beweging tot maatschappelijke bevrijding, die steeds - sinds de Hervorming in uitbreiding en kracht toegenomen is". En de - voorzichtige en critische Westermarck eindigt het hoofdstuk over - het huwelijk van zijn Origin and Development of the Moral Ideas - (deel II, p. 398) met het gezegde, dat "als man en vrouw beiden - wenschen van elkaar te gaan, het dan aan veel verlichte geesten - toeschijnt, dat de Staat geen recht heeft tusschenbeide te komen - om hen te verhinderen het huwelijkscontract te ontbinden, mits - er behoorlijk voor de kinderen gezorgd wordt; en dat het voor de - kinderen ook beter is, dat ze onder de leiding komen van een van - de ouders alleen, dan van twee, die het niet eens zijn". - - In Frankrijk schijnen de leiders van de maatschappelijke hervorming - het er bijna geheel over eens te zijn, dat de eerstvolgende stap, - wat de echtscheiding betreft, moet zijn, het instellen van de - echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden. Dit was bijvoorbeeld het - resultaat van een rondvraag, waaraan een-en-dertig beroemde mannen - en vrouwen hun bijdrage leverden. Allen waren voor echtscheiding - bij wederzijdsch goedvinden; de eenige uitzondering was Madame - Adam, die zeide, dat zij een stadium bereikt had van scepticisme - over politieke en maatschappelijke hervormingen; maar die toegaf, - dat ze bijna een halve eeuw lang een ijverig voorstandster van - echtscheiding was geweest. Een groot aantal medewerkers waren - voor echtscheiding op den wensch van de eene partij alleen (La - Revue, Maart 1, 1901). Ook in andere landen is er een aangroeiende - erkenning, dat deze oplossing van de zaak, met gepaste voorzorgen - om misbruiken te voorkomen, die er anders licht bij zouden - ontstaan, de juiste en onvermijdelijke oplossing is. - - Wat de juiste methode aangaat, waarop echtscheiding bij - wederzijdsch goedvinden moet ten uitvoer gebracht worden, zijn de - opinies verdeeld, en de zaak zal waarschijnlijk in verschillende - landen verschillend geregeld worden. Het Japansche plan schijnt - eenvoudig en oordeelkundig (zie boven, p. 421). Paul en Victor - Margueritte, die (Quelques Idées blz. 3 et seq.) zich duidelijk - voor oogen stellen, dat het gevoelsconflict in zake de persoonlijke - verbintenissen beslissingen met zich brengt, die ten eenemale - buiten de competentie van gerechtshoven liggen, erkennen evenwel, - dat zulke gerechtshoven toch noodig zijn om orde te stellen op de - bezittingen van gescheiden personen en ook in laatste instantie op - de zorg voor de kinderen. Zij moeten de zaken niet in het openbaar - behandelen. Deze schrijvers stellen voor, dat iedere partij een - vertegenwoordiger zal kiezen, en dat deze twee te zamen een derde - zullen kiezen; dat dan dit scheidsgerecht niet officieel onderzoek - moet doen, en dat zij, als ze het eens zijn, de scheiding moeten - doen registreeren, hetgeen zes of twaalf maanden later moet plaats - vinden, of drie jaar later, als het alleen maar door een van de - partijen gewenscht wordt. Dr. Schufeld ("Psychopathia Sexualis and - Divorce") stelt voor, dat een rechter van het echtscheidingsgerecht - geheel alleen het verhoor zal leiden van ieder geval van een - huwelijksoneenigheid, terwijl de man en de vrouw direct voor hem - verschijnen, zonder advocaat; wèl, zoo noodig, met hun getuigen; - als medische deskundigen vereischt werden, dan moest de rechter - alleen de macht hebben om ze op te roepen. - - -Als wij bedenken, dat het lange uitstellen van het aannemen van een -zoo rechtvaardige en natuurlijke basis van echtscheiding berust op de -kunstmatige spanning, die geschapen wordt door den druk van de doode -hand van de canonieke wet--een spanning, die uitsluitend beperkt is -tot het Christendom--dan mogen we ook erkennen, dat met het verdwijnen -van die spanning de juiste en natuurlijke orde in deze verhouding des -te sneller zal terugkomen, omdat het zoo lang geduurd heeft, eer die -verlossing kwam. "De Natuur verafschuwt een ledig nergens zoozeer als -in het huwelijk", merkt Ellen Key op in de taal van verouderde physieke -beeldspraak; het ledig zal zich op de eene of andere wijze vullen, en -als het zich niet kan vullen op een natuurlijke en ordelijke wijze, -dan zal het zich vullen op onnatuurlijke en onordelijke wijze. Het -is de zaak van de maatschappij er op te letten, dat geen wetten aan -het instellen van een natuurlijke orde in den weg staan. - -Hervorming op een verstandige basis is moeilijk gemaakt doordat -ongelukkigerwijze het denkbeeld van misdaad behouden is gebleven. Met -de tradities van de canonisten nog in ons hoofd, hebben wij onszelf op -de eene of andere wijze ervan overtuigd, dat er geen echtscheiding kan -wezen, tenzij er een misdadiger is, een werkelijk ernstige misdadiger, -die, als hij kreeg wat hij verdiende, opgesloten en tot schande -gebracht moest worden. Maar in de huwelijksverhouding is er, evenals -in alle andere verhoudingen, maar een zeer klein aantal gevallen, -waarin de eene partij tegenover de andere staat als misdadiger of -zelfs als aanklager. Dit blijkt dikwijls duidelijk in de eerste -stadiën van huwelijksverwijdering. Maar het blijft waar tot het eind -toe. De vrouw begaat echtbreuk en de man neemt als een zaak, die van -zelf spreekt, de positie in van aanklager. Maar wij vragen niet, hoe -het komt, dat hij niet zóo haar liefde gewonnen heeft, dat echtbreuk -van haar kant buiten kwestie is; zulk een navraag zou dikwijls tot -de conclusie voeren, dat de werkelijke beklaagde de man is. En ook, -als de man beschuldigd wordt van brutale wreedheid, dan draagt de wet -geen zorg te onderzoeken of door het aanbrengen van minder brutale, -maar niet minder scherpe wonden, de vrouw ook niet tot beklaagde -behoorde gemaakt te worden. Er zijn enkele weinige gevallen, waarin -de verhouding van aanklager en gedaagde niet een volkomen valsche -en kunstmatige verhouding is, een immoreele, wettelijke fictie. In -de meeste gevallen moesten, als de waarheid geheel bekend was, -man en vrouw samen voor het echtscheidingsgerecht verschijnen en -verklaren: "Wij hebben beiden ongelijk: wij zijn niet in staat -geweest onze verplichtingen jegens elkander na te komen; wij hebben -ons vergist, toen wij elkander kozen". De lange verslagen over de zaak -in openbare behandeling, de wederzijdsche verwijten, de detectives, -de dienstmeisjes en andere getuigen, het verfoeilijk navraag doen naar -intieme geheimen--al deze dingen, die geen noodzakelijkheid ooit zou -kunnen rechtvaardigen, zijn volkomen onnoodig. - -Er wordt door sommigen gezegd, dat een man, als er geen beletsels -bestonden tegen de echtscheiding, achtereenvolgens zou kunnen trouwen -met een half dozijn vrouwen. Deze naïeve of onwetende personen -schijnen niet te beseffen, dat zelfs als het huwelijk absoluut -onverbreekbaar is, een man sexueele betrekkingen kan onderhouden -met een half dozijn vrouwen, niet alleen na elkaar, maar als hij -dat wil, tegelijkertijd; en dat hij dat ook dikwijls doet. Er is -echter dit belangrijke verschil, dat in het eene geval, de man door -de wet wordt aangemoedigd om te meenen, dat hij maar een van die zes -vrouwen behoeft te behandelen met iets dat lijkt op rechtvaardigheid -en menschelijkheid; in het andere geval dringt de wet er op aan, dat -hij zijn verplichtingen zal nakomen jegens al de zes vrouwen. Het is -een zeer belangrijk onderscheid, en er behoorde geen kwestie over te -zijn, welke staat van zaken moreel is en welke immoreel. Het is geen -zaak, die den staat aangaat, te onderzoeken met hoeveel personen een -man of een vrouw sexueele betrekkingen wenscht te onderhouden; het is -een persoonlijke zaak, die wel invloed kan hebben op hun eigen fijnere -geestelijke ontwikkeling, maar waarvan het voor den staat onbeschaamd -is er binnen te gluren. Het is echter de zaak van den staat, in het -gemeenschappelijk belang en in dat van zijn leden, er op te letten, -dat er geen onrechtvaardige dingen gedaan worden. - -Maar hoe met de kinderen? Dat is noodzakelijk een zeer belangrijke -kwestie. De kwestie van de bepalingen, die voor de kinderen gemaakt -worden in gevallen van echtscheiding is er altijd een, waaraan de -staat zijn volle aandacht moet wijden, want alleen als er kinderen -zijn heeft de staat eenig werkelijk belang bij de zaak. - -Er was een tijd, toen er zelfs door sommigen verondersteld werd -dat het bestaan van kinderen een ernstig argument was tègen het -bevorderen van de echtscheiding. Nu wordt algemeen een redelijker -standpunt ingenomen. Er wordt in de eerste plaats erkend, dat een -zeer groot aantal paren, die echtscheiding zoeken, geen kinderen -hebben. In Engeland is de verhouding ongeveer veertig percent; in -sommige andere landen is ze ongetwijfeld nog grooter. Maar zelfs -als er kinderen zijn, dan kan niemand, die zich duidelijk voor oogen -stelt hoe de toestanden zijn in families, waar de ouders gescheiden -moesten wezen, maar het niet zijn, eenigen twijfel hebben of die -toestanden zijn buitengewoon slecht voor de kinderen. De spanning -tusschen de ouders neemt energie in beslag, die gewijd moest zijn aan -de kinderen. Het zien van het verdriet of de twisten van hun ouders -werkt demoraliseerend op de kinderen en is gewoonlijk fnuikend voor -hun respect voor hen. Op zijn best is het hinderlijk bedroevend -voor de kinderen. Een van de ouders, maar dan tot werkzaamheid -instaat, is veel beter voor een kind, dan twee ouders, die niet tot -werkzaamheid in staat zijn. Twee menschen, die samen in oneenigheid -leven--de eene van hen, zooals niet zelden het geval is, abnormaal of -zenuwziek--zijn niet geschikt om ouders te worden, en ook niet in den -besten toestand voor de voortplanting. Het is daarom niet alleen een -daad van rechtvaardigheid jegens het individu, maar een maatregel, -door de belangen van den staat geëischt, dat geen nieuwe burgers in -de gemeenschap gebracht zullen worden door zulke gebrekkige kanalen -[349]. Uit dit gezichtspunt zijn al de belangen van den staat aan de -zijde van vergemakkelijking van de echtscheiding. - -Er is ten slotte nog een argument, dat dikwijls opgeworpen -wordt tegen het vergemakkelijken van de echtscheiding. Het -huwelijk, zegt men, is er ter bescherming van de vrouwen; -maak de echtscheiding gemakkelijker en de vrouwen zullen van die -bescherming beroofd worden. Klaarblijkelijk houdt dit argument geen -steek bij echtscheiding met wederzijdsch goedvinden. Zeker is het -noodzakelijk, dat echtscheiding alleen zal worden tot stand gebracht -onder omstandigheden, die in ieder individueel geval de goedkeuring -van de wet hebben verkregen, als rechtvaardig. Maar men moet zich -altijd herinneren, dat het essentieele feit van het huwelijk niet -van nature is, en nooit kunstmatig moet gemaakt worden, tot een -economische kwestie. Het is mogelijk--dat is een kwestie, die de -maatschappij zal hebben te overwegen--dat een vrouw betaald zal worden -omdat ze moeder is, op grond dat zij nieuwe burgers opvoedt voor den -staat. Maar noch de staat, noch haar man, noch iemand anders behoorde -haar te betalen voor het uitoefenen van haar huwelijksrechten. Het -feit, dat zulk een argument te berde kan gebracht worden toont aan, -hoe ver we nog verwijderd zijn van de gezonde biologische houding -jegens de sexueele verhoudingen. Even ongezond is de meening, dat -de maagdelijke bruid aan haar man met het huwelijk een belangrijk -kapitaal meebrengt, dat verbruikt wordt bij de eerste daad van -verkeer, en dat nooit weer terug gekregen kan worden. Dat is een -denkbeeld, dat is blijven voortbestaan in de beschaving, maar dat -tot de barbaarschheid en niet tot de beschaving behoort. Voor zoover -het eenige waarde heeft, ligt het binnen de sfeer van erotische -perversiteit, die niet in overweging kan gebracht worden bij het -schatten van moreele waarden. Voor de meeste mannen heeft echter in -ieder geval, of zij het weten of niet, de vrouw, die ingewijd is in -de geheimen van de liefde, een hoogere erotische waarde dan de maagd, -en men behoeft zich op dezen grond geen zorg te maken voor de vrouw, -die haar maagdelijkheid verloren heeft. Het is waarschijnlijk een -feit van beteekenis, dat deze ongerustheid over de bescherming van de -vrouwen door de beperking op de echtscheiding voornamelijk te berde -gebracht wordt door mannen en niet door vrouwen zelf. Een vrouw wordt -bij het huwelijk door de maatschappij en de wet beroofd van haar eigen -naam. Zij is tot zeer kort geleden verstoken geweest van haar recht -op haar eigen verdienste. Zij mist de meest intieme rechten op haar -eigen persoon. Zij wordt, onder bepaalde omstandigheden, van haar -eigen kind beroofd, zelfs als zij er niets verkeerds tegen gedaan -heeft. Het behoeft misschien nauwelijks verwondering te wekken, dat -zij niet bijzonder geneigd is de bescherming te waardeeren, die haar -gegeven wordt door haar het recht te onthouden zich van haar man te -laten scheiden. "O, neen, geen bescherming!" heeft een schitterende -Fransche schrijfster geschreven. "We zijn lang genoeg beschermd -geworden. De eenige bescherming, die men aan vrouwen kan geven is dat -men ophoudt haar te beschermen" [350]. Het schijnt wel een feit te -zijn, dat de echtscheidingsbeweging zich over het geheel ontwikkelt, -mèt die ontwikkeling van de moreele verantwoordelijkheid van de vrouw, -die in het vorige hoofdstuk is nagegaan; en waar de echtscheiding -het vrijste is, daar nemen de vrouwen de hoogste positie in. - -Als we den aard en de richting van de moderne echtscheidingsbeweging -in het oog vatten, merken we duidelijk op, dat de eindneiging van -die beweging is, zichzelf uit te wisschen. - -Hoe noodzakelijk het echtscheidingsgerechtshof geweest is als -onvermijdelijk gevolg van een onmogelijke kerkelijke opvatting van -het huwelijk, nú is er geen instelling, die leelijker, en meer -vreemd aan de instinctieve gevoelens, door een mooie beschaving -voortgebracht, en meer tegenovergesteld aan de waardigheid van de -vrouwelijkheid is [351]. Het verdwijnen van deze instelling en het -ontstaan in plaats daarvan van persoonlijke bepalingen, een soort -contracten, vooral als er kinderen zijn om onder wettig en zoo noodig -rechterlijk toezicht voor te zorgen, is, en is altijd geweest, het -natuurlijk resultaat van het bereiken van een eenigszins hoog stadium -van beschaving. Het echtscheidingsgerecht is niets dan een phase -geweest in de geschiedenis van het moderne huwelijk, en een phase, -die werkelijk stuitend is geweest voor allen, die het aanging. Men -behoeft haar eindelijk verdwijnen met niets anders dan tevredenheid -te beschouwen. Ze was alleen maar het gevolg van een kunstmatige -opvatting van het huwelijk. We moeten nu tot de beschouwing van die -opvatting terugkeeren. - -We hebben gezien, dat, toen de Katholieke ontwikkeling van de oeroude -opvatting van het huwelijk als een sacrament, langzaam gevormd en -weer versteend door de vernuftigheid van de Canonisten, ten slotte -in naam onttroond, maar niet vernietigd werd door de beweging, die -met de Hervorming samenging, ze vervangen werd door de opvatting van -het huwelijk als een contract. Deze opvatting als contract vindt nog -heden een grooten aanhang onder ons. - -Er moeten altijd implicite of explicite contractselementen zijn in -een huwelijk; dat werd zelfs duidelijk erkend door de Canonisten. Maar -als we het huwelijk als een contract behandelen, en als niets dan een -contract, dan moeten we inzien, dat we een zeer eigenaardigen vorm van -contract ingesteld hebben, een, dat niet zooals andere contracten, -verbroken kan worden op verzoek van de partijen, die het gesloten -hebben, maar dat alleen ontbonden kan worden als een soort van straf -voor misdrijf eer dan als de zelf gewilde vernietiging van een verbond -[352]. Toen de Protestantsche Hervormers beslag legden op het denkbeeld -van het huwelijk als contract, werden ze niet geïnfluenceerd door -eenige met redenen omkleede ontleding van de eigenaardigheden van -een contract; zij wenschten alleen maar een aannemelijken grond te -vinden, zooals die reeds zelfs door de Canonisten was aangenomen, -om bepaalde zijden van de huwelijksvereeniging te bemantelen, waarop -zij zouden kunnen verklaren, dat het huwelijk een wereldlijke en niet -een kerkelijke zaak is, een burgerlijke band en niet een sacramenteel -proces [353]. - -Zooals zooveel in den Protestantschen opstand, lag de kracht van deze -houding in het feit, dat ze een protest was, dat aan zijn negatieve -zijde gebaseerd was op verstandige en natuurlijke gronden. Maar terwijl -het Protestantisme gelijk had in zijn poging--want het was alleen -maar een poging--om het gezag van de canonieke wet niet te erkennen, -was die poging aan den positieven kant volkomen onbevredigd. Feitelijk -is het huwelijk nooit een werkelijk contract geweest en evenmin is er -ooit een poging gedaan om het in een werkelijk contract te veranderen. - - - Verschillende schrijvers hebben het huwelijk behandeld als een - werkelijk contract of beweerd, dat het veranderd moest worden in - een werkelijk contract. Mevr. Caird bijvoorbeeld ("The Morality of - Marriage", Fortnightly Review, 1890) meent, dat, als het huwelijk - werkelijk een contract wordt, "een paar hun overeenkomst moeten - opstellen, of die taak opdragen aan hun vrienden, zooals nu - gewoonlijk gedaan wordt met huwelijksvoorwaarden. Zij komen - overeen om zoo of zoo te leven, en maken zekere bepalingen - binnen de grenzen van het wetboek". De staat, zegt zij, moest - echter een tusschentijd eischen tusschen de aankondiging van de - echtscheiding en de echtscheiding zelf, als die nog gewenscht - wordt, nadat deze tusschentijd verstreken is. Evenzoo dringt in - de Vereenigde Staten Dr. Shufeldt ("Needed Revision of the Laws - of Marriage and Divorce", Medico-Legal Journal, Dec. 1897) er op - aan, dat het huwelijk geheel in handen moet gesteld worden van de - rechtsgeleerden en "gemaakt tot een burgerlijk contract, uitvoerig - in bijzonderheden, en termen bepalende voor echtscheiding, in - geval een ontbinding van het contract later vereischt wordt". Hij - voegt er bij, dat medische attesten van vrij zijn van geërfde of - verkregen ziekte moesten geëischt worden, en dat ook behoorlijk - geregelde proefhuwelijken behoorden ingesteld te worden. - - In Frankrijk was een afgevaardigde van de Kamer er in 1891 zoo - van overtuigd, dat het huwelijk een contract is, evenals ieder - ander contract, dat hij verklaarde dat "muziek te maken bij het - voltrekken van een huwelijk even belachelijk is als het zijn zou om - een tenor te laten komen bij een notaris om den verkoop te vieren - van brandhout". Hij dacht er heel anders over dan Pepys, die, - een paar eeuwen vroeger even verontwaardigd geweest was over de - afwezigheid van muziek bij een bruiloft, hetgeen, naar hij zeide, - deze deed gelijken op het paren van een paar honden. - - Een veel voorkomende eisch van hen, die er op aandringen, dat - het huwelijk moet beschouwd worden als een contract, is het - huwelijk aangegaan voor den tijd van eenige jaren. Er konden - in het oude Japan huwelijken aangegaan worden voor den tijd - van vijf jaar of minder, en men zegt, dat zij aan het einde van - dien tijd bijna nooit ontbonden werden. Goethe laschte in zijn - Wahlverwandtschaften (deel I, hoofdstuk X) als bijomstandigheid - een voorstel in om huwelijken aan te gaan voor den tijd van - vijf jaar, en hechtte veel waarde aan het verlengen van het - huwelijk na dien tijd zonder uiterlijken dwang. (Bloch meent, - dat Goethe waarschijnlijk gehoord had van de Japansche gewoonte, - Sexual Life of Our Time, p. 241). Ook Professor E. D. Cope ("The - Marriage Problem", Open Court, Nov. 15 en 22, 1888), raadde, - om het huwelijk uit de sfeer van de caprice te verwijderen - en een volledigen en behoorlijken proeftijd toe te staan, aan - "een systeem van burgerlijke huwelijkscontracten, die over een - bepaalden tijd zullen loopen. Deze contracten moesten van dezelfde - waarde zijn en dezelfde uitwerking hebben als het bestaande - huwelijkscontract. De tijdgrenzen behoorden snel toe te nemen, - om te voorkomen dat vrouwen van rijper jaren zonder steun zouden - zijn. Het eerste contract zou niet korter moeten duren dan vijf - jaar, om ruimschoots gelegenheid te geven tot kennismaking en tot - het oplossen van tijdelijke oneenigheden". Dit eerste contract, - meende Cope, moest geëindigd kunnen worden op wensch van een - der twee partijen; het tweede contract, voor tien of vijftien - jaar, moest alleen geëindigd kunnen worden op den wensch - van beide partijen, en het derde zou duurzaam moeten zijn en - onontbindbaar. Ook George Meredith, de bekende romanschrijver, - heeft in veel later tijd den wensch uitgesproken, dat huwelijken - zouden worden aangegaan voor den tijd van een zeker aantal jaren. - - Het kan echter niet gezegd worden, dat huwelijken voor den tijd - van een zeker aantal jaren een zeer bevredigende oplossing bieden - voor de moeilijkheden, die zich tegenwoordig voordoen. Zij zullen - niet aanbevelenswaardig toeschijnen aan jonge menschen, die van - elkaar houden, en die meenen, dat hun liefde eeuwig zal duren, - en ook is er, zoolang de vereeniging bevredigend blijkt te zijn, - geen noodzakelijkheid om het storende denkbeeld van een wettig - einde van het contract in te voeren. Aan den anderen kant is het, - als de vereeniging ongelukkig blijkt te zijn, niet verstandig, - aan te dringen op de voortzetting, tien of zelfs maar vijf - jaar lang van een ledigen vorm, die niet overeenkomt met een - werkelijke huwelijksvereeniging. Zelfs als het huwelijk op de - meest prozaïsche basis wordt geplaatst van contract, is het een - vergissing en zelfs een onmogelijkheid, om van tevoren den duur - ervan te bepalen. Het systeem van het van te voren vaststellen van - den duur van het huwelijk voor een tijd van eenige jaren berust - op precies hetzelfde principe als het systeem om het van te voren - voor het leven vast te stellen. Hetzelfde bezwaar er tegen is - van kracht, nl. dat het niet is overeen te brengen met eenige, - het leven rakende verhouding. Naarmate de eisch van levende - werkelijkheid in de maatschappelijke verhoudingen aangroeit, - wordt dit feit meer en meer gevoeld. Wij zien precies dezelfde - verandering bij het systeem van het opleggen van vooraf bepaalde - vonnissen voor gevangenisstraf voor misdadigers. Het zenden van een - man naar de gevangenis voor vijf jaar of voor het leven, zonder in - het minst te denken aan het onbekende probleem van de op het leven - inwerkende reactie van de gevangenisstraf op den man--een reactie, - die verschillend zal zijn in ieder individueel geval--begint - langzamerhand beschouwd te worden als een absurditeit. - - -Als het huwelijk werkelijk op de basis van een contract geplaatst werd, -dan zou dat contract niet alleen geëindigd kunnen worden, zoodra de -twee personen, die het gesloten hebben, het wenschten, zonder dat er -eenige kwestie van misdadigheid ter sprake kwam, maar die partijen -zouden bij het begin zelf de voorwaarden bepalen, die het contract -zouden regelen. Maar niets kan meer ongelijk zijn aan ons werkelijke -huwelijk. Der twee partijen wordt verzocht elkaar aan te nemen als -man en vrouw; er wordt hun niet gevraagd om een contract te maken; -er wordt hun niet eens gezegd dat, hoe weinig ze het ook mogen weten, -zij in werkelijkheid een zeer gecompliceerd en uitgewerkt contract -hebben gesloten, een contract, dat opgesteld is naar regels, die, -voor het grootste gedeelte gemaakt werden twee duizend jaar voordat zij -geboren waren. Als zij de wet niet bestudeerd hebben, weten zij ook in -het geheel niet, dat dit contract paragrafen bevat, die onder sommige -omstandigheden fataal kunnen zijn voor een van beide partijen. Alles -wat er gebeurt is, dat een jong paar, misschien maar weinig meer -dan kinderen, voor het oogenblik verblind door hun gevoel, voor den -geestelijke of den ambtenaar van den burgerlijken stand verschijnt, -om zich voor het leven te binden, terwijl ze niets van de wereld -weten en bijna niet meer van elkaar, terwijl ze niets weten van de -huwelijkswetten, soms zelfs niet eens dat er huwelijkswetten zijn, -en terwijl ze zich nooit klaar voor oogen gesteld hebben, dat--zooals -naar waarheid gezegd is--van de plaats, die zij onder een guirlande -van bloemen betreden, er aan deze zijde van het graf geen andere -uitgang is dan door het valluik van een riool [354]. - - - Als een vrouw trouwt, geeft zij het recht op haar eigen - persoonlijkheid op. Zoo kan, volgens de Engelsche wet, een - man "niet schuldig zijn aan verkrachting van zijn wettige - vrouw". Stephen, die in de eerste uitgave van zijn Digest of - Criminal Law, meende, dat een man onder sommige omstandigheden - veroordeeld kon worden wegens verkrachting van zijn vrouw, heeft - die opinie teruggenomen. Een man kan een prostituée verkrachten, - maar hij kan zijn vrouw niet verkrachten. Als zij eens haar - toestemming gegeven heeft tot sexueelen omgang door de daad van - het huwen met een man, dan heeft ze die voorgoed gegeven, welke - nieuwe omstandigheden zich ook mogen voordoen, en hij behoeft haar - toestemming niet te vragen voor sexueelen omgang, zelfs niet als - hij weet, dat hij lijdende is aan venerische ziekte (zie b.v., - een artikel over "Sex Bias", Westminster Review, Maart 1886). - - De plicht van een vrouw om aan haar man "huwelijksrechten" toe - te staan is een andere kant van haar wettelijke onderwerping - aan hem. Zelfs in de negentiende eeuw werd een dame van goede - familie uit Suffolk in de Ipswich gevangenis vele jaren lang - gevangen gehouden tot haar dood en gevoed met water en brood, - hoewel ze aan verschillende ziekten leed, alleen omdat ze niet - wilde gevolg geven aan een vonnis, dat eischte, dat zij haar man - huwelijksplichten zou bewijzen. Ongetwijfeld is de moderne neiging, - hoewel ze maar langzaam voortschrijdt, tégen het toepassen van - dwang op den man of de vrouw, om "huwelijksrechten" te verleenen; - en sedert het geval Jackson is het in Engeland voor een man niet - mogelijk zijn vrouw met geweld te dwingen om met hem te leven. Deze - neiging is nog meer uitgesproken in de Vereenigde Staten; zoo - besliste het hoogste gerechtshof in Iowa, eenige jaren geleden, - dat buitensporig eischen van coïtus wreedheid vormde in een mate, - die echtscheiding rechtvaardigde (J. G. Kiernan, Alienist and - Neurologist, Nov. 1906, p. 466). - - Het geringe eigendomsrecht van de vrouw over haar persoon is niet - beperkt tot de sexueele sfeer, maar strekt zich zelfs uit over haar - recht op het leven. In Engeland beging een vrouw vroeger, als ze - haar man doodde, de zeer ernstige misdaad van "petit treason" en - nog heden noemt men die misdaad moord. Maar, als een man zijn vrouw - doodt en in staat is haar echtbreuk te bewijzen en zijn jaloezie, - dan pleegt hij alleen maar manslag. (In Frankrijk, waar jaloezie - met buitengewone toegevendheid beschouwd wordt, wordt zelfs een - vrouw, die haar man gedood heeft, dikwijls vrijgesproken). - - Men moet echter niet meenen, dat al de wettelijke ongelijkheden, - die het huwelijk met zich brengt, ten gunste van den man zijn. Een - groot aantal onbillijkheden worden ook den man aangedaan. De man, - bijvoorbeeld, is wettig verantwoordelijk voor de lasteringen, - die zijn vrouw zegt, en hij is wettelijk ook verantwoordelijk - voor het bedrog, dat zij pleegt, zelfs als zij afgezonderd van - hem leeft. (Dit werd, bijvoorbeeld, gemeend door een Engelschen - rechter in 1909; "hij kon alleen zeggen, dat het hem speet, want - het scheen een moeilijk geval. Maar zoo was de wet"). Belfort - Bax heeft vooral in den laatsten tijd den nadruk gelegd op de - moeilijkheden, door de Engelsche wet op zulke wijzen als deze, - opgelegd. Er kan geen twijfel aan zijn, dat het huwelijk, zooals - het tegenwoordig is ingericht, ernstige nadeelen meebrengt voor - den man zoowel als voor de vrouw. - - -Het huwelijk is dus, niet alleen geen contract in den waren zin -[355], maar in den eenigen zin, waarin het een contract is, is het -een contract van een buitengewoon slechte soort. Toen de Canonisten de -oude opvatting van het huwelijk als een koopcontract vervingen door hun -sacramenteele huwelijk, bewerkten zij in vele opzichten een werkelijke -vooruitgang, en de terugkeer tot het denkbeeld van een contract blijkt, -zoodra de tijdelijke waarde ervan als een protest opgehouden heeft, -geheel buiten harmonie te zijn met ons tegenwoordig stadium van -beschaving. Het werd weer in het leven geroepen in de dagen, vóór de -opstand tegen de slavernij begonnen was. Persoonlijke contracten zijn -niet in harmonie met onze moderne beschaving en onze denkbeelden over -individueele vrijheid. Een man kan zich niet meer door een contract als -slaaf binden, of zijn vrouw verkoopen. Toch behoort het huwelijk, als -contract beschouwd, tot precies dezelfde klasse als deze handelingen -[356]. In ieder hoog stadium van beschaving wordt dit feit duidelijk -erkend, en jonge paren mogen zich niet eens onvoorwaardelijk door -contracten aan het huwelijk binden. Wij zien dit, bijvoorbeeld, -in de wijze wetgeving van de Romeinen. Zelfs onder de Christelijke -keizers werd dit gezonde principe gehandhaafd en de wetgever Paulus -schreef [357]: "Het huwelijk was zoo vrij, volgens de oude opvatting, -dat zelfs overeenkomsten tusschen de partijen om niet van elkaar te -scheiden geen geldigheid konden hebben". Voor zoover het wezen van -de huwelijksverhoudingen en niet eenige bijkomstige omstandigheid -tot een contract gemaakt wordt, is het een contract van een soort -waartoe de twee partijen, die het aangaat, niet bevoegd zijn om het -aan te gaan. Biologisch en psychologisch kan het niet geldig zijn -en met den groei van de beschaving heeft men het uitdrukkelijk voor -ongeldig verklaard. - -Want, er kan geen twijfel aan zijn, het intieme en essentieele feit van -het huwelijk--de verhouding van sexueele gemeenschap--is geen contract -en kan dat ook niet zijn. Het is niet een contract, maar een feit; -het kan niet bewerkt worden alleen door een daad van den wil aan de -zijde van de partijen, die het aangaan; het kan niet in stand gehouden -worden alleen door een daad van den wil. Zulk een contract te willen, -is het opvoeren van een erger dan zedelooze klucht. Zeker zijn vele -van de omstandigheden van het huwelijk met recht het onderwerp van -een contract, dat vrijwillig en met opzet aangegaan moet worden door -de partijen. Maar het wezenlijke feit van het huwelijk--een liefde, -sterk genoeg om de meest intieme van alle verhoudingen mogelijk en -wenschelijk te maken een onbepaald aantal jaren door--dat kan niet -gemaakt worden tot het onderwerp van een contract. Zoowel uit physiek -oogpunt, als uit psychisch oogpunt kan met geen mogelijkheid een -bindend contract gemaakt worden--en als een contract niet bindend is, -dan is het waardeloos. En het maken van zulke pseudo-contracten over -de toekomst van een huwelijk, vóór er zelfs is vastgesteld of het -huwelijk wel ooit een feit kan worden, is niet alleen onmogelijk, -het is belachelijk. - -Het is natuurlijk waar, dat deze onmogelijkheid, deze belachelijkheid -nooit zichtbaar zijn voor de partijen, die het contract maken. Zij -hebben op de zaak toegepast àl de zeer beperkte proeven, die hun door -de conventie zijn toegestaan, en de bevredigende resultaten van deze -proeven, te zamen met het bewustzijn, dat zij een enorme en schijnbaar -onuitputtelijke bron van liefde bezitten, schijnt hun toe voldoende -te zijn tot het nakomen van het contract het geheele leven door, -zoo niet in eeuwigheid. - -Als kind van zeven jaar bevond ik mij op een half-tropisch eiland -van de Stille Zuidzee, dat uit het binnenland van vruchten voorzien -werd, vooral van druiven; een donkerkleurige vrouw van de markt bood -dagelijks aan den kleinen Engelschman een groote tros druiven aan. Maar -er kwam een dag, waarop de aangeboden tros beslist geweigerd werd; de -overdaad van druiven had een reactie teweeg gebracht van walging. Een -tijdsverloop van bijna veertig jaren was noodig om den tegenzin tegen -druiven, aldus opgedaan, weer kwijt te raken. Toch kan er geen twijfel -aan bestaan, dat, als men, aan dien jongen op den leeftijd van zes jaar -had gevraagd om een contract te teekenen, dat hem er toe zou binden -om iederen dag druiven aan te nemen, om ze altijd bij zich te houden, -en er iederen dag van te genieten, dat hij dan dat contract even -vroolijk geteekend zou hebben als een stralende bruidegom of zedige -bruid het register in de kerkekamer teekent. Maar is het gemakkelijker -aan een man of vrouw, met onbekende hoedanigheden, die veranderen -of ontaarden kunnen, en met een onnoemelijk aantal geschiktheden om -kwellingen op te leggen of walging op te wekken, gebonden te zijn, -dan aan een heerlijke vrucht? Nog geen der landen van de wereld, -waarin de subtiele invloed van de canonieke wet van het Christendom -zich nog doet voelen, heeft de algemeene waarheid begrepen, die binnen -de praktische ondervinding ligt van een kind van zeven jaar [358]. - - - Het denkbeeld, dat zulk een verhouding als die van het huwelijk op - een zoo zwakke basis kan berusten als een van tevoren opgesteld - contract, is natuurlijk nooit in ruimen kring in zijn uitersten - vorm van kracht geweest en was in vele deelen van de wereld - volkomen onbekend. De Romeinen verwierpen het, zooals we weten, - in duidelijke woorden, en erkenden zelfs op een tamelijk vroeg - tijdstip de wettigheid van het huwelijk door usus, waarmee ze - inderdaad verklaarden, dat het huwelijk een feit moet zijn en - niet alleen maar een vorm zonder inhoud. Er is een vèrverspreide - wettelijke neiging geweest, vooral waar de tradities van de - Romeinsche wet eenigen invloed hebben behouden, om de cohabitatie - van het huwelijk te beschouwen als het wezenlijke feit van de - verhouding. Het was een oude regel zelfs in de Katholieke kerk, - dat het huwelijk aangenomen kon worden van de cohabitatie af - (zie b.v. Zacchia, Questionum Medico-legalium Opus, uitgave van - 1688, deel III, p. 234). Zelfs in Engeland behoort de cohabitatie - reeds tot de dingen, die aangenomen worden ten gunste van het - bestaan van een huwelijk (hoewel ze niet noodzakelijk op zich - zelf beschouwd wordt als voldoende), mits de vrouw van onbevlekt - karakter is, en niet een gewone prostituée blijkt te zijn. (Nevill - Geary, The Law of Marriage, hoofdst. III). Als echter, volgens - de gerechtelijke uitspraak van Lord Watson in het geval Dysart - Peerage, een man zijn maitres mee naar een hotel neemt of met - haar naar een winkel van kindergoederen gaat en van haar spreekt - als zijn vrouw, dan wordt er aangenomen, dat hij zoo handelt - terwille van de zedelijkheid, en dit levert geen bewijs van een - huwelijk. In Schotland wordt het huwelijk op veel losser gronden - aangenomen dan in Engeland. Dit kan in verband gebracht worden - met de diep-gewortelde gewoonte in Schotland van huwelijk door - wederzijdsche toestemming. (Geary, op. cit., hoofdst. XVIII; - vergelijk Howard, Matrimonial Institutions, deel I, p. 316). - - In het geval Bredalbane (Campbell v. Campbell, 1867), hetgeen - van groot belang was, omdat het ging om de opvolging van - de uitgestrekte bezittingen van den Markies van Bredalbane, - besliste het Huis der Lords, dat zelfs een connectie berustend - op echtbreuk, een huwelijksverhouding kan worden als ze ophoudt - echtbreuk te zijn, enkel door het feit van de toestemming der - partijen, zooals die blijkt uit gewoonte en gerucht, zonder dat - de noodzakelijkheid bestaat, dat het huwelijkskarakter van de - connectie aangeduid wordt door een publieke daad, of dat het - noodig is om den specialen tijd aan te wijzen, waarop deze - toestemming gewisseld werd. Deze beslissing is bevestigd in - het geval Dysart (Geary, loc. cit.; vergelijk C. G. Garrison, - "Limits of Divorce", Contemporary Review, Feb., 1894). Evenzoo, - naar beslist is door Rechter Kekewich in het geval Wagstaff 1907, - moeten, als een man geld nalaat aan zijn "weduwe", op voorwaarde, - dat zij nooit weer trouwen zal, hoewel hij nooit met haar getrouwd - geweest is, en hoewel ze wettelijk met een anderen man getrouwd is, - de bedoelingen van den testamenteur nagekomen worden. Garrison - zegt, in zijn bespreking van dit gezichtspunt van het wettig - huwelijk (loc. cit.), met kracht, dat bij de Engelsche wet het - huwelijk een feit is en niet een contract, en dat, waar "een gedrag - gekarakteriseerd door doel en duurzaamheid van samenleven" bestaat, - er wettelijk een huwelijk bestaat, en dat het huwelijk alleen maar - "een naam is voor een bestaand feit". - - In de Vereenigde Staten bestaat ook het huwelijk "door gewoonte - en gerucht" en het is in sommige staten zelfs bevestigd en - uitgebreid door de wet (J. P. Bishop, Commentaries, deel I, - hoofdst. XV). "Hoe de vorm van de ceremonie ook zij, en zelfs - als van iedere ceremonie afgezien werd", zeide rechter Cooley uit - Michigan, in 1875 (in een uitspraak, die als gezaghebbend door de - fæderale gerechtshoven aangenomen werd), "als de partijen op dit - oogenblik overeenkwamen om elkaar tot man en vrouw te nemen, en van - dien tijd af onloochenbaar in die verhouding leefden, dan zou het - bewijs van deze feiten voldoende zijn.... Dit is de gevestigde leer - geweest van de Amerikaansche gerechtshoven". (Howard, op. cit., - deel III, pp. 177 et seq. Drie en twintig staten sanctionneeren - het huwelijk volgens het gewoonterecht, terwijl achttien iedere - niet vormelijke overeenkomst verwerpen). - - Deze wettelijke erkenning door de hoogste rechterlijke - autoriteiten, zoowel in Engeland als in de Vereenigde Staten, - dat het huwelijk in zijn wezen een feit is, en dat geen bewijs van - eenigen vorm van ceremonie vereischt wordt voor de meest volledige - wettelijke erkenning van het huwelijk, brengt ontwijfelbaar zeer - belangrijke verwikkelingen met zich mee. Het werd duidelijk, dat de - hervorming van het huwelijk mogelijk is zelfs zonder verandering - in de wet en dat fatsoenlijke sexueele verhoudingen, zelfs als - ze aangegaan zijn zonder eenigen wettelijken vorm, reeds volle - recht hebben op wettige erkenning en bescherming. Er zijn echter, - we behoeven dit hier nauwelijks bij te voegen, andere overwegingen, - die een hervorming langs dezen weg onvolkomen maken. - - -Zoo bestaat de neiging, dat met den groei van de beschaving het -opvatten van het huwelijk als een contract meer en meer in discrediet -geraakt. Aan den anderen kant wordt erkend, dat persoonlijke contracten -niet in harmonie zijn met onze algemeene en maatschappelijke houding, -want, als wij het denkbeeld verwerpen, dat een menschelijk wezen zich -bij contract mag verkoopen als slaaf, hoeveel te meer moeten we dan -het denkbeeld verwerpen, dat menschen een contract zouden aangaan voor -de nog intiemere verhouding van een getrouwd man of getrouwde vrouw; -aan den anderen kant voelt men, dat het denkbeeld van van tevoren -opgemaakte contracten in een zaak, waarover het individu zelf geen -contrôle heeft, volkomen onwerkelijk is en als er strenge regels van -billijkheid heerschen, noodzakelijk van geen waarde. Het is waar, dat -er nog voortdurend schrijvers gevonden worden, die hun denkbeelden -verkondigen over de plichten of de voorrechten, die vervat zijn in -het "contract" van het huwelijk, en die de beteekenis van het woord -"contract" in dezen zin niet meer analyseeren dan de Hervormers deden; -maar men kan ternauwernood zeggen, dat deze schrijvers verder gekomen -zijn dan het alphabet van het onderwerp, waarover ze leerstellingen -verkondigen. - -Het overbrengen van het huwelijk van de Kerk naar den Staat, -hetgeen wij in de landen, waar het 't eerst voorkwam danken aan het -Protestantisme, en in de Engelsch sprekende landen voornamelijk aan het -Puritanisme, had, terwijl het een noodzakelijk stadium was, ongelukkig -het gevolg, dat het de sexueele verhoudingen verwereldlijkte. Dat is te -zeggen, dat het 't verheven element in de liefde, dat in werkelijkheid -het essentieele deel van zulke verhoudingen is, negeerde, en dat het -alle aandacht concentreerde op die vormelijke en toevallige deelen -van het huwelijk, die alleen op een strenge en nauwkeurige wijze -behandeld kunnen worden, en die eigenlijk alleen het onderwerp kunnen -vormen van contracten. De canonieke wet, hoe fantastisch en onmogelijk -zij ook in vele van haar ontwikkelingen werd, drong tenminste aan op -het natuurlijke en werkelijke feit van het huwelijk als bovenal een -lichamelijke vereeniging, terwijl ze, terzelfder tijd dat huwelijk -niet beschouwde als enkel een wereldlijk zakelijk contract, maar -als een geheiligde en verheven functie, een goddelijk feit, en het -symbool van het goddelijkste feit van de wereld. Tegenwoordig komen -we terug tot de opvatting van de Canonisten over het huwelijk op een -hooger en vrijer plan, wij komen terug tot de verheven beschouwing -van de canonieke wet, terwijl we toch het individualisme behouden, -hetwelk de Puriteinen ten onrechte meenden dat zij konden verkrijgen -op de basis van verwereldlijking, terwijl wij verder erkennen, -dat de geheele zaak behoort tot de persoonlijke sfeer van moreele -verantwoordelijkheid. Zooals Hobhouse, toen hij de geschiedenis van de -ontwikkeling der moderne huwelijks-opvatting naging, terecht gezegd -heeft, het sacramenteele denkbeeld van het huwelijk is weer voor den -dag gekomen, maar op een hooger niveau; "van een sacrament in den -magischen zin is het een sacrament in den ethischen zin geworden". Zoo -zullen wij komen, hoewel wij het wettelijk nog niet bereikt hebben, -tot het huwelijk, gevormd en in stand gehouden door wederzijdsche -toestemming, "een vereeniging tusschen twee vrije en verantwoordelijke -personen, waarbij de wettelijke rechten van beide verzekerd worden" -[359]. - - - Sommigen meenen, dat men, als men het huwelijk beschouwt als een - sacrament, dan ook noodzakelijk het oude Katholieke gezichtspunt - moet aannemen, dat belichaamd is in de canonieke wet, dat het - huwelijk onontbindbaar is. Dat is echter een vergissing. Zelfs de - Canonisten hebben nooit een samenhangende en steekhoudende reden - kunnen opgeven voor de onontbindbaarheid van het huwelijk; die - zich met eenigen grond kon aanbevelen, terwijl Luther en Milton - en Wilhelm von Humboldt, die den godsdienstigen en heiligen - aard van de sexueele vereeniging staande hielden--hoewel ze - voorzichtig waren met het gebruiken van het woord "sacrament" - met het oog op wat er in de kerk onder begrepen wordt--wel verre - van te meenen, dat de heiligheid ervan onontbindbaarheid in zich - sloot, in den tegenovergestelden zin spraken. Dit gezichtspunt kan - zelfs van zuiver Protestantsch standpunt verdedigd worden. "Ik - meen", zegt Mr. G. C. Maberly, "dat de definitie van het Prayer - Book van een sacrament "als een uiterlijk en zichtbaar teeken - van een innerlijke en geestelijke genade", algemeen aangenomen - wordt. In het huwelijk zijn de wettige en physieke vereenigingen - de uiterlijke en zichtbare teekenen, terwijl de innerlijke en - geestelijke genade is de door God gegeven liefde, die maakt, - dat de vereeniging van hart en ziel is: en juist omdat ik dit - gezichtspunt over het huwelijk inneem, meen ik, dat de wettige - en physieke vereeniging moest verbroken worden, telkens als de - geestelijke vereeniging van onzelfzuchtige, goddelijke liefde en - toegenegenheid opgehouden heeft te bestaan. Het schijnt mij toe, - dat de sacramenteele beschouwing van het huwelijk ons dwingt te - zeggen, dat zij, die de wettelijke en lichamelijke vereeniging - voortzetten als de geestelijke vereeniging opgehouden heeft te - bestaan, bezig zijn--om nog eens uit het Prayer Book woorden aan te - halen, die van toepassing zijn op hen, die het uiterlijke teeken - nemen van een ander sacrament, als de innerlijke en geestelijke - genade niet aanwezig is--"hun eigen verdoemenis te eten"." - - -Als we van het standpunt, dat we nu bereikt hebben, terugzien op de -echtscheidingskwestie, dan zien we, naarmate de moderne wijzen van -beschouwing van de moderne huwelijksverhoudingen duidelijker door -de gemeenschap beginnen erkend te worden, dat die kwestie enorm -vereenvoudigd zal worden. Als het huwelijk niet enkel een contract -is, maar een wijze van zich gedragen, en zelfs een heilige daad, -is het vrije deelnemen van beide partijen noodig om het in stand -te houden. Het denkbeeld in te voeren van misdaad en straf bij de -echtscheiding, het aanmoedigen van wederzijdsche beschuldigingen, -het aan de wereld openbaren van de geheimen van het hart of van de -zinnen, is niet alleen immoreel, het is ten eenenmale misplaatst. In -de kwestie: wanneer een huwelijk opgehouden heeft een huwelijk te -zijn, kunnen de twee betrokken partijen alleen de opperste rechters -zijn; de Staat, als de Staat er bij geroepen wordt, kan alleen de -uitspraak opteekenen, die zij doen, en kan er alleen op letten, dat -er geen onrechtvaardigheid geschiedt bij het ten uitvoer brengen van -de uitspraak [360]. - -Toen we in het vorige hoofdstuk de richting bespraken, waarin -de sexueele moraal neiging heeft zich te ontwikkelen met de -ontwikkeling van de beschaving, kwamen we tot de conclusie, dat ze -in haar hoofdlijnen vooral persoonlijke verantwoordelijkheid in zich -sloot. Een verhouding, die onder natuurvolken vastgelegd is door -een maatschappelijke gewoonte, die niemand durft te breken, en op -een hooger trap van beschaving door vormelijke wetten, die naar de -letter moeten opgevolgd worden, zelfs als ze gebroken worden naar den -geest, wordt langzamerhand overgebracht in de sfeer van individueele -moreele verantwoordelijkheid. Zulk een overdracht heeft natuurlijk -geen beteekenis, en is zelfs onmogelijk, tenzij de toenemende kracht -van den moreelen band vergezeld gaat van een toenemende kracht van -den vormelijken band. Alleen door het losser maken van de kunstmatige -beperkingen kunnen de natuurlijke beperkingen hun volle heerschappij -uitoefenen. Dat proces heeft plaats op twee wijzen, voor een deel op -een basis van onverschilligheid voor het vormelijke huwelijk, die de -massa overal gekenmerkt heeft en ongetwijfeld teruggaat tot de tiende -eeuw voordat de overheersching van het kerkelijke huwelijk begon, en -voor een deel door de vooruitgaande wijziging van de huwelijkswetten, -die noodzakelijk gemaakt werden door de behoeften van de bezittende -klassen, die er op uit waren de staatserkenning van hun vereenigingen -te verzekeren. Het geheele proces is noodzakelijk een geleidelijk en -zelfs onmerkbaar proces. Het is niet mogelijk de bepaalde data vast te -stellen van de stadiën, waarlangs de Kerk de enorme revolutie bewerkte, -waardoor zij verkreeg en eindelijk aan den Staat overdroeg de volkomen -contrôle op het huwelijk, want die revolutie werd bewerkt zonder -inmenging van eenige wet. Het zal even moeilijk zijn het overgaan te -bemerken van de contrôle op het huwelijk van den Staat op de betrokken -individuen, en nog des te moeilijker omdat, hoewel het essentieele -en intieme persoonlijke feit van het huwelijk niet een eigenlijke -zaak is voor contrôle van den Staat, er toch bepaalde kanten zijn -aan het huwelijk, die zoo nauw de belangen van de gemeenschap raken, -dat de Staat verplicht is er op aan te dringen, dat ze opgeschreven -worden en om aandeel te nemen in de regeling ervan. - -Er wordt soms gezegd, dat het resultaat van het losser maken van -de vormelijke gebondenheid van de huwelijksverhouding zou zijn een -neiging tot moreele laksheid. Zij, die dit zeggen, zien het feit -over het hoofd, dat laksheid neiging heeft haar maximum te bereiken -als resultaat van gebondenheid, en dat daar, waar de strenge enkel -uiterlijke autoriteit van een star huwelijk overheerschend is, de -uitersten van ongebondenheid het meest bloeien. Het is, om dezelfde -reden, ook ontwijfelbaar waar, dat ieder plotseling wegnemen van -beperkingen noodzakelijk een reactie met zich brengt naar het -tegenovergesteld uiterste van losbandigheid; een slaaf wordt niet -ineens veranderd in een zelfstandigen vrije. Toch moeten we ons -herinneren, dat de huwelijksorde bestond duizende jaren voordat -er eenige poging gedaan werd om ze door menschelijke wetgeving in -willekeurige vormen te kneden. Zulk een wetgeving was, naar we gezien -hebben, de poging van den menschelijken geest om de eischen van zijn -eigen instincten met meer nadruk te bevestigen. Maar het eindresultaat -ervan is, dat ze de instincten, die ze geïnspireerd hebben, eerder -verstikt en tegenhoudt dan dat zij ze bevordert. Het geleidelijk -verdwijnen ervan geeft aan de natuurlijke orde vrij baan [361]. - - - De groote waarheid, dat dwang niet werkelijk een kracht is aan den - kant van de deugd, maar aan den kant van de ondeugd, is duidelijk - erkend geworden door het genie van Rabelais, toen hij van zijn - idealen maatschappelijken staat, de Abdij van Thelema, zeide, - dat er maar één paragraaf was in het geheele reglement: Fay ce - que vouldras. "Omdat" zeide Rabelais (Boek I, hoofdst. VII), - "vrije menschen, die van goede geboorte en wel opgevoed zijn, en - die zich in goede gezelschappen bewegen, van nature een instinct - hebben en een drang, die hen tot deugdzame daden dwingt en hen - van de ondeugd terughoudt. Indien deze zelfde menschen door - lage onderwerping en dwang ten onder gebracht zijn en ten onder - gehouden worden, dan keeren zij zich af van die edele gezindheid, - waarin ze vrijwillig geneigd waren tot de deugd, om dien band - der dienstbaarheid af te schudden en te verbreken". Zoo dat, - als een man en vrouw, die onder den regel van Thelema geleefd - hadden, elkander huwden, hun wederzijdsche liefde, naar Rabelais - ons vertelt, onverminderd voort zou duren tot den dag van hun dood. - - Als het verlies van autonome vrijheid niet leidt tot losbandigen - opstand, loopt ze het tegenovergestelde gevaar en heeft - neiging om te worden een zwak zich verlaten op een uiterlijken - steun. De kunstmatige steun van de regeling van het huwelijk van - Staatswege gelijkt dan op den kunstmatigen steun van het lichaam, - die geleverd wordt door het dragen van het corset. De redenen - voor en tegen het aannemen van een kunstmatigen steun zijn in - beide gevallen dezelfde. Een corset geeft werkelijk een gevoel - van steun; het geeft zonder moeite een tamelijk bevredigend - uiterlijk van fatsoen; het is een werkelijke bescherming tegen - ongevallen. Maar de prijs, ten koste waarvan het dit voordeel - geeft, is groot, en de voordeelen zelf bestaan alleen maar onder - onnatuurlijke omstandigheden. Het corset belemmert den vorm en - de gezonde ontwikkeling van de organen; het verzwakt het stelsel - der vrije spieren; het is onbestaanbaar met volmaakte gratie - en schoonheid; het vermindert de som van de actieve energie, - Het oefent, om kort te gaan, dezelfde soort van invloed uit op - de physieke verantwoordelijkheid als het vormelijk huwelijk op - de moreele verantwoordelijkheid. - - Het is maar al te dikwijls vergeten, en moet daarom herhaald - worden, dat getrouwde menschen niet te zamen blijven terwille van - den een of anderen godsdienstigen of wettelijken band; die band - is alleen maar het historisch gevolg van hun natuurlijke neiging - om tezamen te blijven, een neiging, die zelf veel ouder is dan de - geschiedenis. "De liefde zou nu nog in de wereld bestaan, even rein - en even duurzaam", zegt Shufeldt (Medico-Legal Journal, Dec. 1897), - "als de mensch nooit het "huwelijk" had uitgevonden. Waarlijk - verwante paren zouden elkander trouw gebleven zijn zoo lang - het leven duurde. Eerst als de menschen trachten de natuur te - verbeteren, treden misdaad, ziekte en ongeluk op". "Het afschaffen - van het huwelijk in den vorm, zooals die nu in praktijk gebracht - wordt", schreef Godwin meer dan een eeuw geleden (Political - Justice, tweede uitgave, 1796, deel I p. 248), "zal met geen - nadeelen gepaard gaan. Wij zijn geneigd het ons voor te stellen - als de voorbode van brutalen lust en verdorvenheid. Maar het - gebeurt in dit geval werkelijk, evenals in andere gevallen, - dat de positieve wetten, die gemaakt zijn om onze ondeugden in - bedwang te houden, die juist aanwakkeren en vermeerderen". En - waar Professor Law aandringt op de kracht van het monogamisch - gevoelen in de moderne maatschappij, merkt hij naar waarheid op - (International Journal of Ethics, Oct. 1896), dat de opstand - tegen strakke huwelijksbanden "in werkelijkheid berust juist op - het strakker maken van de ware banden van huwelijksgenegenheid, - te zamen met een redelijke en volkomen gepaste vastberadenheid - van den kant van het individu om, in een zoo belangrijke zaak, - niets minder dan het echte artikel aan te nemen". "Als op eenmaal", - zegt Professor Woods Hutchinson (Contemporary Review, Sept. 1905), - "alle huwelijksbanden, die nu bestaan, verbroken of voor onwettig - verklaard werden, dan zouden acht tiende van alle paren binnen - de acht-en-veertig uur hertrouwd zijn, en zeven tiende zouden - met bajonetten niet uit elkaar gehouden kunnen worden". Een - proef van deze soort op kleine schaal was in 1909 te zien in een - Engelsch dorp in Buckinghamshire. Er werd ontdekt dat de kerk - van het kerspel nooit vergunning gekregen had voor het sluiten - van huwelijken, en dat dus alle menschen, die in die kerk in de - laatste halve eeuw getrouwd waren, door geen wettig huwelijk - gebonden waren. Toch maakte, voor zoover als men te weten kon - komen, geen enkel van de paren, die zoo bevrijd waren van den - wettelijken dwang van het huwelijk, gebruik van de verkregen - vrijheid. Gezien zulk een feit is het werkelijk onmogelijk eenige - moreele waarde te hechten aan den vorm van het huwelijk. - - -Het is zeker onvermijdelijk, dat in een periode van overgang, -de natuurlijke orde tot zekere hoogte verstoord wordt door -het blijven bestaan, zij het dan in een verminderden vorm, van -uiterlijke banden, waarvan men bewust begint te erkennen, dat -ze vijandig zijn aan de gebiedende heerschappij van individueele -moreele verantwoordelijkheid. Dit kunnen we tegenwoordig duidelijk -opmerken. Een overgevoelige angst om te ontsnappen aan uiterlijken -dwang brengt met zich een onderschatten van de beteekenis van -persoonlijke beperking in de huwelijksverhouding. Iedereen -kent waarschijnlijk wel gevallen, waarin een paar jarenlang te -zamen zal leven zonder den wettigen huwelijksband aan te gaan, -niettegenstaande moeilijkheden in hun wederzijdsche verhouding, -die al lang aanleiding zouden hebben gegeven tot een scheiding van -tafel en bed of tot een echtscheiding, als zij wettig getrouwd waren -geweest. Als de moeilijkheden, die onafscheidelijk verbonden zijn aan -de huwelijksverhouding, gecompliceerd worden door de moeilijkheden, -die komen door uiterlijken dwang, dan slaat de ontwikkeling van de -moreele verantwoordelijkheid twee wegen in, en voert tot gevolgen, -die niet geheel bevredigend zijn. Dit heeft men gezien in de Vereenigde -Staten van Amerika en er is door Amerikaansche denkers reeds dikwijls -de aandacht op gevestigd. Het is natuurlijk voornamelijk in vrouwen -opgemerkt, omdat de nieuwe groei van persoonlijke vrijheid en moreele -verantwoordelijkheid zich onder de vrouwen voornamelijk heeft doen -gevoelen. Het eerste ontstaan van deze nieuwe impulsen, vooral als ze -samengaan, wat zoo dikwijls gebeurt, met onervarenheid en onwetendheid, -voert tot ontevredenheid met de natuurlijke orde, tot een eisch van -onmogelijke bestaansvoorwaarden, en tot een ongeschiktheid niet alleen -voor de willekeurige banden van de wet, maar zelfs voor de gezonde en -noodzakelijke banden van het menschelijk maatschappelijk leven. Het is -altijd een harde les voor jonge en idealistische menschen, dat wij, -om de natuur te beheerschen, haar moeten gehoorzamen; dit kan alleen -geleerd worden door aanraking met het leven en door het bereiken van -den vollen menschelijken wasdom. - - - Dr. Felix Adler vestigde (in een toespraak in de Society of - Ethical Culture in New-York, Nov. 17, 1889) de aandacht op wat - hij beschouwde als de diepst gewortelde oorzaak van een overmatig - voorkomen van echtscheiding in Amerika. "Het valsche denkbeeld van - individueele vrijheid wordt in Amerika algemeen aangenomen", en als - het wordt toegepast op het familieleven, voert het dikwijls tot - ongeduld met de plichten, die het individu òf door zijn geboorte - heeft gekregen òf vrijwillig op zich heeft genomen. "Ik ben - geneigd te gelooven, dat de veelvuldigheid van de echtscheiding - in geen geringe mate moet worden toegeschreven aan den invloed - van democratische denkbeelden--dat is van valsche democratische - denkbeelden--en onze hoop is gevestigd op een hoogere en meer - ware democratie". Een latere Amerikaansche auteur, ditmaal een - vrouw, Anna A. Rogers ("Why American Marriages Fail", Atlantic - Monthly, Sept., 1907) spreekt in denzelfden geest, misschien op - minder geschikte wijze. Zij zegt, dat echtscheidingen in Amerika - zooveel voorkomen om drie redenen: 1. het niet begrijpen van - de vrouw, dat het huwelijk haar werk is in de wereld; 2. haar - aangroeiend individualisme; 3. het verlies van de kunst om te - geven, die vervangen is door een zeer ontwikkelde neiging om - te ontvangen. De Amerikaansche vrouw, zegt deze schrijfster, - heeft bij het ontdekken van haar eigen individualiteit nog niet - geleerd hoe ze die beheerschen moet; die individualiteit is nog - "in hooge mate een nuttelooze, onrustige factor die haarzelf - even weinig vrede brengt als de in haar onmiddellijke nabijheid - levende personen". Haar omstandigheden hebben neiging van haar te - maken "een merkwaardig afwijkende bastaardvorm; een tusschending - tusschen een prachtigen, tamelijk ongemanierden jongen en een - bedorven veeleischende demi-mondaine, die in deze wereld van - niemand oprecht houdt dan van zichzelf alleen". Zij heeft nog - niet geleerd, dat het hoogste vrouwenwerk in de wereld alleen - bereikt kan worden door het vrijwillig aannemen van de beperkingen - van het huwelijk. Dezelfde schrijver voegt er bij, dat de fout - niet alleen berust bij de Amerikaansche vrouwen, maar ook bij de - Amerikaansche mannen. Hun vergoding van hun vrouwen is grootendeels - de oorzaak van die onverdraagzaamheid en zelfzucht, die de oorzaak - zijn van zooveel echtscheidingen; "Amerikaansche vrouwen worden, - als regel, buitensporig vertroeteld en vereerd". Maar de mannen, - die zich hiertoe leenen, voelen niet, dat zij hun vrouwen kunnen - behandelen met dezelfde kameraadschappelijkheid, waarmee de - Franschen hun vrouwen behandelen, of met hetzelfde vertrouwen - haar raad zoeken; de Amerikaansche vrouw is op een onwerkelijk - voetstuk geplaatst. Toch wijst een ander Amerikaansch schrijver - er op (Rafford Pyke, "Husbands and Wives", Cosmopolitan, 1902), - dat maar een klein deel der Amerikaansche huwelijken werkelijk - ongelukkig is, en dat dat voornamelijk in de meer beschaafde - standen voorkomt, waar de vrouwenbeweging ingang vindt; het komt - meer voor, dat de vrouw teleurgesteld is in het huwelijk dan de - man, en dit komt voornamelijk doordat zij niet in staat is haar - individualiteit, niet noodzakelijk ondergeschikt te maken aan, - maar te doen opgaan in een evenboortige met de zijne. "Het huwelijk - wordt tegenwoordig in zijn succes meer en meer afhankelijk van - de aanpassing aan omstandigheden, die psychisch zijn. Terwijl - het in vroegere generaties voldoende was, dat een vereeniging - physiek wederkeerig zou zijn, moet ze in onze eeuw ook psychisch - wederkeerig zijn. En terwijl vroeger de gemeenschap van de belangen - gemakkelijk bereikt werd, wordt dat nu veel moeilijker doordat - de vrouwen van tegenwoordig niet geneigd zijn haar afzonderlijke - persoonlijkheid te doen opgaan in die van haar man. En toch, - als zij dit niet doet, hoe kan ze dan een volkomen en volmaakte - belangstelling hebben in het te zamen leven, en hoe kan hij - dat hebben?" - - Professor Münsterburg, de beroemde psycholoog, die zich op een - breeder standpunt plaatst in zijn vrijmoedige, maar waardeerende - studie van Amerikaansche instellingen, The Americans, wijst - er op, dat de invloed van de vrouwen op de moraal in Amerika - niet in alle opzichten bevredigend geweest is, in zooverre - ze neiging heeft gehad ondiepheid en oppervlakkigheid aan te - moedigen. "De Amerikaansche vrouw, die nauwelijks een greintje - opvoeding heeft", merkt hij op (p. 587), "is dadelijk klaar met - een oordeel over ieder mogelijk onderwerp... De aanmatiging van - dit vrouwelijk gebrek aan kennis is het symptoom van een diepen - trek in het vrouwelijk karakter en in de vrouwelijke ziel, en - wijst op gevaren, die voortkomen uit het overheerschen van de - vrouw in het intellectueele leven... En in geen ander beschaafd - land worden ethische opvattingen zoo verteerd door bijgeloof". - - -Zooals we gezien hebben wordt het huwelijk, volgens de moderne -opvattingen, als een vrijwillige vereeniging erkend, die door twee -vrije, gelijke, en moreel verantwoordelijke persoonlijkheden aangegaan -wordt; men beschouwt die vereeniging eer als een ethisch sacrament -dan als een contract, zoodat het in zijn wezen, als physieke en -geestelijke band buiten de sfeer van de handelingen van den staat -ligt. Het is noodig geweest dit punt uit te werken, voordat wij komen -aan wat aan velen een totaal er aan tegenovergesteld gezichtspunt -van het huwelijk zal toeschijnen. Als de huwelijksvereeniging zelf -geen zaak kan zijn voor een contract, zoo leidt ze toch natuurlijk -tot een feit, dat noodzakelijkerwijze een zaak is van een implicite -of explicite overeenkomst, een zaak bovendien, waarbij de gemeenschap -in haar geheel een werkelijk en gepast belang heeft: dat is het feit -van de voortplanting [362]. - -De oude Egyptenaren--bij wie de huwelijksinstellingen zoo elastisch -waren en de positie der vrouwen zoo hoog--erkenden een voorloopige en -lichte huwelijksband, met het doel de vruchtbaarheid te onderzoeken -[363]. Bij ons treft de wet zulke vaderlijke maatregelen niet, -zij laat aan de jonge paren zelf de verantwoordelijkheid over -voor alle eventueele proeven, een permissie, waarvan deze paren, -zooals we gezien hebben, in ruime mate gebruik maken, terwijl ze -gewoonlijk het wettelijk huwelijk sluiten vóor de geboorte van hun -kind. Die wettelijke band is de erkenning, dat het inleiden van een -nieuw individu in de gemeenschap niet, als de sexueele vereeniging, -uitsluitend een persoonlijk feit is, maar dat het een maatschappelijk -feit is, een feit, dat den staat wel moet aangaan. En hoe meer wij -onderzoek doen naar de neiging van de moderne huwelijksbeweging, -des te meer zullen we erkennen, dat de houding van vrijheid, -van individueele moreele verantwoordelijkheid bij het vormen van -sexueele verhoudingen gecompenseerd moet worden door een houding van -gestrengheid, van nauwgezet maatschappelijk toezicht in de kwestie -van de voortplanting. Twee personen, die een erotische verhouding -aangaan, zijn, als zij tot de overtuiging komen dat hun verhouding -een werkelijk huwelijk is, dat zijn natuurlijk doel heeft in de -voortplanting, verplicht een contract te onderteekenen, dat, hoewel -het henzelf persoonlijk vrij laat, toch hen allebei moet binden aan -hun plichten jegens hun kinderen [364]. - -Er is een dubbele noodzakelijkheid voor zulk een handelwijze, zelfs -afgezien van het feit, dat het in de hoogste mate in het belang van -de ouders zelf is. Het is noodig in het belang van het kind. Het is -noodig in het belang van den staat. Een kind kan opgevoed worden, en -goed opgevoed, door een van de ouders, die daartoe in staat is. Maar -om een kind voldoende toe te rusten voor zijn intrede in het leven, -zijn de beide ouders even noodig. De Staat van zijn kant--dat is te -zeggen, de gemeenschap, waarvan de ouders en het kind gelijkelijk -deel uitmaken--is verplicht te weten wie de personen zijn, die -borgen zijn geworden voor een nieuw individu, dat nu in hun midden -is ingeleid. De meest individualistische en de meest socialistische -Staat zijn gelijkelijk verplicht, als ze trouw zijn aan hun belangen, -zoowel hun biologische als hun economische belangen, aan te dringen -op het volle wettige en erkende ouderschap van den vader en de moeder -van ieder kind. Dat wordt duidelijk geëischt door het belang van het -kind; het wordt ook duidelijk geëischt door het belang van den Staat. - -De slagboom, die zich in het Christendom tegenover de natuurlijke -erkenning van dit feit gesteld heeft, dat zoo schadelijk is zoowel voor -het kind als voor den staat, is klaarblijkelijk de starheid van het -huwelijkssysteem geweest, meer speciaal zooals het door de canonieke -wet gevormd is. De Canonisten hechtten een waarlijk buitengewoon -groote waarde aan de copula carnalis zooals zij het technisch -noemden. Voor hen lag het centrum van het huwelijk in de vagina; -voor hen had de aanwezigheid of de afwezigheid van een kind weinig -belang. De vagina is, zooals wij weten, niet altijd een even stevig -centrum gebleken tot steun van het huwelijk, en dat centrum wordt nu -langzamerhand overgebracht op het kind. Als wij ons van de Canonisten -afwenden naar de geschriften van de modernen, zooals Ellen Key, die zoo -juist weergeeft wat in den laatsten tijd het meest karakteristiek en -essentieel is in de neigingen der huwelijksontwikkeling, dan schijnen -we een nieuwe wereld te zijn binnengetreden, zelfs een door nieuw licht -bestraalde wereld. Want "in de nieuwe sexueele moraal gaat het licht, -evenals in Corregio's Notte, uit van het kind" [365]. - -Ongetwijfeld is deze verandering in ruime mate een zaak van gevoel, -van, zooals we soms minachtend zeggen, uitsluitend gevoel, hoewel -er in de menschelijke zaken niets zoo machtig is als dat gevoel, en -de revolutie, bewerkt door Jezus, de latere revolutie, bewerkt door -Rousseau, waren voornamelijk revoluties in gevoel. Maar de verandering -is ook een zaak van de aangroeiende erkenning van belangen en rechten, -en als zoodanig openbaart ze zich in de wet. We kunnen er nauwelijks -aan twijfelen, dat wij bezig zijn een tijd te naderen, waarop algemeen -begrepen zal worden, dat de intrede van ieder kind in de wereld, -zonder uitzondering, voorafgegaan behoorde te worden door het vormen -van een huwelijkscontract, dat, terwijl het op geenerlei wijze den -vader en de moeder aan plichten bindt, of aan eenige voorrechten -jegens elkander, hen beiden bindt aan hun kind en terzelfder tijd -hun verantwoordelijkheid jegens den Staat verzekert. Het is voor den -Staat onmogelijk meer te krijgen, maar het moest hem onmogelijk zijn -minder te eischen. Zulk een contract "huwt" den vader en de moeder, -voor zoover het ouderschap van het individueele kind betreft, -en in geen ander opzicht; het is een contract, dat hun verleden, -tegenwoordige, of toekomstige verhoudingen jegens andere personen -volkomen onaangeroerd laat, anders zou het niet mogelijk zijn het af -te dwingen. In alle deelen van de wereld begint deze elementaire eisch -van maatschappelijke moraal langzamerhand erkend te worden, en daar -hij invloed heeft op honderd duizenden kinderen [366], die jaarlijks -gebrandmerkt worden als "onwettig" door geen daad van henzelf, kan -niemand zeggen, dat de erkenning te vroeg is gekomen. Tot nog toe -schijnt ze nergens volkomen te zijn. - - - De meeste pogingen of voorstellen tot regeling der rechten - van onwettige kinderen hebben betrekking op het wettigen van - vereenigingen van een minder bindenden graad dan het tegenwoordige - wettige huwelijk. Zulke vereenigingen zouden dan moeten dienen - om andere verkeerdheden tegen te gaan. Zoo zegt een Engelsch - schrijver, die veel studie gemaakt heeft van sexueele kwesties, - in een particulieren brief: "Het beste geneesmiddel voor de - losbandigheid van ongetrouwde mannen en de geestelijke en - lichamelijke ellenden van onthouding bij vrouwen zou te vinden - zijn in een erkend fatsoenlijk systeem van vrije vereenigingen - en proefhuwelijken, waarbij omgang met preventieve middelen in - praktijk gebracht wordt, totdat het paar oud genoeg is om ouders te - worden, en totdat zij voldoende middelen bezitten om een familie - te onderhouden. Het vooruitzicht van een bestaan zonder liefde is - voor jonge mannen en vrouwen van een vurigen aard ondragelijk en - even verschrikkelijk als het vooruitzicht van pijnlijke ziekte - en dood. Maar ik denk, dat de oude orde van zaken binnen kort - zal moeten veranderen". - - In de Teutonische landen bestaat er een duidelijk te onderscheiden - gevoelsstrooming in de richting van het instellen van wettige - vereenigingen van een lagere soort dan het huwelijk. Zij bestaan in - Zweden, evenals in Noorwegen, waar bij een onlangs uitgevaardigde - wet het onwettige kind aanspraak heeft op dezelfde rechten met - betrekking tot beide ouders als het wettige kind, den naam van den - vader draagt, en zijn bezittingen erft (Die Neue Generation, Juli, - 1901, p. 303). In Frankrijk heeft de bekende rechter Magnard, die - zoo eervol bekend is door zijn houding in gevallen van kindermoord - door jonge moeders, gezegd: "Ik wilde van ganscher harte, dat - naast de instelling van het huwelijk zooals het nu bestaat, een - vrije vereeniging bestond, gevormd door een enkele verklaring - voor een overheidspersoon en die bijna dezelfde familierechten - gaf als het gewone huwelijk". Deze wensch heeft in ruimen kring - weerklank gevonden. - - In China worden, hoewel polygamie in de strikte beteekenis niet kan - gezegd worden te bestaan, de belangen van het kind, de vrouw en de - staat gelijkelijk beschermd door den man in staat te stellen een - soort bij-huwelijk aan te gaan met de moeder van zijn kind. "Dank - zij dit systeem", zegt Paul d'Enjoy (La Revue, Sept. 1905), - "dat den man toestaat te trouwen met de vrouw, die hij wenscht, - zonder daarin verhinderd te worden door vorige en niet verbroken - vereenigingen, is het te begrijpen, dat we opmerken, dat er geen - verleide en verlaten meisjes zijn, behalve zulke, die geen wet zou - kunnen redden van wat werkelijk aangeboren verdorvenheid is; en - dat er geen onwettige kinderen zijn, behalve zulke, wier moeders - ongelukkigerwijze dichter bij de dieren staan door haar zinnen, - dan bij menschelijke wezens, door haar verstand en waardigheid". - - Het nieuwe wetboek van Japan, dat in vele opzichten zoo - vooruitstrevend is, staat toe, dat een onwettig kind "erkend" zal - worden door het aangeven bij den ambtenaar van den burgerlijken - stand; als een getrouwd man zoo'n kind erkent, dan schijnt het, - dat het kind door zijn vrouw als haar eigen kan aangenomen worden, - hoewel het niet werkelijk gewettigd is. Deze stand van zaken - vertegenwoordigt een overgangsstadium; het kan nauwelijks gezegd - worden, dat het de rechten erkent van de moeder van het "erkende" - kind. Japan, mogen we hier aan toevoegen, heeft het principe - aangenomen van de automatische wettiging door het huwelijk, - van de kinderen die aan het paar geboren zijn vóór het huwelijk. - - In Australië, waar vrouwen een grooter aandeel hebben in het - maken en uitvoeren van de wetten dan elders, begint men eenige - belangstelling te wijden aan de rechten van onwettige kinderen. Zoo - kan in Zuid-Wales het vaderschap bewezen worden vòòr de geboorte, - en de vader zorgt (op bevel van de overheid) voor huisvesting - een maand vòor en een maand nà de geboorte, zoowel als voor de - baker, den dokter, en voor kleeding, en stelt een borg, dat hij - zijn verplichtingen zal nakomen; na de geboorte betaalt hij, na - uitspraak van de overheidspersoon een wekelijksche som voor het - onderhoud van het kind. Een "ongehuwde" moeder kan ook zes maanden - lang in een openbare instelling op staatskosten onderhouden worden, - om haar in staat te stellen zich aan haar kind te hechten. - - Zulke bepalingen hebben zich ontwikkeld uit het in ruimen kring - erkende recht van de ongetrouwde vrouw om ondersteuning voor haar - kind te eischen van zijn vader. In Frankrijk echter, en in de - wetboeken, die het Fransche voorbeeld volgen, is het wettelijk niet - geoorloofd navraag te doen naar het vaderschap van een onwettig - kind. Het is onnoodig te zeggen, dat zulk een wet even onbillijk - is tegenover de moeder, als tegenover het kind, als tegenover - den staat. In Australië gaat de wet naar het tegenovergestelde, - zeker redelijker uiterste en staat zelfs aan de moeder, die - meerdere minnaars gehad heeft, toe, zelf uit te kiezen, wien ze - verantwoordelijk wil stellen voor haar kind. Het Duitsche wetboek - kiest den middenweg, en komt alleen aan die ongetrouwde moeder - te hulp, die één minnaar heeft gehad. In al zulke gevallen echter - is de hulp, die gegeven wordt, alleen geldelijk; ze verzekert de - moeder geen erkenning of respect, en (naar Wahrmund naar waarheid - gezegd heeft in zijn Ehe und Eherecht) is het nòg noodig aan te - dringen op de "onvoorwaardelijke heiligheid van het moederschap, - dat, onder welke omstandigheden het ook voorkomt, aanspraak heeft - op respect en bescherming van de maatschappij". - - We moeten hieraan toevoegen, dat, uit maatschappelijk gezichtspunt, - het niet de sexueele vereeniging is, die wettelijke erkenning - behoeft, maar het kind, dat het product is van die vereeniging. Het - zou bovendien een hopelooze zaak zijn te trachten alle sexueele - verhoudingen te wettigen, maar het is betrekkelijk gemakkelijk - alle kinderen te erkennen. - - -Er is in vroeger tijd veel geredetwist over den specialen vorm, -dien het huwelijk behoorde aan te nemen. Vele theoretici hebben -hun vernuft ingespannen voor het uitvinden en prediken van nieuwe -en ongewone huwelijksschikkingen, als panacee voor maatschappelijke -nooden; terwijl anderen nog grootere energie hebben ten toon gespreid -bij het bestrijden van zulke voorstellen als revolutionair. We mogen -al zulke besprekingen, van beide zijden, als nutteloos beschouwen. - -In de eerste plaats zijn de huwelijksgewoonten veel te fundamenteel, -veel te intiem ingeweven met het wezen van het menschelijk, ja van -het dierlijk samenleven, om ook maar in de geringste mate geschokt -te worden door de theorieën of de praktijken van enkele individuen -of groepen van individuen. De monogamie--de min of meer langdurende -cohabitatie van twee individuen van verschillend geslacht--is het -overheerschend type geweest van de sexueele verhouding onder de -hoogere werveldieren en wel het grootste gedeelte van de geschiedenis -der menschheid door. Dit wordt zelfs toegegeven door hen, die meenen -(zonder eenig redelijk bewijs), dat de mensch door een stadium gegaan -is van sexueele promiscuïteit. Er zijn neigingen geweest tot varieeren -in beide richtingen, maar in het hoogste zoowel als in het laagste -stadium is, voor zoover we zien kunnen, de monogamie de heerschende -regel. - -Het moet ook in de tweede plaats gezegd worden, dat het natuurlijk -overheerschen van de monogamie als normaal type van sexueele -verhouding, geenszins variaties uitsluit. Veeleer laat ze die toe. "Er -is niets precies in de Natuur", zooals Diderot zegt. De lijn van -de Natuur is een kromme, die slingert naar beide zijden van den -norm. Zulke slingeringen komen onvermijdelijk voor in harmonie met -veranderingen van de omgeving, en, ongetwijfeld, met eigenaardigheden -van persoonlijke dispositie. Zoolang geen willekeurige en enkel -uiterlijke poging wordt gedaan om de Natuur te dwingen, wordt de -harmonie des levens in stand gehouden. Bij zekere soort van eenden -worden, als er mannetjes te veel zijn, polyandrische families gevormd, -en dan zorgen de twee mannetjes zonder jaloezie voor hun vrouwtje, -maar als de geslachten weer gelijk in aantal worden, wordt de monogame -orde weer ingesteld. De natuurlijke menschelijke afwijkingen van -de monogamische orde schijnen over het algemeen van dezen aard -te zijn en ze schijnen in hooge mate beïnvloed te worden door de -maatschappelijke en economische omgeving. De meest gewone variatie en -degene, die het duidelijkst een biologischen grondslag heeft, is de -neiging tot polygynie, die in alle stadiën van de beschaving gevonden -wordt, zelfs in een niet erkenden en min of meer gemengden vorm in de -hoogste beschaving [367]. We moeten echter niet vergeten, dat erkende -polygynie geen regel is, zelfs niet, waar ze overheerschend is; ze -wordt alleen maar toegestaan; er is nooit zoo'n overvloed van vrouwen, -dat meer dan enkele van de rijkere en meer invloedrijke personen meer -dan één vrouw kunnen hebben [368]. - -Verder moet men in gedachte houden, dat een zekere elasticiteit -van de formeele zijde van het huwelijk, terwijl ze aan den eenen -kant variaties toelaat van de algemeene monogamische orde, waar die -gezond zijn of noodig om het evenwicht in natuurlijke toestanden te -herstellen, aan den anderen kant zulke variaties in zooverre binnen -de perken houdt, als zij berusten op den storenden invloed van -kunstmatige beperking. Veel van de polygynie, en van de polyandrie -ook, die tegenwoordig onder ons heerscht, is een geheel kunstmatige -en onnatuurlijke vorm van polygamie. Huwelijken, die op een meer -natuurlijke basis zouden ontbonden worden, kunnen wettelijk niet -ontbonden worden, en daarom nemen de betrokken partijen, in plaats van -van deelgenoot te veranderen en zoo de natuurlijke monogamische orde -te bewaren, er andere deelgenooten bij en voeren zoo een onnatuurlijke -polygamie in. Er zullen altijd variaties zijn van de monogame orde en -de beschaving staat tegenover sexueele variaties geenszins vijandig. Of -we deze verhoudingen beschouwen als wettig of als onwettig, ze zullen -er altijd zijn; daar kunnen we zeker van zijn. De maatschappelijke -wijsheid schijnt aan den eenen kant de huwelijksverhouding buigzaam -genoeg te zullen maken om deze afwijkingen tot een minimum terug te -brengen--niet omdat zulke afwijkingen uit hun aard slecht zijn, maar -omdat ze niet met geweld in het leven moesten geroepen worden--en -aan den anderen kant aan deze afwijkingen, als zij voorkomen in -zoodanige mate erkenning te zullen verschaffen, dat ze hun nadeeligen -invloed verliezen en te zorgen, dat er rechtvaardigheid beoefend wordt -jegens alle betrokken partijen. Wij vergeten maar al te dikwijls, dat -het feit dat wij zulke variaties niet willen erkennen, alleen maar -beteekent, dat wij in zulke gevallen een onwettige permissie geven -om onrechtvaardigheid te bedrijven. In die deelen van de wereld, -waar polygynie erkend wordt als een gepermitteerde variatie, is een -man wettelijk gehouden aan zijn natuurlijke verplichtingen jegens al -zijn sexueele deelgenooten en jegens de kinderen, die hij bij die -deelgenooten heeft. In geen deel van de wereld is de polygynie zoo -overheerschend als in de Christelijke landen; in geen deel van de -wereld is het zoo gemakkelijk voor een man om te ontsnappen aan de -verplichtingen, die hij zich door de polygynie op den hals gehaald -heeft. En doordat we een man in staat stellen, zoo gemakkelijk te -ontsnappen aan de verplichtingen van zijn polygame verhoudingen, -moedigen wij hem, als hij gewetenloos is, aan, om ze aan te gaan; -wij stellen een premie op de immoraliteit, die we uit de hoogte -veroordeelen [369]. Onze polygynie bestaat niet wettelijk, en daarom -kunnen de verplichtingen ervan ook geen wettig bestaan hebben. Men -zegt, dat de struisvogel zijn hoofd in het zand steekt om moeilijkheden -te ontloopen door te weigeren er naar te kijken; maar er is nog een -bekend dier, dat zoo doet, en het heet Mensch. - -Monogamie, in de fundamenteele biologische beteekenis, is de -natuurlijke orde, waartoe de meerderheid van de sexueele feiten altijd -van nature zal vervallen, omdat ze de verhouding is, die het meest -gepast overeenkomt met alle physieke en geestelijke feiten, die er bij -behooren. Maar als we ons voor oogen stellen, dat sexueele verhoudingen -in de eerste plaats de menschen aangaan, die er bij betrokken zijn, -en als we verder weten, dat het belang van de maatschappij in zulke -verhoudingen beperkt is tot de kinderen, die zij voortbrengen, dan -zullen we ook weten, dat het vaststellen bij de wet van het aantal -vrouwen, met wie een man sexueele gemeenschap zal hebben, en het aantal -mannen, waarmee een vrouw zich zal vereenigen onredelijker is dan het -zou zijn om bij de wet vast te stellen hoeveel kinderen zij zullen -voortbrengen. De Staat heeft het recht om te zeggen, of hij weinig -burgers noodig heeft of veel; maar als hij tracht het aantal sexueele -verhoudingen van zijn leden te regelen, dan beproeft de Staat een -onmogelijke taak en maakt zich tevens schuldig aan een onbeschaamdheid. - - - Er is altijd in zekere stadiën van de beschaving een neiging om - aan te dringen op een zuiver formeele en uiterlijke eenvormigheid, - en een daarmee overeenkomend onvermogen om te zien, niet alleen - dat zulk een eenvormigheid onwerkelijk is, maar dat ze ook een - nadeelige uitwerking heeft, in zooverre ze weldadige variaties - uitsluit. De neiging is geenszins beperkt tot de sexueele sfeer. In - Engeland is er bij voorbeeld een neiging om bouwwetten te maken, - die wat de huizen betreft, allerlei bepalingen opleggen, die - in theorie weldadig zijn, maar die in de praktijk verkeerde - uitwerking hebben, omdat zij vele eenvoudige en uitstekende - menschelijke woonplaatsen absoluut onwettig maken, alleen - omdat zulke woonplaatsen niet beantwoorden aan bepalingen, die, - onder sommige omstandigheden niet alleen onnoodig zijn, maar - kwaad stichten. - - Variatie is een feit, dat zal bestaan of wij het willen of niet; ze - kan alleen gezond worden als we ze erkennen en toestaan. Misschien - moeten we zelfs wel erkennen, dat het een duidelijker sprekende - neiging is in de beschaving dan in meer primitieve maatschappelijke - stadiën. Zoo zegt Gerson (Sexual-Probleme, Sept., 1908, p. 538), - dat, evenals de beschaafde mensch niet tevreden kan zijn met het - ruwe en eentonige voedsel, waar de boer tevreden mee is, het in - sexueele zaken evenzoo gaat; de boerenjongen en het boerenmeisje - zijn in hun sexueele verhoudingen bijna altijd monogaam, maar - beschaafde menschen, met hun meer veelzijdige gevoelige smaak, - hebben neiging om naar verandering te snakken. Senancour (De - l'Amour, deel II, "Du Partage", p. 127) schijnt de mogelijkheid aan - te nemen van huwelijks-variaties, zooals van het samen deelen van - een vrouw, mits er niets gedaan wordt om naijver op te wekken, - of om nadeel toe te brengen aan de reinheid der ziel. Lecky - verklaarde aan het eind van zijn History of European Morals, - dat hij geloofde, dat, terwijl de duurzame vereeniging van twee - personen het normale en overheerschende type is van het huwelijk, - er geenszins uit volgt, dat dit, in het belang der maatschappij, - de eenige vorm zou zijn. Evenzoo zegt Remy de Goncourt (Physique de - l'Amour, p. 186), die toch constateert, dat het paar de natuurlijke - huwelijksvorm is en de duurzame verlenging ervan een voorwaarde van - menschelijke superioriteit, dat de duurzaamheid van de vereeniging - slechts met moeite kan worden tot stand gebracht. Zoo zegt ook - Prof. W. Thomas (Sex and Society, 1907, p. 193), die de monogamie - beschouwt als dienstbaar aan maatschappelijke doeleinden: "Van - het biologisch standpunt gesproken beantwoordt de monogamie in - den regel niet aan de voorwaarden van de hoogste prikkeling, - omdat hier de problematische en bedriegelijke elementen tot - zekere hoogte verdwijnen, en het voorwerp van de belangstelling - zoo gewoon is geworden voor het bewustzijn, dat gevoelsreacties - gewijzigd worden. Dit is de oorspronkelijke verklaring van het - feit, dat getrouwde mannen en vrouwen zoo dikwijls belangstelling - gaan voelen voor anderen dan hun deelgenooten in het huwelijk". - - Pepys, wiens onbewuste zelf-analyse zoo vele psychologische - neigingen uitmuntend illustreert, toont duidelijk aan hoe--door - een gevoelslogica, dieper dan eenige intellectueele logica--de - toewijding aan de monogamie bestaat naast een onweerstaanbaren - hartstocht voor sexueele verandering. Met een voortdurend - terugkomende grillige aantrekking tot een lange reeks van vrouwen, - behoudt hij doorloopend een diepe en onveranderlijke genegenheid - voor zijn beminnelijke jonge vrouw. In de intimiteit van zijn - Diary verwijst hij dikwijls naar haar in woorden, die niet geveinsd - kunnen zijn; hij geniet van haar gezelschap; hij is zeer precies - op haar kleeding; hij verheugt zich zeer in haar vorderingen in de - muziek, en besteedt veel geld aan haar opvoeding; hij is bepaald - jaloersch als hij haar in gezelschap vindt van een man. Zijn - bijkomende verhoudingen met andere vrouwen komen onweerstaanbaar - weer voor, maar hij wenscht ze in het geheel niet van langen - duur te maken of toe te staan, dat ze hem te zeer in beslag - nemen. Pepys vertegenwoordigt een gewoon type van den beschaafden - "monogamist", die volkomen oprecht is en ten zeerste overtuigd - in zijn pleidooi voor de monogamie, zooals hij ze begrijpt, maar - die toch tevens gelooft en ook handelt naar het geloof, dat de - monogamie geenszins de behoefte aan sexueele variatie uitsluit. Het - gezegde van Lord Morley (Diderot, deel II, p. 20), dat "de man van - instinct polygaam is", kan in zijn geheel niet aangenomen worden, - maar als wij het zoo uitleggen, dat het beteekent, dat de man - een instinctief monogaam dier is met een bijkomenden wensch naar - sexueele variatie, dan is er veel ten gunste daarvan te zeggen. - - Vrouwen moeten even vrij zijn als mannen om haar eigen liefdeleven - te vormen. Velen meenen echter, dat zulk een vrijheid van de zijde - der vrouwen uitgeoefend zal of moest worden binnen nauwer grenzen - (zie b.v., Bloch, Sexual Life of Our Time, hoofdst. X). Voor - een deel meent men, dat deze beperking berust op een grooter - geabsorbeerd zijn van de vrouw in de taak van de geboorte en de - opvoeding van de kinderen, en voor een deel aan een geringeren - omvang van psychische activiteit. "Een man", zegt G. Hirth, (Wege - zur Liebe, p. 342), "heeft niet alleen in zijn intellectueele - horizon plaats voor zeer verschillende belangen, maar zijn macht - van erotische uitzetting is veel grooter en meer onderscheiden - dan die van vrouwen, hoewel hij misschien niet de intimiteit en de - diepte van de toewijding van een vrouw heeft". We mogen wel zeggen, - dat, daar variaties in de sexueele orde onvermijdelijk zullen - plaats vinden hetzij we ze erkennen en er gezag aan toekennen - of niet, er waarschijnlijk geen schade gedaan wordt als we het - gewicht van maatschappelijk en wettig gezag gebruiken aan den - kant, die gewoonlijk beschouwd wordt als de beste, en, voor zoover - als mogelijk is den anderen kant met schande bedekken. Er zijn - vele duidelijk in het oog springende fouten in zulk een houding, - afgezien van het in de hoogste mate belangrijke feit, dat het - hechten van schande aan sexueele verhoudingen een verachtelijke - wreedheid is tegenover de vrouwen, die onvermijdelijk degenen - zijn, die er het meest onder lijden. Niet het minst van belang - is de onrechtvaardigheid en het belemmeren van levensenergie, - die het aan de betere en meer nauwgezette menschen bezorgt ten - gunste van de minder goede en minder nauwgezette. Dit gebeurt - altijd als het gezag zijn macht uitoefent ten voordeele van - een vorm. Toen in de dertiende eeuw Alexander III--een van de - grootste en machtigste heerschers, ten tijde van het Christendom - geconsulteerd werd door den bisschop van Exeter over ondergeschikte - geestelijken, die trouwden ondanks 't verbod van de kerk, raadde - de paus hem, onderzoek te doen naar het leven en het karakter - van de overtreders; als zij geregelde gewoonten hadden en een - ernstigen moraal, dan moesten ze met geweld gescheiden worden en - hun vrouwen moesten weggejaagd worden; als zij mannen waren van - bekend onordelijken aard, dan moest hun toegestaan worden hun - vrouwen bij zich te houden, als ze dat wenschten (Lea, History - of Sacerdotal Celibacy, derde uitgave, deel I, p. 396). Het was - een slimme politiek, en ze werd ook elders door denzelfden paus - gevolgd, maar het is gemakkelijk te zien, dat ze indruischt tegen - de moraal in iedere beteekenis van het woord. Ze verwoestte het - geluk en de werkkracht van de beste mannen; ze liet de slechtste - mannen volkomen vrij. Nu zijn we volkomen bereid om de verkeerde - resultaten van deze politiek te erkennen; ze werd aanbevolen door - een paus en zeven honderd jaar geleden ten uitvoer gebracht. Toch - brengen we in Engeland tegenwoordig precies dezelfde politiek - in praktijk door middel van onze echtscheidingsbepalingen, die - in ruimen kring worden rondgestrooid. Geen van de paren, die - gescheiden zijn--en die nooit op het coelibaat getraind zijn als - de Katholieke geestelijkheid van tegenwoordig--mag weer trouwen; - in werkelijkheid bevelen we de meer nauwgezette onder hen om - celibatairs te worden, en aan de minder nauwgezette geven wij de - permissie om te doen wat ze willen. Dit proces wordt uitgevoerd - ten gevolge van de traagheid van de gemeenschap in het algemeen, - en als het ooit gebeurt, dat er argumenten voor aangehaald worden, - dan zijn die van een zoo verouderden aard, dat ze alleen maar - een medelijdenden glimlach kunnen te voorschijn roepen. - - We mogen hier aan toevoegen, dat er nog een reden is, waarom het - brandmerken van sexueele variaties van den norm als "immoreel" - niet zoo onschuldig is als sommigen het doen voorkomen: zulke - variaties schijnen niet ongewoon te zijn onder mannen en vrouwen - van uitmuntende bekwaamheid, wier krachten onbelemmerd noodig zijn - in den dienst van de menschheid. Te pogen zulke menschen te doen - passen in de nauwe vormen, die goed zijn voor de meerderheid, is - niet alleen een onrechtvaardigheid jegens hen als individuen, maar - het is een vergrijp jegens de maatschappij, die redelijkerwijze - mag eischen dat haar beste leden niet zullen belemmerd worden in - haar dienst. Het denkbeeld, dat de mensch, wiens sexueele behoeften - verschillend zijn van die van het gemiddelde, noodzakelijkerwijze - een maatschappelijk slecht persoon moet zijn, is een denkbeeld, - dat niet op feiten berust. Ieder geval moet op zichzelf beschouwd - worden. - - -Ongetwijfeld is in alle stadiën van de menschelijke cultuur de meest -gewone variatie van de normale monogamie geweest de polygynie of -de sexueele vereeniging van éen man met meer dan een vrouw. Soms -is ze maatschappelijk en wettelijk erkend geworden, en soms niet, -maar ze is altijd voorgekomen. Polyandrie, of de vereeniging van een -vrouw met meer dan een man is betrekkelijk zeldzaam geweest en om -begrijpelijke redenen; mannen zijn gewoonlijk in een betere conditie -geweest, economisch en wettelijk, om een huishouden te organiseeren -met zichzelf als middelpunt; een vrouw is, anders dan een man, door -de natuur en dikwijls door de gewoonte lange tijden achtereen voor -den omgang ongeschikt; een vrouw heeft bovendien haar gedachten en -haar liefde meer op haar kinderen geconcentreerd. Afgezien hiervan -wijzen de biologische mannelijke tradities veel meer op polygynie -dan de vrouwelijke tradities op polyandrie wijzen. Hoewel het waar -is, dat een vrouw een veel grootere mate van sexueelen omgang kan -verdragen dan een man, blijft het ook waar, dat de verschijnselen van -het hofmaken in de natuur het tot den plicht van den man gemaakt hebben -om er op uit te zijn, sexueel zijn attentie te wijden aan de vrouw, -wier rol het geweest is zedig haar keuze uit te stellen, totdat ze -zeker is van haar voorkeur. Polygynische toestanden zijn ook voordeelig -gebleken, daar zij aan de krachtigste en meest succesvolle leden van -een gemeenschap hebben toegestaan het grootste aantal deelgenooten -te hebben en zoo hun eigen superieure eigenschappen over te dragen. - - - "Polygamie", schrijft Woods Hutchinson (Contemporary Review, - Oct. 1904) die de voordeelen van de monogamie wel degelijk erkent, - "als een instelling van het ras, heeft, onder dieren zoowel als - onder menschen, vele belangrijke voordeelen, en ze heeft zoowel - in menschelijke als in voor-menschelijke tijden geleid tot het - voortbrengen van een zeer hoog type zoowel van individueele - als van maatschappelijke ontwikkeling". Hij wijst er op, dat ze - het verstand, de samenwerking en de verdeeling van den arbeid - vermeerdert, terwijl de scherpe wedstrijd om vrouwen de zwakkere - en minder aantrekkelijke mannen uitschakelt. - - Onder onze Europeesche voorouders, evenzeer als onder de Germanen - en de Kelten, bestonden polygynie en andere sexueele vormen - als nu en dan voorkomende variaties. Tacitus merkte polygynie - op in Duitschland, en Caesar vond in Engeland, dat broeders hun - vrouwen te zamen hadden en dan werden de kinderen toegekend aan - den man, aan wien de vrouw het eerst ten huwelijk was gegeven - (zie b.v. van Trail Social England, deel I, p. 103, voor een - bespreking van dit punt). De assistent van den echtgenoot, die kon - worden opgeroepen om de vrouw te bevruchten als de man impotent - was, bestond ook in Duitschland; dit was een Indo-Germaansche - instelling (Schrader, Reallexicon, art. "Zeugungshelfer"). De - daarmee overeenkomende instelling van de bijzit is nog dieper - geworteld en nog verder verspreid. Tot betrekkelijk korten - tijd geleden had,--in overeenstemming met de tradities van de - Romeinsche wet, de bijzit een erkende en geëerde positie, lager - dan die van de vrouw, maar met bepaalde wettelijke rechten, - hoewel het niet altijd wettig of zelfs maar gewoon was voor een - getrouwd man om een bijzit te hebben. In het oude Wales werd, - evenals in Rome, de bijzit erkend en nooit veracht. (R. B. Holt, - "Marriage Laws of the Cymri", Journal Anthropological Institute, - Aug. en Nov. 1898, p. 155), Het feit, dat, als een bijzit het huis - van een getrouwd man betrad, haar waardigheid en haar wettelijke - positie minder waren dan die van de vrouw, bewaarden den vrede - en beschermden de belangen van de vrouw (Een echtgenoot in Korea - kan geen bijzit in zijn huis nemen zonder de toestemming van zijn - vrouw, maar zij maakt maar zelden bezwaren, en schijnt van het - gezelschap te genieten, zegt Louise Jordan Miln, Quaint Korea, - 1895, p. 92). Wij moeten ons herinneren, zooals Dufour zegt, - over den tijd van Karel den Groote (Histoire de la Prostitution, - deel III. p. 226), dat in het oude Europa "bijzit" een eervolle - term was; de bijzit was in het geheel niet een maitres, en ze - kon van echtbreuk beschuldigd worden even goed als de vrouw. In - Engeland, op het einde der dertiende eeuw, spreekt Bracton van - de concubina legitima als recht hebbende op bepaalde rechten - en welwillendheden, en zoo was de toestand ook in andere deelen - van Europa, soms verscheidene eeuwen later (zie Lea, History of - Sacerdotal Celibacy, deel I, p. 230). De Christelijke kerk was - in den aanvang dikwijls geneigd de bijzit te erkennen, in ieder - geval ten minste als ze verbonden was aan den ongetrouwden man, - want wij kunnen in de Kerk "den wensch nasporen om iedere duurzame - vereeniging tusschen een man en een vrouw te beschouwen alsof ze - den aard heeft van een huwelijk in de oogen van God, en daarom in - het oordeel van de Kerk" (art. "Concubinage", Smith and Cheetham, - Dictionary of Christian Antiquities). Dit was het gevoelen van den - heiligen Augustinus (die zelf, voor zijn bekeering, een bijzit had, - die blijkbaar een Christin was), en het concilie van Toledo liet - een ongetrouwd man toe, die trouw was aan zijn bijzit. Naarmate - de wet van de Katholieke kerk meer en meer star werd, verloor ze - noodzakelijkerwijze de voeling met de menschelijke nooden. Zoo was - het echter niet in den eersten tijd van de kerk, in de eeuwen, - toen ze de meeste levenskracht had. In die eeuwen werd zelfs - de krachtigste algemeene regel van de monogamie minder streng - toegepast, als zulk een verslapping verstandig scheen. Dit was - bijvoorbeeld zoo in het geval van sexueele impotentie. Zoo zegt - in het begin van de achtste eeuw Gregorius II, in een antwoord - aan Bonifacius, den apostel in Duitschland, op een vraag van - dezen laatsten, dat, als een vrouw door physieke onbekwaamheid - niet in staat is haar huwelijksplichten te vervullen, het aan een - echtgenoot geoorloofd is een tweede vrouw te nemen, hoewel hij - moet blijven voortgaan de eerste te onderhouden. Wat later geeft - Aartsbisschop Egbert van York, voorzichtiger, in zijn Dialogus de - Institutione Ecclesiatica toe, dat, als de eene van twee getrouwde - personen invalide is, de andere met toestemming van de invalidene, - weer mag trouwen, maar dat de invalidene niet weer mag trouwen - tijdens het leven van den ander. Impotentie tijdens het huwelijk - maakte natuurlijk het huwelijk nietig zonder de tusschenkomst van - de kerkelijke wet. Maar Thomas van Aquino en latere theologen geven - toe, dat een buitengewoon groote tegenzin tegen een vrouw een man - in zijn eigen oogen kan rechtvaardigen om zich in zijn betrekking - tot haar als impotent te beschouwen. Deze regels zijn, natuurlijk, - geheel afgescheiden van de permissie om de huwelijkswetten te - breken, die aan koningen en prinsen wordt gegeven; zulke permissies - gelden niet als bewijsmateriaal van de regels van de kerk, want, - zooals het concilie van Constantinopel voorzichtig besliste - in 809, "De goddelijke wet heeft geen macht jegens koningen" - (art. "Bigamy", Dictionary of Christian Antiquities). De wet van - de monogamie werd ook minder streng toegepast in gevallen van - gedwongen of vrijwillige verlating. Zoo bepaalde het concilie van - Vermerie (752). dat, als een vrouw haar man niet wil vergezellen - als hij gedwongen is zijn heer te volgen naar een ander land, - hij weer mag trouwen, als hij geen hoop heeft ooit terug te - keeren. Theodorus van Canterbury (638) zegt o.a. dat een man, als - zijn vrouw door den vijand is weggevoerd en hij haar niet terug - kan krijgen, na verloop van een jaar weer mag trouwen, of, als er - nog eenige kans is, dat hij haar terug kan krijgen, na verloop - van vijf jaar; de vrouw kan dat ook doen. Zulke regels, al zijn - ze niet algemeen, wijzen, zooals Merrick zegt (art. "Marriage", - Dictionary of Christian Antiquities), op een bereidwilligheid - "om tegemoet te komen aan speciale gevallen, als ze zich voordoen". - - Toen de canonieke wet star begon te worden en de Katholieke - kerk haar geschiktheid verloor om zich aan het leven aan te - passen, werden sexueele variaties niet langer erkend binnen haar - sfeer. We moeten voor eenige verdere beweging wachten tot de - Hervorming. Velen van de eerste Protestantsche hervormers, vooral - in Duitschland, waren bereid zich in een aanzienlijke mate naar het - leven te schikken in de sexueele verhoudingen. Zoo raadde Luther - aan getrouwde vrouwen, die impotente mannen hadden aan, in geval - er geen wensch bestond of geen gelegenheid tot echtscheiding, - om sexueele verhoudingen te hebben met een anderen man, liefst - met den broeder van den man; de kinderen werden dan gerekend - te zijn van den echtgenoot ("Die Sexuelle Frage bei Luther", - Mutterschutz, Sept. 1908). - - In Engeland kon de puriteinsche geest, die zich in zoo ruime mate - bezig hield met de hervorming van het huwelijk, wel niet anders dan - betrokken raken in de kwestie van sexueele variaties, en van tijd - tot tijd vinden wij het voorstel om de polygynie te wettigen. Zoo - publiceerde, in 1658, "A Person of Quality" in Londen een klein - geschriftje, dat aan den Lord Protector was opgedragen, getiteld - A Remedy for Uncleanness. Het was in den vorm van een aantal - vragen gesteld, vragend waarom we niet polygamie zouden toelaten, - om echtbreuk en kindermoord te voorkomen. De schrijver vraagt, of - het niet "zou overeen te brengen zijn met een geest van genade, - en in alle opzichten overeenkomstig de principes van een man, - die godvreezend is en de heiligheid lief heeft, om meer dan een - vrouw te hebben voor zijn eigen gebruik... Hij, die den os of den - ezel neemt van een ander man is ongetwijfeld een overtreder; maar - hij, die zich buiten de verleiding stelt door ze zelf te hebben, - schijnt een recht, eerlijk en welmeenend man te zijn". - - Meer dan een eeuw later (1780), heeft ook een knap, geleerd - en beroemd Londensch geestelijke van hoog karakter (die - een rechtsgeleerde was geweest eer hij geestelijke werd), - de Reverent Martin Madan, de polygamie aangeraden in een boek, - genaamd Thelyphthora: or a Treatise of Female Ruin. Madan was in - nauw contact gebracht met de prostitutie door een kapelaanschap - in het Lock Hospital, en, evenals de puriteinsche advocaat van - de polygamie, kwam hij tot de conclusie, dat het alleen door de - hervorming van het huwelijk mogelijk is tegen de prostitutie - te werken en tegen de nadeelen van sexueelen omgang buiten - het huwelijk. Zijn merkwaardig boek wekte veel tegenspraak - en veroordeeling, zoodat hij het wenschelijk vond Londen te - verlaten en buiten te gaan wonen. Voorstellen tot verandering - van het huwelijk zijn sindsdien nooit weer van de kerk gekomen, - maar van moralisten en philosophen, niet zelden echter van - schrijvers van bepaald godsdienstig karakter. Senancour, die een - zoo gevoelige en teere moralist in de sexueele sfeer was, voerde - een gematigde bespreking over polygamie in in zijn De l'Amour - (deel II, p. 117-126). Het scheen hem toe, dat ze niet positief - tegenovergesteld aan en niet positief in overeenstemming met de - algemeene neiging van onze tegenwoordige conventies was, en hij - besloot, dat "de methode van bemiddeling voor een deel zou zijn - niet langer te eischen, dat de vereeniging van een man en een - vrouw alleen zou ophouden met den dood van een van beiden". Cope, - de bioloog, uitte een meer gedecideerde opinie. "Er zijn sommige - gevallen van ontbering", zeide hij, "waarvoor zulk een permissie - het geneesmiddel zou zijn. Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn, - als de man of de vrouw het slachtoffer waren geworden van een - ongeneeslijke ziekte; of, als beide partijen kinderloos waren, - of in andere gevallen, die men zich denken kan". Er moest geen - dwang zijn in eenige richting, en volle verantwoordelijkheid, - zooals nu. Zulke gevallen moesten alleen maar als uitzondering - voorkomen, en ze moesten de vijandschap van de maatschappij niet - opwekken. Voor het grootste deel, merkt Cope op, "is de beste - wijze om de polygamie te behandelen ze aan zich zelf over te - laten" (E. D. Cope. "The Marriage Problem", Open Court, Nov. 15 - en 22 1888). In Engeland was Dr. John Chapman, de uitgever van - de Westminster Review, een nauw bondgenoot van de leiders van - de beweging der Radicalen in het tijdperk van Victoria, tegen - het geven van voorschriften door den Staat over den vorm van het - huwelijk; hij meende, dat een zekere mate van sexueele variatie - weldadig zou zijn voor de maatschappij. Zoo schreef hij in 1884 - (in een vertrouwelijken brief): "Ik denk, dat, naarmate de menschen - minder zelfzuchtig worden, polygamie (d.i. polygynie) en zelfs - polyandrie, in een veredelden vorm, steeds meer zullen voorkomen". - - James Hinton, die een paar jaren later veel gedachten en veel - aandacht wijdde aan de sexueele kwestie, en ze zelfs beschouwde - als het grootste van de moreele problemen, was evenzeer voor een - grootere aanpassing aan het leven en aan menschelijke behoeften - van de huwelijksregelingen, en een zooals de Christelijke - kerk in het eerst toeliet. Het huwelijk, verklaarde hij, moet - "ondergeschikt zijn aan den dienst", daar het huwelijk, evenals - de Sabbath, gemaakt is voor den mensch en niet de mensch voor - het huwelijk. Zoo wilde hij, in het geval dat de eene deelgenoot - krankzinnig werd, den anderen deelgenoot toestaan te hertrouwen, - terwijl de aanspraken van den krankzinnigen deelgenoot geldig - bleven in geval van herstel. Dat zou een vorm zijn van polygamie, - maar Hinton was er zorgvuldig op bedacht er op te wijzen, dat - hij met "polygamie" bedoelde "minder een speciale huwelijksorde, - dan wel zulk een orde als het best aan het doel beantwoordt, en - die dus buitengemeen veranderlijk moet wezen. De monogamie moge - goed zijn, zelfs de eenige goede orde, als ze komt bij vrije keuze; - maar een wet ervoor is een ander ding. De sexueele verhouding moet - een natuurlijke zaak zijn. Het ware maatschappelijke leven zal niet - zijn eenige vastgestelde en bepaalde verhouding, als van monogamie, - polygamie, of iets anders, maar een volkomen ondergeschiktheid van - iedere sexueele verhouding aan de rede en het menschelijk welzijn". - - Ellen Key, die een enthoesiast voorstandster is van de - monogamie, en die meent, dat de ontwikkeling in de beschaafde - maatschappij van persoonlijke liefde alle gevaar voor het - aangroeien van de polygamie uitsluit, geeft toch toe, dat er - variaties bestaan. Zij heeft dezelfde oplossingen van moeilijke - problemen voor oogen als Goethe voor zich had, toen hij in zijn - Stella trachtte aan te toonen, dat de kracht van banden van - liefde en teedere herinneringen te groot is om toe te laten, - dat ze door nieuwe verbroken zullen worden. Het probleem van - de sexueele variatie echter, merkt zij op (Liebe und Ethik, - p. 12) is, onder moderne voorwaarden van vorm veranderd, het - is niet langer de strijd tusschen den eisch van de maatschappij - van een strenge huwelijksorde en den eisch van het individu van - sexueele bevrediging, maar het is het probleem geworden van het - in harmonie brengen van de veredeling van het ras met verhoogde - eischen van erotisch geluk. Zij wijst er ook op, dat het bestaan - van een deelgenoot, die behoefte heeft aan den zorg van den anderen - deelgenoot als verpleegster of als intellectueele makker, dien - anderen deelgenoot in het geheel niet berooft van het recht op - vaderschap en moederschap, en dat zulke rechten moeten beschermd - worden. (Ellen Key, Ueber Liebe und Ehe, pp. 166-168). - - Een op den voorgrond tredend en groot voorstander van de - polygynie, niet als een slechts zelden voorkomende variatie, - maar als een huwelijk van hooger orde dan de monogamie, wordt - tegenwoordig gevonden in Professor Christian von Ehrenfels - van Praag (zie b.v. zijn Sexualethik, 1908; "Die Postulate - des Lebens". Sexual-Probleme, Oct. 1908; en brief aan Ellen - Key in haar Ueber Liebe und Ehe, p. 466). Ehrenfels meent, - dat het aantal mannen, dat ongeschikt is voor een bevredigende - reproductie veel grooter is dan dat van vrouwen, en dat daarom, - als deze buiten beschouwing gelaten worden, een polygynische - huwelijksorde noodig wordt. Hij noemt dit "reproductie-huwelijk" - (Zeugungsehe), en denkt dat het moreel hooger zal staan dan - dit. Het zou gebaseerd zijn op persoonlijke contracten. Ehrenfels - meent, dat de vrouwen geen bezwaar zouden hebben, omdat een vrouw, - naar hij gelooft, minder waarde hecht aan een man als minnaar dan - als vader van haar kind. Ehrenfeld's leer is ernstig aangevallen - van vele zijden, en zijn voorstellen zijn niet in den lijn van - onzen vooruitgang. Eenige radicale wijziging van de bestaande - monogame huwelijksorde is niet te verwachten, zelfs als het - algemeen erkend werd, hetgeen niet kan gezegd worden, dat ze - wenschelijk is. De kwestie van sexueele variaties, moeten we ons - herinneren, is niet een kwestie van het invoeren van een geheel - nieuwen vorm van huwelijk, maar alleen van het erkennen van het - recht van individuen, om buitengewone gevallen van dat huwelijk - aan te nemen, en van het erkennen van de daarmee overeenstemmende - verplichtingen van zulke individuen om de verantwoording op zich te - nemen van ieder van die afwijkende vormen, die ze het beste zullen - vinden. Voor zoover de kwestie van de sexueele variatie van het - huwelijk meer is dan dit, is ze, volgens Hinton, een dynamische - methode om te werken aan de afschaffing van de gevaarlijke - promiscuïteit van de prostitutie. Een strenge huwelijksorde - sluit prostitutie in zich; een buigzame huwelijksorde maakt voor - een groot deel--hoewel misschien niet geheel--de prostitutie - overbodig. De democratische moraal van tegenwoordig is, voor - zoover de aanwijzingen gaan, tegenovergesteld aan een klasse van - quasi-slaven, met verminderde maatschappelijke rechten, zooals de - prostituées altijd in meerdere of mindere mate vormen. Het blijkt - ook tamelijk duidelijk, dat de snel aangroeiende invloed van de - medische hygiëne aan dezelfde zijde werkt. Wij mogen daarom in - de toekomst redelijkerwijze een langzame, maar gestadige toename - verwachten van de erkenning, en zelfs van de uitbreiding van die - variaties in de monogamische orde, die in werkelijkheid nooit - opgehouden hebben te bestaan. - - -Het is bedroevend, dat het, in dezen tijd van de wereldgeschiedenis, -bijna twee duizend jaar nadat de wijze wetgevers van Rome hun -werk voltooid hadden, nog noodig is tot het besluit te komen, -dat we tegenwoordig eerst in een der eerste stadiën zijn van -het plaatsen van het huwelijk op een redelijke en menschelijke -basis. Ik heb er herhaaldelijk op gewezen in hoe groote mate de -canonieke wet verantwoordelijk geweest is voor deze vertraging in de -ontwikkeling. Men kan inderdaad zeggen, dat de geheele houding van -de Kerk, nadat ze volkomen wereldlijke heerschappij verkregen had, -verantwoordelijk moet gesteld worden. In de vroegere eeuwen was de -houding van het Christendom over het geheel bewonderenswaardig. Het -hield groote idealen hoog, maar het onthield zich van het opdringen van -deze idealen tot iederen prijs; zoo bleven de idealen echt en konden ze -niet ontaarden in enkel huichelachtige ledige vormen; veel buigzaamheid -werd toegestaan, als ze voor het welzijn der menschen scheen noodig -te zijn en als ze ingesteld werd om kwaad en onrechtvaardigheid te -vermijden. Maar, toen de Kerk wereldlijke macht verkreeg, en toen die -macht geconcentreerd raakte in de handen van Pausen, die moreele en -godsdienstige belangen ondergeschikt maakten aan politieke belangen, -toen sloeg men de aanspraken van het verstand en de humaniteit in -den wind. Het ideaal werd niet meer een feit dan het tevoren was, -maar het werd nu behandeld als een feit. De menschelijke verhoudingen -bleven wat zij tevoren waren, even gecompliceerd en verschillend, -maar van nu af aan werd éen streng willekeurig voorbeeld gesteld, -dat bewonderenswaardig was als een ideaal, maar erger dan ledig -als een vorm, en alle afwijkingen daarvan werden behandeld òf als -niet te bestaan òf als verkeerd. Alle leven werd uit de meest vitale -menschelijke instellingen verdreven en eerst nu begint er weer beweging -in te komen. - -Als wij--resumeerend--den loop nagaan, die de regeling van het huwelijk -gehad heeft in het Christelijke tijdperk, het eenige tijdperk dat ons -onmiddellijk aangaat, dan is het niet moeilijk de hoofdlijnen ervan -te volgen. Het huwelijk begon als een bijzondere instelling, die de -kerk, zonder ze te kunnen controleeren, bereid was in te zegenen, -zooals ze zoo menige andere wereldlijke zaak inzegende; zij probeerde -nog niet de natuurlijke aanpassing ervan aan menschelijke behoeften te -beperken. Maar langzamerhand en onmerkbaar, zonder tusschenkomst van de -wet, verkreeg het Christendom de volle heerschappij over het huwelijk, -overeenkomstig de reeds ontwikkelde opvattingen over het kwaad van -den lust, de deugd der kuischheid, de doodzonde van de ontucht, en, -na door den invloed van deze heerschende opvattingen de buigzaamheid -van het huwelijk in alle richtingen te hebben beperkt, plaatste ze het -op een verheven, maar smal voetstuk als een sacrament. Om redenen, die -in het geheel niet liggen in de natuur van de sexueele verhoudingen, -maar die waarschijnlijk aan de priester-wetgevers dringend toeschenen, -die haar assimileerden met de wijding tot priester, werd het huwelijk -voor onontbindbaar verklaard. Niets was zoo gemakkelijk om binnen -te gaan als de poort van het huwelijk, maar, evenals een muizenval, -ging ze alleen naar binnen open en niet naar buiten; eens er in, kon -men er levend niet weer uit komen. De regeling van het huwelijk door -de kerk was, terwijl ze, evenals het coelibaat van de geestelijkheid, -een succes was uit het oogpunt van kerkelijke politiek, en zelfs -in het eerst uit het oogpunt van beschaving, want ze bracht orde in -een maatschappelijken chaos, toch op den langen duur een mislukking -uit een oogpunt van maatschappij en moraal. Aan den eenen kant -verviel ze in belachelijke spitsvondigheden en haarkloverijen; aan -den anderen kant had ze, omdat ze niet berustte op hetzij de rede -of op de menschelijkheid, niets van die geschiktheid tot aanpassen -aan de behoeften van het leven, die het Christendom in zijn eersten -tijd in zoo ruime mate behield, terwijl het toch verheven idealen -hoog hield. Aan den traditioneelen kant werd dit huwelijkswetboek -onbeholpen en onpractisch; aan den biologischen kant was het een -wanhopige misgreep. Zoo was dus de weg gebaand tot de opvatting der -Protestanten van het huwelijk als een contract, maar die opvatting -werd minder op den voorgrond gebracht ter wille van zich zelf, -dan als een protest tegen de moeilijkheden en dwaasheden van de -Katholieke canonieke, wet. Deze beschouwing als contract, die nog -in ruime mate bestaat, zelfs nu nog, nam spoedig veel over van de -leerstellingen van de canonieke wet over het huwelijk, en werd in -de praktijk een soort van hervormde en verwereldlijkte canonieke -wet. Ze paste zich eenigszins meer aan aan de moderne behoeften, -maar ze behield veel van de starheid van het Katholieke huwelijk -zonder den sacramenteelen aard ervan, en ze deed nooit een poging -om meer dan in naam een contract te worden. Ze is te beschouwen als -een compromis van deelen, die niet bij elkaar passen en ze is een -overgangsstadium geweest naar het vrije persoonlijke huwelijk. Wij -kunnen die phase herkennen in de neiging, die in de beschaafde landen -duidelijk uitgesproken is, naar een steeds toenemende rekbaarheid -van het huwelijk. Het denkbeeld en zelfs het feit van het huwelijk -door overeenstemming en van de echtscheiding bij gebrek aan die -overeenstemming, waar we nu heen gaan, is in werkelijkheid nooit -geheel uitgestorven geweest. In de Latijnsche landen is het blijven -bestaan in de traditie van de Romeinsche wet; in de Engelsch sprekende -landen is het samengegroeid met den geest van het puritanisme, die er -op aandringt, dat in de dingen die het individu alleen aangaan, het -individu zelf opperste rechter moet zijn. Die leer, toegepast op het -huwelijk, werd in Engeland schitterend tot uitdrukking gebracht door -het genie van Milton, en in Amerika is zij het zuurdeesem geweest, -dat nog voortwerkt in de huwelijkswetgeving naar een onvermijdelijk -doel, dat nog nauwelijks in het zicht is. Het huwelijkssysteem -van de toekomst zal op het oude Christelijke systeem gelijken in -zoover het den geheiligden en sacramenteelen aard zal erkennen -van de sexueele verhouding, en het zal gelijken op de burgerlijke -opvatting in zooverre het er op zal aandringen, dat het huwelijk, -wat de voortplanting aangaat, openlijk door den Staat zal worden -geregistreerd. Maar in tegenstelling met de kerk zal het erkennen, -dat het huwelijk, in zoover het zuiver een sexueele verhouding is, -een persoonlijke zaak is, waarvan de voorwaarden moeten overgelaten -worden aan de personen, die er in betrokken zijn; en in tegenstelling -met de burgerlijke theorie zal het erkennen, dat het huwelijk in -zijn wezen een feit is en geen contract, hoewel het aanleiding kan -geven tot contracten, zoolang die contracten dat essentieele feit niet -raken. En in een opzicht zal het gaan boven de kerkelijke opvatting en -de burgerlijke opvatting beide. De mensch heeft in den laatsten tijd -de heerschappij verkregen over zijn eigen voortbrengende krachten, en -die heerschappij brengt mee een verplaatsen van het centrum van den -ernst van het huwelijk, in zooverre het huwelijk een staatszaak is, -van de vagina naar het kind, dat de vrucht is van den schoot. Het -huwelijk, als een instelling van den Staat, zal zich concentreeren, -niet om de sexueele verhouding, maar om het kind, dat het resultaat -is van die verhouding. In zooverre het huwelijk een onschendbaar -openlijk contract is, zal het van zulk een aard zijn, dat het vanzelf -met zijn bescherming zal dekken ieder kind, dat in de wereld geboren -wordt, zoodat ieder kind een wettigen vader en een wettige moeder -zal hebben. Aan den eenen kant heeft het huwelijk dus neiging om -minder bindend te worden; aan den anderen kant heeft het neiging meer -bindend te worden. Aan den persoonlijken kant is het een intieme en -heilige verhouding, waarmee de Staat niet te maken heeft; aan den -maatschappelijken kant is het het aannemen van het verantwoordelijk -openlijk borg zijn voor een nieuw lid van den Staat. Sommigen onder -ons zijn bezig de eerste van deze beschouwingswijzen van het huwelijk -te bevorderen, anderen de tweede. Beide zijn noodig om een volkomen -harmonie te vormen. Het is noodig de twee beschouwingswijzen van -het huwelijk afzonderlijk te houden, om gelijkelijk rechtvaardigheid -te betrachten jegens het individu en jegens den Staat, maar als het -huwelijk zijn idealen staat bereikt, worden die twee beschouwingswijzen -tot een. - -Wij hebben nu de bespreking van het huwelijk, zooals het zich voordoet -aan den modernen mensch, die geboren is in wat in middeleeuwsche -dagen het Christendom genoemd werd, voltooid. Het was geen -gemakkelijk onderwerp om te bespreken. Het is werkelijk een zeer -moeilijk vraagstuk, en eerst na vele jaren zal het mogelijk zijn de -voornaamste richting te ontdekken van de schijnbaar aan elkander -tegenovergestelde en verwarde stroomingen, als men er zelf midden -in is. Voor een Engelschman is het misschien bijzonder moeilijk, -want de Engelschman is vóor alles een eiland-bewoner; in dat feit -liggen alle deugden die hij bezit, zoowel als zijn ondeugden [370]. - -Toch loont het de moeite te trachten een hoogte te beklimmen, vanwaar -we den stroom van de neiging der maatschappij kunnen beschouwen in -zijn ware proporties en de richting ervan kunnen taxeeren. Het is -noodig dat te doen, als wij waarde hechten aan den vrede van onzen -geest in een eeuw, waarin de geesten van de menschen in beweging -worden gebracht door vele kleine beproevingen, die niets te maken -hebben met hun groote tijdelijke belangen, om nog niets te zeggen -van hun eeuwigheidsbelangen. Als wij een ruim overzicht over de -vaststaande biologische feiten van het leven gekregen hebben, als -wij de groote stroomingen zien, die te zamen het plan vormen van de -menschelijke zaken, dan kunnen wij met kalmte toezien op de kleine -maatschappelijke veranderingen, die in onze eeuw plaats vinden, -zooals zij plaats vinden in iedere eeuw. - - - - - - - - - -HOOFDSTUK XI - -DE KUNST VAN LIEFHEBBEN - - - Het huwelijk is er niet alleen voor de voortplanting.--Theologen - over het "sacramentum solationis".--Het belang van de kunst van - liefhebben.--De grondslag van bestendigheid in het huwelijk en - de voorwaarde voor juiste voortplanting.--De kunst van liefhebben - is het bolwerk tegen de echtscheiding.--De eenheid van liefde en - huwelijk is een principe van de moderne moraal.--Het Christendom - en de kunst van liefhebben onder natuurvolken.--Sexueele inwijding - in Afrika en elders.--De neiging tot spontane ontwikkeling van de - kunst van liefhebben in de jeugd.--Flirt.--Sexueele onwetendheid - bij vrouwen.--De plaats van den echtgenoot bij de sexueele - inwijding.--Sexueele onwetendheid bij mannen.--De opvoeding van - den echtgenoot voor het huwelijk.--Het onheil gesticht door de - onwetendheid van den man.--De physieke en psychische gevolgen van - den onbeholpen coïtus.--Vrouwen verstaan de kunst van liefhebben - beter dan mannen.--Oude en nieuwe meeningen over de veelvuldigheid - van den coïtus.--Verschillen in sexueele potentie.--De sexueele - begeerte.--De kunst van liefhebben berust op de biologische feiten - van het hof-maken.--De kunst aan vrouwen te behagen.--De minnaar - vergeleken bij den musicus.--Het aanzoek als een deel van het - hof-maken.--Divinatie in de kunst van liefhebben.--Het belang - van de preliminariën bij het aanzoek.--De onbeholpenheid van den - echtgenoot is dikwijls oorzaak van de koelheid der vrouw.--De - moeilijkheid van het hof-maken.--Gelijktijdig orgasme.--De - nadeelen van onvolkomen bevrediging bij de vrouw.--Coïtus - interruptus.--Coïtus reservatus.--De menschelijke wijze - van coïtus.--Variaties in coïtus.--Houding bij coïtus.--De - beste tijd voor den coïtus.--De invloed van coïtus in het - huwelijk.--De voordeelen van afwezigheid in het huwelijk.--De - gevaren van afwezigheid.--Jaloezie.--De oorspronkelijke functie - der jaloezie.--Het veel vóorkomen ervan bij dieren, natuurvolken - en in pathologische toestanden.--Een tegen-maatschappelijk - gevoel.--Jaloezie laat zich niet vereenigen met den vooruitgang - der beschaving.--De mogelijkheid méér dan een persoon tegelijk - lief te hebben.--De platonische vriendschap.--De voorwaarden, - die ze mogelijk maken.--Het moederlijk element in de liefde der - vrouw.--De eind-ontwikkeling van de huwelijksliefde.--Het vraagstuk - der liefde is een van de grootste maatschappelijke kwesties. - - -Het zal uit de voorafgaande bespreking wel duidelijk zijn geworden, -dat er in ieder huwelijk twee elementen zijn, beide even noodig om dat -huwelijk volkomen te doen wezen. Aan den eenen kant is het huwelijk -een vereeniging door wederzijdsche liefde ontstaan, die alleen door -het koesteren van zulk een liefde in stand gehouden kan worden als -een werkelijkheid, afgezien van de uitsluitend vormelijke zijde -ervan. Aan den anderen kant is het huwelijk een methode om het ras -voort te planten en heeft het zijn doel in de nakomelingschap. Aan -den eenen kant is het doel ervan de erotische liefde, aan den anderen -kant het ouderschap. Beide deze doeleinden zijn al sinds lang algemeen -erkend geweest. Wij vinden ze bij voorbeeld openlijk genoemd in de -huwelijksdienst van de kerk van Engeland, waar gezegd wordt, dat het -huwelijk bestaat "zoowel tot wederzijdsch gezelschap, hulp en steun, -die de een van den ander noodig heeft, als ook tot het voortbrengen -van kinderen". Zonder den factor van wederzijdsche liefde kunnen de -juiste voorwaarden voor de voortplanting niet bestaan; zonder den -factor der voortplanting blijft de sexueele vereeniging, hoe mooi en -heilig deze verhouding op zichzelf ook zijn mag, in haar wezen, een -persoonlijke verhouding, onvolkomen als huwelijk en zonder openbare -beteekenis. Daarom wordt het noodig de voorafgaande bespreking van het -huwelijk in zijn algemeene trekken aan te vullen met een laatste en -meer intieme beschouwing van het huwelijk in zijn wezen, voor zoover -het de kunst van liefhebben en de wetenschap der voortplanting omvat. - - - Wij hebben reeds gelegenheid gehad van tijd tot tijd te verwijzen - naar hen, die, van verschillend standpunt uitgaande, getracht - hebben het doel van het huwelijk te beperken en het eene of het - andere van zijn elementen te onderdrukken. (Zie b.v., boven, - p. 135). - - De moderne neiging is geweest den factor der voortplanting uit - te sluiten en de huwelijksbetrekkingen alleen te beperken tot - de verhouding van de twee partijen tot elkaar. Afgezien van het - feit, waarvan het onnoodig is er weer de aandacht op te vestigen, - dat, uit publiek en maatschappelijk standpunt, een huwelijk - zonder kinderen, hoe belangrijk het ook zijn kan voor de twee - personen, die het aangaat, een verhouding is zonder eenige openbare - beteekenis, moeten we verder zeggen, dat ook het erotische leven - zelf onder afwezigheid van kinderen kan lijden, want in het normale - erotische leven, vooral bij vrouwen, heeft de sexueele liefde - neiging uit te groeien tot ouderliefde. Bovendien wordt de volle - ontwikkeling van die wederzijdsche liefde en afhankelijkheid bij - de afwezigheid van kinderen met moeite verkregen, en er ontbreekt - die allernauwste der banden, de wederkeerige samenwerking van twee - personen bij het voortbrengen van een nieuw wezen. Het volmaakte - en volkomen huwelijk in zijn volle ontwikkeling is een drieëenheid. - - Zij, die den erotischen factor uit het huwelijk hebben trachten - te verwijderen als niet tot het wezen ervan behoorende, of in - ieder geval als alleen toe te laten als strikt ondergeschikt aan - het doel van de voortplanting, hebben zich van tijd tot tijd in - verschillende tijdperken doen hooren. Zelfs de ouden, Grieken en - Romeinen gelijkelijk, raadden in hun meer ernstige oogenblikken - de verwijdering aan van het erotisch element uit het huwelijk, - en wilden het beperken tot buitenechtelijke verhoudingen, dat - is te zeggen voor zoover het mannen aanging; voor de erotische - behoeften van getrouwde vrouwen hadden ze geen bepalingen te - maken. Montaigne, die vervuld was van den geest der klassieke - tradities, heeft uitmuntend de redenen uiteengezet, die pleiten - voor het verwijderen der erotische belangen uit het huwelijk: - "Men trouwt niet voor zichzelf, wat er ook gezegd wordt; - een man trouwt evenzeer, of meer nog, voor zijn nageslacht, - voor zijn familie, de gewoonte en het belang van het huwelijk - raken meer het ras dan ons zelf.... Zoo is het een soort van - bloedschande om in deze waardige en geheiligde verhouding, de - krachtsinspanningen en de buitensporigheden van de losbandigheid - der liefde te verbruiken" (Essais, Boek I, hoofdstuk XXIX; Boek - III, hoofdst. V). Dit gezichtspunt was zeer aannemelijk voor de - eerste Christenen, die echter met opzet den tegenovergestelden - kant ervan voorbijzagen, het hebben van erotische belangen buiten - het huwelijk. "Omgang te hebben behalve voor de voortplanting", - zeide Clemens van Alexandrië (Paedagogus, Boek II, hoofdst. X) - "is de natuur onrecht aandoen". Terwijl deze bewering echter - waar is voor de lagere dieren, is ze niet waar voor den mensch, - en vooral niet voor den beschaafden man, wiens erotische behoeften - veel meer ontwikkeld zijn, en veel nauwer verbonden met het beste - en edelste deel van zijn organisme, dan het geval is bij de dieren - in het algemeen. Voor het dier bestaat er geen sexueele begeerte - behalve als ze in het leven geroepen wordt door de voorwaarden, - die behooren tot de voortplantings-noodzakelijkheden. Het is - geheel anders bij den mensch, voor wien, zelfs als de kwestie van - de voortplanting geheel uitgesloten is, sexueele liefde toch een - voortdurende behoefte is, en zelfs een voorwaarde voor de mooiste - geestelijke ontwikkeling. Daarom heeft de Katholieke kerk, terwijl - ze met bewondering een zelfbeheersching in het huwelijk beschouwde, - die sexueele verhoudingen uitsloot behalve voor het doel van de - voortplanting, den heiligen Augustinus gevolgd in zoover ze omgang, - afgezien van de voortplanting met groote toegevendheid behandelde, - en dan als een vergeeflijke zonde. Hier was de kerk echter geneigd - de grens te stellen, en het schijnt wel, dat in 1679 Innocentius - XI het voorstel verwierp, waarbij de "huwelijksdaad, gedaan alleen - voor pleizier, uitgesloten wordt zelfs van de vergeeflijke zonde". - - Protestantsche theologen zijn geneigd geweest verder te gaan, - en daarbij vonden zij eenige autoriteit zelfs bij de Katholieke - schrijvers. Johannes à Lasco, de Katholieke bisschop, die - protestant werd en zich tijdens de regeering van Edward VI in - Engeland vestigde, volgde menigen middeleeuwschen theoloog, toen - hij het sacramentum solationis erkende, naast de proles, als een - element van het huwelijk. Cranmer zeide, in zijn huwelijksdienst - van 1549, dat "wederkeerige hulp en steun", zoowel als de - voortplanting het doel van het huwelijk vormen. (Wickham Legg, - Ecclesiological Essays, p. 204; Howard, Matrimonial Institutions, - deel I, p. 398). Moderne theologen spreken nog duidelijker. "De - sexueele daad", zegt Northcote (Christianity and Sex-Problems, - p. 59), "is een daad van liefde. Behoorlijk geregeld, leidt - zij tot de zedelijke welvaart van het individu en bevordert zijn - capaciteit als lid van de maatschappij. De daad zelf, en de daarmee - verbonden gemoedsbewegingen brengen het psychische leven machtig - in beweging". In een vroeger tijd heeft ook Schleiermacher, in - zijn Brieven over Lucinde, gewezen op de groote beteekenis van - de liefde voor de ontwikkeling van het individu. - - Edward Carpenter merkt naar waarheid op, in Love's Coming of Age, - dat de sexueele liefde niet alleen physiek tot scheppen noodig - is, maar ook psychisch. Ook Bloch komt (The Sexual Life of Our - Time, hoofdst. VI) tot het besluit, dat "liefde en de sexueele - omhelzing niet alleen hun doel hebben in de voortplanting, maar - dat zij noodzakelijk een doel op zichzelf vormen en noodig zijn - voor het leven, de ontwikkeling, en den innerlijken groei van - het individu zelf". - - -Er wordt door sommigen, die toegeven, dat wederzijdsche liefde een -grondvoorwaarde is voor het huwelijk, beweerd, dat zulke liefde, -als ze eens bij het begin erkend is, voor uitgemaakt kan gehouden -worden, en dat er geen verdere bespreking over noodig is; er is, -naar zij meenen, geen kunst van liefhebben, die geleerd of onderwezen -kan worden; ze komt van nature. Niets kan verder van de waarheid af -zijn, vooral wat den beschaafden mensch aangaat. Zelfs de elementaire -daad van den coïtus moet aangeleerd worden. Niemand zou een strenger -puriteinsch gezichtspunt over sexueele zaken hebben kunnen aannemen -dan Sir James Paget, en toch verklaarde Paget (in zijn lezing over -"Sexual Hypochondriasis"), dat "Onwetendheid over sexueele zaken een -groote eigenaardigheid schijnt te zijn van het meer beschaafde deel van -het menschelijk ras. Onder ons gezegd, het is zeker, dat de methode van -het paren geleerd moet worden, en dat zij, aan wie het nooit geleerd -wordt, er onwetend in blijven". Gaillard merkt dan eveneens op (in -zijn Clinique des Maladies des Femmes), dat jonge menschen, evenals -Daphnis in de idylle van Longus, een mooi Lycenion noodig hebben om ze -praktisch zoowel als theoretisch in deze zaken een goede opvoeding te -geven, en hij meent, dat moeders haar dochters bij het huwelijk moesten -inlichten en vaders hun zoons. Philosophen hebben van tijd tot tijd -den ernst van deze kwesties erkend en hebben er over gediscussieerd; -zoo besprak Epicurus, zooals Plutarchus ons vertelt [371], met zijn -leerlingen verschillende sexueele zaken, zoo als de juiste tijd voor -den coïtus; maar toen waren er evenals nu obscuranten, die zelfs de -centrale feiten van het leven wilden overlaten aan het toeval en aan -de onwetendheid, en deze waren ontevreden op de philosophen. - -Er is echter in deze zaken veel meer te leeren dan de enkele -elementaire feiten van het sexueele verkeer. De kunst van liefhebben -sluit zulke grondfeiten van de sexueele hygiëne zeer zeker in zich, -maar ze omvat ook de geheele erotische discipline van het huwelijk, -en dat is de reden, waarom de beteekenis ervan zoo groot is, voor -het welzijn en het geluk van het individu, voor de bestendigheid van -sexueele vereenigingen, en indirect voor het ras, daar de liefdekunst -ten slotte de kunst is van het verkrijgen van de juiste voorwaarden -voor de voortplanting. - -"Het schijnt zeer waarschijnlijk", schreef Prof. E. D. Cope [372], -"dat, als het belang van dit onderwerp goed begrepen werd, en het, -wat zijn praktischen kant betreft, deel kon worden van een geschreven -maatschappelijke wetenschap, dan het monogamische huwelijk een veel -grooter succes zou hebben dan dikwijls in het werkelijke leven -gevonden wordt". Er kan niet de minste twijfel aan bestaan, dat -dit het geval is. In de groote meerderheid van huwelijken hangt het -succes uitsluitend af van de bekendheid met de kunst van liefhebben -van de twee personen, die het aangaan. Een levenslange monogamische -vereeniging kan wel blijven bestaan bij afwezigheid van de geringste -aangeboren of verkregen kunst van liefhebben, uit godsdienstige -onderwerping of zuivere domheid. Maar die houding begint nu minder -gewoon te worden. Naar we in het vorige hoofdstuk gezien hebben, -beginnen echtscheidingen meer voor te komen en gemakkelijker te -verkrijgen te zijn in alle beschaafde landen. Dit is een neiging van de -beschaving; het is een resultaat van den eisch, dat het huwelijk een -werkelijke verhouding moet zijn, en dat, als het ophoudt werkelijk te -zijn als verhouding, het dan ook moet ophouden als vorm te bestaan. Dat -is een onvermijdelijke neiging, die besloten ligt in onze aangroeiende -democratie, want de democratie schijnt meer te geven om werkelijkheden -dan om vormen, hoe eerbiedwaardig ze ook mogen zijn. We kunnen er -niet tegen strijden; en we moeten er ook niet tegen strijden, al -konden we het. - -Maar toch, terwijl we verplicht zijn de neiging tot echtscheiding te -ondersteunen, en er op aan te dringen, dat voor een geldig huwelijk -de wil noodig is van twee personen om het in stand te houden, is het -toch voor ieder moeilijk om te beweren, dat echtscheiding op zich zelf -wenschelijk is. Het is altijd de erkenning van een mislukking. Twee -personen, die, als zij ook maar in de geringste mate bewogen zijn -geweest door den normalen en regelmatigen impuls van de sexueele keuze, -elkander als beminnelijk beschouwden, zijn, aan den eenen kant, of aan -den anderen kant, of aan beide kanten, gebleken niet beminnelijk te -zijn. Er is een mislukking geweest in de fundamenteele liefdekunst. Als -we een tegenwicht moeten vormen tegen het gemak van de echtscheiding, -dan is onze eenige gezonde wijze van handelen de standvastigheid van -het huwelijk en dat is alleen mogelijk door het aankweeken van de -kunst van liefhebben, de voornaamste grondslag van het huwelijk. - -Het is volstrekt niet overbodig op dit punt den nadruk te leggen. Er -zijn nog vele menschen, die het niet hebben kunnen inzien. Er zijn -zelfs menschen, die schijnen te meenen, dat het van geen belang is, -of er genoegen is bij de sexueele daad of niet. "Ik geloof niet, dat -wederzijdsch genoegen in de sexueele daad eenige speciale betrekking -heeft op het levensgeluk", merkte eens Dr. Howard A. Kelly [373] -op. Zulk een gezegde beteekent--als het ten minste iets beteekent--dat -de huwelijksband geen "speciale betrekking" heeft op het menschelijk -geluk; het beteekent, dat de weg vrij open moet gezet worden voor -echtbreuk en echtscheiding. Zelfs de meest perverse asceet van de -Middeleeuwen kon het nauwelijks wagen een bewering te uiten, zoo -lijnrecht tegenovergesteld aan de ervaringen van de menschheid, en -het feit, dat een beroemd gynaecoloog van de twintigste eeuw ze uiten -kan, met bijna het air van een waarheid te zeggen, is in ruime mate -een rechtvaardiging voor den nadruk, die het tegenwoordig noodig is -geworden op de liefdekunst te leggen. "Uxor enim dignitatis nomen est, -non voluptatis", dat was een oud heidensch gezegde. Maar het is niet -in harmonie met moderne denkbeelden. Het was zelfs niet geheel in -harmonie met het Christendom. Voor onze moderne moraal is de eenheid -van liefde en huwelijk een axioma [374]. - -De verwaarloozing van de liefdekunst is geen algemeen verschijnsel -geweest; het is meer speciaal een verschijnsel van het Christendom. De -geest van het oude Rome heeft ongetwijfeld Europa gepredisponeerd tot -zulk een verwaarloozing, want met hun ruw aankweeken van militaire -deugden en hun ongeschiktheid voor de fijnere gezichtspunten van -de beschaving waren de Romeinen bereid liefde te beschouwen als een -vergeeflijke zwakheid, maar ze waren niet, als een volk, bereid om -ze aan te kweeken als een kunst. Hun dichters vertegenwoordigen in -deze zaak het moreele gevoelen van hun beste burgers niet. Het is -werkelijk een feit van zeer groote beteekenis, dat Ovidius, de meest -bekende Latijnsche dichter, die veel over de kunst van liefhebben -heeft nagedacht, die kunst niet zoozeer met de moraliteit in verband -bracht als met de immoraliteit. Zooals hij het beschouwde, was de kunst -van liefhebben minder de kunst om een vrouw in haar huis te houden, -dan de kunst om haar er uit te lokken; het was eerder de kunst van -den echtbreker dan van den echtgenoot. Zulk een opvatting zou buiten -Europa onmogelijk zijn, maar ze bleek zeer gunstig te zijn aan den -groei van de Christelijke houding jegens de kunst van liefhebben. - - - De liefde als een kunst, zoowel als een hartstocht, schijnt in de - oudheid veel bestudeerd te zijn geworden, hoewel de resultaten van - die studie verloren zijn gegaan. Cadmus Milesius, zegt Suidas, - schreef veertien groote boekdeelen over den liefdehartstocht, - maar ze zijn nu niet meer te vinden. Rohde geeft in (Der - Griechische Roman, p. 55) een kort uittreksel uit de Grieksche - philosophische schrijvers over de liefde. Bloch (Beiträge zur - Psychopathia Sexualis, deel I, p. 191) somt de schrijfsters uit - de oudheid op, die de liefdekunst behandelden. Montaigne (Essais, - boek II, hoofdstuk V) geeft een lijst van oude klassieke boeken - over de liefde, die verloren zijn gegaan. Ook Burton (Anatomy - of Melancholy, uitgave van Bell, deel III, p. 2) geeft een lijst - van boeken over de liefde, die verloren zijn gegaan. Burton zelf - behandelde in den breede de menigvuldige teekenen van de liefde - en de depressieve symptomen ervan. Boissier de Sauvages gaf in 't - begin der achttiende eeuw een Latijnsche stelling uit, De Amore, - waarin hij de liefde ongeveer in denzelfden geest behandelt als - Burton, als een psychische ziekte, die behandeld moet worden - en genezen. - - De adem van het Christelijk ascetisme was over de liefde - heengegaan; ze was niet langer als in de klassieke dagen een kunst, - die beoefend, maar een ziekte, die genezen moest worden. De ware - erfgenaam van den klassieken geest in dezen was, evenals in zooveel - andere zaken, niet het Christendom, maar de Islam. The Perfumed - Garden van den Sheik Nefzaoui was waarschijnlijk geschreven in de - stad Tunis, in het begin der zestiende eeuw door een schrijver, - die tot het Zuiden van Tunis behoorde. De aanroeping, waarmee het - geschrift begint, toont duidelijk aan, dat het ver verwijderd is - van de opvatting van liefde als een ziekte: "Eere zij God, die de - grootste vreugde van den man gelegd heeft in de natuurlijke deelen - van de vrouw, en die de natuurlijke deelen van den man bestemd - heeft om de grootste genoegens te bereiden aan de vrouw". Het - Arabische boek, El Ktab, of "The Secret Laws of Love"; is een - modern werk door Omer Haleby Abu Othman, die in Algiers geboren - was uit een Noorsche moeder en een Turkschen vader. - - -Voor het Christendom was de permissie om aan den sexueelen impuls -toe te geven niets dan een concessie aan de menschelijke zwakheid, -een toegeven, dat alleen maar mogelijk was onder de voorzichtigste -voorzorgsmaatregelen. Bijna van het begin af aan begonnen de Christenen -de maagdelijkheid aan te kweeken, en zij konden zich niet in die -mate van hun gezichtspunt los maken, om voor de liefdekunst iets -te voelen. Al hun hartstochtelijke bewondering in de sexueele sfeer -ging uit naar de kuischheid. Door zulke idealen bezield konden ze de -menschelijke liefde alleen maar dulden door aan een specialen vorm -ervan het karakter te verleenen van een godsdienstig sacrament, en -zelfs die glans van het sacrament gaf aan de liefde een quasi-ascetisch -karakter, dat het denkbeeld uitsloot van de liefde te beschouwen -als een kunst [375]. Liefde verkreeg een godsdienstig element, -maar ze verloor een moreel element, daar, buiten het Christendom, -de liefdekunst een deel is van den grondslag van de sexueele moraal, -overal waar zoo'n moraal in eenige mate bestaat. In het Christendom -werd aan de liefde in het huwelijk overgelaten zich te redden zoo goed -als ze kon; de kunst van liefhebben was een kunst van twijfelachtig -allooi, waarvan men vond, dat ze een zeker verband had met de -immoraliteit en zelfs zelf immoreel was. Dat gevoel werd ongetwijfeld -versterkt door het feit, dat Ovidius de meest in het oog springende -meester was in de literatuur van de kunst van liefhebben. Zijn -literaire reputatie--die veel grooter was dan ze ons nu toeschijnt -[376]--gaf aan zijn kunst van liefhebben de plaats van het voornaamste -bestaande handboek over de liefde. Met het humanisme en de Renaissance -en de daarop volgende erkenning, dat het Christendom een zijde van -het leven voorbijgezien had, werd Ovidius' Ars Amatoria geplaatst op -een voetstuk, zooals nooit te voren of daarna. Het vertegenwoordigde -een schrede voorwaarts in de beschaving; het openbaarde de liefde niet -uitsluitend als een dierlijk instinct of als een ernstige plicht, maar -als een samengestelde, menschelijke en verfijnde verhouding, die moest -aangekweekt worden; "arte regendus amor". Bij Boccaccio geeft een wijs -leeraar den scholieren de Ars Amatoria van Ovidius in handen. In een -eeuw, die nog onder den druk was van den middeleeuwschen geest, was -het een handboek, waaraan veel behoefte was, maar het had het fatale -gebrek als handboek om de erotische eischen van het individu voor te -stellen als afgescheiden van de eischen van een goede maatschappelijke -orde. Het kwam nooit zoover, dat het het algemeen erkende handboek der -liefde werd, en in de oogen van velen drukte het op het onderwerp, -waar het over handelde, het stempel van te liggen buiten de grenzen -van de goede moraal. - -Als wij echter van een ruimer standpunt zien, en navraag doen -naar de tucht voor het leven, die in vele deelen van de wereld aan -jonge menschen wordt medegegeven, dan zullen we dikwijls bemerken, -dat de kunst van liefhebben, op verschillende wijzen begrepen, een -essentieel gedeelte is van die tucht. Hoewel de opvoedingsmethoden -bij natuurvolken kort, maar toch over het algemeen voldoende zijn, -sluiten ze niet zelden in een oefenen in die kunsten, die in de -huwelijksverhouding een vrouw aangenaam maken aan een man en een -man aan een vrouw, en het wordt dikwijls min of meer vaag erkend, -dat het hofmaken niet is een enkele inleiding tot het huwelijk, maar -een biologisch essentieel gedeelte van de geheele huwelijksverhouding. - - - Sexueele inwijding wordt zeer grondig in praktijk gebracht in - Azimbaland, in Centraal Afrika. H. Crawford Angus, de eerste - Europeaan, die het volk der Azimba bezocht, woonde een jaar - onder hen, en heeft een beschrijving gegeven van de Chensamwali, - of inwijdingsceremonie van meisjes. "Bij het eerste teeken van - de menstruatie bij een jong meisje wordt zij onderwezen in de - geheimen van de vrouwelijkheid en worden haar de verschillende - houdingen gewezen voor den sexueelen omgang. De vagina wordt - vrijelijk behandeld, en als ze niet tevoren verwijd is (hetgeen - gebeurd kan zijn op het oogstfeest, als een jongen en een meisje - verlof krijgen om samen over dag "huis te houden" en wanneer - quasi-omgang plaats vindt) wordt ze nu verwijd door middel van - een horen, die ingebracht en met een verband van boomschors - bevestigd wordt. Als alle teekenen van de menstruatie over zijn, - wordt er een algemeene aankondiging gedaan aan de vrouwen in het - dorp voor een dans. Bij dezen dans worden geen mannen toegelaten, - en alleen met heel veel moeite heb ik ik het gedaan gekregen er bij - tegenwoordig te zijn. Het meisje, dat "verdanst" zal worden, wordt - uit het kreupelbosch geleid naar de hut van haar moeder, waar zij - in eenzaamheid gehouden wordt tot den morgen van den dans. Op dien - morgen wordt ze in zittende houding op den grond gezet, terwijl de - danseressen een kring om haar heen vormen. Verschillende gezangen - worden dan gezongen met betrekking tot de genitaliën. Het meisje - wordt dan naakt uitgekleed en moet mimisch de voltrekking van - den sexueelen omgang doormaken, en als de bewegingen niet goed - uitgevoerd worden, zooals dikwijls het geval is als het meisje - jong is en verlegen, dan neemt een van de oudere vrouwen haar - plaats in en wijst haar hoe ze doen moet. Vele liederen worden - gezongen over de verhouding van mannen en vrouwen, en het meisje - wordt ingelicht over al haar plichten als ze trouwt. Haar wordt - ook geleerd, dat zij in den tijd van haar menstruatie onrein is, - en dat ze gedurende haar maandelijksche periode haar vulva moet - afsluiten met een bosje gras. Het doel van den dans is aan het - meisje de kennis van het huwelijksleven in te prenten. Aan het - meisje wordt geleerd trouw te zijn aan haar echtgenoot en hoe ze - zich gedragen moet tijdens de zwangerschap, en haar worden ook de - verschillende kunsten en methoden geleerd om zich verleidelijk - en aangenaam voor haar echtgenoot te maken, en om hem zoo in - haar macht te houden". (H. Crawford Angus, "The Chensamwali", - Zeitschrift für Ethnologie, 1898, Heft 6, p. 479). - - In Abyssinië, evenals op de kust van Zanzibar, worden jonge - meisjes, volgens Stecker (aangehaald door Ploss-Bartels, Das - Weib, afdeeling 119) geoefend in bekkenbewegingen, die haar - bekoorlijkheid bij den coïtus doen toenemen. Deze bewegingen, van - een draaienden aard, worden genoemd Duk-Duk. Niet op de hoogte te - zijn van Duk-Duk is een groote schande voor een meisje. Bij de - vrouwen van de Swahili in Zanzibar wordt een volkomen artistiek - systeem van heupbewegingen aangekweekt, dat bij den coïtus in - praktijk moet gebracht worden. Het is voornamelijk op de kust - in zwang, en een vrouw uit Swanghali wordt niet als een lady - "bibi" beschouwd, als ze niet met deze kunst bekend is. Zestig - tot tachtig jonge vrouwen oefenen deze bekkendans tezamen, soms - acht uren per dag, geheel naakt en zingen er bij. Publiek wordt - niet toegelaten. De dans, die een soort van inwijding is tot - den coïtus, is beschreven door Zache ("Sitten und Gebräuche der - Suaheli", Zeitschrift für Ethnologie, 1899, Heft 2-3, p. 72). De - beste danseressen verwekken algemeene bewondering. Bij het laatste - gedeelte van deze inwijding worden verschillende feiten ingevoegd, - om de handigheid en de zelfbeheersching van het meisje op den - proef te stellen. Zij moet bijvoorbeeld naar een vuur toe dansen en - midden uit dat vuur een ketel water, die tot het randje toe vol is, - weghalen zonder er mee te morsen. Aan het einde van drie maanden - is de oefening voorbij, en gaat het meisje in feestkleeding - naar huis. Zij kan nu ten huwelijk gekozen worden. Men zegt, - dat dergelijke gewoonten ook in Indië en elders bestaan. - - De Hebreërs hadden erotische dansen, die ongetwijfeld in verband - stonden met de kunst van liefhebben in het huwelijk, en onder - de Grieken, en hun leerlingen, de Romeinen, bestond nog de - opvatting van liefde als een kunst, die behoefte heeft aan - oefening, behendigheid en aankweeking. Die opvatting werd teniet - gedaan door het Christendom, dat, hoewel het de instelling van - het huwelijk heiligde, die sexueele liefde naar beneden haalde, - die in normale omstandigheden de inhoud is van het huwelijk. - - In 1176 werd door een baron en een barones van Champagne, - de kwestie of liefde bestaanbaar is met het huwelijk voor - een liefdesgerechtshof gebracht. "Neen", zeide de baron, "ik - bewonder en eerbiedig de zoete intimiteit van getrouwde paren, - maar ik kan het geen liefde noemen. Liefde wenscht bezwaren te - overwinnen, geheimzinnigheid, gestolen gunsten. Nu erkennen man - en vrouw vrijmoedig hun verhouding; zij bezitten elkander zonder - tegenspraak en zonder terughouding. Dan kan het geen liefde zijn, - die zij ondervinden". En na rijpe overweging namen de dames van het - hof de conclusies van den baron aan (E. de la Bedollière, Histoire - des Moeurs des Français, dl. III, p. 334). Er was ongetwijfeld - een grond van waarheid in de beweringen van den baron. Toch mag - wel betwijfeld worden of het in eenig niet Christelijk land ooit - mogelijk zou geweest zijn om de leer aangenomen te krijgen, - dat liefde en huwelijk onvereenigbaar zijn. Deze leer was - echter, zooals Ribot aantoont in zijn Logique des Sentiments, - onvermijdelijk, toen, zooals bij de middeleeuwsche edelen, het - huwelijk alleen maar een politiek of huiselijk verdrag was en - daarom niet een methode kon zijn tot moreele verheffing. - - "Hoe komt het", vroeg Rétif de la Bretonne, tegen het - einde van de achttiende eeuw, "dat meisjes, die geen moraal - hebben, verleidelijker zijn en beminnelijker dan fatsoenlijke - vrouwen? Het is omdat zij, evenals de Grieksche courtisanen, aan - wie bevalligheid en zinnelijkheid geleerd werd, de kunst bestudeerd - hebben van te behagen. Onder hen, die dwaselijk mijn Contemporaines - belasteren heeft geen enkele het philosophische doel gegist van - bijna al deze vertellingen n.l. om aan fatsoenlijke vrouwen de - methoden aan de hand te doen om zich bemind te maken. Ik zou graag - de instelling der inwijding willen zien zooals ze bestond bij de - ouden... Tegenwoordig wordt het geluk van de menschelijke soort - overgelaten aan het toeval; al de ondervinding van de vrouwen - is individueel, zooals bij de dieren; ze gaat verloren bij die - vrouwen, die, daar ze van nature beminnelijk zijn, anderen konden - hebben geleerd om het ook te worden. Alleen prostituées maken er - een oppervlakkige studie van, en de lessen, die zij krijgen, zijn - voor het grootste deel even schadelijk als die van de respectabele - Grieksche en Romeinsche matrones heilig en eerbiedwaardig waren, - daar ze alleen aanleiding geven tot losbandigheid, tot uitputting - gelijkelijk van de beurs en van de physieke krachten, terwijl - het doel van de oude matrones de vereeniging van man en vrouw en - hun wederzijdsche gehechtheid door genoegen was. De Christelijke - godsdienst vernietigde de Mysteries als schandelijk, maar we - mogen die vernietiging wel beschouwen als een van de nadeelen door - het Christendom toegebracht aan de menschheid, als het werk van - menschen met weinig verlichting en bitteren ijver, gevaarlijke - puriteinen, die de natuurlijke vijanden van het huwelijk waren" - (Rétif de la Bretonne, Monsieur Nicolas, herdruk van 1883, dl. X, - blz. 160-3). We mogen er aan toevoegen, dat Dühren (Dr. Iwan Bloch) - Rétif beschouwt als "een meester in de Ars Amandi", en hem van - dit standpunt bespreekt in zijn Rétif de la Bretonne (pp. 362-371). - - -Hetzij het Christendom verantwoordelijk gesteld moet worden of niet, er -kan niet aan getwijfeld worden, dat door het Christendom is ontstaan -een bedroevend gebrek aan erkenning van het allerhoogste belang, -niet alleen erotisch, maar moreel, van de kunst van liefhebben. Zelfs -in de groote herleving, die nu om ons heen plaats vindt, wordt nog -maar uiterst zelden erkend, dat de eenige zaak, die in haar wezen -noodzakelijk is bij de sexueele inlichting, bekendheid met de kunst -van liefhebben is. Voor het grootste deel is de sexueele inlichting, -zooals ze tegenwoordig gegeven wordt, zuiver negatief, niets dan een -reeks van "Gij zult niet". Als dat gebrek berustte op de bewuste -en opzettelijke erkenning, dat, terwijl de kunst van liefhebben -gebaseerd moet zijn op physiologische en psychologische kennis, ze -veel te fijn is, te samengesteld, te persoonlijk, om geformuleerd -te worden in lezingen en handboeken, zou het verstandig en gezond -zijn. Maar het schijnt geheel op onwetendheid te berusten, of erger. - -Het hof maken is, evenals andere kunsten, een kunst, die gedeeltelijk -natuurlijk is--"een kunst, die de natuur maakt",--en daarom is het een -natuurlijk onderwerp voor leering en oefening in het spel. Kinderen, -die aan zich zelf overgelaten worden, hebben neiging zoowel spelende -als in ernst liefde in praktijk te brengen, zoowel van den physieken -als van den psychischen kant [377]. Maar dit spel wordt van den -physieken kant streng door de ouders onderdrukt, als het ontdekt -wordt, en aan den psychischen kant wordt er om gelachen. Onder de -wel-opgevoede klassen houdt het gewoonlijk op jeugdigen leeftijd op. - -Na de puberteit, zoo niet eerder, is er een andere vorm, waarin de -kunst van liefhebben in ruime mate beoefend en in praktijk gebracht -wordt, vooral in Engeland en Amerika, de vorm van het flirten. In -zijn eerste uitingen is het flirten volkomen natuurlijk en normaal; -we kunnen het zelfs bij de dieren nasporen; het is eenvoudig het begin -van het hofmaken, in een vroeg stadium, als het hofmaken nog, als men -dat wil, kan afgebroken worden. Onder de moderne beschaafde toestanden -is het flirten echter dikwijls meer dan dit. Deze voorwaarden maken -het huwelijk moeilijk; zij maken liefde en de toenadering daartoe tot -iets dat te ernstig is om het lichtzinnig te beginnen; zij maken het -werkelijke sexueele verkeer gevaarlijk zoowel als schandelijk. De flirt -past zich aan deze voorwaarden aan. In plaats van alleen het inleidende -stadium te zijn van het normale hofmaken, heeft zij zich ontwikkeld -tot een vorm van sexueele bevrediging zoo volledig als een behoorlijke -inachtneming van de voorwaarde, die we reeds vermeld hebben, toe wil -staan. In Duitschland, en vooral in Frankrijk, waar ze in hooge mate -verafschuwd wordt, is dit de eenige bekende wijze van flirten; ze wordt -beschouwd als een export-artikel van de Vereenigde Staten en wordt -"flirtage" genoemd. Als praktisch product ervan wordt beschouwd de -"demi-vierge", die al de vreugden der sekse kent en ondervonden heeft, -terwijl zij toch haar hymen intact bewaard heeft. - - - Deze ontaarde vorm van de flirt, die aangekweekt wordt, niet als - een deel van het hofmaken, maar om zich zelf, is uitvoerig en goed - beschreven door Forel (Die Sexuelle Frage, pp. 97-101). Hij zegt, - dat ze "alle uitdrukkingswijzen omvat van het sexueele instinct van - een individu jegens een ander individu, die het sexueele instinct - van den ander opwekken, den coïtus altijd uitgesloten". Eerst - is het misschien alleen maar een beteekenisvolle blik of - een eenvoudige aanraking schijnbaar zonder bedoeling; en met - geringe overgangen komt het wellicht tot liefkoozingen, kussen, - omhelzingen, en kan zich zelfs uitstrekken tot wrijving van de - genitaliën, die soms tot orgasme leidt. Zoo, zegt Forel, kan - een zinnelijke vrouw, door de aanraking van haar kleeren bij het - dansen, ejaculatie te voorschijn roepen bij haar danser. Gewoonlijk - is het proces dàt wellustige contact en die droomerij, welke in - het Engelsche spraakgebruik genoemd wordt "spooning". In éen vorm - echter bestaat de flirt geheel in de opwinding van een gesprek, - dat gewijd is aan erotische en onfatsoenlijke onderwerpen. De man - of de vrouw kan de actieve rol spelen bij het flirten, maar bij een - vrouw wordt meer verfijning en handigheid vereischt om de actieve - rol te spelen zonder den man terug te schrikken of haar naam te - benadeelen. Ja, hetzelfde geldt ook voor mannen, want vrouwen, - al houden zij dikwijls van flirten, prefereeren gewoonlijk de - meer verfijnde vormen er van. Er zijn onnoemelijk veel vormen - van flirt, en, terwijl ze als inleiding tot het hofmaken, haar - normale plaats inneemt en gerechtvaardigd is, besluit Forel, dat ze - "als een doel op zich zelf, en nooit boven zich zelf uitkomende, - een degeneratieverschijnsel is". - - Van het Fransche standpunt zijn "flirtage" en de flirt in het - algemeen, besproken door Madame Bentzon ("Family Life in America", - Forum, Maart, 1896), die echter niet de natuurlijke basis van de - flirt bij het hofmaken erkent. Zij beschouwt het als een zonde - tegen de wet "Gij zult niet met de liefde spelen", want deze moet - de verontschuldiging hebben van een onwederstaanbaren hartstocht, - maar ze meent, dat ze in Amerika betrekkelijk onschadelijk is - (hoewel toch nog van verderfelijken invloed op vrouwen) wegens - het temperament, de opvoeding en de gewoonten van de menschen - daar. Wij moeten echter in de herinnering houden, dat het spel - een zekere betrekking heeft op alle levensfuncties, en dat een - redelijke critiek op de flirt eer betrekking heeft op de normale - beperkingen, dan op het bestaansrecht ervan. - - -Terwijl de flirt in haar natuurlijken vorm--niet in de geperverteerden -vorm van "flirtage"--een gezonde rechtvaardiging heeft, zoowel als een -methode om den minnaar te leeren kennen, als om een klein deel van -de kunst van liefhebben te verkrijgen, blijft ze toch een volkomen -onvoldoende voorbereiding voor de liefde. Dit blijkt voldoende uit -de veel voorkomende ongeschiktheid voor de kunst van liefhebben, en -zelfs voor de enkele physieke daad der liefde, die zich zoo dikwijls -bij mannen en vrouwen beide voordoet in de landen, waar juist de -flirt het meest in eere is. - -Deze onwetendheid, niet alleen van de daad der liefde, maar zelfs van -de physieke feiten van de sexueele liefde, is duidelijk merkbaar, -niet alleen bij vrouwen, vooral vrouwen van de middelklasse, maar -ook bij mannen, want de beschaafde man, zooals Fritsh lang geleden -opmerkte, weet dikwijls minder van de feiten van het sexueele leven -dan een stalmeid. Ze vertoont zich echter op verschillende wijze bij -de twee seksen. - -Bij vrouwen varieert sexueele onwetendheid tusschen volkomen -onwetendheid omtrent het feit, dat de omgang eenige intieme -lichamelijke verhouding in zich sluit, tot misverstanden van de -meest verschillende soort; sommigen meenen, dat de verhouding -bestaat in het naast elkaar liggen, velen, dat de omgang plaats -vindt bij den navel, niet weinigen, dat de daad den geheelen nacht -in beslag neemt. Het is in een vorig hoofdstuk noodig geweest de -algemeene nadeelen van de sexueele onwetendheid te bespreken; het -is hier noodig te verwijzen naar de meer speciale nadeelen voor de -huwelijksverhouding. Meisjes worden opgevoed met het vage denkbeeld, -dat ze trouwen zullen,--volkomen terecht, want de meerderheid van haar -trouwt ook,--maar het denkbeeld, dat zij moeten opgevoed worden voor -de loopbaan, die van nature voor haar is weggelegd, is een denkbeeld, -dat nog nooit bij de opvoedsters van de meisjes schijnt opgekomen te -zijn. Haar hoofden worden volgepropt, totdat ze er dom van worden, -met de kennis van feiten, die niemand belang kunnen inboezemen, -maar de uiterst belangrijke opvoeding voor het leven zijn zij in het -geheel niet in staat om te geven. Vrouwen worden geoefend voor bijna -ieder beroep onder de zon; voor de hoogste roeping van het vrouw en -moeder zijn, worden zij in het geheel nooit geoefend! - -Men zegt, naar waarheid, dat de tegenwoordige onvoldoende opleiding van -meisjes waarschijnlijk zoolang door zal gaan als de moeders van meisjes -er mee tevreden zijn en niets beters eischen. We kunnen ook zeggen, -met nog meer waarheid, dat er veel is, wat de kennis van sexueele -verhoudingen betreft, dat de moeder zelf het best aan haar dochter kan -meedeelen. Verder kunnen we verklaren, volkomen onweerlegbaar, dat de -kunst van liefhebben, waarmee we hier meer speciaal te maken hebben, -alleen geleerd kan worden door werkelijke ondervinding, die, dank zij -onze maatschappelijke traditie voor een deugdzaam meisje moeilijk te -verkrijgen is. Zonder te trachten hier het juiste deel te taxeeren van -den blaam, die ieder geval treft, blijft het een droevige waarheid, -dat een vrouw zoo dikwijls het huwelijk ingaat met de slechtst -mogelijke uitrusting van vooroordeelen en misverstanden, zelfs als -ze meent, zooals dikwijls gebeurt, dat zij er alles van weet. Zelfs -met de beste uitrusting treedt een vrouw, onder de tegenwoordige -toestanden, het huwelijk in onder nadeelige omstandigheden. Zij -ontwaakt langzamer tot de volle erkenning van de liefde dan de man, -en gemiddeld op later leeftijd, zoodat haar ondervindingen van het -sexueele leven voor het huwelijk gewoonlijk van een veel beperkter -soort zijn dan die van haar echtgenoot [378]. Zoodat, zelfs met de -beste voorbereiding, het dikwijls gebeurt, dat een vrouw zich eerst -na verscheidene huwelijksjaren duidelijk voor oogen stelt, wat haar -eigen sexueele behoeften zijn en met juistheid de geschiktheid van -haar man kan taxeeren om die behoeften te bevredigen. We kunnen niet -te hooge waarde hechten aan het persoonlijke en maatschappelijke -belang van een volkomen voorbereiding voor het huwelijk, en hoe -grooter de moeilijkheden zijn, die aan de echtscheiding in den weg -worden geplaatst, van des te meer belang is die voorbereiding [379]. - - - Iedereen kent waarschijnlijk wel vele gevallen van de uiterste - onwetendheid van vrouwen bij het aangaan van een huwelijk. Het - volgende geval van een vrouw van zeven en twintig jaar, die ten - huwelijk gevraagd was, is wel ongewoon, maar toch niet heelemaal - een uitzondering. "Zij was niet heel zeker van haar gevoel en zij - vroeg aan een nicht, wat liefde beteekende. Deze nicht leende - haar het geschriftje van Ellis Ethelmer, The Human Flower. Zij - leerde daaruit, dat mannen het lichaam van een vrouw begeeren, en - dit verschrikte haar zoo, dat ze er dagen lang ziek van was. Den - volgenden keer, toen haar minnaar trachtte haar te liefkoozen, - vertelde zij hem, dat het "lust" was. Sedert dien tijd heeft - zij Sister Teresa gelezen van George Moore, en de wetenschap - "dat een vrouw even slecht kan zijn als een man" heeft haar - treurig gestemd." De voorvallen, die vermeld zullen worden in de - Aanhangsels van de volgende deelen van deze Studies, geven vele - voorbeelden van de beklagenswaardige onwetendheid van jonge meisjes - over de meest centrale feiten van het sexueele leven. Het is niet - te verwonderen, dat onder zulke omstandigheden het huwelijk leidt - tot teleurstelling en tegenzin. - - Er wordt gewoonlijk gezegd, dat de plicht van het inwijden van - de vrouw in de voorrechten en de verplichtingen van het huwelijk - eigenlijk berust bij den man. Geheel afgezien echter van het feit, - dat het onbillijk is tegenover een vrouw haar te dwingen zich in - het huwelijk te binden, voordat ze geheel weet wat het huwelijk - beteekent, moeten we zeggen, dat er vele dingen door een vrouw - geweten moeten worden, waarvan het onredelijk is te verwachten, - dat haar echtgenoot ze haar zal uitleggen. Dit is, bij voorbeeld, - het geval met de meer vermoeiende en uitputtende uitwerking van den - coïtus op een man, vergeleken met een vrouw. De onervaren bruid - kan niet van zelf weten, dat de dikwijls herhaalde prikkelingen, - die haar krachtig en stralend maken, een deprimeerenden invloed - hebben op haar echtgenoot, en zijn mannelijke trots brengt hem - er toe te trachten dit feit te verbergen. De bruid, in haar - onwetendheid, weet niet, dat haar genoegen gekocht wordt ten - koste van haar echtgenoot, en dat, wat geen overdaad voor haar is, - ernstige overdaad voor hem kan zijn, De vrouw, die weet, (zooals - bij voorbeeld een weduwe, die hertrouwt) zorgt in dit opzicht voor - de gezondheid van haar man, door haar eigen gloed te temperen, - omdat zij weet, hoe een man niet wil toegeven, dat hij niet in - staat is om de wenschen van zijn vrouw te bevredigen. (G. Hirth - heeft er ook op gewezen hoe belangrijk het is, dat de vrouwen - voor het huwelijk de natuurlijke grenzen zullen kennen van de - mannelijke potentie, Wege zur Liebe, p. 571.) - - -De onwetendheid van de vrouwen over alles wat de kunst van liefhebben -aangaat, en haar volkomen gebrek aan voorbereiding voor de natuurlijke -feiten van het sexueele leven, zouden misschien minder slechts voor -het huwelijk voorspellen, als ze gecompenseerd werden door de kennis, -de handigheid en den tact van den echtgenoot. Maar dat is geenszins -altijd het geval. In gewone omstandigheden vinden we in ieder geval -in Engeland, de groote groep van mannen, wier kennis van vrouwen -vóór het huwelijk voornamelijk beperkt is geweest tot prostituées, -en de belangrijke en niet onaanzienlijke groep van mannen, die geen -intiemen omgang met vrouwen hebben gehad, wier sexueele ondervindingen -beperkt zijn gebleven tot onanie of andere auto-erotische uitingen, en -tot flirt. Zeker kan de man van gevoelig en intelligent temperament, -wat ook zijn voorbereiding of gebrek aan voorbereiding geweest is, -met geduld en tact er in slagen al de moeilijkheden te boven te -komen, die op den weg der liefde geplaatst zijn, door de mengeling -van onwetendheid en vooroordeelen, die zoo dikwijls bij vrouwen de -plaats innemen van een opvoeding voor het erotische deel van haar -leven. Maar men kan niet zeggen, dat een van deze beide groepen van -mannen goed toegerust is voor hun taak. De oefening en ondervinding, -die een man krijgt bij een prostituée, zelfs onder tamelijk gunstige -omstandigheden, vormen geenszins de juiste voorbereiding voor het -naderen van een vrouw, die geen intieme erotische ondervindingen -gehad heeft [380]. Het veel voorkomende resultaat is, dat hij neiging -heeft om te weifelen tusschen twee tegenovergestelde wijzen van -handelen, die beide verkeerd zijn. Aan den eenen kant zal hij zijn -bruid misschien als een prostituée behandelen, of als een nieuwelinge, -die ten spoedigste gekneed moet worden in den sexueelen vorm, waarmee -hij het best bekend is, en zoo loopt hij kans haar pervers te maken of -haar te hinderen. Aan den anderen kant zal hij misschien, erkennende, -dat haar reinheid en waardigheid haar in een geheel verschillende -klasse plaatsen dan de vrouwen, die hij tevoren gekend heeft, -overslaande naar het tegenovergestelde uiterste, haar behandelen -met een overdreven eerbied, en zoo er niet in slagen haar erotische -behoeften te wekken of te bevredigen. Het is moeilijk te zeggen, -welke van deze twee wijzen, van handelen de ongelukkigste is; het -resultaat van beide is echter herhaaldelijk, dat een huwelijk in naam -nooit een werkelijk huwelijk wordt [381]. - -Toch kan er niet de minste twijfel aan bestaan, dat de andere groep van -mannen, de mannen, die het huwelijk intreden zonder eenige erotische -ondervindingen, nog grooter gevaar loopen. Dit zijn dikwijls de -beste mannen, zoowel wat persoonlijk karakter aangaat, als in -geestkracht. Het is werkelijk verwonderlijk hoe onwetend, zoowel -in de praktijk als in de theorie, zeer bekwame en zeer ontwikkelde -mannen soms in sexueele zaken zijn. - - - "Volkomen abstinentie in de jeugd", zegt Freud (Sexual-Probleme, - Maart, 1908), "is niet de beste voorbereiding voor het huwelijk - bij den jongen man. Vrouwen raden dit en geven de voorkeur aan - diegene onder haar minnaars, die zich al mannen getoond hebben - bij andere vrouwen". Ellen Key verwijst naar den eisch, die - vrouwen soms stellen, van reinheid in mannen (Ueber Liebe und - Ehe, p. 96), en vraagt dan, of vrouwen wel de uitwerking kennen - van haar bewondering voor den ervaren en zelfvertrouwenden man, - die de vrouwen kent, boven den verlegen en aarzelenden jongeling, - "die misschien hard gestreden heeft om zijn erotische reinheid te - bewaren, in de hoop, dat de gelukkige glimlach van een vrouw de - belooning zal zijn voor zijn overwinning, en die er toe veroordeeld - is te zien, hoe die vrouw met verheven medelijden op hem neerziet, - en met bewondering kijkt naar den niet-vlekkelooze". "Als de - minnaar in Laura Holm's Was war es? tot de heldin zegt, "Ik heb - nog nooit een vrouw aangeraakt", dan keert het meisje zich met - afschuw van hem af, en een koude rilling scheen door haar heen - te gaan, een verkillende teleurstelling". Hetzelfde gevoel uit - zich in overdreven vorm in den hartstocht, die krachtige meisjes - van achttien tot vier en twintig jaar ondervinden voor oude - losbollen. (Dit is besproken door Forel, Die Sexuelle Frage, - p. 217 et seq.). - - Andere factoren doen zich misschien gelden bij de voorkeur van een - vrouw voor den man, die andere vrouwen heeft lief gehad. Zelfs de - meest godsdienstige en moreele jonge vrouw, merkt Valera op (Dona - Luz, p. 205), trouwt graag met een man, die vele vrouwen heeft lief - gehad; het geeft grootere waarde aan zijn keuze van haar, het geeft - haar ook gelegenheid hem tot hoogere idealen te bekeeren. Als de - man zonder ondervinding in het huwelijk een vrouw ontmoet met even - weinig ondervinding, dan slagen zij er ongetwijfeld dikwijls in - zich aan elkaar aan te passen en dan wordt er een duurzame modus - vivendi gevonden. Maar het is in het geheel niet altijd zoo. Als - de vrouw leert door instinct of ondervinding, dan bestaat de kans, - dat ze gehinderd wordt door de onhandigheid en de hulpeloosheid - van den man in de kunst van liefhebben. Zelfs als zij onwetend - is, kan zij voor goed vervreemd geraken en chronisch koel worden - door de ruwe tactloosheid van haar onwetenden echtgenoot bij het - ten uitvoer brengen van wat hij als zijn echtelijke plichten - beschouwt. Soms is aan de bruid zelfs ernstig physiek nadeel - aangebracht ten gevolge van deze onwetendheid van den man. - - "Ik houd het er voor, dat de meeste mannen vóór het - huwelijk sexueele verhoudingen hebben gehad", schrijft een - correspondent. "Maar ik heb ten minste een man gekend, die - tot zijn twintigste jaar zelfs geen denkbeeld had van sexueele - zaken. Toen hij een en twintig was, een paar maanden voor zijn - huwelijk, kwam hij mij vragen, hoe coïtus uitgevoerd wordt, - en vertoonde een onwetendheid, waarvan ik niet zou hebben kunnen - gelooven, dat ze bestond in den geest van een overigens verstandig - man. Hij had blijkbaar geen instinct om hem te leiden, zooals - de wilde dieren en zijn verstand was niet in staat de noodige - kennis te verstrekken. Het is zeer merkwaardig, dat de mensch - deze instinctieve kennis verliezen kan. Ik heb een anderen man - gekend, die bijna even onwetend was. Hij kwam ook naar mij toe - om raad in huwelijksplichten. Deze beide mannen masturbeerden, - en zij waren normaal hartstochtelijk". Zulke gevallen zijn niet - zoo zeldzaam. Gewoonlijk echter is een zekere mate van kennis - verkregen uit den een of anderen, meestal onvoldoenden bron, en - de onwetendheid bestaat maar voor een deel, hoewel zij op dien - grond niet minder gevaarlijk is. - - Balzac heeft den gemiddelden echtgenoot vergeleken bij een - oerang-oetan, die op de viool speelt "Liefde is, zooals we - instinctief voelen, de meest melodieuze harmonie. De vrouw is - een heerlijk genotsinstrument, maar men moet er de vibreerende - snaren van kennen, de houding er van bestudeeren, het teere - toetsenbord, de veranderende en grillige vingerzetting. Hoeveel - oerang-oetan-mannen, meen ik, trouwen zonder te weten wat een - vrouw is!..... Bijna alle mannen trouwen in de diepste onwetendheid - omtrent de vrouwen en de liefde" (Balzac, Physiologie du Mariage, - Meditation VII). - - Neugebauer (Monatsschrift für Geburtshülfe, 1889, Boek IX, - blz. 221 et seq.) heeft over de honderd vijftig gevallen verzameld - van vrouwen aan wie bij den coïtus nadeel was toegebracht door - den penis. De oorzaken waren ruwheid, dronkenschap van de eene - of de andere partij, ongewone positie bij den coïtus, niet - geëvenredigd zijn van de organen, ziekelijke toestanden van de - organen der vrouw (vergelijk R. W. Taylor, Practical Treatise - on Sexual Disorders, hoofdst. XXXV). Ook Blumreich bespreekt de - nadeelen teweeggebracht door gewelddadigen coïtus (Senator en - Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, deel II, - blz. 770-779). C. M. Green vermeldt twee gevallen van breuk van - de vagina door sexueel verkeer bij pas getrouwde vrouwen, zonder - blijk van eenig geweld. Mylott (British Medical Journal, Sept. 16, - 1899) vermeldt een dergelijk geval, dat voorkwam op den avond van - het huwelijk. De mate van kracht, die soms bij den coïtus gebruikt - wordt, blijkt uit de gevallen, die van tijd tot tijd voorkomen, - waarbij verkeer plaats vindt door den urethra. - - Eulenburg vindt, (Sexuale Neuropathie, p. 69), dat vaginismus, een - toestand van krampachtige samentrekking van de vulva en vergroote - gevoeligheid bij de poging tot coïtus, het gevolg zijn van - gewelddadige en onhandige pogingen bij den eersten coïtus. Adler - (Die Mangelhafte Geschlechtsempfindung des Weibes, p. 160) meent - ook, dat de tot litteeken geworden overblijfsels van het hymen, - te zamen met pijnlijke herinneringen aan een gewelddadigen eersten - coïtus, de meest voorkomende oorzaak zijn voor vaginismus. - - De nu en dan voorkomende gevallen echter van physiek nadeel of van - pathologischen toestand, teweeg gebracht door gewelddadigen coïtus - bij het begin van het huwelijk, vormen maar een klein gedeelte - van het bewijsmateriaal, dat dient om de slechte resultaten te - doen blijken van de heerschende onwetendheid aangaande de kunst - van liefhebben. Wat Duitschland aangaat, schrijft Fürbringer - (Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, - deel I, p. 215): "Ik ben er volkomen van overtuigd, dat het aantal - jonge, getrouwde vrouwen, die voor goed een pijnlijke herinnering - hebben aan haar eerste sexueele verkeer veel grooter is dan het - aantal van haar, die het wagen een dokter te raadplegen". Wat - Engeland aangaat, is de volgende ondervinding leerzaam: Een - dame vroeg aan vijf getrouwde vrouwen na elkaar, in vertrouwen, - op den zelfden dag, naar haar ondervindingen toen ze pas getrouwd - waren. Voor allen was het sexueele verkeer gekomen als een schok; - twee waren geheel onwetend geweest aangaande sexueele zaken; de - anderen hadden gemeend, dat ze wisten wat coïtus was, maar waren - er niettemin door bezeerd. Deze vrouwen waren van de middelklasse, - misschien boven het gemiddelde in verstand; de eene was een dokter. - - Breuer en Freud wezen er in hun Studien über Hysterie (p. 216) op, - dat de huwelijksnacht in de praktijk dikwijls een verkrachting - is, en dat ze soms leidt tot hysterie, die niet overgaat vóór - bevredigende sexueele verhoudingen zich hebben gevormd. Zelfs - als er geen geweld is, houdt Kisch het er voor (Sexual Life of - Woman, deel II), dat onhandige coïtus, die zonder ondervinding - uitgevoerd wordt, leidt tot onvoldoende opwinding bij de vrouw, - als de voornaamste oorzaak van dyspareunia, of afwezigheid van - sexueele bevrediging, hoewel groote onevenredigheid in de afmeting - van de mannelijke en de vrouwelijke organen, of ziekte bij een van - de twee partijen, soms tot hetzelfde resultaat leidt. Dyspareunia, - voegt Kisch er bij, komt verwonderlijk veel voor, hoewel vrouwen - er soms zonder rede over klagen om sympathie op te wekken voor - zichzelf als slachtoffers op het huwelijksaltaar; het constante - teeken is afwezigheid van ejaculatie van de zijde der vrouw. Ook - merkt Kisch op, dat defloraties in den huwelijksnacht dikwijls - werkelijk verkrachtingen zijn. Een jonge pas getrouwde vrouw, - die hij kende, was zoo onwetend omtrent de physieke zijde van - de liefde, en zoo verschrikt door de eerste pogingen van haar - echtgenoot, dat zij in den nacht uit het huis weg vluchtte, en - niets kon haar ooit er toe brengen om weer naar haar man terug - te keeren. (Het is de moeite waard om op te merken, dat in de - canonieke wet de kerk onder zulke omstandigheden het huwelijk voor - ongeldig kon verklaren. Zie Moral Theology van Thomas Slater, - deel II, p. 318, en een desbetreffend geval, beide aangehaald - door den Reverent C. J. Shebbcare, "Marriage Law in the Church - of England", Nineteenth Century, Aug., 1909, p. 263). Kisch meent - ook, dat huwelijksreizen niet goed zijn; omdat de vermoeienis, de - opwinding, de lange reizen, het gaan zien van merkwaardigheden, - valsche bescheidenheid, slechte inrichting van hotels, dikwijls - samenwerken om een ongunstigen invloed te hebben op de jonge vrouw - en de kiemen van ernstige ziekte te voorschijn kunnen roepen. Dit - is ongetwijfeld het geval. - - Op het bijzonder groote belang van de wijze, waarop de daad van - de defloratie volbracht wordt, wordt in sterke bewoordingen - de nadruk gelegd door Adler. Hij beschouwt ze als een veel - voorkomende oorzaak van duurzame sexueele anæsthesie. "Dit eerste - oogenblik, als de individualiteit van den man zijn volle rechten - verkrijgt, beslist dikwijls over het geheele leven. De onhandige, - opgewonden echtgenoot kan dan de kiem leggen voor vrouwelijke - ongevoeligheid, en door voortgezette onhandigheid en ruwheid kan - hij die ontwikkelen tot duurzame anæsthesie. De man, die bezit - neemt van zijn rechten met roekelooze, ruwe mannelijke kracht, - veroorzaakt zijn vrouw angst en pijn, en vermeerdert met iedere - herhaling van de daad haar tegenzin... Een groot aantal van de - koude vrouwen zijn slachtoffers van mannen, hetzij als gevolg - van onbewuste onhandigheid, of soms van bewuste ruwheid jegens - de teedere plant, die had moeten gekweekt worden met bijzondere - zorg en liefde, maar die nu beroofd is van den glans van haar - ontwikkeling. Haar leven lang zal een angstige, sidderende - vrouw de herinnering bewaren aan een ruwen huwelijksnacht, en - dikwijls genoeg blijft het een voortdurend bezwaar iederen keer, - dat de man opnieuw zijn wenschen tracht te bevredigen, zonder - zich aan te passen aan de wenschen naar liefde van zijn vrouw" - (O. Adler, Die mangelhafte Geschlechtsempfindung des Weibes, - blz. 159 et seq., 181 et seq.). "Ik heb een fatsoenlijke vrouw - zien sidderen van schrik bij de nadering van haar man", schreef - Diderot lang geleden in zijn verhandeling "Sur les Femmes"; "ik - heb haar zich in het bad zien dompelen en zich nooit voldoende - afgewasschen gevoeld van de vlek van haar plicht". Hetzelfde kan - nog gezegd worden van een groot aantal vrouwen, slachtoffers van - een noodlottig systeem van moraal, dat haar valsche denkbeelden - geleerd heeft over "huwelijksplichten" en dat aan haar echtgenooten - niet de kunst geleerd heeft van liefhebben. - - -Als bij de vrouwen haar mooie natuurlijke instincten niet hopeloos -verdraaid zijn door de preutschheden en vooroordeelen, waarmee zij -zoo ijverig zijn opgevuld, dan begrijpen zij de kunst van liefhebben -gemakkelijker dan mannen. Zelfs als ze nog weinig meer zijn dan -kinderen, kunnen zij den wenk, die haar gegeven wordt, dikwijls -volkomen begrijpen. Veel meer dan het geval is met mannen, in ieder -geval in beschaafde landen, is de kunst van liefhebben bij haar een -kunst, die de Natuur maakt. Zij weten altijd meer van de liefde, -zooals Montaigne lang geleden gezegd heeft, dan mannen haar kunnen -leeren, want "c'est une discipline née dans leur sang" [382]. - - - De uitgebreide onderzoekingen van Sanford Bell (loc. cit.) geven - er blijk van, dat de aandoeningen van sexueele liefde al met het - derde jaar zich kunnen vertoonen. We moeten ons ook herinneren, - dat physiek zoowel als psychisch, meisjes vroeger rijp zijn dan - jongens (zie bv. Havelock Ellis, Man and Woman, vierde uitgave, - blz. 34 et seq., 200 etc). Zoo heeft, tegen den tijd dat zij den - leeftijd der puberteit bereikt had, een meisje den tijd gehad om - een volleerde meesteres te worden in de kleinere liefdekunsten. Dat - de leeftijd van de puberteit voor meisjes de leeftijd schijnt te - zijn voor de liefde, blijkt in ruimen kring erkend te zijn door - den volksgeest. Zoo zingt in een populair liedje van Bresse, - een meisje: - - - "J'ai calculé mon age, - J'ai quatorze à quinze ans. - Ne suis-je pas dans l'âge - D'y avoir un amant?" - - - Deze kwestie van de sexueele vroegrijpheid van meisjes heeft - een groote beteekenis voor de kwestie van den "leeftijd tot - toestemming" of den leeftijd, waarop het voor een meisje gewettigd - zal zijn om haar toestemming te geven tot sexueelen omgang. Tot - vijf en twintig jaar geleden stelde men dien leeftijd zeer laag - (zelfs op tien jaar); dit was dan de leeftijd, waarop een man geen - misdaad beging als hij omgang had met een meisje. In de laatste - jaren is er een neiging geweest om in het tegenovergestelde - en even ongelukkige uiterste te vervallen, door dien leeftijd - zeer hoog te stellen. In Engeland heeft de aanvullingswet op - de strafwet van 1885 de "age of consent" gesteld op zestien - jaar (deze clausule van de wet werd in het House of Commons - aangenomen met een meerderheid van 108 stemmen). Dit schijnt - de redelijke leeftijd te zijn voor het stellen van den grens, - en de uiterste hooge grens er van voor een warm klimaat. Het is - de leeftijd, erkend door het wetboek van strafrecht in Italië; - en in vele deelen van de beschaafde wereld. Gladstone was er - echter voor hem te verhoogen tot achttien jaar, en Howard meent, - als hij de kwestie voor de Vereenigde Staten bespreekt (Matrimonial - Institutions, deel III, blz. 195-203) dat hij overal verhoogd moet - worden tot een en twintig, om zoo samen te vallen met den leeftijd - van wettige meerderjarigheid, waarop een vrouw een bedrijf kan - beginnen of politieke verhoudingen kan aangaan. Er is op dit - punt in de laatste jaren een breede variatiegrens geweest in - de wetgeving van de verschillende Amerikaansche Staten; en het - verschil tusschen de twee grenspunten was acht jaar; in sommige - groote Staten wordt de daad van verkeer met een meisje onder de - achttien jaar verklaard tot "verkrachting", en is ze strafbaar - met gevangenisstraf voor het leven. - - Zulke verordeningen echter zijn, wij moeten het erkennen, - willekeurig, kunstmatig en onnatuurlijk. Zij berusten niet op - een gezonde natuurlijke basis, en kunnen niet verdedigd worden - door het gezond verstand van de gemeenschap. Er is geen juiste - analogie tusschen den leeftijd van wettige meerderjarigheid, die - ten naastenbij vastgesteld is met betrekking tot de geschiktheid - tot het begrijpen van abstracte zaken van het verstand, en - den leeftijd van de sexueele rijpheid, die veel vroeger valt, - physiek zoowel als psychisch, en die bij vrouwen wordt bepaald - door een zeer bizonder biologisch feit, de voltooiing van de - puberteit met het begin van de menstruatie. Bij volken, die - in natuurlijke omstandigheden leven, wordt in alle deelen van - de wereld erkend, dat een meisje sexueel vrouw wordt met de - puberteit; op dat tijdstip ontvangt ze haar inwijding in het - leven der volwassenen en wordt vrouw en moeder. De verklaring - dat de daad van omgang met een vrouw, die, naar het natuurlijk - instinct van de menschheid in het algemeen beschouwd wordt als oud - genoeg voor al de plichten van de vrouwelijkheid, een misdadige - daad van verkrachting is, strafbaar met gevangenisstraf voor het - leven, kan alleen beschouwd worden als een misbruik van de taal, - en wat erger is, als een misbruik van de wet, zelfs als we alle - psychologische en moreele beschouwingen buiten kwestie laten, - want het berooft het denkbeeld van verkrachting van alles, wat - het van nature en terecht stuitend maakt. - - Het gezonde standpunt in deze kwestie is klaarblijkelijk, dat - het de puberteit van het meisje is, die de maatstaf vormt voor - de strafbaarheid van den man, als hij haar sexueel nadert. In de - gematigde streken van Europa en Noord-Amerika is de gemiddelde - leeftijd voor het optreden van de menstruatie, het kritieke - oogenblik bij het intreden van volkomen puberteit, vijftien jaar - (zie bv. Havelock Ellis, Man and Woman, hoofdst. XI; de feiten - zijn in den breede uiteengezet in Sexual Life of Woman van Kisch, - 1909). Daarom is het redelijk, dat de daad van een volwassen man, - die sexueele betrekking heeft met een meisje onder de zestien - jaar, met of zonder haar toestemming, terecht een strafbare - daad is, die streng gestraft moet worden. In die landen, waar - de gemiddelde leeftijd van de puberteit hooger of lager is, - moest de leeftijd van de toestemming dienovereenkomstig verhoogd - of verlaagd worden. (Bruno Meyer, die argumenten bijeen brengt - tegen iedere poging om den leeftijd van toestemming te verhoogen - boven de zestien, houdt het er voor, dat de juiste leeftijd - voor de toestemming gewoonlijk veertien jaar is, als, naar hij - terecht zegt, de lijn van afscheiding tusschen de rijpe en de - onrijpe persoonlijkheid, en terwijl de laatste streng beschermd - moet worden tegen de sexueele sfeer, kan alleen vrijwillige, niet - gedwongen invloed gebruikt worden voor de eerste. Sexual-Probleme, - April 1909). - - Als we in onze beschouwing de ruimere overwegingen opnemen van - psychologie, moraal en wet, dan zullen we ruime rechtvaardiging - vinden voor dit gezichtspunt. Wij moeten in gedachte houden, - dat een meisje, al de jaren van haar leven op school door, altijd - physiek zoowel als psychisch den jongen van denzelfden leeftijd - vooruit is, en we moeten erkennen, dat die vroegrijpheid zich - ook uitstrekt over haar sexueele ontwikkeling; want zelfs al is - het waar, dat over het algemeen het werkdadige sexueele verlangen - gewoonlijk niet in vrouwen gewekt wordt voor een eenigszins later - leeftijd, is er ook waarheid in de opmerking van Mr. Thomas Hardy - (New Review, Juni 1894): "Het is mij nooit opgevallen, dat de spin - altijd mannelijk is en de vlieg altijd vrouwelijk". Dus, zelfs als - sexueele omgang plaats vindt tusschen een meisje en een jongen, - die iets ouder is dan zij, dan is het waarschijnlijk, dat zij de - rijpste van de twee is, dat zij de meeste zelfbeheersching heeft - en het meeste gevoel van verantwoordelijkheid, en dikwijls degene - is, die de meer actieve rol gespeeld heeft bij het aanleiding - geven tot de daad. Men moet ook in herinnering houden dat, als een - meisje eenmaal den leeftijd der puberteit bereikt heeft, en al de - manieren en de gewoonten aangenomen heeft zoowel als de physieke - ontwikkeling van een vrouw, dat het dan voor een man niet langer - mogelijk is haar leeftijd te schatten. Het is gemakkelijk te zien, - dat een meisje den leeftijd der puberteit nog niet bereikt heeft; - het is niet mogelijk te zeggen of een rijpe vrouw boven of onder - de achttien jaar oud is; het is daarom, op zijn zachtst gesproken, - onrechtvaardig om het levenslot van haar mannelijken deelgenoot - te doen afhangen van het herkennen van een onderscheid, dat - geen basis heeft in de natuur. Zulke overwegingen zijn zoo in - het oog springend juist, dat er geen kans is in de praktijk de - leer door te voeren, dat een man voor zijn leven gevangen gezet - moet worden, omdat hij omgang heeft gehad met een meisje, dat - ouder is dan zestien jaar. Het is, uit wettig gezichtspunt beter, - het net minder ver uit te werpen en er geheel zeker van te zijn, - dat het er op gemaakt is den werkelijken en bewusten overtreder - te vangen, die gestraft kan worden zonder het rechtsgevoel van de - gemeenschap te beleedigen. (Vergelijk Bloch, The Sexual Life of Our - Time, hoofdstuk XXIV; hij meent, dat de "leeftijd van toestemmen" - moet beginnen aan het einde van het zestiende jaar). - - Het kan noodig zijn hier bij te voegen, dat het bepalen van den - "leeftijd van toestemming" op deze basis in het geheel niet - beteekent, dat omgang met meisjes, die maar weinig boven de - zestien zijn, aangemoedigd zou moeten worden, of zelfs maar - maatschappelijk en moreel geduld. Hier zijn we echter niet in - de sfeer der wet. Het is de natuurlijke neiging van het meisje - van goede geboorte en van goede opvoeding onder beschaafde - omstandigheden zich gereserveerd te houden, en de druk, waarmee - die neiging door de geheele omgeving van het meisje, gehandhaafd - en bevorderd wordt, moet geleverd worden in de eerste plaats - door de verstandsoverdenking van het meisje zelf als zij den - leeftijd van het jong meisje zijn bereikt heeft. Het kweeken in - een jonge vrouw, die het tijdstip der puberteit al voorbij is, - van het denkbeeld, dat zij geen verantwoordelijkheid heeft bij - het bewaken van haar eigen lichaam en ziel, is niet in harmonie - met het moderne gevoel, en ook ongunstig aan het geschikt maken - van vrouwen voor de wereld. De Staten, die er toe gebracht zijn - den hoogen grens voor den leeftijd voor toestemming aan te nemen, - hebben daarmee inderdaad een verachtelijke bekentenis gedaan van - hun onbekwaamheid om een fatsoenlijk moreel niveau in stand te - houden door meer wettige middelen; zij kunnen als waarschuwing - dienen, eerder dan als voorbeeld. - - -De kennis van vrouwen kan echter niet de onwetendheid van mannen -goedmaken, maar dient integendeel alleen om die te doen uitkomen. Want -in de kunst van liefhebben moet de man noodzakelijk het initiatief -nemen. Hij is het, die het eerst het zegel moet afnemen van het -mysterie van de intimiteiten en de stoutheden, die het hart van de -vrouw bevat. Het gevaar van zelfs maar een schaduw te ontmoeten van -tegenzin is tè ernstig dan dat een vrouw, zelfs een getrouwde vrouw, -de geheimen der liefde zou kunnen openbaren aan een man, die zich niet -een ingewijde daarin getoond heeft [383]. Ontelbaar zijn de joviale en -tevreden echtgenooten, die nooit vermoed hebben, en nooit weten zullen, -dat hun vrouw, soms met stillen wrok, de pijn met zich omdraagt van -geheimzinnige taboes. Het gevoel, dat er heerlijke intimiteiten en -voorrechten zijn, waarvan haar nooit gevraagd is ze te nemen, of die -haar nooit opgedrongen zijn, scheidt een vrouw soms erotisch van een -man, die zich nooit duidelijk voor oogen stelt, wat hij gemist heeft -[384]. Het geval van zulke echtgenooten is des te harder, omdat, voor -het grootste gedeelte, alles wat zij gedaan hebben het resultaat is -van de moraal, die hun gepredikt is geworden. Hun is geleerd, van hun -jongensleeftijd af, ernstig, mannelijk en rein te zijn, gedachten -aan vrouwen of het verlangen naar sexueel genot uit hun gedachte -te bannen. Hun wordt van alle kanten geleerd, dat het alleen in het -huwelijk goed of zelfs veilig is, vrouwen te naderen. Zij hebben het -denkbeeld in zich opgenomen dat sexueele toegevendheid en alles, wat er -toe behoort, iets laags en vernederends is, op zijn slechtst een enkel -natuurlijke behoefte, op zijn best een plicht, die vervuld moet worden -op directe, fatsoenlijke en rechtstreeksche wijze. Niemand schijnt hun -gezegd te hebben, dat de liefde een kunst is, en dat het verkrijgen -van het volle bezit van de ziel en het lichaam van de vrouw een taak -is, die al het beste, wat een man aan handigheid en inzicht heeft, -vereischt. Het kan wel zijn, dat, als een man zijn les te laat leert, -hij geneigd is woedend te worden op de maatschappij, die door haar -complot van nagemaakte moraal haar best gedaan heeft om zijn leven en -dat van zijn vrouw te verwoesten. In sommige van deze gevallen worden -de man of de vrouw of beiden, ten slotte aangetrokken tot een derde -persoon en een echtscheiding stelt hen dan in staat opnieuw met meer -ondervinding onder gelukkiger voorteekens te beginnen. Maar zooals -de zaken nu staan, is dat een treurige en ernstige loop van zaken, -voor velen onmogelijk. Gelukkiger zijn zij, wier liefdesproeven voor -het huwelijk, zooals Milton aangetoond heeft, "zoovele echtscheidingen -geweest zijn om hun ondervinding te leeren". - -De algemeene onwetendheid over de kunst van liefhebben kan men peilen -aan het feit, dat misschien de vraag, die in deze zaak het meest -gedaan wordt, de ruwe vraag is, hoe dikwijls geslachtsverkeer behoort -plaats te vinden. Dat is inderdaad een kwestie, die de grondvesters -der godsdiensten, de wetgever en de philosophen van de menschheid, -van de vroegste tijden af heeft bezig gehouden [385]. Zoroaster -zeide, dat het eens in negen dagen moest zijn. De wetten van Manes -stonden verkeer toe veertien dagen van iederen maand, maar een -beroemd Hindoe dokter, Susruta, schreef voor zes maal per maand, -behalve in de zomerhitte, wanneer het eens in de maand moest zijn, -terwijl andere Hindoe-autoriteiten spreken van drie of viermaal in -de maand. Solon's voorschrift, dat voor den burger het verkeer drie -maal per maand moet plaats hebben komt tamelijk wel overeen met dat -van Zoroaster. Mohammed schrijft in den Koran verkeer voor eenmaal in -de week. De Joodsche Talmud is minder algemeen in zijn voorschriften, -en maakt onderscheid tusschen verschillende soorten van menschen; -aan den krachtigen en gezonden jongen man, die niet gedwongen is hard -te werken, wordt eenmaal per dag opgelegd, aan den gewonen werkman -tweemaal per week, aan geleerden eens per week. Luther beschouwde -tweemaal per week als de juiste maat voor omgang. - -We kunnen, zooals te verwachten was, opmerken, dat deze voorschriften -in ver terug liggende tijden, toen erotische opwekking waarschijnlijk -gering en erotisch erethisme waarschijnlijk zeer zeldzaam was, neiging -hebben een grooteren tusschentijd te bepalen, terwijl we kortere -tusschenpoozen vinden, als we de moderne beschaving naderen. Ook -zullen we kunnen opmerken, dat die variatie plaats vindt binnen -tamelijk nauwe grenzen. Dit berust waarschijnlijk op het feit, dat deze -wetgevers in alle gevallen mannen waren. Vrouwelijke wetgevers zouden -waarschijnlijk grootere neiging vertoond hebben tot verschil, want -de verschillen in den sexueelen impuls zijn bij vrouwen ruimer. Zoo -verlangde Zenobia de nadering van haar echtgenoot eens in de maand, -mits er geen bevruchting had plaats gehad in de vorige maand, terwijl -een andere koningin zeer ver naar het andere uiterste oversloeg, want -men zegt ons, dat de Koningin van Arragon, na rijp beraad, besliste, -dat zes maal per dag de juiste regel was in een wettig huwelijk [386]. - - - We moeten in het voorbijgaan opmerken, dat aan de bepalingen - over de veelvuldigheid van het sexueele verkeer meestal ten - grondslag ligt de veronderstelling, dat het tijdens de menstruatie - ophoudt. Dit is vooral het geval voor de eerste tijden van de - cultuur, toen omgang op dezen tijd gewoonlijk beschouwd werd als - gevaarlijk of zondig, of beide. Onder beschaafde omstandigheden - berust de belemmering op æsthetische gronden, daar de vrouw, zelfs - als ze omgang wenscht, er een tegenzin tegen gevoelt om genaderd - te worden op een tijd, waarop ze zich zelf als weerzinwekkend - voorkomt, en omdat de man gemakkelijk die houding overneemt. Er - kan echter op gewezen worden, dat de æsthetische bezwaren in - zeer groote mate het resultaat zijn van de bijgeloovige vrees - voor water, die nog in ruimen kring gevoeld wordt in dezen tijd, - en dat die tot zekere hoogte zou verdwijnen, als een nauwgezetter - zindelijkheid werd in acht genomen. Het blijft een goede algemeene - regel om zich te onthouden van sexueelen omgang tijdens de periode - der menstruatie, maar in sommige gevallen kan er voldoende reden - zijn er mee te breken. Dit is zoo, als het verlangen op dezen tijd - speciaal sterk is, of als de omgang physiek moeilijk is op andere - tijden, maar gemakkelijker door de verslapping van de deelen, - als gevolg van de menstruatie. Wij moeten ook in herinnering - houden, dat de tijd, als de vloed der menstruatie begint op - te houden, waarschijnlijk meer dan eenige andere tijd van de - maand de biologisch juiste tijd is voor den sexueelen omgang, - omdat niet alleen de omgang dan het gemakkelijkst is, en ook het - meest bevredigend voor de vrouw, maar omdat ze ook de gunstigste - gelegenheid geeft voor het verzekeren van de bevruchting. - - Reeds langen tijd geleden bracht Schurig bewijsgronden te zamen - (Parthenologia, p. 302 et seq.), waaruit blijkt, dat coïtus het - gemakkelijkst is tijdens de menstruatie. Sommige van de Katholieke - theologen (zooals Sanchez, en al later Liguori) gingen tegen - de publieke opinie in en lieten zeer bepaald omgang tijdens de - menstruatie toe, hoewel vele vroegere theologen hem beschouwden - als een doodzonde. Van medische zijde raadt Kossmann (Senator - en Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, deel I, - p. 249) coïtus aan, niet alleen aan het einde van de menstruatie, - maar zelfs tijdens het laatste gedeelte van de periode, daar dat - de tijd is, waarop vrouwen er gewoonlijk behoefte aan hebben, daar - de uitgesproken humeurigheid van vrouwen op dezen tijd, naar hij - zegt, komt door het door de gewoonte geëischte onderdrukken van - een natuurlijke begeerte. "Het is bijna altijd in de menstruatie, - dat de eerste wolken zich aan den huwelijkshemel vertoonen". - - -In moderne tijden zijn de physiologen en de medici, die eenige opinie -over dit onderwerp hebben uitgesproken, gewoonlijk de uitspraak van -Luther zeer nabij gekomen. Haller zeide, dat omgang niet veel meer -moest plaats hebben, dan tweemaal in de week [387]. Acton sprak van -eenmaal in de week, en Hammond ook, zelfs voor gezonde mannen tusschen -den leeftijd van vijf en twintig en veertig [388]. Fürbringer komt -maar even boven deze taxatie uit, daar hij aanraadt van vijftig tot -honderd daden per jaar [389]. Forel raadt twee of driemaal per week -aan voor een man in den eersten bloei der mannelijkheid, maar hij -voegt er bij, dat voor sommige gezonde en krachtige mannen eens -in de maand al overdaad blijkt te zijn [390]. Mantegazza zegt in -zijn Hygiene of Love ook, dat, voor een man tusschen de twintig en -dertig twee of driemaal per week de juiste maat is voor het verkeer, -en tusschen den leeftijd van dertig en vijf en veertig, tweemaal per -week. Guyot raadt aan om de drie dagen [391]. - -Het schijnt echter geheel onnoodig eenige speciale regels te geven -aangaande de veelvuldigheid van den coïtus. Individueele begeerte en -individueele geschiktheid verschillen enorm, zelfs binnen de grenzen -der gezondheid. Bovendien, als we erkennen, dat de beperking van -de begeerte soms wenschelijk, en dikwijls noodig is, lange tijden -achtereen, dan is het verstandig zich te onthouden van zelfs den -schijn van de noodzakelijkheid van sexueelen omgang vast te stellen op -dikwijls herhaalde en regelmatige tijden. De kwestie is voornamelijk -van belang om te behoeden tegen overmaat, of zelfs tegen de poging -van als gewoonte dicht bij de grens te leven. Vele autoriteiten zijn -er daarom op uit er op te wijzen, dat het niet raadzaam is om te -bepaald te zijn. Zoo zegt Erb, terwijl hij opmerkt, dat voor sommigen -de uitspraak van Luther het uiterste maximum vertegenwoordigt, dat -anderen die maat ongestraft ver kunnen te buiten gaan, en hij meent, -dat zulke verschillen aangeboren zijn [392]. Ribbing, die het over -het algemeen eens is met den regel van Luther, protesteert tegen -iedere poging om voor iedereen wetten op te stellen, en is geneigd -te zeggen, dat het een veilige regel is, zoo dikwijls als men wil, -zoolang als er geen slechte gevolgen zijn [393]. - - - Het schijnt wel algemeen toegestemd te worden, dat slechte - resultaten van onmatigheid in coïtus, als ze voorkomen, - zeldzaam zijn bij vrouwen (zie b.v., Hammond, Sexual Impotence, - p. 127). Nu en dan echter komen er slechte resultaten bij vrouwen - voor. Een geval, dat mogelijk in dit verband moet vermeld worden, - is dat van een man, die achtereenvolgens drie vrouwen had, die - krankzinnig werden na het huwelijk (Journal of Mental Science, - Jan., 1879, p. 611). In gevallen van sexueele onmatigheid wordt - dikwijls groote physieke uitputting opgemerkt, met achterdocht en - waanideeën. Hutchinson heeft drie gevallen vermeld van tijdelijke - blindheid, alle bij mannen, het resultaat van sexueele onmatigheid - na het huwelijk (Archives of Surgery, Jan., 1893). De oude - medische autoriteiten brachten veel verkeerde dingen terug op - onmatigheid bij coïtus. Zoo brengt Schurig (Spermatologia, 1720, - p. 260 et seq.) gevallen samen van krankzinnigheid, apoplexie, - syncope, epilepsie, verlies van herinneringsvermogen, blindheid, - kaalheid, eenzijdig overmatig transpireeren, jicht, en dood, die - aan deze oorzaak worden toegeschreven; vele gevallen van dood - worden gegeven, sommige bij vrouwen, maar men kan gemakkelijk - merken, dat post dikwijls in de plaats gesteld werd voor propter. - - -Er is echter een andere overweging, die ternauwernood aan de aandacht -van den lezer van dit werk kan ontsnappen. Bijna al de taxaties van de -wenschelijke veelvuldigheid van coïtus zijn gemaakt om aan te passen -aan de veronderstelde physiologische behoeften van den man [394], -en zij schijnen gewoonlijk gevormd te zijn in denzelfden geest van -uitsluitende attentie voor die behoeften, alsof er kwestie was van de -physiologische behoeften van het ledigen van de ingewanden of van de -blaas. Maar sexueele behoeften zijn de behoeften van twee personen, van -den man en van de vrouw. Het komt aan op de harmonische overeenstemming -van deze twee groepen van behoeften. Die overweging alleen is, te zamen -met de groote variaties van individueele behoeften, al voldoende om -alle bepaalde regels van zeer weinig waarde te doen zijn. - - - Het is van belang de ruime grenzen van de variatie in de sexueele - capaciteit in herinnering te houden, evenals het feit, dat - zulke variaties in beide richtingen gezond en normaal kunnen - zijn, hoewel variaties, als ze tot het uiterste overslaan, - pathologische beteekenis kunnen hebben. Bekend is bijvoorbeeld - het geval van een man, die eenmaal per maand omgang heeft en - dit voldoende vindt; hij heeft geen emissies en ook geen sterke - begeerten in den tusschentijd; toch leidt hij een ledig, lui en - weelderig leven en wordt niet tegengehouden door eenige moreele of - godsdienstige gewetensbezwaren; als hij ver boven zijn gewoonte - gaat, dan voelt hij zich onwel, hoewel hij overigens volkomen - gezond is, behalve een eenigszins zwakke spijsvertering. Aan - het andere uiterste had een gelukkig getrouwd paar, tusschen de - vijf en veertig en de vijftig jaren oud en elkander zeer genegen, - twintig jaar lang iederen nacht sexueelen omgang gehad, behalve - in den tijd der menstruatie en bij zwangerschap in de laatste - maanden, hetgeen maar eenmaal was voorgekomen; zij zijn hartelijke, - volbloedige, intellectueele menschen, gesteld op een goed leven, - en zij schrijven hun genegenheid en standvastigheid toe aan het - veelvuldig toegeven aan coïtus; het eenige kind, een meisje, - is niet sterk, al is ze tamelijk gezond. - - Er zijn vele gevallen bekend waarin, bij speciale gelegenheden, - het mogelijk is voor menschen, die hartstochtelijk aan elkander - gehecht zijn, de daad van den coïtus, of ten minste het orgasme, - een buitensporig aantal malen binnen eenige uren te herhalen. Dit - gebeurt gewoonlijk bij het begin van een intimiteit of na een - lange scheiding. Zoo ondervond bijvoorbeeld een pas getrouwde - vrouw orgasme veertien maal in een nacht, terwijl haar man het in - dien tijd zeven maal had. In een ander geval ondervond een vrouw, - die een kuisch leven geleid had, toen de sexueele verhoudingen - eindelijk begonnen, het eens veertien of vijftien maal tegen - haar echtgenoot driemaal. In een geval, waarvan ik zeer bepaald - weet dat het waar is, geraakte een jonge vrouw van zeer erotisch, - prikkelbaar, lichtelijk abnormaal temperament zes en twintig maal - binnen de vijf kwartier in opwinding, na een maand afwezigheid - van haar man; haar echtgenoot, een veel oudere man, had tweemaal - orgasme in dezen tijd; de vrouw gaf toe, dat ze daarna zich - volkomen geradbraakt gevoelde, maar het is wel zeker dat, als - dit geval als waar beschouwd kan worden, de orgasmen van zeer - geringe hevigheid waren. Een jonge vrouw, die pas getrouwd was - met een physiek robusten man, had eens acht maal in twee uren - omgang met hem, terwijl ieder keer orgasme voorkwam bij beide - partijen. Guttceit (Dreissig Jahre Praxis, deel II, p. 311), - in Rusland, kende vele gevallen van jonge mannen van twee en - twintig tot acht en twintig jaar, die meer dan tien maal in een - nacht omgang hadden, hoewel er na den vierden keer zelden meer - eenig zaad aanwezig is. Hij had mannen gekend, die in hun vroege - jeugd gemasturbeerd hadden, en die op hun vijftiende jaar waren - begonnen met vrouwen om te gaan, en die toch krachtig bleven tot - op hoogen leeftijd, terwijl hij anderen kende, die den omgang - laat begonnen waren en op veertigjarigen leeftijd hun kracht - verloren. Mantegazza, die een man kende, die veertien maal per - dag omgang had, maakt de opmerking, dat de verhalen van de oude - Italiaansche romanschrijvers aantoonen, dat twaalf maal beschouwd - werd als een zeldzame uitzondering. Burchard, de secretaris van - Alexander VI, zegt, dat de zoon van den gezant uit Florence, - in Rome in 1489 "een meisje zevenmaal in een uur naderde" - (J. Burchardi, Diarium, ed. Thuasne, deel I, p. 329). Olivier, - de paladijn van Karel den Groote, pochte er, zooals de legende - luidt, op, dat hij honderd maal per nacht zijn mannelijke kracht - kon toonen, als hij mocht slapen met de dochter van den Keizer - van Constantinopel; hem werd toegestaan het te beproeven, naar - men zegt, en het gelukte hem dertig maal (Schultz, Das Höfische - Leben, deel I, p. 581). - - Men zal zien dat, telkens als de geslachtsdaad binnen korten tijd - dikwijls herhaald wordt, de echtgenoot maar zeer zelden pas kan - houden met de vrouw. Het is waar, dat de sexueele energie van de - vrouw langzamer en moeilijker op te wekken is dan die van den man, - maar als ze eens gewekt is, dan neemt de aandrang toe. De man, - wiens energie gemakkelijk opgewekt wordt, is spoedig uitgeput; - de vrouw bereikt dikwijls ternauwernood haar hoogtepunt, voordat - het eerste orgasme voorbij is. Het is soms een verrassing voor - een jongen echtgenoot, die gelukkig getrouwd is, te ontdekken, - dat de daad van sexueelen omgang, die hem volkomen bevredigt, - alleen gediend heeft om den gloed van zijn vrouw op te wekken. Zeer - vele vrouwen gevoelen, dat de herhaling van de daad verscheidene - malen achtereen noodig is, om, zooals zij het uitdrukken, "aan - den gang te komen", en wel verre van slaperigheid en vermoeidheid - teweeg te brengen, maakt ze haar vroolijk en levendig. - - Jonge en krachtige vrouwen, die een kuisch leven geleid hebben, - ondervinden bij het begin van het regelmatige geslachtsverkeer, - iets alsof ze verscheidene mannen noodig hadden, en of ze behoefte - hadden aan verkeer minstens eens per dag, terwijl ze later, als - zij aangepast raken aan het gehuwde leven tot de conclusie komen, - dat haar wenschen niet buitengewoon sterk zijn. De man moet zich - aanpassen aan de sexueele behoeften van zijn vrouw, door zijn - sexueele kracht, als hij die heeft, en, als hij ze niet heeft, - door zijn handigheid en takt. De zeldzaam voorkomende mannen, - die een aangeboren kracht bezitten, die zij kunnen gebruiken tot - bevrediging van vrouwen, zonder nadeel voor henzelf, zijn door - Professor Benedictus genoemd "sexueele athleten", en hij merkt op, - dat zulke mannen gemakkelijk vrouwen beheerschen. Hij beschouwt - terecht Casanova als het type van den sexueelen athleet (Archives - d'Anthropologie Criminelle, Jan., 1896). Näcke vermeldt het geval - van een man, dien hij beschouwt als een sexueelen athleet, die - zijn geheele leven door eens of tweemaal per dag omgang had met - zijn vrouw, of, als zij niet wilde, met een andere vrouw, totdat - hij krankzinnig werd op den leeftijd van vijf en zeventig jaar - (Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Aug., 1908, p. 507). Dit - mag men echter eerder beschouwen als een geval van ziekelijke - overgevoeligheid, dan van sexueele athletiek. - - -In dit stadium komen wij tot de grondelementen van de kunst van -liefhebben. Wij hebben gezien, dat vele moreele gewoonten en moreele -theorieën, die in ruimen kring bij het Christendom in zwang waren, -tradities ontwikkeld hebben, die nog in het geheel niet onder -ons zijn uitgestorven, volkomen tegenovergesteld aan de kunst van -liefhebben. Het denkbeeld ontwikkelde zich van "huwelijksplichten", -van "rechten van den man" [395]. De man had het recht en den plicht -sexueelen omgang te hebben met zijn vrouw, wat ook haar wenschen in -deze zaak mochten zijn, terwijl de vrouw het recht en de plicht had -(terwijl de plicht in haar geval gewoonlijk vooropgesteld werd) om -zich aan dien omgang te onderwerpen, waarvan haar gewoonlijk geleerd -was, dat het iets laags en alleen physieks was, een onpleizierige -en bijna vernederende noodzakelijkheid, waarvan het het beste was, -als ze haar zoo spoedig mogelijk uit haar gedachten zette. Het is -niet te verwonderen, dat zulk een houding tegenover het huwelijk -het ongeluk in het huwelijk zeer begunstigd heeft, meer speciaal -dat van de vrouw [396], en ze heeft er toe bijgedragen echtbreuk en -echtscheiding te bevorderen. Het had ons meer moeten verwonderen als -het anders geweest was. - -De kunst van liefhebben is gebaseerd op het fundamenteele feit -van het hofmaken; en het hofmaken is de poging van den man om zich -aannemelijk te maken bij de vrouw. "De kunst van liefhebben", zeide -Vatsyayana, een van de grootste der autoriteiten, "is de kunst aan -vrouwen te behagen". "Een man moet zich nooit een genoegen met zijn -vrouw veroorloven", zeide Balzac in zijn Physiologie du Mariage, -"waarvan hij niet de handigheid gehad heeft het eerst door zijn vrouw -te doen wenschen". Dat is de geheele kunst van liefhebben. Vrouwen -trachten zich van nature en instinctief voor mannen begeerlijk te -maken, zelfs aan mannen, voor wie ze volkomen onverschillig zijn, en -de vrouw, die op een man verliefd is, tracht door een even natuurlijk -instinct zichzelf te vormen naar den vorm, d.i. in de gedaante, die -hem persoonlijk aangenaam is. Deze neiging wordt niet gewijzigd door -het grondfeit, dat in deze zaak alleen de kunst, die door de natuur -gemaakt is, waarlijk effect heeft. Het is ten slotte door wat hij -is, dat een man de diepste aandoeningen van sympathie of antipathie -in de vrouw opwekt, en hij behaagt haar dikwijls meer door zijn -geschiktheid om een groote rol te spelen in de buitenwereld dan door -enkele verkregen volkomenheden in de kunst van het hofmaken. Wanneer -echter het ernstige en meer intieme spel der liefde begint, dan is de -rol van de vrouw, zelfs biologisch, oppervlakkig de meer passieve rol -[397]. Zij is, aan den physieken kant, onvermijdelijk in de liefde -het instrument; het moeten 's mans hand zijn en zijn boog, die de -muziek te voorschijn roepen. - -Als we van de kunst van liefhebben spreken is het echter onmogelijk -om geheel het geestelijke van het physieke los te maken. De poging -alleen al om dit te doen is een fatale vergissing. De man, die alleen -maar de physieke zijde van de sexueele verhouding kan zien, staat, -zooals Hinton gewoon was te zeggen, op een hoogte met den man, die, -als hij naar een viool-sonate van Beethoven luistert, zich alleen -bewust is van het physieke feit, dat er een paardenstaart geschuurd -wordt over schapen-ingewanden. - - - Het beeld van het muziekinstrument doet zich herhaaldelijk voor aan - hen, die over de kunst van liefhebben schrijven. De vergelijking - van Balzac van den onhandigen echtgenoot bij den oerang-oetan, - die probeert viool te spelen, is reeds aangehaald. Dr. Jules - Guyot komt in zijn ernstig en bewonderenswaardig boekje, - Bréviaire de l'Amour Expérimental, tot dezelfde vergelijking: - "Er zijn een onnoemelijk groot aantal onwetende, zelfzuchtige - en ruwe mannen, die zich geen moeite geven om het instrument - te bestudeeren, dat God hun heeft toevertrouwd, en die zelfs - niet vermoeden, dat het noodig is het te bestudeeren, om er - maar de geringste tonen uit te halen... Ieder direct contact, - zelfs met de clitoris, iedere poging tot coïtus (zelfs als het - vrouwelijk organisme niet geprikkeld is) roept een pijnlijk gevoel - te voorschijn, een instinctieve afstooting, een gevoel van walging - en afkeer. Iedere man, iedere echtgenoot, die dit feit niet kent, - is belachelijk en verachtelijk. Iedere man, iedere echtgenoot, - die, terwijl hij het weet, het buiten beschouwing durft te laten, - heeft geweld gepleegd... In de eindelijke vereeniging van man en - vrouw heeft het positieve element, de man, het initiatief en de - verantwoordelijkheid voor het echtelijk leven. Hij is de minstreel, - die met zijn hand en zijn boog harmonie of disharmonie kan te - voorschijn roepen. De vrouw is uit dit gezichtspunt werkelijk het - veelsnarige instrument, dat harmonieuze of disharmonieuze geluiden - zal voortbrengen al naar dat zij goed of slecht bespeeld wordt" - (Guyot, Bréviaire, blz. 99, 115, 138). - - Dat zulk een liefde overeenkomt met de behoefte van een vrouw - kan niet betwijfeld worden. Alle ontwikkelde vrouwen willen - bemind worden, zegt Ellen Key, niet "en mâle" maar "en artiste" - (Liefde en Huwelijk, p. 92). "Alleen de man, waarvan ze gevoelt, - dat hij de vreugde van den kunstenaar in haar heeft, en die deze - vreugde toont door zijn schuchtere en teedere aanraking zoowel - van haar ziel als van haar lichaam, kan de vrouw van tegenwoordig - boeien. Zij wil alleen toebehooren aan een man, die nog voortgaat - naar haar te verlangen, als hij haar reeds in zijn armen genomen - heeft. En als zulk een vrouw uitroept: "Je hebt me noodig, maar - je kunt me niet liefkoozen, je kunt me niet zeggen wat ik hooren - wil", dan is die man geoordeeld". Liefde is werkelijk een teedere - kunst, waarvoor, zooals Remy de Gourmont opmerkt, evenals voor - muziek en schilderen, maar weinigen de gave bezitten. - - -Men moet niet meenen, dat de eisch aan den minnaar en den echtgenoot -om de vrouw in denzelfden geest te naderen, met dezelfde tact en -den ervaren aanslag, als waarmee de musicus zijn instrument aanvat, -enkel een eisch is, welke gedaan wordt door de moderne vrouwen, die -waarschijnlijk neurotisch of hysterisch zijn. Geen lezer van deze -Studies, die de besprekingen over het hofmaken en de sexueele keuze -in de vorige hoofdstukken heeft gevolgd, kan nalaten te erkennen, -dat--hoewel wij getracht hebben onszelf te bedriegen door het geven -van een verkeerde onwettige beteekenis aan het woord "ruw"--tact -en respect voor het vrouwtje bijna algemeen is in de sexueele -verhoudingen van de dieren, die lager dan de menschen staan; alleen -onder de verst verwijderden van de wilde dieren, bij de beschaafde -menschen, is sexueele "ruwheid" over het geheel gewoon, en zelfs daar -is ze voornamelijk het gevolg van onwetendheid. Als we afdalen tot de -insecten, die geen familieleven hebben, en die gewoonlijk beschouwd -worden als zorgeloos en lichtzinnig, dan vinden we deze houding jegens -het wijfje soms volkomen ontwikkeld, en de groote zorgvuldigheid van -het mannetje voor het vrouwtje, dat hij toch stevig onder zich houdt, -de teedere voorbereidingen, het uiterst geleidelijke naderen tot de -sexueele daad, geeft ons een bewonderenswaardige les. - -Deze grootere moeite en langzaamheid van den kant van de vrouwen -in het beantwoorden van de erotische opwinding van het hofmaken is -werkelijk zeer fundamenteel. Het karakteriseert het geheele erotische -leven van de vrouw, van den vroegsten leeftijd af, als de kuischheid en -het schaamtegevoel zich ontwikkelen. De liefde ontwikkelt zich bij de -vrouw veel langzamer dan bij den man. Er is werkelijke physiologische -beteekenis in het feit, dat het verlangen van een man naar een vrouw -neiging heeft spontaan te ontstaan, terwijl het verlangen van een -vrouw naar een man eerst langzamerhand gewekt wordt, naarmate haar -betrekkingen tot hem zich samengestelder ontwikkelen. Daarvandaan is -haar sexueele emotie dikwijls minder abstract, meer intiem verbonden -met den persoonlijken minnaar, op wien ze geconcentreerd is. "De weg -tot mijn zinnen is door mijn hart", schreef Mary Wollstonecraft aan -haar minnaar Imlay, "maar vergeef mij! tot uw zinnen leidt dikwijls -een kortere weg". Zij sprak voor het beste, zoo niet voor het grootste -deel van haar sekse. Een man bereikt den uitersten grens van zijn -physieke capaciteit tot liefhebben met een enkelen stap, en het -schijnt wel dikwijls, dat zijn psychische grenzen niet moeilijker te -bereiken zijn. Dit is het zekere feit, dat ten grondslag ligt aan het -meer gewaagd gezegde, 't welk men zoo dikwijls hoort: dat de vrouw -monogamisch is en de man polygamisch. - - - Wat den physieken kant betreft, merkt Guttceit op, dat een - maand na het huwelijk niet meer dan twee van de tien vrouwen - het volle genot ondervonden hebben van den sexueelen omgang, en - soms is het eerst na zes maanden of een jaar, of zelfs eerst na - de geboorte van verschillende kinderen, dat een vrouw werkelijk - genot heeft van de physieke verhouding, en zelfs dan alleen met - een man, dien zij volkomen liefheeft, zoodat de voorwaarden voor - sexueele bevrediging veel meer complex zijn bij vrouwen dan bij - mannen. Ditzelfde wordt door Ellen Key aan den psychischen kant - opgemerkt (Ueber Liebe und Ehe, p. 111). "Het is zeker waar, - dat een vrouw sexueele bevrediging begeert door een man. Maar - terwijl bij haar dit verlangen niet zelden eerst optreedt, - nadat zij hem genoeg liefheeft om haar leven voor hem te geven, - begeert een man dikwijls physiek een vrouw te bezitten voordat - hij genoeg van haar houdt om ook maar zijn pink voor haar te - geven. Het feit, dat liefde bij een vrouw meestal gaat van de ziel - naar de zinnen en deze laatste dikwijls niet bereikt, en dat ze - bij een man meestal gaat van de zinnen naar de ziel en dikwijls - dat doel nooit bereikt--dit is van al de bestaande verschillen - tusschen mannen en vrouwen hetgene, dat aan beiden de meeste - kwelling veroorzaakt". Het zal natuurlijk duidelijk zijn voor - den lezer van mijn andere werken op dit gebied, dat de methode - om het verschil te constateeren die aan Mary Wollstonecraft, - Ellen Key, en anderen juist toescheen, niet strikt correct is; - zoo zal b.v. de meest kuische vrouw, als ze een te warm bad - genomen heeft, wel kunnen ondervinden, dat haar hart niet de - eenige weg is, waardoor haar zinnen kunnen bereikt worden. De - zinnen zijn de eenige kanalen naar de uitwendige wereld die - wij bezitten, en liefde moet door deze kanalen komen of in het - geheel niet. Het verschil schijnt echter een werkelijk verschil te - zijn als wij zeggen, dat, zooals ik elders reeds trachtte aan te - toonen, er bij vrouwen zijn 1o. specifiek zintuigelijke wegen van - sexueele stimuli, zooals een schijnbaar overheerschen van tast- - en gehoorswegen, vergeleken bij mannen; 2o. een meer massief, - samengesteld en teer geëquilibreerd sexueel mechanisme: en als - resultaat hiervan, 3o. eindelijk een grootere mate van sexueele - irradiatie van de zenuwen en de hersenen. - - We moeten echter in herinnering houden, dat, ofschoon deze - onderscheiding een werkelijke neiging tot sexueel verschil - aangeeft, met een organische en niet enkel traditioneele basis, - er niets absoluuts in is. Er is een groot aantal vrouwen, wier - sexueele plooibaarheid, en wel door een natuurlijke neiging en niet - alleen door verkregen gewoonten, even duidelijk uitgesproken is - als die van een man, en zelfs meer. Op sexueel gebied is de omvang - van de veranderlijkheid bij vrouwen zelfs grooter dan bij mannen. - - -Het feit, dat liefde een kunst is, een methode om muziek uit een -instrument te halen, en niet het enkele doen van een daad met -wederzijdsche toestemming, maakt iedere overeenkomst tot liefde -in woorden, van weinig belang. Als liefde een kwestie was van een -contract, een louter intellectueele toestemming, van vraag en antwoord, -dan zou ze nooit in de wereld gekomen zijn. Liefde vertoonde zich van -den beginne af als kunst, en de latere ontwikkelingen van de kort -samengevatte methoden van rede en spraak kunnen dat grondfeit niet -veranderen. Dit wordt ternauwernood beseft door die slecht ingelichte -minnaars, die meenen, dat de eerste stap bij het hofmaken--en misschien -zelfs het geheele hofmaken--is, dat een man een meisje vraagt, zijn -vrouw te worden. Integendeel gebeurt het dikwijls, dat de voorbarige -uiting van een zoo ver strekkenden eisch in eens en voor goed alle -kansen verijdelt. Het is ongetwijfeld treurig, dat een zoo ernstige -en noodlottige zaak als het huwelijk zoo dikwijls beslist wordt zonder -kalm overleg en verstandige voorzorg. Maar sexueele zaken kunnen nooit -en moesten ook nooit enkel een zaak zijn van koele berekening. Als een -vrouw plotseling voor den eisch gesteld wordt, dat ze zich als vrouw -zal geven aan een man, die er nog niet in geslaagd is haar genegenheid -te winnen, dan zal ze zeker vinden--mits ze verheven is boven de koele -beweegredenen van de zelfzucht--dat er vele goede redenen voor haar -zijn om neen te zeggen. En nadat ze zoo de kwestie in koelen bloede -bezien en beslist heeft, zal ze voortaan dien minnaar waarschijnlijk -tegemoet treden met een met staal ompantserde borst. - - - "Liefde moet zich openbaren door daden en niet zich verraden door - woorden. Ik beschouw als abnormaal de zeldzame methode van een - haastig toestemmen van tevoren; want ze is niet de directe weg - der mededeeling, maar de reflexweg. Hoe normaal en aangenaam - een bekentenis zijn mag, wanneer ze eenmaal wederkeerig is, - als veroveringsmethode beschouw ik ze als gevaarlijk en zal - ze waarschijnlijk het tegendeel uitwerken van het gewenschte - resultaat!" Ik ontleen deze woorden aan een geestige verhandeling - "Essai sur l'Amour" (Archives de Psychologie, 1904) door een niet - psychologisch Zwitsersch schrijver, die zijn eigen ondervindingen - vermeldt, en die ten zeerste aandringt op het overheerschen van - het geestelijk element in de liefde. - - Hier dient te worden opgemerkt; dat de erkenning, dat spreken - bij het hofmaken misplaatst is, niet moet beschouwd worden als - een verfijning van de beschaving. Bij natuurvolken wordt overal - ten volle erkend, dat het liefdesoffer, en het aannemen of het - weigeren ervan, gedaan moeten worden door symbolische daden, en - niet door de ruwe methode van vraag en antwoord. Bij de Indianen - van Paraguay, die veel sexueele vrijheid toestaan aan hun vrouwen, - maar die nooit liefde koopen of verkoopen, zegt Mantegazza (Rio de - la Plata e Tenerife, 1867, p. 225), dat een meisje uit het volk aan - je deur zal komen of aan je raam en in de Guarani-taal schuchter en - verlegen vragen om een dronk water. Bij de Taharumari-Indianen van - Mexico, bij wie het initiatief van het hofmaken bij de vrouwen - berust, doet het meisje den eersten stap door haar ouders, - dan werpt ze kiezelsteentjes naar den jongen man; als hij ze - teruggooit, is de zaak afgeloopen (Carl Lumholtz, Scribner's - Magazine, Sept., 1894). In vele deelen van de wereld is het de - vrouw, die haar man kiest (zie bv. M. A. Potter, Sohrab und Rustem, - blz. 169 et seq.), en zeer dikwijls neemt ze een symbolische - methode van aanzoek aan. Behalve wanneer het handelselement in het - huwelijk overheerscht, wordt een dergelijke methode ook dikwijls - door mannen aangenomen bij het doen van huwelijksvoorstellen. - - -Het is niet alleen bij het begin van het hofmaken, dat er bij de -liefdedaad weinig plaats is voor vormelijke verklaringen, voor de -vragen en de toestemmingen, die duidelijk in gesproken woorden kunnen -uitgedrukt worden. Dezelfde regel blijft ook bestaan in de meest -intieme verhoudingen van oude geliefden, het geheele huwelijksleven -door. Het blijvende element in de schuchterheid, dat ieder sexueel -gewennen overleeft om samen te smelten met de koenste driestheden van -liefde, verbindt zich met een werkelijk erotisch instinct en verzet -zich tegen in woorden geformuleerde eischen, tegen bevestigingen -en ontkenningen in woorden. Liefde kan haren wensch niet in woorden -uiten, en ook niet naar waarheid in woorden beantwoord worden; een -fijn voorzeggingsvermogen blijft noodig zoolang als de liefde duurt. - - - Het feit, dat de behoeften der liefde niet uitgedrukt kunnen - worden, maar dat ze geraden moeten worden, is al vroeger erkend - door hen, die over de kunst van liefhebben geschreven hebben, - evenzeer door schrijvers in Europa als buiten de Europeesch - Christelijke tradities. Zoo wijst Zacchia, in zijn groote - medisch-juridische verhandeling er op, dat een echtgenoot - opmerkzaam moet zijn op de teekenen van sexueel verlangen bij zijn - vrouw. "Vrouwen", zegt hij, "zijn gewoon, als sexueel verlangen in - haar gewekt is, haar mannen vragen te doen over zaken van liefde; - zij vleien en liefkoozen hen; zij laten een of ander deel van haar - lichaam als bij toeval ongedekt; haar borsten schijnen te zwellen; - zij vertoonen ongewone levendigheid; zij blozen; haar oogen worden - glanzend; en als ze ongewonen gloed ondervinden, dan stamelen zij, - verspreken zich en kunnen zich nauwelijks beheerschen. Tegelijk - worden haar geheime deelen vol en warm. Al deze teekenen moesten - een echtgenoot er op wijzen, dat zijn vrouw naar bevrediging - verlangt". (Zacchiæ Questionum Medico-legalium Opus, lib. VII, - tit. III, quæst. I; deel II, p. 624 in de uitgave van 1688). - - De oude Hindoeschrijvers over erotica hechtten groote waarde aan de - oplettendheid van den man voor de erotische behoeften van de vrouw, - en ook aan zijn bekwaamheid en tact bij al de voorbereidselen - tot de sexueele daad. Hij moet alles doen wat hij kan om haar - genoegen te geven, zegt Vatsyayana. Als zij op haar bed zit, en - misschien in een gesprek verdiept is, moet hij zachtjes de banden - van haar ondergoed losmaken. Als zij protesteert, sluit hij haar - mond met een kus. Sommige schrijvers, merkt Vatsyayana op, meenen, - dat de minnaar moet beginnen met te zuigen aan de tepels van haar - borsten. Wanneer er erectie is, raakt hij haar met zijn handen aan, - zachtjes de verschillende deelen van haar lichaam liefkozend. Hij - moet altijd die deelen van haar lichaam drukken, waarop zij haar - oogen richt. Als zij verlegen is en het de eerste keer is, dan - moet hij zijn handen tusschen haar beenen leggen, en zal ze die - dan als bij instinct samendrukken. Als zij jong is, moet hij zijn - handen op haar borsten leggen; dan zal zij die ongetwijfeld met - de hare bedekken. Als zij rijp is, zal ze alles doen wat gepast - en aangenaam is voor beide partijen. Dan zal hij heur haar en haar - kin tusschen zijn vingers nemen en ze kussen. Als ze heel jong is, - zal ze blozen en haar oogen sluiten. Door de wijze waarop ze zijn - liefkoozingen in ontvangst neemt, moet hij raden, wat haar het - meest bij het samenzijn bevalt. De teekenen van haar vreugde zijn, - dat haar lichaam slap wordt, haar oogen zich sluiten, zij alle - verlegenheid verliest en deel neemt aan de bewegingen, die haar - zoo dicht mogelijk bij hem brengen. Als zij aan den anderen kant - geen genot voelt, dan strijkt zij met haar hand over het laken, - wil haar man niet toestaan door te gaan, is saai, bijt of slaat - zelfs, en gaat met coïtusbewegingen voort als de man al opgehouden - heeft. In zulke gevallen, voegt Vatsyayana er bij, is het zijn - plicht de vulva vóór de vereeniging met zijn hand te wrijven tot - ze vochtig is, en hij moet dezelfde bewegingen naderhand maken, - als zijn eigen geprikkeldheid het eerst voorbij is. - - Aangaande Indische erotische kunst in het algemeen, en meer - speciaal over Vatsyayana, die eenige honderde jaren geleden - schijnt geleefd te hebben, kan men inlichtingen vinden bij - Valentino, "L'Hygiène conjugale chez les Hindous", Archives - Générales de Médecine, April 25, 1905; Iwan Bloch, "Indische - Medizin", Puschmann's Handbuch der Geschichte der Medizin, - deel I, Heimann and Stephan, "Beiträge zur Ehehygiene nach der - Lehren des Kamasutram", Zeitschrift für Sexualwissenschaft, - Sept., 1908; ook een overzicht van de Duitsche vertaling van de - Kamashastra van Vatsyayana in het Zeitschrift für Ethnologie, - 1902, afl. 2. Er heeft lang een Engelsche vertaling van dit werk - bestaan. In de langdradige voorrede bij de Fransche vertaling - wijst Lamairesse op de superioriteit van de Indische erotische - kunst boven die van de Latijnsche dichters door den meer verheven - geest, de meerdere reinheid en het grooter idealisme. Ze wordt - in haar geheel gekenmerkt door eerbied voor de vrouwen, en de - geest ervan wordt uitgedrukt in het welbekende spreekwoord: "Gij - zult een vrouw niet slaan, zelfs niet met een bloem". Zie ook van - Margaret Noble Web of Indian Life, vooral hoofdstuk III, "On the - Hindu Woman as Wife", en hoofdstuk IV, "Love Strong as Death". - - De raad door Guyot aan echtgenooten gegeven (Bréviaire de l'Amour - Expérimental, p. 422) komt nauwkeurig overeen met den raad, - die, onder geheel verschillende omstandigheden gegeven is door - Zacchia en Vatsyayana. "In een toestand van sexueel verlangen - zijn de lippen van de vrouw vast en zij trillen, de borsten - zijn gezwollen en de tepels opgezet. De intelligente echtgenoot - kan zich in deze teekenen niet bedriegen. Als ze niet bestaan, - is het zijn rol ze door kussen en liefkoozingen te voorschijn te - roepen en als, niettegenstaande zijn teedere en zachte opwekking - de lippen geen warmte krijgen en de borsten geen zwelling, en - vooral als de tepels onaangenaam aangedaan worden door zacht - zuigen, dan moet hij zijn wenschen beheerschen en zich van alle - contact met de voortplantingsorganen onthouden, want hij zou - ze zeker in een toestand van uitputting vinden en geneigd tot - afstooting. Als integendeel de medeplichtige organen bezield - zijn of bezield worden onder zijn liefkoozingen, dan moet hij - deze uitstrekken tot de voortplantingsorganen, en vooral tot de - clitoris, die onder zijn aanraking vol en gloeiend zal worden". - - Op het belang van voorafgaande streeling van de sexueele - organen is zoowel door een lange reeks van dokters, als door - erotische schrijvers de nadruk gelegd, van Ovidius af (Ars - Amatoria Bk. II). Eulenburg (Die Sexuale Neuropathie, blz. 79) - meent dat streeling soms noodig is, en Adler legt eveneens den - nadruk op de voorbereidselen tot psychisch en physiek hofmaken - (Die Mangelhafte Geschlechtsempfindung des Weibes, p. 188), en - merkt op, dat de man, die begaafd is met inzicht en handigheid - in deze zaken een bekoring bezit, die vonken van gevoel zal slaan - uit het koelste vrouwenhart. De raad van den medicus komt in deze - zaak overeen met de leerstellingen van den erotischen kunstenaar - en met de behoeften van de liefhebbende vrouw. Bij het hof maken - moet geen haast zijn, schreef Ovidius: - - - "Crede mihi, non est Veneris properanda voluptas, - Sed sensim tarda prolicienda mora". - - - "Echtgenooten", heeft een vrouw eens geschreven, "missen, evenals - kinderen, dikwijls het genoegen, dat ze anders zouden gehad hebben, - door het op den verkeerden tijd te eischen. De man, die meent, dat - dit langdurig hofmaken voorafgaande aan de daad van de sexueele - vereeniging vervelend is, heeft het nooit geprobeerd. Het is het - naderen tot de huwelijksomarming, evenzeer als de omarming zelf, - die de bekoring uitmaken van de verhouding tusschen de geslachten". - - Het gebeurt niet zelden, merkt Adler op (op. cit., p. 186), dat de - ongevoeligheid van de vrouw behandeld moet worden--bij den man. En - Guyot brengt hetzelfde punt op den voorgrond en schrijft (op. cit., - p. 130): "Als, na een uitstel voor teedere bestudeering de man - zijn jonge vrouw begrepen heeft, als hij in staat is voor haar - de onuitsprekelijke gelukzaligheid en de droomen van de jeugd te - verwezenlijken, dan zal hij voor goed bemind worden; hij zal haar - heer en meester zijn. Als hij haar niet heeft kunnen verstaan, - dan zal hij zich vermoeien en uitputten in vruchtelooze pogingen - en haar ten slotte rangschikken onder de onverschillige en koele - vrouwen. Zij zal uit plicht zijn vrouw zijn, de moeder van zijn - kinderen. Hij zal zijn genoegen elders zoeken, want de man zoekt - altijd een vrouw, die bij hem geslachtsgenot ondervindt. Zoo is - het onbepaalde en domme zoeken naar een andere helft, die deel - kan nemen aan die bacchantische finale, de hoofdoorzaak van alle - huwelijksoneenigheden. In zoo'n geval gelijkt de man op een slecht - musicus, die een andere viool neemt, in de hoop, dat een nieuw - instrument hem de melodie zal brengen, die hij niet kan spelen". - - -Het feit, dat er dus een liefdekunst is, en dat de sexueele omgang -niet alleen een daad is, die uitgevoerd moet worden door spierkracht, -kan meehelpen om te verklaren, hoe het komt, dat in zoo vele deelen -van de wereld de defloratie niet onmiddellijk na de bruiloft plaats -vindt [398]. Ongetwijfeld kunnen er hier ook godsdienstige of magische -redenen tusschenbeide komen, maar, zooals zoo dikwijls gebeurt, zijn -zij in harmonie met het biologische proces. Dit is zelfs het geval -onder onbeschaafde volken, die jong trouwen. De behoefte aan uitstel -en aan tactvolle bedrevenheid is veel grooter, als, zooals bij ons, -het huwelijk van een vrouw uitgesteld wordt tot lang na het intreden -van de puberteit, tot een tijd waarop het moeilijker is de psychische -en misschien zelfs de physieke slagboomen van de persoonlijkheid -te verbreken. - -Er moet aan toegevoegd worden, dat de kunst van liefhebben in de -daad van het hofmaken niet beperkt wordt tot de enkele daad van den -coïtus. In zekeren zin is het liefdeleven een voortdurend hofmaken -met een voortdurenden voortgang. Het instellen van physieken omgang -is alleen maar het begin ervan. Dit is vooral waar voor vrouwen. "De -bekroning van liefdesverlangen", zegt Senancour [399], "die dikwijls -het einde is van de liefde bij den man, is dikwijls het begin van -de liefde bij de vrouw, een bewijs van vertrouwen, een uitmeten van -komende vreugde, een soort van belofte van komende intimiteit". "De -ziel en het lichaam van een vrouw", zegt een andere schrijver [400], -"worden niet ineens gegeven op een bepaald oogenblik; maar alleen -langzamerhand, beetje bij beetje, door vele stadiën heen worden beide -aan den geliefde gegeven. Inplaats van de jonge vrouw op den avond -van het huwelijk aan den bruidegom over te laten, als een gevangen -muis, die aan de kat toegeworpen wordt om opgegeten te worden, zou -het beter zijn het jonge bruidspaar naast elkaar te laten leven als -twee vrienden en makkers, totdat zij langzamerhand leeren hoe zij hun -sexueele bewustzijn moeten ontwikkelen en gebruiken". De conventioneele -bruiloft is misplaatst als voorbereiding tot de huwelijksvoltrekking, -alleen al op grond daarvan, dat het onmogelijk te zeggen is in welk -stadium van het eindeloos lange proces van het hofmaken zij zou moeten -plaats vinden. - -Een vrouw is, anders dan een man, er door de Natuur op voorbereid -om een handige rol te spelen in de kunst van liefhebben. De rol van -den man bij het hofmaken, die de rol is van het mannetje de geheele -dierenwereld door, kan moeilijk zijn en vol gevaar, maar het is een -rechte lijn, tamelijk eenvoudig en direct. De rol van een vrouw, -die op hetzelfde oogenblik twee geheel verschillende impulsen moet -volgen, is noodzakelijk altijd een zig-zag of een curve. Dat is te -zeggen, dat op ieder erotisch oogenblik haar gedrag de resultante -is van de vereenigde kracht van haar begeerte (bewust of onbewust) -en haar schaamtegevoel. Zij moet doorzeilen door een kronkelig kanaal -met Scylla aan den eenen en Charybdis aan den anderen kant, en het al -te angstig ontwijken van het gevaar aan den eenen kant kan schipbreuk -beteekenen aan den anderen kant. Zij moet ondoordringbaar zijn voor -iedereen, maar het moet een ondoordringbaarheid zijn, die niet al te -dicht is voor het raadselvermogen van den rechten man. Haar spreken -moet eerlijk zijn, maar zij moet toch in het geheel niet alles zeggen; -haar daden moeten het gevolg zijn van haar impulsen, en juist om die -reden moeten ze op twee wijzen uitgelegd kunnen worden. Alleen op het -laatste oogenblik van volkomen intimiteit kan zij geheel vrouw worden, - - - "Whose speech Truth knows not from her thought, - Nor Love her body from her soul". - - -Voor menige vrouw komt het laatste oogenblik van deze erotische -openbaring--dit stralen in afgeworpen schaamte, "dat", zooals Pyke -zegt, "het mooiste in de volmaakte liefde is"--nooit. Zij wordt -gedwongen om tot het einde van haar erotische leven dat te zijn, wat -zij bij het begin altijd moet zijn, een samengestelde en tweevoudige -persoonlijkheid, van nature geslepen. Daarmee is zij beter dan de -man er toe voorbereid om haar rol in de kunst van liefhebben te spelen. - -De rol van den man in de kunst van liefhebben is echter in het geheel, -niet gemakkelijk. Dat wordt niet altijd ingezien door de vrouwen, -die zich beklagen over zijn gebrek aan handigheid bij het spelen van -die rol. Hoewel een man niet dezelfde natuurlijke tweevoudigheid -heeft aan te kweeken als de vrouw, moet hij een groote mate van -raadselvermogen bezitten. Hij is daartoe niet wel toegerust, want de -traditioneele mannelijke deugd is kracht eerder dan inzicht. Het werk -van den man, zegt men ons, is heerschen, en door zulk heerschen wordt -de vrouw aangetrokken. Er is een element van waarheid in die leer, -een element van waarheid, dat gemakkelijk den man op een dwaalweg -zou kunnen voeren, die zich er tè uitsluitend op verlaat in de -kunst van liefhebben. Geweld is slecht in iedere kunst, en in de -kunst van liefhebben wil de vrouw tot de liefde gewonnen en niet -tot de liefde bevolen worden. Dat is fundamenteel. Wij zien de zaak -soms zoo gesteld, alsof het bezwaar tegen kracht en overheersching -in de liefde een geheel nieuwe en revolutionaire eisch was van de -"moderne vrouw". Dat is, we behoeven het nauwelijks te zeggen, het -gevolg van onwetendheid. De kunst van liefhebben, een kunst door de -Natuur gemaakt, is nu in haar wezen dezelfde als ze altijd geweest is, -en ze bestond al eer de vrouw in de wereld kwam. Dat ze niet altijd -heel handig betracht is, is een andere kwestie. En, voor zoover den -man aangaat, is het juist deze traditie van mannelijke overheersching, -die bijgedragen heeft tot de moeilijkheid van het handig spelen van -die rol. De vrouw bewondert de kracht van den man; zij wenscht zelfs -gedwongen te worden tot de dingen, die zij zelf zoo gaarne wenscht; -en toch schrikt zij terug voor iedere aanwending van geweld buiten -deze nauwe grenzen, hetzij eer de grens bereikt is, of nadat de -grens overschreden is. Zoo is de positie van den man in werkelijkheid -moeilijker, dan van de vrouwen, die over zijn onhandigheid in de liefde -klagen, altijd geneigd zijn toe te geven. Hij moet kracht aankweeken, -niet alleen in de wereld, maar zelfs om ten toon te spreiden in de -liefde; hij moet in staat zijn om de oogenblikken te raden waarop -in de liefde kracht niet meer geweld is, omdat zijn eigen wil ook -de wil is van zijn deelgenoote; hij moet tevens zichzelf volkomen in -bedwang houden om niet in de noodlottige fout te vervallen van toe te -geven aan zijn eigen aandrift tot heerschen; en dit alles juist op -het oogenblik, dat hij zijn emoties het minst in bedwang heeft. We -behoeven wel nauwelijks verwonderd te zijn, dat van de millioenen, -die zich inschepen op de zee der liefde, maar zoo weinig vrouwen, -en zoo heel weinig mannen, veilig de haven bereiken. - -Het zal sommigen misschien toeschijnen, dat, als we stilstaan bij de -wetten, die een richtsnoer moeten zijn in het erotische leven, om -dat leven gezond en volkomen te doen zijn, wij afgedwaald zijn van -de beschouwing van het sexueele instinct in zijn verhouding tot de -maatschappij. Het kan daarom wenschelijk zijn tot de grondvragen terug -te keeren en er op te wijzen, dat we nog vasthouden aan de grondfeiten -van het persoonlijke en maatschappelijke leven. Het huwelijk is, zooals -we reden hebben gezien om te gelooven, een groote maatschappelijke -instelling; de voortplanting, die, aan den openbaren kant de hoogste -functie ervan is, is een groot maatschappelijk doel. Maar het huwelijk -en de voortplanting zijn beide gebaseerd op het erotische leven. Als -het erotische leven niet gezond is, wordt het huwelijk verbroken, -zoo al niet formeel, dan toch in de praktijk en het proces der -voortplanting wordt uitgevoerd onder ongunstige voorwaarden of in -het geheel niet. - -Dit maatschappelijke en persoonlijke belang van het erotische leven -is, hoewel het onder den invloed van een valsche moraal en een even -valsche ingetogenheid soms in stadiën van kunstmatige beschaving op -den achtergrond gekomen is, altijd duidelijk erkend door de menschen, -die hun oog op het leven gericht hadden. Onder die onbeschaafde rassen -schijnen er geen "sexueel koele" vrouwen te zijn. Het spreekt weinig -ten gunste van onze eigen "beschaving", dat het tegenwoordig voor -doktoren mogelijk zou zijn 25 percent vrouwen te vinden, die aldus -kunnen beschreven worden. - -De geheele bouw van de wereld berust op het algemeene feit, dat -het intieme contact van den man en de vrouw, die elkander gekozen -hebben, wederzijds genoegen geeft. Onder dit algemeene feit is het -meer specifieke feit, dat bij het normaal volvoeren van de daad van -de sexueele vereeniging de twee deelgenooten de acute bevrediging -ondervinden van gelijk orgasme. Hierin, zegt men, ligt het geheim -der liefde. Het is de basis zelf der liefde, de voorwaarde voor -het gezond uitoefenen van de sexueele functies, en in vele gevallen -waarschijnlijk ook de voorwaarde voor de bevruchting. - - - Zelfs wilden op een zeer lage trap van beschaving zijn soms - geduldig en tactvol bij het te voorschijn roepen van en het wachten - op de teekenen van sexueele begeerte bij hun vrouwen. In Katholieke - tijden werkte de invloed der theologen gezond in dezelfde richting, - hoewel die theologen zoo scherpzinnig waren de doodzonde van den - lust te ontdekken. Wèl gaat de accentuatie van de Katholieken op - de wenschelijkheid van gelijktijdig orgasme terug tot de op een - misverstand berustende opinie, dat om conceptie te verzekeren, - het noodig was, dat er "inseminatio" zou zijn aan den kant van de - vrouw, zoowel als aan den kant van den man, maar dat was niet de - eenige bron van het theologische standpunt. Zoo bespreekt Zacchia - de vraag of een man behoort voort te gaan met zijn vrouw totdat - zij orgasme heeft en zich bevredigd gevoelt, en hij beslist, - dat dat de plicht van den man is; anders vervalt de vrouw in het - gevaar van het ondervinden van het orgasme in den slaap, of nog - waarschijnlijker door zelfbevrediging, "want veel vrouwen plaatsen, - als haar wenschen niet bevredigd zijn door den coïtus het eene been - op het andere, drukken en wrijven ze totdat orgasme plaats vindt, - in de meening, dat ze geen zonde begaan, als ze haar handen niet - gebruiken". Hij voegt er bij, dat sommige theologen dat geloof - begunstigen, vooral Hurtado de Mendosa en Sanchez, en verder - haalt hij de meening van dezen laatsten aan, dat vrouwen, die - niet bevredigd worden bij den coïtus neiging hebben om hysterisch - of melancoliek te worden. (Zacchide Quaestionum Medica-legalium - Opus, lib. VII, tit. III, quaest. VI). In denzelfden geest hebben - sommige theologen irrumatio (zonder ejaculatie) toegestaan, - mits het alleen de voorbereiding is tot de normale sexueele daad. - - Tegenwoordig hebben de medici ten volle de meening van Sanchez - bevestigd. Het wordt erkend, dat vrouwen bij wie, uit welke - oorzaak dan ook, acute sexueele opwinding dikwijls voorkomt - zonder de behoorlijke natuurlijke verlichting van orgasme, - onderhevig zijn aan verschillende symptomen van de zenuwen en van - de spijsvertering, die haar vitaliteit schaden, en die zeer wel tot - een ineenstorting van de gezondheid leiden kunnen. Kisch heeft, - als neurose van het hart, van sexueelen oorsprong, beschreven - een pathologische tachycardia, die een vermeerdering is van den - physiologischen hartklop door sexueele opwinding. J. Inglis Parsons - (British Medical Journal, Oct. 22, 1904, p. 1062) verwijst naar de - pijn in de ovariën, veroorzaakt door sterke sexueele opwinding, - dikwijls bij krachtige ongetrouwde vrouwen, en soms een oorzaak - van groot verdriet. Een ervaren Oostenrijksch gynaecoloog vertelde - aan Hirth (Wege zur Heimat, p. 613), dat van de honderd vrouwen, - die bij hem komen met uterus-bezwaren er zeventig lijden aan - congestie van de baarmoeder, wat hij beschouwde als een gevolg - van onvolkomen coïtus. - - Er wordt dikwijls gezegd, dat het nadeel van onvolkomen bevrediging - en van afwezigheid van orgasme bij vrouwen voornamelijk komt - von coïtus interruptus, waarbij de penis haastig teruggetrokken - wordt als onwillekeurige ejaculatie op handen is; en soms wordt - er gezegd, dat hetzelfde in ruimen kring voorkomende gebruik - ook geringe of ernstige gevolgen te voorschijn roept bij den - man (zie b.v. L. B. Bangs, Transactions New York Academy of - Medicine, dl. IX, 1893; D S. Booth, "Coitus Interruptus and Coitus - Reservatus as Causes of Profound Neurosis and Psychosis" Alienist - and Neurologist, Nov. 1906; ook, Alienist and Neurologist, Oct., - 1897, p. 588). - - Het is ontwijfelbaar waar, dat coïtus reservatus, het plotseling - terugtrekken aan den kant van den man, zonder te letten op het - stadium van sexueele opwinding, dat zijn deelgenoote misschien - bereikt heeft, dikwijls wel een nadeelige uitwerking moet hebben - op de zenuwen van de vrouw, terwijl de nadeelige gevolgen op - den man, die ejaculatie bereikt, gering zijn of in het geheel - niet bestaan. Maar het gebruik is zoo wijd verspreid, dat men - niet kan denken, dat het noodzakelijk dit slechte gevolg moet - hebben. Ik ben er zeker van, dat er geen twijfel aan kan bestaan, - dat Blumreich gelijk heeft, waar hij zegt (Senator and Kaminer, - Health and Disease in Relation to Marriage, dl. II, p. 783), dat - "onderbroken coïtus nadeelig is voor het systeem der genitaliën - alleen van die vrouwen, die in haar wellustgevoelens gestoord - worden door dezen vorm van cohabitatie, bij wie het orgasme niet - voorkomt, en die urenlang daarna nog gekweld worden door gevoelens - van een onbevredigd verlangen". Even nadeelige gevolgen ontstaan - bij normalen coïtus, als het orgasme van den man te spoedig volgt. - - "Deze verschijnselen", zegt hij, "zijn daarom geen - eigenaardigheden van den onderbroken coïtus, maar gevolgen van - een niet voldoende geëindigde cohabitatie als zoodanig". Ook - Kisch zegt, in zijn uitgebreid en gezaghebbend werk over The - Sexual Life of Woman, dat de kwestie van de slechte gevolgen van - coïtus interruptus bij vrouwen eenvoudig een kwestie is, of zij - sexueele bevrediging hebben of niet. (Vergelijk ook Fürbringer, - Health and Disease in Relation to Marriage dl. I, blz. 232 et - seq.). Dit is klaarblijkelijk het meest redelijke standpunt, dat - wij kunnen innemen over de oudste der methoden ter voorkoming - van de conceptie. In het Boek Genesis vinden we ze in praktijk - gebracht door Onan, en in meer moderne tijden, in de zestiende - eeuw schijnt ze bekend te zijn geweest bij Fransche dames, die, - volgens Brantôme, ze aan haar minnaars aanbevolen. - - coïtus reservatus,--waarbij de omgang zelfs zeer lange tijden - achtereen wordt volgehouden, waarbij de vrouw verscheiden malen - orgasme kan hebben, terwijl de man er in slaagt orgasme tegen - te houden,--wel verre van nadeelig te zijn voor de vrouw, - is waarschijnlijk de vorm van coïtus, die haar de meeste - bevrediging en verlichting geeft. Voor de meeste mannen - echter schijnt deze zelfbeheersching over de processen, die - leiden tot de onwillekeurige daad der uitstorting, moeilijk - te verkrijgen te zijn, terwijl het voor zwakke, zenuwachtige en - prikkelbare personen onmogelijk is. Het is echter een wenschelijke - voorwaarde voor geheel volledige coïtus, en in het Oosten wordt - dit ten volle erkend en de methode zorgvuldig aangekweekt. Zoo - zegt W. D. Sutherland ("Einiges über das Alltagsleben und die - Volksmedizin unter den Bauern Britischostindiens", Münchener - Medizinische Wochenschrift, No. 12, 1906), dat de Hindoe - tijdens het verkeer rookt en praat om het orgasme te vertragen, - en soms een opiumdeeg legt op de klieren van den penis met - hetzelfde doel. Sommige autoriteiten hebben geconstateerd, dat - de voortzetting van de coïtusdaad in zijn uitwerking nadeelig - is voor den man. Zoo zegt R. W. Taylor (Practical Treatise - on Sexual Disorders, third ed. p. 121), dat ze neiging heeft - atonische impotentie te veroorzaken, en Löwenfeld (Sexualleben - und Nervenleiden, p. 74) meent, dat de snelle en ongehinderde - culminatie van de geslachtsdaad noodig is om de spankracht van - de reflex-centra te verkrijgen. Dit is waarschijnlijk waar - van uiterste en dikwijls herhaalde gevallen van onbepaalde - verlenging van uitgesproken erectie zonder uitstorting, maar - het is niet waar binnen de tamelijk wijde grenzen bij gezonde - personen. Verlengde coïtus reservatus was een gebruik van het - samengestelde huwelijkssysteem van de Oneida gemeenschap, en de - nu overleden Noyes Miller, die het grootste deel van zijn leven - in de gemeenschap doorgebracht had, heeft mij verzekerd, dat het - gebruik geenerlei verkeerde gevolgen had. Coïtus reservatus werd - in de Oneida gemeenschap tot principe verheven. Iedere man in - de gemeenschap was theoretisch de echtgenoot van iedere vrouw, - maar iedere man was niet vrij om kinderen te hebben met iedere - vrouw. Sexueele inwijding had plaats spoedig na de puberteit - bij jongens, een paar jaar later bij meisjes, door een veel - ouder persoon van het andere geslacht. Bij het verkeer liet - de man zijn penis wel een uur in de vagina zonder ejaculatie, - hoewel orgasme plaats vond bij de vrouw. Er was gewoonlijk geen - ejaculatie in het geval van den man, zelfs na het terugtrekken, - en hij gevoelde geen behoefte aan ejaculatie. Het maatschappelijk - gevoel van deze gemeenschap was een kracht ten gunste van dit - gebruik, de zorgelooze, onhandige mannen werden vermeden door de - vrouwen, terwijl ook het algemeene romantische gevoel van liefde - voor al de vrouwen in de gemeenschap, een kracht was. Masturbatie - was onbekend, en geen ongeregelde verhoudingen hadden plaats met - personen buiten de gemeenschap. Het gebruik werd dertig jaar lang - in stand gehouden, en eindelijk werd het afgeschaft, niet om de - gebreken ervan, maar uit eerbied voor de buitenwereld. Mr. Miller - gaf toe, dat het gebruik moeilijker werd in het gewone huwelijk, - dat een meer mechanische gewoonte van omgang begunstigt. De - opgaven van Miller worden aangevuld door een geschrift, getiteld - Male Continence (de naam, die in de gemeenschap gegeven werd - aan coïtus reservatus), geschreven in 1872 door den stichter, - John Humphrey Noyes. De gewoonte is, naar hij zegt, gebaseerd - op het feit, dat het sexueele verkeer in twee daden bestaat, - een maatschappelijke daad en een voortplantingsdaad, en dat, - als voortplanting wetenschappelijk zal zijn, er geen verwarring - moet zijn tusschen deze twee daden, en dat voortplanting nooit - onwillekeurig moet zijn. Het was, zegt hij, in 1844, dat dit - denkbeeld bij hem opkwam, als het resultaat van een besluit - om zich van sexueelen omgang te onthouden, tengevolge van de - teere gezondheid van zijn vrouw en van haar ongeschiktheid - om gezonde kinderen voort te brengen, en in zijn eigen geval - achtte hij het gebruik "een groote verlichting. Het maakte een - huishouden gelukkig". Hij wijst er op, dat de voornaamste leden - van de Oneida gemeenschap "behoorden tot de meest respectabele - families in Vermont, dat zij opgevoed waren in de beste scholen - van moraal en verfijning van Nieuw Engeland, en dat ze, naar den - gewonen standaard, onberispelijk waren in hun gedrag wat sexueele - zaken aangaat, totdat zij in 1846 de proef namen met een nieuwe - inrichting van de maatschappij, op grondbeginselen, die ze langen - tijd rijpelijk hadden overwogen en die ze bereid waren voor de - wereld te verdedigen". Wat de "male continence" aangaat, meende - Noyes dus, dat de gemeenschap gevoegelijk kon beschouwd worden - als "het Comitee van de Voorzienigheid, om de waarde ervan in het - werkelijke leven te onderzoeken". Hij zegt, dat een zorgvuldige, - medische vergelijking van de Statistieken van de gemeenschap - had aangetoond, dat het aantal nerveuze kwalen in de gemeenschap - aanmerkelijk lager was dan het gemiddelde daarbuiten, en dat er - maar twee gevallen waren voorgekomen van nerveuse stoornissen, - die met eenige waarschijnlijkheid konden teruggebracht worden tot - een overdrijven van de "male continence". Dit is bevestigd door - Van de Warker, die twee en veertig vrouwen uit de gemeenschap - bestudeerd heeft zonder eenig buitengewoon overheerschen van - vrouwenziekte te vinden, en ook kon hij geen ziekelijken toestand - vinden, die kon worden toegeschreven aan de sexueele gewoonten - van de gemeenschap. (vergelijk C. Reed, Text-Book of Gynecology, - 1901, p. 9). - - Noyes meende, dat "male continence" nooit tevoren een bepaald - erkend gebruik geweest was, gebaseerd op theorie, hoewel het - er nu en dan dicht aan toe is geweest. Dit is waarschijnlijk - waar, als de coïtus reservatus is in de volle beteekenis, met - volkomen afwezigheid van ejaculatie. Verlengde coïtus echter, - die aan de vrouw gelegenheid geeft om meer dan eens orgasme te - hebben, terwijl de man het niet heeft, is sinds lang erkend. Zoo - besprak in de zeventiende eeuw Zacchia de kwestie, of zulk een - gebruik gewettigd was (Zacchiæ Questionum Opus, ed. van 1688, - lib. VII, tit. III, quæst. VI). In moderne tijden is het nu en - dan in praktijk gebracht, zonder eenige theorie en het is altijd - aangenaam gevonden door de vrouw, terwijl het geen slechte gevolgen - schijnt te hebben voor den man. In zulk een geval gebeurt het wel, - dat de daad van coïtus een uur duurt of zelfs langer, terwijl het - maximum van het genoegen van de vrouw niet bereikt wordt voordat - er drie kwartier zijn voorbijgegaan; in dien tijd ondervindt de - vrouw vier of vijf maal orgasme, de man alleen bij het einde. Het - komt nu en dan voor, dat de vrouw iets later weer verlangen heeft, - en dan begint het verkeer opnieuw op dezelfde wijze. Maar daarna - is ze bevredigd, en dan komt het verlangen niet weer terug. - - Het kan wenschelijk zijn hier in het kort te verwijzen naar de - voornaamste variaties in de methode van uitvoeren van den coïtus - in hun betrekking op de kunst van liefhebben en het verkrijgen - van een gepaste en bevredigende detumescentie. - - Het voornaamste en essentieele kenmerk van de speciaal - menschelijke methode van coïtus is het feit, dat hij plaats vindt - met de gezichten naar elkaar toe. Het feit, dat bij de typisch - normale voltrekking de vrouw op den rug ligt en de man boven - op haar, is iets bijkomstigs. Psychisch is deze houding van - aangezicht tot aangezicht een groot voordeel boven de methode - van de viervoeters. De twee deelgenooten vertoonen elkaar den - belangrijksten en den mooisten kant van hun persoonlijkheid, - den kant, waarin de meeste uitdrukking is, en zoo verhoogen ze - het wederzijdsch genoegen en de harmonie van de intieme daad - der vereeniging. Bovendien heeft deze houding van aangezicht - tot aangezicht een groote beteekenis in het feit, dat het het - uiterlijke teeken is, dat het menschelijk paar de dierlijke - sexueele houding te boven is gekomen van den jager, die zijn - prooi in de vlucht grijpt, en die er mee tevreden is, deze in - die houding, van achteren, te genieten. Men kan zeggen, dat de - man bij de menschen dezelfde houding behouden heeft, maar dat de - vrouw zich omgedraaid heeft; zij is haar deelgenoot gaan aanzien - en is hem genaderd, en geeft zoo een symbool van haar opzettelijke - toestemming tot de daad der vereeniging. - - De variaties bij de menschen bij het uitoefenen van den coïtus zijn - echter, individueel, zoowel als nationaal, uiterst veelvuldig. "Om - volkomen de waarheid te zeggen", zegt Fürbringer (Senator en - Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, deel I, - p. 213), "kan ik mij nauwelijks een combinatie denken, die niet - voorkomt onder mijn aanteekeningen, als in praktijk gebracht - door mijn patiënten". Wij moeten niet te haastig besluiten, - dat zulke variaties het gevolg zijn van het zich gewennen aan - de ondeugd. Dat is in het geheel niet het geval. Zij komen - dikwijls natuurlijk en spontaan voor. Freud heeft er terecht op - gewezen (in de tweede serie van zijn Beiträge zur Neurosenlehre, - "Bruchstück" etc.), dat we niet al te zeer geschokt moeten zijn, - zelfs als het denkbeeld van fellatio spontaan bij een vrouw - opkomt, want dat denkbeeld vindt zijn onschuldigen oorsprong in - de overeenkomst tusschen den penis en den tepel. Evenzoo kunnen - we er aan toevoegen, heeft het verlangen naar cunnilinctus, dat - bij de vrouwen zooveel meer verborgen aanwezig schijnt te zijn - dan bij mannen, een natuurlijke analogie in het genoegen van het - zuigen, een genoegen, dat werkelijk dikwijls erotisch getint is. - - Iedere variatie in deze zaak, merkt Rémy de Gourmont op (Physique - de l'Amour, p. 264) maakt deel uit van de zonde der wellust en - sommige van de theologen in Europa hebben iedere positie bij den - coïtus, behalve die welke gewoonlijk normaal geheeten wordt, - doodzonde genoemd. Andere theologen daarentegen hebben zulke - variaties uitsluitend beschouwd als vergeeflijke zonden, mits - ejaculatie plaats had in de vagina, evenals sommige theologen - irrumatio wilden toestaan als een voorbereiding tot coïtus, - mits er geen ejaculatie was. Aquinas was zeer gestreng jegens de - afwijkingen van het normale verkeer; Sanchez was meer toegevend, - vooral met het oog op de leer, ontleend aan de Grieksche en - Arabische natuurphilosophen, dat de schoot het zaad kan aantrekken, - zoodat het natuurlijke doel toch bereikt kan worden zelfs in - ongewone houdingen. - - Wat voor meeningsverschillen er mogen geweest zijn onder oude - theologen, het wordt door moderne medici erkend, dat variaties - van de gewone methode van coïtus in speciale gevallen wenschelijk - zijn. Zoo wijst Kisch er op (Sterilität des Weibes, p. 107), dat - het in sommige gevallen voor de vrouw alleen maar mogelijk is om - sexueele opwinding te verkrijgen, als coïtus plaats vindt in de - zijdelingsche positie of als deze "a posteriori" gedaan wordt, - of als de gewone houding omgekeerd wordt; en ook in zijn Sexual - Life of Woman, beveelt Kisch verschillende variaties aan van de - positie bij coïtus. Ook Adler wijst (op. cit., blz. 151, 186) - op de waarde van dezelfde houdingen in sommige gevallen, en merkt - op, dat zulke variaties dikwijls verborgen sexueele gevoelens als - bij tooverij te voorschijn roepen. Zulke gevallen komen inderdaad - tamelijk veel voor, terwijl het voordeel van de ongewone positie - berust hetzij op physieke of op psychische oorzaken, en het - ontdekken van de juiste houding wordt soms gevonden bij een zuiver - speelsche poging. Het is nu en dan ook wel voorgekomen, dat, als - het verkeer gewoonlijk heeft plaats gevonden in een abnormale - positie, er geen bevrediging door de vrouw wordt ondervonden - voordat de normale positie is aangenomen. De eenige tamelijk - gewone variatie van coïtus, die onvoorwaardelijk wordt afgekeurd, - is die in de staande positie. (Zie bv. Hammond, op. cit. blz. 257 - et seq.). - - Lucretius raadde vooral aan de variatie van de viervoetige dieren - van coïtus (boek IV, 1258), en als Ovidius beschrijft (einde van - boek III van de Ars Amatoria) wat hij beschouwt als aangename - variaties, dan geeft hij als de gemakkelijkste en eenvoudigste - methode de voorkeur aan die methode, waarbij de vrouw half op haar - rug ligt en half op haar zijde. Misschien echter is de variatie, - die het dichtst de normale houding nadert en die zich het meest - en het meest volkomen aanbevolen heeft, en die klaarblijkelijk - bekend is bij Arabische erotische schrijvers als dok el arz, deze, - waarbij de man zit en zijn deelgenoot dwars over zijn dijen zit, - zijn lichaam met haar beenen omspant en zijn hals met haar armen, - terwijl hij haar middel omvat; hiervan zegt men in de Arabische - Perfumed Garden, dat het de methode is, die het aangenaamst wordt - gevonden door vrouwen. - - De andere meest gewone variatie is de omgekeerd gewone positie - waarbij de man op zijn rug ligt, en de vrouw zich aan die - positie aanpast, hetgeen verschillende variaties toelaat, die - tamelijk gunstig zijn, vooral als de man veel grooter is dan - zijn deelgenoot. De Christelijke, zoowel als de Mohammedaansche - theologen schijnen echter over het algemeen tègen deze superieure - positie van de vrouw geweest te zijn, blijkbaar, naar het schijnt, - omdat zij de letterlijke onderwerping van den man aan de vrouw, - die hij in zich sluit, beschouwden als een symbool van moreele - onderwerping. Vele menschen echter getuigen tegenwoordig voor - deze houding, meer speciaal wat de vrouwen aangaat, omdat ze - haar in staat stelt een betere aanpassing te verkrijgen en een - grootere controle over het proces, en zich dikwijls op deze wijze - sexueele bevrediging verschaffen, die ze moeilijk of onmogelijk - in de normale positie zouden kunnen verkrijgen. - - De theologen schijnen minder afwerend geweest te zijn tegenover - een houding, zooals die bij de viervoeters normaal is, die - "a posteriori", terwijl de oude poenitentialia deze streng - behandelden, bv. die van Angers, die daarvoor 40 dagen boete - verordende en die van den heiligen Egbert, die een driejarige - kerkboete oplegde, als het uit gewoonte gebeurde. (Ze is - besproken door J. Peterman "Venus Aversa", Sexual-Probleme, Febr., - 1909). Er zijn goede redenen, waarom in vele gevallen deze positie - wenschelijk is, meer speciaal van het standpunt van de vrouwen, - die ze inderdaad herhaaldelijk prefereeren. Het moet altijd in - herinnering blijven, dat, zooals ook reeds aangetoond is bij den - voortgang van anthropoid tot mensch, het de vrouw is en niet de - man, die de positie bij den coïtus veranderd heeft. Terwijl echter - de menschelijke houding een psychische vooruitgang beteekent, - is er nooit een volkomen physieke aanpassing geweest van de - vrouwelijke organen aan de omgekeerde methode. Meer speciaal is - de plaats van de clitoris zóó (op. cit., blz. 117-119) dat ze - als regel gemakkelijker te prikkelen is door coïtus van achteren - dan van voren. Een latere schrijver, Klotz, neemt in zijn boek - Der Mensch ein Vierfüssler (1908) zelfs de tè uiterste positie - in van te meenen, dat de wijze van coïtus van de viervoeters, - omdat dat de eenige methode is die behoorlijk contact oplevert - met de clitoris, de natuurlijke menschelijke positie is. Er - moet echter toegegeven worden, dat de methode a posteriori van - coïtus niet alleen een in ruimen kring verspreide, maar ook een - zeer belangrijke variatie is, in beide haar voornaamste vormen: - de Pompejische methode, waarbij de vrouw voorover buigt en de man - haar van achteren nadert, of de methode beschreven door Boccaccio, - waarbij de man op zijn rug ligt en de vrouw schrijlings zit. - - Fellatio en cunnilinctus, die wel geen variaties zijn van den - coïtus, omdat daarbij geen vereeniging van de genitaliën der beide - geslachten voorkomt, zijn wijd verbreid als voorbereidingen tot de - eigenlijke geslachtsdaad, of als plaatsvervangende vorm van den - coïtus, evenzeer bij beschaafde als bij onbeschaafde volken. Zoo - zegt men mij, dat in Indië fellatio bijna algemeen wijd verspreid - is in de huishoudingen, en dat ze beschouwd wordt als een - natuurlijke plicht jegens den pater familias. Wat cunnilinctus - aangaat heeft Max Dessoir gezegd (Allgemeine Zeitschrift für - Psychiatrie, 1894, afl. 5), dat de betere Berlijnsche prostituées - zeggen, dat ongeveer een vierde van haar klanten ze wenschen in - praktijk te brengen, en dat in Frankrijk en Italië het aantal nog - grooter is; het aantal vrouwen, dat cunnilinctus aangenaam vinden, - is ongetwijfeld veel grooter. Verkeer per anum moet ook beschouwd - worden als een plaatsvervangenden vorm van coïtus. Het schijnt - niet ongewoon te zijn, vooral onder de lagere volksklassen, en - terwijl het dikwijls het gevolg is van den wensch om de conceptie - te voorkomen, wordt het ook soms in praktijk gebracht als een - sexueele afwijking, op wensch van den man of van de vrouw, daar - de anus tot zekere hoogte een erogene zone is. - - In alle beschaafde landen hebben van de vroegste tijden af - schrijvers over de kunst van liefhebben formeel en systematisch - de verschillende houdingen bij den coïtus uiteengezet. Het - vroegste geschrift van deze soort, dat nu nog bestaat, schijnt - een Egyptische papyrus te zijn, die bewaard wordt in Turijn, - gedateerd van 1300 a. C; hierin zijn veertien verschillende - houdingen beschreven. De Indianen kennen, volgens Iwan Bloch, - in het geheel acht en veertig verschillende posities; de Ananga - Ranga beschrijft twee en dertig hoofdvormen. De Mohammedaansche - Perfumed Garden beschrijft veertig vormen, en zes verschillende - soorten van beweging bij den coïtus. De Oostersche boeken van deze - soort zijn over het geheel beter dan die door de Westersche wereld - zijn geproduceerd, niet alleen door hun grootere grondigheid, maar - door den hoogeren geest, waardoor ze dikwijls geïnspireerd zijn. - - De oude Grieksche erotische geschriften, nu alle verloren gegaan, - waarin de wijzen van coïtus beschreven zijn, worden bijna alle - toegeschreven aan vrouwen. Volgens een legende, door Suidas - vermeld, was de vroegste schrijver van deze soort Astyanassa, - het dienstmeisje van Helena van Troje. De dichteres Elephantis - heeft, naar men meent, negen posities bezongen. Verschillende - vrouwen hebben in later tijd over deze onderwerpen geschreven en - één boek wordt toegeschreven aan Polycrates, den sophist. - - Aretino--die schreef, nadat de invloed van het Christendom - erotische zaken verraderlijk laag tot het terrein van de - pornographie had neergehaald, vanwaar ze eerst nu beginnen - te worden te voorschijn gehaald--beschreef in zijn Sonnetti - Lussoriosi zes en twintig verschillende soorten van coïtus, ieder - voorzien van een illustreerende teekening van Giulio Romano, den - voornaamsten van Raphael's leerlingen. Veniero beschreef in zijn - Puttana Errante twee en dertig posities. Later heeft Forberg, de - voornaamste moderne autoriteit, negentig posities opgenoemd, naar - men zegt, dat maar acht en veertig zelfs bij de meest liberale - taxatie beschouwd kunnen worden als te vallen binnen de sfeer - van de normale variaties. - - De oneer, die aan de daad van de paring is ten deel gevallen, en - die ze gemaakt heeft tot een daad der duisternis, is ongetwijfeld - grootendeels verantwoordelijk voor het feit, dat de voornaamste - tijd voor de voltrekking ervan onder moderne beschaafde volken de - donkerheid van den vroegen nacht is in stoffige slaapkamers, als - de vermoeienis van het dagwerk in strijd is met de kunstmatige - opwekking, teweeg gebracht door zware maaltijden en alcohol - bevattende dranken. Deze gewoonte is voor een deel de schuld van - de onverschilligheid, of zelfs den afkeer, waarmee vrouwen coïtus - soms beschouwen. - - Vele meer primitieve volken zijn wijzer. De Papoea's aan de baai - van Astrolabe op Nieuw-Guinea hebben, volgens Vahness (Zeitschrift - für Ethnologie, 1900, afl. 5, p. 414), hoewel men in herinnering - moet houden, dat de combinatie van de sexueele daad met duisternis - veel ouder is dan het Christendom, en in verband staat met zeer - oude godsdienstige denkbeelden (vergelijk Hesiodus, Works and Days, - Boek II), altijd omgang in de open lucht. De hard werkende vrouwen - van de Gebvuka en Euru-eilanden zijn 's nachts te moe voor coïtus; - hij wordt uitgevoerd bij dag onder de boomen, en ook de bewoners - van de Serang-eilanden hebben coïtus in de bosschen (Ploss and - Bartels, Das Weib, Boek I, hoofdst. XVII). - - Deze voorbeelden kan men klaarblijkelijk in moderne steden - niet volgen, zelfs niet als de werkzaamheden en het klimaat het - toelieten. Men is het er ook over eens, dat sexueel verkeer moet - gevolgd worden door rust. Er schijnt echter weinig twijfel aan te - bestaan, dat de vroege morgen en het daglicht een gunstiger tijd - zijn dan de vroege nacht. Conceptie behoort plaats te hebben bij - licht, zeide Michelet (L'Amour, p. 153); sexueel verkeer in het - donker van den nacht is een daad, gedaan met een vrouwelijk dier; - bij dag is het de vereeniging met een liefhebbend en geliefd - individueel persoon. - - Dit is in ruimen kring erkend geworden. De Grieken beschouwden, - zooals we van Aristophanes, in zijn Acharniërs hooren, zonsopgang - als de gepaste tijd voor coïtus. De Zuidelijke Slaven zeggen ook, - dat de ochtendschemering de tijd is voor coïtus. Vele moderne - autoriteiten hebben zich uitgesproken ten gunste van coïtus in den - vroegen morgen. De morgen, zeide Roubaud (Traité de l'Impuissance, - blz. 15 1-3) is de tijd voor coïtus, en zelfs als het verlangen - grooter is in den avond, is het genoegen toch grooter in den - morgen. Ook Osiander raadde coïtus aan in den vroegen morgen, en - Venette zegt in een vroeger eeuw, waar hij er over spreekt "op - wat voor tijd een man zijn vrouw in liefde behoort te omarmen" - (La Génération de l'Homme, Part. II, hoofdst. V) en de meening - uit, dat het 't beste is zijn neiging te volgen, "dat een mooie - vrouw er beter uitziet bij zonlicht dan bij kaarslicht". Een - paar autoriteiten, zooals Burdach, zijn er tevreden mee geweest - de gewoonte van coïtus bij nacht aan te nemen, en Busch (Das - Geschlechtsleben des Weibes, deel I, p. 214) was geneigd om te - meenen, dat de duisternis van den nacht de "natuurlijkste" tijd - was, terwijl Fürbringer (Senator and Kaminer, Health and Disease - in Relation to Marriage, deel I, p. 217) zegt, dat de vroege morgen - "nu en dan" de beste tijd is. - - Aan den anderen kant is voor sommigen het uitoefenen van sexueel - verkeer bij zonlicht en in de open lucht van zooveel belang, - dat zij geneigd zijn het te verheffen tot den rang van een - godsdienstige oefening. Ik haal uit een mededeeling over dit - punt, die ik uit Australië ontvangen heb, het volgende aan: "Dit - schandelijk iets, waarover men niet moet spreken en dat men niet - moet doen (behalve in het donker) zal, naar ik meen, eens de eenige - godsdienstige plechtigheid worden van het menschelijk ras, in de - lente. En wat voor lentes! De menschen zullen dan zeer gezond, - wel opgevoed en aristocratisch zijn (allen aristocratisch), en over - het geheel gekant tegen riten en bijgeloovige gebruiken, want zij - zullen het verleden volkomen kennen. De vereeniging van menschen, - die elkaar liefhebben in de lente zal de eenige godsdienstige - plechtigheid zijn, die ze zich zullen veroorloven. Ik heb soms een - visioen van het heilige tafereel, maar ik vrees, dat het te mooi is - om te beschrijven. "De omgang tusschen de seksen, heb ik gedroomd, - is onuitsprekelijk mooi, te mooi om mij te herinneren", schreef - de kuische Thoreau. Waarlijk, menschelijke schoonheid, vreugde en - liefde zullen hun meest goddelijke hoogte bereiken in die eerste - dagen van het paren in de lente. Als de wereld één Paradijs is, - zal de gemeenschap van de menschen die elkaar lief hebben, de - jongste en mooiste, plaats vinden in bepaalde heilige valleien ten - aanschouwe van duizenden, die vergaderd zijn om er getuigen van te - zijn. Dagenlang zal het plaats hebben in deze valleien, waar de zon - zal opgaan over een droom van hartstochtelijke stemmen, van elkaar - omarmende lichamen, van bloemen en wateren, en het purper en goud - van den zonsopgang zal weerkaatst worden op heuvels, die gekleurd - zijn door violen. (Ik weet niet of de schrijver zich "Enamelled - pansies used at nuptials still" van George Chapman herinnerde), - en dat herhaalde voor gouden menschelijk vleesch en menschelijk - haar. In deze geheiligde valleien zal de teere geur van de violen - zich vermengen met de hemelsche geur van gezonde jonge vrouwen - en mannen bij de lenteparing. Gij en ik zullen het niet zien, - maar we kunnen helpen om het mogelijk te maken". Deze rhapsodie - (een onbewuste herhaling van die van Saint-Lambert aan de tafel - van Mlle Quinault in de achttiende eeuw) dient om een beeld te - geven van den opstand, die plaats vindt tegen de onnatuurlijke - en kunstmatige degradatie van de sexueele daad. - - In sommige deelen van de wereld heeft het volkomen natuurlijk - en redelijk geschenen, dat een daad zoo vol beteekenis als de - coïtusdaad aan de godheid gewijd zou zijn, en daaruit ontstond de - gewoonte van het gebed vóór het sexueel verkeer. Zoo verordende - Zoroaster, dat een gehuwd paar vóór den coïtus moest bidden, en na - de daad moesten ze te zamen zeggen: "O, Sapondomad, ik vertrouw u - dit zaad toe, bewaar het voor mij, want het is een mensch". In de - Gorong Archipel is het ook de gewoonte, dat man en vrouw te zamen - bidden voor de sexueele daad (Ploss en Bartels, Das Weib, Bd. I, - hoofdst. XVII). De beschaafde mensch daarentegen is er toe gekomen - zijn maag als het belangrijkste van zijn organen te beschouwen, - en hij zegt zijn conventioneele gebed niet voor de liefdedaad, - maar voor het gebruik van voedsel. Zelfs is het in Europa moeilijk - nog eenige sporen te vinden van ritueel van een godsdienstige - erkenning van coïtus. We kunnen ze misschien ontdekken onder de - Spanjaarden, met hun taai instinct voor ritueel, in de plechtige - etiquette, waarmee in de zeventiende eeuw het volgens Madame - d'Aulnay de gewoonte van den koning was om de slaapkamer van de - koningin binnen te komen: "Hij heeft zijn pantoffels aan, zijn - zwarten mantel over zijn schouder, zijn schild in zijn eenen arm, - een flesch aan een koord aan zijn anderen arm hangen (deze flesch - is niet om uit te drinken, maar voor een geheel tegenovergesteld - doeleinde, dat gij wel zult kunnen raden). Bij dit alles moet - de koning ook zijn groote zwaard in zijn eene hand hebben en een - dievenlantaarn in de andere. Op deze wijze moet hij, alleen, de - kamer van de koningin binnen treden" (Madame d'Aulnay, Relation - du Voyage d'Espagne, 1692, deel III, p. 221). - - -Bij het bespreken van de kunst van liefhebben is het noodig een -eerste plaats toe te kennen aan het centrale feit van den coïtus, -wegens de onwetendheid, die daarover in ruimen kring heerscht, -en de ongelukkige vooroordeelen, die in de duisternis er om heen -welig tieren. De tradities van de Christelijke kerk, die geheel -Europa hebben overstroomd, en die ter vereering een goddelijke -maagd hebben gesteld en haar goddelijken zoon, terwijl ze beiden -met uitgezochte verfijndheid onttrok aan persoonlijk contact met -sexualiteit, vernietigde volkomen iedere poging om een heilig en -uitspreekbaar ideaal te vinden in huwelijksliefde. Zelfs de pogingen -van de kerk zelf om het huwelijk te verheffen werden te niet gedaan -door haar eigen idealen. Die invloed oefent zelfs nu nog een drukkenden -invloed op onze beschaving. Toen Walt Whitman zijn "Children of Adam" -schreef, gaf hij een onvolkomen uitdrukking aan opvattingen over den -godsdienstigen aard van sexueele liefde, die gezond en natuurlijk -bestaan hebben in alle deelen van de wereld, maar die nog niet door -de duisternis van het Christendom waren heengedrongen, waar ze nog -vreemd schenen en nieuw, zoo niet verschrikkelijk. En de weigering -om de heiligheid van de sekse te erkennen heeft een sluier van smaad -en duisternis over de hoogste sexueele daad zelf gespreid. Ze werd -uitgesloten van den zonneschijn en van de sfeer der vereering. - -De geslachtsdaad is belangrijk uit het oogpunt van de kunst van -liefhebben, niet alleen wegens de onwetendheid en de vooroordeelen, -waardoor ze omgeven is, maar ook omdat ze een werkelijke waarde -heeft zelfs voor den psychischen kant van het huwelijksleven. "Deze -organen", zegt de oude Fransche dokter, Ambrose Paré, "maken den -vrede in huis". Hoe dit gebeurt, zien we nu en dan geïllustreerd -in het dagboek van Pepys. Terzelfder tijd is het nauwelijks noodig -te zeggen, na alles wat vooraf is gegaan, dat deze oude bron van -huiselijken vrede onbepaald wordt gecompliceerd door de oneindige -verscheidenheid in erotische behoeften, die steeds meer uitgesproken -worden met den groei van de beschaving [401]. - -De kunst van liefhebben begint inderdaad eerst met het plaats vinden -van den sexueelen omgang. Bij het instellen van die verhouding worden -alle krachten van de natuur zoo sterk in beslag genomen, dat onder -volkomen gunstige omstandigheden--die inderdaad maar zeer zelden -voorkomen in onze beschaving--de bekendheid met die kunst en een zekere -handigheid in de uitoefening ervan bijna van zelf komen. De werkelijke -proef voor den liefde-kunstenaar ligt in de bedrevenheid ze te doen -voortduren langer dan den tijd, waarop de belangen van de natuur, -nadat ze in werkelijkheid of in schijn verzekerd zijn, beginnen te -verslappen. De geheele kunst van de liefde ligt daarin, dat men steeds -iets nieuws vindt in de zelfde persoon. De liefdekunst is zelfs meer -de kunst de liefde te behouden dan ze op te wekken. Anders dreigt ze -te ontaarden in wat Shakespeare noemt lust, - - - "Past reason hunted, and no sooner had, - Past reason hated", - - -hoewel men in gedachte moet houden, dat zelfs volgens de meest -strikt natuurlijke zienswijze na hartstocht normaal niet tegenzin, -maar genegenheid volgt [402]. - -De jonge man en vrouw, die tot de onbeperkte mogelijkheden van -het huwelijk komen, terwijl gedurende dien tijd de begeerte nooit -gevolgd werd door de bevrediging van die begeerte, zijn zeker niet -in de beste omstandigheden om de kunst van liefhebben te leeren. Zij -komen in de verleiding, door roekeloos zwelgen in de intimiteiten van -het huwelijk op alle uren van den dag al de redenen te verwaarloozen, -die het niet zoo noodig doen schijnen die kunst te leeren. "Er zijn -getrouwde menschen", zooals Ellen Key opmerkt, "die elkander hun -geheele leven hadden kunnen lief hebben, als ze niet gedwongen waren -geweest alle dagen en het geheele jaar lang hun gewoonten, hun wil -en hun neigingen naar elkander te richten". - -Al de neigingen van ons beschaafde leven gaan, in persoonlijke -zaken, naar het individualisme; zij sluiten specialisatie in zich, -en zij verzekeren de heiligheid van persoonlijke gewoonten en zelfs -van eigenaardigheden. Dit individualisme kan niet plotseling op een -willekeurig bevel van een traditie te niet gedaan worden, of zelfs -door de kracht van een hartstocht, waarvan de beperkingen zijn weg -genomen. Uit ontzag voor de conventies en de vooroordeelen van hun -vrienden, of uit onbeteugelde overgave aan jonge liefde of alleen maar -uit vrees elkander te krenken, storten jonge paren zich dikwijls in -een grenzenlooze intimiteit, die voor het duurzaam bestaan van het -huwelijk zelfs nog nadeeliger is, dan algeheel uitblijven van volle -intimiteit. Dat is een van de voornaamste redenen, waarom de meeste -schrijvers over de moreele hygiëne van het huwelijk tegenwoordig -afzonderlijke slaapkamers aanbevelen, en soms zelfs, met Ellen -Key, geen bezwaar er in zien, dat zij in afzonderlijke huizen -wonen. Zeker, de gelukkigste huwelijken hebben dikwijls de nauwste -en meest ononderbroken intimiteit in zich gesloten, bij personen, die -bijzonder voor zulk een intimiteit geschikt waren. Het is in het geheel -niet waar, zooals Bloch heeft verzekerd, dat familiariteit noodlottig -is voor de liefde. Ze is doodelijk voor een liefde, die geen wortels -heeft, maar ze is het voedsel voor de diep gewortelde liefde. Toch -blijft het waar, dat afwezigheid noodig is om de geurige frischheid -en het mooie idealisme van de liefde te bewaren. "Afwezigheid", -zegt Landor, "is de onzichtbare en lichaamlooze moeder van ideale -schoonheid". Gehuwde gelieven, die elkaar maar betrekkelijk korten -tijd kunnen ontmoeten tusschen lange tijden van afwezigheid, hebben -dikwijls in deze ontmoetingen een het leven doorloopende keten van -wittebroodsweken ondervonden [403]. - -Er kan geen twijfel aan zijn, dat, evenals aanwezigheid haar gevaren -heeft voor de liefde, het evenzoo is met de afwezigheid. Beide zien -ten slotte, als zij lang duren, het herinneringsbeeld der liefde -verbleeken, en scheiding, met haar vele betrekkingen tot veraf-zijnde -personen en dingen, brengt het gevaar der ijverzucht mee, hoewel -het moeilijk is een graad van levensgemeenzaamheid te vinden, die de -ijverzucht of ook maar alleen de motieven voor de ijverzucht uitsluit. - -IJverzucht berust op fundamenteele instincten, die bij het begin -van het dierlijk leven optreden. Descartes definieerde jaloezie -als "een soort van vrees, die betrekking heeft op een begeerte om -een bezitting te bewaren". Iedere aandrift tot toeëigenen wordt -in de dierenwereld tot grootere activiteit aangespoord als er een -concurrent is, die zich het begeerde voorwerp eerder kan toeëigenen, -Dit schijnt een fundamenteel feit te zijn in de dierenwereld; het -is een leven behoudende neiging geweest, want, zooals iemand gezegd -heeft, een dier, dat er bij zou staan, als zijn kameraden zich aan -voedsel te goed deden, en dat niets dan zuivere bevrediging ondervond -bij dat gezicht, zou spoedig te gronde gaan. In dit feit zien we de -natuurlijke basis der jaloezie [404]. - -Met betrekking tot voedsel doet zich dit verschijnsel het eerst en -het duidelijkst voor onder de dieren. Het is een wel bekend feit, -dat het samenzijn met andere dieren er een dier toe brengt om veel -meer te eten, dan wanneer het alleen gehouden wordt. Het eet niet -meer uit honger, maar het eet, naar het heet, om zijn voedsel te -bewaren voor mededingers op de eenige veilige bewaarplaats, die het -kent. Hetzelfde gevoel wordt onder dieren op het geslachtsgebied -overgebracht. En verder wordt in de verhouding van honden en andere -getemde dieren jegens hun meester de gemoedsbeweging der jaloezie -zeer duidelijk opgemerkt [405]. - -Jaloezie is een gemoedsbeweging, die het meest tot uitdrukking komt bij -dieren, bij natuurvolken [406], bij kinderen [407], bij oude menschen, -bij gedegenereerden, en zeer speciaal bij chronische alcoholisten -[408]. Het verdient onze aandacht, dat de beste artisten en kenners -van het menschenhart, die de tragedie van de jaloezie het volkomenst -uitgebeeld hebben, duidelijk ingezien hebben, dat ze òf atavistisch, -òf pathologisch is; Shakespeare maakte zijn Othello tot een barbaar, -en Tolstoy maakte den Pozdnischeff van zijn Kreutzer Sonate tot een -krankzinnige. Ze is een tegenmaatschappelijke emotie, hoewel sommigen -hebben staande gehouden, dat ze de oorzaak geweest is van kuischheid -en trouw. Gesell bij voorbeeld geeft toe, dat ze tegenmaatschappelijk -van aard is en doet aanhalingen om de kwelling en de ellende te -laten blijken, die ze veroorzaakt, maar hij schijnt te meenen, -dat ze toch behoorde aangekweekt te worden om sexueele deugden -aan te moedigen. Zeer bepaalde opinies zijn uitgesproken in den -tegenovergestelden zin. Jaloezie behoort, evenals andere schaduwen, -zegt Ellen Key, slechts bij de morgenschemering en het begin der -liefde, en een mensch moest voelen, dat het een wonder is, en niet -zijn recht, als de zon nog op haar hoogtepunt staat [409]. - -Daarom, zelfs als jaloezie een gunstige invloed geweest is -bij het begin van de beschaving, evenals onder de dieren--zooals -waarschijnlijk kan aangenomen worden, hoewel ze over het geheel eerder -het nevenproduct van een gunstigen invloed is, dan zulk een invloed -zelf--is het toch in het geheel niet duidelijk, dat ze daarom een -gewenschte gemoedsbeweging wordt in meer gevorderde stadiën van de -beschaving. Er zijn vele primitieve emoties, zooals toorn en vrees, -waarvan we het niet wenschelijk vinden ze aan te moedigen in meer -gevorderde stadiën van de beschaving in samengestelde beschaafde -maatschappijen, maar die we eerder trachten te beperken en te -controleeren, en zelfs als we geneigd zijn een oorspronkelijke waarde -toe te kennen aan de jaloezie, schijnt ze toch onder deze emoties -geplaatst te moeten worden. - - - Miss Clapperton volgt, bij het bespreken van dit probleem - (Scientific Meliorism, blz. 129-137) Darwin (Descent of Man, Deel - I, hoofdst. IV); ze denkt, dat jaloezie geleid heeft tot "het - inprenten van de vrouwelijke deugd", maar zij voegt er aan toe, - dat ze ook de oorzaak geweest is van de onderwerping der vrouw, - en dat ze nu uitgeschakeld moet worden. "Onszelf zoo spoedig - mogelijk van jaloezie te verlossen is een hoofdzaak; anders - zal de groote beweging ten gunste van de gelijkheid der seksen - noodzakelijkerwijze op remmen en zware hindernissen stooten". - - Ribot (La Logique des Sentiments, blz. 75 et seq.; Essai sur les - Passions, blz. 91, 175) constateert, dat de taxatie van de jaloezie - subjectief moet verschillen naarmate van het ideaal van het leven, - dat men heeft, maar hij meent, dat we objectief geneigd moeten - zijn tot een ongunstige taxatie. "Zelfs een korte hartstocht is - een breuk in het moreele leven; het is het abnormale, zoo niet - een pathologische toestand, een uitwas, een parasitisme". - - Forel (Die Sexuelle Frage, hoofdstuk V) spreekt met sterke woorden - in denzelfden geest, en meent, dat het noodig is de jaloezie uit te - schakelen door het niet jaloersch maken van de menschen. "Jaloezie - is", verklaart hij, "de ergste en ongelukkig de diepst gewortelde - van de "uitstralingen", of liever, de "contrastreacties", - van sexueele liefde, geërfd van onze dier-voorvaders. Een oud - Duitsch gezegde, "Eifersucht ist eine Leidenschaft die mit Eifer - sucht was Leiden schafft", zegt geenszins te veel... Jaloezie - is een erfdeel van dierlijkheid en barbarisme; ik zou dit in - de herinnering willen brengen van hen, die ze, onder den naam - "beleedigde eer", trachten te rechtvaardigen en op een voetstuk - te plaatsen. Een ontrouw echtgenoot is voor een vrouw tienmaal - wenschelijker dan een jaloersch echtgenoot... Wij hooren dikwijls - van "gerechtvaardigde jaloezie". Ik geloof echter, dat er geen - rechtvaardige jaloezie is; ze is altijd atavistisch of anders - pathologisch; op zijn best is ze niets anders dan een brutale - dierlijke domheid. Een man, die uit zijn aard, dat is door zijn - erfelijke constitutie, jaloersch is, zal zeker zijn eigen leven en - dat van zijn vrouw vergiftigen. Zulke mannen moesten onder geen - voorwaarde trouwen. Opvoeding en keuze behooren saam te werken, - om jaloezie uit het menschelijk brein uit te schakelen zooveel - het maar kan". - - Eric Gillard verklaart, in een artikel over "Jaloezie" (Free - Review, Sept. 1896), in tegenstelling van hen, die meenen, dat - jaloezie "het tehuis vormt", dat zij integendeel de voornaamste - kracht is, die het tehuis ontbindt. "Zoolang het egoïsme ze begiet - met de tranen van gevoel en ze beschermt tegen de koude vlagen - van wetenschappelijk onderzoek, zoolang zal ze bloeien. Maar - er zal een tijd komen, dat ze in den tuin der Liefde zal worden - verbrand als een schadelijk onkruid. Haar verpestende invloed in - de maatschappij kan niet verborgen blijven. Ze maakt tehuizen, - die heiligdommen van liefde hadden kunnen wezen tot hellen van - tweedracht en haat; ze geeft aanleiding tot zelfmoord, en ze - brengt duizenden tot den drank, tot roekelooze uitspattingen - en tot krankzinnigheid. Vormt het tehuis! Een van uw getrouwde - vrienden ziet een waarschijnlijken verleider in iederen man, - die tegen zijn vrouw glimlacht: een ander is jaloersch op de - vriendinnen van zijn vrouw; een derde is beleedigd, omdat zijn - vrouw zooveel belangstelling toont voor de kinderen. Sommige van - de vrouwen, die gij kent, zijn jaloersch op iedere vrouw, onder de - kennissen van haar man, en sommige op zijn hond. Gij moet geheel - gemonopoliseerd worden, of gij bemint niet geheel. Gij moet niemand - bewonderen, dan de eene persoon, waarmee ge u voor het leven - hebt ingemetseld. Oude vriendschappen moeten verbroken worden, - nieuwe vriendschappen moeten niet gevormd worden, uit vrees, - dat de mooie emotie zal gewekt worden, die "het tehuis vormt"". - - -Zelfs als jaloezie in sexueele zaken kon worden toegelaten als een -emotie, die werkte aan de zijde van den beschaafden vooruitgang, dan -moeten we er toch op wijzen, dat ze alleen uiterlijk werkt; ze kan -weinig of geen werkelijken invloed hebben; de persoon, die jaloersch -is, maakt zich zelden beminnelijker door zijn jaloezie en dikwijls -minder beminnelijk. Het voornaamste gevolg van zijn jaloezie is, -dat ze de oorzaken voor de jaloezie doet toenemen, en ze niet zelden -opwekt, en tevens, dat ze het huichelen aanmoedigt. - - - Al de omstandigheden, begeleidingsverschijnselen en gevolgen van - huiselijke jaloezie in hun volkomen typischen vorm worden duidelijk - door een zeer ernstige episode in de geschiedenis van het huishouden - van Pepys, en ze zijn volledig en getrouw door den grooten - dagboek-schrijver neergeschreven. Het vergrijp--een omarming van de - kamenier van zijn vrouw--was maar gering, maar, zooals Pepys zelf - toegeeft, in het geheel niet te verontschuldigen. Hij schrijft op - den 25sten October 1668 (Lord's Day); hij is dan zes en dertig jaar - oud. "Na het avondeten werd mijn haar gekamd door Deb, hetgeen mij - de grootste ellende veroorzaakte, die ik ooit in deze wereld gekend - heb, want mijn vrouw, die onverwacht binnenkwam, vond mij terwijl - ik het meisje omarmde... Ik was er wonderlijk verlegen mee, en het - meisje ook, en ik probeerde een uitvlucht te zoeken, maar mijn - vrouw bleef zwijgen en werd boos... Ik was ernstig bedroefd over - deze dwaasheid van mij... Zoo eindigt de maand", schrijft hij een - paar dagen later, "met eenige mate van rust voor mijn geest, hoewel - ze niet volkomen is na de groote onaangenaamheden met mijn arme - vrouw, en door mijn dwaasheid, die ik met het meisje begaan heb en - waarover ik reden heb bedroefd en beschaamd te zijn en nog meer - bezwaard, ter wille van het arme meisje. Zes November. Opgestaan; - hierna staat ook mijn vrouw op, wat zij nu als plicht iederen dag - doet, om mij aan te kleeden, opdat ik Willet (Deb) niet zien zal; - zij houdt mij in het oog, of ik haar aanzie of niet; zij tracht mij - te verhinderen in de kamer te gaan waar zij is. Negen November. - Opgestaan; ik meldde Deb in een klein briefje, dat ik haar - toewierp, dat ik voort zou gaan te ontkennen, dat ik haar ooit - gekust had, en dat ze gerust kon zijn. De waarheid is, dat ik mij, - in de hoop op God's vergiffenis, deze leugen veroorloofde, wetende - welk een moeilijk ding het voor mij zou zijn, en mogelijk de - ondergang van het arme meisje; en ook, omdat ik wist, dat, als mijn - vrouw alles wist, het haar niet mogelijk zou zijn ooit weer vrede - met mij te sluiten en dat zoodoende ons geheele leven vergald zou - zijn. Het meisje las het, en gaf mij het briefje terug, zooals ik - haar verzocht had, mij het briefje in het voorbijgaan toewerpend". - Den volgenden dag echter is hij in ernstige moeilijkheden, want - zijn vrouw heeft een bekentenis verkregen van het meisje over het - kussen. Een paar nachten hebben mijnheer en mevrouw Pepys niet - geslapen, met veel weenen aan beide kanten. Deb neemt een andere - betrekking aan en gaat weg op den 14den November, en Pepys is nooit - in de gelegenheid haar te spreken voor zij het huis verlaat, omdat - zijn vrouw hem voortdurend in het oog houdt. Het blijkt wel, dat - Pepys zich nu zeer tot Deb voelt aangetrokken, hoewel het niet - blijkt, dat dat ook al was, voordat zij het onderwerp van den twist - werd. Op den 13den November, nadat hij gehoord heeft dat zij den - volgenden dag zal vertrekken, schrijft hij: "De waarheid is, dat ik - veel lust heb dit meisje haar maagdelijkheid te ontnemen". Hij was - echter "zeer verontrust door het feit, dat het niet waarschijnlijk - is dat mijn vrouw ooit weer goed op mij zal worden, en dat ik voor - altijd haar slaaf zal zijn in zaken van genoegen". Terzelfder tijd - was zijn liefde voor zijn vrouw in het geheel niet verminderd, en - de hare voor hem ook niet. "Ik moet hier opmerken", zegt hij, "dat - ik sinds dezen twist meer met mijn vrouw als echtgenoot geleefd heb, - dan ik meen wel een jaar tevoren. En met meer genoegen voor haar - dan al den tijd van ons huwelijk tevoren". De volgende dag was een - Zondag. Op Maandag begint Pepys meteen onderzoek te doen om Deb op - te sporen, Den 18den vindt hij haar. Zij komt bij hem in het - rijtuig, en hij kust haar en veroorlooft zich vrijheden met haar en - raadt haar tevens aan "voor haar eer te zorgen en God te vreezen", - en dat ze niet moet toelaten dat iemand doet wat hij gedaan heeft; - hij vertelt haar ook, waar zij hem vinden kan, als zij dat wenscht. - Pepys voelt nu, dat alles naar bevrediging geregeld is en zijn hart - is vol vreugde. Maar zijn vreugde is van korten duur, want mevrouw - Pepys komt achter dit onderhoud met Deb op den daaropvolgenden dag. - Pepys ontkent eerst, bekent dan, en er is een nog verwoeder scene - dan ooit. Pepys wordt nu werkelijk bang, want zijn vrouw dreigt hem - te verlaten; hij verlaat Deb nu bepaald en met gebeden aan God - besluit hij om nooit meer zoo iets te doen. Mevrouw Pepys is echter - nog niet tevreden, voordat zij haar man een brief heeft doen - schrijven aan Deb, waarin hij haar zegt, dat ze weinig beter is dan - een hoer, en dat hij haar haat, hoewel Deb hiervoor gespaard blijft, - niet door eenigen list van Pepys, maar door de kieschheid van den - vriend, aan wien de brief ter bezorging was toevertrouwd. Bovendien - komt Mevrouw Pepys met haar man overeen, dat, ieder keer als hij - van huis gaat, hij zich zal doen vergezellen door zijn secretaris. - Wij zien, dat Mevrouw Pepys met schitterende handigheid en succes - de rol speelt van de jaloersche en wrekende vrouw, en dat ze haar - Fransche hakjes meedoogenloos in haar verslagen echtgenoot boort. - Ongelukkig weten we niet wat het resultaat ten slotte was, want een - poosje later was Pepys door een ooglijden gedwongen zijn dagboek te - eindigen. Als we deze typische geschiedenis geheel overzien, blijkt - al heel duidelijk, dat noch de man noch de vrouw ook maar in de - geringste mate voorbereid waren op de alledaagsche positie, waarin - ze geraakt waren; dat zij beiden in een pijnlijk, onwaardig en - vernederend licht verschijnen; dat als gevolg van alles de man bijna - een ware en sterke genegenheid opvat voor het meisje, dat de oorzaak - van den twist is; en dat hij, ten slotte, al is hij voor het - oogenblik gedwongen toe te geven, toch precies blijft wat hij bij - het begin was. De man en de vrouw hadden ook niet den geringsten - wensch om elkander te verlaten; de huwelijksband bleef stevig, maar - hij was onteerd door onoprechtheid aan den eenen kant en door de - jaloersche poging aan den anderen kant om trouw af te dwingen. - - -Geheel afgezien echter van de kwestie van de werkzaamheid der -ijverzucht, en van de ellende die zij te voorschijn roept bij allen, -die er bij betrokken zijn, is zij klaarblijkelijk onvereenigbaar met -al de neigingen van de beschaving. Wij hebben gezien, dat een zekere -mate van variatie behoort bij de sexueele verhouding, evenals bij alle -andere verhoudingen, en dat we dat feit onder de oogen moeten zien en -erkennen, als we niet vele verkeerdheden en onrechtvaardigheden willen -bestendigen. Wij hebben ook gezien, dat onze ontwikkeling gaat in de -richting van een voortdurende toename van moreele verantwoordelijkheid -en zelf-bestuur, en die brengen op hun beurt niet alleen een groote -mate van oprechtheid mee, maar ook de erkenning, dat geen mensch -recht of macht heeft om invloed uit te oefenen op de gemoedsbewegingen -en daden van een ander mensch. Als onze liefdezon nog in het zenith -staat, zooals Ellen Key het uitdrukt, dan is dat een wonder, dat men -met eerbied en dankbaarheid moet begroeten, en geenszins een recht, -dat men eischen kan. De aanspraak op ijverzucht valt met de aanspraak -op huwelijksrechten. - - - Het is best mogelijk, merkt Bloch op (The Sexual Life of Our - Time, hoofdstuk X), tegelijkertijd meer dan een persoon lief te - hebben, met bijna gelijke teederheid, en in eere beiden te kunnen - verzekeren van den hartstocht voor hem of haar gevoeld. Bloch voegt - er bij, dat de groote psychische differentiatie, die de moderne - beschaving in zich sluit, de mogelijkheid van deze dubbele liefde - doet toenemen, want het is moeilijk voor iemand zijn aanvulling - in een enkel persoon te vinden; dat is van toepassing op vrouwen - zoowel als op mannen. - - Ook Georg Hirth wijst er op (Wege zur Heimat, blz. 543-552), dat - het van belang is in de herinnering te houden, dat vrouwen, zoowel - als mannen twee personen tegelijk kunnen liefhebben. De mannen - vleien zich, merkt hij op, met het vooroordeel, dat het hart van de - vrouw, of liever haar hoofd, maar één man tegelijk kan bevatten, en - dat, als daar een tweede man is, het door een soort van prostitutie - is. Bijna alle erotische schrijvers, dichters en romanschrijvers, - zelfs medici en psychologen, behooren tot deze klasse, zegt hij; - zij beschouwen de vrouw als bezit, en natuurlijk kunnen geen - twee mannen een vrouw bezitten. (Wat romanschrijvers aangaat, - kan de opmerking worden ingeschoven, dat er vele uitzonderingen - zijn, en Thomas Hardy bijvoorbeeld teekent dikwijls een vrouw, - die min of meer op twee mannen verliefd is). Tegen dezen wensch - om de psychische geschiktheid van de vrouw naar beneden te halen, - houdt Hirth staande, dat een vrouw niet noodzakelijk ontrouw aan - een man behoeft te zijn, als zij hartstocht heeft opgevat voor - een anderen man. "Tegenwoordig", verklaart Hirth naar waarheid, - "kunnen alleen liefde en rechtvaardigheid gelden als eerlijke - motieven voor het huwelijk. De moderne man staat aan zijn - geliefde vrouw en levensgezellin dezelfde vrijheid toe, die hij - zelf nam voordat hij getrouwd was, en die hij misschien ook nog - in het huwelijk neemt. Als zij er geen gebruik van maakt, zooals - te hopen is, zooveel te beter! Maar laten er geen leugens zijn, - geen bedrog; de onontbeerlijke grondslag van het moderne huwelijk - is grenzenlooze vriendschap en oprechtheid, diepst vertrouwen, - liefdevolle toewijding en achting. Dit is de beste beveiliging - tegen echtbreuk... Laat echter hij, die er door overvallen - wordt, zich troosten met het ontwijfelbare feit, dat van twee, - die werkelijk liefhebben, hij altijd de voorkeur zal hebben, - die als vriend het edelst denkt en het diepst ziet." Deze wijze - woorden kunnen niet te ernstig overdacht worden. De politiek der - jaloezie heeft alleen maar succes--als ze ooit succes heeft--in - handen van den man, die het uiterlijk omhulsel van de liefde voor - kostbaarder houdt dan de kern. - - -Het schijnt sommigen toe, dat de erkenning van de variaties in -sexueele verhoudingen, van de neiging van de monogamie om haar -zelf gekozen grenzen te overschrijden, op zijn best een treurige -noodzakelijkheid is, en een bedroevende val van een hoog ideaal. Dat -is echter het tegendeel van de waarheid. Het groote nadeel van de -monogamie, en het ernstigste zwakke punt ervan is haar neiging tot -zelf-concentratie ten koste van de buitenwereld. De duivel komt altijd -naar den man toe in den vorm van zijn vrouw en zijn kinderen, zeide -Hinton. Het gezin is een groote maatschappelijke invloed, in zooverre -het het beste middel is om kinderen te doen geboren worden, die de -toekomstige burgers zullen uitmaken; maar in zekeren zin is het gezin -een tegenmaatschappelijke invloed, want het heeft neiging in ongepaste -mate de energie te absorbeeren, die noodig is voor de versterking van -de maatschappij. Het is inderdaad mogelijk, dat dat feit geleid heeft -tot wijziging van het monogame systeem in vroege ontwikkelingsperioden -van de menschelijke geschiedenis, toen maatschappelijke uitzetting -en samenhang de voornaamste noodzakelijkheden waren. Het gezin -gelijkt maar al te dikwijls op de opeenhoopingen van insecten, -die men op een nauwe plaats ontdekt, als we toevallig een platte -steen in onzen tuin opbeuren. Hoe groot de problemen der liefde -ook zijn, en hoe groot ook onze oplettendheid ervoor moet wezen, -wij moeten altijd in herinnering houden, dat liefde niet een kleine -kring is, die in zichzelf volkomen is. Het is de aard der liefde uit -te stralen. Evenals het familieleven voornamelijk bestaat voor het -maatschappelijk doel van het grootbrengen van het toekomstig ras, -zoo heeft de familieliefde haar maatschappelijke doeleinden in de -uitbreiding van sympathie en liefde aan degenen, die er buiten staan, -en zelfs in doeleinden, die er buiten vallen [410]. - -De kwestie is nu en dan besproken, in hoeverre het voor een man -en vrouw mogelijk is om een intieme vriendschap te hebben buiten -de erotische sfeer [411]. Er kan geen twijfel aan bestaan, dat -het volkomen mogelijk is voor een man en een vrouw voor elkaar -een vriendschap te gevoelen, die nooit overgaat op het gebied -der erotiek. Als regel echter gebeurt dit alleen onder speciale -omstandigheden en dat zijn gewoonlijk omstandigheden, die de -nauwste en meest intieme vriendschap uitsluiten. Als, zooals we -gezien hebben, liefde kan aangeduid worden als een samenstelling -van lust en vriendschap, dan raakt vriendschap zeker de erotische -sfeer. Evenals sexueele emotie neiging heeft in vriendschap over -te gaan, zoo heeft vriendschap tusschen personen van verschillend -geslacht, als ze jong, gezond en aantrekkelijk zijn, de neiging -sexueele emotie mee te brengen. De twee gevoelens zijn te nauw verwant, -dan dat het mogelijk zou zijn er voor goed zonder protest een grens -tusschen te trekken. Mannen, die aan vrouwen vriendschap aanbieden, -vinden gewoonlijk, dat ze niet met veel genoegen aangenomen wordt, -behalve als het eerste naderen tot een warmer verhouding, en vrouwen, -die vriendschap aanbieden aan een man, ondervinden gewoonlijk, dat -hij antwoordt met een liefdeaanbod; zeer dikwijls is de "vriendschap" -van het begin af alleen maar een liefde of flirt, die zich achter -een anderen naam verschuilt. - - - "Op den langen duur", schrijft een vrouw (in een brief, die - uitgegeven is in Geschlecht und Gesellschaft, Bd. I dl. 7) "worden - de zinnen ontevreden als ze geheel uitgesloten worden. En ik geloof - dat een man alleen dan in de nauwste wederkeerige verbinding kan - komen met een vrouw, als hij ook bewust of onbewust physiek wordt - aangetrokken. Hij kan niet in innige psychische verbinding treden - met een vrouw, waarvan hij zich niet zou kunnen voorstellen, dat - hij sexueel met haar verkeerde. Zijn overheerschende wensch gaat - uit naar het bezit van de vrouw, van de geheele vrouw, haar ziel - zoowel als haar lichaam. En een vrouw kan zich ook geen intieme - verhouding met een man voorstellen, waarbij niet haar hart en haar - lichaam, evenals haar geest betrokken zijn. (Natuurlijk denk ik - aan menschen met gezonde zenuwen en gezond bloed). Kan een vrouw - jarenlang een Platonische vriendschap met een man onderhouden, - zonder dat in haar opkomt de gedachte: "Waarom kust hij mij - nooit? Heb ik geen bekoring voor hem?" En zal het niet gebeuren, - dat zij in het meest verborgen hoekje van haar hart dat woord - "kus" gebruikt in den meer omvattenden zin, waarin de Franschen - het soms gebruiken?" Er is ongetwijfeld een element van waarheid - in dit gezegde, De grens tusschen liefde en vriendschap is niet - gedefinieerd, en een intieme omgang, die streng vrij gehouden - wordt van het zich uiten in een liefkoozing, of in een andere - physieke uiting van teedere intimiteit, heeft iets gedwongens en - wekt onuitgesproken en niet uit te spreken gedachten en wenschen, - die noodlottig zijn voor iedere vriendschap. - - -Ongetwijfeld zijn de eenige volkomen "Platonische vriendschappen" -die, welke bereikt zijn langs den weg van een vroegere erotische -intimiteit. In zulk een geval kunnen slechte gelieven, als zij het -erotisch stadium resoluut doorgegaan zijn, uitstekend goede vrienden -worden. Een bevredigende vriendschap is mogelijk tusschen broeder -en zuster, omdat zij physiek intiem geweest zijn in hun jeugd, -en omdat alle erotische nieuwsgierigheid afwezig is. De meest -bewonderenswaardige "Platonische vriendschappen" kunnen dikwijls -bereikt worden door man en vrouw, bij wie sympathie en genegenheid en -gemeenschappelijk belang den hartstocht overleefd hebben. Bij bijna al -de vriendschappen van beroemde mannen en vrouwen zooals wij in sommige -gevallen weten en in andere raden--heeft de hartstocht van een uur, -zooals Sainte-Beuve zegt, gediend als gouden sleutel om de kostbaarste -en meest intieme geheimen van de vriendschap te ontsluiten [412]. - -De vriendschappen, die bereikt zijn langs den erotischen weg bezitten -een intimiteit en behouden een geestelijk erotisch karakter, dat niet -bereikt had kunnen worden op de basis van een normale vriendschap -tusschen personen van dezelfde sekse. Dit is in veel hoogere mate waar -voor de latere vriendschap, onder gelukkige omstandigheden, van man -en vrouw in de jaren, nadat hartstocht onmogelijk is geworden. Zij -hebben opgehouden hartstochtelijke gelieven te zijn, maar zij zijn -niet enkel vrienden en makkers geworden. Hun verhouding neemt meer -speciaal elementen aan van de verhouding van kind tot ouder en van -ouder tot kind. Iedereen behoudt uit zijn eerste jaren iets van het -kind, dat niet jegens de geheele wereld blijken kan; ieder verkrijgt -iets van den vaderlijken of moederlijken geest. Man en vrouw zijn -ieder kind voor den ander, en in werkelijkheid zijn ze ouder en kind -bij beurten. En hier behoudt de vrouw altijd een zekere superioriteit, -want zij is tot het einde toe meer kind dan een man ooit wezen kan, -en zij is in haar wezen veel meer moeder dan dat hij vader is. - - - Groos (Der Aesthetische Genuss, p. 249) heeft er op gewezen, - dat "liefde" in werkelijkheid bestaat uit sexueel instinct en - ouderlijk instinct. - - "Zoogenaamd gelukkige huwelijken", zegt Professor W. Thomas - (Sex and Society, p. 246), "zijn een toestand van evenwicht, - die daardoor wordt bereikt, dat het moederlijk belang van de - vrouw zich uitstrekt tot den man, waarbij zij acht geeft op zijn - persoonlijke behoeften als op die van de kinderen--terwijl ze - hem koestert als een kind--of in een zich uitstrekken naar de - vrouw van de zorg en de genegenheid van den man, die er in zijn - natuur is voor alle bescherming-behoevende, hulpelooze (en meestal - onmondige) schepsels". - - "Als de toewijding van de verhouding van moeder en zoon", - schrijft een vrouw, "gevoegd wordt bij de verhouding van man en - vrouw, dan is de vereeniging door het huwelijk geraakt tot de - hooge en mooie waardigheid, die ze verdient, en in deze wereld - bereiken kan. Ze omvat sympathie, liefde en volkomen begrijpen, - zelfs van de fouten en zwakheden aan beide kanten". "De bron - van de liefde van elke ware vrouw", schrijft een andere vrouw, - "is de teederheid van een moeder. Hij, dien ze liefheeft, is een - kind, wat grooter dan de anderen, hoewel ze terzelfder tijd de - grootste eerbied voor hem kan hebben". - - Op de basis van deze elementaire menschelijke feiten hebben - de duurzaam verlokkende en inspireerende verhoudingen van de - sekse zich ontwikkeld, en niet door het te voorschijn komen - van persoonlijkheden, die onmogelijk verheven eigenaardigheden - vereenigen. "De taak is uiterst moeilijk", zegt Kisch in - zijn Sexual Life of Woman, "maar een verstandige en deugdzame - moderne vrouw moet trachten in haar persoonlijkheid alleen, te - vereenigen de zinnelijke aantrekkingskracht van een Aspasia, de - kuischheid van een Lucretia, en de intellectueele grootheid van een - Cornelia". En in een vroegere eeuw wordt ons verteld in den roman - van La Tia Fingida, die soms is toegeschreven aan Cervantes, dat - "een vrouw moet zijn een engel op straat, een heilige in de kerk, - mooi aan het venster, eerlijk in huis en een duivel in bed". De - eischen, die aan mannen gesteld zijn door vrouwen, zijn aan - den anderen kant bijna te verheven om bepaald gedefinieerd te - kunnen worden. "Negen en negentig van de honderd vrouwen, die - liefhebben", zegt Helene Stöcker, "zijn er zeker van overtuigd, - dat, als duizend andere mannen onwaardig gehandeld hebben, en de - vrouw, die ze lief hebben, verzaakt, slecht behandeld en bedrogen - hebben, dat de man, dien zij lief hebben een uitzondering is op - alle andere mannen; dat is de reden, waarom ze van hem houden". We - mogen er echter aan twijfelen, of de groote minnaars ooit door - het bezit van volmaaktheid zeer ver boven het gewone niveau der - menschheid hebben gestaan. Zij zijn menschelijk geweest, en hun - kunst van liefhebben is niet altijd uitgesloten geweest van het - bezit van menschelijke zwakheden; volmaaktheid zou werkelijk, als - ze al gevonden kon worden, een slechte bodem zijn voor de liefde. - - -Alleen als we ons den zeer samengestelden aard van de elementen, die -de erotische liefde vormen, voor oogen stellen, kunnen we begrijpen -hoe het komt, dat liefde zoo'n groote openbaring kan zijn en zoo'n -diepen invloed kan uitoefenen zelfs op mannen van het grootste genie -en het grootste intellect en in de sfeer van hun meest geestelijke -werkzaamheid. Het is niet alleen hartstocht, of een bewuste handigheid -in de kunst van liefhebben--van hoeveel belang die ook mogen zijn--die -ons de verhouding kunnen verklaren van Goethe tot Frau von Stein, -of van Wagner tot Mathilde Wesendonck, of die van Robert en Elisabeth -Browning jegens elkaar [413]. - -Het zal nu misschien aan den lezer duidelijk zijn, waarom bij -het bespreken van den sexueelen impuls in zijn verhouding tot -de maatschappij het noodig geweest is de kunst van liefhebben te -behandelen. Het is waar, dat er niets zoo intiem persoonlijk is -als de erotische zaken van het individu. Toch is het even waar, dat -deze zaken ten grondslag liggen aan het maatschappelijk leven, en -dat zij de voorwaarden kunnen leveren--goede of slechte, al naar het -geval is--voor de voortplantingsdaad, die van het hoogste belang is -voor den staat. Het is, omdat de kwestie van liefde zulk een zuiver -persoonlijk belang heeft, dat ze neiging heeft te worden opgelost -in de kwestie van de nakomelingschap. Wij hebben ons voor oogen te -stellen, niet alleen dat de kwestie van de liefde ondergeschikt is -aan de kwestie van de voortplanting, maar ook, dat liefde een eigen, -noodzakelijk, zelfs een maatschappelijk gezond recht heeft om op zich -zelf te staan en op haar eigen waarde geschat te worden. - - - In een uiterst belangrijke verhandeling over de liefde, die - de beroemde Tarde nagelaten heeft (Archives d'Anthropologie - Criminelle, loc. cit.), vinden we eenige belangrijke opmerkingen - over dit punt: "De maatschappij", zegt hij, "is veel meer en met - meer intelligentie bezig geweest met het oplossen van het probleem - van de "kwestie van de nakomelingschap", dan met de "kwestie - van de liefde". Het eerste probleem vult al onze burgerlijke - wetboeken en wetboeken voor den handel. Het tweede probleem is - nooit duidelijk gesteld, of onder de oogen gezien, zelfs niet in - de oudheid, nog minder sinds de komst van het Christendom, want - alleen de oplossing te geven van het huwelijk en de prostitutie - is klaarblijkelijk ontoereikend. Staatslieden hebben alleen - de zijde gezien, waarmee de liefde grenst aan de vraag der - bevolking. Vandaar de huwelijkswetten. Op steriele huwelijken - zien ze met minachting neer. Toch is het duidelijk, dat, hoewel ze - geboren is als slaaf van het geslacht, de liefde toch neiging heeft - om door de beschaving ervan los te komen. In plaats van enkel een - methode tot voortplanting is ze een doel geworden, heeft zich een - titel verworven, een koninklijken titel. In onze tuinen kweeken - we bloemen, die des te mooier zijn, omdat ze steriel zijn; waarom - wordt de volle bloemkroon van de liefde als minder beschouwd dan de - steriel gemaakte bloemen in onze tuinen?" Tarde antwoordt, dat de - reden is, dat onze politici enkel eergierigen zijn, dorstende naar - macht en rijkdom, en zelfs als ze minnaars zijn, zijn ze eerder - als Don Juan dan als Vergilius. "De toekomst", gaat hij voort, - "behoort aan de volgelingen van Vergilius, want, zooals vroeger - het bezit van macht, de koninklijke rijkdom van Amerikaansche of - Europeesche millionairs het ideaal op aarde scheen, nu trekt de - liefde meer en meer de beste en edelste deelen der ziel aan zich, - waar alles verborgen ligt, wat het grootste is in de wetenschap - en in de kunst, en meer en meer neemt het aantal toe van die - zielen, die, ingespannen bezig met hun vreedzame werkzaamheden, - de zakenmenschen en de beroeps politici verafschuwen en er eenmaal - in zullen slagen hen terug te dringen. Dat zal voorzeker de groote - revolutie zijn van de menschheid, en een actieve psychologische - revolutie: het erkend overwegen van die zijde van de menschelijke - ziel, die nadenkt en overweegt, de zijde van den minnaar, over de - koortsachtige, expansieve, rooflustige en eergierige zijde. En - dan zal men begrijpen, dat een van de groote maatschappelijke - problemen, misschien het moeilijkste van allen, het probleem van - de liefde geweest is". - - - - - - - - - -HOOFDSTUK XII - -DE WETENSCHAP DER VOORTPLANTING - - - De betrekking tusschen de wetenschap der voortplanting en de - kunst van liefhebben.--Sexueele begeerte en sexueel genot als - de voorwaarden der conceptie.--De voortplanting was vroeger - overgelaten aan luim en begeerte.--Het vraagstuk der voortplanting - als een godsdienstkwestie.--Het geloof in eugeniek.--Ellen Key en - Francis Galton.--Onze schuld tegenover de nakomelingschap.--Het - vraagstuk natuurlijke keuze te vervangen.--De oorsprong en - de ontwikkeling der eugeniek.--Het algemeen aannemen van de - principes der eugeniek tegenwoordig.--De twee wegen, waarop de - principes der eugeniek in praktijk worden gebracht.--Het besef - van sexueele verantwoordelijkheid bij de vrouwen.--Verwerping van - het opgedrongen moederschap.--Het privilege van het vrijwillige - moederschap.--Oorzaken van het in minachting brengen van - het moederschap.--De beperking der conceptie.--Zij wordt - tegenwoordig door de meerderheid der bevolking in beschaafde - landen in praktijk gebracht.--De drogrede "zelfmoord van het - ras".--Zijn groote families een merkteeken van degeneratie?--Het - beperken van de voortplanting is het gevolg van natuurlijken en - beschaafden vooruitgang.--Het toenemen der Nieuw-Malthusianistische - ideeën en gebruiken.--Facultatieve steriliteit onderscheiden van - Nieuw-Malthusianisme.--De medische en hygiënische noodzakelijkheid - van de beperking der conceptie.--Voorbehoedmiddelen.--Miskraam.--De - nieuwe leer van den plicht miskraam op te wekken.--In - hoeverre is dit te rechtvaardigen?--Castratie als methode - om de voortplanting te beperken.--Negatieve eugeniek en - positieve eugeniek.--De kwestie van getuigschriften voor het - huwelijk.--De ontoereikendheid van het vaststellen der eugeniek - door de wetgeving.--Het scherpen van het maatschappelijk - geweten met betrekking tot de erfelijkheid.--Beperking van - de geschiktheid voor het moederschap.--De voor de verwekking - gunstige voorwaarden.--Steriliteit.--De kwestie van kunstmatige - bevruchting.--De voor de voortplanting meest gunstige leeftijd.--De - kwestie van het vroege moederschap.--De beste tijd voor de - voortplanting.--De voleindiging van den goddelijken levenskring. - - -Wij hebben gezien, dat de kunst van liefhebben een zelfstandig en -wettig recht heeft, geheel afgescheiden van de voortplanting. Zelfs -als we nog meenden--zooals alle menschen moeten geloofd hebben en -sommige stammen van Midden-Australië nog gelooven [414]--dat sexueel -verkeer geen essentieel verband houdt met de voortplanting, dan zou -dit verkeer toch nog zijn rechtvaardiging hebben. In zijn fijnere -uitingen als kunst wordt ze in de beschaafde wereld vereischt voor -de volle ontwikkeling van het individu, en ze is even noodzakelijk -voor de duurzaamheid van de betrekkingen tusschen man en vrouw, die -wel overal als een eisch der maatschappelijke moraal beschouwd wordt. - -Als wij ons nu wenden naar den tweeden grondfactor van het huwelijk, -de voortplanting, dan is het eerste punt, dat we ontmoeten, dat de -kunst van liefhebben ook hier haar plaats heeft. Vroeger hield men de -sexueele overeenstemming van iederen man met iedere vrouw voor iets, -dat zóo van zelf sprak, dat alle vragen van liefde en van de kunst -van liefhebben buiten beschouwing konden blijven. Men meende, dat de -daad der voortplanting zóo onpersoonlijk, zoo zonder belangstelling -kon gedaan worden als ze volgens de beschouwing der kerkvaders in het -paradijs gedaan is. Deze opvatting is niet langer aannemelijk. Ze -trekt de mannen niet aan en stoot de vrouwen af. Wij weten, dat in -de beschaafde wereld, ten minste bij beschaafde menschen--en het is -dikwijls ook zoo bij natuurvolken--erethisme niet licht tot stand -komt tusschen twee op goed geluk te zamen gebrachte personen, zelfs -niet als zij meer speciaal uitgekozen zijn. En wij weten ook uit de -ervaring van bekende gynæcologen, dat het in vele gevallen voor de -conceptie niet genoeg is, dat de cohabitatie plaats vindt, maar dat -daarvoor een voorafgaand orgasme noodig is. - - - Vele natuurvolken en ook de theologen van de Middeleeuwen hebben - gemeend, dat sexueele opwinding van de vrouw voor de conceptie - noodig is, al was dit inzicht ook niet vrij van dwalingen en - bijgeloof. Eenige van de voorzichtigste en meest ervaren moderne - gynaecologen zijn van dezelfde meening. Zoo betoogde Matthews - Duncan (in zijn verhandeling over Sterility in Women), dat de - afwezigheid van sexueele begeerte bij vrouwen, en de afwezigheid - van genot bij de sexueele daad beschouwd kunnen worden als - machtige invloeden ter bevordering van de steriliteit. Hij geeft - een statistiek naar aanleiding van zijn ziektegeschiedenissen, - waaruit blijkt, dat van bijna vierhonderd steriele vrouwen slechts - ongeveer een vierde sexueel verlangen ondervonden, terwijl minder - dan de helft genot ondervond bij de sexueele daad. Daar er echter - geen correspondeerende statistiek is over vruchtbare vrouwen, - is hiermee niets absoluut bewezen en op zijn hoogst is er een - waarschijnlijkheid vastgesteld. - - Kisch heeft de kwestie onlangs (Sexualleben der Frauen, Sexual - Life of Women) grondig behandeld en komt tot de conclusie, dat - het "hoogst waarschijnlijk" is, dat de werkdadige erotische - deelname van de vrouw aan den coïtus een belangrijke schakel - is in den keten van voorwaarden, die aanleiding geven tot de - conceptie. Ze werkt, naar hij opmerkt, op een van twee wijzen of - op beide wijzen, doordat ze reflexveranderingen teweeg brengt in de - afscheidingen der cervix, en zoo den doorgang voor de Spermatozoën - vergemakkelijkt en doordat ze reflexveranderingen in de oprichting - der cervix veroorzaakt, met een gering zakken van den uterus, - waardoor het binnendringen van het zaad gemakkelijker gemaakt - wordt. Kisch verwijst naar het analoge feit, dat het eerste - optreden van de menstruatie begunstigd wordt door sexueele - opwinding. - - Sommige autoriteiten beweren zelfs, dat geen bevruchting mogelijk - is, voordat sexueele opwinding bij vrouwen voorkomt. Deze bewering - schijnt wel te boud. Het is waar, dat het voorkomen van bevruchting - in den slaap, of bij anæsthesie, er niet tegenover gesteld kan - worden, want wij weten, dat de onbewustheid van deze toestanden - in het geheel niet belet, dat er volkomen sexueele opwinding - plaats vindt. We moeten echter het feit, dat bevruchting dikwijls - niet voorkomt maanden en zelfs jaren na het huwelijk, hiermee in - verband brengen, dat sexueel genot bij coïtus aan den kant van - de vrouw dikwijls ook niet voorkomt in een zelfde tijdsverloop. - - -"Van alle menschelijke instincten", heeft Pinard gezegd [415], "is dat -van de voortplanting het eenige, dat in den primitieven toestand blijft -en niet vervormd en veranderd is. Wij brengen tegenwoordig nog kinderen -voort, zooals men in het steenen tijdperk kinderen voortbracht. De -belangrijkste daad in het leven van den mensch, de verhevenste van -alle daden, omdat het de daad is van de voortplanting, volbrengt de -mensch tegenwoordig met even groote zorgeloosheid als in den tijd -van den holbewoner". En hoewel Pinard zelf, als de stichter van de -puericultuur, er in hooge mate toe heeft bijgedragen om de aandacht te -vestigen op het groote belang van de daad der voortplanting, blijft er -toch nog een bedroevende mate van waarheid in deze bewering. "Volgende -geslachten", schrijft Westermarck in zijn groote geschiedenis van -de moreele denkbeelden [416], "zullen waarschijnlijk met een soort -van afgrijzen terugzien op deze periode, toen de meest belangrijke -en in zijn gevolgen verst strekkende functie, die den mensch is ten -deel gevallen, geheel was overgelaten aan de willekeur en den lust -van het individu". - -Men zegt ons, dat de groote Luther in zijn tafelreden gewoon was te -zeggen, dat de wijze van God om den mensch te maken zeer dwaas was -("sehr närrisch"), en dat, als God zich verwaardigd had hem om raad -te vragen, hij Hem ten sterkste zou hebben aangeraden om het geheele -menschelijke ras te maken, zooals Hij Adam maakte, "uit klei". En zeker -was er, als ze wordt toegepast op de zorgelooze en roekelooze wijze, -waarop ten tijde van Luther, evenals nu nog voor het grootste gedeelte -in onzen eigen tijd gewoonlijk bij de verwekking wordt gehandeld, -veel waarheid in de opmerking van den Hervormer. Als dat de wijze is, -waarop de voortplanting moet volbracht worden, zou het beter zijn -ieder nieuw menschelijk wezen opnieuw uit klei te vormen; op die wijze -zouden we ten minste slechte erfelijkheid kunnen vermijden. Het was -echter onrechtvaardig de verantwoording op God te werpen. Het zijn de -mannen en de vrouwen, die de menschen opvoeden, die de wereld goed -of slecht maken. Zij trachten de verkeerdheden van de maatschappij -te schuiven op iets buiten hen zelf. Zij zien hoe groot een aantal -menschen ontaard zijn, treurig aangelegd, anti-maatschappelijk, niet -in staat een gezond en mooi menschelijk leven te leiden. In oude -theologische taal werd dikwijls gezegd, dat dezulken kinderen van -den duivel waren, en Luther zelf was dikwijls bereid genoeg om het -kwaad van de wereld toe te schrijven aan de directe inmenging van -den duivel. Toch zijn deze treurig aangelegde menschen, die achter -den maatschappelijken wagen aanhinken ten slotte in werkelijkheid -menschenkinderen. De eenige duivel, die we met recht in deze zaak -kunnen erkennen, is de mensch zelf. - -Het gebod "Wees vruchtbaar en vermenigvuldig u", dat de oude -Hebreeërs in den mond legden van den God van hun stam, was, zooals -Crackanthorpe zegt [417] een gebod, dat waarschijnlijk uitgevaardigd -werd toen er maar acht menschen op de wereld waren. Als de tijd ooit -weer zou komen, waarop de inwoners van de wereld op iemands vingers -konden geteld worden, zou zulk een aanmaning weer op haar plaats -zijn. Maar we moeten in herinnering houden, dat tegenwoordig het -menschengeslacht de aarde bedekt bij honderde en honderde en zelfs -duizende millioenen van schepselen, waarvan een groot aantal, zooals -maar al te duidelijk is, nooit had moeten geboren worden, en de stem -van Jehova doet zich nu in zeer verschillenden zin hooren door de -leiders van het menschengeslacht. - -Het is niet te verwonderen dat, daar dit feit algemeen erkend begint -te worden, de kwestie van de voortplanting van het ras een nieuwe -beteekenis moet verkrijgen, en zelfs het karakter moet aannemen -van een nieuwe godsdienstige beweging. Moraliteit alleen kan er ons -nooit toe brengen ons te bekommeren om de toekomst van het ras en in -vroeger dagen plachten de menschen te protesteeren tegen de neiging -de belangen van den godsdienst ondergeschikt te maken aan die van -"zuivere moraliteit". Er lag een gezond natuurlijk instinct ten -grondslag aan dat protest, dat zoo dikwijls en met zooveel kracht door -het Christendom is gedaan en dat nu weer in een meer intelligenten vorm -herleefd is. De eisch van het ras is de eisch van den godsdienst. Wij -moeten oppassen, dat we dien eisch niet ondergeschikt maken aan -onze moraal. Moraal is werkelijk een onvermijdelijk deel van onze -maatschappelijke orde, waaraan we niet kunnen ontsnappen; iedere -gemeenschap moet haar mores hebben. Maar wij hebben geen recht een -fetish te maken van onze moraal, waaraan wij de hoogste belangen -opofferen, die ons zijn toevertrouwd. De naties, die dat gedaan -hebben, hebben hun eigen doodvonnis geteekend [418]. Uit dit oogpunt -is het geheele Christendom, goed beschouwd, met zijn diepe overtuiging -van de noodzakelijkheid van voorzorg en voorbereiding tot het leven -hiernamaals, een voorbereiding geweest voor de eugeniek, een leerschool -voor het kweeken van een hooger ideaal in ons dan het zelf leerde, -en we kunnen ons derhalve niet verwonderen over de stevigheid van de -basis, waarop de eugenistische levensopvattingen zich ontwikkelen. - - - De meest bekende pioniers van de nieuwe beweging van toewijding - aan de schepping van het ras schijnen onafhankelijk van elkaar - den godsdienstigen aard ervan erkend te hebben. Deze houding is - even duidelijk merkbaar bij Ellen Key als bij Francis Galton. In - haar Eeuw van het Kind (in 1909 in het Engelsch vertaald), - identificeert zij zich geheel met de beweging der eugeniek. "Het - is alleen maar een kwestie van tijd", schrijft zij ergens anders - (Over Liefde en Huwelijk, p. 445), "wanneer de houding van de - maatschappij jegens een sexueele vereeniging niet zal afhangen van - den vorm van die vereeniging, maar van de waarde van de kinderen, - die er uit voortkomen. Mannen en vrouwen zullen dan denzelfden - godsdienstigen ernst wijden aan het psychisch en physisch volmaken - van deze sexueele taak, als de Christenen gewijd hebben aan de - redding van hun ziel". - - Sir Francis Galton, die een paar jaar later, in 1905, over - "Beperkingen in het huwelijk" schrijft, maar ongetwijfeld - onafhankelijk van de anderen, en ook over "Eugeniek als een factor - in den godsdienst" (Sociological Papers van de Sociological - Society, deel II, blz. 13, 53), merkt op: "Godsdienstige - voorschriften, gegrond op de zedeleer en de gewoonte van vroeger - dagen, hebben een nieuwen uitleg noodig om aan de behoeften van - vooruitstrevende volken te voldoen. De onze zijn al zoo ver ten - achter bij de moderne eischen, dat aanpassing aan het tegenwoordige - zonder overdreven casuistiek niet mogelijk is. Het schijnt mij - toe, dat er niet veel dingen zijn, die meer noodig zijn bij ons - in Engeland, dan een herziening van onzen godsdienst, om hem in - overeenstemming te brengen met het inzicht en de behoeften van - dezen tegenwoordigen tijd... Evolutie is een groot phantasmagoria, - maar ze ziet er oneindig veel belangwekkender uit, als we weten, - dat de door het verstand bepaalde werking van den wil in zekere - mate in staat is den loop ervan te leiden. De mensch heeft de - macht dit in ruime mate te doen, voor zoover de evolutie van de - menschheid aangaat; hij heeft al zoo'n grooten invloed uitgeoefend - op de kwaliteit en de soortverdeeling van het organisch leven, - dat de veranderingen in de oppervlakte van de aarde, alleen door - zijn wegnemen van bosschen en zijn landbouw, te herkennen zouden - zijn op een afstand zoo groot als die van de maan. De eugeniek is - een mannelijk geloof, vol hoop, en dat zich richt tot de edelste - gevoelens van onze natuur". - - Zooals het altijd bij iedere groote beweging gaat, hebben eenige - fanatici het geloof in het hooge godsdienstige belang van de - voortplanting tot in het belachelijke doorgevoerd. Liefde, - afgezien van de voortplanting, schrijft een van deze fanatici, - Vacher de Lapouge, in den geest van sommige van de eerste - Christelijke kerkvaders (zie boven p. 465), is een afwijking, - die te vergelijken is met sadisme en sodomie. De voortplanting - is de eenige zaak, die er op aan komt, en ze moet worden "een - wettig voorgeschreven maatschappelijke plicht", die alleen kan - uitgevoerd worden door zorgvuldig uitgekozen personen; ze moet - aan anderen verboden worden, die noodzakelijkerwijze moeten - worden beroofd van de macht tot voortplanting, terwijl miskraam - en kindermoord onder sommige omstandigheden verplichtend moeten - gesteld worden. Romantische liefde zal verdwijnen door een - keuze-proces, en ook alle godsdienst behalve een nieuwe vorm - van phallische eeredienst (G. Vacher de Lapouge, "Die Crisis - der Sexuellen Moral", Politisch Antropologische Revue, No. 8, - 1908). Het is voldoende er op te wijzen, dat liefde altijd - is en altijd wezen moet de deur tot de verwekking. Dergelijke - uitersten van fanatisme ten opzichte van de voortplanting konden - niet uitblijven, en zij maken den nadruk waarmee hier de kunst - van liefhebben besproken wordt, des te noodzakelijker. - - -"Wat heeft het nageslacht voor mij gedaan, dat ik iets voor het -nageslacht zou doen?" heeft een cynicus eens gevraagd. Het antwoord is -zeer eenvoudig. Het menschelijk ras heeft alles voor hem gedaan. Alles, -wat hij is en zijn kan, is er het werk van; alles, wat hij doen kan, -is het resultaat van de met moeite opgezamelde tradities ervan. Alleen -door te werken voor het scheppen van een nog beter nageslacht kan hij -de goede gaven terug betalen, die het menschelijk ras hem gegeven heeft -[419]. Evenals binnen de grenzen van dit leven velen, die weldaden en -vriendelijkheden hebben ontvangen, die ze nooit terug kunnen betalen -aan de werkelijke gevers, er een genoegen in vinden ze in plaats -daarvan door dergelijke gedragingen jegens anderen te vervangen, -zoo kunnen we de van onze voorvaderen ontvangen erfenis nooit terug -betalen, behalve door ze in een beteren vorm aan onze nakomelingen -over te dragen. - -Het is ongetwijfeld waar, dat de ontwikkeling van de eugenische idealen -voor het grootste gedeelte niet is terug te brengen tot godsdienstige -gevoelens. Zij is voornamelijk het gevolg geweest van een zeer -geleidelijke, maar een zeer veel omvattende beweging in de richting -van maatschappelijke verbetering, die meer dan een eeuw aanhoudt, -en die een verbetering in zich sluit van al de levensvoorwaarden. De -idealen van deze beweging zijn in de achttiende eeuw verkondigd, -we kunnen hun invloed bemerken in 't begin van de negentiende eeuw, -bij het invoeren van het moderne systeem van hygiëne, in den groei van -de wetgeving op de fabrieken, in al de bewegingen, die het socialisme -hand in hand met het individualisme bevorderd heeft. Onvermijdelijk -heeft zich de neiging vertoond tot den bodem der zaken door te dringen; -men begon te zien, dat betrekkelijk weinig kan bereikt worden door het -verbeteren van de levensomstandigheden van jongelingen; de aandacht -begon zich te concentreeren op het kind, op de embryo in den schoot van -zijn moeder, en dit liep uit op de door Pinard geïnspireerde vruchtbare -beweging der puericultuur, en eindelijk is het probleem teruggebracht -tot zijn bron, tot de verwekking, en de regeling van de sexueele keuze -tusschen families en individuen als de eerste levensvoorwaarde. Hier -hebben wij de studie van de eugeniek, waarvoor Galton zooveel gedaan -heeft om ze te maken tot een bepaalde, levensvatbare en praktische -studie, en die hij in haar ruimere uitgebreidheid definieert als -"de studie, die handelt over die maatschappelijke eugeniek, die -geestelijk of physiek invloed uitoefent op de kwaliteiten van het -ras van toekomstige geslachten". In haar ruimste beteekenis is de -eugeniek, zooals Galton ergens anders zegt, de poging van den mensch -"de natuurlijke keuze te vervangen door andere processen, die meer -zachtzinnig zijn en niet minder uitwerking hebben". - - - In het laatste hoofdstuk van zijn Memories of My Life (1908), - over "Verbeteringen van het ras", zet Sir Francis Galton den - oorsprong en de ontwikkeling uiteen van zijn opvatting van de - wetenschap der eugeniek. Het woord "eugeniek" gebruikte hij het - eerst in 1884, in zijn Human Faculty, maar het begrip dateert - van 1865, en zelfs van nog vroeger. Galton heeft niet lang - geleden de problemen der eugeniek behandeld in verhandelingen, - voorgedragen in de Sociological Society (Sociological Papers, - deel I en II, 1905), in de lezing over Herbert Spencer over - "Waarschijnlijkheid de grondslag der eugeniek" (1907) en - elders. Galton's talrijke gegevens over dit onderwerp zijn nu - uitgekomen in een verzameling door de Eugenics Education Society, - die in 1907 opgericht werd, om de houding der eugeniek jegens - maatschappelijke kwesties te bevorderen en populair te maken; door - deze maatschappij wordt gepubliceerd The Eugenics Review. Aan den - meer zuiver wetenschappelijken kant wordt de eugeniek bestudeerd - aan het laboratorium voor eugeniek aan de universiteit te Londen, - dat opgericht is door Sir Francis Galton, en nu samenwerkt met - Professor Karl Pearson's biometrisch laboratorium, in University - College. Veel van het statistieke werk van Professor Karl Pearson - in deze en hiermee verwante richtingen, is de uitwerking van ideeën - en wenken, aangegeven door Galton. Zie bv. de lezing van Karl - Pearson over Robert Boyle, "Het doel en het belang voor den staat - van de wetenschap der nationale eugeniek" (1907). Biometrica, - door Karl Pearson uitgegeven te zamen met andere werkers, - bevat talrijke statistische gegevens over de eugeniek. In - Duitschland is het Archiv für Rassen und Gesellschafts-biologie - en de Politisch-Anthropologische Revue in ruime mate bezig met - verschillende van zulke onderwerpen, en ook in Amerika publiceert - The Popular Science Monthly van tijd tot tijd artikelen, die - betrekking hebben op de eugeniek. - - -Er is een tijd geweest, dat men geneigd was over de beweging der -eugeniek te spotten of ze belachelijk te maken. Ze werd beschouwd als -een poging van de menschen om menschen te fokken, zooals de boeren -vee fokken, en men hield het voor gemakkelijk genoeg om deze nieuwe -beweging uit den weg te ruimen met de opmerking, dat de liefde spot -met deuren en grendels. Nu begint ze beter begrepen te worden. Alleen -fanatici droomen ervan de liefde af te schaffen, om het paren volgens -vaste regels te verkrijgen. Het is alleen maar de kwestie het mogelijk -aantal deelgenooten te beperken, waaruit ieder een deelgenoot zou -kunnen kiezen, en dat, moeten we in herinnering houden, is altijd -gedaan, zelfs door natuurvolken, want, zooals wel eens gezegd is, "de -eugeniek is de oudste van de wetenschappen". De kwestie heeft alleen -een anderen vorm gekregen. In plaats van mechanisch beperkt te zijn -door stand, beginnen we te zien, dat de keuze van sexueele deelgenooten -met verstand beperkt moet worden door werkelijke geschiktheid. Geheel -gemengde huwelijken zijn nooit regel geweest; de mogelijkheid -der keuze is altijd beperkt geweest, en de meest primitieve volken -hebben de duidelijkste zelfbeheersching vertoond. Dit is niet alleen -het geval onder oudere rassen, maar onder onze eigen Europeesche -voorvaders. Gedurende de geheele periode van de overheersching van -de Katholieken heeft de kanonieke wet de bezwaren tegen het huwelijk -vermeerderd, bv. door voor te schrijven, dat bloedverwantschap tot in -den vierden graad, zoowel als geestelijke betrekking, een bezwaar is; -door zulke willekeurige beletsels beperkte ze den kring van mogelijke -deelgenooten ten minste evenzeer, als ze beperkt zou geworden zijn -door de meer redelijke voorschriften van eugenistische overwegingen. - -Tegenwoordig kunnen we wel zeggen, dat het principe van het vrijwillig -beheerschen van de verwekking niet voor de zelfzuchtige doeleinden van -het individu, maar om ziekte te doen verdwijnen, om de menschelijke -ellende te doen verminderen, en om het algemeene niveau te verheffen -van de menschheid door het ideaal van de kwaliteit in de plaats te -stellen van het vulgaire denkbeeld der enkele kwantiteit, nu algemeen -aangenomen is, evenzeer door medische pathologen, embryologen en -neurologen, als door sociologen en moralisten. - - - Het zou gemakkelijk zijn over deze kwestie vele aanhalingen te - geven van beroemde autoriteiten. Zoo wijst Metchnikoff er op - (Essais Optimistes, p. 419), dat orthobiosis de beperking van - het nageslacht in zich schijnt te sluiten in den strijd tegen de - ziekte. Ballantyne besluit zijn groote verhandeling over Antenatal - Pathology met de bewering, dat "Eugeniek" of het verkrijgen van - gezonde kinderen een van de meest dringende problemen ter wereld - is. Dr. Louise Robinovitch, de uitgeefster van de Journal of Mental - Pathology heeft in een schitterende en diepzinnige verhandeling, - die zij voorgedragen heeft op het Congres voor Psychologie in 1905, - zeer juist in denzelfden geest gesproken: "De volken hebben nog - niet de kracht van de voortteling verheven tot de waardigheid - van een kracht. Andere krachten, die ons bekend zijn, zelfs van - den laagsten graad, zijn reeds lang met wijsheid tot nuttigheid - gebracht, en hun werkzaamheden gebaseerd op het principe van de - striktst mogelijke economie. Deze economische utilisatie is niet - teweeg gebracht door het opdringen van wettelijke beperkingen, - maar door het gestadig voortschrijdend menschelijk verstand. Het - economisch behandelen van de kwestie der verwekking zal, evenals - de economische functie van andere krachten, teweeg gebracht worden - door een gestadige en voortschrijdende verstandelijke ontwikkeling - van de volken". "Er zijn omstandigheden", zegt C. H. Hughes - ("Restricted Procreation", Alienist and Neurologist, Mei 1908), - "waaronder het verwekken van een menschelijk leven even ernstig - misdadig kan zijn als het nemen van een leven, dat reeds is - begonnen". - - Van algemeen biologische, evenals van sociologische zijde, - wordt hetzelfde standpunt steeds meer algemeen ingenomen, want - het wordt erkend als het onvermijdelijk gevolg van bewegingen, - die reeds lang aan den gang zijn. - - Haycraft, verwijzende naar de wet op het verhinderen van - wreedheid voor kinderen (Darwinism and Race Progress, p. 160), - schreef: "Reeds heeft de publieke opinie zich uitgesproken in - den algemeenen regel, dat een man en een vrouw, als ze een kind - krijgen, de verplichting op zich moeten nemen er voor te zorgen, - dat dat kind niet aan wreedheid en ontbering onderworpen zal - worden. Het is maar een stap meer, te zeggen dat een man en een - vrouw verplicht moeten zijn geen kinderen voort te brengen als - het zeker is, dat ze zullen hebben te lijden door een gebrekkig - physiek, en dat ze een ongelijken strijd zullen hebben te strijden - met hun medemenschen". Professor J. Arthur Thomson pleit in - zijn boek over Heredity (1908) met kracht en toch gematigd voor - verstandige methoden der eugeniek, zooals ze speciaal geëischt - wordt in een tijd als de onze, waarin aan de ongeschikten een - betere kans wordt gegeven zich te vermenigvuldigen dan zij ooit - gehad hebben. En Bateson, die verwijst naar de aangroeiende - kennis over de erfelijkheid (Mendel's Principles of Heredity, - 1909, p. 305) merkt op: "Genetische kennis moet zeker leiden tot - nieuwe opvattingen over rechtvaardigheid, en het is in het geheel - niet onmogelijk, dat, in het licht van zulke kennis, de publieke - opinie met genoegen maatregelen zal begroeten, die waarschijnlijk - meer zullen doen voor het doen verdwijnen van den misdadiger - en den gedegenereerde, dan door eeuwen van strafverordeningen - bereikt is". Aankomende jongelingen en meisjes moeten leeren, - zegt Anton von Menger, in zijn laatste boek, de overtuigende - Neue Sittenlehre (1905), dat het voortbrengen van kinderen onder - bepaalde omstandigheden een misdaad is; zij moeten ook leeren zich - vrijwillig van conceptie te onthouden, ook al zijn zij gezond; zulk - onderwijs, voegde Menger er terecht aan toe, is een noodzakelijke - voorbereiding voor iedere wetgeving in deze richting. - - In de laatste jaren zijn vele boeken en artikelen gewijd - aan de beschrijving van eugenistische methoden. Wij mogen bij - voorbeeld vermelden Population and Progress (1907), door Montague - Crackanthorpe, President van de Eugenics Education Society. Zie ook - Havelock Ellis, "Eugenics and St. Valentine", Nineteenth Century - and After, May, 1906. Het verdient vermelding, dat bijna veertig - jaar geleden Miss J. H. Clapperton, in haar Scientific Meliorism - (1885, hoofdst. XVII) er op gewezen heeft, dat de vrijwillige - beperking van de verwekking door Nieuw-Malthusianistische methoden, - afgezien van zuivere voorzichtigheidsmotieven, die daar duidelijk - erkend worden, "een nieuwe sleutel is tot de sociale positie", - en een noodzakelijke voorwaarde voor "nationale hervorming". Het - Groundwork of Eugenics (1909), van Professor Karl Pearson is - misschien de beste introductie tot het onderwerp. We kunnen ook - vermelden Parenthood and Race Culture (1909), dat op populaire - en enthoesiaste wijze geschreven is. - - In hoe ruimen kring de algemeene principes van de eugeniek - zijn aangenomen als de gezonde methode om het niveau van het - menschelijk ras te verheffen, bleek duidelijk op een bijeenkomst - van de Sociological Society, in 1905, toen, nadat Sir Francis - stukken over de kwestie had voorgelezen, de vergadering de - meening hoorde van talrijke sociologen, economen, biologen en - bekende denkers in verschillende landen, die tegenwoordig waren, - of die bericht gestuurd hadden. Ongeveer een en twintig drukten - min of meer onvermengden bijval uit, en maar drie of vier hadden - bezwaren in te brengen, meest over bijzaken (Sociological Papers, - gepubliceerd door de Sociological Society, dl. II, 1905). - - -Als we vragen langs welke kanalen deze impuls tot het controleeren -van de verwekking voor de verheffing van het ras uitdrukking vindt in -het praktische leven, dan zullen we zeker vinden, dat er minstens -twee zulke kanalen zijn: 1) de aangroeiende zin voor sexueele -verantwoordelijkheid bij mannen zoowel als bij vrouwen, en 2) het -succes van het controleeren van de verwekking, dat in de laatste -jaren bereikt is, door het algemeen aannemen van methoden voor het -voorkomen van de conceptie. - -Het is reeds noodig geweest in een vorig hoofdstuk de vèrstrekkende -beteekenis te bespreken van de persoonlijke verantwoordelijkheid van -de vrouw als een element in de wijziging van het sexueele leven van -moderne gemeenschappen. Hier behoeven we er alleen op te wijzen, dat -het autonome gezag van een vrouw over haar eigen persoon, in sexueele -zaken, van haar kant een toestemming tot de daad der verwekking -noodig maakt die opzettelijk moet zijn. Wij zijn geneigd te denken, -dat dit een nieuwe en bijna revolutionaire eisch is; maar het is -ongetwijfeld een natuurlijk, oud en erkend voorrecht van vrouwen, dat -ze geen moeder zullen worden zonder haar eigen toestemming. Zelfs in -de tot den Islam behoorende wereld van de Arabische Nachtvertellingen, -vinden wij, dat groote lof wordt toegekend aan de "deugd en den moed" -van de vrouw, die, nadat ze in haar slaap verkracht is, het kind, dat -de vrucht is van deze onvrijwillige vereeniging, op den openbaren weg -heeft tentoongesteld en verlaten, omdat zij, naar ze zeide, "niet de -verantwoordelijkheid op zich wilde nemen voor Allah van een kind, dat -zonder mijn toestemming geboren is" [420]. De goedkeuring, waarmee deze -geschiedenis verteld wordt, toont duidelijk aan, dat het den aanhangers -van den Islam volkomen rechtvaardig en menschelijk toescheen, dat -een vrouw geen kind zou hebben, dan met haar eigen opzettelijken -wil. Wij zijn later gewoon geweest te zeggen, dat de staat kinderen -noodig heeft, en dat het de taak en de plicht van vrouwen is, die te -verstrekken. Maar de staat heeft evenmin als het individu het recht -een vrouw tegen haar zin te verkrachten. Wij beginnen ons duidelijk -voor oogen te stellen, dat, als de staat kinderen noodig heeft, hij het -voor vrouwen aangenaam moet maken om ze voort te brengen, zooals onder -natuurlijke en billijke omstandigheden zeker het geval zal zijn. "De -vrouwen zullen het probleem van de menschheid oplossen", zeide Ibsen -in een van zijn zeldzame, overtuigende persoonlijke uitlatingen, -"en zij zullen het doen als moeders". Maar het is niet denkbaar, -dat een kwestie ooit zou kunnen opgelost worden door een hulpelooze, -onwillige en onvrijwillige daad, die niet eens de hoogte bereikt -heeft van dierlijke vreugde. - - - Er wordt soms gemeend, en zelfs aangenomen, dat de eisch - van vrouwen, dat het moederschap nooit gedwongen zal zijn, - beteekent, dat zij onder geen conditie moeders willen zijn. In - een paar gevallen kan dat zoo wezen, maar het is zeker niet - het geval wat de meerderheid van de gezonde vrouwen in alle - landen betreft. Integendeel gaat deze eisch gewoonlijk gepaard - met den wensch het moederschap te verheerlijken, en dikwijls - zelfs met de gedachte het moederschap uit te breiden tot velen, - die er tegenwoordig van uitgesloten zijn. "Het schijnt mij toe", - schreef Lady Henry Somerset, eenige jaren geleden ("The Welcome - Child", Arena, April, 1895), "dat het leven beter en edeler zal - zijn, hoe meer wij erkennen, dat er geen onkieschheid is in - den climax en de kroon van de scheppende kracht, maar dat ze - eerder de hoogste glorie van het ras is. Maar als vrijwillig - moederschap de kroon van het ras is, onvrijwillig moederschap - is juist het tegenovergestelde.... Alleen als man en vrouw - beiden geleerd hebben, dat de heiligste van alle functies, - die aan de vrouwen gegeven zijn, moet uitgeoefend worden door - den vrijen wil alleen, kunnen er kinderen geboren worden voor - deze wereld, die in zich hebben de vreugdevolle wensch om te - leven, die dat allerbeste voorrecht van de jeugd voor zich - eischen: de zekerheid, dat zij zich kunnen ontplooien in den - zonneschijn van de liefde, die hun toekomt." Ook Ellen Key, - die er op wijst (Over Liefde en Huwelijk, blz. 14, 265), dat de - tirannie van den ouden Protestantschen godsdienstigen geest, die - van vrouwen eischte onbeperkte onderwerping aan een vreugdeloos - moederschap binnen "het gepleisterde graf van het huwelijk" nu - langzamerhand gebroken wordt, verheerlijkt de voorrechten van - het vrijwillige moederschap, terwijl ze toegeeft, dat er enkele - uitzonderingsgevallen kunnen zijn, waarin vrouwen zich misschien - zullen onttrekken aan het moederschap ter wille van de andere - eischen van haar persoonlijkheid, hoewel "als een algemeene regel, - de vrouw, die het moederschap weigert om de menschheid te dienen is - als de soldaat, die zich op den vooravond van een slag voorbereidt - voor den komenden strijd door zich de aderen te openen". Helene - Stöcker beschouwt ook het moederschap als een van de eischen, - die tegenwoordig met steeds grooteren nadruk door de vrouwen - gesteld worden. "Als tegenwoordig", zegt zij, (In de voorrede - van Liefde en de Vrouwen, 1906), "alle goede dingen van het leven - geëischt worden ook door de vrouwen--verstandelijke ontwikkeling, - economische onafhankelijkheid, een gelukkige roeping in het leven, - een geëerbiedigde maatschappelijke positie--en tevens, als even - van zelf sprekend, het huwelijk en een kind, dan klinkt die eisch - niet meer, zooals eenige jaren geleden, als de stem eens roependen - in de woestijn". - - De vernedering, waartoe het moederschap in de oogen van velen, - vervallen is, berust voor een deel op de neiging de vrouwen - van iedere stem in deze kwestie te berooven, en voor een deel - op wat H. G. Wells noemt (Socialism and the Family, 1906) - de monsterachtige dwaasheid, waarmee vrouwen haar hoogste - maatschappelijke functie, het voortbrengen en opvoeden van - kinderen, volbrengen in haar vrije oogenblikken, als het ware, - terwijl zij haar "brood verdienen" door mee te werken aan het - bijbrengen van het een of ander mechanisch element aan een - industrie-product van weinig waarde. Het zou onpraktisch zijn, - en zelfs niet wenschelijk, er op aan te dringen, dat getrouwde - vrouwen niet zouden mogen werken, want werken is goed voor - ieder. Men taxeert, dat meer dan dertig percent van de werkende - vrouwen in Engeland getrouwde vrouwen zijn of weduwen (James - Haslam, Englishwoman, Juni, 1909), en alleen in de fabrieken - van Lancashire waren in 1901 120.000 getrouwde vrouwen aan het - werk. Maar het zou gemakkelijk mogelijk zijn voor den staat om, - in zijn eigen belang, het zoo in te richten, dat het werk van - een vrouw in een ambacht altijd achter zou moeten staan bij - haar werk als moeder. Het is te meer ongewenscht, dat getrouwde - vrouwen zouden verhinderd worden in een beroep te werken, omdat - er sommige beroepen zijn, waarvoor een getrouwde vrouw, of liever - een moeder, beter toegerust is dan een ongetrouwde vrouw. Dit is - vooral het geval met onderwijs, en het zou een goede politiek zijn - aan getrouwde onderwijzeressen speciale voorrechten toe te staan - in den vorm van meerderen vrijen tijd en meer verlof. Terwijl op - vele gebieden van kennis een ongetrouwde vrouw een uitstekende - onderwijzeres kan zijn, zou het in het geheel niet gewenscht zijn, - dat kinderen en voornamelijk meisjes, uitsluitend gebracht werden - onder den opvoedkundigen invloed van ongetrouwde onderwijzeressen. - - -Het tweede groote kanaal, waardoor de impuls tot het controleeren van -de verwekking als verbetering van het ras het praktische leven binnen -komt, is door het algemeen aannemen, onder de beschaafde standen -van alle landen--en wij moeten in herinnering houden, dat, in deze -zaak ten minste, alle standen langzamerhand beschaafd beginnen te -worden--van methoden tot het voorkomen van de conceptie, behalve -wanneer de conceptie bepaald gewenscht wordt. We mogen niet langer -de geldigheid van deze contrôle bespreken, want zij is een feit -en is deel geworden van onze moderne moraal. "Als een gedragslijn -als gewoonte en met opzet gevolgd wordt door een groote menigte van -menschen, die zich overigens goed gedragen, die waarschijnlijk een -meerderheid vormen in de geheele beschaafde klasse van de natie", -zooals Sidney E. Webb het terecht uitdrukt, "dan moeten wij aannemen, -dat ze niet in strijd is met hun werkelijk wetboek van zedelijkheid" -[421]. - - - Er kan geen twijfel aan zijn, dat, voor zoover Engeland betreft, - het voorkómen van de conceptie in praktijk wordt gebracht uit - voorzichtigheids- of andere motieven, door de groote meerderheid - van de welopgevoede standen. Dit feit is bekend onder allen, - die nauwkeurig op de hoogte zijn van de feiten van het Engelsche - familieleven. Zoo schrijft Dr. A. W. Thomas (British Medical - Journal, Oct. 20, 1906, p. 1066): "Uit mijn ondervinding - als huisdokter, kan ik zonder aarzeling zeggen, dat negentig - percent van de jonge getrouwde paren van de welgestelde klasse - voorbehoedmiddelen gebruiken". Als een feit schijnt deze taxatie - in het ruwe eerder onder de waarheid te zijn dan er boven. In - een zeer knappe verhandeling, die ik reeds heb aangehaald, waarin - Sidney Webb aantoont, dat "de achteruitgang in het geboortecijfer - veel grooter schijnt te zijn in die wijken van de bevolking, die - bewijzen geven van voorspoed en voorzorg", en deze achteruitgang is - "voornamelijk, zoo al niet geheel, het resultaat van opzettelijk - willen", en dat "een regeling van den huwelijksstaat, zooals men - hem zelf wenscht, nu overal bestaat door geheel Engeland en Wales, - blijkbaar onder een groot gedeelte van de bevolking", worden de - resultaten vermeld van een gedetailleerd onderzoek gedaan door de - Fabian Society. Dit onderzoek omvatte 316 families, op goed geluk - gekozen uit alle deelen van Groot-Brittanje, en behoorende tot - alle deelen van de middelklasse. De resultaten zijn zorgvuldig - geanalyseerd en men heeft bevonden, dat in vier en zeventig - families het aantal kinderen onbeperkt was, in twee en veertig - opzettelijk beperkt. Als echter de tien jaren van 1890 tot 1899 - afzonderlijk als de typische periode genomen worden, vindt men, - dat van de 120 huwelijken er 107 waren met beperkt aantal kinderen, - en maar dertien met onbeperkt aantal, terwijl van deze dertien er - vijf kinderloos waren. In deze tien jaren worden dus maar zeven - vruchtbare huwelijken met een onbeperkt aantal kinderen vermeld, - op een totaal van 120. - - Wat waar is voor Engeland is waar voor alle andere beschaafde - landen, en het vindt zijn uitdrukking in het welbekende - verschijnsel van den achteruitgang van het geboortecijfer. In - den modernen tijd is deze beweging van achteruitgang begonnen in - Frankrijk, en veroorzaakte daar een langzamen, maar gestadigen - achteruitgang van het jaarlijksch aantal geboorten; in Frankrijk - schijnt de beweging nu bijna, of geheel, tot stilstand te - zijn gekomen. Maar ze heeft plaats gehad in bijna alle andere - vooruitstrevende landen, voornamelijk in de Vereenigde Staten, in - Canada, in Australië, en in Nieuw-Zeeland, evenals in Duitschland, - Oostenrijk-Hongarije, Italië, Spanje, Zwitserland, België, - Holland, Denemarken, Zweden, en Noorwegen. In Engeland blijft ze - voortgaan sinds 1877. Van de groote landen is Rusland het eenige, - waar ze nog niet heeft plaats gevonden, en onder de massa van de - Russische bevolking vinden wij minder opvoeding, meer armoede, - een hooger sterftecijfer, en een grootere mate van ziekte dan in - eenig ander groot, of zelfs klein land. - - Er wordt soms gezegd, dat de achteruitgang van het geboortecijfer - geheel het gevolg is van de vrijwillige contrôle op de - voortplanting. Het is ongetwijfeld waar, dat zekere andere - elementen, zooals het uitstellen van het huwelijk bij vrouwen tot - een betrekkelijk laten leeftijd, er toe leiden om de grootte van - het gezin te beperken. Maar dat alles toegegeven dan vindt men - toch, dat de achteruitgang werkelijk bestaat en groot is. Dit - is bij voorbeeld aangetoond door de statistische onderzoekingen, - die gedaan zijn door Arthur Newsholme en Y. T. H. C. Stevenson, - en door Yule, beide gepubliceerd in de Journal Royal Statistical - Society, April 1906. - - Sommigen hebben gemeend, dat, omdat de Katholieke kerk onvolkomen - omgang verbiedt, deze beweging tot het controleeren van de - verwekking een betrekkelijk veel grootere toename met zich zal - brengen onder Katholieke, dan onder niet-Katholieke volken. Dit - is echter alleen maar juist onder bepaalde voorwaarden. Het is - volkomen waar, dat er in Ierland geen achteruitgang is geweest - in het geboortecijfer, en dat de achteruitgang maar weinig in - het oog springt in die steden van Lancashire, die een groot - Iersch element hebben. Maar in België, Italië, Spanje, en andere - voornamelijk Katholieke landen, vindt de achteruitgang in het - geboortecijfer behoorlijk plaats. Wat er gebeurd is, is, dat de - kerk--die altijd let op sexueele kwesties--het belang van de - moderne beweging heeft erkend en er zich aan aangepast heeft, - door aan haar minder ontwikkelde en onopgevoede kinderen te - verklaren, dat onvolledige omgang een doodzonde is, terwijl ze - er zich ter zelfder tijd van onthoudt in deze zaak navraag te - doen bij haar beter opgevoede leden. De kwestie werd in 1842 - bepaald onderworpen aan het oordeel van den Paus, door Bisschop - Bouvier van Mans, die de zaak heel duidelijk voorstelde, en aan - Paus Gregorius XVI meedeelde, dat het voorkómen van de conceptie - zeer gewoon begon te worden, en dat, als het als doodzonde bleef - beschouwd worden, het gevolg alleen maar zou zijn, dat de zondaars - van den biechtstoel verdreven zouden worden. Na rijpe overweging - antwoordde de Curia Sacra Poenitentiaria door er op te wijzen, - met betrekking tot de gewone methode van den coïtus interruptus, - die berust op een verkeerde daad van den man, dat de vrouw, - die door haar man gedwongen wordt er in toe te stemmen, geen - zonde begaan heeft. Voorts werd de bisschop herinnerd aan het - wijze gezegde van Liguori, "den meest geleerden en ervaren mensch - in zulke zaken", dat de biechtvader gewoonlijk niet geroepen is - navraag te doen in een zoo teedere zaak als de debitum conjugale, - en dat hij, als zijn opinie niet gevraagd wordt, moet zwijgen - (Bouvier, Dissertatio in sextum Decalogi praeceptum; supplementum - ad Tractatum de Matrimonio, 1849, blz. 179-182; aangehaald door - Hans Ferdy, Sexual-Probleme, Aug. 19, 1908, p. 498). Wij zien dus, - dat, zoowel onder Katholieke als onder niet-Katholieke volken, - het gebruik van voorbehoedmiddelen tegen de conceptie samengaat - met vooruitgang en beschaving, en dat het algemeene gebruik van - zulke middelen door Katholieken (met de stilzwijgende toestemming - van de kerk) alleen maar een kwestie is van tijd. - - -Van tijd tot tijd hebben vele energieke personen luide geëischt, dat -er een einde zou komen aan den achteruitgang van het geboortecijfer, -want, beweren zij, het beteekent "zelfmoord van het ras". Men begint -nu echter te erkennen, dat deze roep een dwaze en noodlottige -vergissing is geweest. Het is niet mogelijk door de straten te -loopen van een groote stad, waar een groot aantal personen zijn, -die klaarblijkelijk nooit hadden moeten geboren worden, zonder te -erkennen, dat het geboortecijfer tot nog toe ver boven de normale en -gemiddelde grens is. De grootste Staten zijn dikwijls de kleinste -geweest, wat het aantal burgers betreft, want de kwaliteit telt en -niet de kwantiteit. En omdat het waar is, dat het toenemen van de -beste types van burgers een staat alleen kan verrijken, wordt het nu -ontoelaatbaar, dat een natie zou toenemen door het opeenhoopen van -nieuw geboren uitvaagsel in haar midden. Men begint nu te erkennen, -dat dit niet alleen de kwaliteit van een volk verlaagt, maar dat het -aan den Staat een buitensporigen finantieelen last oplegt. - - - Zelfs wordt nu erkend, dat groote families gepaard gaan met - degeneratie, en, in de ruimste beteekenis, met abnormaliteiten - van iedere soort. Zoo is het ontwijfelbaar waar, dat mannen van - genie dikwijls tot zeer groote families behooren, hoewel we voor - hen, die bang zijn voor een verontrustende afname van genie door - de meerdere beperking van het gezin er op kunnen wijzen, dat - de positie, die in de familie wordt ingenomen door het geniale - kind meestal die is van eerstgeborene. (Zie Havelock Ellis, - A Study of British Genius, blz. 115-120). De krankzinnigen, - de idioten, de imbecielen en zwakzinnigen, de misdadigers, de - epileptici, de hysterici, de neurasthenici, de tuberculeuzen, zij - allen schijnen te behooren tot groote gezinnen (zie bv. Havelock - Ellis, op. cit., p. 110; Toulouse, Les Causes de la Folie, p. 91; - Harriet Alexander, "Malthusianism and Degeneracy", Alienist and - Neurologist, Jan. 1901). Er is ook aangetoond door Heron, Pearson - en Goring, dat niet alleen de eerstgeborenen, maar ook de tweede - geborenen, speciaal neiging hebben om te lijden aan pathologische - defecten (krankzinnigheid, misdadigheid, tuberculose). Er schijnt - echter een fout te zijn in den gewonen uitleg, die van dit feit - gegeven wordt. Volgens van der Velde wordt dit feit (zooals - aangehaald wordt in Sexual-Probleme, Mei 1909, p. 381) volkomen - in evenwicht gebracht door de toenemende sterfte van kinderen - van den eerstgeborene af naar beneden. De grootere neiging tot - pathologische toestanden van de eerste kinderen is dus eenvoudig - het gevolg van een minder strenge keuze door den dood gedaan. Voor - zoover zij, afgezien van deze vergissing, een werkelijk grootere - pathologische neiging vertoonen, is deze misschien een gevolg - van het vroege huwelijk. Een andere vergissing is het dikwijls - aangehaalde gezegde, dat de kinderen in kleine gezinnen zwakker - zijn dan die in grootere. We moeten onderscheid maken tusschen een - van nature klein gezin, en een kunstmatig klein gezin. Een familie, - die klein is enkel als gevolg van geringe voortplantingskracht van - de ouders, zal waarschijnlijk een zwakke familie zijn; een familie, - die klein is als gevolg van het met opzet beperken van de ouders, - heeft natuurlijk niet zoo'n neiging. - - Deze verschijnselen hebben, naar we zien zullen, geen invloed - op het aantal gedegenereerden in groote gezinnen. Wij kunnen ze - in verband brengen met de neiging, die dikwijls vertoond wordt - door personen, die ongezond en abnormaal van zenuwen zijn, om te - meenen, dat zij speciale geschiktheid hebben om goede kinderen - voort te brengen. "Ik geloof, dat iedereen een speciale roeping - heeft", zeide een man tot Marro (La Pubertà, p. 459); "ik acht het - mijn roeping superieure kinderen voort te brengen". Hij kreeg er - vier,--een epilepticus, een krankzinnige, een drankzuchtige en een - die zwak van gezondheid was--en hij stierf zelf krankzinnig. De - meeste menschen hebben wel eens eenigszins hierop gelijkende - gevallen van deze begoocheling ontmoet, hoewel dan minder duidelijk - uitgesproken. In een zaak, zoo vol toekomstmogelijkheden voor - andere menschelijke wezens, kan niemand zich veilig verlaten op - zijn eigen, door niets gesteunde indrukken. - - -De eisch van nationale kracht komt zoodoende overeen met den eisch van -de zich ontwikkelende philanthropie, die, nadat ze eenmaal begonnen -is te trachten de levensvoorwaarden te verbeteren, langzamerhand is -begonnen te erkennen, dat het noodig is dieper te gaan en het leven -zelf te verbeteren. Want, terwijl het ontwijfelbaar waar is, dat -veel gedaan kan worden door systematisch invloed uit te oefenen op de -levensvoorwaarden, de meer in bijzonderheden gaande analyse van een -verderfelijk milieu dient toch alleen om aan te toonen, dat het voor -het grootste gedeelte zijn grond vindt in het menschelijk organisme -zelf en dat het niet alleen vóór de geboorte zijn oorsprong vindt, -maar zelfs vóór de conceptie, daar het voortkomt uit de kwaliteit -van het organisme van de ouders of van de voorouders. - -Als we echter alle philanthropische overwegingen ter zijde stellen, -zou toch de ernstige vergissing: te trachten den vooruitgang van de -beschaving in de richting van het beheerschen der verwekking, niet -voorgekomen zijn, als de algemeene neiging van de zoölogische evolutie -begrepen was geworden, zelfs in haar elementen. Alle zoölogische -vooruitgang gaat van de meer vruchtbare naar de minder vruchtbare; -hoe hooger de soort, des te minder vruchtbaar zijn de individueele -leden ervan. Dezelfde neiging wordt gevonden binnen de grenzen van de -menschelijke soort, hoewel dan niet in een onveranderlijke rechte lijn; -de groei van de beschaving sluit een vermindering in vruchtbaarheid -in zich. Dit is in het geheel geen nieuw verschijnsel; het oude -Rome en later Genève, "het Protestantsche Rome", getuigen ervan; -ongetwijfeld is het voorgekomen in ieder hoog centrum van moreele -en intellectueele beschaving, hoewel de gegevens waarnaar men de -neiging kan afmeten niet meer bestaan. Als wij ons een voldoende ruim -en duidelijk overzicht verschaffen, dan moeten we erkennen, dat de -neiging van een gemeenschap om haar natuurlijke toename te verminderen, -een essentieel verschijnsel is van iedere geavanceerde beschaving. De -meer intelligente naties hebben de neiging het eerst vertoond en -in iedere natie nemen de beter opgevoede klassen de leiding, doch -het is alleen maar een kwestie van tijd, dat alle beschaafde naties, -en alle maatschappelijke klassen in iedere natie, zich er bij zullen -aansluiten [422]. Deze beweging is, zooals we in herinnering moeten -houden--tegenovergesteld aan den onwetenden roep van zekere would-be -moralisten en politici--een weldadige beweging. Ze beteekent een -grooter respect voor de kwaliteit dan voor de kwantiteit van de -toename; ze sluit in zich de mogelijkheid van met succes de nadeelen -van een hooge beschaving te bestrijden, ziekte, overbevolking en al de -menigvuldige ellenden, die onvermijdelijk samengaan met een te groot -geboortecijfer. Want alleen in een gemeenschap, die langzaam toeneemt -is het mogelijk de juiste economische voorwaarden te verkrijgen en de -wijzigingen in het milieu, die noodig zijn voor een gezond burgerlijk -en persoonlijk leven [423]. Als die menschen, die den kreet aanheffen -van "zelfmoord van het ras" ten aanzien van den achteruitgang van -het geboortecijfer de kennis hadden en het verstand om de velerlei -nadeelen te erkennen, die zij te voorschijn roepen, dan verdienden -ze als misdadigers behandeld te worden. - -In de practijk is in de beschaafde maatschappij de kennis van de -mogelijkheid van het voorkòmen van de conceptie ongetwijfeld nooit -afwezig geweest en zelfs niet in lagere stadiën van de beschaving, -hoewel ze meestal aangewend is geworden voor doeleinden van persoonlijk -gemak of in praktijk gebracht in gehoorzaamheid aan regels der -conventie, die kuischheid eischten, en ze is eerst in den laatsten -tijd dienstbaar gemaakt aan de ruimere belangen van de maatschappij en -aan de verheffing van het ras. Men kan wel zeggen, dat de theoretische -basis van de contrôle op de verwekking, van zijn maatschappelijke en -economische, afgezien van zijn eugenische gezichtspunten, dateert van -den beroemden Essay on Population van Malthus, die het eerst uitgegeven -werd in 1798, een opzienbarend boek,--hoewel de grondstelling ervan -niet onmiddellijk te demonstreeren is,--daar het niet alleen diende -als punt van uitgang voor de philanthropische beweging tot beperking -van de verwekking, maar ook Darwin (en onafhankelijk van hem ook aan -Wallace) het vruchtbare denkbeeld aan de hand deed, dat zich ten slotte -ontwikkelde in de groote evolutietheorie van de natuurlijke keuze. - -Malthus echter was er zeer ver vandaan te beweren, dat de beperking van -de voortplanting, die hij aanraadde in het belang van de menschheid, -uitgevoerd zou worden door het invoeren van voorbehoedmiddelen bij -het sexueel verkeer. Hij meende, dat de beschaving een grootere -mate van zelfbeheersching met zich bracht, die het mogelijk zou -maken zich geheel van geslachtsverkeer te onthouden, als zulk een -zelfbeheersching in het belang van de menschheid geëischt werd. Latere -denkers hebben echter erkend, dat, terwijl het ontwijfelbaar waar -is, dat de beschaving meer voorzorg en grootere zelfbeheersching in -zich sluit, wij niet vooruit kunnen zeggen, dat die eigenschappen -zich moeten ontwikkelen in zulk een mate, als Malthus eischt, vooral -als de impuls, die beheerscht moet worden, van een zoo machtigen en -explosieven aard is. - -James Mill was de pionier voor het aanraden van Nieuw-Malthusiaansche -methoden, hoewel hij zich voorzichtig uitsprak. In 1818, in het artikel -"Colony" in het supplement van de Encyclopædia Britannica, gaat hij -voort, na opgemerkt te hebben, dat het middel om het onbeperkt toenemen -van de bevolking tegen te gaan, het belangrijkste praktische probleem -is, waarop de wijsheid van den politicus en moralist zich richten kan: -"Als de bijgeloovigheden van de kinderkamer uit de wereld werden -verbannen en het nuttigheidsprincipe strak in het oog gehouden werd, -zou het niet moeilijk zijn een oplossing te vinden". Vier jaar later -drukte de vriend van James Mill, Francis Place, de radicale hervormer, -meer precies de gedachte uit, die klaarblijkelijk in den geest van -Mill aanwezig was. Na de feiten opgesomd te hebben, die betrekking -hebben op de noodzakelijkheid van zelfbeheersching bij de verwekking -en de nadeelen van het vroege huwelijk, die hij meent, dat men -jonge menschen duidelijk voor oogen moest stellen, gaat Place voort: -"Als een honderdste, misschien een duizendste gedeelte van de moeite -gedaan werd om deze waarheden mede te deelen, die er gedaan wordt om -dogma's te onderwijzen, dan zou er, in geen groot tijdsverloop een -groote verandering ten goede plaats vinden in het vòorkomen en de -gewoonten van de menschen. Als men, bovenal, duidelijk begreep, dat -het geen schande was voor getrouwde menschen om voorbehoedmiddelen te -gebruiken, die de conceptie voorkomen zonder nadeelig te zijn voor de -gezondheid, of hinderlijk te zijn voor de vrouwelijke fijngevoeligheid, -dan zou de toename van de bevolking ineens beperkt zijn tot binnen de -middelen van bestaan; misdaad en ellende zouden, in niet geringe mate, -uit de maatschappij verwijderd worden; en het doel van Mr. Malthus -en Mr. Godwin, en ieder philanthropisch persoon zou bevorderd worden -door het toenemen van comfort, van verstand, en van moreel gedrag, -bij de massa van de bevolking. De aanbevolen gedragslijn zal eens, -daarvan ben ik volkomen overtuigd, door de menschen gevolgd worden, -zelfs als ze aan zich zelf zijn overgelaten" [424]. - -Het duurde niet lang of de prophetische woorden van Place begonnen -erkend te worden, en nog een halve eeuw later had de beweging invloed -op het geboortecijfer van alle beschaafde landen, hoewel nauwelijks -gezegd kan worden, dat veel recht gedaan is aan de pioniers, -die ze bevorderden ondanks veel vervolging van het onwetende en -bijgeloovige publiek, dat zij trachtten goed te doen. In 1831 gaf -Robert Dale Owen, de zoon van Robert Owen, zijn Moral Physiology -uit, waarin hij de methoden uiteenzette ter voorkoming van de -conceptie. Iets later wijdden de broeders George en Charles Drysdale -(geboren in 1825 en 1829), twee vurige en onvermoeide philanthropen -veel van hun energie aan het verbreiden van de Nieuw-Malthusiaansche -grondbeginselen. George Drysdale publiceerde, in 1854, zijn Elements -of Social Science, dat vele jaren lang in geheel Europa enorm veel -gelezen werd, in acht verschillende talen. Het was zeker niet in -alle opzichten een wetenschappelijk of gezond werk, maar het had -een grooten invloed, en het kwam velen in handen, die nooit eenig -werk over sexueele onderwerpen gezien hadden. Na veel vijandschap -ondervonden te hebben, kreeg de zaak van het nieuw-Malthusianisme -een schitterende rechtvaardiging in 1876, toen Charles Bradlaugh en -Mrs. Besant, die vervolgd waren voor het verspreiden van brochures van -deze strekking, vrijgesproken werden; de Lord Chief Justice verklaarde, -dat een zoo slecht overlegde en onrechtvaardige aanklacht wel nog -nooit in een gerechtshof was behandeld. Deze rechtszaak gaf, zelfs -door haar publiciteit alleen al en afgezien van den afloop ervan, -een grooten stoot aan de beweging van het nieuw-Malthusianisme. Het -is wel bekend, dat de gestadige achteruitgang van het geboortecijfer -in Engeland in 1877 begon, het jaar na het gerechtelijk onderzoek. Er -kon geen schitterender illustratie zijn van het feit, dat, wat men -gewend was te noemen "de werktuigen van de Voorzienigheid" inderdaad -onbewuste werktuigen zijn tot het teweeg brengen van groote doeleinden, -die wij zelf volstrekt niet bedoelden of wenschten. - - - In 1877 stichtte Dr. C. R. Drysdale de Malthusiaansche bond, en gaf - een tijdschrift uit, The Malthusian, hierin steeds geholpen door - zijn vrouw, Dr. Alice Drysdale Vickery. Hij stierf in 1907. (Het - edele pionierswerk van de Drysdales is in hun eigen land nog niet - voldoende erkend; een apprecieerend en wèl-ingelicht artikel door - Dr. Hermann Rohleder, "Dr. C. R. Drysdale, Der Hauptvertreter - der Neumalthusianische Lehre", verscheen in het Zeitschrift für - Sexualwissenschaft, Maart, 1908). Er zijn nu in alle beschaafde - landen genootschappen en tijdschriften voor het verspreiden van - de nieuw-Malthusiaansche grondbeginselen, zooals ze gewoonlijk - genoemd worden, hoewel het goed zou zijn het gebruik van den naam - van Malthus in dit verband te vermijden. Wat de medici betreft, - begon het aanraden van voorbehoedmiddelen bij het sexueel verkeer, - niet op maatschappelijke, maar op medische en hygiënische gronden, - ongeveer dertig jaar geleden, hoewel in Frankrijk Raciborski al - vroeger de methode aanraadde den tijd om en bij de menstruatie - te vermijden. In Duitschland is Dr. Mensinga, de gynaecoloog, op - medische en hygiënische gronden de meest op den voorgrond tredende - voorstander van wat hij noemt "facultatieve steriliteit", die hij - het eerst aanbevolen heeft in 1889. In Rusland werd, omstreeks - denzelfden tijd, kunstmatige steriliteit openlijk aangeraden - door den beroemden gynaecoloog, Professor Ost, in de maatschappij - voor obstetrie en gynaecologie in St. Petersburg. Zulke medische - aanbevelingen, in bijzondere gevallen, beginnen nu gewoon te - worden. - - Er zijn bepaalde gevallen, waarin iemand in het geheel niet - behoort te trouwen; dit is, bij voorbeeld, zoo, als er een aanval - van krankzinnigheid voorgekomen is; het kan nooit met zekerheid - gezegd worden, dat iemand, die een aanval van krankzinnigheid - gehad heeft, er niet nog een zal krijgen, en menschen, die zulke - aanvallen gehad hebben moesten, naar Blandford zegt (Lumleian - Lectures on Insanity, British Medical Journal, April 20, 1895) - "hun deelgenoot voor het leven niet blootstellen aan den angst - en het gevaar, die zulk een aanval meebrengt". Er zijn andere en - talrijke gevallen, waarin het huwelijk kan toegestaan worden, of - waar het al heeft plaats gevonden, onder gunstiger omstandigheden, - maar waar het zeer wenschelijk is of geworden is, dat geen - kinderen zullen komen. Dit is het geval als een eerste aanval van - krankzinnigheid voorkomt na het huwelijk, des te dringender als de - aangetaste de vrouw is, en vooral als de ziekte den vorm aanneemt - van krankzinnigheid bij kraamvrouwen. "Wat kan bedroevender zijn", - vraagt Blandford (loc. cit.), "dan een vrouw te zien ineenstorten - bij de geboorte van een kind, haar te zien herstellen, weer te - zien instorten en zoo voort, bij zes, zeven of acht kinderen, - terwijl de tijd van herstel tusschen ieder kind korter en - korter wordt, totdat zij bijna een chronische krankzinnige - is?" Bovendien heeft Tredgold (Lancet, Mei 17, 1902) gevonden - dat onder kinderen, die uit krankzinnige moeders geboren zijn, - de sterfte tweemaal zoo groot is als de gewone kindersterfte, - zelfs in de armste districten. In gevallen van vereeniging van - personen met tuberculeuze antecedenten, wordt ook door velen - gemeend (b.v. door Massalongo, waar hij tuberculose en huwelijk - bespreekt op het Congres voor Tuberculose in Napels in 1900), - dat alle voorzorgen genomen moeten worden om te maken, dat zulk - een huwelijk kinderloos blijft. In een derde klasse van gevallen - is het noodig het aantal kinderen tot éen of twee te beperken; - dit is bij sommige gevallen van hartziekte, waarbij zwangerschap - een toenemend verzwakkenden invloed heeft op het hart (Kisch, - Therapeutische Monatsheft, Feb., 1898 en Sexual Life of Woman; - Vinay, Lyon Medical, Jan. 8, 1889); in sommige gevallen van - hartziekte is het echter mogelijk, dat het, hoewel er geen reden - is om het huwelijk te beletten, voor een vrouw wenschelijk is in - het geheel geen kinderen te hebben (J. F. Blacker, "Heart Disease - in Relation to Pregnancy", British Medical Journal, Mei 25, 1907). - - In al zulke gevallen is het aanbevelen van voorbehoedmiddelen bij - het verkeer klaarblijkelijk een onmisbare hulp voor den medicus - bij het leggen van den nadruk op het hooge belang van hygiënische - voorzorgen. Als er zulke methoden niet zijn, kan hij er nooit - zeker van zijn, dat zijn waarschuwingen gehoord zullen worden, - en zelfs het volgen van zijn raad zou verschillende ongewenschte - resultaten hebben. Het gebeurt soms, dat een gehuwd paar zelfs - voordat ze trouwen, overeenkomt, samen te leven zonder sexueele - betrekkingen, maar, om verschillende redenen, wordt het zelden - mogelijk of praktisch bevonden deze leefwijze langen tijd vol - te houden. - - -Het is de erkenning van deze en dergelijke overwegingen, die geleid -heeft--hoewel dan eerst in de laatste jaren--naar we gezien hebben, -aan den eenen kant tot het invoeren van de contrôle op de verwekking in -de praktische moraal van alle beschaafde naties, en, aan den anderen -kant, tot de bewering, die nu misschien, zonder uitzondering door -alle medische autoriteiten in sexueele zaken gedaan wordt, dat het -gebruik van middelen om de conceptie te voorkomen onder bepaalde -omstandigheden dringend noodzakelijk is en volkomen onschadelijk -[425]. Men glimlacht tegenwoordig, als men leest, dat het minder -dan een eeuw geleden mogelijk was voor een kundig en geacht medisch -schrijver om te verklaren, dat het gebruik van "verschillende -afschuwelijke middelen" om de conceptie te voorkomen, gebaseerd is -"op een zeer aanmatigenden twijfel aan de behoudende kracht van den -Schepper" [426]. - -De toepassing van de theorie in de praktijk is nog niet volkomen, -en we zouden ook niet kunnen verwachten, dat dat zoo was, want, -naar we gezien hebben, is er altijd een tegenstelling tusschen de -practische en de traditioneele moraal. Van tijd tot tijd komen er -frappante voorbeelden voor van deze tegenstelling [427]. Zelfs in -Engeland, dat een pioniersrol vervuld heeft bij het controleeren -van de verwekking, worden nog pogingen gedaan--soms in kwartieren, -waar we meer bekendheid verwacht zouden hebben--om een beweging in -discrediet te brengen, waarvan men het recht van bestaan niet meer -in twijfel kan trekken, sedert ze zoowel wetenschappelijk goedgekeurd -wordt als in algemeen gebruik is gekomen. - -Het zou misplaatst zijn hier de verschillende middelen te bespreken, -die gebruikt worden ter controleering van de verwekking of de -respectieve verdiensten en gebreken daarvan. Het is voldoende -te zeggen, dat de condom, die de oudste is van alle middelen ter -voorkoming van de conceptie, tegenwoordig door bijna alle autoriteiten -beschouwd wordt, als het veiligste, het gemakkelijkste en het -onschuldigste middel, indien hij tenminste gebruikt wordt, zooals -het behoort [428]. Dit is de opinie van Kraft-Ebing, van Moll, van -Schrenck-Notzing, van Löwenfeld, van Forel, van Kisch, van Fürbringer, -om maar enkele van de meest bekende medische autoriteiten te noemen -[429]. - - - Het heeft zijn belang den oorsprong en de geschiedenis na te - gaan van den condom, hoewel het onmogelijk schijnt dit met - eenige nauwkeurigheid te doen. Waarschijnlijk werd hij, in een - rudimentairen vorm, al in de vroege oudheid toegepast. In China - en Japan worden, naar het schijnt, schijven geolied papier gelegd - op den baarmoedermond, ten minste bij prostituées. Dit schijnt - wel de eenvoudigste en duidelijkst mechanische methode te zijn - om de conceptie te voorkomen, en zij kan wel aanleiding hebben - gegeven tot het aanwenden van een beschutting om den penis, - als een methode, die meer effect had. In Europa schijnen wij, - in het midden van de zestiende eeuw, in Italië, het eerst te - hooren van zulke middelen, in den vorm van linnen bedekkingen, - in den vorm van den penis; Fallopius raadde het gebruik van - zulke middelen aan. Langzamerhand werden er verbeteringen - aangebracht in de vervaardiging; eerst werd de blinde darm van - het lam gebruikt en later vischlijm. Het schijnt wel, dat er - groote verbeteringen in de vervaardiging werden aangebracht in - de zeventiende of achttiende eeuw, en deze verbeteringen werden - algemeen in verband gebracht met Engeland. Het middel werd dus - bekend als de Engelsche cape of mantel, de "capote anglaise", - of de "redingote anglaise", en onder dezen naam wordt er naar - verwezen door Casanova, in het midden van de achttiende eeuw - (Casanova, Mémoires, ed. Garnier, dl. IV, p. 464). Casanova - schijnt deze "redingotes" echter nooit zelf gebruikt te hebben, - daar hij er, zooals hij zeide, niet van hield, "zich op te sluiten - in een stuk doode huid om te bewijzen, dat hij volkomen levend" - was. Deze capotes--toen uit goudvlies gemaakt--waren, naar het - schijnt, al veel vroeger bekend aan Mme de Sévigné; zij was ze - niet gunstig gezind, want, in een van haar brieven, verwijst zij - er naar als "cuirasses contre la volupté et toiles d'arraignée - contre le mal". De naam "condom" dateert uit de achttiende eeuw, - en komt het eerst voor in Frankrijk; men meent algemeen, dat het - de naam is van een Engelsch medicus, die het middel uitvond, - of liever verbeterde. Condom is echter geen Engelsche naam, - maar er is een Engelsche naam Condon, waarvan "condom" wel een - verbastering kan zijn. Deze veronderstelling vindt nog meer grond, - omdat het woord soms werkelijk geschreven werd "condon". Zoo vind - ik, in een versje, door Bachoumont in zijn dagboek aangehaald, - (Dec. 15, 1773), en waarvan men meent, dat het gericht was aan - een vroegere ballet-danseres, die prostituée was geworden:-- - - - "Du condon cependant, vous connaissez l'usage - - Le condon, c'est la loi, ma fille, et les prophètes!" - - - De moeilijkheid blijft echter bestaan een Engelschman te ontdekken - van den naam Condon, die met eenige waarschijnlijkheid in verband - kan worden gebracht met den condom: ongetwijfeld heeft hij de zaak - niet opgeschreven, omdat hij nooit dacht, dat zijn uitvinding - beroemd, of dat zijn naam onsterfelijk zou worden. Ik vind geen - enkelen Condon vermeld in de boeken van het College of Physicians, - en wat de boeken van het College of Surgeons betreft, waarvan - de oude lijsten zeer onvolkomen zijn, heeft Mr. Victor Plarr, - de bibliothecaris mij, na vriendelijk onderzoek gedaan te hebben, - verklaard, dat de naam niet vermeld wordt. Nog andere verschillende - uitleggingen van den naam zijn gegeven, met meerdere of mindere - zekerheid, maar gewoonlijk zonder eenig bewijs. Zoo zegt Hyrtl - (Handbuch der Topographischen Anatomie, 7e dr. dl. II, p. 212), - dat condom oorspronkelijk gondom genoemd werd, naar den naam van - den Engelschen uitvinder, een ridder aan het hof van Karel II, - die er het eerst een moet gemaakt hebben uit het eivlies van een - schaap; maar Gondom is evenmin een Engelsche naam als Condom. Er is - een Fransche stad in Gascogne, die Condom heet, en Bloch vermoedt, - maar zonder bewijzen bij te brengen, dat de naam hier vandaan - komt; als dat echter zoo is, dan is het niet waarschijnlijk, - dat de naam onbekend zou zijn in Frankrijk. Hans Ferdy meent, ten - slotte, dat hij afgeleid is van "condus"--dat, wat bewaart--en, in - overeenstemming met zijn theorie, noemt hij den condom een condus. - - De oudste geschiedenis van den condom wordt in korte woorden - door verschillende schrijvers besproken, zooals door Proksch, - Die Vorbauung der Venerischen Krankheiten, p. 48; Bloch, Sexual - Life of Our Time, hoofdst. XV en XXVIII; Cabanès, Indiscretions - de l'Histoire, p. 121, etc. - - -De beheersching van de verwekking door het voorkomen van de conceptie -is, zooals we gezien hebben, een deel geworden van de moraal van -beschaafde volken. Er is een andere methode, wel niet ter voorkoming -van de conceptie, maar ter beperking van de nakomelingschap, die zich -veel vroeger in de wereld heeft vertoond, hoewel ze op verschillende -tijden zeer verschillend beschouwd is en nog zeer tegenstrijdige -meeningen in het leven roept. Dit is het middel van de miskraam. - -Terwijl het gebruik der miskraam geenszins, als het gebruik van het -voorkomen van de conceptie, in de beschaafde wereld aangenomen is, -schijnt het toch wel geen diepen tegenzin te wekken bij een groot deel -van de bevolking in beschaafde landen. De meerderheid der vrouwen, -wel-opgevoede en zeer moreele vrouwen niet uitgesloten, die zwanger -worden tegen haar wensch, nemen de mogelijkheid van het opwekken van -miskraam in overweging, zonder de minste gewetensbezwaren, en kennen -gewoonlijk zelfs niet de gewone professioneele houding van de kerk, de -wet en de geneeskunde met betrekking tot de miskraam. Waarschijnlijk -zijn alle medici wel met dit feit in aanraking gekomen, en zelfs een -zoo bekend en correct kenner der medische wetten als Brouardel zeide -[430] dat hem tamelijk dikwijls gevraagd was geworden miskraam op te -wekken, door dames, die het beschouwden als een volkomen natuurlijke -zaak, en die in het minst geen vermoeden hadden, dat de wet het -gevraagde als een misdaad beschouwde. - -Het is derhalve niet te verwonderen, dat miskraam zeer gewoon is -in alle beschaafde en vooruitstrevende landen. Ongelukkig kan -niet gezegd worden, dat het afdrijven in praktijk is gebracht -overeenkomstig eugenische overwegingen, en het wordt zelfs niet -dikwijls aangeraden van het standpunt der eugeniek. Maar in een -groot aantal gevallen van niet-gewenschte zwangerschap, die voorkomt -bij vrouwen van karakter en energie, die niet gewend zijn zich -rustig neêr te leggen bij toestanden, die ze niet gezocht hebben, -en in ieder geval als niet-gewenscht beschouwen, wordt dikwijls -de toevlucht genomen tot afdrijven. Gewoonlijk beschouwt men de -Vereenigde Staten als het land, waar het gebruik vooral bloeit, en -zeker moet een land, waar het ideaal van kuischheid voor ongetrouwde -vrouwen, van vrijheid voor getrouwde vrouwen, van onafhankelijkheid -voor allen, in de praktijk gevolgd wordt, wel gunstig gestemd zijn -jegens het gebruik der afdrijving. Maar de wijze, waarop het veel -voorkomen van de afdrijving erkend wordt in de Vereenigde Staten, -berust waarschijnlijk voor het grootste gedeelte op de eerlijkheid -van de Amerikanen bij het openbaar maken en het trachten te verbeteren -van wat zij, te recht of ten onrechte, beschouwen als maatschappelijke -gebreken, en het kan best, dat het niet beteekent, dat het werkelijk -veel vóórkomt in de praktijk. Vergelijkende statistieken bewijzen -niet veel, en het is zeker waar, dat afdrijving uiterst gewoon is in -Engeland, Frankrijk en Duitschland. Waarschijnlijk kunnen nationale -verschillen wel teruggebracht worden tot verschillen in algemeene -maatschappelijke gewoonten en idealen. Zoo kan bv. in Duitschland, -waar groote sexueele vrijheid aan ongetrouwde vrouwen wordt toegestaan -en waar getrouwde vrouwen zeer gebonden zijn aan haar huis, afdrijving -minder voorkomen dan in Frankrijk, waar reinheid met nadruk geëischt -wordt van het jonge meisje, terwijl de getrouwde vrouw vrijheid eischt -voor haar werk en haar vermaak. Maar zulke nationale verschillen, -als ze al bestaan, beginnen uit te slijten en aanklachten wegens -misdadig afdrijven worden in Duitschland steeds gewoner; hoewel het -wel wezen kan, dat deze toename alleen berust op grooteren ijver bij -het vervolgen van het vergrijp. - - - Brouardel (op. cit., p. 39) verdedigt de meening, dat in - New-York slechts een van de duizend afdrijvingen ontdekt - wordt. Dr. J. F. Scott (The Sexual Instinct, hoofdst. VIII), die - zelf sterk tegen het gebruik is, meent, dat in Amerika de gewoonte - om miskraam op te wekken "zulke groote verhoudingen aangenomen - heeft, dat het haast niet te gelooven is", terwijl "een onnoemelijk - aantal van gevallen" nooit aan het licht komen. "Het is zoo snel - toegenomen in onzen tijd en in onze generatie", zegt Scott, - "dat het verwondering en onrust gewekt heeft in den geest van - alle conscientieuse personen die op de hoogte zijn van de mate, - waarin het doorgevoerd wordt". (De bewering, dat zij, die het - afdrijven goedkeuren, noodzakelijk geen "conscientieuse personen" - zijn, is, zooals we zullen zien, een misverstand). De verandering - heeft plaats gevonden na 1840. Het Michigan Special Committee on - Criminal Abortion berichtte in 1881, dat uit een correspondentie - met bijna honderd medici bleek, dat de faculteit te hooren kreeg - van zeventien afdrijvingen op iedere honderd zwangerschappen; - bij deze, meent de commissie, kunnen er nog verscheidene gevoegd - worden, die den medicus nooit ter oore komen. Het comité haalde - verder, trouwens zonder bevestiging, de meening aan van een dokter, - die zegt, dat er tegenwoordig een verandering komt in de publieke - opinie jegens den verwekker van miskraam, die in Amerika begint - beschouwd te worden als een nuttig lid van de maatschappij, - en zelfs als een weldoener. - - Ook in Engeland schijnt er in de laatste jaren een duidelijke - toename te zijn geweest van abortus, die misschien vooral - duidelijk uitkwam onder de arme en hard-werkende klassen. Een - schrijver in het British Medical Journal (April 9, 1904, p. 865) - vindt afdrijven "gezond en systematisch", en geeft vier gevallen, - die in zijn praktijk voorkomen in vier maanden, waarin vrouwen - òf trachtten zelf miskraam op te wekken, òf hem vroegen het te - doen; zij waren getrouwde vrouwen, gewoonlijk met een groot gezin - en van zwakke gezondheid, en zij waren bereid iedere ellende - te dragen, als ze maar bewaard werden voor verder kinderen - krijgen. Miskraam wordt dikwijls opgewekt of beproefd door het - innemen van "Vrouwenpillen", die kleine porties lood bevatten, - en dus zeer ernstige verschijnselen kunnen te voorschijn roepen, - hetzij zij miskraam opwekken of niet. Professor Arthur Hall, - van Sheffield, die dit gebruik van lood speciaal bestudeerd heeft - ("The Increasing Use of Lead as an Abortifacient", British Medical - Journal, Maart 18, 1905), vindt, dat het gebruik in den laatsten - tijd in het midden van Engeland zeer gewoon is geworden, en dat - het, naar het schijnt, in steeds ruimer kring voorkomt. Het komt - voornamelijk voor onder getrouwde vrouwen met gezinnen, die tot - den werkmansstand behooren, en het komt vooral veel voor in tijden - van economische crisissen (vergelijk G. Newman, Infant Mortality, - p. 81). Vrouwen van de betere standen nemen haar toevlucht tot - beroeps-afdrijvers en gaan soms naar Parijs. - - Ook in Frankrijk, en vooral in Parijs, is in de laatste jaren de - afdrijving zeer toegenomen. (Zie bv. een discussie in de Société de - Médecine Légale in Parijs, Archives d'Anthropologie Criminelle, - Mei, 1907). Doléris heeft aangetoond (Bulletin de la Société - d'Obstétrique, Febr., 1905), dat in de Parijsche Maternités het - percentage van de afdrijvingen bij bevallingen tusschen 1898 en - 1904 tot het dubbele steeg, en Doléris taxeert, dat ongeveer de - helft van deze miskramen kunstmatig waren opgewekt. In Frankrijk - wordt miskraam opgewekt door beroeps-afdrijvers. Een van deze, - Mme Thomas, die in 1891 tot tuchthuisstraf veroordeeld werd, - erkende, dat ze 10.000 afdrijvingen had bewerkt in acht jaar; - zij rekende twee francs en meer voor de operatie. Zij was een - boerendochter, die opgevoed was in het huis van haar oom, een - dokter, wiens medische en obstetrische boeken zij had verslonden - (A. Hamon, La France en 1891, blz. 629-631). De publieke opinie - in Frankrijk is toegevend voor afdrijving, vooral jegens vrouwen, - die de operatie op zichzelf toepassen; niet veel gevallen worden - voor het gerechtshof gebracht, en van deze worden er 40 percent - vrijgesproken (Eugène Bausset, L'Avortement Criminel, Thèse de - Paris, 1907). De beroeps-afdrijver echter wordt gewoonlijk naar - de gevangenis gezonden. - - In Duitschland schijnt de afdrijving in de laatste jaren ook - zeer te zijn toegenomen, en het jaarlijksch aantal gevallen - van misdadige afdrijving, dat voor de gerechtshoven gebracht - werd, was in 1903 meer dan dubbel zooveel als in 1885. (Zie ook - Elisabeth Zanzinger, Geschlecht und Gesellschaft, Bd. II, afl. 5; - en Sexual-Probleme, Jan., 1908, p. 23). - - -Met het oog op deze feiten kan het geen verwondering wekken, dat -het opwekken van miskraam in veel beschaafde landen is toegestaan en -zelfs aangemoedigd wordt. Alleen het Christendom heeft de kunstmatige -miskraam absoluut veroordeeld en dat op theoretische gronden. In -Turkije bestaat, onder gewone omstandigheden, geen straf op de -afdrijving. In de klassieke beschaving van Griekenland en Rome -werd afdrijving ook toegestaan, maar onder bepaalde beperkingen en -voorwaarden. Plato erkende, dat de moeder recht had te beslissen over -de afdrijving, maar hij zeide, dat de kwestie zoo spoedig mogelijk -in de zwangerschap moest beslist worden. Aristoteles, die afdrijving -goedkeurde, was van dezelfde meening. Zeno en de Stoicijnen beschouwden -den foetus als de vrucht van den schoot, die eerst bij de geboorte -een ziel kreeg; in gelijken zin verklaarde de Romeinsche wet, dat de -foetus eerst bij de geboorte een menschelijk wezen werd [431]. Bij de -Romeinen was de afdrijving zeer gewoon, maar, in overeenstemming met -de patriarchale basis van de oude Romeinsche instellingen was het de -vader, en niet de moeder, die het recht had ze op te wekken. Het -Christendom introduceerde een nieuwen kring van denkbeelden, -gebaseerd op het belang van de ziel, op de onsterfelijkheid ervan, -en de noodzakelijkheid van den doop als een methode tot redding van -de gevolgen van de erfzonde. Wij vinden deze nieuwe houding al bij -den Heiligen Augustinus, die, waar hij bespreekt of embryo's, die in -den schoot zijn gestorven, zullen opstaan bij de opstanding, zegt: "Ik -durf het niet bevestigen, noch ontkennen, hoewel ik niet kan inzien, -waarom zij, als zij niet uitgesloten zijn van den dood, ook niet -zouden kunnen komen tot de opstanding der dooden" [432]. Spoedig werd -echter ingesteld, dat afdrijven misdadig was, en de eerste Christelijke -keizers vaardigden, in overeenstemming met de kerk, vele fantastische -en zware straffen uit tegen de kunstmatige miskraam. Deze neiging ging, -onder kerkelijken invloed, onbeperkt voort, totdat de philantropische -beweging van de achttiende eeuw, met Beccaria, Voltaire, Rousseau -en andere groote hervormers, er in slaagde het getij van de publieke -opinie te keeren tegen de barbaarschheid van de wetten, en de doodstraf -op de afdrijving werd eindelijk afgeschaft [433]. - -De tegenwoordige medische wetenschap en practijk--hoewel nauwelijks -gezegd kan worden dat zij volkomen eensgezind spreken--nemen over -het geheel een houding aan, die het midden houdt tusschen die -van de klassieke wetgeleerden en die van de latere Christelijke -kerkelijken. Zij zijn over het geheel voor het opofferen van den -foetus, telkens wanneer de belangen van de moeder zulk een opoffering -eischen. De algemeene opinie der medici is echter op het oogenblik -niet bereid om verder te gaan, en ze is er bepaald tegen de ouders te -helpen bij het uitoefenen van een onbevoegde contrôle op den foetus -in den schoot, en ze is ook nog niet bereid afdrijving op gronden -der eugeniek in praktijk te brengen. Het is wel duidelijk, dat de -geneeskunde in deze zaak niet het initiatief kan nemen, want het is -de voornaamste plicht van de geneeskunde het leven te behouden. De -maatschappij zelf moet de verantwoordelijkheid op zich nemen om het -ras te beschermen. - - - Dr. S. Macvie ("Mother versus Child", Transactions Edinburgh - Obstetrical Society, deel XXIV, 1899) bespreekt in den breede de - respectieve waarden van den foetus en van de moeder op de basis - van levensverwachting, en komt tot het besluit, dat de foetus - uitsluitend is "een parasiet, die geen enkele functie uitoefent", - en dat, "tenzij de levensverwachting van het kind de jaren - dekt waarin zijn mogelijkheid veranderd wordt in werkelijkheid, - de betrekkelijke waarden van het leven van den foetus en van de - moeder zullen zijn als die van werkelijk tegen mogelijk". Deze - bewering schijnt tamelijk gezond. Ballantyne (Manual of Antenatal - Pathology: The Foetus, p. 459) maakt de bewering meer precies - door te zeggen, dat "het leven van de moeder waarde heeft, omdat - zij is wat zij is, terwijl de foetus alleen maar een waarde heeft - om wat hij misschien worden zal". - - Durlacher heeft onder anderen zorgvuldig en nauwkeurig de - verschillende voorwaarden onderzocht, waaronder de medicus al - dan niet miskraam moet opwekken in het belang van de moeder - ("Der Künstliche Abort", Wiener-Klinik, Aug. en Sept., 1906); - en ook Eugen Wilhelm ("Die Abtreibung und das Recht des Arztes - zur Vernichtung der Leibesfrucht", Sexual-Probleme, Mei en Juni, - 1909). Wilhelm bespreekt verder de kwestie, of het wenschelijk - is de wetten te veranderen om den medicus grooter vrijheid te - geven bij het beslissen tot afdrijving. Hij komt tot het besluit, - dat dit niet noodig is en zelfs verkeerd zou kunnen werken door - op ongepaste wijze de medische vrijheid te belemmeren. Iedere - verandering in de wetgeving moet, meent hij, slechts zijn in de - richting van de beschouwing, dat het vernietigen van den foetus - niet afdrijving is in den wettelijken zin, mits het gedaan wordt - naar de regelen der medische wetenschap. Wat de schuchterheid - aangaat van sommige medici bij het opwekken van miskraam, - merkt Wilhelm op, dat, zelfs bij den tegenwoordigen stand van - de wet, de medicus, die na rijp beraad miskraam teweegbrengt, - overeenkomstig zijn beste weten, zelfs als hij het mis heeft, - zich als veilig kan beschouwen voor iedere wettelijke straf, - en dat hij veel meer kans heeft met de wet in botsing te komen, - als er bewezen kan worden, dat de dood het gevolg is van zijn - verzuim miskraam teweeg te brengen. - - Pinard, die het recht besproken heeft om invloed uit te - oefenen op het leven van den foetus (Annales de Gynécologie, - deel lii en liii, 1899 en 1900), komt, geïnspireerd door zijn - enthusiaste propaganda voor de redding van het kinderleven, tot - de onverantwoordelijke conclusie, dat niemand het recht heeft op - het leven en den dood van den foetus; "het recht van het kind - op zijn leven is een onvervreemdbaar en heilig recht, dat geen - macht hem kan ontnemen". Er heeft hier een vergissing plaats, - tenzij Pinard zich bepaaldelijk, evenals Tolstoy, stellen wil - tegenover den stroom der beschaafde moraal. Wel verre er vandaan, - dat het kind eenig "onvervreemdbaar recht op leven" zou hebben, - heeft zelfs de volwassene, in menschelijke maatschappijen, zulk - een onvervreemdbaar recht niet, en veel minder de foetus, die - eigenlijk in het geheel geen menschelijk wezen is. Wij matigen - ons het recht aan het leven te doen eindigen van die individuen, - wier tegenmaatschappelijk gedrag hen gevaarlijk maakt, en in den - oorlog maken wij met opzet, onder algemeene goedkeuring en algemeen - enthusiasme, een einde aan het leven van mannen, die speciaal - voor dit doel zijn uitgekozen wegens hun physieke en algemeene - geschiktheid. Het zou dwaas inconsequent zijn te zeggen, dat wij - geen recht hebben over het leven van schepselen, die, tot nog toe, - in het geheel geen deel hebben aan de menschelijke maatschappij, - en die zelfs nog niet geboren zijn. Wij bevinden ons hier in - tegenwoordigheid van een oud theologisch dogma, en er kan niet - veel twijfel aan zijn dat, van den theoretischen kant tenminste, - het "onvervreemdbaar recht" van het embryo denzelfden weg zal - opgaan als het "onvervreemdbaar recht" der spermatozoën. Van - beide is het recht werkelijk "onvervreemdbaar". - - -In de laatste jaren heeft zich een nieuwe, en we moeten het -toegeven, eenigszins onverwachte zienswijze aangaande deze kwestie -der afdrijving voorgedaan. Tot nog toe is het een kwestie geweest, -die geheel in handen was van mannen, eerst, volgens de Romeinsche -tradities, van de Christelijke geestelijkheid, en later in handen van -de beroepsklassen. Toch is de kwestie werkelijk in zeer ruime mate -en zelfs voornamelijk een vrouwenkwestie, en tegenwoordig wordt ze, -vooral in Duitschland, actief door vrouwen aangevat. Gravin Gisela -Streitberg neemt met haar boek Das Recht zur Beseitigung Keimenden -Lebens de pioniersplaats in in deze beweging, en zij werd spoedig -gevolgd, van 1897 af, door een aantal beroemde vrouwen, die een -voorname plaats innemen in de Duitsche vrouwenbeweging, onder andere -Helene Stöcker, Oda Olberg, Elisabeth Zanzinger, Camilla Jellinek. Al -deze schrijfsters betoogen met nadruk, dat de foetus nog niet een -onafhankelijk menschelijk wezen is, en dat iedere vrouw, krachtens -haar recht op haar eigen lichaam, er over te beslissen heeft of het -een onafhankelijk menschelijk wezen worden zal. Op het Congres voor -Vrouwen, gehouden in het najaar van 1905, werd een motie aangenomen, -waarin geëischt werd dat afdrijving alleen strafbaar zou zijn, als ze -gedaan werd door een ander persoon, tegen den wensch van de zwangere -vrouw zelf [434]. Het aannemen van deze motie door een vergadering -van afgevaardigden is een belangwekkend bewijs van de belangstelling, -die de vrouwen tegenwoordig voor de zaak hebben en van de energieke -houding die zij aannemen. - - - Elisabeth Zanzinger ("Verbrechen gegen die Leibesfrucht", - Geschlecht und Gesellschaft, Bd. II, afl. 5, 1907) veroordeelt - met kunde en energie de wet, die afdrijving tot een misdaad - verklaart. "Een vrouw zelf is de eenige wettige bezitster van - haar eigen lichaam en haar eigen gezondheid... Evenals het het - persoonlijk recht en de meest intieme zaak van een vrouw is om haar - maagdelijkheid als haar beste gave te geven aan den uitverkorene - van haar hart, zoo is het zeker de persoonlijke zaak van een - zwangere vrouw als zij, om redenen die haar goed toeschijnen, - besluit de resultaten van haar daad te vernietigen". Een vrouw, - die het embryo vernietigt, dat een last zou kunnen worden voor - de gemeenschap, of dat waarschijnlijk een inferieur lid zou - opleveren voor de maatschappij, zegt deze schrijfster, doet de - gemeenschap een dienst; die behoorde haar daarvoor te beloonen, - door haar misschien speciale voorrechten te verleenen bij het - opvoeden van haar andere kinderen. Oda Olberg tracht in een - diepzinnig geschrift ("Ueber den Juristischen Schutz des Keimenden - Lebens", Die Neue Generation, Juni 1908), duidelijk te maken, - dat alles vervat is in de poging het zich ontwikkelende embryo te - beschermen tegen het organisme, dat het draagt, om op die wijze - een schepsel te beschermen, dat bestaat, tegen zichzelf en zijn - eigen instincten. Zij meent, dat de meeste van de vrouwen, die - haar zwangerschap kunstmatig doen eindigen, slechts ongewenschte - producten zouden voortbrengen, want de normale, gezonde, stevige - vrouw wenscht geen miskraam op te wekken. "Er zijn vrouwen, - die psychisch steriel zijn, zonder dat ze het physiek zijn, en - die niets van moederlijkheid in zich hebben dan de geschiktheid - om voort te brengen. Als deze miskraam opwekken, verbeteren - zij eenvoudig een fout van de natuur". Als sommigen van haar - voortgaan tot de tijd voorbij is, worden zij schuldig aan het - veel erger vergrijp van kindermoord. Wat de vrouwen aangaat, die - miskraam wenschen enkel uit motieven van ijdelheid of gemak, wijst - Oda Olberg er op, dat de kringen, waarin deze motieven gelden, - zeer wel in staat zijn hun kindertal te beperken, zonder hun - toevlucht te nemen tot afdrijving. Zij komt tot het besluit, dat - de maatschappij het jonge leven op alle wijzen moet beschermen, - door maatschappelijke hygiëne, door wetten ter bescherming van - werkende vrouwen, door het verspreiden van een nieuwe moraal - op de basis van de erfelijkheidswetten. Maar wij behoeven het - jonge schepsel niet tegen zijn eigen moeder te beschermen, want - duizende natuurlijke krachten dwingen de moeder haar eigen kind te - beschermen, en we kunnen er zeker van zijn, dat zij niet, zonder - zeer goede redenen, zal ongehoorzaam zijn aan die krachten. Camilla - Jellinek betoogt ook (Die Strafrechtsreform, etc., Heidelberg, - 1909) in een indrukwekkende toespraak voor de verzamelde Duitsche - vrouwen-vereenigingen, in Breslau, in denzelfden geest. - - De wetgevers kwamen zeer spoedig de vrouwen in deze zaak te hulp, - des te gereedelijker, voorzeker, omdat de tradities van het - grootste en invloedrijkste wettelijk lichaam, aan één kant ten - minste, reeds in dezelfde richting wezen. We kunnen inderdaad - zeggen, dat het van den kant der wet geweest is--en in Italië, - het klassieke land der wettelijke hervorming--dat deze nieuwe - beweging het eerst begonnen is. In 1888 gaf Balestrini, in - Turijn, zijn Aborto, Infanticidio ed Esposizione d'Infante uit, - waarin hij betoogde, dat de straf op de afdrijving moest worden - afgeschaft. Het was een kundig en geleerd boek, geïnspireerd - door ruime ideeën en een philantropischen geest, maar, hoewel het - belang ervan nu erkend wordt, kan niet gezegd worden dat het veel - aandacht trok bij de publicatie. - - Voornamelijk in Duitschland zijn in de laatste jaren de wetgevers - de hervormsters nagevolgd, door meer of minder volkomen de - afschaffing van de straf op de afdrijving aan te raden. Een zoo - beroemd autoriteit als Von Liszt zegt in een persoonlijken brief - aan Camilla Jellinek (op. cit.), dat hij de straf op de afdrijving - beschouwt als "van zeer twijfelbaar recht", hoewel hij meent, - dat het niet praktisch is ze geheel af te schaffen; hij meent - dat afdrijving kon worden toegestaan in de eerste maanden van - de zwangerschap, en komt zoo op het oude standpunt terug. Hans - Gross zegt als zijn opinie (Archiv für Kriminal-Anthropologie, - Bd. XII, p. 345), dat de tijd niet ver af is, waarop afdrijving - niet meer gestraft zal worden. Radbruch en Von Lilienthal spreken - in denzelfden geest. Weinberg heeft een verandering in de wet - aangeraden (Mutterschutz, 1905, afl. 8), en Kurt Hiller (Die - Neue Generation, April 1909), beweert, ook van den kant der wet, - dat afdrijving alleen strafbaar moest zijn als ze bewerkt werd - door een getrouwde vrouw, zonder voorkennis en toestemming van - haar echtgenoot. - - -De medische stand, die in den nieuweren tijd de eerste schrede gedaan -heeft tot autoriseeren van de afdrijving, heeft tot nog toe geen -verdere stappen gedaan. Hij is er mee tevreden geweest de grondstelling -te verkondigen, dat, als de belangen van de moeder staan tegenover -die van den foetus, deze laatste opgeofferd moeten worden. Hij heeft -geaarzeld den verderen stap te doen en de afdrijving te plaatsen -op de basis der eugeniek en het recht te eischen op afdrijving aan -te dringen ieder keer, dat de medische en hygiënische belangen van -de maatschappij zulk een stap eischen. Deze houding is volkomen te -begrijpen. Men heeft de geneeskunde altijd geïdentificeerd met het -behouden van leven, zelfs van waardeloos en erger dan waardeloos -leven. "Houdt alles in het leven! Houdt alles in het leven!" riep -Sir James Paget nerveus. De geneeskunde heeft zich beperkt tot de -nederige taak kwalen te genezen, en begint eerst tegenwoordig de -grooter en edeler taak te ondernemen van ze te voorkomen. - - - "De schrede van het dooden van het kind in den schoot, tot het - vermoorden van een persoon buiten den schoot, is een gevaarlijk - kleine schrede", merkt een medisch schrijver van later tijd - op, en hij spreekt waarschijnlijk voor vele anderen, die zich - op eene of andere wijze blind houden voor het feit, dat deze - "gevaarlijk kleine schrede" door het menschdom gedaan is, lang - voordat afdrijving in de wereld bekend was. - - Hier en daar echter hebben medische schrijvers van naam de verdere - uitbreiding aangeraden van de afdrijving, met voorzorgen, en - onder behoorlijk toezicht, als een hulp bij den vooruitgang der - eugeniek. Zoo is Professor Max Flesch (Die Neue Generation, April, - 1909) voor een verandering in de wet om afdrijving toe te staan - (mits ze gedaan wordt door den medicus) in speciale gevallen, - zooals wanneer de zwangerschap van de moeder door verkrachting - is teweeg gebracht, als zij verlaten is geworden, of als, in het - belang van de gemeenschap, het wenschelijk is de verspreiding te - voorkomen van krankzinnige, misdadige, alcoholische of tuberculeuze - personen. - - In Frankrijk heeft een medicus, Dr. Jean Darricarrère een - merkwaardigen roman geschreven, Le Droit d'Avortement (1906), - waarin de stelling wordt verkondigd, dat een vrouw altijd volkomen - het recht heeft op afdrijving, en dat zij de hoogste rechter is - wat de vraag betreft of zij de pijn en de gevaren der geboorte van - kinderen wil ondergaan of niet. De kwestie berust hier echter, - klaarblijkelijk, niet op medische, maar op philantropische en - feministische grondslagen. - - -Wij hebben gezien, dat zoowel van de zijde der praktijk als van die -der theorie, in de laatste jaren een groote verandering heeft plaats -gevonden in de houding jegens de afdrijving. Het moet echter duidelijk -erkend worden, dat, in tegenstelling met de contrôle op de verwekking -door methoden tot het voorkómen van de conceptie, facultatieve -miskraam nog niet opgenomen is in onze aangenomen maatschappelijke -moraal. Als ik hier een persoonlijke opinie mag invoegen, dan zou -ik willen zeggen, dat het mij toeschijnt, dat onze moraal zich hier -tamelijk verstandig gedraagt [435]. Ik ben bepaald van meening, -dat een onbeperkte permissie aan vrouwen om afdrijving in haar eigen -belang toe te passen, of zelfs voor gemeenschappen om ze toe te passen -in het belang van het ras, niet zou passen bij onze tegenwoordige -maatschappij. Zooals Ellen Key met kracht betoogt, een beschaving, -die zonder protest toelaat, dat haar zorgvuldig uitgekozen volwassen -mannen in den oorlog op barbaarsche wijze worden geslacht, heeft nog -niet het recht verkregen met opzet ook maar zelfs haar meest inferieure -levensproducten in den schoot te vernietigen. Aan een gemeenschap, -die schuldig is aan zoo'n roekelooze verspilling van levens, kan niet -veilig deze oordeel-vereischende functie worden toevertrouwd. De -blinde en doellooze bezorgdheid om de meest hopelooze en verlaagde -levensvormen te koesteren, zelfs van het ongeboren leven, mag wel een -zwakheid heeten, en daar het dikwijls leidt tot grenzenloos lijden, -een misdaad. Maar tot nog toe is er een onoverkomelijke hinderpaal, -die vooruitgang in deze richting in den weg staat. Voordat wij -gerechtigd zijn opzettelijk een leven te vernietigen om een leven -te behouden, moeten wij leeren, hoe we het kunnen behouden door het -afschaffen van die vernielende invloeden--oorlog, ziekte, slechte -arbeidsvoorwaarden--die gemakkelijk binnen onze maatschappelijke -macht als beschaafde naties liggen [436]. - -Er is verder een andere overweging, waarvan het mij toeschijnt, -dat ze gewicht in de schaal legt. De vooruitgang van de beschaving -gaat in de richting van grootere voorzorg, meer voorkómen, een -verminderde behoefte om te strijden tegen het roekelooze gebrek aan -vooruitzien. De noodzakelijkheid tot afdrijving is juist een van die -resultaten van roekeloos handelen, die de beschaving neiging heeft -om te verminderen. Terwijl we kunnen toegeven, dat bij een gezonder -toestand van de beschaafde maatschappij er nog enkele gevallen zouden -kunnen voorkomen, waarin het opwekken van miskraam wenschelijk zou -kunnen zijn, schijnt het wel waarschijnlijk, dat het aantal van zulke -gevallen eer zal afnemen dan toenemen. Om de behoefte aan afdrijving -uit den weg te ruimen, en om de propaganda ten gunste er van tegen -te gaan, moeten wij ons aan den eenen kant voornamelijk verlaten -op een grootere zorgvuldigheid bij het bepalen van de conceptie en -een meerdere kennis van de middelen ter voorkoming van de conceptie -[437], en aan den anderen kant op een betere zorg door den Staat -voor zwangere vrouwen, getrouwde en ongetrouwde gelijkelijk, en een -erkenning in de praktijk van aanspraken binnen zekere perken, van de -moeder op de maatschappij [438]. Er kan maar weinig twijfel aan zijn, -dat, bij menige aanklacht wegens misdadige afdrijving, het werkelijke -vergrijp ligt bij hen, die hun sociale en hun beroepsplicht niet hebben -vervuld van het bekend maken van de meer natuurlijke en onschuldige -voorbehoedmiddelen tegen de conceptie, of die anders door hun -maatschappelijke houding de positie van de zwangere vrouw ondragelijk -gemaakt hebben. Door werkdadige maatschappelijke hervorming in deze -twee richtingen kan de nieuwe beweging ten gunste van de afdrijving -in toom gehouden worden, en men heeft zelfs gevonden, dat, door het -bevorderen van zulk een hervorming, die beweging weldadig is geweest. - -Wij hebben gezien, dat de opzettelijke beperking van de conceptie een -deel geworden is van onze beschaafde moraal, en dat de praktijk en de -theorie van de facultatieve afdrijving vasten voet onder ons gekregen -hebben. Er blijft nog een derde en meer radicale methode over ter -controleering van de verwekking, de methode van het geheel wegnemen -van de mogelijkheid van de verwekking door het castreeren, of door -andere kleinere operaties, die eenzelfde verhinderende uitwerking -hebben op de voortplanting. De andere twee methoden hebben alleen -invloed op een enkele vereenigingsdaad of de gevolgen daarvan, maar -castratie heeft invloed op alle volgende daden van sexueele vereeniging -en vernietigt gewoonlijk voor goed de voortbrengende kracht. - -Castratie voor verschillende maatschappelijke en andere doeleinden is -een oude en ver verspreide gewoonte, die toegepast wordt op menschen en -op dieren. Er heeft echter, over het geheel, een soort van vooroordeel -tegen bestaan, als ze werd toegepast op menschen. Vele volken hebben -een groote heilige waarde gehecht aan de ongeschondenheid van de -sexueele organen. Bij sommige natuurvolken is het verwijderen van deze -organen beschouwd geworden als een speciaal wreede beleediging, die -alleen gedaan kon worden in oogenblikken van groote opgewondenheid, -zooals na een veldslag. De geneeskunde heeft zich gekant tegen iedere -inmenging met de sexueele organen. De eed, die de Grieksche medici -afleggen, schijnt castratie te beletten: "Ik wil niet snijden" -[439]. In moderne tijden heeft er een groote verandering plaats -gevonden, castratie wordt zoowel aan mannen als aan vrouwen gedaan bij -ziekelijke toestanden; dezelfde operatie wordt soms aangeraden en nu -en dan gedaan in de hoop, dat zij sterke en abnormale sexueele impulsen -uit den weg zal ruimen. En in de laatste jaren is de castratie te hulp -geroepen, wegens haar meer radicaal karakter, in zake de negatieve -eugeniek, en waarlijk in grootere mate, omdat ze een meer radicaal -karakter heeft dan het voorkomen van de conceptie of de afdrijving. - -De beweging, die de castratie begunstigt, schijnt begonnen te zijn -in de Vereenigde Staten, waar verschillende pogingen gedaan zijn ze -in de wet opgenomen te krijgen. Ze werd eerst uitsluitend aangeraden -als een straf voor misdadigers, en vooral voor sexueele vergrijpen, -door Hammond, Everts, Lydston en anderen. Van dit standpunt schijnt -ze echter onvoldoende te zijn en misschien onwettig. In vele -gevallen is castratie in het geheel geen straf en inderdaad een -positieve weldaad. In andere gevallen, als ze gedaan wordt tegen -den wil van de persoon, die het aangaat, kan ze zeer hinderlijke -geestelijke gevolgen hebben, die bij reeds gedegenereerde of -wilszwakke personen kunnen leiden tot krankzinnigheid, misdadigheid, -en tegen-maatschappelijke neigingen, die veel gevaarlijker zijn dan -de oorspronkelijke toestand. Overwegingen der eugeniek, die later op -den voorgrond kwamen, vormen een veel grooter argument vóor castratie; -in dit geval wordt de castratie geenszins verricht om een barbaarsche -en vernederende straf op te leggen, maar, met toestemming van den -geopereerde, om de gemeenschap te beschermen tegen het gevaar van -nuttelooze en verkeerde leden. - - - Het feit, dat castratie eigenlijk niet langer als een straf kan - beschouwd worden, blijkt wel uit de mogelijkheid de operatie - met opzet te doen verrichten enkel voor het gemak, als een meer - te verkiezen en uiterst werkdadig surrogaat voor het gebruiken - van voorbehoedmiddelen bij het sexueele verkeer. Ik ken op - het oogenblik maar eén geval, waarin deze gedragslijn gekozen - is. Dit geval is van een medicus (van een Puriteinsch Nieuw - Engelsche familie) met wiens sexueele geschiedenis, die volkomen - normaal is, ik sinds lang bekend ben. Hij is nu negen en dertig - jaar oud. Eenige jaren geleden begon hij voorbehoedmiddelen te - gebruiken, omdat hij een voldoend groot gezin had. De daarop - volgende gebeurtenissen verhaal ik met zijn eigen woorden: "De - last, de voorzorg, enz., noodig gemaakt door voorbehoedmiddelen - werden mij meer en meer hinderlijk naarmate de jaren voorbij - gingen, en eindelijk legde ik de zaak voor aan een anderen medicus, - en op zijn verantwoording en na rijp overleg met mijn vrouw, - werd ik spoedig daarop geopereerd en steriel gemaakt door het - aan beide zijden bloot leggen van het "vas deferens", en het - tusschen twee zijden draden afbinden ervan. Dit werd gedaan - nadat het door cocaine infiltratie ongevoelig gemaakt was, en - was niet buitengewoon pijnlijk, hoewel de pijn, die het gaf, - (het uittrekken van het koord door de spleet) zeer moeilijk te - verdragen scheen. Ik behoefde mijn werk geen dag na te laten, en - was op geenerlei wijze ernstig uit mijn doen. Na zes dagen werd - het laatste naaisel verwijderd en na drie weken kon ik het verband - weglaten, dat noodig was gemaakt door de uiterste gevoeligheid - van de testikels en van den zaadstreng. - - "De operatie is op alle wijzen gebleken een volkomen succes te - zijn. De sexueele functies zijn op geenerlei wijze aangedaan. Er - bestaat geen gevoel van ongemak of onbehagen in de genitaliën - zelf, en wat mij het vreemdst van alles toeschijnt, is het - feit, dat het zaad, voor zoover men kan waarnemen door gewone - waarnemingsmiddelen, onverminderd is in hoeveelheid en onveranderd - in kwaliteit. (Natuurlijk zou het microscoop de essentieele, - beslissende verandering doen blijken). - - "Mijn vrouw is verrukt, nu alle vrees uit onze liefde verbannen is, - en, alles bij elkaar genomen, schijnt het, dat het leven voor ons - beiden meer waarde heeft. Toevallig schijnen wij beiden gezonder - dan gewoonlijk, en dit is vooral het geval bij mijn vrouw; zij - schrijft dit toe aan den gunstigen invloed, die er door bereikt - wordt, dat de zaadvloed op volkomen normale wijze wordt aangebracht - en in aanraking blijft met de afscheidingen van de vagina, totdat - hij op natuurlijke wijze verwijderd wordt. - - "Daar deze operatie betrekkelijk nieuw is, en tot nog toe niet - dikwijls op anderen gedaan is dan op krankzinnigen, misdadigers, - enz., dacht ik, dat ze u misschien zou interesseeren. Als ik ook - maar de geringste lichtstraal geworpen heb op dit grootste van - alle menschelijke problemen, dan zal ik werkelijk blij zijn". - - Zulk een geval, met zijn tot nu toe bevredigende resultaten, - verdient zeker wel vermelding, hoewel het misschien nog niet veel - navolging zal vinden. - - -De eerste, die, voor zoover ik heb kunnen vinden, de castratie als -maatregel der negatieve eugeniek heeft aangeraden, en dat voor het -speciale "doel van prophylaxis, als toegepast op de verbetering van -het ras en de bescherming van de maatschappij", is Dr. F. E. Daniel, -uit Texas, in het jaar 1893 [440]. Daniel verwarde echter castratie -als methode tot zuivering van het ras, een methode, die uitgevoerd kan -worden in verstandhouding met het individu, dat geopereerd wordt, met -castratie als een straf, die opgelegd moet worden voor verkrachting, -sodomie, beestachtigheid en zelfs masturbatie uit gewoonte, terwijl de -wijze van uitvoering bovendien buitengewoon barbaarsch en primitief -is, n.l. het geheel wegnemen van de genitaliën. In de laatste -jaren zijn eenigszins meer gepaste, praktische en wetenschappelijke -methoden der castratie aangeraden, die niet het verwijderen van de -geslachtsklieren of organen in zich sluiten, en niet als een straf, -maar eenvoudig ter bescherming van de gemeenschap en het ras tegen -den last van waarschijnlijk onproductieve en mogelijk gevaarlijke -leden. Näcke heeft, van 1899 af, herhaaldelijk de maatschappelijke -voordeelen opgesomd van dezen maatregel [441]. Het vermeerderen -van de minderwaardige elementen van de maatschappij, zegt Näcke, -brengt ongeluk in het gezin en is een bron van groote uitgaven -voor den Staat. Hij beschouwt castratie als het eenige krachtige -voorbehoedmiddel, en hij komt daarom tot het besluit, dat we het -moeten aannemen, zooals we ook de vaccinatie aangenomen hebben, -er voor zorgende, dat we ons verzekeren van de toestemming van den -persoon zelf of van zijn voogd, van de burgerlijke autoriteiten, en -zoo noodig van een commissie van deskundigen. Ook Professor Angelo -Zuccarelli uit Napels heeft van 1899 af, den nadruk gelegd op het -belang van de castratie, voor het steriel maken van de epileptici, -de krankzinnigen van verschillende klassen, de alcoholici, de -tuberculeuzen en de instinctieve misdadigers, terwijl de keuze -van gevallen ter operatie gedaan moet worden door een commissie -van deskundigen, die schoolkinderen, candidaten voor openbare -betrekkingen, of personen, die op het punt waren te trouwen, zouden -moeten onderzoeken [442]. Deze beweging won spoedig veld, en in 1905, -bij de jaarlijksche vergadering van Zwitsersche krankzinnigen-artsen, -waren de leden het er algemeen over eens, dat het steriel maken van -krankzinnigen wenschelijk is, en dat de kwestie wettelijk geregeld moet -worden. In Zwitserland zijn, wat Europa betreft, de eerste stappen -gedaan om de castratie als maatregel van maatschappelijke prophylaxe -ten uitvoer te brengen. Het zestiende jaarlijksche rapport (1907) -van het kantonale krankzinnigengesticht te Wil geeft vier gevallen -van castratie, twee bij mannen en twee bij vrouwen,--gedaan met -de toestemming van de patienten en de burgerlijke autoriteiten--uit -maatschappelijke beweegredenen; beide vrouwen hadden tevoren onwettige -kinderen gehad, die een last waren voor de maatschappij, en alle -vier de patienten waren sexueel abnormaal; de operatie stelde de -patiënten in staat van hun lasten bevrijd te worden en te werken, -en de resultaten werden beschouwd als in alle opzichten bevredigend -voor allen, die er bij betrokken waren [443]. - - - Het invoeren van de castratie als een methode der negatieve - eugeniek is vergemakkelijkt door het gebruik van nieuwe methoden - om ze zonder gevaar uit te voeren, en zonder de testes en de - ovariën te verwijderen. Voor mannen is daar de eenvoudige methode - van vasectomie, zooals ze wordt aangeraden door Näcke en vele - anderen. Voor vrouwen is er de hiermee overeenkomende, en bijna - even eenvoudige en onschuldige methode van Kehrer door doorsnijding - en onderbinding van de Fallopiaansche buizen, aanbevolen door - Kisch, of het zeer daarop gelijkende proces van Rose, dat door - een ervaren hand in een paar minuten wordt ten uitvoer gebracht, - zooals aanbevolen wordt door Zuccarelli. - - Men heeft gevonden, dat herhaald blootstellen aan x-stralen - steriliteit teweeg brengt bij beide seksen, bij dieren zoogoed - als bij menschen, en menschen, die met x-stralen werken, moeten - verschillende voorzorgsmaatregelen in acht nemen om niet onder deze - werking te lijden. Men heeft de onderstelling geopperd, dat het - aanwenden van x-stralen een goed surrogaat zou zijn voor castratie: - het schijnt, dat de uitwerking van de toepassing waarschijnlijk - maar een paar jaren zal duren, en dat zou, in sommige gevallen, - een voordeel wezen. (Zie British Medical Journal, Aug. 13, 1904; - ib., Maart l.l., 1905; ib., Juli 6, 1907). - - -Het is welhaast niet mogelijk, naar het mij toeschijnt, de -castratie als methode van negatieve eugeniek met groot enthusiasme -te beschouwen. Bovendien moest de roekeloosheid, waarmee men soms -voorstelt ze bij de wet toe te passen--waarschijnlijk ten gevolge -van het feit, dat ze klaarblijkelijk niet zoo terugstootend is als -het minder radicale proces van de afdrijving--ons zeer voorzichtig -maken. Wij moeten ook het denkbeeld van castratie als een straf laten -varen; als zoodanig is ze niet alleen barbaarsch, maar vernederend -en is het niet waarschijnlijk, dat ze een gunstigen invloed zal -hebben. Als methode van negatieve eugeniek behoort ze nooit in -praktijk gebracht te worden zonder toestemming van den persoon, die -het aangaat. Het feit, dat het in sommige gevallen noodig zou kunnen -zijn om iemand te isoleeren, als hij niet overging tot castratie, -zou ongetwijfeld een feit zijn, dat invloed zou uitoefenen ten -gunste van het geven van toestemming; maar de toestemming is -absoluut noodzakelijk als de persoon, die de operatie ondergaat, -voor vernedering zal worden bewaard. Een mensch, die vernederd is en -verbitterd door een opgedrongen castratie, zou niet gevaarlijk zijn -voor het nageslacht, maar zou gemakkelijk een gevaarlijk lid kunnen -worden van de maatschappij, waarin hij daadwerkelijk leefde. Met -gepaste voorzorgsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen kan de castratie -ongetwijfeld een zekere rol spelen bij de verheffing en de verbetering -van het ras [444]. - -De methoden, die we in overweging hebben genomen, in zooverre zij de -kracht tot voortbrengen beperken van de minder gezonde en werkdadige -families in een gemeenschap, zijn methoden der eugeniek. Men moet -echter niet meenen, dat zij de geheele eugeniek zijn, of dat zij op -eenigerlei wijze behooren tot het wezen van het plan der eugeniek. De -eugeniek heeft betrekking op alle werkingen, die de menschelijke -nakomelingschap verheffen en verbeteren; afdrijving en castratie -zijn middelen, die tot dit doel gebruikt worden, maar het zijn geen -middelen, die iedereen goedkeurt, en het is ook niet uitgemaakt, -of de doeleinden, die zij bereiken niet beter bereikt kunnen -worden door andere middelen; in ieder geval zijn het methoden der -negatieve eugeniek. Blijft over het veld van de positieve eugeniek, -die betrekking heeft niet op het doen verdwijnen van minderwaardige -families, maar op het uitmaken van wat de betere families zijn en op -het bevorderen van hun kracht tot voortplanting. - -Terwijl de noodzakelijkheid van zich van voortplanting te onthouden -niet langer een hinderpaal is voor het huwelijk, blijft de kwestie of -twee personen met elkaar moeten trouwen in het meerendeel der gevallen -een ernstige kwestie uit het standpunt van positieve en negatieve -eugeniek beide, want het normale huwelijk moet wel kinderen in zich -sluiten, zooals ook werkelijk het voornaamste en meest gewenschte -doel ervan is. Wij moeten niet alleen in overweging nemen welke de -families zijn, die niet geschikt zijn om nageslacht voort te brengen, -maar ook welke de families of individuen zijn, die het meest geschikt -zijn om nageslacht voort te brengen en onder welke voorwaarden de -verwekking het best kan worden tot stand gebracht. De tegenwoordige -onvolledigheid van onze kennis in deze zaken legt den nadruk op de -behoefte aan zorg en voorzichtigheid bij het naderen tot deze vragen. - - - Het kan wel gepast zijn op dit punt te verwijzen naar de proef - van de Oneida Community bij het instellen van een systeem - van wetenschappelijke voortplanting, onder de leiding van een - man, wiens kundigheid en aanzien als een pionier eerst in den - tegenwoordigen tijd voldoende beginnen erkend te worden. John - Humphrey Noyes was zijn tijd te ver vooruit, om op zijn juiste - waarde geschat te worden; op zijn meest werd hij beschouwd als - een slim en succesvol stichter van een secte, en zijn pogingen - om de eugeniek op het leven toe te passen wekten alleen lachlust - en vervolging, zoodat hij ongelukkig gedwongen werd een zeer - leerzame proef tot een ontijdig einde te brengen. Zijn plan en - zijn principe, die ongeveer veertig jaar geleden gedrukt zijn, - zijn uiteengezet in een Essay on Scientific Propagation, waarin - de problemen besproken worden, die eerst tegenwoordig de aandacht - beginnen te trekken van de praktische menschen binnen de sfeer - van de maatschappelijke politiek. Toen Noyes zijn krachtigen en - praktischen geest richtte op de kwestie der eugeniek, was die - kwestie uitsluitend in handen van de mannen der wetenschap, die - al de natuurlijke schuchterheid voelden van den geleerde voor de - verwerkelijking van zijn voorstellen, en die geen lust hadden ook - maar een haarbreed af te wijken van de conventie van hun tijd. Met - de proef van Noyes, in Oneida, begint een nieuw stadium in de - geschiedenis der eugeniek; wat ook de waarde van de proef geweest - mag zijn--en een eerste proef kan niet dadelijk eindresultaat - hebben--met Noyes kwam de kwestie der eugeniek uit het zuiver - academisch stadium, waarin ze, sinds den tijd van Plato, geweest - was. "Het begint duidelijk te worden", zegt Noyes aan het begin, - "dat de grondslagen van een wetenschappelijke maatschappij moeten - gelegd worden in de wetenschappelijke wijze van voortplanting van - menschelijke wezens". Als we dat doen, moeten we op twee dingen - letten: bloed (of erfelijkheid) en opvoeding; en hij stelt bloed - voorop. Daarin was hij het eens met de nieuwste voorstanders der - eugeniek van den tegenwoordigen tijd ("de natie heeft jaren lang - al haar aandacht gewijd aan "milieu", terwijl "erfelijkheid" - in de eerste plaats komt", zooals Karl Pearson het uitdrukt), - en hij gaf tevens blijk van de breedheid van zijn opvatting in - vergelijking van den gewonen maatschappelijken hervormer, die in - die dagen gewoonlijk een fanatiek geloovige was aan den invloed - van opvoeding en milieu. Noyes zet de positie van Darwin uiteen - ten opzichte van de grondbeginselen van de beschaving, en ook de - schrede verder dan Darwin, die door Galton is gedaan. Hij merkt dan - op, dat Galton, als hij aan het punt komt, waar het noodig is van - de theorie over te gaan tot de plichten, die de theorie oplegt, - "hij in het zachtzinnigste conservatisme verzinkt". (Men moet in - herinnering houden, dat dit geschreven is in een tijd toen Galton's - werk pas uitkwam). Deze conclusie was geheel tegenovergesteld aan - het praktische en godsdienstige temperament van Noyes. "Onze plicht - is duidelijk; wij zeggen, dat wij het moeten doen--wij willen - het doen--maar wij kunnen niet. De wet van God drijft ons voort; - maar de wet van de maatschappij houdt ons tegen. De moedigste weg - is de veiligste. Laten we de wet eerlijk en vast onder de oogen - zien. Het is alleen in de vreesachtigheid van de onwetendheid, - dat de plicht onuitvoerbaar schijnt". Noyes was een voorganger - van Galton, in zooverre hij de eugeniek beschouwde als een zaak - van den godsdienst. - - Noyes stelde voor het werk van de moderne wetenschap op het - gebied van de voortplanting "Stirpicultuur" te noemen, waarin - hij door anderen gevolgd is. Hij meent, dat het de taak van - den stirpiculturist is om zoowel kwantiteit als kwaliteit van - de familie voor oogen te houden, en hij meende, dat, zonder - de kwantiteit te verminderen, het mogelijk was de kwaliteit te - verbeteren door het uitoefenen van een zeer strenge keuze van de - mannen. Op dit punt heeft Noyes steun gevonden bij Karl Pearson - en anderen, die aangetoond hebben, dat maar een betrekkelijk klein - gedeelte van een bevolking noodig is om de volgende generatie voort - te brengen, en dat in werkelijkheid twaalf percent mannen van een - geslacht vijftig percent van de volgende generatie voortbrengt. Wat - wij moeten verzekeren, is, dat dit kleine deel van de bevolking, - dat voort zal brengen, dat deel zal zijn, dat het best voor het - doel geschikt is. "De hoeveelheid van de productie zal in directe - verhouding staan tot het aantal vruchtbare vrouwen", zooals Noyes - de kwestie zag, "en de waarde, die voortgebracht wordt, voor zoover - het de keuze betreft, zal bijna in omgekeerde verhouding staan - tot het aantal vruchtbare mannen". In deze zaak was Noyes een - voorganger van Ehrenfels. De twee principes, die men voor oogen - moet houden waren "Teel van de besten", en "Teel in denzelfden - kring", met een zorgvuldig en nu en dan voorkomend toevoegen - van nieuwe rassen. (Opgemerkt moet worden, zooals Reibmayr, in - zijn nieuwe pas uitgekomen Entwicklungsgeschichte des Genies und - Talentes, betoogt, dat de hoogere rassen en de hoogere individuen, - in de menschelijke soort zijn voortgebracht door een onbewust - aanhangen juist van deze principes). "Door het uitkiezen van - hoogere families, en door het onder elkaar telen van deze, zouden - hoogere soorten menschelijke wezens kunnen worden voortgebracht, - die vergeleken zouden kunnen worden bij den volbloed onder al de - huisdieren". Hij illustreert dit door de eerste geschiedenis van - de Joden. - - Noyes critiseert ten slotte de tegenwoordige methode, of gebrek - aan methode, in zake de voortplanting. Ons huwelijkssysteem - laat, zooals hij het uitdrukt, de paring over aan een algemeene - verwarring. Door het groote verschil tusschen de seksen in - kracht tot voortbrengen buiten beschouwing te laten, "beperkt het - iederen man, wat ook zijn potentie en zijn waarde mogen zijn tot - de mate van productie, waartoe een vrouw, in den blinde gekozen, - misschien in staat is". Bovendien beslist het, gaat hij voort, - "in de praktijk tegen de besten, en ten gunste van de slechtsten; - want, terwijl de goede man door zijn geweten beperkt zal zijn - tot wat de wet toestaat, zal de slechte, zonder eenige moreele - beperking, zijn zaad uitstrooien buiten de wettige grenzen, - zoover als hij maar durft". "Wij zijn op alle wijzen veilig als - we zeggen, dat er geen mogelijkheid is de twee voorschriften - van de wetenschappelijke voortplanting vast te leggen in een - instelling, die aanspraak maakt op het maken van geen onderscheid, - die geen onderdrukking toelaat, die niet meer vrijheid geeft aan - de besten dan aan de slechten, en die, in werkelijkheid, altijd - onvermijdelijk op de verkeerde wijze onderscheid moet maken, - zoolang als de lagere klassen het vruchtbaarste zijn en het minst - geneigd de waarschuwingen van wetenschap en moraal ter harte te - nemen". Noyes legt er den nadruk op dat, als we onze sexueele - instellingen gaan wijzigen, er twee hoofdpunten moeten zijn, die - men in herinnering moet houden: het behoud van de vrijheid, en het - behoud van het tehuis. Er moet geen dwang zijn in de menschelijke - wetenschappelijke voortplanting; ze moet autonoom zijn, geregeld - door zelfbestuur, "door de vrije keuze van hen, die genoeg van de - wetenschap houden, om zichzelf tot eunuchen te maken terwille van - het Koninkrijk der Hemelen". Het tehuis moet ook in stand gehouden, - daar "het huwelijk het beste is voor den mensch, zooals hij is"; - maar het is noodig het tehuis uit te breiden, te verruimen, want - "als alle menschen konden leeren van andere kinderen te houden - als van hun eigene, zou er niets zijn om de verbreiding van de - wetenschappelijke voortplanting in den weg te staan in tehuizen, - die veel beter zouden zijn dan die tegenwoordig bestaan". - - De merkwaardige brochure geeft geen beschrijving van de juiste - maatregelen, die de Oneida-gemeenschap genomen heeft om deze - principes ten uitvoer te brengen. De twee hoofdpunten waren, zooals - we weten, "zelfbeheersching der mannen" (zie boven, p. 502), - en de vergroote familie, waarin alle mannen de werkelijke of - de mogelijke deelgenooten waren van alle vrouwen, maar er vond - geen vereeniging plaats ter verwekking, behalve als gevolg van - verstandelijke overlegging en bepaald besluit. "De gemeenschap", - zegt H. J. Seymour, een van de eerste leden (The Oneida Community, - 1894, p. 5), "was een familie, even duidelijk afgescheiden van - de omringende maatschappij als gewone huishoudens. De band, - die ze te zamen bond, was even duurzaam, en ten minste even - heilig als die van het huwelijk. De zorg van iederen man en al - het gemeenschappelijk eigendom werd verpand voor het onderhoud en - de bescherming der vrouwen, en het onderhoud en de opvoeding der - kinderen". Het is niet waarschijnlijk, dat de Oneida-gemeenschap - in bijzonderheden het voorbeeld was, waarnaar de menschelijke - gemeenschap in het algemeen zich vormen zal. Maar op zijn - minst geschat, toont het succes ervan wel aan, zooals Lord - Morley ons duidelijk heeft gemaakt (Diderot, deel II, p. 19), - "hoezeer sommige feiten van den bestaanden menschelijken aard, die - gewoonlijk beschouwd worden als definitief en onuitroeibaar, voor - wijziging vatbaar zijn", en dat "het disciplineeren van de driften - en neigingen der sekse", waarop de toekomst van de beschaving in - ruime mate berust, absoluut geen onmogelijkheid blijkt te zijn. - - In vele opzichten was de Oneida-gemeenschap haar tijd,--en zelfs - den onzen,--vooruit, maar het is belangwekkend op te merken, dat - in zake de beheersching van de conceptie ons huwelijkssysteem - op één lijn is gekomen met de theorie en de praktijk van de - Oneida-gemeenschap; het kan niet gezegd worden, dat wij de - conceptie altijd beheerschen in overeenstemming met de principes - der eugeniek, maar het feit, dat zulk controleeren nu een algemeen - aangenomen gewoonte van de beschaving geworden is, ontneemt aan - de critiek van Noyes op ons huwelijkssysteem tot zekere hoogte - de kracht, die ze een halve eeuw geleden had. Nog een andere - verandering in onze gewoonten--het aanraden en zelfs de gewoonte - van afdrijving en castratie--zou zijn goedkeuring niet verworven - hebben; hij was sterk tegen beide, en bij de hooge moraal, die - in zijn gemeenschap heerschte, was ook geen van beide noodig tot - in stand houding van de stirpicultuur, die overheerschte. - - De Oneida-gemeenschap duurde een generatie lang, en eindigde in - 1879, in het geheel niet door een erkenning van mislukking, maar - door een wijs wijken voor uiterlijken druk. De leden ervan, vele - van hen van hooge beschaving, gingen voort de herinnering van de - gewoonten en idealen van de gemeenschap in eere te houden. Noyes - Miller (de schrijver van The Strike of a Sex, en Zugassant's - Discovery) bleef tot het laatst met rustig vertrouwen uitzien naar - den tijd waarop, naar hij meende, de groote ontdekking van Noyes - aangenomen zou worden door de wereld in het algemeen. Een ander - lid van de gemeenschap (Henry J. Seymour) schreef veel later over - de gemeenschap, dat "ze een voorbode en een onvolkomen miniatuur - van het Koninkrijk der Hemelen op aarde was". - - -Misschien is het gewoonste type van de voorstellen of pogingen om het -biologisch niveau van het ras te verbeteren wel het uitsluiten van -bepaalde klassen gedegenereerden van het huwelijk, of het aanmoedigen -van de gemeenschap om te trouwen. Dit schijnt op het oogenblik de meest -populaire vorm der eugeniek, en in zooverre dit niet bereikt wordt door -dwang, maar het gevolg is van een vrijwillig besluit om de kwestie -van het ras te behandelen met jaloersche zorg en de bescherming, -die een zoo geweldig ernstige, zoo goddelijke taak met zich brengt, -is er veel voor en weinig tegen te zeggen. - -Maar het is een geheel andere zaak als er een poging gedaan wordt -zulk een instelling als het huwelijk bij de wet te regelen. In de -eerste plaats weten we nog niet genoeg van de grondbeginselen van -de eugeniek en de erfelijkheid van ziekelijke toestanden om ons in -staat te stellen gezonde wettelijke voorstellen op deze basis te -gronden. Zelfs een betrekkelijk zoo eenvoudige zaak als de verhouding -tusschen tuberculose en erfelijkheid kan nauwelijks gezegd worden -een zaak te zijn, waarover men het algemeen eens is, zelfs als we -aannemen, dat wij voldoende materiaal bezitten, waarop we tot een -algemeene overeenstemming zouden kunnen komen. Verondersteld, dat -onze kennis van al deze zaken veel verder gevorderd was dan ze is, -dan zouden we nog niet een positie bereikt hebben, waarin het mogelijk -zou zijn algemeene voorstellen te doen over de wenschelijkheid of de -niet-wenschelijkheid van het voortplanten van bepaalde klassen. De -kwestie is noodzakelijkerwijze een persoonlijke kwestie, en ze kan -alleen beslist worden, als al de omstandigheden van het individueele -geval behoorlijk onder de oogen zijn gezien. - -Het bezwaar tegen een wettelijke en gedwongen regeling van het recht -om te huwen is echter veel fundamenteeler dan de overweging, dat onze -kennis op het oogenblik onvoldoende is. Het ligt in de algemeene -verwarring, in den geest van hen, die zulk een wetgeving aanraden, -tusschen het wettig huwelijk en de voortplanting. De menschen, die -in die verwarring vervallen, hebben het a-b-c van het onderwerp, -waarover ze zich aanmatigen een oordeel uit te spreken, nog niet -geleerd, en ze zijn niet meer bekwaam om wetten te geven dan een kind, -dat geen A van een B kan onderscheiden, in staat is om te lezen. - -Het huwelijk, in zooverre het een bondgenootschap is voor -wederkeerige hulp en troost van twee menschen, die vrij zijn in zulk -een bondgenootschap sexueele vereeniging uit te oefenen, als zij dat -willen, is het elementair recht van ieder persoon, die niet schuldig -is aan bedrog of geheimhouding, en die waarschijnlijk den gekozen -deelgenoot geen nadeel zal toebrengen, want in dat geval heeft de -maatschappij het recht tusschen beide te komen krachtens haar plicht -om haar leden te beschermen. Maar het recht om te trouwen sluit, -als het zoo verstaan wordt, het recht om nakomelingen te verwekken -in het geheel niet in. Want terwijl het huwelijk op zich zelf alleen -invloed heeft op de twee individuen, die het aangaat, en op geenerlei -wijze den Staat raakt, heeft de voortplanting in de eerste plaats -invloed op de gemeenschap, die ten slotte bestaat uit voortgebrachte -personen, en eerst in de tweede plaats op de twee individuen, die de -werktuigen zijn der voortplanting. Zoodat, evenals het individueele -paar het eerste recht heeft bij de kwestie van het huwelijk, zoo heeft -de Staat het eerste recht bij de kwestie van de voortplanting. De -Staat is even onbekwaam om de wet op het huwelijk te maken, als het -individu onbekwaam is de wet op de voortplanting te maken. - -Dat is echter maar de eene helft van de dwaasheid, die begaan wordt -door hen, die de candidaten voor het huwelijk zouden willen kiezen -bij de wet. Laat ons eens aannemen--zooals inderdaad gemakkelijk aan -te nemen is--dat een gemeenschap gedwee de abstracte verbodsbepalingen -van het wetboek zal aannemen en haar leden rustig weer naar huis zullen -gaan als de ambtenaar van den burgerlijken stand hun mededeelt, dat -zij uitgesloten zijn van het wettige huwelijk door de nieuwe lijst van -verbodsbepalingen. Een uitgesproken verbod tot voortplanting in het -huwelijk, is een onuitgesproken permissie tot voortplanting buiten -het huwelijk. Zoo wordt de ongewenschte voortplanting, in plaats van -uitgevoerd te worden onder de gunstigste omstandigheden, uitgevoerd -onder de gevaarlijkste omstandigheden en het eindresultaat voor de -gemeenschap is geen winst, maar een verlies. - -Wat gewoonlijk schijnt te gebeuren, bij een formeel wettelijk verbod -tegen het huwelijk van een bepaalde klasse, is een combinatie van -verschillende nadeelen. Voor een deel wordt de wet een doode letter, -voor een deel wordt ze ontdoken door handigheid en bedrog, voor een -deel wordt ze gehoorzaamd om aanleiding te geven tot nog ernstiger -nadeelen. Dit gebeurde, bij voorbeeld, in het district Terek, in den -Caucasus, waar, op verzoek van een medische commissie, aan priesters -verboden werd te trouwen met personen, onder wier betrekkingen of -voorouders gevallen van melaatschheid waren voorgekomen. Zooveel -en zoo verschillende soorten van verkeerdheden werden door dezen -maatregel veroorzaakt, dat hij spoedig werd ingetrokken [445]. - -Als wij in herinnering houden, dat de Katholieke kerk meer dan duizend -jaar bezig is geweest met de poging het huwelijksverbod op te dringen -aan haar priesters,--een welopgevoede en geoefende klasse van mannen, -die ieder geestelijk en wereldlijk motief hadden om het verbod na te -komen, en die er bovendien toe opgevoed waren ascetisme als het beste -ideaal in het leven [446] te beschouwen,--dan kunnen we begrijpen -hoe dwaas het is te trachten hetzelfde doel te bereiken door enkele -toevallige verbodsbepalingen uit te vaardigen jegens ongeoefende -menschen, die geen enkel motief om aan die bepalingen te gehoorzamen -en geen idealen van coelibaat hebben. - -De hopeloosheid en zelfs de dwaasheid van het bewerken van -eugenistische verbetering van het ras door het enkel plaatsen in -het wetboek van verbodsbepalingen aan bepaalde klassen van personen -om het huwelijk, zooals het nu is ingesteld, aan te gaan, geeft -blijk van de zwakheid van hen, die het eugenistische belang van het -milieu onderschatten. Zij, die beweren, dat erfelijkheid alles is, -en milieu niets, schijnen op vreemde wijze te vergeten, dat het -juist de lagere klassen zijn--degenen, die het meest onderworpen -zijn aan den invloed van een slecht milieu--die het veelvuldigst -voortbrengen, met de grootste roekeloosheid en het ongelukkigst. De -beperking in de voortplanting, en een daarmee samengaande eerbied -voor de erfelijkheid, nemen pari passu toe met de verbetering van -het milieu en een verhooging van het maatschappelijk welzijn. Als er -nu reeds gezegd kan worden, dat waarschijnlijk vijftig percent van -het sexueele verkeer--misschien wel de meest voor de voortplanting -productieve helft--plaats vindt buiten het wettige huwelijk, dan wordt -het wel duidelijk, dat wettelijk verbod aan de ongeschikte klassen -om zich van het wettige huwelijk te onthouden, alleen ten gevolge zal -hebben, dat zij zich zullen aansluiten bij de voortbrengende klassen -buiten het wettige huwelijk. Het is ook duidelijk, dat, als we den -factor van het milieu buiten beschouwing willen laten, en de lagere -klassen willen overlaten aan de onwetendheid en roekeloosheid, die het -gevolg zijn van zulk een milieu, dat dan de eenige praktische methode -zal zijn, die aan de eugeniek wordt opengelaten, die van castratie en -afdrijving is. Maar deze methode--als ze in het groot wordt toegepast, -zooals ze zou moeten worden [447] en zonder toestemming van het -individu--is lijnrecht tegenovergesteld aan het moderne gevoel. Zoo -zien kortzichtige beoefenaars der eugeniek het belang voorbij van het -milieu, het eenige praktische kanaal, waardoor hun doel bereikt kan -worden. Zorg voor de voortplanting en zorg voor het milieu zijn niet, -zooals sommigen gemeend hebben, aan elkander tegenovergesteld, maar -zij volmaken elkaar. De zorg voor het milieu leidt tot een beperken -van roekelooze voortplanting, en de beperking op de voortplanting -leidt tot een verbeterd milieu. - -Als de wetgeving op het huwelijk resultaat zal hebben, dan moet ze -ingeprent worden tehuis, in de school, in de spreekkamer van den -dokter. Geweld kan hier niets uitwerken; er is opvoeding noodig, -niet alleen voorlichting, maar de opvoeding van het geweten en van -den wil, en het beheerschen van de emoties. - -De wet kan hierbij meewerken om het proces te bevorderen, maar ze -kan er niet voor in de plaats komen. Zoo is het zeer wenschelijk, -dat, als er een ernstige ziekte verborgen gehouden is door een der -partijen bij een huwelijk, zulk verbergen een reden zal zijn tot -echtscheiding. Epilepsie kan aangemerkt worden als typisch voor de -ziekten, die een reden zouden zijn om geen kinderen te mogen hebben, -en het bestaan van de ziekte verzwijgen zou gelijk staan met een -nietigverklaring van het huwelijk [448]. - -In de Vereenigde Staten heeft een hof van cassatie het hof van appèl -competent verklaard om een bevel tot echtscheiding uit te spreken, -als een van de partijen het bestaan van epilepsie verzwegen heeft. Deze -groote belangrijke beslissing, heeft men terecht gezegd [449], is een -schrede vooruit op den weg van het menschdom. Er zijn vele andere -ernstig pathologische toestanden, waarin echtscheiding zou moeten -uitgesproken worden, of van zelf plaats vinden, behalve wanneer men -afgezien heeft van het verwekken van kinderen, want in dat geval -heeft de Staat niet langer belang bij de verhouding, behalve om te -straffen voor ieder bedrog, dat begaan is door verborgen houden. - - - De eisch, dat een medisch attest bij het huwelijk verplichtend - zal worden gesteld, is voornamelijk in Frankrijk gedaan. In - 1858 stelde Diday van Lyon, voor, dat alle menschen, zonder - uitzondering, zouden gedwongen worden een attest over gezondheid - en ziekte bij zich te hebben, een soort van gezondheidspas. In - 1872 raadde Bertillon aan, (Art. "Demographie", Dictionnaire - Encyclopédique des Sciences Médicales) bij het huwelijk de - voornaamste anthropologische en pathologische trekken van de - betrokken partijen op te schrijven (lengte, gewicht, kleur van het - haar en de oogen, spierkracht, grootte van het hoofd, toestand van - het gezicht, het gehoor enz., misvormingen en gebreken, enz.), - niet zoozeer echter om ongewenschte huwelijken te voorkomen, - als om de studie van menschelijke groepen op bepaalde tijden te - vergemakkelijken. Latere eischen van een meer beperkt en partieel - karakter voor medische getuigschriften als een voorwaarde voor het - huwelijk, zijn gemaakt door Fournier (Syphilis et Mariage, 1890), - Cazalis (Le Science et le Mariage, 1890), en Julien (Blénorrhagie - et Mariage, 1898). In Oostenrijk betoogt Haskovec uit Praag - ("Contrat Matrimonial et l'Hygiène Publique", Comptes-rendus - Congrès International de Médecine, Lissabon, 1906, Sectie VII, - p. 600), dat, bij het huwelijk, een medisch attest moest worden - overgelegd, waaruit blijkt, dat de persoon vrij is van tuberculose, - alcoholisme, syphilis, gonorrhoe, ernstigen slechten toestand - van den geest of van de zenuwen, die kans heeft nadeelig te zijn - voor den anderen deelgenoot of voor het nageslacht. In Amerika - vinden Rosenberg en Aronstam, dat ieder huwelijkscandidaat, - man zoowel als vrouw, een streng onderzoek moest ondergaan - door een deskundige commissie van medici over (1) Familie en - Geschiedenis van het Verleden (syphilis, tering, alcoholisme, - zenuw- en geestesziekten), en (2) Tegenwoordigen Toestand (grondig - onderzoek van alle organen); als dit bevredigend is, zou dan - een attest moeten gegeven worden van geschiktheid om gekozen te - worden voor het huwelijk. Er wordt op gewezen, dat een maatregel - van deze soort voorkomt in de wetten, door sommige Staten gemaakt - ter bestraffing met boete, of gevangenschap, van het verborgen - houden van een ziekte. Ellen Key meent ook (Liefde en Huwelijk), - dat beide partijen bij een huwelijk een attest moesten overleggen - van gezond zijn. "Het schijnt mij juist even noodig toe", merkt - zij ergens anders op (Eeuw van het Kind, hoofdst. I), "een medisch - getuigschrift te vragen voor de geschiktheid om te huwen, als voor - de geschiktheid om in militairen dienst te treden. In het eene - geval is het een kwestie van het geven van leven; in het andere - van het nemen ervan, hoewel voorzeker tot nu toe de laatste zaak - beschouwd is geweest als verreweg de ernstigste". - - Het getuigschrift, zooals het gewoonlijk aangeraden wordt, zou een - persoonlijke, maar noodzakelijke wettiging zijn van het huwelijk in - de oogen van de burgerlijke en godsdienstige autoriteiten. Zulk een - stap, geëischt ter bescherming van den deelgenoot in het huwelijk - en van het nageslacht, zou een nieuwe wettelijke organisatie in - zich sluiten van het huwelijkscontract. Dat zulke eischen zoo - dikwijls gedaan worden, is van veel beteekenis voor den groei van - het moreele bewustzijn in de gemeenschap, en het is goed, dat de - gemeenschap bekend wordt met de dringende behoefte er aan. Maar - het is zeer ongewenscht, dat zij op het oogenblik of misschien wel - ooit zullen worden vastgelegd in wetboeken. Wat noodig is, is het - gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid, en de ontwikkeling - van afkeer jegens de individuen, die hun verantwoordelijkheid - niet inzien. Het is de werkelijkheid van het huwelijk en niet de - enkel wettelijke vorm ervan, die we moeten trachten te verbeteren. - - -De methode van vrijwillige aangifte is de eenige gezonde wijze om -deze zaak te naderen. Duclaux meende, dat de huwelijkscandidaat -een getuigschrift van gezondheid zou moeten bezitten, ongeveer op -dezelfde wijze als de candidaat voor een levensverzekering, want dat -de kwestie van beroepsgeheim en die van dwang, niet meer te pas komt -bij de eene dan bij de andere zaak. Er is geen reden, waarom zulke -getuigschriften, van een geheel vrijwilligen aard, niet gewoon zouden -worden onder personen, die voldoende verlicht zijn om al de ernstige -gevolgen voor de persoon, de familie en de maatschappij te erkennen, -die in het huwelijk voorkomen. Het systeem van eugenisch getuigen, -zooals het ingesteld is en ontwikkeld door Galton, zal een waardevol -hulpmiddel zijn voor het verhoogen van het moreele bewustzijn in deze -zaak. De eugenische getuigschriften van Galton zouden voornamelijk -betrekking hebben op de natuurlijke deugden van hooger erfelijk -nageslacht--"de openlijke erkenning van een natuurlijken adel"--maar -zij zouden ook in zich sluiten de kwestie der persoonlijke gezondheid -en van persoonlijke geschiktheid [450]. - -Verplichte gezondheidsattesten te eischen bij het huwelijk is beginnen -bij het verkeerde einde. Het zou niet alleen leiden tot ontduikingen -en protesten, maar het zou waarschijnlijk een reactie teweeg -brengen. Het is eerst noodig enthusiasme te kweeken voor gezondheid, -een moreel geweten in de zaken der voortplanting, te zamen met, aan den -wetenschappelijken kant, een algemeene gewoonte om anthropologische, -psychologische en pathologische gegevens over het individu op te -schrijven, van zijn geboorte af, geheel afgezien van het huwelijk. De -vroegere vragenlijsten van Diday en Bertillon stonden dus niet alleen -op een gezondere maar ook op een meer practische basis. Als zulke -lijsten van de geboorte af aan voor ieder kind bijgehouden werden, -zou een speciaal onderzoek bij het huwelijk niet noodig zijn, en het -materiaal zou voor veel andere doeleinden bruikbaar zijn. Het is nu nog -moeilijk, zulke lijsten te verkrijgen van het oogenblik van de geboorte -af, en voor zoover ik weet, zijn er nog geen pogingen gedaan ze -stelselmatig in te richten. Maar het is zeer goed mogelijk te beginnen -bij het begin van het schoolleven, en dit wordt tegenwoordig op vele -scholen gedaan, o.a. op kostscholen in Engeland, Amerika en elders, -meer speciaal met betrekking tot de anthropologische, physiologische, -en psychologische gegevens, terwijl ieder kind onderworpen wordt aan -een nauwkeurig anthropometrisch onderzoek, en zoo voorzien van een -systematische opgave aangaande zijn physieken toestand [451]. Dit -onderzoek moest, volgens een eenvoudig systeem algemeen worden, en -na bepaalde tusschenpoozen herhaald. "Ieder kind moest", zooals naar -waarheid gezegd is door Dr. Dukes, den dokter van de Rugby school, "als -hij op een openbare school komt even zorgvuldig en grondig onderzocht -worden, alsof het voor een levensverzekering was". Als deze wijze van -handelen algemeen was van de jeugd af, zou er geen moeilijkheid zijn -bij het te voorschijn brengen van het overzicht bij het huwelijk, en er -zou geen gelegenheid zijn tot bedrog. Ieder's dossier mocht wel door -den Staat geregistreerd worden, zooals dat tegenwoordig gebeurt met -testamenten, en moest, als bij deze, na verloop van een eeuw, vrijelijk -opengesteld worden voor onderzoekers. Totdat dit verscheiden eeuwen -lang zal gedaan zijn, zal onze kennis der eugeniek rudimentair blijven. - - - Er kan niet veel twijfel aan zijn, of de eugenische houding - jegens het huwelijk, en de verantwoordelijkheid van het individu - voor de toekomst van het ras, begint langzamerhand meer erkend te - worden. Het komt herhaaldelijk voor, dat menschen, die op het punt - staan te trouwen, bij den medicus komen in ernstige bezorgdheid - over dit punt. Urquhart (Journal of Mental Science, April, 1907, - p. 277) meent, dat huwelijken maar zelden nagelaten worden om - deze reden; dit schijnt echter een te pessimistische zienswijze, - en zelfs als het huwelijk niet nagelaten wordt, wordt het besluit - genomen geen nakomelingschap te verwekken. Clouston, die den nadruk - legt (Hygiene of the Mind, p. 74) op het belang van "navraag, - door elk der partijen van het contract voor het leven gedaan, - door hun ouders en hun dokters, wat erfelijkheid, temperament en - gezondheid aangaat", is veel hoopvoller aangaande de resultaten dan - Urquhart. "Ik heb in de laatste jaren zeer den indruk gekregen", - schrijft hij (Journal of Mental Science, Oct. 1907, p. 710), - "dat dit onderwerp de intelligente menschen bezighoudt, door - het aantal malen, dat ik geraadpleegd word door jonge mannen en - jonge vrouwen, die plan hebben te trouwen, of door hun vaders of - moeders. Ik heb lang in het diepst van mijn ziel de overtuiging - gehad, als ik geraadpleegd werd, dat het er niets toe deed, wat ik - zei, dat het geen verschil zou maken. Maar het maakt wèl verschil; - en ik, en andere, kunnen vertellen van dozijnen huwelijken, die - niet doorgegaan zijn ten gevolge van psychiatrisch medischen raad". - - Ellen Key verwijst ook naar de toenemende neiging, zoowel - onder mannen als vrouwen, om zich te laten influenceeren door - overwegingen der eugeniek bij het vormen van levensgemeenschappen - (Eeuw van het Kind, hoofdst. 1). De erkenning van de eugenische - houding tegenover het huwelijk, het scherper worden van - het maatschappelijk en individueel geweten in zaken der - erfelijkheid, evenals het systematisch invoeren van het geven van - getuigschriften en het registreeren er van, zal bevorderd worden - door de aangroeiende neiging om de geneeskunde te maken tot een - zaak der maatschappij, en zou volkomen onmogelijk zijn, als dit - niet gebeurde. (Zie b.v. Havelock Ellis, The Nationalization - of Health). De Medische Gezondheidsorganisatie van staatswege - neemt gestadig en voortdurend toe, en dekt een steeds grooter - veld. De dagen van den particulieren medicus--die, zooals Duclaux - (L'Hygiène Sociale, p. 263), het uitdrukte, in zijn spreekkamer - zit "als een kruidenier, in wiens winkel de klant kan binnenkomen - en er weer uitgaan, zooals hij wil, en wanneer hij wil"--zullen - ongetwijfeld spoedig voorbij zijn. Men begint tegenwoordig te - gevoelen, dat gezondheid een veel te ernstige zaak is, om aan den - willekeur van het individu overgelaten te worden, niet alleen uit - individueel, maar ook uit maatschappelijk gezichtspunt. Er is, - bij sommigen, een neiging om te vreezen, dat de maatschappij - den een of anderen dag in het andere uiterste zal vervallen, - en voor de geneeskunde denzelfden eerbied zal gaan koesteren, - die ze eens had voor de theologie. Dat gevaar ligt nog ver in de - toekomst, en het is ook niet waarschijnlijk, dat de geneeskunde - zich ooit een gezag van deze soort zal aanmatigen. De geest van - de geneeskunde neigt, zeer bepaald, meer in de richting van het - ascetisme dan van het dogma, en de fanatici op dit gebied zullen - altijd in de overgroote minderheid zijn. - - -Het algemeen invoeren van authentieke persoonlijke acten met alle -essentieele--erfelijke, anthropometrische en pathologische--feiten, -moet wel een kracht zijn aan de zijde van de positieve, zoowel als -van de negatieve eugeniek, want het zou bevorderlijk zijn aan het -voortplanten van de geschikten en dat van de ongeschikten beperken, -zonder eenigen wettelijken dwang. Met het toenemen van de eugenische -vorming zou het respect voor zulke acten als iets, dat aan het huwelijk -voorafgaat, evenzeer een van zelfsprekende zaak worden, als eens -het respect was voor geld of voor stand. Een vrouw kan er gewoonlijk -voor zorgen, dat ze geen man trouwt zonder geld of vooruitzichten; -een man kan hartstochtelijk verliefd zijn op een vrouw van lageren -stand dan hij zelf is, maar hij trouwt haar zelden. Er is niets anders -noodig dan een duidelijk algemeen begrip van alles wat erfelijkheid -en gezondheid in zich sluit, om overwegingen der eugeniek van even -grooten invloed te doen zijn. - -Een verstandig toezien op de kwaliteit van het nageslacht zal -gunstig werken aan den kant der positieve eugeniek, doordat ze in -de plaats van de noodlottige neiging om een premie te stellen op -een groot aantal kinderen, de meer rationeele methode stelt van het -stellen van een premie op de kwaliteit van het kind. Het is een van -de ongelukkigste gevolgen geweest van de manier om te protesteeren -tegen den achteruitgang van het geboortecijfer, dat altijd en overal -het resultaat van de beschaving geweest is, dat er een neiging geweest -is om speciale maatschappelijke of geldelijke voordeelen aan te bieden -aan de ouders van groote gezinnen. Daar groote families neiging hebben -tot degeneratie, en dikwijls een last voor de gemeenschap worden, -daar snel op elkaar volgende zwangerschappen niet alleen een ernstige -uitputting van de krachten der moeder ten gevolgen hebben, maar daar -men nu weet, dat ze een ernstig schadelijken invloed uitoefenen op de -kwaliteit van het nageslacht, en daar bovendien in groote families -ziekte en sterfte veelvuldig voorkomen, pleiten al de belangen van -de gemeenschap tegen het stellen van een premie op groote gezinnen, -zelfs als de ouders van goeden stam zijn. De staat heeft veel meer -belang bij de kwaliteit dan bij de kwantiteit van zijn burgers, -en er moest een premie gesteld worden niet op gezinnen, die een -bepaalde grootte bereikt hebben, maar op afzonderlijke kinderen, -die een bepaalden standaard bereiken; het komen tot dezen standaard -zou moeten gebaseerd zijn op opmerkingen, gemaakt van de geboorte af, -tot het vijfde jaar. Een premie op deze basis zou voor den Staat even -weldadig zijn, als een premie op een groot aantal kinderen verkeerd is. - -Deze overweging is tevens in hooge mate van toepassing op de -voorstellen der "moederschapspremie", waarvan we meer en meer -hooren. Een zoo gematigd en verstandig maatschappelijk hervormer -als Mr. Sidney Webb schrijft: "Wij zullen het probleem van de -moederschapspremie onder de oogen moeten zien, en dit meest -onontbeerlijke van alle beroepen op een fatsoenlijke economische -basis plaatsen. Tegenwoordig wordt het genegeerd als een beroep, niet -beloond, en op geenerlei wijze door den Staat geëerd" [452]. Hoe waar -deze bewering ook is, moeten we toch altijd in herinnering houden -dat iets, dat onontbeerlijk vooraf moet gaan aan een voorstel tot -een premie op het moederschap door den Staat, is een duidelijk begrip -van het soort van moederschap, waar de Staat behoefte aan heeft. Het -stellen van een premie op het roekelooze en willekeurige moederschap, -dat we om ons heen zien, dat is door hulp van den Staat de productie -aan te moedigen van burgers, die de Staat, als hij durfde, graag zou -willen vernietigen als ongeschikt, is een al te belachelijk voorstel -om er ook maar over te spreken [453]. De eenige gezonde reden voor -het stellen van een premie op het moederschap is, dat het den Staat -in staat zou stellen in zijn eigen belang de natuurlijke keuze van -de geschikten te bevorderen. - -Wat de positieve eigenschappen aangaat, waar de Staat recht -heeft bij het aanmoedigen van het moederschap een premie op te -stellen, is het nog te vroeg om met volkomen zekerheid daarover te -spreken. De negatieve eugeniek is de positieve eugeniek vooruit; het is -gemakkelijker verkeerde stammen te ontdekken dan om volkomen zeker te -zijn van goede. Zoowel van wetenschappelijke als van maatschappelijke -zijde beginnen wij echter duidelijker in te zien welk doel we willen -bereiken en meer precies te weten met welke middelen we dat doel -moeten bereiken [454]. - -Zelfs wanneer we een tamelijk duidelijk inzicht gekregen hebben welke -stammen en individuen wij met recht mogen aanmoedigen om de taak te -ondernemen geschikte burgers voor den Staat voort te brengen, zijn de -problemen der voortplanting daarmede nog geenszins ten einde. Voordat -we er ook maar onderzoek naar kunnen doen wat de voorwaarden zijn, -waaronder uitgekozen individuen zich het best zullen voortplanten, -is daar nog de allereerste vraag, die beslist moet worden: of die -individuen vruchtbaar en potent zijn, want dit wordt niet gewaarborgd -door het feit dat ze van goede stammen komen, en zelfs is het feit, -dat een man en een vrouw met andere personen vruchtbaar zijn in het -geheel geen positieve proef, dat ze met elkaar vruchtbaar zullen -zijn. Onder de groote massa's van de bevolking, die niet trachten -hun vereenigingen te wettigen voordat die vereenigingen vruchtbaar -gebleken zijn, wordt deze moeilijkheid op eenvoudige en praktische -wijze opgelost. De kwestie is echter bij den tegenwoordigen staat -der huwelijkswet in de meeste landen ernstig en vol risico voor -die klassen, die gewoon zijn zich in het wettig huwelijk te binden -zonder dat ze iets weten van hun potentie en hun vruchtbaarheid met -elkaar. De zaak wordt meestal aan het toeval overgelaten, en daar het -wettig huwelijk gewoonlijk niet ontbonden kan worden, op grond dat er -geen nakomelingen zijn, zelfs al wordt de voortplanting gewoonlijk -verklaard tot het voornaamste doel van het huwelijk te behooren, -wordt de kwestie zeer ernstig. Steriliteit komt voor bij 7 % tot 15 % -van alle huwelijken, en in zeer vele daarvan is ze een bron van groot -verdriet. Dit zou, in zekere mate, vermeden kunnen worden door een -onderzoek voor het huwelijk, en bijna geheel, door te bepalen dat, -daar een huwelijk alleen door de nakomelingen belang heeft voor den -Staat, een wettig huwelijk na een bepaalden tijd ontbonden zou kunnen -worden bij afwezigheid van nakomelingen. - - - Vroeger meende men dat, als een vereeniging onvruchtbaar bleek, - dit de schuld was van de vrouw. Die meening is men lang te boven, - maar, ook nu nog, interesseert een man zich gewoonlijk veel meer - voor zijn potentie, dat is, zijn geschiktheid om de mechanische - daad van den coïtus uit te voeren, dan voor zijn vruchtbaarheid, - dat is zijn geschiktheid om levende spermatozoën voort te brengen; - terwijl toch deze laatste omstandigheid een veel meer vóórkomende - bron is van steriliteit. "Van iederen man", zegt Arthur Cooper - (British Medical Journal, 11 Mei 1907), "die een sexueel gebrek of - een sexueele misvorming heeft, of die geleden heeft aan een kwaal - of een beleediging van de genito-urinale organen, zelfs als die - betrekkelijk gering of eenzijdig is, en terwijl zijn macht tot - paren ongeschonden kan gebleven zijn, moet men veronderstellen - dat hij misschien steriel is, totdat er eenig bewijs van het - tegendeel verkregen is". In geval van een steriel huwelijk - moest de mogelijke oorzaak eerst nagespoord worden bij den man, - want het is betrekkelijk gemakkelijk het zaad te onderzoeken en - zich te vergewissen of het actieve spermatozoën bevat. Prinsen - zegt in een veel omvattende studie over steriele huwelijken - ("Die Sterilen Ehen", Zeitschrift für Sozialwissenschaft, 1904, - afl. 1 en 2), dat in twee vijfden van de steriele huwelijken - de fout bij den man ligt; een derde van zulke huwelijken is - het resultaat van venerische ziekten bij den echtgenoot zelf, - of overgebracht op de vrouw. Gonorrhoe wordt tegenwoordig niet - beschouwd als een zoo belangrijke oorzaak van steriliteit als - eenige jaren geleden; Schenk beschouwt ze als verantwoordelijk - ervoor maar ongeveer dertien percent van de steriele huwelijken - (vergelijk Kisch, The Sexual Life of Woman). Pinkus (Archiv für - Gynäkologie, 1907) vond dat, van de bijna honderd gevallen, - waarin hij de beide deelgenooten onderzocht, in 24.4 percent - de steriliteit direct berustte bij den man, en in 15.8 percent - indirect, omdat ze veroorzaakt was door gonorrhoe, waarmee hij - zijn vrouw geïnfecteerd had. - - Als steriliteit het gevolg is van een gebrek in de spermatozoën - van den man, en als ze niet vóor het huwelijk ontdekt is, wat - gewoonlijk wel gekund had, dan is nu en dan de vraag gerezen - de vrouw door andere middelen te bevruchten. Echtscheiding op - grond van steriliteit is niet mogelijk, en zelfs als dat was, - heeft het paar, hoewel het een kind wil hebben, dikwijls niet den - minsten wensch om te scheiden. Onder deze omstandigheden is nu en - dan de poging gedaan om het gewenschte doel te bereiken, zonder - af te wijken van in ruimen kring aangenomen regels der moraal, - om kunstmatige bevruchting teweeg te brengen door injectie - met het zaad van een gezond man. Er zijn door verschillende - bekende mannen, van John Hunter tot Schwalbe, pogingen gedaan - om kunstmatige bevruchting teweeg te brengen, maar het is bijna - altijd zeer moeilijk te doen, en dikwijls geheel onmogelijk. Dit - laat zich gemakkelijk verklaren, als wij ons in het geheugen - roepen, waar al op gewezen is (zie boven p. 524) dat de erotische - opwinding bij de vrouw tot het verzekeren van de conceptie van - grooten invloed is; het is klaarblijkelijk een moeilijke taak, - zelfs voor de meest gevoelige vrouw om erotisch enthusiasme te - voelen voor een medischen spuit. Schwalbe vermeldt bijvoorbeeld - een geval (Deutsche Medizinische Wochenschrift, Aug. 1908, p. 510) - waarin--ten gevolge van de steriliteit van den man en den wensch - van de vrouw om, met goedvinden van den man, met het zaad van een - anderen man bevrucht te worden,--hij herhaalde zorgvuldige pogingen - deed om kunstmatige bevruchting teweeg te brengen; deze pogingen - hadden echter geen resultaat, en de drie betrokken partijen legden - zich ten slotte neer bij de gewone wijze van omgang, die succes - had. In een ander geval, door Schwalbe vermeld, waarin de man - impotent was, maar niet steriel, werden zes pogingen gedaan om - kunstmatige bevruchting te bewerken, en werd van verdere pogingen - afgezien, omdat allen, die er bij betrokken waren, er van walgden. - - De algemeene opinie is, over het geheel, niet geweest vóor - het gebruik van kunstmatige bevruchting, zelfs afgezien van - de mogelijkheid van succes. Zoo heeft in Frankrijk, waar een - uitgebreide literatuur over het onderwerp bestaat, de Parijsche - Medische Faculteit in 1885, na eenige aarzeling, geweigerd - de stelling van Gérard aan te nemen over de geschiedenis van - de kunstmatige bevruchting, die later afzonderlijk uitgegeven - is. In 1883 heeft het gerechtshof te Bordeaux verklaard, dat - kunstmatige bevruchting onwettig was en een maatschappelijk - gevaar. In 1897 verklaarde ook de Heilige Stoel dat het gebruik - onwettig was ("Artificial Fecundation before the Inquisition", - British Medical Journal, 5 Maart 1898). Geheel onafhankelijk van - deze houding van de geneeskunde, de wet en de Kerk, schijnt het - voorzeker, dat zij, die een nageslacht wenschen, als regel goed - zullen doen den natuurlijken weg te volgen, die ook de beste is, - of anders aan anderen de taak der voortplanting over te laten, - waar ze niet voldoende voor zijn toegerust. - - -Als wij er ons van overtuigd hebben, dat twee individuen beide tot -gezonde stammen behooren, en verder, dat ze beide geschikt zijn -voor de voortplanting, dan blijft er nog over te overwegen, onder -welke omstandigheden zij het best verwekking kunnen tot stand brengen -[455]. Dan rijst bijvoorbeeld de vraag, die zoo dikwijls gedaan wordt, -wat is de beste leeftijd voor de voortplanting? - -De overwegingen, die bij het beantwoorden van deze kwestie van gewicht -zijn, zijn van twee verschillende soorten, physiologisch en sociaal -of moreel. Dat is te zeggen, dat aan den eenen kant physieke rijpheid -volkomen moet bereikt zijn, en dat de sexueele cellen volkomen moeten -ontwikkeld zijn; terwijl aan den anderen kant de man in staat moet -zijn om een gezin te onderhouden, en dat beide deelgenooten een -oefening in het leven zullen hebben ontvangen, die hen in staat -stelt op gepaste wijze de verantwoordelijkheden en zorgen op zich -te nemen, die samengaan met het opvoeden van kinderen. Terwijl er op -verschillende tijden verschillende meeningen zijn geuit, schijnt de -algemeene opinie aangaande den besten tijd der voortplanting in Europa -in de laatste eeuwen nauwelijks veel gewisseld te hebben. Hesiodus -zeide al, dat een vrouw moest trouwen op haar vijftiende jaar en -een man op zijn dertigste [456], maar obstetrici zijn gewoonlijk -tot het besluit gekomen, dat zoowel in het belang van de ouders -als van de kinderen het leven der voortplanting niet moet beginnen -bij vrouwen, voordat ze twintig zijn en bij mannen voordat ze vijf -en twintig zijn [457]. Na de dertig bij vrouwen en na de vijf en -dertig of veertig bij mannen schijnen de beste voorwaarden tot de -voortbrenging te verminderen [458]. Tegenwoordig is er in Engeland en -in verschillende andere beschaafde landen een neiging geweest om den -leeftijd voor het huwelijk te verhoogen tot een steeds grooter aantal -jaren, gemiddeld een paar jaar later dan de leeftijd, die gewoonlijk -aangenomen wordt als de gunstigste leeftijd voor het begin van het -voortplantingsleven. Maar over het geheel wijkt het gemiddelde zelden -ver af van den aangenomen standaard en er schijnt geen reden te zijn, -waarom we deze neiging zouden wijzigen. - - - Toch volgt hier in het geheel niet uit, dat groote verschillen - niet onder speciale omstandigheden, niet alleen vergefelijk, maar - zelfs wenschelijk zijn. De man is in sommige gevallen in staat - tot de voortplanting van ongeveer dertien jaar tot ver over de - negentig, en op dezen hoogen leeftijd kan het nageslacht, zelfs - als het niet opmerkelijk is door groote physieke kracht, hooge - intellectueele kwaliteiten bezitten. (Zie bv. Havelock Ellis, - A Study of British Genius, blz. 120 et seq.). Geschiktheid tot - voortbrengen van de vrouw begint al vroeger (soms op haar achtste - jaar), hoewel ze gewoonlijk ophoudt met de vijftig of vroeger, - en dat ze slechts in enkele gevallen voortduurt tot zestig of - daarboven. Er worden gevallen vermeld van kinderen, die geboren - zijn, terwijl de moeder negen en vijftig jaar was (bv. Lancet, 5 - Aug. 1905, p. 419). Lepage (Comptes-rendus Sociêté d'Obstétrique - de Paris, Oct. 1903) vermeldt een geval van een eerstgeborene, - waarvan de moeder zeven en vijftig jaar was; het kind werd dood - geboren. Kisch (Sexual Life of Woman, deel II) verwijst naar de - gevallen van zwangerschap bij oudere vrouwen, en er wordt van - verschillende gevallen melding gemaakt in het British Medical - Journal, 8 Aug. 1903, p. 325. - - Van meer belang is de kwestie van vroege - zwangerschap. Verschillende onderzoekers hebben hun aandacht - aan deze kwestie gewijd. Zoo heeft Spitta (in een Marburger - inaugureele dissertatie, 1895) een overzicht gegeven van de - klinische geschiedenis van 260 weeën bij primiparae van 18 jaar - en daaronder, zooals hij ze waargenomen had in de Marburger - kraaminrichting. Hij bevond, dat de gezondheid in het algemeen - tijdens de zwangerschap niet slechter was dan die van andere - zwangere vrouwen, terwijl de sterfte onder de kinderen bij de - geboorte en in de volgende weken niet hoog was, en de sterfte - onder de moeders volstrekt niet hoog was. Picard (in een Parijsche - thesis, 1903) heeft de bevalling bestudeerd bij acht en dertig - moeders onder den leeftijd van zeventien jaar. Hij vond, dat, - hoewel het pelvis zeker nog niet geheel ontwikkeld is bij zeer - jonge meisjes, de gewrichten en beenderen echter veel elastischer - zijn dan bij volwassenen, zoodat de bevalling, wel verre van - moeilijker te zijn, gewoonlijk vlug en gemakkelijk is. De weeën - verloopen over het algemeen normaal in deze gevallen, en, zelfs als - er onregelmatigheden voorkomen (lage plaatsing van de placenta is - een gewone onregelmatigheid) is het opmerkelijk, dat de patienten - er niet onder lijden, zooals oudere vrouwen. Het gemiddelde gewicht - van het kind was ongeveer 6 pond; soms was speciale verzorging - noodig in de eerste dagen na de geboorte, misschien omdat de weeën - in deze gevallen altijd wat langzaam verloopen. Het herstel van - de moeder verliep, in ieder geval, volkomen normaal, en het feit, - dat deze jonge moeders weer spoediger zwanger worden dan primiparae - van rijper leeftijd, draagt er verder toe bij, om aan te toonen, - dat bevallingen vóór den leeftijd van zestien jaar op geenerlei - wijze nadeelig zijn voor de moeder. Gache (Annales de Gynécologie - et d'Obstrétique, Dec, 1904) heeft een en negentig bevallingen - waargenomen van moeders onder de zeventien jaar, in het Rawson - Hospitaal in Buenos Ayres; zij waren van zoogenaamd Latijnsch ras, - meest Spaansch of Italiaansch. Gache vond, dat deze moeders in - het geheel niet meer blootgesteld waren aan miskraam of andere - complicaties van de zwangerschap dan andere. Behalve in vier - gevallen van tamelijk nauw bekken, was de verlossing normaal, - hoewel ze wat langer duurde dan bij oudere primiparae. Schade - aan de weeke deelen werd echter zelden toegebracht, en, als ze - voorkwam, was ze spoedig weer genezen. Het gemiddelde gewicht van - het kind was 3,039 gram, of ruim 6 pond. Het verdient opmerking, - dat de meeste waarnemers gewoonlijk vinden, dat zeer vroege - zwangerschappen voorkomen bij vrouwen, die op ongewoon jeugdigen - leeftijd beginnen te menstrueeren, b.v., een paar jaar voordat - de vroege zwangerschap optreedt. - - Het is echter duidelijk, dat bij jonge moeders alles bijzonder goed - verloopt, terwijl er niet de minste twijfel aan bestaat, dat zij - buitengewoon flinke kinderen ter wereld brengen. Kleinwächter vond - zelfs, dat, hoe jonger de moeder is, des te grooter het kind. Niet - alleen physiek zijn de kinderen van jonge moeders beter. Marro - heeft opgemerkt (Pubertà, p. 257), dat de kinderen van moeders - onder de 21 jaar beter zijn, dan die van oudere moeders, zoowel - in gedrag als in verstand, mits de vaders niet te oud zijn - of te jong. Gedetailleerde bijzonderheden over afzonderlijke - gevallen bevestigen deze feiten, zoowel voor de moeder als voor - het kind. Zoo vermeldt Milner (Lancet, Juni 7, 1902) een geval - van zwangerschap bij een meisje van veertien jaar; de weeën waren - niet hevig en de verlossing was gemakkelijk. E. B. Wales, uit New - Jersey, heeft de geschiedenis vermeld (weergegeven in de Medical - Reprints, Sept. 15, 1890) van een negerin, die op elfjarigen - leeftijd zwanger werd. Zij was middelmatig groot, eer lang en - teer, maar goed ontwikkeld en ze begon te menstrueeren op den - leeftijd van tien jaar. Zij was goed gezond en opgewekt tijdens de - zwangerschap, en tot werken in staat. De bevalling was gemakkelijk - en natuurlijk, duurde niet bijzonder lang en was blijkbaar niet - bijzonder pijnlijk, want er was geen gekreun of opwinding. Het - kind was een mooie, gezonde jongen, die niet minder woog dan elf - pond. Moeder en kind maakten het beiden goed, en er was rijkelijk - melkafscheiding. Whiteside Robertson (British Medical Journal, - Jan. 18, 1902) heeft een geval vermeld van zwangerschap op den - leeftijd van dertien jaar, bij een meisje uit de Kaapkolonie, - dat uit een ander gezichtspunt opmerkelijk is. Zij scheen tijdens - de zwangerschap anaemisch te zijn, slecht ontwikkeld, met slecht - ontwikkeld bekken. Toch had een normale bevalling plaats, op den - juisten tijd, zonder moeite of beschadigingen, en het kraambed - verliep in ieder opzicht goed. Het kind was goed gevormd en woog - 7 1/2 pond. "Ik heb zelden een primipara gemakkelijker weeën - zien hebben", besloot Robertson, "en ik heb er nooit een gezien, - die de verwerkelijking van het moederschap met meer bevrediging - tegemoet zag". - - De feiten, die bijeen gebracht zijn door obstetrici aangaande - de goede resultaten van vroege zwangerschap, voor moeder zoowel - als voor kind, zijn nog niet met die aandacht beschouwd geworden, - die ze verdienen. Zij worden echter bevestigd door vele algemeene - neigingen, die tegenwoordig erkend worden. Het veel beteekenend - feit is, bij voorbeeld, bekend, dat bij moeders boven de dertig - het aantal miskramen en ontijdige geboorten tweemaal zoo groot is - als bij moeders tusschen den leeftijd van vijftien en twintig, die - in dit opzicht weer hooger staan dan de moeders van den leeftijd - tusschen de twintig en de dertig (Statistisches Jahrbuch, Budapest, - 1905). Verder heeft Matthews Duncan aangetoond, in zijn lezing te - Goulstone, dat de kansen op steriliteit bij een vrouw toenemen met - den leeftijd. Er is verder aangetoond door Kisch (Sexual Life of - Woman, Part II), dat, hoe ouder een vrouw bij het huwelijk is, des - te grooter het gemiddelde tijdsverloop is voor de eerste bevalling, - een neiging, die er op schijnt te wijzen, dat de zeer jonge vrouwen - in de beste conditie zijn voor de voortplanting; Kisch is niet - geneigd te denken, dat dit betrekking heeft op vrouwen onder de - twintig, maar het feit, dat door andere accoucheurs opgemerkt is, - dat moeders onder de achttien neiging hebben na een buitengewoon - kort tijdsverloop weer zwanger te worden, neutraliseert de - door Kisch gemaakte uitzondering. We kunnen er ook op wijzen, - dat, bij kinderen van zeer jonge moeders, de seksen meer gelijk - zijn in aantal dan het geval is met oudere moeders. Dit zou er - op schijnen te wijzen, dat we hier staan tegenover een normaal - evenwicht, dat afneemt, naarmate de leeftijd van de moeder meer - verandert in abnormale richting. - - Het gemak van de geboorte op een vroegen leeftijd, kunnen we - opmerken, komt overeen met een gelijk gemak bij den sexueelen - omgang, een feit, dat dikwijls over het hoofd is gezien. In - Rusland, waar het huwelijk nog vroeg plaats vindt, had het vroeger - al plaats, als de vrouw eerst twaalf of dertien jaar oud was, - en Guttceit (Dreissig Jahre Praxis, deel I, p. 324) zegt, dat - vrouwen, die op dezen leeftijd trouwden, hem verzekerd hadden, - dat de eerste coïtus geen speciale moeilijkheden meebracht. - - Er is ongetwijfeld tegenwoordig een groote mate van vooroordeel - jegens het vroege moederschap. Voor een deel ligt dit er aan, dat - men niet heeft kunnen inzien, dat vrouwen sexueel veel vroeger rijp - zijn dan mannen, physiek zoowel al psychisch (zie boven p. 35). Er - is een verschil van ongeveer vijf jaar. Dit verschil is al erkend - geworden duizenden van jaren geleden, in het oude geloof, dat de - leeftijd van de keuze tot de voortplanting ongeveer twintig of - minder is voor vrouwen, maar omstreeks vijf en twintig voor mannen; - en men heeft onlangs ontdekt dat, terwijl de man nooit bekwaam - is tot verwekken vóor zijn dertiende jaar, de vrouw in sommige - gevallen op haar achtste jaar al zwanger kan worden. (Eenige - van de voorbeelden, die vermeld zijn, zijn aangehaald door - Kisch). Gedeeltelijk is er ook bezwaar tegen het op zich nemen van - een zoo zware verantwoordelijkheid als die van het moederschap - door een jong meisje, en er bestaat een zeer redelijk gevoel, - dat de verplichtingen van een duurzamen huwelijksband niet op een - jeugdigen leeftijd moeten op zich genomen worden. Aan den anderen - kant is het, afgezien van de physieke voordeelen, zoowel wat de - moeder aangaat als het kind, in zake vroege zwangerschappen, een - voordeel voor het kind een jonge moeder te hebben, die zich met - sympathie en zonder terughouding aan zijn belangen kan wijden, - in plaats van het droevige schouwspel te leveren, dat we zoo - dikwijls zien in de vrouw van middelbaren leeftijd, die moeder - wordt als haar jeugd en geestelijke buigzaamheid voorbij zijn, - en haar gewoonten en smaak zich in andere banen hebben vastgelegd; - het is soms een groote zegen geweest, zelfs voor de allergrootste - mannen, als Goethe, dat ze een jonge moeder gehad hebben. Het - zou in veel gevallen ook een voordeel zijn voor de vrouw zelf, - als zij haar hoofdtaak als moeder op haar vijf en twintigste jaar - tot een einde had gebracht, zoodat ze dan, niet gehinderd door - het krijgen van kinderen en van rijpere ondervinding, vrij zou - kunnen zijn om zich te wijden aan de ruime werkzaamheden in de - buitenwereld, waarvoor zij misschien geschikt is. - - Zulk een inrichting van de aangelegenheid der voortplanting van - vrouwen zou, klaarblijkelijk alleen maar een variatie zijn op - het nu bestaande, en zou waarschijnlijk ongeschikt zijn voor de - meerderheid. Ieder geval moet afzonderlijk beoordeeld worden. De - beste leeftijd voor de voortplanting zal waarschijnlijk steeds, - voor de meeste vrouwen tenminste, gerekend worden omstreeks de - twintig. Maar in een tijd als de tegenwoordige, waarin er een - ongelukkige neiging is om het moederschap uit te stellen, wordt - het noodig de voordeelen van vroeg moederschap, in vele gevallen, - te doen uitkomen. - - -Er zijn andere voorwaarden, die gunstig of ongunstig zijn voor -de voortplanting, waarvan het nu onnoodig is ze in bijzonderheden -te bespreken, daar ze reeds op overeenkomstige plaatsen in mijne -andere werken behandeld zijn. Daar is, bijvoorbeeld, de vraag, -welke tijd van het jaar en van den menstrueelen cyclus de meest -geschikte is om gekozen te worden voor de voortplanting. De beste -tijd is waarschijnlijk die, waarop de sexueele begeerte het sterkst -is, dat is de tijd waarop de conceptie natuurlijk het meest zal -voorkomen. Dit zegt men dat in de lente is, of in den vroegen -zomer [459], en onmiddellijk na (of kort voor) de periode van de -menstruatie. De Chineezen hebben opgemerkt, dat de laatste dagen van -de menstruatie en de twee volgende dagen--die overeenkomen met den -"oestrus" de gunstigste tijd zijn voor de bevruchting, en Bossi, -uit Genua, heeft gevonden, dat de groote meerderheid der succesvolle -gevallen, zoowel van natuurlijke als van kunstmatige bevruchting, in -dien tijd plaats vinden [460]. Soranus zoowel als de Talmud hebben -den tijd omstreeks de menstruatie aangeduid als de beste voor de -bevruchting, en Susruta, de Indische medicus, zeide, dat, in dezen -tijd, zwangerschap het gemakkelijkste intreedt, omdat dan de mond -van de schoot van de vrouw open is als de bloem van de waterlelie in -den zonneschijn. - -We hebben nu het punt weder bereikt, waar we van zijn uitgegaan, -het oogenblik van de conceptie, en weer ligt het kind in den schoot -van de moeder. Er blijft niets meer te zeggen over. De goddelijke -kringloop van het leven is volbracht. - - - - - - - - - -NASCHRIFT - - -"Het werk, waartoe ik geboren was om te doen, is gedaan", schreef een -groot dichter, toen hij eindelijk zijn taak had volbracht En hoewel -ik geen recht heb een "Nunc dimittis" te zingen, weet ik toch wel, -dat de taak, die het beste gedeelte van mijn leven in beslag heeft -genomen, maar weinige jaren en weinig kracht kan overlaten voor werk, -dat nog na komt. Het is meer dan dertig jaar geleden, dat het eerste -denkbeeld om het boek te schrijven, dat hier nu voleindigd is, zich -vaag, maar toch met klem aan mij begon op te dringen; de studie en -de voorbereiding heeft meer dan vijftien jaren in beslag genomen, -en is geëindigd met de uitgave van Man and Woman, dat geplaatst is -als inleiding voor het hoofdwerk, hetwelk, met schrijven en uitgeven, -de vijftien volgende jaren in beslag heeft genomen. - -Het is misschien gelukkig geweest voor mijn gemoedsrust, dat ik -bij het begin niet al de bezwaren voorzien heb, die mijn weg -zouden bemoeilijken. Ik wist natuurlijk, dat zij, die ernstig -en nauwkeurig onderzoek doen naar een onderwerp, dat de menschen -gewend zijn te vermijden, zich blootstellen aan misverstand en zelfs -aan lasterpraatjes. Maar ik meende, dat een teruggetrokken-levend -onderzoeker, die zich voorzichtig bezighield met levensvragen der -maatschappij, en zich niet wendde tot het publiek in het algemeen, maar -alleen tot de leeraren van het publiek, en die de resultaten van zijn -onderzoekingen vastlegde in technisch geschreven boekdeelen, slechts -voor weinigen toegankelijk, ik meende, dat zulk een onderzoeker ten -minste veilig zou zijn voor grove aanvallen van den kant van politie -of van regeering, onder welker bescherming hij meende te leven. Dat is -een dwaling gebleken. Toen nog pas een deel van deze Studies geschreven -en uitgegeven was, in Engeland, werd, ten gevolge van een vervolging -door de regeering bevolen, aan den verkoop van dat deel in Engeland -een einde gemaakt, en dit bracht mij er toe te besluiten, dat de -volgende deelen niet in mijn eigen land moesten worden uitgegeven. Ik -beklaag mij er niet over. Ik ben dankbaar voor de ware sympathie, -die mijn werk gevonden heeft in Duitschland en de Vereenigde Staten, -en ik moet erkennen, dat het zoo ten slotte een grooteren kring -lezers gevonden heeft, zoowel in de Engelsche taal als in de andere -belangrijke wereldtalen, dan het bij de aanvankelijke bescheiden wijze -van uitgeven, die onze regeering mij toen onmogelijk gemaakt heeft, had -kunnen vinden. Ook heeft de poging om mijn werk te onderdrukken, mij -geen aanleiding gegeven, ook maar een woord daarin te veranderen. Ik -heb, mèt of zonder hulp, mijn weg tot het einde toe voortgezet. - -Ik stam van vaders- zoowel als van moederszijde van Engelsche -families, die, bijna drie honderd jaar geleden, precies deze zelfde -moeilijkheden en gevaren hebben ontmoet. In de zeventiende eeuw ging -de strijd om het probleem van den godsdienst, zooals hij nu gaat om -het probleem van de sekse. Sedert in de laatste jaren die analogie -mij duidelijk is geworden, heb ik dikwijls gedacht aan sommige van -die bewonderenswaardige, niet bekende mannen, die verjaagd zijn, -beroofd en vervolgd, sommige door de kerk, omdat de geest van het -Puritanisme hen bezielde, sommige door de Puriteinen, omdat zij hingen -aan de idealen van de kerk, beide echter even rustig en onbuigzaam, -beide gelijkelijk vechtend voor de zaak der vrijheid of der orde, -op een gebied, waar men nu niet meer over strijdt. Die overwinning -heeft mij dikwijls een goed voorteeken geschenen voor het misschien -ontaarde kind van deze mannen, die nu tracht de zaak van vrijheid en -orde voor te staan op een ander gebied. - -Soms schijnt het werkelijk een wanhopige taak beweging te -brengen in den druk der logge vooroordeelen, die op geen gebied -zoo hardnekkig zijn, als op geslachtelijk gebied. Het kan er toe -bijdragen de sereniteit van ons optimisme te herwinnen, als we maar -duidelijker wilden erkennen, dat in maar zeer enkele generaties al -deze vooroordeelen zullen zijn te gronde gegaan en vergeten. Hij, -die voortschrijdt in de voetstappen der natuur volgens een wet, die -niet door menschen gemaakt is, maar boven en buiten den mensch is, -heeft tijd en eeuwigheid op zijn hand, en kan zoowel geduldig zijn -als zonder vrees. Menschen sterven, maar de denkbeelden, die zij -nastreven, blijven leven. Men kan onze boeken in de vlammen werpen, -maar in de volgende generatie worden die vlammen tot menschelijke -zielen. De verandering geschiedt door den dokter in zijn spreekkamer, -door den leeraar op de school, den prediker op den preekstoel, door -den journalist in de pers. Het is een verandering, die, langzaam maar -zeker, zich om ons heen voltrekt. - -Ik weet zeker wel, dat velen zich niet in staat zullen gevoelen, -de opvatting over den toestand der sexueele kwestie, zooals -die hier uiteen is gezet, voornamelijk in het laatste deel, te -aanvaarden. Sommigen zullen die opvatting te conservatief vinden, -anderen te revolutionair. Want er zijn altijd menschen, die zich -hartstochtelijk aan het verleden vasthouden; en er zijn altijd -anderen, die hartstochtelijk dàt grijpen, wat zij voor de toekomst -houden. Maar de wijze staat tusschen beide partijen in en sympatiseert -met beide, omdat hij weet, dat wij altijd in een toestand van overgang -zijn. Het tegenwoordige is in iederen tijd alleen het keerpunt, -waar het verleden in de toekomst overgaat, en wij kunnen en moeten -met beide vrede hebben. Er kan geen wereld zijn zonder tradities; -en er kan geen leven zijn zonder beweging. Zooals Heraclitus al wist -bij het begin van de moderne philosophie, wij kunnen niet tweemaal in -denzelfden stroom baden, hoewel toch, zooals we tegenwoordig weten, de -stroom vloeit in een eindeloozen kringloop. Er is nooit een oogenblik, -waarop de nieuwe dageraad niet over de aarde aanbreekt, en nooit een -oogenblik waarop de zon niet meer ondergaat. Het is goed zelfs den -eersten glimp van den dageraad kalm te begroeten als we hem zien, -er niet met ongepaste haast heen te snellen, en het ondergaan der -zon niet den rug toe te keeren zonder dankbaarheid voor het stervende -licht, dat eens de dageraad was. - -In de moreele wereld zijn wij zelf de lichtdragers, en het cosmische -proces wordt in ons verwezenlijkt. Voor een korten tijd kunnen wij, -als wij willen, de duisternis verlichten, die ons pad omgeeft. Evenals -de toortsdragers der oudheid, die aan Lucretius toeschenen het symbool -van het leven te zijn, snellen wij voorwaarts, met den fakkel in -de hand. Spoedig loopt iemand achter ons, die ons zal inhalen. Al -ons kunnen bestaat daarin, dat wij den brandenden fakkel helder en -zonder flikkeren in zijn hand geven, terwijl wij zelf in het duister -verdwijnen. - - - HAVELOCK ELLIS. - - - - - - - - - -AANTEEKENINGEN - - -[1] Deze deelen zijn in bewerking en zullen eveneens bij uitgeefster -dezes in het Nederlandsch verschijnen. - -[2] Het is natuurlijk niet altijd letterlijk waar, dat iedere ouder -juist de helft van de erfelijkheid aanbrengt, want, zooals we in het -algemeen onder de dieren zien, nadert de nakomelingschap somtijds meer -tot de eene ouder, somtijds tot de andere, terwijl onder planten, -zooals De Vries en anderen hebben aangetoond, de erfelijkheid nog -wel ongelijker verdeeld is. - -[3] Het zal wel haast niet noodig zijn te zeggen, dat, waar wij zeggen -dat het moederschap de hoogste functie is van een vrouw, wij daar in -het geheel niet beweren, dat haar werkzaamheden zich tot het tehuis -moeten beperken. Dat is een opinie, die nu wel mag beschouwd worden -als niet meer bestaande, zelfs onder hen, die het meest de functie -van de vrouw als moeder verheerlijken. Zooals Friedrich Naumann en -anderen zeer waar gezegd hebben, is een vrouw niet volkomen toegerust -om haar functies van moeder en opvoedster van de kinderen te vervullen, -als zij niet in de wereld geleefd en een beroep uitgeoefend heeft. - -[4] "Als de hoedanigheden van hoofd en hart dezelfde waren in beide -geslachten", zegt Lily Braun terecht (Die Frauenfrage, pag. 207), -"dan zou het binnentreden van de vrouw in het publieke leven geen -waarde hebben voor de menschheid, en zou zelfs leiden tot een nog -heviger concurrentie. Alleen de erkenning, dat de geheele aard van -de vrouw verschillend is van dien van den man, dat zij beteekent -een nieuw, levenwekkend beginsel in het menschelijk leven, maakt de -vrouwenbeweging, ondanks de verkeerde opvattingen van haar vijanden -en haar vrienden, een maatschappelijke revolutie". (Zie ook Havelock -Ellis, Man en vrouw, vierde uitgave, 1904, vooral hoofdstuk XVIII). - -[5] Het woord "puericultuur" is uitgevonden door Dr. Caron in 1866, -om aan te duiden de ontwikkeling van kinderen na de geboorte. Het -was Pinard, de bekende Fransche verloskundige, die er, in 1895, -een ruimer en meer ware beteekenis aan gaf, door het te gebruiken -óok voor de ontwikkeling van kinderen vóór de geboorte. Het wordt -nu gedefinieerd als "de wetenschap, die zich ten doel stelt, te -zoeken naar de kennis, die betrekking heeft op de reproductie, de -instandhouding en de verbetering van het menschelijk ras". (Péchin, -La Puériculture avant la Naissance, Thèse de Paris, 1908). - -[6] In "La Grossesse" (pp. 450 en volgende) heeft Bouchacourt de -problemen van puericultuur tamelijk uitvoerig besproken. - -[7] Het belang der puericultuur voor de geboorte werd ten volle erkend -in China duizend jaar geleden. Zoo schreef Madame Cheng te dien tijde -over de opvoeding van het kind: "Zijn opvoeding kan zelfs vóor de -geboorte beginnen; en daarom lag de toekomstige moeder van vroeger, als -ze lag, rechtuit; als ze zat, zat ze rechtop; en als ze stond, stond -ze rechtop. Ze wilde geen vreemde smaken proeven, noch iets te maken -hebben met spiritualisme; als haar voedsel niet klein gesneden was, -wilde ze het niet eten en als haar mat niet recht gelegd was, wilde -ze er niet op zitten. Zij wilde naar niets zien, dat onaangenaam was, -niet luisteren naar een onaangenaam geluid, geen ruw woord spreken en -geen onrein ding aanraken. 's Avonds bestudeerde zij een klassiek boek, -overdag hield zij zich bezig met ceremonieel en met muziek. Daarom -werden haar zoons oprecht en uitmuntend in talenten en deugden; dat -was het resultaat van de opvoeding vóor de geboorte". (H. A. Giles, -"Woman in Chinese Literature". Nineteenth Century, Nov. 1914). - -[8] Max Bartels "Isländischer Brauch", etc. Zeitschrift für Ethnologie, -1900, p. 65. Een opsomming van de gewoonten van verschillende volken -met betrekking tot de zwangerschap wordt gegeven door Ploss en Bartels, -Das Weib, Sect. XXIX. - -[9] Over den invloed van alcohol tijdens de zwangerschap op het embryo, -zie men b.v. G. Newman, Infant Mortality p.p. 72-77. W. C. Sullivan -(Alcoholism, 1906, Ch. XI), resumeert het bewijsmateriaal, dat -aantoont, dat alcohol een factor is bij menschelijke ontaarding. - -[10] Er is zelfs reden te gelooven, dat het alcoholisme van den vader -van de moeder, schade doet aan haar geschiktheid als een moeder. Bunge -(Die Zunehmende Unfähigkeit der Frauen ihre Kinder zu Stillen, 5de -uitgave, 1907), bevindt, bij een onderzoek, dat zich uitstrekt over -2.000 families, dat chronische alcoholvergiftiging bij den vader -de voornaamste oorzaak is van de ongeschiktheid van de dochter om -te zoogen, en dat deze ongeschiktheid gewoonlijk niet in orde komt -in volgende geslachten. Tegenover Bunge heeft zich echter gesteld -Dr. Agnes Bluhm "Die Stillungsnot", Zeitschrift für Soziale Medizin, -1908 (geheel door haarzelf geresumeerd in Sexual-Probleme, Jan. 1909). - -[11] Zie bv. T. Arthur Helme, "The Unborn Child", British Medical -Journal, Aug. 24, 1907. Het voedsel moet natuurlijk goed zijn. Noel -Paton heeft aangetoond, (Lancet, Juli 4, 1903) dat onvoldoende voeding -van de zwangere vrouw het gewicht van het kind vermindert. - -[12] Debreyne, Maechialogie, p. 277. En van den kant der Protestanten -zie men Northcote (Christianity and Sex Problems, hoofdst. IX) die -geslachtsverkeer tijdens de zwangerschap toestaat. - -[13] Zie ook Ploss en Bartels, loc. cit. - -[14] Zoo schrijft een dame: "Ik heb maar éen kind gehad, maar ik mag -wel zeggen dat tijdens de zwangerschap het verlangen naar vereeniging -veel sterker was, den geheelen tijd door, dan op eenigen anderen -tijd". Bouchacourt (La Grossesse, pag. 180-183) zegt, dat als regel, -sexueel verlangen niet verminderd wordt door zwangerschap en nu en -dan vermeerderd. - -[15] Dit "lastig zijn" blijft nog altijd een struikelblok bij veel -uitmuntende autoriteiten. "Behalve als er een neiging is tot miskraam", -zegt Kossmann (Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation -to Marriage, vol. I, pag. 257), "moeten wij zeer voorzichtig zijn -met het aanbevelen van abstinentie tijdens de zwangerschap", en -Ballantyne (The Foetus, pag. 475) maakt voorzichtig de opmerking, -dat het een moeilijke kwestie is om te beslissen. Ook Forel (Die -Sexuelle Frage, 4de editie, pag. 81), die niet geneigd is volkomen -sexueele abstinentie aan te raden tijdens een normale zwangerschap, -geeft toe dat het een vrij lastige kwestie is. - -[16] Dit punt wordt bv. besproken door Séropian in een Thèse de Paris -(Fréquence comparée des Causes de l'Accouchement Prématuré, 1907); -hij komt tot de conclusie, dat coïtus tijdens de zwangerschap een -méer vóorkomende oorzaak is van ontijdige bevalling dan gewoonlijk -gedacht wordt, vooral in primiparae, en dat vooral in de negende maand. - -[17] "Infantile Mortality: The Huddersfield Scheme", British Medical -Journal, Dec. 1907; Samson Moore, "Infant Mortality", ib., August -29, 1908. - -[18] Ellen Key heeft voorstellen van deze soort (zooals ze zijn -ontwikkeld door C. P. Stetson) in haar Essays "On Love and Marriage" -schitterend behandeld. In tegenstelling met dergelijke voorstellen -oppert Ellen Key dat vrouwen, die behoorlijk geoefend zijn voor -moederplichten en die niet in staat zijn zichzelf te onderhouden, -terwijl zij ze uitoefenen, een subsidie moeten ontvangen van den Staat, -gedurende de drie eerste levensjaren van het kind. Wij kunnen hier -aan toevoegen, dat in Leipzig het plan moeders te subsidieeren die -(onder behoorlijk medisch en ander toezicht) haar kinderen zoogen, -reeds is ingevoerd. - -[19] Deze uitingen zijn behandeld in de studie over Auto-erotiek in -een onzer andere werken. Wij kunnen er bijvoegen, dat het sexueele -leven van het kind tot in de fijnste bijzonderheden onderzocht is -door Moll, Das Sexualleben des Kindes, 1900. - -[20] Deze geslachtsbloei in de sexueele klieren en borsten bij de -geboorte of in de vroege jeugd is in een thèse de Paris behandeld -door Camille Renouf (La Crise Génital et les Manifestations Connexes -chez le Foetus et le Nouveau-né, 1905); hij kan geen bevredigende -verklaring van deze verschijnselen geven. - -[21] Amélineau, La Morale des Egyptiens, pag. 64. - -[22] "The Social Evil in Philadelphia", Arena, Maart, 1896. - -[23] Moll, Konträre Sexualempfindung, third edition, pag. 592. - -[24] Deze machteloosheid van de wet en de politie wordt wel erkend -door mannen van de wet, die op de hoogte zijn van de zaak. Zoo dringt -T. Werthauer (Sittlichkeitsdelikte der Grosstadt, 1907) voortdurend -aan op het belang van ouders en onderwijzers om kinderen van hun -vroege jeugd af een langzamerhand toenemende kennis van sexueele -zaken mede te deelen. - -[25] "Aan ouders moet geleerd worden hoe ze inlichtingen moeten geven", -zegt E. L. Keyes ("Education upon Sexual Matters", New York Medical -Journal, Febr. 10, 1906), "en dit leeren van de ouders moet beginnen, -wanneer zij zelf nog kinderen zijn." - -[26] Moll (op. cit., pag. 224) zet zeer juist uiteen, hoe onmogelijk -het is kinderen te behoeden voor het zien en ondervinden van dingen, -die met het sexueele leven in verband staan. - -[27] Meisjes zijn zelfs niet voorbereid in vele gevallen op het voor -den dag komen van de schaamharen. Deze onverwachte haargroei bezorgt -jonge meisjes dikwijls veel heimelijken angst, en zij knippen ze -dikwijls zorgvuldig af. - -[28] G. S. Hall, Adolescence, deel I, p. 511. Vele jaren geleden, in -1875, raadde wijlen Dr. Clarke, in zijn Sex in Education rust tijdens -de menstruatie voor meisjes aan en verwekte daardoor een hevigen -tegenstand, die zeker nu niet voorgekomen zou zijn, nu de speciale -gevaren van de vrouwelijkheid meer en meer duidelijk begrepen worden. - -[29] Voor een resumé van de physieke en geestelijke verschijnselen -van de periode der menstruatie, zie men Havelock Ellis: Man en Vrouw -hoofdst. XI. De primitieve voorstelling van de menstruatie is meer -uitgebreid besproken door J. G. Fraser in The Golden Bough. Een groote -verzameling van feiten met betrekking tot de afzondering tijdens de -menstruatie van vrouwen over de geheele wereld, zal men vinden in Ploss -en Bartels, Das Weib. De afzondering van meisjes tijdens de puberteit -in Straat Torres is speciaal bestudeerd door Seligmann, Reports -Anthropological Expedition to Torres Straits, deel V, hoofdst. VI. - -[30] Zoo ontdekte Miss Lura Sanborn, die de leiding heeft van -de lichaamsoefeningen aan de normaalschool te Chicago, dat een -bad eenmaal in de 14 dagen niets ongewoons was. Bij de periode der -menstruatie is er speciaal nog een bijgeloovige vrees voor water. Aan -meisjes moet altijd geleerd worden, dat in dezen tijd zindelijkheid -bovenal gebiedend noodzakelijk is. Zij moeten een lauw zitbad nemen -'s avonds en 's morgens, en een vaginauitspoeling (die nooit koud -moet wezen) is altijd goed zoowel voor veraangenaming als voor -zindelijkheid. Er is niet de minste reden om tijdens de menstruatie -bang voor water te zijn. Dit punt werd eenige jaren geleden in het -British Medical Journal besproken met volkomen eensgezindheid van -opinie. Een bekend Amerikaansch verloskundige, Dr. J. Clifson Edgar, -komt na een zorgvuldige studie over opinie en praktijk in deze kwestie -("Bathing During Menstrual Period," American Journal Obstetrics, -Sept. 1900) tot de conclusie, dat het mogelijk en heilzaam is koude -baden te nemen (geen zeebaden) tijdens de periode, mits er gepaste -voorzorgen in acht genomen en de gewoonten niet plotseling veranderd -worden. Zulk een wijze van handelen behoeft niet zonder onderscheid -toegepast te worden, maar er kan geen twijfel aan zijn, dat bij -stoere boerenvrouwen, die er in haar jeugd aan gewend zijn, een lange -onderdompeling in de zee bij het visschen geen slechte resultaten -heeft, en dat die zelfs goed is. Housel (Annales de Gynécologie, -Dec. 1894) heeft statistieken gepubliceerd over het menstrueele -leven van 123 visschersvrouwen op de Fransche kust. Zij waren gewend -garnalen te vangen, uren achtereen dikwijls tot boven het middel in -zee staande, en dan rond te loopen in haar natte kleeren om garnalen -te verkoopen. Zij beweerden allen nadrukkelijk, dat haar menstruatie -gemakkelijker was als zij aan haar werk bezig waren. Haar perioden -zijn merkwaardig regelmatig en haar vruchtbaarheid is groot. - -[31] J. H. Bride, "The Life and Health of Our Girls in Relation to -Their Future", Alienist and Neurologist, Febr., 1904. - -[32] W. G. Chambers, "The Evolution of Ideals", Pedagogical Seminary, -Maart, 1903; Catherine Dodd. "School Children's Ideals", Natural -Review, Febr. en Dec., 1900, en Juni, 1901. Geen Duitsche meisjes -kwamen uit voor den wensch om mannen te willen zijn; zij zeiden -dat het slecht zou zijn. Onder Vlaamsche meisjes bevond Varendonck -te Gent echter (Archives de Psychologie, Juli 1908) dat 26 percent -mannen tot ideaal hadden. - -[33] A. Reibmayr, Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, -1908, deel 1, bladz. 70. - -[34] R. Hellmann, Ueber Geschlechtsfreiheit, pag. 14. - -[35] Dit geloof schijnt veel voor te komen onder jonge meisjes op -het vasteland van Europa. Het vormt het onderwerp van een van Marcel -Prevost's Lettres de Femmes. In Oostenrijk is het, volgens Freud, -niet ongewoon, uitsluitend onder meisjes. - -[36] Toch is, volgens de Engelsche wet, verkrachting een misdaad, -die een echtgenoot niet aan zijn vrouw kan begaan, (zie b.v., Nevill -Geary, The Law of Marriage, hoofdst. XV, afd. V). De voltrekking -van de huwelijksplechtigheid echter, zelfs als ze noodzakelijk een -duidelijke verklaring in zich sloot van de voorrechten van den man, -kan niet beschouwd worden als een voldoende rechtvaardiging voor -een daad van sexueele gemeenschap, volbracht met geweld of zonder de -toestemming van de vrouw. - -[37] Hirschfeld, Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, 1903, -pag. 88. We kunnen hieraan toevoegen, dat een afschuw tegen coïtus -niet noodzakelijk behoeft voort te komen uit een slechte opvoeding -en dat die ook wel voor kan komen in erfelijk gedegenereerde vrouwen, -wier voorouders gelijke of er mee verwante geestelijke eigenaardigheden -vertoond hebben. Een geval van zulke "functioneele impotentie" wordt -vermeld van een jonge Italiaansche vrouw van een en twintig jaar, -die overigens gezond was en sterk aan haar echtgenoot gehecht. Het -huwelijk werd nietig verklaard op den grond dat "rudimentaire sexueele -of emotioneele paranoia, die een vrouw onoverwinbaar afkeerig maakt -van sexueele vereeniging, niettegenstaande de volledigheid van de -sexueele organen, psychische functioneele impotentie vormt". (Archivio -di Psichiatria, 1906, fosc. VI, pag. 806). - -[38] De redelijkheid van dezen stap blijkt zoo duidelijk, dat het -bijna niet noodig moest zijn er op aan te dringen. "De mededeeling aan -schooljongens en schoolmeisjes wordt het best gedaan door een ouderen -dokter", merkt Näcke op, "soms misschien door den schooldokter". "Ik -raad sterk aan", zegt Clouston (The Hygiene of Mind, pag. 249), "dat -de huisdokter, geleid door de ouders en den onderwijzer, verreweg de -beste leeraar en raadsman is". Moll is van dezelfde meening. - -[39] Ik heb dit argument verder ontwikkeld in "Religion and the Child", -Nineteenth Century and After, 1907. - -[40] De nauwe betrekking die er bestaat tusschen kunst en poëzie -en den sexueelen impuls is sporadisch erkend door velen, die niet -tot een ruimen blik op de auto-erotische werkzaamheid in het leven -gekomen zijn. "Poëzie staat noodzakelijk in verband met de sexueele -functies", zegt Metchnikoff (Essais Optimistes, pag. 352), die ook -met instemming aanhaalt het gezegde van Möbius (vroeger geuit door -Ferrero en vele anderen) "dat artistieke bekwaamheden waarschijnlijk -moeten beschouwd worden als secundaire sexueele kenmerken". - -[41] Zoo zegt Athenaeus (Bk. XIII, hoofdst. XX): "Op de eilanden -van Chios is het een mooi gezicht naar de gymnastiekplaatsen en de -wedrennen te gaan en de jonge mannen naakt te zien worstelen met de -meisjes, die ook naakt zijn". - -[42] Augustinus (De Civitate Dei, lib. II, hoofdst. XIII) vermeldt -hetzelfde punt, waar hij de Romeinen stelt tegenover de Grieken, -die hun tooneelspelers eerden. - -[43] Zie "The Evolution of Modesty", eveneens van mijn hand, waar -de betrekking tusschen de naaktheid en de ingetogenheid nauwkeurig -besproken wordt. - -[44] C. H. Stratz, Die Körperformen in Kunst und Leben der Japaner, -Second edition, hoofdstuk III; id., Frauenkleidung, Third edition, -pp. 22, 30. - -[45] Ik heb het hier niet de juiste plaats gevonden om den nadruk -te leggen op den æsthetischen invloed van gemeenzaamheid met de -naaktheid. De meest æsthetische volken (vooral de Grieken en de -Japanners) zijn zij geweest, die een zekeren graad van gemeenzaamheid -met het naakte lichaam bewaarden. "In al de kunsten", merkt Maeterlinck -op, "zijn beschaafde volken genaderd tot of afgeweken van zuivere -schoonheid naarmate zij naderden tot of afweken van de gewoonte van -naaktheid". Ungewitter legt den nadruk op het voordeel voor den artist, -om in staat te zijn het naakte lichaam in beweging te bestudeeren, en -het kan de moeite waard zijn te vermelden, dat Fidus (Hugo Höppener), -de Duitsche artist van dezen tijd, die een grooten invloed heeft -uitgeoefend door zijn frissche, machtige en toch eerbiedige teekening -van de naakte menschelijke gestalte in al haar verschillende standen, -zijn inspiratie en zijn visie toeschrijft aan het feit, dat hij als -leerling van Diefenbach gewoon was met zijn makkers naakt te werken op -de eenzame plaatsen buiten München, die zij bezochten, (F. Enzenberger, -"Fidus", Deutsche Kultur, Aug., 1906). - -[46] Meditationes Piissimae de Cognitione Humanae Conditionis, Migne's -Patrologia, vol. CLXXIV, p. 489, cap. III, "De Dignitate Animae et -Vilitate Corporis". Het kan de moeite loonen, de krachtige taal van -het origineel meer uitvoerig aan te halen. "Si diligenter consideres -quid per os et nares caeterosque corporis meatus egrediatur vilius -sterquilinum numquam vidisti.... Attende, homo, quid fuisti ante -ortum, et quid es ab ortu usque ad occasum, atque quid eris post hanc -vitam. Profecto fuit quando non eras: postea de vili materia factus, -et vilissimo panno involutus, menstruali sanguine in utero materno -fuisti nutritus, et tunica tua fuit pelvis secundina. Nihil aliud est -homo quam sperma fetidum, saccus stercorum, cibus vermium.... Quid -suberbis, pulvis et cinis, cujus conceptus cula, nasci miseria, -vivere poena, mori angustia?" - -[47] Zie (in de uitgave van Mignes) S. Odonis abbatis Cluniacensis -Collationes, lib. II, cap. IX. - -[48] Dühren (Neue Forschungen über die Marquis de Sade, pp. 432 et -seq.) bewijst hoe het ascetisch beschouwen van het lichaam van de -vrouw b.v. hardnekkig stand hield bij Schopenhauer en De Sade. - -[49] In "The Evolution of Modesty" in het eerste deel van deze Studies, -en wederom in het vijfde deel bij het bespreken van de urolagnia in -de studie over "Erotic Symbolism", zijn de wederkeerige reacties van -de sexueele en de excretorische centra volledig behandeld. - -[50] "La Morale Sexuelle", Archives d'Anthropologie Criminelle, -Jan., 1907. - -[51] De bovenstaande aanhaling, nu licht gewijzigd, vormde -oorspronkelijk een onuitgegeven deel van een essay over Walt Whitman -in The New Spirit, het eerst uitgegeven in 1889. - -[52] Zelfs in de negende eeuw echter, toen de kloosterbeweging -zich snel ontwikkelde, waren er eenige, die aan de neigingen van -de nieuwe asceten weerstand boden. Zoo schreef in 850 Ratramnus, -de monnik, een verhandeling (Liber de eo quod Christus ex Virgine -natus est) om te bewijzen, dat Maria werkelijk Jezus baarde door -haar sexueele organen, en niet, zooals sommige overdreven personen -begonnen te denken, dat alleen maar mogelijk kon zijn door de meer -door de conventie fatsoenlijk geoordeelde borsten. De sexueele organen -waren geheiligd. "Spiritus sanctus ... et thalamum tanto dignum sponso -sanctifivavit et portam" (Achery, Specilegium, vol. i. p. 55). - -[53] Paedagogus, lib. II, cap. X. Ergens anders (id., lib. II, -hoofdst. VI) geeft hij meer in bijzonderheden een opgave, die -hetzelfde bevat. - -[54] Zie bv. Wilhelm Capitaine, Die Moral des Clemens von Alexandrien, -pp. 112 et seq. - -[55] De Civitate Dei, lib. XXII, cap. XXIV. "Het is nergens voor -noodig", zegt hij weer (id., lib. XIV, cap. V) "dat wij in onze zonden -en ondeugden den aard van het vleesch aanklagen tot beleediging van -den Schepper, want in zijn eigen soort en in zijn eigen mate is het -vleesch goed". - -[56] De heilige Augustinus, De Civitate Dei, lib. XIV, -cap. XXIII-XXVI. Chrysostomus en Gregorius, van Nyssa, meenden, -dat in het Paradijs menschelijke wezens zich zouden vermenigvuldigd -hebben door een speciale wijze van scheppen, maar dat is niet de leer, -aangenomen door de katholieke kerk. - -[57] W. Capitaine, Die Moral des Clemens von Alexandrien, pp. 112 -et seq. Zonder het lichaam zou er, verklaarde Tertullianus, geen -maagdelijkheid zijn en geen redding. De ziel zelf is lichamelijk. Hij -voert inderdaad zijn idee van de alomtegenwoordigheid van het lichaam -tot in het belachelijke door. - -[58] Rufinus, Commentarius in Symbolum Apostolorum, cap. XII. - -[59] Migne, Patrologia Græca, vol. XXVI, pp. 1170 et seq. - -[60] Zelfs in hun physieken bouw vertoonen de menschelijke sexueele -organen, in vergelijking met die van de lagere dieren, in het -oog vallende verschillen (zie Havelock Ellis, "The Mechanism of -Detumescence"). - -[61] Het kan misschien goed zijn met Forel (Die sexuelle Frage, -p. 208), er op te wijzen, dat het woord "dierlijk" algemeen en -gewoonlijk geheel onjuist gebruikt wordt in dit verband. Inderdaad, -niet alleen voor de hoogere maar ook voor de lagere uitingen van den -sexueelen impuls zou het gewoonlijk juister zijn in plaats daarvan -den term "menschelijk" te gebruiken. - -[62] Loc. cit., Archives d'Anthropologie Criminelle, Jan., 1907. - -[63] Het heeft echter kleur gekregen en is al in de oudste -geschiedenis van het Christendom in verdenking gekomen. Terwijl de -heilige Augustinus (De Civitate Dei, lib. xiv, cap. XV), toegeeft, -dat libido of lust de algemeene naam is voor alle begeerte, voegt -hij er aan toe, dat het speciaal gebruikt voor de sexueele begeerte, -terecht en behoorlijk vermengd is met gevoelens van schaamte. - -[64] Hinton geeft een goeden uitleg van dit gevoelen. "Wij noemen -lust", zegt hij in zijn manuscript, "de eenvoudigste en natuurlijkste -verlangens. We zouden evengoed honger en dorst "lust" kunnen noemen -als de sexueele hartstochten, als wij alleen maar den drang van -de natuur willen aanduiden. Wij noemen die ten onrechte "lust" en -belasteren zoodoende wreedaardig hen, aan wie we hem toeschrijven en -geven aanleiding tot absolute wanorde. Want, door dwaas de eischen -der natuur te verwarren met lust, doen we ze geweld aan." - -[65] Vele eeuwen tevoren had een ander Fransch schrijver, de bekende -dokter A. Laurentius (Des Laurens) in zijn Historia Anatomica -Humani Corporis (lib. VIII, Quaestio VII) eveneens gepeinsd over -"de ongelooflijke begeerte naar coïtus", en gevraagd hoe het kwam, -dat "dat goddelijke dier, vol van rede en oordeel, dat wij Mensch -noemen, aangetrokken moet worden tot die obscene deelen van vrouwen, -die bevlekt zijn met vuil en, evenals een riool, in de onderste deelen -van het lichaam geplaatst zijn". Het is opmerkelijk, dat van het begin -af aan en evenzeer onder mannen van godsdienst, mannen van wetenschap -en mannen van letterkunde, de geheimzinnigheid van dit probleem zich -bijzonder opgedrongen heeft aan den geest der Franschen. - -[66] Schopenhauer, Die Welt als Wille und Vorstellung, vol. II, -pp. 608 et seq. - -[67] "Misschien is er wel nauwelijks een man", schreef Maltus, een -geestelijke, zowel als een van de diepste denkers van zijn tijd (Essay -on the Principle of Population, 1798, hoofdst. XI), "die eenmaal het -ware genot van deugdzame liefde ondervonden heeft, die, hoe groot -zijn intellectueele genoegens ook geweest mogen zijn, niet op dezen -tijd terugziet als op de zonnige plek van zijn geheele leven, waar -zijn verbeelding gaarne verwijlt, die hij herdenkt en beschouwt met -het teerste leedwezen en die hij het meest zou wenschen nog eens weer -te beleven. De voorrang van intellectueele genoegens boven sexueele -bestaat eerder daarin, dat ze meer tijd in beslag nemen en dat ze een -wijder kring beslaan, en daarin dat ze niet zoo gemakkelijk verzadigen, -dan daarin, dat ze meer werkelijk en essentieel zijn." - -[68] Het geheele argument van een ander deel van deze Studies over -"Sexual Selection in Man" wijst in deze richting. - -[69] "Misschien zijn wel de meeste gewone mannen", merkt Forel op -(Die sexuelle Frage, p. 307), maar in geringe mate in staat tot -de opwinding der liefde; zij staan op zijn hoogst op het standpunt -van den gourmet, dat in het geheel niet noodzakelijk een immoreel -standpunt is, maar zeker niet het standpunt der poëzie. - -[70] Voor Blake en voor Shelley, zoowel als, naar we er mogen -bijvoegen, voor Hinton, is kuischheid, zooals Todhunter in zijn Study -of Shelley opmerkt, een wijze van zich onderwerpen aan het actueele, -een verzaken van het oneindige, en daarom voelen zij er niet voor. De -kuische man, d.i. de man van voorzichtigheid en zelfbeheersching, is -hij, die de naaktheid van zijn oorspronkelijke onschuld verloren heeft. - -[71] Voor bewijsmateriaal voor de gebruiken van natuurvolken in -deze zaak zie men ook hoofdst. IV en VII van de History of Human -Marriage door Westermarck en ook hoofdst. XXXVIII en XVI van Origin -and Development of the Moral Ideas van denzelfden schrijver, deel II; -Golden Bough van Fraser bevat veel, dat op het onderwerp betrekking -heeft, evenals ook Mystic Rose van Crawley. - -[72] Zie bv. Westermarck, Origin and Development of the Moral Ideas, -vol. II, pp. 412 et seq. - -[73] Zoo verklaarde een oude Maori, eenige jaren geleden, dat de -achteruitgang van zijn ras geheel te wijten is aan het verlies van het -oude godsdienstige geloof in de tabu. "Want", zeide hij (ik doe een -aanhaling uit een Auklandsche courant), "in den ouden tijd was ons -tapu samengevlochten met het geheele maatschappelijke systeem. Het -hoofd, het haar, plaatsen waar geestverschijningen zich vertoonden, -plaatsen die de tohungas heilig noemden, zijn wij vergeten en hebben -wij verwaarloosd. Wie denkt er tegenwoordig aan de heiligheid van het -hoofd? Zie, als het water in den ketel kookt, dan springt de jonge -man op, neemt zijn pet van zijn hoofd en gebruikt die om den deksel -vast te pakken. Wie is er tegenwoordig, die niet met onverschilligheid -toeziet als de barbier van het dorp, als hij dicht bij het vuur is, -het losse haar van zijn laken er in gooit, en het gescherts en het -lachen gaan door alsof niet een heilige handeling juist voleindigd -was. Voedsel wordt gegeten op plaatsen, waar men het in vroeger dagen -niet overheen durfde dragen". - -[74] Zoo bestond, lang voordat er Christelijke monniken optraden, -het ascetische kloosterleven in zeer gelijksoortigen geest in Egypte -bij de vereering van Serapis (Dill, Roman Society, p. 79). - -[75] 's Nachts, in de doopkapel, met lampen, die flauw brandden, werd -der vrouwen zelfs haar tunica uitgetrokken, en werden zij driemaal -in den poel gedompeld, dan gezalfd, in het wit gekleed, en gekust. - -[76] Zoo verwijst Jeronimus, in zijn brief aan Eustachius, naar die -paren, die "dezelfde kamer deelen, dikwijls hetzelfde bed, en die -ons ergdenkend zouden noemen als wij daar conclusies uit trokken", -terwijl Cyprianus (Epistola, 85) niet in staat is het gedrag van die -mannen goed te keuren, waarvan hij hoort spreken en waarvan een zelfs -een deken is, die in intiemen omgang leven met meisjes, en zelfs in -hetzelfde bed met haar slapen; want, zegt hij, het vrouwelijk geslacht -is zwak en de jeugd is lichtzinnig. - -[77] Perpetua (Acta Sanctorum, March 7) wordt door Hort en Mayor -genoemd "de mooiste bloem in den tuin van het na-apostolisch -Christendom". Zij was echter geen maagd, maar een jonge moeder, -met een kind aan de borst. - -[78] De kracht van het oude Christelijke ascetisme lag in zijn -spontaan en vrijwillig karakter. Toen, in de negende eeuw, -de Carlovingen probeerden het celibaat in kloosters en aan de -geestelijkheid op te leggen, was het resultaat een grote uitbarsting -van onkuischheid en misdaad; nonnenkloosters werden bordelen, nonnen -waren dikwijls schuldig aan kindermoord, monniken begingen niet te -vermelden schanddaden, de vaste geestelijkheid knoopte bloedschendige -betrekkingen aan met hun naaste vrouwelijke verwanten. (Lea, History -of Sacerdotal Celibacy, vol. I, pp. 155 et seq.). - -[79] Senancour, De l'Amour, deel II p. 233. De Islam heeft veel minder -den nadruk gelegd op de kuischheid dan het Christendom, maar in de -praktijk is er, naar het schijnt, dikwijls meer eerbied voor kuischheid -onder Mohammedaansche dan onder Christelijke heerschappij. Zoo wordt -gezegd door "Viator" (Fortnightly Review, Dec. 1908) dat het vroeger, -onder Muzelmansche heerschappij, onmogelijk was de deugd van vrouwen in -Bosnië te koopen, maar dat het nu, onder de Christelijke heerschappij -van Oostenrijk, overal bij de Oostenrijksche grens mogelijk is dit -te doen. - -[80] De basis van dit gevoel werd versterkt, toen het bleek, dat door -geleerden was aangetoond, dat de physieke deugd van "maagdelijkheid" -onder een valschen naam vermomd was geweest. Een maagd te blijven -schijnt in het eerst, onder volken van oude Arische cultuur in het -geheel niet een gelofte van kuischheid beteekend te hebben, maar -een weigering zich te onderwerpen aan het juk van het patriarchale -huwelijk. De vrouwen, die er de voorkeur aan gaven buiten het huwelijk -te blijven waren "maagden", zelfs als zij moeders van groote families -waren, en Aeschylus spreekt van de amazonen als van "maagden", terwijl -in het Grieksch het kind van een ongetrouwd meisje altijd "de zoon -eener maagd" was. De geschiedenis van Artemis, de meest primitieve -van de Grieksche godheden, is uit dit gezichtspunt leerzaam. Zij was -oorspronkelijk alleen maagdelijk in den zin, dat zij het huwelijk -verwierp, daar zij de godin was van een nomadisch en matriarchaal -jagersvolk, dat het huwelijk nog niet aangenomen had en zij was de -godin der bevallingen, die met orgiastische dansen en phallische -zinnebeelden vereerd werd. Eerst door een latere gedaanteverwisseling -werd Artemis de godin der kuischheid (Farnell, Cults of the Greek -States, Deel II, pp. 442 et seq.; Sir W. M. Ramsay, Cities of Phrygia, -Deel I, p. 96; Paul Lafargue, "Les Mythes Historiques", Revue des -Idées, Dec., 1904). - -[81] Zie b.v., Nicomachean Ethics, Bk. III, hoofdst. XIII. - -[82] De Civitate Dei, lib. XV, cap. XX. Wat verderop (boek XVI, -hoofdst. XXV) verwijst hij naar Abraham als naar een man, die met -vrouwen kan omgaan zooals het behoort, met zijn vrouw met mate, -met zijn bijwijf inschikkelijk, met geen van beide onmatig. - -[83] Summa, Migne's uitgave, deel III, qu. 154, art. 1. - -[84] De meerderheid der kuische jonge mannen, merkt een schrander -criticus van het moderne leven op (Hellpach, Nervosität und Kultur, -p. 175), wordt alleen gedreven door traditioneele principes, -of door verlegenheid, vrees voor venerische infecties, gebrek aan -zelfvertrouwen, geldgebrek, zeer zelden door eenige consideratie voor -een toekomstige vrouw, en dat zou ook inderdaad een tragi-comische -dwaling zijn, want een vrouw hecht geen waarde aan onaangeroerde -mannelijkheid. Bovendien, voegt hij er bij, is de kuische man niet in -staat met verstand een vrouw te kiezen, en het is onder de onderwijzers -en de geestelijken,--de meest kuische klasse--dat de meeste ongelukkige -huwelijken gesloten worden. Milton had dit feit al tot een argument -gemaakt voor het gemakkelijk maken der echtscheiding. - -[85] "Bij eten", zeide Hinton, "hebben wij de taak volbracht om -genoegen te vereenigen met de afwezigheid van "lust". Het probleem -voor man en vrouw is den sexueelen hartstocht zoo te gebruiken en te -bezitten, dat hij gemaakt wordt tot een werktuig voor hoogere dingen, -met geen andere beperking er op dan deze. Zij is essentieel verbonden -met dingen van de geestelijke orde, en zou van nature zich daar naar -voegen. Er over te denken als enkel lichamelijk is een dwaling". - -[86] Ik heb op een andere plaats de behoefte in het moderne leven -aan een natuurlijk en ernstig ascetisme breeder besproken (zie -Affirmations, 1898) "St. Francis and Others". - -[87] Der Wille zur Macht, p. 392. - -[88] Op den leeftijd van vijf en twintig, toen hij reeds veel mooi werk -had gemaakt, schreef Mozart in zijn brieven, dat hij nooit een vrouw -had aangeraakt, hoewel hij naar liefde en huwelijk verlangde. Hij -had geen middelen om te trouwen, hij wilde geen onschuldig meisje -verleiden, een vergeeflijke verhouding was stuitend voor hem. - -[89] Reibmayr, Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies, -Bd. 1. p. 437 - -[90] Maagdelijkheid, dat wil zeggen het bezit van een ongeschonden -hymen, kunnen wij--behoeven wij dit nog te herhalen--geheel buiten -bespreking laten, daar zij louter een physieke eigenschap is, -die niet noodzakelijk ethische verwantschappen heeft. De eisch van -maagdelijkheid in vrouwen is, voor het grootste gedeelte, òf de vraag -naar een meer verkoopbaar artikel, òf naar een machtiger prikkel -voor de mannelijke begeerte. Maagdelijkheid sluit geen moreele -eigenschappen in bij haar bezitster. Kuischheid en ascetisme zijn -aan den anderen kant woorden zonder beteekenis, behalve als eischen, -die de geest aan zichzelf stelt of aan het lichaam dat hij beinvloedt. - -[91] Dit gezichtspunt was een dubbelzinnige verbetering van de -opvatting, die, zooals Westermarck heeft aangetoond, onder primitieve -volken algemeen heerschte, n.l. deze, dat de sexueele daad een -vrouw alleen vernedert en haar waarde vermindert, in zooverre zij -het eigendom is van een ander persoon, die de werkelijk benadeelde -persoon is. - -[92] Op deze ingewikkelde tegenstrijdigheid is van godsdienstige zijde -fijn gewezen door den Rev. H. Northcote, Christianity and Sex Problems, -p. 53. - -[93] "Die Abstinentia Sexualis", Zeitschrift für Sexualwissenschaft, -Nov. 1908. - -[94] P. Janet, "La Maladie du Scrupule", Revue Philosophique, Mei 1901. - -[95] Zie Freud, Sexual-Probleme, Maart 1908. Zooals Adele Schreiber -ook aantoont (Mutterschutz, Jan. 1907, p. 30), is het niet genoeg -te bewijzen, dat abstinentie niet gevaarlijk is; we moeten in de -gedachte houden, dat de geestelijke en physieke energie, die verbruikt -wordt voor het onderdrukken van dit machtige instinct dikwijls een -vroolijke, energieke natuur verandert in een zwakke schaduw. Evenzoo -zegt Helene Stöcker (Die Liebe und die Frauen, p. 105): "De kwestie, -of abstinentie schadelijk is, is, om de waarheid te zeggen, een -belachelijke kwestie. Men hoeft geen zenuw-specialist te zijn om -te weten, als iets dat vanzelf spreekt, dat een leven van gelukkige -liefde en huwelijk het gezonde leven is, en dat de geheele afwezigheid -daarvan wel leiden moet tot ernstige zenuw-depressie, zelfs als er -geen directe physiologische stoornissen kunnen worden aangetoond". - -[96] Max Flesch, "Ehe, Hygiene und Sexuelle Moral", Mutterschutz, -1905, aflevering 7. - -[97] "Ik heb twee jaar lang nauwkeurige ondervinding en omgang met -de Trappisten gehad", schreef Dr. Butterfield van Natal (British -Medical Journal, Sept. 15, 1906, p. 668), "als medisch verzorger en als -geloovig Katholiek beide. Ik heb ze bestudeerd en hun leven, gewoonten -en diëet onderzocht, en hoewel ik het niet graag aan zou nemen, omdat -het voor mij persoonlijk niet past, is de groote massa van hen van -een absoluut ideale gezondheid en kracht, zij mankeeren zelden iets, -zijn in staat tot veel werk, geestelijk en lichamelijk. Hun leven is -zeer eenvoudig en zeer regelmatig. Het zou moeilijk zijn een gezonder -gemeenschap van mannen en vrouwen, met volkomen gelijkmatigheid -van humeur--op dit laatste leg ik den nadruk--te vinden. Gezondheid -straalt uit hun oogen, hun gelaat en hun daden. Alleen bij ziekte of -bij lange reizen worden hun krachtige spijzen toegestaan--vleesch, -eieren, enz.--of alcohol". - -[98] Féré, L'Instinct Sexual, tweede uitgave, p. 332. - -[99] Het leven op het land, zooals we gezien hebben toen we de -verhouding daarvan tot sexueele vroegrijpheid bespraken, is aan -den eenen kant het ongekende van een bescherming tegen sexueele -invloeden. Maar aan den anderen kant, voor zoover het hard werken op -het land in zich sluit en eenvoudig leven, onder omstandigheden die -niet prikkelend zijn voor het zenuwstelsel, is het gunstig voor een -aanmerkelijk uitgestelde sexueele werkzaamheid in de jeugd en voor -een betrekkelijke zelfbeheersching. Ammon vond in den loop van zijn -anthropologische onderzoekingen op Badensche lotelingen, dat sexueele -omgang op het land zeldzaam was voor de twintig, en dat zelfs sexueele -zaaduitstortingen tijdens den slaap zeldzaam waren voor de negentien -of twintig. In de dorpen wordt ook gezegd, herhaalt hij, dat niemand -het recht heeft meisjes na te loopen die nog geen geweer draagt, en -de oudere jongens mishandelen soms brutaal iederen jongeren jongen, -die met een meisje gevonden wordt. Ongetwijfeld gaat dit dikwijls -vooraf aan veel losbandigheid later. - -[100] Het overwicht in aantal, dat ongetrouwde onderwijzeressen nu in -het Amerikaansche schoolsysteem verkregen hebben, heeft bij vele goede -opmerkers ernstige bezorgdheid gewekt, en men zegt, dat het bij jongens -en meisjes onbevredigende onderwijsresultaten oplevert. Een bekend -autoriteit, Professor McKeen Cattell ("The School and the Family", -Popular Science Monthly, Jan. 1909) gaat, waar hij verwijst naar dit -overheerschen van "oude juffrouwen zonder levenskracht of geslacht", -zoover van te zeggen, dat "het eindresultaat van dit feit, dat men -de ongetrouwde vrouw de gewone onderwijzeres laat zijn, geweest is, -dat het een kwestie geworden is of het niet een voordeel zou zijn -voor het land, als de geheele schoolplant uitgeroeid kon worden". - -[101] Corre (Les Criminels, p. 351) zegt, dat van de dertien priesters, -veroordeeld wegens misdaad, er zes schuldig waren aan sexueele pogingen -op kinderen, en van de drie en tachtig veroordeelde onderwijzers acht -en veertig soortgelijke misdrijven hadden begaan. Dit was op een tijd, -toen onderwijzers praktisch bijna gedwongen waren een ongehuwd leven -te leiden; veranderde omstandigheden hebben voor een groot deel deze -soort van misdrijf onder hen verminderd. Zonder dat het tot misdaad -komt, ondervinden vele moreele en godsdienstige mannen, geestelijken en -anderen, die een ernstig abstinent leven geleid hebben in hun jeugd, -soms op middelbaren leeftijd of later de uitbarsting van bijna niet -te beheerschen sexueele impulsen, normaal of abnormaal. Bij vrouwen -nemen zulke uitingen dikwijls den vorm aan van als een obsessie -vervolgende gedachten, zooals b.v. in het geval (Comptes-Rendus -Congrès International de Médecine, Moscou, 1897, deel IV, p. 27) van -een kuische vrouw, die den drang in zich voelde om te kijken naar de -geslachtsdeelen van mannen. - -[102] J. A. Godfrey, The Science of Sex, p. 138. - -[103] Zie bv. Havelock Ellis, "St. Francis and Others", Affirmations. - -[104] Zie bv. Cheetham's "Hulsean Lectures" The Mysteries, Pagan and -Christian, pp. 123, 136. - -[105] Hormayr's Taschenbuch, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, -in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten in zijn Süddeutsches -Bauernleben im Mittelalter, hoe bij deze Christelijke orgieën, die -inderdaad van heidenschen oorsprong waren, de Duitsche menschen met -geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning en -de eentonigheid van hun dagelijksch leven. - -[106] Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders -van het karnaval. Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, -en in een merkwaardig verzoekschrift, gezonden aan de Theologische -Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel, Geschichte des -Grotesk-Komischen, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus -verdedigd: "Wij doen dit volgens een oude gewoonte, opdat de dwaasheid, -die 's menschen tweede natuur is en hem schijnt aangeboren te zijn, -tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden -springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the -laten. Nu zijn wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den -wijn der wijsheid zouden laten wegloopen, als wij ze door voortdurende -toewijding en vrees voor God lieten gisten. Wij moeten lucht inlaten, -opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen aan vermaak -over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God -kunnen terugkeeren". Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor -het midden van de zestiende eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog -(zooals in Aken) tot bijna aan het einde van de achttiende eeuw. - -[107] A. Méray, La Vie au Temps des Libres Prêcheurs, deel II, -hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag -van het losbandigheidsfeest geeft E. K. Chambers, The Mediaeval -Stage, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders -dikwijls het tooneel hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde -een Christelijk tooneel oprichten; de middeleeuwsche mysteriespelen -stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; en de heilige -Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het -tooneel slechts in bedekte termen. - -[108] Spencer en Gillen, Northern Tribes of Central Australia, -hoofdst. XII. - -[109] Journal Anthropological Institute, July-Dec., 1904, p. 329. - -[110] Westermarck (Origin and Development of the Moral Ideas, deel -II, pp. 285-9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op -gezette tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen. - -[111] A. E. Crawley, The Mystic Rose, pp. 273 et seq., Crawley -brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die -in sommige deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van -vrouwen te verwisselen. "Het heeft niets hoegenaamd te maken met -het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen tijd verbreekt, -zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven -worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen -bij feesten van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is -een verandering in het leven te brengen en weer opnieuw te beginnen, -door alles om te ruilen wat men kan, terwijl de enkele ruilingsdaad -een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen om -de gemeenschap aaneen te smeden" (Ib., p 479). - -[112] G. Murray, Ancient Greek Literature, p. 211. - -[113] Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest -van een min of meer sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het -middeleeuwsche drama een eenigszins daarmee overeenkomende oorsprong -had (zie Donaldson, The Greek Theatre; Gilbert Murray, loc. cit.; -Karl Pearson, The Chances of Death, deel ii, pp. 135-6, 280 et seq.). - -[114] R. Canudo, "Les Chorèges Français", Mercure de France, 1 Maart -1907, p. 180. - -[115] "Dit is inderdaad", verklaart Cyples (The Process of Human -Experience, p. 743), "het groote doel van de Kunst--dat zij in -ons bewust doet worden groote egoïstische mogelijkheden, ons op -een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking van de -persoonlijkheid", en zoo "zonder doel, maar toch op schitterende -wijze de reine nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt". - -[116] Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor -niet gevrijwaard tegen orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont -aan (Die Neue Generation, Januari 1909, pp. 31-6) hoe de ingespannen, -zonder verpoozing voortgezette intellectueele arbeid van de Pruisische -seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt tot de -ergste vormen van orgie. - -[117] Rabutaux bespreekt verschillende definities van prostitutie. De -la Prostitution en Europe, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van -de namen om prostituée aan te duiden, zie men Schrader, Reallexicon, -art. "Beischläferin". - -[118] Digest, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan -een of twee personen gaf, al was het dan voor geld, was het geen -prostitutie. - -[119] Guyot, La Prostitution, p. 8. Het element van koopbaarheid -behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige schrijvers -(zooals Robert Wardlaw, D.D., uit Edinburg, in zijn Lectures on -Female Prostitution, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als "de -onwettige omgang van de seksen", en synoniem achten met theologische -"fornicatie", vervallen in een dwaze verwarring. - -[120] "Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als "wettige -prostitutie"", merkt Sidgwick op (Methods of Ethics, boek III, -hoofdst. XI), "maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox -is". - -[121] Bonger, Criminalité et Conditions Economiques, p. 378. Bonger -meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie "gelijk is aan -de daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een -huwelijk aangaat". - -[122] E. Richard, La Prostitution à Paris, 1890, p. 44. Het kan een -punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid een -essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter -bij ingesloten te zijn want anders kan de prostituée geen klanten -krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendien geheel zonder middelen van -bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen der zaak. En -het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de -daad gedaan wordt "zonder genoegen": dat kan al of niet het geval zijn, -zonder invloed uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad. - -[123] Hawkesworth, Account of the Voyages, etc., 1775, deel II, p. 254. - -[124] R. W. Codrington, The Melanesians, p. 235. - -[125] F. S. Krauss, Romanische Forschungen, 1903, p. 290. - -[126] H. Schurtz, Altersklassen und Männerbünde, 1902, p. 190. In -dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189-201) van -den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten -en aanwijzingen worden gegeven door Westermarck (History of Human -Marriage p. 66 et seq., en Origin and Development of the Moral Ideas, -deel II, p. 441 et seq.). - -[127] Bachofen (meer speciaal in zijn Mutterrecht en Sage von Tanaquil) -beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den -weerstand van primitieve instincten tegen de individualisatie van de -liefde. Cf. Robertson Smith, Religion of Semites, tweede uitgave p. 59. - -[128] Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te -zamen voor; het is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting -van dat algemeene verband tusschen de godsdienstige en de sexueele -impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. Ellis, in zijn boek -over de Ewe-speaking Peoples of West Africa (pp. 124, 141), dat hier -vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées -worden. W. G. Summer (Folkways, hoofdst. XVI) brengt vele feiten -samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie. - -[129] Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, -p. 43. Geleerden van den nieuweren tijd bevestigen uit de studie -van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, hoewel -ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een -zoo groote plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het -Gilgamash-epos maakt volgens Morris Jastrow melding van prostituées als -dienaressen van de godin Isthar in de stad Uruk (of Erech), die dus -een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door Herodotus -beschreven plechtigheden (Morris Jastrow, The Religion of Babylonia -and Assyria, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, -de groote moeder-godin, en de prostituées namen als tempel-dienaressen -deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid zinnebeeldig moesten -voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder den -algemeenen naam Kadishtu, "de heiligen" (op. cit., pp. 485, 660). - -[130] Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, -eer dan Urania, in verband te brengen met koopbare of vrije -sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de Aphrodite Pandemos -was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing -was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men -heeft de mogelijkheid geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van -democratische denkbeelden hield, met moedwil trachtte de opvatting -van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell, Cults of Greek -States, deel II, p. 660). - -[131] Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige -andere Grieksche gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met -zich bracht een stad was van de Locri Epizephyrii (Farnell, op. cit., -deel II, p. 636). - -[132] Ik zeg niet een vroegere "promiscuïteit", want de theorie van de -primitieve sexueele promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, -hoewel er geen redelijke twijfel aan kan bestaan, dat het in vroeger -tijd heerschende moederrecht gunstiger was aan de sexueele vrijheid van -vrouwen dan het latere patriarchale systeem. Zoo kon in de alleroudste -Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen man dien -zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na -verloop van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen -er toe, dat dit beschouwd werd als misdadig, maar de priesteressen van -Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, daar zij onder goddelijke -bescherming stonden (Flinders Petrie, Egyptian Tales, pp. 10, 48). - -[133] We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell ("The Position of -Women in Ancient Religion", Archiv für Religionswissenschaft, 1904, -p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te -leggen als een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de -maagdelijkheid voor het huwelijk te vernietigen, om den echtgenoot te -vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. E. S. Hartland -("Concerning the Rite at the Temple of Mylitta", Anthropological -Essays Presented to E. B. Tyler p. 189) veronderstelt, dat dit een -godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, die in verband stond -met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen -door Semitische geleerden aangenomen. - -[134] De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, -nadat zij twee of drie jaar doorgebracht hebben met het verzamelen -van zoo'n bruidsschat, naar huis terug om te trouwen; men zegt, dat -zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden beschreven door -Bertherand in Parent-Duchâtelet, La Prostitution à Paris, deel II, -p. 539. - -[135] In Abyssinië (volgens Fiashi, British Medical Journal, Maart 13, -1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de -prostituées, die tegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht -worden, haar beroep in geenen deele schandelijk; zij vinden later -gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (Sohrab und Rustem, pp. 168 et -seq.) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over -de Oude Wereld en de Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie -uitgeoefend hebben om een bruidschat te verkrijgen. - -[136] In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, -zooals Sir W. M. Ramsay opmerkt (Cities of Phrygia, deel I, pp. 115) -geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van -goede geboorte, die "zich geroepen voelen het goddelijke leven te -leiden onder den invloed der goddelijke inspiratie". - -[137] De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar -vroegeren godsdienstigen vorm is door verschillende schrijvers nagegaan -(zie b.v. Dupouney La Prostitution dans l'Antiquité). De vroegste -waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, -volgens Benecke (Antimachus of Colophon, p. 36), in Bacchylides. - -[138] Cicero, Oratis prô Coelio, hoofdst. XX. - -[139] Pierre Dufour, Histoire de la Prostitution, deel II, -hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende -geschiedenis van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk -is in haar methoden, een groote massa interessant nieuws samenbrengt, -zegt men, dat Paul Lecroix is. - -[140] Rabutaux beschrijft, in zijn Histoire de la Prostitution en -Europe, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken; cf. Dufour, -op. cit., deel III. - -[141] Dufour, op. cit., deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de -regeering van Hendrik III, dat er verordend werd de bordeelen te -dulden. - -[142] In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in -Parijs tot een verwonderlijken graad van glans en bloei. Dank zij de -voortdurende waakzame belangstelling van de politie werd een groote -mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen opgezameld, -en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van -deze literatuur zal men vinden in Neue Forschungen über den Marquis -de Sade und seine Zeit, 1904, p. 97 et seq. van Dühren. - -[143] Rabutaux, op cit., p. 54. - -[144] Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in -Venetië; en de inhoud van sommige van de documenten, die hij vond, is -medegedeeld door Mantegazza, Gli Amori degli Uomimi, hoofdst. XIV. Bij -het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, bezocht -Coryat Venetië en gaf in zijn Crudities een volledig en belangwekkend -verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij zegt, minstens -20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten -onderhield een dozijn galeien. - -[145] J. Schrank, Die Prostitution in Wien, deel I, pp. 152-206. - -[146] U. Robert, Les Signes d'Infamie au Moyen Age, hoofdst. IV. - -[147] Rudeck (Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland, -pp. 26-36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld -door prostituées en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven. - -[148] Zij worden beschreven door Rabutaux, op. cit., pp. 90 et seq. - -[149] L'Année Sociologique, zevende jaar, 1904, p. 440. - -[150] Bloch, Der Ursprung der Syphilis, Wat de Duitsche "Frauenhausen" -aangaat, zie men Max Bauer, Das Geschlechtsleben in der Deutschen -Vergangenheit, pp. 133-214. In Parijs, zegt Dufour, (op. cit., deel -V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van -den heiligen Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in -1560, toen zij enkel huizen waren die geduld werden zonder statuten, -speciale costuums, of beperking tot speciale straten. - -[151] "Cortegiana, hoc est meretrix honesta", schreef Burckhardt, -de secretaris van den paus, aan het begin van de zestiende eeuw, -Diarium, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden -door Thuasne in een noot aangehaald. - -[152] Burckhardt, Diarium, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere -autoriteit aan ter bevestiging. - -[153] Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle -hebben aangenomen en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen -aard van de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després -cijfers, geleverd door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in -Rotterdam, waar de prostitutie onder contrôle stond, zoowel prostitutie -als venerische ziekten meer voorkwamen dan in Amsterdam, een stad -zonder contrôle (A. Després, La Prostitution en France, p. 122). - -[154] In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche -bordeelen ingevoerd, hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld -en algemeen gemaakt werd. - -[155] M. L. Heidingsfeld, "The Control of Prostitution", Journal -American Medical Association, January 30, 1904. - -[156] Zie, b.v. G. Bérault, La Maison de Tolérance, Thèse de Paris, -1904. - -[157] Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië -van een speciaal karakter. Een aantal feiten (uit de rapporten van -commissies, officieele publicaties, etc.) aangaande den goeden invloed -van regeling bij het doen verminderen van venerische ziekten in Indië, -samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, "The Prevention -of Syphilis", Lancet, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, -maar alleen tengevolge van den drang van het publiek en niet wegens -ongunstige resultaten. - -[158] Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht -had er aan de Parijsche gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet -als prostituées van beroep ingeschreven hebben voor zij meerderjarig -zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, waartoe zij -zich verbinden (E. Richards, La Prostitution à Paris, p. 147). Maar -op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang uit. - -[159] In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde -prostituées, die onder contrôle staan, bijna overal gedwongen is, -gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men bevonden, dat de -gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, -achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen -is hooger dan die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere -proportie is daarom immuun geworden tegen ziekte (Blaschko, "Hygiene -der Syphilis", in Weyl's Handbuch der Hygiene, deel II, p. 62, 1900). - -[160] A. Sherwell, Life in West London, 1897, hoofdst. V. - -[161] Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren, -op. cit., pp. 402-6. - -[162] The Nightless City, p. 125. - -[163] Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg, -Das Verbrechen, 1903, p. 77. - -[164] Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene, 1906. Heft -10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen -van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk -te krijgen (zie het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de -politie te Stuttgart, Sexual-Probleme, December, 1908). - -[165] Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in -haar boek, Im Freien Reich (p. 176) zegt: "Ga en vraag deze ongelukkige -schepsels of zij uit vrije wil zich aan de zonde hebben overgegeven. En -zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen van nood en armoede, -van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, -of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van -haar misstap, die haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en -verlaten, in den poel van misdaad, waaruit bijna geen redding is". Het -is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée dikwijls bereid is -zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten -ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven. - -[166] C. Booth, Life and Labour, laatste deel, p. 125. Zoo zegt -Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien jaar, -die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op -straat gevonden zijn. - -[167] W. Acton, Prostitution, 1870, pp. 39, 49. - -[168] In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, -of het scheen tenminste, dat zij dit deden; in Parijs werden een groot -aantal van haar dienstmeisjes, naaisters of kleermaaksters, beroepen, -die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend hadden -(Parent-Duchâtelet, De la Prostitution, 1857, deel I, p. 584; deel -II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) zeide, dat in -Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat -prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw -geleden opgemerkt, dat huwelijken van prostituées met rijke mannen -vooral in Engeland veel voorkwamen, en dat ze gewoonlijk gelukkig -waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen stand -huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee -klassen van mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat -Duitschland betreft zegt C. K. Schneider (Die Prostituierte und die -Gesellschaft), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden -en betrekkingen aannemen, terwijl ze soms, als ze wat geld gespaard -hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées koppelaarsters, -bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées -trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven -Duitsche prostituées is heel klein, minder dan 2 percent. - -[169] G. de Molinari, La Viriculture, 1897, p. 155. - -[170] Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de -kasboeken van prostituées gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij -verdienen. Zelfs in de gewone bordeelen in Philadelphia (volgens -Goodchild, "The Social Evil in Philadelphia", Arena, Maart, 1896), -verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer -is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, -zouden kunnen verdienen. - -[171] A. Després, La Prostitution en France, 1883. - -[172] Bonger, Criminalité et Conditions Economiques, 1905, p. 378-414. - -[173] La Donna Delinquente, p. 401. - -[174] Raciborski, Traité de l'Impuissance, p. 20. We kunnen hier aan -toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over de anatomische -eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die -meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat -met losbandige neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling -veel voorkomt onder prostituées. - -[175] Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de -prostituées te bestudeeren, merkt op, dat hij geen reden heeft gezien -om sexueele koelheid te onderstellen (Monatsschrift für Harnkrankheiten -und Sexuelle Hygiene, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij -elders geconstateerd heeft, meent, dat luiheid eer dan overmaat van -zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie. - -[176] Zie "The Sexual Impulse in Women", in het derde deel van deze -Studies. - -[177] Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, -die met haar echtgenooten in gunstige omstandigheden verkeerden, -kinderen hadden, en die toch als prostituées leefden, nl. dat ze de -gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken. - -[178] Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen, Die -Willkürliche Hervorbringung des Geschlechts, p. 275. "Als wij een -prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke -zuster", merkte Acton op (Prostitution, 1870, p. 39), "dan vinden we -zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, -dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn -dan de verwoestingen, die moeten toegeschreven worden aan de zorgen -voor een familie en den uitputtenden strijd van deugdzamen arbeid". - -[179] Hirschfeld zegt (Wesen der Liebe, p. 35), dat de begeerte naar -omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en niet verminderd -door een beroeps-coïtusdaad. - -[180] Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik -de boven aangehaalde opmerking van een prostituée ontleen), een -van de beste autoriteiten op het gebied van het leven en den aard -der prostituées; zie b.v. zijn artikel, "Die erotischen Beziehungen -zwischen Dirne und Zuhälter," Sexual-Probleme, Juni, 1908. In het -volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) is -Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat -de brieven van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies -zoo als de brieven van fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, -en met dezelfde elementen van liefde en jaloezie; deze verhoudingen, -merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster van -het Tagebuch einer Verlorenen (p. 147) geeft ook eenige opmerkingen -over de verhoudingen van de prostituée en haar minnaar, en zegt dat -het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje en -haar minnaar. - -[181] Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in -Noord-Italiaansche bordeelen en van 23 elegante Italiaansche en -buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, bij -voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, -verklaarden, dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie -prefereerden boven normalen coïtus. Hammer zegt (Zehn Lebensläufe -Berliner Kontrollmädchen in Ostwald's serie van "Grosstadt Dokumente", -1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées -allemaal op drie of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet -doen, door de andere uitgelachen worden. - -[182] Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen, Jahrgang VII, 1905, -p. 148; Hammer vond, dat van de vijf en twintig prostituées in een -verbeteringsgesticht er wel drie en twintig homosexueel waren, of op -goede gronden verondersteld werden het te zijn. Hirschfeld (Berlins -Drittes Geschlecht, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den -beteren stand aanspreken, waarvan zij, om haar mannelijk uitzien, -meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar eigen sekse -nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling -geheel. - -[183] Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, -natuurlijk moeilijk het element der erfelijkheid te scheiden van dat -der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben om te gelooven, dat de -factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, niet na -kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval -zeker, dat prostitutie dikwijls "in de familie zit". "Het is dikwijls -mijn ondervinding geweest", schrijft een vroegere prostituée (Hedwig -Hard, Beichte einer Gefallenen, p. 156) "dat, als in een familie -een meisje het pad der prostitutie betreedt haar zuster haar spoedig -daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan wel -drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier -zusters, wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, -en waarvan de vader dronk. In dit geval raakten alle vier de zusters, -die heel mooi waren, getrouwd, een ten minste zeer gelukkig, met een -rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze zestien jaar -oud was en haar opvoedde". - -[184] Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat -prostituées in het geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, -dat zij kiezen. - -[185] Dit punt is besproken door Bloch, Sexualleben unserer Zeit, -hoofdst. XIII. - -[186] Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso -en Ferrero, La Donna Delinquente, 1893, deel III, hoofdst. IV. - -[187] History of European Morals, deel III, p. 283. - -[188] In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (Diderot, deel -II, p. 20). "De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als -ze is, is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden -van een groot en droevig leger van vrouwelijke paria's ... op wier -hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen ritus, wij al de -ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen -en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de -onreine uiterste wildernis en het onbewoonde land". - -[189] Horatius, Satires, boek I, 2. - -[190] Augustinus, De Ordine, boek II, hoofdst. IV. - -[191] De Regimine Principum (Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik -dank de verwijzing naar de juiste plaats, waar dit gezegde voorkomt, -aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager termen -aangehaald. - -[192] Lea, History of Auricular Confession, deel II, p. 69. Er was, -schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen uit -Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, "licite -et valide". - -[193] Lea, op. cit. deel II, pp. 263, 399. - -[194] Rabutaux, De la Prostitution en Europe, pp. 22 et seq. - -[195] Burton, Anatomy of Melancholy, deel III, Sect. III, Mem. VI, -Subs. II. - -[196] B. Mandeville, Remarks to Fable of the Bees, 1714, pp. 93-9; -cf. P. Sackmann, Bernard de Mandeville, pp. 101-4. - -[197] Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, -maar zij begunstigen ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf -Gerson (Sexual-Probleme, September, 1908), dat de vrouw uit de goede -klasse geen vrije vereenigingen hebben wil. Gedeeltelijk door moreele -tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een man wettig haar -eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; -en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor -geld geeft. - -[198] Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, -alleen omdat zij iets in zich hebben van het "zwarte geitje", dat -vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet in gevaar wenscht te -komen. "Is het niet hard", voegde zij er bij, "dat de mannen naast -haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat -zij haar dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar -mooie veeren kan aandoen als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder -dat een enkele misstap haar over den rand stort en haar achterlaat, -met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?" - -[199] A. Sherwell, Life in West London, 1897, hoofdst. V. - -[200] Zooals aangehaald wordt door Bloch, Sexualleben unserer Zeit, -p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées -toegenomen, bijna dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen -is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, dat het aanbod de vraag zal -doen toenemen. - -[201] Goncourt, Journal, deel III p. 49. - -[202] Vanderkiste, The Dens of London, 1854, p. 242. - -[203] Bonger (Criminalité et Conditions Economiques, p. 406) verwijst -naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, -zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van -de aanraking met de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, -die neerzien op de prostitutie, zich niet altijd duidelijk voor oogen -stellen dat zij zelf een belangrijke factor zijn voor de prostitutie, -door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl ze niet -schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in -dezelfde omstandigheden waren geplaatst. - -[204] H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, -zeer den nadruk op het verlangen naar kleeding en versiering, als een -factor van de prostitutie, en Bloch (Das Sexualleben unserer Zeit, -p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat -hij een speciaal machtigen invloed uitoefent op dienstboden. - -[205] Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van -verscheidene generaties in de stad tot het immuun maken van een familie -voor de verkeerdheden van dat leven (hoewel zonder betrekking op de -prostitutie) uiteengezet door Reibmayr, Die Entwicklungsgeschichte -des Talentes und Genies, 1908, deel II, p.p. 73 et seq. - -[206] In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke -voorrecht van tutoyeeren, "Het mysterie van het tutoyeeren!" roept -Ernest La Jeunesse in L'Holocauste: "Slagboomen, die vallen, sluiers, -die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van het bestaan! Eens, -toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs -en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen--te voet -natuurlijk--om een nichtje en een tante op te zoeken, alleen maar om -iemand te mogen tutoyeeren. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik -weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid en familiariteit -en broederlijkheid". - -[207] Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide -literatuur over dezen handel, zie men bv. Bloch, Das Sexualleben -unserer Zeit, pp. 374-376; ook K. M. Baer, Zeitschrift für -Sexualwissenschaft, Sept. 1908; Paulucci de Colboli, Nuova Antologia, -April 1902. - -[208] Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel -geperverteerden, die een belangrijk aandeel vormen van de cliënten -van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, wat zij begeeren, gemakkelijker -in een bordeel vinden dan daar buiten. - -[209] Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk over Life and -Labor in London, laatste deel (p. 128) aan, dat "rendez-vous-huizen" -in plaats van vervolgd te worden, moesten geduld worden als een -schrede in de richting van het onderdrukken van bordeelen. - -[210] "Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth", -zegt men wel eens, "zijn vol van ellendige, vuile monsters, die niet -meer op vrouwen gelijken; maar het is drank, verachting, ruwheid en -ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, niet het enkele -feit, dat ze omgang hebben met mannen". - -[211] "Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées -zelf", volgens Bernaldo de Quiros en Llanas Aguilaniedo, "niet -gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch -met een anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend -wordt. Zij vinden, dat er in zulk een contract altijd een element -komt, dat het meer doet gelijken op een gift. "Het lichaam van een -vrouw heeft geen prijs" is een axioma van de prostitutie. Het geld, -dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel -verlangen verzekert, is niet de prijs voor de daad, maar een offer, -door de priesteres van Venus geëischt voor haar onderhoud". Voor den -Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die aan handel doet -denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten -grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen. - -[212] Journal des Goncourt, deel III; dit was in 1866. - -[213] E. Lyttelton, Training of the Young in Laws of Sex, p. 42. - -[214] Zie bv. R. W. Taylor, Treatise on Sexual Disorders, 1897, -pp. 74-75. Georg Hirth (Wege zur Heimat, 1909, p. 619) vertelt het -geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen van -zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder -te gaan dan dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, -niet beter wist te doen dan naar een prostituée te gaan. Syphilis -ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. Hirth voegt er kort -aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren. - -[215] Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast -niet dikwijls genoeg herhaald worden: "Ge ziet dat deze ijzeren plaat -niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier aan den linkerkant. Hoe -moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, door op -het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef -de plaat een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen -resultaat. Nog een slag? Nu, vooruit maar, en nog een en nog een. De -verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is even groot als vroeger--ja, -zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de plaat aan -den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar -is ze nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het -oorspronkelijke kwaad verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij -gemaakt. Als we een werkman gevraagd hadden, die ervaren was in het -"pletten", zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons vertellen, dat -er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende -deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en -speciaal geplaatste slagen met een hamer op een andere plaats te doen: -zoo het kwaad aan te vallen, niet door directe, maar door indirecte -handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig dan ge gedacht -had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op -die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen -we dan zeggen over een maatschappij?... Is de menschheid gemakkelijker -in orde te krijgen dan een ijzeren plaat?" (The Study of Sociology, -p. 270). - -[216] Het is waarschijnlijk, dat Schopenhauer een meer dan speculatief -belang bij deze zaak had. Bloch heeft goede gronden gevonden om te -meenen, dat Schopenhauer zelf in 1813 syphilis kreeg, en dat dit een -factor was die er toe bijdroeg zijn opvatting van de wereld te vormen -en zijn constitutioneel pessimisme te bevestigen (Medizinische Klinik, -Nos. 25 en 26, 1906). - -[217] Havelburg, bij Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation -to Marriage, deel 1, p. 186-189. - -[218] Dit is de zeer bepaalde overtuiging van Lowndes na een -ondervinding van vier en vijftig jaar in het behandelen van -venerische ziekten in Liverpool (British Medical Journal, Feb. 9, -1907, p. 334). Verder wordt ze bevestigd door het feit (als het een -werkelijk feit is) dat sedert 1876 zoowel de kindersterfte als de -algemeene sterfte door syphilis in Engeland afneemt. - -[219] "Er is niet de minste twijfel aan, dat syphilis toeneemt in -Londen, te oordeelen naar het hospitaalwerk alleen", zegt Pernes -(British Medical Journal, March 30, 1907). Syphilis heerschte echter -ook zeer veel, een paar eeuwen geleden, en er is geen reden om met -zekerheid aan te nemen, dat ze tegenwoordig méér heerscht. - -[220] Zie b.v., A. Neisser, Die experimentelle Syphilisforschung, -1906, en E. Hoffmann (die samenging met de ontdekking van Schaudinn), -Die Aetiologie der Syphilis, 1906; D'Arcy Power, A System of Syphilis, -1908, enz.; F. W. Mott, "Pathology of Syphilis in the Light of Modern -Research", British Medical Journal, February 20, 1909; ook, Archives -of Neurology and Psychiatry, deel IV, 1909. - -[221] Er is eenig verschil van opinie over dit punt, en hoewel het -waarschijnlijk schijnt te zijn, dat vroege en grondige behandeling de -ziekte gewoonlijk in een paar jaar geneest en verdere complicaties -hoogst onwaarschijnlijk maakt, is het niet mogelijk, zelfs onder de -meest gunstige omstandigheden, met absolute zekerheid iets over de -toekomst te zeggen. - -[222] "Dat syphilis geweest is, en nog is, een van de voornaamste -oorzaken van de physieke degeneratie in Engeland, kan niet ontkend -worden, en het is een feit, dat van alle kanten erkend wordt", -schrijft Luitenant-Kolonel Lambkin, de commandant van het Londensche -Garnizoens-Hospitaal voor venerische ziekten. "Te worstelen met de -syphilis onder de burgerbevolking van Engeland moest het voornaamste -doel zijn van hen, die belang stellen in de meest brandende kwestie, -de physieke degeneratie van ons ras" (British Medical Journal, August -19, 1905). - -[223] F. W. Mott, "Syphilis as a Cause of Insanity", British Medical -Journal, October 18, 1902. - -[224] Het kan zelden in meer dan tachtig percent van de gevallen -bewezen worden, maar in twintig percent van oude gevallen van syphilis -is het gewoonlijk onmogelijk sporen te vinden van de ziekten of -een geschiedenis ervan te verkrijgen. Crocker vond, dat hij maar -in tachtig percent van absoluut zekere syphilitische huidziekten -een geschiedenis kon verkrijgen van syphilitische infectie, en Mott -vond precies hetzelfde percentage in absoluut zekere syphilitische -hersenveranderingen; Mott meent (bv. "Syphilis in Relation to the -Nervous System", British Medical Journal, January 4, 1908), dat -syphilis de essentieele oorzaak is van algemeene paralyse en van tabes. - -[225] Andry, La Semaine Médicale, 26 Juni, 1907. Als Europeanen -syphilis overbrengen naar landen, die bewoond worden door menschen -van een lager ras, dan zijn de resultaten dikwijls zeer veel erger -dan bovengenoemde. Zoo vond Lambkin, als resultaat van een speciale -zending, om onderzoek te doen naar de syphilis in Uganda, dat in -sommige districten wel negentig percent van de menschen aan syphilis -lijden en dat vijftig tot zestig percent van de kindersterfte het -gevolg is van deze oorzaak. Uganda wordt bewoond door de Baganda, -een stam, intelligent, krachtig en goed georganiseerd, totdat zij -door de syphilis in het volle genot kwamen van de beschaving en van -het Christendom; dit laatste is (zooals Lambkin zegt) in hooge mate -de oorzaak geweest van het verspreiden van de ziekte, doordat het -maatschappelijke gewoonten omverwerpt en de vrouwen vrij maakt. Het -Christendom is machtig genoeg om een oude moraal omver te werpen, -maar niet machtig genoeg om een nieuwe op te bouwen (British Medical -Journal, October 3, 1908, p. 1037). - -[226] Zelfs binnen de grenzen van het Engelsche leger vindt men in -Indië (H. C. French, Syphilis in the Army, 1907), dat venerische -ziekten tienmaal meer voorkomen onder Engelsche troepen dan onder de -troepen, die door inboorlingen gevormd worden. Als men de uit de volken -zelf voortkomende legers niet mederekent, blijkt uit statistieken van -ziekenhuizen en sterftetabellen, dat de Vereenigde Staten verreweg -bovenaan staan, wat het veel voorkomen van venerische ziekten betreft; -ze worden gevolgd door Engeland, dan Frankrijk en Oostenrijk, Rusland -en Duitschland. - -[227] Er bestaat geen strijd over den ouderdom van de gonorrhoe in de -oude wereld, zooals over de syphilis. Ongetwijfeld was de ziekte al -heel vroeg bekend. Zelfs Esar Haddon, de bekende koning van Assyrië, -over wien in het Oude Testament gesproken wordt, werd door de priesters -behandeld voor een kwaal, die, naar beschreven wordt in de op steenen -geschreven mededeelingen van dien tijd, alleen gonorrhoe kan geweest -zijn. Deze ziekte was ook bekend aan de oude Egyptenaren, en kwam -blijkbaar veel voor, want zij vermeldden allerlei voorschriften voor -de behandeling ervan. (Oefele, "Gonorrhoe 1350 vor Christi Geburt", -Monatshefte für Praktische Dermatologie, 1899, p. 260). - -[228] Zie: Memorandum by Sydney Stephenson, Report of Ophthalmia -Neonatorum Committee, British Medical Journal, May 8, 1909. - -[229] Het veelvuldig verspreid zijn van deze droeve gevolgen der -gonorrhoe wordt b.v. in een uitgebreide verhandeling van Taylor, -American Journal Obstetrics, January 1, 1908 uiteengezet. - -[230] Neisser vermeldt cijfers, die betrekking hebben op het veel -voorkomen van de gonorrhoe in Duitschland, Senator en Kaminer, Health -and Disease in Relation to Marriage, deel II, p. 486-492. - -[231] Lancet, September 23, 1882. Wat vrouwen aangaat, heeft -Dr. Francis Ivens (British Medical Journal, Juni 19, 1909) in Liverpool -gevonden, dat 14 percent van de gynaecologische gevallen blijk gaven -van de aanwezigheid van gonorrhoe. De patienten waren gewoonlijk arme -fatsoenlijke getrouwde vrouwen. Waarschijnlijk is het aantal zoo groot, -doordat Liverpool een drukke zeehaven is, maar het is minder dan de -taxatie van Sänger op 18 percent. - -[232] E. H. Grandin, Medical Record, May 26, 1906. - -[233] E. W. Cushing, "Sociological Aspects of Gonorrhoea", Transactions -American Gynecological Society, vol. XXII, 1897. - -[234] Alleen in heel kleine gemeenschappen, geregeerd door een -autocratische macht met absolute autoriteit om toestanden te -controleeren en menschen van beide seksen te onderzoeken, heeft -reglementeering eenig effect. Dit wordt door Dr. W. E. Harwood -aangetoond, die het systeem beschrijft, dat hij organiseerde in -de mijnen van de Minnesota Iron Company (Journal American Medical -Association, December 22, 1906). De vrouwen in de bordeelen op het -grondgebied van deze onderneming waren van den laagsten stand, en -er heerschte veel ziekte. Zorgvuldig onderzoek van de vrouwen werd -ingesteld, en contrôle op de mannen, die, zoodra zij ziek werden, -verplicht waren te zeggen, door welke vrouw zij geïnfecteerd waren -geworden. De vrouw moest de rekening van den dokter betalen van -den man, dien zij geïnfecteerd had, en zelfs zijn onderhoud, als -hij voor zijn werk ongeschikt was, en de vrouwen werden gedwongen -een fonds te onderhouden voor haar eigen verplegingskosten, als die -noodig waren. Op deze wijze werden venerische ziekten, hoewel ze niet -geheel uitgeroeid werden, toch aanmerkelijk verminderd. - -[235] Een duidelijke en begrijpelijke uiteenzetting van den -tegenwoordigen stand van zaken wordt door Iwan Bloch gegeven, Das -Sexualleben unserer Zeit, hoofdst. XIII-XV. Hoezeer het systeem -van politieregeling zonder resultaat is, zelfs in Duitschland, -waar inmenging van de politie in zoo hooge mate verdragen wordt, -kan duidelijk blijken uit het geval van Mannheim. Hier is de -reglementeering van de prostitutie zeer streng en grondig; toch toonde -een nauwkeurig onderzoek van de dokters van Mannheim (waarvan er twee -en negentig in bijzonderheden gaande verslagen inzonden), in 1905 aan, -dat van de zes honderd gevallen van venerische ziekten bij mannen, -bijna de helft opgedaan was bij prostituées. Ongeveer de helft van -de overige gevallen van infectie, (bijna een kwart van het geheel) -had plaats gevonden door kellnerinnen en buffetjuffrouwen; dan volgden -dienstmeisjes (Lion en Loeb, in Sexualpädagogik, the Proceedings of the -Third German Congress for Combating Venereal Diseases, 1907, p. 295). - -[236] Een zesde, minder talrijke klasse zou men hier aan toe kunnen -voegen van de jonge meisjes, dikwijls niet meer dan kinderen, die -verkracht zijn door mannen, die meenen, dat omgang met een maagd een -geneesmiddel is voor hardnekkige venerische ziekte. In Amerika wordt -dit dikwijls geloofd door Italianen, Chineezen, negers, enz. W. Travis -Gibb, de medicus, die de onderzoekingen doet voor de New Yorksche -maatschappij ter voorkoming van wreedheid aan kinderen, heeft meer dan -900 kinderen, die verkracht waren, onderzocht (maar een klein aantal -van de gevallen, die werkelijk voorkomen, zegt hij), en vindt, dat -dertien percent venerische ziekten hebben. Een tamelijk groot aantal -van deze gevallen, onder meisjes van twaalf tot zestien jaar zijn, -naar hij zegt, gewillige slachtoffers. Ook Dr. Flora Pollack, van de -polikliniek van het Johns Hopkins Hospital, taxeert, dat in Baltimore -alleen van 800 tot 1.000 kinderen tusschen den leeftijd van een en -vijftien ieder jaar met venerische ziekten worden geïnfecteerd. Het -grootste aantal, vindt zij, is op den leeftijd van zes, en de -voornaamste oorzaak schijnt te zijn, niet wellust, maar bijgeloof. - -[237] Voor een bespreking van de geërfde syphilis zie men b.v. Clement -Lucas, Lancet, February 1, 1908. - -[238] Veel kwaad is in sommige landen gedaan door de dwaze en verkeerde -gewoonte van genootschappen en ziektekassen om geen notitie te nemen -van venerische ziekten, en geen vrije medische hulp te verschaffen -of ziekte-toelage aan die leden, die er aan lijden. Deze gewoonte -heerschte bv. in Weenen tot 1907, toen er een meer humane en verlichte -gedragslijn ingevoerd werd, en venerische ziekten op hetzelfde niveau -geplaatst werden als andere ziekten. - -[239] Actieve maatregelen tegen de venerische ziekten werden in -Zweden ingevoerd in het begin van de vorige eeuw; ook verplichte en -kostelooze behandeling. Verplichte aangifte werd vele jaren geleden -in Noorwegen ingevoerd, en in 1907 verminderde het aantal gevallen -van venerische ziekten zeer; er is verplichte behandeling. - -[240] Zie bv. Morrow, Social Diseases and Marriage, hoofdst. XXXVII. - -[241] Een commissie van de Medical Society van New-York, in 1902 -benoemd om deze kwestie te overwegen, bracht rapport uit ten gunste van -de aangifte zonder namen en adressen te geven, en Dr. C. R. Drysdale, -die een werkzaam aandeel nam in de Internationale Conferentie in -Brussel van 1899 raadde een dergelijk plan aan voor Engeland, British -Medical Journal, Februari 3, 1900. - -[242] Zoo werd in München, in 1908 een man, die een dienstmeisje met -gonorrhoe geïnfecteerd had, om deze reden voor tien maanden naar de -gevangenis gezonden. De stand der meeningen in Duitschland tegenwoordig -over dit onderwerp wordt geresumeerd door Bloch, Sexualleben unserer -Zeit, p. 424. - -[243] A. Després, La Prostitution à Paris, p. 191. - -[244] F. Aurientis, Etude Médico-légale sur la jurisprudence actuelle -à propos de la Transmission des Maladies Venériennes, Thèse de Paris, -1906. - -[245] In Engeland kan tegenwoordig "een echtgenoot, die willens -en wetens zijn vrouw infecteert met een venerische ziekte, niet -strafrechterlijk veroordeeld worden, nòch wegens aanranding, nòch -wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel" (N. Geary, The -Law of Marriage, p. 479). Dit werd besloten in 1888, in het geval -van R. v. Clarence, door negen tegen vier rechters (Court for the -Consideration of Crown Cases Reserved). - -[246] Het moderne democratische gevoel kant zich er tegen, dat -een prostituée opgesloten zou kunnen worden, alleen omdat zij ziek -is. Maar er kan niet de minste redelijke twijfel aan zijn, dat, als -een geïnfecteerde prostituée een ander persoon infecteert, en niet -in staat is de zeer hooge schadevergoedingen te betalen, die in zulk -een geval gevraagd moesten worden, zij opgesloten behoorde te worden -en aan een behandeling onderworpen. Dat is noodig in het belang van -de gemeenschap. Maar faciliteiten voor medische behandeling zijn ook -noodig, om te voorkomen dat er een premie gesteld wordt op het begaan -van de overtreding, die kostelooze behandeling en onderhoud voor een -prostituée zonder middelen ten gevolge zou hebben. - -[247] Er is echter door het Parijsche Hof van Appel beslist, dat, als -een man trouwt, als hij weet, dat hij lijdende is aan een venerische -ziekte en die ziekte op zijn vrouw overbrengt, dit een voldoende -oorzaak is voor echtscheiding (Semaine Médicale, Mei, 1896). - -[248] Het groote boekdeel, getiteld Sexualpädagogik, dat de -verhandelingen van het derde van deze congressen bevat, gaat nauwelijks -in op het speciale onderwerp der venerische ziekten, en is gewijd aan -de kwesties, die zich bezig houden met de algemeene sexueele opvoeding -van jonge menschen, die, zooals vele van de sprekers hebben staande -gehouden, beginnen moet met het kind aan den schoot van zijn moeder. - -[249] "Werklieden, soldaten, en zoo voort", merkt Neisser op (Senator -en Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, vol. II, -p. 485) "kunnen gemakkelijker meisjes van hun eigen stand vinden, die -geen prostituée zijn, en toch bereid met hen in liefdesbetrekkingen -te treden, die uitloopen op sexueelen omgang, en daarom zijn zij -minder blootgesteld aan het gevaar van infectie, dan zij, die bijna -uitsluitend hun toevlucht moeten nemen tot prostituées". (Zie ook -Bloch, Sexualleben unserer Zeit, p. 437). - -[250] De aard van zulke lezingen en hoever zij gaan moeten, wordt -volkomen beschreven in de Verhandelingen van het Derde Congres van -het Duitsche Genootschap ter Bestrijding van Venerische Ziekten, -Sexualpädagogik, 1907. - -[251] Ik laat buiten beschouwing, als buiten het bestek van dit werk, -de hulpmiddelen, die bij het onderdrukken van venerische ziekten -geleverd worden door de veelbelovende nieuwe methoden, die men eerst -nu begint te begrijpen. (Zie, b.v. Metchnikoff, The New Hygiene, 1906). - -[252] Max von Niessen, "Herr Doktor, darf ich heiraten?" Mutterschutz, -1906, p. 352. - -[253] B.v., E. Belfort Bax, Outspoken Essays, p. 6. - -[254] Zulke redenen staan in verband met het welvaren van de -gemeenschap. "Alle immoreele daden leiden tot ongeluk van de -gemeenschap, alle moreele daden tot geluk van de gemeenschap", zooals -Prof. A. Mathews opmerkt, "Science and Morality", Popular Science -Monthly, March, 1909. - -[255] Zie Westermarck, Origin and Development of the Moral Ideas, -deel I, blz. 386-390, 522. - -[256] Westermarck, Origin and Development of the Moral Ideas, blz. 9, -159; ook het geheele hoofdstuk VII. Daden, die in overeenstemming zijn -met de gewoonte geven aanleiding tot de algemeene goedkeuring; daden, -die niet in overeenstemming zijn met de gewoonte, geven aanleiding -tot algemeene afkeuring, en Westermarck komt met machtige argumenten -om te bewijzen, dat die goedkeuring en die afkeuring de grondslag -zijn van moreele oordeelvellingen. - -[257] Dit wordt ook door rechtsgeleerden (bv. E. A. Schroeder, Das -Recht in der Geschlechtlichen Ordnung, blz. 5) erkend. - -[258] W. G. Sumner, (Folkways, p. 418) acht het zelfs wenschelijk -den vorm van het woord te veranderen om den nadruk te leggen op de -werkelijke en fundamenteele beteekenis van de moraal, en hij stelt het -woord mores voor, om aan te duiden "populaire gewoonten en tradities, -die leiden tot maatschappelijke hervorming". "Immoreel", zegt hij, -"beteekent nooit iets anders dan tegengesteld aan de mores van tijd -en plaats". Het is echter nergens voor noodig het goede oude woord -"moraal" af te schaffen of er iets aan toe te voegen, zoolang wij -ons duidelijk voor oogen stellen dat, aan den praktischen kant, -het in zijn wezen beteekent gewoonte. - -[259] Westermarck, op. cit., deel I, blz. 19. - -[260] Zie bv. "Exogamie and the Mating of Cousins", in Essays Presented -to E. B. Tylor, 1907, p. 53. "In het primitieve leven vinden wij -veelal een naïef verlangen om, als het ware, de natuur te helpen, in -het bekrachtigen van wat normaal is, om dan later de gevonden regels -te bevestigen door den categorischen eisch van recht en gewoonte en -wet. De neiging bestaat nog in onze beschaafde gemeenschappen en is als -vereering van het normale dikwijls een doodsvijand van het abnormale -en excentrieke, en verlamt maar al te dikwijls de originaliteit". - -[261] De geest van het Christendom, zooals hij geïllustreerd is door -Paulus, in een van zijn brieven, was uit Romeinsch oogpunt, naar -Dill opmerkt (Roman Society, p. 11), "een afstand doen niet alleen -van het burgerschap, maar van al de met moeite verkregen vruchten -van beschaving en maatschappelijk leven". - -[262] Zoo is het, dat, zooals Lecky in zijn History of European -Morals zeide, "van alle afdeelingen van de zedenleer de kwesties over -verhoudingen van de seksen en de juiste positie van de vrouw degene -zijn, over welker toekomst de grootste onzekerheid bestaat". Misschien -is er eenige vooruitgang gekomen sinds deze woorden geschreven werden, -maar ze gelden toch nog voor de meerderheid der menschen. - -[263] Aangaande het economisch huwelijk als een overblijfsel zie men -b.v. Bloch, The Sexual Life of Our Time, p. 212. - -[264] Senancour, De l'Amour, deel II, p, 233. De schrijver van The -Question of English Divorce schrijft het ontbreken van een algemeene -afkeer voor sexueele vrijheid toe aan de dwaze starheid van de wet. - -[265] Bruno Meyer, "Etwas von Positiver Sexualreform", Sexual-Probleme, -Nov. 1908. - -[266] Elsie Clews Parsons, The Family, p. 351. Dr. Parsons beschouwt -zulke verbintenissen terecht als een maatschappelijk kwaad als zij -de ontwikkeling tegengaan van de persoonlijkheid. - -[267] Vergelijk ook Rudeck, Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit -in Deutschland, 1897, blz. 146 et seq. - -[268] Voor bewijsmateriaal aangaande de algemeene afwezigheid van -het celibaat bij natuurvolken, zie men b.v. Westermarck, History of -Human Marriage hoofdstuk VII. - -[269] Er zijn b.v. twee millioen ongetrouwde vrouwen in Frankrijk, -terwijl in België dertig percent van de vrouwen en in Duitschland -soms zelfs vijftig percent ongetrouwd zijn. - -[270] Zulk een positie zou biologisch niet onredelijk zijn, gezien -de in hooge mate overwegende rol, die door de vrouw gespeeld wordt -bij het sexueele proces, dat het behoud van het ras verzekert. "Als -het sexueele instinct alleen maar van zijn physieke zijde beschouwd -wordt", zegt D. W. H. Busch (Das Geschlechtsleben des Weibes, 1839, -deel I, p. 201), "kan de vrouw niet beschouwd worden als het eigendom -van den man, maar met gelijk en grooter recht kan de man beschouwd -worden als het eigendom van de vrouw". - -[271] Herodotus, deel I, hoofdst. CLXXIII. - -[272] Dat macht en familiebetrekking geheel verschillende dingen zijn, -werd vele jaren geleden aangetoond door L. von Dargun, Mutterrecht -und Vaterrecht, 1892. Westermarck (Origin and Development of the Moral -Ideas, deel I, p. 655), die geneigd is te denken, dat Steinmetz niet -uitsluitend bewezen heeft, dat moederafstamming minder gezag in zich -sluit van den echtgenoot over de vrouw, maakt de belangrijke opmerking, -dat het gezag van den echtgenoot schade ondervindt als hij te midden -van de familieleden van zijn vrouw leeft. - -[273] Robertson Smith, Kinship and Marriage in Early Arabia; -J. G. Frazer heeft er op gewezen, (Academy, March 27, 1886), dat -de gedeeltelijk Semitische volken van den Noordelijken grens van -Abyssinië, die niet onderworpen zijn aan het revolutionaire proces -van den Islam, een systeem onderhouden, dat precies gelijkt op het -beena huwelijk, zoowel als sommige sporen van het tegenovergestelde -systeem, door Robertson Smith genaamd het ba'al huwelijk, waarbij de -vrouw door koop verkregen wordt en een deel van den eigendom wordt. - -[274] Spencer en Gillen, Northern Tribes of Central Australia, p. 356. - -[275] Rhys en Brynmor-Jones, The Welsh People, blz. 55-6; vergelijk -Rhys, Celtic Heathendom, p. 93. - -[276] Rhys en Brynmor-Jones, op. cit., blz. 214. - -[277] Crawley (The Mystic Rose, blz. 41 et seq.). - -[278] Revillout, "La Femme dans l'Antiquité", Journal Asiatique, 906, -deel VII p. 57. Zie ook Victor Marx, Beiträge zur Assyriologie, 1899, -Bd. IV, Heft 1. - -[279] Donaldson, Woman, blz. 196, 241 et seq. Nietzold, (Die Ehe in -"Ägypten", p. 17), meent, dat het gezegde van Diodorus, dat geen -kinderen onwettig waren, nadere toelichting behoeft, maar dat het -onwettige kind in Egypte geen maatschappelijk nadeel ondervond. - -[280] Amélineau, La Morale Egyptienne, p. 194; Hobhouse, Morals in -Evolution, deel I, p. 187; Flinders Petrie, Religion and Conscience -in Ancient Egypt blz. 131 et seq. - -[281] Maine, Ancient Law, hoofdst. V. - -[282] Donaldson, Woman, blz. 109, 120. - -[283] Mercator, IV, 5. - -[284] Digest XLVIII, 13, 5. - -[285] Hobhouse, Morals in Evolution, deel I, p. 213. - -[286] Voor een verslag van het werk van sommige van de minder bekende -van deze pioniers, zie men een serie artikelen door Harriet McIlquham -in de Westminster Review, vooral Nov. 1898 en Nov. 1903. - -[287] De invloed van het Christendom op de positie der vrouwen is in -den breede besproken door Lecky, History of European Morals, deel II, -blz. 316 et seq., en nu onlangs door Donaldson, Woman, Bk. III. - -[288] Migne, Patrologia, deel CLVIII, p. 686. - -[289] Rasmussen (People of the Polar North, p. 56), beschrijft een -verwoeden twist tusschen een man en vrouw, die elkaar om de beurt -tegen den grond sloegen. "Een poosje later, toen ik naar binnen keek, -lagen ze liefderijk te slapen, met hun armen om elkaar heen". - -[290] Hobhouse, Morals in Evolution, deel II, p. 367. Dr. Stöcker -wijst, in Die Liebe und die Frauen ook met nadruk op de beteekenis -van dezen factor van persoonlijke verantwoordelijkheid. - -[291] Vooral Olive Schreiner heeft den nadruk gelegd op de -verkeerdheden van het parasitisme voor vrouwen. "De toegenomen weelde -van den man", merkt zij op ("The Woman's Movement of Our Day", -Harper's Bazaar, Jan. 1902) "behoeft aan de vrouw, aan wie hij ze -besteedt, niet meer ten goede te komen, dan de meerdere rijkdom van -zijn meesteres geestelijk of lichamelijk ten goede komt aan een poedel, -die nu van haar een donsen kussen kan krijgen in plaats van een veeren, -en een kippetje in plaats van rundvleesch". Olive Schreiner meent, dat -het vrouwelijk parasitisme een gevaar is, dat tegenwoordig werkelijk -de maatschappij bedreigt, en dat, als het niet afgewend wordt "de -geheele vrouwelijkheid in beschaafde maatschappijen in een toestand -van meer of minder absolute afhankelijkheid moet verzinken". - -[292] In Rome en Japan heeft, zooals Hobhouse opmerkt (op. cit., deel -I, blz. 169, 176) het patriarchale systeem zijn volste uitbreiding -bereikt, en toch hebben de wetten van deze beide landen den man in een -positie geplaatst van praktische onderworpenheid aan een rijke vrouw. - -[293] Herodotus, Bk. II, hoofdst. XXXV. Herodotus merkte op, dat het de -vrouw was en niet de man, op wie de verantwoordelijkheid rustte van het -onderhouden van oude bejaarde ouders. Dat alleen al sloot in zich een -hooge economische positie van de vrouwen. Het is niet te verwonderen, -dat het aan sommige waarnemers, zooals aan Diodorus Siculus toescheen, -dat de Egyptische vrouw de meesteres was van haar man. - -[294] Hobhouse (loc. cit.), Hale, en ook Grosse meenen, dat een -goede economische positie van een volk in zich sluit een hooge -positie van de vrouw. Westermarck (Moral Ideas, deel I, p. 661) -meent hier in overeenstemming met Olive Schreiner, dat deze opgave -niet zonder wijziging kan aangenomen worden, hoewel hij het met haar -eens is, dat de landbouw een goede uitwerking heeft op de positie der -vrouw, omdat zij er zelf een werkdadig aandeel in neemt. Een goede -economische positie heeft geen werkelijk effect in het verbeteren van -de positie der vrouw, tenzij de vrouwen zelf er een werkzaam en niet -een parasiet-achtig aandeel in hebben. - -[295] Westermarck (Moral Ideas, deel I, hoofdst. XXXVI, deel II, p. 29) -verwijst herhaaldelijk naar de eigendoms- en andere privileges, die -de vrouwen bij natuurvolken hebben en die op een eenigszins hooger -beschavingsniveau veelal verdwijnen. - -[296] De geleidelijke toename van het aantal vrouwen onder de Engelsche -werklieden in de machine-industrie begon in 1851. Er zijn nu, naar -men taxeert, drie en een half millioen vrouwen aan het werk in de -industrieele beroepen, behalve een half millioen dienstboden. (Voor -bijzonderheden zie men, James Haslam, in een serie bladen van de -Englishwoman, 1909). - -[297] Zie b.v., J. A. Hobson, The Evolution of Modern Capitalism, -tweede uitgave, 1907, hoofdst. XII, "Women in Modern Industry." - -[298] Hobhouse, op. cit., deel I, p. 228. - -[299] Fielding, Tom Jones, Boek III, hoofdst. VII. - -[300] Zelfs de kerk nam ten slotte deze toewijzing van de -verantwoordelijkheid aan, en "de sollicitatie", d.i. de zonde van een -biechtvader, die zijn vrouwelijke boeteling verleidt, wordt steeds -behandeld als uitsluitend de zonde van den biechtvader. - -[301] Adolf Gerson, Sexual-Probleme, Sept. 1908, p. 547. - -[302] Er is reeds vroeger verwezen naar de ongelukkige resultaten, -die het gevolg kunnen zijn van de onwetendheid van de mannen, en het -zal weer noodig zijn in het elfde hoofdstuk van dit werk. - -[303] Pepys, Diary, uitg. Wheatley, deel VII, p. 10. - -[304] Lombroso en Ferrero, La Donna Delinquente. - -[305] Gury, Théologie Morale, art. 381. - -[306] "De mannen zullen niet leeren wat de vrouwen zijn", merkt -Rosa Mayreder op (Zur Kritik der Weiblichkeit, p. 199), "voordat zij -opgehouden hebben ze voor te schrijven, wat ze behooren te zijn". - -[307] Het is b.v. uiteengezet door Professor Wahrmund in Ehe und -Eherecht, 1908. Ik behoef ternauwernood opnieuw te verwijzen naar de -geschriften van Ellen Key, waarvan men bijna zeggen kan dat ze een -nieuw tijdperk openen, vooral (in de Duitsche vertaling) Ueber Liebe -und Ehe (ook in het Fransch vertaald), en (in de Engelsche vertaling, -Putnam, 1909), het waardevolle, hoewel minder belangrijke werk, -De eeuw van het kind. Zie ook Edward Carpenter, Als de menschen rijp -worden voor de liefde; Forel, De sexueele kwestie (Engelsche vertaling, -verkort, The Sexual Question, Rebman, 1908); Bloch, Het sexueele leven -van onzen tijd, Rebman, 1908; Helene Stöcker, De liefde en de vrouwen, -1906; en Paul Lapie, De vrouw in het gezin, 1908. - -[308] Rosenthal, uit Breslau, gaat zoo ver, dat hij van juridische -zijde beweert ("Grundfragen des Eheproblems", Die Neue Generation, -Dec., 1908), dat de bedoeling van de voortplanting voor het begrip -van wettig huwelijk essentieel is. - -[309] J. A. Godfrey, Science of Sex, p. 119. - -[310] E. D. Cope, "The Marriage Problem", Open Court, Nov., 1888. - -[311] Zie boven, p. 359. - -[312] Wächter, Ehescheidungen, blz. 95 et seq.; Esmein, Marriage -en Droit Canonique, deel I, p. 6; Howard, History of Matrimonial -Institutions, deel II, p. 15. Howard meent (in overeenstemming met -Lecky), dat van de vrijheid tot echtscheiden alleen misbruik gemaakt -werd door een klein deel van de Romeinsche bevolking, en dat zulk -een misstand, voor zoover hij bestond, niet de oorzaak was van -achteruitgang van de moraal in Rome. - -[313] De meeningen van de Christelijke Kerkvaders waren zeer -afwisselend, en ze wisten soms zelf niet, wat ze meenden; zie bv. de -meeningen, verzameld door Cranmer en opgesomd door Burnet, History -of Reformation (ed. Nares), deel II, p. 91. - -[314] Constantijn, de eerste Christelijke Keizer, stelde een streng -en eigenaardige wet op de echtscheiding voor (die een vrouw toestond -echtscheiding te verkrijgen van haar man, alleen als hij een moordenaar -was, iemand vergiftigd had, of een grafschenner was), maar deze wet kon -niet staande gehouden worden. Dus beval Anastasius in 497 echtscheiding -met wederzijdsch goedvinden. Dit werd afgeschaft door Justinianus, -die alleen echtscheiding toestond bij verschillende gespecificeerde -oorzaken, daaronder echtbreuk van den man. Deze beperkingen bleken -echter niet houdbaar, en de opvolger en neef van Justinianus, Justinus, -herstelde weer de echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden. Ten -slotte, in 870, kwam Leo de wijsgeer weer terug op het voorstel van -Justinianus (zie b.v. Smith and Cheetham, Dictionary of Christian -Antiquities, arts. "Adultery" en "Marriage"). - -[315] Het element van eerbied in de houding van de Germanen -in den eersten tijd jegens vrouwen en de voorrechten, die zelfs -getrouwde vrouwen hadden, schijnen, voor zoover als Tacitus als een -betrouwbaar gids beschouwd kan worden, de overgebleven sporen te -zijn van een vroeger maatschappelijk stadium op een meer matriarchale -basis. Zij zijn zeer duidelijk zichtbaar bij het begin van de Duitsche -geschiedenis. Van den beginne echter waren, hoewel echtscheiding met -wederzijdsch goedvinden mogelijk schijnt geweest te zijn, de Duitsche -zeden zonder erbarmen voor de getrouwde vrouw, die ontrouw was, of -onvruchtbaar, of die op andere wijze aanstoot gaf, hoewel het eenigen -tijd lang na het invoeren van het Christendom voor den Duitschen -echtgenoot geen misdaad was echtbreuk te plegen. (Westermarck, Origin -of the Moral Ideas, deel II, p. 453). - -[316] "Deze vorm van huwelijk", zegt Hobhouse (op. cit., deel I, -p. 156), "staat in nauw verband met de uitbreiding van de rechten -van den man". Vergelijk Howard, op. cit., deel I, p. 231. De zeer -lage plaats van de Duitsche vrouw in de middeleeuwen wordt duidelijk -gemaakt door Hagelstange, Süddeutsches Bauernleben im Mittelalter, -1898, blz. 70 et seq. - -[317] Howard, op. cit., deel I, p. 259; Smith and Cheetham, Dictionary -of Christian Antiquities, art. Arrhae. Het schijnt echter dat de -"bruidkoop", waarvan Tacitus spreekt, niet strikt de verkoop was van -een stuk vee of van een slavinnetje, maar de verkoop van de mund -of het recht van bescherming over het meisje. Het is waar, dat de -beteekenis misschien niet altijd duidelijk is geweest aan hen, die deel -namen aan de handeling. Evenzoo was de Angelsaksische verloving niet -zoozeer een betalen van den prijs van de bruid aan haar verwanten, -hoewel zij natuurlijk een voordeeltje uit de handeling konden slaan, -als wel een verbond, dat fatsoenlijke behandeling van de vrouw als -vrouw en weduwe eischte. Herinneringen hieraan, merken Pollock en -Maitland op (op. cit., deel II, p. 364), kan men vinden in "die -merkwaardige rommelkamer voor antiquiteiten, het huwelijksritueel -van de Engelsche kerk". - -[318] J. Wickham Legg, Ecclesiological Essays, p. 189. We mogen er aan -toevoegen dat het denkbeeld van de onderwerping van de vrouw aan den -man in een tamelijk vroeg stadium in de Christelijke kerk voor den -dag kwam, en ongetwijfeld onafhankelijk van Germaansche invloeden; -de heilige Augustinus zeide (Sermo XXXVII, cap. VI) dat een goede -mater familias zich niet moest schamen zich de dienstmaagd van haar -man te noemen (ancilla). - -[319] Zie b.v. L. Gautier, La Chevalerie hoofdst. IX. - -[320] Howard, op. cit., deel I, blz. 278-281, 386. De Arrha kwam te -voorschijn in de Romeinsche wet in de zesde eeuw. - -[321] Howard, op. cit., deel I, blz. 293 et seq.; Smith and Cheetham, -Dictionary of Christian Antiquities, art. "Contract of Marriage". - -[322] Alle latere veranderingen in het Katholieke canonieke recht -hebben het huwelijk alleen nog maar enger gemaakt en nog verder van -de praktijk van de wereld afgebracht. Bij een decreet van den paus -van 1907, wordt verklaard, dat burgerlijke huwelijken en huwelijken -op niet-katholieke plaatsen van eeredienst niet alleen zondig zijn -en onwettig (wat ze tevoren ook al waren), maar van nul en geenerlei -waarde. - -[323] E. S. P. Haynes, Our Divorce Law, p. 3. - -[324] Het was het Concilie van Trente, in de zesde eeuw, dat de -kerkelijke riten maakte tot een essentieel punt voor een bindend -huwelijk; maar zelfs toen stemden zes en vijftig prelaten tegen -die beslissing. - -[325] Esmen, op. cit., deel I, p. 91. - -[326] Soms zegt men, dat de Katholieke kerk de verkeerdheden van haar -leer van de onontbindbaarheid van het huwelijk matigt door een aantal -beletselen voor het huwelijk aan te nemen, terwijl ze vrije speelruimte -laat aan hen, die vrijstelling van het huwelijk willen hebben. Dit -schijnt echter nauwelijks het geval te zijn. Dr. P. J. Hayes, die -als kanselier van de Katholieke aartsdiocese van New-York met gezag -spreekt, zegt ("Impediments to Marriage in the Catholic Church", North -American Review, Mei 1905), dat zelfs in een zoo moderne en gemengde -gemeenschap als deze er maar weinig aanvragen zijn om dispensatie ten -gevolge van beletsels; er zijn per jaar 15.000 Katholieke huwelijken in -de stad New-York, maar alleen bij vijf per jaar wordt er navraag naar -gedaan of ze wel geldig zijn, en dan voornamelijk op grond van bigamie. - -[327] De Canonisten, zeggen Pollock en Maitland (loc. cit.), "hebben -een willekeurige chaos gemaakt van de huwelijkswet". "Zelden", -zegt Howard (op. cit., deel I, p. 340), "hebben theorie en fijne -haarkloverijen verderfelijker gevolgen gehad in het practische leven -dan toen ze het onderscheid tusschen sponsalia de praesenti en de -futuro vaststelden". - -[328] Howard, op. cit., deel I, p. 386 et seq. Over het geheel was -echter de meening van Luther, dat het huwelijk, hoewel heilig en -geheimzinnig, geen sacrament is; zijn verschillende gezegden over -de zaak zijn te zamen gebracht door Strumpff, Luther über die Ehe, -blz. 204-214. - -[329] Howard, op. cit., deel II, p. 61 et seq. - -[330] Waarschijnlijk bleef, als een resultaat van de eenigszins -verwarde en onsamenhangende houding van de Hervormers, de canonieke wet -in Protestantsche landen inderdaad langer van kracht dan in Katholieke -landen; vooral in Frankrijk is ze ingrijpender veranderd. (Esmein, -op. cit., deel I, p. 33). - -[331] De opvatting der kwakers over het huwelijk is nog heden van -machtigen invloed. "Waarom", zegt Mrs. Besant (Marriage, p. 19), -"zouden we niet wat van de kwakers overnemen, en voor de tegenwoordige -wettige vormen van het huwelijk een eenvoudige verklaring, in het -openbaar gedaan, in de plaats stellen?" - -[332] Howard, op. cit., deel II, p. 456. De werkelijke praktijk -in Pennsylvanië schijnt echter weinig te verschillen van die in de -andere Staten. - -[333] Howard, op. cit., deel II, p. 109. "Het is werkelijk -verwonderlijk", merkt Howard op, "dat een groote natie, die zich -beroemt op liefde voor gelijkheid en maatschappelijke vrijheid, -volle vijf generaties lang een hatelijke verdraagzaamheid toelaat, -eer dan zich vrij en moedig te bevrijden van de banden van een -kerkelijke traditie". - -[334] "Het gedwongen voortzetten van een ongelukkige vereeniging is -misschien het immoreelste ding, dat een beschaafde maatschappij ooit -gezien, nog veel minder aangemoedigd heeft", zegt Godfrey (Science -of Sex, p. 123). "Het moreele van een vereeniging hangt af van het -wederzijdsch verlangen, en een vereeniging, die door een andere oorzaak -wordt voorgeschreven, ligt buiten de beschaving, hoezeer de gewoonte -ze moge erkennen, of de godsdienst en de wet ze moge goedkeuren". - -[335] Echtbreuk wordt in de meeste wilde en barbaarsche maatschappijen, -zooals Westermarck zegt, beschouwd als "een onwettig zich toeëigenen -van de rechten, die de echtgenoot uitsluitend verkregen heeft door -den koop van zijn vrouw, als een vergrijp tegen den eigendom"; de -verleider wordt daarom gestraft als een dief, met boete, verminking, -zelfs dood (Origin of the Moral Ideas, deel II blz. 447 et seq.; id., -History of Human Marriage, p. 121). Bij sommige volken wordt alleen -de verleider en niet de vrouw gestraft. - -[336] Er wordt soms gezegd ter verdediging van de eischen tot -schadevergoeding voor het verleiden van een getrouwde vrouw, dat -vrouwen dikwijls zwak zijn en niet in staat weerstand te bieden aan -toenadering van een man, zoodat de wet zwaar zou moeten drukken -op den man, die zich die zwakheid ten nutte maakt. Dit argument -schijnt wat verouderd. De wet begint de verantwoordelijkheid zelfs -van de getrouwde vrouwen in andere opzichten aan te nemen, en kan -wel nauwelijks weigeren ze ook aan te nemen voor het controleeren -van haar eigen persoon. Bovendien, als het zoo natuurlijk is voor de -vrouw om te zwichten, dan is het nauwelijks rechtmatig den man te -straffen, met wien zij die natuurlijke daad gedaan heeft. Er moet -verder gezegd worden, dat, als de echtbreuk van een vrouw alleen -maar een onverantwoordelijke vrouwelijke zwakheid is, dat dan -een zeer ongepaste ruwheid haar wordt aangedaan door het openlijk -eischen van schadevergoeding van haar minnaar. Als we werkelijk dit -argument aannemen, dan moeten we de middeleeuwsche kuischheidsgordel -weer invoeren. - -[337] Howard, op. cit., deel II, p. 114. - -[338] Deze regel is in Engeland geenszins een doode letter. Zoo bracht -in 1907 een vrouw, die haar huis had verlaten, terwijl ze een brief -achterliet waarin ze zeide, dat haar man niet de vader van haar kind -was, daarna een aanklacht uit wegens echtbreuk en omdat de man zich -niet verdedigde, werd haar die toegestaan. Maar, daar de advocaat van -de kroon (King's Proctor) de feiten vernomen had, werd het vonnis -vernietigd. Toen diende de man een aanklacht in tot echtscheiding, -kon die echter niet verkrijgen daar hij reeds had toegegeven dat hij -echtbreuk begaan had, door zich in het vorige geval niet te doen -verdedigen. Hij bracht de zaak voor het hof van appèl maar zijn -verzoek werd niet ingewilligd, daar het hof van meening was, dat -"het verleenen van steun in zulk een geval niet was in het belang -van de algemeene moraal". De veiligste weg in Engeland om wat wettig -"huwelijk" genoemd wordt absoluut onontbindbaar te maken, is dat -beide partijen echtbreuk begaan. - -[339] Magnus Hirschfeld, Zeitschrift für Sexualwissenschaft, Oct. 1908. - -[340] H. Adner, "Die Richterliche Beurteilung der "Zerrütteten" Ehe", -Geschlecht und Gesellschaft, Band II, Deel 8. - -[341] Gross-Hoffinger, Die Schicksale der Frauen und die Prostitution, -1847; Bloch geeft een volledige opsomming van de resultaten van dit -onderzoek in een Appendix bij hoofdstuk X van zijn Sexual Life of -Our Time. - -[342] De echtscheiding in de Vereenigde Staten wordt in den breede -besproken door Howard, op. cit., deel III. - -[343] H. Münsterberg, The Americans, p. 575. Evenzoo meent Dr. Felix -Adler, in een studie over "The Ethics of Divorce" (The Ethical Record, -1890, p. 200), hoewel hij zelf geen voorstander van echtscheiding is, -dat de eerste oorzaak voor het veel voorkomen van de echtscheiding -in de Vereenigde Staten is de hooge positie der vrouwen. - -[344] In een belangwekkend artikel, met gevallen ter illustratie, -over "Het Neurologische Element in den huwelijksafkeer" (Journal of -Nervous and Mental Diseases, Sept. 1892) verwijst Smith Baker naar -de gevallen waarin "een man hoe langer hoe meer antipathie tegen -zijn vrouw begint te gevoelen, als hij haar naar verhouding minder -ontwikkelde persoonlijkheid leert kennen. Terwijl hij misschien -trouwde, voordat hij juist had leeren oordeelen over karakter en de -neigingen daarvan, komt hij tot besef van het feit, dat hij in eere -verplicht is zijn geheele physiologische leven te leven, niet met een -werkelijke gezellin, maar met een surrogaat." De gevallen zijn nog -talrijker, merkt dezelfde schrijver op, waarin de sexueele begeerte -van de vrouw zich niet openbaart, behalve als resultaat van opvoeding -en oefening. "Deze soort van natuurlijk-onnatuurlijken toestand is de -bron van veel teleurstelling, en van intens lijden van de zijde van de -vrouw evenzeer als van ontevredenheid in de familie". Toch zijn zulke -oorzaken van echtscheiding veel te samengesteld om in wetboeken vermeld -te worden, en veel te intiem om in gerechtshoven bepleit te worden. - -[345] Tien jaar geleden, misschien nu nog wel, kwamen de Vereenigde -Staten als de vierde wat de veelvuldigheid van echtscheiding aangaat, -na Japan, Denemarken, en Zwitserland. - -[346] Lecky, de historieschrijver over de Europeesche moraal, heeft -gewezen (Democracy and Liberty, deel II, p. 172) op de nauwe betrekking -in het algemeen tusschen het gemak van de echtscheiding en een hoogen -standaard van de sexueele moraal. - -[347] Zoo b.v., Hobhouse, Morals in Evolution, deel I, p. 237. - -[348] In Engeland werd deze stap gedaan onder de regeering van Hendrik -VII, toen het gedwongen huwen van vrouwen tegen haar wil bij de wet -verboden werd (3 Henry VII, c. 2). Zelfs al in het midden van de -zeventiende eeuw moest de kwestie van het gedwongen huwelijk weer -behandeld worden (Inderwick, Interregnum, blz. 40 et seq.). - -[349] Woods Hutchinson (Contemporary Review, Sept., 1905) -beweert, dat als epilepsie, krankzinnigheid, moreele perversie, -gewoonte-dronkenschap, of misdadig gedrag van eenigerlei soort -voorkomt, de echtscheiding, ter wille van het komend geslacht, niet -alleen toegestaan moest zijn, maar verplichtend. Echtscheiding alleen -zou echter niet voldoende zijn om het gewenschte doel te bereiken. - -[350] Evenzoo schrijft in Duitschland Wanda von Sacher-Masoch, die -wat haar eigen karaktergebreken ook mogen geweest zijn, veel door -het huwelijk geleden had, aan het eind van Meine Lebensbeichte, dat -"zoolang de vrouwen den moed niet hebben, zonder tusschenkomst van -den Staat of tusschenkomst van de kerk verhoudingen te regelen, die -haarzelf alleen aangaan, zullen zij niet vrij zijn". In plaats van -dit oude, vervallen huwelijkssysteem, dat zoo tegenovergesteld is aan -onze moderne gedachten en gevoelens, wilde zij persoonlijke contracten -hebben, gemaakt door een advocaat. In Engeland schreef al veel vroeger -Charles Kingsley, een vurig voorstander van de vrouwenbeweging, wiens -gevoel voor de vrouwen bijna tot vereering steeg, aan J. S. Mill: -"Er kan nooit iets goeds komen voor de vrouwen, eer het laatste -overblijfsel van de canonieke wet door de beschaving ter zijde is -gesteld". - -[351] "Er is nooit vuiler instelling uitgevonden", verklaarde Auberon -Herbert vele jaren geleden, en daarmee drukte hij een gevoelen uit, -dat later zeer gewoon is geworden; "en het bestaan ervan sleept zich, -tot onze groote schande voort, omdat we niet den moed hebben om vrijuit -te zeggen, dat de sexueele verhoudingen van man en vrouw, of van hen, -die samen leven, hen zelf aangaan, en dat ze niet de glurende, gretige, -zelfgenoegzame, en ontzettend onware buitenwereld aangaan". - -[352] Hobhouse, op. cit., deel I, p. 237. - -[353] Dezelfde opvatting van het huwelijk als een contract blijft -nog tot op zekere hoogte ook in de Vereenigde Staten bestaan, waar -ze heen gebracht was door de eerste Protestanten en Puriteinen. De -Staten geven gewoonlijk geen definitie van het huwelijk, maar, naar -Howard zegt (op. cit., deel II, p. 395), "inderdaad wordt het huwelijk -behandeld als een verhouding, die zoowel iets heeft van den aard van -een toestand als van een contract". - -[354] Dit gezichtspunt is grondig uiteengezet door Paul en Victor -Margueritte, Quelques Idées. - -[355] Ik wil opmerken, dat dit vele jaren geleden door C. G. Garrison -aangetoond werd, die de gevolgen hiervan besprak in zijn "Limits of -Divorce", Contemporary Review, Feb., 1894. "We kunnen veilig zeggen", -besluit hij, "dat het huwelijk in geen opzicht op een contract gelijkt, -noch in vorm, noch als geneesmiddel, handelwijze of in resultaat; -maar dat het in al deze opzichten integendeel de rechten, van de -personen, die het aangaat, verkort". Het huwelijk is geen contract, -maar een wijze van zich gedragen. - -[356] Zie b.v. P. en V. Margueritte, op. cit. - -[357] Zooals aangehaald door Howard, op. cit., deel II, p. 29. - -[358] Evenzoo merkt Ellen Key (Ueber Liebe und Ehe, p. 343) op, -dat te spreken over "den plicht van levenslange trouw" in veel -opzichten hetzelfde is, als te spreken van "den plicht van levenslange -gezondheid". Een mensch kan zijn best doen om zijn leven of zijn -liefde te bewaren; hij kan dit niet onvoorwaardelijk op zich nemen. - -[359] Hobhouse, op. cit., deel I, blz. 159, 237-9; vergelijk P. en -V. Margueritte, Quelques Idées. - -[360] "Echtscheiding", zooals Garrison zegt ("Limits of Divorce", -Contemporary Review, Febr. 1894), "is de rechterlijke mededeeling, -dat een gedrag, hetwelk eens dat van een huwelijk was in aard en doel, -deze eigenschappen verloren heeft... Echtscheiding is een feitelijk -iets, en niet een vrijheid om een belofte te breken". - -[361] Zie boven, p. 325. - -[362] Het is noodig geweest de voortplanting in het eerste hoofdstuk -van dit werk te bespreken, en het zal weer noodig zijn in het laatste -hoofdstuk. Hier hebben wij alleen te maken met de voortplanting als -een element van het huwelijk. - -[363] Nietzold, Die Ehe in Aegypten zur Ptolemäisch-römischen Zeit, -1903, p. 3. Deze band verzekerde ook rechten aan de kinderen, die -tijdens het bestaan ervan geboren werden. - -[364] Zie bv. Ellen Key, Moeder en Kind, p. 21. De noodzakelijkheid -tot het combineeren van grooter vrijheid van sexueele verhoudingen -met grootere gestrengheid van ouderlijke verhoudingen werd in een -vroeger tijd duidelijk erkend door een andere bekwame schrijfster, -Miss J. H. Clapperton, in haar beroemd boek Scientific Meliorism, -uitgegeven in 1885 "Wettelijke veranderingen", schreef zij (p. 320), -"zijn noodig in twee richtingen, en wel in de richting van grooter -vrijheid van huwelijk en grooter preciesheid, wat het ouderschap -aangaat. De huwelijksvereeniging is in haar wezen een persoonlijke -zaak, waarmee de maatschappij niet geroepen is zich te bemoeien en -waartoe ze ook geen recht heeft. De geboorte van een kind daarentegen -is een openbare gebeurtenis. Ze raakt de belangen van de geheele -natie." - -[365] Ellen Key, Liefde en Huwelijk, p. 168; vergelijk van dezelfde -schrijfster De Eeuw van het Kind. - -[366] In Duitschland alleen worden ieder jaar 100.000 "onwettige" -kinderen geboren, en het aantal neemt snel toe; in Engeland is het -maar 40.000 per jaar, daar het sterke vooroordeel, dat dikwijls -bestaat tegen zulke geboorten in Engeland (zooals ook in Frankrijk) -aanleiding geeft tot het in wijden kring toepassen van middelen ter -voorkoming van de conceptie. - -[367] "Waar zijn werkelijk monogamisten te vinden?" vroeg Schopenhauer -in zijn verhandeling "Ueber die Weiber". En James Hinton was gewoon -te zeggen: "Wat is de bedoeling van het in stand houden van de -monogamie? Is er eenige kans om ze te krijgen, zou ik wel eens willen -weten? Noemt gij het Engelsche leven monogaam?" - -[368] "Bijna overal", zegt Westermarck van de polygynie (die hij in den -breede bespreekt in de hoofdstukken XX-XXII van zijn History of Human -Marriage) "is ze beperkt tot het kleinste gedeelte van de menschen en -het grootste deel is monogaam". Maurice Gregory (Contemporary Review, -Sept. 1906) geeft statistieken, die aantoonen, dat er bijna overal -een neiging tot gelijkheid in aantal van de geslachten te vinden is. - -[369] In een polygaam land is een man natuurlijk door zijn -verplichtingen evenzeer gebonden aan zijn tweede vrouw, als aan zijn -eerste. Bij ons wordt de tweede vrouw onteerd door den naam maitres, -en hoe slechter de man haar en haar kinderen behandelt, des te meer -wordt zijn moraal goedgekeurd, evenals de Katholieke kerk, toen ze -trachtte het coelibaat onder de geestelijkheid in te stellen, meer -goedkeuring had voor den priester, die onwettige verhoudingen had met -vrouwen, dan den priester, die fatsoenlijk en openlijk trouwde. Als -zijn verwaarloozing er de maitres van een getrouwd man toe brengt haar -verhouding tot hem bekend te maken, dan heeft de man recht haar te -vervolgen, en zijn advocaat zal, van de algemeene sympathie verzekerd, -voor het gerechtshof zeggen, dat "deze vrouw zoo slecht is geweest -van te schrijven aan de vrouw van den klager!" - -[370] Howard, in zijn oordeelkundige History of Matrimonial -Institutions (deel II, blz. 96 et seq.), kan niet nalaten de aandacht -te vestigen op den bijna krankzinnig opgewonden aard van de taal, -die in Engeland nog maar weinige jaren geleden gebruikt werd door -hen, die waren tègen het huwelijk met de zuster van de overledene -vrouw, en hij stelt die tegenover de meer redelijke houding van de -Katholieke kerk. "Er zijn voorbeelden gegeven", merkt hij op, "van de -moreele anarchie, die zulke huwelijken moeten te voorschijn roepen, -en die zijn door opmerkers uit Amerika, uit de koloniën en van het -vasteland gelezen met een ongerustheid, die niet onvermengd was met -tegenzin, en het zijn werkelijk merkwaardige illustraties van het -uiterst insulair karakter van den Engelschen geest". Nog in A.D. 1908 -werd er een wetsontwerp gebracht in het House of Lords, hetwelk -voorstelde, dat verlating zonder oorzaak twee jaren lang een reden -zou zijn tot echtscheiding, een redelijke en menschelijke maatregel, -die als wet geldt in de meeste deelen van de beschaafde wereld. De -Lord Kanselier (Lord Loreburn), een liberaal, en een verlicht en -scherpzinnig leider in de sfeer van de politiek, verklaarde, dat -zulk een voorstel "absoluut onmogelijk" was. Het Huis verwierp het -voorstel met 61 tegen 2 stemmen. Zelfs de huwelijksbesluiten van -het concilie van Trente werden niet door zulk een overweldigende -meerderheid aangenomen. Inzake de huwelijkswetgeving is Engeland nog -nauwelijks ontwassen aan de Middeleeuwen. - -[371] Quaestionum Convivalium, lib. III, quaestio 6. - -[372] E. D. Cope, "The Marriage Problem" Open Court, Nov. 1888. - -[373] Columbusmeeting van de American Medical Association, 1900. - -[374] Ellen Key, Ueber Liebe und Ehe, p. 24. - -[375] In een bewonderenswaardig artikel over Friedrich Schlegel's -Lucinde (Mutterschutz, 1906, Heft 5) beschouwt Heinrich Meyer-Benfey, -die er op wijst, dat de Katholieke opvatting van het huwelijk liefde -toestond, maar ze niet verhief, Lucinde, met hare gebreken, als de -eerste uitdrukking van de eenheid van de zinnen en de ziel, en, als -zoodanig als de basis van de nieuwe zedeleer der liefde. We moeten er -echter bijvoegen, dat vier honderd jaar geleden Pontano deze zelfde -eenheid der liefde veel krachtiger en veel gezonder uitgesproken had -dan Schlegel, hoewel het Latijnsche vers, frisch en vol leven als -het is, zonder invloed bleef. Pontano's Carmina, met de "De Amore -Conjugali", zijn eindelijk door Soldati in een schooluitgave herdrukt. - -[376] Van de dertiende tot de zeventiende eeuw was Ovidius inderdaad -de meest populaire en invloedrijkste van de klassieke dichters. Zijn -werken speelden een groote rol bij het vormen van de literatuur -van de Renaissance, niet het minst in Engeland, waar Marlowe zijn -Amores vertaalde, en Shakespeare, tijdens de eerste jaren van zijn -literaire werkzaamheid, hem veel verschuldigd was (zie bv. Sidney Lee, -"Ovid and Shakespeare's Sonnets", Quarterly Review, April 1909). - -[377] Dit is reeds in hoofdstuk II besproken. - -[378] Op den leeftijd van vijf en twintig jaar, naar G. Hirth opmerkt -(Wege zur Heimat, p. 541) heeft een energiek en sexueel aangelegd -man in een groote stad meestal al verhoudingen gehad met ongeveer -vijf en twintig vrouwen, misschien al wel met vijftig, terwijl een -wel opgevoede en beschaafde vrouw op dien leeftijd eerst begint de -langzaam zich opeenhoopende opwindingen van de sekse te realiseeren. - -[379] In zijn studie over "Conjugal Aversion" (Journal Nervous and -Mental Disease, Sept., 1892) wijst Smith Baker op de waarde van -voldoende sexueele kennis voor het huwelijk voor het verminderen van -de gevaren voor zulk een aversie. - -[380] "Het mag tot eer van de mannen gezegd worden", merkt Adler naar -waarheid op, (op. cit., p. 182), "dat het misschien niet dikwijls -hun bewuste brutaliteit is, die in deze zaak het kwaad sticht, -maar alleen gebrek aan handigheid en gebrek aan begrijpen. De man, -die niet speciaal door de natuur en door de ondervinding begaafd is -voor den psychischen omgang met vrouwen, zal waarschijnlijk niet, -door zijn vroegeren omgang met Venus vulgivaga, eenige nuttige kennis -mee ten huwelijk brengen, hetzij psychisch of physiek". - -[381] "Den eersten nacht", schrijft een correspondent over zijn -huwelijk, "vond zij de daad zeer pijnlijk en was zij verschrikt -en verwonderd over de grootte van mijn penis, en daarover, dat ik -zoo plotseling op haar af kwam. Wij hadden vóór het huwelijk zeer -openlijk over sexueele zaken gesproken, en het kwam nooit bij mij op, -dat ze de bijzonderheden van de daad niet kende. Ik dacht, dat het -haar zou hinderen over deze zaken te spreken; maar ik zie nu in, -dat ik haar de dingen had moeten uitleggen. Vóór ik trouwde was ik -tot de conclusie gekomen, dat de eerbied, die men aan zijn vrouw -verschuldigd is, niet vereenigbaar was met een wijze van spreken, -die indecent zou kunnen schijnen, en ook had ik besloten niet tot -haar te spreken over wat ik toen meende, dat vuile dingen waren, -zelfs over het naakt zijn, en haar naakt te hebben. Ik was inderdaad -het slachtoffer van onware ingetogenheid; het was een kunstmatige -reactie op het leven, dat ik vóór mijn huwelijk geleid had. Nu -schijnt het mij natuurlijk toe, dat als men een vrouw liefheeft, -men met haar doet wat in u of in haar opkomt. Als ik het niet als -een fout gevoeld had zulke daden tusschen ons aan te moedigen, dan -zou er zich tusschen ons een sexueele sympathie hebben kunnen vormen, -die mij nauwer aan haar zou verbonden hebben". - -[382] Montaigne, Essais, boek III, hoofdstuk V. Het is een feit -van beteekenis, dat zelfs in de kwestie van inlichting, vrouwen, -niettegenstaande veel onwetendheid en onervarenheid, dikwijls beter -toegerust zijn voor het huwelijk dan mannen. Naar Fürbringer opmerkt -(Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, deel -I, p. 212), hoewel de vrouw gewoonlijk kuischer is bij het huwelijk -dan de man, "is zij toch gewoonlijk beter ingelicht in zaken, die -tot den huwelijkschen staat behooren, niettegenstaande nu en dan -voorkomende verwondering wekkende bekentenissen." - -[383] Een fijnvoelend man schrijft in een brief over zijn vrouw: -"Zij verliest nooit haar gevoel van eigenwaarde, noch mijn respect -voor haar, eenvoudig omdat wij wanhopig op elkander verliefd zijn, -en alles, wat wij beiden doen--en wat menige prostituée weigeren -zou--voor ons slechts de altijd nieuwe poging is om onzen hartstocht -in handelingen om te zetten. Nu eerst begrijp ik, wat de woorden -"den reine is alles rein" beteekenen, en dat hij, die liefheeft, zich -over geen koenheid te schamen heeft. Ik heb het altijd gevoeld, dat -haar lief te hebben beteekent een emancipatie tot het hoogere". Het -is duidelijk, dat alleen het innemen van zulk een houding, het voor -een kuische vrouw mogelijk maakt, hartstochtelijk te zijn. - -[384] "Werkelijk verstaan te worden" naar Rafford Pyke terecht zegt, -"te zeggen wat zij wil, haar innigste gedachten op haar eigene wijze -te uiten, de traditioneele conventies, die haar hinderen en drukken -op zij te schuiven iemand bij zich te hebben, met wien ze volkomen -vrij kan zijn, en toch te weten, dat geen syllabe van wat zij zegt -verkeerd uitgelegd of verkeerd begrepen zal worden, maar eer juist -begrepen, zooals zij het alles voelt--hoe wonderheerlijk is dit voor -iedere vrouw, en hoe weinig mannen zijn er, die het haar kunnen geven!" - -[385] In de jongste tijden is ze besproken geworden in verband met -het veel voorkomen van spontane nachtelijke emissies. - -[386] Naar Zenobia's gewoonte verwijst Gibbon Decline and Fall, -ed. Bury. dl. I, p. 302. De beslissing van de Koningin van Arragon -wordt vermeld door een jurist uit Montpellier, Nicolas Bohier (Boerius) -in zijn Decisiones, etc., ed. van 1579, p. 563; er wordt door Montaigne -naar verwezen in zijn Essais, Bk. III, hoofdst. V. - -[387] Haller, Elementa Physiologiae, 1779, deel III, p. 57. - -[388] Hammond, Sexual Impotence, p. 129. - -[389] Fürbringer, Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation -to Marriage, deel I, p. 221. - -[390] Forel, Die Sexuelle Frage, p. 80. - -[391] Guyot, Bréviaire de l'Amour Expérimental, p. 144. - -[392] Erb, Ziemssen's Handbuch, Band XI, II, p. 148. Guttceit -beschouwde het ook zoo, dat de zeer ruime variaties, die gevonden -worden, aangeboren en natuurlijk zijn. We kunnen er aan toevoegen, dat -sommigen meenen, dat er rasverschillen zijn. Zoo is er geconstateerd, -dat de aanleg van de Engelschen gering is, en die van de Franschen -(vooral uit Provence, Languedoc, en Gascogne) groot, terwijl -Loewenfeld meent, dat het Germaansche ras het Fransche overtreft in -geschiktheid tot het veelvuldig herhalen van de geslachtsdaad. Het -is waarschijnlijk, dat deze meeningen niet veel waarde hebben, en -dat de voornaamste verschillen eerder individueel zijn dan dat ze -tot het ras behooren. - -[393] Ribbing, L'Hygiène Sexuelle, p. 75. Kisch spreekt dezelfde -opinie uit in zijn Sexual Life of Woman. - -[394] Mohammed, die dikwijls égards voor vrouwen vertoonde, -die zeer zeldzaam zijn bij de stichters van godsdiensten, is een -uitzondering. Zijn voorschrift van eens per week was het recht van -de vrouw, geheel onafhankelijk van het aantal vrouwen, dat een man -zou kunnen hebben. - -[395] Hoe broos de aanspraak is van de "huwelijksrechten" kan -voldoende blijken uit het feit, dat velen het er nu voor houden dat -het woord "huwelijksrechten" zelf op een schrijffout berust, terwijl -men voor "rights" (rechten) het evenzoo klinkende woord "rites" -(riten) had moeten schrijven (zie Notes and Queries, 16 Mei 1891, -6 Mei 1899). Deze uitleg, moeten we er aan toevoegen, heeft alleen -betrekking op den geijkten term, want er kan geen twijfel aan zijn, -dat het denkbeeld, dat er aan ten grondslag ligt, zijn bestaan heeft, -geheel onafhankelijk van het woord. - -[396] "In de meeste huwelijken die niet gelukkig zijn", zegt -Rafford Pyke in zijn interessant geschrift over "Husbands and Wives" -(Cosmopolitan, 1902), "is het eer de vrouw dan de man, die de meeste -malen teleurgesteld is". - -[397] Het wordt echter door erotische schrijvers wel erkend, dat -vrouwen soms een tamelijk actieve rol spelen. Zoo zegt Vatsyayana, -dat de vrouw soms de positie van den man inneemt, en met bloemen -in heur haar en met glimlachen en zuchten en met gebogen hoofd, hem -liefkoozend en haar borsten tegen hem aandrukkende, zegt: "Je bent mijn -veroveraar geweest; het is nu mijn beurt je om genade te doen smeeken". - -[398] Zoo wordt, volgens Zache, onder de Swahili op den derden dag na -het huwelijk den bruidegom door de zede toegestaan om de defloratie -te voltooien, Zeitschrift für Ethnologie, 1899, II-III, p. 84. - -[399] De l'Amour, deel II, blz. 57. - -[400] Robert Michels, "Brautstandsmoral", Geschlecht und Gesellschaft, -Jahrgang I, Heft 12. - -[401] Hier is b.v. op gewezen door Rutgers, "Sexuelle Differenzierung", -Die Neue Generation, Dec., 1908. - -[402] Zoo zegt Rasmussen, dat onder de Eskimo's, die nu en dan van -vrouwen verwisselen, "een man gewoonlijk ontdekt dat zijn eigen vrouw, -ondanks alles, de beste is". - -[403] "Ik heb altijd gemeend met den nu overleden Professor Laycock", -merkt Clouston, (Hygiene of Mind, p. 214) "die een zeer fijn opmerker -van de menschelijke natuur was, dat een getrouwd paar niet altijd -samen behoeft te zijn om gelukkig te zijn, en dat in werkelijkheid -tamelijk lange tijden van afwezigheid en scheidingen leiden kunnen -tot een eindelijke en nauwere vereeniging". Dat het lang stand houden -van den hartstocht alleen bestaanbaar is met afwezigheid behoeft wel -nauwelijks gezegd te worden; zooals Mary Wollstonecraft lang geleden -gezegd heeft (Rights of Woman, original ed., p. 61), alleen bij -afwezigheid of in het ongeluk is de hartstocht duurzaam. We kunnen er -echter bij voegen, dat zij in haar liefdesbrieven aan Imlay schreef: -"Ik heb altijd gezegd, dat twee menschen, die te zamen willen leven, -niet lang gescheiden moeten wezen". - -[404] "Uit een ruim gezichtspunt beschouwd", zeide Arnold L. Gesell, -in zijn belangwekkende studie over "Jealousy" (American Journal -of Psychology, Oct. 1906), schijnt jaloezie een zoo noodzakelijk -begeleidingsverschijnsel van het biologisch gedrag, midden in den -concurrentiestrijd, dat men geneigd is ze genetisch als een van -de oudste gemoedsbewegingen te beschouwen, die bijna synoniem is -met den wensch om te leven, en ze bijna niet minder fundamenteel te -maken dan vrees of toorn. Waarlijk, jaloezie gaat gemakkelijk over in -toorn, en ze is zelf een soort van vrees.... In maatschappelijkheid -en wederzijdsche hulp zien we de keerzijde van de medaille; maar de -jaloezie, hoe tegenmaatschappelijk ze ook mag zijn, behoudt een functie -in de zoölogische anatomie: b.v. om het individu in bescherming te -nemen tegen de groep. Het is het groote verbeteringsmiddel van de -natuur tegenover de zuiver maatschappelijke gevoelens. - -[405] Vele voorbeelden hiervan vindt men bij Gesell in zijn studie over -"Jealousy". - -[406] Jaloezie is soms bij lagere rassen vermomd of gewijzigd door -gewoonten van den stam. Zoo zegt Rasmussen (People of the Polar North, -blz. 65), als hij verwijst naar het verwisselen door de Eskimo's -van hun vrouwen: "Een man heeft me eens verteld, dat hij zijn vrouw -alleen sloeg, als ze geen andere mannen wilde ontvangen. Zij wilde -met niemand iets te doen hebben dan met hem--en dat was haar eenige -gebrek!" Rasmussen toont ergens anders aan, dat de Eskimo's in staat -zijn tot groote jaloezie. - -[407] Zie b.v. Moll, Sexualleben des Kindes, blz. 158; vergelijk van -Gesell "Study of Jealousy". - -[408] Jaloezie is bij dronkaards een algemeen bekend -verschijnsel. Naar K. Birnbaum aantoont ("Das Sexualleben der -Alkoholisten", Sexual-Probleme, Jan. 1909), is deze jaloezie in de -meeste gevallen min of meer gegrond, want de vrouw, die genoeg heeft -van haar man, zoekt natuurlijk elders sympathie en gezelschap. Toch -gaat de jaloezie der drankzuchtigen veel verder dan haar basis, de -feitelijke aanleiding er toe, en hangt samen met waandenkbeelden -en hallucinaties. (Zie b.v. G. Dumas, "La Logique d'un Dément", -Revue Philosophique, Febr. 1908; ook Stefanowski, "Morbid Jealousy", -Alienist and Neurologist, Juli 1893). - -[409] Ellen Key, Over liefde en huwelijk, blz. 335. - -[410] Schrempf wijst er op ("Von Stella zu Klärchen", Mutterschutz, -1906, afl. 7, p. 264), dat Goethe in Egmont getracht heeft aan te -toonen, dat een vrouw teruggestooten wordt door de liefde van een man, -die niets anders kent dan zijn liefde voor haar, en dat het voor haar -gemakkelijk is zich te wijden aan den man, wiens plannen liggen in de -grootere wereld buiten haar. Er is een diepe waarheid in deze wijze -van zien. - -[411] Eene bespreking over "Platonische vriendschap" van deze -soort door verschillende auteurs, meest vrouwen, wier opinies bijna -gelijkelijk verdeeld waren, kan men, bij voorbeeld, vinden in de -Lady's Realm, Maart, 1900. - -[412] Er zijn ongetwijfeld belangrijke uitzonderingen. Zoo was de -beroemde vriendschap van Mérimée met Mlle. Jenny Dacquin, die vervat -is in de Lettres à une Inconnue misschien volkomen Platonisch aan -den kant van Mérimée, terwijl Mlle. Dacquin zich aan die houding -aanpaste. Vergelijk A. Lefebvre, La Célèbre Inconnue de Mérimée, 1908. - -[413] De minnebrieven van al deze beroemde personen zijn -uitgegeven. Rosa Mayreder (Zur Kritik der Weiblichkeit, blz. 229 et -seq.) bespreekt de nederige en absolute wijze, waarop zelfs mannen -van het meest mannelijke en heerschzuchtige genie zich overgeven aan -de inspiratie van de geliefde vrouw. Het geval van de Brownings, die -genoemd zijn "de held en de heldin van de mooiste liefdesgeschiedenis, -die de wereld kent", is vooral bekend; (Ellen Key heeft in Menschen -over de Brownings geschreven uit dit gezichtspunt, en we kunnen -verwijzen naar een artikel over de minnebrieven van de Brownings in -de Edinburgh Review, April, 1899). Het is nauwelijks noodig te zeggen, -dat een erotische verhouding van veel belang kan zijn voor personen van -groote intellectueele bekwaamheid, zelfs als de uitslag niet gelukkig -is; van Mary Wollstonecraft, een van de op intellectueel gebied meest -beroemde vrouwen kan gezegd worden, dat de brieven, die haar liefde -bevatten voor den onwaardigen Imlay, tot de meest hartstochtelijke -en pathetische minnebrieven behooren, die er in het Engelsch bestaan. - -[414] Spencer and Gillen, Northern Tribes of Central Australia, p. 330. - -[415] Académie de médecine de Paris, 31 Maart 1908. - -[416] The Origin and Development of the Moral Ideas, deel II, blz. 405. - -[417] Population and Progress, p. 41. - -[418] Vergelijk Reibmayr, Entwicklungsgeschichte des Talentes und -Genies, Bd. II, p. 31. - -[419] "De schuld, die we hebben aan hen, die vóór ons gekomen zijn, -kunnen we alleen maar terugbetalen aan hen, die na ons komen", zegt -Haycraft (Darwinism and Race Progress, p. 106). - -[420] Mardrus, Les Mille Nuits, dl. XVI, p. 158. - -[421] Sidney Webb, Popular Science Monthly, 1906, p. 526 (vroeger -gepubliceerd in de London Times, Oct. 11, 16, 1906). In hoofdstuk IX -van dit werk hebben we reeds de beteekenis moeten bespreken van het -woord "zedelijkheid". - -[422] Zoo was in Parijs, in 1906, in de rijke wijken, het -geboortecijfer op de 1000 inwoners 19.09; in welgestelde wijken 22.51; -en in arme wijken 29.70. Hier zien we, dat, terwijl het geboortecijfer -valt en stijgt met de maatschappelijke klasse, het geboortecijfer -zelfs onder de arme en minst beperkte klasse nog maar weinig hooger is -dan het algemeen gemiddelde voor Engeland, waar voorbehoedmiddelen in -zeer ruimen kring verspreid zijn, en zeer aanmerkelijk lager dan het -gemiddelde (dat nu snel daalt) in Duitschland. Het blijkt duidelijk, -dat er onder de arme klassen een neiging is om in deze zaak met de -hoogere klassen gelijk te komen. - -[423] Ik heb deze punten meer in bijzonderheden ontwikkeld in twee -artikelen in het Independent Review, November 1913 en April 1914. Zie -ook Bushee, "The Declining Birthrate and Its Causes", Popular Science -Monthly, Aug. 1913. - -[424] Francis Place, Illustrations and Proofs of the Principle of -Population, 1882, p. 165. - -[425] Zie b.v. een belangrijk hoofdstuk in het Sexualleben und -Nervenleiden van Löwenfeld, een van de meest oordeelkundige -autoriteiten op het gebied der sexueele pathologie. Vijf en -twintig jaar geleden werd, zooals velen zich zullen herinneren, -den student in de medicijnen gewoonlijk geleerd, dat het gebruik -van voorbehoedmiddelen bij het verkeer leidde tot allerlei -ernstige nadeelen. Toen schijnen echter roekelooze en ongewenschte -voorbehoedmiddelen meer voorgekomen te zijn dan tegenwoordig. - -[426] Michael Ryan, Philosophy of Marriage, p. 9. Het in staat -stellen van de "behoudende kracht van den Schepper" om zich uit te -strekken tot de myriaden spermatozoën, die zelfs één man in zijn leven -afscheidt, zou een wereld vol vrouwen noodig maken, terwijl het hiermee -overeenkomende probleem wat een vrouw aangaat, heelemaal te moeilijk -is om te verwezenlijken. Het proces, waardoor het leven opgebouwd -wordt, wel verre van een proces te zijn van algemeen behoud, is een -proces geweest van strenge keuze en groote vernieling; het proces, -dat in de beschaafde wereld wordt uitgevoerd, bestaat in het maken -van dit blinde proces tot een door het verstand bestuurde daad. - -[427] Zoo werd in België, in 1898 (Sexual-Probleme, Febr. 1909, p. 136) -een dokter (Dr. Mascaux), die op den voorgrond was getreden bij het -bevorderen van de kennis van voorbehoedmiddelen voor de conceptie, -veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf voor "een misdrijf -tegen de zeden!" In zulk een geval, zegt Dr. Helene Stöcker (Die -Neue Generation, Jan., 1909, p. 7), is "zeden" een andere naam voor -onwetendheid, verlegenheid, huichelachtigheid, preutschheid, ruwheid, -en gebrek aan geweten. Wij moeten echter in herinnering houden, als -uitleg van dit onbillijke oordeel, dat eenige jaren lang de clericale -partij in België den boventoon heeft gevoerd. - -[428] Tegen het gebruik van de condom is ingebracht, dat hij niet -gebruikt kan worden door de allerarmsten om de kosten, maar Hans Ferdy -toont in een in bijzonderheden gaand geschrift aan (Sexual-Probleme, -Dec. 1908), dat het gebruik van den condom gebracht kan worden binnen -het bereik van de allerarmsten, als men er maar voor zorgt hem in water -te bewaren, als hij niet gebruikt wordt. Nyström, (Sexual-Probleme, -Nov. 1908, p. 736) heeft een blaadje uitgegeven ten bate van zijn -patiënten en anderen, waarin hij den condom aanbeveelt, en uitlegt -hoe hij gebruikt moet worden. - -[429] Zoo besluit Kisch, in zijn Sexual Life of Woman, nadat hij de -verschillende voorbehoedmiddelen voluit besproken heeft, ten gunste van -den condom. Fürbringer komt ook (Senator en Kaminer, Health and Disease -in Relation to Marriage, dl. I, blz. 232 et seq.) tot het besluit, dat -de condom "betrekkelijk het meest volmaakte voorbehoedmiddel tegen de -conceptie is". Forel (Die Sexuelle Frage, p.p. 457 et seq.) bespreekt -de kwestie ook in den breede; ieder bezwaar, dat er gemaakt wordt -tegen den condom, voegt Forel erbij (p. 544), berust op het feit, dat -wij er niet aan gewend zijn; "een bril is niet speciaal æsthetisch, -maar de poëzie van het leven heeft niet buitengewoon veel te lijden -door het gebruik ervan, en in vele gevallen, kan men er niet buiten". - -[430] L'Avortement, p. 43. - -[431] Er zijn in de Romeinsche wet en de Romeinsche gewoonte eenige -punten van kwestie aangaande de afdrijving; zij worden besproken in -het belangrijke werk van Balestrini, Aborto. blz. 30 et seq. - -[432] Augustinus, De Civitate Dei, Boek XXII, hoofdstuk XIII. - -[433] De ontwikkeling van de publieke opinie en van de wet aangaande -de afdrijving is nagespoord door Eugène Bausset, L'Avortement -Criminel, Thèse de Paris, 1907. Voor een overzicht van de gebruiken -van verschillende volken met betrekking tot de afdrijving zie men -W. G. Sumner, Folkways, hoofdst. VIII. - -[434] Die Neue Generation, Mei 1908, p. 192. We mogen hieraan -toevoegen, dat in Engeland het opleggen van straf op de afdrijving, -als ze plaats vindt in de eerste maanden der zwangerschap (voordat er -"leven" is), enkel een moderne nieuwigheid is. - -[435] Zelfs Balestrini, die tegen het straffen van afdrijving is, is er -geen voorstander van. "Overal, waar afdrijving een maatschappelijke -gewoonte wordt", merkt hij op (op. cit., p. 191), "daar is ze de -uiterlijke verschijning van den achteruitgang van een volk, en veel -te diep geworteld door de enkele poging de uiterlijke verschijning -te onderdrukken". - -[436] Vergelijk Ellen Key, Eeuw van het Kind, hoofdst. I. Hirth -(Wege zum Heimat, p. 526) is er ook tegen afdrijving aan te moedigen, -hoewel hij feitelijk niet de zwangere vrouw zou willen straffen, -die miskraam opwekt. Ik wil speciaal de aandacht vestigen op een -kundig en overtuigend artikel van Anna Pappritz ("Die Vernichtung -des keimenden Lebens", Sexual-Probleme, Juli, 1909), die beweert, -dat de vrouw niet de eenige beschermster is van het embryo, dat zij -draagt, en dat het niet in het belang is van de maatschappij en zelfs -niet in haar eigen belang, als zij vrij zou zijn het naar believen te -vernietigen. Anna Pappritz geeft toe, dat de tegenwoordige barbaarsche -wetten met betrekking tot de afdrijving gewijzigd moeten worden, -maar zij staat er op, dat ze niet moeten worden afgeschaft. Zij -stelt voor (1) een zeer verminderde straf op de afdrijving; (2) -deze straf uit te strekken tot den getrouwden of ongetrouwden vader -(een maatregel, die in Noorwegen reeds in praktijk wordt gebracht, -zoowel voor afdrijving als voor kindermoord); (3) verlof voor den -medicus om miskraam op te wekken als er goede reden is om erfelijke -degeneratie te vermoeden, en als de vrouw verkracht is geworden. - -[437] Vergelijk Dr. Max Hirsch, Sexual-Probleme, Jan., 1908, p. 3. - -[438] Bausset (op. cit.) noemt verschillende maatschappelijke -maatregelen ter verzorging van de zwangere vrouw en de kraamvrouw, -die er toe zouden leiden misdadige afdrijving te verminderen. - -[439] Gomperz, Greek Thinkers, dl. 1, p. 564. - -[440] F. E. Daniel, President of the State Medical Association of -Texas, "Should Insane Criminals or Sexual Perverts be Allowed to -Procreate?" Medico-legal Journal, Dec., 1893; id., "The Cause and -Prevention of Rape", Texas Medical Journal, Mei, 1904. - -[441] P. Näcke, "Die Kastration bei gewissen Klassen von Degenerirten -als ein Wirksamer Socialer Schutz", Archiv für Kriminalanthropologie, -Bd. III, 1899, p. 58; id. "Kastration in gewissen Fallen von -Geisteskrankheit", Psychiatrisch-Neurologische Wochenschrift, 1905, -No. 29. - -[442] Angelo Zuccarelli, "Asessualizzazione o sterilizzazione dei -Degenerati", L'Anomalo, 1898-99; No. 6; id., "Sur la Nécessité et sur -les Moyens d'empêcher la Réproduction des Hommes les plus Dégénérés", -Internationaal Congres der Crimineele Anthropologie, Amsterdam, 1901. - -[443] Näcke, Neurologisches Centralblatt, Maart 1, 1909. Het -oorspronkelijke verslag van deze operaties wordt gegeven in het -Psychiatrisch-Neurologische Wochenschrift, No. 2, 1909, met een -commentaar van instemming van den redacteur, Dr. Bresler. Wat de -castratie in Amerika aangaat, zie men Flood, "Castration of Idiot -Children", American Journal Psychology, Jan. 1899; ook, Alienist and -Neurologist, Aug., 1909, p. 348. - -[444] Waarschijnlijk kan castratie vooral gunstig blijken te zijn in -het geval van zwakzinnigen. "In Somersetshire", zegt Tredgold ("The -Feeble-Mind as a Social Danger", Eugenics Review, Juli, 1909) "heb -ik gevonden, dat van een totaal aantal van 167 zwakzinnige vrouwen, -bijna twee vijfde (61) kinderen hadden gekregen, voor het meerendeel -onwettig. Bovendien is het niet ongewoon, maar veeleer regel, dat -deze arme meisjes telkens opgenomen worden in de kraaminrichtingen -van het werkhuis, en het gemiddelde aantal van de kinderen, die ze -ieder hebben, is waarschijnlijk drie of vier, hoewel zes ook niet -ongewoon is". In zijn werk over Mental Deficiency (blz. 288-292) -toont dezelfde schrijver aan, dat de voortplanting door de geestelijk -zwakken in Engeland is "een verschrikkelijk en ver verspreid kwaad". - -[445] Dit voorbeeld wordt aangehaald door Ledermann, "Skin Diseases -and Marriage", bij Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation -to Marriage. - -[446] Opnieuw verwijs ik hier naar Leas leerzame History of Sacerdotal -Celibacy. - -[447] In Engeland worden jaarlijks 35.000 candidaten voor de marine -afgekeurd, en hoewel de physieke eischen voor de inschrijving in het -leger tegenwoordig buitengewoon bescheiden zijn, wordt er geschat -door Generaal Maurice, dat ten minste zestig percent nieuwelingen, -en zij, die nieuwelingen hadden willen wezen, teruggezonden worden -als ongeschikt. (Zie b.v., William Coates, "The Duty of the Medical -Profession in the Prevention of National Deterioration", British -Medical Journal, Mei 1, 1909). Men kan nauwelijks aannemen, dat mannen, -die niet goed genoeg zijn voor het leger, wel goed genoeg zijn voor -de groote taak van het scheppen van het ras der toekomst. - -[448] De erkenning van epilepsie als een reden om geen nageslacht te -verwekken is niet nieuw. Men zegt, dat in de archieven van de stad -Luçon een geval vermeld wordt, waarin epilepsie geoordeeld werd een -geldige reden te zijn voor het verbreken van een verloving (British -Medical Journal, Febr. 14, 1903, p. 383). - -[449] British Medical Journal, April 14, 1906. In Californië en -sommige andere plaatsen in Amerika, schijnt het, dat bedrog met het -oog op den gezondheidstoestand een reden is tot het nietig verklaren -van het huwelijk. - -[450] F. Galton, Inquiries Into Human Faculty, Everyman's Library -edition, blz. 211 et seq.; vergelijk Galton's verzamelde Essays in -Eugenics, onlangs uitgegeven door de Eugenics Education Society. - -[451] Voor een verslag aangaande de methode en de resultaten van het -werk in scholen, zie men Bertram C. A. Windle, "Anthropometric Work -in Schools", Medical Magazine, Feb. 1894. - -[452] De meest bekende stappen in deze richting zijn in Duitschland -gedaan. Voor een verslag van de proef te Karlsruhe zie men Die Neue -Generation, Dec. 1908. - -[453] Wiethknudsen (zooals aangehaald is in Sexual-Probleme, Dec. 1908, -p. 837) spreekt in sterke bewoordingen, hoewel toch niet te sterk, -over de dwaasheid van een willekeurige premie op de voortplanting. - -[454] Van wetenschappelijke zijde wordt er, behalve van de -vruchtdragende methoden der statistische biometrie, die wij -reeds genoemd hebben, veel verwacht van werk, dat in die richting -gedaan wordt door Mendel: zie W. Bateson, Mendel's Principles of -Heredity, 1909; ook W. H. Lock, Recent Progress in the Study of -Variation, Heredity and Evolution, en R. C. Punnett, Mendelism, 1907 -(Amerikaansche uitgave, met een belangwekkende voorrede van Gaylord -Wilshire, uit socialistisch gezichtspunt, 1909). - -[455] De studie van de juiste voorwaarden voor de voortplanting is -zeer oud. In den nieuweren tijd vinden we, dat zelfs het allereerste -Fransche medische boek in de landstaal, het Régime du Corps, -geschreven door Alebrand van Florence (die dokter was bij den koning -van Frankrijk), in 1256, grootendeels aan deze kwestie gewijd is, -waarover het veel goede raad geeft. Zie J. B. Soalhat, Les Idées de -Maistre Alebrand de Florence sur la Puériculture, Thèse de Paris, 1908. - -[456] Hesiodus, Works and Days, II, 690-700. - -[457] Dit is lang de aangenomen opinie geweest van medische -autoriteiten, zooals men kan beoordeelen uit de verslagen, twee eeuwen -geleden samengebracht door Schurig, Parthenologia, blz. 22-25. - -[458] De bewering, dat de beste leeftijd voor mannen voor de verwekking -gemiddeld eerder voor de veertig ligt dan daarna, beteekent in het -geheel niet, dat er een "kritieke" leeftijd bij mannen bestaat, die -overeenkomt met het climacterium bij vrouwen. Dit is soms beweerd, -maar men is het er niet over eens. Restif de la Bretonne (Monsieur -Nicolas, deel X, p. 176) zeide, dat op den leeftijd van veertig de -teerheid van het gevoel begint te vermeerderen. Fürbringer meent -(Senator en Kaminer, Health and Disease in Relation to Marriage, -deel I, p. 222), dat er een bepaalde wending is in het leven van -een man tusschen den leeftijd van de vijftig en de zestig, wanneer -de begeerte en de potentie verminderen. J. F. Sutherland zegt ook -(Comptes-rendus Congrès International de Médecine, 1900, Section de -Psychiatrie, p. 471), dat er bij mannen een verandering is in het -vijf en vijftigste jaar, gelijkend op het climacterium bij vrouwen, -maar alleen maar bij een bepaald aantal mannen. Het schijnt wel, -dat bij de meeste mannen het afnemen van het sexueele gevoel en de -potentie zeer geleidelijk is, en dat het zich het eerst uit in een -vergroote macht om zich te beheerschen. - -[459] Bij dieren zegt men ook, dat die welke in het voorjaar geboren -worden, de beste zijn. - -[460] De resultaten van Bossi zijn opgesomd in de Archives -d'Anthropologie Criminelle, Sept, 1891. Alebrand van Florence, de -medicus van den Franschen koning in de dertiende eeuw, raadde ook -verkeer aan een dag na het einde van de menstruatie. - - - - - - - - - -End of Project Gutenberg's De psychologie der sexen, by Havelock Ellis - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN *** - -***** This file should be named 62660-8.txt or 62660-8.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/6/2/6/6/62660/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg - - -Updated editions will replace the previous one--the old editions -will be renamed. - -Creating the works from public domain print editions means that no -one owns a United States copyright in these works, so the Foundation -(and you!) can copy and distribute it in the United States without -permission and without paying copyright royalties. Special rules, -set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to -copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to -protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project -Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you -charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you -do not charge anything for copies of this eBook, complying with the -rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose -such as creation of derivative works, reports, performances and -research. They may be modified and printed and given away--you may do -practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is -subject to the trademark license, especially commercial -redistribution. - - - -*** START: FULL LICENSE *** - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project -Gutenberg-tm License (available with this file or online at -http://gutenberg.org/license). - - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm -electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy -all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. -If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project -Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the -terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or -entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement -and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic -works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" -or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project -Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the -collection are in the public domain in the United States. If an -individual work is in the public domain in the United States and you are -located in the United States, we do not claim a right to prevent you from -copying, distributing, performing, displaying or creating derivative -works based on the work as long as all references to Project Gutenberg -are removed. Of course, we hope that you will support the Project -Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by -freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of -this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with -the work. You can easily comply with the terms of this agreement by -keeping this work in the same format with its attached full Project -Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in -a constant state of change. If you are outside the United States, check -the laws of your country in addition to the terms of this agreement -before downloading, copying, displaying, performing, distributing or -creating derivative works based on this work or any other Project -Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning -the copyright status of any work in any country outside the United -States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate -access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently -whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the -phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project -Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, -copied or distributed: - -This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with -almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or -re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included -with this eBook or online at www.gutenberg.org/license - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived -from the public domain (does not contain a notice indicating that it is -posted with permission of the copyright holder), the work can be copied -and distributed to anyone in the United States without paying any fees -or charges. If you are redistributing or providing access to a work -with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the -work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 -through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the -Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or -1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional -terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked -to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the -permission of the copyright holder found at the beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any -word processing or hypertext form. However, if you provide access to or -distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than -"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version -posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), -you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a -copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon -request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other -form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm -License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided -that - -- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is - owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he - has agreed to donate royalties under this paragraph to the - Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments - must be paid within 60 days following each date on which you - prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax - returns. Royalty payments should be clearly marked as such and - sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the - address specified in Section 4, "Information about donations to - the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." - -- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or - destroy all copies of the works possessed in a physical medium - and discontinue all use of and all access to other copies of - Project Gutenberg-tm works. - -- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any - money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days - of receipt of the work. - -- You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm -electronic work or group of works on different terms than are set -forth in this agreement, you must obtain permission in writing from -both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael -Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the -Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -public domain works in creating the Project Gutenberg-tm -collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic -works, and the medium on which they may be stored, may contain -"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or -corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual -property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a -computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by -your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium with -your written explanation. The person or entity that provided you with -the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a -refund. If you received the work electronically, the person or entity -providing it to you may choose to give you a second opportunity to -receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy -is also defective, you may demand a refund in writing without further -opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER -WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO -WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. -If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the -law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be -interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by -the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any -provision of this agreement shall not void the remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance -with this agreement, and any volunteers associated with the production, -promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, -harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, -that arise directly or indirectly from any of the following which you do -or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm -work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any -Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. - - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of computers -including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists -because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from -people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need, are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. -To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 -and the Foundation web page at http://www.pglaf.org. - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive -Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at -http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent -permitted by U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. -Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered -throughout numerous locations. Its business office is located at -809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email -business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact -information can be found at the Foundation's web site and official -page at http://pglaf.org - -For additional contact information: - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To -SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any -particular state visit http://pglaf.org - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. -To donate, please visit: http://pglaf.org/donate - - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic -works. - -Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm -concept of a library of electronic works that could be freely shared -with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project -Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. - - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. -unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily -keep eBooks in compliance with any particular paper edition. - - -Most people start at our Web site which has the main PG search facility: - - http://www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/old/62660-8.zip b/old/62660-8.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 928438b..0000000 --- a/old/62660-8.zip +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h.zip b/old/62660-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index d12a62f..0000000 --- a/old/62660-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/62660-h.htm b/old/62660-h/62660-h.htm deleted file mode 100644 index 86abc7a..0000000 --- a/old/62660-h/62660-h.htm +++ /dev/null @@ -1,26395 +0,0 @@ -<!DOCTYPE html -PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"> -<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2020-07-15T14:59:05Z using SAXON HE 9.9.1.6 . --> -<html lang="nl"> -<head> -<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=iso-8859-1"> -<title>De psychologie der sexen: De sexen in hare verhouding tot de maatschappij</title> -<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html"> -<meta name="author" content="Havelock Ellis (1859–1939)"> -<link rel="coverpage" href="images/front.jpg"> -<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/"> -<meta name="DC.Creator" content="Havelock Ellis (1859–1939)"> -<meta name="DC.Title" content="De psychologie der sexen: De sexen in hare verhouding tot de maatschappij"> -<meta name="DC.Language" content="nl-1900"> -<meta name="DC.Format" content="text/html"> -<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> -<meta name="DC:Subject" content="#####"> -<style type="text/css"> -body { -font-family: "Times New Roman", Times, serif; -font-size: 100%; -line-height: 1.2em; -text-align: left; -} -.div0 { -padding-top: 5.6em; -} -.div1 { -padding-top: 4.8em; -} -.div2 { -padding-top: 3.6em; -} -.div3, .div4, .div5 { -padding-top: 2.4em; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4 { -clear: both; -font-style: normal; -text-transform: none; -} -h3, .h3 { -font-size: 1.2em; -line-height: 1.2em; -} -h3.label { -font-size: 1em; -line-height: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h4, .h4 { -font-size: 1em; -line-height: 1.2em; -} -.alignleft { -text-align: left; -} -.alignright { -text-align: right; -} -.alignblock { -text-align: justify; -} -p.tb, hr.tb, .par.tb { -margin: 1.6em auto; -text-align: center; -} -p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument { -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -text-indent: 0; -} -p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { -margin: 1.58em 10%; -} -td.tocDivNum { -vertical-align: top; -} -td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -.opener, .address { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -} -.addrline { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.dateline { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -text-align: right; -} -.salute { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.signed { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.epigraph { -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -width: 60%; -margin-left: auto; -} -.epigraph span.bibl { -display: block; -text-align: right; -} -.trailer { -clear: both; -padding-top: 2.4em; -padding-bottom: 1.6em; -} -span.abbr, abbr { -white-space: nowrap; -} -span.parnum { -font-weight: bold; -} -span.corr, span.gap { -border-bottom: 1px dotted red; -} -span.num, span.trans, span.trans { -border-bottom: 1px dotted gray; -} -span.measure { -border-bottom: 1px dotted green; -} -.ex { -letter-spacing: 0.2em; -} -.sc { -font-variant: small-caps; -} -.asc { -font-variant: small-caps; -text-transform: lowercase; -} -.uc { -text-transform: uppercase; -} -.tt { -font-family: monospace; -} -.underline { -text-decoration: underline; -} -sup { -line-height: 6pt; -} -.overline, .overtilde { -text-decoration: overline; -} -.rm { -font-style: normal; -} -.red { -color: red; -} -hr { -clear: both; -height: 1px; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -margin-top: 1em; -text-align: center; -width: 45%; -} -.aligncenter { -text-align: center; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -font-size: 1.44em; -line-height: 1.5em; -} -h1.label, h2.label { -font-size: 1.2em; -line-height: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h5, h6 { -font-size: 1em; -font-style: italic; -line-height: 1em; -} -p, .par { -text-indent: 0; -} -p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { -text-transform: uppercase; -} -.hangq { -text-indent: -0.32em; -} -.hangqq { -text-indent: -0.40em; -} -.hangqqq { -text-indent: -0.71em; -} -p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { -float: left; -clear: left; -margin: 0 0.05em 0 0; -padding: 0; -line-height: 0.8em; -font-size: 420%; -vertical-align: super; -} -blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -margin: 1.58em 5%; -} -.pagenum a, a.noteref:hover, a.pseudonoteref:hover, a.hidden:hover, a.hidden { -text-decoration: none; -} -.advertisement, .advertisements { -background-color: #FFFEE0; -border: black 1px dotted; -color: #000; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.footnotes .body, .footnotes .div1 { -padding: 0; -} -.fnarrow { -color: #AAAAAA; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -} -a.noteref, a.pseudonoteref { -font-size: 80%; -text-decoration: none; -vertical-align: 0.25em; -} -.displayfootnote { -display: none; -} -div.footnotes { -font-size: 80%; -margin-top: 1em; -padding: 0; -} -hr.fnsep { -margin-left: 0; -margin-right: 0; -text-align: left; -width: 25%; -} -p.footnote, .par.footnote { -margin-bottom: 0.5em; -margin-top: 0.5em; -} -p.footnote .label, .par.footnote .label { -float: left; -width: 2em; -height: 12pt; -display: block; -} -.apparatusnote { -text-decoration: none; -} -table.tocList { -width: 100%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -border-width: 0; -border-collapse: collapse; -} -td.tocPageNum, td.tocDivNum { -text-align: right; -min-width: 10%; -border-width: 0; -} -td.tocDivNum { -padding-left: 0; -padding-right: 0.5em; -} -td.tocPageNum { -padding-left: 0.5em; -padding-right: 0; -} -td.tocDivTitle { -width: auto; -} -p.tocPart, .par.tocPart { -margin: 1.58em 0; -font-variant: small-caps; -} -p.tocChapter, .par.tocChapter { -margin: 1.58em 0; -} -p.tocSection, .par.tocSection { -margin: 0.7em 5%; -} -table.tocList td { -vertical-align: top; -} -table.tocList td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -table.inner { -display: inline-table; -border-collapse: collapse; -width: 100%; -} -td.itemNum { -text-align: right; -min-width: 5%; -padding-right: 0.8em; -} -td.innerContainer { -padding: 0; -margin: 0; -} -.index { -font-size: 80%; -} -.indexToc { -text-align: center; -} -.transcriberNote { -background-color: #DDE; -border: black 1px dotted; -color: #000; -font-family: sans-serif; -font-size: 80%; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.missingTarget { -text-decoration: line-through; -color: red; -} -.correctionTable { -width: 75%; -} -.width20 { -width: 20%; -} -.width40 { -width: 40%; -} -p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { -color: #666666; -font-size: 80%; -} -span.musictime { -vertical-align: middle; -display: inline-block; -text-align: center; -} -span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom { -padding: 1px 0.5px; -font-size: xx-small; -font-weight: bold; -line-height: 0.7em; -} -span.musictime span.bottom { -display: block; -} -ul { -list-style-type: none; -} -.splitListTable { -margin-left: 0; -} -.numberedItem { -text-indent: -3em; -margin-left: 3em; -} -.numberedItem .itemNumber { -float: left; -position: relative; -left: -3.5em; -width: 3em; -display: inline-block; -text-align: right; -} -.itemGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.itemGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.itemGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -.titlePage { -border: #DDDDDD 2px solid; -margin: 3em 0 7em 0; -padding: 5em 10% 6em 10%; -text-align: center; -} -.titlePage .docTitle { -line-height: 3.5em; -margin: 2em 0 2em 0; -font-weight: bold; -} -.titlePage .docTitle .mainTitle { -font-size: 1.8em; -} -.titlePage .docTitle .subTitle, .titlePage .docTitle .seriesTitle, -.titlePage .docTitle .volumeTitle { -font-size: 1.44em; -} -.titlePage .byline { -margin: 2em 0 2em 0; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.72em; -} -.titlePage .byline .docAuthor { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -.titlePage .figure { -margin: 2em auto; -} -.titlePage .docImprint { -margin: 4em 0 0 0; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.72em; -} -.titlePage .docImprint .docDate { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -div.figure { -text-align: center; -} -.figure { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.floatLeft { -float: left; -margin: 10px 10px 10px 0; -} -.floatRight { -float: right; -margin: 10px 0 10px 10px; -} -p.figureHead, .par.figureHead { -font-size: 100%; -text-align: center; -} -.figAnnotation { -font-size: 80%; -position: relative; -margin: 0 auto; -} -.figTopLeft, .figBottomLeft { -float: left; -} -.figTop, .figBottom { -} -.figTopRight, .figBottomRight { -float: right; -} -.figure p, .figure .par { -font-size: 80%; -margin-top: 0; -text-align: center; -} -img { -border-width: 0; -} -td.galleryFigure { -text-align: center; -vertical-align: middle; -} -td.galleryCaption { -text-align: center; -vertical-align: top; -} -tr, td, th { -vertical-align: top; -} -tr.bottom, td.bottom, th.bottom { -vertical-align: bottom; -} -td.label, tr.label td { -font-weight: bold; -} -td.unit, tr.unit td { -font-style: italic; -} -td.leftbrace, td.rightbrace { -vertical-align: middle; -} -span.sum { -padding-top: 2px; -border-top: solid black 1px; -} -table.borderOutside { -border-collapse: collapse; -} -table.borderOutside td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -} -table.borderOutside .cellHeadTop, table.borderOutside .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.borderOutside .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellLeft, table.borderOutside .cellHeadLeft { -border-left: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellRight, table.borderOutside .cellHeadRight { -border-right: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside { -border-collapse: collapse; -} -table.verticalBorderInside td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -border-left: 1px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellHeadTop, table.verticalBorderInside .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellLeft, table.verticalBorderInside .cellHeadLeft { -border-left: 0 solid black; -} -table.borderAll { -border-collapse: collapse; -} -table.borderAll td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -border: 1px solid black; -} -table.borderAll .cellHeadTop, table.borderAll .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.borderAll .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellLeft, table.borderAll .cellHeadLeft { -border-left: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellRight, table.borderAll .cellHeadRight { -border-right: 2px solid black; -} -tr.borderTop td, tr.borderTop th, th.borderTop, td.borderTop { -border-top: 1px solid black !important; -} -tr.borderRight td, tr.borderRight th, th.borderRight, td.borderRight { -border-right: 1px solid black !important; -} -tr.borderLeft td, tr.borderLeft th, th.borderLeft, td.borderLeft { -border-left: 1px solid black !important; -} -tr.borderBottom td, tr.borderBottom th, th.borderBottom, td.borderBottom { -border-bottom: 1px solid black !important; -} -tr.borderHorizontal td, tr.borderHorizontal th, th.borderHorizontal, td.borderHorizontal { -border-top: 1px solid black !important; -border-bottom: 1px solid black !important; -} -tr.borderVertical td, tr.borderVertical th, th.borderVertical, td.borderVertical { -border-right: 1px solid black !important; -border-left: 1px solid black !important; -} -tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.borderAll { -border: 1px solid black !important; -} -tr.noBorderTop td, tr.noBorderTop th, th.noBorderTop, td.noBorderTop { -border-top: none !important; -} -tr.noBorderRight td, tr.noBorderRight th, th.noBorderRight, td.noBorderRight { -border-right: none !important; -} -tr.noBorderLeft td, tr.noBorderLeft th, th.noBorderLeft, td.noBorderLeft { -border-left: none !important; -} -tr.noBorderBottom td, tr.noBorderBottom th, th.noBorderBottom, td.noBorderBottom { -border-bottom: none !important; -} -tr.noBorderHorizontal td, tr.noBorderHorizontal th, th.noBorderHorizontal, td.noBorderHorizontal { -border-top: none !important; -border-bottom: none !important; -} -tr.noBorderVertical td, tr.noBorderVertical th, th.noBorderVertical, td.noBorderVertical { -border-right: none !important; -border-left: none !important; -} -tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.noBorderAll { -border: none !important; -} -.cellDoubleUp { -border: 0 solid black !important; -width: 1em; -} -td.alignDecimalIntegerPart { -text-align: right; -border-right: none !important; -padding-right: 0 !important; -margin-right: 0 !important; -} -td.alignDecimalFractionPart { -text-align: left; -border-left: none !important; -padding-left: 0 !important; -margin-left: 0 !important; -} -td.alignDecimalNotNumber { -text-align: center; -} -.lgouter { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -display: table; -} -.lg { -text-align: left; -padding: .5em 0 .5em 0; -} -.lg h4, .lgouter h4 { -font-weight: normal; -} -.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum { -color: #777; -font-size: 90%; -left: 16%; -margin: 0; -position: absolute; -text-align: center; -text-indent: 0; -top: auto; -width: 1.75em; -} -p.line, .par.line { -margin: 0 0 0 0; -} -span.hemistich { -visibility: hidden; -} -.verseNum { -font-weight: bold; -} -.speaker { -font-weight: bold; -margin-bottom: 0.4em; -} -.sp .line { -margin: 0 10%; -text-align: left; -} -.castlist, .castitem { -list-style-type: none; -} -.castGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.castGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.castGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -span.ditto { -display: inline-block; -vertical-align: middle; -text-align: center; -} -span.ditto span.s { -height: 0; -visibility: hidden; -line-height: 0; -} -span.ditto span.d { -display: block; -text-align: center; -line-height: 8pt; -} -span.ditto span.i { -position: relative; -top: -2px; -} -body { -padding: 1.58em 16%; -} -.pagenum { -display: inline; -font-size: 70%; -font-style: normal; -margin: 0; -padding: 0; -position: absolute; -right: 1%; -text-align: right; -} -.marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -left: 1%; -line-height: 1.2em; -position: absolute; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -} -.right-marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -right: 7%; -line-height: 1.2em; -position: absolute; -text-indent: 0; -text-align: right; -} -.cut-in-left-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -line-height: 1.2em; -float: left; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0; -} -.cut-in-right-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -line-height: 1.2em; -float: right; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: right; -padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em; -} -span.tocPageNum, span.flushright { -position: absolute; -right: 16%; -top: auto; -text-indent: 0; -} -.pglink, .catlink, .exlink, .wplink, .biblink, .qurlink, .seclink { -background-repeat: no-repeat; -background-position: right center; -} -.pglink { -background-image: url(images/book.png); -padding-right: 18px; -} -.catlink { -background-image: url(images/card.png); -padding-right: 17px; -} -.exlink, .wplink, .biblink, .qurlink, .seclink { -background-image: url(images/external.png); -padding-right: 13px; -} -.pglink:hover { -background-color: #DCFFDC; -} -.catlink:hover { -background-color: #FFFFDC; -} -.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover { -background-color: #FFDCDC; -} -body { -background: #FFFFFF; -font-family: "Times New Roman", Times, serif; -} -body, a.hidden { -color: black; -} -h1, .h1 { -padding-bottom: 5em; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -text-align: center; -font-variant: small-caps; -font-weight: normal; -} -p.byline { -text-align: center; -font-style: italic; -margin-bottom: 2em; -} -.figureHead, .noteref, .pseudonoteref, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum { -color: #660000; -} -.rightnote, .pagenum, .linenum, .pagenum a { -color: #AAAAAA; -} -a.hidden:hover, a.noteref:hover, a.pseudonoteref:hover { -color: red; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6 { -font-weight: normal; -} -table { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.tablecaption { -text-align: center; -} -.arab { font-family: Scheherazade, serif; } -.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; } -.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; } -.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; } -.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; } -.pagenum, .linenum { -speak: none; -}</style> -<style type="text/css"> -/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ -.cover-imagewidth { -width:496px; -} -.xd29e115 { -text-align:center; font-size:large; -} -.xd29e121 { -text-align:center; -} -.xd29e123 { -text-align:center; font-size:x-large; -} -.xd29e125 { -text-align:center; font-size:xx-large; -} -.xd29e137 { -font-size:smaller; -} -.xd29e141 { -font-size:smaller; -} -.titlepage-imagewidth { -width:469px; -} -.xd29e9808 { -text-indent:6em; -} -.xd29e12492 { -text-indent:2em; -} -.spinewidth { -width:185px; -} -@media handheld { -} -/* CSS rules copied from @style attributes in TEI file */ -</style> -</head> -<body> - - -<pre> - -The Project Gutenberg EBook of De psychologie der sexen, by Havelock Ellis - -This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with -almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or -re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included -with this eBook or online at www.gutenberg.org/license - - -Title: De psychologie der sexen - De sexen in hare verhouding tot de maatschappij - -Author: Havelock Ellis - -Translator: A. W. van Renterghem - -Release Date: July 15, 2020 [EBook #62660] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ISO-8859-1 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg - - - - - - -</pre> - -<div class="front"> -<div class="div1 cover"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/front.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="496" height="720"></div><p> -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 frenchtitle"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd29e115">DE SEXEN IN HARE VERHOUDING <br>TOT DE MAATSCHAPPIJ -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 advertisements"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd29e121">Bij de HOLLANDIA-DRUKKERIJ te BAARN is mede verschenen: -</p> -<p class="xd29e123">HAVELOCK ELLIS -</p> -<p class="xd29e125">De Wereld der Droomen -</p> -<p>Met toestemming van den Schrijver in ’t Nederl. vertaald onder toezicht van en met -een inleiding voorzien door -</p> -<p>Dr. <span class="sc">A. W. van Renterghem</span> -</p> -<p><b>f 1.90 ingenaaid—f 2.40 gebonden</b> -</p> -<p class="xd29e137">INHOUD: Inleiding.—De elementen van het droomleven.—De logica van den droom.—De zintuigen -in den droom.—De gemoedsbewegingen in den droom.—De vliegdroom.—De symboliek van den -droom.—Droomen over dooden.—Het geheugen in den droom.—Overzicht en slot (Het eigenlijk -wezen van den droom; Krankzinnigheid en droomen; De psychische toestand van het kind -en in den droom; De primitieve wereldbeschouwing en de droomen; De droom als wegwijzer -naar het oneindige).—Appendix.—Naamregister.—Zaakregister. -</p> -<p class="xd29e137">“Geneeskundigen, Godsdienstleeraars, onderwijzers, allen wien psychologie en paedagogie -ter harte gaat, zij de lezing van dit boek aanbevolen” … -</p> -<p class="signed xd29e141">(Dr. A. W. v. R.). -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 titlepage"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure titlepage-imagewidth"><img src="images/titlepage.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="469" height="720"></div><p> -</p> -</div> -</div> -<div class="titlePage"> -<div class="byline"><span class="docAuthor">HAVELOCK ELLIS</span></div> -<div class="docTitle"> -<div class="mainTitle">DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN</div> -<div class="subTitle">DE SEXEN IN HARE VERHOUDING TOT DE MAATSCHAPPIJ</div> -</div> -<div class="byline">VERTAALD ONDER TOEZICHT VAN EN MET EEN VOORREDE VOORZIEN DOOR -<br> -<span class="docAuthor"><span class="sc">Dr.</span> A. W. VAN RENTERGHEM</span> -</div> -<div class="docImprint">GEAUTORISEERDE UITGAVE -<br> -BAARN<br> -HOLLANDIA-DRUKKERIJ<br> -<span class="docDate">1915</span></div> -</div> -<p><span class="pagenum">[<a id="xd29e175" href="#xd29e175">V</a>]</span></p> -<div id="vooraf" class="div1 preface"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">WOORD VOORAF</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De taak om een woord vooraf te schrijven bij de hollandsche uitgave van Havelock Ellis’ -“Studies over de psychologie der Sexen”, “De Sexen in hare verhouding tot de maatschappij”, -heb ik met genoegen op mij genomen omdat ik innig overtuigd ben dat het lezen van -dat werk aan vele mijner landgenooten ten goede zal komen door hen vertrouwd te maken -met en opheldering te geven omtrent vraagpunten van hoog maatschappelijk belang betreffende -het geslachtsleven. De studie van dit onderwerp toch is tot dusverre al te veel verwaarloosd -gebleven en verdient ernstig ondernomen te worden opdat het publiek beter worde ingelicht -omtrent deze materie en daardoor in staat gerake zich een juist en degelijk gegrond -oordeel te vormen in deze zaken. -</p> -<p>De aandachtige lezer die dit werk, van een geleerden, breed-denkenden vorscher als -Havelock Ellis, tot zijn geestelijk eigendom zal hebben gemaakt, moet tot de overtuiging -komen dat hem tot dusverre maar al te veel elementen hebben ontbroken en hij derhalve -niet in staat was om zich een dergelijk deugdelijk inzicht in dit <span class="corr" id="xd29e181" title="Bron: moeielijk">moeilijke</span> vraagstuk te verschaffen. -</p> -<p>Het is maar al te waar dat tot heden bij velen de sexueele kwestie in kwaden reuk -stond. De vele vooroordeelen van godsdienstigen, conventioneelen en moreelen aard -die eene ernstige, <span class="pagenum">[<a id="xd29e186" href="#xd29e186">VI</a>]</span>opene bespreking er van bezwaarlijk maken doen elken schrijver, die zich de behandeling -van dat onderwerp tot taak heeft gesteld, zich wapenen met geduld en lijdzaamheid. -</p> -<p>Nog in veel sterkere mate dan heden ten dage gold dit vooroordeel in den tijd dat -<span class="ex">Havelock Ellis</span> het reuzenplan tot zijne Encyclopedie ontwierp, aan de volvoering waarvan hij 30 -jaren van spannenden arbeid heeft ten koste gelegd. De eerste 15 jaren besteedde hij -aan het verzamelen en ordenen van de noodige bouwstoffen, waarna hij—als inleiding -tot zijn meesterwerk—“Man en Vrouw” schreef. Hierop liet hij achtereenvolgens in den -loop van andermaal 15 jaren de zes deelen volgen waarmede zijn arbeid ten einde werd -gebracht. -</p> -<p>In het slotwoord van het laatste deel van de reeks, het boek dat hier aan het Nederlandsch -publiek wordt aangeboden, wijst Schrijver op den grooten tegenstand die zijn arbeid -ondervonden heeft en op de verdachtmaking waaraan hij zelf van de zijde zijner landgenooten -is blootgesteld geweest. Een ware vervolging viel de uitgave van het eerste deel van -zijn arbeid in Engeland ten deel, zoodat hij zich wel genoodzaakt zag de volgende -deelen niet meer in zijn vaderland maar in het gastvrije en meer liberaal gezinde -Amerika te doen verschijnen. -</p> -<p>In de Vereenigde Staten, zoomede in Duitschland vond het werk een goed onthaal, werd -het met de noodige waardeering ontvangen en niet lang duurde het of de Schrijver mocht -zich verheugen in de eer, zijn arbeid, behalve in de Duitsche taal, ook in het Fransch, -Spaansch en Italiaansch vertaald te zien. -</p> -<p>Het lijkt vaak wel een wanhopige taak, merkt H. E. op in bovengemeld slotwoord, om -met vrucht te strijden tegen domme vooroordeelen. En op geen gebied bestaan zij in -zulke mate als op dat van het sexueele vraagstuk. -</p> -<p>Het eenige wat ons troosten kan is de vaste overtuiging dat, als we eenige generaties -verder zullen zijn, die vooroordeelen ook zullen opgeruimd wezen. -</p> -<p>Als men de natuur tot richtsnoer neemt en steunt op hare wetten die niet door ’s menschen -geest zijn gemaakt, dan weet men ook dat tijd en eeuwigheid onze bondgenooten zijn -tot het doen doordringen van de waarheid. Men oefene slechts geduld en vreeze niet! -<span class="pagenum">[<a id="xd29e199" href="#xd29e199">VII</a>]</span></p> -<p>De mensch sterft, maar zijne denkbeelden die men ten doode had willen opschrijven, -leven voort. -</p> -<p>Al mochten boeken als dit op den brandstapel worden geworpen, toch zullen de denkbeelden -daarin vervat uit de vlammen oprijzen en zich in de volgende generatie vervormen tot -menschelijke zielen. -</p> -<p>De geneesheer in zijn spreekkamer, de onderwijzer op de school, de predikant op den -kansel, de journalist in de pers, werken mede tot die vormverandering. -</p> -<p>En voortdurend heeft die omvorming plaats; zij gaat langzaam maar zeker. -</p> -<p>Havelock Ellis is overtuigd dat menigeen zijne opvatting van de sexueele kwestie niet -zal deelen; de een zal haar wellicht te behoudend, de ander haar te revolutionair -vinden. -</p> -<p>Er zijn toch steeds menschen die zich krampachtig aan het verleden vasthouden en anderen -die nieuwe ideeën met geestdrift aanvaarden. -</p> -<p>Maar de wijze kiest den gulden middenweg, weegt en wikt het voor en het tegen van -beide zienswijzen. Hij beseft dat we voortdurend ons bevinden in een tijdperk van -overgang. Het tegenwoordige vormt eenvoudig het punt van overgang van het verledene -tot het toekomstige en met beide moeten wij rekenschap houden. Een wereld zonder overleveringen -kan men zich evenmin voorstellen als men zich een leven denken kan zonder beweging. -Waar <span class="ex">Heraclitus</span> bij het eerste opleven der moderne philosophie terecht beweren mocht dat men geen -tweemaal baden kan in eenzelfden stroom, weten wij heden dat de stroom niet ophoudt -met vloeien en een oneindige cirkelgang vertoont. Nooit houdt het morgenrood op te -gloren aan den horizont zoomin als ooit de zon vergeet onder te gaan. -</p> -<p>Het past ons dus het naderend daglicht, zoodra de zon opkomt, te begroeten en wij -voelen ons verplicht het ondergaan van de zon te eeren wegens het stervend licht dat -eens aanving te gloren. Wij zelf zijn in de zedelijke wereld de lichtdragers en het -kosmisch proces is in ons belichaamd. Als wij willen is het ons voor een spanne tijds -gegeven de duisternis die ons pad omringt te verlichten. -</p> -<p>Met den fakkel in de hand streven wij voorwaarts als in den fakkelloop der ouden door -<span class="ex">Lucretius</span> als symbool van het leven <span class="pagenum">[<a id="xd29e218" href="#xd29e218">VIII</a>]</span>gekozen. Achter ons ijlt de wedlooper die ons gaat voorbijsnellen. Laat ons gansche -streven gericht zijn op het aan zijn hand toevertrouwen van de helderstralende brandende -toorts, terwijl wij zelf in de duisternis verdwijnen. -</p> -<hr class="tb"><p> -</p> -<p>De schrijver heeft zich loffelijk weten te beperken, zijn onderwerp niet uitgeput. -Voor elk onderdeel had hij stof genoeg om wel een heel boek te vullen. Toch mocht -hij erin slagen zoo volledig mogelijk te zijn, den lezer te boeien en hem nooit door -langdradig zijn of in herhalingen vallen te vervelen. -</p> -<p>Het boek is een vraagbaak, niet alleen voor ouders, opvoeders, geneesheeren, onderwijzers, -maar in het algemeen voor ieder genoegzaam ontwikkeld mensch in wien de drang bestaat -om zich op veilige wijze een weg te banen op het voor zoo velen—meestal tot hunne -schade—onbekend gebied van het geslachtsleven. -</p> -<p>Het vormt in vele opzichten eene aanvulling, een complement op het in 1908 in Hollandsch -gewaad verschenen boek van Prof. Auguste Forel: “Het sexueele vraagstuk” waarvan onlangs -een tweede uitgave verschenen is. -</p> -<p>In de bedoeling van de uitgevers ligt het om de vijf voorafgaande deelen eveneens -in de hollandsche vertaling te doen verschijnen als het mocht blijken dat de belangstelling -van het publiek in Havelock Ellis’ arbeid groot genoeg is om die uitgave te wettigen. -</p> -<p class="signed"><span class="sc">Dr.</span> A. W. VAN RENTERGHEM. -</p> -<p class="dateline"><span class="sc">Amsterdam</span>, October 1915. -<span class="pagenum">[<a id="xd29e235" href="#xd29e235">IX</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="inleiding" class="div1 introduction"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">INLEIDING</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">In de andere deelen van deze “Studies”<a class="noteref" id="xd29e240src" href="#xd29e240">1</a>, heb ik mij voornamelijk bezig gehouden met de geslachtsdrift met betrekking tot -haar voorwerp en ik heb derde personen buiten beschouwing gelaten, evenals de invloeden -der omgeving, die toch machtig inwerken op die drift en hare bevrediging. Wij kunnen -echter niet zonder meer deze betrekking van de geslachtsdrift tot derde personen en -tot de maatschappij in haar geheel, met al haar van ouds ingestelde tradities, voorbijgaan. -Wij moeten het geslacht beschouwen in zijn betrekking tot de maatschappij. -</p> -<p>Daarbij zullen wij, beknopter dan in die andere deelen, de vele en belangrijke vraagstukken, -die zich aan ons voordoen, kunnen behandelen. Bij de beschouwing van de meer speciale -vragen der sexueele psychologie betraden wij een verwaarloosd gebied en het was noodzakelijk -een zorgvuldige en nauwkeurige analyse door te voeren, zooals in vele opzichten nog -nooit tevoren op deze kwesties beproefd was. Maar als wij komen aan de betrekkingen -tusschen geslacht en maatschappij, behoeven wij voor het meerendeel niet zulk een -verwaarloozing te ontmoeten. Het onderwerp van ieder hoofdstuk in dit deel zou gemakkelijk -het onderwerp kunnen uitmaken van een afzonderlijk deel en heeft dat ook dikwijls -uitgemaakt; en de literatuur over vele van deze <span class="pagenum">[<a id="xd29e245" href="#xd29e245">X</a>]</span>onderwerpen is al zeer uitgebreid. Het zal daarom mijn voornaamste doel zijn, niet -om feiten op te sommen, maar om beurtelings ieder onderwerp zoo duidelijk en beknopt -mogelijk te behandelen met betrekking tot die grond-principes van de sexueele psychologie, -die—voor zoover de gegevens het toelaten—in de andere deelen zijn uiteengezet. -</p> -<p>Het kan misschien aan sommigen toeschijnen, dat ik mij bij deze uiteenzetting had -moeten bepalen tot het tegenwoordige en dat ik niet ook een zoo ruimen blik had moeten -slaan op den loop van de geschiedenis der menschheid en de tradities van het geslacht. -Het zou vooral wel kunnen schijnen, dat ik te sterk den nadruk gelegd heb op den invloed -van het Christendom op het vormen van sexueele idealen en het ontstaan van sexueele -instellingen. Dat, ik ben er van overtuigd, is een dwaling. Het is omdat deze dwaling -zoo dikwijls begaan is, dat de bewegingen van vooruitgang onder ons—bewegingen die -nooit in eenige periode van de geschiedenis der maatschappij kunnen ophouden—door -velen zoo ernstig worden misverstaan. Wij kunnen aan onze tradities niet ontkomen. -Een “eeuw van het verstand” is er nooit geweest en kan er nooit zijn. De ijverigste -zoogenaamde “vrijdenker”, die naar hij meent het gezag van het Christelijk verleden -geheel afwerpt, staat nog onder den invloed van dat verleden. Als de tradities daarvan -hem niet geheel en al in vleesch en bloed zijn overgegaan, dan zijn zij toch samengeweven -met de maatschappelijke instellingen waarbij hij is opgegroeid en zij werken in zelfs -op zijne wijze van denken. De nieuwste wijzigingen in onze instellingen hebben onvermijdelijk -den invloed ondervonden van den vroegeren vorm van die instellingen. Wij kunnen ons -niet duidelijk voor oogen stellen waar we zijn, nòch waar we heen gaan, als we niet -weten waar we vandaan komen. Wij kunnen de beteekenis van de veranderingen om ons -heen niet begrijpen en wij kunnen ze niet met hoopvol vertrouwen onder de oogen zien, -als wij niet bekend zijn met de richting van de groote stroomingen, die alle beschaving -in eindeloozen kringloop voortbewegen. -</p> -<p>Bij de uiteenzetting der sexueele vragen, die in zeer ruime mate aangelegenheden zijn -van maatschappelijke hygiëne, zullen wij ons dus nog op psychologisch standpunt stellen. -Zulk een <span class="pagenum">[<a id="xd29e250" href="#xd29e250">XI</a>]</span>standpunt ten opzichte van deze zaken is niet alleen gewettigd, maar ook noodzakelijk. -Uiteenzettingen over maatschappelijke hygiëne, die zuiver medisch zijn of zuiver juridisch -of zuiver moreel of zuiver theologisch leiden niet alleen tot conclusies, die dikwijls -lijnrecht tegenover elkaar staan, maar ze leenen zich klaarblijkelijk niet tot toepassing -op de samengestelde menschelijke persoonlijkheid. De voornaamste taak, die wij voor -ons hebben, moet zijn vast te stellen wat de gezamenlijke behoeften en ideeën van -beschaafde mannen en vrouwen het best uitdrukt en bevredigt. Zoo dat, terwijl wij -wel voortdurend medische, wettelijke en moreele eischen in het oog moeten houden—die -alle in sommige opzichten beantwoorden aan de eene of andere persoonlijke of maatschappelijke -behoefte—het toch hoofdzaak is te voldoen aan de eischen van de geheele menschelijke -persoonlijkheid. -</p> -<p>Wij moeten op dit standpunt den nadruk leggen, omdat het wel eens schijnt, dat geen -dwaling méer voorkomt onder hen, die over hygiënische en moreele sexueele vraagstukken -schrijven, dan deze, dat zij het psychologisch standpunt buiten beschouwing laten. -</p> -<p>Zij zullen <abbr title="bijvoorbeeld">b.v.</abbr> staan aan de zijde van beperking op sexueel gebied of aan de zijde van het emancipeeren, -maar zij stellen zich niet duidelijk voor oogen, dat zulk een eng punt van uitgang -niet voldoet aan de behoeften van samengestelde menschelijke wezens. Van het meer-omvattend -psychologisch standpunt erkennen wij, dat wij aan elkaar tegenover gestelde aandriften, -die beide evenzeer gronden in het menschelijke psychische organisme, tot samenwerking -moeten brengen. -</p> -<p>In de andere deelen van deze “Studies” heb ik getracht mij te onthouden van het uitdrukken -van eenige persoonlijke meening en, voor zoover dat mogelijk was een volkomen objectieve -houding te handhaven. In deze poging ben ik, naar ik vertrouw, geslaagd, als ik mag -oordeelen uit het feit, dat ik bewijzen van sympathie en van goedkeuring ontvangen -heb van alle soorten van menschen, niet minder van den rationalistischen vrijdenker -dan van den orthodoxen-geloovige, van hen, die onze meest heerschende ethische beschouwingen -deelen, zoowel als van hen, die ze verwerpen. Zoo moet het ook zijn, want wat ook -onze maatstaf ter bepaling der waarde van gevoelens en van levensgedrag is, het moet -altijd nuttig voor ons zijn te weten, wat precies <span class="pagenum">[<a id="xd29e260" href="#xd29e260">XII</a>]</span>de gevoelens zijn van menschen en hoe die gevoelens strekken om in te werken op hun -gedrag. In dit deel echter, waar maatschappelijke tradities noodzakelijk in overweging -moeten komen en waar wij den groei van deze tradities in het verleden en hun waarschijnlijke -ontwikkeling in de toekomst uiteen moeten zetten, daar heb ik niet de hoop, dat de -objectiviteit van mijn houding den lezer even duidelijk zal zijn. Ik moet hier vaststellen, -niet alleen, wat de menschen feitelijk voelen en doen, maar welke neiging tot ontwikkeling -naar mijn meening hun voelen en hun handelen heeft. Dat is alleen maar een kwestie -van appreciatie, met hoe ruimen blik en hoe voorzichtig men zich ook daartegenover -stelt; het kan geen zaak zijn van absoluut bewijs. Ik hoop, dat zij, die mij vroeger -gevolgd zijn, nog geduld met mij zullen hebben, zelfs als het hun onmogelijk is altijd -de conclusies aan te nemen, waartoe ik zelf gekomen ben. -</p> -<p class="signed">HAVELOCK ELLIS. -</p> -<p class="dateline"><span class="sc">Carbis <span class="corr" id="xd29e267" title="Bron: Boy">Bay</span>, Cornwall, Engeland.</span> -<span class="pagenum">[<a id="xd29e271" href="#xd29e271">XIII</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e240" href="#xd29e240src">1</a></span> Deze deelen zijn in bewerking en zullen eveneens bij uitgeefster dezes in het Nederlandsch -verschijnen. <a class="fnarrow" href="#xd29e240src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="toc" class="div1 contents"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">INHOUD</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk I</span> <span class="tocPageNum">blz.</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch1" id="xd29e282">Moeder en kind</a> <span class="tocPageNum">3</span> -</p> -<p class="tocArgument">Het recht van het kind om zijn voorouders te kiezen.—Hoe dit gedaan wordt.—De moeder -is de naaste bloedverwant van het kind.—Moederschap en vrouwenbeweging.—De enorme -beteekenis van het moederschap.—De sterfte onder de zuigelingen en de oorzaken daarvan.—De -voornaamste oorzaak ligt bij de moeder.—De behoefte aan rust tijdens de zwangerschap.—Het -veelvuldig vóorkomen van ontijdige geboorten.—De taak van den Staat.—Nieuwste vorderingen -in puericultuur.—De kwestie van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap.—De behoefte aan rust gedurende den zoogtijd.—De plicht van -de moeder haar kind te zoogen.—De economische vraag.—De plicht van den Staat.—Nieuwste -vooruitgang in moederbescherming.—Het mislukken van openbare kinderbewaarplaatsen. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk II</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch2" id="xd29e298">Sexueele opvoeding</a> <span class="tocPageNum">33</span> -</p> -<p class="tocArgument">Zorg voor het kroost is even zoo noodig als kroost.—Vroege uitingen van de geslachtsdrift.—Moeten -die als normaal beschouwd worden?—Het sexueele spel van kinderen.—Het liefdegevoel -in de kinderjaren.—Zijn stadskinderen geslachtelijk eerder rijp dan kinderen van het -land?—De kinderlijke voorstellingen over de herkomst van de kinderen.—De noodzakelijkheid -met de sexueele opvoeding van de kinderen vroeg te beginnen.—Het belang van vroeg -oefenen in verantwoordelijkheid.—Het verkeerde van de oude leer der stilzwijgendheid -over geslachtszaken.—Het nadeel is grooter waar het meisjes geldt.—De moeder is de -natuurlijke en beste leermeesteres.—De ziekelijke invloed van kunstmatige geheimzinnigheid -in sexueele zaken.—De literatuur over de sexueele opheldering der jeugd.—Aard van -de taak der moeder.—Sexueele opvoeding op de school.—De waarde van botanie.—Zoölogie.—Sexueele -opvoeding na de puberteit.—De noodzakelijkheid den invloed van kwakzalver-literatuur -te verijdelen.—Het gevaar dat voortkomt uit het niet tijdig voorbereiden op de eerste -menstruatie.—De juiste houding tegenover het geslachtsleven der vrouw.<span class="pagenum">[<a id="xd29e306" href="#xd29e306">XIV</a>]</span>—De dringende noodzakelijkheid van <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> der menstruatie tijdens de eerste jeugd.—Zulk een <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> is te vereenigen met de gelijkstelling der geslachten op opvoedkundig en maatschappelijk -gebied.—De invaliditeit van vrouwen komt voornamelijk voort uit verwaarloozing der -hygiëne.—De goede invloed van lichaamsoefening op vrouwen en de slechte invloed der -athletiek.—De nadeelen van het onderdrukken van het gemoedsleven.—De noodzakelijkheid -om jonge menschen de waardigheid van het geslachtsleven te leeren.—Invloed van deze -factoren op het lot der vrouwen in het huwelijk.—Lezingen en toespraken over sexueele -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>.—De rol van den dokter in de sexueele opvoeding.—De invoering in de wereld der idealen -tijdens de puberteit.—De plaats van het godsdienst- en zede-onderwijs.—De plechtigheden -van natuurvolken bij het inleiden in de geslachtsrijpheid.—De sexueele invloed van -literatuur.—De sexueele invloed van kunst. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk III</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch3" id="xd29e322">Sexueele opvoeding en naaktheid</a> <span class="tocPageNum">87</span> -</p> -<p class="tocArgument">De houding van de Grieken tegenover de naaktheid.—Hoe de Romeinen die houding wijzigden.—De -invloed van het Christendom.—Naaktheid in de Middeleeuwen.—De ontwikkeling van den -afschuw voor de naaktheid.—Daarmede samengaande veranderingen in de voorstelling van -de naaktheid.—Preutschheid.—De romantische beweging.—Het ontstaan van een nieuwe wijze -van voelen jegens de naaktheid.—De hygiënische beschouwing van de naaktheid.—Hoe kinderen -gewend kunnen worden aan naaktheid.—Naaktheid staat niet vijandig tegenover zedigheid.—Het -instinct van lichaamstrots.—De waarde van naaktheid in de opvoeding.—De æsthetische -waarde der naaktheid.—Het menschelijk lichaam als een van de voornaamste levenwekkende -factoren van het leven.—Hoe naaktheid aangekweekt kan worden.—De zedelijke beteekenis -der naaktheid. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk IV</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch4" id="xd29e336">Het waardeeren van de geslachtsliefde</a> <span class="tocPageNum">109</span> -</p> -<p class="tocArgument">Het begrip geslachtsliefde.—De houding van het middeleeuwsche ascetisme.—St. Bernard -en St. Odo van Cluny.—Het wijzen van de asceten op het bij elkaar liggen van de sexueele- -en de excretie-organen.—De liefde als een sacrament der natuur.—De voorstelling van -de onreinheid van wat betrekking heeft op het geslacht bij natuurvolken in het algemeen.—<span class="corr" id="xd29e344" title="Bron: Theoriën">Theorieën</span> over den oorsprong van deze voorstelling.—Het anti-ascetische element in den bijbel -en het eerste Christendom.—Clemens van Alexandrië.—De houding van den heiligen Augustinus.—De -erkenning van de heiligheid van het lichaam door Tertullianus, Rufinus en Athanasius.—De -hervorming.—Het sexueele instinct beschouwd als dierlijk.—Het menschelijke sexueele -instinct gelijkt niet op dat van het dier.—Wellust en liefde.—De definitie van liefde.—Liefde -en namen voor liefde zijn onbekend in sommige deelen van de wereld.—Romantische liefde -heeft zich eerst laat ontwikkeld bij het blanke ras.—Het mysterie van het sexueel -verlangen.—De kwestie of liefde een begoocheling is.—De geestelijke zoowel als de -physieke bouw van de wereld berust voor een deel op geslachtsliefde.—Het getuigenis -van mannen van intellect voor de alleen-heerschappij der liefde. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk V</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch5" id="xd29e352">De beteekenis der kuischheid</a> <span class="tocPageNum">133</span> -</p> -<p class="tocArgument">Kuischheid is onafscheidelijk van de waardigheid der liefde.—Het verzet van de 18de -eeuw tegen het kuischheids-ideaal.—Onnatuurlijke vormen van <span class="pagenum">[<a id="xd29e360" href="#xd29e360">XV</a>]</span>kuischheid.—De psychologische basis van de ascese.—Ascese en kuischheid als deugden -bij natuurvolken.—De beteekenis van Tahiti.—Kuischheid onder barbaarsche volken.—Kuischheid -onder de eerste Christenen.—Worstelingen van de heiligen tegen de aanvechtingen van -het vleesch.—De fictie van de Christelijke kuischheid.—Het verdwijnen ervan in de -Middeleeuwen.—“Aucassin et Nicolette” en de nieuwe romance van kuische liefde.—De -onkuischheid van de Noordelijke barbaren.—De boeten van de kerk.—Invloed van de renaissance -en van de hervorming.—Het verzet tegen de jonkvrouwelijkheid als een deugd.—De moderne -opvatting der kuischheid als een deugd.—De invloeden, die de deugd der kuischheid -bevorderen.—Kuischheid als een wijze van tucht.—De waarde van kuischheid voor den -kunstenaar.—Welke waarde het volk hecht aan potentie en impotentie.—De juiste definities -van ascese en kuischheid. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk VI</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch6" id="xd29e367">Het vraagstuk der sexueele abstinentie</a> <span class="tocPageNum">165</span> -</p> -<p class="tocArgument">De invloed van de traditie.—De theologische voorstelling van wellust.—Neiging van -deze invloeden om de sexueele moraal te degradeeren.—Het resultaat daarvan de vorming -van het vraagstuk der sexueele abstinentie.—De protesten tegen sexueele abstinentie.—Sexueele -abstinentie en genialiteit.—Sexueele abstinentie bij vrouwen.—De voorstanders van -sexueele abstinentie.—Bemiddelende houding.—Onbevredigende resultaten van de geheele -discussie.—Critiek op het begrip sexueele abstinentie vergeleken met onthouding van -voedsel.—Geen volledige analogie.—De moraal van sexueele abstinentie is geheel negatief.—Is -het de plicht van den dokter buitenechtelijk geslachtsverkeer aan te raden?—Meeningen -van hen die dit al of niet als plicht beschouwen.—De beslissing moet vallen tegen -het geven van zulk een raad.—De dokter gebonden door de maatschappelijke en moreele -denkbeelden van zijn eeuw.—De dokter als hervormer.—Sexueele abstinentie en sexueele -hygiëne.—Alcohol.—De invloed van lichamelijke en geestelijke inspanning.—De ontoereikendheid -van de sexueele <span class="corr" id="xd29e375" title="Bron: hijgiëne">hygiëne</span> op dit gebied.—De onwerkelijke aard van het begrip sexueele abstinentie.—De noodzakelijkheid -het door een meer positief ideaal te vervangen. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk VII</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch7" id="xd29e383">Prostitutie</a> <span class="tocPageNum">201</span> -</p> -<p class="tocArgument">I. “De orgie”:—De godsdienstige oorsprong van de orgie.—Het carneval.—De orgie erkend -door de Grieken en Romeinen.—De orgie bij natuurvolken.—Het drama.—Het door de orgie -bevorderde doel. -</p> -<p class="tocArgument">II. “Oorsprong en ontwikkeling van de prostitutie”:—De definitie van prostitutie.—Prostitutie -onder natuurvolken.—De voorwaarden waaronder prostitutie als bedrijf ontstaat.—Geheiligde -prostitutie.—De dienst van Mylitta.—Het uitoefenen van de prostitutie met het doel -een huwelijksgift te verkrijgen.—Het ontstaan van de wereldlijke prostitutie in Griekenland.—Prostitutie -in het Oosten.—Indië, China, Japan, enz.—Prostitutie in Rome.—De invloed van het Christendom -op de prostitutie.—De poging de prostitutie te bestrijden.—Het middeleeuwsch bordeel.—Het -optreden van de courtisane.—Fullia <span class="corr" id="xd29e394" title="Bron: D’ Aragona">D’Aragona</span>.—Veronica Franco.—Ninon de Lenclos.—Latere pogingen de prostitutie uit te roeien.—Het -politie-toezicht op de prostitutie.—De nutteloosheid wordt langzamerhand erkend. -</p> -<p class="tocArgument">III. “De oorzaken der prostitutie”:—Prostitutie als een deel van het huwelijkssysteem.—Het -complex van oorzaken voor de prostitutie.—De motieven aangegeven door de prostituées.—(1) -De economische factor van de prostitutie.—Armoede is zelden het hoofd-motief voor -de prostitutie.—<span class="pagenum">[<a id="xd29e399" href="#xd29e399">XVI</a>]</span>Maar economische druk oefent een zeer werkelijken invloed uit.—Het hooge percentage -van prostituées geleverd door de dienstboden.—Beteekenis van dit feit.—(2) De biologische -factor van de prostitutie.—De zoogenaamde geboren prostituée.—De aangehaalde identiteit -met den geboren misdadiger.—Het sexueele instinct bij prostituées.—De physieke en -psychische eigenaardigheden van prostituées.—(3) De moreele noodzakelijkheid een factor -in het bestaan van de prostitutie.—De moreele voorstanders van de prostitutie.—De -moreele houding van het Christendom jegens de prostitutie.—De houding van het protestantisme.—Nieuwere -voorstanders van de moreele noodzakelijkheid van de prostitutie.—(4) Waarde voor de -beschaving als een factor van de prostitutie.—De invloed van het stadsleven.—De behoefte -aan opwinding.—Waarom dienstmeisjes zoo dikwijls prostituée worden.—De geringe rol -die de verleiding speelt.—Prostituées komen in grooten getale van het land.—De lokstem -van de beschaving trekt vrouwen naar de prostitutie.—De overeenkomstige aantrekkingskracht -wordt door mannen gevoeld.—De prostituée als kunstenares en als leidsvrouw van de -mode.—De bekoring van het vulgaire. -</p> -<p class="tocArgument">IV. “De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de prostitutie”:—Het verval -van het bordeel.—De neiging tot humaniseeren van de prostitutie.—De pecuniaire zijde -van de prostitutie.—De Geisha.—De Hetere.—De moreele opstand tegen de prostitutie.—Dure -deugd ten koste van vuile ondeugd.—De gewone houding tegenover prostituées.—De wreedheid -daarvan is absurd.—De noodzakelijkheid de prostitutie te hervormen.—De noodzakelijkheid -het huwelijk te hervormen.—Deze beide noodzakelijkheden hangen nauw met elkander samen.—De -daarbij in aanmerking komende dynamische betrekkingen. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk VIII</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch8" id="xd29e408">De bestrijding der geslachtsziekten</a> <span class="tocPageNum">291</span> -</p> -<p class="tocArgument">De beteekenis van de geslachtsziekten.—De geschiedenis der syphilis.—Het vraagstuk -van den oorsprong ervan.—De groote maatschappelijke beteekenis van de syphilis.—De -maatschappelijke gevaren van de gonorrhoe.—De moderne verandering in de methoden ter -bestrijding van de geslachtsziekten.—Oorzaken van het verval van het systeem van politie-toezicht.—Noodzakelijkheid -de feiten onder de oogen te zien.—De onschuldige offers der geslachtsziekten.—Het -zijn ziekten, en geen misdaden.—Het principe van aanmelding.—Het Scandinavisch systeem.—Kostelooze -behandeling.—Straf op het overbrengen van venerische ziekten.—Sexueele opvoeding met -betrekking tot venerische ziekten.—Lezingen, enz.—Uiteenzetting in romans en op het -tooneel.—Het “leelijke” is niet “immoreel”. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk IX</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch9" id="xd29e421">Geslachts-zedeleer</a> <span class="tocPageNum">331</span> -</p> -<p class="tocArgument">Prostitutie met betrekking tot ons huwelijks-systeem.—Huwelijk en moraal.—De definitie -van het woord “moraal”.—Theoretische moraal.—Hare verdeeling in traditioneele moraal -en ideëele moraal.—Praktische moraal.—Praktische moraal gegrond op gewoonte.—Deze -is het eenige onderwerp van wetenschappelijke zedeleer.—De reactie tusschen theoretische -en praktische moraal.—Sexueele moraal in het verleden is een toepassing van economische -moraal.—De vereeniging van starheid en van laksheid in deze moraal.—Het ontstaan van -een bijzondere geslachts-zedeleer en de ontwikkeling van moreele idealen.—Uitingen -van sexueele moraal.—Gebrek aan eerbied voor de vormen van het huwelijk.—Proef huwelijk.—Huwelijk -na de conceptie van een kind.—Verschijnselen in Duitschland, Angelsaksische landen, -<span class="pagenum">[<a id="xd29e429" href="#xd29e429">XVII</a>]</span>Rusland enz.—De positie der vrouw.—De historische neiging die de gelijkheid van vrouwen -met mannen begunstigt.—De theorie van het matriarchaat.—De moeder-familie.—Vrouwen -in Babylonië.—Egypte-Rome.—De 18de en de 19de eeuw.—De historische neiging, die moreele -ongelijkheid van de vrouw begunstigt.—De tweeledige invloed van het Christendom.—Invloed -van de Germaansche gewoonte en van het leenstelsel.—De ridderschap.—De vrouw in Engeland.—De -vrouwenhandel.—Het afnemen van de onderworpenheid der vrouw.—Ongeschiktheid van den -modernen man om te heerschen.—Het toenemen van de moreele verantwoordelijkheid bij -vrouwen.—De daarmee samengaande ontwikkeling van economische onafhankelijkheid.—Het -toenemen van het aantal werkende vrouwen.—Het binnendringen van de vrouwen in de moderne -industrie.—In hoe ver dit maatschappelijk te rechtvaardigen is.—De sexueele verantwoordelijkheid -van vrouwen en de gevolgen ervan.—De beweerde moreele inferioriteit van vrouwen.—De -“zelfopoffering” van vrouwen.—De maatschappij heeft geen belang bij sexueele verhoudingen.—De -voortplanting is het eenige sexueele belang van den Staat.—De zeer hooge beteekenis -van het moederschap. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk X</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch10" id="xd29e436">Het huwelijk</a> <span class="tocPageNum">383</span> -</p> -<p class="tocArgument">De definitie van het huwelijk.—Het huwelijk in de dierenwereld.—Het overheerschen -van de monogamie.—Het vraagstuk van het groepen-huwelijk.—Monogamie is een natuurlijk -feit, niet gebaseerd op een wet der menschen.—De neiging den vorm van het huwelijk -te stellen boven het feit van het huwelijk.—De geschiedenis van het huwelijk.—Het -huwelijk in het oude Rome.—Germaansche invloed op het huwelijk.—De bruidkoop.—De ring.—De -invloed van het Christendom op het huwelijk.—De groote uitbreiding van dezen invloed.—Het -sacrament van het huwelijk.—Oorsprong en ontwikkeling van de opvatting als sacrament.—De -kerk maakte het huwelijk tot een openbare daad.—Het kanonieke huwelijksrecht.—De gezonde -kern ervan.—De ontwikkeling ervan.—De onduidelijkheden en dwaasheden ervan.—Eigenaardigheden -van het Engelsche huwelijksrecht.—Invloed van de hervorming op het huwelijk.—De <span class="corr" id="xd29e445" title="Bron: prostestantsche">protestantsche</span> opvatting van het huwelijk als een wereldlijk verdrag.—De puriteinsche huwelijks-hervorming.—Milton -als de pionier voor de huwelijks-hervorming.—Zijn inzichten over echtscheiding.—De -achterlijke positie van Engeland op het gebied van huwelijks-hervorming.—Critiek op -de Engelsche wet op de echtscheiding.—De tradities van het kanonieke recht werken -nog voort.—De kwestie van schadevergoeding bij echtbreuk.—Onderlinge verstandhouding -is een beletsel tegen echtscheiding.—Echtscheiding in Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk, -Rusland enz.—De Vereenigde Staten.—Onmogelijkheid de echtscheidingsgronden wettig -vast te stellen.—Echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.—De oorsprong en de ontwikkeling -daarvan.—Belemmering door de tradities van het kanonieke recht.—Wilhelm von Humboldt.—Nieuwe -voorstanders van echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.—De argumenten tegen het -gemakkelijker maken van de echtscheiding.—De belangen van de kinderen.—De bescherming -der vrouwen; de tegenwoordige neiging van de echtscheidingsbeweging.—Het huwelijk -is geen contract.—Het voorstel van het huwelijk voor een zeker aantal jaren.—Wettelijke -beperkingen en nadeelen in de positie van man en vrouw.—Het huwelijk is geen contract -maar een feit.—Alleen de bijkomende zaken van het huwelijk, niet de essentieele, leenen -zich tot een regeling bij contract.—De wettelijke erkenning van het huwelijk als een -feit zonder eenige ceremonie.—Contracten over de persoonlijkheid zijn niet te vereenigen -met de moderne neigingen.—De factor van moreele verantwoordelijkheid.—Het huwelijk -als een ethisch <span class="pagenum">[<a id="xd29e448" href="#xd29e448">XVIII</a>]</span>sacrament.—Persoonlijke verantwoordelijkheid sluit vrijheid in.—Vrijheid is de beste -waarborg voor bestendigheid<span class="corr" title="Niet in bron">.</span>—Onjuiste denkbeelden over individualisme.—De moderne neiging van het huwelijk.—Met -de geboorte van een kind houdt het huwelijk op een persoonlijke aangelegenheid te -zijn.—Ieder kind moet een wettigen vader en een wettige moeder hebben.—Hoe dit bereikt -kan worden.—De vaste grondslag der monogamie.—De kwestie van huwelijks-variaties.—Zulke -variaties staan niet vijandig tegenover de monogamie.—De meest gewone variaties.<span class="corr" id="xd29e452" title="Bron: ">—</span>De buigzaamheid van het huwelijk houdt variaties in toom.—Huwelijks-variaties tegenover -de prostitutie.—Het huwelijk op verstandigen en humanen grondslag.—Samenvatting en -besluit. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk XI</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch11" id="xd29e460">De kunst van liefhebben</a> <span class="tocPageNum">463</span> -</p> -<p class="tocArgument">Het huwelijk is er niet alleen voor de voortplanting.—Theologen over het “<span lang="la">Sacramentum Solationis</span>”.—Het belang van de “kunst van liefhebben”.—De grondslag van bestendigheid in het -huwelijk en de voorwaarde voor juiste voortplanting.—De kunst van liefhebben is het -bolwerk tegen de echtscheiding.—De eenheid van liefde en huwelijk is een principe -der moderne moraal.—Het Christendom en de kunst van liefhebben.—Ovidius.—De kunst -van liefhebben onder natuurvolken.—Sexueele inwijding in Afrika en elders.—De neiging -tot spontane ontwikkeling van de kunst van liefhebben in de jeugd.—Flirt.—Sexueele -onwetendheid bij vrouwen.—De plaats van den echtgenoot bij de sexueele inwijding.—Sexueele -onwetendheid bij mannen.—De opvoeding van den echtgenoot voor het huwelijk.—Het onheil -gesticht door de onwetendheid van den man.—De physieke en geestelijke gevolgen van -den onbeholpen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—Vrouwen verstaan de kunst van liefhebben beter dan mannen.—Oude en nieuwe meeningen -over de veelvuldigheid van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—Verschil in sexueele potentie.—De sexueele begeerte.—De kunst van liefhebben berust -op de biologische feiten van het hofmaken.—De kunst aan vrouwen te behagen.—De minnaar -vergeleken bij den musicus.—Het aanzoek als een deel van het hofmaken.—Divinatie in -de kunst van liefhebben.—Het belang van de preliminariën bij het aanzoek.—De onbeholpen -echtgenoot is dikwijls de oorzaak van de koelheid der vrouw.—De moeilijkheid van het -hofmaken.—Gelijktijdig orgasme.—De nadeelen van onvolkomen bevrediging bij de vrouwen.—<span lang="la"><span class="corr" id="xd29e478" title="Bron: Coitus">Coïtus</span> interruptus</span>.—<span lang="la"><span class="corr" id="xd29e483" title="Bron: Coitus">Coïtus</span> reservatus</span>.—De menschelijke wijze van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—Variaties in <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—Houding bij <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—De beste tijd voor den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>.—De invloed van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in het huwelijk.—De voordeelen van afwezigheid in het huwelijk.—De gevaren der afwezigheid.—<span class="corr" id="xd29e503" title="Bron: Jalouzie">Jaloezie</span>.—De oorspronkelijke functie der <span class="corr" id="xd29e507" title="Bron: jalouzie">jaloezie</span>.—Het veel vóorkomen ervan bij dieren, natuurvolken, enz. en in pathologische toestanden.—Een -tegen-maatschappelijk gevoel.—<span class="corr" id="xd29e510" title="Bron: Jalouzie">Jaloezie</span> laat zich niet vereenigen met den vooruitgang der beschaving.—De mogelijkheid meer -dan een persoon tegelijk lief te hebben.—De platonische vriendschap.—De voorwaarden, -die ze mogelijk maken.—Het moederlijk element in de liefde der vrouw.—De eind-ontwikkeling -van de huwelijksliefde.—Het vraagstuk der liefde is een van de grootste maatschappelijke -kwesties. -</p> -<p class="tocHead"><span class="sc">Hoofdstuk XII</span> -</p> -<p class="tocHead"><a href="#ch12" id="xd29e518">De wetenschap der voortplanting</a> <span class="tocPageNum">523</span> -</p> -<p class="tocArgument">De betrekking tusschen de wetenschap der voortplanting en de kunst van liefhebben.—Sexueele -begeerte en sexueel genot als de voorwaarden der conceptie.—De voortplanting was vroeger -overgelaten aan luim en begeerte.—Het vraagstuk der voortplanting als een godsdienstkwestie.—Het -geloof in eugeniek.—Ellen Key en Francis Galton.—Onze schuld tegenover de nakomelingschap.<span class="pagenum">[<a id="xd29e526" href="#xd29e526">XIX</a>]</span>—Het vraagstuk natuurlijke keuze te vervangen.—De oorsprong en de ontwikkeling der -eugeniek.—Het algemeen aannemen van de principes der eugeniek tegenwoordig.—De twee -wegen, waarop de principes der eugeniek in praktijk worden gebracht.—Het besef van -sexueele verantwoordelijkheid bij de vrouwen.—Verwerping van het opgedrongen moederschap.—Het -privilege van het vrijwillige moederschap.—Oorzaken van het in minachting brengen -van het moederschap.—De beperking der conceptie.—Zij wordt tegenwoordig door de meerderheid -der bevolking in beschaafde landen in praktijk gebracht.—De drogrede “zelfmoord van -het ras”.—Zijn groote families een merkteeken van degeneratie?—Het beperken van de -voortplanting is het gevolg van natuurlijken en beschaafden vooruitgang.—Het toenemen -der Nieuw-Malthusiaansche ideeën en gebruiken.—Facultatieve steriliteit onderscheiden -van Nieuw-Malthusianisme.—De medische en hygiënische noodzakelijkheid van de beperking -der conceptie.—Voorbehoedmiddelen.—Miskraam.—De nieuwe leer van den plicht miskraam -op te wekken.—In hoeverre is dit te rechtvaardigen?—Castratie als methode om de voortplanting -te beperken.—Negatieve eugeniek en positieve eugeniek.—De kwestie van getuigschriften -voor het huwelijk.—De ontoereikendheid van het vaststellen der eugeniek door de wetgeving.—Het -scherpen van het maatschappelijk geweten met betrekking tot de erfelijkheid.—Beperking -van de geschiktheid voor het moederschap.—De voor de verwekking gunstige voorwaarden.—Steriliteit.—De -kwestie van kunstmatige bevruchting.—De voor de voortplanting meest gunstige leeftijd.—De -kwestie van het vroege moederschap.—De beste tijd voor de voortplanting.—De voleindiging -van den goddelijken levenskring<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> -<span class="pagenum">[<a id="pb1" href="#pb1">1</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="body"> -<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e282">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">MOEDER EN KIND</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb3" href="#pb3">3</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Het recht van het kind om zich zijn voorouders te kiezen.—Hoe dit verwerkelijkt kan -worden.—De moeder is de naaste bloedverwant in de opgaande lijn van het kind.—Moederschap -en vrouwenbeweging.—De enorme beteekenis van het moederschap.—De sterfte onder de -zuigelingen en de oorzaken daarvan.—De voornaamste oorzaak ligt bij de moeder.—De -noodzakelijkheid van rust tijdens de zwangerschap.—Het veelvuldig vóorkomen van ontijdige -geboorten.—De taak van den staat.—Vooruitgang in den nieuweren tijd van de puericultuur.—Het -vraagstuk betreffende den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens zwangerschap.—De noodzakelijkheid van rust gedurende den zoogtijd.—De plicht -van de moeder om haar kind te zoogen.—De economische vraag.—De taak van den staat.—Vooruitgang -der moederbescherming.—Teleurstellingen ondervonden bij het inrichten van openbare -kinderbewaarplaatsen.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De sexueele natuur van den mensch wortelt, evenals alles wat het meest essentieele -in hem is, in een bodem, die lang vóor zijn geboorte gevormd werd.—In dit opzicht, -evenals in alle andere, ontleent hij de elementen van zijn leven aan zijn voorouders, -hoe nieuw de veranderde combinatie ook moge zijn en hoezeer die ook gewijzigd moge -worden door latere omstandigheden. Het lot van den mensch ligt niet in de toekomst, -maar in het verleden. Dat is, juist beschouwd, de meest levende van alle levende werkelijkheden. -Ieder kind heeft dus het recht zijn eigen voorouders te kiezen. Natuurlijk kan het -dat alleen doen door plaatsvervangers, door zijn ouders. Het is de ernstigste en heiligste -plicht van den toekomstigen vader de eene helft te kiezen van het karakter naar voorouders -en erfelijkheid van zijn toekomstig kind; het is de ernstigste en heiligste plicht -van de toekomstige moeder ook zulk een keuze te doen<a class="noteref" id="xd29e543src" href="#xd29e543">1</a>. Toen zij elkander kozen, hebben zij te zamen <span class="pagenum">[<a id="pb4" href="#pb4">4</a>]</span>al de voorouders van hun kind gekozen. Zij hebben de sterren bepaald, die zijn lot -zullen besturen. -</p> -<p>Vroeger werd dit besluit, dat zooveel mogelijkheden voor de toekomst bevat, gewoonlijk -genomen op een hulpelooze, blinde, bijna onbewuste wijze. Het werd òf bestuurd door -een instinct, dat over het geheel nogal goed gewerkt heeft, òf beïnvloed door economische -belangen van wier resultaten men dat niet kan zeggen, of het werd overgelaten aan -toevalligheden, die van nòg lager orde zijn dan zuiver dierlijke aandriften en die -niets dan kwaad kunnen stichten. Voor de toekomst kunnen wij alleen het geloof hebben—want -alle hoop van de menschheid moet op dat geloof berusten—dat een nieuwe impuls, die -het natuurlijk instinct versterken en het mettertijd onafscheidelijk begeleiden zal, -den beschaafden mensch den koers zal aangeven die het ras moet nemen. Evenals in het -verleden het ras over het geheel gevormd is door een natuurlijke, gedeeltelijk sexueele, -keuze, die onbewust was van zichzelf en onwetend omtrent de doeleinden waar ze toe -leidde, zoo zal het ras in de toekomst gevormd worden door opzettelijke keuze, zal -de scheppende energie van de natuur zelf bewust worden in het brein van den beschaafden -mensch. Dit is niet een geloof dat zijn oorsprong heeft in een vage hoop. De problemen -van het leven van het individu zijn verbonden aan het lot van het leven van het ras -en ieder keer weer zullen wij bevinden, als wij peinzen over de individueele kwesties, -met welke wij hier te maken hebben, dat zij in alle punten ten slotte samenloopen -naar dit zelfde doeleinde van het ras. -</p> -<p>Daar we hier nu de sexueele betrekkingen moeten nagaan van het individu ten opzichte -van de maatschappij, zal het praktisch zijn op dit punt de kwesties van voorouders -terzijde te stellen en het individu te nemen zooals het, met een reeds bepaalden erfelijken -aanleg, ligt onder het hart der moeder. -</p> -<p>Het is de moeder, die de naaste bloedverwant is van het kind. Op verschillende punten -in de zoölogische ontwikkeling heeft het mogelijk geschenen dat de functies, die we -nu kennen als die van het moederschap, in ruime mate en gelijkelijk gedeeld werden -door den vader. De natuur heeft verschillende proeven genomen in deze richting, met -visschen bijvoorbeeld, en zelfs met vogels. Maar hoe nuttig en uitmuntend deze proeven -ook waren en ofschoon krachtig genoeg om hun voortzetting tot op dezen dag te verzekeren, -blijft het toch waar, dat de mensch niet bestemd was zich langs dezen weg te verheffen. -Onder al de zoogdieren, die er vóór den mensch geweest zijn, is het mannetje een indrukwekkende -en belangrijke figuur in de eerste dagen van het hofmaken, maar nadat de conceptie -verzekerd is, speelt de moeder de voornaamste rol in het leven van het ras. Het mannetje -moet er zich mee tevreden stellen buiten het voedsel op te zoeken en op <span class="pagenum">[<a id="pb5" href="#pb5">5</a>]</span>wacht staan als het thuis is in de voorkamer van het gezin. Als ze eenmaal bevrucht -is, verwerpt het vrouwtje toornig de liefkoozingen, die zij tevoren zoo coquet in -ontvangst genomen heeft, en zelfs bij den mensch is de positie van den vader bij de -geboorte van zijn kind niet bijzonder waardig of aangenaam. De natuur staat aan den -man slechts een tweede en betrekkelijk nederige plaats toe in het tehuis, de broedplaats -van het ras; hij mag zich, als hij wil, schadeloos stellen door het zoeken van avonturen -en roem in de wereld daarbuiten. De moeder is de naaste bloedverwant van het kind, -en gedurende den tijd van de conceptie tot aan de geboorte, kan de hygiëne van den -toekomstigen mensch alleen bevorderd worden door invloeden, die werken door haar. -</p> -<p>Zoo fundamenteel en elementair als het feit is van de overheerschende positie van -de moeder voor het leven van het ras, zoo onbetwistbaar als het schijnen moet aan -allen die er studie van gemaakt hebben, moeten we toch toegeven, dat het soms vergeten -is of niet geteld. In de groote tijden van de menschheid is het inderdaad aangenomen -als een centraal en heilig feit. In het klassieke Rome werd in een bepaalde periode -het huis van de zwangere vrouw versierd met guirlandes, en in Athene was het een onschendbaar -heiligdom, waar zelfs de misdadiger bescherming kon vinden. Zelfs te midden van de -gemengde invloeden van tijden zoo vol van schuimend leven, als aan de opkomst van -de Renaissance voorafgingen, was de ideaal mooie vrouw, zooals wij nog kunnen zien -op schilderijen, de zwangere vrouw. Maar het is niet altijd zoo geweest. Tegenwoordig, -bij voorbeeld, is er geen twijfel aan, dat we nog pas bezig zijn los te komen uit -een periode, waarin dit feit dikwijls werd betwist of ontkend, in theorie en praktijk -beide, ook door de vrouwen zelf. Dit was vooral opmerkelijk in Engeland en Amerika -beide, en het ligt waarschijnlijk voor een groot deel aan de ongelukkige, dwaze verblindheid, -die vrouwen in deze landen er toe bracht mannelijke idealen na te jagen, dat nu de -inspiratie voor den vooruitgang in de vrouwenbeweging voornamelijk komt van de vrouwen -van andere landen. Moederschap en de toekomst van het ras werden systematisch gekleineerd. -Het vaderschap, zoo werd gezegd, was maar een ondergeschikte gebeurtenis in het leven -van den man: waarom zou het moederschap meer dan louter een gebeurtenis zijn in het -leven van de vrouw? In Engeland waren de vrouwen, door een merkwaardig verdraaiden -vorm van sexueele aantrekkingskracht zoo betooverd door den glans, die de mannen omgaf, -dat zij al de feiten van organische constitutie, die haar ongelijk maakten aan den -man, wilden onderdrukken of vergeten, zich haar glorie tot schande rekenden en dezelfde -opvoeding zochten als mannen, dezelfde bezigheden als mannen, ja dezelfde sport. Zooals -wij weten was er oorspronkelijk een element van <span class="pagenum">[<a id="pb6" href="#pb6">6</a>]</span>rechtvaardigheid in dezen aandrang<a class="noteref" id="xd29e558src" href="#xd29e558">2</a>. Hij was volkomen gerechtvaardigd in zoover hij een aanspraak was op bevrijding van -een kunstmatige beperking, en een eisch tot economische onafhankelijkheid. Maar hij -werd noodlottig en dwaas, toen hij zich ontwikkelde in een hartstocht om, in alle -opzichten, dezelfde dingen te doen, die mannen doen; hoe noodlottig en hoe dwaas kunnen -we beseffen als wij ons mannen voorstellen, hartstochtelijk de wijzen van doen en -de werkzaamheden van vrouwen nabootsende. Vrijheid is alleen goed, als zij is een -vrijheid om de wetten te volgen van iemands eigen natuur; zij houdt op vrijheid te -zijn als zij wordt een slaafsche poging anderen na te bootsen en ze zou slechts ongeluk -aanbrengen als ze ooit slagen kon<a class="noteref" id="xd29e561src" href="#xd29e561">3</a>. Tegenwoordig heeft deze beweging theoretisch opgehouden vertegenwoordigsters te -bezitten, die ernstigen invloed uitoefenen. Toch vertoonen zich de praktische resultaten -nog zeer zichtbaar in Engeland en de andere landen, waarin zij gevoeld is. De sterfte -onder de zuigelingen is enorm en begint nog slechts, tenminste in Engeland, een neiging -te vertoonen om af te nemen; het moederschap is zonder waardigheid en de levenskracht -der moeders neemt spoedig af, zoodat zij niet eens haar kinderen kunnen zoogen; onwetende -jonge moeders geven haar kinderen aardappelen en jenever; overal spreekt men ons van -de teekenen van ontaarding van het ras, of zoo al niet van het ras, dan toch in ieder -geval van de jonge individuen van tegenwoordig. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het zou misplaatst zijn en ons te ver voeren om hier deze verscheidenheid te bespreken -van praktische gevolgen van de dwaze poging, om het enorme belang van het moederschap -voor het ras te kleineeren. Het zij genoeg slechts dit eene punt aan te raken: de -bovenmatige sterfte onder de zuigelingen. -</p> -<p>In Engeland—dat uit een maatschappelijk oogpunt niet in zoo veel slechter toestand -verkeert dan de meeste landen, want in Oostenrijk en Rusland is <span class="pagenum">[<a id="pb7" href="#pb7">7</a>]</span>de kindersterfte nog hooger, hoewel ze in Australië en Nieuw-Zeeland veel lager is, -maar toch nog buitensporig—komt jaarlijks meer dan een vierde van alle sterfgevallen -van kinderen onder het jaar voor. Naar de meening van de medische ambtenaren van den -gezondheidsdienst, die het best in de gelegenheid zijn om een opinie te vormen, hadden -ongeveer de helft van deze sterfgevallen, in het ruwe berekend, absoluut voorkomen -kunnen worden. Bovendien is het twijfelachtig of er een werkelijk dalende beweging -is in deze sterfte; in de laatste halve eeuw is zij nu eens gestegen en dan weer gedaald, -en hoewel in de paar laatste jaren de algemeene beweging van de kindersterfte voor -kinderen onder de vijf jaar in Engeland en Wales een neiging getoond heeft om af te -nemen, steeg in Londen (volgens J. F. J. Sykes, ofschoon Sir Shirley Murphy getracht -heeft de beteekenis van deze cijfers te verminderen) de kindersterfte voor de drie -eerste levensmaanden van 69 per duizend in het tijdverloop 1888–1892 tot 75 per duizend -van 1898–1901. (Dit heeft, dat moeten we bedenken, betrekking op de periode vóór het -invoeren van de wet op het kennisgeven van geboorten). In ieder geval is er, hoewel -de algemeene sterfte een bepaalde neiging toont tot verbetering, zeker geen naar evenredigheid -daarmee overeenkomende verbetering in de kindersterfte. Dit kan ternauwernood verwondering -wekken, als wij ons voor oogen stellen, dat er geen verandering ten goede, maar eerder -ten kwade, geweest is in de omstandigheden waaronder onze kinderen worden geboren -en opgevoed. Zoo zegt William Hall (British Medical Journal, October 14, 1905), die -een grondige kennis had, loopende over 56 jaar, van de achterbuurten van Leeds, en -die verscheiden duizenden van achterbuurtkinderen gewogen en gemeten heeft, behalve -dat hij meer dan 120.000 jongens en meisjes onderzocht heeft op hun geschiktheid voor -fabrieksarbeid, dat “vijftig jaar geleden de moeder uit de achterbuurt veel verstandiger, -zindelijker, huiselijker en moederlijker was dan zij nu is; zij was zelf beter gevoed -en zij zoogde bijna altijd haar kinderen en na het speenen kregen zij meer voedzaam, -beenderenvormend voedsel, en zij was in staat thuis gezonder voedsel klaar te maken”. -Het systeem van leerplicht heeft een ongelukkigen invloed uitgeoefend door den ouders -een dwang op te leggen waardoor de toestanden van het tehuis slechter werden. Want, -hoe uitstekend onderwijs is, het is niet de eerste levensbehoefte en het is verplichtend -gemaakt, voordat de meer essentieele dingen van het leven even verplichtend gemaakt -zijn. Hoe volkomen onnoodig deze groote sterfte is, kan blijken zonder dat we het -goede voorbeeld van Australië en Nieuw-Zeeland noemen, wanneer wij slechts kleine -Engelsche steden vergelijken: terwijl in Guildford de kindersterfte 65 per duizend -is, is het in Burslem 205 per duizend. -</p> -<p>Somtijds wordt gezegd, dat kindersterfte een economische kwestie is en dat ze zou -ophouden te bestaan met loonsverbetering. Dit is alleen waar tot zekere hoogte en -onder bepaalde voorwaarden. In Australië is geen nijpende armoede, maar het aantal -sterfgevallen van kinderen onder het jaar is nog tusschen de 80 en 90 per duizend, -en een derde van deze sterfte is volgens Hooper (British Medical Journal, 1908, vol -II, p. 289) gemakkelijk te vermijden omdat ze voortkomt uit de onwetendheid van de -moeders en den tegenzin in het zoogen. De loonarbeid van getrouwde vrouwen vermindert -zeer de armoede van een familie, maar niets kan slechter zijn voor het welzijn van -de vrouw als moeder, of voor het welzijn van haar kind. Reid, de medische ambtenaar -van den gezondheidsdienst voor Staffordshire, waar twee groote centra zijn van werkmansbevolking -met dezelfde gezondheidsvoorwaarden, heeft aangetoond, dat in het Noordelijk centrum, -waar een groot aantal vrouwen in fabrieken werkt, ontijdige geboorten driemaal zooveel -voorkomen als in het Zuidelijk centrum, waar feitelijk geen beroepsloonarbeid voor -vrouwen is; de veelvuldigheid van abnormaliteiten is ook in dezelfde verhouding. De -voorrang van Joodsche boven Christenkinderen en hun geringere kindersterfte, schijnen -geheel te berusten op het feit dat Jodinnen betere moeders zijn. “De <span class="pagenum">[<a id="pb8" href="#pb8">8</a>]</span>Joodsche kinderen in de achterbuurten”, zegt William Hall (British Medical Journal, -October 14, 1905), een man van ruime en nauwkeurige kennis, “waren beter in gewicht, -wat hun tanden betreft en in algemeene lichamelijke ontwikkeling, en zij schenen minder -vatbaar te zijn voor besmettelijke ziekten. Toch woonden deze Joden in overvolle woningen, -zij namen weinig beweging, en de ongezondheid van hun omgeving was in het oog vallend. -De kwestie was, dat hun kinderen veel beter gevoed waren. De zwangere Jodin werd beter -verzorgd en voedde ongetwijfeld den foetus beter. Nadat de kinderen geboren waren, -kregen 90 percent borstvoeding en later in hun jeugd kregen zij overvloedig beenderenvormend -voedsel; eieren en olie, visch, versche groenten en vruchten namen een groote plaats -in in hun diëet”. G. Newman, legt in zijn belangrijk en groot boek over “<i>kindersterfte</i>” den nadruk op het besluit dat wij “allereerst moeten hebben een hooger standaard -van physiek moederschap.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Het probleem van kindersterfte, verklaart hij (bladz. 259), is er niet een alleen -van hygiëne, van huisvesting, of zelfs van armoede als zoodanig, “<i>maar het is voornamelijk een kwestie van moederschap</i>”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De voornaamste behoefte van de zwangere vrouw is <i>rust</i>. Zonder een groote mate van rust voor de moeder kan er geen puericultuur zijn<a class="noteref" id="xd29e588src" href="#xd29e588">4</a>. -</p> -<p>De taak een mensch te scheppen neemt al de beste krachten van een vrouw in beslag, -vooral gedurende de laatste drie maanden vóor de geboorte. Zij kan niet ondergeschikt -gemaakt worden aan de belasting, die er op de krachten gelegd wordt door handenarbeid -of geestelijken arbeid, of zelfs door ingespannen maatschappelijke plichten en vermaken. -De talrijke proeven en waarnemingen, die in de laatste jaren gedaan zijn in de inrichtingen -voor kraamvrouwen, voornamelijk in Frankrijk, hebben afdoende aangetoond, dat niet -alleen het tegenwoordige en toekomstige welzijn van de moeder en het gemak van haar -bevalling, maar ook het lot van het kind, een zeer grooten invloed ondervinden van -rust gedurende de laatste maand van haar zwangerschap. “Iedere arbeidster heeft aanspraak -op rust gedurende de laatste drie maanden van haar zwangerschap”. Dit besluit werd -aangenomen door het Internationale Congres voor Hygiëne in 1900, maar het kan niet -in de praktijk uitgevoerd worden dan door samenwerking van de geheele gemeenschap. -Want het is niet genoeg te zeggen, dat een vrouw rust moet hebben tijdens de zwangerschap; -het is de taak van de gemeenschap te zorgen, dat die rust behoorlijk verzekerd wordt. -De vrouw zelf, en haar werkgever, daar kunnen we zeker van zijn, zullen hun best doen -de gemeenschap te bedriegen, maar het is de gemeenschap, die schade <span class="pagenum">[<a id="pb9" href="#pb9">9</a>]</span>lijdt, zoowel economisch als moreel, als een vrouw minderwaardige kinderen ter wereld -brengt en de gemeenschap moet, in haar eigen belang zoowel werkgever als werkneemster -controleeren. Wij kunnen niet langer laten zeggen, met de woorden van Bouchacourt, -dat “tegenwoordig het schuim van het menschengeslacht—de blinden, de doofstommen, -gedegenereerden, nerveuzen, misdadigers, idioten, zwakzinnigen, crétins en epileptici—beter -beschermd worden dan de zwangere vrouwen”<a class="noteref" id="xd29e598src" href="#xd29e598">5</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Pinard, die altijd geëerd moet worden als een van de stichters van de eugeniek, heeft, -tezamen met zijn leerlingen, veel gedaan om den weg te bereiden voor het aannemen -van dit eenvoudig, maar belangrijk axioma, door de gronden duidelijk te maken, waarop -het berust. Uit lang voortgezette waarnemingen op zwangere vrouwen van alle standen, -heeft Pinard de conclusie getrokken, dat vrouwen, die tijdens de zwangerschap rusten, -betere kinderen hebben dan vrouwen, die niet rusten. Afgezien van de meer algemeene -nadeelen van werk tijdens de zwangerschap, bevond Pinard dat het, gedurende de laatste -maanden, een neiging had om de baarmoeder naar beneden te drukken in het bekken, en -zoo de ontijdige geboorte te veroorzaken van onvoldragen kinderen; terwijl de <span class="corr" id="xd29e607" title="Bron: weëen">weeën</span> moeilijker en gevaarlijker gemaakt werden (zie bv. Pinard, <i lang="fr">Gazette des Hôpitaux</i>, Nov. 28, 1895, en van denzelfden schrijver <i lang="fr">Annales de Gynécologie</i>, Aug. 1898). -</p> -<p>Letourneux heeft de vraag bestudeerd of rust tijdens de zwangerschap noodig is voor -vrouwen, wier beroepsarbeid maar weinig vermoeiend is. Hij onderzocht 732 opeenvolgende -bevallingen in de Clinique Baudeloque in Parijs. Hij bevond, dat 137 vrouwen, die -vermoeiende bezigheden hadden (dienstboden, keukenmeiden<span class="corr" id="xd29e618" title="Niet in bron">,</span> enz.) en die niet rustten tijdens de zwangerschap, kinderen voortbrachten van een -gemiddeld gewicht van 3.081 gram; 115 vrouwen, die maar weinig vermoeiende bezigheden -hadden (naaisters, modisten, enz.) en die ook niet rustten tijdens de zwangerschap, -kinderen hadden van een gemiddeld gewicht van 3.130 gram; een klein verschil, maar -toch van beteekenis, omdat de vrouwen van de eerste groep groot waren en sterk, terwijl -die van de tweede groep teer en rank gebouwd waren. En weer, bij het vergelijken van -groepen vrouwen, die tijdens de zwangerschap rustten, werd bevonden, dat de vrouwen, -die gewend waren aan vermoeiend werk, kinderen hadden met een gemiddeld gewicht van -3.319 gram, terwijl zij, die gewend waren aan minder vermoeiend werk, kinderen hadden -met een gemiddeld gewicht van 3.318 gram. Het verschil tusschen rust en geen rust -is dus aanmerkelijk, daar het ook zware vrouwen, die vermoeiende bezigheden hebben, -in staat stelt de teerder vrouwen, die minder vermoeiende bezigheden hebben, in te -halen, niet ze te overtreffen. Wij zien ook, dat zelfs bij de betrekkelijk weinig -vermoeiende bezigheden van modistes enz., rust tijdens de zwangerschap toch van belang -blijft, en niet veilig gemist kan worden. “De maatschappij”, zegt Letourneux, “moet -rust verzekeren aan vrouwen, die niet in gunstige omstandigheden verkeeren, tijdens -een deel van de zwangerschap. De kosten daarvan zal zij terugbetaald krijgen door -de vermeerderde kracht van de aldus geboren kinderen” (Letourneux, “<i lang="fr">De l’Influence de la Profession de la Mère sur le Poids de l’Enfant</i>”, Thèse de Paris, 1897). -</p> -<p>Dr. Dweira-Bernson (“<i lang="fr">Revue Pratique d’Obstétrique et de Pédiatrie</i>,” 1903, p. 370), vergeleek vier groepen van zwangere vrouwen (dienstboden met zwaar -werk, met licht werk, boerenmeisjes, naaisters) die drie maanden lang rustten voor -de bevalling, met vier evenzoo samengestelde groepen, die geen rust namen voor de -bevalling. In iedere groep bevond hij, dat het verschil in het gemiddelde <span class="pagenum">[<a id="pb10" href="#pb10">10</a>]</span>gewicht van het kind was bepaald ten gunste van de vrouwen, die gerust hadden en het -was opmerkelijk, dat het grootste verschil werd bevonden in het geval van de boerenmeisjes, -die waarschijnlijk de sterkste waren, die ook het hardst werkten. -</p> -<p>De gewone duur der zwangerschap varieert tusschen 274 en 280 dagen (of 280 tot 290 -dagen na de laatste menstruatie), en soms een paar dagen langer, hoewel men het niet -eens is over den uitersten grens, die sommige autoriteiten zouden willen uitstrekken -tot 300 dagen (Pinard in Richet’s <i lang="fr">Dictionaire de Phisiologie</i>, deel VII pp. 150–162; Taylor, <i lang="en">Medical <span class="corr" id="xd29e637" title="Bron: Jurisprudencc">Jurisprudence</span></i>, 5de uitgave, pp. 44, 98 en volgende; L. M. Allen, “<span lang="en">Prolonged Gestation</span>”, <i lang="en">American Journal <span class="corr" id="xd29e645" title="Bron: Obstetrias">Obstetrics</span></i>, April 1907). Het is mogelijk, zooals Müller opperde in 1898 in een Thèse de Nancy, -dat de beschaving de neiging heeft den duur der zwangerschap te verkorten en dat die -in vroeger tijden langer was dan hij nu is. Zulk een neiging tot vroege geboorte onder -de opwindende zenuwachtige invloeden van de beschaving zou dan overeenkomen, zooals -Bouchacourt aangetoond heeft (La Grossesse, p. 113), met eenzelfde uitwerking op huisdieren. -De sterke vrouw van het land verandert in de sierlijker, maar ook teerder vrouw van -de stad, die eene mate van zorg en hygiëne noodig heeft, die de vrouw van het land -met haar zenuwstelsel met meer weerstandsvermogen tot zekere hoogte ontberen kan, -hoewel zelfs zij, zooals wij zien, schade lijdt in de persoon van haar kind, en waarschijnlijk -in haar eigen persoon door de gevolgen van het werken tijdens de zwangerschap. De -ernstige aard van deze neiging der beschaving tot vroege geboorte—waarvan gebrek aan -rust in de zwangerschap echter maar een van de vele belangrijke oorzaken is—blijkt -uit het feit dat Séropian (<i lang="fr">Fréquence Comparée des Causes de l’Accouchement Prématuré</i>, Thèse de Paris, 1907) bevond, dat omstreeks een derde van de geboorten in Frankrijk -(32.28 percent) in meerdere of mindere mate te vroeg zijn. Zwangerschap is geen ziektetoestand; -integendeel, is een zwangere vrouw op het hoogtepunt van haar meest normale physiologische -leven, maar tengevolge van de spanning, die er door veroorzaakt wordt, is zij er bijzonder -aan onderhevig te lijden door iederen kleinen schok of druk. -</p> -<p>Men moet opmerken, dat de verhoogde neiging tot ontijdige geboorte, terwijl zij gedeeltelijk -mag berusten op algemeene neigingen der beschaving, ook voor een deel berust op zeer -bepaalde oorzaken, die zeer goed te vermijden zijn. Syphilis, alcoholisme en pogingen -om miskraam op te wekken, behooren onder de niet ongewone oorzaken van ontijdige geboorte -(zie bv. G. F. Mc. Cleary, “<span lang="en">The Influence of Antenatal Conditions on Infantile Mortality</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug. 13, 1904). -</p> -<p>Ontijdige geboorte moet vermeden worden, omdat het kind, dat te vroeg geboren is, -onvoldoende is toegerust voor de taak, die voor hem ligt. Astengo bevond bij bijna -19.000 gevallen in het Lariboisière Hospital in Parijs en in de Maternité, dat, gerekend -van den datum der laatste menstruatie, er een directe verhouding is tusschen het gewicht -van het kind bij de geboorte en den duur der zwangerschap. Hoe langer de zwangerschap, -des te beter het kind (Astengo, <i lang="fr">Rapport du Poids des Enfants à la Durée de la <span class="corr" id="xd29e663" title="Bron: Grosesse">Grossesse</span></i>, Thèse de Paris, 1905). -</p> -<p>Ontijdige geboorten komen waarschijnlijk in Engeland evenveel voor als in Frankrijk. -Ballantyne zegt (<i lang="en">Manual of Antenatal Pathology; The Foetus</i> p. 456) dat men voor praktische doeleinden de veelvuldigheid van ontijdige weeën -in kraaminrichtingen kan stellen op 20 percent, maar dat, als alle kinderen, die minder -wegen dan 3 KG. beschouwd moeten worden als ontijdig geboren, dit stijgt tot 41.5 -percent. Dat het aantal ontijdige geboorten toeneemt in Engeland schijnt te blijken -uit het feit, dat gedurende de laatste 25 jaar er een voortdurende toename is in de -sterfte door ontijdige geboorte. Mc. Cleary, die dit punt bespreekt en die de toename -als werkelijk bestaand beschouwt, komt tot het besluit, dat het schijnt, of er een -vermindering is in de qualiteit, zoowel als in de quantiteit van onze kinderproductie<a id="xd29e671"></a>. Zie ook een discussie, ingeleid door Dawson Williams, over “<span lang="en"><span class="corr" id="xd29e674" title="Bron: Physiaal">Physical</span> Deterioration</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 14, 1905<a id="xd29e681"></a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb11" href="#pb11">11</a>]</span></p> -<p>Er behoeft nauwelijks op gewezen te worden, dat niet alleen onrijpheid een oorzaak -is van ontaarding in de kinderen die blijven leven, maar dat deze alleen reeds er -toe bijdraagt om het aantal der kinderen te verminderen die in het leven blijven. -Zoo zegt Newman, (<abbr title="loco citato">l.c.</abbr>) dat in de meeste Engelsche stadsdistricten ontijdige geboorte de voornaamste oorzaak -is van sterfte onder de zuigelingen en dat omstreeks 30 percent van de sterfgevallen -van zuigelingen er onder gebracht kunnen worden; zelfs in Londen (Islington) bevindt -Alfred Harris (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Dec. 14, 1907) dat bijna 17 percent van de sterfgevallen van zuigelingen er toe -gerekend kunnen worden. Newman meent, dat ongeveer de helft der moeders van kinderen, -die sterven door ontijdige geboorte, gedecideerd ziek zijn of onvoldoende gevoed; -zij zijn daarom niet geschikt om moeder te worden. -</p> -<p>Rust tijdens de zwangerschap is een machtig voorbehoedmiddel tegen ontijdige geboorten. -Zoo vergeleek Dr. Sarraute-Lourié 1.550 zwangere vrouwen in het Asile Michelet, die -rust hadden vóor de bevalling met 1.550 kraamvrouwen in het Hôpital Lariboisière, -die niet zoo’n rustperiode gehad hadden. Zij bevond, dat de gemiddelde duur der zwangerschap -tenminste twintig dagen korter was in de laatste groep. (Mme Sarraute-Lourié, <i lang="fr">De <span class="corr" id="xd29e697" title="Bron: l’influence">l’Influence</span> du Repos sur la Durée de la Gestation</i>, Thèse de Paris, 1899). -</p> -<p>Leyboff heeft aangedrongen op de absolute noodzakelijkheid van rust tijdens de zwangerschap, -zoowel ter wille van de vrouw zelf als van den last, dien zij draagt, en hij toont -de slechte resultaten aan, die volgen als de rust is verwaarloosd. Reizen per spoor, -paardrijden, fietsen en zeereizen kunnen, naar Leyboff meent, ook nadeelig zijn aan -het verloop van de zwangerschap. Leyboff erkent de moeilijkheden, waar zwangere vrouwen -door de tegenwoordige toestanden in de industrie, onder lijden en komt tot het besluit, -“dat het dringend noodig is vrouwen bij de wet te verhinderen gedurende de drie laatste -maanden der zwangerschap te werken; dat er in ieder district een moederschapfonds -moest wezen; dat gedurende dezen verplichten rusttijd een vrouw hetzelfde salaris -moest ontvangen als wanneer zij werkt”. Hij voegt er aan toe, dat kinderen van ongehuwde -moeders moesten worden verzorgd door den Staat, dat er een acht-urige werkdag moest -zijn voor alle arbeiders en dat geen kinderen onder de zestien jaar verlof mochten -hebben om te werken. (E. Leyboff, <i lang="fr">L’Hygiène de la Grossesse</i>, Thèse de Paris, 1905). -</p> -<p>Perruc zegt dat een rust van tenminste twee maanden vóor de bevalling verplichtend -moest worden gesteld, en dat de vrouw gedurende dien tijd een schadeloosstelling moest -ontvangen van Staatswege. Hij meent, dat die den vorm zou moeten aannemen van verplichte -verzekering en dat de arbeidster, de werkgever en de Staat er gelijkelijk voor moesten -bijdragen (Perruc, <i lang="fr">Assistance aux Femmes Enceintes</i>, Thèse de Paris, 1905). -</p> -<p>Waarschijnlijk heeft werk gedurende de eerste maanden van de zwangerschap, als het -niet buitensporig zwaar en vermoeiend is, weinig of geen slechten invloed; zoo bevond -Bacchimont (<i lang="fr">Documents pour servir à l’Histoire de la Puériculture Intra-utérine</i>, Thèse de Paris, 1898) dat, terwijl er een groote toename was in gewicht van kinderen -van moeders, die drie maanden gerust hadden, er geen overeenkomstige toename was in -de kinderen van die moeders, die langeren tijd gerust hadden. Gedurende de laatste -drie maanden wordt vrijheid, rust, het ophouden van de verplichtende routine van een -beroep noodig. Dit is de meening van Pinard, de voornaamste autoriteit in deze zaak. -Velen echter, vreezende dat economische en industrieele voorwaarden zoo’n langen rusttijd -praktisch tè moeilijk te bereiken zullen maken, zijn met Clappier en G. Newman tevreden -met twee maanden als minimum te eischen; Salvat vraagt maar een maand rust vóor de -bevalling, terwijl de vrouw, of zij getrouwd is of niet, dan een schadeloosstelling -in geld zal krijgen gedurende dezen tijd en kosteloos geneeskundige hulp en medicijnen. -Ballantyne (<i lang="en">Manual of Antenatal Pathology</i>: The Foetus, p. 475), zoowel als Niven, vragen slechts éen maand verplichte rust -gedurende de zwangerschap met schadeloosstelling <span class="pagenum">[<a id="pb12" href="#pb12">12</a>]</span>Arthur Helme echter overziet meer alle factoren van het probleem en komt in een belangrijk -geschrift over “<span lang="en">The Unborn Child: Its <span class="corr" id="xd29e724" title="Bron: care">Care</span> and Its Rights</span>” (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug. 24, 1907) tot het besluit: “Dat, waar het op aankomt, zou zijn zwangere vrouwen -geheel te verhinderen naar haar werk te gaan en het komt er evenzeer op aan van het -standpunt van het kind, dat dit verbod zich zoowel over de eerste als over de laatste -maanden van de zwangerschap moet uitstrekken.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>In Engeland is tot nog toe weinig vooruitgang gekomen met betrekking tot deze vraag -van rust tijdens de zwangerschap, zelfs niet in het veranderen van de publieke opinie. -Sir William Sinclair, professor in de verloskunde aan de Victoria University in Manchester, -heeft uitgegeven (1907) <i lang="en">A Plea for Establishing Municipal Maternity Homes</i>. Ballantyne, een groot Engelsch autoriteit op het gebied van de embryologie van het -kind, heeft uitgegeven een “<span lang="en">Plea for a Pre-Maternity Hospital</span>” (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Jan. 11, 1908), en heeft de kwestie verder besproken in zijn <i lang="en">Manual of <span class="corr" id="xd29e747" title="Bron: Ante-Natal">Antenatal</span> Pathology: The Foetus</i> (Hoofdst. XXVII); hij stelt echter meer belang in het oprichten van ziekenhuizen -voor de ziekten der zwangerschap dan in de meeromvattende en meer fundamenteele kwestie -van rust voor alle zwangere vrouwen. In Engeland zijn wel is waar een paar inrichtingen -welke ongehuwde vrouwen opnemen, die een getuigschrift hebben van goed gedrag en die -voor de eerste maal zwanger zijn, want, zooals Bouchacourt opmerkt, verzetten Engelsche -vooroordeelen zich tegen ieder medelijden, betoond aan vrouwen, die recidivisten zijn -in de misdaad der conceptie. -</p> -<p>Tegenwoordig wordt alleen in Frankrijk de dringende behoefte aan rust gedurende de -laatste maanden der zwangerschap duidelijk in het oog gehouden en eenige ernstige -en officieele pogingen zijn aangewend om er in te voorzien. In een belangwekkende -Parijsche verhandeling (<i lang="fr">De la Puériculture avant la Naissance</i>, 1907) heeft Clappier veel mededeelingen samengebracht, die betrekking hebben op -de pogingen, die nu gedaan worden om de kwestie praktisch te behandelen. Er zijn vele -<i lang="fr">Asiles</i> in Parijs voor zwangere vrouwen. Een van de beste is het <i lang="fr">Asile</i> Michelet, in 1893 gesticht door de “<span lang="fr">Assistance Publique</span>” van Parijs. Dit is een sanatorium voor zwangere vrouwen, die in het midden van de -achtste maand zijn. In naam worden alleen Fransche vrouwen toegelaten, die een jaar -haar domicilie in Parijs hebben gehad, maar inderdaad schijnt het, dat vrouwen uit -alle deelen van Frankrijk worden opgenomen. Zij worden bezig gehouden met nu en dan -voorkomend licht werk voor de inrichting en zij worden voor dit werk betaald, en ook -houden zij zich bezig met het maken van kleertjes voor het verwachte kind. Getrouwde -en ongetrouwde vrouwen worden gelijkelijk opgenomen, daar alle vrouwen gelijk zijn -van het standpunt uit van moederschap, en inderdaad zijn de meeste van de vrouwen, -die naar het Asile Michelet komen, ongetrouwd en sommige zijn meisjes, die zich zelfs -te voet gesleept hebben van Brittanje en andere ver verwijderde plaatsen van Frankrijk, -om zich te kunnen verbergen voor haar vrienden in de gastvrije afzondering van deze -toevluchtsoorden in de groote stad. Het is niet het minste voordeel van deze inrichtingen, -dat zij ongetrouwde moeders en haar kind beschermen tegen de vele ellenden, waaraan -zij zijn blootgesteld en zoo er toe bijdragen om misdaad en lijden te verminderen. -Behalve de moederschapstoevluchtsoorden zijn er instellingen in Frankrijk om met hulp -en raad die zwangere vrouwen bij te staan, die liever thuis blijven, maar die zoodoende -de noodzakelijkheid vermijden van huiselijk werk dat niet voor haar past. -</p> -<p>Er kan geen schaduw van twijfel zijn dat, zooals tegenwoordig in ons eigen land en -eenige andere landen, die beschaafd heeten, moederschap buiten het huwelijk beschouwd -wordt als bijna een misdaad, er dus de allergrootste behoefte is aan passende zorg -voor ongetrouwde vrouwen, die op het punt zijn moeder te worden, een zorg, die haar -in staat stelt in het geheim bescherming en verzorging te verkrijgen en haar gevoel -van eigenwaarde en haar maatschappelijke <span class="pagenum">[<a id="pb13" href="#pb13">13</a>]</span>positie te bewaren. Dit is noodig niet alleen in het belang der humaniteit en der -publieke economie, maar ook, zooals te dikwijls vergeten wordt, in het belang der -zedelijkheid, want het is zeker, dat door te verzuimen een passende voorzorg van deze -soort te verschaffen, vrouwen gedreven worden tot kindermoord en prostitutie. In vroegere, -meer humane tijden was het algemeen zorgen voor het heimelijk ontvangen van en zorgen -voor onwettige kinderen zonder twijfel hoogst heilzaam. Het onderdrukken van de middeleeuwsche -methode, die in Frankrijk langzamerhand plaats vond tusschen 1833 en 1862, leidde -tot een groote toename van kindermoord en miskraam en was een onmiddellijke aanmoediging -tot misdaad en zedeloosheid. In 1887 trachtte de “<span lang="fr">Conseil Général</span>” van de Seine de heerschende verwaarloozing van deze zaak te vervangen door het aannemen -van meer verlichte denkbeelden en stichtte een <i lang="fr">bureau secret d’admission</i> voor zwangere vrouwen. Sedert dien tijd zijn zoowel kinderverlating als kindermoord -zeer verminderd, hoewel zij toenemen in die deelen van Frankrijk, die geen faciliteiten -van deze soort bezitten. Men meent in ruime kringen, dat de Staat de inrichtingen -moest vereenigen voor het verzekeren van geheim moederschap en in zijn eigen belang -de onkosten op zich nemen. In 1904 verzekerde de Fransche wet de bescherming van ongetrouwde -moeders door haar geheim te waarborgen, maar zij organiseerde geen algemeene oprichting -van geheime kraaminrichtingen en heeft aan de medici overgelaten het pionierswerk -te doen in dit groote en menschlievende werk van algemeen belang (A. Maillard-Brune, -<i lang="fr">Refuges, Maternités, Bureaux d’Admission Secrets, comme Moyens Préservatives de l’Infanticide</i>, Thèse de Paris, 1908). Het behoort niet onder de geringste voordeelen van het dalende -geboortecijfer, dat het geholpen heeft den stoot te geven tot deze nuttige beweging.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De ontwikkeling van een systeem van industrie, dat het menschelijk lichaam en de menschelijke -ziel ondergeschikt maakt aan de dorst naar goud, heeft tijdelijk de belangen van het -ras en zelfs van het individu verbannen uit de gedachten van de maatschappij, maar -men moet wel begrijpen, dat dit niet altijd en overal zoo geweest is. Hoewel in sommige -deelen der wereld de vrouwen van natuurvolken dòorwerken tot den tijd der bevalling, -moet men in het oog houden, dat de arbeidsvoorwaarden in het leven der natuurvolken -niet gelijken op het inspannende en voortdurende werken in de moderne fabrieken. In -vele deelen van de wereld echter, mogen vrouwen niet hard werken tijdens de zwangerschap -en zij worden op alle wijzen ontzien. Dit is, bij voorbeeld, zoo onder de Pueblo Indianen, -en onder de Indianen van Mexico. Op dergelijke wijze wordt gezorgd op de Carolinen -en de Gilbert Eilanden en in vele andere streken over de geheele wereld. Op sommige -plaatsen worden vrouwen afgezonderd tijdens de zwangerschap, en op andere plaatsen -worden zij gedwongen meer of minder uitmuntende regels in acht te nemen. Het is waar, -dat de oorzaak, die aan deze regels wordt toegeschreven, soms de vrees is voor booze -geesten, maar zij hebben niettemin dikwijls een hygiënische waarde. In vele deelen -van de wereld is de ontdekking van zwangerschap de aanleiding tot een feest van meer -of minder godsdienstig karakter, en veel goede raad wordt aan de aanstaande hoeder -gegeven. De moderne <span class="corr" id="xd29e781" title="Bron: Muselmannen">Muzelmannen</span>, en zelfs de Chineezen, <span class="pagenum">[<a id="pb14" href="#pb14">14</a>]</span>zorgen er voor, te waken over de gezondheid van hun vrouwen, als ze zwanger zijn<a class="noteref" id="xd29e786src" href="#xd29e786">6</a>. Zelfs in Europa in de 13<sup>de</sup> eeuw namen, zooals Clappier opmerkt, industrieele vereenigingen dezen toestand soms -in aanmerking en wilden niet toestaan, dat vrouwen tijdens de zwangerschap werkten. -In IJsland, waar nog veel van het primitieve leven van Scandinavisch Europa bewaard -is gebleven, worden groote voorzorgsmaatregelen genomen met zwangere vrouwen. Zij -moeten een rustig leven leiden, nauwe kleeren vermijden, matig zijn in eten en drinken, -geen alcohol gebruiken, bewaard worden voor alle schokken, terwijl haar echtgenooten -en alle anderen om haar heen haar moeten behandelen met onderscheiding, haar moeten -bewaren voor vermoeienis en altijd geduld met haar moeten hebben<a class="noteref" id="xd29e798src" href="#xd29e798">7</a>. -</p> -<p>Het is noodig op dit punt den nadruk te leggen, omdat wij ons voor oogen moeten stellen, -dat de moderne beweging om de zwangere vrouw met teederheid en zorg te omringen, wel -verre van enkel het gevolg te zijn van de zachtheid en verweekelijking der beschaving, -naar alle waarschijnlijkheid is het terugkeeren op een hooger plan tot de gezonde -practijken van die rassen, die den grondslag legden voor menschelijke grootheid. -</p> -<p>Terwijl rust de hoofdplicht is van een vrouw tijdens de laatste maanden der zwangerschap, -zijn er andere punten in haar leefregel, die verre van onbelangrijk zijn in hun invloed -op het lot van het kind. Een daarvan is de kwestie van het gebruik van alcohol door -de moeder. Ongetwijfeld is alcohol de oorzaak geweest van veel fanatisme. Maar de -hoogdravende buitensporigheid van anti-alcoholisten moet ons niet blind maken voor -het feit, dat de nadeelen der alcohol werkelijkheid zijn. Vooral op het reproductieproces, -op de melkklieren en op het kind heeft de alcohol een belemmerenden en degenereerenden -invloed zonder dat er eenige <span class="pagenum">[<a id="pb15" href="#pb15">15</a>]</span>voordeelen tegenover staan. Het is bewezen door proeven op dieren en waarnemingen -op den mensch dat de alcohol, die de zwangere vrouw tot zich neemt, vrij overgaat -uit den bloedsomloop der moeder naar den bloedsomloop van den foetus. Féré heeft verder -aangetoond, dat het mogelijk is door alcohol en aldehyde in te spuiten in kippeneieren -tijdens den broedtijd, stilstand van ontwikkeling en misvorming te weeg te brengen -in het kuiken<a class="noteref" id="xd29e818src" href="#xd29e818">8</a>. De vrouw, die een kind in haar schoot draagt, of aan haar borst zoogt, moest er -aan denken, dat de alcohol, die misschien onschadelijk is voor haarzelf, niet veel -beter is dan vergif voor het onrijpe wezen, dat zijn voedsel neemt uit haar bloed. -Zij moest zich bepalen tot de allerlichtste alcoholbevattende dranken in zeer matige -hoeveelheden, en zij zou nog beter doen, als zij er geheel en al van afzag en in plaats -daarvan melk dronk. Zij is nu de eenige bron voor het leven van het kind en zij kan -niet te zorgvuldig zijn in het scheppen van een atmospheer van reinheid en gezondheid -er omheen. Geen later uitgeoefende invloed kan fouten goedmaken, die in dezen tijd -gemaakt worden<a class="noteref" id="xd29e827src" href="#xd29e827">9</a>. -</p> -<p>Wat waar is van den alcohol, dat is even waar van andere sterk werkende geneesmiddelen -en vergiften, die alle vermeden moesten worden zoover dat kan tijdens de zwangerschap, -wegens den nadeeligen invloed, dien zij mogelijk direct op het embryo uitoefenen. -Hygiëne is beter dan medicijnen, en er moet gelet worden op het diëet, dat in geenen -deele overdadig moet zijn. Het is een dwaling te veronderstellen, dat de zwangere -vrouw aanmerkelijk meer voedsel noodig heeft dan gewoonlijk en er is veel reden om -aan te nemen, dat een zware vleeschvoeding neiging heeft steriliteit te veroorzaken, -maar dat ze ook niet gunstig is voor de ontwikkeling van het kind in haar schoot<a class="noteref" id="xd29e846src" href="#xd29e846">10</a>. -</p> -<p>Hoe lang, wordt dikwijls gevraagd, kan sexueele omgang voortgezet worden, als hij -al toegelaten is, nadat de bevruchting <span class="pagenum">[<a id="pb16" href="#pb16">16</a>]</span>duidelijk is vastgesteld? Dit heeft men niet altijd een gemakkelijke vraag gevonden -om te beantwoorden, want bij het menschelijk paar komen altijd veel overwegingen samen -om het antwoord gecompliceerd te maken. Zelfs de Katholieke theologen zijn niet heelemaal -eensgezind geweest op dit punt. Clemens van Alexandrië zeide, dat, als het zaad gezaaid -was, de akker moest rusten tot den oogst. Maar wij mogen wel als regel stellen, dat -de kerk geneigd was den omgang te beschouwen op zijn hoogst als een vergeeflijke zonde, -mits er geen gevaar was voor ontijdige geboorte. Augustinus, Gregorius de Groote, -Thomas van Aquino en Dens, bij voorbeeld, schijnen deze meening te zijn toegedaan; -voor sommigen is het, inderdaad, in het geheel geen zonde<a class="noteref" id="xd29e862src" href="#xd29e862">11</a>. Onder dieren is de regel eenvoudig en gelijkvormig; zoodra het vrouwtje bevrucht -is in den paringstijd, verwerpt zij iedere toenadering van het mannetje, totdat, nadat -de geboorte en de zoogtijd voorbij zijn er een nieuwe paringstijd begint. Onder natuurvolken -is de neiging minder gelijkvormig en heeft sexueele abstinentie, als ze voorkomt tijdens -de zwangerschap, de neiging minder een natuurlijk instinct te worden dan een voorschrift -van het ritueel, of een gewoonte, nu voornamelijk berustend op bijgeloof. Onder vele -natuurvolken wordt abstinentie tijdens de heele zwangerschap bevolen, omdat men meent -dat het zaad den foetus zou dooden<a class="noteref" id="xd29e871src" href="#xd29e871">12</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De Talmud is ongunstig gestemd jegens den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap, en de Koran verbiedt hem den geheelen tijd door, zoowel -als tijdens den zoogtijd. Onder de Hindoes, aan den anderen kant, wordt de gemeenschap -voortgezet tot aan de laatste veertien dagen van de zwangerschap en er wordt zelfs -geloofd, dat het ingebrachte zaad den embryo helpt voeden (W. D. Sutherland, “<span lang="de">Ueber das Alltagsleben und die Volksmedizin unter den Bauern Britischostindiens</span>”, <i lang="de">Münchener Medizinische Wochenschrift</i>, Nos. 12 en 13, 1906). De groote Indische medicus Susruta, echter, was tegen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap, en de Chineezen stellen zich met klem aan dezelfde zijde.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Al naarmate de menschen zich los gemaakt hebben van de barbaarschheid in de richting -der beschaving, is het dierlijk instinct van weigering na de bevruchting volkomen -verloren geraakt bij vrouwen, terwijl terzelfder tijd beide seksen neiging hebben -om onverschillig te worden voor die ritueele beperkingen, die in een vroegere periode -bijna even bindend waren als het instinct. Sexueele omgang geraakte zoo in gebruik -na de bevruchting evenzeer als er voor, als een deel van de gewone “huwelijksrechten”, -hoewel <span class="pagenum">[<a id="pb17" href="#pb17">17</a>]</span>er toch soms een flauw vermoeden achterbleef, dat zich weerspiegelt in de aarzelende -houding van de Katholieke kerk, waar we reeds op zinspeelden, dat zulke omgang een -zondige toegeeflijkheid kan zijn. De moraal wordt echter te hulp geroepen, om deze -toegevendheid te versterken. Als de echtgenoot in dezen tijd uitgesloten is van huwelijksverkeer, -zegt men, dan zal hij verkeer buiten het huwelijk zoeken, zooals inderdaad in sommige -deelen van de wereld erkend wordt dat hij wettig doen mag; daarom werken de belangen -van de vrouw, die er op uit is de trouw van haar echtgenoot te bewaren, en de belangen -van de Christelijke moraal, die de instelling der monogamie in eere wenscht te houden, -samen om de voortzetting van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap te bevorderen. De gewoonte is in de hand gewerkt door het -feit, dat bij beschaafde vrouwen tenminste, <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap gewoonlijk niet minder aangenaam is dan op andere tijden -en door sommige vrouwen zelfs aangenamer wordt gevonden<a class="noteref" id="xd29e901src" href="#xd29e901">13</a>. Dan is er verder nog de overweging, voor die paren die getracht hebben de conceptie -te voorkomen, dat de omgang nu ongestraft genoten kan worden. Uit een hooger gezichtspunt -kan zulk een omgang ook gerechtvaardigd zijn, want als, zooals al de betere moralisten -over de sexueele aandrift nu gelooven, liefde haar waarde heeft, niet alleen voor -zoover zij de voortplanting veroorzaakt, maar ook voor zoover zij individueele ontwikkeling -bevordert en het wederzijdsch welzijn en de harmonie van het vereenigde paar, wordt -deze omgang tijdens de zwangerschap moreel gerechtvaardigd. -</p> -<p>Al in den ouden tijd echter, hebben groote autoriteiten zich verklaard tégen de gewoonte -den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> uit te voeren tijdens de zwangerschap. Op het einde van de eerste eeuw heeft Soranus, -de eerste der groote gynecologen gezegd in zijn verhandeling over de vrouwenziekten, -dat sexueele omgang schadelijk is de geheele zwangerschap door en vooral schadelijk -tijdens de laatste maanden. Langer dan zestienhonderd jaren schijnt de kwestie, nadat -ze in handen van de theologen gevallen was, te zijn verwaarloosd van medische zijde, -totdat in 1721 een beroemd Fransch verloskundige, Mauriceau, gezegd heeft, dat geen -zwangere vrouw de laatste twee maanden omgang moest hebben en dat een vrouw, die neiging -had tot miskraam in het geheel geen omgang moest hebben tijdens de zwangerschap. Langer -dan een eeuw echter, bleef Mauriceau een pionier met weinig of geen volgelingen. Het -zou <span class="pagenum">[<a id="pb18" href="#pb18">18</a>]</span>lastig zijn, was de algemeene opinie, zelfs als het noodig was, om den omgang tijdens -de zwangerschap te verbieden<a class="noteref" id="xd29e915src" href="#xd29e915">14</a>. -</p> -<p>In de laatste jaren echter is er onder verloskundigen een toenemende sterke neiging -geweest om met beslistheid te spreken over omgang tijdens de zwangerschap, hetzij -om dien geheel te veroordeelen, of om er bij aan te manen tot groote voorzichtigheid. -Het is zeer waarschijnlijk dat, in overeenstemming met de klassieke proeven van Doreste -op embryo’s van kippen, schokken en rustverstoringen op het menschelijk embryo ook -nadeelige gevolgen kunnen te voorschijn roepen op den groei. De stoornis, die ontstaat -door <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, tijdens den eersten tijd van de zwangerschap, kan zoodoende aanleiding geven tot -misvorming. Als zulke toestanden gevonden worden in de kinderen van volkomen gezonde, -krachtige en over het algemeen matige ouders, die zich zorgeloos aan <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> hebben overgegeven in den eersten tijd van de zwangerschap, dan kan zulke <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> op het embryo gewerkt hebben op dezelfde wijze, als wij weten dat schokken en dronkenschap -werken op het embryo van lagere organismen. Hoe dit ook zij, het is zeker waar, dat -bij vrouwen, die er aanleg voor hebben, <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap de oorzaak is van ontijdige geboorte; het gebeurt soms dat -weeën beginnen een paar minuten na de daad<a class="noteref" id="xd29e943src" href="#xd29e943">15</a>. Het natuurlijk instinct van dieren laat geen omgang toe tijdens de zwangerschap; -het ritueele voorschrift van natuurvolken wijst in dezelfde richting; de stem van -medische kennis, voor zoover zij spreekt, begint dezelfde waarschuwing te laten hooren -en zal binnenkort waarschijnlijk dit kunnen doen op den grondslag van een meer soliede -en samenhangend bewijs. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Pinard, de grootste der autoriteiten over puericultuur, verklaart, dat er volkomen -opgehouden moet worden met sexueelen omgang tijdens de geheele zwangerschap en in -zijn spreekkamer in de “<span lang="fr">Clinique Baudelocque</span>” heeft hij een groot plakkaat geplaatst met een “<span lang="en">Important Notice</span>” in dezen geest. Féré was gedecideerd van meening, dat sexueele relaties tijdens -de zwangerschap, vooral als zij roekeloos worden onderhouden, een belangrijke rol -spelen in het veroorzaken van zenuwbezwaren bij kinderen, die erfelijk niet belast -zijn en verder vrij van iedere ziekelijke infectie tijdens de zwangerschap en <span class="pagenum">[<a id="pb19" href="#pb19">19</a>]</span>de ontwikkeling; hij vermeldde in bijzonderheden een geval, dat hij als afdoende beschouwde -(“<span lang="fr">L’Influence de l’Incontinence Sexuelle pendant la Gestation sur la Descendance</span>”, <i lang="fr">Archives de Neurologie</i>, April, 1905). Bouchacourt bespreekt het onderwerp in bijzonderheden (<i lang="fr">La Grossesse</i>, pag. 177–214), en meent, dat sexueele omgang tijdens de zwangerschap zooveel mogelijk -vermeden moet worden. Fürbringer (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, vol. I, pag. 226) beveelt abstinentie aan van de 6de of 7de maand af, en de geheele -zwangerschap door waar er eenige neiging is tot miskraam, terwijl in alle gevallen -veel zorg en zachtheid moeten uitgeoefend worden. -</p> -<p>Het geheele onderwerp is onderzocht in een Thèse de Paris door H. Brénot (<i lang="fr">De l’Influence de la Copulation pendant la Grossesse</i>, 1903); hij komt tot het besluit, dat sexueele relaties gevaarlijk zijn de geheele -zwangerschap door, omdat zij dikwijls ontijdige bevalling of miskraam te voorschijn -roepen en dat zij gevaarlijker zijn bij primiparae dan bij multiparae.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Bijna alles wat gezegd is over de hygiëne der zwangerschap en de behoefte aan rust, -heeft ook betrekking op den tijd, die onmiddellijk op de geboorte van het kind volgt. -Rust en hygiëne aan den kant der moeder blijven gelijkelijk noodig in haar eigen belang -en in dat van haar kind. Deze behoefte heeft men meer algemeen en meer in de praktijk -erkend dan de behoefte aan rust tijdens de zwangerschap. De wetten van verschillende -landen maken een tijd van rust van beroepsbezigheid na de bevalling verplichtend, -en in sommige landen trachten zij te voorzien in een vergoeding voor de moeder tijdens -deze verplichte rust. In geen land echter wordt het principe zoo volkomen doorgevoerd -en voor zoo langen tijd als wenschelijk is. Maar het is het juiste principe en het -draagt in zich de kiem, die zich in de toekomst zal ontwikkelen. Er kan weinig twijfel -aan bestaan, dat wat ook de zaken zijn, en dat zijn er zeker vele, die veilig overgelaten -kunnen worden aan het oordeel van het individu, de zorg voor de moeder en haar kind -daaronder niet behoort. Dat is een zaak, die meer dan eenige andere de gemeenschap -als een geheel raakt en de gemeenschap mag niet traag zijn in het laten gelden van -haar autoriteit daarin. De Staat heeft behoefte aan gezonde mannen en vrouwen en door -iedere nalatigheid bij het in acht nemen van deze behoefte laadt hij zich ernstige -moeilijkheden van allerlei soort op den hals en doet nadeel aan zijn kracht in de -wereld. Volkeren zijn begonnen de wenschelijkheid van opvoeding te erkennen, maar -zij zijn nog ternauwernood begonnen zich voor oogen te stellen, dat het nationaliseeren -van de gezondheid van nog meer belang is dan het nationaliseeren van de opvoeding. -Als het noodig was te kiezen tusschen de taak, kinderen onderwezen te krijgen en de -taak, ze welgeboren en gezond te hebben, dan deed men beter het onderwijs te laten -varen. Er zijn veel groote volkeren geweest, die nooit gedroomd hebben van nationale -systemen van opvoeding; er is nooit een groot volk geweest, dat de kunst niet kende -gezonde en krachtige kinderen voort te brengen. -<span class="pagenum">[<a id="pb20" href="#pb20">20</a>]</span></p> -<p>De zaak wordt van bijzonder belang in groote fabrieksstaten zooals Engeland, de Vereenigde -Staten en Duitschland, omdat in zulke staten een stilzwijgende samenzwering geneigd -is te ontstaan, die nationale doeleinden ondergeschikt maakt aan individueele doeleinden, -en die in de praktijk de ontaarding van het ras in de hand werkt. In Engeland bv. -is deze neiging bijzonder duidelijk zichtbaar geworden, met ongelukkige resultaten. -Het belang van de werkende vrouw heeft neiging één te worden met het belang van haar -werkgever; te zamen wrijven zij als het ware de belangen van het kind, dat het ras -vertegenwoordigt, fijn en ontduiken zij de wetten, gemaakt in het belang van het ras, -hetgeen het belang is van de gemeenschap als een geheel. De werkende vrouw wil zooveel -loon verdienen als zij kan en met de kortst mogelijke onderbreking; als zij dien wensch -bevredigt, handelt zij terzelfder tijd in het belang van den werkgever, die dus zorgvuldig -vermijdt haar te dwarsboomen. -</p> -<p>Dit streven aan den kant van de werkende vrouw is in het geheel niet altijd en heelemaal -het resultaat van armoede en zou daarom niet uit den weg geruimd worden door het verhoogen -van het loon. Lang voor haar huwelijk, toen ze nog weinig meer dan een kind was, is -zij gewoonlijk er op uit gegaan om te werken, en werken is haar een tweede natuur -geworden. Zij doet haar werk goed, zij heeft een goede positie en wat voor haar “hoog -loon” is; zij is onder vriendinnen en mede-arbeidsters; het leven en de drukte en -de opwinding van de werkkamer of van de fabriek zijn haar een aangename prikkel geworden, -waar ze niet meer buiten kan. Aan den anderen kant is haar huis haar niets; zij gaat -daar alleen heen om te slapen, ze gaat er den volgenden morgen met het aanbreken van -den dag, of eerder, uit; zij heeft zelfs de eenvoudigste huiselijke bekwaamheden niet; -zij beweegt zich in haar eigen huis als een vreemd en onhandig kind. De enkele daad -van huwen kan dezen stand van zaken niet veranderen; al wil ze nog zoo graag als ze -trouwt een huiselijke vrouw worden, zij mist zoowel de neiging als de geschiktheid -voor huiselijkheid. Zelfs ondanks haarzelf wordt ze naar de fabriek teruggedreven, -naar de eenige plaats waar zij zich werkelijk thuis voelt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Duitschland mogen vrouwen niet werken vier weken na de bevalling en ook niet de -twee volgende weken als de dokter het noodig oordeelt. De verplichte verzekering tegen -ziekte, die vrouwen dekt bij de bevalling, verzekert haar een uitkeering in dezen -tijd, die overeenkomt met een groot deel van haar loon. Getrouwde en ongetrouwde moeders -hebben gelijke rechten. De Oostenrijksche wet is naar hetzelfde voorbeeld gemaakt. -Deze maatregel heeft geleid tot een groote afname in kindersterfte, en daardoor tot -een groote toename in gezondheid van hen, die in leven blijven. Hij wordt echter beschouwd -als onvoldoende, en er is in Duitschland een beweging om den tijd te verlengen, het -systeem toe te passen op een grooter aantal vrouwen en het nog meer bepaaldelijk verplichtend -te maken. -</p> -<p>In Zwitserland is het sinds 1877 onwettig eene vrouw te ontvangen in een <span class="pagenum">[<a id="pb21" href="#pb21">21</a>]</span>fabriek na de bevalling, tenzij zij in het geheel acht weken rust genomen heeft, tenminste -zes weken van dezen tijd nà de bevalling. Sinds 1898 zijn Zwitsersche werkende vrouwen -bij de wet beschermd geweest tegen het doen van zwaar werk tijdens de zwangerschap -en tegen verschillende andere invloeden, die waarschijnlijk nadeelig zijn. Maar deze -wet is in de praktijk ontdoken, omdat ze niet als schadevergoeding een uitkeering -verstrekt. Een poging, in 1899 gedaan, om de wet te verbeteren door zulk een uitkeering -te verstrekken, werd door het volk verworpen. -</p> -<p>In België en Holland zijn er wetten tegen het werken van vrouwen onmiddellijk na de -bevalling, maar er wordt geen uitkeering verstrekt, zoodat werkgevers en werkende -vrouwen gezamenlijk de wet ontduiken. In Frankrijk bestaat zulk een wet niet, hoewel -dikwijls met nadruk verklaard is, dat ze noodig is (zie bv. Salvat, <i lang="fr">La Dépopulation de la France</i>, Thèse de Lion, 1903). -</p> -<p>In Engeland is het onwettig een vrouw “willens en wetens” in een fabriek aan het werk -te hebben vier weken nà de geboorte van haar kind, maar de wet voorziet niet in een -schadevergoeding voor de vrouw, van wie men op deze wijze eischt, dat ze zich opoffert -voor de belangen van den Staat. De vrouw ontduikt de wet, in stilzwijgende overeenkomst -met haar werkgevers, die altijd wel kunnen vermijden te “weten” dat er een geboorte -heeft plaats gevonden en zoo kunnen ontkomen aan alle verantwoordelijkheid voor het -aan het werk hebben van de moeder. Zoo kunnen de fabrieksinspecteurs niet ingrijpen -en de wet wordt een doode letter; in 1906 kon maar één aanklacht ingebracht worden -wegens deze overtreding. Door invoeging van dit “willens en wetens” wordt er een premie -gesteld op onwetendheid. Het onverstandige van zoo van te voren een premie te stellen -op de onwetendheid is altijd min of meer ontkend door hen, die de wetsartikelen maakten, -al in de dagen van de Tien geboden en de wetten van Hamurabi. Het is de taak van de -rechtbank, van hen die de wetten toepassen, verzachtende omstandigheden aan te nemen, -waar die verzachtende omstandigheden aanwezig zijn; het is niet de taak van den wetgever -het pad van den wetbreker te effenen. Er zijn klaarblijkelijk tegenwoordig wetgevers -zoo nauwgezet of naïef, dat zij bereid zouden zijn te eischen dat geen <span class="corr" id="xd29e1002" title="Bron: zakkenrolier">zakkenroller</span> vervolgd mocht worden, als hij in staat was onder eede te verklaren dat hij niet -“wist”, dat de beurs, die hij gestolen had, toebehoorde aan de persoon, van wie hij -hem wegnam. -</p> -<p>De jaarverslagen van de Engelsche fabrieksinspecteurs dienen slechts om deze wet belachelijk -te maken, die er zoo wijs humaan uitziet en die toch niets beteekent, maar zij hebben -tot nog toe geen enkele verandering kunnen bewerken. Deze verslagen bewijzen, bovendien, -dat het bezwaar in omvang toeneemt. Zoo zegt Miss Martindale, een fabrieksinspectrice, -dat in al de steden die zij bezoekt, van een rustige kathedraalstad af, tot een groote -fabrieksstad toe, het aan het werk hebben van getrouwde vrouwen snel toeneemt; zij -hebben haar geheele leven gewerkt in molens en fabrieken en zij zijn niet gewend aan -koken, huiswerk doen en kinderen groot brengen, zoodat zij, na het huwelijk, zelfs -als ze niet door armoede gedwongen zijn, liever voortgaan met werken zooals vroeger. -Miss Vines, een andere fabrieksinspectrice, haalt de opmerking aan van een vrouw, -die in de fabriek werkte. “Ik behoef niet te werken, maar ik blijf niet graag thuis”, -terwijl een andere vrouw zeide: “Ik ben honderd maal liever aan het werk dan thuis. -Ik voel me ongelukkig thuis”. (<i lang="en">Annual Report Chief Inspector of Factories and Workshops for 1906</i>, pp. 325 etc.<span class="corr" id="xd29e1010" title="Niet in bron">)</span> -</p> -<p>Hier kan aan toegevoegd worden, dat alleen de Engelsche wet, die vier weken rust eischt -voor de moeder na de geboorte van een kind, in de praktijk onuitvoerbaar is, maar -de tijd zelf is belachelijk onvoldoende. Als een rusttijd voor de moeder is hij onvoldoende, -maar de Staat stelt nog meer belang in het kind dan in zijn moeder, en het kind heeft -veel langer dan voor vier weken behoefte aan de verzorging der moeder. Helme raadt -aan verbod van staatswege voor vrouwen om te werken minstens zes maanden na de bevalling. -<span class="pagenum">[<a id="pb22" href="#pb22">22</a>]</span>Waar kinderbewaarplaatsen verbonden zijn aan de fabrieken, die de moeder in staat -stellen haar kind te zoogen in de tusschentijden tusschen het werk, kan de tijd zonder -twijfel verkort worden. -</p> -<p>Het is van belang de aandacht te vestigen op het feit, dat het geenszins de vrouwen -in fabrieken zijn, die er toe gebracht worden als gewoonlijk door te werken gedurende -den geheelen tijd der zwangerschap, en tot haar werk terug te keeren onmiddellijk -na den korten rusttijd der bevalling. Het Comitee van Onderzoek van de <span lang="en">Christian Social Union (London Branch)</span> ondernam, in 1905, een onderzoek naar het werk van vrouwen na de geboorte. Vrouwen -in fabrieken en werkplaatsen waren van het onderzoek uitgesloten, dat alleen maar -betrekking had op vrouwen met huiswerk, huisindustrie en met ongeregeld werk. Er werd -bevonden, dat de meerderheid haar werk voortzetten tot op den tijd van de bevalling -en dat zij het van tien tot veertien dagen daarna weer opvatten. De kindersterfte -voor kinderen van vrouwen met enkel huiswerk was veel lager, dan die voor de kinderen -van de andere vrouwen, terwijl, zooals altijd, de flesschenkinderen een veel grootere -sterfte hadden dan de borstkinderen (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 24, 1908, p. 1297). -</p> -<p>In de groote Fransche gietstaalwerken in Creusot (Saône et Loire) worden de salarissen -van haar, die moeder zullen worden onder de arbeidsters verhoogd; maatregelen worden -getroffen, haar passende raad en medische hulp te verschaffen; zij mogen niet werken -na het midden van de zwangerschap of naar haar werk terugkeeren nà de bevalling zonder -een medisch attest, dat zij er voor geschikt zijn. Men zegt, dat de resultaten uitmuntend -zijn, niet alleen voor de gezondheid van de moeders, maar voor de vermindering van -ontijdige geboorten, de afname van de kindersterfte en het algemeen voorkomen van -de borstvoeding. Het zou waarschijnlijk een hopelooze zaak zijn te verwachten, dat -veel werkgevers in Angelsaksische landen deze politiek zullen aannemen. Zij zijn te -“praktisch”, zij weten hoe gering de geldswaarde van menschenlevens is. Bij ons moet -de Staat tusschenbeide komen. -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan bestaan dat, over het geheel, moderne beschaafde gemeenschappen -beginnen te erkennen, dat onder de sociale en economische toestanden, die nu neiging -hebben meer en meer te gaan heerschen, zij in hun eigen belang moeten zorgen, dat -de beste energie en levenskracht van de moeder aan het kind worden gewijd, zoowel -vóor als nà de geboorte. Zij erkennen ook, dat zij hun plicht in dit opzicht niet -kunnen volbrengen, als ze niet voldoende zorgen voor de moeders, die zoo gedwongen -worden haar werk op te geven, om zich aan haar kinderen te wijden. Wij komen hier -op een punt, waar Individualisme overeenstemt met Socialisme. De individualiteit móet -zien, dat het tot iederen prijs noodig is de maatschappelijke toestanden te veranderen, -die alle individualiteit vernietigen; de socialist móet zien, dat een maatschappij, -die verzuimt orde te brengen op dit centrale en hoofdpunt, de voortbrenging van het -individu, spoedig moet te gronde gaan.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het behoort tot het juiste vervullen van den plicht van een moeder jegens haar jonge -kind dat, als zij gezond is, zij het zoogen zal. In de laatste jaren is deze kwestie -een zaak van ernstig belang geworden. In het midden van de 18<sup>de</sup> eeuw, toen de vrouwen van de hoogere klassen ongeneigd waren geworden, om haar eigen -kinderen te zoogen, deed Rousseau een zoo luid en welsprekend protest hooren, dat -het weêr eens mode werd voor een vrouw, haar natuurlijke plichten te vervullen. Tegenwoordig, -nu hetzelfde kwaad weer gevonden wordt en in een veel ernstiger vorm, want nu betreft -het niet de kleine hoogere stand, maar de grootere lagere klasse, zou de welsprekendheid -van Rousseau <span class="pagenum">[<a id="pb23" href="#pb23">23</a>]</span>machteloos zijn, want het betreft niet zoozeer de mode als het gemak en vooral een -onhandelbare economische factor. Niet de minst dringende reden om vrouwen, en vooral -moeders, op een gezonden economischen basis te plaatsen, is de noodzakelijkheid haar -in staat te stellen, haar kinderen te zoogen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Geen vrouw is normaal, gezond en geheel ontwikkeld als zij geen borsten heeft, die -goed genoeg zijn om de belofte te geven van voldoende te werken, als de tijd voor -haar werkzaamheid komt, en tepels die geschikt zijn tot zoogen. De ernst van de kwestie -tegenwoordig blijkt uit de veelvuldigheid waarmee jonge vrouwen te kort schieten in -dit essentieele element van vrouwelijkheid en de jonge man van tegenwoordig, zegt -men, als hij een vrouw neemt “trouwt inderdaad slechts met een deel van een vrouw, -waarvan het andere deel uitgestald staat in den apothekers winkel, in den vorm van -een zuigflesch”. Blacker bevond onder duizend <span class="corr" id="xd29e1037" title="Bron: patienten">patiënten</span> van de moederschapsafdeeling van University College Hospital, dat 39 nooit gezoogd -hadden, 747 hadden al haar kinderen gezoogd, en 214 hadden alleen maar enkele gezoogd. -De voornaamste reden, die zij opgaven voor het niet zoogen was afwezigheid of onvoldoende -toevoer van melk; andere redenen waren ongeschiktheid voor of tegenzin in het zoogen, -en het weigeren van het kind om de borst te nemen (Blacker, <i lang="en">Medical Chronicle</i>, Feb. 1900). Deze resultaten onder de Londensche armen zijn zeker veel beter, dan -die men zou kunnen vinden in veel industrie-steden, waar vrouwen na het huwelijk -werken. In de andere groote landen van Europa vindt men even onbevredigende resultaten. -In Parijs heeft Madame Dluska aangetoond, dat van de 209 vrouwen, die voor haar bevalling -naar de Clinique Baudelocque kwamen, er maar 74 haar kinderen zoogden; van de 135, -die niet zoogden, waren er 35 verhinderd door pathologische redenen of afwezigheid -van melk, 100 door de noodzakelijkheden van haar werk. Zelfs zij, die zoogden, konden -er zelden meer dan zeven maanden mee voortgaan tengevolge van de lichamelijke inspanning -van haar werk (Dluska, <i lang="fr">Contribution à l’Etude de l’Allaitement Maternel</i>, Thèse de Paris, 1894). Veel statistieke gegevens zijn in de Duitsche landen verzameld. -Zoo vond Wiedow (<i lang="de">Centralblatt für Gynäkologie</i>, No. 29, 1895), dat van de 525 vrouwen in de kraaminrichting te Freiburg maar de -helft goed kon zoogen tijdens de eerste twee weken; onvoldoende tepels werden opgemerkt -in 49 gevallen en men bevond, dat de ontwikkeling van den tepel een directe betrekking -had op de waarde van de borst als een afscheidingsorgaan. In München bevonden Escherich -en Büller, dat bijna 60 percent vrouwen van de lagere klasse niet in staat waren haar -kinderen te zoogen, en in Stuttgart waren driekwart van de jonge moeders in dezen -toestand.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De redenen, waarom kinderen gezoogd behooren te worden aan de moederborst, zijn meer -omvattend dan sommigen geneigd mogen zijn te gelooven. In de eerste plaats is de psychologische -reden er een van geen gering belang. De borst met haar uiterst gevoeligen tepel, die -trilt in harmonie met de sexueele organen, levert het normale mechanisme, waardoor -moederliefde ontwikkeld wordt. Zonder twijfel kan de vrouw, die nooit haar kind zoogt, -er van houden, maar zulk een liefde heeft neiging gebrekkig te blijven aan de fundamenteele -en instinctieve zijde. Bij sommige vrouwen, die wij toch moeten aarzelen om abnormaal -te noemen, ontwaakt de moederliefde in het geheel niet, voordat zij in werking gebracht -wordt door dit mechanisme, door de daad van het zoogen. -<span class="pagenum">[<a id="pb24" href="#pb24">24</a>]</span></p> -<p>Een meer algemeen erkende en zeker fundamenteele reden om het kind te zoogen is, dat -de melk van de moeder, zelfs als zij maar tamelijk gezond is, het eenige voedsel is, -dat ideaal geschikt is voor het kind. Er zijn sommige menschen, wier vertrouwen in -de wetenschap hen er toe brengt te gelooven, dat het mogelijk is, soorten van voedsel -te fabriceeren, die even goed zijn, of beter dan moedermelk; zij meenen, dat de melk -die het best is voor het kalf, evenzeer het best is voor een zoo verschillend dier -als het kind. Dat is een dwaling. Het beste voedsel voor het kind is hetgeen voortgebracht -wordt in het lichaam van zijn eigen moeder. Alle andere voedsels zijn min of meer -bruikbare surrogaten, die het moeite kost te vervaardigen zooals het behoort, en bovendien -zijn ze blootgesteld aan verschillende gevaren, waarvan de moedermelk vrij is. -</p> -<p>Een andere reden, voornamelijk onder de armen, tegen het gebruiken van ieder kunstmatig -voedsel is deze, dat zij de omgeving van het kind er aan gewennen, proeven te nemen -met zijn voedsel en zich te verbeelden, dat iedere soort van voedsel, die zij zelf -eten, ook goed kan zijn voor het kind. Zoo komt het voor, dat brood en aardappelen, -brandewijn en jenever, in den mond der kinderen gegoten worden. Bij het kind, dat -de borst krijgt, is het gemakkelijker uit te leggen dat, behalve op raad van den dokter, -niets anders moet worden gegeven. -</p> -<p>Nog een andere reden waarom de moeder haar kind moet zoogen, is de nauwe en veelvuldige -omgang met het kind, die er uit voortvloeit. Niet alleen wordt het kind in alle opzichten -beter verzorgd, maar de moeder wordt niet beroofd van de tucht, die de verzorging -meebrengt, en wordt ook in staat gesteld van het begin af aan den aard van het kind -te leeren kennen en te begrijpen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het onvermogen om te zoogen verkrijgt groote beteekenis, als we erkennen, dat het -waarschijnlijk in hooge mate als een directe reden verbonden is met kindersterfte. -De sterfte van kunstmatig gevoede kinderen gedurende het eerste levensjaar is zelden -minder dan tweemaal die van de borstkinderen, soms is ze driemaal zooveel als die -van de borstkinderen, of zelfs nog meer; zoo sterven te Derby 51.7 percent kunstmatig -gevoede kinderen beneden den leeftijd van twaalf maanden, maar slechts 8.6 percent -borstkinderen. Zij, die blijven leven, zijn in het geheel niet vrij van ellende. Aan -het einde van het eerste jaar heeft men bevonden, dat zij ongeveer 25 percent minder -wegen dan de borstkinderen en dat ze veel kleiner zijn; zij zijn meer onderhevig aan -tuberculose en Engelsche ziekte, met al de slechte gevolgen, die uit deze ziekten -voortkomen; en er is reden om te gelooven, dat de ontwikkeling van hun tanden nadeel -ondervindt. De slechte gesteldheid van de kunstmatig gevoede kinderen wordt juist -aangeduid door het feit, dat van de 40.000 kinderen, die naar het kinderziekenhuis -in München gebracht waren voor behandeling 86 percent met de flesch waren groot gebracht -en dat de weinige, die gezoogd waren, de borst gewoonlijk maar voor een korten tijd -gehad hadden. De nadeelige invloed wordt zelfs nog gevoeld op den jongelingsleeftijd. -In sommige deelen van Frankrijk, waar bijna alle kinderen kunstmatig <span class="pagenum">[<a id="pb25" href="#pb25">25</a>]</span>gevoed worden, heeft men bevonden, dat het percentage van afgekeurde lotelingen bijna -tweemaal zoo groot is, als dat van Frankrijk in het algemeen. Overeenkomstige resultaten -heeft Friedjung gevonden bij een groot Duitsch gymnastiekgezelschap. Van de 155 leden -bevond men bij navraag dat 65 percent borstkinderen geweest waren (gemiddeld gedurende -zeven maanden); maar onder de beste athleten steeg het percentage van borstkinderen -tot 72 percent (voor een gemiddelden termijn van negen of tien maanden), terwijl voor -de groep van 56, die het laagste stonden in athletische kracht, het percentage van -borstkinderen daalde tot 57 (voor een gemiddelden tijd van slechts drie maanden). -</p> -<p>De voordeelen voor een kind om door zijn moeder gezoogd te worden, zijn grooter dan -dat ze verklaard kunnen worden door het enkele feit dat ze gezoogd zijn, in plaats -van kunstmatig gevoed. Dit is aangetoond door Vitrey (<i lang="fr">De la Mortalité Infantile</i>, Thèse de Lyon, 1907), die uit de statistieken van het Hôtel-Dieu in Lyon afleidde, -dat kinderen, die door hun moeders gezoogd worden, een sterfte hebben van slechts -12 percent, maar dat, als zij door anderen gezoogd worden, de sterfte stijgt tot 33 -percent. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat, terwijl het zoogen een hoofdpunt is voor -het volledig welzijn van het kind, het tevens hoogst wenschelijk is voor de gezondheid -der moeder. (Eenige belangrijke statistieken zijn opgesomd in een artikel over “<span lang="en">Infantile Mortality</span>” in het <i lang="en">British Medical Journal</i>, 2 Nov. 1907, terwijl verschillende beschouwingen over het zoogen grondig besproken -zijn door Bollinger, “<span lang="de">Ueber Säuglings-Sterblichkeit und die Erbliche functionelle Atrophie der menschlichen -Milchdrüse</span>” <a id="xd29e1077"></a><i lang="de">Correspondenz-blatt Deutschen Gesellschaft Anthropologie</i>, Oct., 1899). -</p> -<p>Het schijnt dat het in Zweden, in het midden van de 18de eeuw een strafbare overtreding -was, als een vrouw haar kind de flesch gaf, als zij het kon zoogen. In de laatste -jaren heeft Prof. Anton von Menger, in Weenen, betoogd (in zijn <i lang="de"><span class="corr" id="xd29e1084" title="Bron: Burgerliche">Das Bürgerliche</span> Recht und die <span class="corr" id="xd29e1087" title="Bron: Besitslosen">besitzlosen</span> Klassen</i>) dat het toekomstige geslacht het recht heeft dezen eisch te stellen, en hij stelt -voor, dat iedere moeder bij de wet verplicht zal zijn haar kind te zoogen, tenzij -zij een getuigschrift heeft van een dokter, dat zij het niet kan. E. A. Schroeder -(<i lang="de">Das Recht in der Geschlechtlichen Ordnung</i>, 1893, p. 346) betoogde ook, dat een moeder wettig verplicht moest zijn haar kind -te zoogen minstens negen maanden lang, tenzij er voldoende redenen bijgebracht konden -worden voor het tegendeel, en deze eisch, die redelijk schijnt te zijn en natuurlijk, -daar het het voorrecht van een moeder is, zoowel als haar plicht, om haar kind te -zoogen, als ze er toe in staat is, is met klem ook door anderen gedaan. Van het juridisch -standpunt is hij ondersteund door Weinberg (<i lang="de">Mutterschutz</i>, Sept. 1907). In Frankrijk verbiedt de Loi Roussel een vrouw minnediensten te doen, -vóor dat haar kind zeven maanden oud is, en dit heeft een uitmuntend effect gehad -daarin, dat het de kindersterfte deed dalen (A. Allée, <i lang="fr">Puériculture et la Loi Roussel</i>, Thèse de Paris, 1908). In sommige streken van Duitschland worden fabriekseigenaars -gedwongen een kamer in de fabriek beschikbaar te stellen, waar moeders het kind de -borst kunnen geven in de rusttijden tusschen het werk. De contrôle op en het onderhoud -van deze kamers en het aanstellen van dokters en verpleegsters, geschiedt van gemeentewege. -(<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Sept.<a id="xd29e1104"></a> 1908, p. 573).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zooals de zaken tegenwoordig staan in moderne industrielanden, kan men het verbeteren -van deze misstanden niet overlaten aan de natuur, dat is, aan de onwetende en onoordeelkundige -aandriften van personen, die leven in een maalstroom van kunstmatig leven, waar de -stem van het instinct verstikt wordt. De moeder, zijn wij geneigd te denken, mag men -toevertrouwen, dat zij zal toezien op het welzijn van haar kind, en het is onnoodig, -of zelfs <span class="pagenum">[<a id="pb26" href="#pb26">26</a>]</span>“immoreel” haar te hulp te komen. Toch zijn er, naar ik meen, weinig dingen meer tragisch -om te zien dan een jonge moeder uit Lancashire, die op de fabriek werkt, terwijl ze -thuis moest blijven om op haar zieke kind te passen. Zij is gewend voor zonsopgang -op te staan om naar de fabriek te gaan; zij heeft haar kind ternauwernood bij het -licht der zon gezien, zij weet niets van wat het noodig heeft, de handen, die zoo -goed het weefgetouw kunnen grijpen, kunnen het kind niet sussen. De moeder ziet er -op neer in vage, onhandige, sprakelooze ellende. Het is een gezicht om nooit te vergeten. -</p> -<p>Het is Frankrijk, dat de leiding neemt om te beginnen met de wetenschappelijke en -praktische bewegingen voor de verzorging van het jonge kind voor en na de geboorte, -en het is in Frankrijk, dat wij de kiem vinden van bijna alle methoden, die nu langzamerhand -aangenomen worden om kindersterfte tegen te houden. Het systeem van het dorp Villiers-le-Duc, -nabij Dijon in de Côte d’Or, is een kiem gebleken van deze vruchtbare soort. Hier -mag iedere zwangere vrouw, die niet in staat is te zorgen voor de juiste voorwaarden -voor haar eigen leven en dat van het kind dat zij krijgt, de hulp inroepen van de -dorpsautoriteiten; zij heeft, zonder betaling, recht op behandeling van een dokter -en een vroedvrouw en op éen franc daags gedurende het kraambed. De maatregelen, in -dit dorp genomen, hebben feitelijk een einde gemaakt aan moeder- en kindersterfte -beide. Een paar jaar geleden hoorde Dr. Samson Moore, de stadsdokter voor Huddersfield, -van dit dorp en de heer Benjamin Broadbent, de burgemeester van Huddersfield bezocht -Villiers-le-Duc. Er werd besloten in Huddersfield een beweging op touw te zetten om -de kindersterfte te bestrijden. Toen ontstond, wat bekend staat als het Hudderfieldsche -systeem, een systeem, dat schitterende resultaten heeft gehad. De punten van het Hudderfieldsche -systeem zijn: (1) verplichte aangifte van geboorten binnen de 48 uur; (2) het aanstellen -van dames tot behulp van de stadsdoktoren, om het huis te bezoeken, te onderzoeken, -raad te geven en te helpen; (3) de georganiseerde hulp van dames-volontairs, onder -toezicht van de gemeente; (4) recht van beroep op den stadsdokter, als het kind, dat -niet onder medische verzorging is, niet groeit. De kindersterfte in Huddersfield is -zeer gedaald door dit systeem<a class="noteref" id="xd29e1113src" href="#xd29e1113">16</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wij kunnen wel zeggen, dat het Hudderfieldsche systeem de oorsprong geweest is van -de Engelsche wet op de Geboorte-Aangifte, die in 1908 in werking trad. Deze wet vertegenwoordigt -in Engeland het nationale begin van een systeem voor de rassenverbetering, waarvan -het niet mogelijk is de eindresultaten te voorzien. Als deze wet algemeen in werking -komt, zal ieder kind in het land recht hebben—wettig en niet door individueele willekeur -of <span class="pagenum">[<a id="pb27" href="#pb27">27</a>]</span>philantropische minzaamheid—op medische verzorging van den dag van zijn geboorte af, -en voor iedere moeder zal te bereiken zijn de raad van een beschaafde vrouw, die voeling -houdt met de gemeenteautoriteiten. Er kon geen grootere triomf zijn voor de medische -wetenschap, voor de nationale kracht en voor de zaak der menschlievendheid in het -algemeen. Zelfs op het lagere plan van financieele belangen is het gemakkelijk te -zien, dat een enorme besparing van openbare en persoonlijke middelen op die wijze -zal bereikt worden. De wet is facultatief en niet verplichtend. Dit was een wijze -voorzorg, want een wet van deze soort kan geen uitwerking hebben, tenzij zij grondig -wordt doorgevoerd door de gemeenschap die haar aanneemt, en ze zal niet aangenomen -worden eer een gemeenschap duidelijk de voordeelen ervan heeft erkend, en de methoden, -om die te bereiken. -</p> -<p>Een belangrijke aanvulling van deze organisatie is de School voor Moeders. Van zulke -scholen, die overal beginnen op te komen, kan men zeggen dat zij hun oorsprong hebben -in de <i lang="fr">Consultations de Nourrissons</i> (met hun vertakking de <i lang="fr">Goutte de Lait</i>), opgericht door Professor Budin in 1892, die zich over geheel Frankrijk uitgebreid -hebben en in ruimen kring een invloed ten goede hebben gehad. In de <i lang="fr">Consultations</i> worden kinderen iedere week onderzocht en gewogen en de moeders krijgen er raad en -worden aangemoedigd haar kinderen te zoogen. De <i lang="fr">Gouttes</i> zijn feitelijk poliklinieken voor melkafgifte, waar kinderen voor wie borstvoeding -onmogelijk is, onder medisch toezicht met melk gevoed worden. Scholen voor Moeders -zijn een uitbreiding van hetzelfde systeem; zij omvatten een menigte onderwerpen, -die het voor een moeder noodig is te weten. Sommige van de eerste van deze scholen -werden opgericht in Bonn, in de Beiersche stad Weissenberg en in Gent. Op eenige van -die Scholen voor Moeders, en zooals bekend is in Gent (beschreven door Mrs. Bertrand -Russell, in de <i lang="en">Nineteenth Century</i>, 1906), is de belangrijke stap gedaan jonge meisjes van 14 tot 18 jaar te onderrichten; -zij worden ingelicht omtrent kinder-anatomie en physiologie, omtrent het bereiden -van gesteriliseerde melk, omtrent het wegen van kinderen, omtrent het opnemen van -temperaturen en het maken van tabellen, omtrent het besturen van crêches, en na twee -jaar zijn zij in staat een salaris te verdienen. In verschillende deelen van Engeland -worden nu scholen voor jonge moeders en voor jonge meisjes opgericht in dezen geest, -eerst in Londen, onder toezicht van Dr. F. J. Sykes, stadsdokter voor St. Pancreas -(zie bv. <i lang="en">A School For Mothers</i>, 1908, waarin een inrichting van deze soort te Somers Town beschreven wordt, met -een voorrede van Sir Thomas Barlow; een verslag van de nieuwste pogingen, de verzorging -van kinderen in Londen te verbeteren, zal men ook vinden in de <i lang="en">Lancet</i>, Sept. 26, 1908). We kunnen hier bijvoegen, dat sommige Engelsche gemeentebesturen -depôts hebben opgericht om moeders goedkoop van goede melk te voorzien. Zulke depôts -zullen echter waarschijnlijk meer kwaad dan goed doen, als zij de vervanging van borstvoeding -door kunstmatige voeding bevorderen. Zij moesten nooit opgericht worden, behalve in -aansluiting met de Scholen voor Moeders, waar een opvoedende invloed uitgeoefend kan -worden, en geen moeder moest van melk voorzien worden als ze niet een medisch attest -vertoont, waaruit blijkt dat zij niet in staat is haar kind te voeden (Byers, “<span lang="en">Medical Women and Public Health Questions</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 6, 1906). Het is een merkwaardig feit, dat binnenkort de plaatselijke autoriteiten -door de wet gemachtigd zullen worden Scholen voor Moeders op te richten. -</p> -<p>De groote voordeelen, door deze instellingen in Frankrijk veroorzaakt, zoowel wat -betreft het verminderen van de kindersterfte als het bevorderen van de opvoeding der -moeders en haar trots en belangstelling in haar kinderen, zijn uiteengezet in twee -Thèses de Paris door G. Chaignon (<i lang="fr">Organisation des Consultations de Nourrissons à la Campagne</i>, 1908), en Alcide Alexandre (<i lang="fr">Consultations de Nourrissons et Goutte de Lait d’Arques</i>, 1908). -</p> -<p>De beweging is nu bezig zich uit te breiden over geheel Europa en er is een Internationale -Unie gevormd, die al de instellingen omvat, die speciaal <span class="pagenum">[<a id="pb28" href="#pb28">28</a>]</span>berusten op de bescherming van kinderleven en de bevordering van puericultuur. Het -permanente comité is in Brussel, en om het andere jaar wordt er een Congres gehouden -voor Kinderbescherming (<i lang="fr">Goutte de Lait</i>)<span class="corr" id="xd29e1177" title="Bron: ,">.</span></p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Men zal zien, dat al de bewegingen, die nu in werking gesteld worden voor de verbetering -van het ras door het kind en de moeder van het kind, de intimiteit erkennen van de -verhouding tusschen de moeder en haar kind en er op gericht zijn haar te helpen, zelfs -als het noodig is door het uitoefenen van eenigen dwang, haar natuurlijke functies -met betrekking tot haar kind, te vervullen. Voor den theoretischen philantroop, die -begeerig is om de wereld op papier te verbeteren, schijnt niets eenvoudiger te zijn -dan de tegenwoordige bezwaren van het opvoeden van kinderen uit den weg te ruimen -door het oprichten van Staatskinderbewaarplaatsen, die tegelijk de moeders moeten -ontheffen van alles wat met de productie van de menschen der toekomst in verband staat, -behalve het genot—als het dat toevallig is—van ze te ontvangen en de moeite van ze -te dragen, en ze tevens moeten opvoeden onafhankelijk van het tehuis, op een gezonde, -zuinige en wetenschappelijke wijze<a class="noteref" id="xd29e1182src" href="#xd29e1182">17</a>. Niets schijnt eenvoudiger, maar uit het fundamenteel psychologisch standpunt is -niets onjuister. Het denkbeeld van een Staat, die er is buiten de gemeenschap, is -een overblijfsel, in een anderen vorm van dat verouderde idee, dat Lodewijk XIV dwong -te verklaren “<span lang="fr"><span class="corr" id="xd29e1190" title="Bron: L’Etat">L’État,</span> c’est moi!</span>” Een staat, die toelaat dat de individuen die hem vormen, niet in staat zijn hun -heiligste en intiemste functies te vervullen en die op zich neemt, dit in hun plaats -te doen, onderneemt een taak, die niet wenschelijk zou zijn, zelfs al kon zij volvoerd -worden. Men moet altijd in gedachte houden dat een Staat, die zich voorstelt de leden -die hem samenstellen te ontlasten van hun natuurlijke functies en verantwoordelijkheden, -iets geheel anders is dan een Staat die zijn leden tracht te helpen hun eigen biologische -en sociale functies meer naar behooren te vervullen. Een Staat, die moeders in de -gelegenheid stelt te rusten als zij zwanger zijn, werkt aan een verstandige taak; -een Staat, die de kinderen van zijn moeders overneemt, drijft de philantropie tot -in het belachelijke. Het is gemakkelijk dit te erkennen, als wij den noodzakelijken -loop der omstandigheden nagaan onder een systeem van “Staatskinderbewaarplaatsen”. -Het kind zou op den vroegsten leeftijd van <span class="pagenum">[<a id="pb29" href="#pb29">29</a>]</span>de natuurlijke moeder verwijderd worden, maar iemand moet de moederplichten vervullen; -en als die uitgeoefend worden onder gunstige omstandigheden, dan ontwikkelt zich een -moederlijke betrekking tusschen het kind en de “moeder”, die ongetwijfeld natuurlijke -moederlijke instincten bezit, maar die door geen natuurlijken moederlijken band verbonden -is met het kind, dat zij verzorgt. Zulk een verhouding heeft neiging om aan beide -kanten praktisch en naar het gevoel de werkelijke verhouding te worden. Wij kunnen -zeer dikwijls zien, hoe onbevredigd zulk een verhouding wordt. De kunstmatige moeder -wordt beroofd van een kind, dat zij begonnen was te voelen als haar eigen; de gevoelens -van het kind worden onderste boven gegooid, verdeeld en verdraaid; de echte moeder -heeft het bittere gevoel, dat zij voor haar kind niet de echte moeder is. Zou het -niet voor allen veel beter geweest zijn als de Staat het groote leger van vrouwen, -die hij geoefend had voor de positie om de kinderen van andere vrouwen te verzorgen, -had aangemoedigd om in plaats daarvan zelf kinderen te hebben? De moeders, die niet -in staat zijn haar eigen kinderen te verzorgen, konden er dan toe opgevoed worden -afstand te doen van het hebben van eigen kinderen. -</p> -<blockquote> -<p class="first"></p> -<p>Ellen Key (in haar Eeuw van het Kind, en elders) heeft voor alle jonge vrouwen aangeraden -een jaar verplichte “dienst”, overeenkomstig de militaire dienstplicht die in de meeste -landen voor jonge mannen verplichtend is. Gedurende dien tijd zou het meisje geoefend -worden in ordelijk huishouden, in de grondbeginselen der hygiëne, in de verzorging -van zieken en vooral in de verzorging van kinderen en alles wat betrekking heeft op -de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen. Het principe, dat aan dit -voorstel ten grondslag ligt, is sindsdien in ruimen kring aangenomen. Marie von Schmid -(in haar <i lang="de">Mutterdienst</i>, 1907) gaat zoo ver een algemeene oefening aan te raden van jonge vrouwen in die -plichten, die gehouden moet worden in een soort van uitgebreide en verbeterde kraaminrichting. -De dienst zou een jaar duren, en dan zou de jonge vrouw drie jaar lang in reserve -blijven, en zou opgeroepen kunnen worden in dienst. Er is zeker veel te zeggen voor -zoo’n voorstel, aanmerkelijk meer dan er voor militaire dienstplicht te zeggen is. -Want terwijl het zeer twijfelachtig is, of een man ooit geroepen zal worden om te -vechten, worden de meeste vrouwen wel opgeroepen om huishoudelijke plichten te vervullen -of om op kinderen te passen, hetzij voor haarzelf, hetzij voor andere menschen<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb31" href="#pb31">31</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e543" href="#xd29e543src">1</a></span> Het is natuurlijk niet altijd letterlijk waar, dat iedere ouder juist de helft van -de erfelijkheid aanbrengt, want, zooals we in het algemeen onder de dieren zien, nadert -de nakomelingschap somtijds meer tot de eene ouder, somtijds tot de andere, terwijl -onder planten, zooals De Vries en anderen hebben aangetoond, de erfelijkheid nog wel -ongelijker verdeeld is. <a class="fnarrow" href="#xd29e543src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e558" href="#xd29e558src">2</a></span> Het zal wel haast niet noodig zijn te zeggen, dat, waar wij zeggen dat het moederschap -de hoogste functie is van een vrouw, wij daar in het geheel niet beweren, dat haar -werkzaamheden zich tot het tehuis moeten beperken. Dat is een opinie, die nu wel mag -beschouwd worden als niet meer bestaande, zelfs onder hen, die het meest de functie -van de vrouw als moeder verheerlijken. Zooals Friedrich Naumann en anderen zeer waar -gezegd hebben, is een vrouw niet volkomen toegerust om haar functies van moeder en -opvoedster van de kinderen te vervullen, als zij niet in de wereld geleefd en een -beroep uitgeoefend heeft. <a class="fnarrow" href="#xd29e558src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e561" href="#xd29e561src">3</a></span> “Als de hoedanigheden van hoofd en hart dezelfde waren in beide geslachten”, zegt -Lily Braun terecht (<i lang="de">Die Frauenfrage</i>, pag. 207), “dan zou het binnentreden van de vrouw in het publieke leven geen waarde -hebben voor de menschheid, en zou zelfs leiden tot een nog heviger concurrentie. Alleen -de erkenning, dat de geheele aard van de vrouw verschillend is van dien van den man, -dat zij beteekent een nieuw, levenwekkend beginsel in het menschelijk leven, maakt -de vrouwenbeweging, ondanks de verkeerde opvattingen van haar vijanden en haar vrienden, -een maatschappelijke revolutie”. (Zie ook Havelock Ellis, Man en vrouw, vierde uitgave, -1904, vooral hoofdstuk XVIII). <a class="fnarrow" href="#xd29e561src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e588" href="#xd29e588src">4</a></span> Het woord “puericultuur” is uitgevonden door Dr. Caron in 1866, om aan te duiden de -ontwikkeling van kinderen na de geboorte. Het was Pinard, de bekende Fransche verloskundige, -die er, in 1895, een ruimer en meer ware beteekenis aan gaf, door het te gebruiken -óok voor de ontwikkeling van kinderen vóór de geboorte. Het wordt nu gedefinieerd -als “de wetenschap, die zich ten doel stelt, te zoeken naar de kennis, die betrekking -heeft op de reproductie, de instandhouding en de verbetering van het menschelijk ras”. -(Péchin, <i lang="fr">La Puériculture avant la Naissance</i>, Thèse de Paris, 1908). <a class="fnarrow" href="#xd29e588src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e598" href="#xd29e598src">5</a></span> In “<i lang="fr">La Grossesse</i>” (pp. 450 en volgende) heeft Bouchacourt de problemen van puericultuur tamelijk uitvoerig -besproken. <a class="fnarrow" href="#xd29e598src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e786" href="#xd29e786src">6</a></span> Het belang der puericultuur voor de geboorte werd ten volle erkend in China duizend -jaar geleden. Zoo schreef Madame Cheng te dien tijde over de opvoeding van het kind: -“Zijn opvoeding kan zelfs vóor de geboorte beginnen; en daarom lag de toekomstige -moeder van vroeger, als ze lag, rechtuit; als ze zat, zat ze rechtop; en als ze stond, -stond ze rechtop. Ze wilde geen vreemde smaken proeven, noch iets te maken hebben -met spiritualisme; als haar voedsel niet klein gesneden was, wilde ze het niet eten -en als haar mat niet recht gelegd was, wilde ze er niet op zitten. Zij wilde naar -niets zien, dat onaangenaam was, niet luisteren naar een onaangenaam geluid, geen -ruw woord spreken en geen onrein ding aanraken. ’s Avonds bestudeerde zij een klassiek -boek, overdag hield zij zich bezig met ceremonieel en met muziek. Daarom werden haar -zoons oprecht en uitmuntend in talenten en deugden; dat was het resultaat van de opvoeding -vóor de geboorte”. (H. A. Giles, “<span lang="en">Woman in Chinese Literature</span>”. <i lang="en">Nineteenth Century</i>, Nov. 1914). <a class="fnarrow" href="#xd29e786src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e798" href="#xd29e798src">7</a></span> Max Bartels “<span lang="de"><span class="corr" id="xd29e801" title="Bron: Islandischer">Isländischer</span> Brauch</span>”, etc. <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1900, p. 65. Een opsomming van de gewoonten van verschillende volken met betrekking -tot de zwangerschap wordt gegeven door Ploss en Bartels, <i lang="de">Das Weib</i>, Sect. XXIX. <a class="fnarrow" href="#xd29e798src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e818" href="#xd29e818src">8</a></span> Over den invloed van alcohol tijdens de zwangerschap op het embryo, zie men b.v. G. -Newman, <i lang="en">Infant Mortality</i> <abbr title="pagina’s">p.p.</abbr> 72–77. W. C. Sullivan (Alcoholism, 1906, Ch. XI), resumeert het bewijsmateriaal, -dat aantoont, dat alcohol een factor is bij menschelijke ontaarding. <a class="fnarrow" href="#xd29e818src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e827" href="#xd29e827src">9</a></span> Er is zelfs reden te gelooven, dat het alcoholisme van den vader van de moeder, schade -doet aan haar geschiktheid als een moeder. Bunge (<i lang="de">Die Zunehmende Unfähigkeit der Frauen ihre Kinder zu Stillen</i>, 5de uitgave, 1907<span class="corr" id="xd29e832" title="Niet in bron">)</span>, bevindt, bij een onderzoek, dat zich uitstrekt over 2.000 families, dat chronische -alcoholvergiftiging bij den vader de voornaamste oorzaak is van de ongeschiktheid -van de dochter om te zoogen, en dat deze ongeschiktheid gewoonlijk niet in orde komt -in volgende geslachten. Tegenover Bunge heeft zich echter gesteld Dr. Agnes Bluhm -“<span lang="de">Die Stillungsnot</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Soziale Medizin</i>, 1908 (geheel door haarzelf geresumeerd in <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Jan. 1909). <a class="fnarrow" href="#xd29e827src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e846" href="#xd29e846src">10</a></span> Zie bv. T. Arthur Helme, “<span lang="en">The Unborn Child</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug. 24, 1907. Het voedsel moet natuurlijk goed zijn. Noel Paton heeft aangetoond, -(<i lang="en">Lancet</i>, Juli 4, 1903) dat onvoldoende voeding van de zwangere vrouw het gewicht van het -kind vermindert. <a class="fnarrow" href="#xd29e846src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e862" href="#xd29e862src">11</a></span> Debreyne, <i lang="en">Maechialogie</i>, p. 277. En van den kant der Protestanten zie men Northcote (<i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, hoofdst. IX) die geslachtsverkeer tijdens de zwangerschap toestaat. <a class="fnarrow" href="#xd29e862src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e871" href="#xd29e871src">12</a></span> Zie ook Ploss en Bartels, <i>loc. cit.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e871src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e901" href="#xd29e901src">13</a></span> Zoo schrijft een dame: “Ik heb maar éen kind gehad, maar ik mag wel zeggen dat tijdens -de zwangerschap het verlangen naar vereeniging veel sterker was, den geheelen tijd -door, dan op eenigen anderen tijd”. Bouchacourt (<i lang="fr">La Grossesse</i><span class="corr" id="xd29e905" title="Niet in bron">,</span> pag. 180–183) zegt, dat als regel, sexueel verlangen niet verminderd wordt door zwangerschap -en nu en dan vermeerderd. <a class="fnarrow" href="#xd29e901src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e915" href="#xd29e915src">14</a></span> Dit “lastig zijn” blijft nog altijd een struikelblok bij veel uitmuntende autoriteiten. -“Behalve als er een neiging is tot miskraam”, zegt Kossmann (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, vol. I, pag. 257), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>moeten wij zeer voorzichtig zijn met het aanbevelen van abstinentie tijdens de zwangerschap”, -en Ballantyne (<i lang="en">The Foetus</i>, pag. 475) maakt voorzichtig de opmerking, dat het een moeilijke kwestie is om te -beslissen. Ook Forel (<i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, 4de editie, pag. 81), die niet geneigd is volkomen sexueele abstinentie aan te raden -tijdens een normale zwangerschap, geeft toe dat het een vrij lastige kwestie is. <a class="fnarrow" href="#xd29e915src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e943" href="#xd29e943src">15</a></span> Dit punt wordt bv. besproken door Séropian in een Thèse de Paris (<i lang="fr">Fréquence comparée des Causes de l’Accouchement Prématuré</i>, 1907); hij komt tot de conclusie, dat <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> tijdens de zwangerschap een méer vóorkomende oorzaak is van ontijdige bevalling dan -gewoonlijk gedacht wordt, vooral in primiparae, en dat vooral in de negende maand. <a class="fnarrow" href="#xd29e943src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1113" href="#xd29e1113src">16</a></span> “<span lang="en">Infantile Mortality: The Huddersfield Scheme</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Dec. 1907; Samson Moore, “<span lang="en">Infant Mortality</span>”, <i>ib.</i>, August 29, 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e1113src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1182" href="#xd29e1182src">17</a></span> Ellen Key heeft voorstellen van deze soort (zooals ze zijn ontwikkeld door C. P. Stetson) -in haar Essays “<span lang="en">On Love and Marriage</span>” schitterend behandeld. In tegenstelling met dergelijke voorstellen oppert Ellen -Key dat vrouwen, die behoorlijk geoefend zijn voor moederplichten en die niet in staat -zijn zichzelf te onderhouden, terwijl zij ze uitoefenen, een subsidie moeten ontvangen -van den Staat, gedurende de drie eerste levensjaren van het kind. Wij kunnen hier -aan toevoegen, dat in Leipzig het plan moeders te subsidieeren die (onder behoorlijk -medisch en ander toezicht) haar kinderen zoogen, reeds is ingevoerd<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e1182src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e298">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">SEXUEELE OPVOEDING</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb33" href="#pb33">33</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Zorg voor het kroost is even noodig als kroost zelf.—Vroege uitingen van de geslachtsdrift.—Moeten -die als normaal beschouwd worden?—Het sexueele spel van kinderen.—Het liefdegevoel -in de kinderjaren.—Zijn stadskinderen geslachtelijk eerder rijp dan kinderen van het -land?—De kinderlijke voorstellingen over de herkomst van kinderen.—De noodzakelijkheid, -met de sexueele opvoeding van de kinderen vroeg te beginnen.—Het belang van vroeg -oefenen in verantwoordelijkheid.—Het verkeerde van de oude leer der stilzwijgendheid -over geslachtszaken.—Het nadeel is grooter waar het meisjes geldt.—De moeder is de -natuurlijke en beste leermeesteres.—De ziekelijke invloed van kunstmatige geheimzinnigheid -in sexueele zaken.—De literatuur over de sexueele opheldering der jeugd.—Aard van -de taak der moeder.—Sexueele opvoeding op de school.—De waarde van botanie.—Zoölogie.—Sexueele -opvoeding na de puberteit.—De noodzakelijkheid om tegen de geschriften van kwakzalvers -te strijden.—Het gevaar dat voortkomt uit het niet tijdig voorbereiden op de eerste -menstruatie.—De juiste houding tegenover het geslachtsleven der vrouw.—De dringende -noodzakelijkheid van hygiëne der menstruatie in de eerste jeugd.—Zulk een hygiëne -is te vereenigen met de gelijkstelling der geslachten op opvoedkundig en maatschappelijk -gebied.—De invaliditeit van vrouwen komt voornamelijk voort uit hygiënische verwaarloozing.—De -goede invloed van lichaamsoefening op vrouwen en de slechte invloed der athletiek.—De -nadeelen van het onderdrukken van het gemoedsleven.—De noodzakelijkheid om jonge menschen -de waardigheid van het geslachtsleven te leeren.—Invloed van deze factoren op het -lot der vrouw in het huwelijk.—Lezingen en toespraken over sexueele hygiëne.—De rol -van den dokter in de sexueele opvoeding.—De invoering in de wereld der idealen tijdens -de puberteit.—De plaats van den religieuzen en ethischen leeraar.—De plechtigheden -van natuurvolken bij het inleiden in de geslachtsrijpheid.—De sexueele invloed van -literatuur.—De sexueele invloed van kunst.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het mag sommigen toeschijnen dat, waar wij gewicht hechten aan de voorvaders, de bloedverwanten, -de conceptie, de zwangerschap en zelfs aan de eerste jeugd van het kind, wij afdwalen -van de sfeer van de psychologie van het geslacht. Dat is in het geheel niet het geval. -Wij dalen, integendeel, af tot de wortels van het geslacht. Al onze aangroeiende kennis -dient er toe, om <span class="pagenum">[<a id="pb34" href="#pb34">34</a>]</span>aan te toonen, dat, tegelijk met zijn physieke natuur, de psychische natuur van het -kind berust op geboorte en verzorging, op de hoedanigheid van den stam, waar het toe -behoort, en op de zorg, die er aan besteed is in de eerste oogenblikken, als verzorgen -van het grootste belang is om de goede hoedanigheid van dien stam te bewaren. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wij moeten er natuurlijk aan denken, dat de invloeden zoowel van afkomst als van verzorging -gelijkelijk werken op het lot van het individu. De invloed van verzorging is zoo duidelijk -zichtbaar, dat weinigen die licht zullen onderschatten. De invloed van afkomst echter -is niet zoo duidelijk, en wij kunnen nog wel menschen ontmoeten, die zoo slecht op -de hoogte zijn, en misschien zoo bevooroordeeld, dat zij er in het geheel niet van -weten willen. Ons aangroeiend inzicht in deze zaak moet wel het verkeerde idee bannen, -doordat het doet zien hoe teeren en diepgaanden invloed de erfelijkheid heeft. Geen -gezonde beschaving is mogelijk dan in een gemeenschap, die in zijn massa niet alleen -goed verzorgd, maar ook goed geboren is. En in geen levensgebied is de invloed van -het goed geboren zijn meer beslissend dan in de sexueele verhoudingen. Een leerzaam -voorbeeld kan men vinden in de nauwkeurige en omstandige geschiedenis uit zijn jeugd, -mij verstrekt door een zeer beschaafd Russisch man. Hij was in zijn kinderjaren opgevoed -met zijn eigen broeders en zusters en met een klein meisje van denzelfden leeftijd, -dat al in haar eerste jeugd was aangenomen, het dochtertje van een <span class="corr" id="xd29e1218" title="Bron: prostituee">prostituée</span>, die spoedig na de geboorte van het kind gestorven was. Het aangenomen kind werd -behandeld als een van de familie, en al de kinderen dachten, dat zij werkelijk een -zuster was. Toch ontwikkelde zij al heel vroeg instincten, ongelijk aan die van de -kinderen, waarmee ze werd opgevoed; ze jokte, ze was wreed, ze deed graag kattekwaad. -en zij ontwikkelde vroeg verkeerde sexueele neigingen; hoewel zorgvuldig opgevoed, -nam zij toch het beroep van haar moeder aan en op 22 jarigen leeftijd werd zij naar -Siberië verbannen wegens roof en poging tot moord. Het kind van een onbekenden vader -en een <span class="corr" id="xd29e1221" title="Bron: prostituee">prostituée</span> is niet door het noodlot gedoemd tot ondergang; maar zulk een kind is van slechte -afkomst en dat feit kan in sommige gevallen alle invloeden van goede opvoeding te -niet doen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als wij den kinderlijken leeftijd bereiken, zijn wij de grondslagen en mogelijkheden -van het sexueele leven al voorbij; dan zien wij in sommige gevallen al het werkelijk -begin ervan. Het is een vastgesteld feit, dat auto-erotische uitingen soms al bij -kinderen van minder dan twaalf maanden kunnen waargenomen worden. Het ligt nu niet -op onzen weg dit punt van kwestie te bespreken en hoeverre zulke uitingen op dezen -leeftijd normaal genoemd kunnen worden<a class="noteref" id="xd29e1227src" href="#xd29e1227">1</a>. Een geringe mate van werkzaamheid van de ovariën en van de borstklieren bestaat -soms bij de geboorte<a class="noteref" id="xd29e1235src" href="#xd29e1235">2</a>. <span class="pagenum">[<a id="pb35" href="#pb35">35</a>]</span>Het schijnt duidelijk, dat nerveuse en psychische sexueele werkzaamheid haar eerste -bronnen vindt in dezen vroegen tijd en dat, naarmate de jaren voorbijgaan een toenemend -aantal individuen zich door den drang aansluiten, totdat met de puberteit feitelijk -allen meegesleept worden in den grooten stroom. -</p> -<p>Terwijl het dus mogelijk en zelfs waarschijnlijk is, dat de flinkste en gezondste -individuen geen bepaalde teekenen van nerveuse en psychische sexualiteit in de jeugd -vertoonen, toch zijn zulke uitingen nog voldoende veel voorkomend om te kunnen zeggen, -dat sexueele hygiëne geheel en al buitengesloten kan blijven, totdat de puberteit -nadert. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Vroegtijdige physieke ontwikkeling komt voor als een eenigszins zeldzame variatie. -W. Roger Williamson (“<span lang="en">Precocious Sexual Development with Abstracts of over One Hundred Cases</span>”, <i lang="en">British Gynaecological Journal</i>, May, 1902) heeft een belangrijke bijdrage geleverd lot de kennis van deze afwijking, -die veel meer voorkomt bij meisjes dan bij jongens. Bij de gevallen van Roger Williams -zijn slechts 20 jongens op de 80 meisjes, en vroegrijpheid komt niet alleen meer voor, -maar is ook meer geprononceerd bij meisjes, waarvan men weet, dat zij op haar achtste -jaar bevrucht zijn geworden, terwijl 13 jaar genoemd wordt als de vroegste leeftijd -waarop jongens zich in staat getoond hebben om kinderen te krijgen. Dit moeten we -opmerken, is ook de vroegste leeftijd, waarop spermatozoën gevonden worden in <span class="corr" id="xd29e1254" title="Bron: zaaidvloeistof">zaadvloeistof</span> van jongens; vóór dien leeftijd bevat de uitgeworpen stof geen spermatozoën, en, -zooals Fürbringer en Mol gevonden <span class="corr" id="xd29e1257" title="Bron: hèbben">hebben</span>, kunnen die nog afwezig zijn op zestienjarigen leeftijd of nog later. Bij meisjes -gaat vroegtijdige sexueele ontwikkeling minder dikwijls samen met een algemeene toename -van lichamelijke ontwikkeling dan bij jongens. (Een afzonderlijk geval van vroege -sexueele ontwikkeling bij een meisje van vijf jaar is volledig beschreven en met illustraties -voorzien in het <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1896, deel 4, pag. 262). -</p> -<p>Vroegtijdige sexueele impulsen zijn gewoonlijk vaag, op zich zelf staand en min of -meer onschuldig. Een geval van zeldzamen en uitgesproken aard, waarbij een kind, een -jongen van twee jaar, sexueel aangetrokken werd door meisjes en vrouwen, en al zijn -gedachten en daden richtte op sexueele pogingen op haar, is beschreven door Herbert -Rich, van Detroit (<i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Nov. 1905). Algemeen bewijsmateriaal uit de literatuur van het onderwerp van sexueele -vroegrijpheid, de veelvuldigheid ervan en de beteekenis ervan, is samengebracht door -L. M. Terman (“<span lang="en">A Study in Precocity</span>”, <i lang="en">American Journal <span class="corr" id="xd29e1273" title="Niet in bron">of </span>Psychology</i>, April, 1905). -</p> -<p>De erecties, die bij kleine jongens voorkomen, hebben gewoonlijk geen sexueele beteekenis, -hoewel zij, zooals Moll opmerkt, die krijgen kunnen als ze de opmerkzaamheid van het -kind trekken; zij zijn alleen maar reflex. Sommige meenen echter, en voornamelijk -Freud, dat bepaalde kinderlijke eigenaardigheden, vooral het duimzuigen, een sexueele -oorzaak hebben en dat de sexueele impuls zich voortdurend vertoont op zeer jeugdigen -leeftijd. Het geloof, dat het sexueele instinct in de jeugd niet bestaat, beschouwt -Freud als een ernstige dwaling, zoo gemakkelijk door waarneming te corrigeeren, dat -hij zich verwondert, hoe zij kan ontstaan zijn. “In werkelijkheid”, merkt Freud op, -“brengt het pasgeboren kind sexualiteit mee ter wereld, sexueele gewaarwordingen vergezellen -het tijdens de dagen van het zuigen en van de kindsheid en maar zeer weinige kinderen -ondervinden geen sexueele aandriften en gevoelens vóór de puberteit” (Freud, “<span lang="de">Zur sexuellen Aufklärung der Kinder</span>”, <i lang="de">Soziale Medizin und Hygiene</i>, Band II, 1907; <i>cf</i>. voor bijzonderheden zie men van denzelfden schrijver <i lang="de">Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie</i>, <span class="pagenum">[<a id="pb36" href="#pb36">36</a>]</span>1905). Moll, aan den anderen kant, beschouwt Freud’s beschouwingen over sexualiteit -in de jeugd als overdreven en vindt ze beslist verwerpelijk, hoewel hij toegeeft, -dat het moeilijk is, zoo niet onmogelijk, de gevoelens in de jeugd te onderscheiden -(Moll, <i lang="de">Das Sexualleben des Kindes</i>, pag. 154.) Moll meent ook, dat psycho-sexueele uitingen, die optreden na den leeftijd -van acht jaar, niet pathologisch zijn; kinderen, die zwak zijn en erfelijk belast, -zijn niet zelden sexueel vroegrijp, maar aan den anderen kant heeft Moll kinderen -gekend van 8 of 9 jaren met sterk ontwikkelde geslachtsdrift, die toch flink ontwikkelde -mannen werden. -</p> -<p>Rudimentaire sexueele uitingen in de jeugd, vergezeld van sexueele gevoelens, moeten -inderdaad—als ze niet te uitgesproken of te vroegtijdig zijn—beschouwd worden als -te vallen binnen de normale sfeer, ofschoon zij, als zij voorkomen bij erfelijk belaste -kinderen, niet zonder ernstige gevaren zijn. Maar bij gezonde kinderen hebben zij -gewoonlijk, na den leeftijd van zeven of acht jaar geen slechte resultaten en moeten -ze als spel beschouwd worden. Spel, bij dieren en menschen beide, is zooals Groos -met een wonderbare veelheid van voorbeelden heeft aangetoond, een nuttig opvoedingsproces; -het jonge schepsel bereidt zich daardoor voor, die functies uit te oefenen, die het -in later jaren meer volkomen en ernstiger moet uitoefenen. In zijn <i lang="de">Spiele der Menschen</i> past Groos dit denkbeeld toe op het sexueele spel van kinderen, en geeft als bewijs -aanhalingen uit de literatuur. Keller heeft, in zijn “<span lang="de">Romeo und Julia auf dem Dorfe</span>” een bewonderenswaardig waar beeld gegeven van deze kinderlijke liefdesbetrekkingen. -Emil Schultze-Malkowsky (<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. II. pag. 370) geeft eenige tooneelen uit het leven van een klein meisje van -zeven jaar, die een duidelijk beeld geven van den waren aard van de sexueele uitingen -op dezen leeftijd. -</p> -<p>Een soort van rudimentaire sexueele omgang tusschen kinderen komt voor zooals Bloch -(<i lang="de">Beiträge</i> etc. Bd. II<span class="corr" id="xd29e1311" title="Niet in bron">,</span> pag. 254) heeft opgemerkt, in vele deelen van de wereld, en wordt door hun ouders -erkend als spel. Dit is bv. het geval onder de Bawenda van Transvaal (<i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1896, Heft 4, pag. 364), en onder de Papoea’s van Kaiser-Wilhelms-Land, met goedvinden -van de ouders, hoewel veel terughouding in acht genomen wordt. (id., 1889, Heft 1, -pag. 16) Godard (<i lang="fr">Egypte et Palestine</i>, 1867, pag. 105) sloeg het sexueele spel gade van jongens en meisjes in Caïro. In -Nieuw-Mexico heeft W. A. Hammond (<i lang="en">Sexual Impotence</i>, pag. 107) jongens en meisjes gezien die als spel sexueele vereeniging beproefden -onder aanmoediging van mannen en vrouwen en in New-York heeft hij jongens en meisjes -hetzelfde zien doen in tegenwoordigheid van hun ouders, met alleen maar een lachende -terechtwijzing. “Vadertje en Moedertje spelen” is inderdaad zeer gewoon onder kinderen -in waarlijke onschuld, en met een algeheele afwezigheid van verdorvenheid; en het -beperkt zich in het geheel niet tot kinderen van de lagere maatschappelijke klasse. -Moll maakt een opmerking over het veel voorkomen ervan (<i lang="la">Libido Sexualis</i>, deel 1, pag. 277), en het comité van evangelische geestelijken heeft, in hun onderzoek -naar de moraal van het Duitsche landvolk (<i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e1328" title="Bron: geschlechtliche-sittliche">geschlechtlich-sittlichen</span> Verhältnisse</i>, Bd. 1, pag. 102) bevonden, dat kinderen die nog niet op school zijn, pogingen tot -<span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> doen. Het sexueele spel van kinderen is in het geheel niet beperkt tot het vader -en moedertje spelen; dikwijls wordt er gespeeld met een climax in het vertoonen van -en het slaan op sommige lichaamsdeelen en nu en dan zijn er spelletjes van dokter -zijn en onderzocht worden. Zoo zegt een jonge Engelsche vrouw: “Natuurlijk, toen wij -op school waren (op den leeftijd van twaalf jaar en vroeger) speelden wij met elkaar, -verscheidene van ons meisjes; we gingen dan naar een veld en deden of we dokters waren -en elkaar moesten onderzoeken, en dan deden we onze kleeren in de hoogte en bevoelden -elkaar”. -</p> -<p>Deze spelen sluiten niet noodzakelijk de medewerking van de sexueele impuls in, en -nog minder bevatten zij eenig element van liefde. Maar liefdegevoelens, ternauwernood -of in het geheel niet te onderscheiden van sexueele <span class="pagenum">[<a id="pb37" href="#pb37">37</a>]</span>liefde van volwassenen, komen dikwijls op even jeugdigen leeftijd voor. Zij behooren -tot het spel, in zoover spel een voorbereiding is voor de werkzaamheden van het latere -leven, ofschoon zij, anders dan de spelen, niet als spel gevoeld worden. Ramdohr heeft, -meer dan een eeuw geleden (<i lang="la">Venus Urania</i>, 1798) gewezen op de veel voorkomende liefde van kleine jongens voor vrouwen. Meestal -wordt de liefde gevoeld voor individuen van de andere of van dezelfde sekse, die niet -veel in leeftijd verschillen, hoewel zij gewoonlijk ouder zijn. De meest omvattende -studie over deze zaak is gedaan door Sanford Bell in Amerika op een basis van 2,300 -gevallen (S. Bell, “<span lang="en">A Preliminary Study of the Emotion of Love Between the Sexes</span>”, <i lang="en">American Journal <span class="corr" id="xd29e1347" title="Niet in bron">of </span>Psychology</i>, July, 1902). Bell bevindt, dat de aanwezigheid van de aandoening tusschen de drie -en de acht jaar blijkt uit daden als pakken, kussen, elkaar opbeuren, worstelen, dicht -bij elkaar gaan zitten, bekentenissen doen aan elkaar en aan anderen, over elkaar -praten als ze van elkaar af zijn, elkaar zoeken en de rest buitensluiten, verdriet -bij scheiding, het geven van presenten, elkaar speciale beleefdheden aandoen, kleine -opofferingen voor elkaar doen, <span class="corr" id="xd29e1350" title="Bron: jalouzie">jaloezie</span> betoonen. De meisjes zijn, over het geheel, aggressiever dan de jongens en er minder -op uit om de zaak geheim te houden. Na den leeftijd van acht, worden de meisjes bescheidener -en de jongens worden nog schuwer. De physieke sensaties komen gewoonlijk niet voor -in de sexueele organen; erectie van de penis en hyperaemia van de vrouwelijke geslachtsdeelen -beschouwt Bell als teekenen van ongewone vroegrijpheid. Maar er is een verspreide -vasomotorische opzwelling en een toestand van opgewondenheid, die te vergelijken is -met wat ondervonden wordt op jongelings- en volwassen leeftijd, al is het dan niet -hetzelfde. Over het geheel, besluit Bell terecht, staat de liefde tusschen kinderen -van verschillend geslacht met betrekking tot de liefde tot volwassenen, als de bloem -staat tot de vrucht en heeft ze misschien even weinig in zich van physieke sexualiteit -als een appelbloesem in zich heeft van den appel, die er zich uit ontwikkelt. Moll -meent ook, (<i>op<span class="corr" id="xd29e1356" title="Bron: ,">.</span> cit<span class="corr" title="Niet in bron">.</span></i>, pag. 76) dat kussen en andere dergelijke oppervlakkige aanrakingen, die hij verschijnselen -van contrectatie noemt, heel dikwijls de eerste en eenige uiting zijn van den sexueelen -impuls in de jeugd. -</p> -<p>Het is dikwijls gezegd, dat het voor kinderen gemakkelijker is hun sexueele onschuld -te bewaren op het land dan in de stad en dat alleen in de steden de sexualiteit teugelloos -en zichtbaar is. Dit is in geenen deele waar en in sommige opzichten is het het tegenovergestelde -van de waarheid. Zeker, hard werken, een natuurlijk en eenvoudig leven en geen ingespannen -geestesarbeid, werken dikwijls samen om den jongen van het land kuisch te houden in -gedachten en daden, totdat de tijd der jongelingschap voorbij is. Ammon zegt, b.v. -echter zonder bepaald bewijs te geven, dat dit gewoon is onder de lotelingen in Baden. -Zekerlijk leiden ook al de velerlei zinsprikkelingen van het stadsleven er toe, de -prikkelbaarheid van zenuwen en hersenen van de jonge menschen op te wekken op een -betrekkelijk jeugdigen leeftijd op sexueel evenals op ander gebied en vroeg begeerte -en nieuwsgierigheid aan te wakkeren. Maar aan den anderen kant biedt het stadsleven -den jongen menschen geen bevrediging voor hun wenschen en nieuwsgierigheden. De openbaarheid -van een stad, het algemeene toezicht, het bestudeerde decorum van een bevolking, die -zich bewust is, dat ze voortdurend blootgesteld is aan den blik van vreemdelingen, -werken samen om een sluier te werpen over de geheime zijde van het leven, die, zoo -hij al niet voor de jonge menschen verbergt de groote-stadsprikkels van dat leven, -toch voor het grootste deel verbergt hoe die prikkels bevredigd worden. Op het land -echter bestaan deze beperkingen niet in overeenkomstigen graad; de dieren maken de -elementaire feiten van het sexueele leven voor allen duidelijk zichtbaar; er is minder -behoefte aan of respect voor decorum; men spreekt meer openlijk; toezicht is onmogelijk -en gelegenheden voor sexueele intimiteit zijn in de ruimste mate voorhanden. Als men -misschien zeggen kan, dat de stad onkuischheid van gedachten bij <span class="pagenum">[<a id="pb38" href="#pb38">38</a>]</span>jonge menschen kan aanmoedigen, dan kan men zeker zeggen, dat het land onkuischheid -in daden aanmoedigt. -</p> -<p>De uitgebreide onderzoekingen van het Comité van Luthersche geestelijken over de sexueele -moraal (<i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e1369" title="Bron: Geschlechtlich-sittliche">geschlechtlich-sittlichen</span> Verhältnisse im Deutschen Reiche</i>), een paar jaar geleden uitgegeven, geven duidelijk blijk van de sexueele vrijheid -op het platteland van Duitschland, en Moll, die bepaald van meening is, dat het land -betrekkelijk niet vrij is van sexualiteit, zegt (<i>op. cit.</i>, pp. 137–139, 239) dat zelfs het circuleeren van obscene boeken en prenten onder -schoolkinderen meer schijnt voor te komen in kleine steden en op het land, dan in -groote steden. In Rusland, waar men zou kunnen denken, dat toestanden van de stad -en van het land minder contrast opleverden dan in vele andere landen, heeft men hetzelfde -verschil opgemerkt. “Ik weet niet”, schrijft een Russisch correspondent, “of Zola -in <i lang="fr">La Terre</i> het leven van Fransche dorpen juist beschrijft. Maar de manieren op een Russisch -dorp, waar ik een deel van mijn jeugd doorgebracht heb, gelijken tamelijk wel op die, -door Zola beschreven. In het leven van de landelijke bevolking, waarin ik terecht -kwam, was alles doortrokken van erotica. Men was er omringd door dierlijke wellust -in al zijn onbescheidenheid. Tegenovergesteld aan de algemeen gebruikelijke opinie, -geloof ik, dat een kind zijn sexueele onschuld gemakkelijker kan bewaren in de stad -dan op het land. Er zijn, zonder twijfel, veel uitzonderingen op dezen regel. Maar -de functies van het sexueele leven zijn in de steden gewoonlijk meer verborgen dan -op de velden. Zedigheid (hetzij ze van de meer oppervlakkige en uiterlijke soort is -of niet) is sterker ontwikkeld bij de bevolkingen van de steden. Als zij over sexueele -zaken spreken, omsluieren de menschen in de steden hun gedachten meer; zelfs de lagere -klassen in steden gebruiken meer terughouding, meer euphemismen, dan boeren. Zoo kan -in de steden een kind het gemakkelijk niet begrijpen als er over gewaagde onderwerpen -gesproken wordt in zijn tegenwoordigheid. Men kan zeggen, dat de corruptie in de steden, -hoewel meer verborgen, des te dieper is. Het kan zijn, maar die verborgenheid beschermt -kinderen er tegen. Het stadskind ziet alle dagen op straat prostituées, zonder ze -van andere menschen te onderscheiden. Op het land kan hij iederen dag in de ruwste -bewoordingen hooren zeggen, dat dat of dat meisje ’s nachts in een schuur of in een -sloot gevonden is in liefdesverkeer met dien en dien jongen man, of dat het dienstmeisje -iederen nacht bij den koetsier in bed kruipt, terwijl over de feiten van sexueelen -omgang, zwangerschap en geboorte in de duidelijkste woorden gesproken wordt. In steden -wordt de aandacht van het kind getrokken door duizend verschillende onderwerpen; op -het land hoort hij, behalve over veldarbeid, die hem niet interesseert, alleen spreken -over de voortbrenging van dieren en over de erotische prestaties van meisjes en jonge -mannen. Als wij zeggen, dat het stadsleven meer opwindend is, dan denken we aan volwassenen, -maar de dingen, die den volwassene prikkelen, hebben gewoonlijk geen erotische werking -op het kind, dat echter niet lang zonder sexueel gevoel kan blijven als het ziet, -hoe de groote boerenmeisjes zich, vurig als merries in een wedloop, geven in de armen -van krachtige jonge mannen. Het moet wel deze vrije uitingen van sexualiteit opmerken, -hoezeer de teere en perverse verfijningen van de stad aan zijn opmerkzaamheid zouden -ontgaan. Ik weet, dat er in de landen van overdreven preutschheid veel verborgen corruptie -is, meer, is men wel eens geneigd te denken, dan in minder huichelachtige landen. -Maar ik geloof, dat dat een onjuiste indruk is, en ik ben overtuigd, dat juist tengevolge -van al deze kleine geheimhoudingen, die het ondeugend vermaak opwekken van de vreemdelingen, -er werkelijk veel meer jonge menschen in Engeland zijn, die kuisch blijven, dan in -de landen die sexueele verhoudingen meer openlijk behandelen. In ieder geval, zoo -ik al Engelschen heb leeren kennen, die zeer losbandig waren en zeer verfijnd in de -zonde, ik heb ook jonge mannen van dezelfde natie gekend van over de 20 jaar, die -zoo onschuldig waren als kinderen, maar nooit een jongen <span class="pagenum">[<a id="pb39" href="#pb39">39</a>]</span>Franschman, Italiaan, of Spanjaard, waarvan men hetzelfde kon zeggen”. Er is, ongetwijfeld, -waarheid in deze bewering, hoewel wij toch moeten bedenken, dat, hoe uitstekend kuischheid -ook is, als deze kuischheid berust enkel op onwetendheid, de bezitter ervan aan vreeselijke -gevaren is blootgesteld.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De kwestie van sexueele hygiëne, meer bijzonder het speciale onderdeel ervan, de sexueele -opheldering, hangt echter niet af van het feit, dat bij sommige kinderen de psychische -en nerveuze uiting van sekse op een vroeger leeftijd aan den dag treedt dan bij andere. -Het berust op het ruimere, algemeene feit, dat bij alle kinderen het verstand begint -te werken op een heel vroegen leeftijd en dat deze werkzaamheid van het verstand neiging -heeft zich te openbaren in een weetgierige begeerte om vele grondfeiten van het leven -te kennen, die inderdaad berusten op sekse. De eerste en meest algemeen voorkomende -van deze wenschen is de wensch om te weten, waar de kinderen vandaan komen. Er is -geen vraag, die natuurlijker is; de vraag naar oorzaken is noodzakelijk een grondvraag -in kinderlijke philosophieën, zooals zij het in verder gevorderde gedaanten is van -de philosophieën van volwassenen. De meeste kinderen, hetzij zij geleid worden door -mededeelingen, gewoonlijk de onjuiste mededeelingen van ouderen, of door hun eigen -verstand, dat werkt onder die aanwijzingen die het krijgen kan, hebben een theorie -over de herkomst van kinderen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Stanley Hall (“<span lang="en">Contents of Children’s Minds on Entering School</span>”, <i lang="en">Pedagogical Seminary</i>, June, 1891) heeft eenige van de denkbeelden van jonge kinderen over de herkomst -van kinderen verzameld. “God maakt de kinderen in den hemel, hoewel de Heilige Moeder -en zelfs Sint Niklaas er ook maken. Hij laat ze naar beneden en laat ze zakken, en -de vrouwen en de dokters pakken ze, of Hij legt ze op het trottoir, of Hij brengt -ze naar beneden langs een houten ladder, die achterste voren is gezet en haalt dien -weer in de hoogte; of moeder of de dokter of de baker gaan er op en halen ze, soms -in een ballon, of zij vliegen naar beneden en leggen hier of daar hun vleugels af -en vergeten waar, en zij springen naar beneden naar Jezus, die ze ronddeelt. Zoo werd -er ook dikwijls gezegd, dat ze gevonden werden in meelvaten en het meel kleeft heel -lang aan ze vast, of zij groeiden in koolen, of God legde ze in het water, misschien -wel in het riool, en de dokter haalt ze er uit en brengt ze aan zieke menschen, die -ze graag hebben willen, of de melkboer brengt ze ’s morgens vroeg; zij worden opgegraven -uit den grond, of ze worden in den kinderwinkel gekocht”. -</p> -<p>In Engeland en Amerika vertelt men dikwijls aan het nieuwsgierige kind, dat het kind -in den tuin gevonden is onder een kruisbessenstruik of ergens anders; of meermalen -wordt er gezegd met wat ongetwijfeld gevoeld wordt als een dichter naderen tot de -waarheid, dat de dokter het gebracht heeft. In Duitschland is het gewone verhaaltje, -dat men de kinderen vertelt, dat de ooievaar het kind brengt. Verschillende theorieën, -voor het meerendeel gebaseerd op volkssagen, zijn voor den dag gebracht om dit verhaaltje -te verklaren, maar zij schijnen geen van allen overtuigend te zijn (zie bv. G. Herman, -“<span lang="de">Sexual-Mythen</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. 1, afl. 5, 1906, pag. 176, en P. Näcke, <i lang="de">Neurologisches Centralblatt</i>, No. 17, 1907). Näcke meent, dat er iets aannemelijks is in de suggestie van Professor -Petermann, dat een kikvorsch, die zich wringt in den bek van een ooievaar, op een -menschelijk wezentje gelijkt. -</p> -<p>In IJsland vinden we, volgens Max Bartels (“<span lang="de">Isländischer Brauch und Volksglaube</span>”, <span class="pagenum">[<a id="pb40" href="#pb40">40</a>]</span>etc., <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1900, afl. 2 en 3) een overgang tusschen de werkelijkheid en de phantasie in de -verhalen, die aan kinderen verteld worden over de herkomst van kinderen (de ooievaar -is hier uitgesloten, want die komt niet verder dan tot de zuidelijke grens van de -Scandinavische landen). In Noordelijk IJsland wordt gezegd, dat God het kind gemaakt -heeft en dat de moeder het gedragen heeft, en dat zij daarom nu ziek is. In het Noord-Westen -zegt men, dat God het kind gemaakt heeft en het aan de moeder heeft gegeven. Elders -zegt men, dat God het kind gezonden heeft en dat de vroedvrouw het heeft gebracht -en dat de moeder alleen maar in bed ligt om dicht bij het kind te zijn (wat maar zelden -in een wieg wordt gelegd). Soms wordt ook gezegd dat een lam of een vogel het kind -gebracht heeft. En dan weer zegt men, dat het in den nacht door het raam is binnengekomen. -Soms echter vertelt men het kind, dat het kindje gekomen is uit de borsten van de -moeder, of van onder haar borsten, en dat zij daarom ziek is. -</p> -<p>Zelfs als de kinderen te weten komen, dat kleine kinderen uit het lichaam der moeder -komen, dan blijft deze kennis dikwijls nog heel vaag en onnauwkeurig. Het gebeurt -bv. heel dikwijls in alle beschaafde landen, dat de navel beschouwd wordt als het -punt, waar het kind uit het lichaam komt. Dit is een natuurlijke conclusie, omdat -de navel een kanaal schijnt te zijn naar binnen in het lichaam, en een kanaal waarvoor -geen zichtbaar gebruik is, terwijl de geslachtsspleet zich niet zou opperen voor meisjes -(en nog minder voor jongens) als de doorgang der geboorte, omdat die reeds gemonopoliseerd -schijnt te worden door de afscheiding der urine. Dit geloof omtrent den navel wordt -soms behouden den geheelen tijd der jeugd door, vooral bij meisjes van de zoogenaamde -welopgevoede klasse, die te wel opgevoed zijn om de zaak te bespreken met haar getrouwde -vriendinnen, en die werkelijk meenen, dat zij reeds voldoende op de hoogte zijn. Op -dezen leeftijd kan het zijn, dat het geloof niet geheel onschadelijk is, in zooverre -het er toe leidt den werkelijken toegang der sexualiteit onbewaakt te laten. In den -Elzas, waar meisjes gewoonlijk gelooven, en waar haar ook geleerd wordt, dat de kinderen -door den navel komen, loopen populaire verhalen (<i lang="la">Anthropophyteia</i>, deel III, pag. 89), die de verkeerde gevolgen doen zien van dit geloof, die soms -leiden tot verlies der maagdelijkheid. -</p> -<p>Freud, die meent dat kinderen niet hard gelooven aan den fabel van den ooievaar en -dergelijke verhalen, die uitgevonden zijn om hen te misleiden, heeft een belangwekkend -psychologisch onderzoek gedaan naar de werkelijke theorieën, die kinderen zelf maken -als het resultaat van waarneming en nadenken van de sexueele feiten van het leven -(zie Freud, “<span lang="de">Ueber Infantile <span class="corr" id="xd29e1422" title="Bron: Sexualtheorieën">Sexualtheorien</span></span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Dec. 1908). Zulke theorieën, merkt hij op, komen overeen met de schitterende, maar -onvolledige veronderstellingen, waar natuurvolken toe komen over den aard en den oorsprong -der wereld. Er zijn drie theorieën, die, zooals Freud geheel naar waarheid besluit, -zeer dikwijls door kinderen gevormd worden. De eerste en de verst verspreide is, dat -er geen werkelijk anatomisch verschil is tusschen jongens en meisjes; als de jongen -opmerkt dat zijn zusje geen zichtbare penis heeft, dan komt hij zelfs tot het besluit, -dat het komt omdat ze nog te jong is, en het kleine meisje zelf denkt hetzelfde. Het -feit, dat in de kindsheid de clitoris betrekkelijk grooter is en meer op een penis -gelijkt, helpt deze gedachte bevestigen, die Freud in verband brengt met de neiging -op lateren leeftijd tot erotische droomen over vrouwen voorzien van een penis. Deze -theorie begunstigt, zooals Freud opmerkt, den groei der homo-sexualiteit, als de kiemen -er van aanwezig zijn. De tweede theorie is de fæcale theorie van de herkomst van kinderen. -Het kind, dat misschien denkt dat zijn moeder een penis heeft, en dat in ieder geval -niet weet van de vagina, komt tot het besluit dat het kind ter wereld gebracht wordt -door een werking, gelijk aan de werking van de ingewanden. De derde theorie, die misschien -minder voorkomt dan de andere, noemt Freud de sadistische theorie van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Het kind erkent, dat zijn vader op eene <span class="pagenum">[<a id="pb41" href="#pb41">41</a>]</span>of andere wijze moet hebben deelgenomen aan zijn verwekking. De theorie, dat sexueele -omgang bestaat in geweld, heeft een spoor van waarheid in zich, maar kinderen schijnen -er op duistere wijze toe te komen. De eigen sexueele gevoelens van het kind worden -dikwijls het eerst gewekt als het worstelt of vecht met een kameraadje; het kan ook -zijn, dat hij zijn moeder min of meer speelsch ziet weerstand bieden aan een plotselinge -liefkoozing van zijn vader; en als een werkelijke twist plaats vindt, dan kan die -indruk versterkt worden. Wat de ideeën van het kind betreft over den huwelijkschen -staat, bevindt Freud, dat hij gewoonlijk beschouwd wordt als een staat, die ingetogenheid -afschaft; en de meest voorkomende theorie is, dat getrouwd zijn beteekent, dat de -menschen in elkanders tegenwoordigheid kunnen urineeren, terwijl een andere gewone -kindertheorie is, dat getrouwd zijn is, dat de menschen elkaar hun genitaliën laten -zien.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zoo komt het, dat wij al op een zeer vroeg stadium van het leven van het kind tegenover -de kwestie komen te staan, hoe wij het wijste kunnen beginnen met zijn inwijding in -de kennis van de groote centrale feiten van sekse. Het is misschien wat achterlijk -het als een kwestie te beschouwen, maar dat is het toch onder ons, ofschoon drie duizend -vijf honderd jaar geleden de Egyptische vader tot zijn kind aldus heeft gesproken: -“Ik heb je een moeder gegeven, die je bij zich gedragen heeft, als een zware last, -om jouwentwille, en zonder op mij te steunen. Toen je eindelijk geboren was, onderwierp -zij zich aan het juk, want drie jaar lang waren haar tepels in je mond. Je uitwerpselen -hebben haar nooit tegenzin ingeboezemd, of haar doen zeggen: Wat doe ik? Toen je naar -school gezonden waart, ging zij regelmatig iederen dag om eigengebakken brood en eigengebrouwen -bier aan je meester te brengen. Als jij op jouw beurt trouwt en een kind krijgt, voed -dan je kind op, zooals je moeder jou opgevoed heeft”<a class="noteref" id="xd29e1436src" href="#xd29e1436">3</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Alles wat de liefde en zorgvuldigheid van ouderlijke liefde kan geven”, schrijft -Dr. G. F. Butler, van Chicago (<i lang="en">Love and its Affinities</i>, 1899, pag. 83), “alles wat de meest verfijnde godsdienstinvloed kan geven, alles -wat de meest beschaafde vereenigingen kunnen tot stand brengen, dat kan door een enkel -oogenblik teniet worden gedaan. Er is geen plaats voor ethisch betoog, ja, er is zelfs -dikwijls geen bewustzijn van kwaad, maar alleen Gretchen’s “<span lang="de">Es war so süsz</span>”. Dezelfde schrijver voegt er aan toe (wat al tevoren opgemerkt was door Mrs. Craik -en anderen) dat het onder de leden der kerk de fijnere en meer gevoelige organisaties -zijn, die het meest onderhevig zijn aan sexueele emoties. Voor zoover het jongens -aangaat, laten wij de mededeeling in geslachtszaken, het heiligste en meest centrale -feit ter wereld, zooals de kanunnik Lyttelton opmerkt, over aan onreindenkende schooljongens, -rijknechts, tuinjongens, in het kort aan iedereen, die op jeugdigen leeftijd voldoende -bedorven is en voldoende roekeloos om er over te spreken”. Er, wat meisjes aangaat, -zooals Balzac lang geleden opmerkte, “een moeder kan haar dochter streng opvoeden, -en haar onder haar vleugelen hoeden zeventien jaar lang; maar een dienstmeisje kan -dat lange werk teniet doen door een woord, zelfs door een gebaar”. -</p> -<p>De groote rol, die door dienstmeisjes van de lagere klasse gespeeld wordt bij de sexueele -inwijding van de kinderen van den middenstand, is toegelicht bij de behandeling van -“De sexueele impuls bij vrouwen” in een van mijn <span class="pagenum">[<a id="pb42" href="#pb42">42</a>]</span>andere werken, en behoeft nu niet verder besproken te worden. Ik wil alleen hier in -het voorbijgaan een woord zeggen over de andere zijde. Hoe dikwijls dienstmeisjes -ook deze rol spelen, moeten we toch niet zoo ver gaan van te zeggen, dat dit het geval -is met de meerderheid. Wat Duitschland aangaat, heeft Dr. Alfred Kind onlangs zijn -ondervinding medegedeeld: “Ik heb <i>nooit</i> in mijn jeugd een slecht of ongepast woord gehoord over geslachtsverhoudingen van -een dienstmeisje, ofschoon de dienstmeisjes elkaar in ons huis opvolgden als zonneschijn -en regenbuien in April en er was altijd een kameraadschappelijke betrekking tusschen -ons kinderen en de dienstboden”. Wat Engeland aangaat, kan ik er bijvoegen, dat mijn -eigen jeugdondervindingen overeenkomen met die van Dr. Kind. Dit behoeft geen verwondering -te wekken, want we kunnen zeggen, dat bij het gewone meisje in goede omstandigheden, -hoewel haar deugd misschien niet ontwikkeld is tot heldenverhoudingen, toch gewoonlijk -een natuurlijke eerbied is voor de onschuld van kinderen, een natuurlijke sexueele -onverschilligheid jegens hen en een natuurlijke verwachting, dat de man de actieve -rol moet spelen als er een sexueele verhouding zal ontstaan.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Men begint ook te voelen, dat, vooral met betrekking tot vrouwen, onschuld berustend -op onwetendheid niet alleen is een te broos bezit om het behouden ervan waard te zijn, -maar dat zij werkelijk verkeerd is, omdat zij het ontbreken van noodige kennis met -zich mee brengt. “Het is weinig minder dan misdadig”, schrijft Dr. T. M. Goodchild<a class="noteref" id="xd29e1460src" href="#xd29e1460">4</a>, “onze jonge menschen midden in de prikkelingen en verleidingen van een groote stad -te zenden, met niet meer voorbereiding dan alsof zij in het Paradijs gingen leven”. -In het geval van de vrouwen, heeft onwetendheid nog verder het nadeel, dat het haar -berooft van de kennis, die noodig is voor een sympathie, die andere vrouwen begrijpen -kan. Het gebrek aan sympathie van vrouwen voor vrouwen berust dikwijls voor een groot -deel op volkomen onbekendheid met de feiten van het leven. “Waarom”, schrijft mij -in een brief een getrouwde dame, die dit scherp voelt, “worden vrouwen opgevoed in -zulk een diepe onwetendheid over haar eigen natuur en voornamelijk over die van andere -vrouwen? Zij weten niet half zooveel van andere vrouwen als een man van de meest middelmatige -capaciteit in den loop van een dag te weten komt”. Wij probeeren onze fout bij het -opvoeden van vrouwen in de hoofdfeiten van sekse, goed te maken door aan de politie -en andere bewaarders van de algemeene orde, den plicht op te leggen de vrouwen en -de moraal te beschermen. Maar, zooals Moll met nadruk zegt, het werkelijk probleem -van kuischheid ligt niet in het vermeerderen van wetten en politiebeambten, maar in -ruime mate in de kennis der vrouwen omtrent de gevaren van sekse en in het aankweeken -van hun gevoel van verantwoordelijkheid<a class="noteref" id="xd29e1469src" href="#xd29e1469">5</a>. Wij maken maar steeds wetten ter bescherming van kinderen en wij verscherpen het -politietoezicht. Maar wetten en politie, hetzij hun werkzaamheid goed is of kwaad, -zijn in beide gevallen zonder resultaat. Zij kunnen voor het grootste <span class="pagenum">[<a id="pb43" href="#pb43">43</a>]</span>deel eerst ingeroepen worden als het nadeel al gedaan is. Wij moeten leeren tot op -den wortel van de zaak door te dringen. Wij moeten onzen kinderen leeren zichzelf -tot wet te zijn. Wij moeten hun die kennis geven, die hen in staat zal stellen hun -eigen persoonlijkheid te bewaken<a class="noteref" id="xd29e1479src" href="#xd29e1479">6</a>. Er is een ware geschiedenis van een dame, die had leeren zwemmen, tot grooten afschuw -van haar geestelijke, die zwemmen onvrouwelijk vond. “Maar”, zeide ze, “stel dat ik -verdronk”. “In dat geval”, antwoordde hij, “moet ge wachten tot er een man komt, die -u redt”. Daar hebben we twee reddingsmethoden, die aan vrouwen gepredikt zijn, de -oude en de nieuwe. In geen zee hebben vrouwen meer gevaar geloopen van te verdrinken -dan in die van de sekse. Het moest geen vraag zijn, welke de beste methode van redding -is. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is tegenwoordig moeilijk eenige ernstige argumenten te vinden tegen de wenschelijkheid -van vroege sexueele inlichting, en wij vinden het bijna comisch te lezen, hoe de romanschrijver -Alphonse Daudet, toen hem naar zijn meening over zulke inlichting gevraagd werd, betuigde—in -een geest, die zeker gewoon was onder de mannen van zijn tijd—dat ze onnoodig was, -omdat jongens alles konden leeren van de straat en uit de couranten, terwijl “wat -jonge meisjes betreft—neen! ik zou ze geen van de waarheden der physiologie willen -mededeelen. Ik kan alleen nadeelen zien in zulk gedrag. Deze waarheden zijn leelijk, -ontnuchterend, zij zullen zeker den geest en de natuur van een meisje schokken, haar -verschrikt maken en walging in haar wekken”. We kunnen evengoed zeggen, dat het niet -noodig is bronnen helder water te verschaffen, zoolang er plassen op straat zijn, -waar iedereen uit drinken kan. Een tijdgenoot van Daudet, die een veel fijner geestelijk -inzicht had, Coventry Patmore, de dichter, heeft in zijn verhandeling over “<span lang="en">Ancient and Modern Ideas of Purity</span>” in zijn mooi boek, <i lang="la">Religio Poetae</i>, reeds in mooie woorden geprotesteerd tegen die “ziekte der onreinheid”, die voortkomt -uit “<span lang="en">our modern undivine silences</span>”, waar Daudet voor gepleit heeft. En Metchnikoff verklaarde, niet zoo lang geleden, -van wetenschappelijke zijde, vooral sprekend wat vrouwen aangaat, dat kennis zóo noodig -is voor moreel gedrag, dat “onwetendheid beschouwd moet worden als de meest immoreele -daad”. (<i lang="fr">Essais Optimistes</i>, pag. 420). -</p> -<p>De beroemde Belgische romanschrijver, Camille Lemonnier, behandelt in zijn <i lang="fr">L’Homme en Amour</i> de kwestie van de sexueele opvoeding van de jeugd, door de geschiedenis te geven -van een jongen man, opgevoed onder den invloed van de conventioneele en huichelachtige -ideeën, die leeren, dat naaktheid en sekse weerzinwekkende zaken zijn. Zoodoende gaat -hij de gelegenheden tot onschuldige en natuurlijke liefde voorbij, om ten slotte hopeloos -de slaaf te worden van een zinnelijke vrouw, die hem enkel behandelt als het voorwerp -van haar lust, als den laatsten van een lange rij minnaars. Het boek is een machtig -pleidooi voor een verstandige, gezonde en natuurlijke opvoeding in geslachtszaken. -Er werd echter in Brugge beslag op gelegd, in 1901, hoewel het proces tenslotte eindigde -met vrijspraak. Zulk een uitspraak is in harmonie met de algemeene neiging van voelen -in den tegenwoordigen tijd. -</p> -<p>De oude ideeën, door Daudet uitgesproken, dat de sexueele feiten leelijk en ontnuchterend -zijn, en dat zij den geest van de jeugd schokken, zijn beide <span class="pagenum">[<a id="pb44" href="#pb44">44</a>]</span>evenzeer geheel onjuist. Zooals de kanunnik <span class="corr" id="xd29e1509" title="Bron: Lyttleton">Lyttelton</span> opmerkt, waar hij er op aandringt, dat de wetten der voorplanting aan de kinderen -geleerd moeten worden door de moeder: “De wijze waarop zij die mededeeling ontvangen -met aangeboren eerbied, waarheid van begrip en argelooze teerheid, is niets minder -dan een openbaring van de oneindige schoonheid der natuur. Maar ik waag te zeggen, -dat niemand heelemaal weet, wat het is, die het voorrecht gemist heeft van de eerste -te zijn, die hun de ware beteekenis uitgelegd heeft van leven en geboorte en het mysterie -van hun eigen wezen. Niet alleen laten we na gezonde kennis in hen op te bouwen, maar -wij berooven onszelf van de kans iets te weten te komen, dat goddelijk moet zijn”. -Op dezelfde wijze spreekt Edward Carpenter, waar hij zegt dat het gemakkelijk en natuurlijk -is voor een kind van het begin af aan zijn lichamelijke verhouding tot zijn moeder -te weten (<i lang="en">Love’s Coming of Age</i>, pag. 9): “Een kind op den leeftijd van de puberteit, bij de ontplooiing van zijn -diep verborgen emotioneele en sexueele natuur, is zeer goed in staat tot de meest -gevoelige, liefderijke en kalme appreciatie van wat <i>sekse</i> beteekent (gewoonlijk meer, zooals de zaken tegenwoordig staan, dan zijn wereldschen -vader of voogd); en hij kan de inlichtingen, als die op sympathieke wijze gegeven -worden, in zich opnemen zonder eenigen schok of stoornis voor zijn schaamtegevoel—dat -gevoel dat zoo’n natuurlijke en belangrijke bescherming is van de eerste jeugd”. -</p> -<p>Hoe wijd verspreid, zelfs nog eenige jaren geleden, de overtuiging was ingeworteld, -dat de sexueele feiten zoowel aan jongens als aan meisjes moesten medegedeeld worden, -bleek toen de opinies van een zeer gemengde verzameling van min of meer op den voorgrond -tredende personen gezocht werd over dit vraagstuk (“<span lang="en">The Tree of Knowledge</span>”, <i lang="en">New Review</i>, June, 1894). Een kleine minderheid van slechts twee (Rabbi Adler en Mrs. Lynn Lynton) -waren tegen die kennis, terwijl onder de meerderheid, die er vóór waren, zich bevonden -M<sup>me</sup> Adam, Thomas Hardy, Sir Walter Besant, Björnson, Hall Cain, Sarah Grand, Nordau, -Lady Henry Somerset, Barones von Suttner en Miss Willard. De leidsters van de vrouwenbeweging -zijn natuurlijk, vóór de kennis. Zoo keurde een vergadering van den “<span lang="de">Bund für Mutterschutz</span>” te Berlijn, in 1905, bijna eenstemmig een besluit goed, waarbij verklaard werd, -dat de vroege sexueele inlichtingen aan kinderen over de feiten van het sexueele leven -dringend noodig zijn (<i lang="de">Mutterschutz</i>, 1905, Heft 2, pag. 91). Wij kunnen er aan toevoegen, dat de medische opinie deze -mededeelingen al lang goedgekeurd heeft. Zoo werd in Engeland namens de redactie gezegd -in de <i lang="en">British Medical Journal</i> eenige jaren geleden (June 9, 1894): “De meeste medici van een leeftijd, waarop men -confidenties krijgt over zulke zaken, zullen zich gevallen kunnen herinneren, waarin -een onwetendheid, die belachelijk zou geweest zijn, als ze niet zoo droevig ware, -ten toon gespreid werd over zaken, waarover iedere vrouw, die het huwelijk intrad, -nauwkeurig ingelicht had moeten wezen. Wij meenen, dat er geen twijfel aan kan zijn, -dat veel ongeluk en veel ziekte voorkomen zou worden, als jonge menschen van beide -seksen een weinigje nauwkeurige kennis hadden over sexueele verhoudingen en als zij -wel overtuigd waren van het groote belang gezonde wederhelften te kiezen. Kennis behoeft -niet noodzakelijk leelijk te zijn, maar zelfs als ze dat was, dan is ze in dat opzicht -zeker niet te vergelijken met de voorstellingen van de onwetendheid.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Zoo ook in Amerika, waar bij een jaarlijksche meeting van de <span lang="en">American Medical Association</span>, Dr. Denslow Lewis, van Chicago, welsprekend aandrong op de behoefte om sexueele -hygiëne te leeren aan jonge mannen en meisjes: al de negen volgende sprekers, sommige -van hen doktoren van wereldberoemden naam, spraken in hoofdzaak hun instemming uit -(<i lang="en">Medico-Legal Journal</i>, June—Sept., 1903). En Howard bevestigt aan het einde van zijn uitgebreide <i lang="en">History of Matrimonial Institutions</i> (vol. III, pag. 257) de noodzakelijkheid van opvoeding in sexueele zaken, als gaande -tot den bodem van het huwelijksprobleem. “In het toekomstige opvoedingsprogramma”, -merkt hij op “nemen sexueele kwesties een eervolle plaats in”.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb45" href="#pb45">45</a>]</span></p> -<p>Hoewel het nu echter in ruimen kring erkend wordt, dat kinderen aanspraak hebben op -inlichtingen in sexueele zaken, kan niet gezegd worden, dat dit geloof in ruimen kring -in praktijk gebracht wordt. Vele personen, die er ten volle van overtuigd zijn, dat -kinderen vroeger of later behooren ingelicht te worden over de sexueele levensbronnen, -zijn wat zenuwachtig angstig omtrent den juisten leeftijd, waarop deze inlichtingen -moeten beginnen. Hun verborgen gevoelen schijnt te zijn, dat sekse een kwaad is en -inlichtingen over sekse ook een kwaad, hoewel een noodzakelijk kwaad, en dat het voornaamste -punt is het laatste oogenblik te zoeken, waartoe we veilig dit noodzakelijk kwaad -kunnen uitstellen. Zulk een houding is, natuurlijk, geheel verkeerd. De weetgierigheid -van het kind omtrent zijn oorsprong is een volkomen natuurlijke, eerlijke en onschuldige -wensch, zoolang zij niet bedorven is, doordat zij gedwarsboomd wordt. Een kind van -vier jaar zal over deze kwestie vragen doen, eenvoudig en spontaan. Zoodra de vragen -gesteld worden, inzonderheid zoodra ze dringend worden, moeten ze beantwoord worden -in denzelfden eenvoudigen, spontanen geest, naar waarheid, maar naar de mate van het -verstand van het kind en van zijn capaciteit en weetgierigheid. Dit tijdstip moet -en, als deze <span class="corr" id="xd29e1554" title="Bron: aanwijzigingen">aanwijzingen</span> opgevolgd worden, zal ook in geen geval uitgesteld worden tot na het zesde jaar. -Na dien leeftijd is zelfs het meest zorgvuldig beschermde kind blootgesteld aan nadeelige -mededeelingen van buiten. Moll wijst er op, dat de sexueele inlichtingen aan meisjes -in hun verschillende stadiën altijd wat eerder moeten komen dan die aan jongens, en -daar de ontwikkeling van meisjes tot aan de puberteit altijd sneller gaat, is deze -eisch redelijk. -</p> -<p>Als de elementen van sexueele opvoeding in de vroege jeugd moeten medegedeeld worden, -dan is het duidelijk genoeg, wie de mededeelingen moet doen. Er is geen kwestie van -of dit privilege behoort volgens alle recht aan de moeder. Behalve waar een kind <span class="corr" id="xd29e1559" title="Bron: kustmatig">kunstmatig</span> gescheiden is van deze naaste van zijn opvoeders, is het inderdaad alleen de moeder, -die de natuurlijke gelegenheid heeft deze vragen te krijgen en te beantwoorden. Zij -behoeft in het geheel geen initiatief in de zaak te nemen. Het onvermijdelijke ontwaken -van het verstand van het kind en de ontwikkeling van zijn grenzenlooze nieuwsgierigheid -voorzien haar liefde en haar takt van alle gelegenheden om de gedachte en de kennis -van <span class="corr" id="xd29e1562" title="Bron: kaar">haar</span> kind te vormen. Ook behoeft zij op dezen trap niet de geringste technische kennis -te bezitten. Zij moet alleen noodzakelijk het meest absolute geloof in de reinheid -en in de waardigheid van haar lichamelijke verhouding tot haar kind hebben en zij -moet er vrijmoedig en liefdevol over kunnen spreken. Als deze hoofdvoorwaarde vervuld -is, dan heeft iedere moeder al de kennis, die haar jonge kind noodig heeft. -<span class="pagenum">[<a id="pb46" href="#pb46">46</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first"></p> -<p>Onder de beste autoriteiten, zoowel mannen als vrouwen, in al de landen, waar de zaak -de aandacht trekt, schijnt men nu eensgezind van meening te zijn, dat de grondfeiten -van de betrekking van het kind tot zijn moeder aan het kind uitgelegd moeten worden -door de moeder, zoodra het kind begint te vragen. Zoo heeft in Duitschland Moll herhaaldelijk -in dezen geest gesproken; hij dringt er op aan, dat sexueele inlichtingen voornamelijk -een vertrouwelijke en individueele zaak moeten zijn; dat er op scholen geen algemeene -en persoonlijke waarschuwingen moeten zijn tegen onanie, etc. (hoewel hij op later -leeftijd inlichting over venerische ziekten goedkeurt), maar dat de moeder de juiste -persoon is om intieme kennis aan het kind mede te deelen, en dat iedere leeftijd goed -is om met zulke inlichtingen te beginnen, als ze maar gegoten worden in een vorm die -voor den leeftijd past (Moll, <i>op. cit.</i>, pag. 264). -</p> -<p>Bij de Mannheimer meeting van het Congres van het Duitsche Genootschap ter Bestrijding -van Venerische Ziekten was, toen de kwestie van sexueele inlichting het eenige onderwerp -van discussie uitmaakte, de meening ten gunste van vroege leering door de moeder, -overheerschend. “Het is de moeder, die in de eerste plaats verantwoordelijk gesteld -moet worden voor het duidelijk begrijpen van het kind der sexueele dingen, hetgeen -zoo dikwijls ontbreekt”, zeide Frau Krukenberg (“<span lang="de">Die Aufgabe der Mutter</span>”, <i lang="de">Sexualpädagogik</i>, pag. 13), terwijl Max Enderlin, een onderwijzer, bij dezelfde gelegenheid zeide -(“<span lang="de">Die Sexuelle Frage in die Volksschule</span>”, <i>id.</i>, pag. 35): “Het is de moeder, die het kind zijn eersten uitleg moet geven, want tot -de moeder komt hij natuurlijk het eerst met zijn vragen”. In Engeland zegt de kanunnik -Lyttelton, die uitmunt onder de hoofden van <span lang="en">Public Schools</span>, niet het minst door zijn duidelijke en bewonderenswaardige gezegden over deze kwesties -(<i lang="en">Mothers and Sons</i>, pag. 99), dat de rol van de moeder bij de sexueele inlichting en het sexueel bewaken -van haar zoon van overwegend belang is, en dat die in de vroegste jaren een aanvang -moet nemen. J. H. Badley, een andere schoolmeester (“<span lang="en">The Sex Difficulty</span>”, <i lang="en">Broad Views</i>, June 1904), zegt ook, dat de rol van de moeder in de eerste plaats komt. Northcote -(<i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, pag. 25) gelooft, dat de plicht van de ouders de hoofdzaak is in deze zaak, en dat -de huisdokter en de onderwijzer in een later stadium komen. In Amerika dringt Dr. -Mary Wood Allen, die een voorname en invloedrijke positie inneemt in de maatschappelijke -bewegingen van vrouwen, er op aan (in <i lang="en">Child-Confidence Rewarded</i>, en andere pamphletten) dat een moeder moet beginnen haar kind deze dingen te vertellen -zoodra het begint te vragen en dat de leeftijd van vier niet te jong is, en zij zegt -hoe dit gedaan kan worden en geeft voorbeelden van de gelukkige resultaten ervan, -daar het een teer vertrouwen tusschen het kind en de moeder bevordert.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als, zooals sommigen willen, de eerste stap uitgesteld wordt tot het tiende jaar of -zelfs later, dan komt de moeilijkheid, dat het niet langer zoo gemakkelijk is eenvoudig -en natuurlijk over deze dingen te spreken; de moeder begint zich verlegen te voelen, -om voor het eerst over deze moeilijke onderwerpen te spreken met een zoon of een dochter, -die bijna zoo groot is als zij zelf. Zij voelt, dat zij het alleen maar onhandig kan -doen en zonder succes, en zij besluit waarschijnlijk het in het geheel niet te doen. -Zoo wordt een atmospheer van geheimzinnigheid geschapen met al de hinderlijke en verkeerde -invloeden, die de geheimzinnigheid bevordert. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er kan geen twijfel aan zijn dat, meer bepaald bij heel intelligente kinderen met -vage en niet gespecialiseerde, maar aanhoudende sexueele impulsen, de kunstmatige -geheimzinnigheid waarmee de sekse maar al te dikwijls omgeven is, <span class="pagenum">[<a id="pb47" href="#pb47">47</a>]</span>niet alleen de natuurlijke nieuwsgierigheid accentueert, maar ook er toe neigt de -ziekelijke intensiteit en zelfs het hevig verlangen van de sexueele impuls te begunstigen. -Dit is al lang erkend geweest. Dr. Beddoes schreef aan het begin van de 19de eeuw: -“Wij ontveinzen ons tevergeefs de gretigheid, waarmee kinderen van beide geslachten -zich zekerheid trachten te verschaffen aangaande den bouw van het andere geslacht. -Geen mate van terughouding bij volwassenen, geen middelen, geen zorg om boeken van -zekere soort uit het gezicht te houden en om andere te schiften, heeft misschien ooit, -met welke soort van kinderen ook, succes gehad om deze nieuwsgierigheid te voorkomen -of te onderdrukken. Geen deel van de geschiedenis van menschelijke gedachte zou misschien -zonderlinger zijn dan de krijgslisten, uitgedacht door jonge menschen in verschillende -toestanden om zich meester te maken van het geheim. En iedere ontdekking, die zij -aan hun eigen onderzoekingen danken, kan slechts even zooveel olie zijn, gegoten op -een in vlam staande verbeelding”. (T. Beddoes, <i lang="la">Hygeia</i>, 1802, vol. III, pag. 59). Kaan noemt, in een van zijn vroegste boeken over ziekelijke -sexualiteit, geheimzinnigheid een van de oorzaken van <i lang="la">psychopatia sexualis</i>. Marro (<i lang="en">La Pubertà</i>, pag. 299) wijst er op, hoe de sluier van geheimzinnigheid, over sexueele zaken geworpen, -alleen maar dient om er de aandacht op te vestigen. De beroemde Hollandsche schrijver -Multatuli maakt, in een van zijn brieven (met toestemming aangehaald door Freud), -opmerkzaam op het gevaar, de dingen voor jongens en meisjes te verbergen achter een -sluier van geheimzinnigheid en hij wijst er op, dat dit slechts de nieuwsgierigheid -van kinderen moet verhoogen, en verre van hen rein te houden, wat enkel onwetendheid -nooit kan doen, hun verbeelding verhit en van de wijs brengt. Ook Mrs. Mary Wood Allen -waarschuwt de moeder (<i>op. cit.</i>, pag. 5) tegen het gevaar een geest van verwarring gevende geheimzinnigheid over -deze dingen te laten komen. “Als hij, die de mededeelingen geeft, eenige gegeneerdheid -voelt bij het beantwoorden van de vragen van het kind, dan is hij niet geschikt leermeester -te zijn, want het gevoel van gegeneerdheid zal zich, ongemerkt, aan het kind mededeelen -en het zal een onbepaald gevoel hebben van beleedigde kieschheid, hetgeen onnoodig -en ongewenscht is. Het rein maken van iemand’s eigen gedachten is dus de eerste stap -er toe om op reine wijze de waarheid mede te deelen. <a id="xd29e1625"></a>Waarom”, voegt zij er aan toe, “is dood, de uitgang van het leven, waardiger of plechtiger -dan geboorte, de ingang in het leven? Of waarom is het nemen van aardsch leven een -meer indrukwekkend feit dan het geven van leven?” Mrs. Ennis Richmond zegt, in een -handleiding voor moeders, die veel wijze en ware dingen bevat: “Ik wil er den nadruk -op vestigen, sterker dan op iets anders, dat het de <i>geheimzinnigheid</i> is, die zekere deelen van het lichaam en hun functies omgeeft, die ze gevaarlijk -doet worden in de gedachte van het kind. Kleinen kinderen wordt, van hun vroegste -jaren geleerd om aan deze deelen van hun lichaam te denken als geheimzinnig, en dat -niet alleen, maar zij zijn geheimzinnig, omdat zij onrein zijn. Kinderen hebben er -niet eens een naam voor. Als gij met uw kind er over spreken moet, doet gij het geheimzinnig -en half fluisterend als over “dat deeltje van je waar je niet over spreekt”, of in -dergelijke woorden. Vóor alles is het van belang, dat uw kind een goeden naam weet -voor deze deelen van zijn lichaam, en voor hun functies en dat hem geleerd moet worden, -deze namen te gebruiken en te hooren, en dat wel even zoo natuurlijk en openlijk alsof -hij of gij spraakt over zijn hoofd of zijn voet. De conventie heeft het, om verschillende -redenen, onmogelijk gemaakt, zoo in het publiek te spreken. Maar gij kunt, in ieder -geval in de kinderkamer, hiervan afwijken. Daar heeft deze regel der conventie geen -voordeel, en menig ernstig nadeel. Het is gemakkelijk tot een kind te zeggen, de eerste -keer dat hij een “rare” opmerking in het publiek maakt: “Kijk eens, kindje, je mag -zeggen wat je wilt tegen mij of tegen vader, maar, om de eene of andere reden, moet -je niet over deze (en zeg dan <i>wat</i> voor dingen) tegen andere menschen spreken”. Maar laat uw kind de opmerking in het -publiek maken <span class="pagenum">[<a id="pb48" href="#pb48">48</a>]</span><i>eer</i> gij spreekt (bekommer u niet om den schok aan de gevoelens van uw bezoeker), waarschuw -hem er niet tegen, dit te doen<span class="corr" id="xd29e1634" title="Bron: .">”</span> (Ennis Richmond, <i lang="en">Boyhood</i>, pag. 60). Sekse moet altijd een mysterie zijn, maar, zooals Mrs. Richmond terecht -zegt, “de echte en ware mysteries van voortbrenging en geboorte zijn zeer verschillend -van de vulgaire geheimzinnigheid waarmede de gewoonte ze omgeeft”. -</p> -<p>De kwestie van precies de namen, die gegeven moeten worden aan de meer intieme lichamelijke -deelen en functies, is soms wat moeilijk op te lossen. Iedere moeder zal natuurlijk -haar eigen instinct volgen, en waarschijnlijk haar eigen tradities in deze zaak. Ik -heb elders er op gewezen (in de studie over “<span lang="en">The Evolution of Modesty</span>”) hoe ver verspreid en instinctief de neiging is om op dit gebied voortdurend nieuwe -verzachtende uitdrukkingen aan te nemen. De oude en eenvoudige woorden, die in Engeland -een groot dichter als Chaucer nog op de juiste en natuurlijke manier gebruiken kon, -zijn zoo dikwijls door de modder gesleept door lage geesten, dat er tegenwoordig een -instinctmatige aarzeling is ze voor mooie dingen te gebruiken. Zij zijn echter ongetwijfeld -de beste, en, naar hun oorsprong, de waardigste en krachtigste woorden. Vele menschen -zijn van meening, dat zij daarom uit de modder opgevischt moesten worden, en dat hun -heiligheid aan de kinderen geleerd moet worden. Een met mij bevriend dokter schrijft, -dat hij altijd aan zijn zoon gezegd heeft, dat de vulgaire sexueele namen werkelijk -mooie woorden zijn van ouden oorsprong en dat, als we ze juist verstaan, we met geen -mogelijkheid eenige aanleiding er in kunnen zien voor platte grappen. Het zijn eenvoudige, -ernstige en plechtige woorden, die de meest centrale feiten van het leven aanduiden, -en alleen aan onwetende en <span class="corr" id="xd29e1646" title="Bron: plebeische">plebejische</span> platheid kunnen zij obscene vroolijkheid verschaffen<span class="corr" id="xd29e1649" title="Bron: ,">.</span> Een Amerikaansch geleerde, die voor eigen rekening en anoniem eenige geschriften -over sexueele kwesties heeft laten drukken, neemt ook dit standpunt in en gebruikt -methodisch de oude en eenvoudige woorden. Ik ben van meening, dat dit het ideaal is -waar we naar zoeken moeten, maar dat er tegenwoordig in het oog springende moeilijkheden -zijn om het te bereiken. In ieder geval echter, moet de moeder een juiste woordenlijst -hebben voor al de lichamelijke deelen en daden, die voor haar kinderen nuttig zijn -om te weten.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er wordt soms gezegd, dat de werkelijke feiten van hun oorsprong aan kinderen op dezen -jeugdigen leeftijd niet moest verteld worden, zelfs niet in een eenvoudigen en elementairen -vorm, maar dat zij, in plaats daarvan een sprookje moesten hooren, dat een soort van -symbolieke waarheid bevat. Deze bewering mag absoluut verworpen worden, zonder daardoor, -in eenige mate, de belangrijke plaats te loochenen, die sprookjes hebben voor de verbeelding -van jonge kinderen. Sprookjes hebben een werkelijke waarde voor het kind; zij zijn -een geestelijk voedsel, dat het noodig heeft, zal het niet geestelijk honger lijden; -het op dezen leeftijd van sprookjes te berooven is hem een kwaad toebrengen, dat nooit -op eenigen lateren leeftijd kan goed gemaakt worden. Maar niet alleen zijn sexueele -zaken van tè veel beteekenis zelfs in de kindsheid om veilig gemaakt te worden tot -een onderwerp voor een sprookje, maar de werkelijke feiten zijn zelf zoo wonderbaarlijk -als het mooiste sprookje, en werken op de phantasie van het kind even sterk als een -sprookje. -</p> -<p>Zelfs, als er geen andere redenen waren, om kinderen geen sprookjes te vertellen over -geslachtszaken in plaats van de werkelijke <span class="pagenum">[<a id="pb49" href="#pb49">49</a>]</span>feiten, dan is er toch een reden, die beslissend moest zijn voor iedere moeder die -prijs stelt op den invloed op haar kind. Het zal zeer spoedig ontdekken, hetzij door -mededeeling van anderen of door zijn eigen verstand, dat het sprookje hetwelk hem -verteld werd in antwoord op een vraag over een eenvoudig feit, een leugen was. Met -die ontdekking verdwijnt voor altijd moeders invloed op hem, want niet alleen heeft -een kind er een afschuw van om bedrogen te worden, maar het is ook uiterst gevoelig -voor iedere afwijzing van deze soort en doet nooit weer, wat men hem heeft laten voelen -dat een fout was om zich over te schamen. Het zal zijn moeder niet meer lastig vallen -met vragen over deze zaak; het zal haar niet vertrouwen; het zal zelf de kunst leeren -om “sprookjes” te vertellen over geslachtszaken. Het had zich vol vertrouwen tot zijn -moeder gewend; zij heeft niet met gelijk vertrouwen geantwoord, en zij moet de straf -ondervinden, zooals Henriette Fürth zegt, te zien dat “de liefde en het vertrouwen -van haar zoon haar ontstolen worden door den eersten jongen, met wien hij op straat -vriendschap sluit”. Als, zooals soms gebeurt (Moll vermeldt een geval), een moeder -doorgaat met deze dwaze verhaaltjes te vertellen aan een meisje of een jongen van -zeven jaar, die in het geheim goed ingelicht is, dan verlaagt zij slechts zichzelf -in de oogen van haar kind. Het is deze noodlottige vergissing, zoo dikwijls door moeders -begaan, die haar er eerst toe brengt zich in te beelden, dat haar kinderen zoo onschuldig -zijn, en haar in later jaren zooveel uren van bitterheid veroorzaakt, wanneer zij -bemerkt, dat zij het vertrouwen van haar kind niet bezit. In de zaak van vertrouwen -moet de moeder de eerste stap doen; de kinderen, die hun moeders niet vertrouwen, -herinneren zich, voor het meerendeel, de les die zij aan den schoot hunner moeder -geleerd hebben. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het aantal boekjes en vlugschriften, dat de kwestie behandelt der sexueele opheldering -van de jeugd—hetzij zij bedoeld zijn om door de jonge menschen gelezen te worden, -of om leiding te geven aan moeders en onderwijzers in de taak kennis mede te deelen—is -in de laatste jaren in Amerika en Engeland buitengewoon groot geworden, vooral ook -in Duitschland, waar in den laatsten tijd enorm veel van zulke literatuur geproduceerd -is. Wijlen Ben Elmy, die schrijft onder den pseudoniem “Ellis Ethelmer” heeft twee -boekjes gepubliceerd <i lang="en">Baby Buds</i> en <i lang="en">The Human Flower</i> (uitgegeven door Mrs. Wolstenholme Elmy, Buxton House, Congleton), die de feiten -mededeelen op een eenvoudige en kiesche wijze, hoewel de schrijfster niet een bijzonder -betrouwbare gids is wat betreft de wetenschappelijke gezichtspunten van deze vragen. -Een mooi gesprek tusschen een moeder en haar kind, uit een Fransche bron, herdrukt -door Edward Carpenter aan het einde van zijn <i lang="en">Love’s Coming of Age. How We Are Born</i> door Mrs. N. J. (blijkbaar een Russische dame, die in het Engelsch schrijft), met -een voorrede van J. H. Badley, is redelijk goed. Vermelding verdient ook <i lang="en">The Wonder of Life</i>, door Mary Tudor Pole. <i lang="en">Song of Life</i>, door Margaret Morley, een Amerikaansch boek, dat ik persoonlijk niet ken, wordt -zeer geprezen. De meeste van deze boeken zijn bedoeld voor zeer jonge kinderen, en -terwijl zij min of meer duidelijk den oorsprong van kleine kinderen <span class="pagenum">[<a id="pb50" href="#pb50">50</a>]</span>verklaren, beginnen zij bijna altijd met de feiten van het plantenleven en raken zeer -vluchtig, of in het geheel niet, de verhoudingen tusschen de seksen. -</p> -<p>De boeken van Mrs. Ennis Richmond, die voornamelijk voor moeders bestemd zijn, behandelen -deze vragen op een zeer gezonde, directe en uitmuntende wijze, en de boeken van den -kanunnik Lyttelton, die deze kwesties in het algemeen bespreekt, zijn ook uitstekend. -De meeste van de boeken, die we nu zullen noemen, zijn bedoeld om gelezen te worden -door jongens en meisjes, die den leeftijd der puberteit bereikt hebben. Zij verwijzen -min of meer precies naar sexueele verhoudingen en zij roeren even de onanie aan. <i lang="en">The Story of Life</i>, geschreven door een zeer ontwikkelde vrouw, wijlen Ellice Hopkins, is wat vaag en -lascht te veel verheven godsdienstige ideeën in. Arthur Trewby’s <i lang="en">Healthy Boyhood</i> is een boekje met een gezonden geest; het handelt voornamelijk over onanie. <i lang="en">A Talk with Boys About Themselves</i> en <i lang="en">A Talk with Girls About Themselves</i>, beide door Edward Bruce Kirk (het laatste boek geschreven in samenwerking met een -dame) handelen over algemeene, zoowel als sexueele hygiëne. Er kan geen beter boek -zijn om in handen te geven van een jongen of een meisje tijdens de puberteit dan <i lang="en">Almost Fourteen</i> van M. A. Warren, geschreven door een Amerikaansch schoolonderwijzer in 1892. Het -is een mooi en fijn geschreven werkje, dat de onschuld van het gevoeligste meisje -niet zou kunnen schokken. Niets echter is heilig voor de onreinen en het was voor -hen gemakkelijk de wet op hun hand te krijgen en (in 1897) een wettige veroordeeling -van dit boek uit te lokken als “obsceen”. Alles wat een onreinen geest sexueel opwindt, -is, het is waar, “obsceen voor dien geest”, want, zooals Mr. Theodore Schroeder opmerkt, -obsceenheid is “de bijdrage van den lezenden geest”, maar wij hebben zulke boeken -als dit noodig om het aantal onreine geesten te verminderen en de veroordeeling van -een zoo volkomen bewonderenswaardig boek bevordert niet de moraliteit, maar de immoraliteit. -Men heeft mij gezegd, dat het boek later opnieuw uitgegeven is, met zeer vele van -de beste deelen eruit geschrapt en Schroeder zegt (<i lang="en">Liberty of Speech and Press Essential to Purity Propaganda</i>, pag. 34), dat de schrijver gedwongen werd zijn positie als hoofd van een “<span lang="en">Public School</span>” op te geven. <i lang="de">Geschlechtliche Belehrung der Kinder</i> door Maria Lischnewska (herdrukt uit <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1905, afl. 4 en 5) is een uitstekende en grondige bespreking van de geheele kwestie -van sexueele opvoeding, hoewel de schrijfster meer belang stelt in het aandeel van -den onderwijzer in deze kwestie dan in dat van de moeder. Wenken aan moeders bevat -<i lang="de">Wo kommen die Kinder her?</i> van Hugo Salus, <i lang="de">Eine Mutterpflicht</i> van E. Stiehl en vele andere boeken. Dr. Alfred Kind beveelt krachtig aan <i lang="de">Der Verkehr mit meinen Kindern</i> van Ludwig Gurlitt, meer speciaal door de combinatie van sexueele opvoeding met artistieke -opvoeding. Op vele dergelijke boeken wijst Bloch in zijn <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, hfdst. XXVI. -</p> -<p>Ik heb de namen van deze boekjes opgenoemd, omdat zij dikwijls uitgegeven worden op -een half geheime wijze en dat het zelden gemakkelijk is ze te krijgen of er van te -hooren. Het verspreiden van zulke boeken schijnt gevoeld te worden als een bijna schandelijke -daad, die slechts in het geheim gedaan mag worden. En zulk een gevoel schijnt niet -onnatuurlijk, als wij zien, zooals in het geval van den schrijver van <i lang="en">Almost Fourteen</i>, dat een in naam beschaafd land, in plaats van een man, die voor het moreele en physieke -welzijn ervan gewerkt heeft, met eerbewijzen te overladen, zooveel mogelijk tracht -hem in het verderf te storten. -</p> -<p>Ik mag er wel bijvoegen dat, terwijl het gewoonlijk zeer nuttig voor een moeder zou -zijn om een paar van de boekjes, die ik genoemd heb, te kennen, zij toch goed doet, -als zij met haar kinderen praat, zich in hoofdzaak te verlaten op haar eigen kennis -en inspiratie.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De sexueele opvoeding, die tot de plicht en het voorrecht van de moeder behoort, beginnende -in de prille jeugd van het kind, kan <span class="pagenum">[<a id="pb51" href="#pb51">51</a>]</span>en moet niet technisch zijn. Zij krijge niet den aard van vormelijke mededeeling, -maar zij een persoonlijke en intieme inwijding. Ongetwijfeld moet de moeder zelf onderricht -worden<a class="noteref" id="xd29e1733src" href="#xd29e1733">7</a>. Maar de opvoeding, die zij noodig heeft, is voornamelijk een opvoeding in liefde -en inzicht. De werkelijke feiten, die zij in dit vroege stadium noodig heeft te weten, -zijn zeer eenvoudig. Haar voornaamste taak is de intieme verhouding van het kind tot -haarzelf duidelijk te maken en er op te wijzen dat alle jonge wezens in gelijke intieme -verhouding staan tot hun moeders; om dit te generaliseeren is het ei het eenvoudigste -en meest fundamenteele type voor het verklaren van den oorsprong van individueel leven, -want de idee van het ei—in den ruimsten zin als het zaad—is niet alleen waar voor -het menschelijk schepsel, maar kan de geheele dieren- en plantenwereld door toegepast -worden. Onder deze verklaring behoeft de physieke verhouding van het kind tot zijn -vader niet noodzakelijk begrepen te zijn; die kan overgelaten worden voor een later -stadium, of totdat de vragen van het kind er toe leiden. -</p> -<p>Behalve zijn belangstelling in zijn oorsprong, stelt het kind ook belang in zijn sexueele -of, gelijk ze hem uitsluitend toeschijnen, zijn afscheidingsorganen en in die van -andere menschen, zijn zusters en zijn ouders. Op die punten kan op dezen leeftijd -de moeder eenvoudig en natuurlijk zijn eenvoudige en natuurlijke nieuwsgierigheid -bevredigen en dan moet zij de dingen bij nauwkeurig vastgestelde namen noemen, hetzij -de namen die zij gebruikt gewoon zijn of ongewoon, hetgeen een zaak is waarin zij -haar oordeel en smaak kan oefenen. Zoodoende zal de moeder, indirect, in staat zijn -haar kind van het begin af te vrijwaren zoowel voor preutsche als voor verhitte ideeën, -die het later zal ontmoeten. Zij zal zoo, zonder onnoodigen nadruk, in staat zijn -het kind te brengen tot een eerbiedige houding tegenover zijn eigen organen en aldus -een invloed uitoefenen tegen het ongewenscht zich er mede bezighouden. Door met hem -te spreken over den oorsprong van het leven en over zijn eigen lichaam en functies, -op hoe elementaire wijze ook, zal zij het kind hebben ingeleid in sexueele kennis -en sexueele hygiëne beide. -</p> -<p>De moeder, die op vertrouwelijke voet komt met haar kind in deze eerste jaren, zal -waarschijnlijk, als zij eenige mate van wijsheid en takt bezit, in staat zijn dat -vertrouwen te behouden, zelfs na het tijdperk van de puberteit in de moeilijke jaren -van jongelingschap. Maar als opvoedster in engeren zin zullen haar functies, in de -meeste gevallen, eindigen mèt of vòor de puberteit. Een eenigszins meer technische -en volkomen onpersoonlijke bekendheid <span class="pagenum">[<a id="pb52" href="#pb52">52</a>]</span>met de essentieele geslachtelijke zaken wordt dàn wenschelijk, en die zou gegeven -moeten worden door de school. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De groote, hoewel eigenaardige opvoeder Basedow, tot op zekere hoogte een leerling -van Rousseau, was een pionier in de theorie en in de praktijk beide, om schoolkinderen -inlichtingen te geven over de feiten van het sexueele leven, van den leeftijd van -tien jaar af. Hij dringt zeer op dit onderwerp aan in zijn groote verhandeling, het -<i lang="de">Elementarwerk</i> (1770–1774). De vragen van kinderen moeten naar waarheid beantwoord worden, zegt -hij, en zij moeten leeren nooit te schertsen met iets zoo heiligs en zoo ernstigs -als de sexueele verhoudingen. Hun moeten platen getoond worden over kindergeboorte -en de gevaren van sexueele afwijkingen moeten hun tevens duidelijk uitgelegd worden. -Jongens moeten mee naar ziekenhuizen genomen worden om de resultaten te zien van venerische -ziekten. Basedow weet wel, dat vele ouders en onderwijzers zich zullen stooten aan -zijn aandringen op deze dingen in zijn boeken en in zijn praktisch pedagogisch werk, -maar zulke menschen, zegt hij, moesten zich stooten aan den bijbel (zie bv. Pinloche, -<i lang="fr">La Réforme de l’Education en Allemagne au dixhuitième siècle: Basedow et le Philanthropinisme</i>, pp. 125, 256, 260, 272). Basedow was zijn eigen tijd, en zelfs de onze, te ver vooruit -om veel invloed te hebben in deze zaak en hij had weinig onmiddellijke navolgers. -</p> -<p>Iets later dan Basedow heeft een beroemd Engelsch dokter Thomas Beddoes in nagenoeg -dezelfde richting gewerkt en getracht sexueele kennis te bevorderen door lezingen -en lichtbeelden. In zijn merkwaardig boek <i lang="la">Hygeia</i>, uitgegeven in 1802 (deel 1, Essay IV) zet hij de dwaasheid uiteen, dat “verstand -en onwetendheid in hetzelfde hart zouden wonen”, en behandelt uitvoerig de kwestie -van onanie en de behoefte aan sexueele opvoeding. Hij weidt uit over het groote belang -van lezingen over natuurlijke historie, die, naar hij bevonden had, uitstekend voor -een gemengd gehoor konden gegeven worden. Zijn ondervindingen hadden hem geleerd, -dat botanie, de amphibiën, de hen en haar eieren, menschelijke anatomie, zelfs ziekte -en soms het gezicht ervan, heilzaam zijn van dit standpunt. Hij meent, dat het een -goed ding is voor een kind, zijn eerste kennis van sexueel verschil te krijgen van -anatomische onderwerpen en dat de waardigheid van den dood een goed begin is tot de -kennis van sekse, die dan geen aanleiding geeft tot ziekelijke begeerte. Het is nauwelijks -noodig op te merken, dat deze methode om kinderen de elementen te leeren van sexueele -anatomie in de <i>post-mortem</i> kamer niet veel voorstanders of volgelingen gevonden heeft; zij is niet gewenscht, -want zij neemt niet in aanmerking de gevoeligheid van kinderen voor zulke indrukken, -en zij is onnoodig, want het is even gemakkelijk de waardigheid van het leven te leeren -als de waardigheid van den dood. -</p> -<p>De plicht van de school om kinderen opleiding te geven in geslachtszaken, is in de -laatste jaren met kracht en bekwaamheid gepredikt door Maria Lischnewska (<i>op. cit.</i>), die met een dertigjarige onderwijzersondervinding en een intieme bekendheid met -kinderen en hun huiselijk leven spreekt. Zij zegt dat bij de massa van de bevolking -tegenwoordig, terwijl er in het huiselijk leven alle mogelijke gelegenheid is voor -ruwe bekendheid met sexueele zaken, geen gelegenheid is voor een reine en wijze inwijding, -daar de ouders voor het grootste deel moreel en intellectueel beide, niet in staat -zijn hun kinderen hierin te helpen. Dat de school de leiding in deze taak zal nemen, -is, naar zij meent, in overeenstemming met de geheele neiging van het moderne beschaafde -leven. Zij zou de inlichtingen zóo verdeeld willen zien, dat gedurende het vijfde -of zesde schooljaar de leerling inlichting zou krijgen met behulp van teekeningen -over de sexueele organen en functies van de hoogere zoogdieren en dat dan de os en -de koe bij voorkeur zouden uitgekozen worden. De feiten der zwangerschap zouden dan -natuurlijk daaronder begrepen zijn. Als dit stadium bereikt was, zou het gemakkelijk -zijn over te gaan tot het menschenras, <span class="pagenum">[<a id="pb53" href="#pb53">53</a>]</span>door te zeggen: “Juist op dezelfde wijze als het kalf zich ontwikkelt in de koe, zoo -ontwikkelt het kind zich in het moederlichaam”. -</p> -<p>Het is moeilijk om de kracht van het argument van Maria Lischnewska te ontkennen, -en het komt zeer waarschijnlijk voor, dat de voorgestelde inlichting, naar zij beweert, -ligt in den loop van onzen tegenwoordigen vooruitgang. Zulk een mededeeling zou vormelijk -moeten zijn, niet emotioneel en onpersoonlijk; zij zou gegeven moeten worden niet -als een specifieke instructie in geslachtszaken, maar eenvoudig als een deel der natuurlijke -historie. Zij zou voor zoover het enkel kennis aangaat, de inlichtingen aanvullen, -die het kind reeds van zijn moeder ontvangen heeft. Maar zij zou in geenen deele verdringen -of vervangen de persoonlijke en intieme verhouding van vertrouwen tusschen moeder -en kind. Dat moet altijd nagestreefd worden, en al is dit niet mogelijk onder de slecht -opgevoede massa’s van tegenwoordig, iets anders kan niet de plaats er van innemen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er kan echter geen twijfel aan zijn dat, terwijl in de toekomst de school zeer waarschijnlijk -zal beschouwd worden als de juiste plaats om de beginselen der physiologie te onderwijzen—en -niet zooals tegenwoordig enkel een ontzenuwde en verwijfde physiologie—de invoering -van zulk een hervormd onderwijs nog in vele landen onpraktisch zou zijn. Een ruwe -en slecht opgevoede gemeenschap draait rond in een <span lang="la">circulus viciosus</span>. De leden ervan zijn opgevoed in het geloof dat geslachtszaken vuil zijn en als zij -volwassen worden protesteeren zij er hevig tegen dat hun kinderen deze vuile kennis -zullen leeren. De taak van den leeraar wordt op deze wijze op zijn minst moeilijk -gemaakt en onder democratische toestanden onmogelijk. Wij kunnen daarom niet op een -onmiddellijke invoering van sexueele physiologie in de scholen hopen, zelfs niet in -den bescheiden vorm, waarin zij alleen behoorlijk zou kunnen ingevoerd worden, dat -is te zeggen als een natuurlijk en onvermijdelijk deel van algemeene physiologie. -</p> -<p>Dit bezwaar tegen dierlijke physiologie geldt echter geenszins voor botanie. Er kan -weinig twijfel aan zijn, dat botanie van alle natuurwetenschappen degene is, die het -best gelegenheid geeft tot toevallige mededeelingen op geslachtelijk gebied, als wij -te doen hebben met kinderen beneden den puberteitsleeftijd. Er zijn ten minste twee -redenen, waarom dit zoo moet zijn. In de eerste plaats vertoont de botanie werkelijk -de geslachtsverschillen in hun meest naakte en essentieele vormen; het maakt den aard, -den oorsprong en de beteekenis van sekse duidelijk. In de tweede plaats kan men, als -men planten behandelt, de sexueele feiten aan kinderen van beide geslachten of van -iederen leeftijd volkomen duidelijk en naakt zonder eenige terughouding noemen, want -niemand beschouwt tegenwoordig de botanische geslachtszaken ook maar eenigszins als -stuitend. Wie het geslachtsverschil bij planten uitlegt, heeft ook op zijn zijde het -voordeel, dat hij kan getuigen, zonder er naar gevraagd te zijn, van de geheele schoonheid -van het sexueele proces. Hij stuit niet op de onwetendheid, slechte opvoeding en valsche -gevolgtrekkingen, die het zoo moeilijk gemaakt <span class="pagenum">[<a id="pb54" href="#pb54">54</a>]</span>hebben zoowel om te zien als om te doen zien de schoonheid van het sexueele bij dieren. -Van het sexueele leven van planten tot het sexueele leven der lagere dieren is echter -slechts een stap, die de leeraar naar zijn inzicht doen kan. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Een oud autoriteit op onderwijsgebied, Salzmann, heeft in 1785 aangeraden, kinderen -op sexueel gebied in te lichten door ze eerst botanie te leeren en daarna zoölogie. -In de moderne tijden is de methode om sexueele kennis mede te deelen aan kinderen, -in de eerste plaats door middel van botanie, algemeen aangeraden en van de meest verschillende -zijden. Zoo raadt Marro (<i lang="it">La <span class="corr" id="xd29e1786" title="Bron: Puberta">Pubertà</span></i>, pag. 300) dit plan aan. J. Hudrey—Menos (“<span lang="fr">La Question du Sexe dans l’Education</span>”, <i lang="fr">Revue Socialiste</i>, Juni, 1895), geeft denzelfden raad, Rudolf Sommer raadt in een geschrift getiteld -“<span lang="de">Mädchenerziehung oder Menschenbildung?</span>” (<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Jahrgang<a id="xd29e1802"></a> I, Heft 3) aan, de eerste inleiding in sexueele kennis aan kinderen te doen door -met ze te praten over eenvoudige onderwerpen uit de natuurlijke historie; “er zijn -eindeloos veel aanleidingen”, zegt hij “over een sprookje, of een vrucht, of een ei, -het zaaien van een zaad of het bouwen van hun nestje door vogels.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> De kanunnik Lyttelton (<i lang="en">Training of the Young in Laws of Sex</i>, p.p. 74 <i>et seq.</i>) raadt een eenigszins daarop gelijkende methode aan, hoewel hij den grootsten nadruk -legt op het persoonlijk vertrouwen tusschen het kind en zijn moeder “er wordt verwezen -naar de dierenwereld juist zoover als de kennis van het kind gaat, om te verhinderen -dat de nieuwe feiten afzonderlijk zullen beschouwd worden, maar de meeste nadruk wordt -gelegd op zijn gevoel voor zijn moeder en het instinct dat in bijna alle kinderen -bestaat van eerbied voor de verhouding tot de moeder”; hij voegt er bij dat, hoe moeilijk -het onderwerp ook schijnen mag, de essentieele feiten van het vaderschap ook aan jongens -en meisjes gelijkelijk moeten uitgelegd worden. Ook Keyes raadt aan (<i lang="en">New York Medical Journal</i>, Febr. 10, 1906), aan kinderen al op een vroegen leeftijd de sexueele feiten uit -het plantenleven te leeren en ook over insecten en andere lagere dieren, en zoo trapsgewijze -te komen tot menschelijke wezens, omdat zoo de zaak ontdaan zou zijn van haar ongezonde -geheimzinnigheid. Mrs. Ennis Richmond (<i lang="en">Boyhood</i>, p. 62) beveelt aan, dat kinderen voor een tijd op een boerderij gestuurd zullen -worden, zoodat zij niet alleen bekend worden met de algemeene feiten van het buitenleven, -maar ook met het sexueele leven van dieren, en zoo de dingen leeren, die het moeilijk -is in woorden mede te deelen. Karina Karin (“<span lang="de">Wie erzieht man ein Kind zur wissenden Keuschheit?</span>” <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Jahrgang I, Heft 4) geeft eenige van haar gesprekken met haar negenjarigen zoon -weer, van den tijd af dat hij haar voor het eerst vroeg waar de kinderen vandaan kwamen, -en laat zien, hoe zij begon met hem te vertellen over bloemen, om over te gaan tot -visschen en vogels en ten slotte tot de feiten van menschelijke zwangerschap te komen; -hoe zij hem platen liet zien uit een verloskundige handleiding van het kind in het -lichaam van zijn moeder. We willen er aan toevoegen, dat het aanbevelenswaardige hetwelk -gelegen is in het beginnen met de feiten uit de botanie bij het inlichten van kinderen -over geslachtszaken, herhaaldelijk nadrukkelijk werd aanbevolen door verschillende -sprekers op de speciale meeting van het Duitsche Congres ter Bestrijding van Venerische -ziekten, die gewijd was aan het onderwerp van Sexueele inlichting (<i lang="de">Sexualpädagogik</i>, vooral p.p. 36, 47, 76).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De overgang van botanie tot de elementaire zoölogie van de lagere dieren, tot menschelijke -anatomie en physiologie en tot de wetenschap der anthropologie, die op deze berust, -is eenvoudig en natuurlijk. Het komt niet wenschelijk voor, ze in bijzonderheden te -behandelen vóór den puberteits-leeftijd. Het geslacht <span class="pagenum">[<a id="pb55" href="#pb55">55</a>]</span>komt bij al deze onderwerpen ter sprake en moet er niet opzettelijk buiten gehouden -worden bij de opvoeding hetzij van jongens of meisjes. Leerboeken, waaruit het sexueele -stelsel geheel en al weggelaten is, moesten niet langer geduld worden. De aard en -de afscheiding van de zaadballen, de beteekenis van de eierstokken en van de menstruatie, -zoowel als de beteekenis van de metaboliek en de urine-afscheiding, zou in hoofdlijnen -duidelijk moeten zijn voor alle jongens en meisjes, die den leeftijd der puberteit -bereikt hebben. -</p> -<p>Met de puberteit komt er een nieuwe, machtige reden bij, waarom jongens en meisjes -bepaalde inlichtingen moeten hebben over sexueele zaken. Vóor dien leeftijd is het -mogelijk dat de dwaze ouder denkt, dat een kind bewaard kan worden in onwetende onschuld<a class="noteref" id="xd29e1834src" href="#xd29e1834">8</a>. Met de puberteit is dat geloof niet langer mogelijk. Het uitbotten van de puberteit -met zijn ontwikkeling van de sexueele organen, het voor den dag komen van haar op -ongewone plaatsen, de algemeene organische veranderingen die er mee in verband staan, -het spontaan en misschien verontrustende voorkomen bij jongens van zaaduitstortingen -en bij meisjes van de menstruatie, het ongewone en soms acuut ondervinden van sexueel -verlangen, vergezeld door nieuwe gevoelens in de sexueele organen, dikwijls misschien -leidende tot onanie; deze alle wekken, zooals wij wel moeten erkennen, een nieuwe -onrust in den geest van den jongen en van het meisje, en een nieuwe nieuwsgierigheid, -die te meer acuut is in vele gevallen, omdat ze zoo zorgvuldig verborgen wordt als -te intiem en zelfs te schandelijk om er tegen iemand over te spreken. Bij jongens, -vooral als ze van een gevoelig temperament zijn, kan het lijden, dat aldus veroorzaakt -wordt, hevig zijn en van langen duur. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Een doctor in de philosophie, die uitmunt in zijn beroep, schreef aan Stanley Hall -(<i lang="en">Adolescence</i>, deel I, pag. 452): “Mijn geheele jeugd, van mijn zesde tot mijn achttiende jaar, -is ellendig gemaakt door gebrek aan kennis, welke iedereen, die iets wist van den -aard der puberteit, mij had kunnen geven; jarenlang dat gevoel van iets dat niet in -orde is, die vrees voor werking der genitaliën, schaamte en angst, heeft een onuitwischbaar -merkteeken achtergelaten”. Er zijn zeker vele mannen, die hetzelfde zouden kunnen -zeggen. Lancaster (“<span lang="en">Psychology and Pedagogy of Adolescence</span>”, <i lang="en"><span class="corr" id="xd29e1849" title="Bron: Pedagogal">Pedagogical</span> Seminary</i>, July, 1897, pp. 123–5) spreekt met nadruk over de nadeelen van onwetendheid in sexueele -hygiëne en het vreeselijke feit dat millioenen jonge mannen altijd in handen zijn -van kwakzalvers die hen bedriegen, totdat ze gelooven, dat zij gedoemd zijn tot een -ontzettend lot; alleen omdat zij nu en dan emissies hebben in den slaap. “Dit is geen -geringe zaak”, zegt Lancaster. “Zij raakt het diepste van ons innerlijk leven. Zij -heeft te doen met het voortbrengend deel van onze natuur en moet een diepen, erfelijken -invloed hebben. Het is een natuurlijk gevolg van de dwaze, valsche zedigheid, die -betreffende alle sexueele inlichtingen in acht genomen wordt. Iedere jongen moest -de eenvoudige <span class="pagenum">[<a id="pb56" href="#pb56">56</a>]</span>physiologische feiten leeren kennen, eer zijn leven voor goed geschaad is door deze -oorzaak”. Lancaster heeft 1000 brieven in handen gehad, meest geschreven door jonge -menschen die gewoonlijk normaal waren, gericht aan kwakzalvers die hen bedrogen. Van -tijd tot tijd hoort men van zelfmoorden van jonge menschen om deze reden, en van veel -geheimzinnige zelfmoorden is dit ongetwijfeld de werkelijke oorzaak geweest. “Week -aan week”, schrijft het <i lang="en">British Medical Journal</i> in een hoofdartikel (“<span lang="en">Dangerous Quack Literature: The Moral of a Recent Suicide”, Oct. <span class="corr" id="xd29e1861" title="Bron: I">1</span>, 1892</span>), “krijgen wij wanhopige brieven van slachtoffers van die vuile roofvogels, welke -hen, die zij berooven, kwellen en dikwijls ruïneeren, het eerst te pakken hebben gekregen -door advertenties, opgenomen door couranten van een respectabel, ja zelfs van een -achtbaar en geacht karakter”. Er wordt aan toegevoegd, dat de rijke bezitters van -zulke couranten, die dikwijls een reputatie hebben van welwillendheid, zelfs als de -zaak hun onder de oogen gebracht wordt, weigeren tusschenbeide te komen, omdat zij -daardoor een bron van inkomsten zouden verliezen. Er is een censuur op advertenties -voorgesteld, doch dit is een moeilijke zaak en zou geheel onnoodig zijn, als jonge -menschen behoorlijk inlichtingen kregen van hun natuurlijke voogden. -</p> -<p>Onanie en de vrees dat zij door een nu en dan voorkomende en misschien al overwonnen -gewoonte van onanie zichzelven onherstelbaar kwaad gedaan hebben, is een gewone bron -van angst voor jongens. Het is lang een punt van kwestie geweest of een jongen tegen -de onanie moest worden gewaarschuwd. Op een meeting van de Afdeeling voor Psychologie -van de <span lang="en">British Medical Association</span> waren vier sprekers, daaronder de President (Dr. Blandford), er bepaald voor, dat -ouders hun kinderen zouden waarschuwen tegen onanie, terwijl drie sprekers bepaald -er tegen waren, voornamelijk op dezen grond, dat het mogelijk was zelfs door het schoolleven -heen te komen zonder van onanie te hooren, en ook dat het waarschuwen er tegen, de -gewoonte van onanie zou aanmoedigen. Het wordt meer en meer duidelijk erkend, dat -onwetendheid, zelfs als ze bewaard kan worden, een gevaarlijk bezit is, terwijl de -inlichting, die, als het goed is, bestaat in den raad van een liefhebbende moeder -aan het kind, van zijn eerste jaren af, om zijn geslachtsdeelen met zorg en respect -te behandelen, alleen tot onanie kan leiden bij een kind dat er reeds onweerstaanbaar -toe getrokken wordt. De meeste handleidingen over geestelijke voorlichting voor jongens -raken de onanie aan, soms overdrijven zij de bezwaren; zulk een overdrijving moet -vermeden worden, want zij leidt tot erger kwaad dan zij tracht te voorkomen. Het schijnt -niet wenschelijk, dat eenigerlei waarschuwing over onanie deel zou uitmaken van het -schoolonderwijs, tenzij onder zeer bijzondere omstandigheden. De inlichtingen over -sexueele zaken, op de school medegedeeld, moeten, zoowel over sexueele als over andere -onderwerpen, volkomen onpersoonlijk en objectief zijn. -</p> -<p>Op dit punt komen we aan een van de moeilijkheden bij de sexueele inlichting: de onwetendheid -of het gebrek aan wijsheid van de zoogenaamde onderwijzers. Deze moeilijkheid bestaat -op het oogenblik zoowel in huis als op school, terwijl zij de waarde teniet doet van -vele handleidingen, geschreven tot sexueele inlichting van jonge menschen. De moeder, -die de voornaamste vertrouwde en gids van het kind moest zijn in zaken van sexueele -opvoeding en die dat van nature ook zou kunnen zijn als zij aan haar eigen gezonde -instincten werd overgelaten, is gewoonlijk opgevoed onder valsche tradities, die een -hooge mate van intelligentie en karakter vorderen om er aan te ontkomen; de schoolonderwijzer -zelfs, als hij alleen maar geroepen wordt om inlichtingen te geven in natuurlijke -historie, wordt gehinderd door dezelfde tradities, en door valsche schaamte ten opzichte -van het geheele sexueele vraagstuk; de schrijver van handleidingen over geslachtszaken -heeft zich dikwijls alleen maar bevrijd van deze banden om dogmatische, onwetenschappelijke -en soms verkeerde opinies te verkondigen, die zich ontwikkeld hebben in volkomen onwetendheid -omtrent de werkelijke feiten. Zooals Moll zegt (<i lang="de">Das Sexualleben des <span class="pagenum">[<a id="pb57" href="#pb57">57</a>]</span>Kindes</i>, pag. 276) zoo noodig als sexueele opheldering is, voelen wij ons toch eenigszins -sceptisch tegenover de resultaten ervan, zoolang als zij, die de inlichtingen geven, -zelf dikwijls behoefte aan inlichting hebben. Hij wijst ook op het feit, dat zelfs -onder bevoegde autoriteiten er verschil van opinie is over belangrijke feiten, zooals -bv. of onanie physiologisch is bij de eerste ontwikkeling van den sexueelen impuls -en in hoeverre sexueele abstinentie goed is. Maar het is duidelijk, dat de moeilijkheden, -die voortvloeien uit valsche traditie en onwetendheid verminderen zullen, zoodra gezonde -tradities en betere kennis in ruimer kring verspreid raken.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het meisje is in de puberteit zich gewoonlijk minder scherp en bepaald bewust van -haar sexueele natuur dan de jongen. Maar de gevaren, die zij loopt door onwetendheid -op sexueel gebied, zijn, hoewel ze voor het grootste deel anders zijn, teerder en -moeilijker te herstellen. Zij is dikwijls heel nieuwsgierig naar deze dingen; de gedachten -van aankomende meisjes en dikwijls haar gesprekken als ze bij elkaar zijn, draaien -veel om sexueele en daarmee verbonden geheimen. Zelfs in de zaak van bewusten sexueelen -impuls is het meisje dikwijls niet zoo heel verschillend van haar broeder en heeft -ook niet zooveel minder kans aan de besmetting van verkeerde mededeelingen te ontsnappen, -zoodat de gewetensbezwaren van dwaze en onwetende personen, die vreezen “haar reinheid -te bezoedelen” door gepaste inlichtingen, geheel misplaatst zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Gesprekken, die loopen over de belangrijke geheimen van de menschelijke natuur zijn, -naar aan Obici en Marchesini verhaald werd door dames, die vroeger leerlingen waren -geweest van Italiaansche normaalscholen, aan de orde van den dag op scholen en universiteiten -en draaien vooral om de voortplanting, het moeilijkste geheim van alle. In Engeland, -zelfs op de beste en meest moderne universiteiten, waar aan spelen en lichaamsoefening -veel wordt gedaan, zijn, zegt men mij, “de meerderheid van de meisjes geheel en al -onwetend in sexueele zaken en zij begrijpen er niets van. Maar zij verwonderen zich -er over en spreken er voortdurend over”. “Het leven binnen enge perken en de aan banden -gelegde geest van meisjes”, schreef eenige jaren geleden een bekend dokter (J. Milner -Fothergill, <i lang="en">Adolescence</i>, 1880, p.p. 20, 22) “geven haar minder gelegenheid haar gedachten werkzaam bezig -te houden dan het geval is met jongens. Haar wordt ijverig geheimhouding geleerd, -en een meisje kan een volmaakt model zijn van uiterlijk fatsoen en toch een heel vuilen -geest hebben. De preutschheid, waarmee zij is opgevoed, laat haar niets anders over -dan haar hartstochten te bezien van den leelijken kant van de menschelijke natuur. -Iedere gezonde gedachte over het onderwerp wordt met kracht teruggedrongen. Alles -wordt gedaan om haar geest te verduisteren en haar verbeelding te verontreinigen door -haar over te laten aan haar eigen gedachten en aan een literatuur, waarvan zij zich -schaamt te zeggen, dat zij ze kent. Het is tegen de beste belangen van een meisje, -als men haar verhindert goede en juiste denkbeelden te hebben over zichzelf en haar -natuur. Menig mooi jong meisje wordt reeds onherroepelijk in het verderf gestort op -den drempel van het leven, zijzelf en haar familie wordt onteerd, evenzeer door onwetendheid -als door misdaad. Als het oogenblik der verleiding komt, valt zij zonder eenigen merkbaren -tegenstand; zij heeft geen geoefend, geschoold weerstandsvermogen in zichzelf; haar -geheele toekomst hangt niet af van haarzelf, maar van de mate van volmaaktheid van -de maatschappelijke bescherming, waardoor <span class="pagenum">[<a id="pb58" href="#pb58">58</a>]</span>zij is ingesloten en omringd”. Onder de vrije maatschappelijke orde van Amerika vindt -men tegenwoordig voor een groot deel dezelfde resultaten. In een leerzaam artikel -(“<span lang="en">Why Girls Go Wrong</span>”, <i lang="en">Ladies’ Home Journal</i>, Jan., 1907) levert B. B. Lindsey, die als rechter van het “Juvenile Court” te Denver -met authoriteit kan spreken, ruim bewijsmateriaal op dit punt. Jongens en meisjes -beide, heeft hij bevonden, bezaten dikwijls schriften, waarin zij de ruwste sexueele -dingen neergeschreven hadden. Deze kinderen waren meestal lief om te zien, prettig -om mee om te gaan, verfijnd en intelligent, en hadden achtbare ouders; maar niemand -had ooit met hen over sexueele zaken gesproken, behalve de slechtste van hun schoolmakkertjes -of de een of andere ruwe volwassene. Bij zorgvuldige navraag bevond Lindsey, dat slechts -in één van de twintig gevallen de ouders eens met de kinderen hadden gesproken over -sexueele zaken. In bijna alle gevallen erkenden de kinderen, dat het niet van hun -ouders was, maar op straat of van oudere makkers, dat zij de sexueele feiten hoorden. -De ouders meenden gewoonlijk, dat hun kinderen absoluut onwetend waren in deze dingen -en waren verwonderd als zij hun vergissing bemerkten; “ouders kennen hun kinderen -niet, en zij hebben niet het flauwste denkbeeld van wat hun kinderen weten of waar -hun kinderen over spreken en wat ze doen als ze niet bij hen zijn”. De ouders, die -aan dit verzuim, hun kinderen niet in te lichten, schuldig zijn, zijn, zooals Lindsey -verklaart, verraders van hun kinderen. Uit zijn eigen ondervinding oordeelt hij, dat -negen tienden van de meisjes die “den verkeerden weg opgaan” hetzij zij achteruitgaan -in de wereld of niet, daartoe komen door onoplettendheid van hun ouders, en dat in -het geval van de meeste prostituées het kwaad in werkelijkheid gedaan wordt vóór den -twaalfjarigen leeftijd; “ieder verloren meisje, waar ik mee gepraat heb, heeft mij -van deze waarheid verzekerd”. Hij houdt het er voor, dat negen tienden van de schooljongens -en schoolmeisjes, in de stad zoowel als op het land, zeer nieuwsgierig zijn naar sexueele -zaken en, tot zijn eigen verwondering, heeft hij bevonden, dat dit bij de meisjes -even diepgaand is als bij de jongens.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is de taak van de moeder van het meisje evenzeer als van de moeder van den jongen, -om over haar kind te waken van de vroegste jaren af en haar vertrouwen te winnen in -al de intieme en persoonlijke zaken van sekse. In deze opzichten kan de school niet -best tusschen beide komen. Maar in zaken van physische sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, vooral van menstruatie, te welken opzicht alle meisjes gelijk staan, is het zeker -de taak van den opvoeder, actief waakzaam te zijn en bovendien de geheele opvoeding -in verband daarmee te leiden, en te zorgen dat de leerling rust krijgt steeds wanneer -dat wenschelijk blijkt. Dit maakt deel uit van de allereerste grondslagen van de opvoeding -van meisjes. Het niet letten hierop moest een onderwijzeres ongeschikt doen verklaren, -verder deel te hebben aan opvoedkundig werk. Toch wordt het voortdurend en hardnekkig -verwaarloosd. Een groot aantal meisjes zijn zelfs niet voorbereid door haar moeders -en onderwijzeressen voor het eerste optreden van de menstruatie, soms met ongelukkige -gevolgen voor haar lichamelijke en geestelijke gezondheid beide<a class="noteref" id="xd29e1901src" href="#xd29e1901">9</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb59" href="#pb59">59</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">“Ik ken niet één groote meisjesschool”, schreef een beroemd gynæcoloog, Sir W. S. -Playfair (“<span lang="en">Education and Training of Girls at Puberty</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Dec. 7, 1895), “waar aan het absolute verschil dat er bestaat tusschen jongens en -meisjes, aangaande de alles beheerschende menstrueele functie, systematisch gedacht -en op gelet wordt. Inderdaad staan alle schooljuffrouwen beslist vijandig tegenover -een dusdanig inzicht. De bewering is, dat er geen werkelijk verschil bestaat tusschen -een jongen man en een jong meisje, dat wat goed is voor de een, ook goed is voor de -ander, en dat het verschil dat er nu is, voortkomt uit de verkeerde gewoonten van -het verleden, die aan vrouwen onthouden hebben de ambities en voordeelen, die voor -mannen open stonden, en dat dit verdwijnen zal als een gelukkiger tijdperk begonnen -is. Als dat zoo is, hoe komt het dan dat, terwijl iedere praktiseerende dokter van -ondervinding veel gevallen heeft gezien van anæmia en chlorosis bij meisjes, vergezeld -door amenorrhoea of menorrhagia, hoofdpijnen, hartkloppingen, vermagering en al de -gewone verschijnselen van een instorting, dat een dergelijke toestand bij een schooljongen -zóo zeldzaam is, dat we wel mogen betwijfelen of zij wel ooit gezien is?” -</p> -<p>Echter zijn alleen de excuses voor deze bijna misdadige nalatigheid, zooals wij haar -moeten betitelen, nieuw; de nalatigheid zelf is oud. Een halve eeuw geleden, vóór -het nieuwe tijdperk in de opvoeding van vrouwen, zeide een ander beroemd gynæcoloog, -Tilt, (<i lang="en">Elements of Health and Principles of Female Hygiene</i>, 1852, pag. 18) dat hij bij een statistisch onderzoek aangaande het begin van de -menstruatie bij bijna duizend vrouwen bevond, dat “25 percent geheel onvoorbereid -waren op het optreden ervan; dat dertien van de vijf en twintig zeer geschrikt waren, -schreeuwden, of zenuwtoevallen kregen; en dat zes van de dertien dachten dat ze gewond -waren en zich met koud water waschten. Van haar die geschrokken waren … was de algemeene -gezondheid ernstig benadeeld”. -</p> -<p>Engelmann deelt, nadat hij gezegd heeft dat zijn ondervinding in Amerika gelijk was -aan die van Tilt in Engeland, mede (“<span lang="en">The Health of the American Girl</span>”, <i lang="en">Transactions of the Southern Surgical and Gynæcological Society</i>, 1890): “Aan onnoemelijk veel vrouwen heeft schrik, opwinding door zenuwen en emoties, -blootstellen aan koude, kwaad gedaan in de puberteit. Wat is er natuurlijker dan dat -het angstige meisje, verrast door het plotseling en onverwacht verlies van de kostbare -levensvloeistof, tracht het bloeden van de wond—wat zij meent dat het is—te stelpen? -Voor dit doel is het gebruik van koude afwasschingen en aanwenden van koud water gewoon, -sommigen trachten zelfs het vloeien te doen ophouden door een koud bad, zooals gedaan -werd door eene nu zorgvuldige moeder, die lang op den rand van den dood lag als resultaat -van zulk een onbezonnenheid, en die maar langzaam, door jaren van zorg, haar gezondheid -terugkreeg. De verschrikkelijke waarschuwing is niet verloren geweest, en gedachtig -aan haar eigen ondervinding heeft zij haar kinderen een les geleerd, die maar weinigen -zoo gelukkig zijn te leeren—de persoonlijke zorg gedurende de perioden van werkzaamheid -der organen, die noodig is voor het behoud van de gezondheid der vrouw.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>In een studie over honderd vijf en twintig meisjes van een Amerikaansche hoogeschool, -vestigt Dr. Helen Kennedy de aandacht op de “kuischheid”, die het onmogelijk maakt -zelfs voor moeders en dochters om met elkaar te spreken over het doel der menstruatie. -“Zes en dertig meisjes op deze hoogeschool werden vrouw zonder eenige kennis, uit -zuivere bron, van alles wat haar tot vrouw maakt. Negen en dertig waren waarschijnlijk -niet veel wijzer, want zij zeiden, dat zij wel eenige inlichting ontvingen, maar dat -zij niet vrij uit over de zaak gesproken hadden. Uit het feit dat het nieuwsgierige -meisje niet vrij uit sprak over wat haar natuurlijk interesseerde, blijkt, dat zij -waarschijnlijk afgescheept werd met een paar woorden over persoonlijke zorg en met -een vermaning over haar nieuwsgierigheid. Minder dan de helft van de meisjes voelde -zich vrij om met haar moeders te praten over deze hoogst <span class="pagenum">[<a id="pb60" href="#pb60">60</a>]</span>belangrijke zaak!” (Helen Kennedy, “<span lang="en">Effects of High School Work upon Girls During Adolescence</span>”, <i lang="en">Pedagogical Seminary</i>, June, 1896). -</p> -<p>Dezelfde staat van zaken is waarschijnlijk ook in andere landen overheerschend. Zoo -beschreef, wat Frankrijk aangaat, Edmond de Goncourt in <i lang="fr">Chérie</i> (pp. 137–139) de schrik van de jonge heldin bij het verschijnen van de eerste menstruatieperiode, -waarop zij nooit voorbereid was geworden. Hij voegt er aan toe: “Het is maar heel -zelden, dat vrouwen over deze mogelijkheid spreken. Moeders zijn bang haar dochters -te waarschuwen, oudere zusters doen niet graag confidenties aan haar jongere zusters, -gouvernantes zwijgen gewoonlijk tegenover meisjes, die geen moeders of zusters hebben”. -</p> -<p>Soms geeft dit aanleiding tot zelfmoord of tot pogingen tot zelfmoord. Zoo werd een -paar jaar geleden een geval gemeld in de Fransche bladen van een jong meisje van vijftien -jaar, dat zich te Saint-Ouen in de Seine geworpen had. Zij werd gered, en toen ze -voor den commissaris van politie gebracht was, zeide ze, dat ze aangetast was door -een “onbekende ziekte”, die haar tot wanhoop gedreven had. Tactvol navragen bracht -aan het licht, dat de geheimzinnige ziekte er een was, die alle vrouwen gemeen hebben, -en het meisje werd teruggegeven aan haar niet voldoende gestrafte ouders.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Een halve eeuw geleden werd van het sexueele leven van meisjes geen notitie genomen -door haar ouders en onderwijzers om redenen van preutschheid; tegenwoordig, nu geheel -andere meeningen heerschen over vrouwenopvoeding, wordt er geen notitie van genomen -op den grond, dat meisjes even onafhankelijk moeten zijn van haar physiologisch sexueel -leven als jongens dat zijn. Het feit, dat deze noodlottige nalatigheid gelijkelijk -geheerscht heeft onder zulke verschillende omstandigheden, bewijst duidelijk, dat -de verschillende redenen, die er voor aangegeven worden, niets dan dekmantels zijn -der onwetendheid. Met het aangroeien van kennis mogen wij met reden hopen, dat een -van de voornaamste kwalen, die tegenwoordig in de jeugd niet alleen gezond moederschap -ondermijnen maar ook een gezonde vrouwelijkheid, langzamerhand uit den weg geruimd -zullen worden. De feiten, die nu verzameld zijn, toonen niet alleen het veelvuldig -voorkomen van pijnlijke, ongeregelde en wegblijvende menstruatie bij aankomende meisjes -en jonge vrouwen aan, maar ook de groote en soms blijvende nadeelen, die zelfs gezonde -meisjes ondervinden, wanneer zij bij het begin van het sexueele leven onderworpen -zijn aan inspanning van welken aard ook. Men kan nu zeggen, dat medische autoriteiten -van beide seksen bijna of geheel eenstemmig zijn op dit punt. Eenige jaren geleden -is Dr. Mary Putnam Jacobi, in een zeer knap boek, <i lang="en">The Question of Rest for Women</i>, tot het besluit gekomen dat “gewoonlijk gezonde” vrouwen de periode der menstruatie -kunnen negeeren, maar zij gaf toe, dat zes en veertig percent der vrouwen niet “gewoonlijk -gezond” zijn en een minderheid, die zoo dicht bij een meerderheid komt, kan maar niet -als “<span lang="fr">quantité négligeable</span>” buiten beschouwing gelaten worden. De meisjes zelf zijn, meegesleept door den ijver -voor haar werk of vermaak, gewoonlijk onverschillig, uit roekeloosheid en onwetendheid, -voor de groote gevaren die zij loopen. Maar de meeningen der onderwijzeressen <span class="pagenum">[<a id="pb61" href="#pb61">61</a>]</span>hebben nu neiging overeen te komen met de medische opinie in het erkennen van het -belang van zorg en rust tijdens de jeugdjaren, en onderwijzeressen zijn zelfs geneigd -toe te geven, dat een jaar onthouding van hard werken tijdens de periode waarin het -sexueele leven van een meisje zich vestigt, haar gezondheid en kracht kan geven, zelfs -zonder nadeel op te leveren uit een opvoedkundig gezichtspunt. Met den groei van kennis -en het verval van oude vooroordeelen mogen wij met reden hopen, dat vrouwen zich los -zullen maken van de tradities van valsche beschaving, die haar gedwongen hebben haar -glorie als haar schande te beschouwen,—hoewel het nooit zoo geweest is onder krachtige -natuurvolken,—en het is bemoedigend te bevinden, dat een zoo bekend opvoeder als Stanley -Hall met vertrouwen zulk een tijd tegemoet ziet. In zijn groote werk over <i lang="en">Adolescence</i> schrijft hij: “In plaats van schaamte over deze functie behoorde aan meisjes de grootste -eerbied ervoor ingeprent te worden en moesten deze helpen om haar normaal te doen -worden door eenige jaren lang geregeld op vaste tijden alle andere belangen hieraan -ondergeschikt te maken, tot ze goed gevestigd is en normaal. Hooger wezens, neerziende -op het menschenleven zooals wij neerzien op de bloemen, zouden deze uren de meest -belangwekkende en mooiste voor ontknopping vinden. Met meer zelfkennis zullen vrouwen -meer zelfrespect hebben in dezen tijd. Natuurvolken hebben eerbied voor dezen toestand: -het geeft aan vrouwen een mystiek ontzag. De tijd zal misschien wel komen, wanneer -wij zelfs de verdeelingen van het jaar voor vrouwen moeten veranderen, dat we aan -den man zijn week moeten laten en aan haar moeten geven hetzelfde aantal Sabbathdagen -per jaar, maar in groepen van vier opvolgende dagen per maand. Wanneer de vrouw haar -ware physiologische rechten beseft, zal ze hier beginnen, en dan zal ze roem dragen -op wat in een eeuw van onwetendheid de man haar deed denken, dat haar schande was. -Het verkeerde in de leidsters van de zoogenaamde emancipatie der vrouw is, dat zij, -zelfs meer dan degenen die zij zouden willen overtuigen, de waardeering van den man -voor dezen toestand aannemen”<a class="noteref" id="xd29e1959src" href="#xd29e1959">10</a>. -</p> -<p>Deze wijze woorden kunnen niet te diep overdacht worden. Het verkeerde in den toestand -is geweest—in ieder geval in het verleden, want nu is er een meer verlicht geslacht -aan het opgroeien—dat de leidsters van de vrouwenbeweging zelf dikwijls de zaak der -vrouwen verraden hebben. Zij hebben de idealen van mannen overgenomen, zij hebben -vrouwen gedwongen tweede-hands-mannen <span class="pagenum">[<a id="pb62" href="#pb62">62</a>]</span>te worden, zij hebben verklaard, dat de gezonde, natuurlijke vrouw geen acht geeft -op de aanwezigheid van haar <span class="corr" id="xd29e1972" title="Bron: menstruëele">menstrueele</span> functies. Dit is juist het tegendeel van de waarheid. “Zij eischen”, merkt Engelmann -op, “dat de vrouw in haar natuurlijken staat de physiek gelijke van den man zal zijn -en wijzen voortdurend op de oorspronkelijke vrouw, de vrouw bij de natuurvolken als -een voorbeeld van dit onderstelde axioma. Weten zij hoe goed deze zelfde wilde op -de hoogte is van de zwakheid van de vrouw en haar gevoeligheid op zekere tijden van -haar leven? En met wat een zorg hij haar beschermt tegen nadeel in deze tijden? Dat -geloof ik niet. Het belang om vrouwen te omringen met zekere voorzorgen op het hoogtepunt -van deze groote functioneele golven van haar bestaan, werd op de juiste waarde geschat -door alle volken, die leven in een aan den natuurstaat grenzenden toestand, door alle -rassen in alle tijden; en onder hun betrekkelijk weinige godsdienstige gewoonten werd -die, welke rust verschafte aan vrouwen, degene waar het meest aan vastgehouden werd”. -Het is alleen onder de blanke rassen, dat de sexueele invaliditeit van vrouwen overheerschend -is, en het zijn alleen de blanke rassen, welke, ontgroeiend aan de godsdienstige ideeën -waarmede de afzondering tijdens de menstruatie verbonden was, die weldadige afzondering -zelf hebben over boord gegooid, in een bijna letterlijken zin het kind wegwerpend -met het badwater<a class="noteref" id="xd29e1975src" href="#xd29e1975">11</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Duitschland heeft Tobler onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de menstruatie -van meer dan duizend vrouwen (<i lang="de">Monatsschrift für Geburtshülfe und Gynäkologie</i>, Juli, 1905). Hij bevindt, dat bij de groote meerderheid van vrouwen tegenwoordig -de menstruatie samengaat met bepaalde vermindering van de algemeene gezondheid, en -vermindering van de functioneele energie. Bij 26 percent bestonden tevens plaatselijke -pijn, algemeene malaise, en geestelijke en nerveuse afwijkingen; in grooter proportie -komen de gevallen, waarin plaatselijke pijn, algemeene zwakke gezondheid of psychische -abnormaliteit alleen voorkwamen in dezen tijd. Alleen bij 16 percent werden geen van -deze symptomen gevonden. Bij een zeer kleine afzonderlijke groep waren de physieke -en geestelijke functies in dezen tijd verhoogd, maar in de helft van die gevallen -was er een bepaalde storing in den tijd tusschen de menstruaties. Tobler komt tot -het besluit dat, terwijl de menstruatie zelf physiologisch is, al deze stoornissen -pathologisch zijn. -</p> -<p>Voor zoover Engeland betreft, werd er, bij een discussie over normale en pijnlijke -menstruatie op een bijeenkomst van de <span lang="en">British Association of Registered Medical Women</span> op den 7<sup>den</sup> Juli, 1909, gezegd door Miss Bentham, dat 50 percent van meisjes die in goede omstandigheden -verkeerden, leden <span class="pagenum">[<a id="pb63" href="#pb63">63</a>]</span>aan pijnlijke menstruatie. Mrs. Dunnett zeide, dat het gewoonlijk voorkwam tusschen -den leeftijd van vier en twintig en dertig, en dat het dikwijls ontstond uit het verwaarloozen -van het rusten tijdens de menstruatie in de jongere jaren en Mrs. Grainger Evans had -bevonden, dat deze toestand zeer gewoon was onder onderwijzeressen van de lagere school, -die in haar meisjestijd hard gewerkt hadden voor examens. -</p> -<p>In Amerika zijn verschillende onderzoekingen gedaan, die aantoonen het veel vóorkomen -van stoornis in de sexueele gezondheid van schoolmeisjes en jonge vrouwen. Zoo verkreeg -Dr. Helen P. Kennedy uitgebreide gegevens over het menstrueele leven van honderd vijf -en twintig meisjes op de hoogeschool van ongeveer achttien jarigen leeftijd (“<span lang="en">Effect of High School Work upon Girls During Adolescence</span>”, <i lang="en">Pedagogical Seminary</i>, June 1896). Slechts acht en twintig voelden geen pijn vóór de periode (zooals hoofdpijn, -malaise, prikkelbaarheid van humeur), terwijl vier en veertig klaagden over andere -symptomen behalve pijn tijdens de periode (vooral hoofdpijn en groote zwakte). Jane -Kelley Sabine (aangehaald in <i lang="en">Boston Medical and Surgical Journal</i>, Sept. 15, 1904) vond in scholen in Nieuw Engeland onder de twee duizend meisjes, -dat 75 percent moeilijkheden met de menstruatie had, dat 90 percent leucorrhea en -neuralgia van de ovariën had en dat 60 percent haar werk twee dagen iedere maand moest -opgeven. Deze resultaten schijnen meer dan gewoon ongunstig, maar zij zijn van beteekenis, -omdat zij een groot aantal gevallen omvatten. De toestanden in de landen aan den stillen -Oceaan zijn niet veel beter. Dr. Mary Ritter zeide (in een geschrift dat ze heeft -voorgelezen voor de <span lang="en">California State Medical Society</span> in 1903), dat van 660 pas aangekomen meisjes aan de Universiteit van Californië, -67 onderhevig waren aan onregelmatigheden in de menstruatie, 27 percent aan hoofdpijnen, -30 percent aan rugpijnen, 29 percent hadden voortdurend constipatie, 16 percent hadden -abnormale hartgeluiden, slechts 23 percent waren vrij van functioneele stoornissen. -Dr. Helen Mac Murchey bevond in een belangwekkend geschrift over “<span lang="en">Physiological Phenomena Preceding or Accompanying Menstruation</span>” (<i lang="en">Lancet</i>, Oct. 5, 1901), door onderzoekingen onder honderd vrouwelijke dokters, verpleegsters, -onderwijzeressen in Toronto over de aan- of afwezigheid van een en twintig verschillende -menstruatie-verschijnselen, dat tusschen de 50 en 60 percent bekenden dat zij in dezen -tijd neiging hadden tot onrustig slapen, tot geestelijke depressie, tot stoornis in -de spijsvertering, of tot stoornis van de speciale zintuigen, terwijl ongeveer 25 -tot 50 percent neiging hadden tot hoofdpijn, tot duizeligheid, tot verhoogde zenuw-energie, -tot gebrek aan zenuw- en spierkracht, tot overgevoeligheid van de huid, tot vaatstoornissen, -tot constipatie, tot diarrhee, tot vermeerderd urineeren, tot huiduitslag, tot vermeerderde -vatbaarheid voor kouvatten, of tot hinderlijke waterige afscheiding voor of na de -vloeiing der menstruatie. Dit onderzoek is van veel belang, omdat het duidelijk doet -blijken, het heerschen bij de menstruatie van toestanden, die, hoewel ze niet noodzakelijk -van eenig gewicht zijn, toch bepaaldelijk wijzen op een verminderd weerstandsvermogen -tegen ziekelijke invloeden en verminderde geschiktheid tot werken. -</p> -<p>Hoe ernstig bezwaar moeilijkheden door de menstruatie zijn voor een vrouw, blijkt -uit het feit dat de vrouwen, die tot succes en roem komen, er zelden ernstig door -schijnen geplaagd te zijn. Daar mogen we voor een deel aan toeschrijven de veelvuldigheid, -waarmee leidsters van de vrouwenbeweging menstruatie behandeld hebben als een zaak -van geen belang in het leven van een vrouw. Adèle Gerhard en Helene Simon hebben ook -in haar belangrijk en onpartijdig werk, <i lang="de">Mutterschaft und Geistige Arbeit</i> (p. 312), niet kunnen vinden bij haar navragen onder vrouwen van uitstekende bekwaamheid, -dat menstruatie beschouwd werd als ernstig het werk te belemmeren. -</p> -<p>In den laatsten tijd is dikwijls, niet alleen van medische maar ook van opvoedkundige -zijde, het denkbeeld ter sprake gebracht, dat aankomende meisjes niet alleen twee -dagen achtereen gedurende de menstruatie moeten <span class="pagenum">[<a id="pb64" href="#pb64">64</a>]</span>rusten, maar dat zij geheel vacantie van school moeten hebben het eerste jaar van -haar sexueele leven. Bij een bijeenkomst van de <span lang="en">Association of Registered Medical Women</span>, waarvan we reeds melding gemaakt hebben, sprak Miss Sturge van de goede resultaten, -die verkregen waren op een school waar in de twee eerste jaren na de puberteit de -meisjes in bed werden gehouden gedurende de twee eerste dagen van iedere menstruatie-periode. -Eenige jaren geleden schreef Dr. G. W. Cook (“<span lang="en">Some Disorders of Menstruation</span>”, <i lang="en">American Journal of Obstetrics</i>, April, 1896), na eenige gevallen gegeven te hebben als waarover we spreken: “Het -is mijn vaste overtuiging, dat geen meisje gedurende het jaar van haar puberteit zich -moet bepalen tot de studie, maar ze moet een leven in de open lucht leiden”. In een -artikel over “Alumna’s kinderen”, door “Een Alumna” (<i lang="en">Popular Science Monthly</i>, Mei, 1904), handelend over de sexueele invaliditeit van Amerikaansche vrouwen en -de zware inspanning van haar geëischt door het moederschap, pleit de schrijfster, -hoewel zij geensdeels vijandig staat tegenover de opvoeding, die, naar zij verklaart, -niet verkeerd is, voor rust voor het meisje in de puberteit. “Als haar hoofd haar -geheele levenskracht in beslag neemt, hoe kan er dan eenige behoorlijke ontwikkeling -zijn? Evenals zeer jonge kinderen eenige jaren lang al hun kracht moeten geven alleen -aan physieken groei, voor wij aan de hersenen belangrijke eischen mogen stellen, zoo -moet in dezen critieken tijd in het leven van de vrouw niets aan de ontwikkeling van -dit belangrijke systeem in den weg staan. Een jaar, op zijn minst, moet speciaal gemakkelijk -voor haar gemaakt worden, zonder geestelijke of zenuw-inspanning; en den geheelen -verderen schooltijd door moet zij op de vaste tijden haar rustdag hebben, vrij van -studie of te groote inspanning”. In een ander artikel over hetzelfde onderwerp in -hetzelfde tijdschrift (“The Health of American Girls”, Sept 1907), raadt Nellie Comins -een dergelijke wijze van handelen aan. “Ik ben er overtuigd van, eenigszins tegen -mijn wil, dat er vele gevallen zijn, waarin het meisje geheel van school genomen moet -worden, eenige maanden, tenminste een jaar lang <i>ten tijde van de puberteit</i>”. Zij voegt er aan toe, dat het voornaamste bezwaar is, de eigen voorliefde en tegenzin -van het meisje en de onwetendheid van haar moeder, die er aan gewend is te denken, -dat pijn het natuurlijk lot is van een vrouw. -</p> -<p>Zulk een periode van ontheffing van geestelijke inspanning behoeft, omdat ze het organisme -krachtiger zou maken in zijn weerstand tegen mogelijken druk later, in het geheel -niet verloren te zijn in den ruimeren zin van het woord, want de opvoeding, die verkregen -wordt in schoolkamers is maar een klein deel van de opvoeding, die voor het leven -geëischt wordt. En ze behoorde ook in het geheel niet alleen ten goede te komen aan -het ziekelijke en zwakke meisje. Het tragische van het tegenwoordige verzuim om meisjes -een werkelijk flinke en passende opvoeding te geven, is dat de beste en knapste meisjes -er zoo dikwijls door te gronde gaan. Zelfs de Engelsche politie-agent, die, naar algemeen -toegegeven wordt, in physieke kracht en kalmte behoort tot de bloem van de bevolking, -is niet in staat de inspanning van zijn leven te verdragen, en men zegt, dat hij op -is in vijf-en-twintig jaar. Het is even dwaas de mooiste bloemen der meisjesjaren -te onderwerpen aan een druk, die, naar algemeen toegegeven wordt, te zwaar is.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het schijnt wel duidelijk te zijn, dat de voornaamste factor in de gewone sexueele -en algemeene invaliditeit van meisjes en jonge vrouwen slechte hygiëne is, in de eerste -plaats bestaande in het verwaarloozen van de menstrueele functies, en in de tweede -plaats in verkeerde gewoonten in het algemeen. In alle hoofdpunten, die betrekking -hebben op de hygiëne van het lichaam, zijn de tradities van meisjes—en dit schijnt -meer in het bijzonder het geval te zijn in Angelsaksische landen—minder goed <span class="pagenum">[<a id="pb65" href="#pb65">65</a>]</span>dan die van jonge mannen. Vrouwen zijn veel meer geneigd dan mannen om deze dingen -ondergeschikt te maken aan wat haar een meer dringend belang schijnt of aan een gril -van het oogenblik; zij worden er in geoefend lastige en knellende kleedingstukken -te dragen, zij geven niet om geregelde en voedzame maaltijden, gebruiken bij voorkeur -onvoedzame en onverteerbare spijzen en dranken; zij zijn geneigd, niet te letten op -de eischen van de ingewanden en de blaas, uit luiheid of kuischheid. Zij zijn zelfs -onverschillig voor physieke reinheid<a class="noteref" id="xd29e2056src" href="#xd29e2056">12</a>. In een groot aantal kleinere zaken, die afzonderlijk van weinig belang schijnen, -werken zij een omgeving in de hand, tegen welke, daar deze niet altijd in overeenstemming -is met hun speciale behoeften, aanzienlijke tegenstand noodzakelijk zou zijn, alleen -reeds indien zij er ernstig aan gingen denken, zich ertegen te verzetten. Er is bevonden -op een Amerikaansch Vrouwen-College, waar ongeveer de helft van de leerlingen corsetten -droegen en de andere helft niet, dat bijna al de eerbewijzen en prijzen gingen naar -haar, die geen corsetten droegen. Mc. Bride, die op dit feit de aandacht vestigt, -maakt de opmerking: “Als het dragen van een enkel kleedingstuk dit verschil maakt -in het leven van jonge vrouwen, en dat wel in den tijd van haar grootste kracht en -weerstandsvermogen, hoe veel verschil zal dan een reeks ongezonde gewoonten maken, -als ze een leven lang worden voortgezet?<a class="noteref" id="xd29e2071src" href="#xd29e2071">13</a><a id="xd29e2079"></a> -<span class="pagenum">[<a id="pb66" href="#pb66">66</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">“Het schijnt gebleken te zijn”, besluit A. E. Giles (“<span lang="en">Some Points of Preventive Treatment in the Diseases of Women</span>”, <i lang="en">The Hospital</i>, April 10, 1897) “dat dysmenorrhea voor een groot deel voorkomen kan worden door -te letten op de algemeene gezondheid en opvoeding. Korte werkuren, vooral van staand -werk; veel lichaamsbeweging in de open lucht—tennissen, roeien, fietsen, gymnastiek, -en wandelen voor hen die dit niet kunnen doen; regelmaat in maaltijden en voedsel -van behoorlijke kwaliteit—niet voortdurend thee en koffie met koek; vermijden van -te groote inspanning en van te veel vermoeienis; dit zijn eenige van de voornaamste -dingen, die de aandacht vereischen. Laat meisjes studeeren, maar langzamer; zij zullen -hetzelfde doel bereiken, maar wat later”. Het voordeel van vrije beweging en oefening -voor het geheele lichaam is ongetwijfeld zeer groot, zoowel wat betreft de sexueele -en algemeen physieke gezondheid als het geestelijk evenwicht; om het zoover te brengen, -is het noodig, zware en knellende kleedingstukken te vermijden, meer in het bijzonder -rondom de borst, want juist in krachtig ademhalen en uitzetting van de borst, meer -dan in eenig ander opzicht, staan meisjes achter bij jongens (zie bv. Havelock Ellis, -<i>Man en Vrouw</i>, hoofdst. IX). In vroeger tijd lag het groote bezwaar voor de vrije lichaamsoefening -van meisjes in het ideaal van vrouwelijk gedrag, dat in zich sloot een gemaakte dwang -op iedere natuurlijke beweging van het lichaam. Tegenwoordig wordt dat ideaal niet -met zooveel ijver gepredikt als vroeger, maar de traditioneele invloed ervan bestaat -nog in zekere mate, terwijl er verder de moeilijkheid is, dat gepaste tijd en gelegenheid -en aanmoediging in het geheel niet algemeen verschaft worden aan meisjes voor het -ontwikkelen en oefenen van de stoei-instincten, die werkelijk een ernstig deel zijn -van de opvoeding, want door zulk vrij oefenen van het geheele lichaam wordt het stelsel -van zenuwen en spieren, de basis van alle levensactiviteit opgebouwd. De verwaarloozing -van die opvoeding is tegenwoordig duidelijk zichtbaar in den bouw van onze vrouwen. -Dr. F. May Dickinson Berry, Medisch examinator aan de <span lang="en">Technical Education Board</span> van de <span lang="en">London County Council</span>, bevond (<i lang="en">British Medical Journal</i>, May 28, 1904) dat van meer dan 1500 meisjes, die de bloem van de scholen vertegenwoordigen, -sinds zij beurzen gekregen hadden, die haar in staat stelden tot scholen van een hoogeren -rang op te klimmen, 22 percent een zekere mate van zijdelingsche kromming van den -ruggegraat hadden, terwijl zulke gevallen zeer zeldzaam waren onder de jongens. Op -dezelfde wijze vond Miss Lura Sanborn onder een dergelijke klasse van de beste meisjes -van de normaalschool in Chicago (<i lang="en">Doctors’ Magazine</i>, Dec., 1900) er 17 percent met kromming van de ruggegraat, in sommige gevallen van -een zeer groote beteekenis. Er is geen reden, waarom een meisje niet een even rechte -rug zou hebben als een jongen; de oorzaak kan alleen liggen in de onvoldoende ontwikkeling -der spieren, die in de meeste van de gevallen geconstateerd werd, soms samengaande -met anaemia. Hier en daar is er tegenwoordig, onder de betere maatschappelijke klassen, -ruime gelegenheid tot ontwikkeling van spierkracht bij meisjes, maar in het algemeen -is er geen voldoende gelegenheid voor zulke oefeningen onder de werkende klasse; vooral -in dat deel ervan dat nadert tot de lagere middelklasse, is er, hoewel haar leven -bestemd is om gevuld te zijn met een voortdurenden druk op het zenuw- en spierstelsel -door werk thuis of in winkels etc., gewoonlijk een minimum van gezonde oefening en -physieke ontwikkeling. Dr. W. B. Sellman van Baltimore (“<span lang="en">Causes of Painful Menstruation in Unmarried Women</span>”, <a id="xd29e2109"></a><i lang="en">American Journal Obstetrics</i>, Nov., 1907), legt den nadruk op de prachtige resultaten, verkregen met lichaamsoefening -voor jonge vrouwen en door ze te oefenen in het zorgen voor haar lichaam en het doen -uitrusten van haar zenuwstelsel, terwijl Dr. Charlotte Brown, in San Francisco terecht -aandringt op het inrichten in alle steden en dorpen van gymnastiekvelden in de open -lucht voor vrouwen en meisjes, en het hebben van een gebouw, behoorende bij <span class="pagenum">[<a id="pb67" href="#pb67">67</a>]</span>iedere groote school, voor oefening in physieke kennis, handenarbeid en huishoudelijke -kennis. Het verstrekken van speciale speelplaatsen is noodig waar lichaamsoefening -van meisjes zóo ongewoon is, dat ze een hinderlijke mate van belangstelling veroorzaakt -van de andere sekse, hoewel, als ze een gewoonte sedert onheugelijke tijden is, ze -kan gehouden worden op de weide van het dorp zonder in het minst de aandacht te trekken, -zooals ik in Spanje gezien heb, waar men ze wel in verband moet brengen met de physieke -kracht van de vrouwen. Op jongensscholen worden spelen niet alleen aangemoedigd, doch -verplichtend gesteld; maar dit is in het geheel geen algemeene regel op meisjesscholen. -Het is niet noodig, en het is zelfs zeer ongewenscht, dat de daar aangenomen spelen, -die van jongens zouden zijn. Vooral in Engeland, waar de bewegingen van vrouwen zoo -dikwijls gekenmerkt worden door onhandigheid, hoekigheid en gebrek aan bevalligheid, -is het van het hoogste belang, dat er niets gedaan zal worden om deze eigenaardigheden -te versterken, want waar kracht geweld insluit daar hebben wij een gebrek aan voldoende -samenwerking van zenuwen en spieren. Zwemmen, als het mogelijk is, en vooral sommige -vormen van dansen, zijn uitmuntend geschikt om de lichamelijke bewegingen van vrouwen, -zoowel krachtig als harmonieus te ontwikkelen (zie b.v. Havelock Ellis, <i>Man en Vrouw</i>, hoofdst. VII). Bij het Internationale Congres van schoolhygiëne in 1907 (zie <abbr title="onder andere">o.a.</abbr> <i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug, 24, 1907) zeide Dr. L. H. Gulick, die vroeger de leiding had van de lichaamsoefeningen -in de openbare scholen van New-York, dat men in de lagere en hoogere scholen in New-York, -na vele proeven bevonden had dat het dansen van de volksdansen de allerbeste lichaamsoefening -was voor meisjes. “De dansen, die uitgekozen waren, brachten groote spiermassa’s van -het lichaam tot samentrekking en hadden daarom een grooten invloed op ademhaling, -bloedsomloop en voeding. Bovendien konden zulke bewegingen, wanneer ze als dansen -gedaan werden, drie of viermaal zoo lang volgehouden worden zonder vermoeidheid te -veroorzaken dan gewone gymnastiek. Vele volksdansen waren nabootsingen, een zaai- -en oogstdans, dansen die bewegingen van ambachten uitdrukken (de schoenmakersdans), -andere die aanval en verdediging voorstellen of het achtervolgen van wild. Zulke bewegingen -van zenuwen en spieren zijn, om zoo te zeggen, zoo oud als het ras en passen in het -dagelijksch leven van den mensch en neemt men eenmaal aan, dat de volksdansen inderdaad -een voorstelling geven van de geschiedenis van het zenuw en spierstelsel van den mensch, -en volstrekt niet zijn eenvoudige, doellooze bewegingen, dan behoorde op grond van -deze biologische overwegingen aan de combinatie van volksdansen de voorkeur gegeven -te worden boven onuitgezochte en zelfs boven op physiologische gronden aangenomen -bewegingen. Uit een aesthetisch gezichtspunt kwam de zin voor schoonheid, zooals ze -vertoond wordt bij het dansen, veel meer voor dan de aanleg om te zingen, te schilderen -of te boetseeren”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>We moeten er altijd aan denken dat, als wij de speciale eischen van de natuur der -vrouw erkennen, wij daarom nog niet instemmen met het geloof, dat hoogere opvoeding -ongeschikt is voor een vrouw. Die vraag mag nu als afgedaan beschouwd worden. Er is -daarom nu geen behoefte meer aan den koortsigen ijver van de eerste leiders van vrouwenopvoeding, -om aan te toonen, dat meisjes precies opgevoed kunnen worden alsof ze jongens waren -en minstens even goede opvoedkundige resultaten geven. Thans is die ijver niet alleen -onnoodig, maar nadeelig. Het is nu meer noodig om aan te toonen, dat vrouwen speciale -behoeften hebben, juist zooals mannen speciale behoeften hebben en dat het even slecht -is voor vrouwen, en daarom voor het menschdom, haar te dwingen de speciale wetten -en beperkingen <span class="pagenum">[<a id="pb68" href="#pb68">68</a>]</span>voor mannen aan te nemen, als het verkeerd zou zijn voor mannen, en daarom voor het -menschdom, om mannen te dwingen de speciale wetten en beperkingen voor vrouwen aan -te nemen. Iedere sekse moet trachten het doel te bereiken door de wetten te volgen -van haar eigen natuur, hoewel het toch wenschelijk blijft dat, zoowel op school als -in het leven, zij zoover als dat mogelijk is naast elkaar kunnen werken. Het groote -feit, dat men altijd in herinnering moet houden is, dat niet alleen vrouwen in physieke -afmeting en physieken bouw teerder en fijner zijn dan mannen, maar dat in een, onder -mannen geheel onbekende mate, haar zwaartepunt neiging heeft verlegd te worden door -de serie van rhythmische sexueele curven, volgens welke zij altijd leven. Zij zijn -dus eerder uit haar evenwicht te brengen en iedere soort van druk of inspanning—van -hersenen, zenuwen of spieren—heeft meer kans ernstige stoornissen teweeg te brengen -en vereischt een nauwkeurig aanpassen aan haar speciale behoeften. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het feit, dat het inspanning in het algemeen is, en niet alleen wetenschappelijke -studiën, die schadelijk zijn voor jonge vrouwen, wordt voldoende bewezen, als er nog -een bewijs noodig is, door het feit, dat sexueele belemmering en physieke en nerveuse -instorting met groote veelvuldigheid voorkomen bij meisjes die in winkels of in fabrieken -werken, zelfs bij meisjes die in het geheel nooit naar school zijn geweest. Zelfs -onmatigheid in lichaamsoefeningen—die nu niet zoo heel zelden voorkomt als reactie -tegen de onverschilligheid van de vrouw voor physieke oefening—is slecht. Fietsen -is heilzaam voor vrouwen, die kunnen rijden zonder pijn of ongemak, en volgens Watkins -is het zelfs heilzaam in vele toestanden van een ziek en verkeerd bekken, maar overdadig -fietsen is verkeerd. Dit blijkt uit de resultaten bij vrouwen, vooral doordat het -stijfheid van het perineum veroorzaakt in die mate zelfs dat bevallingen onmogelijk -zijn en operatie noodig maken. Ik mag er wel bijvoegen, dat hetzelfde bezwaar geldt -voor veel paardrijden. Op dezelfde wijze is alles wat schokken veroorzaakt aan het -lichaam, geneigd om gevaarlijk te zijn voor vrouwen, omdat zij in de baarmoeder een -teer geëquilibreerd orgaan bezitten, dat op verschillende tijden in gewicht wisselt; -zoo zou het bv. onmogelijk zijn om voetbal aan te raden als een spel voor meisjes. -“Ik geloof niet”, schreef Miss H. Ballantine, directrice van het Tassar College Gymnasium -aan Prof. W. Thomas (<i lang="en">Sex and Society</i>, p. 22), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>dat vrouwen ooit, hoe ze zich ook oefenen, mannen kunnen nabij komen in hun physieke -præstaties; en”, voegt zij er verstandig bij, “ik zie niet in waarom ze dat zouden -moeten”. Er schijnen inderdaad, zooals reeds aangetoond is, redenen te zijn waarom -ze het niet moeten, vooral als zij moeders denken te worden. Ik heb opgemerkt dat -vrouwen, die een zeer gezond en athletisch leven in de open lucht geleid hebben, wel -verre van altijd de gemakkelijke bevalling te hebben die wij zouden mogen verwachten, -uiterst moeilijke tijden hebben, die het leven van het kind in gevaar brengen. Toen -ik deze opmerking maakte tegen een beroemd verloskundige, wijlen Dr. Engelmann, die -een vurig voorstander was van lichaamsoefening voor vrouwen (bv. in zijn presidenteele -rede “<span lang="en">The Health of the American Girl</span>”, <i lang="en">Transactions Southern Surgical and Gynæcological Association</i>, 1890), antwoordde hij, dat hij zelf deze opmerking gemaakt had, en dat gymnastiekonderwijzers, -zoowel in Amerika als in Engeland, hem van zulke gevallen onder hun leerlingen verteld -hadden. “Ik ben”, schreef hij, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>precies van uw meening [wat den ongunstigen invloed van spierontwikkeling bij vrouwen -betreft]. <i>Athletiek</i>, d.i. overdreven lichaamsoefening, doet den bouw <span class="pagenum">[<a id="pb69" href="#pb69">69</a>]</span>van het meisje naderen tot dien van den man; dit is zoo, hetzij het komt door sport -of door noodzakelijkheid. De vrouw, die er aan toegeeft nadert tot het mannelijke -in haar kenmerken; dit wordt duidelijk in verminderde sexueele intensiteit en in verhoogde -moeite bij de bevalling, met ten slotte verminderde vruchtbaarheid. Gezonde gewoonten -verbeteren vrouwelijke eigenschappen, maar mannelijke spierontwikkeling vermindert -ze, hoewel het waar is dat de boerin en de werkende vrouw goede weeën hebben. Ik heb -nooit spierontwikkeling voor meisjes aangeraden, alleen lichaamsoefening, maar ik -heb er misschien te veel van gezegd en ze te zorgeloos aanbevolen. Op scholen en universiteiten -echter is ze tot nu toe eer onvoldoende dan te veel; alleen de rijken hebben te veel -golf en athletische sport. Ik ben bezig nieuw materiaal te verzamelen, maar uit wat -ik al gezien heb, ben ik overtuigd van de waarheid van wat u zegt. Ik ben bezig het -punt te bestudeeren en zal de verklaring nauwkeurig bewerken”. Iedere publicatie over -dit onderwerp werd echter verhinderd door den dood van Engelmann, eenige jaren later.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Een behoorlijke erkenning van den specialen aard van de vrouw, van haar bijzondere -behoeften en haar waardigheid, heeft een beteekenis, nog verder strekkend dan het -belang ervan voor opvoeding en hygiëne. De tradities en de oefeningen, waaraan zij -hierbij onderworpen wordt, hebben een fijne en verstrekkende beteekenis, hetzij zij -goed zijn of slecht. Als haar, stilzwijgend of uitgesproken, geringschatting voor -de eigenaardigheden van haar eigen sekse geleerd wordt, dan ontwikkelt zij natuurlijk -mannelijke idealen, die doorloopend haar kijk op het leven minder helder kunnen maken -en haar praktisch werk kunnen verwringen; men heeft bevonden, dat wel vijftig percent -Amerikaansche schoolmeisjes mannelijke idealen hebben, terwijl vijftien percent Amerikaansche -en niet minder dan vier en dertig percent Engelsche schoolmeisjes graag mannen wilden -wezen, terwijl er nauwelijks een enkele jongen was, die een vrouw wilde zijn<a class="noteref" id="xd29e2153src" href="#xd29e2153">14</a>. Met dezelfde neiging kan in verband staan dat verzuim om gemoedsaandoeningen aan -te kweeken, hetwelk, door een noodlottig overdreven maar onvermijdelijke reactie van -het tegenovergestelde uiterste, soms de moderne opvoeding van vrouwen gekenmerkt heeft. -Bij de mooi ontwikkelde vrouw is het verstand overal doordrongen van gevoel. Als er -een overdreven en eenzijdige ontwikkeling van het verstand is, dan vertoont zich een -neiging tot disharmonie, die het karakter verandert of de volkomenheid ervan benadeelt. -In dit opzicht heeft Reibmayr opgemerkt, dat de Amerikaansche vrouw als een waarschuwing -kan dienen<a class="noteref" id="xd29e2173src" href="#xd29e2173">15</a>. Binnen de sfeer der gemoedsbewegingen zelf, kan men hier bijvoegen, is er een neiging -<span class="pagenum">[<a id="pb70" href="#pb70">70</a>]</span>tot disharmonie in vrouwen, die berust op den tegenstrijdigen aard van de gevoelens -die door de traditie haar zijn ingeprent, een tegenstrijdigheid, die teruggaat tot -de identificatie van heiligheid en onreinheid bij het begin van de beschaving. “Ieder -meisje en iedere vrouw”, schreef Hellmann, in een baanbrekend boek, dat een gezond -principe tot buitensporige uitersten dreef, “leert haar geslachtsdeelen beschouwen -als een kostbare en heilige plaats, die alleen genaderd mag worden door een echtgenoot -of onder speciale omstandigheden door een dokter. Terzelfder tijd wordt haar geleerd, -deze plaats te beschouwen als een soort van closet, over welks bezit zij zich zeer -moet schamen, en waarvan het noemen alleen reeds haar een pijnlijke blos moet veroorzaken<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e2182src" href="#xd29e2182">16</a>. De gewone vrouw, die niet nadenkt, neemt de ongerijmdheid van deze tegenstelling -zonder vragen aan en raakt gewend zich aan ieder van deze onvereenigbaarheden aan -te passen, al naar omstandigheden. De meer nadenkende vrouw werkt een eigen theorie -uit voor zichzelf. Maar in zeer veel gevallen oefent deze noodlottige tegenstelling -een fijnen verderfbrengenden invloed uit op den geheelen kijk op natuur en leven. -In sommige gevallen, bij vrouwen van gevoelig temperament, ondermijnt en vernielt -ze de psychische persoonlijkheid. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Zoo heeft Boris Sidis een geval vermeld, dat de ongelukkige resultaten doet zien, -wanneer men een ziekelijk gevoelig meisje de leer van de onreinheid der vrouwen inprent. -Zij was in een klooster opgevoed. “Terwijl zij daar was, was haar het geloof ingeprent, -dat de vrouw een vat is van misdaad en onreinheid. Hiervan scheen zij te zijn doordrongen -geraakt door een van de nonnen, die zeer heilig was en zelfvernietiging in praktijk -bracht. Met het begin van haar menstruatie en met het observeeren daarvan in andere -meisjes, was deze leer van de vrouwelijke onreinheid des te sterker in haar gevoeligen -geest gedrukt”. Het ontglipte echter aan haar bewuste herinnering en kwam alleen op -den voorgrond in later jaren na de uitputting en de vermoeienis van aanhoudend kantoorwerk. -Toen trouwde ze. Nu “heeft zij een vreeselijke afschuw van vrouwen. De vrouw is voor -de patient: onreinheid, vuilnis, de verpersoonlijking zelf van vernedering en misdaad. -De wasch van het huis mag niet gegeven worden aan een waschinrichting, waar vrouwen -werken. Niets mag op straat opgeraapt worden, zelfs niet het meest kostbare voorwerp, -misschien kon een vrouw het hebben laten vallen”. (Boris Sidis, “<span lang="en">Studies in Psychopathology</span>” <i lang="en">Boston Medical and Surgical Journal</i>, April 4, 1907). Dat is het logisch gevolg van veel van wat volgens de traditie aan -meisjes gegeven wordt. Gelukkig biedt de gezonde geest een natuurlijken weerstand -tegen het algeheel aannemen er van, maar toch blijft het in eenige mate bestaan en -oefent een noodlottigen invloed uit.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is echter niet alleen in haar relaties tot haarzelf en haar sekse, dat de gedachten -en de gevoelens van een meisje neiging hebben om verwrongen te worden door de onwetendheid -of de valsche tradities, waardoor zij zoo dikwijls zorgvuldig omringd is. Haar geluk -in het huwelijk, haar geheele volgende loopbaan, <span class="pagenum">[<a id="pb71" href="#pb71">71</a>]</span>wordt in gevaar gebracht. De onwetende jonge vrouw moet altijd veel wagen, wanneer -ze de deur binnengaat van het onverbreekbaar huwelijk; zij weet waarlijk niets van -haar man, zij weet niets van de groote wetten der liefde, zij weet niets van wat zij -worden kan en, wat nog erger is, zij weet zelfs niet, dat ze niets weet. Zij loopt -gevaar het spel te verliezen, terwijl zij nog bezig is met te beginnen het te leeren. -Tot zekere hoogte is dat geheel onvermijdelijk, zoo lang wij er aan vasthouden, dat -een vrouw zich door het huwelijk moet verbinden aan een man, eer zij den aard ondervonden -heeft van de krachten, die dat huwelijk in haar kan ontketenen. Een jong meisje meent, -dat ze een zeker karakter heeft; zij richt haar toekomst in in overeenstemming met -dat karakter; zij trouwt. Dan bemerkt zij, in een groot aantal gevallen (vijf van -de zes, volgens den romanschrijver Bourget), binnen een jaar of zelfs binnen een week, -dat zij zich geheel en al vergist heeft in zichzelf en in den man, dien zij getrouwd -heeft; zij ontdekt in zich een ander ik en dat ik verfoeit den man, waaraan ze gebonden -is. Dat is een mogelijk lot, waartegen alleen de vrouw in wie reeds liefde is gewekt, -zich als tamelijk goed beschermd kan beschouwen. -</p> -<p>Er is echter een zekere soort van bescherming, die men aan de bruid kan verschaffen, -zelfs zonder af te wijken van onze meest conventioneele opvattingen over het huwelijk. -We kunnen er tenminste op aandringen, dat zij nauwkeurig wordt ingelicht over den -juisten aard van haar physieke relaties tot haar echtgenoot en dat ze gevrijwaard -zal zijn tegen de schokken en desillusies die het huwelijk anders zou kunnen meebrengen. -Niettegenstaande het afnemen van vooroordeelen, mag het waarschijnlijk heeten dat -zelfs nu nog de meerderheid van de vrouwen uit de zoogenaamd welopgevoede klasse trouwen -met alleen de meest vage en meest onnauwkeurige denkbeelden, meer of minder in het -geheim opgedaan, over den aard van de sexueele verhoudingen. Een zoo hoogst intelligente -vrouw als Madame Adam heeft gezegd, dat zij zich verplicht gevoelde een man te trouwen, -die haar op de mond gekust had, daar ze meende, dat dit de opperste daad van sexueele -vereeniging was<a class="noteref" id="xd29e2205src" href="#xd29e2205">17</a>, en het is dikwijls voorgekomen, dat vrouwen getrouwd zijn met sexueel geïnverteerde -personen van haar eigen sekse, terwijl ze dit niet altijd wisten, maar meenden, dat -het mannen waren, en die nooit haar vergissing ontdekten; het is nog niet lang geleden, -dat in Amerika drie vrouwen op deze wijze achtereenvolgens met dezelfde vrouw trouwden, -terwijl klaarblijkelijk geen van haar ooit de werkelijke sekse van den <span class="pagenum">[<a id="pb72" href="#pb72">72</a>]</span>“echtgenoot” ontdekte. “Het beschaafde meisje wordt”, zooals Edward Carpenter opmerkt, -“naar het altaar gevoerd, dikwijls in de uiterste onwetendheid, en de offergebruiken -die op het punt staan voltrokken te worden geheel misverstaande”. Zeker zijn meer -verkrachtingen gedaan in het huwelijk dan daar buiten<a class="noteref" id="xd29e2213src" href="#xd29e2213">18</a>. Het meisje is vol van vaag en romantisch geloof in de beloften van de liefde, dat -dikwijls nog verhoogd wordt door de verrukkingen, die beschreven worden in sentimenteele -romans, waaruit ieder spoor van gezonde werkelijkheid zorgvuldig verwijderd schijnt. -“Al de oprechtheid van geloof is daar”, zooals Senancour het uitdrukt in zijn boek -<i lang="fr">De <span class="corr" id="xd29e2221" title="Bron: l’ Amour">l’Amour</span></i>, “de wenschen van de onervarenheid, de behoefte aan een nieuw leven, de hoop van -een oprecht hart. Zij heeft al de vermogens der liefde, zij moet liefhebben; zij heeft -al de middelen tot vermaak, zij moet bemind worden. Alles drukt liefde uit en eischt -liefde: deze hand gevormd voor teere liefkoozingen, een oog waarvan men het nut niet -zou weten als het niet er in toestemt bemind te worden, een boezem die bewegingloos -en nutteloos is zonder liefde en die verwelken zal zonder te zijn aangebeden; deze -gevoelens, die zoo groot, zoo teer, zoo wellustig zijn, de eerzucht van het hart, -de heldenmoed der hartstocht! Zij moet noodzakelijk de heerlijke regel volgen, die -de wet der wereld heeft voorgeschreven. Die opwindende rol, die zij zoo goed kent, -waar alles aan herinnert, die de dag ingeeft en die de nacht afdwingt,—welke jonge, -gevoelige, liefhebbende vrouw kan zich voorstellen, dat ze haar niet zal spelen?” -Maar als het werkelijke drama der liefde zich voor haar begint te ontplooien en als -zij den waren aard inziet van de “opwindende rol” die zij spelen moet, dan is het -dikwijls gebeurd, dat het geval veranderde; zij vindt zichzelf geheel onvoorbereid -en ze wordt overweldigd door schrik en ongerustheid. Al het geluk van haar huwelijksleven -kan dan afhangen van een paar toevallige omstandigheden, de handigheid en welwillendheid -van haar echtgenoot, haar eigen tegenwoordigheid van geest. Hirschfeld vermeldt het -geval van een onschuldig jong meisje van zeventien—in dit geval, bleek het toevallig -een geïnverteerde te zijn—die er toe overgehaald was om te trouwen, maar toen ze ontdekte -wat huwelijk beteekende, zich krachtig verzette tegen de sexueele naderingen van haar -man. Hij wendde zich tot haar moeder, dat deze aan haar dochter den aard der “huwelijksplichten -van de <span class="pagenum">[<a id="pb73" href="#pb73">73</a>]</span>vrouw zou uitleggen”. Maar de jonge vrouw antwoordde op de vermaningen van haar moeder: -“Als dat mijn vrouwenplicht is, dan was het Uw ouderplicht geweest mij dat van tevoren -te zeggen, want, als ik het geweten had, zou ik nooit getrouwd zijn”. <a id="xd29e2227"></a>De echtgenoot, die in dit geval veel van zijn vrouw hield, trachtte acht jaar lang -haar te overreden, maar tevergeefs, en eindelijk had een scheiding plaats<a class="noteref" id="xd29e2229src" href="#xd29e2229">19</a>. Dat is ongetwijfeld een uiterst geval, maar hoe veel onschuldige jonge geïnverteerde -meisjes komen nooit haar waren aard te weten voor nà het huwelijk, en hoe veel geheel -normale meisjes worden zóo geschokt door de plotselinge inwijding in het huwelijk, -dat haar mooie jeugddroomen over liefde nooit langzaam en gezond zich ontwikkelen -tot het bereiken van de nòg mooiere werkelijkheden? -</p> -<p>Vóór den leeftijd der puberteit schijnt het wel dat de sexueele inwijding van het -kind—afgezien van die wetenschappelijke inlichting, die een deel zou vormen van schoolcursussen -in botanie en zoölogie—het uitsluitend voorrecht moet wezen van de moeder of van haar -aan wie de moederplichten zijn toevertrouwd. Bij de puberteit is meer gezaghebbende -en meer nauwkeurige raad noodig dan de moeder misschien kan of wil geven. Op dezen -leeftijd moet zij haar zoon of dochter een of ander van de zeer talrijke handleidingen -in handen geven, waar we reeds naar verwezen hebben (bladz. 49), die de physieke en -moreele zijden verklaren van het sexueele leven en de grondbeginselen der sexueele -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>. De jongen of het meisje is dan reeds, dit mogen we aannemen, bekend met de feiten -van het moederschap en den oorsprong van kinderen, en ook min of meer nauwkeurig met -den rol van den vader in hun voortbrenging. De handleiding, die nu in zijn of haar -handen gegeven wordt, moet ten minste in het kort, maar bepaaldelijk handelen over -de sexueele verhouding, en moet ook uitleggen, waarschuwend maar niet in een verontrustenden -geest, de voornaamste auto-erotische verschijnselen en geenszins alleen de onanie. -Niets dan goed kan er voortkomen uit het gebruik van zulk een handleiding, als ze -met wijsheid gekozen wordt; zij zal komen in de plaats van wat de moeder reeds gedaan -heeft, <span class="pagenum">[<a id="pb74" href="#pb74">74</a>]</span>wat de onderwijzer misschien nog doen zal en wat later misschien zal gedaan worden -door een vertrouwelijk gesprek met een dokter. Men heeft aangevoerd, dat de jongen -of het meisje, aan wie zulke lectuur wordt aangeboden, ze alleen maar zal maken tot -een aanleiding tot ziekelijke brasserij en zinnelijk genot. Men kan wel aannemen dat -dit soms zal gebeuren met jongens of meisjes, voor wie alle sexueele feiten altijd -geheimzinnig verborgen zijn gehouden en dat, als zij eindelijk de gelegenheid vinden -om hun lang onderdrukte en volkomen natuurlijke nieuwsgierigheid te voldoen, zij overweldigd -worden door de opwinding van de gebeurtenis. Het zou niet kunnen gebeuren met kinderen, -die natuurlijk en gezond opgevoed zijn. Later, tijdens den jongelingsleeftijd, heeft -ongetwijfeld het systeem groot voordeel, dat nu veel toegepast wordt, vooral in Duitschland, -<abbr title="namelijk">n.l.</abbr> lezingen te houden, toespraken of rustige gesprekken met jonge menschen voor beide -geslachten afzonderlijk. De spreker is gewoonlijk een met zorg uitgekozen leeraar, -een dokter of ander bevoegd persoon, die voor dit speciale doel komt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Stanley Hall maakt de opmerking, dat sexueele opvoeding in hoofdzaak moet gegeven -worden door vaders aan zoons en door moeders aan dochters, en voegt er bij: “Het kan -wel zijn dat in de toekomst deze soort van inwijding weer een kunst zal worden en -deskundigen ons met meer zelfvertrouwen zullen vertellen, hoe we onzen plicht moeten -doen tegenover de vele eischen, typen en stadiën van de jeugd, en in plaats van bedrogen -te worden en verslagen, zullen wij zien dat deze leeftijd en dit onderwerp het beste -uitgangspunt zijn voor de hoogste pædagogie om haar beste en meest hervormende werk -te doen, zoo goed als het de grootste van alle gelegenheden is voor den godsdienstleeraar -om invloed uit te oefenen”. (Stanley Hall, <i lang="en">Adolescence</i>, deel I, pag. 469). “Op Williams College, Harvard, Johns Hopkins and Clark”, merkt -dezelfde beroemde leeraar op (<i>ib.</i>, pag. 465), “heb ik het tot mijn plicht gemaakt in mijn afdeelingsonderwijs zeer -kort, maar duidelijk te spreken tot jonge mannen, die ik inlichten moet, persoonlijk, -als mij dat verstandig toescheen, en dikwijls, hoewel hier alleen in algemeene termen, -voor studentengezelschappen; ik geloof dat ik nergens meer goed gedaan heb, maar het -is een pijnlijke plicht. Hij vereischt tact en een zekere mate van flink en doortastend -gezond verstand, nog meer dan technische kennis”. -</p> -<p>Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat de gewone onderwijzer of onderwijzeres in -het geheel niet geschikt is om over sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> te spreken. Het is een taak waarin alle, althans sommige onderwijzers geoefend moeten -worden. Een begin in deze richting is gemaakt in Duitschland door het houden van cursussen -voor onderwijzers over sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> in de opvoeding. In Pruisen werd de eerste poging gedaan in Breslau, toen de centrale -schoolautoriteiten Dr. Martin Chotzen verzochten zulk een cursus te houden voor honderd -vijftig onderwijzers, die de grootste belangstelling in de lezingen toonden, welke -omvatten de anatomie van de sexueele organen, de ontwikkeling van het sexueele instinct, -de voornaamste afwijkingen ervan, venerische ziekten en het belang van het oefenen -in zelfbeheersching. In <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i> (deel I, afl. 7) geeft Dr. Fritz Reuther de korte inhoud van lezingen, die hij gehouden -heeft voor een klasse van jonge onderwijzers; zij omvatten veelal hetzelfde terrein -als die van <span class="corr" id="xd29e2270" title="Bron: Chotsen">Chotzen</span>. -</p> -<p>Het is niet gebleken, dat in Engeland de Minister van Opvoeding reeds stappen gedaan -heeft om het houden van lezingen over sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> te verzekeren aan jongens die op het punt zijn de school te verlaten. In Pruisen -<span class="pagenum">[<a id="pb75" href="#pb75">75</a>]</span>echter toont de Minister van Opvoeding een levendige belangstelling in deze zaak, -en zulke lezingen worden nu algemeen gehouden, hoewel het bijwonen ervan gewoonlijk -niet verplichtend is. Eenige jaren geleden (in 1900), toen er voorgesteld werd een -serie lezingen te houden over sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> voor de meergevorderde leerlingen van Berlijnsche scholen, onder de leiding van een -genootschap ter verbetering der moraal, weigerde het gemeentebestuur zijn toestemming -om de schoolkamers te gebruiken, omdat “zulke lezingen buitengemeen gevaarlijk zouden -zijn voor den moreelen zin van een zoo jeugdig gehoor”. Hetzelfde bezwaar is gemaakt -door leden van het gemeentebestuur in Frankrijk. In Duitschland echter is er een snelle -vooruitgang in de publieke opinie. In Engeland is nog weinig of geen vordering gemaakt, -maar in Amerika worden stappen in deze richting gedaan, zooals door de Maatschappij -voor Sociale <span class="corr" id="xd29e2283" title="Bron: Hygiene">Hygiëne</span> in Chicago. Het moet gezegd worden dat zij, die zich in groote steden verzetten tegen -sexueele opheldering van de jeugd, zich rechtstreeks tot bondgenoot maken, of zij -het weten of niet, van de invloeden die misdaad en immoraliteit veroorzaken. -</p> -<p>Zulke lezingen worden ook gegeven aan meisjes die van school gaan, niet alleen meisjes -van de gegoede, maar ook die van de arme klasse, die ze zeker evenzoo noodig hebben -en in sommige opzichten meer. Zoo heeft Dr. A. Heidenhain een lezing uitgegeven (<i lang="de">Sexuelle Belehrung der aus den Volksschule entlassenen Mädchen</i>, 1907) met anatomische tabellen, die hij gehouden heeft voor meisjes die op het punt -waren de school te verlaten, en die bedoeld is haar in dien tijd in handen te geven. -Salvat staat er op in een thèse de Lyon (<i lang="fr">La Dépopulation de la France</i>, 1903), dat de <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> van de zwangerschap en de zorg voor kinderen een deel zou moeten uitmaken van het -onderwerp van zulke lezingen. Deze onderwerpen konden echter wel tot een wat later -tijd uitgesteld worden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Iets is er klaarblijkelijk noodig behalve lezingen over deze onderwerpen. Het moet -de taak zijn van de ouders of de andere verzorgers van iederen jongen man en ieder -jong meisje, om het zóó in te richten dat, tenminste eenmaal in deze levensperiode, -er een vertrouwelijk, persoonlijk onderhoud is met een dokter, om gelegenheid te geven -voor een vriendschappelijk, vertrouwelijk gesprek over de hoofdpunten van sexueele -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>. De huisdokter zou het best zijn voor dezen plicht, omdat hij op de hoogte kan zijn -van het persoonlijk temperament van den jongen man en met de neigingen van de familie<a class="noteref" id="xd29e2303src" href="#xd29e2303">20</a>. Voor meisjes verdient een vrouwelijke dokter dikwijls de voorkeur. Sekse is feitelijk -een mysterie; voor den onbedorven jongen man is ze dat instinctief; behalve in een -abstracten en technischen vorm kan ze feitelijk niet het onderwerp zijn voor lezingen. -In een vertrouwelijk en geïndividualiseerd gesprek tusschen den nieuweling in het -leven en den deskundige kunnen vele noodzakelijke dingen gezegd worden, die in het -publiek niet gezegd zouden kunnen worden, en bovendien <span class="pagenum">[<a id="pb76" href="#pb76">76</a>]</span>kan de jonge man vragen stellen, die door schuwheid en terughouding moeilijk aan ouders -gesteld kunnen worden, terwijl de gemakkelijke gelegenheid om ze op natuurlijke wijze -aan den vakman te stellen anders zelden of nooit voorkomt. De meeste jonge menschen -hebben hun eigen speciale onwetendheden, hun eigen speciale moeilijkheden; moeilijkheden -en onwetendheden die soms door een woord uit den weg geruimd kunnen worden. Toch gebeurt -het volstrekt niet zelden, dat zij ze meedragen vèr in het volwassen leven, omdat -zij de gelegenheid niet gehad hebben, òf de handigheid en de onbeschroomdheid misten -om de gelegenheid te maken, om inlichting te verkrijgen. -</p> -<p>Men moet duidelijk begrijpen, dat deze gesprekken van medischen, <span class="corr" id="xd29e2313" title="Bron: hygienischen">hygiënischen</span> en physiologischen aard zijn; zij moeten niet gebruikt worden om moreele platheden -te debiteeren. Ze daarvoor te gebruiken, zou een noodlottige vergissing zijn. Jonge -menschen zijn dikwijls zeer vijandig gezind tegenover enkel conventioneele moreele -grondstellingen, en zij vermoeden de holheid ervan, niet altijd zonder reden. Het -doel, dat hier beoogd wordt, is inlichting. Zeker kan kennis nooit immoreel zijn, -maar er wordt niets gewonnen door kennis en moraal door elkaar te haspelen. -</p> -<p>Als wij den nadruk leggen op den aard van de taak van den dokter in deze zaak, als -zuiver en alleen die van wijze, praktische inlichting, dan is daar niets mee gezegd -tegen de voordeelen en de enorme beteekenis voor de sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> van de moreele, godsdienstige, ideale elementen van het leven. Het is niet in de -eerste plaats de taak van den dokter om deze in te boezemen, maar zij hebben een zeer -intieme betrekking tot het sexueele leven, en aan iederen jongen en ieder meisje met -de puberteit, en nooit vóór de puberteit, moet het voorrecht gegeven worden—en niet -de plicht of de taak—om ingewijd te worden in die elementen van het leven der wereld, -die tevens natuurlijke functies zijn van de jeugdige ziel. Hier is echter de sfeer -van den leeraar in godsdienst of zedeleer. Tijdens de puberteit heeft hij een goede -gelegenheid, de beste die hij ooit krijgen kan. Dit opbloeien van de sexe in het lichaam -tijdens de puberteit, heeft zijn geestelijken tegenhanger in het terzelfder tijd opbloeien -van de ziel. De kerken hebben van de vroegste tijden af de godsdienstige beteekenis -van dit oogenblik erkend, want deze levensperiode hebben zij aangewezen als den tijd -voor de bevestiging en dergelijke riten. Met het voortschrijden van de eeuwen worden -zulke godsdienstige gebruiken weliswaar slechts formeele fossielen, oogenschijnlijk -zonder zin. Maar zij hebben toch een beteekenis en kunnen weer tot leven gewekt worden. -Ook moeten zij niet beperkt blijven, wat hun geest en hun innerlijk wezen betreft, -tot hen die een bovennatuurlijk geopenbaarden godsdienst belijden. Zij gaan alle zedeleeraars -aan: die moeten zich duidelijk voor oogen stellen, dat zij tijdens de puberteit <span class="pagenum">[<a id="pb77" href="#pb77">77</a>]</span>de groote ideale aspiraties moeten inboezemen of bevestigen, die in dezen tijd neiging -hebben om spontaan te ontwaken in de ziel van den jongen of van het meisje<a class="noteref" id="xd29e2324src" href="#xd29e2324">21</a>. -</p> -<p>Het tijdvak van de puberteit, heb ik gezegd, is de periode waarin deze nieuwe soort -van sexueele inwijding gewenscht is. Vóór de puberteit, hoewel de psychische emotie -van liefde zich dan dikwijls ontwikkelt, zoo goed als soms physische sexueele emoties, -die gewoonlijk vaag en verstrooid zijn, zijn bepaalde en plaatselijke sexueele gevoelens -zeldzaam. Voor den normalen jongen of het normale meisje is liefde gewoonlijk een -niet gespecialiseerde aandoening; het is, zooals Guyau zegt “een toestand, waarin -het lichaam de kleinste plaats heeft”. Bij het eerste opgaan van de zon van het geslacht -ziet de jongen of het meisje, zooals Blake zei dat hij bij het opgaan van de zon zag, -niet een rondgeel lichaam boven den horizon uit komen, of eenige andere physieke verschijning, -maar een groot aantal zingende engelen. Met de bepaalde uitbarsting van physieke sexueele -openbaring en verlangens, hetzij tijdens de puberteit of later in de jeugd, komt er -een nieuwe onstuimige verontrustende invloed te voorschijn. Tegen de kracht van dezen -invloed kunnen enkel intellectueele voorlichting of zelfs liefderijke moederlijke -raad—de invloeden waarmee we tot dusver te doen gehad hebben—machteloos zijn. Om er -macht over te krijgen, moeten wij hulp vinden in het feit, dat de puberteit de bloei -is niet alleen van een nieuwe physieke, maar van een psychische kracht. De wereld -der idealen ontplooit zich op natuurlijke wijze voor den jongen of het meisje met -de puberteit. De tooverkracht van schoonheid, het instinct van zedigheid, het natuurlijke -van zelfbeheersching, het denkbeeld van onzelfzuchtige liefde, de beteekenis van plicht, -het gevoel voor kunst en <span class="corr" id="xd29e2336" title="Bron: poezie">poëzie</span>, het verlangen naar godsdienstige opvattingen en aandoeningen—al deze dingen ontwaken -spontaan in den onbedorven jongen of het onbedorven meisje met de puberteit. Ik zeg -“onbedorven” want als deze dingen aan het kind opgedrongen zijn vóór de puberteit, -wanneer zij nog geen beteekenis voor hem hebben—zooals ongelukkig veel te dikwijls -gedaan wordt, meer speciaal wat godsdienstige ideeën aangaat—dan is het maar al te -waarschijnlijk, dat het op dat oogenblik van zijn ontwikkeling niet behoorlijk zal -reageeren op datgene waar hij anders op natuurlijke wijze gehoor aan zou geven. Onder -natuurlijke omstandigheden is dit de tijd voor geestelijke inwijding. Nu, en niet -eerder, is het tijd voor den godsdienst- of den zedeleeraar, al naar het geval is—want -alle godsdiensten en ethische systemen kunnen zich gelijkelijk aan deze taak aanpassen—om -den jongen of het meisje onder handen te nemen, niet met eenige speciale en opdringerige -<span class="pagenum">[<a id="pb78" href="#pb78">78</a>]</span>verwijzing naar de sexueele impulsen, maar om de ontwikkeling en manifestatie van -deze psychische puberteit in de hand te werken, om indirect de jonge ziel te helpen -ontsnappen aan de sexueele gevaren, door haar te laten voorlichten door een ster, -die kan meewerken te voorkomen, dat ze vastraakt in de onreinheid van het vleesch. -</p> -<p>Zulk een inwijding, het is van belang het op te merken, is meer dan een introductie -in de sfeer van godsdienstig gevoel. Het is een inwijding in mannelijkheid, het moet -een erkenning in zich sluiten van de mannelijke, zelfs meer dan van de vrouwelijke -deugden. Dit is door de beste onder de natuurvolken wèl verstaan. Zij geven hun jongens -en meisjes steeds een inwijding bij de puberteit; het is een inwijding die niet alleen -opvoeding in de gewone beteekenis in zich sluit, maar een strenge discipline van het -karakter, daden van uithoudingsvermogen, het beproeven van het karakter, het toetsen -van de spieren der ziel, evenzeer als van die van het lichaam. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Ceremonies van inwijding in mannelijkheid—die physieke en geestelijke discipline in -zich sluiten en die weken en maanden duren en nooit dezelfde zijn voor beide seksen—zijn -een gewone zaak onder natuurvolken in alle deelen van de wereld. Zij omvatten bijna -altijd het verdragen van een zekere mate van pijn en vermoeienissen, een wijze mate -van oefenen, die de weekheid van de beschaving tè dwaas heeft laten vallen, want de -geschiktheid om vermoeienis te verdragen is een grondvoorwaarde van alle werkelijke -mannelijkheid. Als een verbeteringsmiddel voor deze neiging tot weekheid in de moderne -opvoeding is de leer van Nietzsche zoo onschatbaar. -</p> -<p>De inwijding van jongens onder de inboorlingen van Straat Torres is uitvoerig beschreven -door A. C. Haddon (<i lang="en">Reports Anthropological Expedition to Torres Straits</i>, deel V, Hoofdst. VII en XII). Zij duurt een maand, omvat veel ernstige oefening, -uithoudingsvermogen en uitmuntende moreele voorlichting. Haddon merkt op, dat het -“een zeer goede tucht” was, en voegt er bij, “het is niet gemakkelijk om een krachtiger -middel te bedenken voor snelle oefening”. -</p> -<p>Onder de oorspronkelijke bewoners van Victoria, Australië, duren de inwijdende ceremonies, -zooals beschreven wordt door R. H. Mathews (“<span lang="en">Some Initiation Ceremonies</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i> 1905, afl. 6), zeven maanden en vormen ze een uitmuntende tucht. De jongens worden -meegenomen door de ouderen van den stam, zij worden onderworpen aan menige proef van -geduld en uithoudingsvermogen voor pijn en onbehagelijkheid, waartoe soms zelfs behooren -het inslikken van urine en ontlasting; zij worden in aanraking gebracht met andere -stammen, de wetten worden hun geleerd en de overleveringen van den stam, en aan het -eind worden bijeenkomsten gehouden, waar verlovingen worden tot stand gebracht. -</p> -<p>Bij de noordelijke stammen van Centraal Australië behooren tot de inwijdingsceremonies -besnijdenis en gedeeltelijke opensnijding van de penis, zoowel als zware handenarbeid -en vermoeienissen. De inwijding van meisjes tot vrouwelijkheid is verbonden met opensnijden -van de vagina. Deze ceremonies zijn beschreven door Spencer en Gillen (<i lang="en">Northern Tribes of Central Australia</i>, hoofdst. XI). Bij verschillende volken in Engelsch Oost-Afrika (de Masai ingesloten) -is inwijding tijdens de puberteit een groote ceremonieele gebeurtenis, die zich uitstrekt -over een periode van vele maanden; zij sluit in besnijdenis bij jongens, en bij meisjes -clitoridectomie, zoowel als, onder andere stammen, het wegnemen van de kleine schaamlippen. -Een meisje, dat <span class="pagenum">[<a id="pb79" href="#pb79">79</a>]</span>tijdens de bewerking steunt of schreit, raakt in ongenade onder de vrouwen en wordt -uitgedreven uit de kolonie. Na bevredigenden afloop van de ceremonies is de jongen -of het meisje huwbaar (C. Marsh Beadnell, “<span lang="en">Circumcision and Clitoridectomy as Practiced by the Natives of British East Africa</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, April 29, 1905). -</p> -<p>De inwijding onder de Afrikaansche Bawenda, zooals ze beschreven is door een zendeling, -bestaat uit drie stadiën: (1). Een stadium van leering en tucht, waarin de overleveringen -en heiligdommen van den stam geopenbaard worden, de krijgskunst geleerd, zelfbeheersching -en uithoudingsvermogen gekweekt; dan worden de jongelingen beschouwd als volwassen. -(2). In het volgende stadium wordt de danskunst beoefend, door iedere sekse afzonderlijk, -overdag. (3). In het laatste stadium, dat het stadium is van volledige sexueele inwijding, -dansen de beide seksen ’s avonds te zamen; het tooneel, “laat zich” naar de meening -van den zendeling “niet beschrijven”; de ingewijden zijn nu geheel volwassen, met -al de voorrechten en verantwoordelijkheden van volwassenen (Rev. E. Gottschling, “<span lang="en">The Bawenda</span>”, <i lang="en">Journal Anthropological Institution</i>, July to Dec., 1905, p. 372. Cf., een belangwekkend verslag van de Bawenda Tondo -scholen door een anderen zendeling, Wessmann, <i lang="en">The Bawenda</i>, pp. 60 <i>et seq.</i>). -</p> -<p>De inwijding van. meisjes in Azimba Land, Centraal Afrika, is volledig en belangwekkend -beschreven door H. Crawford Angus (“<span lang="de">The ‘Chensamwali’ or Initiation Ceremony of Girls</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1898, Heft 6). Bij het eerste teeken van menstruatie wordt het meisje door haar -moeder meegenomen buiten het dorp naar een hut van gras, die voor haar in orde is -gemaakt, waar alleen de vrouwen haar mogen bezoeken. Aan het einde der menstruatie -wordt zij meegenomen naar een afgelegen plaats en de vrouwen dansen om haar heen; -er zijn geen mannen bij tegenwoordig. Het meisje wordt dan ingelicht over de hygiëne -van de menstruatie. “Veel liederen worden gezongen over de betrekkingen tusschen mannen -en vrouwen, en het meisje wordt ingelicht omtrent al haar plichten als ze trouwt. -Het meisje leert trouw te zijn aan haar echtgenoot en de bezwaren van de zwangerschap -te verdragen. De geheele zaak wordt beschouwd als iets natuurlijks en niet als iets, -waarover men zich schamen moet of dat men moet verbergen; en daar zij zoo openlijk -behandeld wordt en er geen geheim van gemaakt wordt, zijn de vrouwen van dezen stam -zeer deugdzaam, omdat het onderwerp van het gehuwde leven geen betoovering voor haar -heeft. Als een vrouw zwanger is, wordt er weer om haar gedanst: al de danseressen -zijn naakt; haar wordt dan geleerd, hoe zij zich moet gedragen en wat zij doen moet -als de tijd van haar bevalling komt”. -</p> -<p>Bij de Yuman Indianen van Californië, naar beschreven is door Horatio Rust (“<span lang="en">A Puberty Ceremony of the Mission Indians</span>”, <i lang="en">American Anthropologist</i>, Jan. to March, 1906, pag. 28) worden de meisjes bij de puberteit voorbereid op het -huwelijk door een ceremonie. Zij worden in dekens gewikkeld en gelegd in een warme -kuil, waar zij blijven liggen en er heel gelukkig uitzien als ze uit hun deken kijken. -Vier dagen en nachten liggen ze hier (ze gaan nu en dan weg om voedsel te halen), -terwijl de oude vrouwen van den stam voortdurend om den kuil heen dansen en zingen. -Nu en dan werpen de oude vrouwen zilveren muntstukjes onder de menigte om de meisjes -te leeren edelmoedig te zijn. Zij geven ook doeken en tarwe weg, om haar te leeren -vriendelijk te zijn voor de ouden en behoeftigen; en zij strooien met ruime hand wilde -zaadkorrels over de meisjes uit om ze vruchtbaar te maken. Ten slotte moeten alle -vreemdelingen zich verwijderen, er worden kransen op de hoofden der meisjes geplaatst -en zij worden gebracht naar de helling van een heuvel. Daar wordt haar de groote en -heilige steen getoond, die het zinnebeeld is van de vrouwelijke geslachtsorganen en -er op gelijkt, waarvan men zegt, dat hij vrouwen beschermt. Dan wordt koren geworpen -over alle aanwezigen, en de plechtigheid is afgeloopen. -<span class="pagenum">[<a id="pb80" href="#pb80">80</a>]</span></p> -<p>De vrouwen van de Tlinkit Eskimo’s zijn lang beroemd geweest door haar goede eigenschappen. -Bij het begin der puberteit werden zij in afzondering gebracht, dikwijls een jaar -lang; daarbij werden ze in het donker gehouden, in ellende en vuil. Toch, hoe gebrekkig -en onvoldoende deze inwijding was, “meent Langsdorf”, volgens Bancroft (<i lang="en">Native Races of Pacific</i>, deel 1, pag. 110), waar hij de deugden aanhaalt van de vrouwen der Thinkleets, “dat -het wel gedurende dezen tijd van opsluiting kan zijn, dat de grondslag van haar deugden -gelegd wordt; dat in bescheiden terughouding en nadenken haar karakter wordt gestaald, -en dat zij, gereinigd naar den geest zoowel als naar het lichaam, weer voor den dag -komt”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Bij ons zijn deze oude en waardevolle inwijdings-riten in mannelijkheid en vrouwelijkheid, -met hun onschatbare moreele voordeelen, verloren gegaan; op zijn best hebben wij alleen -behouden de schil, waarin de pit is vergaan. Mettertijd, wij kunnen er niet aan twijfelen, -zullen zij in nieuwe vormen herleven. Tegenwoordig wordt de geestelijke inwijding -van jongens en meisjes overgelaten aan de kansen van een of ander gelukkig toeval; -gewoonlijk is zij van een zuiver verstandelijken aard die niet geheel gezond kan wezen, -en op zijn best is ze belachelijk onvolledig. -</p> -<p>Deze verstandelijke inwijding komt gewoonlijk tot den jongen man door middel van de -literatuur. De invloed der literatuur strekt zich dus in de sexueele opvoeding, in -een onberekenbare mate, uit buiten de nauwe sfeer van handboeken over sexueele hygiëne, -hoe goed en wenschelijk deze ook zijn mogen. Het grootste deel van de literatuur is -min of meer duidelijk doortrokken van erotische en auto-erotische opvattingen en impulsen; -bijna alle verbeeldingsliteratuur komt voort uit den wortel sekse-verschil om op te -bloeien in visioenen van schoonheid en extase. De “<span lang="it">Divina Comedia</span>” van Dante is hierin het onsterfelijke type van de ontwikkeling van den dichter. -De jonge man raakt bekend met de phantastische uitbeeldingen van de liefde, voordat -hij bekend raakt met de werkelijkheid van de liefde, zoodat, zooals Leo Berg het uitdrukt, -“de weg naar de liefde bij beschaafde volken door de verbeelding gaat”. Zoo is alle -literatuur voor de jeugdige ziel een deel van de sexueele opvoeding<a class="noteref" id="xd29e2413src" href="#xd29e2413">22</a>. Het hangt eenigszins, hoewel gelukkig niet geheel, af van het oordeel van hen die -gezag hebben over de jonge ziel, of de literatuur waartoe de jongen of het meisje -toegelaten wordt al of niet van groote en beschavende soort is. -<span class="pagenum">[<a id="pb81" href="#pb81">81</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">Alle groote literatuur raakt naakt en gezond de centrale feiten van het geslachtsleven -aan. Het is altijd troostrijk zich dit te herinneren in een tijd van kleingeestige -preutschheid. En het is een voldoening te weten, dat het niet mogelijk zou zijn de -literatuur van de groote tijden te ontmannen, hoe wenschelijk dit ook moge schijnen -aan de menschen van meer gedegenereerde tijden, of om de toegangen tot die literatuur -af te sluiten voor jonge menschen. Al onze godsdienstige en letterkundige tradities -dienen om de positie van den Bijbel en van Shakespeare te versterken. “Zoo vele mannen -en vrouwen”, schrijft een correspondent, een letterkundig man, “krijgen in hun jeugd -sexueele denkbeelden door het lezen van het Oude Testament, dat de Bijbel wel een -erotisch tekstboek genoemd mag worden. De meeste personen van beide seksen, waarmee -ik over dit onderwerp gesproken heb, zeggen, dat de Boeken van Mozes en de verhalen -van Amnon en Tamar, Lot en zijn dochter, de vrouw van Potiphar en Jozef, enz. aanleiding -waren tot overpeinzing en nieuwsgierigheid en hun inlichting gaven over de sexueele -verhouding. Een jongen en een meisje van vijftien jaar, allebei vrienden van den schrijver, -en nu boven de dertig jaar oud, zochten ’s Zondags morgens in den Bijbel erotische -plaatsen op, als ze in de kerk van de Dissenters waren, reikten hun Bijbels aan elkaar -toe, met hun vinger op de plaats die hun belang inboezemde”. Op dezelfde wijze heeft -menige jonge vrouw Shakespeare geleend, om de gloeiend erotische poëzie van <i>Venus en Adonis</i> te lezen, waarvan haar vriendinnen haar verteld hadden. -</p> -<p>De Bijbel, dit mag gezegd worden, is niet in ieder opzicht een model inlichting voor -den jongen geest over seksevragen. Maar zelfs zijn vrije aanname, als van goddelijken -oorsprong, van sexueele regels die zoo ongelijk zijn aan die welke in naam de onze -zijn, zooals polygamie en concubinaat, helpt den gezichtskring verruimen van den jeugdigen -geest, door hem te toonen, dat de regels die het kind omringen, niet altijd en overal -van kracht zijn, terwijl de naaktheid en het realisme van den Bijbel niet anders kan -zijn dan een gezond en tonisch verbeteringsmiddel voor conventioneele preutschheden. -</p> -<p>Wij moeten altijd protesteeren tegen de dwaze verwarring, die een openhartige wijze -van spreken gelijk stelt met immoraliteit, en dat niet minder, omdat ze dikwijls zelfs -in wat beschouwd worden als intellectueele kringen, zoo dikwijls voorkomt. Toen in -the House of Lords, in de vorige eeuw, de uitsluiting van Byron’s standbeeld uit Westminster -Abbey werd besproken, “ontkende” Lord Brougham “dat Shakespeare moreeler was dan Byron. -Hij kon, integendeel, op een enkele bladzij van Shakespeare meer grofheid vinden dan -in al Lord Byron’s werken te vinden was”. De conclusie, waar Brougham zoo toe kwam, -dat Byron een onvergelijkelijk moreeler schrijver is dan Shakespeare, moest een voldoende -<i lang="la">reductio ad absurdum</i> van zijn bewering geweest zijn, maar het blijkt niet, dat iemand gewezen heeft op -de vulgaire verwarring, waartoe hij vervallen was. -</p> -<p>We kunnen wel zeggen, dat de speciale aantrekkingskracht, die de naaktheid van groote -literatuur soms heeft voor jonge geesten, ongezond is. Maar men moet zich herinneren, -dat het bijzondere belang van dit element voornamelijk berust op het feit, dat overal -elders een ingeroeste en abnormale geheimzinnigheid heerscht. Het moet ook gezegd -worden, dat de uitingen van groote schrijvers over natuurlijke dingen nooit verlagend -zijn, en zelfs niet erotisch prikkelend voor jonge menschen; wat Emilia Pardo Bazan -van zichzelf vertelt toen ze een kind was en over haar pleizier in de historische -boeken van het Oude Testament, dat de ruwe passages daarin niet de flauwste schaduw -van onrust over haar jonge verbeelding wierpen, is even waar van de meeste kinderen. -Het is zelfs noodig, dat deze naakte en ernstige dingen blijven staan, al was het -alleen maar om een tegenwicht te vormen tegen de ontuchtige, comische pogingen om -liefde en sekse te bezoedelen, die voor iedereen te zien zijn voor het raam van elken -ordinairen boekwinkel. -</p> -<p>Dit gezichtspunt werd krachtig verdedigd door de sprekers over sexueele <span class="pagenum">[<a id="pb82" href="#pb82">82</a>]</span>opvoeding op het Derde Congres van de Duitsche Maatschappij ter Bestrijding van Geslachtsziekten -in 1907. Zoo protesteerde Enderlin, die sprak als hoofd eener school, tegen de gewoonte -om plaatsen te schrappen in gedichten en volksliederen voor het gebruik van kinderen -en zoo ze te berooven van de mooiste introductie tot gezuiverde sexueele impulsen -en de hoogste sfeer van emotie, terwijl zij terzelfder tijd roekeloos zijn blootgesteld -aan de “psychische infectie” van de vulgaire humoristische bladen, die overal te koop -worden aangeboden. “Zoolang kinderen te jong zijn om te reageeren op erotische poëzie, -kan die hun geen kwaad doen; als zij oud genoeg zijn om er op te reageeren, dan kan -zij hun slechts ten goede komen door hun de hoogste en zuiverste kanalen van menschelijke -emotie te openen” (<i lang="de">Sexualpädagogik</i>, p. 60). Professor Schäfenacker (<i>id.</i>, p. 98) uit zich in denzelfden geest en merkt op dat “de methode om uit schoolboeken -te verwijderen al die passages die naar de meening van kortzichtige en enghartige -onderwijzers niet geschikt zijn voor de jeugd, beslist moet veroordeeld worden”. Iedere -gezonde jongen en ieder gezond meisje dat den leeftijd der puberteit bereikt heeft, -mag veilig toestemming gegeven worden in een goede bibliotheek te snuffelen, hoe verschillend -de inhoud ervan ook is. Wel verre van leiding noodig te hebben, zullen zij gewoonlijk -een veel verfijnder smaak toonen dan menschen die ouder zijn. Op dezen leeftijd, terwijl -de emoties nog maagdelijk zijn en gevoelig, krassen de dingen, die realistisch, leelijk -of ziekelijk zijn op den jongen geest en zij worden ter zijde geworpen, terwijl op -den volwassen leeftijd, met het ruwer worden van het geestelijk weefsel, veroorzaakt -door de jaren en door de ondervinding, deze tegenzin ongetwijfeld door een even gezond -en natuurlijk instinct veel minder sterk kan worden<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> -</p> -<p>Ellen Key somt in hoofdstuk VI van haar <i>Eeuw van het Kind</i> juist de redenen op die er zijn tegen de gewoonte om voor kinderen boeken te kiezen, -die “geschikt” voor hen zijn, een gewoonte, die zij beschouwt als een van de dwaasheden -van de moderne opvoeding. Het kind moet vrij zijn alle groote literatuur te lezen -en het zal zelf bij instinct de dingen terzijde schuiven voor welke het nog niet rijp -is. Zijn koele zinnen worden niet gehinderd door tooneelen die ouderen te prikkelend -vinden, terwijl het zelfs in een later stadium niet de naaktheid van de groote literatuur -is, maar veeleer de methode van den modernen roman, die kans heeft de verbeelding -te bezoedelen, de waarheid te vervalschen en den smaak te beleedigen. Het is geheimzinnigheid -die misleidt en ruw maakt, die een toestand van den geest schept, waarin zelfs de -Bijbel een prikkel wordt voor de zinnen. De geschriften van de groote meesters geven -het voedsel aan de verbeelding, dat het kind verlangt; het erotisch moment daarin -is te kort om te veel te kunnen verhitten. Het is des te meer noodig voor kinderen, -merkt Ellen Key op, om ingeleid te worden in de groote literatuur, omdat zij dikwijls -weinig gelegenheid hebben zich er in hun later leven mee bezig te houden. Vele jaren -tevoren had Ruskin in <i lang="en">Sesame and Lilies</i> welsprekend er op aangedrongen, dat zelfs aan jonge meisjes moest worden toegestaan -vrij in bibliotheken te snuffelen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wat over literatuur gezegd is, is evenzeer van toepassing op de kunst. Kunst, zoowel -als literatuur, en op dezelfde indirecte wijze, kan een waardevol hulpmiddel worden -in de taak van sexueele inlichting en sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>. Moderne kunst kan voor het grootste deel voorbijgezien worden van dit gezichtspunt, -maar kinderen kunnen niet te vroeg vertrouwd gemaakt worden met de voorstellingen -van het naakt in de oude beeldhouwkunst en in de schilderijen van de oude meesters -der Italiaansche school. Op deze wijze kunnen zij immuun gemaakt worden, zooals Enderlin -het uitdrukt, tegen die voorstellingen van het naakt, die zich beroepen op <span class="pagenum">[<a id="pb83" href="#pb83">83</a>]</span>de lagere instincten. Vroege bekendheid met het naakt in de kunst is terzelfder tijd -een hulp tot het verkrijgen van een juiste houding tegenover reinheid in de natuur. -“Hij die geleerd heeft”, zooals Höller opmerkt, “rustig het naakt in de kunst te genieten, -zal in staat zijn het naakt in de natuur te beschouwen als een kunstwerk”. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Afgietsels van klassieke naakte standbeelden en reproducties van de schilderijen van -de oude Venetiaansche en andere Italiaansche meesters kunnen goed gebruikt worden -om schoolkamers te versieren, niet zoozeer als voorwerpen van onderricht dan als dingen -van schoonheid, waarmee het kind niet te vroeg vertrouwd gemaakt kan worden. In Italië -zegt men, dat het een gewone zaak is, dat schoolklassen door hun onderwijzers naar -de museums van kunst worden meegenomen, met goede resultaten; zulke bezoeken vormen -een deel van het officieele opvoedingsplan. -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan bestaan, dat zulke vroege vertrouwdheid met de schoonheid -van het naakt in de klassieke kunst in ruimen kring een behoefte is onder alle maatschappelijke -klassen en in vele landen. Aan dit gebrek in onze opvoeding moeten wij toeschrijven -het nu en dan, en in Amerika en Engeland dikwijls, voorkomen van zulke voorvallen -als verzoekschriften en protesten tegen het opstellen van naakte standbeelden in museums -van kunst, het vertoonen van schilderijen zoo onschuldig als Leighton’s “Bath of Psyche” -achter winkelramen en de eisch van het drapeeren van de naakte personificaties van -abstracte deugden in architectonische straatdecoratie. Zoo onvolkomen is nog de opvoeding -van de massa, dat in deze zaken het slecht opgevoede fanatisme van de onreinheid gewoonlijk -hoogtij viert. Zulk een stand van zaken kan slechts een ongezonde reactie hebben op -de moreele atmosfeer van de gemeenschap, waarin ze mogelijk is. Zelfs uit een godsdienstig -gezichtspunt is verhitte preutschheid niet te verdedigen. Northcote heeft zeer gematigd -en gevoelig de kwestie van het naakt in de kunst besproken van het standpunt der Christelijke -moraal. Hij wijst er op, dat niet alleen het naakt in de kunst niet onbevoegd veroordeeld -mag worden en dat het naakte in het geheel niet noodzakelijk het erotische is, maar -hij voegt er ook bij, dat zelfs erotische kunst, in zijn beste en zuiverste uitingen, -slechts aandoeningen opwekt, die het waardige voorwerp zijn van de aspiraties van -een mensch. Het zou zelfs onmogelijk zijn Bijbelsche verhalen goed op doek of in marmer -voor te stellen, als de erotische kunst in den ban gedaan werd. (Rev. H. Northcote, -<i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, hoofdst. XIV). -</p> -<p>Vroege bekendheid met het naakt in klassieke en oude Italiaansche kunst moet tijdens -de puberteit verbonden worden met een even groote bekendheid met photographieën van -mooie en natuurlijk ontwikkelde naakte modellen. In vroeger jaren waren boeken, die -platen bevatten geschikt om op aantrekkelijke wijze aan jonge menschen voor te leggen, -moeilijk te verschaffen. Nu bestaat die moeilijkheid niet langer. Dr. C. H. Stratz, -Den Haag, is de pionier geweest in deze zaak. In een serie mooie boeken (vooral in -<i lang="de">Der Körper des Kindes</i>, <i lang="de">Die Schönheit des Weiblichen Körpers</i> en <i lang="de">Die Rassenschönheit des Weibes</i>, alle uitgegeven door Enke in Stuttgart), heeft hij een groot aantal mooi uitgezochte -photographieën van naakte, maar volkomen kuische figuren samengebracht. Kort geleden -heeft Dr. Schufeldt, van Washington (die zijn werk opdraagt aan Stratz), uitgegeven -zijn <i lang="en">Studies of the Human Form</i>, waarin hij, in denzelfden geest, de resultaten van zijn eigen studies van de naakte -menschelijke gestalte gedurende vele jaren heeft verzameld. Het is noodig de indrukken, -die uit klassieke bronnen gekregen zijn, te verbeteren door goede photographische -illustraties, uit hoofde van de valsche conventies die in klassieke werken overheerschen, -hoewel deze conventies niet noodzakelijk valsch waren voor de artisten die ze schiepen. -De weglating van het schaamhaar, in voorstellingen van het naakt, was bij voorbeeld -heel natuurlijk <span class="pagenum">[<a id="pb84" href="#pb84">84</a>]</span>voor de volken van landen, die, nog onder Oosterschen invloed, gewend zijn het haar -van het lichaam te verwijderen. Als wij onder geheel verschillende omstandigheden -die artistieke conventie nu laten voortbestaan, stellen wij ons in een verkeerde verhouding -tot de natuur. Er zijn vele bewijzen hiervoor. “Er is éen conventie zoo oud, zoo noodig, -zoo algemeen”, schrijft Frederic Harrison (<i lang="en">Nineteenth Century and After</i>), “dat het opzettelijk zondigen ertegen de gal kan opwekken van den minst overdreven -kieskeurigen man en dat vrouwen zich ineens zouden terugtrekken”. Als jongens en meisjes -opgevoed waren aan moeders knie in bekendheid met platen van mooie en natuurlijke -naaktheid, zou het voor een ieder onmogelijk zijn zulke dwaze en schandelijke woorden -te schrijven als deze. -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan zijn, dat onder ons de eenvoudige en open houding van het -kind jegens het naakt zoo vroeg is vernietigd, dat verstandige opvoeding noodig is -om het in staat te stellen, te onderscheiden wat obsceen is en wat niet. Voor den -jongen van den ploeg en het dienstmeisje van het land is alle naaktheid, óok die van -een Grieksch beeld, even schandelijk of wellustig. “Ik heb ook een plaat met zulke -vrouwen”, zei een boer met een grijns, en hij wees naar een photographie van een van -Tintoret’s mooiste groepen, “die rooken cigaretten”. En het meerendeel der menschen -in de meeste Noordelijke landen is nog niet ver voorbij dit stadium van gebrek aan -onderscheiding; in bekwaamheid om onderscheid te maken tusschen het mooie en het obscene -staan zij nog op het standpunt van den jongen van den ploeg en van het dienstmeisje.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb85" href="#pb85">85</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1227" href="#xd29e1227src">1</a></span> Deze uitingen zijn behandeld in de studie over Auto-erotiek in een onzer andere werken. -Wij kunnen er bijvoegen, dat het sexueele leven van het kind tot in de fijnste bijzonderheden -onderzocht is door Moll, <i lang="de">Das Sexualleben des Kindes</i><span class="corr" id="xd29e1231" title="Bron: .">,</span> 1900. <a class="fnarrow" href="#xd29e1227src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1235" href="#xd29e1235src">2</a></span> Deze geslachtsbloei in de sexueele klieren en borsten bij de geboorte of in de vroege -jeugd is in een thèse de Paris behandeld door Camille Renouf (<i lang="fr">La Crise Génital et les Manifestations Connexes chez le Foetus et le Nouveau-né</i>, 1905); hij kan geen bevredigende verklaring van deze verschijnselen geven. <a class="fnarrow" href="#xd29e1235src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1436" href="#xd29e1436src">3</a></span> Amélineau, <i lang="fr">La Morale des Egyptiens</i>, pag. 64. <a class="fnarrow" href="#xd29e1436src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1460" href="#xd29e1460src">4</a></span> “<span lang="en">The Social Evil in Philadelphia</span>”, <i lang="en">Arena</i>, Maart, 1896. <a class="fnarrow" href="#xd29e1460src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1469" href="#xd29e1469src">5</a></span> Moll, <i lang="de">Konträre Sexualempfindung</i>, third edition<span class="corr" id="xd29e1474" title="Niet in bron">,</span> pag. 592. <a class="fnarrow" href="#xd29e1469src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1479" href="#xd29e1479src">6</a></span> Deze machteloosheid van de wet en de politie wordt wel erkend door mannen van de wet, -die op de hoogte zijn van de zaak. Zoo dringt T. Werthauer (<i lang="de">Sittlichkeitsdelikte der Grosstadt</i>, 1907) voortdurend aan op het belang van ouders en onderwijzers om kinderen van hun -vroege jeugd af een langzamerhand toenemende kennis van sexueele zaken mede te deelen. <a class="fnarrow" href="#xd29e1479src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1733" href="#xd29e1733src">7</a></span> “Aan ouders moet geleerd worden hoe ze inlichtingen moeten geven”, zegt E. L. Keyes -(“<span lang="en">Education upon Sexual Matters</span>”, <i lang="en">New York Medical Journal</i>, Febr. 10, 1906), “en dit leeren van de ouders moet beginnen, wanneer zij zelf nog -kinderen zijn.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e1733src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1834" href="#xd29e1834src">8</a></span> Moll (<i>op. cit.</i>, pag. 224) zet zeer juist uiteen, hoe onmogelijk het is kinderen te behoeden voor -het zien en ondervinden van dingen, die met het sexueele leven in verband staan. <a class="fnarrow" href="#xd29e1834src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1901" href="#xd29e1901src">9</a></span> Meisjes zijn zelfs niet voorbereid in vele gevallen op het voor den dag komen van -de schaamharen. Deze onverwachte haargroei bezorgt jonge meisjes dikwijls veel heimelijken -angst, en zij knippen ze dikwijls zorgvuldig af. <a class="fnarrow" href="#xd29e1901src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1959" href="#xd29e1959src">10</a></span> G. S. Hall, <i lang="en">Adolescence</i>, deel I, p. 511. Vele jaren geleden, in 1875, raadde wijlen Dr. Clarke, in zijn <i lang="en">Sex in Education</i> rust tijdens de menstruatie voor meisjes aan en verwekte daardoor een hevigen tegenstand, -die zeker nu niet voorgekomen zou zijn, nu de speciale gevaren van de vrouwelijkheid -meer en meer duidelijk begrepen worden. <a class="fnarrow" href="#xd29e1959src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e1975" href="#xd29e1975src">11</a></span> Voor een resumé van de physieke en geestelijke verschijnselen van de periode der menstruatie, -zie men Havelock Ellis: <i>Man en Vrouw</i> hoofdst. XI. De primitieve voorstelling van de menstruatie is meer uitgebreid besproken -door J. G. Fraser in <i lang="en">The Golden Bough</i>. Een groote verzameling van feiten met betrekking tot de afzondering tijdens de menstruatie -van vrouwen over de geheele wereld, zal men vinden in Ploss en Bartels, <i lang="de">Das Weib</i>. De afzondering van meisjes tijdens de puberteit in Straat Torres is speciaal bestudeerd -door Seligmann, <i lang="en">Reports Anthropological Expedition to Torres Straits</i>, deel V, hoofdst. VI. <a class="fnarrow" href="#xd29e1975src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2056" href="#xd29e2056src">12</a></span> Zoo ontdekte Miss Lura Sanborn, die de leiding heeft van de lichaamsoefeningen aan -de normaalschool te Chicago, dat een bad eenmaal in de 14 dagen niets ongewoons was. -Bij de periode der menstruatie is er speciaal nog een bijgeloovige vrees voor water. -Aan meisjes moet altijd geleerd worden, dat in dezen tijd zindelijkheid bovenal gebiedend -noodzakelijk is. Zij moeten een lauw zitbad nemen ’s avonds en ’s morgens, en een -vaginauitspoeling (die nooit koud moet wezen) is altijd goed zoowel voor veraangenaming -als voor zindelijkheid. Er is niet de minste reden om tijdens de menstruatie bang -voor water te zijn. Dit punt werd eenige jaren geleden in het <i lang="en">British Medical Journal</i> besproken met volkomen eensgezindheid van opinie. Een bekend Amerikaansch verloskundige, -Dr. J. Clifson Edgar, komt na een zorgvuldige studie over opinie en praktijk in deze -kwestie (“<span lang="en">Bathing During Menstrual Period</span>,” <i lang="en">American Journal Obstetrics</i>, Sept. 1900) tot de conclusie, dat het mogelijk en heilzaam is koude baden te nemen -(geen zeebaden) tijdens de periode, mits er gepaste voorzorgen in acht genomen en -de gewoonten niet plotseling veranderd worden. Zulk een wijze van handelen behoeft -niet zonder onderscheid toegepast te worden, maar er kan geen twijfel aan zijn, dat -bij stoere boerenvrouwen, die er in haar jeugd aan gewend zijn, een lange onderdompeling -in de zee bij het visschen geen slechte resultaten heeft, en dat die zelfs goed is. -Housel (<i lang="fr">Annales de Gynécologie</i>, Dec. 1894) heeft statistieken gepubliceerd over het menstrueele leven van 123 visschersvrouwen -op de Fransche kust. Zij waren gewend garnalen te vangen, uren achtereen dikwijls -tot boven het middel in zee staande, en dan rond te loopen in haar natte kleeren om -garnalen te verkoopen. Zij beweerden allen nadrukkelijk, dat haar menstruatie gemakkelijker -was als zij aan haar werk bezig waren. Haar perioden zijn merkwaardig regelmatig en -haar vruchtbaarheid is groot. <a class="fnarrow" href="#xd29e2056src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2071" href="#xd29e2071src">13</a></span> J. H. Bride, “<span lang="en">The Life and Health of Our Girls in Relation to Their Future</span>”, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Febr., 1904. <a class="fnarrow" href="#xd29e2071src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2153" href="#xd29e2153src">14</a></span> W. G. Chambers, “<span lang="en">The Evolution of Ideals</span>”, <i lang="en">Pedagogical Seminary</i>, Maart, 1903; Catherine Dodd. “<span lang="en">School Children’s Ideals</span>”, <i lang="en">Natural <span class="corr" id="xd29e2166" title="Bron: Revieuw">Review</span></i>, Febr. en Dec., 1900, en Juni, 1901. Geen Duitsche meisjes kwamen uit voor den wensch -om mannen te willen zijn; zij zeiden dat het slecht zou zijn. Onder Vlaamsche meisjes -bevond Varendonck te Gent echter (<i lang="fr">Archives de Psychologie</i>, Juli 1908) dat 26 percent mannen tot ideaal hadden. <a class="fnarrow" href="#xd29e2153src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2173" href="#xd29e2173src">15</a></span> A. Reibmayr, <i lang="de">Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies</i>, 1908, deel 1, bladz. 70. <a class="fnarrow" href="#xd29e2173src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2182" href="#xd29e2182src">16</a></span> R. Hellmann, <i lang="de">Ueber Geschlechtsfreiheit</i>, pag. 14<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e2182src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2205" href="#xd29e2205src">17</a></span> Dit geloof schijnt veel voor te komen onder jonge meisjes op het vasteland van Europa. -Het vormt het onderwerp van een van Marcel Prevost’s <i lang="fr">Lettres de Femmes</i>. In Oostenrijk is het, volgens Freud, niet ongewoon, uitsluitend onder meisjes. <a class="fnarrow" href="#xd29e2205src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2213" href="#xd29e2213src">18</a></span> Toch is, volgens de Engelsche wet, verkrachting een misdaad, die een echtgenoot niet -aan zijn vrouw kan begaan, (zie b.v., Nevill Geary, <i lang="en">The Law of Marriage</i>, hoofdst. XV, afd. V). De voltrekking van de huwelijksplechtigheid echter, zelfs -als ze noodzakelijk een duidelijke verklaring in zich sloot van de voorrechten van -den man, kan niet beschouwd worden als een voldoende rechtvaardiging voor een daad -van sexueele gemeenschap, volbracht met geweld of zonder de toestemming van de vrouw. <a class="fnarrow" href="#xd29e2213src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2229" href="#xd29e2229src">19</a></span> Hirschfeld, <i lang="de">Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen</i>, 1903, pag. 88. We kunnen hieraan toevoegen, dat een afschuw tegen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> niet noodzakelijk behoeft voort te komen uit een slechte opvoeding en dat die ook -wel voor kan komen in erfelijk gedegenereerde vrouwen, wier voorouders gelijke of -er mee verwante geestelijke eigenaardigheden vertoond hebben. Een geval van zulke -“functioneele impotentie” wordt vermeld van een jonge Italiaansche vrouw van een en -twintig jaar, die overigens gezond was en sterk aan haar echtgenoot gehecht. Het huwelijk -werd nietig verklaard op den grond dat “rudimentaire sexueele of emotioneele paranoia, -die een vrouw onoverwinbaar afkeerig maakt van sexueele vereeniging, niettegenstaande -de volledigheid van de sexueele organen, psychische functioneele impotentie vormt”. -(<i lang="it">Archivio di Psichiatria</i>, 1906, fosc. VI, pag. 806). <a class="fnarrow" href="#xd29e2229src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2303" href="#xd29e2303src">20</a></span> De redelijkheid van dezen stap blijkt zoo duidelijk, dat het bijna niet noodig moest -zijn er op aan te dringen. “De mededeeling aan schooljongens en schoolmeisjes wordt -het best gedaan door een ouderen dokter”, merkt Näcke op, “soms misschien door den -schooldokter”. “Ik raad sterk aan”, zegt Clouston (<i lang="en">The Hygiene of Mind</i>, pag. 249), “dat de huisdokter, geleid door de ouders en den onderwijzer, verreweg -de beste leeraar en raadsman is”. Moll is van dezelfde meening. <a class="fnarrow" href="#xd29e2303src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2324" href="#xd29e2324src">21</a></span> Ik heb dit argument verder ontwikkeld in <span class="corr" title="Niet in bron">“</span><span lang="en">Religion and the Child</span>”, <i lang="en">Nineteenth Century and After</i>, 1907. <a class="fnarrow" href="#xd29e2324src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2413" href="#xd29e2413src">22</a></span> De nauwe betrekking die er bestaat tusschen kunst en poëzie en den sexueelen impuls -is sporadisch erkend door velen, die niet tot een ruimen blik op de auto-erotische -werkzaamheid in het leven gekomen zijn. “Poëzie staat noodzakelijk in verband met -de sexueele functies”, zegt Metchnikoff (<i lang="fr">Essais Optimistes</i>, pag. 352), die ook met instemming aanhaalt het gezegde van Möbius (vroeger geuit -door Ferrero en vele anderen) “dat artistieke bekwaamheden waarschijnlijk moeten beschouwd -worden als secundaire sexueele kenmerken”. <a class="fnarrow" href="#xd29e2413src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e322">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">SEXUEELE OPVOEDING EN NAAKTHEID</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb87" href="#pb87">87</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">De Grieksche houding tegenover de naaktheid.—Hoe de Romeinen die houding wijzigden.—De -invloed van het Christendom.—Naaktheid in middeleeuwsche tijden.—Ontwikkeling van -den afschuw voor naaktheid.—De daarmee samengaande verandering in de opvatting van -de naaktheid.—Preutschheid.—De romantische beweging.—Het ontstaan van een nieuw gevoel -met betrekking tot de naaktheid.—De hygiënische beschouwing van de naaktheid.—Hoe -kinderen aan naaktheid gewend kunnen worden.—Naaktheid staat niet vijandig tegenover -zedigheid.—Het instinct van physieke trots.—De waarde van naaktheid in de opvoeding.—De -aesthetische waarde van naaktheid.—Het menschelijk lichaam als een van de eerste opwekkingsmiddelen -in het leven.—Hoe naaktheid gecultiveerd kan worden.—De moreele waarde van naaktheid.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De discussie over de naaktheid in de kunst brengt ons tot de aanverwante kwestie van -naaktheid in de natuur. Wat is de psychologische invloed van vertrouwdheid met het -naakt? In hoe verre moeten kinderen vertrouwd gemaakt worden met het naakte lichaam? -Over deze kwestie hebben de menschen op verschillende tijden verschillende meeningen -gehad, en gedurende de laatste jaren is er daarover een opmerkelijke verandering beginnen -te komen in den geest van praktische opvoeders. -</p> -<p>In Sparta, in Chios, en elders in Griekenland was er een tijd, dat vrouwen naakt gymnastische -toeren deden en dansten, te zamen met de mannen, of in hun tegenwoordigheid<a class="noteref" id="xd29e2496src" href="#xd29e2496">1</a>. Plato keurde in zijn “Republiek” zulke gewoonten goed en zeide, dat de bespotting -van hen, die er om lachten, niets was dan “onrijp fruit, geplukt van den boom der -kennis”. Over vele kwesties zijn Plato’s opinies veranderd, maar niet over deze. In -de “Wetten”, die het laatste resultaat zijn van zijn philosophische overdenking in -zijn <span class="pagenum">[<a id="pb88" href="#pb88">88</a>]</span>ouderdom, raadt hij nog (Bk. VIII) een dergelijke coëducatie van de seksen aan en -hun coöperatie in alle werken van het leven, gedeeltelijk om den òverscherpen kant -der sexueele begeerte af te stompen; met hetzelfde doel raadde hij aan het samen omgaan -van jongens en meisjes zonder belemmering, in een kleeding, die den vorm niet bedekte. -</p> -<p>Het is opmerkelijk dat de Romeinen, een ruwer aangelegd volk dan de Grieken en in -onzen engen zin meer “moreel”, geen gevoel toonden voor den veredelenden en verfijnenden -invloed van de naaktheid. Naaktheid was voor hen alleen een wellustig toegeven, dat -met minachting behandeld moest worden, zelfs als men er van genoot. Ze werd beperkt -tot het tooneel en er werd om geroepen door het volk. Vooral in de Floralia schijnt -de menigte het als haar recht geëischt te hebben, dat de acteurs naakt zouden spelen, -waarschijnlijk, naar men denkt, als een overblijfsel van een volksritueel. Maar de -Romeinen, hoewel ze met graagte naar de comedie gingen, voelden niets dan minachting -voor de tooneelspelers. “<span lang="la">Flagitii principium est, nudare inter cives corpora</span>”. Dat is, wat de oude Ennius dacht, zooals vermeld wordt door Cicero, en dat bleef -tot het laatst het echte Romeinsche gevoelen. “<span lang="la">Quanta perversitas!</span>” zooals Tertullianus uitriep. “<span lang="la">Artem magnificant, artificem notant</span>”<a class="noteref" id="xd29e2512src" href="#xd29e2512">2</a>. Zoo legden de Romeinen, hoewel zij den afschuw van de Christenen opwekten, toch -in werkelijkheid den grondslag van de Christelijke moraal. -</p> -<p>Het Christendom, dat het met zoo vele van Plato’s ideeën eens was, wilde niets te -doen hebben met zijn beschouwing van de naaktheid en zag de psychische juistheid ervan -niet in. De reden was eenvoudig, en werkelijk onnoozel. De kerk was er hartstochtelijk -op uit te vechten tegen wat zij “het vleesch” noemde, en zoo verviel zij in de dwaling, -de subjectieve kwestie van sexueel verlangen te verwarren met het objectieve beschouwen -van den naakten vorm. “Het vleesch” is slecht; dus moet “het vleesch” verborgen worden. -En zij verborgen het, zonder te begrijpen, dat ze daarmee niet het verlangen naar -de menschelijke gestalte onderdrukt hadden, maar dat ze dat integendeel aangewakkerd -hadden door er de bekoring aan toe te voegen van een verboden mysterie. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Burton zegt, in zijn <i lang="en">Anatomy of Melancholy</i> (Deel III Sect. II, Mem II, Subs. IV), waar hij wijst op de raadgevingen van Plato: -“Maar <i>Eusebius</i> en <i>Theodoret</i> geeselen hem er goed voor; en dat mogen ze ook wel doen: want, zooals de een zegt, -het zien alleen van naakte deelen <i>veroorzaakt enorme, hevige begeerten en prikkelt mannen en vrouwen beide tot brandenden -lust</i>”. “Toch”, voegt Burton er zelf verder in hetzelfde deel van zijn werk (Mem. V, Subs. -III), <span class="pagenum">[<a id="pb89" href="#pb89">89</a>]</span>zonder protest bij, “meenen sommigen, dat het zien van een naakte vrouw op zichzelf -in staat is de genegenheid van een man te veranderen; en het verdient overweging, -zegt de Franschman <i>Montaigne</i>, in zijn Essays, dat de kundigste meesters in liefdezaken als geneesmiddel voor liefdehartstochten -aanraden een volledig beschouwen van het lichaam”. -</p> -<p>Er moest geen kwestie zijn over het feit, dat juist het versierde, gedeeltelijk verborgen -lichaam en niet het volkomen naakte, werkt als een sexueele prikkel. Ik heb eenig -bewijsmateriaal samengebracht over dit punt, in de studie over “<span lang="en">The Evolution of Modesty</span>”. <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>In Madagascar, West-Afrika, en de Kaap”, zegt F. G. F. Scott Elliot (<i lang="en">A Naturalist in Mid-Africa</i>, pag. 36), “heb ik altijd denzelfden regel gevonden. Kuischheid is omgekeerd evenredig -aan de hoeveelheid kleeding”. Men is nu inderdaad algemeen van opinie, dat een van -de voornaamste bedoelingen van versiering en kleeding was: het sexueele verlangen -aan te wakkeren, en schildersmodellen weten wel, dat als zij volkomen zonder kleeding -zijn, zij het veiligst zijn voor ongewenschte toenadering van mannen. “Een van mijn -geliefkoosde modellen vertelde mij”, zegt Dr. Shufeldt (Medical Brief Oct. 1904), -de beroemde schrijver van <i lang="en">Studies of the Human Form</i>, “dat zij gewoon was zich, zoo spoedig mogelijk, na het betreden van het atelier -van den schilder te ontkleeden, want, daar mannen niet altijd verantwoordelijk zijn -voor hun emoties, voelde zij, dat ze veel minder kans had ze op te wekken of te prikkelen, -als ze geheel naakt was, dan wanneer ze maar half gekleed was”. Dit feit is volkomen -bekend aan schildersmodellen. Als het overwinnen van het geslachtsverlangen het eerste -en laatste punt was waar het op aankwam in het leven, dan zou het verstandiger zijn -om kleeding dan om naaktheid te verbieden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Toen het Christendom de geheele Europeesche wereld beheerschte, kon dit strenge vermijden -van zelfs het gezicht van “het vleesch”, hoewel het in naam door allen aangenomen -was als het wenschelijke ideaal, alleen geheel en volkomen doorgevoerd worden in het -klooster. In de gewoonten van de wereld daarbuiten bleven, ofschoon de oorspronkelijke -Christelijke idealen hun invloed behielden, verschillende heidensche en primitieve -tradities, die aan de naaktheid gunstig waren, nog bestaan, en mochten zich, in zekere -mate, uiten, evenzeer in het dagelijksch leven als bij bepaalde gelegenheden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Hoe wijd verspreid de nu en dan voorkomende of algemeen gebruikelijke gewoonte van -naaktheid in de wereld over het algemeen is, en hoe volkomen ze overeen te brengen -is zelfs met de allergevoeligste zedigheid is uiteengezet in “<span lang="en">The Evolution of Modesty</span>”, eveneens van mijne hand. -</p> -<p>Zelfs tijdens het tijdperk van het Christendom is de impuls om naaktheid aan te nemen, -dikwijls met het gevoel dat het een bijzonder geheiligde gewoonte was, blijven bestaan. -De Adamieten van de tweede eeuw, die naakt lazen en baden en die naakt het sacrament -vierden, volgens wat vermeld wordt door den heiligen Augustinus, schijnen weinig aanstoot -gegeven te hebben, zoolang zij naaktheid alleen in praktijk brachten bij hun heilige -ceremonies. De Duitsche Broeders van den Vrijen Geest, in de dertiende eeuw, verenigden -zooveel kuischheid met algemeene naaktheid, dat orthodoxe Katholieken meenden, dat -ze door den Duivel geholpen werden. De Fransche Picardiërs eischten, op een veel later -tijd, openbare naaktheid, in het geloof, dat God, hun leider in de wereld gezonden -had, om de wet der Natuur te herstellen; zij werden vervolgd en ze werden tenslotte -uitgeroeid door de Hussieten. -</p> -<p>In het dagelijksch leven werd echter tijdens de middeleeuwen een vrij groote <span class="pagenum">[<a id="pb90" href="#pb90">90</a>]</span>mate van naaktheid toegestaan. Dit was vooral zoo in de openbare baden, die door mannen -en vrouwen te zamen bezocht werden. Zoo maakt Alwin Schultz de opmerking (in zijn -<i lang="de">Höfische Leben zur Zeit der Minnesänger</i>), dat de vrouwen van de aristocratische klassen, niet de mannen, dikwijls in deze -baden naakt waren, behalve dat ze een hoed op hadden en een halssnoer om. -</p> -<p>Er is somtijds gezegd, dat in de middeleeuwsche godsdienstige spelen Adam en Eva absoluut -naakt waren. Chambers betwijfelt dit en meent dat zij vleeschkleurige tricots droegen, -of dat ze evenals in een later spel van deze soort “gekleed waren in wit leder” (E. K. -Chambers, <i lang="en">The Mediæval Stage</i>, deel I, p. 5). Het kan wel zoo zijn, maar het openlijk vertoonen zelfs van de <span class="corr" id="xd29e2575" title="Bron: sexeele">sexueele</span> organen was geoorloofd, en dat in aristocratische huizen, want John of Salisbury -(in een passage, die aangehaald wordt door Buckle, <i lang="en">Commonplace Book</i>, 541) protesteert tegen deze gewoonte. -</p> -<p>De vrouwen van de feministische zestiende eeuw in Frankrijk, zooals R. de Maulde la -Clavière opmerkt (Revue de l’Art, Jan. 1898), hadden er geen bezwaar tegen haar aanbidders -te beloonen, door hen tot haar toilet toe te laten, of zelfs tot haar bad. Op het -einde der eeuw werden de dames nog minder preutsch, en vele welbekende dames lieten -zich schilderen, naakt tot het middel, zooals we zien op het portret van “<span lang="fr">Gabrielle d’Estrées au Bain</span>” in Chantilly. Vele van deze schilderijen echter zijn zeker geen werkelijke portretten. -</p> -<p>Zelfs in het midden van de zeventiende eeuw was naaktheid in Engeland in het openbaar -niet verboden, want Pepys vertelt ons, dat op den 29sten Juli 1667 een kwaker naar -Westminster Hall kwam, roepende: “Hebt berouw! Hebt berouw!” geheel naakt, behalve -dat hij “zeer netjes gedekt was om de geheime deelen, om schandaal te vermijden”. -(Dit was ongetwijfeld Solomon Eccles, die gewoon was in dit costuum rond te loopen, -vóor en nà de Restoratie beide. Hij was een beroemd musicus geweest, en hoewel hij -excentriek was, was hij blijkbaar niet krankzinnig). -</p> -<p>In een hoofdstuk “<span lang="fr">De la Nudité</span>” en in de appendices van zijn boek <i lang="fr">De l’Amour</i> (deel I, p. 221) geeft Senancour voorbeelden van de nu en dan voorkomende gewoonte -in Europa om zich naakt te vertoonen, en hij voegt er eenige belangwekkende opmerkingen -van zichzelf bij; zoo ook Dulaure (<i lang="fr">Des Divinités génératives</i>, hoofdst. XV). Als regel schijnt het dat, hoewel volkomen naaktheid in andere opzichten -toegestaan was, het gewoonte was de geslachtsdeelen te bedekken.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het verzet tegen de naaktheid heeft nooit geheel gezegevierd vóor de negentiende eeuw. -Die eeuw vertegenwoordigde de triomf van al de krachten, die de naaktheid in het openbaar -overal en geheel <span class="corr" id="xd29e2601" title="Bron: verbonden">verboden</span>. Als, zooals Pudor met nadruk zegt, naaktheid aristocratisch is en de slavernij van -de kleeding een plebejische eigenaardigheid, aan de lagere klassen opgelegd door een -hoogere klasse, die voor zichzelf het voorrecht behield van physieke beschaving, dan -mogen we dit misschien in verband brengen met de uitbarsting van democratisch plebejerschap, -die naar Nietzsche aantoonde, haar hoogtepunt bereikte in de negentiende eeuw. Het -is in ieder geval zeker belangwekkend op te merken, dat de beweging te die tijde geheel -van karakter veranderd was. Zij was algemeen geworden, maar terzelfder tijd waren -de grondslagen ervan ondermijnd. Zij had in ruime mate haar godsdienstig en moreel -karakter verloren en werd in plaats daarvan beschouwd als een zaak van conventie. -De man van de negentiende eeuw, die het schouwspel zag van blanke ledematen, <span class="pagenum">[<a id="pb91" href="#pb91">91</a>]</span>die in het zonlicht schitterden, voelde niet meer zooals de middeleeuwsche kluizenaar -dat hij het heil van zijn onsterfelijke ziel in gevaar bracht of zelfs maar de achteruitgang -van zijn moraal in de hand werkte; hij voelde alleen maar, dat het “onfatsoenlijk” -was, of in het uiterste geval “walgelijk”. Dat is te zeggen, hij beschouwde de zaak -als eenvoudig een zaak van conventioneele etiquette, op zijn slechtst van smaak, van -æsthetiek. Door zoo zijn tegenzin tegen naaktheid naar beneden te halen tot een zoo -laag plan, had hij hem wel algemeen aannemelijk gemaakt, maar terzelfder tijd had -hij hem beroofd van zijn hooge wijding. Zijn diepe afschuw van de naaktheid was buiten -verhouding tot de lichtzinnige beweegredenen, waarop hij haar grondde. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wij moeten echter niet de hardnekkigheid onderschatten, waarmee deze afschuw van de -naaktheid werd vastgehouden. Niets geeft de diep ingewortelde haat, die de negentiende -eeuw voor de naaktheid voelde, levendiger weer dan de woestheid—er is geen ander woord -voor—waarmee Christelijke zendelingen naar wilden over de geheele wereld, zelfs in -de tropen, er op aandrongen dat hun bekeerlingen de conventioneele kleeding van Noord-Europa -zouden aannemen. Verhalen van reizigers loopen over van verwijzingen naar den nadruk, -dien zendelingen legden op deze verandering in de gewoonte, die schadelijk was voor -de gezondheid van het volk en tevens afbreuk deed aan hun waardigheid. Het is voldoende -een getuige van gezag aan te halen, Lord Stanmore, vroeger Goeverneur van Fiji, die -een lang stuk voorlas in de Anglikaansche Zendingsconferentie in 1894, over het onderwerp -“<span lang="en">Undue Introduction of Western Ways</span>”. “In het midden van het dorp”, merkte hij op in een aanhaling van een typisch geval -(en betrekking hebbende niet op Fiji maar op Tonga), “is de kerk, een houten gebouw, -dat op een schuur gelijkt. Als het Zondag is, vinden wij den inboorling-voorzanger, -gekleed in een groenzwarte pandjesjas, een das, die eens wit geweest is, en een bril, -die hij waarschijnlijk niet noodig heeft, preeken voor een gemeente, waarvan het mannelijk -gedeelte gekleed is op een wijze, die veel gelijkt op zijn kleeding, terwijl de vrouwen -zijn opgetooid met oude hoeden en mutsen, en vormelooze japonnen als badcostumes, -of misschien met ouderwetsche crinolines. Invloedrijke stamhoofden en vrouwen van -hooge geboorte, die in de kleeding van hun stam er uit zouden zien en er ook werkelijk -uitzien, als leden eener natuurlijke aristocratie, maken door hun Zondagsopschik den -indruk van vogelverschrikkers. Als een bezoek gebracht wordt aan de huizen van de -stad, nadat het huiswerk van de menschen gedaan is, vindt men de familie op stoelen -zitten, lusteloos en ongezellig, in een kamer vol rommel. In de huizen van de hoogere -geestelijkheid onder de inboorlingen ziet men nog grooter naäperij van de manieren -van het Westen. Daar vindt men stoelen met afschuwelijke antimacassars, smakelooze -ronde van wol gemaakte kleedjes voor niet aanwezige bloempotten, en een massa leelijke, -goedkoope en ordinaire porseleinen schoorsteenmantelversieringen, die, omdat er geen -haard is en daarom geen schoorsteenmantel, in het gelid uitgestald worden op een wankel -houten tafeltje. Het geheele leven van deze dorpsmenschen is een doellooze comedie. -Zij vragen zich voortdurend af of zij ook een van de straffen oploopen, die staan -op het inbreuk maken op de lange lijst van verbodsbepalingen, en of ze wel zóo leven -als het past bij de buitenlandsche kleeren, die zij dragen. Hun gezichten hebben voor -het merendeel een uitdrukking van norsche ontevredenheid, zij bewegen zich stil en -vreugdeloos, opstandelingen in hun hart tegen den dwang, die hen drukt, maar dien -zij toch niet durven afwerpen, gedeeltelijk uit een vage angst voor mogelijke wereldsche -gevolgen, en gedeeltelijk omdat zij meenen dat zij geen goede Christenen meer zijn, -als zij dat doen. Zij hebben <span class="pagenum">[<a id="pb92" href="#pb92">92</a>]</span>goede reden voor hun ontevredenheid. Op den tijd, toen ik de dorpen bezocht, waar -ik bijzonder het oog op heb, was het strafbaar met geldboete en gevangenisstraf om -kleederen van het land te dragen, strafbaar bij geldboete en gevangenisstraf om lang -haar te dragen of een guirlande van bloemen; strafbaar met geldboete en gevangenisstraf -om te worstelen of bal te spelen; strafbaar met geldboete en gevangenisstraf om huizen -te bouwen op de wijze der inboorlingen; strafbaar om niet een hemd en broek te dragen, -en op sommige plaatsen ook jas en schoenen; en als bijvoeging tot wetten, die een -strikte puriteinsche inachtneming van den Zondag eischen, was het strafbaar met geldboete -en gevangenisstraf op Zondag te baden. Op sommige andere plaatsen was het baden op -Zondag strafbaar met geeselslagen en voor zoover ik weet zijn vrouwen gegeeseld om -geen andere overtreding. In zulke omstandigheden zijn de menschen rijp voor opstand -en soms komt het tot opstand”. -</p> -<p>Een in het oog springend resultaat van het terugbrengen van het gevoel voor naaktheid -tot een dwaze, maar gebiedende conventie is de neiging tot preutschheid. Deze is, -zooals we weten, een vorm van nagemaakte zedigheid, die, omdat ze een conventie is, -vatbaar is voor onbegrensde uitbreiding. Zij beperkt zich in het geheel niet tot moderne -tijden of tot Christelijk Europa. De oude Hebreërs waren niet geheel vrij van preutschheid, -en we vinden in het Oude Testament, dat door een merkwaardig euphemisme de sexueele -organen dikwijls vermeld werden als “de voeten”. De Turken zijn in staat tot preutschheid. -En ook de oude Grieken. “Dion, de philosoof, vertelt ons”, merkt Clemens van Alexandrië -op (<i lang="la">Stromates</i>, Bk. IV, hoofdst. XIV) “dat een vrouw, Lysidica, door overmaat van kuischheid, baadde -in haar kleeren, en dat Philotera, als zij op het punt was in het bad te gaan, langzamerhand -haar tunica naar boven trok, als het water haar naakte deelen bedekte; en dat ze haar -dan, langzamerhand overeind komende, weer aantrok”. Geaffecteerde preutsche vrouwen -werden gevonden onder de eerste Christenen, en haar manieren zijn beschreven door -den heiligen Jeronimus in een van zijn brieven aan Eustochius: “Deze vrouwen”, zegt -hij, “spreken tusschen haar tanden, of met bij elkaar getrokken lippen, en met een -lispelende tong, en zij spreken haar woorden maar half uit, omdat zij alles wat natuurlijk -is beschouwen als onbeschaafd. Zulke vrouwen”, verklaart Jeronimus, en hier overwint -de philoloog in hem den asceticus, “bederven zelfs de taal”. Ieder keer wanneer een -kunstmatige “zedigheid” aan natuurvolken opgedrongen wordt, is er kans dat er preutschheid -optreedt. Haddon beschrijft dit voor de inboorlingen van Straat Torres, waar zelfs -de kinderen nu nog lijden onder overdreven preutschheid, hoewel zij vroeger geheel -naakt en zonder schaamte waren (<i lang="en">Cambridge Anthropological Expedition to Torres Straits</i>, vol. V, p. 271).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De negentiende eeuw, die den triomf gezien heeft van schuchterheid en preutschheid -in deze zaak, heeft ook de eerste vruchtbare kiem voortgebracht van nieuwe opvattingen -van naaktheid. Tot zekere hoogte waren die belichaamd in de groote romantische beweging. -Rousseau had niet speciaal den nadruk gelegd op de naaktheid als een element van den -terugkeer tot de natuur, dien hij met zooveel invloed predikte. Een nieuwe wijze van -voelen in deze zaak ontstond echter met karakteristieke buitensporigheid in sommige -van de tijdperken der revolutie, terwijl in Duitschland in het baanbrekende <i lang="de">Lucinde</i> van Friedrich Schlegel, een karakteristieke figuur in de romantische beweging, een -nog ongewone opvatting van het lichaam werd uitgebeeld op ernstige en waardige wijze. -</p> -<p>In Engeland verkondigde Blake, met zijn vreemd en vurig genie, <span class="pagenum">[<a id="pb93" href="#pb93">93</a>]</span>een mystieke leer, die in zich sloot de geestelijke verheerlijking van het lichaam -en verachting voor de kleederliefde van beschaafde menschen (“Wat een modernen mensch -aangaat”, schreef hij, “als hij van zijn kleerenlast ontdaan is, dan is hij als een -lijk”); terwijl later in Amerika, Thoreau en Burroughs nòg meer bepaald, een niet -ongelijke boodschap over het noodzakelijke van het terugkeeren tot de natuur verkondigden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wij vinden het belang van het zien van het lichaam—hoezeer ook binnen enge grenzen, -tot het vermijden van bedrog bij de voorbereidselen tot het huwelijk—uiteengezet al -in de zestiende eeuw door Sir Thomas More in zijn <i lang="la">Utopia</i>, dat zoo rijk is aan nieuwe en vruchtbare ideeën. In Utopia vertoont, volgens Sir -Thomas More, een gezeten en eerbare matrone de vrouw, of zij een meisje is of een -weduwe, naakt aan den minnaar. En evenzoo vertoont een wijs en betrouwbaar man den -minnaar naakt aan de vrouw. Over deze gewoonte lachten wij en keurden haar af als -dwaas. Maar zij, van hun kant, verwonderen zich zeer over de dwaasheid van alle andere -volken, die, als ze een paard koopen, waar een beetje geld op het spel staat, zoo -zorgvuldig en voorzichtig zijn dat, al is het bijna naakt, zij het niet koopen willen -tenzij het zadel en het geheele harnas afgenomen is, uit angst dat onder deze bedekkingen -een of ander galgezwel of wonde verborgen zal zijn. En toch, bij het kiezen van een -vrouw, die voor hen hun geheel verdere leven tot een genoegen of tot een verdriet -zal zijn, zijn zij zoo roekeloos, dat, terwijl de geheele rest van het lichaam der -vrouw bedekt is met kleeren, zij haar schatten naar nauwelijks een handbreedte (want -zij kunnen niet meer zien dan haar gezicht) en haar zoo aan zich verbinden, niet zonder -gevaar te loopen van veel ellende, als misschien later iets aan haar lichaam hen mocht -hinderen of onaangenaam aandoen. Onder deze bedekking kan vreeselijke mismaaktheid -verborgen zijn, zóo, dat het den man geheel van zijn vrouw kan vervreemden, en zijn -liefde van haar afwenden als hun lichamen niet meer zullen mogen scheiden. Als zulk -een misvorming door eenig toeval voorkomt, nadat het huwelijk voltrokken is, nu, dan -is er geen ander middel dan geduld. Maar het zou goed zijn als er een wet werd gemaakt, -waardoor al zulke bedriegerijen van tevoren vermeden werden<a id="xd29e2638"></a>. -</p> -<p>De duidelijke opvatting van wat men noemen mag de geestelijke waarde van de naaktheid—geenszins -van More’s standpunt, maar als een deel van natuurlijke hygiëne in den ruimsten zin, -en als een hooge en bijzondere wijze van beschouwen van de zuiverende en veredelende -functie der schoonheid—is van veel later datum. Zij is niet duidelijk uitgedrukt vóór -den tijd der Romantiek. Wij vinden haar uitmuntend uiteengezet in <i lang="fr">De l’Amour</i> van Senancour (eerste uitgave, 1806; vierde en vermeerderde uitgave, 1834), dat nog -een van de beste boeken blijft over de moraal der liefde. Na de opmerking gemaakt -te hebben, dat naaktheid in het geheel niet kuischheid uitsluit, gaat hij voort nu -en dan bij bepaalde gelegenheden gedeeltelijke of geheele naaktheid aan te raden. -“Laten we ons eens voorstellen”, zegt hij, eenigszins in den geest van Plato, “een -land, waar bij zekere algemeene feesten de vrouwen absoluut vrij waren om bijna of -geheel naakt te zijn. Dat bij het zwemmen, walzen, wandelen, zij, die dat wilden, -ongekleed mochten blijven in de tegenwoordigheid van mannen. Zonder twijfel zouden -de illusies van de liefde weinig gekend worden, en de hartstocht zou een vermindering -van zijn hevigheid ondervinden. Maar is het de hartstocht, die in het algemeen de -menschelijke dingen veredelt? Wij hebben behoefte aan eerlijke gehechtheid en teere -genoegens, en die kunnen we allemaal krijgen, terwijl we toch nog ons gezond verstand -bewaren.… Zulk een naaktheid zou daarmee overeenkomende instellingen eischen, streng -en eenvoudig, en een grooten eerbied <span class="pagenum">[<a id="pb94" href="#pb94">94</a>]</span>voor die conventies, die voor alle tijden gelden”. (Senancour, <i lang="fr">De l’Amour</i>, vol. 1, p. 314). -</p> -<p>Van dien tijd af worden verwijzingen naar de waarde en wenschelijkheid van de naaktheid -meer en meer veelvuldig in alle beschaafde landen, soms vermengd met sarcastische -toespelingen op de valsche conventies, die wij in deze zaak geërfd hebben. Zoo schrijft -Thoreau in zijn dagboek op den 12den Juni 1852, als hij kijkt naar de jongens, die -in de rivier baden: “De kleur van hun lichamen in de verte is aangenaam om te zien. -Ik hoor het geluid van hun geplas over het water klinken. Tot nu toe bestaat de mensch -in de Natuur niet. Wat een eigenaardig feit zou het zijn voor een engel, die deze -aarde bezocht, om op te teekenen in zijn notitieboekje, dat den menschen bij de strengste -straffen verboden was hun lichamen te vertoonen”. -</p> -<p>Iwan Bloch bespreekt, in hoofdstuk VII van zijn <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, deze kwestie van de naaktheid uit het moderne gezichtspunt en komt tot de conclusie: -“Een natuurlijke opvatting van de naaktheid: dat is het wachtwoord van de toekomst. -Al de hygiënische, aesthetische en moreele pogingen van onzen tijd wijzen in die richting”. -</p> -<p>Stratz, zooals iemand betaamt die zoo ijverig gewerkt heeft in de zaak van menschelijke -gezondheid en schoonheid, zet prachtig het standpunt uiteen, waarop we tegenwoordig, -wat deze zaak betreft, staan. Nadat hij er op gewezen heeft (<i lang="de">Die Frauenkleidung</i>, derde uitgave, 1904, p. 30) dat, in tegenstelling met de heidensche wereld, die -naakte goden vereerde, het Christendom de idee ontwikkelde, dat naaktheid enkel sexueel -was, en daarom immoreel, gaat hij voort: “Maar boven alles uit, schitterde op de hemelsche -hoogten van het Kruis, het naakte lichaam van den Heiland. Onder deze bescherming -heeft zich langzamerhand uit de verwarring van ideeën een nieuwe veranderde vorm van -<i>naaktheid</i> losgemaakt na een langen strijd. Ik zou dit willen noemen <i>artistieke naaktheid</i>, want, evenals ze onsterfelijk gemaakt is door de oude Grieken door de kunst, zoo -is ze ook onder ons tot nieuw leven gewekt door de kunst. Artistieke naaktheid is, -in haar aard, veel hooger dan hetzij de natuurlijke of de sexueele opvatting van de -naaktheid. Het eenvoudige natuurkind ziet in naaktheid niets bijzonders, de met kleeren -gekleede mensch ziet in het ongedekte lichaam slechts een sexueele prikkeling. Maar -op het hoogste standpunt keert de mensch bewust tot de natuur terug, en erkent hij, -dat onder de vele bedekkingen van menschelijk maaksel verborgen is het mooiste schepsel, -dat God gemaakt heeft. Het kan zijn, dat de een blijft staan in stille, eerbiedige -bewondering voor den aanblik; en dat een ander zich gedrongen voelt om het na te bootsen -en om aan zijn medemenschen te toonen, wat hij in dat heilig oogenblik gezien heeft. -Maar beide genieten het zien van menschelijke schoonheid met volle bewustheid en verheven -reinheid van gedachte”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het was echter niet zoozeer aan deze meer geestelijke zijden, maar aan de zijde der -hygiëne, dat de negentiende eeuw haar voornaamste praktische bijdrage leverde tot -de nieuwe wijze van voelen jegens de naaktheid. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Lord Monboddo, de Schotsche rechter, een pionier voor vele moderne denkbeelden, had -zich reeds in de achttiende eeuw de hygiënische waarde van “luchtbaden” duidelijk -voor oogen gesteld, en hij heeft die nu gewone naam uitgevonden. “Lord Monboddo” zegt -Boswell, 1777 (<i>Leven van Johnson</i>, uitgegeven door Hill, deel III, p. 168) “vertelde mij, dat hij iederen morgen om -vier uur wakker werd, en dan voor zijn gezondheid opstond en naakt in zijn kamer rond -wandelde, met het raam open, wat hij noemde “een luchtbad nemen”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. Er wordt ook gezegd, ik weet niet op wiens gezag, dat hij iederen morgen zijn dochters -een luchtbad liet nemen op het terras. Een ander bekend man van dezelfde eeuw, Benjamin -Franklin, werkte soms naakt in <span class="pagenum">[<a id="pb95" href="#pb95">95</a>]</span>zijn studeerkamer op hygiënische gronden, en maakte eens een dienstmeisje, naar men -zegt, aan het schrikken, door zoo, onaangekleed, de deur te openen in een oogenblik -van gedachteloosheid. -</p> -<p>Rikli schijnt de apostel te zijn geweest van luchtbaden en zonnebaden, beschouwd als -een systematische methode. Hij stichtte licht- en luchtbaden meer dan een halve eeuw -geleden in Triëst en overal elders in Oostenrijk. Zijn motto was: “Licht, waarheid -en vrijheid zijn de beweegkrachten, die voeren naar de hoogste ontwikkeling van physieke -en moreele gezondheid”. De mensch is geen visch, verklaarde hij; licht en lucht zijn -de eerste voorwaarden voor een hoog georganiseerd leven. Zonnebaden voor de behandeling -van een menigte verschillende ontredderde toestanden zijn nu algemeen ingesteld en -de meeste systemen van natuurgeneeswijze hechten groote waarde aan licht en lucht, -terwijl men in de geneeskunde algemeen begint te erkennen, dat die invloed geenszins -kan worden verwaarloosd. Dr. Fernand Sandoz zet in zijn <i lang="fr">Introduction à la Thérapeutique Naturiste par les agents Physiques et Dietétiques</i> (1907) zulke methoden zeer begrijpelijk uiteen. In Duitschland zijn zonnebaden in -ruimen kring gewoon geworden; zoo schrijft Lenkei (in een geschrift, dat geresumeerd -wordt in de <i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 31, 1908) ze met veel succes voor bij tuberculose, rheumatische aandoeningen, -gezetheid, bloedeloosheid, neurasthenie, enz. Hij houdt het er voor, dat hun eigenaardige -waarde ligt in de inwerking van het licht. Professor J. N. Hyde, van Chicago, gelooft -zelfs (“Licht-honger in de voortbrenging van Psoriasis”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 6, 1906), dat psoriasis veroorzaakt wordt door gebrek aan zonlicht, en het -best genezen kan worden door het toepassen van licht. Deze meening, die echter niet -algemeen aangenomen is in haar onvermengden vorm, steunt hij vindingrijk door het -feit, dat psoriasis neiging heeft zich te vertoonen op de meest blootgestelde deelen -van het lichaam, waarvan men denken kan, dat ze van nature de grootste hoeveelheid -licht krijgen en noodig hebben, en door de afwezigheid van de ziekte in heete landen -en onder de negers. -</p> -<p>De hygiënische waarde van naaktheid blijkt uit de robuste gezondheid van de natuurvolken, -de geheele wereld door, die naakt loopen. De kracht van de Ieren heeft men ook in -verband gebracht met het feit, dat (zooals de <i lang="en">Itinary</i> van Fynes Morrison aantoont) beide seksen, zelfs onder personen van hooge maatschappelijke -klasse gewend waren naakt te loopen, behalve dat ze een mantel droegen, vooral in -de meer afgelegen gedeelten van het land, nog in de zeventiende eeuw. Overal waar -de primitieve rassen de naaktheid plaats laten maken voor kleeding, neemt tevens de -neiging tot ziekte, sterfte en degeneratie opmerkelijk toe, hoewel we niet moeten -vergeten, dat het gebruik van kleederen gewoonlijk samengaat met de invoering van -andere slechte gewoonten. “Naaktheid is de eenige toestand, die krachtige en gezonde -natuurvolken gemeen hebben; op ieder ander punt misschien verschillen zij”, merkt -Frederik Boyle op in een geschrift (“Natuurvolken en kleederen”, <i lang="en">Monthly Review</i>, Sept. 1905) waarin hij veel bewijsgronden bijeenbrengt voor het hygiënisch voordeel -van den natuurlijken menschelijken staat, waarin de mensch “geheel aangezicht is”. -</p> -<p>Het is in Duitschland geweest, dat een terugkeer tot de naaktheid met verstand en -kracht is aangeraden, voornamelijk door Dr. H. Pudor in zijn <i lang="de">Nackt-Cultur</i>, en door R. Ungewitter in <i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e2704" title="Bron: Nackheit">Nacktheit</span></i> (het eerst gepubliceerd in 1905), een boek, dat in ruimen kring gecirculeerd heeft -in vele edities. Deze schrijvers raden met enthousiasme de naaktheid aan, niet alleen -op hygiënische, maar op moreele en artistieke gronden. Pudor beweert speciaal met -nadruk, dat “naaktheid, zoowel in gymnastiek als in sport, een methode is van genezing -en een methode van herleving<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>; hij raadt co-educatie aan bij deze naakt-cultuur. Ofschoon hij groote eischen stelt -aan de naaktheid—daar hij meent dat al de naties, die deze eischen in den wind geslagen -hebben, snel achteruit zijn gegaan—is Pudor minder hoopvol dan Ungewitter met betrekking -tot een spoedige overwinning over de vooroordeelen die aan <span class="pagenum">[<a id="pb96" href="#pb96">96</a>]</span>de naakt-cultuur in den weg staan. Hij vindt, dat de onmiddellijke taak opvoeding -is, en dat een praktisch begin het best kan gemaakt worden met den voet, die vooral -behoefte heeft aan hygiëne en oefening; een groot deel van het eerste deel van zijn -boek is gewijd aan den voet.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Daar de kwestie tegenwoordig beschouwd wordt door die opvoedkundigen, die evenzeer -gevoelen voor hygiënische als voor sexueele overwegingen, worden de eischen van de -naaktheid, voor zoover het jonge menschen betreft, beschouwd als een deel van de physieke -en moreele hygiëne. De vrije aanraking van het naakte lichaam met lucht, water en -licht, komt ten goede aan de gezondheid van het lichaam; gemeenzaamheid met het zien -van het lichaam neemt kleingeestige begeerten weg, ontwikkelt het schoonheidsgevoel -en komt ten goede aan de schoonheid van de ziel. Deze dubbele beschouwing van de zaak -heeft ongetwijfeld veel gewicht in de schaal gelegd bij die leeraars, die nu gewoonten -goedkeuren, die een paar jaar geleden, haastig veroordeeld zouden zijn als “indecent”. -Er is ook nog een groot verschil in meening over de grenzen, tot welke de gewoonte -van naaktheid kan doorgevoerd worden, en ook over den leeftijd, waarop zij beperkt -moet worden. Het feit, dat de volwassen generatie van heden opgegroeid is onder den -invloed van den ouden afschuw van de naaktheid, is een onvermijdelijke hinderpaal -voor alle mogelijke revolutionaire veranderingen in deze kwesties. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Maria Lischnewska, een van de bekwaamste voorstandsters van de methodische inlichting -aan kinderen in sexueele zaken (<i>op. cit.</i>), stelt helder voor oogen, dat een gezonde houding tegenover het lichaam de grondslag -is van een goede opvoeding voor het leven. Zij bevindt, dat het voornaamste bezwaar, -dat men voor zulk een opvoeding ontmoet, is “de afschuw van den beschaafden mensch -voor zijn eigen lichaam”. Zij toont aan, dat er geen twijfel aan kan zijn, dat zij, -die bezig zijn met de moeilijke taak te werken in de richting van het afschaffen van -dien bijgeloovigen afschuw, een moreele taak van het grootste belang op zich genomen -hebben. -</p> -<p>Walter Gerhard wijst er op, in een wel doordacht en verstandig geschrift over de opvoedkundige -kwestie (“<span lang="de">Ein Kapitel zur Erziehungsfrage</span><span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, vol. 1, Heft 2), dat het de volwassene is, die opvoeding noodig heeft in deze zaak—evenals -in zooveel andere zaken van sexueele inlichting—aanmerkelijk meer dan het kind. Ouders -voeden hun kinderen van de eerste jaren af op in preutschheid, en vleien zich te vergeefs, -dat zij daardoor hun kuischheid en moraal hebben vermeerderd. Hij vermeldt zijn eigen -vroege leven in een tropisch land en het gewend zijn aan naaktheid van den beginne. -“Niet voordat ik naar Duitschland kwam, toen ik bijna twintig jaar was, kwam ik tot -de ontdekking, dat het menschelijk lichaam indecent is, en dat het niet vertoond moet -worden omdat het “verkeerde aandriften zou wekken”. Niet voordat het menschelijk lichaam -geheel aan mijn gezicht onttrokken was en nadat mij voortdurend verteld was, dat er -iets onfatsoenlijks achter kleeren verborgen was, heb ik dat kunnen begrijpen.… Tot -dat oogenblik had ik niet geweten dat een naakt lichaam, door het enkele feit van -de naaktheid, erotische gevoelens kon opwekken. Ik had erotische gevoelens gekend, -maar die waren niet ontstaan door het zien van het naakte lichaam, maar waren langzamerhand -opgebloeid uit de vereeniging van onze zielen”. En hij trekt de eindconclusie dat, -al was het alleen maar <span class="pagenum">[<a id="pb97" href="#pb97">97</a>]</span>om de wille van onze kinderen, wij moeten leeren ons zelf op te voeden. -</p> -<p>Forel (<i lang="de">Die sexuelle Frage</i>, p. 140), spreekt in geheel denzelfden geest als Gerhard en merkt op, dat preutschheid -in kinderen kan worden gekweekt of tegen gegaan. Ze kan gekweekt worden door overmatigen -angst bij het bedekken van hun lichamen en het verbergen voor hen van de lichamen -van anderen. Ze kan tegen gegaan worden door hen zich voor oogen te doen stellen, -dat er niets in het lichaam is, dat onnatuurlijk is en waar wij ons over behoeven -te schamen, en ook door het baden van de seksen te zamen aan te moedigen. Hij wijst -(p. 512) op de voordeelen van het bekend geraken van kinderen met de volwassen vormen, -die zij eens zullen aannemen, en hij veroordeelt het gedrag van die dwaze personen, -die denken, dat kinderen reeds de erotische gevoelens van volwassenen over het lichaam -bezitten. Dat is zoo ver er vandaan het geval te zijn, dat kinderen dikwijls niet -in staat zijn het geslacht van andere kinderen te onderkennen, afgescheiden van hun -kleeren. -</p> -<p>Op het Mannheimer Congres van de Duitsche Vereeniging ter Bestrijding van Venerische -Zieken, speciaal gewijd aan sexueele hygiëne, vermeldden de sprekers steeds weer de -noodzakelijkheid van het gemeenzaam zijn met het naakte lichaam. Zoo leggen Eulenburg -en Julian Marcuse den nadruk op het belang van luchtbaden, niet alleen om de physieke -gezondheid van de jonge menschen, maar in het belang van een rationeele sexueele oefening. -Höller, een onderwijzer, die op hetzelfde congres spreekt (op cit. p. 85) gaat, nadat -hij aangedrongen heeft op het gemeenzaam zijn met het naakt in kunst en literatuur, -en na geprotesteerd te hebben tegen het pasklaar maken van gedichten voor jonge menschen, -voort: “Door bepalingen over zwembroekjes is nog nooit een ziel van moreelen ondergang -gered. Iemand, die geleerd heeft, in vrede het naakt in de kunst te genieten, wordt -door het naakt in de natuur alleen aangedaan als door een kunstwerk”. Enderlin, een -ander onderwijzer, die in denzelfden geest spreekt (p. 58), wijst er op, dat naaktheid -niet sexueel of immoreel op het kind werken kan, omdat de sexueele aandrift nog niet -duidelijk uitgesproken is, en hoe eerder hij ingeleid wordt in het naakt in de natuur -en in de kunst, des te minder hebben natuurlijk de sexueele gevoelens neiging zich -vroegtijdig te ontwikkelen. Het kind wordt zoodoende immuun tegen onreine invloeden, -zoodat later, wanneer voorstellingen van het naakt tot hem gebracht worden met de -bedoeling zijn lichtzinnigheid op te wekken, zij niet bij machte zijn hem kwaad te -doen. Het is voor het gemeenzaam zijn met het naakt in de kunst van belang, dat ze -op school onderwezen wordt, want de meesten van ons moeten, zooals Siebert opmerkt, -reinheid leeren door de kunst. -</p> -<p>Naaktheid bij het baden, merkt Bölsche op in zijn <i lang="de">Liebesleben in der Natur</i> (vol. III, pp. 139 et seq.) hebben wij reeds eenigermate; wij hebben er behoefte -aan in lichaamsoefeningen, eerst voor de beide seksen afzonderlijk; dan, als wij aan -het idee gewend geraakt zijn, voor beide geslachten te zamen. We moeten verkrijgen -de macht om de lichamen van individuen van de andere sekse te zien met zooveel zelfbeheersching -en zulk een natuurlijk instinct, dat zij voor ons on-erotisch worden en dat we ze -kunnen aanzien zonder erotische gevoelens. Kunst, zegt hij, toont ons, dat dit mogelijk -is in de beschaving. Wetenschap, voegt hij er aan toe, komt hetzelfde gezichtspunt -te hulp. -</p> -<p>Ungewitter (<i lang="de">Die Nacktheit</i>, p. 57) raadt ook aan, jongens en meisjes te zamen bezig te houden met spelen en -lichaamsoefeningen, geheel naakt in luchtbaden. “Op deze wijze”, meent hij, “zou het -gymnasium een school voor moraal worden, waar jonge menschelijke wezens in staat zouden -zijn hun reinheid zoolang mogelijk te bewaren door het aan elkander gewoon geraken. -Meteen zouden hun lichamen gehard worden en ontwikkeld en de vatbaarheid voor het -waarnemen van schoone en natuurlijke vormen gewekt”. Voor hen, die “moreele” twijfelingen -hebben over de zaak, vermeldt hij de gewoonte in ver verwijderde landelijke districten -van jongens en meisjes, die te zamen <span class="pagenum">[<a id="pb98" href="#pb98">98</a>]</span>geheel naakt baden en dit zonder eenig sexueel bewustzijn. Rudolf Sommer raadt eveneens -aan, in een uitmuntend artikel getiteld “<span lang="de">Mädchenerziehung oder Menschenbildung?</span>” <span class="corr" id="xd29e2751" title="Niet in bron">(</span><i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. i, Heft 3), dat kinderen gewend moeten worden aan elkanders naaktheid al in -de vroege jeugd in het familieleven van huis en tuin, bij spelen en voornamelijk bij -het baden; hij merkt op, dat ouders, die kinderen hebben van éen sekse alleen, om -de wille van hun kinderen intieme verhoudingen moeten zoeken met een familie, die -kinderen hebben van denzelfden leeftijd van het andere geslacht, zoodat ze te zamen -kunnen opgroeien.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is nauwelijks noodig er bij te voegen, dat het cultiveeren van de naaktheid altijd -moet samengaan met eerbied voor de natuurlijke instincten van ingetogenheid. Als de -gewoonte van naaktheid de jonge menschen er toe bracht een verminderden eerbied te -ondervinden voor hun eigen persoonlijkheid of voor die van andere menschen, dan zouden -de voordeelen te duur gekocht zijn. Dit is voor een deel een zaak van gezond instinct, -voor een deel van verstandige oefening. Wij weten nu, dat de afwezigheid van kleederen -weinig verband houdt met de afwezigheid van ingetogenheid, en dat het verband, dat -er is, van omgekeerde orde is, want de natuurvolken, die naakt loopen, zijn gewoonlijk -meer ingetogen dan zij, die kleederen dragen. Het gezegde, aangehaald door Herodotus -in de oude Grieksche wereld, dat “Een vrouw haar ingetogenheid aflegt met haar hemd” -was een geliefkoosde tekst van de Christelijke Vaders. Maar Plutarchus, die ook een -moralist was, had reeds daartegen geprotesteerd aan het einde van de Grieksche wereld: -“In het geheel niet”, verklaarde hij, “zij, die ingetogen is, kleedt zich in haar -ingetogenheid, als zij haar tunica aflegt”. “Een vrouw kan naakt zijn”, zooals Mrs. -Bishop, de reizigster, tot Dr. Baelz, in Japan, opmerkte, “en toch zich als een dame -gedragen”<a class="noteref" id="xd29e2758src" href="#xd29e2758">3</a>. -</p> -<p>De kwestie is gecompliceerd bij ons, omdat ingestelde tradities van streng verbergen -een verhitheid gekweekt hebben, die een aanstootelijke beleediging is voor naakte -ingetogenheid. In vele landen, waar de vrouwen gewoon zijn bijna of geheel naakt te -zijn in tegenwoordigheid van hun eigen landgenooten, daar bedekken zij zich zoodra -zij zich bewust worden van de begeerige, onderzoekende blikken van Europeanen. Stratz -vermeldt dit overheerschen van dezen impuls van beleedigde kuischheid in Japan, en -zegt, dat hij zelf die niet verwekte, alleen omdat hij dokter was en bovendien lang -in een ander land (Java) gewoond had, waar de gewoonte van naaktheid ook overheerschend -is<a class="noteref" id="xd29e2769src" href="#xd29e2769">4</a>. Zoolang <span class="pagenum">[<a id="pb99" href="#pb99">99</a>]</span>als deze onnatuurlijke verhitheid bestaat, wordt een vrije, onvermengde naaktheid -moeilijk gemaakt. -</p> -<p>Ingetogenheid is echter niet de eenige natuurlijke aandrift, die in beschouwing komt -met betrekking tot de gewoonte van de naaktheid. Het schijnt waarschijnlijk, dat bij -het kweeken van de gewoonte van naaktheid wij niet alleen een moreel en hygiënisch -voorschrift ten uitvoer brengen, maar dat wij wettig vrij baan geven aan een instinct, -dat op sommige tijden van het leven, vooral in de jeugd, spontaan en natuurlijk is -en misschien zelfs gezond gebaseerd op de tradities van het ras in de sexueele keuze. -Onze strenge conventies maken het voor ons onmogelijk de wetten der natuur te ontdekken, -daar wij ze al dadelijk verstikken. Het kan wel zijn, dat er een rythmische harmonie -en overeenkomst is tusschen impulsen van ingetogenheid en <span class="corr" id="xd29e2784" title="Bron: inpulsen">impulsen</span> van ijdelheid, hoewel wij ons best gedaan hebben om de natuurlijke wet te verbergen -onder onze domme en perverse bij-wetten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Stanley Hall, die den nadruk legt op het belang van de naaktheid merkt op, dat wij -met de puberteit alle reden hebben, om aan te nemen, dat in den natuurlijken staat -er een zekere instinctieve trots is en neiging tot vertoonen, die de nieuwe plaatselijke -ontwikkeling vergezelt, en hij haalt de opmerking aan van Dr. Seerley, dat de impuls -om de sexueele deelen te verbergen vooral sterk is bij jonge mannen, die slecht ontwikkeld -zijn, maar dat hij niet merkbaar is bij hen, die meer dan middelmatig ontwikkeld zijn<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Stanley Hall (<i lang="en">Adolescence</i>, vol. II, p. 97) maakt ook melding van de veelvuldigheid, waarmee niet alleen “deugdzame -jonge mannen, maar zelfs vrouwen, min of meer genieten van de gelegenheden, waarbij -zij de schoonheid van hun vormen kunnen vertoonen zonder terughouding, niet alleen -aan hen zelven en aan menschen die zij lief hebben, maar ook onder goede voorwendsels, -aan anderen”. -</p> -<p>Velen hebben ongetwijfeld deze neiging opgemerkt, vooral bij vrouwen, en vooral bij -haar, die zich bewust zijn van een mooie physieke ontwikkeling. Madame Céline Renooz -meent, dat de neiging overeenkomt met een diepgeworteld instinct bij vrouwen, dat -zich weinig of niet bij mannen openbaart, die daarom getracht hebben hun eigen mannelijke -opvattingen van kuischheid aan de vrouwen op te dringen. “In het werkelijk leven van -het jonge meisje tegenwoordig is een oogenblik, waarop zij met een verborgen atavisme -de trots van haar geslacht voelt, de <span class="corr" id="xd29e2797" title="Bron: intuitie">intuïtie</span> van haar moreele meerderheid en dat zij niet begrijpen kan, waarom zij de oorzaak -ervan moet verbergen. Op dit oogenblik weet zij, geslingerd tusschen de wetten der -Natuur en van maatschappelijke conventies, ternauwernood of de naaktheid haar moet -afschrikken of niet. Een soort van verwarde atavistische herinnering brengt haar in -herinnering een tijd voordat kleederen bekend waren, en openbaart haar als een ideaal -uit het paradijs de gewoonten van dat menschelijk tijdperk”. (Céline Renooz, <i lang="fr">Psychologie <span class="corr" id="xd29e2802" title="Bron: Comparé e">Comparée</span> de l’Homme et de la Femme</i>, pp. 85–87). Misschien werd dit duister gevoeld door het Duitsche meisje (vermeld -in Kalbeck’s <i lang="en">Life of Brahms</i>), dat zeide: “Men geniet tweemaal zooveel van muziek als men <i>gedécolleteerd</i> is”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Van het standpunt, waarmee we hier voornamelijk te doen hebben, zijn er drie wegen, -waarop het cultiveeren van naaktheid—voor zoover ze toegestaan is door de publieke -opinie—<span class="pagenum">[<a id="pb100" href="#pb100">100</a>]</span>neiging heeft invloed uit te oefenen: 1. Ze is een belangrijk element bij de sexueele -hygiëne van jonge menschen, die een gezonde kennis en gebrek aan nieuwsgierigheid -invoert in een sfeer, die eens overgegeven was aan preutschheid en verhitheid. 2. -Het effect van naaktheid is gunstig voor hen, die wat ouder zijn ook, in zoover ze -er toe leidt om het gevoel voor schoonheid aan te kweeken en tonische en troostende -invloeden te verschaffen van natuurlijke kracht en bekoring. 3. De gewoonte van naaktheid -heeft, bij haar begin tenminste, een dynamischen psychologischen invloed ook op de -moraal, een invloed, die uitgeoefend wordt in het stellen van een krachtige en positieve -moraal in de plaats van de enkel negatieve en schuchtere moraal, die in deze sfeer -geheerscht heeft. -</p> -<p>Misschien zijn er niet veel volwassenen, die zich duidelijk voor oogen stellen de -intense en heimelijke concentratie van de gedachten van veel jongens en sommige meisjes -op het probleem van den lichaamsbouw van het andere geslacht, en den tijd, het geduld, -en de intellectueele energie, die zij bereid zijn te besteden aan de oplossing van -het probleem. Dit wordt meest in het geheim gedaan, maar niet zelden vertoont de verborgen -aandrang zich met een plotseling geweld, dat in de blinde oogen der wet beschouwd -wordt als een misdaad. Een Duitsch rechtsgeleerde, Dr. Werthauer, heeft onlangs geconstateerd, -dat, als er een voldoende mate van bekendheid was met de natuurlijke organen en de -functies van het andere geslacht, dan negentig percent van de onzedelijke daden van -jonge mannen met meisjes zouden verdwijnen, want in de meeste gevallen zijn dat geen -aanvallen, maar alleen het onschuldig, hoewel onbedwingbaar resultaat van een onderdrukte -natuurlijke nieuwsgierigheid. Het is volkomen waar, dat niet weinig kinderen moedig -elkanders medewerking inroepen bij het vaststellen van de zaak en dat zij haar oplossen -tot elkander’s wederkeerige tevredenheid. Maar zelfs dit is niet geheel voldoende, -want het doel wordt niet openlijk bereikt en op een gezonde wijze, met een gepaste -onderschikking van wat specifiek sexueel is, maar met een bewustheid van verkeerd-doen -en een uitsluitende opmerkzaamheid op het enkele physieke feit, dat onmiddellijk leidt -tot sexueele opwinding. Als gemeenzaamheid met het naakte lichaam van het andere geslacht -openlijk verkregen wordt en zonder gevoel van ongepastheid, bij werk of bij spel, -in lichaamsoefening en gymnastiek, bij het loopen en bij het baden, van de eerste -jaren van het kind af, dan gaan geen ongezonde resultaten samen met de kennis van -de essentieele feiten van physieken bouw, die op zulk een wijze natuurlijk verkregen -zijn. De verhitheid en de preutschheid, die gelijkelijk het sexueele leven in het -verleden vergiftigd hebben, zijn evenzeer onmogelijk gemaakt. -<span class="pagenum">[<a id="pb101" href="#pb101">101</a>]</span></p> -<p>Naaktheid heeft echter een hygiënische waarde, zoowel als een specifiek geestelijke -beteekenis, zich uitstrekkende ver over den invloed ervan om de natuurlijke nieuwsgierigheid -te doen bedaren van jonge menschen of om te werken als een voorbehoedmiddel tegen -ziekelijke emotie. Zij is een inspiratie voor volwassenen, die al lang iedere jeugdnieuwsgierigheid -zijn ontgroeid. Het zien van den essentieelen en eeuwigen menschelijken vorm, het -ding dat ons het naast is in de geheele wereld, met zijn kracht en zijn schoonheid -en zijn bevalligheid, is een van de machtigste opwekkingsmiddelen van het leven. “De -macht van een vrouwenlichaam is niet méer lichamelijk”, zeide James Hinton, “dan de -macht van muziek een macht is van trillingen van de atmosfeer<a id="xd29e2821"></a>. Het is meer dan al de mooie en opwekkende dingen in de wereld, dan bloemen of sterren -of de zee. De geschiedenis en de legende en de mythe openbaren ons den heiligen en -ontzagwekkenden invloed van de naaktheid, want, zooals Stanley Hall zegt, naaktheid -is altijd een talisman geweest van wonderbare macht bij menschen en goden”. Hoe hevig -verlangen de menschen naar het gezicht van het naakte lichaam—zelfs nu nog, nu geslachten -achtereen ons het begrip ingeprent hebben, dat het onfatsoenlijk en zelfs walgelijk -is—ziet men uit de begeerigheid, waarmee zij den aanblik zoeken van zelfs haar onvolkomen -en bedriegelijke vormen, ofschoon deze zeker een koppige en prikkelende eigenschap -hebben, die nooit kan gevonden worden in de pathetische eenvoud van naakte schoonheid. -Het was een ander schouwspel, toen de koninginnen van het oude Madagascar op het jaarlijksche -Fandroon, of badfeest, haar koninklijke kleeren ter zijde legden en terwijl haar onderdanen -het voorplein van het paleis vulden, de marmeren trappen naar het bad afdaalden in -volkomen naaktheid. Als wij onze conventies wat kleeding betreft streng maken, dan -maken wij meteen open hof voor de wellust en wij ontzeggen ons een van de voornaamste -opwekkingsmiddelen van het leven. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Ik had eens een wanhopig gevoel en wandelde somber langs een straat in Melbourne”, -schrijft de Australische schrijver van een nog onuitgegeven autobiographie, “toen -er drie kinderen uit een steeg kwamen loopen en in het volle daglicht den weg overstaken. -De schoonheid en het weefsel van hun beenen in de open lucht vervulden mij met vreugde, -zoodat ik al mijn ellenden vergat bij het kijken naar hen. Het was een lichtende openbaring, -een onverwachte glimp van het paradijs, en ik heb nooit opgehouden dankbaar te zijn -voor de gelukkige combinatie van vorm, zuiver bloed en fijne huid van deze arme kinderen, -want de wind scheen hun gouden schoonheid te verhoogen, en ik behield het rozeroode -visioen van hun natuurlijke ledematen die zooveel goddelijker zijn dan wanneer ze -altijd onder bedekking gehouden worden. Een andere gelegenheid, waarbij naakte jonge -ledematen mij al mijn somberheid en mijn gedruktheid deden vergeten, was bij mijn -eerste bezoek aan Adelaide. Ik kwam een naakten jongen tegen, die bij het bad tegen -het hekwerk leunde en de schoonheid van zijn gezicht, zijn romp en zijn mooie jonge -ledematen en prachtige voeten vervulde mij met vreugde en vernieuwde hoop. De tranen -<span class="pagenum">[<a id="pb102" href="#pb102">102</a>]</span>kwamen mij in de oogen, en ik zeide tot mij zelf: “Zoolang er schoonheid in de wereld -is, zal ik voortgaan te strijden”.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>Wij moeten, zooals Bölsche verklaart (<i>loc. cit.</i>), ons gewennen het menschelijk lichaam te beschouwen precies zooals wij een mooie -bloem beschouwen, niet alleen met het medelijden, waarmee de dokter het lichaam beziet, -maar met vreugde in zijn kracht en gezondheid en schoonheid. Want een bloem, zooals -Bölsche er naar waarheid bijvoegt, is niet alleen “naakt lichaam”, zij is het heiligste -deel van het lichaam, het sexueele orgaan van de plant. -</p> -<p>“Voor meisjes is de eenige, waarlijk reine vorm van dansen, naakt te dansen”, zegt -Hinton, “en te zijner tijd zal het dus zoover komen. Dit is zeker: meisjes zullen -naakt dansen en mannen zullen rein genoeg zijn om er naar te kijken”. Het is al zoo -geweest in Griekenland, merkt hij elders op, zooals het nu in Japan is (zooals onlangs -beschreven is door Stratz). Het is bijna veertig jaar geleden sedert deze prophetische -woorden geschreven werden, maar Hinton zelf zou waarschijnlijk verwonderd zijn over -de vorderingen, die al gemaakt zijn, langzaam (want alle ware vorderingen moeten langzaam -zijn) naar dit doel. Zelfs op het tooneel beginnen nieuwe en natuurlijker tradities -in Europa overheerschend te worden. Het is nog niet vele jaren geleden, dat een Engelsche -actrice als laster beschouwde het zeggen dat zij op het tooneel verscheen met bloote -voeten, en dat zij een aanklacht uitbracht wegens laster, waarmee ze groote schadevergoeding -kreeg. Zulk een resultaat zou nu niet wel mogelijk wezen. De beweging, waarin Isidora -Duncan een pionier geweest is, heeft geleid tot een gedeeltelijk in onbruik geraken -onder danseressen van de hinderlijke vinding van tricots, en het wordt niet langer -als onfatsoenlijk beschouwd vele deelen van het lichaam te vertoonen, die het vroeger -gewoonte was te bedekken. -</p> -<p>We moeten hier echter meteen aan toevoegen dat danseressen, voor zoover zij echte -artiesten zijn, recht hebben de voorwaarden te bepalen die het gunstigst zijn voor -haar kunst, maar dat er niets hoegenaamd gewonnen wordt voor de zaak van een gezonde -naakt-cultuur door de “levende beelden” en “levende schilderijen” die in de laatste -jaren in alle landen in de mode zijn geweest. Het kan zijn dat ze gewettigd zijn, -als vertooningen in Cafés Chantants, maar zij hebben niets hoegenaamd uit te staan -met natuur noch met kunst. Dr. Pudor, die schrijft als een van de eerste apostels -van de naakt-cultuur, heeft energiek tegen deze vertooningen geprotesteerd (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Dec. 1908, p. 828). Hij wijst er terecht op dat naaktheid, om gezond te zijn, behoefte -heeft aan open lucht, aan weiden en zonlicht, en dat naaktheid bij avond, in een café-chantant -bij kunstlicht, in tegenwoordigheid van toeschouwers, die zelf gekleed zijn, geen -element van moraal in zich heeft. Hier en daar zijn rustig pogingen gedaan om een -zekere mate van wederzijdsche naaktheid aan te kweeken, zooals tusschen de seksen -op afgelegen landelijke uitstapjes. Het is van beteekenis een verslag van zulk een -proef te vinden in <i lang="de">Die Nacktheit</i> van Ungewitter. In dit geval ging een gezelschap menschen, mannen en vrouwen, geregeld -elken Zondag afgelegen plaatsen in het bosch opzoeken of weilanden, waar ze zich dan -legerden, picnicten en spellen deden. “Zij maakten het zich zoo gemakkelijk als ze -konden, de mannen deden hun jassen uit, hun vesten, schoenen en sokken; de vrouwen -haar blouses, rokken, schoenen en kousen. Langzamerhand, naarmate de moreele opvatting -van naaktheid zich ontwikkelde in hun geest, viel meer en meer kleeding weg, totdat -de mannen niets meer droegen dan een zwembroek en de vrouwen alleen maar haar hemd. -In deze kleeding werden gezamenlijk spelen gehouden en een echt kampleven werd geleid. -De dames (waarvan sommige ongetrouwd waren) lagen dan in hangmatten en de mannen op -het gras en het gesprek was heerlijk. Wij voelden ons als leden van een familie en -gedroegen ons als zoodanig. Op een geheel natuurlijke en onbelemmerde wijze gaven -wij ons geheel over aan de vrijmakende gevoelens, die opgewekt werden door dit licht- -en luchtbad, en wij brachten deze heerlijke uren door met vroolijk zingen en dansen, -op lichtzinnig kinderlijke <span class="pagenum">[<a id="pb103" href="#pb103">103</a>]</span>wijze, bevrijd van den last van een valsche beschaving. Het was natuurlijk noodig -plaatsen te zoeken, die zoo ver mogelijk verwijderd waren van de hoofdwegen, uit angst -van gestoord te worden. Terzelfder tijd schoten wij geenszins tekort in natuurlijke -zedigheid en égards voor elkander. Kinderen, die geheel naakt kunnen loopen, kunnen -permissie krijgen deel te nemen aan zulke bijeenkomsten van volwassenen, en zullen -zoodoende opgevoed worden, vrij van ziekelijke preutschheid”. (R. Ungewitter, <i lang="de">Die Nacktheit</i>, p. 58). -</p> -<p>Ongetwijfeld is het ideaal in deze zaak, de mogelijkheid volkomen naaktheid toe te -staan. Dit kunnen we wel toegeven, en het is ongetwijfeld waar, dat onze strenge politie-verordeningen -er veel toe bijdragen om kunstmatig een verbergen te bevorderen in deze zaak, dat -niet gegrond is op eenig natuurlijk instinct. Dr. Shufeldt vertelt in zijn <i lang="en">Studies of the Human Form</i>, dat hij eens bij een tocht, ondernomen om te photografeeren, in de bosschen twee -jongens tegenkwam, die naakt waren op een zwembroek na, en die bezig waren in een -vijver waterlelies te plukken. Hij vond hen een goed onderwerp voor zijn photografietoestel, -maar zij konden er niet toe gebracht worden om hun broek uit te trekken, in het geheel -niet uit zedigheid of nagemaakte zedigheid, maar eenvoudig omdat ze bang waren, dat -ze mogelijk zouden worden gepakt en gearresteerd. Wij moeten erkennen, dat op het -tegenwoordig oogenblik het algemeene gevoelen nog niet voldoende opgevoed is om publieke -veronachtzaming toe te staan van de conventie de sexueele centra te bedekken, en alle -pogingen om de grenzen van de naaktheid te verwijden moeten voldoende eerbied toonen -voor dezen eisch. Wat vrouwen aangaat, heeft Valentine Lehr van Freiburg in Bresgau -een kleeding uitgevonden (uitgebeeld in <i lang="de">Die Nacktheit</i> van Ungewitter) die geschikt is voor publieke waterbaden of luchtbaden beide, omdat -ze tegemoet komt aan den eisch van hen wier minimum-eisch is, dat de voornaamste sexueele -centra van het lichaam in het publiek bedekt moeten zijn, terwijl er overigens nog -al bezwaren tegen aan te voeren zijn. Ze bestaat uit twee deelen, gemaakt van poreuze -stof, een deel dat de borst bedekt met een band over de schouders, en het andere, -dat het onderlijf bedekt onder den navel en tusschen de beenen getrokken is. Dit minimale -costuum, dat noch ideaal, noch æsthetisch is, bedekt voldoende de sexueele deelen -van het lichaam, terwijl het de armen, het middel, de heupen en de beenen geheel vrij -laat.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Dan blijft er ten slotte de moreele beschouwing van de naaktheid. Hoewel hierop door -velen gedurende de laatste halve eeuw de nadruk is gelegd, is zij nog vreemd aan de -meerderheid. Het menschelijk lichaam kan nooit een zaak zonder beteekenis zijn. De -wijze opvoeder moge toezien, dat jongens en meisjes opgevoed worden in een natuurlijke -en gezonde gemeenzaamheid met elkaar, maar een zekere angst en schoonheid moeten altijd -verbonden zijn met de beschouwing van het lichaam, een gemengde aantrekking en afstooting. -Omdat het deze kracht heeft, roept het natuurlijk de deugd te voorschijn van hen, -die deelnemen aan het schouwspel en maakt ieder week toegeven aan gemoedsbeweging -onmogelijk. Zelfs als wij toegeven, dat het zien van naaktheid den hartstocht oproept, -dan is het nog een oproep, die de veredelende hoedanigheden van zelfbeheersching te -voorschijn brengt. Het is maar een armoedig soort van deugd, die gelegen is in het -vluchten in de woestijn voor dingen, waarvan we vreezen, dat ze verleiding in zich -hebben. Wij moeten leeren, dat het zelfs nog erger is te trachten een woestijn om -ons heen te scheppen in de <span class="pagenum">[<a id="pb104" href="#pb104">104</a>]</span>beschaving. Wij zouden niets zonder hartstochten kunnen doen, zelfs al wilden we dat; -de rede, zegt Holbach, is de kunst de juiste hartstochten te kiezen, en opvoeding -de kunst die te zaaien en te kweeken in de harten der menschen. Het zien van de naaktheid -heeft zijn moreele waarde daarin, dat het ons leert te genieten van wat we niet kunnen -bezitten, een les, die een hoofdbestanddeel is van het trainen voor iedere soort van -mooi maatschappelijk leven. Het kind moet leeren naar bloemen te kijken en ze niet -te plukken; de man moet leeren naar de schoonheid van een vrouw te kijken en niet -te begeeren ze te bezitten. De vreugdevolle overwinning over die “erotische kleptomanie”, -zooals Ellen Key terecht gezegd heeft, geeft blijk van het bloeien van een mooie beschaving. -Wij denken dat de overwinning moeilijk, zelfs onmogelijk is. Maar dat is niet waar. -Deze aandrift heeft, evenals andere menschelijke aandriften, neiging zich onder natuurlijke -omstandigheden matig en gezond te ontwikkelen. Wij drukken ze dom en ruw naar beneden, -en dan wordt ze gedreven in de twee onnatuurlijke uitersten van onderdrukking en uitspatting, -waarvan het eene uiterste even verkeerd is als het andere. -</p> -<p>Voor hen, die opgevoed zijn onder slechte condities, mag het inderdaad hopeloos schijnen -te trachten op te klimmen tot de hoogte van de Grieken en de andere fijner aangelegde -volken van de oudheid, in het erkennen van de moreele, zoowel als de paedagogische, -<span class="corr" id="xd29e2863" title="Bron: hygienische">hygiënische</span> en aesthetische voordeelen<a class="noteref" id="xd29e2866src" href="#xd29e2866">5</a> van het toelaten in het leven van het schouwspel van het naakte lichaam. Maar als -we dat niet doen, dan binden we ons zelf hopeloos vast op den weg van de beschaving, -wij berooven ons tegelijk van een bron van moreele kracht en van vreugdevolle inspiratie. -Juist zooals Wesley eens vroeg waarom de duivel al de beste melodieën moest hebben, -zoo beginnen de menschen zich af te vragen, waarom het menschelijk lichaam, de goddelijkste -melodie in de beste oogenblikken die de schepping heeft opgeleverd, het deel zou mogen -worden van <span class="pagenum">[<a id="pb105" href="#pb105">105</a>]</span>hen, die pleizier hebben in het obscene. En sommigen zijn er voorts van overtuigd, -dat zij door ze in te brengen aan den kant van reinheid en kracht een zeer machtig -bolwerk oprichten tegen het indringen van een slechte opvatting van het leven en de -daarop volgende verlaging van het geslacht. Dit zijn overwegingen, die we niet langer -buiten beschouwing kunnen laten, hoe groot de tegenstand ook zij, die zij verwekken -onder hen die niet nadenken. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“De menschen zijn bang, dat zulke dingen de hartstochten zullen opwekken”, merkt Edward -Carpenter op. “Er is geen twijfel aan, dat ze dien kant uit kunnen werken. Maar waarom, -mogen we vragen, moeten de menschen zoo bang zijn hartstochten op te wekken, die toch -ten slotte de groote drijfkrachten zijn van het menschelijk leven?” Het is waar, gaat -dezelfde schrijver voort, dat onze conventioneele moreele formules niet langer voldoende -sterk zijn om den hartstocht voldoende te beteugelen, en dat we bezig zijn stoom te -maken in een ketel, die weggevreten is van de roest. “Het remedie is niet de hartstochten -af te snijden, of zwakkelijk ze te vreezen, maar een nieuwe, gezonde machine te vinden -van algemeene moraal en gezond verstand waarin zij kunnen werken”. (Edward Carpenter -<i lang="en">Albany Review</i>, Sept., 1907). -</p> -<p>Zoo ver ik weet echter was het James Hinton, die voornamelijk trachtte de mogelijkheid -uiteen te zetten van een positieve moraal op de basis van naaktheid, schoonheid en -sexueelen invloed, beschouwd als dynamische krachten die, als ze onderdrukt worden, -verderf brengen, en als ze wijs gebruikt worden, er toe dienen het leven te inspireeren -en te veredelen. Hij werkte zijn gedachten over deze zaak uit in manuscripten, geschreven -van omstreeks 1870 tot zijn dood twee jaar later, die, omdat ze nooit in orde gemaakt -waren om uitgegeven te worden, in een onsamenhangenden staat gebleven en niet gepubliceerd -zijn. Ik haal een paar korte karakteristieke passages aan: “Is niet”, schrijft hij, -“de weigering van een Hindoe om een vrouw te zien eten, vreemdsoortig gelijk aan de -onze om er een naakt te zien? De werkelijke zinnelijkheid van de gedachte is klaarblijkelijk -dezelfde.… Stel dat ananassen, omdat zij lekker zijn om te eten, niet mochten gezien -worden, behalve op schilderijen en dat men het daarover zelfs nog niet eens was. Stel -dat niemand een ananas zien mocht, tenzij hij rijk genoeg was om er een te koopen -voor zijn eigen maal, daar het zien en het eten onverbreekbaar verbonden was. Wat -een begeerigheid zou er dan naar zijn, wat een voortdurend verlangen, wat een diefstal!… -Miss —— vertelde ons van haar Syrische avonturen, hoe zij in den winkel ging van een -houtsnijder en hoe hij niet naar haar wilde kijken; en hoe zij een instrument opnam -en werkte, tot hij ten laatste naar naar keek en zij beiden in lachen uitbarstten. -Zal het niet zoo zijn met ons kijken naar vrouwen over het algemeen? Er zal een <i>werk</i> komen—en ten laatste zullen wij opkijken en in lachen uitbarsten.… Als mannen zien -wat waarlijk verkeerd is en als zij met verstand en met voorzorg handelen wat de sexueele -verhoudingen betreft, zullen zij er dan niet op staan, dat vrouwelijk schoon genoten -wordt door jonge menschen, en van de eerste jeugd af, opdat het eerste gevoel dat -moge zijn van schoonheid? Zullen zij niet zeggen: “Wij moeten de valsche reinheid -niet toelaten, wij moeten de echte hebben”. Wij hebben valsche beproefd en zij is -niet goed genoeg; de macht moet verkregen worden om rein schoonheid te genieten; het -is noodlottig te trachten het met minder te doen. Ieder leeraar van de jeugd moet -zeggen: “Deze schoonheid van de vrouw, Gods voornaamste werk van schoonheid, het is -goed, dat gij ze ziet; het is een genoegen, dat het goede dient; alle schoonheid dient -het goede en deze meer dan alle, want de taak ervan is u rein te maken. Kom er heen, -zooals gij komt naar uw dagelijksch brood, <span class="pagenum">[<a id="pb106" href="#pb106">106</a>]</span>of naar zuivere lucht, of naar het reinigingsbad: dit is rein voor u, als gij rein -zijt, het zal u helpen in uw pogen om het te zijn. Maar als iemand van u onrein is, -en er voedsel der onreinheid uit maakt, dan moest gij u schamen en bidden; het is -niet voor u, dat ons leven ingericht kan worden; het is voor menschen en niet voor -beesten”. Dit moet komen als de menschen hun oogen openen, en koel handelen, en met -verstand en voorzorg en niet alleen in paniek als er kwestie is van sexueelen hartstocht -in zijn moreele verhoudingen.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span></p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb107" href="#pb107">107</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2496" href="#xd29e2496src">1</a></span> Zoo zegt Athenaeus (Bk. XIII, hoofdst. XX): “Op de eilanden van Chios is het een mooi -gezicht naar de gymnastiekplaatsen en de wedrennen te gaan en de jonge mannen naakt -te zien worstelen met de meisjes, die ook naakt zijn”. <a class="fnarrow" href="#xd29e2496src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2512" href="#xd29e2512src">2</a></span> Augustinus (<i lang="la">De <span class="corr" id="xd29e2516" title="Bron: civitate">Civitate</span> Dei</i>, lib. II, hoofdst. XIII) vermeldt hetzelfde punt, waar hij de Romeinen stelt tegenover -de Grieken, die hun tooneelspelers eerden. <a class="fnarrow" href="#xd29e2512src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2758" href="#xd29e2758src">3</a></span> Zie “<span lang="en">The <span class="corr" id="xd29e2762" title="Bron: evolution">Evolution</span> of Modesty</span>”, eveneens van mijn hand, waar de betrekking tusschen de naaktheid en de ingetogenheid -nauwkeurig besproken wordt. <a class="fnarrow" href="#xd29e2758src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2769" href="#xd29e2769src">4</a></span> C. H. Stratz, <i lang="de">Die Körperformen in Kunst und Leben der Japaner</i>, Second edition, hoofdstuk III; <i>id.</i>, <i lang="de">Frauenkleidung</i>, Third edition, pp. 22, 30. <a class="fnarrow" href="#xd29e2769src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2866" href="#xd29e2866src">5</a></span> Ik heb het hier niet de juiste plaats gevonden om den nadruk te leggen op den æsthetischen -invloed van gemeenzaamheid met de naaktheid. De meest æsthetische volken (vooral de -Grieken en de Japanners) zijn zij geweest, die een zekeren graad van gemeenzaamheid -met het naakte lichaam bewaarden. “In al de kunsten”, merkt Maeterlinck op, “zijn -beschaafde volken genaderd tot of afgeweken van zuivere schoonheid naarmate zij naderden -tot of afweken van de gewoonte van naaktheid”. Ungewitter legt den nadruk op het voordeel -voor den artist, om in staat te zijn het naakte lichaam in beweging te bestudeeren, -en het kan de moeite waard zijn te vermelden, dat Fidus (Hugo Höppener), de Duitsche -artist van dezen tijd, die een grooten invloed heeft uitgeoefend door zijn frissche, -machtige en toch eerbiedige teekening van de naakte menschelijke gestalte in al haar -verschillende standen, zijn inspiratie en zijn visie toeschrijft aan het feit, dat -hij als leerling van Diefenbach gewoon was met zijn makkers naakt te werken op de -eenzame plaatsen buiten München, die zij bezochten, (F. Enzenberger, “<span lang="de">Fidus</span>”, <i lang="de">Deutsche Kultur</i>, Aug., 1906). <a class="fnarrow" href="#xd29e2866src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e336">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">HET WAARDEEREN VAN DE GESLACHTSLIEFDE</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb109" href="#pb109">109</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Het begrip geslachtsliefde.—De houding van het middeleeuwsch ascetisme.—St. Bernard -en St. Udo van Cluny.—Het wijzen van de asceten op het bij elkaar liggen van de sexueele -en de excretie-organen.—De liefde als een sacrament der natuur.—De voorstelling van -de onreinheid van wat betrekking heeft op het geslacht in de primitieve godsdiensten -in het algemeen.—Theorieën over den oorsprong van deze voorstelling.—Het anti-ascetische -element in den bijbel en het oudste Christendom.—Clemens van Alexandrië.—De houding -van den heiligen Augustinus.—De erkenning van de heiligheid van het lichaam door Tertullianus, -Rufinus en Athanasius.—De hervorming.—Het sexueele instinct beschouwd als dierlijk.—Het -menschelijk sexueele instinct gelijkt niet op dat van het dier.—Wellust en liefde.—De -definitie van liefde.—Liefde en namen voor liefde zijn onbekend in sommige deelen -van de wereld.—De romantische liefde heeft zich eerst laat ontwikkeld bij het blanke -ras.—Het mysterie van het sexueel verlangen. De kwestie of liefde een begoocheling -is.—De geestelijke zoowel als de physieke bouw van de wereld berust voor een deel -op sexueele liefde.—Het getuigenis van mannen van intellect voor de alléén-heerschappij -van de liefde.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het zal blijken, dat de gehouden bespreking over de naaktheid een diepere beteekenis -heeft dan men uit het voorafgaande zou afleiden. De hygiënische waarde, zoowel physiek -als geestelijk, van gemeenzaamheid met de naaktheid gedurende de eerste jaren van -het leven, hoe groot ze ook wezen mag, is niet de eenige waarde, die zulk een gemeenzaamheid -bezit. Behalve haar æsthetische waarde ligt er ook een moreele waarde in, een bron -van dynamische kracht. En nog een stap verder gaande, mogen we wel zeggen dat ze een -geestelijke waarde heeft met betrekking tot onze geheele opvatting van de sexueele -aandrift. Onze houding tegenover het naakte lichaam is de toetssteen van onze houding -tegenover het geslachts-instinct. Als ons eigen lichaam en dat van onze medemenschen -ons in ons binnenste schandelijk of walgelijk toeschijnt, dan zal niets ooit in werkelijkheid -onze opvattingen over sexueele liefde veredelen of louteren. Liefde verlangt naar -het vleesch, en als het vleesch schandelijk is, dan moet hij, die <span class="pagenum">[<a id="pb110" href="#pb110">110</a>]</span>liefheeft, schandelijk zijn. “<span lang="it">Se la cosa amata è vile</span>”, zooals Leonardo da Vinci vol diepe wijsheid opmerkte, “<span lang="it">l’amante se fa vile</span>”. Hoe onlogisch ze ook geweest mag zijn, er was inderdaad eenige rechtvaardiging -voor de oude Christelijke identificatie van het vleesch met het sexueele instinct. -Zij staan of vallen te zamen; wij kunnen niet het eene verlagen en het andere verheerlijken. -Zooals onze gevoelens zijn tegenover de naaktheid, zoo zullen onze gevoelens zijn -tegenover de liefde. -</p> -<p>“De mensch is niets dan vuil sperma, een zak vol mest, het voedsel voor wormen.… Gij -hebt nooit een vuiler mesthoop gezien”. Dat was het resultaat van de <i lang="la">Meditationes Piissimae</i><a class="noteref" id="xd29e2911src" href="#xd29e2911">1</a> van St. Bernardus in het klooster. Soms wilden die middeleeuwsche monniken inderdaad -wel toegeven, dat de huid een zekere oppervlakkige schoonheid bezat, maar zij gaven -dat alleen toe om met meer nadruk te wijzen op de leelijkheid van het lichaam, als -het ontdaan was van dezen schijn van schoonheid, en spanden al hun perverse intellectueele -scherpzinnigheid en hun woeste ironie in, om met begeerigen spot te wijzen op ieder -onderdeel van wat hun de armzalige menschelijke figuur toescheen. De heilige Odo van -Cluny, de beminnelijke heilige, een pionier in zijn appreciatie van de wilde schoonheid -der Alpen, die hij dikwijls was doorgetrokken, was er bijzonder ver in, de schoonheid -van het menschelijk lichaam naar beneden te halen. Hij zegt met nadruk, dat schoonheid -alleen in de huid ligt; als wij onder de huid konden zien, dan zouden vrouwen niets -dan walging opwekken. Haar bekoorlijkheden zijn slechts bloed, slijm en gal. Als wij -weigeren vuil en slijm aan te raken, zelfs maar met de toppen van onze vingers, hoe -kunnen we dan begeeren een zak met vuil te omarmen?<a class="noteref" id="xd29e2925src" href="#xd29e2925">2</a> De middeleeuwsche monniken van de meer beschouwende soort vonden hier dikwijls een -heerlijk veld van meditatie, en de Christelijke wereld in het algemeen was er tevreden -mee hun opinies in meer of minder verdunde lezing aan te nemen, of protesteerde er -tenminste nooit bepaald tegen. -</p> -<p>Zelfs mannen van de wetenschap namen deze opvattingen aan <span class="pagenum">[<a id="pb111" href="#pb111">111</a>]</span>en beginnen zich eerst nu los te maken van dat oude bijgeloof. R. de Graef vond het -noodig in de Voorrede van zijn beroemde verhandeling over de voortbrengingsorganen -van vrouwen, <i lang="la">De Mulierum Organis Generatione Inservientibus</i>, opgedragen aan Cosmo III de Medici in 1672, zich over het onderwerp van zijn werk -te verontschuldigen. Zelfs een eeuw later veroordeelde Linnaeus in zijn groote werk, -<i lang="en">The System of Nature</i>, als “afschuwelijk” de nauwkeurige studie der vrouwelijke genitaliën, hoewel hij -het wetenschappelijk belang van zulke nasporingen toegaf. En als mannen van de wetenschap -het moeilijk gevonden hebben tot een objectief standpunt te komen over vrouwen, dan -kunnen we ons niet verwonderen, dat middeleeuwsche en nog oudere opvattingen dikwijls -fijn doorweven zijn geweest met de ideeën van philosofische en half philosofische -schrijvers<a class="noteref" id="xd29e2941src" href="#xd29e2941">3</a>. -</p> -<p>We mogen als een speciale variëteit van het ascetisch bezien van de sekse beschouwen,—want -de asceten grondden vrijelijk, zooals we zien, maar niet geheel terecht, hun ascetisme -voor een groot deel op æsthetische overwegingen—dat herhaalde wijzen op het bij elkaar -liggen van de sexueele en de excretorische centra, hetgeen in de oude Kerk zijn uitdrukking -vond in de geringschattende bewering van Augustinus: “<span lang="la">Inter faeces et urinam nascimur</span>”, en dat blijft voortbestaan bij velen, die het in het geheel niet altijd in verband -brengen met godsdienstig ascetisme<a class="noteref" id="xd29e2954src" href="#xd29e2954">4</a>. “Als resultaat van welk een belachelijke zuinigheid, en van welk een Mephistopheles -ironie”, vraagt Tarde<a class="noteref" id="xd29e2966src" href="#xd29e2966">5</a>, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>heeft de Natuur gemeend, dat een functie zoo verheven, zoo de poëtische en philosofische -hymnen, die ze bezongen hebben, waardig, niet beter verdiende dan haar uitsluitend -orgaan te hebben te zamen met dat van de minste lichamelijke functies?” -</p> -<p>Wij mogen er echter op wijzen, dat deze beschouwing van de zaak, hoewel onbewust, -zelf het gevolg is van de ascetische depreciatie van het lichaam. Van een wetenschappelijk -standpunt zijn de processen van stofwisseling van het lichaam van a tot z, alle met -elkander ineen geweven en van gelijke waardigheid, hetzij ze chemisch of psychologisch -beschouwd worden. Wij kunnen niet eenig speciaal chemisch of biologisch proces afzonderen -en verklaren: Dit is leelijk. Zelfs wat wij uitwerpsel noemen, helpt nog de stof opbouwen -van onze levens. Eten is sommigen een walgelijke bezigheid toegeschenen. Maar toch -is het mogelijk geweest te <span class="pagenum">[<a id="pb112" href="#pb112">112</a>]</span>zeggen, met Thoreau, dat “de goden inderdaad bedoeld hebben, dat de menschen zich -als de goden zouden voeden, evenals zij zelve, met hun eigen nectar en ambrosia … -Ik heb gevoeld, dat eten een sacrament werd, een middel tot gemeenschap, een extatische -oefening, en een zitten aan de avondmaalstafel der wereld”. -</p> -<p>De sacramenten van de natuur zijn op deze wijze overal samengeweven in het weefsel -van de lichamen van mannen en vrouwen. Lippen, goed om te kussen, zijn voor alles -goed om mee te eten en te drinken. Zoo opeengehoopt en over elkaar heen geschoven -zijn de centra van kracht langzamerhand geworden, in den langen loop der ontwikkeling, -dat alle slijmvliezen van de natuurlijke lichaamsopeningen, door de gevoeligheid, -die zij verkregen hebben bij hun speciale werkzaamheid, werktuigen zijn geworden, -die de ziel in vervoering kunnen brengen bij de aanraking in liefde; het is nutteloos -verschil te maken tusschen hoog en laag, rein of onrein; ze zijn alle gelijkelijk -reeds geheiligd door de uiterste wijding der natuur. De neus ontvangt den levensadem; -de vagina ontvangt het levenswater. Ten slotte moet de waarde en liefelijkheid van -het leven afgemeten worden naar de waarde en liefelijkheid, die de werktuigen van -het leven voor ons hebben. De zwellende borsten zijn zulke goddelijk mooie teekenen -van vrouwelijkheid ter wille van het kind, dat er mogelijk aan hangen en zuigen zal; -de groote lijnen van de heupen zijn zoo wellustig ter wille van het kind, dat zij -mogelijk eens zullen bevatten; er kan hier geen onderscheid gemaakt worden, wij kunnen -de wortels niet van den boom scheiden. Het is waar, dat de hoogste functie van de -mannelijkheid—het overreiken van de levenslamp aan toekomstige rassen, ten uitvoer -wordt gebracht door hetzelfde werktuig, dat tot dagelijkschen afvoer van de blaas -dient. Er is honend gezegd, dat wij geboren worden tusschen urine en uitwerpselen; -er kon ook, vol eerbied, gezegd worden, dat de doorgang door dit geboortekanaal een -sacrament is der natuur, heiliger en van meer beteekenis dan menschen het ooit zouden -kunnen bedenken. -</p> -<p>Soms zijn deze verhoudingen opgemerkt en is hun beteekenis erkend door een soort van -mystische <span class="corr" id="xd29e2984" title="Bron: intuitie">intuïtie</span>. Wij nemen nu en dan sporen van zulk een inzicht waar, eerst onder de dichters en -later onder de medici van de Renaissance. In 1864 zet Rolfincius, in zijn <i lang="la">Ordo et Methodus Generationi Partium etc.</i> aan het begin van zijn tweede deel, gewijd aan de geslachtsdeelen der vrouw, uiteen, -wat oude schrijvers gezegd hebben over de Eleusische en andere mysteriën en over de -toewijding en reinheid, vereischt van hen, die de heilige riten naderden. <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Zoo is het ook met ons,<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> gaat hij voort, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>bij de riten van het wetenschappelijk onderzoek. Ook wij werken met heilige dingen. -De geslachtorganen moeten onder heilige dingen gerekend worden. Zij, die deze altaren -naderen, moeten komen met vromen geest. Laat de profanen buiten staan, <span class="pagenum">[<a id="pb113" href="#pb113">113</a>]</span>laat de deuren gesloten worden”. In die dagen waren, zelfs voor de wetenschap, alleen -geloof en <span class="corr" id="xd29e2999" title="Bron: intuitie">intuïtie</span> mogelijk. Het is eerst in de laatste jaren, dat de <span class="corr" id="xd29e3002" title="Bron: microskoop">microscoop</span> van den histoloog en het proefbuisje van den physiologischen chemicus hem van een -verstandelijke basis voorzien hebben. Het is niet langer mogelijk, de natuur in tweeën -te knippen en te verzekeren, dat ze hier rein is en daar onrein<a class="noteref" id="xd29e3005src" href="#xd29e3005">6</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er schijnt dus geen voldoende grond te zijn om het eens te zijn met hen, die het bij -elkaar liggen van de voortbrengende en de excretorische centra beschouwen als “een -dom knoeiwerk der natuur”. Een associatie, die zoo oud en primitief is als de natuur, -kan alleen stuitend toeschijnen aan hen, wier gevoelens ziekelijk onnatuurlijk geworden -zijn. We mogen verder opmerken, dat de anus, die aesthetisch het minst aantrekkelijke -is van de excretorische centra, betrekkelijk ver verwijderd is van de sexueele centra, -en dat, zooals R. Hellmann vele jaren geleden opmerkte, toen hij deze kwestie besprak -(<i lang="de">Ueber Geschlechtsfreiheit</i>, p. 82): “In de eerste plaats pas afgescheiden urine niets bijzonder onaangenaams -in zich heeft, en in de tweede plaats, als ze dat al had, we dan wel mochten bedenken, -dat een rozenroode mond in het geheel niet zijn bekoring verliest, alleen omdat hij -niet aanlokkend is om te kussen op het oogenblik, dat zijn bezitter bezig is te braken”. -</p> -<p>Een geestelijke oppert zelfs in een zijner geschriften, dat wij verder mogen gaan -en een positief voordeel vinden in deze nabijheid. “Ik ben blij, dat gij het niet -eens zijt met den man, die vond, dat de natuur geknoeid had, toen ze de genitaliën -gebruikte voor de doeleinden van het urineeren; afgezien van teleologische en theologische -redenen zou ik die redeneeringslijn niet kunnen volgen. Ik vind, dat er geen reden -is voor walging wat de organen voor het urineeren betreft, hoewel ik gevoel, dat de -anus nooit aantrekkelijk kan zijn voor den normalen geest; maar de anus is geheel -afgescheiden van de genitaliën. Mijn opinie is, dat het nabij elkaar liggen een goed -doel heeft, doordat het de organen min of meer geheim maakt, behalve in tijden van -sexueele opwinding of in die van liefde. Het resultaat is, dat die deelen in gewone -tijden een zekere mate van weerzin wekken, maar een sterke aantrekking oefenen in -tijden van sexueele werkzaamheid. Vandaar dat het gewone beschermen van de geslachtsdeelen, -uit vrees afkeer te wekken, zeer hun aantrekkelijkheid verhoogt op andere tijden, -wanneer de sexueele werkzaamheid onbeperkt is. Verder is het gevoel van afkeer zelf -alleen het resultaat van gewoonte en gevoelen, hoe nuttig het ook is, en volgens de -Schrift is alles rein en goed. Het ascetisch gevoel van tegenzin berust, als we terug -gaan tot zijn oosprong, op anderen dan christelijken invloed. Het christendom kwam -voort uit het Judaisme, dat geen gevoel had voor de onreinheid van het huwelijk, want -“onrein” beteekent in het Oude Testament eenvoudig “heilig”. De ascetische zijde van -den godsdienst van het christendom is geen deel van den godsdienst van Christus, zooals -hij kwam uit de handen van den stichter, en het moderne gevoel in deze zaak is een -weifelend overblijfsel van de ketterij van de Manichaeërs”. Ik mag er echter wel bijvoegen, -dat er, zooals Northcote zegt (<i lang="en">Christianity and Sex <span class="corr" id="xd29e3021" title="Bron: Probleme">Problems</span></i>, p<span class="corr" id="xd29e3024" title="Bron: ,">.</span> 14), naast de vrije erkenning van sexualiteit in het Oude Testament, een kring van -denkbeelden is, die blijk geeft van een gevoel van onreinheid en schaamte wat de sekse -betreft. Het christendom heeft deze gemengde gevoelens geërfd. Het is inderdaad onder -de oude en primitieve volken een ver verspreid en bijna algemeen gevoelen geweest, -dat er iets onreins <span class="pagenum">[<a id="pb114" href="#pb114">114</a>]</span>en zondigs is in de dingen van het geslacht, zoodat zij, die een godsdienstig leven -zouden willen leiden, sexueele verhoudingen moeten vermijden; zelfs in Indië heeft -het coelibaat eerbied ingeboezemd (zie b.v. Westermarck, <i lang="en">Marriage</i>, pp. <i>et seq.</i>) Wat den oorspronkelijken grond van dit denkbeeld aangaat—dien we hier niet nauwkeuriger -behoeven te bespreken—zijn vele theorieën op den voorgrond gebracht; de heilige Augustinus -zet, in zijn <i lang="la">De Civitate Dei</i> het vernuftige idee uiteen, dat de penis, omdat hij onderhevig is aan spontane bewegingen -en erecties, die niet door den wil beheerscht worden, een orgaan is om zich over te -schamen, dat de geheele geslachtssfeer in zijn schande meetrekt. Westermarck beweert, -dat er onder bijna alle volken gevoelens voorkomen tegen sexueele verhoudingen met -leden van dezelfde familie of hetzelfde huishouden, en daar het geslacht zoo verbannen -werd uit de sfeer van het huiselijk leven, ontstond er een opvatting over de onreinheid -ervan; Northcote wijst op het feit, dat het van het <span class="corr" id="xd29e3038" title="Bron: bgein">begin</span> af aan noodig is geweest verborgenheid te zoeken voor sexueelen omgang, omdat het -paar op dat oogenblik een prooi zou zijn voor vijandelijke aanvallen, en dat door -een gemakkelijken overgang de sekse beschouwd begon te worden als iets, dat verborgen -behoort te worden en daarom als iets zondigs. (Diderot had reeds in zijn <i lang="fr">Supplément au Voyage de Bougainville</i> gewezen op dit motief voor afzondering als “het eenige natuurlijke element voor kuischheid”). -Crawley heeft een groot deel van zijn suggestief werk, <i lang="en">The Mystic Rose</i>, gewijd aan het aantoonen van het feit, dat voor den wilde de sekse een gevaarlijk -en verzwakkend element in het leven is en daarom zondig.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het zou echter een dwaling zijn te denken, dat zulke mannen als St. Bernard en de -heilige Odo van Cluny, hoe bewonderenswaardig zij ook de ascetische en zelfs de algemeen -Christelijke gezichtspunten van hun eigen tijd vertegenwoordigden, beschouwd moeten -worden als geheel typische voorbeelden van het echt Christelijke en primitief Christelijke -gezichtspunt. Voor zoover ik heb kunnen ontdekken, vinden wij deze geconcentreerde -intellectueele en emotioneele woestheid van aanval op het lichaam niet tijdens de -eerste duizend jaar van het Christendom; die ontwikkelde zich eerst op het oogenblik -toen, met paus Gregorius VII, het middeleeuwsche Christendom de climax bereikte van -zijn overwinning over de zielen van de Europeesche menschen, in de instelling van -het coelibaat van de wereldlijke geestelijkheid en den groei van de groote, in kloosters -verzamelde gemeenschappen van monniken in streng geregelde en afgezonderde orden<a class="noteref" id="xd29e3050src" href="#xd29e3050">7</a>. Daarvoor deden de leeraars van het ascetisme meer hun best om aan te sporen tot -kuischheid en zedigheid dan dat ze een aanval deden op het geheele lichaam; zij concentreerden -hun aandacht <span class="pagenum">[<a id="pb115" href="#pb115">115</a>]</span>liever op geestelijke deugden dan op physieke onvolkomenheden<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> En als wij tot de Evangeliën teruggaan, dan vinden we weinig van den middeleeuwschen -ascetischen geest in de gezegden en daden, die van Jezus vermeld worden, waarvan we -zelfs eerder mogen zeggen dat ze over het geheel, niettegenstaande het ascetisme dat -er aan ten grondslag ligt, een zekere teerheid openbaren en een toegevendheid jegens -het lichaam, terwijl zelfs Paulus, hoewel hij niet zacht is voor het lichaam, tot -eerbied er voor aanspoort als voor een tempel van den Heiligen Geest. -</p> -<p>Wij kunnen niet verwachten, dat wij de Kerkvaders sympathiek gezind zullen vinden -tegenover het vertoonen van het naakte menschelijk lichaam, want hun positie was gegrond -op een opstand tegen het heidendom en het heidendom had het lichaam gekoesterd. De -naaktheid was meer speciaal verbonden geweest met het publieke bad, het gymnasium -en het tooneel; en daar het van harte deze heidensche instellingen afkeurde, werkte -het Christendom de naaktheid tegen. Het feit, dat gemeenzaamheid met de naaktheid -eer gunstig dan ongunstig was voor de kuischheid, waaraan ze zooveel waarde hechtte, -kon de Kerk—hoewel ze op zekeren tijd de naaktheid opnam in het ritueel van den doop—voor -het grootste deel niet inzien, als deze kuischheid al werkelijk een feit was, hetwelk -de speciale condities van het decadente klassieke leven neiging hadden gehad te verbergen. -Maar in hun bepaalde voorkeur voor het aangekleede lichaam boven het naakte aarzelden -de eerste Christenen dikwijls om den verderen stap te doen door te verzekeren, dat -het lichaam een brandpunt is van onreinheid en dat de physieke sexueele organen een -uitvindsel zijn van den duivel. Integendeel spraken sommige van de beroemdste Kerkvaders, -vooral zij die tot de Grieksche kerk behoorden en die den levenwekkenden adem gevoeld -hadden van het Grieksche denken, zich nu en dan uit over de onderwerpen natuur, sekse, -en het lichaam in een geest, die de instemming verworven zou hebben van Goethe en -Whitman. -</p> -<p>Clemens van Alexandrië was, met al de excentriciteit van zijn overfijn intellect, -de meest Grieksche van al de Kerkvaders en het is niet te verwonderen, dat de laatste -glimp van klassiek licht, die van zijn geest uitstraalde, eenig licht wierp over deze -kwestie van sekse. Hij protesteerde bv. tegen die preutschheid die, toen de zon van -de klassieke wereld onderging, begonnen was het leven te overschaduwen. “Wij moeten -ons niet schamen te noemen wat God zich niet geschaamd heeft te maken”<a class="noteref" id="xd29e3070src" href="#xd29e3070">8</a>. Het was een merkwaardige verklaring omdat, terwijl ze het oude klassieke gevoel -aannam van geen schaamte jegens de natuur, ze dat gevoel <span class="pagenum">[<a id="pb116" href="#pb116">116</a>]</span>plaatste op een nieuwe en godsdienstige basis in overeenstemming met het Christendom. -Over het geheel, hoewel niet altijd consequent, verdedigt Clemens van Alexandrië het -lichaam en de sexueele functies tegen hen, die ze met verachting behandelden. En daar -de zaak van het geslacht de zaak is der vrouwen, houdt hij de waardigheid der vrouwen -altijd krachtig staande en verkondigt hij ook de heiligheid van het huwelijk, een -staat, dien hij somtijds plaatst boven dien der maagdelijkheid?<a class="noteref" id="xd29e3079src" href="#xd29e3079">9</a> -</p> -<p>Ongelukkig, het moet gezegd worden, meende de heilige Augustinus—een andere Noord-Afrikaner, -maar uit Romeinsch Carthago en niet uit Grieksch Alexandrië—dat hij een overtuigend -antwoord had op het argument dat Clemens opperde, en zoo groot was de kracht van zijn -hartstochtelijk en machtig genie, dat hij ten slotte zijn antwoord overheerschend -kon maken. Voor Augustinus was de zonde erfelijk, en de zonde had haar specialen zetel -in de sexueele organen; de daad der zonde had de oorspronkelijke goddelijke daad der -schepping gewijzigd, en wij kunnen de sekse en de sexueele organen niet behandelen -alsof er geen erfzonde was geweest. Onze genitaliën, verklaart hij, zijn schandelijk -geworden omdat zij, door de zonde, nu in beweging gebracht worden door de wellust. -Toch neemt Augustinus op verre na niet de middeleeuwsche ascetische houding aan van -minachtenden haat jegens het lichaam. Niets kan verder van Odo van Cluny af zijn dan -het enthusiasme van Augustinus over het lichaam, zelfs over de volkomen harmonie van -de deelen onder de huid. “Ik geloof, dat wij tot het besluit kunnen komen”, zegt hij -zelfs, “dat bij het scheppen van het menschelijk lichaam de schoonheid meer in het -oog gehouden is dan het nut. Waarlijk, nut is een voorbijgaand iets, en de tijd zal -komen dat we elkanders schoonheid kunnen genieten zonder wellust”<a class="noteref" id="xd29e3088src" href="#xd29e3088">10</a>. Zelfs in de sfeer van sekse zou hij geneigd zijn reinheid en schoonheid aan te nemen, -afgescheiden van den erfelijken invloed van Adam’s zonde. In het Paradijs, zegt hij, -als het Paradijs was blijven bestaan, zou de daad van het voortbrengen even eenvoudig -zijn geweest en vrij van schande als de daad van de hand bij het uitstrooien van het -zaad op de aarde. “Sexueele vereeniging zou onder de heerschappij van den wil geweest -zijn zonder eenig sexueel verlangen. Het zaad zou in de vagina gebracht worden op -even eenvoudige wijze als de menstrueele vloeistof er nu uitgeworpen wordt. Er zouden -geen woorden geweest zijn die obsceen genoemd konden worden, maar <span class="pagenum">[<a id="pb117" href="#pb117">117</a>]</span>al wat van deze deelen kon gezegd worden, zou even rein geweest zijn als wat gezegd -wordt van de andere deelen van het lichaam”<a class="noteref" id="xd29e3097src" href="#xd29e3097">11</a>. Dat is echter voor Augustinus wat had kunnen wezen in het Paradijs, waar, naar hij -meende, sexueel verlangen niet bestond. Zooals de dingen zijn, meende hij, is het -juist dat wij ons schamen, doen wij goed te blozen. En het was natuurlijk dat, zooals -Clemens van Alexandrië vermeldt, vele ketters verder gingen op dezen weg en geloofden -dat, terwijl God den mensch maakte tot aan den navel, de rest door een andere macht -gemaakt was; zulke ketters hebben zelfs nu nog hun aanhangers onder ons. -</p> -<p>Evenzeer in de Oostersche als in de Westersche kerken echter, zoowel voor en na Augustinus, -hoewel niet dikwijls er na, hebben groote Kerkvaders en leeraars meeningen geuit, -die eer die van Clemens dan die van Augustinus herroepen. Wij kunnen niet veel waarde -hechten aan de uiting van den buitensporigen en dikwijls zichzelf tegensprekenden -Tertullianus, maar het is de moeite waard op te merken, dat, terwijl hij verklaarde -dat de vrouw de poort is tot de hel, hij toch ook gezegd heeft, dat wij de natuur -moeten naderen met eerbied en niet met een blos. “<span lang="la">Natura veneranda est, non erubescenda</span>”. “Geen Christelijk schrijver”, heeft men gezegd, “heeft zoo energiek gesproken tegen -de kettersche verachting van het lichaam als Tertullianus. Lichaam en ziel zijn, volgens -Tertullianus, ten nauwste verbonden. De ziel is het levensprincipe van het lichaam, -maar er is geen werkzaamheid van de ziel, die zich niet openbaart door en invloed -ondervindt van het vleesch”<a class="noteref" id="xd29e3108src" href="#xd29e3108">12</a>. Van meer belang is Rufinus Tyrannius, de vriend en medeleerling van den heiligen -Jeronimus, in de vierde eeuw, die een commentaar schreef op de Apostolische geloofsleer, -die zeer in aanzien was bij de oude en middeleeuwsche kerk en die zelfs nu nog gewaardeerd -wordt. Rufinus zegt, in antwoord aan hen, die verklaarden dat er obsceniteit was in -het feit van de geboorte van Christus door de sexueele organen van een vrouw, dat -God de sexueele organen geschapen heeft, en dat “het niet de natuur is, maar alleen -de opinie der menschen, die ons leert dat deze deelen obsceen zijn. Verder zijn al -de deelen van het lichaam gemaakt van dezelfde klei, welke verschillen er ook mogen -zijn in hun gebruik en hun functies”<a class="noteref" id="xd29e3116src" href="#xd29e3116">13</a>. Hij bekijkt de zaak zooals we <span class="pagenum">[<a id="pb118" href="#pb118">118</a>]</span>zien, wel vroom, maar toch natuurlijk en eenvoudig, zooals Clemens, en niet zooals -Augustinus door het verwringende medium van een theologisch systeem. Athanasius sprak -in de Oostelijke Kerk in denzelfden geest als Rufinus in de Westelijke. Een zekere -monnik, genaamd Amun, had veel verdriet ondervonden door het voorkomen van zaaduitstortingen -in den slaap, en hij schreef aan Athanasius om te vragen of zulke uitstortingen zonde -zijn. In den brief, dien hij tot antwoord schreef, tracht Athanasius Amun gerust te -stellen. “Alle dingen”, zegt hij tot hem, “zijn rein voor den reine. Want wat, vraag -ik u, lieve en vrome vriend, kan er voor zondigs of van nature onreins zijn in een -uitwerpsel? De mensch is het werk van Gods handen. Er is zeker niets in ons dat onrein -is”<a class="noteref" id="xd29e3124src" href="#xd29e3124">14</a>. Als wij deze uitingen lezen, gevoelen wij, dat de zaden van preutschheid en verhitheid -reeds in den geest van het volk aanwezig zijn, maar toch zien wij ook dat sommige -van de meest bekende denkers van de eerste Christelijke Kerk in opvallend contrast -met de meer ziekelijke en kleingeestige middeleeuwsche asceten, duidelijk afgezonderd -stonden van de populaire beweging. Over het geheel werden zij overstemd, omdat het -Christendom, evenals het Boeddhisme, van het begin af aan een kiem in zich droeg, -die zich leende tot ascetische onthouding, en het sexueele leven is altijd de eerste -impuls, die opgeofferd moet worden aan den hartstocht voor onthouding. Maar er waren -ook andere kiemen in het Christendom, en Luther, die op zijn eigen plebejische wijze -opkwam voor de rechten van het lichaam, ofschoon hij brak met het middeleeuwsch ascetisme, -stelde daardoor geenszins de tradities van de oudste Christelijke Kerk ter zijde. -</p> -<p>Ik heb gemeend, dat het de moeite waard was dezen bewijsgrond aan te voeren, alhoewel -ik zeer wel weet, dat de feiten der Natuur geen meerderen steun verkrijgen door het -gezag van de Kerkvaders of zelfs van den Bijbel. De natuur en de menschheid hebben -bestaan vóór den Bijbel en zouden voortgaan te bestaan al zou de Bijbel vergeten zijn. -Maar de houding van het Christendom op dit punt is zoo dikwijls zonder voorbehoud -veroordeeld geworden, dat het wel goed schijnt aan te toonen, dat in zijn beste oogenblikken, -toen het een jonge en aangroeiende macht in de wereld was, de uitingen van het Christendom -dikwijls gelijkluidend waren met die van de Natuur en van de rede. Er zijn vele menschen, -mogen we er aan toevoegen, die het een troost vinden te weten, dat zij, als zij in -deze zaak den natuurlijken en verstandelijken weg volgen, daardoor niet geheel en -al breken met de godsdienstige tradities van hun ras. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is wel nauwelijks noodig op te merken, dat wij, als wij ons van het Christendom -afwenden naar de andere groote wereldgodsdiensten, gewoonlijk <span class="pagenum">[<a id="pb119" href="#pb119">119</a>]</span>zoo’n dubbelzinnige houding jegens de sekse niet ontmoeten. De Mohammedanen waren -even nadrukkelijk in het beweren, dat de sekse heilig was, als zij waren in hun zorg -voor de lichamelijke reinheid; zij waren bereid de sexueele functies in het leven -hiernamaals mee te nemen, en zij hebben zich nooit, zooals Luther en zoo vele andere -Christenen, vermoeid met peinzen over het gebrek aan bezigheid in den Hemel. In Indië, -hoewel Indië het tehuis is van de uiterste vormen van godsdienstig ascetisme, is de -sexueele liefde in een grootere mate, geheiligd en vergoddelijkt geworden dan in eenig -ander deel van de wereld. “Het schijnt nooit in de hoofden van de Hindoe-wetgevers -te zijn opgekomen”, zeide Sir William Jones lang geleden (<i lang="en">Works</i>, vol. ii, p. 311), “dat iets natuurlijks hinderlijk obsceen zou kunnen zijn, een -eigenaardigheid, die al hun geschriften doordringt, maar die geen bewijs is voor de -verdorvenheid van hun zeden”. De sexueele daad heeft in Indië dikwijls een godsdienstige -beteekenis gehad, en de meest nauwkeurige bijzonderheden van het sexueele leven en -de verscheidenheden ervan zijn in Indische erotische verhandelingen op ernstige wijze -besproken, terwijl nergens anders de anatomische en physiologische sexueele eigenaardigheden -van vrouwen met zulk een nauwkeurigen en devoten eerbied zijn bestudeerd. “Liefde -heeft in Indië, zoowel in theorie als in de praktijk” merkt Richard Schmidt op (<i lang="de">Beiträge zur Indischen Erotik</i>, p. 2) “een belangrijkheid, zooals wij ons zelfs niet kunnen voorstellen”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In Protestantsche landen heeft de invloed van de Hervorming, door de sekse als iets -natuurlijks in eere te herstellen, indirect er toe geleid, in het populaire voelen -jegens de sekse den smaad van zondigheid te vervangen door den smaad van dierlijkheid. -Voortaan moet de sexueele impuls worden verborgen of opgetooid, om fatsoenlijk menschelijk -te worden. Dit blijkt duidelijk uit een passage in het dagboek van Pepys, in de zeventiende -eeuw. Op den morgen na den huwelijksdag was het gewoonte pas getrouwde menschen met -muziek wakker te maken; de afwezigheid van deze muziek bij een bepaalde gelegenheid -(in 1667), maakte op Pepys den indruk “alsof zij zoo maar als een paar honden bij -elkaar waren gekomen”. Wij geven niet langer om de muziek, maar hetzelfde gevoelen -bestaat nog in den wensch naar andere vermommingen en versieringen voor den sexueelen -impuls. Wij stellen ons niet altijd duidelijk voor oogen, dat liefde haar eigen heiliging -met zich brengt. -</p> -<p>Als tegenwoordig de tegenzin tegen de sexueele zijde van het leven zich vertoont, -wordt bijna altijd beweerd niet zoozeer, dat ze “zondig” is als wel dat ze “dierlijk” -is. Ze wordt beschouwd als dat deel van den mensch, dat hem het nauwste verbindt met -de lagere dieren. Het moest nauwelijks noodig zijn er op te wijzen, dat dit een dwaling -is. Van wat voor zijde we ze ook naderen, de bewering, dat sekse bij den mensch en -bij de dieren hetzelfde is kan niet volgehouden worden. Van het standpunt van hen, -die deze identiteit aannemen, zou het juister zijn te zeggen, dat de menschen inferieur -zijn aan de dieren, dan dat ze gelijk zijn met de dieren, want bij dieren is onder -natuurlijke omstandigheden het sexueele instinct strikt ondergeschikt aan de voortplanting -<span class="pagenum">[<a id="pb120" href="#pb120">120</a>]</span>en zeer weinig onderhevig aan afwijking, zoo dat van het standpunt van hen, die de -sekse willen kleineeren, de dieren dichter bij het ideaal zijn, en zulke menschen -moeten met Woods Hutchinson zeggen: “Alles te zamen genomen hebben onze dier-voorouders -evenveel reden zich over ons te schamen, als wij over hen”. Maar als we de zaak bezien -van een ruimer biologisch standpunt van ontwikkeling, dan moet onze conclusie geheel -verschillend zijn. -</p> -<p>Wel verre van aan de dieren gelijk te zijn, behooren de menschelijke sexueele impulsen -onder de minst op de dieren gelijkende aanwinsten van den mensch. De menschelijke -sexueele sfeer verschilt in een buitengewoon groote mate van de dierlijke sexueele -sfeer<a class="noteref" id="xd29e3152src" href="#xd29e3152">15</a>. Ademhalen is een dierlijke functie en hierin kunnen we niet wedijveren met de vogels; -beweging is een dierlijke functie en hier kunnen wij de viervoeters niet evenaren; -wij zijn niet merkbaar vooruit gegaan wat onze circuleerende, verteringbevorderende, -nier- of leverfuncties betreft. Zelfs wat het gezicht en het gehoor betreft, zijn -er veel dieren, die scherper van gezicht zijn dan de mensch, en vele, die in staat -zijn geluiden te hooren, die voor hem onhoorbaar zijn. Maar er zijn geen dieren, waarbij -het sexueele instinct zoo gevoelig is, zoo hoog ontwikkeld, zoo verscheiden in zijn -uitingen, zoo voortdurend waakzaam, zoo in staat om uit te stralen naar de hoogste -en de verst verwijderde deelen van het organisme. De sexueele werkzaamheden van den -man en van de vrouw behooren niet tot dat lagere deel van onze natuur, dat ons degradeert -tot het niveau van het “dier”, maar tot het hoogere deel, dat ons opheft tot al de -hoogste werkzaamheden en idealen, waartoe we in staat zijn. Het is waar, dat er voornamelijk -in den mond van enkele onwetende en slecht opgevoede vrouwen over sekse gesproken -wordt als “dierlijk” of als “het dierlijke deel van onze natuur”<a class="noteref" id="xd29e3158src" href="#xd29e3158">16</a>. Maar daar vrouwen de moeders en de onderwijzeressen zijn van het menschelijk ras -is dit een onwetendheid en een blijk van slechte opvoeding, die niet te spoedig met -wortel en tak kunnen uitgeroeid worden. -</p> -<p>Er zijn sommigen, die schijnen te denken, dat zij de weegschaal in evenwicht hebben -gehouden en de zaak voor goed opgelost, als zij erkennen, dat sexueele liefde zoowel -mooi kan zijn als walgelijk, en dat beide beschouwingen even normaal en wettig zijn. -“Luister om de beurt”, merkt Tarde op, “naar twee mannen, <span class="pagenum">[<a id="pb121" href="#pb121">121</a>]</span>die de een koud, de ander vurig, de een kuisch, de ander verliefd, beiden even welopgevoed -en ruim van geest, de waarde van hetzelfde ding bepalen: de een noemt walgelijk, leelijk, -weerzinwekkend en dierlijk, wat de ander heerlijk, verrukkelijk, onuitsprekelijk, -goddelijk noemt. Wat voor den een, in de Christelijke phraseologie, een onvergeeflijke -zonde is, dat is voor den ander de staat van ware genade. Daden, die voor den een -een treurige en nu en dan voorkomende noodzakelijkheid schijnen te zijn, vlekken die -zorgvuldig uitgewischt moeten worden door lange tusschenpoozen van zelfbeheersching, -zijn voor den ander de gouden spijkers, waar het geheele overige levensgedrag en bestaan -van afhangt, de dingen, die alleen aan het menschelijk leven zijn waarde geven”<a class="noteref" id="xd29e3168src" href="#xd29e3168">17</a>. Toch mogen we wel betwijfelen of deze beide personen “even welopgevoed en ruim van -geest” zijn. De wilde gevoelt, dat sekse gevaarlijk is en hij heeft gelijk. Maar de -mensch, die gevoelt dat de sexueele impuls slecht is, of zelfs maar laag bij den grond -en vulgair, is een absurditeit in het heelal, een afwijking. Hij is evenals die menschen -in onze krankzinnigengestichten, die gevoelen, dat het instinct om zich te voeden -slecht is en zoo er toe overgaan om zich uit te hongeren. Zij zijn evenzeer geestelijke -verworpelingen in het heelal, welks kinderen zij zijn. Het is een andere zaak, als -een mensch verklaart, dat hij persoonlijk in zijn geval een ascetisch ideaal heeft, -dat hem er toe brengt zich zooveel mogelijk te onthouden van een van beide of van -beide impulsen. De mensch, die gezond ascetisch is, streeft naar een discipline, die -te hulp komt aan het ideaal, dat hij zich persoonlijk gesteld heeft. Hij kan theoretisch -nog in harmonie blijven met het heelal, waartoe hij behoort. Maar verachting uit te -spreken over het sexueele leven, den sluier der “onreinheid” er over uit te spreiden, -dat is, zooals Nietzsche verklaarde, de onvergeeflijke zonde tegen den Heiligen Geest -van het Leven. -</p> -<p>Er zijn veel menschen, die vooroordeel en rede trachten te verzoenen in hun waardeering -van de liefde door een scherpe scheidingslijn te trekken tusschen “lust” en “liefde”, -de eene verwerpend en de andere goedkeurend. Het is zeer juist zulk een onderscheid -te maken, maar de wijze waarop het gemaakt wordt, kan gewoonlijk in het geheel geen -onderzoek verdragen. Wij moeten uitmaken, wat we meenen met “wellust” en wat we meenen -met “liefde”, en dat is niet gemakkelijk, als zij beschouwd moeten worden alsof ze -elkaar uitsluiten. Soms wordt gezegd, dat we onder “lust” moeten verstaan een roekeloos -toegeven aan den sexueelen impuls zonder op andere overwegingen te letten. Als we -hem zoo verstaan, kunnen we hem veilig verwerpen. Maar dat is een volkomen willekeurige -definitie van het woord. “Lust” <span class="pagenum">[<a id="pb122" href="#pb122">122</a>]</span>is inderdaad een zeer dubbelzinnig woord; het is een goed woord, dat zijn moreele -waarde veranderd heeft, en daarom moeten wij het zeer zorgvuldig verklaren, eer wij -het durven gebruiken. Eigenlijk gezegd, is “lust” een volkomen kleurloos woord<a class="noteref" id="xd29e3179src" href="#xd29e3179">18</a> en beteekent eenvoudig verlangen in het algemeen en sexueel verlangen in het bijzonder; -het komt overeen met “honger” of “dorst”; het in een beleedigende beteekenis te gebruiken -is ongeveer hetzelfde als aan te nemen, dat het woord “hongerig” dezelfde beleedigende -beteekenis heeft als “begeerig”. Het resultaat is geweest, dat gevoelige geesten verontwaardigd -het woord “lust” in verband met de liefde verwerpen<a class="noteref" id="xd29e3185src" href="#xd29e3185">19</a>. In het vroegste gebruik van onze taal, had “lust” den zin van gezonde en normale -sexueele kracht; nu is het woord zoo zeer naar beneden gehaald, dat, hoewel het gemakkelijk -zou zijn het weer op zijn juiste plaats, die nog open blijft, te brengen, de poging -hiertoe welhaast een hopelooze taak lijkt. Wij hebben de bronnen van gevoel in deze -zaken zoozeer vergiftigd met middeleeuwsche ascetische ruwheden, dat al onze woorden -voor sekse spoedig neiging-hebben met modder bespat te geraken; we kunnen ze oprapen -uit de modder, waarin ze gevallen zijn en trachten ze te reinigen, maar aan vele oogen -zullen ze toch nog vuil toeschijnen. Een gevolg van deze neiging is, dat wij geen -eenvoudig, precies, natuurlijk woord hebben voor de liefde van de seksen, en we gedwongen -worden onze toevlucht te nemen tot den algemeenen term, die zoo veelomvattend is, -dat men in Engeland en in de meeste andere landen die den toon aangeven, met hetzelfde -woord spreekt van God “liefhebben” of van eten “houden”. -</p> -<p>Liefde, in de sexueele beteekenis, is in het kort beschouwd, een samenstelling van -lust (in den primitieven en ongekleurden zin van sexueele aandoening) en vriendschap. -Er kan geen sexueele liefde zijn zonder lust; maar, aan den anderen kant, niet voordat -stroomen van lust in het organisme zijn uitgestraald, zoo, dat zij andere deelen van -het psychische organisme raken—ten minste de aandoeningen en de maatschappelijke gevoelens—is -het sexueele liefde. Lust, de specifieke sexueele <span class="pagenum">[<a id="pb123" href="#pb123">123</a>]</span>impuls, is wel het eerste en meest essentieele element in deze samenstelling, want -die alleen is geschikt voor het doel van de reproductie, niet alleen bij dieren maar -ook bij menschen. Maar niet voordat lust zich uitgezet heeft en uitgestraald is, ontwikkelt -hij zich tot de heerlijke en betooverende bloem der liefde. Wij mogen ons voor den -geest halen, wat onder de planten gebeurt: aan den eenen kant hebben wij de lagere -organismen, waarbij het sexueele leven beknopt en cryptogamisch voortgaat zonder ooit -eenigen overvloed van schitterende bloemen over de wereld uit te storten, en aan den -anderen kant de hoogere planten, waar sekse zich geopenbaard vertoont en zich aanmerkelijk -uitgezet heeft in vorm en kleur en geur. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Terwijl “lust” natuurlijk over de geheele wereld bekend is, en er overal woorden zijn -om hem aan te duiden, is “liefde” niet algemeen bekend, en in vele talen zijn er geen -woorden voor “liefde”. De mislukte pogingen om liefde te vinden, zijn dikwijls opmerkelijk -en onverwacht. We kunnen ze soms vinden, waar we ze het minst verwachten. Het sexueele -verlangen raakte zelfs bij sommige dieren geïdealiseerd, (zooals Sergi opgemerkt heeft), -voornamelijk bij vogels, want als een vogel zich dood treurt over zijn wijfje, kan -dat niet voortkomen uit het ongecompliceerde sexueele instinct, maar moet het de combinatie -in zich sluiten van dat instinct met de andere levenselementen in een mate, die zeldzaam -is zelfs onder de meest beschaafde menschen. Sommige wilde stammen schijnen geen fundamenteele -voorstelling te hebben over liefde, en (zooals de Amerikaansche Nahua’s) geen elementair -woord er voor, terwijl er, aan den anderen kant, in Quichua, in de taal van de oude -Peruvianen, bijna zeshonderd combinaties zijn van het werkwoord <i>munay</i>, liefhebben. Bij sommige volken schijnt de liefde beperkt te zijn tot de vrouwen. -Letourneau (<i lang="fr">L’Evolution Littéraire</i>, p. 529) wijst er op, dat in verschillende deelen van de wereld vrouwen de leiding -genomen hebben in het scheppen van erotische poëzie. In dit verband mogen we de opmerking -maken, dat zelfmoorden uit erotische overwegingen bij primitieve volken voornamelijk -voorkomen onder vrouwen (<i lang="de">Zeitschrift für Sozialwissenschaft</i>, 1899, P. 578). Verscheidene natuurvolken hebben liefdeliederen, b.v. de Suaheli -(Velten, in zijn <i lang="de">Prosa und Poesie der Suaheli</i>, wijdt een deel aan liefdeliederen, geschreven in de taal der Suaheli). D. G. Brinton -zegt, in een belangwekkend geschrift over “<span lang="en">The Conception of Love in Some American Languages</span>” (<i lang="en">Proceedings American Philosophical Society</i>, vol. XXIII, p. 546; 1886), dat de woorden voor liefde in deze taal blijk geven van -vier hoofdwijzen om het begrip uit te drukken: (1) ongearticuleerde uitroepen van -emotie; (2) betuigingen van hetzelfde te zijn of op elkaar te gelijken; (3) betuigingen -van samen te hooren en verbonden te zijn; (4) betuigingen van een wensch, verlangen -of een begeerte. Brinton voegt er bij, dat “deze zelfde denkbeelden ten grondslag -liggen aan de meeste woorden voor liefde in de groote Arische taalgroep”. Het opmerkelijke -feit doet zich echter voor, dat de menschen, die de Arische taal spraken, langzaam -waren in het ontwikkelen van hun opvatting van sexueele liefde. Brinton merkt op, -dat de Amerikaansche Mayas gesteld moeten worden boven de volken van oude Arische -beschaving, in dit opzicht, dat zij een grondwoord bezitten voor de vreugde der liefde, -dat naar zijn beteekenis zuiver psychisch was en strikt betrekking had op den geestelijken -toestand, en niet op gelijkheid noch op verlangen. Zelfs de Grieken waren laat met -het vormen van eenig ideaal van sexueele liefde. Dit is duidelijk aangetoond door -E. F. M. Benecke in zijn <i lang="en">Antimachus of Colophon and the Position of Women in Greek Poetry</i>, een boek, dat eenige gewaagde stellingen <span class="pagenum">[<a id="pb124" href="#pb124">124</a>]</span>bevat, maar dat van het tegenwoordige standpunt uit zeer leerzaam is. De Grieksche -lyrische dichters schreven om zoo te zeggen geen liefdeliederen aan vrouwen vóor Anacreon, -en de zijne werden eerst geschreven toen hij oud was. Ware liefde was voor de Grieken -bijna altijd homosexueel. De Ionische lyrische dichters van het oude Griekenland beschouwden -de vrouw alleen als speelgoed en als de stichtster van de familie. Theognis vergelijkt -het huwelijk bij het fokken van vee; Alcman spreekt, als hij complimenteus wil zijn -voor de Spartaansche meisjes, van haar als van zijn “vrouwelijke vrienden”. Aeschylus -laat zelfs een vader zeggen, dat zijn dochters zich zullen misdragen als zij aan zichzelf -zijn overgelaten. Er is geen sexueele liefde bij Sophocles, en bij Euripides zijn -het alleen de vrouwen die verliefd worden. Benecke komt tot het besluit (p. 67), dat -in Griekenland sexueele liefde tot een tamelijk laat tijdstip in minachting was, en -dat ze beschouwd werd als niet waardig om in het publiek besproken of voorgesteld -te worden. Het was in Groot-Griekenland eerder dan in Griekenland zelf, dat mannen -belangstelling hadden voor vrouwen, en het was niet eerder dan in den tijd van Alexander, -en vooral bij Asclepiades, zegt Benecke, dat de liefde van vrouwen beschouwd werd -als een zaak van leven en dood. Daarna komt de opvatting van de sexueele liefde, van -het romantisch gezichtspunt, in het Europeesche leven. Met de Keltische geschiedenis -van Tristam verschijnt ze, naar Gaston Paris opmerkt, eindelijk in de Christelijke -Europeesche wereld der poëzie als het voornaamste punt in het menschelijk leven, de -groote drijfkracht voor het gedrag der menschen. -</p> -<p>Romantische liefde is echter tot de massa in Europa niet doorgedrongen. In de zestiende -eeuw, of in den tijd dat de ballade van “Glasgerion” geschreven werd, zien wij aangenomen, -dat de verhouding van een boer tot zijn meisje beperkt is tot de enkele daad van sexueelen -omgang; hij kust haar niet bij het komen of bij het weggaan; alleen de ridder, de -man van de hoogere klasse denkt er aan, die teedere beleefdheid aan te bieden. En -heden ten dage is, bijvoorbeeld in de streek tusschen Oost-Friesland en de Alpen, -naar Bloch meedeelt (<i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, p. 29) in navolging van E. H. Meyer, het woord “liefde” bij de groote massa onbekend -en erkent men alleen den ruwen tegenhanger ervan. -</p> -<p>Aan de andere zijde van de wereld, in Japan, schijnt sexueele liefde evenzeer in discrediet -te zijn als het was in het oude Griekenland; zoo merkt Miss Tsuda, het hoofd van een -Japansche school en zelf een Christin, op (zooals aangehaald wordt door Mrs. Fraser -in <i lang="en">World’s Work and Play</i>, Dec.<a id="xd29e3229"></a> 1906): “Dat woord “liefde” is tot nog toe een woord geweest, dat niet bekend was -onder onze meisjes, in de buitenlandsche beteekenis. Plicht, onderwerping, vriendelijkheid—dat -waren de gevoelens, die een meisje voor den echtgenoot moest hebben, die voor haar -gekozen was—en vele gelukkige, harmonische huwelijken waren hiervan het resultaat. -Nu zeggen uwe lieve, sentimenteele buitenlandsche vrouwen tot onze meisjes: “Het is -slecht te trouwen zonder liefde; de gehoorzaamheid aan ouders voert in zulk een geval -tot geweld aandoen aan de natuur en aan het Christendom. Als je van een man houdt, -moet je alles opofferen om hem te trouwen”.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>Als liefde echter volledig ontwikkeld is, wordt ze een aandoening van een enorme uitgebreidheid -en zeer samengesteld, en lust wordt, zelfs in de beste beteekenis van dat woord, een -element, dat staat naast vele andere elementen. Herbert Spencer heeft, in een belangwekkende -passage van zijn <i lang="en">Principles of Psychology</i> (Deel IV, hoofdst. VIII), liefde ontleed in negen onderscheiden en belangrijke elementen: -(1) de physieke sexueele impuls; (2) het gevoel voor schoonheid; (3) genegenheid; -(4) bewondering en eerbied<span class="corr" id="xd29e3238" title="Niet in bron">;</span> (5) behoefte aan goedkeuring; (6) gevoel van eigenwaarde; (7) gevoel van eigendomsrecht; -(8) grooter vrijheid van handelen door de afwezigheid van persoonlijke hinderpalen; -(9) verheffing van de sympathieën. “Deze hartstocht”, zegt hij ten slotte, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>smelt de meeste van de elementaire opwindingen, waartoe we in staat zijn, tot een -enorm groote massa samen”.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb125" href="#pb125">125</a>]</span></p> -<p>Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat het definieeren van de sexueele liefde, of -zelfs het ontleden van de samenstellingen ervan, in het geheel niet hetzelfde is als -het verklaren van het mysterie. Wij trachten ons verstand te bevredigen door middel -van een samenhangend beeld der liefde, maar de afstand tusschen dat beeld en de werkelijkheid -van de aandoening, die we ondervinden, moet altijd onmeetbaar en niet te overbruggen -zijn. “Er is geen woord dat meer uitgesproken wordt dan dat van liefde”, schreef Bonstetten -vele jaren geleden, “en toch is er geen onderwerp, dat geheimzinniger is. Van dat, -wat ons het naaste raakt, weten we het minste. Wij kunnen den loop van de sterren -en we weten niet, hoe we liefhebben”. En hoe bedreven we ook geworden zijn in het -ontdekken en ontleden van de oorzaken, de bijkomstigheden en de resultaten van de -liefde, moeten we toch nog heden dezelfde bekentenis doen. Wij kunnen trachten, zooals -sommigen gedaan hebben, liefde te verklaren als een vorm van honger en dorst, of als -een kracht, die overeenkomt met electriciteit, of als een soort van magnetisme, of -als een soort van chemische affiniteit, of als een reflexwerking, maar deze verklaringen -zijn niets meer dan pogingen om voor onszelf de grootheid van het verschijnsel, waarmee -we te doen hebben, tot uitdrukking te brengen. -</p> -<p>Wat altijd de menschen bij het denken over de sexueele liefde verbluft heeft, is de -schijnbare onevenredigheid van de oorzaak ervan, het enorme verschil tusschen het -noodzakelijk beperkte deel slijmvlies, dat het einddoel van zulke liefde is en de -oceaan van wereld-omvattende gevoelens, waartoe het de toegang verleent, zoodat, naar -Remy de Gourmont gezegd heeft, “de slijmvliezen, krachtens een onoplosbaar mysterie, -in hun donkere plooien al de rijkdommen besloten houden van het oneindige”. Het is -een mysterie, waardoor de denker en de kunstenaar gelijkelijk overweldigd worden. -Donnay beeldt, in zijn spel L’Escalade, een koud en streng man van de wetenschap uit, -die liefde alleen beschouwt als een geestelijke ongesteldheid, die genezen kan worden -evenals andere ongesteldheden en die tenslotte zelf wanhopig verliefd wordt. Hij dringt -in de kamer van het meisje binnen op een ladder, midden in den nacht, en breekt los -in een langen en hartstochtelijken woordenvloed: “Alles wat met je in aanraking komt, -wordt voor mij geheimzinnig en heilig. O! te denken, dat iets zoo wel bekends als -een vrouwenlichaam, dat beeldhouwers gemodelleerd hebben, waar dichters over gezongen -hebben, dat mannen van de wetenschap, zooals ik, hebben ontleed, dat dit plotseling -een onbekend mysterie moet worden en een oneindige vreugde, alleen omdat het ’t lichaam -is van een bepaalde vrouw—wat een waanzin! En toch, dat is, wat ik gevoel”<a class="noteref" id="xd29e3248src" href="#xd29e3248">20</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb126" href="#pb126">126</a>]</span></p> -<p>Dat de liefde een natuurlijke waanzin is, een tijdelijke begoocheling, die het individu -gedwongen is te lijden ter wille van het ras, is een uitleg, die menigeen, die door -dit mysterie in verwarring is geraakt, in de gedachte is gekomen. Dat was, zooals -wij weten, de uitleg, door Schopenhauer gegeven. Als een jonge man en een meisje elkaar -in de armen vallen in liefdesextase, dan verbeelden zij zich, dat zij hun eigen geluk -zoeken. Maar dat is zoo niet, zeide Schopenhauer; zij worden bedrogen door den genius -van het ras tot zij meenen, dat zij een persoonlijk doel nastreven, opdat zij er toe -gebracht zouden worden een veel grooter onpersoonlijk doel te bereiken: het scheppen -van het toekomstige ras. De hevigheid van hun hartstocht is niet de maatstaf voor -het persoonlijk geluk, dat zij verkrijgen zullen, maar de maatstaf voor hun geschiktheid -om nakomelingschap voort te brengen. Als zij den hartstocht volgen en de raadgevingen -van zorgvuldige voorzichtigheid in den wind slaan, dan offeren de jonge man en het -<span class="corr" id="xd29e3265" title="Bron: meisjs">meisje</span> in werkelijkheid hun kansen op zelfzuchtig geluk op en vervullen zij de grootere -doeleinden der Natuur. Zooals Schopenhauer de zaak zag, was er geen vulgaire illusie. -De minnenden dachten, dat zij een grenzenloos persoonlijk geluk bereikten; zij bedrogen -zich waarschijnlijk. Maar zij bedrogen zich, niet omdat de werkelijkheid minder was -dan hun voorstelling, maar omdat ze meer was; inplaats van alleen maar een persoonlijk -doel na te streven, zooals zij meenden, volbrengen zij het scheppingswerk van de wereld, -een taak, die beter ongedaan was gebleven, zooals Schopenhauer het beschouwde, maar -een taak waarvan hij de grootschheid volkomen erkende<a class="noteref" id="xd29e3268src" href="#xd29e3268">21</a>. -</p> -<p>We moeten er aan denken, dat in de lagere beteekenis van het woord, liefde een ontgoocheling -zijn kan en dat dikwijls ook is. Een man kan zich vergissen, of bedrogen worden door -het voorwerp, dat hem aantrekt, in de eigenschappen die zij bezit of die ze niet bezit. -Bij de eerste liefde, als ze in de jeugd voorkomt, is zulke teleurstelling zeker volkomen -normaal, en bij zekere typen, die vatbaar voor indrukken en ontvlambaar zijn, heeft -dit veel kans voor te komen. Deze soort van teleurstelling, hoewel ze veel meer voorkomt -en veel meer in het oog valt in liefdezaken—en ernstiger is, omdat de huwelijksband -<span class="pagenum">[<a id="pb127" href="#pb127">127</a>]</span>zoo strak is—heeft neiging in iedere verhouding van het leven voor te komen. Voor -de meeste menschen echter, en dat wel niet voor de minst verstandige of de minst wijze, -blijft de herinnering aan de liefdeverrukking, zelfs als de tijd van die verrukking -voorbij is, toch bestaan als, op zijn minst, de herinnering aan een van de meest werkelijke -en essentieele feiten van het leven<a class="noteref" id="xd29e3278src" href="#xd29e3278">22</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Sommige schrijvers schijnen de geneigdheid tot ontgoocheling en teleurstelling in -liefdeszaken te verwarren met de meeromvattende kwestie van een wijsgeerige illusie -in de beteekenis van Schopenhauer. Tot zekere hoogte bestaat deze verwarring misschien -in het gesprek over liefde door Renouvier en Prot in <i lang="fr">La Nouvelle Monadologie</i> (pp. 216 et seq.). Waar zij overwegen of liefde al of niet een begoocheling is, antwoorden -zij, dat ze dat is of niet is naar gelang we al of niet worden beheerscht door zelfzucht -en onrechtvaardigheid. “Het is geen essentieele dwaling geweest, die voorgezeten heeft -bij de schepping van den <i>afgod</i>, want de afgod is alleen maar wat in alle dingen het <i>ideale</i> is. Maar om het ideale in de liefde te verwezenlijken zijn er twee menschen noodig, -en dat is de groote moeilijkheid<a id="xd29e3295"></a>. We zijn nooit gerechtigd,<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> zoo besluiten ze, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>verachting op onze liefde te werpen, of zelfs op het voorwerp ervan; want als het -waar is dat wij niet in het bezit zijn geraakt van de hoogste schoonheid van de wereld, -dan is het even waar, dat wij zelf niet een trap van volmaking bereikt hebben, die -ons reden zou gegeven hebben om met recht een zoo grooten prijs te eischen”. En misschien -mogen we er wel aan toevoegen, dat de meeste van ons ten slotte moeten toegeven als -wij eerlijk zijn jegens onszelf, dat de liefdeprijzen, die we in de wereld verkregen -hebben, wat hun gebreken ook zijn, veel grooter zijn dan we verdiend hebben.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij mogen wel erkennen, dat in zekeren zin niet alleen de liefde, maar al de hartstochten -en begeerten van de menschen illusies zijn. In die beteekenis is het Evangelie van -Boeddha gerechtvaardigd, en wij mogen wel de inspiratie erkennen van Shakespeare (in -<i lang="en">the Tempest</i>) en van Calderon (in <i lang="es">La Vida es Sueno</i>), die voelden, dat ten slotte de geheele wereld een droom is zonder inhoud. Maar -niet dan in deze groote en laatste visie kunnen wij van illusie spreken; wij kunnen -niet toegeven, dat liefde een begoocheling is in eenige speciale en bijzondere beteekenis, -waaronder de andere wenschen en aspiraties niet vallen. Integendeel is zij de meest -vaste van alle werkelijkheden. Al de vormen van vooruitgang van het leven zijn opgebouwd -op de sexueele aantrekking. <span class="pagenum">[<a id="pb128" href="#pb128">128</a>]</span>Als wij de werking erkennen van sexueele keuze—zooals we wel bijna moeten doen als -we ze ontdoen van de dingen, die er aan toegevoegd zijn zonder tot het wezen ervan -te behooren<a class="noteref" id="xd29e3313src" href="#xd29e3313">23</a>—dan heeft liefde de juiste vorm en kleur, de essentieele schoonheid gegeven, aan -het leven van dieren en menschen gelijkelijk. -</p> -<p>Als wij verder bedenken dat, zooals vele onderzoekers meenen, niet alleen de physieke -bouw van het leven, maar ook de geestelijke bouw ervan—onze maatschappelijke gevoelens, -onze moraal, onze godsdienst, onze poëzie en kunst—ten minste in zekere mate opgebouwd -zijn op de sexueele impulsen, en dat zij, als ze al bestaan hadden, zeker geheel verschillend -zouden geweest zijn, als andere dan sexueele wijzen van voortplanten geheerscht hadden -in de wereld, dan kunnen we gemakkelijk erkennen, dat we slechts in verwarring kunnen -geraken door de liefde af te wijzen als een begoocheling. Het geheele gebouw van het -leven wankelt dan, want zooals de idealist Schiller lang geleden gezegd heeft, het -is geheel en al opgebouwd van honger en van liefde. Liefde te beschouwen als in eenige -speciale beteekenis een begoocheling, is niets anders dan het vallen in den strik -van een ondiep cynisme. Liefde is alleen maar een waan in zooverre het geheele leven -een waan is, en als wij het feit van het leven aannemen, dan is het onphilosofisch -te weigeren het feit van de liefde aan te nemen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is onnoodig hier de functies der liefde in de wereld te verheerlijken; het is -voldoende de werking ervan na te gaan in eigen sfeer. Het kan echter de moeite loonen -eenige uitdrukkingen aan te halen van denkers van verschillende scholen, die aangetoond -hebben wat hun de ver strekkende beteekenis toescheen van de sexueele emoties voor -het moreele leven. “De hartstochten zijn het hemelsch vuur, dat leven geeft aan de -moreele wereld”, schreef Helvetius lang geleden in <i lang="fr">De l’Esprit</i>. “De werkzaamheid van den geest is afhankelijk van de werkzaamheid van de hartstochten, -en het is ten tijde van de hartstochten, van den leeftijd van vijf en twintig tot -vijf en dertig of veertig, dat mannen tot de grootste inspanningen van deugd en genie -in staat zijn”. “Wat de sekse raakt”, schreef Zola, “raakt het middelpunt van het -maatschappelijk leven”. Zelfs ons gevoel voor de goed- of afkeuring van anderen heeft -een sexueelen oorsprong, beweert Professor Thomas (<i lang="en">Psychological Review</i>, Jan. 1904, pp. 61–67), en het is de liefde, die de bron is van gevoeligheid in het -algemeen en van de altruïstische zijde van het leven. “Het optreden van sekse”, tracht -Professor Woods Hutchinson aan te toonen (“<span lang="en">Love as a Factor in Evolution</span>”, <i lang="en">Monist</i>, 1898), “de ontwikkeling van mannelijkheid en vrouwelijkheid, was niet alleen de -grondslag voor genegenheid, de bron van alle moraal, maar een enorm economisch voordeel -voor het ras en een absolute noodzakelijkheid voor den vooruitgang. Daarin vinden -we het eerst eenig bewust verlangen naar een actieven impuls jegens een medeschepsel”. -“Als de mensch beroofd werd van het voortplantingsinstinct, en van alles wat daar -geestelijk uit voortkomt”, riep Maudsley uit in zijn <i lang="en">Physiology of Mind</i>, “dan zou op dat oogenblik alle poëzie en misschien ook alle zin voor moraal uit -zijn leven <span class="pagenum">[<a id="pb129" href="#pb129">129</a>]</span>verdwijnen”. “We schijnen onszelf verheerlijkt, sterker, rijker, meer volkomen toe; -we <i>zijn</i> meer volkomen”, zegt Nietzsche (<i lang="de">Der Wille zur Macht</i>, p. 389), “we vinden hier de kunst als een organische functie: we vinden ze gelegd -in het meest engelachtig instinct der “liefde”: we vinden ze als de grootste prikkel -van het leven … Het is niet alleen, dat ze het gevoel voor woorden verandert: hij, -die liefheeft, <i>is</i> meer waard, <i>is</i> sterker. Bij dieren brengt deze toestand nieuwe wapens tot stand, kleuren en vormen, -vooral nieuwe bewegingen, nieuwe rhythmen, een nieuwe verlokkende muziek. Het is niet -anders met den mensch … Zelfs in de kunst is de deur voor hem geopend. Als wij uit -de lyrische werken in woorden en geluiden datgene verwijderen, wat door dat inwendige -vuur wordt ingegeven, wat blijft er dan over in de poëzie en de muziek? <i lang="fr">L’Art pour l’art</i> misschien, de bluffende virtuositeit van oude kikkers, die in hun moeras omkomen. -De geheele rest is door de liefde in het leven geroepen”. -</p> -<p>Het zou gemakkelijk zijn meerdere aanhalingen te geven, die aantoonen hoeveel verschillende -denkers tot de conclusie zijn gekomen, dat de sexueele liefde (daarbij ingesloten -de vader- en vooral de moederliefde) de bron is van de voornaamste uitingen in het -leven. In hoeverre zij gerechtvaardigd zijn in die conclusie, het is niet onze zaak -er navraag naar te doen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is ongetwijfeld waar, dat, zooals we gezien hebben toen we de excentrieke en onvolkomene -verdeeling van het begrip liefde, en zelfs van woorden voor liefde, over de geheele -wereld, bespraken, volstrekt niet alle menschen even geschikt zijn om, in welken tijd -van hun leven ook, de aandoeningen van sexueele exaltatie te ondervinden. Het verschil -tusschen den ridder en den boer bestaat nog en beiden kunnen soms in alle maatschappelijke -lagen gevonden worden. Zelfs de uitingen van sexueel genot, het is onnoodig er op -te wijzen, berusten gewoonlijk op een zuiver physieken basis en hebben weinig uitwerking -op het intellectueele deel der natuur<a class="noteref" id="xd29e3361src" href="#xd29e3361">24</a>. Maar dit is niet het geval met de menschen, die het krachtigst invloed hebben uitgeoefend -op de gedachte en de gevoelens van de wereld. De persoonlijke realiteit van de liefde, -het belang ervan voor het leven van het individu, dat zijn feiten, waarvan getuigenis -afgelegd is door eenige van de grootste denkers, na levens gewijd aan intellectueelen -arbeid. De ondervinding van Renan, die tegen het einde van zijn leven in zijn merkwaardig -drama <i lang="fr">L’Abbesse de Jouarre</i> aan zijn overtuiging uitdrukking gaf, dat, zelfs van het standpunt van kuischheid, -de liefde tenslotte het hoogste is in de wereld, staat in het geheel niet alleen. -“Liefde is altijd beschouwd geweest als een mindere uiting van menschelijke muziek, -de eerzucht als de hoogere”, schreef Tarde, de beroemde socioloog, op het einde van -zijn leven. “Maar zal het altijd zoo zijn? Zijn er geen redenen om te denken, dat -de toekomst misschien <span class="pagenum">[<a id="pb130" href="#pb130">130</a>]</span>voor ons in bewaring heeft de onuitsprekelijke verrassing van een omkeering van die -wereldorde?” Laplace nam, een half uur voor zijn dood, een deel op van zijn eigen -<i lang="fr">Mécanique Céleste</i>, en zeide: <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Dat is allemaal waardeloos, er is niets waar dan de liefde”. Comte, die zijn leven -besteed had aan het opbouwen van een positieve philosophie, die absoluut werkelijk -zou zijn, vond (zooals we wel kunnen zeggen, dat de groote Engelsche positivist Mill -ook vond) het toppunt van al zijn idealen in een vrouw, die zooals hij zeide, was -Egeria en Beatrice en Laura in éen persoon, en hij schreef: “Er is niets werkelijk -in de wereld dan de liefde. Men krijgt genoeg van denken en zelfs van handelen; men -krijgt nooit genoeg van liefhebben en ook niet van het te zeggen. Bij de ergste kwellingen -van de liefde heb ik nooit opgehouden te voelen, dat de hoofdzaak voor geluk is, dat -het hart op waardige wijze gevuld zal zijn—zelfs met pijn, de bitterste pijn”. En -Sophie Kowalewsky schreef pathetisch, na intellectueele successen, die haar onder -de meest beroemden van haar geslacht geplaatst hebben: “Waarom kan niemand mij liefhebben? -Ik zou meer kunnen geven dan de meeste vrouwen, en toch worden de meest onbeteekenende -vrouwen bemind en ik niet”. Liefde, schijnen ze allen te zeggen, is het eenige ding, -dat in hoogste instantie de moeite waard is. De grootste en schitterendste van de -intellectueele reuzen der wereld bereiken blijkbaar, in hun oogenblikken van hoogste -inzicht, het gewone niveau van de nederige en bijna anonieme personen, die, afgesloten -van de wereld, schreven <i lang="en">The Imitation of Christ</i> of <i lang="en">The Letters of a Portuguese Nun</i>. En hoeveel anderen! -<span class="pagenum">[<a id="pb131" href="#pb131">131</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2911" href="#xd29e2911src">1</a></span> <i lang="la">Meditationes Piissimae de Cognitione Humanae Conditionis</i>, Migne’s <i lang="la">Patrologia</i>, vol. CLXXIV, p. 489, cap. III, “<span lang="la">De Dignitate Animae et Vilitate Corporis</span>”. Het kan de moeite loonen, de krachtige taal van het origineel meer uitvoerig aan -te halen. “<span lang="la">Si diligenter consideres quid per os et nares caeterosque corporis meatus egrediatur -vilius sterquilinum numquam vidisti.… Attende, homo, quid fuisti ante ortum, et quid -es ab ortu usque ad occasum, atque quid eris post hanc vitam. Profecto fuit quando -non eras: postea de vili materia factus, et vilissimo panno involutus, menstruali -sanguine in utero materno fuisti nutritus, et tunica tua fuit pelvis secundina. Nihil -aliud est homo quam sperma fetidum, saccus stercorum, cibus vermium.… Quid suberbis, -pulvis et cinis, cujus conceptus cula, nasci miseria, vivere poena, mori angustia?</span>” <a class="fnarrow" href="#xd29e2911src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2925" href="#xd29e2925src">2</a></span> Zie (in de uitgave van Mignes) <i lang="la">S. Odonis abbatis Cluniacensis Collationes</i>, lib. II, cap. IX. <a class="fnarrow" href="#xd29e2925src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2941" href="#xd29e2941src">3</a></span> Dühren (<i lang="de">Neue Forschungen über die Marquis de Sade</i>, pp. 432 <i>et seq.</i>) bewijst hoe het ascetisch beschouwen van het lichaam van de vrouw b.v. hardnekkig -stand hield bij Schopenhauer en De Sade. <a class="fnarrow" href="#xd29e2941src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2954" href="#xd29e2954src">4</a></span> In “<span lang="en">The Evolution of Modesty</span>” in het eerste deel van deze <i lang="en">Studies</i>, en wederom in het vijfde deel bij het bespreken van de urolagnia in de studie over -“<span lang="fr">Erotic Symbolism</span>”, zijn de wederkeerige reacties van de sexueele en de excretorische centra volledig -behandeld. <a class="fnarrow" href="#xd29e2954src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e2966" href="#xd29e2966src">5</a></span> “<span lang="fr">La Morale Sexuelle</span>”, <i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, Jan., 1907. <a class="fnarrow" href="#xd29e2966src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3005" href="#xd29e3005src">6</a></span> De bovenstaande aanhaling, nu licht gewijzigd, vormde oorspronkelijk een onuitgegeven -deel van een essay over Walt Whitman in <i lang="en">The New Spirit</i>, het eerst uitgegeven in 1889. <a class="fnarrow" href="#xd29e3005src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3050" href="#xd29e3050src">7</a></span> Zelfs in de negende eeuw echter, toen de kloosterbeweging zich snel ontwikkelde, waren -er eenige, die aan de neigingen van de nieuwe asceten weerstand boden. Zoo schreef -in 850 Ratramnus, de monnik, een verhandeling (<i lang="la">Liber de eo quod Christus ex Virgine natus est</i>) om te bewijzen, dat Maria werkelijk Jezus baarde door haar sexueele organen, en -niet, zooals sommige overdreven personen begonnen te denken, dat alleen maar mogelijk -kon zijn door de meer door de conventie fatsoenlijk geoordeelde borsten. De sexueele -organen waren geheiligd. “<span lang="la">Spiritus sanctus … et thalamum tanto dignum sponso sanctifivavit et portam</span>” (Achery, <i lang="la">Specilegium</i>, vol. i. p. 55). <a class="fnarrow" href="#xd29e3050src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3070" href="#xd29e3070src">8</a></span> <i lang="la">Paedagogus</i>, lib. II, cap. X. Ergens anders (<i>id.</i>, lib. II, hoofdst. VI) geeft hij meer in bijzonderheden een opgave, die hetzelfde -bevat. <a class="fnarrow" href="#xd29e3070src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3079" href="#xd29e3079src">9</a></span> Zie bv. Wilhelm Capitaine, <i lang="de">Die Moral des Clemens von Alexandrien</i>, pp. 112 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e3079src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3088" href="#xd29e3088src">10</a></span> <i lang="la">De Civitate Dei</i>, lib. XXII, cap. XXIV. “Het is nergens voor noodig”, zegt hij weer (<i>id.</i>, lib. XIV, cap. V) “dat wij in onze zonden en ondeugden den aard van het vleesch -aanklagen tot beleediging van den Schepper, want in zijn eigen soort en in zijn eigen -mate is het vleesch goed”. <a class="fnarrow" href="#xd29e3088src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3097" href="#xd29e3097src">11</a></span> De heilige Augustinus, <i lang="la">De Civitate Dei</i>, lib. XIV, cap. XXIII–XXVI. Chrysostomus en Gregorius, van Nyssa, meenden, dat in -het Paradijs menschelijke wezens zich zouden vermenigvuldigd hebben door een speciale -wijze van scheppen, maar dat is niet de leer, aangenomen door de katholieke kerk. <a class="fnarrow" href="#xd29e3097src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3108" href="#xd29e3108src">12</a></span> W. Capitaine, <i lang="de">Die Moral des Clemens von Alexandrien</i>, pp. 112 <i>et seq.</i> Zonder het lichaam zou er, verklaarde Tertullianus, geen maagdelijkheid zijn en geen -redding. De ziel zelf is lichamelijk. Hij voert inderdaad zijn idee van de alomtegenwoordigheid -van het lichaam tot in het belachelijke door. <a class="fnarrow" href="#xd29e3108src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3116" href="#xd29e3116src">13</a></span> Rufinus, <i lang="la">Commentarius in Symbolum Apostolorum</i>, cap. XII. <a class="fnarrow" href="#xd29e3116src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3124" href="#xd29e3124src">14</a></span> Migne, <i lang="la">Patrologia Græca</i>, vol. XXVI, pp. 1170 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e3124src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3152" href="#xd29e3152src">15</a></span> Zelfs in hun physieken bouw vertoonen de menschelijke sexueele organen, in vergelijking -met die van de lagere dieren, in het oog vallende verschillen (zie Havelock Ellis, -“<span lang="en">The Mechanism of Detumescence</span>”). <a class="fnarrow" href="#xd29e3152src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3158" href="#xd29e3158src">16</a></span> Het kan misschien goed zijn met Forel (<i lang="de">Die sexuelle Frage</i>, p. 208), er op te wijzen, dat het woord “dierlijk” algemeen en gewoonlijk geheel -onjuist gebruikt wordt in dit verband. Inderdaad, niet alleen voor de hoogere maar -ook voor de lagere uitingen van den sexueelen impuls zou het gewoonlijk juister zijn -in plaats daarvan den term “menschelijk” te gebruiken. <a class="fnarrow" href="#xd29e3158src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3168" href="#xd29e3168src">17</a></span> <i>Loc. cit.</i>, <i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, Jan., 1907. <a class="fnarrow" href="#xd29e3168src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3179" href="#xd29e3179src">18</a></span> Het heeft echter kleur gekregen en is al in de oudste geschiedenis van het Christendom -in verdenking gekomen. Terwijl de heilige Augustinus (<i lang="la">De Civitate Dei</i>, lib. xiv, cap. XV), toegeeft, dat libido of lust de algemeene naam is voor alle -begeerte, voegt hij er aan toe, dat het speciaal gebruikt voor de sexueele begeerte, -terecht en behoorlijk vermengd is met gevoelens van schaamte. <a class="fnarrow" href="#xd29e3179src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3185" href="#xd29e3185src">19</a></span> Hinton geeft een goeden uitleg van dit gevoelen. “Wij noemen lust”, zegt hij in zijn -manuscript, “de eenvoudigste en natuurlijkste verlangens. We zouden evengoed honger -en dorst “lust” kunnen noemen als de sexueele hartstochten, als wij alleen maar den -drang van de natuur willen aanduiden. Wij noemen die ten onrechte “lust” en belasteren -zoodoende wreedaardig hen, aan wie we hem toeschrijven en geven aanleiding tot absolute -wanorde. Want, door dwaas de eischen der natuur te verwarren met lust, doen we ze -geweld aan<span class="corr" id="xd29e3187" title="Niet in bron">.”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e3185src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3248" href="#xd29e3248src">20</a></span> Vele eeuwen tevoren had een ander Fransch schrijver, de bekende dokter <span class="pagenum">[<a id="pb126n" href="#pb126n">126</a>]</span>A. Laurentius (Des Laurens) in zijn <i lang="la">Historia Anatomica Humani Corporis</i> (<span lang="la">lib. VIII, Quaestio VII</span>) eveneens gepeinsd over “de ongelooflijke begeerte naar <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>”, en gevraagd hoe het kwam, dat “dat goddelijke dier, vol van rede en oordeel, dat -wij Mensch noemen, aangetrokken moet worden tot die obscene deelen van vrouwen, die -bevlekt zijn met vuil en, evenals een riool, in de onderste deelen van het lichaam -geplaatst zijn”. Het is opmerkelijk, dat van het begin af aan en evenzeer onder mannen -van godsdienst, mannen van wetenschap en mannen van letterkunde, de geheimzinnigheid -van dit probleem zich bijzonder opgedrongen heeft aan den geest der Franschen. <a class="fnarrow" href="#xd29e3248src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3268" href="#xd29e3268src">21</a></span> Schopenhauer, <i lang="de">Die Welt als Wille und Vorstellung</i>, vol. II, pp. 608 et seq. <a class="fnarrow" href="#xd29e3268src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3278" href="#xd29e3278src">22</a></span> “Misschien is er wel nauwelijks een man”, schreef Maltus, een geestelijke, zowel als -een van de diepste denkers van zijn tijd (<i lang="en">Essay on the Principle of Population</i>, 1798, hoofdst. XI), “die eenmaal het ware genot van deugdzame liefde ondervonden -heeft, die, hoe groot zijn intellectueele genoegens ook geweest mogen zijn, niet op -dezen tijd terugziet als op de zonnige plek van zijn geheele leven, waar zijn verbeelding -gaarne verwijlt, die hij herdenkt en beschouwt met het teerste leedwezen en die hij -het meest zou wenschen nog eens weer te beleven. De voorrang van intellectueele genoegens -boven sexueele bestaat eerder daarin, dat ze meer tijd in beslag nemen en dat ze een -wijder kring beslaan, en daarin dat ze niet zoo gemakkelijk verzadigen, dan daarin, -dat ze meer werkelijk en essentieel zijn.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e3278src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3313" href="#xd29e3313src">23</a></span> Het geheele argument van een ander deel van deze <i lang="en">Studies</i> over “<span lang="en">Sexual Selection in Man</span>” wijst in deze richting. <a class="fnarrow" href="#xd29e3313src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3361" href="#xd29e3361src">24</a></span> “Misschien zijn wel de meeste gewone mannen”, merkt Forel op (<i lang="de">Die sexuelle Frage</i>, p. 307), maar in geringe mate in staat tot de opwinding der liefde; zij staan op -zijn hoogst op het standpunt van den <i lang="fr">gourmet</i>, dat in het geheel niet noodzakelijk een immoreel standpunt is, maar zeker niet het -standpunt der poëzie. <a class="fnarrow" href="#xd29e3361src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e352">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">HET WEZEN DER KUISCHHEID</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb133" href="#pb133">133</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Kuischheid is een wezenlijk bestanddeel van de waardigheid der liefde.—Het verzet -van de achttiende eeuw tegen het kuischheidsideaal.—Onnatuurlijke vormen van kuischheid.—De -psychologische basis van ascetisme.—Ascetisme en kuischheid als deugden onder natuurvolken.—De -beteekenis van Tahiti.—Kuischheid onder barbaarsche volken.—Kuischheid onder de eerste -Christenen.—Worstelingen van de heiligen tegen het vleesch.—De legende van de Christelijke -kuischheid.—Het verval ervan in middeleeuwsche tijden.—<i lang="fr">Aucassin et Nicolette</i> en de nieuwe legende van kuische liefde.—De onkuischheid van de Noordelijke barbaren.—De -poenitentialia.—Invloed van de renaissance en de hervorming.—Het verzet tegen maagdelijkheid -als een deugd.—De moderne opvatting van kuischheid als een deugd.—De invloeden, die -de deugd der kuischheid bevorderen.—Kuischheid als een tucht.—De waarde van kuischheid -voor den kunstenaar.—Potentie en impotentie in de algemeene schatting.—De juiste definities -van ascetisme en kuischheid.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het hooge belang van kuischheid, en zelfs van ascetisme, is nooit te eeniger tijd, -of in een van levenskracht tintelende menschenmaatschappij, geheel zonder erkenning -gebleven. Soms is de kuischheid in de schatting der menschen verheerlijkt en soms -is ze naar beneden gehaald; ze heeft herhaaldelijk den aard van haar uitingen gewijzigd; -maar ze is er altijd geweest. Wat meer zegt: zonder haar kan niemand een mooien, zelfs -een deel van een mooien kijk op de Natuur hebben. “De glorie van de wereld wordt alleen -gezien door een kuischen geest”, zeide Thoreau met zijn fijne overdrijving. “Voor -een ieder, voor wien dit feit geen ontzagwekkend, maar toch mooi mysterie is, bestaan -er geen bloemen in de Natuur”. Zonder kuischheid is het onmogelijk de waardigheid -van sexueele liefde staande te houden. De maatschappij, waarin de waardeering daarvan -tot een minimum daalt, is in de laatste stadia van ontaarding. Kuischheid heeft voor -sexueele liefde een belang, dat ze nooit verliezen kan, en het allerminst tegenwoordig. -</p> -<p>Het is volkomen waar, dat gedurende de achttiende en negentiende eeuw vele moreel -en intellectueel zeer hoogstaande mannen het <span class="pagenum">[<a id="pb134" href="#pb134">134</a>]</span>ideaal van kuischheid uitdrukkelijk veroordeeld hebben. De groote Buffon weigerde -kuischheid als een ideaal te erkennen en verwees toornig naar “die soort van krankzinnigheid, -die de maagdelijkheid van een meisje tot iets wezenlijks gemaakt heeft”, terwijl William -Morris eens, op de hem eigen openhartige wijze, in een bijeenkomst van de <span lang="fr">Fellowship of the New Life</span> verklaarde, dat het <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>ascetisme de meest weerzinwekkende ondeugd is, die de menschelijke natuur bezocht -heeft”. Blake, hoewel hij in den meest conventioneelen zin een strikt moreel man was, -voelt niets dan minachting voor kuischheid en voedt soms een soort van godsdienstigen -eerbied voor het denkbeeld van onkuischheid. Ook Shelley, die in sexueele zaken misschien -niet verstandig geweest is, maar die toch nauwelijks onkuisch genoemd kan worden, -schijnt dikwijls godsdienst en moraal te verbinden niet met kuischheid, maar met onkuischheid, -en ongeveer hetzelfde kan van James Hinton<a class="noteref" id="xd29e3407src" href="#xd29e3407">1</a> gezegd worden. Maar al deze mannen—mèt andere mannen van een hoog karakter, die soortgelijke -meeningen hebben uitgesproken—waren in opstand tegen valsche, decadente en conventioneele -vormen van kuischheid. Zij kantten zich niet tegen een ideaal; zij trachtten een ideaal -te stellen op de plaats waar zij bemerkten, dat een schadelijk voorwendsel prijkte -als een moreele werkelijkheid. -</p> -<p>Wij kunnen geen ideaal van kuischheid aannemen, als we niet onbarmhartig alle onnatuurlijke -en ledige vormen van kuischheid verwerpen. Als kuischheid alleen maar is een vermoeiende -poging om in de sexueele sfeer te wedijveren met de prestaties van mannen, die voor -hun beroep vasten, een poging, die al de krachten van het organisme verbruikt, en -op geen grooter succes uitloopt dan de abstinentie die ze in zich heeft, dan is ze -zeker een onwaardig ideaal. Als ze is een zwak zich onderwerpen aan een uiterlijke -wet der conventie, omdat men geen moed heeft er mee te breken, dan is ze in het geheel -geen ideaal. Als ze een moreel voorschrift is, dat door de eene sekse opgedrongen -wordt aan de andere, dan is ze een onrechtvaardigheid en prikkelt tot verzet. Als -ze is een zich onthouden van de gebruikelijke vormen van sexualiteit, die dan vervangen -worden door meer abnormale of meer geheime vormen, dan is ze eenvoudig een onwerkelijkheid, -gebaseerd op een verkeerde voorstelling. En als ze alleen is een uiterlijk aannemen -van conventies zonder eenige verdere aanname, zelfs in de daad, dan is ze een verachtelijke -klucht. Dit zijn de vormen van <span class="pagenum">[<a id="pb135" href="#pb135">135</a>]</span>kuischheid, die, in de laatste twee eeuwen, vele fijngevoelige mannen met kracht hebben -verworpen. -</p> -<p>Het feit, dat kuischheid of ascetisme een werkelijke deugd is, die aanleiding geeft -tot mooie gebruiken, wordt duidelijk, als we ons voor oogen stellen, dat ze gebloeid -heeft in alle tijden, in verband met alle soorten van godsdiensten en de meest verschillende -moreele wetboeken. Wij vinden ze geldend onder natuurvolken, en de speciale deugden -dier natuurvolken—harding, weerstandsvermogen en doodsverachting—zijn innig verbonden -met het kweeken van kuischheid en ascetisme<a class="noteref" id="xd29e3419src" href="#xd29e3419">2</a>. Het is waar, dat natuurvolken zelden een ideaal van kuischheid hebben in de lagere -moderne beteekenis als een toestand van doorloopende abstinentie van sexueele verhoudingen, -die dan op zichzelf verdienstelijk zou zijn, afgezien van ieder nut. Zij eeren kuischheid -om de magische of werkelijke waarde ervan, als een methode van zelfbeheersching, die -medewerkt tot het bereiken van belangrijke doeleinden. Het vermogen om pijn en dwang -te verdragen is bijna altijd een hoofdbestanddeel bij het inwijden van jonge menschen -tijdens de puberteit. De gewoonte, zich te onthouden van sexueelen omgang vóor oorlogs- -of jachtexpedities en andere ernstige ondernemingen, die groote inspanning van spieren -en hersenen vereischen is, welke de motieven ook zijn waar ze aan toegeschreven wordt, -een wijze methode om kracht te sparen. De zeer ver verspreide gewoonte omgang te vermijden -tijdens de zwangerschap en het zoogen, is weer een uitmuntende voorzorgsmaatregel -in de sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, die het onder de meer beschaafde volken zeer moeilijk is te blijven in acht nemen. -Natuurvolken weten ook zeer wel hoe waardevol sexueele matigheid, te zamen met vasten -en eenzaamheid is, om de geschiktheid te verkrijgen voor buitengewone geestelijke -krachten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Zoo geeft C. Hill Tout (<i lang="en">Journal Anthropological Institute</i>, Jan.–Juni 1905, pp. 143–145) een belangwekkend verslag van de zelftucht, waaraan -diegenen onder de Salische Indianen van Britsch Columbia zich onderwerpen, die shamanistische -krachten trachten te verkrijgen. De psychische uitwerking van zulk oefenen op deze -menschen is, naar Hill Tout zegt, boven allen twijfel verheven. “Ze stelt hen in staat -daden van buitengewone kracht, behendigheid en uithoudingsvermogen te ondernemen en -te volbrengen; en ze geeft hun nu en dan, behalve een algemeene verheffing van de -zinnen, ontwijfelbaar clairvoyante en andere bovennatuurlijke geestelijke en lichamelijke -krachten”. Ook aan de andere zijde van de wereld zijn, zooals aangetoond wordt door -de <i lang="en">Reports of the Anthropological Expedition to Torres Straits</i> (vol. V, p. 321), dergelijke gewoonten gebruikelijk om bovennatuurlijke krachten -te verkrijgen. -<span class="pagenum">[<a id="pb136" href="#pb136">136</a>]</span></p> -<p>Er zijn fundamenteele psychologische redenen voor het veel voorkomen van het ascetisme -en voor de opmerkelijke wijze, waarop het zelfvernietiging in zich sluit, zelfs acuut -physiek lijden. Zulke pijn is een werkelijke psychische prikkel, vooral bij licht -neurotische personen. Het bewijs hiervoor gaf een jonge vrouw, een patient van Janet, -die leed aan geestelijke depressie en die gewoon was verlichting te vinden door even -haar handen en voeten te branden. Zij begreep zelf duidelijk den aard van haar daden. -“Ik voel”, zeide zij, “dat ik een krachtsinspanning doe, als ik mijn handen op de -kachel houd, of als ik kokend water op mijn voeten giet; het is een daad van geweld -en ze maakt mij wakker: ik voel, dat ze werkelijk door mijzelf gedaan wordt en niet -door een ander … Een geestelijke inspanning op zichzelf is mij te moeilijk; ik moet -er physieke krachtsinspanningen voor in de plaats stellen. Ik heb op geen andere wijze -succes gehad; dat is alles; als ik mijzelf er toe breng mij te branden, maak ik mijn -geest voor verscheidene dagen vrijer, lichter en actiever. Waarom spreekt gij van -mijn behoefte aan zelfkastijding? Mijn ouders gelooven hieraan, maar het is belachelijk. -Het zou een zelfkastijding zijn als het lijden aanbracht, maar ik geniet van dit lijden, -het geeft mij mijn geestvermogens terug; het verhindert, dat mijn gedachten stilstaan; -wat zou men niet doen om zulk een geluk te bereiken?” (P. Janet, “<span lang="en">The Pathogenesis of Some Impulsions</span>”, <i lang="en">Journal of Abnormal Psychology</i>, April 1906). Als wij dit psychologisch proces begrijpen, dan kunnen we beseffen -hoe het komt, dat zelfs bij de hoogere godsdiensten, hoeveel ze overigens ook mogen -verschillen, de praktische waarde van ascetisme en zelfkastijding bijna algemeen erkend -is als noodzakelijk ter bereiking van den meest verheven godsdienstigen staat en met -volkomen opgewektheid. “Ascetisme en extase zijn onafscheidelijk”, zooals Probst-Biraben -aan het begin van een belangwekkend geschrift over het Mohammedaansche mysticisme -opmerkt (“<span lang="fr">L’Extase dans le Mysticisme Musulman</span>”, <i lang="fr">Revue Philosophique</i>, Nov. 1906). Slechts door ascetisme bereikt men de geestelijke volmaking.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zoo komt het, dat natuurvolken in ruime mate hun dikwijls bewonderenswaardige handhaving -van ascetisme niet gronden op den praktischen basis, die het zou rechtvaardigen, maar -op den godsdienstigen grondslag, die in discrediet komt met het aangroeien van het -verstand<a class="noteref" id="xd29e3464src" href="#xd29e3464">3</a>. Maar zelfs als de nauwgezette voorschriften van natuurvolken, zoowel in sexueele -als in niet-sexueele zaken zonder eenigen merkbaren gezonden basis zijn, dan kan toch -niet gezegd worden dat ze volkomen nutteloos zijn, als zij er toe leiden zelfbeheersching -en het gevoel van eerbied aan te moedigen<a class="noteref" id="xd29e3471src" href="#xd29e3471">4</a>. De <span class="pagenum">[<a id="pb137" href="#pb137">137</a>]</span>zoogenaamde intelligente en praktische volken, die oorspronkelijke gebruiken opgeven, -omdat die hun doelloos toeschijnen of zelfs belachelijk, moesten een nog fijner practischen -zin hebben en een nog grooter verstand om te begrijpen dat, al zijn de redenen voor -de gebruiken verkeerd geweest, toch de gebruiken zelf noodzakelijke methoden kunnen -geweest zijn om persoonlijke en maatschappelijke capaciteiten te verkrijgen. Het gebeurt -voortdurend in den loop van de beschaving, dat wij oude gebruiken moeten doen herleven, -en dat wij ze moeten voorzien van nieuwe redenen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Als wij de moreele hoedanigheid van kuischheid onder de natuurvolken beschouwen, dan -moeten we zorgvuldig die kuischheid afscheiden, die onder half barbaarsche volken -uitsluitend aan vrouwen opgelegd is. Deze heeft in het geheel geen moreele hoedanigheid, -want ze wordt niet uitgeoefend als een nuttige tucht, maar ze wordt alleen opgedrongen -om de economische en erotische waarde van de vrouwen te verhoogen. Vele autoriteiten -meenen, dat het beschouwen van vrouwen als eigendom, de ware oorzaak is voor het wijd -verspreide aandringen op maagdelijkheid in bruiden. Zoo zegt A. B. Ellis, waar hij -spreekt over de Westkust van Afrika (<i lang="en">Yoruba-Speaking Peoples</i>, pp. 183 <i>et seq.</i>), dat meisjes van goeden stand verloofd worden terwijl ze nog slechts kinderen zijn, -en dat ze zorgvuldig tegen mannen beschermd worden; terwijl meisjes van de lagere -klassen zelden verloofd zijn, en mogen leven, zooals ze dat zelf willen. “In deze -gewoonte van kinderverlovingen vinden we waarschijnlijk den sleutel tot dien merkwaardigen -eerbied voor kuischheid vóór het huwelijk, die niet alleen gevonden wordt onder de -stammen van de Goudkust en de Slavenkust, maar ook onder vele andere onbeschaafde -volken in verschillende deelen der wereld”. In een geheel anderen streek, in Noord-Siberië, -“zien de Yakuts”, zooals Sieroshevski zegt (<i lang="en">Journal Anthropological Institute</i>, Jan.—Juni 1901, p. 96), “niets immoreels in onwettige liefde, als er maar niemand -materieele schade door ondervindt. Het is waar, dat ouders een dochter beknorren, -als haar gedrag hen dreigt te berooven van hun deel aan den bruidsschat; maar als -zij eenmaal de hoop verloren hebben haar uit te huwelijken, of als de bruidschat betaald -is, dan vertoonen zij een volkomen onverschilligheid voor haar gedrag. Meisjes, die -geen huwelijk meer verwachten, worden in het geheel niet teruggehouden; als zij het -decorum in acht nemen, dan is dat alleen uit eerbied voor de gewoonte”. Westermarck -toont ook (in <i lang="en">History of Human Marriage</i>, pp. 123 <i>et seq.</i>) het verband aan tusschen de hooge achting voor de maagdelijkheid en de opvatting -de vrouw als bezit te beschouwen, en als hij in zijn later werk, <i lang="en">The Origin and Development of the Moral Ideas</i> (vol. II, Ch. XLII), op de kwestie terugkomt, na er op gewezen te hebben, dat “het -koophuwelijk zoo den standaard der vrouwelijke kuischheid heeft verhoogd”, verwijst -hij (p. 437) naar het veelbeteekenend feit, dat het verleiden van een ongetrouwd meisje -“voornamelijk, zoo niet uitsluitend, beschouwd wordt als een beleediging, aangedaan -aan de ouders of de familie van het meisje”, en er is geen aanwijzing, dat natuurvolken -ooit gemeend hebben, dat er eenig kwaad gedaan werd aan de vrouw zelf. Westermarck -zegt terzelfder tijd, dat de voorkeur aan maagdelijkheid gegeven, ook een biologischen -basis heeft in het instinctieve gevoel van jaloezie jegens vrouwen, die omgang hebben -gehad met andere mannen, en vooral in de erotische bekoring, die er voor mannen gelegen -is in den gemoedstoestand van verlegenheid, die met maagdelijkheid samengaat. -</p> -<p>Het is nauwelijks nodig hier bij te voegen, dat het aandringen op maagdelijkheid van -bruiden in het geheel niet, zooals A. B. Ellis schijnt te meenen, beperkt is tot onbeschaafde -volken, en het is ook niet noodig, dat het koopen van vrouwen er altijd mede samengaat. -De voorkeur bestaat nog <span class="pagenum">[<a id="pb138" href="#pb138">138</a>]</span>steeds, niet alleen krachtens zijn natuurlijken biologischen basis, maar als een verfijning -en uitbreiding van het denkbeeld dat de vrouw eigendom is, onder die volken, die evenals -wijzelven een vorm van huwelijk hebben geërfd, die tot zekere hoogte gebaseerd is -op den koop van de vrouw. Onder zulke omstandigheden heeft de kuischheid van een vrouw -een belangrijke maatschappelijke functie te vervullen, daar ze, zooals Mrs. Mona Caird -gezegd heeft (<i lang="en">The Morality of Marriage</i>, 1897, p. 88), de wachthond is van het bezit van den man. Het feit, dat geen element -van ideale moraal in het geding komt, blijkt wel uit het gewoonlijk afwezig zijn van -eenigen eisch van kuischheid vóór het huwelijk bij den man. -</p> -<p>Wij moeten niet meenen, dat, indien er, zooals meestal het geval is, geen volkomen -en voortdurend verbod van buitenechtelijken omgang is, enkel onbeperkte vrijheid overheerschend -is. Dat is blijkbaar nooit ergens onder onvervalschte natuurvolken het geval geweest. -Regel is blijkbaar, dat er, evenals onder de stammen in Straat Torres (<i lang="en">Reports Cambridge Anthropological Expedition</i> vol. v, p. 275), geen volkomen onthouding is vóór het huwelijk, maar ook geen onbeperkte -vrijheid. -</p> -<p>Het voorbeeld van Tahiti is leerrijk wat het algemeen voorkomen van kuischheid betreft -onder volken, die wij gewoonlijk beschouwen als op lagen trap van beschaving staande. -Tahiti is, volgens allen, die het bezocht hebben, van de eerste onderzoekers af tot -dien beroemden Amerikaanschen dokter wijlen Dr. Nicholas Senn toe, een eiland, dat -eigenschappen bezit van natuurlijke schoonheid en uitmuntendheid van klimaat, die -we onmogelijk te hoog kunnen stellen. “Ik scheen overgeplant te zijn in den hof van -Eden”, zeide Bougainville in 1768. Maar, vooral onder den invloed van de eerste Engelsche -zendelingen, die denkbeelden hadden over theoretische moraal, geheel verschillend -van die van de bewoners van die eilanden, zijn de bewoners van Tahiti het geijkte -voorbeeld geworden van een bevolking, overgegeven aan losbandigheid en al de verschrikkelijke -gevolgen ervan. Zoo zegt William Ellis in zijn beroemde <i lang="en">Polynesian Researches</i> (second edition, 1832, vol. i Ch. IX), dat de bewoners van Tahiti “de ergste bevlekkingen -in praktijk brachten, waaraan een mensch schuldig kon zijn”, hoewel hij ze niet nader -aanduidt. Als wij echter zorgvuldig de verhalen van de eerste bezoekers van Tahiti -nagaan, voordat de bevolking besmet werd door de aanraking met de Europeanen, dan -wordt het duidelijk, dat deze beschouwing ernstig behoefte heeft aan wijziging. “De -groote overvloed van goed en voedzaam voedsel”, schreef een der eerste onderzoekers, -J. R. Forster (<i lang="en">Observations Made on a Voyage Round the World</i>, 1778, pp. 231, 409, 422), “gepaard met het mooie klimaat, de schoonheid en de toeschietelijkheid -van de vrouwen van het land, noodigen zeer tot de vreugden en genoegens van de liefde. -Zij beginnen al zeer vroeg zich over te geven aan de meest losbandige tooneelen. Hun -liederen, hun dansen en dramatische uitvoeringen, ademen een geest van weelderigheid”. -Toch wordt hij ieder keer gedrongen feiten mede te deelen, die blijk geven van de -deugden van deze menschen. Hoewel tamelijk verwijfd van bouw, zijn ze athletisch, -zegt hij. Bovendien vechten zij in hun oorlogen met grooten moed en ongeëvenaarde -dapperheid. Verder zijn ze gastvrij. Hij merkt op, dat zij hun getrouwde vrouwen met -grooten eerbied behandelen, en dat de vrouwen over het algemeen bijna de gelijken -zijn van de mannen, zoowel in verstand als in maatschappelijke positie; hij geeft -een mooie beschrijving van de vrouwen. “In het kort, hun karakter is zoo beminnelijk”, -besluit Forster, “als dat van eenige natie, die ooit onverbeterd uit de handen der -Natuur kwam”, en hij merkt op, dat, zooals door de volken van de Zuidzee in het algemeen -gevoeld werd, we altijd, als we naar dit gelukkige eiland kwamen, duidelijk den rijkdom -en het geluk van zijn inwoners konden bemerken. <a id="xd29e3524"></a>Het is ook opmerkelijk, dat ondanks het groote belang, dat de bewoners van Tahiti -hechtten aan de erotische zijde van het leven, zij niet te kort schoten in eerbied -voor de kuischheid. Toen Cook, die Tahiti verscheidene malen <span class="pagenum">[<a id="pb139" href="#pb139">139</a>]</span>bezocht, te midden van “dit welwillende en menschlievende” volk was, merkte hij hun -achting voor kuischheid op, en bevond hij, dat, niet alleen verloofde meisjes streng -bewaakt werden voor het huwelijk, maar dat men ook meende, dat mannen, die zich eenigen -tijd voor het huwelijk van sexueelen omgang onthouden hadden, bij hun dood onmiddellijk -naar het verblijf der gezegenden overgingen. “Hun gedrag schijnt, bij alle gelegenheden, -een groote openhartigheid en edelmoedigheid van aard aan te duiden. Ik heb ze nooit, -onder welke moeilijkheid ook, zien werken onder een schijn van angst, nadat het kritieke -oogenblik voorbij was. En ook schijnt nooit de zorg hun voorhoofd te rimpelen. Integendeel -kan zelfs de nadering van den dood hun gewone levendigheid niet veranderen” (<i lang="en">Third voyage of Discovery</i>, 1776–1780). Turnbull bezocht Tahiti op een lateren tijd, (<i lang="en">A Voyage Round the World in 1800</i>, etc., pp. 374–5), maar terwijl hij allerlei ondeugden onder hen vindt, moet hij -toch hun deugden erkennen: “Hun wijze van vreemdelingen toe te spreken, is, van den -koning tot den minsten onderdaan, in de hoogste mate beleefd en minzaam … Zij leven -voorzeker onder elkaar in meer harmonie dan het de gewoonte is onder Europeanen. Den -geheelen tijd, dat ik onder hen verkeerde, heb ik nooit zoo iets als een gevecht gezien … -Ik herinner mij niet, dat ik ooit een bewoner van Tahiti gezien heb, die uit zijn -humeur was. Zij bespotten elkaar vrijer dan de Europeanen, maar deze spotternijen -worden nooit slecht opgenomen … Wat voedsel aangaat, is het, geloof ik, een onveranderlijke -wet in Tahiti, dat al wat de een bezit, voor allen gemeenschappelijk is”. Zoo zien -we, dat zelfs bij een volk, waarnaar gewoonlijk verwezen wordt als naar het voorbeeld -bij uitnemendheid van een natie, die overgegeven is aan onbeteugelde losbandigheid, -de eischen der kuischheid werden erkend, en vele andere deugden krachtig bloeiden. -De bewoners van Tahiti waren dapper, gastvrij, vol zelfbedwang, beleefd, zij sloegen -acht op de behoeften van anderen, waren ridderlijk voor vrouwen, waardeerden zelfs -de voordeelen van sexueele beperking, in een mate, zooals ze zelden of misschien wel -nooit gekend is onder die Christelijke naties, die op hen hebben neergezien, alsof -ze overgegeven waren aan verschrikkelijke ondeugden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als wij ons van de natuurvolken afwenden naar de volken in de barbaarsche en de beschaafde -stadiën, vinden wij een algemeene neiging tot kuischheid, in zoover ze een gewoon -bezit is onder de lagere klassen, die minder in acht genomen behoeft te worden, of -alleen maar behouden wordt als een traditioneele conventie, die in onbruik begint -te geraken. De oude beweegredenen voor de kuischheid in primitieve godsdiensten en -<i>tabu</i> hebben hun kracht verloren en geen nieuwe beweegredenen zijn ervoor in de plaats -gekomen. “Hoewel de vooruitgang der beschaving”, schreef Gibbon lang geleden, “ongetwijfeld -er toe bijgedragen heeft de woestere hartstochten van de menschelijke natuur te verzachten, -schijnt ze minder gunstig geweest te zijn voor de deugd der kuischheid”, en Westermarck -komt tot het besluit, dat “ongeregelde betrekkingen tusschen de seksen over het geheel -een neiging hebben vertoond zich met den voortgang van de beschaving te ontwikkelen”. -</p> -<p>Het voornaamste verschil in de maatschappelijke functie van kuischheid als deugd, -schijnt bij den overgang van primitieve toestanden tot de hoogere stadiën van beschaving, -te zijn, dat ze ophoudt te bestaan als een algemeene hygiënische maatregel <span class="pagenum">[<a id="pb140" href="#pb140">140</a>]</span>of als een algemeene regel van ceremonieel, en voor het grootste deel beperkt wordt -tot speciale philosofische en godsdienstige sekten, die ze tot een uitersten graad, -min of meer als een beroep aankweeken. Dit is de stand van zaken in het Romeinsche -Keizerrijk tijdens de eerste eeuwen van het Christelijk tijdperk<a class="noteref" id="xd29e3544src" href="#xd29e3544">5</a>. Het Christendom zelf was in het begin een van die sekten, welke bekoord waren door -het ideaal van de kuischheid; maar door zijn grootere levenskracht verving het al -de andere en drong ten slotte zijn idealen, niet zijn primitieve gebruiken, op aan -de Europeesche maatschappij in het algemeen. -</p> -<p>De kuischheid vertoonde zich in het primitieve Christendom op twee verschillende, -toch niet aan elkaar tegenovergestelde wijzen. Aan den eenen kant nam het een strengen -en praktischen vorm aan bij krachtige mannen en vrouwen, die, na opgevoed te zijn -in een maatschappij, die een hoogen graad van sexueele vrijheid toestaat, plotseling -overtuigd werden van het zondige van zulk een toegeven. De strijd met de maatschappij, -waarin ze geboren waren, en met hun eigen oude aandriften en gewoonten, werd zoo hevig, -dat zij zich dikwijls gedrongen zagen zich geheel van de wereld terug te trekken. -Zoo kwam het, dat de dorre woestijnen van Egypte bevolkt werden met hermieten, die -zich voornamelijk bezig hielden met het vraagstuk, hun eigen vleesch te onderwerpen. -Men kan wel zeggen, dat hun aandacht voor sexueele zaken, ook merkbaar in de oudste -Christelijke literatuur, veel grooter was, dan het geval was in de heidensche maatschappij, -die zij verlaten hadden. Het heidendom was toegevend in sexueele aangelegenheden, -en kon ze dus uit zijn gedachten bannen, zoodat we in de klassieke literatuur zeer -weinig melding vinden gemaakt van sexueele bijzonderheden, behalve bij schrijvers -zooals Martialis, Juvenalis en Petronius, die ze speciaal voor satirische doeleinden -invoeren. Maar de Christenen konden niet ontsnappen aan de benauwenis der sexualiteit; -ze was altijd met hen. Wij krijgen nu en dan belangwekkende kijkjes op hun worstelingen, -in de Brieven van den heiligen Jeronimus, die zelf een athleet geweest is in dezen -ascetischen strijd. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“O, hoe dikwijls”, schreef de heilige Jeronimus aan Antiochia, de maagd aan wie hij -een van de langste en meest belangwekkende van zijn brieven richtte, “heb ik in de -woestijn, in die wijde eenzaamheid, die, verbrand door de gloeiende stralen der zon, -slechts een afschuwelijke woonplaats aanbiedt aan monniken, mijzelf voorgesteld te -midden van de genoegens van Rome! Ik was alleen, want mijn ziel was vol bitterheid. -Mijn ledematen waren bedekt met een ellendigen zak en mijn huid was zoo zwart als -die van een Ethiopiër. <span class="pagenum">[<a id="pb141" href="#pb141">141</a>]</span>Iederen dag weende en steunde ik, en als ik buiten mijn wil door slaap overvallen -werd, lag mijn magere lichaam op den naakten grond. Ik zeg niets van mijn voedsel -en drank, want in de wildernis hebben zelfs zieken geen anderen drank dan koud water, -en gekookt voedsel wordt beschouwd als een weelde. Nu dan, ik, die mijzelf uit vrees -voor de hel tot deze gevangenis veroordeeld had, een metgezel van schorpioenen en -wilde dieren, scheen dikwijls in mijn verbeelding onder troepen jonge meisjes te vertoeven. -Mijn gezicht was bleek van het vasten en mijn geest in mijn koude lichaam gloeide -van begeerte; het vuur der wellust vlamde nog op in een lichaam, dat reeds dood scheen. -Dan, van alle hulp verstoken als ik was, wierp ik mij voor de voeten van Jezus, waschte -ze met mijn tranen en droogde ze met mijn haren en bracht mijn vleesch door lang vasten -ten onder. Ik herinner mij, dat ik meer dan eens den nacht doorbracht schreeuwende -en mij op de borst slaande, tot God mij vrede zond”. “Onze eeuw”, schreef de heilige -Chrysostomus in zijn <i lang="en">Discourse to Those Who keep Virgins in Their Houses</i>, “heeft vele mannen gezien, die hun lichamen met kettingen gebonden hebben, die zich -gekleed hebben in zakken, die zich teruggetrokken hebben tot de toppen der bergen, -waar zij geleefd hebben in voortdurend bidden en vasten, en die het voorbeeld gaven -van de strengste tucht en alle vrouwen verboden den drempel van hun nederige woning -te overtreden; en toch, ondanks al de gestrengheid, die zij op zichzelf toepasten, -konden zij nog maar met moeite de woede van hun hartstochten onderdrukken”. Hilarion, -zegt Jeronimus, zag visioenen van naakte vrouwen als hij neerlag op zijn eenzaam leger, -en heerlijke maaltijden, als hij neerzat aan zijn sober maal. Zulke ondervindingen -maakten de eerste heiligen zeer nauwgezet. “Zij zeiden”, zoo vertelt men ons in de -belangwekkende geschiedenis van de Egyptische kluizenaars in het <i lang="en">Paradise of the Holy Fathers</i> van Palladius, hetwelk behoort tot de vierde eeuw (A. W. Budge, <i lang="en">The Paradise</i>, vol. II, p. 129), “dat Abbâ Isaac uitging en op den weg een voetspoor van een vrouw -vond, en hij dacht er over na in zijn geest en vernietigde hem, zeggende, “als een -broeder hem ziet, zou hij kunnen vallen”.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Evenzoo mochten, volgens de regels van den heiligen Caesarius van Arles voor nonnen, -geen kleedingstukken van mannen in het klooster gebracht worden om ze te wasschen -of te verstellen. Zelfs in den ouderdom bleef er nog een zekere ongerustheid bestaan -over de kuischheid. Een van de broeders, naar ons verteld wordt in <i lang="en">The Paradise</i> (p. 132) zeide tot Abbâ Zeno, “Zie, gij zijt oud geworden, hoe is <span class="corr" id="xd29e3574" title="Bron: hef">het</span> met de ontucht?” De waardige heilige antwoordde, “Ze klopt aan, maar ze gaat voorbij”. -</p> -<p>Naarmate de eeuwen voorbijgingen bleef dezelfde groote ongerustheid nog bestaan, en -de oude strijd kwam voortdurend weer voor den dag (zie b.v. Migne’s <i lang="fr">Dictionnaire d’Ascétisme</i>, art. “<span lang="fr">Démon, Tentation du</span>”). Het is waar, dat sommige heiligen zoo bovenaardsch aangelegd waren, dat zij nooit -den prikkel van het sexueel verlangen gevoelden. Deze schijnen echter uitzondering -geweest te zijn. De heilige Benedictus en de heilige Franciscus ondervonden zeer zeker -de moeilijkheid van het ten onder brengen van het vleesch. De heilige Magdalena de -Pozzi rolde zich, om sexueele verlangens te verjagen, tot bloedens toe op doornige -struiken. Sommige heiligen hadden een speciale ton met water in hun cellen waar ze -in konden gaan staan (Lea, <i lang="en"><span class="corr" id="xd29e3586" title="Bron: Sacerdotical">Sacerdotal</span> Celibacy</i>, vol. I, p. 124). Aan den anderen kant vertelt ons de heilige Angela de Fulginio -in haar <i lang="la">Visiones</i> (cap. XIX) dat zij, zoolang, totdat haar biechtvader het haar verbood, brandende -kolen in haar geheime deelen bracht, in de hoop door werkelijk vuur het branden van -de ontuchtige begeerte uit te dooven. St. Aldhelm, de heilige bisschop van Sherborne -in de achtste eeuw, nam ook een homoeopathische wijze van behandelen aan, en dan van -een meer letterlijke soort, want William van Malmsbury zegt, dat hij, als hij door -het vleesch in verleiding kwam, vrouwen bij zich liet komen zitten en liggen, totdat -hij weer kalm werd; de methode bleek zeer doelmatig, omdat, naar men meende, de Duivel -voelde, dat hij voor den gek was gehouden. -<span class="pagenum">[<a id="pb142" href="#pb142">142</a>]</span></p> -<p>Na eenigen tijd werd de Katholieke praktijk en theorie van het ascetisme meer formeel -en uitgebreid, en de weldadige gevolgen ervan strekten zich, naar men meende, verder -uit dan het individu zelf. “Ascetisme van het Christelijk standpunt”, schrijft Brenier -de Montmorand in een belangwekkende studie (“<span lang="fr">Ascétisme et Mysticisme</span>”, <i lang="fr">Revue Philosophique</i>, Maart, 1904) “is niets anders dan al de therapeutische middelen, samenwerkend tot -moreele heiliging. De Christelijke asceet is een athleet, die zijn verdorven natuur -tracht te veranderen en een weg tot God te banen door de hinderpalen heen, die door -zijn hartstochten en door de wereld veroorzaakt worden. Hij werkt niet alleen in zijn -eigen belang, maar—door den terugslag van verdienste, welke die der solidariteit in -de dwaling weer goed maakt—voor het nut en het heil van de geheele maatschappij”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Dit is het gezichtspunt van de ascese, waarop het oudste Christendom het meest den -nadruk gelegd heeft. Maar er is een ander gezichtspunt, dat misschien minder gewoon -is, maar dat in het geheel niet minder van belang is geweest. Primitieve Christelijke -kuischheid was aan den eenen kant een strenge tucht. Aan den anderen kant was ze romantisch -en dit was wel de meest speciaal Christelijke kant, want athletisch ascetisme is verbonden -geweest met de meest verschillende godsdienstige en philosofische geloofsbelijdenissen. -Als ze niet de bekoring bezeten had van een nieuwe sensatie, van een verrukkelijke -vrijheid, van een onbekend avontuur, dan zou ze nooit de Europeesche wereld veroverd -hebben. Er zijn er in die wereld maar enkelen, die den aanleg voor moreele athleten -in zich hebben; er zijn er velen, die op de aantrekkelijkheid van het romantische -reageeren. -</p> -<p>De Christenen verwierpen de grovere vormen van sexueel toegeven, maar terwijl ze dat -deden, gaven zij zich met des te meer ijver over aan de meer verfijnde vormen van -sexueele intimiteit. Zij kweekten een verhouding aan van broeders en zusters, zij -kusten elkaar; op een bepaalden tijd schaamden zij zich niet, bij de geestelijke braspartij -van den doop bij voorbeeld, volkomen naakt te zijn<a class="noteref" id="xd29e3607src" href="#xd29e3607">6</a>. -</p> -<p>Een zeer leerrijk beeld van de vormen, die de kuischheid onder de eerste Christenen -aannam, is ons gegeven in de verhandeling van den heiligen Chrysostomus <i lang="en">Against Those who Keep Virgins in their Houses</i>. Onze vaders, begint Chrysostomus, kenden alleen maar twee vormen van sexueele intimiteit, -huwelijk en ontucht. Nu is er een nieuwe vorm voor den dag gekomen: mannen nemen jonge -meisjes in hun huis en houden die daar doorloopend, terwijl ze haar maagdelijkheid -eerbiedigen. “Wat”, vraagt Chrysostomus, “is de reden? Het schijnt mij toe, dat het -leven te zamen met een vrouw, aangenaam is, zelfs buiten huwelijksvereeniging en vleeschelijken -omgang. Dat is mijn gevoelen; en misschien is het <span class="pagenum">[<a id="pb143" href="#pb143">143</a>]</span>niet mijn gevoelen alleen; het is misschien ook het gevoelen van deze mannen. Zij -zouden hun eer niet zoo te grabbel gooien en geen aanleiding geven tot zulke schandalen, -als dit genoegen niet hevig en tyranniek was.… Dat deze verhouding werkelijk genoegen -geeft, dat ze een liefde veroorzaakt, die vuriger is dan huwelijksvereeniging, zal -u misschien in het eerst verwonderen. Maar als ik u de bewijzen geef, zult ge overtuigd -zijn van de waarheid mijner bewering”. <a id="xd29e3617"></a>In het huwelijk, gaat hij voort, leidt de afwezigheid van beperking der begeerte dikwijls -tot spoedige walging, en zelfs afgezien daarvan verwoesten de sexueele omgang, zwangerschap, -geboorte, het zoogen, het opvoeden van kinderen, en al de moeiten en pijnen en angsten, -die met deze dingen samengaan, de jeugd en stompen het genoegen af. De maagd is vrij -van deze lasten. Zij behoudt haar kracht en jeugd, en zelfs op den leeftijd van veertig -kan zij wedijveren met het jonge huwbare meisje. “Een dubbele gloed brandt dus in -het hart van hem, die haar liefheeft en met haar leeft, en nooit dooft de bevrediging -van het verlangen de heldere vlam, die voortdurend in kracht toeneemt”. Chrysostomus -beschrijft in bijzonderheden al de kleine zorgen en attenties, waaraan de moderne -meisjes van zijn tijd behoefte hadden, en die deze mannen met vreugde aan hun maagdelijke -geliefden besteedden, zoowel in het publiek als tehuis. Hij kan echter niet nalaten -te denken, dat de man, die een vrouw, wier maagdelijkheid hij eerbiedigt, met kussen -en liefkoozingen overlaadt, zichzelf Tantaluskwellingen aandoet. Maar deze nieuwe -verfijning van teedere kuischheid, die als een heerlijke <span class="corr" id="xd29e3619" title="Bron: ohtdekking">ontdekking</span> kwam tot de eerste Christenen, die resoluut de losbandigheid van de heidensche wereld -hadden verworpen, had diepe wortels geschoten, zooals wij kunnen opmerken uit de veelvuldigheid, -waarmee de ernstige Kerkvaders, bang voor schandaal, zich geroepen gevoelden ze te -laken, hoewel hun veroordeeling soms niet zonder geheime sympathie is<a class="noteref" id="xd29e3622src" href="#xd29e3622">7</a>. -</p> -<p>Er was éen vorm, waarin de nieuwe Christelijke kuischheid overvloedig en ongehinderd -bloeide: zij maakte zich meester van de literatuur. De bekoorlijkste en zeker de meest -populaire literatuur van de oudste kerk vormden de onnoemelijk vele legenden van erotische -kuischheid—tot zekere hoogte misschien wel gebaseerd op feiten—die samengevat zijn -in de <i lang="la">Acta Sanctorum</i>. Wij kunnen, zelfs in de meest eenvoudige en weinig wonderbaarlijke <span class="pagenum">[<a id="pb144" href="#pb144">144</a>]</span>oudste Christelijke verslagen van het martelaarschap van vrouwen zien, dat de schrijvers -zich volkomen bewust waren van de teere bekoring van de heldin, die, evenals Perpetua, -in Carthago, door wilde dieren in de arena heen en weer geworpen, opstaat om zich -in haar gescheurde kleeren te hullen en haar verwarde haren in orde te brengen<a class="noteref" id="xd29e3635src" href="#xd29e3635">8</a>. Van deze legenden tot de verhalen van romantisch avontuur was een gemakkelijke stap. -Onder deze heerlijke verhalen mag ik voornamelijk verwijzen naar de legende van Thekla, -die, misschien wel ten onrechte, al in de eerste eeuw gesteld wordt, “De Bruid en -Bruidegom van Indië” in de handelingen van <i>Judas Thomas</i>, “De Maagd van <span class="corr" id="xd29e3645" title="Bron: Antiochie">Antiochië</span>”, verteld door den heiligen Ambrosius, de geschiedenis van “Achillus en Nereus”, -“Mygdonia en Karish”, en “Twee Minnenden van Auvergne”, zooals ze verteld zijn door -Gregorius van Tours. De oudste Christelijke literatuur is vol van verhalen van minnenden, -die hun kuischheid bewaard hadden, en die toch de heerlijkste geheimen van de liefde -hadden ontdekt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Thekla’s dag is de drie en twintigste September. Er is een zeer goede Syrische lezing -(door Lipsius en anderen beschouwd als ouder dan de Grieksche vertaling) van de <i>Handelingen van Paul en Thekla</i> (zie b.v. van Wright, de <i lang="en">Apocryphal Acts</i>). Deze Acts behooren tot het tweede gedeelte van de tweede eeuw. De geschiedenis -is, dat Thekla, daar ze weerstand bood aan den hartstocht van den hoogepriester van -<span class="corr" id="xd29e3657" title="Bron: Syrie">Syrië</span>, naakt op een gordel (<i lang="la">subligaculum</i>) na, geplaatst werd op den rug van een leeuwin, die haar de voeten likte en tegen -de andere dieren vocht, en die bij haar verdediging stierf. De andere dieren deden -haar echter geen kwaad en zij werd eindelijk los gelaten. Een koningin overlaadde -haar met geld, zij veranderde haar kleeding om er als een man uit te zien, ging op -reis om Paulus te ontmoeten, en bereikte een hoogen ouderdom. Sir W. M. Ramsay heeft -een belangwekkende studie over deze <i>Handelingen</i> geschreven (<i lang="en">The Church in the Roman Empire</i>, hoofdstuk XVI). Hij meent, dat de <i>Handelingen</i> hun grondslag vinden in een document uit de eerste eeuw, en hij ziet kans om verscheidene -elementen van waarheid uit het verhaal los te warren. Hij zegt, dat het het eenige -bewijs is, hetwelk wij bezitten van de denkbeelden en van de daden van vrouwen gedurende -de eerste eeuw in Klein-Azië, waar haar positie zoo hoog was en haar invloed zoo groot. -Thekla vertegenwoordigt de handhaving van de rechten der vrouw en zij diende het sacrament -van den doop toe, hoewel deze trekken in de bestaande vertalingen van de <i>Handelingen</i> onduidelijk geworden zijn of uitgewischt. -</p> -<p>Sommige van de meest typische van deze Christelijke legenden worden beschreven als -Gnostisch in oorsprong, met iets van de zaden van het Manichaeisch dualisme, die vervat -waren in den schoot van het gnosticisme, terwijl de geest van deze legenden ook zeer -Montanistisch is, met de gemengde kuischheid en gloed, den uitgesproken feministischen -toon, die past bij den oorsprong ervan in Klein-Azië, en die het kenmerk was van het -Montanisme. Het kan echter niet ontkend worden, dat zij in grooten getale overgingen -in den stroom van Christelijke traditie, en een essentieel en belangwekkend deel van -die traditie vormen. (Renan wijst, in zijn <i lang="fr">Marc-Aurèle</i>, hoofdst. IX en XV, op de enorme schuld van het Christendom aan Gnostische en Montanistische -<span class="pagenum">[<a id="pb145" href="#pb145">145</a>]</span>bijdragen). Een karakteristiek voorbeeld is de geschiedenis van “De Verloofde uit -Indië” in de <i>Handelingen</i> van <i>Judas Thomas</i> (Wright’s <i lang="en">Apocryphal Acts</i>). Judas Thomas werd door zijn meester Jezus verkocht aan een Indischen koopman, die -een timmerman noodig had om met hem naar Indië te gaan. Toen ze zich in de stad Sandaruk -ontscheepten, hoorden ze de tonen van muziek en zang, en werd hun verteld, dat het -het huwelijksfeest was van de dochter des konings, waarbij allen moesten tegenwoordig -zijn, rijken en armen, slaven en vrijen, vreemdelingen en burgers. Judas Thomas ging, -met zijn nieuwen meester naar het feestmaal en lag aan, met een myrthe guirlande op -zijn hoofd geplaatst. Toen een Joodsche fluitspeler kwam en tegenover hem ging staan -en speelde, zong hij de liederen van Christus, en zij zagen, dat hij schooner was -dan allen, die daar waren en de koning liet hem roepen om het jonge paar te zegenen -in de huwelijkskamer. En toen zij allen weg waren gegaan en de deur van de huwelijkskamer -gesloten was, naderde de bruigom de bruid, en het scheen hem toe, alsof Judas Thomas -nog met haar praatte. Maar het was onze Heer, die tot hem zeide: “Ik ben niet Judas, -maar zijnen broeder”. En onze Heer zat neer op het bed naast de jonge menschen en -begon tot ze te zeggen: “Herinner u, mijn kinderen, wat mijn broeder tot u gesproken -heeft, en weet aan wien hij u opgedragen heeft, en weet, dat als gij uzelven bewaart -voor dien onreinen omgang, gij reine tempels zult worden en beveiligd tegen vele en -verborgen smarten en tegen den zwaren zorg van kinderen, waarvan het einde altijd -bittere smart is. Om hunnentwille zult gij onderdrukkers worden en roovers, en gij -zult bitter lijden door hun verkeerdheden. Want kinderen zijn de oorzaak van vele -ellenden; hetzij de koning beslag op hen legt, of dat een duivel ze te pakken neemt, -of dat zij bezocht worden door verlamming. En als zij gezond zijn, komen zij tot het -kwade, door echtbreken of diefstal, of ontucht of begeerte, of ijdelheid. Maar als -gij u door mij wilt laten raden, en uzelven rein voor God zult bewaren, dan zult gij -levende kinderen hebben, tot wie geen van deze ellenden en bezwaren komen; en gij -zult zonder zorg zijn en zonder ergernis en zonder smart, en gij zult hopen op den -tijd, waarop gij het ware huwelijksfeest zult aanschouwen”. Het jonge paar was overtuigd; -zij zagen van den wellust af en onze Heer verdween. En ’s morgens toen de dag aanbrak, -liet de koning de tafel vroeg aanrichten, en bracht die binnen bij den bruidegom en -de bruid. En hij vond ze tegenover elkaar zitten, en het gelaat der bruid was onbedekt -en de bruidegom was zeer vroolijk. De moeder van de bruid zeide tot haar: “Waarom -zit je zoo en schaam je je niet, maar doet net alsof je al lang getrouwd waart, vele -dagen?” En ook haar vader zeide tot haar: “Is het de groote liefde voor je echtgenoot, -die je ervan terughoudt je te sluieren?” En de bruid antwoordde en zeide: “Waarlijk -vader, mijn liefde is zeer groot, en ik bid den Heer, dat ik deze liefde, die ik vannacht -ondervonden heb, zal blijven behouden. Ik ben niet gesluierd, omdat de sluier der -verdorvenheid van mij afgenomen is, en ik schaam mij niet, omdat de daad, die schaamte -geeft, ver van mij verwijderd is, en ik ben opgewekt en vroolijk, en ik veracht deze -daad der verdorvenheid en de vreugden van dit huwelijksfeest, omdat ik uitgenoodigd -ben tot het ware huwelijksfeest, Ik heb met mijn echtgenoot geen omgang gehad, waarvan -het einde bitter berouw is, omdat ik verloofd ben met den waren Echtgenoot”. De echtgenoot -antwoordde ook in dezelfden geest, zeer natuurlijk tot schrik van den Koning, die -een bode zond naar den toovenaar, aan wien hij gevraagd had zijn ongelukkige dochter -te zegenen. Maar Judas Thomas had de stad reeds verlaten en in de herberg, waar hij -gelogeerd had, vond de bottelier van den Koning alleen den fluitspeler, die daar zat -en weende, omdat hij hem niet meegenomen had. Hij was echter blij, toen hij hoorde -wat er gebeurd was, haastte zich naar het jonge paar en woonde daarna altijd met hen -samen. De Koning werd ten slotte ook verzoend en alles eindigde in kuischheid en geluk. -</p> -<p>In deze zelfde <i>Handelingen</i> van <i>Judas Thomas</i>, die niet van later datum <span class="pagenum">[<a id="pb146" href="#pb146">146</a>]</span>zijn dan van de vierde eeuw, vinden we (vierde daad), de geschiedenis van Mygdonia -en Karish. Mygdonia, de vrouw van Karish, wordt door Thomas overtuigd en vlucht, naakt, -alleen bedekt door een gordijn van de kamerdeur, dat zij omgeslagen heeft, van haar -echtgenoot naar haar oude min. Met de min gaat zij naar Thomas, die heilige olie over -haar hoofd giet, terwijl hij de min verzoekt haar er geheel mee te zalven; dan wordt -er een laken om haar lendenen geslagen en hij doopt haar; waarna zij aangekleed wordt -en hij haar het sacrament geeft. De jonge verrukking over de kuischheid wordt soms -lyrisch, en Judas Thomas roept uit: “Reinheid is de athleet, die niet overwonnen wordt. -Reinheid is de waarheid, die niet terugdeinst. Reinheid is waardig voor God, een vertrouwde -dienares voor Hem te zijn. Reinheid is de boodschapper van eendracht, die de vredestijdingen -brengt”. -</p> -<p>Een andere kuischheidslegende wordt gegeven in de episode van Drusiana in <i lang="en">The history of the Apostles</i>, die volgens de traditie toegeschreven wordt aan Abdias, den Bisschop van Babylon -(Bk. v. hoofdst. IV, <i>et seq.</i>). Drusiana is de vrouw van Andronicus; ze is zoo vroom, dat ze geen omgang met hem -wil hebben. De jongeling Callimachus wordt doodelijk op haar verliefd, en zijn verliefde -pogingen hebben vele opwindende avonturen ten gevolge, maar ten slotte overwint de -kuischheid van Drusiana. -</p> -<p>Een <span class="corr" id="xd29e3704" title="Bron: karakterstiek">karakteristiek</span> voorbeeld van de literatuur die wij hier bedoelen, is de geschiedenis van den heiligen -Ambrosius over “de Maagd in het Bordeel” (verteld in zijn <i lang="la">De Virginibus</i>, Migne’s editie van de werken van Ambrosius, deelen iii–iv, p. 211). Een zekere maagd, -vertelt de heilige Ambrosius ons, die onlangs in Antiochië woonde, werd veroordeeld -om òf aan de goden te worden geofferd òf om naar het bordeel te gaan. Zij koos het -laatste alternatief. Maar de eerste man, die bij haar binnen kwam, was een Christen -soldaat, die haar “zuster” noemde en die haar verzocht niet te vreezen. Hij stelde -voor, dat zij van kleederen zouden verwisselen. Dit werd gedaan en zij ontsnapte, -terwijl de soldaat weggevoerd werd, om ter dood gebracht te worden. Op de plaats van -de terechtstelling kwam zij echter te voorschijn en riep, dat het niet den dood was, -dien ze vreesde, maar de schande. Hij stond er echter op, dat hij in haar plaats ter -dood veroordeeld werd. Ten slotte werd de kroon van het martelaarschap, waarvoor ze -gestreden hadden, aan beiden toegekend. -</p> -<p>In de oudere documenten van deze romantische literatuur der kuischheid nemen we voortdurend -waar, dat er op kuischheid aangedrongen wordt, volstrekt niet voornamelijk om de belooning -ervoor na den dood, en ook zelfs niet, omdat de maagd, die er zich aan wijdt, in Christus -een altijd jongen minnaar ziet, wiens guldenharige schoonheid soms met nadruk vermeld -wordt. De voornaamste bekoring ervan ligt in de eigen vrijheid, en in de zekerheid, -dat men ontkomt aan al de moeiten, ongemakken en banden van het huwelijk. Deze oudste -Christelijke beweging van romantische kuischheid was klaarblijkelijk in groote mate -een opstand van vrouwen tegen de mannen en tegen het huwelijk. Dit wordt wel duidelijk -uit de leerzame geschiedenis, die men veronderstelt dat haar oorsprong heeft in de -derde eeuw, van de eunuchen Achilles en Nereus, zooals ze verteld wordt in de <span lang="la">Acta Sanctorum</span>, van den 12en Mei. Achilles en Nereus waren Christelijke eunuchen van de slaapkamer -van Domitia, een maagd van edele geboorte, die verwant was aan Keizer Domitianus en -verloofd met Aurelianus, den zoon van den consul. Eens, toen hun meesteres bezig was -zich te versieren met haar juweelen en haar purperen gewaden, met goud geborduurd, -begonnen zij om beurten haar te spreken over al de genoegens en voordeelen van de -maagdelijkheid, vergeleken met een huwelijk met niet meer dan één man. Zij had ten -gevolge daarvan veel te lijden van Aurelianus, en toen hij bewerkte, dat zij naar -een eiland verbannen werd, ging zij daarheen met Achilles en Nereus, die ter dood -gebracht werden. Als een onderdeel van het verhaal wordt de dood van Felicula, een -andere kuischheidsheldin, beschreven. Toen zij op de pijnbank gelegd werd, <span class="pagenum">[<a id="pb147" href="#pb147">147</a>]</span>weigerde zij voortdurend Jezus te verloochenen, dien zij haar minnaar noemde. “<span lang="la">Ego non nego amatorem meum</span>”. -</p> -<p>Een speciale afdeeling van deze literatuur heeft betrekking op de geschiedenissen -van de bekeeringen of het berouw van courtisanes. De heilige Martinianus bijvoorbeeld -(Feb. 13) werd in verleiding gebracht door de courtisane Zoe, maar bekeerde haar. -De geschiedenis van de heilige Margaretha van Cortona (Feb. 22)<span class="corr" id="xd29e3722" title="Niet in bron">,</span> een berouwvolle courtisane, is van lateren datum, want zij behoort tot de dertiende -eeuw. Het mooiste document in deze literatuur is waarschijnlijk de laatste, de Italiaansche -stichtelijke legende uit de veertiende eeuw, genaamd <i lang="en">The Life of Saint Mary Magdalen</i>, die gewoonlijk in verband gebracht wordt met den naam van Frater Dominico Cavalca. -(Ze is in het Engelsch vertaald). Het is de zoo fijn en mooi vertelde legende van -de kuische en hartstochtelijke liefde van de beminnelijke zondares Maria Magdalena -voor haar geliefden Meester. -</p> -<p>Naarmate de tijd verliep, werd het aandringen op de vreugden van de kuischheid in -dit leven minder in het oog vallend, en werd zij meer en meer beschouwd als de toestand, -die alleen zijn volledige belooning vindt in het toekomstig leven. Toch worden zelfs -in de bekoorlijke geschiedenis van Gregorius van Tours van “De Twee minnenden van -Auvergne”, waarin deze houding duidelijk is, de genoegens van kuische liefde in dit -leven evenzeer op den voorgrond gesteld als in een van de eerste legenden (<i lang="la">Historia Francorum</i>, lib. I, hoofdst. XLII). Twee senatoren van Auvergne hadden ieder een eenig kind -en die verloofden zij met elkaar. Toen de huwelijksdag kwam en het jonge paar te bed -gelegd was, keerde de bruid zich naar den muur en weende bitterlijk. De bruidegom -smeekte haar hem te zeggen wat er was; toen keerde zij zich tot hem en zeide, dat -zij haar verdriet niet kon uitwisschen, al zou zij al de dagen van haar leven weenen, -want dat zij besloten had haar kleine lichaam onbevlekt aan Christus te geven, onaangeroerd -door mannen; nu had zij in plaats van onsterfelijke rozen alleen maar verlepte rozen -op haar voorhoofd gehad, die het eer mismaakten dan dat zij het versierden, en in -plaats van den bruidsschat van het Paradijs, dien Christus haar beloofd had, was zij -de echtgenoote geworden van een sterfelijk man. Zij beklaagde haar droevig lot lang -en met veel liefelijke welsprekendheid. Ten laatste voelde de bruidegom, door haar -lieve woorden overtuigd, dat het eeuwige leven voor hem geschenen had als een groot -licht, en verklaarde hij, dat als zij zich wenschte te onthouden van vleeschelijke -begeerten, hij dat ook wilde. Zij was zeer dankbaar, en met gevouwen handen vielen -zij in slaap. Verscheidene jaren leefden zij zoo te zamen, in kuischheid hetzelfde -bed deelende. Ten slotte stierf zij en werd begraven; haar minnaar gaf haar onbevlekt -over in de handen van Christus. Spoedig daarna stierf ook hij en werd in een afzonderlijke -graftombe begraven. Toen geschiedde er een wonder, dat de grootschheid van deze kuische -liefde duidelijk in het licht stelde, want de twee lichamen werden gevonden, op geheimzinnige -wijze bijeen geplaatst. Tot op dezen dag, zoo besluit Gregorius (schrijvende in de -zesde eeuw), noemen de menschen van de plaats hen “De Twee Minnenden”. -</p> -<p>Hoewel Renan (<i lang="fr">Marc-Aurèle</i>, hoofdst. XV) met korte woorden de aandacht op het bestaan van deze uitgebreide oude -Christelijke literatuur vestigt, die de romantiek der kuischheid voortzet, schijnt -ze tot nog toe weinig of niet bestudeerd te zijn. Ze heeft echter groot belang, niet -alleen om zichzelf, maar ter wille van de psychologische beteekenis, daar ze den aard -van de beweegkrachten duidelijk maakt, die de kuischheid gemakkelijk en aantrekkelijk -maakten voor de menschen van de vroegste Christelijke wereld, zelfs als ze volkomen -sexueele abstinentie met zich bracht. De oude Kerk vervloekte de erotiek van de Heidensche -wereld en bande ze uit op de meest krachtdadige wijze door een eigen nieuwe en fijnere -erotiek er voor in de plaats te stellen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Gedurende de middeleeuwen begon de oorspronkelijke frischheid <span class="pagenum">[<a id="pb148" href="#pb148">148</a>]</span>van de Christelijke kuischheid haar bekoring te verliezen. Geen kuischheidslegenden -werden geschreven en in het werkelijke leven zochten de menschen geen avonturen meer -op het gebied der kuischheid. Voor zoover de oude idealen al in leven bleven, was -dit op het wereldsch gebied der ridderlijkheid. De laatste bekende figuur, die streefde -naar de heldenfeiten van de eerste Christenen was Robert van Arbrissel in Normandië. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Robert van Arbrissel, die, in de elfde eeuw, de beroemde en bekende orde van Fontevrault -voor vrouwen stichtte, kwam uit Bretagne. Deze Keltische oorsprong is ongetwijfeld -van beteekenis, want hij kan misschien zijn nooit falenden ijver en zijn enthusiaste -vereering voor vrouwen verklaren. Zelfs zij, onder zijn vrienden, die afkeurden wat -zij zijn schandelijk gedrag noemden, leggen getuigenis af van zijn nooit falend vroolijk -temperament, zijn wakkerheid in het handelen, zijn bereidwilligheid voor welke daad -van humaniteit ook en zijn volkomen vrij zijn van gestrengheid. Hij trok groote massa’s -menschen van allerlei soort aan, vooral vrouwen, ook prostituées, en zijn invloed -over vrouwen was groot. Eens ging hij in een bordeel om zijn voeten te warmen en bekeerde -terloops alle vrouwen die daar waren. “Wie zijt gij?” vroeg een van haar, “ik ben -hier al vijf en twintig jaar en niemand is mij hier ooit komen spreken over God”. -Robert’s betrekking tot de nonnen van <span class="corr" id="xd29e3745" title="Bron: Fontrevault">Fontevrault</span> was zeer intiem, en hij sliep dikwijls met haar. Dit wordt door vrienden van hem, -bisschoppen en abten, nauwkeurig beschreven, waarvan een opmerkt, dat Robert “een -nieuwen, maar vruchteloozen vorm van martelaarschap ontdekt had”. Een koninklijke -abdis van Fontevrault, in de zeventiende eeuw, beweerde, dat de vereerde stichter -van de orde met geen mogelijkheid schuldig kon geweest zijn aan zulk schandelijk gedrag, -en dat de brieven daarom valsch moesten zijn en liet de origineelen vernietigen voor -zoover dat mogelijk was. De Bollandisten namen, in een niet wetenschappelijk en onvolledig -verslag van de zaak (<i lang="la">Acta Sanctorum</i>, Feb. 25), dit gezichtspunt over. J. von Walter echter toont in een onlangs verschenen -en grondige studie over Robert van Arbrissel (<i lang="de">Die Ersten Wanderprediger Frankreichs</i>, deel I) aan, dat er hoegenaamd geen reden is om aan het echte, authentieke en betrouwbare -karakter van de bestreden brieven te twijfelen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De vroeg-Christelijke kuischheidslegenden hadden echter hun opvolgers. <i lang="fr">Aucassin et Nicolette</i>, dat waarschijnlijk in Noordelijk Frankrijk geschreven is tegen het einde van de -twaalfde eeuw, is vooral de afstammeling van de geschiedenissen in de <i lang="la">Acta Sanctorum</i> en elders. Het belichaamde hun geest, droeg hem verder en vereenigde hun teer gevoel -voor kuischheid en reinheid met het ideaal van monogamische liefde. <i lang="fr">Aucassin et Nicolette</i> was de doodsklok van de primitief Christelijke kuischheidslegende. Het was de ontdekking, -dat de kuische verfijningen van teerheid en toewijding mogelijk waren binnen de strikt -normale sfeer van sexueele liefde. -</p> -<p>Er waren minstens twee oorzaken, die de neiging hadden de primitief Christelijke voorliefde -voor de kuischheid uit te wisschen, zelfs afgezonderd van den invloed van de Kerk-autoriteiten -bij het terugdringen van de romantische uitingen ervan. In de eerste plaats verwijderde -het ondergaan van de oude heidensche wereld, met zijn gewoonte en tot op zekere hoogte -zijn ideaal van sexueele toegevendheid, <span class="pagenum">[<a id="pb149" href="#pb149">149</a>]</span>den achtergrond, die gratie en teerheid gegeven had aan de teedere vrijheid der jonge -Christenen. In de tweede plaats waren de gestrengheden, die de eerste Christenen met -vreugde in praktijk hadden gebracht ter wille van de gezondheid hunner ziel, beroofd -van hun bekoring en vrijwilligheid, toen zij tot een formeel deel gemaakt waren van -strafwetboeken voor zonde, eerst in de Poenitentialia en later in de handen van biechtvaders. -Dit was, we mogen het er aan toevoegen, te meer noodzakelijk geworden, omdat het ideaal -van Christelijke kuischheid niet langer in ruimen kring het bezit was van verfijnde -menschen, die immuun gemaakt waren tegen heidensche losbandigheid, doordat zij te -midden daarvan opgevoed waren en er zelf in ondergedompeld waren geweest. Het was -klaarblijkelijk van het begin af aan een ernstige zaak voor de hartstochtelijke Noord-Afrikanen -het ideaal van kuischheid te handhaven en toen het Christendom zich over Noordelijk -Europa verspreidde, scheen het bijna een hopelooze taak de idealen ervan te acclamatiseeren -onder de wilde Germanen. Later werd het noodig, het celibaat aan de vaste geestelijkheid -op te leggen door de sterke kracht van kerkelijke authoriteit, terwijl vrijwillig -celibaat alleen levendig gehouden werd door een opeenvolgende reeks van godsdienstige -enthusiasten, die telkens weer nieuwe orden stichtten. Een ascetisme, dat zoo opgedrongen -was, kon niet altijd vergezeld gaan van de vurige exaltatie, die noodig is om het -in stand te houden, en in zijn kunstmatige pogingen tot zelfbehoud, viel het dikwijls -van de onzekere hoogten in de diepten van onbeteugelde losbandigheid<a class="noteref" id="xd29e3770src" href="#xd29e3770">9</a>. Toen de middeleeuwen voorbij waren, begonnen helderziende denkers het fatale van -alle gewaagde pogingen om de normale grenzen van de menschelijkheid te buiten te gaan, -te erkennen. “<span lang="fr">Qui veut faire l’ange</span>”, zeide Pascal, terwijl hij met scherpte deze beschouwing van de zaak opsomde, “<span lang="fr">fait la bête</span>”. Dat was dikwijls duidelijk gebleken in de geschiedenis van de Kerk. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In de zevende eeuw begonnen de Poenitentialia in gebruik te komen; ze werden gedurende -de negende en tiende eeuw zeer overheerschend en hadden groote authoriteit. Zij waren -wetslichamen, gedeeltelijk geestelijk en gedeeltelijk wereldsch, en werden gegoten -in den vorm van catalogussen van vergrijpen met de juiste maat van straf, voorgeschreven -voor ieder vergrijp. Zij vertegenwoordigden de introductie van maatschappelijke orde -onder ongetemde barbaren en waren meer wetboeken van strafwet dan deel van <span class="pagenum">[<a id="pb150" href="#pb150">150</a>]</span>een systeem van sacramenteele confessie en boetedoening. In Frankrijk en Spanje, waar -reeds orde en regel bestond op een Christelijke basis, waren zij weinig noodig. Zij -hadden hun oorsprong in Ierland en Engeland en bloeiden voornamelijk in Duitschland; -Karel de Groote ondersteunde ze (zie, b.v. Lea, <i lang="en">History of Auricular Confession</i>, deel II, p. 96, ook hoofdst. XVII; Hugh Williams, uitgave van Gildas, deel II, Appendix -3; de voornaamste Poenitentialia worden vermeld in de <i lang="de">Bussordnungen</i> van Wasserschleben). In 1216 maakte het Lateraansch concilie, onder Innocentius III, -biechten verplichtend. Het voorrecht van den priester om de mate van de straf te regelen -naar omstandigheden met grooter buigzaamheid dan de strenge Poenitentialia toelieten, -werd eerst absoluut gehandhaafd door Peter van Poitiers. Toen wierp Alain van Rijssel -de Poenitentialia als verouderd ter zijde en verklaarde, dat de priester zelf navraag -moest doen naar de omstandigheden van iedere zonde en precies de schuld ervan moest -afwegen. (Lea, op. cit., deel II, p. 171). -</p> -<p>Lang voor dezen tijd echter hadden de idealen der kuischheid, voor zoover zij een -belangrijke mate van zelfbeheersching in zich sloten, ofschoon zij stevig vast gegroeid -waren in de conventioneele tradities en idealen van de Christelijke Kerk, opgehouden -eenige bekoring of kracht te hebben voor de bevolking, die in het Christendom leefde. -Onder de Noordelijke barbaren, met hun verschillende tradities van een krachtiger -en natuurlijker soort achter zich, werden de geslachts-eischen dikwijls vrijmoedig -ten toon gespreid. De monnik Ordericus Vitalis vestigt in de elfde eeuw de aandacht -op wat hij noemt de “wulpschheid” van de vrouwen van de Noorsche veroveraars van Engeland, -die, toen ze alleen thuis gelaten waren, boodschappen stuurden, dat ze, als haar echtgenooten -niet spoedig terug kwamen, andere mannen zouden nemen. Het celibaat van de geestelijkheid -werd alleen met de grootste moeite ingesteld en toen het ingesteld was, werden de -geestelijken onkuisch. Aartsbisschop Odo van Rouaan, in de dertiende eeuw, vermeldde -in het dagboek van de bezoeken in zijn diocese, dat er éen onkuische geestelijke was -op iedere vijf gemeenten, en zelfs toont de monnik Salimbene in zijn merkwaardige -autobiographie met betrekking tot het Italië van denzelfden tijd aan, hoe weinig kuischheid -in het godsdienstige leven in acht genomen werd. Kuischheid kon nu alleen gehandhaafd -worden door geweld, gewoonlijk door de moreele kracht van kerkelijke autoriteit, die -zelf door onkuischheid ondermijnd werd, maar soms zelfs door physiek geweld. Het was -in de dertiende eeuw, volgens de opinie van sommigen, dat de kuischheidsgordel (<i lang="la">cingula castatis</i>) zich het eerst begint te vertoonen, maar de voornaamste autoriteit Caufeynon <span class="corr" id="xd29e3800" title="Niet in bron">(</span><i lang="fr">La Ceinture de Chasteté</i>, 1904) meent, dat ze dateert uit de Renaissance (Schultz, <i lang="de">Das höfische Leben zur Zeit der Minnesänger</i>, deel V. p. 272; Krauss, <i lang="la">Anthropophyteia</i>, deel III, p. 247). In de zestiende eeuw werden de kloosters bijna tot bordeelen, -zooals we hooren op het niet bestreden gezag van Burchard, een secretaris van den -Paus, in zijn <i lang="la">Diarium</i>, uitgegeven door Thuasne, die nog meer autoriteiten voor deze bewering samenbrengt -in een noot onder aan de bladzij (deel II, p. 79); dat zij dat bleven in de achttiende -eeuw, zien wij duidelijk in de bladzijden van de <i lang="fr">Mémoires</i> van Casanova en in veel andere documenten van dien tijd.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De Renaissance en de opkomst van het humanisme had ongetwijfeld invloed op het gevoel -jegens het ascetisme en de kuischheid. Aan den eenen kant werd er een nieuwe en oude -wettiging gevonden voor het niet in acht nemen van deugden, die de menschen begonnen -te beschouwen als enkel monnikachtig, en aan den anderen kant begonnen de fijnere -geesten, die den invloed van de nieuwe beweging ondervonden, zich duidelijk bewust -te worden, dat kuischheid beter gekweekt kan worden en in acht genomen <span class="pagenum">[<a id="pb151" href="#pb151">151</a>]</span>door hen, die vrij waren te doen zooals zij wilden, dan door hen, die onder den dwang -stonden van priesterlijke autoriteit. Dat is het gevoel, dat in Montaigne overheerscht<span class="corr" id="xd29e3822" title="Bron: .">,</span> en dat is het idee van Rabelais, toen hij het tot den eenigen regel van zijn abdij -van Thelème maakte: “<span lang="fr">Fay ce que vouldras</span>”. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Iets later werd deze leer in verschillende toonaarden herhaald door vele schrijvers, -alle meer of min verlicht door de beschaving, die door de Renaissance in de mode was -gebracht. “Zoolang Danae vrij was”, merkt Ferrand op in zijn verhandeling uit de zestiende -eeuw, <i lang="fr">De la Maladie d’Amour</i>, “was zij kuisch”. En Sir Kenelm Digby, de laatste vertegenwoordiger van den geest -der Renaissance, wijst in zijn <i lang="en">Private Memoirs</i> op het feit, dat de vrijheid, die Lycurgus “de wijste menschelijke wetgever, die -er ooit geweest is”, aan de vrouwen gaf om haar lichaam te geven aan mannen, tot wie -zij zich door edele genegenheid en door de hoop op een goed nageslacht voelden aangetrokken, -de ware oorzaak was, dat “werkelijke kuischheid in Sparta meer bloeide dan in eenig -ander deel van de wereld”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In Protestantsche landen werd het ascetisch ideaal nog verder in discrediet gebracht -door de Hervorming, die voor een groot gedeelte een opstand was tegen gedwongen celibaat. -Zoodoende werd de godsdienst niet langer aan de zijde van de kuischheid geplaatst. -In de achttiende eeuw, zoo niet eerder, werd de autoriteit van de Natuur ook gewoonlijk -ingeroepen tegen de kuischheid. Zoo is het gekomen, dat in de laatste twee eeuwen -ernstige denkers maar gedeeltelijk gunstig gestemd waren jegens de kuischheid. Het -begon gevoeld te worden, dat een ongelukkige en schadelijke vergissing begaan was -door te trachten een verheven ideaal te handhaven, hetgeen huichelarij aanmoedigde. -“Het menschelijk ras zou veel winnen”, zooals Senancour in het begin der negentiende -eeuw in zijn merkwaardig boek over liefde schreef, “als de deugd niet zoo moeilijk -gemaakt werd<a id="xd29e3840"></a>. De verdienste zou niet zoo groot zijn, maar wat is het nut van een verhevenheid, -die zelden kan volgehouden worden?”<a class="noteref" id="xd29e3842src" href="#xd29e3842">10</a>. -</p> -<hr class="tb"><p> -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan zijn, dat de overmatige minachting, waartoe de kuischheids-idee -in de achttiende eeuw en later begon te vervallen, voornamelijk voortkwam uit het -bestaan van die enkel uitwendige en conventioneel physieke kuischheid, die willekeurig -opgedrongen werd, voor zoover ze opgedrongen kon worden, en die in zekere mate nog -opgedrongen wordt, in naam of in <span class="pagenum">[<a id="pb152" href="#pb152">152</a>]</span>werkelijkheid,—aan alle respectabele vrouwen buiten het huwelijk. De opvatting van -de physieke deugd der maagdelijkheid had de opvatting van de geestelijke deugd van -kuischheid verlaagd. Een enkele gewoonte, voelde men, voorgeschreven aan een geheele -sekse, of zij het wilde of niet, kon nooit de schoonheid en de bekoring bezitten van -een deugd. Terzelfder tijd begon men zich voor oogen te stellen, dat de staat van -gedwongen maagdelijkheid niet alleen niet een staat is, die bijzonder gunstig is voor -het kweeken van werkelijke deugden, maar dat die verbonden is met eigenschappen, die -niet langer beschouwd worden als te zijn van hooge waarde<a class="noteref" id="xd29e3857src" href="#xd29e3857">11</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Hoe willekeurig, kunstmatig en strijdig met de Natuur is het leven, dat nu in deze -zaak der kuischheid aan vrouwen opgedrongen wordt!” schreef James Hinton veertig jaar -geleden. “Denk aan dezen regel: “Een vrouw, die in overweging neemt, is verloren”. -Wij <i>scheppen</i> het gevaar, door de geheele vrouwelijkheid afhankelijk te maken van een punt als -dit, en door haar te omringen met onnatuurlijke en bovennatuurlijke gevaren. Er wordt -thans een lichtzinnige onredelijkheid belichaamd in het leven der vrouw; de tegenwoordige -“deugd” is een ziekelijke ongezonde plant. De Natuur en God hebben nooit het leven -van een vrouw zoo op de punt van een naald gewogen. Het geheele moderne denkbeeld -der kuischheid heeft sensueele overdrijving in zich, die zeker voor een deel is overgebleven -uit andere tijden, terwijl wat er goed in was voor het grootste gedeelte verdwenen -is”. -</p> -<p>“De geheele bekoring der maagdelijkheid”, schreef een andere Philosoof, Guyau, “is -onwetendheid. Maagdelijkheid kan, evenals sommige vruchten, alleen bewaard worden -door een proces van verdroging”. -</p> -<p>Mérimée wees op denzelfden verdrogenden invloed van de maagdelijkheid. In een brief, -gedateerd van 1859 schreef hij: “Ik vind, dat tegenwoordig de menschen veel te veel -waarde hechten aan kuischheid. Niet, dat ik ontken, dat kuischheid een deugd is, maar -er zijn graden in deugden evenals in ondeugden. Het schijnt belachelijk, dat een vrouw -uit de maatschappij verbannen zal worden, omdat zij een minnaar gehad heeft, terwijl -een vrouw, die gierig is, onoprecht en zuur, overal vrij uit kan gaan. De moraal van -deze <span class="pagenum">[<a id="pb153" href="#pb153">153</a>]</span>eeuw is zeker niet die, die geleerd wordt in het Evangelie. Naar mijn meening is het -beter te veel lief te hebben, dan te weinig. Tegenwoordig worden droge harten in de -hoogte gestoken” (<i lang="fr">Revue des Deux Mondes</i>, April, 1896). -</p> -<p>Dr. H. Paul heeft een daarmee verwant punt behandeld. Zij schrijft: “Er zijn meisjes, -die zich, zelfs al als kinderen, geprostitueerd hebben door onanie en wulpsche gedachten. -De reinheid harer zielen is al lang verloren en niets blijft voor haar verborgen, -maar—zij hebben haar hymen bewaard! Dat is ter wille van den toekomstigen echtgenoot. -Laat niemand haar onschuld durven betwijfelen, met dat onwederlegbaar bewijsmateriaal! -En als dan een ander meisje, dat haar kindsheid in volkomen reinheid doorgebracht -heeft, nu, met ontwaakte zinnen en warme, onstuimige vrouwelijkheid, zich in liefde -of ook maar alleen in hartstocht aan een man geeft, dan staan ze allen op en roepen, -dat zij “onteerd<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> is! En niet het minst het geprostitueerde meisje met het hymen. Zij is het juist, -die het hardst schreeuwt en die de grootste steenen gooit. Toch behoeft de “onteerde” -vrouw, die gezond en krachtig is, niet bang te zijn, te vertellen wat zij gedaan heeft -aan den man, die haar ten huwelijk begeert, als zij spreekt van het eene menschelijke -wezen tot het andere. Zij behoeft niet te blozen; zij heeft haar menschenrechten uitgeoefend -en geen verstandig man zal haar om die reden minder achten”. (Dr. H. Paul, “<span lang="de">Die Ueberschätzung der Jungfernschaft</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i> Bd. II, p. 14, 1907). -</p> -<p>In gelijken geest schrijft F. Erhard (<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i> Bd. I, p. 408): “Maagdelijkheid in een zekere beteekenis heeft haar waarde, maar -in de gewone beteekenis wordt ze grootelijks te hoog geschat. Afgezonderd van het -feit, dat een meisje, dat ze bezit, toch door en door verdorven kan zijn, leidt deze -overschatting van de maagdelijkheid er toe, dat het meisje, die ze niet heeft, veracht -wordt, en verder heeft ze tot resultaat gehad de ontwikkeling van een speciale industrie -om meisjes klaar te maken, door middel van een preutsche kloosterachtige opvoeding, -die haar echtgenooten de speciale delicatesse zullen brengen van een bruid, die nergens -van weet. Natuurlijk kan dit alleen bereikt worden ten koste van iedere verstandige -opvoeding. Wat de onontwikkelde kleine gans kan worden, dat kan niemand voorzien”. -</p> -<p>Freud (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Maart, 1908) wijst ook op het slechte resultaat van de opvoeding voor het huwelijk, -die aan de meisjes gegeven wordt op den basis van dit ideaal van maagdelijkheid. “Opvoeding -onderneemt de taak de zinnelijkheid van een meisje terug te dringen tot den tijd van -de verloving. Zij verbiedt niet alleen sexueele verhoudingen en stelt een hooge premie -op onschuld, maar ze onttrekt de rijpende vrouwelijke individualiteit aan de verleiding, -door een staat van onwetendheid te handhaven omtrent de praktische zijde van de rol, -die zij in het leven zal moeten spelen, en door geen opwekking tot liefde toe te laten, -die niet tot het huwelijk kan leiden. Het resultaat is, dat, als haar plotseling door -de autoriteit van de ouders wordt toegestaan te verlieven, het meisje zich psychisch -niet kan aanpassen, en dat zij het huwelijk ingaat, onzeker van haar eigen gevoelens. -Als een gevolg van deze kunstmatige vertraging van de liefdesfunctie, brengt zij niets -dan teleurstelling aan haar man, en is koel in haar physieke verhouding tot hem”. -</p> -<p>Senancour (<i lang="fr">De l’Amour</i><a id="xd29e3914"></a>, deel i, p. 285) meent zelfs, dat, als het mogelijk is de kwestie van de nakomelingschap -er buiten te laten, niet alleen de wet van kuischheid gelijk zal worden voor de beide -geslachten, maar dat er een neiging zal zijn om de verhouding van de seksen, in zekere -mate, te veranderen. “Zelfbeheersching wordt dan een raad eerder dan een voorschrift, -en dan zal in vrouwen de wellustige neiging met de meeste toegevendheid beschouwd -worden. De man is gemaakt om te werken; hij ontmoet het pleizier alleen maar in het -voorbijgaan; hij moet er mee tevreden zijn, dat de vrouwen zich er meer mee zullen -bezig houden dan hij. Het zijn de mannen, die er door uitgeput raken, en mannen moeten -altijd voor een deel hun wenschen beperken”.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb154" href="#pb154">154</a>]</span></p> -<p>Als wij ons echter bevrijden van den band van een gedwongen physieke kuischheid, dan -wordt het mogelijk kuischheid als een deugd in eere te herstellen. In den tegenwoordigen -tijd kan het niet langer gezegd worden, dat er van den kant van denkers en moralisten -eenige actieve vijandigheid jegens het denkbeeld van kuischheid bestaat; er is integendeel -een neiging om de waarde van kuischheid te erkennen. Maar deze erkenning is vergezeld -gegaan van een terugkeer tot de oudere en gezondere opvatting van de kuischheid. Het -bewaren van een strenge sexueele abstinentie, niets dan de maagdelijkheid, kan alleen -beschouwd worden als een pseudo-kuischheid. De eenige positieve deugd, die Aristoteles -op dit gebied kon erkend hebben was een matiging, die beperking van de lagere impulsen -in zich sloot, een wijs uitoefenen en niet een niet-uitoefenen<a class="noteref" id="xd29e3920src" href="#xd29e3920">12</a>. De beste denkers van de Christelijke Kerk hebben dezelfde opvatting gehad; de heilige -Basilius hechtte in zijn belangrijke reglementen voor monniken geen waarde aan zelftucht -als een doel op zichzelf, maar beschouwde ze als een werktuig, om den geest in staat -te stellen, macht over het vleesch te krijgen. De heilige Augustinus verklaarde, dat -zelfbeheersching alleen uitstekend is, als ze in praktijk gebracht wordt in het geloof -aan het hoogste goed<a class="noteref" id="xd29e3926src" href="#xd29e3926">13</a>, en hij beschouwde kuischheid als “een ordelijke beweging van de ziel, die lagere -dingen ondergeschikt maakt aan hoogere dingen, en die voornamelijk moet blijken in -huwelijksverhoudingen”; Thomas van Aquino die de kuischheid op veelal dezelfde wijze -aanduidde, definieerde onreinheid als het smaken van sexueel genot dat niet van de -rechte soort is, noch wat het voorwerp, noch wat de omstandigheden aangaat<a class="noteref" id="xd29e3931src" href="#xd29e3931">14</a>. Maar een tijdlang werden de stemmen van de groote moralisten niet gehoord. De deugd -der kuischheid was ondergegaan in den populairen Christelijken hartstocht voor de -vernietiging van het vleesch, en dat gezichtspunt werd in de zestiende eeuw ten slotte -geheiligd door het Concilie van Trente, dat formeel een banvloek uitsprak over iedereen, -die zou willen verklaren, dat de staat van maagdelijkheid en celibaat niet beter was -dan de huwelijksstaat. Nu behoort de pseudo-kuischheid, die waarde had alleen op grond -dat iedere soort van zelfbeheersching beter was dan iedere soort van sexueele verhouding, -tot het verleden, behalve voor hen, die aan oude ascetische geloofsbelijdenissen hangen. -De mystieke waarde van de maagdelijkheid is verdwenen; zij schijnt in den geest van -den modernen mensch alleen maar het denkbeeld op te wekken <span class="pagenum">[<a id="pb155" href="#pb155">155</a>]</span>van een pikantheid, die begeerd wordt door den verstokten lichtmis; het zijn de mannen, -die zelf al lang den leeftijd der onschuld voorbij zijn, die zooveel waarde hechten -aan de onschuld van hun bruiden. De opvatting van levenslange zelfbeheersching als -een ideaal is ook verdwenen; op zijn best wordt ze beschouwd als een zaak van persoonlijke -voorkeur. En de conventioneele veinzerij van algemeene kuischheid, om voor respectabel -te gelden, begint men te beschouwen als een bezwaar, eer dan als een hulp voor het -kweeken van eenige werkelijke kuischheid<a class="noteref" id="xd29e3938src" href="#xd29e3938">15</a>. -</p> -<p>De kuischheid, die door den moralist van tegenwoordig als een deugd beschouwd wordt, -heeft haar waarde geensdeels in haar abstinentie. Zij is niet, in de woorden van de -heilige Theresa, de deugd van de schildpad, die haar leden onder haar schild terugtrekt. -Zij is een deugd, omdat zij een oefenen in zelfbeheersching is, omdat ze het karakter -en den wil helpt stalen, en omdat ze direct gunstig is voor het kweeken van het mooiste, -meest verheven en meest krachtige sexueele leven. Zoo beschouwd, mag men kuischheid -stellen tegenover de eischen van het verlaagde middeleeuwsche Catholicisme, maar zij -is in harmonie met de eischen van ons beschaafde leven van tegenwoordig en in het -geheel niet in disharmonie met de eischen der Natuur. -</p> -<p>Er is altijd een analogie tusschen het instinct van reproductie en het instinct van -voeding. Bij de voeding is het de invloed van de kennis, van physiologie, die ten -slotte een overdreven ascetisme op zijde heeft geschoven, en eten “rein” gemaakt heeft. -Hetzelfde proces is, zooals James Hinton duidelijk aangewezen heeft, mogelijk gemaakt -in de sexueele verhoudingen; “kennis heeft den sleutel in handen tot reinheid”<a class="noteref" id="xd29e3951src" href="#xd29e3951">16</a>. -</p> -<p>Vele invloeden hebben echter samengewerkt om een aandringen tot kuischheid te bevorderen. -Er is in de eerste plaats een onvermijdelijke reactie geweest tegen de sexueele gemakkelijkheid, -<span class="pagenum">[<a id="pb156" href="#pb156">156</a>]</span>die men als natuurlijk was beginnen te beschouwen. Men bemerkte, dat zulk een gemakkelijkheid -geen moreele waarde had, want zij had neiging de moreele kracht te verslappen en ze -was niet gunstig voor de mooiste sexueele satisfactie. Ze kon niet eens aanspraak -maken op natuurlijkheid in de ruime beteekenis van het woord, want in de natuur in -het algemeen is de sexueele bevrediging meestal zeldzaam en moeilijk. Het hof maken -kost moeite en is van langen duur; de tijd der liefde is strikt afgeperkt, de zwangerschap -onderbreekt sexueele verhoudingen. Zelfs onder natuurvolken, zoolang zij niet door -de beschaving besmet zijn, wordt mannelijkheid gewoonlijk gehandhaafd door een mooi -ascetisme; het verdragen van ontbering, zelfbeheersching en beperking, gematigd door -zeldzame orgiën, geven een tucht, die zoowel het sexueele deel als ieder ander deel -van het leven der natuurvolken beheerscht. Om dezelfde mannelijkheid in het beschaafde -leven te behouden, moeten wij, dat mogen we wel inzien, opzettelijk een deugd kweeken, -die onder levenstoestanden bij natuurvolken natuurlijk is<a class="noteref" id="xd29e3958src" href="#xd29e3958">17</a>. -</p> -<p>De sympathie van Nietzsche, zoowel direct als indirect, is geweest aan de zijde van -de deugd der kuischheid in haar moderne beteekenis. Het voorschrift: “Wees hard”, -zooals Nietzsche het gebruikte, was niet zoozeer een opdracht tot ongevoelige onverschilligheid -jegens anderen, als wel een beroep op een meer energieke houding jegens onszelf, het -kweeken van een zelfbeheersching, die in staat is de krachten der ziel te verzamelen -en in te houden, om ze te besteden aan met opzet gekozen doeleinden. “Een betrekkelijke -kuischheid”, schreef hij, “een fundamenteel en wijs overleg in erotische zaken, zelfs -in gedachte, is een deel van een mooie gematigdheid in het leven, ook in rijk begaafde -en volkomen naturen<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e3967src" href="#xd29e3967">18</a>. In deze zaak is Nietzsche een typische vertegenwoordiger van de moderne beweging -tot herstel van de kuischheid op haar juiste plaats als een werkelijke en nuttige -deugd, en niet als louter conventie. Zulk een beweging kon niet nalaten zich te doen -voelen, want men begrijpt spoedig, dat alles wat gemakkelijkheid en weelderige zachtheid -in sexueele zaken begunstigt, het karakter verlaagt en de heerlijkste erotische satisfactie -vermindert. Want erotische satisfactie van de hoogste soort is alleen mogelijk als -wij aan den sexueelen impuls een hooge mate verzekerd hebben van wat Colin Scott noemt -“irradiatie”, dat wil zeggen een in ruime mate zich verspreiden door het geheele psychische -organisme. En dat kan alleen bereikt worden door belemmeringen op te werpen op den -weg naar de snelle en directe bevrediging van de <span class="pagenum">[<a id="pb157" href="#pb157">157</a>]</span>sexueele begeerte, door haar te dwingen haar kracht te vermeerderen, lange omwegen -te nemen, het geheele organisme zoo sterk te laden, dat de eindelijke climax van bevredigde -liefde niet triviale afdoening van een klein verlangen is, maar de enorme vervulling -van een hartstocht, waarin zoowel de geheele ziel als het geheele lichaam zijn aandeel -heeft. “Alleen de kuische kan werkelijk obsceen zijn”, zeide Huysmans. En op een hooger -plan: alleen de kuische kan liefhebben. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Physieke reinheid”, merkte Hans Menjago op (“<span lang="de">Die Ueberschätzung der Physischen Reinheit</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, deel II, hoofdst. VIII) “werd oorspronkelijk gewaardeerd als een teeken van grootere -sterkte van wil en kracht van karakter; ze beteekende een zich verheffen boven primitieve -toestanden. Deze reinheid was moeilijk te bewaren; ze was zeldzaam en ongewoon. Uit -deze zeldzaamheid ontstond het bijgeloof van een bovennatuurlijke macht, die in de -maagd zou wonen. Maar deze heeft geen beteekenis, zoodra reinheid algemeen wordt en -een speciaal zichtbare mate van kracht van karakter niet langer noodig is om ze te -handhaven … Physieke reinheid kan alleen waarde bezitten als zij het resultaat is -van individueele sterkte van karakter, en niet als zij het resultaat is van gedwongen -moreele regels”. -</p> -<p>Konrad Höller, die speciale aandacht gewijd heeft aan de sexueele kwestie op scholen, -merkt met betrekking tot physieke oefening op: “Het grootste voordeel van physieke -oefening is echter niet de ontwikkeling van actieve en passieve kracht van het lichaam -en zijn behendigheid, maar het instellen en het versterken van de heerschappij van -den wil over het lichaam en zijn behoeften, die zoozeer te lijden heeft van traagheid. -Hij, die geleerd heeft voor een bepaald doel honger en dorst en vermoeidheid te verdragen -en te overwinnen, zal beter in staat zijn sexueele impulsen en de verleiding om er -aan toe te geven te weerstaan, wanneer beter inzicht en æsthetisch gevoel hem duidelijk -gemaakt hebben, dat toegeven nadeelig en schandelijk zou zijn” (K. Höller, “<span lang="de">Die Aufgabe der Volksschule</span>”, <i lang="de">Sexualpädagogik</i>, p. 70). Professor Schäfenacker (id., p. 102), die ook den nadruk legt op het belang -van zelfbeheersching en zelfbeperking, meent dat een jong mensch zijn toekomstige -zending als burger en vader van een familie in gedachte moet houden. -</p> -<p>Een fijn en diepzinnig denker van den tegenwoordigen tijd, Jules de Gaultier, heeft, -waar hij over moraal schrijft, zonder te verwijzen naar deze specifieke kwestie, besproken -tot welke nieuwe, innerlijke, verbodsmotieven wij ons kunnen wenden als wij het oude -uiterlijke verbod van autoriteit en geloof, dat nu in verval is geraakt, willen vervangen. -Hij antwoordt, dat de gemoedstoestand, waar oude geloofsbelijdenissen op gebaseerd -waren, nog bestaat. “Kan niet”, vraagt hij, “het verlangen naar een ding, dat wij -liefhebben en waar wij naar verlangen, gevoegelijk de plaats innemen van het geloof, -dat een ding bestaat door den goddelijken wil of door de natuur der dingen? Zal niet -de beteugeling van de waanzin van het instinct zich openbaren als een nuttige houding, -aangenomen door het instinct zelf voor zijn eigen behoud, als een symptoom van de -kracht en gezondheid van het instinct? Is niet de heerschappij over zichzelf, de macht -zijn daden te regelen, een teeken van superioriteit en een reden voor zelfrespect? -Zal niet deze trotsche vreugde dezelfde autoriteit hebben bij het bewaren van de instincten, -als eens bezeten werd door godsdienstige vrees en de beweerde dwang der rede?” (Jules -de Gaultier, <i lang="fr">La Dépendance de la Morale et l’Indépendance des Moeurs</i>, p. 153). -</p> -<p>H. G. Wells (in <i lang="en">A Modern Utopia</i>), die wees op het belang van de kuischheid, hoewel hij het celibaat verwierp, roept, -evenals Jules de Gaultier het motief van den trots op. “De beschaving heeft zich veel -sneller ontwikkeld dan de mensch veranderd is. Onder de onnatuurlijke volmaking van -veiligheid, <span class="pagenum">[<a id="pb158" href="#pb158">158</a>]</span>vrijheid en overvloed, die onze beschaving heeft bereikt, is de gewone ongeoefende -mensch tot excessen geneigd in bijna alle richtingen; hij heeft neiging te veel te -eten en te overvloedig, te veel te drinken, lui te worden sneller dan zijn werk kan -verminderen, zijn belangstelling aan vertoon te verspillen, en te veel en te omslachtig -lief te hebben. Hij verliest zijn training en concentreert zijn aandacht op egoïstische -en erotische peinzerijen. Onze groote voorgangers zochten motieven op uit allerlei -soorten van bronnen, maar ik denk, dat de beste bron om de menschen zelfbeheersching -te leeren, de trots is. Trots is misschien niet het mooiste wat er in de ziel is, -maar het is toch nog de beste koning. Zij bedoelden ermede den mensch rein en gezond -te houden. In deze zaak, evenals in alle zaken van natuurlijke begeerte, meenden zij, -dat geen begeerte moet worden verzadigd, geen begeerte kunstmatige prikkels moet hebben -en evenzeer, dat geen begeerte van gebrek moet omkomen. Een mensch moet van tafel -komen, voldaan, maar niet overladen. En in de zaak der liefde was een oprecht en rein -verlangen naar een rein en oprecht medeschepsel het ideaal van onze voorouders. Zij -bevalen een huwelijk tusschen gelijken aan als de plicht jegens het ras, en zij maakten -aanwijzingen van de meest preciese soort, om die echtelijke onscheidbaarheid, dien -echtelijken staat te verhinderen, die somtijds een paar er toe brengt, te zamen minder -te zijn dan ieder afzonderlijk was”. -</p> -<p>Met betrekking tot de kuischheid als een element van erotische satisfactie, schrijft -Edward Carpenter (<i lang="en">Love’s Coming of Age</i>, p. 11): “Er is een soort van illusie omtrent physieke begeerte, die gelijk is aan -die waaraan een kind lijdt als het, wanneer het een mooie bloem ziet, die onmiddellijk -aftrekt en in een paar oogenblikken den vorm en de geur vernielt, die het aantrokken. -Hij alleen krijgt de volle glorie, die zich een weinig terughoudt, en hij alleen bezit -waarlijk, die als het noodig is in staat is niet te bezitten. Hij is inderdaad een -levensmeester, die, terwijl hij de grovere begeerten aanneemt, als zij tot zijn lichaam -komen en ze niet weigert, ze weet te veranderen naar zijn wil in de zeldzaamste en -geurigste bloemen van menschelijke emotie”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Behalve haar functies in het opbouwen van het karakter, in het verhoogen en veredelen -van het erotisch leven, en in het dienstbaar zijn aan de gepaste vervulling van familie- -en maatschappelijke plichten, heeft de kuischheid een meer speciale waarde voor hen, -die de kunsten beoefenen. We zijn misschien niet altijd geneigd de schrijvers te gelooven, -die verklaard hebben, dat hun vers alleen losbandig is, maar hun leven kuisch. Het -is zeker waar, dat een verhouding van deze soort neiging heeft om voor te komen. De -grondslag van het sexueele leven is de grondslag van de kunst; als zij in het eene -kanaal verbruikt wordt, is ze verloren voor het andere. De meesters in al de meer -intens emotioneele kunsten hebben dikwijls een hoogen graad van kuischheid in praktijk -gebracht. Dit is vooral het geval, wat muziek betreft; men denke aan Mozart<a class="noteref" id="xd29e4011src" href="#xd29e4011">19</a>, Beethoven, aan Schubert, en aan vele mannen van minder beteekenis. In het geval -van dichters en romanschrijvers schijnt kuischheid gewoonlijk minder <span class="pagenum">[<a id="pb159" href="#pb159">159</a>]</span>overheerschend te zijn, maar ze is dikwijls duidelijk merkbaar, en wordt niet zelden -verborgen onder de weergalmende echo’s, die zelfs de geringste liefde-episode uitoefent -op het dichterlijk organisme. Het leven van Goethe schijnt, op het eerste gezicht, -een lange reeks van onophoudelijke liefde-episoden. Maar als wij bedenken, dat het -het zeer lange leven was van een man, wiens kracht bleef tot het einde, dat zijn liefden -een langen en diepen invloed uitoefenden op zijn emotioneele werk en op zijn leven, -en dat hij met de meeste van de vrouwen die hij vereeuwigd heeft, nooit werkelijke -sexueele verhoudingen heeft gehad, en als we ons bovendien voor oogen stellen, dat -hij door alles heen, een bijna onbegrijpelijk groote hoeveelheid werk deed, dan zullen -wij waarschijnlijk tot het besluit komen, dat het toegeven aan sexualiteit een veel -kleiner deel had in het leven van Goethe dan in dat van menig gewoon man, op wien -het geen merkbaar emotioneel of intellectueel spoor achterlaat. Sterne verklaarde, -dat hij altijd een dulcinea in zijn hoofd moest hebben dansen, maar toch schijnt de -mate van zijn intieme verhoudingen met vrouwen maar klein geweest te zijn. Balzac -bracht zijn leven door met zwoegen aan zijn schrijftafel en met het volhouden van -een liefde-correspondentie vele jaren lang met een vrouw, die hij bijna nooit zag -en met wie hij ten slotte een paar maanden huwelijksleven doorbracht. Dezelfde ondervinding -hebben vele artistieke scheppers van kunstwerken gehad. Want, in de woorden van Landor, -“afwezigheid is de onzichtbare en onlichamelijke moeder der ideale schoonheid”. -</p> -<p>Wij doen goed ons te herinneren, dat, terwijl de auto-erotische manifestaties door -de hersens van oneindige verscheidenheid en belang zijn, de hersens en de sexueele -organen toch de groote mededingers zijn voor het verbruiken van de lichamelijke energie, -en dat er een antagonisme is tusschen uiterste hersenkracht en uiterste sexueele kracht, -al kunnen zij soms beide op verschillende tijden in hetzelfde individu voorkomen<a class="noteref" id="xd29e4018src" href="#xd29e4018">20</a>. In deze beteekenis is er geen paradox in de woorden van Ramon Correa, dat potentie -impotentie is en impotentie potentie, want een groote mate van energie, hetzij in -athletiek of in intellect of in sexueele activiteit, is ongunstig voor het ontvouwen -van energie in andere richtingen. Iedere hooge mate van potentie heeft haar daarmee -in verband staande impotenties. -</p> -<blockquote> -<p class="first">We mogen er aan toevoegen, dat we een merkwaardig onlogisch bewijs van het bovenmatige -belang, dat aan sexueele functies gehecht wordt door een maatschappij, die systematisch -de sekse tracht te kleineeren, vinden in de schande die gehecht wordt aan het gebrek -aan “mannelijke” potentie. Hoewel het beschavingsleven een enorme plaats aanbiedt -voor de werkzaamheden <span class="pagenum">[<a id="pb160" href="#pb160">160</a>]</span>van sexueel impotente personen, laat men den impotenten man voelen, dat, terwijl hij -het zich niet behoeft aan te trekken, als hij lijdt aan nerveuse stoornissen van de -spijsvertering, het bijna een misdaad is als hij, even onschuldig, lijdt aan nerveuse -stoornissen van den sexueelen impuls. Een treffend voorbeeld hiervan vertoonde zich, -eenige jaren geleden, toen er geopperd werd, dat de betrekkingen van Carlyle tot zijn -vrouw het best verklaard konden worden door te veronderstellen, dat hij lijdende was -geweest aan sexueele impotentie. In eens stormden er bewonderaars naar voren, om Carlyle -te “verdedigen” tegen deze “schandelijke” aantijging; zij waren meer geschokt, dan -wanneer beweerd ware, dat hij syphilitisch was. Toch is impotentie, op zijn meest, -een zwakheid, hetzij ze voortkomt uit eenig aangeboren gebrek, of aan een stoornis -van het zenuwevenwicht in het teere sexueele mechanisme, zooals het neiging heeft -voor te komen bij mannen van abnormaal gevoelig temperament. Het is niet schandelijker -daar aan te lijden, dan aan dyspepsia, waarmee het ook samen kan voorkomen. Vele mannen -van genie en hoog moreel karakter zijn sexueel misvormd geweest. Dit was het geval -met Cowper (hoewel dit veelbeteekenend feit door zijn levensbeschrijvers is verheeld); -Ruskin heeft zijn huwelijk ontbonden om een dergelijke reden; en van J. Stuart Mill -zegt men, dat hij sexueel weinig meer ontwikkeld was dan een kind.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Tot op dit punt heb ik de kuischheid en de hoedanigheid van ascetisme in hun meest -algemeene beteekenis beschouwd zonder eenige poging tot preciese onderscheiding<a class="noteref" id="xd29e4032src" href="#xd29e4032">21</a>. Maar zullen wij deze aannemen als moderne deugden, die tegenwoordig nog gelden, -dan is het noodig, dat wij wat precieser zijn als we ze definieeren. Het schijnt het -gemakkelijkst, en ook strikt overeenkomende met de etymologie, als wij aannemen om -met ascetisme of <i lang="la">ascesis</i> te bedoelen de athletische eigenschap van zelfbeheersching die, niet bepaald noodzakelijk -voor onbeperkt lange perioden, de bevrediging van den sexueelen impuls in bedwang -houdt. Onder kuischheid, die in de eerste plaats de eigenschap der reinheid is en -in de tweede plaats die van heiligheid, veeleer dan van abstinentie, kunnen wij het -best een gepaste verhouding tusschen erotische eischen en de andere eischen van het -leven verstaan. “Kuischheid is”, zooals Ellen Key juist opmerkt, “harmonie tusschen -lichaam en ziel met betrekking tot liefde”. Zoo begrepen, is ascetisme de deugd van -beperken, die leidt tot erotische bevrediging, en kuischheid de deugd, die haar harmonie -brengenden invloed uitoefent over het erotische leven zelf. -</p> -<p>We zullen zien, dat ascetisme niet noodzakelijkerwijze voortdurende zelfbeheersching -in zich sluit. Juist verstaan, is ascetisme <span class="pagenum">[<a id="pb161" href="#pb161">161</a>]</span>een tucht, een oefening, die betrekking heeft op een doel, dat niet in zichzelf ligt. -Als ze gedwongen voortbestaat, hetzij naar de voorschriften van een godsdienstig dogma, -of enkel als een fetish, dan berust ze niet langer op een natuurlijke basis; dan is -ze ook niet meer moreel, want de onthouding van een mensch, die zijn geheele leven -in een gevangenis heeft doorgebracht, is van geen waarde voor het leven. Om natuurlijk -te zijn en moreel, moet ascetisme een doel hebben buiten zichzelf, moet ze de doeleinden -van het levenswerk dienen, die niet gediend kunnen worden door een persoon, die in -een voortdurenden strijd gewikkeld is met zijn eigen natuurlijke instincten. Een mensch -kan, wel is waar, als een kwestie van smaak of van voorkeur, zijn geheele leven vrij -en gemakkelijk in sexueele abstinentie doorbrengen, maar in dit geval is hij geen -asceet, en zijn ascetisme is noch een voorwerp van toejuiching, noch van critiek. -</p> -<p>Op dezelfde wijze heeft kuischheid, wel verre van sexueele abstinentie in zich te -sluiten, alleen waarde, als ze onder invloed gebracht wordt van de erotische sfeer. -Een reinheid uit onwetendheid is, als de <span class="corr" id="xd29e4044" title="Bron: leefdtijd">leeftijd</span> van kinderlijke onschuld eenmaal voorbij is, enkel een domheid; ze is dichter bij -de misdaad dan bij de deugd. Reinheid is ook niet gelijkluidend met inspanning en -strijd; in dat opzicht verschilt ze van ascetisme. “Wij overwinnen de gebondenheid -der sekse”, zegt Rosa Mayreder, “door ze aan te nemen en niet door ze te ontkennen, -en mannen kunnen dit alleen maar doen met behulp van vrouwen”. De zoogenaamde kuischheid -van koude berekening is even onschoon als onwerkelijk, en zonder eenigerlei waarde. -Een ware en waardige kuischheid kan alleen onderhouden worden door een vurig ideaal -van een nieuwe romantiek, of, zooals tegenwoordig, als een meer menschelijk erotisch -ideaal. “Alleen erotisch idealisme”, zegt Ellen Key, “kan enthoesiasme voor de kuischheid -wekken”. Kuischheid kan dus in een gezond ontwikkeld persoon alleen mooi toegepast -worden in het werkelijk erotische leven; voor een deel is zij het instinct van waardigheid -en matigheid; voor een deel is zij de kunst de sexueele dingen aan te raken met handen, -die zich hun geschiktheid herinneren voor al de mooie doeleinden van het leven. Boven -de ingangspoort tot het binnenste heiligdom der liefde staat dus hetzelfde opschrift -als boven de poort voor het Epidaurische Heiligdom van Aesculapius: “Alleen de reine -mag hier binnentreden”. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Men zal opmerken, dat de definitie van kuischheid aan nauwkeurigheid te wenschen overlaat. -Dat is onvermijdelijk. We hebben aan reinheid geen stevig houvast, want, evenals sneeuw -voor de zon, smelt ze in onze handen weg. “Reinheid zelf verbiedt een te nauwkeurig -systeem van regels voor het in acht nemen van reinheid”, zegt Sidgwick zoo juist (<i lang="en">Methods of Ethics</i>, Bk, III, hoofdst. XI). Elders (<i>op. cit.</i>; Bk, III, hoofdst. XI) tracht hij de kwestie te beantwoorden: Welke sexueele verhoudingen -zijn essentieel onrein? en komt hij tot de conclusie, dat geen antwoord mogelijk is. -“Er schijnt geen bepaald principe te <span class="pagenum">[<a id="pb162" href="#pb162">162</a>]</span>zijn, dat eenige aanspraak heeft op <span class="corr" id="xd29e4057" title="Bron: van zelf sprekendheid">vanzelfsprekendheid</span>, waarnaar de kwestie kan beantwoord worden, zóó dat ze algemeene goedkeuring vindt”. -Zelfs wat “Vrije Liefde” genoemd wordt, voegt hij er aan toe, “in zoover als ze ernstig -aangeraden is als een middel tot een meer volkomen harmonie van gevoelen tusschen -mannen en vrouwen, kan niet als onrein veroordeeld worden, want het schijnt <span class="corr" id="xd29e4060" title="Bron: paradoxisch">paradoxaal</span>, reinheid van onreinheid te onderscheiden alleen door een mindere snelheid van overgang”. -</p> -<p>Moll komt van het standpunt van medische psychologie tot dezelfde conclusie als Sidgwick -van dat van ethica. In een verslag over de “Waarde van Kuischheid voor de Menschen”, -dat <span class="corr" id="xd29e4065" title="Bron: geplubliceerd">gepubliceerd</span> is als een appendix bij de derde uitgave (1899) van zijn <i lang="de">Konträre Sexualempfindung</i>, bespreekt de beroemde Berlijnsche medicus de zaak met zeer veel gezond verstand, -en wijst hij er op, dat “kuisch en onkuisch <i>betrekkelijke ideeën</i> zijn”. Wij moeten niet, zegt hij, zooals dikwijls gedaan wordt, “kuisch” identificeeren -met “sexueele onthouding”. Hij voegt er bij, dat wij niet gerechtigd zijn ieder buitenechtelijk -sexueel verkeer onkuisch te noemen, want, als we dat doen, zullen we gedwongen zijn -bijna alle mannen en sommige zeer respectabele vrouwen als onkuisch te beschouwen. -Hij staat er terecht op, dat wij in deze zaak denzelfden regel zullen toepassen op -vrouwen als op mannen, en hij wijst aan, dat sexueele omgang niet noodzakelijk onkuisch -is, zelfs al rangschikt men er onder wat technisch echtbreuk kan zijn. Hij noemt het -geval van een meisje, dat op haar achttiende jaar, toen ze geestelijk nog onrijp was, -trouwt met een man, met wien zij het niet mogelijk vindt samen te leven; een scheiding -heeft ten gevolge daarvan plaats, hoewel een wettige echtscheiding onmogelijk te verkrijgen -is. Als zij nu hartstochtelijk verliefd wordt op een man, dan kan haar liefde geheel -kuisch zijn, hoewel zij omvat wat technisch echtbreuk is.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als we zoo ascetisme en kuischheid en hun weldadige functies in het leven begrijpen, -zien wij, dat zij een plaats innemen midden tusschen de kunstmatig overdreven positie -die zij eens hadden, en die waartoe zij verlaagd waren door de onvermijdelijke reactie -en algemeene onverschilligheid of werkelijke vijandigheid, die er op volgde. Ascetisme -en kuischheid zijn geen strenge categorische eischen; zij zijn nuttige middelen tot -wenschenswaardige doeleinden, zij zijn wijze en schoone kunsten. Zij hebben recht -op onze achting, maar niet op onze overschatting. Want, waar we ze overschatten, wordt -te dikwijls vergeten, dat wij het sexueele instinct overschatten. Het sekse-instinct -is inderdaad zeer belangrijk. Toch heeft het niet dat alles omvattende en uitnemende -belang, dat sommigen, zelfs van hen die er tegen strijden, gewoon zijn er aan te hechten. -Dat kunstmatig vergrooten van de belangrijkheid van den sexueelen impuls wordt versterkt -door den kunstmatigen nadruk, die op ascetisme gelegd wordt. Wij kunnen de werkelijke -plaats van den sexueelen impuls leeren kennen, als we leeren inzien, hoe we de beperkingen -van dien impuls met verstand en op natuurlijke wijze kunnen beschouwen. -<span class="pagenum">[<a id="pb163" href="#pb163">163</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3407" href="#xd29e3407src">1</a></span> Voor Blake en voor Shelley, zoowel als, naar we er mogen bijvoegen, voor Hinton, is -kuischheid, zooals Todhunter in zijn <i lang="en">Study of Shelley</i> opmerkt, een wijze van zich onderwerpen aan het actueele, een verzaken van het oneindige, -en daarom voelen zij er niet voor. De kuische man, d.i. de man van voorzichtigheid -en zelfbeheersching, is hij, die de naaktheid van zijn oorspronkelijke onschuld verloren -heeft. <a class="fnarrow" href="#xd29e3407src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3419" href="#xd29e3419src">2</a></span> Voor bewijsmateriaal voor de gebruiken van natuurvolken in deze zaak zie men ook hoofdst. -IV en VII van de <i lang="en">History of Human Marriage</i> door Westermarck en ook hoofdst. XXXVIII en XVI van <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i> van denzelfden schrijver, deel II; <i lang="en">Golden Bough</i> van Fraser bevat veel, dat op het onderwerp betrekking heeft, evenals ook <i lang="en">Mystic Rose</i> van Crawley. <a class="fnarrow" href="#xd29e3419src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3464" href="#xd29e3464src">3</a></span> Zie bv. Westermarck, <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, vol. II, pp. 412 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e3464src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3471" href="#xd29e3471src">4</a></span> Zoo verklaarde een oude Maori, eenige jaren geleden, dat de achteruitgang van zijn -ras geheel te wijten is aan het verlies van het oude godsdienstige geloof in de <i>tabu</i>. “Want”, zeide hij (ik doe een aanhaling uit een Auklandsche courant), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>in den ouden tijd was ons <i>tapu</i> samengevlochten met het geheele maatschappelijke systeem. Het hoofd, het haar, plaatsen -waar geestverschijningen zich vertoonden, plaatsen die de <i>tohungas</i> heilig noemden, zijn wij vergeten en hebben wij verwaarloosd. Wie denkt er tegenwoordig -aan de heiligheid van het hoofd? Zie, als het water in den ketel kookt, dan springt -de jonge man op, neemt zijn pet van zijn hoofd en gebruikt die om den deksel vast -te pakken. Wie is er tegenwoordig, die niet met onverschilligheid toeziet als de barbier -van het dorp, als hij dicht bij het vuur is, het losse haar van zijn laken er in gooit, -en het gescherts en het lachen gaan door alsof niet een heilige handeling juist voleindigd -was. Voedsel wordt gegeten op plaatsen, waar men het in vroeger dagen niet overheen -durfde dragen”. <a class="fnarrow" href="#xd29e3471src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3544" href="#xd29e3544src">5</a></span> Zoo bestond, lang voordat er Christelijke monniken optraden, het ascetische kloosterleven -in zeer gelijksoortigen geest in Egypte bij de vereering van Serapis (Dill, <i lang="en"><span class="corr" id="xd29e3547" title="Bron: Romau">Roman</span> Society</i>, p. 79). <a class="fnarrow" href="#xd29e3544src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3607" href="#xd29e3607src">6</a></span> ’s Nachts, in de doopkapel, met lampen, die flauw brandden, werd der vrouwen zelfs -haar tunica uitgetrokken, en werden zij driemaal in den poel gedompeld, dan gezalfd, -in het wit gekleed, en gekust. <a class="fnarrow" href="#xd29e3607src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3622" href="#xd29e3622src">7</a></span> Zoo verwijst Jeronimus, in zijn brief aan Eustachius, naar die paren, die “dezelfde -kamer deelen, dikwijls hetzelfde bed, en die ons ergdenkend zouden noemen als wij -daar conclusies uit trokken”, terwijl Cyprianus (<i lang="la">Epistola</i>, 85) niet in staat is het gedrag van die mannen goed te keuren, waarvan hij hoort -spreken en waarvan een zelfs een deken is, die in intiemen omgang leven met meisjes, -en zelfs in hetzelfde bed met haar slapen; want, zegt hij, het vrouwelijk geslacht -is zwak en de jeugd is lichtzinnig. <a class="fnarrow" href="#xd29e3622src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3635" href="#xd29e3635src">8</a></span> Perpetua (<i lang="la">Acta <span class="corr" id="xd29e3639" title="Bron: Sanctornm">Sanctorum</span></i>, March 7) wordt door Hort en Mayor genoemd “de mooiste bloem in den tuin van het -na-apostolisch Christendom”. Zij was echter geen maagd, maar een jonge moeder, met -een kind aan de borst. <a class="fnarrow" href="#xd29e3635src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3770" href="#xd29e3770src">9</a></span> De kracht van het oude Christelijke ascetisme lag in zijn spontaan en vrijwillig karakter. -Toen, in de negende eeuw, de Carlovingen probeerden het celibaat in kloosters en aan -de geestelijkheid op te leggen, was het resultaat een grote uitbarsting van onkuischheid -en misdaad; nonnenkloosters werden bordelen, nonnen waren dikwijls schuldig aan kindermoord, -monniken begingen niet te vermelden schanddaden, de vaste geestelijkheid knoopte bloedschendige -betrekkingen aan met hun naaste vrouwelijke verwanten. (Lea, <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>, vol. I, pp. 155 <i>et seq.</i>). <a class="fnarrow" href="#xd29e3770src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3842" href="#xd29e3842src">10</a></span> Senancour, <i lang="fr">De l’Amour</i>, deel II p. 233. De Islam heeft veel minder den nadruk gelegd op de kuischheid dan -het Christendom, maar in de praktijk is er, naar het schijnt, dikwijls meer eerbied -voor kuischheid onder Mohammedaansche dan onder Christelijke heerschappij. Zoo wordt -gezegd door “Viator” (<i lang="en">Fortnightly Review</i>, Dec. 1908) dat het vroeger, onder Muzelmansche heerschappij, onmogelijk was de deugd -van vrouwen in Bosnië te koopen, maar dat het nu, onder de Christelijke heerschappij -van Oostenrijk, overal bij de Oostenrijksche grens mogelijk is dit te doen. <a class="fnarrow" href="#xd29e3842src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3857" href="#xd29e3857src">11</a></span> De basis van dit gevoel werd versterkt, toen het bleek, dat door geleerden was aangetoond, -dat de physieke deugd van “maagdelijkheid” onder een valschen naam vermomd was geweest. -Een maagd te blijven schijnt in het eerst, onder volken van oude Arische cultuur in -het geheel niet een gelofte van kuischheid beteekend te hebben, maar een weigering -zich te onderwerpen aan het juk van het patriarchale huwelijk. De vrouwen, die er -de voorkeur aan gaven buiten het huwelijk te blijven waren “maagden”, zelfs als zij -moeders van groote families waren, en Aeschylus spreekt van de amazonen als van “maagden”, -terwijl in het Grieksch het kind van een ongetrouwd meisje altijd “de zoon eener maagd” -was<a id="xd29e3859"></a>. De geschiedenis van Artemis, de meest primitieve van de Grieksche godheden, is uit -dit gezichtspunt leerzaam. Zij was oorspronkelijk alleen maagdelijk in den zin, dat -zij het huwelijk verwierp, daar zij de godin was van een nomadisch en matriarchaal -jagersvolk, dat het huwelijk nog niet aangenomen had en zij was de godin der bevallingen, -die met orgiastische dansen en phallische zinnebeelden vereerd werd. Eerst door een -latere gedaanteverwisseling werd Artemis de godin der kuischheid (Farnell, <i lang="en">Cults of the Greek States</i>, Deel II, pp. 442 <i>et seq.</i>; Sir W. M. Ramsay, <i lang="en">Cities of Phrygia</i>, Deel I, p. 96; Paul Lafargue, “<span lang="fr">Les Mythes Historiques</span>”, <i lang="fr">Revue des Idées</i>, Dec., 1904). <a class="fnarrow" href="#xd29e3857src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3920" href="#xd29e3920src">12</a></span> Zie b.v., <i lang="en">Nicomachean Ethics</i>, Bk. III, hoofdst. XIII. <a class="fnarrow" href="#xd29e3920src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3926" href="#xd29e3926src">13</a></span> <i lang="la">De Civitate Dei</i>, lib. XV, cap. XX. Wat verderop (boek XVI, hoofdst. XXV) verwijst hij naar Abraham -als naar een man, die met vrouwen kan omgaan zooals het behoort, met zijn vrouw met -mate, met zijn bijwijf inschikkelijk, met geen van beide onmatig. <a class="fnarrow" href="#xd29e3926src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3931" href="#xd29e3931src">14</a></span> <i lang="la">Summa</i>, Migne’s uitgave, deel III, qu. 154, art. 1. <a class="fnarrow" href="#xd29e3931src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3938" href="#xd29e3938src">15</a></span> De meerderheid der kuische jonge mannen, merkt een schrander criticus van het moderne -leven op (<span class="corr" id="xd29e3940" title="Bron: Hellpâch">Hellpach</span>, <i lang="de">Nervosität und Kultur</i>, p. 175), wordt alleen gedreven door traditioneele principes, of door verlegenheid, -vrees voor venerische infecties, gebrek aan zelfvertrouwen, geldgebrek, zeer zelden -door eenige consideratie voor een toekomstige vrouw, en dat zou ook inderdaad een -tragi-comische dwaling zijn, want een vrouw hecht geen waarde aan onaangeroerde mannelijkheid. -Bovendien, voegt hij er bij, is de kuische man niet in staat met verstand een vrouw -te kiezen, en het is onder de onderwijzers en de geestelijken,—de meest kuische klasse—dat -de meeste ongelukkige huwelijken gesloten worden. Milton had dit feit al tot een argument -gemaakt voor het gemakkelijk maken der echtscheiding. <a class="fnarrow" href="#xd29e3938src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3951" href="#xd29e3951src">16</a></span> “Bij eten”, zeide Hinton, “hebben wij de taak volbracht om genoegen te vereenigen -met de afwezigheid van “lust”. Het probleem voor man en vrouw is den sexueelen hartstocht -zoo te gebruiken en te bezitten, dat hij gemaakt wordt tot een werktuig voor hoogere -dingen, met geen andere beperking er op dan deze. Zij is essentieel verbonden met -dingen van de geestelijke orde, en zou van nature zich daar naar voegen. Er over te -denken als enkel lichamelijk is een dwaling”. <a class="fnarrow" href="#xd29e3951src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3958" href="#xd29e3958src">17</a></span> Ik heb op een andere plaats de behoefte in het moderne leven aan een natuurlijk en -ernstig ascetisme breeder besproken (zie <i lang="en">Affirmations</i>, 1898) “St. Francis and Others”. <a class="fnarrow" href="#xd29e3958src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e3967" href="#xd29e3967src">18</a></span> <i lang="de">Der Wille zur Macht</i>, p. 392. <a class="fnarrow" href="#xd29e3967src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4011" href="#xd29e4011src">19</a></span> Op den leeftijd van vijf en twintig, toen hij reeds veel mooi werk had gemaakt, schreef -Mozart in zijn brieven, dat hij nooit een vrouw had aangeraakt, hoewel hij naar liefde -en huwelijk verlangde. Hij had geen middelen om te trouwen, hij wilde geen onschuldig -meisje verleiden, een vergeeflijke verhouding was stuitend voor hem. <a class="fnarrow" href="#xd29e4011src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4018" href="#xd29e4018src">20</a></span> Reibmayr, <i lang="de">Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies</i>, Bd. 1. p. 437 <a class="fnarrow" href="#xd29e4018src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4032" href="#xd29e4032src">21</a></span> Maagdelijkheid, dat wil zeggen het bezit van een ongeschonden hymen, kunnen wij—behoeven -wij dit nog te herhalen—geheel buiten bespreking laten, daar zij louter een physieke -eigenschap is, die niet noodzakelijk ethische verwantschappen heeft. De eisch van -maagdelijkheid in vrouwen is, voor het grootste gedeelte, òf de vraag naar een meer -verkoopbaar artikel, òf naar een machtiger prikkel voor de mannelijke begeerte. Maagdelijkheid -sluit geen moreele eigenschappen in bij haar bezitster. Kuischheid en ascetisme zijn -aan den anderen kant woorden zonder beteekenis, behalve als eischen, die de geest -aan zichzelf stelt of aan het lichaam dat hij beinvloedt. <a class="fnarrow" href="#xd29e4032src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch6" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e367">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">HET VRAAGSTUK VAN SEXUEELE ONTHOUDING</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb165" href="#pb165">165</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">De invloed van de traditie.—De theologische voorstelling van wellust.—Neiging van -deze invloeden om de sexueele moraal te degradeeren.—Het resultaat ervan voor de vorming -van de sexueele abstinentie.—De protesten tegen sexueele abstinentie.—Onthouding en -genialiteit.—Sexueele abstinentie bij vrouwen.—De voorstanders van sexueele abstinentie.—De -middenrichting.—Onbevredigende resultaten van de geheele discussie.—Critiek op het -begrip abstinentie.—Sexueele abstinentie vergeleken met het onthouden van voedsel.—Geen -complete analogie.—De moraal van sexueele abstinentie is geheel negatief.—Is het de -plicht van den dokter buitenechtelijk geslachtsverkeer aan te raden?—Meeningen van -hen, die dezen plicht bevestigen of ontkennen.—De beslissing moet vallen tègen het -geven van zulk een raad.—De dokter gebonden door de maatschappelijke en moreele denkbeelden -van zijn eeuw.—De dokter als hervormer.—Sexueele abstinentie en sexueele hygiëne.—Alcohol.—De -invloed van geestelijke en lichamelijke inspanning.—De ontoereikendheid van de sexueele -hygiëne op dit gebied.—De onwerkelijke aard van het begrip sexueele abstinentie.—De -noodzakelijkheid om het door een meer positief ideaal te vervangen.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Als wij de zaak beschouwen uit een zuiver abstract of zelfs zuiver biologisch gezichtspunt -dan zou het kunnen schijnen, dat wij, door te beslissen, dat ascetisme en kuischheid -van hooge waarde zijn voor het persoonlijke leven, alles gezegd hebben, wat er te -zeggen valt. Dat is echter op verre na het geval niet. Wij bemerken hier, evenals -bij ieder punt in de praktische toepassing van sexueele psychologie, dat het niet -voldoende is langs biologische lijnen den weg te bepalen, die in abstracten zin de -rechte is. Wij moeten onze biologische eischen in harmonie brengen met maatschappelijke -eischen. Wij worden beheerscht niet alleen door natuurlijke instincten, maar door -geërfde tradities, die in het verre verleden stevig gebaseerd waren op begrijpelijke -gronden, en die zelfs nu nog, door het enkele feit van hun bestaan, een macht uitoefenen, -die we niet kunnen en niet mogen voorbijzien. -</p> -<p>Toen we de waarde van den sexueelen impuls bespraken, hebben wij bevonden, dat wij -alle reden hadden, liefde zeer hoog te <span class="pagenum">[<a id="pb166" href="#pb166">166</a>]</span>schatten. Bij het bespreken van kuischheid en ascese vonden we, dat ook deze zeer -hoog geschat moeten worden. En wij hebben gezien, dat hier geen contradictie in opgesloten -ligt; integendeel, dat liefde en kuischheid in al hun fijnste ontwikkelingen zijn -samengegroeid, en dat er dus een volkomen harmonie is in een schijnbare tegenspraak. -Maar als wij de zaak in bijzonderheden beschouwen, in haar speciale persoonlijke toepassingen, -dan zien wij, dat een nieuwe factor zich doet gelden. Wij bemerken, dat onze geërfde -maatschappelijke en godsdienstige tradities een druk uitoefenen, geheel aan éen zijde, -die het onmogelijk maakt de verhoudingen van liefde en kuischheid op de basis van -biologie en rede alleen te stellen. Aan den eenen kant hebben deze tradities het woord -“lust”—beschouwd als uitdrukking gevend aan al de uitingen van den sexueelen impuls, -die buiten het huwelijk liggen of die niet het huwelijk als hun direct en zichtbaar -doel hebben—belast met geringschattende en sinistere beteekenissen. En aan den anderen -kant hebben deze tradities het probleem geschapen van “sexueele abstinentie”, dat -niets te maken heeft met ascetisme of met kuischheid, zooals deze in het vorige hoofdstuk -gedefiniëerd zijn, maar dat alleen den zuiver negatieven druk op den sexueelen impuls -bedoelt, die, onafhankelijk van de wenschen van het individu, door zijn godsdienstige -en maatschappelijke omgeving wordt uitgeoefend. -</p> -<p>De theologische opvatting van “lust” of “libido” als zonde, volgde logisch op de oud-Christelijke -opvatting van het “vleesch”, en werd onvermijdelijk, zoodra die opvatting algemeen -was geworden. Niet alleen hadden de oud-Christelijke idealen een kleineerenden invloed -op de waardeering van het sexueel verlangen per se, maar zij hadden neiging de waardigheid -van de sexueele verhouding in discrediet te brengen. Als een man een vrouw buiten -huwelijk sexueel naderde, en haar daardoor binnen den verachten kring van “wellust” -bracht, dan bracht hij haar nadeel toe, omdat hij afbreuk deed aan haar godsdienstige -en moreele waarde<a class="noteref" id="xd29e4089src" href="#xd29e4089">1</a>. De eenige wijze, waarop hij de aangerichte schade kon goed maken, was haar geld -te betalen of een gedwongen en daardoor waarschijnlijk ongelukkig huwelijk met haar -aan te gaan. Dat wil zeggen, dat sexueele verhoudingen door de kerkelijke tradities -op een pecuniaire basis geplaatst waren, op hetzelfde niveau als prostitutie. Door -haar welgemeende pogingen om de theologische moraal, die zich op een ascetische basis -ontwikkeld had, te steunen, <span class="pagenum">[<a id="pb167" href="#pb167">167</a>]</span>ondermijnde de kerk dus feitelijk zelf dien vorm van sexueele verhouding, dien zij -heiligde. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Gregorius de Groote vaardigde het bevel uit, dat hij, die een meisje verleidde, met -haar trouwen moest, of, in geval van weigering, lichamelijk streng gestraft moest -worden en in een klooster opgesloten om boete te doen. Volgens andere kerkelijke regels -werd van hem, die een meisje verleid had, zelfs indien hij in het geheel niet verantwoordelijk -gesteld werd door den civielen rechtbank, gevergd, dat hij haar zou trouwen, of een -echtgenoot voor haar vinden en haar een bruidsschat verschaffen. Zulke regels hadden -hun goede zijde en waren vooral billijk, als het verleiden door bedrog was geschied. -Maar zij droegen er in ruime mate toe bij om alle kwesties van sexueele moraal ondergeschikt -te maken aan een geldkwestie. De vergoeding aan de vrouw werd ook daardoor zeer noodig, -omdat de kerkelijke opvatting van wellust haar waarde deed verminderen door aanraking -met dien wellust, en de vergoeding als een deel van de boete kon gelden. Aquino was -van meening, dat wellust, in hoe geringe mate ook, een doodzonde was, en de meeste -van de meer invloedrijke theologen namen een bijna zoo streng, zoo al niet even streng -standpunt in. Sommigen meenden echter, dat een zekere mate van genot op dit gebied -mogelijk is zonder doodzonde, of verzekerden bij voorbeeld, dat het voelen van de -aanraking van een zachte en warme hand geen doodzonde is, zoolang daardoor geen sexueel -gevoelen wordt opgewekt. Anderen meenden echter, dat zulke onderscheidingen niet mogelijk -zijn en dat alle genoegens van deze soort zondig zijn. Tomás Sanchez trachtte regels -te maken voor de gecompliceerde problemen van genot, die op deze wijze ontstonden, -maar hij was gedwongen toe te geven, dat geen regels werkelijk mogelijk zijn, en dat -zulke zaken overgelaten moeten worden aan het oordeel van een voorzichtig man. Op -dit punt houdt het sophisme op te bestaan en het moderne gezichtspunt komt voor den -dag (zie b.v. Lea, <i lang="en">History of Auricular Confession</i>, deel II, blz. 57, 115, 246, etc.).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zelfs nu nog leeft de invloed van de oude tradities der Kerk onbewust onder ons voort. -Dat is onvermijdelijk bij godsdienstonderwijzers, maar ook bij mannen van wetenschap, -zelfs in Protestantsche landen, is die invloed merkbaar. Het resultaat is, dat geheel -tegenstrijdige dogma’s naast elkaar voorkomen, zelfs bij denzelfden schrijver. Aan -den eenen kant worden de uitingen van den sexueelen impuls nadrukkelijk veroordeeld -als zoowel onnoodig als slecht; aan den anderen kant wordt het huwelijk, dat fundamenteel -(wat het verder ook wezen moge) een uiting is van den sexueelen impuls, evenzeer met -nadruk goedgekeurd als de eenige moreele vorm van leven<a class="noteref" id="xd29e4103src" href="#xd29e4103">2</a>. Er kan geen redelijke twijfel bestaan, dat het de overlevende en doordringende invloed -is van de oude traditioneele theologische opvatting van <i>libido</i>, waaraan wij voor een groot deel het enorme verschil van meeningen onder medici moeten -toeschrijven over de kwestie van sexueele abstinentie, en de overigens onnoodige scherpte, -waarmee deze meeningen somtijds worden geuit. -</p> -<p>Aan de eene zijde vinden wij de nadrukkelijke bewering, dat <span class="pagenum">[<a id="pb168" href="#pb168">168</a>]</span>sexueele omgang noodig is en dat de gezondheid niet kan in stand blijven tenzij de -sexueele werkzaamheden geregeld uitgeoefend worden. -</p> -<p>“Alle deelen van het lichaam, die ontwikkeld zijn voor een bepaald doel, worden alleen -gezond, en in het genot van een flinken groei en van een lange jeugd gehouden door -het vervullen van dat gebruik, en door hun gepaste oefening in de werkzaamheid waaraan -zij gewend zijn”. In die bewering, die voorkomt in de groote verhandeling van Hippocrates -“<span lang="en">On the Joints</span>”, hebben wij de klassieke uitdrukking van de leer, die in altijd veranderende vormen -onderwezen is door allen, die tegen sexueele abstinentie geprotesteerd hebben. Als -wij komen tot de zestiende eeuwsche opkomst van het Protestantisme, vinden wij, dat -Luther’s opstand tegen het Catholicisme voor een deel een protest tegen de leer der -sexueele abstinentie was. “Hij, aan wien de gave van zelfbeheersching niet gegeven -is”, zeide hij in zijn <i>Tafelrede</i>, “zal niet kuisch worden door vasten en nachtwaken. Wat mij betreft, ik werd niet -bovenmatig gekweld (hoewel hij elders spreekt van de groote vuren van wellust, waardoor -hij verontrust werd), maar toch, hoe meer ik mij kastijdde, des te vuriger werd ik”. -En driehonderd jaar later nam Bebel, de would-be Luther van de negentiende eeuw van -een ander soort Protestantisme, dezelfde houding jegens de sexueele abstinentie aan, -terwijl Hinton, de medicus en philosoof, levend in een land van streng sexueel conventionalisme -en sexueele preutschheid, door een warme sympathie met het lijden, dat hij om zich -heen zag, bewogen, in hartstochtelijk sarcasme losbrak, telkens als hij met de leer -der sexueele abstinentie in aanraking kwam. “Er zijn onnoemelijk veel kwalen—verschrikkelijke -kwellingen, zelfs krankzinnigheid, de verwoesting van levens—waarvoor de omhelzing -van man en vrouw het geneesmiddel zou zijn. Niemand denkt er aan het in twijfel te -trekken. Afschuwelijke kwalen en een geneesmiddel in een genoegen en genot! En de -mensch heeft verkozen zoo zijn leven te verknoeien, dat hij zeggen moet: “Daar, dat -zou een geneesmiddel zijn, maar ik kan het hier niet gebruiken. <i>Ik moet deugdzaam zijn!</i>”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<blockquote> -<p class="first">Als wij ons beperken tot moderne tijden en tot tamelijk preciese medische opgaven, -dan vinden we in Schurig’s <i lang="la">Spermatologia</i> (1720, blz. 274 <i>et seq.</i>), niet alleen een bespreking van de voordeelen van een matigen sexueelen omgang voor -een aantal gezondheidsstoornissen, zooals door beroemde autoriteiten getuigd wordt, -maar ook een lijst van gevolgen—anorexia, krankzinnigheid, impotentie, epilepsie, -zelfs dood er onder begrepen—die men meende, dat voortkwamen uit sexueele abstinentie. -Dit uiterste standpunt van de mogelijke nadeelen van sexueele abstinentie schijnt -een deel te zijn geweest van de tradities van de Renaissance in de geneeskunde, aangewakkerd -door een zekere oppositie tusschen godsdienst en kennis. Het werd nog krachtig staande -gehouden door Lallemand, in het begin van de negentiende eeuw. Daarna <span class="pagenum">[<a id="pb169" href="#pb169">169</a>]</span>werden de medische opgaven over de slechte gevolgen van sexueele abstinentie meer -gematigd, hoewel ze dikwijls nog uitgesproken werden. Zoo meent <span class="corr" id="xd29e4136" title="Bron: Gyurkovechly">Gyurkovechky</span>, dat deze gevolgen even ernstig kunnen zijn als die van sexueele uitspatting. Krafft-Ebing -toonde aan, dat sexueele abstinentie een toestand van algemeene nerveuse opwinding -kon te voorschijn roepen (<i lang="de">Jahrbuch für Psychiatrie</i>, Bd. VIII, Heft 1 en 2). Schrenck-Notzing beschouwt sexueele abstinentie als een -oorzaak van uiterste sexueele overgevoeligheid en van verschillende perversies (in -een hoofdstuk over sexueele abstinentie in zijn <i lang="de">Kriminalpsychologische und Psychopathologische <span class="corr" id="xd29e4145" title="Bron: Studiën">Studien</span></i>, 1902, pp. 174—178). Hij vermeldt, ter verduidelijking, het geval van een man van -zes en dertig jaar, die als jongen matig gemasturbeerd had, maar die twintig jaar -geleden de gewoonte op moreele gronden geheel liet varen, en die nooit sexueelen omgang -gehad heeft; hij was er trotsch op, dat hij het huwelijk zou ingaan als een kuisch -man, maar heeft nu jaren lang geleden aan sexueele overgevoeligheid, terwijl zijn -gedachten voortdurend op sexueele onderwerpen geconcentreerd waren, ondanks een sterken -wil en het besluit om niet te masturbeeren of zich aan ongeoorloofden omgang over -te geven. In een ander geval lijdt een krachtig en gezond man, die niet geïnverteerd -is en sterke sexueele wenschen heeft, en die kuisch bleef tot zijn huwelijk, aan psychische -impotentie, en zijn vrouw blijft maagd ondanks al haar liefde en haar liefkoozingen. -Ord meende, dat sexueele abstinentie vele kleinere bezwaren in het leven kon roepen. -“De meesten van ons”, schreef hij (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug. 2, 1884) “zijn ongetwijfeld geraadpleegd door mannen, die, kuisch in daden, -door sexueele opwinding geplaagd worden. Zij vertellen u verhalen van lang aanhoudende, -plaatselijke sexueele opwinding, gevolgd door intense vermoeidheid in de spieren, -of door hevige pijn in den rug en de beenen. Bij sommigen heb ik klachten gehoord -over opzwellen en stijfheid van de beenen, en over pijnen in de lendenen en gewrichten, -vooral in de knieën”; hij vertelt het geval van een man, die na lange kuischheid leed -aan ontsteking van de knieën en die door het huwelijk genezen werd. Pearce Gould, -mogen we er aan toevoegen, merkt op, dat “bovenmatige onbevredigde sexueele begeerte” -een van de oorzaken is van acute orchitis. Remondino “<span lang="en">Some Observations on Continence as a Factor in Health and Disease</span>”, (<i lang="en">Pacific Medical Journal</i>, Jan., 1900) vermeldt het geval van een man van bijna zeventig jaar, die gedurende -een langdurige ziekte van zijn vrouw, leed aan veel voorkomend en hevig priapisme, -dat slapeloosheid veroorzaakte. Hij was er zeker van, dat zijn bezwaren niet voortkwamen -uit zijn zelfbeheersching, maar alle behandeling bleef zonder succes en er waren geen -spontane emissies. Ten slotte raadde Remondino hem aan om, zooals hij het uitdrukte -“Salomo na te volgen”. Hij deed het en al de symptomen verdwenen in eens. Dit geval -is van bijzonder belang, omdat de symptomen niet vergezeld waren van eenig bewust -sexueel verlangen. Het wordt niet langer algemeen geloofd, dat sexueele abstinentie -soms tot krankzinnigheid kan leiden, en men zal opmerken dat de nu en dan voorkomende -gevallen, waarin voortgezet en intens sexueel verlangen bij jonge vrouwen gevolgd -wordt door krankzinnigheid, alleen voorkomen op een basis van erfelijke degeneratie. -Vele autoriteiten meenen echter, dat kleinere geestelijke stoornissen, van een min -of meer vaag karakter, zoowel neurasthenie als hysterie, dikwijls voortkomen uit sexueele -abstinentie. Zoo vindt Freud, die zorgvuldig de angst-neurose, de obsessie van angst -bestudeerd heeft, dat zij een gevolg is van sexueele abstinentie, en dat zij inderdaad -beschouwd mag worden als een uiting van zulke abstinentie (Freud, <i lang="de">Sammlung Kleiner Schriften zur Neurosenlehre</i>, 1906, blz. 76 <i>et seq.</i>). -</p> -<p>Het geheele onderwerp van de sexueele abstinentie is in den breede besproken door -Nyström, uit Stockholm, in <i lang="de">Das Geschlechtsleben und seine Gesetze</i>, hoofdst. III. Hij komt tot het besluit, dat het wenschelijk is, dat zelfbeheersching -beoefend wordt, zoolang het mogelijk is, om de physieke gezondheid te versterken en -het verstand en het karakter te ontwikkelen. De leer van voortdurende <span class="pagenum">[<a id="pb170" href="#pb170">170</a>]</span>sexueele abstinentie beschouwt hij echter als geheel valsch, behalve in het geval -van een klein aantal godsdienstig en philosofisch aangelegde personen. “Volkomen abstinentie -gedurende een lange periode van jaren kan niet verdragen worden zonder ernstige gevolgen -te hebben, zoowel voor het lichaam als voor den geest.… Zeker, een jonge man moet -zijn sexueele impulsen zoolang mogelijk terugdringen en alles vermijden wat kunstmatig -als een sexueele prikkel kan werken. Als hij dat echter gedaan heeft, en hij lijdt -nog aan onbevredigde normale sexueele begeerten, en als hij geen mogelijkheid ziet -binnen afzienbaren tijd te trouwen, dan mag niemand zeggen dat hij zonde doet, als -hij met wederzijdsch goedvinden in sexueele betrekkingen treedt met een vriendin, -of tijdelijke sexueele betrekkingen aanknoopt, mits hij namelijk de fatsoenlijke voorzorg -neemt geen kinderen te krijgen, tenzij zijn deelgenoot nadrukkelijk wenscht moeder -te worden, en hij bereid is al de verantwoordelijkheden van het vaderschap op zich -te nemen”. In een artikel van later datum (“<span lang="de">Die Einwirkung der Sexuellen Abstinenz auf die Gesundheit</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Juli, 1908) zet Nyström op krachtige wijze zijn gezichtspunten uiteen. Hij noemt -onder de gevolgen van sexueele abstinentie orchitis, veel voorkomende onwillekeurige -zaaduitstortingen, impotentie, depressie, en een groote menigte nerveuze stoornissen -van een vager karakter, daar onder begrepen verminderd vermogen om te werken, beperkte -levensvreugde, slapeloosheid, nerveusheid, en het vervuld zijn van sexueele verlangens -en voorstellingen. Meer speciaal noemt hij verhoogde sexueele prikkelbaarheid met -erecties, of zaaduitstortingen bij de minste aanleiding, zooals bij het kijken naar -een aantrekkelijke vrouw of in het maatschappelijk verkeer met haar of in tegenwoordigheid -van kunstwerken, die naakte figuren voorstellen. Nyström heeft de gelegenheid gehad -te onderzoeken en te vermelden negentig gevallen van personen, die deze en soortgelijke -symptomen vertoond hebben, naar hij meent, als het resultaat van sexueele abstinentie. -Hij heeft sommige van deze gevallen gepubliceerd (<i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Oct., 1908), maar we kunnen er aan toevoegen, dat Rohleder (“<span lang="de">Die Abstinentia Sexualis</span>”, <i>ib.</i>, Nov., 1908) deze gevallen gecritiseerd heeft en twijfelt of eenige daarvan afdoende -zijn. Rohleder meent, dat de slechte gevolgen van sexueele abstinentie nooit duurzaam -zijn, en ook, dat geen anatomische pathologische toestanden (zooals orchitis) er door -veroorzaakt kunnen worden. Maar hij meent toch, dat zelfs onvolledige en tijdelijke -sexueele abstinentie tamelijk ernstige gevolgen kan hebben, en vooral neurasthenische -stoornissen van verschillenden aard, zooals nerveuze prikkelbaarheid, angst, depressie, -ongeschiktheid om te werken; ook emissies bij dag, vroegtijdige ejaculaties, en zelfs -een staat, die grenst aan satyriasis; en bij vrouwen hysterie, hystero-epilepsie, -en nymphomaniacale uitingen; al deze symptomen kunnen echter, naar mijn meening, genezen, -als de abstinentie ophoudt. -</p> -<p>Vele voorstanders van sexueele abstinentie hebben gewicht gehecht aan het feit, dat -mannen van groote genialiteit schijnbaar volkomen zelfbeheerscht zijn geweest, hun -geheele leven door. Dit is zeker waar (zie boven, p. 173). Maar dit feit kan nauwelijks -aangehaald worden als een argument ten gunste van de voordeelen van sexueele abstinentie -onder de gewone bevolking. J. F. Scott kiest Jezus uit, Newton, Beethoven en Kant -als “mannen van kracht en scherpzinnigheid, die kuisch geleefd hebben als jonggezellen”. -We kunnen echter niet zeggen, dat Dr. Scott gelukkig geweest is in de vier figuren, -die hij heeft uitgekozen uit de geheele geschiedenis van het menschelijk genie als -voorbeelden van levenslange sexueele abstinentie. Wij weten van Jezus weinig met absolute -zekerheid, en zelfs als wij de diagnose verwerpen, die Professor Binet-Sanglé (in -zijn <i lang="fr">Folie de Jesus</i>) opgebouwd heeft uit een nauwkeurige studie van de Evangeliën, zijn er vele redenen, -waarom wij ons moeten onthouden van het leggen van den nadruk op het voorbeeld van -zijn sexueele abstinentie; Newton was, afgezien van zijn machtig genie op een speciaal -gebied, een onvolkomen en onbevredigend mensch, die ten slotte in <span class="pagenum">[<a id="pb171" href="#pb171">171</a>]</span>een toestand kwam, die zeer veel had van krankzinnigheid; Beethoven was een door en -door ziekelijk en ziek man, die een intens ongelukkig leven leidde; Kant was van het -begin tot het einde een zwakke zieke. Het zou waarschijnlijk moeilijk wezen een gezond, -normaal man te vinden, die vrijwillig het leven zou aannemen, dat geleid werd door -een van deze vier, zelfs tot den prijs van hun roem. J. A. Godfrey (<i lang="en">Science of Sex</i>, pp. 139–147) bespreekt in den breede de kwestie, of sexueele abstinentie gunstig -is voor gewone intellectueele kracht en hij beslist dat zij dat niet is, en dat we -voor den normaal ontwikkelden man geen gevolgtrekking kunnen maken uit de nu en dan -voorkomende sexueele abstinentie van mannen van genie, die dikwijls abnormaal aangelegd -en physiek beneden het middelmatige zijn. Sexueele abstinentie is in het geheel niet -altijd een gunstig teeken, mogen we er aan toevoegen, zelfs bij mannen, die intellectueel -boven het middelmatige zijn. “Ik heb niet den indruk gekregen”, merkt Freud op (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Maart, 1908), “dat sexueele abstinentie nuttig is voor energieke en onafhankelijke -mannen van de daad of voor oorspronkelijke denkers, voor moedige bevrijders en hervormers. -Het sexueele gedrag van een mensch is dikwijls het symbool van zijn geheele wijze -van reageeren in de wereld. Van den man, die energiek het voorwerp van zijn sexueele -begeerte neemt, mogen wij verwachten dat hij een dergelijke onvermoeibare energie -zal vertoonen bij het streven naar andere doeleinden”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Velen, hoewel niet allen, die ontkennen, dat voortgezette sexueele abstinentie onschadelijk -is, nemen vrouwen in deze bewering op. Er zijn inderdaad eenige autoriteiten die meenen, -dat, hetzij eenig bewust sexueel verlangen aanwezig is of niet, sexueele abstinentie -minder gemakkelijk verdragen wordt door vrouwen dan door mannen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Cabanis zeide, in 1802, in zijn beroemd en vooruitstrevend werk, <i lang="fr">Rapports du Physique et du Moral</i>, dat vrouwen niet alleen sexueel exces gemakkelijker verdragen dan mannen, maar dat -zij onder sexueele ontberingen meer lijden, en een zorgvuldig en ervaren onderzoeker -van den tegenwoordigen tijd, Löwenfeld, (<i lang="de">Sexualleben und Nervenleiden</i>, 1899, p. 53), hoewel hij niet meent, dat normale vrouwen sexueele abstinentie minder -gemakkelijk verdragen dan mannen, voegt er bij, dat dit niet het geval is met vrouwen -van een neuropatischen aanleg, die uit deze oorzaak veel meer lijden, en die òf masturbeeren -als sexueele omgang onmogelijk is, of in hystero-neurasthenische toestanden vervallen. -Busch zegt (<i lang="de">Das Geschlechtsleben des Weibes</i>, 1839, deel I, blz. 69, 71), dat niet alleen de werking van de sexueele functies -in het organisme bij vrouwen sterker is dan bij mannen, maar dat de slechte gevolgen -van sexueele abstinentie duidelijker merkbaar zijn bij vrouwen. Sir Benjamin Brodie -heeft lang geleden gezegd, dat de nadeelen van zelfbeheersching voor vrouwen misschien -grooter zijn dan die van onmatigheid, en in den tegenwoordigen tijd zegt Hammer (<i lang="de">Die Gesundheitlichen Gefahren der Geschlechtlichen Enthaltsamkeit</i>, 1904) dat, om gezondheidsredenen sexueele abstinentie aan vrouwen niet meer moet -aangeraden worden dan aan mannen. Nyström is van dezelfde meening, hoewel hij verklaart, -dat vrouwen sexueele abstinentie beter verdragen dan mannen; hij heeft deze speciale -kwestie in den breede besproken in een hoofdstuk van zijn <i lang="de">Geschlechtsleben und seine Gesetze</i>. Hij is het eens met den ervaren Erb, dat een groot aantal volkomen kuische vrouwen -van hoog karakter, die in het bezit zijn van uitmuntende eigenschappen van geest en -hart, min of meer ongesteld zijn door sexueele abstinentie; dit is vooral dikwijls -het geval met vrouwen, die getrouwd zijn met impotente mannen, hoewel het meestal -niet vóór den leeftijd van dertig jaar is, dat, zooals Nyström opmerkt, vrouwen zich -van haar sexueele behoeften duidelijk bewust worden. -<span class="pagenum">[<a id="pb172" href="#pb172">172</a>]</span></p> -<p>Een groot aantal vrouwen, die gezond, kuisch en ingetogen zijn, gevoelen bij tijden -zulk een machtig sexueel verlangen, dat zij nauwelijks de verzoeking kunnen weerstaan -de straat op te gaan en den eersten den besten man, dien zij tegen komen, te vragen. -Niet weinige van zulke vrouwen, dikwijls van goeden huize, bieden zich inderdaad aan -aan mannen, die ze misschien maar weinig kennen. Routh vermeldt zulke gevallen (<i lang="en">British Gynaecological Journal</i>, Feb. 1887), en de meeste mannen hebben te eeniger tijd dergelijke vrouwen ontmoet. -Als een vrouw van hoog moreel karakter en sterke hartstochten voor een zeer langen -tijd aan den voortdurenden druk van zulk sexueel verlangen onderworpen wordt, vooral -als dit samengaat met liefde voor een bepaald persoon, dan kan er een reeks van slechte, -physieke en moreele gevolgen optreden. Vele beroemde medici hebben zulke gevallen -vermeld, die plotseling in volkomen herstel eindigden, zoodra de hartstocht bevredigd -werd. Lauvergne beschreef lang geleden een dergelijk geval. Een tamelijk typisch geval -van deze soort werd in bijzonderheden medegedeeld door Brachet, (<i lang="fr">De l’Hypochondrie</i>, p. 69) en door Griesinger samengevat in zijn klassieke werk over “Mental Pathology”. -Het betrof een gezonde gehuwde dame van zes en twintig jaar, die drie kinderen had. -Een kennis, die haar bezocht, won haar liefde, maar zij bood ernstig weerstand aan -den verleidenden invloed en verborg den hevigen hartstocht, dien hij in haar gewekt -had. Verschillende ernstige, physieke en geestelijke symptomen begonnen zich langzamerhand -te vertoonen, en er traden verschijnselen op, die op tering wezen. Een verblijf van -zes maanden in het zuiden van Frankrijk bracht geen verbetering in den lichamelijken -of geestelijken toestand. Toen ze thuis kwam, werd ze nog erger. Daar ontmoette zij -het voorwerp van haar hartstocht weer, zij bezweek, verliet haar echtgenoot en kinderen, -en vluchtte met hem. Zes maanden later was zij onherkenbaar: schoonheid, frischheid -en gevuldheid hadden de plaats ingenomen van dorheid en magerheid; terwijl de symptomen -van tering en alle andere bezwaren geheel verdwenen waren. Een eenigszins hierop gelijkend -geval wordt vermeld door Camill Lederer, uit Weenen (<i lang="de">Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene</i>, 1906, aflevering 3). Een weduwe begon eenige maanden na den dood van haar echtgenoot -te kuchen, met symptomen van longcatarrh, maar geen bepaalde teekenen van longlijden. -Behandeling en verandering van klimaat bleken geheel onvoldoende een verbetering te -weeg te brengen. Twee jaren later trouwde ze weer, daar er geen teekenen van ongesteldheid -in de longen verschenen waren, hoewel de symptomen voortduurden. Binnen zeer enkele -weken waren alle symptomen verdwenen en was zij volkomen frisch en gezond. -</p> -<p>Talrijke beroemde gynaecologen hebben als hun overtuiging vermeld, dat sexueele opwinding -een geneesmiddel is voor verschillende ongesteldheden in de sexueele organen van vrouwen, -en dat abstinentie een oorzaak is van zulke ongesteldheden. Matthews Duncan zeide, -dat sexueele opwinding het eenige geneesmiddel is voor amenorrhoea; <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>het eenig menstruatie-bevorderend geneesmiddel, dat ik ken”, schreef hij (<i lang="en">Medical Times</i>, Feb. 2, 1884), “wordt niet gevonden in de Pharmacopae: het is erotische opwinding. -Er is geen twijfel aan de waarde van erotische opwinding”. Anstie verwijst in zijn -werk over <i lang="en">Neuralgia</i>, naar het weldadige gevolg van sexueelen omgang op dysmenorrhoë, en hij maakt de -opmerking, dat de noodzakelijkheid van de volle natuurlijke uitoefening van de sexueele -functie blijkt uit de groote verbetering in zulke gevallen na het huwelijk, en vooral -na de geboorte van een kind. (Wij moeten opmerken, dat niet alle autoriteiten dysmenorrhea -verbeterd vinden door het huwelijk; sommige meenen, dat de kwaal er dikwijls door -verergerd wordt; zie, b.v., Wythe Cook, <i lang="en">American Journal Obstetrics</i>, Dec., 1893). De beroemde gynaecoloog Tilt noemde al vroeger, met nadruk (<i lang="en">On Uterine and Ovarian Inflammation</i>, 1862, blz. 309), de slechte gevolgen van sexueele abstinentie, doordat ze prikkeling -en misschien eenigszins acute ontsteking van de ovariën te voorschijn roepen, en hij -merkt op, dat ze vooral veel <span class="pagenum">[<a id="pb173" href="#pb173">173</a>]</span>voorkomen bij jonge weduwen en bij prostituées, die in verbeteringsgestichten geplaatst -worden. Intens verlangen, merkte hij op, veroorzaakt organische bewegingen, gelijkende -op de bewegingen, die noodig zijn voor de bevrediging van de begeerte. Deze brandende -verlangens, die alleen maar gedoofd kunnen worden door hun wettige bevrediging, worden -nog verder verhoogd door den erotischen invloed van gedachten, boeken, schilderijen, -muziek, die dikwijls sexueel nog meer prikkelend zijn dan vleeschelijke omgang met -mannen, maar de opwinding, die zoo te voorschijn geroepen wordt, wordt niet verlicht -door dien natuurlijken terugval, die op iedere levensaanzwelling zou moeten volgen. -Nadat hij gewezen heeft op de biologische feiten, die de uitwerking aantoonen van -psychische invloeden op de ontwikkelingskracht van de vrouwelijke geslachtsorganen -bij dieren, gaat Tilt voort: “Ik mag hieruit gerust besluiten, dat dergelijke prikkels -op den geest van vrouwen een opwekkende uitwerking kunnen hebben op de ovulatie organen. -Ik weet herhaaldelijk van menstruatie, die in den verlovingstijd onregelmatig, overvloedig -of abnormaal was bij vrouwen, bij wie niets dergelijks te voren was voorgekomen; dit -maakte dan de behandeling van chronische ovaritis en van ontsteking van den uterus -noodzakelijk”. Bonnifield, van <span class="corr" id="xd29e4250" title="Bron: Cincinati">Cincinnati</span> (<i lang="en">Medical Standard</i>, Dec., 1896) meent, dat onbevredigde sexueele begeerte een belangrijke oorzaak is -van catarrhale endometritis. Het is wel bekend, dat gezwellen van den uterus in een -zekere betrekking staan tot de organische sexueele activiteit, en dat sexueele abstinentie, -voornamelijk de lang voortgezette ontbering van zwangerschap, een zeer belangrijke -oorzaak is van de kwaal. Dit wordt bevestigd door een analyse van A. E. Giles (<i lang="en">Lancet</i>, Maart 2, 1907) van honderd vijftig gevallen. Zes en vijftig van deze gevallen, meer -dan een derde, waren ongetrouwde vrouwen, hoewel ze bijna alle over de dertig jaar -oud waren. Van de vier en negentig getrouwde vrouwen, waren vier en dertig nooit zwanger -geweest; van haar, die zwanger geweest waren, waren zes en dertig niet zwanger geweest -in de laatste tien jaar. Zoo waren acht en veertig percent òf nooit zwanger geweest, -òf ze waren ten minste de laatste tien jaar niet zwanger geweest. Het blijkt dus duidelijk, -dat verhindering van de sexueele functie, hetzij die abstinentie van sexueelen omgang -met zich brengt of niet, een belangrijke oorzaak is van febroide uterusgezwellen. -Balls-Headley, uit Victoria, (<i lang="en">Evolution of the Diseases of Women</i>, 1894, en “<span lang="en">Etiology of Diseases of Female Genital Organs</span>”, Allbutt en Playfair, <i lang="en">System of Gynaecology</i>), meent, dat onbevredigd sexueel verlangen een factor is bij zeer vele ongesteldheden -van de sexueele organen bij vrouwen. “Mijn meeningen”, schrijft hij in een particulieren -brief, “berusten op een zeer speciaal gynaecologische praktijk gedurende twintig jaar, -in welken tijd ik zeven duizend diagnosen bizonder zorgvuldig heb opgemaakt. De normale -vrouw is sexueel goed gevormd en haar sexueele gevoelens eischen bevrediging door -het voortbrengen van het volgende geslacht, maar onder de beperkende en vooral nu -abnormale omstandigheden van de beschaving ondergaan sommige vrouwen erfelijke atrophie, -en zijn de uterus en de sexueele gevoelens zwak; bij anderen van gemiddelde goede -locale ontwikkeling staat het gevoel onder druk; bij weer anderen zijn de gevoelens -zoowel als de organen sterk en als normaal gebruik onthouden wordt, komen er verkeerde -gevolgen. Als wij deze vele verscheidenheden van aangeboren ontwikkeling wat de verschillende -toestanden van maagdelijkheid, steriel of vruchtbaar huwelijk betreft, in gedachte -houden, dan dringt zich de wijze van ontstaan en de ontwikkeling der ziekte aan den -geest van den medicus op, en er is voor hem niet meer aanleiding tot verwondering, -dan er is voor den wiskunstenaar, die de kegelsneden bestudeert, als hij de grondslagen -ervan heeft leeren kennen. Het vraagstuk is opgeworpen: Zijn een aantal niet met elkander -verband houdende vrouwenziekten uit de lucht komen vallen, of zijn deze kwalen noodzakelijkerwijze -een gevolg van de omstandigheden eener onnatuurlijke levenswijze?” We kunnen er aan -toe voegen, dat <span class="corr" id="xd29e4269" title="Bron: Kish">Kisch</span> (<i lang="en">Sexual Life of Woman</i>), die toch tegen iedere overdreven waardeering van de gevolgen van sexueele <span class="pagenum">[<a id="pb174" href="#pb174">174</a>]</span>abstinentie protesteert, meent, dat ze bij vrouwen niet alleen vele plaatselijke ongesteldheden, -maar ook nerveuse stoornis, hysterie, en zelfs krankzinnigheid ten gevolge kan hebben, -terwijl bij neurasthenische vrouwen “geregelde sexueele omgang een actief weldadige -uitwerking heeft, die dikwijls opvallend is”. -</p> -<p>Het is van belang op te merken, dat de slechte gevolgen van sexueele abstinentie bij -vrouwen, naar de meening van hen, die op het belang er van den nadruk leggen, in het -geheel niet alleen te wijten zijn aan onbevredigde sexueele begeerte. Zij kunnen aanwezig -zijn, zelfs als de vrouw zelf niet het minste bewustzijn heeft van sexueele behoeften. -Dit werd veertig jaar geleden duidelijk aangetoond door den scherpzinnigen Anstie -(<i>op. cit.</i>). Bij vrouwen vooral, merkt hij op, “schijnt een zekere rustelooze overgroote werkzaamheid -van geest, en misschien van het lichaam ook, de uiting te zijn van den onbewusten -wrok der natuur over de <i>verwaarloozing der sexueele functies</i>”. Zulke vrouwen, voegt hij er bij, hebben zich vrij gehouden van masturbatie “ten -koste van een voortdurende en bijna woeste werkzaamheid van geest en spieren”. Anstie -had opgemerkt, dat sommige van de ergste gevallen van nervositeit en neurasthenie, -die hij “spinale prikkeling” noemde, dikwijls samen gaande met een gevoelige maag -en bloedarmoede, beter worden met het huwelijk. “Het kan niet ontkend worden”, gaat -hij voort, “dat een zeer groot aantal van deze gevallen bij ongetrouwde vrouwen (die -verreweg het grootste getal vormen van lijderessen aan ruggemergsprikkeling) voortkomen -uit deze bewuste of onbewuste prikkeling, die onderhouden wordt door een onbevredigde -sexueele behoefte. Het is zeker, dat zeer veel jonge menschen (vooral vrouwen) geplaagd -worden door de prikkeling van de sexueele organen zonder ook maar de minste bewustheid -te hebben van sexueele begeerte, en dat zij het treurig schouwspel opleveren van een -mislukt leven zonder ooit de ware reden te kennen van het ongeluk, dat hen ongeschikt -maakt voor al de actieve plichten van het leven. Het is een opmerkelijk feit, dat -er zelfs voorbeelden zijn kunnen van twee zusters, die dezelfde soort van nerveuzen -aanleg geërfd hebben, beiden geplaagd door de verschijnselen van ruggemergsprikkeling -en beiden waarschijnlijk lijdende door teruggedrongen sexueele functies, maar waarvan -de eene rein van geest kan zijn en volkomen onbewust van de werkelijke oorzaak van -haar moeilijkheden, terwijl de andere een slachtoffer is van bewuste en vruchtelooze -sexueele prikkeling”. In deze zaak kan Anstie beschouwd worden als een voorlooper -van Freud, die met groote fijnheid en ontledingskracht de leer ontwikkeld heeft van -den overgang van teruggedrongen sexueel instinct bij vrouwen in ziekelijke toestanden. -Hij meent, dat de nervositeit van tegenwoordig voor een groot gedeelte te wijten is -aan de nadeelige werking op het sexueele leven van dat terugdringen van natuurlijke -instincten, waarop onze beschaving opgebouwd is (Misschien kan men de duidelijkste -korte opsomming van de ideeën van Freud over deze kwestie vinden in een zeer suggestief -artikel, “<span lang="de">Die Kulturelle Sexualmoral und die Moderne Nervosität</span>”, in <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Maart 1908, herdrukt in de tweede serie van de <i lang="de"><span class="corr" id="xd29e4290" title="Bron: Samlung">Sammlung</span> <span class="corr" id="xd29e4293" title="Bron: Kleiner">kleiner</span> Schriften <span class="corr" id="xd29e4296" title="Bron: zu">zur</span> Neurosenlehre</i>, 1909). Wij bezitten de geschiktheid, zegt hij, onze sexueele activiteiten te sublimeeren -of te veranderen in andere activiteiten van een psychisch daarmee verwant, maar niet-sexueel -karakter. Dit proces kan echter niet uitgevoerd worden in een onbegrensde mate, evenmin -als de verandering van warmte in mechanisch werk in onze machines. Een zekere mate -van directe sexueele bevrediging is voor de meeste gestellen noodzakelijk en de verzaking -van deze individueel verschillende mate wordt gestraft met verschijnselen, die wij -wel als ziekelijk moeten beschouwen. Het proces van het sublimeeren leidt, onder den -invloed van de beschaving, tot sexueele perversies en psycho-neuroses beide. Deze -twee toestanden staan nauw met elkaar in verband, wat blijkt uit de wijze, waarop -Freud het proces van hun ontwikkeling beschouwt; zij staan tot elkaar als positief -en negatief, en dan zijn sexueele perversies de positieve pool en psycho-neurosen -de negatieve. Het gebeurt dikwijls, merkt hij op, dat een broeder sexueel pervers -<span class="pagenum">[<a id="pb175" href="#pb175">175</a>]</span>kan zijn, terwijl zijn zuster met een zwakker sexueel temperament, een zenuwlijderes -is, wier symptomen een wijziging zijn van de perversies van den broeder; terwijl in -veel families de mannen immoreel zijn en de vrouwen rein en verfijnd, maar zwaar nerveus. -Die vrouwen, die geen tekort aan sexueele impuls hebben, lijden toch onder denzelfden -druk van de beschaafde moraal, die ze in neurotische toestanden drijft. Het is een -zeer ernstige onbillijkheid, merkt Freud op, dat de standaard der beschaving voor -het sexueel leven dezelfde is voor alle menschen, omdat, hoewel sommigen hem, door -hun gestel, gemakkelijk kunnen aannemen, hij voor anderen de zwaarste psychische opofferingen -in zich sluit. Het ongetrouwde meisje, dat zwak van zenuwen geworden is, kunnen we -niet aanraden verlichting te zoeken in het huwelijk, want zij moet sterk zijn om het -huwelijk te “verdragen”, terwijl wij een man aanraden in geen geval te trouwen met -een meisje, dat niet sterk is. De getrouwde vrouw, die de teleurstellingen van het -huwelijk ondervonden heeft, vindt gewoonlijk geen weg ter verlichting, dan door haar -deugd op te geven. “Hoe strenger zij opgevoed is, en hoe volkomener zij onderworpen -is geweest aan de eischen van de beschaving, des te meer vreest zij deze wijze van -ontkomen, en in dezen strijd tusschen haar wenschen en haar plichtgevoel zoekt ook -zij haar toevlucht—in de neurose. Niets beschermt haar deugd zoo zeker als de ziekte”. -Als we den invloed van de enge “beschaafde” opvatting van de sexueele moraal op vrouwen -van een nog ruimer standpunt beschouwen, heeft Freud opgemerkt, blijkt, dat die niet -beperkt is tot het voortbrengen van neurotische toestanden; hij raakt de geheele intellectueele -geschiktheid van vrouwen. Haar opvoeding ontzegt haar iedere belangstelling voor sexueele -kwesties, hoewel zulke kwesties van het hoogste belang voor haar zijn, want zij prent -haar het oude vooroordeel in, dat iedere nieuwsgierigheid in zulke zaken onvrouwelijk -en een bewijs van slechte neigingen is. Zoo worden zij afgeschrikt van het denken, -en het weten verliest zijn waarde. Het denkverbod strekt zich automatisch en onvermijdelijk -uit ver buiten de sexueele sfeer. “Ik geloof niet”, eindigt Freud, “dat er een tegenstelling -is tusschen intellectueel werk en sexueele werkzaamheid, zooals door Möbius verondersteld -werd. Ik ben van meening, dat het ontwijfelbare feit van de intellectueele inferioriteit -van zoo vele vrouwen voortkomt uit de belemmering in het denken, die haar opgelegd -wordt met het doel haar sexualiteit te beteugelen”. -</p> -<p>Het is eerst in de laatste jaren, dat dit probleem erkend is en in het oog gevat, -hoewel eenzelvige denkers, zooals Hinton, zich scherp bewust zijn geweest van het -bestaan ervan; want “treurende deugd”, zooals Mrs. Ella Wheeler Wilcox het uitdrukt, -“schaamt zich meer voor haar smart dan ongelukkige zonde, omdat de wereld tranen heeft -voor deze en voor gene alleen spot”. “Het is een bijna cynische trek van onze eeuw”, -schreef Hellpách eenige jaren geleden, “dat ze voortdurend het probleem behandelt -van prostitutie, van politie-contrôle, van den leeftijd, waarop toestemming tot sexueelen -omgang gegeven kan worden, van de “blanke slavernij”, en dat zij den moreelen strijd -van de vrouwelijke ziel voorbijgaat, zonder eenige poging om haar brandende vragen -te beantwoorden”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Aan den anderen kant zien we, dat medische schrijvers niet alleen met veel moreel -vuur beweren, dat sexueele omgang buiten het huwelijk altijd en volkomen onnoodig -is, maar bovendien voor de onschadelijkheid en zelfs voor de voordeelen van sexueele -abstinentie pleiten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Ribbing, de Zweedsche professor, raadt, in zijn <i lang="fr">Hygiène Sexuelle</i> sexueele abstinentie buiten het huwelijk aan, en beweert, dat ze onschadelijk is. -Gilles de la Tourette, Féré, en Augagneur in Frankrijk zijn het daarmee eens. In Duitschland -zegt Fürbringer (Senator and Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 228), dat zelfbeheersching mogelijk is en noodig, <span class="pagenum">[<a id="pb176" href="#pb176">176</a>]</span>hoewel hij toegeeft, dat ze toch in buitengewone gevallen ernstige schade kan doen. -Eulenburg (<i lang="de">Sexuale Neuropathie</i>, p. 14), betwijfelt of wel iemand, die overigens een verstandig leven leidde, ooit -ziek werd, of meer beslist neurasthenisch door sexueele abstinentie. Hegar ontkent -in zijn antwoord op de argumenten van Bebel in zijn welbekend boek over vrouwen, dat -sexueele abstinentie ooit satiriasis of nymphomania kan veroorzaken. Näcke, die herhaaldelijk -het vraagstuk der sexueele abstinentie behandeld heeft (bv., <i lang="de">Archiv für Kriminal-Anthropologie</i>, 1903, deel I en <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Juni 1908), houdt staande, dat sexueele abstinentie, op zijn ergst zeldzame en lichte -ongunstige gevolgen kan hebben, en dat ze niet meer kans heeft om krankzinnigheid -te veroorzaken, zelfs bij individuen die er aanleg voor hebben, dan de tegenovergestelde -uitersten van sexueele excessen en masturbatie. Hij voegt er bij, dat voor zoover -zijn eigen waarnemingen betreft, de patienten in krankzinnigengestichten maar zelden -lijden onder hun gedwongen sexueele abstinentie. -</p> -<p>Het is echter in Engeland, dat de deugden van sexueele abstinentie het luidst en met -den meesten nadruk verkondigd zijn, soms inderdaad met een groot gebrek aan verstandige -matiging. Acton zet, in zijn <i lang="en">Reproductive Organs</i> het traditioneele Engelsche standpunt uiteen, evenals Beale in zijn <i lang="en">Morality and the Moral Question</i>. Een meer bekend vertegenwoordiger van hetzelfde gezichtspunt was Paget, die in zijn -verhandeling over “Sexueele Hypochondriasis”, sexueelen omgang verbond met “diefstal -of leugen”. Ook Sir William Gowers (<i lang="en">Syphilis and the Nervous System</i>, 1892, p. 126) verkondigt de voordeelen van “ongeschonden kuischheid”, meer speciaal -als een methode om syphilis te vermijden<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Hij is echter niet zeer hoopvol, zelfs wat zijn eigen geneesmiddel aangaat, want -hij voegt er bij: “Wij kunnen maar weinig grond vinden voor de hoop, dat de kwaal -zoodoende belangrijk zal verminderen”. Hij zou echter aan het individu toch kuischheid -willen prediken en doet het met al den ijver van een middeleeuwsch monnik. “Met al -de kracht, die kennis, welke ik bezit en met de autoriteit, die ik heb, geven kan, -verklaar ik, dat geen mensch nog ooit in het minst er slechter aan toe was, omdat -hij zelfbeheersching in praktijk bracht, of er beter aan toe, omdat hij dat niet deed. -Van de laatsten zijn allen moreel slechter geworden; een duidelijke meerderheid is -er ook physiek op achteruit gegaan; en voor geen klein deel is het resultaat, en dat -zal het altijd zijn, volkomen physieke schipbreuk op een van de vele scherpe, puntige -rotsen, die op den levensweg voorkomen en die niemand kan vermijden”. In Amerika geldt -hetzelfde standpunt in ruimen kring en Dr. J. F. Scott betoogt in zijn <i lang="en">Sexual-Instinct</i> (tweede druk, 1908, hoofdst. III) met veel kracht en met een grooten woordenvloed -ten gunste van sexueele abstinentie. Hij wil zelfs niet toegeven dat de zaak van twee -kanten beschouwd kan worden, hoewel als hij hierin gelijk had, de lengte en de kracht -van zijn betoog onnoodig zouden zijn geweest. -</p> -<p>Onder medische autoriteiten, die de kwestie van sexueele abstinentie in den breede -hebben behandeld is het inderdaad gewoonlijk niet mogelijk zulke onvermengd gunstige -meeningen te vinden, als die ik juist aangehaald heb. Er kan echter geen twijfel aan -zijn, dat een groot deel der medici, op den voorgrond tredende en uitstekende autoriteiten -niet uitgesloten, als zij nu en dan tegenover de kwestie komen te staan of sexueele -abstinentie onschadelijk is, meteen den weg zullen inslaan, die klaarblijkelijk den -minsten tegenstand geeft en antwoorden: Ja. Slechts in een paar gevallen zullen zij -eenige beperking maken bij dit bevestigend antwoord. Deze neiging wordt zeer goed -geïllustreerd door een onderzoek gedaan door Dr. Ludwig Jacobsohn, van St. Petersburg -(“<span lang="de">Die Sexuelle Enthaltsamkeit im Lichte der Medizin</span>”, <i lang="de">St. Petersburger Medizinische Wochenschrift</i>, Maart den 17den 1907). Hij schreef aan meer dan twee honderd bekende Russische en -Duitsche professoren in de physiologie, neurologie, psychiatrie, om hun te vragen -of zij sexueele abstinentie als onschadelijk beschouwden. De meerderheid gaf geen -antwoord; elf Russische en acht en twintig Duitsche professoren antwoordden, maar -vier <span class="pagenum">[<a id="pb177" href="#pb177">177</a>]</span>van hen zeiden alleen maar, dat “zij geen persoonlijke ondervinding” hadden etc.; -er bleven er dus vijf en dertig over. Van deze was P. E. Pflüger, uit Bonn, sceptisch -gestemd jegens het voordeel van eenige propaganda voor de abstinentie: “als al de -autoriteiten van de wereld verklaarden, dat abstinentie onschadelijk was, dan zou -dat geen invloed op de jeugd hebben. Er zijn hier krachten in het spel, die door alle -hinderpalen heenbreken”. De onschadelijkheid van abstinentie werd toegegeven door -Kräpelin, Cramer, Gärtner, Tuczek, Schottelius, Gaffky, Finkler, Selenew, Lassar, -Seifert, Gruber; de laatste voegde er echter aan toe, dat hij zeer weinig abstinente -jonge mannen kende, en dat hijzelf abstinentie alleen goed vond vóór de volle ontwikkeling, -en omgang zelfs vóór dien tijd niet gevaarlijk achtte, als hij matig was. Brieger -kende gevallen van abstinentie zonder schadelijke gevolgen, maar hij zelf meende, -dat geen algemeene opinie kon gegeven worden. Jürgensen zeide, dat abstinentie <i>op zichzelf</i> niet schadelijk is, maar dat in sommige gevallen omgang een meer weldadigen invloed -heeft. Hoffmann zeide, dat abstinentie onschadelijk is, en hij voegde er bij dat, -hoewel ze zeker tot onanie leidt, deze beter is dan gonorrhea, om van syphilis te -zwijgen, en gemakkelijk binnen de perken gehouden kan worden. Strümpell antwoordde, -dat sexueele abstinentie onschadelijk is, en indirect nuttig, omdat ze beschermt tegen -het gevaar van venerische ziekten, maar dat sexueele omgang, daar deze het normale -is, altijd meer wenschelijk blijft. Hensen zeide, dat abstinentie niet onvoorwaardelijk -aanbevolen kan worden. Rumpff antwoordde, dat abstinentie voor de meeste menschen -niet schadelijk was vóór den leeftijd van dertig, maar dat er na dien leeftijd een -neiging was tot geestelijke obsessies, en dat het huwelijk op vijf en twintigjarigen -leeftijd gesloten moest worden. Ook Leyden meende dat abstinentie onschadelijk is -tot omstreeks dertig jaar, waarna ze leidt tot psychische onregelmatigheden, vooral -toestanden van angst en een zekere onnatuurlijkheid. Hein antwoordde, dat abstinentie -onschadelijk is voor de meesten, maar dat ze bij sommigen leidt tot hysterische uitingen -en indirect tot slechte gevolgen door masturbatie, terwijl voor den normalen mensch -abstinentie niet direct weldadig kan zijn, omdat omgang natuurlijk is. Grützner meende, -dat abstinentie bijna nooit schadelijk is. Neisser geloofde, dat een langer volgehouden -abstinentie dan nu de gewoonte is, weldadig zou zijn, maar gaf toe, dat door onze -beschaving de sexueele prikkels ontstaan; hij voegde er bij, dat hij natuurlijk voor -gezonde menschen geen bezwaar zag in omgang. Hoche antwoordde, dat abstinentie volkomen -onschadelijk is bij normale personen, maar niet altijd bij abnormale personen. Weber -meende, dat ze een nuttigen invloed had door het vermeerderen van de kracht van den -wil. Tarnowsky zeide, dat abstinentie goed is op jeugdigen mannelijken leeftijd, maar -dat ze waarschijnlijk ongunstig zal werken na de vijf en twintig jaar. Orlow antwoordde, -dat ze vooral in de jeugd onschadelijk is en dat een man even kuisch moest zijn als -zijn vrouw. Popow zeide, dat abstinentie op iederen leeftijd goed is en de energie -bewaart. Blumenau zeide, dat op den volwassen leeftijd abstinentie noch normaal noch -weldadig is, en gewoonlijk tot masturbatie leidt, hoewel niet altijd tot nerveuze -ongesteldheden; maar dat zelfs masturbatie beter is dan syphilis. Tschririew zag tot -dertig jaar geen nadeel in abstinentie, en meende, dat sexueele zwakte waarschijnlijk -eer volgen zou op exces dan op abstinentie. Tschish beschouwde abstinentie als weldadig -eer dan als schadelijk tot vijf en twintig of acht en twintig, maar meende, dat het -na dien leeftijd moeilijk was te beslissen; dan schijnen nerveuze veranderingen te -worden veroorzaakt. Darkschewitz beschouwde abstinentie als onschadelijk tot vijf -en twintig jaar. Fränkel zeide, dat ze onschadelijk is voor de meesten, maar dat voor -een groot aantal menschen omgang noodzakelijk is. Erb’s opinie wordt door Jacobsohn -beschouwd als alleen te staan; hij plaatste den leeftijd, waarop abstinentie onschadelijk -is op twintig jaar; na dien leeftijd beschouwde hij ze als nadeelig voor de gezondheid, -en hij meent, dat ze een ernstige belemmering is voor het werk en voor het karakter, -terwijl ze bij <span class="pagenum">[<a id="pb178" href="#pb178">178</a>]</span>neurotische personen tot nog ernstiger gevolgen leidt. Jacobsohn komt tot de conclusie, -dat de algemeene opinie van hen, die de vraag beantwoorden, aldus kan uitgedrukt worden: -“De jeugd behoort abstinent te zijn. Abstinentie kan hen op geenerlei wijze benadeelen; -integendeel, ze is weldadig. Als onze jonge menschen abstinent willen blijven en buitenechtelijk -verkeer vermijden, dan zullen zij een hoog liefde-ideaal behouden en zich bewaren -voor venerische ziekten”. -</p> -<p>De onschadelijkheid van sexueele abstinentie werd in Amerika evenzeer verkondigd in -een besluit, dat de <span lang="en">American Medical Association</span> in 1906 nam. De conclusie, die aldus formeel aangenomen werd, was in deze woorden -vervat: “Zelfbeheersching is niet onbestaanbaar met gezondheid”. We moeten ons algemeen -voor oogen stellen, dat abstracte voorstellen van deze soort geen waarde hebben, omdat -zij niets beteekenen. Ieder persoon, die in het bezit van zijn verstand is, moet, -als hij gesteld wordt voor den eisch stoutweg de verklaring “Zelfbeheersching is niet -onbestaanbaar met gezondheid” goed te keuren of te verwerpen, die goedkeuren. Hij -zou vast kunnen gelooven, dat zelfbeheersching onbestaanbaar is met de gezondheid -van een ieder, en toch, als hij eerlijk was in het gebruik van de taal, zou het onmogelijk -voor hem zijn om de vage en abstracte propositie, dat “Zelfbeheersching niet onbestaanbaar -is met gezondheid” te verwerpen. Zulke verklaringen zijn daarom niet alleen waardeloos, -maar werkelijk misleidend. -</p> -<p>Het is duidelijk, dat volstrekt onbeperkte opinies ten gunste van sexueele abstinentie -niet berusten op medische, maar op wat de schrijvers beschouwen als te zijn moreele -overwegingen. Bovendien is het, daar dezelfde schrijvers zich gewoonlijk even nadrukkelijk -uitspreken over de voordeelen van sexueelen omgang in het huwelijk, duidelijk, dat -zij zich schuldig gemaakt hebben aan een tegenstrijdigheid. Dezelfde daad kan niet, -zooals Näcke terecht zegt, goed of slecht worden, al naar dat ze gedaan wordt in het -huwelijk of daar buiten. Er is geen tooverkracht in een paar woorden, uitgesproken -door een priester of een ambtenaar van den burgerlijken stand. -</p> -<p>Remondino (<i>loc. cit.</i>) merkt op, dat de autoriteiten, die zich schuldig hebben gemaakt aan verklaringen -ten gunste van de onvoorwaardelijke voordeelen van sexueele abstinentie, dikwijls -in drie dwalingen vervallen: (1) zij generaliseeren te veel; in plaats van ieder geval -afzonderlijk te beschouwen, naar zijn aard; (2) zij stellen zich niet duidelijk voor -oogen, dat de menschelijke natuur door zeer heterogene en samengestelde motieven beïnvloed -wordt en dat men niet kan aannemen, dat ze alleen afhankelijk is van motieven van -abstracte moraal; (3) zij negeeren het groote leger van onanisten en sexueel perversen, -die niet klagen over sexueel lijden, maar die door het volhouden van een strenge sexueele -abstinentie, voor zoover het normale verhoudingen betreft, langzamerhand in stroomen -geraken, waaruit geen terugkeer mogelijk is.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Tusschen hen, die onvoorwaardelijk de onschadelijkheid van sexueele abstinentie toegeven -of verwerpen, vinden wij een gematigde partij van autoriteiten, wier opinies meer -voorwaardelijk zijn. Velen van hen, die deze meer voorzichtige positie innemen, zijn -mannen, wier opinie groot gewicht in de schaal legt, en het is waarschijnlijk, dat -eerder bij hen, dan bij de meer uiterste voorstanders aan beide zijden, de verstandigste -zienswijze voorkomt. Een zoo samengestelde kwestie als deze kan niet goed alleen in -het abstracte onderzocht worden en kan evenmin door kortweg een ontkenning of bevestiging -opgelost worden. Het is een zaak, waarin ieder geval zijn eigen speciale en persoonlijke -overweging vereischt. -<span class="pagenum">[<a id="pb179" href="#pb179">179</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">“Waar zulk een duidelijke tegenstelling tusschen de meeningen is, daar ligt de waarheid -niet uitsluitend aan één kant”, merkt Löwenfeld op (<i lang="de">Sexualleben und Nervenleiden</i>, tweede uitgave, p. 40). Sexueele abstinentie is zeker dikwijls nadeelig voor neuropatische -personen. (Dit wordt tegenwoordig door een groot aantal autoriteiten aangenomen, en -werd misschien het eerst beslist geconstateerd door <span class="corr" id="xd29e4379" title="Bron: Krafft Ebing">Krafft-Ebing</span>, “<span lang="de">Ueber Neurosen durch Abstinenz</span>”, <i lang="de">Jahrbuch für Psychiatrie</i> 1889, p. 1). Löwenfeld vindt geen speciale neiging tot neurasthenie onder de Katholieke -geestelijkheid, en als ze voorkomt, is er geen reden een sexueele oorzaak aan te nemen. -“Bij gezonde en niet erfelijk neuropatische menschen is volkomen abstinentie mogelijk -zonder nadeel voor het zenuwstelsel”. Schadelijke gevolgen, gaat hij voort, komen, -als zij zich voordoen, zelden voor tusschen de vier en twintig en zes en dertig jaar, -en zelfs dan zijn ze gewoonlijk niet ernstig genoeg om aanleiding te geven tot een -bezoek aan den dokter, daar ze voornamelijk bestaan in het veelvuldig voorkomen van -zaaduitstortingen, pijn in de ballen of in het rectum, overgevoeligheid in tegenwoordigheid -van vrouwen of het zich verdiepen in sexueele denkbeelden. Als zich echter omstandigheden -voordoen, die speciaal de sexueele emoties prikkelen, dan kan neurasthenie veroorzaakt -worden. Löwenfeld is het eens met Freud en Gattel, dat de angstneurose meermalen voorkomt -bij de abstinenten, en dat zorgvuldig onderzoek aantoont, dat de abstinentie een factor -is, die ze te voorschijn roept in beide seksen. Het is een gewoon verschijnsel bij -jonge vrouwen, die getrouwd zijn met veel oudere mannen, en komt dikwijls voor in -de eerste jaren van het huwelijk. Onder speciale omstandigheden kan abstinentie dus -schadelijk zijn, maar over het geheel zijn de moeilijkheden, die voortkomen uit deze -abstinentie niet ernstig; zij veroorzaken alleen bij uitzondering werkelijke stoornissen -in de nerveuze en psychische sferen. Ook Moll neemt een dergelijk gematigd standpunt -in. Hij beschouwt sexueele abstinentie vóor het huwelijk als het ideaal, maar hij -wijst er op, dat wij alle doctrinaire uitersten bij het prediken van sexueele abstinentie -moeten vermijden, omdat zulke prediking slechts leiden zal tot huichelarij. Omgang -met prostituées en de neiging om van vrouw te veranderen als van een kleedingstuk, -voeren tot verlies van gevoeligheid voor het geestelijke en persoonlijke element in -de vrouw, terwijl de gevaren van sexueele abstinentie niet meer overdreven moeten -worden dan de gevaren van sexueelen omgang (Moll, <i lang="la">Libido Sexualis</i> 1898, deel i p. 848; <i>id.</i>, <i lang="de">Konträre Sexualempfindung</i>, 1899, p. 588). Ook Bloch (in een hoofdstuk over de kwestie van sexueele abstinentie -in zijn <i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, 1908) neemt een dergelijk standpunt in. Hij raadt aan onthouding in de jeugd en -tijdelijke onthouding op den volwassen leeftijd, omdat zulke abstinentie waarde heeft -niet alleen voor het behouden en wijzigen van de energie, maar ook om den nadruk te -leggen op het feit, dat het leven andere dingen heeft om na te streven dan alleen -sexueele. Redlich (<i lang="de">Medizinische Klinik</i>, 1908, No. 7) neemt in een nauwkeurige studie over de medische gezichtspunten van -de kwestie, een gemiddeld standpunt in, wat de betrekkelijke voor- en nadeelen van -sexueele abstinentie betreft. “Wij zouden willen zeggen, dat sexueele abstinentie -niet een toestand is, die onder alle omstandigheden en tot iederen prijs moet vermeden -worden, hoewel het waar is, dat voor de meerderheid van de gezonde volwassen personen -geregeld sexueel verkeer goed is en soms zelfs moet aangeraden worden”. -</p> -<p>We kunnen er bijvoegen, dat van het standpunt van Christelijke godsdienstige moraal -deze zelfde houding tusschen de uitersten van beide partijen, die de voordeelen van -sexueele abstinentie erkent, maar er niet op staat, dat zij tot iederen prijs moeten -verkregen worden, ook vertegenwoordigers heeft gevonden. Zoo behandelt in Engeland -een Anglikaansch geestelijke, de <span class="corr" id="xd29e4405" title="Bron: Reverent">Reverend</span> H. Northcote (<i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, blz. 58, 60) gematigd en op sympathieke wijze de moeilijkheden van sexueele abstinentie; -hij is er in het geheel niet van overtuigd, dat zulke abstinentie altijd een onvermengd -voordeel is; terwijl in Duitschland een Katholiek priester, Karl Jentsch (<i lang="de">Sexualethik, <span class="pagenum">[<a id="pb180" href="#pb180">180</a>]</span>Sexual Justiz, Sexualpolizei</i>, 1900) zich er toe zet, de sterke en onvermengde beweringen van Ribbing ten gunste -van de sexueele abstinentie te weerleggen. Jentsch drukt zijn opinie aldus uit: “De -houding van vaders, van de publieke opinie, van den Staat en van de Kerk tegenover -den jongen man in deze zaak moest zijn: <a id="xd29e4416"></a>Tracht u te onthouden tot het huwelijk. Velen slagen hierin. Als gij slaagt, is het -goed. Maar als ge niet kunt slagen, is het onnoodig uzelf verwijten te doen en u te -beschouwen als een schurk of als een verloren zondaar. Als gij u maar niet overgeeft -aan enkel genot of losbandigheid, maar tevreden zijt met wat noodig is om uw gemoedsrust, -zelfbeheersching, en opgewekte geschiktheid tot werken te herstellen, en mits gij -vooral de voorzorgen in acht neemt, die dokters of ervaren vrienden u op het hart -drukken”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als wij zoo de drie stroomen van meeningen van deskundigen over deze kwestie van sexueele -abstinentie analyseeren en nauwkeurig onderzoeken—de opinies van hen, die er gunstig -jegens gestemd zijn, van hen, die er tegen zijn, en van hen die den middenweg kiezen—dan -kunnen we nauwelijks nalaten tot de conclusie te komen, dat de geheele discussie al -zeer onbevredigend is. De toestand van “sexueele abstinentie” is een volkomen vage -en onbepaalde toestand. Het onbepaalde karakter, het zinlooze zelfs van de uitdrukking -“sexueele abstinentie” blijkt uit de veelvuldigheid waarmee zij, die er over redeneeren, -aannemen dat ze kan, misschien zal, of zelfs moet omvatten masturbatie. Dat feit op -zichzelf berooft ze voor een groot deel van haar waarde als moraal en ook als abstinentie. -Op dit punt komen we inderdaad tot de meest fundamenteele critiek, die op het begrip -van “sexueele abstinentie” toepasselijk is. Rohleder, een ervaren medicus en een erkend -autoriteit in kwesties van sexueele pathologie, heeft de gangbare denkbeelden over -“sexueele abstinentie” aan een scherpe critiek onderworpen in een tamelijk uitgebreid -en belangrijk artikel<a class="noteref" id="xd29e4421src" href="#xd29e4421">3</a>. Hij ontkent, dat er strikte abstinentie bestaat. “Sexueele abstinentie”, zegt hij, -<a id="xd29e4430"></a>in de strikte beteekenis van het woord, moet abstinentie in zich sluiten niet alleen -van sexueelen omgang, maar ook van auto-erotische uitingen, van masturbatie, van homosexueele -daden, van alle sexueel perverse handelingen. Ze moet verder omvatten een voortdurende -abstinentie van toegeven aan erotische voorstellingen en wellustige droomerijen. Als -het echter mogelijk is zoo het geheele psychische veld te maken tot een <i>tabula rasa</i>, voor zoover de sexueele werkzaamheid betreft—en als ze dat niet voortdurend en onafgebroken -is, dan is er geen strikte sexueele abstinentie—dan, zegt Rohleder, moeten wij overwegen -of we niet te doen hebben met een geval van sexueele ongevoeligheid, <i lang="la">anaphrodisia sexualis</i>. Dat is een kwestie die maar zelden zoo al ooit in het oog gevat wordt door hen, -die sexueele abstinentie bespreken. Het is echter een uiterst gepaste kwestie, zooals -Rohleder met nadruk zegt, want, als er sexueele ongevoeligheid <span class="pagenum">[<a id="pb181" href="#pb181">181</a>]</span>bestaat, dan vervalt de kwestie van sexueele abstinentie, daar wij ons alleen kunnen -“onthouden” van handelingen, die in onze macht zijn. Volkomen sexueele ongevoeligheid -is echter een zoo zeldzame toestand, dat ze in de praktijk buiten beschouwing kan -blijven, en daar de sexueele impuls, als zij bestaat, door een physiologische noodzakelijkheid -soms op een of andere wijze werkzaam moet worden—zelfs als het, volgens het standpunt -van Freud alleen maar is door verandering in een of anderen neurotischen toestand—komen -wij tot de conclusie, dat “sexueele abstinentie” strikt onmogelijk is. Rohleder heeft -een paar gevallen gehad, waarbij het scheen dat hij met geen mogelijkheid kon ontkomen -aan de conclusie, dat sexueele abstinentie bestond, maar bij deze alle vond hij later -dat hij zich vergist had, meestal ten gevolge van de gewoonte van masturbatie bij -den patient, waarvan hij meent, dat ze zeer veel voorkomt en zeer dikwijls vergezeld -gaat van een hardnekkige poging om den medicus over het bestaan ervan te misleiden. -De eenige soort van “sexueele abstinentie”, die bestaat, is een gedeeltelijke en tijdelijke -abstinentie. In plaats van, zooals sommigen, te zeggen: “Voortdurende abstinentie -is onnatuurlijk en kan niet bestaan zonder lichamelijk en geestelijk nadeel”, moesten -we volgens Rohleder zeggen: “Voortdurende abstinentie is onnatuurlijk en heeft nooit -bestaan”. -</p> -<p>Als we deze chaotische massa van opinies beschouwen, moeten wij wel gevoelen dat de -geheele discussie om een zuiver negatief denkbeeld draait, en dat fundamenteele feit -is verantwoordelijk voor wat op het eerste gezicht verbluffend tegenstrijdige verklaringen -schenen te zijn. Als wij dat, wat algemeen beschouwd wordt als het godsdienstige en -moreele standpunt van de zaak, zouden moeten uitschakelen, een standpunt, laten we -dat niet vergeten, dat geen betrekking heeft op de essentieele natuurlijke feiten -van de kwestie—dan moeten we wel opmerken, dat deze groot schijnende verschillen in -overtuiging binnen zeer nauwe en beuzelachtige grenzen zouden worden teruggebracht. -</p> -<p>Wij kunnen de impuls van reproductie niet gelijk stellen met de voedingsimpuls. Er -zijn zeer belangrijke verschillen tusschen de twee, meer speciaal het fundamenteele -verschil, dat, terwijl de bevrediging van de eene impuls absoluut noodzakelijk is -voor het leven van het individu en van het ras beide, de bevrediging van de andere -alleen absoluut noodzakelijk is voor het leven van het ras. Maar als we deze kwestie -terug voeren tot een van “sexueele abstinentie”, dan plaatsen we ze klaarblijkelijk -op dezelfde basis als die van abstinentie van voedsel, dat is te zeggen juist aan -den tegenovergestelden pool dan waarop we ze plaatsen, als we ze (evenals in het voorafgaande -hoofdstuk) beschouwen van het standpunt van ascetisme en kuischheid. Zoo komt het, -dat er op deze negatieve basis werkelijk een belangwekkende analogie <span class="pagenum">[<a id="pb182" href="#pb182">182</a>]</span>bestaat <span class="corr" id="xd29e4444" title="Bron: tuschen">tusschen</span> onthouding van voedsel, hoewel die noodzakelijkerwijze alleen maar onvolkomen en -voor korten tijd kan worden gehandhaafd, en sexueele abstinentie, die langer en meer -volkomen volgehouden wordt. Een patient van Janet schijnt deze overeenkomst duidelijk -aan te toonen. Nadia, die Janet vijf jaar lang kon bestudeeren, was een jonge vrouw -van zeven en twintig, gezond en intelligent, en niet lijdende aan hysterie of anorexia, -want zij had een normalen eetlust. Maar ze had een manie; zij wenschte mager te zijn -en om dit doel te bereiken verminderde zij haar maaltijden tot op een minimum, alleen -wat soep en een paar eieren. Zij leed zeer onder de abstinentie, die zij zich zelf -zoo oplegde, en was altijd hongerig, hoewel soms haar honger verborgen werd door de -onvermijdelijke maagbezwaren, door een zoo lang volharden in dit <i>régime</i> veroorzaakt. Soms was ze wel zoo hongerig geweest, dat ze begeerig alles verslonden -had wat ze machtig kon worden, en herhaaldelijk kon zij de verleiding niet weerstaan -in het geheim een paar biscuits te eten. Zulke daden veroorzaakten haar een verschrikkelijk -berouw, maar toch deed zij ze weer. Zij besefte de groote krachtsinspanning, die van -haar door deze levenswijze geëischt werd, en beschouwde zichzelf werkelijk als een -heldin, omdat ze zoo lang weerstand bood. “Soms”, vertelde zij aan Janet, “bracht -ik uren door met denken aan voedsel, zoo hongerig was ik. Ik slikte mijn speeksel -in, ik beet op mijn zakdoek, ik rolde mij over den grond, zoo verlangde ik naar eten. -Ik zocht boeken op met beschrijvingen van maaltijden en feesten, ik trachtte mijn -honger te bedaren, door mij te verbeelden dat ook ik al die goede dingen genoot. Ik -was werkelijk uitgehongerd, en behalve een paar zwakheden met biscuits, weet ik dat -ik veel moed getoond heb”.<a class="noteref" id="xd29e4449src" href="#xd29e4449">4</a> Het denkbeeld, dat Nadia bewoog mager te willen wezen, komt overeen met het denkbeeld -van den abstinenten mensch, dat hij “moreel” wil leven, en verschilt er alleen van -doordat het het voordeel heeft van eenigszins meer positief en persoonlijk te zijn, -want het denkbeeld van den persoon, die sexueel toegeven wil vermijden, omdat het -“niet goed” is, is dikwijls niet alleen negatief, maar onpersoonlijk en opgelegd door -zijn maatschappelijke en godsdienstige omgeving. Nadia’s nu en dan voorkomende uitbarstingen -van roekelooze begeerigheid komen overeen met de plotselinge impulsen om zijn toevlucht -te nemen tot de prostitutie, en haar geheime zwakheden met de biscuits, gevolgd door -scherp berouw, tot terugvallen in de gewoonte van masturbatie. Haar buien van strijd -en van rollen op den grond zijn precies gelijk aan de uitbarstingen van nutteloos -begeeren, die nu en dan voorkomen bij jonge abstinente mannen en vrouwen, als ze gezond -en sterk zijn. Het in gedachten vervuld <span class="pagenum">[<a id="pb183" href="#pb183">183</a>]</span>zijn met maaltijden en met literaire beschrijvingen van maaltijden is duidelijk analoog -met het bezig zijn van den abstinenten mensch met wellustige gedachten en erotische -boeken. Ten slotte komt de overtuiging van Nadia, dat zij een heldin is, geheel overeen -met de houding van zelfgenoegzaamheid, die de sexueel abstinenten zoo dikwijls kenmerkt. -</p> -<p>Als wij de diepe en suggestieve studie van Freud over het probleem van sexueele abstinentie -met betrekking tot de “beschaafde” sexueele moraal raadplegen, dan vinden we, dat, -hoewel hij geen melding maakt van de analogie met het onthouden van voedsel, zijn -woorden voor het grootste gedeelte gelijkelijk toepasselijk zouden zijn op beide gevallen. -“De taak, een zoo machtig instinct als de sexueele impuls ten onder te brengen, anders -dan door bevrediging”, schrijft hij, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>is er een, die de geheele kracht van een mensch verbruikt. Onderwerping door sublimeeren, -door de sexueele krachten op hoogere paden van beschaving te leiden, kan misschien -aan een minderheid gelukken, en zelfs aan deze alleen maar voor een tijd, het minst -gemakkelijk in de jaren van vurige jeugdenergie. De meerderheid wordt neurotisch of -komt op andere wijze in moeilijkheden. De ondervinding leert, dat het meerendeel van -de “beschaafde” menschen door hun gestel niet opgewassen zijn tegen de taak der abstinentie. -Wij zeggen wel, dat de strijd met dezen machtigen aandrang, en de nadruk die deze -strijd legt op de ethische en æsthetische krachten in de ziel, het zieleleven, het -karakter “staalt”, en voor eenige gunstig aangelegde naturen is dit waar; we moeten -ook erkennen, dat het verschil in individueel karakter, dat zoo uitgesproken is in -onzen tijd, alleen mogelijk wordt door sexueele beperkingen. Maar in verreweg de meeste -gevallen verbruikt de strijd met de zinnelijkheid al de beschikbare kracht van het -karakter, en dit juist op den tijd, dat de jonge man al zijn kracht noodig heeft om -zich een plaats in de wereld te veroveren”<a class="noteref" id="xd29e4466src" href="#xd29e4466">5</a>. -</p> -<p>Als wij het probleem op deze negatieve basis van abstinentie geplaatst hebben, dan -is het moeilijk in te zien hoe we de juistheid van Freud’s conclusies kunnen betwisten. -Zij gelden evenzeer <span class="pagenum">[<a id="pb184" href="#pb184">184</a>]</span>voor onthouding van voedsel als voor onthouding van sexueele liefde. Als wij het probleem -op een meer positieve basis plaatsen, en als we in staat zijn de meer actieve en vruchtbare -motieven van ascetisme en kuischheid op te roepen, dan is deze ongelukkige strijd -tegen een natuurlijken aandrang veroordeeld. Als kuischheid een ideaal is van het -harmonieuze spel van al de organische impulsen van ziel en lichaam, als ascetisme -eigenlijk is het athletisch streven naar een waardig doel, dat, voor een tijd, een -onverschilligheid veroorzaakt voor het bevredigen van de sexueele impulsen, dan staan -wij op gezonden en natuurlijken grond en wordt er geen energie verspild in een vruchteloos -streven naar een negatief doel, hetzij dit kunstmatig van buiten af opgelegd is, zooals -gewoonlijk, of dat het vrijwillig gekozen is door het individu zelf. -</p> -<p>Want er is in werkelijkheid geen volkomen analogie tusschen sexueel verlangen en honger, -tusschen abstinentie van sexueele verhoudingen en abstinentie van voedsel. Als we -ze beide op de basis plaatsen van abstinentie, dan plaatsen we ze op een basis, die -past voor de impuls voor sexueele liefde. Wij kunnen geen genoegen verschaffen en -geen dienst bewijzen aan ons voedsel, als wij het eten. Maar de helft van sexueele -liefde, misschien de meest belangrijke en veredelende helft, ligt in wat wij geven -en niet in wat wij nemen. Als we deze kwestie terugbrengen tot het lage niveau van -abstinentie, dan leggen we het zwaartepunt ervan niet alleen in een negatieve ontkenning, -maar we maken er een kwestie van, die alleen ons zelf raakt. In plaats van te vragen: -Hoe kan ik vreugde en kracht geven aan iemand anders? vragen we alleen: Hoe kan ik -louter mijn deugd bewaren? -</p> -<p>Daarom is het, dat, van welk gezichtspunt we de kwestie ook beschouwen,—hetzij met -betrekking tot de in het oog springende tegenspraak, welke er is tusschen de autoriteiten, -die deze kwestie besproken hebben, of van het door elkaar halen hier van moreele en -physiologische overwegingen, of van het enkel negatieve en onnatuurlijke karakter -van de “deugd”, die zoo ingesteld wordt, of in het mislukken, dat er in opgesloten -ligt, van alle pogingen om de veredelende, altruïstische en wederkeerige zijde van -sexueele liefde te vatten,—van welk standpunt wij het probleem van “sexueele abstinentie” -ook naderen, we moeten overeenkomen dit alleen te doen onder protest. -</p> -<p>Als wij dan besluiten het onderwerp nader te onderzoeken, en tot de overtuiging gekomen -zijn—aan welke wij, met het oog op al het bewijsmateriaal nauwelijks ontkomen kunnen—dat, -terwijl sexueele abstinentie, in zoover ze als mogelijk erkend kan worden, niet onbestaanbaar -is met gezondheid, er toch vele volwassenen zijn, voor wie ze schadelijk is, en een -nog veel grooter aantal voor wie ze, als ze lang aanhoudt, ongewenscht is, stuiten -<span class="pagenum">[<a id="pb185" href="#pb185">185</a>]</span>we op een ernstig probleem. Het is een probleem, waar ieder mensch tegenover komt -te staan, en vooral de medicus die geroepen kan worden in deze zaak ambtelijk raad -te geven aan zijn medemenschen. Als sexueele verhoudingen soms wenschelijk zijn voor -ongehuwde of gehuwde personen, die om de een of andere reden van de huwelijksvereeniging -uitgesloten zijn, is een dokter dan gerechtigd zulke sexueele verhoudingen aan zijn -patient aan te raden? Dit is een vraag, die dikwijls besproken en in tegenovergestelden -zin beantwoord is. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Verschillende beroemde medici, vooral in Duitschland, hebben het voor den plicht van -den dokter verklaard sexueelen omgang aan zijn patient aan te bevelen, telkens als -hij dit noodig acht. Gyurkovechky, bij voorbeeld, heeft deze kwestie uitvoerig behandeld, -en ze bevestigend beantwoord. Nyström (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, July, 1908, p. 413) zegt, dat het de plicht van den medicus is, in sommige gevallen -van sexueele zwakte, als alle andere behandelingsmethoden gefaald hebben, sexueelen -omgang als het beste geneesmiddel aan te bevelen. Dr. Max Marcuse acht het den onvoorwaardelijken -plicht van den dokter, sexueelen omgang in sommige gevallen aan te raden, zoowel aan -mannen als aan vrouwen, en heeft bij vele gelegenheden in dezen geest gesproken (b.v. -<i lang="de">Darf der Arzt zum Ausserehelichen Geschlechtsverkehr raten?</i> 1904). Marcuse is gedecideerd van meening, dat een dokter, die, terwijl hij zich -laat influenceeren door moreele, sociologische of andere overwegingen, nalaat sexueelen -omgang aan te raden, als hij dien voor de gezondheid van den patient wenschelijk acht, -zijn beroep onwaardig is, en òf de geneeskunde moest opgeven<span class="corr" id="xd29e4497" title="Niet in bron">,</span> òf zijn patienten naar andere dokters moest zenden. Deze houding schijnt, hoewel -ze gewoonlijk niet zoo nadrukkelijk geuit wordt, in ruimen kring aangenomen te worden. -Lederer gaat zelfs nog verder, als hij zegt (<i lang="de">Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene</i>, 1906, deel 3), dat het de plicht van den medicus is een vrouw, die lijdende is door -de impotentie van haar man, aan te raden omgang te hebben met een anderen man, en -hij voegt er bij dat “of zij dat doet met de toestemming van haar man, een zaak is, -die den dokter niet aangaat, daar hij niet een bewaker is van de moraal, maar een -bewaker van de gezondheid”. De medici die in het publiek deze houding aannemen, vormen -echter een kleine minderheid. In Engeland heeft, voor zoover ik weet, geen bekend -medicus openlijk verklaard, dat het de plicht van den dokter is sexueelen omgang buiten -het huwelijk aan te raden, hoewel, het is nauwelijks noodig het er bij te voegen, -het in Engeland, evenals in andere landen voorkomt, dat dokters, zelfs vrouwelijke -dokters, van tijd tot tijd in een persoonlijk onderhoud er hun ongehuwde en zelfs -hun gehuwde patienten op wijzen, dat sexueele omgang waarschijnlijk weldadig zou zijn. -</p> -<p>De plicht van den dokter om sexueelen omgang aan te raden is met evenveel nadruk ontkend, -als ze aangeprezen wordt. Zoo wilde Eulenburg (<i lang="de">Sexuale Neuropathie</i>, p. 43), onder geen voorwaarde buitenechtelijke verhoudingen aan zijn patient aanraden; -<span class="corr" title="Niet in bron">“</span>zulke raad ligt geheel buiten de bevoegdheid van den dokter”. Ze wordt natuurlijk -ontkend door hen, die sexueele abstinentie beschouwen als altijd onschadelijk, zoo -niet weldadig. Maar ze wordt ook ontkend door velen, die meenen dat, onder bepaalde -omstandigheden, sexueele omgang goed zou doen. -</p> -<p>Vooral Moll heeft, en dat bij vele gelegenheden, den plicht van den dokter besproken -met betrekking tot de kwestie van het aanraden van sexueelen omgang buiten het huwelijk -(b.v., in zijn uitgebreid werk <i lang="de">Aerztliche Ethik</i>, 1902; ook <i lang="de">Zeitschrift für Aerztliche Fortbildung</i>, 1905, Nos. 12–15; <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1905, Heft 3; <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, deel II blz. 8). Eerst was Moll geneigd het recht van den medicus om sexueelen omgang -onder bepaalde <span class="pagenum">[<a id="pb186" href="#pb186">186</a>]</span>omstandigheden aan te bevelen, te handhaven; “zoo lang als het huwelijk overmatig -uitgesteld wordt en sexueele omgang buiten het huwelijk bestaat”, schreef hij, (<i lang="de">Die Conträre Sexualempfindung</i>, tweede uitgave, p. 287), “zoo lang, meen ik, dat we zulk een omgang therapeutisch -mogen aanwenden, mits er geen rechten van een derde persoon (man of vrouw) worden -gekrenkt”. In al zijn latere geschriften echter, stelt Moll zich duidelijk en bepaald -aan de tegenovergestelde zijde. Hij meent, dat de medicus geen recht heeft de mogelijke -gevolgen van zijn raad over het hoofd te zien; die gevolgen kunnen wezen, het besmet -worden met venerische ziekten, of, in het geval van een vrouw, zwangerschap en hij -gelooft, dat deze ernstige gevolgen veel meer kans hebben voor te komen dan wel altijd -toegegeven wordt door hen, die het goed recht van zulken raad verdedigen. En Moll -wil ook niet toegeven, dat de medicus recht heeft de moreele zijden van de zaak over -het hoofd te zien. Een dokter kan weten, dat een arm man vele dingen, die goed zijn -voor zijn gezondheid zou kunnen krijgen door te stelen, maar hij kan hem niet aanraden -te stelen. Moll neemt het geval van een Katholiek priester, die lijdt aan neurasthenie, -voortkomende uit sexueele abstinentie. Zelfs al is de dokter er zeker van, dat de -priester in staat zal zijn al de gevolgen van ziekte zoowel als van publiciteit te -vermijden, dan is hij nog niet gerechtigd hem sexueelen omgang aan te raden. Hij moet -in gedachte houden, dat hij, door een priester er toe te brengen zijn geloften van -kuischheid te verbreken, aanleiding kan geven tot een geestelijken strijd en een bitter -berouw, dat tot de slechtste resultaten kan leiden, zelfs voor de physieke gezondheid -van den patient. Dergelijke moeilijkheden merkt Moll op, kunnen volgen op zulk een -raad, als hij gegeven wordt aan een gehuwd man of een gehuwde vrouw, om niet te spreken -van mogelijke echtscheidingsprocessen en daarmede samengaande ellenden. -</p> -<p>Rohleder (<i lang="de">Vorlesungen über Geschlechtstrieb und Gesamtes Geschlechtsleben der Menschen</i>) neemt in deze zaak een eenigszins gematigde houding aan. Als een algemeene regel -is hij er bepaald tegen sexueelen omgang buiten het huwelijk aan te raden aan hen, -die lijden aan gedeeltelijke of tijdelijke abstinentie (de eenige vorm van abstinentie -die hij erkent), gedeeltelijk omdat de nadeelen van abstinentie niet ernstig of duurzaam -zijn, en gedeeltelijk omdat de patient toch zeker zijn eigen oordeel in deze zaak -zal volgen. Maar in sommige gevallen beveelt hij zulken omgang aan, en vooral aan -bisexueele personen, op grond, dat hij zijn patient zoodoende bewaart voor de strafschuldige -gevaren van homosexueele praktijken.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het schijnt mij toe, dat er niet de minste twijfel behoorde te wezen aan wat de correcte -houding van den medicus naar aanleiding van deze kwestie van sexueelen omgang moet -zijn. De dokter is nooit geroepen zijn patient sexueelen omgang buiten het huwelijk -aan te raden, noch eenige wijze van verlichting, die gewoonlijk als onwettig beschouwd -wordt. Er wordt gezegd, dat de medicus niets te maken heeft met overwegingen van de -conventioneele moraal. Als hij meent, dat champagne goed zou zijn voor een armen patient, -dan moest hij hem aanraden champagne te nemen; het ligt niet op zijn weg te overwegen -of de patient de champagne zal vragen, leenen of stelen. Maar, ten slotte, zelfs als -dat toegegeven is, dan moet nog gezegd worden, dat de dokter weet, dat de champagne, -hoe ze dan ook verkregen is, waarschijnlijk niet vergiftig is. Als hij echter sexueelen -omgang voorschrijft met dezelfde verheven onverschilligheid voor praktische overwegingen, -dan weet hij dat niet. Als hij zulk een voorschrift geeft, dan weet <span class="pagenum">[<a id="pb187" href="#pb187">187</a>]</span>de dokter inderdaad in het minst niet, wat hij voorschrijft. Misschien berokkent hij -zijn patient een venerische ziekte; misschien geeft hij hem de angsten en verantwoordelijkheden -van een onwettig kind; hij, die het voorschrift geeft, is geheel in het duister. Hij -is in dezelfde positie alsof hij een kwakzalversgeneesmiddel had voorgeschreven, waarvan -hij de samenstelling niet kende, met nog het nadeel, dat het geneesmiddel veel meer -machtig <span class="corr" id="xd29e4539" title="Bron: exploisief">explosief</span> kan blijken, dan het geval is met het gewoonlijk onschuldige gepatenteerde geneesmiddel. -Het uiterste, wat een dokter eigenlijk kan doen, is het geval onpartijdig aan zijn -patient voorleggen en hem op de gevaren wijzen. De oplossing moet de patient dan zelf -uitwerken, zoo goed als hij kan, want zij sluit in zich maatschappelijke en andere -overwegingen, die, terwijl ze geenszins buiten de sfeer der geneeskunde liggen, zeker -volkomen buiten de macht liggen van den individueelen praktiseerenden geneesheer. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Ook Moll is van meening, dat deze onpartijdige voorstelling van de zaak vóor en tegen -sexueelen omgang de plicht van den dokter in deze questie is. Het is inderdaad een -plicht, waaraan de medicus in vele gevallen nauwelijks ontkomen kan. Moll wijst er -op, dat het in geen geval gepaard kan gaan, zooals sommigen meenen, met het aanbevelen -van sexueelen omgang. Het is integendeel, naar hij opmerkt, veel meer analoog met -den plicht van den medicus bij operaties. Hij legt den patient den aard van de operatie -voor, de voordeelen en de gevaren ervan, maar hij laat het aan het oordeel van den -patient over of deze de operatie wil ondergaan of niet. Ook Lewitt (<i lang="de">Geschlechtliche Enthaltsamkeit und Gesundheitsstörungen</i>, 1905) komt, na de verschillende meeningen over deze <span class="corr" id="xd29e4548" title="Bron: kweste">kwestie</span> besproken te hebben, tot de conclusie, dat de dokter, als hij meent, dat omgang buiten -het huwelijk weldadig zou zijn, de bezwaren moet uiteen zetten en het aan den patient -overlaten zelf te beslissen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er is nog een reden, waarom een dokter, uit consideratie voor de heerschende moreele -meeningen, ten minste onder de middelklasse, zich behoort te onthouden van het aanraden -van buitenechtelijk verkeer: hij plaatst zich in een scheeve positie tegenover zijn -maatschappelijke omgeving. Hij raadt een geneesmiddel aan, waarvan hij den aard niet -openlijk erkennen kan, en zoo breekt hij het algemeene vertrouwen in hem af. De eenige -medicus, die moreel gerechtigd is zijn patiënten aan te raden in buitenechtelijke -verhoudingen te treden, is hij, die openlijk erkent, dat hij bereid is zulk een raad -te geven. De dokter, die openlijk werkt voor maatschappelijke hervorming heeft misschien -het moreele recht verworven raad te geven in overeenstemming met de strekking van -zijn werkzaamheden in het publiek, maar zelfs dan nog kan het zeer twijfelachtig zijn -of zijn raad gerechtvaardigd is, en het zou beter zijn als hij zijn pogingen voor -maatschappelijke hervorming tot zijn publieke werkzaamheden beperkte. De stem van -den dokter wordt, zooals Professor Max Flesch van Frankfort opmerkt, meer en meer -gehoord in de ontwikkeling en den nieuwen groei van maatschappelijke instellingen; -hij is een natuurlijk leider <span class="pagenum">[<a id="pb188" href="#pb188">188</a>]</span>in zulke bewegingen, en voorstellen tot verbetering komen feitelijk van hem. “Maar”, -zooals Flesch voortgaat, “in het openbaar de uitnemendheid van bestaande instellingen -aan te nemen en in de intimiteit van de consultatie-kamer raad te geven, die de onvolmaaktheid -van die instellingen bewijst, is onlogisch en verwarrend. Het is de taak van den medicus -raad te geven, die in overeenstemming is met de belangen van de gemeenschap als een -geheel, en die belangen eischen, dat er sexueele verhoudingen zullen aangeknoopt worden -tusschen gezonde mannen en vrouwen, die in staat en bereid zijn de gevolgen van hun -vereeniging op zich te nemen. Dat moet de leiddraad zijn voor het gedrag van den medicus. -Alleen zoo kan hij worden, wat men tegenwoordig zoo dikwijls zegt, dat hij is, de -leidsman van de natie”<a class="noteref" id="xd29e4556src" href="#xd29e4556">6</a>. Dit gezichtspunt is zooals we zien, niet geheel in overeenstemming met dat hetwelk -aanneemt, dat de plicht van den medicus alleen en volkomen uitgaat naar zijn patient, -zonder te letten op den invloed van zijn raad op diens maatschappelijk gedrag. De -belangen van den patient gaan voor, maar ze zijn niet gerechtigd te komen in antagonisme -tot de belangen van de maatschappij. De raad, die gegeven wordt door den wijzen medicus -moet altijd in harmonie zijn met den maatschappelijken en moreelen toon van zijn tijd. -Zoo komt het, dat de neiging onder de jongere generatie der medici tegenwoordig, om -een actief deel te nemen in het verheffen van dien toon en in het bevorderen van maatschappelijke -hervorming—een neiging, die niet alleen bestaat in Duitschland, waar deze belangen -zoo acuut geweest zijn, maar ook in een zoo conservatief land als Engeland—vol belofte -is voor de toekomst. -</p> -<p>De dokter is er gewoonlijk mee tevreden, zijn plicht jegens zijn patient wat de sexueele -abstinentie betreft als voldoende vervuld te beschouwen, als hij tracht sexueele overgevoeligheid -te verminderen door medische of hygiënische behandeling. Het behoeft echter nauwelijks -gezegd te worden, dat de resultaten van zulk een behandeling gewoonlijk onvoldoende -zijn, en soms heeft de behandeling zelfs een resultaat, dat het tegendeel is van wat -werd bedoeld. De moeilijkheid is gewoonlijk, dat, om effect te hebben, de behandeling -moet worden voortgezet tot een uiterste, dat niet alleen de geslachtswerkzaamheden -uitput of ze terughoudt, maar ook de werkzaamheden van het geheele organisme, en als -ze dat niet doet, kan ze eer een prikkel dan een kalmeerend middel blijken te zijn. -Het is moeilijk en gewoonlijk onmogelijk de sexueele werkzaamheden van een mensch -te scheiden van alle andere werkzaamheden van zijn organisme en invloed uit te oefenen -op deze werkzaamheden alleen. Sexueele activiteit is zoo nauw verbonden <span class="pagenum">[<a id="pb189" href="#pb189">189</a>]</span>met de andere organische werkzaamheden, erotische weelderigheid is zoo zeer een bloem, -gevoed door het geheele organisme, dat de slag, die ze verplettert, den geheelen mensch -kan knakken. De bromiden worden algemeen erkend als machtige kalmeerende middelen, -maar hun invloed in dit opzicht wordt eerst recht gevoeld als zij al de teerste krachten -van het organisme hebben afgestompt. Physieke oefening wordt algemeen aanbevolen aan -sexueel overgevoelige patiënten. Toch vinden de meeste menschen, mannen en vrouwen, -dat lichaamsoefening een positieve prikkel is voor de sexueele werkzaamheid. Dit is -vooral het geval met wandelen, en bizonder energieke jonge vrouwen, die last hebben -van de hinderlijke werkzaamheid van haar gezonde sexueele emoties, brengen soms een -groot deel van haar tijd door met vergeefsche pogingen in lange wandelingen haar activiteit -te kalmeeren. Lichaamsoefening blijkt in dit opzicht alleen effect te hebben, als -ze doorgevoerd wordt tot een hoogte, die algemeene uitputting veroorzaakt. Dan is -inderdaad de sexueele werkzaamheid bedaard, maar tevens de geestelijke en lichamelijke -werkzaamheden. Het is ongetwijfeld waar, dat oefeningen en spelen van alle soorten -voor jonge menschen van beide geslachten een sexueel hygiënischen, zoowel als een -algemeen hygiënischen invloed hebben, die ongetwijfeld weldadig is. Zij zijn in ieder -geval beter dan langdurige zittende bezigheden. Maar het is dwaas te denken, dat spelen -en oefeningen de sexueele impulsen zullen onderdrukken, want in zoover zij de gezondheid -bevorderen, bevorderen zij al de impulsen, die het resultaat zijn van de gezondheid. -Het eenigste, dat men ervan verwachten kan, is, dat zij de sexueele uitingen beperken -door de energie, die zij voortbrengen, te verspreiden. -</p> -<p>Er zijn vele heilzame regels en voorzorgen, die niet zonder reden aangeraden worden -als gunstig om de sexueele werkzaamheid te beperken of te verminderen. Het vermijden -van warmte en het aanwenden van kou is een van de belangrijkste van deze. Een warm -klimaat, een benauwde atmosfeer, zwaar bed-dek, warme baden, deze alle kunnen het -sexueele stelsel zeer prikkelen, want dat stelsel is een oppervlakkig zintuigelijk -orgaan, en al wat de huid in het algemeen prikkelt, prikkelt het sexueele systeem. -Koude, die de huid samentrekt, doodt ook de sexueele gevoelens, een feit, dat de asceten -van den ouden tijd kenden en zich ten nutte maakten. De kleederen en de houding van -het lichaam zijn niet zonder invloed. Knellen of drukken in de buurt van de sexueele -streek, zelfs een nauw corset, zoowel als inwendige druk, bijv. door een volle blaas, -zijn bronnen van sexueele prikkeling. Slapen op den rug, waardoor het bloed zich ophoopt -in de ruggemergscentra, werkt ook op dezelfde wijze, zooals al lang bekend is geweest -aan hen, die nauwkeurig letten op sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>; zoo wordt gezegd, dat het bij de orde der Franciskanen verboden <span class="pagenum">[<a id="pb190" href="#pb190">190</a>]</span>is op den rug te liggen. Voedsel en drank zijn voorts machtige sexueele prikkels. -Dit geldt zelfs van het eenvoudigste en gezondste voedsel, maar meer speciaal van -vleeschspijzen, en vooral van alcohol in zijn sterkste vormen, zooals geestrijke dranken, -likeuren, mousseerende en zware wijnen, en zelfs van vele Engelsche bieren. Dit is -ten allen tijde erkend door hen, die ascetisme beoefenden, en het is een van de meest -afdoende redenen, waarom men de jeugd geen alcohol moet geven. Zooals de heilige Jeronimus -opmerkte, toen hij aan Eustochion schreef, dat zij wijn moest vermijden als vergift, -“wijn en jeugd zijn de twee vuren der wellust. Waarom olie op het vuur te gieten”<a class="noteref" id="xd29e4580src" href="#xd29e4580">7</a>? Ook ledigheid, vooral als ze samengaat met een weelderig leven, bevordert de sexueele -werkzaamheid, zooals Burton in den breede uiteenzet in zijn <i lang="en">Anatomy of Melancholy</i>, terwijl voortdurende bezigheid daarentegen de ronddoolende krachten concentreert. -</p> -<p>Geestesoefening heeft men somtijds evenals lichaamsoefening, aangeraden als een methode -om sexueele opwinding te kalmeeren, maar ze schijnt onzeker te zijn in haar werking. -Als ze zeer belangwekkend is en opwindend, dan kan ze de sexueele emotie eerder opwekken -dan kalmeeren. Als ze weinig belangstelling opwekt, kan ze geenerlei invloed uitoefenen. -Dit geldt zelfs van mathematische bezigheden, die door verschillende autoriteiten -als hulpmiddelen bij sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span><a class="noteref" id="xd29e4595src" href="#xd29e4595">8</a> zijn aangeraden, o.a. ook door Broussais. “Ik heb mechanisch geestelijk werk geprobeerd”, -schrijft een dame, “zooals het oplossen van rekenkundige of algebraische problemen, -maar het doet mij geen goed; het schijnt zelfs alleen maar de opwinding te verergeren”. -“Ik studeerde en wendde mijn aandacht voornamelijk tot de wiskunde”, schrijft een -geestelijke, “met de bedoeling om mijn sexueele neigingen te beteugelen. In zekere -mate had ik succes. Maar bij het naderen van een <span class="corr" id="xd29e4601" title="Bron: oud">oude</span> vriend, door een stem of een aanraking, kwamen deze neigingen met vernieuwde kracht -terug. Ik vond wiskunde over het geheel echter het beste ding om mijn belangstelling -van vrouwen af te wenden, beter dan godsdienstige oefeningen, die ik <span class="pagenum">[<a id="pb191" href="#pb191">191</a>]</span>aanwendde toen ik jonger was (twee en twintig tot dertig)”. Op hun best hebben zulke -middelen echter alleen maar tijdelijke uitwerking. -</p> -<p>Het is gemakkelijker, het opwekken van sexueele impulsen te vermijden dan ze door -<span class="corr" id="xd29e4608" title="Bron: hygienische">hygiënische</span> maatregelen tot zwijgen te brengen als ze eens opgewekt zijn. Daarom moeten in de -kindsheid en jeugd al deze maatregelen met verstand in acht genomen worden, om iedere -voorbarige sexueele opwinding te voorkomen. In een groep van stevige normale kinderen -gaan invloeden, die we zouden kunnen verwachten dat <span class="corr" id="xd29e4611" title="Niet in bron">ze </span>sexueel zouden werken, ongemerkt voorbij. Aan het andere uiterste is een andere groep -kinderen zoo <span class="corr" id="xd29e4613" title="Bron: neurotiech">neurotisch</span> en vroegtijdig gevoelig, dat geen voorzorgen hen zullen beschermen tegen zulke invloeden. -Maar tusschen deze groepen zijn er andere kinderen, waarschijnlijk verreweg het grootste -aantal, die weerstand bieden aan lichte sexueele aansporingen, maar die misschien -voor sterker of langduriger invloeden bezwijken, en aan deze kunnen de zorgen van -sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> met voordeel besteed worden<a id="xd29e4619"></a><a class="noteref" id="xd29e4620src" href="#xd29e4620">9</a>. -</p> -<p>Na de puberteit, als de spontane en innerlijke stem der sekse zich ieder oogenblik -plotseling kan doen hooren, worden soms alle voorzorgen over boord geworpen, en zelfs -de jongeling of het jonge meisje, dat er het meest op uit was de idealen van kuischheid -te bewaren, kan dikwijls weinig meer doen dan wachten tot de storm voorbij is. Het -komt soms voor dat een lange periode van sexueelen storm en drang spoedig na de puberteit -zich voordoet en dan wegsterft, hoewel er weinig of geen sexueele bevrediging geweest -is, om gevolgd te worden door een periode van betrekkelijke kalmte. We moeten ons -herinneren dat bij vele, misschien wel bij de meeste individuen, mannen en vrouwen, -de sexueele begeerte, anders als bij honger of dorst, na een langdurigen strijd teruggebracht -kan worden tot een min of meer kalmen staat, die, verre van nadeelig te zijn, zelfs -nuttig kan zijn voor de lichamelijke en geestelijke kracht in het algemeen. Dit kan -gebeuren hetzij sexueele bevrediging verkregen is of niet. Als er nooit eenige bevrediging -van dien aard geweest is, dan is de strijd minder hevig en spoediger <span class="pagenum">[<a id="pb192" href="#pb192">192</a>]</span>voorbij, tenzij het individu van zeer erotisch temperament is. Als er bevrediging -geweest is, als de geest vervuld is niet alleen met wenschen, maar met vreugdevolle -ondervinding, waaraan het lichaam ook gewend is geraakt, dan is de strijd langer en -neemt meer pijnlijk de gedachten in beslag. De verlichting echter, als ze komt, is -soms meer volkomen en heeft meer kans verbonden te zijn met een toestand van psychische -gezondheid. Want de grondondervindingen van het leven brengen onder normale omstandigheden -niet alleen intellectueele gezondheid, maar gemoedsvrede. Een overwinning op de sexueele -begeerten, die niet te eeniger tijd een bevrediging van deze begeerten genoten heeft, -veroorzaakt zelden resultaten, die zich aanbevelen als rijk en mooi. -</p> -<p>In deze worstelingen zijn er echter geen blijvende overwinningen. In het geval van -een groot aantal personen kan, hoewel er emotioneele veranderingen kunnen zijn, die -afhangen van een menigte omstandigheden, nauwelijks gezegd worden, dat er een overwinning -is. Of zij geven altijd toe aan de impulsen, die op hen aanstormen, of zij verzetten -zich altijd tegen die impulsen, in het eerste geval met berouw, in het tweede met -ontevredenheid. In beide gevallen wordt veel van hun leven, op den tijd dat het leven -op zijn krachtigst is, verspild. Bij vrouwen, als zij toevallig sterke hartstochten -hebben en roekelooze impulsen tot overgave, kunnen de resultaten zeer ontzenuwend -zijn, zoo niet verwoestend voor het algemeene psychische leven. Het is inderdaad aan -deze oorzaak, dat sommigen de veel voorkomende middelmatigheid van het werk van vrouwen -op artistiek en intellectueel gebied meenen te moeten toeschrijven. Vrouwen van intellectueele -kracht zijn dikwijls, zoo al niet gewoonlijk, vrouwen van sterke hartstochten, en -als zij weerstand bieden aan de neiging om op te gaan in de plichten van het moederschap, -dan worden haar levens dikwijls verspild in gevoels-conflicten en haar zieleleven -<span class="corr" id="xd29e4633" title="Bron: verarmt">verarmd</span><a class="noteref" id="xd29e4635src" href="#xd29e4635">10</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De mate, waarop sexueele abstinentie en de worstelingen, die ze in zich sluit, het -individu het geheele leven door kan tegenhouden en in beslag nemen wordt goed duidelijk -gemaakt in het volgende geval. Een dame, krachtig, stevig, en over het algemeen gezond, -van groote intelligentie en hoog karakter, heeft den middelbaren leeftijd bereikt -zonder te trouwen of ooit sexueele verhoudingen te hebben. Zij was een eenig kind, -en toen ze tusschen den leeftijd van drie en vier jaar oud was, lichtte een vriendinnetje, -die een jaar of zes <span class="pagenum">[<a id="pb193" href="#pb193">193</a>]</span>ouder was, haar in over de gewoonte van met haar sexueele deelen te spelen. Zij was -op dezen leeftijd echter geheel zonder sexueele gevoelens, en ze geraakte op natuurlijke -wijze van de gewoonte af, zonder eenige kwade gevolgen, toen zij de buurt en de nabijheid -van dit meisje verliet, ongeveer een jaar later. Haar gezondheid was goed en zelfs -schitterend, en zij ontwikkelde zich krachtig tijdens de puberteit. Op den leeftijd -van zestien echter was een geestelijke schok de oorzaak, dat het quantum der menstruatie -eenige jaren lang verminderde en tegelijk met deze vermindering trad vanzelf spontaan -sexueele opwinding voor het eerst op. Zij beschouwde zulke gevoelens als abnormaal -en ongezond, en spande al haar krachten van zelfbeheersching in om ze te weerstaan. -Maar kracht van wil had geen macht om de gevoelens te verminderen. Er was voortdurende -en gebiedende opwinding, met het gevoel van trilling, spanning, druk, uitzetting en -kieteling, misschien vergezeld van eenige congestie in de ovariën, want zij voelde, -dat er aan de linkerzijde een netwerk van sexueele zenuwen was, en eenige jaren later -werd retroversie van den uterus ontdekt. Zij leidde een werkzaam leven met vele plichten, -maar ze kon geen bezigheid verrichten zonder dezen ondergrond van sexueele overgevoeligheid, -die voortdurende zelfbeheersching eischte. Dit ging min of meer acuut zoo door vele -jaren lang, toen de menstruatie plotseling geheel ophield, lang vóór den gewonen leeftijd -van het climacterium. Op denzelfden tijd hield de sexueele opwinding op en werd zij -kalm, vredig en gelukkig. Verminderde menstruatie ging samen met sexueele opwinding, -maar overvloedige menstruatie en de algeheele afwezigheid ervan gingen beide vergezeld -van verlichting van de opwinding. Dit duurde twee jaar. Toen werd zij, voor een lichte -anaemie, onderworpen aan een lange en in haar geval onoordeelkundige behandeling met -onderhuidsche inspuitingen van strychnine. Van dien tijd af, vijf jaar geleden, tot -nu toe, is er voortdurende sexueele opwinding geweest en moet zij altijd op haar hoede -zijn, dat ze niet door een sexueelen aanval overweldigd wordt. Haar ellende wordt -verergerd doordat haar tradities het haar onmogelijk maken (behalve onder zeer buitengewone -omstandigheden) op de oorzaak van haar lijden te zinspelen. “Een vrouw is al van tevoren -in het nadeel”, schrijft zij. “Zij mag nooit tot iemand over zulk een onderwerp spreken. -Zij moet haar tragedie alleen doorleven, glimlachend zooveel zij kan onder den druk -van haar verschrikkelijken last”. Haar lijden nog vermeerderend, heeft zij zich twee -jaren geleden gedrongen gevoeld haar toevlucht te nemen tot masturbatie, en dat heeft -ze sedert omstreeks eens in de maand gedaan; dit brengt niet alleen geen werkelijke -verlichting, het laat prikkelbaarheid na, slapeloosheid en donkere kringen onder de -oogen, en is ook een reden tot berouw voor haar, want zij beschouwt masturbatie als -volkomen abnormaal en onnatuurlijk. Zij heeft getracht zich verlichting te verschaffen, -niet alleen door de gewone methoden van physieke hygiëne, maar door suggestie, <span lang="en">Christian Science</span>, enz., maar alles tevergeefs. “Ik mag zeggen”, schrijft zij, “dat het de meest hartstochtelijke -wensch van mijn hart is van dezen keten los te komen, opdat ik de verschrikkelijke -jarenlange weerstandsspanning kan laten verslappen, en op mijne wijze gelukkig zijn. -Als ik deze ellende eens in de maand had, eens in de week, zelfs tweemaal in de week, -dan zou het kinderspel zijn ze te boven te komen. Ik zou mijn toevlucht niet willen -nemen tot onnatuurlijke middelen, in hoe geringe mate ook. Maar ook zelfbeheersching -kan men niet steeds ongestraft in praktijk brengen, en ik heb soms een gevoel, of -het niet langer uit te houden is”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Terwijl het dus een enorm groot voordeel is in de physieke en psychische ontwikkeling, -als de uitbarsting van hinderlijke sexueele emoties vertraagd wordt tot de puberteit -of den jongelingsleeftijd, en terwijl het een zeer groot voordeel is, nadat die uitbarsting -heeft plaats gehad, in staat te zijn de heerschappij over <span class="pagenum">[<a id="pb194" href="#pb194">194</a>]</span>deze emotie te verkrijgen, zou het toch een waardelooze, ja een gevaarlijke overwinning -zijn, die geen bevrediging met zich bracht, om de sexueele natuur geheel te vernietigen. -“Als ik maar drie weken geluk gehad had”, zeide een vrouw, “dan zou ik niet met het -lot twisten, maar het geheele leven zoo volkomen ledig te doorleven, dat is verschrikkelijk<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. Als zulke ledige zelfbeperking uit beleefdheid een deugd genoemd kan worden, dan -is het maar een negatieve deugd. De personen, die haar bereiken, als het resultaat -van aangeboren zwakke sexueele ontwikkeling, hebben (zooals <span class="corr" id="xd29e4659" title="Bron: Gyurkovechly">Gyurkovechky</span>, Fürbringer en Löwenfeld allen gelijkelijk opgemerkt hebben<span class="corr" id="xd29e4662" title="Niet in bron">)</span> een deugd gemaakt van hun zwakheid. Vele anderen, wier instincten minder zwak waren, -hebben, als zij de sexueele begeerten in hun eerste jeugd met minachting verjoegen, -bevonden, dat in het latere leven die vijand met tienvoudige kracht en misschien in -onnatuurlijke vormen terugkeert<a class="noteref" id="xd29e4664src" href="#xd29e4664">11</a>. -</p> -<p>De opvatting van “sexueele abstinentie” is, zooals we zien, een volkomen valsche en -kunstmatige opvatting. Ze is niet alleen slecht aangepast aan de hygiënische zijde -van de zaak, maar ze roept ook geen echt moreele motieven op, want ze is uitsluitend -egoïstisch. Ze wordt eerst echt moreel en waarlijk inspireerend, als we ze veranderen -in de altruïstische deugd van zelfopoffering. Als we dat gedaan hebben, zien we, dat -het element van abstinentie er in ophoudt tot het wezen ervan te behooren. “Van Zelfopoffering”, -schrijft de auteur van een boek, handelende over het sexueele leven, “wordt erkend -dat het de basis is van deugd; de edelste voorbeelden van zelfopoffering worden ingegeven -door sexueele liefde. Sympathie is het geheim van altruïsme; nergens is sympathie -meer werkelijk en volkomen dan in de liefde. Moed, zoowel moreel als physiek, waarheidsliefde -en eergevoel, ondernemingsgeest en de bewondering voor moreele waardigheid, worden -ingegeven door liefde, meer dan door iets anders in de menschelijke natuur. Het celibaat -ontzegt zich die inspiratie, of beperkt den invloed ervan, naar de mate van <span class="pagenum">[<a id="pb195" href="#pb195">195</a>]</span>zijn ontzegging van sexueele intimiteit. Zoo beteekent het opzettelijk aannemen van -een voortdurend ongehuwd leven het beperken van de emotioneele en moreele ondervindingen -in een mate, die, van het ruime wetenschappelijke standpunt uit, niet gerechtvaardigd -wordt door een van de voordeelen, die volgens vrome gedachten er uit voort komen”<a class="noteref" id="xd29e4677src" href="#xd29e4677">12</a>. -</p> -<p>In een gezonde, natuurlijke orde zijn al de impulsen geconcentreerd in de vervulling -van behoeften, niet in het zich ontzeggen ervan. Bovendien is het in deze speciale -kwestie van sekse onvermijdelijk, dat de behoeften van anderen, en niet alleen de -behoeften van het individu zelf, iemands gedrag zullen bepalen. Het zijn meer bepaald -de behoeften van de vrouw, die den bepalenden factor vormen; want deze behoeften zijn -veel meer verscheiden, samengesteld en bedriegelijk, en in het letten op de bevrediging -ervan vindt de man een bron van eindelooze erotische satisfactie. Men zou kunnen denken, -dat het invoeren van een altruïstisch motief hier enkel de eisch is van theoretische -moraal, die er op staat, dat er een stevige rem zal zijn op het dierlijk instinct. -Maar, zooals we den geheelen loop van dit boek door telkens weer zullen zien, is het -zoo niet. Het dierlijk instinct zelf stelt dezen eisch. Het is een biologische wet, -die door de geheele zoölogische wereld heerscht en op welke het algemeen voorkomen -van het hof maken berust. Bij den mensch alleen is ze gewijzigd, omdat bij den mensch -de sexueele behoeften niet zoo volkomen geconcentreerd zijn op reproductie, maar min -of meer het geheele leven doordringen. -</p> -<p>Terwijl van het standpunt van de maatschappij, evenals van dat der natuur, het doel -en oogmerk van de sexueele impuls de voortplanting is, en niets dan de voortplanting, -is dat in het geheel niet waar voor het individu, waarvan het hoofddoel moet zijn -zich harmonisch uit te leven met die gepaste consideratie voor anderen, die de levenskunst -eischt. Zelfs als sexueele verhoudingen niet het minste verband hadden met de voortplanting—zooals -sommige stammen in Midden-Australië meenen—dan zouden ze toch nog te rechtvaardigen -zijn, en werkelijk een onmisbaar hulpmiddel vormen voor de beste ontwikkeling van -het individu, want alleen in een zoo intieme verhouding als die der seksen hebben -de mooiste gaven en neigingen volle vrijheid. Zelfs de heiligen kunnen de sexueele -zijde van het leven niet ontgaan. De beste en meest volkomen heiligen, van Jeronimus -tot <span class="corr" id="xd29e4686" title="Bron: Tolstoi">Tolstoy</span>—zelfs de verdienstelijke Franciscus van Assisi—hadden in hun verleden al de ondervindingen -opgezameld, die samenwerken tot de volkomen verwerkelijking van het leven, en als -dat niet zoo ware, zouden ze te minder heiligen geweest zijn. -</p> -<p>Het element van positieve deugd begint dus eerst daar, waar <span class="pagenum">[<a id="pb196" href="#pb196">196</a>]</span>het beheerschen van de sexueele impuls het standpunt van strenge en steriele abstinentie -te boven is gekomen en geworden is niet alleen een opzettelijk weigeren van wat er -slecht is in het sexueele, maar een opzettelijk aannemen van wat er goed in is. Eerst -op dat oogenblik wordt zulk een beheerschen een werkelijk deel van de groote levenskunst. -Want de levenskunst, evenals alle andere kunsten, is niet vereenigbaar met strengheid, -maar ze ligt in het weven van een voortdurende harmonie tusschen weigeren en aannemen, -tusschen geven en nemen<a class="noteref" id="xd29e4693src" href="#xd29e4693">13</a>. -</p> -<p>De toekomst behoort klaarblijkelijk aan hen, die langzaam aan bezig zijn gezondere -tradities te maken voor den bouw van het leven. Het “probleem van sexueele abstinentie” -zal meer en meer aan waarde verliezen. Dan blijven de groote werkelijkheid der liefde, -de groote werkelijkheid der kuischheid. Zij zijn eeuwig. Tusschen die twee is er niets -dan harmonie. De ontwikkeling van de eene sluit de ontwikkeling van de andere in zich. -</p> -<p>We hebben dit probleem van “sexueele abstinentie” ernstig moeten behandelen, omdat -we de tradities van tweeduizend jaar achter ons hebben, die gegrond zijn op bepaalde -idealen van sexueele wet en sexueele vrijheid, te zamen met de langdurige poging om -gewoonten te vormen, die min of meer op die idealen berusten. Wij kunnen niet onmiddellijk -aan deze tradities ontkomen, zelfs als wij zelf de geldigheid ervan in twijfel trekken. -Wij moeten niet alleen hun bestaan erkennen, maar we moeten ook het feit aannemen, -dat zij nog eenigen tijd in een groote mate de gedachten en zelfs tot op zekere hoogte -de daden van bestaande gemeenschappen moeten beheerschen. -</p> -<p>Dat is zeker jammer. Het brengt mee het invoeren van een kunstmatigheid in een werkelijk -natuurlijke orde. Liefde is werkelijk en positief; kuischheid is werkelijk en positief. -Maar sexueele abstinentie is onwerkelijk en negatief, streng genomen misschien onmogelijk. -De gevoelens van hen, die op het belang ervan den nadruk leggen, berusten hierop, -dat een physiologisch proces goed of kwaad kan zijn al naar dat het uitgevoerd wordt -onder bepaalde uiterlijke voorwaarden, die het geoorloofd maken of ongeoorloofd. Een -daad van sexueelen omgang onder den naam van “huwelijk” is weldadig; precies dezelfde -daad, onder den naam van “gebrek aan zelfbeheersching” is verderfelijk. Geen physiologisch -proces, en nog minder eenig geestelijk proces, kan zulk een beperking verdragen. Men -zou even goed kunnen zeggen dat een maal goed of slecht wordt, verteerbaar of onverteerbaar, -afhankelijk van het feit of al dan niet een gebed uitgesproken is voor dat het gebruikt -wordt. -</p> -<p>Het is daarom te betreuren, omdat zulk een opvatting in zijn <span class="pagenum">[<a id="pb197" href="#pb197">197</a>]</span>wezen onwerkelijk is en er op deze wijze een element van onwerkelijkheid ingevoerd -wordt in een zaak van het grootste belang voor het individu en de maatschappij beide. -Kunstmatige geschillen zijn opgeworpen, waar geen reden voor geschil behoeft te bestaan. -Er is een strijd gevoerd, gekenmerkt door al de verwoedheid, die twisten kenmerkt -over metaphysische en pseudo-metaphysische verschillen, die geen concrete basis hebben -in de werkelijke wereld. Zooals in zulke gevallen gebeurt, was er ten slotte geen -werkelijk verschil tusschen de twistenden, omdat het punt, waarover zij het oneens -waren, onwerkelijk was. In waarheid had iedere zijde gelijk en had iedere zijde ongelijk. -</p> -<p>We zien, dat het noodig is dat de balans in evenwicht gehouden wordt. Een absolute -vrijheid is slecht; een absolute abstinentie—zelfs al worden sommigen door hun natuur -of door de omstandigheden er krachtig toe gedrongen ze aan te nemen—is ook slecht. -Zij zijn beide even ver verwijderd van het goedige evenwicht der natuur. En we zien, -dat de kracht, die op natuurlijke wijze deze balans in evenwicht houdt, het biologische -feit is, dat de daad der sexueele vereeniging de bevrediging is van de erotische behoeften, -niet van éen persoon, maar van twee. -<span class="pagenum">[<a id="pb199" href="#pb199">199</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4089" href="#xd29e4089src">1</a></span> Dit gezichtspunt was een dubbelzinnige verbetering van de opvatting, die, zooals Westermarck -heeft aangetoond, onder primitieve volken algemeen heerschte, n.l. deze, dat de sexueele -daad een vrouw alleen vernedert en haar waarde vermindert, in zooverre zij het eigendom -is van een ander persoon, die de werkelijk benadeelde persoon is. <a class="fnarrow" href="#xd29e4089src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4103" href="#xd29e4103src">2</a></span> Op deze ingewikkelde tegenstrijdigheid is van godsdienstige zijde fijn gewezen door -den Rev. H. Northcote, <i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, p. 53. <a class="fnarrow" href="#xd29e4103src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4421" href="#xd29e4421src">3</a></span> “<span lang="de">Die Abstinentia Sexualis</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Nov. 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e4421src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4449" href="#xd29e4449src">4</a></span> P. Janet, “<span lang="fr">La Maladie du Scrupule</span>”, <i lang="fr">Revue <span class="corr" id="xd29e4456" title="Bron: Phylosophique">Philosophique</span></i>, Mei 1901. <a class="fnarrow" href="#xd29e4449src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4466" href="#xd29e4466src">5</a></span> Zie Freud, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Maart 1908. Zooals Adele Schreiber ook aantoont (<i lang="de">Mutterschutz</i>, Jan. 1907, p. 30), is het niet genoeg te bewijzen, dat abstinentie niet gevaarlijk -is; we moeten in de gedachte houden, dat de geestelijke en physieke energie, die verbruikt -wordt voor het onderdrukken van dit machtige instinct dikwijls een vroolijke, energieke -natuur verandert in een zwakke schaduw. Evenzoo zegt Helene Stöcker (<i lang="de">Die Liebe und die Frauen</i>, p. 105): “De kwestie, of abstinentie schadelijk is, is, om de waarheid te zeggen, -een belachelijke kwestie. Men hoeft geen zenuw-specialist te zijn om te weten, als -iets dat vanzelf spreekt, dat een leven van gelukkige liefde en huwelijk het gezonde -leven is, en dat de geheele afwezigheid daarvan wel leiden moet tot ernstige zenuw-depressie, -zelfs als er geen directe physiologische stoornissen kunnen worden aangetoond”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4466src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4556" href="#xd29e4556src">6</a></span> Max Flesch, “<span lang="de">Ehe, <span class="corr" id="xd29e4560" title="Bron: Hygiëne">Hygiene</span> und Sexuelle Moral</span>”, <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1905, aflevering 7. <a class="fnarrow" href="#xd29e4556src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4580" href="#xd29e4580src">7</a></span> “Ik heb twee jaar lang nauwkeurige ondervinding en omgang met de Trappisten gehad”, -schreef Dr. Butterfield van Natal (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Sept. 15, 1906, p. 668), “als medisch verzorger en als geloovig Katholiek beide. -Ik heb ze bestudeerd en hun leven, gewoonten en diëet onderzocht, en hoewel ik het -niet graag aan zou nemen, omdat het voor mij persoonlijk niet past, is de groote massa -van hen van een absoluut ideale gezondheid en kracht, zij mankeeren zelden iets, zijn -in staat tot veel werk, geestelijk en lichamelijk. Hun leven is zeer eenvoudig en -zeer regelmatig. Het zou moeilijk zijn een gezonder gemeenschap van mannen en vrouwen, -met volkomen gelijkmatigheid van humeur—op dit laatste leg ik den nadruk—te vinden. -Gezondheid straalt uit hun oogen, hun gelaat en hun daden. Alleen bij ziekte of bij -lange reizen worden hun krachtige spijzen toegestaan—vleesch, eieren, enz.—of alcohol<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. <a class="fnarrow" href="#xd29e4580src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4595" href="#xd29e4595src">8</a></span> Féré, <i lang="fr">L’Instinct Sexual</i>, tweede uitgave, p. 332. <a class="fnarrow" href="#xd29e4595src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4620" href="#xd29e4620src">9</a></span> Het leven op het land, zooals we gezien hebben toen we de verhouding daarvan tot sexueele -vroegrijpheid bespraken, is aan den eenen kant het ongekende van een bescherming tegen -sexueele invloeden. Maar aan den anderen kant, voor zoover het hard werken op het -land in zich sluit en eenvoudig <a id="xd29e4622"></a>leven, onder omstandigheden die niet prikkelend zijn voor het zenuwstelsel, <span class="corr" id="xd29e4624" title="Niet in bron">is </span>het gunstig voor een aanmerkelijk uitgestelde sexueele werkzaamheid in de jeugd en -voor een betrekkelijke zelfbeheersching. Ammon vond in den loop van zijn anthropologische -onderzoekingen op Badensche lotelingen, dat sexueele omgang op het land zeldzaam was -voor de twintig, en dat zelfs sexueele zaaduitstortingen tijdens den slaap zeldzaam -waren voor de negentien of twintig. In de dorpen wordt ook gezegd, herhaalt hij, dat -niemand het recht heeft meisjes na te loopen die nog geen geweer draagt, en de oudere -jongens mishandelen soms brutaal iederen jongeren jongen, die met een meisje gevonden -wordt. Ongetwijfeld gaat dit dikwijls vooraf aan veel losbandigheid later. <a class="fnarrow" href="#xd29e4620src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4635" href="#xd29e4635src">10</a></span> Het overwicht in aantal, dat ongetrouwde onderwijzeressen nu in het Amerikaansche -schoolsysteem verkregen hebben, heeft bij vele goede opmerkers ernstige bezorgdheid -gewekt, en men zegt, dat het bij jongens en meisjes onbevredigende onderwijsresultaten -oplevert. Een bekend autoriteit, Professor McKeen Cattell (“<span lang="en">The School and the Family</span>”, <i lang="en">Popular Science Monthly</i>, Jan. 1909) gaat, waar hij verwijst naar dit overheerschen van “oude juffrouwen zonder -levenskracht of geslacht”, zoover van te zeggen, dat “het eindresultaat van dit feit, -dat men de ongetrouwde vrouw de gewone onderwijzeres laat zijn, geweest is, dat het -een kwestie geworden is of het niet een voordeel zou zijn voor het land, als de geheele -schoolplant uitgeroeid kon worden”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4635src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4664" href="#xd29e4664src">11</a></span> Corre (<i lang="fr">Les Criminels</i>, p. 351) zegt, dat van de dertien priesters, veroordeeld wegens misdaad, er zes schuldig -waren aan sexueele pogingen op kinderen, en van de drie en tachtig veroordeelde onderwijzers -acht en veertig soortgelijke misdrijven hadden begaan. Dit was op een tijd, toen onderwijzers -praktisch bijna gedwongen waren een ongehuwd leven te leiden; veranderde omstandigheden -hebben voor een groot deel deze soort van misdrijf onder hen verminderd. Zonder dat -het tot misdaad komt, ondervinden vele moreele en godsdienstige mannen, geestelijken -en anderen, die een ernstig abstinent leven geleid hebben in hun jeugd, soms op middelbaren -leeftijd of later de uitbarsting van bijna niet te beheerschen sexueele impulsen, -normaal of abnormaal. Bij vrouwen nemen zulke uitingen dikwijls den vorm aan van als -een obsessie vervolgende gedachten, zooals b.v. in het geval (<i lang="fr">Comptes-Rendus Congrès International de Médecine</i>, Moscou, 1897, deel IV, p. 27) van een kuische vrouw, die den drang in zich voelde -om te kijken naar de geslachtsdeelen van mannen. <a class="fnarrow" href="#xd29e4664src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4677" href="#xd29e4677src">12</a></span> J. A. Godfrey, <i lang="en">The Science of Sex</i>, p. 138. <a class="fnarrow" href="#xd29e4677src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4693" href="#xd29e4693src">13</a></span> Zie bv. Havelock Ellis, “<span lang="en">St. Francis and Others</span>”, <i lang="en">Affirmations</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e4693src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch7" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e383">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">PROSTITUTIE</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb201" href="#pb201">201</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">I. <i>De Orgie.</i>—De godsdienstige oorsprong van de orgie.—Het losbandigheidsfeest.—Erkenning van de -orgie door de Grieken en Romeinen.—De orgie onder natuurvolken.—Het drama.—Het doel, -beoogd door de orgie. -</p> -<p>II. <i>De oorsprong en de ontwikkeling van de prostitutie.</i>—De definitie van prostitutie.—Prostitutie onder natuurvolken.—De voorwaarden, waaronder -beroeps-prostitutie ontstaat.—Geheiligde prostitutie.—De dienst van Mylitta.— Het -uitoefenen van de prostitutie met het doel een huwelijksgift te verkrijgen.—Het ontstaan -van de wereldlijke prostitutie in Griekenland.—Prostitutie in het Oosten: Indië, China, -Japan, enz.<span class="corr" id="xd29e4725" title="Bron: ">—</span>Prostitutie in Rome.—De invloed van het Christendom op de prostitutie.—De poging om -de prostitutie te bestrijden.—Het middeleeuwsch bordeel.—Het ontstaan van de courtisane.—Tullia -d’Arragona, Veronica Franco, Ninon de Lenclos.—Latere pogingen om de prostitutie uit -te roeien.—Het politietoezicht op de prostitutie.—De nutteloosheid hiervan wordt langzamerhand -algemeen erkend. -</p> -<p>III. <i>De oorzaken van de prostitutie.</i>—Prostitutie als een deel van het huwelijkssysteem.—Het complex van oorzaken voor -de prostitutie.—De motieven, aangegeven door de prostituées.—(1) De economische factor -van de prostitutie.—Armoede is zelden het hoofd-motief voor de prostitutie.—Maar de -economische druk oefent een zeer werkelijken invloed uit.—Het hooge percentage van -de <span class="corr" id="xd29e4732" title="Bron: prostitutées">prostituées</span> geleverd door de dienstboden.—Beteekenis van dit feit.—(2) De biologische factor -van de prostitutie.—De zoogenaamde geboren prostituée.—De aangehaalde identiteit met -den geboren misdadiger.—Het sexueele instinct bij prostituées.—De physieke en psychische -eigenaardigheden van prostituées.—(3) De moreele noodzakelijkheid als een factor in -het bestaan van de prostitutie.—De moreele voorstanders van de prostitutie.—De moreele -houding van het Christendom jegens de prostitutie.—De houding van het protestantisme.—Nieuwere -voorstanders van de moreele noodzakelijkheid van de prostitutie.—(4) Waarde van de -beschaving als een factor van de prostitutie.—De invloed van het stadsleven.—De behoefte -aan opwinding.—Waarom dienstmeisjes zoo dikwijls prostituée worden.—De geringe rol, -die de verleiding speelt.—Prostituées komen in grooten getale van het land.—De lokstem -van de beschaving trekt vrouwen naar de prostitutie.—De overeenkomstige aantrekking -wordt door mannen gevoeld.—De <span class="corr" id="xd29e4735" title="Bron: prostitutée">prostituée</span> als kunstenares en als leidsvrouw van de mode.—De bekoring van het vulgaire. -</p> -<p>IV. <i>De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de prostitutie.</i>—Het verval van het bordeel.—De neiging tot humaniseeren van de prostitutie.—De pecuniaire -zijde van de kwestie.—De Geisha.—De Hetere.—De moreele opstand tegen de prostitutie.—Vuile -ondeugd gegrond op dure <span class="pagenum">[<a id="pb202" href="#pb202">202</a>]</span>deugd.—De gewone houding tegenover prostituées.—De wreedheid hiervan is absurd.—De -noodzakelijkheid de prostitutie te hervormen.—De noodzakelijkheid het huwelijk te -hervormen.—Deze beide behoeften hangen nauw met elkaar samen.—De daarbij in aanmerking -komende dynamische betrekkingen.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<div id="ch7.1" class="div2 section"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main"><span class="divNum">I.</span> De orgie</h3> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De traditioneele moraal, de godsdienst en de ingestelde conventies te zamen voeren -niet alleen tot het uiterste van strenge abstinentie, maar ook tot dat van ongebonden -uitspatting. Zij prediken en idealiseeren het eene, maar zij drijven hen, die er niet -naar kunnen leven, tot het tegenovergestelde uiterste. In de groote eeuwen van den -godsdienst gebeurt het zelfs, dat de gestrengheid van het voorschrift der abstinentie -min of meer opzettelijk getemperd wordt, doordat men nu en dan uitbarstingen van losbandigheid -toestaat. Zoo komt het tot de orgie, die in de middeleeuwsche dagen bloeide, en die -in de ruimste beteekenis van het woord een algemeen verschijnsel is, omdat zij in -iedere geordende en werkzame beschaving, die opgebouwd is op natuurlijke energieën, -die door min of meer onvermijdelijke beperkingen gebonden zijn, een functie te vervullen -heeft. -</p> -<p>De beschouwing van de orgie, mogen we zeggen, heft ons uit de enkel sexueele sfeer -op naar een hooger en ruimer gebied, dat tot den godsdienst behoort. Het Grieksche -woord <i>orgeia</i> had oorspronkelijk betrekking op het uitoefenen van riten tot godsdienstige doeleinden, -hoewel later, toen de dansen van de bacchanaliën en dergelijke hun heilig en inspireerend -karakter verloren, het denkbeeld, dat zulke dingen immoreel waren, door het Christendom -gevoed werd<a class="noteref" id="xd29e4754src" href="#xd29e4754">1</a>. Toch was het Christendom zelf in zijn oorsprong een orgie van de hoogere geestelijke -werkzaamheden, die vrij waren gemaakt van de onsympathieke slavernij der klassieke -beschaving, een groot feest van de armen en de nederigen, de slaven en de zondaars. -En toen met de noodzakelijkheid van ordelijke maatschappelijke organisatie het Christendom -opgehouden had dit te zijn, erkende het nog, evenals het heidendom dit gedaan had, -de behoefte aan een orgie nu en dan. Het blijkt dat er in 743, op een synode gehouden -in Henegouwen, gewezen werd op de Februari-uitspatting (<i lang="la">de Spurcalibus in februario</i>) als een heidensche gewoonte; toch was het juist dit heidensche feest, dat in de -door de Christelijke Kerk erkende gewoonten overging als de voornaamste orgie van -het kerkjaar, het groote karnaval, dat voorafging aan de lange vasten voor Paschen. -De viering van den Vastenavond-Dinsdag en den voorafgaanden Zondag vormden een <span class="pagenum">[<a id="pb203" href="#pb203">203</a>]</span>Christelijk bacchanaal, waaraan alle klassen deelnamen. De grootste vrijheid van beweging -werd aangemoedigd; “sommigen loopen zonder eenige schaamte naakt, anderen kruipen -op handen en voeten, sommigen op stelten, weer anderen bootsen dieren na”<a class="noteref" id="xd29e4768src" href="#xd29e4768">2</a>. Mettertijd verloor het karnaval zijn sterkst kenmerkende trekken als bacchanaal, -maar het behoudt nog zijn meest essentieele karakter als een geoorloofde tijdelijke -verslapping van den druk van beperkingen en conventies, door de gewoonte opgelegd. -Het middeleeuwsche losbandigheidsfeest—een brassend doorgebrachte nieuwjaarsnacht—dat -van de 12<sup>de</sup> eeuw af, vooral in Frankrijk, gewoonte werd—vertoonde een duidelijk beeld van een -Christelijke orgie in zijn meest uitgelaten vorm, want hier werden de heiligste kerkelijke -ceremonies phantastisch geparodieerd. De kerk erkende, volgens Nietzsche, zooals alle -wijze wetgevers, dat, waar groote impulsen en gewoonten moeten aangekweekt worden, -er schrikkeldagen dienden ingeschoven, waarop deze impulsen en gewoonten opzij gezet -kunnen worden om er zoo opnieuw naar te leeren hongeren<a class="noteref" id="xd29e4781src" href="#xd29e4781">3</a>. De geestelijkheid nam in deze volksfeesten de leiding, want voor de menschen van -dien tijd, zooals Méray opmerkte, “bood de tempel bevrediging voor de menschelijke -behoeften in al hun schakeeringen; zij vonden hier onderricht in hun plichten, troost -voor al hun smarten, bevrediging voor alle vreugden. De heilige feesten van het middeleeuwsch -Christendom waren niet een overblijfsel uit den Romeinschen tijd; zij kwamen voort -uit het hart der Christelijke maatschappij”<a class="noteref" id="xd29e4787src" href="#xd29e4787">4</a>. Maar, geeft Méray toe, alle groote en krachtige volken van het Oosten en het Westen -hebben het noodig geacht soms met hun heilige dingen te spelen. -<span class="pagenum">[<a id="pb204" href="#pb204">204</a>]</span></p> -<p>Onder de Grieken en Romeinen is deze behoefte overal zichtbaar, niet alleen in hun -tooneel en hun literatuur over het algemeen, maar in het dagelijksch leven. Zooals -Nietzsche naar waarheid opmerkt (in zijn <i lang="de">Geburt der Tragödie</i>) erkenden de Grieken alle natuurlijke impulsen, zelfs die, welke schijnbaar onwaardig -zijn, en verhinderden ze kwaad uit te richten door er kanalen voor te openen, waarin, -op speciale dagen en bij speciale godsdienstige plechtigheden, het te veel aan energie -kon afgevoerd worden zonder nadeel te berokkenen. Plutarchus, de laatste en meest -invloedrijke van de Grieksche moralisten zegt terecht, als hij feesten bepleit (in -zijn verhandeling “<span lang="en">On the Training of Children</span>”), dat wij “zelfs bij bogen en harpen de snaren los maken, om ze weer opnieuw te -kunnen spannen”. Seneca, misschien de invloedrijkste van de Romeinsche, zoo niet van -de Europeesche moralisten, raadde zelfs dronkenschap nu en dan aan. “Soms”, schreef -hij in zijn <i lang="la">de Tranquillitate</i>, “moesten we zelfs komen tot den toestand van bedwelming, niet om ons in den wijn -te verdrinken, maar om er diep in onder te duiken. Want hij vaagt zorgen weg en heft -onzen geest op uit de diepste diepten. De uitvinder van den wijn wordt <i lang="la">Liber</i> genoemd, omdat hij de ziel van de dienstbaarheid der zorgen bevrijdt, ze verlost -uit de slavernij, ze aanvuurt, en ze sterker maakt voor alle ondernemingen”. De Romeinen -waren een strenger en ernstiger volk dan de Grieken, maar juist om die reden erkenden -zij de noodzakelijkheid, nu en dan aan hun moreele krachten den vrijen loop te laten, -om hun veerkracht te behouden, en moedigden zij het houden van feesten aan, die door -veel meer vrijheid waren gekenmerkt dan die van de Grieken. Toen deze feesten hun -moreele sanctie begonnen te verliezen en in verval geraakten, was de achteruitgang -van Rome begonnen. -</p> -<p>Over de geheele wereld, de meest primitieve natuurvolken niet uitgesloten—want zelfs -het leven der natuurvolken is opgebouwd op systematische beperkingen, die soms behoefte -hebben aan ontspanning—wordt het principe van de orgie erkend en aangenomen. Zoo beschrijven -Spencer en Gillen<a class="noteref" id="xd29e4815src" href="#xd29e4815">5</a> de Nathagura of vuurceremonie van den stam der Warramunga in Centraal-Australië, -een feest, waaraan door beide seksen wordt deelgenomen, waarbij al de gewone regels -van het maatschappelijk leven verbroken worden, een soort van Saturnalia, waarbij -er echter geen sexueele vrijheid is, want sexueele vrijheid is, we behoeven het nauwelijks -<span class="pagenum">[<a id="pb205" href="#pb205">205</a>]</span>te zeggen, geen essentieel deel van de orgie, zelfs als de orgie den last der sexueele -beperkingen verlicht. In een geheel ander deel van de wereld, in Britsch Columbië, -geloofden de Salische Indianen, volgens Hill Tout<a class="noteref" id="xd29e4823src" href="#xd29e4823">6</a>, dat, lang voordat de blanken kwamen, hun voorouders een Sabbath of zevende-dagfeest -in acht namen om te dansen en te bidden, waartoe men bijeenkwam bij het opgaan der -zon en danste tot den namiddag. De Sabbath of periodiek terugkeerende orgie,—niet -een dag van druk en beperking maar een vreugdefeest, een rust van al de plichten van -het dagelijksch leven,—heeft, zooals we weten, een hoofdrol gespeeld in vele van de -oude geordende beschavingen, waarop de onze opgebouwd is<a class="noteref" id="xd29e4828src" href="#xd29e4828">7</a>; het is zeer waarschijnlijk, dat de duurzaamheid van deze oude beschavingen nauw -verbonden was met hun erkenning van de behoefte aan een Sabbath-orgie. Zulke feesten -zijn werkelijk, zooals Crawley opmerkt, processen van reiniging en krachtshernieuwing, -pogingen, “den ouden mensch” af te leggen en “den nieuwen mensch” aan te trekken, -om met nieuwe energie den weg van het dagelijksch leven weder te betreden<a class="noteref" id="xd29e4836src" href="#xd29e4836">8</a>, -</p> -<p>De orgie is een instelling, die haar beteekenis geenszins alleen voor het verleden -heeft. Integendeel eischen de hooge druk, de starre routine, de grauwe eentonigheid -van het moderne leven dringend oogenblikken van organische verlichting, hoewel de -juiste vorm, die die orgiastische verlichting aanneemt, noodzakelijk veranderen moet -met andere maatschappelijke veranderingen. Zooals Wilhelm von Humboldt zeide, “evenals -de menschen lijden noodig hebben om sterk te worden, zoo hebben zij vreugde noodig -om goed te worden”. Charles Wagner, die in later tijd (in zijn <i lang="fr">Jeunesse</i>) aandringt op dezelfde behoefte in ons moderne leven betreurt het, dat het dansen -op de oude, vrije, en natuurlijke wijze uit de mode geraakt, of ongezond geworden -is. Dansen is inderdaad de meest fundamenteele en primitieve vorm van de orgie, en -degene, die het volkomenst en gezondst zijn roeping vervult. Want, terwijl <span class="pagenum">[<a id="pb206" href="#pb206">206</a>]</span>het ongetwijfeld, zooals we onder de dieren zien, een proces is, waardoor sexueele -tumescentie veroorzaakt wordt, is het brandpunt ervan geenszins noodzakelijk sexueele -detumescentie, maar het kan zelfs een detumesceerende ontlading worden van opgezamelde -spanning. Om deze reden was het, dat, ten minste in vroeger dagen, de geestelijkheid -in Spanje, op moreele gronden, openlijk den nationalen hartstocht voor het dansen -aanmoedigde. Onder beschaafde volken van de nieuwere tijden, begint de orgie meer -en meer een vorm aan te nemen, die alleen op de hersenen werkt, die minder gezond -is, omdat ze niet leidt tot harmonieuze ontlading langs motorische kanalen. In deze -betrekkelijk passieve vormen echter, begint de orgie steeds duidelijker naar voren -te treden. Het beroemde gezegde van Aristoteles over de functie van de tragedie als -een “reiniging” schijnt een erkenning te zijn van de weldadige gevolgen van de orgie<a class="noteref" id="xd29e4853src" href="#xd29e4853">9</a>. Wagner’s muziekdrama’s beroepen zich machtig op deze behoefte; het tooneel, nu evenals -altijd, vervult een groot werk van dezelfde soort, geërfd uit de oude dagen, toen -het de geordende uitdrukking was van een sexueel feest<a class="noteref" id="xd29e4859src" href="#xd29e4859">10</a>. Het tooneel begint inderdaad, in den tegenwoordigen tijd meer en meer van belang -te worden en te naderen tot de meer ernstige dramatische opvoeringen uit de klassieke -dagen, doordat het verplaatst is naar het daglicht en naar de open lucht. Voornamelijk -Frankrijk heeft het initiatief genomen tot deze opvoeringen, die een zekere analogie -vertoonen met de Dionysische feesten van de oudheid en de mysterie- en moraliteitsspelen -van de middeleeuwen. De beweging begon eenige jaren geleden in Oranje. In 1907 waren -er in Frankrijk al dertig openluchttooneelen (<span class="corr" title="Niet in bron">“</span><span lang="fr">Théâtres de la Nature</span>”, “<span lang="fr">Théâtres du Soleil</span>”, enz.), terwijl men voor het eerst sinds den klassieken tijd, in Marseille een openluchttooneel -opgericht heeft<a class="noteref" id="xd29e4880src" href="#xd29e4880">11</a>. In Engeland heeft de belangstelling van de bevolking zich ook verder uitgestrekt -naar dramatische opvoeringen, en de kort geleden ingestelde optochten, die uitgevoerd -worden en waaraan deelgenomen wordt door de bevolking van de streek, die vertoond -wordt in de optocht, zijn feesten van hetzelfde karakter. In Engeland zijn echter -tegenwoordig de werkelijk populaire orgiastische feesten de Bank-holidays, waarmee -zich nu en dan andere feesten verbinden, zooals de “Maffekings”, enz., die dikwijls -door betrekkelijk onbeteekenende nationale gebeurtenissen worden te <span class="pagenum">[<a id="pb207" href="#pb207">207</a>]</span>voorschijn geroepen, maar die toch nog voldoende zijn om orgiastische emoties op te -wekken, even echt als die van de oudheid, hoewel ze schoonheid en godsdienstige wijding -missen. Het is inderdaad gemakkelijk voor enghartige en strenge menschen zulke uitingen -aan te zien met een meerderheidslachje, maar in de oogen van den moralist en den philosoof -oefenen deze feesten een weldadigen en voorbehoedenden invloed uit. In iederen tijd -van saaie en eentonige routine—en alle beschaving sluit zulk een routine in zich—worden -vele natuurlijke impulsen en functies onderdrukt; zij vervallen tot uitdroging of -perversie. Tegen dit gevaar zijn deze oogenblikken van vreugdevol bijeen zijn en van -levensuiting noodig, oogenblikken waarin zij niet noodzakelijk hun volle werkzaamheid -bereiken, maar waarin ze in alle gevalle, zooals Cyples het uitdrukt, zich bewust -kunnen worden van de groote mogelijkheid van de krachten, die ze in zich dragen<a class="noteref" id="xd29e4891src" href="#xd29e4891">12</a>. -</p> -</div> -</div> -<div id="ch7.2" class="div2 section"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main"><span class="divNum">II.</span> De oorsprong en de ontwikkeling van de prostitutie</h3> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De meer verfijnde vormen van de orgie bloeien in de beschaving, hoewel zij, daar zij -voornamelijk de hersenen prikkelen, niet de weldadigste of de meest werkzame zijn. -De meer primitieve en musculaire vormen van de orgie hebben, aan den anderen kant, -neiging onder den invloed der beschaving in discrediet te geraken en voor zoover mogelijk, -geheel onderdrukt te worden. Dit is voor een deel de wijze waarop de beschaving de -prostitutie bevordert. Want de orgie in haar primitieve vormen zoekt, als haar verboden -wordt zich openlijk te vertoonen, het donker; ze verbindt zich met een fundamenteel -instinct, waarvoor de beschaafde maatschappij geen volledige wettige bevrediging biedt; -ze verschanst zich midden in het beschaafde leven, en vormt zoodoende een probleem, -dat uiterst moeilijk en belangrijk is<a class="noteref" id="xd29e4904src" href="#xd29e4904">13</a>. -</p> -<p>Er wordt gewoonlijk gezegd, dat de prostitutie altijd en overal heeft bestaan. Die -bewering is in het geheel niet juist. Een soort van amateur-prostitutie wordt nu en -dan bij natuurvolken gevonden, maar gewoonlijk is het niet voordat het barbarisme -volkomen ontwikkeld is en een zeker stadium van beschaving <span class="pagenum">[<a id="pb208" href="#pb208">208</a>]</span>nadert, dat goed ontwikkelde prostitutie gevonden wordt. Ze bestaat in systematischen -vorm in iedere beschaafde maatschappij. -</p> -<p>Wat is prostitutie? Er is veel gestreden over de juiste definitie van prostitutie<a class="noteref" id="xd29e4916src" href="#xd29e4916">14</a>. De Romein Ulpianus zeide, dat een prostituée iemand was, die openlijk haar lichaam -geeft aan een aantal mannen zonder keuze, voor geld<a class="noteref" id="xd29e4929src" href="#xd29e4929">15</a>. Soms is er gezegd, dat een prostituée iemand is, die zich aan vele mannen geeft. -Om juist te zijn, moet een definitie echter passen op beide seksen gelijkelijk, en -we zouden zeker aarzelen een man, die sexueelen omgang gehad heeft met vele vrouwen, -een <span class="corr" id="xd29e4934" title="Bron: prostitué">prostituée</span> te noemen. Het begrip van de koopbaarheid, de bedoeling de gunsten van het lichaam -te verkoopen, behoort tot het wezen van het begrip prostitutie. Zoo geeft Guyot de -definitie van een prostituée als “een persoon voor wie sexueele verhoudingen ondergeschikt -zijn aan winstbejag”<a class="noteref" id="xd29e4937src" href="#xd29e4937">16</a>. Het is echter niet juist een prostituée te definieeren enkel als een vrouw, die -haar lichaam verkoopt. Dat wordt alle dagen gedaan door vrouwen, die trouwen om een -huis en een middel van bestaan te krijgen, en toch, hoe immoreel dit gedrag zijn mag -van een hoog ethisch standpunt, het zou niet goed zijn en zelfs misverstand veroorzaken, -als we het prostitutie noemden<a class="noteref" id="xd29e4949src" href="#xd29e4949">17</a>. Het is daarom beter een prostituée te definieeren als een vrouw, die tijdelijk haar -sexueele gunsten aan verschillende personen verkoopt. Zoo is, volgens Wharton’s <i lang="en">Law-lexicon</i> een prostituée “een vrouw, die zonder onderscheid met mannen verkeert voor loon<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>; Bonger zegt, dat “die vrouwen prostituées zijn, die haar lichaam verkoopen voor -het uitoefenen van sexueele daden en hiervan een beroep maken<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e4962src" href="#xd29e4962">18</a>; Richard zegt, dat “een prostituée een vrouw is, die zich openlijk geeft aan den -eersten den besten voor een geldelijke belooning”<a class="noteref" id="xd29e4968src" href="#xd29e4968">19</a>. Daar, ten slotte, het veel voorkomen van de <span class="pagenum">[<a id="pb209" href="#pb209">209</a>]</span>homo-sexualiteit geleid heeft tot het bestaan van mannelijke <span class="corr" id="xd29e4979" title="Bron: prostitués">prostituées</span>, moet de definitie gesteld worden in een vorm, die geen betrekking heeft op sekse, -en we kunnen daarom zeggen, dat een geprostitueerde een persoon is, die er een beroep -van maakt de lusten van verschillende personen van de tegenovergestelde of van dezelfde -sekse te bevredigen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het behoort tot het wezen der zaak, dat de daad van prostitutie als een gewoonte uitgevoerd -wordt met “verschillende personen”. Een vrouw, die haar onderhoud verdient door de -maîtres te zijn van een man, wien zij trouw is, is geen prostituée, hoewel zij er -dikwijls later een wordt en er vroeger een geweest kan zijn. Het juiste punt, waarop -een vrouw een prostituée begint te zijn, is een kwestie van groot belang in landen, -waar de prostituées onderworpen zijn aan contrôle. Zoo ontmoette, niet lang geleden -in Berlijn, een meisje, dat de maîtres was van een rijken kavalerie-officier en door -hem onderhouden werd, tijdens de ziekte van den officier toevallig een man, dien zij -vroeger gekend had, en zij noodigde hem eens of twee keer uit haar te bezoeken, terwijl -ze geschenken in geld van hem kreeg. Dit kwam op de een of andere wijze ter kennis -van de politie, en zij werd gearresteerd en tot een dag gevangenisstraf veroordeeld -als een niet ingeschreven prostituée. Bij hooger beroep werd het vonnis echter vernietigd. -Liszt zegt in zijn <i lang="de">Strafrecht</i>, dat een meisje, dat haar geheele inkomen of een deel van haar inkomen krijgt van -“vaste verhoudingen” niet ontucht als bedrijf uitoefent in den zin van de Duitsche -wet (<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Jahrgang 1, Heft 9, p. 345).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is niet heel gemakkelijk den oorsprong uit te leggen van de systematische beroeps-prostitutie, -met het bestaan waarvan we in de beschaafde maatschappij bekend zijn. De amateur-soort -van prostitutie, die soms opgemerkt is onder primitieve volken—dat is het feit, dat -een man een vrouw een geschenk mag geven als hij tracht haar te overreden hem toe -te staan omgang met haar te hebben—is inderdaad geen prostitutie, zooals wij die kennen. -Het geschenk is in zulk een geval alleen maar een deel van een soort van hof maken, -dat leidt tot een tijdelijke verhouding. De vrouw behoudt min of meer haar maatschappelijke -positie en is niet gedwongen er een beroep van te maken zich te verkoopen, omdat van -nu af aan geen andere loopbaan mogelijk voor haar is. Toen Cook in Nieuw-Zeeland kwam, -ondervonden zijn mannen, dat de vrouwen niet onoverwinlijk waren, “maar de termen -en de wijze van toestemming waren even fatsoenlijk als die in het huwelijk bij ons”, -en “volgens hun opvattingen was de overeenkomst even onschuldig”. De toestemming van -de vrienden der vrouw was noodig, en als de voorbereidende maatregelen getroffen waren, -was het noodig deze “dame voor den nacht” met “dezelfde égards te behandelen, die -hier noodig zijn voor de vrouw, die men voor zijn leven heeft, en de minnaar, die -zich eenige vrijheden <span class="pagenum">[<a id="pb210" href="#pb210">210</a>]</span>aanmatigde, waardoor daaraan tekort gedaan werd, kon er van op aan, dat hij werd teleurgesteld”<a class="noteref" id="xd29e4996src" href="#xd29e4996">20</a>. Men zegt, dat op sommige van de Melaneesische eilanden de vrouwen soms voor een -tijd prostituées werden of wegens haar slecht gedrag soms gedwongen werden prostituées -te worden; zij werden echter niet bijzonder veracht en als ze op deze wijze een zekere -mate van bezit verworven hadden, konden ze een goed huwelijk sluiten, en daarna zou -het niet gepast zijn haar te herinneren aan haar vroegere loopbaan<a class="noteref" id="xd29e5002src" href="#xd29e5002">21</a>. -</p> -<p>Als de prostitutie het eerst optreedt bij een primitief volk, dan gebeurt het soms, -dat er weinig of geen schande aan gehecht wordt, omdat de gemeenschap er nog niet -aan gewoon is geraakt, eenige speciale <span class="corr" id="xd29e5010" title="Bron: waarte">waarde</span> te hechten aan de aanwezigheid van maagdelijkheid. Schurtz haalt uit het werk van -een ouden Arabischen aardrijkskundige Al-Bekri eenige belangwekkende opmerkingen aan -over de Slaven: “De vrouwen van de Slaven zijn, nadat ze getrouwd zijn, trouw aan -haar echtgenooten. Als echter een jong meisje verliefd wordt op een man, dan gaat -zij naar hem toe en bevredigt haar hartstocht. En als een man trouwt en hij ontdekt, -dat zijn vrouw maagdelijk is, dan zegt hij tot haar: “Als je iets waard was, dan zouden -mannen van je gehouden hebben, en je zoudt er een uitgekozen hebben, die je maagdelijkheid -had weggenomen”. Dan jaagt hij haar weg en ziet van haar af”. Het is een soortgelijk -gevoelen, dat, bij sommige volken, een meisje er toe brengt trotsch te zijn op de -geschenken, die ze vóor haar huwelijk van haar minnaars gekregen heeft en ze te bewaren -als een huwelijkgift bij haar huwelijk, daar ze wel weet, dat haar waarde zoo nog -meer verhoogd wordt. Zelfs onder de Zuidelijke Slaven van modern Europa, die veel -van hun oorspronkelijke sexueele vrijheid bewaard hebben, is deze vrijheid, zooals -Krauss, die de manieren en gewoonten van deze volken nauwkeurig bestudeerd heeft, -verklaart, in den grond verschillend van misdaad, losbandigheid en onkuischheid<a class="noteref" id="xd29e5013src" href="#xd29e5013">22</a>. -</p> -<p>Prostitutie ontstaat, zooals Schurtz heeft aangetoond, in iedere maatschappij, waar -het vroege huwelijk moeilijk is en omgang buiten het huwelijk maatschappelijk afgekeurd -wordt. “Koopbare vrouwen komen overal voor zoodra de vrije sexueele omgang van jonge -menschen onderdrukt wordt, zonder dat de noodzakelijke slechte gevolgen worden tegengegaan -door ongewoon vroege huwelijken<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e5022src" href="#xd29e5022">23</a>. Het onderdrukken van sexueele intimiteiten buiten <span class="pagenum">[<a id="pb211" href="#pb211">211</a>]</span>het huwelijk is een verschijnsel van de beschaving, maar het is op zichzelf geenszins -een maatstaf voor het beschavings-niveau en kan daarom al op een vroegen trap optreden. -Maar het is van belang op te merken, dat de primitieve en rudimentaire vormen van -de prostitutie, als zij voorkomen, alleen tijdelijk zijn, en dikwijls—hoewel niet -altijd—de vrouw in de algemeene achting niet verlagen, ja, soms zelfs haar waarde -als vrouw verhoogen. De vrouw, die zich voor geld verkoopt zuiver als bedrijf, zonder -eenige gedachte aan liefde of hartstocht, en die door haar beroep behoort tot een -klasse van paria’s, door haar geheele overige sekse streng gemeden, is een verschijnsel, -dat zelden ergens anders gevonden wordt dan in een ontwikkelde en beschaafde maatschappij. -Het is geheel onjuist van prostituées te spreken als een overblijfsel uit primitieve -tijden. -</p> -<p>Over het geheel berusten de sexueele verhoudingen onder natuurvolken, hoewel ze soms -vrij zijn vóor het huwelijk en bij gelegenheid van speciale feestelijkheden, zelden -op promiscuïteit en nog minder op omkoopbaarheid. Als vrouwen van natuurvolken zich -tegenwoordig verkoopen, of door haar echtgenooten verkocht worden, dan blijkt gewoonlijk -dat we te doen hebben met een besmetting van de Europeesche beschaving. -</p> -<p>Er zijn ongetwijfeld vele wijzen, waarop prostitutie als beroep tot ontwikkeling kan -komen<a class="noteref" id="xd29e5049src" href="#xd29e5049">24</a>. Wij kunnen het eens zijn met den algemeenen regel die Schurtz heeft gegeven, dat -altijd, als de vrije vereeniging van jonge menschen verhinderd wordt onder omstandigheden, -waarin het vroege huwelijk ook moeilijk is, de prostitutie zeker moet ontstaan. Er -zijn echter verschillende wijzen, waarop dit principe vorm kan aannemen. Zoover als -onze Westersche beschaving betreft—dat is te zeggen, de beschaving, die haar oorsprong -heeft aan de Middellandsche Zee—schijnt het wel, dat de oorsprong van de prostitutie -hoofdzakelijk gevonden wordt in een godsdienstige gewoonte, en dat de godsdienst, -de groote bewaarder van maatschappelijke tradities, in een veranderde gedaante een -primitieve vrijheid in stand houdt, die bezig was uit het maatschappelijk leven te -verdwijnen<a class="noteref" id="xd29e5065src" href="#xd29e5065">25</a>. Het typische voorbeeld <span class="pagenum">[<a id="pb212" href="#pb212">212</a>]</span>hiervoor is dat, vermeld door Herodotus, in de vijfde eeuw voor Christus, nl. dat -iedere vrouw eens in haar leven in den tempel van Mylitta, de Babylonische Venus, -moest komen en zich geven aan den eersten vreemdeling, die een muntstuk in haar schoot -wierp, ter vereering van de godin. Het geld kon niet geweigerd worden, hoe klein het -bedrag ook was, maar het werd als een offergave gegeven en de vrouw keerde, als ze -den man gevolgd was en zoo aan Mylitta geofferd had, naar haar huis terug en leefde -daarna steeds kuisch<a class="noteref" id="xd29e5081src" href="#xd29e5081">26</a>. Zeer daarop gelijkende gewoonten bestonden in andere deelen van West-Azië, in Noord-Afrika, -in Cyprus en andere eilanden van de Oostelijke Middenlandsche Zee, en ook in Griekenland, -waar de tempel van Aphrodite op de burcht in Corinthe duizend hierodulen bezat, die -van tijd tot tijd aan den dienst der godin gewijd waren, zooals Strabo zegt, door -hen, die een dankoffer wenschten te geven voor genaden hun bewezen. Pindarus maakt -melding van de gastvrije jonge Corinthische tempel-dienaressen, wier gedachten zich -dikwijls keeren naar Curania Aphrodite<a class="noteref" id="xd29e5089src" href="#xd29e5089">27</a>, in wier tempel zij wierook brandden; en Athenaeus vermeldt het belang, dat gehecht -werd aan de gebeden der Corinthische prostituées bij een of andere nationale ramp<a class="noteref" id="xd29e5096src" href="#xd29e5096">28</a>. -</p> -<p>Wij schijnen hier te hebben niet alleen een godsdienstig overblijfsel van een grootere -sexueele vrijheid, die vroeger<a class="noteref" id="xd29e5103src" href="#xd29e5103">29</a> bestaan <span class="pagenum">[<a id="pb213" href="#pb213">213</a>]</span>heeft, maar een gespecialiseerde en ritueele ontwikkeling van dien primitieven eeredienst -van de verwekkende krachten der natuur, die het geloof in zich sluit, dat alle natuurlijke -vruchtbaarheid verbonden is met en bevorderd wordt door daden van menschelijken sexueelen -omgang in dienst van de godheid, die zoo een godsdienstige beteekenis krijgen. In -een later stadium worden daden van sexueelen omgang, daar ze een godsdienstige beteekenis -hebben, gespecialiseerd en in tempels gelocaliseerd, en door een logischen overgang -van denkbeelden wordt er geloofd, dat zulke daden van sexueelen omgang in dienst van -de godheid goed deden aan de persoon, die ze uitvoerde, meer speciaal als het een -vrouw was, door haar vruchtbaarheid te verzekeren. Onder primitieve volken in het -algemeen is deze opvatting voornamelijk belichaamd in den vorm van feesten der jaargetijden, -maar bij de volken van West-Azië, die niet meer primitief waren, en bij wie traditioneele -priesterlijke en hieratische invloeden een zeer grooten invloed hadden verkregen, -had de vroegere generatieve eeredienst, naar het schijnt, op natuurlijke wijze zijn -vormen veranderd, doordat hij aan de tempels verbonden werd<a class="noteref" id="xd29e5113src" href="#xd29e5113">30</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De theorie, dat godsdienstige prostitutie zich in den regel heeft ontwikkeld uit het -geloof, dat de voortbrengende werkzaamheid van menschelijke wezens een geheimzinnigen -en heiligen invloed bezat, doordat ze de vruchtbaarheid der natuur in het algemeen -bevorderde, schijnt het eerst door Mannhardt uiteengezet te zijn in zijn <i lang="de">Antike Wald- und Feldkulte</i> (pp. 283 <i>et seq.</i>). Ze wordt ondersteund door Dr. F. S. Krauss (“<span lang="de">Beischlafausübung als Kulthandlung</span>”, <i lang="la">Anthropophyteia</i>, deel III, p. 20), die het belangwekkende feit vermeldt, dat in den tijd van Baruch, -lang voor Herodotus, geheiligde prostitutie in de open lucht onder boomen plaats vond. -Dr. J. G. Frazer heeft deze opvatting van den oorsprong der geheiligde prostitutie -meer speciaal ontwikkeld in zijn <i>Adonis, Attis, Osiris</i>. Hij resumeert zijn tamelijk lang betoog aldus: “Wij mogen het besluit trekken, dat -een groote Moeder-Godin, de personificatie van al de voortbrengende krachten der natuur, -onder verschillende namen, maar met een in hoofdzaak gelijk zijn van mythe en ritueel, -vereerd werd <span class="pagenum">[<a id="pb214" href="#pb214">214</a>]</span>door vele volken van West-Azië; dat met haar verbonden was een minnaar, of liever -een reeks minnaars, goddelijk en toch sterfelijk, met wie zij zich jaarlijks vereenigde, -terwijl men meende, dat hun omgang noodzakelijk was voor de vermenigvuldiging van -dieren en planten, ieder in zijn afzonderlijke soort: en verder, dat de fabelachtige -vereeniging van het goddelijke paar gefingeerd was en als het ware over de aarde verveelvoudigd -werd door de werkelijke, hoewel dan tijdelijke vereeniging van de menschelijke seksen -bij het heiligdom der godin, om daardoor de vruchtbaarheid van den grond en de toename -van mensch en dier te verzekeren. In den loop der tijden, toen de instelling van het -persoonlijk huwelijk ontstond en het oude communisme meer en meer in discrediet geraakte, -werd de hernieuwing van de oude gewoonte, zelfs voor een enkele gelegenheid in het -leven van een vrouw, meer en meer strijdig met den moreelen zin van het volk, en daarom -namen de vrouwen haar toevlucht tot verschillende hulpmiddelen, om in de praktijk -de verplichting te ontloopen, die zij in theorie erkenden … Maar terwijl de meerderheid -der vrouwen op deze wijze kans zag den vorm van den godsdienst in acht te nemen zonder -haar deugd op te offeren, werd het toch voor het algemeen welzijn noodig geacht, dat -een zeker aantal van haar de oude verplichting op de oude wijze nakwam. Deze werden -hetzij voor het leven of voor een reeks van jaren prostituées in een van de tempels: -gewijd aan den dienst der godheid, werden zij in zekeren zin als heilig beschouwd -en haar roeping, wel verre van voor schandelijk te gelden, werd waarschijnlijk door -de leeken langen tijd beschouwd als een uitoefening van meer dan gewone deugd, en -beloond met een mengeling van verwondering, eerbied en medelijden, niet ongelijk aan -die, welke in sommige deelen van de wereld nog gegeven wordt aan vrouwen, die haar -Schepper op andere wijze trachten te eeren, door afstand te doen van de natuurlijke -functies van haar sekse en van de teerste familiebetrekkingen” (J. G. Frazer, <i>Adonis, Attis, Osiris</i>, 1907, pp. 23 <i>et seq.</i>). -</p> -<p>Het is moeilijk de conclusie te vermijden, dat deze theorie een voorstelling geeft -van de centrale en primitieve idee, die leidde tot de ontwikkeling van de geheiligde -prostitutie. Het schijnt echter even duidelijk dat, naarmate de tijd verliep, en vooral -naarmate de tempeldiensten zich ontwikkelden en de invloed der priesters toenam, deze -fundamenteele en primitieve idee zich begon te wijzigen en zelf vervormd werd. De -oorspronkelijke opvatting werd gespecialiseerd in het geloof, dat godsdienstige gunsten, -en vooral de gunst der vruchtbaarheid, verkregen werden door den <i>vereerder</i>, die door een daad van onkuischheid de gunst der godin zocht, welke daad, naar men -meende, aangenaam was aan een onkuische godin. De ritus van Mylitta, zooals ze door -Herodotus beschreven is, was een late ontwikkeling van deze soort in een oude beschaafde -maatschappij, en het voordeel dat gezocht werd was klaarblijkelijk voor de aanbidster -zelf. Dit is aangetoond door Westermarck, die opmerkt, dat de woorden tot de vrouw -gesproken door haar partner, als hij haar het geld geeft—“Moge de godin u gunstig -gezind zijn!”—zelf aanwijzen, dat het doel van de daad was haar vruchtbaarheid te -verzekeren, en hij verwijst ook naar het feit, dat men meende dat vreemdelingen dikwijls -een half-bovennatuurlijke gave bezaten, en hun weldaden van een speciaal krachtdadigen -aard waren (Westermarck, <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel II, p. 446). We kunnen hieraan toevoegen, dat de dienst van Mylitta zoodoende -analoog werd met een andere plechtigheid aan de Middellandsche Zee, waarbij de daad -van het simuleeren van verkeer met den vertegenwoordiger van een god of zijn beeld, -de vruchtbaarheid van een vrouw verzekerde. Dit is de plechtigheid, die uitgevoerd -wordt door de Egyptenaren van Mendes, waarbij de vrouw de ceremonie van gesimuleerden -omgang doormaakte met een geheiligde bok, die beschouwd werd als de vertegenwoordiger -van een godheid van op Pan gelijkende godsgestalte (Herodotus, boek II, hoofdst. XLVI; -en zie Dulaure, <i lang="fr">Des Divinités Génératrices</i> hoofdstuk II<span class="corr" id="xd29e5161" title="Niet in bron">)</span>. Deze rite werd nog veel later in eere gehouden door Romeinsche vrouwen, en wel met -de standbeelden <span class="pagenum">[<a id="pb215" href="#pb215">215</a>]</span>van Priapus, en de heilige Augustinus vermeldt hoe Romeinsche matrones de jonge bruid -op het opgerichte lid van Priapus plaatsten (<i lang="la">De Civitate Dei</i>, boek III, hoofdst. IX). Het begrip, dat blijkbaar aan deze geheele groep verschijnselen -ten grondslag ligt, is, dat de godheid, of de vertegenwoordiger of zelfs alleen maar -een beeld van de godheid in staat is, door een werkelijke of gesimuleerde daad van -omgang op zijn aanbidster een deel van zijn eigen verheven verwekkende kracht over -te dragen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In een lateren tijd waren in Corinthe de prostituées nog de priesteressen van Venus, -die min of meer nauw aan haar tempels verbonden waren, en zoolang dat het geval was, -genoten zij een groote mate van achting. In dit stadium merken wij echter, dat de -godsdienstige prostitutie nuttig kon wezen. Deze tempels bloeiden vooral in steden -aan de zeekust, op eilanden, in groote steden, waar veel vreemdelingen en matrozen -naar toe kwamen. De priesteressen van Cyprus brandden wierook op haar altaren en riepen -haar gewaardeerde hulp in, maar terzelfder tijd spreekt Pindarus haar toe als “jonge -meisjes, die vreemdelingen welkom heeten en hun gastvrijheid betoonen”. Naast de godsdienstige -beteekenis van de verwekkingsdaad begonnen de behoeften van mannen, die ver van huis -waren, erkenning te vinden. De Babylonische vrouw was naar den tempel van Mylitta -gegaan om een persoonlijken godsdienstigen plicht te vervullen; de Corinthische priesteres -was begonnen te handelen als een erkende dienares van de sexueele behoeften van mannen -in vreemde steden. -</p> -<p>De gewoonte, die Herodotus in Lydië bij jonge meisjes opmerkte, dat zij prostituée -werden om een huwelijksgift te verkrijgen, waarmee ze mochten doen wat ze wilden (boek -1, hoofdst. 93) kan zich zeer wel (zooals Frazer ook gelooft) uit de godsdienstige -prostitutie ontwikkeld hebben; we kunnen inderdaad deze evolutie nasporen in Cyprus, -waar in den tijd, toen Justinianus het eiland bezocht, het geld, dat de vreemdelingen -aan de vrouwen gaven, niet langer op het altaar geplaatst werd, maar in een cassette -werd gelegd, om een huwelijksgift voor haar te vormen. Dit is een gewoonte, die men -kan vinden in Japan en verschillende andere deelen der wereld, vooral onder de Ouled-Nail -van Algiers<a class="noteref" id="xd29e5174src" href="#xd29e5174">31</a>, en zij berusten niet noodzakelijk altijd op godsdienstige prostitutie; maar ze kan -klaarblijkelijk niet bestaan dan onder volken, die niets onteerends zien in vrij sexueel -verkeer met het doel om geld te verkrijgen, zoodat de dienst van Mylitta een natuurlijke -basis ervoor vormde<a class="noteref" id="xd29e5180src" href="#xd29e5180">32</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb216" href="#pb216">216</a>]</span></p> -<p>Toen een meer geestelijke opvatting van den godsdienst zich ontwikkelde, en toen de -groei van de beschaving den sexueelen omgang van zijn geheiligden glans beroofde, -werd de godsdienstige prostitutie in Griekenland langzamerhand afgeschaft, hoewel -op de kusten van Klein-Azië zoowel de godsdienstige prostitutie als de prostitutie -om een bruidsschat te verkrijgen bleef bestaan tot den tijd van Constantijn, die een -eind maakte aan deze oude gewoonten<a class="noteref" id="xd29e5197src" href="#xd29e5197">33</a>. Het bijgeloof was aan de zijde van de oude godsdienstige prostitutie; er werd geloofd, -dat vrouwen, die nooit aan Aphrodite geofferd hadden, door lust verteerd werden, en -volgens de legende door Ovidius vermeld—een legende, die schijnt te wijzen op een -zeker antagonisme tusschen heilige en wereldsche prostitutie—was dit het geval met -de vrouwen, die het eerst publieke prostituées werden. Het verval van de godsdienstige -prostitutie, ongetwijfeld verbonden met de verlangens, die altijd ontstaan door den -groei van de beschaving, leidde tot de eerste oprichting, door de legende aan Solon -toegeschreven, van een publiek bordeel, een zuiver wereldsche instelling voor een -zuiver wereldsch doel: het bewaren van de deugd van de algemeene bevolking en de vermeerdering -der inkomsten van den staat. Met die instelling was de evolutie van de prostitutie, -en van het moderne huwelijkssysteem waar ze een deel van uitmaakt, voltooid. Het Atheensche -<i>dikterion</i> is het moderne bordeel; de <i>dikteriade</i> is de moderne, van staatswege gecontroleerde, prostituée. De vrije <i>hetairae</i> kwamen later ook wel, ontwikkelde vrouwen, die geen zweem in zich hadden van de <i>dikterion</i>, maar zij hadden evenmin eenig officieel aandeel in de publieke eeredienst<a class="noteref" id="xd29e5212src" href="#xd29e5212">34</a>. De oorspronkelijke opvatting van de heiligheid van sexueelen omgang in dienst der -godheid was geheel verloren gegaan. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Een tamelijk typisch voorbeeld van de toestanden, die onder natuurvolken bestaan, -wordt gevonden in de Zuidzee-eilanden van Rotuma, “waar prostitutie voor geld of voor -geschenken geheel onbekend was”. Echtbreuk na het huwelijk was ook onbekend. Maar -er was groote vrijheid in het vormen van sexueele verhoudingen vóor het huwelijk (J. -Stanley Gardiner, <i lang="en">Journal Anthropological <span class="pagenum">[<a id="pb217" href="#pb217">217</a>]</span>Institute</i>, Februari, 1898, p. 409). Ongeveer hetzelfde wordt gezegd van de Bantu Bambola uit -Afrika (<i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, Juli-December, 1905, p. 410). -</p> -<p>Onder de oude Cymri uit Wales, die een meer gevorderd maatschappelijk stadium vertegenwoordigen, -schijnt prostitutie niet geheel onbekend geweest te zijn, maar publieke prostitutie -werd gestraft met het verlies van belangrijke voorrechten (R. B. Holt, “<span lang="en">Marriage Laws and Customs of the Cymri</span>”, <i lang="en">Journal Anthropological Institute</i>, Augustus-November, 1898, pp. 161–163). -</p> -<p>De prostitutie was zoo goed als onbekend in Burma, en ze werd als schandelijk beschouwd -vóor de komst van de Engelschen en het voorbeeld van de moderne Hindoes. De zendelingen -hebben zonder het te bedoelen, maar ontegenzeggelijk, den groei der prostitutie begunstigd, -doordat ze vrije verbintenissen veroordeelden (<i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, November, 1903, p. 720). De Engelschen brachten de prostitutie naar Indië. “Dat -is niet speciaal de schuld van de Engelschen”, zeide een Bramaan tot Jules Bois, “het -is de fout van uw beschaving. Wij hebben nooit prostituées gehad. Ik bedoel met dat -afschuwelijke woord de verdierlijkte dienaressen van de grove begeerte van den voorbijganger. -Wij hadden en wij hebben nog, kasten van zangeressen en danseressen, die gehuwd worden -aan boomen—ja, werkelijk aan boomen—door roerende ceremoniën, die uit den tijd der -Veda’s stammen; onze priesters zegenen haar en ontvangen veel geld van haar. Zij weigeren -niet zich te geven aan hen, die haar liefhebben en die haar behagen. Koningen hebben -haar rijk gemaakt. Zij vertegenwoordigen al de kunsten; zij zijn de zichtbare schoonheid -van het heelal” (Jules Bois, <i lang="fr">Visions de l’Inde</i>, p. 55). -</p> -<p>Godsdienstige prostituées, mogen we er aan toevoegen, “die dienaressen der godheid”, -worden gevonden in Zuidelijk Indië en in den Deccan. Zij zijn van haar vroegste jaren -aan haar heilig beroep toegewijd, en haar voornaamste bezigheid is te dansen voor -het beeld van den god, met wien zij gehuwd zijn (hoewel in Opper-Indië dansmeisjes -van beroep gehuwd worden aan levenlooze voorwerpen), maar zij worden er ook in geoefend -de begeerten van de pelgrims, die den tempel bezoeken op te wekken en te bevredigen. -Voor de verlovingsriten, waardoor in Indië geheiligde prostituées worden gewijd, zie -men b.v. A. van Gennep, <i lang="fr">Rites de Passage</i>, p. 142. -</p> -<p>In vele deelen van West-Azië, waar het barbarisme een hoogen trap van ontwikkeling -bereikt had, was de prostitutie niet onbekend, hoewel ze gewoonlijk niet goedgekeurd -werd. De Hebreeërs wisten dit, en de historische bijbelsche verwijzingen naar prostituées -geven weinig blijk van afkeuring. Jephta was het kind van een prostituée; hij werd -opgevoed met de wettige kinderen, en de geschiedenis van Tamar is leerzaam. Maar de -wetten waren uiterst streng jegens de Joodsche meisjes, die prostituées werden (de -fout was volkomen vergefelijk bij vreemde vrouwen), terwijl Hebreeuwsche moralisten -hun scherpe aanvallen richtten op de prostitutie; het is voldoende een bekende passage -uit het boek der Spreuken aan te halen (zie art. “Harlot”, door Cheyne, in de <i lang="la">Encyclopaedia Biblica</i>). Mohammed veroordeelde de prostitutie ook streng, hoewel hij er in slavinnen wat -meer verdraagzaam voor was; volgens Haleby was de prostitutie echter bij den Islam -zoo goed als onbekend in de eerste eeuwen na den tijd van den profeet. -</p> -<p>De Perzische aanhangers van de eenigszins ascetische <i>Zendavesta</i> kenden ook de prostitutie, en beschouwden ze met afkeer: “Het is de Gahi (de courtisane, -als een incarnatie van de vrouwelijke duivel, Gahi), O Spitama Zarathustra! die in -zich verenigt het zaad van den getrouwe en den trouwelooze, van den vereerder van -Mazda en den vereerder van Dewa, van den slechte en den rechtvaardige. Haar blik doet -een derde van de machtige wateren, die van de bergen stroomen opdrogen, o Zarathustra! -haar blik doet een derde van de schoone goudkleurige, groeiende planten verdorren, -o Zarathustra; haar blik verdroogt een derde van de kracht van Spenta Armaiti (de -aarde); en haar aanraking doet in den getrouwe twee derde verdorren van zijn goede -gedachten, van zijn goede woorden, van zijn goede daden, een derde van zijn <span class="pagenum">[<a id="pb218" href="#pb218">218</a>]</span>kracht, van zijn macht tot overwinnen, van zijn heiligheid. Waarlijk ik zeg U O Spitama -Zarathustra! zulke schepsels moesten gedood worden eerder nog dan kruipende slangen, -dan huilende wolven, dan de wolvin, die de kudde aanvalt, of dan de kikvorsch, die -met haar duizendvoudig broedsel het water verontreinigt” (<i lang="en">Zend-Avesta, the Vendidad</i> vertaald door James Darmester, Farfad XVIII). -</p> -<p>In de praktijk is de prostitutie in het moderne Oosten echter goed geregeld. De bordeelen, -die in de Tartaarsch-Turksche streek liggen buiten de buurten, die door de Christenen -druk bezocht worden, zijn beschreven door een schrijver, die goed ingelicht schijnt -te zijn (“<span lang="de">Orientalische Prostitution</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, 1907, deel II, afl. 1). Deze huizen worden niet beschouwd als immoreel of verboden, -maar als plaatsen, waar de bezoeker een vrouw zal vinden, die hem voor een paar uur -de illusie geeft van in zijn eigen huis te zijn, met het genoegen haar gezangen, dansen -en voordrachten te genieten, en ten slotte ook haar lichaam. Betaling geschiedt aan -de deur, en er ontstaat later geen enkele geldkwestie meer; de bezoeker is van het -oogenblik af dat hij binnentreedt onder vrienden, bijna alsof hij in zijn eigen familie -was. Hij behandelt de prostituée bijna alsof zij zijn vrouw was, en geen ongepastheden -of ruwheid van spreken valt er voor. “Er is geen obsceniteit in het Oostersche bordeel”. -En tevens is er geen kunstmatig gehuichelde onschuld. -</p> -<p>In Oost-Azië, onder de volken van Mongoolschen oorsprong, vooral in China, vinden -we de prostitutie flink geregeld en georganiseerd op een praktische zakelijke basis. -Prostitutie wordt hier geaccepteerd en niet beschouwd met een specialen tegenzin, -maar de prostituée wordt niettemin met verachting behandeld. Jonge kinderen worden -dikwijls verkocht om opgevoed te worden voor een leven van prostitutie, en worden -van de wereld afgesloten gehouden. Ook jonge weduwen (daar wederhuwen niet goed gevonden -wordt) vervallen dikwijls tot een leven van prostitutie. Chineesche prostituées sterven -dikwijls door opium en de verwoestingen van syphilis (zie b.v. Coltman’s <i lang="en">The Chinese</i>, 1900, hoofdst. VII). In het oude China zegt men, dat de prostituées een superieure -klasse waren en een positie innamen, die eenigszins geleek op die van de hetaren in -Griekenland. Zelfs in het moderne China echter, waar zij zeer talrijk zijn, en waar -de bloemen-booten waarin zij in steden bij de zee gewoonlijk wonen zeer weelderig -zijn, is het volgens sommige schrijvers voornamelijk voor amusement, dat men haar -opzoekt. Tschang, militair attaché in Parijs (zooals aangehaald wordt door Ploss en -Bartels) beschrijft de bloemen-boot als minder overeenkomende met het Europeesch bordeel, -dan met een <i lang="fr">café chantant</i>; de jonge Chinees komt hier voor muziek, voor thee, voor aangename conversatie met -de bloemenmeisjes, die geenszins noodzakelijk geroepen zijn de lusten van haar bezoekers -te bevredigen. -</p> -<p>In Japan is het lot van de prostituées niet zoo treurig als in China. De grootere -verfijning van de Japansche beschaving maakt, dat de prostituée een grootere mate -van gevoel van eigenwaarde kan behouden. Zij wordt dikwijls met medelijden beschouwd, -maar niet altijd met minachting. Zij kan openlijk met mannen omgaan, kan ten slotte -trouwen, zelfs met een man van goeden maatschappelijken stand, en wordt dan dikwijls -een ordelijke vrouw. “Toen ik den vorigen winter van Tokio naar Yokohama reed”, merkt -Coltman op (<i>op. cit.</i>, p. 113), “zag ik een gezelschap van vier jonge mannen en drie heel aardige en vroolijk -getooide prostituées, die in denzelfden wagen zaten en veel pleizier hadden. Zij hadden -twee of drie flesschen met verschillende likeuren bij zich, sinaasappelen en koekjes -en zij aten en dronken en zongen, maakten samen grappen en dartelden als jonge poesjes. -Je kunt het geheele Chineesche rijk doorreizen zonder ooit zulk een tooneel te zien”. -Toch blijkt uit de geschiedenis van de Japansche prostituées (die beschreven is in -een belangwekkend en betrouwbaar boek, <i lang="en">The Nightless City</i>, door een Engelsch student in de sociologie, die anoniem blijft), dat de prostitutie -in Japan niet alleen streng gecontroleerd, maar dat er in ruimen kring op neergekeken -<span class="pagenum">[<a id="pb219" href="#pb219">219</a>]</span>wordt, en dat de Japansche prostituées dikwijls veel te lijden hebben gehad; zij waren -op een tijd zoo goed als slavinnen en werden dikwijls zeer hard behandeld. Zij zijn -nu vrij, en iedere behandeling, die de slavernij nadert wordt streng gestraft en tegengegaan. -Het schijnt echter, dat de beste dagen voor de Japansche prostitutie eenige eeuwen -geleden zijn geweest. Tot het midden van de achttiende eeuw waren <span class="corr" id="xd29e5294" title="Bron: Japaneesche">Japansche</span> prostituées zeer ver in zingen, dansen, muziek, enz. Omstreeks dezen tijd schijnen -zij echter in de maatschappelijke achting gedaald te zijn; ook waren ze niet meer -welopgevoed. Maar ook tegenwoordig nog, zegt Matignon (“<span lang="fr">La Prostitution au Japon</span>”, <i lang="fr">Archives <span class="corr" id="xd29e5303" title="Bron: d’ Anthropologie">d’Anthropologie</span> Criminelle</i>, October<span class="corr" id="xd29e5307" title="Niet in bron"> 1906</span>) brengt de prostitutie in Japan minder eerloosheid mee dan in Europa, terwijl er -tevens minder immoraliteit in Japan is, dan in Europa. Hoewel de prostitutie georganiseerd -is evenals de post- of de telegraafdienst, is er toch ook veel geheime prostitutie. -De wijken waar prostituées wonen zijn zindelijk, mooi en goed onderhouden, maar de -Japansche prostituées hebben veel van haar oorspronkelijken goeden smaak in haar toilet -verloren, doordat ze trachten Europeesche modes na te bootsen. Het was toen de prostitutie -twee eeuwen geleden in verval begon te geraken, dat de geisha’s voor het eerst optraden -en zoo georganiseerd waren, dat zij zoo mogelijk niet als prostituées zouden wedijveren -met de erkende en gepatenteerde bewoonsters van de Yoshiwara, het stadsdeel, dat de -prostituées bewonen. De geisha’s zijn natuurlijk geen prostituées, hoewel haar deugd -misschien niet altijd onoverwinlijk is; in haar maatschappelijke positie komen zij -overeen met de actrices in Europa. -</p> -<p>In Korea, in ieder geval vóór Korea in handen der Japanners viel, scheen het wel, -dat er geen onderscheid was tusschen de klasse der dansmeisjes en der prostituées. -“Onder de courtisanes”, zegt Angus Hamilton, “worden de geestelijke gaven geoefend -en ontwikkeld met de bedoeling haar tot schitterende en onderhoudende gezellinnen -te maken. Deze “bladen van zonlicht” worden <i>gisaing</i> genoemd en komen overeen met de geisha’s van Japan. Officieel zijn zij aan het gouvernement -verbonden; zij worden gecontroleerd door een eigen bureau, dat zij deelen met de leden -van de hofkapel. Zij kleeden zich met buitengewonen smaak; zij bewegen zich met zeer -groote bevalligheid; zij zijn teer van uiterlijk, zeer tenger en zeer zacht, zeer -lief, vol sympathie en vol verbeeldingskracht”. Maar hoewel ze zeker de mooiste vrouwen -in Korea zijn, in de hoogste kringen der maatschappij zich bewegen, en maîtressen -van den Keizer zouden kunnen worden, wordt haar niet toegestaan met mannen van goeden -stand te huwen (Angus Hamilton, <i lang="en">Korea</i>, p. 52).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Van de geschiedenis van de Europeesche prostitutie, zooals van zoovele andere moderne -prostituties kan men wel zeggen, dat ze in Rome begint. Hier vinden wij in de vroegste -tijden reeds die inconsequent gemengde houding jegens de prostitutie, die op den huldigen -dag nog bewaard is gebleven. In Griekenland was het in vele opzichten anders. Griekenland -stond dichter bij de dagen van de godsdienstige prostitutie, en de zuiverheid en de -verfijning van de Grieksche beschaving maakte het voor de betere soort van prostituées -mogelijk een invloed uit te oefenen en waardig te zijn om uit te oefenen in alle departementen -van het leven, dien ze nooit elders heeft kunnen uitoefenen, behalve misschien nu -en dan, in veel mindere mate, in Frankrijk. De ruwe, krachtige, praktische Romein -was volkomen bereid de prostitutie te dulden, maar hij was niet bereid die verdraagzaamheid -tot de logische gevolgen ervan door te voeren; hij voelde zich nooit geroepen inconsequente -feiten van het leven met elkaar in harmonie <span class="pagenum">[<a id="pb220" href="#pb220">220</a>]</span>te brengen. Cicero, die toch een hoogstaand moralist was, kon zonder dat hij zijn -goedkeuring aan de prostitutie hechtte, toch niet begrijpen, hoe iemand wenschen kon -jongelieden af te houden van omgang met prostituées, daar zulk een gestrengheid niet -in harmonie was met al de gewoonten van het verleden of van het heden<a class="noteref" id="xd29e5321src" href="#xd29e5321">35</a>. Maar de hoogere klasse der Romeinsche prostituées, de <i lang="la">bonae mulieres</i>, hadden niet zulk een waardige positie als de Grieksche <i lang="la">hetairae</i>. Haar invloed was inderdaad groot, maar hij was, zooals ook het geval is met haar -Europeesche opvolgsters van heden, beperkt tot modes, gewoonten en kunsten. Er was -altijd een zekere moreele gestrengheid in den Romein, die hem verhinderde ver af te -wijken in deze richting. Hij moedigde bordeelen aan, maar hij betrad ze alleen met -den hoed op het hoofd en het gezicht in den mantel verborgen. En eveneens, terwijl -hij de prostituée duldde, beperkte hij toch van een zeker punt af, in hooge mate haar -voorrechten. Niet alleen was zij beroofd van allen invloed in de hoogere dingen des -levens, maar ze mocht niet de <i>vitta</i> of de <i>stola</i> dragen; zij kon inderdaad bijna naakt loopen als ze dat wilde, maar ze moest niet -de zinnebeelden van de respectabele Romeinsche matrone nabootsen<a class="noteref" id="xd29e5338src" href="#xd29e5338">36</a>. -</p> -<p>De opkomst van het Christendom tot politieke macht bracht minder verandering van zeden -te weeg dan men zou voorzien hebben. De Christelijke heerschers hadden feitelijk te -maken met een zeer gemengde, woelige en halfheidensche wereld. De toongevende kerkvaders -waren geneigd de prostitutie te dulden om grooter kwaad te voorkomen, en de Christelijke -keizers wilden, evenals hun heidensche voorgangers, wel een belasting heffen op de -prostitutie. Het recht van bestaan van de prostitutie werd echter niet langer zoo -onbetwist erkend als in de heidensche dagen, en van tijd tot tijd trachtte de een -of andere krachtige heerscher de prostitutie door strenge verordeningen te onderdrukken. -Theodosius de jongere en Valentianus verordenden bepaaldelijk, dat er geen bordeelen -meer mochten wezen, en dat ieder, die een schuilplaats verleende aan een prostituée, -gestraft moest worden. Justinianus bekrachtigde dezen maatregel en beval, dat alle -koppelaars op doodstraf moesten verbannen worden. Deze verordeningen waren volkomen -zonder succes. Maar gedurende een duizend jaar werden zij telkens weer herhaald in -verschillende deelen van Europa, en onveranderlijk met hetzelfde onbevredigende, of -erger dan onbevredigende resultaat. Theoderik, koning der West-Gothen, strafte met -den dood allen, die de prostitutie bevorderden en Recared, <span class="pagenum">[<a id="pb221" href="#pb221">221</a>]</span>een Katholiek koning van hetzelfde volk in de zesde eeuw, verbood de prostitutie geheel -en al en beval, dat een prostituée, als ze gevonden werd, drie honderd zweepslagen -moest ontvangen en uit de stad verdreven worden. Karel de Groote, zoowel als Genserich -in Karthago, en later Frederik Barbarossa in Duitschland maakten strenge wetten tegen -de prostitutie, die alle geen uitwerking hadden, want zelfs, als zij uitwerking schenen -te hebben voor het oogenblik, was de reactie later des te grooter<a class="noteref" id="xd29e5348src" href="#xd29e5348">37</a>. -</p> -<p>In Frankrijk zijn de meest standvastige pogingen gedaan om de prostitutie te bestrijden. -Het meest bekend van alle waren de pogingen van een Koning en Heilige, Lodewijk IX. -In 1254 beval de heilige Lodewijk, dat prostituées geheel uitgedreven moesten worden -en beroofd van haar geld en goed, zelfs van haar mantels en japonnen. In 1256 herhaalde -hij deze verordening en in 1269, voordat hij aan de kruistochten deelnam, beval hij -alle bordeelen te vernielen. De herhaling van die bevelen toont aan, hoezeer zij zonder -uitwerking waren. Zij maakten de zaken zelfs erger, want de prostituées waren gedwongen -zich met de gewone bevolking te vermengen en haar invloed breidde zich zoodoende uit. -De heilige Lodewijk was niet in staat de prostitutie te onderdrukken zelfs in zijn -eigen kamp in het Oosten, en ze bestond naast zijn eigen tent. Zijn wetgeving werd -echter dikwijls nagevolgd door volgende heerschers over Frankrijk, zelfs tot het midden -van de zeventiende eeuw, altijd met dezelfde nuttelooze of erger gevolgen. In 1560 -schafte een edict van Karel IX de bordeelen af, maar het aantal prostituées werd daardoor -grooter in plaats van kleiner, terwijl vele nieuwe soorten van bordeelen ontstonden -in onverwachte vormen en zij waren gevaarlijker dan de meer erkende bordeelen, die -afgeschaft waren<a class="noteref" id="xd29e5360src" href="#xd29e5360">38</a>. Ten spijt van deze en dergelijke wetgeving, of juist daardoor, is er geen land geweest -waar de prostitutie een grooter rol gespeeld heeft dan Frankrijk<a class="noteref" id="xd29e5365src" href="#xd29e5365">39</a>. -</p> -<p>In Mantua was de afschuw door de prostituées verwekt zoo groot, dat zij gedwongen -waren op de markten alle fruit of brood te koopen, dat door de aanraking van haar -hand bezoedeld was. Zoo was het ook in 1243 in Avignon. In Catalonië konden ze <span class="pagenum">[<a id="pb222" href="#pb222">222</a>]</span>niet aan dezelfde tafel zitten met een dame of edelman, of eenig achtbaar persoon -kussen<a class="noteref" id="xd29e5377src" href="#xd29e5377">40</a>. Zelfs in Venetië, het paradijs van de prostitutie, werden er vele en strenge maatregelen -tegen genomen, en het duurde lang eer de heerschers van Venetië zich er bij neerlegden -ze te dulden en te controleeren<a class="noteref" id="xd29e5382src" href="#xd29e5382">41</a>. -</p> -<p>De laatste krachtige poging om de prostitutie in Europa uit te roeien was die van -Maria Theresia in Weenen, in het midden van de achttiende eeuw. Hoewel ze van zoo -laten datum is mogen we ze hier toch noemen, omdat ze middeleeuwsch was, zoowel in -opvatting als in methode. Het doel ervan was inderdaad niet alleen de prostitutie -te onderdrukken, maar ontucht in het algemeen, en de middelen daartoe aangewend waren -boeten, gevangenneming, geeselen en pijniging. Alles wat men hield voor de oorzaken -van ontucht werd ook met strengheid behandeld; korte kleeren waren verboden, biljardzalen -en café’s werden geïnspecteerd; er mochten geen kellnerinnen meer zijn, en als ze -ontdekt werd, had een kellnerin kans geboeid en door de politie weggevoerd te worden. -De Kuischheids-Commissie, die deze maatregelen streng ten uitvoer bracht, was, naar -het schijnt, ingesteld in 1751 en werd door Keizer Jozef II in de eerste jaren van -zijn regeering zonder vorm van proces afgeschaft. Het was de algemeene opinie, dat -deze strenge wetgeving inderdaad zonder uitwerking bleef, en dat ze veel ernstiger -verkeerdheden in het leven riep dan ze genas<a class="noteref" id="xd29e5393src" href="#xd29e5393">42</a>. Het is in ieder geval zeker, dat zeer langen tijd meer zedeloosheid heerschte in -Weenen dan in eenige andere groote hoofdstad van Europa. -</p> -<p>Toch is de houding jegens prostituées altijd gemengd en inconsequent geweest op verschillende -plaatsen of in verschillende tijden of zelfs in denzelfden tijd en op dezelfde plaats. -Dufour heeft de prostituées zeer juist vergeleken met de middeleeuwsche Joden; zij -werden voortdurend vervolgd, kerkelijk, burgerlijk en maatschappelijk, en toch waren -alle klassen blij hun toevlucht tot hen te nemen en ze konden niet gemist worden. -In sommige landen, ook in de veertiende eeuw in Engeland, werd een speciaal costuum -ingesteld voor prostituées als een merkteeken van schande<a class="noteref" id="xd29e5401src" href="#xd29e5401">43</a>. Toch was er in vele opzichten niet de minste schande aan de prostitutie verbonden. -Hooggeplaatste ambtenaren konden betaling vorderen <span class="pagenum">[<a id="pb223" href="#pb223">223</a>]</span>voor hun uitgaven, gemaakt door het bezoeken van prostituées, terwijl ze voor dienstzaken -op reis waren. De prostitutie speelde soms een officieele rol bij feestelijkheden -en ontvangsten, die door groote steden aan vorstelijke personen werden gegeven, en -het bordeel kon een belangrijk deel van de gastvrijheid der stad vormen. Toen keizer -Sigismund in Ulm kwam in 1434, waren de straten verlicht op de tijden, dat hij of -zijn gevolg het gewone bordeel wenschten te bezoeken. Bordeelen onder stedelijke bescherming -worden gevonden in de dertiende eeuw in Augsburg, in Weenen, in Hamburg<a class="noteref" id="xd29e5409src" href="#xd29e5409">44</a>. In Frankrijk waren de best bekende <i lang="fr">abbayes</i> van prostituées die van Toulouse en van Montpellier<a class="noteref" id="xd29e5418src" href="#xd29e5418">45</a>. Durkheim meent, dat in de vroege middeleeuwen, voor dezen tijd, vrije liefde en -huwelijk minder streng onderscheiden waren. Het was de opkomst van de middelklasse, -naar hij meent, die, verlangend hun vrouwen en dochters te beschermen, leidde tot -een gecontroleerde en openlijk erkende poging losbandigheid te leiden in een afzonderlijk -kanaal, dat onder contrôle werd gebracht<a class="noteref" id="xd29e5425src" href="#xd29e5425">46</a>. Deze bordeelen vormden een soort van publieken dienst, en de directeuren ervan werden -bijna beschouwd als stedelijke beambten, die verplicht waren een zeker aantal prostituées -te houden, betaling te vragen naar een bepaald tarief, en in hun huizen geen meisjes -te ontvangen die tot de nabuurschap behoorden. De instellingen van deze soort duurden -drie eeuwen. Het was, voor een deel, misschien de drang van de nieuwe Protestantsche -beweging, maar vooral de verschrikkelijke verwoesting, veroorzaakt door de syphilis, -aan het einde der vijftiende eeuw uit Amerika overgebracht, die, zooals Burckhardt -en anderen aangetoond hebben, leidde tot het verval van het middeleeuwsch bordeel<a class="noteref" id="xd29e5430src" href="#xd29e5430">47</a>. -</p> -<p>De superieure moderne prostituée, de “courtisane”, die niet in verbinding stond met -het bordeel, schijnt zich uit de Renaissance ontwikkeld te hebben en trad in Italië -op aan het einde van de vijftiende eeuw. “Courtisane” of “cortegiana” beteekende een -dame, die het hof volgde, en in dezen tijd begon het woord toegepast te worden op -een superieure prostituée, die een zekere mate van decorum en terughouding in acht -nam<a class="noteref" id="xd29e5446src" href="#xd29e5446">48</a>. Aan het pauselijk hof van <span class="pagenum">[<a id="pb224" href="#pb224">224</a>]</span>Alexander Borgia werd de courtisane geëerd, zelfs al was haar gedrag niet volkomen -waardig. Burchard, de getrouwe en onberispelijke geschiedschrijver van dit hof, beschrijft -in zijn dagboek, hoe op een avond in October 1501 de paus vijftig courtisanes liet -komen, die naar zijn vertrek moesten gebracht worden; na het souper dansten zij, in -tegenwoordigheid van Caesar Borgia en zijn jonge zuster Lucrezia, met de dienaren -en anderen, die daar tegenwoordig waren, eerst gekleed, daarna naakt. De kandelaars -met de brandende kaarsen er op werden toen op den grond geplaatst en kastanjes werden -daartusschen gestrooid, die door de vrouwen, al kruipend op handen en voeten tusschen -de kandelaars opgeraapt moesten worden. Ten slotte werden er prijzen voor den dag -gebracht, die als belooning moesten komen aan die mannen “<span lang="la">qui pluries dictos meretrices carnaliter agnoscerent</span>”; wie de overwinnaar was in den wedstrijd werd bepaald door het oordeel van de toeschouwers<a class="noteref" id="xd29e5462src" href="#xd29e5462">49</a>. Deze scene, die in het publiek in het paleis van den paus vertoond werd en zonder -terughouding openbaar gemaakt werd door een onpartijdig secretaris, is tevens een -opmerkelijke episode in de geschiedenis van de moderne prostitutie en een van de beste -illustraties die we hebben van het heidendom van de Renaissance. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Voordat het woord “courtisane” in gebruik kwam, werden prostituées zelfs in Italië -gewoonlijk “zondaressen” genoemd <i lang="it">peccatrice</i>. De naamsverandering merkt Graf op in een zeer belangwekkende studie over de prostituée -van de Renaissance (“<span lang="it">Una Cortigiana fra Mille</span>”, <i lang="it">Attraverso il Cinquecento</i>, pp. 217–351), “geeft blijk van een groote wijziging in denkbeelden en in leven”; -een woord dat schande aanduidde, maakte plaats voor een dat goedkeuring te kennen -gaf, en zelfs eer, want de hoven van den tijd der Renaissance vertegenwoordigden de -mooiste ontwikkeling van den tijd. De beste van deze courtisanes schijnen niet geheel -de eer, die zij ontvingen, onwaardig geweest te zijn. Wij kunnen dat bemerken in haar -brieven. Er is een hoofdstuk over de brieven van de prostituées tijdens de Renaissance, -vooral die van Camilla de Pisa; ze worden gekenmerkt door waren hartstocht in de <i lang="de">Frauenbriefe der Renaissance</i> van Lothar Schmidt. De beroemde Imperia, die door een paus in de eerste jaren van -de zestiende eeuw “<span lang="la">nobilissimum Romae scortum</span>” genoemd werd, kende Latijn en kon Latijnsche verzen schrijven. Andere courtisanes -kenden Italiaansche en Latijnsche verzen uit haar hoofd, en waren talentvol in muziek, -dansen en spreken. Wij worden herinnerd aan het oude Griekenland, en Graf vindt, waar -hij bespreekt in hoeverre de courtisanes van de Renaissance op de hetaren geleken, -een groote overeenkomst, vooral in beschaving en invloed, hoewel er eenige verschillen -zijn, die berusten op de vijandschap tusschen den godsdienst en de prostitutie in -den lateren tijd. -</p> -<p>De in alle opzichten meest bekende figuur was zeker Tullia D’Aragona. Zij was waarschijnlijk -de dochter van kardinaal D’Aragona (een onwettige afstammeling van de Spaansche koningsfamilie) -bij een courtisane uit Ferrara, die zijn maitres werd. Tullia was zeer beroemd om -haar verzen. Haar beste sonnet <span class="pagenum">[<a id="pb225" href="#pb225">225</a>]</span>is gericht aan een jong mensch van twintig jaar, dien zij hartstochtelijk liefhad, -maar die haar liefde niet beantwoordde. Haar <i lang="it">Guerrino Meschino</i>, een vertaling uit het Spaansch, is een rein en kuisch werk. Zij was een vrouw van -verfijnde instincten en aspiraties, en later gaf zij haar leven van prostitutie op. -Zij werd zeer geëerd en geacht. Toen in 1546 Cosimo de hertog van Florence beval dat -alle prostituées een sluier moesten dragen als een openlijk kenteeken van haar beroep, -beriep Tullia zich op de hertogin, een Spaansche dame van een hoog karakter, en kreeg -vrijstelling van het dragen van dit kenteeken wegens haar “<span lang="it">rara scienzia di poesia et filosofia</span>”. Zij droeg haar <i>Rime</i> op aan de hertogin. Tullia d’Aragona was heel mooi, met blond haar en bijzonder groote -heldere oogen, die hen, die met haar in aanraking kwamen, beheerschten. Zij gedroeg -zich trots en boezemde ongewoon veel eerbied in (G. Biagi, “<span lang="it">Un Etera Romana</span>”, <i lang="it">Nuova Antologia</i>, deel IV, 1886, pp. 655–711; S. Bongi, <i lang="it">Rivista critica della Letteratura Italiana</i>, 1886, IV, p. 186). -</p> -<p>Tullia d’Aragona was klaarblijkelijk niet een courtisane in haar hart. Misschien wordt -het meest typische voorbeeld van de courtisane der Renaissance op haar best gegeven -door Veronica Franco, die in 1546 te Venetië geboren werd uit een familie uit den -middenstand en op jeugdigen leeftijd met een dokter trouwde. Van haar is ook gezegd -dat, terwijl ze van beroep een prostituée was, zij van aanleg een dichteres was. Maar -zij schijnt wel tevreden geweest te zijn met haar beroep en er zich nooit over geschaamd -te hebben. Haar leven en karakter zijn bestudeerd door Arturo Graf, en oppervlakkiger -door Tassini. Zij was zeer ontwikkeld en kende verscheiden talen; zij zong ook goed -en bespeelde vele instrumenten. In een van haar brieven raadt ze een jongen man, die -krankzinnig verliefd op haar was, dat, als hij haar gunst wil verkrijgen, hij moet -ophouden haar lastig te vallen en zich rustig aan de studie moet wijden. “Je weet -wel”, voegt zij er bij, “dat allen, die er aanspraak op maken mijn liefde te kunnen -verwerven, en die mij zeer lief zijn, zich met ijver wijden aan gezette studiën … -Als mijn vermogen het mij veroorloofde, dan zou ik al mijn tijd rustig in de genootschappen -van deugdzame mannen doorbrengen”. De Diotima’s en Aspasia’s van de oudheid zouden, -zooals Graf er bijvoegt, niet zooveel van haar minnaars geëischt hebben. In haar gedichten -kan men eenige van haar liefdesgeschiedenissen nasporen, en zij geeft soms blijk van -hevige <span class="corr" id="xd29e5510" title="Bron: jalouzie">jaloezie</span> bij de gedachte, dat mogelijk een andere vrouw den man zou kunnen naderen dien zij -liefheeft. Eens werd ze verliefd op een geestelijke, misschien een bisschop, met wien -ze niet in eenige betrekking trad, en na een lange afwezigheid, die haar liefde genas, -werden zij getrouwe vrienden. Eens kreeg ze een bezoek van Hendrik III van Frankrijk, -die haar portret wegnam, terwijl zij van haar kant beloofde, dat ze een boek aan hem -zou opdragen; zij kwam deze belofte in zooverre na, dat ze eenige sonnetten aan hem -richtte en een brief; <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>de koning voelde geen schaamte over deze intimiteit met de courtisane”, merkt Graf -op, “en zij dacht ook geen oogenblik dat hij er zich over schamen zou”. Toen Montaigne -door Venetië kwam, zond zij hem een van haar boekjes, zooals we uit zijn <i lang="fr">journal</i> hooren, hoewel het niet blijkt dat zij elkander ontmoet hebben. Tintoret was een -van haar vele beroemde vrienden, en ze was een ijverig voorstandster van de hooge -kwaliteiten van moderne kunst in vergelijking van antieke. Zij was hartelijk in haar -vriendschap, en het schijnt dat zij verschillende groote dames onder haar vriendinnen -rekende. Zij schaamde zich echter zoo weinig over haar beroep van courtisane, dat -zij in een van haar gedichten zegt, dat Apollo haar andere kunsten geleerd heeft dan -die men gewoonlijk denkt dat hij onderwijst: -</p> -<div lang="it" class="lgouter"> -<p class="line">“Così dolce e gustevole divento, -</p> -<p class="line">Quando mi trovo con persona in letto -</p> -<p class="line">Da cui amata e gradita mi sento”. -</p> -</div> -<p class="first">In een zekere catalogus van de prijzen van Venetiaansche courtisanes staat Veronica -aangeschreven voor maar 2 scudi voor haar gunsten, terwijl de <span class="pagenum">[<a id="pb226" href="#pb226">226</a>]</span>courtisane, aan wie de catalogus gewijd is, op 25 scudi wordt geprijsd. Graf meent, -dat er hier een vergissing in het spel is of boosaardigheid, en een Italiaansch edelman -van dien tijd zegt, dat zij niet minder dan 50 scudi vroeg van hen, aan wie zij bereid -was toe te staan wat Montaigne noemde de “<span lang="fr">negotation entière</span>”. -</p> -<p>Wat deze kwestie aangaat mogen we melden dat, zooals Bandello zeide, het de gewoonte -was voor een Venetiaansche prostituée om zes of zeven mannen tegelijk als minnaars -te hebben. Ieder had recht een avond per week bij haar te komen soupeeren en slapen, -terwijl haar dagen vrij bleven. Zij betaalden haar zooveel per maand, maar zij behield -zich altijd bepaald het recht voor, als ze dat wilde, een vreemdeling, die door Venetië -kwam, te ontvangen, en dan den tijd van haar afspraak met haar minnaar voor den nacht -te veranderen. De hooge en speciale prijzen die wij vermeld vinden zijn natuurlijk -die, welke gevraagd werden van den nu en dan komenden aanzienlijken vreemdeling, die -naar Venetië kwam, zooals in de zestiende eeuw Montaigne. -</p> -<p>In 1580 (toen ze eerst vier en dertig jaar oud was) vertelde Veronica in de biecht, -dat zij zes kinderen had gehad. In hetzelfde jaar vormde zij het plan een tehuis te -stichten, dat niet een klooster zou zijn, waar prostituées, die haar levenswijze wenschten -te veranderen, een toevlucht konden vinden met haar kinderen, als ze die hadden. Dit -schijnt geleid te hebben tot de oprichting van een Casa del Soccorso. In 1591 stierf -zij aan de koorts, verzoend met God en gezegend door vele ongelukkigen. Zij had een -goed hart en een gezond verstand, en was de laatste van de groote courtisanes van -de Renaissance, die het Grieksche hetarendom deden herleven (Graf, <i lang="it">Attraverso il Cinquecento</i>, pp. 271–351). Zelfs in het Venetië van de zestiende eeuw echter schijnt, naar we -zien zullen, Veronica Franco niet geheel vrede gehad te hebben met de loopbaan van -courtisane. Zij was klaarblijkelijk niet geschikt voor een gewoon huwelijk, en toch -mag men er nog aan twijfelen of onder de gunstigste omstandigheden, die de moderne -wereld ooit geboden heeft, de loopbaan van prostituée volkomen voldoening kan bieden -aan een vrouw van een ruim hart en een ruim verstand. -</p> -<p>Ninon de Lenclos, die dikwijls “de laatste van de groote courtisanes” genoemd is, -kan wel een uitzondering genoemd worden op den algemeenen regel, dat een vrouw van -een goed hart, hoog karakter en fijn verstand geen voldoening zou kunnen vinden in -het leven van een prostituée. Maar het is een totaal verkeerde opvatting van het temperament -van Ninon de Lenclos en van haar loopbaan haar in eenige ware beteekenis eigenlijk -een prostituée te noemen. Eenige kennis van zelfs maar de minste schets van haar leven -moest voorkomen, dat men zulk een vergissing beging. Geboren in het begin van de zeventiende -eeuw, was zij van goede familie aan beide zijden; haar moeder was een vrouw van een -strengen levenswandel, maar haar vader, een edelman uit Touraine bezielde haar met -zijn eigen Epicuristische philosophie zoowel als met zijn liefde voor de muziek. Zij -was uiterst welopgevoed. Op den leeftijd van zestien of zeventien had zij haar eersten -minnaar, den edelen Gaspard de Coligny; hij werd een halve eeuw lang gevolgd door -een reeks andere minnaars, soms meer dan een tegelijk; drie jaar was de langste tijd -dat zij aan één minnaar trouw bleef. Haar aantrekkelijkheden bleven zoolang bestaan, -dat men zegt dat drie generaties van Sévignés onder haar minnaars behoorden. Tallemant -des Réaux stelt ons in staat haar <i>liaisons</i> in bijzonderheden te bestudeeren. -</p> -<p>Het is echter niet de hoeveelheid minnaars, die een vrouw maakt tot een prostituée, -maar de aard van haar verhoudingen tot hen. Sainte-Beuve schijnt, in een overigens -bewonderenswaardige studie over Ninon de Lenclos (<i lang="fr">Causeries du Lundi</i>, deel IV) haar onder de courtisanes te rekenen. Maar geen vrouw is een prostituée, -tenzij zij mannen gebruikt als een bron van geldelijke winst. Niet alleen is er geen -bewijs, dat dit het geval was met Ninon, maar alle gegevens, die er zijn, sluiten -zulk een verhouding uit. “Er was veel <span class="pagenum">[<a id="pb227" href="#pb227">227</a>]</span><span class="corr" id="xd29e5546" title="Bron: limheid">slimheid</span> voor noodig”, zeide Voltaire, “en veel liefde van haar kant, om haar er toe te brengen, -geschenken aan te nemen”. Tallemant zegt wel, dat zij soms geld aannam van haar minnaars, -maar dit gezegde slaat waarschijnlijk op niets anders dan wat besloten ligt in Voltaire’s -opmerking; en in allen gevalle zijn de praatjes van Tallemant, hoewel hij gewoonlijk -goed op de hoogte is, niet altijd te vertrouwen. Allen zijn het eens over haar groote -belangeloosheid. -</p> -<p>Wanneer we van Ninon de Lenclos hooren in verband met geld, dan is het niet, dat ze -een gift ontvangt, maar alleen, dat ze een oude schuld terugbetaalt aan een vroegeren -minnaar, of een groote som teruggeeft, die bij haar onder haar veilige hoede achter -gelaten was, terwijl de eigenaar in ballingschap verkeerde. Zulke voorvallen wijzen -allerminst op de prostituée van welke eeuw ook, zij wijzen eer op verhoudingen, die -zouden kunnen bestaan tusschen vrienden. Het karakter van Ninon de Lenclos was in -vele opzichten verre van volmaakt, maar zij vereenigde vele mannelijke deugden, en -vooral eerlijkheid, met een temperament dat over het geheel zeker vrouwelijk genoemd -mag worden; zij had een afkeer van huichelarij, en zij werd nooit beïnvloed door geldelijke -overwegingen. Zij was bovendien nooit roekeloos, maar behield altijd een zekere zelfbeperking -en matigheid, zelfs bij eten en drinken, en gebruikte, naar ons verteld wordt, nooit -wijn. Zij was, zooals Sainte-Beuve opgemerkt heeft, de eerste, die zich duidelijk -voor oogen heeft gesteld, dat er dezelfde deugden moeten zijn voor mannen en voor -vrouwen, en dat het dwaas is alle vrouwelijke deugden tot éene terug te brengen. “Onze -sekse is belast met alle beuzelachtigheden”, schreef zij, “en de mannen hebben voor -zichzelf alle eigenschappen bewaard, die er op aan komen: Ik heb van mezelf een man -gemaakt”. Zij kleedde zich soms als man als ze paard reed (zie b.v. <i lang="fr">Correspondence Authentique</i> van Ninon de Lenclos, met een goede introductie door Emile Colombey). Bewust of onbewust -vertegenwoordigde zij een nieuw vrouwelijk denkbeeld op een tijd, toen—zooals we in -veel vergeten romans door vrouwen van dien tijd geschreven zien kunnen—de gezichtskring -der vrouwen zich begon uit te breiden. Zij was de eerste en ongetwijfeld in éen opzicht -de uiterste vertegenwoordigster van een kleine en uitstekende groep Fransche vrouwen, -onder wie George Sand de mooiste persoonlijkheid is. -</p> -<p>Zoo is het nutteloos de geschiedenis van de prostitutie te versieren met den naam -van Ninon de Lenclos. Een gedemoraliseerde oude prostituée zou nooit, zooals Ninon, -aan het einde van haar lange leven, in staat geweest zijn de liefde en de achting -van vele van de beste mannen en vrouwen van haar tijd te behouden of te verwerven; -zelfs aan den gestrengen Saint-Simon scheen het toe, dat er in haar kleine hof een -decorum heerschte, dat de grootste prinsessen niet bereiken kunnen. Zij was niet een -prostituée, maar een vrouw van een persoonlijkheid met een eigen karakter, zelfs niet -zonder eenige genialiteit. Dat zij niet na te volgen was, behoeven we misschien niet -zeer te betreuren. Op het laatst van haar leven, in 1699, schreef haar oude vriend -en vroegere minnaar Saint-Evremond, met maar een klein beetje overdrijving, dat er -weinig prinsessen en weinig heiligen waren, die niet hun hof of hun klooster zouden -verlaten om met haar van plaats te verwisselen. “Als ik van tevoren geweten had, wat -mijn leven zou zijn, dan had ik mij opgehangen”<span class="corr" id="xd29e5557" title="Bron: .">,</span> was haar dikwijls aangehaalde antwoord. Het is inderdaad een op zich zelf staand -gezegde, misschien niet meer dan de uitdrukking van een stemming van het oogenblik; -men kan er wel te veel notitie van nemen. Meer waarlijk karakteristiek is het mooie -gezegde, waarin haar Epicurische philosofie naar Nietzsche overhelt; “<span lang="fr">La joie de l’esprit en marque la force</span>”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het vrijmoedig goedkeuren van de prostitutie door de geestelijke of zelfs door de -wereldlijke macht is, sinds de Renaissance, meer en meer een uitzondering geworden. -Het tegenovergestelde uiterste, te trachten de prostitutie uit te roeien, is ook in -de praktijk volkomen <span class="pagenum">[<a id="pb228" href="#pb228">228</a>]</span>verlaten. Er zijn inderdaad sporadische pogingen gedaan de prostitutie met krachtige -hand neer te drukken, zelfs in zeer moderne tijden. Het wordt nu echter erkend, dat -in zulk een geval het geneesmiddel erger is dan de kwaal. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In 1860 gevoelde een burgemeester van Portsmouth het als zijn plicht te trachten de -prostitutie te onderdrukken. “In den eersten tijd van zijn burgemeesterschap”, zegt -een door de “<span lang="en">Select committee</span>” voor de wet op besmettelijke ziekten gehoorde getuige (p. 393)<span class="corr" id="xd29e5574" title="Bron: .">,</span> <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>werd er een <span class="corr" id="xd29e5579" title="Bron: orde">order</span> uitgevaardigd, dat aan iederen bierhuis- en tapperijhouder met vergunning in de gemeente, -waarvan men wist, dat hij vrouwen, vrouwen van verdachte zeden herbergde, een proces -zou aangedaan worden en dat hij waarschijnlijk zijn concessie zou verliezen. Op een -goeden dag werden ongeveer drie of vier honderd van deze ongelukkige schepsels alle -tegelijk de straat op gedreven, en zij stelden zich op in een groote troep, vele van -haar met alleen een hemd aan en een rok; met een menigte dronken mannen en jongens -met een fluit en een viool achter zich aan trokken ze verscheiden dagen door de straten. -Zij marcheerden alle naar het werkhuis, maar om vele redenen werden ze niet toegelaten … -Deze vrouwen dwaalden twee of drie dagen lang rond zonder schuilplaats, en men gevoelde, -dat het geneesmiddel erger was dan de kwaal; daarom werd <span class="corr" id="xd29e5582" title="Bron: der">de</span> vrouwen toegestaan naar haar vroegere woonplaatsen terug te keeren”. -</p> -<p>Dergelijke proeven zijn in later tijd in Amerika genomen. “In Pittsburg, in Pennsylvanië -werden de bordeelen in 1891 gesloten, de bewoonsters werden op straat gezet en de -inwoners van die plaats weigerden haar huisvesting en zelfs voedsel. Een sterke protestbeweging -door het geheele land, bij deze beleediging der humaniteit, veroorzaakte een reactie, -die leidde tot een toestand, die in het geheel niet beter was dan de vroegere”. In -hetzelfde jaar kwam ook een dergelijk geval voor in New-York, met dezelfde ongelukkige -resultaten (Isidore Dyer, “<span lang="en">The Municipal Control of Prostitution in the United States”, report presented <span class="corr" id="xd29e5589" title="Bron: te">to</span> the Brussels International Conference in 1899</span>).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In plaats van deze pogingen kwam men er toe de prostitutie te controleeren, ze half -officieel te dulden, waardoor de autoriteiten in staat gesteld werden er contrôle -over uit te oefenen, en zooveel mogelijk tegen de nadeelen ervan te waken door medisch -onderzoek en politietoezicht. Het nieuwe bordeel-systeem verschilde van de oude middeleeuwsche -bordeelen in vele opzichten; het omvatte een regelmatig medisch onderzoek en het trachtte -iedere concurrentie door prostituées zonder vergunning daarbuiten, te onderdrukken. -Bernard Mandeville, de schrijver van de <i lang="en">Fable of the Bees</i>, een scherpzinnig denker, was een groot voorstander van dit systeem. In 1724, in -zijn <i lang="en">Modest Defense of Publick Stews</i> betoogt hij, dat “het aanmoedigen van het openlijk toelaten van de prostitutie niet -alleen de meeste van de verkeerde gevolgen van deze ondeugd zal voorkomen, maar zelfs -de mate van ontucht in het algemeen verminderen zal en ze zal terugvoeren tot de engste -grenzen, waarin ze kan vervat worden”. Hij stelde voor vrije prostitutie tegen te -gaan door bij akte van het Parlement speciale privileges en vrijheden aan bordeelen -te geven. Zijn plan omvatte het oprichten van honderd bordeelen in een speciaal stadsgedeelte, -waar twee duizend prostituées en honderd flinke en ervaren <span class="pagenum">[<a id="pb229" href="#pb229">229</a>]</span>matrones met dokters en chirurgijns zouden kunnen wonen, zoowel als een commissie -om het geheel te overzien. Mandeville werd echter beschouwd als een cynicus of erger, -en van zijn plan werd geen nota genomen of het werd met minachting behandeld. Het -was overgelaten aan het genie van Napoleon om tachtig jaar later, het systeem van -de “<span lang="fr">maisons de tolérance</span>” in te stellen, dat tijdens het grootste deel van de vorige eeuw voor de vorming -van de verhoudingen der prostitutie in Europa zulk een groote beteekenis gehad heeft, -en nog heden in zijn overblijfsels aanleiding geeft tot groote meeningsverschillen. -</p> -<p>Over het geheel kunnen we echter zeggen, dat het systeem van inschrijven, onderzoeken -en controleeren van prostituées nu tot het verleden behoort. Veel strijd is er over -deze kwestie gevoerd; van het meeste belang is de strijd, die in Engeland jarenlang -over de wet op de besmettelijke ziekten (<span lang="en">Contagious Diseases Acts</span>) gevoerd is en die men vinden kan in het 600 bladzijden groote bericht van een speciaal -comité voor deze wet, dat in 1882 uitkwam. De meerderheid van de leden van dit comité -was vóor het aannemen van de wet, die desniettegenstaande in 1886 verworpen werd; -sinds dien tijd is er geen ernstige poging gedaan haar weer aan te nemen. -</p> -<p>Tegenwoordig vindt het oude systeem, hoewel het nog in veel landen blijft bestaan -met de trage onbehouwenheid van eens ingestelde stichtingen, geen algemeene goedkeuring -meer. Zooals Paul en Victor <span class="corr" id="xd29e5615" title="Bron: Marguerite">Margueritte</span> naar waarheid gezegd hebben, in een scherp onderzoek naar de verschijnselen van door -den staat gecontroleerde prostitutie zooals zij die in Parijs vonden, is het systeem -“om te beginnen barbaarsch en bovendien bijna zonder uitwerking”. De deskundige wijst -iederen dag duidelijker op het gebrek aan uitwerking, dat het heeft, terwijl de psycholoog -en de socioloog steeds meer overtuigd worden, dat het barbaarsch is. -</p> -<p>Het kan echter in het geheel niet gezegd worden, dat er eenige overeenstemming tusschen -de autoriteiten op dit gebied verkregen is. Het is klaarblijkelijk zoo dringend noodig -een dam op te stellen tegen den vloed van ziekte en ellende, die direct voortkomt -uit het verspreiden van syphilis en gonorrhea, en indirect uit de prostitutie, die -de voornaamste verspreidster van deze ziekten is, dat we ons niet kunnen verwonderen, -dat menigeen begeerig grijpt naar ieder systeem, dat een vermindering van het kwaad -schijnt te beloven. Tegenwoordig echter hebben zij, die het best bekend zijn met de -werking van het contrôle-systeem, zich ten duidelijkste voor oogen gesteld, dat de -veronderstelde vermindering voor het grootste gedeelte denkbeeldig is<a class="noteref" id="xd29e5620src" href="#xd29e5620">50</a>, en dat <span class="pagenum">[<a id="pb230" href="#pb230">230</a>]</span>ze in ieder geval verkregen wordt ten koste van het kunstmatig produceeren van andere -verkeerdheden. -</p> -<p>In Frankrijk, waar het systeem van inschrijven en van contrôle op de prostituées langer -dan een eeuw bestaat<a class="noteref" id="xd29e5632src" href="#xd29e5632">51</a>, en waar dus de gevolgen ervan, als die er zijn, duidelijk merkbaar moeten wezen, -ondervindt het bijna hartstochtelijke tegenkanting van bekwame mannen van iedere klasse -der gemeenschap. In Duitschland is de tegenstand tegen geregelde contrôle langen tijd -door wel-toegeruste deskundigen gevoerd, met Blaschko uit Berlijn aan het hoofd. Ook -in Amerika wordt dit systeem verworpen. Gottheil uit New-York vindt, dat contrôle -van gemeentewege op de prostitutie “geen succes heeft en ook niet wenschelijk is”. -Heidingsfeld komt tot het besluit, dat het systeem van regeling en contrôle, dat in -Cincinnati in zwang is, weinig goed en veel kwaad gedaan heeft; onder dit stelsel -zijn onder de particuliere patienten in zijn eigen kliniek gevallen van syphilis en -gonorrhea gemiddeld beide toegenomen; “onderdrukken van de prostitutie is onmogelijk -en contrôle is onpraktisch”<a class="noteref" id="xd29e5635src" href="#xd29e5635">52</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Duitschland worden de pogingen tot regeling der prostitutie het strengst vastgehouden, -met gevolgen, die in Duitschland zelf als ongelukkig worden beschouwd. Zoo straft -de Duitsche wet met een geldboete de hoofden van gezinnen, die onwettigen sexueelen -omgang in hun huis toelaten. Dit is bedoeld om de prostituée zonder vergunning te -treffen, maar inderdaad moedigt het de prostitutie aan, want een paar fatsoenlijke -jonge menschen, dat besluit een verhouding aan te gaan, die zich later tot een huwelijk -ontwikkelen kan, en die niet onwettig is (want buitenechtelijke sexueele omgang <i>per se</i> is niet in Duitschland, zooals in de verouderde wetten van verschillende Amerikaansche -staten, een strafbare misdaad) wordt door de achterdochtige politie aan zooveel last -en ergernis onderworpen, dat het voor het meisje veel gemakkelijker is prostituée -te worden en zich onder de bescherming der politie te plaatsen. De wet was hoofdzakelijk -gericht tegen hen, die prostituées uitbuiten. Maar in de praktijk werkt ze anders. -De prostituée moet buitensporig hooge huren betalen, zoodat haar huisheer feitelijk -leeft van de opbrengst van haar bedrijf, terwijl zij haar beroep met grootere inspanning -en op ruimer schaal moet drijven om haar zware onkosten te dekken (P. Hausmeister, -“<span lang="de">Zur Analyse der Prostitution</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, deel II, 1907, p. 294). -</p> -<p>In Italië zijn de meeningen over deze zaak zeer verdeeld. Het regelen van de prostitutie -is achtereenvolgens aangenomen, afgeschaft en weer aangenomen. In Zwitserland, het -land van regeeringsproeven, zijn in verschillende kantons verschillende stelsels toegepast. -In sommige wordt geen enkele poging gedaan zich met de prostitutie te bemoeien, behalve -onder speciale omstandigheden; <span class="pagenum">[<a id="pb231" href="#pb231">231</a>]</span>in andere is alle prostitutie, en zelfs ontucht in het algemeen, strafbaar; in Genève -mogen alleen prostituées, die er geboren zijn, haar bedrijf uitoefenen; in Zürich -is sinds 1897 de prostitutie verboden, maar er wordt voor gezorgd, dat er geen moeilijkheden -in den weg gelegd worden aan de vrije sexueele verhoudingen, die niet om winst begonnen -zijn. Met deze verschillende regelingen staat, naar men zegt, de moraal in Zwitserland -over het algemeen tamelijk wel op hetzelfde niveau als elders (Moreau-Christophe, -<i lang="fr">Du Problème de la Misère</i>, deel III, p. 259). Dezelfde conclusie geldt voor Londen. Een onpartijdig waarnemer, -Félix Remo (<i lang="fr">La Vie Galante en Angleterre</i>, 1888. p. 237) kwam tot de conclusie, dat, niettegenstaande Londen’s vrije handel, -het vrije bestaansbedrijf van de prostitutie, de excessen op alcoholgebied, de deugden -van allerlei soort, “deze stad een van de meest moreele hoofdsteden van Europa is”. -De emancipatie op dit gebied in de laatste jaren is gebleken uit het afschaffen van -het systeem van de regeling op de prostitutie door Denemarken in 1906.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zelfs de vurigste voorstanders van de regeling van de prostitutie erkennen, dat niet -alleen de geest van de beschaving eerder ongunstig dan gunstig is aan het systeem, -maar dat in de vele landen, waar het stelsel in stand blijft, de ingeschreven prostituées -grond verliezen in den strijd tegen de heimelijke prostitutie. Zelfs in Frankrijk, -het klassieke land van van politie-wege gecontroleerde prostituées, zijn de “<span lang="fr">maisons de tolérance</span>” sinds langen tijd gestadig in aantal afgenomen, in het geheel niet omdat de prostitutie -afneemt, maar omdat volks <i lang="fr">brasseries</i> en kleine <i lang="fr">café-chantants</i>, die gewoonlijk bordeelen zonder vergunning zijn, de plaats ervan innemen<a class="noteref" id="xd29e5677src" href="#xd29e5677">53</a>. -</p> -<p>De regeling op grooten schaal van de prostitutie in beschaafde centra wordt tegenwoordig -inderdaad nog slechts door weinigen aangeraden, alleen nog door eenige voorstanders -van de nieuwere school. Op zijn hoogst wordt ze op bepaalde plaatsen onder speciale -omstandigheden wenschelijk geacht<a class="noteref" id="xd29e5685src" href="#xd29e5685">54</a>. Zelfs zij, die nog gaarne de prostitutie volkomen onder contrôle van de politie -zouden willen hebben, erkennen nu, dat de ondervinding aantoont, dat dit onmogelijk -is. Daar vele meisjes haar loopbaan zeer vroeg beginnen, zou een gezond systeem van -regeling er geen bezwaar in moeten zien als vaste prostituées in te schrijven zelfs -meisjes, die nog weinig meer dan kinderen zijn. Dat is echter een logische conclusie, -waartegen de moreele zin en zelfs het gezonde verstand van een gemeenschap zich instinctief -verzet. In Parijs mogen meisjes niet ingeschreven worden als prostituée voor zij den -leeftijd van zestien bereikt hebben en sommigen vinden dien leeftijd zelfs <span class="pagenum">[<a id="pb232" href="#pb232">232</a>]</span>te laag<a class="noteref" id="xd29e5696src" href="#xd29e5696">55</a>. Bovendien kan de ingeschreven vrouw, als zij ziek wordt, of haar positie moede is, -altijd uit de handen van de politie weg glippen en zich ergens anders vestigen als -clandestiene prostituée. Iedere starre poging om de prostitutie in handen der politie -te houden leidt tot hinderlijke <span class="corr" id="xd29e5702" title="Bron: bemoeiïng">bemoeiing</span> met de daden en de vrijheid van respectabele vrouwen, die zeker ondragelijk moeten -zijn in iedere vrije gemeenschap. Zelfs in een stad als Londen, waar de prostitutie -betrekkelijk vrij is, heeft het politietoezicht aanleiding gegeven tot lasterlijke -aanklachten van politieambtenaren tegen vrouwen, die niets hoegenaamd gedaan hebben, -dat een verdenking tegen haar zou kunnen rechtvaardigen. Het ontsnappen van de geïnfecteerde -vrouw aan het politietoezicht heeft, dat is duidelijk, de uitwerking, dat het gezondheidsniveau -van ingeschreven vrouwen schijnbaar verhoogd wordt, en de statistieken van de politie -geven nog verder op misleidende wijze een te mooi beeld door het feit, dat de bewoonsters -van bordeelen gemiddeld ouder zijn dan clandestiene prostituées en tegen ziekte immuun -zijn geworden<a class="noteref" id="xd29e5705src" href="#xd29e5705">56</a>. Deze feiten beginnen nu tamelijk wel bekend en erkend te worden. De staatsregeling -op de prostitutie is niet gewenscht, op moreele gronden om de reden, waarop dikwijls -de nadruk is gelegd, dat ze alleen toegepast wordt op éen sekse, en op praktische -gronden, omdat ze geen uitwerking heeft. De maatschappij vergunt de politie de prostituée -te hinderen met kleine plagerijen wegens “aanhalen”, “onbetamelijk gedrag”, enz., -maar ze is er niet langer van overtuigd, dat zij onder absolute contrôle van de politie -behoort te staan. -</p> -<p>Het probleem van de prostitutie schijnt, als we het nauwkeurig bezien, nu nog in dezelfde -positie te zijn, waarin het te allen tijde in den loop van de laatste drie duizend -jaren geweest is. Om echter de werkelijke beteekenis van de prostitutie te begrijpen, -en tot een rationeele houding tegenover haar te komen, moeten we ze van een ruimer -standpunt beschouwen; we moeten niet alleen de evolutie en de geschiedenis ervan bestudeeren, -maar evenzeer de oorzaken, de verhoudingen en de verdere sociologische perspectieven -ervan. Als wij op die wijze het probleem van een <span class="pagenum">[<a id="pb233" href="#pb233">233</a>]</span>ruimer standpunt beschouwen, dan zullen we zien, dat er geen verschil bestaat tusschen -de eischen van ethische en die van maatschappelijke hygiëne, en dat de werkzaamheid -van beide gelijkelijk besloten ligt in de progressieve verfijning en zuivering van -beschaafde sexueele verhoudingen. -</p> -</div> -</div> -<div id="ch7.3" class="div2 section"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main"><span class="divNum">III.</span> De Oorzaken van de Prostitutie.</h3> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling van de prostitutie stelt ons in -staat te zien, dat de prostitutie niet een toevallig bijkomstig iets is van ons huwelijks-systeem, -maar dat het een essentieel bestanddeel is, dat tegelijk met de andere bestanddeelen -ervan voor den dag komt. De geleidelijke ontwikkeling van de familie op patriarchale -en grootelijks monogame basis, maakte het hoe langer hoe moeilijker voor een vrouw -over haar eigen persoon te beschikken. Zij behoorde in de eerste plaats aan haar vader, -wiens belang het was haar zorgvuldig te bewaken, totdat er een echtgenoot zou komen, -die rijk genoeg was om haar te koopen. In de verhooging van haar waarde ontwikkelde -zich geleidelijk het nieuwe denkbeeld van de marktwaarde der maagdelijkheid, en waar -een “maagd” vroeger beteekend had een vrouw, die vrij was met haar eigen lichaam te -doen wat zij wilde, werd de beteekenis ervan nu veranderd en begon het te beteekenen -een vrouw, die van den omgang met mannen uitgesloten was. Als zij van haar vader overgedragen -werd aan een echtgenoot, dan werd ze nog met dezelfde zorg bewaakt; echtgenoot en -vader hadden er gelijkelijk belang bij hun vrouwen te beschermen tegen ongehuwde mannen. -De toestand, die zoo ontstond, leidde tot het bestaan van een groote groep jonge mannen, -die nog niet rijk genoeg waren om vrouwen te verkrijgen en een groote groep jonge -vrouwen, die nog niet tot vrouw gekozen waren, en waarvan velen niet konden verwachten -ooit te zullen huwen. Op zulk een punt van de evolutie is de prostitutie klaarblijkelijk -onvermijdelijk; ze is niet zoozeer de onontbeerlijke aanvulling van het huwelijk, -als wel een essentieel deel van het geheele systeem. Sommige van de overtollige of -verwaarloosde vrouwen vinden, terwijl zij haar geldswaarde realiseeren en misschien -meteen tradities doen herleven van een vroegere vrijheid, een maatschappelijken werkkring, -door haar gunsten te verkoopen om de tijdelijke begeerten te voldoen van de mannen, -die nog geen vrouw hebben kunnen krijgen. Zoo is iedere schakel in den keten van het -huwelijkssysteem vast aaneengesnoerd en een cirkel gevormd. -</p> -<p>Maar terwijl de geschiedenis van de opkomst en de ontwikkeling der prostitutie ons -doet zien welk een onverwoestbaar en essentieel element de prostitutie is van het -huwelijks-systeem, dat sinds lang in Europa bestaan heeft—onder verschillende toestanden -<span class="pagenum">[<a id="pb234" href="#pb234">234</a>]</span>van ras, staatkunde, maatschappij en godsdienst—verschaft het ons toch niet in ieder -opzicht de feiten, die noodig zijn om tegenwoordig tot een bepaalde houding jegens -de prostitutie te komen. Om de plaats van de prostitutie in ons bestaand systeem te -begrijpen, is het noodig, dat we de voornaamste factoren van de prostitutie analyseeren. -We kunnen die het gemakkelijkst leeren begrijpen, als we de prostitutie, naar volgorde, -van vier gezichtspunten bekijken. Deze zijn: (1) <i>economische</i> noodzakelijkheid; (2) <i>biologische</i> predispositie; (3) <i>moreele</i> voordeelen; en (4) wat genoemd kan worden de waarde ervan <i>voor de beschaving</i>. -</p> -<p>Terwijl deze vier factoren van de prostitutie mij degene toeschijnen, die ons hier -voornamelijk aangaan, is het nauwelijks noodig er op te wijzen, dat vele andere oorzaken -samenwerken om prostitutie te veroorzaken en te wijzigen. Prostituées zelf trachten -dikwijls andere meisjes er toe te brengen dezelfde paden in te slaan; er moeten nieuwelingen -gevonden worden voor bordeelen, waardoor we “den handel in blanke slavinnen” krijgen, -die nu in vele deelen van de wereld krachtdadig bestreden wordt; terwijl al de vormen -om meisjes tot dit leven te verleiden begunstigd worden door alcoholisme, dat dikwijls -de prostitutie als het ware voorbereidt. Gewoonlijk zal men vinden, dat verscheidene -oorzaken samengewerkt hebben om het meisje op den weg der prostitutie te voeren. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De wijzen, waarop verschillende factoren van omgeving en suggestie samenwerken om -een meisje tot prostitutie te verleiden, worden aangeduid in het volgende gezegde, -waarin een correspondent, als man van de wereld, zijn eigen conclusies over de zaak -heeft uiteengezet: “Ik heb tamelijk veel ervaringen gehad met lichte vrouwen van allerlei -soort en ik kan zonder aarzelen zeggen, dat niet meer dan 1 percent van de vrouwen -die ik gekend heb, als beschaafd konden worden beschouwd. Dit wijst er op, dat zij -altijd van lage afkomst zijn, en de verschrikkelijke gevallen van overbevolking, die -dagelijks aan het licht komen, geven aanleiding te denken dat reeds op zeer jeugdigen -leeftijd het gevoel van schaamte verloren gaat, en dat lang vóór de puberteit een -zekere gemeenzaamheid met sexueele zaken ontstaat. Zoodra zij oud genoeg zijn, worden -deze meisjes door haar minnaars verleid; de gemeenzaamheid, waarmee zij sexueele zaken -beschouwen, neemt de terughouding weg die een meisje beschermt, dat haar jeugd in -fatsoenlijken kring heeft doorgebracht. Later gaan de meisjes in fabrieken en winkels -werken; als zij mooi en aantrekkelijk zijn hebben zij betrekkingen met chefs en meesterknechts. -Dan brengt de lust tot opschik, die zoo’n grooten factor vormt in het vrouwelijk karakter -er haar toe de “maitres” te worden van een man met geld. Een merkwaardig ding in deze -verhouding is, dat zij zelden genot vinden bij haar beschermers, en dat ze aan de -ruwer omarmingen van den een of anderen man, die in stand dichter bij haar is, zeer -dikwijls een soldaat, de voorkeur geven. Ik heb niet veel vrouwen gekend die verleid -waren en verlaten, hoewel dit een voorstelling is, die door prostituées dikwijls van -de zaak gegeven wordt. Kellnerinnen nemen een groote plaats in in de gelederen van -de prostitutie, voor een groot deel ten gevolge van haar verslaafd zijn aan den drank; -dronkenschap leidt bij vrouwen altijd tot laksheid in de moreele terughouding. Een -andere machtige factor voor het overgaan tot de prostitutie ligt in den glans van -den opschik, waarmee gepronkt wordt door den eene of andere <span class="pagenum">[<a id="pb235" href="#pb235">235</a>]</span>vriendin, die dit leven reeds aangenomen heeft. Een meisje, dat hard werkt, om te -leven ziet een vriendin, die misschien een bezoek brengt in de straat waar het hard -werkende meisje woont, prachtig gekleed, terwijl zijzelf ternauwernood genoeg kan -verdienen om te eten. Zij maakt een praatje met haar modieuse vriendin, die haar vertelt -hoe gemakkelijk zij geld kan verdienen, ze legt haar uit welk een levensgoed de sexueele -organen zijn, en spoedig is er een nieuweling tot de gelederen der prostitutie toegetreden”. -</p> -<p>Het heeft eenig belang de redenen die meisjes leiden tot prostitutie te beschouwen. -In sommige landen vindt men dienaangaande gegevens van menschen, die van ambtswege -met de publieke vrouwen in aanraking komen. In andere landen is het regel dat meisjes, -voor zij als prostituées worden ingeschreven, de redenen opgeven waarom zij de loopbaan -wenschen te betreden. -</p> -<p>Parent-Duchâtelet, wiens werk over prostituées in Parijs nog als gezaghebbend geldt, -heeft het eerste overzicht van deze soort gepubliceerd. Hij bevond, dat van de vijf -duizend prostituées er 1441 geïnfluenceerd waren door armoede, 1425 door verleiden -van minnaars, die haar verlaten hadden, 1255 door het verlies van ouders door den -dood, of door eenige andere reden. Bij zulk een overzicht wordt het geheele aantal -in ’t algemeen verklaard door ellende, dat is door economische oorzaken alleen (Parent-Duchâtelet, -<i lang="fr">De la Prostitution</i>, 1857, deel I, p. 107). -</p> -<p>In Brussel werden gedurende een tijdvak van twintig jaren (1865—1884) 3505 vrouwen -ingeschreven als prostituée. De oorzaken, die zij aangaven waarom zij deze loopbaan -wenschten te betreden, geven een ander beeld dan dat, hetwelk door Parent-Duchâtelet -gegeven wordt, maar misschien een dat meer betrouwbaar is, hoewel er eenige bepaalde -en merkwaardige inconsequenties in zijn. Van de 3505 verklaarden 1523 dat uiterste -armoede de oorzaak was van haar degradatie; 1118 bekenden vrijuit dat haar sexueele -<span class="corr" id="xd29e5751" title="Bron: harstochten">hartstochten</span> de oorzaak waren; 420 schreven haar val toe aan slecht gezelschap; 316 zeiden dat -zij genoeg hadden van haar werk en dat het haar verveelde, omdat de moeite zoo groot -was en het loon zoo klein; 101 waren verlaten door haar minnaars; 10 hadden ongenoegen -gehad met haar ouders; 7 waren door haar echtgenooten verlaten; 4 konden het niet -vinden met haar voogden; 3 hadden familietwisten; 2 werden door haar echtgenooten -gedwongen zich te prostitueeren, en 1 door haar ouders (<i lang="en">Lancet</i>, Juni 28, 1890, p. 1442). -</p> -<p>In Londen bevond Merrick, dat van de 16.022 prostituées met wie hij in aanraking kwam -gedurende de jaren dat hij kapelaan was aan de Millbank-gevangenis, 5061 haar huis -of haar betrekking vrijwillig hadden verlaten voor “een leven van pleizier”, 3363 -gaven armoede op als de oorzaak; 3154 waren “verleid” en daarna op straat geraakt; -1636 waren door huwelijksbeloften bedrogen en door minnaar en betrekkingen verlaten. -Over het geheel, zegt Merrick, dat 4790 of bijna een derde van het geheele aantal -haar overgaan tot de loopbaan direct aan mannen toeschrijven, 11.232 aan andere oorzaken. -Hij voegt er bij, dat van hen, die armoede als oorzaak opgaven, een groot aantal lui -en onbekwaam was (G. P. Merrick, <i lang="en">Work Among the Fallen</i>, p. 38). -</p> -<p>Logan, een Engelsch stadszendeling met een groote mate van bekendheid met prostituées, -verdeelde ze in de volgende groepen: 1. Een vierde van de meisjes zijn dienstboden, -vooral in herbergen, bierhuizen enz., en zoo in het leven der prostitutie ingeleid; -2. een vierde komt van fabrieken enz.; 3. bijna een vierde wordt door koppelaarsters -geleverd, die provincie-steden, markten enz. bezoeken; 4. een laatste groep omvat -aan den eenen kant haar, die door armoede, indolentie of een slecht humeur er toe -gebracht zijn prostituée te worden, dingen, die haar ongeschikt maken voor gewone -beroepen, en aan den anderen kant kant haar, die verleid zijn door een valsche huwelijksbelofte -(W. Logan, <i lang="en">The Great Social Evil</i>, 1871, p. 53). -</p> -<p>In Amerika heeft Sanger rapport uitgebracht over de resultaten van onderzoekingen, -die gedaan zijn over twee duizend New-Yorksche prostituées aangaande de oorzaken, -die haar er toe gebracht hebben haar beroep te kiezen: -<span class="pagenum">[<a id="pb236" href="#pb236">236</a>]</span></p> -<p></p> -<div class="table"> -<table> -<tr> -<td class="cellLeft cellTop">Armoede </td> -<td class="cellRight cellTop">525 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Neiging </td> -<td class="cellRight">513 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleid en verlaten </td> -<td class="cellRight">258 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Drank en dranklust </td> -<td class="cellRight">181 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Slechte behandeling door ouders, betrekkingen of echtgenooten </td> -<td class="cellRight">164 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Als een gemakkelijk leven </td> -<td class="cellRight">124 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Slecht gezelschap </td> -<td class="cellRight"> 84 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Overreding door prostituées </td> -<td class="cellRight"> 71 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Te lui om te werken </td> -<td class="cellRight"> 29 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verkrachting </td> -<td class="cellRight"> 27 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleid op schepen van landverhuizers </td> -<td class="cellRight"> 16 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleid in herbergen voor landverhuizers </td> -<td class="cellRight"> 8 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom"> </td> -<td class="cellRight cellBottom"><span class="sum">2000 -</span></td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -<p class="signed">(Sanger, <i lang="en">History of Prostitution</i>, p. 488). -</p> -<p>Ook in Amerika heeft Professor Woods Hutchinson zich onlangs in verbinding gesteld -met ongeveer dertig vertegenwoordigers in verschillende groote centra van het wereldverkeer, -en hij noemt als volgt de antwoorden op zijn vragen aangaande de leer der oorzaken -van de prostitutie. -</p> -<p></p> -<div class="table"> -<table> -<thead> -<tr class="unit"> -<td class="cellHeadLeft cellHeadTop cellHeadBottom"> </td> -<td class="cellHeadRight cellHeadTop cellHeadBottom">Percent. -</td> -</tr> -</thead> -<tbody> -<tr> -<td class="cellLeft">Liefde voor vertoon, weelde en luiheid </td> -<td class="cellRight"> 42.1 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Slechte behandeling thuis </td> -<td class="cellRight"> 23.8 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleiding, waarbij zij onschuldige slachtoffers waren </td> -<td class="cellRight"> 11.3 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Werkloosheid </td> -<td class="cellRight"> 9.4 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Erfelijkheid </td> -<td class="cellRight"> 7.8 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom">Primair sexueel verlangen </td> -<td class="cellRight cellBottom"> 5.6 -</td> -</tr> -</tbody> -</table> -</div><p> -</p> -<p class="signed">(Woods <span class="corr" id="xd29e5886" title="Bron: Huchinson">Hutchinson</span>, “<span lang="en">The Economics of Prostitution</span>”, <i lang="en">American Gynaecologic and Obstetric Journal</i>, September 1895; <i>Id.</i>, <i lang="en">The Gospel According to Darwin</i>, p. 194). -</p> -<p>In Italië waren in 1881 van de 10.422 ingeschreven prostituées van den leeftijd van -zeventien en ouder, de oorzaken van de prostitutie als volgt in klassen verdeeld: -</p> -<p></p> -<div class="table"> -<table> -<tr> -<td class="cellLeft cellTop">Ondeugd en verdorvenheid </td> -<td class="cellRight cellTop">2752 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Dood van ouders, echtgenoot enz. </td> -<td class="cellRight">2139 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleiding door een minnaar </td> -<td class="cellRight">1653 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verleiding door een werkgever </td> -<td class="cellRight"> 927 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Verlaten door ouders, echtgenoot, enz. </td> -<td class="cellRight"> 795 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Zucht naar weelde </td> -<td class="cellRight"> 698 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Dwang door minnaar of ander persoon buiten de familie </td> -<td class="cellRight"> 666 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">Dwang door ouders of echtgenoot </td> -<td class="cellRight"> 400 -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom">Om ouders of kinderen te onderhouden </td> -<td class="cellRight cellBottom"> 393 -</td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -<p class="signed">(Ferriani, <i lang="it">Minorenni Delinquenti</i>, p. 193). -</p> -<p>De redenen door Russische prostituées aangegeven voor het kiezen van haar beroep zijn -(volgens Federow) de volgende: -</p> -<p></p> -<div class="table"> -<table> -<tr> -<td class="cellLeft cellTop">38.5 </td> -<td class="cellTop"><span class="seg">percent</span> </td> -<td class="cellRight cellTop">onvoldoende loon. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">21.0 </td> -<td><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight">verlangen naar amusement. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft">14.0 </td> -<td><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight">verlies van betrekking. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"> 9.5 </td> -<td><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight">overreding door vrouwelijke bekenden. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"> 6.5 </td> -<td><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight">ontwend zijn aan de gewoonte van te werken. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"> 5.5 </td> -<td><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight">verdriet, en om een minnaar te plagen. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom"> 0.5 </td> -<td class="cellBottom"><span class="seg"><span class="ditto"><span class="s">percent</span><span class="d"><span class="i">,,</span></span></span> </span> </td> -<td class="cellRight cellBottom">dronkenschap. -</td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -<p class="signed">(Opgesomd in <i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, Nov. 15, 1901).</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb237" href="#pb237">237</a>]</span></p> -<p>1. <i>De Economische oorzaak van de Prostitutie.</i>—Schrijvers over de prostitutie beweren dikwijls, dat economische omstandigheden ten -grondslag liggen aan de prostitutie en dat de voornaamste oorzaak ervan armoede is, -terwijl prostituées zelf dikwijls verklaren, dat het bezwaar om op andere wijze een -bestaan te verdienen de voornaamste oorzaak was, die haar er toe gebracht heeft deze -loopbaan te kiezen. “Van al de oorzaken van de prostitutie”, schreef Parent-Duchâtelet -een eeuw geleden, “vooral in Parijs, en waarschijnlijk in alle groote steden, is er -geen die ernstiger is dan gebrek aan werk en onvoldoend loon”. In Engeland zegt Sherwell, -dat ook de moraal in hooge mate afhangt van den handel<a id="xd29e6032"></a><a class="noteref" id="xd29e6033src" href="#xd29e6033">57</a>. Zoo is het ook in Berlijn, waar het aantal prostituées in slechte jaren toeneemt<a class="noteref" id="xd29e6039src" href="#xd29e6039">58</a>. Dat is ook het geval in Amerika, evenals in Japan; “de oorzaak der oorzaken is armoede”<a class="noteref" id="xd29e6044src" href="#xd29e6044">59</a>. -</p> -<p>Zoo wordt overal door onderzoekers open en in het algemeen gezegd, dat de prostitutie -in ruime mate en algemeen een economisch verschijnsel is, dat een gevolg is van de -lage loonen van vrouwen of van plotselinge depressies in den handel. We moeten er -echter bijvoegen, dat deze algemeene gezegden aanmerkelijk gewijzigd worden, in het -licht van de nauwkeurige nasporingen gedaan door zorgvuldige onderzoekers. Ströhmberg, -die 462 prostituées nauwkeurig onderzocht, ontdekte, dat er maar éen onder was, die -armoede aangaf als de reden, waarom ze het beroep koos, en bij onderzoek bleek deze -opgave een onbeschaamde leugen te wezen<a class="noteref" id="xd29e6051src" href="#xd29e6051">60</a>. Hammer bevond, dat van de negentig ingeschreven Duitsche prostituées er niet éen -haar loopbaan gekozen had uit gebrek of om een kind te onderhouden, terwijl sommige -de straat op gingen terwijl ze nog geld hadden, of zonder dat ze wilden betaald worden<a class="noteref" id="xd29e6057src" href="#xd29e6057">61</a>. Pastor Buschmann, van het Teltow Magdalena gesticht in Berlijn bevindt, dat het -niet gebrek is, maar onverschilligheid voor moreele overwegingen, waardoor meisjes -tot de prostitutie komen. In Duitschland wordt, voordat een meisje op het politieregister -wordt ingeschreven, gepaste zorg gedragen, dat haar een kans gegeven wordt in een -asyl te komen en werk te krijgen; in Berlijn waren, in den loop van tien jaar, maar -twee meisjes—van de duizend—bereid van deze gelegenheid te profiteeren. -<span class="pagenum">[<a id="pb238" href="#pb238">238</a>]</span></p> -<p>De moeilijkheid, die Engelsche reddingshuizen ondervinden om meisjes te vinden, die -zich willen laten “redden” is bekend. Dezelfde moeilijkheid vindt men in andere steden, -zelfs waar geheel andere toestanden heerschen; zoo ondervindt men in Madrid, volgens -Bernaldo de Quiros en Llanas Aquilaniedo, dat de prostituées, die in de asyls komen, -ondanks al de toewijding van de nonnen, tot haar oude leven terugkeeren, zoodra ze -de asyls verlaten hebben. Terwijl de economische factor bij de prostitutie ongetwijfeld -bestaat, berust de ongemotiveerde veelvuldigheid en de nadruk, waarmee hij op den -voorgrond wordt gebracht en aangenomen, klaarblijkelijk voor een deel op onwetendheid -aangaande de werkelijke feiten, voor een deel op het feit, dat zulk een onderstelling -spreekt tot hen, die de zwakheid hebben alle maatschappelijke verschijnselen uit economische -oorzaken te verklaren en voor een deel op de duidelijke aannemelijkheid ervan<a class="noteref" id="xd29e6068src" href="#xd29e6068">62</a>. -</p> -<p>Prostituées komen voornamelijk voort uit de gelederen der fabrieksmeisjes, dienstmeisjes, -winkeljuffrouwen en kellnerinnen. In sommige van deze betrekkingen is het moeilijk -het geheele jaar door werk te vinden. Zoo worden vele modistes, kleermaaksters en -naaisters prostituée, als het de slappe tijd is in het bedrijf, en ze gaan weer aan -haar werk als het seizoen begint. Soms wordt het geregelde dagwerk aangevuld door -prostitutie ’s avonds. Er wordt gezegd, en misschien is dat waar, dat amateur-prostitutie -van deze soort in Engeland zeer veel voorkomt, daar ze niet tegengegaan wordt door -de voorzorgen, die, in landen waar de prostitutie geregeld is, de geheime prostitutie -moet in acht nemen, om inschrijving te ontgaan. Er zijn bepaalde waschgelegenheden -en kleedkamers in het centrum van Londen, die, naar men zegt, door de meisjes gebruikt -worden om zich op de gebruikelijke wijze te blanketten, en om het blanketsel er ten -slotte weer af te wasschen, voor zij naar huis gaan<a class="noteref" id="xd29e6076src" href="#xd29e6076">63</a>. Het is zeker, dat in Engeland een groot deel der ouders, die tot den werkmansstand -behooren en zelfs tot de lagere middelklasse, onbekend zijn met den aard van het leven, -dat hun eigen dochters leiden. We moeten hieraan ook toevoegen, <span class="pagenum">[<a id="pb239" href="#pb239">239</a>]</span>dat de ouders voor dit gedrag van de dochter nu en dan de oogen sluiten of het zelfs -aanmoedigen; zoo schrijft een correspondent, dat hij “steden in Engeland kent, waar -de prostitutie niet beschouwd wordt als iets schandelijks, en dat hij zich vele gevallen -kan herinneren, waarin het huis van de moeder door de dochter gebruikt wordt met goedvinden -van de moeder”. -</p> -<p>Acton zegt in een goed boek over de prostitutie in Londen, geschreven in het midden -van de laatste eeuw, dat de prostitutie “een overgangsstadium is, waar een onnoemelijk -groot aantal Engelsche vrouwen in verkeert”<a class="noteref" id="xd29e6086src" href="#xd29e6086">64</a>. Deze bewering werd toen met nadruk bestreden door vele ernstige moralisten, die -weigerden toe te geven, dat het voor een vrouw, die in zoo’n diepe put van vernedering -gevallen was, mogelijk was om er ooit weer fatsoenlijk en wel uit te komen. Toch is -het zeker waar wat een groote proportie vrouwen betreft, niet alleen in Engeland, -maar ook in andere landen. Zoo zegt Parent-Duchâtelet, de grootste autoriteit over -de Fransche prostitutie, dat “prostitutie voor het meerendeel alleen maar een overgangsstadium -is; gewoonlijk wordt het al in het eerste jaar verlaten; er zijn maar zeer weinige -prostituées, die prostituée blijven tot haar dood”. Het is echter moeilijk zich precies -te vergewissen in hoeverre dat waar is; er zijn geen feiten, die zouden kunnen dienen -als een juiste basis voor nauwkeurige taxatie<a class="noteref" id="xd29e6092src" href="#xd29e6092">65</a>, en het is niet mogelijk te verwachten, dat fatsoenlijk getrouwde vrouwen zouden -toegeven, dat zij ooit “op de straat” geweest zijn; zij zouden het misschien niet -eens zich zelf altijd willen bekennen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het volgende geval, dat wel is waar geboekt is meer dan twintig jaar geleden, is tamelijk -typisch voor een bepaalde klasse onder de lagere rangen van de prostituées, waarbij -de economische factor een groote rol speelt, maar waarin we niet te haastig moeten -aannemen, dat hij de eenige factor is. -<span class="pagenum">[<a id="pb240" href="#pb240">240</a>]</span></p> -<p>Weduwe, dertig jaar oud, met twee kinderen. Werkt in een parapluiefabriek in het East-End -van Londen, verdient achttien shilling per week met hard werken, en vermeerdert haar -inkomen door nu en dan ’s avonds de straat op te gaan. Zij komt meestal in een rustige -straat, die dicht bij een groot stedelijk eindstation ligt. Zij is een vrouw met een -aangenaam, bijna waardig voorkomen, rustig gekleed op een wijze, die alleen de aandacht -trekt doordat de rokken tamelijk kort zijn. Als ze aangesproken wordt, zal ze misschien -antwoorden, dat ze wacht “op een vriendin”, op geaffecteerde wijze over het weer spreken, -en langs haar neus weg haar aanbod doen. Zij zal een man naar een van de stille winkelstraten -in de buurt brengen, of ze zal hem met zich mee naar huis nemen. Zij neemt iedere -som aan, die de man kan of wil geven; soms is het een sovereign, soms is het sixpence; -gemiddeld verdient zij een paar shilling per avond. Zij had nog maar tien maanden -in Londen gewoond; vroeger woonde ze in Newcastle. Zij ging daar de straat niet op; -“omstandigheden veranderen een mensch”, merkt zij zeer verstandig op. Hoewel ze niet -gunstig over de politie spreekt, zegt zij, dat ze zich niet met haar bemoeit, zooals -met sommige van de meisjes. Zij geeft de politieagenten nooit geld; toch zinspeelt -ze er op, dat het soms noodig is hun wenschen te bevredigen, om met hen op goeden -voet te blijven.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Men moet altijd in gedachten houden, want het wordt soms door de socialisten en maatschappelijke -hervormers vergeten, dat, terwijl de druk van de armoede een bepaalden invloed uitoefent -op de prostitutie, in zooverre, dat hij de gelederen doet toenemen van de vrouwen, -die door ontucht in haar levensonderhoud trachten te voorzien, zoodat de armoede wel -degelijk kan beschouwd worden als een factor van de prostitutie, toch nooit eenige -praktisch mogelijke verhooging van het arbeidsloon direct en alleen tot afschaffing -der prostitutie zou kunnen leiden. De Molinari, een economisch-theoreticus merkt op, -dat “de prostitutie een industrie” is, en dat, als andere concurreerende bedrijven -vrouwen voldoende hooge loonen kunnen bieden, zij niet zoo dikwijls aangetrokken zullen -worden door de prostitutie; hij gaat voort met er op te wijzen, dat hiermee de kwestie -in het geheel niet opgelost is. “Evenals iedere andere industrie wordt de prostitutie -beheerscht door den eisch van de behoefte, waaraan ze beantwoordt. Zoolang die behoefte -en die eisch blijven bestaan, zullen zij een aanbod uitlokken. Het is de behoefte -en de eisch, waarop we moeten werken, en misschien zal de wetenschap ons de middelen -verschaffen dat te doen”<a class="noteref" id="xd29e6112src" href="#xd29e6112">66</a>. Op welke wijze Molinari verwacht, dat de wetenschap de vraag naar prostituées verminderen -zal, is niet duidelijk uitgedrukt. -</p> -<p>Niet alleen moeten we toegeven, dat geen praktisch uitvoerbare verhooging van de loonen, -aan vrouwen in gewone industrieën betaald met mogelijkheid kan wedijveren met de loonen, -die tamelijk aantrekkelijke vrouwen van zeer gewone bekwaamheid met de prostitutie -verdienen<a class="noteref" id="xd29e6120src" href="#xd29e6120">67</a>, maar wij moeten ook bedenken, <span class="pagenum">[<a id="pb241" href="#pb241">241</a>]</span>dat een toename in den algemeenen welstand—die alleen een verhooging van de loonen -van vrouwen gezond en normaal kan maken—een verhooging in de loonen van de prostitutie -met zich brengt, en een toename in het aantal prostituées. Zoodat, als goede loonen -moeten dienen om de prostitutie tegen te gaan, wij alleen kunnen zeggen, dat men met -de eene hand meer terug neemt dan men met de andere geeft. Dit is zoo duidelijk, dat -Després in een nauwkeurige moreele en demographische studie over de verdeeling van -de prostitutie in Frankrijk tot de conclusie komt, dat wij de oude leer, dat “armoede -prostitutie veroorzaakt” moeten omkeeren, daar prostitutie regelmatig toeneemt met -weelde<a class="noteref" id="xd29e6133src" href="#xd29e6133">68</a>, en dat, naar mate een departement in weelde en voorspoed toeneemt, ook het aantal -zoowel van ingeschreven als van vrije prostituées in dat departement vermeerdert. -Hier schuilt echter een fout, want, terwijl het waar is, dat, zooals Després beweert, -weelde naar prostitutie vraagt, zoo is het ook waar, dat een rijke gemeenschap de -uitersten van armoede zoowel als van rijkdom in zich sluit, en dat het onder de armere -elementen is, dat de prostitutie haar nieuwelingen vindt. De oude bewering “armoede -veroorzaakt prostitutie” is nog geldig, maar ze is gecompliceerd geworden en veranderd -door de samengestelde verhoudingen van de beschaving. Bonger heeft, in zijn knappe -discussie over de economische zijde van de kwestie, zich den breeden en diepen grondslag -van de prostitutie voor oogen gesteld, waar hij tot de conclusie komt, dat ze “aan -den eenen kant de onvermijdelijke aanvulling is van de bestaande wettige monogamie, -en aan den anderen kant het resultaat van de physieke en psychische ellende, waarin -de vrouwen van het volk leven, en ook het gevolg van de ondergeschikte positie van -vrouwen in onze hedendaagsche maatschappij”<a class="noteref" id="xd29e6139src" href="#xd29e6139">69</a><span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Een nauwkeurige economische beschouwing van de prostitutie kan ons geenszins tot -den wortel van de zaak brengen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Eén omstandigheid alleen moest al voldoende zijn geweest, om aan te toonen, dat de -onbekwaamheid van vele vrouwen, om door arbeidsloon in haar dringendste levensbehoeften -te voorzien, in geenen deele de voornaamste oorzaak is van de prostitutie: een groot -deel der prostituées komt voort uit de gelederen der dienstmeisjes. Van al de groote -groepen van loonarbeidsters zijn de dienstboden het meest vrij van economische zorgen; -zij betalen niet voor voedsel en voor woning; dikwijls hebben zij het even goed als -haar meesteressen, en in een groot aantal gevallen hebben zij minder geldzorgen dan -deze. Bovendien voorzien zij in een bijna algemeene behoefte, zoodat er nooit zelfs -<span class="pagenum">[<a id="pb242" href="#pb242">242</a>]</span>voor maar zeer middelmatig bekwame dienstboden eenige nood is, dat ze zonder werk -zullen zijn. Nu is het wel waar, dat zij een zeer groot lichaam vormen, dat natuurlijk -een bepaald contingent nieuwelingen aan de prostitutie moest leveren. Maar als wij -zien, dat huiselijke dienst het voornaamste reservoir is, waaruit de prostitutie vloeit, -dan moet het wel duidelijk zijn, dat het verlangen naar voedsel en onderdak geenszins -de voornaamste oorzaak is voor de prostitutie. -</p> -<p>We kunnen hieraan toevoegen, dat, hoewel de beteekenis van dit overheerschend veel -voorkomen van dienstmeisjes onder prostituées zelden erkend wordt door hen, die meenen, -dat wegnemen van de armoede tevens is afschaffen van de prostitutie, het niet buiten -beschouwing gelaten is door de meer nadenkende onderzoekers van maatschappelijke vraagstukken. -Zoo wijst Sherwell er terecht op, dat tot zekere hoogte “de moraal op en neer gaat -met den handel”, en hij voegt er bij, dat het, tegenover het belang van den economischen -factor, een feit is, dat zeer tot nadenken stemt en op iedere wijze indruk maakt, -dat de meerderheid der meisjes, die het West-End van Londen bezoeken (88 percent, -volgens de boeken van het Leger des Heils) voortkomt uit den huiselijken dienst, waar -de economische strijd niet ernstig gevoeld wordt (Arthur Sherwell, <i lang="en">Life in West London</i>, hoofdst. V, “<span lang="en">Prostitution</span>”). -</p> -<p>Het is tevens opmerkelijk, dat dienstboden door de omstandigheden van haar leven meer -dan eenige andere klasse op de prostituées gelijken (Bernaldo de Quiros en Llanas -Aguilaniedo hebben dit aangetoond in <i lang="es">La Mala Vida en Madrid</i>, p. 240). Evenals prostituées zijn zij een klasse van vrouwen apart; zij hebben geen -recht op de égards en kleine hoffelijkheden, die gewoonlijk aan andere vrouwen worden -bewezen; in sommige landen zijn zij zelfs ingeschreven, evenals de prostituées; het -kan ternauwernood verwondering wekken, dat als aan haar beroep dezelfde nadeelen verbonden -zijn als aan dat van de prostituée, zij ook soms eenige van de voordelen van dat beroep -wenschen te bezitten. Lily Braun (<i lang="de">Frauenfrage</i>, p. 389 <i>et seq.</i>) heeft in bijzonderheden deze ongunstige omstandigheden van huiselijken arbeid uiteengezet, -in zooverre zij betrekking hebben op de neiging onder dienstmeisjes om prostituée -te worden. R. de Ryckère heeft in zijn belangwekkend werk, <i lang="fr">La Servante Criminelle</i> (1907, p. 460 <i>et seq.</i>; <i>cf.</i>), een artikel van dezelfden schrijver, “<span lang="fr">La Criminalité Ancillaire</span>”, <i lang="fr">Archives <span class="corr" id="xd29e6182" title="Bron: d’ Anthropologie">d’Anthropologie</span> Criminelle</i>, Juli en December, 1906<a id="xd29e6186"></a>, de psychologie van het dienstmeisje bestudeerd. Hij vindt, dat zij vooral gekenmerkt -wordt door zorgeloosheid, ijdelheid, gebrek aan originaliteit, neiging tot nabootsen, -en vluchtigheid. Dit zijn eigenschappen, die haar tot de prostituée doen naderen. -De Ryckère schat het aantal der vroegere dienstmeisjes onder de prostituées over het -algemeen op vijftig percent, en hij voegt er bij, dat wat de “blanke slavernij” genoemd -wordt, hier haar meest meegaande en gewillige slachtoffers vindt. Hij merkt op, dat -de dienstbode-prostituée over het geheel niet zoozeer immoreel is als wel zonder moraal. -</p> -<p>In Parijs bevond Parent-Duchâtelet dat, wat het aantal betrof, dienstboden het grootste -contingent leverden voor de prostitutie, en zijn nieuwere uitgevers vonden ook, dat -zij ook in later jaren boven aan de lijst staan (Parent-Duchâtelet, uitgave van 1857, -deel I, p. 83)<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Onder clandestiene prostituées in Parijs ontdekte Commenge onlangs, dat vroegere -dienstboden veertig percent leveren. In Bordeaux vond Jeannel (<i lang="fr">De la Prostitution Publique</i>, p. 102), dat in 1860 veertig percent van de prostituées dienstmeisjes geweest waren; -daarna kwamen de naaisters met zeven en dertig percent. -</p> -<p>In Duitschland en Oostenrijk is het al lang erkend, dat huisdienst het grootste aantal -nieuwelingen voor de prostitutie levert. Lippert, in Duitschland, en Gross-Hoffinger, -in Oostenrijk, hebben op dit overheerschen van dienstmeisjes gewezen en op de beteekenis -daarvan voor het midden van de negentiende eeuw; onlangs heeft Blaschko gezegd (“<span lang="de">Hygiene der Syphilis</span>” in Weyl’s <i lang="de">Handbuch der Hygiene</i>, deel II, p. 40), dat onder de Berlijnsche prostituées in 1898 de dienstmeisjes bovenaan -stonden met een en vijftig percent. Baumgarten <span class="pagenum">[<a id="pb243" href="#pb243">243</a>]</span>heeft geconstateerd, dat in Weenen het getal dienstboden acht en vijftig percent is. -</p> -<p>In Engeland zijn, volgens het Rapport van een <span lang="en">Select Committee</span> van de Lords over de wetten tot bescherming van kinderen, zestig percent der prostituées -dienstmeisjes geweest. F. Remo noemt tachtig percent in zijn <i lang="fr">Vie Galante en Angleterre</i>. Het schijnt zelfs nog hooger te zijn voor het West-End van Londen. Voor Londen als -een geheel genomen, bleek uit de uitgebreide statistieken van Merrick (<i lang="en">Work Among the Fallen</i>), kapelaan van de Millbank-gevangenis, dat van de 14.700 prostituées er 5823, of -ongeveer veertig percent vroeger dienstmeisjes geweest waren; dat dan de waschvrouwen -kwamen en daarna de naaisters; zijn feiten wat meer beknopt en ruwer klassificeerend, -bevond Merrick, dat het aantal van de dienstmeisjes drie en vijftig percent was. -</p> -<p>In Amerika zegt Sanger, dat drie en veertig percent der prostituées dienstmeisjes -geweest waren, en dat de naaisters dan kwamen, maar na een langen tusschenpoos, met -zes percent (Sanger, <i lang="en">History of Prostitution</i>, p. 524). Onder de prostituées van Philadelphia zegt Goodchild, dat “dienstmeisjes -waarschijnlijk naar verhouding het meest voorkomen”, hoewel er nieuwelingen kunnen -gevonden worden uit bijna alle beroepen. -</p> -<p>In andere landen is het hetzelfde. In Italië komen volgens Tammeo (<i lang="it">La Prostituzione</i>, p. 100) de dienstmeisjes het eerst onder de prostituées met acht en twintig percent, -gevolgd door den groep van naaisters, costuumnaaisters en modemaaksters, zeventien -percent. In Sardinië zegt A. Mantegazza, dat de meeste prostituées dienstmeisjes van -buiten zijn<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> In Rusland is volgens Fiaux het aantal vijf en veertig percent. In Madrid komen, -volgens Eslava (zooals aangehaald wordt door Bernaldo de Quiros en Llanas Aguilaniedo -(<i lang="it">La Mala Vida en Madrid</i>, p. 239) dienstmeisjes bovenaan bij de ingeschreven prostituées met zeven en twintig -percent—bijna dezelfde verhouding als in Italië—en ook gevolgd door de naaisters. -In Zweden waren er, volgens Welander (<i lang="de">Monatshefte für Praktische Dermatologie</i>, p. 477) onder de 2541 ingeschreven prostituées 1586 (of twee en zestig percent) -dienstmeisjes; op een grooten afstand volgden 210 naaisters, dan 168 fabrieksmeisjes, -enz.).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p><i>De biologische factor van de prostitutie.</i>—Economische overwegingen hebben, zooals we zien, een zeer belangrijken invloed op -de prostitutie, hoewel het in het geheel niet juist is te beweren, dat zij de voornaamste -oorzaak vormen. Er is een ander probleem, dat veel onderzoekers heeft bezig gehouden: -In welke mate zijn prostituées tot dit beroep gepredestineerd door organische constitutie? -Het wordt algemeen toegegeven, dat economische en andere omstandigheden een oorzaak -zijn, die tot de prostitutie opwekken; in hoeverre zijn zij, die bezwijken, gepredisponeerd -doordat ze abnormale, persoonlijke eigenschappen bezitten? Sommige onderzoekers hebben -beweerd, dat deze predispositie zoo stellig bestaat, dat prostitutie wel mag beschouwd -worden als een vrouwelijk equivalent voor criminaliteit, en dat in een familie, waar -de mannen zich instinctief naar de misdaad keeren, de vrouwen zich instinctief keeren -naar de prostitutie. Anderen hebben even beslist deze conclusie bestreden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Lombroso heeft meer speciaal de leer voorgestaan, dat de prostitutie het plaatsvervangend -equivalent is van de criminaliteit. Hiermee bracht hij de resultaten tot ontwikkeling, -die in een belangrijke studie aangaande de familie Jukes, door Dugdale gepubliceerd -zijn; Dugdale bevond dat “daar, waar de broeders misdaad plegen, de zusters tot de -prostitutie komen<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>; de geld- en <span class="pagenum">[<a id="pb244" href="#pb244">244</a>]</span>gevangenisstraffen van de leden der familie waren niet opgelegd wegens schending van -het eigendomsrecht, maar voornamelijk wegens beleedigingen van de openbare zedelijkheid<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> “De psychologische, zoowel als de anatomische identiteit van den misdadiger en de -geboren prostituée”, tot dit besluit kwamen Lombroso en Ferrero, “kon niet meer volkomen -zijn: beiden zijn gelijk aan den moreel krankzinnige, en daarom zijn ze, volgens het -axioma, weer aan elkander gelijk. Daar is hetzelfde gebrek aan zedelijk gevoel, dezelfde -hardheid van gemoed, dezelfde vroege lust tot het kwade, dezelfde onverschilligheid -voor maatschappelijke schande, dezelfde wispelturigheid, luiheid en zorgeloosheid, -dezelfde smaak voor lichtzinnige genoegens, voor de orgie en voor alcohol, dezelfde, -of bijna dezelfde, ijdelheid. Prostitutie is slechts de vrouwelijke zijde van de criminaliteit. -En zoo waar is het dat prostitutie en criminaliteit twee analoge, of, om zoo te zeggen, -parallel gaande verschijnselen zijn, dat zij in hun uitersten elkaar ontmoeten. De -prostituée is dus psychologisch een misdadige: als zij geen eigenlijke misdaden begaat, -dan is het omdat haar physieke zwakte, haar gering verstand, het gemak waarmee zij -alles wat zij noodig heeft op eenvoudige wijze verkrijgen kan, haar ontslaan van de -noodzakelijkheid misdaden te begaan, en juist om deze redenen vertegenwoordigt de -prostitutie den specifieken vorm van vrouwelijke criminaliteit”. De schrijvers voegen -er bij, dat “prostitutie, in zekeren zin, maatschappelijk nuttig is als een afvoerkanaal -voor de mannelijke sexualiteit en een voorbehoedmiddel tegen de misdaad” (Lombroso -en Ferrero, <i lang="it">La Donna Delinquente</i>, 1893, p. 571). -</p> -<p>Zij, die dit gezichtspunt bestreden hebben, hebben zich op ander standpunt geplaatst -dan Lombroso en Ferrero, en zij hebben in het geheel niet altijd de positie, die zij -aanvielen, begrepen. Zoo betoogt W. Fisher met veel kracht (in <i lang="de">Die Prostitution</i>) dat prostitutie niet is een onschuldig equivalent van de criminaliteit, maar een -factor van de criminaliteit. En Féré beweert (in <i lang="fr">Dégénérescence et Criminalité</i>), dat criminaliteit en prostitutie niet equivalent zijn, maar identiek. “Prostituées -en misdadigers”, zegt hij, “hebben als gemeenschappelijk kenmerk hun onproductiviteit, -en bijgevolg zijn ze onmaatschappelijk. Prostitutie vormt zoo een vorm van criminaliteit.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Het essentieele kenmerk van misdadigers is echter niet hun onproductiviteit, want -die hebben ze gemeen met een groot deel van de rijksten uit de hoogste standen; we -moeten er ook bijvoegen, dat de prostituée, ongelijk aan den misdadiger, een werkzaamheid -uitoefent, waar navraag naar is, waarvoor zij bereidwillig betaald wordt en waarvoor -zij te werken heeft (het is soms opgemerkt, dat de prostituée neerziet op den dief, -die “niet werkt”); zij oefent een beroep uit, en zij is niet meer of minder productief -dan zij, die meer respectabele beroepen uitoefenen. Aschaffenburg meent dat hij staat -tegenover Lombroso, waar hij eenigszins verschillend van Féré beweert, dat de prostitutie -inderdaad niet is zooals Féré zeide, een vorm van criminaliteit, maar dat ze te dikwijls -samengaat met criminaliteit om als een equivalent beschouwd te worden. Onlangs heeft -Mönkemöller hetzelfde standpunt verdedigd. Hier is echter, als gewoonlijk, een groot -verschil van meening aangaande de proportie van prostituées, waarvan dit waar is. -Alle onderzoekers erkennen dat dit waar is voor een zeker aantal, maar terwijl Baumgarten -bij onderzoek van acht duizend prostituées maar een kleine proportie vond die misdadigsters -waren, vond Ströhmberg, dat van de 462 prostituées er 175 dieveggen waren. Aan den -anderen kant staat Morasso (zooals in <i lang="it">Archivio di Psichiatria</i> aangehaald is, 1896, afl. 1), op grond van zijn eigen onderzoekingen, meer bepaald -tegenover Lombroso, daar hij protesteert tegen iedere zuiver degeneratieve beschouwing -van de prostituées, die haar op eenigerlei wijze zou gelijk maken aan misdadigers.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De kwestie van de sexualiteit van de prostituées, die in zekere betrekking staat tot -haar neiging tot degeneratie, is door verschillende schrijvers in verschillenden zin -opgelost. Terwijl sommige, zooals Morasso, beweren, dat de sexueele impuls de voornaamste -<span class="pagenum">[<a id="pb245" href="#pb245">245</a>]</span>oorzaak is die vrouwen er toe brengt de loopbaan van prostituée te kiezen, beweren -andere, dat prostituées gewoonlijk bijna zonder sexueelen impuls zijn. Lombroso verwijst -naar het veel voorkomen van sexueele koelheid onder prostituées<a class="noteref" id="xd29e6269src" href="#xd29e6269">70</a>. In Londen zegt Merrick, die bekend was met meer dan 16.000 prostituées, dat hij -“maar heel enkele gevallen” ontmoet heeft waarin grof sexueel verlangen de beweegreden -geweest is tot het kiezen van een leven van prostitutie. In Parijs had Raciborski -al veel vroeger gezegd, dat “men onder prostituées er maar zeer weinig vindt die tot -losbandigheid gedrongen werden door sexueelen gloed”<a class="noteref" id="xd29e6274src" href="#xd29e6274">71</a>. Ook Commenge, die zorgvuldig de Parijsche prostituée bestudeerd heeft, kan niet -toegeven dat sexueele begeerte genoemd mag worden onder de ernstige oorzaken van de -prostitutie. “Ik heb duizende vrouwen over dit punt ondervraagd”, zegt hij, “en maar -zeer weinige hebben mij verteld, dat zij tot de prostitutie gedreven waren ter bevrediging -van haar sexueele behoeften. Hoewel meisjes, die zich aan de prostitutie overgeven, -gewoonlijk niet zeer oprecht zijn, hebben zij geloof ik op dit punt geen behoefte -om te bedriegen. Als zij sexueele behoeften hebben, dan verbergen zij die niet, maar -integendeel vertoonen zij een zekere voorliefde om ze te erkennen als een voldoende -rechtvaardiging voor haar leven; zoodat, als maar een zeer kleine minderheid deze -beweegreden aanhaalt, de oorzaak is dat ze voor de groote meerderheid niet bestaat”. -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan zijn dat de opmerkingen, die aangaande de sexueele koelheid -van prostituées gemaakt worden, dikwijls veel te weinig bepaald zijn. Dit berust voor -een deel zeker op het feit, dat ze gewoonlijk gedaan worden door hen, die spreken -uit hun bekendheid met oude prostituées, wier gemeenzaamheid met normaal sexueel verkeer -in zijn minst aantrekkelijken vorm tot resultaat heeft gehad, dat zij volkomen onverschillig -werden voor zulk verkeer, zoover haar cliënten aangaat<a class="noteref" id="xd29e6282src" href="#xd29e6282">72</a>. Het kan naar waarheid getuigd worden, dat voor de vrouw van diepen hartstocht de -kortstondige en oppervlakkige verhoudingen van de prostitutie geen verleiding kunnen -bieden. En we kunnen er bijvoegen, dat de meerderheid der prostituées haar loopbaan -op zeer jeugdigen <span class="pagenum">[<a id="pb246" href="#pb246">246</a>]</span>leeftijd begint, lang voor den tijd waarop bij vrouwen de neiging tot hartstocht nog -gekomen is<a class="noteref" id="xd29e6290src" href="#xd29e6290">73</a>. We kunnen ook wel zeggen, dat een onverschilligheid voor sexueele verhoudingen, -een neiging er geen persoonlijke waarde aan te hechten, dikwijls een predisponeerende -oorzaak is bij het aannemen van de loopbaan van prostituée; de geestelijke ondiepte -van prostituées kan wel samengaan met ondiepte van physieke gemoedsbeweging. Aan den -anderen kant schijnen veel prostituées, in ieder geval in het begin van haar loopbaan, -een merkbare mate van zinnelijkheid te vertoonen, en voor vrouwen van ruwe sexueele -kracht is de prostitutie in dit opzicht niet zonder aantrekkingskracht geweest; men -weet, dat de bevrediging van physieke begeerte in sommige gevallen als motief gewerkt -heeft en in andere is ze duidelijk na te wijzen<a class="noteref" id="xd29e6299src" href="#xd29e6299">74</a>. Dit kan ternauwernood verwondering wekken als wij bedenken, dat prostituées in veel -gevallen opmerkelijk sterke en gezonde menschen zijn wat haar algemeenen toestand -betreft<a class="noteref" id="xd29e6302src" href="#xd29e6302">75</a>. Zij bieden zonder moeite weerstand aan de gevaren van haar beroep, en hoewel de -uitingen van sexueel gevoel onder den invloed daarvan in den loop van den tijd wel -moeten gewijzigd worden of verdraaid, zoo is dit geen bewijs dat sexueele gevoeligheid -oorspronkelijk afwezig was. Het is zelfs geen bewijs van het verlies ervan, want de -werkelijke natuur van de normale prostituée en haar sexueele gloed vinden voornamelijk -uiting niet in haar beroepsverhoudingen tot haar cliënten, maar in haar verhoudingen -tot haar minnaar, die tevens haar souteneur is<a id="xd29e6317"></a><a class="noteref" id="xd29e6318src" href="#xd29e6318">76</a>. Het is volkomen waar, dat de omstandigheden van haar leven het dikwijls praktisch -voordeelig maken voor de prostituées om aan zich verbonden te hebben een man, die -voor haar belangen zorgt en die ze zoo noodig zal verdedigen, maar dat is alleen een -bijkomend, toevallig en ondergeschikt voordeel van den “minnaar”, voor zoover het -prostituées in het algemeen betreft. Zij is in de eerste plaats tot hem aangetrokken -omdat hij haar persoonlijk bevalt en zij hem voor zichzelf wil hebben. Het motief -voor haar verbintenis is in <span class="pagenum">[<a id="pb247" href="#pb247">247</a>]</span>hoofdzaak erotisch, in den vollen zin van het woord en sluit in zich niet alleen sexueele -verhoudingen, maar bezit een gemeenschappelijk belang, een duurzaam en intiem leven, -te zamen geleid. “Je weet dat, wat wij in ons beroep doen, ons hart niet kan vullen” -zeide een Duitsche prostituée. “Waarom zouden wij niet een echtgenoot hebben zooals -andere vrouwen? Ik heb ook behoefte aan liefde. Als dat niet zoo was, zouden we geen -behoefte hebben aan een minnaar”. En hij van zijn kant beantwoordt dat gevoel en wordt -in het geheel niet alleen bewogen door eigenbelang<a class="noteref" id="xd29e6326src" href="#xd29e6326">77</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Een van mijn correspondenten, die veel ondervinding gehad heeft met prostituées, niet -alleen in Engeland, maar ook in Duitschland, Frankrijk, België en Holland heeft gevonden, -dat de normale uitingen van sexueel gevoel veel meer gewoon zijn onder Engelsche prostituées -dan onder die van het vaste land. “Ik zou zeggen”, schrijft hij, “dat bij den normalen -coïtus vrouwen van het vaste land gewoonlijk geen sexueele opwinding ondervinden. -Ik geloof niet, dat ik ooit een vrouw van het vasteland gekend heb, die iets had, -dat op geprikkeldheid leek. Engelsche vrouwen echter, geven zich, als een man maar -gewoon vriendelijk is en toont dat hij wat gevoel heeft boven uitsluitend zinnelijke -bevrediging, dikwijls over aan de meest wilde genoegens van sexueele opwinding. Natuurlijk -is er in dit leven, evenals in andere, scherpe concurrentie, en een vrouw moet, om -met haar mededingsters te wedijveren, haar mannelijke vrienden behagen; maar een man -van de wereld kan altijd onderscheid maken tusschen echte en gesimuleerde hartstocht”. -(Het is echter mogelijk, dat hij het meeste succes zal hebben bij het opwekken van -de gevoelens van de vrouwen van zijn eigen land). Aan den anderen kant vindt deze -schrijver, dat de buitenlandsche vrouwen er meer op uit zijn in het genoegen van haar -tijdelijke metgezellen te voorzien en zich te vergewissen wat hen genoegen geeft. -“De buitenlandsche schijnt het tot de hoofdzaak van haar leven te maken de een of -andere abnormale wijze van sexueele bevrediging voor haar metgezel te ontdekken”. -Voor haar eigen genoegen vragen buitenlandsche prostituées dikwijls om <i lang="la">cunnilinctus</i>, liever dan normalen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, terwijl anale <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> ook gewoon is. Het verschil is klaarblijkelijk, dat de Engelsche vrouwen, als zij -bevrediging zoeken, die vinden in normalen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, terwijl de buitenlandsche vrouwen meer abnormale methoden prefereeren. Er is echter -een klasse van Engelsche prostituées, die deze correspondent als een uitzondering -beschouwt op den algemeenen regel: de klasse van haar, die voortgekomen zijn uit de -lagere rangen van het tooneel. “Zulke vrouwen zijn gewoonlijk losbandiger—dat is te -zeggen, meer bekend met het bizarre in het sexueele—dan meisjes, die uit winkels komen -of uit kroegen; zij vertoonen <span class="pagenum">[<a id="pb248" href="#pb248">248</a>]</span>een bekendheid met <i lang="la">fellatio</i>, en zelfs van anale <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, en gedurende de menstruatie vragen zij dikwijls om inter-mammaire <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Over het geheel schijnt het, dat prostituées, hoewel ze haar leven gewoonlijk niet -uit beweegredenen van zinnelijkheid kiezen, toch als ze haar loopbaan beginnen of -in het eerste deel ervan een tamelijk gewone mate van sexueele impuls bezitten, met -variaties in beide richtingen zoowel van exces en tekort, als van perversie. Op een -wat later tijd is het nutteloos te trachten de sexueele impuls van prostituées af -te meten naar de mate van genoegen, die zij vinden in het beroeps-uitvoeren van sexueelen -omgang. Het is noodig zich te vergewissen of zij sexueele instincten hebben, die op -andere wijze bevredigd worden. In een groot aantal gevallen vindt men, dat dit zoo -is. Masturbatie is vooral onder prostituées uiterst gewoon; hoeveel ze ook voorkomt -onder vrouwen, die geen ander middel hebben om sexueele bevrediging te verkrijgen, -wordt toch toegegeven, dat ze onder prostituées nog meer voorkomt, ja bijna algemeen<a class="noteref" id="xd29e6369src" href="#xd29e6369">78</a>. -</p> -<p>Homosexualiteit, hoewel ze niet zoo gewoon is als masturbatie, wordt onder prostituées -zeer veel gevonden—in Frankrijk schijnt het, meer dan in Engeland—en men kan wel zeggen, -dat ze meer voorkomt onder prostituées dan onder eenige andere klasse van vrouwen. -Ze wordt begunstigd door den verkregen tegenzin tegen normalen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, die voortkomt uit beroeps-omgang met mannen, die er toe leidt dat homosexueele verhoudingen -door vergelijking met deze beschouwd worden als rein en ideaal. Het schijnt ook wel, -dat in een groot aantal gevallen prostituées een aangeboren aanleg tot sexueele inversie -hebben en dat zulk een aanleg, te zamen met onverschilligheid voor den omgang met -mannen een oorzaak is, die haar voorbeschikt tot het kiezen van het leven van prostituée. -Kurella beschouwt prostituées zelfs als een tweede variëteit van personen met aangeboren -inversie. Anna Rüling in Duitschland zegt, dat ongeveer twintig percent van de prostituées -homosexueel zijn; als haar gevraagd werd wat er haar toe bracht prostituée te worden, -antwoordde meer dan een <span class="corr" id="xd29e6386" title="Bron: geinverteerde">geïnverteerde</span> vrouw van de straat haar, dat het zuiver een beroeps-zaak was en dat sexueel gevoel -buiten kwestie bleef, behalve met een vriendin<a class="noteref" id="xd29e6389src" href="#xd29e6389">79</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb249" href="#pb249">249</a>]</span></p> -<p>Het voorkomen van aangeboren inversie onder prostituées—hoewel we prostituées als -een klasse niet als noodzakelijk gedegenereerd behoeven te beschouwen—doet de vraag -ontstaan of het waarschijnlijk is, dat we een ongewoon groot aantal physieke en andere -afwijkingen onder haar vinden. Het kan niet gezegd worden, dat er op dit punt eenstemmigheid -van opinie is. Voor sommige autoriteiten zijn prostituées niets anders dan normale, -gewone vrouwen van een lagen maatschappelijken rang, zoo inderdaad haar instincten -niet eenigszins verheven zijn boven die van de klasse, waarin zij geboren zijn. Andere -onderzoekers vinden onder haar een zoo groote proportie van individuen, die afwijken -van het normale, dat zij geneigd zijn de prostituées over het algemeen te plaatsen -onder de eene of andere abnormale klasse<a class="noteref" id="xd29e6402src" href="#xd29e6402">80</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Baumgarten, die meer dan 8000 prostituées gekend heeft, <span class="corr" id="xd29e6414" title="Bron: bevondt">bevond</span>, dat maar een zeer klein deel crimineel is of psychopatisch in temperament of organisatie -(<i lang="de">Archiv für Kriminal-Anthropologie</i>, deel XI, 1902). Het is echter niet duidelijk, dat Baumgarten eenige nauwkeurige -en preciese onderzoekingen deed. Mr. Lane, een Londensch politie-rechter, heeft geconstateerd, -als resultaat van zijn eigen opmerkingen, dat prostitutie “tegelijk een <span class="corr" id="xd29e6420" title="Bron: symtoom">symptoom</span> en een gevolg is van denzelfden gedegenereerden, physieken en decadenten aard, die -aanleiding geeft tot het ontstaan van mannelijke landloopers, kleine dieven en bedelaars -van beroep en dat de prostituée gewoonlijk het vrouwelijk analogon daarvan is” (<i lang="en">Ethnological Journal</i>, April, 1905, p. 41). Deze schatting is zeker juist, wat een groot deel der vrouwen -aangaat, die, dikwijls verzwakt door drank, in de zittingen van de politie-rechters -verschijnen, maar ze kan wel nauwelijks zonder nadere aanduiding toegepast worden -op prostituées in het algemeen. -</p> -<p>Morasso (<i lang="it"><span class="corr" id="xd29e6429" title="Bron: Archivo">Archivio</span> di Psichiatria</i>, 1896. afl. 1) heeft geprotesteerd tegen een enkel zuiver degeneratieve beschouwing -van de prostituées op grond van zijn eigen opmerkingen. Er is, zegt hij, een categorie -van prostituées, onbekend aan wetenschappelijke navorschers, die hij noemt die van -de <i lang="it">Prostitute di alto bordo</i>. Onder haar zijn de teekenen van degeneratie zoowel physiek als <span class="pagenum">[<a id="pb250" href="#pb250">250</a>]</span>moreel, niet in grooteren getale te vinden, dan onder vrouwen, die niet tot de prostitutie -behooren. Zij vertoonen alle soorten van karakters, terwijl sommigen van haar een -groote verfijning bezitten; ze worden voornamelijk gekenmerkt door een ongewone mate -van sexueele begeerte. Zelfs onder de lagere groep van de <i lang="it">bassa prostituzione</i> beweert hij, dat wij een overheerschen vinden van sexueele, zoowel als van professioneele -karakters eer dan teekenen van degeneratie. Het is voldoende nog een getuigenis aan -te halen, zooals het vele jaren geleden gegeven is door een vrouw van hoog verstand -en karakter, Mrs. Craik, de romanschrijfster: “De vrouwen, die vallen, zijn in het -geheel niet de slechtste van haar stand”, schreef zij. “Ik heb het hooren bevestigen -door meer dan een vrouw—door eene vooral, wier ondervinding even groot was als haar -welwillendheid—dat vele van haar behooren onder de beste, meest verfijnde, intelligente, -waarheidlievende, en liefhebbende. “Ik weet niet hoe het komt”, zeide zij dan, “of -juist haar meerderheid haar ontevreden maakt met haar eigen stand—arbeiders zijn dikwijls -zulke ruwe, boersche kerels!—zoodat zij gemakkelijker ten prooi vallen aan mannen, -die in stand boven haar zijn: of dat, hoewel deze theorie veel menschen zal stuiten, -andere deugden nog kunnen bestaan en bloeien, volkomen afgescheiden van, en na het -verlies van dat, wat wij gewend zijn te beschouwen als de onmisbare eerste deugd van -onze sekse—kuischheid. Ik kan het niet verklaren; ik kan alleen zeggen, dat het zoo -is, dat sommige van mijn meest belovende dorpsmeisjes het eerst in het verderf zijn -geloopen; en dat sommige van de beste en trouwste dienstmeisjes, die ik ooit gehad -heb, tot schande kwamen, en als ik ze niet te hulp was gekomen en ze op weg had geholpen -het kwaad weer goed te maken, ongetwijfeld “gevallen vrouwen” zouden geworden zijn<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> (<i lang="en"><span class="corr" id="xd29e6447" title="Bron: A.">A</span> Woman’s Thoughts About Women</i>, 1858, p. 291). Verschillende schrijvers hebben den nadruk gelegd op de goede moreele -eigenschappen van prostituées. Zoo noemt in Frankrijk Despine eerst haar ondeugden -op zooals (1) gulzigheid en drankzucht, (2) leugenachtigheid, (3) opvliegendheid, -(4) gebrek aan orde en slordigheid, (5) wispelturigheid, (6) behoefte aan beweging, -(7) neiging tot homosexualiteit; en dan gaat hij voort haar goede eigenschappen te -specificeeren: haar moederliefde en haar kinderliefde, haar hulpvaardigheid voor elkaar; -en haar weigeren elkaar aan te klagen; terwijl zij dikwijls godsdienstig zijn, soms -bescheiden en gewoonlijk zeer eerlijk (Despine <i lang="fr">Psychologie Naturelle</i>, deel III, p. 207 <i>et seq.</i>; wat de Siciliaansche prostituées betreft <i>cf.</i> Càllari, <i lang="it">Archivio di Psichiatria</i>, afl. IV, 1903). De hulpvaardigheid voor elkaar, die dikwijls in ellende getoond -wordt, wordt in hooge mate geneutraliseerd door beroeps-achterdocht en jaloezie. -</p> -<p>Lombroso meent, dat de basis van de prostitutie gevonden moet worden in moreele onnoozelheid. -Als we door moreele onnoozelheid een toestand moeten verstaan die nauw verwant is -aan krankzinnigheid, dan is deze bewering dubbelzinnig. Er schijnt geen duidelijke -verhouding te zijn tusschen prostitutie en krankzinnigheid, en Tammeo heeft aangetoond -(<i lang="it">La <span class="corr" id="xd29e6465" title="Bron: Prostitusione">Prostituzione</span></i>, p. 76), dat het veelvuldig voorkomen van prostituées in de verschillende Italiaansche -provincies in omgekeerde verhouding staat tot het veelvuldig voorkomen van krankzinnigen; -naarmate de krankzinnigheid toeneemt, neemt de prostitutie af. Maar als we meenen -een mindere mate van moreele achterlijkheid—dat is te zeggen, een stompheid in ontvankelijkheid -voor de gewone moreele beschavingsoverwegingen, die, terwijl ze direct voortkomt uit -den verhardenden invloed van een ongunstige jeugd-omgeving, ook kan berusten op een -aangeboren aanleg—kan er geen twijfel aan zijn of moreele achterlijkheid wordt zeer -dikwijls onder prostituées gevonden. Het zou ongetwijfeld aannemelijk zijn te zeggen, -dat iedere vrouw, die haar maagdelijkheid geeft in ruil voor een onvoldoende weergave -een achterlijke is. Als zij zich geeft uit liefde, heeft zij op zijn slechtst, een -dwaze vergissing begaan, zooals jonge en <span class="corr" id="xd29e6468" title="Bron: onervareu">onervaren</span> menschen ieder oogenblik kunnen begaan. Maar als zij bepaald het plan heeft zich -te verkoopen, en als ze dat doet voor niets of voor bijna niets, <span class="pagenum">[<a id="pb251" href="#pb251">251</a>]</span>dan is het een ander geval. De ondervindingen van Commenge in Parijs zijn in dit opzicht -leerzaam. “Voor veel jonge meisjes”, schrijft hij, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>bestaat er geen schaamtegevoel, zij ondervinden geen gemoedsbeweging als zij zich -volkomen ongekleed vertoonen, zij geven zich aan den eersten den besten, waarvan zij -niet weten, of zij hem ooit weer zullen zien. Zij hechten geen waarde aan haar maagdelijkheid; -zij worden onteerd onder de vreemdste omstandigheden, zonder de minste gedachte aan -of zorg over de daad, die zij doen. Nòch eenig gevoel, nòch eenige berekening, drijft -haar in de armen van een man. Zij laten zich gaan zonder nadenken en zonder reden, -bijna als een dier, uit onverschilligheid en zonder genot<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. Hij kende vijf en veertig meisjes tusschen den leeftijd van twaalf en zeventien, -die door den eersten den besten onbekende, dien ze nooit terug zagen, onteerd werden; -zij verloren haar maagdelijkheid, naar Dumas zegt, zooals zij haar melktanden verloren, -en ze konden geen aannemelijke reden opgeven voor haar verlies. Een meisje van vijftien -jaar, dat vermeld wordt door Commenge en dat bij haar ouders woonde, die haar alles -gaven wat ze noodig had, verloor haar maagdelijkheid, doordat ze toevallig een man -ontmoette, die haar twee francs aanbood, als ze met hem mee wilde gaan; ze deed het -zonder aarzelen en begon spoedig uit zichzelf mannen aan te spreken. Een meisje van -veertien jaar, die ook behagelijk bij haar ouders woonde, gaf haar maagdelijkheid -op een kermis voor een glas bier, en begon van toen af zich aan te sluiten bij prostituées. -Een ander meisje van denzelfden leeftijd, die op een Kermesse in den draaimolen wilde -draaien, bood zich aan, aan den man die de machine bediende, voor het genoegen van -eenmaal rond te draaien. Nog een ander meisje van vijftien jaar, op een ander feest, -bood haar maagdelijkheid voor hetzelfde tijdelijke genoegen. (Commenge, <i lang="fr">Prostitution Clandestine</i>, 1897, p. 101 <i>et seq.</i>). In de Vereenigde Staten legt Dr. W. Travis Gibb, behandelend geneesheer aan de -“<span lang="en">New York Society for the Prevention of Cruelty to Children</span>”, dezelfde getuigenis af van het feit, dat in een tamelijk groot deel van gevallen -van “verkrachting” het kind het gewillige slachtoffer is. “Het is bepaald aandoenlijk” -zegt hij (<i lang="en">Medical Record</i>, April 20, 1907), “te bemerken hoe een stuiversstuk of een kwartje voldoende zijn -om de deugd van deze kinderen te koopen”. -</p> -<p>Indien we willen onderzoeken in hoeverre prostituées aangeboren physieke afwijkingen -vertoonen, dan is het gelaat de ruwste en meest voor de hand liggende toetssteen, -hoewel hij niet de meest preciese is en evenmin de meeste bevrediging geeft. Toen -in Frankrijk, ongeveer 1000 prostituées wat haar uiterlijk betrof in vijf groepen -verdeeld werden, vond men, dat slechts zeven tot veertien percent tot de eerste groep -behoorden, nl. tot de groep van haar, waarvan men zeggen kon, dat ze jeugd en schoonheid -bezaten. (Jeannel, <i lang="fr">De la Prostitution Publique</i>, 1860, p. 168). En Woods Hutchinson, die een uitgebreide bekendheid met Londen, Parijs, -Weenen, New York, Philadelphia en Chicago bezit, zegt, dat een mooie of zelfs maar -aantrekkelijk-uitziende prostituée zeldzaam is, en dat het gewone schoonheidsniveau -lager is dan in eenige andere klasse van vrouwen. “Voor welke andere verkeerdheden”, -merkt hij op, “de fatale macht van de schoonheid verantwoordelijk gesteld mag worden, -ze heeft niets te maken met prostitutie” (Woods Hutchinson, “<span lang="en">The Economics of Prostitution</span>”, <i lang="en">American Gynaecological and Obstetric Journal</i>, September, 1895). We moeten natuurlijk altijd in de gedachten houden, dat deze taxaties -iets van haar waarde verliezen, doordat ze voornamelijk gebaseerd zijn op het onderzoek -van vrouwen, die het duidelijkst tot de klasse der prostituées behooren en reeds door -haar beroep ruw zijn geworden. -</p> -<p>Als we tot de conclusie mogen komen—en over dit feit zal waarschijnlijk niet getwist -worden—dat mooie, aangename, en harmonisch gevormde gezichten eer zeldzaam dan gewoon -zijn onder prostituées, dan mogen we daarentegen zeggen, dat nauwkeurig onderzoek -een groot aantal physieke abnormaliteiten aan den dag zal brengen. Een van de vroegste -belangrijke physieke onderzoekingen op prostituées was die van Dr. Pauline Tarnowsky -in Rusland <span class="pagenum">[<a id="pb252" href="#pb252">252</a>]</span>(het eerst gepubliceerd in <i lang="ru-latn">Vratch</i> in 1887, en later als <i lang="fr">Etudes anthropométriques sur les Prostituées et les Voleuses</i>). Zij onderzocht vijftig prostituées uit Petersburg, die niet langer dan twee jaren -in een bordeel gewoond hadden, en ook vijftig boerenvrouwen van zooveel mogelijk denzelfden -leeftijd en geestelijke ontwikkeling. Zij vond, dat (1) de prostituée kleiner schedel-middellijn -had; (2) dat acht en veertig percent verschillende teekenen vertoonde van physieke -degeneratie (onregelmatigen schedel, asymmetrie van het gezicht, afwijkingen in het -harde verhemelte, tanden, ooren, enz.). Deze neiging tot afwijkingen onder de prostituées -was tot zekere hoogte verklaard, toen er gevonden werd, dat ongeveer vier vijfde van -haar, ouders hadden, die aan den drank verslaafd waren, en bijna een vijfde de laatst -overlevenden van groote families waren; zulke families zijn dikwijls voortgebracht -door gedegenereerde ouders. -</p> -<p>Het veelvuldig voorkomen van erfelijke degeneratie is ook door Bonhoeffer onder Duitsche -prostituées opgemerkt. Hij onderzocht 190 prostituées in de gevangenis in Breslau, -die dus tot een meer abnormale klasse behoorden dan gewone prostituées, en hij vond, -dat er 102 erfelijk gedegenereerd waren, meest met een of beide ouders dronkaards; -53 vertoonden tevens zwakzinnigheid (<i lang="de">Zeitschrift für die Gesamte Strafwissenschaft</i>, Bd. XXXIII, p. 106). -</p> -<p>Het meest nauwkeurige onderzoek van gewone niet-misdadige prostituées, zoowel anthropologisch -als wat het overheerschen van afwijkingen aangaat, is in Italië gedaan, hoewel niet -op een voldoend aantal personen om absoluut beslissende resultaten op te leveren. -Zoo onderzocht Fornasari zestig prostituées, voornamelijk uit Emilia en Venetië, en -ook zeven en twintig andere uit Bologne; de laatste groep werd vergeleken met een -derde groep van twintig normale vrouwen uit Bologne (<i lang="it">Archivio di Psichiatria</i>, 1892, afl. VI). Er werd bevonden, dat de prostituées van een kleiner type waren -dan de normale individuen, met smaller hoofden en grooter gezichten. Zooals de schrijver -zelf zegt, waren de personen die hij onderzocht, niet voldoende in aantal om ver strekkende -generalisaties te rechtvaardigen, maar het kan toch de moeite waard zijn eenige van -zijn resultaten op te sommen. Bij dezelfde grootte vertoonden de prostituées grooter -gewicht; bij dezelfden leeftijd waren ze kleiner dan andere vrouwen, niet alleen van -de gegoede, maar van de arme klasse: de lengte van het gezicht, de bizygomatische -doorsnee (hoewel niet de afstand tusschen de jukbeenderen), de afstand tusschen de -kin en de uitwendige ooropening, en de afmeting van de kaak waren alle grooter bij -de prostituées; de handen waren, in vergelijking van den palm, langer en breeder dan -bij gewone vrouwen; de voet was ook langer bij prostituées, en de dij was, in vergelijking -van de kuit grooter. Het is opmerkelijk, dat bij de meeste bijzonderheden, vooral -wat de metingen van het hoofd betreft, de variaties onder de prostituées veel grooter -waren dan onder de andere vrouwen, die onderzocht werden; dit kan voor een deel, hoewel -niet geheel, verklaard worden uit het iets grootere aantal van de eersten. -</p> -<p>Ook Ardu gaf (in hetzelfde nummer van de <i lang="it">Archivio</i>) het resultaat van zijn onderzoekingen (op initiatief van Lombroso verricht) over -het veelvoudig voorkomen van abnormaliteiten onder de prostituées. De personen waren -vier en zeventig in aantal en behoorden tot de <i lang="it">Clinica Sifilopatica</i> van Professor Giovannini in Turijn. De abnormaliteiten, waarnaar onderzoek gedaan -werd waren: mannelijke verdeeling van haar in de schaamstreek, op de borst en de ledematen, -al te sterke haargroei op het voorhoofd, linkschheid, atrophie van den tepel, en tatoeëeren -(dat maar eens gevonden werd). Ardu’s verhandelingen over een andere serie onderzoekingen -van vijf en vijftig prostituées door Lombroso, geven tot resultaat, dat mannelijke -plaatsing van het haar gevonden wordt bij vijftien percent, tegen zes percent bij -gewone vrouwen; eenige mate van hypertrichosis in achttien percent; linkschheid in -elf percent (maar bij normale vrouwen wel twaalf percent volgens Gallia); en atrophie -van den tepel in twaalf percent. -</p> -<p><span class="corr" id="xd29e6529" title="Bron: Guiffridd-Ruggeri">Guiffrida-Ruggeri</span> (<i lang="it">Atti della Società Romana di Antropologia</i>, 1897, p. 216), <span class="pagenum">[<a id="pb253" href="#pb253">253</a>]</span>vond bij het onderzoek van acht en twintig prostituées onregelmatigheden in de volgende -orde van afnemende frequentie: neiging van de wenkbrauwen elkaar te ontmoeten, gebrek -aan symmetrie van het hoofd, druk aan den wortel van den neus, onvoldoende ontwikkeling -van de kuiten, hypertrichosis en andere afwijkingen van haar, vooruitstekend jukbeen, -vooruitspringend voorhoofd en abnormale inplanting van de tanden, Darwinsche oor-tuberkel, -dunne verticale lippen. Deze kenteekenen zijn ieder afzonderlijk van weinig of geen -belang, hoewel ze te samen niet zonder beteekenis zijn als een aanwijzing van algemeene -afwijking. -</p> -<p>Later komt Ascarilla, in een uitgebreide studie (<i lang="it">Archivio di Psichiatria</i>, 1906, afl. VI, p. 812), over de vingerafdrukken van prostituées tot de conclusie, -dat zelfs in dit opzicht prostituées eenigermate een klasse vormen, die morphologische -inferieuriteit vertoont met normale vrouwen. De modellen vertoonen ongewone eenvoudigheid -en gelijkvormigheid en de beteekenis hiervan wordt aangetoond door het feit, dat een -zelfde gelijkvormigheid vertoond wordt door de vingerafdrukken van krankzinnigen en -doofstommen (De Sanctis en Toscano, <i lang="it">Atti Società Romana Antropologia</i>, deel VIII, 1901, afl. II.<span class="corr" id="xd29e6545" title="Niet in bron">)</span> -</p> -<p>In Chicago heeft Dr. Harriet Alexander, te zamen met Dr. E. S. Talbot en Dr. J. G. -Kiernan in het Bridewell of verbeteringshuis dertig prostituées onderzocht; alleen -de “domme” klasse van beroepsprostituées komen in deze instelling, en het kan daarom -geen verwondering wekken dat zij meer bepaalde teekenen van degeneratie vertoonden. -In ras waren bijna de helft van degenen die onderzocht werden Keltisch Iersch. Bij -zestien waren de zygomatische processen ongelijk en zeer in het oog springend. Andere -asymmetrieën van het gezicht waren gewoon. In drie gevallen waren de hoofden van Mongoolsch -type; zestien waren epignatisch, en elf prognatisch; vijf vertoonden remming van den -groei van het gezicht. Brachycephalie was overheerschend (zeventien gevallen); de -rest was mesaticephalitisch; geen was dolichocephalitisch. Abnormaliteiten in den -vorm van den schedel waren er vele, en vijf en twintig hadden verkeerd gevormde ooren. -Vier waren beslist krankzinnig, en een was een epileptica (H. C. Alexander, “<span lang="en">Physical Abnormalities in Prostitutes</span>”, <span lang="en">Chicago Academy of <span class="corr" id="xd29e6554" title="Bron: Medecine">Medicine</span></span>, April 1893; E. S. Talbot, <i lang="en">Degeneracy</i>, p. 320; <i>Id.</i>, <i lang="en">Irregularities of the Teeth</i>, vierde uitgave, p. 141).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het schijnt over het geheel wel, voor zoover het bewijsmateriaal op het oogenblik -strekt, dat prostituées niet volkomen normale vertegenwoordigsters zijn van den stand, -waarin zij geboren zijn. Er is een keuze-proces geweest van individuen, die door haar -aangeboren eigenschappen afwijken van het normale gemiddelde, en die dus in lichte -mate ongeschikt zijn voor het normale leven<a class="noteref" id="xd29e6568src" href="#xd29e6568">81</a>. De psychische eigenaardigheden, die met zulk een afwijking samengaan, zijn niet -altijd bepaald ongunstig; het licht neurotische meisje van lagen stand—dat niet houdt -van hard werken, uit geringe energie, en dat misschien gulzig is en zelfzuchtig—kan -zelfs een verfijning boven haar stand schijnen te bezitten. Terwijl er echter onder -prostituées een neiging tot afwijking is, moet het duidelijk erkend worden, dat die -neiging gering is zoolang wij de geheele klasse van prostituées onpartijdig beschouwen. -Die navorschers, die tot de conclusie zijn gekomen dat prostituées een zeer gedegenereerde -en abnormale klasse zijn, hebben alleen maar <span class="pagenum">[<a id="pb254" href="#pb254">254</a>]</span>speciale groepen van prostituées geobserveerd, meer speciaal degenen, die dikwijls -in de gevangenis gevonden worden. Het is onmogelijk een juist denkbeeld te vormen -van prostituées als we ze alleen in de gevangenis bestudeeren, evenmin als het mogelijk -zou zijn een juist denkbeeld te vormen van dominees, dokters of advocaten door ze -alleen in de gevangenis te bestudeeren; dit blijft waar, al komt een veel grooter -deel der prostituées dan van de leden der meer geachte beroepen in de gevangenis; -dat feit verklaart ongetwijfeld voor een deel de grootere abnormaliteit van prostituées. -</p> -<p>We moeten natuurlijk in de herinnering houden dat de speciale levensvoorwaarden van -prostituées er toe leiden het optreden van bepaalde beroeps-eigenaardigheden te veroorzaken, -die volkomen kunstmatig verkregen zijn en niet aangeboren. Zoo kunnen we verklaren -de geleidelijke wijziging van de vrouwelijke secundaire en tertiaire sexueele eigenaardigheden, -en het optreden van mannelijke eigenaardigheden, zooals de veel voorkomende diepe -stem, enz.<a class="noteref" id="xd29e6575src" href="#xd29e6575">82</a>. Maar als we voldoende rekening houden met deze kunstmatig verkregen eigenaardigheden, -blijft het toch waar, dat de vergelijking der uitkomsten van de verschillende onderzoekingen -die tot dusverre gedaan zijn, mogen ze dan niet geheel overtuigend zijn, er toch op -schijnen te wijzen dat, zelfs afgezonderd van het overheerschen van kunstmatig verkregen -afwijkingen, de beroepskeuze, die individuen afzondert van de algemeene bevolking -van een zelfde maatschappelijke klasse, die anthropometrische eigenaardigheden hebben; -deze varieeren, maar behooren toch tot dezelfde soort. De gedane waarnemingen schijnen -aan te duiden, dat prostituées over het algemeen niet in gewicht boven het middelmatige -zijn, niet in gestalte; dat ze korter armen hebben, hoewel de handen langer zijn (dit -is zoowel in Italië als in Rusland gevonden); zij hebben dunner enkels en zwaarder -kuiten en betrekkelijk nog zwaarder dijen. De geraamde schedelinhoud, de omtrek en -de doorsnede van den schedel zijn eenigszins beneden het middelmatige, niet alleen -wanneer ze vergeleken worden met respectabele vrouwen, maar ook in vergelijking van -misdadigsters; er is een neiging tot brachycephalie (in Italië en Rusland beide); -de wangbeenderen springen gewoonlijk vooruit en de kaken zijn ontwikkeld; het haar -is donkerder dan bij respectabele vrouwen, hoewel niet zoo donker als bij dieveggen; -het is gewoonlijk overvloedig, niet alleen op het hoofd maar ook op de schaamdeelen -en elders; men heeft bevonden, dat de oogen bepaald donkerder waren dan die van hetzij -respectabele vrouwen, hetzij misdadigsters<a class="noteref" id="xd29e6581src" href="#xd29e6581">83</a>. -</p> -<p>Voor zoover het bewijsmateriaal gaat, dient het om aan te <span class="pagenum">[<a id="pb255" href="#pb255">255</a>]</span>toonen, dat prostituées over het algemeen het type naderen dat we zooals in het voorafgaande -deel aangetoond is, met reden kunnen beschouwen als speciaal te wijzen op ontwikkelde -sexualiteit. Het is echter onnoodig deze kwestie te bespreken voordat onze anthropometrische -kennis van prostituées meer omvattend en meer precies is. -</p> -<p>3. <i>De moreele rechtvaardiging van de prostitutie.</i>—Er zijn moralisten—zij zijn er altijd geweest en vele van hen zijn menschen wier -opinie de ernstigste achting verdient—die meenen, dat mits de hygiënische voorwaarden -verbeterd worden, het bestaan van de prostitutie geen ernstig probleem ter oplossing -biedt. Ze is, zeggen zij, op zijn slechtst, een noodzakelijk kwaad, en, op zijn best, -een weldadige instelling, het bolwerk van het tehuis, de onvermijdelijke keerzijde -van het huwelijk. “De immoreele bewaakster van de publieke moraal”, is de definitie -van prostituées gegeven door een schrijver, die de zaak van een laag standpunt beschouwt, -en een ander, die de zaak meer verheven bekijkt, schrijft: “De prostituée vervult -een maatschappelijke zending. Zij is de bewaakster van de maagdelijke kuischheid, -het afvoerkanaal voor overspelige begeerte, de beschermster van getrouwde vrouwen, -die een laat moederschap vreezen; het is haar rol op te treden als schild voor “het -gezin”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. “Als vrouwelijke Decii”, zeide Balzac in zijn <i lang="fr">Physiologie du Mariage</i> van prostituées, “offeren zij zich op voor de republiek en maken van haar lichamen -een borstwering ter bescherming van respectabele families”. Op dezelfde wijze noemde -Schopenhauer prostituées “menschelijke slachtoffers op het altaar der monogamie”. -Lecky vereenigt, in een vele malen aangehaalde passage der rhetorica<a class="noteref" id="xd29e6600src" href="#xd29e6600">84</a> het hoogere en het lagere standpunt over de prostituée in de menschelijke maatschappij, -en hij tracht er zelfs een priesterlijk karakter aan te geven. “Het uiterste type -van de ondeugd”, verklaarde hij, “is ten slotte de meest krachtdadige bewaakster van -de deugd. Als zij er niet was, zou de ongerepte reinheid van onnoemelijk veel huizen -besmet zijn, en niet weinige van de vrouwen, die in den trots van haar niet in verleiding -gebrachte kuischheid aan de prostituée denken met een siddering van verontwaardiging, -zouden zonder haar de ellenden van berouw en van wanhoop gekend hebben. Op die eene -onteerde en onwaardige gestalte zijn al de hartstochten geconcentreerd, die de wereld -met schande hadden kunnen vullen. Zij blijft, terwijl geloofsbelijdenissen en maatschappijen -opkomen en te gronde gaan, de eeuwige priesteres van de menschelijkheid, bezoedeld -door de zonden van het volk<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e6606src" href="#xd29e6606">85</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb256" href="#pb256">256</a>]</span></p> -<p>Ik weet niet, of de Grieken ernstig gedacht hebben over de moreele rechtvaardiging -van de prostitutie. Zij hadden haar geen bijzonder hinderlijke vormen laten aannemen -en voor het grootste deel waren ze bereid haar te aanvaarden<span class="corr" id="xd29e6620" title="Bron: ,">.</span> De Romeinen namen ze gewoonlijk ook aan, maar, naar ons toeschijnt, niet zoo gemakkelijk. -Er was een strenge, ernstige, bijna Puriteinsche geest in de Romeinen van de oude -garde en soms schijnen zij de behoefte gevoeld te hebben zich te verzekeren, dat de -prostitutie werkelijk moreel te rechtvaardigen was. Het is van belang op te merken, -dat zij zich graag in de herinnering brachten dat Cicero gezegd had, dat hij blij -was als hij een man uit een bordeel zag komen, omdat hij anders misschien de vrouw -van zijn buurman onteerd zou hebben<a class="noteref" id="xd29e6623src" href="#xd29e6623">86</a>. -</p> -<p>De maatschappelijke noodzakelijkheid van de prostitutie is het oudste van al de argumenten -van moralisten, die het dulden van prostituées prediken; en als we de eeuwige geldigheid -aannemen van het huwelijkssysteem, waarmee tegelijk de prostitutie zich ontwikkeld -heeft, en van de theoretische moraal, die op dat systeem gebaseerd is, dan is dit -een zeer krachtig, zoo niet een onweerlegbaar argument. -</p> -<p>De komst van het Christendom, met zijn speciale houding jegens het “vleesch” veroorzaakte -noodzakelijk een enorme toename van belangstelling voor de moreele gezichtspunten -van de prostitutie. Toen de prostitutie niet veroordeeld werd, werd het natuurlijk -noodzakelijk haar te rechtvaardigen; het was niet mogelijk voor een kerk met min of -meer ascetische idealen zulk een zaak met welwillende onverschilligheid te behandelen. -Als regel schijnen we wel overal te vinden, dat de meer onafhankelijke geestelijken, -die geen verantwoording hadden, geneigd waren ze te veroordeelen, terwijl die theologen, -die de zware verantwoordelijkheden van kerkelijk staatmansschap op hun schouders geladen -hadden, over ’t algemeen getoond hebben de prostitutie te rechtvaardigen, zij het -dan ook aarzelend. Hiervan hebben we een uiterst belangrijk voorbeeld in den heiligen -Augustinus, na den heiligen Paulus den voornaamsten stichter van de Christelijke kerk. -In een verhandeling in 386 geschreven om de goddelijke regeling van de wereld te rechtvaardigen, -verklaart hij dat, evenals de beul, hoe terugstootend hij ook zijn mag, een noodzakelijke -plaats in de maatschappij inneemt, evenzoo de prostituée en haars gelijken, hoe vuil -en leelijk en slecht zij ook zijn mogen, noodzakelijk zijn; <span class="pagenum">[<a id="pb257" href="#pb257">257</a>]</span>verban de prostituées uit de maatschappij en gij zoudt de wereld met wellust bezoedelen: -“<span lang="la">Aufer meritrices de rebus humanis, turbaveris omnia libidinibus</span>”<a class="noteref" id="xd29e6638src" href="#xd29e6638">87</a>. Aquino, de eenige theologische denker van het Christendom, die tegelijk met Augustinus -genoemd kan worden, was in deze kwestie van de prostitutie van dezelfde meening als -hij. Hij hield vol, dat ontucht doodzonde was, maar hij nam de noodzakelijkheid aan -van de prostitutie, als een nuttig deel van den bouw der maatschappij, en hij vergelijkt -ze bij de afvoerkanalen van een paleis<a class="noteref" id="xd29e6644src" href="#xd29e6644">88</a>. “Prostitutie in steden is gelijk aan het riool in een paleis; neem de riolen weg -en het paleis wordt een onreine, stinkende plaats”. Liquori, de meest invloedrijke -theoloog van den nieuweren tijd, was van dezelfde meening. -</p> -<p>Deze aarzelende en half toegevende houding jegens de prostitutie hebben de theologen -inderdaad over het algemeen aangenomen. Sommige wilden, in navolging van Augustinus -en Aquino, de prostitutie dulden om grooter kwaad te voorkomen; anderen waren er geheel -en al tegen; en weer anderen wilden ze in de steden toelaten, maar nergens anders. -Het werd echter algemeen door theologen aangenomen, dat de prostituée recht heeft -op haar loon, en dat ze niet verplicht is het terug te geven<a class="noteref" id="xd29e6651src" href="#xd29e6651">89</a>. De vroegere moralisten van het Christendom vonden het niet moeilijk staande te houden, -dat er geen zonde in is een huis te verhuren aan een prostituée tot het uitoefenen -van haar bedrijf; absolutie werd hiervoor altijd gegeven en onthouding niet geëischt<a class="noteref" id="xd29e6660src" href="#xd29e6660">90</a>. Ontucht bleef echter altijd een zonde en van de twaalfde eeuw af heeft de kerk een -reeks van pogingen gedaan om prostituées te bekeeren. Alle Katholieke theologen zijn -van meening, dat een prostituée verplicht is de zonde der prostitutie te biechten, -en de meeste theologen, hoewel niet alle, hebben gemeend, dat ook een man den omgang -met een prostituée moet biechten. Terzelfder tijd, dat er een zekere toegevendheid -was jegens de prostituée zelf, was de kerk altijd zeer streng jegens hen, die leefden -van de voordeelen van het bevorderen van de prostitutie, jegens de <i lang="la">lenones</i>. Zoo weigerde het Concilie van Elvira, dat bereid was zonder boetedoening de prostituée -die trouwde, te ontvangen, absolutie te geven, zelfs bij hun dood, aan personen, die -schuldig geweest waren aan <i lang="la">lenocinium</i><a class="noteref" id="xd29e6670src" href="#xd29e6670">91</a>. -</p> -<p>Het protestantisme, dat den biechtstoel opgeruimd had, kon in <span class="pagenum">[<a id="pb258" href="#pb258">258</a>]</span>deze, evenals in vele andere zaken van sexueele moraal gewoonlijk aan de noodzakelijkheid -ontsnappen eenige bepaalde en verantwoordelijke uitleggingen te geven over de moreele -positie van de prostitutie. Zoo het al eenige meening te kennen gaf, of eenige praktische -voorschriften trachtte in te leiden, dan grondde het zich natuurlijk op de bijbelsche -bevelen tegen de ontucht, zooals ze uitgedrukt zijn door den heiligen Paulus, en het -toonde geen genade voor de prostitutie, noch verdraagzaamheid. Deze houding, de houding -der Puriteinen, was des te gemakkelijker in Protestantsche landen, met uitzondering -van speciale districten op bepaalde tijden—zooals Genève en Nieuw-Engeland in de zeventiende -en de achttiende eeuw—omdat theologen in deze landen eerder geroepen zijn geweest -godsdienstige vermaningen te geven dan praktische politiek toe te passen. Deze laatste -taak hebben ze aan anderen overgelaten, en zoo is er dikwijls een zekere verwarring -en onzekerheid ontstaan in den geest van den protestantschen leek. Deze weifelende -houding der theologen wordt in Engeland zeer duidelijk gemaakt door Burton, een nadenkend -en ernstig auteur, die een eeuw na de hervorming schrijft. Hij verwijst met gemengden -bijval naar “onze Pseudo-Katholieken”, die streng zijn jegens echtbreuk, maar toegevend -jegens ontucht; zij zijn het misschien eens met Cato, dat de laatste aangemoedigd -moet worden om erger verkeerdheden thuis te vermijden, en die meent, dat bordeelen -“even noodzakelijk zijn als kerken” en dat het goed is heele huizen <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>vol courtisanen in de steden te houden”. “Zij houden het voor onmogelijk”, gaat hij -voort, “dat niets uitvoerende jonge menschen als ze jong, rijk en vroolijk zijn, dat -zooveel knechts en monniken, fatsoenlijk zouden leven, zij noemen het een te tyrannieken -last hen te dwingen kuisch te zijn, en kunnen absoluut niet toestaan, dat arme mannen, -jongere broeders of soldaten trouwen zouden, evenmin als zieke menschen, ordebroeders, -priesters of bedienden. Om dus zoowel den een als den ander tevreden te stellen, verdragen -zij deze soort van bordeelen en schuilhoeken en doen er een oogje voor toe. Vele argumenten -hebben zij om te bewijzen, dat ze wettig en noodzakelijk zijn, en dat ze geduld moeten -worden, evenals de woeker; zonder kwestie is er in de politiek niets tegen in te brengen, -maar veel in den godsdienst”<a class="noteref" id="xd29e6683src" href="#xd29e6683">92</a>. -</p> -<p>Niet voor het begin van de volgende eeuw is het oude argument van Augustinus ter moreele -rechtvaardiging van de prostitutie in het protestantsche Engeland moedig en beslist -uiteengezet door Bernard Mandeville in zijn <i lang="en">Fable of the Bees</i>; toen het boek voor het eerst uitkwam, scheen men het zoo stuitend te vinden, dat -het verboden werd. “Als courtisanen en sletten vervolgd moesten <span class="pagenum">[<a id="pb259" href="#pb259">259</a>]</span>worden met zooveel gestrengheid als sommige menschen het zouden willen”, schreef Mandeville, -“wat voor sleutels en grendels zouden we dan wel moeten hebben om de eer van onze -vrouwen en meisjes te bewaren?… Het is duidelijk, dat het noodig is een deel der vrouwen -op te offeren om het andere deel te beschermen en vuilheid van nog erger soort te -voorkomen. Daaruit meen <span class="corr" id="xd29e6699" title="Bron: ikn">ik</span> dat ik met recht mag besluiten, dat kuischheid gesteund kan<a id="xd29e6702"></a> worden door uitspatting, en dat de beste der deugden de hulp noodig heeft van de -ergste der ondeugden”<a class="noteref" id="xd29e6704src" href="#xd29e6704">93</a>. Na den tijd van Mandeville begon deze beschouwing van de prostitutie gewoon te worden -in protestantsche zoowel als in andere landen, hoewel ze gewoonlijk niet zoo duidelijk -uitgedrukt werd. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het kan van belang zijn een paar meer moderne voorbeelden samen te brengen van gezegden, -die voor de moreele rechtvaardiging van de prostitutie spreken. -</p> -<p>Zoo legt in Frankrijk Meusnier de Querlon in zijn geschiedenis van <i>Psaphion</i>, geschreven in het midden van de achttiende eeuw, vele zeer belangwekkende overdenkingen -over het leven en de positie van de prostituée in den mond van een Grieksche courtisane. -Zij verdedigt haar beroep met veel bekwaamheid en zegt dat, terwijl mannen zich verbeelden -dat prostituées alleen maar de verachte slachtoffers zijn van hun genoegens, deze -vermeende tyrannen in werkelijkheid het slachtoffer worden; dat zij de behoeften bevredigen -van de vrouwen, die zij onder hun voeten vertrappen, en dat zij zelve in gelijke mate -de verachting verdienen, waarmee zij haar behandelen. “Wij betalen walging met walging, -zooals zij zeker wel moeten bemerken. Wij geven hun dikwijls niets dan een standbeeld, -en als zij zich verhit aan ongevoelige bekoorlijkheden te goed doen, genieten wij -in rustige koelheid hun zinnelijkheid. Dan hernemen wij onze rechten. Wat warm bloed -heeft deze trotsche schepsels aan onze voeten gebracht en ons meesteressen gemaakt -van hun lot. Aan welke zijde, vraag ik u, is het voordeel?” Maar alle mannen, voegt -zij er bij, zijn niet zoo onrechtvaardig jegens de prostituée, en zij gaat voort, -niet zonder lichte ironie, een lofrede te houden op het nut, het gemak en de voordeelen -van het bordeel. -</p> -<p>Een groot aantal van de moderne schrijvers over de prostitutie noemen met nadruk den -maatschappelijk weldadigen aard ervan. Zoo eindigt Charles Richard zijn boek over -dit onderwerp met deze woorden: “Het gedrag van de maatschappij jegens de prostitutie -moet uitgaan van het principe van dankbaarheid zonder valsche schaamte, voor het nut -ervan en medelijden voor de arme schepsels, ten koste van wie dit nut verkregen wordt” -(<i lang="fr">La Prostitution devant le Philosophe</i>, 1882, p. 171). “Het huwelijk duurzaam maken is het moeilijk maken”, merkt een Amerikaansch -medisch schrijver op; “het moeilijk maken is het uitstellen; het uitstellen is in -de gemeenschap houden een toenemend aantal sexueel volkomen individuen, met normale, -of in gevallen waar langdurige onderdrukking is geweest, overmatige sexueele begeerte. -Het maatschappelijk kwaad is het natuurlijk gevolg van de physieke natuur van den -mensch, zijn geërfde impulsen, en de kunstmatige omstandigheden, waaronder hij gedwongen -is te leven” (“<span lang="en">The Social Evil</span>”, <i lang="en">Medicine</i>, Augustus en September, 1906). Woods Hutchinson beschouwt, terwijl hij met sterke -afkeuring van de prostitutie spreekt en prostituées beschouwt als “de ergste exemplaren -van haar sekse”, toch de prostitutie als een maatschappelijke werking van de hoogste -waarde. “Uit een medisch-economisch gezichtspunt noem ik haar een <span class="pagenum">[<a id="pb260" href="#pb260">260</a>]</span>van de groote selectieve en elimineerende factoren van de natuur en van de hoogste -waarde voor de gemeenschap. We kunnen ze in het ruwe karakteriseeren als een veiligheidsklep -voor de instelling van het huwelijk” (<i lang="en">The Gospel According to Darwin</i>, p. 193; <i>cf.</i> het artikel van denzelfden schrijver over “<span lang="en">The Economics of Prostitution</span>”, opgesomd in <i lang="en">Boston Medical and Surgical Journal</i>, November 21, 1895). Adolf Gerson zegt in ongeveer denzelfden geest (“<span lang="de">Die Ursache der Prostitution</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, September 1908), dat “prostitutie een van de middelen is die de natuur gebruikt -om de teelkracht der menschen te beperken, en vooral om den tijd der sexueele rijpheid -te verschuiven”. Molinari meent, dat de maatschappelijke voordeelen van de prostitutie -van het begin af op verschillende wijzen tot uiting zijn gekomen; door bijvoorbeeld -de meer overmatige uitingen van de sexueele impuls onvruchtbaar te maken nam de prostitutie -de noodzakelijkheid weg van kindermoord op overtollige kinderen en leidde ze tot het -tegengaan van die primitieve methode om de bevolking te beperken (G. de Molinari, -<i lang="fr">La Viriculture</i>, p. 45). Op geheel andere wijze dan die, vermeld door Molinari, heeft de prostitutie -zelfs in zeer late tijden geleid tot het laten varen van kindermoord. In de Chineesche -provincie Ping-Yang zegt Matignon, was het vele jaren geleden niet ongewoon voor arme -ouders om 40 percent van hun pasgeboren meisjes te dooden, of zelfs allemaal, want -zij waren te duur om ze op te voeden en ze brachten niets in, omdat mannen, die wilden -trouwen, gemakkelijk een vrouw konden krijgen in de naburige provincie Wenchu, waar -vrouwen zeer <span class="corr" id="xd29e6756" title="Bron: gemakkeiijk">gemakkelijk</span> te krijgen waren. Nu maakt echter de betere verbinding met Shang-Hai per stoomboot -het zeer gemakkelijk voor meisjes de bordeelen van Shang-Hai te bereiken, waar zij -geld kunnen verdienen voor haar families; de gewoonte haar te dooden is daarom uitgestorven -(Matignon, <i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, 1896. p. 72). “Onder de tegenwoordige omstandigheden”, schrijft Dr. F. Erhard (“<span lang="de">Auch ein Wort zur Ehereform</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Jahrgang 1, Heft 9), “is prostitutie (in de ruimste beteekenis, vrije verhoudingen -medegerekend) noodig, opdat jonge menschen de vrouwen eenigermate kunnen leeren kennen, -want conventioneele conversatie is daarvoor niet voldoende; een juiste kennis van -de vrouwelijke gedachtengang is echter noodig voor een goede keuze, daar het maar -zelden mogelijk is zich te verlaten op de betrouwbaarheid van het instinct. Het is -ook goed, dat mannen zich de horens afloopen vóor het huwelijk, want de polygame neiging -zal ergens doorbreken. De prostitutie zal alleen die mannen bederven, aan wie niet -veel te bederven is, en als zij zoo het verlangen naar het huwelijk verliezen, dan -zouden hun ongeboren kinderen reden hebben dankbaar te zijn”. Neisser, Näcke en vele -anderen hebben voor de prostitutie gepleit en zelfs voor bordeelen, als “noodzakelijk -kwaad”. -</p> -<p>Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat velen zelfs van de sterkste voorstanders van -de moreele voordeelen der prostitutie meenen, dat eenige verbetering nog wel wenschelijk -is. Zoo verwacht Bérault een tijd, waarop van overheidswege bewaakte bordeelen minder -veracht zullen zijn. Verschillende verbeteringen kunnen ze, meent hij, in de naaste -toekomst “ontdoen van de barbaarsche eigenschappen, die ze voor de sceptische of onwetende -menigte verachtelijk maken, terwijl hun tastbare voordeelen een einde zullen maken -aan de minachting, die opgewekt wordt door hun cynisch aanzien” (<i lang="fr">La Maison de Tolérance</i>, Thèse de Paris, 1904).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>4. <i>De beschavingswaarde van de prostitutie.</i>—Het moreele argument voor de prostitutie is gebaseerd op het geloof, dat ons huwelijkssysteem -zoo oneindig kostbaar is, dat een instelling, die als bolwerk ervoor dient in stand -gehouden moet worden, hoe leelijk of hoe verwerpelijk op zich zelf zij ook is. Er -is echter een ander argument ter ondersteuning van de prostitutie, waarop <span class="pagenum">[<a id="pb261" href="#pb261">261</a>]</span>ternauwernood de nadruk valt dien het verdient. Ik bedoel haar invloed, voor zoover -ze een element van vroolijkheid en afwisseling, dat op een of andere wijze noodzakelijk -is, voegt in de geordende samenstelling van het moderne leven, een verlichting van -den sleur der mechanische routine een afleiding in de saaie en fatsoenlijke eentonigheid -ervan. Dit is wat anders dan de meer specifieke functie van de prostitutie als een -veiligheidsklep voor overtollige sexueele energie, en dit kan zelfs van beteekenis -worden voor hen, die weinig of geen omgang hebben met prostituées. Dit element kunnen -we noemen de beschavingswaarde van de prostitutie. -</p> -<p>Het zijn niet alleen de algemeene eigenschappen van de beschaving, maar meer speciaal -de eigenschappen van het stadsleven, die dezen factor van beteekenis maken. Het stadsleven -legt door den druk van de concurrentie een zeer strenge en veel krachten eischende -routine op van vervelend werk. Terzelfder tijd maakt het mannen en vrouwen meer gevoelig -voor nieuwe indrukken, meer verlangend naar opwinding en verandering. Het vermeerdert -de gelegenheden tot maatschappelijken omgang; het vermindert de kansen op ontdekking -van onwettigen omgang, terwijl het meteen het sluiten van een huwelijk verzwaart, -want doordat het de maatschappelijke ambities en de uitgaven verhoogt, verschuift -het den tijd, waarop een huisgezin kan opgezet worden. Het stadsleven verschuift het -huwelijk en maakt toch de middelen van vergoeding voor het huwelijk meer dringend -noodzakelijk<a class="noteref" id="xd29e6782src" href="#xd29e6782">94</a>. -</p> -<p>Er kan niet de minste twijfel aan zijn, dat dit de beweegreden is—de poging om de -onvolkomen gelegenheden voor zelfontwikkeling, die onze mechanische en arbeidzame -maatschappij vol beperkingen aanbiedt, aan te vullen—die een van de voornaamste oorzaken -vormt, die vrouwen er toe brengt, tijdelijk of voor goed, het leven van prostituée -te kiezen. Wij hebben gezien, dat de economische factor, zooals vroeger gemeend werd, -geenszins de hoofdrol speelt bij deze keuze. En er is ook geen reden om te veronderstellen, -dat een buitengewoon sterke sexueele impuls de leidende factor is. Maar een groot -aantal jonge vrouwen keeren zich instinctief naar het leven van prostituée, omdat -zij bewogen worden door een duisteren drang, die ze haast zelf niet kunnen verstaan -of uitleggen, en waarvan ze zich dikwijls schamen hem te openbaren. Het is daarom -verwonderlijk, dat deze beweegreden zoo’n groote plaats inneemt, zelfs in de formeele -statistieken <span class="pagenum">[<a id="pb262" href="#pb262">262</a>]</span>van de prostitutie. Merrick vond in Londen, dat 5000, of bijna een derde van de prostituées, -die hij onderzocht, met liefde een tehuis of een betrekking opgaven “voor een leven -van pleizier”, en hij acht dit de hoofdreden voor de prostitutie<a class="noteref" id="xd29e6792src" href="#xd29e6792">95</a>. In Amerika vond Sanger dat “neiging” bijna bovenaan stond onder de oorzaken voor -de prostitutie, terwijl Woods Hutchinson vond, dat “liefde tot vertoon, weelde en -ijdelheid” op verre na de eerste plaats innamen. “Verveling en tegenzin tegen het -werk” is de reden, die aangegeven wordt door een groot aantal Belgische meisjes, als -zij aan de politie haar wensch te kennen geven om als prostituées ingeschreven te -worden. In Italië meent men, dat een gelijke beweegreden een belangrijke rol speelt. -In Rusland komt “verlangen naar vermaak” op de tweede plaats onder de oorzaken van -de prostitutie. Ik geloof, dat er geen twijfel aan kan zijn, dat, zooals een oplettend -waarnemer van het Londensche leven gezegd heeft, het probleem van de prostitutie “in -den grond is een wild en onweerstaanbaar verlangen naar opwinding, een ernstige en -opzettelijke opstand tegen de eentonigheid van alledaagsche idealen, en de geestdoodende -verveling van het alledagsleven”<a class="noteref" id="xd29e6796src" href="#xd29e6796">96</a>. Het is deze factor van de prostitutie, mogen we redelijker wijze besluiten, die -voornamelijk verantwoordelijk is voor het feit, waarop F. Schiller<a class="noteref" id="xd29e6804src" href="#xd29e6804">97</a> gewezen heeft, dat met de ontwikkeling van de beschaving de toevoer van prostituées -neiging heeft grooter te worden dan de vraag. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Charles Booth schijnt van dezelfde meening te zijn, en citeert (<i lang="en">Life and Labor of the People</i>, Third Series, deel VII, p. 364) uit een rapport van een reddingsgenootschap: “De -algemeene opvatting is, dat deze vrouwen verlangend zijn een leven van zonde te verlaten. -De duidelijke en eenvoudige waarheid is, dat zij, voor het meerendeel, in het geheel -geen behoefte hebben om gered te worden. Zoovele van deze vrouwen beschouwen de prostitutie -niet als een zonde en willen ze niet als zoodanig beschouwen. “Ik word iederen avond -meegenomen om in een restaurant te eten en daarna naar een publieke vermakelijkheid -te gaan; waarom zou ik dat opgeven?”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Merrick, die vond, dat vijf percent van de 14.000 prostituées, die in de Millbank -gevangenis kwamen, gewend waren godsdienstige gebruiken te vereenigen met het uitoefenen -van haar beroep, zegt ook naar aanleiding van haar gevoelens over moraal: “Ik <span class="pagenum">[<a id="pb263" href="#pb263">263</a>]</span>ben er van overtuigd, dat er vele arme mannen en vrouwen zijn, die in het geheel niet -begrijpen, wat het woord “immoraliteit” beteekent. Uit beleefdheid zullen ze misschien -ja zeggen op wat ge zegt, maar zij begrijpen uw bedoeling niet als gij spreekt van -deugd of reinheid; gij spreekt eenvoudig over hen heen” (Merrick, <i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, p. 28). Dezelfde houding kan men overal onder prostituées vinden. In Italië vermeldt -Ferriani een meisje van vijftien jaar, dat, toen ze beschuldigd werd van onbetamelijkheid -met een man in een park, met veel tranen en veel verontwaardiging ontkende. Hij bracht -haar eindelijk tot bekentenis, en vroeg haar toen: “Waarom heb je geprobeerd mij te -doen gelooven, dat je geen kwaad gedaan hadt?” Zij aarzelde, glimlachte, en zeide: -“Omdat <i>zij zeggen</i>, dat meisjes niet moeten doen, wat ik doe, maar dat ze moeten werken. Maar ik ben, -wat ik ben, en het gaat hen niet aan”. Deze houding is dikwijls meer dan een instinctief -gevoel; bij intelligente prostituées wordt het dikwijls een wel-overwogen overtuiging. -“Ik kan alles dragen, als het moet”, schreef de schrijfster van het <i lang="de">Tagebuch einer Verlorenen</i> (p. 291), “zelfs ernstige en edele minachting, maar geen spot. Minachting—ja, als -ze verdiend is. Als een arm en mooi meisje met een moe en bitter hart alleen staat -in de wereld, van alles uitgesloten, omringd door verzoekingen en verleidingen, die -zich aan alle kanten aanbieden, en als ze dan toch, uit innerlijke overtuiging het -grauwe en eentonige pad kiest van verzaking en van de burgerlijke moraal, dan erken -ik in dat meisje een persoonlijkheid, die een zeker recht heeft met minachtend medelijden -neer te zien op zwakkere meisjes. Maar die ganzen, die, onder de oogen van haar hoeders -en levenslange eigenaars altijd op zachte groene weiden gegraasd hebben, hebben zeker -geen recht minachtend te lachen over haar, die niet zoo gelukkig geweest zijn”. En -we moeten niet meenen, dat er noodzakelijk eenig sophisme behoeft te wezen in de zelf-rechtvaardiging -van de prostituée. Sommige van onze beste denkers en waarnemers zijn tot een conclusie -gekomen, die niet ongelijk is aan deze. “De werkelijke toestanden van de maatschappij -verzetten zich tegen ieder hoog moreel gevoel in vrouwen”, merkt Marro op (<i lang="it">La Pubertà</i>, p. 462), “want tusschen haar, die zich verkoopen in prostitutie en haar, die zich -verkoopen in het huwelijk, bestaat het eenige verschil in den prijs en den duur van -het contract”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij hebben reeds gezien welk een groot percentage in de prostitutie geleverd wordt -door haar, die den huiselijken dienst verlaten hebben om dit leven te volgen (<i>Ante</i> p. 264). Het is niet moeilijk in dit feit een bewijs te vinden voor de soort van -impuls, die er een vrouw toe drijft de loopbaan van prostituée te kiezen. “De dienstbode, -in onze maatschappij van gelijkheid”, schreef Goncourt, nadat hij vroegere tijden -in de herinnering gebracht heeft, toen haar dikwijls een plaats ingeruimd werd in -het familieleven, “is niets anders geworden dan een betaalde paria, een machine voor -het doen van huishoudelijk werk, en het wordt haar niet langer toegestaan het menschelijk -leven van haar werkgever te deelen”<a class="noteref" id="xd29e6842src" href="#xd29e6842">98</a>. En in Engeland, vinden we, zelfs al een halve eeuw geleden, de zelfde gezegden over -de positie van de dienstbode: “huiselijke dienst is een volkomen slavernij”, met vroege -uren en late uren en voortdurend trappen op en neer loopen, tot de benen gezwollen -zijn; “er schijnt dikwijls een mate van vernuft gebruikt te worden, een betere zaak -waardig, om de grootst <span class="pagenum">[<a id="pb264" href="#pb264">264</a>]</span>mogelijke hoeveelheid werk uit de huiselijke machine te halen”; bovendien is zij “een -soort bliksemafleider” voor het slechte humeur en de ziekelijke gevoelens van haar -meesteres en van de jonge dames; zoodat, als sommigen gezegd hebben, “ik mij zoo ellendig -voelde, dat het me niet kon schelen wat er van me terecht kwam, ik wilde maar, dat -ik dood was”<a class="noteref" id="xd29e6852src" href="#xd29e6852">99</a>. De dienstbode staat buiten alle menschelijke verhoudingen; zij mag niet het bestaan -verraden van een eenvoudige impuls of natuurlijke behoefte. Tevens leeft zij op den -rand der weelde; zij is omringd door de tantaliseerende visioenen van genoegen en -amusement, waarnaar haar frissche jonge natuur verlangt<a class="noteref" id="xd29e6858src" href="#xd29e6858">100</a>. Het kan geen verwondering wekken dat zij, overwerkt en aangetrokken door lediggang -vol genot den eenigen sprong doet, die haar in staat zal stellen te genieten van de -schitterende zijden der beschaafde maatschappij, die haar zoo begeerlijk toeschijnen<a class="noteref" id="xd29e6866src" href="#xd29e6866">101</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er wordt soms gezegd, dat het overheerschend veel voorkomen van de prostitutie onder -meisjes, die vroeger dienstboden waren, komt, doordat zoo ontzettend veel dienstmeisjes -verleid worden door den heer des huizes of door de jonge heeren van de familie, waar -zij dienen, en zoo de straat op gedreven worden. Dit is ongetwijfeld in een zeker -aantal gevallen, misschien soms in een vrij aanzienlijk aantal, een beslissende factor, -maar het schijnt wel nauwelijks de hoofd-factor te zijn. Het bestaan van betrekkingen -tusschen dienstboden en heeren des huizes, moeten we bedenken, sluit geenszins noodzakelijk -verleiding in. In een groot aantal gevallen is de dienstbode in een huishouden, in -sexueele zaken, eer de leermeesteres dan de leerling. (In “<span lang="en">The Sexual Impulse in Women</span>”, in een ander werk van mijn hand, heb ik de rol besproken, die dienstmeisjes spelen -als inwijdsters in sexueele zaken van de jonge jongens, in de huishoudens waarin ze -geplaatst zijn). De meer preciese statistieken der oorzaken van de prostitutie geven -zelden verleiding aan als de voornaamste oorzaak in meer dan ongeveer 20 percent van -de gevallen, hoewel dit klaarblijkelijk een van de beweegredenen is, die het gemakkelijkst -te bekennen is (zie <i>ante</i> p. 256). Verleiding door een of anderen werkgever vormt maar een deel (gewoonlijk -minder dan de helft) zelfs van deze gevallen. Het speciale geval van verleiding van -dienstboden door den heer des huizes kan dus geen zeer groote rol spelen als factor -bij de prostitutie. -</p> -<p>De statistieken over de afkomst van onwettige kinderen hebben ook eenige betrekking -op deze zaak. In een serie van 180 ongehuwde moeders, die geholpen zijn door den Berlijnschen -bond voor moederbescherming, worden <span class="pagenum">[<a id="pb265" href="#pb265">265</a>]</span>bijzonderheden gegeven over de bezigheden der moeders, en voor zoover mogelijk, ook -van de vaders. De moeders waren voor een derde dienstmeisjes, en de groote meerderheid -van de rest waren winkeljuffrouwen, of meisjes, die thuis werkten. Bij de vaders (van -de 120 gevallen) kwamen bovenaan werklui (33), dan kooplui (22); maar een klein aantal -(20 tot 25) kon beschreven worden als “heeren”, en zelfs dit aantal verliest iets -van zijn beteekenis als er op gewezen wordt, dat sommige van de meisjes ook van de -middelklasse waren; in negentien gevallen waren de vaders getrouwde mannen (<i lang="de">Mutterschutz</i>, Januari, 1907, p. 45). -</p> -<p>De meeste autoriteiten in de verschillende landen zijn van meening, dat meisjes, die -prostituée worden (gewoonlijk tusschen de vijftien en de twintig jaar) haar maagdelijkheid -op jeugdigen leeftijd verloren hebben, en in de groote meerderheid der gevallen door -mannen van haar eigen klasse. “Het meisje uit het volk valt door het volk”, zeide -Reuss in Frankrijk (<i lang="fr">La Prostitution</i>, p. 41). “Het zijn haars gelijken, werklieden evenals zij, die de eerste vruchten -plukken van haar schoonheid en haar maagdelijkheid. De man van de wereld, die haar -met goud en juweelen belaadt, krijgt alleen wat zij overlaten”. Ook Martineau (<i lang="fr">De la Prostitution Clandestine</i>, 1885) toonde aan, dat prostituées gewoonlijk onteerd worden door mannen van haar -eigen klasse. En Jeannel, in Bordeaux vond reden om te gelooven, dat het niet voornamelijk -haar meesters zijn, die dienstmeisjes verleiden; zij gaan dikwijls in dienst, omdat -ze op het land verleid zijn, terwijl luie, begeerige en domme meisjes van het land -naar de stad gestuurd worden om te dienen. In Edinburg vond W. Tait (<i lang="en">Magdalenism</i>, 1842), dat soldaten meer dan eenige andere klasse in de gemeenschap de verleiders -zijn van vrouwen, en dat vooral de Hooglanders in dit opzicht bekend zijn. Soldaten -hebben deze reputatie overal, en vooral in Duitschland vindt men steeds, dat de tegenwoordigheid -van soldaten in een plaats op het platteland, zooals bij de jaarlijksche <span class="corr" id="xd29e6898" title="Bron: manoeuvers">manoeuvres</span>, de oorzaak is van onkuischheid en onwettige geboorten; zoo is het ook in Oostenrijk, -waar lang geleden Gross-Hoffinger heeft geconstateerd, dat soldaten verantwoordelijk -waren voor ten minste een derde van alle onwettige geboorten, een aandeel, dat geheel -buiten verhouding is tot hun aantal. In Italië vond Morro, bij zijn onderzoekingen -naar de oorzaak van het verlies der maagdelijkheid bij twee en twintig prostituées, -dat tien zich min of meer spontaan gaven aan minnaars of meesters, dat tien zwichtten -in de verwachting van een huwelijk, en dat twee verkracht waren (<i lang="it">La Pubertà</i>, p. 461). Het verlies van de maagdelijkheid, hoewel het misschien niet de eerste -oorzaak van de prostitutie is, leidt er toch dikwijls toe. “Als een deur eenmaal opengebroken -is”, zeide een prostituée tot hem, “dan is het moeilijk ze gesloten te houden”. In -Sardinië zijn, zooals A. Mantegazza en Ciuffo vonden, prostituées zeer dikwijls dienstmeisjes -van het land, die reeds onteerd zijn door mannen van haar eigen klasse.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Deze beschavingsfactor van de prostitutie, de invloed van weelde en opwinding en verfijning, -die het meisje uit het volk aantrekken, zooals de vlam de mot aantrekt, blijkt uit -het feit, dat het de bewoonsters van het land zijn, die voornamelijk voor de bekoring -bezwijken. De meisjes, wier jonge ontvlambare en orgiastische impulsen, soms aangewakkerd -door een klein aangeboren gebrek aan zenuw-evenwicht, latent gebleven zijn in de saaie -eentonigheid van het leven op het land, vinden eindelijk haar volkomen bevrediging -in de loopbaan van prostituée. Voor het stadsmeisje, dat in de stad is geboren en -opgevoed, heeft deze loopbaan gewoonlijk niet veel aantrekkingskracht, tenzij zij -van het begin af aan opgevoed is in een omgeving, die haar predisponeert om ze <span class="pagenum">[<a id="pb266" href="#pb266">266</a>]</span>te kiezen. Zij is van haar jeugd af gewoon aan de prikkels van de steedsche beschaving -en zij bedwelmen haar niet; zij is, bovendien beter in staat op zich zelf te passen -dan het meisje van het land, en ze weet te veel van de werkelijke feiten van het leven -der prostituée, om zeer verlangend te zijn haar loopbaan te kiezen. Bovendien bezit -de familie waartoe zij behoort, waarschijnlijk ook een aangeboren of verkregen weerstandsvermogen -tegen de evenwicht-verstorende invloeden, dat het hun mogelijk gemaakt heeft zich -in het stadsleven staande te houden. Zij is immuun geworden tegen de vergiften van -dat leven<a class="noteref" id="xd29e6909src" href="#xd29e6909">102</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In alle groote steden is een groot deel, zoo niet de meerderheid van de inwoners, -gewoonlijk buiten de stad geboren (in Londen zijn maar vijftig percent van de hoofden -van gezinnen bepaald vermeld als in Londen geboren); en het is dus niet te verwonderen, -dat ook prostituées dikwijls van buiten de stad komen. Toch blijft het een feit van -beteekenis, dat een zoo typisch steedsch verschijnsel als de prostitutie, in zoo ruime -mate van nieuwe leden voorzien wordt van het land. Dit is overal het geval. Merrick -noemt de streken op, waar 14.000 prostituées vandaan kwamen, die in de Millbank gevangenis -terecht kwamen. Middlesex, Kent, Surrey, Essex en Devon zijn de graafschappen, die -bovenaan staan, en Merrick taxeert het aantal voor Londen uit de vier graafschappen, -die Londen vormen, op 7000, of de helft van het geheel; militaire steden, zooals Colchester -en marine-havens, zooals Plymouth, voorzien Londen van veel prostituées; Ierland levert -er veel meer dan Schotland, en Duitschland veel meer dan eenig ander Europeesch land, -terwijl Frankrijk bijna in het geheel niet vertegenwoordigd is (Merrick, <i lang="en">Work Among the Fallen</i>, 1890, pp. 14–16). Het is natuurlijk mogelijk, dat de verhoudingen onder haar, die -in een gevangenis komen, niet nauwkeurig de verhoudingen weergeven der prostituées -in het algemeen. De lijsten van het Londensche reddingshuis van het Leger des Heils -wijzen er op, dat zestig percent van de meisjes en de vrouwen van buiten komen (A. -Sherwell, <i lang="en">Life in West London</i>, hoofdst. V). Dit is precies dezelfde verhouding die Tait een halve eeuw vroeger, -onder prostituées in het algemeen, in Edinburg vond. Sanger zegt, dat van de 2000 -prostituées in New-York er wel 1238 in het buitenland geboren waren (706 in Ierland), -terwijl van de overige 762 de eene helft geboren was in den staat New-York, en een -beslist (hoewel de juiste getallen niet aangegeven zijn) nog kleinere verhouding in -de stad New-York. Prostituées komen uit het Noorden—waar het klimaat onpleizierig -is, en waar fabrieksarbeid en zittende bezigheden het meest voorkomen—veel meer dan -uit het Zuiden; zoo zond Maine, een koude, gure zeestaat, vier en twintig van deze -prostituées naar New-York, terwijl Virginië, op denzelfden afstand liggende, dat er -naar denzelfden maatstaf gerekend twee en zeventig moest gestuurd hebben, er maar -negen zond; er was een zelfde verschil tusschen Rhode Island en Maryland (Sanger, -<i lang="en">History of Prostitution</i>, p. 452). Het is leerrijk hier den invloed op te merken van een somber klimaat en -eentonigen arbeid op het aanwakkeren van de begeerte naar een “leven van pleizier”. -In Frankrijk is er, zooals op een kaart in het werk van Parent-Duchâtelet aangetoond -wordt (deel I, pp. 37–64, 1857) als het land verdeeld wordt in vijf gordels, die van -Oost naar West loopen, een voortdurende vermindering in het aantal prostituées <span class="pagenum">[<a id="pb267" href="#pb267">267</a>]</span>dat iedere gordel naar Parijs zendt, naarmate we verder Zuidwaarts komen. Weinig meer -dan een derde schijnt tot Parijs te behooren, en, evenals in Amerika, is het het ernstige -en hard werkende Noorden met zijn betrekkelijk koud klimaat, dat het grootste contingent -levert; zelfs in het oude Frankrijk merkt Dufour op (<i>op. cit.</i>, deel IV, hoofdst. XV), was prostitutie, zooals blijkt uit de <i lang="fr">fabliaux</i> en <i>romans</i>, minder schandelijk in de <i lang="fr">langue d’oil</i> dan in de <i lang="fr">langue d’oc</i>, zoodat zij ongetwijfeld zeldzaam was in het Zuiden. Op een later tijd zegt Reuss -(<i lang="fr">La Prostitution</i>, p. 12) dat “bijna al de prostituées uit Parijs van buiten komen”. Jeannel merkte -op, dat van de duizend prostituées uit Bordeaux er maar zes en veertig in de stad -thuis behoorden, en Potton (Appendix bij Parent-Duchâtelet, deel II, p. 446) zegt, -dat van bijna vier duizend prostituées uit Lyon er maar 376 uit Lyon zelf waren. In -Weenen merkt Schrank, in 1873, op, dat van meer dan 1500 prostituées er maar 615 in -Weenen geboren waren. De algemeene regel is, zooals we zullen gezien hebben, hoewel -de variaties vele zijn, dat weinig meer dan een derde van de prostituées van een stad -stadskinderen zijn. -</p> -<p>Het is opmerkelijk dat deze neiging van de prostituée om van ver naar steden toe te -komen, deze zwervende neiging—die zij tegenwoordig gemeen heeft met de kellners—niet -een modern verschijnsel is. “Er zijn weinig steden in Lombardije, of Frankrijk, of -Gallië”, schreef de heilige Bonifacius, “waar niet een echtbreekster is of een prostituée -van de Engelsche natie”, en de heilige schrijft dit toe aan de gewoonte der pelgrimstochten -naar buitenlandsche heilige plaatsen. In den tegenwoordigen tijd is er geen duidelijk -merkbaar Engelsch element onder de prostituées van het vasteland. Zoo zijn in Parijs -volgens Reuss (<i lang="fr">La Prostitution</i>, p. 12) de buitenlandsche prostituées in afnemende orde Belgisch, Duitsch (Elzas-Lotharingen), -Zwitsersch (vooral uit Genève), Italiaansch, Spaansch, en eerst dan Engelsch. Kenners -in deze zaak zeggen dat de Engelsche prostituée, in vergelijking met haar zuster van -het vasteland (en vooral uit Frankrijk), niet voordeelig uitkomt, omdat ze gewoonlijk -hebberig is in geldzaken en niet zeer bekoorlijk.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is de beschaving, hoewel niet het fijnste en het beste in de beschaving, die meer -dan iets anders vrouwen roept tot de prostitutie. Het is noodig er op te wijzen dat -ook de man door diezelfde beschaving tot de prostitutie gedreven wordt. De gewone -en op onwetendheid berustende veronderstelling, dat de prostitutie bestaat om de grove -zinnelijkheid van den jongen ongehuwden man te bevredigen, en dat, als hij geleerd -heeft grove sexueele impulsen te bedwingen of er toe gebracht is vroeg te trouwen -de prostituée geen bezoek zal ontvangen, is volkomen onjuist. Als alle mannen heel -jong trouwden, dan zou niet alleen het geneesmiddel erger zijn dan de kwaal—het is -hier de plaats niet dat punt verder te bespreken—maar het middel zou de kwaal niet -genezen. De prostituée is iets meer dan een kanaal om overtollige sexueele energie -af te voeren, en haar aantrekkingskracht houdt in het geheel niet op te bestaan als -mannen getrouwd zijn, want een groot aantal van de mannen die prostituées bezoeken, -zoo niet de meesten, zijn getrouwd. En toch, of zij getrouwd zijn of ongetrouwd, de -beweegreden die hen naar de prostituée voert, is niet uitsluitend wellust. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Engeland, merkt een schrijver, die goed op de hoogte is, op, dat “de waarde van -het huwelijk als moreele factor blijkt uit het feit, dat al de betere <span class="pagenum">[<a id="pb268" href="#pb268">268</a>]</span>prostituées in Londen bijna geheel onderhouden worden door getrouwde mannen”, terwijl -ook in Duitschland, zooals in een belangwekkende serie van herinneringen van een vroegere -prostituée, <i lang="de">Beichte einer Gefallenen</i> door Hedwig Hard (p. 208), gezegd wordt, de meeste mannen, die prostituées bezoeken, -getrouwd zijn. Deze bewering is waarschijnlijk overdreven. Neisser zegt dat maar vijf -en twintig percent van gevallen van gonorrhoe voorkomen bij getrouwde mannen. Deze -opgave is waarschijnlijk onjuist in omgekeerden zin, omdat getrouwde mannen zich in -het verkeer met prostituées meestal zeer in acht nemen, meer dan de jonge en ongetrouwde -mannen. Wat de beweegreden aangaat, die getrouwde mannen tot de prostitutie brengt, -vertelt Hedwig Hard uit haar eigen ervaringen een voorval, dat leerzaam en ongetwijfeld -typisch is. In de stad, waar zij rustig als prostituée woonde, werd een man van den -hoogsten maatschappelijken stand door een vriend bij haar geïntroduceerd, en bezocht -haar regelmatig. Zij had dikwijls zijn vrouw gezien en bewonderd, die een van de gevierde -schoonheden van de plaats was en twee lieve kinderen had; man en vrouw schenen elkander -zeer genegen, en ieder benijdde hen hun geluk. Hij was een man van verstand en beschaving, -die Hedwig’s liefde tot boeken aanmoedigde; zij geraakte zeer aan hem gehecht en eens -waagde zij hem te vragen hoe hij zijn lieve, mooie vrouw kon verlaten om naar iemand -toe te gaan, die niet waard was haar schoenriemen los te binden. “Ja, kind”, antwoordde -hij, “maar al haar schoonheid en ontwikkeling geeft mij niets voor mijn hart. Zij -is koud, koud als ijs, fatsoenlijk en bovenal phlegmatiek. Vertroeteld en verwend -als zij is, leeft zij alleen voor zich zelf; wij zijn twee goede kameraden en niets -meer. Als ik bijvoorbeeld ’s avonds uit de societeit kom en naar haar bed ga, misschien -wel een beetje opgewonden, dan wordt ze zenuwachtig en vindt het ongepast, dat ik -haar wakker maak. Als ik haar kus, dan verdedigt zij zich en vertelt mij, dat ik verschrikkelijk -naar sigaren en wijn ruik. En als ik misschien meer probeer, dan springt ze uit bed, -wordt boos alsof ik haar aanviel, en dreigt uit het raam te springen als ik haar aanraak. -Dus laat ik haar om den wille der vrede met rust en kom hier”. Er kan geen twijfel -aan zijn, dat dit de ondervinding is van veel getrouwde mannen, die graag geliefde -zoowel als vriendin in hun vrouwen zouden vinden. Maar de vrouwen hebben, met een -verscheidenheid van oorzaken, bewezen, dat ze niet in staat zijn de sexueele makkers -te worden van haar echtgenooten. En de echtgenooten, zonder dat ze gedreven worden -door eenigen sterken hartstocht of door begeerte naar ontrouw, zoeken buitenshuis -wat ze thuis niet vinden kunnen. -</p> -<p>Dit is niet de eenige reden, waarom mannen prostituées bezoeken. Zelfs mannen, die -gelukkig getrouwd zijn met vrouwen, die in de voornaamste opzichten bij hen passen, -ondervinden dikwijls na eenige jaren huwelijksleven, een geheimzinnig verlangen naar -afwisseling. Zij zijn hun vrouwen niet moe, zij hebben niet de minste wensch of bedoeling -om haar te verlaten, zij willen haar, als zij het helpen kunnen, niet de minste pijn -veroorzaken. Maar nu en dan worden ze door een onweerstaanbaren, en onwillekeurigen -drang er toe gebracht een tijdelijke intimiteit te zoeken met vrouwen, met wie ze -voor niets ter wereld zich voor goed zouden willen binden. Pepys, wiens <i lang="en">Diary</i>, afgezien van de andere verdienstelijke eigenschappen ervan, een psychologisch document -van waarde is, levert een zeer karakteristiek voorbeeld van deze soort van impuls. -Hij heeft een jonge, lieve vrouw getrouwd, aan wie hij zeer gehecht is, en hij leeft -gelukkig met haar, op een paar nu en dan voorkomende twisten na, die spoedig door -kussen uit den weg geruimd zijn; zijn liefde gaat samen met jaloezie, een jaloezie, -die, zooals hij toegeeft, volkomen onredelijk is, want zij is een trouwe, liefhebbende -vrouw. Toch kan Pepys, eenige jaren na zijn huwelijk, en midden in een leven van ingespannen -beroepsbezigheid, de verleiding niet weerstaan de tijdelijke gunsten te zoeken van -andere vrouwen, zelden prostituées, maar bijna altijd vrouwen van lagen maatschappelijken -stand—winkeljuffrouwen, vrouwen van werklieden, fatsoenlijke dienstmeisjes. <span class="pagenum">[<a id="pb269" href="#pb269">269</a>]</span>Dikwijls is hij er mee tevreden haar naar een rustig bierhuis mee te nemen, en zich -een paar gewone vrijheden te veroorloven. Soms weigeren zij absoluut meer dan dit -toe te staan; als dat gebeurt dankt hij herhaaldelijk den almachtigen God (zooals -hij ’s avonds in zijn <i lang="en">Diary</i> schrijft), dat hij bewaard is gebleven voor verleiding en voor tijd- en geldverlies; -telkens weer is hij geneigd de gelofte te doen, dat het niet weer zal gebeuren. Toch -gebeurt het altijd weer. Pepys is volkomen waar tegenover zich zelf; hij doet geen -poging zich te rechtvaardigen of te excuseeren; hij weet, dat hij voor de verleiding -bezweken is; het is een impuls, die nu en dan over hem komt, een impuls, dien hij -niet in staat schijnt te zijn lang te weerstaan. Ondanks dit alles blijft hij een -achtenswaardig en ijverig ambtenaar, en in de meeste opzichten een tamelijk deugdzaam -man, met een echten afkeer van lichtzinnige menschen en onbeteekenende praatjes. De -houding van Pepys wordt met onvergelijkelijken eenvoud en openhartigheid uiteengezet, -omdat hij deze dingen voor zijn eigen oogen alleen neerschrijft, maar zijn geval is -in werkelijkheid dat van een groot aantal andere mannen, misschien wel van den typischen -<i lang="fr">homme moyen sensuel</i> (zie Pepys, <i lang="en">Diary</i>, ed. <span class="corr" id="xd29e6980" title="Bron: Wheatly">Wheatley</span>; <i>e.g.</i>, deel IV, <i>passim</i>). -</p> -<p>Er is een derde klasse van getrouwde mannen, minder groot in aantal, maar niet onbelangrijk, -die gedwongen zijn prostituées te bezoeken: de klasse van sexueel geperverteerde mannen. -Er zijn vele redenen, waarom zulke mannen kunnen wenschen te trouwen, en in sommige -gevallen trouwen ze vrouwen, met wie zij den eigenaardigen vorm van sexueele bevrediging, -waarnaar ze verlangen, kunnen verkrijgen. Maar in een groot aantal gevallen is dit -niet mogelijk. De conventioneel opgevoede vrouw kan zichzelf er niet toe brengen zelfs -maar aan een volkomen onschuldige fetischachtige gril van haar echtgenoot toe te geven, -want die is te vreemd aan haar gevoelens en te onbegrijpelijk voor haar ideeën, zelfs -als ze oprecht verliefd op hem is; in vele gevallen zou de echtgenoot niet durven -vragen en ternauwernood zelfs wenschen, dat zijn vrouw er zich toe zou leenen de fantastische -of misschien vernederende rol te spelen, die zijn wenschen eischen. In zulk een geval -wendt hij zich natuurlijk tot de prostituée, de eenige vrouw, wier beroep het is in -zijn bijzondere behoeften te voorzien. Het huwelijk heeft dezen mannen geen verlichting -gebracht, en zij vormen een groot aantal cliënten van elke prostituée in iedere groote -stad. De meest gewone prostituée van eenige ervaring kan gevallen meedeelen van haar -eigen bezoekers, geschikt om een verhandeling over psychopatische sexualiteit te illustreeren. -Het is hier voldoende een aanhaling weer te geven uit de bekentenissen van een jonge -Londensche prostituée (Strand), zooals ze van haar lippen zijn neergeschreven door -een vriend, aan wien ik het document dank; ik heb alleen een paar alledaagsche woorden -in meer technische termen veranderd. Nadat ze beschreven had hoe, toen zij nog een -dorpskind van dertien jaar was, een rijke, oude heer dikwijls kwam en zich aan haar -en andere meisjes vertoonde, en hoe hij eindelijk gearresteerd werd en gevangen genomen, -sprak zij over de perversiteiten, die ze ontmoet had, sedert zij prostituée was geworden. -Zij kende een jongen man van ongeveer vijf en twintig jaar, gewoonlijk in een sportpakje -gekleed, die altijd met een paar levende duiven kwam, die hij in een mand meebracht. -Zij en het meisje, waar ze mee samenwoonde moesten zich ontkleeden, de duiven nemen -en ze den nek omdraaien; hij stond dan voor haar, en als de nekken omgedraaid werden, -trad bij hem geprikkeldheid op. Eens ontmoette zij een man op straat en hij vroeg -haar of hij met haar mee mocht gaan en haar schoenen mocht likken. Zij stemde toe -en hij nam haar mee naar een hotel, betaalde een halve guinje voor een kamer, en, -toen ze ging zitten, kroop hij onder de tafel en likte haar schoenen, die vol modder -waren; meer deed hij niet. Dan waren er dingen, zeide zij, die te vuil waren om te -vertellen; bv. een man kwam met haar en haar vriendin naar huis, en liet haar in zijn -mond urineeren. Zij had ook verhalen van geeseling, meestal van mannen, die de meisjes -met de zweep sloegen, zeldzamer van mannen, die graag door haar geslagen werden. Een -man, die <span class="pagenum">[<a id="pb270" href="#pb270">270</a>]</span>iedere keer een nieuw riet meebracht, sloeg haar vriendin tot bloedens toe. Zij kende -een anderen man, die niets deed dan haar hard op de billen slaan. Nu wortelen al deze -dingen, die tot het gewone dagwerk van de prostituée behooren, in diepe en onweerstaanbare -impulsen. Zij moeten een of anderen uitweg vinden. Maar alleen op de prostituée kan -men rekenen, omdat haar belang en haar opvoeding het meebrengen, om den natuurlijken -tegenzin tegen zulke handelingen te boven te komen en wenschen te bevredigen, die, -als ze niet bevredigd werden, misschien andere en gevaarlijker vormen zouden aannemen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Hoewel Woods Hutchinson met instemming de verklaring van een vriend aanhaalt: “Van -de duizende prostituées heb ik er nooit een gezien met goede manieren aan tafel”, -gaat van de prostituée toch werkelijk, hoewel dan niet in voldoende mate, de bekoring -van de beschaving uit. “Er was geen huis, waarin ik van tijd tot tijd het gezicht -van een dame zien en de stem van een dame hooren kon”, schreef de romanschrijver Anthony -Trollope in zijn <i>Autobiographie</i> over zijn leven, toen hij pas in Londen was. “Geen opwekking tot fatsoenlijke vertrouwelijkheid -kwam op mijn weg. Het schijnt mij toe, dat in zulke omstandigheden de verleidingen -van een losbandig leven bijna zeker de overhand zullen krijgen over een jongen man. -De verleiding kreeg in ieder geval de overhand over mij”. In iedere groote stad, heeft -men gezegd, zijn er duizende mannen, die niet het recht hebben eenige andere vrouw -dan een kellnerin bij haar voornaam te noemen<a class="noteref" id="xd29e6997src" href="#xd29e6997">103</a>. Al de schoone glans der beschaving schittert om hen heen in de straten, maar zij -moeten op een afstand blijven. Het is de prostituée, die deze bekoring van de stad -belichaamt, veel beter dan de maagdelijke vrouw, zelfs als intimiteit met haar binnen -hun bereik was. De prostituée vertegenwoordigt ze, omdat zij ze zelf voelt, omdat -zij zelfs haar vrouweneer opgeofferd heeft in de poging zich er mee te vereenzelvigen. -Zij heeft ongebreidelde vrouwelijke instincten, zij is een meesteres in de vrouwelijke -kunst zich op te sieren, zij kan tot hem spreken over de geheimen van de vrouwelijkheid -en de weelden van haar geslacht met een zaakkennis en een vrijheid, waartoe het onschuldige -meisje, dat aan haar huis gekluisterd is, niet in staat zou zijn. Zij is voor hem -niet alleen daardoor aantrekkelijk, omdat zij de lagere sexueele begeerten bevredigen -kan, maar ook omdat zij op hare wijze een kunstenares is, een deskundige <span class="pagenum">[<a id="pb271" href="#pb271">271</a>]</span>in de kunst van vrouwelijke uitbuiting, een leidster op het gebied der mode. Want -dit is zij, en er zijn, zooals Simmel in zijn <i lang="de">Philosophie der Mode</i> gezegd heeft, goede psychologische redenen, waarom zij dit altijd moet zijn. Haar -onzekere maatschappelijke positie maakt alles, wat conventioneel en wettig is, hatelijk -in haar oogen, terwijl haar temperament voortdurende nieuwigheden verrukkelijk voor -haar maakt. In nieuwe modes vindt zij “een æsthetischen vorm van dat instinct van -vernieling, dat eigen schijnt te zijn aan het leven van alle paria’s, in zooverre -zij geestelijk niet volkomen slaven zijn geworden”. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Hoe verwonderlijk het ook aan sommigen moge toeschijnen”, merkt een modern schrijver -op, “prostituées moeten op hetzelfde niveau gesteld worden als kunstenaars. Beide -gebruiken hun gaven en talenten tot vreugde en genoegen van anderen, en, als regel, -tegen betaling. Wat is het essentieele verschil tusschen een zangeres, die hoorders -genoegen geeft met haar keel en een prostituée, die haar bezoekers genoegen geeft -met een ander deel van haar lichaam? Alle kunst werkt op de zinnen”. Hij verwijst -naar het belangrijke feit, dat acteurs en voornamelijk actrices vroeger veelal even -weinig geacht werden als prostituées nu (R. Hellmann, <i lang="de">Ueber Geschlechtsfreiheit</i>, pp. 245–252). -</p> -<p>Bernaldo de Quiros en Llanas Aguilaniedo (<i lang="es">La Mala Vida en Madrid</i>, p. 242) gaan denzelfden invloed na nog lager op den maatschappelijken ladder. Zij -beschrijven de vuilere soort van <i lang="fr">café’s chantant</i>, waar, in Spanje en elders, de slechtste en meest gedegenereerde vrouwelijke schepsels -kellnerinnen worden (en soms zangeressen en danseressen), die dan de rol spelen van -liefelijke en gedistingeerde <i>hetaren</i> voor een publiek van voerlieden en winkelbedienden, die deze plaatsen bezoeken. “Gekleed -met wat den jongen man toeschijnt onberispelijke smaak te zijn, met zorgvuldig gefriseerde -haren, en een schoon gezicht, dat versierd is met bloemen of sieraden, minzaam en -soms hooghartig, in bekoring en in tooi verheven boven de andere vrouwen, die hij -kent, worden de kellnerinnen het mooiste voorbeeld van de <i lang="fr">femme galante</i>, die hij kan zien en toespreken, de courtisane van zijn sfeer”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Maar terwijl de prostituée voor den eenvoudigen, onwetenden en hongerigen jongen man -aantrekkelijk is als belichaming van veel van de verfijning en perversiteiten van -de beschaving, oefent zij op vele meer gecompliceerde en beschaafde mannen een aantrekkingskracht -uit van een bijna tegenovergestelde soort. Zij trekt aan door haar frissche en natuurlijke -ruwheid, haar vrije bekendheid met de ruwste feiten van het leven; en heft hen zoo -voor een oogenblik op uit de verdorrende atmosfeer van kunstmatig denken en onwerkelijk -gevoel, waarin zoo vele beschaafde personen gedwongen zijn het grootste deel van hun -leven door te hengen. Zij voelen met de woorden, die de koninklijke vriend van een -vrouw van dit temperament moet gebruikt hebben, toen hij een verklaring gaf van haar -onbegrijpelijken invloed op hem: “Zij is zoo schitterend vulgair!” -</p> -<blockquote> -<p class="first">Ter illlustratie van deze zijde van de aantrekkingskracht der prostitutie, wil ik -hier een passage aanhalen, waarin de romanschrijver Hermant, in zijn <i lang="fr">Confessions d’un Enfant <span class="corr" id="xd29e7041" title="Bron: d’ Hier">d’Hier</span></i> (Lettre VII), de redenen uiteengezet heeft, die er het overbeschaafde kind van een -beschaafde eeuw, dat toch geenszins <span class="pagenum">[<a id="pb272" href="#pb272">272</a>]</span>radicaal of volkomen slecht is, toe kunnen brengen voldoening te vinden in den omgang -met prostituées: “Zoolang mijn hart niet getroffen was, was het voorwerp van mijn -satisfactie mij volkomen onverschillig. Ik hield bovendien veel van absolute vrijheid -en die is alleen mogelijk in den kring van deze anonieme schepsels en in haar afgezonderde -woonplaats. Daar kan men zich alles veroorloven. Tegenover andere vrouwen, hoe laag -we haar ook zoeken, moeten zekere égards in acht genomen worden, een soort van protocol. -Tegen de prostituée kan men alles zeggen: men is beschermd door zijn incognito en -men weet zeker, dat niemand ooit te weten komt, wat men met haar beleeft. Ik maakte -gebruik van deze vrijheid, zoo aantrekkelijk voor iemand van mijn leeftijd, maar met -een perverse fantasie, die niet bij mijn jaren paste. Ik weet nauwelijks waar ik de -woorden vandaan haalde, die ik tot haar zeide, want ze kwamen niet overeen met mijn -smaak, die eenvoudig was en, als ik het zeggen mag, klassiek. Het is waar, dat onbeperkt -naturalisme in liefdezaken altijd neigt tot het perverse, een feit dat alleen op het -eerste gezicht paradox kan schijnen. Natuurvolken hebben veel trekken gemeen met gedegenereerden. -Ik was echter alleen in woorden losbandig; en dit waren de eenige gelegenheden, waarbij -ik mij herinneren kan, dat ik ernstig onwaarheid gesproken heb. Maar die behoefte, -die ik toen ondervond, om een lage soort van onwaardige instincten uit te drijven, -schijnt mij karakteristiek toe en vernederend. Ik mag er bij voegen, dat ik zelfs -te midden van deze uitspattingen een zekere terughouding behield. De aanrakingen, -waaraan ik mij overgaf, bezoedelden mij niet; er bleef niets van over, als ik naar -huis terugkeerde. Ik heb altijd, uit dien geforceerden en onverschilligen omgang de -gewoonte behouden om geen gewicht te hechten aan de handelingen van het vleesch. De -liefdefunctie, die godsdienst en moraal omgeven hebben met geheimzinnigheid en gekruid -met zonde, schijnt mij een functie toe als iedere andere, een beetje laag bij den -grond, maar aangenaam, en een, waarvoor het gebruikelijk epiloog te lang is.… Deze -soort kameraadschap duurde maar korten tijd”. Bovenstaande ontleding van de houding -van een beslist gewoon type van den beschaafden modernen man schijnt juist te zijn, -maar het zal misschien bij sommige lezers opkomen, dat men van een omgang, die er -toe geleid heeft de “handeling van het vleesch” te beschouwen als te zijn van geen -waarde, bezwaarlijk zeggen kan, dat ze geen smet nagelaten heeft. -</p> -<p>Op ongeveer gelijke wijze stelt Henri de Régnier in zijn roman <i lang="fr">Les Rencontres de Monsieur Bréot</i> (p. 50) Bercaillé voor als iemand die bepaald bij voorkeur zijn genoegen zoekt bij -dienstmeisjes, liever dan bij dames, want genoegen geven was, in zijn idee, een soort -van dienst, die vrijwel overeenkwam met de diensten, die zij gewend waren te bewijzen; -en daarbij zijn zij stevig en gezellig; zij hebben de naïviteit, die altijd bekoort -en zij worden niet licht teruggestooten door die kleine voorvallen, die misschien -het kieskeurige gevoel van fijn opgevoede dames zouden hinderen. -</p> -<p>Bloch, die speciaal den nadruk gelegd heeft op deze zijde van de aantrekkingskracht -der prostitutie (<i lang="de">Das Sexualleben unserer Zeit</i>, pp. 359–362), verwijst naar den teeren en gevoeligen jongen Deenschen schrijver, -J. P. Jakobsen, die scherp het contrast schijnt gevoeld te hebben tusschen de hoogere -en meer gewone impulsen en de nu en dan voorkomende uitbarsting van wat hij voelde -als de lagere instincten; in zijn <i>Niels Lyhne</i> beschrijft hij het soort van dubbel leven, waarbij een man veertien dagen trouw is -aan den God, dien hij vereert, en dan overwonnen wordt door andere machten, die hem -dolzinnig meevoeren naar wat hij voelt als vernederend, pervers en vuil. “Op zulke -oogenblikken”, merkt Bloch op, “is de man een ander wezen. De “twee zielen” in zijn -borst worden werkelijkheid. Is dat de beroemde geleerde, de verheven idealist, de -fijn besnaarde aestheticus, de kunstenaar, die ons zooveel mooie werken gegeven heeft -in poëzie en schilderkunst? Wij herkennen hem niet meer, want op zulke oogenblikken -is een ander wezen aan de oppervlakte gekomen, een andere natuur is in hem in beweging -en drijft hem met het <span class="pagenum">[<a id="pb273" href="#pb273">273</a>]</span>geweld van een natuurkracht naar dingen, waarvan zijn “hooger bewustzijn” de beschaafde -man in hem, zou rillen”. Bloch meent, dat we hier te doen hebben met een soort normaal -mannelijk masochisme en dat de prostitutie dient om dat te bevredigen.</p> -</blockquote><p> -</p> -</div> -</div> -<div id="ch7.4" class="div2 section"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main"><span class="divNum">IV.</span> De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de prostitutie</h3> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Wij hebben nu de prostitutie beschouwd van sommige van haar meest verschillende en -typische kanten, en we hebben getracht, zoowel uit een verstands- als uit een gevoelsoogpunt, -de fundamenteele rol te begrijpen, die ze als vormend element van ons huwelijkssysteem -speelt. Tenslotte moeten wij de beweegredenen nagaan, waardoor de prostitutie in dezen -tijd aan een groot en aangroeiend aantal menschen niet alleen een onvoldoende methode -van sexueele bevrediging, maar een radicaal slechte methode toeschijnt. -</p> -<p>De beweging van antagonisme jegens de prostitutie vertoont zich het duidelijkst, zooals -men van tevoren verwachten kon, in een gevoel van tegenzin tegen den oudsten en meest -typischen, eens den meest geliefden en best ingerichten verschijningsvorm, het bordeel. -Het aangroeien van dezen tegenzin is niet beperkt tot een of twee landen, maar is -internationaal, en men kan hem dus beschouwen als een typisch verschijnsel in onze -beschaving. Hij is bij prostituées zelf even duidelijk uitgesproken als bij haar cliënten. -De afkeer aan den eenen kant vermeerdert den afkeer aan den anderen kant. Daar alleen -de meest hulpelooze of de domste prostituées in den tegenwoordigen tijd bereid zijn -de slavernij van het bordeel aan te nemen, is de bordeelhouder gedwongen zijn toevlucht -te nemen tot buitengewone methoden om slachtoffers meester te worden, om deel te nemen -aan dien cosmopolitischen handel in “blanke slavinnen”, die alleen bestaat om bewoonsters -te verkrijgen voor de bordeelen<a class="noteref" id="xd29e7069src" href="#xd29e7069">104</a>. Een natuurlijke reactie op dezen staat van zaken is het feit, dat ze den cliënten -van de prostitutie een vooroordeel geeft tegen een instelling, die langzamerhand uit -de mode gaat en haar goeden naam begint te verliezen. Een nog meer fundamenteele antipathie -wordt hierdoor veroorzaakt, dat het bordeel niet beantwoordt aan den hoogen graad -van persoonlijke vrijheid en verscheidenheid, die de beschaving met zich brengt en -die ze altijd eischt, zelfs als ze ze niet met zich brengt. Aan den eenen kant heeft -de prostituée geen lust zich te onderwerpen aan een slavernij, die haar gewoonlijk -zelf geen belooning brengt; aan den anderen <span class="pagenum">[<a id="pb274" href="#pb274">274</a>]</span>kant voelt haar cliënt het als een deel van de bekoring van de prostitutie in de tegenwoordige -beschaafde maatschappij, dat hij een vrijheid zal genieten en een keuze zal hebben, -die het bordeel niet geven kan<a class="noteref" id="xd29e7083src" href="#xd29e7083">105</a>. Zoo komt het dat bordeelen, die eens al de vrouwen bevatten die er haar beroep van -maakten de sexueele behoeften van mannen te bevredigen, nu alleen een afnemende minderheid -bevatten, en de overgang van in bordeelen wonende prostituées tot vrije prostitutie -door vele maatschappelijke hervormers goedgekeurd wordt als een winst voor de zaak -der moraal gerekend<a class="noteref" id="xd29e7086src" href="#xd29e7086">106</a>. -</p> -<p>Het verval van de bordeelen is, hetzij als oorzaak of als resultaat, vergezeld gegaan -van een groote toename der prostitutie buiten bordeelen. Maar de tegenzin tegen bordeelen -geldt in veel essentieele punten ook de prostitutie in het algemeen, en, zooals we -zien zullen, oefent hij een invloed van diepgaande wijziging uit op die prostitutie. -</p> -<p>Het veranderde gevoel jegens de prostitutie schijnt voornamelijk op twee wijzen zijn -uitdrukking te vinden. Aan den eenen kant zijn er de menschen, die, zonder dat zij -de prostitutie willen afschaffen, zich stooten aan de minderwaardige rol, die zij -er bij moeten spelen, en die walgen van den leelijken verschijningsvorm. Zij hebben -geen moreele bezwaren tegen de prostitutie, maar ze zien geen reden, waarom een vrouw -niet vrij met haar eigen lichaam zou doen, wat zij wil. Maar zij meenen, dat, als -prostitutie noodzakelijk is, de omgang van mannen met prostituées humaan en aangenaam -voor beide partijen behoort te zijn en niet voor beiden vernederend. We moeten in -herinnering houden, dat men in het beschaafde stadsleven, door den beroepsarbeid dikwijls -zóó zeer in beslag genomen wordt, en de prikkels van dat stadsleven zoo voortdurend -zijn, dat de overgave aan de orgie lang niet altijd een wenschelijke ontspanning kan -zijn. De grove vorm der orgie heeft aantrekkingskracht, niet voor den stadsbewoner, -maar voor den boer, en voor den matroos of den soldaat, die in de stad komt na lange -tijden van vervelende sleur en ontbering van al wat het gevoel en de zinnen prikkelt. -Het is zelfs onjuist te meenen, dat de aantrekkingskracht van de prostitutie onvermijdelijk -berust op het uitvoeren van de geslachtsdaad. Integendeel, de meest aantrekkelijke -prostituée kan een vrouw zijn, die, zelf weinig sexueele behoeften hebbende, door -de bekoring van haar persoonlijkheid <span class="pagenum">[<a id="pb275" href="#pb275">275</a>]</span>wenscht te behagen; deze meisjes doen dikwijls goede huwelijken. Er zijn veel mannen, -die er zelfs zeer tevreden mee zijn als ze een paar uur intiem kunnen omgaan met een -aangename vrouw, zonder eenige verdere gunst, zelfs al staat die hun vrij. Voor een -groot aantal mannen onder stadsbestaansvoorwaarden houdt de prostituée op het verachte -middel te zijn voor de wellustige begeerte van een oogenblik; zij zoeken een aangename, -menschelijke persoonlijkheid, met wie zij eenige ontspanning kunnen vinden van den -dagelijkschen druk en de dagelijksche routine van het leven. Als een daad van prostitutie -zoo op een menschelijke basis geplaatst is, al draagt ze dan geenszins bij tot de -beste ontwikkeling van een van beide partijen, dan is ze tenminste niet meer zoo wanhopig -vernederend. Anders zou de godsdienstige prostitutie in oude tijden niet zoo lang -in aanzien geweest zijn onder achtbare vrouwen van goede geboorte aan de oevers van -de Middellandsche Zee, zelfs in streken als Lydië, waar de positie der vrouwen bijzonder -hoog was<a class="noteref" id="xd29e7100src" href="#xd29e7100">107</a>. -</p> -<p>Het is waar, dat de geldelijke kant van de prostitutie altijd blijft bestaan. Maar -men kan de beteekenis ervan overdrijven. We moeten er op wijzen, dat, hoewel het gewoon -is van de prostituée te spreken als van een vrouw, die “zich verkoopt”, dit een tamelijk -ruwe en onjuiste zegswijze is om, in zijn typischen vorm, de verhouding uit te drukken -van een prostituée tot haar cliënt. Een prostituée is geen koopwaar met een marktprijs, -als een brood of een schapenbout. Zij staat veeleer op het niveau van personen, die -tot de beroepsklassen behooren, en die honorarium aannemen voor verleende diensten; -het bedrag van het honorarium wisselt af, aan den eenen kant met de plaats, die de -dienst-betoonende onder haar beroepsgenooten inneemt, aan den anderen kant met de -materieele omstandigheden van den cliënt, en onder bijzondere omstandigheden vervalt -het honorarium geheel. De prostitutie maakt intieme verhoudingen, die uit natuurlijke -liefde moesten voortkomen, tot een voorwerp van betaling, en zoo doende verlaagt ze -die. Maar, strikt gesproken, is er in zulk een geval geen kwestie van “verkoopen”. -Te zeggen, dat een prostituée “zich verkoopt” is zelfs ternauwernood een vergeeflijke -rhetorische overdrijving; het is even onjuist als onrechtvaardig<a class="noteref" id="xd29e7105src" href="#xd29e7105">108</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb276" href="#pb276">276</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">Deze, in een beschaafde maatschappij zich voordoende neiging om de prostitutie te -humaniseeren is het omgekeerde proces, mogen we wel opmerken, van wat in een vroeger -stadium van de beschaving plaats vond, toen de oude opvatting van de godsdienstige -waardigheid van de prostitutie in discrediet begon te geraken. Toen de mannen ophielden -vrouwen te vereeren, die prostituées waren in den dienst van een godin, stelden zij -in haar plaats prostituées, die enkel verachte slavinnen waren, en zij vleiden zich -dat zij zoodoende de zaak van “vooruitgang” en “moraal” bevorderden. Aan de oevers -van de Middellandsche zee had dit proces meer dan twee duizend jaar geleden plaats; -het is nauw verbonden met den naam van Solon. Tegenwoordig kunnen we hetzelfde proces -zich in Indië zien afspelen. In sommige deelen van Indië (zooals in Jejuri, bij Poonah) -worden eerst-geboren meisjes gewijd aan Khandoba of andere goden; zij worden gehuwd -aan den god en heeten <i>murali</i>. Zij doen dienst in den tempel, vegen die, wasschen de heilige vaten; zij dansen, -zingen en prostitueeren zich. Zij mogen niet trouwen en zij wonen thuis bij haar ouders, -broeders of zusters; zij zijn gewijd aan den heiligen dienst en zij worden niet geminacht. -Tegenwoordig echter, trachten Indische “hervormers” in den naam van “beschaving en -wetenschap” de <i>murali</i> te overtuigen, dat zij “zich overgegeven hebben aan een vernederende loopbaan”. Ongetwijfeld -zullen mettertijd de vermeende moralisten de <i>murali</i> uit haar tempels en uit haar tehuizen verjagen, haar berooven van haar gevoel van -eigenwaarde, en haar maken tot ellendige paria’s, alles in naam der “wetenschap en -der beschaving” (zie b.v. een artikel van Mrs. Kashibai Deodhar, <i lang="en">The New Reformer</i>, October, 1907). Zoo komt het, dat de oude hervormers voor de later komende hervormers -de taak schiepen de prostitutie opnieuw te humaniseeren. -</p> -<p>Er is geen twijfel aan, dat deze meer humane opvatting van de prostitutie tegenwoordig -erkenning begint te vinden in het werkelijke beschaafde leven van Europa. Zoo merkt -Dr. Robert Michels op, (“<span lang="de">Erotische Streifzüge</span>”, <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1906, Heft 9, p. 368): “Terwijl in Duitschland de prostituée gewoonlijk beschouwd -wordt als een “paria”, en als zoodanig behandeld, als een werktuig voor den mannelijken -wellust, dat men gebruikt en weer weggooit, en dat men onder geen voorwaarde in het -openbaar zou willen kennen, speelt in Frankrijk de prostituée in vele opzichten de -rol, die eens beteekenis en roem gaf aan de <span class="ex">hetaren</span> van Athene”. En nadat hij de achting en het respect beschreven heeft, die de Parijsche -prostituée dikwijls van haar vrienden ondervindt, en de niet-sexueele verhouding van -kameraadschap, waar ze in kan treden met andere mannen, gaat de schrijver voort: “Een -meisje, dat zich geeft voor geld, maar geenszins voor het geld van den eersten den -besten, en die, behalve haar “beroepsvrienden” om zoo te zeggen de behoefte voelt -aan niet-sexueele kameraden, met wie zij kan omgaan op vrije vriendschappelijke wijze, -en door wie zij behandeld en gewaardeerd wordt als een vrij menschelijk wezen, is -niet geheel verloren voor de moreele waarde der menschheid”. Alle prostitutie is slecht, -besluit Michels, maar we zouden reden hebben onszelf geluk te wenschen als liefdebetrekkingen -van deze Parijsche soort de laagst bekende soort vertegenwoordigden van buiten-echtelijke -sexualiteit. (Wat de betrekkelijke achting<a id="xd29e7137"></a> aangaat, die aan prostituées gegeven wordt, mag ik er melding van maken, dat een -Parijsche prostituée tegen een vriend van mij <span class="pagenum">[<a id="pb277" href="#pb277">277</a>]</span>de opmerking maakte, dat Engelschen haar dingen vroegen, die geen Franschman zou durven -vragen). -</p> -<p>Het is echter niet alleen in Parijs, hoewel hier wel duidelijker en meer in het oog -springend, dat deze humaniseerende invloed in de prostitutie zich begint te doen gevoelen. -Het blijkt bij voorbeeld uit de meerdere openlijkheid van het sexueele leven van een -man. “Terwijl hij vroeger in een bordeel sloop in een afgelegen straat”, merkt Dr. -Willy Hellpach op (<i lang="de">Nervosität und Kultur</i>, p. 169), “wandelt hij nu met zijn “liaison” rond, en bezoekt comedies en café’s, -wel zonder begeerte om zijn bekenden te ontmoeten, maar toch zonder eenige verlegenheid -op dat punt. De zaak begint meer gewoon te worden, meer—natuurlijk”. Ze begint zoodoende -ook, zooals <span class="corr" id="xd29e7146" title="Bron: Helpach">Hellpach</span> weet aan te toonen meer moreel te worden, en veel ongezonde preutschheid en verhitheid -gaat verloren. -</p> -<p>In Engeland, waar veranderingen langzaam gaan, moge deze neiging om de prostitutie -te humaniseeren minder zichtbaar zijn, maar ze bestaat toch. In het midden van de -vorige eeuw schreef Lecky (<i lang="en">History of European Morals</i>, deel II, p. 285) dat <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>voortdurende prostitutie in geen ander Europeesch land zoo hopeloos slecht of zoo -onherroepelijk is”. Die bewering, die ook uitgesproken is door Parent-Duchâtelet en -andere buitenlandsche onderzoekers, wordt ten volle bevestigd door het bewijsmateriaal -in de geschiedenis. Maar het is een bewering, die men tegenwoordig niet gaarne zou -uiten, behalve misschien voor speciale afgebakende wijken in onze steden. Ook in Amerika -vinden we een neiging om de prostitutie te humaniseeren, en we kunnen die neiging -ongetwijfeld weerspiegeld vinden in het verslag over <i lang="en">The Social Evil</i> (1902), opgesteld door een commissie in New York, die de prostitutie aanbeval (p. -176) door op te merken, dat de prostitutie niet langer als een misdaad beschouwd moest -worden, in welk licht, zooals we bemerken, ze vroeger in New York beschouwd werd. -Dat moge maar een kleine schrede zijn op den weg der humaniseering, maar zij is in -de goede richting. -</p> -<p>Het is geenszins alleen in Europa, dat we mèt de zich ontwikkelende beschaving, een -verfijning en humaniseering van de meer vluchtige verbintenissen met vrouwen kunnen -nasporen. In Japan voerden precies dezelfde eischen, vele eeuwen geleden, tot het -verschijnen van de geisha. In den loop van een belangwekkende en nauwkeurige studie -over de geisha merkt Mr. R. F. Farrer op (<i lang="en">Nineteenth Century</i>, April, 1904): “De geisha is allerminst noodzakelijk een courtisane. Zij is een vrouw, -wier opvoeding tot doel had haar aantrekkelijk te maken, van haar jeugd af werd zij -onderwezen in alle ingewikkeldheden van de <span class="corr" id="xd29e7164" title="Bron: Japanneesche">Japansche</span> literatuur; geoefend in vernuft en in gevatheid; gewend aan het levendig babbelen -over alle onderwerpen tusschen hemel en aarde. Van haar vroegste jeugd af is zij opgevoed -tot een innemende bevalligheid van gedrag, onbegrijpelijk voor den meest beschaafden -Europeaan, en toch is zij altijd een bloesem van de lagere klassen, met korte, dikke -vingers, en platte leelijke nagels. Haar opvoeding, zoowel physiek als moreel, is -veel zwaarder dan die van de <span class="ex">ballerina</span>, en zij komt eerst na jaren van strijd en bittere kwelling tot succes … De maatschappelijke -positie van de geisha kan vergeleken worden met die van de Europeesche actrice. Het -Geisha-huis biedt prijzen aan, die even begeerlijk zijn als welke ook van het Westersch -tooneel. Een bekende geisha met twintig edelen om zich heen, die om haar glimlach -wedijveren en die voortdurend in spanning gehouden worden door de flikkerende pijlen -van haar vernuft, heeft een positie, die niet minder hoog en roemrijk is dan die van -Sarah Bernhardt in haar eersten bloei. Zij wordt evenzeer gezocht, evenzeer gevleid, -even hartstochtelijk aangebeden, dat rustige, kleine, eenvoudige meisje in het mat -blauw. Maar zij wordt zoo gewaardeerd voornamelijk om haar tong, waarvan de macht -eerst tot volle rijpheid komt als haar physieke bekoorlijkheden verminderen. Zij eischt -groote sommen voor haar impressario’s en verschijnt en danst dan nog alleen als zij -het zelf wil. Weinig Westerlingen zien ooit een werkelijk beroemde geisha. Zij is -een <span class="pagenum">[<a id="pb278" href="#pb278">278</a>]</span>tè groote persoonlijkheid om voor een Europeaan te verschijnen, behalve misschien -op zeer hoog, of keizerlijk verzoek. Ten slotte kan zij, en dat doet zij dikwijls, -een zeer goede partij doen. Uit dit alles vloeit niet de geringste noodzakelijkheid -van ongepaste verhoudingen voort.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>In sommige opzichten was de positie van de vroegere Grieksche <i>hetare</i> meer gelijk aan die van de Japansche <i>geisha</i>, dan aan die van de prostituée in de strenge beteekenis van het woord. Voor den Griek -was de <i>hetare</i> inderdaad in het geheel geen <i>porne</i> of prostituée. De naam beteekende vriendin of kameraad, en de vrouw aan wie men den -naam gaf, had een achtenswaardige positie, die men aan een gewone prostituée nooit -had kunnen inruimen. Athenaeus (Bk. XIII, hoofdst. XXVIII–XXX) brengt geheele passages -bijeen, die bewijzen, dat de <i>hetare</i> beschouwd kon worden als een onafhankelijke burgeres, rein, eenvoudig en deugdzaam, -geheel verschillend van de gewone massa prostituées, hoewel deze misschien haar naam -konden overnemen. De <i>hetaren</i> “waren bijna de eenige Grieksche vrouwen”, zegt Donaldson (<i lang="en">Woman</i>, p. 59), “die het beste en edelste vertoonden, wat er in de vrouwelijke natuur is”. -Dit feit maakt het meer begrijpelijk hoe een vrouw van zulke uitnemende, geestelijke -beteekenis als Aspasia een <i>hetare</i> geweest kan zijn. Er schijnt weinig twijfel te bestaan aan haar geestelijke verdienste. -“Aeschines, in zijn dialoog “Aspasia”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, schrijft Gomperz, de historicus van de Grieksche philosofie (<i lang="en">Greek Thinkers</i>, deel III, p.p. 124 en 343), “legt deze opmerkelijke vrouw een scherpe critiek in -den mond op de levenswijze, die de traditie voor haar sekse eischte. Het zou buitengewoon -vreemd zijn”, voegt Gomperz <span class="corr" id="xd29e7199" title="Bron: en">er</span> bij, waar hij beweert, dat daaruit een gevolgtrekking gemaakt kan worden aangaande -de historische Aspasia, “als drie schrijvers—Plato, Xenophon en Aeschines—alle drie -de vriendin van Pericles abusievelijk hadden bekleed met wat wij redelijkerwijze konden -verwachten, dat zij bezitten zou,—een hoogbeschaafden geest en intellectueelen invloed”. -Het is zelfs mogelijk, dat de beweging voor de rechten der vrouw, die, zooals wij -vaag uit de geschriften van Aristophanes raden, in Athene in de vierde eeuw voor Christus -plaats vond, geleid werd door <i>hetaren</i>. Volgens Ivo Bruns (<i lang="de">Frauenemancipation in Athen</i>, 1900, p. 19) “hebben de meest bepaalde berichten, die wij over Aspasia bezitten, -een sterke gelijkenis met het beeld, dat Euripides en Aristophanes ons geven van de -leidsters van de vrouwenbeweging”. Het was deze beweging, die toen de ideeën van Plato -over de gemeenschap van vrouwen veel minder dwaas deden schijnen dan zij òns voorkomen. -Sommigen zouden misschien kunnen meenen, dat deze beweging op een hooger plan die -liefde tot vernielen vertegenwoordigde, of, laten we liever zeggen, die geest van -opstand en eerzucht, die Simmel beschouwt als het kenmerk van de geestelijke en artistieke -werkzaamheid van hen, die in de maatschappelijke hierarchie uit een klasse verbannen -zijn of in geen klasse thuis behooren. Ook Ninon de Lenclos was, zooals we gezien -hebben, niet eigenlijk een courtisane, maar zij was een pionier in het handhaven van -de rechten der vrouw. Aphra Behn, die iets later in Engeland een even dubbelzinnige -maatschappelijke positie innam, was ook een pionierster in de edelmoedige humaniseerende -aspiraties, die sedert door de geheele wereld zijn aangenomen. -</p> -<p>Deze verfijningen van de prostitutie, kan men wel zeggen, zijn het gevolg van de latere -en meer ontwikkelde stadiën in de beschaving: “De opgewekte, handige en artistiek -ontwikkelde <i>hetare</i> staat dikwijls als een ideale figuur tegenover de intellectueel niet ontwikkelde -vrouw, die aan haar huis gebonden is. De courtisanes van de Italiaansche Renaissance, -Japansche geishas, Chineesche bloemenmeisjes en Indische bayadères vertoonen alle -eenige niet onedele trekken, een glimp van een vrij kunstenaarsbestaan. Zij hebben—wel -is waar met opoffering van haar hoogste waarde een onafhankelijkheid bereikt ten opzichte -van den drukkenden dwang van den man en van huishoudelijke plichten, en een deel van -de vrouwelijke natuur, die zoo dikwijls verlamd wordt, komt in haar schitterend tot -ontwikkeling. Prostitutie in haar besten <span class="pagenum">[<a id="pb279" href="#pb279">279</a>]</span>vorm kan op deze wijze een gelegenheid bieden, waarbij deze vrouwelijke eigenaardigheden -invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van de beschaving. Wij mogen tevens gelooven, -dat de artistieke werkzaamheid van vrouwen in zekere mate een tegenwicht kan vormen -tegen de slechte gevolgen van sexueele losbandigheid, daar ze verhindert, dat het -gevoelsleven ruwer of zelfs vernietigd wordt; in zijn <i>Magda</i> heeft Sudermann een vrouwentype beschreven, dat van het standpunt van strikte moraal -verwerpelijk kan schijnen, maar dat in de kunst een steun vindt, waarvan zelfs kwaadwilligen -schoorvoetend de kracht moeten erkennen”. In zijn <i lang="en">Sex and Character</i> heeft Weiniger op meer buitensporige wijze de opvatting ontwikkeld van de prostituée -als een fundamenteel en <span class="corr" id="xd29e7219" title="Bron: essenteel">essentieel</span> deel van het leven, een blijvend vrouwelijk type.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er zijn anderen, naar het schijnt in toenemend aantal, die het probleem der prostitutie -naderen, niet van een artistiek standpunt, maar van een moreel standpunt. Deze moreele -houding is echter niet die conventioneele moraal van Cato en den heiligen Augustinus -en Lecky, die in de voorafgaande bladzijden uiteengezet is, volgens welke de prostituée -op de straat moet aanvaard worden als de bewaakster van de getrouwde vrouw in het -huis. Deze moralisten ontkennen inderdaad, dat deze beschouwing moreel geacht moet -worden. Zij meenen, dat het moreel niet mogelijk is, dat de eer van sommige vrouwen -gekocht zal kunnen worden door de oneer van andere vrouwen, omdat tot zulk een prijs -de deugd al haar moreele waarde verliest. Als zij lezen, zooals Goncourt zeide, “dat -de weelderigste artikelen van den uitzet van vrouwen, de trouwhemden van meisjes met -een bruidsschat van zes honderd duizend francs, gemaakt worden in de gevangenis van -Clairvaux”<a class="noteref" id="xd29e7225src" href="#xd29e7225">109</a>, dan zien ze hierin het symbool van de nauwe afhankelijkheid van onze weelderige -deugd en onze vuile ondeugd. En terwijl ze de historische en sociologische bewijzen -aannemen, die er blijk van geven dat de prostitutie een onvermijdelijk deel is van -ons huwelijkssysteem, vragen zij, of het niet mogelijk is dat huwelijkssysteem zoo -te wijzigen, dat het niet noodig zal zijn de vrouwelijke menschheid te verdeelen in -“onfatsoenlijke” vrouwen, die zich opofferingen getroosten, die harer onwaardig zijn, -en “fatsoenlijke” vrouwen, die opofferingen doen, die het niet minder onwaardig kan -zijn aan te nemen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Prostituées, heeft een bekend man van de wetenschap gezegd (Duclaux, <i lang="fr">L’Hygiène Sociale</i>, p. 243), “zijn dingen geworden, die het publiek gebruikt als het ze noodig heeft, -en die het op den mesthoop gooit, als het ze vuil gemaakt heeft. In zijn phariseeërschap -heeft het zelfs de onbeschaamdheid haar beroep als schandelijk te behandelen, alsof -het niet even schandelijk was op deze markt te koopen als te verkoopen”. Bloch (<i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, Ch. XV) zegt met klem, dat de prostitutie veredeld moet worden, en dat dit tevens -de eenige manier is om haar te verminderen. Isidore Dyer, uit New Orleans zegt, dat -<span class="corr" title="Niet in bron">“</span>we de prostitutie niet kunnen tegengaan, tenzij we in het gemoed van mannen en vrouwen -een geest van verdraagzaamheid kweeken in plaats van onverdraagzaamheid jegens gevallen -vrouwen”. Dit punt kan <span class="pagenum">[<a id="pb280" href="#pb280">280</a>]</span>geïllustreerd worden door een opmerking van de schrijfster van het <i lang="de">Tagebuch einer Verlorenen</i> die een prostituée was. “Als ons beroep niet langer schandelijk was”, schreef zij, -“dan zou het leger van “ongelukkigen” verminderen met vier vijfden—ik durf wel zeggen -met negen tienden. Ik zelf bij voorbeeld! Hoe graag zou ik een betrekking aannemen -als gezelschapsjuffrouw of gouvernante!” “Een van de twee dingen”, schreef de uitmuntende -socioloog Tarde (“<span lang="fr">La Morale Sexuelle</span>”, <i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, Januari 1907), “òf de prostitutie zal verdwijnen, doordat ze voortgaat onfatsoenlijk -te zijn en ze zal vervangen worden door een andere instelling, die beter de fouten -van het monogame huwelijk zal verhelpen, òf ze zal blijven bestaan en geacht worden, -dat is te zeggen, zich doen respecteeren, hetzij ze gunstig beoordeeld wordt of niet”. -Tarde meende, dat dit misschien gebeuren kon door een betere organisatie van de prostituées, -een zorgvuldiger keuze uit haar, die toegelaten wenschen te worden tot haar gelederen -en het aankweeken van beroepsdeugden, die haar moreel niveau zouden verhoogen. “Als -courtisanes in een behoefte voorzien”, heeft Balzac gezegd in zijn <i lang="fr">Physiologie du Mariage</i>, “dan moeten zij een soort gilde worden”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Deze moreele houding wordt door de onvermijdelijke democratische neiging der beschaving -gedragen en versterkt, welke neiging, hoewel ze geenszins het klasse-denkbeeld te -niet doet, dat denkbeeld ondermijnt als een uitvloeisel van fundamenteele menschelijke -onderscheidingen, en het overtollig maakt. De prostitutie maakt de vrouw niet langer -tot slavin, zij behoorde haar ook zelfs niet tot een paria te maken: “Mijn lichaam -is mijn eigendom”, zegt de jonge Duitsche prostituée van tegenwoordig, “en wat ik -er mee doe, gaat niemand aan”. Toen de prostituée letterlijk een slavin was, waren -de moreele verplichtingen jegens haar geenszins noodzakelijk dezelfde als de moreele -plicht jegens de vrije vrouw. Maar als, zelfs in dezelfde familie, de prostituée door -een groote en niet te overbruggen golf gescheiden kan zijn van haar getrouwde zuster, -dan beginnen we in te zien, wat in de meening van velen dringend noodzakelijk is, -dat onze moraal ten opzichte van haar ondersteboven gekeerd moet worden. Duizende -jaren is de prostitutie verdedigd, op grond, dat de prostituée noodzakelijk is om -“de reinheid van vrouwen” te verzekeren. In onze democratische eeuw begint men te -erkennen, dat prostituées ook vrouwen zijn. -</p> -<p>De zich ontwikkelende zin van een fundamenteele, menschelijke gelijkheid, die ten -grondslag ligt aan de oppervlakkige klasseverdeelingen heeft neiging de gewone houding -jegens de prostituée, de houding van haar cliënten zelfs meer dan die van de maatschappij -in het algemeen, pijnlijk wreed te doen schijnen. De harde en ruw lichtzinnige toon, -waarop zooveel jonge mannen over prostituées spreken, heeft men gezegd, is “eenvoudig -wreedheid van een bijzonder brutale soort”, die in geen andere levensverhouding te -vinden is<a class="noteref" id="xd29e7260src" href="#xd29e7260">110</a>. En als deze houding al wreed is alleen <span class="pagenum">[<a id="pb281" href="#pb281">281</a>]</span>in woorden, ze is nog wreeder in daden, welke pogingen er ook gedaan worden om de -wreedheid ervan te bemantelen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Men kan wel zeggen, dat de opmerkingen van den kanunnik <span class="corr" id="xd29e7273" title="Bron: Lyttleton">Lyttelton</span> voornamelijk betrekking hebben op jonge mannen van den hoogeren middenstand. Over -wat misschien de gewone houding is van menschen uit den lageren middenstand, mag ik -aanhalen uit een merkwaardige mededeeling, die mij uit Australië bereikt heeft: “Wat -zijn de ideeën van een jongen man, die in een Christelijke Engelsche familie uit den -middenstand opgevoed is, over prostituées? Neem, bij voorbeeld, mijn vader. Hij sprak -eerst over prostituées met mij, als ik mij wèl herinner, toen hij sprak over zijn -leven vóór zijn huwelijk. En hij sprak over haar, zooals hij spreken zou over een -paard, dat hij gehuurd had, waarvoor hij betaald had, <span class="corr" id="xd29e7276" title="Bron: én">en</span> dat hij uit zijn gedachten gebannen had, toen het hem van dienst was geweest. Hoewel -mijn moeder lief en goed was, sprak zij van gevallen vrouwen met walging en toorn -als van een of ander onrein dier. Daar het de ijdelheid en den trots streelt met algemeene -goedkeuring op iets te kunnen neerzien, begreep ik spoedig de situatie en nam een -houding aan, die, in hoofdzaak die is van de Christelijke Engelsche mannen van den -middenstand jegens prostituées. Maar met de ontwikkeling van de puberteit moet deze -houding aangepast worden aan den wensch, dit schuim, deze moreele melaatsche, te gebruiken. -De gewone jonge man, die wel van wat immoraliteit houdt en die wel wat immoreel is, -als hij in de stad is en meent, dat het niet waarschijnlijk is, dat het zijn moeder -of zusters ter oore zal komen, komt zijn aanmatiging en zijn tegenzin niet te boven -of vermindert die ook maar in het minst. Hij neemt die met zich mee in het bordeel, -min of meer vermomd, en zij kleuren zijn gedachten en daden al den tijd dat hij met -prostituées slaapt, of haar kust, of zijn handen over haar heen strijkt, zooals hij -doen zou met een merrie, om zooveel mogelijk voor zijn geld te krijgen. Om de waarheid -te zeggen was dat, over het geheel, ook mijn houding. Maar als iemand mij gevraagd -had naar de geringste reden voor deze houding, voor dit gevoel van meerderheid, trots, -<i lang="fr">hauteur</i>, en vooroordeel, dan zou ik, evenals iedere andere “fatsoenlijke” jonge man met den -mond vol tanden gestaan hebben”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Op het moderne, moreele standpunt, dat wij nu innemen, is niet alleen de wreedheid, -die besloten ligt in de schande van de prostituée, dwaas, maar even dwaas, en dikwijls -niet minder wreed, schijnt de eer te zijn, die bewezen wordt aan de fatsoenlijke vrouwen -aan den anderen kant van de maatschappelijke klove. Het is wel bekend, dat mannen -soms naar prostituées gaan om bevrediging te vinden voor de opwinding, die gewekt -is door de liefkoozingen van hun verloofden<a class="noteref" id="xd29e7285src" href="#xd29e7285">111</a>. Daar de emotioneele en physieke resultaten van onbevredigde opwinding dikwijls ernstiger -zijn bij vrouwen dan bij mannen, zijn de verloofde vrouwen in deze gevallen even gerechtvaardigd -verlichting te zoeken bij andere mannen, <span class="pagenum">[<a id="pb282" href="#pb282">282</a>]</span>en zoo zou de noodlottige cirkel der dwaasheid volkomen zijn. -</p> -<p>Uit het gezichtspunt van den modernen moralist is er een andere overweging, die in -het geheel niet geteld werd bij de conventioneele en traditioneele moraal, die wij -geërfd hebben, en die in de praktijk inderdaad ook niet bestond in de oude dagen, -toen die moraal nog een levende werkelijkheid was. Vrouwen zijn niet meer verdeeld -in de twee groepen: vrouwen, die geëerbiedigd moeten worden, en prostituées, die de -onteerde bewaaksters zijn van die eer; er is een groote derde klasse van vrouwen, -die noch getrouwde vrouw noch prostituée zijn. Voor deze groep van ongetrouwde deugdzamen -had de traditioneele moraal in het geheel geen plaats; zij negeerde ze eenvoudig. -Maar de nieuwe moralist, die leert erkennen zoowel de eischen van het individu als -de eischen van de maatschappij, begint te vragen of aan den eenen kant deze vrouwen -geen recht hebben op bevrediging van haar affectioneele en emotioneele impulsen als -zij dat wenschen, en aan den anderen kant of, daar een hooge beschaving een verminderd -aantal geboorten met zich brengt, de gemeenschap geen recht heeft iedere gezonde en -flinke vrouw aan te moedigen bij te dragen tot de instandhouding van het geboortecijfer, -als zij dat wenscht. -</p> -<p>Al de overwegingen, die in de voorafgaande bladzijden in het kort zijn aangeduid—de -fundamenteele zin voor menschelijke gelijkheid, die gekweekt wordt door onze beschaving, -de weerzin tegen de wreedheid, die de verfijning van het stadsleven vergezelt, het -leelijke contrast van uitersten, die stuitend zijn voor onze zich ontwikkelende democratische -neigingen, de aangroeiende zin voor de rechten van het individu op zijn eigen persoon, -het recht waarop niet minder sterk de nadruk gelegd wordt van de gemeenschap op het -beste wat het individu kan leveren—al deze overwegingen brengen er den modernen moralist -iederen dag meer toe om jegens de prostitutie een houding aan te nemen, die geheel -verschillend is van de moraal, die wij ontleend hebben aan Cato en Augustinus. Hij -ziet de zaak op grootere en meer dynamische wijze. In plaats van te verklaren, dat -het wel de moeite loont de prostituée te dulden en haar terzelfder tijd te verachten, -om de heiligheid van de vrouw in haar huis te bewaren, is hij niet alleen meer geneigd -ieder te beschouwen als de rechte bewaker van zijn eigen moreele vrijheid, maar hij -is niet zoo zeker omtrent de door den tijd gesanctionneerde positie van de prostituée, -en bovendien is hij er geenszins zeker van, dat de vrouw in haar huis niet evenzeer -redding noodig heeft als de prostituée op de straat; hij is er toe bereid te overwegen -of hervorming in deze zaak niet waarschijnlijk plaats zal vinden in den vorm van een -meer juiste toemeting van sexueele rechten en sexueele plichten aan vrouwen in het -algemeen, met het onvermijdelijk gevolg van verheffing van het leven van mannen ook. -<span class="pagenum">[<a id="pb283" href="#pb283">283</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">De opstand van vele ernstige hervormers tegen de onrechtvaardigheid en de vernedering, -die nu samengaat met ons systeem van prostitutie is zoo diepgaand, dat sommigen zich -bereid hebben verklaard tot het aannemen van iedere revolutie van denkbeelden, die -een meer gezonde verandering van moreele waardeeringen zou teweeg brengen. “Beter -zou inderdaad een saturnalia zijn van <i>vrije</i> mannen en vrouwen”, roept Edward Carpenter (<i lang="en">Love’s Coming of Age</i>, p. 62) uit, “dan het schouwspel, dat nu onze groote steden ’s nachts bieden”. -</p> -<p>Zelfs zij, die heel tevreden zouden zijn met een zoo conservatieve behandeling van -maatschappelijke instellingen als mogelijk is, kunnen niet nalaten te erkennen, dat -de prostitutie niet bevredigend is, tenzij wij al zeer bescheiden eischen stellen -aan de sexueele daad. “De daad der prostitutie”, verklaart Godfrey (<i lang="en">The Science of Sex</i>, p. 202), “is misschien physiologisch volkomen, maar ze is dit in geen andere beteekenis. -Al de moreele en intellectueele factoren, die met het physieke verlangen samenwerken -om de volmaakte sexueele aantrekking te vormen zijn aanwezig. Al de hoogere elementen -van liefde—bewondering, eerbied, eer en zelfopofferende toewijding—zijn even vreemd -aan de prostitutie als aan de egoïstische daad der masturbatie. De voornaamste bezwaren -tegen de moraal van de daad zijn meer gelegen in wat er mee samengaat dan in de daad -zelf. Iedere sprank van liefde, die een vrije connectie zou kunnen bezitten, wordt -meteen bedorven door het invoeren van een geldelijk element. In de vernedering die -er uit voortkomt, heeft de vrouw het grootste aandeel, omdat ze haar maakt tot een -paria en haar onderwerpt aan al de verhardende en demoraliseerende invloeden van maatschappelijke -uitsluiting. Maar haar vernedering dient er alleen toe haar invloed op haar partners -nog meer vernederend te maken. <a id="xd29e7316"></a>De prostitutie”, zegt hij tot besluit, “heeft een sterke neiging om de van nature -zelfzuchtige houding van mannen jegens vrouwen te versterken en ze aan te moedigen -in de begoocheling, die voortkomt uit ongeordende hartstochten, dat de geslachtsdaad -zelf het doel en einde van het sexueele leven is. De prostitutie kan er derhalve geen -aanspraak op maken ook maar een tijdelijke oplossing te geven voor het sekseprobleem. -Zij vervult alleen de zending, die ze gemaakt heeft tot een “noodzakelijk kwaad”—de -zending van palliatief tegen de physieke gestrengheid van coelibaat en monogamie. -Dat doet ze ten koste van een groote mate van physieke en moreele ontaarding, waarvan -veel ongetwijfeld berust op de maatschappij, die de vernedering van de prostituée -volkomen maakt door voortdurende uitsluiting. Prostitutie was niet zulk een groot -kwaad, toen ze niet als zoodanig beschouwd werd, toch was ze zelfs op haar best een -werkelijk kwaad, een treurige en lage parodie op ernstige en natuurlijke hartstochtsverhoudingen. -Zij is een kwaad, dat we bij ons moeten houden, zoolang het coelibaat gewoonte en -monogamie wet is”. Het is de vrouw zoowel als de prostituée, die vernederd wordt door -een systeem, dat koopbare liefde mogelijk maakt. “De tijd is voorbij”, merkt dezelfde -schrijver elders op (p. 195), “dat een enkele ceremonie werkelijk heiligen kan wat -laag is, en lust en begeerte kan veranderen in oprechte sexueele liefde. Als het in -sexueele connecties treden met een man alleen voor een materieel doel een schande -is voor de maatschappij, dan is het ook een schande onder den huwelijksband, afgezien -van den huichelachtigen zegen van de kerk of de wet. Als de publieke prostituée een -wezen is, dat als paria verdient behandeld te worden, dan is het hopeloos onredelijk -ieder soort van moreele schande te onthouden aan de vrouw, die een dergelijk leven -leidt onder andere uiterlijke omstandigheden. Of de getrouwde vrouw, die zich prostitueert, -moet onder den moreelen ban komen, òf er moet een einde komen aan de algeheele uitsluiting, -waaronder de prostituée lijdt”. -</p> -<p>De denker, die duidelijker en meer fundamenteel dan anderen, en het eerst van allen -zich de dynamische verhoudingen van de prostitutie voor oogen heeft gesteld, was James -Hinton. Meer dan dertig jaar geleden gaf Hinton, in <span class="pagenum">[<a id="pb284" href="#pb284">284</a>]</span>fragmentarische geschriften, die nog onuitgegeven zijn gebleven, omdat hij ze nooit -in ordelijken vorm omgewerkt heeft, krachtig en hartstochtelijk uitdrukking aan zijn -gronddenkbeeld. Het kan misschien de moeite loonen een paar korte passages aan te -halen uit Hinton’s handschriften: “Ik voel, dat de wetten van het arbeidsvermogen -ook behoorden te gelden te midden der golven van den menschelijken hartstocht, dat -de verhoudingen der mechanica waar zijn en ook zullen heerschen in het menschelijk -leven … Er ontstaat een spanning, een onderdrukking van de ziel, door ons moderne -leven, en ze is op het punt plotseling tot een ontploffing te leiden, waarna de krachten -zich opnieuw zullen ordenen. Het is een kwestie van dynamica, in moreele termen voorgesteld … -Het houden van een deel van de vrouwelijke bevolking zonder uitzicht op een huwelijk, -beteekent prostituées hebben, dat zijn vrouwen, die niets zijn dan werktuigen van -de zinnelijkheid van den man, en dit beteekent voor velen van haar het dooden van -alle zuivere liefde of de vatbaarheid daartoe. Dit is het feit, dat we onder de oogen -moeten zien … Vandaag zag ik een jonge vrouw, wier leven verteerd werd door gebrek -aan liefde, een geval van uiterste ellende: en zie nu den prijs, waarmee we haar slechte -gezondheid betalen; voor haar slechte gezondheid betalen wij met den ondergang van -een ander meisje. Dat geven wij er voor; haar ellende naar ziel en lichaam wordt gekocht -door de prostitutie; wij hebben prostituées, die daarvoor zijn … Wij leveren sommige -vrouwen roekeloos aan het verderf over om een broeikasparadijs te maken voor anderen … -De eene put zich uit in vergeefsche pogingen genoegens te verdragen waarvoor ze niet -sterk genoeg is, terwijl andere vrouwen te gronde gaan door gebrek aan deze zelfde -genoegens. Als het huwelijk dit is, is het dan niet belichaamde wellust? De gelukkige -Christelijke tehuizen zijn de ware donkere plaatsen der aarde … Prostitutie voor den -man, ontbering voor de vrouw—zij zijn twee zijden van hetzelfde ding, en het zijn -allebei ontkenningen van de liefde, evenals weelde en ascetisme. De bergen van ontbering -moeten gebruikt worden om de diepten van de overdaad aan te vullen”. -</p> -<p>Eenige van de denkbeelden van Hinton werden uiteengezet door een schrijfster, die -goed met hem bekend was, in een vlugschrift, getiteld <i lang="en">The Future of Marriage: An Eirenicon for a Question of To-day</i>, door een achtenswaardige vrouw (1885). “Als de overtuiging eenmaal ingang heeft -gevonden bij de “goede<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> vrouwen”, merkt de schrijfster op, “dat haar plaats van eer en voorrechten verkregen -is ten koste van de vernedering van anderen, dan zullen ze niet rusten voor zij die -plaats verlaten hebben of een ander voetstuk gevonden hebben. Als ons onbuigzaam huwelijkssysteem -tot voornaamste voorwaarde heeft het bestaan van de prostitutie, dan kan men slechts -twee gevolgtrekkingen maken: òf er moet aangetoond worden, dat zij overeen te brengen -is met het welzijn, zoowel moreel als physiek, van de vrouwen, die ze in praktijk -brengen, òf ons huwelijkssysteem moet veroordeeld worden. Als het iemand duidelijk -voor oogen gesteld werd, dan zou hij niet in ernst kunnen beweren, dat dat “deugd” -is, wat alleen in praktijk gebracht kan worden ten koste van iemand anders ondeugd … -Terwijl de wetten der natuurkunde zoo algemeen erkend beginnen te worden, dat niemand -er van droomt een deeltje stof of kracht te willen vernietigen, passen we toch dezelfde -opvatting niet instinctief toe op moreele krachten, maar wij denken en handelen alsof -wij een kwaad konden uit den weg ruimen, terwijl we dàt onveranderd laten, wat er -kracht aan geeft. Dit is de eenige beschouwing van het maatschappelijk probleem, dat -ons hoop geeft. Dat de prostitutie zou ophouden te bestaan, terwijl alles bleef zooals -het is, zou schadelijk zijn, als het mogelijk was. Maar het is niet mogelijk. Het -zwakke punt van alle bestaande pogingen om de prostitutie te onderdrukken is, dat -zij er tegen gericht zijn alsof zij een ding op zichzelf was, terwijl zij alleen een -van de symptomen is, die voortkomen uit een algemeene kwaal”. -</p> -<p>Ellen Key, die in de laatste jaren de voornaamste apostel geweest is van een evangelie -van sexueele moraal, die berust op de behoeften van vrouwen <span class="pagenum">[<a id="pb285" href="#pb285">285</a>]</span>als de moeders van het ras, heeft, in ongeveer gelijken geest, zoowel de prostitutie -als het starre huwelijk veroordeeld, verklarend (in haar <i lang="en">Essays on Love and Marriage</i>), dat “de ontwikkeling van het erotisch persoonlijk bewustzijn evenzeer gehinderd -wordt door de maatschappelijk geregelde “moraal” als door de maatschappelijk geregelde -“immoraliteit”,<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> en dat “de twee laagste en maatschappelijk gesanctionneerde uitersten van sexueel -dualisme, het starre huwelijk en de prostitutie, langzamerhand onmogelijk zullen worden, -omdat zij met het ingang vinden van het denkbeeld van erotische eenheid niet langer -zullen overeen te brengen zijn met de behoeften der menschen”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij kunnen den tegenwoordigen toestand, wat betreft de prostitutie, het best karakteriseeren -door te zeggen, dat er aan den eenen kant een neiging is om ze te verheffen, in verband -met de aangroeiende menschelijkheid en verfijning van de beschaving, een neiging, -die onvermijdelijk leiden moet tot het meer en meer brandmerken zoowel van de vrouwen -die prostituées worden, als van de mannen, die ze opzoeken; aan den anderen kant, -maar misschien door dezelfde dynamische kracht, is er een neiging de prostitutie langzamerhand -terzijde te stellen door een gelukkige concurrentie van hooger en reiner methoden -van sexueele verhoudingen, die vrij zijn van geldelijke overwegingen. Deze verfijning -en veredeling, deze concurrentie der prostitutie door betere vormen van sexueele liefde, -zijn inderdaad een essentieel deel van den vooruitgang, naarmate de beschaving meer -waarlijk gezond, krachtig en waarheidlievend wordt. -</p> -<p>Waarschijnlijk zal deze moreele verandering vergezeld gaan van de erkenning, dat de -feiten van het menschelijk leven van meer belang zijn dan de vormen. Want alle overgangen -van lagere tot hoogere maatschappelijke vormen, van den natuurstaat tot de beschaving, -zijn—voor zoover zij veranderingen zijn, die het leven raken—vergezeld gegaan van -een langzaam en moeilijk tasten naar de waarheid, dat alleen in natuurlijke verhoudingen -gezondheid en heiliging kan gevonden worden, want, zooals Nietzsche zeide, de “terugkeer” -tot de natuur moest eerder de “opstijging” genoemd worden. Zoo alleen kunnen wij verkrijgen, -dat uit onze harten eindelijk die vastgeroeste traditie verdreven wordt, dat er eenige -onreinheid of schande is in daden van liefde, waarvoor de door het verstand voorgeschrevene -en niet alleen de conventioneele voorwaarden vervuld zijn. Want het is een ijdel pogen -te trachten onze wetten te verbeteren, of zelfs onze verordeningen, voordat we eerst -onze harten verbeterd hebben. -</p> -<p>Het zou misplaatst zijn hier verder in te gaan op de moreele kwestie, zooals zij zich -heden ten dage begint te vormen in de sexueele sfeer. In een psychologische bespreking -behoeven we alleen maar de werkelijke houding uiteen te zetten van den moralist en -van de beschaving. De uitwerking van de praktische gevolgen van die houding moeten -we aan moralisten en sociologen en de gemeenschap in het algemeen overlaten. -<span class="pagenum">[<a id="pb286" href="#pb286">286</a>]</span></p> -<p>Ons onderzoek heeft tevens, zooals we mogen hopen, aangetoond, dat wie de kwestie -van de prostitutie in de praktijk behandelen wil in de allereerste plaats de waarschuwing -niet vergeten mag, die, wat vele andere maatschappelijke problemen aangaat, belichaamd -is door Herbert Spencer in zijn vermaard voorbeeld van de gebogen ijzeren plaat. Als -we trachten de gebogen plaat plat te krijgen, dan heeft het geen zin, zooals Spencer -aangetoond heeft, direct op het opgebulte gedeelte los te hameren; als we dat doen, -dan blijkt al gauw, dat we de zaken erger gemaakt hebben; ons hameren moet, om resultaat -te hebben, zijn in de omgeving van, en niet direct òp de hinderlijke verheffing, die -we willen verwijderen; zoo alleen kan de ijzeren plaat plat gehamerd worden<a class="noteref" id="xd29e7346src" href="#xd29e7346">112</a>. Maar dit axioma is door de moralisten niet begrepen. De gewone, praktische hervormer -heeft—van den tijd van Karel den Groote af—altijd weer zijn vuist direct laten neerkomen -op het kwaad der prostitutie en hij heeft de zaken steeds erger gemaakt. Alleen door -met beleid buiten het kwaad en er om heen te werken kunnen we hopen het met succes -te verminderen. Door er naar te streven de verhoudingen van mannen tot vrouwen, en -van vrouwen tot vrouwen te ontwikkelen en te verheffen, door onze opvattingen over -sexueele verhoudingen te wijzigen, en door een gezonder en meer ware opvatting over -vrouwelijkheid en over de verantwoordelijkheden van vrouwen, zoowel als van mannen, -in te voeren, door, maatschappelijk zoowel als economisch, een hooger niveau te bereiken -van menschelijk leven—alleen door zulke methoden kunnen wij met reden eenige vermindering -en verzachting van het kwaad der prostitutie verwachten. Zoolang <span class="pagenum">[<a id="pb287" href="#pb287">287</a>]</span>wij niet in staat zijn tot zulke methoden, moeten we tevreden zijn met de prostitutie, -die we verdienen, en dan moeten we leeren ze te behandelen met het medelijden, en -den eerbied, waarop een zoo in het leven grijpende misvorming in onze beschaving aanspraak -maken mag. -<span class="pagenum">[<a id="pb289" href="#pb289">289</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4754" href="#xd29e4754src">1</a></span> Zie bv. Cheetham’s “<span lang="en">Hulsean Lectures</span>” <i lang="en">The Mysteries, Pagan and Christian</i>, pp. 123, 136. <a class="fnarrow" href="#xd29e4754src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4768" href="#xd29e4768src">2</a></span> Hormayr’s <i lang="de">Taschenbuch</i>, 1835. p. 235. Hagelstange wijst er op, in een hoofdstuk over middeleeuwsche feesten -in zijn <i lang="de">Süddeutsches Bauernleben im Mittelalter</i>, hoe bij deze Christelijke orgieën, die inderdaad van heidenschen oorsprong waren, -de Duitsche menschen met geweldige en luidruchtige energie reageerden tegen de inspanning -en de eentonigheid van hun dagelijksch leven. <a class="fnarrow" href="#xd29e4768src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4781" href="#xd29e4781src">3</a></span> Dit werd duidelijk erkend door de meer intelligente voorstanders van het karnaval. -Strenge menschen wilden dit feest afschaffen, en in een merkwaardig verzoekschrift, -gezonden aan de Theologische Faculteit van Parijs (en aangehaald door Flogel, <i lang="de">Geschichte des Grotesk-Komischen</i>, vierde uitgave, p. 204) wordt het feest aldus verdedigd: “Wij doen dit volgens een -oude gewoonte, opdat de dwaasheid, die ’s menschen tweede natuur is en hem schijnt -aangeboren te zijn, tenminste eenmaal in het jaar vrijen loop heeft. Wijnvaten zouden -springen, als we niet nu en dan de spon losmaakten om lucht in the laten. Nu zijn -wij allen slecht verzekerde vaten en tonnen, die den wijn der wijsheid zouden laten -wegloopen, als wij ze door voortdurende toewijding en vrees voor God lieten gisten. -Wij moeten lucht inlaten, opdat hij niet bederft. Zoo geven wij ons op sommige dagen -aan vermaak over, dat wij later met des te meer ijver tot de vereering van God kunnen -terugkeeren”. Het losbandigheidsfeest werd niet verboden voor het midden van de zestiende -eeuw en overblijfselen ervan bestonden nog (zooals in Aken) tot bijna aan het einde -van de achttiende eeuw. <a class="fnarrow" href="#xd29e4781src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4787" href="#xd29e4787src">4</a></span> A. Méray, <i lang="fr">La Vie au Temps des Libres Prêcheurs</i>, deel II, hoofdst. X. Een goed en op grondige bronnenstudie berustend verslag van -het losbandigheidsfeest <span class="pagenum">[<a id="pb204n" href="#pb204n">204</a>]</span>geeft E. K. Chambers, <i lang="en">The Mediaeval Stage</i>, hoofdst. XIII. Het is waar, dat de Kerk en de eerste Kerkvaders dikwijls het tooneel -hebben gevloekt. Maar Gregorius van Nazianza wilde een Christelijk tooneel oprichten; -de middeleeuwsche mysteriespelen stonden zeker onder de bescherming van de geestelijkheid; -en de heilige Thomas van Aquino, de grootste van de scholastici, veroordeelt het tooneel -slechts in bedekte termen. <a class="fnarrow" href="#xd29e4787src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4815" href="#xd29e4815src">5</a></span> Spencer en Gillen, <i lang="en">Northern Tribes of Central Australia</i>, hoofdst. XII. <a class="fnarrow" href="#xd29e4815src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4823" href="#xd29e4823src">6</a></span> <i lang="en">Journal Anthropological Institute</i>, July–Dec., 1904, p. 329. <a class="fnarrow" href="#xd29e4823src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4828" href="#xd29e4828src">7</a></span> <span class="corr" id="xd29e4829" title="Bron: Westermark">Westermarck</span> (<i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel II, pp. 285–9) toont aan, hoe wijd verspreid de gewoonte is, een op gezette -tijden terugkeerenden rustdag vast te stellen. <a class="fnarrow" href="#xd29e4828src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4836" href="#xd29e4836src">8</a></span> A. E. Crawley, <i lang="en">The Mystic Rose</i>, pp. 273 <i>et seq.</i>, Crawley brengt met dit doel van groote feesten de gewoonte in verband, die in sommige -deelen der wereld gevonden wordt, van bij tijden van vrouwen te verwisselen. “Het -heeft niets hoegenaamd te maken met het huwelijks-systeem, behalve dat het dat eenigen -tijd verbreekt, zoodat vrouwen van een verboden graad van verwantschap te leen gegeven -worden, op dezelfde gronden, waarop conventies en gewone betrekkingen bij feesten -van het Saturnalische type verbroken worden; het doel is een verandering in het leven -te brengen en weer opnieuw te beginnen, door alles om te ruilen wat men kan, terwijl -de enkele ruilingsdaad een andere behoefte bevredigt, samengaat met het andere verlangen -om de gemeenschap aaneen te smeden” (<i>Ib.</i>, p 479). <a class="fnarrow" href="#xd29e4836src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4853" href="#xd29e4853src">9</a></span> G. Murray, <i lang="en">Ancient Greek Literature</i>, p. 211. <a class="fnarrow" href="#xd29e4853src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4859" href="#xd29e4859src">10</a></span> Het Grieksche drama ontstond waarschijnlijk uit een volksfeest van een min of meer -sexueel karakter, en het is zelfs mogelijk, dat het middeleeuwsche drama een eenigszins -daarmee overeenkomende oorsprong had (zie Donaldson, <i lang="en">The Greek Theatre</i>; Gilbert Murray, <i>loc. cit.</i>; Karl Pearson, <i lang="en">The Chances of Death</i>, deel ii, pp. 135–6, 280 <i>et seq.</i>). <a class="fnarrow" href="#xd29e4859src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4880" href="#xd29e4880src">11</a></span> R. Canudo, “<span lang="fr">Les Chorèges Français</span>”, <i lang="fr">Mercure de France</i>, 1 Maart 1907, p. 180. <a class="fnarrow" href="#xd29e4880src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4891" href="#xd29e4891src">12</a></span> “Dit is inderdaad”, verklaart Cyples (<i lang="en">The Process of Human Experience</i>, p. 743), “het groote doel van de Kunst—dat zij in ons bewust doet worden groote -egoïstische mogelijkheden, ons op een rudimentaire wijze gewent aan grootere verwerkelijking -van de persoonlijkheid”, en zoo “zonder doel, maar toch op schitterende wijze de reine -nog niet vervulde mogelijkheden in ons wekt”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4891src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4904" href="#xd29e4904src">13</a></span> Zelfs als eentonige arbeid intellectueel is, is hij daardoor niet gevrijwaard tegen -orgiastische reacties. Prof. L. Gurlitt toont aan (<i lang="de">Die Neue Generation</i>, Januari 1909, pp. 31–6) hoe de ingespannen, zonder verpoozing voortgezette intellectueele -arbeid van de Pruisische seminariën zoowel onder leeraren als onder leerlingen, leidt -tot de ergste vormen van orgie. <a class="fnarrow" href="#xd29e4904src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4916" href="#xd29e4916src">14</a></span> <span class="corr" id="xd29e4917" title="Bron: Rabuteaux">Rabutaux</span> bespreekt verschillende definities van prostitutie. <i lang="fr">De la Prostitution en <span class="corr" id="xd29e4922" title="Bron: Enrope">Europe</span></i>, pp. 119 et seq. Voor den oorsprong van de namen om prostituée aan te duiden, zie -men Schrader, <i lang="de">Reallexicon</i>, art. “Beischläferin”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4916src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4929" href="#xd29e4929src">15</a></span> <i lang="en">Digest</i>, boek XXIII, deel II, p. 43. Als zij zich alleen aan een of twee personen gaf, al -was het dan voor geld, was het geen prostitutie. <a class="fnarrow" href="#xd29e4929src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4937" href="#xd29e4937src">16</a></span> Guyot, <i lang="fr">La Prostitution</i>, p. 8. Het element van koopbaarheid behoort tot het wezen van de zaak, en godsdienstige -schrijvers (zooals Robert Wardlaw, <abbr title="Doctor Divinitatis">D.D.</abbr>, uit Edinburg, in zijn <i lang="en">Lectures on Female Prostitution</i>, 1842, p. 14), die prostitutie definieeren als “de onwettige omgang van de seksen”, -en synoniem achten met theologische “fornicatie”, vervallen in een dwaze verwarring. <a class="fnarrow" href="#xd29e4937src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4949" href="#xd29e4949src">17</a></span> “Zulke huwelijken worden soms gebrandmerkt als “wettige prostitutie””, merkt Sidgwick -op (<i lang="en">Methods of Ethics</i>, boek III, hoofdst. XI), “maar we voelen, dat de phrase buitensporig en paradox is”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4949src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4962" href="#xd29e4962src">18</a></span> Bonger, <i lang="fr">Criminalité et Conditions Economiques</i>, p. 378. Bonger meent, dat in haar wezen de daad van prostitutie “gelijk is aan de -daad van een man of een vrouw, die om economische redenen een huwelijk aangaat”. <a class="fnarrow" href="#xd29e4962src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4968" href="#xd29e4968src">19</a></span> E. Richard, <i lang="fr">La Prostitution à Paris</i>, 1890, p. 44. Het kan een punt van kwestie zijn of openlijkheid of algemeene bekendheid -een essentieel deel moet vormen van de definitie; het schijnt er echter bij ingesloten -te zijn want anders kan de prostituée geen klanten krijgen. Reuss zegt, dat ze bovendien -<span class="pagenum">[<a id="pb209n" href="#pb209n">209</a>]</span>geheel zonder middelen van bestaan moet zijn; dat behoort zeker niet tot het wezen -der zaak. En het is ook niet noodig, zooals de Digesten nadrukkelijk zeggen dat de -daad gedaan wordt “zonder genoegen”: dat kan al of niet het geval zijn, zonder invloed -uit te oefenen op den prostitutie-aard van de daad. <a class="fnarrow" href="#xd29e4968src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e4996" href="#xd29e4996src">20</a></span> Hawkesworth, <i lang="en">Account of the Voyages</i>, etc., 1775, deel II, p. 254. <a class="fnarrow" href="#xd29e4996src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5002" href="#xd29e5002src">21</a></span> R. W. Codrington, <i lang="en">The Melanesians</i>, p. 235. <a class="fnarrow" href="#xd29e5002src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5013" href="#xd29e5013src">22</a></span> F. S. Krauss, <i lang="de">Romanische Forschungen</i>, 1903, p. 290. <a class="fnarrow" href="#xd29e5013src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5022" href="#xd29e5022src">23</a></span> H. Schurtz, <i lang="de">Altersklassen und Männerbünde</i>, 1902, p. 190. In dit werk brengt Schurtz eenige voorbeelden samen (p. 189–201) van -den oorsprong der prostitutie bij primitieve volken. Vele feiten en aanwijzingen worden -<span class="pagenum">[<a id="pb211n" href="#pb211n">211</a>]</span>gegeven door Westermarck (<i lang="en">History of <span class="corr" id="xd29e5031" title="Bron: Auman">Human</span> Marriage</i> p. 66 <i>et seq.</i>, en <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel II, p. 441 <i>et seq.</i>). <a class="fnarrow" href="#xd29e5022src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5049" href="#xd29e5049src">24</a></span> Bachofen (meer speciaal in zijn <i lang="de">Mutterrecht</i> en <i lang="de">Sage von Tanaquil</i>) beweerde, dat zelfs godsdienstige prostitutie ontstond uit den weerstand van primitieve -instincten tegen de individualisatie van de liefde. <i>Cf.</i> Robertson Smith, <i lang="en">Religion of <span class="corr" id="xd29e5061" title="Bron: Semietes">Semites</span></i>, tweede uitgave p. 59. <a class="fnarrow" href="#xd29e5049src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5065" href="#xd29e5065src">25</a></span> Wat de reden ook zij, godsdienst en prostitutie komen dikwijls te zamen voor; het -is misschien tot op zekere hoogte een speciale uiting van dat algemeene verband tusschen -de godsdienstige en de sexueele impulsen, dat elders besproken is. Zoo zegt A. B. -Ellis, in zijn boek over de <i lang="en">Ewe-speaking Peoples of West Africa</i> (pp. 124, 141), dat hier vrouwen, die aan een godheid worden toegewijd, vrije prostituées -worden. W. G. <span class="corr" id="xd29e5070" title="Bron: Sumner">Summer</span> (<i lang="en">Folkways</i>, hoofdst. XVI) <span class="pagenum">[<a id="pb212n" href="#pb212n">212</a>]</span>brengt vele feiten samen over het wijd verspreid zijn van de godsdienstige prostitutie. <a class="fnarrow" href="#xd29e5065src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5081" href="#xd29e5081src">26</a></span> Herodotus, Boek I, hoofdst. CXVIX; Baruch, hoofdst. VI, p. 43. Geleerden van den nieuweren -tijd bevestigen uit de studie van de Babylonische literatuur de beweringen van Herodotus, -hoewel ze geneigd zijn te ontkennen, dat de godsdienstige prostitutie een zoo groote -plaats innam als hij er aan toekent. Een Tafel van het Gilgamash-epos maakt volgens -Morris Jastrow melding van prostituées als dienaressen van de godin Isthar in de stad -Uruk (of Erech), die dus een centrum was en misschien het hoofd-centrum van de door -Herodotus beschreven plechtigheden (Morris Jastrow, <i lang="en">The Religion of Babylonia and Assyria</i>, 1898, p. 475). Isthar was de godin der vruchtbaarheid, de groote moeder-godin, en -de prostituées namen als tempel-dienaressen deel aan de ceremoniën, die de vruchtbaarheid -zinnebeeldig moesten voorstellen. Deze priesteressen van Isthar waren bekend onder -den algemeenen naam Kadishtu, “de heiligen” (<i>op. cit.</i>, pp. 485, 660). <a class="fnarrow" href="#xd29e5081src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5089" href="#xd29e5089src">27</a></span> Het is gewoon onder moderne schrijvers Aphrodite Pandemos, eer dan Urania, in verband -te brengen met koopbare of vrije sexualiteit, maar dat is een vergissing, want de -Aphrodite Pandemos was zuiver politiek en had geen sexueele beteekenis. De vergissing -was misschien wel met voorbedachten rade ingevoerd door Plato. Men heeft de mogelijkheid -geopperd dat die aartsbedrieger, die niet van democratische denkbeelden hield, met -moedwil trachtte de opvatting van Aphrodite Pandemos naar beneden te halen (Farnell, -<i lang="en">Cults of Greek States</i>, deel II, p. 660). <a class="fnarrow" href="#xd29e5089src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5096" href="#xd29e5096src">28</a></span> Athenaeus, Boek XIII, hoofdst. XXXII. Het schijnt, dat de eenige andere Grieksche -gemeenschap, waar de tempeldienst onkuischheid met zich bracht een stad was van de -Locri Epizephyrii (Farnell, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 636). <a class="fnarrow" href="#xd29e5096src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5103" href="#xd29e5103src">29</a></span> Ik zeg niet een vroegere “promiscuïteit”, want de theorie van de primitieve sexueele -promiscuïteit is nu in ruimen kring in discrediet, hoewel er geen redelijke twijfel -aan kan bestaan, dat het in vroeger tijd heerschende moederrecht <span class="pagenum">[<a id="pb213n" href="#pb213n">213</a>]</span>gunstiger was aan de sexueele vrijheid van vrouwen dan het latere patriarchale systeem. -Zoo kon in de alleroudste Egyptische dagen een vrouw haar gunsten schenken aan iederen -man dien zij wilde, door hem haar kleed te zenden, zelfs als ze getrouwd was. Na verloop -van tijd leidde het zich uitbreiden van de rechten der mannen er toe, dat dit beschouwd -werd als misdadig, maar de priesteressen van Ammon behielden tot het laatst dit voorrecht, -daar zij onder goddelijke bescherming stonden (Flinders Petrie, <i lang="en">Egyptian Tales</i>, pp. 10, 48). <a class="fnarrow" href="#xd29e5103src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5113" href="#xd29e5113src">30</a></span> We moeten hieraan toevoegen, dat Farnell (“<span lang="de">The Position of Women in Ancient Religion</span>”, <i lang="de">Archiv für Religionswissenschaft</i>, 1904, p. 88) de godsdienstige prostitutie van Babylonië tracht uit te leggen als -een speciale godsdienstige wijziging van de gewoonte de maagdelijkheid voor het huwelijk -te vernietigen, om den echtgenoot te vrijwaren tegen de mystieke gevaren van de defloratie. -E. S. Hartland (“<span lang="en">Concerning the Rite at the Temple of Mylitta</span>”, <i lang="en">Anthropological Essays Presented to E. B. Tyler</i> p. 189) veronderstelt, dat dit een godsdienstige plechtigheid bij de puberteit was, -die in verband stond met de ceremonieele defloratie. Deze theorie is echter niet algemeen -door Semitische geleerden aangenomen. <a class="fnarrow" href="#xd29e5113src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5174" href="#xd29e5174src">31</a></span> De meisjes van dezen stam, die opmerkelijk knap zijn, keeren, nadat zij twee of drie -jaar doorgebracht hebben met het verzamelen van zoo’n bruidsschat, naar huis terug -om te trouwen; men zegt, dat zij zeer goede vrouwen en moeders worden. Zij worden -beschreven door Bertherand in Parent-Duchâtelet, <i lang="fr">La Prostitution à Paris</i>, deel II, p. 539. <a class="fnarrow" href="#xd29e5174src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5180" href="#xd29e5180src">32</a></span> In Abyssinië (volgens Fiashi, <i lang="en">British Medical Journal</i><span class="corr" id="xd29e5184" title="Niet in bron">,</span> Maart 13, 1897), waar de prostitutie altijd in hooge eer gehouden is, achten de prostituées, -die <span class="pagenum">[<a id="pb216n" href="#pb216n">216</a>]</span>tegenwoordig tweemaal in de week medisch onderzocht worden, haar beroep in geenen -deele schandelijk; zij vinden later gemakkelijk echtgenooten. Ook Potter (<i lang="de">Sohrab und Rustem</i>, pp. 168 <i>et seq.</i>) geeft aanwijzingen over volken, die ver verspreid zijn over de Oude Wereld en de -Nieuwe, onder wie de jonge vrouwen prostitutie uitgeoefend hebben om een bruidschat -te verkrijgen. <a class="fnarrow" href="#xd29e5180src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5197" href="#xd29e5197src">33</a></span> In Tralles, in Lydië was zelfs in de tweede eeuw voor Christus, zooals Sir W. M. Ramsay -opmerkt (<i lang="en">Cities of Phrygia</i>, deel I, pp. 115) geheiligde prostitutie nog een eerbare handeling voor vrouwen van -goede geboorte, die “zich geroepen voelen het goddelijke leven te leiden onder den -invloed der goddelijke inspiratie”. <a class="fnarrow" href="#xd29e5197src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5212" href="#xd29e5212src">34</a></span> De geleidelijke secularisatie van de prostitutie van haar vroegeren godsdienstigen -vorm is door verschillende schrijvers nagegaan (zie b.v. Dupouney <i lang="fr">La Prostitution dans l’Antiquité</i>). De vroegste waardeerende vermelding van de hetare wordt in de literatuur gevonden, -volgens Benecke (<i lang="en">Antimachus of Colophon</i>, p. 36), in Bacchylides. <a class="fnarrow" href="#xd29e5212src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5321" href="#xd29e5321src">35</a></span> Cicero, <i lang="la">Oratis prô Coelio</i>, hoofdst. XX. <a class="fnarrow" href="#xd29e5321src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5338" href="#xd29e5338src">36</a></span> Pierre Dufour, <i lang="fr">Histoire de la Prostitution</i>, deel II, hoofdst. XIX-XX. De werkelijke schrijver van deze welbekende geschiedenis -van de prostitutie, die, hoewel ze niet wetenschappelijk is in haar methoden, een -groote massa interessant nieuws samenbrengt, zegt men, dat Paul Lecroix is. <a class="fnarrow" href="#xd29e5338src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5348" href="#xd29e5348src">37</a></span> Rabutaux beschrijft, in zijn <i lang="fr">Histoire de la Prostitution en Europe</i>, vele pogingen om de prostitutie te onderdrukken; <i>cf.</i> Dufour, <i>op. cit.</i>, deel III. <a class="fnarrow" href="#xd29e5348src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5360" href="#xd29e5360src">38</a></span> Dufour, <i>op. cit.</i>, deel VI, hoofdst. XLI. Het was onder de regeering van Hendrik III, dat er verordend -werd de bordeelen te dulden. <a class="fnarrow" href="#xd29e5360src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5365" href="#xd29e5365src">39</a></span> In de achttiende eeuw vooral kwamen huizen van prostitutie in Parijs tot een verwonderlijken -graad van glans en bloei. Dank zij de voortdurende waakzame belangstelling van de -politie werd een groote mate van gedetailleerde inlichtingen over deze instellingen -opgezameld, en in de laatste jaren is er veel van gepubliceerd. Een opsomming van -deze literatuur zal men vinden in <i lang="de">Neue Forschungen über den Marquis de Sade und seine Zeit</i>, 1904, p. 97 <i>et seq.</i> van Dühren. <a class="fnarrow" href="#xd29e5365src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5377" href="#xd29e5377src">40</a></span> Rabutaux, <i>op cit.</i>, p. 54. <a class="fnarrow" href="#xd29e5377src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5382" href="#xd29e5382src">41</a></span> Calza heeft de geschiedenis geschreven van de prostitutie in Venetië; en de inhoud -van sommige van de documenten, die hij vond, is medegedeeld door Mantegazza, <i lang="it">Gli Amori degli Uomimi</i>, hoofdst. XIV. Bij het begin van de zeventiende eeuw, een tamelijk late periode, -bezocht Coryat Venetië en gaf in zijn <i lang="en">Crudities</i> een volledig en belangwekkend verslag van de courtisanes daar, die toen, naar hij -zegt, minstens 20.000 in getal waren; de belasting die zij voor den staat inbrachten -onderhield een dozijn galeien. <a class="fnarrow" href="#xd29e5382src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5393" href="#xd29e5393src">42</a></span> J. Schrank, <i lang="de">Die Prostitution in Wien</i>, deel I, pp. 152–206. <a class="fnarrow" href="#xd29e5393src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5401" href="#xd29e5401src">43</a></span> U. Robert, <i lang="fr">Les Signes d’Infamie au Moyen Age</i>, hoofdst. IV. <a class="fnarrow" href="#xd29e5401src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5409" href="#xd29e5409src">44</a></span> Rudeck (<i lang="de">Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland</i>, pp. 26–36) geeft vele bijzonderheden over de belangrijke rol, gespeeld door prostituées -en bordeelen in het middeleeuwsche Duitsche leven. <a class="fnarrow" href="#xd29e5409src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5418" href="#xd29e5418src">45</a></span> Zij worden beschreven door Rabutaux, <i>op. cit.</i>, pp. 90 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e5418src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5425" href="#xd29e5425src">46</a></span> <i lang="fr">L’Année Sociologique</i>, zevende jaar, 1904, p. 440. <a class="fnarrow" href="#xd29e5425src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5430" href="#xd29e5430src">47</a></span> Bloch, <i lang="de">Der Ursprung der Syphilis</i>, Wat de Duitsche “<span lang="de">Frauenhausen</span>” aangaat, zie men Max Bauer, <i lang="de">Das Geschlechtsleben in der Deutschen Vergangenheit</i>, pp. 133–214. In Parijs, zegt Dufour, (<i>op. cit.</i>, deel V, hoofdst. XXXIV), hadden bordeelen onder de verordeningen van den heiligen -Lodewijk vele rechten, die zij ten slotte verloren in 1560, toen zij enkel huizen -waren die geduld werden zonder statuten, speciale costuums, of beperking tot speciale -straten. <a class="fnarrow" href="#xd29e5430src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5446" href="#xd29e5446src">48</a></span> “<span lang="la">Cortegiana, hoc est meretrix honesta</span>”, schreef Burckhardt, de secretaris <span class="pagenum">[<a id="pb224n" href="#pb224n">224</a>]</span>van den paus, aan het begin van de zestiende eeuw, <i lang="la">Diarium</i>, ed. Thuasne, deel II, p. 442; andere autoriteiten worden door Thuasne in een noot -aangehaald. <a class="fnarrow" href="#xd29e5446src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5462" href="#xd29e5462src">49</a></span> Burckhardt, <i lang="la">Diarium</i>, deel III, p. 167. Thuasne haalt een andere autoriteit aan ter bevestiging. <a class="fnarrow" href="#xd29e5462src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5620" href="#xd29e5620src">50</a></span> Het voorbeeld van Holland, waar sommige groote steden de contrôle hebben aangenomen -en andere niet, is leerzaam, wat den denkbeeldigen aard <span class="pagenum">[<a id="pb230n" href="#pb230n">230</a>]</span>van de voordeelen van de contrôle aangaat. In 1883 gaf Dr. Després cijfers, geleverd -door Hollandsche ambtenaren, die aantoonen, dat in Rotterdam, waar de prostitutie -onder contrôle stond, zoowel prostitutie als venerische ziekten meer voorkwamen dan -in Amsterdam, een stad zonder contrôle (A. Després, <i lang="fr">La Prostitution en France</i>, p. 122). <a class="fnarrow" href="#xd29e5620src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5632" href="#xd29e5632src">51</a></span> In 1802 werd het medisch onderzoek van prostituées in Parijsche bordeelen ingevoerd, -hoewel het niet voor 1825 ten volle ingesteld en algemeen gemaakt werd. <a class="fnarrow" href="#xd29e5632src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5635" href="#xd29e5635src">52</a></span> M. L. Heidingsfeld, “<span lang="en">The Control of Prostitution</span>”, <i lang="en">Journal American Medical Association</i>, January 30, 1904. <a class="fnarrow" href="#xd29e5635src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5677" href="#xd29e5677src">53</a></span> Zie, b.v. G. Bérault, <i lang="fr">La Maison de Tolérance</i>, Thèse de Paris, 1904. <a class="fnarrow" href="#xd29e5677src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5685" href="#xd29e5685src">54</a></span> Zoo zijn de omstandigheden van het Engelsche leger in Indië van een speciaal karakter. -Een aantal feiten (uit de rapporten van commissies, officieele publicaties, etc.) -aangaande den goeden invloed van regeling bij het doen verminderen van venerische -ziekten in Indië, samengebracht door den Kolonel-Geneesheer F. H. Welch, “<span lang="en">The Prevention of Syphilis</span>”, <i lang="en">Lancet</i>, Augustus 12, 1899. Het systeem is afgeschaft, maar alleen tengevolge van den drang -van het publiek en niet wegens ongunstige resultaten. <a class="fnarrow" href="#xd29e5685src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5696" href="#xd29e5696src">55</a></span> Zoo wilde Richards, die regeling goedkeurt, en die de opdracht had er aan de Parijsche -gemeenteraad verslag over te doen, meisjes niet als prostituées van beroep ingeschreven -hebben voor zij meerderjarig zijn en in staat zich duidelijk voor oogen te stellen, -waartoe zij zich verbinden (E. Richards, <i lang="fr">La Prostitution à Paris</i>, p. 147). Maar op dien leeftijd oefenen vele prostituées haar beroep al jarenlang -uit. <a class="fnarrow" href="#xd29e5696src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e5705" href="#xd29e5705src">56</a></span> In Duitschland, waar de behandeling van geïnfecteerde prostituées, die onder contrôle -staan, bijna overal gedwongen is, gewoonlijk op kosten van de gemeenschap, heeft men -bevonden, dat de gemiddelde leeftijd, waarop zij met syphilis geïnfecteerd worden, -achttien jaar is; de gemiddelde leeftijd van prostituées in bordeelen is hooger dan -die van haar, die er buiten wonen, en een veel grootere proportie is daarom immuun -geworden tegen ziekte (Blaschko, “<span lang="de">Hygiene der Syphilis</span>”, in Weyl’s <i lang="de">Handbuch der Hygiene</i>, deel II, p. 62, 1900). <a class="fnarrow" href="#xd29e5705src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6033" href="#xd29e6033src">57</a></span> A. Sherwell, <i lang="en">Life in West London</i>, 1897, hoofdst. V. <a class="fnarrow" href="#xd29e6033src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6039" href="#xd29e6039src">58</a></span> Bonger brengt statistieken samen, die dit punt illustreeren, <i>op. cit.</i>, pp. 402–6. <a class="fnarrow" href="#xd29e6039src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6044" href="#xd29e6044src">59</a></span> <i lang="en">The Nightless City</i>, p. 125. <a class="fnarrow" href="#xd29e6044src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6051" href="#xd29e6051src">60</a></span> Ströhmberg, zooals hij aangehaald wordt door Aschaffenburg, <i lang="de">Das Verbrechen</i>, 1903, p. 77. <a class="fnarrow" href="#xd29e6051src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6057" href="#xd29e6057src">61</a></span> <i lang="de">Monatschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene</i>, 1906. Heft 10, p. 460. Maar deze oorzaak werkt ongetwijfeld in sommige gevallen -van ongetrouwde vrouwen in Duitschland, die niet in staat zijn werk te krijgen (zie -het artikel van Henriette Arendt, assistente bij de politie te Stuttgart, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, December, 1908). <a class="fnarrow" href="#xd29e6057src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6068" href="#xd29e6068src">62</a></span> Zoo vinden we bijvoorbeeld, dat Irma von Troll-Borostyáni in haar boek, <i lang="de">Im Freien Reich</i> (p. 176) zegt: “Ga en vraag deze ongelukkige schepsels of zij uit vrije wil zich -aan de zonde hebben overgegeven. En zij zullen U bijna allemaal een verhaal vertellen -van nood en armoede, van honger en gebrek aan werk, die haar er toe gedreven hebben, -of anders van liefde en verleiding en de vrees voor ontdekking van haar misstap, die -haar uit haar huis verdreven hebben, hulpeloos en verlaten, in den poel van misdaad, -waaruit bijna geen redding is”. Het is natuurlijk volkomen waar, dat de prostituée -dikwijls bereid is zulke verhalen te doen aan philantropische personen, die verwachten -ze te hooren, en soms haar zelfs de woorden in den mond geven. <a class="fnarrow" href="#xd29e6068src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6076" href="#xd29e6076src">63</a></span> C. Booth, <i lang="en">Life and Labour</i>, laatste deel, p. 125. Zoo zegt Kullberg, dat in Zweden meisjes van dertien tot zeventien -jaar, die thuis bij haar ouders in goede omstandigheden wonen, dikwijls op straat -gevonden zijn. <a class="fnarrow" href="#xd29e6076src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6086" href="#xd29e6086src">64</a></span> W. Acton, <i lang="en">Prostitution</i>, 1870, pp. 39, 49. <a class="fnarrow" href="#xd29e6086src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6092" href="#xd29e6092src">65</a></span> In Lyon lieten van de 3884 prostituées er 3194 haar beroep varen, of het scheen tenminste, -dat zij dit deden; in Parijs werden een groot aantal van haar dienstmeisjes, naaisters -of kleermaaksters, beroepen, die zij in veel gevallen ongetwijfeld vroeger ook uitgeoefend -hadden (Parent-Duchâtelet, <i lang="fr">De la Prostitution</i>, 1857, deel I, p. 584; deel II, p. 451). Slogget (die aangehaald wordt door Acton) -zeide, dat in Davenport 250 van de 1775 prostituées trouwden. Het is wel bekend, dat -prostituées soms zeer goede huwelijken doen. Het werd bijna een eeuw geleden opgemerkt, -dat huwelijken van prostituées met rijke mannen vooral in Engeland veel voorkwamen, -en dat ze gewoonlijk gelukkig waren; hetzelfde schijnt nog waar te zijn. In haar eigen -stand huwen zij meermalen met huurkoetsiers en politie-agenten, de twee klassen van -mannen, waarmee ze op straat in nauw contact komen. Wat Duitschland betreft zegt C. K. -Schneider (<i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e6099" title="Bron: Prostituirte">Prostituierte</span> und die Gesellschaft</i>), dat jonge prostituées allerlei soort van bezigheden en betrekkingen aannemen, terwijl -ze soms, als ze wat geld gespaard hebben, een zaakje opzetten, terwijl oude prostituées -koppelaarsters, bordeel-houdsters, toiletvrouwen enz. worden. Niet weinige prostituées -trouwen, voegt hij er aan toe, maar haar aantal onder de ingeschreven Duitsche prostituées -is heel klein, minder dan 2 percent. <a class="fnarrow" href="#xd29e6092src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6112" href="#xd29e6112src">66</a></span> G. de Molinari, <i lang="fr">La Viriculture</i>, 1897, p. 155. <a class="fnarrow" href="#xd29e6112src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6120" href="#xd29e6120src">67</a></span> Reuss en andere schrijvers hebben typische uittreksels uit de kasboeken van prostituées -gepubliceerd, die doen zien hoeveel zij verdienen. Zelfs in <span class="pagenum">[<a id="pb241n" href="#pb241n">241</a>]</span>de gewone bordeelen in Philadelphia (volgens Goodchild, “<span lang="en">The Social Evil in Philadelphia</span>”, <i lang="en">Arena</i>, Maart, 1896), verdienen meisjes twintig dollars of meer in de week, wat veel meer -is dan wat zij in eenigen anderen werkkring, die voor haar open is, zouden kunnen -verdienen. <a class="fnarrow" href="#xd29e6120src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6133" href="#xd29e6133src">68</a></span> A. Després, <i lang="fr">La Prostitution en France</i>, 1883. <a class="fnarrow" href="#xd29e6133src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6139" href="#xd29e6139src">69</a></span> Bonger, <i lang="fr">Criminalité et Conditions Economiques</i>, 1905, p. 378–414. <a class="fnarrow" href="#xd29e6139src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6269" href="#xd29e6269src">70</a></span> <i lang="it">La Donna Delinquente</i>, p. 401. <a class="fnarrow" href="#xd29e6269src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6274" href="#xd29e6274src">71</a></span> Raciborski, <i lang="fr">Traité de l’Impuissance</i>, p. 20. We kunnen hier aan toevoegen, dat Bergh, een toonaangevende autoriteit over -de anatomische eigenaardigheden van de uitwendige vrouwelijke sexueele organen, die -meent, dat sterke ontwikkeling van de uitwendige genitaliën samengaat met losbandige -neigingen, niet gevonden heeft dat zulke ontwikkeling veel voorkomt onder prostituées. <a class="fnarrow" href="#xd29e6274src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6282" href="#xd29e6282src">72</a></span> Hammer, die veel gelegenheid gehad heeft om de psychologie van de prostituées te bestudeeren, -merkt op, dat hij geen reden heeft gezien om sexueele koelheid te onderstellen (<i lang="de">Monatsschrift für Harnkrankheiten und Sexuelle Hygiene</i>, 1906, Heft 2, p. 85), hoewel hij, zooals hij elders geconstateerd heeft, meent, -dat luiheid eer dan overmaat van zinnelijkheid de voornaamste oorzaak is van de prostitutie. <a class="fnarrow" href="#xd29e6282src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6290" href="#xd29e6290src">73</a></span> Zie “<span lang="en">The Sexual Impulse in Women</span>”, in het derde deel van deze <i lang="en">Studies</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e6290src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6299" href="#xd29e6299src">74</a></span> Tait constateerde, dat in Edinburgh vele getrouwde vrouwen waren, die met haar echtgenooten -in gunstige omstandigheden verkeerden, kinderen hadden, en die toch als prostituées -leefden, nl. dat ze de gewoonte hadden afspraken met vreemdelingen te maken. <a class="fnarrow" href="#xd29e6299src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6302" href="#xd29e6302src">75</a></span> Janke brengt gegevens te zamen, die hierop wijzen, <i lang="de">Die Willkürliche <span class="corr" id="xd29e6306" title="Bron: Hervorbringen">Hervorbringung</span> des Geschlechts</i>, p. 275. “Als wij een prostituée van vijf en dertig jaar vergelijken met haar fatsoenlijke -zuster”, merkte Acton op (<i lang="en">Prostitution</i>, 1870, p. 39<span class="corr" id="xd29e6313" title="Niet in bron">)</span>, “dan vinden we zelden dat de verwoestingen van het gestel, die men dikwijls denkt, -dat de noodzakelijke gevolgen zijn van de prostitutie, veel erger zijn dan de verwoestingen, -die moeten toegeschreven worden aan de zorgen voor een familie en den uitputtenden -strijd van deugdzamen arbeid”. <a class="fnarrow" href="#xd29e6302src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6318" href="#xd29e6318src">76</a></span> Hirschfeld zegt (<i lang="de">Wesen der Liebe</i>, p. 35), dat de begeerte naar omgang met een sympathiek persoon verhoogd wordt en -niet verminderd door een beroeps-coïtusdaad. <a class="fnarrow" href="#xd29e6318src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6326" href="#xd29e6326src">77</a></span> Dit is duidelijk aangetoond door Hans Ostwald (aan wien ik de boven aangehaalde opmerking -van een prostituée ontleen), een van de beste autoriteiten op het gebied van het leven -en den aard der prostituées; zie b.v. zijn artikel, “<span lang="de">Die erotischen Beziehungen zwischen Dirne und Zuhälter</span><span class="corr" id="xd29e6330" title="Niet in bron">,</span>” <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Juni, 1908. In het volgende nummer van hetzelfde tijdschrift (Juli, 1908, p. 393) -is Dr. Max Marcuse het eens met de beweringen van Ostwald, en zegt dat de brieven -van prostituées en haar minnaars minnebrieven zijn precies zoo als de brieven van -fatsoenlijke menschen uit dezelfde klasse, en met dezelfde elementen van liefde en -jaloezie; deze verhoudingen, merkt hij op, zijn soms zeer standvastig. De prostituée-schrijfster -van het <i lang="de">Tagebuch einer Verlorenen</i> (p. 147) geeft ook eenige opmerkingen over de verhoudingen van de prostituée en haar -minnaar, en zegt dat het eenvoudig de natuurlijke verhouding is tusschen een meisje -en haar minnaar. <a class="fnarrow" href="#xd29e6326src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6369" href="#xd29e6369src">78</a></span> Zoo vond Moraglia, dat van de 180 prostituées in Noord-Italiaansche bordeelen en van -23 elegante Italiaansche en buitenlandsche cocottes allen toegaven, dat zij masturbeerden, -bij voorkeur door wrijving van de clitoris; 113 van haar, de meesten, verklaarden, -dat zij alleen uitgevoerde of wederkeerige masturbatie prefereerden boven normalen -<span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Hammer zegt (<i lang="de">Zehn Lebensläufe Berliner Kontrollmädchen</i> in Ostwald’s serie van “<span lang="de">Grosstadt Dokumente</span>”, 1905) dat, als zij in het ziekenhuis zijn, de zestig prostituées allemaal op drie -of vier na, masturbeeren, en dat zij, die het niet doen, door de andere uitgelachen -worden. <a class="fnarrow" href="#xd29e6369src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6389" href="#xd29e6389src">79</a></span> <i lang="de">Jahrbuch für Sexuelle Zwischenstufen</i>, Jahrgang VII, 1905, p. 148; Hammer <span class="pagenum">[<a id="pb249n" href="#pb249n">249</a>]</span>vond, dat van de vijf en twintig prostituées in een verbeteringsgesticht er wel drie -en twintig homosexueel waren, of op goede gronden verondersteld werden het te zijn. -Hirschfeld (<i lang="de">Berlins Drittes Geschlecht</i>, p. 65) zegt, dat prostituées soms vrouwen uit den beteren stand aanspreken, waarvan -zij, om haar mannelijk uitzien, meenen dat ze homosexueel zijn; van personen van haar -eigen sekse nemen prostituées een kleinere belooning, en soms weigeren ze betaling -geheel. <a class="fnarrow" href="#xd29e6389src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6402" href="#xd29e6402src">80</a></span> Bij de prostitutie is het, evenals bij de erfelijkheid, natuurlijk moeilijk het element -der erfelijkheid te scheiden van dat der omgeving, zelfs als wij goeden grond hebben -om te gelooven, dat de factor der erfelijkheid hier, evenals door het geheele leven, -niet na kan laten veel gewicht in de schaal te leggen. Het is in ieder geval zeker, -dat prostitutie dikwijls “in de familie zit”. “Het is dikwijls mijn ondervinding geweest<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, schrijft een vroegere prostituée (Hedwig Hard, <i lang="de">Beichte einer Gefallenen</i>, p. 156) “dat, als in een familie een meisje het pad der prostitutie betreedt haar -zuster haar spoedig daarop volgt. Ik heb onnoemelijk veel gevallen gezien; soms staan -wel drie zusters tegelijk op de lijst, en ik heb een geval gekend van vier zusters, -wier moeder, een vroedvrouw, in de gevangenis was geweest, en waarvan de vader dronk. -In dit geval raakten alle vier de zusters, die heel mooi waren, getrouwd, een ten -minste zeer gelukkig, met een rijken dokter, die haar uit het bordeel nam, toen ze -zestien jaar oud was en haar opvoedde”<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e6402src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6568" href="#xd29e6568src">81</a></span> Dit wordt niet tegengesproken door het ontwijfelbare feit, dat prostituées in het -geheel niet altijd tevreden zijn met het leven, dat zij kiezen. <a class="fnarrow" href="#xd29e6568src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6575" href="#xd29e6575src">82</a></span> Dit punt is besproken door Bloch, <i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, hoofdst. XIII. <a class="fnarrow" href="#xd29e6575src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6581" href="#xd29e6581src">83</a></span> Verschillende series observaties zijn geresumeerd door Lombroso en Ferrero, <i lang="it">La Donna Delinquente</i>, 1893, deel III, hoofdst. IV. <a class="fnarrow" href="#xd29e6581src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6600" href="#xd29e6600src">84</a></span> <i lang="en">History of European Morals</i>, deel III, p. 283. <a class="fnarrow" href="#xd29e6600src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6606" href="#xd29e6606src">85</a></span> In gelijken geest heeft Lord Morley geschreven (<i lang="en">Diderot</i>, deel II, p. 20). “De reinheid van het gezin, zoo liefelijk en dierbaar als ze is, -is tot nu toe alleen maar verzekerd door het in stand houden van een groot en droevig -<span class="pagenum">[<a id="pb256n" href="#pb256n">256</a>]</span>leger van vrouwelijke paria’s … op wier hoofd, evenals op den zondebok van den Hebreeuwschen -ritus, wij al de ongerechtigheden stapelen van ons en onze kinderen, alle overtredingen -en alle zonden, en die we dan met verwenschingen wegzenden naar de onreine uiterste -wildernis en het onbewoonde land<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. <a class="fnarrow" href="#xd29e6606src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6623" href="#xd29e6623src">86</a></span> Horatius, <i lang="la">Satires</i>, boek I, 2. <a class="fnarrow" href="#xd29e6623src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6638" href="#xd29e6638src">87</a></span> Augustinus, <i lang="la">De Ordine</i>, boek II, hoofdst. IV. <a class="fnarrow" href="#xd29e6638src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6644" href="#xd29e6644src">88</a></span> <i lang="la">De Regimine Principum</i> (Opuscula XX), boek IV, hoofdst. XIV. Ik dank de verwijzing naar de juiste plaats, -waar dit gezegde voorkomt, aan den Rev. H. Northcote; gewoonlijk wordt ze in vager -termen aangehaald. <a class="fnarrow" href="#xd29e6644src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6651" href="#xd29e6651src">89</a></span> Lea, <i lang="en">History of Auricular Confession</i>, deel II, p. 69. Er was, schijnt het, zelfs een excentriek besluit van de theologen -uit Salamanca, dat bepaalde, dat een non geld kon aannemen, “<span lang="fr">licite et valide</span>”. <a class="fnarrow" href="#xd29e6651src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6660" href="#xd29e6660src">90</a></span> Lea, <i>op. cit.</i> deel II, pp. 263, 399. <a class="fnarrow" href="#xd29e6660src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6670" href="#xd29e6670src">91</a></span> Rabutaux, <i lang="fr">De la Prostitution en Europe</i>, pp. 22 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e6670src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6683" href="#xd29e6683src">92</a></span> Burton, <i lang="en"><span class="corr" id="xd29e6686" title="Bron: Anatony">Anatomy</span> of Melancholy</i>, deel III, Sect. III, Mem. VI, Subs. II<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e6683src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6704" href="#xd29e6704src">93</a></span> B. Mandeville, <i lang="en">Remarks to Fable of the Bees</i>, 1714, pp. 93–9; <i>cf.</i> P. Sackmann, <i>Bernard de Mandeville</i>, pp. 101–4. <a class="fnarrow" href="#xd29e6704src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6782" href="#xd29e6782src">94</a></span> Deze omstandigheden begunstigen tijdelijke vrije verbintenissen, maar zij begunstigen -ook de prostitutie. De reden is, volgens Adolf Gerson (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, September, 1908), dat de vrouw uit de goede klasse geen vrije vereenigingen hebben -wil. Gedeeltelijk door moreele tradities, en gedeeltelijk door een gevoel, dat een -man wettig haar eigendom moet zijn, wil zij zich niet uit liefde aan een man geven; -en daarom gaat hij naar de vrouw uit den lageren stand, die zich voor geld geeft. <a class="fnarrow" href="#xd29e6782src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6792" href="#xd29e6792src">95</a></span> Vele meisjes, zeide Ellice Hopkins, komen in moeilijkheid, alleen omdat zij iets in -zich hebben van het “zwarte geitje”, dat vroolijk moet zijn en spelen, maar dat niet -in gevaar wenscht te komen. “Is het niet hard”, voegde zij er bij, “dat de mannen -naast haar dwaze, dansende voeten een bodemlooze put gegraven hebben en dat zij haar -dansen en springen niet in veiligheid kan genieten en haar mooie veeren kan aandoen -als het dwaze vogeltje, dat ze is, zonder dat een enkele misstap haar over den rand -stort en haar achterlaat, met al haar vrouwelijkheid in haar vernietigd?<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e6792src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6796" href="#xd29e6796src">96</a></span> A. Sherwell, <i lang="en">Life in West London</i>, 1897, hoofdst<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> V. <a class="fnarrow" href="#xd29e6796src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6804" href="#xd29e6804src">97</a></span> Zooals aangehaald wordt door Bloch, <i lang="de">Sexualleben <span class="corr" id="xd29e6808" title="Bron: Unserer">unserer</span> Zeit</i>, p. 358. In Berlijn is in de laatste jaren het aantal prostituées toegenomen, bijna -dubbel zoo snel als de algemeene bevolking toegenomen is. Het is ongetwijfeld waarschijnlijk, -dat het aanbod de vraag zal doen toenemen. <a class="fnarrow" href="#xd29e6804src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6842" href="#xd29e6842src">98</a></span> Goncourt, <i lang="fr">Journal</i>, deel III<a id="xd29e6847"></a> p. 49. <a class="fnarrow" href="#xd29e6842src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6852" href="#xd29e6852src">99</a></span> Vanderkiste, <i lang="en">The Dens of London</i>, 1854, p. 242. <a class="fnarrow" href="#xd29e6852src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6858" href="#xd29e6858src">100</a></span> Bonger <span class="corr" id="xd29e6860" title="Niet in bron">(</span><i lang="fr">Criminalité et Conditions Economiques</i>, p. 406) verwijst naar het veel voorkomen van prostitutie onder naaisters en modistes, -zoowel als onder dienstboden, omdat dit wijst op den invloed van de aanraking met -de weelde, en voegt er bij, dat de rijke vrouwen, die neerzien op de prostitutie, -zich niet altijd duidelijk voor oogen stellen dat zij zelf een belangrijke factor -zijn voor de prostitutie, door haar weelderigheid en haar ledigheid beide; terwijl -ze niet schijnen te begrijpen, dat zij evenzoo zouden handelen, als ze in dezelfde -omstandigheden waren geplaatst. <a class="fnarrow" href="#xd29e6858src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6866" href="#xd29e6866src">101</a></span> H. Lippert legde, in zijn boek over de prostitutie in Hamburg, zeer den nadruk op -het verlangen naar kleeding en versiering, als een factor van de prostitutie, en Bloch -(<i lang="de">Das Sexualleben unserer Zeit</i>, p. 372) meent, dat deze factor gewoonlijk onderschat wordt, en dat hij een speciaal -machtigen invloed uitoefent op dienstboden. <a class="fnarrow" href="#xd29e6866src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6909" href="#xd29e6909src">102</a></span> Sedert dit geschreven werd, is de invloed van het leven van verscheidene generaties -in de stad tot het immuun maken van een familie voor de verkeerdheden van dat leven -(hoewel zonder betrekking op de prostitutie) uiteengezet door Reibmayr, <i lang="de">Die Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies</i>, 1908, deel II, p.p. 73 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e6909src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e6997" href="#xd29e6997src">103</a></span> In Frankrijk is deze intimiteit belichaamd in het heerlijke voorrecht van <i>tutoyeeren</i>, “Het mysterie van het <i>tutoyeeren</i>!” roept Ernest La Jeunesse in <i lang="fr">L’Holocauste</i>: “Slagboomen, die vallen, sluiers, die opgelicht worden, en de genoegelijkheid van -het bestaan! Eens, toen ik mij erg eenzaam voelde en trachtte te wennen aan Parijs -en aan het ongeluk, was ik bereid mijlen af te leggen—te voet natuurlijk—om een nichtje -en een tante op te zoeken, alleen maar om iemand te mogen <i>tutoyeeren</i>. Soms waren ze niet thuis, en dan moest ik weer terug met mijn behoefte aan vertrouwelijkheid -en familiariteit en broederlijkheid”. <a class="fnarrow" href="#xd29e6997src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7069" href="#xd29e7069src">104</a></span> Voor Sommige feiten en verwijzingen naar de uitgebreide literatuur over dezen handel, -zie men bv. Bloch, <i lang="de">Das Sexualleben unserer Zeit</i>, pp. 374–376; ook K. M. Baer, <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Sept. 1908; Paulucci de Colboli, <i lang="it">Nuova Antologia</i>, April 1902. <a class="fnarrow" href="#xd29e7069src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7083" href="#xd29e7083src">105</a></span> Deze beschouwingen gelden niet voor vele soorten van sexueel geperverteerden, die -een belangrijk aandeel vormen van de cliënten van bordeelen. Deze kunnen dikwijls, -wat zij begeeren, gemakkelijker in een bordeel vinden dan daar buiten. <a class="fnarrow" href="#xd29e7083src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7086" href="#xd29e7086src">106</a></span> Zoo raadt Charles Booth, in zijn groote werk over <i lang="en">Life and Labor in London</i>, laatste deel (p. 128) aan, dat “rendez-vous-huizen” <span class="corr" id="xd29e7091" title="Bron: inplaats">in plaats</span> van vervolgd te worden, moesten geduld worden als een schrede in de richting van -het onderdrukken van bordeelen. <a class="fnarrow" href="#xd29e7086src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7100" href="#xd29e7100src">107</a></span> “Steden, zooals Woolwich, Aldershot, Portsmouth, Plymouth”, zegt men wel eens, “zijn -vol van ellendige, vuile monsters, die niet meer op vrouwen gelijken; maar het is -drank, verachting, ruwheid en ziekte, die haar in dezen toestand gebracht hebben, -niet het enkele feit, dat ze omgang hebben met mannen”. <a class="fnarrow" href="#xd29e7100src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7105" href="#xd29e7105src">108</a></span> “Het prostitutie-contract kan in de oogen van de prostituées zelf”, volgens Bernaldo -de Quiros en Llanas <span class="corr" id="xd29e7107" title="Bron: Aquinaliedo">Aguilaniedo</span>, “niet gelijk gesteld worden met een koop-akte of een werk-contract, noch met een -anderen ruilhandel, die door de burgerlijke wetgeving erkend wordt. Zij vinden, dat -er in zulk een contract altijd een element komt, dat het meer doet gelijken op een -gift. “Het <span class="pagenum">[<a id="pb276n" href="#pb276n">276</a>]</span>lichaam van een vrouw heeft geen prijs” is een axioma van de prostitutie. Het geld, -dat gelegd wordt in de handen van haar, die de bevrediging van sexueel verlangen verzekert, -is niet de prijs voor de daad, maar een offer, door de priesteres van Venus geëischt -voor haar onderhoud”. Voor den Spanjaard is, wel is waar, iedere verrichting, die -aan handel doet denken, verachtelijk, maar het principe, dat aan dit gevoelen ten -grondslag ligt, geldt ook voor de prostitutie in het algemeen. <a class="fnarrow" href="#xd29e7105src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7225" href="#xd29e7225src">109</a></span> <i lang="fr">Journal des Goncourt</i>, deel III; dit was in 1866. <a class="fnarrow" href="#xd29e7225src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7260" href="#xd29e7260src">110</a></span> <span class="corr" id="xd29e7261" title="Bron: C. Lyttleton">E. Lyttelton</span>, <i lang="en">Training of the Young in Laws of Sex</i>, p. 42. <a class="fnarrow" href="#xd29e7260src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7285" href="#xd29e7285src">111</a></span> Zie bv. R. W. Taylor, <i lang="en">Treatise on Sexual Disorders</i>, 1897, pp. 74–75. Georg Hirth (<i lang="de">Wege zur Heimat</i>, 1909<a id="xd29e7293"></a>, p. 619) vertelt het geval van een jong officier, die opgewonden door de liefkoozingen -van zijn verloofde, terwijl hij te veel respect voor haar had om verder te gaan dan -dit en te veel respect voor zich zelf om te masturbeeren, niet beter wist te doen -dan naar een prostituée te gaan. Syphilis ontwikkelde zich eenige dagen na de bruiloft. -Hirth voegt er kort aan toe, dat de gevolgen vreeselijk waren. <a class="fnarrow" href="#xd29e7285src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7346" href="#xd29e7346src">112</a></span> Het is een dikwijls aangehaalde passage, maar ze kan haast niet dikwijls genoeg herhaald -worden: “Ge ziet dat deze ijzeren plaat niet geheel plat is: ze heeft een bult, hier -aan den linkerkant. Hoe moeten we ze plat krijgen? Natuurlijk, zult ge antwoorden, -door op het uitstekende deel te slaan. Nu, hier is een hamer, en ik geef de plaat -een slag, zooals ge aanraadt. Harder, zegt ge. Nog geen resultaat. Nog een slag? Nu, -vooruit maar, en nog een en nog een. De verhevenheid blijft, ziet ge: het kwaad is -even groot als vroeger—ja, zelfs grooter. Maar dat is niet alles. Kijk eens, hoe de -plaat aan den anderen kant krom getrokken is. Waar ze tevoren plat was, daar is ze -nu gebogen. We hebben ze mooi verknoeid. In plaats dat we het oorspronkelijke kwaad -verbeterd hebben, hebben we er een tweede bij gemaakt. Als we een werkman gevraagd -hadden, die ervaren was in het “pletten”, zooals het genoemd wordt, dan zou hij ons -vertellen, dat er geen goed te doen was, niets dan kwaad, door op het uitstekende -deel te slaan. Hij zou ons geleerd hebben verschillend gerichte en speciaal geplaatste -slagen met een hamer op een andere plaats te doen: zoo het kwaad aan te vallen, niet -door directe, maar door indirecte handelingen. Het vereischte proces is minder eenvoudig -dan ge gedacht had. Zelfs een metalen plaat kan niet met succes behandeld worden op -die verstandige wijze, waarin ge zooveel vertrouwen hebt. Wat zullen we dan zeggen -over een maatschappij?… Is de menschheid gemakkelijker in orde te krijgen dan een -ijzeren plaat?” (<i lang="en">The Study of Sociology</i>, p. 270). <a class="fnarrow" href="#xd29e7346src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch8" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e408">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">DE BESTRIJDING DER VENERISCHE ZIEKTEN</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb291" href="#pb291">291</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">De beteekenis der venerische ziekten.—De geschiedenis der syphilis.—Het vraagstuk -van den oorsprong ervan.—De groote maatschappelijke beteekenis van de syphilis.—De -maatschappelijke gevaren van de gonorrhoe.—De moderne verandering der methoden ter -bestrijding van de venerische ziekten.—Oorzaken van het verval van het systeem van -politie-toezicht.—Noodzakelijkheid de feiten onder de oogen te zien.—De onschuldige -offers der venerische ziekte.—Het zijn ziekten en geen misdaden.—Het principe van -aanmelding.—Het Scandinavische systeem.—Kostelooze behandeling.—Straf op het overbrengen -van venerische ziekten.—Sexueele opvoeding met betrekking tot de venerische ziekten.—Lezingen, -enz.—Uiteenzettingen van de kwestie in romans en op het tooneel.—Het “leelijke” is -niet “immoreel”.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het kan misschien verwondering wekken, dat in de voorafgaande bespreking van de prostitutie -nauwelijks een woord gezegd is over venerische ziekten. In de oogen van vele menschen -is de kwestie der prostitutie eenvoudig de kwestie van syphilis. Maar van het psychologisch -standpunt, dat ons hier direct aangaat, evenals van het moreele, waarmee we indirect -wel bekend moeten zijn, kan de kwestie der ziekten, die verbonden kunnen zijn en ook -zoo dikwijls verbonden zijn met de prostitutie, niet in de eerste plaats van beteekenis -zijn. De twee kwesties zijn, hoe nauw ze ook met elkaar in verband mogen staan, in -hun grondslag verschillend. Niet alleen zouden venerische ziekten blijven bestaan, -al was de prostitutie volkomen verdwenen, maar, aan den anderen kant, als we syphilis -op dergelijke wijze aan contrôle onderworpen hadden, als de eenigszins er mee verwante -ziekte, lepra, dan zou het probleem der prostitutie nog blijven bestaan. -</p> -<p>Toch is het nauwelijks mogelijk, zelfs van het standpunt dat we hier innemen, de kwestie -der venerische ziekten buiten beschouwing te laten, want de psychologische en moreele -gezichtspunten van de prostitutie, en zelfs de geheele kwestie der sexueele verhoudingen, -ondervinden, tot zekere hoogte, den invloed van het <span class="pagenum">[<a id="pb292" href="#pb292">292</a>]</span>bestaan van de ernstige ziekten, die <span class="corr" id="xd29e7365" title="Bron: vooraal">vooral</span> door sexueelen omgang verspreid worden. -</p> -<p>Fournier, een van de leidende autoriteiten op dit gebied, heeft terecht gezegd, dat -syphilis, alcoholisme en tuberculose de drievoudige pest is van den tegenwoordigen -tijd. In een veel vroegeren tijd (1851) had Schopenhauer in <i>Parerga en Paralipomena</i> de meening geuit, dat de twee dingen, die het moderne maatschappelijk leven onderscheiden -van dat van de oudheid, het ridderlijk eergevoel en de venerische ziekten zijn; te -zamen, voegde hij er aan toe, hebben zij het leven vergiftigd en een vijandig en zelfs -duivelsch element ingevoerd in de verhoudingen der seksen, dat indirect invloed heeft -geoefend op alle andere maatschappelijke verhoudingen<a class="noteref" id="xd29e7372src" href="#xd29e7372">1</a>. Het is als een koopwaar, zegt Havelburg van de syphilis, die de beschaving overal -heen gevoerd heeft, zoo dat maar zeer weinige afgelegen landen van den aardbol (zooals -Centraal Afrika en Centraal Brazilië) er tegenwoordig vrij van zijn<a class="noteref" id="xd29e7378src" href="#xd29e7378">2</a>. -</p> -<p>Het is ongetwijfeld waar, dat in de oudere beschaafde landen de uitingen van syphilis, -hoewel ze nog ernstig zijn en een oorzaak voor de physieke ontaarding van het individu -en het ras, minder ernstig zijn dan ze waren, zelfs maar een generatie geleden<a class="noteref" id="xd29e7386src" href="#xd29e7386">3</a>. Dit is gedeeltelijk het resultaat van vroegere en betere behandeling, voor een deel -is het mogelijk het resultaat van het syphilitisch worden van het ras, daar een zekere -mate van immuniteit nu een geërfd bezit geworden is, hoewel we toch in de herinnering -moeten houden, dat een aanval van syphilis niet noodzakelijk immuniteit met zich brengt -tegen den werkelijken aanval van de kwaal, zelfs bij hetzelfde individu. Maar we moeten -er aan toevoegen, dat, ook al is ze minder ernstig geworden, de syphilis, in de meening -van velen, toch nog bezig is zich uit te breiden, zelfs in de voornaamste centra der -beschaving; dit heeft men evenzeer opgemerkt in Parijs als in Londen<a class="noteref" id="xd29e7392src" href="#xd29e7392">4</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb293" href="#pb293">293</a>]</span></p> -<p>Volgens de meening, die tegenwoordig algemeen begint te heerschen, is syphilis naar -Europa overgebracht aan het einde van de vijftiende eeuw door de eerste ontdekkers -van Amerika. In Seville, de voornaamste Europeesche haven voor Amerika, was ze bekend -als de Indische ziekte, maar toen Karel VIII en zijn leger ze in 1495 het eerst naar -Italië overbrachten, werd ze de Gallische ziekte genoemd, hoewel deze connectie met -de Franschen alleen maar toevallig was; “een monsterachtige ziekte”, zeide Cataneus, -“die in vorige eeuwen nooit gezien is en onbekend is in de geheele wereld”. -</p> -<p>De synoniemen voor syphilis waren eerst ontelbaar. Ferrara gaf in zijn Latijnsche -gedicht <i lang="la">Syphilis sive Morbus Gallicus</i>, geschreven vóór 1521, en uitgegeven in Verona in 1530, eindelijk aan de ziekte den -naam, die er nu algemeen voor aangenomen is, waarbij hij ter verklaring van de herkomst -ervan een romantische sage uitvond. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Hoewel men tegenwoordig vrij algemeen schijnt te gelooven, dat de syphilis uit Amerika -naar Europa is overgebracht, bij de ontdekking van de Nieuwe Wereld, is het eerst -in de allerlaatste jaren geweest, dat deze meening grond gewonnen heeft; het schijnt -zelfs nu niet eens zeker, dat, wat de Spanjaarden uit Amerika mee terug brachten, -werkelijk een ziekte was, die geheel nieuw was in de Oude Wereld, en niet een krachtiger -vorm van een oude ziekte, waarvan de uitingen goedaardig geworden waren. Buret, bij -voorbeeld, (<i lang="fr">Le Syphilis Aujourd’hui et chez les Anciens</i>, 1890), die eenige jaren geleden tot de diepe overtuiging kwam, dat <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>syphilis dateert van de schepping van den mensch”, en die uit een nauwkeurige studie -der klassieke schrijvers tot het geloof gekomen was, dat syphilis in Rome al bestond -onder de Caesars, meende, dat ze op verschillende plaatsen en op verschillende tijden -uitgebroken was, en dat ze in epidemische uitbarstingen verschillende combinaties -vertoonde van haar verschillende symptomen, zoo dat ze op gewone tijden voorkwam zonder -opgemerkt te worden en op de tijden van meer intense uiting beschouwd werd als een -tot dusverre onbekende ziekte. Zoo werd er in de klassieke tijden gemeend, denkt hij, -dat ze uit Egypte kwam, hoewel hij Azië voor haar werkelijk tehuis hield. Leopold -Glück heeft ook passages aangehaald (<i lang="de">Archiv für Dermatologie und Syphilis</i>, January 1899) uit de medische epigrammen van een dokter uit de zestiende eeuw, Gabriel -Ayala, die verklaart, dat syphilis niet werkelijk een nieuwe ziekte is, hoewel er -gewoonlijk gemeend wordt, dat ze dat is, maar een oude ziekte, die met tot dusverre -onbekende kracht uitgebroken is. Er is echter geen enkele overtuigende reden, om te -gelooven, dat syphilis in de klassieke oudheid bekend was. A. N. Notthaft (“<span lang="de">Die Legende <span class="corr" id="xd29e7418" title="Bron: van">von</span> der Althertums-syphilis</span>”, in het Rindfleisch <i lang="de">Festschrift</i>, 1907, pp. 377–592) heeft critische nasporingen gedaan naar passages in klassieke -schrijvers, waarvan Rosenbaum, Buret, Proksch en anderen meenden, dat ze sloegen op -syphilis. Het is volkomen waar, geeft Notthaft toe, dat vele van deze passages misschien -wel op syphilis zouden kunnen slaan, en dat een of twee zelfs beter zouden passen -op syphilis dan op eenige andere ziekte. Maar over het geheel leveren zij in het geheel -geen bewijs en geen syphiloloog, besluit hij, is er ooit in geslaagd te demonstreeren, -dat syphilis in de oudheid bekend was. Dat geloof is een mythe. Het meest verpletterende -bewijs er tegen is, zooals Notthaft zegt, het feit, dat, hoewel er in de oudheid groote -medici waren, die nauwkeurige waarnemers waren, niet een van hen een beschrijving -geeft van de primaire, secundaire, tertiaire en aangeboren vormen van deze ziekte. -China wordt dikwijls vermeld als het oorspronkelijke tehuis <span class="pagenum">[<a id="pb294" href="#pb294">294</a>]</span>van de syphilis, maar dit geloof is geheel zonder grond, en de Japansche medicus, -Okamura, heeft aangetoond (<i lang="de">Monatschrift für praktische Dermatologie</i>, deel XXVIII, blz. 296 <i>et. seq.</i>) dat Chineesche verhandelingen niets over de syphilis melden vóor de zestiende eeuw. -In de Parijsche Academie voor Geneeskunde werden in 1900 door Fouquet photografieën -gedemonstreerd van menschelijke overblijfsels, die dateeren van 2400 voor Christus, -die veranderingen in het beenderenstelsel vertoonen, die duidelijk syphilitisch schenen -te wezen; Fournier echter, een van de grootste autoriteiten, meende, dat de diagnose -van syphilis niet kon volgehouden worden, voordat andere toestanden, die dergelijke -veranderingen in het beenderenstelsel hadden kunnen teweeg brengen, geëlimineerd waren -(<i lang="en">British Medical Journal</i>, September 29, 1900, p. 946). In Florida en verschillende deelen van Centraal Amerika, -op ongetwijfeld vòor den tijd van Columbus stammende begraafplaatsen, zijn zieke beenderen -gevonden waarvan goede autoriteiten verklaard hebben, dat ze niet anders dan syphilitisch -konden zijn (b.v. <i lang="en">British Medical Journal</i>, November 20, 1897, p. 1487), hoewel we kunnen opmerken, dat nog kort geleden, in -1899, de voorzichtige Virchow constateerde, dat de syphilis van vóor den tijd van -Columbus voor hem nog een open kwestie <span class="corr" id="xd29e7439" title="Bron: van">was</span> (<i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, Deel 2 en 3, 1899 p. 216). Aan den anderen kant toont Seler, de bekende autoriteit -over de Mexikaansche oudheid aan, dat de oude Mexikanen een ziekte kenden, die, zooals -zij haar beschreven, wel syphilis had kunnen wezen. Het blijkt echter duidelijk, dat, -terwijl de moeilijkheid om zieke beenderen te demonstreeren in Amerika wel even groot -is als in Europa, de demonstratie toch, hoe volkomen ze ook zijn mag, niet voldoende -zou zijn om aan te toonen, dat de ziekte niet ook reeds bestond in de Oude Wereld. -De plausibele theorie van Ayala, dat de syphilis van de vijftiende eeuw een hevig -optreden was van een oude ziekte is in de meer moderne tijden herhaaldelijk weer in -het leven geroepen. Zoo denkt J. Knott (“The Origin of Syphilis” <i lang="en">New York Medical Journal</i>, October 31, 1908), dat hoewel ze niet nieuw was in het Europa van de vijftiende -eeuw, ze toen nieuw ingevoerd werd in een vorm, die ernstiger geworden was doordat -ze van een erotisch ras kwam, zooals men meent, dat dikwijls het geval is. -</p> -<p>Het was in de achttiende eeuw, dat Jean Astruc het geloof begon te herstellen, dat -syphilis werkelijk een betrekkelijk moderne ziekte is van Amerikaanschen oorsprong, -en sindsdien hebben vele autoriteiten van gewicht hun instemming met dit gezichtspunt -betuigd. Aan de energie en de bekwaamheid van Dr. Iwan Bloch, uit Berlijn (het eerste -deel van zijn belangrijk werk, <i lang="de">Der Ursprung der Syphilis</i>, werd uitgegeven in 1901) danken wij de volledige samenstelling van het materiaal, -dat het bewijs levert voor den Amerikaanschen oorsprong van de syphilis. Bloch beschouwt -Ruy Diaz de Isla, een beroemd Spaansch medicus, als de voornaamste getuige voor den -Indischen oorsprong van de ziekte, en besluit, dat ze naar Europa overgebracht werd -door de mannen van Columbus, uit Midden Amerika, meer speciaal van het eiland Haiti, -naar Spanje in 1493 en 1494, en onmiddellijk daarna door de legers van Karel VIII -als epidemie verspreid werd over Italië en de andere landen van Europa. -</p> -<p>We kunnen hieraan toevoegen, dat, zelfs als we de theorie moeten aannemen, dat de -centrale streken van Amerika de plaats zijn van den oorsprong der Europeesche syphilis, -we toch nog moeten erkennen, dat de syphilis zich op het vasteland van Noord-Amerika -zeer veel langzamer verspreid heeft dan in Europa en ook meer gedeeltelijk, en zelfs -tegenwoordig zijn er Amerikaansche Indiaansche stammen, onder wie ze onbekend is. -Holder heeft op grond van zijn eigen ervaringen onder Indianen en van informaties -door bemiddeling van verschillende medici een statistiek gemaakt die aantoont, dat -van ongeveer dertig stammen en groepen van stammen, achttien bijna of geheel vrij -waren van venerische ziekten, terwijl onder dertien ze zeer veel voorkwamen. Bijna -zonder uitzondering weigeren de stammen, waar syphilis weinig voorkomt of <span class="pagenum">[<a id="pb295" href="#pb295">295</a>]</span>onbekend is, sexueelen omgang aan vreemdelingen, terwijl zij, onder wie zulke omgang -meer voorkomt, moreel laks zijn. Het zijn de blanken, die de bron zijn van infectie -onder deze stammen (A. B. Holder, “<span lang="en">Gynecic Notes Among the American Indians</span>”, <i lang="en">American Journal of Obstetrics</i> 1892, No. 1).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Syphilis is een, maar zeker de belangrijkste, van een groep van drie geheel verschillende -“venerische ziekten”, die eerst in den laatsten tijd onderscheiden zijn, en wat hun -juisten aard en oorzaak aangaat inderdaad eerst nu beginnen begrepen te worden, hoewel -twee er van zeker in de oudheid bekend geweest zijn. Het is eerst zeventig jaar geleden, -dat Ricord, de groote Fransche syphiloloog, die na Bassereau kwam, het eerst de volkomen -onafhankelijkheid verkondigd heeft van de syphilis, zoowel van gonorrhoe als van weeke -schanker, terwijl hij tevens duidelijk de drie stadiën uiteengezet heeft, het primaire, -het secundaire en het tertiaire, in welke de syphilis meestal tot uiting komt, terwijl -men van den vollen omvang van de tertiaire symptomen der syphilis tegenwoordig bijna -nog niet op de hoogte is, en men eerst nu algemeen begint te beseffen, dat twee van -de meest voorkomende en ernstigste ziekten van de hersenen en van het zenuwstelsel—algemeene -verlamming en ruggemergstering of locomotorische ataxie—hun voornaamste, hoewel niet -uitsluitende oorzaak vinden in het binnendringen van het vergif der syphilis vele -jaren vroeger. In 1879 begon een nieuw stadium van meer nauwkeurige kennis van de -venerische ziekten met de ontdekking van Neisser van den gonococcus, die de eigenlijke -oorzaak is van de gonorrhoe. Deze werd een paar jaar later gevolgd door de ontdekking -van Ducrey en Unna van den bacil van den weeken schanker, de minst belangrijke van -de venerische ziekten, omdat de gevolgen ervan alleen maar plaatselijk zijn. Ten slotte, -in 1905, nadat Metchnikoff den weg bereid had, toen hij er in slaagde syphilis over -te brengen van mensch op aap, en Lassar, door inenting, van aap op aap—deed Fritz -Schaudinn zijn groote ontdekking van de protozoïsche <i lang="la">Spirochaeta pallida</i> (<span class="corr" id="xd29e7470" title="Bron: sedert dien">sedertdien</span> soms genaamd <i lang="la">Treponema pallidum</i>), die nu algemeen beschouwd wordt als de oorzaak van de syphilis; daardoor ontdekte -hij de schuilplaats van de gevaarlijkste en verraderlijkste vijanden van de menschheid<a class="noteref" id="xd29e7476src" href="#xd29e7476">5</a>. -</p> -<p>Er is geen fijner vergif dan dat van de syphilis. Syphilis is niet, als kinderpokken -of typhus, een ziekte, die een korten, plotselingen storm veroorzaakt, een hevigen -strijd met de levenskrachten, waarin ze, zelfs zonder behandeling, meestal het onderspit -delft, mits het <span class="pagenum">[<a id="pb296" href="#pb296">296</a>]</span>organisme gezond is, terwijl ze weinig of geen sporen nalaat van haar verwoestingen,—neen, -zij dringt dieper en dieper in het organisme door, ze leidt na verloop van tijd tot -steeds nieuwe complicaties, en geen weefsel is veilig voor haar aanvallen. En zoo -fijn is dit alles doordringende vergif, dat, hoewel de uitwendige verschijnselen ervan -vatbaar zijn voor langdurige behandeling, het dikwijls moeilijk te zeggen is dat het -vergif ten slotte volkomen gedood is<a class="noteref" id="xd29e7508src" href="#xd29e7508">6</a>. -</p> -<p>Het enorme belang van de syphilis, en de voornaamste reden waarom het noodig is ze -hier te beschouwen, ligt in het feit, dat de gevolgen ervan niet beperkt zijn tot -het individu zelf, en zelfs ook niet tot de menschen aan wie hij het kan overdragen -door besmetting, door aanraking in of buiten sexueele verhoudingen: ze tast de nakomelingschap -aan en ze tast de teelkracht zelf aan. Ze grijpt mannen en vrouwen aan in de kracht -van het leven, de voortbrengers van het komende geslacht, en leidt òf tot steriliteit -òf tot onrijpe en ziekelijke producten van de conceptie. De vader alleen kan misschien -syphilis op zijn kind overbrengen, zelfs als de moeder aan de besmetting ontkomt, -en het kind, dat uit syphilitische ouders geboren is kan schijnbaar gezond ter wereld -komen, om zijn syphilitischen oorsprong eerst na een periode van maanden of zelfs -van jaren te openbaren. Zoo is syphilis waarschijnlijk een hoofdoorzaak voor den achteruitgang -van het ras<a class="noteref" id="xd29e7514src" href="#xd29e7514">7</a>. -</p> -<p>Zoowel bij het individu als bij zijn nakomelingschap vertoont de syphilis haar vernielende -gevolgen op alle organen, maar voornamelijk op de hersenen en het zenuwstelsel. Er -zijn, zooals Mott, een leidende autoriteit in deze zaak<a class="noteref" id="xd29e7523src" href="#xd29e7523">8</a>, aangetoond heeft, vijf wijzen, waarop syphilis de hersenen en het zenuwstelsel aantast: -(1) door moreelen schok; (2) door de gevolgen van het vergif in het teweegbrengen -van anaemie en algemeene voedingsstoornissen; (3) door het veroorzaken van ontsteking -van de vliezen en de weefsels van de hersenen; (4) door het veroorzaken van degeneratie -<span class="pagenum">[<a id="pb297" href="#pb297">297</a>]</span>van de arterie, die aanleiding geeft tot hersenverweeking, verlamming en dementia; -(5) als een zeer voorname oorzaak van de para-syphilitische aandoeningen van algemeene -verlamming en ruggemergsverlamming. -</p> -<p>Het is eerst in de laatste jaren, dat de medici de overwegende rol erkend hebben, -die gespeeld wordt door verkregen of geërfde syphilis, bij het veroorzaken van algemeene -verlamming, die in zoo ruime mate er toe medewerkt krankzinnigengestichten te vullen, -en ruggemergsverlamming, hetgeen de belangrijkste ziekte is van het ruggemerg. Zelfs -tegenwoordig kan men nauwelijks zeggen, dat er volkomen overeenstemming is betreffende -het hooge belang van syphilis als factor in deze ziekten. Er kan echter weinig twijfel -aan bestaan, dat in tenminste ongeveer vijf en negentig percent gevallen van algemeene -paralyse syphilis aanwezig is<a class="noteref" id="xd29e7536src" href="#xd29e7536">9</a>. -</p> -<p>Syphilis alleen is inderdaad geen voldoende oorzaak voor algemeene paralyse, want -onder vele natuurvolken is syphilis zeer gewoon, terwijl algemeene paralyse zeer zeldzaam -is. Het is, zooals Krafft-Ebing gewoon was te zeggen, syphilisatie en civilisatie, -die tezamen werkende algemeene paralyse veroorzaken, misschien in sommige gevallen, -naar er reden is om te meenen, op een nerveuzen bodem, die tot zekere hoogte erfelijk -gedegenereerd is; dit blijkt uit het abnormaal veel voorkomen van aangeboren teekenen -van degeneratie, die bij algemeene paralytici gevonden werden door Näcke en anderen. -“<span lang="la">Paralyticus nascitur atque fit</span>”, volgens het gezegde van Obersteiner. Eens ondermijnd door syphilis, zijn de ontaarde -hersenen niet in staat weerstand te bieden aan de rukken en den druk van het beschaafde -leven, en het gevolg is algemeene paralyse, die naar waarheid beschreven is als “een -van de vreeselijkste geesels van moderne tijden”. -</p> -<p>In 1902 nam de psychologische afdeeling van de <span lang="en">British Medical Association</span>, die de meest bevoegde autoriteit over deze zaak is, met algemeene stemmen een besluit, -hetwelk beval, dat de aandacht van de wetgeving en verschillende publieke lichamen -gevestigd zou worden op de noodzakelijkheid van onmiddellijk handelen, gezien het -feit, dat “algemeene paralyse een zeer ernstige en veel voorkomende vorm van hersenziekte, -mèt andere variëteiten van krankzinnigheid in ruime mate voortkomt uit syphilis, en -dus <span class="pagenum">[<a id="pb298" href="#pb298">298</a>]</span>te voorkomen is”. Toch is nog geen enkele schrede in deze richting gedaan. -</p> -<p>De gevaren van de syphilis liggen niet alleen in haar macht en haar taaiheid, maar -ook daarin, dat ze zooveel slachtoffers maakt. Het is moeilijk te constateeren hoeveel -syphilis inderdaad voorkomt; maar in de verschillende landen zijn al veel gedeeltelijke -nasporingen gedaan, en het is waarschijnlijk dat vijf tot twintig percent van de bevolking -van Europa met syphilis besmet is, terwijl ongeveer vijftien percent van de syphilitische -personen sterft aan oorzaken, die direct of indirect gevolgen van de ziekte zijn<a class="noteref" id="xd29e7559src" href="#xd29e7559">10</a>. In Frankrijk heeft over het algemeen, naar een taxatie van Fournier, zeventien percent -van de geheele bevolking syphilis gehad; in Toulouse constateert Andry, dat achttien -percent van al zijn patiënten syphilitisch zijn, en in Kopenhagen, waar de aangifte -verplicht is, zegt men, dat meer dan vier percent van de bevolking aan syphilis lijdt. -In Amerika heeft een commissie van de Medical Society of New-York, als resultaat van -een grondig onderzoek naar deze zaken gerapporteerd, dat in de stad New-York jaarlijks -niet minder dan een kwart millioen gevallen van venerische ziekten voorkomen, en een -toonaangevende dermatoloog uit New-York heeft geconstateerd, dat in de families van -den beteren stand, die hij nauwkeurig kent, minstens een derde van de zoons syphilis -gehad hebben. In Duitschland schat men, dat jaarlijks acht honderd duizend gevallen -van venerische ziekten voorkomen, en aan de grootere universiteiten worden iederen -collegetijd vijf en twintig percent van de studenten geïnfecteerd; venerische ziekten -komen vooral onder studenten voor. Het jaarlijksch aantal mannen, dat in het Duitsche -leger aan venerische ziekten lijdt is een derde van het geheele aantal, dat in den -Fransch-Duitschen oorlog gewond is. Toch staat het Duitsche leger, wat de venerische -ziekten aangaat, vrij hoog, vergeleken bij het Engelsche leger, dat meer syphilitisch -is dan eenig ander Europeesch leger<a class="noteref" id="xd29e7568src" href="#xd29e7568">11</a>. Daar het Engelsche leger <span class="pagenum">[<a id="pb299" href="#pb299">299</a>]</span>uit beroepssoldaten bestaat en niet op algemeene dienstplicht berust, geeft het niet -zoo’n juist beeld van het volk als het leger in landen, waar de een of andere vorm -van dienstplicht bestaat. In een der Londensche ziekenhuizen kon worden vastgesteld, -dat tien percent van de patiënten syphilis gehad had; dit beteekent waarschijnlijk -een werkelijke verhouding van ongeveer vijftien percent, een hoog, hoewel niet een -buitengewoon hoog aantal. Toch is het duidelijk, dat zelfs als het aantal werkelijk -lager is dan dit, het nationale verlies in leven en gezondheid, in gebrekkig nageslacht -en rasontaarding enorm en feitelijk onberekenbaar moet zijn. Zelfs in geld kan men -het budget van venerische ziekten vergelijken met het algemeene budget van een groote -natie. Stritch berekent, dat de onkosten voor de Engelsche natie aan venerische ziekten -in het leger, de marine en de administratie alleen, jaarlijks 3.000.000 pond sterling -bedragen, en als men pensioenen en ziekteverloven mederekent, die indirect door deze -ziekten veroorzaakt worden, hoewel zij als zoodanig niet voorkomen op de officieele -lijsten, dan wordt de juiste schatting van de onkosten voor de natie gezegd te zijn -7.000.000 pond sterling. Het nemen van eenvoudige, <span class="corr" id="xd29e7578" title="Bron: hygienische">hygiënische</span> maatregelen voor het voorkomen en het spoedig genezen van venerische ziekten zal -niet alleen indirect, maar zelfs direct een bron zijn van enorme welvaart voor het -land. -</p> -<p>Syphilis is degene onder de venerische ziekten, die het duidelijkst en het meest in -het oog springend, schrik aanjaagt. Toch komt ze minder voor en is in sommige opzichten -minder arglistig dan de andere venerische ziekte gonorrhoe<a class="noteref" id="xd29e7583src" href="#xd29e7583">12</a>. Er was een tijd, toen de ernstige aard van gonorrhoe, vooral bij vrouwen, weinig -erkend werd. Mannen namen ze aan met een luchtig hart als een voorval van geringe -beteekenis; vrouwen namen er geen notitie van. Dit niet inzien van den ernst van de -gonorrhoe, soms zelfs van de zijde van medici—zoodat ze gewoonlijk, in Grandin’s woorden, -beschouwd werd alsof ze van weinig meer beteekenis was dan een <span class="pagenum">[<a id="pb300" href="#pb300">300</a>]</span>neusverkoudheid—heeft geleid tot een reactie van de zijde van sommigen naar een tegenovergesteld -uiterste, en de gevaren van de gonorrhoe zijn zeer overdreven. Dit is vooral het geval -met betrekking tot de steriliteit. De ontstekingsgevolgen van gonorrhoe zijn ongetwijfeld -een machtige oorzaak van steriliteit bij beide seksen; sommige autoriteiten hebben -geconstateerd, dat niet alleen tachtig percent van de sterfgevallen door ontstekingsziekten -van de organen in het bekken, en de meerderheid van de gevallen van chronische invaliditeit -bij vrouwen, maar tevens negentig percent der niet gewilde onvruchtbare huwelijken, -het gevolg zijn van gonorrhoe. Neisser, een groote autoriteit, schrijft aan deze ziekte -ongetwijfeld vijftig percent van zulke huwelijken toe. Zelfs deze taxatie is naar -de ervaring van sommige medici te hoog. Het is ten volle bewezen, dat de groote meerderheid -der mannen, die gonorrhoe gehad hebben, zelfs als zij niet trouwen vòor twee jaar -nadat ze geïnfecteerd werden, de kwaal niet overbrengen op hun vrouwen; en zelfs van -de vrouwen, die door haar mannen geïnfecteerd zijn, hebben meer <span class="corr" id="xd29e7594" title="Bron: dat">dan</span> de helft kinderen. Dit is b.v. het resultaat van de onderzoekingen van Erb, en Kisch -spreekt nog met meer nadruk in denzelfden zin. Bumm, die gonorrhoe beschouwt als een -van de twee voornaamste oorzaken der steriliteit bij vrouwen, vindt echter dat ze -niet de meest voorkomende oorzaak is, en dat ze alleen maar verantwoordelijk is voor -ongeveer een derde van de gevallen; de andere twee derden zijn het gevolg van fouten -in de ontwikkeling van de genitaliën. Dunning in Amerika heeft resultaten verkregen, -die tamelijk wel overeenkomen met die van Bumm. -</p> -<p>Wat een ander van de vreeselijke gevolgen der gonorrhoe betreft, de ongeneeslijke -blindheid, die zij door infectie van de oogen bij de geboorte te voorschijn roept, -daaraan heeft langen tijd geenerlei twijfel bestaan. De Commissie van de <span lang="en">Ophthalmological Society</span> in 1884, heeft gerapporteerd, dat dertig tot een en veertig percent van de bewoners -van vier blindeninstituten hun blindheid aan deze oorzaak te wijten hebben<a class="noteref" id="xd29e7602src" href="#xd29e7602">13</a>. In Duitsche instituten heeft Reinhard gevonden, dat dertig percent hun gezicht door -dezelfde oorzaak verloren hebben. Het totale aantal personen, die blind zijn door -infectie met gonorrhoe door hun moeders bij hun geboorte is enorm. De Engelsche koninklijke -commissie, ingesteld tot onderzoek naar den toestand van blinden taxeerde, dat er -ongeveer zeven duizend personen in het Vereenigd Koninkrijk alleen waren (of twee -en twintig percent van de blinden in het land), die blind werden als gevolg van deze -kwaal, en Mookerji constateerde in zijn toespraak over ophthalmologie op het Indische -<span class="pagenum">[<a id="pb301" href="#pb301">301</a>]</span>Medische Congres van 1894, dat in Bengalen alleen er zes honderd duizend totaal blinde -bedelaars waren, van wie veertig percent het gezicht verloren bij hun geboorte door -gonorrhoe van de moeder; en dit heeft alleen betrekking op de bedelaarsklasse. -</p> -<p>Hoewel gonorrhoe vele en verschillende ellenden<a class="noteref" id="xd29e7615src" href="#xd29e7615">14</a> te voorschijn kan roepen, kan er geen twijfel aan zijn, dat de meerderheid van met -gonorrhoe besmette personen aan de gevaren der ziekte ontsnapt, zoowel wat henzelf -als wat het aanbrengen van eenig zeer ernstig nadeel aan anderen betreft. De speciale -reden, waarom gonorrhoe een zoo bijzonder ernstige geesel geworden is, is de buitengewone -veelvuldigheid, waarmee ze voorkomt. Het is uiterst moeilijk het aantal van de mannen -en vrouwen, die gonorrhoe gehad hebben, te taxeeren, en de taxaties varieeren binnen -ruime grenzen. Dikwijls wordt het te hoog gesteld. Erb, uit Heidelberg, die alle overdrijving -over het veelvuldig voorkomen van de gonorrhoe wenschte te voorkomen, ging in zijn -eigen praktijk de geschiedenissen na van twee duizend twee honderd patienten (alle -gasthuispatienten niet medegerekend) en vond, dat het aantal van hen, die aan gonorrhoe -geleden hadden 48.5 percent was. -</p> -<p>Onder den werkmansstand komt de ziekte veel minder voor dan onder menschen van hoogeren -stand. In een ziekenkas in Berlijn hadden jaarlijks 412 van de 10.000 mannen en 69 -van de 10.000 vrouwen gonorrhoe; gedurende een serie jaren vertoonde de statistiek -een voortdurende toename in het aantal mannen, en een afname in het aantal vrouwen -met venerische ziekten; dit schijnt er op te wijzen, dat de werkmansklassen meer omgang -beginnen te hebben met prostituées en minder met fatsoenlijke meisjes<a class="noteref" id="xd29e7623src" href="#xd29e7623">15</a>. In Amerika heeft Wood Ruggles (evenals Noggerath al vroeger, voor New York), de -veelvuldigheid van gonorrhoe onder volwassen mannen geschat op 75 tot 80 percent; -Tenney stelt ze veel lager, 20 percent voor mannen en 5 percent voor vrouwen. In Engeland -heeft een schrijver in de <i lang="en">Lancet</i>, eenige jaren geleden<a class="noteref" id="xd29e7632src" href="#xd29e7632">16</a>, bevonden, dat 75 percent der volwassen mannen, die hij onderzocht, eens gonorrhoe -gehad hebben, 40 percent tweemaal, 15 percent drie of meerdere malen. Volgens Dulberg -<span class="pagenum">[<a id="pb302" href="#pb302">302</a>]</span>komen 15 percent nieuwe gevallen voor bij getrouwde mannen van goeden maatschappelijken -stand, terwijl de ziekte betrekkelijk zeldzaam is onder getrouwde mannen van de werkende -klasse in Engeland. -</p> -<p>Gonorrhoe komt dus, wat het veel voorkomen aangaat, alleen nà mazelen en naar den -ernst van de gevolgen ervan, alleen na tuberculose. “En toch”, zooals Grandin opmerkt, -als hij gonorrhoe met tuberculose vergelijkt, “zie eens den energieken kruistocht, -die tegen de laatste is ondernomen en de misdadige apathie, die ten toon gespreid -wordt als het de eerste betreft<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e7645src" href="#xd29e7645">17</a>. Het publiek moet leeren begrijpen, merkt een ander schrijver op, dat “gonorrhoe -een pest is, die zijn hoogste belangen en zijn heiligste verhoudingen raakt, evenzeer -als pokken, cholera, diphterie en tuberculose”<a class="noteref" id="xd29e7651src" href="#xd29e7651">18</a>. -</p> -<p>Men kan evenwel niet zeggen, dat er geen pogingen gedaan zijn den stroom van venerische -ziekten te keeren. Zulke pogingen zijn, integendeel, al eeuwen lang gedaan. Maar zij -hebben nooit resultaten gehad<a class="noteref" id="xd29e7668src" href="#xd29e7668">19</a>; zij zijn nooit gewijzigd naar veranderde omstandigheden; nu nog zijn zij wanhopig -onwetenschappelijk en niet in overeenstemming met de maatschappelijke, evenmin als -met de individueele eischen van moderne volken. Op de verschillende conferenties, -die in de laatste jaren over deze kwestie gehouden zijn, is de eenige algemeene conclusie, -die er het resultaat van is, dat al de bestaande systemen van tusschenbeide komen -of van niet-tusschenbeide komen onvoldoende zijn<a class="noteref" id="xd29e7681src" href="#xd29e7681">20</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb303" href="#pb303">303</a>]</span></p> -<p>De aard van de prostitutie is veranderd en de wijzen van ze te behandelen moeten daarmee -veranderen. Bordeelen, en de systemen van officieele reglementeering, die speciaal -voor deze bordeelen ontstonden, zijn evenzeer uit den tijd; zij hebben een middeleeuwsche -tint over zich, ze ademen een geest van antiekheid, die ze in onzen tijd onaantrekkelijk -en verdacht maken. Het openlijk als zoodanig erkende bordeel komt in discrediet; het -absoluut onder politie-contrôle staande publieke meisje bestaat haast niet meer. De -prostitutie begint zich langzamerhand minder te concentreeren, zich nauwer met het -maatschappelijk leven over het algemeen te vermengen, minder gemakkelijk onderscheiden -te worden als een bepaald, afzonderlijk deel van de maatschappij. Wij kunnen er tegenwoordig -alleen maar invloed op uitoefenen door methoden, die op onze maatschappelijke toestanden -als geheel werken. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De tegenzin tegen de reglementeering van de prostitutie groeit nog maar langzaam aan, -maar hij ontwikkelt zich toch overal en kan evenzeer nagespoord worden in de opinie -der wetenschappelijke mannen als in die van het volk. In Frankrijk hebben de gemeentebesturen -van sommige van de grootste steden òf het systeem der reglementeering geheel afgeschaft, -òf ze hebben hun afkeuring er over geuit, terwijl een onderzoek bij vele honderde -medici aangetoond heeft, dat minder dan een derde er vóor waren de reglementeering -te handhaven (<i lang="de">Die Neue Generation</i>, Juni 1909, p. 244). In Duitschland, waar in sommige opzichten meer geduldige verdraagzaamheid -is voor hen, die inbreuk maken op de vrijheid van het individu dan in Frankrijk, Engeland -of Amerika, worden nog steeds verschillende uitgebreide systemen voor het organiseeren -van de prostitutie en den strijd tegenover de venerische ziekte, in stand gehouden, -maar zij kunnen niet geheel in praktijk gebracht worden, en er wordt algemeen toegegeven, -dat zij in ieder geval het beoogde doel niet kunnen bereiken. Zoo worden in Saksen -geen bordeelen officieel geduld, hoewel zij natuurlijk toch bestaan. Hier zijn, evenals -in vele andere deelen van Duitschland, de meest nauwkeurige en uitgebreide reglementen -opgesteld voor het gedrag der prostituées. Zoo mogen zij in Leipzig niet op de banken -zitten op de publieke wandelplaatsen, niet naar schilderijenmuseums gaan, of naar -comedies, concerten of restaurants, niet uit haar ramen kijken, niet rondkijken op -straat, niet glimlachen of wenken, enz. enz. Inderdaad, de prostituée, die de heldhaftige -zelfbeheersching bezit om al deze bevelen uit te voeren, die officieel uitgevaardigd -zijn om haar voor te lichten, zou wel recht hebben op een levenslang pensioen van -staatswege. -</p> -<p>Twee methoden om de prostitutie te behandelen komen in Duitschland het meest voor. -In sommige steden worden publieke huizen der prostitutie geduld (hoewel ze geen concessie -hebben); in andere steden is prostitutie “vrij”, hoewel “geheim”. Hamburg is de voornaamste -stad waar huizen der prostitutie geduld worden in afzonderlijke deelen der stad. Maar -er is geconstateerd, dat “overal verreweg het grootste deel der prostituées tot de -zoogenaamde “geheime <span class="pagenum">[<a id="pb304" href="#pb304">304</a>]</span>klasse” behoort”. Alleen in Hamburg worden verdachte mannen, als ze beschuldigd worden -vrouwen geïnfecteerd te hebben, officieel onderzocht; mannen van iedere klasse der -maatschappij moeten een oproep van deze soort gehoorzamen, die in het geheim uitgevaardigd -wordt en als ze ziek zijn, zijn zij verplicht zich onder behandeling te stellen, zoo -noodig onder dwangbehandeling in het stedelijk ziekenhuis, totdat ze niet langer gevaarlijk -zijn voor de gemeenschap. -</p> -<p>In Duitschland wordt een vrouw, als men herhaaldelijk waargenomen heeft, dat ze op -straat verdacht handelt, eerst rustig gewaarschuwd; als de waarschuwing in den wind -geslagen wordt, wordt haar gevraagd aan de politie haar naam en haar adres op te geven -en dan wordt zij ondervraagd. Eerst als deze methoden zonder resultaat blijven, wordt -zij officieel als prostituée ingeschreven. De ingeschreven vrouwen dragen, in sommige -steden ten minste, bij aan een ziekenfonds, dat haar onkosten betaalt als ze in het -ziekenhuis zijn. De aarzeling van de politie om een vrouw op de officieele lijst in -te schrijven is gerechtvaardigd en onvermijdelijk, want geen andere gedragslijn zou -geduld worden; maar de meeste prostituées beginnen haar loopbaan zeer vroeg, en daar -ze gewoonlijk in het eerste begin van die loopbaan geïnfecteerd worden, is het duidelijk, -dat dit uitstel er toe bijdraagt het systeem der reglementeering zonder succes te -doen zijn. In Berlijn, waar geen officieel erkende bordeelen zijn, zijn ongeveer zes -duizend ingeschreven prostituées, maar men heeft getaxeerd, dat er meer dan zestig -duizend prostituées zijn, die niet ingeschreven zijn. (De voorafgaande feiten zijn -genomen uit een serie artikelen, die de persoonlijke nasporingen beschrijven die in -Duitschland gedaan zijn door Dr. F. Bierhoff, uit New-York, “<span lang="en">Police Methods for the Sanitary Control of Prostitution</span>”, <i lang="en">New York Medical Journal</i>, August, 1907). De taxatie van de clandestiene prostitutie kan natuurlijk nooit anders -dan op gissen berusten; precies hetzelfde getal van zestig duizend wordt gewoonlijk -genoemd als het waarschijnlijk aantal van prostituées, niet alleen in Berlijn, maar -ook in Londen en in New-York. Het is absoluut onmogelijk te zeggen of het onder of -boven het werkelijke aantal is, want geheime prostitutie is geheel ontastbaar. Zelfs -als de feiten op wonderbaarlijke wijze geopenbaard werden, dan zou nog de moeilijkheid -blijven te beslissen wat prostitutie is en wat niet. De erkende en publieke prostituée -is in verschillende graden verbonden aan de eene zijde met het fatsoenlijke meisje, -dat thuis woont en een kleine verlichting zoekt van den druk van haar fatsoen, en -aan den anderen kant aan de getrouwde vrouw, die getrouwd is om een tehuis. In ieder -geval echter is het volkomen zeker, dat publieke prostituées, die geheel leven van -de opbrengst der prostitutie, maar een klein deel vormen van dat groote leger van -vrouwen, die in een ruimen zin van het woord gezegd kunnen worden prostituées te zijn, -d.i., die haar aantrekkelijkheden gebruiken om van mannen te verkrijgen niet alleen -liefde, maar geld of goederen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>“De strijd tegen de syphilis is alleen mogelijk als wij het er over eens zijn, dat -de slachtoffers er van beschouwd moeten worden als ongelukkig en niet als schuldig … -Wij moeten het vooroordeel opgeven, dat geleid heeft tot het ontstaan van den naam -“schandelijke ziekten”, en dat verbiedt van dezen geesel van het gezin en der menschheid -te spreken”. In deze woorden van Duclaux, de vermaarde opvolger van Pasteur aan het -Instituut Pasteur, in zijn edel en bewonderenswaardig werk <i lang="fr">L’Hygiène Sociale</i> zien wij ons den eenigen weg aangewezen, daar ben ik van overtuigd, waarlangs we -de rationeele en met goed gevolg bekroonde behandeling kunnen naderen van het groote -maatschappelijke probleem der venerische ziekten. -<span class="pagenum">[<a id="pb305" href="#pb305">305</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">Het hooge belang van dezen sleutel tot de oplossing van een probleem, dat dikwijls -onoplosbaar geschenen heeft, begint tegenwoordig overal erkend te worden, in alle -landen. Zoo zegt een beroemd Duitsch autoriteit, Professor Finger (<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. 1, Heft 5), dat venerische ziekte niet moet beschouwd worden als een wel-verdiende -straf voor een liederlijk leven, maar als een ongelukkig toeval. Het schijnt echter -in Frankrijk geweest te zijn, dat deze waarheid met den meesten moed en de meeste -humaniteit verkondigd is en niet alleen door de volgelingen van de wetenschap en de -geneeskunde, maar door velen, die zeer wel een verontschuldiging hadden kunnen vinden, -waardoor ze zich niet zouden behoeven te mengen in een zoo moeilijke en ondankbare -taak. Zoo hebben de broeders, Paul en Victor Margueritte, die een schitterende en -eervolle plaats innemen in de tegenwoordige Fransche letterkunde, zich onderscheiden -door te pleiten voor een meer humane houding jegens de <span class="corr" id="xd29e7729" title="Bron: prostittuées">prostituées</span>, en voor een meer moderne methode bij het behandelen van de kwestie der venerische -ziekten. “De ware methode tot voorbehoeding is die methode, die het duidelijk maakt -aan allen, dat syphilis niet is een geheimzinnig en vreeselijk iets, de straf voor -de zonde van het vleesch, een soort van schandelijk kwaad, dat gebrandmerkt is door -den vloek der Katholieken, maar een gewone ziekte, die behandeld kan worden en genezen”. -We kunnen opmerken, dat de tegenzin om te erkennen dat men lijdende is aan venerische -ziekte, in Frankrijk minstens even groot is als in eenig ander land; “<span lang="fr">maladies honteuses</span>” is een gesanctionneerde term in Frankrijk, evenals “<span lang="en">loathsome disease</span>” in Engeland; “in het ziekenhuis”, zegt Landret, “kost het veel moeite een erkenning -te verkrijgen van gonorrhoe, en we mogen ons gelukkig rekenen als de patient het feit -erkent, dat hij syphilis gehad heeft”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Geen verkeerdheden kunnen bestreden worden, voordat zij erkend zijn, eenvoudig en -openlijk, en voordat ze eerlijk besproken zijn. Het is een veelbeteekenend en zelfs -symbolisch feit, dat de bacteriën van een ziekte zelden tieren als zij blootgesteld -zijn aan de vrije stroomen van frissche lucht. Geheimzinnigheid, vermomming, verborgenheid -leveren de beste voorwaarden voor hun kracht en verspreiding, en deze begunstigende -voorwaarden hebben wij eeuwen lang aan de venerische ziekten verschaft. Het is niet -altijd zoo geweest, zooals ook het overleven van het woord “venerisch” zelf in dit -verband, met zijn verwijzing naar een godin, alleen al voldoende aantoont. Zelfs de -naam “syphilis”, genomen uit een romantisch gedicht, waarin Fracastorus een mythologischen -oorsprong vond voor de kwaal, legt getuigenis af van hetzelfde feit. De romantische -houding is inderdaad evenzeer uit de mode als de houding van huichelachtige en bedeesde -geheimzinnigheid. We moeten deze ziekten onder de oogen zien op dezelfde eenvoudige, -directe en moedige wijze als reeds met goed gevolg gedaan is in het geval van pokken, -een ziekte, die de menschen, van ouds op gelijken voet stelden met syphilis, en die -werkelijk eens bijna even vreeselijk was in haar verwoestingen. -</p> -<p>Op dit punt ontmoeten we echter hen, die zeggen, dat het niet noodig is een soort -van erkenning te toonen voor venerische ziekten, en die het immoreel vinden iets te -doen, dat toegevendheid in zich zou sluiten voor hen> die aan zulke ziekten lijden; -zij hebben gekregen wat zij verdienen en men kan ze rustig laten <span class="pagenum">[<a id="pb306" href="#pb306">306</a>]</span>omkomen. Zij, die dit standpunt innemen, plaatsen zich zoo ver buiten het gebied der -beschaving—om nog te zwijgen van moraal of godsdienst—dat ze wel buiten beschouwing -kunnen gelaten worden. De vooruitgang van het ras, de ontwikkeling der menschelijkheid, -in feiten en in gevoelens, hebben samengewerkt om een houding uit de wereld te helpen, -waarvan het een beleediging is voor natuurvolken, haar de houding van een wilde te -noemen. Toch is het een houding, waar we rekening mee moeten houden, want ze heeft -nog waarde in de oogen van de menschen, die te zwak zijn om weerstand te bieden aan -hen, die met mooie moreele phrasen goochelen. Ik heb zelfs in een medische omgeving -de bewering gehoord, dat venerische ziekten niet gelijkgesteld kunnen worden met andere -infectieziekten, omdat ze “het resultaat van een handeling van den wil” zijn. Maar -al de ziekten, ja, al de voorvallen en ongelukken van lijdende menschelijke wezens, -zijn evenzeer het onwillekeurige gevolg van handelingen van den wil. De man, die overreden -wordt, terwijl hij de straat oversteekt, de familie, die vergiftigd wordt door ongezond -voedsel, de moeder, die de kwaal krijgt van het kind, dat zij oppast, deze allen lijden -als onwillekeurig gevolg van de handeling van den wil tot het bevredigen van een of -ander fundamenteel menschelijk instinct—het instinct van werkzaamheid, het voedingsinstinct, -het liefde-instinct. Het sekse-instinct is even fundamenteel als ieder ander van deze, -en de onwillekeurige nadeelen, die kunnen volgen op de wilsdaad om ze te bevredigen -staan op precies hetzelfde niveau. Dit is het essentieele feit: een menschelijk wezen -is gestruikeld en gevallen bij het volgen van de menschelijke instincten, die hem -aangeboren zijn. Ieder mensch, die dit essentieele feit niet ziet, maar alleen den -een of anderen ondergeschikten kant ervan, geeft blijk van een geest, die verdraaid -en verwrongen is; hij kan geen aanspraak op onze belangstelling maken. -</p> -<p>Maar zelfs als we het standpunt innemen van den would-be moralist, en overeenkomen, -dat ieder maar moet lijden voor wat hij zelf verdiend heeft, dan is het nog lang geen -feit, dat al degenen, die venerische ziekten opdoen, in eenigerlei beteekenis krijgen, -wat ze verdienen. In een groot aantal gevallen hebben zij de ziekte op de meest onwillekeurige -wijze opgeloopen. Dit is natuurlijk waar bij het groote aantal kinderen, die bij de -conceptie of bij de geboorte geïnfecteerd worden. Maar het is ook waar op een nauwelijks -minder absolute wijze bij een groot aantal personen, die op lateren leeftijd geïnfecteerd -zijn. Men kan <i lang="la">Syphilis insontium</i>, of syphilis van de onschuldigen, in vijf groepen verdeelen: (1) het groote heir -van syphilitisch geboren kinderen, die de ziekte erven van vader of moeder; (2) de -voortdurend weer voorkomende gevallen van syphilis, door dokters, vroedvrouwen en -minnen in hun beroep opgedaan; (3) infectie als resultaat van <span class="pagenum">[<a id="pb307" href="#pb307">307</a>]</span>liefde, zooals bij het eenvoudige kussen; (4) toevallige infectie door contact of -door het gemeenschappelijk gebruik van voorwerpen en werktuigen van het dagelijksch -leven, zooals koppen, handdoeken, scheermessen, messen (zooals bij de besnijdenis), -enz.; (5) de infectie van vrouwen door haar mannen<a class="noteref" id="xd29e7751src" href="#xd29e7751">21</a>. -</p> -<p>Erfelijk aangeboren syphilis behoort tot de gewone pathologie van de kwaal en is een -hoofdelement in het maatschappelijk gevaar ervan, daar ze verantwoordelijk is voor -een enorme kindersterfte<a class="noteref" id="xd29e7759src" href="#xd29e7759">22</a>. De gevaren van extra-genitale infectie bij de beroepswerkzaamheden van dokters, -vroedvrouwen en minnen worden ook algemeen erkend. In het geval van minnen, die <span class="corr" id="xd29e7765" title="Bron: geinfecteerd">geïnfecteerd</span> worden door de syphilitische kinderen van haar werkgevers aan haar borst, is de straf, -die aan de onschuldigen opgelegd wordt al bijzonder hard en misplaatst. Vooral de -invloed van geïnfecteerde vroedvrouwen uit de lagere klassen is gevaarlijk, want zij -kunnen in haar onwetendheid het kwaad ver om zich heen verspreiden; zoo wordt het -geval vermeld van een vroedvrouw, wier vinger geïnfecteerd raakte bij het uitoefenen -van haar plichten, en die direct of indirect honderd personen infecteerde. Kussen -is een bijzonder gewone bron van syphilisinfectie, en van al de extra-genitale streken -is de mond de plaats, waar syphilisgezwellen verreweg het meest voorkomen. Het is -waar, dat in sommige gevallen, vooral bij prostituées dit het gevolg is van abnormale -sexueele aanrakingen. Maar in de meeste gevallen is het het gevolg van gewone en lichte -kussen, zooals tusschen jonge kinderen, tusschen ouders en kinderen, tusschen minnenden, -vrienden en bekenden. Typische voorbeelden, die ik vermeld vond, zijn die van een -kind, dat door een prostituée gekust was, dat geïnfecteerd raakte en daarna zijn moeder -en zijn grootmoeder infecteerde; van een jonge, Fransche bruid, die op haar trouwdag -besmet werd door een van de gasten, die haar, volgens Fransche gewoonte, na de plechtigheid -op de <span class="pagenum">[<a id="pb308" href="#pb308">308</a>]</span>wang kuste; van een Amerikaansch meisje, dat, van een bal terugkomende, bij het afscheid, -den jongen man, die haar naar huis gebracht had kuste, en die zoo de ziekte kreeg, -die zij niet lang daarna op dezelfde wijze overbracht op haar moeder en haar drie -zusters. Zij, die dit alles niet weten en die niet nadenken, zijn geneigd te lachen -over hen, die wijzen op de ernstige gevaren van kussen in het wilde. Maar het blijft -toch waar, dat menschen, die niet intiem genoeg zijn om den staat van elkaar’s gezondheid -te kennen, ook niet intiem genoeg zijn om elkaar te kussen. Infectie door het gebruik -van huishoudelijke artikelen, linnen, enz. is, terwijl het betrekkelijk zeldzaam is -onder de betere klassen der maatschappij, uiterst gewoon onder de lagere klassen en -onder de minder beschaafde volken; in Rusland zijn, volgens Tarnowsky, de voornaamste -autoriteit, zeventig percent van alle gevallen van syphilis in de landelijke districten, -het gevolg van deze oorzaak en van gewoon kussen, en een speciale conferentie in St. -Petersburg in 1897, ter overweging van de methoden om venerische ziekten te behandelen, -sprak dezelfde opinie uit; hetzelfde schijnt waar te zijn voor Bosnië en verschillende -deelen van het Balkan schiereiland, waar syphilis onder de boeren bevolking zeer veel -voorkomt. Wat de laatste groep aangaat, krijgen, volgens Bulkley in Amerika, gewoonlijk -ongeveer vijftig percent vrouwen syphilis onschuldig, voornamelijk van haar echtgenooten, -terwijl Fournier zegt, dat in Frankrijk vijf en zeventig percent getrouwde vrouwen -met syphilis geïnfecteerd zijn door haar mannen, meestal (zeventig percent) door echtgenooten, -die zelf vóor het huwelijk geïnfecteerd werden en meenden, dat ze genezen waren. Onder -mannen is het aantal met syphilis besmetten, die bij toeval geïnfecteerd zijn, hoewel -kleiner dan bij vrouwen, toch nog zeer groot; men zegt, dat het minstens tien percent -is, en misschien is het een veel grooter aantal gevallen. De nauwgezette moralist, -die verlangt, dat ieder zal hebben wat hij verdient, moet toch nog dringender wenschen -te voorkomen, dat onschuldigen lijden inplaats van de schuldigen. Maar het is absoluut -onmogelijk voor hem deze twee doeleinden te vereenigen; syphilis kan niet terzelfder -tijd vereeuwigd worden voor de schuldigen en afgeschaft voor de onschuldigen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Ik heb alleen van syphilis gesproken, maar bijna alles, wat gezegd is over de toevallige -infectie met syphilis, geldt evenzeer of nog meer voor gonorrhoe, want ofschoon gonorrhoe -niet door zooveel kanalen in het lichaam dringt als syphilis, is het een meer voorkomende, -zoowel als een listiger en meer zich verbergende ziekte. -</p> -<p>De literatuur over de Syphilis Insontium is buitengewoon omvangrijk. Er is een bibliographie -aan het einde van <i lang="en">Syphilis in the Innocent</i> van Duncan Bulkley, en een uitgebreid résumé over de kwestie in een Leipziger inaugurale -dissertatie door F. Mozes, <i lang="de">Zur Kasuistik der Extragenitalen Syphilis-infektion</i>, 1904.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb309" href="#pb309">309</a>]</span></p> -<p>Maar zelfs, als we ter zijde stellen het groote aantal venerisch geïnfecteerde menschen, -waarvan we in den engsten en meest conventioneelen moreelen zin kunnen zeggen, dat -ze “onschuldige” slachtoffers zijn van de ziekte, die ze opgeloopen hebben, dan blijft -er nog veel over deze kwestie te zeggen. Men moet zich herinneren, dat de meerderheid -van hen, die venerische ziekten opdoen door onwettigen, sexueelen omgang, jong zijn. -Zij zijn jongelingen, onwetend aangaande het leven, eerst pas van huis gekomen, nog -onontwikkeld, onvolledig opgevoed en gemakkelijk door vrouwen te bedriegen; in vele -gevallen hebben zij, naar zij meenden, een “aardig” meisje ontmoet, wèl niet strikt -deugdzaam, maar, naar hun toescheen, boven iedere verdenking van ziekte verheven, -hoewel zij in werkelijkheid een clandestiene prostituée was. Of zij zijn jonge meisjes, -die wèl opgehouden hebben volkomen kuisch te zijn, maar die niet al haar onschuld -verloren hebben, en die zichzelf niet beschouwen, en ook door anderen niet beschouwd -worden, als prostituées; dat is inderdaad een van de rotsen, waarop het systeem der -politie-contrôle zich te pletter loopt, want de politie kan de prostituées niet vroeg -genoeg te pakken krijgen. Van de vrouwen, die syphilitisch zijn, zijn, volgens Fournier -twintig percent geïnfecteerd vóór zij negentien jaar oud waren. De leeftijd, waarop -infectie het meest voorkomt, is voor vrouwen twintig jaar (in de landelijke districten -achttien), en voor mannen drie en twintig jaar. In Duitschland vindt Erb, dat vijf -en tachtig percent mannen met gonorrhoe de ziekte opgedaan hebben tusschen den leeftijd -van zestien en vijf en twintig, terwijl een zeer klein aantal geïnfecteerd wordt na -de dertig. Deze jonge wezens geraakten voor het meerendeel in een val, die de Natuur -met haar verleidelijkste lokaas voorzien had; zij waren gewoonlijk onwetend; niet -zelden werden zij bedrogen door een aantrekkelijke persoonlijkheid; dikwijls waren -zij door hartstocht overweldigd; meermalen was alle voorzichtigheid en ingetogenheid -verloren geraakt in den roes van den wijn. Uit een waarlijk moreel standpunt waren -zij ternauwernood minder onschuldig dan kinderen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Ik vraag”, zegt Duclaux, “als een jonge man of een jong meisje zich overgeeft aan -gevaarlijke liefkoozingen, of de maatschappij dan genoeg gedaan heeft om ze te waarschuwen. -Misschien zijn haar bedoelingen goed geweest, maar toen precies weten noodig werd, -heeft een dwaze voorzichtigheid haar terug gehouden, en ze heeft haar kinderen zonder -reisgeld gelaten.… Ik wil zelfs verder gaan, en zeggen, dat in een groot aantal gevallen -de echtgenooten, die hun vrouwen besmetten, onschuldig zijn. Geen mensch is verantwoordelijk -voor het kwaad, dat hij doet zonder het te weten en zonder het te willen”. Ik mag -wel weer in de herinnering brengen het veelbeteekenend feit, waar reeds op gewezen -is, dat de meeste echtgenooten, die hun vrouwen infecteeren, de ziekte opdeden vóór -het huwelijk. Zij traden het huwelijk in, meenende, dat hun ziekte genezen was, en -dat zij met hun verleden gebroken hadden. Dokters hadden soms (en kwakzalvers dikwijls) -tot dit resultaat bijgedragen door een te sanguinisch taxeeren van den tijd, noodig -om het vergif te vernietigen. <span class="pagenum">[<a id="pb310" href="#pb310">310</a>]</span>Een zoo groot autoriteit als Fournier meende vroeger, dat de met syphilis besmette -persoon veilig verlof kon gegeven worden tot trouwen drie of vier jaar na den datum -van infectie, maar nu, met vermeerderde ondervinding strekt hij den tijd uit tot vier -of vijf jaar. Het is ongetwijfeld waar, dat, vooral als de behandeling grondig en -stipt geweest is, de ziek geworden constitutie in de meeste gevallen in een korter -tijd dan deze onder volkomen contrôle kan gebracht worden, maar er is altijd een zeker -aantal gevallen, waarin de infecteerende krachten nog jaren lang blijven bestaan, -en zelfs als de syphilitische echtgenoot niet meer in staat is zijn vrouw te infecteeren, -dan kan hij nog in een toestand zijn, die een ongelukkigen invloed oefent op zijn -nageslacht.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In bijna al deze gevallen bestond er min of meer onwetendheid—wat maar een ander woord -is voor onschuld, naar wat wij gewoonlijk onder onschuld verstaan—en als dan eindelijk, -na de gebeurtenis, de feiten eenigszins openlijk aan het slachtoffer worden uitgelegd, -dan roept hij dikwijls uit: “Dat heeft niemand mij verteld!” Het is dit feit, dat -den pseudo-moralist veroordeelt. Als hij er voor gezorgd had, dat moeders de sexueele -feiten aan haar kleine jongens en meisjes uitlegden van hun jeugd af aan, als hij -(zooals Dr. Joseph Price met nadruk verlangt) de gevaren der venerische ziekten op -de <span class="corr" id="xd29e7792" title="Bron: Zondagschool">Zondagsschool</span> onderwezen had, als hij openlijk van den kansel gepreekt had over de verhoudingen -van de seksen, als hij er voor gezorgd had, dat iedere jongeling bij het begin van -de puberteit eenige eenvoudige technische kennis van den huisdokter kreeg over sexueele -gezondheid en sexueele ziekte—dan zou, al zou er nog behoefte zijn aan medelijden -voor hen, die afgedwaald zijn van een pad, dat altijd moeilijk te begaan zal zijn, -de vermeende moralist in ieder geval eeniger mate zonder schuld uitgaan. Maar hij -heeft zelden ook maar een vinger uitgestoken om iets van deze dingen te doen. -</p> -<p>Zelfs zij, die misschien niet een houding van persoonlijke moreele onverdraagzaamheid -jegens de slachtoffers van venerische ziekten zullen willen laten varen, doen goed -zich te herinneren, dat, daar de openlijke uiting van hun onverdraagzaamheid kwaad -sticht, en op zijn best nutteloos is, het voor hen noodig is in het belang van de -maatschappij zich te onthouden van het uitspreken van hun meening. Zij zouden niet -minder vrij zijn hun eigen persoonlijk gedrag in de striktste overeenstemming te brengen -met hun superieure moreele gestrengheid; en dat is voor hen tenslotte de hoofdzaak. -Maar in het belang van de maatschappij is het voor hen noodig datgene aan te nemen, -wat zij misschien beschouwen zullen als de conventie van een zuiver hygiënische houding -jegens deze ziekten. De dwalenden worden door een houding van moreele afkeuring onvermijdelijk -zóó afgeschrikt, dat zij tot methoden van verbergen komen, en deze veroorzaken een -eindelooze keten van maatschappelijke nadeelen, die alleen door openlijkheid uit den -weg geruimd kunnen worden. Zooals Duclaux <span class="pagenum">[<a id="pb311" href="#pb311">311</a>]</span>met zooveel ernst gezegd heeft: het is onmogelijk met succes tegen de venerische ziekten -te strijden, als we er niet toe overgaan onze vooroordeelen, of zelfs onze moraal -en onzen godsdienst buiten beschouwing te laten, maar ze zuiver en eenvoudig te behandelen -als een gezondheidskwestie. En als de pseudo-moralist nog moeite heeft mede te werken -tot het genezen van dit maatschappelijk kwaad, dan mag hij wel bedenken, dat hij zelf—evenals -wij allen, hoe weinig wij het ook weten—in de laatste vier eeuwen zeker een groot -aantal met syphilis en gonorrhoe besmette voorouders gehad heeft. Wij zijn allen te -zamen verbonden, en het is dwaas, zoo niet onmenschelijk, ons eigen vleesch en bloed -te verachten. -</p> -<p>Ik heb de houding van hen, die de moraal opgeven als een reden om geen notitie te -nemen van de maatschappelijke noodzakelijkheid van het bestrijden der venerische ziekten, -nogal in bijzonderheden besproken, omdat, al mogen er weinigen zijn, die ernstig en -bewust zoo’n tegen-maatschappelijke en onmenschlievende houding aannemen, er zeker -velen zijn, die blij zijn, dat er zoo’n mooi excuus bestaat voor hun moreele onverschilligheid -of hun geestelijke traagheid<a class="noteref" id="xd29e7801src" href="#xd29e7801">23</a>. Als zij in aanraking komen met dit groote en moeilijke probleem, dan vinden zij -het gemakkelijk het geneesmiddel te geven der conventioneele moraal, hoewel zij er -wel van overtuigd zijn, dat dit geneesmiddel al lang op groote schaal zonder resultaat -is gebleken. Zij geven er met veel drukte de voorkeur aan het nuttelooze dikke eind -van de wig aan te wenden op een punt, waar alleen met veel handigheid en voorzichtigheid -het dunne einde kan ingebracht worden. -</p> -<p>Het algemeen aannemen van het feit, dat syphilis en gonorrhoe ziekten zijn en niet -noodzakelijk misdaden of zonden, is de voorwaarde voor iedere praktische poging deze -kwestie te behandelen als een kwestie van gezondheid in plaats van politie-toezicht. -De Scandinavische landen van Europa zijn de pioniers geweest in praktische moderne -hygiënische methoden van behandelen van de venerische ziekten. Er zijn verschillende -redenen, waarom dit gebeurd is. Al de sexueele problemen—de sexueele liefde zoowel -als de sexueele ziekten—hebben in deze landen lang op den voorgrond gestaan, en een -afwijzen van preutsche huichelarij schijnt hier duidelijker uitgesproken te zijn geweest -dan ergens anders; wij zien dezen geest, bij voorbeeld, krachtig belichaamd in de -tooneelstukken van Ibsen, en tot zekere hoogte in de werken van <span class="pagenum">[<a id="pb312" href="#pb312">312</a>]</span>Björnson. Het moedige en energieke temperament van het volk dwingt hen tot praktisch -ingrijpen in sexueele moeilijkheden, terwijl hun sterke onafhankelijkheidsinstincten -hen afkeerig maken van de bureaucratische politie-methoden, die in Frankrijk en Duitschland -gebloeid hebben. Zoo zijn de Scandinaviërs de natuurlijke pioniers geweest van de -methoden ter bestrijding der venerische ziekten, waarvan men nu algemeen begint te -erkennen dat zij de methoden zijn van de toekomst, en zij hebben het eerst ten volle, -het systeem georganiseerd, dat venerische ziekten plaatst onder de gewone wet en ze -behandelt als andere besmettelijke ziekten. -</p> -<p>De eerste schrede bij het behandelen van een venerische ziekte is er de erkende beginselen -van aangifte op toe te passen. Iedere nieuwe toepassing van het principe stuit evenwel -op tegenstand. Het is zonder resultaat, het is een onverantwoordelijke inquisitie -in de zaken van het individu, het is een nieuwe belasting op den druk bezetten praktiseerenden -medicus, enz. Zeker zal aangifte op zich zelf niet den voortgang van eenige besmettelijke -ziekte tegengaan. Maar ze is een essentieel element in iedere poging om het voorkomen -van de ziekte te bevorderen. Tenzij wij de juiste bijomstandigheden, locale variaties, -en tijdelijke zwenkingen van een ziekte precies kennen, zijn wij geheel in het duister -en kunnen we alleen maar in het wilde om ons heen slaan. Alle vooruitgang in algemeene -hygiëne is vergezeld geweest door de vermeerderde aangifte van ziekte, en de meeste -autoriteiten zijn het er over eens, dat die aangifte nog verder uitgestrekt moet worden, -terwijl iedere kleine ongeriefelijkheid die hierdoor aan individuen veroorzaakt wordt -van gering belang is, vergeleken bij de groote publieke belangen, die op het spel -staan. Het is waar, dat een zoo groote autoriteit als Neisser twijfel uitgesproken -heeft over den invloed van de aangifte bij gonorrhoe; de diagnose kan niet onfeilbaar -zijn en de patienten geven dikwijls valsche namen op. Deze bezwaren zijn echter klein; -een diagnose kan maar heel zelden onfeilbaar zijn (hoewel op dit gebied niemand zooveel -gedaan heeft voor juiste diagnosen als Neisser zelf), en namen zijn niet noodig voor -de aangifte, en worden ook niet vereischt in den vorm van gedwongen aangifte, die -eenige jaren geleden in Noorwegen bestond. -</p> -<p>Het principe der gedwongen aangifte van venerische ziekten schijnt het eerst ingesteld -te zijn in Pruisen, waar het dateert van 1835. Het systeem is echter niet geheel doorgevoerd, -daar het niet verplichtend is in alle gevallen, maar alleen als naar de opinie van -den dokter geheimhouding schadelijk zou kunnen zijn voor den patient of voor de gemeenschap; -ze is alleen verplicht als de patient soldaat is. Deze methode van aangifte staat -inderdaad op een verkeerde basis, ze is niet een deel van een uitgebreid gezondheidssysteem, -maar alleen een hulpmiddel voor politiemethoden <span class="pagenum">[<a id="pb313" href="#pb313">313</a>]</span>om prostitutie te behandelen. Volgens het Scandinavische systeem berust aangifte, -hoewel ze niet een essentieel deel van dit systeem is, op een totaal verschillende -basis. -</p> -<p>Het Scandinavische stelsel is in een gewijzigden vorm onlangs in Denemarken ingevoerd. -Dit kleine land, dat zoo dicht bij Duitschland ligt, volgde eenigen tijd lang in deze -zaak het voorbeeld van zijn grooten nabuur en nam de politieregeling van de prostitutie -en der venerische ziekten aan. De andere verhoudingen van het dieper in Scandinavië -liggende Denemarken deden zich echter gelden, en in 1906 werd het systeem van contrôle -afgeschaft en besloot Denemarken zich geheel op de systematische doorvoering van het -reeds aangenomen gezondheidsprincipe te verlaten, hoewel er nog iets van den Duitschen -invloed bestaat in de strikte reglementeering van de straten, en de straffen opgelegd -aan de bordeelhouders, terwijl ze de prostitutie zelf vrij laat. Het essentieele punt -van het tegenwoordige systeem is echter, dat de gezondheidsautoriteiten nu uitsluitend -medici zijn. Iedereen, wat zijn maatschappelijke of finantieele positie ook is, heeft -recht op vrije behandeling van venerische ziekten. Of hij daar gebruik van maakt of -niet, hij is in ieder geval verplicht zich te laten behandelen. Ieder ziek persoon -is dus, voor zoover dat bereikt kan worden, onder dokter’s handen. Alle dokters hebben -over zulke gevallen hun instructies; zij moeten niet alleen hun patiënten meedeelen, -dat zij niet trouwen kunnen zoolang er nog gevaren voor infectie geacht worden te -bestaan, maar ook, dat zij verantwoordelijk zijn voor de onkosten van de behandeling, -zoowel als voor de gevaren, die geleden worden door personen, die ze misschien infecteeren. -Hoewel het niet mogelijk geweest is het systeem in alle opzichten geheel werkzaam -te doen zijn, wordt het algemeene succes ervan aangetoond door het groote vertrouwen, -dat er nu in gesteld wordt, en het afschaffen van de politiecontrôle op de prostitutie. -Een systeem, dat veel geleek op dat van Denemarken, werd eenige jaren geleden in Noorwegen -ingesteld. Het principe van de behandeling van venerische ziekten op algemeene kosten -bestaat ook in Zweden zoowel als in Finland, waar behandeling verplicht is<a class="noteref" id="xd29e7816src" href="#xd29e7816">24</a>. -</p> -<p>Het kan nauwelijks gezegd worden, dat het principe van aangifte tot dusverre op groote -schaal op venerische ziekten behoorlijk is toegepast. Maar het wordt voortdurend in -ruimer kring voorgestaan, meer speciaal in Engeland en de Vereenigde Staten<a class="noteref" id="xd29e7821src" href="#xd29e7821">25</a>, waar <span class="pagenum">[<a id="pb314" href="#pb314">314</a>]</span>het nationale temperament en de politieke tradities het systeem van politiecontrôle -op de prostitutie onmogelijk maken—zelfs als het meer effect had dan het in de praktijk -heeft—en waar het systeem van de behandeling der venerische ziekten op de basis van -algemeene gezondheid erkend moet worden niet alleen als het beste, maar ook als het -eenig mogelijke systeem<a class="noteref" id="xd29e7829src" href="#xd29e7829">26</a>. -</p> -<p>In verband hiermee is het noodig, zooals ook steeds in ruimer kring erkend wordt, -dat er de grootste faciliteiten moeten bestaan voor de kostelooze behandeling van -venerische ziekten; vooral het algemeen oprichten van vrije, ’s avonds geopende poliklinieken -is noodig, want velen kunnen alleen op dezen tijd hulp en raad zoeken. In ruime mate -wordt aan het systematisch invoeren van faciliteiten voor kostelooze behandeling de -enorme vermindering van venerische ziekten in Zweden, Noorwegen en Bosnië toegeschreven. -Het zijn de afwezigheid van deze faciliteiten voor behandeling en het stilzwijgend -erkende gevoel, dat de slachtoffers van venerische ziekten geen lijders zijn, maar -alleen misdadigers, die geen recht hebben op verzorging, die in het verleden zoo ongelukkig -gewerkt hebben; deze twee invloeden zijn mede oorzaak van het verspreiden van ziekten, -die te voorkomen waren geweest, of onder contrôle gebracht hadden kunnen worden. -</p> -<p>Als wij afstand doen van de voorvaderlijke methoden van politieregeling, als wij ons -verlaten op de algemeene principes van medische <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, en als we voor de rest de verantwoordelijkheid voor zijn eigen goede of slechte -daden aan het individu zelf overlaten, dan is er nog een verdere schrede te doen, -die in principe reeds ten volle erkend is. Wij moeten ieder mensch verantwoordelijk -stellen voor de venerische ziekten, die hij overbrengt. Zoolang wij weigeren de venerische -ziekten te erkennen op hetzelfde niveau als andere besmettelijke ziekten, en zoolang -wij geen volle en gunstige faciliteiten bieden voor de behandeling ervan, is het onrechtvaardig -het individu verantwoordelijk te stellen voor het verspreiden der ziekten. Maar als -wij het gevaar van venerische ziekten openlijk erkennen, en als we aan het individu -vrijheid laten, dan moeten we onvermijdelijk met Duclaux zeggen, dat iedere man of -iedere vrouw verantwoordelijk moet gesteld worden voor de ziekten, die hij of zij -verspreidt. -</p> -<p>Volgens het Oldenburger strafwetboek van 1814 was het een strafbare overtreding voor -een venerisch ziek persoon om sexueelen omgang te hebben met een gezond persoon, hetzij -infectie het gevolg was of niet. In Duitschland is tegenwoordig echter geen <span class="pagenum">[<a id="pb315" href="#pb315">315</a>]</span>wet van deze soort, hoewel eminente Duitsche wets-autoriteiten, vooral von Liszt, -meenen, dat een paragraaf aan het wetboek toegevoegd moest worden die zou moeten bepalen, -dat sexueele omgang van de zijde van een persoon, die weet dat hij ziek is, gestraft -moest worden met gevangenisstraf van niet meer dan twee jaar; deze wet niet toe te -passen op getrouwde paren, tenzij op aanvrage van een van de partijen. Tegenwoordig -is in Duitschland het overbrengen van venerische ziekten alleen maar strafbaar als -een bijzonder geval van het toebrengen van lichamelijk letsel<a class="noteref" id="xd29e7845src" href="#xd29e7845">27</a>. In deze zaak is Duitschland achter bij de meeste Scandinavische landen, waar persoonlijke -verantwoordelijkheid voor venerische ziekten wel erkend en in de praktijk doorgevoerd -wordt. -</p> -<p>In Frankrijk worden, hoewel de wet niet streng en bevredigend is, aanklachten voor -het overbrengen van syphilis met succes voor den rechter gebracht. Men is er hier -beslist meer vóor dit vergrijp te straffen dan in Duitschland. In 1883 besprak Després -de zaak en overwoog de bezwaren. Weinigen zullen misschien van de wet profiteeren, -merkt hij op, maar allen zouden voorzichtiger worden door de vrees haar te overtreden; -terwijl de moeilijkheden voor het nasporen en bewijzen van de infectie niet grooter -zijn, zooals hij zegt, dan die van het nasporen en bewijzen van het vaderschap in -het geval van onwettige kinderen. Després wenschte met gevangenisstraf van niet meer -dan twee jaar, iedere persoon te straffen, die, terwijl hij wist dat hij ziek was, -een venerische ziekte overbracht en hij wilde hen, die de besmetting overbrachten -door onvoorzichtigheid, terwijl ze niet wisten, dat ze ziek waren, alleen beboeten<a class="noteref" id="xd29e7853src" href="#xd29e7853">28</a>. De kwestie is niet lang geleden besproken door Aurientis in een thèse de Paris. -Hij zegt, dat de tegenwoordige Fransche wet op het overbrengen van geslachtsziekten -aanleiding geeft tot twijfelen en moeilijk toe te passen is, maar het is zeker rechtvaardig, -dat zij, die besmet zijn geworden en op deze wijze nadeel hebben ondervonden, gemakkelijk -schadevergoeding zullen kunnen krijgen. Hoewel het in principe toegegeven wordt, dat -het overbrengen van syphilis bij de gewone wet, een overtreding is, is hij het eens -met hen, die het als een speciale overtreding zouden willen behandelen, en er een -nieuwe en meer praktische wet voor zouden willen maken<a class="noteref" id="xd29e7859src" href="#xd29e7859">29</a>. Groote schadevergoedingen worden ook in den tegenwoordigen tijd aan de Fransche -rechtbanken verkregen van mannen, die jonge vrouwen bij sexueelen <span class="pagenum">[<a id="pb316" href="#pb316">316</a>]</span>omgang geïnfecteerd hebben, en ook van de dokters en de moeders van met syphilis besmette -kinderen, die de minnen geïnfecteerd hebben, aan wie ze toevertrouwd waren. Hoewel -de Fransche strafwet in het algemeen het openbaar maken van beroepsgeheimen verbiedt, -is het toch de plicht van den behandelenden medicus de min in zulk een geval te waarschuwen -tegen het gevaar, dat zij loopt, maar zonder de ziekte te noemen; als hij deze waarschuwing -nalaat, kan hij verantwoordelijk gesteld worden. -</p> -<p>In Engeland, zoowel als in de Vereenigde Staten, is de wet meer onbevredigend en meer -ontoereikend, wat deze klasse van overtredingen aangaat, dan in Frankrijk. De ongelukkige -en barbaarsche opvatting, waar we al over gesproken hebben, die een venerische ziekte -beschouwt als het resultaat van onwettigen omgang en waarbij ze geduld moet worden -als een rechtvaardige straf van God, schijnt in deze landen nog met noodlottige hardnekkigheid -te blijven voortbestaan. In Engeland is het overbrengen van venerische ziekten door -onwettigen omgang geen onrecht, waarover men een aanklacht kan indienen, als de geslachtsdaad -uit vrije wil gedaan is, zelfs als de partij, die de infectie overbrengt, haar ziekte -met opzet verzwegen heeft. <i lang="la">Ex turpi causâ non oritur actio</i>, heet het bondig; want er sluimert veel deugd in een Latijnschen stelregel. Geen -wettige overtreding is begaan als een echtgenoot zijn vrouw besmet, of een vrouw haar -man<a class="noteref" id="xd29e7872src" href="#xd29e7872">30</a>. De “vrijheid”, die in deze zaak genoten wordt door Engeland en de Vereenigde Staten -wordt geïllustreerd door een Amerikaansch geval, door Dr. Isidore Dyer uit New Orleans -aangehaald, in zijn verslag op de Brusselsche conferentie ter voorkoming van venerische -ziekten, in 1899: “Een patiënt met primaire syphilis weigerde zelfs kostelooze behandeling -en had een speciaal schrift waarin zij boek hield van het aantal mannen, dat zij geïnfecteerd -had. Toen ik haar voor het eerst zag verklaarde zij, dat het aantal twee honderd negentien -was geworden, en dat zij zich niet wilde laten behandelen, voordat zij wraak had genomen -op vijfhonderd mannen”. In een gemeenschap, waar ook maar de allereerste regels van -rechtvaardigheid heerschten, zouden faciliteiten bestaan om deze vrouw in staat te -stellen schadevergoeding te verkrijgen van den man, die haar nadeel toegebracht had, -en tevens te bewerken, dat hij veroordeeld werd tot een tijd gevangenisstraf. Terwijl -ze eenige schadevergoeding kreeg voor het kwaad haar aangedaan, en de “wraak” kon -genieten, waar ze naar snakte, zou zij meteen <span class="pagenum">[<a id="pb317" href="#pb317">317</a>]</span>aan de maatschappij een dienst bewezen hebben. Zij is uitgesloten van iedere handeling -jegens de persoon, die haar in het verderf gestort heeft; maar als een soort van compensatie -mag zij een brandpunt worden van de ziekte, mag veel levens verkorten, veel gevallen -van dood veroorzaken, en onafzienbare schade aanrichten; en dat alles kan zij doen -binnen haar wettige rechten. Een gemeenschap, die dezen stand van zaken aanmoedigt, -is niet alleen immoreel, maar dom. -</p> -<p>Er schijnt echter, zoowel in Engeland als in de Vereenigde Staten langzamerhand een -opvatting op den voorgrond te komen, die het overbrengen van venerische ziekten strafbaar -stelt met zware boete of met gevangenisstraf<a class="noteref" id="xd29e7889src" href="#xd29e7889">31</a>. -</p> -<p>In ieder geval zou er in de wet geen nadruk op gelegd moeten worpen, dat de infectie -“met voorkennis” overgebracht is. Iedere formeele beperking van deze soort is onnoodig, -omdat in zulk een geval het hof altijd de onwetendheid of zelfs maar de nalatigheid -van dengene, die het misdrijf doet, in aanmerking neemt, en ze is nadeelig, omdat -ze een verordening zonder resultaat kan maken en een premie kan stellen op onwetendheid; -de echtgenooten, die hun vrouwen met gonorrhoe infecteeren onmiddellijk nà het huwelijk, -hebben dat gewoonlijk uit onwetendheid gedaan en het moest in elk geval noodig voor -hen zijn te bewijzen, dat zij in hun onwetendheid versterkt zijn door medischen raad. -Er wordt soms gezegd, dat de bestaande wet gebruikt zou kunnen worden om processen -van deze soort te doen voeren, en dat er geen grootere faciliteiten gegeven moeten -worden, uit vrees voor toenemende pogingen tot afpersing. De nutteloosheid van de -wet op het oogenblik blijkt uit het feit, dat het zelden of nooit gebeurt, dat er -eenige poging gedaan wordt om haar te gebruiken, terwijl er niet alleen een aantal -bestaande strafbare overtredingen zijn, die het onderwerp zijn van pogingen tot afpersing, -maar afpersing kan zelfs voorkomen in compromitteerende handelingen, die in het geheel -niet wettig strafbaar zijn. Bovendien is de poging om geld af te persen op zichzelf -een overtreding, die in de gerechtshoven altijd streng behandeld wordt. -</p> -<p>Er is een begin aan te wijzen van een erkenning, dat het overbrengen van een venerische -ziekte een zaak is, waarvan wettig <span class="pagenum">[<a id="pb318" href="#pb318">318</a>]</span>nota kan genomen worden in de Engelsche gerechtshoven. Het is nu een uitgemaakte zaak, -dat het infecteeren van een vrouw door haar echtgenoot beschouwd kan worden als de -wreedheid, die, volgens de tegenwoordige wet, bewezen moet worden, gevoegd bij echtbreuk, -voordat een vrouw echtscheiding van haar echtgenoot kan verkrijgen. In 1777 stelde -Restif de la Bretonne voor in zijn <i lang="fr">Gynographes</i>, dat het overbrengen van een venerische ziekte op zichzelf een voldoende grond zou -wezen voor echtscheiding; dit wordt echter tegenwoordig niet algemeen aangenomen<a class="noteref" id="xd29e7901src" href="#xd29e7901">32</a>. -</p> -<p>Er wordt soms gezegd, dat het zeer juist is het individu wettelijk verantwoordelijk -te stellen voor de venerische ziekte, die hij overbrengt, maar dat de moeilijkheden -om die verantwoordelijkheid te doen aanvaarden toch zouden blijven bestaan. En zij, -die deze moeilijkheden toegeven, antwoorden dikwijls, dat wij in het ergste geval -een middel in handen moesten hebben om het verantwoordelijkheidsgevoel te ontwikkelen; -den man, die willens en wetens het gevaar liep zulk een infectie over te brengen, -zou men moeten doen voelen, dat hij niet meer binnen zijn wettige rechten was, maar -dat hij een slechte daad gedaan had. Zoo komen wij tot wat nu algemeen begint erkend -te worden als de voornaamste en centrale methode voor het bestrijden van venerische -ziekten; wij moeten aannemen, dat het principe van individueele verantwoordelijkheid -in deze levenssfeer heerscht. Georganiseerde sanitaire en medische voorzorgen, en -behoorlijke wettelijke bescherming voor hen, die schade geleden hebben, hebben geen -uitwerking zonder den opvoedenden invloed van elementaire hygiënische voorlichting, -gesteld in het bezit van iederen jongen man en iedere jonge vrouw. In een sfeer, die -noodzakelijk zoo intiem is, kunnen medische organisatie en wettelijke hulp nooit afdoende -zijn; kennis is noodig bij iedere schrede van ieder individu, om te leiden en zelfs -te wekken dien zin van persoonlijke moreele verantwoordelijkheid, die hier altijd -heerschen moet. Overal, waar het belang van deze kwesties duidelijk begint erkend -te worden—en vooral op de Congressen van de Duitsche Maatschappij ter Bestrijding -van Venerische Ziekten—lost het probleem zich voornamelijk op in een van opvoeding<a class="noteref" id="xd29e7909src" href="#xd29e7909">33</a>. En hoewel de publieke opinie en de <span class="pagenum">[<a id="pb319" href="#pb319">319</a>]</span>praktijk tegenwoordig in Duitschland meer geavanceerd zijn dan ergens anders, begint -de overtuiging van deze noodzakelijkheid nauwelijks minder uitgesproken te worden -in alle andere beschaafde landen, in Engeland en Amerika evenzeer als in Frankrijk -en de Scandinavische landen. -</p> -<p>Een bekendheid met de gevaren van ziekte bij sexueelen omgang, zoowel in als buiten -het huwelijk—en ook geheel afgezien van sexueelen omgang,—is een verder stadium van -die sexueele opvoeding, die, zooals wij reeds gezien hebben, wat de elementen aangaat, -op een zeer jongen leeftijd moet beginnen. Jonge mannen en jonge meisjes moesten leeren, -zooals de beroemde <span class="corr" id="xd29e7920" title="Bron: Australische">Oostenrijksche</span> economist Anton von Menger, kort voor zijn dood in zijn uitstekend boek <i lang="de">Neue Sittenlehre</i> schreef, dat het voortbrengen van kinderen een misdaad is als de ouders syphilitisch -zijn of op andere wijze door chronische overerfelijke besmettelijke ziekten niet geschikt. -Inlichtingen over venerische ziekten moeten echter niet gegeven worden voor <a id="xd29e7926"></a>het intreden van de puberteit. Het is niet noodig en niet wenschelijk medische kennis -te verstrekken aan jonge jongens en meisjes en ze te waarschuwen tegen gevaren, waarvan -er nog weinig kans is, dat ze er aan blootgesteld zullen worden. Het is als de leeftijd -der sterke sexueele instincten begint, hetzij deze werkelijk of alleen maar mogelijk -zijn, dat de gevaren van het toegeven aan de instincten onder sommige omstandigheden, -duidelijk voor den geest moeten gesteld worden. Niemand, die nadenkt over de werkelijke -feiten van het leven, behoeft er aan te twijfelen, dat het in de hoogste mate wenschelijk -is, dat iedere jonge man en ieder jong meisje, dat den volwassen leeftijd nadert, -eenige elementaire kennis moest verkrijgen van algemeene feiten betreffende venerische -ziekten, tuberculose en alcoholisme. Deze drie “geesels der beschaving” zijn zoo wijd -verspreid, zoo fijn en menigvuldig in hun uitwerking, dat iedereen in zijn leven er -mee in aanraking komt, en dat ieder de kans loopt te lijden, zelfs voordat hij er -op verdacht is, misschien hopeloos en voor altijd, door de gevolgen van deze aanraking. -Vage declamaties over immoraliteit en nog vagere waarschuwingen er tegen hebben geen -effect en hebben geen zin, terwijl rhetorische overdrijving onnoodig is. Een zeer -eenvoudige en beknopte uiteenzetting van de werkelijke feiten der gevaren, die het -leven bedreigen, is volkomen voldoende. Deze behoefte voorbij te zien is alleen mogelijk -voor hen, die een gevaarlijk lichtzinnige levensbeschouwing hebben. -</p> -<p>De jonge vrouw, evenzeer als de jonge man, heeft behoefte aan deze voorlichting. Er -zijn nog altijd menschen, die meenen, dat, hoewel het noodig kan zijn den jongen man -in te lichten, het ’t beste is zijn zuster rein te laten, zooals zij het noemen, onbekend -met de feiten van het leven. Dit is juist wat we niet moeten doen. Het is inderdaad -wenschelijk, dat allen bekend zullen zijn <span class="pagenum">[<a id="pb320" href="#pb320">320</a>]</span>met de feiten, die van zooveel belang zijn voor ieder mensch, zelfs als hij er zelf -niet persoonlijk mee in aanraking komt. Maar het meisje komt er nog meer mee in aanraking -dan de man. Een man heeft de zaak meer in zijn macht, en als hij dat wenscht, kan -hij al de grovere gevaren van aanraking met venerische ziekten vermijden. Maar met -de vrouw is dat anders. Hoe rein zij zelf ook moge zijn, zij kan er niet zeker van -zijn, dat ze niet te waken zal hebben tegen de mogelijkheid van ziekten in haar toekomstigen -echtgenoot zoowel als in hen, aan wie zij misschien het geluk van haar kind toevertrouwt. -Het is een mogelijkheid, die de vrouw van beschaving, wel verre van ervan vrij te -zijn, meer kans heeft te ontmoeten dan de vrouw uit den werkmansstand, want venerische -ziekten komen minder voor onder de armen, dan onder de rijken<a class="noteref" id="xd29e7932src" href="#xd29e7932">34</a>. De zorgvuldige medicus acht het zijn plicht, zelfs als zijn patient een geestelijke -is, te vragen of hij syphilis gehad heeft, en de geestelijke van den meest streng -correcten levenswandel erkent de noodzakelijkheid van zulk een vraag; hij zal misschien -glimlachen, maar hij zal zich zelden beleedigd gevoelen. De verhouding tusschen man -en vrouw is nog veel intiemer en belangrijker dan die tusschen dokter en patient, -en een vrouw is niet ontheven van de noodzakelijkheid van zulk een vraag aan haar -toekomstigen echtgenoot door de overtuiging, dat het antwoord zeker gunstig moet zijn. -Bovendien kan het in sommige gevallen zeer goed zijn, dat zij, als zij voldoende ingelicht -is, het middel kan worden om hem, eer het te laat is, te bewaren voor de schuld van -een te vroeg huwelijk en de noodlottige gevolgen daarvan, en dat zij zoo zijn altijddurende -dankbaarheid verdient. En zelfs als zij er niet in slaagt die te verkrijgen, dan heeft -ze toch nog haar plicht jegens zichzelf en jegens het toekomstig geslacht, dat haar -kinderen zullen helpen vormen, te vervullen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In de meeste landen begint men overtuigd te worden van de noodzakelijkheid om jonge -vrouwen, evenzeer als jonge mannen, met betrekking tot de venerische ziekten in te -lichten. Zoo vindt in Duitschland Max Flesch, in zijn <i lang="de">Prostitution und Frauenkrankheiten</i>, dat men alle meisjes aan het einde van haar schoolleven moest inlichten omtrent -de ernstige physieke en maatschappelijke gevaren, waaraan vrouwen in het leven zijn -blootgesteld. In Frankrijk eischt Duclaux (in zijn <i lang="fr">L’Hygiène Sociale</i>) met nadruk, dat vrouwen niet langer onwetend moeten worden gehouden. “Reeds nu”, -zegt hij, “kunnen dokters, die tegen hun wil door hun ambtsgeheim medeschuldigen van -den echtgenoot geworden zijn, u vertellen van de ironische blikken, die zij somtijds -ontmoeten, als zij trachten een vrouw te misleiden aangaande de oorzaken <span class="pagenum">[<a id="pb321" href="#pb321">321</a>]</span>van haar kwalen. De dag van opstand tegen de maatschappelijke leugen, die zooveel -slachtoffers gemaakt heeft, begint te naderen, en dan zult ge genoodzaakt zijn vrouwen -te leeren wat zij moeten weten om zich tegen u te beveiligen”. Het gaat in Amerika -precies zoo. Hervorming op dit gebied, zegt Isidore Dyer, moet als devies voeren het -motto, “Kennis is Gezondheid”, zoowel voor het lichaam als voor den geest, voor vrouwen -zoowel als voor mannen. In een discussie, geopend door Denslow Lewis, op de jaarlijksche -vergadering van de <span lang="en">American Medical Association</span> in 1901 over de bestrijding van de venerische ziekten (<i lang="en">Medico-Legal Journal</i>, Juni en September 1903), was men het er onder de sprekers tamelijk wel over eens, -dat de voornaamste methode de opvoeding was, de opvoeding van vrouwen evenzeer als -van mannen. “Opvoeding is de eenige weg tot verbetering”, verklaarde een van de sprekers -(Seneca Egbert, uit Philadelphia) “en we zullen nooit veel vooruitkomen, voordat iedere -jonge man en iedere jonge vrouw, zelfs vóór zij verliefd worden en verloofd raken, -weten wat venerische ziekten zijn, en wat het zeggen wil als zij iemand trouwen, die -er aan lijdt”. “Voedt vader en moeder op, en zij zullen hun zoons en dochters opvoeden”, -roept Egbert Grandin uit, vooral met betrekking tot gonorrhoe (<i lang="en">Medical Record</i>, May 26, 1906); “Ik leg den nadruk op de dochter, omdat zij het meest zal lijden -door de besmetting, en het is haar recht te weten, dat zij op haar hoede moet zijn -zoowel voor den lijder aan gonorrhoe als voor den alcoholist”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij moeten ten volle het feit onder de oogen zien, dat de vrouw zelf verantwoordelijk -gesteld moet worden, evenzeer als de man, voor het verzekeren van de juiste voorwaarden -van een huwelijk dat zij plan heeft aan te gaan. In de praktijk mag ongetwijfeld die -verantwoordelijkheid eerst worden toevertrouwd aan ouders of voogden. Het is onredelijk, -dat er aan een van beide zijden eenige valsche schaamte zou gevoeld worden over deze -zaak. Geldzaken en kwesties van inkomen worden vóór het huwelijk besproken, en nu -de publieke opinie gezonder wordt zal niemand de noodzakelijkheid in twijfel trekken -van het bespreken van de nog ernstiger kwestie der gezondheid, evenzeer die van den -toekomstigen bruidegom als die van de bruid. Een groote mate van ziekte en ongeluk -in het huwelijk zou voorkomen worden als, voordat een engagement geheel voor gesloten -verklaard werd, beide partijen zich door een dokter lieten onderzoeken en hem het -recht toekenden het resultaat van dat onderzoek aan de andere partij mede te deelen. -Zulk een onderzoek zou zich veel verder dan de venerische ziekten uitstrekken. Als -de noodzakelijkheid ervan algemeen erkend werd, zou dat een einde maken aan veel bedrog, -dat nu bij het aangaan van het huwelijk gepleegd wordt. Het gebeurt tegenwoordig voortdurend, -dat de eene partij of de andere het bestaan verbergt van de een of andere ernstige -kwaal, die spoedig na het huwelijk ontdekt wordt, soms met een pijnlijken en verontrustenden -schok—bv. wanneer een man zijn vrouw op den huwelijksavond in een aanval van vallende -ziekte vindt—en altijd met het bittere gevoel dat men er in geloopen is. Er kan geen -redelijken twijfel aan bestaan, dat zulk verbergen een voldoende reden is tot echtscheiden. -Sir Thomas More trachtte <span class="pagenum">[<a id="pb322" href="#pb322">322</a>]</span>ongetwijfeld tegen zulk bedrog te waken, waar hij in zijn <i lang="la">Utopia</i> voorschreef, dat iedere partij voor het huwelijk naakt aan de andere partij zou vertoond -worden. De dwaze ceremonie, die hij beschrijft, berustte op een verstandig idee, want -het is belachelijk, als het niet dikwijls in zijn gevolgen tragisch was, dat eenig -persoon zou genoodzaakt zijn in de meest intieme verhouding te leven met iemand, van -wie hij of zij maar een klein deel gezien heeft. -</p> -<p>Het kan noodig zijn er op te wijzen, dat iedere stap in deze richting de spontane -handeling moet zijn van individuen, die hun leven inrichten naar de regels van een -verlicht geweten, en niet ingevoerd kan worden door het bevel van de gemeenschap, -die bij de wet haar bevelen doorzet. In deze zaken kan de wet eerst komen aan het -einde en niet aan het begin. In de essentieele zaken van het huwelijk en de voortplanting, -worden de wetten eerst gemaakt in het brein en het geweten van individuen als leiddraad -voor henzelf. Zoolang zulke wetten niet belichaamd zijn in de werkelijke praktijk -van de groote meerderheid der gemeenschap is het nutteloos voor regeeringen om ze -bij statuten te bepalen. Zij zullen geen uitwerking hebben of anders zullen ze nog -erger dan geen uitwerking hebben, doordat ze verkeerdheden in het leven roepen, die -niet bedoeld waren. Wij kunnen alleen tot den wortel van de zaak komen door aan te -dringen op opvoeding in moreele verantwoordelijkheid en onderwijs in feiten. -</p> -<p>De kwestie doet zich voor, wie de beste persoon is om dit onderwijs te geven. Zooals -we gezien hebben, kan er weinig twijfel aan zijn, dat vóor de puberteit de ouders -en voornamelijk de moeder, de juiste leermeesters van hun kinderen zijn op sexueel -gebied. Maar nà de puberteit is de zaak veranderd. De jongen en het meisje worden -minder ontvankelijk voor den invloed der ouders, er ontstaat een zekere beschroomdheid -aan beide kanten, en de ouders bezitten maar zelden de meer technische kennis, die -nu vereischt wordt. Op dit stadium wordt het wenschelijk, dat de hulp van den dokter, -van den huisdokter, als hij de juiste eigenschappen voor de taak bezit, moet worden -ingeroepen. De methode, die gewoonlijk aanbevolen wordt, en die reeds nu in ruimen -kring in praktijk gebracht wordt, is die van het houden van lezingen, die de voornaamste -feiten over venerische ziekten, de gevaren ervan en de onderwerpen, die daarmee in -verband staan uiteen zetten<a class="noteref" id="xd29e7973src" href="#xd29e7973">35</a>. Deze methode is uitstekend. Zulke lezingen moesten bij tusschenpoozen door medici -gehouden worden in alle groote steden, in havenplaatsen, in onderwijs-inrichtingen -en militaire centra, waar <span class="pagenum">[<a id="pb323" href="#pb323">323</a>]</span>een groot aantal jonge menschen te zamen zijn. Het moest de taak van de opvoedkundige -autoriteiten van genoemde centra zijn, hetzij de lezingen zelf te organiseeren, hetzij -aan hen, die gezag uitoefenen over jonge menschen of ze in dienst hebben, den plicht -op te dragen voor zulke lezingen te zorgen. De lezingen moeten opengesteld worden -voor allen, die den leeftijd van zestien jaar bereikt hebben. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Duitschland schijnt het principe van onderwijs door middel van lezingen over venerische -ziekten reeds doorgevoerd te zijn, in ieder geval wat jonge mannen betreft, en van -zulke lezingen wordt voortdurend meer gebruik gemaakt. In 1907 richtte de Minister -van Onderwijs cursussen op over sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> en venerische ziekten, die door dokters gehouden werden; het bijwonen ervan werd -evenwel niet verplichtend gesteld. De cursussen, die tegenwoordig veelal door medici -aan de hoogere klassen van de Duitsche lagere scholen over de algemeene grondbeginselen -van sexueele anatomie en physiologie gegeven worden, omvatten bijna altijd sexueele -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> met speciale verwijzing naar venerische ziekten (zie bv, <i lang="de">Sexualpädagogik</i>, blz. 131–153). Ook in Oostenrijk worden lezingen gehouden over persoonlijke hygiëne -en de gevaren van venerische ziekten worden aan de leerlingen, die op het punt zijn -het gymnasium te verlaten en naar de universiteit te gaan, uiteengezet; de werkliedenclubs -hebben cursussen ingesteld over dezelfde onderwerpen, ook gehouden door medici. In -Frankrijk werken vele beroemde mannen, zoowel in als buiten de medische wereld voor -de zaak van het onderwijs aan jonge menschen in sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, hoewel zij tegen een meer hardnekkige mate van vooroordeel en preutschheid te strijden -hebben van de zijde der middenklasse dan men in de Duitsche landen kan vinden. De -<span lang="fr">Commission Extraparlementaire du Régime des Moeurs</span>, te zamen met Augagneur, Alfred Fournier, Yves Guyot, Gide en andere beroemde professoren, -leeraars enz., heeft zich onlangs uitgesproken ten gunste van het officieel instellen -van onderwijs in de sexueele <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, te geven in de hoogste klassen van de lycées, of in de eerste klassen van het eerste -leerjaar van de universiteit; zulk onderwijs, beweert men, zou niet alleen de noodige -kennis geven, maar het zou ook den zin voor moreele verantwoordelijkheid aankweeken. -Er is in Frankrijk ook een werkzame en beroemde <span lang="fr">Société Française de Prophylaxie Sanitaire et Morale</span>, die niet officieel is en die openbare lezingen houdt over sexueele hygiëne. Fournier, -Pinard, Burlureaux en andere uitstekende medici hebben over dit onderwerp vlugschriften -geschreven om in het openbaar te doen uitdeelen (zie bv. <i lang="fr">Le <span class="corr" id="xd29e8008" title="Bron: Progès">Progrès</span> Médical</i> van September 1907). In Engeland en de Vereenigde Staten is nog heel weinig gedaan -in deze richting, maar in de Vereenigde Staten ten minste begint de publieke opinie -ten gunste van deze actie snel te veranderen (zie bv. W. A. Funk, “<span lang="en">The Venereal Peril</span>”, <i lang="en">Medical Record</i>, April 13, 1907). De “<span lang="en">American Society of Sanitary and Moral Prophylaxis</span>” (gebaseerd op de maatschappij, die in 1900 in Parijs gesticht werd door Fournier) -werd in 1905 in New-York opgericht. Er zijn meer dergelijke maatschappijen in Chicago -en Philadelphia. Het voornaamste doel is het bestudeeren van venerische ziekten en -het aansturen op controleering ervan van staatswege. Dokters en leeken, zoowel mannen -als vrouwen zijn lid. Lezingen en besprekingen worden nu onder bescherming van deze -genootschappen met toenemend succes gehouden voor kleine groepen jonge vrouwen, die -in maatschappelijke betrekkingen werkzaam zijn, op andere wijzen; de instelling der -lezingen blijkt een uitstekende methode te zijn om de jonge vrouwen van den werkmansstand -te bereiken, Zoowel mannelijke als vrouwelijke dokters nemen deel aan de lezingen -(Clement Cleveland, <span lang="en">Presidential Address</span> over “<span lang="en">Prophylaxis of Venereal Diseases</span>”, <i lang="en">Transactions American Gynaecological Society</i>, Philadelphia, deel XXXII, 1907<span class="corr" id="xd29e8031" title="Niet in bron">)</span>. -</p> -<p>Een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van de taak der sexueele hygiëne, <span class="pagenum">[<a id="pb324" href="#pb324">324</a>]</span>en tevens voor het verspreiden van nuttige kennis, wordt verschaft door het geven -van een kaart ter inlichting over hygiënische zaken aan iederen syphilitischen patiënt -in klinieken, waar zulke gevallen behandeld worden, mèt een waarschuwing tegen de -gevaren van een huwelijk binnen vier of vijf jaar na de infectie, en in geen geval -zonder medischen raad. Zulk een gedrukte instructie in duidelijke, eenvoudige en scherpe -taal moest aan iederen syphilis-patiënt in handen gegeven worden als een zaak van -gewoonte, en het zou even goed zijn een daarmee overeenkomende kaart te hebben voor -gonorrhoe-patiënten. Dit plan is reeds in sommige hospitalen ingevoerd, en het is -een zoo eenvoudige en goede voorzorgsmaatregel, dat ze zonder twijfel algemeen aangenomen -zal worden. In sommige landen wordt deze maatregel op ruimer schaal toegepast. Zoo -worden in Oostenrijk, als het resultaat van de beweging, waarin verschillende universiteitsprofessoren -een werkzaam deel genomen hebben, blaadjes en circulaires verspreid onder jonge werklieden, -fabrieksarbeiders, studenten en leerlingen, die de handelsscholen verlaten, waarin -in het kort de voornaamste symptomen uiteengezet worden van venerische ziekten en -die waarschuwen tegen kwakzalvers en geheime middelen. -</p> -<p>In Frankrijk, waar groote maatschappelijke kwesties soms met meer ridderlijken moed -aangevat worden dan ergens anders, zijn de gevaren van syphilis, en de maatschappelijke -positie van de prostituée, behalve door medici, ook door beroemde romanschrijvers -en dramatici behandeld. Huysmans riep deze beweging in het leven met zijn eersten -roman, <i lang="fr">Marthe</i>, die onmiddellijk door de politie werd onderdrukt. Kort daarna publiceerde Edmond -de Goncourt <i lang="fr">La Fille Elisa</i>, de eerste belangrijke roman van deze soort door een bekend schrijver. Deze was met -veel terughouding geschreven en was geen werk van hooge artistieke waarde, maar de -schrijver zag een groot maatschappelijk probleem moedig onder de oogen en zette duidelijk -de nadeelen van de gewone houding jegens de prostitutie uiteen. De roman werd tot -drama bewerkt en door Antoine gespeeld in het <span lang="fr">Théâtre Libre</span>, maar toen, in 1891, Antoine dit wilde opvoeren op het Porte-Saint-Martintooneel, -kwam de censor tusschenbeide en verbood de opvoering om de “<span lang="fr">contexture générale</span>” ervan. De Minister van Opvoeding verdedigde dit besluit, op grond dat er veel in -het stuk was dat tegenzin en walging zou opwekken. “Afstooting is hier moreeler dan -aantrekking”, riep Paul Déroulède uit, en de couranten critiseerden een veroordeeling, -die op het tooneel al de pikante onfatsoenlijkheden, die de prostitutie begunstigen, -duldt, maar die geen aanval op de prostitutie verdragen kan. In later jaren hebben -de broeders Margueritte, zoowel in romans als in tijdschriften, in ruime mate hun -groote bekwaamheden en hun hooge literaire kunde dienstbaar gesteld aan de moedige -en verlichte voorspraak van vele maatschappelijke hervormingen. Victor Margueritte -heeft in zijn <i lang="fr">Prostituée</i> (1907)—een roman, die in ruimen kring de aandacht getrokken heeft en in verschillende -talen vertaald is—getracht den toestand der vrouwen in onze bestaande maatschappij -te beschrijven, en meer speciaal den toestand van de prostituée onder wat hij beschouwt -als een hatelijk en onrechtvaardig systeem, het systeem, dat nu nog bestaat. Het boek -is een getrouw beeld van de werkelijke feiten, dank zij de hulp, die de schrijver -ontving van de Parijsche <span lang="fr">Préfecture de Police</span>, en voor een groot deel om die reden is het een niet geheel bevredigend kunstwerk, -maar het geeft een levendig en scherp beeld van de wreedheid, onverschilligheid en -huichelachtigheid, die zoo dikwijls door mannen aan vrouwen betoond wordt; het is -een boek, dat om die reden niet in tè ruimen kring gelezen kan worden. Een van de -meest bekende van de moderne tooneelstukken is <i lang="fr">Les Avariés</i> van Brieux (1902). Deze beroemde dramatist, zelf een medicus, draagt zijn stuk op -aan Fournier, den grootsten der syphilographen. “Ik denk met u”, schrijft hij hier, -“dat syphilis veel van zijn gevaarlijkheid zal verliezen, zoodra het mogelijk is openlijk -te spreken van een kwaad, dat nòch een schande nòch een straf is, en wanneer zij, -die er aan lijden, wetende welke ellenden zij misschien kunnen verspreiden, beter -hun plicht zullen begrijpen <span class="pagenum">[<a id="pb325" href="#pb325">325</a>]</span>jegens anderen en jegens zichzelf<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. De geschiedenis, die in het drama ontwikkeld wordt, is de oude en typische geschiedenis -van den jongen man, die zijn jonggezellenleven doorleefd heeft op wat hij beschouwt -als een fatsoenlijke en regelmatige wijze, daar hij maar twee meisjes gehad heeft, -die geen van beide prostituée waren; maar aan het einde van dezen tijd, bij een vroolijk -souper, waar hij afscheid neemt van zijn jonggezellenleven, vergeet hij zich en wordt -met syphilis geïnfecteerd; zijn huwelijk nadert en hij gaat naar een beroemd specialist, -die hem waarschuwt, dat behandeling tijd kost en dat een huwelijk voor verscheidene -jaren onmogelijk is; hij vindt echter een kwakzalver, die het op zich neemt hem in -een half jaar te genezen; aan het einde van dezen tijd trouwt hij; een syphilitisch -kind wordt geboren; zijn vrouw ontdekt den stand van zaken en verlaat het huis om -naar haar ouders terug te keeren; haar verontwaardigde vader, een lid van het Parlement, -komt in Parijs; het stuk eindigt bij den grooten specialist, die eindelijk eenige -vrede en hoop in de familie brengt. De moraal van het stuk is in hoofdzaak deze, dat -het de plicht is van de ouders van de bruid vóor het huwelijk te informeeren naar -de gezondheid van den bruidegom; dat de bruidegom een attest van den dokter moet overleggen; -dat bij ieder huwelijk de rol van den dokter minstens even belangrijk is als die van -den notaris. Zelfs als het een minder goed kunstwerk was, toch zou <i lang="fr">Les Avariés</i> een stuk blijven, dat uit een maatschappelijk en opvoedkundig oogpunt alleen, door -allen, die den jongelingsleeftijd bereikt hebben, moest gezien worden. -</p> -<p>Een andere zijde van hetzelfde probleem wordt beschreven in <i lang="fr">Plus Fort que le Mal</i>, een boek, dat in dramatischen vorm geschreven is (niet als een goed samengesteld -tooneelstuk, dat bedoeld is voor het tooneel) door een beroemd Fransch medisch schrijver, -die hier den naam aanneemt van Espy de Metz. De schrijver (die echter niet voor zijn -eigen zaak pleit) vraagt om een meer sympathieke houding jegens hen, die aan syphilis -lijden, en hoewel hij met veel minder dramatische vaardigheid schrijft dan Brieux, -en zijn moraal nauwelijks in een zoo duidelijken vorm weet te gieten, is zijn werk -een belangrijke bijdrage tot de dramatische literatuur van de syphilis. -</p> -<p>Het zal waarschijnlijk wel eenigen tijd duren eer deze kwesties, belangrijk als zij -zijn uit dramatisch en maatschappelijk oogpunt, op het Engelsche of het Amerikaansche -tooneel ingevoerd zijn. Het is een opmerkelijk feit, dat, niettegenstaande het Puriteinsche -element, dat nog in de Angelsaksische gedachte en gevoel over het algemeen bestaat, -de Puriteinsche levensbeschouwing nooit hare uitdrukking gevonden heeft in het Engelsche -of Amerikaansche drama. Op het Engelsche tooneel mag men zelfs niet zinspelen op de -tragische zijde der losbandigheid; de ondeugd moet altijd verleidelijk gemaakt worden, -zelfs als een <i lang="fr">deus ex machina</i> toch zorgt, dat ze op het eind haar loon krijgt. Zooals Mr. Bernard Shaw gezegd heeft, -bant het Engelsche tooneel geenszins de ondeugd; alleen wil het, dat ze aantrekkelijk -gemaakt zal worden; de bekoringen ervan worden op den voorgrond gesteld, de straf -ervoor verborgen. “Nu is het nutteloos te beweren, dat het tooneel niet de juiste -plaats is voor het voorstellen en bespreken van onwettige verbintenissen, bloedschande -en venerische ziekten. Als het tooneel de juiste plaats is voor het vertoonen en bespreken -van verleiding, echtbreuk, promiscuïteit en prostitutie, dan moet het geopend worden -voor het vertoonen van al de gevolgen van deze dingen, anders zal het de natie demoraliseeren”. -</p> -<p>De impuls om te eischen, dat de ondeugd altijd aantrekkelijk moet zijn, is werkelijk, -wat de schijn ook moge wezen, geen slechte impuls. Hij komt voort uit een geestelijke -verwarring, een gewone psychische neiging, die zich in het geheel niet beperkt tot -Angelsaksische landen, en zelfs meer in het oog springt onder de beter opgevoede menschen. -Er is hier een verwarring van het aesthetische met het moreele, en wat walging opwekt, -wordt beschouwd als immoreel. In Frankrijk werd van de romans van Zola, den grootsten -voorvechter voor de moraal, langen tijd geloofd, dat zij immoreel waren, omdat zij -<span class="pagenum">[<a id="pb326" href="#pb326">326</a>]</span>dikwijls walging opwekten. Hetzelfde gevoelen is nog meer verspreid in Engeland. Als -een prostituée ten tooneele gebracht wordt, en als ze mooi is, goed-gekleed en verleidelijk, -dan kan ze het geheele stuk doorzeilen en iedereen is tevreden. Maar als ze niet bijzonder -mooi zou zijn, goed-gekleed, of verleidelijk, als het duidelijk bleek, dat zij ziek -was en roekeloos anderen infecteerde met haar ziekte, als er op gezinspeeld werd, -dat zij nu en dan leelijke taal kon uitslaan, als om kort te gaan, een beeld gegeven -werd van het leven—dan zouden we hooren, dat de ongelukkige dramatist iets gemaakt -had, dat “walgelijk” was en “immoreel”. Walgelijk zou het kunnen zijn, maar juist -daarom zou het moreel zijn. Er is hier een onderscheid, waarop de psycholoog niet -te dikwijls kan wijzen, de moralist niet te dikwijls den nadruk leggen kan.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het ligt niet op den weg van den medicus zijn eigen taak als leeraar gecompliceerd -en verward te maken door ze te vermengen met beschouwingen, die tot de geestelijke -sfeer behooren. Maar terwijl hij onpartijdig zijn speciale werk doet door de jonge -menschen voor te lichten, zal hij altijd goed doen zich te herinneren, dat er in den -geest van den jongeling, zooals we in een vorig hoofdstuk hebben moeten aantoonen, -een spontane kracht is, die werkt ten gunste van de sexueele hygiëne. Zij, die gelooven, -dat de geest van den jongeling alleen maar uit is op zinnelijk toegeven, zijn er niet -minder naast en hebben niet minder nadeeligen invloed, dan zij, die het voor mogelijk -en wenschelijk houden, dat jonge menschen in volkomen <span class="corr" id="xd29e8085" title="Bron: ontwetendheid">onwetendheid</span> blijven over sexueele zaken. Hoe verborgen, onderdrukt, of vervormd—gewoonlijk door -de misplaatste en voorbarige ijver van dwaze ouders en leeraren—er ontstaan in de -puberteit ideale aandriften, die, al wortelen zij ook in de sekse, toch in hun doel -boven de sekse uitkomen. Deze kunnen veel machtiger gidsen worden voor den physieken -sekse-impuls, dan zuiver materieele of zelfs hygiënische overwegingen. -</p> -<p>Het is tijd deze beschouwing over het voorkomen van venerische ziekten samen te vatten -en te eindigen, welke ziekten, al mogen ze aan den oppervlakkigen beschouwer alleen -maar een medische en gezondheidskwestie toeschijnen, buiten de sfeer van den psycholoog, -toch bij nauwkeuriger beschouwing blijken in nauw verband te staan zelfs met de meest -geestelijke opvatting van de sexueele verhoudingen. Niet alleen zijn venerische ziekten -de vijanden van de fijnere ontwikkeling van het ras, maar wij kunnen niet komen tot -een gezonde en mooie beschouwing van de verhoudingen van de seksen, zoo lang deze -ieder oogenblik in hun oorsprong kunnen worden bedorven en ondermijnd. Wij kunnen -nog niet precies den tijd berekenen, die moet verloopen eer, voor zoover Europa tenminste -betreft, syphilis en gonorrhoe heengezonden zijn naar dat vagevuur van monsterachtige -oude doode kwalen, waar pest en melaatschheid heengegaan zijn en waar de pokken al -dicht bij zijn. Maar de maatschappij begint te erkennen, dat ook op dit gebied de -wapenen licht en lucht moeten toegelaten worden, <span class="pagenum">[<a id="pb327" href="#pb327">327</a>]</span>het zwaard en het harnas, waarmee alleen alle ziekten kunnen worden bestreden. Zooals -we gezien hebben, zijn er vier methoden, waarop in de meer verlichte landen venerische -ziekten nu beginnen bestreden te worden<a class="noteref" id="xd29e8092src" href="#xd29e8092">36</a>. (1) Door openlijk te verklaren, dat de venerische ziekten ziekten zijn evenals iedere -andere ziekte, hoewel ze arglistiger en vreeselijker zijn dan de meeste, die ieder -kunnen aanvallen van het ongeboren kind af tot zijn grootmoeder toe, en dat ze niet, -meer dan andere ziekten, de schandelijke, rechtvaardige straffen zijn voor zonde, -waarvoor alleen verlichting gezocht kan worden, zoo ze al gezocht wordt, in het geheim, -maar dat ze algemeen menschelijke kwalen zijn; (2) door het aannemen van methoden -voor het geven van officieele voorlichting over de uitgebreidheid, de verdeeling en -de verscheidenheid der venerische ziekten door middel van de reeds erkende methode -van aangifte en op andere wijze, en door het verschaffen van zulke faciliteiten voor -de behandeling, vooral voor een <span class="corr" id="xd29e8098" title="Bron: vrije">kostelooze</span> behandeling, als noodig gevonden kunnen worden; (3) door het oefenen van den individueelen -zin voor moreele verantwoordelijkheid, zoodat ieder lid van de gemeenschap zal erkennen, -dat het besmetten van een ander persoon met een ernstige ziekte, zelfs alleen als -resultaat van roekelooze nalatigheid, een ernstiger misdaad is, dan als hij of zij -als aanval een mes gebruikt had of een geweer of vergif, en dat het noodig is in ieder -land speciale wettige voorzorgen te nemen om er toe bij te dragen de nadeelen van -zulke schaden te herstellen en straffen in te stellen door vrijheidsverlies of op -andere wijze; (4) door het verspreiden van hygiënische kennis, zoodat alle jonge menschen, -jonge mannen zoowel als jonge meisjes bij het begin van hun volwassen leven mogen -worden voorzien van de noodige kennis, die hen zal helpen de grootere gevaren van -besmetting te vermijden en hen in staat zal stellen het gevaar in de eerste stadien -te herkennen en te bestrijden. -</p> -<p>Eenige jaren geleden, toen geen methode ter bestrijding van venerische ziekten bekend -was behalve het systeem van contrôle van politiewege, dat nu in verval is, zou het -onmogelijk geschenen hebben zulke beschouwingen als deze te opperen; zij zouden een -“utopie” geschenen hebben. Tegenwoordig worden zij niet alleen erkend als praktisch, -maar zij worden feitelijk al in praktijk gebracht, hoewel met zeer varieerende energie -en verschillend inzicht in verschillende landen. Toch is het wel zeker, dat in den -wedstrijd der naties, zooals Max Neissen gezegd heeft, “dat land <span class="pagenum">[<a id="pb328" href="#pb328">328</a>]</span>het best de leiding zal nemen in den loop van de beschaving, dat den profetischen -blik heeft en den moed om die eischen van sexueele hygiëne in te voeren en door te -voeren, die zoo’n ruime en veelbeteekenende betrekking hebben op zijn eigen toekomst, -en op die van het menschelijk ras in het algemeen<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e8106src" href="#xd29e8106">37</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb329" href="#pb329">329</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7372" href="#xd29e7372src">1</a></span> Het is waarschijnlijk, dat Schopenhauer een meer dan speculatief belang bij deze zaak -had. Bloch heeft goede gronden gevonden om te meenen, dat Schopenhauer zelf in 1813 -syphilis kreeg, en dat dit een factor was die er toe bijdroeg zijn opvatting van de -wereld te vormen en zijn constitutioneel pessimisme te bevestigen (<i lang="de">Medizinische Klinik</i>, Nos. 25 en 26, 1906). <a class="fnarrow" href="#xd29e7372src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7378" href="#xd29e7378src">2</a></span> Havelburg, bij Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel 1, p. 186–189. <a class="fnarrow" href="#xd29e7378src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7386" href="#xd29e7386src">3</a></span> Dit is de zeer bepaalde overtuiging van Lowndes na een ondervinding van vier en vijftig -jaar in het behandelen van venerische ziekten in Liverpool (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Feb. 9, 1907, p. 334). Verder wordt ze bevestigd door het feit (als het een werkelijk -feit is) dat sedert 1876 zoowel de kindersterfte als de algemeene sterfte door syphilis -in Engeland afneemt. <a class="fnarrow" href="#xd29e7386src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7392" href="#xd29e7392src">4</a></span> “Er is niet de minste twijfel aan, dat syphilis toeneemt in Londen, te oordeelen naar -het hospitaalwerk alleen”, zegt Pernes (<i lang="en">British Medical Journal</i>, March 30, 1907). Syphilis heerschte echter ook zeer veel, een paar eeuwen geleden, -en er is geen reden om met zekerheid aan te nemen, dat ze tegenwoordig méér heerscht. <a class="fnarrow" href="#xd29e7392src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7476" href="#xd29e7476src">5</a></span> Zie b.v., A. Neisser, <i lang="de">Die experimentelle Syphilisforschung</i>, 1906, en E. Hoffmann (die samenging met de ontdekking van <span class="corr" id="xd29e7481" title="Bron: Schaudin">Schaudinn</span>), <i lang="de">Die Aetiologie der Syphilis</i>, 1906; D’Arcy Power, <i lang="en">A System of Syphilis</i>, 1908, enz.; F. W. Mott, “<span lang="en">Pathology of Syphilis in the Light of <span class="corr" id="xd29e7492" title="Bron: Medern">Modern</span> Research</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, February 20, 1909; ook, <i lang="en">Archives of Neurology and Psychiatry</i>, deel IV, 1909. <a class="fnarrow" href="#xd29e7476src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7508" href="#xd29e7508src">6</a></span> Er is eenig verschil van opinie over dit punt, en hoewel het waarschijnlijk schijnt -te zijn, dat vroege en grondige behandeling de ziekte gewoonlijk in een paar jaar -geneest en verdere complicaties hoogst onwaarschijnlijk maakt, is het niet mogelijk, -zelfs onder de meest gunstige omstandigheden, met absolute zekerheid iets over de -toekomst te zeggen. <a class="fnarrow" href="#xd29e7508src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7514" href="#xd29e7514src">7</a></span> <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Dat syphilis geweest is, en nog is, een van de voornaamste oorzaken van de physieke -degeneratie in Engeland, kan niet ontkend worden, en het is een feit, dat van alle -kanten erkend wordt”, schrijft Luitenant-Kolonel Lambkin, de commandant van het Londensche -Garnizoens-Hospitaal voor venerische ziekten. “Te worstelen met de syphilis onder -de burgerbevolking van Engeland moest het voornaamste doel zijn van hen, die belang -stellen in de meest brandende kwestie, de physieke degeneratie van ons ras” (<i lang="en">British Medical Journal</i>, August 19, 1905). <a class="fnarrow" href="#xd29e7514src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7523" href="#xd29e7523src">8</a></span> F. W. Mott, “<span lang="en">Syphilis as a Cause of Insanity</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, October 18, 1902. <a class="fnarrow" href="#xd29e7523src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7536" href="#xd29e7536src">9</a></span> Het kan zelden in meer dan tachtig percent van de gevallen bewezen worden, maar in -twintig percent van oude gevallen van syphilis is het gewoonlijk onmogelijk sporen -te vinden van de ziekten of een geschiedenis ervan te verkrijgen. Crocker vond, dat -hij maar in tachtig percent van absoluut zekere syphilitische huidziekten een geschiedenis -kon verkrijgen van syphilitische infectie, en Mott vond precies hetzelfde percentage -in absoluut zekere syphilitische hersenveranderingen; Mott meent (bv. “<span lang="en">Syphilis in Relation to the Nervous System</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, January 4, 1908), dat syphilis de essentieele oorzaak is van algemeene paralyse -en van tabes. <a class="fnarrow" href="#xd29e7536src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7559" href="#xd29e7559src">10</a></span> Andry, <i lang="fr">La Semaine Médicale</i>, 26 Juni, 1907. Als Europeanen syphilis overbrengen naar landen, die bewoond worden -door menschen van een lager ras, dan zijn de resultaten dikwijls zeer veel erger dan -bovengenoemde. Zoo vond Lambkin, als resultaat van een speciale zending, om onderzoek -te doen naar de syphilis in Uganda, dat in sommige districten wel negentig percent -van de menschen aan syphilis lijden en dat vijftig tot zestig percent van de kindersterfte -het gevolg is van deze oorzaak. Uganda wordt bewoond door de Baganda, een stam, intelligent, -krachtig en goed georganiseerd, totdat zij door de syphilis in het volle genot kwamen -van de beschaving en van het Christendom; dit laatste is (zooals Lambkin zegt) in -hooge mate de oorzaak geweest van het verspreiden van de ziekte, doordat het maatschappelijke -gewoonten omverwerpt en de vrouwen vrij maakt. Het Christendom is machtig genoeg om -een oude moraal omver te werpen, maar niet machtig genoeg om een nieuwe op te bouwen -(<i lang="en">British Medical Journal</i>, October 3, 1908, p. 1037). <a class="fnarrow" href="#xd29e7559src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7568" href="#xd29e7568src">11</a></span> Zelfs binnen de grenzen van het Engelsche leger vindt men in Indië (H. C. French, -<i lang="en">Syphilis in the Army</i>, 1907), dat venerische ziekten tienmaal <span class="pagenum">[<a id="pb299n" href="#pb299n">299</a>]</span>meer voorkomen onder Engelsche troepen dan onder de troepen, die door inboorlingen -gevormd worden. Als men de uit de volken zelf voortkomende legers niet mederekent, -blijkt uit statistieken van ziekenhuizen en sterftetabellen, dat de Vereenigde Staten -verreweg bovenaan staan, wat het veel voorkomen van venerische ziekten betreft; ze -worden gevolgd door Engeland, dan Frankrijk en Oostenrijk, Rusland en Duitschland. <a class="fnarrow" href="#xd29e7568src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7583" href="#xd29e7583src">12</a></span> Er bestaat geen strijd over den ouderdom van de gonorrhoe in de oude wereld, zooals -over de syphilis. Ongetwijfeld was de ziekte al heel vroeg bekend. Zelfs Esar Haddon, -de bekende koning van Assyrië, over wien in het Oude Testament gesproken wordt, werd -door de priesters behandeld voor een kwaal, die, naar beschreven wordt in de op steenen -geschreven mededeelingen van dien tijd, alleen gonorrhoe kan geweest zijn. Deze ziekte -was ook bekend aan de oude Egyptenaren, en kwam blijkbaar veel voor, want zij vermeldden -allerlei voorschriften voor de behandeling ervan. (Oefele, “<span lang="de">Gonorrhoe 1350 vor Christi Geburt</span>”, <i lang="de">Monatshefte für Praktische Dermatologie</i>, 1899, p. 260). <a class="fnarrow" href="#xd29e7583src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7602" href="#xd29e7602src">13</a></span> Zie: <span lang="en">Memorandum by Sydney Stephenson, Report of Ophthalmia Neonatorum Committee</span>, <i lang="en">British Medical Journal</i>, May 8, 1909. <a class="fnarrow" href="#xd29e7602src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7615" href="#xd29e7615src">14</a></span> Het veelvuldig verspreid zijn van deze droeve gevolgen der gonorrhoe wordt b.v. in -een uitgebreide verhandeling van Taylor, <i lang="en">American Journal Obstetrics</i>, January 1, 1908 uiteengezet. <a class="fnarrow" href="#xd29e7615src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7623" href="#xd29e7623src">15</a></span> Neisser vermeldt cijfers, die betrekking hebben op het veel voorkomen van de gonorrhoe -in Duitschland, Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel II, p. 486–492. <a class="fnarrow" href="#xd29e7623src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7632" href="#xd29e7632src">16</a></span> <i lang="en">Lancet</i>, September 23, 1882. Wat vrouwen aangaat, heeft Dr. Francis Ivens (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Juni 19, 1909) in Liverpool gevonden, dat 14 percent van de gynaecologische gevallen -blijk gaven van de aanwezigheid van gonorrhoe. De patienten waren gewoonlijk arme -fatsoenlijke getrouwde vrouwen. Waarschijnlijk is het aantal zoo groot, doordat Liverpool -een drukke zeehaven is, maar het is minder dan de taxatie van Sänger op 18 percent. <a class="fnarrow" href="#xd29e7632src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7645" href="#xd29e7645src">17</a></span> E. H. Grandin, <i lang="en">Medical Record</i>, May 26, 1906. <a class="fnarrow" href="#xd29e7645src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7651" href="#xd29e7651src">18</a></span> E. W. Cushing, “<span lang="en">Sociological Aspects of Gonorrhoea</span>”, <i lang="en">Transactions <span class="corr" id="xd29e7658" title="Bron: Ameriean">American</span> Gynecological Society</i>, vol<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> XXII, 1897. <a class="fnarrow" href="#xd29e7651src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7668" href="#xd29e7668src">19</a></span> Alleen in heel kleine gemeenschappen, geregeerd door een autocratische macht met absolute -autoriteit om toestanden te controleeren en menschen van beide seksen te onderzoeken, -heeft reglementeering eenig effect<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Dit wordt door Dr. W. E. Harwood aangetoond, die het systeem beschrijft, dat hij -organiseerde in de mijnen van de <span lang="en"><span class="corr" id="xd29e7673" title="Bron: Minesota">Minnesota</span> Iron Company</span> (<i lang="en">Journal American Medical Association</i>, December 22, 1906). De vrouwen in de bordeelen op het grondgebied van deze onderneming -waren van den laagsten stand, en er heerschte veel ziekte. Zorgvuldig onderzoek van -de vrouwen werd ingesteld, en contrôle op de mannen, die, zoodra zij ziek werden, -verplicht waren te zeggen, door welke vrouw zij geïnfecteerd waren geworden. De vrouw -moest de rekening van den dokter betalen van den man, dien zij geïnfecteerd had, en -zelfs zijn onderhoud, als hij voor zijn werk ongeschikt was, en de vrouwen werden -gedwongen een fonds te onderhouden voor haar eigen verplegingskosten, als die noodig -waren. Op deze wijze werden venerische ziekten, hoewel ze niet geheel uitgeroeid werden, -toch aanmerkelijk verminderd. <a class="fnarrow" href="#xd29e7668src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7681" href="#xd29e7681src">20</a></span> Een duidelijke en begrijpelijke uiteenzetting van den tegenwoordigen stand van zaken -wordt door Iwan Bloch gegeven, <i lang="de">Das Sexualleben unserer Zeit</i>, hoofdst. XIII–XV. Hoezeer het systeem van politieregeling zonder resultaat is, zelfs -in Duitschland, waar inmenging van de politie in zoo hooge mate verdragen wordt, kan -duidelijk blijken uit het geval van Mannheim. Hier is de reglementeering van de prostitutie -zeer streng en grondig; toch toonde een nauwkeurig onderzoek van de dokters van Mannheim -(waarvan er twee <span class="pagenum">[<a id="pb303n" href="#pb303n">303</a>]</span>en negentig in bijzonderheden gaande verslagen inzonden), in 1905 aan, dat van de -zes honderd gevallen van venerische ziekten bij mannen, bijna de helft opgedaan was -bij prostituées. Ongeveer de helft van de overige gevallen van infectie, (bijna een -kwart van het geheel) had plaats gevonden door kellnerinnen en buffetjuffrouwen; dan -volgden dienstmeisjes (Lion en Loeb, in <i lang="de">Sexualpädagogik</i>, <span lang="en">the Proceedings of the Third German Congress for Combating Venereal Diseases</span>, 1907, p. 295). <a class="fnarrow" href="#xd29e7681src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7751" href="#xd29e7751src">21</a></span> Een zesde, minder talrijke klasse zou men hier aan toe kunnen voegen van de jonge -meisjes, dikwijls niet meer dan kinderen, die verkracht zijn door mannen, die meenen, -dat omgang met een maagd een geneesmiddel is voor hardnekkige venerische ziekte. In -Amerika wordt dit dikwijls geloofd door Italianen, Chineezen, negers, enz. W. Travis -Gibb, de medicus, die de onderzoekingen doet voor de New Yorksche maatschappij ter -voorkoming van wreedheid aan kinderen, heeft meer dan 900 kinderen, die verkracht -waren, onderzocht (maar een klein aantal van de gevallen, die werkelijk voorkomen, -zegt hij), en vindt, dat dertien percent venerische ziekten hebben. Een tamelijk groot -aantal van deze gevallen, onder meisjes van twaalf tot zestien jaar zijn, naar hij -zegt, gewillige slachtoffers. Ook Dr. Flora Pollack, van de polikliniek van het Johns -Hopkins Hospital, taxeert, dat in Baltimore alleen van 800 tot 1.000 kinderen tusschen -den leeftijd van een en vijftien ieder jaar met venerische ziekten worden <span class="corr" id="xd29e7753" title="Bron: geinfecteerd">geïnfecteerd</span>. Het grootste aantal, vindt zij, is op den leeftijd van zes, en de voornaamste oorzaak -schijnt te zijn, niet wellust, maar bijgeloof. <a class="fnarrow" href="#xd29e7751src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7759" href="#xd29e7759src">22</a></span> Voor een bespreking van de geërfde syphilis zie men b.v. Clement Lucas, <i lang="en">Lancet</i>, February 1, 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e7759src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7801" href="#xd29e7801src">23</a></span> Veel kwaad is in sommige landen gedaan door de dwaze en verkeerde gewoonte van genootschappen -en ziektekassen om geen notitie te nemen van venerische ziekten, en geen vrije medische -hulp te verschaffen of ziekte-toelage aan die leden, die er aan lijden. Deze gewoonte -heerschte bv. in Weenen tot 1907, toen er een meer humane en verlichte gedragslijn -ingevoerd werd, en venerische ziekten op hetzelfde niveau geplaatst werden als andere -ziekten. <a class="fnarrow" href="#xd29e7801src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7816" href="#xd29e7816src">24</a></span> Actieve maatregelen tegen de venerische ziekten werden in Zweden ingevoerd in het -begin van de vorige eeuw; ook verplichte en kostelooze behandeling. Verplichte aangifte -werd vele jaren geleden in Noorwegen ingevoerd, en in 1907 verminderde het aantal -gevallen van venerische ziekten zeer; er is verplichte behandeling. <a class="fnarrow" href="#xd29e7816src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7821" href="#xd29e7821src">25</a></span> Zie bv. Morrow, <i lang="en">Social Diseases and Marriage</i>, hoofdst. XXXVII. <a class="fnarrow" href="#xd29e7821src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7829" href="#xd29e7829src">26</a></span> Een commissie van de Medical Society van New-York, in 1902 benoemd om deze kwestie -te overwegen, bracht rapport uit ten gunste van de aangifte zonder namen en adressen -te geven, en Dr. C. R. Drysdale, die een werkzaam aandeel nam in de Internationale -Conferentie in Brussel van 1899 raadde een dergelijk plan aan voor Engeland, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Februari 3, 1900. <a class="fnarrow" href="#xd29e7829src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7845" href="#xd29e7845src">27</a></span> Zoo werd in München, in 1908 een man, die een dienstmeisje met gonorrhoe geïnfecteerd -had, om deze reden voor tien maanden naar de gevangenis gezonden. De stand der meeningen -in Duitschland tegenwoordig over dit onderwerp wordt geresumeerd door Bloch, <i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, p. 424. <a class="fnarrow" href="#xd29e7845src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7853" href="#xd29e7853src">28</a></span> A. Després, <i lang="fr">La Prostitution à Paris</i>, p. 191. <a class="fnarrow" href="#xd29e7853src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7859" href="#xd29e7859src">29</a></span> F. Aurientis, <i lang="fr">Etude Médico-légale sur la jurisprudence actuelle à propos de la Transmission des -Maladies Venériennes</i>, Thèse de Paris, 1906. <a class="fnarrow" href="#xd29e7859src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7872" href="#xd29e7872src">30</a></span> In Engeland kan tegenwoordig “een echtgenoot, die willens en wetens zijn vrouw infecteert -met een venerische ziekte, niet strafrechterlijk veroordeeld worden, nòch wegens aanranding, -nòch wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> (N. Geary, <i lang="en">The Law of Marriage</i>, p. 479). Dit werd besloten in 1888, in het geval van <i>R. v. Clarence</i>, door negen tegen vier rechters (<span lang="en">Court for the Consideration of Crown Cases Reserved</span>). <a class="fnarrow" href="#xd29e7872src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7889" href="#xd29e7889src">31</a></span> Het moderne democratische gevoel kant zich er tegen, dat een prostituée opgesloten -zou kunnen worden, alleen omdat zij ziek is. Maar er kan niet de minste redelijke -twijfel aan zijn, dat, als een geïnfecteerde prostituée een ander persoon infecteert, -en niet in staat is de zeer hooge schadevergoedingen te betalen, die in zulk een geval -gevraagd moesten worden, zij opgesloten behoorde te worden en aan een behandeling -onderworpen. Dat is noodig in het belang van de gemeenschap. Maar faciliteiten voor -medische behandeling zijn ook noodig, om te voorkomen dat er een premie gesteld wordt -op het begaan van de overtreding, die kostelooze behandeling en onderhoud voor een -prostituée zonder middelen ten gevolge zou hebben. <a class="fnarrow" href="#xd29e7889src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7901" href="#xd29e7901src">32</a></span> Er is echter door het Parijsche Hof van Appel beslist, dat, als een man trouwt, als -hij weet, dat hij lijdende is aan een venerische ziekte en die ziekte op zijn vrouw -overbrengt, dit een voldoende oorzaak is voor echtscheiding (<i lang="fr">Semaine Médicale</i>, Mei, 1896). <a class="fnarrow" href="#xd29e7901src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7909" href="#xd29e7909src">33</a></span> Het groote boekdeel, getiteld <i lang="de"><span class="corr" id="xd29e7912" title="Bron: Sexualpädagogiek">Sexualpädagogik</span></i>, dat de verhandelingen van het derde van deze congressen bevat, gaat nauwelijks in -op het speciale onderwerp der venerische ziekten, en is gewijd aan de kwesties, die -zich bezig houden met de algemeene sexueele opvoeding van jonge menschen, die, zooals -vele van de sprekers hebben staande gehouden, beginnen moet met het kind aan den schoot -van zijn moeder. <a class="fnarrow" href="#xd29e7909src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7932" href="#xd29e7932src">34</a></span> “Werklieden, soldaten, en zoo voort”, merkt Neisser op (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, vol. II, p. 485) “kunnen gemakkelijker meisjes van hun eigen stand vinden, die geen -prostituée zijn, en toch bereid met hen in liefdesbetrekkingen te treden, die uitloopen -op sexueelen omgang, en daarom zijn zij minder blootgesteld aan het gevaar van infectie, -dan zij, die bijna uitsluitend hun toevlucht moeten nemen tot prostituées”. (Zie ook -Bloch, <i lang="de">Sexualleben unserer Zeit</i>, p. 437). <a class="fnarrow" href="#xd29e7932src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e7973" href="#xd29e7973src">35</a></span> De aard van zulke lezingen en hoever zij gaan moeten, wordt volkomen beschreven in -de Verhandelingen van het Derde Congres van het Duitsche Genootschap ter Bestrijding -van Venerische Ziekten, <i lang="de">Sexualpädagogik</i>, 1907. <a class="fnarrow" href="#xd29e7973src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8092" href="#xd29e8092src">36</a></span> Ik laat buiten beschouwing, als buiten het bestek van dit werk, de hulpmiddelen, die -bij het onderdrukken van venerische ziekten geleverd worden door de veelbelovende -nieuwe methoden, die men eerst nu begint te begrijpen. (Zie, b.v. Metchnikoff, <i lang="en">The New Hygiene</i>, 1906). <a class="fnarrow" href="#xd29e8092src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8106" href="#xd29e8106src">37</a></span> Max von Niessen, “<span lang="de">Herr Doktor, darf ich heiraten?</span>” <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1906, p. 352. <a class="fnarrow" href="#xd29e8106src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch9" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e421">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">SEXUEELE MORAAL</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb331" href="#pb331">331</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Prostitutie in verband met ons huwelijkssysteem.—Huwelijk en moraal.—De definitie -van het begrip “moraal”.—Theoretische moraal.—Hare verdeeling in traditioneele en -ideëele moraal.—Praktische moraal.—Praktische moraal gegrond op gewoonte.—Het eenige -onderwerp van de wetenschappelijke zedeleer.—De reactie tusschen theoretische en praktische -moraal.—Sexueele moraal in het verleden als toepassing van economische moraal.—De -vereeniging van starheid en laksheid in deze moraal.—Het ontstaan van een bijzondere -sexueele moraal en de ontwikkeling van moreele idealen.—Uitingen van de sexueele moraal.—Gebrek -aan eerbied voor de vormen van het huwelijk.—Proef-huwelijk.—Het huwelijk nà de conceptie -van een kind.—Verschijnselen in Duitschland, de Angelsaksische landen, Rusland, enz.—De -positie der vrouw.—De historische neiging, die de gelijkheid van vrouwen met mannen -begunstigt.—De theorie van het matriarchaat.—De moederfamilie.—Vrouwen in Babylonië, -Egypte, Rome.—De achttiende en de negentiende eeuw.—De historische neigingen, die -de moreele onbevoegdheid der vrouw begunstigen.—De tweestrijd door het Christendom -verwekt.—Invloed van de Germaansche gewoonte en van het leenstelsel.—De ridderschap.—De -vrouw in Engeland.—De vrouwenhandel.—Het afnemen van de onderworpenheid der vrouw.—Ongeschiktheid -van den modernen man om te heerschen.—Het toenemen van de moreele verantwoordelijkheid -bij vrouwen.—De daarmee samengaande ontwikkeling van economische onafhankelijkheid.—Het -toenemen van het aantal werkende vrouwen.—Het binnendringen van de vrouw in de moderne -industrie.—In hoeverre dit maatschappelijk te rechtvaardigen is.—De sexueele verantwoordelijkheid -der vrouw en de gevolgen ervan.—De beweerde moreele inferioriteit van vrouwen.—De -“zelfopoffering” van vrouwen.—De maatschappij heeft geen belang bij sexueele verhoudingen.—De -voortplanting is het eenige sexueele belang van den staat.—De zeer hooge beteekenis -van het moederschap.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het is noodig geweest de verschijnselen van de prostitutie zeer uitgebreid te behandelen, -omdat, hoe wij onszelf ook persoonlijk daarvan verwijderd willen houden, zij ons in -werkelijkheid tot de kern van de sexueele kwestie voeren, in zooverre ze een maatschappelijk -probleem vormen. Als we de prostitutie oppervlakkig beschouwen als een objectief verschijnsel, -als een kwestie van maatschappelijke krachten, dan zien we, dat ze niet alleen een -toevallig en weg te nemen uitvloeisel van ons tegenwoordig <span class="pagenum">[<a id="pb332" href="#pb332">332</a>]</span>huwelijkssysteem is, maar een samenstellend deel ervan, zoodat dit, als ze er niet -was, uiteen zou vallen<span class="corr" id="xd29e8125" title="Bron: ,">.</span> Dit zal waarschijnlijk duidelijk zijn aan allen, die de voorafgaande uiteenzetting -van de verschijnselen van de prostitutie hebben gevolgd. Er is echter meer te zeggen -dan dit. Niet alleen is de prostitutie tegenwoordig, zooals ze meer dan twee duizend -jaar geweest is, het bolwerk van ons huwelijkssysteem, maar als we het huwelijk beschouwen -niet van den buitenkant als een vormelijke instelling, maar van den binnenkant, door -te letten op de beweegredenen die tot een huwelijk voeren, dan vinden we, dat het -in een groot aantal gevallen zelf in zekere opzichten een vorm van prostitutie is. -Hierop is reeds zoo dikwijls de nadruk gelegd en van zoovele zeer verschillende standpunten, -dat het wel nauwelijks noodzakelijk kan schijnen hier dieper op dit punt in te gaan. -Maar deze kwestie is van het grootste belang voor de sexueele moraal. Onze maatschappelijke -toestanden zijn niet gunstig aan de ontwikkeling van een hoog moreel gevoel in de -vrouw. Het verschil tusschen de vrouw, die zich verkoopt in prostitutie en de vrouw, -die zich verkoopt in het huwelijk, is volgens het reeds door ons aangehaalde gezegde -van Marro, “alleen een verschil in prijs en in duur van het contract”. Of, zooals -Forel het uitdrukt, het huwelijk is “een fatsoenlijker vorm van prostitutie”, dat -is te zeggen, een wijze om uit geldelijke overwegingen sexueele verhoudingen aan te -gaan. Het huwelijk is niet alleen een fatsoenlijker vorm van prostitutie, het is een -vorm, geheiligd door de wet en den godsdienst, en de kwestie der moraal wordt er buiten -gelaten. De moraal mag straffeloos beleedigd worden, als maar de wet en de godsdienst -ingeroepen zijn. Zoo is het essentieele beginsel der prostitutie onder ons gewettigd -en geheiligd. Daarom is het zoo moeilijk eenige ernstige verontwaardiging te wekken, -of eenige met redenen omkleede bezwaren staande te houden tegen de prostitutie op -zich zelf beschouwd. Het plausibelste argument is dat van hen<a class="noteref" id="xd29e8128src" href="#xd29e8128">1</a>, die, terwijl ze het huwelijk verlagen tot het niveau van de prostitutie, zeggen, -dat de prostituée een onderkruipster is, die minder dan de marktprijs, d.i. het huwelijk, -aanneemt voor de sexueele diensten, die zij bewijst. Maar zelfs dit lage standpunt -is moeilijk vast te houden. De prostituée wordt werkelijk zeer goed betaald, als men -in aanmerking neemt hoe weinig zij in ruil geeft; de getrouwde vrouw wordt werkelijk -buitengewoon slecht betaald, in aanmerking genomen hoeveel zij dikwijls geeft en hoeveel -zij noodzakelijk opgeeft. Terwille van het voordeel van economische afhankelijkheid -van haar echtgenoot, moet zij, zooals Ellen Key opmerkt, de rechten op haar kinderen -opgeven, evenals al haar bezittingen, haar werk, en haar eigen persoon, zoodat haar -minder <span class="pagenum">[<a id="pb333" href="#pb333">333</a>]</span>overblijft dan elke ongetrouwde vrouw, zelfs, kunnen we er bij voegen, minder dan -elke prostituée. De prostituée toch geeft nooit het recht op haar eigen persoon op -zooals de getrouwde vrouw verplicht is te doen; de prostituée, anders dan de getrouwde -vrouw, behoudt haar vrijheid en haar persoonlijke rechten, hoewel deze gewoonlijk -niet van veel waarde zijn. Het is eerder de vrouw dan de prostituée, die de onderkruipster -is. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is in het geheel niet alleen in de laatste jaren, dat ons huwelijkssysteem voor -de rechtbank der moraal geroepen is. Veertig jaar geleden klaagde James Hinton het -met gloeiende woorden aan, toen hij de immoraliteit en de zelfzuchtige losbandigheid -beschreef, die ons huwelijkssysteem met den mantel van wettigheid en heiligheid bedekt. -“Er is iets ongezonds in onze huwelijksverhoudingen”, schreef Hinton. “Niet alleen -zijn ze in de praktijk vreeselijk, maar zij beantwoorden niet aan gevoelens en overtuigingen, -die veel te veel in ruimen kring verspreid zijn, om ze buiten beschouwing te kunnen -laten. Wie heeft nooit gehoord van vrouwen van erkende verdiensten, die er in toestemmen -de geliefde te worden van een getrouwd man; van reine en eenvoudige meisjes, die zeggen, -dat zij niet kunnen inzien, waarom zij een wettig huwelijk zouden moeten sluiten; -van vrouwen, die zeggen dat zij, als zij liefhebben, geen wettigen band zouden willen -hebben; waarom is het noodzakelijk—of wordt het door goede en wijze mannen noodzakelijk -geacht—dat de eene sekse in bittere en soms noodlottige onwetendheid wordt gelaten? -Deze dingen (en hoevele meer) wijzen op iets, dat diep ongezond is in de huwelijksverhoudingen. -Dit moet onderzocht worden en wel tot den grond toe”. -</p> -<p>Al vroeger, in 1847, heeft Gross-Hoffinger, in zijn <i lang="de">Die Schicksale der Frauen und die Prostitution</i>—een merkwaardig boek, waarvan Bloch met een weinig overdrijving zegt, dat het opzienbarende -beteekenis heeft—met kracht er op gewezen, dat het probleem der prostitutie in werkelijkheid -het probleem is van het huwelijk, en dat we de prostitutie alleen kunnen hervormen -door het huwelijk te hervormen, dit beschouwd als een dwang-instelling, die berust -op een verouderde economische basis. Gross-Hoffinger was een voorganger van Ellen -Key. -</p> -<p>Meer dan anderhalve eeuw geleden heeft een man van een zeer verschillend type de moraal -van zijn tijd scherp geanalyseerd, met een brutale vrijmoedigheid, die aan zijn tijdgenooten -een stuitend cynische houding toescheen jegens hun heilige instellingen, zoodat zij -gevoelden, dat hun niets overbleef dan zijn boeken te verbranden. Waar hij in zijn -<i lang="en">Fable of the Bee</i> (1714, p. 64) het moderne huwelijk beschreef, met alle wantoestanden, die in dat -huwelijk bekrachtigd zijn, schreef Mandeville: “De fijne mijnheer, waar ik van sprak, -behoefde geen grootere zelfverloochening te toonen dan de wilde, en deze handelt meer -in overeenstemming met de wetten van natuur en waarheid dan hij. De man, die aan zijn -lust voldoet, op de wijze, die de gewoonte van zijn land hem toestaat behoeft geen -veroordeeling te vreezen. Laat hij wellustiger zijn dan geiten of stieren, laat hem, -zoodra de ceremonie voorbij is, zich verzadigen en uitputten aan vreugde en extases -van genot, laat hij zijn lust afwisselend aanwakkeren en verzadigen, zoo overvloedig -als zijn kracht en mannelijkheid het hem willen veroorloven. Hij kan veilig lachen -om de wijze menschen, die hem zouden kunnen veroordeelen: al de vrouwen en meer dan -negen van de tien mannen zijn op zijn hand; ja, hij kan zich zelfs verhoovaardigen -op de kracht van zijn ongebreidelde hartstochten, en hoe meer hij wentelt in wellust -en alles in zich er op spant om uitgelaten wellustig te zijn, des te eerder zal hij -de welwillendheid ondervinden en de liefde winnen van de vrouwen, niet van de jonge, -ijdele, en wulpsche alleen, maar van de voorzichtige, ernstige, en verstandigste matrones”. -<span class="pagenum">[<a id="pb334" href="#pb334">334</a>]</span></p> -<p>Zoo is de aanklacht, ingebracht tegen ons huwelijkssysteem van het standpunt van moraal, -deze, dat het de sexueele verhouding ondergeschikt maakt aan overwegingen van geld -en van wellust. En dat is juist het kenmerk van de prostitutie.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het eenige wettige moreele doel van het huwelijk—of we het beschouwen uit het ruimere -biologische standpunt of uit het oogpunt van de menschelijke maatschappij—is die van -een sexueele keuze, gedaan overeenkomstig de wetten van de sexueele keuze, en die -tot direct doel heeft een samenleven van volkomen wederkeerige liefde en als indirect -doel de voortplanting van het ras. Als niet de voortplanting deel uitmaakt van het -doel van het huwelijk, dan heeft de maatschappij er niets hoegenaamd mee te maken -en dan heeft ze geen recht haar stem te laten hooren. Maar als de voortplanting een -van de doeleinden van het huwelijk is, dan is het uit biologische en maatschappelijke -gezichtspunten dringend noodig, dat geen invloeden behalve de juiste natuurlijke invloed -der sexueele keuze bij het vormen der paren zullen gelden, want indien bij de sexueele -keuze tusschenbeide gekomen wordt, is het waarschijnlijk, dat het nageslacht nadeel -zal ondervinden en de belangen van het ras zullen geschaad worden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Men moet natuurlijk goed begrijpen, dat het denkbeeld van het huwelijk als een vorm -van sexueele vereeniging, gebaseerd niet op biologische, maar op economische overwegingen, -zeer oud is, en dat het soms gevonden wordt in maatschappijen, die bijna in den natuurstaat -zijn. Ieder keer echter, dat het huwelijk op een zuivere basis van bezit, en zonder -voldoenden eerbied voor de sexueele keuze voorgekomen is onder betrekkelijk primitieve -en krachtige volken, is het in hooge mate van zijn slechte gevolgen ontdaan door de -besliste erkenning van zijn enkel economisch karakter, en door de afwezigheid van -iedere poging om, ook maar in naam, andere sexueele verhoudingen te onderdrukken, -die op een natuurlijker basis berustten en buiten dezen kunstmatigen vorm van het -huwelijk ontstaan waren. Vooral polygamie werkte er toe mede om vereenigingen op economische -basis te verbinden aan vereenigingen op natuurlijke sexueele basis. Ons modern huwelijkssysteem -heeft echter een kunstmatige starheid gekregen, die de mogelijkheid van deze natuurlijke -veiligheidsklep en vergoeding uitsluit. Welke de werkelijke moreele inhoud ervan ook -zij, een modern huwelijk is altijd “wettig” en “heilig”. Wij zijn zoo gewend aan economische -huwelijksvormen, dat, zooals Sidgwick naar waarheid opmerkte (<i lang="en">Method of Ethics</i>, dl. II, hoofdst. XI) als van die vormen gesproken wordt als van “gewettigde prostitutie” -het voortdurend voorkomt, dat men voelt, dat “de phrase buitensporig en paradox is”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Een man, die om geld of ambitie trouwt, wijkt af van de biologische en moreele doeleinden -van het huwelijk. Een vrouw, die zich voor het leven verkoopt, staat moreel op hetzelfde -niveau als eene, die zich voor een nacht verkoopt. Het feit, dat het loon grooter -schijnt te zijn, dat ter vergoeding van het verleenen van bepaalde huiselijke diensten -en bepaalde persoonlijke gedienstigheden—diensten en gedienstigheden, waarin ze misschien -in het geheel niet deskundig is—zij zich een schuilplaats verzekert, waar ze gevoed -en gekleed en geherbergd wordt voor het leven, <span class="pagenum">[<a id="pb335" href="#pb335">335</a>]</span>maakt geen verschil in het moreele aanzien van de zaak. De moreele verantwoordelijkheid -is, we behoeven het nauwelijks te zeggen, zeker evenzeer aan den kant van den man -als aan dien van de vrouw. Verkeerde resultaten zijn dikwijls het gevolg van de onwetendheid -en de onverschilligheid van de mannen, die dikwijls weinig of niets af weten van den -aard der vrouwen en van de kunst van liefhebben. De onnoozelheid, waarmee zelfs mannen, -die, naar men zou meenen, toch niet zonder ervaring konden zijn, als echtgenoote een -vrouw kiezen, die, hoe mooi en bekoorlijk zij ook zijn mag, geen van de eigenschappen -bezit, die haar minnaar werkelijk verlangt, is een voortdurend wonder. Zich te onthouden -van het onderzoeken en beproeven van het humeur en de eigenaardigheden van de vrouw, -die hij tot echtgenoote wenscht, is ongetwijfeld een beminnelijke trek van nederigheid -aan de zijde van den man. Maar het is wel zeker, dat een man nooit tevreden moest -zijn met minder dan het beste van wat de ziel en het lichaam van een vrouw kunnen -geven, hoe onwaardig hij zich ook moge voelen voor zulk een bezit. Deze eisch, we -moeten het opmerken, is het hoogste belang van de vrouw zelf. Een vrouw kan een man -tenminste een deel van de geheimen van het heelal openbaren. De vrouw, die neerdaalt -tot het niveau van een candidate voor een inrichting voor behoeftigen, verlaagt zich. -</p> -<p>Onze beschouwing over de psychische sexueele feiten heeft ons dus, zullen we zien, -gebracht tot de kwestie der moraal. Telkens weer is bij het uiteenzetten van de verschijnselen -der prostitutie noodig geweest het woord “moreel” te gebruiken. Dat woord is echter -vaag en kan zelfs op een dwaalspoor leiden, omdat het verschillende beteekenissen -heeft. Tot dusverre is het aan den intelligenten lezer overgelaten geweest, zooals -hij wel bemerkt zal hebben, uit het verband op te maken in welke beteekenis het woord -gebruikt werd. Maar op het punt waar we nu zijn gekomen, is het, voordat wij overgaan -tot het bespreken van de sexueele psychologie, noodig, om dubbelzinnigheid te vermijden, -den lezer in herinnering te brengen, wat precies de voornaamste beteekenissen zijn, -waarin het woord “moreel” gewoonlijk gebruikt wordt. -</p> -<p>De moraal, waarmee ethische verhandelingen te maken hebben, is <i>theoretische moraal</i>. Ze handelt over datgene, wat menschen behoorden te doen—of wat voor hen goed is -te doen. Socrates b.v. houdt zich in zijn dialogen van Plato met die theoretische -moraal bezig, als hij de vraag bespreekt: wat de menschen in hun handelingen “moeten” -zoeken? De groote massa der ethische literatuur—tot nog kort geleden toe mochten we -zeggen de geheele literatuur—handelt over deze kwestie. Die theoretische moraal is -eer een studie dan een wetenschap, want de wetenschap kan alleen gebaseerd zijn op -wat is, niet op wat behoorde te zijn. -<span class="pagenum">[<a id="pb336" href="#pb336">336</a>]</span></p> -<p>Zelfs in de sfeer van de theoretische moraal zijn er twee zeer verschillende soorten -van moraal, zoo verschillend, dat de eene de andere soms zelfs als vijandig beschouwt, -of op zijn best alleen, uit beleefdheid, met een tintje van minachting als “moreel”. -Deze twee soorten van moraal zijn de <i>traditioneele moraal</i> en de <i>ideëele moraal</i>. De traditioneele moraal is gebaseerd op de lang ingestelde gewoonten van een gemeenschap -en bezit de stabiliteit van alle theoretische ideeën, die gebaseerd zijn op het vroegere -maatschappelijke leven en die ieder individu, dat in de gemeenschap geboren is, van -zijn vroegste jaren af omringen. Het wordt de stem van het geweten, die automatisch -spreekt ten gunste van al de regels, die zoo stevig ingeprent zijn, zelfs als het -individu zelf ze niet meer aanneemt. Vele menschen bij voorbeeld, die in hun jeugd -opgevoed zijn in de puriteinsche heiliging van den Zondag, zullen zich herinneren, -hoe, lang nadat zij opgehouden hadden te gelooven, dat zulk een heiliging “goed” was, -toch, bij het schenden ervan, het protest van de automatisch gewekte stem van het -“geweten” hooren, dat is te zeggen de uitdrukking in het individu van gewoonteregels, -die wel opgehouden hebben voor hem bindend te zijn, maar die dat wel waren voor de -gemeenschap waarin hij werd opgevoed. -</p> -<p>Ideëele moraal aan den anderen kant heeft geen betrekking op het verleden van de gemeenschap, -maar op de toekomst ervan. Ze is gebaseerd, niet op de oude maatschappelijke daden, -die verouderd beginnen te worden, en <span class="corr" id="xd29e8180" title="Bron: mischien">misschien</span> zelfs tegenmaatschappelijk in hun werking, maar op nieuwe maatschappelijke daden, -die tot nog toe alleen in praktijk gebracht worden door een kleine, hoewel aangroeiende -minderheid van de gemeenschap. In den nieuwen tijd is Nietzsche een op den voorgrond -tredend voorvechter geweest van de ideëele moraal, de heldhaftige moraal van den pionier, -van het individu van de komende gemeenschap, tegenover de traditioneele moraal, of, -zooals hij het noemde, kudde-moraal, de moraal van de groote menigte. Deze twee soorten -van moraal zijn noodzakelijkerwijze aan elkander tegenovergesteld, maar wij moeten -in herinnering houden, dat ze beide gezond zijn en even slecht gemist kunnen worden, -niet alleen door hen, die ze aannemen, maar door de gemeenschap, waarin ze beide samenwerken -om ze in evenwicht te houden. We hebben ze bij voorbeeld beide zien toepassen op de -kwestie van de prostitutie; traditioneele moraal verdedigt de prostitutie, niet om -haar zelfs wille, maar terwille van het huwelijkssysteem, dat ze als kostbaar genoeg -beschouwt om een opoffering waard te zijn, terwijl de ideëele moraal weigert de noodzakelijkheid -der prostitutie aan te nemen, en uitziet naar de verbeteringen in het huwelijkssysteem -die de prostitutie zullen veranderen en verminderen. -</p> -<p>Maar geheel buiten de theoretische moraal, of de kwestie wat <span class="pagenum">[<a id="pb337" href="#pb337">337</a>]</span>de menschen “moesten” doen, blijft de <i>praktische moraal</i>, of de kwestie wat in werkelijkheid de menschen doen. Dit is de werkelijk fundamenteele -en essentieele moraal. Het Latijnsche <i lang="la">mores</i> en het Grieksche êthos hebben beide betrekking op de <i>gewoonte</i>, op de dingen, die zijn, en niet op de dingen, die behoorden te zijn, behalve in -de indirecte en tweede beteekenis, dat datgene wat de leden van de gemeenschap werkelijk -gezamenlijk, of “en masse” doen, is hetgeen zij voelen, dat zij moeten doen. In de -eerste plaats echter werd een moreele daad gedaan, niet omdat men voelde, dat ze gedaan -moest worden, maar om redenen van veel dieper en veel instinctiever aard<a class="noteref" id="xd29e8194src" href="#xd29e8194">2</a>. Ze werd niet gedaan omdat men voelde, dat ze gedaan moest worden, maar men voelde, -dat ze gedaan moest worden, omdat het werkelijk de gewoonte was geworden ze te doen. -</p> -<p>De daden van een gemeenschap worden bepaald door de levensbehoeften van die gemeenschap -onder de speciale omstandigheden van haar beschaving, haar tijd en haar land. Als -het de algemeene gewoonte is voor kinderen om hun bejaarde ouders te dooden, dan wordt -er altijd bevonden, dat deze gewoonte het best is niet alleen voor de gemeenschap -maar voor de oude menschen zelf, die het wenschen; de daad is zoowel praktisch als -theoretisch moreel<a class="noteref" id="xd29e8206src" href="#xd29e8206">3</a>. En als, zooals bij ons, de ouden in leven worden gehouden, dan is die daad ook praktisch -en theoretisch moreel; ze hangt op geenerlei wijze af van eenige wet of regel, die -ons verbiedt iemand het leven te benemen, want wij dragen immers roem op het dooden -van onzen medemensch onder den <span class="corr" id="xd29e8212" title="Bron: patriotschen">patriottischen</span> naam van “oorlog”, en zijn er tamelijk onverschillig onder als dit dooden door ons -systeem van industrie geëischt wordt, maar het dooden van oude menschen bevredigt -tegenwoordig geen enkele maatschappelijke behoefte; hun behoud daarentegen wel. Het -dooden van een mensch is werkelijk zooals bekend is een daad, die op verschillende -tijden en in verschillende landen zeer varieert in haar moreele waarde. Het was in -Engeland twee eeuwen en minder geleden volkomen moreel een mensch te dooden voor geringe -vergrijpen tegen den eigendom, want zulk een straf scheen aan den algemeenen zin van -de beschaafde gemeenschap wenschelijk toe. Tegenwoordig zou het beschouwd worden als -zeer immoreel. Wij beginnen er nu eerst aan te twijfelen, of het wel moreel is een -meisje ter dood te veroordeelen of haar leven lang in de gevangenis te sluiten, dat -bij de geboorte haar kind doodde, alleen <span class="pagenum">[<a id="pb338" href="#pb338">338</a>]</span>omdat ze tegen alle natuurlijke instincten in, gedreven werd door het primitieve instinct -van zelfverdediging. Er kan niet gezegd worden, dat we er al aan zijn gaan twijfelen -of het moreel is menschen in den oorlog te dooden, hoewel we het dooden van vrouwen -en kinderen, of zelfs van niet-vechtenden in het algemeen niet meer goedkeuren. Iedere -eeuw en ieder land heeft zijn eigen moraal. -</p> -<p>“De gewoonte, in de strikte beteekenis van het woord”, zegt Westermarck terecht, “sluit -een moreelen regel in zich … De maatschappij is de school, waar de menschen leeren -onderscheid te maken tusschen goed en kwaad. De leermeester is de gewoonte”<a class="noteref" id="xd29e8219src" href="#xd29e8219">4</a>. De gewoonte is niet alleen de basis van de moraal, maar ook van de wet. “Gewoonte -is wet”<a class="noteref" id="xd29e8225src" href="#xd29e8225">5</a>. Het veld der theoretische moraal is zoo’n betooverende speelplaats geworden voor -knappe philosofen, dat er soms gevaar is geweest om te gelooven, dat het ten slotte -niet de theoretische moraal is, maar de praktische, de kwestie van wat de menschen -in de massa der gemeenschap werkelijk doen, die de werkelijke stof levert voor de -moraal<a class="noteref" id="xd29e8231src" href="#xd29e8231">6</a>. Als wij meer precies definieeren wat wij praktisch met moraal bedoelen, dan kunnen -we zeggen, dat zij is samengesteld uit de gewoonten, die de meerderheid van de leden -van een gemeenschap beschouwt als bevorderlijk aan het welvaren van de gemeenschap -op een bepaalden tijd en een bepaalde plaats. Het is om deze reden—d.i. omdat het -een kwestie is van wat is en niet alleen van wat sommigen meenen dat moest zijn—dat -de praktische moraal het gepaste onderwerp vormt voor de wetenschap. “Als het woord -“ethica” gebruikt moet worden als naam voor een wetenschap”, zegt Westermarck, “dan -kan het onderwerp van die wetenschap alleen zijn het bestudeeren van het moreele bewustzijn -als een feit”<a class="noteref" id="xd29e8243src" href="#xd29e8243">7</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb339" href="#pb339">339</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first">De <i lang="en">History of European Morals</i> van Lecky is een studie in praktische, veeleer dan in theoretische moraal. Het groote -werk van Westermarck, <i lang="en">The Origin and Development of the Moral Ideas</i> is een meer modern voorbeeld van de objectief wetenschappelijke bespreking van de -moraal, hoewel dit misschien niet duidelijk uit den titel blijkt. Het is in zijn wezen -een beschrijving van de werkelijke historische feiten van wat geweest is, en niet -van wat “behoorde” te zijn. <i lang="en">Morals in Evolution</i> van Mr. L. T. Hobhouse, dat op bijna denzelfden tijd uitkwam, is evenzeer een werk, -dat, terwijl het onloochenbaar feiten behandelt, <abbr title="dat zijn">d.z.</abbr> regels en instellingen, en de taak verwerpt van te zijn “de geschiedenis van het -levensgedrag”, zich toch beperkt tot die regels, die “inderdaad het normale gedrag -vormen van den gemiddelden mensch” (deel I, p. 26). Met andere woorden, het is in -zijn kern een geschiedenis van praktische moraal en niet van theoretische moraal. -Een van de scherpzinnigste en fijnste van de nu levende schrijvers, M. Jules de Gaultier, -heeft in verschillende van zijn boeken, en vooral in zijn <i lang="fr">La Dépendance de la Morale et l’Indépendance des Moeurs</i> (1907), het begrip moraal op vrijwel gelijke wijze ontleed. <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Regels, die betrekking hebben op het levensgedrag, zijn evenals andere regels door -de ervaring gegeven, zoodat de moraal, of de som van de wetten, die op een of ander -tijdstip van de historische ontwikkeling op het menschelijk handelen zijn toegepast, -van gewoonten afhangt”. Ik verwijs ook naar de meesterlijke uitbeelding van deze opvatting -over de moraal in <i lang="fr">La Morale et la Science des Moeurs</i> van Lévy-Bruhl (er bestaat een Engelsche vertaling van).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Praktische moraal is dus het stevige, natuurlijke feit, dat de biologische grondslag -vormt van de theoretische zedeleer, hetzij deze traditioneel of ideëel is. De buitensporige -vrees, die in zoo hooge mate onder de menschen verspreid is, om de moraal te kwetsen, -is misplaatst. Wij kunnen de moraal niet kwetsen, al kunnen we ons zelf kwaad doen. -De moraal is gebaseerd op de natuur en kan op zijn hoogst alleen maar gewijzigd worden. -Zooals Crawley terecht zegt<a class="noteref" id="xd29e8276src" href="#xd29e8276">8</a>, zelfs de categorische eischen van onze moreele tradities, wel verre van zooals dikwijls -algemeen geloofd wordt, pogingen te zijn om de natuur te onderdrukken, ontstaan uit -een pogen om de natuur te hulp te komen; zij zijn eenvoudig een poging om de natuurlijke -aandriften in bepaalde termen te vatten. Het nadeel ervan is, dat ze, zooals alles -wat star en dood wordt, meestal langer duren dan het tijdperk, waarin zij een weldadige, -levende reactie vormden op de omgeving. Zoo roepen zij nieuwe vormen van de ideëele -moraal in het leven; en de praktische moraal ontwikkelt nieuwe vormen, die in overeenstemming -zijn met nieuwe levende verhoudingen, om in de plaats te komen van oudere en verdorde -tradities. -</p> -<p>Er bestaat duidelijk een nauw verband tusschen theoretische moraal en praktische of -eigenlijke moraal. Want niet alleen is de <span class="pagenum">[<a id="pb340" href="#pb340">340</a>]</span>theoretische moraal het bewust worden van erkende gewoonten, die in het algemeene -leven in de gemeenschap belichaamd zijn, maar, na aldus bewust geworden te zijn, werkt -ze terug op die gewoonten en ondersteunt of wijzigt ze, door zijn eigen groei. Deze -inwerking is verschillend, naarmate wij te doen hebben met de eene of andere scherp -bepaalde afdeeling van de theoretische moraal: de traditioneele moraal, die den levensgroei -van moreele gewoonten tegenhoudt, of de ideëele en vooruitstrevende moraal, die den -levensgroei van moreele gewoonten bevordert. Praktische moraal, of eigenlijke moraal -kan gezegd worden tusschen deze twee afdeelingen van de theoretische moraal in te -staan. De praktijk volgt altijd op de vooruitstrevende theoretische moraal, in zoover -natuurlijk ideëele moraal vooruitstrevend is en niet, zooals zoo dikwijls gebeurt, -op niets uitloopt. Traditioneele moraal volgt altijd de praktijk. Het resultaat is, -dat, terwijl de werkelijke moraal, die te eeniger tijd op een of andere plaats gewoonte -is, altijd in nauw verband staat met de theoretische moraal, ze toch nooit precies -met een van haar vormen kan overeenkomen. Ze bereikt de ideëele moraal en is de traditioneele -moraal altijd vooruit. -</p> -<p>Het was hier noodig om bepaaldelijk de drie voornaamste vormen te definieeren, waarvoor -het woord “moraal” gebruikt wordt, hoewel ze onder den een of anderen vorm wel aan -den lezer bekend moeten zijn. Bij de bespreking van de prostitutie is het gemakkelijk -geweest het gewone gebruik te volgen, waarbij de speciale beteekenis van het woord -uit den samenhang bleek. Maar nu we ons voor het oogenblik direct met de speciale -beteekenis van de evolutie der sexueele moraal bezig houden, moeten we meer precies -zijn in het formuleeren van de woorden, die we gebruiken. In dit hoofdstuk, behalve -als het anders vastgesteld is, houden wij ons in de eerste plaats bezig met de eigenlijke -moraal, met het werkelijk gedrag, zooals het voorkomt in de massa van de gemeenschap, -en alleen in de tweede plaats met de vooruitstrevende of de traditioneele moraal. -</p> -<p>Sexueele moraal is, evenals andere soorten van moraal, noodzakelijk samengesteld uit -geërfde tradities, gewijzigd door aanpassing aan de veranderende maatschappelijke -omgeving. Als de invloed van de traditie te veel uitgesproken wordt, dan geraakt het -moreele leven veelal in verval en verliest zijn geschiktheid om zich aan het leven -aan te passen. Als het aanpassingsvermogen te groot wordt, wordt het moreele leven -onvast en verliest zijn autoriteit. Het is alleen door een redelijke synthese van -bouw en functie—van wat het traditioneele genoemd wordt met wat het ideëele genoemd -wordt—dat het moreele leven zijn autoriteit kan bewaren, zonder zijn praktische waarde -te verliezen. Velen, zelfs onder hen die zich moralisten noemen, hebben dit moeilijk -kunnen<a id="xd29e8298"></a> begrijpen. In een vergeefsch streven naar een <span class="pagenum">[<a id="pb341" href="#pb341">341</a>]</span>onbestaanbaar streng logisch redeneeren hebben zij òf te veel den nadruk gelegd op -den <span class="corr" id="xd29e8302" title="Bron: ideeëlen">ideëelen</span> invloed op de praktische moraal, òf, nog meer, op den traditioneelen invloed, die -zich aan hen heeft opgedrongen door de indrukwekkende autoriteit, die haar gezegden -schijnen te hebben. De resultaten hiervan in de sfeer, met welke wij hier te doen -hebben, zijn dikwijls ongelukkig geweest, want geen maatschappelijke impuls geraakt -zoo gemakkelijk in opstand tegen verouderde tradities, is zoo geneigd tot vulkanische -uitbarstingen als de geslachtsdrift. -</p> -<p>Wij zijn gewend ons tegenwoordig huwelijkssysteem te identificeeren met “moraal” in -het abstracte, en voor vele menschen, misschien wel voor de meeste, is het moeilijk -zich voor oogen te stellen, dat de langzame en onmerkbare beweging, die in den tegenwoordigen -tijd voortdurend op het maatschappelijke leven inwerkt evenals in iederen anderen -tijd, onze sexueele moraal ten diepste raakt. Een overgang van waardebepalingen heeft -voortdurend plaats; wat eens de eigenlijke standaard was der moraal wordt immoreel, -wat eens zonder twijfel immoreel was, wordt moreel. Zulk een proces is bijna even -verwarrend als twee duizend jaar geleden voor de Europeesche wereld de groote strijd -tusschen de stad Rome en de Christelijke kerk was, toen het noodig werd te erkennen, -dat, wat Marcus Aurelius, het groote voorbeeld van moraliteit getracht had uit te -roeien, omdat het zonder twijfel immoreel<a class="noteref" id="xd29e8307src" href="#xd29e8307">9</a> was, beschouwd begon te worden als de hoogste standaard der moraal. De klassieke -wereld beschouwde liefde en medelijden en zelfopoffering als weinig beter dan zwakheid -en soms als nog erger; de Christelijke wereld beschouwde ze niet alleen als moreele -zaken, maar incarneerde ze in een God. Onze sexueele moraal heeft ook natuurlijke -menschelijke emoties buiten beschouwing gelaten en is niet in staat om hen te begrijpen, -die verklaren dat het vasthouden aan verkeerde traditioneele wetten, die tegenovergesteld -zijn aan de levensbehoeften van menschelijke maatschappijen, niet moreel is, maar -immoreel. -</p> -<p>De reden waarom de geleidelijke evolutie van de moreele ideeën, die voortdurend in -de sexueele sfeer plaats vindt, tenminste onder ons, een stadium begint te bereiken -waarop er een tegenstelling schijnt te zijn tusschen verschillende standaards ligt -in het feit, dat tot nog toe in het geheel geen specifiek sexueele moraal<a class="noteref" id="xd29e8315src" href="#xd29e8315">10</a> bestond. Dat zal misschien eerst verwonderlijk toeschijnen aan <span class="pagenum">[<a id="pb342" href="#pb342">342</a>]</span>ieder, die nadenkt over het ontzettende gewicht, dat gewoonlijk gehecht wordt aan -“sexueele moraal”. En het is ongetwijfeld waar, dat wij een moraal hebben, die wij -toepassen op de sexueele sfeer. Maar die moraal is er een, die voornamelijk behoort -tot de sfeer van den eigendom en ze heeft zich in zeer ruime mate ontwikkeld op een -basis van bezit. Al de historici over moraal in het algemeen en van het huwelijk in -het bijzonder, hebben dit feit op den voorgrond gesteld en het geïllustreerd met een -massa historisch materiaal. Wij hebben tot nog toe geen algemeen erkende sexueele -moraal, die op de specifieke sexueele feiten van het leven gebaseerd is. Dat wordt -eerst recht duidelijk als wij ons het grondfeit voor oogen stellen, dat de sexueele -verhouding gebaseerd is op liefde, op zijn allerminst op sexueel verlangen, en dat -die basis zoo’n diepen grond heeft, dat ze zelfs physiologisch is, want als zulk sexueel -verlangen niet bestaat, is het physiologisch onmogelijk voor een man omgang met een -vrouw te hebben. Iedere specifieke sexueele moraal moet op dat feit gebaseerd zijn. -Maar onze zoogenaamde “sexueele moraal”, wel verre van op dat feit gebaseerd te zijn, -tracht het geheel buiten beschouwing te laten. Het maakt contracten, het regelt sexueele -verhoudingen van tevoren, het neemt op zich duurzaamheid van sexueele inclinaties -te garandeeren. Dat is te zeggen, dat het overwegingen invoert van een soort, die -volkomen gezond zijn in de economische sfeer, waartoe deze overwegingen rechtens behooren, -maar die belachelijk weinig passen bij de sexueele sfeer, waarop ze plechtig worden -toegepast. De economische verhoudingen van het leven in den ruimsten zin zijn, zooals -we zullen zien, buitengemeen belangrijk in de evolutie van eene gezonde sexueele moraliteit, -maar zij behooren tot de voorwaarden van zijn ontwikkeling en vormen niet zijn basis<a class="noteref" id="xd29e8325src" href="#xd29e8325">11</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het feit dat, uit het standpunt van de wet, het huwelijk oorspronkelijk een instelling -is om de eigendomsrechten te verzekeren en de erfenisrechten, wordt geïllustreerd -door de Engelsche echtscheidingswet van tegenwoordig. Volgens deze wet heeft een man, -als zijn vrouw sexueelen omgang heeft met een anderen man dan haar echtgenoot, het -recht echtscheiding aan te vragen; als echter de man omgang heeft met een andere vrouw -dan de zijne, dan heeft zij geen recht op echtscheiding; dat kan alleen als hij bovendien -wreed jegens haar geweest is, of haar verlaten heeft; uit een standpunt van ideëele -moraal is zulk een wet in ’t oog springend onbillijk; ze is dan ook in bijna alle -beschaafde landen afgeschaft behalve in Engeland. -</p> -<p>Maar van het standpunt van bezit en erfenis is ze zeer begrijpelijk en om die reden -heeft ze nog den steun van de meerderheid der Engelschen. Als de vrouw omgang heeft -met andere mannen, dan is er gevaar, dat het bezit <span class="pagenum">[<a id="pb343" href="#pb343">343</a>]</span>van den man geërfd zal worden door een kind, dat het zijne niet is. Maar de sexueele -omgang van den man met andere vrouwen wordt niet door zulk een gevaar gevolgd. De -ontrouw van de vrouw is een ernstige beleediging van den eigendom; de ontrouw van -den man is geen beleediging van den eigendom, en daarom kan ze met geen mogelijkheid -beschouwd worden als een reden tot echtscheiding uit het wettelijk standpunt. Het -feit, dat echtbreuk van den man gecompliceerd met wreedheid, zulk een reden is, is -alleen maar een concessie aan het moderne gevoel. Toch heeft, zooals Helene Stöcker -naar waarheid zegt (“<span lang="de">Verschiedenheit im Liebesleben des Weibes und des Mannes</span>”, <i lang="de"><span class="corr" id="xd29e8341" title="Bron: Zeitschrtft">Zeitschrift</span> für Sexualwissenschaft</i>, Dec., 1908) een getrouwd man, die een niet erkend kind heeft bij een vrouw buiten -het huwelijk, een daad gedaan, die even ernstig tegenmaatschappelijk is als een getrouwde -vrouw, die een kind heeft zonder te erkennen, dat haar man niet de vader is. In het -eerste geval heeft de man, in het tweede geval de vrouw, een te groote verantwoordelijkheid -gelegd op een ander persoon. (Hetzelfde punt is op den voorgrond gesteld door den -schrijver van <i lang="en">The Question of English Divorce</i>, p. 56). -</p> -<p>Ik leg hier den nadruk op het economisch element in onze sexueele moraal, omdat dat -het element is, hetwelk er een soort van standvastigheid aan gegeven heeft en in de -wet is vastgelegd. Maar als we onze sexueele moraal van een ruimer standpunt beschouwen, -dan kunnen we wel niet anders of we zien het oude element van ascetisme, dat er godsdienstigen -hartstocht en godsdienstige heiliging aan gegeven heeft. Onze sexueele moraal is dus -in werkelijkheid een bastaard, geboren uit de vereeniging van eigendoms-moraal en -primitieve ascetische moraal, die geen van beide in de ware verhouding staan tot de -levensfeiten van het sexueele leven. Het is werkelijk het eigendoms-element, dat, -met een paar inconsequenties tenslotte het hoofdelement geworden is van onze wet, -maar het ascetische element heeft een belangrijke rol gespeeld bij het vormen van -het populaire gevoel en bij het scheppen van een houding van afkeuring jegens sexueelen -omgang <i>per se</i>, hoewel zulke omgang beschouwd wordt als een essentieel deel van de op eigendom gebaseerde -en godsdienstig gesanctionneerde instelling van het wettig huwelijk. -</p> -<p>De verheerlijking van de maagdelijkheid leidde in onmerkbare overgangen, tot het bestempelen -van de “ontucht” als doodzonde, en ten slotte als een werkelijke wereldsche “misdaad”. -Er wordt soms gezegd, dat het niet voor het Concilie van Trente geweest is, dat de -Kerk formeel allen in den ban deed, die meenden, dat de huwelijksstaat hooger was -dan de maagdelijke staat, maar men had die meening min of meer vormelijk reeds vroeger -geuit, bijna van de vroegste tijden van het Christendom af, en dat blijkt duidelijk -uit de brieven van Paulus. Alle theologen zijn het er over eens, dat ontucht een doodzonde -is. Caramuel, de beroemde Spaansche theoloog, die ongewone concessies deed aan de -eischen van de rede en van de natuur, meende, dat ontucht alleen maar een kwaad is, -omdat het verboden is, maar Innocentius XI verwierp deze clausule formeel. Ontucht -als een doodzonde werd langzamerhand verwereldlijkt tot ontucht als een misdaad. Ontucht -was in Frankrijk in de achttiende eeuw nog een misdaad, zooals Tarde bij zijn historische -nasporingen van een crimineel proces in <span class="corr" id="xd29e8354" title="Bron: Perigord">Périgord</span> ontdekte; echtbreuk was ook een zonde en werd streng gestraft, volkomen onafhankelijk -van eenige klacht van een van de beide partijen (Tarde, “<span lang="fr">Archéologie Criminelle en Périgord</span>”, <i lang="fr">Archives de <span class="corr" id="xd29e8362" title="Bron: l’ Anthropologie">l’Anthropologie</span> Criminelle</i>, Nov. 15, 1898). -</p> -<p>De Puriteinen uit de dagen van Cromwell in Engeland (evenals de Puriteinen in Genève) -volgden het voorbeeld der Katholieken en namen beleedigingen van de geestelijkheid -tegen de kuischheid in de wereldsche wet op. Bij een acte van het Parlement, aangenomen -in 1653, werd ontucht strafbaar gesteld met gevangenisstraf van drie maanden voor -beide partijen. Bij dezelfde acte werd echtbreuk van de vrouw (van den man wordt niets -gezegd) gemaakt tot misdaad, zoowel voor haar als voor haar deelgenoot in de schuld -en daarom wordt ze strafbaar gesteld met den dood (Scobell, <i lang="en">Acts and Ordinances</i>, p. 121)</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb344" href="#pb344">344</a>]</span></p> -<p>De werking van een valsche moraal, zooals onze sexueele moraal geweest is, is als -die van een tweesnijdend zwaard. Aan den eenen kant voert ze tot een geheime en huichelachtige -laksheid, aan den anderen kant ondersteunt ze een star en dood reglementenboek, waarvan -maar zoo weinigen de voorschriften constant kunnen opvolgen, dat de theoretische moraal -daardoor verlaagd wordt tot een min of meer ledigen vorm. “Het menschelijk ras zou -veel winnen”, zeide de wijze <span class="corr" id="xd29e8375" title="Bron: Senancourt">Senancour</span>, “als de deugd niet zoo moeilijk gemaakt werd. De verdienste zou dan niet zoo groot -zijn, maar wat is het nut van een hoogte van volkomenheid, waarop men zich maar zelden -kan handhaven?”<a class="noteref" id="xd29e8378src" href="#xd29e8378">12</a>. Tegenwoordig hebben wij, zooals Ellen Key, een latere moralist, het uitdrukt, alleen -maar een immoraliteit, die de ondeugd begunstigt en de deugd niet te bereiken maakt; -en zij roept dan ook met vergefelijke overdrijving uit, dat het prediken voor den -jongen mensch van een gezondere moraal, zonder tevens de maatschappij te veroordeelen, -die de overheerschende immoraliteit aanmoedigt, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>erger is dan dwaasheid, dat het misdaad is”. -</p> -<p>In de richting, waarin <span class="corr" id="xd29e8395" title="Bron: Senancourt">Senancour</span> een eeuw geleden en Ellen Key nu, groote pioniers zijn, bewegen de nieuwe vormen -van de vooruitstrevende of ideale theoretische moraal zich voorwaarts, volgens de -algemeene neiging in de moraal, van de traditioneele moraliteit en zelfs van de praktijk. -</p> -<p>Er is een groote moderne beweging, die duidelijk aantoont, dat de sexueele moraal -zich tegenwoordig beweegt naar een nieuw standpunt. Dit is de veranderende houding -van de massa der gemeenschap zoowel jegens het burgerlijk huwelijk als jegens het -godsdienstig huwelijk, en de aangroeiende neiging om staatsinmenging in sexueele verhoudingen -af te keuren, onafhankelijk van de kinderproductie. -</p> -<p>Er is ongetwijfeld onder de onderste lagen der bevolking van Europa altijd een neiging -geweest sexueele verhoudingen aan te gaan zonder de officieele heiliging totdat zulke -verhoudingen zich goed bevestigd hebben en totdat de hoop op een nageslacht gerechtvaardigd -is. Deze neiging heeft zich gecristalliseerd in erkende gewoonten onder ontelbare -landelijke gemeenschappen, die weinig last hebben van de storende invloeden van de -buitenwereld of de beperkende invloeden van theologisch Christelijke begrippen. Maar -in den tegenwoordigen tijd is deze neiging niet beperkt tot de meer primitieve en -afgezonderde gemeenschappen van Europa, onder wie ze juist begint uit te sterven. -Het is een ontwijfelbaar feit, zegt Professor Bruno Meyer, dat veel meer dan de helft -van den sexueelen omgang nu plaats vindt buiten het <span class="pagenum">[<a id="pb345" href="#pb345">345</a>]</span>huwelijk<a class="noteref" id="xd29e8404src" href="#xd29e8404">13</a>. Vooral onder de intelligente klassen en in bloeiende en vooruitgaande gemeenschappen -is deze beweging merkbaar. Wij zien door de geheele wereld het praktische gezond verstand -van de menschen zich vormen in de richting, waarvan de ideëele moralisten de pioniers -geweest zijn, die onveranderlijk voorafgaan aan den nieuwen groei van de praktische -moraal. -</p> -<p>De vrijwillig kinderlooze huwelijken van tegenwoordig hebben de mogelijkheid bewezen -van zulke vereenigingen buiten het wettig huwelijk, en zulke vrije verbintenissen -kunnen voor vooruitstrevende menschen het huwelijk vervangen<a class="noteref" id="xd29e8415src" href="#xd29e8415">14</a>. De geleidelijke maar gestadige verhooging van den leeftijd voor het aangaan van -een wettig huwelijk wijst ook in dezelfde richting, hoewel ze niet alleen wijst op -een toename van vrije verbintenissen, maar op een toename van alle vormen van normale -en abnormale sexualiteit buiten het huwelijk. Zoo waren in Engeland en Wales in 1906 -maar 43 van de 1000 getrouwde mannen en 146 van de 1000 getrouwde vrouwen minderjarig, -terwijl de gemiddelde leeftijd voor de mannen 28.6 jaar en voor de vrouwen 26.4 jaar -was. Voor de mannen is de leeftijd zoowat acht maanden gestegen in de laatste veertig -jaar, voor de vrouwen meer. In de groote steden, als Londen, waar de mogelijkheid -voor buitenechtelijk verkeer grooter is, is de leeftijd voor het wettige huwelijk -hooger dan op het land. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Als wij den leeftijd, waarop gemiddeld een wettig huwelijk gesloten wordt, moeten -beschouwen als de leeftijd, waarop de bevolking in sexueele verbintenissen treedt, -dan is die ongetwijfeld te laat. Beyer, een toonaangevend Duitsch neuroloog, vindt, -dat er even ernstige bezwaren zijn tegen vroege als tegen late huwelijken, en komt -tot de conclusie, dat in gematigde streken de beste leeftijd voor vrouwen om te trouwen -is het een en twintigste jaar, en voor mannen het vijf en twintigste jaar. -</p> -<p>Toch zijn, onder slechte economische omstandigheden en met een starre huwelijkswet -vroege huwelijken in ieder opzicht verkeerd. Bij de armen zijn zij een teeken van -groote armoede. De allerarmsten trouwen het eerst, omdat zij het gevoel hebben, dat -hun toestand niet erger worden kan. (Dr. Michael Ryan heeft veel belangwekkend bewijsmateriaal -verzameld over de oorzaken van het vroege huwelijk in Ierland in zijn <i lang="en">Philosophy of Marriage</i>, 1837, blz. 58–72). Onder de armen is een vroeg huwelijk dus altijd een ongeluk. -“Vele goede menschen”, zegt Mr. Thomas Holmes, secretaris van de <span lang="en">Howard Association</span> en zendeling bij de politiehoven (in een interview, <i lang="en">Daily Chronicle</i>, Sept. 8, 1909), “raden jongens en meisjes aan te trouwen om te voorkomen wat zij -noemen “schande”. Dit houd ik voor geheel verkeerd, en het leidt tot veel grootere -verkeerdheden, dan die het met mogelijkheid kan afwenden”. -</p> -<p>Vroege huwelijken zijn een van de meest gewone oorzaken, zoowel voor de prostitutie -als voor echtscheiding. Zij leiden in onnoemelijk veel gevallen tot prostitutie, zelfs -als geen uiterlijke scheiding plaats vindt. Het feit, dat zij tot <span class="pagenum">[<a id="pb346" href="#pb346">346</a>]</span>echtscheiding leiden, blijkt uit de veelbeteekenende omstandigheid, dat in Engeland, -hoewel maar 146 van de 1000 vrouwen onder de een en twintig zijn bij haar huwelijk, -toch van de vrouwen, die betrokken zijn in echtscheidingsprocessen er 280 van de 1000 -onder de een en twintig waren bij haar huwelijk, en deze tegenspraak is zelfs nog -grooter dan ze schijnt, want in de gegoede klassen, die zich alleen de luxe van een -echtscheiding kunnen veroorloven, is de normale leeftijd bij het huwelijk veel hooger -dan voor de bevolking in het algemeen. Onervarenheid, zooals lang geleden bewezen -werd, door Milton (die deze les te zijnen koste geleerd had), leidt tot schipbreuk -in het huwelijk. “Zij, die het wildst geleefd hebben”, schreef hij, “blijken het meeste -succes te hebben in hun huwelijk, omdat hun ongebonden genegenheden die ze naar believen -konden eindigen, zoovele echtscheidingen geweest zijn, waardoor ze ondervinding hebben -opgedaan”. -</p> -<p>Miss Clapperton raadt, wat de beschaafde standen betreft, zeer vroeg huwen aan, zelfs -nog tijdens het studentenleven, dat dan tot zekere hoogte naast het huwelijksleven -zou kunnen voortgezet worden (<i lang="en">Scientific Meliorism</i>, hoofdst. XVII). Ook Ellen Key raadt het vroege huwen aan. Maar zij voegt er wijselijk -aan toe, dat zulks de noodzakelijkheid in zich sluit van gemakkelijk echtscheiden. -Dat is werkelijk de eenige voorwaarde, waaronder vroeg huwen in het algemeen wenschelijk -kan zijn. Jonge menschen—tenzij zij een zeer eenvoudige en rustige natuur hebben—kunnen -nòch den loop van hun eigen ontwikkeling en hun sterkste behoeften voorspellen, nòch -nauwkeurig den aard en de kwaliteit van een andere persoonlijkheid taxeeren. Een huwelijk, -dat op zeer jeugdigen leeftijd gesloten is, houdt spoedig op in eenig opzicht behalve -den naam een huwelijk te zijn. Soms vraagt een jong meisje om scheiding van haar echtgenoot -op den dag na haar huwelijk.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De meer of minder duurzame vrije vereenigingen, die onder ons in Europa gevormd worden, -moeten gewoonlijk niet anders beschouwd worden dan als proefhuwelijken. Dat is te -zeggen, dat zij een voorzorg zijn, die wenschelijk gemaakt wordt door de onzekerheid, -zoowel aangaande de harmonie als de vruchtbaarheid van een vereeniging, voordat de -werkelijke proef is genomen, en door de onmogelijkheid in de praktijk om op andere -wijze een vergissing goed te maken, ten gevolge van de verouderde starheid van de -meeste Europeesche echtscheidingwetten. Zulke proefhuwelijken worden dus geëischt -door de voorzichtigheid en de wijsheid en naarmate het vooruit zien in de toekomst -met de ontwikkeling van de beschaving toeneemt, en voortdurend onder ons toeneemt, -mogen we verwachten, dat er een evenredige ontwikkeling zal zijn in de veelvuldigheid -van het proefhuwelijk en in de houding van de maatschappij jegens zulke vereenigingen. -De eenige uitweg—die een radicale hervorming in de Europeesche huwelijkswetten even -goedkoop en even gemakkelijk zal maken als de echtscheiding in een vrij huwelijk—kan -nog niet verwacht worden, want de wet komt altijd achteraan bij de publieke opinie -en het praktische levensgedrag. -</p> -<p>Als wij de zaak echter uit een ruimer historisch standpunt beschouwen, dan zien we, -dat we ons in tegenwoordigheid van een verschijnsel bevinden, dat, hoewel het door -moderne omstandigheden begunstigd wordt, toch zeer oud is en ver verspreid en <span class="pagenum">[<a id="pb347" href="#pb347">347</a>]</span>dat, wat Europa betreft, dateert uit den tijd, toen de kerk voor het eerst het kerkelijk -huwelijk trachtte op te dringen, zoodat het feitelijk een voortzetting is van de oude -Europeesche gewoonte van het privaathuwelijk. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Proefhuwelijken gaan door onmerkbare nuances over in de groep van gewoonten bij het -hof maken, die, terwijl ze de jonge menschen toestaan den nacht te zamen door te brengen, -in een positie van meerdere of mindere intimiteit, toch als regel, feitelijken sexueelen -omgang uitsluiten. Nachtelijke vrijage bloeit onder de soliede, krachtig gebouwde -bevolking van streken in Europa, die niet door aanraking met vreemden gedesorganiseerd -zijn. Zij schijnt vooral veel voor te komen in Teutonische en Keltische landen, en -is bekend onder verschillende namen, als <i lang="de">Probenächte</i>, <i lang="de">fensterln</i>, <i lang="de">Kiltgang</i>, <i lang="en">hand-fasting</i>, <i lang="en">bundling</i>, <i lang="en">sitting-up</i>, <i lang="en">courting on the bed</i>, etc. Zij is in Wales welbekend; zij wordt ook gevonden in verschillende Engelsche -graafschappen b.v. in Cheshire; zij bestond in het Ierland van de achttiende eeuw -(volgens de <i lang="en">Travels</i> van Richard Twiss) in Nieuw-Engeland was zij bekend als <i lang="en">tarrying</i>; in Holland bestaat zij ook. In Noorwegen, waar het <i>nacht-loopen</i> genoemd wordt, wegens den verren afstand tusschen de verschillende erven, moet zij -nog algemeen bestaan, hoewel de geestelijken er tegen preeken; het meisje trekt verscheidene -extra rokken aan en gaat daarmee naar bed, en de jonge man komt door het raam naar -binnen en gaat bij haar in bed; zij praten den geheelen nacht door en zij behoeven -niet te trouwen, tenzij het meisje zwanger wordt. -</p> -<p>Rhys en Brynmor-Jones (<i lang="en">Welsh People</i>, blz. 582–4) geven een interessante mededeeling over deze nachtelijke vrijage met -talrijke verwijzingen naar de literatuur. Wat Duitschland betreft, zie men b.v. Rudeck, -<i lang="de">Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit</i>, blz. 146–154. Wat het proefhuwelijk over het algemeen aangaat, worden veel feiten -en verwijzingen gegeven door M. A. Potter (<i lang="de">Sohrab <span class="corr" id="xd29e8492" title="Bron: and">und</span> Rustem</i>, blz. 129–137). -</p> -<p>De gewoonte van vrije huwelijksverbintenissen, die gewoonlijk gewettigd worden vòor -of nà de geboorte van kinderen, schijnt tamelijk veel voor te komen in vele, misschien -wel in alle landelijke districten van Engeland. De vereeniging wordt gewettigd, als -ze bevredigend blijkt te zijn, zelfs als er geen uitzicht is op kinderen. In sommige -graafschappen moet het een bijna algemeene gewoonte zijn, dat vrouwen sexueele verhoudingen -hebben vóor het wettig huwelijk; soms trouwt een vrouw met den eersten man, dien ze -probeert; soms probeert ze verschillende mannen, eer ze den man vindt, die haar past. -Zulke huwelijken vallen natuurlijk, over het geheel, beter uit dan huwelijken, waarin -de vrouw, die niets weet van hetgeen haar te wachten staat en geen andere ondervinding -ter vergelijking heeft, geneigd is zich teleurgesteld te voelen of te meenen, dat -ze “het beter had kunnen treffen”. Zelfs als wettige erkenning niet gezocht wordt -voor nà de geboorte van kinderen, volgt daar nog in het geheel niet uit, dat er moreele -corruptie aan verbonden is. Zoo in sommige deelen van Staffordshire, waar het algemeen -voorkomt, dat de vrouwen een kind hebben vóor het huwelijk, zijn zij, niettegenstaande -deze “corruptie”, naar wij vernemen (Burton, <i lang="en">City of the Saints</i>, Appendix IV), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>zeer goede buurvrouwen, uitstekende, hardwerkende en liefhebbende echtgenooten en -moeders”. -</p> -<p>“De lagere maatschappelijke klassen, vooral de boeren”, merkt Dr. Ehrhard op (“<span lang="de">Auch ein Wort zur Ehereform</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, jaargang I. afl. 10), “weten beter dan wij, dat het huwelijksbed de grondslag is -van het huwelijk. Daarom hebben zij de primitieve gewoonte van het proefhuwelijk behouden, -dat in de Middeleeuwen zelfs nog in de beste kringen in praktijk werd gebracht. Het -heeft het verdere voordeel, dat het huwelijk niet gesloten wordt, voor het gebleken -is vruchtbaar te zijn. Het proefhuwelijk toont <span class="pagenum">[<a id="pb348" href="#pb348">348</a>]</span>natuurlijk aan, dat de maagdelijkheid niet geschat wordt op meer dan haar juiste waarde”. -Wat dit punt aangaat, mogen we vermelden, dat in vele deelen van de wereld, een vrouw -hooger geschat wordt, als ze vóor haar huwelijk sexueelen omgang gehad heeft (zie -b.v., Potter, <i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, blz. 164 <i>et seq.</i>). Ofschoon maagdelijkheid een van de sexueele attracties is, die een vrouw kan bezitten, -een attractie die gebaseerd is op een natuurlijk instinct, zoo kan toch een overdreven -aandacht voor deze maagdelijkheid, niet anders beschouwd worden dan als een sexueele -perversie, die verwant is aan <i><span class="corr" id="xd29e8522" title="Bron: paidophilia">paedophilia</span></i>, de sexueele aantrekking tot kinderen. -</p> -<p>In zeer kleine dicht bijeen liggende gemeenten vertoont de primitieve gewoonte van -het proefhuwelijk neiging tot verval, als er een groote invasie plaats heeft van vreemdelingen, -die niet opgevoed zijn in die gewoonte (welke voor hen geen verschil schijnt te vertoonen -met de losbandigheid van de prostitutie), en die niet de verplichtingen op zich willen -nemen, welke het proefhuwelijk oplegt. Dit gebeurde bij de zoogenaamde “eiland-gewoonte” -van Portland, die tot in de negentiende eeuw bleef bestaan; volgens deze zede leefde -een vrouw voor het huwelijk met haar minnaar, totdat ze zwanger was en trouwde dan -met hem; zij was hem altijd strikt trouw, terwijl ze met hem leefde, maar als ze niet -zwanger werd kon het paar overeenkomen, dat zij niet voor elkander bedoeld waren, -en de betrekking afbreken. Het gevolg was, dat er jaren achtereen geen onwettige kinderen -geboren werden, en weinig huwelijken kinderloos waren. Toen zich echter de Portland-cementhandel -ontwikkelde, profiteerden de uit Londen geïmporteerde werklieden van de gewoonte van -het eiland, maar ze weigerden hun verplichtingen na te komen als er zwangerschap volgde. -Dientengevolge geraakte de gewoonte in onbruik (zie b.v. de noot van den vertaler -bij <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i> van Bloch p. 237, en de aanhalingen daar gegeven van Hutchins, <i lang="en">History and Antiquities of Dorset</i>, deel II, p. 820). -</p> -<p>Maar niet alleen op het land, ook in de groote steden zijn huwelijken in den beginne -vrije vereenigingen. Zoo constateerde in Parijs <span class="corr" id="xd29e8535" title="Bron: Desprès">Després</span> meer dan dertig jaar geleden, (<i lang="fr">La Prostitution à Paris</i>, p. 137), dat in de meeste arrondissementen der stad negen van de tien wettige huwelijken -de bevestiging zijn van een vrije verbintenis; hoewel, ofschoon dit het gemiddelde -was, het er in een paar arrondissementen maar drie van de tien waren. Het is in Parijs -tegenwoordig tamelijk wel hetzelfde; tenminste de helft van de huwelijken zijn, naar -men zegt, van deze soort. -</p> -<p>In Germaansche landen zijn vrije verbintenissen een zeer oude en vastgewortelde gewoonte. -Zoo zegt Ellen Key, dat in Zweden de meerderheid van de bevolking op deze wijze hun -getrouwde leven begint (<i lang="de">Liebe und Ehe</i>, p. 123). De regeling wordt weldadig bevonden, en “huwelijkstrouw is even groot als -vrijheid voor het huwelijk ongebonden is”. In Denemarken heeft de conceptie van veel -kinderen ook plaats voordat de vereeniging van de ouders gewettigd is (Rubin en Westergaard, -aangehaald door Gaedeken, <i lang="fr">Archives <span class="corr" id="xd29e8548" title="Bron: d’Anthopologie">d’Anthropologie</span> Criminelle</i>, Feb. 15, 1909). -</p> -<p>In Duitschland zijn onwettige huwelijken niet alleen zeer talrijk, in Berlijn is het -aantal 17 percent, en in sommige steden nog veel grooter, maar conceptie voor het -huwelijk heeft plaats in bijna de helft van de huwelijken, en soms in de meerderheid. -Zoo heeft in Berlijn bij meer dan 40 percent van alle wettige eerstgeboren kinderen -de conceptie plaats gehad vóor het huwelijk, terwijl in sommige landelijke provincies -(waar het aantal onwettige geboorten lager is) het aantal huwelijken, dat volgt op -conceptie voor het huwelijk, veel grooter is dan in Berlijn. De toestanden van het -landelijk Duitschland zijn speciaal onderzocht door een commissie van Luthersche geestelijken -en ze zijn eenige jaren geleden uiteengezet in twee deelen, <i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e8556" title="Bron: Geschlecht-sittliche">geschlechtlich-sittlichen</span> Verhältnisse im Deutschen Reiche</i>, die vol zijn van inlichtingen omtrent de sexueele moraliteit in Duitschland. In -Hannover, wordt in dit werk gezegd, zeggen de meeste autoriteiten, dat omgang vóor -het huwelijk regel is. Op zijn minst <span class="pagenum">[<a id="pb349" href="#pb349">349</a>]</span>wordt een <i>probe</i>, of proef, beschouwd als een vanzelfsprekend iets, dat het huwelijk voorafgaat, omdat -niemand “een kat in den zak” wenscht te koopen. Ook in Saksen, zegt men, heeft een -meisje bijna altijd omgang vóor het huwelijk, òf haar eerste kind wordt geboren of -in ieder geval ontvangen buiten het huwelijk. Dit wordt beschouwd als een gewettigd -probeeren van de bruid, voordat men haar voor goed neemt. “Men koopt nog geen pijp -van een stuiver zonder ze te probeeren”, vertelde men aan een Duitsch geestelijke. -Rondom Stettin wordt in twaalf districten (bijna de helft van alle), sexueele omgang -voor het huwelijk beschouwd als gewoonte, en in de andere, zoo het al niet bepaald -de gewoonte is, komt het toch zeer veel voor, en wordt door de publieke opinie niet -gestreng of zelfs in het geheel niet veroordeeld. In sommige districten volgt het -huwelijk onmiddellijk op de zwangerschap. In de buurt van Dantzig komt, volgens het -Luthersche comité, omgang vóor het huwelijk voor in meer dan de helft van de gevallen, -maar er volgt niet altijd een huwelijk op de zwangerschap. Bijna al de meisjes, die -gaan dienen, hebben minnaars, en menschen op het land zeggen soms aan hun dienstmeisjes, -als zij ze huren, dat ze ’s avonds en ’s nachts mogen doen wat ze willen. Deze toestand -schijnt gunstig te zijn voor de echtelijke trouw. Het Duitsche boerenmeisje, merkt -een andere autoriteit op (E. H. Meyer, <i lang="de">Deutsche Volkskunde</i>, 1898, pp. 154, 164) heeft haar eigen kamer; zij mag haar minnaar ontvangen; het -is geen schande als zij zich aan hem geeft. Het aantal vrouwen, dat het huwelijk als -maagd ingaat is niet groot (dit heeft meer speciaal betrekking op Baden), maar de -publieke opinie beschermt ze, en die opinie is niet gunstig aan het niet nakomen van -de verantwoordelijkheden, die sexueele verhoudingen met zich brengen. De Duitsche -vrouw is minder kuisch vóor het huwelijk dan haar Fransche of Italiaansche zuster. -Maar, voegt Meyer er aan toe, zij is waarschijnlijk trouwer na het huwelijk dan deze. -</p> -<p>Het wordt door velen aangenomen, dat deze staat van Duitsche moraliteit zooals hij -tegenwoordig is, een nieuw verschijnsel is, en het teeken van een snelle nationale -ontaarding. Dat is in het geheel niet het geval. In dit verband mogen we de bewijsgronden -aannemen van Katholieke priesters, die door de ondervinding van den biechtstoel in -staat zijn met gezag te spreken. Een oud priester uit Beieren schrijft het volgende -(<i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, 1907, Bd. II, Heft 1): “Op ethische congressen hooren we den lof verkondigen van -“den goeden ouden tijd”, toen trouw en zedelijkheid onder de bevolking heerschten. -Of dat juist is, is een andere kwestie. Toen ik een jong priester was hoorde ik van -even zoovele en even zoo ernstige zonden als nu ik een oud man ben. De zedelijkheid -van de menschen is niet grooter en ook niet minder. De dwaling is het geloof, dat -de immoraliteit uit de steden komt en het land vergiftigt. De menschen praten alsof -het land zuiver een paradijs van onschuld was. Ik wil onze menschen van het land geenszins -immoreel noemen, maar uit een ervaring van vele jaren kan ik zeggen, dat er in sexueele -opzichten geen verschil is tusschen stad en land. Ik heb meer dan honderd verschillende -gemeenten leeren kennen, en op de meest verschillende plaatsen, in de bergen en op -de vlakte, op arm land en op rijk land. Maar overal vind ik dezelfde moraal en gebrek -aan moraal. De menschen zijn overal hetzelfde, hoewel er op het land dikwijls beter -Christenen zijn dan in de steden”. -</p> -<p>Als we echter veel verder teruggaan dan menschenheugenis, dan schijnt het zeer waarschijnlijk, -dat de sexueele gewoonten van het Duitsche volk van den tegenwoordigen tijd niet in -hun wezen verschillen—hoezeer ook nu en dan met de verandering van tijden en omstandigheden -zich veranderingen mogen voorgedaan hebben—van wat zij waren bij het begin der Duitsche -geschiedenis. Dit is de meening van een van de grondigste kenners van Indo-Germaansche -oertoestanden. In zijn <i lang="de">Reallexicon</i> (art. “<span lang="de">Keuschheit</span>”) wijst O. Schrader er op, dat de dikwijls aangehaalde Tacitus, strikt beschouwd, -alleen kan dienen om te bewijzen, dat de vrouwen kuisch waren na het huwelijk, en -dat er geen prostitutie bestond. Er kan geen twijfel aan bestaan, en, voegt hij er -aan toe, <span class="pagenum">[<a id="pb350" href="#pb350">350</a>]</span>het vroegste historische bewijsmateriaal wijst er op, dat vrouwen in het oude Duitschland -niet kuisch waren vóor het huwelijk. Dit feit is verborgen gebleven door de neiging -van de oude klassieke schrijvers om de Noordelijke volken te idealiseeren. -</p> -<p>Zoo moeten we ons duidelijk voor oogen stellen, dat het begrip “<i>Duitsche deugd</i>” dat aan de wereld door een lange reeks van Duitsche schrijvers zoo bekend is geworden, -in het geheel geen bijzondere graad van toewijding aan de deugd der kuischheid beteekent. -Tacitus schijnt werkelijk op die plaats, die in Duitschland meer aangehaald wordt -dan eenige andere plaats in de klassieke literatuur, terwijl hij met juistheid den -nadruk legt op de late puberteit van de Duitschers en hun ruwe wijze van straffen -van echtelijke ontrouw aan den kant van de vrouw, er op te doelen, dat zij ook kuisch -waren. Maar we moeten altijd in herinnering houden, dat Tacitus schreef zoowel als -sarcastisch moralist als historicus, en dat hij, als hij in vervoering raakte over -de deugden van de Duitsche barbaren, een oog gevestigd had op de galerij met Romeinen, -wier ondeugden hij wenschte te hekelen. Vrijwel dezelfde verwarring is geschapen door -Gildas, die, waar hij de gevolgen beschreef van de overwinning der Saksen in Engeland, -schreef als prediker zoowel als historicus, en dezelfde moreele opzet (zooals Dill -gezegd heeft) maakt het beeld van <span class="corr" id="xd29e8586" title="Bron: Salvian">Salvianus</span> over de ondeugden van het Gallië van de vijfde eeuw onwaar<a class="noteref" id="xd29e8589src" href="#xd29e8589">15</a>. -</p> -<p>De vrijheid en de verdraagzaamheid van de sexueele gewoonten onder de Russen is tamelijk -welbekend. Zooals een Russisch correspondent mij schrijft, “het liberalisme van de -Russische manieren stelt jonge mannen en jonge meisjes in staat volkomen onafhankelijkheid -te genieten. Zij bezoeken elkaar alleen, zij wandelen samen alleen, en zij komen thuis -zoo laat ze willen. Zij hebben een vrijheid van beweging zoo volkomen als van volwassen -personen; sommigen maken er gebruik van om over politiek te praten en anderen om elkaar -het hof te maken. Zij kunnen zich ook alle boeken verschaffen, die zij willen; zoo -zag ik op de tafel van een meisjesstudentje, dat ik kende, de <i lang="en">Elements of Social Science</i>, dat toen in Rusland verboden was; dit meisje woonde bij haar tante, maar ze had -haar eigen kamer, waar alleen haar vrienden mochten binnen komen; haar tante of andere -familieleden kwamen er nooit. Natuurlijk ging zij uit en kwam zij weer thuis op de -tijden, die zij zelf wilde. Vele andere vrouwelijke studenten genieten in haar families -dezelfde vrijheid. Dit is nu geheel anders dan in Italië, waar meisjes geen vrijheid -van bewegen hebben, en nòch alleen kunnen uitgaan, nòch heeren alleen kunnen ontvangen, -en waar, geheel verschillend van Rusland, een meisje, dat sexueelen omgang gehad heeft -buiten het huwelijk, werkelijk “verloren” en “onteerd” is<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> (vergelijk <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Aug., 1908, p. 506). -</p> -<p>Het schijnt wel dat vrijheid van sexueele verhoudingen in Rusland—afgezonderd van -den invloed van de oude gewoonte—in groote mate noodzakelijk gemaakt is door de moeilijkheid -van het echtscheiden. Getrouwde paren, die zich geen echtscheiding konden verschaffen, -gingen uiteen en vonden nieuwe deelgenooten zonder wettig huwelijk. In 1907 werd echter -een poging gedaan om dit defect in de wet te herstellen; een liberale echtscheidingswet -is ingevoerd, terwijl wederzijdsch goedvinden met scheiding voor den tijd van meer -dan een jaar erkend wordt als een voldoende grond tot echtscheiden (Bijblad bij <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. II, Heft 5, p. 145). -</p> -<p>In de laatste jaren heeft zich onder de ontwikkelde jonge mannen en vrouwen in Rusland -een neiging ontwikkeld tot sexueele losbandigheid, die, hoewel ze ongetwijfeld ondersteund -wordt door de oude tradities van sexueele vrijheid, geenszins verward moet worden -met die vrijheid, omdat ze direct berust op oorzaken van een geheel verschillende -orde. De ingespannen <span class="corr" id="xd29e8615" title="Bron: revolutionnaire">revolutionaire</span> <span class="pagenum">[<a id="pb351" href="#pb351">351</a>]</span>pogingen, die in de laatste jaren van de afgeloopen eeuw gedaan zijn om politieke -vrijheid te verkrijgen, hebben het jongere en meer energieke deel van de ontwikkelde -klassen in beslag genomen, hebben een groote mate van geestelijke spanning met zich -mee gebracht en gingen vergezeld van een neiging tot ascetisme. Het vooruitzicht van -den dood stond hun voortdurend voor oogen, en het zich inlaten met sexueele zaken -zou gevoeld zijn als niet in harmonie met den revolutionairen geest. Maar in deze -eeuw is er in ruimen kring een einde gekomen aan de revolutionaire werkzaamheid. Deze -is in hooge mate vervangen door een belangstelling in sexueele kwesties en een toegeven -aan sexueele ongebondenheid, die dikwijls een eenigszins losbandig en zinnelijk karakter -aanneemt. Vereenigingen van “vrije liefde” zijn door de studenten van beide seksen -gevormd tot het aankweeken van deze neigingen. Een roman van Artzibascheff, <i>Ssanin</i>, is van grooten invloed geweest op het verspreiden van deze neigingen. Het is niet -waarschijnlijk, dat deze beweging, in haar meer buitensporige vormen, van langen duur -zal zijn. (Voor een verslag hierover zie men bv. van Werner Daya, “<span lang="de">Die Sexuelle Bewegung in Russland</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Aug., 1908; ook “<span lang="fr">Les Associations Erotiques en Russe</span>”, <i lang="fr">Journal du Droit International Privé</i>, Jan., 1909, <a id="xd29e8635"></a>waarvan een beknopt, doch volledig overzicht in de <i lang="fr">Revue des Idées</i>, Febr., 1909). -</p> -<p>De beweging voor de sexueele vrijheid in Rusland ligt echter veel dieper dan deze -mode van sexueele losbandigheid; ze wordt gevonden in ver verwijderde en niet aan -de mode onderhevige deelen van het land, en ze staat in verband met zeer oude gewoonten. -</p> -<p>Het is interessant, dat bij zulke mannelijke, krachtige, tot schitterende praestaties -bekwame volken, zooals de Duitschers en de Russen, zich zoo lang een sexueele vrijheid -heeft staande gehouden, die men dikwijls ten onrechte als immoreel aangeduid heeft, -want wat in harmonie is met de zeden van een volk, kan niet immoreel zijn. Het is -misschien echter nog interessanter de ontwikkeling na te gaan van dezelfde neiging -onder nieuwe bloeiende en in hooge mate vooruitgaande gemeenschappen, die de gewoonte -van sexueele vrijheid niet geërfd hebben, of ze nu eerst weer zien herleven. We kunnen -bv. het voorbeeld nemen van Australië en Nieuw-Zeeland. Het kan zijn, dat deze ontwikkeling -niet van den jongsten datum is. De openlijkheid van de sexueele vrijheid in Australië, -en de verdraagzaamheid waarmee ze beoordeeld werd, waren al dertig jaar geleden duidelijk -merkbaar voor hen, die uit Engeland kwamen om in het Zuidelijk vasteland te leven, -en waren ongetwijfeld al vroeger merkbaar. Ze schijnt echter toegenomen te zijn met -het aangroeiend bewustzijn van een eigen beschaving. “Na zorgvuldig onderzoek”, zegt -H. Northcote, een geestelijke, die vele jaren in het zuidelijk halfrond gewoond heeft -(<i lang="en">Christianity and Sex Problems</i>, Hoofdst. VIII), “vind ik voldoende bewijsgronden, dat in de laatste jaren verkeer -buiten het huwelijk in sommige deelen van Australië bepaald aan het toenemen is”. -Coghlan, de voornaamste autoriteit in Australische statistieken constateert hetzelfde -meer precies in zijn <i lang="en">Childbirth in New South Wales</i>, dat eenige jaren geleden uitkwam: “Het veel voorkomen van geboorten, waarvan de -conceptie voor het huwelijk heeft plaats gehad—een zaak, die tot nu toe weinig is -begrepen—is nu geheel onderzocht. In Nieuw Zuid-Wales waren in zes jaar 13.336 huwelijken, -waarbij conceptie vóor het huwelijk voorkwam, en, daar het geheele aantal huwelijken -49.641 was, volgden minstens zeven van de honderd huwelijken na de conceptie. In dienzelfden -tijd bedroeg het aantal onwettige geboorten 14.779; er waren dus 28.145 gevallen van -conceptie bij ongetrouwde vrouwen; in 13.366 gevallen ging het huwelijk vooraf aan -de geboorte van een kind, zoodat de kinderen gewettigd werden in meer dan zeven en -veertig van de honderd gevallen. Een studie van de cijfers van geboorten bij conceptie -vóor het huwelijk maakt het duidelijk, dat in een zeer groot aantal gevallen het verkeer -vóor het huwelijk niet is een vooruit loopen op een huwelijk, dat reeds vastgesteld -is, maar dat de huwelijken aan de partijen opgedrongen worden, en niet aangegaan zouden -<span class="pagenum">[<a id="pb352" href="#pb352">352</a>]</span>geworden zijn als het niet was geweest om den toestand van de vrouw” (vergelijk Powys, -<i>Biometrika</i>, deel I, 1901–’02, p. 30). Dat een huwelijk, naar Coghlan het uitdrukt, “aan de partijen -opgedrongen” zou worden is natuurlijk niet wenschelijk in het algemeen moreel belang, -en het is ook een teeken van onvolkomen moreele verantwoordelijkheid bij de partijen -zelf. -</p> -<p>Het bestaan van zulk een toestand in een jong land, dat behoort tot een deel van de -wereld, waar het algemeene niveau van welvaart, verstand, moraal en maatschappelijke -verantwoordelijkheid waarschijnlijk wel hooger is dan in eenig ander land, bewoond -door menschen van het blanke ras, is voor ons, die trachten de richting te voorspellen, -waarin de beschaafde moraal zich voortbeweegt, een feit van de allergrootste beteekenis.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er wordt soms gezegd, of ten minste te verstaan gegeven, dat in deze beweging de vrouwen -alleen maar een lijdelijke rol spelen, en dat het initiatief ligt bij de mannen, die -waarschijnlijk gedreven worden door de begeerte zich aan de verantwoordelijkheid van -het huwelijk te onttrekken. Dit is in het geheel niet het geval. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Op de actieve rol, die Duitsche meisjes in sexueele zaken spelen is herhaaldelijk -gewezen door de Luthersche dominées in hun breedvoerige en in bijzonderheden gaande -verslagen. Van het district Dantzig wordt gezegd “de jonge meisjes geven zich aan -de jonge mannen, of verleiden hen zelfs”. De militaire manoeuvres zijn dikwijls een -bron van onkuischheid in landelijke districten. “De fout ligt niet alleen bij de soldaten, -maar vooral bij de meisjes, die half dol worden, als ze een soldaat zien”, wordt vermeld -van het district Dresden. En bij het samenvatten van de toestanden in Oostelijk Duitschland -zegt het rapport: “In sexueele losbandigheid staan de meisjes niet achter bij de jonge -mannen; zij laten zich maar al te gemakkelijk verleiden; zelfs volwassen meisjes gaan -dikwijls met halfwas jongens, en meisjes geven zich dikwijls aan verscheiden mannen -achtereen. Het is in het geheel niet altijd de jonge man, die de oorzaak is van de -verleiding, het zijn zeer dikwijls de meisjes, die de jonge mannen verleiden tot sexueelen -omgang; zij wachten niet altijd tot de mannen naar haar kamer komen, maar gaan naar -de kamers van de mannen en wachten ze op in hun bed. Met deze neiging tot sexueelen -omgang is het niet te verwonderen, dat vele menschen meenen, dat na haar zestiende -jaar geen meisje meer maagd is. Onkuischheid is onder de arbeidende bevolking op het -land zeer algemeen, en ze komt evenveel voor bij beide geslachten” (<i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, deel I, p. 218). -</p> -<p>Onder vrouwen van de ontwikkelde klassen zijn de toestanden eenigszins anders. De -remmen zijn hier innerlijk zoowel als uiterlijk veel sterker. De jonkvrouwelijkheid -wordt, ten minste wat het physieke aangaat, meestal bewaard tot lang na den meisjesleeftijd, -en als ze verloren is gegaan, wordt dat verlies verborgen met een nauwgezette zorg -en voorzichtigheid, die niet bekend zijn onder de werkmansbevolking. Toch blijven -de grondneigingen dezelfde. Wat Engeland betreft, schrijft Geoffrey Mortimer geheel -naar waarheid (<i lang="en">Chapters on Human Love</i>, 1898, p. 117), dat de twee groepen van vrouwen, die in voortdurende geheime verstandhouding -leven met een enkelen minnaar, en van vrouwen, die zich onbevreesd aan mannen geven -uit de kracht van haar hartstochten, “veel grooter zijn, dan algemeen geloofd wordt. -In alle klassen van de maatschappij zijn er vrouwen, die alleen in naam jonkvrouwelijk -zijn. Velen hebben kinderen gehad zonder dat iemand ze zelfs van gemeenschap met een -man zou durven verdenken; maar de meesten nemen middelen in acht om de conceptie te -voorkomen. Een dokter in een kleine provinciestad vertelde mij, dat zulke onregelmatige -verbintenissen in zijn district regel waren en geenszins uitzondering”. Wat Duitschland -betreft zegt Frau Adams-Lehmann, een vrouwelijke dokter, in een werk over de <span class="pagenum">[<a id="pb353" href="#pb353">353</a>]</span>handelingen van de Duitsche maatschappij tot het bestrijden van venerische ziekten -(<i lang="de">Sexualpädagogik</i>, p. 271): “Ik kan zeggen, dat ik op mijn spreekuur zeer weinig jonkvrouwen van boven -de dertig zie. Deze vrouwen”, voegt zij er aan toe, “zijn verstandig, moedig en natuurlijk, -dikwijls de besten van haar sekse; en wij moesten haar onzen moreelen steun geven. -Zij bereiden den weg voor een nieuwe eeuw”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er wordt dikwijls gezegd, dat de uitgesproken neiging, die men tegenwoordig waarneemt -om zoolang mogelijk zich te behelpen zonder de formeele ceremonie van het bindende -huwelijk ongelukkig is, omdat ze de vrouwen in een onvoordeelige positie plaatst. -In zooverre de maatschappelijke omgeving, waarin zij leeft, sexueele verhoudingen -zonder vormelijk huwelijk met afkeuring beschouwt, is het gezegde klaarblijkelijk -waar, hoewel men aan den anderen kant moet opmerken, dat als de maatschappelijke omgeving -het wettige huwelijk ernstig begunstigt, ze werkt als een drijfkracht in de richting -van het wettigen van vrije verbintenissen. Maar als de afwezigheid van den formeelen -huwelijksband in sexueele verhoudingen een werkelijk en echt nadeel was voor vrouwen -dan zouden ze zich niet steeds meer gereed toonen er afstand van te doen. En zij, -die nauwkeurig bekend zijn met de feiten, verklaren dat de afwezigheid van een formeel -huwelijk dikwijls meerdere égards voor de vrouwen geeft en dat ze zelfs gunstig is -aan de trouw en den duur van de vereeniging. Dit schijnt waar te zijn voor menschen -van de meest verschillende maatschappelijke klassen en zelfs voor verschillende rassen. -Het is waarschijnlijk gebaseerd op fundamenteele psychologische feiten, want het gevoel -van dwang pleegt altijd een toestand van verbittering en opstand te voorschijn te -roepen. Wij hebben op deze plaats niet te onderzoeken in hoeverre het formeele huwelijk -gebaseerd is op natuurlijke feiten; dat is een kwestie, die wij in een later stadium -zullen bespreken. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Dat vrije verbintenissen voor vrouwen de voorkeur verdienen boven dwanghuwelijken, -blijkt wel uit het geval van de arbeidende klassen van Londen, onder wie sexueele -verhoudingen vóór het huwelijk niet ongewoon zijn, en met toegevendheid beschouwd -worden. Dat wordt, bij voorbeeld, duidelijk te kennen gegeven in het groote werk van -C. Booth, <i lang="en">Life and Labour of the People</i>. “Het wordt zelfs gezegd van ruwe arbeiders”, lezen wij bij voorbeeld in het laatste -deel van dit werk (p. 41), “dat zij zich het best gedragen, als ze niet getrouwd zijn -met de vrouw, met wie ze leven”. Het bewijs op dit punt maakt dikwijls te meer indruk, -omdat het geleverd wordt door menschen, die er werkelijk zeer ver vandaan zijn, er -algemeene conclusies op te willen baseeren. Zoo wordt in hetzelfde boek een geestelijke -aangehaald, die zegt: “Deze menschen spelen het klaar tamelijk vreedzaam samen te -leven zoo lang zij niet getrouwd zijn, maar als ze trouwen, schijnt dit altijd aanleiding -te geven tot oneenigheid”. -</p> -<p>We kunnen zeggen, dat wij in zulk een geval niet zoozeer de werking zien van een natuurlijke -wet als de invloeden van een groot beschavingscentrum, dat zijn invloed zelfs uitoefent -op hen, die buiten de wettig erkende instelling van het huwelijk staan. Maar wij vinden -geheel dezelfde neiging in Jamaica, <span class="pagenum">[<a id="pb354" href="#pb354">354</a>]</span>waar de bevolking veelal uit kleurlingen bestaat, en waar men nauwelijks kan zeggen, -dat de druk van een hooge beschaving heerscht. Het wettig huwelijk wordt hier in nog -grootere mate vermeden dan in Londen; er wordt b.v. weinig zorg besteed aan het wettigen -van de kinderen door het huwelijk. Er werd bevonden door een commissie, aangesteld -om onderzoek te doen naar de huwelijkswetten in Jamaica, dat drie van iedere vijf -geboorten onwettig zijn, dat is te zeggen, dat formeele onwettigheid opgehouden heeft -immoreel te zijn, omdat het de erkende gewoonte geworden is van de meerderheid van -de bewoners. Er is geen maatschappelijk gevoel tegen onwettigheid. De mannen keuren -het verval van het wettig huwelijk goed, omdat zij zeggen, dat de vrouwen beter in -huis werken, als zij niet getrouwd zijn; de vrouwen keuren het goed, omdat zij zeggen, -dat mannen trouwer zijn, als ze niet gebonden zijn door een wettig huwelijk. W. P. -Livingstone heeft dat in zijn belangwekkend boek, <i lang="en">Black Jamaica</i> (1899) voortreffelijk blootgelegd. De menschen erkennen, vertelt hij ons (p. 210), -dat “trouw samenleven huwelijk beteekent”, zij zeggen, dat zij “getrouwd zijn, maar -niet door den dominee”. Een reden tegen het wettige huwelijk is, dat zij niet geneigd -zijn de kosten te dragen van de officieele sanctie. (In Venezuela, mogen we er aan -toevoegen, waar ook de meerderheid der geboorten plaats vindt buiten het officieele -huwelijk, zegt men, dat de voornaamste reden niet is moreele laksheid, maar dezelfde -tegenzin om de kosten van de officieele sanctie te dragen). Dikwijls laten de paren -zich later, soms als zij volwassen zoons en dochters hebben, wettig trouwen. (Ook -in Abyssinië, zooals Hugues Le Roux zegt, waar de menschen Christenen zijn en het -huwelijk onverbreekbaar en de ceremonie kostbaar is, is het gewoonte, dat getrouwde -menschen hun vereeniging niet wettigen, voordat zij oud beginnen te worden, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, April, 1908, p. 217). Het is van beteekenis, dat deze stand van zaken in Jamaica, -evenals elders, samengaat met de superioriteit van de vrouwen. “De vrouwen van de -boerenklasse”, merkt Livingstone op (p. 212), “zijn nog feitelijk onafhankelijk van -de mannen en zijn meermalen hun meerderen, zoowel lichamelijk als geestelijk.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Zij weigeren zich te verbinden aan een man, die mogelijk nergens voor zal deugen, -die een last kan worden in plaats van een hulp en een beschermer. Zoo lang de vereenigingen -vrij zijn, is er kans op, dat ze duurzaam zijn. Als ze wettig gemaakt worden, bestaat -er gevaar dat ze ondragelijk worden en eindigen zullen, doordat een van de partijen -de andere verlaat. “De noodzakelijkheid van wederzijdsche vriendelijkheid en verdraagzaamheid -biedt den besten waarborg voor duurzaamheid” (p. 214). Er wordt echter gezegd, dat -onder den invloed van godsdienstigen en maatschappelijken druk de menschen meer geneigd -worden om “fatsoenlijke denkbeelden” aan te nemen over sexueele verhoudingen, hoewel -het schijnt, dat naar het gezegde van Livingstone, zulke fatsoenlijkheid veelal een -afname van werkelijke moraliteit in zich sluit. Livingstone wijst echter op een ernstig -gebrek in de tegenwoordige toestanden, waardoor het immoreele mannen gemakkelijk gemaakt -wordt aan de verantwoordelijkheid als vader te ontsnappen, en dat is de afwezigheid -van een wettelijken dwang tot het inschrijven van den naam van den vader op de geboortebewijzen -(p. 256). In ieder land, waar de meerderheid der geboorten onwettig is, is het een -maatschappelijke behoefte, dat de namen van beide ouders behoorlijk op alle geboortebewijzen -ingevuld worden. Het is een onvergeeflijke fout geweest van het gouvernement van Jamaica, -dat het de eenvoudige maatregel verwaarloosde van aan “ieder kind, dat in het land -geboren werd, een wettigen vader” te geven (blz. 258).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij zien dus, dat we tegenwoordig een positie bereikt hebben, waarin—gedeeltelijk -ten gevolge van economische oorzaken en gedeeltelijk ten gevolge van oorzaken, die -dieper wortelen in de neigingen, die de beschaving met zich brengt—vrouwen meer dan -<span class="pagenum">[<a id="pb355" href="#pb355">355</a>]</span>vroeger los worden van wettige sexueele betrekkingen tot mannen en dat beide seksen -minder geneigd zijn dan in vroegere stadiën van de beschaving om hun onafhankelijkheid -te offeren, als zij zulke betrekkingen aangaan. “Ik heb nog nooit van een vrouw boven -de zestien jaar gehoord, die, voordat de oorspronkelijke gewoonten in verval waren -gekomen na de komst van de blanken, niet een man gehad had”, schreef Curr van de Australische -zwarten<a class="noteref" id="xd29e8701src" href="#xd29e8701">16</a>. Zelfs wat sommige deelen van Europa betreft, kan men nu nog bijna hetzelfde zeggen. -Maar in al de rijkere, meer energieke en vooruitstrevende landen heerschen geheel -verschillende toestanden. Het huwelijk vindt laat plaats en een zeker aantal mannen, -en een nog grooter aantal vrouwen (die de mannen in de algemeene bevolking overtreffen), -trouwen nooit<a class="noteref" id="xd29e8707src" href="#xd29e8707">17</a>. -</p> -<p>Eer wij ingaan op de noodlottige beteekenis van dit feit van het aangroeiend aantal -volwassen ongetrouwde vrouwen, wier sexueele betrekkingen niet erkend worden door -den Staat en die in ruimen kring in het geheel niet erkend worden, kan het goed zijn -een kort overzicht te geven van de twee groote historische stroomingen, die beide -nog onder ons werken, die invloed hebben op de plaats van de vrouwen, de eene, die -de maatschappelijke gelijkheid van de vrouwen begunstigt en de andere, die de maatschappelijke -onderwerping van de vrouwen begunstigt. Het is niet moeilijk deze beide stroomingen -na te gaan zoowel in toestanden als in beschouwingen, in de praktische en in de theoretische -moraal. -</p> -<p>Op zekeren tijd werd de theorie wijd verspreid, dat in de eerste stadiën van de maatschappij -vóór het bestaan van het patriarchale tijdperk, dat de vrouwen plaatste onder de bescherming -van den man, er een matriarchaal tijdperk geweest is, waarin de vrouwen de hoogste -macht bezaten<a class="noteref" id="xd29e8713src" href="#xd29e8713">18</a>. Bachofen was, een halve eeuw geleden, de groote kampioen voor dit gezichtspunt. -Hij vond een typisch voorbeeld van een matriarchalen staat onder de oude Lyciërs in -Klein-Azië, bij wie, volgens Herodotus, het kind den naam krijgt van de moeder, en -haar stand volgt, niet dien <span class="pagenum">[<a id="pb356" href="#pb356">356</a>]</span>van den vader<a class="noteref" id="xd29e8723src" href="#xd29e8723">19</a>. Die volken waren, naar Bachofen meent, <span class="corr" id="xd29e8726" title="Bron: gynaecratisch">gynaecocratisch</span>; de macht was in handen van de vrouwen. Het kan niet gezegd worden, dat deze opinie, -in den vorm waarin Bachofen die had, nog eenigen belangrijken aanhang heeft. Wat de -wijd-verspreide overheersching aangaat van de moederafstamming, er is niet den minsten -twijfel aan, dat die in zeer ruimen kring overheerscht heeft. Maar zoo’n afstamming -door de moeder, heeft men erkend, sluit in het geheel niet noodzakelijk in zich de -macht van de moeder, en moeder-afstamming kan zelfs samengaan met een patriarchaal -systeem<a class="noteref" id="xd29e8729src" href="#xd29e8729">20</a>. Er is zelfs een neiging geweest naar het tegenovergestelde uiterste van Bachofen -over te slaan en te ontkennen, dat de moederafstamming eenigen specialen eisch van -égards voor vrouwen met zich bracht. Dat schijnt echter ternauwernood in overeenstemming -met het bewijsmateriaal, en kon zelfs bij afwezigheid van bewijsmateriaal nauwelijks -als waarschijnlijk beschouwd worden. Het schijnt wel, dat we als type van de matriarchale -familie die kunnen nemen, welke gebaseerd is op het <i>ambil anak</i> huwelijk van Sumatra, waarin de man leeft in de familie van de vrouw, niets betaalt -en een ondergeschikte positie inneemt. Het voorbeeld van de Lyciërs is hier van belang, -want, zooals Herodotus vermeldt, hoewel er niets is dat aantoont, dat er iets van -den aard van een gynaecocratie in Lycië was, weten wij, dat de vrouwen in al deze -streken van Klein-Azië zeer geacht waren en veel invloed hadden, waarvan de sporen -ontdekt kunnen worden in de oudste literatuur en geschiedenis van het Christendom. -Een beslissend en beter bekend voorbeeld van den gunstigen invloed van de moederafstamming -op de positie van de vrouw wordt geleverd door het <i>beena</i> huwelijk van het oude Arabië. Onder zulk een systeem is de vrouw niet ontheven van -de onderwerping, die in den koop besloten is, en die altijd een schaduw op haar werpt -van de inferieuriteit behoorende bij den eigendom, maar zij zelf is eigenares van -de tent en van de bezittingen van het huishouden, en zij geniet de waardigheid, die -altijd samengaat met het bezit van eigendom en de macht zich van haar echtgenoot te -bevrijden<a class="noteref" id="xd29e8743src" href="#xd29e8743">21</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb357" href="#pb357">357</a>]</span></p> -<p>Ook is het onmogelijk te vermijden, dat men de primitieve neiging tot moeder-afstamming -en den nadruk, die er gelegd wordt op het feit dat de moeder meer aandeel aan de voortplanting -heeft dan de vader, in verband brengt met de neiging om in de primitieve godenwereld -de godin eerder dan den god op den voorgrond te plaatsen, een neiging, die onmogelijk -nalaten kan eer te geven aan de sekse, waartoe de voornaamste godheid behoort, en -die de groote rol verklaart, welke vrouwen vroeger dikwijls speelden in de godsdienstige -handelingen. Zoo namen de vrouwen vroeger, volgens tradities die onder de stammen -van Midden-Australië nog voortleven, een zeer groot aandeel in de uitvoering van de -heilige ceremoniën, die nu beschouwd worden als uitsluitend te vallen binnen het terrein -der mannen, en bij een der stammen, die de oude gewoonten schijnt in stand te houden, -nemen de vrouwen nog heden feitelijk deel aan deze ceremoniën<a class="noteref" id="xd29e8761src" href="#xd29e8761">22</a>. In Europa schijnt de toestand vrijwel dezelfde geweest te zijn. Wij merken ook, -zoowel in de Keltische godenwereld als onder de volken aan de Middellandsche zee op, -dat, terwijl de oude goden op den achtergrond geraakt zijn, de godinnen nog uit de -duisternis te voorschijn komen, grooter dan de goden<a class="noteref" id="xd29e8767src" href="#xd29e8767">23</a>. In Ierland, waar aan oude gewoonten en tradities altijd zeer taai vastgehouden is, -hebben de vrouwen een zeer hooge positie behouden en veel vrijheid, zoowel vòor als -nà het huwelijk. “Iedere vrouw”, zeide men, “is vrij te gaan waar zij wil”, en na -het huwelijk had ze een betere positie en grootere vrijheid tot echtscheiden dan verleend -werd hetzij door de Christelijke Kerk of door de Engelsche gewone wet<a class="noteref" id="xd29e8776src" href="#xd29e8776">24</a>. Het is minder moeilijk te erkennen, dat speciaal de moederafstamming gunstig was -aan den hoogen staat van vrouwen, als wij ons voor oogen stellen, dat zelfs onder -ongunstige omstandigheden vrouwen in staat zijn geweest een grooten druk uit te oefenen -op de mannen en met succes de pogingen weerstonden, die ten doel hadden haar te tyranniseeren<a class="noteref" id="xd29e8784src" href="#xd29e8784">25</a>. -</p> -<p>Als we de positie van de vrouw in de groote rijken van de oudheid beschouwen, dan -vinden we over het geheel, dat, in hun eerste stadium, het stadium van groei, zoowel -als in hun laatste stadium, het stadium van vruchtdragen, de vrouwen over ’t algemeen -een gunstige positie innemen, terwijl in hun middelste stadium, gewoonlijk het stadium -van overheerschende militaire <span class="pagenum">[<a id="pb358" href="#pb358">358</a>]</span>organisatie op een patriarchale basis, de vrouwen er minder gunstig aan toe zijn. -Deze kringloop schijnt bijna een natuurlijke wet te zijn van de ontwikkeling van maatschappelijke -groepen. Ze was al zeer duidelijk in den standvastigen en ordelijken groei van Babylonië. -In de vroegste tijden had een Babylonische vrouw volkomen onafhankelijkheid en gelijke -rechten met haar broeders en haar echtgenoot; later (zooals blijkt uit de wet van -Hamurabi) waren de rechten van de vrouw meer omschreven, niet haar plichten; in een -nog later stadium in de nieuw Babylonische tijden verkreeg ze weer gelijke rechten -met haar echtgenoot<a class="noteref" id="xd29e8796src" href="#xd29e8796">26</a>. -</p> -<p>In Egypte was de positie der vrouwen het hoogst, maar ze schijnt wel de geheele Egyptische -geschiedenis door hoog te zijn geweest, en voortdurend verbeterd te zijn, terwijl -het feit, dat er weinig waarde werd gehecht aan kuischheid vóor het huwelijk en dat -huwelijkscontracten geen nadruk legden op de jonkvrouwelijkheid schijnt te wijzen -op de afwezigheid van de opvatting van vrouwen als bezit. Meer dan drie duizend jaar -geleden erkende men mannen en vrouwen als gelijken in Egypte. De hooge positie van -de vrouw in Egypte blijkt duidelijk uit het feit, dat haar kind nooit onwettig was; -onwettigheid werd niet erkend, zelfs niet in het geval van het kind van een slavin<a class="noteref" id="xd29e8813src" href="#xd29e8813">27</a>. “Het is de glorie van de Egyptische moraal”, zegt Amélineau, “dat ze het eerst de -waardigheid der vrouw tot uitdrukking gebracht heeft<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e8829src" href="#xd29e8829">28</a>. Het denkbeeld huwelijksautoriteit was ten eenen male onbekend in Egypte. Er kan -geen twijfel aan zijn, of de hooge positie der vrouw onder twee beschavingen, zoo -stabiel, zoo levenskrachtig, zoo lang levend, en zoo van invloed op de menschelijke -beschaving als die van Babylonië en Egypte, is een feit van groote beteekenis. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Onder de Joden schijnt er geen tusschenstadium geweest te zijn van onderwerping van -de vrouwen, maar in plaats daarvan doorloopend een geleidelijke vooruitgang van volkomen -onderwerping van de vrouw als echtgenoote tot steeds grootere vrijheid. In het eerst -kon de man zijn vrouw zonder oorzaak verstooten naar zijn wil. (Dit was niet een uitbreiding -van het patriarchale gezag, maar een zuivere huwelijksautoriteit). De beperkingen -van deze autoriteit namen geleidelijk toe en beginnen merkbaar te worden reeds in -het Boek van Deuteronomium. De Mishnah ging verder en verbood echtscheiding altijd -wanneer de toestand van de vrouw medelijden inboezemde (zooals bij krankzinnigheid, -gevangenschap, enz.). Omstreeks 1025 v. C. was echtscheiding niet langer mogelijk, -behalve om wettige redenen of met goedvinden van de vrouw. <span class="pagenum">[<a id="pb359" href="#pb359">359</a>]</span>Terzelfder tijd begon de vrouw het recht van echtscheiding te verkrijgen in dezen -vorm, dat zij den man kon dwingen haar te verstooten op straffe van boete in geval -van weigering. Nà de echtscheiding werd de vrouw een onafhankelijke vrouw met haar -eigen rechten, en mocht zij de huwelijksgift, die de man haar bij het huwelijk gegeven -had, meenemen. Zoo gaf de buigzame rechtspraak van de Rabbi’s niettegenstaande het -Joodsche respect voor de letter van de wet, in harmonie met den groei van de beschaving -een steeds aangroeiende mate van sexueele rechtvaardigheid en gelijkheid aan de vrouwen<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> -</p> -<p>Onder de Arabieren is de neiging tot vooruitgang ook in vele opzichten gunstig geweest -aan de vrouwen, vooral wat erfenissen aangaat. De wetgeving van den Koran wijzigde -dezen regel, zonder hem geheel af te schaffen, en plaatste de vrouwen in een veel -betere positie. Dit wordt grootendeels toegeschreven aan het feit, dat Mohammed behoorde -niet tot Medina, maar tot Mecca, waar nog sporen van matriarchale gewoonten bestonden -(W. Marçais, <i lang="fr">Des Parents et des Alliés Successibles en Droit Musulman</i>). -</p> -<p>Er mag wel op gewezen worden—want het is niet altijd erkend—dat zelfs dat stadium -van beschaving, dat de ondergeschiktheid en de onderwerping van de vrouw en haar rechten -in zich sluit, in werkelijkheid zijn oorsprong heeft in de behoefte aan bescherming -van de vrouwen, en dat het zelfs soms een teeken is van het verkrijgen van nieuwe -voorrechten door vrouwen. Zij worden als het ware, opgesloten, niet om haar van haar -rechten te berooven, maar om die rechten te beschermen. In het latere, meer stabiele -stadium van de beschaving, als de vrouwen niet meer blootgesteld zijn aan dezelfde -gevaren, wordt dit motief vergeten en de bewaking van de vrouwen en haar rechten schijnt, -en is ook inderdaad geworden, een druk, eerder dan een voordeel.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Van den staat van de vrouwen in Rome in de vroegste tijden, weten we weinig of niets; -het patriarchale systeem stond reeds op stevigen grondslag, toen de Romeinsche geschiedenis -vaste vormen begon te krijgen en het sloot gewoonlijk buitengewoon strenge ondergeschiktheid -van de vrouw aan haar vader eerst en dan aan haar echtgenoot in zich. Maar niets is -zekerder, dan dat de positie van de vrouwen in Rome beter werd, met het vooruitgaan -van de beschaving, precies op dezelfde wijze als in Babylonië en Egypte. In Rome echter -waren het de aangroeiende verfijning van de beschaving en de uitbreiding van het Rijk, -verbonden met de prachtige ontwikkeling van het systeem van de Romeinsche wet, die -de positie van de vrouwen bepaalden. In de laatste dagen van de Republiek begonnen -de vrouwen reeds hetzelfde niveau te bereiken van de mannen, en later aanvaardden -de groote rechtsbesluiten van Antonius, geleid door hun theorie van de wet der natuur, -de opvatting van de gelijkheid der seksen als een principe van het wetboek der rechtvaardigheid. -De ondergeschiktheid van de vrouw aan haar vader kwam geheel in discrediet, en dit -ging door totdat, in de dagen van Justinianus, onder den invloed van het Christendom, -de positie der vrouwen minder goed begon te worden<a class="noteref" id="xd29e8861src" href="#xd29e8861">29</a>. In de beste dagen maakten de oudere vormen van het Romeinsche huwelijk plaats voor -een vorm (blijkbaar oud, maar tot dusverre niet beschouwd als eervol) <span class="pagenum">[<a id="pb360" href="#pb360">360</a>]</span>die in de wet neerkwam op een tijdelijk toevertrouwen van de vrouw door haar familie -aan den man. Zij was onafhankelijk van haar echtgenoot (meer speciaal daar ze tot -hem kwam met haar bruidsschat) en alleen in naam afhankelijk van haar familie. Het -huwelijk was een persoonlijk contract, desgewenscht vergezeld van een godsdienstige -ceremonie, en daar het een contract was, kon het, om iedere reden ontbonden worden, -in tegenwoordigheid van bevoegde getuigen en met gepaste wettelijke vormen, nadat -het oordeel ingewonnen was van den familieraad. Toestemming was het hoofdpunt van -zulk een huwelijk en daarom werd er geen schande gehecht aan de ontbinding ervan. -Het had ook geen slechten invloed op het geluk of de zede van de Romeinsche vrouwen<a class="noteref" id="xd29e8869src" href="#xd29e8869">30</a>. Zulk een systeem is ongetwijfeld meer in harmonie met het moderne beschaafde gevoel -dan eenig systeem, dat ooit tijdens het Christendom bestaan heeft. -</p> -<p>Ook in Rome was het wel duidelijk, dat dit systeem niet slechts een uitvinding der -wet was, maar het natuurlijke gevolg van een verlicht gevoel, dat gunstig was aan -de gelijkheid van mannen en vrouwen, dikwijls zelfs op het gebied van de sexueele -moraal. Plautus, die den ouden slaaf Syra laat vragen, waarom er in dit opzicht<a class="noteref" id="xd29e8877src" href="#xd29e8877">31</a> niet dezelfde wet is voor den man en de vrouw, was maar een voorganger van den wetgever -Ulpianus, die schreef: “Het schijnt wel zeer onbillijk, dat een man kuischheid van -zijn vrouw eischt, terwijl hij er zelf geen voorbeeld van geeft”<a class="noteref" id="xd29e8881src" href="#xd29e8881">32</a>. Zulke eischen liggen dieper dan maatschappelijke wetgeving, maar het feit, dat deze -vragen zich voordeden aan de typische Romeinsche mannen geeft blijk van de algemeene -houding jegens de vrouwen. In het laatste stadium van de Romeinsche maatschappij slonk -de band van het patriarchale systeem voor zoover de vrouwen aanging tot een enkelen -draad, die haar bond aan haar vader en haar volkomen vrij liet tegenover haar echtgenoot. -“De Romeinsche matrone van het Keizerrijk”, zegt Hobhouse, “was meer volkomen haar -eigen meesteres dan de getrouwde vrouw van welke vroegere beschaving ook, mogelijk -met uitzondering van een zekere periode in de Egyptische geschiedenis, en, moet er -aan toegevoegd worden, dan de vrouw van welke latere beschaving ook, tot op onze eigene -generatie toe<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e8885src" href="#xd29e8885">33</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Op grond van de gezegden van twee satyrische schrijvers, Juvenalis en Tacitus, hebben -vele menschen verondersteld, dat de Romeinsche vrouwen van den lateren tijd overgegeven -waren aan losbandigheid. Het is echter vruchteloos bij satirici te zoeken naar eenig -juist beeld van een groote beschaving. <span class="pagenum">[<a id="pb361" href="#pb361">361</a>]</span>Hobhouse (<i>loc. cit.</i>, p. 216) komt tot het besluit, dat de Romeinsche vrouwen over het geheel waardig -de plaats innamen als gezellinnen van haar mannen, hun raadgeefsters en vriendinnen, -de plaats, die ze ook ingenomen hadden toen een streng systeem haar wettelijk in hun -macht stelde. De meeste autoriteiten schijnen tegenwoordig van deze opinie te zijn, -hoewel Friedländer zich vroeger meer twijfelachtig uitdrukte. Zoo zegt Dill in zijn -oordeelkundig <i lang="en">Roman Society</i> (p. 163), dat de positie van de Romeinsche vrouw, zoowel wettelijk als feitelijk, -onder het Keizerrijk beter werd; zonder dat ze minder deugdzaam of minder geëerbiedigd -werd, werd ze ontwikkelder en meer aantrekkelijk; met minder beperkingen had zij grootere -bekoringen en grooteren invloed, zelfs in publieke zaken, en was ze meer en meer de -gelijke van haar echtgenoot. “In de laatste eeuw van het Westersch Keizerrijk kwam -er geen afwijking in de positie en den invloed van de vrouwen”. Ook Donaldson schrijft -in zijn merkwaardige schets, <i lang="en">Woman</i> (p. 113), dat er geen achteruitgang in zeden was in het Romeinsche Keizerrijk; “de -losbandigheid van het heidensche Rome is niets vergeleken bij de losbandigheid van -Christelijk Afrika, Rome en Gallië, als we eenig geloof kunnen hechten aan de beschrijving -van Salvianus”. De beschrijving van Salvianus van het Christendom is waarschijnlijk -overdreven en eenzijdig, maar precies hetzelfde kan gezegd worden in zelfs nog hoogere -mate van de beschrijvingen van het oude Rome, die nagelaten zijn door knappe heidensche -satirici en ascetische Christelijke predikers.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het wordt dus noodig aanmerkelijk meer dan twee duizend jaar over te springen, vóor -we komen aan een stadium van beschaving, dat eenigermate de hoogte nadert van het -laatste stadium van de Romeinsche maatschappij. In de achttiende en de negentiende -eeuw vinden we, het eerst in Frankrijk, dan in Engeland, nog eens een moreele en wettelijke -beweging, die streeft naar de gelijkmaking van vrouwen met mannen. Wij vinden ook -een lange serie pioniers van die beweging, die aan de ontwikkeling ervan voorafgaan: -Mary Astor, “<span lang="en">Sophia, a Lady of Quality</span>”, Ségur, Mrs. Wheeler, en niet te vergeten Mary Wollstonecraft in <i lang="en">A Vindication of the Rights of Woman</i>, en John Stuart Mill in <i lang="en">The Subjection of Women</i><a class="noteref" id="xd29e8915src" href="#xd29e8915">34</a>. -</p> -<p>De groote Europeesche stroom van invloeden in deze zaak heeft, sedert historische -tijden, daar kunnen we nauwelijks aan twijfelen als we het samenstel der verschijnselen -ervan in aanmerking nemen, het onderhouden van een ongelijkheid ten nadeele van de -vrouwen met zich gebracht. De mooie nalatenschap van de Romeinsche Wet aan Europa -was wel gunstig voor de vrouwen, maar die nalatenschap raakte verspreid en voor het -grootste deel verloren in den overheerschenden invloed van de Germaansche gewoonte -te zamen met de krachtig georganiseerde Christelijke kerk. Niettegenstaande niet alle -feiten in dezelfde richting wijzen, en er dientengevolge eenig verschil van meening -is, schijnt het toch wel te zijn, dat over het geheel zoowel de Germaansche gewoonte -<span class="pagenum">[<a id="pb362" href="#pb362">362</a>]</span>als de Christelijke godsdienst niet gunstig waren voor de gelijkheid van vrouwen met -mannen. De Germaansche gewoonte in deze zaak werd bepaald door twee beslissende factoren: -(1) het bestaan van het koophuwelijk, dat, zooals Crawly heeft aangetoond, geenszins -noodzakelijk de verlaging van de vrouwen in zich sluit, heeft zeker neiging haar in -een inferieure positie te plaatsen, en (2) bezig zijn met oorlog, wat altijd samen -is gegaan met een depreciatie van vreedzame en vrouwelijke bezigheden en onverschilligheid -voor de liefde. Het Christendom was bij zijn oorsprong gunstig voor de vrouwen, omdat -het de meest essentieel vrouwelijke gemoedsbewegingen vrijmaakte en verheerlijkte, -maar toen het een vastgestelde en georganiseerde godsdienst werd met bepaald ascetische -idealen, werd de geheele stemming voor de vrouwen ongunstig. Het had ze van den beginne -uitgesloten van iedere priesterlijke functie. Het beschouwde ze nu als de speciale -vertegenwoordigsters van het verachte sekse-element in het leven<a class="noteref" id="xd29e8928src" href="#xd29e8928">35</a>. De excentrieke Tertullianus had eens verklaard, dat de vrouw was <i lang="la">janua Diaboli</i>; bijna zeven honderd jaar later schreef zelfs de zachtzinnige en philosophische Anselm: -<i lang="la">Femina fax est Satanae</i><a class="noteref" id="xd29e8942src" href="#xd29e8942">36</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Zoo was bij de Franken, waar de gewoonte van het monogame huwelijk overheerschte, -een vrouw nooit vrij; zij kon niet koopen of verkoopen of erven zonder de permissie -van hen, aan wie ze toebehoorde. Zij ging door schenking over in het bezit van haar -echtgenoot, en als hij den huwelijksdag vaststelde, gaf hij haar ouders kleine geldstukjes -als <i>arrha</i>, en op den dag na het huwelijk kreeg zij van hem een geschenk, de <i lang="de">morgengabe</i>. Een weduwe behoorde weer aan haar ouders (<span class="corr" id="xd29e8956" title="Bron: Bedollierre">Bedollière</span>, <i lang="fr">Histoire de Moeurs des Français</i>, deel I, p. 180). Het is waar, dat de Salische wet een geldelijke boete eischte voor -het aanraken van een vrouw, zelfs voor het drukken van haar vinger, maar het is duidelijk, -dat de overtreding, die zoo begaan werd een overtreding was jegens den eigendom, en -in het geheel niet jegens de heiligheid van de persoonlijkheid eener vrouw. De Duitsche -echtgenoot van den ouden tijd kon zijn kinderen verkoopen, en soms zijn vrouw, zelfs -als slaven. In de elfde eeuw hoort men nog van gevallen van het verkoopen van kinderen -en vrouwen, hoewel het niet langer door de wet erkend wordt. -</p> -<p>De tradities van het Christendom waren gunstiger voor de sexueele gelijkheid dan de -Germaansche zeden, maar toen ze met deze vermengd raakten, voegden zij er hun eigen -speciale bijdrage bij van de onreinheid der vrouw. Deze geestelijke minderwaardigheid -van de vrouw bleek duidelijk uit de beperkingen, die soms der vrouwen opgelegd werden -in de kerk, en zelfs in het recht om een kerk binnen te treden; op sommige plaatsen -werden zij gedwongen in de narthex te blijven, zelfs in kerken die niet bij kloosters -behoorden (zie voor deze regels Smith en Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>, art. “<span lang="en">Sexes, Separation of</span>”). -</p> -<p>Door de poging om het begrip man van sexualiteit te ontdoen en het begrip vrouw met -sexualiteit te overladen, verlaagde het Christendom noodzakelijk <span class="pagenum">[<a id="pb363" href="#pb363">363</a>]</span>de positie van de vrouw en het begrip vrouwelijkheid. Zooals Donaldson terecht opmerkt, -waar hij hier den nadruk op legt (<i>op. cit.</i>, p. 182): “Ik mag een man wel definieeren als een mannelijk menschelijk wezen en -een vrouw als een vrouwelijk menschelijk wezen … Wat de eerste Christenen deden, was -het schrappen van het “mannelijk” uit de definitie van man, en het “menschelijke wezen” -uit de definitie van vrouw”. De godsdienst schijnt in het algemeen een machtig deprimeerende -invloed geweest te zijn op de positie van de vrouw, niettegenstaande het beroep dat -hij op de vrouw doet. Westermarck meent (<i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel I, p. 669), dat de godsdienst “waarschijnlijk de krachtigste oorzaak is geweest -van de onderwerping van de vrouw aan de macht van den man”. -</p> -<p>Er is wel eens gezegd, dat de Christelijke neiging om vrouwen in een inferieure positie -te plaatsen zoover ging, dat een kerkbesluit formeel ontkende, dat vrouwen zielen -hadden. Dit dwaze verhaal is inderdaad op papegaaienmanier door een groot aantal schrijvers -herhaald. De bron van het verhaal wordt waarschijnlijk gevonden in het feit, dat door -Gregorius van Tours in zijn geschiedenis vermeld wordt (deel VIII, hoofdst. XX), dat -op het concilie van Mâcon, in 585, een bisschop er over in twijfel was of het woord -“mensch” ook de vrouw in zich sloot, maar hij werd door de andere leden van het concilie -overtuigd, dat het dat wel deed. Dezelfde moeilijkheid heeft zich in later tijd aan -rechtsgeleerden voorgedaan, en ze is niet altijd zoo gunstig voor de vrouw opgelost -als door het Christelijk concilie van Mâcon. -</p> -<p>De geringe waardeering van de vrouwen, die zelfs in de oudste kerk heerschte, wordt -door de Christelijke geleerden toegegeven. “Wij moeten”, schrijft Merrick (art. “<span lang="en">Marriage</span><span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, Smith and Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>), “zelfs bij de grootsten van de Christelijke kerkvaders een beklagenswaardige geringschatting -van de vrouwen opmerken, en dientengevolge van de huwelijksverhouding. Zelfs de heilige -Augustinus kan geen rechtvaardiging voor het huwelijk vinden, behalve in een ernstig, -bepaaldelijk aangenomen verlangen om kinderen te hebben; en in overeenstemming met -dit gezichtspunt wordt alle huwelijksgemeenschap, behalve voor dit uitsluitend doel, -streng veroordeeld. Als het huwelijk gezocht wordt om de kinderen, dan is het te rechtvaardigen; -als het aangegaan wordt als een <i lang="la">remedium</i> om erger kwaad te vermijden, dan is het vergefelijk; het denkbeeld van het wederkeerige -gezelschap, de hulp en het gemak, dat de een van den ander behoort te hebben, zoowel -in voorspoed als in tegenspoed, bestond ternauwernood en kon ook ternauwernood bestaan”. -</p> -<p>Van het standpunt der vrouw komt Lily Braun, in haar belangrijk werk over de vrouwenkwestie -(<i lang="de">Die Frauenfrage</i>, 1901, pp. 28 <i>et seq.</i>) tot het besluit, dat, in zooverre het Christendom der vrouwen gunstig gestemd was, -wij dien gunstigen invloed moeten zien in het plaatsen van de vrouwen op hetzelfde -moreele niveau als de mannen, zooals geïllustreerd wordt door het gezegde van Jezus: -“Laat hij, die zonder zonden is den eersten steen werpen”, waarmee hij bedoelde, dat -iedere sekse verplicht is tot dezelfde trouw. Het heeft, voegt zij er aan toe, niet -meer bereikt dan dit. “Het Christendom, dat de vrouwen met zooveel enthusiasme <span class="corr" id="xd29e8999" title="Bron: aan namen">aannamen</span> als een bevrijding en waarvoor ze als martelaren stierven, heeft haar hoop niet vervuld”. -</p> -<p>Zelfs wat de moreele gelijkheid van de seksen in het huwelijk aangaat, was de positie -van de Christelijke autoriteiten soms dubbelzinnig. Een van de grootste Kerkvaders, -de heilige Basilius, maakte in de laatste helft van de vierde eeuw onderscheid tusschen -echtbreuk en ontucht, als ze begaan werden door een getrouwd man; met een getrouwde -vrouw was het echtbreuk; met een ongetrouwde vrouw was het enkel ontucht. In het eerste -geval mocht een vrouw haar echtgenoot niet weer ontvangen; in het tweede geval wel -(art. “Adultery”, Smith en Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>). Zulk een beslissing sloot, door de hoogste waarde te hechten aan een onderscheid, -dat voor de vrouw geen verschil kon maken, een gebrek aan erkenning van <span class="pagenum">[<a id="pb364" href="#pb364">364</a>]</span>haar moreele persoonlijkheid in zich. Vele van de Vaders echter, zooals Jeronimus, -Augustinus en Ambrosius, konden niet inzien, waarom de zedelijke wet niet dezelfde -zou zijn voor den man als voor de vrouw, maar daar het gevoelen van de latere Romeinen -zoowel van de wettelijke als van de populaire zijde reeds dat gezichtspunt naderde, -was de invloed van het Christendom ternauwernood noodig om het te verkrijgen. Het -verkreeg eindelijk formeele sanctie in de Romeinsche canonieke wet, die besliste, -dat echtbreuk gelijkelijk begaan wordt door beide partijen van het huwelijk in twee -graden: (1) <i>simplex</i>, van de getrouwden met de ongetrouwden, en (2) <i>duplex</i>, van de getrouwden met de getrouwden. -</p> -<p>Er kan echter nauwelijks gezegd worden, dat het Christendom er in slaagde dit gezichtspunt -van de moreele gelijkheid van de seksen in de praktische actueele moraal opgenomen -te krijgen. Het werd in theorie aangenomen; het werd niet uitgevoerd in de praktijk. -W. G. Summer komt, als hij deze kwestie bespreekt, tot het besluit (<i lang="en">Folkways</i>, blz. 359–361): “Waarom bestaan deze gezichtspunten niet in de <i lang="la">mores</i>? Ongetwijfeld omdat zij dogmatisch van vorm zijn, uitgedacht of opgelegd door theologische -autoriteit of door philosofische beschouwing. Zij groeien niet uit de levenservaring -en kunnen er niet aan getoetst worden. De redenen voor die gezichtspunten liggen ten -slotte in de physiologische feiten, waardoor de eene een vrouw is en de andere een -man”. We zullen later echter meer over dit punt zeggen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het was waarschijnlijk niet zoozeer de kerk als wel de Germaansche gewoonte en de -ontwikkeling van het leenstelsel, met de mannelijke en militaire idealen, die het -kweekte, welke voornamelijk beslissend waren bij het vastleggen van de inferieure -positie van de vrouwen in de middeleeuwsche wereld. Zelfs de ideeën van ridderlijkheid, -waarvan men dikwijls gemeend heeft dat ze speciaal gunstig waren voor de vrouwen, -schijnen voor haar van geringe praktische beteekenis geweest te zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In zijn groote werk over de ridderschap toont Gautier o.a. aan, dat de geest van het -leenstelsel, evenals de militaire geest altijd en overal, over het geheel een minachting -voor vrouwen met zich bracht, zelfs als zij ze nu en dan idealiseerde. “Gaat in uw -geschilderde en vergulde kamers”, lezen we in <i>Renaus de Montauban</i>, “zit in de schaduw, maakt het u aangenaam, drinkt, eet, doet handwerkjes, verft -zijde, maar bedenkt, dat gij u niet met onze zaken bemoeien moet. Onze zaak is het -stalen zwaard te zwaaien. Zwijgt!” En als de vrouw aanhoudt, dan wordt ze in haar -gezicht geslagen tot bloedens toe. De man had een wettig recht om zijn vrouw te slaan, -niet alleen voor echtbreuk, maar ook als ze hem tegensprak. De vrouwen waren echter -niet geheel zonder macht, en in een verzameling van <i lang="fr">Coutumes</i> wordt vermeld, dat een man zijn vrouw alleen maar <i lang="fr">resnablement</i>, d.i. met verstand, mocht slaan. (Wat het recht van den man betreft om zijn vrouw -te slaan, zie men ook Hobhouse, <i lang="en">Morals in Evolution</i>, deel I, p. 234. In Engeland werd de man eerst onder de regeering van Karel II, van -wien zooveel moderne bewegingen dateeren, beroofd van dit wettige recht). -</p> -<p>In de oogen van den edelman uit den tijd van het leenstelsel wedijverde, mogen we -er aan toevoegen, de schoonheid van een paard dikwijls met succes met de schoonheid -van een vrouw. In <i lang="de">Girbers de Metz</i> rijden twee edellieden Garin en zijn neef Girbert langs een raam, waar een mooi meisje -zit met het aangezicht van een roos en het blanke vleesch van een lelie. “Zie, neef -Girbert, zie! Bij de heilige Maria, wat een mooie vrouw!” “O”, antwoordt Girbert, -“wat een mooi dier is mijn paard!” “Ik heb nooit zoo iets moois gezien, als dit jonge -meisje met haar frissche kleur en haar donkere oogen”, zegt Garin. “Ik ken geen paard, -dat te vergelijken is met het mijne”, antwoordt <span class="pagenum">[<a id="pb365" href="#pb365">365</a>]</span>Girbert. Als de mannen zoo geabsorbeerd zijn in de dingen, die tot den oorlog behooren, -dan is het niet te verwonderen, dat het aan jonge meisjes overgelaten is amoureuse -avances te maken. “In alle <i lang="fr">chansons de geste</i>”, merkt Gautier op, “zijn het de jonge meisjes, die de avances maken, dikwijls geheel -zonder terughouding”, hoewel, voegt hij er bij, de vrouwen als deugdzamer voorgesteld -worden. (L. Gautier, <i lang="fr">La Chevalerie</i>, p. 236–50). -</p> -<p>In Engeland schijnt, volgens Pollock en Maitland (<i lang="en">History of English Law</i>, deel II, p. 437), een levenslange onmondigheid van de vrouwen, zooals bij de Germaansche -volken, nooit bestaan te hebben. “Van den tijd van Willem den Veroveraar af”, zegt -Hobhouse (<i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, deel I, p. 224), “wordt de ongetrouwde Engelsche vrouw, als ze haar meerderjarigheid -bereikt, volkomen toegerust met alle wettelijke en civiele rechten, evenzeer een persoonlijkheid -voor de wet als de Babylonische vrouw drie duizend jaar geleden geweest is”. Maar -de ingewikkelde Engelsche wet gaf aan de ongetrouwde vrouwen voor deze privileges -een tegenwicht door de inconsequente wijze, waarop ze de getrouwde vrouw wikkelde -in eindelooze omhulsels van onverantwoordelijkheid, behalve als ze de groote overtreding -beging van haar heer en meester te beleedigen. De Engelsche vrouw, gaat Hobhouse voort -(<i>loc. cit.</i>) was, zoo al niet de slavin van haar echtgenoot, toch ten minste zijn leenplichtig -vazal; als zij hem beleedigde, dan was het “hoogverraad”, de opstand van een onderdaan -tegen den koning in een miniatuur koninkrijk, en een ernstiger misdaad dan moord. -Moord kon zij in zijn tegenwoordigheid niet begaan, want haar persoonlijkheid was -in de zijne opgenomen; hij was verantwoordelijk voor de meeste van haar misdaden en -vergrijpen (het was dit feit, dat hem het recht gaf haar te kastijden), en hij kon -zelfs niet in een contract met haar treden, want dat zou zijn in een contract treden -met zich zelf. “Het wezen zelf en het wettelijke bestaan van een vrouw<a id="xd29e9063"></a> is geschorst tijdens het huwelijk”, zeide Blackstone, “of is tenminste belichaamd -en samengevoegd met dat van haar man, onder wiens bescherming zij alles doet. Zoo’n -groote gunsteling”, voegde hij er aan toe, “is de vrouwelijke sekse van de wetten -van Engeland”. “De sterkte van de vrouwen was haar zwakte”, zegt Hobhouse, waar hij -de beteekenis uitlegt van de Engelsche wet. <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Zij overwon door toe te geven. Haar liefelijkheid moest bewaard worden voor het tumult -van de wereld, haar geur zacht en frisch gehouden, ver van het stof en den rook van -den strijd. Daarom had ze behoefte aan een kampioen en een bewaker”. -</p> -<p>In Frankrijk nam de vrouw van de middeleeuwen en van de Renaissance vrijwel dezelfde -positie in in het huis van haar echtgenoot. Hij was haar heer en meester, het hoofd -en de ziel van “het vrouwelijke en zwakke schepsel”, die hem “volkomen liefde en gehoorzaamheid” -verschuldigd was. Zij was zijn voornaamste dienstbode, de oudste van zijn kinderen, -zijn vrouw en onderdaan; zij teekende zich “uw nederige en gehoorzame dochter en vriendin”, -als zij aan hem schreef. De historicus, De Maulde la Clavière, die op dit punt bewijsmateriaal -heeft samengebracht in zijn <i lang="fr">Femmes de la Renaissance</i>, merkt op, dat, hoewel de man zoo’n verheven en superieure positie in het huwelijk -bekleedde, hij het toch gewoonlijk was, en niet de vrouw, die klaagde over de bezwaren -van het huwelijk.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wet en gewoonte namen aan, dat een vrouw min of meer onder de bescherming van den -man zou staan, en zelfs de idealen van een mooie vrouwelijkheid, die in deze maatschappij -ontstonden, tijdens de feudale en in latere tijden, waren door dezelfde opvatting -getint. Zij sloot in zich de ongelijkheid van de vrouwen vergeleken bij de mannen, -maar onder de maatschappelijke toestanden van een feudale maatschappij was zulk een -ongelijkheid in het voordeel van de vrouw. Mannelijke kracht was de voornaamste <span class="pagenum">[<a id="pb366" href="#pb366">366</a>]</span>factor in het leven en het was noodig, dat iedere vrouw een deel er van aan haar zijde -zou hebben. Dit gezonde en verstandige denkbeeld bleef bestaan, zelfs nadat de groei -der beschaving kracht tot een veel minder beslissenden factor maakte in het maatschappelijk -leven. In het Engeland van den tijd van koningin Elisabeth moest geen vrouw zonder -meester zijn, hoewel de vrouwelijke onderdanen van koningin Elisabeth in haar souverein -een schitterend voorbeeld hadden van een vrouw, die een mooie en werkdadige rol in -het leven kon spelen en toch volkomen zonder meester bleef. Nog later, in de achttiende -eeuw, spreekt een zoo fijn moralist als Shaftesbury, in zijn <i lang="en">Characteristics</i> van minnaars van getrouwde vrouwen als van schenders van den eigendom. Als zulke -opvattingen nog heerschten zelfs in de beste geesten, dan is het niet te verwonderen, -dat zij in dezelfde eeuw, en zelfs in de volgende eeuw in de praktijk doorgevoerd -werden door minder welopgevoede menschen, die ongestraft vrouwen kochten en verkochten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Schrader wijst er op, in zijn <i lang="de">Reallexicon</i> (art. “Brautkauf”), dat oorspronkelijk de aankoop van een vrouw was de aankoop van -haar persoon, en niet alleen van het recht om haar te beschermen. De oorspronkelijke -opvatting bleef waarschijnlijk in Groot-Brittannië lang bestaan, omdat dit zoo ver -afgelegen was van de centra der beschaving. In de elfde eeuw wilde Gregorius VII, -dat Lafranc het verkoopen van vrouwen in Schotland en op andere plaatsen in Engeland -zou doen ophouden. (Pike, <i lang="en">History of Crime in England</i>, deel I, p. 99). De gewoonte stierf echter in ver verwijderde landelijke districten -nooit geheel uit. -</p> -<p>Zulke zaken zijn er zelfs in Londen gedaan. Zoo lezen wij in het <i lang="en">Annual Register</i> voor 1767 (p. 99): “Ongeveer drie weken geleden verkocht een metselaarsknecht in -Marylebone een vrouw, waarmee hij verscheidene jaren had samengewoond, aan een mede-arbeider -voor een kwart guinje en een pint bier. De werkman ging heen met zijn aankoop, en -sindsdien heeft zij het fortuintje gehad een legaat te krijgen van 200 pondsterling, -en wat zilver, dat haar nagelaten werd door een oom, die in Devonshire overleed. Het -paar trouwde verleden Vrijdag.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>De geestelijke J. Edward Vaux (<i lang="en">Church Folk-lore</i>, tweede uitgave, p. 146) vertelt twee authentieke gevallen, waarin vrouwen door haar -mannen openlijk op de markt gekocht waren, en dat in de negentiende eeuw. In het eene -geval werd de vrouw, met haar eigen volkomen toestemming naar de markt gebracht met -een touw om den hals, verkocht voor een halven kroon en naar haar nieuwe huis gebracht, -twaalf mijlen ver door haar nieuwen man, die haar gekocht had; in het andere geval -kocht een herbergier de vrouw van een anderen man voor twee pinten jenever. -</p> -<p>Het is dezelfde opvatting van de vrouw als bezitting, die, zelfs tegenwoordig nog, -oorzaak is geweest, dat in veel wetboeken paragrafen behouden zijn gebleven, die een -man veroordeelen tot het betalen van een schadevergoeding in geld aan de vrouw, tevoren -een maagd, met wie hij omgang heeft gehad en die hij daarna heeft verlaten (Natalie -Fuchs, “<span lang="de">Die Jungferschaft im Recht und Sitte</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i> Feb., 1908). De vrouw is “onteerd” door sexueelen omgang; verlaagd in haar marktwaarde, -precies evenals een nieuw kleedingstuk “tweede-hands” wordt, zelfs als het maar ééns -is gedragen. Een man zou het denkbeeld ver van zich werpen, dat zijn persoonlijke -waarde zou kunnen verminderen door een aantal daden van sexueelen omgang. -<span class="pagenum">[<a id="pb367" href="#pb367">367</a>]</span></p> -<p>Dit feit heeft zelfs sommigen er toe geleid “de afschaffing van de physieke maagdelijkheid” -aan te raden. Zoo raadt de Duitsche schrijfster <span class="corr" id="xd29e9112" title="Niet in bron">van </span><i lang="la">Una Poeninentium</i> (1907), in overweging nemende, dat de bescherming van de vrouw zeker niet zoo goed -verzekerd is door een stukje slijmvlies als door de aanwezigheid van een trouwe en -zorgvuldige ziel van binnen, aan om meisjes reeds als kind door een operatie het hymen -weg te nemen. Het is ongetwijfeld waar, dat het onevenredige belang, dat er gehecht -wordt aan het hymen, geleid heeft tot een verkeerde en ongezonde opvatting omtrent -de vrouwelijke “eer”, en de vrouwelijke reinheid.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Gewoonte en wet passen zich langzamerhand aan aan de veranderde maatschappelijke toestanden, -die niet langer de onderwerping van de vrouw eischen, hetzij in haar eigen belang -of in het belang van de gemeenschap. Tegelijk met deze veranderingen is een verschillend -ideaal van vrouwelijke persoonlijkheid bezig zich te ontwikkelen. Evenwel wordt het -oude ideaal van de heerschappij van den man over de vrouw nog steeds min of meer bewust -bekrachtigd onder ons. De man zegt dikwijls aan de vrouw welke werkzaamheden zij niet -doen moet, welke plaatsen zij niet moet bezoeken, met welke menschen ze niet moet -omgaan, welke boeken ze niet lezen moet. Hij matigt zich het recht aan haar te controleeren, -zelfs in persoonlijke zaken, die geen betrekking op hem hebben, krachtens het oude -mannelijke voorrecht van den sterkste, dat de vrouw, zooals de oude aartsvaderlijke -juristen zeiden, ondergeschikt maakte aan den man. Het begint echter meer en meer -erkend te worden, dat zulk een rol niet past voor den modernen man. De moderne man -is er niet langer voor toegerust, zooals Rosa Mayer aangetoond heeft in een verhandeling, -die tot nadenken stemt, om de overheerschende rol te spelen in de verhouding tot zijn -vrouw. De “edele wilde”, die een woest leven leidt op berg en in bosch, die gevaarlijke -dieren najaagt en zoo noodig vijanden scalpeert, kan nu en dan zijn spade zacht en -met effect doen neerkomen op het hoofd van zijn vrouw, misschien tot haar dankbare -bevrediging<a class="noteref" id="xd29e9119src" href="#xd29e9119">37</a>. Maar de moderne man, die meestal zijn dagen tam aan een lessenaar doorbrengt, die -er op gedrild is stilzwijgend de beleedigingen en vernederingen te verdragen, die -superieuren of patroniseerende klanten hem kunnen aandoen, deze typisch moderne man -kan niet langer met succes de rol van den “edelen wilde” aannemen, als hij thuiskomt. -Hij is werkelijk zoo ten eenenmale ongeschikt voor die rol, dat zijn vrouw het hem -kwalijk neemt, als hij tracht haar te spelen. Hij begint dit langzamerhand te erkennen, -zelfs afgezien van eenige bewustheid van de algemeene richting van de beschaving. -De moderne verstandige man erkent, dat, als een kwestie van principe, <span class="pagenum">[<a id="pb368" href="#pb368">368</a>]</span>zijn vrouw recht heeft op gelijkheid met hemzelf; de moderne man van de wereld voelt, -dat het zoowel belachelijk als lastig zou zijn, als hij zijn vrouw niet ongeveer dezelfde -soort van vrijheid toestond, die hij zelf heeft. En bovendien, terwijl de moderne -man tot zekere hoogte vrouwelijke eigenschappen gekregen heeft, heeft de vrouw in -overeenkomstige mate mannelijke eigenschappen gekregen. -</p> -<p>Hoe kort en alleen op de hoofdpunten ingaande deze discussie noodzakelijkerwijze geweest -is, zal ze toch gediend hebben om ons van aangezicht tot aangezicht te brengen met -het grondfeit in de sexueele moraal, dat de groei van de beschaving in den tegenwoordigen -tijd onvermijdelijk gemaakt heeft: persoonlijke verantwoordelijkheid. “Het verantwoordelijke -menschelijke wezen, man of vrouw, is het centrum van de moderne zedenleer evenals -van de moderne wet”; dat is de conclusie van Hobhouse in zijn bespreking over de evolutie -van de menschelijke moraal<a class="noteref" id="xd29e9130src" href="#xd29e9130">38</a>. De beweging, die er is onder ons om sexueele verhoudingen te bevrijden van een buitensporige -gebondenheid aan vastgestelde en willekeurige regels, zou onmogelijk geweest zijn -en nadeelig, als er niet mee samen was gegaan een groei van den zin voor persoonlijke -verantwoordelijkheid onder de leden van de gemeenschap. Ze zou geen jaar hebben kunnen -bestaan zonder te degenereeren in losbandigheid en wanorde. Vrijheid in sexueele verhoudingen -sluit in zich wederzijdsch vertrouwen en dat kan alleen maar berusten op een basis -van persoonlijke verantwoordelijkheid. Waar geen vertrouwen kan zijn op persoonlijke -verantwoordelijkheid, daar kan geen vrijheid zijn. Op de meeste gebieden van moreele -werkzaamheid wordt deze zin voor persoonlijke verantwoordelijkheid verkregen in een -tamelijk vroeg stadium van maatschappelijken vooruitgang. De sexueele moraal is het -laatste gebied van de moraal, dat in de sfeer van de persoonlijke verantwoordelijkheid -kan gebracht worden. De gemeenschap legt de verschillende samengestelde en kunstmatige -wetten van sexueele moraal op aan haar leden, vooral aan haar vrouwelijke leden, en -natuurlijk is ze altijd zeer wantrouwend aangaande haar vermogen om deze wetten na -te komen, en is zeer zorgvuldig om haar, voor zoover dat mogelijk is, geen persoonlijke -verantwoordelijkheid in de zaak te laten. Maar een oefening in zelfbedwang, als die -doorgevoerd is een lange reeks van generaties door, is de beste voorbereiding voor -de vrijheid. De wet, die aan de vroegere generaties opgelegd is geweest, is, zooals -de oude theologie de zaak uitlegde, de leerschool geweest om de latere generaties -tot Christus te brengen; of, zooals de nieuwe wetenschap precies hetzelfde denkbeeld -uitdrukt, <span class="pagenum">[<a id="pb369" href="#pb369">369</a>]</span>de latere generaties zijn immuun geworden en hebben ten slotte een soort van vrijstelling -gekregen tegen de ziektestof, die de vroegere generaties zou hebben vernietigd. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het proces, waardoor een volk verstand krijgt van persoonlijke verantwoordelijkheid -gaat langzaam, en misschien kan ze niet geheel voldoende verkregen worden door rassen, -die een hoogen graad van zenuworganisatie missen. Dat geldt vooral van de sexueele -moraal, zooals bij de aanraking van een hoogere met een lagere beschaving dikwijls -gebleken is. Het is telkens weer vooorgekomen, dat zendelingen—zeer tegen hun eigen -wensch—dat behoeven we niet te zeggen—door het straffe moreele systeem, dat zij vonden, -omver te werpen, en door ervoor in de plaats te stellen de vrijheid van de Europeesche -gewoonten onder volken die geheel onvoorbereid waren voor zulk een vrijheid, hoogst -nadeelig op de zedelijkheid gewerkt hebben. Dit is het geval geweest onder de vroeger -goed georganiseerde en zeer moreele Baganda van Centraal-Afrika, zooals vermeld is -in een officieel rapport door Kolonel Lambkin (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 3, 1908). -</p> -<p>Ook wat Polynesia aangaat, wees R. L. Stevenson er in zijn belangwekkend boek <i lang="en">In the South Seas</i> (hoofdst. V) op, dat, terwijl vóór het komen van de blanken de Polynesiërs over het -geheel kuisch waren, en de jonge menschen zorgvuldig bewaakt werden, het nu geheel -anders is. -</p> -<p>Zelfs in Fiji, waar, volgens Lord Stanmore—die Generaal-gevolmachtigde van de Zuidzee, -en een onafhankelijk beoordeelaar was—het streven van de zendelingen “wonderbaarlijk -wel geslaagd” geweest is, waar allen ten minste in naam zich Christenen noemen, waardoor -het leven en de volksaard zeer veranderd zijn, heeft de <span class="corr" id="xd29e9154" title="Bron: kuischhid">kuischheid</span> zeer geleden. Dit heeft een commissie over den toestand van de inboorling-rassen -in Fiji aangetoond. Mr. Titchett, die verslag geeft over deze commissie (Australasian -<i lang="en">Review of Reviews</i>, Oct., 1897) merkt op: “Niet weinige, door de commissie gehoorde getuigen verklaren, -dat de moreele vooruitgang op Fiji als merkwaardig knoeiwerk voor den dag komt. De -afschaffing van de veelwijverij is bij voorbeeld niet in ieder opzicht gunstig uitgevallen -voor de vrouwen. De vrouw heeft het zware werk te doen op Fiji; en toen het onderhoud -van den man verdeeld was over vier vrouwen was de last op iedere vrouw minder dan -nu, nu hij door één gedragen moet worden. In den heidenschen tijd werd de kuischheid -van de vrouw bewaakt door de knots; een trouwelooze vrouw, een ongehuwde moeder werden -kortweg ter dood gebracht. Het Christendom heeft het knotsrecht afgeschaft, en alleen -moreele beperking of de vrees voor de straffen van de wereld hiernamaals nemen voor -de begrensde verbeelding van de bewoners van Fiji niet geheel de plaats ervan in. -Zoo is de standaard van de kuischheid in Fiji bedroevend laag”. -</p> -<p>We moeten ons altijd herinneren, dat, als het hoog georganiseerde systeem van gemengde -geestelijke en physieke beperkingen weggenomen is, kuischheid teerder begint te worden -en onstabiel van evenwicht. De controleerende invloed van persoonlijke verantwoordelijkheid, -hoe waardevol en essentieel die ook is, kan niet voortdurend en onafgebroken de vulcanische -krachten in bedwang houden van den liefdeshartstocht, zelfs in hooge beschavingen. -“Geen volmaaktheid van moreelen aanleg bij een vrouw,” heeft Hinton terecht gezegd, -“geen kracht van wil, geen wensch en besluit om “goed” te zijn, geen macht van den -godsdienst of contrôle van de gewoonten, kan verzekeren wat genoemd wordt de deugd -van de vrouw. Het gevoel van volkomen toewijding, waarmede de een of andere man haar -kan vervullen, zal ze allemaal wegvagen. Waar de maatschappij zich op die basis wil -oprichten, kiest ze onvermijdelijk wanorde, en zoo lang ze voortgaat die te kiezen, -zal ze steeds hetzelfde resultaat hebben”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij moeten nog verder ingaan op deze persoonlijke verantwoordelijkheid <span class="pagenum">[<a id="pb370" href="#pb370">370</a>]</span>in zaken van sexueele moraal, in den vorm waarin ze zich onder ons doet gevoelen, -en onderzoek doen naar alles wat er onder begrepen is. Het belangrijkste punt is ongetwijfeld -economische onafhankelijkheid. Die is werkelijk van zooveel belang, dat men nauwelijks -kan zeggen, dat er moreele verantwoordelijkheid bestaat in den besten zin van het -woord, waar de economische onafhankelijkheid ontbreekt. Moreele verantwoordelijkheid -en economische onafhankelijkheid zijn werkelijk identiek; zij zijn maar twee kanten -van hetzelfde maatschappelijke feit. De verantwoordelijke persoon is de persoon, die -voor zijn daden kan instaan en, als het noodig is, ervoor kan betalen. De economisch -afhankelijke mensch kan een crimineele verantwoordelijkheid op zich nemen; hij kan -met een leege portemonnaie in de gevangenis gaan of in den dood. Maar in de gewone -sfeer van alledaagsche moraal wordt die groote straf niet van hem gevergd; als hij -ingaat tegen de wenschen van zijn familie of zijn vrienden of van zijn gemeente, dan -kunnen ze hem den rug toekeeren, maar ze kunnen gewoonlijk niet de uiterste straffen -van de wet tegen hem eischen. Hij kan zijn eigen persoonlijke verantwoordelijkheid -uitoefenen, hij kan vrij zijn eigen weg kiezen en zich daar op handhaven voor de oogen -van zijn medemenschen, op voorwaarde, dat hij in staat is er voor te betalen. Zijn -persoonlijke verantwoordelijkheid heeft weinig of geen beteekenis, indien ze niet -tevens economische onafhankelijkheid is. -</p> -<p>Naarmate de beschaafde maatschappijen tot rijpheid komen, beginnen de vrouwen een -steeds grootere mate zoowel van moreele verantwoordelijkheid als van economische onafhankelijkheid -te krijgen. Iedere nieuwe vrijheid der vrouwen en iedere schijnbare gelijkheid van -mannen en vrouwen, zelfs als ze inderdaad den schijn aanneemt van meerderheid is onwerkelijk, -indien ze niet op economische onafhankelijkheid gebaseerd is. Ze wordt dan alleen -maar geduld; het is de vrijheid, die aan een kind gegeven wordt, omdat het er zoo -lief om vraagt of omdat het misschien schreeuwen zal, als men ze hem weigert. Dit -is slechts parasitisme<a class="noteref" id="xd29e9168src" href="#xd29e9168">39</a>. De basis van economische afhankelijkheid verzekert een meer werkelijke vrijheid. -Zelfs in maatschappijen, die door wet en gewoonte de <span class="pagenum">[<a id="pb371" href="#pb371">371</a>]</span>vrouwen in strikte onderworpenheid houden, geniet de vrouw, die toevallig in het bezit -is van eigendom een hooge mate van onafhankelijkheid zoowel als van verantwoordelijkheid<a class="noteref" id="xd29e9181src" href="#xd29e9181">40</a>. De groei van een hooge beschaving schijnt inderdaad zoo nauw verbonden te zijn met -economische vrijheid en onafhankelijkheid van de vrouwen, dat het moeilijk te zeggen -is wat oorzaak is en wat gevolg. Herodotus merkte in zijn mooi verslag over Egypte, -een land dat hij beschouwde als meer bewonderenswaardig dan alle andere landen, met -verbazing op, dat de vrouwen de mannen thuis lieten om het weefgetouw te behandelen -en dat ze zelf naar de markt gingen om zaken te doen of om handel te drijven<a class="noteref" id="xd29e9186src" href="#xd29e9186">41</a>. Het is de economische factor in het maatschappelijk leven, die de moreele verantwoordelijkheid -van de vrouwen verzekert en die voornamelijk de positie bepaalt van de vrouw tegenover -haar man<a class="noteref" id="xd29e9192src" href="#xd29e9192">42</a>. -</p> -<p>In dit opzicht keert de beschaving in haar laatste stadium terug tot hetzelfde punt, -dat ze innam bij het begin, toen, zooals reeds opgemerkt is, wij grootere gelijkheid -met de mannen vonden en tevens grootere economische onafhankelijkheid<a class="noteref" id="xd29e9206src" href="#xd29e9206">43</a>. -</p> -<p>In al de toonaangevende moderne beschaafde landen, hebben, in de laatste eeuw, gewoonte -en wet samengewerkt om een steeds grootere economische onafhankelijkheid aan de vrouwen -te verzekeren. In sommige opzichten heeft Engeland de leiding gehad daardoor, dat -het het eerst het <span class="corr" id="xd29e9214" title="Bron: kapitalisch">kapitalistisch</span> systeem gevormd heeft en de vrouwen langzamerhand heeft ingelijfd in de scharen der -arbeiders<a class="noteref" id="xd29e9217src" href="#xd29e9217">44</a>, waardoor de verandering in de wet onvermijdelijk werd, <span class="pagenum">[<a id="pb372" href="#pb372">372</a>]</span>die, in 1882, aan een getrouwde vrouw het bezit verzekerde van haar eigen verdienste. -Dezelfde beweging met dezelfde gevolgen zien we elders. In de Vereenigde Staten, evenals -in Engeland, bestaat er een groot leger van vijf millioen vrouwen, dat zich snel uitbreidt, -die haar eigen brood verdienen, en haar positie is in verhouding tot de mannelijke -arbeiders zelfs beter dan in Engeland. In Frankrijk zijn van de vijf en twintig tot -de zeven en twintig percent van de werklieden in de meeste van de voornaamste industrieën—de -vrije beroepen, handel, landbouw, fabrieksindustrieën—vrouwen, en in sommige van de -grootste, zoo als de huis-industrieën en textiel-industrieën, zijn meer vrouwen aan -het werk dan mannen. In Japan, zegt men, dat drie vijfden van de fabrieksarbeiders -vrouwen zijn, en al de textiel-industrieën zijn in handen van de vrouwen<a class="noteref" id="xd29e9227src" href="#xd29e9227">45</a>. Deze beweging is een zichtbare uitdrukking van de moderne opvatting van persoonlijke -rechten, persoonlijke waarde en persoonlijke verantwoordelijkheid, die, zooals Hobhouse -opmerkt, de vrouwen gedwongen heeft zelf haar leven aan te pakken, en die tegelijkertijd -de oude huwelijkswetten tot een anachronisme gemaakt heeft en het verouderde idee -van vrouwelijke onschuld van de wereld weggevaagd heeft als niets dan een stuk valsch -sentiment<a class="noteref" id="xd29e9237src" href="#xd29e9237">46</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er kan geen twijfel aan zijn, dat het binnentreden van de vrouwen in het gebied van -den industriearbeid, in wedijver met de mannen en onder ongeveer dezelfde omstandigheden -als zij, ernstige vragen van een andere soort doet rijzen. Dat de beschaving in het -algemeen neigt naar de economische onafhankelijkheid en de moreele verantwoordelijkheid -van de vrouwen, ligt voor de hand. Maar het is in het geheel niet absoluut zeker, -dat het beste is voor de vrouwen, en daarom voor de gemeenschap, dat zij al de gewone -beroepen en bezigheden zullen uitoefenen, en dat onder dezelfde omstandigheden. Niet -alleen hebben de omstandigheden van de beroepen en betrekkingen zich ontwikkeld in -overeenstemming met de speciale geschiktheden van de mannen, maar het feit, dat het -sexueele proces, waardoor het ras zich voortplant, een onvergelijkelijk grootere hoeveelheid -tijd en energie eischt van de vrouwen dan van de mannen, verhindert de vrouwen in -den regel zich zoo uitsluitend als mannen te wijden aan industrieel werk. Voor sommige -biologen schijnt het inderdaad duidelijk te zijn, dat de vrouw buiten het huis en -de school in het geheel niet werken moet. “Iedere natie, die zijn vrouwen laat werken -is veroordeeld,” zegt Woods Hutchinson (<i lang="en">The Gospel According to Darwin</i>, p. 199). Dit is een uiterste opvatting. Toch beschouwt ook Hobhouse Hobson, die -deze kwestie van den economischen kant bekijkt, den invloed van de industrie, die -de vrouwen uit haar huis verjaagt, als “een invloed, die strijdig is met de beschaving”. -De verwaarloozing van het tehuis, zegt hij, is, “over het geheel, het ergste nadeel, -dat de moderne industrie toegebracht heeft aan ons leven, en het is moeilijk in te -zien hoe dit goedgemaakt kan worden door een toename <span class="pagenum">[<a id="pb373" href="#pb373">373</a>]</span>van materieele producten. Het fabrieksleven voor de vrouwen ondermijnt behalve in -uiterst zeldzame gevallen, de moreele en physieke gezondheid van de familie. De eischen -van het fabrieksleven zijn niet overeen te brengen met de positie van een goede moeder, -een goede vrouw, of een goede huisvrouw. Behalve in geheel uiterste gevallen kan geen -vermeerdering van het loon van de familie opwegen tegen deze verliezen, waarvan de -waarde op een qualitatief hooger niveau staat”. (J. A. Hobson, <i lang="en">Evolution of Modern Capitalism</i>, hoofdst. XII; vergelijk wat in hoofdstuk I van dit werk gezegd is). Men begint nu -te erkennen, dat de eerste pioniers van de vrouwenbeweging, die werkten om “de onderwerping -van de vrouw” te doen verdwijnen, toch nog beheerscht werden door de oude idealen -van die onderwerping, volgens welke de mannelijke sekse in alle opzichten de superieure -is. Wat goed was voor een man, dachten ze, moest ook goed zijn voor een vrouw. Dat -is de bron geweest van alles wat de eerste uitingen der “vrouwenbeweging” zoo onvast -maakte, soms ook zoo roerend en dwaas. Men merkte niet, dat, voor alles, de vrouwen -haar rechten moeten laten gelden op haar eigen vrouwelijkheid als moeders van het -ras, en daardoor de eerste wetgevers op het gebied der sekse, en het groote levensgebied, -dat van haar sekse afhankelijk is. Deze speciale positie van de vrouw zal waarschijnlijk -een aanpassing van de economische verhoudingen aan haar behoeften noodig maken, hoewel -het niet waarschijnlijk is, dat zulk een aanpassing inbreuk zou maken op haar onafhankelijkheid -en haar verantwoordelijkheid. Wij hebben, zooals Juliette Adams zegt, de rechten van -de mannen gehad, die de rechten van de vrouw opofferden, gevolgd door de rechten van -de vrouw die het kind opofferden; dat moet gevolgd worden door de rechten van het -kind, die de familie weer in eere herstellen. Het is reeds noodig geweest dit punt -in het eerste hoofdstuk van dit boek aan te raken en het zal in het laatste hoofdstuk -weer noodig zijn.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De vraag naar de middelen, waardoor de economische zelfstandigheid van de vrouwen -geheel verzekerd zal worden, en naar de rol, die de gemeenschap tot haar beveiliging -zal moeten spelen, met inachtneming van de bijzondere barings-functiën van de vrouw, -is, van het standpunt dat ons op het oogenblik bezig houdt, bijzaak. Er kan echter -geen twijfel zijn aan de werkelijkheid van de beweging in die richting, welke twijfel -er ook mag zijn aan het aanpassen ten slotte van de onderdeelen. Op deze plaats behoeven -wij alleen maar op sommige van de algemeene en meer duidelijk zichtbare veranderingen -te wijzen, waarin de groei van de verantwoordelijkheid van de vrouw de sexueele moraal -raakt. -</p> -<p>De eerste en meest merkbare wijze, waarop deze zin voor moreele verantwoordelijkheid -werkt, is een aandringen op werkelijkheid in de verhoudingen tusschen de seksen. De -moreele onverantwoordelijkheid van de vrouw heeft, met haar economische afhankelijkheid -te zamen, er toe geleid, dat zij de sexueele gebeurtenis, die biologisch van het grootste -gewicht is, alleen maar als een vroolijke en alledaagsche gebeurtenis beschouwt, op -zijn hoogst als een gebeurtenis, die haar een triomf gegeven heeft over haar mededingsters -en over den superieuren man, die, van zijn kant, gewillig zich er toe leent om voor -het oogenblik de rol van overwonneling te spelen. “Gallanterie voor de dames”, wordt -ons verteld van den held van de grootste en meest typische Engelsche roman, “behoorde -tot zijn grondbeginselen van eer, en <span class="pagenum">[<a id="pb374" href="#pb374">374</a>]</span>hij vond, dat hij evenzeer verplicht was een oproep tot liefde aan te nemen alsof -het een oproep was geweest om te vechten”; hij gaat heldhaftig mee naar huis met een -dame van hoogen stand, die hij ontmoet op een maskerade, hoewel hij toen zeer verliefd -was op een meisje, waar hij later mee trouwt<a class="noteref" id="xd29e9260src" href="#xd29e9260">47</a>. De vrouw, wier macht alleen in haar bekoorlijkheden ligt, en die vrijheid heeft -den last van de verantwoordelijkheid op de schouders van den man te laden<a class="noteref" id="xd29e9266src" href="#xd29e9266">48</a>, kan gemakkelijk de rol van verleidster spelen en daardoor onafhankelijkheid en gezag -uitoefenen in de eenige vormen, die voor haar openstaan. De man van zijn kant, die -het denkbeeld van “eer” invoert in een gebied, waaruit het natuurlijke denkbeeld van -verantwoordelijkheid verbannen is, is bereid, als een dame het hem vraagt, in de arena -af te dalen volgens de oude legende, en haar handschoen terug te halen, zelfs als -hij haar die later verachtelijk in het gezicht gooit. De oude opvatting van gallanterie, -die Tom Jones zoo goed belichaamt, is het directe gevolg van een systeem, dat de moreele -onverantwoordelijkheid en economische afhankelijkheid van de vrouwen in zich sluit, -en is tegenovergesteld aan de opvattingen van sexueele gelijkheid, die in vroegere -en latere beschaafde stadiën geheerscht hebben, evenzeer als aan de biologische tradities -van een natuurlijken vorm van het hofmaken in de wereld in het algemeen. -</p> -<p>Terwijl ze haar eigen sexueele leven controleeren, en zich duidelijk voor oogen stellen, -dat haar verantwoordelijkheid voor zulk controleeren niet langer op de schouders geschoven -kan worden van de andere sekse, zullen de vrouwen indirect invloed hebben op het sexueele -leven van de mannen, zooals deze reeds invloed uitoefenen op dat van de vrouwen. Op -welke wijze die invloed in hoofdzaak zal uitgeoefend worden, is nog niet te voorspellen. -Volgens sommigen zijn, evenals vroeger de mannen hun vrouwen kochten en maagdelijkheid -voor het huwelijk eischten in het zoo gekochte artikel, op dezelfde wijze tegenwoordig -onder de betere klassen de vrouwen in staat haar mannen te koopen en op haar beurt -zijn ze geneigd kuischheid te eischen<a class="noteref" id="xd29e9271src" href="#xd29e9271">49</a>. Dat is echter een te simpele wijze van de zaak te beschouwen. Het is genoeg er op -te wijzen, dat de vrouwen niet aangetrokken worden door maagdelijke onschuld in een -man en dat zij dikwijls goede reden hebben om zulk een onschuld met wantrouwen aan -te zien<a class="noteref" id="xd29e9277src" href="#xd29e9277">50</a>. Toch <span class="pagenum">[<a id="pb375" href="#pb375">375</a>]</span>mogen we wel gelooven, dat de vrouwen er meer en meer de voorkeur aan zullen geven -een zekere critiek uit te oefenen op het verleden van haar man. Hoezeer een vrouw -ook instinctief moge wenschen, dat haar man ingewijd zal zijn in de kunst van het -hofmaken, mag zij er toch dikwijls wel aan twijfelen of de beste inwijding verkregen -kan worden bij de gewone prostituée. Prostitutie is, zooals we gezien hebben, ten -slotte evenmin overeen te brengen met complete sexueele verantwoordelijkheid als het -patriarchale huwelijks-systeem, waarmee ze nauw verbonden is geweest. Ze is een schikking, -die in hoofdzaak bepaald wordt door de behoeften van de mannen, hoezeer ze ook toevallig -aan verschillende behoeften van de vrouwen tegemoet gekomen is. De mannen hebben het -zoo ingesteld, dat een groep van vrouwen afgezonderd zou worden om uitsluitend hun -sexueele behoeften te dienen, terwijl een andere groep opgevoed zou worden in ascetisme -als candidaten voor het privilege van te voorzien in de behoeften van hun huishouden -en familie. Dat dit in veel opzichten een uitmuntend systeem geweest is, blijkt wel -voldoende uit het feit, dat het zoo’n langen tijd gebloeid heeft, ondanks de invloeden, -die het tegenwerkten. Maar het is klaarblijkelijk alleen maar mogelijk gedurende een -zeker stadium van de beschaving en in verband met een bepaalde maatschappelijke organisatie. -Het komt niet volkomen overeen met een democratisch stadium van de beschaving, dat -in zich sluit de economische onafhankelijkheid en de sexueele verantwoordelijkheid -van beide seksen gelijkelijk in alle klassen van de maatschappij. Het is mogelijk, -dat de vrouwen dit feit eerder beginnen te erkennen dan de mannen. -</p> -<p>Het wordt ook door velen geloofd, dat de vrouwen zullen erkennen, dat een hooge trap -van moreele verantwoordelijkheid niet gemakkelijk overeen te brengen is met de praktijk -van het veinzen, en dat economische afhankelijkheid het bedrog—dat altijd de toevlucht -is van de zwakken—zal berooven van iedere moreele rechtvaardiging, die het zou kunnen -bezitten. Hier is het echter noodig met voorzichtigheid te spreken, of we zouden onrechtvaardig -worden jegens de vrouwen. We moeten opmerken, dat in de sexueele sfeer de mannen ook -dikwijls de zwakken zijn, en neiging hebben hun toevlucht te nemen tot het hulpmiddel -van de zwakken. Met de erkenning van dat feit moeten we ook erkennen, dat vele van -de dwaze meeningen, die eeuwenlang geheerscht hebben in den mannelijken geest bij -het beschouwen van de vrouwelijke wijzen van doen, voor een groot deel veroorzaakt -zijn door teleurstellingen in vrouwen. De mannen hebben voortdurend de dubbele fout -begaan, de veinzerij van de vrouwen òf voorbij te zien òf er te veel waarde aan te -hechten. Dit feit heeft er altijd toe bijgedragen om het onvermijdelijk moeilijk pad -van de vrouwen door den kronkelweg van het sexueele gedrag <span class="pagenum">[<a id="pb376" href="#pb376">376</a>]</span>nog moeilijker te maken. Pepys, die zoo levendig en zoo open een beeld geeft van de -deugden en gebreken van den gewonen mannelijken geest, vertelt hoe eens, toen hij -Mevr. Martin bezocht, haar zuster Doll heenging om een flesch wijn te halen en verontwaardigd -terugkwam, omdat een Hollander haar in een stal getrokken en met haar had willen stoeien. -Daar Pepys zichzelf dikwijls vrijheden met haar veroorloofd had, scheen het hem toe, -dat haar verontwaardiging op den Hollander “het beste bewijs was van de onoprechtheid -van de vrouw, dat er ter wereld maar wezen kon”<a class="noteref" id="xd29e9286src" href="#xd29e9286">51</a>. Hij neemt zonder meer aan, dat een vrouw, die het voorrecht van familiariteit heeft -toegekend aan een man, dien zij kent en naar we hopen, respecteert, ook bereid zou -moeten zijn om met genoegen de <span class="corr" id="xd29e9292" title="Bron: bruale">brutale</span> attenties aan te nemen van den eersten den besten dronken vreemdeling, dien zij op -straat tegenkomt. -</p> -<p>Het was het aannemen van de onoprechtheid in de vrouwen, dat den ultra-mannelijken -Pepys bracht tot een tamelijk dwaze vergissing. Op dit punt ontmoeten wij iets, wat -aan sommigen een ernstig bezwaar voor de volle moreele verantwoordelijkheid van de -vrouwen toegeschenen heeft. Veinzen, zeggen Lombroso en Ferrero, is bij de vrouw “bijna -physiologisch”, en zij geven verschillende gronden aan voor deze uitspraak<a class="noteref" id="xd29e9297src" href="#xd29e9297">52</a>. De theologen, van hun kant, zijn tot hetzelfde besluit gekomen. “Een biechtvader -moet niet dadelijk de woorden van een vrouw gelooven”, zegt Vader Gury, “want vrouwen -hebben gewoonlijk neiging om te liegen”<a class="noteref" id="xd29e9303src" href="#xd29e9303">53</a>. Deze neiging, waarvan men gelooft, dat de vrouwen als sekse haar hebben, hoezeer -een groot aantal individueele vrouwen er vrij van zijn, kunnen we naar waarheid zeggen, -dat in groote mate het resultaat is van de onderworpenheid van de vrouwen en daardoor -waarschijnlijk verdwijnen zal, zoodra de onderworpenheid verdwijnt. In zoover ze echter -“bijna physiologisch” is, en op onvernietigbare vrouwelijke eigenschappen gebaseerd -is, zooals schaamtegevoel, gevoeligheid en sympathie, die een organische basis hebben -in de vrouwelijke constitutie en daarom nooit geheel kunnen veranderen, schijnt het -wel nauwelijks waarschijnlijk dat de vrouwelijke veinzerij zal verdwijnen. Het beste, -dat men kan verwachten is, dat ze in toom zal gehouden worden door den ontwikkelden -zin van moreele verantwoordelijkheid, en, na teruggebracht te zijn tot zijn eenvoudige -natuurlijke verhoudingen, als begrijpelijk erkend zal worden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is onnoodig op te merken, dat er geen sprake kan zijn van eenige aangeboren moreele -meerderheid van het eene geslacht boven het andere. Deze kwestie werd vele jaren geleden -uitvoerig behandeld door een van de meest fijngevoelige moralisten van het liefdeleven. -“Alles te zamen genomen”, <span class="pagenum">[<a id="pb377" href="#pb377">377</a>]</span>besloot Senancour (<i lang="fr">De l’Amour</i>, deel II, p. 85), “hebben we geen reden om de meerderheid van de eene sekse boven -de andere vast te stellen. Beide seksen, met hun dwalingen en goede bedoelingen, vervullen -gelijkelijk de doeleinden der natuur. We mogen wel gelooven, dat bij ieder van de -twee afdeelingen van de menschelijke soort de som van goed en kwaad ten naastenbij -gelijk is. Als we bijvoorbeeld, wat de liefde aangaat, het zichtbaar losbandig gedrag -van de mannen met de schijnbare ingetogenheid van de vrouwen vergelijken, dan zou -het een onjuiste waardeering zijn, want het aantal fouten begaan door vrouwen met -mannen is noodzakelijk hetzelfde als dat van mannen met vrouwen. Er bestaan onder -ons minder nauwgezette mannen dan volkomen eerlijke vrouwen, maar het is gemakkelijk -te zien hoe de weegschaal in evenwicht komt. Als deze kwestie van de moreele meerderheid -van het eene geslacht boven het andere niet onoplosbaar was, dan zou ze nog zeer gecompliceerd -blijven met betrekking tot de geheele soort, of zelfs de geheele natie, en iedere -strijd schijnt hier nutteloos”. -</p> -<p>Deze conclusie is in overeenstemming met de algemeen compenseerende en aanvullende -verhouding van vrouwen met mannen. -</p> -<p>Kort geleden, bij een rondvraag over de kwestie of vrouwen moreel inferieur zijn aan -mannen, met een speciale verwijzing naar geschiktheid voor loyaliteit (<i lang="fr">La Revue</i>, Jan. 1, 1909), waarbij verscheidene beroemde Fransche mannen en vrouwen hun meening -te kennen gaven, verklaarden sommigen, dat vrouwen gewoonlijk de meerderen zijn; anderen -beschouwden het eerder als een kwestie van verschil dan van meerderheid of minderheid; -allen waren het er over eens, dat, als zij dezelfde onafhankelijkheid genieten als -mannen, vrouwen even loyaal zijn als mannen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is ongetwijfeld waar, dat—gedeeltelijk als een resultaat van oude tradities en -opvoeding, gedeeltelijk van echt vrouwelijke karakter-eigenschappen—vele vrouwen beschroomd -zijn wat haar recht op moreele verantwoordelijkheid aangaat en niet geneigd ze te -aanvaarden. En er is een poging gedaan om haar houding te rechtvaardigen door te beweren, -dat de rol van de vrouw in het leven van nature die is van zelfopoffering, of, om -het gezegde in een meer technischen vorm te stellen, dat de vrouwen van nature masochistisch -zijn; en dat er, zooals Krafft-Ebing zegt, een natuurlijke “sexueele onderwerping” -is van de vrouw. Het is in het geheel niet duidelijk, dat het gezegde absoluut waar -is, en als het waar was, zou het niet dienen om de moreele verantwoordelijkheid van -de vrouwen te niet te doen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Bloch (<i lang="de">Beiträge zur Aetiologie der Psychopathia Sexualis</i>, deel II p. 178), ontkent, in overeenstemming met Eulenburg met klem, dat er zulk -een natuurlijke “sexueele onderwerping” van de vrouwen bestaat, en beschouwt die als -kunstmatig in het leven geroepen, het resultaat van de maatschappelijk inferieure -positie van de vrouwen, en beweert, dat zulke onderwerping in veel hoogere mate een -physiologische eigenaardigheid is van mannen dan van vrouwen. Het schijnt duidelijk, -dat de opvatting, dat vrouwen vooral geneigd zijn tot zelfopoffering, weinig biologische -waarde heeft. Zelfopoffering, die afgedwongen wordt, hetzij door physieken of moreelen -dwang, is den naam zelfopoffering niet waard; als ze met bedoeling geschiedt, is ze -eenvoudig het opofferen van een minder goed om een grooter goed te verkrijgen. Zoo -zou men van een man, die een goed diner verorbert, kunnen zeggen, dat hij zijn honger -“opoffert”. Zelfs binnen de sfeer van de traditioneele moraal heeft de vrouw, die -haar “eer” opoffert ter wille van haar liefde voor een man, door haar opoffering iets -verkregen, dat zij <span class="pagenum">[<a id="pb378" href="#pb378">378</a>]</span>meer op prijs stelt. “Wat een triomf is het voor een vrouw”, heeft een vrouw gezegd, -“vreugde te geven aan den man, dien zij lief heeft!” En in een moraal, gegrond op -een gezonde basis, wordt hier geen “opoffering” geëischt. Eerder kan er gezegd worden, -dat de biologische wetten van het aanzoek in hun grond meer zelfopoffering eischen -van den man dan van de vrouw. Zoo geeft, volgens Gérard den leeuwenjager, de leeuwin -zich aan den sterksten van haar leeuw-minnaars; zij moedigt ze aan om onder elkaar -te strijden om den voorrang, terwijl zij op haar buik ligt om naar het gevecht te -kijken en van plezier met haar staart kwispelt, <span class="corr" id="xd29e9334" title="Bron: leder">ieder</span> vrouwelijk wezen wordt door vele mannelijke wezens het hof gemaakt, maar zij neemt -er maar éen aan; het is niet van het vrouwtje, dat erotische zelfopoffering geëischt -wordt, maar van het mannetje. Dat is werkelijk een deel van de goddelijke compensatie -van de natuur, want daar het grootste deel van den last der sekse op de vrouw rust, -is het gepast, dat zij minder geroepen wordt tot afstand doen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zoo schijnt het wel waarschijnlijk, dat de toename van de moreele verantwoordelijkheid -er toe leiden zal het gedrag van een vrouw begrijpelijker te maken voor anderen<a class="noteref" id="xd29e9340src" href="#xd29e9340">54</a>; het zal er in ieder geval toe leiden, dat anderen er zich minder mee bemoeien. Dit -geldt zeer bijzonder voor de verhoudingen van de seksen. Vroeger waren het de mannen, -die zich in vele vormen van deugd moesten oefenen; terwijl maar éen deugd voor de -vrouwen openstond. Dat is niet langer mogelijk. Als we de vrouw belasten met de voornaamste -verantwoordelijkheid voor haar eigen sexueel gedrag, dan berooven we daarmee dat gedrag -van zijn duidelijk openlijk karakter als een deugd of als een ondeugd. Sexueele vereeniging -is zoowel voor de vrouw als voor den man een physiologisch feit; het kan ook een geestelijk -feit zijn; maar het is geen maatschappelijk feit. Het is integendeel een daad, die, -meer dan alle andere daden, terugtrekking en heimelijkheid voor hare voltrekking noodig -heeft. Dat is inderdaad een algemeen menschelijk, bijna zoölogisch feit. Bovendien -wordt deze eisch van heimelijkheid meer speciaal gedaan door de vrouw, ten gevolge -van haar grootere ingetogenheid, die, zooals we reden hebben om te gelooven, een biologische -basis heeft. Niet voordat een kind geboren is of ontvangen, heeft de gemeenschap eenig -recht zich te interesseeren voor de sexueele daden van haar leden. De sexueele daad -gaat de gemeenschap niet meer aan, dan eenige andere persoonlijke physiologische daad. -Het is onbeschaamd, zoo niet ergerlijk, hier navraag te doen. Maar de geboorte van -een kind is een maatschappelijke gebeurtenis. Niet wat den schoot ingaat, maar wat -die schoot baart, is van belang voor de maatschappij. De maatschappij wordt uitgenoodigd -een nieuwen burger te ontvangen. Ze heeft recht te eischen, dat die burger een plaats -in haar midden waardig zal zijn, en dat hij behoorlijk zal worden geïntroduceerd door -een verantwoordelijken vader en een verantwoordelijke <span class="pagenum">[<a id="pb379" href="#pb379">379</a>]</span>moeder. De sexueele moraal draait, zooals Ellen Key gezegd heeft, heelemaal om het -kind. -</p> -<p>Bij dit laatste punt van onze bespreking over de sexueele moraal zullen we misschien -de enorme verandering kunnen opmerken, die de ontwikkeling bij de vrouwen van de moreele -verantwoordelijkheid in zich sluit. Zoolang alle verantwoordelijkheid aan de vrouwen -ontzegd werd, zoolang een vader of een man, gesteund door de gemeenschap, zich verantwoordelijk -stelde voor het sexueele gedrag van de vrouw, voor haar “deugd”, was het noodig, dat -de geheele sexueele moraal zou draaien om den ingang van de vagina. Het werd absoluut -het hoofdpunt voor het behoud van de moraal, dat alle oogen van de gemeenschap steeds -zouden gericht zijn op dat punt, en ook de geheele huwelijkswet moest er op gericht -zijn. Dat is niet langer mogelijk. Als een vrouw haar eigen moreele verantwoordelijkheid -op zich neemt, in sexueele evenals in andere zaken, dan wordt het niet alleen ondragelijk, -maar ook zonder beteekenis voor de gemeenschap, in haar meest intieme physiologische -of geestelijke daden te speuren. Zij is zelf direct verantwoordelijk aan de maatschappij, -zoodra zij een maatschappelijke daad doet, en niet vóor dien tijd. -</p> -<p>Vooral met betrekking tot het moederschap is de verwerkelijking van alles, wat in -de nieuwe moreele verantwoordelijkheid van de vrouwen besloten is, van beteekenis. -Onder een systeem van moraal, waarbij een man vrijgelaten wordt de verantwoordelijkheid -op zich te nemen voor zijn sexueele daden, terwijl een vrouw niet even vrij is om -dat ook te doen, wordt een premie gesteld op sexueele daden, die niet uitloopen op -voortplanting, en wordt er een straf gesteld op de daden, die tot de voortplanting -leiden. De reden is, dat bij de eerste klasse van daden de mannen voornamelijk bevrediging -vinden; en dat in de andere klassen de vrouwen voornamelijk bevrediging vinden. Want -het tragische in de oude sexueele moraal was, dat, terwijl ze alleen de mannen verantwoordelijk -stelde voor sexueele daden, waarin de man en de vrouw beiden deel namen, de vrouwen -zoowel maatschappelijk als wettelijk in de onmogelijkheid gesteld werden zich het -feit van de mannelijke verantwoordelijkheid ten nutte te maken, tenzij ze de voorwaarden -vervuld hadden, die de mannen voor haar gemaakt hadden, en die ze zichzelf toch niet -oplegden. De daad van sexueelen omgang, die de daad was, waarin de mannen het meeste -genoegen vonden, was onder alle omstandigheden een daad van gering maatschappelijk -belang; de daad van het ter wereld brengen van een kind, die voor de vrouwen de meest -werkelijk bevredigende van alle sexueele daden is, werd als een misdaad beschouwd, -tenzij de vrouw van tevoren de voorwaarden vervuld had, die door den man geëischt -werden. Dat was misschien het ongelukkigste en zeker het onnatuurlijkste van de resultaten -van <span class="pagenum">[<a id="pb380" href="#pb380">380</a>]</span>de patriarchale regeling van de maatschappij. Ze heeft nooit bestaan in een of anderen -grooten Staat, waar de vrouwen wetgevende macht bezeten hebben. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Natuurlijk is er door abstracte theoretici gezegd, dat de vrouwen de zaken zelf in -de hand hebben. Zij moeten nooit van een man houden, eer zij hem veilig in de wettige -banden van het huwelijk vast hebben. Zulk een argument dient nergens toe, want het -neemt geen nota van het feit, dat, terwijl liefde en zelfs monogamie natuurlijk zijn, -het wettige huwelijk alleen maar een uiterlijke vorm is, met een zeer zwakke macht -om de natuurlijke impulsen ten onder te brengen, behalve wanneer deze impulsen zwak -zijn, en in het geheel geen macht om ze duurzaam ten onder te brengen. Beschaving -sluit in zich den groei van het vooruitzien, en van zelfbeheersching in beide seksen; -maar het is dwaas deze fijnste en laatste uitloopers van de beschaving bloot te stellen -aan een druk, waartegen ze nooit bestand zouden kunnen zijn. Hoe dwaas het is, is -kort en bondig, aangetoond door Lea in zijn bewonderenswaardige <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>. -</p> -<p>Vergelijken wij verder de geschiktheid van de beide geslachten op dit bijzondere gebied -met elkaar, dan moeten wij er aan denken, dat mannen meer kracht van vooruitzien en -zelfbeheersching bezitten, niettegenstaande de bescheidenheid en terughouding van -de vrouwen. De sexueele sfeer is oneindig veel uitgebreider bij de vrouwen, zoodat, -als de werkzaamheid eenmaal opgewekt is, het veel moeilijker is ze meester te worden -of te beheerschen. Het is derhalve oneerlijk jegens de vrouwen, en het begunstigt -in ongepaste mate de mannen, als een te hooge prijs wordt gesteld op vooruitzien en -zelfbeheersching in sexueele zaken. Daar de vrouwen de overheerschende rol spelen -in deze zaak der sexueele sfeer, moeten haar natuurlijke behoeften, eer dan die van -de mannen, den standaard aangeven.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Met het erkennen van de moreele verantwoordelijkheid van de vrouwen vinden de natuurlijke -levensverhoudingen weer hun juiste oriënteering. Het moederschap wordt in zijn oude -heiligheid hersteld. Het wordt de zaak van de vrouw zelf, en niet van de maatschappij -of van eenig individu, om de voorwaarden te bepalen, waaronder het kind zal ontvangen -worden. De maatschappij heeft het recht te eischen, dat de vader in ieder geval het -feit van het vaderschap zal erkennen, maar ze moet de voornaamste verantwoordelijkheid -voor al de omstandigheden van de kindervoortbrenging overlaten aan de moeder. Dat -is het gezichtspunt, dat nu grond wint in alle beschaafde landen, zoowel in theorie -als in de praktijk<a class="noteref" id="xd29e9365src" href="#xd29e9365">55</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb381" href="#pb381">381</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8128" href="#xd29e8128src">1</a></span> <abbr title="Bijvoorbeeld">B.v.</abbr>, E. Belfort Bax, <i lang="en">Outspoken Essays</i>, p. 6. <a class="fnarrow" href="#xd29e8128src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8194" href="#xd29e8194src">2</a></span> Zulke redenen staan in verband met het welvaren van de gemeenschap. “Alle immoreele -daden leiden tot ongeluk van de gemeenschap, alle moreele daden tot geluk van de gemeenschap”, -zooals Prof. A. Mathews opmerkt, “<span lang="en">Science and Morality</span>”, <i lang="en">Popular Science Monthly</i>, March, 1909. <a class="fnarrow" href="#xd29e8194src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8206" href="#xd29e8206src">3</a></span> Zie Westermarck, <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel I, blz. 386–390, 522. <a class="fnarrow" href="#xd29e8206src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8219" href="#xd29e8219src">4</a></span> Westermarck, <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, blz. 9, 159; ook het geheele hoofdstuk VII. Daden, die in overeenstemming zijn met -de gewoonte geven aanleiding tot de algemeene goedkeuring; daden, die niet in overeenstemming -zijn met de gewoonte, geven aanleiding tot algemeene afkeuring, en Westermarck komt -met machtige argumenten om te bewijzen, dat die goedkeuring en die afkeuring de grondslag -zijn van moreele oordeelvellingen. <a class="fnarrow" href="#xd29e8219src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8225" href="#xd29e8225src">5</a></span> Dit wordt ook door rechtsgeleerden (bv. E. A. Schroeder, <i lang="de">Das Recht in der Geschlechtlichen Ordnung</i>, blz. 5) erkend. <a class="fnarrow" href="#xd29e8225src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8231" href="#xd29e8231src">6</a></span> W. G. Sumner, (<i lang="en">Folkways</i>, p. 418) acht het zelfs wenschelijk den vorm van het woord te veranderen om den nadruk -te leggen op de werkelijke en fundamenteele beteekenis van de moraal, en hij stelt -het woord <i lang="la">mores</i> voor, om aan te duiden “populaire gewoonten en tradities, die leiden tot maatschappelijke -hervorming”. “Immoreel”, zegt hij, “beteekent nooit iets anders dan tegengesteld aan -de <i lang="la">mores</i> van tijd en plaats”. Het is echter nergens voor noodig het goede oude woord “moraal” -af te schaffen of er iets aan toe te voegen, zoolang wij ons duidelijk voor oogen -stellen dat, aan den praktischen kant, het in zijn wezen beteekent gewoonte. <a class="fnarrow" href="#xd29e8231src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8243" href="#xd29e8243src">7</a></span> Westermarck, <i>op. cit.</i>, deel I, blz. 19. <a class="fnarrow" href="#xd29e8243src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8276" href="#xd29e8276src">8</a></span> Zie bv. “<span lang="en">Exogamie and the Mating of Cousins</span>”, in <i lang="en">Essays Presented to E. B. Tylor</i>, 1907, p. 53. “In het primitieve leven vinden wij veelal een naïef verlangen om, -als het ware, de natuur te helpen, in het bekrachtigen van wat normaal is, om dan -later de gevonden regels te bevestigen door den <span class="corr" id="xd29e8284" title="Bron: catagorischen">categorischen</span> eisch van recht en gewoonte en wet. De neiging bestaat nog in onze beschaafde gemeenschappen -en is als vereering van het normale dikwijls een doodsvijand van het <span class="corr" id="xd29e8287" title="Bron: abormale">abnormale</span> en excentrieke, en verlamt maar al te dikwijls de originaliteit”. <a class="fnarrow" href="#xd29e8276src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8307" href="#xd29e8307src">9</a></span> De geest van het Christendom, zooals hij geïllustreerd is door Paulus, in een van -zijn brieven, was uit Romeinsch oogpunt, naar Dill opmerkt (<i lang="en">Roman Society</i>, p. 11), “een afstand doen niet alleen van het burgerschap, maar van al de met moeite -verkregen vruchten van beschaving en maatschappelijk leven”. <a class="fnarrow" href="#xd29e8307src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8315" href="#xd29e8315src">10</a></span> Zoo is het, dat, zooals Lecky in zijn <i lang="en">History of European Morals</i> zeide, “van alle afdeelingen van de zedenleer de kwesties over verhoudingen van de -seksen en de juiste positie van de vrouw degene zijn, over welker toekomst <span class="pagenum">[<a id="pb342n" href="#pb342n">342</a>]</span>de grootste onzekerheid bestaat”. Misschien is er eenige vooruitgang gekomen sinds -deze woorden geschreven werden, maar ze gelden toch nog voor de meerderheid der menschen. <a class="fnarrow" href="#xd29e8315src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8325" href="#xd29e8325src">11</a></span> Aangaande het economisch huwelijk als een overblijfsel zie men b.v. Bloch, <i lang="en">The Sexual Life of Our Time</i>, p. 212. <a class="fnarrow" href="#xd29e8325src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8378" href="#xd29e8378src">12</a></span> <span class="corr" id="xd29e8379" title="Bron: Senancourt">Senancour</span>, <i lang="fr">De <span class="corr" id="xd29e8384" title="Bron: l’ Amour">l’Amour</span></i>, deel II, p, 233. De schrijver van <i lang="en">The Question of English Divorce</i> schrijft het ontbreken van een algemeene afkeer voor sexueele vrijheid toe aan de -dwaze starheid van de wet. <a class="fnarrow" href="#xd29e8378src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8404" href="#xd29e8404src">13</a></span> Bruno Meyer, “<span lang="de">Etwas von Positiver Sexualreform</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Nov. 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e8404src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8415" href="#xd29e8415src">14</a></span> Elsie Clews Parsons, <i lang="en">The Family</i>, p. 351. Dr. Parsons beschouwt zulke verbintenissen terecht als een maatschappelijk -kwaad als zij de ontwikkeling tegengaan van de persoonlijkheid. <a class="fnarrow" href="#xd29e8415src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8589" href="#xd29e8589src">15</a></span> Vergelijk ook Rudeck, <i lang="de">Geschichte der öffentlichen Sittlichkeit in Deutschland</i>, 1897, blz. 146 <i>et seq.</i><a id="xd29e8595"></a> <a class="fnarrow" href="#xd29e8589src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8701" href="#xd29e8701src">16</a></span> Voor bewijsmateriaal aangaande de algemeene afwezigheid van het celibaat bij natuurvolken, -zie men b.v. Westermarck, <i lang="en">History of Human Marriage</i> hoofdstuk VII. <a class="fnarrow" href="#xd29e8701src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8707" href="#xd29e8707src">17</a></span> Er zijn b.v. twee millioen ongetrouwde vrouwen in Frankrijk, terwijl in België dertig -percent van de vrouwen en in Duitschland soms zelfs vijftig percent ongetrouwd zijn. <a class="fnarrow" href="#xd29e8707src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8713" href="#xd29e8713src">18</a></span> Zulk een positie zou biologisch niet onredelijk zijn, gezien de in hooge mate overwegende -rol, die door de vrouw gespeeld wordt bij het sexueele proces, dat het behoud van -het ras verzekert. “Als het sexueele instinct alleen maar van zijn physieke zijde -beschouwd wordt”, zegt D. W. H. Busch (<i lang="de">Das Geschlechtsleben des Weibes</i>, 1839, deel I, p. 201), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>kan de vrouw niet beschouwd worden als het eigendom van den man, maar met gelijk en -grooter recht kan de man beschouwd worden als het eigendom van de vrouw”. <a class="fnarrow" href="#xd29e8713src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8723" href="#xd29e8723src">19</a></span> Herodotus, deel I, hoofdst. CLXXIII. <a class="fnarrow" href="#xd29e8723src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8729" href="#xd29e8729src">20</a></span> Dat macht en familiebetrekking geheel verschillende dingen zijn, werd vele jaren geleden -aangetoond door L. von Dargun, <i lang="de">Mutterrecht und Vaterrecht</i>, 1892. Westermarck (<i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel I, p. 655), die geneigd is te denken, dat Steinmetz niet uitsluitend bewezen -heeft, dat moederafstamming minder gezag in zich sluit van den echtgenoot over de -vrouw, maakt de belangrijke opmerking, dat het gezag van den echtgenoot schade ondervindt -als hij te midden van de familieleden van zijn vrouw leeft. <a class="fnarrow" href="#xd29e8729src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8743" href="#xd29e8743src">21</a></span> Robertson Smith, <i lang="en">Kinship and Marriage in Early Arabia</i>; J. G. Frazer heeft er op gewezen, (<i lang="en">Academy</i>, March 27, 1886), dat de gedeeltelijk Semitische volken van den Noordelijken grens -van Abyssinië, die niet onderworpen zijn aan het revolutionaire proces van den Islam, -een systeem onderhouden, dat precies gelijkt op het <i>beena</i> huwelijk, zoowel als sommige sporen van het <span class="pagenum">[<a id="pb357n" href="#pb357n">357</a>]</span>tegenovergestelde systeem, door Robertson Smith genaamd het <i>ba’al</i> huwelijk, waarbij de vrouw door koop verkregen wordt en een deel van den eigendom -wordt. <a class="fnarrow" href="#xd29e8743src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8761" href="#xd29e8761src">22</a></span> Spencer en Gillen, <i lang="en">Northern Tribes of Central Australia</i>, p. 356. <a class="fnarrow" href="#xd29e8761src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8767" href="#xd29e8767src">23</a></span> Rhys en Brynmor-Jones, <i lang="en">The Welsh People</i>, blz. 55–6; vergelijk Rhys, <i lang="en">Celtic Heathendom</i>, p. 93. <a class="fnarrow" href="#xd29e8767src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8776" href="#xd29e8776src">24</a></span> Rhys en Brynmor-Jones, <i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, blz. 214. <a class="fnarrow" href="#xd29e8776src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8784" href="#xd29e8784src">25</a></span> Crawley (<i lang="en">The Mystic Rose</i>, blz. 41 <i>et seq.</i>). <a class="fnarrow" href="#xd29e8784src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8796" href="#xd29e8796src">26</a></span> Revillout, “<span lang="fr">La Femme dans <span class="corr" id="xd29e8800" title="Bron: l’ Antiquité">l’Antiquité</span></span>”, <i lang="fr">Journal Asiatique</i>, 906, deel VII p. 57. Zie ook Victor Marx, <i lang="de">Beiträge zur Assyriologie</i>, 1899, Bd. IV, Heft 1. <a class="fnarrow" href="#xd29e8796src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8813" href="#xd29e8813src">27</a></span> Donaldson, <i lang="en">Woman</i>, blz. 196, 241 <i>et seq.</i> Nietzold, <span class="corr" id="xd29e8820" title="Niet in bron">(</span><i lang="de">Die Ehe in “<span class="corr" id="xd29e8823" title="Bron: Agypten">Ägypten</span>”</i>, p. 17), meent, dat het gezegde van Diodorus, dat geen kinderen onwettig waren, nadere -toelichting behoeft, maar dat het onwettige kind in Egypte geen maatschappelijk nadeel -ondervond. <a class="fnarrow" href="#xd29e8813src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8829" href="#xd29e8829src">28</a></span> Amélineau, <i lang="fr">La Morale Egyptienne</i>, p. 194; Hobhouse, <i lang="en">Morals in Evolution</i>, deel I, p. 187; Flinders Petrie, <i lang="en">Religion and <span class="corr" id="xd29e8839" title="Bron: Consciensce">Conscience</span> in Ancient Egypt</i> blz. 131 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e8829src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8861" href="#xd29e8861src">29</a></span> Maine, <i lang="en">Ancient Law</i>, hoofdst. V. <a class="fnarrow" href="#xd29e8861src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8869" href="#xd29e8869src">30</a></span> Donaldson, <i lang="en">Woman</i>, blz. 109, 120. <a class="fnarrow" href="#xd29e8869src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8877" href="#xd29e8877src">31</a></span> <i>Mercator</i>, IV, 5. <a class="fnarrow" href="#xd29e8877src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8881" href="#xd29e8881src">32</a></span> Digest XLVIII, 13, 5. <a class="fnarrow" href="#xd29e8881src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8885" href="#xd29e8885src">33</a></span> Hobhouse, <i lang="en">Morals in Evolution</i>, deel I, p. 213. <a class="fnarrow" href="#xd29e8885src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8915" href="#xd29e8915src">34</a></span> Voor een verslag van het werk van sommige van de minder bekende van deze pioniers, -zie men een serie artikelen door Harriet <span class="corr" id="xd29e8917" title="Bron: Mellquham">McIlquham</span> in de <i lang="en">Westminster Review</i>, vooral Nov. 1898 en Nov. 1903. <a class="fnarrow" href="#xd29e8915src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8928" href="#xd29e8928src">35</a></span> De invloed van het Christendom op de positie der vrouwen is in den breede besproken -door Lecky, <i lang="en">History of European Morals</i>, deel II, blz. 316 et seq., en nu onlangs door Donaldson, <i lang="en">Woman</i>, Bk. III. <a class="fnarrow" href="#xd29e8928src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e8942" href="#xd29e8942src">36</a></span> Migne, <i lang="la">Patrologia</i>, deel CLVIII, p. 686. <a class="fnarrow" href="#xd29e8942src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9119" href="#xd29e9119src">37</a></span> Rasmussen (<i lang="en">People of the Polar North</i><a id="xd29e9123"></a>, p. 56), beschrijft een verwoeden twist tusschen een man en vrouw, die elkaar om -de beurt tegen den grond sloegen. “Een poosje later, toen ik naar binnen keek, lagen -ze liefderijk te slapen, met hun armen om elkaar heen”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9119src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9130" href="#xd29e9130src">38</a></span> Hobhouse, <i lang="en">Morals in Evolution</i>, deel II, p. 367. Dr. Stöcker wijst, in <i lang="de">Die Liebe und die Frauen</i> ook met nadruk op de beteekenis van dezen factor van persoonlijke verantwoordelijkheid. <a class="fnarrow" href="#xd29e9130src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9168" href="#xd29e9168src">39</a></span> Vooral Olive Schreiner heeft den nadruk gelegd op de verkeerdheden van het parasitisme -voor vrouwen. “De toegenomen weelde van den man”, merkt zij op (“<span lang="en">The Woman’s Movement of Our Day</span>”, <i lang="en">Harper’s Bazaar</i>, Jan. 1902)<a id="xd29e9176"></a> “behoeft aan de vrouw, aan wie hij ze besteedt, niet meer ten goede te komen, dan -de meerdere rijkdom van zijn meesteres geestelijk of lichamelijk ten goede komt aan -een poedel, die nu van haar een donsen kussen kan krijgen in plaats van een veeren, -en een kippetje in plaats van rundvleesch”. Olive Schreiner meent, dat het vrouwelijk -parasitisme een gevaar is, dat tegenwoordig werkelijk de maatschappij bedreigt, en -dat, als het niet afgewend wordt “de geheele vrouwelijkheid in beschaafde maatschappijen -in een toestand van meer of minder absolute afhankelijkheid moet verzinken”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9168src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9181" href="#xd29e9181src">40</a></span> In Rome en Japan heeft, zooals Hobhouse opmerkt (<i>op. cit.</i>, deel I, blz. 169, 176) het patriarchale systeem zijn volste uitbreiding bereikt, -en toch hebben de wetten van deze beide landen den man in een positie geplaatst van -praktische onderworpenheid aan een rijke vrouw. <a class="fnarrow" href="#xd29e9181src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9186" href="#xd29e9186src">41</a></span> Herodotus, Bk. II, hoofdst. XXXV. <span class="corr" id="xd29e9188" title="Bron: Herodus">Herodotus</span> merkte op, dat het de vrouw was en niet de man, op wie de verantwoordelijkheid rustte -van het onderhouden van oude bejaarde ouders. Dat alleen al sloot in zich een hooge -economische positie van de vrouwen. Het is niet te verwonderen, dat het aan sommige -waarnemers, zooals aan Diodorus Siculus toescheen, dat de Egyptische vrouw de meesteres -was van haar man. <a class="fnarrow" href="#xd29e9186src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9192" href="#xd29e9192src">42</a></span> Hobhouse (<i>loc. cit.</i>), Hale, en ook Grosse meenen, dat een goede economische positie van een volk in zich -<span class="corr" id="xd29e9196" title="Bron: sluite en">sluit een</span> hooge positie van de vrouw. Westermarck (<i lang="en">Moral Ideas</i>, deel I, p. 661) meent hier in overeenstemming met Olive Schreiner, dat deze opgave -niet zonder wijziging kan aangenomen worden, hoewel hij het met haar eens is, dat -de landbouw een goede uitwerking heeft op de positie der vrouw, omdat zij er zelf -een werkdadig aandeel in neemt. Een goede economische positie heeft geen werkelijk -effect in het verbeteren van de positie der vrouw, tenzij de vrouwen zelf er een werkzaam -en niet een parasiet-achtig aandeel in hebben. <a class="fnarrow" href="#xd29e9192src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9206" href="#xd29e9206src">43</a></span> Westermarck (<i lang="en">Moral Ideas</i>, deel I, hoofdst. XXXVI, deel II, p. 29) verwijst herhaaldelijk naar de eigendoms- -en andere privileges, die de vrouwen bij natuurvolken hebben en die op een eenigszins -hooger beschavingsniveau veelal verdwijnen. <a class="fnarrow" href="#xd29e9206src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9217" href="#xd29e9217src">44</a></span> De geleidelijke toename van het aantal vrouwen onder de Engelsche werklieden in de -machine-industrie begon in 1851. Er zijn nu, naar men <span class="pagenum">[<a id="pb372n" href="#pb372n">372</a>]</span>taxeert, drie en een half millioen vrouwen aan het werk in de industrieele beroepen, -behalve een half millioen dienstboden. (Voor bijzonderheden zie men, James Haslam, -in een serie bladen van de <i lang="en">Englishwoman</i>, 1909). <a class="fnarrow" href="#xd29e9217src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9227" href="#xd29e9227src">45</a></span> Zie b.v., J. A. Hobson, <i lang="en">The Evolution of Modern Capitalism</i>, tweede uitgave, 1907, hoofdst. XII, “<span lang="en">Women in Modern Industry</span><span class="corr" title="Niet in bron">.</span>” <a class="fnarrow" href="#xd29e9227src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9237" href="#xd29e9237src">46</a></span> Hobhouse, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 228. <a class="fnarrow" href="#xd29e9237src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9260" href="#xd29e9260src">47</a></span> Fielding, <i lang="en">Tom Jones</i>, Boek III, hoofdst. VII. <a class="fnarrow" href="#xd29e9260src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9266" href="#xd29e9266src">48</a></span> Zelfs de kerk nam ten slotte deze toewijzing van de verantwoordelijkheid aan, en “de -sollicitatie”, d.i. de zonde van een biechtvader, die zijn vrouwelijke boeteling verleidt, -wordt steeds behandeld als uitsluitend de zonde van den biechtvader. <a class="fnarrow" href="#xd29e9266src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9271" href="#xd29e9271src">49</a></span> Adolf Gerson, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Sept. 1908, p. 547. <a class="fnarrow" href="#xd29e9271src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9277" href="#xd29e9277src">50</a></span> Er is reeds vroeger verwezen naar de ongelukkige resultaten, die het gevolg kunnen -zijn van de onwetendheid van de mannen, en het zal weer noodig zijn in het elfde hoofdstuk -van dit werk. <a class="fnarrow" href="#xd29e9277src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9286" href="#xd29e9286src">51</a></span> Pepys, <i lang="en">Diary</i>, uitg. Wheatley, deel VII, p. 10. <a class="fnarrow" href="#xd29e9286src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9297" href="#xd29e9297src">52</a></span> Lombroso en Ferrero, <i lang="it">La Donna Delinquente</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e9297src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9303" href="#xd29e9303src">53</a></span> Gury, <i lang="fr">Théologie Morale</i>, art. 381. <a class="fnarrow" href="#xd29e9303src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9340" href="#xd29e9340src">54</a></span> <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>De mannen zullen niet leeren wat de vrouwen zijn”, merkt Rosa Mayreder op (<i lang="de">Zur Kritik der Weiblichkeit</i>, p. 199), “voordat zij opgehouden hebben ze voor te schrijven, wat ze behooren te -zijn”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9340src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9365" href="#xd29e9365src">55</a></span> Het is b.v. uiteengezet door Professor Wahrmund in <i lang="de">Ehe und Eherecht</i>, 1908. Ik behoef ternauwernood opnieuw te verwijzen naar de geschriften van Ellen -Key, waarvan men bijna zeggen kan dat ze een nieuw tijdperk openen, vooral (in de -Duitsche vertaling) <i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i> (ook in het Fransch vertaald), en (in de Engelsche vertaling, Putnam, 1909), het -waardevolle, hoewel minder belangrijke werk, <i>De eeuw van het kind</i>. Zie ook Edward Carpenter, <i>Als de menschen rijp worden voor de liefde</i>; Forel, <i>De sexueele kwestie</i> (Engelsche vertaling, verkort, <i lang="en">The Sexual Question</i>, Rebman, 1908)<span class="corr" id="xd29e9383" title="Niet in bron">;</span> Bloch, <i>Het sexueele leven van onzen tijd</i>, Rebman, 1908<a id="xd29e9387"></a>; Helene Stöcker, <i>De liefde en de vrouwen</i>, 1906; en Paul Lapie, <i>De vrouw in het gezin</i>, 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e9365src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch10" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e436">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">HET HUWELIJK</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb383" href="#pb383">383</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">De definitie van het huwelijk.—Het huwelijk in de dierenwereld.—Het overheerschen -van de monogamie.—Het vraagstuk van het groepen-huwelijk.—De monogamie is een natuurlijk -feit, niet gebaseerd op een wet der menschen.—Neiging om den vorm van het huwelijk -te stellen boven het feit van het huwelijk.—De geschiedenis van het huwelijk.—Het -huwelijk in het oude Rome.—Germaansche invloed op het huwelijk.—De groote uitbreiding -van dezen invloed.—Het sacrament van het huwelijk.—Oorsprong en ontwikkeling van de -opvatting als sacrament.—De kerk maakte het huwelijk tot een openbare daad.—Het canonieke -huwelijksrecht.—De gezonde kern hiervan.—Zijn ontwikkeling.—Zijn onduidelijkheden -en dwaasheden.—Eigenaardigheden van het Engelsche huwelijksrecht.—Invloed van de hervorming -op het huwelijk.—De Protestantsche opvatting van het huwelijk als een wereldlijk verdrag.—De -Puriteinsche huwelijks hervorming.—Milton als pionier voor de huwelijks hervorming.—Zijn -beschouwingen over echtscheiding.—De achterlijke positie van Engeland op het gebied -van de huwelijkshervorming.—Critiek op de Engelsche wet op de echtscheiding.—De tradities -van het canoniek recht werken nog voort.—De kwestie van schadevergoeding bij echtbreuk.—Onderlinge -verstandhouding is een beletsel voor echtscheiding.—Echtscheiding in Frankrijk, Duitschland, -Oostenrijk, Rusland enz.—De Vereenigde Staten.—Onmogelijkheid de echtscheidingsgronden -wettig vast te stellen.—Echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.—De oorsprong en -de ontwikkeling hiervan—Belemmering door de tradities van het canoniek recht.—Wilhelm -von Humboldt.—Nieuwe voorstanders van echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden.—De -argumenten tegen het gemakkelijker maken van de echtscheiding.—De belangen der kinderen.—De -bescherming der vrouwen.—De tegenwoordige neiging in de behandeling van de echtscheidingsbeweging.—Het -huwelijk is geen verdrag.—Het voorstel van een huwelijk voor een aantal jaren.—Wettelijke -beperkingen en nadeelen in de positie van man en vrouw.—Het huwelijk is geen contract, -maar een feit.—Alleen de bijkomende zaken van het huwelijk, niet de essentieele leenen -zich tot een regeling bij contract.—De wettelijke erkenning van het huwelijk als feit -zonder eenige ceremonie.—Contracteeren van de persoon is niet te vereenigen met de -moderne neigingen.—De factor van de moreele verantwoordelijkheid.—Het huwelijk als -een ethisch sacrament.—Persoonlijke verantwoordelijkheid sluit vrijheid in zich.—Vrijheid -is de beste waarborg voor bestendigheid.—Onjuiste denkbeelden over indivudualisme.—De -moderne neiging van het huwelijk.—Met de geboorte van een kind houdt het huwelijk -op een persoonlijke aangelegenheid te zijn.—Ieder kind moet een wettigen vader en -een wettige moeder hebben.—Hoe dit bereikt <span class="pagenum">[<a id="pb384" href="#pb384">384</a>]</span>kan worden.—De vaste grondslag der monogamie.—De kwestie van huwelijksvariatie.—Zulke -variaties staan niet vijandig tegenover de monogamie.—De meest gewone variaties.—De -buigzaamheid van het huwelijk houdt variaties in toom.—Huwelijks variaties tegenover -prostitutie.—Het huwelijk op humanen grondslag.—Samenvatting en besluit.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De bespreking in het vorige hoofdstuk van den aard van de sexueele moraal, met de -korte schets, die zij bevatte van de richting, waarin die moraal zich beweegt, heeft -noodzakelijk vele punten onaangeroerd gelaten. De vraag blijft nog open, welke bepaalde -vormen de sexueele vereenigingen onder ons beginnen aan te nemen, en welke betrekking -deze vereenigingen hebben op de godsdienstige, maatschappelijke, en wettelijke tradities, -die wij geërfd hebben. Dit zijn zaken, waarover een vrij groote mate van onzekerheid -schijnt te bestaan, te oordeelen naar de ongewoon revolutionaire of eccentrieke meeningen, -die men er over te hooren krijgt. -</p> -<p>Sexueele vereeniging, die tijdelijk of duurzaam cohabitatie van twee of meer personen -in zich sluit, en die tot voornaamste doeleinden heeft het voortbrengen en de verzorging -van een nageslacht, wordt gewoonlijk huwelijk genoemd. De groep, die zoo gevormd wordt, -heet een familie. Dit is de beteekenis, waarin de woorden “huwelijk” en “familie” -meest eigenlijk gebruikt worden, hetzij we spreken van de dieren of van den mensch. -We zien dus, dat er gelegenheid is voor variaties, zoowel wat den duur van de vereeniging -aangaat, als wat het aantal van de haar vormende individuen betreft, terwijl de hoofdfactor -voor de bepaling van deze punten het belang van de nakomelingschap is. In de praktijk -echter hebben sexueele vereenigingen, niet alleen bij den mensch, maar ook bij de -hoogere dieren, de neiging langer te duren dan het belang van de nakomelingschap van -een seizoen het eischt, terwijl het feit, dat bij de meeste soorten het aantal der -mannetjes en der vrouwtjes ongeveer gelijk is, het onvermijdelijk maakt, dat de familie -gevormd wordt door een enkel paar individuen van verschillend geslacht, zoodat monogamie, -hoewel steeds met vele uitzonderingen, hoofdregel is. -</p> -<p>We zien dus, dat het huwelijk zijn middelpunt vindt in het kind en dat het in den -oorsprong geen reden van bestaan heeft buiten de welvaart van de nakomelingschap. -Onder de lager georganiseerde dieren, die van het begin van hun leven af in staat -zijn voor zich zelf te zorgen bestaat geen familie en geen behoefte aan het huwelijk. -Als bij menschen op de geslachtsvereeniging geen nakomelingschap volgt, dan kunnen -er wel gronden bestaan voor het voortduren van die vereeniging, maar dit zijn geen -gronden, waarbij hetzij de natuur of de maatschappij eenig direct belang heeft. Het -huwelijk, dat zich onder de dieren door erfelijkheid gevormd heeft op de basis der -natuurlijke keuze, en dat <span class="pagenum">[<a id="pb385" href="#pb385">385</a>]</span>door de lagere menschenrassen voortgezet is door gewoonte en traditie, door de meer -beschaafde rassen door den daarbij komenden regelenden invloed van wettige instellingen, -is geweest huwelijk terwille van het nageslacht<a class="noteref" id="xd29e9409src" href="#xd29e9409">1</a>. Zelfs bij beschaafde rassen, bij wie het aantal kinderlooze huwelijken groot is, -is het huwelijk meestal zoo ingericht, dat het steeds het verwekken van kinderen aanneemt, -en de duurzaamheid in zich sluit, die daarvoor geëischt wordt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Bij vogels, die, wat hun erotische ontwikkeling betreft, in de dierenwereld bovenaan -staan, is de monogamie dikwijls overheerschend (volgens sommige schattingen ongeveer -90 percent), en de vereenigingen zijn meestal duurzaam; denzelfden toestand vindt -men, al is ’t niet zoo volkomen, bij sommige van de hoogere zoogdieren, vooral bij -de <span class="corr" id="xd29e9421" title="Bron: antropoide">anthropoide</span> apen; zoo bestaan onder de gorilla’s en oerang-oetans permanente monogamische huwelijken, -waarbij de jongen soms bij de ouders blijven tot hun zesde jaar, terwijl alles, wat -lijkt op loszinnig gedrag van den kant van het wijfje, door het mannetje streng gestraft -wordt. De variaties, die voorkomen, zijn dikwijls een kwestie van aanpassing aan de -omstandigheden; zoo zegt J. G. Millais (<i lang="en">Natural History of British Ducks</i>, pp. I, 63), dat de lepeleend, hoewel zij normaal monogamisch is, polyandrisch wordt -als er te veel mannetjes zijn, en dat dan twee mannetjes voortdurend en vriendschappelijk -zorg dragen voor eén wijfje, zonder teekenen van jaloezie; ook bij de monogamische -wilde eenden komen nu en dan polygynie en polyandrie voor. Zie ook R. W. Schufeldt, -“<span lang="en">Mating Among Birds</span>”, <i lang="en">American Naturalist</i>, Maart, 1907; voor huwelijken onder de zoogdieren zie men een belangrijk geschrift -van Robert Müller, “<span lang="de">Säugethierchen</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Jan., 1909, en wat het overheerschen van de monogamie aangaat, zie men Woods Hutchinson, -“<span lang="en">Animal Marriage</span>”, <i lang="en">Contemporary Review</i>, Oct., 1904, en Sept. 1905. -</p> -<p>Men is het onder de historici van het huwelijk lang oneens geweest over den oorspronkelijken -vorm van het menschelijk huwelijk. Sommigen meenen, dat een oorspronkelijk bestaande -gemengde staat zich langzamerhand in de richting van de monogamie gewijzigd heeft; -anderen beweren, dat de mensch begon waar de anthropoide aap ophield, en dat de monogamie -over het geheel doorloopend overheerschend geweest is. Deze beide tegenovergestelde -gezichtspunten, in hun uitersten vorm, schijnen onhoudbaar, en de waarheid zal wel -in het midden liggen. Het is door verschillende schrijvers, en voornamelijk door Westermarck -(<i lang="en">History of Human Marriage</i>, hoofdst. IV–VI) aangetoond, dat er geen gezonde bewijsgronden zijn voor een oorspronkelijken -gemengden staat, en dat er tegenwoordig weinig natuurvolken zijn, zoo ze er al zijn, -die in echte onbeperkte gemengde staat leven. Deze theorie van een oorspronkelijke -<span class="corr" id="xd29e9451" title="Bron: promiscuiteit">promiscuïteit</span> schijnt ontstaan te zijn, naar J. A. Godfrey aangetoond heeft (<i lang="en">Science of Sex</i>, p. 112), door de gemengde prostitutie, die in beschaafde maatschappijen bestond, -hoewel deze gemengde staat in werkelijkheid eerder het gevolg was dan de oorzaak van -het huwelijk. Aan den anderen kant kunnen we nauwelijks zeggen, dat er eenig overtuigend -bewijsmateriaal is van oorspronkelijke strikte monogamie, behalve de onderstelling, -dat de eerste mensch de sexueele gewoonten van den anthropoiden aap voortzette. Het -schijnt echter waarschijnlijk, dat de groote schrede voorwaarts, die het overgaan -van aap tot mensch met zich bracht, samenging met een verandering in de sexueele <span class="pagenum">[<a id="pb386" href="#pb386">386</a>]</span>gewoonten, die leidde tot het aannemen van een meer samengesteld systeem dan de monogamie. -Het is moeilijk te zien op welk ander maatschappelijk gebied dan dat der sekse, de -oorspronkelijke mensch werkzaamheid kon vinden voor de zich ontwikkelende intellectueele -en moreele bekwaamheden, de fijne onderscheidingen en de moreele beperkingen, waarvoor -de strikte monogamie, door de dieren in praktijk gebracht, geen ruimte liet. Het is -even moeilijk te zien, op welke andere basis, dan die van de sekse, een nauwer verbonden -sexueel systeem, de vereenigde en harmonieuze pogingen, noodig voor maatschappelijken -vooruitgang, zich konden hebben ontwikkeld. Het is waarschijnlijk, dat tenminste een -van de beweegredenen tot de exogamie, of het huwelijk buiten den groep, is (zooals -waarschijnlijk het eerst door den heiligen Augustinus is aangetoond in zijn <i lang="la">De Civitate Dei</i>) de behoefte, een grooter maatschappelijken kring te stichten en zoo de maatschappelijke -werkzaamheden en den maatschappelijken vooruitgang te vergemakkelijken. Precies hetzelfde -doel wordt bereikt door een samengesteld huwelijkssysteem, dat een groot aantal personen -samenbindt door gemeenschappelijke belangen. De strikt kleine en beperkte monogamische -familie, hoe uitstekend ze ook zorgde voor de belangen van het nageslacht, hield geen -belofte in voor een ruimeren maatschappelijken vooruitgang. Wij zien dit zoowel bij -de mieren als bij de bijen, die van alle dieren de hoogste maatschappelijke organisatie -bereikt hebben; hun vooruitgang was slechts mogelijk door een grondige wijziging van -het systeem van sexueele betrekkingen. Zooals Espinas vele jaren geleden gezegd heeft -(in zijn tot nadenken stemmend boek <i lang="fr">Des Sociétés Animales</i>): “Het samenhangen van de familie en de mogelijkheid van het geboren worden van nieuwe -maatschappijen staan in omgekeerde verhouding”. Of, zooals Schurtz onlangs aangetoond -heeft, hoewel het monogame huwelijk in den beginne min of meer overheerscht heeft, -hebben de eerste maatschappelijke instellingen, de eerste denkbeelden en de eerste -godsdienst sexueele gewoonten met zich gebracht, die een strikte monogamie wijzigden. -</p> -<p>De meest primitieve vorm van een samengesteld menschelijk huwelijk die tot nu toe -is uitgebeeld, en die nog schijnt te bestaan, is wat het groepenhuwelijk genoemd wordt, -waarbij al de vrouwen van de eene klasse beschouwd worden als werkelijke of in ieder -geval als mogelijke echtgenooten van al de mannen in een andere klasse. Dit is opgemerkt -bij sommige stammen uit Midden-Australië, stammen, die zoo primitief zijn en afgezonderd -van uiterlijke invloeden als men ze maar vinden kan, en het schijnt vroeger onder -hen nog meer te zijn voorgekomen. “In den stam der Urabunna bijvoorbeeld”, zeggen -Spencer en Gillen, “hebben een groep van mannen werkelijk voortdurend en als normale -toestand, huwelijksverhoudingen met een groep vrouwen. Deze staat van zaken heeft -niets ter wereld te maken met polygamie, of ook met polyandrie. Het is eenvoudig een -kwestie van een groep mannen en een groep vrouwen, die wettig mogen hebben wat wij -huwelijksverhoudingen noemen. Er is niets hoegenaamd abnormaals hierin, en naar alle -waarschijnlijkheid is dit systeem van wat men een proefhuwelijk zou kunnen noemen, -omdat het er toe dient groepen van individuen, die wederkeerig belang hebben bij elkander’s -welvaart, min of meer nauw aan elkaar te binden, een van de machtigste werktuigen -geweest in de eerste stadiën van de voortschrijdende ontwikkeling van het menschelijk -ras” (Spencer en Gillen, <i lang="en">Northern Tribes of Central Australia</i>, p. 74; vergelijk A. W. Howitt, <i lang="en">The Native Tribes of South-East Australia</i>). Het groepenhuwelijk, met de afstamming in de vrouwelijke lijn, zooals ze in Australië -gevonden wordt, schijnt zich langs verschillende stadiën van vooruitgang te wijzigen -in het individueele huwelijk met de afstamming in de mannelijke lijn, terwijl een -overblijfsel van het groepenhuwelijk misschien is blijven bestaan in het veel besproken -<i lang="la">jus primae noctis</i>. (We moeten hieraan toevoegen, dat Mr. N. W. Thomas, in zijn boek over <i lang="en">Kinship and Marriage in Australia</i>, 1908, tot de conclusie komt, dat het groepenhuwelijk in Australië niet gedemonstreerd -is, en dat Professor Westermarck <span class="pagenum">[<a id="pb387" href="#pb387">387</a>]</span>in zijn <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i>, evenals in zijn vroegere <i lang="en">History of Human Marriage</i>, een sceptische meening staande houdt jegens het groepenhuwelijk in het algemeen; -hij meent, dat de gewoonte der Urabunna zich misschien zal ontwikkeld hebben uit het -gewone individueele huwelijk, en hij beschouwt de theorie van het groepenhuwelijk -als “het legaat van de oude theorie der <span class="corr" id="xd29e9489" title="Bron: promiscuiteit">promiscuïteit</span>”. Ook Durkheim meent, dat het Australische huwelijkssysteem niet tot het primitieve -behoort<span class="corr" id="xd29e9492" title="Bron: (">, </span>“<span lang="fr">Organisation Matrimoniale Australienne</span>”, <i lang="fr">L’Année Sociologique</i>, achtste jaar, 1905). Het is gemakkelijk te zien dat met het bereiken van een bepaald -niveau van maatschappelijken vooruitgang een ruim en gecompliceerd systeem van sexueele -verhoudingen ophoudt zijn waarde te hebben, en dat een min of meer gequalificeerde -monogamie neiging heeft te overheerschen als meer in harmonie met de eischen van maatschappelijke -stabiliteit en zich uitende mannelijke energie. -</p> -<p>De beste historische bespreking van het huwelijk is waarschijnlijk nog de <i lang="en">History of Human Marriage</i> door Westermarck, hoewel ze nu op sommige punten behoefte heeft aan verbetering en -aanvulling; onder andere nieuwere boeken, die handelen over primitieve sexueele opvattingen -mogen we speciaal noemen de <i lang="en">Mystic Rose</i> van Crawley, terwijl de feiten over de verandering van het huwelijk onder de hoogere -menschelijke rassen uiteengezet zijn in de <i lang="en">History of Matrimonial Institutions</i> (3 deelen), dat vele verwijzingen bevat naar andere boeken. Er is een uitmuntende -beknopte, maar duidelijke en begrijpelijke schets van de ontwikkeling van het moderne -huwelijk in Pollock en Maitland, <i lang="en">History of English Law</i>, deel II.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>We moeten vrijheid laten voor variaties, en daarbij moeten we de uiterste theoretici -vermijden, maar we mogen toch tot de conclusie komen, dat—zooals het vrijwel gelijke -aantal mannen en vrouwen aanduidt—in de menschelijke soort, evenals onder vele van -de hoogere dieren, een min of meer duurzame monogamie over het geheel neiging heeft -gehad te overheerschen. Dat is een feit van groote beteekenis in zijn verwikkelingen. -Want wij moeten ons voor oogen stellen, dat wij hier staan tegenover een natuurlijk -feit. Sexueele verhoudingen volgen, zoowel in menschelijke als in dierlijke maatschappijen, -een natuurlijke wet, terwijl ze aan beide zijden van den norm varieeren en er is geen -plaats voor de theorie, dat die wet willekeurig opgelegd was. Als alle kunstmatige -“wetten” afgeschaft konden worden, dan zou de natuurlijke orde van de sexueele verhoudingen -toch in hoofdzaak blijven bestaan, zooals ze op het oogenblik is. Deugd, zeide Cicero, -is alleen maar Natuur tot het uiterste doorgevoerd. Of, zooals Holbach het uitdrukt, -waar hij beweert, dat onze instellingen neigen in de richting, die de natuur aanwijst, -“kunst is alleen maar natuur, werkend met behulp van de instrumenten, die zij zelf -gemaakt heeft”. Shakespeare had reeds zoowat dezelfde waarheid gezien, toen hij zeide, -dat de kunst, die aan de natuur toevoegt, “een kunst is, die de natuur maakt”. De -wet en de godsdienst hebben de monogamie gesteund; ze berust niet op deze, maar op -de behoeften van de menschheid, en deze heiligen de monogamie in voldoende mate<a class="noteref" id="xd29e9518src" href="#xd29e9518">2</a>. Of, zooals Cope zegt, het huwelijk is niet <span class="pagenum">[<a id="pb388" href="#pb388">388</a>]</span>de schepping van de wet, maar de wet is de schepping van het huwelijk<a class="noteref" id="xd29e9526src" href="#xd29e9526">3</a>. En Crawley legt, in zijn studie over primitieve sexueele verhoudingen, den nadruk -op het feit, dat ons formeele huwelijkssysteem niet is, zooals zoovele godsdienstige -en moreele schrijvers gemeend hebben, een met geweld onderdrukken van natuurlijke -impulsen, die in meer vloeibaren vorm van het begin af aan in de menschelijke natuur -aanwezig zijn geweest. We moeten wel gelooven, dat onze conventioneele vormen geen -nieuwe elementen van waarde hebben ingevoerd; integendeel zijn ze in sommige opzichten -nadeelig geweest. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is noodig in de herinnering te houden, dat de conclusie, dat het monogame huwelijk -natuurlijk is, en een orde te zien geeft, die in harmonie is met de instincten van -de meerderheid van het volk, in het geheel niet een meegaan met de onderdeelen van -eenig bijzonder systeem van monogamie in zich sluit. Het monogame huwelijk is een -natuurlijk biologisch feit. Als een hoog geacht psychiater, Dr. Clouston, schrijft -(<i lang="en">The Hygiene of Mind</i>, p. 245) “er is maar één natuurlijke wijze om de sexueele <i>nisus</i> en het instinct van reproductie te bevredigen, namelijk het huwelijk”, dan vereischt -de bewering de noodige toelichting eer ze kan worden aangenomen, of zelfs een begrijpelijke -beteekenis kan krijgen, en als we onder “huwelijk” moeten verstaan den specialen vorm -en de speciale verwikkelingen van de Engelsche huwelijkswet, of zelfs van de iets -meer verlichte Schotsche wet, is de bewering absoluut valsch. Er is een wereld van -verschil, zooals J. A. Godfrey opmerkt (<i lang="en">The Science of Sex</i>, 1901, p. 278), tusschen het natuurlijke monogame huwelijk en ons wettelijk systeem; -“het eerste is de uiterlijke uitdrukking van het beste, dat er in de sexualiteit van -den mensch is; het tweede is een schepping, waarbij godsdienstige en moreele bijgeloovigheden -een hoogst belangrijke rol gespeeld hebben, niet altijd ten voordeele van de gezondheid -van het individu en van de maatschappij”. -</p> -<p>Wij moeten ons derhalve wachten voor de meening, dat er iets stars of formeels is -in de natuurlijke orde der monogamie. Sommige sociologen zouden zelfs de natuurlijkheid -van de monogamie nog verder willen beperken. Zoo accepteert Tarde de neiging tot monogamie -als natuurlijk onder de tegenwoordige toestanden, verzacht door meer of minder heimelijk -concubinaat, om te overheerschen over alle andere huwelijksvormen, en hij meent, dat -het niet berust op een of ander onweerstaanbaren invloed, maar alleen op het feit, -dat dit soort van huwelijk door de meerderheid van de menschen in praktijk wordt gebracht, -de meest beschaafden niet uitgesloten. -</p> -<p>Met de erkenning van de neiging tot monogamie zijn we niet aan het einde van de sexueele -moraal, maar eerst aan het begin. Het is niet de monogamie, die het hoofdpunt is, -maar het soort van leven, dat de menschen in de monogamie leiden. Het aannemen van -een monogamischen regel brengt ons maar een klein eindje verder. Dat is een feit, -dat niet nalaten kan zich op te dringen aan hen, die de sexueele kwesties van psychologische -zijde naderen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als de monogamie zoo’n stevige basis heeft, is het onredelijk te vreezen voor, of -te hopen op eenige radicale wijziging in de instelling van het huwelijk; dit huwelijk, -dat men niet alleen uit godsdienstig of wettelijk oogpunt moet beschouwen, maar als -een orde, die op aarde verscheen zelfs nog eerder dan de mensch. De monogamie is de -meest natuurlijke uiting van een impuls, die <span class="pagenum">[<a id="pb389" href="#pb389">389</a>]</span>als regel niet goed tot vollen wasdom kan komen onder omstandigheden, die een minder -langen tijd van wederzijdsche gemeenschap en intimiteit met zich brengen. Variaties, -beschouwd als onvermijdelijke slingeringen om den norm, zijn ook natuurlijk, maar -vereeniging in paren moet altijd de regel zijn, omdat het aantal individuen van de -seksen altijd ten naastenbij gelijk is, terwijl de behoeften van het gemoedsleven, -zelfs afgezonderd van de behoeften van de nakomelingschap, eischen, dat zulke vereenigingen, -gebaseerd op wederzijdsche aantrekking, zooveel mogelijk duurzaam zullen zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het moet hier weer herhaald worden, dat het de werkelijkheid is, en niet de vorm of -de duurzaamheid van de huwelijksvereeniging, die er het essentieele en belangrijke -deel van is. Het is niet de wettelijke of godsdienstige formaliteit, die het huwelijk -heiligt, het is de werkelijkheid van het huwelijk, die den vorm ervan heiligt. Fielding -heeft in Nightingale, den vriend van Tom Jones, het kleingeestige gezichtspunt van -de maatschappij over het huwelijk bespot, daar deze de werkelijkheid van het huwelijk -verlaagt om den vorm te verheffen. Het kost Nightingale de grootste moeite een meisje -te trouwen, waarmee hij reeds sexueele gemeenschap gehad heeft, hoewel hij de eenige -man is, die betrekkingen met haar heeft gehad. Op de argumenten van Jones antwoordt -hij: “Het gezond verstand bekrachtigt alles wat je zegt, maar toch zul je wel weten, -dat de opinie van de wereld er zóo tegen is, dat, als ik met een hoer zou trouwen, -al was ze dan ook de mijne, ik mij zou schamen om ooit weer mijn aangezicht te vertoonen”. -Het kan niet gezegd worden, dat Fielding’s satyre zelfs nu nog verouderd is. Zoo schijnt -het in Pruisen, volgens Adèle Schreiber (“<span lang="de">Heiratsbeschränkungen</span>”, <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Febr. 1909), nu nog feitelijk voor een militair officier onmogelijk te zijn om te -trouwen met de moeder van zijn eigen onwettig kind. -</p> -<p>De verheerlijking van den vorm ten koste van de werkelijkheid van het huwelijk is -zelfs in poëzie beproefd door Tennyson in het minst geïnspireerde van zijn werken, -<i lang="en">The Idylls of the King</i>. In “Lancelot and Elaine” en “Guinevere” (zooals Julia Magruder aanduidt, <i lang="en">North American Review</i>, April 1905) is Guinevere getrouwd met koning Arthur, dien zij nooit gezien heeft, -toen ze al verliefd was op Lancelot, zoodat het “huwelijk” slechts een ceremonie was, -en niet een werkelijk huwelijk (vergelijk May Child, “<span lang="en">The Weird of Sir Lancelot</span>”, <i lang="en">North American Review</i>, Dec. 1908).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het zal misschien sommigen toeschijnen, dat een zoo conservatieve appreciatie van -de neigingen der beschaving in zaken van sexueele liefde berust op een vreesachtig -hangen aan louter tradities. Dat is het geval niet. Wij moeten erkennen, dat het huwelijk -stevig in evenwicht gehouden wordt door den druk van twee tegenovergestelde krachten. -Er zijn twee stroomingen in den loop van onze beschaving: de eene, die zich voortbeweegt -naar een steeds grooter wordende maatschappelijke orde en samenhang, de andere die -zich voortbeweegt naar een steeds grootere individueele vrijheid. Er ligt werkelijke -harmonie ten grondslag aan de schijnbare tegenstelling in deze twee neigingen, en -elk is de onvermijdelijke aanvulling van den ander. Er kan geen werkelijke vrijheid -zijn voor het individu in de zaken, die dat individu alleen aangaan, tenzij er een -samenhangende orde is in de dingen, die hem aangaan <span class="pagenum">[<a id="pb390" href="#pb390">390</a>]</span>als maatschappelijke eenheid. Het huwelijk raakt in één opzicht alleen de twee individuen, -die het samenstellen, in een ander opzicht raakt het hoofdzakelijk de maatschappij. -De twee krachten kunnen niet samenwerken om het huwelijk te vernietigen, want de eene -werkt de andere tegen. Zij werken samen om de monogamie in alle hoofdpunten op de -basis, waarop zij sedert onheugelijke tijden gestaan heeft, staande te houden. -</p> -<p>Hier moet aan toegevoegd worden, dat in de niet essentieele omstandigheden van de -monogamie er altijd een voortdurende verandering geweest is en dat die er altijd zal -blijven. Alle traditioneele instellingen, hoe stevig ze ook wortelen in natuurlijke -impulsen, worden altijd op sommige punten dood en star, en groeien op andere punten -verder. Het is de poging om hun levenskracht in stand te houden, en hun elastische -aanpassing aan de omgeving te bewaren, die dit systeem van wijzigingen in zaken van -nevenbelang in zich sluit. -</p> -<p>De eenige weg, waarlangs wij met vrucht de kwestie van de waarde der veranderingen, -die nu plaats vinden in ons huwelijkssysteem, kunnen naderen, is het beschouwen van -de geschiedenis van dat systeem in het verleden. Op die wijze leeren we de werkelijke -beteekenis kennen van het huwelijkssysteem, en we begrijpen welke veranderingen al -of niet samengaan met een mooie beschaving. Als we bekend zijn met de veranderingen -van het verleden, kunnen we met meer vertrouwen de veranderingen van het heden onder -de oogen zien. -</p> -<p>De geschiedenis van het huwelijkssysteem van de moderne beschaafde volken begint in -de latere dagen van het Romeinsche Keizerrijk in den tijd toen de grond gelegd werd -voor die Romeinsche wet, die zoo’n grooten invloed uitgeoefend heeft in het Christendom. -Wij hebben reeds verwezen<a class="noteref" id="xd29e9586src" href="#xd29e9586">4</a> naar het belangrijke feit, dat in den laatsten tijd van het Romeinsche rijk de vrouwen -een positie van bijna volkomen onafhankelijkheid tegenover haar mannen verkregen hadden, -terwijl de autoriteit, die door haar vaders over haar werd uitgeoefend, voor het grootste -deel, nog bijna alleen in naam bestond. Deze hooge staat van de vrouwen ging, zooals -we dat altijd zien, samen met een hoogen graad van vrijheid in het huwelijkssysteem. -De Romeinsche wet had geen macht om bij het vormen van huwelijken tusschenbeide te -komen, en er waren geen wettelijke vormen van huwelijk. De Romeinen erkenden, dat -het huwelijk een feit was en niet enkel een wettelijke vorm; in het huwelijk door -<i>usus</i> was in het geheel geen ceremonie; het werd gevormd door het enkele feit van samen -te leven een geheel jaar lang; toch werd zulk een huwelijk beschouwd als even wettig -en volkomen alsof het begonnen was <span class="pagenum">[<a id="pb391" href="#pb391">391</a>]</span>met de heilige rite van de <i lang="la">confarreatio</i>. Het huwelijk was een zaak van eenvoudige persoonlijke overeenkomst, waarbij de man -en de vrouw elkander ontmoetten op den voet van gelijkheid. De vrouw behield de volle -heerschappij over haar bezittingen; de barbaarschheid van het instellen van een proces -tot teruggave van huwelijksrechten was onmogelijk, echtscheiding was een persoonlijke -handeling, waarop de vrouw even volkomen recht had als de man, en er was geen inquisitorische -tusschenkomst noodig van den magistraat of van het gerechtshof; wel verklaarde Augustinus, -dat een openlijke verklaring noodig was, maar de echtscheiding zelf was een persoonlijke -wettige daad van de twee personen, die het aanging<a class="noteref" id="xd29e9596src" href="#xd29e9596">5</a>. Het is interessant deze verlichte opvatting van het huwelijk op te merken, zooals -ze heerschte in het grootste en krachtigste Keizerrijk, dat ooit over de wereld geheerscht -heeft, niet ten tijde van zijn grootste macht,—want het maximum van kracht en het -maximum van uitbreiding, de knop en de volle bloem, zijn noodzakelijk onvereenigbaar,—maar -ten tijde van zijn grootste ontwikkeling. In den chaos, die op de ontbinding van het -Keizerrijk volgde, bleef de Romeinsche wet bestaan als een kostbaar legaat aan de -nieuwe zich ontwikkelende naties, maar zijn invloed was onafscheidelijk verbonden -met dien van het Christendom, dat, hoewel het eerst niet geneigd was geweest zelf -huwelijkswetten in te stellen, langzamerhand een aangroeiend ascetisch gevoel ontwikkelde, -dat gelijkelijk vijandig werd aan de waardigheid van de getrouwde vrouw en aan de -vrijheid van huwelijk en van echtscheiding<a class="noteref" id="xd29e9611src" href="#xd29e9611">6</a>. Met dien invloed ging samen de invloed, die van den Bijbel uitging, van het barbaarsche -Joodsche huwelijkssysteem, dat aan den echtgenoot rechten gaf in huwelijk en echtscheiding, -die ten eenenmale aan de vrouw ontzegd werden; dit was een invloed, die nog grooter -kracht kreeg met de Reformatie, toen de autoriteit, eens aan de Kerk toegekend, grootendeels -op den Bijbel werd overgedragen. Eindelijk was er in een groot deel van Europa, dat -de meest energieke en uitgestrekte deelen insloot, de invloed van de Germanen, een -invloed, die nog primitiever was dan die van de Joden, die de opvatting deed ontstaan, -dat de vrouw als het ware behoorde tot den veestapel van den man, en dat het huwelijk -een koop was. Al deze invloeden <span class="pagenum">[<a id="pb392" href="#pb392">392</a>]</span>botsten tegen elkaar en verschenen dikwijls naast elkaar, hoewel ze niet in harmonie -gebracht konden worden. Het resultaat was, dat de vijftien honderd jaar, die volgden -op de volkomen overwinning van het Christendom, over het geheel de meest lagen toestand -laten zien, waartoe het huwelijkssysteem voor zoover we weten, ooit tijdens den geheelen -duur van de menschelijke geschiedenis zóó langen tijd vervallen is. -</p> -<p>In het eerst duurde de heilzame invloed van Rome nog eeniger mate voort en ontwikkelde -zich zelfs opnieuw. In den tijd van de Christelijke Keizers werd de vrijheid tot echtscheiden -afwisselend in stand gehouden en afgeschaft<a class="noteref" id="xd29e9621src" href="#xd29e9621">7</a>. Wij vinden zelfs de wijze en ver-ziende voorzorg van de wet, die zegt, dat een contract -van de twee partijen om nooit te scheiden, geen wettige kracht kon hebben. Het verbod -van Justinianus om echtscheiding te verkrijgen bij wederzijdsch goedvinden gaf aanleiding -tot veel huiselijk verdriet, en zelfs tot misdaad, hetgeen de oorzaak schijnt geweest -te zijn, dat het onmiddellijk weer opgeheven werd door zijn opvolger. Theodosius, -die nog de oude Romeinsche traditie staande hield van de gelijkheid van de seksen, -verleende aan de vrouw de vrijheid om evenzeer als de man echtscheiding te verkrijgen -voor echtbreuk; dat is een punt, dat we in het tegenwoordige Engeland nog niet bereikt -hebben. -</p> -<p>Het schijnt aan alle kanten toegegeven te worden, dat het in ruime mate de fatale -invloed van den inval van de barbaarsche Germanen geweest is, die, toen zij ze niet -konden doen verdwijnen, de edele opvatting van de gelijkheid van vrouwen met mannen -naar beneden haalden, evenals de waardigheid en de vrijheid van het huwelijk, die -zich langzamerhand door het organiseerend genie van den Romein gevormd hadden tot -een traditie, die nu nog een hooge waarde behoudt. De invloed van het Christendom -had eerst geen verlagenden invloed van deze soort; want het ascetische ideaal was -nog niet overheerschend, priesters trouwden als of het vanzelf sprak, en er bestond -geen moeilijkheid om de huwelijksorde aan te nemen, die ingesteld werd; het was zelfs -mogelijk er nieuwe levenskracht en vrijheid aan toe te voegen. Maar de Germanen, <span class="pagenum">[<a id="pb393" href="#pb393">393</a>]</span>met al de primitieve hebzuchtige en strijdlustige instincten van ongetemde wilden, -gingen in het onderwerpen van hun vrouwen veel verder dan zelfs de oude Romeinen; -wel stonden zij aan hun ongetrouwde meisjes een groote mate van toegevendheid en zelfs -sexueele vrijheid toe,—evenals ook de Christenen hun maagden vereerden<a class="noteref" id="xd29e9639src" href="#xd29e9639">8</a>,—maar het Germaansche huwelijkssysteem plaatste de vrouw, vergeleken met de vrouw -van het Romeinsche Keizerrijk, in een toestand, die maar weinig beter was dan die -van een huisslaaf. -</p> -<p>In den een of anderen vorm, onder de eene of andere vermomming overheerschte bij de -Germanen het systeem van koop van de vrouw, en altijd, als dit systeem van invloed -is, zelfs als de vrouw geëerd wordt, worden haar voorrechten ingekort<a class="noteref" id="xd29e9650src" href="#xd29e9650">9</a>. Bij de Teutonische volken in het algemeen, evenals bij de eerste Engelsche, was -het huwelijk werkelijk een persoonlijke handeling, maar ze nam den vorm aan van een -verkoop van de bruid door den vader, of anderen wettigen voogd, aan den bruigom. De -<i lang="de">beweddung</i> was een werkelijk koopcontract<a class="noteref" id="xd29e9666src" href="#xd29e9666">10</a>. Het “koophuwelijk” was de meest gewone vorm van huwelijk. De ring was niet, zooals -sommigen hebben gemeend, een teeken van ondergeschiktheid, maar eerder een vorm van -bruidprijs, of <i>arrha</i>, dat is te <span class="pagenum">[<a id="pb394" href="#pb394">394</a>]</span>zeggen een boetegeld voor het huwelijk en zoo het symbool ervan<a class="noteref" id="xd29e9686src" href="#xd29e9686">11</a>. Eerst een teeken van den koop van de bruid, verkreeg de ring later de beteekenis -van onderwerping aan den bruidegom, en die beteekenis werd in de Middeleeuwen nog -nadrukkelijker daaraan gehecht door andere ceremonies. Zoo moest in Engeland, volgens -de handboeken van York en Sarum de bruid, na het geven van den ring, den bruidegom -te voet vallen, en soms zijn rechter voet kussen. Ook in Rusland kuste de bruid de -voeten van haar man. Op een lateren tijd, in Frankrijk, werd deze gewoonte verzacht -en werd het de gewoonte, dat de bruid den ring voor het altaar liet vallen, en dan -voor de voeten van haar man bukte om hem op te rapen<a class="noteref" id="xd29e9695src" href="#xd29e9695">12</a>. Het leenstelsel zette deze Teutonische invloeden voort en vergrootte ze door zijn -militair karakter. Een leengoed was land, dat gehouden werd op voorwaarde van militairen -dienst, en de aard van den invloed daarvan op het huwelijk blijkt wel uit dit feit. -De vrouw werd gegeven met het leengoed en haar eigen wil telde in het geheel niet -mee<a class="noteref" id="xd29e9701src" href="#xd29e9701">13</a>. -</p> -<p>De Christelijke kerk nam eerst de vormen aan van het huwelijk, zooals ze reeds bestonden -in de landen, waar het kwam, de Romeinsche vormen in de Latijnsche landen met Latijnsche -traditie en de Germaansche vormen in de Teutonische landen. Het eischte alleen maar -(zooals het ook geëischt wordt voor andere burgerlijke contracten, zooals een gewone -verkoop), dat zij geheiligd zullen worden door een priesterlijke inzegening. Maar -het huwelijk werd door de kerk erkend, zelfs bij afwezigheid van zulk een inzegening. -Er was geen speciale godsdienstige huwelijksdienst, in het Oosten noch in het Westen, -vroeger dan de zesde eeuw. Het was eenvoudig de gewoonte voor het pas getrouwde paar, -nadat de huwelijksceremonies waren afgeloopen, den dienst in de kerk bij te wonen, -naar den gewonen dienst te luisteren en het sacrament te nemen. Een speciale huwelijksdienst -ontwikkelde zich langzamerhand, en die maakte geen deel uit van het werkelijke huwelijk. -In de tiende eeuw (in ieder geval in Italië en Frankrijk) begon het de gewoonte te -worden het eerste deel van de werkelijke bruiloft, nog een zuiver tijdelijke daad, -buiten de kerkdeur te vieren. Dit werd spoedig gevolgd door de echte trouwmis, direct -op de gelegenheid toepasselijk, in de kerk. In de twaalfde eeuw leidde de priester -de ceremonie, die nu een indrukwekkend ritueel <span class="pagenum">[<a id="pb395" href="#pb395">395</a>]</span>in zich sloot, dat buiten de kerk begon en eindigde met de bruidsmis in de kerk. In -de dertiende eeuw leidde de priester, terwijl hij de voogden van het jonge paar verving, -zelf de geheele ceremonie. Tot dien tijd toe was het huwelijk een zuiver persoonlijke -handeling geweest. Zoo was, na meer dan duizend jaar van het Christendom, niet door -de wet, maar door den langzamen groei van de gewoonte, het kerkelijk huwelijk ingesteld<a class="noteref" id="xd29e9712src" href="#xd29e9712">14</a>. -</p> -<p>Het was ongetwijfeld een gebeurtenis van zeer groot belang, niet alleen voor de kerk, -maar voor de geheele geschiedenis van het Europeesche huwelijk zelfs tot op dezen -dag toe. De geheele wijze van bruiloft vieren van tegenwoordig is gegrond op die van -de Katholieke kerk, zooals ze in de twaalfde eeuw ingesteld is en geformuleerd werd -in de canonieke wet. Zelfs de afkondigingen vinden hier hun oorsprong, en het feit, -dat in ons modern burgerlijk huwelijk de openlijke ceremonie plaats vindt op een kantoor -en niet in een kerk kan wel het feit verbergen, maar niet veranderen, dat het huwelijk -direct en ontwijfelbaar afstamt van de publieke kerkelijke ceremonie, die een belichaming -was van den langzamen en slimmen triomf—zoo langzaam en slim, dat de geschiedenis -ervan moeilijk is na te sporen—van Christelijke priesters over de persoonlijke aangelegenheden -van mannen en vrouwen. Voordat zij deze taak op zich namen was het huwelijk overal -de persoonlijke aangelegenheid van de personen, die er bij betrokken waren; toen ze -die taak volbracht hadden,—en ze was niet geheel volbracht vóor het concilie van Trente,—was -een niet-officieel huwelijk een zonde geworden en bijna een misdaad<a class="noteref" id="xd29e9727src" href="#xd29e9727">15</a>. -</p> -<p>Op het eerste gezicht moet het onze verwondering wekken, dat de kerk, die, zooals -we weten, een steeds grootere neiging had getoond om de maagdelijkheid te vereeren -en om sexueele verhoudingen te minachten, toch, parallel met die beweging en met den -aangroeienden invloed van het ascetisme, zoo’n grooten ijver getoond heeft om het -huwelijk buit te maken en er een openbaar, waardig en godsdienstig karakter aan te -verleenen. Er was echter geen tegenspraak. De factoren, die het Europeesche huwelijk, -als een geheel genomen, vormden, waren werkelijk van geheel verschillenden aard en -sloten dikwijls onverzoenbare tegenstellingen in zich. Maar wat de van de kerk uitgaande -pogingen van de wetgevende geestelijkheid betreft, die kwamen voort uit een bepaald -en begrijpelijk standpunt. Juist de geringschatting <span class="pagenum">[<a id="pb396" href="#pb396">396</a>]</span>van het sexueele instinct sloot, daar het instinct niet uitgeroeid kon worden, de -noodzakelijkheid in zich, er een wettig kanaal voor te openen, zoo dat het kerkelijk -huwelijk, naar men gezegd heeft, “analoog is met de vergunning tot het verkoopen van -sterken drank”<a class="noteref" id="xd29e9734src" href="#xd29e9734">16</a>. Bovendien gaf het huwelijk blijk van de macht der kerk om aan de sexueele verhoudingen, -die er door ontstonden, een waardigheid en een distinctie te verleenen, die ze duidelijk -zouden onderscheiden van den algemeenen stroom van den lust. Sexueel genot is onrein, -de geloovige kan er niet van gebruik maken, eer het gereinigd is door de sacramenten -van de kerk. De heiliging van het huwelijk was het noodzakelijk gevolg van de heiliging -van de maagdelijkheid. Het werd noodig het huwelijk te heiligen, en daaruit ontwikkelde -zich het onverbreekbare sacrament van het huwelijk. De opvatting van het huwelijk -als een godsdienstig sacrament, een opvatting van vèrstrekkenden invloed, is de groote -bijdrage van de Katholieke kerk tot de geschiedenis van het huwelijk. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is van belang in de herinnering te houden, dat, terwijl het Christendom het denkbeeld -van het huwelijk als een sacrament in den grooten stroom van de geschiedenis der instellingen -van Europa gebracht heeft, dat denkbeeld alleen maar ontwikkeld was door de kerk, -niet er door uitgedacht. Het is een oud en zelfs primitief denkbeeld. De Joden hielden -het huwelijk voor een magisch-godsdienstigen band, die iets mystieks bevatte, dat -op een sacrament geleek, en die opvatting, zegt Durkheim (<i lang="fr"><span class="corr" id="xd29e9744" title="Bron: L’ Année">L’Année</span> Sociologique</i>, achtste jaar, 1905, p. 419), is misschien zeer oud en hangt samen met den over het -algemeen magischen aard van de sexueele verhoudingen. “De enkele daad van de vereeniging,<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> merkt Crawley op (<i lang="en">The Mystic Rose</i>, p. 318) over natuurvolken, “is mogelijk een huwelijksceremonie van de sacramenteele -soort … Men mag zelfs aan de vroegste animistische menschen een vage notie van die -soort toekennen, voordat eenige ceremonie zich kristalliseerde”. “Het wezen van een -huwelijksceremonie”, gaat dezelfde schrijver voort, “is het <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>zich vereenigen<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> van een man en een vrouw; in de woorden van den dienst in de Engelsche kerk, “daarvoor -zal een man zijn vader en moeder verlaten en zal vereenigd worden met zijn vrouw; -en zij zullen één vleesch worden”. Aan de andere zijde van de wereld, onder de Orang -Benuas, worden de volgende woorden door een van de oudsten van den stam uitgesproken -als een huwelijk ingezegend wordt: “Luistert gij allen, die tegenwoordig zijt; zij, -die verwijderd waren, zijn nu tezamen gebracht; zij, die tot nu toe gescheiden waren, -zijn nu vereenigd”. Huwelijksceremonieën kunnen in alle stadiën van de cultuur met -even veel recht godsdienstig genoemd worden als iedere andere ceremonie, welke ook. -<a id="xd29e9758"></a>Zij, die gescheiden waren, zijn nu verbonden, zij, die wederkeerig tabu waren, breken -nu het tabu”. Zoo voorkomen de ceremonieën de zonde en wenden het gevaar af. -</p> -<p>De Katholieke opvatting van het huwelijk was, dat is duidelijk, in de hoofdpunten -precies dezelfde als de primitieve opvatting. Het Christendom ontleende het denkbeeld -van sacrament aan de oude tradities in het volksbewustzijn, en zijn eigen kerkelijke -bijdrage lag daarin, dat het langzamerhand dat denkbeeld een formeelen en starren -vorm gaf, en het voor onverbreekbaar verklaarde. Evenals onder natuurvolken was het -in de toestemming, dat het wezen lag van het sacrament; de tusschenkomst van den priester -was, in <span class="pagenum">[<a id="pb397" href="#pb397">397</a>]</span>principe, niet noodig om aan het huwelijk zijn godsdienstig bindend karakter te geven. -Het wezen van het sacrament was het wederkeerig aannemen van elkaar als man en vrouw, -en technisch was de priester, die de ceremonie leidde alleen maar een getuige van -het sacrament. Daar het grondfeit dus de geestelijke daad was van de toestemming, -had het sacrament van het huwelijk het eigenaardige karakter van te zijn zonder eenig -uiterlijk en zichtbaar teeken. Misschien was het dit feit, instinctief gevoeld als -een zwak punt, dat leidde tot den enormen nadruk die gelegd werd op de onverbreekbaarheid -van het sacrament van het huwelijk, reeds ingesteld door den heiligen Augustinus. -De Canonisten hebben verschillende argumenten bijgebracht om die onverbreekbaarheid -te verklaren, en een dikwijls herhaald argument is altijd geweest de aanhaling uit -de schrift van den term “éen vleesch” voor getrouwde paren; maar het geliefkoosde -argument van de Canonisten was, dat het huwelijk de vereeniging voorstelt van Christus -met de kerk; die is onverbreekbaar, en daarom moet het beeld ervan ook onverbreekbaar -zijn; (Esmein, <i>op cit.</i>, dl. I, p. 54). Gedeeltelijk dus, mogen we wel gelooven, deed het denkbeeld van de -onverbreekbaarheid van het huwelijk zich aan den kerkelijken geest voor als een natuurlijke -associatie van denkbeelden: de gelofte van de maagdelijkheid in het kloosterschap -was onverbreekbaar; moest niet de gelofte van sexueele verhouding in het huwelijk -even onverbreekbaar zijn? Het schijnt wel, dat het niet voor 1164 was, in de <i lang="en">Sentences</i> van Peter Lombard, dat er een duidelijke en formeele erkenning van het huwelijk wordt -gevonden als een van de zeven sacramenten (Howard, <i>op cit.</i>, dl. I, p. 533).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De kerk echter had het huwelijk niet alleen gemaakt tot een godsdienstige daad; zij -had het ook gemaakt tot een openlijke daad. De dienstdoende priester, die nu de autoriteit -van het huwelijk was geworden, was gebonden door al de eischen en verbodsbepalingen -van de kerk, en hij kon zich niet schikken naar de neigingen en belangen van afzonderlijke -paren of hun voogden. Het werd dus onvermijdelijk, dat, evenals in andere zaken van -gelijke soort, een wetboek met kerkelijke regels te zijner voorlichting ontstond. -Deze behoefte van de kerk, die uit haar aangroeiende heerschappij over de wereldsche -zaken voortkwam, was de oorsprong van de canonieke wetten<span class="corr" id="xd29e9774" title="Bron: ,">.</span> Met de ontwikkeling van de canonieke wetten, werd het geheele gebied van de regeling -der sexueele verhoudingen, en de heerschappij over de afdwalingen ervan, een uitsluitend -kerkelijke zaak. De wereldlijke wet kon voortaan evenmin direct kennis nemen van echtbreuk -als van ontucht of onanie; bigamie, bloedschande en sodomie waren geen wereldlijke -misdaden; de kerk was oppermachtig in de geheele sexueele sfeer. -</p> -<p>Het was in de twaalfde eeuw, dat de canonieke wet het eerst ontstond, en Gratianus -was de meesterlijke geest, die er het eerst vorm aan heeft gegeven. Hij behoorde tot -de rechtsgeleerde school van Bologne, die de gezonde tradities van de Romeinsche wet -geërfd had. De “<span lang="la">canones</span>”, die Gratianus opstelde, waren echter niet méer het enkele resultaat van wettelijke -tradities dan het resultaat van in kloosters uitgedachte theologische overwegingen. -Zij waren een antwoord op de praktische behoeften van den dag voordat deze behoeften -tijd gehad hadden stof te leveren tot fijn <span class="pagenum">[<a id="pb398" href="#pb398">398</a>]</span>uitgesponnen subtiliteiten. Op een eenigszins later tijd, vóor het einde van de eeuw, -werd de invloed der Italiaansche theologen overheerscht door dien der Gallische theologen -van Parijs, zooals ze vertegenwoordigd werden door Peter Lombard. Het resultaat was -het invoeren van verkeerde gecompliceerde toestanden, die de canonieke wet bijna hadden -beroofd zoowel van haar beslistheid als van haar geschiktheid zich aan te passen aan -de behoeften van de menschen. -</p> -<p>Ondanks alle parasitische uitwassen echter, die zich snel begonnen te vormen om de -<span class="corr" id="xd29e9786" title="Bron: canieke">canonieke</span> wet heen, en die de praktische bruikbaarheid ervan sterk begonnen te verminderen, -had die wetgeving toch in zich—voornamelijk in het begin en later onduidelijker—een -gezonde kern van werkelijke waarde. De eerste canonieke wetten erkenden, dat het essentieele -feit van het huwelijk de werkelijke sexueele vereeniging is, uitgevoerd met de bedoeling -een permanente verhouding in het leven te roepen. De <i lang="la">copula carnalis</i>, het maken van twee tot “een vleesch”, volgens de phrase van de schrift, een mystiek -symbool van de vereeniging van de kerk met Christus, was het wezen van het huwelijk, -en de wederkeerige toestemming van het paar alleen was voldoende om een huwelijk te -vormen, zelfs zonder eenige godsdienstige inzegening, of zonder eenige ceremonie. -Ook de informeele en niet ingezegende vereeniging was een werkelijk en bindend huwelijk -als de twee partijen wilden, dat het dat zijn zou<a class="noteref" id="xd29e9792src" href="#xd29e9792">17</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Welke harde dingen ook mogen gezegd zijn over de canonieke wetten, het moet nooit -vergeten worden, dat ze door de middeleeuwen heen tot het midden van de zestiende -eeuw de groote waarheid verder hebben gedragen, dat het wezen van het huwelijk niet -ligt in riten en vormen, maar in de wederzijdsche toestemming van de twee personen, -die samen trouwen. Toen de Katholieke kerk, in haar aangroeiende starheid, dat begrip -verloor, werd het opgenomen door de <span class="corr" id="xd29e9798" title="Bron: Prostestanten">Protestanten</span> en de <span class="corr" id="xd29e9801" title="Bron: Puriteiten">Puriteinen</span> in hun eerste stadium van vurige geloofsijver, hoewel ze het weer min of meer loslieten, -toen ze terugvielen in een staat van vormendienst. Het bleef ook steun ontvangen van -moralisten en dichters. Zoo beschrijft George Chapman, de drama-schrijver, die zoowel -moralist was als dichter, in <i lang="en">The Gentleman Usher</i> (1606), het huwelijk zonder godsdienstige plechtigheid van zijn held en zijn heldin, -dat deze laatste ons aldus voorstelt:— -</p> -<div lang="en" class="lgouter"> -<p class="line xd29e9808">“May not we now -</p> -<p class="line">Our contract make and marry before Heaven? -</p> -<p class="line">Are not the laws of God and Nature more -</p> -<p class="line">Than formal laws of men? Are outward rites -</p> -<p class="line">More virtuous than the very substance is -</p> -<p class="line">Of holy nuptials solemnized within? -</p> -<p class="line">.… The eternal acts of our pure souls -<span class="pagenum">[<a id="pb399" href="#pb399">399</a>]</span></p> -<p class="line">Knit us with God, the soul of all the world, -</p> -<p class="line">He shall be priest to us; and with such rites -</p> -<p class="line">As we can here devise we will express -</p> -<p class="line">And strongly ratify our hearts’ true vows, -</p> -<p class="line">Which no external violence shall dissolve”. -</p> -</div> -<p class="first">En tegenwoordig verklaart Ellen Key, de beroemde profetes van de hervorming van het -huwelijk, aan het einde van haar <i>Liefde en huwelijk</i> dat het ware huwelijk maar éen paragraaf bevat: “Zij, die elkander liefhebben, zijn -man en vrouw”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het stellen van het huwelijk op deze gezonde en natuurlijke basis had verder het uitstekende -resultaat, dat het den man en de vrouw die zoo een huwelijk konden aangaan door hun -toestemming, zonder eenige égards voor de wenschen van hun ouders of hun familie, -op hetzelfde moreele niveau plaatste. Hier volgde de kerk evenzeer de latere Romeinen -als de eerste Christenen, als Lactantius en Hieronymus, die verklaard hadden, dat -wat geoorloofd was aan een man ook geoorloofd was aan een vrouw. Ook de poenitentialiën -trachtten voor beide geslachten deze zelfde zedewet vast te stellen. De Canonisten -vergunden ten slotte een zekere suprematie aan den echtgenoot, hoewel zij, aan den -anderen kant, soms zelfs de hoofdrol in het huwelijk schenen toe te kennen aan de -vrouw, en de poging werd gedaan het woord <i lang="la">matrimonium</i> af te leiden van <i lang="la">matris munium</i>, waarmee ze verklaarden, dat de moeder-functie het hoofdfeit van het huwelijk was<a class="noteref" id="xd29e9838src" href="#xd29e9838">18</a>. -</p> -<p>De gezonde elementen in de opvatting van de canonieke huwelijkswet werden echter al -zeer vroeg in ruime mate, zoo niet geheel, te niet gedaan door de haarkloverijen, -die ze op den achtergrond brachten, en zelfs door hun eigen fundamenteele gebreken. -Zelfs in de dertiende eeuw begon men meer waarde te hechten aan een huwelijk, dat -mondeling gesloten was <i lang="la">per verba de praesenti</i> dan aan een, dat gevormd was door de sexueele vereeniging, terwijl er zooveel bezwaren -opgesteld werden tegen het huwelijk, dat het moeilijk werd om te weten welke huwelijken -geldig waren, een punt van belang, aangezien een huwelijk aangegaan binnen de verboden -graden slechts een waan-huwelijk was, d.i. een huwelijk, dat aangegaan wordt, terwijl -een van beide partijen niet weet van een werkelijk bestaand beletsel. De ernstigste -en meest onnatuurlijke trek van deze kerkelijke opvatting van het huwelijk was de -in het oog springende tegenspraak tusschen de uiterste gemakkelijkheid, waarmee de -poort van het huwelijk voor het jonge paar open geworpen werd, zelfs als zij nog weinig -meer dan kinderen waren, en de uiterste gestrengheid, waarmee zij gesloten en gegrendeld -werd als zij er in waren. Dat is nog heden het gebrek van het huwelijkssysteem, dat -wij van <span class="pagenum">[<a id="pb400" href="#pb400">400</a>]</span>de kerk geërfd hebben, maar in de handen van de canonisten werd er heel sterk de nadruk -op gelegd, zoowel wat het gemak van er in te komen betreft, als de moeilijkheid van -er uit te geraken<a class="noteref" id="xd29e9851src" href="#xd29e9851">19</a>. Zoowel van het standpunt van rede als van menschelijkheid moet de poort, die men -gemakkelijk binnen kan komen ook gemakkelijk opengaan om ons uit te laten; of, als -de uitgang noodzakelijk moeilijk is, dan moet er zorg gedragen worden bij het binnenkomen. -Maar geen van deze beide voorzorgen was mogelijk voor de canonisten. Het huwelijk -was een sacrament en allen moesten bij een sacrament welkom zijn, vooral omdat ze -anders in de doodzonde der ontucht vervallen konden. Aan den anderen kant kon het -huwelijk, daar het een sacrament was, als het eenmaal waarlijk gesloten was, zonder -de ingewikkelde voorwaarden en formaliteiten om het ongeldig te verklaren, nooit meer -opgeheven worden. De instelling, die de kerk gemaakt had als bolwerk tegen de losbandigheid, -werd zelf een werktuig, dat kunstmatig losbandigheid schiep<span class="corr" id="xd29e9860" title="Bron: . Zoodat">, zoodat</span> de canonieke wet op den langen duur een stand van zaken voortbracht, die—in de oogen -van een groot deel van het Christendom—de gezondheid van de oorspronkelijke opvatting -meer dan te niet deed<a class="noteref" id="xd29e9863src" href="#xd29e9863">20</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Engeland, waar van de negende eeuw af, het huwelijk algemeen door de kerkelijke -en wereldlijke machten als onverbreekbaar beschouwd werd, was de canonieke wet in -hoofdzaak ingesteld als bij de andere Christelijke landen. Er waren echter bepaalde -punten, die door de Engelsche wet niet waren overgenomen. Bij de Engelsche wet was -een ceremonie in tegenwoordigheid van een priester noodig om een huwelijk geldig te -doen zijn, hoewel in Schotland de wet van het canonieke recht aangenomen was, dat -toestemming van de partijen alleen, al was ze ook in het geheim gegeven, voldoende -was om een huwelijk te vormen. Verder is het nageslacht van een onwettig huwelijk, -dat in onschuld is aangegaan en het nageslacht van personen, die later met elkaar -trouwen, wettig volgens de canonieke wet, maar niet volgens de gewone wet van Engeland -(Geary, <i lang="en">Marriage and <span class="corr" id="xd29e9882" title="Bron: Familiy">Family</span> Relations</i>, p. 3; Pollock and Maitland, <i>loc. cit.</i>). De canonisten beschouwden de bezwaren, verbonden aan het bastaardschap, als een -straf, welke opgelegd werd aan de ouders, die schuldig <span class="pagenum">[<a id="pb401" href="#pb401">401</a>]</span>waren, en meenden daarom, dat de last niet op de kinderen moest vallen, als er te -goeder trouw een ceremonie had plaats gehad van de zijde van ten minste een van de -ouders. In dit opzicht is de Engelsche wet minder verstandig en humaan. Het was op -het Concilie van Merton, in 1236, dat de baronnen van Engeland het voorstel verwierpen -om de wetten van Engeland in overeenstemming te brengen met de canonieke wet, dat -is, met de canonieke wet van het Christendom in het algemeen, die toestaat, dat de -kinderen die vóor de bruiloft geboren zijn, zullen gewettigd worden door een huwelijk, -dat er op volgt. Grosseteste putte zijn welsprekendheid en zijn argumenten uit ten -gunste van de verandering, maar tevergeefs, en de Engelsche wet heeft sinds dien tijd -in dit opzicht alleen gestaan (Freeman, “<span lang="en">Merton Priory</span>”, <i lang="en">English Towns and Districts</i>). Het voorstel werd verworpen met deze beroemde woorden: “Nolumus leges Angliae mutare”, -een formule, die alleen maar uitdrukking gaf aan een onredelijke en onmenschelijke -halsstarrigheid. -</p> -<p>In de Vereenigde Staten heeft het huwelijk, dat volgt na de geboorte van een of meer -kinderen, in vele van de Staten de uitwerking, de kinderen te legitimeeren, soms (zooals -in Maine) van zelf, maar gewoonlijk (zooals in Massachusetts) door speciale erkenning -van den vader, hoewel de gewone wet in dit geval de kinderen niet wettigt.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het optreden van Luther en van de Hervorming veroorzaakte het verval van de canonieke -wet voor zoover het Europa als een geheel aanging. Het was om vele redenen onmogelijk -voor de Protestantsche hervormers om hetzij de Katholieke opvatting van het huwelijk -of het wankele uitgebreide gebouw van wetten, dat de kerk op die opvatting had opgetrokken, -formeel te bewaren. Echter kan niet gezegd worden, dat de houding der Protestanten -jegens het denkbeeld der Katholieken een eenigszins duidelijke, logische of consequente -houding was. Het was een opstand, een gemoedsdrang, meer dan een kwestie van beredeneerd -principe. In de onvermijdelijke noodzakelijkheid van dien opstand tijdens de opkomst -van het Protestantisme, ligt zijn rechtvaardiging en, over het geheel, zijn weldadige -gezondheid. Het nam een vorm aan, die wel vreemd mag schijnen in een godsdienstige -beweging; het verklaarde namelijk, dat het huwelijk niet een godsdienstige, maar een -wereldlijke zaak is. Trouwen, zegt Luther, is “een wereldlijk iets”, en Calvijn stelt -het op hetzelfde niveau als het bouwen van een huis, de landbouw of het maken van -schoenen. Maar, terwijl dit verwereldlijken van het huwelijk een uiting was van den -algemeenen en tot het uiterste gedreven drang van het Protestantisme, waren de leiders -van het Protestantisme het dikwijls onderling niet geheel eens, en evenmin waren ze -helderziend in de zaak. Zelfs Luther was wat verward op dit punt; soms schijnt hij -het huwelijk “een sacrament” te noemen, soms “een zaak van tijdelijken aard”, die -aan den staat overgelaten moet worden<a class="noteref" id="xd29e9900src" href="#xd29e9900">21</a>. <span class="pagenum">[<a id="pb402" href="#pb402">402</a>]</span>Dit laatste standpunt is werkelijk overheerschend geweest. Maar in het begin ontstond -er een tijdperk van verwarring, zoo niet van chaos, in de hoofden van de Hervormers; -niet alleen waren ze zelf niet altijd overtuigd; zij waren het samen niet eens, vooral -over de zeer praktische kwestie der echtscheiding. Luther behoorde, met Calvijn en -Beza, over het geheel tot de strengere partij die alleen echtscheiding wilde toestaan -voor echtbreuk en kwaadwillige verlating; sommigen, daaronder vele van de eerste Engelsche -Protestanten, waren er vóor, den man vrijheid te geven tot echtscheiding wegens echtbreuk, -maar niet de vrouw. Een andere partij, met Zwingli, werden door Erasmus in een meer -liberale richting geïnfluenceerd, en—het standpunt naderende van de Romeinsche Keizerlijke -wetgeving—lieten ze verschillende oorzaken toe voor echtscheiding. Sommigen, als Bucer, -die Milton voorafging, wilden zelfs echtscheiding toestaan, als de man niet van zijn -vrouw kon houden. Eerst namen sommigen van de Hervormers het principe van zelf-scheiding -aan, zooals het heerschte bij de Joden en aangenomen werd door eenige der eerste Concilies -van de Kerk. Op deze wijze meende Luther, dat de oorzaak tot echtscheiding zelf de -echtscheiding bewerkte, zonder eenig rechterlijk besluit, hoewel een besluit van den -rechter noodig was om weer te huwen. Deze kwestie van het weder huwen en de behandeling -van den echtbreker, gaven ook aanleiding tot oneenigheid. Gewoonlijk werd aangenomen, -dat de onschuldige partij mocht hertrouwen; in Engeland ontstond deze meening in het -midden van de zestiende eeuw, werd door den Aartsbisschop van Canterbury geldig verklaard -en door het Parlement bekrachtigd. Vele hervormers echter waren er tegen dat de andere -partij weer trouwde. Beust, Beza en Melanchton wilden hem laten ophangen, om zoo de -kwestie van het hertrouwen te beslissen; ook Luther en Calvijn wilden hem ter dood -brengen, maar daar de burgerlijke wetten die maatregel slechts langzaam aannamen, -veroorloofden ze hem om weer te trouwen, zoo mogelijk in een ander gedeelte van het -land<a class="noteref" id="xd29e9912src" href="#xd29e9912">22</a>. -</p> -<p>Het slot was, dat het Protestantisme een opvatting van het huwelijk opstelde, voornamelijk -gebaseerd op den wettelijken en economischen factor,—een factor die wel niet voorbijgezien -werd door de Canonisten, maar door hen strikt ondergeschikt geacht werd—en het beschouwde -in hoofdzaak als een contract. Zoodoende onstond er aan de negatieve zijde een werkelijke -vooruitgang, want zij braken de macht van een verouderd en kunstmatig systeem, maar -aan de positieve zijde keerden ze enkel terug tot een opvatting, die overheerschend -is in barbaarsche maatschappijen, en die het duidelijkst aan den dag treedt, als het -huwelijk het meest op een <span class="pagenum">[<a id="pb403" href="#pb403">403</a>]</span>koop gelijkt. De stappen, door het Protestantisme gedaan, deden een groote verandering -ontstaan in den aard van het huwelijk, maar niet noodzakelijk eenige groote verandering -in den vorm. Het huwelijk was niet langer een sacrament, maar het was nog altijd een -openbare en niet een persoonlijke zaak en werd nog, hoe inconsequent ook, in de kerk -ingezegend. En daar het Protestantisme geen eigen wetboek had, sloot het zich zoowel -in Duitschland als in Engeland aan bij het algemeene principe van de kanonieke wet, -ze veranderend om in overeenstemming te komen met haar eigen houding en behoeften<a class="noteref" id="xd29e9922src" href="#xd29e9922">23</a>. Het was de latere Puriteinsche beweging, eerst in Nederland (1580), dan in Engeland -(1653), en daarna in Nieuw-Engeland, die een ernstige en samenhangende opvatting van -het Protestantsche huwelijk invoerde en het op burgerlijke basis begon te stellen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De Engelsche Hervormers onder Edward VI en zijn verlichte raadgevers, waaronder Aartsbisschop -Cranmer, beschouwden het huwelijk liberaal, en waren bereid vele bewonderenswaardige -hervormingen door te voeren. De vroege dood van dien koning oefende een grooten invloed -uit op de wettelijke geschiedenis van het Engelsche huwelijk. De Katholieke reactie -onder Koningin Mary bracht de meer radicale hervormers tot zwijgen, terwijl de daarop -volgende troonsbestijging van Koningin Elizabeth, wier houding jegens het huwelijk -illiberaal en ouderwetsch was, naderend tot de houding van haar vader, Hendrik VIII -(zooals bijvoorbeeld bleek uit haar bepaalden tegenstand tegen het huwelijk van de -geestelijkheid), een duurzamen invloed uitgeoefend heeft op de Engelsche wet. Ze werd -minder liberaal dan die van de andere Protestantsche landen en kwam dichter bij die -van de Katholieke landen. -</p> -<p>De hervorming van het huwelijk echter, die door de Puriteinen beproefd werd, begon -in Engeland in 1644, toen er een wet aangenomen werd, die inhield “dat het huwelijk -geen sacrament was, en niet speciaal behoorde bij de kerk van God, maar gewoon was -onder de menschen en van openbaar belang in iedere gemeenschap”. De wet voegde er -echter bij, dat het gepast was, dat het huwelijk ingezegend werd door “een wettigen -bedienaar van het Woord”. De meer radicale wet van 1653 verwierp deze voorwaarde, -en maakte het huwelijk zuiver wereldlijk. De afkondigingen moesten in de kerk gedaan -worden (door beambten, die daarvoor speciaal aangesteld waren), of (als de partijen -dat wenschten) op de markt. Het huwelijk moest voltrokken worden door een vrederechter; -de leeftijd waarop een huwelijk gesloten mocht worden, werd voor een man gesteld op -zestien jaar, voor een vrouw op veertien (Scobell’s <i lang="en">Acts and Ordinances</i>, blz. 86, 236). De Restauratie schafte deze verstandige wet af en voerde weer tradities -in van de canonieke wet, maar de Puriteinsche opvatting van het huwelijk werd overgebracht -naar Amerika, waar ze wortel schoot en bloeide.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het was bovendien uit het Puritanisme, zooals het door Milton vertegenwoordigd werd, -dat de eerste echt moderne, zij het ook nog onvolkomen opvatting van de huwelijksverhouding -bestemd was te ontstaan. De eerste Hervormers handelden in deze zaak <span class="pagenum">[<a id="pb404" href="#pb404">404</a>]</span>voornamelijk uit een duister instinct van natuurlijken opstand in een omgeving van -plebejisch materialisme. De Puriteinen werden bewogen door hun gevoel voor eenvoud -en burgerlijke orde als voorwaarden van godsdienstige vrijheid. Milton verklaarde, -in zijn <i lang="en">Doctrine and Discipline of Divorce</i>, uitgegeven in 1643, toen hij vijf en dertig jaar oud was, dat het feit van het huwelijk -meer waarde had dan de vorm van het huwelijk, en dat het individu het geestelijk recht -had dien vorm te regelen. Hij had de beteekenis begrepen van die opvatting van persoonlijke -verantwoordelijkheid, die de grondslag is van de sexueele verhoudingen, zooals zij -tegenwoordig aan de menschen beginnen toe te schijnen. Als Milton niets nagelaten -had dan zijn geschriften over het huwelijk en de echtscheiding, dan zouden die voldoende -geweest zijn om hem tot een genie te stempelen. Het Christendom moest anderhalve eeuw -wachten eer een ander genie van den eersten rang, Wilhelm von Humboldt, zich met even -groote autoriteit en even duidelijk uitsprak ten gunste van het vrije huwelijk en -de vrije echtscheiding. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Aan Milton komt de eer toe en we moeten hem er nu nog dankbaar voor zijn, de eerste -te zijn geweest, die in het Christendom de leer heeft verkondigd, dat het huwelijk -een persoonlijke zaak is, en dat het daarom moet kunnen ontbonden worden met wederzijdsch -goedvinden, of zelfs op den wensch van een van de beide partijen. Wij hebben aan hem, -zegt Howard, “de stoutmoedigste verdediging van de vrijheid tot echtscheiden te danken, -die zich ooit vertoond heeft. In het abstracte genomen, en op beide geslachten van -toepassing, is het misschien wel de sterkste verdediging, die door een enkele aanroep -van autoriteit geschieden kan”, hoewel zijn argumenten, daar ze gebaseerd zijn op -rede en ondervinding, dikwijls weinig door zijn gezag ondersteund worden; hij spreekt -in waarheid de taal van den modernen socialen hervormer, en Milton’s geschriften over -dit onderwerp worden tegenwoordig geschat onder de belangrijkste van al zijn werken -(Masson, <i lang="en">Life of Milton</i>, deel III; Howard, <i>op. cit.</i>, vol. II, p. 86, deel III, p. 251; C. B. Wheeler, “<span lang="en">Milton’s Doctrine and Discipline of Divorce</span>”, <i lang="en">Nineteenth Century</i>, Jan. 1907). -</p> -<p>Het huwelijk, zegt Milton, “is niet enkel een vereeniging van het vleesch, maar het -is een menschelijk verbond; waar dat verbond niet bestaat, kan geen werkelijk huwelijk -zijn” (<i lang="en">Doctrine of Divorce</i>, boek I, hoofdstuk XIII); het is “een verbond, waarvan het wezen niet bestaat in -gedwongen gemeenschap en in een onoprechte vervulling van plichten, maar in ongeveinsde -liefde en vrede” (<i>Ib.</i>, hoofdstuk VI). Ieder huwelijk, dat minder is dan dit, is “een afgodsbeeld, van geenerlei -waarde in de wereld”. Het zwakke punt in Milton’s voorstelling van de zaak is, dat -hij nooit openlijk dezelfde macht van initiatief in het huwelijk en in de echtscheiding -toekent aan de vrouw als aan den man. Er is echter niets in zijn argument, dat verhindert -dat het ook op de vrouw zal worden toegepast, een toepassing, die, al handhaaft hij -ze nooit, hij toch ook nooit ontkent; en sommigen veronderstellen, dat hij aanneemt, -dat de vrouwen de gelijken zijn van de mannen; hij eischt van haar geestelijke kameraadschap; -hoe bereid Milton ook mag geweest zijn om volkomen gelijkstelling tot echtscheiding -te geven aan de vrouw, het zou voor een Puritein van de zeventiende eeuw niet mogelijk -geweest zijn gehoor te krijgen voor zulk een leer; zijn argumenten zouden dan nog -meer onverschilligheid ontmoet hebben, als dat mogelijk was geweest, dan waarop zij -in werkelijkheid gestuit zijn. (Het sonnet vol verontwaardiging van Milton over de -ontvangst van zijn boek is wel bekend). -<span class="pagenum">[<a id="pb405" href="#pb405">405</a>]</span></p> -<p>Milton zegt, dat in het conventioneele Christelijke huwelijk uitsluitend waarde wordt -gehecht aan de vereeniging des vleesches. Zoolang die vereeniging mogelijk is, hoeveel -antipathie er ook bij het paar bestaat, hoezeer ze zich ook vergist hebben “door dwaling, -verborgen gebrek, of ongeluk”, hoezeer het hun ook onmogelijk is “te leven in eensgezindheid -of tevredenheid al hun dagen”, toch blijft het huwelijk nog voortbestaan, de twee -moeten samen hun weg gaan, (<i>op. cit.</i>, Bk. I). Het is de canonieke wet, zegt hij, die het mis heeft, “ongetwijfeld door -toedoen van den duivel”, want de canonieke wet voert tot losbandigheid (<i>op. cit.</i>). Het is, zegt hij, de afwezigheid van een redelijke vrijheid, die de oorzaak is -van losbandigheid, en het zijn de mannen, die de voorrechten van de losbandigheid -wenschen te behouden, die zich verzetten tegen het invoeren van een redelijke vrijheid. -</p> -<p>De juiste grond voor echtscheiding is “ongeschiktheid, gebrek aan begaafdheid of tegenzin, -ontstaande uit een niet te veranderen oorzaak in den aard van een der partijen, die -de voornaamste weldaden van den huwelijksomgang, troost en vrede verhindert en waarschijnlijk -altijd zal verhinderen”. Zonder de “diepe en ernstige waarheid” van wederzijdsche -liefde, is het huwelijk <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>niets dan de ledige schaal van een uiterlijk samenleven”, uitsluitend huichelarij, -en moet het ontbonden worden (<i>op. cit.</i>). -</p> -<p>Milton gaat verder dan het gewone Puriteinsche standpunt, en verwerpt niet alleen -gerechtshoven en overheidspersonen, maar is voor de “zelfscheiding<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>; want echtscheiding kan niet rechtens behooren tot eenige burgerlijke of aardsche -macht, daar “dikwijls de redenen tot het zoeken van echtscheiding zoo diep in de primitieve -en onschuldige genegenheden der natuur liggen, dat het niet binnen het rechtsgebied -van de wet ligt, er zich mee te bemoeien”. Hij voegt er bij, dat er, om onrechtvaardigheid -te voorkomen, speciale punten voor den overheidspersoon kunnen gebracht worden, die -echter in geen geval het recht zou moeten hebben, om echtscheiding te verbieden (<i>op. cit.</i>, Bk. II, hoofdst. XXI)., Sprekende van een standpunt, dat we nu zelfs nog niet bereikt -hebben protesteert hij tegen de dwaasheid om “een gerechtshof het recht te geven om -te redeneeren over en zich te verdiepen in de onbegrijpelijke en geheime redenen tot -antipathie tusschen man en vrouw”. -</p> -<p>In den modernen tijd was Hinton gewoon de huwelijkswet te vergelijken bij de wet op -het houden van den Sabbath, zooals die door Jezus gebroken werd. Wij vinden precies -dezelfde vergelijking bij Milton. De Sabbath, meent hij, was gemaakt voor God. “Toch, -als het welzijn van den mensch in de weegschaal komt, hooren we die stem van oneindige -goedheid en zachtmoedigheid, dat “de Sabbath gemaakt is voor den mensch en niet de -mensch voor den Sabbath”. Welke zaak is ooit meer gemaakt geweest voor den mensch -alleen, en minder voor God, dan het huwelijk?” (<i>op. cit.</i>, Bk. I, hoofdst. XI). “Als de mensch de heer is over den Sabbath, kan hij dan minder -zijn dan heer van het huwelijk?”</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Milton stond in dit opzicht, evenals in andere opzichten, buiten zijn tijd. Zijn opvatting -van het huwelijk maakte op het leven van zijn tijdgenooten niet meer indruk dan zijn -<i lang="en">Paradise Lost</i>. Zelfs zijn eigen Puriteinsche partij, die de wet van 1653 had ingevoerd, had, vreemd -genoeg, nagelaten gevallen van echtscheiding en van ongeldigheidsverklaring van huwelijken -over te dragen op de wereldlijke gerechtshoven, wat tenminste een stap in de goede -richting zou geweest zijn. De Puriteinsche invloed werd overgebracht naar Amerika -en vormde het zuurdeesem, dat nog voortwerkt in de liberale, hoewel te nauwkeurig -in bijzonderheden gaande wet op de echtscheiding van vele Vereenigde Staten. De Amerikaansche -procedure van het wereldlijk huwelijk volgde die, opgesteld <span class="pagenum">[<a id="pb406" href="#pb406">406</a>]</span>door de Engelsche Gemeenschap, en het gezegde van den grooten Kwaker, George Fox, -“Wij trouwen niemand, maar we zijn er als getuigen bij tegenwoordig”<a class="noteref" id="xd29e9994src" href="#xd29e9994">24</a>, (wat inderdaad de gezonde kern was in de canonieke wet) wordt beschouwd als de geest -van de huwelijkswet van den conservatieven, maar toch vrijzinnigen staat Pennsylvanië, -waar, nog in 1885, een wet werd aangenomen, die nadrukkelijk aan mannen en vrouwen -het recht gaf hun eigen huwelijk in te zegenen<a class="noteref" id="xd29e10000src" href="#xd29e10000">25</a>. -</p> -<p>In Engeland zelf kwamen de hervormingen in de huwelijkswet, die de Puriteinen bewerkt -hadden, met de restauratie weer zeer in het gedrang. Nog twee en een halve eeuw spraken -de Engelsche geestelijke rechtbanken recht volgens wat in zijn kern was de oude kanonieke -wet. Echtscheiding was moeilijker te bereiken geworden dan vóór de hervorming, en -het lot van de getrouwde vrouw was ten gevolge daarvan zwaarder. Van de zestiende -eeuw tot de tweede helft van de negentiende was de Engelsche wet bijzonder hard en -streng, veel minder liberaal dan die van eenig ander Protestantsch land. Echtscheiding -was in de gewone Engelsche wet niet bekend, en een speciale acte van het Parlement, -met enorm groote kosten, was noodig om ze in speciale gevallen te verkrijgen<a class="noteref" id="xd29e10007src" href="#xd29e10007">26</a>. Men nam zelfs een houding van zelfgenoegzaamheid aan over het in stand houden van -dit systeem. Het werd als moreel beschouwd. Er was een algeheele afwezigheid van de -erkenning, dat er niets meer immoreel is dan het bestaan van een onwerkelijke sexueele -vereeniging, niet alleen uit het standpunt van theoretische moraal, maar ook van de -praktische moraal, want geen gemeenschap zou een meerderheid van zulke vereenigingen -kunnen dulden<a class="noteref" id="xd29e10012src" href="#xd29e10012">27</a>. In 1857 werd er eindelijk met veel moeite een wet doorgehaald, die het systeem hervormde. -Het was een eenigszins onsamenhangende en tijdelijke maatregel, en hij werd, naar -erkend <span class="pagenum">[<a id="pb407" href="#pb407">407</a>]</span>werd, alleen ingevoerd als een stap in de richting van verdere hervorming; maar zij -beheerscht nog in haar wezen de Engelsche wetgeving van tegenwoordig, en heeft in -de oogen van velen een duurzamen standaard van moraal ingesteld. De geest van blind -conservatisme,—Nolumus leges Angliae mutare,—die zich weder vastgenesteld had na de -groote beweging van de hervorming en het puritanisme, blijft nog bestaan. In huwelijkskwesties -en in kwesties van echtscheiding zijn de Engelsche wetgeving en het Engelsche gevoel -gelijkelijk ten achter bij het Latijnsche land Frankrijk en het puriteinsch aangelegde -land de Vereenigde Staten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De schrijver van een kundige en gematigde verhandeling over <i lang="en">The Question of the English Divorce</i> komt, waar hij de eigenaardigheden van de Engelsche wet op de echtscheiding opsomt, -tot de conclusie, dat ze is: 1. onbillijk; 2. immoreel; 3. met zich zelf in tegenspraak; -4. onlogisch; 5. onzeker; en 6. niet in overeenstemming met de tegenwoordige behoeften. -Ze werd slechts ongaarne opgenomen in een wetsontwerp, dat in 1857 aan het Parlement -werd voorgelegd, waartegen hardnekkig tegenstand geboden werd een geheel seizoen lang, -niet alleen op godsdienstige gronden door de tegenstanders van de echtscheiding, maar -ook door de vrienden van de echtscheiding, die een meer liberalen maatregel eischten. -Ze behandelde de seksen ongelijk, daar ze aan den man maar niet aan de vrouw echtscheiding -toestond alleen voor echtbreuk. Toen hij met de wet voor den dag kwam, excuseerde -de Procureur-Generaal zich over dit gebrek, zeggende, dat er niet bedoeld was, dat -het een definitieve maatregel zou zijn, maar alleen een schrede naar een volgende -wetgeving. Dat is meer dan een halve eeuw geleden, maar de schrede verder is nog niet -gedaan. Hoe onvolledig en onvolkomen de maatregel ook was, hij schijnt toch door velen -beschouwd te zijn als in de hoogste mate revolutionair en gevaarlijk. De schrijver -van een artikel over “<span lang="en">Modern Divorce</span>” in de <i lang="en">Universal Review</i> voor Juli 1859 toch verklaarde, terwijl hij in principe het oprichten van een speciaal -echtscheidingshof goedkeurde, dat “het nieuwe hof neiging had het huwelijk als een -maatschappelijke instelling te vernietigen en de vrouwelijke kuischheid te niet te -doen”, en dat “iedereen nu naar zijn eigen wil man en vrouw is”. “Niemand”, voegt -hij er bij, “zal er nu met recht over twisten, dat er niet talrijke huwelijks-onverkwikkelijkheden -zijn”. -</p> -<p>Toch is volgens deze wet, het voor een vrouw zelfs niet mogelijk echtscheiding te -verkrijgen voor de echtbreuk van haar man, tenzij hij ook wreed jegens haar is en -haar verlaat. Eerst beteekende “wreedheid” physieke wreedheid en dan van ernstigen -aard. Maar na verloop van tijd strekte de beteekenis van het woord zich uit tot de -pijn den geest aangedaan, en tegenwoordig kunnen koelheid en verwaarloozing op zich -zelf reeds bijna de wreedheid vormen, hoewel de Engelsche gerechtshoven dikwijls ten -zeerste geaarzeld hebben, om de ernstigste vormen van verfijnde wreedheid aan te nemen, -omdat er geen “physiek” element bij betrokken was. We kunnen echter met zeer veel -waarschijnlijkheid verwachten dat de tijd zal komen, waarop, volgens een rechtsgeleerd -schrijver (Montmorency, “<span lang="en">The Changing Status of a Married Woman</span>”, <i lang="en">Law Quarterly Review</i>, April 1897), “men van bijna iedere daad van wangedrag op zich zelf zal meenen, dat -ze zooveel ellende veroorzaakt aan het onschuldige slachtoffer, dat het de wreedheid -vormt die vereischt wordt door de wet van 1857”. (De kwestie van de wreedheid wordt -in bijzonderheden besproken in de <i lang="en">Commentaries on Marriage, Divorce and Separation</i>, 1891, deel I, hoofdst. XLIX; vergelijk Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 111). -</p> -<p>Er kan niet veel twijfel aan bestaan of de wreedheid alleen is een reden tot echtscheiding. -In vele Staten van Amerika, waar de echtscheiding veel gemakkelijker te verkrijgen -is dan in Engeland, wordt wreedheid erkend als <span class="pagenum">[<a id="pb408" href="#pb408">408</a>]</span>op zich zelf een voldoende reden, hetzij de vrouw de eischeres is of de man de eischer. -De daden van wreedheid, die aangegeven werden, zijn soms van heel weinig beteekenis. -Zoo zijn er echtscheidingen uitgesproken in Amerika op grond van het “wreede en onmenschelijke -gedrag” van een vrouw, die de knoopen van haar man niet wilde aannaaien, of omdat -een vrouw “den beklaagde een geweldigen slag gegeven had met haar tournure”, of omdat -de man de nagels van zijn teenen niet knipt, of omdat “ons geheele huwelijk door mijn -man mij nooit mee uit rijden heeft genomen. Dit is een bron geweest van zieleleed -en krenking”. In veel andere gevallen, moeten we er aan toevoegen, is de wreedheid -begaan door den man, zelfs ook door de vrouw—want hoewel meestal wèl is het toch niet -altijd de man, die de bruut is—van een gruwelijken en hartverscheurenden aard (<i lang="en">Report on Marriage and Divorce in the United States</i>, uitgegeven door Hon. Carroll D. Wright, arbeidscommissaris, 1889). Maar zelfs in -de vele schijnbaar nietige gevallen—zooals van een man, die zich niet wascht, en een -vrouw, die voortdurend blijk geeft van een driftig karakter, moet toegegeven worden, -dat omstandigheden, die in de gewone verhoudingen van het leven dragelijk kunnen zijn, -ondragelijk worden in de intieme verhouding van de sexueele vereeniging. Als een feit -heeft men, na zorgvuldig onderzoek bevonden, dat de Amerikaansche gerechtshoven nauwkeurig -de gevallen nagaan, die voor hen gebracht worden, en dat ze niet zorgeloos zijn in -het geven van echtscheidingsvonnissen. -</p> -<p>In 1859 werd een overdreven waarde gehecht aan de grove redenen tot echtscheiding, -aan de verwaarloozing van fijne, maar even noodlottige bezwaren tegen het voortzetten -van het huwelijk. Dit werd aangetoond door Gladstone, die er tegen was echtbreuk te -maken tot een reden tot echtscheiding. “Wij hebben vele redenen”, zegt hij, “die noodlottiger -zijn voor de groote verplichting, die het huwelijk oplegt, zooals ziekte, idiotisme, -misdaad, die straf voor het leven met zich brengt”. Tegenwoordig beginnen we niet -alleen zulke redenen als deze te erkennen, maar ook andere van een veel intiemer aard -die, zooals Milton lang geleden erkend heeft, niet vastgesteld kunnen worden in wetten, -of bepleit in gerechtshoven. De huwelijksband is niet alleen een physieke vereeniging, -en wij moeten leeren, zooals de schrijver van <i lang="en">The Question of English Divorce</i> (p. 49) opmerkt, “dat andere dan physieke afwijkingen feitelijk van veel meer belang -zijn voor het veroorzaken van ongeluk in het huwelijk”. -</p> -<p>In Engeland en Wales zijn er meer mannen dan vrouwen, die om echtscheiding verzoeken, -en het aantal vrouwen, dat er om vraagt, bedraagt ongeveer 40 percent van het geheel. -Het aantal echtscheidingen neemt toe, hoewel het aantal niet groot is, in 1907 ongeveer -1300, waarvan minder dan de helft weer trouwden. Hoe onvoldoende de wet op de echtscheiding -is blijkt wel uit het feit, dat in hetzelfde jaar door de overheidspersonen ongeveer -7000 bevelen tot rechterlijke scheiding werden uitgevaardigd. Deze scheidingsbesluiten -geven niet alleen geen recht om weer te trouwen, maar zij maken het onmogelijk om -echtscheiding te verkrijgen. Zij zijn in werkelijkheid een officieele permissie om -verhoudingen aan te gaan buiten het Staatshuwelijk om. -</p> -<p>In de Vereenigde Staten werden in de jaren 1887–1906 bijna 40 percent van de echtscheidingen -uitgesproken wegens “verlating”, hetgeen in de verschillende Staten verschillend uitgelegd -wordt, en dikwijls moet beteekenen een scheiding met wederzijdsch goedvinden. Van -de overigen waren er 19 pCt. wegens ontrouw, en evenveel wegens wreedheid; maar terwijl -de echtscheidingen toegestaan aan de mannen wegens de ontrouw van hun vrouwen bijna -driemaal zoo groot in aantal zijn als het aantal toegestaan aan vrouwen wegens de -echtbreuk van den man, is het ten opzichte van de wreedheid juist andersom, de vrouwen -verkrijgen 27 percent van haar echtscheidingen op dezen grond en de mannen maar 10 -percent. -</p> -<p>In Pruisen neemt het aantal echtscheidingen toe. In 1907 waren er achtduizend echtscheidingen, -en de oorzaak was in de helft van de gevallen <span class="pagenum">[<a id="pb409" href="#pb409">409</a>]</span>echtbreuk, en in ongeveer duizend gevallen kwaadwillige verlating. In de gevallen -van verlating waren de mannen bijna tweemaal zoo dikwijls de schuldige partij als -de vrouwen, in gevallen van echtbreuk maar een vijfde tot een achtste deel.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er kan niet de geringste twijfel aan zijn, dat de moeilijkheid, de verwarring, de -inconsequentie en de scandaleuze indecentie, die de echtscheiding en de methoden om -ze te verkrijgen karakteriseeren, geheel en alleen het gevolg zijn van het verborgen -voortbestaan van tradities, die aan den eenen kant gebaseerd zijn op de leerstellingen -van de canonieke wet van de onverbreekbaarheid van het huwelijk en de zonde van sexueel -verkeer buiten het huwelijk, en aan den anderen kant op het primitieve denkbeeld van -het huwelijk als een contract, dat economisch de vrouw ondergeschikt maakt aan den -man en haar persoon, of in ieder geval het recht haar te beschermen, maakt tot zijn -bezitting. Alleen als we ons duidelijk voor oogen stellen, hoe diep deze tradities -geworteld zijn in het godsdienstige, wettelijke, maatschappelijke en gevoelsleven -van Europa, kunnen we begrijpen hoe het mogelijk is, dat barbaarsche ideeën over huwelijk -en echtscheiding nu nog kunnen bestaan in een stadium van de beschaving, dat, in vele -opzichten, zulke ideeën lang te boven is. -</p> -<p>De opvatting van de canonieke wet over de abstracte godsdienstige heiligheid van het -huwelijk, overgebracht op de moreele sfeer, maakt dat een breuk van de huwelijksverhouding -een openlijk kwaad lijkt; de opvatting van de ondergeschiktheid bij contract van de -vrouw maakt zulk een breuk van haar kant, en zelfs, door overdraging van denkbeelden, -van zijn kant, tot een persoonlijke beleediging. Deze twee ideeën van kwaad bloeien -zelfs nu nog, ieder afzonderlijk naast elkaar in den volksgeest. -</p> -<p>De economische ondergeschiktheid van de vrouw als een soort van bezitting valt duidelijk -in het oog als we bedenken, dat een man groote sommen gelds kan eischen, en die dikwijls -ook krijgt, van den man, die zijn bezit sexueel nadert en door zulk een overtreding -het beschadigt in de oogen van zijn meester<a class="noteref" id="xd29e10068src" href="#xd29e10068">28</a>. Aan een psycholoog zou het duidelijk zijn, dat een echtgenoot, die niet in staat -geweest is om zoo de liefde en het respect van zijn vrouw te winnen en vast te houden, -dat het voor haar volkomen gemakkelijk en natuurlijk is de toenaderingen van iederen -anderen man te verwerpen, haar minstens evenveel schadevergoeding <span class="pagenum">[<a id="pb410" href="#pb410">410</a>]</span>schuldig is als zij of haar deelgenoot aan hem; terwijl, als de fout werkelijk aan -haar kant is, als zij zoo weinig in staat is om liefde en vertrouwen te beantwoorden, -en zoo gemakkelijk een prooi wordt voor een buitenstaander, dan moest de man wel verre -van eenige vergoeding in geld te eischen, zich meer dan volkomen gecompenseerd rekenen, -dat hij bevrijd is van de noodzakelijkheid om zulk een vrouw te onderhouden. Als er -geen valsche tradities waren, zou dat duidelijk zijn. Het zou werkelijk niet onredelijk -zijn, dat een man veel zou moeten betalen om zich te bevrijden van een vrouw, als -hij blijkbaar een ernstige fout heeft begaan toen hij haar koos. Maar te bevelen, -dat een man feitelijk schadevergoeding zou krijgen, omdat hij zich niet in staat heeft -getoond om de liefde van een vrouw te winnen, is een denkbeeld, dat niet zou kunnen -voorkomen in een beschaafde maatschappij, die niet verdraaid was door overgeërfde -vooroordeelen<a class="noteref" id="xd29e10083src" href="#xd29e10083">29</a>. Toch staan de zaken nu in de beschaafde landen zoo, dat het wettelijk voor een echtgenoot -mogelijk is een verzoek in te dienen tot schadevergoeding tegen den minnaar van zijn -vrouw te zamen met een verzoek om echtscheiding of tot een scheiding van tafel en -bed. Op deze wijze is echtbreuk geen misdaad, maar een persoonlijke beleediging<a class="noteref" id="xd29e10086src" href="#xd29e10086">30</a>. -</p> -<p>Terzelfder tijd echter komt de invloed van de canonieke wet inconsequent aan den dag -en beweert, dat een huwelijksbreuk een openlijke overtreding is, een zonde die door -den Staat veranderd wordt in iets, dat bijna of geheel een misdaad is. Dit wordt duidelijk -aangetoond door het feit, dat in sommige landen de echtbreker kans loopt op gevangenisstraf, -een kans, die tegenwoordig wel nauwelijks tot daden komt. Maar precies hetzelfde denkbeeld -wordt duidelijk gemaakt door de leer van de “geheime verstandhouding”, die, in theorie, -in vele landen nog strikt wordt in acht genomen. Volgens de leer van de geheime verstandhouding -moeten de voorwaarden, die noodig zijn om de echtscheiding <span class="pagenum">[<a id="pb411" href="#pb411">411</a>]</span>mogelijk te maken, in geen geval geleverd worden door wederzijdsch goedvinden. In -de praktijk is het onmogelijk min of meer geheime verstandhouding te voorkomen, maar -als ze voor het gerecht bewezen wordt, is het een absoluut beletsel voor het toestaan -van de echtscheiding, hoe gerechtvaardigd en gebiedend de eisch tot echtscheiding -ook wezen mag. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De Engelsche wet op de echtscheiding van 1857 weigerde echtscheiding als er geheime -verstandhouding was, zoowel als wanneer er een tegen-aanklacht was tegen den eischer, -en de wet op de oorzaken tot echtscheiding van 1860 leverde de machinerie om de bolwerken -tegen de echtscheiding te verzekeren. De kwestie der geheime verstandhouding wordt -besproken door G. P. Bishop (<i>op cit.</i>, dl. II, hoofdst. IX). “Hoe rechtvaardig een zaak ook moge zijn”, merkt Bishop op, -“als de partijen in geheime verstandhouding staan bij de behandeling ervan, zoodat -in werkelijkheid beide partijen klagers zijn, terwijl medegedeeld is dat de eene klager -en de andere beklaagde is, dan kan het proces geen voortgang hebben. Alle gedrag van -deze soort verstoort den loop der gerechtigheid en valt binnen het algemeene denkbeeld -van bedrog jegens het gerechtshof. Dat is in principe overal de leer”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is volkomen duidelijk, dat het uit maatschappelijk of moreel standpunt het beste -is, dat, als een man en een vrouw niet langer te zamen kunnen leven, ze dan <span class="corr" id="xd29e10103" title="Bron: vrienschappelijk">vriendschappelijk</span> uit elkaar zullen gaan, en in harmonische overeenstemming alle maatregelen nemen, -die door hun scheiding noodig gemaakt zijn. De wet verbiedt hen belachelijkerwijze -om dat te doen, en verklaart, dat zij in het geheel niet van elkaar kunnen gaan, tenzij -ze van elkaar willen gaan als vijanden. Om tot nog grooter punt van dwaasheid en immoraliteit -te komen gaat de wet voort met te zeggen, dat, als zij er feitelijk in geslaagd zijn -vijanden van elkaar te worden in die mate, dat ieder bezwaren heeft in te brengen -tegen den ander, dat ze dan in het geheel niet gescheiden kunnen worden!<a class="noteref" id="xd29e10106src" href="#xd29e10106">31</a> Dat is te zeggen, dat als een getrouwd paar een graad van scheiding bereikt heeft, -die het dringend noodzakelijk maakt, dat ze gescheiden zullen worden, niet alleen -in hun eigen belang, maar terwille van de moreele belangen van de maatschappij, opdat -<span class="pagenum">[<a id="pb412" href="#pb412">412</a>]</span>ook hun verhoudingen tot andere betrokken partijen geregeld zullen worden, dan kunnen -ze in het geheel niet scheiden. -</p> -<p>Het is duidelijk, dat deze voorzorgen van de wet geheel tegenovergesteld zijn aan -de eischen van rede en moraliteit. Toch is het tevens even duidelijk, dat geen pogingen -van juristen, hoe vernuftig en humaan die pogingen ook mogen zijn, de tegenwoordige -wet in harmonie kunnen brengen met de eischen van de moderne beschaving. Het zijn -niet de juristen, die falen; zij hebben hun best gedaan, en in Engeland komt het door -de vernuftige en zorgvuldige wijze, waarop de rechters tot dusverre de wet gedrongen -hebben tot harmonie met de moderne behoeften, dat onze verouderde echtscheidingswetten -nog zijn blijven bestaan. Het is het systeem, dat verkeerd is. Dat systeem is het -ongelukkige gevolg van de canonieke wet, die ontstond naar aanleiding van opvattingen, -die al lang dood zijn. Het plaatst de persoon, die de theoretische onverbreekbaarheid -van den huwelijksbond in gevaar brengt, in de positie van een misdadiger. Zulk een -misdadiger te helpen of bij te staan is op zichzelf een vergrijp, en daar men den -misdadiger niet wil straffen, moet, volgens een merkwaardig inconsequente methode, -de helper van den misdadiger gestraft worden. Wij zeggen niet openlijk, dat de verdediger -in een geval van echtscheiding een misdadiger is, dat zou al te duidelijk de belachelijkheid -ervan aantoonen, en bovendien zou het nauwelijks overeen te brengen zijn met de permissie -voor het eischen van schadevergoeding, die op een verschillend denkbeeld gebaseerd -is. Wij zijn aangewezen op twee opvattingen van echtscheiding, beide slecht, geen -van beide overeen te brengen met de andere, en geen van beide zoo, dat ze zich laat -doorvoeren tot haar logische gevolgen. -</p> -<p>Het resultaat is, dat, als een volkomen deugdzaam echtpaar komt en echtscheiding verlangt, -hun wordt gezegd, dat daar geen sprake van kan zijn, want in zulk een geval moet er -een “beklaagde” zijn. Zij worden dus gestraft voor hun deugd. Als zij beide echtbreuk -begaan, dan wordt hun gezegd, dat van echtscheiden geen sprake kan zijn, want in zulk -een geval moet er een “klager” zijn. Eerst werden zij gestraft voor hun deugd; nu -werden zij op precies dezelfde wijze gestraft voor hun gebrek aan deugd. Het paar -moet zijn toevlucht nemen tot een wijze van handelen, die beiden zeer tegenstaat. -Als maar de vrouw alleen echtbreuk wil begaan, of de man alleen en als hij dan tevens -een daad van wreedheid aan zijn vrouw wil plegen, als dan vervolgens de onschuldige -partij er toe wil afdalen om detectives te gebruiken en getuigen op te zoeken, dan -hebben beiden de wet op hun hand en deze verleent hun spoedig de permissie om te hertrouwen. -Mits, natuurlijk, de partijen dit geregeld hebben zonder “onderlinge verstandhouding”. -Dat is te zeggen, dat onze wet, met haar kerkelijke <span class="pagenum">[<a id="pb413" href="#pb413">413</a>]</span>tradities achter zich tot de vrouw zegt: Wees een zondares, of tot den man: Wees een -zondaar en een misdadiger—dan zullen we alles doen wat je wilt. De wet stelt een premie -op zonde en misdaad. Om dwaasheid op dwaasheid te stapelen zegt ze, dat dit gedaan -wordt ter wille van de “publieke moraal”. Aan hen, die dit standpunt innemen, schijnt -het toe, dat het afschaffen van de wetten op de echtscheiding de grondslagen van de -maatschappij zou ondermijnen. Toch kan er maar weinig twijfel aan bestaan, dat, hoe -eerder zulke “moraal” ondermijnd, en volkomen vernietigd is, des te beter het voor -de ware moraal zal zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er is in Engeland een invloedrijke beweging ter hervorming van de echtscheiding, op -grond, dat de tegenwoordige wet onrechtvaardig, onlogisch en immoreel is, vertegenwoordigd -door de <span lang="en">Divorce Law Reform Union</span>. Zelfs de vroegere president van het echtscheidingsgerechtshof, Lord Gorell, verklaarde -in 1906 van den katheder, dat de Engelsche wet ellendige gevolgen heeft, en “vol is -van inconsequenties, afwijkingen en onbillijkheden, die bijna aan absurditeit grenzen”. -De punten in de wet, die het meeste protest uitgelokt hebben, als zijnde het meest -ten achteren bij de wet van andere naties, zijn de groote kosten van de echtscheiding, -de ongelijke beoordeeling van de seksen, de onmogelijkheid om echtscheiding te verkrijgen -voor verlating en in gevallen van ongeneeslijke krankzinnigheid, en het feit, dat -vonnissen tot scheiding van tafel en bed de gescheiden partijen niet in staat stellen -weer te trouwen. Vonnissen tot scheiding van tafel en bed worden door den overheidspersoon -uitgesproken wegens wreedheid, echtbreuk en verlating. Deze scheiding van tafel en -bed is inderdaad de directe afstammeling van de canonieke echtscheidingswet <i lang="la">a mensa et thoro</i>, en ook de onmogelijkheid om weer te trouwen, die ze in zich sluit, is niets dan -een overblijfsel van de traditie van de canonieke wet. Tegenwoordig vaardigen de overheidspersonen—en -dan oefenen ze hun bevoegdheid, naar toegegeven wordt, op zorgvuldige en voorzichtige -wijze uit—jaarlijks ongeveer 7,000 vonnissen uit tot scheiding van tafel en bed, zoodat -de bevolking elk jaar toeneemt met 14,000 individuen, meestal op den leeftijd van -sexueele kracht, en weinig meer dan kinderen, wien door de wet verboden is een wettig -huwelijk te sluiten. Zij leveren een aanzienlijke bijdrage tot de groote voorwaartsche -beweging, die, zooals in het vorige hoofdstuk aangetoond is, de moraal van onze eeuw -kenmerkt. Maar het is ten zeerste ongewenscht, dat vrije huwelijken op hulpelooze -wijze zullen gevormd worden door paren, die geen keuze hebben in deze zaak, want het -is niet waarschijnlijk, dat onder zulke omstandigheden een hoog niveau van persoonlijke -verantwoordelijkheid kan bereikt worden. De zaak zou gemakkelijk verholpen kunnen -worden door geheel en al afstand te doen van een traditie van de canonieke wet, die -niet langer eenige levenskracht of beteekenis heeft, en door aan het vonnis van den -overheidspersoon tot scheiding van tafel en bed de kracht van een echtscheidingsvonnis -te verleenen. -</p> -<p>Nieuw-Zeeland en de Australische koloniën, met Victoria aan het hoofd, hebben in 1889 -echtscheidingswetten aangenomen, die, hoewel ze min of meer naar het Engelsche model -gevormd zijn, een bepaalde vooruitgang zijn. Zoo zijn in Nieuw-Zeeland de gronden -tot echtscheiding echtbreuk van beide zijden, kwaadwillige verlating, gewoonte-dronkenschap, -en veroordeeling tot gevangenisstraf voor den tijd van eenige jaren.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is natuurlijk, dat de Engelschman zeer gevoelig is voor deze vlek in de wetten -van Engeland, en dat hij wenscht dat een <span class="pagenum">[<a id="pb414" href="#pb414">414</a>]</span>systeem, dat zoo blootstaat aan bijtend sarcasme, spoedig zal verdwijnen. Het is natuurlijk, -dat ieder menschelijk wezen ongeduldig wordt bij het zien van zooveel vernielde levens, -van zooveel ellende aan onschuldige menschen aangedaan—en aan personen, die, zelfs -als ze technisch schuldig zijn, dikwijls het slachtoffer zijn van onnatuurlijke omstandigheden—door -het blijven voortbestaan van een middeleeuwsch systeem van kerkelijke tyrannie en -van inquisitorische onbeschaamdheid in een tijd, waarop we sexueele verhoudingen beginnen -te beschouwen als het onschendbare geheim van de personen, die er van nabij in betrokken -zijn, en nu we meer en meer ons verlaten op de verantwoordelijkheid van het individu -bij het aangaan en het in stand houden van zulke verhoudingen. -</p> -<p>Als wij onze gedachten echter niet concentreeren op speciale landen en als we de algemeene -beweging van de beschaving in zake de echtscheiding in den laatsten tijd in het oog -vatten, dan kan er niet de minste twijfel bestaan aan de richting van die beweging. -Engeland was een halve eeuw geleden een pionier in die beweging, en tegenwoordig beweegt -iedere beschaafde natie zich in dezelfde richting voort. Frankrijk brak in 1885 met -de oude kerkelijke traditie van de onontbindbaarheid van het huwelijk door een wet -op de echtscheiding, die in sommige opzichten zeer verstandig is. De vrouw kan echtscheiding -verkrijgen op gelijke gronden als haar man (hoewel zij kans heeft op gevangenschap -voor echtbreuk), de medeplichtige neemt een zeer ondergeschikte plaats in in aanklachten -voor echtscheiding, en faciliteiten voor echtscheiding worden gegeven op grond van -eenvoudige <i lang="la">injures graves</i> (daarvan zooveel mogelijk uitgesloten alleen <span lang="fr">incompatibilité d’humeur</span>), terwijl de rechter de macht heeft, die hij dikwijls met succes aanwendt, om onder -vier oogen een verzoening tot stand te brengen, of om zonder openlijk verhoor een -echtscheidingsvonnis uit te spreken. De invloed van Frankrijk is ongetwijfeld bij -het vormen van de echtscheidingswetten van de andere Latijnsche landen groot geweest. -</p> -<p>In Pruisen bestond vroeger een verlichte wet op de echtscheiding, waarbij het mogelijk -was om zonder schandaal te scheiden, als het duidelijk was gebleken, dat man en vrouw -niet samen in overeenstemming konden leven. Maar de Duitsche wet van 1900 voerde, -wat de echtscheiding betreft, bepalingen in, die—terwijl ze in sommige opzichten liberaler -zijn dan de Engelsche wetten, vooral doordat ze echtscheiding toelaten bij verlating -en krankzinnigheid—over het geheel een schrede achteruit zijn vergeleken bij de vroegere -Pruisische wet en de zaak op een ruwer en grover basis plaatsen. Twee jaar nadat de -wet in werking trad nam het aantal echtscheidingen af; daarna pasten het publiek en -de rechtbanken zich aan aan de nieuwe bepalingen (meer speciaal <span class="pagenum">[<a id="pb415" href="#pb415">415</a>]</span>aan een, die echtscheiding toestond voor ernstige verwaarloozing van huwelijksplichten) -en het aantal echtscheidingen begon met groote snelheid toe te nemen. “Maar”, merkt -Hirschfeld op, “hoe pijnlijk is het nu geworden om over echtscheidingszaken te lezen! -De eene partij scheldt de andere partij uit, komt met beschuldigingen van de platste -soort, gebruikt detectives om de noodige bewijzen te krijgen van “oneerbaar en immoreel -gedrag”, terwijl vroeger alleen noodig was, dat de beide partijen wisten, dat ze zich -in elkander vergist hadden, dat ze niet bij elkander pasten en dat ze niet langer -samen konden leven. Zoo zien we, dat het beperken van de individueele verantwoordelijkheid -in sexueele zaken niet alleen geen praktisch resultaat gehad heeft, maar dat het voert -tot schadelijke gevolgen van een ernstige soort”<a class="noteref" id="xd29e10144src" href="#xd29e10144">32</a>. In Engeland heeft een dergelijke stand van zaken geheerscht sinds den tijd, dat -de echtscheiding ingesteld werd, maar deze toestand schijnt te gewoon geworden te -zijn, dan dat iemand er last of displeizier door zou ondervinden. Toch heeft ze, zooals -Adner zegt<a class="noteref" id="xd29e10150src" href="#xd29e10150">33</a>, zich voortbewogen in een richting, die tegenovergesteld is aan de algemeene neiging -van de beschaving, niet alleen doordat ze de inquisitorische macht der publieke gerechtshoven -vermeerderd heeft, maar ook doordat ze den nadruk gelegd heeft op zuiver uiterlijke -redenen tot echtscheiding en de fijne innerlijke oorzaken, die met de verfijning van -de beschaving voortdurend in belangrijkheid toenemen, buiten beschouwing laat. -</p> -<p>In Oostenrijk heerschte tot kort geleden de canonieke wet absoluut, en het huwelijk -was onontbindbaar, zooals het nu nog is voor de Katholieke bevolking. De resultaten -voor het huwelijksgeluk waren in de hoogste mate bedroevend. Een halve eeuw geleden -deed Gross-Hoffinger onderzoek naar het huwelijksgeluk van 100 paren in Venetië uit -alle maatschappelijke klassen, voor de vuist genomen, en hij geeft een uitvoerige -beschrijving van de resultaten. Hij vond, dat 48 paren beslist ongelukkig waren, slechts -16 waren ontwijfelbaar gelukkig, en zelfs onder deze was er maar éen geval, waarin -het geluk het gevolg was van wederzijdsche trouw, en werd het geluk in de andere gevallen -alleen bereikt, doordat de kwestie der trouw ter zijde gesteld was<a class="noteref" id="xd29e10161src" href="#xd29e10161">34</a>. Dit beeld is, naar we hopen, niet meer waar. Er is een invloedrijke vereeniging -tot hervorming van het huwelijk in Oostenrijk, die een blad uitgeeft, genaamd <i lang="de">Die Fessel</i> of “de keten”. “De een was geketend aan den ander”, vertelt het ons. “In zekere omstandigheden -<span class="pagenum">[<a id="pb416" href="#pb416">416</a>]</span>moet dit de ergste en kwellendste straf geweest zijn, die men zich denken kan. De -meest dwaze en stuitende paringen vonden plaats. Wel waren er vele vriendschappelijke -keten-gemeenschappen. Maar er waren er een heeleboel meer, die een eindelooze hoeveelheid -leed berokkende aan een van de twee”. Deze aanhaling, moeten we er aan toevoegen, -heeft niets te maken met wat de Canonisten, den technischen term ontleenende aan de -ketens van een gevangene, suggestief noemden de <i lang="la">vinculum matrimonii</i>; ze werd vele jaren geleden geschreven over de galeistraf van het oude Fransche systeem -voor veroordeelden. Ze wordt echter weer in de herinnering gebracht door den titel, -die de vereeniging tot hervorming van het huwelijk in Oostenrijk aan haar officieele -orgaan gegeven heeft. -</p> -<p>Rusland, waar de huwelijkswetten geregeld zijn door de Heilige Synode, geholpen door -de juristen, staat bijna alleen onder de groote landen in den verstandigen eenvoud -van zijn regeling van de echtscheiding. Vóor 1907 was echtscheiding in Rusland zeer -moeilijk te verkrijgen, maar in dat jaar werd het voor een getrouwd paar mogelijk -om van elkaar te gaan met wederzijdsch goedvinden, om, nadat ze een jaar lang gescheiden -geleefd hadden, daardoor het recht te verkrijgen op echtscheiding, die hen in staat -stelt om te hertrouwen. Deze regeling is in overeenstemming met de humane opvatting -van de sexueele verhouding, die in Rusland altijd overheerscht heeft, waar, naar wij -ons moeten herinneren, de strenge en onnatuurlijke idealen van gedwongen celibaat, -door de Westersche kerk gekoesterd, nooit geheel zijn doorgedrongen; de geestelijken -van de Oostersche kerk mogen trouwen, hoewel het huwelijk plaats moet vinden voordat -ze priester worden, en zij zouden geen sympathie kunnen hebben voor den anti-sexueelen -toon van de regeling van het huwelijk, die gemaakt is door de geestelijkheid van het -Westen. -</p> -<p>Ook Zwitserland, dat beschouwd wordt als het politieke laboratorium van Europa, staat -apart in de liberaliteit van de echtscheidingswetgeving. Een echtscheiding voor twee -jaar, die vernieuwd kan worden, kan in Zwitserland verkregen worden, als er zijn “omstandigheden, -die een ernstig beletsel zijn voor het in stand houden van den huwelijksband”. Aan -het Groothertogdom Luxemburg komt ten slotte de eer toe van steeds het groote principe -van echtscheiding met wederzijdsch goedvinden met kracht te hebben gehandhaafd onder -wettelijke voorwaarden, zooals door Napoleon in 1803 was ingesteld. De kleinere landen -zijn de grootere meestal vooruit in zaken van de echtscheidingswet. De Noorsche wet -is liberaal. De nieuwe Rumeensche wet staat echtscheiding toe met wederzijdsch goedvinden, -mits beide ouders evenveel van hun bezittingen aan hun kinderen geven. Het kleine -vorstendom Monaco heeft onlangs een verstandige regeling ingevoerd, <span class="pagenum">[<a id="pb417" href="#pb417">417</a>]</span>en staat echtscheiding toe, onder andere voor alcoholisme, syphilis en epilepsie, -en beschermt op deze wijze het toekomstige ras. -</p> -<p>Buiten Europa wordt het leerrijkste voorbeeld van de neiging tot echtscheiden ongetwijfeld -geleverd door de Vereenigde Staten van Amerika. De echtscheidingswetten van de Vereenigde -Staten zijn voornamelijk op een Puriteinsche basis gegrond, en daarin treedt niet -alleen de Puriteinsche liefde voor persoonlijke vrijheid, maar ook de Puriteinsche -vormelijkheid op den voorgrond<a class="noteref" id="xd29e10187src" href="#xd29e10187">35</a>. In sommige staten, voornamelijk in Jowa, zijn de wetgevers voortdurend bezig geweest -met het aannemen, veranderen, afschaffen en weer invoeren van bepalingen van hun echtscheidingswetten, -en Howard heeft aangetoond hoeveel verwarring en ongemak er voortkomt door het steeds -beuzelen van de wetgeving over kleinigheden. -</p> -<p>Deze rustelooze vormelijkheid heeft wel eenigszins de over het algemeen breede en -liberale neiging van de huwelijkswet in Amerika verborgen, en heeft de critiek van -buitenlanders op Amerikaansche instellingen aangemoedigd. Het is een feit, dat het -algemeen voorkomen van de echtscheiding in Amerika ten zeerste overdreven is. De verhouding -van gescheiden personen in de bevolking schijnt minder te zijn dan eén percent, en, -tegenovergesteld aan wat zoo dikwijls beweerd wordt, is het geenszins regel, dat gescheiden -personen dadelijk weer trouwen. De speciale toestanden van het leven in de Vereenigde -Staten in aanmerking genomen, zijn er niet veel scheidingen en de aard ervan geeft -in het geheel geen blijk van een lagen graad van moraal. Een onpartijdig en bekwaam -beoordeelaar van het Amerikaansche volk, Professor Münsterberg, merkt op, dat de werkelijke -oorzaak, die voornamelijk aanleiding geeft tot echtscheiding in de Vereenigde Staten—niet -de zuiver wettelijke voorwendsels, die noodig gemaakt zijn door de vormelijkheid van -de wet—het ethische bezwaar is van uiterlijk te blijven voortleven in een huwelijk, -dat opgehouden heeft geestelijk eensgezind te zijn. “Het zijn voornamelijk de vrouwen” -zegt hij, “en gewoonlijk de allerbeste vrouwen, die er de voorkeur aan geven den stap -te wagen, met al de moeilijkheden die er aan verbonden zijn, boven het voortzetten -van een huwelijk, dat geestelijk huichelachtig en immoreel is”<a class="noteref" id="xd29e10194src" href="#xd29e10194">36</a>. -</p> -<p>De bevolking van de Vereenigde Staten koestert meer dan eenige andere bevolking idealen -van individualisme; onder hen <span class="pagenum">[<a id="pb418" href="#pb418">418</a>]</span>vindt men ook de menschen onder wie, meer dan onder anderen, de grootste mate bestaat -van wat Reibmayr noemt “bloed-chaos”. Onder zulke omstandigheden zijn de moeilijkheden -van het huwelijksleven natuurlijk buitengewoon groot, en heeft de huwelijksvereeniging -kans te stooten op subtiele bezwaren, die de wet niet formuleeren kan<a class="noteref" id="xd29e10210src" href="#xd29e10210">37</a>. Er kan niet veel twijfel aan bestaan, of de praktische slimheid van het Amerikaansche -volk zal hen vroeger of later in staat stellen dit feit te erkennen, en het zal ten -slotte den Puriteinschen drang van zijn echtscheidingswetgeving volgende—zooals die -in zijn resultaat voorspeld is door Milton—overeenkomen om aan zijn burgers zelven -de verantwoordelijkheid toe te vertrouwen in een zoo persoonlijke zaak als hun huwelijksverhoudingen, -met, natuurlijk, het recht bij de gerechtshoven om er op toe te zien, dat er geen -onrechtvaardigheden begaan worden. Het wekt inderdaad verwondering, dat het Amerikaansche -volk, dat gewoonlijk zoo weinig inmenging van den Staat kan verdragen, in deze zaak -zoo lang zulke inmenging in een zoo persoonlijke zaak verdragen heeft. -</p> -<p>De echtscheidingsbeweging beperkt zich niet tot het Christendom; ze is een kenteeken -van de moderne beschaving. In Japan is het aantal echtscheidingen grooter dan in eenig -ander land, de Vereenigde Staten niet uitgesloten<a class="noteref" id="xd29e10226src" href="#xd29e10226">38</a>. De krachtigste en meest vooruitstrevende landen zijn die, waar het sterkst aangedrongen -wordt op reinheid in de sexueele vereenigingen. In de Vereenigde Staten werd er vele -jaren geleden op gewezen, dat echtscheiding het meest voorkomt daar, waar de standaard -van opvoeding en moraal het hoogst is. Het waren de Nieuw-Engelsche Staten, met strenge -tradities van moreele vrijheid, die de leiding hebben gegeven bij het toestaan van -faciliteiten tot echtscheiden. De echtscheidingsbeweging is niet, zooals sommigen -dwazelijk gemeend hebben, een <span class="pagenum">[<a id="pb419" href="#pb419">419</a>]</span>beweging, die leidt tot immoraliteit<a class="noteref" id="xd29e10231src" href="#xd29e10231">39</a>. Immoraliteit gaat onvermijdelijk samen met het onverbreekbare huwelijk; de nadruk, -die er gelegd wordt op de heiligheid van een zuiver vormelijke vereeniging, is niet -bevorderlijk voor de ontwikkeling van de moreele verantwoordelijkheid wat de verbintenissen -aangaat, die in haar schaduw groeien en voorwaardelijk heilig zijn. Als we er aan -den anderen kant, door het instellen van faciliteiten tot echtscheiding, op aandringen, -dat sexueele verhoudingen werkelijk zullen zijn, is dat de zaak van de moraal in de -hand werken. De landen, waar echtscheiding met wederzijdsch goedvinden het langst -heeft bestaan, behooren waarschijnlijk tot de moreelste en niet tot de minst moreele -landen. -</p> -<p>Men heeft er zijn verwondering over geuit, dat, hoewel echtscheiding bij wederzijdsch -goedvinden zich al twee duizend jaar geleden aan de met rechtszin begaafde Romeinen -aanbevolen heeft als een klaarblijkelijk rechtvaardige en verstandige maatregel, die -oplossing zelfs tegenwoordig nog zoo weinig door de moderne staten bereikt is<a class="noteref" id="xd29e10239src" href="#xd29e10239">40</a>. Overal, waar de maatschappij op een stevig georganiseerde basis berust, en waar -de eischen van de rede en der menschelijkheid voldoende overwogen worden—zelfs als -het algemeene niveau van de beschaving niet in elk opzicht hoog is—daar vinden we -een neiging tot echtscheiding met wederzijdsch goedvinden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In Japan wordt het huwelijk, overeenkomstig het burgerlijk wetboek, ongeveer zooals -het in het oude Rome was, gesloten door het mededeelen van het feit aan den ambtenaar -van den burgerlijken stand in tegenwoordigheid van twee getuigen, onder toestemming -(in het geval van jonge paren) van het hoofd van hun familie. Er kan ook een ceremonie -zijn, maar die wordt door de wet niet geëischt. Echtscheiding wordt op precies dezelfde -wijze verkregen, enkel door de inschrijving te laten schrappen, mits de man en de -vrouw beiden boven de vijf en twintig jaar oud zijn. Voor jongere paren, die ongelukkig -getrouwd zijn, en voor gevallen, waarin wederzijdsch goedvinden niet verkregen kan -worden, bestaat er gerechtelijke echtscheiding. Deze wordt toegestaan voor verschillende -speciale redenen, waarvan de voornaamste is “zware beleediging, zoodat het samenleven -ondragelijk wordt” (Ernest W. Clement, “<span lang="en">The New Woman in Japan</span>”, <i lang="en">American Journal <span class="corr" id="xd29e10253" title="Niet in bron">of </span>Sociology</i>, Maart 1903). Zulk een systeem schijnt, evenals zooveel anders, dat door Japansche -organisatie bereikt is, verstandig, voorzichtig en krachtig te zijn. -</p> -<p>In het heel andere en veel oudere huwelijkssysteem van China is de echtscheiding bij -wederzijdsch goedvinden even goed ingericht. Zulk een echtscheiding met wederzijdsch -goedvinden vindt plaats voor “<span lang="fr">incompatibilité d’humeur</span>”, of als man en vrouw het beiden wenschen. Er zijn echter verschillende verouderde -en eigenaardige regelingen in de Chineesche huwelijkswetten, en echtscheiding is verplichtend -voor echtbreuk van de vrouw of voor ernstige physieke nadeelen, toegebracht door de -eene partij aan de andere. <span class="pagenum">[<a id="pb420" href="#pb420">420</a>]</span>(De huwelijkswetten van China zijn volledig uiteengezet door Paul <span class="corr" id="xd29e10263" title="Bron: d’ Enjoy">d’Enjoy</span>, <i lang="fr">La Revue</i>, Sept. 1908). -</p> -<p>Bij de oude bewoners van Wales, hadden de vrouwen zoowel voor als na het huwelijk, -groote vrijheid, veel meer dan toegestaan werd door het Christendom of door de gewone -Engelsche wet. “In de praktijk konden man en vrouw van elkaar gaan, als een van tweeën -of beiden het wenschten” (Rhys en Brynmor-Jones, <i lang="en">The Welsh People</i>, p. 214). Zoo was het ook in het oude Ierland. Vrouwen hadden een zeer hooge positie, -en de huwelijksband was zeer los, zoodat hij in de praktijk, naar het scheen, ontbindbaar -was bij wederzijdsch goedvinden. Voor zoover de wetten van de Brehonen aantoonen, -zegt Ginnell (<i lang="en">The Brehon Laws</i>, p. 212), “was de huwelijksverhouding buitengemeen los, en de echtscheiding even -makkelijk, en kon op even geringen grond verkregen worden als nu het geval is in sommige -Staten van Noord-Amerika. Het schijnt wel, dat ze gemakkelijker te verkrijgen was -voor de vrouw dan voor den man. Als ze op haar verzoek verkregen werd, dan nam ze -alle bezittingen mee, die zij haar man had aangebracht, of die haar man op haar had -vastgezet bij hun huwelijk, en bovendien zooveel van de bezittingen van haar man als -waarop het scheen, dat haar vlijt haar aanspraak gaf”. -</p> -<p>Zelfs in de oudste Fransche geschiedenis vinden we, dat echtscheiding bij wederzijdsch -goedvinden zeer gewoon was. Het was voldoende om in duplicaat een formeel document -op te stellen van dezen inhoud: “Daar er tusschen N. en zijn vrouw oneenigheid is -in plaats van liefde, zooals God bevolen heeft, en omdat het daarom voor hen onmogelijk -is samen te leven, heeft het hen behaagd uit elkander te gaan en zij hebben dat gedaan”. -Ieder van de partijen was zoodoende vrij om in een klooster te gaan of om een andere -vereeniging aan te gaan (E. de la Bedollière, <i lang="fr">Histoire des Moeurs des Français</i>, deel I, p. 317). Zulk een gewoonte, hoe ze ook mocht overeenkomen met het gronddenkbeeld -van toestemming, belichaamd in de canonieke wet, was te zeer strijdig met de kerkelijke -leer van de sacramenteele onontbindbaarheid van het huwelijk om in stand te blijven, -en ze werd geheel afgeschaft.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het feit, dat we echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden maar zelden in het Christendom -vinden voor het begin van de negentiende eeuw, dat het toen een man vereischte van -het geweldige en revolutionaire genie als Napoleon, om ze weer in te voeren, en dat -zelfs hij niet in staat was dit met effect te doen, is klaarblijkelijk een gevolg -van de groote overwinning, die de ascetische geest van het Christendom, zooals die -vastgelegd is in de canonieke wetten, verkregen had over de zielen en de lichamen -van de menschen. Zoo gebukt gingen de Europeesche tradities en instellingen onder -dezen geest, dat zelfs de vulcanische opstand van de Reformatie, zooals we gezien -hebben, ze niet kon afschudden. Toen de Protestantsche Staten, zooals ook natuurlijk -was, de heerschappij op zich namen over wereldsche zaken, die in handen van de kerk -waren geweest, en toen ze aan den invloed der geestelijken die dingen ontworsteld -had, die tot de sfeer van het individueele geweten behoorden, toen zou men zoo denken, -dat het huwelijk en de echtscheiding onder de eerste zouden behoord hebben, die op -die wijze werden overgedragen. Toch was, zooals we weten, Engeland bijna evenzeer -onderworpen aan den geest en zelfs aan de letter van de canonieke wet in de negentiende -als in de veertiende eeuw, en zelfs tegenwoordig blijft de Engelsche <span class="pagenum">[<a id="pb421" href="#pb421">421</a>]</span>wet, hoewel ze niet langer door de publieke opinie gesteund wordt, aan dezelfde tradities -getrouw. -</p> -<p>Er schijnt echter weinig twijfel aan te bestaan, of de moderne echtscheidingsbeweging -moet onvermijdelijk neigen naar het doel, een huwelijk ontbindbaar te maken, indien -beide partijen dat wenschen onder juiste omstandigheden en beperkingen, indien een -der partijen dat wenscht. Er wordt tegenwoordig de wil van twee personen vereischt -om een huwelijk te vormen; de wet eischt dit onvoorwaardelijk<a class="noteref" id="xd29e10289src" href="#xd29e10289">41</a>. Het is logisch, zoowel als rechtvaardig, dat de wet ook de volgende stap zal doen, -die de historische ontwikkeling van het huwelijk met zich brengt, en er ook op aan -zal dringen, dat de wil van twee personen noodig zal zijn om het huwelijk in stand -te houden. Deze oplossing is ongetwijfeld de eenige weg om te ontkomen aan de ruwheden, -de indecenties, de niet te ontwarren ingewikkeldheden, die in de wet ingevoerd zijn -door de vergeefsche pogingen om in bijzonderheden te voorzien in al de mogelijkheden -van huwelijksoneenigheden, die onder de voorwaarden van de moderne beschaving kunnen -ontstaan. Het is bovendien, daar mogen we gerust op zijn, de eenige oplossing, die -de aangroeiende moderne zin voor persoonlijke verantwoordelijkheid in sexueele zaken, -die we in het vorige hoofdstuk hebben nagespoord—de verantwoordelijkheid van vrouwen -zoowel als van mannen—geneigd zal zijn aan te nemen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De fijne en samengestelde aard van de sexueele verhoudingen in een hooge beschaving -en de ongelukkige gevolgen van de regeling ervan door den Staat al in 1792 zijn bijzonder -goed uiteengezet door Wilhelm von Humboldt in zijn <i lang="de">Ideeen zu <span class="corr" id="xd29e10301" title="Bron: einen">einem</span> Versuch die Grenzen der Wirksamkeit des Staates zu bestimmen</i>. “Een vereeniging, die zoo nauw verbonden is met den aard zelf der respectieve individuen -moet wel vergezeld gaan van de meest nadeelige gevolgen, als de Staat tracht ze bij -de wet te regelen, of, door de kracht van zijn instellingen, haar op iets anders doet -berusten dan uitsluitend op genegenheid. Als wij ons bovendien in herinnering brengen, -dat de Staat alleen de nadeelige eindresultaten voor het ras kan nagaan, dan zullen -we nog meer bereid zijn om de rechtvaardigheid van deze conclusie toe te geven. We -mogen met rede betoogen, dat de bezorgdheid voor het ras slechts leidt tot dezelfde -resultaten als de grootste bezorgdheid voor de mooiste ontwikkeling van den innerlijken -mensch. Want, na zorgvuldig opmerken, heeft men gevonden, dat de ononderbroken vereeniging -van een man met een vrouw het weldadigst is voor het ras, en het is evenmin te ontkennen, -dat geen andere vereeniging voortkomt uit ware, natuurlijke en harmonieuze liefde. -En verder mogen we opmerken, dat zulk een liefde leidt tot hetzelfde resultaat, als -juist die verhoudingen, die wet en gewoonte neiging hebben om in het leven te roepen. -De grondfout schijnt te zijn, dat de wet beveelt; terwijl zulk een verhouding zich -niet voegen kan naar uiterlijke schikkingen, maar geheel afhankelijk is van neiging; -en overal waar dwang of leiding in botsing komen <span class="pagenum">[<a id="pb422" href="#pb422">422</a>]</span>met neiging, daar wenden ze die nog verder van het juiste pad af. En daarom schijnt -het mij toe, dat de Staat niet alleen de banden in dit geval losser moet maken en -aan den burger grooter vrijheid moet laten, maar dat hij geheel zijn werkzame bezorgdheid -moet afwenden van het huwelijk, en het, zoowel in het algemeen als in bijzondere wijzigingen, -moet overlaten aan de vrije keuze van de individuen en de verschillende contracten, -die ze hierover willen aangaan. Ik zou mij zelfs niet laten afbrengen van het aannemen -van dit principe door de vrees, dat alle familieverhoudingen zouden worden verstoord, -want hoewel zoo’n vrees gerechtvaardigd zou kunnen zijn door overwegingen van bijzondere -omstandigheden en plaatsen, zou ze niet best kunnen stand houden bij een onderzoek -naar den aard van de menschen en van de staten in het algemeen. Want de ondervinding -leert ons dikwijls, dat juist waar de wet geen boeien heeft aangelegd, de moraal het -zekerste bindt; het denkbeeld van uiterlijke dwang is er een, dat geheel vreemd is -aan een instelling, die, zooals het huwelijk, alleen berust op neiging en een innerlijk -gevoel van plicht; en de resultaten van zulke gedwongen instellingen beantwoorden -in het geheel niet aan de bedoelingen, die er aan ten grondslag liggen”. -</p> -<p>Een lange reeks van beroemde denkers—moralisten, sociologen, politieke hervormers—hebben -herhaaldelijk gewezen op de maatschappelijke voordeelen van echtscheiding bij wederzijdsch -goedvinden, of, onder beperkte omstandigheden op verzoek van een van de partijen. -Wederzijdsch goedvinden was de hoeksteen van Milton’s opvatting over het huwelijk. -Montesquieu zeide, dat ware echtscheiding het resultaat moest zijn van wederzijdsch -goedvinden, en dat ze gebaseerd moest zijn op de onmogelijkheid om te zamen te leven. -Senancour schijnt het met Montesquieu eens te zijn. Lord Morley (<i>Diderot</i>, deel II, hoofdst. I), voegt er, in navolging en onder goedkeuring van de conclusies -van de <i lang="fr">Supplément au Voyage de Bougainville</i> (1772), aan toe, dat het van elkaar gaan van man en vrouw “een handeling is, die -volkomen natuurlijk is, maar onder sommige omstandigheden een plicht”. Bloch legt -(<i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, p. 240) met veel andere schrijvers den nadruk op de waarheid van het gezegde van -Shelley, dat de vrijheid van het huwelijk de waarborg is voor de duurzaamheid ervan. -(Dat de feiten van het leven in dezelfde richting wijzen is in het vorige hoofdstuk -aangetoond). De geleerde Caspari (<i lang="de">Die Soziale Frage über die Freiheit der Ehe</i>), verklaart, terwijl hij weigert den vorm van het toekomstig huwelijk te voorspellen, -dat, als de sexueele verhoudingen moreel moeten blijven of worden, er meer faciliteiten -moeten zijn voor het ontbinden van het huwelijk. Howard (die zelf meent, dat het huwelijk -behoefte heeft aan wettelijke regeling) voelt zich aan het einde van zijn uitgebreide -geschiedenis van de huwelijksinstellingen (deel III, p. 220) toch gedrongen toe te -geven, dat het volkomen duidelijk is voor den geschiedvorscher, dat de moderne echtscheidingsbeweging -“maar een deel is van de machtige beweging tot maatschappelijke bevrijding, die steeds -sinds de Hervorming in uitbreiding en kracht toegenomen is”. En de voorzichtige en -critische Westermarck eindigt het hoofdstuk over het huwelijk van zijn <i lang="en">Origin and Development of the Moral Ideas</i> (deel II, p. 398) met het gezegde, dat “als man en vrouw beiden wenschen van elkaar -te gaan, het dan aan veel verlichte geesten toeschijnt, dat de Staat geen recht heeft -tusschenbeide te komen om hen te verhinderen het huwelijkscontract te ontbinden, mits -er behoorlijk voor de kinderen gezorgd wordt; en dat het voor de kinderen ook beter -is, dat ze onder de leiding komen van een van de ouders alleen, dan van twee, die -het niet eens zijn”. -</p> -<p>In Frankrijk schijnen de leiders van de maatschappelijke hervorming het er bijna geheel -over eens te zijn, dat de eerstvolgende stap, wat de echtscheiding betreft, moet zijn, -het instellen van de echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden. Dit was bijvoorbeeld -het resultaat van een rondvraag, waaraan een-en-dertig beroemde mannen en vrouwen -hun bijdrage leverden. Allen waren <span class="pagenum">[<a id="pb423" href="#pb423">423</a>]</span>voor echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden; de eenige uitzondering was Madame -Adam, die zeide, dat zij een stadium bereikt had van scepticisme over politieke en -maatschappelijke hervormingen; maar die toegaf, dat ze bijna een halve eeuw lang een -ijverig voorstandster van echtscheiding was geweest. Een groot aantal medewerkers -waren voor echtscheiding op den wensch van de eene partij alleen (<i lang="fr">La Revue</i>, Maart 1, 1901). Ook in andere landen is er een aangroeiende erkenning, dat deze -oplossing van de zaak, met gepaste voorzorgen om misbruiken te voorkomen, die er anders -licht bij zouden ontstaan, de juiste en onvermijdelijke oplossing is. -</p> -<p>Wat de juiste methode aangaat, waarop echtscheiding bij wederzijdsch goedvinden moet -ten uitvoer gebracht worden, zijn de opinies verdeeld, en de zaak zal waarschijnlijk -in verschillende landen verschillend geregeld worden. Het Japansche plan schijnt eenvoudig -en oordeelkundig (zie boven, p. 421). Paul en Victor Margueritte, die (<i lang="fr">Quelques Idées</i> blz. 3 <i>et seq.</i>) zich duidelijk voor oogen stellen, dat het gevoelsconflict in zake de persoonlijke -verbintenissen beslissingen met zich brengt, die ten eenemale buiten de competentie -van gerechtshoven liggen, erkennen evenwel, dat zulke gerechtshoven toch noodig zijn -om orde te stellen op de bezittingen van gescheiden personen en ook in laatste instantie -op de zorg voor de kinderen. Zij moeten de zaken niet in het openbaar behandelen. -Deze schrijvers stellen voor, dat iedere partij een vertegenwoordiger zal kiezen, -en dat deze twee te zamen een derde zullen kiezen; dat dan dit scheidsgerecht niet -officieel onderzoek moet doen, en dat zij, als ze het eens zijn, de scheiding moeten -doen registreeren, hetgeen zes of twaalf maanden later moet plaats vinden, of drie -jaar later, als het alleen maar door een van de partijen gewenscht wordt. Dr. Schufeld -(“<span lang="en">Psychopathia Sexualis and Divorce</span>”) stelt voor, dat een rechter van het echtscheidingsgerecht geheel alleen het verhoor -zal leiden van ieder geval van een huwelijksoneenigheid, terwijl de man en de vrouw -direct voor hem verschijnen, zonder advocaat; wèl, zoo noodig, met hun getuigen; als -medische deskundigen vereischt werden, dan moest de rechter alleen de macht hebben -om ze op te roepen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als wij bedenken, dat het lange uitstellen van het aannemen van een zoo rechtvaardige -en natuurlijke basis van echtscheiding berust op de kunstmatige spanning, die geschapen -wordt door den druk van de doode hand van de canonieke wet—een spanning, die uitsluitend -beperkt is tot het Christendom—dan mogen we ook erkennen, dat met het verdwijnen van -die spanning de juiste en natuurlijke orde in deze verhouding des te sneller zal terugkomen, -omdat het zoo lang geduurd heeft, eer die verlossing kwam. “De Natuur verafschuwt -een ledig nergens zoozeer als in het huwelijk”, merkt Ellen Key op in de taal van -verouderde physieke beeldspraak; het ledig zal zich op de eene of andere wijze vullen, -en als het zich niet kan vullen op een natuurlijke en ordelijke wijze, dan zal het -zich vullen op onnatuurlijke en onordelijke wijze. Het is de zaak van de maatschappij -er op te letten, dat geen wetten aan het instellen van een natuurlijke orde in den -weg staan. -</p> -<p>Hervorming op een verstandige basis is moeilijk gemaakt doordat ongelukkigerwijze -het denkbeeld van misdaad behouden is gebleven. Met de tradities van de canonisten -nog in ons hoofd, hebben wij onszelf op de eene of andere wijze ervan overtuigd, <span class="pagenum">[<a id="pb424" href="#pb424">424</a>]</span>dat er geen echtscheiding kan wezen, tenzij er een misdadiger is, een werkelijk ernstige -misdadiger, die, als hij kreeg wat hij verdiende, opgesloten en tot schande gebracht -moest worden. Maar in de huwelijksverhouding is er, evenals in alle andere verhoudingen, -maar een zeer klein aantal gevallen, waarin de eene partij tegenover de andere staat -als misdadiger of zelfs als aanklager. Dit blijkt dikwijls duidelijk in de eerste -stadiën van huwelijksverwijdering. Maar het blijft waar tot het eind toe. De vrouw -begaat echtbreuk en de man neemt als een zaak, die van zelf spreekt, de positie in -van aanklager. Maar wij vragen niet, hoe het komt, dat hij niet zóo haar liefde gewonnen -heeft, dat echtbreuk van haar kant buiten kwestie is; zulk een navraag zou dikwijls -tot de conclusie voeren, dat de werkelijke beklaagde de man is. En ook, als de man -beschuldigd wordt van brutale wreedheid, dan draagt de wet geen zorg te onderzoeken -of door het aanbrengen van minder brutale, maar niet minder scherpe wonden, de vrouw -ook niet tot beklaagde behoorde gemaakt te worden. Er zijn enkele weinige gevallen, -waarin de verhouding van aanklager en gedaagde niet een volkomen valsche en kunstmatige -verhouding is, een immoreele, wettelijke fictie. In de meeste gevallen moesten, als -de waarheid geheel bekend was, man en vrouw samen voor het echtscheidingsgerecht verschijnen -en verklaren: “Wij hebben beiden ongelijk: wij zijn niet in staat geweest onze verplichtingen -jegens elkander na te komen; wij hebben ons vergist, toen wij elkander kozen”. De -lange verslagen over de zaak in openbare behandeling, de wederzijdsche verwijten, -de detectives, de dienstmeisjes en andere getuigen, het verfoeilijk navraag doen naar -intieme geheimen—al deze dingen, die geen noodzakelijkheid ooit zou kunnen rechtvaardigen, -zijn volkomen onnoodig. -</p> -<p>Er wordt door sommigen gezegd, dat een man, als er geen beletsels bestonden tegen -de echtscheiding, achtereenvolgens zou kunnen trouwen met een half dozijn vrouwen. -Deze naïeve of onwetende personen schijnen niet te beseffen, dat zelfs als het huwelijk -absoluut onverbreekbaar is, een man sexueele betrekkingen kan onderhouden met een -half dozijn vrouwen, niet alleen na elkaar, maar als hij dat wil, tegelijkertijd; -en dat hij dat ook dikwijls doet. Er is echter dit belangrijke verschil, dat in het -eene geval, de man door de wet wordt aangemoedigd om te meenen, dat hij maar een van -die zes vrouwen behoeft te behandelen met iets dat lijkt op rechtvaardigheid en menschelijkheid; -in het andere geval dringt de wet er op aan, dat hij zijn verplichtingen zal nakomen -jegens al de zes vrouwen. Het is een zeer belangrijk onderscheid, en er behoorde geen -kwestie over te zijn, welke staat van zaken moreel is en welke immoreel. Het is geen -zaak, die den staat aangaat, te onderzoeken met hoeveel personen een man of een vrouw -sexueele betrekkingen wenscht te onderhouden; het is <span class="pagenum">[<a id="pb425" href="#pb425">425</a>]</span>een persoonlijke zaak, die wel invloed kan hebben op hun eigen fijnere geestelijke -ontwikkeling, maar waarvan het voor den staat onbeschaamd is er binnen te gluren. -Het is echter de zaak van den staat, in het gemeenschappelijk belang en in dat van -zijn leden, er op te letten, dat er geen onrechtvaardige dingen gedaan worden. -</p> -<p>Maar hoe met de kinderen? Dat is noodzakelijk een zeer belangrijke kwestie. De kwestie -van de bepalingen, die voor de kinderen gemaakt worden in gevallen van echtscheiding -is er altijd een, waaraan de staat zijn volle aandacht moet wijden, want alleen als -er kinderen zijn heeft de staat eenig werkelijk belang bij de zaak. -</p> -<p>Er was een tijd, toen er zelfs door sommigen verondersteld werd dat het bestaan van -kinderen een ernstig argument was tègen het bevorderen van de echtscheiding. Nu wordt -algemeen een redelijker standpunt ingenomen. Er wordt in de eerste plaats erkend, -dat een zeer groot aantal paren, die echtscheiding zoeken, geen kinderen hebben. In -Engeland is de verhouding ongeveer veertig percent; in sommige andere landen is ze -ongetwijfeld nog grooter. Maar zelfs als er kinderen zijn, dan kan niemand, die zich -duidelijk voor oogen stelt hoe de toestanden zijn in families, waar de ouders gescheiden -moesten wezen, maar het niet zijn, eenigen twijfel hebben of die toestanden zijn buitengewoon -slecht voor de kinderen. De spanning tusschen de ouders neemt energie in beslag, die -gewijd moest zijn aan de kinderen. Het zien van het verdriet of de twisten van hun -ouders werkt demoraliseerend op de kinderen en is gewoonlijk fnuikend voor hun respect -voor hen. Op zijn best is het hinderlijk bedroevend voor de kinderen. Een van de ouders, -maar dan tot werkzaamheid instaat, is veel beter voor een kind, dan twee ouders, die -niet tot werkzaamheid in staat zijn. Twee menschen, die samen in oneenigheid leven—de -eene van hen, zooals niet zelden het geval is, abnormaal of zenuwziek—zijn niet geschikt -om ouders te worden, en ook niet in den besten toestand voor de voortplanting. Het -is daarom niet alleen een daad van rechtvaardigheid jegens het individu, maar een -maatregel, door de belangen van den staat geëischt, dat geen nieuwe burgers in de -gemeenschap gebracht zullen worden door zulke gebrekkige kanalen<a class="noteref" id="xd29e10353src" href="#xd29e10353">42</a>. Uit dit gezichtspunt zijn al de belangen van den staat aan de zijde van vergemakkelijking -van de echtscheiding. -</p> -<p>Er is ten slotte nog een argument, dat dikwijls opgeworpen wordt tegen het vergemakkelijken -van de echtscheiding. Het huwelijk, <span class="pagenum">[<a id="pb426" href="#pb426">426</a>]</span>zegt men, is er ter bescherming van de vrouwen; maak de echtscheiding gemakkelijker -en de vrouwen zullen van die bescherming beroofd worden. Klaarblijkelijk houdt dit -argument geen steek bij echtscheiding met wederzijdsch goedvinden. Zeker is het noodzakelijk, -dat echtscheiding alleen zal worden tot stand gebracht onder omstandigheden, die in -ieder individueel geval de goedkeuring van de wet hebben verkregen, als rechtvaardig. -Maar men moet zich altijd herinneren, dat het essentieele feit van het huwelijk niet -van nature is, en nooit kunstmatig moet gemaakt worden, tot een economische kwestie. -Het is mogelijk—dat is een kwestie, die de maatschappij zal hebben te overwegen—dat -een vrouw betaald zal worden omdat ze moeder is, op grond dat zij nieuwe burgers opvoedt -voor den staat. Maar noch de staat, noch haar man, noch iemand anders behoorde haar -te betalen voor het uitoefenen van haar huwelijksrechten. Het feit, dat zulk een argument -te berde kan gebracht worden toont aan, hoe ver we nog verwijderd zijn van de gezonde -biologische houding jegens de sexueele verhoudingen. Even ongezond is de meening, -dat de maagdelijke bruid aan haar man met het huwelijk een belangrijk kapitaal meebrengt, -dat verbruikt wordt bij de eerste daad van verkeer, en dat nooit weer terug gekregen -kan worden. Dat is een denkbeeld, dat is blijven voortbestaan in de beschaving, maar -dat tot de barbaarschheid en niet tot de beschaving behoort. Voor zoover het eenige -waarde heeft, ligt het binnen de sfeer van erotische perversiteit, die niet in overweging -kan gebracht worden bij het schatten van moreele waarden. Voor de meeste mannen heeft -echter in ieder geval, of zij het weten of niet, de vrouw, die ingewijd is in de geheimen -van de liefde, een hoogere erotische waarde dan de maagd, en men behoeft zich op dezen -grond geen zorg te maken voor de vrouw, die haar maagdelijkheid verloren heeft. Het -is waarschijnlijk een feit van beteekenis, dat deze ongerustheid over de bescherming -van de vrouwen door de beperking op de echtscheiding voornamelijk te berde gebracht -wordt door mannen en niet door vrouwen zelf. Een vrouw wordt bij het huwelijk door -de maatschappij en de wet beroofd van haar eigen naam. Zij is tot zeer kort geleden -verstoken geweest van haar recht op haar eigen verdienste. Zij mist de meest intieme -rechten op haar eigen persoon. Zij wordt, onder bepaalde omstandigheden, van haar -eigen kind beroofd, zelfs als zij er niets verkeerds tegen gedaan heeft. Het behoeft -misschien nauwelijks verwondering te wekken, dat zij niet bijzonder geneigd is de -bescherming te waardeeren, die haar gegeven wordt door haar het recht te onthouden -zich van haar man te laten scheiden. “O, neen, geen bescherming!” heeft een schitterende -Fransche schrijfster geschreven. “We zijn lang genoeg beschermd geworden. De eenige -bescherming, die men aan vrouwen kan geven is dat men ophoudt haar te <span class="pagenum">[<a id="pb427" href="#pb427">427</a>]</span>beschermen”<a class="noteref" id="xd29e10365src" href="#xd29e10365">43</a>. Het schijnt wel een feit te zijn, dat de echtscheidingsbeweging zich over het geheel -ontwikkelt, mèt die ontwikkeling van de moreele verantwoordelijkheid van de vrouw, -die in het vorige hoofdstuk is nagegaan; en waar de echtscheiding het vrijste is, -daar nemen de vrouwen de hoogste positie in. -</p> -<p>Als we den aard en de richting van de moderne echtscheidingsbeweging in het oog vatten, -merken we duidelijk op, dat de eindneiging van die beweging is, zichzelf uit te wisschen. -</p> -<p>Hoe noodzakelijk het echtscheidingsgerechtshof geweest is als onvermijdelijk gevolg -van een onmogelijke kerkelijke opvatting van het huwelijk, nú is er geen instelling, -die leelijker, en meer vreemd aan de instinctieve gevoelens, door een mooie beschaving -voortgebracht, en meer tegenovergesteld aan de waardigheid van de vrouwelijkheid is<a class="noteref" id="xd29e10375src" href="#xd29e10375">44</a>. Het verdwijnen van deze instelling en het ontstaan in plaats daarvan van persoonlijke -bepalingen, een soort contracten, vooral als er kinderen zijn om onder wettig en zoo -noodig rechterlijk toezicht voor te zorgen, is, en is altijd geweest, het natuurlijk -resultaat van het bereiken van een eenigszins hoog stadium van beschaving. Het echtscheidingsgerecht -is niets dan een phase geweest in de geschiedenis van het moderne huwelijk, en een -phase, die werkelijk stuitend is geweest voor allen, die het aanging. Men behoeft -haar eindelijk verdwijnen met niets anders dan tevredenheid te beschouwen. Ze was -alleen maar het gevolg van een kunstmatige opvatting van het huwelijk. We moeten nu -tot de beschouwing van die opvatting terugkeeren. -</p> -<p>We hebben gezien, dat, toen de Katholieke ontwikkeling van de oeroude opvatting van -het huwelijk als een sacrament, langzaam gevormd en weer versteend door de vernuftigheid -van de Canonisten, ten slotte in naam onttroond, maar niet vernietigd werd door de -beweging, die met de Hervorming samenging, ze vervangen werd <span class="pagenum">[<a id="pb428" href="#pb428">428</a>]</span>door de opvatting van het huwelijk als een contract. Deze opvatting als contract vindt -nog heden een grooten aanhang onder ons. -</p> -<p>Er moeten altijd implicite of explicite contractselementen zijn in een huwelijk; dat -werd zelfs duidelijk erkend door de Canonisten. Maar als we het huwelijk als een contract -behandelen, en als niets dan een contract, dan moeten we inzien, dat we een zeer eigenaardigen -vorm van contract ingesteld hebben, een, dat niet zooals andere contracten, verbroken -kan worden op verzoek van de partijen, die het gesloten hebben, maar dat alleen ontbonden -kan worden als een soort van straf voor misdrijf eer dan als de zelf gewilde vernietiging -van een verbond<a class="noteref" id="xd29e10384src" href="#xd29e10384">45</a>. Toen de Protestantsche Hervormers beslag legden op het denkbeeld van het huwelijk -als contract, werden ze niet geïnfluenceerd door eenige met redenen omkleede ontleding -van de eigenaardigheden van een contract; zij wenschten alleen maar een aannemelijken -grond te vinden, zooals die reeds zelfs door de Canonisten was aangenomen, om bepaalde -zijden van de huwelijksvereeniging te bemantelen, waarop zij zouden kunnen verklaren, -dat het huwelijk een wereldlijke en niet een kerkelijke zaak is, een burgerlijke band -en niet een sacramenteel proces<a class="noteref" id="xd29e10389src" href="#xd29e10389">46</a>. -</p> -<p>Zooals zooveel in den Protestantschen opstand, lag de kracht van deze houding in het -feit, dat ze een protest was, dat aan zijn negatieve zijde gebaseerd was op verstandige -en natuurlijke gronden. Maar terwijl het Protestantisme gelijk had in zijn poging—want -het was alleen maar een poging—om het gezag van de canonieke wet niet te erkennen, -was die poging aan den positieven kant volkomen onbevredigd. Feitelijk is het huwelijk -nooit een werkelijk contract geweest en evenmin is er ooit een poging gedaan om het -in een werkelijk contract te veranderen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Verschillende schrijvers hebben het huwelijk behandeld als een werkelijk contract -of beweerd, dat het veranderd moest worden in een werkelijk contract. Mevr. Caird -bijvoorbeeld (“<span lang="en">The Morality of Marriage</span>”, <i lang="en">Fortnightly Review</i>, 1890) meent, dat, als het huwelijk werkelijk een contract wordt, “een paar hun overeenkomst -moeten opstellen, of die taak opdragen aan hun vrienden, zooals nu gewoonlijk gedaan -wordt met huwelijksvoorwaarden. Zij komen overeen om zoo of zoo te leven, en maken -zekere bepalingen binnen de grenzen van het wetboek”. De staat, zegt zij, moest echter -een tusschentijd eischen tusschen de aankondiging van de echtscheiding en de echtscheiding -zelf, als die nog gewenscht wordt, nadat deze tusschentijd verstreken is. Evenzoo -dringt in de Vereenigde Staten Dr. Shufeldt (“<span lang="en">Needed Revision of the Laws of Marriage and Divorce</span>”, <i lang="en">Medico-Legal Journal</i>, Dec. 1897) er op aan, dat het huwelijk <span class="pagenum">[<a id="pb429" href="#pb429">429</a>]</span>geheel in handen moet gesteld worden van de rechtsgeleerden en “gemaakt tot een burgerlijk -contract, uitvoerig in bijzonderheden, en termen bepalende voor echtscheiding, in -geval een ontbinding van het contract later vereischt wordt”. Hij voegt er bij, dat -medische attesten van vrij zijn van geërfde of verkregen ziekte moesten geëischt worden, -en dat ook behoorlijk geregelde proefhuwelijken behoorden ingesteld te worden. -</p> -<p>In Frankrijk was een afgevaardigde van de Kamer er in 1891 zoo van overtuigd, dat -het huwelijk een contract is, evenals ieder ander contract, dat hij verklaarde dat -“muziek te maken bij het voltrekken van een huwelijk even belachelijk is als het zijn -zou om een tenor te laten komen bij een notaris om den verkoop te vieren van brandhout”. -Hij dacht er heel anders over dan Pepys, die, een paar eeuwen vroeger even verontwaardigd -geweest was over de afwezigheid van muziek bij een bruiloft, hetgeen, naar hij zeide, -deze deed gelijken op het paren van een paar honden. -</p> -<p>Een veel voorkomende eisch van hen, die er op aandringen, dat het huwelijk moet beschouwd -worden als een contract, is het huwelijk aangegaan voor den tijd van eenige jaren. -Er konden in het oude Japan huwelijken aangegaan worden voor den tijd van vijf jaar -of minder, en men zegt, dat zij aan het einde van dien tijd bijna nooit ontbonden -werden. Goethe laschte in zijn <i lang="de"><span class="corr" id="xd29e10417" title="Bron: Wahlverwantschaften">Wahlverwandtschaften</span></i> (deel I, hoofdstuk X) als bijomstandigheid een voorstel in om huwelijken aan te gaan -voor den tijd van vijf jaar, en hechtte veel waarde aan het verlengen van het huwelijk -na dien tijd zonder uiterlijken dwang. (Bloch meent, dat Goethe waarschijnlijk gehoord -had van de Japansche gewoonte, <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, p. 241). Ook Professor E. D. Cope (“<span lang="en">The Marriage Problem</span>”, <i lang="en">Open Court</i>, Nov. 15 en 22, 1888), raadde, om het huwelijk uit de sfeer van de caprice te verwijderen -en een volledigen en behoorlijken proeftijd toe te staan, aan “een systeem van burgerlijke -huwelijkscontracten, die over een bepaalden tijd zullen loopen. Deze contracten moesten -van dezelfde waarde zijn en dezelfde uitwerking hebben als het bestaande huwelijkscontract. -De tijdgrenzen behoorden snel toe te nemen, om te voorkomen dat vrouwen van rijper -jaren zonder steun zouden zijn. Het eerste contract zou niet korter moeten duren dan -vijf jaar, om ruimschoots gelegenheid te geven tot kennismaking en tot het oplossen -van tijdelijke oneenigheden”. Dit eerste contract, meende Cope, moest geëindigd kunnen -worden op wensch van een der twee partijen; het tweede contract, voor tien of vijftien -jaar, moest alleen geëindigd kunnen worden op den wensch van beide partijen, en het -derde zou duurzaam moeten zijn en onontbindbaar. Ook George Meredith, de bekende romanschrijver, -heeft in veel later tijd den wensch uitgesproken, dat huwelijken zouden worden aangegaan -voor den tijd van een zeker aantal jaren. -</p> -<p>Het kan echter niet gezegd worden, dat huwelijken voor den tijd van een zeker aantal -jaren een zeer bevredigende oplossing bieden voor de moeilijkheden, die zich tegenwoordig -voordoen. Zij zullen niet aanbevelenswaardig toeschijnen aan jonge menschen, die van -elkaar houden, en die meenen, dat hun liefde eeuwig zal duren, en ook is er, zoolang -de vereeniging bevredigend blijkt te zijn, geen noodzakelijkheid om het storende denkbeeld -van een wettig einde van het contract in te voeren. Aan den anderen kant is het, als -de vereeniging ongelukkig blijkt te zijn, niet verstandig, aan te dringen op de voortzetting, -tien of zelfs maar vijf jaar lang van een ledigen vorm, die niet overeenkomt met een -werkelijke huwelijksvereeniging. Zelfs als het huwelijk op de meest prozaïsche basis -wordt geplaatst van contract, is het een vergissing en zelfs een onmogelijkheid, om -van tevoren den duur ervan te bepalen. Het systeem van het van te voren vaststellen -van den duur van het huwelijk voor een tijd van eenige jaren berust op precies hetzelfde -principe als het systeem om het van te voren voor het leven vast te stellen. Hetzelfde -bezwaar er tegen is van kracht, nl. dat het niet is overeen te brengen met eenige, -het leven rakende verhouding. Naarmate de eisch van levende werkelijkheid in de maatschappelijke -verhoudingen aangroeit, wordt dit feit meer en meer gevoeld. <span class="pagenum">[<a id="pb430" href="#pb430">430</a>]</span>Wij zien precies dezelfde verandering bij het systeem van het opleggen van vooraf -bepaalde vonnissen voor gevangenisstraf voor misdadigers. Het zenden van een man naar -de gevangenis voor vijf jaar of voor het leven, zonder in het minst te denken aan -het onbekende probleem van de op het leven inwerkende reactie van de gevangenisstraf -op den man—een reactie, die verschillend zal zijn in ieder individueel geval—begint -langzamerhand beschouwd te worden als een absurditeit.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als het huwelijk werkelijk op de basis van een contract geplaatst werd, dan zou dat -contract niet alleen geëindigd kunnen worden, zoodra de twee personen, die het gesloten -hebben, het wenschten, zonder dat er eenige kwestie van misdadigheid ter sprake kwam, -maar die partijen zouden bij het begin zelf de voorwaarden bepalen, die het contract -zouden regelen. Maar niets kan meer ongelijk zijn aan ons werkelijke huwelijk. Der -twee partijen wordt verzocht elkaar aan te nemen als man en vrouw; er wordt hun niet -gevraagd om een contract te maken; er wordt hun niet eens gezegd dat, hoe weinig ze -het ook mogen weten, zij in werkelijkheid een zeer gecompliceerd en uitgewerkt contract -hebben gesloten, een contract, dat opgesteld is naar regels, die, voor het grootste -gedeelte gemaakt werden twee duizend jaar voordat zij geboren waren. Als zij de wet -niet bestudeerd hebben, weten zij ook in het geheel niet, dat dit contract paragrafen -bevat, die onder sommige omstandigheden fataal kunnen zijn voor een van beide partijen. -Alles wat er gebeurt is, dat een jong paar, misschien maar weinig meer dan kinderen, -voor het oogenblik verblind door hun gevoel, voor den geestelijke of den ambtenaar -van den burgerlijken stand verschijnt, om zich voor het leven te binden, terwijl ze -niets van de wereld weten en bijna niet meer van elkaar, terwijl ze niets weten van -de huwelijkswetten, soms zelfs niet eens dat er huwelijkswetten zijn, en terwijl ze -zich nooit klaar voor oogen gesteld hebben, dat—zooals naar waarheid gezegd is—van -de plaats, die zij onder een guirlande van bloemen betreden, er aan deze zijde van -het graf geen andere uitgang is dan door het valluik van een riool<a class="noteref" id="xd29e10436src" href="#xd29e10436">47</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Als een vrouw trouwt, geeft zij het recht op haar eigen persoonlijkheid op. Zoo kan, -volgens de Engelsche wet, een man “niet schuldig zijn aan verkrachting van zijn wettige -vrouw”. Stephen, die in de eerste uitgave van zijn <i lang="en">Digest of Criminal Law</i>, meende, dat een man onder sommige omstandigheden veroordeeld kon worden wegens verkrachting -van zijn vrouw, heeft die opinie teruggenomen. Een man kan een prostituée verkrachten, -maar hij kan zijn vrouw niet verkrachten<span class="corr" id="xd29e10448" title="Bron: ,">.</span> Als zij eens haar toestemming gegeven heeft tot sexueelen omgang door de daad van -het huwen met een man, dan heeft ze die voorgoed gegeven, welke nieuwe omstandigheden -zich ook mogen voordoen, en hij behoeft haar toestemming niet te vragen voor sexueelen -omgang, zelfs niet als hij weet, dat hij lijdende is aan venerische ziekte (zie b.v., -een artikel over “<span lang="en">Sex Bias</span>”, <i lang="en">Westminster Review</i>, Maart 1886). -<span class="pagenum">[<a id="pb431" href="#pb431">431</a>]</span></p> -<p>De plicht van een vrouw om aan haar man “huwelijksrechten” toe te staan is een andere -kant van haar wettelijke onderwerping aan hem. Zelfs in de negentiende eeuw werd een -dame van goede familie uit Suffolk in de Ipswich gevangenis vele jaren lang gevangen -gehouden tot haar dood en gevoed met water en brood, hoewel ze aan verschillende ziekten -leed, alleen omdat ze niet wilde gevolg geven aan een vonnis, dat eischte, dat zij -haar man huwelijksplichten zou bewijzen. Ongetwijfeld is de moderne neiging, hoewel -ze maar langzaam voortschrijdt, tégen het toepassen van dwang op den man of de vrouw, -om “huwelijksrechten” te verleenen; en sedert het geval Jackson is het in Engeland -voor een man niet mogelijk zijn vrouw met geweld te dwingen om met hem te leven. Deze -neiging is nog meer uitgesproken in de Vereenigde Staten; zoo besliste het hoogste -gerechtshof in <span class="corr" id="xd29e10460" title="Bron: Jowa">Iowa</span>, eenige jaren geleden, dat buitensporig eischen van coïtus wreedheid vormde in een -mate, die echtscheiding rechtvaardigde (J. G. Kiernan, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Nov. 1906, p. 466). -</p> -<p>Het geringe eigendomsrecht van de vrouw over haar persoon is niet beperkt tot de sexueele -sfeer, maar strekt zich zelfs uit over haar recht op het leven. In Engeland beging -een vrouw vroeger, als ze haar man doodde, de zeer ernstige misdaad van “<span lang="fr">petit treason</span>” en nog heden noemt men die misdaad moord. Maar, als een man zijn vrouw doodt en -in staat is haar echtbreuk te bewijzen en zijn jaloezie, dan pleegt hij alleen maar -manslag. (In Frankrijk, waar jaloezie met buitengewone toegevendheid beschouwd wordt, -wordt zelfs een vrouw, die haar man gedood heeft, dikwijls vrijgesproken). -</p> -<p>Men moet echter niet meenen, dat al de wettelijke ongelijkheden, die het huwelijk -met zich brengt, ten gunste van den man zijn. Een groot aantal onbillijkheden worden -ook den man aangedaan. De man, bijvoorbeeld, is wettig verantwoordelijk voor de lasteringen, -die zijn vrouw zegt, en hij is wettelijk ook verantwoordelijk voor het bedrog, dat -zij pleegt, zelfs als zij afgezonderd van hem leeft. (Dit werd, bijvoorbeeld, gemeend -door een Engelschen rechter in 1909; “hij kon alleen zeggen, dat het hem speet, want -het scheen een moeilijk geval. Maar zoo was de wet”). Belfort Bax heeft vooral in -den laatsten tijd den nadruk gelegd op de moeilijkheden, door de Engelsche wet op -zulke wijzen als deze, opgelegd. Er kan geen twijfel aan zijn, dat het huwelijk, zooals -het tegenwoordig is ingericht, ernstige nadeelen meebrengt voor den man zoowel als -voor de vrouw.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het huwelijk is dus, niet alleen geen contract in den waren zin<a class="noteref" id="xd29e10475src" href="#xd29e10475">48</a>, maar in den eenigen zin, waarin het een contract is, is het een contract van een -buitengewoon slechte soort. Toen de Canonisten de oude opvatting van het huwelijk -als een koopcontract vervingen door hun sacramenteele huwelijk, bewerkten zij in vele -opzichten een werkelijke vooruitgang, en de terugkeer tot het denkbeeld van een contract -blijkt, zoodra de tijdelijke waarde ervan als een protest opgehouden heeft, geheel -buiten harmonie te zijn met ons tegenwoordig stadium van beschaving. Het werd weer -in het leven geroepen in de dagen, vóór de opstand tegen de <span class="pagenum">[<a id="pb432" href="#pb432">432</a>]</span>slavernij begonnen was. Persoonlijke contracten zijn niet in harmonie met onze moderne -beschaving en onze denkbeelden over individueele vrijheid. Een man kan zich niet meer -door een contract als slaaf binden, of zijn vrouw verkoopen. Toch behoort het huwelijk, -als contract beschouwd, tot precies dezelfde klasse als deze handelingen<a class="noteref" id="xd29e10486src" href="#xd29e10486">49</a>. In ieder hoog stadium van beschaving wordt dit feit duidelijk erkend, en jonge paren -mogen zich niet eens onvoorwaardelijk door contracten aan het huwelijk binden. Wij -zien dit, bijvoorbeeld, in de wijze wetgeving van de Romeinen. Zelfs onder de Christelijke -keizers werd dit gezonde principe gehandhaafd en de wetgever Paulus schreef<a class="noteref" id="xd29e10490src" href="#xd29e10490">50</a>: “Het huwelijk was zoo vrij, volgens de oude opvatting, dat zelfs overeenkomsten -tusschen de partijen om niet van elkaar te scheiden geen geldigheid konden hebben”. -Voor zoover het wezen van de huwelijksverhoudingen en niet eenige bijkomstige omstandigheid -tot een contract gemaakt wordt, is het een contract van een soort waartoe de twee -partijen, die het aangaat, niet bevoegd zijn om het aan te gaan. Biologisch en psychologisch -kan het niet geldig zijn en met den groei van de beschaving heeft men het uitdrukkelijk -voor ongeldig verklaard. -</p> -<p>Want, er kan geen twijfel aan zijn, het intieme en essentieele feit van het huwelijk—de -verhouding van sexueele gemeenschap—is geen contract en kan dat ook niet zijn. Het -is niet een contract, maar een feit; het kan niet bewerkt worden alleen door een daad -van den wil aan de zijde van de partijen, die het aangaan; het kan niet in stand gehouden -worden alleen door een daad van den wil. Zulk een contract te willen, is het opvoeren -van een erger dan zedelooze klucht. Zeker zijn vele van de omstandigheden van het -huwelijk met recht het onderwerp van een contract, dat vrijwillig en met opzet aangegaan -moet worden door de partijen. Maar het wezenlijke feit van het huwelijk—een liefde, -sterk genoeg om de meest intieme van alle verhoudingen mogelijk en wenschelijk te -maken een onbepaald aantal jaren door—dat kan niet gemaakt worden tot het onderwerp -van een contract. Zoowel uit physiek oogpunt, als uit psychisch oogpunt kan met geen -mogelijkheid een bindend contract gemaakt worden—en als een contract niet bindend -is, dan is het waardeloos. En het maken van zulke pseudo-contracten over de toekomst -van een huwelijk, vóór er zelfs is vastgesteld of het huwelijk wel ooit een feit kan -worden, is niet alleen onmogelijk, het is belachelijk. -</p> -<p>Het is natuurlijk waar, dat deze onmogelijkheid, deze belachelijkheid nooit zichtbaar -zijn voor de partijen, die het contract maken. Zij hebben op de zaak toegepast àl -de zeer beperkte <span class="pagenum">[<a id="pb433" href="#pb433">433</a>]</span>proeven, die hun door de conventie zijn toegestaan, en de bevredigende resultaten -van deze proeven, te zamen met het bewustzijn, dat zij een enorme en schijnbaar onuitputtelijke -bron van liefde bezitten, schijnt hun toe voldoende te zijn tot het nakomen van het -contract het geheele leven door, zoo niet in eeuwigheid. -</p> -<p>Als kind van zeven jaar bevond ik mij op een half-tropisch eiland van de Stille Zuidzee, -dat uit het binnenland van vruchten voorzien werd, vooral van druiven; een donkerkleurige -vrouw van de markt bood dagelijks aan den kleinen Engelschman een groote tros druiven -aan. Maar er kwam een dag, waarop de aangeboden tros beslist geweigerd werd; de overdaad -van druiven had een reactie teweeg gebracht van walging. Een tijdsverloop van bijna -veertig jaren was noodig om den tegenzin tegen druiven, aldus opgedaan, weer kwijt -te raken. Toch kan er geen twijfel aan bestaan, dat, als men, aan dien jongen op den -leeftijd van zes jaar had gevraagd om een contract te teekenen, dat hem er toe zou -binden om iederen dag druiven aan te nemen, om ze altijd bij zich te houden, en er -iederen dag van te genieten, dat hij dan dat contract even vroolijk geteekend zou -hebben als een stralende bruidegom of zedige bruid het register in de kerkekamer teekent. -Maar is het gemakkelijker aan een man of vrouw, met onbekende hoedanigheden, die veranderen -of ontaarden kunnen, en met een onnoemelijk aantal geschiktheden om kwellingen op -te leggen of walging op te wekken, gebonden te zijn, dan aan een heerlijke vrucht? -Nog geen der landen van de wereld, waarin de subtiele invloed van de canonieke wet -van het Christendom zich nog doet voelen, heeft de algemeene waarheid begrepen, die -binnen de praktische ondervinding ligt van een kind van zeven jaar<a class="noteref" id="xd29e10502src" href="#xd29e10502">51</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het denkbeeld, dat zulk een verhouding als die van het huwelijk op een zoo zwakke -basis kan berusten als een van tevoren opgesteld contract, is natuurlijk nooit in -ruimen kring in zijn uitersten vorm van kracht geweest en was in vele deelen van de -wereld volkomen onbekend. De Romeinen verwierpen het, zooals we weten, in duidelijke -woorden, en erkenden zelfs op een tamelijk vroeg tijdstip de wettigheid van het huwelijk -door <i>usus</i>, waarmee ze inderdaad verklaarden, dat het huwelijk een feit moet zijn en niet alleen -maar een vorm zonder inhoud. Er is een vèrverspreide wettelijke neiging geweest, vooral -waar de tradities van de Romeinsche wet eenigen invloed hebben behouden, om de cohabitatie -van het huwelijk te beschouwen als het wezenlijke feit van de verhouding. Het was -een oude regel zelfs in de Katholieke kerk, dat het huwelijk aangenomen kon worden -van de cohabitatie af (zie <i>b.v.</i> Zacchia, <i lang="la">Questionum Medico-legalium Opus</i>, uitgave van 1688, deel III, p. 234). Zelfs in Engeland behoort de cohabitatie reeds -tot de dingen, die aangenomen worden ten gunste van het bestaan van een huwelijk (hoewel -ze niet noodzakelijk op zich zelf beschouwd wordt als voldoende), mits de vrouw van -<span class="pagenum">[<a id="pb434" href="#pb434">434</a>]</span>onbevlekt karakter is, en niet een gewone prostituée blijkt te zijn. (Nevill Geary, -<i lang="en">The Law of Marriage</i>, hoofdst. III). Als echter, volgens de gerechtelijke uitspraak van Lord Watson in -het geval Dysart Peerage, een man zijn maitres mee naar een hotel neemt of met haar -naar een winkel van kindergoederen gaat en van haar spreekt als zijn vrouw, dan wordt -er aangenomen, dat hij zoo handelt terwille van de zedelijkheid, en dit levert geen -bewijs van een huwelijk. In Schotland wordt het huwelijk op veel losser gronden aangenomen -dan in Engeland. Dit kan in verband gebracht worden met de diep-gewortelde gewoonte -in Schotland van huwelijk door wederzijdsche toestemming. (Geary, <i>op. cit.</i>, hoofdst. XVIII; vergelijk Howard, <i lang="en">Matrimonial Institutions</i>, deel I, p. 316). -</p> -<p>In het geval Bredalbane (Campbell v. Campbell, 1867), hetgeen van groot belang was, -omdat het ging om de opvolging van de uitgestrekte bezittingen van den Markies van -Bredalbane, besliste het Huis der Lords, dat zelfs een connectie berustend op echtbreuk, -een huwelijksverhouding kan worden als ze ophoudt echtbreuk te zijn, enkel door het -feit van de toestemming der partijen, zooals die blijkt uit gewoonte en gerucht, zonder -dat de noodzakelijkheid bestaat, dat het huwelijkskarakter van de connectie aangeduid -wordt door een publieke daad, of dat het noodig is om den specialen tijd aan te wijzen, -waarop deze toestemming gewisseld werd. Deze beslissing is bevestigd in het geval -Dysart (Geary, <i>loc. cit.</i>; vergelijk C. G. Garrison, “<span lang="en">Limits of Divorce</span>”, <i lang="en">Contemporary Review</i>, <span class="corr" id="xd29e10539" title="Bron: Eeb">Feb.</span>, 1894). Evenzoo, naar beslist is door Rechter Kekewich in het geval Wagstaff 1907, -moeten, als een man geld nalaat aan zijn “weduwe”, op voorwaarde, dat zij nooit weer -trouwen zal, hoewel hij nooit met haar getrouwd geweest is, en hoewel ze wettelijk -met een anderen man getrouwd is, de bedoelingen van den testamenteur nagekomen worden. -Garrison zegt, in zijn bespreking van dit gezichtspunt van het wettig huwelijk (<i>loc. cit.</i>), met kracht, dat bij de Engelsche wet het huwelijk een feit is en niet een contract, -en dat, waar “een gedrag gekarakteriseerd door doel en duurzaamheid van samenleven” -bestaat, er wettelijk een huwelijk bestaat, en dat het huwelijk alleen maar <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>een naam is voor een bestaand feit”. -</p> -<p>In de Vereenigde Staten bestaat ook het huwelijk “door gewoonte en gerucht” en het -is in sommige staten zelfs bevestigd en uitgebreid door de wet (J. P. Bishop, <i lang="en">Commentaries</i>, deel I, hoofdst. XV)<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> “Hoe de vorm van de ceremonie ook zij, en zelfs als van iedere ceremonie afgezien -werd”, zeide rechter Cooley uit Michigan, in 1875 (in een uitspraak, die als gezaghebbend -door de fæderale gerechtshoven aangenomen werd), “als de partijen op dit oogenblik -overeenkwamen om elkaar tot man en vrouw te nemen, en van dien tijd af onloochenbaar -in die verhouding leefden, dan zou het bewijs van deze feiten voldoende zijn.… Dit -is de gevestigde leer geweest van de Amerikaansche gerechtshoven”. (Howard, <i>op. cit.</i>, deel III, pp. 177 <i>et seq.</i> Drie en twintig staten sanctionneeren het huwelijk volgens het gewoonterecht, terwijl -achttien iedere niet vormelijke overeenkomst verwerpen). -</p> -<p>Deze wettelijke erkenning door de hoogste rechterlijke autoriteiten, zoowel in Engeland -als in de Vereenigde Staten, dat het huwelijk in zijn wezen een feit is, en dat geen -bewijs van eenigen vorm van ceremonie vereischt wordt voor de meest volledige wettelijke -erkenning van het huwelijk, brengt ontwijfelbaar zeer belangrijke verwikkelingen met -zich mee. Het werd duidelijk, dat de hervorming van het huwelijk mogelijk is zelfs -zonder verandering in de wet en dat fatsoenlijke sexueele verhoudingen, zelfs als -ze aangegaan zijn zonder eenigen wettelijken vorm, reeds volle recht hebben op wettige -erkenning en bescherming. Er zijn echter, we behoeven dit hier nauwelijks bij te voegen, -andere overwegingen, die een hervorming langs dezen weg onvolkomen maken.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zoo bestaat de neiging, dat met den groei van de beschaving het opvatten van het huwelijk -als een contract meer en meer in discrediet geraakt. Aan den anderen kant wordt erkend, -dat <span class="pagenum">[<a id="pb435" href="#pb435">435</a>]</span>persoonlijke contracten niet in harmonie zijn met onze algemeene en maatschappelijke -houding, want, als wij het denkbeeld verwerpen, dat een menschelijk wezen zich bij -contract mag verkoopen als slaaf, hoeveel te meer moeten we dan het denkbeeld verwerpen, -dat menschen een contract zouden aangaan voor de nog intiemere verhouding van een -getrouwd man of getrouwde vrouw; aan den anderen kant voelt men, dat het denkbeeld -van van tevoren opgemaakte contracten in een zaak, waarover het individu zelf geen -contrôle heeft, volkomen onwerkelijk is en als er strenge regels van billijkheid heerschen, -noodzakelijk van geen waarde. Het is waar, dat er nog voortdurend schrijvers gevonden -worden, die hun denkbeelden verkondigen over de plichten of de voorrechten, die vervat -zijn in het “contract” van het huwelijk, en die de beteekenis van het woord “contract” -in dezen zin niet meer analyseeren dan de Hervormers deden; maar men kan ternauwernood -zeggen, dat deze schrijvers verder gekomen zijn dan het alphabet van het onderwerp, -waarover ze leerstellingen verkondigen. -</p> -<p>Het overbrengen van het huwelijk van de Kerk naar den Staat, hetgeen wij in de landen, -waar het ’t eerst voorkwam danken aan het Protestantisme, en in de Engelsch sprekende -landen voornamelijk aan het Puritanisme, had, terwijl het een noodzakelijk stadium -was, ongelukkig het gevolg, dat het de sexueele verhoudingen verwereldlijkte. Dat -is te zeggen, dat het ’t verheven element in de liefde, dat in werkelijkheid het essentieele -deel van zulke verhoudingen is, negeerde, en dat het alle aandacht concentreerde op -die vormelijke en toevallige deelen van het huwelijk, die alleen op een strenge en -nauwkeurige wijze behandeld kunnen worden, en die eigenlijk alleen het onderwerp kunnen -vormen van contracten. De canonieke wet, hoe fantastisch en onmogelijk zij ook in -vele van haar ontwikkelingen werd, drong tenminste aan op het natuurlijke en werkelijke -feit van het huwelijk als bovenal een lichamelijke vereeniging, terwijl ze, terzelfder -tijd dat huwelijk niet beschouwde als enkel een wereldlijk zakelijk contract, maar -als een geheiligde en verheven functie, een goddelijk feit, en het symbool van het -goddelijkste feit van de wereld. Tegenwoordig komen we terug tot de opvatting van -de Canonisten over het huwelijk op een hooger en vrijer plan, wij komen terug tot -de verheven beschouwing van de canonieke wet, terwijl we toch het individualisme behouden, -hetwelk de Puriteinen ten onrechte meenden dat zij konden verkrijgen op de basis van -verwereldlijking, terwijl wij verder erkennen, dat de geheele zaak behoort tot de -persoonlijke sfeer van moreele verantwoordelijkheid. Zooals Hobhouse, toen hij de -geschiedenis van de ontwikkeling der moderne huwelijks-opvatting naging, terecht gezegd -heeft, het sacramenteele denkbeeld van het huwelijk is weer voor den dag <span class="pagenum">[<a id="pb436" href="#pb436">436</a>]</span>gekomen, maar op een hooger niveau; “van een sacrament in den magischen zin is het -een sacrament in den ethischen zin geworden”. Zoo zullen wij komen, hoewel wij het -wettelijk nog niet bereikt hebben, tot het huwelijk, gevormd en in stand gehouden -door wederzijdsche toestemming, “een vereeniging tusschen twee vrije en verantwoordelijke -personen, waarbij de wettelijke rechten van beide verzekerd worden”<a class="noteref" id="xd29e10568src" href="#xd29e10568">52</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Sommigen meenen, dat men, als men het huwelijk beschouwt als een sacrament, dan ook -noodzakelijk het oude Katholieke gezichtspunt moet aannemen, dat belichaamd is in -de canonieke wet, dat het huwelijk onontbindbaar is. Dat is echter een vergissing. -Zelfs de Canonisten hebben nooit een samenhangende en steekhoudende reden kunnen opgeven -voor de onontbindbaarheid van het huwelijk; die zich met eenigen grond kon aanbevelen, -terwijl Luther en Milton en Wilhelm von Humboldt, die den godsdienstigen en heiligen -aard van de sexueele vereeniging staande hielden—hoewel ze voorzichtig waren met het -gebruiken van het woord “sacrament” met het oog op wat er in de kerk onder begrepen -wordt—wel verre van te meenen, dat de heiligheid ervan onontbindbaarheid in zich sloot, -in den tegenovergestelden zin spraken. Dit gezichtspunt kan zelfs van zuiver Protestantsch -standpunt verdedigd worden. “Ik meen”, zegt Mr. G. C. Maberly, “dat de definitie van -het <span lang="en">Prayer <a id="xd29e10581"></a>Book</span> van een sacrament “als een uiterlijk en zichtbaar teeken van een innerlijke <a id="xd29e10584"></a>en geestelijke genade”, algemeen aangenomen wordt. In het huwelijk zijn de wettige -en physieke vereenigingen de uiterlijke en zichtbare teekenen, terwijl de innerlijke -en geestelijke genade is de door God gegeven liefde, die maakt, dat de vereeniging -van hart en ziel is: en juist omdat ik dit gezichtspunt over het huwelijk inneem, -meen ik, dat de wettige en physieke vereeniging moest verbroken worden, telkens als -de geestelijke vereeniging van onzelfzuchtige, goddelijke liefde en toegenegenheid -opgehouden heeft te bestaan. Het schijnt mij toe, dat de sacramenteele beschouwing -van het huwelijk ons dwingt te zeggen, dat zij, die de wettelijke en lichamelijke -vereeniging voortzetten als de geestelijke vereeniging opgehouden heeft te bestaan, -bezig zijn—om nog eens uit het <span lang="en">Prayer Book</span> woorden aan te halen, die van toepassing zijn op hen, die het uiterlijke teeken nemen -van een ander sacrament, als de innerlijke en geestelijke genade niet aanwezig is—“hun -eigen verdoemenis te eten”.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span></p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als we van het standpunt, dat we nu bereikt hebben, terugzien op de echtscheidingskwestie, -dan zien we, naarmate de moderne wijzen van beschouwing van de moderne huwelijksverhoudingen -duidelijker door de gemeenschap beginnen erkend te worden, dat die kwestie enorm vereenvoudigd -zal worden. Als het huwelijk niet enkel een contract is, maar een wijze van zich gedragen, -en zelfs een heilige daad, is het vrije deelnemen van beide partijen noodig om het -in stand te houden. Het denkbeeld in te voeren van misdaad en straf bij de echtscheiding, -het aanmoedigen van wederzijdsche beschuldigingen, het aan de wereld openbaren van -de geheimen van het hart of van de zinnen, is niet alleen immoreel, het is ten eenenmale -misplaatst. In de kwestie: wanneer een huwelijk opgehouden heeft een huwelijk te zijn, -kunnen de twee betrokken partijen alleen de opperste rechters zijn; de Staat, als -<span class="pagenum">[<a id="pb437" href="#pb437">437</a>]</span>de Staat er bij geroepen wordt, kan alleen de uitspraak opteekenen, die zij doen, -en kan er alleen op letten, dat er geen onrechtvaardigheid geschiedt bij het ten uitvoer -brengen van de uitspraak<a class="noteref" id="xd29e10596src" href="#xd29e10596">53</a>. -</p> -<p>Toen we in het vorige hoofdstuk de richting bespraken, waarin de sexueele moraal neiging -heeft zich te ontwikkelen met de ontwikkeling van de beschaving, kwamen we tot de -conclusie, dat ze in haar hoofdlijnen vooral persoonlijke verantwoordelijkheid in -zich sloot. Een verhouding, die onder natuurvolken vastgelegd is door een maatschappelijke -gewoonte, die niemand durft te breken, en op een hooger trap van beschaving door vormelijke -wetten, die naar de letter moeten opgevolgd worden, zelfs als ze gebroken worden naar -den geest, wordt langzamerhand overgebracht in de sfeer van individueele moreele verantwoordelijkheid. -Zulk een overdracht heeft natuurlijk geen beteekenis, en is zelfs onmogelijk, tenzij -de toenemende kracht van den moreelen band vergezeld gaat van een toenemende kracht -van den vormelijken band. Alleen door het losser maken van de kunstmatige beperkingen -kunnen de natuurlijke beperkingen hun volle heerschappij uitoefenen. Dat proces heeft -plaats op twee wijzen, voor een deel op een basis van onverschilligheid voor het vormelijke -huwelijk, die de massa overal gekenmerkt heeft en ongetwijfeld teruggaat tot de tiende -eeuw voordat de overheersching van het kerkelijke huwelijk begon, en voor een deel -door de vooruitgaande wijziging van de huwelijkswetten, die noodzakelijk gemaakt werden -door de behoeften van de bezittende klassen, die er op uit waren de staatserkenning -van hun vereenigingen te verzekeren. Het geheele proces is noodzakelijk een geleidelijk -en zelfs onmerkbaar proces. Het is niet mogelijk de bepaalde data vast te stellen -van de stadiën, waarlangs de Kerk de enorme revolutie bewerkte, waardoor zij verkreeg -en eindelijk aan den Staat overdroeg de volkomen contrôle op het huwelijk, want die -revolutie werd bewerkt zonder inmenging van eenige wet. Het zal even moeilijk zijn -het overgaan te bemerken van de contrôle op het huwelijk van den Staat op de betrokken -individuen, en nog des te moeilijker omdat, hoewel het essentieele en intieme persoonlijke -feit van het huwelijk niet een eigenlijke zaak is voor contrôle van den Staat, er -toch bepaalde kanten zijn aan het huwelijk, die zoo nauw de belangen van de gemeenschap -raken, dat de Staat verplicht is er op aan te dringen, dat ze opgeschreven worden -en om aandeel te nemen in de regeling ervan. -<span class="pagenum">[<a id="pb438" href="#pb438">438</a>]</span></p> -<p>Er wordt soms gezegd, dat het resultaat van het losser maken van de vormelijke gebondenheid -van de huwelijksverhouding zou zijn een neiging tot moreele laksheid. Zij, die dit -zeggen, zien het feit over het hoofd, dat laksheid neiging heeft haar maximum te bereiken -als resultaat van gebondenheid, en dat daar, waar de strenge enkel uiterlijke autoriteit -van een star huwelijk overheerschend is, de uitersten van ongebondenheid het meest -bloeien. Het is, om dezelfde reden, ook ontwijfelbaar waar, dat ieder plotseling wegnemen -van beperkingen noodzakelijk een reactie met zich brengt naar het tegenovergesteld -uiterste van losbandigheid; een slaaf wordt niet ineens veranderd in een zelfstandigen -vrije. Toch moeten we ons herinneren, dat de huwelijksorde bestond duizende jaren -voordat er eenige poging gedaan werd om ze door menschelijke wetgeving in willekeurige -vormen te kneden. Zulk een wetgeving was, naar we gezien hebben, de poging van den -menschelijken geest om de eischen van zijn eigen instincten met meer nadruk te bevestigen. -Maar het eindresultaat ervan is, dat ze de instincten, die ze geïnspireerd hebben, -eerder verstikt en tegenhoudt dan dat zij ze bevordert. Het geleidelijk verdwijnen -ervan geeft aan de natuurlijke orde vrij baan<a class="noteref" id="xd29e10610src" href="#xd29e10610">54</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De groote waarheid, dat dwang niet werkelijk een kracht is aan den kant van de deugd, -maar aan den kant van de ondeugd, is duidelijk erkend geworden door het genie van -Rabelais, toen hij van zijn idealen maatschappelijken staat, de Abdij van Thelema, -zeide, dat er maar één paragraaf was in het geheele reglement: <span lang="fr">Fay ce que vouldras</span>. “Omdat” zeide Rabelais (Boek I, hoofdst. VII), “vrije menschen, die van goede geboorte -en wel opgevoed zijn, en die zich in goede gezelschappen bewegen, van nature een instinct -hebben en een drang, die hen tot deugdzame daden dwingt en hen van de ondeugd terughoudt. -Indien deze zelfde menschen door lage onderwerping en dwang ten onder gebracht zijn -en ten onder gehouden worden, dan keeren zij zich af van die edele gezindheid, waarin -ze vrijwillig geneigd waren tot de deugd, om dien band der dienstbaarheid af te schudden -en te verbreken”. Zoo dat, als een man en vrouw, die onder den regel van Thelema geleefd -hadden, elkander huwden, hun wederzijdsche liefde, naar Rabelais ons vertelt, onverminderd -voort zou duren tot den dag van hun dood. -</p> -<p>Als het verlies van autonome vrijheid niet leidt tot losbandigen opstand, loopt ze -het tegenovergestelde gevaar en heeft neiging om te worden een zwak zich verlaten -op een uiterlijken steun. De kunstmatige steun van de regeling van het huwelijk van -Staatswege gelijkt dan op den kunstmatigen steun van het lichaam, die geleverd wordt -door het dragen van het corset. De redenen voor en tegen het aannemen van een kunstmatigen -steun zijn in beide gevallen dezelfde. Een corset geeft werkelijk een gevoel van steun; -het geeft zonder moeite een tamelijk bevredigend uiterlijk van fatsoen; het is een -werkelijke bescherming tegen ongevallen. Maar de prijs, ten koste waarvan het dit -voordeel geeft, is groot, en de voordeelen zelf bestaan alleen maar onder onnatuurlijke -omstandigheden. Het corset belemmert den vorm en de gezonde ontwikkeling van de organen; -het verzwakt het stelsel der vrije spieren; het is onbestaanbaar met volmaakte gratie -en schoonheid; het vermindert de som van de actieve energie, Het oefent, om kort te -gaan, dezelfde <span class="pagenum">[<a id="pb439" href="#pb439">439</a>]</span>soort van invloed uit op de physieke verantwoordelijkheid als het vormelijk huwelijk -op de moreele verantwoordelijkheid. -</p> -<p>Het is maar al te dikwijls vergeten, en moet daarom herhaald worden, dat getrouwde -menschen niet te zamen blijven terwille van den een of anderen godsdienstigen of wettelijken -band; die band is alleen maar het historisch gevolg van hun natuurlijke neiging om -tezamen te blijven, een neiging, die zelf veel ouder is dan de geschiedenis. “De liefde -zou nu nog in de wereld bestaan, even rein en even duurzaam”, zegt Shufeldt (<i lang="en">Medico-Legal Journal</i>, Dec. 1897), “als de mensch nooit het “huwelijk” had uitgevonden. Waarlijk verwante -paren zouden <span class="corr" id="xd29e10628" title="Bron: elkanker">elkander</span> trouw gebleven zijn zoo lang het leven duurde. Eerst als de menschen trachten de -natuur te verbeteren, treden misdaad, ziekte en ongeluk op”. “Het afschaffen van het -huwelijk in den vorm, zooals die nu in praktijk gebracht wordt”, schreef Godwin meer -dan een eeuw geleden (<i lang="en">Political Justice</i>, tweede uitgave, 1796, deel I p. 248), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>zal met geen nadeelen gepaard gaan. Wij zijn geneigd het ons voor te stellen als de -voorbode van brutalen lust en verdorvenheid. Maar het gebeurt in dit geval werkelijk, -evenals in andere gevallen, dat de positieve wetten, die gemaakt zijn om onze ondeugden -in bedwang te houden, die juist aanwakkeren en vermeerderen”. En waar Professor Law -aandringt op de kracht van het monogamisch gevoelen in de moderne maatschappij, merkt -hij naar waarheid op (<i lang="en">International Journal of Ethics</i>, Oct. 1896), dat de opstand tegen strakke huwelijksbanden “in werkelijkheid berust -juist op het strakker maken van de ware banden van huwelijksgenegenheid, te zamen -met een redelijke en volkomen gepaste vastberadenheid van den kant van het individu -om, in een zoo belangrijke zaak, niets minder dan het echte artikel aan te nemen”. -“Als op eenmaal”, zegt Professor Woods Hutchinson (<i lang="en">Contemporary Review</i>, Sept. 1905), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>alle huwelijksbanden, die nu bestaan, verbroken of voor onwettig verklaard werden, -dan zouden acht tiende van alle paren binnen de acht-en-veertig uur hertrouwd zijn, -en zeven tiende zouden met bajonetten niet uit elkaar gehouden kunnen worden”. Een -proef van deze soort op kleine schaal was in 1909 te zien in een Engelsch dorp in -Buckinghamshire. Er werd ontdekt dat de kerk van het kerspel nooit vergunning gekregen -had voor het sluiten van huwelijken, en dat dus alle menschen, die in die kerk in -de laatste halve eeuw getrouwd waren, door geen wettig huwelijk gebonden waren. Toch -maakte, voor zoover als men te weten kon komen, geen enkel van de paren, die zoo bevrijd -waren van den wettelijken dwang van het huwelijk, gebruik van de verkregen vrijheid. -Gezien zulk een feit is het werkelijk onmogelijk eenige moreele waarde te hechten -aan den vorm van het huwelijk.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is zeker onvermijdelijk, dat in een periode van overgang, de natuurlijke orde -tot zekere hoogte verstoord wordt door het blijven bestaan, zij het dan in een verminderden -vorm, van uiterlijke banden, waarvan men bewust begint te erkennen, dat ze vijandig -zijn aan de gebiedende heerschappij van individueele moreele verantwoordelijkheid. -Dit kunnen we tegenwoordig duidelijk opmerken. Een overgevoelige angst om te ontsnappen -aan uiterlijken dwang brengt met zich een onderschatten van de beteekenis van persoonlijke -beperking in de huwelijksverhouding. Iedereen kent waarschijnlijk wel gevallen, waarin -een paar jarenlang te zamen zal leven zonder den wettigen huwelijksband aan te gaan, -niettegenstaande moeilijkheden in hun wederzijdsche verhouding, die al lang aanleiding -zouden hebben gegeven tot een scheiding van tafel en bed of tot een echtscheiding, -als zij wettig getrouwd waren geweest. Als de moeilijkheden, die onafscheidelijk verbonden -<span class="pagenum">[<a id="pb440" href="#pb440">440</a>]</span>zijn aan de huwelijksverhouding, gecompliceerd worden door de moeilijkheden, die komen -door uiterlijken dwang, dan slaat de ontwikkeling van de moreele verantwoordelijkheid -twee wegen in, en voert tot gevolgen, die niet geheel bevredigend zijn. Dit heeft -men gezien in de Vereenigde Staten van Amerika en er is door Amerikaansche denkers -reeds dikwijls de aandacht op gevestigd. Het is natuurlijk voornamelijk in vrouwen -opgemerkt, omdat de nieuwe groei van persoonlijke vrijheid en moreele verantwoordelijkheid -zich onder de vrouwen voornamelijk heeft doen gevoelen. Het eerste ontstaan van deze -nieuwe impulsen, vooral als ze samengaan, wat zoo dikwijls gebeurt, met onervarenheid -en onwetendheid, voert tot ontevredenheid met de natuurlijke orde, tot een eisch van -onmogelijke bestaansvoorwaarden, en tot een ongeschiktheid niet alleen voor de willekeurige -banden van de wet, maar zelfs voor de gezonde en noodzakelijke banden van het menschelijk -maatschappelijk leven. Het is altijd een harde les voor jonge en idealistische menschen, -dat wij, om de natuur te beheerschen, haar moeten gehoorzamen; dit kan alleen geleerd -worden door aanraking met het leven en door het bereiken van den vollen menschelijken -wasdom. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Dr. Felix Adler vestigde (in een toespraak in de <span lang="en">Society of Ethical Culture</span> in New-York, Nov. 17, 1889) de aandacht op wat hij beschouwde als de diepst gewortelde -oorzaak van een overmatig voorkomen van echtscheiding in Amerika. “Het valsche denkbeeld -van individueele vrijheid wordt in Amerika algemeen aangenomen”, en als het wordt -toegepast op het familieleven, voert het dikwijls tot ongeduld met de plichten, die -het individu òf door zijn geboorte heeft gekregen òf vrijwillig op zich heeft genomen. -“Ik ben geneigd te gelooven, dat de veelvuldigheid van de echtscheiding in geen geringe -mate moet worden toegeschreven aan den invloed van democratische denkbeelden—dat is -van valsche democratische denkbeelden—en onze hoop is gevestigd op een hoogere en -meer ware democratie”. Een latere Amerikaansche auteur, ditmaal een vrouw, Anna A. -Rogers (“<span lang="en">Why American Marriages Fail</span>”, <i lang="en">Atlantic Monthly</i>, Sept., 1907) spreekt in denzelfden geest, misschien op minder geschikte wijze. Zij -zegt, dat echtscheidingen in Amerika zooveel voorkomen om drie redenen: 1. het niet -begrijpen van de vrouw, dat het huwelijk haar werk is in de wereld; 2. haar aangroeiend -individualisme; 3. het verlies van de kunst om te geven, die vervangen is door een -zeer ontwikkelde neiging om te ontvangen. De Amerikaansche vrouw, zegt deze schrijfster, -heeft bij het ontdekken van haar eigen individualiteit nog niet geleerd hoe ze die -beheerschen moet; die individualiteit is nog “in hooge mate een nuttelooze, onrustige -factor die haarzelf even weinig vrede brengt als de in haar onmiddellijke nabijheid -levende personen”. Haar omstandigheden hebben neiging van haar te maken “een merkwaardig -afwijkende bastaardvorm; een tusschending tusschen een prachtigen, tamelijk ongemanierden -jongen en een bedorven veeleischende <i lang="fr">demi-mondaine</i>, die in deze wereld van niemand oprecht houdt dan van zichzelf alleen”. Zij heeft -nog niet geleerd, dat het hoogste vrouwenwerk in de wereld alleen bereikt kan worden -door het vrijwillig aannemen van de beperkingen van het huwelijk. Dezelfde schrijver -voegt er bij, dat de fout niet alleen berust bij de Amerikaansche vrouwen, maar ook -bij de Amerikaansche mannen. Hun vergoding van hun vrouwen is grootendeels de oorzaak -van die onverdraagzaamheid en zelfzucht, die de oorzaak zijn van zooveel echtscheidingen; -“Amerikaansche vrouwen worden, als regel, buitensporig vertroeteld en vereerd”. <span class="pagenum">[<a id="pb441" href="#pb441">441</a>]</span>Maar de mannen, die zich hiertoe leenen, voelen niet, dat zij hun vrouwen kunnen behandelen -met dezelfde kameraadschappelijkheid, waarmee de Franschen hun vrouwen behandelen, -of met hetzelfde vertrouwen haar raad zoeken; de Amerikaansche vrouw is op een onwerkelijk -voetstuk geplaatst. Toch wijst een ander Amerikaansch schrijver er op (Rafford Pyke, -“<span lang="en">Husbands and Wives</span>”, <i lang="en">Cosmopolitan</i>, 1902), dat maar een klein deel der Amerikaansche huwelijken werkelijk ongelukkig -is, en dat dat voornamelijk in de meer beschaafde standen voorkomt, waar de vrouwenbeweging -ingang vindt; het komt meer voor, dat de vrouw teleurgesteld is in het huwelijk dan -de man, en dit komt voornamelijk doordat zij niet in staat is haar individualiteit, -niet noodzakelijk ondergeschikt te maken aan, maar te doen opgaan in een evenboortige -met de zijne. “Het huwelijk wordt tegenwoordig in zijn succes meer en meer afhankelijk -van de aanpassing aan omstandigheden, die psychisch zijn. Terwijl het in vroegere -generaties voldoende was, dat een vereeniging physiek wederkeerig zou zijn, moet ze -in onze eeuw ook psychisch wederkeerig zijn. En terwijl vroeger de gemeenschap van -de belangen gemakkelijk bereikt werd, wordt dat nu veel moeilijker doordat de vrouwen -van tegenwoordig niet geneigd zijn haar afzonderlijke persoonlijkheid te doen opgaan -in die van haar man. En toch, als zij dit niet doet, hoe kan ze dan een volkomen en -volmaakte belangstelling hebben in het te zamen leven, en hoe kan hij dat hebben?” -</p> -<p>Professor Münsterburg, de beroemde psycholoog, die zich op een breeder standpunt plaatst -in zijn vrijmoedige, maar waardeerende studie van Amerikaansche instellingen, <i lang="en">The Americans</i>, wijst er op, dat de invloed van de vrouwen op de moraal in Amerika niet in alle -opzichten bevredigend geweest is, in zooverre ze neiging heeft gehad ondiepheid en -oppervlakkigheid aan te moedigen. “De Amerikaansche vrouw, die nauwelijks een greintje -opvoeding heeft”, merkt hij op (p. 587), “is dadelijk klaar met een oordeel over ieder -mogelijk onderwerp … De aanmatiging van dit vrouwelijk gebrek aan kennis is het symptoom -van een diepen trek in het vrouwelijk karakter en in de vrouwelijke ziel, en wijst -op gevaren, die voortkomen uit het overheerschen van de vrouw in het intellectueele -leven … En in geen ander beschaafd land worden ethische opvattingen zoo verteerd door -bijgeloof”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zooals we gezien hebben wordt het huwelijk, volgens de moderne opvattingen, als een -vrijwillige vereeniging erkend, die door twee vrije, gelijke, en moreel verantwoordelijke -persoonlijkheden aangegaan wordt; men beschouwt die vereeniging eer als een ethisch -sacrament dan als een contract, zoodat het in zijn wezen, als physieke en geestelijke -band buiten de sfeer van de handelingen van den staat ligt. Het is noodig geweest -dit punt uit te werken, voordat wij komen aan wat aan velen een totaal er aan tegenovergesteld -gezichtspunt van het huwelijk zal toeschijnen. Als de huwelijksvereeniging zelf geen -zaak kan zijn voor een contract, zoo leidt ze toch natuurlijk tot een feit, dat noodzakelijkerwijze -een zaak is van een implicite of explicite overeenkomst, een zaak bovendien, waarbij -de gemeenschap in haar geheel een werkelijk en gepast belang heeft: dat is het feit -van de voortplanting<a class="noteref" id="xd29e10682src" href="#xd29e10682">55</a>. -</p> -<p>De oude Egyptenaren—bij wie de huwelijksinstellingen zoo <span class="pagenum">[<a id="pb442" href="#pb442">442</a>]</span>elastisch waren en de positie der vrouwen zoo hoog—erkenden een voorloopige en lichte -huwelijksband, met het doel de vruchtbaarheid te onderzoeken<a class="noteref" id="xd29e10689src" href="#xd29e10689">56</a>. Bij ons treft de wet zulke vaderlijke maatregelen niet, zij laat aan de jonge paren -zelf de verantwoordelijkheid over voor alle eventueele proeven, een permissie, waarvan -deze paren, zooals we gezien hebben, in ruime mate gebruik maken, terwijl ze gewoonlijk -het wettelijk huwelijk sluiten vóor de geboorte van hun kind. Die wettelijke band -is de erkenning, dat het inleiden van een nieuw individu in de gemeenschap niet, als -de sexueele vereeniging, uitsluitend een persoonlijk feit is, maar dat het een maatschappelijk -feit is, een feit, dat den staat wel moet aangaan. En hoe meer wij onderzoek doen -naar de neiging van de moderne huwelijksbeweging, des te meer zullen we erkennen, -dat de houding van vrijheid, van individueele moreele verantwoordelijkheid bij het -vormen van sexueele verhoudingen gecompenseerd moet worden door een houding van gestrengheid, -van nauwgezet maatschappelijk toezicht in de kwestie van de voortplanting. Twee personen, -die een erotische verhouding aangaan, zijn, als zij tot de overtuiging komen dat hun -verhouding een werkelijk huwelijk is, dat zijn natuurlijk doel heeft in de voortplanting, -verplicht een contract te onderteekenen, dat, hoewel het henzelf persoonlijk vrij -laat, toch hen allebei moet binden aan hun plichten jegens hun kinderen<a class="noteref" id="xd29e10695src" href="#xd29e10695">57</a>. -</p> -<p>Er is een dubbele noodzakelijkheid voor zulk een handelwijze, zelfs afgezien van het -feit, dat het in de hoogste mate in het belang van de ouders zelf is. Het is noodig -in het belang van het kind. Het is noodig in het belang van den staat. Een kind kan -opgevoed worden, en goed opgevoed, door een van de ouders, die daartoe in staat is. -Maar om een kind voldoende toe te rusten voor zijn intrede in het leven, zijn de beide -ouders even noodig. De Staat van zijn kant—dat is te zeggen, de gemeenschap, waarvan -de ouders en het kind gelijkelijk deel uitmaken—is verplicht te weten wie de personen -zijn, die borgen zijn geworden voor een nieuw individu, dat nu in hun midden is ingeleid. -De meest individualistische en de meest socialistische <span class="pagenum">[<a id="pb443" href="#pb443">443</a>]</span>Staat zijn gelijkelijk verplicht, als ze trouw zijn aan hun belangen, zoowel hun biologische -als hun economische belangen, aan te dringen op het volle wettige en erkende ouderschap -van den vader en de moeder van ieder kind. Dat wordt duidelijk geëischt door het belang -van het kind; het wordt ook duidelijk geëischt door het belang van den Staat. -</p> -<p>De slagboom, die zich in het Christendom tegenover de natuurlijke erkenning van dit -feit gesteld heeft, dat zoo schadelijk is zoowel voor het kind als voor den staat, -is klaarblijkelijk de starheid van het huwelijkssysteem geweest, meer speciaal zooals -het door de canonieke wet gevormd is. De Canonisten hechtten een waarlijk buitengewoon -groote waarde aan de <i lang="la">copula carnalis</i> zooals zij het technisch noemden. Voor hen lag het centrum van het huwelijk in de -vagina; voor hen had de aanwezigheid of de afwezigheid van een kind weinig belang. -De vagina is, zooals wij weten, niet altijd een even stevig centrum gebleken tot steun -van het huwelijk, en dat centrum wordt nu langzamerhand overgebracht op het kind. -Als wij ons van de Canonisten afwenden naar de geschriften van de modernen, zooals -Ellen Key, die zoo juist weergeeft wat in den laatsten tijd het meest karakteristiek -en essentieel is in de neigingen der huwelijksontwikkeling, dan schijnen we een nieuwe -wereld te zijn binnengetreden, zelfs een door nieuw licht bestraalde wereld. Want -“in de nieuwe sexueele moraal gaat het licht, evenals in Corregio’s <i lang="it">Notte</i>, uit van het kind”<a class="noteref" id="xd29e10716src" href="#xd29e10716">58</a>. -</p> -<p>Ongetwijfeld is deze verandering in ruime mate een zaak van gevoel, van, zooals we -soms minachtend zeggen, uitsluitend gevoel, hoewel er in de menschelijke zaken niets -zoo machtig is als dat gevoel, en de revolutie, bewerkt door Jezus, de latere revolutie, -bewerkt door Rousseau, waren voornamelijk revoluties in gevoel. Maar de verandering -is ook een zaak van de aangroeiende erkenning van belangen en rechten, en als zoodanig -openbaart ze zich in de wet. We kunnen er nauwelijks aan twijfelen, dat wij bezig -zijn een tijd te naderen, waarop algemeen begrepen zal worden, dat de intrede van -ieder kind in de wereld, zonder uitzondering, voorafgegaan behoorde te worden door -het vormen van een huwelijkscontract, dat, terwijl het op geenerlei wijze den vader -en de moeder aan plichten bindt, of aan eenige voorrechten jegens elkander, hen beiden -bindt aan hun kind en terzelfder tijd hun verantwoordelijkheid jegens den Staat verzekert. -Het is voor den Staat onmogelijk meer te krijgen, maar het moest hem onmogelijk zijn -minder te eischen. Zulk een contract “huwt” den vader en de moeder, voor zoover het -ouderschap van het individueele kind betreft, en in geen ander opzicht; het is een -contract, dat hun <span class="pagenum">[<a id="pb444" href="#pb444">444</a>]</span>verleden, tegenwoordige, of toekomstige verhoudingen jegens andere personen volkomen -onaangeroerd laat, anders zou het niet mogelijk zijn het af te dwingen. In alle deelen -van de wereld begint deze elementaire eisch van maatschappelijke moraal langzamerhand -erkend te worden, en daar hij invloed heeft op honderd duizenden kinderen<a class="noteref" id="xd29e10727src" href="#xd29e10727">59</a>, die jaarlijks gebrandmerkt worden als “onwettig” door geen daad van henzelf, kan -niemand zeggen, dat de erkenning te vroeg is gekomen. Tot nog toe schijnt ze nergens -volkomen te zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De meeste pogingen of voorstellen tot regeling der rechten van onwettige kinderen -hebben betrekking op het wettigen van vereenigingen van een minder bindenden graad -dan het tegenwoordige wettige huwelijk. Zulke vereenigingen zouden dan moeten dienen -om andere verkeerdheden tegen te gaan. Zoo zegt een Engelsch schrijver, die veel studie -gemaakt heeft van sexueele kwesties, in een particulieren brief: “Het beste geneesmiddel -voor de losbandigheid van ongetrouwde mannen en de geestelijke en lichamelijke ellenden -van onthouding bij vrouwen zou te vinden zijn in een erkend fatsoenlijk systeem van -vrije vereenigingen en proefhuwelijken, waarbij omgang met preventieve middelen in -praktijk gebracht wordt, totdat het paar oud genoeg is om ouders te worden, en totdat -zij voldoende middelen bezitten om een familie te onderhouden. Het vooruitzicht van -een bestaan zonder liefde is voor jonge mannen en vrouwen van een vurigen aard ondragelijk -en even verschrikkelijk als het vooruitzicht van pijnlijke ziekte en dood. Maar ik -denk, dat de oude orde van zaken binnen kort zal moeten veranderen”. -</p> -<p>In de Teutonische landen bestaat er een duidelijk te onderscheiden gevoelsstrooming -in de richting van het instellen van wettige vereenigingen van een lagere soort dan -het huwelijk. Zij bestaan in Zweden, evenals in Noorwegen, waar bij een onlangs uitgevaardigde -wet het onwettige kind aanspraak heeft op dezelfde rechten met betrekking tot beide -ouders als het wettige kind, den naam van den vader draagt, en zijn bezittingen erft -(<i lang="de">Die Neue Generation</i>, Juli, 1901, p. 303). In Frankrijk heeft de bekende rechter Magnard, die zoo eervol -bekend is door zijn houding in gevallen van kindermoord door jonge moeders, gezegd: -“Ik wilde van ganscher harte, dat naast de instelling van het huwelijk zooals het -nu bestaat, een vrije vereeniging bestond, gevormd door een enkele verklaring voor -een overheidspersoon en die bijna dezelfde familierechten gaf als het gewone huwelijk”. -Deze wensch heeft in ruimen kring weerklank gevonden. -</p> -<p>In China worden, hoewel polygamie in de strikte beteekenis niet kan gezegd worden -te bestaan, de belangen van het kind, de vrouw en de staat gelijkelijk beschermd door -den man in staat te stellen een soort bij-huwelijk aan te gaan met de moeder van zijn -kind. “Dank zij dit systeem”, zegt Paul d’Enjoy (<i lang="fr">La Revue</i>, Sept. 1905), “dat den man toestaat te trouwen met de vrouw, die hij wenscht, zonder -daarin verhinderd te worden door vorige en niet verbroken vereenigingen, is het te -begrijpen, dat we opmerken, dat er geen verleide en verlaten meisjes zijn, behalve -zulke, die geen wet zou kunnen redden van wat werkelijk aangeboren verdorvenheid is; -en dat er geen onwettige kinderen zijn, behalve zulke, wier moeders ongelukkigerwijze -dichter bij de dieren staan door haar zinnen, dan bij menschelijke wezens, door haar -verstand en waardigheid”. -</p> -<p>Het nieuwe wetboek van Japan, dat in vele opzichten zoo vooruitstrevend is, staat -toe, dat een onwettig kind “erkend” zal worden door het aangeven <span class="pagenum">[<a id="pb445" href="#pb445">445</a>]</span>bij den ambtenaar van den burgerlijken stand; als een getrouwd man zoo’n kind erkent, -dan schijnt het, dat het kind door zijn vrouw als haar eigen kan aangenomen worden, -hoewel het niet werkelijk gewettigd is. Deze stand van zaken vertegenwoordigt een -overgangsstadium; het kan nauwelijks gezegd worden, dat het de rechten erkent van -de moeder van het “erkende” kind. Japan, mogen we hier aan toevoegen, heeft het principe -aangenomen van de automatische wettiging door het huwelijk, van de kinderen die aan -het paar geboren zijn vóór het huwelijk. -</p> -<p>In Australië, waar vrouwen een grooter aandeel hebben in het maken en uitvoeren van -de wetten dan elders, begint men eenige belangstelling te wijden aan de rechten van -onwettige kinderen. Zoo kan in Zuid-Wales het vaderschap bewezen worden vòòr de geboorte, -en de vader zorgt (op bevel van de overheid) voor huisvesting een maand vòor en een -maand nà de geboorte, zoowel als voor de baker, den dokter, en voor kleeding, en stelt -een borg, dat hij zijn verplichtingen zal nakomen; na de geboorte betaalt hij, na -uitspraak van de overheidspersoon een wekelijksche som voor het onderhoud van het -kind. Een “ongehuwde” moeder kan ook zes maanden lang in een openbare instelling op -staatskosten onderhouden worden, om haar in staat te stellen zich aan haar kind te -hechten. -</p> -<p>Zulke bepalingen hebben zich ontwikkeld uit het in ruimen kring erkende recht van -de ongetrouwde vrouw om ondersteuning voor haar kind te eischen van zijn vader. In -Frankrijk echter, en in de wetboeken, die het Fransche voorbeeld volgen, is het wettelijk -niet geoorloofd navraag te doen naar het vaderschap van een onwettig kind. Het is -onnoodig te zeggen, dat zulk een wet even onbillijk is tegenover de moeder, als tegenover -het kind, als tegenover den staat. In Australië gaat de wet naar het tegenovergestelde, -zeker redelijker uiterste en staat zelfs aan de moeder, die meerdere minnaars gehad -heeft, toe, zelf uit te kiezen, wien ze verantwoordelijk wil stellen voor haar kind. -Het Duitsche wetboek kiest den middenweg, en komt alleen aan die ongetrouwde moeder -te hulp, die één minnaar heeft gehad. In al zulke gevallen echter is de hulp, die -gegeven wordt, alleen geldelijk; ze verzekert de moeder geen erkenning of respect, -en (naar Wahrmund naar waarheid gezegd heeft in zijn <i lang="de">Ehe und Eherecht</i>) is het nòg noodig aan te dringen op de “onvoorwaardelijke heiligheid van het moederschap, -dat, onder welke omstandigheden het ook voorkomt, aanspraak heeft op respect en bescherming -van de maatschappij”. -</p> -<p>We moeten hieraan toevoegen, dat, uit maatschappelijk gezichtspunt, het niet de sexueele -vereeniging is, die wettelijke erkenning behoeft, maar het kind, dat het product is -van die vereeniging. Het zou bovendien een hopelooze zaak zijn te trachten alle sexueele -verhoudingen te wettigen, maar het is betrekkelijk gemakkelijk alle kinderen te erkennen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er is in vroeger tijd veel geredetwist over den specialen vorm, dien het huwelijk -behoorde aan te nemen. Vele theoretici hebben hun vernuft ingespannen voor het uitvinden -en prediken van nieuwe en ongewone huwelijksschikkingen, als panacee voor maatschappelijke -nooden; terwijl anderen nog grootere energie hebben ten toon gespreid bij het bestrijden -van zulke voorstellen als revolutionair. We mogen al zulke besprekingen, van beide -zijden, als nutteloos beschouwen. -</p> -<p>In de eerste plaats zijn de huwelijksgewoonten veel te fundamenteel, veel te intiem -ingeweven met het wezen van het menschelijk, ja van het dierlijk samenleven, om ook -maar in de geringste mate geschokt te worden door de theorieën of de praktijken van -enkele <span class="pagenum">[<a id="pb446" href="#pb446">446</a>]</span>individuen of groepen van individuen. De monogamie—de min of meer langdurende cohabitatie -van twee individuen van verschillend geslacht—is het overheerschend type geweest van -de sexueele verhouding onder de hoogere werveldieren en wel het grootste gedeelte -van de geschiedenis der menschheid door. Dit wordt zelfs toegegeven door hen, die -meenen (zonder eenig redelijk bewijs), dat de mensch door een stadium gegaan is van -sexueele <span class="corr" id="xd29e10759" title="Bron: promiscuiteit">promiscuïteit</span>. Er zijn neigingen geweest tot varieeren in beide richtingen, maar in het hoogste -zoowel als in het laagste stadium is, voor zoover we zien kunnen, de monogamie de -heerschende regel. -</p> -<p>Het moet ook in de tweede plaats gezegd worden, dat het natuurlijk overheerschen van -de monogamie als normaal type van sexueele verhouding, geenszins variaties uitsluit. -Veeleer laat ze die toe. “Er is niets precies in de Natuur”, zooals Diderot zegt. -De lijn van de Natuur is een kromme, die slingert naar beide zijden van den norm. -Zulke slingeringen komen onvermijdelijk voor in harmonie met veranderingen van de -omgeving, en, ongetwijfeld, met eigenaardigheden van persoonlijke dispositie. Zoolang -geen willekeurige en enkel uiterlijke poging wordt gedaan om de Natuur te dwingen, -wordt de harmonie des levens in stand gehouden. Bij zekere soort van eenden worden, -als er mannetjes te veel zijn, polyandrische families gevormd, en dan zorgen de twee -mannetjes zonder <span class="corr" id="xd29e10765" title="Bron: jalouzie">jaloezie</span> voor hun vrouwtje, maar als de geslachten weer gelijk in aantal worden, wordt de -monogame orde weer ingesteld. De natuurlijke menschelijke afwijkingen van de monogamische -orde schijnen over het algemeen van dezen aard te zijn en ze schijnen in hooge mate -beïnvloed te worden door de maatschappelijke en economische omgeving. De meest gewone -variatie en degene, die het duidelijkst een biologischen grondslag heeft, is de neiging -tot polygynie, die in alle stadiën van de beschaving gevonden wordt, zelfs in een -niet erkenden en min of meer gemengden vorm in de hoogste beschaving<a class="noteref" id="xd29e10768src" href="#xd29e10768">60</a>. We moeten echter niet vergeten, dat erkende polygynie geen regel is, zelfs niet, -waar ze overheerschend is; ze wordt alleen maar toegestaan; er is nooit zoo’n overvloed -van vrouwen, dat meer dan enkele van de rijkere en meer invloedrijke personen meer -dan één vrouw kunnen hebben<a class="noteref" id="xd29e10771src" href="#xd29e10771">61</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb447" href="#pb447">447</a>]</span></p> -<p>Verder moet men in gedachte houden, dat een zekere elasticiteit van de formeele zijde -van het huwelijk, terwijl ze aan den eenen kant variaties toelaat van de algemeene -monogamische orde, waar die gezond zijn of noodig om het evenwicht in natuurlijke -toestanden te herstellen, aan den anderen kant zulke variaties in zooverre binnen -de perken houdt, als zij berusten op den storenden invloed van kunstmatige beperking. -Veel van de polygynie, en van de polyandrie ook, die tegenwoordig onder ons heerscht, -is een geheel kunstmatige en onnatuurlijke vorm van polygamie. Huwelijken, die op -een meer natuurlijke basis zouden ontbonden worden, kunnen wettelijk niet ontbonden -worden, en daarom nemen de betrokken partijen, in plaats van van deelgenoot te veranderen -en zoo de natuurlijke monogamische orde te bewaren, er andere deelgenooten bij en -voeren zoo een onnatuurlijke polygamie in. Er zullen altijd variaties zijn van de -monogame orde en de beschaving staat tegenover sexueele variaties geenszins vijandig. -Of we deze verhoudingen beschouwen als wettig of als onwettig, ze zullen er altijd -zijn; daar kunnen we zeker van zijn. De maatschappelijke wijsheid schijnt aan den -eenen kant de huwelijksverhouding buigzaam genoeg te zullen maken om deze afwijkingen -tot een minimum terug te brengen—niet omdat zulke afwijkingen uit hun aard slecht -zijn, maar omdat ze niet met geweld in het leven moesten geroepen worden—en aan den -anderen kant aan deze afwijkingen, als zij voorkomen in zoodanige mate erkenning te -zullen verschaffen, dat ze hun <span class="corr" id="xd29e10783" title="Bron: nadeelingen">nadeeligen</span> invloed verliezen en te zorgen, dat er rechtvaardigheid beoefend wordt jegens alle -betrokken partijen. Wij vergeten maar al te dikwijls, dat het feit dat wij zulke variaties -niet willen erkennen, alleen maar beteekent, dat wij in zulke gevallen een onwettige -permissie geven om onrechtvaardigheid te bedrijven. In die deelen van de wereld, waar -polygynie erkend wordt als een gepermitteerde variatie, is een man wettelijk gehouden -aan zijn natuurlijke verplichtingen jegens al zijn sexueele deelgenooten en jegens -de kinderen, die hij bij die deelgenooten heeft. In geen deel van de wereld is de -polygynie zoo overheerschend als in de Christelijke landen; in geen deel van de wereld -is het zoo gemakkelijk voor een man om te ontsnappen aan de verplichtingen, die hij -zich door de polygynie op den hals gehaald heeft. En doordat we een man in staat stellen, -zoo gemakkelijk te ontsnappen aan de verplichtingen van zijn polygame verhoudingen, -moedigen wij hem, als hij gewetenloos is, aan, om ze aan te gaan; wij stellen een -premie op de immoraliteit, die we uit de hoogte veroordeelen<a class="noteref" id="xd29e10786src" href="#xd29e10786">62</a>. Onze polygynie <span class="pagenum">[<a id="pb448" href="#pb448">448</a>]</span>bestaat niet wettelijk, en daarom kunnen de verplichtingen ervan ook geen wettig bestaan -hebben. Men zegt, dat de struisvogel zijn hoofd in het zand steekt om moeilijkheden -te ontloopen door te weigeren er naar te kijken; maar er is nog een bekend dier, dat -zoo doet, en het heet Mensch. -</p> -<p>Monogamie, in de fundamenteele biologische beteekenis, is de natuurlijke orde, waartoe -de meerderheid van de sexueele feiten altijd van nature zal vervallen, omdat ze de -verhouding is, die het meest gepast overeenkomt met alle physieke en geestelijke feiten, -die er bij behooren. Maar als we ons voor oogen stellen, dat sexueele verhoudingen -in de eerste plaats de menschen aangaan, die er bij betrokken zijn, en als we verder -weten, dat het belang van de maatschappij in zulke verhoudingen beperkt is tot de -kinderen, die zij voortbrengen, dan zullen we ook weten, dat het vaststellen bij de -wet van het aantal vrouwen, met wie een man sexueele gemeenschap zal hebben, en het -aantal mannen, waarmee een vrouw zich zal vereenigen onredelijker is dan het zou zijn -om bij de wet vast te stellen hoeveel kinderen zij zullen voortbrengen. De Staat heeft -het recht om te zeggen, of hij weinig burgers noodig heeft of veel; maar als hij tracht -het aantal sexueele verhoudingen van zijn leden te regelen, dan beproeft de Staat -een onmogelijke taak en maakt zich tevens schuldig aan een onbeschaamdheid. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er is altijd in zekere stadiën van de beschaving een neiging om aan te dringen op -een zuiver formeele en uiterlijke eenvormigheid, en een daarmee overeenkomend onvermogen -om te zien, niet alleen dat zulk een eenvormigheid onwerkelijk is, maar dat ze ook -een nadeelige uitwerking heeft, in zooverre ze weldadige variaties uitsluit. De neiging -is geenszins beperkt tot de sexueele sfeer. In Engeland is er bij voorbeeld een neiging -om bouwwetten te maken, die wat de huizen betreft, allerlei bepalingen opleggen, die -in theorie weldadig zijn, maar die in de praktijk verkeerde uitwerking hebben, omdat -zij vele eenvoudige en uitstekende menschelijke woonplaatsen absoluut onwettig maken, -alleen omdat zulke woonplaatsen niet beantwoorden aan bepalingen, die, onder sommige -omstandigheden niet alleen onnoodig zijn, maar kwaad stichten. -</p> -<p>Variatie is een feit, dat zal bestaan of wij het willen of niet; ze kan alleen gezond -worden als we ze erkennen en toestaan. Misschien moeten we zelfs wel erkennen, dat -het een duidelijker sprekende neiging is in de beschaving dan in meer primitieve maatschappelijke -stadiën. Zoo zegt Gerson (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Sept., 1908, p. 538), dat, evenals de beschaafde mensch niet tevreden kan zijn met -het ruwe en eentonige voedsel, waar de boer tevreden mee is, het in sexueele zaken -evenzoo gaat; de boerenjongen en het boerenmeisje zijn <span class="pagenum">[<a id="pb449" href="#pb449">449</a>]</span>in hun sexueele verhoudingen bijna altijd monogaam, maar beschaafde menschen, met -hun meer veelzijdige gevoelige smaak, hebben neiging om naar verandering te snakken. -Senancour (<i lang="de">De l’Amour</i>, deel II, “<span lang="fr">Du Partage</span>”, p. 127) schijnt de mogelijkheid aan te nemen van huwelijks-variaties, zooals van -het samen deelen van een vrouw, mits er niets gedaan wordt om naijver op te wekken, -of om nadeel toe te brengen aan de reinheid der ziel. Lecky verklaarde aan het eind -van zijn <i lang="en">History of European Morals</i>, dat hij geloofde, dat, terwijl de duurzame vereeniging van twee personen het normale -en overheerschende type is van het huwelijk, er geenszins uit volgt, dat dit, in het -belang der maatschappij, de eenige vorm zou zijn. Evenzoo zegt Remy de Goncourt (<i lang="fr">Physique de l’Amour</i>, p. 186), die toch constateert, dat het paar de natuurlijke huwelijksvorm is en de -duurzame verlenging ervan een voorwaarde van menschelijke superioriteit, dat de duurzaamheid -van de vereeniging slechts met moeite kan worden tot stand gebracht. Zoo zegt ook -Prof. W. Thomas (<i lang="en">Sex and Society</i>, 1907, p. 193), die de monogamie beschouwt als dienstbaar aan maatschappelijke doeleinden: -“Van het biologisch standpunt gesproken beantwoordt de monogamie in den regel niet -aan de voorwaarden van de hoogste prikkeling, omdat hier de problematische en bedriegelijke -elementen tot zekere hoogte verdwijnen, en het voorwerp van de belangstelling zoo -gewoon is geworden voor het bewustzijn, dat gevoelsreacties gewijzigd worden. Dit -is de oorspronkelijke verklaring van het feit, dat getrouwde mannen en vrouwen zoo -dikwijls belangstelling gaan voelen voor anderen dan hun deelgenooten in het huwelijk”. -</p> -<p>Pepys, wiens onbewuste zelf-analyse zoo vele psychologische neigingen uitmuntend illustreert, -toont duidelijk aan hoe—door een gevoelslogica, dieper dan eenige intellectueele logica—de -toewijding aan de monogamie bestaat naast een onweerstaanbaren hartstocht voor sexueele -verandering. Met een voortdurend terugkomende grillige aantrekking tot een lange reeks -van vrouwen, behoudt hij doorloopend een diepe en onveranderlijke genegenheid voor -zijn beminnelijke jonge vrouw. In de intimiteit van zijn <i lang="en">Diary</i> verwijst hij dikwijls naar haar in woorden, die niet geveinsd kunnen zijn; hij geniet -van haar gezelschap; hij is zeer precies op haar kleeding; hij verheugt zich zeer -in haar vorderingen in de muziek, en besteedt veel geld aan haar opvoeding; hij is -bepaald jaloersch als hij haar in gezelschap vindt van een man. Zijn bijkomende verhoudingen -met andere vrouwen komen onweerstaanbaar weer voor, maar hij wenscht ze in het geheel -niet van langen duur te maken of toe te staan, dat ze hem te zeer in beslag nemen. -Pepys vertegenwoordigt een gewoon type van den beschaafden “monogamist”, die volkomen -oprecht is en ten zeerste overtuigd in zijn pleidooi voor de monogamie, zooals hij -ze begrijpt, maar die toch tevens gelooft en ook handelt naar het geloof, dat de monogamie -geenszins de behoefte aan sexueele variatie uitsluit. Het gezegde van Lord Morley -(<i>Diderot</i>, deel II, p. 20), dat “de man van instinct polygaam is”, kan in zijn geheel niet -aangenomen worden, maar als wij het zoo uitleggen, dat het beteekent, dat de man een -instinctief monogaam dier is met een bijkomenden wensch naar sexueele variatie, dan -is er veel ten gunste daarvan te zeggen. -</p> -<p>Vrouwen moeten even vrij zijn als mannen om haar eigen liefdeleven te vormen. Velen -meenen echter, dat zulk een vrijheid van de zijde der vrouwen uitgeoefend zal of moest -worden binnen nauwer grenzen (zie b.v., Bloch, <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, hoofdst. X). Voor een deel meent men, dat deze beperking berust op een grooter geabsorbeerd -zijn van de vrouw in de taak van de geboorte en de opvoeding van de kinderen, en voor -een deel aan een geringeren omvang van psychische activiteit. <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Een man<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, zegt G. Hirth, (<i lang="de">Wege zur Liebe</i>, p. 342), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>heeft niet alleen in zijn intellectueele horizon plaats voor zeer verschillende belangen, -maar zijn macht van erotische uitzetting is veel grooter en meer onderscheiden dan -die van vrouwen, hoewel hij misschien niet de intimiteit en de diepte van de toewijding -van een vrouw heeft”. We <span class="pagenum">[<a id="pb450" href="#pb450">450</a>]</span>mogen wel zeggen, dat, daar variaties in de sexueele orde onvermijdelijk zullen plaats -vinden hetzij we ze erkennen en er gezag aan toekennen of niet, er waarschijnlijk -geen schade gedaan wordt als we het gewicht van maatschappelijk en wettig gezag gebruiken -aan den kant, die gewoonlijk beschouwd wordt als de beste, en, voor zoover als mogelijk -is den anderen kant met schande bedekken. Er zijn vele duidelijk in het oog springende -fouten in zulk een houding, afgezien van het in de hoogste mate belangrijke feit, -dat het hechten van schande aan sexueele verhoudingen een verachtelijke wreedheid -is tegenover de vrouwen, die onvermijdelijk degenen zijn, die er het meest onder lijden. -Niet het minst van belang is de onrechtvaardigheid en het belemmeren van levensenergie, -die het aan de betere en meer nauwgezette menschen bezorgt ten gunste van de minder -goede en minder nauwgezette. Dit gebeurt altijd als het gezag zijn macht uitoefent -ten voordeele van een vorm. Toen in de dertiende eeuw Alexander III—een van de grootste -en machtigste heerschers, ten tijde van het Christendom geconsulteerd werd door den -bisschop van Exeter over ondergeschikte geestelijken, die trouwden ondanks ’t verbod -van de kerk, raadde de paus hem, onderzoek te doen naar het leven en het karakter -van de overtreders; als zij geregelde gewoonten hadden en een ernstigen moraal, dan -moesten ze met geweld gescheiden worden en hun vrouwen moesten weggejaagd worden; -als zij mannen waren van bekend onordelijken aard, dan moest hun toegestaan worden -hun vrouwen bij zich te houden, als ze dat wenschten (Lea, <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>, derde uitgave, deel I, p. 396). Het was een slimme politiek, en ze werd ook elders -door denzelfden paus gevolgd, maar het is gemakkelijk te zien, dat ze indruischt tegen -de moraal in iedere beteekenis van het woord. Ze verwoestte het geluk en de werkkracht -van de beste mannen; ze liet de slechtste mannen volkomen vrij. Nu zijn we volkomen -bereid om de verkeerde resultaten van deze politiek te erkennen; ze werd aanbevolen -door een paus en zeven honderd jaar geleden ten uitvoer gebracht. Toch brengen we -in Engeland tegenwoordig precies dezelfde politiek in praktijk door middel van onze -echtscheidingsbepalingen, die in ruimen kring worden rondgestrooid. Geen van de paren, -die gescheiden zijn—en die nooit op het coelibaat getraind zijn als de Katholieke -geestelijkheid van tegenwoordig—mag weer trouwen; in werkelijkheid bevelen we de meer -nauwgezette onder hen om celibatairs te worden, en aan de minder nauwgezette geven -wij de permissie om te doen wat ze willen. Dit proces wordt uitgevoerd ten gevolge -van de traagheid van de gemeenschap in het algemeen, en als het ooit gebeurt, dat -er argumenten voor aangehaald worden, dan zijn die van een zoo verouderden aard, dat -ze alleen maar een medelijdenden glimlach kunnen te voorschijn roepen. -</p> -<p>We mogen hier aan toevoegen, dat er nog een reden is, waarom het brandmerken van sexueele -variaties van den norm als “immoreel” niet zoo onschuldig is als sommigen het doen -voorkomen: zulke variaties schijnen niet ongewoon te zijn onder mannen en vrouwen -van uitmuntende bekwaamheid, wier krachten onbelemmerd noodig zijn in den dienst van -de menschheid. Te pogen zulke menschen te doen passen in de nauwe vormen, die goed -zijn voor de meerderheid, is niet alleen een onrechtvaardigheid jegens hen als individuen, -maar het is een vergrijp jegens de maatschappij, die redelijkerwijze mag eischen dat -haar beste leden niet zullen belemmerd worden in haar dienst. Het denkbeeld, dat de -mensch, wiens sexueele behoeften verschillend zijn van die van het gemiddelde, noodzakelijkerwijze -een maatschappelijk slecht persoon moet zijn, is een denkbeeld, dat niet op feiten -berust. Ieder geval moet op zichzelf beschouwd worden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Ongetwijfeld is in alle stadiën van de menschelijke cultuur de meest gewone variatie -van de normale monogamie geweest de polygynie of de sexueele vereeniging van éen man -met meer dan een vrouw. Soms is ze maatschappelijk en wettelijk erkend geworden, <span class="pagenum">[<a id="pb451" href="#pb451">451</a>]</span>en soms niet, maar ze is altijd voorgekomen. Polyandrie, of de vereeniging van een -vrouw met meer dan een man is betrekkelijk zeldzaam geweest en om begrijpelijke redenen; -mannen zijn gewoonlijk in een betere conditie geweest, economisch en wettelijk, om -een huishouden te organiseeren met zichzelf als middelpunt; een vrouw is, anders dan -een man, door de natuur en dikwijls door de gewoonte lange tijden achtereen voor den -omgang ongeschikt; een vrouw heeft bovendien haar gedachten en haar liefde meer op -haar kinderen geconcentreerd. Afgezien hiervan wijzen de biologische mannelijke tradities -veel meer op polygynie dan de vrouwelijke tradities op polyandrie wijzen. Hoewel het -waar is, dat een vrouw een veel grootere mate van sexueelen omgang kan verdragen dan -een man, blijft het ook waar, dat de verschijnselen van het hofmaken in de natuur -het tot den plicht van den man gemaakt hebben om er op uit te zijn, sexueel zijn attentie -te wijden aan de vrouw, wier rol het geweest is zedig haar keuze uit te stellen, totdat -ze zeker is van haar voorkeur. Polygynische toestanden zijn ook voordeelig gebleken, -daar zij aan de krachtigste en meest succesvolle leden van een gemeenschap hebben -toegestaan het grootste aantal deelgenooten te hebben en zoo hun eigen superieure -eigenschappen over te dragen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Polygamie”, schrijft Woods Hutchinson (<i lang="en">Contemporary Review</i>, Oct. 1904) die de voordeelen van de monogamie wel degelijk erkent, “als een instelling -van het ras, heeft, onder dieren zoowel als onder menschen, vele belangrijke voordeelen, -en ze heeft zoowel in menschelijke als in voor-menschelijke tijden geleid tot het -voortbrengen van een zeer hoog type zoowel van individueele als van maatschappelijke -ontwikkeling”. Hij wijst er op, dat ze het verstand, de samenwerking en de verdeeling -van den arbeid vermeerdert, terwijl de scherpe wedstrijd om vrouwen de zwakkere en -minder aantrekkelijke mannen uitschakelt. -</p> -<p>Onder onze Europeesche voorouders, evenzeer als onder de Germanen en de Kelten, bestonden -polygynie en andere sexueele vormen als nu en dan voorkomende variaties. Tacitus merkte -polygynie op in Duitschland, en Caesar vond in Engeland, dat broeders hun vrouwen -te zamen hadden en dan werden de kinderen toegekend aan den man, aan wien de vrouw -het eerst ten huwelijk was gegeven (zie b.v. van Trail <i lang="en">Social England</i>, deel I, p. 103, voor een bespreking van dit punt). De assistent van den echtgenoot, -die kon worden opgeroepen om de vrouw te bevruchten als de man impotent was, bestond -ook in Duitschland; dit was een Indo-Germaansche instelling (Schrader, <i lang="de">Reallexicon</i>, art. “<span lang="de">Zeugungshelfer</span>”). De daarmee overeenkomende instelling van de bijzit is nog dieper geworteld en -nog verder verspreid. Tot betrekkelijk korten tijd geleden had,—in overeenstemming -met de tradities van de Romeinsche wet, de bijzit een erkende en geëerde positie, -lager dan die van de vrouw, maar met bepaalde wettelijke rechten, hoewel het niet -altijd wettig of zelfs maar gewoon was voor een getrouwd man om een bijzit te hebben. -In het oude Wales werd, evenals in Rome, de bijzit erkend en nooit veracht. (R. B. -Holt, “<span lang="en">Marriage Laws of the Cymri</span>”, <i lang="en">Journal Anthropological Institute</i>, Aug. en Nov. 1898, p. 155), Het feit, dat, als een bijzit het huis van een getrouwd -man betrad, haar waardigheid en haar wettelijke positie minder waren dan die van de -vrouw, bewaarden den vrede en beschermden de belangen <span class="pagenum">[<a id="pb452" href="#pb452">452</a>]</span>van de vrouw (Een echtgenoot in Korea kan geen bijzit in zijn huis nemen zonder de -toestemming van zijn vrouw, maar zij maakt maar zelden bezwaren, en schijnt van het -gezelschap te genieten, zegt Louise Jordan Miln, Quaint Korea, 1895, p. 92). Wij moeten -ons herinneren, zooals Dufour zegt, over den tijd van Karel den Groote (<i lang="fr">Histoire de la Prostitution</i>, deel III. p. 226), dat in het oude Europa “bijzit” een eervolle term was; de bijzit -was in het geheel niet een maitres, en ze kon van echtbreuk beschuldigd worden even -goed als de vrouw. In Engeland, op het einde der dertiende eeuw, spreekt Bracton van -de <i lang="la">concubina legitima</i> als recht hebbende op bepaalde rechten en welwillendheden, en zoo was de toestand -ook in andere deelen van Europa, soms verscheidene eeuwen later (zie Lea, <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>, deel I, p. 230). De Christelijke kerk was in den aanvang dikwijls geneigd de bijzit -te erkennen, in ieder geval ten minste als ze verbonden was aan den ongetrouwden man, -want wij kunnen in de Kerk “den wensch nasporen om iedere duurzame vereeniging tusschen -een man en een vrouw te beschouwen alsof ze den aard heeft van een huwelijk in de -oogen van God, en daarom in het oordeel van de Kerk” (art. “Concubinage”, Smith and -Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>). Dit was het gevoelen van den heiligen Augustinus (die zelf, voor zijn bekeering, -een bijzit had, die blijkbaar een Christin was), en het concilie van Toledo liet een -ongetrouwd man toe, die trouw was aan zijn bijzit. Naarmate de wet van de Katholieke -kerk meer en meer star werd, verloor ze noodzakelijkerwijze de voeling met de menschelijke -nooden. Zoo was het echter niet in den eersten tijd van de kerk, in de eeuwen, toen -ze de meeste levenskracht had. In die eeuwen werd zelfs de krachtigste algemeene regel -van de monogamie minder streng toegepast, als zulk een verslapping verstandig scheen. -Dit was bijvoorbeeld zoo in het geval van sexueele impotentie. Zoo zegt in het begin -van de achtste eeuw Gregorius II, in een antwoord aan Bonifacius, den apostel in Duitschland, -op een vraag van dezen laatsten, dat, als een vrouw door physieke onbekwaamheid niet -in staat is haar huwelijksplichten te vervullen, het aan een echtgenoot geoorloofd -is een tweede vrouw te nemen, hoewel hij moet blijven voortgaan de eerste te onderhouden. -Wat later geeft Aartsbisschop Egbert van York, voorzichtiger, in zijn <i lang="la">Dialogus de Institutione Ecclesiatica</i> toe, dat, als de eene van twee getrouwde personen invalide is, de andere met toestemming -van de invalidene, weer mag trouwen, maar dat de invalidene niet weer mag trouwen -tijdens het leven van den ander. Impotentie tijdens het huwelijk maakte natuurlijk -het huwelijk nietig zonder de tusschenkomst van de kerkelijke wet. Maar Thomas van -Aquino en latere theologen geven toe, dat een buitengewoon groote tegenzin tegen een -vrouw een man in zijn eigen oogen kan rechtvaardigen om zich in zijn betrekking tot -haar als impotent te beschouwen. Deze regels zijn, natuurlijk, geheel afgescheiden -van de permissie om de huwelijkswetten te breken, die aan koningen en prinsen wordt -gegeven; zulke permissies gelden niet als bewijsmateriaal van de regels van de kerk, -want, zooals het concilie van Constantinopel voorzichtig besliste in 809, “De goddelijke -wet heeft geen macht jegens koningen” (art. “<span lang="en">Bigamy</span>”, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>). De wet van de monogamie werd ook minder streng toegepast in gevallen van gedwongen -of vrijwillige verlating. Zoo bepaalde het concilie van Vermerie (752). dat, als een -vrouw haar man niet wil vergezellen als hij gedwongen is zijn heer te volgen naar -een ander land, hij weer mag trouwen, als hij geen hoop heeft ooit terug te keeren. -Theodorus van Canterbury (638) zegt o.a. dat een man, als zijn vrouw door den vijand -is weggevoerd en hij haar niet terug kan krijgen, na verloop van een jaar weer mag -trouwen, of, als er nog eenige kans is, dat hij haar terug kan krijgen, na verloop -van vijf jaar; de vrouw kan dat ook doen. Zulke regels, al zijn ze niet algemeen, -wijzen, zooals Merrick zegt (art. “<span lang="en">Marriage</span>”, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>), op een bereidwilligheid “om tegemoet te komen aan speciale gevallen, als ze zich -voordoen”. -<span class="pagenum">[<a id="pb453" href="#pb453">453</a>]</span></p> -<p>Toen de canonieke wet star begon te worden en de Katholieke kerk haar geschiktheid -verloor om zich aan het leven aan te passen, werden sexueele variaties niet langer -erkend binnen haar sfeer. We moeten voor eenige verdere beweging wachten tot de Hervorming. -Velen van de eerste Protestantsche hervormers, vooral in Duitschland, waren bereid -zich in een aanzienlijke mate naar het leven te schikken in de sexueele verhoudingen. -Zoo raadde Luther aan getrouwde vrouwen, die impotente mannen hadden aan, in geval -er geen wensch bestond of geen gelegenheid tot echtscheiding, om sexueele verhoudingen -te hebben met een anderen man, liefst met den broeder van den man; de kinderen werden -dan gerekend te zijn van den echtgenoot (“<span lang="de">Die Sexuelle Frage bei Luther</span>”, <i lang="de">Mutterschutz</i>, Sept. 1908). -</p> -<p>In Engeland kon de puriteinsche geest, die zich in zoo ruime mate bezig hield met -de hervorming van het huwelijk, wel niet anders dan betrokken raken in de kwestie -van sexueele variaties, en van tijd tot tijd vinden wij het voorstel om de polygynie -te wettigen. Zoo publiceerde, in 1658, “<span lang="en">A Person of Quality</span>” in Londen een klein geschriftje, dat aan den <span lang="en">Lord Protector</span> was opgedragen, getiteld <i lang="en">A Remedy for Uncleanness</i>. Het was in den vorm van een aantal vragen gesteld, vragend waarom we niet polygamie -zouden toelaten, om echtbreuk en kindermoord te voorkomen. De schrijver vraagt, of -het niet “zou overeen te brengen zijn met een geest van genade, en in alle opzichten -overeenkomstig de principes van een man, die godvreezend is en de heiligheid lief -heeft, om meer dan een vrouw te hebben voor zijn eigen gebruik … Hij, die den os of -den ezel neemt van een ander man is ongetwijfeld een overtreder; maar hij, die zich -buiten de verleiding stelt door ze zelf te hebben, schijnt een recht, eerlijk en welmeenend -man te zijn”. -</p> -<p>Meer dan een eeuw later (1780), heeft ook een knap, geleerd en beroemd Londensch geestelijke -van hoog karakter (die een rechtsgeleerde was geweest eer hij geestelijke werd), de -Reverent Martin Madan, de polygamie aangeraden in een boek, genaamd <i lang="en">Thelyphthora: or a Treatise of Female Ruin</i>. Madan was in nauw contact gebracht met de prostitutie door een kapelaanschap in -het Lock Hospital, en, evenals de puriteinsche advocaat van de polygamie, kwam hij -tot de conclusie, dat het alleen door de hervorming van het huwelijk mogelijk is tegen -de prostitutie te werken en tegen de nadeelen van sexueelen omgang buiten het huwelijk. -Zijn merkwaardig boek wekte veel tegenspraak en veroordeeling, zoodat hij het wenschelijk -vond Londen te verlaten en buiten te gaan wonen. Voorstellen tot verandering van het -huwelijk zijn sindsdien nooit weer van de kerk gekomen, maar van moralisten en philosophen, -niet zelden echter van schrijvers van bepaald godsdienstig karakter. Senancour, die -een zoo gevoelige en teere moralist in de sexueele sfeer was, voerde een gematigde -bespreking over polygamie in in zijn <i lang="fr">De l’Amour</i> (deel II, p. 117–126). Het scheen hem toe, dat ze niet positief tegenovergesteld -aan en niet positief in overeenstemming met de algemeene neiging van onze tegenwoordige -conventies was, en hij besloot, dat “de methode van bemiddeling voor een deel zou -zijn niet langer te eischen, dat de vereeniging van een man en een vrouw alleen zou -ophouden met den dood van een van beiden”. Cope, de bioloog, uitte een meer gedecideerde -opinie. “Er zijn sommige gevallen van ontbering”, zeide hij, “waarvoor zulk een permissie -het geneesmiddel zou zijn. Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn, als de man of de vrouw -het slachtoffer waren geworden van een ongeneeslijke ziekte; of, als beide partijen -kinderloos waren, of in andere gevallen, die men zich denken kan”. Er moest geen dwang -zijn in eenige richting, en volle verantwoordelijkheid, zooals nu. Zulke gevallen -moesten alleen maar als uitzondering voorkomen, en ze moesten de vijandschap van de -maatschappij niet opwekken. Voor het grootste deel, merkt Cope op, “is de beste wijze -om de polygamie te behandelen ze aan zich zelf over te laten” (E. D. Cope. “<span lang="en">The Marriage Problem</span><span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, <i lang="en">Open Court</i>, Nov. 15 en 22 1888). In Engeland was Dr. John Chapman, de uitgever van de <i lang="en">Westminster Review</i>, een nauw bondgenoot van de leiders van de beweging <span class="pagenum">[<a id="pb454" href="#pb454">454</a>]</span>der Radicalen in het tijdperk van Victoria, tegen het geven van voorschriften door -den Staat over den vorm van het huwelijk; hij meende, dat een zekere mate van sexueele -variatie weldadig zou zijn voor de maatschappij. Zoo schreef hij in 1884 (in een vertrouwelijken -brief): “Ik denk, dat, naarmate de menschen minder zelfzuchtig worden, polygamie (d.i. -polygynie) en zelfs polyandrie, in een veredelden vorm, steeds meer zullen voorkomen”. -</p> -<p>James Hinton, die een paar jaren later veel gedachten en veel aandacht wijdde aan -de sexueele kwestie, en ze zelfs beschouwde als het grootste van de moreele problemen, -was evenzeer voor een grootere aanpassing aan het leven en aan menschelijke behoeften -van de huwelijksregelingen, en een zooals de Christelijke kerk in het eerst toeliet. -Het huwelijk, verklaarde hij, moet “ondergeschikt zijn aan den dienst”, daar het huwelijk, -evenals de Sabbath, gemaakt is voor den mensch en niet de mensch voor het huwelijk. -Zoo wilde hij, in het geval dat de eene deelgenoot krankzinnig werd, den anderen deelgenoot -toestaan te hertrouwen, terwijl de aanspraken van den krankzinnigen deelgenoot geldig -bleven in geval van herstel. Dat zou een vorm zijn van polygamie, maar Hinton was -er zorgvuldig op bedacht er op te wijzen, dat hij met “polygamie” bedoelde “minder -een speciale huwelijksorde, dan wel zulk een orde als het best aan het doel beantwoordt, -en die dus buitengemeen veranderlijk moet wezen. De monogamie moge goed zijn, zelfs -de eenige goede orde, als ze komt bij vrije keuze; maar een <i>wet</i> ervoor is een ander ding. De sexueele verhouding moet een <i>natuurlijke</i> zaak zijn. Het ware maatschappelijke leven zal niet zijn eenige vastgestelde en bepaalde -verhouding, als van monogamie, polygamie, of iets anders, maar een volkomen ondergeschiktheid -van iedere sexueele verhouding aan de rede en het menschelijk welzijn”. -</p> -<p>Ellen Key, die een enthoesiast voorstandster is van de monogamie, en die meent, dat -de ontwikkeling in de beschaafde maatschappij van persoonlijke liefde alle gevaar -voor het aangroeien van de polygamie uitsluit, geeft toch toe, dat er variaties bestaan. -Zij heeft dezelfde oplossingen van moeilijke problemen voor oogen als Goethe voor -zich had, toen hij in zijn <i lang="de">Stella</i> trachtte aan te toonen, dat de kracht van banden van liefde en teedere herinneringen -te groot is om toe te laten, dat ze door nieuwe verbroken zullen worden. Het probleem -van de sexueele variatie echter, merkt zij op (<i lang="de">Liebe und Ethik</i>, p. 12) is, onder moderne voorwaarden van vorm veranderd, het is niet langer de strijd -tusschen den eisch van de maatschappij van een strenge huwelijksorde en den eisch -van het individu van sexueele bevrediging, maar het is het probleem geworden van het -in harmonie brengen van de veredeling van het ras met verhoogde eischen van erotisch -geluk. Zij wijst er ook op, dat het bestaan van een deelgenoot, die behoefte heeft -aan den zorg van den anderen deelgenoot als verpleegster of als intellectueele makker, -dien anderen deelgenoot in het geheel niet berooft van het recht op vaderschap en -moederschap, en dat zulke rechten moeten beschermd worden. (Ellen Key, <i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, pp. 166–168). -</p> -<p>Een op den voorgrond tredend en groot voorstander van de polygynie, niet als een slechts -zelden voorkomende variatie, maar als een huwelijk van hooger orde dan de monogamie, -wordt tegenwoordig gevonden in Professor Christian von Ehrenfels van Praag (zie b.v. -zijn <i lang="de">Sexualethik</i>, 1908; “Die Postulate des Lebens”. <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Oct. 1908; en brief aan Ellen Key in haar <i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, p. 466). Ehrenfels meent, dat het aantal mannen, dat ongeschikt is voor een bevredigende -reproductie veel grooter is dan dat van vrouwen, en dat daarom, als deze buiten beschouwing -gelaten worden, een polygynische huwelijksorde noodig wordt. Hij noemt dit “reproductie-huwelijk” -(<span lang="de">Zeugungsehe</span>), en denkt dat het moreel hooger zal staan dan dit. Het zou gebaseerd zijn op persoonlijke -contracten. Ehrenfels meent, dat de vrouwen geen bezwaar zouden hebben, omdat een -vrouw, naar hij gelooft, minder waarde hecht aan een man als minnaar dan als vader -van haar kind. Ehrenfeld’s leer is ernstig aangevallen van vele zijden, en zijn voorstellen -zijn niet <span class="pagenum">[<a id="pb455" href="#pb455">455</a>]</span>in den lijn van onzen vooruitgang. Eenige radicale wijziging van de bestaande monogame -huwelijksorde is niet te verwachten, zelfs als het algemeen erkend werd, hetgeen niet -kan gezegd worden, dat ze wenschelijk is. De kwestie van sexueele variaties, moeten -we ons herinneren, is niet een kwestie van het invoeren van een geheel nieuwen vorm -van huwelijk, maar alleen van het erkennen van het recht van individuen, om buitengewone -gevallen van dat huwelijk aan te nemen, en van het erkennen van de daarmee overeenstemmende -verplichtingen van zulke individuen om de verantwoording op zich te nemen van ieder -van die afwijkende vormen, die ze het beste zullen vinden. Voor zoover de kwestie -van de sexueele variatie van het huwelijk meer is dan dit, is ze, volgens Hinton, -een dynamische methode om te werken aan de afschaffing van de gevaarlijke <span class="corr" id="xd29e10982" title="Bron: promiscuiteit">promiscuïteit</span> van de prostitutie. Een strenge huwelijksorde sluit prostitutie in zich; een buigzame -huwelijksorde maakt voor een groot deel—hoewel misschien niet geheel—de prostitutie -overbodig. De democratische moraal van tegenwoordig is, voor zoover de aanwijzingen -gaan, tegenovergesteld aan een klasse van <i>quasi</i>-slaven, met verminderde maatschappelijke rechten, zooals de prostituées altijd in -meerdere of mindere mate vormen. Het blijkt ook tamelijk duidelijk, dat de snel aangroeiende -invloed van de medische hygiëne aan dezelfde zijde werkt. Wij mogen daarom in de toekomst -redelijkerwijze een langzame, maar gestadige toename verwachten van de erkenning, -en zelfs van de uitbreiding van die variaties in de monogamische orde, die in werkelijkheid -nooit opgehouden hebben te bestaan.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is bedroevend, dat het, in dezen tijd van de wereldgeschiedenis, bijna twee duizend -jaar nadat de wijze wetgevers van Rome hun werk voltooid hadden, nog noodig is tot -het besluit te komen, dat we tegenwoordig eerst in een der eerste stadiën zijn van -het plaatsen van het huwelijk op een redelijke en menschelijke basis. Ik heb er herhaaldelijk -op gewezen in hoe groote mate de canonieke wet verantwoordelijk geweest is voor deze -vertraging in de ontwikkeling. Men kan inderdaad zeggen, dat de geheele houding van -de Kerk, nadat ze volkomen wereldlijke heerschappij verkregen had, verantwoordelijk -moet gesteld worden. In de vroegere eeuwen was de houding van het Christendom over -het geheel bewonderenswaardig. Het hield groote idealen hoog, maar het onthield zich -van het opdringen van deze idealen tot iederen prijs; zoo bleven de idealen echt en -konden ze niet ontaarden in enkel huichelachtige ledige vormen; veel buigzaamheid -werd toegestaan, als ze voor het welzijn der menschen scheen noodig te zijn en als -ze ingesteld werd om kwaad en onrechtvaardigheid te vermijden. Maar, toen de Kerk -wereldlijke macht verkreeg, en toen die macht geconcentreerd raakte in de handen van -Pausen, die moreele en godsdienstige belangen ondergeschikt maakten aan politieke -belangen, toen sloeg men de aanspraken van het verstand en de humaniteit in den wind. -Het ideaal werd niet meer een feit dan het tevoren was, maar het werd nu behandeld -als een feit. De menschelijke verhoudingen bleven wat zij tevoren waren, even gecompliceerd -en verschillend, maar van nu af aan werd éen streng willekeurig voorbeeld gesteld, -dat bewonderenswaardig was als een ideaal, maar erger dan ledig als een vorm, en alle -afwijkingen daarvan werden behandeld òf als niet te bestaan <span class="pagenum">[<a id="pb456" href="#pb456">456</a>]</span>òf als verkeerd. Alle leven werd uit de meest vitale menschelijke instellingen verdreven -en eerst nu begint er weer beweging in te komen. -</p> -<p>Als wij—resumeerend—den loop nagaan, die de regeling van het huwelijk gehad heeft -in het Christelijke tijdperk, het eenige tijdperk dat ons onmiddellijk aangaat, dan -is het niet moeilijk de hoofdlijnen ervan te volgen. Het huwelijk begon als een bijzondere -instelling, die de kerk, zonder ze te kunnen controleeren, bereid was in te zegenen, -zooals ze zoo menige andere wereldlijke zaak inzegende; zij probeerde nog niet de -natuurlijke aanpassing ervan aan menschelijke behoeften te beperken. Maar langzamerhand -en onmerkbaar, zonder tusschenkomst van de wet, verkreeg het Christendom de volle -heerschappij over het huwelijk, overeenkomstig de reeds ontwikkelde opvattingen over -het kwaad van den lust, de deugd der kuischheid, de doodzonde van de ontucht, en, -na door den invloed van deze heerschende opvattingen de buigzaamheid van het huwelijk -in alle richtingen te hebben beperkt, plaatste ze het op een verheven, maar smal voetstuk -als een sacrament. Om redenen, die in het geheel niet liggen in de natuur van de sexueele -verhoudingen, maar die waarschijnlijk aan de priester-wetgevers dringend toeschenen, -die haar assimileerden met de wijding tot priester, werd het huwelijk voor onontbindbaar -verklaard. Niets was zoo gemakkelijk om binnen te gaan als de poort van het huwelijk, -maar, evenals een muizenval, ging ze alleen naar binnen open en niet naar buiten; -eens er in, kon men er levend niet weer uit komen. De regeling van het huwelijk door -de kerk was, terwijl ze, evenals het coelibaat van de geestelijkheid, een succes was -uit het oogpunt van kerkelijke politiek, en zelfs in het eerst uit het oogpunt van -beschaving, want ze bracht orde in een maatschappelijken chaos, toch op den langen -duur een mislukking uit een oogpunt van maatschappij en moraal. Aan den eenen kant -verviel ze in belachelijke spitsvondigheden en haarkloverijen; aan den anderen kant -had ze, omdat ze niet berustte op hetzij de rede of op de menschelijkheid, niets van -die geschiktheid tot aanpassen aan de behoeften van het leven, die het Christendom -in zijn eersten tijd in zoo ruime mate behield, terwijl het toch verheven idealen -hoog hield. Aan den traditioneelen kant werd dit huwelijkswetboek onbeholpen en onpractisch; -aan den biologischen kant was het een wanhopige misgreep. Zoo was dus de weg gebaand -tot de opvatting der Protestanten van het huwelijk als een contract, maar die opvatting -werd minder op den voorgrond gebracht ter wille van zich zelf, dan als een protest -tegen de moeilijkheden en dwaasheden van de Katholieke canonieke, wet. Deze beschouwing -als contract, die nog in ruime mate bestaat, zelfs nu nog, nam spoedig veel over van -de leerstellingen van de canonieke wet over het huwelijk, en werd in de praktijk <span class="pagenum">[<a id="pb457" href="#pb457">457</a>]</span>een soort van hervormde en verwereldlijkte canonieke wet. Ze paste zich eenigszins -meer aan aan de moderne behoeften, maar ze behield veel van de starheid van het Katholieke -huwelijk zonder den sacramenteelen aard ervan, en ze deed nooit een poging om meer -dan in naam een contract te worden. Ze is te beschouwen als een compromis van deelen, -die niet bij elkaar passen en ze is een overgangsstadium geweest naar het vrije persoonlijke -huwelijk. Wij kunnen die phase herkennen in de neiging, die in de beschaafde landen -duidelijk uitgesproken is, naar een steeds toenemende rekbaarheid van het huwelijk. -Het denkbeeld en zelfs het feit van het huwelijk door overeenstemming en van de echtscheiding -bij gebrek aan die overeenstemming, waar we nu heen gaan, is in werkelijkheid nooit -geheel uitgestorven geweest. In de Latijnsche landen is het blijven bestaan in de -traditie van de Romeinsche wet; in de Engelsch sprekende landen is het samengegroeid -met den geest van het puritanisme, die er op aandringt, dat in de dingen die het individu -alleen aangaan, het individu zelf opperste rechter moet zijn. Die leer, toegepast -op het huwelijk, werd in Engeland schitterend tot uitdrukking gebracht door het genie -van Milton, en in Amerika is zij het zuurdeesem geweest, dat nog voortwerkt in de -huwelijkswetgeving naar een onvermijdelijk doel, dat nog nauwelijks in het zicht is. -Het huwelijkssysteem van de toekomst zal op het oude Christelijke systeem gelijken -in zoover het den geheiligden en sacramenteelen aard zal erkennen van de sexueele -verhouding, en het zal gelijken op de burgerlijke opvatting in zooverre het er op -zal aandringen, dat het huwelijk, wat de voortplanting aangaat, openlijk door den -Staat zal worden geregistreerd. Maar in tegenstelling met de kerk zal het erkennen, -dat het huwelijk, in zoover het zuiver een sexueele verhouding is, een persoonlijke -zaak is, waarvan de voorwaarden moeten overgelaten worden aan de personen, die er -in betrokken zijn; en in tegenstelling met de burgerlijke theorie zal het erkennen, -dat het huwelijk in zijn wezen een feit is en geen contract, hoewel het aanleiding -kan geven tot contracten, zoolang die contracten dat essentieele feit niet raken. -En in een opzicht zal het gaan boven de kerkelijke opvatting en de burgerlijke opvatting -beide. De mensch heeft in den laatsten tijd de heerschappij verkregen over zijn eigen -voortbrengende krachten, en die heerschappij brengt mee een verplaatsen van het centrum -van den ernst van het huwelijk, in zooverre het huwelijk een staatszaak is, van de -vagina naar het kind, dat de vrucht is van den schoot. Het huwelijk, als een instelling -van den Staat, zal zich concentreeren, niet om de sexueele verhouding, maar om het -kind, dat het resultaat is van die verhouding. In zooverre het huwelijk een onschendbaar -openlijk contract is, zal het van zulk een aard zijn, dat het vanzelf met zijn bescherming -zal dekken ieder kind, dat in de wereld geboren wordt, zoodat ieder kind <span class="pagenum">[<a id="pb458" href="#pb458">458</a>]</span>een wettigen vader en een wettige moeder zal hebben. Aan den eenen kant heeft het -huwelijk dus neiging om minder bindend te worden; aan den anderen kant heeft het neiging -meer bindend te worden. Aan den persoonlijken kant is het een intieme en heilige verhouding, -waarmee de Staat niet te maken heeft; aan den maatschappelijken kant is het het aannemen -van het verantwoordelijk openlijk borg zijn voor een nieuw lid van den Staat. Sommigen -onder ons zijn bezig de eerste van deze beschouwingswijzen van het huwelijk te bevorderen, -anderen de tweede. Beide zijn noodig om een volkomen harmonie te vormen. Het is noodig -de twee beschouwingswijzen van het huwelijk afzonderlijk te houden, om gelijkelijk -rechtvaardigheid te betrachten jegens het individu en jegens den Staat, maar als het -huwelijk zijn idealen staat bereikt, worden die twee beschouwingswijzen tot een. -</p> -<p>Wij hebben nu de bespreking van het huwelijk, zooals het zich voordoet aan den modernen -mensch, die geboren is in wat in middeleeuwsche dagen het Christendom genoemd werd, -voltooid. Het was geen gemakkelijk onderwerp om te bespreken. Het is werkelijk een -zeer moeilijk vraagstuk, en eerst na vele jaren zal het mogelijk zijn de voornaamste -richting te ontdekken van de schijnbaar aan elkander tegenovergestelde en verwarde -stroomingen, als men er zelf midden in is. Voor een Engelschman is het misschien bijzonder -moeilijk, want de Engelschman is vóor alles een eiland-bewoner; in dat feit liggen -alle deugden die hij bezit, zoowel als zijn ondeugden<a class="noteref" id="xd29e11000src" href="#xd29e11000">63</a>. -</p> -<p>Toch loont het de moeite te trachten een hoogte te beklimmen, vanwaar we den stroom -van de neiging der maatschappij kunnen beschouwen in zijn ware proporties en de richting -ervan kunnen taxeeren. Het is noodig dat te doen, als wij waarde hechten aan <span class="pagenum">[<a id="pb459" href="#pb459">459</a>]</span>den vrede van onzen geest in een eeuw, waarin de geesten van de menschen in beweging -worden gebracht door vele kleine beproevingen, die niets te maken hebben met hun groote -tijdelijke belangen, om nog niets te zeggen van hun eeuwigheidsbelangen. Als wij een -ruim overzicht over de vaststaande biologische feiten van het leven gekregen hebben, -als wij de groote stroomingen zien, die te zamen het plan vormen van de menschelijke -zaken, dan kunnen wij met kalmte toezien op de kleine maatschappelijke veranderingen, -die in onze eeuw plaats vinden, zooals zij plaats vinden in iedere eeuw. -<span class="pagenum">[<a id="pb461" href="#pb461">461</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9409" href="#xd29e9409src">1</a></span> Rosenthal, uit Breslau, gaat zoo ver, dat hij van juridische zijde beweert (“<span lang="de">Grundfragen des Eheproblems</span>”, <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Dec., 1908), dat de bedoeling van de voortplanting voor het begrip van wettig huwelijk -essentieel is. <a class="fnarrow" href="#xd29e9409src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9518" href="#xd29e9518src">2</a></span> J. A. Godfrey, <i lang="en">Science of Sex</i>, p. 119. <a class="fnarrow" href="#xd29e9518src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9526" href="#xd29e9526src">3</a></span> E. D. Cope, “<span lang="en">The Marriage Problem</span>”, <i lang="en">Open Court</i>, Nov., 1888. <a class="fnarrow" href="#xd29e9526src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9586" href="#xd29e9586src">4</a></span> Zie boven, p. 359. <a class="fnarrow" href="#xd29e9586src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9596" href="#xd29e9596src">5</a></span> Wächter, <i lang="de">Ehescheidungen</i>, blz. 95 <i>et seq.</i>; Esmein, <i lang="fr">Marriage en Droit Canonique</i>, deel I, p. 6; Howard, <i lang="en">History of Matrimonial Institutions</i>, deel II, p. 15. Howard meent (in overeenstemming met Lecky), dat van de vrijheid -tot echtscheiden alleen misbruik gemaakt werd door een klein deel van de Romeinsche -bevolking, en dat zulk een misstand, voor zoover hij bestond, niet de oorzaak was -van achteruitgang van de moraal in Rome. <a class="fnarrow" href="#xd29e9596src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9611" href="#xd29e9611src">6</a></span> De meeningen van de Christelijke Kerkvaders waren zeer afwisselend, en ze wisten soms -zelf niet, wat ze meenden; zie bv. de meeningen, verzameld door Cranmer en opgesomd -door Burnet, <i lang="en">History of Reformation</i> (ed. Nares), deel II, p. 91. <a class="fnarrow" href="#xd29e9611src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9621" href="#xd29e9621src">7</a></span> Constantijn, de eerste Christelijke Keizer, stelde een streng en eigenaardige wet -op de echtscheiding voor (die een vrouw toestond echtscheiding te verkrijgen van haar -man, alleen als hij een moordenaar was, iemand vergiftigd had, of een grafschenner -was), maar deze wet kon niet staande gehouden worden. Dus beval Anastasius in 497 -echtscheiding met wederzijdsch goedvinden. Dit werd afgeschaft door Justinianus, die -alleen echtscheiding toestond bij verschillende gespecificeerde oorzaken, daaronder -echtbreuk van den man. Deze beperkingen bleken echter niet houdbaar, en de opvolger -en neef van Justinianus, Justinus, herstelde weer de echtscheiding bij wederzijdsch -goedvinden. Ten slotte, in 870, kwam Leo de wijsgeer weer terug op het voorstel van -Justinianus (zie b.v. Smith and Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>, arts. “<span lang="en">Adultery</span><span class="corr" title="Niet in bron">”</span> en <span class="corr" title="Niet in bron">“</span><span lang="en">Marriage</span>”). <a class="fnarrow" href="#xd29e9621src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9639" href="#xd29e9639src">8</a></span> Het element van eerbied in de houding van de Germanen in den eersten tijd jegens vrouwen -en de voorrechten, die zelfs getrouwde vrouwen hadden, schijnen, voor zoover als Tacitus -als een betrouwbaar gids beschouwd kan worden, de overgebleven sporen te zijn van -een vroeger maatschappelijk stadium op een meer matriarchale basis. Zij zijn zeer -duidelijk zichtbaar bij het begin van de Duitsche geschiedenis. Van den beginne echter -waren, hoewel echtscheiding met wederzijdsch goedvinden mogelijk schijnt geweest te -zijn, de Duitsche zeden zonder erbarmen voor de getrouwde vrouw, die ontrouw was, -of onvruchtbaar, of die op andere wijze aanstoot gaf, hoewel het eenigen tijd lang -na het invoeren van het Christendom voor den Duitschen echtgenoot geen misdaad was -echtbreuk te plegen. (<span class="corr" id="xd29e9641" title="Bron: Westermark">Westermarck</span>, <i lang="en">Origin of the Moral Ideas</i>, deel II, p. 453). <a class="fnarrow" href="#xd29e9639src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9650" href="#xd29e9650src">9</a></span> “Deze vorm van huwelijk”, zegt Hobhouse (<i>op. cit.</i>, deel I, p. 156), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>staat in nauw verband met de uitbreiding van de rechten van den man”. Vergelijk Howard, -<i>op. cit.</i>, deel I, p. 231. De zeer lage plaats van de Duitsche vrouw in de middeleeuwen wordt -duidelijk gemaakt door Hagelstange, <i lang="de">Süddeutsches Bauernleben im Mittelalter</i>, 1898, blz. 70 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e9650src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9666" href="#xd29e9666src">10</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 259; Smith and Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>, art. <i lang="la">Arrhae</i>. Het schijnt echter dat de “bruidkoop”, waarvan Tacitus spreekt, niet strikt de verkoop -was van een stuk vee of van een slavinnetje, maar de verkoop van de <i>mund</i> of het recht van bescherming over het meisje. Het is waar, dat de beteekenis misschien -niet altijd duidelijk is geweest aan hen, die deel namen aan de handeling. Evenzoo -was de Angelsaksische verloving niet zoozeer een betalen van den prijs van de bruid -aan haar verwanten, hoewel zij natuurlijk een voordeeltje uit de handeling konden -slaan, als wel een verbond, dat fatsoenlijke behandeling van de vrouw als vrouw en -weduwe eischte. Herinneringen hieraan, merken Pollock en Maitland op (<i>op. cit.</i>, deel II, p. 364), kan men vinden in “die merkwaardige rommelkamer voor antiquiteiten, -het huwelijksritueel van de Engelsche kerk”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9666src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9686" href="#xd29e9686src">11</a></span> J. Wickham Legg, <i lang="en">Ecclesiological Essays</i>, p. 189. We mogen er aan toevoegen dat het denkbeeld van de onderwerping van de vrouw -aan den man in een tamelijk vroeg stadium in de Christelijke kerk voor den dag kwam, -en ongetwijfeld onafhankelijk van Germaansche invloeden; de heilige Augustinus zeide -(Sermo XXXVII, cap. VI) dat een goede <i lang="la">mater familias</i> zich niet moest schamen zich de dienstmaagd van haar man te noemen (ancilla). <a class="fnarrow" href="#xd29e9686src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9695" href="#xd29e9695src">12</a></span> Zie b.v. L. Gautier, <i lang="fr">La Chevalerie</i> hoofdst. IX. <a class="fnarrow" href="#xd29e9695src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9701" href="#xd29e9701src">13</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel I, blz. 278–281, 386. De <i>Arrha</i> kwam te voorschijn in de Romeinsche wet in de zesde eeuw. <a class="fnarrow" href="#xd29e9701src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9712" href="#xd29e9712src">14</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel I, blz. 293 <i>et seq.</i>; Smith and Cheetham, <i lang="en">Dictionary of Christian Antiquities</i>, art. “<span lang="en">Contract of Marriage</span>”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9712src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9727" href="#xd29e9727src">15</a></span> Alle latere veranderingen in het Katholieke canonieke recht hebben het huwelijk alleen -nog maar enger gemaakt en nog verder van de praktijk van de wereld afgebracht. Bij -een decreet van den paus van 1907, wordt verklaard, dat burgerlijke huwelijken en -huwelijken op niet-katholieke plaatsen van eeredienst niet alleen zondig zijn en onwettig -(wat ze tevoren ook al waren), maar van nul en geenerlei waarde. <a class="fnarrow" href="#xd29e9727src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9734" href="#xd29e9734src">16</a></span> E. S. P. Haynes, <i lang="en">Our Divorce Law</i>, p. 3. <a class="fnarrow" href="#xd29e9734src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9792" href="#xd29e9792src">17</a></span> Het was het Concilie van Trente, in de zesde eeuw, dat de kerkelijke riten maakte -tot een essentieel punt voor een bindend huwelijk; maar zelfs toen stemden zes en -vijftig prelaten tegen die beslissing. <a class="fnarrow" href="#xd29e9792src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9838" href="#xd29e9838src">18</a></span> Esmen, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 91. <a class="fnarrow" href="#xd29e9838src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9851" href="#xd29e9851src">19</a></span> Soms zegt men, dat de Katholieke kerk de verkeerdheden van haar leer van de onontbindbaarheid -van het huwelijk matigt door een aantal beletselen voor het huwelijk aan te nemen, -terwijl ze vrije speelruimte laat aan hen, die vrijstelling van het huwelijk willen -hebben. Dit schijnt echter nauwelijks het geval te zijn. Dr. P. J. Hayes, die als -kanselier van de Katholieke aartsdiocese van New-York met gezag spreekt, zegt (“<span lang="en">Impediments to Marriage in the Catholic Church</span>”, <i lang="en">North American Review</i>, Mei 1905), dat zelfs in een zoo moderne en gemengde gemeenschap als deze er maar -weinig aanvragen zijn om dispensatie ten gevolge van beletsels; er zijn per jaar 15.000 -Katholieke huwelijken in de stad New-York, maar alleen bij vijf per jaar wordt er -navraag naar gedaan of ze wel geldig zijn, en dan voornamelijk op grond van bigamie. <a class="fnarrow" href="#xd29e9851src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9863" href="#xd29e9863src">20</a></span> De Canonisten, zeggen Pollock en Maitland (<i>loc. cit.</i>), “hebben een willekeurige chaos gemaakt van de huwelijkswet”. “Zelden”, zegt Howard -(<i>op. cit.</i>, deel I, p. 340), “hebben theorie en fijne haarkloverijen verderfelijker gevolgen -gehad in het practische leven dan toen ze het onderscheid tusschen <i lang="la">sponsalia de praesenti</i> en <i lang="la">de futuro</i> vaststelden”. <a class="fnarrow" href="#xd29e9863src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9900" href="#xd29e9900src">21</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 386 <i>et seq.</i> Over het geheel was echter de meening van Luther, dat het huwelijk, hoewel heilig -en geheimzinnig, geen sacrament is; zijn verschillende gezegden over de zaak zijn -te zamen gebracht door Strumpff, <i lang="de">Luther über die Ehe</i>, blz. 204–214. <a class="fnarrow" href="#xd29e9900src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9912" href="#xd29e9912src">22</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 61 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e9912src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9922" href="#xd29e9922src">23</a></span> Waarschijnlijk bleef, als een resultaat van de eenigszins verwarde en onsamenhangende -houding van de Hervormers, de canonieke wet in Protestantsche landen inderdaad langer -van kracht dan in Katholieke landen; vooral in Frankrijk is ze ingrijpender veranderd. -(Esmein, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 33). <a class="fnarrow" href="#xd29e9922src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e9994" href="#xd29e9994src">24</a></span> De opvatting der kwakers over het huwelijk is nog heden van machtigen invloed. “Waarom”, -zegt Mrs. Besant (<i lang="en">Marriage</i>, p. 19), “zouden we niet wat van de kwakers overnemen, en voor de tegenwoordige wettige -vormen van het huwelijk een eenvoudige verklaring, in het openbaar gedaan, in de plaats -stellen?” <a class="fnarrow" href="#xd29e9994src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10000" href="#xd29e10000src">25</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 456. De werkelijke praktijk in Pennsylvanië schijnt echter weinig te -verschillen van die in de andere Staten. <a class="fnarrow" href="#xd29e10000src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10007" href="#xd29e10007src">26</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 109. “Het is werkelijk verwonderlijk”, merkt Howard op, “dat een groote -natie, die zich beroemt op liefde voor gelijkheid en maatschappelijke vrijheid, volle -vijf generaties lang een hatelijke verdraagzaamheid toelaat, eer dan zich vrij en -moedig te bevrijden van de banden van een kerkelijke traditie”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10007src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10012" href="#xd29e10012src">27</a></span> “Het gedwongen voortzetten van een ongelukkige vereeniging is misschien het immoreelste -ding, dat een beschaafde maatschappij ooit gezien, nog veel minder aangemoedigd heeft”, -zegt Godfrey (<i lang="en">Science of Sex</i>, p. 123). “Het moreele van een vereeniging hangt af van het wederzijdsch verlangen, -en een vereeniging, die door een andere oorzaak wordt voorgeschreven, ligt buiten -de beschaving, hoezeer de gewoonte ze moge erkennen, of de godsdienst en de wet ze -moge goedkeuren”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10012src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10068" href="#xd29e10068src">28</a></span> Echtbreuk wordt in de meeste wilde en barbaarsche maatschappijen, zooals Westermarck -zegt, beschouwd als “een onwettig zich toeëigenen van de rechten, die de echtgenoot -uitsluitend verkregen heeft door den koop van zijn vrouw, als een vergrijp tegen den -eigendom”; de verleider wordt daarom gestraft als een dief, met boete, verminking, -zelfs dood (<i lang="en">Origin of the Moral Ideas</i>, deel II blz. 447 <i>et seq.</i>; <i>id.</i>, <i lang="en">History of Human Marriage</i>, p. 121). Bij sommige volken wordt alleen de verleider en niet de vrouw gestraft. <a class="fnarrow" href="#xd29e10068src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10083" href="#xd29e10083src">29</a></span> Er wordt soms gezegd ter verdediging van de eischen tot schadevergoeding voor het -verleiden van een getrouwde vrouw, dat vrouwen dikwijls zwak zijn en niet in staat -weerstand te bieden aan toenadering van een man, zoodat de wet zwaar zou moeten drukken -op den man, die zich die zwakheid ten nutte maakt. Dit argument schijnt wat verouderd. -De wet begint de verantwoordelijkheid zelfs van de getrouwde vrouwen in andere opzichten -aan te nemen, en kan wel nauwelijks weigeren ze ook aan te nemen voor het controleeren -van haar eigen persoon. Bovendien, als het zoo natuurlijk is voor de vrouw om te zwichten, -dan is het nauwelijks rechtmatig den man te straffen, met wien zij die natuurlijke -daad gedaan heeft. Er moet verder gezegd worden, dat, als de echtbreuk van een vrouw -alleen maar een onverantwoordelijke vrouwelijke zwakheid is, dat dan een zeer ongepaste -ruwheid haar wordt aangedaan door het openlijk eischen van schadevergoeding van haar -minnaar. Als we werkelijk dit argument aannemen, dan moeten we de middeleeuwsche kuischheidsgordel -weer invoeren. <a class="fnarrow" href="#xd29e10083src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10086" href="#xd29e10086src">30</a></span> Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 114. <a class="fnarrow" href="#xd29e10086src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10106" href="#xd29e10106src">31</a></span> Deze regel is in Engeland geenszins een doode letter. Zoo bracht in 1907 een vrouw, -die haar huis had verlaten, terwijl ze een brief achterliet waarin ze zeide, dat haar -man niet de vader van haar kind was, daarna een aanklacht uit wegens echtbreuk en -omdat de man zich niet verdedigde, werd haar die toegestaan. Maar, daar de advocaat -van de kroon (King’s Proctor) de feiten vernomen had, werd het vonnis vernietigd. -Toen diende de man een aanklacht in tot echtscheiding, kon die echter niet verkrijgen -daar hij reeds had toegegeven dat hij echtbreuk begaan had, door zich in het vorige -geval niet te doen verdedigen. Hij bracht de zaak voor het hof van appèl maar zijn -verzoek werd niet ingewilligd, daar het hof van meening was, dat “het verleenen van -steun in zulk een geval niet was in het belang van de algemeene moraal”. De veiligste -weg in Engeland om wat wettig “huwelijk” genoemd wordt absoluut onontbindbaar te maken, -is dat beide partijen echtbreuk begaan. <a class="fnarrow" href="#xd29e10106src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10144" href="#xd29e10144src">32</a></span> Magnus Hirschfeld, <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Oct. 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e10144src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10150" href="#xd29e10150src">33</a></span> H. Adner, “<span lang="de">Die Richterliche Beurteilung der “Zerrütteten” Ehe</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Band II, Deel 8. <a class="fnarrow" href="#xd29e10150src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10161" href="#xd29e10161src">34</a></span> Gross-Hoffinger, <i lang="de">Die Schicksale der Frauen und die Prostitution</i>, 1847; Bloch geeft een volledige opsomming van de resultaten van dit onderzoek in -een <i>Appendix</i> bij hoofdstuk X van zijn <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e10161src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10187" href="#xd29e10187src">35</a></span> De echtscheiding in de Vereenigde Staten wordt in den breede besproken door Howard, -<i>op. cit.</i>, deel III. <a class="fnarrow" href="#xd29e10187src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10194" href="#xd29e10194src">36</a></span> H. Münsterberg, <i lang="en">The Americans</i>, p. 575. Evenzoo meent Dr. Felix Adler, in een studie over “<span lang="en">The Ethics of Divorce</span>” (<i lang="en">The Ethical Record</i>, 1890, p. 200), hoewel hij zelf geen voorstander van echtscheiding is, dat de eerste -oorzaak voor het veel voorkomen van de echtscheiding in de Vereenigde Staten is de -hooge positie der vrouwen. <a class="fnarrow" href="#xd29e10194src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10210" href="#xd29e10210src">37</a></span> In een belangwekkend artikel, met gevallen ter illustratie, over “Het Neurologische -Element in den huwelijksafkeer<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> (<i lang="en">Journal of Nervous and <span class="corr" id="xd29e10216" title="Bron: mental">Mental</span> Diseases</i>, Sept. 1892) verwijst Smith Baker naar de gevallen waarin “een man hoe langer hoe -meer antipathie tegen zijn vrouw begint te gevoelen, als hij haar naar verhouding -minder ontwikkelde persoonlijkheid leert kennen. Terwijl hij misschien trouwde, voordat -hij juist had leeren oordeelen over karakter en de neigingen daarvan, komt hij tot -besef van het feit, dat hij in eere verplicht is zijn geheele physiologische leven -te leven, niet met een werkelijke gezellin, maar met een surrogaat.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> De gevallen zijn nog talrijker, merkt dezelfde schrijver op, waarin de sexueele begeerte -van de vrouw zich niet openbaart, behalve als resultaat van opvoeding en oefening. -“Deze soort van natuurlijk-onnatuurlijken toestand is de bron van veel teleurstelling, -en van intens lijden van de zijde van de vrouw evenzeer als van ontevredenheid in -de familie”. Toch zijn zulke oorzaken van echtscheiding veel te samengesteld om in -wetboeken vermeld te worden, en veel te intiem om in gerechtshoven bepleit te worden. <a class="fnarrow" href="#xd29e10210src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10226" href="#xd29e10226src">38</a></span> Tien jaar geleden, misschien nu nog wel, kwamen de Vereenigde Staten als de vierde -wat de veelvuldigheid van echtscheiding aangaat, na Japan, Denemarken, en Zwitserland. <a class="fnarrow" href="#xd29e10226src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10231" href="#xd29e10231src">39</a></span> Lecky, de historieschrijver over de Europeesche moraal, heeft gewezen (<i lang="en">Democracy and Liberty</i>, deel II, p. 172) op de nauwe betrekking in het algemeen tusschen het gemak van de -echtscheiding en een hoogen standaard van de sexueele moraal. <a class="fnarrow" href="#xd29e10231src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10239" href="#xd29e10239src">40</a></span> Zoo b.v., Hobhouse, <i lang="en">Morals in Evolution</i>, deel I, p. 237. <a class="fnarrow" href="#xd29e10239src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10289" href="#xd29e10289src">41</a></span> In Engeland werd deze stap gedaan onder de regeering van Hendrik VII, toen het gedwongen -huwen van vrouwen tegen haar wil bij de wet verboden werd (3 Henry VII, c. 2). Zelfs -al in het midden van de zeventiende eeuw moest de kwestie van het gedwongen huwelijk -weer behandeld worden (<i>Inderwick</i>, Interregnum, blz. 40 <i>et seq.</i>). <a class="fnarrow" href="#xd29e10289src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10353" href="#xd29e10353src">42</a></span> Woods Hutchinson (<i lang="en">Contemporary Review</i>, Sept., 1905) beweert, dat als epilepsie, krankzinnigheid, moreele perversie, gewoonte-dronkenschap, -of misdadig gedrag van eenigerlei soort voorkomt, de echtscheiding, ter wille van -het komend geslacht, niet alleen toegestaan moest zijn, maar verplichtend. Echtscheiding -alleen zou echter niet voldoende zijn om het gewenschte doel te bereiken. <a class="fnarrow" href="#xd29e10353src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10365" href="#xd29e10365src">43</a></span> Evenzoo schrijft in Duitschland Wanda von Sacher-Masoch, die wat haar eigen karaktergebreken -ook mogen geweest zijn, veel door het huwelijk geleden had, aan het eind van <i lang="de">Meine Lebensbeichte</i>, dat “zoolang de vrouwen den moed niet hebben, zonder tusschenkomst van den Staat -of tusschenkomst van de kerk verhoudingen te regelen, die haarzelf alleen aangaan, -zullen zij niet vrij zijn”. In plaats van dit oude, vervallen huwelijkssysteem, dat -zoo tegenovergesteld is aan onze moderne gedachten en gevoelens, wilde zij persoonlijke -contracten hebben, gemaakt door een advocaat. In Engeland schreef al veel vroeger -Charles Kingsley, een vurig voorstander van de vrouwenbeweging, wiens gevoel voor -de vrouwen bijna tot vereering steeg, aan J. S. Mill: “Er kan nooit iets goeds komen -voor de vrouwen, eer het laatste overblijfsel van de canonieke wet door de beschaving -ter zijde is gesteld”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10365src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10375" href="#xd29e10375src">44</a></span> “Er is nooit vuiler instelling uitgevonden”, verklaarde Auberon Herbert vele jaren -geleden, en daarmee drukte hij een gevoelen uit, dat later zeer gewoon is geworden; -“en het bestaan ervan sleept zich, tot onze groote schande voort, omdat we niet den -moed hebben om vrijuit te zeggen, dat de sexueele verhoudingen van man en vrouw, of -van hen, die samen leven, hen zelf aangaan, en dat ze niet de glurende, gretige, zelfgenoegzame, -en ontzettend onware buitenwereld aangaan”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10375src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10384" href="#xd29e10384src">45</a></span> Hobhouse, <i>op. cit.</i>, deel I, p. 237. <a class="fnarrow" href="#xd29e10384src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10389" href="#xd29e10389src">46</a></span> Dezelfde opvatting van het huwelijk als een contract blijft nog tot op zekere hoogte -ook in de Vereenigde Staten bestaan, waar ze heen gebracht was door de eerste Protestanten -en Puriteinen. De Staten geven gewoonlijk geen definitie van het huwelijk, maar, naar -Howard zegt (<i>op. cit.</i>, deel II, p. 395), “inderdaad wordt het huwelijk behandeld als een verhouding, die -zoowel iets heeft van den aard van een toestand als van een contract”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10389src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10436" href="#xd29e10436src">47</a></span> Dit gezichtspunt is grondig uiteengezet door Paul en Victor Margueritte, <i lang="fr">Quelques Idées</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e10436src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10475" href="#xd29e10475src">48</a></span> Ik wil opmerken, dat dit vele jaren geleden door C. G. Garrison aangetoond werd, die -de gevolgen hiervan besprak in zijn “<span lang="en">Limits of Divorce</span>”, <i lang="en">Contemporary Review</i>, Feb., 1894. “We kunnen veilig zeggen”, besluit hij, “dat het huwelijk in geen opzicht -op een contract gelijkt, noch in vorm, noch als geneesmiddel, handelwijze of in resultaat; -maar dat het in al deze opzichten integendeel de rechten, van de personen, die het -aangaat, verkort”. Het huwelijk is geen contract, maar een wijze van zich gedragen. <a class="fnarrow" href="#xd29e10475src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10486" href="#xd29e10486src">49</a></span> Zie b.v. P. en V. Margueritte, <i>op. cit.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e10486src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10490" href="#xd29e10490src">50</a></span> Zooals aangehaald door Howard, <i>op. cit.</i>, deel II, p. 29. <a class="fnarrow" href="#xd29e10490src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10502" href="#xd29e10502src">51</a></span> Evenzoo merkt Ellen Key (<i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, p. 343) op, dat te spreken over “den plicht van levenslange trouw” in veel opzichten -hetzelfde is, als te spreken van “den plicht van levenslange gezondheid”. Een mensch -kan zijn best doen om zijn leven of zijn liefde te bewaren; hij kan dit niet onvoorwaardelijk -op zich nemen. <a class="fnarrow" href="#xd29e10502src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10568" href="#xd29e10568src">52</a></span> Hobhouse, <i>op. cit.</i>, deel I, blz. 159, 237–9; vergelijk P. en V. Margueritte, <i lang="fr">Quelques Idées</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e10568src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10596" href="#xd29e10596src">53</a></span> “Echtscheiding”, zooals Garrison zegt (“<span lang="en">Limits of Divorce</span>”, <i lang="en">Contemporary Review</i>, Febr. 1894), “is de rechterlijke mededeeling, dat een gedrag, hetwelk eens dat van -een huwelijk was in aard en doel, deze eigenschappen verloren heeft … Echtscheiding -is een feitelijk iets, en niet een vrijheid om een belofte te breken”. <a class="fnarrow" href="#xd29e10596src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10610" href="#xd29e10610src">54</a></span> Zie boven, p. 325. <a class="fnarrow" href="#xd29e10610src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10682" href="#xd29e10682src">55</a></span> Het is noodig geweest de voortplanting in het eerste hoofdstuk van dit werk te bespreken, -en het zal weer noodig zijn in het laatste hoofdstuk. Hier hebben wij alleen te maken -met de voortplanting als een element van het huwelijk. <a class="fnarrow" href="#xd29e10682src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10689" href="#xd29e10689src">56</a></span> Nietzold, <i lang="de">Die Ehe in Aegypten zur Ptolemäisch-römischen Zeit</i>, 1903, p. 3. Deze band verzekerde ook rechten aan de kinderen, die tijdens het bestaan -ervan geboren werden. <a class="fnarrow" href="#xd29e10689src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10695" href="#xd29e10695src">57</a></span> Zie bv. Ellen Key, <i>Moeder en Kind</i>, p. 21. De noodzakelijkheid tot het combineeren van grooter vrijheid van sexueele -verhoudingen met grootere gestrengheid van ouderlijke verhoudingen werd in een vroeger -tijd duidelijk erkend door een andere bekwame schrijfster, Miss J. H. Clapperton, -in haar beroemd boek <i lang="en">Scientific Meliorism</i>, uitgegeven in 1885 “Wettelijke veranderingen”, schreef zij (p. 320), “zijn noodig -in twee richtingen, en wel in de richting van grooter vrijheid van huwelijk en grooter -preciesheid, wat het ouderschap aangaat. De huwelijksvereeniging is in haar wezen -een persoonlijke zaak, waarmee de maatschappij niet geroepen is zich te bemoeien en -waartoe ze ook geen recht heeft. De geboorte van een kind daarentegen is een openbare -gebeurtenis. Ze raakt de belangen van de geheele natie.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e10695src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10716" href="#xd29e10716src">58</a></span> Ellen Key, <i>Liefde en Huwelijk</i>, p. 168; vergelijk van dezelfde schrijfster <i>De Eeuw van het Kind</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e10716src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10727" href="#xd29e10727src">59</a></span> In Duitschland alleen worden ieder jaar 100.000 “onwettige” kinderen geboren, en het -aantal neemt snel toe; in Engeland is het maar 40.000 per jaar, daar het sterke vooroordeel, -dat dikwijls bestaat tegen zulke geboorten in Engeland (zooals ook in Frankrijk) aanleiding -geeft tot het in wijden kring toepassen van middelen ter voorkoming van de conceptie. <a class="fnarrow" href="#xd29e10727src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10768" href="#xd29e10768src">60</a></span> “Waar zijn werkelijk monogamisten te vinden?” vroeg Schopenhauer in zijn verhandeling -“Ueber die Weiber”. En James Hinton was gewoon te zeggen: “Wat is de bedoeling van -het in stand houden van de monogamie? Is er eenige kans om ze te krijgen, zou ik wel -eens willen weten? Noemt gij het Engelsche leven monogaam?” <a class="fnarrow" href="#xd29e10768src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10771" href="#xd29e10771src">61</a></span> “Bijna overal”, zegt Westermarck van de polygynie (die hij in den breede bespreekt -in de hoofdstukken XX–XXII van zijn <i lang="en">History of Human Marriage</i>) “is ze beperkt tot het kleinste gedeelte van de menschen en het grootste deel is -monogaam”. Maurice Gregory (<i lang="en">Contemporary Review</i>, Sept. 1906) geeft statistieken, die aantoonen, dat er bijna overal een neiging tot -gelijkheid in aantal van de geslachten te vinden is. <a class="fnarrow" href="#xd29e10771src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e10786" href="#xd29e10786src">62</a></span> In een polygaam land is een man natuurlijk door zijn verplichtingen evenzeer gebonden -aan zijn tweede vrouw, als aan zijn eerste. Bij ons wordt de tweede vrouw onteerd -door den naam maitres, en hoe slechter de man haar en haar kinderen behandelt, des -te meer wordt zijn moraal goedgekeurd, <span class="pagenum">[<a id="pb448n" href="#pb448n">448</a>]</span>evenals de Katholieke kerk, toen ze trachtte het coelibaat onder de geestelijkheid -in te stellen, meer goedkeuring had voor den priester, die onwettige verhoudingen -had met vrouwen, dan den priester, die fatsoenlijk en openlijk trouwde. Als zijn verwaarloozing -er de maitres van een getrouwd man toe brengt haar verhouding tot hem bekend te maken, -dan heeft de man recht haar te vervolgen, en zijn advocaat zal, van de algemeene sympathie -verzekerd, voor het gerechtshof zeggen, dat “deze vrouw zoo slecht is geweest van -te schrijven aan de vrouw van den klager!” <a class="fnarrow" href="#xd29e10786src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11000" href="#xd29e11000src">63</a></span> Howard, in zijn oordeelkundige <i lang="en">History of Matrimonial Institutions</i> (deel II, blz. 96 <i>et seq.</i>), kan niet nalaten de aandacht te vestigen op den bijna krankzinnig opgewonden aard -van de taal, die in Engeland nog maar weinige jaren geleden gebruikt werd door hen, -die waren tègen het huwelijk met de zuster van de overledene vrouw, en hij stelt die -tegenover de meer redelijke houding van de Katholieke kerk. “Er zijn voorbeelden gegeven”, -merkt hij op, “van de moreele anarchie, die zulke huwelijken moeten te voorschijn -roepen, en die zijn door opmerkers uit Amerika, uit de koloniën en van het vasteland -gelezen met een ongerustheid, die niet onvermengd was met tegenzin, en het zijn werkelijk -merkwaardige illustraties van het uiterst insulair karakter van den Engelschen geest”. -Nog in A.D. 1908 werd er een wetsontwerp gebracht in het House of Lords, hetwelk voorstelde, -dat verlating zonder oorzaak twee jaren lang een reden zou zijn tot echtscheiding, -een redelijke en menschelijke maatregel, die als wet geldt in de meeste deelen van -de beschaafde wereld. De Lord Kanselier (Lord Loreburn), een liberaal, en een verlicht -en scherpzinnig leider in de sfeer van de politiek, verklaarde, dat zulk een voorstel -“absoluut onmogelijk” was. Het Huis verwierp het voorstel met 61 tegen 2 stemmen. -Zelfs de huwelijksbesluiten van het concilie van Trente werden niet door zulk een -overweldigende meerderheid aangenomen. Inzake de huwelijkswetgeving is Engeland nog -nauwelijks ontwassen aan de Middeleeuwen. <a class="fnarrow" href="#xd29e11000src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch11" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e460">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">DE KUNST VAN LIEFHEBBEN</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb463" href="#pb463">463</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">Het huwelijk is er niet alleen voor de voortplanting.—Theologen over het “<span lang="la">sacramentum solationis</span>”.—Het belang van de kunst van liefhebben.—De grondslag van bestendigheid in het huwelijk -en de voorwaarde voor juiste voortplanting.—De kunst van liefhebben is het bolwerk -tegen de echtscheiding.—De eenheid van liefde en huwelijk is een principe van de moderne -moraal.—Het Christendom en de kunst van liefhebben onder natuurvolken.—Sexueele inwijding -in Afrika en elders.—De neiging tot spontane ontwikkeling van de kunst van liefhebben -in de jeugd.—Flirt.—Sexueele onwetendheid bij vrouwen.—De plaats van den echtgenoot -bij de sexueele inwijding.—Sexueele onwetendheid bij mannen.—De opvoeding van den -echtgenoot voor het huwelijk.—Het onheil gesticht door de onwetendheid van den man.—De -physieke en psychische gevolgen van den onbeholpen coïtus.—Vrouwen verstaan de kunst -van liefhebben beter dan mannen.—Oude en nieuwe meeningen over de veelvuldigheid van -den coïtus.—Verschillen in sexueele potentie.—De sexueele begeerte.—De kunst van liefhebben -berust op de biologische feiten van het hof-maken.—De kunst aan vrouwen te behagen.—De -minnaar vergeleken bij den musicus.—Het aanzoek als een deel van het hof-maken.—Divinatie -in de kunst van liefhebben.—Het belang van de preliminariën bij het aanzoek.—De onbeholpenheid -van den echtgenoot is dikwijls oorzaak van de koelheid der vrouw.—De moeilijkheid -van het hof-maken.—Gelijktijdig orgasme.—De nadeelen van onvolkomen bevrediging bij -de vrouw.—<span lang="la">Coïtus interruptus</span>.—<span lang="la">Coïtus reservatus</span>.—De menschelijke wijze van coïtus.—Variaties in coïtus.—Houding bij coïtus.—De beste -tijd voor den coïtus.—De invloed van coïtus in het huwelijk.—De voordeelen van afwezigheid -in het huwelijk.—De gevaren van afwezigheid.—Jaloezie.—De oorspronkelijke functie -der jaloezie.—Het veel vóorkomen ervan bij dieren, natuurvolken en in pathologische -toestanden.—Een tegen-maatschappelijk gevoel.—Jaloezie laat zich niet vereenigen met -den vooruitgang der beschaving.—De mogelijkheid méér dan een persoon tegelijk lief -te hebben.—De platonische vriendschap.—De voorwaarden, die ze mogelijk maken.—Het -moederlijk element in de liefde der vrouw.—De eind-ontwikkeling van de huwelijksliefde.—Het -vraagstuk der liefde is een van de grootste maatschappelijke kwesties.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het zal uit de voorafgaande bespreking wel duidelijk zijn geworden, dat er in ieder -huwelijk twee elementen zijn, beide even noodig om dat huwelijk volkomen te doen wezen. -Aan den eenen kant is het huwelijk een vereeniging door wederzijdsche liefde <span class="pagenum">[<a id="pb464" href="#pb464">464</a>]</span>ontstaan, die alleen door het koesteren van zulk een liefde in stand gehouden kan -worden als een werkelijkheid, afgezien van de uitsluitend vormelijke zijde ervan. -Aan den anderen kant is het huwelijk een methode om het ras voort te planten en heeft -het zijn doel in de nakomelingschap. Aan den eenen kant is het doel ervan de erotische -liefde, aan den anderen kant het ouderschap. Beide deze doeleinden zijn al sinds lang -algemeen erkend geweest. Wij vinden ze bij voorbeeld openlijk genoemd in de huwelijksdienst -van de kerk van Engeland, waar gezegd wordt, dat het huwelijk bestaat “zoowel tot -wederzijdsch gezelschap, hulp en steun, die de een van den ander noodig heeft, als -ook tot het voortbrengen van kinderen”. Zonder den factor van wederzijdsche liefde -kunnen de juiste voorwaarden voor de voortplanting niet bestaan; zonder den factor -der voortplanting blijft de sexueele vereeniging, hoe mooi en heilig deze verhouding -op zichzelf ook zijn mag, in haar wezen, een persoonlijke verhouding, onvolkomen als -huwelijk en zonder openbare beteekenis. Daarom wordt het noodig de voorafgaande bespreking -van het huwelijk in zijn algemeene trekken aan te vullen met een laatste en meer intieme -beschouwing van het huwelijk in zijn wezen, voor zoover het de kunst van liefhebben -en de wetenschap der voortplanting omvat. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wij hebben reeds gelegenheid gehad van tijd tot tijd te verwijzen naar hen, die, van -verschillend standpunt uitgaande, getracht hebben het doel van het huwelijk te beperken -en het eene of het andere van zijn elementen te onderdrukken. (Zie b.v., boven, p. -135). -</p> -<p>De moderne neiging is geweest den factor der voortplanting uit te sluiten en de huwelijksbetrekkingen -alleen te beperken tot de verhouding van de twee partijen tot elkaar. Afgezien van -het feit, waarvan het onnoodig is er weer de aandacht op te vestigen, dat, uit publiek -en maatschappelijk standpunt, een huwelijk zonder kinderen, hoe belangrijk het ook -zijn kan voor de twee personen, die het aangaat, een verhouding is zonder eenige openbare -beteekenis, moeten we verder zeggen, dat ook het erotische leven zelf onder afwezigheid -van kinderen kan lijden, want in het normale erotische leven, vooral bij vrouwen, -heeft de sexueele liefde neiging uit te groeien tot ouderliefde. Bovendien wordt de -volle ontwikkeling van die wederzijdsche liefde en afhankelijkheid bij de afwezigheid -van kinderen met moeite verkregen, en er ontbreekt die allernauwste der banden, de -wederkeerige samenwerking van twee personen bij het voortbrengen van een nieuw wezen. -Het volmaakte en volkomen huwelijk in zijn volle ontwikkeling is een drieëenheid. -</p> -<p>Zij, die den erotischen factor uit het huwelijk hebben trachten te verwijderen als -niet tot het wezen ervan behoorende, of in ieder geval als alleen toe te laten als -strikt ondergeschikt aan het doel van de voortplanting, hebben zich van tijd tot tijd -in verschillende tijdperken doen hooren. Zelfs de ouden, Grieken en Romeinen gelijkelijk, -raadden in hun meer ernstige oogenblikken de verwijdering aan van het erotisch element -uit het huwelijk, en wilden het beperken tot buitenechtelijke verhoudingen, dat is -te zeggen voor zoover het mannen aanging; voor de erotische behoeften van getrouwde -vrouwen hadden ze geen bepalingen te maken. Montaigne, die vervuld was van den geest -der klassieke tradities, heeft uitmuntend de redenen uiteengezet, die pleiten voor -het verwijderen der erotische belangen uit het huwelijk: “Men trouwt niet voor zichzelf, -wat er ook gezegd wordt; een man trouwt evenzeer, of <span class="pagenum">[<a id="pb465" href="#pb465">465</a>]</span>meer nog, voor zijn nageslacht, voor zijn familie, de gewoonte en het belang van het -huwelijk raken meer het ras dan ons zelf.… Zoo is het een soort van bloedschande om -in deze waardige en geheiligde verhouding, de krachtsinspanningen en de buitensporigheden -van de losbandigheid der liefde te verbruiken” (<i lang="fr">Essais</i>, Boek I, hoofdstuk XXIX; Boek III, hoofdst. V). Dit gezichtspunt was zeer aannemelijk -voor de eerste Christenen, die echter met opzet den tegenovergestelden kant ervan -voorbijzagen, het hebben van erotische belangen buiten het huwelijk. “Omgang te hebben -behalve voor de voortplanting”, zeide Clemens van Alexandrië (<i lang="la">Paedagogus</i>, Boek II, hoofdst. X) <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>is de natuur onrecht aandoen”. Terwijl deze bewering echter waar is voor de lagere -dieren, is ze niet waar voor den mensch, en vooral niet voor den beschaafden man, -wiens erotische behoeften veel meer ontwikkeld zijn, en veel nauwer verbonden met -het beste en edelste deel van zijn organisme, dan het geval is bij de dieren in het -algemeen. Voor het dier bestaat er geen sexueele begeerte behalve als ze in het leven -geroepen wordt door de voorwaarden, die behooren tot de voortplantings-noodzakelijkheden. -Het is geheel anders bij den mensch, voor wien, zelfs als de kwestie van de voortplanting -geheel uitgesloten is, sexueele liefde toch een voortdurende behoefte is, en zelfs -een voorwaarde voor de mooiste geestelijke ontwikkeling. Daarom heeft de Katholieke -kerk, terwijl ze met bewondering een zelfbeheersching in het huwelijk beschouwde, -die sexueele verhoudingen uitsloot behalve voor het doel van de voortplanting, den -heiligen Augustinus gevolgd in zoover ze omgang, afgezien van de voortplanting met -groote toegevendheid behandelde, en dan als een vergeeflijke zonde. Hier was de kerk -echter geneigd de grens te stellen, en het schijnt wel, dat in 1679 Innocentius XI -het voorstel verwierp, waarbij de “huwelijksdaad, gedaan alleen voor pleizier, uitgesloten -wordt zelfs van de vergeeflijke zonde”. -</p> -<p>Protestantsche theologen zijn geneigd geweest verder te gaan, en daarbij vonden zij -eenige autoriteit zelfs bij de Katholieke schrijvers. Johannes à Lasco, de Katholieke -bisschop, die protestant werd en zich tijdens de regeering van Edward VI in Engeland -vestigde, volgde menigen middeleeuwschen theoloog, toen hij het <i lang="la">sacramentum solationis</i> erkende, naast de <i>proles</i>, als een element van het huwelijk. Cranmer zeide, in zijn huwelijksdienst van 1549, -dat “wederkeerige hulp en steun”, zoowel als de voortplanting het doel van het huwelijk -vormen. (Wickham Legg, <i lang="en"><span class="corr" id="xd29e11055" title="Bron: Ecclesiatical">Ecclesiological</span> Essays</i>, p. 204; Howard, <i lang="en">Matrimonial Institutions</i>, deel I, p. 398). Moderne theologen spreken nog duidelijker. “De sexueele daad”, -zegt Northcote (<i lang="en">Christianity and Sex-Problems</i>, p. 59), “is een daad van liefde. Behoorlijk geregeld, leidt zij tot de zedelijke -welvaart van het individu en bevordert zijn capaciteit als lid van de maatschappij. -De daad zelf, en de daarmee verbonden gemoedsbewegingen brengen het psychische leven -machtig in beweging”. In een vroeger tijd heeft ook Schleiermacher, in zijn <i>Brieven over Lucinde</i>, gewezen op de groote beteekenis van de liefde voor de ontwikkeling van het individu. -</p> -<p>Edward Carpenter merkt naar waarheid op, in <i lang="en">Love’s Coming of Age</i>, dat de sexueele liefde niet alleen physiek tot scheppen noodig is, maar ook psychisch. -Ook Bloch komt (<i lang="en">The Sexual Life of Our Time</i>, hoofdst. VI) tot het besluit, dat “liefde en de sexueele omhelzing niet alleen hun -doel hebben in de voortplanting, maar dat zij noodzakelijk een doel op zichzelf vormen -en noodig zijn voor het leven, de ontwikkeling, en den innerlijken groei van het individu -zelf”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er wordt door sommigen, die toegeven, dat wederzijdsche liefde een grondvoorwaarde -is voor het huwelijk, beweerd, dat zulke liefde, als ze eens bij het begin erkend -is, voor uitgemaakt kan gehouden worden, en dat er geen verdere bespreking over noodig -is; er is, naar zij meenen, geen kunst van liefhebben, die geleerd of onderwezen kan -worden; ze komt van nature. Niets kan verder <span class="pagenum">[<a id="pb466" href="#pb466">466</a>]</span>van de waarheid af zijn, vooral wat den beschaafden mensch aangaat. Zelfs de elementaire -daad van den coïtus moet aangeleerd worden. Niemand zou een strenger puriteinsch gezichtspunt -over sexueele zaken hebben kunnen aannemen dan Sir James Paget, en toch verklaarde -Paget (in zijn lezing over “<span lang="en">Sexual Hypochondriasis</span>”), dat “Onwetendheid over sexueele zaken een groote eigenaardigheid schijnt te zijn -van het meer beschaafde deel van het menschelijk ras. Onder ons gezegd, het is zeker, -dat de methode van het paren geleerd moet worden, en dat zij, aan wie het nooit geleerd -wordt, er onwetend in blijven”. Gaillard merkt dan eveneens op (in zijn <i lang="fr"><span class="corr" id="xd29e11085" title="Bron: Cliniqne">Clinique</span> des Maladies des Femmes</i>), dat jonge menschen, evenals Daphnis in de idylle van Longus, een mooi Lycenion -noodig hebben om ze praktisch zoowel als theoretisch in deze zaken een goede opvoeding -te geven, en hij meent, dat moeders haar dochters bij het huwelijk moesten inlichten -en vaders hun zoons. Philosophen hebben van tijd tot tijd den ernst van deze kwesties -erkend en hebben er over gediscussieerd; zoo besprak Epicurus, zooals Plutarchus ons -vertelt<a class="noteref" id="xd29e11089src" href="#xd29e11089">1</a>, met zijn leerlingen verschillende sexueele zaken, zoo als de juiste tijd voor den -coïtus; maar toen waren er evenals nu obscuranten, die zelfs de centrale feiten van -het leven wilden overlaten aan het toeval en aan de onwetendheid, en deze waren ontevreden -op de philosophen. -</p> -<p>Er is echter in deze zaken veel meer te leeren dan de enkele elementaire feiten van -het sexueele verkeer. De kunst van liefhebben sluit zulke grondfeiten van de sexueele -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span> zeer zeker in zich, maar ze omvat ook de geheele erotische discipline van het huwelijk, -en dat is de reden, waarom de beteekenis ervan zoo groot is, voor het welzijn en het -geluk van het individu, voor de bestendigheid van sexueele vereenigingen, en indirect -voor het ras, daar de liefdekunst ten slotte de kunst is van het verkrijgen van de -juiste voorwaarden voor de voortplanting. -</p> -<p>“Het schijnt zeer waarschijnlijk”, schreef Prof. E. D. Cope<a class="noteref" id="xd29e11104src" href="#xd29e11104">2</a>, “dat, als het belang van dit onderwerp goed begrepen werd, en het, wat zijn praktischen -kant betreft, deel kon worden van een geschreven maatschappelijke wetenschap, dan -het monogamische huwelijk een veel grooter succes zou hebben dan dikwijls in het werkelijke -leven gevonden wordt”. Er kan niet de minste twijfel aan bestaan, dat dit het geval -is. In de groote meerderheid van huwelijken hangt het succes uitsluitend af van de -bekendheid met de kunst van liefhebben van de twee personen, die het aangaan. Een -levenslange monogamische vereeniging kan wel blijven bestaan bij afwezigheid van de -geringste aangeboren of verkregen kunst van liefhebben, uit godsdienstige onderwerping -of zuivere <span class="pagenum">[<a id="pb467" href="#pb467">467</a>]</span>domheid. Maar die houding begint nu minder gewoon te worden. Naar we in het vorige -hoofdstuk gezien hebben, beginnen echtscheidingen meer voor te komen en gemakkelijker -te verkrijgen te zijn in alle beschaafde landen. Dit is een neiging van de beschaving; -het is een resultaat van den eisch, dat het huwelijk een werkelijke verhouding moet -zijn, en dat, als het ophoudt werkelijk te zijn als verhouding, het dan ook moet ophouden -als vorm te bestaan. Dat is een onvermijdelijke neiging, die besloten ligt in onze -aangroeiende democratie, want de democratie schijnt meer te geven om werkelijkheden -dan om vormen, hoe eerbiedwaardig ze ook mogen zijn. We kunnen er niet tegen strijden; -en we moeten er ook niet tegen strijden, al konden we het. -</p> -<p>Maar toch, terwijl we verplicht zijn de neiging tot echtscheiding te ondersteunen, -en er op aan te dringen, dat voor een geldig huwelijk de wil noodig is van twee personen -om het in stand te houden, is het toch voor ieder moeilijk om te beweren, dat echtscheiding -op zich zelf wenschelijk is. Het is altijd de erkenning van een mislukking. Twee personen, -die, als zij ook maar in de geringste mate bewogen zijn geweest door den normalen -en regelmatigen impuls van de sexueele keuze, elkander als beminnelijk beschouwden, -zijn, aan den eenen kant, of aan den anderen kant, of aan beide kanten, gebleken niet -beminnelijk te zijn. Er is een mislukking geweest in de fundamenteele liefdekunst. -Als we een tegenwicht moeten vormen tegen het gemak van de echtscheiding, dan is onze -eenige gezonde wijze van handelen de standvastigheid van het huwelijk en dat is alleen -mogelijk door het aankweeken van de kunst van liefhebben, de voornaamste grondslag -van het huwelijk. -</p> -<p>Het is volstrekt niet overbodig op dit punt den nadruk te leggen. Er zijn nog vele -menschen, die het niet hebben kunnen inzien. Er zijn zelfs menschen, die schijnen -te meenen, dat het van geen belang is, of er genoegen is bij de sexueele daad of niet. -“Ik geloof niet, dat wederzijdsch genoegen in de sexueele daad eenige speciale betrekking -heeft op het levensgeluk”, merkte eens Dr. Howard A. Kelly<a class="noteref" id="xd29e11118src" href="#xd29e11118">3</a> op. Zulk een gezegde beteekent—als het ten minste iets beteekent—dat de huwelijksband -geen “speciale betrekking” heeft op het menschelijk geluk; het beteekent, dat de weg -vrij open moet gezet worden voor echtbreuk en echtscheiding. Zelfs de meest perverse -asceet van de Middeleeuwen kon het nauwelijks wagen een bewering te uiten, zoo lijnrecht -tegenovergesteld aan de ervaringen van de menschheid, en het feit, dat een beroemd -<span class="corr" id="xd29e11124" title="Bron: gynecoloog">gynaecoloog</span> van de twintigste eeuw ze uiten kan, met bijna het air van een waarheid te zeggen, -is in ruime <span class="pagenum">[<a id="pb468" href="#pb468">468</a>]</span>mate een rechtvaardiging voor den nadruk, die het tegenwoordig noodig is geworden -op de liefdekunst te leggen. “<span lang="la">Uxor enim dignitatis nomen est, non voluptatis</span>”, dat was een oud heidensch gezegde. Maar het is niet in harmonie met moderne denkbeelden. -Het was zelfs niet geheel in harmonie met het Christendom. Voor onze moderne moraal -is de eenheid van liefde en huwelijk een axioma<a class="noteref" id="xd29e11132src" href="#xd29e11132">4</a>. -</p> -<p>De verwaarloozing van de liefdekunst is geen algemeen verschijnsel geweest; het is -meer speciaal een verschijnsel van het Christendom. De geest van het oude Rome heeft -ongetwijfeld Europa gepredisponeerd tot zulk een verwaarloozing, want met hun ruw -aankweeken van militaire deugden en hun ongeschiktheid voor de fijnere gezichtspunten -van de beschaving waren de Romeinen bereid liefde te beschouwen als een vergeeflijke -zwakheid, maar ze waren niet, als een volk, bereid om ze aan te kweeken als een kunst. -Hun dichters vertegenwoordigen in deze zaak het moreele gevoelen van hun beste burgers -niet. Het is werkelijk een feit van zeer groote beteekenis, dat Ovidius, de meest -bekende Latijnsche dichter, die veel over de kunst van liefhebben heeft nagedacht, -die kunst niet zoozeer met de moraliteit in verband bracht als met de immoraliteit. -Zooals hij het beschouwde, was de kunst van liefhebben minder de kunst om een vrouw -in haar huis te houden, dan de kunst om haar er uit te lokken; het was eerder de kunst -van den echtbreker dan van den echtgenoot. Zulk een opvatting zou buiten Europa onmogelijk -zijn, maar ze bleek zeer gunstig te zijn aan den groei van de Christelijke houding -jegens de kunst van liefhebben. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De liefde als een kunst, zoowel als een hartstocht, schijnt in de oudheid veel bestudeerd -te zijn geworden, hoewel de resultaten van die studie verloren zijn gegaan. Cadmus -Milesius, zegt Suidas, schreef veertien groote boekdeelen over den liefdehartstocht, -maar ze zijn nu niet meer te vinden. Rohde geeft in (<i lang="de"><span class="corr" id="xd29e11144" title="Bron: Das">Der</span> Griechische Roman</i>, p. 55) een kort uittreksel uit de Grieksche philosophische schrijvers over de liefde. -Bloch (<i lang="de">Beiträge zur Psychopathia Sexualis</i>, deel I, p. 191) somt de schrijfsters uit de oudheid op, die de liefdekunst behandelden. -Montaigne (<i lang="fr">Essais</i>, boek II, hoofdstuk V) geeft een lijst van oude klassieke boeken over de liefde, -die verloren zijn gegaan. Ook Burton (<i lang="en">Anatomy of Melancholy</i>, uitgave van Bell, deel III, p. 2) geeft een lijst van boeken over de liefde, die -verloren zijn gegaan. Burton zelf behandelde in den breede de menigvuldige teekenen -van de liefde en de depressieve symptomen ervan. Boissier de Sauvages gaf in ’t begin -der achttiende eeuw een Latijnsche stelling uit, <i lang="la">De Amore</i>, waarin hij de liefde ongeveer in denzelfden geest behandelt als Burton, als een -psychische ziekte, die behandeld moet worden en genezen. -</p> -<p>De adem van het Christelijk ascetisme was over de liefde heengegaan; ze was niet langer -als in de klassieke dagen een kunst, die beoefend, maar een ziekte, die genezen moest -worden. De ware erfgenaam van den klassieken geest in dezen was, evenals in zooveel -andere zaken, niet het Christendom, maar de Islam. <i lang="en">The Perfumed Garden</i> van den Sheik Nefzaoui was waarschijnlijk geschreven in de stad Tunis, in het begin -der zestiende eeuw door <span class="pagenum">[<a id="pb469" href="#pb469">469</a>]</span>een schrijver, die tot het Zuiden van Tunis behoorde. De aanroeping, waarmee het geschrift -begint, toont duidelijk aan, dat het ver verwijderd is van de opvatting van liefde -als een ziekte: “Eere zij God, die de grootste vreugde van den man gelegd heeft in -de natuurlijke deelen van de vrouw, en die de natuurlijke deelen van den man bestemd -heeft om de grootste genoegens te bereiden aan de vrouw”. Het Arabische boek, <i>El Ktab</i>, of “<span lang="en">The Secret Laws of Love</span>”; is een modern werk door Omer Haleby Abu Othman, die in Algiers geboren was uit -een Noorsche moeder en een Turkschen vader.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Voor het Christendom was de permissie om aan den sexueelen impuls toe te geven niets -dan een concessie aan de menschelijke zwakheid, een toegeven, dat alleen maar mogelijk -was onder de voorzichtigste voorzorgsmaatregelen. Bijna van het begin af aan begonnen -de Christenen de maagdelijkheid aan te kweeken, en zij konden zich niet in die mate -van hun gezichtspunt los maken, om voor de liefdekunst iets te voelen. Al hun hartstochtelijke -bewondering in de sexueele sfeer ging uit naar de kuischheid. Door zulke idealen bezield -konden ze de menschelijke liefde alleen maar dulden door aan een specialen vorm ervan -het karakter te verleenen van een godsdienstig sacrament, en zelfs die glans van het -sacrament gaf aan de liefde een quasi-ascetisch karakter, dat het denkbeeld uitsloot -van de liefde te beschouwen als een kunst<a class="noteref" id="xd29e11175src" href="#xd29e11175">5</a>. Liefde verkreeg een godsdienstig element, maar ze verloor een moreel element, daar, -buiten het Christendom, de liefdekunst een deel is van den grondslag van de sexueele -moraal, overal waar zoo’n moraal in eenige mate bestaat. In het Christendom werd aan -de liefde in het huwelijk overgelaten zich te redden zoo goed als ze kon; de kunst -van liefhebben was een kunst van twijfelachtig allooi, waarvan men vond, dat ze een -zeker verband had met de immoraliteit en zelfs zelf immoreel was. Dat gevoel werd -ongetwijfeld versterkt door het feit, dat Ovidius de meest in het oog springende meester -was in de literatuur van de kunst van liefhebben. Zijn literaire reputatie—die veel -grooter was dan ze ons nu toeschijnt<a class="noteref" id="xd29e11187src" href="#xd29e11187">6</a>—gaf aan zijn kunst van liefhebben <span class="pagenum">[<a id="pb470" href="#pb470">470</a>]</span>de plaats van het voornaamste bestaande handboek over de liefde. Met het humanisme -en de Renaissance en de daarop volgende erkenning, dat het Christendom een zijde van -het leven voorbijgezien had, werd Ovidius’ <i lang="la">Ars Amatoria</i> geplaatst op een voetstuk, zooals nooit te voren of daarna. Het vertegenwoordigde -een schrede voorwaarts in de beschaving; het openbaarde de liefde niet uitsluitend -als een dierlijk instinct of als een ernstige plicht, maar als een samengestelde, -menschelijke en verfijnde verhouding, die moest aangekweekt worden; “<i lang="la">arte regendus amor</i>”. Bij Boccaccio geeft een wijs leeraar den scholieren de <i lang="la">Ars Amatoria</i> van Ovidius in handen. In een eeuw, die nog onder den druk was van den middeleeuwschen -geest, was het een handboek, waaraan veel behoefte was, maar het had het fatale gebrek -als handboek om de erotische eischen van het individu voor te stellen als afgescheiden -van de eischen van een goede maatschappelijke orde. Het kwam nooit zoover, dat het -het algemeen erkende handboek der liefde werd, en in de oogen van velen drukte het -op het onderwerp, waar het over handelde, het stempel van te liggen buiten de grenzen -van de goede moraal. -</p> -<p>Als wij echter van een ruimer standpunt zien, en navraag doen naar de tucht voor het -leven, die in vele deelen van de wereld aan jonge menschen wordt medegegeven, dan -zullen we dikwijls bemerken, dat de kunst van liefhebben, op verschillende wijzen -begrepen, een essentieel gedeelte is van die tucht. Hoewel de opvoedingsmethoden bij -natuurvolken kort, maar toch over het algemeen voldoende zijn, sluiten ze niet zelden -in een oefenen in die kunsten, die in de huwelijksverhouding een vrouw aangenaam maken -aan een man en een man aan een vrouw, en het wordt dikwijls min of meer vaag erkend, -dat het hofmaken niet is een enkele inleiding tot het huwelijk, maar een biologisch -essentieel gedeelte van de geheele huwelijksverhouding. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Sexueele inwijding wordt zeer grondig in praktijk gebracht in Azimbaland, in Centraal -Afrika. H. Crawford Angus, de eerste Europeaan, die het volk der Azimba bezocht, woonde -een jaar onder hen, en heeft een beschrijving gegeven van de Chensamwali, of inwijdingsceremonie -van meisjes. “Bij het eerste teeken van de menstruatie bij een jong meisje wordt zij -onderwezen in de geheimen van de vrouwelijkheid en worden haar de verschillende houdingen -gewezen voor den sexueelen omgang. De vagina wordt vrijelijk behandeld, en als ze -niet tevoren verwijd is (hetgeen gebeurd kan zijn op het oogstfeest, als een jongen -en een meisje verlof krijgen om samen over dag “huis te houden” en wanneer quasi-omgang -plaats vindt) wordt ze nu verwijd door middel van een horen, die ingebracht en met -een verband van boomschors bevestigd wordt. Als alle teekenen van de menstruatie over -zijn, wordt er een algemeene aankondiging gedaan aan de vrouwen in het dorp voor een -dans. Bij dezen dans worden geen mannen toegelaten, en alleen met heel veel moeite -heb ik ik het gedaan gekregen er bij tegenwoordig te zijn. Het meisje, dat “verdanst” -zal worden, wordt uit het kreupelbosch geleid naar de hut van haar moeder, waar zij -in eenzaamheid gehouden wordt tot den morgen van den dans. Op dien morgen wordt ze -in zittende houding op den grond gezet, <span class="pagenum">[<a id="pb471" href="#pb471">471</a>]</span>terwijl de danseressen een kring om haar heen vormen. Verschillende gezangen worden -dan gezongen met betrekking tot de genitaliën. Het meisje wordt dan naakt uitgekleed -en moet mimisch de voltrekking van den sexueelen omgang doormaken, en als de bewegingen -niet goed uitgevoerd worden, zooals dikwijls het geval is als het meisje jong is en -verlegen, dan neemt een van de oudere vrouwen haar plaats in en wijst haar hoe ze -doen moet. Vele liederen worden gezongen over de verhouding van mannen en vrouwen, -en het meisje wordt ingelicht over al haar plichten als ze trouwt. Haar wordt ook -geleerd, dat zij in den tijd van haar menstruatie onrein is, en dat ze gedurende haar -maandelijksche periode haar vulva moet afsluiten met een bosje gras. Het doel van -den dans is aan het meisje de kennis van het huwelijksleven in te prenten. Aan het -meisje wordt geleerd trouw te zijn aan haar echtgenoot en hoe ze zich gedragen moet -tijdens de zwangerschap, en haar worden ook de verschillende kunsten en methoden geleerd -om zich verleidelijk en aangenaam voor haar echtgenoot te maken, en om hem zoo in -haar macht te houden”. (H. Crawford Angus, “<span lang="de">The Chensamwali</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1898, Heft 6, p. 479). -</p> -<p>In Abyssinië, evenals op de kust van Zanzibar, worden jonge meisjes, volgens Stecker -(aangehaald door Ploss-Bartels, <i lang="de">Das Weib</i>, afdeeling 119) geoefend in bekkenbewegingen, die haar bekoorlijkheid bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> doen toenemen. Deze bewegingen, van een draaienden aard, worden genoemd Duk-Duk. -Niet op de hoogte te zijn van Duk-Duk is een groote schande voor een meisje. Bij de -vrouwen van de Swahili in Zanzibar wordt een volkomen artistiek systeem van heupbewegingen -aangekweekt, dat bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in praktijk moet gebracht worden. Het is voornamelijk op de kust in zwang, en een -vrouw uit Swanghali wordt niet als een lady “bibi” beschouwd, als ze niet met deze -kunst bekend is. Zestig tot tachtig jonge vrouwen oefenen deze bekkendans tezamen, -soms acht uren per dag, geheel naakt en zingen er bij. Publiek wordt niet toegelaten. -De dans, die een soort van inwijding is tot den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, is beschreven door Zache (“<span lang="de">Sitten und Gebräuche der Suaheli</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1899, Heft 2–3, p. 72). De beste danseressen verwekken algemeene bewondering. Bij -het laatste gedeelte van deze inwijding worden verschillende feiten ingevoegd, om -de handigheid en de zelfbeheersching van het meisje op den proef te stellen. Zij moet -bijvoorbeeld naar een vuur toe dansen en midden uit dat vuur een ketel water, die -tot het randje toe vol is, weghalen zonder er mee te morsen. Aan het einde van drie -maanden is de oefening voorbij, en gaat het meisje in feestkleeding naar huis. Zij -kan nu ten huwelijk gekozen worden. Men zegt, dat dergelijke gewoonten ook in Indië -en elders bestaan. -</p> -<p>De Hebreërs hadden erotische dansen, die ongetwijfeld in verband stonden met de kunst -van liefhebben in het huwelijk, en onder de Grieken, en hun leerlingen, de Romeinen, -bestond nog de opvatting van liefde als een kunst, die behoefte heeft aan oefening, -behendigheid en aankweeking. Die opvatting werd teniet gedaan door het Christendom, -dat, hoewel het de instelling van het huwelijk heiligde, die sexueele liefde naar -beneden haalde, die in normale omstandigheden de inhoud is van het huwelijk. -</p> -<p>In 1176 werd door een baron en een barones van Champagne, de kwestie of liefde bestaanbaar -is met het huwelijk voor een liefdesgerechtshof gebracht. “Neen”, zeide de baron, -“ik bewonder en eerbiedig de zoete intimiteit van getrouwde paren, maar ik kan het -geen liefde noemen. Liefde wenscht bezwaren te overwinnen, geheimzinnigheid, gestolen -gunsten. Nu erkennen man en vrouw vrijmoedig hun verhouding; zij bezitten elkander -zonder tegenspraak en zonder terughouding. Dan kan het geen liefde zijn, die zij ondervinden”. -En na rijpe overweging namen de dames van het hof de conclusies van den baron aan -(E. de la Bedollière, <i lang="fr">Histoire des Moeurs des Français</i>, dl. III, p. 334). Er was ongetwijfeld een grond van waarheid in de beweringen van -den baron. Toch mag wel betwijfeld worden of het in eenig niet Christelijk land ooit -<span class="pagenum">[<a id="pb472" href="#pb472">472</a>]</span>mogelijk zou geweest zijn om de leer aangenomen te krijgen, dat liefde en huwelijk -onvereenigbaar zijn. Deze leer was echter, zooals Ribot aantoont in zijn <i lang="fr">Logique des Sentiments</i>, onvermijdelijk, toen, zooals bij de middeleeuwsche edelen, het huwelijk alleen maar -een politiek of huiselijk verdrag was en daarom niet een methode kon zijn tot moreele -verheffing. -</p> -<p>“Hoe komt het”, vroeg Rétif de la Bretonne, tegen het einde van de achttiende eeuw, -“dat meisjes, die geen moraal hebben, verleidelijker zijn en beminnelijker dan fatsoenlijke -vrouwen? Het is omdat zij, evenals de Grieksche courtisanen, aan wie bevalligheid -en zinnelijkheid geleerd werd, de kunst bestudeerd hebben van te behagen. Onder hen, -die dwaselijk mijn <i lang="fr">Contemporaines</i> belasteren heeft geen enkele het philosophische doel gegist van bijna al deze vertellingen -n.l. om aan fatsoenlijke vrouwen de methoden aan de hand te doen om zich bemind te -maken. Ik zou graag de instelling der inwijding willen zien zooals ze bestond bij -de ouden … Tegenwoordig wordt het geluk van de menschelijke soort overgelaten aan -het toeval; al de ondervinding van de vrouwen is individueel, zooals bij de dieren; -ze gaat verloren bij die vrouwen, die, daar ze van nature beminnelijk zijn, anderen -konden hebben geleerd om het ook te worden. Alleen prostituées maken er een oppervlakkige -studie van, en de lessen, die zij krijgen, zijn voor het grootste deel even schadelijk -als die van de respectabele Grieksche en Romeinsche matrones heilig en eerbiedwaardig -waren, daar ze alleen aanleiding geven tot losbandigheid, tot uitputting gelijkelijk -van de beurs en van de physieke krachten, terwijl het doel van de oude matrones de -vereeniging van man en vrouw en hun wederzijdsche gehechtheid door genoegen was. De -Christelijke godsdienst vernietigde de Mysteries als schandelijk, maar we mogen die -vernietiging wel beschouwen als een van de nadeelen door het Christendom toegebracht -aan de menschheid, als het werk van menschen met weinig verlichting en bitteren ijver, -gevaarlijke puriteinen, die de natuurlijke vijanden van het huwelijk waren” (Rétif -de la Bretonne, <i lang="fr">Monsieur Nicolas</i>, herdruk van 1883, dl. X, blz. 160–3). We mogen er aan toevoegen, dat Dühren (Dr. -Iwan Bloch) Rétif beschouwt als “een meester in de <i lang="la">Ars Amandi</i><span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, en hem van dit standpunt bespreekt in zijn <i lang="la">Rétif de la Bretonne</i> (pp. 362–371).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Hetzij het Christendom verantwoordelijk gesteld moet worden of niet, er kan niet aan -getwijfeld worden, dat door het Christendom is ontstaan een bedroevend gebrek aan -erkenning van het allerhoogste belang, niet alleen erotisch, maar moreel, van de kunst -van liefhebben. Zelfs in de groote herleving, die nu om ons heen plaats vindt, wordt -nog maar uiterst zelden erkend, dat de eenige zaak, die in haar wezen noodzakelijk -is bij de sexueele inlichting, bekendheid met de kunst van liefhebben is. Voor het -grootste deel is de sexueele inlichting, zooals ze tegenwoordig gegeven wordt, zuiver -negatief, niets dan een reeks van “Gij zult niet”. Als dat gebrek berustte op de bewuste -en opzettelijke erkenning, dat, terwijl de kunst van liefhebben gebaseerd moet zijn -op physiologische en psychologische kennis, ze veel te fijn is, te samengesteld, te -persoonlijk, om geformuleerd te worden in lezingen en handboeken, zou het verstandig -en gezond zijn. Maar het schijnt geheel op onwetendheid te berusten, of erger. -</p> -<p>Het hof maken is, evenals andere kunsten, een kunst, die gedeeltelijk natuurlijk is—“een -kunst, die de natuur maakt”,—en daarom is het een natuurlijk onderwerp voor leering -en oefening in het spel. Kinderen, die aan zich zelf overgelaten worden, <span class="pagenum">[<a id="pb473" href="#pb473">473</a>]</span>hebben neiging zoowel spelende als in ernst liefde in praktijk te brengen, zoowel -van den physieken als van den psychischen kant<a class="noteref" id="xd29e11281src" href="#xd29e11281">7</a>. Maar dit spel wordt van den physieken kant streng door de ouders onderdrukt, als -het ontdekt wordt, en aan den psychischen kant wordt er om gelachen. Onder de wel-opgevoede -klassen houdt het gewoonlijk op jeugdigen leeftijd op. -</p> -<p>Na de puberteit, zoo niet eerder, is er een andere vorm, waarin de kunst van liefhebben -in ruime mate beoefend en in praktijk gebracht wordt, vooral in Engeland en Amerika, -de vorm van het flirten. In zijn eerste uitingen is het flirten volkomen natuurlijk -en normaal; we kunnen het zelfs bij de dieren nasporen; het is eenvoudig het begin -van het hofmaken, in een vroeg stadium, als het hofmaken nog, als men dat wil, kan -afgebroken worden. Onder de moderne beschaafde toestanden is het flirten echter dikwijls -meer dan dit. Deze voorwaarden maken het huwelijk moeilijk; zij maken liefde en de -toenadering daartoe tot iets dat te ernstig is om het lichtzinnig te beginnen; zij -maken het werkelijke sexueele verkeer gevaarlijk zoowel als schandelijk. De flirt -past zich aan deze voorwaarden aan. In plaats van alleen het inleidende stadium te -zijn van het normale hofmaken, heeft zij zich ontwikkeld tot een vorm van sexueele -bevrediging zoo volledig als een behoorlijke inachtneming van de voorwaarde, die we -reeds vermeld hebben, toe wil staan. In Duitschland, en vooral in Frankrijk, waar -ze in hooge mate verafschuwd wordt, is dit de eenige bekende wijze van flirten; ze -wordt beschouwd als een export-artikel van de Vereenigde Staten en wordt “flirtage” -genoemd. Als praktisch product ervan wordt beschouwd de “demi-vierge”, die al de vreugden -der sekse kent en ondervonden heeft, terwijl zij toch haar hymen intact bewaard heeft. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Deze ontaarde vorm van de flirt, die aangekweekt wordt, niet als een deel van het -hofmaken, maar om zich zelf, is uitvoerig en goed beschreven door Forel (<i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, pp. 97–101). Hij zegt, dat ze “alle uitdrukkingswijzen omvat van het sexueele instinct -van een individu jegens een ander individu, die het sexueele instinct van den ander -opwekken, den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> altijd uitgesloten”. Eerst is het misschien alleen maar een beteekenisvolle blik -of een eenvoudige aanraking schijnbaar zonder bedoeling; en met geringe overgangen -komt het wellicht tot liefkoozingen, kussen, omhelzingen, en kan zich zelfs uitstrekken -tot wrijving van de genitaliën, die soms tot orgasme leidt. Zoo, zegt Forel, kan een -zinnelijke vrouw, door de aanraking van haar kleeren bij het dansen, ejaculatie te -voorschijn roepen bij haar danser. Gewoonlijk is het proces dàt wellustige contact -en die droomerij, welke in het Engelsche spraakgebruik genoemd wordt “spooning”. In -éen vorm echter bestaat de flirt geheel in de opwinding van een gesprek, dat gewijd -is aan erotische en onfatsoenlijke onderwerpen. De man of de vrouw kan de actieve -rol spelen bij het flirten, maar bij een vrouw wordt meer verfijning en handigheid -vereischt om de actieve rol te spelen zonder den man terug te schrikken of haar naam -te benadeelen. Ja, hetzelfde geldt ook voor mannen, want vrouwen, al houden zij <span class="pagenum">[<a id="pb474" href="#pb474">474</a>]</span>dikwijls van flirten, prefereeren gewoonlijk de meer verfijnde vormen er van<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Er zijn onnoemelijk veel vormen van flirt, en, terwijl ze als inleiding tot het hofmaken, -haar normale plaats inneemt en gerechtvaardigd is, besluit Forel, dat ze “als een -doel op zich zelf, en nooit boven zich zelf uitkomende, een degeneratieverschijnsel -is”. -</p> -<p>Van het Fransche standpunt zijn “flirtage” en de flirt in het algemeen, besproken -door Madame Bentzon (“<span lang="en">Family Life in America</span>”, <i lang="en">Forum</i>, Maart, 1896), die echter niet de natuurlijke basis van de flirt bij het hofmaken -erkent. Zij beschouwt het als een zonde tegen de wet “Gij zult niet met de liefde -spelen”, want deze moet de verontschuldiging hebben van een onwederstaanbaren hartstocht, -maar ze meent, dat ze in Amerika betrekkelijk onschadelijk is (hoewel toch nog van -verderfelijken invloed op vrouwen) wegens het temperament, de opvoeding en de gewoonten -van de menschen daar. Wij moeten echter in de herinnering houden, dat het spel een -zekere betrekking heeft op alle levensfuncties, en dat een redelijke critiek op de -flirt eer betrekking heeft op de normale beperkingen, dan op het bestaansrecht ervan.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Terwijl de flirt in haar natuurlijken vorm—niet in de geperverteerden vorm van “flirtage”—een -gezonde rechtvaardiging heeft, zoowel als een methode om den minnaar te leeren kennen, -als om een klein deel van de kunst van liefhebben te verkrijgen, blijft ze toch een -volkomen onvoldoende voorbereiding voor de liefde. Dit blijkt voldoende uit de veel -voorkomende ongeschiktheid voor de kunst van liefhebben, en zelfs voor de enkele physieke -daad der liefde, die zich zoo dikwijls bij mannen en vrouwen beide voordoet in de -landen, waar juist de flirt het meest in eere is. -</p> -<p>Deze onwetendheid, niet alleen van de daad der liefde, maar zelfs van de physieke -feiten van de sexueele liefde, is duidelijk merkbaar, niet alleen bij vrouwen, vooral -vrouwen van de middelklasse, maar ook bij mannen, want de beschaafde man, zooals Fritsh -lang geleden opmerkte, weet dikwijls minder van de feiten van het sexueele leven dan -een stalmeid. Ze vertoont zich echter op verschillende wijze bij de twee seksen. -</p> -<p>Bij vrouwen varieert sexueele onwetendheid tusschen volkomen onwetendheid omtrent -het feit, dat de omgang eenige intieme lichamelijke verhouding in zich sluit, tot -misverstanden van de meest verschillende soort; sommigen meenen, dat de verhouding -bestaat in het naast elkaar liggen, velen, dat de omgang plaats vindt bij den navel, -niet weinigen, dat de daad den geheelen nacht in beslag neemt. Het is in een vorig -hoofdstuk noodig geweest de algemeene nadeelen van de sexueele onwetendheid te bespreken; -het is hier noodig te verwijzen naar de meer speciale nadeelen voor de huwelijksverhouding. -Meisjes worden opgevoed met het vage denkbeeld, dat ze trouwen zullen,—volkomen terecht, -want de meerderheid van haar trouwt ook,—maar het denkbeeld, dat zij moeten opgevoed -worden voor de loopbaan, die van nature voor haar is weggelegd, is een denkbeeld, -dat nog nooit bij de opvoedsters van de meisjes schijnt opgekomen te zijn. Haar hoofden -worden volgepropt, totdat ze er dom van worden, met de kennis <span class="pagenum">[<a id="pb475" href="#pb475">475</a>]</span>van feiten, die niemand belang kunnen inboezemen, maar de uiterst belangrijke opvoeding -voor het leven zijn zij in het geheel niet in staat om te geven. Vrouwen worden geoefend -voor bijna ieder beroep onder de zon; voor de hoogste roeping van het vrouw en moeder -zijn, worden zij in het geheel nooit geoefend! -</p> -<p>Men zegt, naar waarheid, dat de tegenwoordige onvoldoende opleiding van meisjes waarschijnlijk -zoolang door zal gaan als de moeders van meisjes er mee tevreden zijn en niets beters -eischen. We kunnen ook zeggen, met nog meer waarheid, dat er veel is, wat de kennis -van sexueele verhoudingen betreft, dat de moeder zelf het best aan haar dochter kan -meedeelen. Verder kunnen we verklaren, volkomen onweerlegbaar, dat de kunst van liefhebben, -waarmee we hier meer speciaal te maken hebben, alleen geleerd kan worden door werkelijke -ondervinding, die, dank zij onze maatschappelijke traditie voor een deugdzaam meisje -moeilijk te verkrijgen is. Zonder te trachten hier het juiste deel te taxeeren van -den blaam, die ieder geval treft, blijft het een droevige waarheid, dat een vrouw -zoo dikwijls het huwelijk ingaat met de slechtst mogelijke uitrusting van vooroordeelen -en misverstanden, zelfs als ze meent, zooals dikwijls gebeurt, dat zij er alles van -weet. Zelfs met de beste uitrusting treedt een vrouw, onder de tegenwoordige toestanden, -het huwelijk in onder nadeelige omstandigheden. Zij ontwaakt langzamer tot de volle -erkenning van de liefde dan de man, en gemiddeld op later leeftijd, zoodat haar ondervindingen -van het sexueele leven voor het huwelijk gewoonlijk van een veel beperkter soort zijn -dan die van haar echtgenoot<a class="noteref" id="xd29e11316src" href="#xd29e11316">8</a>. Zoodat, zelfs met de beste voorbereiding, het dikwijls gebeurt, dat een vrouw zich -eerst na verscheidene huwelijksjaren duidelijk voor oogen stelt, wat haar eigen sexueele -behoeften zijn en met juistheid de geschiktheid van haar man kan taxeeren om die behoeften -te bevredigen. We kunnen niet te hooge waarde hechten aan het persoonlijke en maatschappelijke -belang van een volkomen voorbereiding voor het huwelijk, en hoe grooter de moeilijkheden -zijn, die aan de echtscheiding in den weg worden geplaatst, van des te meer belang -is die voorbereiding<a class="noteref" id="xd29e11322src" href="#xd29e11322">9</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Iedereen kent waarschijnlijk wel vele gevallen van de uiterste onwetendheid <span class="pagenum">[<a id="pb476" href="#pb476">476</a>]</span>van vrouwen bij het aangaan van een huwelijk. Het volgende geval van een vrouw van -zeven en twintig jaar, die ten huwelijk gevraagd was, is wel ongewoon, maar toch niet -heelemaal een uitzondering. “Zij was niet heel zeker van haar gevoel en zij vroeg -aan een nicht, wat liefde beteekende. Deze nicht leende haar het geschriftje van Ellis -Ethelmer, <i lang="en">The Human Flower</i>. Zij leerde daaruit, dat mannen het lichaam van een vrouw begeeren, en dit verschrikte -haar zoo, dat ze er dagen lang ziek van was. Den volgenden keer, toen haar minnaar -trachtte haar te liefkoozen, vertelde zij hem, dat het “lust” was. Sedert dien tijd -heeft zij <i lang="en">Sister Teresa</i> gelezen van George Moore, en de wetenschap “dat een vrouw even slecht kan zijn als -een man” heeft haar treurig gestemd.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> De voorvallen, die vermeld zullen worden in de Aanhangsels van de volgende deelen -van deze <i lang="en">Studies</i>, geven vele voorbeelden van de beklagenswaardige onwetendheid van jonge meisjes over -de meest centrale feiten van het sexueele leven. Het is niet te verwonderen, dat onder -zulke omstandigheden het huwelijk leidt tot teleurstelling en tegenzin. -</p> -<p>Er wordt gewoonlijk gezegd, dat de plicht van het inwijden van de vrouw in de voorrechten -en de verplichtingen van het huwelijk eigenlijk berust bij den man. Geheel afgezien -echter van het feit, dat het onbillijk is tegenover een vrouw haar te dwingen zich -in het huwelijk te binden, voordat ze geheel weet wat het huwelijk beteekent, moeten -we zeggen, dat er vele dingen door een vrouw geweten moeten worden, waarvan het onredelijk -is te verwachten, dat haar echtgenoot ze haar zal uitleggen. Dit is, bij voorbeeld, -het geval met de meer vermoeiende en uitputtende uitwerking van den coïtus op een -man, vergeleken met een vrouw. De onervaren bruid kan niet van zelf weten, dat de -dikwijls herhaalde prikkelingen, die haar krachtig en stralend maken, een deprimeerenden -invloed hebben op haar echtgenoot, en zijn mannelijke trots brengt hem er toe te trachten -dit feit te verbergen. De bruid, in haar onwetendheid, weet niet, dat haar genoegen -gekocht wordt ten koste van haar echtgenoot, en dat, wat geen overdaad voor haar is, -ernstige overdaad voor hem kan zijn, De vrouw, die weet, (zooals bij voorbeeld een -weduwe, die hertrouwt) zorgt in dit opzicht voor de gezondheid van haar man, door -haar eigen gloed te temperen, omdat zij weet, hoe een man niet wil toegeven, dat hij -niet in staat is om de wenschen van zijn vrouw te bevredigen. (G. Hirth heeft er ook -op gewezen hoe belangrijk het is, dat de vrouwen voor het huwelijk de natuurlijke -grenzen zullen kennen van de mannelijke potentie, <i lang="de">Wege zur Liebe</i>, p. 571.<span class="corr" id="xd29e11352" title="Niet in bron">)</span></p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De onwetendheid van de vrouwen over alles wat de kunst van liefhebben aangaat, en -haar volkomen gebrek aan voorbereiding voor de natuurlijke feiten van het sexueele -leven, zouden misschien minder slechts voor het huwelijk voorspellen, als ze gecompenseerd -werden door de kennis, de handigheid en den tact van den echtgenoot. Maar dat is geenszins -altijd het geval. In gewone omstandigheden vinden we in ieder geval in Engeland, de -groote groep van mannen, wier kennis van vrouwen vóór het huwelijk voornamelijk beperkt -is geweest tot prostituées, en de belangrijke en niet onaanzienlijke groep van mannen, -die geen intiemen omgang met vrouwen hebben gehad, wier sexueele ondervindingen beperkt -zijn gebleven tot onanie of andere auto-erotische uitingen, en tot flirt. Zeker kan -de man van gevoelig en intelligent temperament, wat ook zijn voorbereiding of gebrek -aan voorbereiding geweest is, met geduld en tact er in slagen al de moeilijkheden -te boven te komen, die op den weg der liefde geplaatst zijn, <span class="pagenum">[<a id="pb477" href="#pb477">477</a>]</span>door de mengeling van onwetendheid en vooroordeelen, die zoo dikwijls bij vrouwen -de plaats innemen van een opvoeding voor het erotische deel van haar leven. Maar men -kan niet zeggen, dat een van deze beide groepen van mannen goed toegerust is voor -hun taak. De oefening en ondervinding, die een man krijgt bij een prostituée, zelfs -onder tamelijk gunstige omstandigheden, vormen geenszins de juiste voorbereiding voor -het naderen van een vrouw, die geen intieme erotische ondervindingen gehad heeft<a class="noteref" id="xd29e11358src" href="#xd29e11358">10</a>. Het veel voorkomende resultaat is, dat hij neiging heeft om te weifelen tusschen -twee tegenovergestelde wijzen van handelen, die beide verkeerd zijn. Aan den eenen -kant zal hij zijn bruid misschien als een prostituée behandelen, of als een nieuwelinge, -die ten spoedigste gekneed moet worden in den sexueelen vorm, waarmee hij het best -bekend is, en zoo loopt hij kans haar pervers te maken of haar te hinderen. Aan den -anderen kant zal hij misschien, erkennende, dat haar reinheid en waardigheid haar -in een geheel verschillende klasse plaatsen dan de vrouwen, die hij tevoren gekend -heeft, overslaande naar het tegenovergestelde uiterste, haar behandelen met een overdreven -eerbied, en zoo er niet in slagen haar erotische behoeften te wekken of te bevredigen. -Het is moeilijk te zeggen, welke van deze twee wijzen, van handelen de ongelukkigste -is; het resultaat van beide is echter herhaaldelijk, dat een huwelijk in naam nooit -een werkelijk huwelijk wordt<a class="noteref" id="xd29e11363src" href="#xd29e11363">11</a>. -</p> -<p>Toch kan er niet de minste twijfel aan bestaan, dat de andere <span class="pagenum">[<a id="pb478" href="#pb478">478</a>]</span>groep van mannen, de mannen, die het huwelijk intreden zonder eenige erotische ondervindingen, -nog grooter gevaar loopen. Dit zijn dikwijls de beste mannen, zoowel wat persoonlijk -karakter aangaat, als in geestkracht. Het is werkelijk verwonderlijk hoe onwetend, -zoowel in de praktijk als in de theorie, zeer bekwame en zeer ontwikkelde mannen soms -in sexueele zaken zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Volkomen abstinentie in de jeugd”, zegt Freud (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Maart, 1908), “is niet de beste voorbereiding voor het huwelijk bij den jongen man. -Vrouwen raden dit en geven de voorkeur aan diegene onder haar minnaars, die zich al -mannen getoond hebben bij andere vrouwen”. Ellen Key verwijst naar den eisch, die -vrouwen soms stellen, van reinheid in mannen (<i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, p. 96), en vraagt dan, of vrouwen wel de uitwerking kennen van haar bewondering -voor den ervaren en zelfvertrouwenden man, die de vrouwen kent, boven den verlegen -en aarzelenden jongeling, “die misschien hard gestreden heeft om zijn erotische reinheid -te bewaren, in de hoop, dat de gelukkige glimlach van een vrouw de belooning zal zijn -voor zijn overwinning, en die er toe veroordeeld is te zien, hoe die vrouw met verheven -medelijden op hem neerziet, en met bewondering kijkt naar den niet-vlekkelooze”. “Als -de minnaar in Laura Holm’s <i lang="de">Was war es?</i> tot de heldin zegt, “Ik heb nog nooit een vrouw aangeraakt”, dan keert het meisje -zich met afschuw van hem af, en een koude rilling scheen door haar heen te gaan, een -verkillende teleurstelling”. Hetzelfde gevoel uit zich in overdreven vorm in den hartstocht, -die krachtige meisjes van achttien tot vier en twintig jaar ondervinden voor oude -losbollen. (Dit is besproken door Forel, <i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, p. 217 <i>et seq.</i>). -</p> -<p>Andere factoren doen zich misschien gelden bij de voorkeur van een vrouw voor den -man, die andere vrouwen heeft lief gehad. Zelfs de meest godsdienstige en moreele -jonge vrouw, merkt Valera op (Dona Luz, p. 205), trouwt graag met een man, die vele -vrouwen heeft lief gehad; het geeft grootere waarde aan zijn keuze van haar, het geeft -haar ook gelegenheid hem tot hoogere idealen te bekeeren. Als de man zonder ondervinding -in het huwelijk een vrouw ontmoet met even weinig ondervinding, dan slagen zij er -ongetwijfeld dikwijls in zich aan elkaar aan te passen en dan wordt er een duurzame -<i lang="la">modus vivendi</i> gevonden. Maar het is in het geheel niet altijd zoo. Als de vrouw leert door instinct -of ondervinding, dan bestaat de kans, dat ze gehinderd wordt door de onhandigheid -en de hulpeloosheid van den man in de kunst van liefhebben. Zelfs als zij onwetend -is, kan zij voor goed vervreemd geraken en chronisch koel worden door de ruwe tactloosheid -van haar onwetenden echtgenoot bij het ten uitvoer brengen van wat hij als zijn echtelijke -plichten beschouwt. Soms is aan de bruid zelfs ernstig physiek nadeel aangebracht -ten gevolge van deze onwetendheid van den man. -</p> -<p>“Ik houd het er voor, dat de meeste mannen vóór het huwelijk sexueele verhoudingen -hebben gehad”, schrijft een correspondent. “Maar ik heb ten minste een man gekend, -die tot zijn twintigste jaar zelfs geen denkbeeld had van sexueele zaken. Toen hij -een en twintig was, een paar maanden voor zijn huwelijk, kwam hij mij vragen, hoe -coïtus uitgevoerd wordt, en vertoonde een onwetendheid, waarvan ik niet zou hebben -kunnen gelooven, dat ze bestond in den geest van een overigens verstandig man. Hij -had blijkbaar geen instinct om hem te leiden, zooals de wilde dieren en zijn verstand -was niet in staat de noodige kennis te verstrekken. Het is zeer merkwaardig, dat de -mensch deze instinctieve kennis verliezen kan. Ik heb een anderen man gekend, die -bijna even onwetend was. Hij kwam ook naar mij toe om raad in huwelijksplichten. Deze -beide mannen masturbeerden, en zij waren normaal hartstochtelijk”. Zulke gevallen -zijn niet zoo zeldzaam. Gewoonlijk echter is een zekere mate van kennis verkregen -uit den een of anderen, meestal onvoldoenden <span class="pagenum">[<a id="pb479" href="#pb479">479</a>]</span>bron, en de onwetendheid bestaat maar voor een deel, hoewel zij op dien grond niet -minder gevaarlijk is. -</p> -<p>Balzac heeft den gemiddelden echtgenoot vergeleken bij een oerang-oetan, die op de -viool speelt “Liefde is, zooals we instinctief voelen, de meest melodieuze harmonie. -De vrouw is een heerlijk genotsinstrument, maar men moet er de vibreerende snaren -van kennen, de houding er van bestudeeren, het teere <span class="corr" id="xd29e11398" title="Bron: toetsbord">toetsenbord</span>, de veranderende en grillige vingerzetting. Hoeveel oerang-oetan-mannen, meen ik, -trouwen zonder te weten wat een vrouw is!.…. Bijna alle mannen trouwen in de diepste -onwetendheid omtrent de vrouwen en de liefde” (Balzac, <i lang="fr">Physiologie du Mariage</i>, <span lang="fr">Meditation VII</span>). -</p> -<p>Neugebauer (<i lang="de">Monatsschrift für Geburtshülfe</i>, 1889, Boek IX, blz. 221 <i>et seq.</i>) heeft over de honderd vijftig gevallen verzameld van vrouwen aan wie bij den coïtus -nadeel was toegebracht door den penis. De oorzaken waren ruwheid, dronkenschap van -de eene of de andere partij, ongewone positie bij den coïtus, niet geëvenredigd zijn -van de organen, ziekelijke toestanden van de organen der vrouw (vergelijk R. W. Taylor, -<i lang="en">Practical Treatise <span class="corr" id="xd29e11416" title="Bron: en">on</span> Sexual Disorders</i>, hoofdst. XXXV). Ook Blumreich bespreekt de nadeelen teweeggebracht door gewelddadigen -coïtus (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel II, blz. 770–779). C. M. Green vermeldt twee gevallen van breuk van de vagina -door sexueel verkeer bij pas getrouwde vrouwen, zonder blijk van eenig geweld. Mylott -(<i lang="en">British Medical Journal</i>, Sept. 16, 1899) vermeldt een dergelijk geval, dat voorkwam op den avond van het -huwelijk. De mate van kracht, die soms bij den coïtus gebruikt wordt, blijkt uit de -gevallen, die van tijd tot tijd voorkomen, waarbij verkeer plaats vindt door den urethra. -</p> -<p>Eulenburg vindt, (<i lang="de">Sexuale Neuropathie</i>, p. 69), dat vaginismus, een toestand van krampachtige samentrekking van de vulva -en vergroote gevoeligheid bij de poging tot coïtus, het gevolg zijn van gewelddadige -en onhandige pogingen bij den eersten coïtus. Adler (<i lang="de">Die Mangelhafte Geschlechtsempfindung des Weibes</i>, p. 160) meent ook, dat de tot litteeken geworden overblijfsels van het hymen, te -zamen met pijnlijke herinneringen aan een gewelddadigen eersten coïtus, de meest voorkomende -oorzaak zijn voor vaginismus. -</p> -<p>De nu en dan voorkomende gevallen echter van physiek nadeel of van pathologischen -toestand, teweeg gebracht door gewelddadigen coïtus bij het begin van het huwelijk, -vormen maar een klein gedeelte van het bewijsmateriaal, dat dient om de slechte resultaten -te doen blijken van de heerschende onwetendheid aangaande de kunst van liefhebben. -Wat Duitschland aangaat, schrijft Fürbringer (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 215): “Ik ben er volkomen van overtuigd, dat het aantal jonge, getrouwde -vrouwen, die voor goed een pijnlijke herinnering hebben aan haar eerste sexueele verkeer -veel grooter is dan het aantal van haar, die het wagen een dokter te raadplegen”. -Wat Engeland aangaat, is de volgende ondervinding leerzaam: Een dame vroeg aan vijf -getrouwde vrouwen na elkaar, in vertrouwen, op den zelfden dag, naar haar ondervindingen -toen ze pas getrouwd waren. Voor allen was het sexueele verkeer gekomen als een schok; -twee waren geheel onwetend geweest aangaande sexueele zaken; de anderen hadden gemeend, -dat ze wisten wat coïtus was, maar waren er niettemin door bezeerd. Deze vrouwen waren -van de middelklasse, misschien boven het gemiddelde in verstand; de eene was een dokter. -</p> -<p>Breuer en Freud wezen er in hun <i lang="de">Studien über Hysterie</i> (p. 216) op, dat de huwelijksnacht in de praktijk dikwijls een verkrachting is, en -dat ze soms leidt tot hysterie, die niet overgaat vóór bevredigende sexueele verhoudingen -zich hebben gevormd. Zelfs als er geen geweld is, houdt Kisch het er voor (<i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, deel II), dat onhandige coïtus, die zonder ondervinding uitgevoerd wordt, leidt -tot onvoldoende opwinding bij de vrouw, als de voornaamste oorzaak van dyspareunia, -of afwezigheid van sexueele bevrediging, hoewel groote onevenredigheid in de afmeting -van de mannelijke en de <span class="pagenum">[<a id="pb480" href="#pb480">480</a>]</span>vrouwelijke organen, of ziekte bij een van de twee partijen, soms tot hetzelfde resultaat -leidt. Dyspareunia, voegt Kisch er bij, komt verwonderlijk veel voor, hoewel vrouwen -er soms zonder rede over klagen om sympathie op te wekken voor zichzelf als slachtoffers -op het huwelijksaltaar; het constante teeken is afwezigheid van ejaculatie van de -zijde der vrouw. Ook merkt Kisch op, dat defloraties in den huwelijksnacht dikwijls -werkelijk verkrachtingen zijn. Een jonge pas getrouwde vrouw, die hij kende, was zoo -onwetend omtrent de physieke zijde van de liefde, en zoo verschrikt door de eerste -pogingen van haar echtgenoot, dat zij in den nacht uit het huis weg vluchtte, en niets -kon haar ooit er toe brengen om weer naar haar man terug te keeren. (Het is de moeite -waard om op te merken, dat in de canonieke wet de kerk onder zulke omstandigheden -het huwelijk voor ongeldig kon verklaren. Zie <i lang="en">Moral Theology</i> van Thomas Slater, deel II, p. 318, en een desbetreffend geval, beide aangehaald -door den Reverent C. J. Shebbcare, “<span lang="en">Marriage Law in the Church of England</span>”, <i lang="en">Nineteenth Century</i>, Aug., 1909, p. 263). Kisch meent ook, dat huwelijksreizen niet goed zijn; omdat -de vermoeienis, de opwinding, de lange reizen, het gaan zien van merkwaardigheden, -valsche bescheidenheid, slechte inrichting van hotels, dikwijls samenwerken om een -ongunstigen invloed te hebben op de jonge vrouw en de kiemen van ernstige ziekte te -voorschijn kunnen roepen. Dit is ongetwijfeld het geval. -</p> -<p>Op het bijzonder groote belang van de wijze, waarop de daad van de defloratie volbracht -wordt, wordt in sterke bewoordingen de nadruk gelegd door Adler. Hij beschouwt ze -als een veel voorkomende oorzaak van duurzame sexueele anæsthesie. “Dit eerste oogenblik, -als de individualiteit van den man zijn volle rechten verkrijgt, beslist dikwijls -over het geheele leven. De onhandige, opgewonden echtgenoot kan dan de kiem leggen -voor vrouwelijke ongevoeligheid, en door voortgezette onhandigheid en ruwheid kan -hij die ontwikkelen tot duurzame anæsthesie. De man, die bezit neemt van zijn rechten -met roekelooze, ruwe mannelijke kracht, veroorzaakt zijn vrouw angst en pijn, en vermeerdert -met iedere herhaling van de daad haar tegenzin … Een groot aantal van de koude vrouwen -zijn slachtoffers van mannen, hetzij als gevolg van onbewuste onhandigheid, of soms -van bewuste ruwheid jegens de teedere plant, die had moeten gekweekt worden met bijzondere -zorg en liefde, maar die nu beroofd is van den glans van haar ontwikkeling. Haar leven -lang zal een angstige, sidderende vrouw de herinnering bewaren aan een ruwen huwelijksnacht, -en dikwijls genoeg blijft het een voortdurend bezwaar iederen keer, dat de man opnieuw -zijn wenschen tracht te bevredigen, zonder zich aan te passen aan de wenschen naar -liefde van zijn vrouw<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> (O. Adler, <i lang="de">Die <span class="corr" id="xd29e11465" title="Bron: Mangelhafte">mangelhafte</span> Geschlechtsempfindung des Weibes</i>, blz. 159 <i>et seq.</i>, 181 <i>et seq.</i>). “Ik heb een fatsoenlijke vrouw zien sidderen van schrik bij de nadering van haar -man”, schreef Diderot lang geleden in zijn verhandeling “<span lang="fr">Sur les Femmes</span>”; “ik heb haar zich in het bad zien dompelen en zich nooit voldoende afgewasschen -gevoeld van de vlek van haar plicht”. Hetzelfde kan nog gezegd worden van een groot -aantal vrouwen, slachtoffers van een noodlottig systeem van moraal, dat haar valsche -denkbeelden geleerd heeft over “huwelijksplichten” en dat aan haar echtgenooten niet -de kunst geleerd heeft van liefhebben.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als bij de vrouwen haar mooie natuurlijke instincten niet hopeloos verdraaid zijn -door de preutschheden en vooroordeelen, waarmee zij zoo ijverig zijn opgevuld, dan -begrijpen zij de kunst van liefhebben gemakkelijker dan mannen. Zelfs als ze nog weinig -meer zijn dan kinderen, kunnen zij den wenk, die haar gegeven wordt, dikwijls volkomen -begrijpen. Veel meer dan het geval is met mannen, in ieder geval in beschaafde landen, -is de kunst van liefhebben bij haar een kunst, die de Natuur maakt. Zij weten <span class="pagenum">[<a id="pb481" href="#pb481">481</a>]</span>altijd meer van de liefde, zooals Montaigne lang geleden gezegd heeft, dan mannen -haar kunnen leeren, want “<span lang="fr">c’est une discipline née dans leur sang</span>”<a class="noteref" id="xd29e11484src" href="#xd29e11484">12</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De uitgebreide onderzoekingen van Sanford Bell (<i>loc. cit.</i>) geven er blijk van, dat de aandoeningen van sexueele liefde al met het derde jaar -zich kunnen vertoonen. We moeten ons ook herinneren, dat physiek zoowel als psychisch, -meisjes vroeger rijp zijn dan jongens (zie bv. Havelock Ellis, <i lang="en">Man and Woman</i>, vierde uitgave, blz. 34 <i>et seq.</i>, 200 etc). Zoo heeft, tegen den tijd dat zij den leeftijd der puberteit bereikt had, -een meisje den tijd gehad om een volleerde meesteres te worden in de kleinere liefdekunsten. -Dat de leeftijd van de puberteit voor meisjes de leeftijd schijnt te zijn voor de -liefde, blijkt in ruimen kring erkend te zijn door den volksgeest. Zoo zingt in een -populair liedje van Bresse, een meisje: -</p> -<div lang="fr" class="lgouter"> -<p class="line">“J’ai calculé mon age, -</p> -<p class="line">J’ai quatorze à quinze ans. -</p> -<p class="line">Ne suis-je pas dans l’âge -</p> -<p class="line">D’y avoir un amant?” -</p> -</div> -<p class="first">Deze kwestie van de sexueele vroegrijpheid van meisjes heeft een groote beteekenis -voor de kwestie van den “leeftijd tot toestemming” of den leeftijd, waarop het voor -een meisje gewettigd zal zijn om haar toestemming te geven tot sexueelen omgang. Tot -vijf en twintig jaar geleden stelde men dien leeftijd zeer laag (zelfs op tien jaar); -dit was dan de leeftijd, waarop een man geen misdaad beging als hij omgang had met -een meisje. In de laatste jaren is er een neiging geweest om in het tegenovergestelde -en even ongelukkige uiterste te vervallen, door dien leeftijd zeer hoog te stellen. -In Engeland heeft de aanvullingswet op de strafwet van 1885 de “age of consent” gesteld -op zestien jaar (deze clausule van de wet werd in het <span lang="en">House of Commons</span> aangenomen met een meerderheid van 108 stemmen). Dit schijnt de redelijke leeftijd -te zijn voor het stellen van den grens, en de uiterste hooge grens er van voor een -warm klimaat. Het is de leeftijd, erkend door het wetboek van strafrecht in Italië; -en in vele deelen van de beschaafde wereld. Gladstone was er echter voor hem te verhoogen -tot achttien jaar, en Howard meent, als hij de kwestie voor de Vereenigde Staten bespreekt -(<i lang="en">Matrimonial Institutions</i>, deel III, blz. 195–203) dat hij overal verhoogd moet worden tot een en twintig, -om zoo samen te vallen met den leeftijd van wettige meerderjarigheid, waarop een vrouw -een bedrijf kan beginnen of politieke verhoudingen kan aangaan. Er is op dit punt -in de laatste jaren een breede variatiegrens geweest in de wetgeving van de verschillende -Amerikaansche Staten; en het verschil tusschen de twee grenspunten was acht jaar; -in sommige groote Staten wordt de daad van verkeer met een meisje onder de achttien -jaar verklaard tot “verkrachting”, en is ze strafbaar met gevangenisstraf voor het -leven. -</p> -<p>Zulke verordeningen echter zijn, wij moeten het erkennen, willekeurig, kunstmatig -en onnatuurlijk. Zij berusten niet op een gezonde natuurlijke basis, en kunnen niet -verdedigd worden door het gezond verstand van de gemeenschap. Er is geen juiste analogie -tusschen den leeftijd van wettige meerderjarigheid, die ten naastenbij vastgesteld -is met betrekking tot de geschiktheid <span class="pagenum">[<a id="pb482" href="#pb482">482</a>]</span>tot het begrijpen van abstracte zaken van het verstand, en den leeftijd van de sexueele -rijpheid, die veel vroeger valt, physiek zoowel als psychisch, en die bij vrouwen -wordt bepaald door een zeer bizonder biologisch feit, de voltooiing van de puberteit -met het begin van de menstruatie. Bij volken, die in natuurlijke omstandigheden leven, -wordt in alle deelen van de wereld erkend, dat een meisje sexueel vrouw wordt met -de puberteit; op dat tijdstip ontvangt ze haar inwijding in het leven der volwassenen -en wordt vrouw en moeder. De verklaring dat de daad van omgang met een vrouw, die, -naar het natuurlijk instinct van de menschheid in het algemeen beschouwd wordt als -oud genoeg voor al de plichten van de vrouwelijkheid, een misdadige daad van verkrachting -is, strafbaar met gevangenisstraf voor het leven, kan alleen beschouwd worden als -een misbruik van de taal, en wat erger is, als een misbruik van de wet, zelfs als -we alle psychologische en moreele beschouwingen buiten kwestie laten, want het berooft -het denkbeeld van verkrachting van alles, wat het van nature en terecht stuitend maakt. -</p> -<p>Het gezonde standpunt in deze kwestie is klaarblijkelijk, dat het de puberteit van -het meisje is, die de maatstaf vormt voor de strafbaarheid van den man, als hij haar -sexueel nadert. In de gematigde streken van Europa en Noord-Amerika is de gemiddelde -leeftijd voor het optreden van de menstruatie, het kritieke oogenblik bij het intreden -van volkomen puberteit, vijftien jaar (zie bv. Havelock Ellis, <i lang="en">Man and Woman</i>, hoofdst. XI; de feiten zijn in den breede uiteengezet in <i lang="en">Sexual Life of Woman</i> van Kisch, 1909). Daarom is het redelijk, dat de daad van een volwassen man, die -sexueele betrekking heeft met een meisje onder de zestien jaar, met of zonder haar -toestemming, terecht een strafbare daad is, die streng gestraft moet worden. In die -landen, waar de gemiddelde leeftijd van de puberteit hooger of lager is, moest de -leeftijd van de toestemming dienovereenkomstig verhoogd of verlaagd worden. (Bruno -Meyer, die argumenten bijeen brengt tegen iedere poging om den leeftijd van toestemming -te verhoogen boven de zestien, houdt het er voor, dat de juiste leeftijd voor de toestemming -gewoonlijk veertien jaar is, als, naar hij terecht zegt, de lijn van afscheiding tusschen -de rijpe en de onrijpe persoonlijkheid, en terwijl de laatste streng beschermd moet -worden tegen de sexueele sfeer, kan alleen vrijwillige, niet gedwongen invloed gebruikt -worden voor de eerste. <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, April 1909). -</p> -<p>Als we in onze beschouwing de ruimere overwegingen opnemen van psychologie, moraal -en wet, dan zullen we ruime rechtvaardiging vinden voor dit gezichtspunt. Wij moeten -in gedachte houden, dat een meisje, al de jaren van haar leven op school door, altijd -physiek zoowel als psychisch den jongen van denzelfden leeftijd vooruit is, en we -moeten erkennen, dat die vroegrijpheid zich ook uitstrekt over haar sexueele ontwikkeling; -want zelfs al is het waar, dat over het algemeen het werkdadige sexueele verlangen -gewoonlijk niet in vrouwen gewekt wordt voor een eenigszins later leeftijd, is er -ook waarheid in de opmerking van Mr. Thomas Hardy (<i lang="en">New Review</i>, Juni 1894): “Het is mij nooit opgevallen, dat de spin altijd mannelijk is en de -vlieg altijd vrouwelijk”. Dus, zelfs als sexueele omgang plaats vindt tusschen een -meisje en een jongen, die iets ouder is dan zij, dan is het waarschijnlijk, dat zij -de rijpste van de twee is, dat zij de meeste zelfbeheersching heeft en het meeste -gevoel van verantwoordelijkheid, en dikwijls degene is, die de meer actieve rol gespeeld -heeft bij het aanleiding geven tot de daad. Men moet ook in herinnering houden dat, -als een meisje eenmaal den leeftijd der puberteit bereikt heeft, en al de manieren -en de gewoonten aangenomen heeft zoowel als de physieke ontwikkeling van een vrouw, -dat het dan voor een man niet langer mogelijk is haar leeftijd te schatten. Het is -gemakkelijk te zien, dat een meisje den leeftijd der puberteit nog niet bereikt heeft; -het is niet mogelijk te zeggen of een rijpe vrouw boven of onder de achttien jaar -oud is; het is daarom, op zijn zachtst gesproken, onrechtvaardig om het levenslot -van haar mannelijken deelgenoot te doen afhangen van het <span class="pagenum">[<a id="pb483" href="#pb483">483</a>]</span>herkennen van een onderscheid, dat geen basis heeft in de natuur. Zulke overwegingen -zijn zoo in het oog springend juist, dat er geen kans is in de praktijk de leer door -te voeren, dat een man voor zijn leven gevangen gezet moet worden, omdat hij omgang -heeft gehad met een meisje, dat ouder is dan zestien jaar. Het is, uit wettig gezichtspunt -beter, het net minder ver uit te werpen en er geheel zeker van te zijn, dat het er -op gemaakt is den werkelijken en bewusten overtreder te vangen, die gestraft kan worden -zonder het rechtsgevoel van de gemeenschap te beleedigen. (Vergelijk Bloch, <i lang="en">The Sexual Life of Our Time</i>, hoofdstuk XXIV; hij meent, dat de “leeftijd van toestemmen” moet beginnen aan het -einde van het zestiende jaar). -</p> -<p>Het kan noodig zijn hier bij te voegen, dat het bepalen van den “leeftijd van toestemming” -op deze basis in het geheel niet beteekent, dat omgang met meisjes, die maar weinig -boven de zestien zijn, aangemoedigd zou moeten worden, of zelfs maar maatschappelijk -en moreel geduld. Hier zijn we echter niet in de sfeer der wet. Het is de natuurlijke -neiging van het meisje van goede geboorte en van goede opvoeding onder beschaafde -omstandigheden zich gereserveerd te houden, en de druk, waarmee die neiging door de -geheele omgeving van het meisje, gehandhaafd en bevorderd wordt, moet geleverd worden -in de eerste plaats door de verstandsoverdenking van het meisje zelf als zij den leeftijd -van het jong meisje zijn bereikt heeft. Het kweeken in een jonge vrouw, die het tijdstip -der puberteit al voorbij is, van het denkbeeld, dat zij geen verantwoordelijkheid -heeft bij het bewaken van haar eigen lichaam en ziel, is niet in harmonie met het -moderne gevoel, en ook ongunstig aan het geschikt maken van vrouwen voor de wereld. -De Staten, die er toe gebracht zijn den hoogen grens voor den leeftijd voor toestemming -aan te nemen, hebben daarmee inderdaad een verachtelijke bekentenis gedaan van hun -onbekwaamheid om een fatsoenlijk moreel niveau in stand te houden door meer wettige -middelen; zij kunnen als waarschuwing dienen, eerder dan als voorbeeld.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De kennis van vrouwen kan echter niet de onwetendheid van mannen goedmaken, maar dient -integendeel alleen om die te doen uitkomen. Want in de kunst van liefhebben moet de -man noodzakelijk het initiatief nemen. Hij is het, die het eerst het zegel moet afnemen -van het mysterie van de intimiteiten en de stoutheden, die het hart van de vrouw bevat. -Het gevaar van zelfs maar een schaduw te ontmoeten van tegenzin is tè ernstig dan -dat een vrouw, zelfs een getrouwde vrouw, de geheimen der liefde zou kunnen openbaren -aan een man, die zich niet een ingewijde daarin getoond heeft<a class="noteref" id="xd29e11548src" href="#xd29e11548">13</a>. Ontelbaar zijn de joviale en tevreden echtgenooten, die nooit vermoed hebben, en -nooit weten zullen, dat hun vrouw, soms met stillen wrok, de pijn met zich omdraagt -van geheimzinnige <span class="ex">taboes</span>. Het gevoel, dat er heerlijke intimiteiten en <span class="pagenum">[<a id="pb484" href="#pb484">484</a>]</span>voorrechten zijn, waarvan haar nooit gevraagd is ze te nemen, of die haar nooit opgedrongen -zijn, scheidt een vrouw soms erotisch van een man, die zich nooit duidelijk voor oogen -stelt, wat hij gemist heeft<a class="noteref" id="xd29e11557src" href="#xd29e11557">14</a>. Het geval van zulke echtgenooten is des te harder, omdat, voor het grootste gedeelte, -alles wat zij gedaan hebben het resultaat is van de moraal, die hun gepredikt is geworden. -Hun is geleerd, van hun jongensleeftijd af, ernstig, mannelijk en rein te zijn, gedachten -aan vrouwen of het verlangen naar sexueel genot uit hun gedachte te bannen. Hun wordt -van alle kanten geleerd, dat het alleen in het huwelijk goed of zelfs veilig is, vrouwen -te naderen. Zij hebben het denkbeeld in zich opgenomen dat sexueele toegevendheid -en alles, wat er toe behoort, iets laags en vernederends is, op zijn slechtst een -enkel natuurlijke behoefte, op zijn best een plicht, die vervuld moet worden op directe, -fatsoenlijke en rechtstreeksche wijze. Niemand schijnt hun gezegd te hebben, dat de -liefde een kunst is, en dat het verkrijgen van het volle bezit van de ziel en het -lichaam van de vrouw een taak is, die al het beste, wat een man aan handigheid en -inzicht heeft, vereischt. Het kan wel zijn, dat, als een man zijn les te laat leert, -hij geneigd is woedend te worden op de maatschappij, die door haar complot van nagemaakte -moraal haar best gedaan heeft om zijn leven en dat van zijn vrouw te verwoesten. In -sommige van deze gevallen worden de man of de vrouw of beiden, ten slotte aangetrokken -tot een derde persoon en een echtscheiding stelt hen dan in staat opnieuw met meer -ondervinding onder gelukkiger voorteekens te beginnen. Maar zooals de zaken nu staan, -is dat een treurige en ernstige loop van zaken, voor velen onmogelijk. Gelukkiger -zijn zij, wier liefdesproeven voor het huwelijk, zooals Milton aangetoond heeft, “zoovele -echtscheidingen geweest zijn om hun ondervinding te leeren”. -</p> -<p>De algemeene onwetendheid over de kunst van liefhebben kan men peilen aan het feit, -dat misschien de vraag, die in deze zaak het meest gedaan wordt, de ruwe vraag is, -hoe dikwijls geslachtsverkeer behoort plaats te vinden. Dat is inderdaad een kwestie, -die de grondvesters der godsdiensten, de wetgever en de philosophen van de menschheid, -van de vroegste tijden af heeft bezig gehouden<a class="noteref" id="xd29e11562src" href="#xd29e11562">15</a>. Zoroaster zeide, dat het eens in negen dagen moest <span class="pagenum">[<a id="pb485" href="#pb485">485</a>]</span>zijn. De wetten van Manes stonden verkeer toe veertien dagen van iederen maand, maar -een beroemd Hindoe dokter, Susruta, schreef voor zes maal per maand, behalve in de -zomerhitte, wanneer het eens in de maand moest zijn, terwijl andere Hindoe-autoriteiten -spreken van drie of viermaal in de maand. Solon’s voorschrift, dat voor den burger -het verkeer drie maal per maand moet plaats hebben komt tamelijk wel overeen met dat -van Zoroaster. Mohammed schrijft in den Koran verkeer voor eenmaal in de week. De -Joodsche Talmud is minder algemeen in zijn voorschriften, en maakt onderscheid tusschen -verschillende soorten van menschen; aan den krachtigen en gezonden jongen man, die -niet gedwongen is hard te werken, wordt eenmaal per dag opgelegd, aan den gewonen -werkman tweemaal per week, aan geleerden eens per week. Luther beschouwde tweemaal -per week als de juiste maat voor omgang. -</p> -<p>We kunnen, zooals te verwachten was, opmerken, dat deze voorschriften in ver terug -liggende tijden, toen erotische opwekking waarschijnlijk gering en erotisch erethisme -waarschijnlijk zeer zeldzaam was, neiging hebben een grooteren tusschentijd te bepalen, -terwijl we kortere tusschenpoozen vinden, als we de moderne beschaving naderen. Ook -zullen we kunnen opmerken, dat die variatie plaats vindt binnen tamelijk nauwe grenzen. -Dit berust waarschijnlijk op het feit, dat deze wetgevers in alle gevallen mannen -waren. Vrouwelijke wetgevers zouden waarschijnlijk grootere neiging vertoond hebben -tot verschil, want de verschillen in den sexueelen impuls zijn bij vrouwen ruimer. -Zoo verlangde Zenobia de nadering van haar echtgenoot eens in de maand, mits er geen -bevruchting had plaats gehad in de vorige maand, terwijl een andere koningin zeer -ver naar het andere uiterste oversloeg, want men zegt ons, dat de Koningin van Arragon, -na rijp beraad, besliste, dat zes maal per dag de juiste regel was in een wettig huwelijk<a class="noteref" id="xd29e11569src" href="#xd29e11569">16</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">We moeten in het voorbijgaan opmerken, dat aan de bepalingen over de veelvuldigheid -van het sexueele verkeer meestal ten grondslag ligt de veronderstelling, dat het tijdens -de menstruatie ophoudt. Dit is vooral het geval voor de eerste tijden van de cultuur, -toen omgang op dezen tijd gewoonlijk beschouwd werd als gevaarlijk of zondig, of beide. -Onder beschaafde omstandigheden berust de belemmering op æsthetische gronden, daar -de vrouw, zelfs als ze omgang wenscht, er een tegenzin tegen gevoelt om genaderd te -worden op een tijd, waarop ze zich zelf als weerzinwekkend voorkomt, en omdat de man -gemakkelijk die houding overneemt. Er kan echter op gewezen worden, dat de æsthetische -bezwaren in zeer groote mate <span class="pagenum">[<a id="pb486" href="#pb486">486</a>]</span>het resultaat zijn van de bijgeloovige vrees voor water, die nog in ruimen kring gevoeld -wordt in dezen tijd, en dat die tot zekere hoogte zou verdwijnen, als een nauwgezetter -zindelijkheid werd in acht genomen. Het blijft een goede algemeene regel om zich te -onthouden van sexueelen omgang tijdens de periode der menstruatie, maar in sommige -gevallen kan er voldoende reden zijn er mee te breken. Dit is zoo, als het verlangen -op dezen tijd speciaal sterk is, of als de omgang physiek moeilijk is op andere tijden, -maar gemakkelijker door de verslapping van de deelen, als gevolg van de menstruatie. -Wij moeten ook in herinnering houden, dat de tijd, als de vloed der menstruatie begint -op te houden, waarschijnlijk meer dan eenige andere tijd van de maand de biologisch -juiste tijd is voor den sexueelen omgang, omdat niet alleen de omgang dan het gemakkelijkst -is, en ook het meest bevredigend voor de vrouw, maar omdat ze ook de gunstigste gelegenheid -geeft voor het verzekeren van de bevruchting. -</p> -<p>Reeds langen tijd geleden bracht Schurig bewijsgronden te zamen (<i lang="la">Parthenologia</i>, p. 302 <i>et seq.</i>), waaruit blijkt, dat <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> het gemakkelijkst is tijdens de menstruatie. Sommige van de Katholieke theologen -(zooals Sanchez, en al later Liguori) gingen tegen de publieke opinie in en lieten -zeer bepaald omgang tijdens de menstruatie toe, hoewel vele vroegere theologen hem -beschouwden als een doodzonde. Van medische zijde raadt Kossmann (Senator en Kaminer, -<i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 249) <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> aan, niet alleen aan het einde van de menstruatie, maar zelfs tijdens het laatste -gedeelte van de periode, daar dat de tijd is, waarop vrouwen er gewoonlijk behoefte -aan hebben, daar de uitgesproken humeurigheid van vrouwen op dezen tijd, naar hij -zegt, komt door het door de gewoonte <span class="corr" id="xd29e11603" title="Bron: geeischte">geëischte</span> onderdrukken van een natuurlijke begeerte. “Het is bijna altijd in de menstruatie, -dat de eerste wolken zich aan den huwelijkshemel vertoonen”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In moderne tijden zijn de physiologen en de medici, die eenige opinie over dit onderwerp -hebben uitgesproken, gewoonlijk de uitspraak van Luther zeer nabij gekomen. Haller -zeide, dat omgang niet veel meer moest plaats hebben, dan tweemaal in de week<a class="noteref" id="xd29e11609src" href="#xd29e11609">17</a>. Acton sprak van eenmaal in de week, en Hammond ook, zelfs voor gezonde mannen tusschen -den leeftijd van vijf en twintig en veertig<a class="noteref" id="xd29e11615src" href="#xd29e11615">18</a>. Fürbringer komt maar even boven deze taxatie uit, daar hij aanraadt van vijftig -tot honderd daden per jaar<a class="noteref" id="xd29e11621src" href="#xd29e11621">19</a>. Forel raadt twee of driemaal per week aan voor een man in den eersten bloei der -mannelijkheid, maar hij voegt er bij, dat voor sommige gezonde en krachtige mannen -eens in de maand al overdaad blijkt te zijn<a class="noteref" id="xd29e11627src" href="#xd29e11627">20</a>. Mantegazza zegt in zijn <i lang="en">Hygiene of Love</i> ook, dat, voor een man tusschen de twintig en dertig twee of driemaal per week de -juiste maat is voor het verkeer, en tusschen den leeftijd van dertig en vijf en veertig, -tweemaal per week. Guyot raadt aan om de drie dagen<a class="noteref" id="xd29e11637src" href="#xd29e11637">21</a>. -</p> -<p>Het schijnt echter geheel onnoodig eenige speciale regels te geven aangaande de veelvuldigheid -van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Individueele <span class="pagenum">[<a id="pb487" href="#pb487">487</a>]</span>begeerte en individueele geschiktheid verschillen enorm, zelfs binnen de grenzen der -gezondheid. Bovendien, als we erkennen, dat de beperking van de begeerte soms wenschelijk, -en dikwijls noodig is, lange tijden achtereen, dan is het verstandig zich te onthouden -van zelfs den schijn van de noodzakelijkheid van sexueelen omgang vast te stellen -op dikwijls herhaalde en regelmatige tijden. De kwestie is voornamelijk van belang -om te behoeden tegen overmaat, of zelfs tegen de poging van als gewoonte dicht bij -de grens te leven. Vele autoriteiten zijn er daarom op uit er op te wijzen, dat het -niet raadzaam is om te bepaald te zijn. Zoo zegt Erb, terwijl hij opmerkt, dat voor -sommigen de uitspraak van Luther het uiterste maximum vertegenwoordigt, dat anderen -die maat ongestraft ver kunnen te buiten gaan, en hij meent, dat zulke verschillen -aangeboren zijn<a class="noteref" id="xd29e11650src" href="#xd29e11650">22</a>. Ribbing, die het over het algemeen eens is met den regel van Luther, protesteert -tegen iedere poging om voor iedereen wetten op te stellen, en is geneigd te zeggen, -dat het een veilige regel is, zoo dikwijls als men wil, zoolang als er geen slechte -gevolgen zijn<a class="noteref" id="xd29e11659src" href="#xd29e11659">23</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het schijnt wel algemeen toegestemd te worden, dat slechte resultaten van onmatigheid -in <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, als ze voorkomen, zeldzaam zijn bij vrouwen (zie b.v., Hammond, <i lang="en">Sexual Impotence</i>, p. 127). Nu en dan echter komen er slechte resultaten bij vrouwen voor. Een geval, -dat mogelijk in dit verband moet vermeld worden, is dat van een man, die achtereenvolgens -drie vrouwen had, die krankzinnig werden na het huwelijk (<i lang="en">Journal of Mental Science</i>, Jan., 1879, p. 611). In gevallen van sexueele onmatigheid wordt dikwijls groote -physieke uitputting opgemerkt, met achterdocht en waanideeën. Hutchinson heeft drie -gevallen vermeld van tijdelijke blindheid, alle bij mannen, het resultaat van sexueele -onmatigheid na het huwelijk (<i lang="en">Archives of Surgery</i>, Jan., 1893). De oude medische autoriteiten brachten veel verkeerde dingen terug -op onmatigheid bij <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Zoo brengt Schurig (<i lang="la">Spermatologia</i>, 1720, p. 260 <i>et seq.</i>) gevallen samen van krankzinnigheid, apoplexie, syncope, epilepsie, verlies van herinneringsvermogen, -blindheid, kaalheid, eenzijdig overmatig transpireeren, jicht, en dood, die aan deze -oorzaak worden toegeschreven; vele gevallen van dood worden gegeven, sommige bij vrouwen, -maar men kan gemakkelijk merken, dat <i>post</i> dikwijls in de plaats gesteld werd voor <i>propter</i>.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er is echter een andere overweging, die ternauwernood aan de aandacht van den lezer -van dit werk kan ontsnappen. Bijna al de taxaties van de wenschelijke veelvuldigheid -van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> zijn <span class="pagenum">[<a id="pb488" href="#pb488">488</a>]</span>gemaakt om aan te passen aan de veronderstelde physiologische behoeften van den man<a class="noteref" id="xd29e11706src" href="#xd29e11706">24</a>, en zij schijnen gewoonlijk gevormd te zijn in denzelfden geest van uitsluitende -attentie voor die behoeften, alsof er kwestie was van de physiologische behoeften -van het ledigen van de ingewanden of van de blaas. Maar sexueele behoeften zijn de -behoeften van twee personen, van den man en van de vrouw. Het komt aan op de harmonische -overeenstemming van deze twee groepen van behoeften. Die overweging alleen is, te -zamen met de groote variaties van individueele behoeften, al voldoende om alle bepaalde -regels van zeer weinig waarde te doen zijn. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is van belang de ruime grenzen van de variatie in de sexueele capaciteit in herinnering -te houden, evenals het feit, dat zulke variaties in beide richtingen gezond en normaal -kunnen zijn, hoewel variaties, als ze tot het uiterste overslaan, pathologische beteekenis -kunnen hebben. Bekend is bijvoorbeeld het geval van een man, die eenmaal per maand -omgang heeft en dit voldoende vindt; hij heeft geen emissies en ook geen sterke begeerten -in den tusschentijd; toch leidt hij een ledig, lui en weelderig leven en wordt niet -tegengehouden door eenige moreele of godsdienstige gewetensbezwaren; als hij ver boven -zijn gewoonte gaat, dan voelt hij zich onwel, hoewel hij overigens volkomen gezond -is, behalve een eenigszins zwakke spijsvertering. Aan het andere uiterste had een -gelukkig getrouwd paar, tusschen de vijf en veertig en de vijftig jaren oud en elkander -zeer genegen, twintig jaar lang iederen nacht sexueelen omgang gehad, behalve in den -tijd der menstruatie en bij zwangerschap in de laatste maanden, hetgeen maar eenmaal -was voorgekomen; zij zijn hartelijke, volbloedige, intellectueele menschen, gesteld -op een goed leven, en zij schrijven hun genegenheid en standvastigheid toe aan het -veelvuldig toegeven aan <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>; het eenige kind, een meisje, is niet sterk, al is ze tamelijk gezond. -</p> -<p>Er zijn vele gevallen bekend waarin, bij speciale gelegenheden, het mogelijk is voor -menschen, die hartstochtelijk aan elkander gehecht zijn, de daad van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, of ten minste het orgasme, een buitensporig aantal malen binnen eenige uren te herhalen. -Dit gebeurt gewoonlijk bij het begin van een intimiteit of na een lange scheiding. -Zoo ondervond bijvoorbeeld een pas getrouwde vrouw orgasme veertien maal in een nacht, -terwijl haar man het in dien tijd zeven maal had. In een ander geval ondervond een -vrouw, die een kuisch leven geleid had, toen de sexueele verhoudingen eindelijk begonnen, -het eens veertien of vijftien maal tegen haar echtgenoot driemaal. In een geval, waarvan -ik zeer bepaald weet dat het waar is, geraakte een jonge vrouw van zeer erotisch, -prikkelbaar, lichtelijk abnormaal temperament zes en twintig maal binnen de vijf kwartier -in opwinding, na een maand afwezigheid van haar man; haar echtgenoot, een veel oudere -man, had tweemaal orgasme in dezen tijd; de vrouw gaf toe, dat ze daarna zich volkomen -geradbraakt gevoelde, maar het is wel zeker dat, als dit geval als waar beschouwd -kan worden, de orgasmen van zeer geringe hevigheid waren. Een jonge vrouw, die pas -getrouwd was met een physiek robusten man, had eens acht maal in twee uren omgang -met hem, terwijl ieder keer orgasme voorkwam bij beide partijen. Guttceit (<i lang="de">Dreissig Jahre Praxis</i>, deel II, p. 311), in Rusland, kende vele gevallen <span class="pagenum">[<a id="pb489" href="#pb489">489</a>]</span>van jonge mannen van twee en twintig tot acht en twintig jaar, die meer dan tien maal -in een nacht omgang hadden, hoewel er na den vierden keer zelden meer eenig zaad aanwezig -is. Hij had mannen gekend, die in hun vroege jeugd gemasturbeerd hadden, en die op -hun vijftiende jaar waren begonnen met vrouwen om te gaan, en die toch krachtig bleven -tot op hoogen leeftijd, terwijl hij anderen kende, die den omgang laat begonnen waren -en op veertigjarigen leeftijd hun kracht verloren. Mantegazza, die een man kende, -die veertien maal per dag omgang had, maakt de opmerking, dat de verhalen van de oude -Italiaansche romanschrijvers aantoonen, dat twaalf maal beschouwd werd als een zeldzame -uitzondering. Burchard, de secretaris van Alexander VI, zegt, dat de zoon van den -gezant uit Florence, in Rome in 1489 “een meisje zevenmaal in een uur naderde” <span class="corr" id="xd29e11725" title="Niet in bron">(</span>J. Burchardi, <i lang="la">Diarium</i>, ed. Thuasne, deel I, p. 329). Olivier, de paladijn van Karel den Groote, pochte -er, zooals de legende luidt, op, dat hij honderd maal per nacht zijn mannelijke kracht -kon toonen, als hij mocht slapen met de dochter van den Keizer van Constantinopel; -hem werd toegestaan het te beproeven, naar men zegt, en het gelukte hem dertig maal -(Schultz, <i lang="de">Das Höfische Leben</i>, deel I, p. 581). -</p> -<p>Men zal zien dat, telkens als de geslachtsdaad binnen korten tijd dikwijls herhaald -wordt, de echtgenoot maar zeer zelden pas kan houden met de vrouw. Het is waar, dat -de sexueele energie van de vrouw langzamer en moeilijker op te wekken is dan die van -den man, maar als ze eens gewekt is, dan neemt de aandrang toe. De man, wiens energie -gemakkelijk opgewekt wordt, is spoedig uitgeput; de vrouw bereikt dikwijls ternauwernood -haar hoogtepunt, voordat het eerste orgasme voorbij is. Het is soms een verrassing -voor een jongen echtgenoot, die gelukkig getrouwd is, te ontdekken, dat de daad van -sexueelen omgang, die hem volkomen bevredigt, alleen gediend heeft om den gloed van -zijn vrouw op te wekken. Zeer vele vrouwen gevoelen, dat de herhaling van de daad -verscheidene malen achtereen noodig is, om, zooals zij het uitdrukken, “aan den gang -te komen”, en wel verre van slaperigheid en vermoeidheid teweeg te brengen, maakt -ze haar vroolijk en levendig. -</p> -<p>Jonge en krachtige vrouwen, die een kuisch leven geleid hebben, ondervinden bij het -begin van het regelmatige geslachtsverkeer, iets alsof ze verscheidene mannen noodig -hadden, en of ze behoefte hadden aan verkeer minstens eens per dag, terwijl ze later, -als zij aangepast raken aan het gehuwde leven tot de conclusie komen, dat haar wenschen -niet buitengewoon sterk zijn. De man moet zich aanpassen aan de sexueele behoeften -van zijn vrouw, door zijn sexueele kracht, als hij die heeft, en, als hij ze niet -heeft, door zijn handigheid en takt. De zeldzaam voorkomende mannen, die een aangeboren -kracht bezitten, die zij kunnen gebruiken tot bevrediging van vrouwen, zonder nadeel -voor henzelf, zijn door Professor Benedictus genoemd “sexueele athleten”, en hij merkt -op, dat zulke mannen gemakkelijk vrouwen beheerschen. Hij beschouwt terecht Casanova -als het type van den sexueelen athleet (<i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, Jan., 1896). Näcke vermeldt het geval van een man, dien hij beschouwt als een sexueelen -athleet, die zijn geheele leven door eens of tweemaal per dag omgang had met zijn -vrouw, of, als zij niet wilde, met een andere vrouw, totdat hij krankzinnig werd op -den leeftijd van vijf en zeventig jaar (<i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Aug., 1908, p. 507). Dit mag men echter eerder beschouwen als een geval van ziekelijke -overgevoeligheid, dan van sexueele athletiek.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In dit stadium komen wij tot de grondelementen van de kunst van liefhebben. Wij hebben -gezien, dat vele moreele gewoonten en moreele theorieën, die in ruimen kring bij het -Christendom in zwang waren, tradities ontwikkeld hebben, die nog in het geheel niet -onder ons zijn uitgestorven, volkomen tegenovergesteld aan de kunst van liefhebben. -Het denkbeeld ontwikkelde zich van <span class="pagenum">[<a id="pb490" href="#pb490">490</a>]</span>“huwelijksplichten”, van “rechten van den man”<a class="noteref" id="xd29e11748src" href="#xd29e11748">25</a>. De man had het recht en den plicht sexueelen omgang te hebben met zijn vrouw, wat -ook haar wenschen in deze zaak mochten zijn, terwijl de vrouw het recht en de plicht -had (terwijl de plicht in haar geval gewoonlijk vooropgesteld werd) om zich aan dien -omgang te onderwerpen, waarvan haar gewoonlijk geleerd was, dat het iets laags en -alleen physieks was, een onpleizierige en bijna vernederende noodzakelijkheid, waarvan -het het beste was, als ze haar zoo spoedig mogelijk uit haar gedachten zette. Het -is niet te verwonderen, dat zulk een houding tegenover het huwelijk het ongeluk in -het huwelijk zeer begunstigd heeft, meer speciaal dat van de vrouw<a class="noteref" id="xd29e11760src" href="#xd29e11760">26</a>, en ze heeft er toe bijgedragen echtbreuk en echtscheiding te bevorderen. Het had -ons meer moeten verwonderen als het anders geweest was. -</p> -<p>De kunst van liefhebben is gebaseerd op het fundamenteele feit van het hofmaken; en -het hofmaken is de poging van den man om zich aannemelijk te maken bij de vrouw. “De -kunst van liefhebben”, zeide Vatsyayana, een van de grootste der autoriteiten, “is -de kunst aan vrouwen te behagen”. “<span class="corr" id="xd29e11773" title="Bron: Ean">Een</span> man moet zich nooit een genoegen met zijn vrouw veroorloven”, zeide Balzac in zijn -<i lang="fr">Physiologie du Mariage</i>, “waarvan hij niet de handigheid gehad heeft het eerst door zijn vrouw te doen wenschen”. -Dat is de geheele kunst van liefhebben. Vrouwen trachten zich van nature en instinctief -voor mannen begeerlijk te maken, zelfs aan mannen, voor wie ze volkomen onverschillig -zijn, en de vrouw, die op een man verliefd is, tracht door een even natuurlijk instinct -zichzelf te vormen naar den vorm, <abbr title="dat is">d.i.</abbr> in de gedaante, die hem persoonlijk aangenaam is. Deze neiging wordt niet gewijzigd -door het grondfeit, dat in deze zaak alleen de kunst, die door de natuur gemaakt is, -waarlijk effect heeft. Het is ten slotte door wat hij is, dat een man de diepste aandoeningen -van sympathie of antipathie in de vrouw opwekt, en hij behaagt haar dikwijls meer -door zijn geschiktheid om een groote rol te spelen in de buitenwereld dan door enkele -verkregen volkomenheden in de kunst van het hofmaken. Wanneer echter het ernstige -en meer intieme spel der liefde begint, dan is de rol van de vrouw, zelfs biologisch, -oppervlakkig <span class="pagenum">[<a id="pb491" href="#pb491">491</a>]</span>de meer passieve rol<a class="noteref" id="xd29e11784src" href="#xd29e11784">27</a>. Zij is, aan den physieken kant, onvermijdelijk in de liefde het instrument; het -moeten ’s mans hand zijn en zijn boog, die de muziek te voorschijn roepen. -</p> -<p>Als we van de kunst van liefhebben spreken is het echter onmogelijk om geheel het -geestelijke van het physieke los te maken. De poging alleen al om dit te doen is een -fatale vergissing. De man, die alleen maar de physieke zijde van de sexueele verhouding -kan zien, staat, zooals Hinton gewoon was te zeggen, op een hoogte met den man, die, -als hij naar een viool-sonate van Beethoven luistert, zich alleen bewust is van het -physieke feit, dat er een paardenstaart geschuurd wordt over schapen-ingewanden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het beeld van het muziekinstrument doet zich herhaaldelijk voor aan hen, die over -de kunst van liefhebben schrijven. De vergelijking van Balzac van den onhandigen echtgenoot -bij den oerang-oetan, die probeert viool te spelen, is reeds aangehaald. Dr. Jules -Guyot komt in zijn ernstig en bewonderenswaardig boekje, <i lang="fr">Bréviaire de l’Amour Expérimental</i>, tot dezelfde vergelijking: “Er zijn een onnoemelijk groot aantal onwetende, zelfzuchtige -en ruwe mannen, die zich geen moeite geven om het instrument te bestudeeren, dat God -hun heeft toevertrouwd, en die zelfs niet vermoeden, dat het noodig is het te bestudeeren, -om er maar de geringste tonen uit te halen … Ieder direct contact, zelfs met de clitoris, -iedere poging tot <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> (zelfs als het vrouwelijk organisme niet geprikkeld is) roept een pijnlijk gevoel -te voorschijn, een instinctieve afstooting, een gevoel van walging en afkeer. Iedere -man, iedere echtgenoot, die dit feit niet kent, is belachelijk en verachtelijk. Iedere -man, iedere echtgenoot, die, terwijl hij het weet, het buiten beschouwing durft te -laten, heeft geweld gepleegd … In de eindelijke vereeniging van man en vrouw heeft -het positieve element, de man, het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het -echtelijk leven. Hij is de minstreel, die met zijn hand en zijn boog harmonie of disharmonie -kan te voorschijn roepen. De vrouw is uit dit gezichtspunt werkelijk het veelsnarige -instrument, dat harmonieuze of disharmonieuze geluiden zal voortbrengen al naar dat -zij goed of slecht bespeeld wordt” (Guyot, <i lang="fr">Bréviaire</i>, blz. 99, 115, 138). -</p> -<p>Dat zulk een liefde overeenkomt met de behoefte van een vrouw kan niet betwijfeld -worden. Alle ontwikkelde vrouwen willen bemind worden, zegt Ellen Key, niet “en mâle” -maar “en artiste” (Liefde en Huwelijk, p. 92). “Alleen de man, waarvan ze gevoelt, -dat hij de vreugde van den kunstenaar in haar heeft, en die deze vreugde toont door -zijn schuchtere en teedere aanraking zoowel van haar ziel als van haar lichaam, kan -de vrouw van tegenwoordig boeien. Zij wil alleen toebehooren aan een man, die nog -voortgaat naar haar te verlangen, als hij haar reeds in zijn armen genomen heeft. -En als zulk een vrouw uitroept: “Je hebt me noodig, maar je kunt me niet liefkoozen, -je kunt me niet zeggen wat ik hooren wil”, dan is die man geoordeeld<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>. Liefde is werkelijk een teedere kunst, waarvoor, zooals Remy de Gourmont opmerkt, -evenals voor muziek en schilderen, maar weinigen de gave bezitten.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Men moet niet meenen, dat de eisch aan den minnaar en den <span class="pagenum">[<a id="pb492" href="#pb492">492</a>]</span>echtgenoot om de vrouw in denzelfden geest te naderen, met dezelfde tact en den ervaren -aanslag, als waarmee de musicus zijn instrument aanvat, enkel een eisch is, welke -gedaan wordt door de moderne vrouwen, die waarschijnlijk neurotisch of hysterisch -zijn. Geen lezer van deze <i lang="en">Studies</i>, die de besprekingen over het hofmaken en de sexueele keuze in de vorige hoofdstukken -heeft gevolgd, kan nalaten te erkennen, dat—hoewel wij getracht hebben onszelf te -bedriegen door het geven van een verkeerde onwettige beteekenis aan het woord “ruw”—tact -en respect voor het vrouwtje bijna algemeen is in de sexueele verhoudingen van de -dieren, die lager dan de menschen staan; alleen onder de verst verwijderden van de -wilde dieren, bij de beschaafde menschen, is sexueele “ruwheid” over het geheel gewoon, -en zelfs daar is ze voornamelijk het gevolg van onwetendheid. Als we afdalen tot de -insecten, die geen familieleven hebben, en die gewoonlijk beschouwd worden als zorgeloos -en lichtzinnig, dan vinden we deze houding jegens het wijfje soms volkomen ontwikkeld, -en de groote zorgvuldigheid van het mannetje voor het vrouwtje, dat hij toch stevig -onder zich houdt, de teedere voorbereidingen, het uiterst geleidelijke naderen tot -de sexueele daad, geeft ons een bewonderenswaardige les. -</p> -<p>Deze grootere moeite en langzaamheid van den kant van de vrouwen in het beantwoorden -van de erotische opwinding van het hofmaken is werkelijk zeer fundamenteel. Het karakteriseert -het geheele erotische leven van de vrouw, van den vroegsten leeftijd af, als de kuischheid -en het schaamtegevoel zich ontwikkelen. De liefde ontwikkelt zich bij de vrouw veel -langzamer dan bij den man. Er is werkelijke physiologische beteekenis in het feit, -dat het verlangen van een man naar een vrouw neiging heeft spontaan te ontstaan, terwijl -het verlangen van een vrouw naar een man eerst langzamerhand gewekt wordt, naarmate -haar betrekkingen tot hem zich samengestelder ontwikkelen. Daarvandaan is haar sexueele -emotie dikwijls minder abstract, meer intiem verbonden met den persoonlijken minnaar, -op wien ze geconcentreerd is. “De weg tot mijn zinnen is door mijn hart”, schreef -Mary Wollstonecraft aan haar minnaar Imlay, “maar vergeef mij! tot uw zinnen leidt -dikwijls een kortere weg”. Zij sprak voor het beste, zoo niet voor het grootste deel -van haar sekse. Een man bereikt den uitersten grens van zijn physieke capaciteit tot -liefhebben met een enkelen stap, en het schijnt wel dikwijls, dat zijn psychische -grenzen niet moeilijker te bereiken zijn. Dit is het zekere feit, dat ten grondslag -ligt aan het meer gewaagd gezegde, ’t welk men zoo dikwijls hoort: dat de vrouw monogamisch -is en de man polygamisch. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Wat den physieken kant betreft, merkt Guttceit op, dat een maand na het huwelijk niet -meer dan twee van de tien vrouwen het volle genot ondervonden <span class="pagenum">[<a id="pb493" href="#pb493">493</a>]</span>hebben van den sexueelen omgang, en soms is het eerst na zes maanden of een jaar, -of zelfs eerst na de geboorte van verschillende kinderen, dat een vrouw werkelijk -genot heeft van de physieke verhouding, en zelfs dan alleen met een man, dien zij -volkomen liefheeft, zoodat de voorwaarden voor sexueele bevrediging veel meer complex -zijn bij vrouwen dan bij mannen. Ditzelfde wordt door Ellen Key aan den psychischen -kant opgemerkt (<i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, p. 111). “Het is zeker waar, dat een vrouw sexueele bevrediging begeert door een -man. Maar terwijl bij haar dit verlangen niet zelden eerst optreedt, nadat zij hem -genoeg liefheeft om haar leven voor hem te geven, begeert een man dikwijls physiek -een vrouw te bezitten voordat hij genoeg van haar houdt om ook maar zijn pink voor -haar te geven. Het feit, dat liefde bij een vrouw meestal gaat van de ziel naar de -zinnen en deze laatste dikwijls niet bereikt, en dat ze bij een man meestal gaat van -de zinnen naar de ziel en dikwijls dat doel nooit bereikt—dit is van al de bestaande -verschillen tusschen mannen en vrouwen hetgene, dat aan beiden de meeste kwelling -veroorzaakt”. Het zal natuurlijk duidelijk zijn voor den lezer van mijn andere werken -op dit gebied, dat de methode om het verschil te constateeren die aan Mary Wollstonecraft, -Ellen Key, en anderen juist toescheen, niet strikt correct is; zoo zal b.v. de meest -kuische vrouw, als ze een te warm bad genomen heeft, wel kunnen ondervinden, dat haar -hart niet de eenige weg is, waardoor haar zinnen kunnen bereikt worden. De zinnen -zijn de eenige kanalen naar de uitwendige wereld die wij bezitten, en liefde moet -door deze kanalen komen of in het geheel niet. Het verschil schijnt echter een werkelijk -verschil te zijn als wij zeggen, dat, zooals ik elders reeds trachtte aan te toonen, -er bij vrouwen zijn 1<sup>o</sup>. specifiek zintuigelijke wegen van sexueele stimuli, zooals een schijnbaar overheerschen -van tast- en gehoorswegen, vergeleken bij mannen; 2<sup>o</sup>. een meer massief, samengesteld en teer geëquilibreerd sexueel mechanisme: en als -resultaat hiervan, 3<sup>o</sup>. eindelijk een grootere mate van sexueele irradiatie van de zenuwen en de hersenen. -</p> -<p>We moeten echter in herinnering houden, dat, ofschoon deze onderscheiding een werkelijke -neiging tot sexueel verschil aangeeft, met een organische en niet enkel traditioneele -basis, er niets absoluuts in is. Er is een groot aantal vrouwen, wier sexueele plooibaarheid, -en wel door een natuurlijke neiging en niet alleen door verkregen gewoonten, even -duidelijk uitgesproken is als die van een man, en zelfs meer. Op sexueel gebied is -de omvang van de veranderlijkheid bij vrouwen zelfs grooter dan bij mannen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het feit, dat liefde een kunst is, een methode om muziek uit een instrument te halen, -en niet het enkele doen van een daad met wederzijdsche toestemming, maakt iedere overeenkomst -tot liefde in woorden, van weinig belang. Als liefde een kwestie was van een contract, -een louter intellectueele toestemming, van vraag en antwoord, dan zou ze nooit in -de wereld gekomen zijn. Liefde vertoonde zich van den beginne af als kunst, en de -latere ontwikkelingen van de kort samengevatte methoden van rede en spraak kunnen -dat grondfeit niet veranderen. Dit wordt ternauwernood beseft door die slecht ingelichte -minnaars, die meenen, dat de eerste stap bij het hofmaken—en misschien zelfs het geheele -hofmaken—is, dat een man een meisje vraagt, zijn vrouw te worden. Integendeel gebeurt -het dikwijls, dat de voorbarige uiting van een zoo ver strekkenden eisch in eens en -voor goed alle kansen verijdelt. Het is ongetwijfeld treurig, dat een zoo ernstige -en noodlottige zaak als het huwelijk zoo dikwijls beslist wordt <span class="pagenum">[<a id="pb494" href="#pb494">494</a>]</span>zonder kalm overleg en verstandige voorzorg. Maar sexueele zaken kunnen nooit en moesten -ook nooit enkel een zaak zijn van koele berekening. Als een vrouw plotseling voor -den eisch gesteld wordt, dat ze zich als vrouw zal geven aan een man, die er nog niet -in geslaagd is haar genegenheid te winnen, dan zal ze zeker vinden—mits ze verheven -is boven de koele beweegredenen van de zelfzucht—dat er vele goede redenen voor haar -zijn om neen te zeggen. En nadat ze zoo de kwestie in koelen bloede bezien en beslist -heeft, zal ze voortaan dien minnaar waarschijnlijk tegemoet treden met een met staal -ompantserde borst. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Liefde moet <i>zich openbaren</i> door daden en niet <i>zich verraden</i> door woorden. Ik beschouw als abnormaal de zeldzame methode van een haastig toestemmen -van tevoren; want ze is niet de directe weg der mededeeling, maar de reflexweg. Hoe -normaal en aangenaam een bekentenis zijn mag, wanneer ze eenmaal wederkeerig is, als -veroveringsmethode beschouw ik ze als gevaarlijk en zal ze waarschijnlijk het tegendeel -uitwerken van het gewenschte resultaat!” Ik ontleen deze woorden aan een geestige -verhandeling “<span lang="fr">Essai sur l’Amour</span>” (<i lang="fr">Archives de Psychologie</i>, 1904) door een niet psychologisch Zwitsersch schrijver, die zijn eigen ondervindingen -vermeldt, en die ten zeerste aandringt op het overheerschen van het geestelijk element -in de liefde. -</p> -<p>Hier dient te worden opgemerkt; dat de erkenning, dat spreken bij het hofmaken misplaatst -is, niet moet beschouwd worden als een verfijning van de beschaving. Bij natuurvolken -wordt overal ten volle erkend, dat het liefdesoffer, en het aannemen of het weigeren -ervan, gedaan moeten worden door symbolische daden, en niet door de ruwe methode van -vraag en antwoord. Bij de Indianen van Paraguay, die veel sexueele vrijheid toestaan -aan hun vrouwen, maar die nooit liefde koopen of verkoopen, zegt Mantegazza (<i lang="es">Rio de la Plata e Tenerife</i>, 1867, p. 225), dat een meisje uit het volk aan je deur zal komen of aan je raam -en in de Guarani-taal schuchter en verlegen vragen om een dronk water. Bij de Taharumari-Indianen -van Mexico, bij wie het initiatief van het hofmaken bij de vrouwen berust, doet het -meisje den eersten stap door haar ouders, dan werpt ze kiezelsteentjes naar den jongen -man; als hij ze teruggooit, is de zaak afgeloopen (Carl Lumholtz, <i lang="en">Scribner’s Magazine</i>, Sept., 1894). In vele deelen van de wereld is het de vrouw, die haar man kiest (zie -bv. M. A. Potter, <i lang="de">Sohrab und Rustem</i>, blz. 169 et seq.), en zeer dikwijls neemt ze een symbolische methode van aanzoek -aan. Behalve wanneer het handelselement in het huwelijk overheerscht, wordt een dergelijke -methode ook dikwijls door mannen aangenomen bij het doen van huwelijksvoorstellen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is niet alleen bij het begin van het hofmaken, dat er bij de liefdedaad weinig -plaats is voor vormelijke verklaringen, voor de vragen en de toestemmingen, die duidelijk -in gesproken woorden kunnen uitgedrukt worden. Dezelfde regel blijft ook bestaan in -de meest intieme verhoudingen van oude geliefden, het geheele huwelijksleven door. -Het blijvende element in de schuchterheid, dat ieder sexueel gewennen overleeft om -samen te smelten met de koenste driestheden van liefde, verbindt zich met een werkelijk -erotisch instinct en verzet zich tegen in woorden geformuleerde eischen, tegen bevestigingen -en ontkenningen in woorden. Liefde kan haren wensch niet in woorden uiten, en ook -niet naar waarheid <span class="pagenum">[<a id="pb495" href="#pb495">495</a>]</span>in woorden beantwoord worden; een fijn voorzeggingsvermogen blijft noodig zoolang -als de liefde duurt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het feit, dat de behoeften der liefde niet uitgedrukt kunnen worden, maar dat ze geraden -moeten worden, is al vroeger erkend door hen, die over de kunst van liefhebben geschreven -hebben, evenzeer door schrijvers in Europa als buiten de Europeesch Christelijke tradities. -Zoo wijst Zacchia, in zijn groote medisch-juridische verhandeling er op, dat een echtgenoot -opmerkzaam moet zijn op de teekenen van sexueel verlangen bij zijn vrouw. “Vrouwen”, -zegt hij, “zijn gewoon, als sexueel verlangen in haar gewekt is, haar mannen vragen -te doen over zaken van liefde; zij vleien en liefkoozen hen; zij laten een of ander -deel van haar lichaam als bij toeval ongedekt; haar borsten schijnen te zwellen; zij -vertoonen ongewone levendigheid; zij blozen; haar oogen worden glanzend; en als ze -ongewonen gloed ondervinden, dan stamelen zij, verspreken zich en kunnen zich nauwelijks -beheerschen. Tegelijk worden haar geheime deelen vol en warm. Al deze teekenen moesten -een echtgenoot er op wijzen, dat zijn vrouw naar bevrediging verlangt”. (<i lang="la">Zacchiæ Questionum Medico-legalium Opus</i>, lib. VII, tit. III, quæst. I; deel II, p. 624 in de uitgave van 1688). -</p> -<p>De oude Hindoeschrijvers over erotica hechtten groote waarde aan de oplettendheid -van den man voor de erotische behoeften van de vrouw, en ook aan zijn bekwaamheid -en tact bij al de voorbereidselen tot de sexueele daad. Hij moet alles doen wat hij -kan om haar genoegen te geven, zegt Vatsyayana. Als zij op haar bed zit, en misschien -in een gesprek verdiept is, moet hij zachtjes de banden van haar ondergoed losmaken. -Als zij protesteert, sluit hij haar mond met een kus. Sommige schrijvers, merkt Vatsyayana -op, meenen, dat de minnaar moet beginnen met te zuigen aan de tepels van haar borsten. -Wanneer er erectie is, raakt hij haar met zijn handen aan, zachtjes de verschillende -deelen van haar lichaam liefkozend. Hij moet altijd die deelen van haar lichaam drukken, -waarop zij haar oogen richt. Als zij verlegen is en het de eerste keer is, dan moet -hij zijn handen tusschen haar beenen leggen, en zal ze die dan als bij instinct samendrukken. -Als zij jong is, moet hij zijn handen op haar borsten leggen; dan zal zij die ongetwijfeld -met de hare bedekken. Als zij rijp is, zal ze alles doen wat gepast en aangenaam is -voor beide partijen. Dan zal hij heur haar en haar kin tusschen zijn vingers nemen -en ze kussen. Als ze heel jong is, zal ze blozen en haar oogen sluiten. Door de wijze -waarop ze zijn liefkoozingen in ontvangst neemt, moet hij raden, wat haar het meest -bij het samenzijn bevalt. De teekenen van haar vreugde zijn, dat haar lichaam slap -wordt, haar oogen zich sluiten, zij alle verlegenheid verliest en deel neemt aan de -bewegingen, die haar zoo dicht mogelijk bij hem brengen. Als zij aan den anderen kant -geen genot voelt, dan strijkt zij met haar hand over het laken, wil haar man niet -toestaan door te gaan, is saai, bijt of slaat zelfs, en gaat met <span class="corr" id="xd29e11876" title="Bron: coitusbewegingen">coïtusbewegingen</span> voort als de man al opgehouden heeft. In zulke gevallen, voegt Vatsyayana er bij, -is het zijn plicht de vulva vóór de vereeniging met zijn hand te wrijven tot ze vochtig -is, en hij moet dezelfde bewegingen naderhand maken, als zijn eigen geprikkeldheid -het eerst voorbij is. -</p> -<p>Aangaande Indische erotische kunst in het algemeen, en meer speciaal over Vatsyayana, -die eenige honderde jaren geleden schijnt geleefd te hebben, kan men inlichtingen -vinden bij Valentino, “<span lang="fr">L’Hygiène conjugale chez les Hindous</span>”, <i lang="fr">Archives Générales de Médecine</i>, April 25, 1905; Iwan Bloch, “<span lang="de">Indische Medizin</span>”, Puschmann’s <i lang="de">Handbuch der Geschichte der Medizin</i>, deel I, Heimann and Stephan, “<span lang="de">Beiträge zur Ehehygiene nach der Lehren des Kamasutram</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Sept., 1908; ook een overzicht van de Duitsche vertaling van de Kamashastra van -Vatsyayana in het <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1902, afl. 2<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> Er heeft lang een Engelsche vertaling van dit werk bestaan. In de langdradige voorrede -bij de Fransche vertaling wijst Lamairesse op de superioriteit van de Indische erotische -kunst boven die van de Latijnsche <span class="pagenum">[<a id="pb496" href="#pb496">496</a>]</span>dichters door den meer verheven geest, de meerdere reinheid en het grooter idealisme. -Ze wordt in haar geheel gekenmerkt door eerbied voor de vrouwen, en de geest ervan -wordt uitgedrukt in het welbekende spreekwoord: “Gij zult een vrouw niet slaan, zelfs -niet met een bloem”. Zie ook van Margaret Noble <i lang="en">Web of Indian Life</i>, vooral hoofdstuk III, “<span lang="en">On the Hindu Woman as Wife</span>”, en hoofdstuk IV, “<span lang="en">Love Strong as Death</span>”. -</p> -<p>De raad door Guyot aan echtgenooten gegeven (<i lang="fr">Bréviaire de l’Amour Expérimental</i>, p. 422) komt nauwkeurig overeen met den raad, die, onder geheel verschillende omstandigheden -gegeven is door Zacchia en Vatsyayana. “In een toestand van sexueel verlangen zijn -de lippen van de vrouw vast en zij trillen, de borsten zijn gezwollen en de tepels -opgezet. De intelligente echtgenoot kan zich in deze teekenen niet bedriegen. Als -ze niet bestaan, is het zijn rol ze door kussen en liefkoozingen te voorschijn te -roepen en als, niettegenstaande zijn teedere en zachte opwekking de lippen geen warmte -krijgen en de borsten geen zwelling, en vooral als de tepels onaangenaam aangedaan -worden door zacht zuigen, dan moet hij zijn wenschen beheerschen en zich van alle -contact met de voortplantingsorganen onthouden, want hij zou ze zeker in een toestand -van uitputting vinden en geneigd tot afstooting. Als integendeel de medeplichtige -organen bezield zijn of bezield worden onder zijn liefkoozingen, dan moet hij deze -uitstrekken tot de voortplantingsorganen, en vooral tot de clitoris, die onder zijn -aanraking vol en gloeiend zal worden”. -</p> -<p>Op het belang van voorafgaande streeling van de sexueele organen is zoowel door een -lange reeks van dokters, als door erotische schrijvers de nadruk gelegd, van Ovidius -af (<i lang="la">Ars Amatoria</i> Bk. II). Eulenburg (<i lang="de">Die Sexuale Neuropathie</i>, blz. 79) meent dat streeling soms noodig is, en Adler legt eveneens den nadruk op -de voorbereidselen tot psychisch en physiek hofmaken (<i lang="de">Die Mangelhafte Geschlechtsempfindung des Weibes</i>, p. 188), en merkt op, dat de man, die begaafd is met inzicht en handigheid in deze -zaken een bekoring bezit, die vonken van gevoel zal slaan uit het koelste vrouwenhart. -De raad van den medicus komt in deze zaak overeen met de leerstellingen van den erotischen -kunstenaar en met de behoeften van de liefhebbende vrouw. Bij het hof maken moet geen -haast zijn, schreef Ovidius: -</p> -<div lang="la" class="lgouter"> -<p class="line">“Crede mihi, non est Veneris properanda voluptas, -</p> -<p class="line">Sed sensim tarda prolicienda mora”. -</p> -</div> -<p class="first">“Echtgenooten”, heeft een vrouw eens geschreven, “missen, evenals kinderen, dikwijls -het genoegen, dat ze anders zouden gehad hebben, door het op den verkeerden tijd te -eischen. De man, die meent, dat dit langdurig hofmaken voorafgaande aan de daad van -de sexueele vereeniging vervelend is, heeft het nooit geprobeerd. Het is het naderen -tot de huwelijksomarming, evenzeer als de omarming zelf, die de bekoring uitmaken -van de verhouding tusschen de geslachten”. -</p> -<p>Het gebeurt niet zelden, merkt Adler op (<i>op. cit.</i>, p. 186), dat de ongevoeligheid van de vrouw behandeld moet worden—bij den man. En -Guyot brengt hetzelfde punt op den voorgrond en schrijft (<i>op. cit.</i>, p. 130): “Als, na een uitstel voor teedere bestudeering de man zijn jonge vrouw -begrepen heeft, als hij in staat is voor haar de onuitsprekelijke gelukzaligheid en -de droomen van de jeugd te verwezenlijken, dan zal hij voor goed bemind worden; hij -zal haar heer en meester zijn. Als hij haar niet heeft kunnen verstaan, dan zal hij -zich vermoeien en uitputten in vruchtelooze pogingen en haar ten slotte rangschikken -onder de onverschillige en koele vrouwen. Zij zal uit plicht zijn vrouw zijn, de moeder -van zijn kinderen. Hij zal zijn genoegen elders zoeken, want de man zoekt altijd een -vrouw, die bij hem geslachtsgenot ondervindt. Zoo is het onbepaalde en domme zoeken -naar een andere helft, die deel kan nemen aan die bacchantische finale, de hoofdoorzaak -van alle huwelijksoneenigheden. In zoo’n geval gelijkt de man op een slecht musicus, -die een andere viool neemt, in de hoop, dat een nieuw instrument hem de melodie zal -brengen, die hij niet kan spelen”.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb497" href="#pb497">497</a>]</span></p> -<p>Het feit, dat er dus een liefdekunst is, en dat de sexueele omgang niet alleen een -daad is, die uitgevoerd moet worden door spierkracht, kan meehelpen om te verklaren, -hoe het komt, dat in zoo vele deelen van de wereld de defloratie niet onmiddellijk -na de bruiloft plaats vindt<a class="noteref" id="xd29e11948src" href="#xd29e11948">28</a>. Ongetwijfeld kunnen er hier ook godsdienstige of magische redenen tusschenbeide -komen, maar, zooals zoo dikwijls gebeurt, zijn zij in harmonie met het biologische -proces. Dit is zelfs het geval onder onbeschaafde volken, die jong trouwen. De behoefte -aan uitstel en aan tactvolle bedrevenheid is veel grooter, als, zooals bij ons, het -huwelijk van een vrouw uitgesteld wordt tot lang na het intreden van de puberteit, -tot een tijd waarop het moeilijker is de psychische en misschien zelfs de physieke -slagboomen van de persoonlijkheid te verbreken. -</p> -<p>Er moet aan toegevoegd worden, dat de kunst van liefhebben in de daad van het hofmaken -niet beperkt wordt tot de enkele daad van den coïtus. In zekeren zin is het liefdeleven -een voortdurend hofmaken met een voortdurenden voortgang. Het instellen van physieken -omgang is alleen maar het begin ervan. Dit is vooral waar voor vrouwen. “De bekroning -van liefdesverlangen”, zegt Senancour<a class="noteref" id="xd29e11956src" href="#xd29e11956">29</a>, “die dikwijls het einde is van de liefde bij den man, is dikwijls het begin van -de liefde bij de vrouw, een bewijs van vertrouwen, een uitmeten van komende vreugde, -een soort van belofte van komende intimiteit”. “De ziel en het lichaam van een vrouw”, -zegt een andere schrijver<a class="noteref" id="xd29e11961src" href="#xd29e11961">30</a>, “worden niet ineens gegeven op een bepaald oogenblik; maar alleen langzamerhand, -beetje bij beetje, door vele stadiën heen worden beide aan den geliefde gegeven. Inplaats -van de jonge vrouw op den avond van het huwelijk aan den bruidegom over te laten, -als een gevangen muis, die aan de kat toegeworpen wordt om opgegeten te worden, zou -het beter zijn het jonge bruidspaar naast elkaar te laten leven als twee vrienden -en makkers, totdat zij langzamerhand leeren hoe zij hun sexueele bewustzijn moeten -ontwikkelen en gebruiken”. De conventioneele bruiloft is misplaatst als voorbereiding -tot de huwelijksvoltrekking, alleen al op grond daarvan, dat het onmogelijk te zeggen -is in welk stadium van het eindeloos lange proces van het hofmaken zij zou moeten -plaats vinden<span class="corr" id="xd29e11970" title="Bron: ,">.</span> -</p> -<p>Een vrouw is, anders dan een man, er door de Natuur op voorbereid om een handige rol -te spelen in de kunst van liefhebben. De rol van den man bij het hofmaken, die de -rol is van <span class="pagenum">[<a id="pb498" href="#pb498">498</a>]</span>het mannetje de geheele dierenwereld door, kan moeilijk zijn en vol gevaar, maar het -is een rechte lijn, tamelijk eenvoudig en direct. De rol van een vrouw, die op hetzelfde -oogenblik twee geheel verschillende impulsen moet volgen, is noodzakelijk altijd een -zig-zag of een curve. Dat is te zeggen, dat op ieder erotisch oogenblik haar gedrag -de resultante is van de vereenigde kracht van haar begeerte (bewust of onbewust) en -haar schaamtegevoel. Zij moet doorzeilen door een kronkelig kanaal met Scylla aan -den eenen en Charybdis aan den anderen kant, en het al te angstig ontwijken van het -gevaar aan den eenen kant kan schipbreuk beteekenen aan den anderen kant. Zij moet -ondoordringbaar zijn voor iedereen, maar het moet een ondoordringbaarheid zijn, die -niet al te dicht is voor het raadselvermogen van den rechten man. Haar spreken moet -eerlijk zijn, maar zij moet toch in het geheel niet alles zeggen; haar daden moeten -het gevolg zijn van haar impulsen, en juist om die reden moeten ze op twee wijzen -uitgelegd kunnen worden. Alleen op het laatste oogenblik van volkomen intimiteit kan -zij geheel vrouw worden, -</p> -<div lang="en" class="lgouter"> -<p class="line">“Whose speech Truth knows not from her thought, -</p> -<p class="line">Nor Love her body from her soul”.</p> -</div> -<p class="first">Voor menige vrouw komt het laatste oogenblik van deze erotische openbaring—dit stralen -in afgeworpen schaamte, “dat”, zooals Pyke zegt, “het mooiste in de volmaakte liefde -is”—nooit. Zij wordt gedwongen om tot het einde van haar erotische leven dat te zijn, -wat zij bij het begin altijd moet zijn, een samengestelde en tweevoudige persoonlijkheid, -van nature geslepen. Daarmee is zij beter dan de man er toe voorbereid om haar rol -in de kunst van liefhebben te spelen. -</p> -<p>De rol van den man in de kunst van liefhebben is echter in het geheel, niet gemakkelijk. -Dat wordt niet altijd ingezien door de vrouwen, die zich beklagen over zijn gebrek -aan handigheid bij het spelen van die rol. Hoewel een man niet dezelfde natuurlijke -tweevoudigheid heeft aan te kweeken als de vrouw, moet hij een groote mate van raadselvermogen -bezitten. Hij is daartoe niet wel toegerust, want de traditioneele mannelijke deugd -is kracht eerder dan inzicht. Het werk van den man, zegt men ons, is heerschen, en -door zulk heerschen wordt de vrouw aangetrokken. Er is een element van waarheid in -die leer, een element van waarheid, dat gemakkelijk den man op een dwaalweg zou kunnen -voeren, die zich er tè uitsluitend op verlaat in de kunst van liefhebben. Geweld is -slecht in iedere kunst, en in de kunst van liefhebben wil de vrouw tot de liefde gewonnen -en niet tot de liefde bevolen worden. Dat is fundamenteel. Wij zien de zaak soms zoo -gesteld, alsof het bezwaar tegen kracht en overheersching in de liefde een geheel -nieuwe en revolutionaire eisch was van <span class="pagenum">[<a id="pb499" href="#pb499">499</a>]</span>de “moderne vrouw”. Dat is, we behoeven het nauwelijks te zeggen, het gevolg van onwetendheid. -De kunst van liefhebben, een kunst door de Natuur gemaakt, is nu in haar wezen dezelfde -als ze altijd geweest is, en ze bestond al eer de vrouw in de wereld kwam. Dat ze -niet altijd heel handig betracht is, is een andere kwestie. En, voor zoover den man -aangaat, is het juist deze traditie van mannelijke overheersching, die bijgedragen -heeft tot de moeilijkheid van het handig spelen van die rol. De vrouw bewondert de -kracht van den man; zij wenscht zelfs gedwongen te worden tot de dingen, die zij zelf -zoo gaarne wenscht; en toch schrikt zij terug voor iedere aanwending van geweld buiten -deze nauwe grenzen, hetzij eer de grens bereikt is, of nadat de grens overschreden -is. Zoo is de positie van den man in werkelijkheid moeilijker, dan van de vrouwen, -die over zijn onhandigheid in de liefde klagen, altijd geneigd zijn toe te geven. -Hij moet kracht aankweeken, niet alleen in de wereld, maar zelfs om ten toon te spreiden -in de liefde; hij moet in staat zijn om de oogenblikken te raden waarop in de liefde -kracht niet meer geweld is, omdat zijn eigen wil ook de wil is van zijn deelgenoote; -hij moet tevens zichzelf volkomen in bedwang houden om niet in de noodlottige fout -te vervallen van toe te geven aan zijn eigen aandrift tot heerschen; en dit alles -juist op het oogenblik, dat hij zijn emoties het minst in bedwang heeft. We behoeven -wel nauwelijks verwonderd te zijn, dat van de millioenen, die zich inschepen op de -zee der liefde, maar zoo weinig vrouwen, en zoo heel weinig mannen, veilig de haven -bereiken. -</p> -<p>Het zal sommigen misschien toeschijnen, dat, als we stilstaan bij de wetten, die een -richtsnoer moeten zijn in het erotische leven, om dat leven gezond en volkomen te -doen zijn, wij afgedwaald zijn van de beschouwing van het sexueele instinct in zijn -verhouding tot de maatschappij. Het kan daarom wenschelijk zijn tot de grondvragen -terug te keeren en er op te wijzen, dat we nog vasthouden aan de grondfeiten van het -persoonlijke en maatschappelijke leven. Het huwelijk is, zooals we reden hebben gezien -om te gelooven, een groote maatschappelijke instelling; de voortplanting, die, aan -den openbaren kant de hoogste functie ervan is, is een groot maatschappelijk doel. -Maar het huwelijk en de voortplanting zijn beide gebaseerd op het erotische leven. -Als het erotische leven niet gezond is, wordt het huwelijk verbroken, zoo al niet -formeel, dan toch in de praktijk en het proces der voortplanting wordt uitgevoerd -onder ongunstige voorwaarden of in het geheel niet. -</p> -<p>Dit maatschappelijke en persoonlijke belang van het erotische leven is, hoewel het -onder den invloed van een valsche moraal en een even valsche ingetogenheid soms in -stadiën van kunstmatige beschaving op den achtergrond gekomen is, altijd duidelijk -<span class="pagenum">[<a id="pb500" href="#pb500">500</a>]</span>erkend door de menschen, die hun oog op het leven gericht hadden. Onder die onbeschaafde -rassen schijnen er geen “sexueel koele” vrouwen te zijn. Het spreekt weinig ten gunste -van onze eigen “beschaving”, dat het tegenwoordig voor doktoren mogelijk zou zijn -25 percent vrouwen te vinden, die aldus kunnen beschreven worden. -</p> -<p>De geheele bouw van de wereld berust op het algemeene feit, dat het intieme contact -van den man en de vrouw, die elkander gekozen hebben, wederzijds genoegen geeft. Onder -dit algemeene feit is het meer specifieke feit, dat bij het normaal volvoeren van -de daad van de sexueele vereeniging de twee deelgenooten de acute bevrediging ondervinden -van gelijk orgasme. Hierin, zegt men, ligt het geheim der liefde. Het is de basis -zelf der liefde, de voorwaarde voor het gezond uitoefenen van de sexueele functies, -en in vele gevallen <span class="corr" id="xd29e11992" title="Bron: waaarschijnlijk">waarschijnlijk</span> ook de voorwaarde voor de bevruchting. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Zelfs wilden op een zeer lage trap van beschaving zijn soms geduldig en tactvol bij -het te voorschijn roepen van en het wachten op de teekenen van sexueele begeerte bij -hun vrouwen. In Katholieke tijden werkte de invloed der theologen gezond in dezelfde -richting, hoewel die theologen zoo scherpzinnig waren de doodzonde van den lust te -ontdekken. Wèl gaat de accentuatie van de Katholieken op de wenschelijkheid van gelijktijdig -orgasme terug tot de op een misverstand berustende opinie, dat om conceptie te verzekeren, -het noodig was, dat er “<span lang="la">inseminatio</span>” zou zijn aan den kant van de vrouw, zoowel als aan den kant van den man, maar dat -was niet de eenige bron van het theologische standpunt. Zoo bespreekt Zacchia de vraag -of een man behoort voort te gaan met zijn vrouw totdat zij orgasme heeft en zich bevredigd -gevoelt, en hij beslist, dat dat de plicht van den man is; anders vervalt de vrouw -in het gevaar van het ondervinden van het orgasme in den slaap, of nog waarschijnlijker -door zelfbevrediging, “want veel vrouwen plaatsen, als haar wenschen niet bevredigd -zijn door den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> het eene been op het andere, drukken en wrijven ze totdat orgasme plaats vindt, in -de meening, dat ze geen zonde begaan, als ze haar handen niet gebruiken”. Hij voegt -er bij, dat sommige theologen dat geloof begunstigen, vooral Hurtado de Mendosa en -Sanchez, en verder haalt hij de meening van dezen laatsten aan, dat vrouwen, die niet -bevredigd worden bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> neiging hebben om hysterisch of melancoliek te worden. (<i lang="la">Zacchide Quaestionum Medica-legalium Opus</i>, <span lang="la">lib. VII, tit. III, quaest. VI</span>). In denzelfden geest hebben sommige theologen <i lang="la">irrumatio</i> (zonder ejaculatie) toegestaan, mits het alleen de voorbereiding is tot de normale -sexueele daad. -</p> -<p>Tegenwoordig hebben de medici ten volle de meening van Sanchez bevestigd. Het wordt -erkend, dat vrouwen bij wie, uit welke oorzaak dan ook, acute sexueele opwinding dikwijls -voorkomt zonder de behoorlijke natuurlijke verlichting van orgasme, onderhevig zijn -aan verschillende symptomen van de zenuwen en van de spijsvertering, die haar vitaliteit -schaden, en die zeer wel tot een ineenstorting van de gezondheid leiden kunnen. Kisch -heeft, als neurose van het hart, van sexueelen oorsprong, beschreven een pathologische -<span class="corr" id="xd29e12019" title="Bron: tochycardia">tachycardia</span>, die een vermeerdering is van den physiologischen hartklop door sexueele opwinding. -J. Inglis Parsons (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 22, 1904, p. 1062) verwijst naar de pijn in de ovariën, veroorzaakt door sterke -sexueele opwinding, dikwijls bij krachtige ongetrouwde vrouwen, en soms een oorzaak -van groot verdriet. Een ervaren Oostenrijksch gynaecoloog vertelde aan Hirth (<i lang="de">Wege zur Heimat</i>, p. 613), dat van de honderd vrouwen, die bij hem komen met <span class="pagenum">[<a id="pb501" href="#pb501">501</a>]</span>uterus-bezwaren er zeventig lijden aan congestie van de baarmoeder, wat hij beschouwde -als een gevolg van onvolkomen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. -</p> -<p>Er wordt dikwijls gezegd, dat het nadeel van onvolkomen bevrediging en van afwezigheid -van orgasme bij vrouwen voornamelijk komt von <i lang="la">coïtus interruptus</i>, waarbij de penis haastig teruggetrokken wordt als onwillekeurige ejaculatie op handen -is; en soms wordt er gezegd, dat hetzelfde in ruimen kring voorkomende gebruik ook -geringe of ernstige gevolgen te voorschijn roept bij den man (zie b.v. L. B. Bangs, -<i lang="en">Transactions New York Academy of Medicine</i>, dl. IX, 1893; D S. Booth, “<span lang="en">Coitus Interruptus and Coitus Reservatus as Causes of Profound Neurosis and Psychosis</span>” <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Nov. 1906; ook, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Oct., 1897, p. 588). -</p> -<p>Het is ontwijfelbaar waar, dat <span lang="la">coïtus reservatus</span>, het plotseling terugtrekken aan den kant van den man, zonder te letten op het stadium -van sexueele opwinding, dat zijn deelgenoote misschien bereikt heeft, dikwijls wel -een nadeelige uitwerking moet hebben op de zenuwen van de vrouw, terwijl de nadeelige -gevolgen op den man, die ejaculatie bereikt, gering zijn of in het geheel niet bestaan. -Maar het gebruik is zoo wijd verspreid, dat men niet kan denken, dat het noodzakelijk -dit slechte gevolg moet hebben. Ik ben er zeker van, dat er geen twijfel aan kan bestaan, -dat Blumreich gelijk heeft, waar hij zegt (Senator and Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, dl. II, p. 783), dat “onderbroken <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> nadeelig is voor het systeem der genitaliën alleen van die vrouwen, die in haar wellustgevoelens -gestoord worden door dezen vorm van cohabitatie, bij wie het orgasme niet voorkomt, -en die urenlang daarna nog gekweld worden door gevoelens van een onbevredigd verlangen”. -Even nadeelige gevolgen ontstaan bij normalen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, als het orgasme van den man te spoedig volgt. -</p> -<p>“Deze verschijnselen”, zegt hij, “zijn daarom geen eigenaardigheden van den onderbroken -coïtus, maar gevolgen van een niet voldoende geëindigde cohabitatie als zoodanig”. -Ook Kisch zegt, in zijn uitgebreid en gezaghebbend werk over <i lang="en">The Sexual Life of Woman</i>, dat de kwestie van de slechte gevolgen van <i lang="la"><span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> interruptus</i> bij vrouwen eenvoudig een kwestie is, of zij sexueele bevrediging hebben of niet. -(Vergelijk ook Fürbringer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i> dl. I, blz. 232 et seq.). Dit is klaarblijkelijk het meest redelijke standpunt, dat -wij kunnen innemen over de oudste der methoden ter voorkoming van de conceptie. In -het Boek Genesis vinden we ze in praktijk gebracht door Onan, en in meer moderne tijden, -in de zestiende eeuw schijnt ze bekend te zijn geweest bij Fransche dames, die, volgens -Brantôme, ze aan haar minnaars aanbevolen. -</p> -<p><span lang="la"><span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> reservatus</span>,—waarbij de omgang zelfs zeer lange tijden achtereen wordt volgehouden, waarbij de -vrouw verscheiden malen orgasme kan hebben, terwijl de man er in slaagt orgasme tegen -te houden,—wel verre van nadeelig te zijn voor de vrouw, is waarschijnlijk de vorm -van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, die haar de meeste bevrediging en verlichting geeft. Voor de meeste mannen echter -schijnt deze zelfbeheersching over de processen, die leiden tot de onwillekeurige -daad der uitstorting, moeilijk te verkrijgen te zijn, terwijl het voor zwakke, zenuwachtige -en prikkelbare personen onmogelijk is. Het is echter een wenschelijke voorwaarde voor -geheel volledige <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, en in het Oosten wordt dit ten volle erkend en de methode zorgvuldig aangekweekt. -Zoo zegt W. D. Sutherland (“<span lang="de">Einiges über das Alltagsleben und die Volksmedizin unter den Bauern Britischostindiens</span>”, <i lang="de">Münchener Medizinische Wochenschrift</i>, No. 12, 1906), dat de Hindoe tijdens het verkeer rookt en praat om het orgasme te -vertragen, en soms een opiumdeeg legt op de klieren van den penis met hetzelfde doel. -Sommige autoriteiten hebben geconstateerd, dat de voortzetting van de <span class="corr" id="xd29e12095" title="Bron: coitusdaad">coïtusdaad</span> in zijn uitwerking <span class="corr" id="xd29e12099" title="Bron: nadeeling">nadeelig</span> is voor den man. Zoo zegt R. W. Taylor (<i lang="en">Practical Treatise on Sexual Disorders</i>, third ed. p. 121), dat ze neiging heeft atonische impotentie te veroorzaken, en -Löwenfeld (<i lang="de">Sexualleben und Nervenleiden</i>, p. 74) meent, dat de snelle en ongehinderde culminatie van de geslachtsdaad <span class="pagenum">[<a id="pb502" href="#pb502">502</a>]</span>noodig is om de spankracht van de reflex-centra te verkrijgen. Dit is waarschijnlijk -waar van uiterste en dikwijls herhaalde gevallen van onbepaalde verlenging van uitgesproken -erectie zonder uitstorting, maar het is niet waar binnen de tamelijk wijde grenzen -bij gezonde personen. Verlengde <span lang="la"><span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> reservatus</span> was een gebruik van het samengestelde huwelijkssysteem van de Oneida gemeenschap, -en de nu overleden Noyes Miller, die het grootste deel van zijn leven in de gemeenschap -doorgebracht had, heeft mij verzekerd, dat het gebruik geenerlei verkeerde gevolgen -had. <i lang="la"><span class="corr" id="xd29e12116" title="Bron: Coitus">Coïtus</span> reservatus</i> werd in de <span class="corr" id="xd29e12121" title="Bron: Oneinda">Oneida</span> gemeenschap tot principe verheven. Iedere man in de gemeenschap was theoretisch de -echtgenoot van iedere vrouw, maar iedere man was niet vrij om kinderen te hebben met -iedere vrouw. Sexueele inwijding had plaats spoedig na de puberteit bij jongens, een -paar jaar later bij meisjes, door een veel ouder persoon van het andere geslacht. -Bij het verkeer liet de man zijn penis wel een uur in de vagina zonder <span class="corr" id="xd29e12124" title="Bron: ejuculatie">ejaculatie</span>, hoewel orgasme plaats vond bij de vrouw. Er was gewoonlijk geen ejaculatie in het -geval van den man, zelfs na het terugtrekken, en hij gevoelde geen behoefte aan ejaculatie. -Het maatschappelijk gevoel van deze gemeenschap was een kracht ten gunste van dit -gebruik, de zorgelooze, onhandige mannen werden vermeden door de vrouwen, terwijl -ook het algemeene romantische gevoel van liefde voor al de vrouwen in de gemeenschap, -een kracht was. Masturbatie was onbekend, en geen ongeregelde verhoudingen hadden -plaats met personen buiten de gemeenschap. Het gebruik werd dertig jaar lang in stand -gehouden, en eindelijk werd het afgeschaft, niet om de gebreken ervan, maar uit eerbied -voor de buitenwereld. Mr. Miller gaf toe, dat het gebruik moeilijker werd in het gewone -huwelijk, dat een meer mechanische gewoonte van omgang begunstigt. De opgaven van -Miller worden aangevuld door een geschrift, getiteld <i lang="en">Male Continence</i> (de naam, die in de gemeenschap gegeven werd aan <i lang="la"><span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> reservatus</i>), geschreven in 1872 door den stichter, John Humphrey Noyes. De gewoonte is, naar -hij zegt, gebaseerd op het feit, dat het sexueele verkeer in twee daden bestaat, een -maatschappelijke daad en een voortplantingsdaad, en dat, als voortplanting wetenschappelijk -zal zijn, er geen verwarring moet zijn tusschen deze twee daden, en dat voortplanting -nooit onwillekeurig moet zijn. Het was, zegt hij, in 1844, dat dit denkbeeld bij hem -opkwam, als het resultaat van een besluit om zich van sexueelen omgang te onthouden, -tengevolge van de teere gezondheid van zijn vrouw en van haar ongeschiktheid om gezonde -kinderen voort te brengen, en in zijn eigen geval achtte hij het gebruik “een groote -verlichting. Het maakte een huishouden gelukkig”. Hij wijst er op, dat de voornaamste -leden van de <span class="corr" id="xd29e12135" title="Bron: Oneinda">Oneida</span> gemeenschap “behoorden tot de meest respectabele families in Vermont, dat zij opgevoed -waren in de beste scholen van moraal en verfijning van Nieuw Engeland, en dat ze, -naar den gewonen standaard, onberispelijk waren in hun gedrag wat sexueele zaken aangaat, -totdat zij in 1846 de proef namen met een nieuwe inrichting van de maatschappij, op -grondbeginselen, die ze langen tijd rijpelijk hadden overwogen en die ze bereid waren -voor de wereld te verdedigen”. Wat de “<span lang="en">male continence</span>” aangaat, meende Noyes dus, dat de gemeenschap gevoegelijk kon beschouwd worden als -“het Comitee van de Voorzienigheid, om de waarde ervan in het werkelijke leven te -onderzoeken”. Hij zegt, dat een zorgvuldige, medische vergelijking van de Statistieken -van de gemeenschap had aangetoond, dat het aantal nerveuze kwalen in de gemeenschap -aanmerkelijk lager was dan het gemiddelde daarbuiten, en dat er maar twee gevallen -waren voorgekomen van nerveuse stoornissen, die met eenige waarschijnlijkheid konden -teruggebracht worden tot een overdrijven van de “<span lang="en">male continence</span>”. Dit is bevestigd door Van de Warker, die twee en veertig vrouwen uit de gemeenschap -bestudeerd heeft zonder eenig buitengewoon overheerschen van vrouwenziekte te vinden, -en ook kon hij geen ziekelijken toestand vinden, die kon worden toegeschreven aan -de sexueele gewoonten van de gemeenschap. (vergelijk C. Reed, <i lang="en">Text-Book of Gynecology</i>, 1901, p. 9). -<span class="pagenum">[<a id="pb503" href="#pb503">503</a>]</span></p> -<p>Noyes meende, dat “<span lang="en">male continence</span>” nooit tevoren een bepaald erkend gebruik geweest was, gebaseerd op theorie, hoewel -het er nu en dan dicht aan toe is geweest. Dit is waarschijnlijk waar, als de <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> <i lang="la">reservatus</i> is in de volle beteekenis, met volkomen afwezigheid van ejaculatie. Verlengde <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> echter, die aan de vrouw gelegenheid geeft om meer dan eens orgasme te hebben, terwijl -de man het niet heeft, is sinds lang erkend. Zoo besprak in de zeventiende eeuw Zacchia -de kwestie, of zulk een gebruik gewettigd was (<i lang="la">Zacchiæ Questionum Opus</i>, ed. <span class="corr" id="xd29e12167" title="Bron: of">van</span> 1688, <span lang="la">lib. VII, tit. III, quæst. VI</span>). In moderne tijden is het nu en dan in praktijk gebracht, zonder eenige theorie -en het is altijd aangenaam gevonden door de vrouw, terwijl het geen slechte gevolgen -schijnt te hebben voor den man. In zulk een geval gebeurt het wel, dat de daad van -<span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> een uur duurt of zelfs langer, terwijl het maximum van het genoegen van de vrouw -niet bereikt wordt voordat er drie kwartier zijn voorbijgegaan; in dien tijd ondervindt -de vrouw vier of vijf maal orgasme, de man alleen bij het einde. Het komt nu en dan -voor, dat de vrouw iets later weer verlangen heeft, en dan begint het verkeer opnieuw -op dezelfde wijze. Maar daarna is ze bevredigd, en dan komt het verlangen niet weer -terug. -</p> -<p>Het kan wenschelijk zijn hier in het kort te verwijzen naar de voornaamste variaties -in de methode van uitvoeren van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in hun betrekking op de kunst van liefhebben en het verkrijgen van een gepaste en -bevredigende detumescentie. -</p> -<p>Het voornaamste en essentieele kenmerk van de speciaal menschelijke methode van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> is het feit, dat hij plaats vindt met de gezichten naar elkaar toe. Het feit, dat -bij de typisch normale voltrekking de vrouw op den rug ligt en de man boven op haar, -is iets bijkomstigs. Psychisch is deze houding van aangezicht tot aangezicht een groot -voordeel boven de methode van de viervoeters. De twee deelgenooten vertoonen elkaar -den belangrijksten en den mooisten kant van hun persoonlijkheid, den kant, waarin -de meeste uitdrukking is, en zoo verhoogen ze het wederzijdsch genoegen en de harmonie -van de intieme daad der vereeniging. Bovendien heeft deze houding van aangezicht tot -aangezicht een groote beteekenis in het feit, dat het het uiterlijke teeken is, dat -het menschelijk paar de dierlijke sexueele houding te boven is gekomen van den jager, -die zijn prooi in de vlucht grijpt, en die er mee tevreden is, deze in die houding, -van achteren, te genieten. Men kan zeggen, dat de man bij de menschen dezelfde houding -behouden heeft, maar dat de vrouw zich omgedraaid heeft; zij is haar deelgenoot gaan -aanzien en is hem genaderd, en geeft zoo een symbool van haar opzettelijke toestemming -tot de daad der vereeniging. -</p> -<p>De variaties bij de menschen bij het uitoefenen van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> zijn echter, individueel, zoowel als nationaal, uiterst veelvuldig. “Om volkomen -de waarheid te zeggen”, zegt Fürbringer (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 213), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>kan ik mij nauwelijks een combinatie denken, die niet voorkomt onder mijn aanteekeningen, -als in praktijk gebracht door mijn patiënten”. Wij moeten niet te haastig besluiten, -dat zulke variaties het gevolg zijn van het zich gewennen aan de ondeugd. Dat is in -het geheel niet het geval. Zij komen dikwijls natuurlijk en spontaan voor. Freud heeft -er terecht op gewezen (in de tweede serie van zijn <i lang="de">Beiträge zur Neurosenlehre</i>, “Bruchstück” etc.), dat we niet al te zeer geschokt moeten zijn, zelfs als het denkbeeld -van <i lang="la">fellatio</i> spontaan bij een vrouw opkomt, want dat denkbeeld vindt zijn onschuldigen oorsprong -in de overeenkomst tusschen den penis en den tepel. Evenzoo kunnen we er aan toevoegen, -heeft het verlangen naar <i lang="la">cunnilinctus</i>, dat bij de vrouwen zooveel meer verborgen aanwezig schijnt te zijn dan bij mannen, -een natuurlijke analogie in het genoegen van het zuigen, een genoegen, dat werkelijk -dikwijls erotisch getint is. -</p> -<p>Iedere variatie in deze zaak, merkt Rémy de Gourmont op (<i lang="fr">Physique de <span class="corr" id="xd29e12210" title="Bron: l’amour">l’Amour</span></i>, p. 264) maakt deel uit van de zonde der wellust en sommige van de theologen in Europa -hebben iedere positie bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, behalve die welke <span class="pagenum">[<a id="pb504" href="#pb504">504</a>]</span>gewoonlijk normaal geheeten wordt, doodzonde genoemd. Andere theologen daarentegen -hebben zulke variaties uitsluitend beschouwd als vergeeflijke zonden, mits ejaculatie -plaats had in de vagina, evenals sommige theologen <i lang="la">irrumatio</i> wilden toestaan als een voorbereiding tot <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, mits er geen ejaculatie was. Aquinas was zeer gestreng jegens de afwijkingen van -het normale verkeer; Sanchez was meer toegevend, vooral met het oog op de leer, ontleend -aan de Grieksche en Arabische natuurphilosophen, dat de schoot het zaad kan aantrekken, -zoodat het natuurlijke doel toch bereikt kan worden zelfs in ongewone houdingen. -</p> -<p>Wat voor meeningsverschillen er mogen geweest zijn onder oude theologen, het wordt -door moderne medici erkend, dat variaties van de gewone methode van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in speciale gevallen wenschelijk zijn. Zoo wijst Kisch er op (<i lang="de">Sterilität des Weibes</i>, p. 107), dat het in sommige gevallen voor de vrouw alleen maar mogelijk is om sexueele -opwinding te verkrijgen, als <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> plaats vindt in de zijdelingsche positie of als deze “a posteriori” gedaan wordt, -of als de gewone houding omgekeerd wordt; en ook in zijn <i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, beveelt Kisch verschillende variaties aan van de positie bij <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Ook Adler wijst (<i>op. cit.</i>, blz. 151, 186) op de waarde van dezelfde houdingen in sommige gevallen, en merkt -op, dat zulke variaties dikwijls verborgen sexueele gevoelens als bij tooverij te -voorschijn roepen. Zulke gevallen komen inderdaad tamelijk veel voor, terwijl het -voordeel van de ongewone positie berust hetzij op physieke of op psychische oorzaken, -en het ontdekken van de juiste houding wordt soms gevonden bij een zuiver speelsche -poging. Het is nu en dan ook wel voorgekomen, dat, als het verkeer gewoonlijk heeft -plaats gevonden in een abnormale positie, er geen bevrediging door de vrouw wordt -ondervonden voordat de normale positie is aangenomen. De eenige tamelijk gewone variatie -van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, die onvoorwaardelijk wordt afgekeurd, is die in de staande positie. (Zie bv. Hammond, -<i>op. cit.</i> blz. 257 <i>et seq.</i>). -</p> -<p>Lucretius raadde vooral aan de variatie van de viervoetige dieren van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> (boek IV, 1258), en als Ovidius beschrijft (einde van boek III van de <i lang="la">Ars Amatoria</i>) wat hij beschouwt als aangename variaties, dan geeft hij als de gemakkelijkste en -eenvoudigste methode de voorkeur aan die methode, waarbij de vrouw half op haar rug -ligt en half op haar zijde. Misschien echter is de variatie, die het dichtst de normale -houding nadert en die zich het meest en het meest volkomen aanbevolen heeft, en die -klaarblijkelijk bekend is bij Arabische erotische schrijvers als <i>dok el arz</i>, deze, waarbij de man zit en zijn deelgenoot dwars over zijn dijen zit, zijn lichaam -met haar beenen omspant en zijn hals met haar armen, terwijl hij haar middel omvat; -hiervan zegt men in de Arabische <i lang="en">Perfumed Garden</i>, dat het de methode is, die het aangenaamst wordt gevonden door vrouwen. -</p> -<p>De andere meest gewone variatie is de omgekeerd gewone positie waarbij de man op zijn -rug ligt, en de vrouw zich aan die positie aanpast, hetgeen verschillende variaties -toelaat, die tamelijk gunstig zijn, vooral als de man veel grooter is dan zijn deelgenoot. -De Christelijke, zoowel als de <span class="corr" id="xd29e12267" title="Bron: Mahomedaansche">Mohammedaansche</span> theologen schijnen echter over het algemeen tègen deze superieure positie van de -vrouw geweest te zijn, blijkbaar, naar het schijnt, omdat zij de letterlijke onderwerping -van den man aan de vrouw, die hij in zich sluit, beschouwden als een symbool van moreele -onderwerping. Vele menschen echter getuigen tegenwoordig voor deze houding, meer speciaal -wat de vrouwen aangaat, omdat ze haar in staat stelt een betere aanpassing te verkrijgen -en een grootere controle over het proces, en zich dikwijls op deze wijze sexueele -bevrediging verschaffen, die ze moeilijk of onmogelijk in de normale positie zouden -kunnen verkrijgen. -</p> -<p>De theologen schijnen minder afwerend geweest te zijn tegenover een houding, zooals -die bij de viervoeters normaal is, die “a posteriori”, terwijl de oude poenitentialia -deze streng behandelden, bv. die van Angers, die daarvoor 40 dagen boete verordende -en die van den heiligen Egbert, die een driejarige <span class="pagenum">[<a id="pb505" href="#pb505">505</a>]</span>kerkboete oplegde, als het uit gewoonte gebeurde. (Ze is besproken door J. Peterman -“<span lang="de">Venus Aversa</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Febr., 1909). Er zijn goede redenen, waarom in vele gevallen deze positie wenschelijk -is, meer speciaal van het standpunt van de vrouwen, die ze inderdaad herhaaldelijk -prefereeren. Het moet altijd in herinnering blijven, dat, zooals ook reeds aangetoond -is bij den voortgang van anthropoid tot mensch, het de vrouw is en niet de man, die -de positie bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> veranderd heeft. Terwijl echter de menschelijke houding een psychische vooruitgang -beteekent, is er nooit een volkomen physieke aanpassing geweest van de vrouwelijke -organen aan de omgekeerde methode. Meer speciaal is de plaats van de clitoris zóó -(<i>op. cit.</i>, blz. 117–119) dat ze als regel gemakkelijker te prikkelen is door <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> van achteren dan van voren. Een latere schrijver, Klotz, neemt in zijn boek <i lang="de">Der Mensch ein Vierfüssler</i> (1908) zelfs de tè uiterste positie in van te meenen, dat de wijze van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> van de viervoeters, omdat dat de eenige methode is die behoorlijk contact oplevert -met de clitoris, de natuurlijke menschelijke positie is. Er moet echter toegegeven -worden, dat de methode a posteriori van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> niet alleen een in ruimen kring verspreide, maar ook een zeer belangrijke variatie -is, in beide haar voornaamste vormen: de Pompejische methode, waarbij de vrouw voorover -buigt en de man haar van achteren nadert, of de methode beschreven door Boccaccio, -waarbij de man op zijn rug ligt en de vrouw schrijlings zit. -</p> -<p><i lang="la">Fellatio</i> en <i lang="la">cunnilinctus</i>, die wel geen variaties zijn van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, omdat daarbij geen vereeniging van de <span class="corr" id="xd29e12308" title="Bron: genitalien">genitaliën</span> der beide geslachten voorkomt, zijn wijd verbreid als voorbereidingen tot de eigenlijke -geslachtsdaad, of als plaatsvervangende vorm van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, evenzeer bij beschaafde als bij onbeschaafde volken. Zoo zegt men mij, dat in Indië -<i lang="la">fellatio</i> bijna algemeen wijd verspreid is in de huishoudingen, en dat ze beschouwd wordt als -een natuurlijke plicht jegens den <span lang="la">pater familias</span>. Wat <i lang="la">cunnilinctus</i> aangaat heeft Max Dessoir gezegd (<i lang="de">Allgemeine Zeitschrift für Psychiatrie</i>, 1894, afl. 5), dat de betere Berlijnsche prostituées zeggen, dat ongeveer een vierde -van haar klanten ze wenschen in praktijk te brengen, en dat in Frankrijk en Italië -het aantal nog grooter is; het aantal vrouwen, dat cunnilinctus aangenaam vinden, -is ongetwijfeld veel grooter. Verkeer <i lang="la">per anum</i> moet ook beschouwd worden als een plaatsvervangenden vorm van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Het schijnt niet ongewoon te zijn, vooral onder de lagere volksklassen, en terwijl -het dikwijls het gevolg is van den wensch om de conceptie te voorkomen, wordt het -ook soms in praktijk gebracht als een sexueele afwijking, op wensch van den man of -van de vrouw, daar de anus tot zekere hoogte een erogene zone is. -</p> -<p>In alle beschaafde landen hebben van de vroegste tijden af schrijvers over de kunst -van liefhebben formeel en systematisch de verschillende houdingen bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> uiteengezet. Het vroegste geschrift van deze soort, dat nu nog bestaat, schijnt een -Egyptische papyrus te zijn, die bewaard wordt in Turijn, gedateerd van 1300 a. C; -hierin zijn veertien verschillende houdingen beschreven. De Indianen kennen, volgens -Iwan Bloch, in het geheel acht en veertig verschillende posities; de Ananga Ranga -beschrijft twee en dertig hoofdvormen. De Mohammedaansche <i lang="en">Perfumed Garden</i> beschrijft veertig vormen, en zes verschillende soorten van beweging bij den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. De Oostersche boeken van deze soort zijn over het geheel beter dan die door de Westersche -wereld zijn geproduceerd, niet alleen door hun grootere grondigheid, maar door den -hoogeren geest, waardoor ze dikwijls geïnspireerd zijn. -</p> -<p>De oude Grieksche erotische geschriften, nu alle verloren gegaan, waarin de wijzen -van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> beschreven zijn, worden bijna alle toegeschreven aan vrouwen. Volgens een legende, -door Suidas vermeld, was de vroegste schrijver van deze soort Astyanassa, het dienstmeisje -van Helena van Troje. De dichteres Elephantis heeft, naar men meent, negen posities -bezongen. Verschillende vrouwen hebben in later tijd over deze onderwerpen geschreven -en één boek wordt toegeschreven aan Polycrates, den sophist. -</p> -<p>Aretino—die schreef, nadat de invloed van het Christendom erotische <span class="pagenum">[<a id="pb506" href="#pb506">506</a>]</span>zaken verraderlijk laag tot het terrein van de pornographie had neergehaald, vanwaar -ze eerst nu beginnen te worden te voorschijn gehaald—beschreef in zijn <i lang="it">Sonnetti Lussoriosi</i> zes en twintig verschillende soorten van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, ieder voorzien van een illustreerende teekening van Giulio Romano, den voornaamsten -van Raphael’s leerlingen. Veniero beschreef in zijn <i lang="it">Puttana Errante</i> twee en dertig posities. Later heeft Forberg, de voornaamste moderne autoriteit, -negentig posities opgenoemd, naar men zegt, dat maar acht en veertig zelfs bij de -meest liberale taxatie beschouwd kunnen worden als te vallen binnen de sfeer van de -normale variaties. -</p> -<p>De oneer, die aan de daad van de paring is ten deel gevallen, en die ze gemaakt heeft -tot een daad der duisternis, is ongetwijfeld grootendeels verantwoordelijk voor het -feit, dat de voornaamste tijd voor de voltrekking ervan onder moderne beschaafde volken -de donkerheid van den vroegen nacht is in stoffige slaapkamers, als de vermoeienis -van het dagwerk in strijd is met de kunstmatige opwekking, teweeg gebracht door zware -maaltijden en alcohol bevattende dranken. Deze gewoonte is voor een deel de schuld -van de onverschilligheid, of zelfs den afkeer, waarmee vrouwen <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> soms beschouwen. -</p> -<p>Vele meer primitieve volken zijn wijzer. De Papoea’s aan de baai van Astrolabe op -Nieuw-Guinea hebben, volgens Vahness (<i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1900, afl. 5, p. 414), hoewel men in herinnering moet houden, dat de combinatie -van de sexueele daad met duisternis veel ouder is dan het Christendom, en in verband -staat met zeer oude godsdienstige denkbeelden (vergelijk Hesiodus, <i lang="en">Works and Days</i>, Boek II), altijd omgang in de open lucht. De hard werkende vrouwen van de Gebvuka -en Euru-eilanden zijn ’s nachts te moe voor <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>; hij wordt uitgevoerd bij dag onder de boomen, en ook de bewoners van de Serang-eilanden -hebben <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in de bosschen (Ploss and Bartels, <i lang="de">Das Weib</i>, Boek I, hoofdst. XVII). -</p> -<p>Deze voorbeelden kan men klaarblijkelijk in moderne steden niet volgen, zelfs niet -als de werkzaamheden en het klimaat het toelieten. Men is het er ook over eens, dat -sexueel verkeer moet gevolgd worden door rust. Er schijnt echter weinig twijfel aan -te bestaan, dat de vroege morgen en het daglicht een gunstiger tijd zijn dan de vroege -nacht. Conceptie behoort plaats te hebben bij licht, zeide Michelet (<i lang="fr">L’Amour</i>, p. 153); sexueel verkeer in het donker van den nacht is een daad, gedaan met een -vrouwelijk dier; bij dag is het de vereeniging met een liefhebbend en geliefd individueel -persoon. -</p> -<p>Dit is in ruimen kring erkend geworden. De Grieken beschouwden, zooals we van Aristophanes, -in zijn <i><span class="corr" id="xd29e12393" title="Bron: Acharnians">Acharniërs</span></i> hooren, zonsopgang als de gepaste tijd voor <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. De Zuidelijke Slaven zeggen ook, dat de ochtendschemering de tijd is voor <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. Vele moderne autoriteiten hebben zich uitgesproken ten gunste van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> in den vroegen morgen. De morgen, zeide Roubaud (<i lang="fr">Traité de l’Impuissance</i>, blz. 15 1–3) is de tijd voor <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, en zelfs als het verlangen grooter is in den avond, is het genoegen toch grooter -in den morgen. Ook Osiander raadde <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> aan in den vroegen morgen, en Venette zegt in een vroeger eeuw, waar hij er over -spreekt “op wat voor tijd een man zijn vrouw in liefde behoort te omarmen” (<i lang="fr">La Génération de l’Homme</i>, Part. II, hoofdst. V) en de meening uit, dat het ’t beste is zijn neiging te volgen, -“dat een mooie vrouw er beter uitziet bij zonlicht dan bij kaarslicht”. Een paar autoriteiten, -zooals Burdach, zijn er tevreden mee geweest de gewoonte van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> bij nacht aan te nemen, en Busch (<i lang="de">Das Geschlechtsleben des Weibes</i>, deel I, p. 214) was geneigd om te meenen, dat de duisternis van den nacht de “natuurlijkste” -tijd was, terwijl Fürbringer (Senator and Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 217) zegt, dat de vroege morgen “nu en dan” de beste tijd is. -</p> -<p>Aan den anderen kant is voor sommigen het uitoefenen van sexueel verkeer bij zonlicht -en in de open lucht van zooveel belang, dat zij geneigd zijn het te verheffen tot -den rang van een godsdienstige oefening. Ik haal uit een <span class="pagenum">[<a id="pb507" href="#pb507">507</a>]</span>mededeeling over dit punt, die ik uit Australië ontvangen heb, het volgende aan: “Dit -schandelijk iets, waarover men niet moet spreken en dat men niet moet doen (behalve -in het donker) zal, naar ik meen, eens de eenige godsdienstige plechtigheid worden -van het menschelijk ras, in de lente. En wat voor lentes! De menschen zullen dan zeer -gezond, wel opgevoed en aristocratisch zijn (allen aristocratisch), en over het geheel -gekant tegen riten en bijgeloovige gebruiken, want zij zullen het verleden volkomen -kennen. De vereeniging van menschen, die elkaar liefhebben in de lente zal de eenige -godsdienstige plechtigheid zijn, die ze zich zullen veroorloven. Ik heb soms een visioen -van het heilige tafereel, maar ik vrees, dat het te mooi is om te beschrijven. “De -omgang tusschen de seksen, heb ik gedroomd, is onuitsprekelijk mooi, te mooi om mij -te herinneren”, schreef de kuische Thoreau. Waarlijk, menschelijke schoonheid, vreugde -en liefde zullen hun meest goddelijke hoogte bereiken in die eerste dagen van het -paren in de lente. Als de wereld één Paradijs is, zal de gemeenschap van de menschen -die elkaar lief hebben, de jongste en mooiste, plaats vinden in bepaalde heilige valleien -ten aanschouwe van duizenden, die vergaderd zijn om er getuigen van te zijn. Dagenlang -zal het plaats hebben in deze valleien, waar de zon zal opgaan over een droom van -hartstochtelijke stemmen, van elkaar omarmende lichamen, van bloemen en wateren, en -het purper en goud van den zonsopgang zal weerkaatst worden op heuvels, die gekleurd -zijn door violen. (Ik weet niet of de schrijver zich “<span lang="en">Enamelled pansies used at nuptials still</span>” van George Chapman herinnerde), en dat herhaalde voor gouden menschelijk vleesch -en menschelijk haar. In deze geheiligde valleien zal de teere geur van de violen zich -vermengen met de hemelsche geur van gezonde jonge vrouwen en mannen bij de lenteparing. -Gij en ik zullen het niet zien, maar we kunnen helpen om het mogelijk te maken”. Deze -<span class="corr" id="xd29e12434" title="Bron: raphsodie">rhapsodie</span> (een onbewuste herhaling van die van Saint-Lambert aan de tafel van Mlle Quinault -in de achttiende eeuw) dient om een beeld te geven van den opstand, die plaats vindt -tegen de onnatuurlijke en kunstmatige degradatie van de sexueele daad. -</p> -<p>In sommige deelen van de wereld heeft het volkomen natuurlijk en redelijk geschenen, -dat een daad zoo vol beteekenis als de <span class="corr" id="xd29e12439" title="Bron: coitusdaad">coïtusdaad</span> aan de godheid gewijd zou zijn, en daaruit ontstond de gewoonte van het gebed vóór -het sexueel verkeer. Zoo verordende Zoroaster, dat een gehuwd paar vóór den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> moest bidden, en na de daad moesten ze te zamen zeggen: “O, Sapondomad, ik vertrouw -u dit zaad toe, bewaar het voor mij, want het is een mensch”. In de Gorong Archipel -is het ook de gewoonte, dat man en vrouw te zamen bidden voor de sexueele daad (Ploss -en Bartels, <i lang="de">Das Weib</i>, Bd. I, hoofdst. XVII). De beschaafde mensch daarentegen is er toe gekomen zijn maag -als het belangrijkste van zijn organen te beschouwen, en hij zegt zijn conventioneele -gebed niet voor de liefdedaad, maar voor het gebruik van voedsel. Zelfs is het in -Europa moeilijk nog eenige sporen te vinden van ritueel van een godsdienstige erkenning -van <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>. We kunnen ze misschien ontdekken onder de Spanjaarden, met hun taai instinct voor -ritueel, in de plechtige etiquette, waarmee in de zeventiende eeuw het volgens Madame -<span class="corr" id="xd29e12451" title="Bron: d’ Aulnay">d’Aulnay</span> de gewoonte van den koning was om de slaapkamer van de koningin binnen te komen: -“Hij heeft zijn pantoffels aan, zijn zwarten mantel over zijn schouder, zijn schild -in zijn eenen arm, een flesch aan een koord aan zijn anderen arm hangen (deze flesch -is niet om uit te drinken, maar voor een geheel tegenovergesteld doeleinde, dat gij -wel zult kunnen raden). Bij dit alles moet de koning ook zijn groote zwaard in zijn -eene hand hebben en een dievenlantaarn in de andere. Op deze wijze moet hij, alleen, -de kamer van de koningin binnen treden” (Madame d’Aulnay, <i lang="fr">Relation du Voyage <span class="corr" id="xd29e12457" title="Bron: d’ Espagne">d’Espagne</span></i>, 1692, deel III, p. 221).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Bij het bespreken van de kunst van liefhebben is het noodig <span class="pagenum">[<a id="pb508" href="#pb508">508</a>]</span>een eerste plaats toe te kennen aan het centrale feit van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span>, wegens de onwetendheid, die daarover in ruimen kring heerscht, en de ongelukkige -vooroordeelen, die in de duisternis er om heen welig tieren. De tradities van de Christelijke -kerk, die geheel Europa hebben overstroomd, en die ter vereering een goddelijke maagd -hebben gesteld en haar goddelijken zoon, terwijl ze beiden met uitgezochte verfijndheid -onttrok aan persoonlijk contact met sexualiteit, vernietigde volkomen iedere poging -om een heilig en uitspreekbaar ideaal te vinden in huwelijksliefde. Zelfs de pogingen -van de kerk zelf om het huwelijk te verheffen werden te niet gedaan door haar eigen -idealen. Die invloed oefent zelfs nu nog een drukkenden invloed op onze beschaving. -Toen Walt Whitman zijn “<span lang="en">Children of Adam</span>” schreef, gaf hij een onvolkomen uitdrukking aan opvattingen over den godsdienstigen -aard van sexueele liefde, die gezond en natuurlijk bestaan hebben in alle deelen van -de wereld, maar die nog niet door de duisternis van het Christendom waren heengedrongen, -waar ze nog vreemd schenen en nieuw, zoo niet verschrikkelijk. En de weigering om -de heiligheid van de sekse te erkennen heeft een sluier van smaad en duisternis over -de hoogste sexueele daad zelf gespreid. Ze werd uitgesloten van den zonneschijn en -van de sfeer der vereering. -</p> -<p>De geslachtsdaad is belangrijk uit het oogpunt van de kunst van liefhebben, niet alleen -wegens de onwetendheid en de vooroordeelen, waardoor ze omgeven is, maar ook omdat -ze een werkelijke waarde heeft zelfs voor den psychischen kant van het huwelijksleven. -“Deze organen”, zegt de oude Fransche dokter, Ambrose Paré, “maken den vrede in huis”. -Hoe dit gebeurt, zien we nu en dan geïllustreerd in het dagboek van <span class="corr" id="xd29e12474" title="Bron: Pepy">Pepys</span>. Terzelfder tijd is het nauwelijks noodig te zeggen, na alles wat vooraf is gegaan, -dat deze oude bron van huiselijken vrede onbepaald wordt gecompliceerd door de oneindige -verscheidenheid in erotische behoeften, die steeds meer uitgesproken worden met den -groei van de beschaving<a class="noteref" id="xd29e12477src" href="#xd29e12477">31</a>. -</p> -<p>De kunst van liefhebben begint inderdaad eerst met het plaats vinden van den sexueelen -omgang. Bij het instellen van die verhouding worden alle krachten van de natuur zoo -sterk in beslag genomen, dat onder volkomen gunstige omstandigheden—die inderdaad -maar zeer zelden voorkomen in onze beschaving—de bekendheid met die kunst en een zekere -handigheid in de uitoefening ervan bijna van zelf komen. De werkelijke proef voor -den liefde-kunstenaar ligt in de bedrevenheid ze te doen voortduren langer dan den -tijd, waarop de belangen van de natuur, nadat ze in werkelijkheid of in schijn verzekerd -zijn, beginnen te <span class="pagenum">[<a id="pb509" href="#pb509">509</a>]</span>verslappen. De geheele kunst van de liefde ligt daarin, dat men steeds iets nieuws -vindt in de zelfde persoon. De liefdekunst is zelfs meer de kunst de liefde te behouden -dan ze op te wekken. Anders dreigt ze te ontaarden in wat Shakespeare noemt lust, -</p> -<div lang="en" class="lgouter"> -<p class="line">“Past reason hunted, and no sooner had, -</p> -<p class="line xd29e12492">Past reason hated”,</p> -</div> -<p class="first">hoewel men in gedachte moet houden, dat zelfs volgens de meest strikt natuurlijke -zienswijze na hartstocht normaal niet tegenzin, maar genegenheid volgt<a class="noteref" id="xd29e12496src" href="#xd29e12496">32</a>. -</p> -<p>De jonge man en vrouw, die tot de onbeperkte mogelijkheden van het huwelijk komen, -terwijl gedurende dien tijd de begeerte nooit gevolgd werd door de bevrediging van -die begeerte, zijn zeker niet in de beste omstandigheden om de kunst van liefhebben -te leeren. Zij komen in de verleiding, door roekeloos zwelgen in de intimiteiten van -het huwelijk op alle uren van den dag al de redenen te verwaarloozen, die het niet -zoo noodig doen schijnen die kunst te leeren. “Er zijn getrouwde menschen”, zooals -Ellen Key opmerkt, “die elkander hun geheele leven hadden kunnen lief hebben, als -ze niet gedwongen waren geweest alle dagen en het geheele jaar lang hun gewoonten, -hun wil en hun neigingen naar elkander te richten”. -</p> -<p>Al de neigingen van ons beschaafde leven gaan, in persoonlijke zaken, naar het individualisme; -zij sluiten specialisatie in zich, en zij verzekeren de heiligheid van persoonlijke -gewoonten en zelfs van eigenaardigheden. Dit individualisme kan niet plotseling op -een willekeurig bevel van een traditie te niet gedaan worden, of zelfs door de kracht -van een hartstocht, waarvan de beperkingen zijn weg genomen. Uit ontzag voor de conventies -en de vooroordeelen van hun vrienden, of uit onbeteugelde overgave aan jonge liefde -of alleen maar uit vrees elkander te krenken, storten jonge paren zich dikwijls in -een grenzenlooze intimiteit, die voor het duurzaam bestaan van het huwelijk zelfs -nog nadeeliger is, dan algeheel uitblijven van volle intimiteit. Dat is een van de -voornaamste redenen, waarom de meeste schrijvers over de moreele hygiëne van het huwelijk -tegenwoordig afzonderlijke slaapkamers aanbevelen, en soms zelfs, met Ellen Key, geen -bezwaar er in zien, dat zij in afzonderlijke huizen wonen. Zeker, de gelukkigste huwelijken -hebben dikwijls de nauwste en meest ononderbroken intimiteit in zich gesloten, bij -personen, die bijzonder voor zulk een intimiteit geschikt waren. Het is in het geheel -niet waar, zooals Bloch heeft verzekerd, dat familiariteit noodlottig is voor de liefde. -Ze is doodelijk voor een liefde, die geen wortels heeft, <span class="pagenum">[<a id="pb510" href="#pb510">510</a>]</span>maar ze is het voedsel voor de diep gewortelde liefde. Toch blijft het waar, dat afwezigheid -noodig is om de geurige frischheid en het mooie idealisme van de liefde te bewaren. -“Afwezigheid”, zegt Landor, “is de onzichtbare en lichaamlooze moeder van ideale schoonheid”. -Gehuwde gelieven, die elkaar maar betrekkelijk korten tijd kunnen ontmoeten tusschen -lange tijden van afwezigheid, hebben dikwijls in deze ontmoetingen een het leven doorloopende -keten van wittebroodsweken ondervonden<a class="noteref" id="xd29e12504src" href="#xd29e12504">33</a>. -</p> -<p>Er kan geen twijfel aan zijn, dat, evenals aanwezigheid haar gevaren heeft voor de -liefde, het evenzoo is met de afwezigheid. Beide zien ten slotte, als zij lang duren, -het herinneringsbeeld der liefde verbleeken, en scheiding, met haar vele betrekkingen -tot veraf-zijnde personen en dingen, brengt het gevaar der ijverzucht mee, hoewel -het moeilijk is een graad van levensgemeenzaamheid te vinden, die de ijverzucht of -ook maar alleen de motieven voor de ijverzucht uitsluit. -</p> -<p>IJverzucht berust op fundamenteele instincten, die bij het begin van het dierlijk -leven optreden. Descartes definieerde jaloezie als “een soort van vrees, die betrekking -heeft op een begeerte om een bezitting te bewaren”. Iedere aandrift tot toeëigenen -wordt in de dierenwereld tot grootere activiteit aangespoord als er een concurrent -is, die zich het begeerde voorwerp eerder kan <span class="corr" id="xd29e12517" title="Bron: toeeigenen">toeëigenen</span>, Dit schijnt een fundamenteel feit te zijn in de dierenwereld; het is een leven behoudende -neiging geweest, want, zooals iemand gezegd heeft, een dier, dat er bij zou staan, -als zijn kameraden zich aan voedsel te goed deden, en dat niets dan zuivere bevrediging -ondervond bij dat gezicht, zou spoedig te gronde gaan. In dit feit zien we de natuurlijke -basis der jaloezie<a class="noteref" id="xd29e12520src" href="#xd29e12520">34</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb511" href="#pb511">511</a>]</span></p> -<p>Met betrekking tot voedsel doet zich dit verschijnsel het eerst en het duidelijkst -voor onder de dieren. Het is een wel bekend feit, dat het samenzijn met andere dieren -er een dier toe brengt om veel meer te eten, dan wanneer het alleen gehouden wordt. -Het eet niet meer uit honger, maar het eet, naar het heet, om zijn voedsel te bewaren -voor mededingers op de eenige veilige bewaarplaats, die het kent. Hetzelfde gevoel -wordt onder dieren op het geslachtsgebied overgebracht. En verder wordt in de verhouding -van honden en andere getemde dieren jegens hun meester de gemoedsbeweging der jaloezie -zeer duidelijk opgemerkt<a class="noteref" id="xd29e12534src" href="#xd29e12534">35</a>. -</p> -<p>Jaloezie is een gemoedsbeweging, die het meest tot uitdrukking komt bij dieren, bij -natuurvolken<a class="noteref" id="xd29e12543src" href="#xd29e12543">36</a>, bij kinderen<a class="noteref" id="xd29e12549src" href="#xd29e12549">37</a>, bij oude menschen, bij gedegenereerden, en zeer speciaal bij chronische alcoholisten<a class="noteref" id="xd29e12560src" href="#xd29e12560">38</a>. Het verdient onze aandacht, dat de beste artisten en kenners van het menschenhart, -die de tragedie van de jaloezie het volkomenst uitgebeeld hebben, duidelijk ingezien -hebben, dat ze òf atavistisch, òf pathologisch is; Shakespeare maakte zijn Othello -tot een barbaar, en Tolstoy maakte den Pozdnischeff van zijn <i lang="de">Kreutzer Sonate</i> tot een krankzinnige. Ze is een tegenmaatschappelijke emotie, hoewel sommigen hebben -staande gehouden, dat ze de oorzaak geweest is van kuischheid en trouw. Gesell bij -voorbeeld geeft toe, dat ze tegenmaatschappelijk van aard is en doet aanhalingen om -de kwelling en de ellende te laten blijken, die ze veroorzaakt, maar hij schijnt te -meenen, dat ze toch behoorde aangekweekt te worden om sexueele deugden aan te moedigen. -Zeer bepaalde opinies zijn uitgesproken in den tegenovergestelden <span class="pagenum">[<a id="pb512" href="#pb512">512</a>]</span>zin. Jaloezie behoort, evenals andere schaduwen, zegt Ellen Key, slechts bij de morgenschemering -en het begin der liefde, en een mensch moest voelen, dat het een wonder is, en niet -zijn recht, als de zon nog op haar hoogtepunt staat<a class="noteref" id="xd29e12590src" href="#xd29e12590">39</a>. -</p> -<p>Daarom, zelfs als jaloezie een gunstige invloed geweest is bij het begin van de beschaving, -evenals onder de dieren—zooals waarschijnlijk kan aangenomen worden, hoewel ze over -het geheel eerder het nevenproduct van een gunstigen invloed is, dan zulk een invloed -zelf—is het toch in het geheel niet duidelijk, dat ze daarom een gewenschte gemoedsbeweging -wordt in meer gevorderde stadiën van de beschaving. Er zijn vele primitieve emoties, -zooals toorn en vrees, waarvan we het niet wenschelijk vinden ze aan te moedigen in -meer gevorderde stadiën van de beschaving in samengestelde beschaafde maatschappijen, -maar die we eerder trachten te beperken en te controleeren, en zelfs als we geneigd -zijn een oorspronkelijke waarde toe te kennen aan de jaloezie, schijnt ze toch onder -deze emoties geplaatst te moeten worden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Miss Clapperton volgt, bij het bespreken van dit probleem (<i lang="en">Scientific Meliorism</i>, blz. 129–137) Darwin (<i lang="en">Descent of Man</i>, Deel I, hoofdst. IV); ze denkt, dat jaloezie geleid heeft tot “het inprenten van -de vrouwelijke deugd”, maar zij voegt er aan toe, dat ze ook de oorzaak geweest is -van de onderwerping der vrouw, en dat ze nu uitgeschakeld moet worden. “Onszelf zoo -spoedig mogelijk van jaloezie te verlossen is een hoofdzaak; anders zal de groote -beweging ten gunste van de gelijkheid der seksen noodzakelijkerwijze op remmen en -zware hindernissen stooten”. -</p> -<p>Ribot <span class="corr" id="xd29e12609" title="Niet in bron">(</span><i lang="fr">La Logique des Sentiments</i>, blz. 75 <i>et seq.</i>; <i lang="fr">Essai sur les Passions</i>, blz. 91, 175) constateert, dat de taxatie van de jaloezie subjectief moet verschillen -naarmate van het ideaal van het leven, dat men heeft, maar hij meent, dat we objectief -geneigd moeten zijn tot een ongunstige taxatie. “Zelfs een korte hartstocht is een -breuk in het moreele leven; het is het abnormale, zoo niet een pathologische toestand, -een uitwas, een parasitisme”. -</p> -<p>Forel (<i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, hoofdstuk V) spreekt met sterke woorden in denzelfden geest, en meent, dat het noodig -is de jaloezie uit te schakelen door het niet jaloersch maken van de menschen. “Jaloezie -is”, verklaart hij, “de ergste en ongelukkig de diepst gewortelde van de “uitstralingen”, -of liever, de “contrastreacties”, van sexueele liefde, geërfd van onze dier-voorvaders. -Een oud Duitsch gezegde, “<span lang="de">Eifersucht ist eine Leidenschaft die mit Eifer sucht was Leiden schafft</span>”, zegt geenszins te veel … Jaloezie is een erfdeel van dierlijkheid en barbarisme; -ik zou dit in de herinnering willen brengen van hen, die ze, onder den naam “beleedigde -eer”, trachten te rechtvaardigen en op een voetstuk te plaatsen. Een ontrouw echtgenoot -is voor een vrouw tienmaal wenschelijker dan een jaloersch echtgenoot … Wij hooren -dikwijls van “gerechtvaardigde jaloezie”. Ik geloof echter, dat er geen rechtvaardige -jaloezie is; ze is altijd atavistisch of anders pathologisch; op zijn best is ze niets -anders dan een brutale dierlijke domheid. Een man, die uit zijn aard, dat is door -zijn erfelijke constitutie, jaloersch is, zal zeker zijn eigen leven en dat van zijn -vrouw vergiftigen. Zulke mannen moesten onder geen voorwaarde trouwen. Opvoeding en -keuze behooren saam te werken, om jaloezie uit het menschelijk brein uit te schakelen -zooveel het maar kan”. -<span class="pagenum">[<a id="pb513" href="#pb513">513</a>]</span></p> -<p>Eric Gillard verklaart, in een artikel over “Jaloezie” (<i lang="en">Free Review</i>, Sept. 1896), in tegenstelling van hen, die meenen, dat jaloezie “het tehuis vormt”, -dat zij integendeel de voornaamste kracht is, die het tehuis ontbindt. “Zoolang het -egoïsme ze begiet met de tranen van gevoel en ze beschermt tegen de koude vlagen van -wetenschappelijk onderzoek, zoolang zal ze bloeien. Maar er zal een tijd komen, dat -ze in den tuin der Liefde zal worden verbrand als een schadelijk onkruid. Haar verpestende -invloed in de maatschappij kan niet verborgen blijven. Ze maakt tehuizen, die heiligdommen -van liefde hadden kunnen wezen tot hellen van tweedracht en haat; ze geeft aanleiding -tot zelfmoord, en ze brengt duizenden tot den drank, tot roekelooze uitspattingen -en tot krankzinnigheid. Vormt het tehuis! Een van uw getrouwde vrienden ziet een waarschijnlijken -verleider in iederen man, die tegen zijn vrouw glimlacht: een ander is jaloersch op -de vriendinnen van zijn vrouw; een derde is beleedigd, omdat zijn vrouw zooveel belangstelling -toont voor de kinderen. Sommige van de vrouwen, die gij kent, zijn jaloersch op iedere -vrouw, onder de kennissen van haar man, en sommige op zijn hond. Gij moet geheel gemonopoliseerd -worden, of gij bemint niet geheel. Gij moet niemand bewonderen, dan de eene persoon, -waarmee ge u voor het leven hebt ingemetseld. Oude vriendschappen moeten verbroken -worden, nieuwe vriendschappen moeten niet gevormd worden, uit vrees, dat de mooie -emotie zal gewekt worden, die “het tehuis vormt”<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Zelfs als jaloezie in sexueele zaken kon worden toegelaten als een emotie, die werkte -aan de zijde van den beschaafden vooruitgang, dan moeten we er toch op wijzen, dat -ze alleen uiterlijk werkt; ze kan weinig of geen werkelijken invloed hebben; de persoon, -die jaloersch is, maakt zich zelden beminnelijker door zijn jaloezie en dikwijls minder -beminnelijk. Het voornaamste gevolg van zijn jaloezie is, dat ze de oorzaken voor -de jaloezie doet toenemen, en ze niet zelden opwekt, en tevens, dat ze het huichelen -aanmoedigt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Al de omstandigheden, begeleidingsverschijnselen en gevolgen van huiselijke jaloezie -in hun volkomen typischen vorm worden duidelijk door een zeer ernstige episode in -de geschiedenis van het huishouden van Pepys, en ze zijn volledig en getrouw door -den grooten dagboek-schrijver neergeschreven. Het vergrijp—een omarming van de kamenier -van zijn vrouw—was maar gering, maar, zooals Pepys zelf toegeeft, in het geheel niet -te verontschuldigen. Hij schrijft op den 25sten October 1668 (Lord’s Day); hij is -dan zes en dertig jaar oud. “Na het avondeten werd mijn haar gekamd door Deb, hetgeen -mij de grootste ellende veroorzaakte, die ik ooit in deze wereld gekend heb, want -mijn vrouw, die onverwacht binnenkwam, vond mij terwijl ik het meisje omarmde … Ik -was er wonderlijk verlegen mee, en het meisje ook, en ik probeerde een uitvlucht te -zoeken, maar mijn vrouw bleef zwijgen en werd boos … Ik was ernstig bedroefd over -deze dwaasheid van mij … Zoo eindigt de maand”, schrijft hij een paar dagen later, -“met eenige mate van rust voor mijn geest, hoewel ze niet volkomen is na de groote -onaangenaamheden met mijn arme vrouw, en door mijn dwaasheid, die ik met het meisje -begaan heb en waarover ik reden heb bedroefd en beschaamd te zijn en nog meer bezwaard, -ter wille van het arme meisje. Zes November. Opgestaan; hierna staat ook mijn vrouw -op, wat zij nu als plicht iederen dag doet, om mij aan te kleeden, opdat ik Willet -(Deb) niet zien zal; zij houdt mij in het oog, of ik haar aanzie of niet; zij tracht -mij te verhinderen in de kamer te gaan waar zij is. Negen November. Opgestaan; ik -meldde Deb in een klein briefje, dat ik haar toewierp, dat ik voort zou gaan te ontkennen, -dat ik haar ooit gekust had, en <span class="pagenum">[<a id="pb514" href="#pb514">514</a>]</span>dat ze gerust kon zijn. De waarheid is, dat ik mij, in de hoop op God’s vergiffenis, -deze leugen veroorloofde, wetende welk een moeilijk ding het voor mij zou zijn, en -mogelijk de ondergang van het arme meisje; en ook, omdat ik wist, dat, als mijn vrouw -alles wist, het haar niet mogelijk zou zijn ooit weer vrede met mij te sluiten en -dat zoodoende ons geheele leven vergald zou zijn. Het meisje las het, en gaf mij het -briefje terug, zooals ik haar verzocht had, mij het briefje in het voorbijgaan toewerpend”. -Den volgenden dag echter is hij in ernstige moeilijkheden, want zijn vrouw heeft een -bekentenis verkregen van het meisje over het kussen. Een paar nachten hebben mijnheer -en mevrouw Pepys niet geslapen, met veel weenen aan beide kanten. Deb neemt een andere -betrekking aan en gaat weg op den 14den November, en Pepys is nooit in de gelegenheid -haar te spreken voor zij het huis verlaat, omdat zijn vrouw hem voortdurend in het -oog houdt. Het blijkt wel, dat Pepys zich nu zeer tot Deb voelt aangetrokken, hoewel -het niet blijkt, dat dat ook al was, voordat zij het onderwerp van den twist werd. -Op den 13den November, nadat hij gehoord heeft dat zij den volgenden dag zal vertrekken, -schrijft hij: “De waarheid is, dat ik veel lust heb dit meisje haar maagdelijkheid -te ontnemen”. Hij was echter “zeer verontrust door het feit, dat het niet waarschijnlijk -is dat mijn vrouw ooit weer goed op mij zal worden, en dat ik voor altijd haar slaaf -zal zijn in zaken van genoegen”. Terzelfder tijd was zijn liefde voor zijn vrouw in -het geheel niet verminderd, en de hare voor hem ook niet. “Ik moet hier opmerken”, -zegt hij, “dat ik sinds dezen twist meer met mijn vrouw als echtgenoot geleefd heb, -dan ik meen wel een jaar tevoren. En met meer genoegen voor haar dan al den tijd van -ons huwelijk tevoren”. De volgende dag was een Zondag. Op Maandag begint Pepys meteen -onderzoek te doen om Deb op te sporen, Den 18den vindt hij haar. Zij komt bij hem -in het rijtuig, en hij kust haar en veroorlooft zich vrijheden met haar en raadt haar -tevens aan “voor haar eer te zorgen en God te vreezen”, en dat ze niet moet toelaten -dat iemand doet wat hij gedaan heeft; hij vertelt haar ook, waar zij hem vinden kan, -als zij dat wenscht. Pepys voelt nu, dat alles naar bevrediging geregeld is en zijn -hart is vol vreugde. Maar zijn vreugde is van korten duur, want mevrouw Pepys komt -achter dit onderhoud met Deb op den daaropvolgenden dag. Pepys ontkent eerst, bekent -dan, en er is een nog verwoeder scene dan ooit. Pepys wordt nu werkelijk bang, want -zijn vrouw dreigt hem te verlaten; hij verlaat Deb nu bepaald en met gebeden aan God -besluit hij om nooit meer zoo iets te doen. Mevrouw Pepys is echter nog niet tevreden, -voordat zij haar man een brief heeft doen schrijven aan Deb, waarin hij haar zegt, -dat ze weinig beter is dan een hoer, en dat hij haar haat, hoewel Deb hiervoor gespaard -blijft, niet door eenigen list van Pepys, maar door de kieschheid van den vriend, -aan wien de brief ter bezorging was toevertrouwd. Bovendien komt Mevrouw Pepys met -haar man overeen, dat, ieder keer als hij van huis gaat, hij zich zal doen vergezellen -door zijn secretaris. Wij zien, dat Mevrouw Pepys met schitterende handigheid en succes -de rol speelt van de jaloersche en wrekende vrouw, en dat ze haar Fransche hakjes -meedoogenloos in haar verslagen echtgenoot boort. Ongelukkig weten we niet wat het -resultaat ten slotte was, want een poosje later was Pepys door een ooglijden gedwongen -zijn dagboek te eindigen. Als we deze typische geschiedenis geheel overzien, blijkt -al heel duidelijk, dat noch de man noch de vrouw ook maar in de geringste mate voorbereid -waren op de alledaagsche positie, waarin ze geraakt waren; dat zij beiden in een pijnlijk, -onwaardig en vernederend licht verschijnen; dat als gevolg van alles de man bijna -een ware en sterke genegenheid opvat voor het meisje, dat de oorzaak van den twist -is; en dat hij, ten slotte, al is hij voor het oogenblik gedwongen toe te geven, toch -precies blijft wat hij bij het begin was. De man en de vrouw hadden ook niet den geringsten -wensch om elkander te verlaten; de huwelijksband bleef stevig, maar hij was onteerd -door onoprechtheid aan den eenen kant en door de jaloersche poging aan den anderen -kant om trouw af te dwingen.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb515" href="#pb515">515</a>]</span></p> -<p>Geheel afgezien echter van de kwestie van de werkzaamheid der ijverzucht, en van de -ellende die zij te voorschijn roept bij allen, die er bij betrokken zijn, is zij klaarblijkelijk -onvereenigbaar met al de neigingen van de beschaving. Wij hebben gezien, dat een zekere -mate van variatie behoort bij de sexueele verhouding, evenals bij alle andere verhoudingen, -en dat we dat feit onder de oogen moeten zien en erkennen, als we niet vele verkeerdheden -en onrechtvaardigheden willen bestendigen. Wij hebben ook gezien, dat onze ontwikkeling -gaat in de richting van een voortdurende toename van moreele verantwoordelijkheid -en zelf-bestuur, en die brengen op hun beurt niet alleen een groote mate van oprechtheid -mee, maar ook de erkenning, dat geen mensch recht of macht heeft om invloed uit te -oefenen op de gemoedsbewegingen en daden van een ander mensch. Als onze liefdezon -nog in het zenith staat, zooals Ellen Key het uitdrukt, dan is dat een wonder, dat -men met eerbied en dankbaarheid moet begroeten, en geenszins een recht, dat men eischen -kan. De aanspraak op ijverzucht valt met de aanspraak op huwelijksrechten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het is best mogelijk, merkt Bloch op (<i lang="en">The Sexual Life of Our Time</i>, hoofdstuk X), tegelijkertijd meer dan een persoon lief te hebben, met bijna gelijke -teederheid, en in eere beiden te kunnen verzekeren van den hartstocht voor hem of -haar gevoeld. Bloch voegt er bij, dat de groote psychische differentiatie, die de -moderne beschaving in zich sluit, de mogelijkheid van deze dubbele liefde doet toenemen, -want het is moeilijk voor iemand zijn aanvulling in een enkel persoon te vinden; dat -is van toepassing op vrouwen zoowel als op mannen. -</p> -<p>Ook Georg Hirth wijst er op (<i lang="de">Wege zur Heimat</i>, blz. 543–552), dat het van belang is in de herinnering te houden, dat vrouwen, zoowel -als mannen twee personen tegelijk kunnen liefhebben. De mannen vleien zich, merkt -hij op, met het vooroordeel, dat het hart van de vrouw, of liever haar hoofd, maar -één man tegelijk kan bevatten, en dat, als daar een tweede man is, het door een soort -van prostitutie is. Bijna alle erotische schrijvers, dichters en romanschrijvers, -zelfs medici en psychologen, behooren tot deze klasse, zegt hij; zij beschouwen de -vrouw als bezit, en natuurlijk kunnen geen twee mannen een vrouw bezitten. (Wat romanschrijvers -aangaat, kan de opmerking worden ingeschoven, dat er vele uitzonderingen zijn, en -Thomas Hardy bijvoorbeeld teekent dikwijls een vrouw, die min of meer op twee mannen -verliefd is). Tegen dezen wensch om de psychische geschiktheid van de vrouw naar beneden -te halen, houdt Hirth staande, dat een vrouw niet noodzakelijk ontrouw aan een man -behoeft te zijn, als zij hartstocht heeft opgevat voor een anderen man. “Tegenwoordig”, -verklaart Hirth naar waarheid, “kunnen alleen liefde en rechtvaardigheid gelden als -eerlijke motieven voor het huwelijk. De moderne man staat aan zijn geliefde vrouw -en levensgezellin dezelfde vrijheid toe, die hij zelf nam voordat hij getrouwd was, -en die hij misschien ook nog in het huwelijk neemt. Als zij er geen gebruik van maakt, -zooals te hopen is, zooveel te beter! Maar laten er geen leugens zijn, geen bedrog; -de onontbeerlijke grondslag van het moderne huwelijk is grenzenlooze vriendschap en -oprechtheid, diepst vertrouwen, liefdevolle toewijding en achting. Dit is de beste -beveiliging tegen echtbreuk … Laat echter hij, die er door overvallen wordt, zich -troosten met het ontwijfelbare feit, dat van twee, die werkelijk liefhebben, hij altijd -de voorkeur zal hebben, die als <i>vriend</i> het edelst denkt en het diepst ziet.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Deze wijze woorden kunnen niet te ernstig overdacht worden. De politiek der <span class="corr" id="xd29e12661" title="Bron: jalouzie">jaloezie</span> heeft alleen <span class="pagenum">[<a id="pb516" href="#pb516">516</a>]</span>maar succes—als ze ooit succes heeft—in handen van den man, die het uiterlijk omhulsel -van de liefde voor kostbaarder houdt dan de kern.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het schijnt sommigen toe, dat de erkenning van de variaties in sexueele verhoudingen, -van de neiging van de monogamie om haar zelf gekozen grenzen te overschrijden, op -zijn best een treurige noodzakelijkheid is, en een bedroevende val van een hoog ideaal. -Dat is echter het tegendeel van de waarheid. Het groote nadeel van de monogamie, en -het ernstigste zwakke punt ervan is haar neiging tot zelf-concentratie ten koste van -de buitenwereld. De duivel komt altijd naar den man toe in den vorm van zijn vrouw -en zijn kinderen, zeide Hinton. Het gezin is een groote maatschappelijke invloed, -in zooverre het het beste middel is om kinderen te doen geboren worden, die de toekomstige -burgers zullen uitmaken; maar in zekeren zin is het gezin een tegenmaatschappelijke -invloed, want het heeft neiging in ongepaste mate de energie te absorbeeren, die noodig -is voor de versterking van de maatschappij. Het is inderdaad mogelijk, dat dat feit -geleid heeft tot wijziging van het monogame systeem in vroege ontwikkelingsperioden -van de menschelijke geschiedenis, toen maatschappelijke uitzetting en samenhang de -voornaamste noodzakelijkheden waren. Het gezin gelijkt maar al te dikwijls op de opeenhoopingen -van insecten, die men op een nauwe plaats ontdekt, als we toevallig een platte steen -in onzen tuin opbeuren. Hoe groot de problemen der liefde ook zijn, en hoe groot ook -onze oplettendheid ervoor moet wezen, wij moeten altijd in herinnering houden, dat -liefde niet een kleine kring is, die in zichzelf volkomen is. Het is de aard der liefde -uit te stralen. Evenals het familieleven voornamelijk bestaat voor het maatschappelijk -doel van het grootbrengen van het toekomstig ras, zoo heeft de familieliefde haar -maatschappelijke doeleinden in de uitbreiding van sympathie en liefde aan degenen, -die er buiten staan, en zelfs in doeleinden, die er buiten vallen<a class="noteref" id="xd29e12669src" href="#xd29e12669">40</a>. -</p> -<p>De kwestie is nu en dan besproken, in hoeverre het voor een <span class="corr" id="xd29e12682" title="Niet in bron">man en vrouw mogelijk is om een intieme vriendschap te hebben </span>buiten de erotische sfeer<a class="noteref" id="xd29e12684src" href="#xd29e12684">41</a>. Er kan geen twijfel aan bestaan, dat het volkomen mogelijk is voor een man en een -vrouw voor elkaar een vriendschap te gevoelen, die nooit overgaat op het gebied der -erotiek. Als regel echter gebeurt dit alleen onder speciale <a id="xd29e12690"></a><span class="pagenum">[<a id="pb517" href="#pb517">517</a>]</span>omstandigheden en dat zijn gewoonlijk omstandigheden, die de nauwste en meest intieme -vriendschap uitsluiten. Als, zooals we gezien hebben, liefde kan aangeduid worden -als een samenstelling van lust en vriendschap, dan raakt vriendschap zeker de erotische -sfeer. Evenals sexueele emotie neiging heeft in vriendschap over te gaan, zoo heeft -vriendschap tusschen personen van verschillend geslacht, als ze jong, gezond en aantrekkelijk -zijn, de neiging sexueele emotie mee te brengen. De twee gevoelens zijn te nauw verwant, -dan dat het mogelijk zou zijn er voor goed zonder protest een grens tusschen te trekken. -Mannen, die aan vrouwen vriendschap aanbieden, vinden gewoonlijk, dat ze niet met -veel genoegen aangenomen wordt, behalve als het eerste naderen tot een warmer verhouding, -en vrouwen, die vriendschap aanbieden aan een man, ondervinden gewoonlijk, dat hij -antwoordt met een liefdeaanbod; zeer dikwijls is de “vriendschap” van het begin af -alleen maar een liefde of flirt, die zich achter een anderen naam verschuilt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“Op den langen duur”, schrijft een vrouw (in een brief, die uitgegeven is in <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. I dl. 7) “worden de zinnen ontevreden als ze geheel uitgesloten worden. En ik -geloof dat een man alleen dan in de nauwste wederkeerige verbinding kan komen met -een vrouw, als hij ook bewust of onbewust physiek wordt aangetrokken. Hij kan niet -in innige psychische verbinding treden met een vrouw, waarvan hij zich niet zou kunnen -voorstellen, dat hij sexueel met haar verkeerde. Zijn overheerschende wensch gaat -uit naar het bezit van de vrouw, van de geheele vrouw, haar ziel zoowel als haar lichaam. -En een vrouw kan zich ook geen intieme verhouding met een man voorstellen, waarbij -niet haar hart en haar lichaam, evenals haar geest betrokken zijn. (Natuurlijk denk -ik aan menschen met gezonde zenuwen en gezond bloed). Kan een vrouw jarenlang een -Platonische vriendschap met een man onderhouden, zonder dat in haar opkomt de gedachte: -“Waarom kust hij mij nooit? Heb ik geen bekoring voor hem?” En zal het niet gebeuren, -dat zij in het meest verborgen hoekje van haar hart dat woord “kus” gebruikt in den -meer omvattenden zin, waarin de Franschen het soms gebruiken?” Er is ongetwijfeld -een element van waarheid in dit gezegde, De grens tusschen liefde en vriendschap is -niet gedefinieerd, en een intieme omgang, die streng vrij gehouden wordt van het zich -uiten in een liefkoozing, of in een andere physieke uiting van teedere intimiteit, -heeft iets gedwongens en wekt onuitgesproken en niet uit te spreken gedachten en wenschen, -die noodlottig zijn voor iedere vriendschap.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Ongetwijfeld zijn de eenige volkomen “Platonische vriendschappen” die, welke bereikt -zijn langs den weg van een vroegere erotische intimiteit. In zulk een geval kunnen -slechte gelieven, als zij het erotisch stadium resoluut doorgegaan zijn, uitstekend -goede vrienden worden. Een bevredigende vriendschap is mogelijk tusschen broeder en -zuster, omdat zij physiek intiem geweest zijn in hun jeugd, en omdat alle erotische -nieuwsgierigheid afwezig is. De meest bewonderenswaardige “Platonische vriendschappen” -kunnen dikwijls bereikt worden door man en vrouw, bij wie sympathie en genegenheid -en gemeenschappelijk belang den hartstocht overleefd hebben. Bij bijna al de vriendschappen -van beroemde mannen en vrouwen <span class="pagenum">[<a id="pb518" href="#pb518">518</a>]</span>zooals wij in sommige gevallen weten en in andere raden—heeft de hartstocht van een -uur, zooals Sainte-Beuve zegt, gediend als gouden sleutel om de kostbaarste en meest -intieme geheimen van de vriendschap te ontsluiten<a class="noteref" id="xd29e12704src" href="#xd29e12704">42</a>. -</p> -<p>De vriendschappen, die bereikt zijn langs den erotischen weg bezitten een intimiteit -en behouden een geestelijk erotisch karakter, dat niet bereikt had kunnen worden op -de basis van een normale vriendschap tusschen personen van dezelfde sekse. Dit is -in veel hoogere mate waar voor de latere vriendschap, onder gelukkige omstandigheden, -van man en vrouw in de jaren, nadat hartstocht onmogelijk is geworden. Zij hebben -opgehouden hartstochtelijke gelieven te zijn, maar zij zijn niet enkel vrienden en -makkers geworden. Hun verhouding neemt meer speciaal elementen aan van de verhouding -van kind tot ouder en van ouder tot kind. Iedereen behoudt uit zijn eerste jaren iets -van het kind, dat niet jegens de geheele wereld blijken kan; ieder verkrijgt iets -van den vaderlijken of moederlijken geest. Man en vrouw zijn ieder kind voor den ander, -en in werkelijkheid zijn ze ouder en kind bij beurten. En hier behoudt de vrouw altijd -een zekere superioriteit, want zij is tot het einde toe meer kind dan een man ooit -wezen kan, en zij is in haar wezen veel meer moeder dan dat hij vader is. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Groos (<i lang="de">Der Aesthetische Genuss</i>, p. 249) heeft er op gewezen, dat “liefde” in werkelijkheid bestaat uit sexueel instinct -en ouderlijk instinct. -</p> -<p>“Zoogenaamd gelukkige huwelijken”, zegt Professor W. Thomas (<i lang="en">Sex and Society</i>, p. 246), “zijn een toestand van evenwicht, die daardoor wordt bereikt, dat het moederlijk -belang van de vrouw zich uitstrekt tot den man, waarbij zij acht geeft op zijn persoonlijke -behoeften als op die van de kinderen—terwijl ze hem koestert als een kind—of in een -zich uitstrekken naar de vrouw van de zorg en de genegenheid van den man, die er in -zijn natuur is voor alle bescherming-behoevende, hulpelooze (en meestal onmondige) -schepsels”. -</p> -<p>“Als de toewijding van de verhouding van moeder en zoon”, schrijft een vrouw, “gevoegd -wordt bij de verhouding van man en vrouw, dan is de vereeniging door het huwelijk -geraakt tot de hooge en mooie waardigheid, die ze verdient, en in deze wereld bereiken -kan. Ze omvat sympathie, liefde en volkomen begrijpen, zelfs van de fouten en zwakheden -aan beide kanten”. “De bron van de liefde van elke ware vrouw”, schrijft een andere -vrouw, “is de teederheid van een moeder. Hij, dien ze liefheeft, is een kind, wat -grooter dan de anderen, hoewel ze terzelfder tijd de grootste eerbied voor hem kan -hebben”. -</p> -<p>Op de basis van deze elementaire menschelijke feiten hebben de duurzaam verlokkende -en inspireerende verhoudingen van de sekse zich ontwikkeld, en niet door het te voorschijn -komen van persoonlijkheden, die onmogelijk verheven eigenaardigheden vereenigen. “De -taak is uiterst <span class="corr" id="xd29e12729" title="Bron: moeielijk">moeilijk</span>”, zegt Kisch in zijn <i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, “maar een verstandige en deugdzame moderne vrouw moet trachten in haar persoonlijkheid -alleen, te vereenigen de zinnelijke <span class="pagenum">[<a id="pb519" href="#pb519">519</a>]</span>aantrekkingskracht van een Aspasia, de kuischheid van een Lucretia, en de intellectueele -grootheid van een Cornelia”. En in een vroegere eeuw wordt ons verteld in den roman -van <i lang="es">La Tia Fingida</i>, die soms is toegeschreven aan Cervantes, dat “een vrouw moet zijn een engel op straat, -een heilige in de kerk, mooi aan het venster, eerlijk in huis en een duivel in bed”. -De eischen, die aan mannen gesteld zijn door vrouwen, zijn aan den anderen kant bijna -te verheven om bepaald gedefinieerd te kunnen worden. “Negen en negentig van de honderd -vrouwen, die liefhebben”, zegt Helene Stöcker, “zijn er zeker van overtuigd, dat, -als duizend andere mannen onwaardig gehandeld hebben, en de vrouw, die ze lief hebben, -verzaakt, slecht behandeld en bedrogen hebben, dat de man, dien zij lief hebben een -uitzondering is op alle andere mannen; dat is de reden, waarom ze van hem houden”. -We mogen er echter aan twijfelen, of de groote minnaars ooit door het bezit van volmaaktheid -zeer ver boven het gewone niveau der menschheid hebben gestaan. Zij zijn menschelijk -geweest, en hun kunst van liefhebben is niet altijd uitgesloten geweest van het bezit -van menschelijke zwakheden; volmaaktheid zou werkelijk, als ze al gevonden kon worden, -een slechte bodem zijn voor de liefde.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Alleen als we ons den zeer samengestelden aard van de elementen, die de erotische -liefde vormen, voor oogen stellen, kunnen we begrijpen hoe het komt, dat liefde zoo’n -groote openbaring kan zijn en zoo’n diepen invloed kan uitoefenen zelfs op mannen -van het grootste genie en het grootste intellect en in de sfeer van hun meest geestelijke -werkzaamheid. Het is niet alleen hartstocht, of een bewuste handigheid in de kunst -van liefhebben—van hoeveel belang die ook mogen zijn—die ons de verhouding kunnen -verklaren van Goethe tot Frau von Stein, of van Wagner tot Mathilde Wesendonck, of -die van Robert en Elisabeth Browning jegens elkaar<a class="noteref" id="xd29e12743src" href="#xd29e12743">43</a>. -</p> -<p>Het zal nu misschien aan den lezer duidelijk zijn, waarom bij het bespreken van den -sexueelen impuls in zijn verhouding tot de maatschappij het noodig geweest is de kunst -van liefhebben te behandelen. Het is waar, dat er niets zoo intiem persoonlijk is -als de erotische zaken van het individu. Toch is het even waar, dat deze zaken ten -grondslag liggen aan het maatschappelijk leven, en dat zij de voorwaarden kunnen leveren—goede -of <span class="pagenum">[<a id="pb520" href="#pb520">520</a>]</span>slechte, al naar het geval is—voor de voortplantingsdaad, die van het hoogste belang -is voor den staat. Het is, omdat de kwestie van liefde zulk een zuiver persoonlijk -belang heeft, dat ze neiging heeft te worden opgelost in de kwestie van de nakomelingschap. -Wij hebben ons voor oogen te stellen, niet alleen dat de kwestie van de liefde ondergeschikt -is aan de kwestie van de voortplanting, maar ook, dat liefde een eigen, noodzakelijk, -zelfs een maatschappelijk gezond recht heeft om op zich zelf te staan en op haar eigen -waarde geschat te worden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In een uiterst belangrijke verhandeling over de liefde, die de beroemde Tarde nagelaten -heeft (<i lang="fr">Archives d’Anthropologie Criminelle</i>, loc. cit.), vinden we eenige belangrijke opmerkingen over dit punt: “De maatschappij”, -zegt hij, “is veel meer en met meer intelligentie bezig geweest met het oplossen van -het probleem van de “kwestie van de nakomelingschap”, dan met de “kwestie van de liefde”. -Het eerste probleem vult al onze burgerlijke wetboeken en wetboeken voor den handel. -Het tweede probleem is nooit duidelijk gesteld, of onder de oogen gezien, zelfs niet -in de oudheid, nog minder sinds de komst van het Christendom, want alleen de oplossing -te geven van het huwelijk en de prostitutie is klaarblijkelijk ontoereikend. Staatslieden -hebben alleen de zijde gezien, waarmee de liefde grenst aan de vraag der bevolking. -Vandaar de huwelijkswetten. Op steriele huwelijken zien ze met minachting neer. Toch -is het duidelijk, dat, hoewel ze geboren is als slaaf van het geslacht, de liefde -toch neiging heeft om door de beschaving ervan los te komen. In plaats van enkel een -methode tot voortplanting is ze een doel geworden, heeft zich een titel verworven, -een koninklijken titel. In onze tuinen kweeken we bloemen, die des te mooier zijn, -omdat ze steriel zijn; waarom wordt de volle bloemkroon van de liefde als minder beschouwd -dan de steriel gemaakte bloemen in onze tuinen?” Tarde antwoordt, dat de reden is, -dat onze politici enkel eergierigen zijn, dorstende naar macht en rijkdom, en zelfs -als ze minnaars zijn, zijn ze eerder als Don Juan dan als Vergilius. “De toekomst<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, gaat hij voort, “behoort aan de volgelingen van Vergilius, want, zooals vroeger -het bezit van macht, de koninklijke rijkdom van Amerikaansche of Europeesche millionairs -het ideaal op aarde scheen, nu trekt de liefde meer en meer de beste en edelste deelen -der ziel aan zich, waar alles verborgen ligt, wat het grootste is in de wetenschap -en in de kunst, en meer en meer neemt het aantal toe van die zielen, die, ingespannen -bezig met hun vreedzame werkzaamheden, de zakenmenschen en de beroeps politici verafschuwen -en er eenmaal in zullen slagen hen terug te dringen. Dat zal voorzeker de groote revolutie -zijn van de menschheid, en een actieve psychologische revolutie: het erkend overwegen -van die zijde van de menschelijke ziel, die nadenkt en overweegt, de zijde van den -minnaar, over de koortsachtige, expansieve, rooflustige en eergierige zijde. En dan -zal men begrijpen, dat een van de groote maatschappelijke problemen, misschien het -moeilijkste van allen, het probleem van de liefde geweest is”.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb521" href="#pb521">521</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11089" href="#xd29e11089src">1</a></span> <i lang="la">Quaestionum Convivalium</i>, <span lang="la">lib. III, quaestio 6</span>. <a class="fnarrow" href="#xd29e11089src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11104" href="#xd29e11104src">2</a></span> E. D. Cope, “<span lang="en">The Marriage Problem</span>” <i lang="en">Open Court</i>, Nov. 1888. <a class="fnarrow" href="#xd29e11104src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11118" href="#xd29e11118src">3</a></span> Columbusmeeting van de <span lang="en">American Medical Association</span>, 1900. <a class="fnarrow" href="#xd29e11118src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11132" href="#xd29e11132src">4</a></span> Ellen Key, <i lang="de">Ueber Liebe und Ehe</i>, p. 24. <a class="fnarrow" href="#xd29e11132src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11175" href="#xd29e11175src">5</a></span> In een bewonderenswaardig artikel over Friedrich Schlegel’s <i>Lucinde</i> (<i lang="de">Mutterschutz</i>, 1906, Heft 5) beschouwt Heinrich Meyer-Benfey, die er op wijst, dat de Katholieke -opvatting van het huwelijk liefde toestond, maar ze niet verhief, <i>Lucinde</i>, met hare gebreken, als de eerste uitdrukking van de eenheid van de zinnen en de -ziel, en, als zoodanig als de basis van de nieuwe zedeleer der liefde. We moeten er -echter bijvoegen, dat vier honderd jaar geleden Pontano deze zelfde eenheid der liefde -veel krachtiger en veel gezonder uitgesproken had dan Schlegel, hoewel het Latijnsche -vers, frisch en vol leven als het is, zonder invloed bleef. Pontano’s <i>Carmina</i>, met de “De Amore Conjugali”, zijn eindelijk door Soldati in een schooluitgave herdrukt. <a class="fnarrow" href="#xd29e11175src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11187" href="#xd29e11187src">6</a></span> Van de dertiende tot de zeventiende eeuw was Ovidius inderdaad de meest populaire -en invloedrijkste van de klassieke dichters. Zijn werken speelden een groote rol bij -het vormen van de literatuur van de Renaissance, niet het minst in Engeland, waar -Marlowe zijn <i lang="la">Amores</i> vertaalde, en Shakespeare, tijdens de eerste jaren van zijn literaire werkzaamheid, -hem veel verschuldigd was (zie bv. Sidney Lee, “<span lang="en">Ovid and Shakespeare’s Sonnets</span>”, <i lang="en">Quarterly Review</i>, April <span class="corr" id="xd29e11198" title="Bron: 1009">1909</span>). <a class="fnarrow" href="#xd29e11187src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11281" href="#xd29e11281src">7</a></span> Dit is reeds in hoofdstuk II besproken. <a class="fnarrow" href="#xd29e11281src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11316" href="#xd29e11316src">8</a></span> Op den leeftijd van vijf en twintig jaar, naar G. Hirth opmerkt (<i lang="de">Wege zur Heimat</i>, p. 541) heeft een energiek en sexueel aangelegd man in een groote stad meestal al -verhoudingen gehad met ongeveer vijf en twintig vrouwen, misschien al wel met vijftig, -terwijl een wel opgevoede en beschaafde vrouw op dien leeftijd eerst begint de langzaam -zich opeenhoopende opwindingen van de sekse te realiseeren. <a class="fnarrow" href="#xd29e11316src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11322" href="#xd29e11322src">9</a></span> In zijn studie over “<span lang="en">Conjugal Aversion</span>” (<i lang="en">Journal Nervous and Mental Disease</i>, Sept., 1892) wijst Smith Baker op de waarde van voldoende sexueele kennis voor het -huwelijk voor het verminderen van de gevaren voor zulk een aversie. <a class="fnarrow" href="#xd29e11322src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11358" href="#xd29e11358src">10</a></span> “Het mag tot eer van de mannen gezegd worden”, merkt Adler naar waarheid op, (<i>op. cit.</i>, p. 182), “dat het misschien niet dikwijls hun bewuste brutaliteit is, die in deze -zaak het kwaad sticht, maar alleen gebrek aan handigheid en gebrek aan begrijpen. -De man, die niet speciaal door de natuur en door de ondervinding begaafd is voor den -psychischen omgang met vrouwen, zal waarschijnlijk niet, door zijn vroegeren omgang -met Venus vulgivaga, eenige nuttige kennis mee ten huwelijk brengen, hetzij psychisch -of physiek”. <a class="fnarrow" href="#xd29e11358src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11363" href="#xd29e11363src">11</a></span> “Den eersten nacht”, schrijft een correspondent over zijn huwelijk, “vond zij de daad -zeer pijnlijk en was zij verschrikt en verwonderd over de grootte van mijn penis, -en daarover, dat ik zoo plotseling op haar af kwam. Wij hadden vóór het huwelijk zeer -openlijk over sexueele zaken gesproken, en het kwam nooit bij mij op, dat ze de bijzonderheden -van de daad niet kende. Ik dacht, dat het haar zou hinderen over deze zaken te spreken; -maar ik zie nu in, dat ik haar de dingen had moeten uitleggen. Vóór ik trouwde was -ik tot de conclusie gekomen, dat de eerbied, die men aan zijn vrouw verschuldigd is, -niet vereenigbaar was met een wijze van spreken, die indecent zou kunnen schijnen, -en ook had ik besloten niet tot haar te spreken over wat ik toen meende, dat vuile -dingen waren, zelfs over het naakt zijn, en haar naakt te hebben. Ik was inderdaad -het slachtoffer van onware ingetogenheid; het was een kunstmatige reactie op het leven, -dat ik vóór mijn huwelijk geleid had. Nu schijnt het mij natuurlijk toe, dat als men -een vrouw liefheeft, men met haar doet wat in u of in haar opkomt. Als ik het niet -als een fout gevoeld had zulke daden tusschen ons aan te moedigen, dan zou er zich -tusschen ons een sexueele sympathie hebben kunnen vormen, die mij nauwer aan haar -zou verbonden hebben”. <a class="fnarrow" href="#xd29e11363src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11484" href="#xd29e11484src">12</a></span> Montaigne, <i lang="fr">Essais</i>, boek III, hoofdstuk V. Het is een feit van beteekenis, dat zelfs in de kwestie van -inlichting, vrouwen, niettegenstaande veel onwetendheid en onervarenheid, dikwijls -beter toegerust zijn voor het huwelijk dan mannen. Naar Fürbringer opmerkt (Senator -en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 212), hoewel de vrouw gewoonlijk kuischer is bij het huwelijk dan de -man, “is zij toch gewoonlijk beter ingelicht in zaken, die tot den huwelijkschen staat -behooren, niettegenstaande nu en dan voorkomende verwondering wekkende bekentenissen.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e11484src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11548" href="#xd29e11548src">13</a></span> <a id="xd29e11549"></a>Een fijnvoelend man schrijft in een brief over zijn vrouw: “Zij verliest nooit haar -gevoel van eigenwaarde, noch mijn respect voor haar, eenvoudig omdat wij wanhopig -op elkander verliefd zijn, en alles, wat wij beiden doen—en wat menige prostituée -weigeren zou—voor ons slechts de altijd nieuwe poging is om onzen hartstocht in handelingen -om te zetten. Nu eerst begrijp ik, wat de woorden “den reine is alles rein” beteekenen, -en dat hij, die liefheeft, zich over geen koenheid te schamen heeft. Ik heb het altijd -gevoeld, dat haar lief te hebben beteekent een emancipatie tot het hoogere”. Het is -duidelijk, dat alleen het innemen van zulk een houding, het voor een kuische vrouw -mogelijk maakt, hartstochtelijk te zijn. <a class="fnarrow" href="#xd29e11548src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11557" href="#xd29e11557src">14</a></span> “Werkelijk verstaan te worden” naar Rafford Pyke terecht zegt, “te zeggen wat zij -wil, haar innigste gedachten op haar eigene wijze te uiten, de traditioneele conventies, -die haar hinderen en drukken op zij te schuiven iemand bij zich te hebben, met wien -ze volkomen vrij kan zijn, en toch te weten, dat geen syllabe van wat zij zegt verkeerd -uitgelegd of verkeerd begrepen zal worden, maar eer juist begrepen, zooals zij het -alles voelt—hoe wonderheerlijk is dit voor iedere vrouw, en hoe weinig mannen zijn -er, die het haar kunnen geven!” <a class="fnarrow" href="#xd29e11557src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11562" href="#xd29e11562src">15</a></span> In de jongste tijden is ze besproken geworden in verband met het veel voorkomen van -spontane nachtelijke emissies. <a class="fnarrow" href="#xd29e11562src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11569" href="#xd29e11569src">16</a></span> Naar Zenobia’s gewoonte verwijst Gibbon <i lang="en">Decline and Fall</i>, ed. Bury. dl. I, p. 302. De beslissing van de Koningin van Arragon wordt vermeld -door een jurist uit Montpellier, Nicolas Bohier (Boerius) in zijn <i lang="la">Decisiones</i>, etc., ed. van 1579, p. 563; er wordt door Montaigne naar verwezen in zijn <i lang="fr">Essais</i>, Bk. III, hoofdst. V. <a class="fnarrow" href="#xd29e11569src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11609" href="#xd29e11609src">17</a></span> Haller, <i lang="la">Elementa Physiologiae</i>, 1779, deel III, p. 57. <a class="fnarrow" href="#xd29e11609src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11615" href="#xd29e11615src">18</a></span> Hammond, <i lang="en">Sexual Impotence</i>, p. 129. <a class="fnarrow" href="#xd29e11615src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11621" href="#xd29e11621src">19</a></span> Fürbringer, Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 221. <a class="fnarrow" href="#xd29e11621src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11627" href="#xd29e11627src">20</a></span> Forel, <i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, p. 80. <a class="fnarrow" href="#xd29e11627src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11637" href="#xd29e11637src">21</a></span> Guyot, <i lang="fr">Bréviaire de l’Amour Expérimental</i>, p. 144. <a class="fnarrow" href="#xd29e11637src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11650" href="#xd29e11650src">22</a></span> Erb, <span class="corr" id="xd29e11652" title="Bron: Ziemmssen’s">Ziemssen’s</span> <i lang="de">Handbuch</i>, Band XI, II, p. 148. Guttceit beschouwde het ook zoo, dat de zeer ruime variaties, -die gevonden worden, aangeboren en natuurlijk zijn. We kunnen er aan toevoegen, dat -sommigen meenen, dat er rasverschillen zijn. Zoo is er geconstateerd, dat de aanleg -van de Engelschen gering is, en die van de Franschen (vooral uit Provence, Languedoc, -en Gascogne) groot, terwijl Loewenfeld meent, dat het Germaansche ras het Fransche -overtreft in geschiktheid tot het veelvuldig herhalen van de geslachtsdaad. Het is -waarschijnlijk, dat deze meeningen niet veel waarde hebben, en dat de voornaamste -verschillen eerder individueel zijn dan dat ze tot het ras behooren. <a class="fnarrow" href="#xd29e11650src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11659" href="#xd29e11659src">23</a></span> Ribbing, <i lang="fr">L’Hygiène <span class="corr" id="xd29e11663" title="Bron: Sexualle">Sexuelle</span></i>, p. 75. Kisch spreekt dezelfde opinie uit in zijn <i lang="en">Sexual Life of Woman</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e11659src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11706" href="#xd29e11706src">24</a></span> Mohammed, die dikwijls égards voor vrouwen vertoonde, die zeer zeldzaam zijn bij de -stichters van godsdiensten, is een uitzondering. Zijn voorschrift van eens per week -was het recht van de vrouw, geheel onafhankelijk van het aantal vrouwen, dat een man -zou kunnen hebben. <a class="fnarrow" href="#xd29e11706src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11748" href="#xd29e11748src">25</a></span> Hoe broos de aanspraak is van de “huwelijksrechten” kan voldoende blijken uit het -feit, dat velen het er nu voor houden dat het woord “huwelijksrechten” zelf op een -schrijffout berust, terwijl men voor “<span lang="en">rights</span>” (rechten) het evenzoo klinkende woord “<span lang="en">rites</span>” (riten) had moeten schrijven (zie <i lang="en">Notes and Queries</i>, 16 Mei 1891, 6 Mei 1899). Deze uitleg, moeten we er aan toevoegen, heeft alleen -betrekking op den geijkten term, want er kan geen twijfel aan zijn, dat het denkbeeld, -dat er aan ten grondslag ligt, zijn bestaan heeft, geheel onafhankelijk van het woord. <a class="fnarrow" href="#xd29e11748src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11760" href="#xd29e11760src">26</a></span> “In de meeste huwelijken die niet gelukkig zijn”, zegt Rafford Pyke in zijn interessant -geschrift over “<span lang="en">Husbands and Wives</span>” (<i lang="en">Cosmopolitan</i>, 1902), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>is het eer de vrouw dan de man, die de meeste malen teleurgesteld is”. <a class="fnarrow" href="#xd29e11760src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11784" href="#xd29e11784src">27</a></span> Het wordt echter door erotische schrijvers wel erkend, dat vrouwen soms een tamelijk -actieve rol spelen. Zoo zegt Vatsyayana, dat de vrouw soms de positie van den man -inneemt, en met bloemen in heur haar en met glimlachen en zuchten en met gebogen hoofd, -hem liefkoozend en haar borsten tegen hem aandrukkende, zegt: “Je bent mijn veroveraar -geweest; het is nu mijn beurt je om genade te doen smeeken”. <a class="fnarrow" href="#xd29e11784src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11948" href="#xd29e11948src">28</a></span> Zoo wordt, volgens Zache, onder de Swahili op den derden dag na het huwelijk den bruidegom -door de zede toegestaan om de defloratie te voltooien, <i lang="de">Zeitschrift für Ethnologie</i>, 1899, II–III, p. 84. <a class="fnarrow" href="#xd29e11948src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11956" href="#xd29e11956src">29</a></span> <i lang="fr">De l’Amour</i>, deel II, blz. 57. <a class="fnarrow" href="#xd29e11956src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e11961" href="#xd29e11961src">30</a></span> Robert Michels, “<span lang="de">Brautstandsmoral</span>”, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Jahrgang I, Heft 12. <a class="fnarrow" href="#xd29e11961src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12477" href="#xd29e12477src">31</a></span> Hier is b.v. op gewezen door Rutgers, “<span lang="de">Sexuelle Differenzierung</span>”, <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Dec., 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e12477src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12496" href="#xd29e12496src">32</a></span> Zoo zegt Rasmussen, dat onder de Eskimo’s, die nu en dan van vrouwen verwisselen, -“een man gewoonlijk ontdekt dat zijn eigen vrouw, ondanks alles, de beste is”. <a class="fnarrow" href="#xd29e12496src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12504" href="#xd29e12504src">33</a></span> <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Ik heb altijd gemeend met den nu overleden Professor Laycock”, merkt Clouston, (<i lang="en">Hygiene of Mind</i>, p. 214) “die een zeer fijn opmerker van de menschelijke natuur was, dat een getrouwd -paar niet altijd samen behoeft te zijn om gelukkig te zijn, en dat in werkelijkheid -tamelijk lange tijden van afwezigheid en scheidingen leiden kunnen tot een eindelijke -en nauwere vereeniging”. Dat het lang stand houden van den hartstocht alleen bestaanbaar -is met afwezigheid behoeft wel nauwelijks gezegd te worden; zooals Mary Wollstonecraft -lang geleden gezegd heeft (<i lang="en">Rights of Woman</i>, original ed., p. 61), alleen bij afwezigheid of in het ongeluk is de hartstocht -duurzaam. We kunnen er echter bij voegen, dat zij in haar liefdesbrieven aan Imlay -schreef: “Ik heb altijd gezegd, dat twee menschen, die te zamen willen leven, niet -lang gescheiden moeten wezen”. <a class="fnarrow" href="#xd29e12504src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12520" href="#xd29e12520src">34</a></span> “Uit een ruim gezichtspunt beschouwd”, zeide Arnold L. Gesell, in zijn belangwekkende -studie over “<span lang="en">Jealousy</span>” (<i lang="en">American Journal of Psychology</i>, Oct. 1906), schijnt jaloezie een zoo noodzakelijk begeleidingsverschijnsel van het -biologisch gedrag, midden in den concurrentiestrijd, dat men geneigd is ze genetisch -als een van de oudste gemoedsbewegingen te beschouwen, die bijna synoniem is met den -wensch om te leven, en ze bijna niet minder fundamenteel te maken dan vrees of toorn. -Waarlijk, jaloezie gaat gemakkelijk over in toorn, en ze is zelf een soort van vrees.… -In maatschappelijkheid en wederzijdsche hulp zien we de keerzijde van de medaille; -maar de jaloezie, hoe <span class="pagenum">[<a id="pb511n" href="#pb511n">511</a>]</span>tegenmaatschappelijk ze ook mag zijn, behoudt een functie in de zoölogische anatomie: -b.v. om het individu in bescherming te nemen tegen de groep. Het is het groote verbeteringsmiddel -van de natuur tegenover de zuiver maatschappelijke gevoelens. <a class="fnarrow" href="#xd29e12520src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12534" href="#xd29e12534src">35</a></span> Vele voorbeelden hiervan vindt men bij Gesell in zijn studie over “<span lang="en"><span class="corr" id="xd29e12537" title="Bron: Jalousy">Jealousy</span></span>”. <a class="fnarrow" href="#xd29e12534src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12543" href="#xd29e12543src">36</a></span> Jaloezie is soms bij lagere rassen vermomd of gewijzigd door gewoonten van den stam. -Zoo zegt Rasmussen (<i lang="en">People of the Polar North</i>, blz. 65), als hij verwijst naar het verwisselen door de Eskimo’s van hun vrouwen: -“Een man heeft me eens verteld, dat hij zijn vrouw alleen sloeg, als ze geen andere -mannen wilde ontvangen. Zij wilde met niemand iets te doen hebben dan met hem—en dat -was haar eenige gebrek!” Rasmussen toont ergens anders aan, dat de Eskimo’s in staat -zijn tot groote jaloezie. <a class="fnarrow" href="#xd29e12543src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12549" href="#xd29e12549src">37</a></span> Zie b.v. Moll, <i lang="de">Sexualleben des Kindes</i>, blz. 158; vergelijk van Gesell “<span lang="en">Study of <span class="corr" id="xd29e12556" title="Bron: Jalousy">Jealousy</span></span>”. <a class="fnarrow" href="#xd29e12549src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12560" href="#xd29e12560src">38</a></span> Jaloezie is bij dronkaards een algemeen bekend verschijnsel. Naar K. Birnbaum aantoont -(“<span lang="de">Das Sexualleben der Alkoholisten</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Jan<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> 1909), is deze jaloezie in de meeste gevallen min of meer gegrond, want de vrouw, -die genoeg heeft van haar man, zoekt natuurlijk elders sympathie en gezelschap. Toch -gaat de jaloezie der drankzuchtigen veel verder dan haar basis, de feitelijke aanleiding -er toe, en hangt samen met waandenkbeelden en hallucinaties. (Zie b.v. G. Dumas, “<span lang="fr">La Logique d’un Dément</span>”, <i lang="fr">Revue Philosophique</i>, Febr. 1908; ook Stefanowski, “<span lang="en">Morbid Jealousy</span>”, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Juli 1893). <a class="fnarrow" href="#xd29e12560src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12590" href="#xd29e12590src">39</a></span> Ellen Key, <i>Over liefde en huwelijk</i>, blz. 335. <a class="fnarrow" href="#xd29e12590src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12669" href="#xd29e12669src">40</a></span> Schrempf wijst er op (“<span lang="de">Von Stella zu Klärchen</span>”, <i lang="de">Mutterschutz</i>, 1906, afl. 7, p. 264), dat Goethe in <i>Egmont</i> getracht heeft aan te toonen, dat een vrouw teruggestooten wordt door de liefde van -een man, die niets anders kent dan zijn liefde voor haar, en dat het voor haar gemakkelijk -is zich te wijden aan den man, wiens plannen liggen in de grootere wereld buiten haar. -Er is een diepe waarheid in deze wijze van zien. <a class="fnarrow" href="#xd29e12669src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12684" href="#xd29e12684src">41</a></span> Eene bespreking over “Platonische vriendschap” van deze soort door verschillende auteurs, -meest vrouwen, wier opinies bijna gelijkelijk verdeeld waren, kan men, bij voorbeeld, -vinden in de <i lang="en">Lady’s Realm</i>, Maart, 1900. <a class="fnarrow" href="#xd29e12684src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12704" href="#xd29e12704src">42</a></span> Er zijn ongetwijfeld belangrijke uitzonderingen. Zoo was de beroemde vriendschap van -Mérimée met Mlle. Jenny Dacquin, die vervat is in de <i lang="fr">Lettres à une Inconnue</i> misschien volkomen Platonisch aan den kant van Mérimée, terwijl Mlle. Dacquin zich -aan die houding aanpaste. Vergelijk A. Lefebvre, <i lang="fr">La Célèbre Inconnue de Mérimée</i>, 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e12704src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12743" href="#xd29e12743src">43</a></span> De minnebrieven van al deze beroemde personen zijn uitgegeven. Rosa Mayreder (<i lang="de">Zur Kritik der Weiblichkeit</i>, blz. 229 <i>et seq.</i>) bespreekt de nederige en absolute wijze, waarop zelfs mannen van het meest mannelijke -en heerschzuchtige genie zich overgeven aan de inspiratie van de geliefde vrouw. Het -geval van de Brownings, die genoemd zijn <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>de held en de heldin van de mooiste liefdesgeschiedenis, die de wereld kent”, is vooral -bekend; (Ellen Key heeft in <i>Menschen</i> over de Brownings geschreven uit dit gezichtspunt, en we kunnen verwijzen naar een -artikel over de minnebrieven van de Brownings in de <i lang="en">Edinburgh Review</i>, April, 1899). Het is nauwelijks noodig te zeggen, dat een erotische verhouding van -veel belang kan zijn voor personen van groote intellectueele bekwaamheid, zelfs als -de uitslag niet gelukkig is; van Mary Wollstonecraft, een van de op intellectueel -gebied meest beroemde vrouwen kan gezegd worden, dat de brieven, die haar liefde bevatten -voor den onwaardigen Imlay, tot de meest hartstochtelijke en pathetische minnebrieven -behooren, die er in het Engelsch bestaan. <a class="fnarrow" href="#xd29e12743src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="ch12" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd29e518">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">DE WETENSCHAP DER VOORTPLANTING</h2> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb523" href="#pb523">523</a>]</span></p> -<div class="argument"> -<p class="first">De betrekking tusschen de wetenschap der voortplanting en de kunst van liefhebben.—Sexueele -begeerte en sexueel genot als de voorwaarden der conceptie.—De voortplanting was vroeger -overgelaten aan luim en begeerte.—Het vraagstuk der voortplanting als een godsdienstkwestie.—Het -geloof in eugeniek.—Ellen Key en Francis Galton.—Onze schuld tegenover de nakomelingschap.—Het -vraagstuk natuurlijke keuze te vervangen.—De oorsprong en de ontwikkeling der eugeniek.—Het -algemeen aannemen van de principes der eugeniek tegenwoordig.—De twee wegen, waarop -de principes der eugeniek in praktijk worden gebracht.—Het besef van sexueele verantwoordelijkheid -bij de vrouwen.—Verwerping van het opgedrongen moederschap.—Het privilege van het -vrijwillige moederschap.—Oorzaken van het in minachting brengen van het moederschap.—De -beperking der conceptie.—Zij wordt tegenwoordig door de meerderheid der bevolking -in beschaafde landen in praktijk gebracht.—De drogrede “zelfmoord van het ras”.—Zijn -groote families een merkteeken van degeneratie?—Het beperken van de voortplanting -is het gevolg van natuurlijken en beschaafden vooruitgang.—Het toenemen der Nieuw-Malthusianistische -ideeën en gebruiken.—Facultatieve steriliteit onderscheiden van Nieuw-Malthusianisme.—De -medische en hygiënische noodzakelijkheid van de beperking der conceptie.—Voorbehoedmiddelen.—Miskraam.—De -nieuwe leer van den plicht miskraam op te wekken.—In hoeverre is dit te rechtvaardigen?—Castratie -als methode om de voortplanting te beperken.—Negatieve eugeniek en positieve eugeniek.—De -kwestie van getuigschriften voor het huwelijk.—De ontoereikendheid van het vaststellen -der eugeniek door de wetgeving.—Het scherpen van het maatschappelijk geweten met betrekking -tot de erfelijkheid.—Beperking van de geschiktheid voor het moederschap.—De voor de -verwekking gunstige voorwaarden.—Steriliteit.—De kwestie van kunstmatige bevruchting.—De -voor de voortplanting meest gunstige leeftijd.—De kwestie van het vroege moederschap.—De -beste tijd voor de voortplanting.—De voleindiging van den goddelijken levenskring.</p> -</div> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Wij hebben gezien, dat de kunst van liefhebben een zelfstandig en wettig recht heeft, -geheel afgescheiden van de voortplanting. Zelfs als we nog meenden—zooals alle menschen -moeten geloofd hebben en sommige stammen van Midden-Australië nog gelooven<a class="noteref" id="xd29e12780src" href="#xd29e12780">1</a>—<span class="pagenum">[<a id="pb524" href="#pb524">524</a>]</span>dat sexueel verkeer geen essentieel verband houdt met de voortplanting, dan zou dit -verkeer toch nog zijn rechtvaardiging hebben. In zijn fijnere uitingen als kunst wordt -ze in de beschaafde wereld vereischt voor de volle ontwikkeling van het individu, -en ze is even noodzakelijk voor de duurzaamheid van de betrekkingen tusschen man en -vrouw, die wel overal als een eisch der maatschappelijke moraal beschouwd wordt. -</p> -<p>Als wij ons nu wenden naar den tweeden grondfactor van het huwelijk, de voortplanting, -dan is het eerste punt, dat we ontmoeten, dat de kunst van liefhebben ook hier haar -plaats heeft. Vroeger hield men de sexueele overeenstemming van iederen man met iedere -vrouw voor iets, dat zóo van zelf sprak, dat alle vragen van liefde en van de kunst -van liefhebben buiten beschouwing konden blijven. Men meende, dat de daad der voortplanting -zóo onpersoonlijk, zoo zonder belangstelling kon gedaan worden als ze volgens de beschouwing -der kerkvaders in het paradijs gedaan is. Deze opvatting is niet langer aannemelijk. -Ze trekt de mannen niet aan en stoot de vrouwen af. Wij weten, dat in de beschaafde -wereld, ten minste bij beschaafde menschen—en het is dikwijls ook zoo bij natuurvolken—erethisme -niet licht tot stand komt tusschen twee op goed geluk te zamen gebrachte personen, -zelfs niet als zij meer speciaal uitgekozen zijn. En wij weten ook uit de ervaring -van bekende gynæcologen, dat het in vele gevallen voor de conceptie niet genoeg is, -dat de cohabitatie plaats vindt, maar dat daarvoor een voorafgaand orgasme noodig -is. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Vele natuurvolken en ook de theologen van de Middeleeuwen hebben gemeend, dat sexueele -opwinding van de vrouw voor de conceptie noodig is, al was dit inzicht ook niet vrij -van dwalingen en bijgeloof. Eenige van de voorzichtigste en meest ervaren moderne -gynaecologen zijn van dezelfde meening. Zoo betoogde Matthews Duncan (in zijn verhandeling -over <i lang="en">Sterility in Women</i>), dat de afwezigheid van sexueele begeerte bij vrouwen, en de afwezigheid van genot -bij de sexueele daad beschouwd kunnen worden als machtige invloeden ter bevordering -van de steriliteit. Hij geeft een statistiek naar aanleiding van zijn ziektegeschiedenissen, -waaruit blijkt, dat van bijna vierhonderd steriele vrouwen slechts ongeveer een vierde -sexueel verlangen ondervonden, terwijl minder dan de helft genot ondervond bij de -sexueele daad. Daar er echter geen correspondeerende statistiek is over vruchtbare -vrouwen, is hiermee niets absoluut bewezen en op zijn hoogst is er een waarschijnlijkheid -vastgesteld. -</p> -<p>Kisch heeft de kwestie onlangs (<i lang="de">Sexualleben der Frauen</i><span class="corr" id="xd29e12800" title="Bron: (">, </span><i lang="en">Sexual Life of Women</i>) grondig behandeld en komt tot de conclusie, dat het “hoogst waarschijnlijk” is, -dat de werkdadige erotische deelname van de vrouw aan den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> een belangrijke schakel is in den keten van voorwaarden, die aanleiding geven tot -de conceptie. Ze werkt, naar hij opmerkt, op een van twee wijzen of op beide wijzen, -doordat ze reflexveranderingen teweeg brengt in de afscheidingen der cervix, en zoo -den doorgang voor de Spermatozoën vergemakkelijkt en doordat ze reflexveranderingen -in de oprichting der cervix veroorzaakt, met een gering zakken van den uterus, waardoor -het binnendringen van het zaad gemakkelijker gemaakt wordt. Kisch verwijst naar het -analoge feit, dat het eerste optreden van de menstruatie begunstigd wordt door sexueele -opwinding. -</p> -<p>Sommige autoriteiten beweren zelfs, dat geen bevruchting mogelijk is, voordat <span class="pagenum">[<a id="pb525" href="#pb525">525</a>]</span>sexueele opwinding bij vrouwen voorkomt. Deze bewering schijnt wel te boud. Het is -waar, dat het voorkomen van bevruchting in den slaap, of bij anæsthesie, er niet tegenover -gesteld kan worden, want wij weten, dat de onbewustheid van deze toestanden in het -geheel niet belet, dat er volkomen sexueele opwinding plaats vindt. We moeten echter -het feit, dat bevruchting dikwijls niet voorkomt maanden en zelfs jaren na het huwelijk, -hiermee in verband brengen, dat sexueel genot bij <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> aan den kant van de vrouw dikwijls ook niet voorkomt in een zelfde tijdsverloop.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>“Van alle menschelijke instincten”, heeft Pinard gezegd<a class="noteref" id="xd29e12818src" href="#xd29e12818">2</a>, “is dat van de voortplanting het eenige, dat in den primitieven toestand blijft -en niet vervormd en veranderd is. Wij brengen tegenwoordig nog kinderen voort, zooals -men in het steenen tijdperk kinderen voortbracht. De belangrijkste daad in het leven -van den mensch, de verhevenste van alle daden, omdat het de daad is van de voortplanting, -volbrengt de mensch tegenwoordig met even groote zorgeloosheid als in den tijd van -den holbewoner”. En hoewel Pinard zelf, als de stichter van de puericultuur, er in -hooge mate toe heeft bijgedragen om de aandacht te vestigen op het groote belang van -de daad der voortplanting, blijft er toch nog een bedroevende mate van waarheid in -deze bewering. “Volgende geslachten”, schrijft Westermarck in zijn groote geschiedenis -van de moreele denkbeelden<a class="noteref" id="xd29e12823src" href="#xd29e12823">3</a>, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>zullen waarschijnlijk met een soort van afgrijzen terugzien op deze periode, toen -de meest belangrijke en in zijn gevolgen verst strekkende functie, die den mensch -is ten deel gevallen, geheel was overgelaten aan de willekeur en den lust van het -individu”. -</p> -<p>Men zegt ons, dat de groote Luther in zijn <span class="corr" id="xd29e12832" title="Bron: tafelredenen">tafelreden</span> gewoon was te zeggen, dat de wijze van God om den mensch te maken zeer dwaas was -(“<span lang="de">sehr närrisch</span>”), en dat, als God zich verwaardigd had hem om raad te vragen, hij Hem ten sterkste -zou hebben aangeraden om het geheele menschelijke ras te maken, zooals Hij Adam maakte, -“uit klei”. En zeker was er, als ze wordt toegepast op de zorgelooze en roekelooze -wijze, waarop ten tijde van Luther, evenals nu nog voor het grootste gedeelte in onzen -eigen tijd gewoonlijk bij de verwekking wordt gehandeld, veel waarheid in de opmerking -van den Hervormer. Als dat de wijze is, waarop de voortplanting moet volbracht worden, -zou het beter zijn ieder nieuw menschelijk wezen opnieuw uit klei te vormen; op die -wijze zouden we ten minste slechte erfelijkheid kunnen vermijden. Het was echter onrechtvaardig -de verantwoording op God te werpen. Het zijn de mannen en de vrouwen, die de menschen -opvoeden, die de wereld goed of slecht maken. Zij trachten de verkeerdheden van de -maatschappij te schuiven op iets buiten hen zelf. Zij zien hoe groot een aantal menschen -ontaard <span class="pagenum">[<a id="pb526" href="#pb526">526</a>]</span>zijn, treurig aangelegd, anti-maatschappelijk, niet in staat een gezond en mooi menschelijk -leven te leiden. In oude theologische taal werd dikwijls gezegd, dat dezulken kinderen -van den duivel waren, en Luther zelf was dikwijls bereid genoeg om het kwaad van de -wereld toe te schrijven aan de directe inmenging van den duivel. Toch zijn deze treurig -aangelegde menschen, die achter den maatschappelijken wagen aanhinken ten slotte in -werkelijkheid menschenkinderen. De eenige duivel, die we met recht in deze zaak kunnen -erkennen, is de mensch zelf. -</p> -<p>Het gebod “Wees vruchtbaar en vermenigvuldig u”, dat de oude Hebreeërs in den mond -legden van den God van hun stam, was, zooals Crackanthorpe zegt<a class="noteref" id="xd29e12842src" href="#xd29e12842">4</a> een gebod, dat waarschijnlijk uitgevaardigd werd toen er maar acht menschen op de -wereld waren. Als de tijd ooit weer zou komen, waarop de inwoners van de wereld op -iemands vingers konden geteld worden, zou zulk een aanmaning weer op haar plaats zijn. -Maar we moeten in herinnering houden, dat tegenwoordig het menschengeslacht de aarde -bedekt bij honderde en honderde en zelfs duizende millioenen van schepselen, waarvan -een groot aantal, zooals maar al te duidelijk is, nooit had moeten geboren worden, -en de stem van Jehova doet zich nu in zeer verschillenden zin hooren door de leiders -van het menschengeslacht. -</p> -<p>Het is niet te verwonderen dat, daar dit feit algemeen erkend begint te worden, de -kwestie van de voortplanting van het ras een nieuwe beteekenis moet verkrijgen, en -zelfs het karakter moet aannemen van een nieuwe godsdienstige beweging. Moraliteit -alleen kan er ons nooit toe brengen ons te bekommeren om de toekomst van het ras en -in vroeger dagen plachten de menschen te protesteeren tegen de neiging de belangen -van den godsdienst ondergeschikt te maken aan die van “zuivere moraliteit”. Er lag -een gezond natuurlijk instinct ten grondslag aan dat protest, dat zoo dikwijls en -met zooveel kracht door het Christendom is gedaan en dat nu weer in een meer intelligenten -vorm herleefd is. De eisch van het ras is de eisch van den godsdienst. Wij moeten -oppassen, dat we dien eisch niet ondergeschikt maken aan onze moraal. Moraal is werkelijk -een onvermijdelijk deel van onze maatschappelijke orde, waaraan we niet kunnen ontsnappen; -iedere gemeenschap moet haar <i lang="la">mores</i> hebben. Maar wij hebben geen recht een fetish te maken van onze moraal, waaraan wij -de hoogste belangen opofferen, die ons zijn toevertrouwd. De naties, die dat gedaan -hebben, hebben hun eigen doodvonnis geteekend<a class="noteref" id="xd29e12852src" href="#xd29e12852">5</a>. Uit dit oogpunt is het geheele Christendom, goed beschouwd, met zijn <span class="pagenum">[<a id="pb527" href="#pb527">527</a>]</span>diepe overtuiging van de noodzakelijkheid van voorzorg en voorbereiding tot het leven -hiernamaals, een voorbereiding geweest voor de eugeniek, een leerschool voor het kweeken -van een hooger ideaal in ons dan het zelf leerde, en we kunnen ons derhalve niet verwonderen -over de stevigheid van de basis, waarop de eugenistische levensopvattingen zich ontwikkelen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De meest bekende pioniers van de nieuwe beweging van toewijding aan de schepping van -het ras schijnen onafhankelijk van elkaar den godsdienstigen aard ervan erkend te -hebben. Deze houding is even duidelijk merkbaar bij Ellen Key als bij Francis Galton. -In haar <i>Eeuw van het Kind</i> (in 1909 in het Engelsch vertaald), identificeert zij zich geheel met de beweging -der eugeniek. “Het is alleen maar een kwestie van tijd”, schrijft zij ergens anders -(<i>Over Liefde en Huwelijk</i>, p. 445), “wanneer de houding van de maatschappij jegens een sexueele vereeniging -niet zal afhangen van den vorm van die vereeniging, maar van de waarde van de kinderen, -die er uit voortkomen. Mannen en vrouwen zullen dan denzelfden godsdienstigen ernst -wijden aan het psychisch en physisch volmaken van deze sexueele taak, als de Christenen -gewijd hebben aan de redding van hun ziel”. -</p> -<p>Sir Francis Galton, die een paar jaar later, in 1905, over “Beperkingen in het huwelijk” -schrijft, maar ongetwijfeld onafhankelijk van de anderen, en ook over “Eugeniek als -een factor in den godsdienst” (<i lang="en">Sociological Papers van de Sociological Society</i>, deel II, blz. 13, 53), merkt op: “Godsdienstige voorschriften, gegrond op de zedeleer -en de gewoonte van vroeger dagen, hebben een nieuwen uitleg noodig om aan de behoeften -van vooruitstrevende volken te voldoen. De onze zijn al zoo ver ten achter bij de -moderne eischen, dat aanpassing aan het tegenwoordige zonder overdreven casuistiek -niet mogelijk is. Het schijnt mij toe, dat er niet veel dingen zijn, die meer noodig -zijn bij ons in Engeland, dan een herziening van onzen godsdienst, om hem in overeenstemming -te brengen met het inzicht en de behoeften van dezen tegenwoordigen tijd … Evolutie -is een groot phantasmagoria, maar ze ziet er oneindig veel belangwekkender uit, als -we weten, dat de door het verstand bepaalde werking van den wil in zekere mate in -staat is den loop ervan te leiden. De mensch heeft de macht dit in ruime mate te doen, -voor zoover de evolutie van de menschheid aangaat; hij heeft al zoo’n grooten invloed -uitgeoefend op de kwaliteit en de soortverdeeling van het organisch leven, dat de -veranderingen in de oppervlakte van de aarde, alleen door zijn wegnemen van bosschen -en zijn landbouw, te herkennen zouden zijn op een afstand zoo groot als die van de -maan. De eugeniek is een mannelijk geloof, vol hoop, en dat zich richt tot de edelste -gevoelens van onze natuur”. -</p> -<p>Zooals het altijd bij iedere groote beweging gaat, hebben eenige fanatici het geloof -in het hooge godsdienstige belang van de voortplanting tot in het belachelijke doorgevoerd. -Liefde, afgezien van de voortplanting, schrijft een van deze fanatici, Vacher de Lapouge, -in den geest van sommige van de eerste Christelijke kerkvaders (zie boven p. 465), -is een afwijking, die te vergelijken is met sadisme en sodomie. De voortplanting is -de eenige zaak, die er op aan komt, en ze moet worden “een wettig voorgeschreven maatschappelijke -plicht”, die alleen kan uitgevoerd worden door zorgvuldig uitgekozen personen; ze -moet aan anderen verboden worden, die noodzakelijkerwijze moeten worden beroofd van -de macht tot voortplanting, terwijl miskraam en kindermoord onder sommige omstandigheden -verplichtend moeten gesteld worden. Romantische liefde zal verdwijnen door een keuze-proces, -en ook alle godsdienst behalve een nieuwe vorm van phallische eeredienst (G. Vacher -de Lapouge, “<span lang="de">Die Crisis der Sexuellen Moral</span>”, <i lang="de">Politisch Antropologische Revue</i>, No. 8, 1908). Het is voldoende er op te wijzen, dat liefde altijd is en altijd wezen -moet de deur tot de verwekking. Dergelijke uitersten van fanatisme ten <span class="pagenum">[<a id="pb528" href="#pb528">528</a>]</span>opzichte van de voortplanting konden niet uitblijven, en zij maken den nadruk waarmee -hier de kunst van liefhebben besproken wordt, des te noodzakelijker.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>“Wat heeft het nageslacht voor mij gedaan, dat ik iets voor het nageslacht zou doen?” -heeft een cynicus eens gevraagd. Het antwoord is zeer eenvoudig. Het menschelijk ras -heeft alles voor hem gedaan. Alles, wat hij is en zijn kan, is er het werk van; alles, -wat hij doen kan, is het resultaat van de met moeite opgezamelde tradities ervan. -Alleen door te werken voor het scheppen van een nog beter nageslacht kan hij de goede -gaven terug betalen, die het menschelijk ras hem gegeven heeft<a class="noteref" id="xd29e12885src" href="#xd29e12885">6</a>. Evenals binnen de grenzen van dit leven velen, die weldaden en vriendelijkheden -hebben ontvangen, die ze nooit terug kunnen betalen aan de werkelijke gevers, er een -genoegen in vinden ze in plaats daarvan door dergelijke gedragingen jegens anderen -te vervangen, zoo kunnen we de van onze voorvaderen ontvangen erfenis nooit terug -betalen, behalve door ze in een beteren vorm aan onze nakomelingen over te dragen. -</p> -<p>Het is ongetwijfeld waar, dat de ontwikkeling van de eugenische idealen voor het grootste -gedeelte niet is terug te brengen tot godsdienstige gevoelens. Zij is voornamelijk -het gevolg geweest van een zeer geleidelijke, maar een zeer veel omvattende beweging -in de richting van maatschappelijke verbetering, die meer dan een eeuw aanhoudt, en -die een verbetering in zich sluit van al de levensvoorwaarden. De idealen van deze -beweging zijn in de achttiende eeuw verkondigd, we kunnen hun invloed bemerken in -’t begin van de negentiende eeuw, bij het invoeren van het moderne systeem van <span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, in den groei van de wetgeving op de fabrieken, in al de bewegingen, die het socialisme -hand in hand met het individualisme bevorderd heeft. Onvermijdelijk heeft zich de -neiging vertoond tot den bodem der zaken door te dringen; men begon te zien, dat betrekkelijk -weinig kan bereikt worden door het verbeteren van de levensomstandigheden van jongelingen; -de aandacht begon zich te concentreeren op het kind, op de embryo in den schoot van -zijn moeder, en dit liep uit op de door Pinard geïnspireerde vruchtbare beweging der -puericultuur, en eindelijk is het probleem teruggebracht tot zijn bron, tot de verwekking, -en de regeling van de sexueele keuze tusschen families en individuen als de eerste -levensvoorwaarde. Hier hebben wij de studie van de eugeniek, waarvoor Galton zooveel -gedaan heeft om ze te maken tot een bepaalde, levensvatbare en praktische studie, -en die hij in haar ruimere uitgebreidheid definieert als “de studie, die handelt over -die maatschappelijke eugeniek, die geestelijk of physiek invloed uitoefent op de kwaliteiten -van het ras van toekomstige geslachten”. <span class="pagenum">[<a id="pb529" href="#pb529">529</a>]</span>In haar ruimste beteekenis is de eugeniek, zooals Galton ergens anders zegt, de poging -van den mensch “de natuurlijke keuze te vervangen door andere processen, die meer -zachtzinnig zijn en niet minder uitwerking hebben”. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In het laatste hoofdstuk van zijn <i lang="en">Memories of My Life</i> (1908), over “Verbeteringen van het ras”, zet Sir Francis Galton den oorsprong en -de ontwikkeling uiteen van zijn opvatting van de wetenschap der eugeniek. Het woord -“eugeniek” gebruikte hij het eerst in 1884, in zijn <i lang="en">Human Faculty</i>, maar het begrip dateert van 1865, en zelfs van nog vroeger. Galton heeft niet lang -geleden de problemen der eugeniek behandeld in verhandelingen, voorgedragen in de -Sociological Society (<i lang="en">Sociological Papers</i>, deel I en II, 1905), in de lezing over Herbert Spencer over “Waarschijnlijkheid -de grondslag der eugeniek” (1907) en elders. Galton’s talrijke gegevens over dit onderwerp -zijn nu uitgekomen in een verzameling door de <span lang="en">Eugenics Education Society</span>, die in 1907 opgericht werd, om de houding der eugeniek jegens maatschappelijke kwesties -te bevorderen en populair te maken; door deze maatschappij wordt gepubliceerd <i lang="en">The Eugenics Review</i>. Aan den meer zuiver wetenschappelijken kant wordt de eugeniek bestudeerd aan het -laboratorium voor eugeniek aan de universiteit te Londen, dat opgericht is door Sir -Francis Galton, en nu samenwerkt met Professor Karl Pearson’s biometrisch laboratorium, -in University College. Veel van het statistieke werk van Professor Karl Pearson in -deze en hiermee verwante richtingen, is de uitwerking van ideeën en wenken, aangegeven -door Galton. Zie bv. de lezing van Karl Pearson over Robert Boyle, “Het doel en het -belang voor den staat van de wetenschap der nationale eugeniek” (1907). <i lang="en">Biometrica</i>, door Karl Pearson uitgegeven te zamen met andere werkers, bevat talrijke statistische -gegevens over de eugeniek. In <span class="corr" id="xd29e12920" title="Bron: Amerika">Duitschland</span> is het <i lang="de">Archiv für Rassen und Gesellschafts-biologie</i> en de <i lang="de">Politisch-Anthropologische Revue</i> in ruime mate bezig met verschillende van zulke onderwerpen, en ook in Amerika publiceert -<i lang="en">The Popular Science Monthly</i> van tijd tot tijd artikelen, die betrekking hebben op de eugeniek.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er is een tijd geweest, dat men geneigd was over de beweging der eugeniek te spotten -of ze belachelijk te maken. Ze werd beschouwd als een poging van de menschen om menschen -te fokken, zooals de boeren vee fokken, en men hield het voor gemakkelijk genoeg om -deze nieuwe beweging uit den weg te ruimen met de opmerking, dat de liefde spot met -deuren en grendels. Nu begint ze beter begrepen te worden. Alleen fanatici droomen -ervan de liefde af te schaffen, om het paren volgens vaste regels te verkrijgen. Het -is alleen maar de kwestie het mogelijk aantal deelgenooten te beperken, waaruit ieder -een deelgenoot zou kunnen kiezen, en dat, moeten we in herinnering houden, is altijd -gedaan, zelfs door natuurvolken, want, zooals wel eens gezegd is, “de eugeniek is -de oudste van de wetenschappen”. De kwestie heeft alleen een anderen vorm gekregen. -In plaats van mechanisch beperkt te zijn door stand, beginnen we te zien, dat de keuze -van sexueele deelgenooten met verstand beperkt moet worden door werkelijke geschiktheid. -Geheel gemengde huwelijken zijn nooit regel geweest; de mogelijkheid der keuze is -altijd beperkt geweest, en de meest primitieve volken hebben de duidelijkste zelfbeheersching -vertoond. Dit is niet alleen het geval onder <span class="pagenum">[<a id="pb530" href="#pb530">530</a>]</span>oudere rassen, maar onder onze eigen Europeesche voorvaders. Gedurende de geheele -periode van de overheersching van de Katholieken heeft de kanonieke wet de bezwaren -tegen het huwelijk vermeerderd, bv. door voor te schrijven, dat bloedverwantschap -tot in den vierden graad, zoowel als geestelijke betrekking, een bezwaar is; door -zulke willekeurige beletsels beperkte ze den kring van mogelijke deelgenooten ten -minste evenzeer, als ze beperkt zou geworden zijn door de meer redelijke voorschriften -van eugenistische overwegingen. -</p> -<p>Tegenwoordig kunnen we wel zeggen, dat het principe van het vrijwillig beheerschen -van de verwekking niet voor de zelfzuchtige doeleinden van het individu, maar om ziekte -te doen verdwijnen, om de menschelijke ellende te doen verminderen, en om het algemeene -niveau te verheffen van de menschheid door het ideaal van de kwaliteit in de plaats -te stellen van het vulgaire denkbeeld der enkele kwantiteit, nu algemeen aangenomen -is, evenzeer door medische pathologen, embryologen en neurologen, als door sociologen -en moralisten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het zou gemakkelijk zijn over deze kwestie vele aanhalingen te geven van beroemde -autoriteiten. Zoo wijst Metchnikoff er op (<i lang="fr">Essais Optimistes</i>, p. 419), dat orthobiosis de beperking van het nageslacht in zich schijnt te sluiten -in den strijd tegen de ziekte. Ballantyne besluit zijn groote verhandeling over <i lang="en">Antenatal Pathology</i> met de bewering, dat “Eugeniek” of het verkrijgen van gezonde kinderen een van de -meest dringende problemen ter wereld is. Dr. Louise Robinovitch, de uitgeefster van -de <i lang="en">Journal of Mental Pathology</i> heeft in een schitterende en diepzinnige verhandeling, die zij voorgedragen heeft -op het Congres voor Psychologie in 1905, zeer juist in denzelfden geest gesproken: -“De volken hebben nog niet de kracht van de voortteling verheven tot de waardigheid -van een kracht. Andere krachten, die ons bekend zijn, zelfs van den laagsten graad, -zijn reeds lang met wijsheid tot nuttigheid gebracht, en hun werkzaamheden gebaseerd -op het principe van de striktst mogelijke economie. Deze economische utilisatie is -niet teweeg gebracht door het opdringen van wettelijke beperkingen, maar door het -gestadig voortschrijdend menschelijk verstand. Het economisch behandelen van de kwestie -der verwekking zal, evenals de economische functie van andere krachten, teweeg gebracht -worden door een gestadige en voortschrijdende verstandelijke ontwikkeling van de volken”. -“Er zijn omstandigheden”, zegt C. H. Hughes (“<span lang="en">Restricted Procreation</span>”, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Mei 1908), “waaronder het verwekken van een menschelijk leven even ernstig misdadig -kan zijn als het nemen van een leven, dat reeds is begonnen”. -</p> -<p>Van algemeen biologische, evenals van sociologische zijde, wordt hetzelfde standpunt -steeds meer algemeen ingenomen, want het wordt erkend als het onvermijdelijk gevolg -van bewegingen, die reeds lang aan den gang zijn. -</p> -<p>Haycraft, verwijzende naar de wet op het verhinderen van wreedheid voor kinderen (<i lang="en">Darwinism and Race Progress</i>, p. 160), schreef: “Reeds heeft de publieke opinie zich uitgesproken in den algemeenen -regel, dat een man en een vrouw, als ze een kind krijgen, de verplichting op zich -moeten nemen er voor te zorgen, dat dat kind niet aan wreedheid en ontbering onderworpen -zal worden. Het is maar een stap meer, te zeggen dat een man en een vrouw verplicht -moeten zijn geen kinderen voort te brengen als het zeker is, dat ze zullen hebben -te lijden door een gebrekkig physiek, en dat ze een ongelijken strijd zullen hebben -te strijden met hun medemenschen”. Professor J. Arthur Thomson <span class="pagenum">[<a id="pb531" href="#pb531">531</a>]</span>pleit in zijn boek over <i lang="en">Heredity</i> (1908) met kracht en toch gematigd voor verstandige methoden der eugeniek, zooals -ze speciaal geëischt wordt in een tijd als de onze, waarin aan de ongeschikten een -betere kans wordt gegeven zich te vermenigvuldigen dan zij ooit gehad hebben. En Bateson, -die verwijst naar de aangroeiende kennis over de erfelijkheid (<i lang="en">Mendel’s Principles of Heredity</i>, 1909, p. 305) merkt op: <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>Genetische kennis moet zeker leiden tot nieuwe opvattingen over rechtvaardigheid, -en het is in het geheel niet onmogelijk, dat, in het licht van zulke kennis, de publieke -opinie met genoegen maatregelen zal begroeten, die waarschijnlijk meer zullen doen -voor het doen verdwijnen van den misdadiger en den gedegenereerde, dan door eeuwen -van strafverordeningen bereikt is”. Aankomende jongelingen en meisjes moeten leeren, -zegt Anton von Menger, in zijn laatste boek, de overtuigende <i lang="de">Neue Sittenlehre</i> (1905), dat het voortbrengen van kinderen onder bepaalde omstandigheden een misdaad -is; zij moeten ook leeren zich vrijwillig van conceptie te onthouden, ook al zijn -zij gezond; zulk onderwijs, voegde Menger er terecht aan toe, is een noodzakelijke -voorbereiding voor iedere wetgeving in deze richting. -</p> -<p>In de laatste jaren zijn vele boeken en artikelen gewijd aan de beschrijving van eugenistische -methoden. Wij mogen bij voorbeeld vermelden <i lang="en">Population and Progress</i> (1907), door Montague Crackanthorpe, President van de <span lang="en">Eugenics Education Society</span>. Zie ook Havelock Ellis, “<span lang="en">Eugenics and St. Valentine</span>”, <i lang="en">Nineteenth Century and After</i>, May, 1906. Het verdient vermelding, dat bijna veertig jaar geleden Miss J. H. Clapperton, -in haar <i lang="en">Scientific Meliorism</i> (1885, hoofdst. XVII) er op gewezen heeft, dat de vrijwillige beperking van de verwekking -door Nieuw-Malthusianistische methoden, afgezien van zuivere voorzichtigheidsmotieven, -die daar duidelijk erkend worden, “een nieuwe sleutel is tot de sociale positie”, -en een noodzakelijke voorwaarde voor “nationale hervorming”. Het <i lang="en">Groundwork of Eugenics</i> (1909), van Professor Karl Pearson is misschien de beste introductie tot het onderwerp. -We kunnen ook vermelden <i lang="en">Parenthood and Race Culture</i> (1909), dat op populaire en enthoesiaste wijze geschreven is. -</p> -<p>In hoe ruimen kring de algemeene principes van de eugeniek zijn aangenomen als de -gezonde methode om het niveau van het menschelijk ras te verheffen, bleek duidelijk -op een bijeenkomst van de Sociological Society, in 1905, toen, nadat Sir Francis stukken -over de kwestie had voorgelezen, de vergadering de meening hoorde van talrijke sociologen, -economen, biologen en bekende denkers in verschillende landen, die tegenwoordig waren, -of die bericht gestuurd hadden. Ongeveer een en twintig drukten min of meer onvermengden -bijval uit, en maar drie of vier hadden bezwaren in te brengen, meest over bijzaken -(<i lang="en">Sociological Papers</i>, gepubliceerd door de Sociological Society, dl. II, 1905).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Als we vragen langs welke kanalen deze impuls tot het controleeren van de verwekking -voor de verheffing van het ras uitdrukking vindt in het praktische leven, dan zullen -we zeker vinden, dat er minstens twee zulke kanalen zijn: 1) de aangroeiende zin voor -sexueele verantwoordelijkheid bij mannen zoowel als bij vrouwen, en 2) het succes -van het controleeren van de verwekking, dat in de laatste jaren bereikt is, door het -algemeen aannemen van methoden voor het voorkomen van de conceptie. -</p> -<p>Het is reeds noodig geweest in een vorig hoofdstuk de vèrstrekkende beteekenis te -bespreken van de persoonlijke verantwoordelijkheid van de vrouw als een element in -de wijziging van het sexueele leven van moderne gemeenschappen. Hier behoeven we er -alleen op te wijzen, dat het autonome gezag van een vrouw over <span class="pagenum">[<a id="pb532" href="#pb532">532</a>]</span>haar eigen persoon, in sexueele zaken, van haar kant een toestemming tot de daad der -verwekking noodig maakt die opzettelijk moet zijn. Wij zijn geneigd te denken, dat -dit een nieuwe en bijna revolutionaire eisch is; maar het is ongetwijfeld een natuurlijk, -oud en erkend voorrecht van vrouwen, dat ze geen moeder zullen worden zonder haar -eigen toestemming. Zelfs in de tot den Islam behoorende wereld van de <i>Arabische Nachtvertellingen</i>, vinden wij, dat groote lof wordt toegekend aan de “deugd en den moed” van de vrouw, -die, nadat ze in haar slaap verkracht is, het kind, dat de vrucht is van deze onvrijwillige -vereeniging, op den openbaren weg heeft tentoongesteld en verlaten, omdat zij, naar -ze zeide, “niet de verantwoordelijkheid op zich wilde nemen voor Allah van een kind, -dat zonder mijn toestemming geboren is”<a class="noteref" id="xd29e13015src" href="#xd29e13015">7</a>. De goedkeuring, waarmee deze geschiedenis verteld wordt, toont duidelijk aan, dat -het den aanhangers van den Islam volkomen rechtvaardig en menschelijk toescheen, dat -een vrouw geen kind zou hebben, dan met haar eigen opzettelijken wil. Wij zijn later -gewoon geweest te zeggen, dat de staat kinderen noodig heeft, en dat het de taak en -de plicht van vrouwen is, die te verstrekken. Maar de staat heeft evenmin als het -individu het recht een vrouw tegen haar zin te verkrachten. Wij beginnen ons duidelijk -voor oogen te stellen, dat, als de staat kinderen noodig heeft, hij het voor vrouwen -aangenaam moet maken om ze voort te brengen, zooals onder natuurlijke en billijke -omstandigheden zeker het geval zal zijn. “De vrouwen zullen het probleem van de menschheid -oplossen”, zeide Ibsen in een van zijn zeldzame, overtuigende persoonlijke uitlatingen, -“en zij zullen het doen als moeders”. Maar het is niet denkbaar, dat een kwestie ooit -zou kunnen opgelost worden door een hulpelooze, onwillige en onvrijwillige daad, die -niet eens de hoogte bereikt heeft van dierlijke vreugde. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er wordt soms gemeend, en zelfs aangenomen, dat de eisch van vrouwen, dat het moederschap -nooit gedwongen zal zijn, beteekent, dat zij onder geen conditie moeders willen zijn. -In een paar gevallen kan dat zoo wezen, maar het is zeker niet het geval wat de meerderheid -van de gezonde vrouwen in alle landen betreft. Integendeel gaat deze eisch gewoonlijk -gepaard met den wensch het moederschap te verheerlijken, en dikwijls zelfs met de -gedachte het moederschap uit te breiden tot velen, die er tegenwoordig van uitgesloten -zijn. “Het schijnt mij toe”, schreef Lady Henry Somerset, eenige jaren geleden (<span class="corr" title="Niet in bron">“</span><span lang="en">The Welcome Child</span><span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, <i lang="en">Arena</i>, April, 1895), “dat het leven beter en edeler zal zijn, hoe meer wij erkennen, dat -er geen onkieschheid is in den climax en de kroon van de scheppende kracht, maar dat -ze eerder de hoogste glorie van het ras is. Maar als vrijwillig moederschap de kroon -van het ras is, onvrijwillig moederschap is juist het tegenovergestelde.… Alleen als -man en vrouw beiden geleerd hebben, dat de heiligste van alle functies, die aan de -vrouwen gegeven zijn, moet uitgeoefend worden door den vrijen wil alleen, kunnen er -kinderen geboren worden voor deze wereld, die in zich hebben de vreugdevolle <span class="pagenum">[<a id="pb533" href="#pb533">533</a>]</span>wensch om te leven, die dat allerbeste voorrecht van de jeugd voor zich eischen: de -zekerheid, dat zij zich kunnen ontplooien in den zonneschijn van de liefde, die hun -toekomt.<span class="corr" title="Niet in bron">”</span> Ook Ellen Key, die er op wijst (<i>Over Liefde en Huwelijk</i>, blz. 14, 265), dat de tirannie van den ouden Protestantschen godsdienstigen geest, -die van vrouwen eischte onbeperkte onderwerping aan een vreugdeloos moederschap binnen -“het gepleisterde graf van het huwelijk” nu langzamerhand gebroken wordt, verheerlijkt -de voorrechten van het vrijwillige moederschap, terwijl ze toegeeft, dat er enkele -uitzonderingsgevallen kunnen zijn, waarin vrouwen zich misschien zullen onttrekken -aan het moederschap ter wille van de andere eischen van haar persoonlijkheid, hoewel -“als een algemeene regel, de vrouw, die het moederschap weigert om de menschheid te -dienen is als de soldaat, die zich op den vooravond van een slag voorbereidt voor -den komenden strijd door zich de aderen te openen”. Helene Stöcker beschouwt ook het -moederschap als een van de eischen, die tegenwoordig met steeds grooteren nadruk door -de vrouwen gesteld worden. “Als tegenwoordig”, zegt zij, (In de voorrede van <i>Liefde en de Vrouwen</i>, 1906), “alle goede dingen van het leven geëischt worden ook door de vrouwen—verstandelijke -ontwikkeling, economische onafhankelijkheid, een gelukkige roeping in het leven, een -geëerbiedigde maatschappelijke positie—en tevens, als even van zelf sprekend, het -huwelijk en een kind, dan klinkt die eisch niet meer, zooals eenige jaren geleden, -als de stem eens roependen in de woestijn”. -</p> -<p>De vernedering, waartoe het moederschap in de oogen van velen, vervallen is, berust -voor een deel op de neiging de vrouwen van iedere stem in deze kwestie te berooven, -en voor een deel op wat H. G. Wells noemt (<i lang="en">Socialism and the Family</i>, 1906) de monsterachtige dwaasheid, waarmee vrouwen haar hoogste maatschappelijke -functie, het voortbrengen en opvoeden van kinderen, volbrengen in haar vrije oogenblikken, -als het ware, terwijl zij haar “brood verdienen” door mee te werken aan het bijbrengen -van het een of ander mechanisch element aan een industrie-product van weinig waarde. -Het zou onpraktisch zijn, en zelfs niet wenschelijk, er op aan te dringen, dat getrouwde -vrouwen niet zouden mogen werken, want werken is goed voor ieder. Men taxeert, dat -meer dan dertig percent van de werkende vrouwen in Engeland getrouwde vrouwen zijn -of weduwen (James Haslam, <i lang="en">Englishwoman</i>, Juni, 1909), en alleen in de fabrieken van Lancashire waren in 1901 120.000 getrouwde -vrouwen aan het werk. Maar het zou gemakkelijk mogelijk zijn voor den staat om, in -zijn eigen belang, het zoo in te richten, dat het werk van een vrouw in een ambacht -altijd achter zou moeten staan bij haar werk als moeder. Het is te meer ongewenscht, -dat getrouwde vrouwen zouden verhinderd worden in een beroep te werken, omdat er sommige -beroepen zijn, waarvoor een getrouwde vrouw, of liever een moeder, beter toegerust -is dan een ongetrouwde vrouw. Dit is vooral het geval met onderwijs, en het zou een -goede politiek zijn aan getrouwde onderwijzeressen speciale voorrechten toe te staan -in den vorm van meerderen vrijen tijd en meer verlof. Terwijl op vele gebieden van -kennis een ongetrouwde vrouw een uitstekende onderwijzeres kan zijn, zou het in het -geheel niet gewenscht zijn, dat kinderen en voornamelijk meisjes, uitsluitend gebracht -werden onder den opvoedkundigen invloed van ongetrouwde onderwijzeressen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het tweede groote kanaal, waardoor de impuls tot het controleeren van de verwekking -als verbetering van het ras het praktische leven binnen komt, is door het algemeen -aannemen, onder de beschaafde standen van alle landen—en wij moeten in herinnering -houden, dat, in deze zaak ten minste, alle standen langzamerhand beschaafd beginnen -te worden—van methoden tot het voorkomen van de conceptie, behalve wanneer de conceptie -bepaald gewenscht wordt. We mogen niet langer de geldigheid van deze contrôle bespreken, -<span class="pagenum">[<a id="pb534" href="#pb534">534</a>]</span>want zij is een feit en is deel geworden van onze moderne moraal. “Als een gedragslijn -als gewoonte en met opzet gevolgd wordt door een groote menigte van menschen, die -zich overigens goed gedragen, die waarschijnlijk een meerderheid vormen in de geheele -beschaafde klasse van de natie”, zooals Sidney E. Webb het terecht uitdrukt, “dan -moeten wij aannemen, dat ze niet in strijd is met hun werkelijk wetboek van zedelijkheid<span class="corr" title="Niet in bron">”</span><a class="noteref" id="xd29e13055src" href="#xd29e13055">8</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er kan geen twijfel aan zijn, dat, voor zoover Engeland betreft, het voorkómen van -de conceptie in praktijk wordt gebracht uit voorzichtigheids- of andere motieven, -door de groote meerderheid van de welopgevoede standen. Dit feit is bekend onder allen, -die nauwkeurig op de hoogte zijn van de feiten van het Engelsche familieleven. Zoo -schrijft Dr. A. W. Thomas (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Oct. 20, 1906, p. 1066): “Uit mijn ondervinding als huisdokter, kan ik zonder aarzeling -zeggen, dat negentig percent van de jonge getrouwde paren van de welgestelde klasse -<span class="corr" id="xd29e13070" title="Bron: voerbehoedmiddelen">voorbehoedmiddelen</span> gebruiken”. Als een feit schijnt deze taxatie in het ruwe eerder onder de waarheid -te zijn dan er boven. In een zeer knappe verhandeling, die ik reeds heb aangehaald, -waarin Sidney Webb aantoont, dat “de achteruitgang in het geboortecijfer veel grooter -schijnt te zijn in die wijken van de bevolking, die bewijzen geven van voorspoed en -voorzorg”, en deze achteruitgang is “voornamelijk, zoo al niet geheel, het resultaat -van opzettelijk willen”, en dat <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>een regeling van den huwelijksstaat, zooals men hem zelf wenscht, nu overal bestaat -door geheel Engeland en Wales, blijkbaar onder een groot gedeelte van de bevolking”, -worden de resultaten vermeld van een gedetailleerd onderzoek gedaan door de <span lang="en">Fabian Society</span>. Dit onderzoek omvatte 316 families, op goed geluk gekozen uit alle deelen van Groot-Brittanje, -en behoorende tot alle deelen van de middelklasse. De resultaten zijn zorgvuldig geanalyseerd -en men heeft bevonden, dat in vier en zeventig families het aantal kinderen onbeperkt -was, in twee en veertig opzettelijk beperkt. Als echter de tien jaren van 1890 tot -1899 afzonderlijk als de typische periode genomen worden, vindt men, dat van de 120 -huwelijken er 107 waren met beperkt aantal kinderen, en maar dertien met onbeperkt -aantal, terwijl van deze dertien er vijf kinderloos waren. In deze tien jaren worden -dus maar zeven vruchtbare huwelijken met een onbeperkt aantal kinderen vermeld, op -een totaal van 120. -</p> -<p>Wat waar is voor Engeland is waar voor alle andere beschaafde landen, en het vindt -zijn uitdrukking in het welbekende verschijnsel van den achteruitgang van het geboortecijfer. -In den modernen tijd is deze beweging van achteruitgang begonnen in Frankrijk, en -veroorzaakte daar een langzamen, maar gestadigen achteruitgang van het jaarlijksch -aantal geboorten; in Frankrijk schijnt de beweging nu bijna, of geheel, tot stilstand -te zijn gekomen. Maar ze heeft plaats gehad in bijna alle andere vooruitstrevende -landen, voornamelijk in de Vereenigde Staten, in Canada, in Australië, en in Nieuw-Zeeland, -evenals in Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Italië, Spanje, Zwitserland, België, -Holland, Denemarken, Zweden, en Noorwegen. In Engeland blijft ze voortgaan sinds 1877. -Van de groote landen is Rusland het eenige, waar ze nog niet heeft plaats gevonden, -en onder de massa van de Russische bevolking vinden wij minder opvoeding, meer armoede, -een hooger sterftecijfer, en een grootere mate van ziekte dan in eenig ander groot, -of zelfs klein land. -</p> -<p>Er wordt soms gezegd, dat de achteruitgang van het geboortecijfer geheel het gevolg -is van de vrijwillige contrôle op de voortplanting. Het is ongetwijfeld <span class="pagenum">[<a id="pb535" href="#pb535">535</a>]</span>waar, dat zekere andere elementen, zooals het uitstellen van het huwelijk bij vrouwen -tot een betrekkelijk laten leeftijd, er toe leiden om de grootte van het gezin te -beperken. Maar dat alles toegegeven dan vindt men toch, dat de achteruitgang werkelijk -bestaat en groot is. Dit is bij voorbeeld aangetoond door de statistische onderzoekingen, -die gedaan zijn door Arthur Newsholme en Y. T. H. C. Stevenson, en door Yule, beide -gepubliceerd in de <i lang="en">Journal Royal <span class="corr" id="xd29e13085" title="Bron: Statisiical">Statistical</span> Society</i>, April 1906. -</p> -<p>Sommigen hebben gemeend, dat, omdat de Katholieke kerk onvolkomen omgang verbiedt, -deze beweging tot het controleeren van de verwekking een betrekkelijk veel grootere -toename met zich zal brengen onder Katholieke, dan onder niet-Katholieke volken. Dit -is echter alleen maar juist onder bepaalde voorwaarden. Het is volkomen waar, dat -er in Ierland geen achteruitgang is geweest in het geboortecijfer, en dat de achteruitgang -maar weinig in het oog springt in die steden van Lancashire, die een groot Iersch -element hebben. Maar in België, Italië, Spanje, en andere voornamelijk Katholieke -landen, vindt de achteruitgang in het geboortecijfer behoorlijk plaats. Wat er gebeurd -is, is, dat de kerk—die altijd let op sexueele kwesties—het belang van de moderne -beweging heeft erkend en er zich aan aangepast heeft, door aan haar minder ontwikkelde -en onopgevoede kinderen te verklaren, dat onvolledige omgang een <span class="corr" id="xd29e13091" title="Bron: doodszonde">doodzonde</span> is, terwijl ze er zich ter zelfder tijd van onthoudt in deze zaak navraag te doen -bij haar beter opgevoede leden. De kwestie werd in 1842 bepaald onderworpen aan het -oordeel van den Paus, door Bisschop Bouvier van Mans, die de zaak heel duidelijk voorstelde, -en aan Paus Gregorius XVI meedeelde, dat het voorkómen van de conceptie zeer gewoon -begon te worden, en dat, als het als doodzonde bleef beschouwd worden, het gevolg -alleen maar zou zijn, dat de zondaars van den biechtstoel verdreven zouden worden. -Na rijpe overweging antwoordde de Curia Sacra Poenitentiaria door er op te wijzen, -met betrekking tot de gewone methode van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> interruptus, die berust op een verkeerde daad van den man, dat de vrouw, die door -haar man gedwongen wordt er in toe te stemmen, geen zonde begaan heeft. Voorts werd -de bisschop herinnerd aan het wijze gezegde van Liguori, “den meest geleerden en ervaren -mensch in zulke zaken”, dat de biechtvader gewoonlijk niet geroepen is navraag te -doen in een zoo teedere zaak als de <i lang="la">debitum conjugale</i>, en dat hij, als zijn opinie niet gevraagd wordt, moet zwijgen (Bouvier, <i lang="la">Dissertatio in sextum Decalogi praeceptum; supplementum ad Tractatum de Matrimonio</i>, 1849, blz. <span class="corr" id="xd29e13103" title="Bron: 197">179</span>–182; aangehaald door Hans Ferdy, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Aug. 19, 1908, p. 498). Wij zien dus, dat, zoowel onder Katholieke als onder niet-Katholieke -volken, het gebruik van voorbehoedmiddelen tegen de conceptie samengaat met vooruitgang -en beschaving, en dat het algemeene gebruik van zulke middelen door Katholieken (met -de stilzwijgende toestemming van de kerk) alleen maar een kwestie is van tijd.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Van tijd tot tijd hebben vele energieke personen luide geëischt, dat er een einde -zou komen aan den achteruitgang van het geboortecijfer, want, beweren zij, het beteekent -“zelfmoord van het ras”. Men begint nu echter te erkennen, dat deze roep een dwaze -en noodlottige vergissing is geweest. Het is niet mogelijk door de straten te loopen -van een groote stad, waar een groot aantal personen zijn, die klaarblijkelijk nooit -hadden moeten geboren worden, zonder te erkennen, dat het geboortecijfer tot nog toe -ver boven de normale en gemiddelde grens is. De grootste Staten zijn dikwijls de kleinste -geweest, wat het aantal burgers betreft, want de kwaliteit telt en niet de kwantiteit. -En omdat het waar is, dat het toenemen van de beste types <span class="pagenum">[<a id="pb536" href="#pb536">536</a>]</span>van burgers een staat alleen kan verrijken, wordt het nu ontoelaatbaar, dat een natie -zou toenemen door het opeenhoopen van nieuw geboren uitvaagsel in haar midden. Men -begint nu te erkennen, dat dit niet alleen de kwaliteit van een volk verlaagt, maar -dat het aan den Staat een buitensporigen finantieelen last oplegt. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Zelfs wordt nu erkend, dat groote families gepaard gaan met degeneratie, en, in de -ruimste beteekenis, met abnormaliteiten van iedere soort. Zoo is het ontwijfelbaar -waar, dat mannen van genie dikwijls tot zeer groote families behooren, hoewel we voor -hen, die bang zijn voor een verontrustende afname van genie door de meerdere beperking -van het gezin er op kunnen wijzen, dat de positie, die in de familie wordt ingenomen -door het geniale kind meestal die is van eerstgeborene. (Zie Havelock Ellis, <i lang="en">A Study of British Genius</i>, blz. 115–120). De krankzinnigen, de idioten, de <span class="corr" id="xd29e13121" title="Bron: imbecillen">imbecielen</span> en zwakzinnigen, de misdadigers, de epileptici, de hysterici, de neurasthenici, de -tuberculeuzen, zij allen schijnen te behooren tot groote gezinnen (zie bv. Havelock -Ellis, <i>op. cit.</i>, p. 110; Toulouse, <i lang="fr">Les Causes de la Folie</i>, p. 91; Harriet Alexander, “<span lang="en">Malthusianism and Degeneracy</span>”, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Jan. 1901). Er is ook aangetoond door Heron, Pearson en Goring, dat niet alleen -de eerstgeborenen, maar ook de tweede geborenen, speciaal neiging hebben om te lijden -aan pathologische defecten (krankzinnigheid, misdadigheid, tuberculose). Er schijnt -echter een fout te zijn in den gewonen uitleg, die van dit feit gegeven wordt. Volgens -van der Velde wordt dit feit (zooals aangehaald wordt in <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Mei 1909, p. 381) volkomen in evenwicht gebracht door de toenemende sterfte van -kinderen van den eerstgeborene af naar beneden. De grootere neiging tot pathologische -toestanden van de eerste kinderen is dus eenvoudig het gevolg van een minder strenge -keuze door den dood gedaan. Voor zoover zij, afgezien van deze vergissing, een werkelijk -grootere pathologische neiging vertoonen, is deze misschien een gevolg van het vroege -huwelijk. Een andere vergissing is het dikwijls aangehaalde gezegde, dat de kinderen -in kleine gezinnen zwakker zijn dan die in grootere. We moeten onderscheid maken tusschen -een van nature klein gezin, en een kunstmatig klein gezin. Een familie, die klein -is enkel als gevolg van geringe voortplantingskracht van de ouders, zal waarschijnlijk -een zwakke familie zijn; een familie, die klein is als gevolg van het met opzet beperken -van de ouders, heeft natuurlijk niet zoo’n neiging. -</p> -<p>Deze verschijnselen hebben, naar we zien zullen, geen invloed op het aantal gedegenereerden -in groote gezinnen. Wij kunnen ze in verband brengen met de neiging, die dikwijls -vertoond wordt door personen, die ongezond en abnormaal van zenuwen zijn, om te meenen, -dat zij speciale geschiktheid hebben om goede kinderen voort te brengen. “Ik geloof, -dat iedereen een speciale roeping heeft”, zeide een man tot Marro (<i lang="it">La Pubertà</i>, p. 459); “ik acht het mijn roeping superieure kinderen voort te brengen”. Hij kreeg -er vier,—een epilepticus, een krankzinnige, een drankzuchtige en een die zwak van -gezondheid was—en hij stierf zelf krankzinnig. De meeste menschen hebben wel eens -eenigszins hierop gelijkende gevallen van deze begoocheling ontmoet, hoewel dan minder -duidelijk uitgesproken. In een zaak, zoo vol toekomstmogelijkheden voor andere menschelijke -wezens, kan niemand zich veilig verlaten op zijn eigen, door niets gesteunde indrukken.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De eisch van nationale kracht komt zoodoende overeen met den eisch van de zich ontwikkelende -philanthropie, die, nadat ze eenmaal begonnen is te trachten de levensvoorwaarden -te verbeteren, langzamerhand is begonnen te erkennen, dat het noodig is dieper <span class="pagenum">[<a id="pb537" href="#pb537">537</a>]</span>te gaan en het leven zelf te verbeteren. Want, terwijl het ontwijfelbaar waar is, -dat veel gedaan kan worden door systematisch invloed uit te oefenen op de levensvoorwaarden, -de meer in bijzonderheden gaande analyse van een verderfelijk milieu dient toch alleen -om aan te toonen, dat het voor het grootste gedeelte zijn grond vindt in het menschelijk -organisme zelf en dat het niet alleen vóór de geboorte zijn oorsprong vindt, maar -zelfs vóór de conceptie, daar het voortkomt uit de kwaliteit van het organisme van -de ouders of van de voorouders. -</p> -<p>Als we echter alle philanthropische overwegingen ter zijde stellen, zou toch de ernstige -vergissing: te trachten den vooruitgang van de beschaving in de richting van het beheerschen -der verwekking, niet voorgekomen zijn, als de algemeene neiging van de zoölogische -evolutie begrepen was geworden, zelfs in haar elementen. Alle zoölogische vooruitgang -gaat van de meer vruchtbare naar de minder vruchtbare; hoe hooger de soort, des te -minder vruchtbaar zijn de individueele leden ervan. Dezelfde neiging wordt gevonden -binnen de grenzen van de menschelijke soort, hoewel dan niet in een onveranderlijke -rechte lijn; de groei van de beschaving sluit een vermindering in vruchtbaarheid in -zich. Dit is in het geheel geen nieuw verschijnsel; het oude Rome en later Genève, -“het Protestantsche Rome”, getuigen ervan; ongetwijfeld is het voorgekomen in ieder -hoog centrum van moreele en intellectueele beschaving, hoewel de gegevens waarnaar -men de neiging kan afmeten niet meer bestaan. Als wij ons een voldoende ruim en duidelijk -overzicht verschaffen, dan moeten we erkennen, dat de neiging van een gemeenschap -om haar natuurlijke toename te verminderen, een essentieel verschijnsel is van iedere -geavanceerde beschaving. De meer intelligente naties hebben de neiging het eerst vertoond -en in iedere natie nemen de beter opgevoede klassen de leiding, doch het is alleen -maar een kwestie van tijd, dat alle beschaafde naties, en alle maatschappelijke klassen -in iedere natie, zich er bij zullen aansluiten<a class="noteref" id="xd29e13151src" href="#xd29e13151">9</a>. Deze beweging is, zooals we in herinnering moeten houden—tegenovergesteld aan den -onwetenden roep van zekere would-be moralisten en politici—een weldadige beweging. -Ze beteekent een grooter respect voor de kwaliteit dan voor de kwantiteit van de toename; -ze sluit in zich de mogelijkheid van met succes de nadeelen van <span class="pagenum">[<a id="pb538" href="#pb538">538</a>]</span>een hooge beschaving te bestrijden, ziekte, overbevolking en al de menigvuldige ellenden, -die onvermijdelijk samengaan met een te groot geboortecijfer. Want alleen in een gemeenschap, -die langzaam toeneemt is het mogelijk de juiste economische voorwaarden te verkrijgen -en de wijzigingen in het milieu, die noodig zijn voor een gezond burgerlijk en persoonlijk -leven<a class="noteref" id="xd29e13156src" href="#xd29e13156">10</a>. Als die menschen, die den kreet aanheffen van “zelfmoord van het ras” ten aanzien -van den achteruitgang van het geboortecijfer de kennis hadden en het verstand om de -velerlei nadeelen te erkennen, die zij te voorschijn roepen, dan verdienden ze als -misdadigers behandeld te worden. -</p> -<p>In de practijk is in de beschaafde maatschappij de kennis van de mogelijkheid van -het voorkòmen van de conceptie ongetwijfeld nooit afwezig geweest en zelfs niet in -lagere stadiën van de beschaving, hoewel ze meestal aangewend is geworden voor doeleinden -van persoonlijk gemak of in praktijk gebracht in gehoorzaamheid aan regels der conventie, -die kuischheid eischten, en ze is eerst in den laatsten tijd dienstbaar gemaakt aan -de ruimere belangen van de maatschappij en aan de verheffing van het ras. Men kan -wel zeggen, dat de theoretische basis van de contrôle op de verwekking, van zijn maatschappelijke -en economische, afgezien van zijn eugenische gezichtspunten, dateert van den beroemden -<i lang="en">Essay on Population</i> van Malthus, die het eerst uitgegeven werd in 1798, een opzienbarend boek,—hoewel -de grondstelling ervan niet onmiddellijk te demonstreeren is,—daar het niet alleen -diende als punt van uitgang voor de philanthropische beweging tot beperking van de -verwekking, maar ook Darwin (en onafhankelijk van hem ook aan Wallace) het vruchtbare -denkbeeld aan de hand deed, dat zich ten slotte ontwikkelde in de groote evolutietheorie -van de natuurlijke keuze. -</p> -<p>Malthus echter was er zeer ver vandaan te beweren, dat de beperking van de voortplanting, -die hij aanraadde in het belang van de menschheid, uitgevoerd zou worden door het -invoeren van voorbehoedmiddelen bij het sexueel verkeer. Hij meende, dat de beschaving -een grootere mate van zelfbeheersching met zich bracht, die het mogelijk zou maken -zich geheel van geslachtsverkeer te onthouden, als zulk een zelfbeheersching in het -belang van de menschheid geëischt werd. Latere denkers hebben echter erkend, dat, -terwijl het ontwijfelbaar waar is, dat de beschaving meer voorzorg en grootere zelfbeheersching -in zich sluit, wij niet vooruit kunnen zeggen, dat die eigenschappen zich moeten ontwikkelen -in zulk een mate, als Malthus eischt, vooral als de impuls, die beheerscht moet worden, -van een zoo machtigen en explosieven aard is. -<span class="pagenum">[<a id="pb539" href="#pb539">539</a>]</span></p> -<p>James Mill was de pionier voor het aanraden van Nieuw-Malthusiaansche methoden, hoewel -hij zich voorzichtig uitsprak. In 1818, in het artikel “Colony” in het supplement -van de <i lang="la">Encyclopædia Britannica</i>, gaat hij voort, na opgemerkt te hebben, dat het middel om het onbeperkt toenemen -van de bevolking tegen te gaan, het belangrijkste praktische probleem is, waarop de -wijsheid van den politicus en moralist zich richten kan: “Als de bijgeloovigheden -van de kinderkamer uit de wereld werden verbannen en het nuttigheidsprincipe strak -in het oog gehouden werd, zou het niet moeilijk zijn een oplossing te vinden”. Vier -jaar later drukte de vriend van James Mill, Francis Place, de radicale hervormer, -meer precies de gedachte uit, die klaarblijkelijk in den geest van Mill aanwezig was. -Na de feiten opgesomd te hebben, die betrekking hebben op de noodzakelijkheid van -zelfbeheersching bij de verwekking en de nadeelen van het vroege huwelijk, die hij -meent, dat men jonge menschen duidelijk voor oogen moest stellen, gaat Place voort: -“Als een honderdste, misschien een duizendste gedeelte van de moeite gedaan werd om -deze waarheden mede te deelen, die er gedaan wordt om dogma’s te onderwijzen, dan -zou er, in geen groot tijdsverloop een groote verandering ten goede plaats vinden -in het vòorkomen en de gewoonten van de menschen. Als men, bovenal, duidelijk begreep, -dat het geen schande was voor getrouwde menschen om voorbehoedmiddelen te gebruiken, -die de conceptie voorkomen zonder nadeelig te zijn voor de gezondheid, of hinderlijk -te zijn voor de vrouwelijke fijngevoeligheid, dan zou de toename van de bevolking -ineens beperkt zijn tot binnen de middelen van bestaan; misdaad en ellende zouden, -in niet geringe mate, uit de maatschappij verwijderd worden; en het doel van Mr. Malthus -en Mr. Godwin, en ieder philanthropisch persoon zou bevorderd worden door het toenemen -van comfort, van verstand, en van moreel gedrag, bij de massa van de bevolking. De -aanbevolen gedragslijn zal eens, daarvan ben ik volkomen overtuigd, door de menschen -gevolgd worden, zelfs als ze aan zich zelf zijn overgelaten”<a class="noteref" id="xd29e13181src" href="#xd29e13181">11</a>. -</p> -<p>Het duurde niet lang of de prophetische woorden van Place begonnen erkend te worden, -en nog een halve eeuw later had de beweging invloed op het geboortecijfer van alle -beschaafde landen, hoewel nauwelijks gezegd kan worden, dat veel recht gedaan is aan -de pioniers, die ze bevorderden ondanks veel vervolging van het onwetende en bijgeloovige -publiek, dat zij trachtten goed te doen. In 1831 gaf Robert Dale Owen, de zoon van -Robert Owen, zijn <i lang="en">Moral Physiology</i> uit, waarin hij de methoden uiteenzette ter voorkoming van de conceptie. Iets later -wijdden de broeders <span class="pagenum">[<a id="pb540" href="#pb540">540</a>]</span>George en Charles Drysdale (geboren in 1825 en 1829), twee vurige en onvermoeide philanthropen -veel van hun energie aan het verbreiden van de Nieuw-Malthusiaansche grondbeginselen. -George Drysdale publiceerde, in 1854, zijn <i lang="en">Elements of Social Science</i>, dat vele jaren lang in geheel Europa enorm veel gelezen werd, in acht verschillende -talen. Het was zeker niet in alle opzichten een wetenschappelijk of gezond werk, maar -het had een grooten invloed, en het kwam velen in handen, die nooit eenig werk over -sexueele onderwerpen gezien hadden. Na veel vijandschap ondervonden te hebben, kreeg -de zaak van het nieuw-Malthusianisme een schitterende rechtvaardiging in 1876, toen -Charles Bradlaugh en Mrs. Besant, die vervolgd waren voor het verspreiden van brochures -van deze strekking, vrijgesproken werden; de <span lang="en">Lord Chief Justice</span> verklaarde, dat een zoo slecht overlegde en onrechtvaardige aanklacht wel nog nooit -in een gerechtshof was behandeld. Deze rechtszaak gaf, zelfs door haar publiciteit -alleen al en afgezien van den afloop ervan, een grooten stoot aan de beweging van -het nieuw-Malthusianisme. Het is wel bekend, dat de gestadige achteruitgang van het -geboortecijfer in Engeland in 1877 begon, het jaar na het gerechtelijk onderzoek. -Er kon geen schitterender illustratie zijn van het feit, dat, wat men gewend was te -noemen “de werktuigen van de Voorzienigheid” inderdaad onbewuste werktuigen zijn tot -het teweeg brengen van groote doeleinden, die wij zelf volstrekt niet bedoelden of -wenschten. -</p> -<blockquote> -<p class="first">In 1877 stichtte Dr. C. R. Drysdale de Malthusiaansche bond, en gaf een tijdschrift -uit, <i lang="en">The Malthusian</i>, hierin steeds geholpen door zijn vrouw, Dr. Alice Drysdale Vickery. Hij stierf in -1907. (Het edele pionierswerk van de Drysdales is in hun eigen land nog niet voldoende -erkend; een apprecieerend en wèl-ingelicht artikel door Dr. Hermann Rohleder, “Dr. -C. R. Drysdale, <i lang="de">Der Hauptvertreter der Neumalthusianische Lehre</i>”, verscheen in het <i lang="de">Zeitschrift für Sexualwissenschaft</i>, Maart, 1908). Er zijn nu in alle beschaafde landen genootschappen en tijdschriften -voor het verspreiden van de nieuw-Malthusiaansche grondbeginselen, zooals ze gewoonlijk -genoemd worden, hoewel het goed zou zijn het gebruik van den naam van Malthus in dit -verband te vermijden. Wat de medici betreft, begon het aanraden van voorbehoedmiddelen -bij het sexueel verkeer, niet op maatschappelijke, maar op medische en hygiënische -gronden, ongeveer dertig jaar geleden, hoewel in Frankrijk Raciborski al vroeger de -methode aanraadde den tijd om en bij de menstruatie te vermijden. In Duitschland is -Dr. Mensinga, de gynaecoloog, op medische en hygiënische gronden de meest op den voorgrond -tredende voorstander van wat hij noemt “facultatieve steriliteit”, die hij het eerst -aanbevolen heeft in 1889. In Rusland werd, omstreeks denzelfden tijd, kunstmatige -steriliteit openlijk aangeraden door den beroemden gynaecoloog, Professor Ost, in -de maatschappij voor obstetrie en gynaecologie in St. Petersburg. Zulke medische aanbevelingen, -in bijzondere gevallen, beginnen nu gewoon te worden. -</p> -<p>Er zijn bepaalde gevallen, waarin iemand in het geheel niet behoort te trouwen; dit -is, bij voorbeeld, zoo, als er een aanval van krankzinnigheid voorgekomen is; het -kan nooit met zekerheid gezegd worden, dat iemand, die een aanval van krankzinnigheid -gehad heeft, er niet nog een zal krijgen, en menschen, die zulke aanvallen gehad hebben -moesten, naar Blandford zegt (<span lang="en">Lumleian Lectures on Insanity</span>, <i lang="en">British Medical Journal</i>, April 20, 1895) “hun <span class="pagenum">[<a id="pb541" href="#pb541">541</a>]</span>deelgenoot voor het leven niet blootstellen aan den angst en het gevaar, die zulk -een aanval meebrengt”. Er zijn andere en talrijke gevallen, waarin het huwelijk kan -toegestaan worden, of waar het al heeft plaats gevonden, onder gunstiger omstandigheden, -maar waar het zeer wenschelijk is of geworden is, dat geen kinderen zullen komen. -Dit is het geval als een eerste aanval van krankzinnigheid voorkomt na het huwelijk, -des te dringender als de aangetaste de vrouw is, en vooral als de ziekte den vorm -aanneemt van krankzinnigheid bij kraamvrouwen. “Wat kan bedroevender zijn”, vraagt -Blandford (<i>loc. cit.</i>), <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>dan een vrouw te zien ineenstorten bij de geboorte van een kind, haar te zien herstellen, -weer te zien instorten en zoo voort, bij zes, zeven of acht kinderen, terwijl de tijd -van herstel tusschen ieder kind korter en korter wordt, totdat zij bijna een chronische -krankzinnige is?” Bovendien heeft Tredgold <span class="corr" id="xd29e13228" title="Niet in bron">(</span><i lang="en">Lancet</i>, Mei 17, 1902) gevonden dat onder kinderen, die uit krankzinnige moeders geboren -zijn, de sterfte tweemaal zoo groot is als de gewone kindersterfte, zelfs in de armste -districten. In gevallen van vereeniging van personen met tuberculeuze antecedenten, -wordt ook door velen gemeend (b.v. door Massalongo, waar hij tuberculose en huwelijk -bespreekt op het Congres voor Tuberculose in Napels in 1900), dat alle voorzorgen -genomen moeten worden om te maken, dat zulk een huwelijk kinderloos blijft. In een -derde klasse van gevallen is het noodig het aantal kinderen tot éen of twee te beperken; -dit is bij sommige gevallen van hartziekte, waarbij zwangerschap een toenemend verzwakkenden -invloed heeft op het hart (Kisch, <i lang="de">Therapeutische Monatsheft</i>, Feb., 1898 en <i lang="en">Sexual Life of Woman</i>; Vinay, <i lang="en">Lyon Medical</i>, Jan. 8, 1889); in sommige gevallen van hartziekte is het echter mogelijk, dat het, -hoewel er geen reden is om het huwelijk te beletten, voor een vrouw wenschelijk is -in het geheel geen kinderen te hebben (J. F. Blacker, “<span lang="en">Heart Disease in Relation to Pregnancy</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Mei 25, 1907). -</p> -<p>In al zulke gevallen is het aanbevelen van voorbehoedmiddelen bij het verkeer klaarblijkelijk -een onmisbare hulp voor den medicus bij het leggen van den nadruk op het hooge belang -van hygiënische voorzorgen. Als er zulke methoden niet zijn, kan hij er nooit zeker -van zijn, dat zijn waarschuwingen gehoord zullen worden, en zelfs het volgen van zijn -raad zou verschillende ongewenschte resultaten hebben. Het gebeurt soms, dat een gehuwd -paar zelfs voordat ze trouwen, overeenkomt, samen te leven zonder sexueele betrekkingen, -maar, om verschillende redenen, wordt het zelden mogelijk of praktisch bevonden deze -leefwijze langen tijd vol te houden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is de erkenning van deze en dergelijke overwegingen, die geleid heeft—hoewel dan -eerst in de laatste jaren—naar we gezien hebben, aan den eenen kant tot het invoeren -van de contrôle op de verwekking in de praktische moraal van alle beschaafde naties, -en, aan den anderen kant, tot de bewering, die nu misschien, zonder uitzondering door -alle medische autoriteiten in sexueele zaken gedaan wordt, dat het gebruik van middelen -om de conceptie te voorkomen onder bepaalde omstandigheden dringend noodzakelijk is -en volkomen onschadelijk<a class="noteref" id="xd29e13252src" href="#xd29e13252">12</a>. Men glimlacht tegenwoordig, als men leest, dat het minder dan een eeuw geleden <span class="pagenum">[<a id="pb542" href="#pb542">542</a>]</span>mogelijk was voor een kundig en geacht medisch schrijver om te verklaren, dat het -gebruik van “verschillende afschuwelijke middelen” om de conceptie te voorkomen, gebaseerd -is “op een zeer aanmatigenden twijfel aan de behoudende kracht van den Schepper”<a class="noteref" id="xd29e13260src" href="#xd29e13260">13</a>. -</p> -<p>De toepassing van de theorie in de praktijk is nog niet volkomen, en we zouden ook -niet kunnen verwachten, dat dat zoo was, want, naar we gezien hebben, is er altijd -een tegenstelling tusschen de practische en de traditioneele moraal. Van tijd tot -tijd komen er frappante voorbeelden voor van deze tegenstelling<a class="noteref" id="xd29e13268src" href="#xd29e13268">14</a>. Zelfs in Engeland, dat een pioniersrol vervuld heeft bij het controleeren van de -verwekking, worden nog pogingen gedaan—soms in kwartieren, waar we meer bekendheid -verwacht zouden hebben—om een beweging in discrediet te brengen, waarvan men het recht -van bestaan niet meer in twijfel kan trekken, sedert ze zoowel wetenschappelijk goedgekeurd -wordt als in algemeen gebruik is gekomen. -</p> -<p>Het zou misplaatst zijn hier de verschillende middelen te bespreken, die gebruikt -worden ter controleering van de verwekking of de respectieve verdiensten en gebreken -daarvan. Het is voldoende te zeggen, dat de condom, die de oudste is van alle middelen -ter voorkoming van de conceptie, tegenwoordig door bijna alle autoriteiten beschouwd -wordt, als het veiligste, het gemakkelijkste en het onschuldigste middel, indien hij -tenminste gebruikt wordt, zooals het behoort<a class="noteref" id="xd29e13279src" href="#xd29e13279">15</a>. Dit is de opinie van <span class="corr" id="xd29e13292" title="Bron: Kraft-Ebbing">Kraft-Ebing</span>, <span class="pagenum">[<a id="pb543" href="#pb543">543</a>]</span>van Moll, van Schrenck-Notzing, van Löwenfeld, van Forel, van Kisch, van Fürbringer, -om maar enkele van de meest bekende medische autoriteiten te noemen<a class="noteref" id="xd29e13297src" href="#xd29e13297">16</a>. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het heeft zijn belang den oorsprong en de geschiedenis na te gaan van den condom, -hoewel het onmogelijk schijnt dit met eenige nauwkeurigheid te doen. Waarschijnlijk -werd hij, in een rudimentairen vorm, al in de vroege oudheid toegepast. In China en -Japan worden, naar het schijnt, schijven geolied papier gelegd op den baarmoedermond, -ten minste bij prostituées. Dit schijnt wel de eenvoudigste en duidelijkst mechanische -methode te zijn om de conceptie te voorkomen, en zij kan wel aanleiding hebben gegeven -tot het aanwenden van een beschutting om den penis, als een methode, die meer effect -had. In Europa schijnen wij, in het midden van de zestiende eeuw, in Italië, het eerst -te hooren van zulke middelen, in den vorm van linnen bedekkingen, in den vorm van -den penis; Fallopius raadde het gebruik van zulke middelen aan. Langzamerhand werden -er verbeteringen aangebracht in de vervaardiging; eerst werd de blinde darm van het -lam gebruikt en later vischlijm. Het schijnt wel, dat er groote verbeteringen in de -vervaardiging werden aangebracht in de zeventiende of achttiende eeuw, en deze verbeteringen -werden algemeen in verband gebracht met Engeland. Het middel werd dus bekend als de -Engelsche cape of mantel, de “capote anglaise”, of de “redingote anglaise”, en onder -dezen naam wordt er naar verwezen door Casanova, in het midden van de achttiende eeuw -(Casanova, <i lang="fr">Mémoires</i>, ed. Garnier, dl. IV, p. 464). Casanova schijnt deze “redingotes” echter nooit zelf -gebruikt te hebben, daar hij er, zooals hij zeide, niet van hield, “zich op te sluiten -in een stuk doode huid om te bewijzen, dat hij volkomen levend” was. Deze capotes—toen -uit goudvlies gemaakt—waren, naar het schijnt, al veel vroeger bekend aan Mme de Sévigné; -zij was ze niet gunstig gezind, want, in een van haar brieven, verwijst zij er naar -als “<span lang="fr">cuirasses contre la volupté et toiles d’arraignée contre le mal</span>”. De naam “condom” dateert uit de achttiende eeuw, en komt het eerst voor in Frankrijk; -men meent algemeen, dat het de naam is van een Engelsch medicus, die het middel uitvond, -of liever verbeterde. Condom is echter geen Engelsche naam, maar er is een Engelsche -naam Condon, waarvan “condom” wel een verbastering kan zijn. Deze veronderstelling -vindt nog meer grond, omdat het woord soms werkelijk geschreven werd “condon”. Zoo -vind ik, in een versje, door Bachoumont in zijn dagboek aangehaald, (Dec. 15, 1773<a id="xd29e13323"></a>), en waarvan men meent, dat het gericht was aan een vroegere ballet-danseres, die -prostituée was geworden:— -</p> -<div lang="fr" class="lgouter"> -<div class="lg"> -<p class="line">“Du <i>condon</i> cependant, vous connaissez l’usage -</p> -</div> -<div class="lg"> -<p class="line">Le <i>condon</i>, c’est la loi, ma fille, et les prophètes!” -</p> -</div> -</div> -<p class="first">De moeilijkheid blijft echter bestaan een Engelschman te ontdekken van den naam <i>Condon</i>, die met eenige waarschijnlijkheid in verband kan worden <span class="pagenum">[<a id="pb544" href="#pb544">544</a>]</span>gebracht met den condom: ongetwijfeld heeft hij de zaak niet opgeschreven, omdat hij -nooit dacht, dat zijn uitvinding beroemd, of dat zijn naam onsterfelijk zou worden. -Ik vind geen enkelen Condon vermeld in de boeken van het <span lang="en">College of Physicians</span>, en wat de boeken van het <span lang="en">College of Surgeons</span> betreft, waarvan de oude lijsten zeer onvolkomen zijn, heeft Mr. Victor Plarr, de -bibliothecaris mij, na vriendelijk onderzoek gedaan te hebben, verklaard, dat de naam -niet vermeld wordt. Nog andere verschillende uitleggingen van den naam zijn gegeven, -met meerdere of mindere zekerheid, maar gewoonlijk zonder eenig bewijs. Zoo zegt Hyrtl -(<i lang="de">Handbuch der Topographischen Anatomie</i>, 7e dr. dl. II, p. 212), dat condom oorspronkelijk gondom genoemd werd, naar den -naam van den Engelschen uitvinder, een ridder aan het hof van Karel II, die er het -eerst een moet gemaakt hebben uit het eivlies van een schaap; maar Gondom is evenmin -een Engelsche naam als Condom. Er is een Fransche stad in Gascogne, die Condom heet, -en Bloch vermoedt, maar zonder bewijzen bij te brengen, dat de naam hier vandaan komt; -als dat echter zoo is, dan is het niet waarschijnlijk, dat de naam onbekend zou zijn -in Frankrijk. Hans Ferdy meent, ten slotte, dat hij afgeleid is van “condus”—dat, -wat bewaart—en, in overeenstemming met zijn theorie, noemt hij den condom een condus. -</p> -<p>De oudste geschiedenis van den condom wordt in korte woorden door verschillende schrijvers -besproken, zooals door Proksch, <i lang="de">Die Vorbauung der Venerischen Krankheiten</i>, p. 48; Bloch, <i lang="en">Sexual Life of Our Time</i>, hoofdst. XV en XXVIII; Cabanès, <i lang="fr">Indiscretions de l’Histoire</i>, p. 121, etc.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De beheersching van de verwekking door het voorkomen van de conceptie is, zooals we -gezien hebben, een deel geworden van de moraal van beschaafde volken. Er is een andere -methode, wel niet ter voorkoming van de conceptie, maar ter beperking van de nakomelingschap, -die zich veel vroeger in de wereld heeft vertoond, hoewel ze op verschillende tijden -zeer verschillend beschouwd is en nog zeer tegenstrijdige meeningen in het leven roept. -Dit is het middel van de miskraam. -</p> -<p>Terwijl het gebruik der miskraam geenszins, als het gebruik van het voorkomen van -de conceptie, in de beschaafde wereld aangenomen is, schijnt het toch wel geen diepen -tegenzin te wekken bij een groot deel van de bevolking in beschaafde landen. De meerderheid -der vrouwen, wel-opgevoede en zeer moreele vrouwen niet uitgesloten, die zwanger worden -tegen haar wensch, nemen de mogelijkheid van het opwekken van miskraam in overweging, -zonder de minste gewetensbezwaren, en kennen gewoonlijk zelfs niet de gewone professioneele -houding van de kerk, de wet en de geneeskunde met betrekking tot de miskraam. Waarschijnlijk -zijn alle medici wel met dit feit in aanraking gekomen, en zelfs een zoo bekend en -correct kenner der medische wetten als Brouardel zeide<a class="noteref" id="xd29e13367src" href="#xd29e13367">17</a> dat hem tamelijk dikwijls gevraagd was geworden miskraam op te wekken, door dames, -die het beschouwden als een volkomen natuurlijke zaak, en die in het minst geen vermoeden -hadden, dat de wet het gevraagde als een misdaad beschouwde. -</p> -<p>Het is derhalve niet te verwonderen, dat miskraam zeer gewoon <span class="pagenum">[<a id="pb545" href="#pb545">545</a>]</span>is in alle beschaafde en vooruitstrevende landen. Ongelukkig kan niet gezegd worden, -dat het afdrijven in praktijk is gebracht overeenkomstig eugenische overwegingen, -en het wordt zelfs niet dikwijls aangeraden van het standpunt der eugeniek. Maar in -een groot aantal gevallen van niet-gewenschte zwangerschap, die voorkomt bij vrouwen -van karakter en energie, die niet gewend zijn zich rustig neêr te leggen bij toestanden, -die ze niet gezocht hebben, en in ieder geval als niet-gewenscht beschouwen, wordt -dikwijls de toevlucht genomen tot afdrijven. Gewoonlijk beschouwt men de Vereenigde -Staten als het land, waar het gebruik vooral bloeit, en zeker moet een land, waar -het ideaal van kuischheid voor ongetrouwde vrouwen, van vrijheid voor getrouwde vrouwen, -van onafhankelijkheid voor allen, in de praktijk gevolgd wordt, wel gunstig gestemd -zijn jegens het gebruik der afdrijving. Maar de wijze, waarop het veel voorkomen van -de afdrijving erkend wordt in de Vereenigde Staten, berust waarschijnlijk voor het -grootste gedeelte op de eerlijkheid van de Amerikanen bij het openbaar maken en het -trachten te verbeteren van wat zij, te recht of ten onrechte, beschouwen als maatschappelijke -gebreken, en het kan best, dat het niet beteekent, dat het werkelijk veel vóórkomt -in de praktijk. Vergelijkende statistieken bewijzen niet veel, en het is zeker waar, -dat afdrijving uiterst gewoon is in Engeland, Frankrijk en Duitschland. Waarschijnlijk -kunnen nationale verschillen wel teruggebracht worden tot verschillen in algemeene -maatschappelijke gewoonten en idealen. Zoo kan bv. in Duitschland, waar groote sexueele -vrijheid aan ongetrouwde vrouwen wordt toegestaan en waar getrouwde vrouwen zeer gebonden -zijn aan haar huis, afdrijving minder voorkomen dan in Frankrijk, waar reinheid met -nadruk geëischt wordt van het jonge meisje, terwijl de getrouwde vrouw vrijheid eischt -voor haar werk en haar vermaak. Maar zulke nationale verschillen, als ze al bestaan, -beginnen uit te slijten en aanklachten wegens misdadig afdrijven worden in Duitschland -steeds gewoner; hoewel het wel wezen kan, dat deze toename alleen berust op grooteren -ijver bij het vervolgen van het vergrijp. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Brouardel (<i>op<span class="corr" title="Niet in bron">.</span> cit.</i>, p. 39) verdedigt de meening, dat in New-York slechts een van de duizend afdrijvingen -ontdekt wordt. Dr. J. F. Scott (<i lang="en">The Sexual Instinct</i>, hoofdst. VIII), die zelf sterk tegen het gebruik is, meent, dat in Amerika de gewoonte -om miskraam op te wekken “zulke groote verhoudingen aangenomen heeft, dat het haast -niet te gelooven is”, terwijl “een onnoemelijk aantal van gevallen” nooit aan het -licht komen. “Het is zoo snel toegenomen in onzen tijd en in onze generatie”, zegt -Scott, “dat het verwondering en onrust gewekt heeft in den geest van alle conscientieuse -personen die op de hoogte zijn van de mate, waarin het doorgevoerd wordt”. (De bewering, -dat zij, die het afdrijven goedkeuren, noodzakelijk geen “conscientieuse personen” -zijn, is, zooals we zullen zien, een misverstand). De verandering heeft plaats gevonden -na 1840. Het <span lang="en">Michigan Special Committee on Criminal Abortion</span> berichtte in 1881, dat uit een correspondentie met bijna honderd medici bleek, <span class="pagenum">[<a id="pb546" href="#pb546">546</a>]</span>dat de faculteit te hooren kreeg van zeventien afdrijvingen op iedere honderd zwangerschappen; -bij deze, meent de commissie, kunnen er nog verscheidene gevoegd worden, die den medicus -nooit ter oore komen. Het comité haalde verder, trouwens zonder bevestiging, de meening -aan van een dokter, die zegt, dat er tegenwoordig een verandering komt in de publieke -opinie jegens den verwekker van miskraam, die in Amerika begint beschouwd te worden -als een nuttig lid van de maatschappij, en zelfs als een weldoener. -</p> -<p>Ook in Engeland schijnt er in de laatste jaren een duidelijke toename te zijn geweest -van abortus, die misschien vooral duidelijk uitkwam onder de arme en hard-werkende -klassen. Een schrijver in het <i lang="en">British Medical Journal</i> (April 9, 1904, p. 865) vindt afdrijven “gezond en systematisch”, en geeft vier gevallen, -die in zijn praktijk voorkomen in vier maanden, waarin vrouwen òf trachtten zelf miskraam -op te wekken, òf hem vroegen het te doen; zij waren getrouwde vrouwen, gewoonlijk -met een groot gezin en van zwakke gezondheid, en zij waren bereid iedere ellende te -dragen, als ze maar bewaard werden voor verder kinderen krijgen. Miskraam wordt dikwijls -opgewekt of beproefd door het innemen van “Vrouwenpillen”, die kleine porties lood -bevatten, en dus zeer ernstige verschijnselen kunnen te voorschijn roepen, hetzij -zij miskraam opwekken of niet. Professor Arthur Hall, van Sheffield, die dit gebruik -van lood speciaal bestudeerd heeft (“<span lang="en">The Increasing Use of Lead as an Abortifacient</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Maart 18, 1905), vindt, dat het gebruik in den laatsten tijd in het midden van Engeland -zeer gewoon is geworden, en dat het, naar het schijnt, in steeds ruimer kring voorkomt. -Het komt voornamelijk voor onder getrouwde vrouwen met gezinnen, die tot den werkmansstand -behooren, en het komt vooral veel voor in tijden van economische crisissen (vergelijk -G. Newman, <i lang="en">Infant Mortality</i>, p. 81). Vrouwen van de betere standen nemen haar toevlucht tot beroeps-afdrijvers -en gaan soms naar Parijs. -</p> -<p>Ook in Frankrijk, en vooral in Parijs, is in de laatste jaren de afdrijving zeer toegenomen. -(Zie bv. een discussie in de <span lang="fr">Société de Médecine Légale</span> in Parijs, <i lang="fr">Archives <span class="corr" id="xd29e13413" title="Bron: d’ Anthropologie">d’Anthropologie</span> Criminelle</i>, Mei, 1907). Doléris heeft aangetoond (<i lang="fr">Bulletin de la Société <span class="corr" id="xd29e13419" title="Bron: d’ Obstétrique">d’Obstétrique</span></i>, Febr., 1905), dat in de Parijsche Maternités het percentage van de afdrijvingen -bij bevallingen tusschen 1898 en 1904 tot het dubbele steeg, en Doléris taxeert, dat -ongeveer de helft van deze miskramen kunstmatig waren opgewekt. In Frankrijk wordt -miskraam opgewekt door beroeps-afdrijvers. Een van deze, Mme Thomas, die in 1891 tot -tuchthuisstraf veroordeeld werd, erkende, dat ze 10.000 afdrijvingen had bewerkt in -acht jaar; zij rekende twee francs en meer voor de operatie. Zij was een boerendochter, -die opgevoed was in het huis van haar oom, een dokter, wiens medische en obstetrische -boeken zij had verslonden (A. Hamon, <i lang="fr">La France en 1891</i>, blz. 629–631). De publieke opinie in Frankrijk is toegevend voor afdrijving, vooral -jegens vrouwen, die de operatie op zichzelf toepassen; niet veel gevallen worden voor -het gerechtshof gebracht, en van deze worden er 40 percent vrijgesproken (Eugène <span class="corr" id="xd29e13425" title="Bron: Bousset">Bausset</span>, <i lang="fr">L’Avortement Criminel</i>, Thèse de Paris, 1907). De beroeps-afdrijver echter wordt gewoonlijk naar de gevangenis -gezonden. -</p> -<p>In Duitschland schijnt de afdrijving in de laatste jaren ook zeer te zijn toegenomen, -en het jaarlijksch aantal gevallen van misdadige afdrijving, dat voor de gerechtshoven -gebracht werd, was in 1903 meer dan dubbel zooveel als in 1885. (Zie ook Elisabeth -Zanzinger, <i lang="de">Geschlecht und Gesellschaft</i>, Bd. II, afl. 5; en <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Jan., 1908, p. 23).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Met het oog op deze feiten kan het geen verwondering wekken, dat het opwekken van -miskraam in veel beschaafde landen is toegestaan en zelfs aangemoedigd wordt. Alleen -het Christendom heeft de kunstmatige miskraam absoluut veroordeeld en dat op <span class="pagenum">[<a id="pb547" href="#pb547">547</a>]</span>theoretische gronden. In Turkije bestaat, onder gewone omstandigheden, geen straf -op de afdrijving. In de klassieke beschaving van Griekenland en Rome werd afdrijving -ook toegestaan, maar onder bepaalde beperkingen en voorwaarden. Plato erkende, dat -de moeder recht had te beslissen over de afdrijving, maar hij zeide, dat de kwestie -zoo spoedig mogelijk in de zwangerschap moest beslist worden. Aristoteles, die afdrijving -goedkeurde, was van dezelfde meening. Zeno en de Stoicijnen beschouwden den foetus -als de vrucht van den schoot, die eerst bij de geboorte een ziel kreeg; in gelijken -zin verklaarde de Romeinsche wet, dat de foetus eerst bij de geboorte een menschelijk -wezen werd<a class="noteref" id="xd29e13445src" href="#xd29e13445">18</a>. Bij de Romeinen was de afdrijving zeer gewoon, maar, in overeenstemming met de patriarchale -basis van de oude Romeinsche instellingen was het de vader, en niet de moeder, die -het recht had ze op te wekken. Het Christendom introduceerde een nieuwen kring van -denkbeelden, gebaseerd op het belang van de ziel, op de onsterfelijkheid ervan, en -de noodzakelijkheid van den doop als een methode tot redding van de gevolgen van de -erfzonde. Wij vinden deze nieuwe houding al bij den Heiligen Augustinus, die, waar -hij bespreekt of embryo’s, die in den schoot zijn gestorven, zullen opstaan bij de -opstanding, zegt: “Ik durf het niet bevestigen, noch ontkennen, hoewel ik niet kan -inzien, waarom zij, als zij niet uitgesloten zijn van den dood, ook niet zouden kunnen -komen tot de opstanding der dooden”<a class="noteref" id="xd29e13455src" href="#xd29e13455">19</a>. Spoedig werd echter ingesteld, dat afdrijven misdadig was, en de eerste Christelijke -keizers vaardigden, in overeenstemming met de kerk, vele fantastische en zware straffen -uit tegen de kunstmatige miskraam. Deze neiging ging, onder kerkelijken invloed, onbeperkt -voort, totdat de philantropische beweging van de achttiende eeuw, met Beccaria, Voltaire, -Rousseau en andere groote hervormers, er in slaagde het getij van de publieke opinie -te keeren tegen de barbaarschheid van de wetten, en de doodstraf op de afdrijving -werd eindelijk afgeschaft<a class="noteref" id="xd29e13461src" href="#xd29e13461">20</a>. -</p> -<p>De tegenwoordige medische wetenschap en practijk—hoewel nauwelijks gezegd kan worden -dat zij volkomen eensgezind spreken—nemen over het geheel een houding aan, die het -midden houdt tusschen die van de klassieke wetgeleerden en die van de latere Christelijke -kerkelijken. Zij zijn over het geheel voor het opofferen van den foetus, telkens wanneer -de belangen van de moeder zulk een opoffering eischen. De algemeene opinie <span class="pagenum">[<a id="pb548" href="#pb548">548</a>]</span>der medici is echter op het oogenblik niet bereid om verder te gaan, en ze is er bepaald -tegen de ouders te helpen bij het uitoefenen van een onbevoegde contrôle op den foetus -in den schoot, en ze is ook nog niet bereid afdrijving op gronden der eugeniek in -praktijk te brengen. Het is wel duidelijk, dat de geneeskunde in deze zaak niet het -initiatief kan nemen, want het is de voornaamste plicht van de geneeskunde het leven -te behouden. De maatschappij zelf moet de verantwoordelijkheid op zich nemen om het -ras te beschermen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Dr. S. Macvie (“<span lang="en">Mother <i>versus</i> Child</span>”, <i lang="en">Transactions Edinburgh Obstetrical Society</i>, deel XXIV, 1899) bespreekt in den breede de respectieve waarden van den foetus en -van de moeder op de basis van levensverwachting, en komt tot het besluit, dat de foetus -uitsluitend is “een parasiet, die geen enkele functie uitoefent”, en dat, “tenzij -de levensverwachting van het kind de jaren dekt waarin zijn mogelijkheid veranderd -wordt in werkelijkheid, de betrekkelijke waarden van het leven van den foetus en van -de moeder zullen zijn als die van werkelijk tegen mogelijk”. Deze bewering schijnt -tamelijk gezond. Ballantyne (<i lang="en">Manual of Antenatal Pathology: The Foetus</i>, p. 459) maakt de bewering meer precies door te zeggen, dat “het leven van de moeder -waarde heeft, omdat zij is wat zij is, terwijl de foetus alleen maar een waarde heeft -om wat hij misschien worden zal”. -</p> -<p>Durlacher heeft onder anderen zorgvuldig en nauwkeurig de verschillende voorwaarden -onderzocht, waaronder de medicus al dan niet miskraam moet opwekken in het belang -van de moeder (“<span lang="de">Der Künstliche Abort</span>”, <i lang="de">Wiener-Klinik</i>, Aug. en Sept., 1906); en ook Eugen Wilhelm (“<span lang="de">Die Abtreibung und das Recht des Arztes zur Vernichtung der Leibesfrucht</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Mei en Juni, 1909). Wilhelm bespreekt verder de kwestie, of het wenschelijk is de -wetten te veranderen om den medicus grooter vrijheid te geven bij het beslissen tot -afdrijving. Hij komt tot het besluit, dat dit niet noodig is en zelfs verkeerd zou -kunnen werken door op ongepaste wijze de medische vrijheid te belemmeren. Iedere verandering -in de wetgeving moet, meent hij, slechts zijn in de richting van de beschouwing, dat -het vernietigen van den foetus niet afdrijving is in den wettelijken zin, mits het -gedaan wordt naar de regelen der medische wetenschap. Wat de schuchterheid aangaat -van sommige medici bij het opwekken van miskraam, merkt Wilhelm op, dat, zelfs bij -den tegenwoordigen stand van de wet, de medicus, die na rijp beraad miskraam teweegbrengt, -overeenkomstig zijn beste weten, zelfs als hij het mis heeft, zich als veilig kan -beschouwen voor iedere wettelijke straf, en dat hij veel meer kans heeft met de wet -in botsing te komen, als er bewezen kan worden, dat de dood het gevolg is van zijn -verzuim miskraam teweeg te brengen. -</p> -<p>Pinard, die het recht besproken heeft om invloed uit te oefenen op het leven van den -foetus (<i lang="fr">Annales de Gynécologie</i>, deel <span class="sc"><span class="corr" id="xd29e13508" title="Bron: III">lii</span></span> en <span class="sc"><span class="corr" id="xd29e13512" title="Bron: III">liii</span></span>, 1899 en 1900), komt, geïnspireerd door zijn enthusiaste propaganda voor de redding -van het kinderleven, tot de onverantwoordelijke conclusie, dat niemand het recht heeft -op het leven en den dood van den foetus; “het recht van het kind op zijn leven is -een onvervreemdbaar en heilig recht, dat geen macht hem kan ontnemen”. Er heeft hier -een vergissing plaats, tenzij Pinard zich bepaaldelijk, evenals Tolstoy, stellen wil -tegenover den stroom der beschaafde moraal. Wel verre er vandaan, dat het kind eenig -“onvervreemdbaar recht op leven” zou hebben, heeft zelfs de volwassene, in menschelijke -maatschappijen, zulk een onvervreemdbaar recht niet, en veel minder de foetus, die -eigenlijk in het geheel geen menschelijk wezen is. Wij matigen ons het recht aan het -leven te doen eindigen van die individuen, wier tegenmaatschappelijk gedrag hen gevaarlijk -maakt, en in den oorlog maken wij met opzet, onder algemeene goedkeuring <span class="pagenum">[<a id="pb549" href="#pb549">549</a>]</span>en algemeen enthusiasme, een einde aan het leven van mannen, die speciaal voor dit -doel zijn uitgekozen wegens hun physieke en algemeene geschiktheid. Het zou dwaas -inconsequent zijn te zeggen, dat wij geen recht hebben over het leven van schepselen, -die, tot nog toe, in het geheel geen deel hebben aan de menschelijke maatschappij, -en die zelfs nog niet geboren zijn. Wij bevinden ons hier in tegenwoordigheid van -een oud theologisch dogma, en er kan niet veel twijfel aan zijn dat, van den theoretischen -kant tenminste, het “onvervreemdbaar recht” van het embryo denzelfden weg zal opgaan -als het “onvervreemdbaar recht” der spermatozoën. Van beide is het recht werkelijk -“onvervreemdbaar”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>In de laatste jaren heeft zich een nieuwe, en we moeten het toegeven, eenigszins onverwachte -zienswijze aangaande deze kwestie der afdrijving voorgedaan. Tot nog toe is het een -kwestie geweest, die geheel in handen was van mannen, eerst, volgens de Romeinsche -tradities, van de Christelijke geestelijkheid, en later in handen van de beroepsklassen. -Toch is de kwestie werkelijk in zeer ruime mate en zelfs voornamelijk een vrouwenkwestie, -en tegenwoordig wordt ze, vooral in Duitschland, actief door vrouwen aangevat. Gravin -Gisela Streitberg neemt met haar boek <i lang="de">Das Recht zur Beseitigung Keimenden Lebens</i> de pioniersplaats in in deze beweging, en zij werd spoedig gevolgd, van 1897 af, -door een aantal beroemde vrouwen, die een voorname plaats innemen in de Duitsche vrouwenbeweging, -onder andere Helene Stöcker, Oda Olberg, Elisabeth Zanzinger, Camilla <span class="corr" id="xd29e13523" title="Bron: Jellinck">Jellinek</span>. Al deze schrijfsters betoogen met nadruk, dat de foetus nog niet een onafhankelijk -menschelijk wezen is, en dat iedere vrouw, krachtens haar recht op haar eigen lichaam, -er over te beslissen heeft of het een onafhankelijk menschelijk wezen worden zal. -Op het Congres voor Vrouwen, gehouden in het najaar van 1905, werd een motie aangenomen, -waarin geëischt werd dat afdrijving alleen strafbaar zou zijn, als ze gedaan werd -door een ander persoon, tegen den wensch van de zwangere vrouw zelf<a class="noteref" id="xd29e13526src" href="#xd29e13526">21</a>. Het aannemen van deze motie door een vergadering van afgevaardigden is een belangwekkend -bewijs van de belangstelling, die de vrouwen tegenwoordig voor de zaak hebben en van -de energieke houding die zij aannemen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Elisabeth Zanzinger (“<span lang="de">Verbrechen gegen die Leibesfrucht</span>”, <i lang="de">Geschlecht <span class="corr" id="xd29e13539" title="Bron: una">und</span> Gesellschaft</i>, Bd. II, afl. 5, 1907) veroordeelt met kunde en energie de wet, die afdrijving tot -een misdaad verklaart. “Een vrouw zelf is de eenige wettige bezitster van haar eigen -lichaam en haar eigen gezondheid … Evenals het het persoonlijk recht en de meest intieme -zaak van een vrouw is om haar maagdelijkheid als haar beste gave te geven aan den -uitverkorene van haar hart, zoo is het zeker de persoonlijke zaak van een zwangere -vrouw als zij, om redenen die haar goed toeschijnen, besluit de resultaten van haar -daad te vernietigen”. Een vrouw, die het embryo vernietigt, dat een last zou kunnen -worden voor de gemeenschap, of dat waarschijnlijk een inferieur lid zou opleveren -<span class="pagenum">[<a id="pb550" href="#pb550">550</a>]</span>voor de maatschappij, zegt deze schrijfster, doet de gemeenschap een dienst; die behoorde -haar daarvoor te beloonen, door haar misschien speciale voorrechten te verleenen bij -het opvoeden van haar andere kinderen. Oda Olberg tracht in een diepzinnig geschrift -(“<span lang="de">Ueber den Juristischen Schutz des Keimenden Lebens</span>”, <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Juni 1908), duidelijk te maken, dat alles vervat is in de poging het zich ontwikkelende -embryo te beschermen tegen het organisme, dat het draagt, om op die wijze een schepsel -te beschermen, dat bestaat, tegen zichzelf en zijn eigen instincten. Zij meent, dat -de meeste van de vrouwen, die haar zwangerschap kunstmatig doen eindigen, slechts -ongewenschte producten zouden voortbrengen, want de normale, gezonde, stevige vrouw -wenscht geen miskraam op te wekken. “Er zijn vrouwen, die psychisch steriel zijn, -zonder dat ze het physiek zijn, en die niets van moederlijkheid in zich hebben dan -de geschiktheid om voort te brengen. Als deze miskraam opwekken, verbeteren zij eenvoudig -een fout van de natuur”. Als sommigen van haar voortgaan tot de tijd voorbij is, worden -zij schuldig aan het veel erger vergrijp van kindermoord. Wat de vrouwen aangaat, -die miskraam wenschen enkel uit motieven van ijdelheid of gemak, wijst Oda Olberg -er op, dat de kringen, waarin deze motieven gelden, zeer wel in staat zijn hun kindertal -te beperken, zonder hun toevlucht te nemen tot afdrijving. Zij komt tot het besluit, -dat de maatschappij het jonge leven op alle wijzen moet beschermen, door maatschappelijke -<span class="corr" title="Bron: hygiene">hygiëne</span>, door wetten ter bescherming van werkende vrouwen, door het verspreiden van een nieuwe -moraal op de basis van de erfelijkheidswetten. Maar wij behoeven het jonge schepsel -niet tegen zijn eigen moeder te beschermen, want duizende natuurlijke krachten dwingen -de moeder haar eigen kind te beschermen, en we kunnen er zeker van zijn, dat zij niet, -zonder zeer goede redenen, zal ongehoorzaam zijn aan die krachten. Camilla Jellinek -betoogt ook (<i lang="de">Die Strafrechtsreform</i>, etc., Heidelberg, 1909) in een indrukwekkende toespraak voor de verzamelde Duitsche -vrouwen-vereenigingen, in Breslau, in denzelfden geest. -</p> -<p>De wetgevers kwamen zeer spoedig de vrouwen in deze zaak te hulp, des te gereedelijker, -voorzeker, omdat de tradities van het grootste en invloedrijkste wettelijk lichaam, -aan één kant ten minste, reeds in dezelfde richting wezen. We kunnen inderdaad zeggen, -dat het van den kant der wet geweest is—en in Italië, het klassieke land der wettelijke -hervorming—dat deze nieuwe beweging het eerst begonnen is. In 1888 gaf Balestrini, -in Turijn, zijn <i lang="it">Aborto, Infanticidio ed <span class="corr" id="xd29e13562" title="Bron: Espossione">Esposizione</span> d’Infante</i> uit, waarin hij betoogde, dat de straf op de afdrijving moest worden afgeschaft. -Het was een kundig en geleerd boek, geïnspireerd door ruime ideeën en een philantropischen -geest, maar, hoewel het belang ervan nu erkend wordt, kan niet gezegd worden dat het -veel aandacht trok bij de publicatie. -</p> -<p>Voornamelijk in Duitschland zijn in de laatste jaren de wetgevers de hervormsters -nagevolgd, door meer of minder volkomen de afschaffing van de straf op de afdrijving -aan te raden. Een zoo beroemd autoriteit als Von <span class="corr" id="xd29e13568" title="Bron: Lisst">Liszt</span> zegt in een persoonlijken brief aan Camilla Jellinek (<i>op. cit.</i>), dat hij de straf op de afdrijving beschouwt als “van zeer twijfelbaar recht”, hoewel -hij meent, dat het niet praktisch is ze geheel af te schaffen; hij meent dat afdrijving -kon worden toegestaan in de eerste maanden van de zwangerschap, en komt zoo op het -oude standpunt terug. Hans Gross zegt als zijn opinie (<i lang="de">Archiv für Kriminal-Anthropologie</i>, Bd. XII, p. 345), dat de tijd niet ver af is, waarop afdrijving niet meer gestraft -zal worden. <span class="corr" id="xd29e13576" title="Bron: Rodbruch">Radbruch</span> en Von Lilienthal spreken in denzelfden geest. Weinberg heeft een verandering in -de wet aangeraden (<i lang="de">Mutterschutz</i>, 1905, afl. 8), en Kurt Hiller (<i lang="de">Die Neue Generation</i>, April 1909), beweert, ook van den kant der wet, dat afdrijving alleen strafbaar -moest zijn als ze bewerkt werd door een getrouwde vrouw, zonder voorkennis en toestemming -van haar echtgenoot.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De medische stand, die in den nieuweren tijd de eerste schrede <span class="pagenum">[<a id="pb551" href="#pb551">551</a>]</span>gedaan heeft tot autoriseeren van de afdrijving, heeft tot nog toe geen verdere stappen -gedaan. Hij is er mee tevreden geweest de grondstelling te verkondigen, dat, als de -belangen van de moeder staan tegenover die van den foetus, deze laatste opgeofferd -moeten worden. Hij heeft geaarzeld den verderen stap te doen en de afdrijving te plaatsen -op de basis der eugeniek en het recht te eischen op afdrijving aan te dringen ieder -keer, dat de medische en hygiënische belangen van de maatschappij zulk een stap eischen. -Deze houding is volkomen te begrijpen. Men heeft de geneeskunde altijd geïdentificeerd -met het behouden van leven, zelfs van waardeloos en erger dan waardeloos leven. “Houdt -alles in het leven! Houdt alles in het leven!” riep Sir James Paget nerveus. De geneeskunde -heeft zich beperkt tot de nederige taak kwalen te genezen, en begint eerst tegenwoordig -de grooter en edeler taak te ondernemen van ze te voorkomen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">“De schrede van het dooden van het kind in den schoot, tot het vermoorden van een -persoon buiten den schoot, is een gevaarlijk kleine schrede”, merkt een medisch schrijver -van later tijd op, en hij spreekt waarschijnlijk voor vele anderen, die zich op eene -of andere wijze blind houden voor het feit, dat deze “gevaarlijk kleine schrede” door -het menschdom gedaan is, lang voordat afdrijving in de wereld bekend was. -</p> -<p>Hier en daar echter hebben medische schrijvers van naam de verdere uitbreiding aangeraden -van de afdrijving, met voorzorgen, en onder behoorlijk toezicht, als een hulp bij -den vooruitgang der eugeniek. Zoo is Professor Max Flesch (<i lang="de">Die Neue Generation</i>, April, 1909) voor een verandering in de wet om afdrijving toe te staan (mits ze -gedaan wordt door den medicus) in speciale gevallen, zooals wanneer de zwangerschap -van de moeder door verkrachting is teweeg gebracht, als zij verlaten is geworden, -of als, in het belang van de gemeenschap, het wenschelijk is de verspreiding te voorkomen -van krankzinnige, misdadige, alcoholische of tuberculeuze personen. -</p> -<p>In Frankrijk heeft een medicus, Dr. Jean Darricarrère een merkwaardigen roman geschreven, -<i lang="fr">Le Droit <span class="corr" id="xd29e13602" title="Bron: d’ Avortement">d’Avortement</span></i> (1906), waarin de stelling wordt verkondigd, dat een vrouw altijd volkomen het recht -heeft op afdrijving, en dat zij de hoogste rechter is wat de vraag betreft of zij -de pijn en de gevaren der geboorte van kinderen wil ondergaan of niet. De kwestie -berust hier echter, klaarblijkelijk, niet op medische, maar op philantropische en -feministische grondslagen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Wij hebben gezien, dat zoowel van de zijde der praktijk als van die der theorie, in -de laatste jaren een groote verandering heeft plaats gevonden in de houding jegens -de afdrijving. Het moet echter duidelijk erkend worden, dat, in tegenstelling met -de contrôle op de verwekking door methoden tot het voorkómen van de conceptie, facultatieve -miskraam nog niet opgenomen is in onze aangenomen maatschappelijke moraal. Als ik -hier een persoonlijke opinie mag invoegen, dan zou ik willen zeggen, dat het mij toeschijnt, -dat onze moraal zich hier tamelijk verstandig gedraagt<a class="noteref" id="xd29e13609src" href="#xd29e13609">22</a>. Ik ben bepaald van meening, dat een onbeperkte <span class="pagenum">[<a id="pb552" href="#pb552">552</a>]</span>permissie aan vrouwen om afdrijving in haar eigen belang toe te passen, of zelfs voor -gemeenschappen om ze toe te passen in het belang van het ras, niet zou passen bij -onze tegenwoordige maatschappij. Zooals Ellen Key met kracht betoogt, een beschaving, -die zonder protest toelaat, dat haar zorgvuldig uitgekozen volwassen mannen in den -oorlog op barbaarsche wijze worden geslacht, heeft nog niet het recht verkregen met -opzet ook maar zelfs haar meest inferieure levensproducten in den schoot te vernietigen. -Aan een gemeenschap, die schuldig is aan zoo’n roekelooze verspilling van levens, -kan niet veilig deze oordeel-vereischende functie worden toevertrouwd. De blinde en -doellooze bezorgdheid om de meest hopelooze en verlaagde levensvormen te koesteren, -zelfs van het ongeboren leven, mag wel een zwakheid heeten, en daar het dikwijls leidt -tot grenzenloos lijden, een misdaad. Maar tot nog toe is er een onoverkomelijke hinderpaal, -die vooruitgang in deze richting in den weg staat. Voordat wij gerechtigd zijn opzettelijk -een leven te vernietigen om een leven te behouden, moeten wij leeren, hoe we het kunnen -behouden door het afschaffen van die vernielende invloeden—oorlog, ziekte, slechte -arbeidsvoorwaarden—die gemakkelijk binnen onze maatschappelijke macht als beschaafde -naties liggen<a class="noteref" id="xd29e13618src" href="#xd29e13618">23</a>. -</p> -<p>Er is verder een andere overweging, waarvan het mij toeschijnt, dat ze gewicht in -de schaal legt. De vooruitgang van de beschaving gaat in de richting van grootere -voorzorg, meer voorkómen, een verminderde behoefte om te strijden tegen het roekelooze -gebrek aan vooruitzien. De noodzakelijkheid tot afdrijving is juist een van die resultaten -van roekeloos handelen, die de beschaving neiging heeft om te verminderen. Terwijl -we kunnen toegeven, dat bij een gezonder toestand van de beschaafde maatschappij er -nog enkele gevallen zouden kunnen voorkomen, waarin <span class="pagenum">[<a id="pb553" href="#pb553">553</a>]</span>het opwekken van miskraam wenschelijk zou kunnen zijn, schijnt het wel waarschijnlijk, -dat het aantal van zulke gevallen eer zal afnemen dan toenemen. Om de behoefte aan -afdrijving uit den weg te ruimen, en om de propaganda ten gunste er van tegen te gaan, -moeten wij ons aan den eenen kant voornamelijk verlaten op een grootere zorgvuldigheid -bij het bepalen van de conceptie en een meerdere kennis van de middelen ter voorkoming -van de conceptie<a class="noteref" id="xd29e13636src" href="#xd29e13636">24</a>, en aan den anderen kant op een betere zorg door den Staat voor zwangere vrouwen, -getrouwde en ongetrouwde gelijkelijk, en een erkenning in de praktijk van aanspraken -binnen zekere perken, van de moeder op de maatschappij<a class="noteref" id="xd29e13642src" href="#xd29e13642">25</a>. Er kan maar weinig twijfel aan zijn, dat, bij menige aanklacht wegens misdadige -afdrijving, het werkelijke vergrijp ligt bij hen, die hun sociale en hun beroepsplicht -niet hebben vervuld van het bekend maken van de meer natuurlijke en onschuldige voorbehoedmiddelen -tegen de conceptie, of die anders door hun maatschappelijke houding de positie van -de zwangere vrouw ondragelijk gemaakt hebben. Door werkdadige maatschappelijke hervorming -in deze twee richtingen kan de nieuwe beweging ten gunste van de afdrijving in toom -gehouden worden, en men heeft zelfs gevonden, dat, door het bevorderen van zulk een -hervorming, die beweging weldadig is geweest. -</p> -<p>Wij hebben gezien, dat de opzettelijke beperking van de conceptie een deel geworden -is van onze beschaafde moraal, en dat de praktijk en de theorie van de facultatieve -afdrijving vasten voet onder ons gekregen hebben. Er blijft nog een derde en meer -radicale methode over ter controleering van de verwekking, de methode van het geheel -wegnemen van de mogelijkheid van de verwekking door het castreeren, of door andere -kleinere operaties, die eenzelfde verhinderende uitwerking hebben op de voortplanting. -De andere twee methoden hebben alleen invloed op een enkele vereenigingsdaad of de -gevolgen daarvan, maar castratie heeft invloed op alle volgende daden van sexueele -vereeniging en vernietigt gewoonlijk voor goed de voortbrengende kracht. -</p> -<p>Castratie voor verschillende maatschappelijke en andere doeleinden is een oude en -ver verspreide gewoonte, die toegepast wordt op menschen en op dieren. Er heeft echter, -over het geheel, een soort van vooroordeel tegen bestaan, als ze werd toegepast op -menschen. Vele volken hebben een groote heilige waarde gehecht aan de ongeschondenheid -van de sexueele organen. Bij sommige natuurvolken is het verwijderen van deze organen -beschouwd geworden als een speciaal wreede beleediging, die <span class="pagenum">[<a id="pb554" href="#pb554">554</a>]</span>alleen gedaan kon worden in oogenblikken van groote opgewondenheid, zooals na een -veldslag. De geneeskunde heeft zich gekant tegen iedere inmenging met de sexueele -organen. De eed, die de Grieksche medici afleggen, schijnt castratie te beletten: -“Ik wil niet snijden”<a class="noteref" id="xd29e13652src" href="#xd29e13652">26</a>. In moderne tijden heeft er een groote verandering plaats gevonden, castratie wordt -zoowel aan mannen als aan vrouwen gedaan bij ziekelijke toestanden; dezelfde operatie -wordt soms aangeraden en nu en dan gedaan in de hoop, dat zij sterke en abnormale -sexueele impulsen uit den weg zal ruimen. En in de laatste jaren is de castratie te -hulp geroepen, wegens haar meer radicaal karakter, in zake de negatieve eugeniek, -en waarlijk in grootere mate, omdat ze een meer radicaal karakter heeft dan het voorkomen -van de conceptie of de afdrijving. -</p> -<p>De beweging, die de castratie begunstigt, schijnt begonnen te zijn in de Vereenigde -Staten, waar verschillende pogingen gedaan zijn ze in de wet opgenomen te krijgen. -Ze werd eerst uitsluitend aangeraden als een straf voor misdadigers, en vooral voor -sexueele vergrijpen, door Hammond, Everts, Lydston en anderen. Van dit standpunt schijnt -ze echter onvoldoende te zijn en misschien onwettig. In vele gevallen is castratie -in het geheel geen straf en inderdaad een positieve weldaad. In andere gevallen, als -ze gedaan wordt tegen den wil van de persoon, die het aangaat, kan ze zeer hinderlijke -geestelijke gevolgen hebben, die bij reeds gedegenereerde of wilszwakke personen kunnen -leiden tot krankzinnigheid, misdadigheid, en tegen-maatschappelijke neigingen, die -veel gevaarlijker zijn dan de oorspronkelijke toestand. Overwegingen der eugeniek, -die later op den voorgrond kwamen, vormen een veel grooter argument vóor castratie; -in dit geval wordt de castratie geenszins verricht om een barbaarsche en vernederende -straf op te leggen, maar, met toestemming van den geopereerde, om de gemeenschap te -beschermen tegen het gevaar van nuttelooze en verkeerde leden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het feit, dat castratie eigenlijk niet langer als een straf kan beschouwd worden, -blijkt wel uit de mogelijkheid de operatie met opzet te doen verrichten enkel voor -het gemak, als een meer te verkiezen en uiterst werkdadig surrogaat voor het gebruiken -van voorbehoedmiddelen bij het sexueele verkeer. Ik ken op het oogenblik maar eén -geval, waarin deze gedragslijn gekozen is. Dit geval is van een medicus (van een Puriteinsch -Nieuw Engelsche familie) met wiens sexueele geschiedenis, die volkomen normaal is, -ik sinds lang bekend ben. Hij is nu negen en dertig jaar oud. Eenige jaren geleden -begon hij voorbehoedmiddelen te gebruiken, omdat hij een voldoend groot gezin had. -De daarop volgende gebeurtenissen verhaal ik met zijn eigen woorden: “De last, de -voorzorg, enz., noodig gemaakt door voorbehoedmiddelen werden mij meer en meer hinderlijk -naarmate de jaren voorbij gingen, en eindelijk legde ik de zaak voor aan een anderen -medicus, en op zijn verantwoording en na rijp overleg met mijn vrouw, werd ik spoedig -daarop geopereerd en steriel gemaakt door het aan beide zijden bloot leggen van het -“vas deferens”, en het tusschen <span class="pagenum">[<a id="pb555" href="#pb555">555</a>]</span>twee zijden draden afbinden ervan. Dit werd gedaan nadat het door cocaine infiltratie -ongevoelig gemaakt was, en was niet buitengewoon pijnlijk, hoewel de pijn, die het -gaf, (het uittrekken van het koord door de spleet) zeer moeilijk te verdragen scheen. -Ik behoefde mijn werk geen dag na te laten, en was op geenerlei wijze ernstig uit -mijn doen. Na zes dagen werd het laatste naaisel verwijderd en na drie weken kon ik -het verband weglaten, dat noodig was gemaakt door de uiterste gevoeligheid van de -testikels en van den zaadstreng. -</p> -<p>“De operatie is op alle wijzen gebleken een volkomen succes te zijn. De sexueele functies -zijn op geenerlei wijze aangedaan. Er bestaat geen gevoel van ongemak of onbehagen -in de genitaliën zelf, en wat mij het vreemdst van alles toeschijnt, is het feit, -dat het zaad, voor zoover men kan waarnemen door gewone waarnemingsmiddelen, onverminderd -is in hoeveelheid en onveranderd in kwaliteit. (Natuurlijk zou het microscoop de essentieele, -beslissende verandering doen blijken). -</p> -<p>“Mijn vrouw is verrukt, nu alle vrees uit onze liefde verbannen is, en, alles bij -elkaar genomen, schijnt het, dat het leven voor ons beiden meer waarde heeft. Toevallig -schijnen wij beiden gezonder dan gewoonlijk, en dit is vooral het geval bij mijn vrouw; -zij schrijft dit toe aan den gunstigen invloed, die er door bereikt wordt, dat de -zaadvloed op volkomen normale wijze wordt aangebracht en in aanraking blijft met de -afscheidingen van de vagina, totdat hij op natuurlijke wijze verwijderd wordt. -</p> -<p>“Daar deze operatie betrekkelijk nieuw is, en tot nog toe niet dikwijls op anderen -gedaan is dan op krankzinnigen, misdadigers, enz., dacht ik, dat ze u misschien zou -interesseeren. Als ik ook maar de geringste lichtstraal geworpen heb op dit grootste -van alle menschelijke problemen, dan zal ik werkelijk blij zijn”. -</p> -<p>Zulk een geval, met zijn tot nu toe bevredigende resultaten, verdient zeker wel vermelding, -hoewel het misschien nog niet veel navolging zal vinden.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De eerste, die, voor zoover ik heb kunnen vinden, de castratie als maatregel der negatieve -eugeniek heeft aangeraden, en dat voor het speciale “doel van prophylaxis, als toegepast -op de verbetering van het ras en de bescherming van de maatschappij”, is Dr. F. E. -Daniel, uit Texas, in het jaar 1893<a class="noteref" id="xd29e13672src" href="#xd29e13672">27</a>. Daniel verwarde echter castratie als methode tot zuivering van het ras, een methode, -die uitgevoerd kan worden in verstandhouding met het individu, dat geopereerd wordt, -met castratie als een straf, die opgelegd moet worden voor verkrachting, sodomie, -beestachtigheid en zelfs masturbatie uit gewoonte, terwijl de wijze van uitvoering -bovendien buitengewoon barbaarsch en primitief is, n.l. het geheel wegnemen van de -genitaliën. In de laatste jaren zijn eenigszins meer gepaste, praktische en wetenschappelijke -methoden der castratie aangeraden, die niet het verwijderen van de geslachtsklieren -of organen in zich sluiten, en niet als een straf, maar eenvoudig ter bescherming -van de gemeenschap en het ras tegen den last van waarschijnlijk onproductieve en mogelijk -gevaarlijke leden. Näcke heeft, van 1899 af, herhaaldelijk de maatschappelijke voordeelen -<span class="pagenum">[<a id="pb556" href="#pb556">556</a>]</span>opgesomd van dezen maatregel<a class="noteref" id="xd29e13692src" href="#xd29e13692">28</a>. Het vermeerderen van de minderwaardige elementen van de maatschappij, zegt Näcke, -brengt ongeluk in het gezin en is een bron van groote uitgaven voor den Staat. Hij -beschouwt castratie als het eenige krachtige voorbehoedmiddel, en hij komt daarom -tot het besluit, dat we het moeten aannemen, zooals we ook de vaccinatie aangenomen -hebben, er voor zorgende, dat we ons verzekeren van de toestemming van den persoon -zelf of van zijn voogd, van de burgerlijke autoriteiten, en zoo noodig van een commissie -van deskundigen. Ook Professor Angelo Zuccarelli uit Napels heeft van 1899 af, den -nadruk gelegd op het belang van de castratie, voor het steriel maken van de epileptici, -de krankzinnigen van verschillende klassen, de alcoholici, de tuberculeuzen en de -instinctieve misdadigers, terwijl de keuze van gevallen ter operatie gedaan moet worden -door een commissie van deskundigen, die schoolkinderen, candidaten voor openbare betrekkingen, -of personen, die op het punt waren te trouwen, zouden moeten onderzoeken<a class="noteref" id="xd29e13707src" href="#xd29e13707">29</a>. Deze beweging won spoedig veld, en in 1905, bij de jaarlijksche vergadering van -Zwitsersche krankzinnigen-artsen, waren de leden het er algemeen over eens, dat het -steriel maken van krankzinnigen wenschelijk is, en dat de kwestie wettelijk geregeld -moet worden. In Zwitserland zijn, wat Europa betreft, de eerste stappen gedaan om -de castratie als maatregel van maatschappelijke prophylaxe ten uitvoer te brengen. -Het zestiende jaarlijksche rapport (1907) van het kantonale krankzinnigengesticht -te Wil geeft vier gevallen van castratie, twee bij mannen en twee bij vrouwen,—gedaan -met de toestemming van de patienten en de burgerlijke autoriteiten—uit maatschappelijke -beweegredenen; beide vrouwen hadden tevoren onwettige kinderen gehad, die een last -waren voor de maatschappij, en alle vier de patienten waren sexueel abnormaal; de -operatie stelde de patiënten in staat van hun lasten bevrijd te worden en te werken, -en de resultaten werden beschouwd als in alle opzichten bevredigend voor allen, die -er bij betrokken waren<a class="noteref" id="xd29e13723src" href="#xd29e13723">30</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb557" href="#pb557">557</a>]</span></p> -<blockquote> -<p class="first"></p> -<p>Het invoeren van de castratie als een methode der negatieve eugeniek is vergemakkelijkt -door het gebruik van nieuwe methoden om ze zonder gevaar uit te voeren, en zonder -de testes en de ovariën te verwijderen. Voor mannen is daar de eenvoudige methode -van vasectomie, zooals ze wordt aangeraden door Näcke en vele anderen. Voor vrouwen -is er de hiermee overeenkomende, en bijna even eenvoudige en onschuldige methode van -Kehrer door doorsnijding en onderbinding van de Fallopiaansche buizen, aanbevolen -door Kisch, of het zeer daarop gelijkende proces van Rose, dat door een ervaren hand -in een paar minuten wordt ten uitvoer gebracht, zooals aanbevolen wordt door <span class="corr" id="xd29e13747" title="Bron: Zuccarrelli">Zuccarelli</span>. -</p> -<p>Men heeft gevonden, dat herhaald blootstellen aan x-stralen steriliteit teweeg brengt -bij beide seksen, bij dieren zoogoed als bij menschen, en menschen, die met x-stralen -werken, moeten verschillende voorzorgsmaatregelen in acht nemen om niet onder deze -werking te lijden. Men heeft de onderstelling geopperd, dat het aanwenden van x-stralen -een goed surrogaat zou zijn voor castratie: het schijnt, dat de uitwerking van de -toepassing waarschijnlijk maar een paar jaren zal duren, en dat zou, in sommige gevallen, -een voordeel wezen. (Zie <i lang="en">British Medical Journal</i>, Aug. 13, 1904; <i>ib.</i>, Maart <abbr title="laatsleden">l.l.</abbr>, 1905; <i>ib.</i>, Juli 6, 1907).</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het is welhaast niet mogelijk, naar het mij toeschijnt, de castratie als methode van -negatieve eugeniek met groot enthusiasme te beschouwen. Bovendien moest de roekeloosheid, -waarmee men soms voorstelt ze bij de wet toe te passen—waarschijnlijk ten gevolge -van het feit, dat ze klaarblijkelijk niet zoo terugstootend is als het minder radicale -proces van de afdrijving—ons zeer voorzichtig maken. Wij moeten ook het denkbeeld -van castratie als een straf laten varen; als zoodanig is ze niet alleen barbaarsch, -maar vernederend en is het niet waarschijnlijk, dat ze een gunstigen invloed zal hebben. -Als methode van negatieve eugeniek behoort ze nooit in praktijk gebracht te worden -zonder toestemming van den persoon, die het aangaat. Het feit, dat het in sommige -gevallen noodig zou kunnen zijn om iemand te isoleeren, als hij niet overging tot -castratie, zou ongetwijfeld een feit zijn, dat invloed zou uitoefenen ten gunste van -het geven van toestemming; maar de toestemming is absoluut noodzakelijk als de persoon, -die de operatie ondergaat, voor vernedering zal worden bewaard. Een mensch, die vernederd -is en verbitterd door een opgedrongen castratie, zou niet gevaarlijk zijn voor het -nageslacht, maar zou gemakkelijk een gevaarlijk lid kunnen worden van de maatschappij, -waarin hij daadwerkelijk leefde. Met gepaste voorzorgsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen -kan de castratie ongetwijfeld een zekere rol spelen bij de verheffing en de verbetering -van het ras<a class="noteref" id="xd29e13765src" href="#xd29e13765">31</a>. -</p> -<p>De methoden, die we in overweging hebben genomen, in zooverre <span class="pagenum">[<a id="pb558" href="#pb558">558</a>]</span>zij de kracht tot voortbrengen beperken van de minder gezonde en werkdadige families -in een gemeenschap, zijn methoden der eugeniek. Men moet echter niet meenen, dat zij -de geheele eugeniek zijn, of dat zij op eenigerlei wijze behooren tot het wezen van -het plan der eugeniek. De eugeniek heeft betrekking op alle werkingen, die de menschelijke -nakomelingschap verheffen en verbeteren; afdrijving en castratie zijn middelen, die -tot dit doel gebruikt worden, maar het zijn geen middelen, die iedereen goedkeurt, -en het is ook niet uitgemaakt, of de doeleinden, die zij bereiken niet beter bereikt -kunnen worden door andere middelen; in ieder geval zijn het methoden der negatieve -eugeniek. Blijft over het veld van de positieve eugeniek, die betrekking heeft niet -op het doen verdwijnen van minderwaardige families, maar op het uitmaken van wat de -betere families zijn en op het bevorderen van hun kracht tot voortplanting. -</p> -<p>Terwijl de noodzakelijkheid van zich van voortplanting te onthouden niet langer een -hinderpaal is voor het huwelijk, blijft de kwestie of twee personen met elkaar moeten -trouwen in het meerendeel der gevallen een ernstige kwestie uit het standpunt van -positieve en negatieve eugeniek beide, want het normale huwelijk moet wel kinderen -in zich sluiten, zooals ook werkelijk het voornaamste en meest gewenschte doel ervan -is. Wij moeten niet alleen in overweging nemen welke de families zijn, die niet geschikt -zijn om nageslacht voort te brengen, maar ook welke de families of individuen zijn, -die het meest geschikt zijn om nageslacht voort te brengen en onder welke voorwaarden -de verwekking het best kan worden tot stand gebracht. De tegenwoordige onvolledigheid -van onze kennis in deze zaken legt den nadruk op de behoefte aan zorg en voorzichtigheid -bij het naderen tot deze vragen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Het kan wel gepast zijn op dit punt te verwijzen naar de proef van de <span lang="en">Oneida Community</span> bij het instellen van een systeem van wetenschappelijke voortplanting, onder de leiding -van een man, wiens kundigheid en aanzien als een pionier eerst in den tegenwoordigen -tijd voldoende beginnen erkend te worden. John Humphrey Noyes was zijn tijd te ver -vooruit, om op zijn juiste waarde geschat te worden; op zijn meest werd hij beschouwd -als een slim en succesvol stichter van een secte, en zijn pogingen om de eugeniek -op het leven toe te passen wekten alleen lachlust en vervolging, zoodat hij ongelukkig -gedwongen werd een zeer leerzame proef tot een ontijdig einde te brengen. Zijn plan -en zijn principe, die ongeveer veertig jaar geleden gedrukt zijn, zijn uiteengezet -in een <i lang="en">Essay on Scientific Propagation</i>, waarin de problemen besproken worden, die eerst tegenwoordig de aandacht beginnen -te trekken van de praktische menschen binnen de sfeer van de maatschappelijke politiek. -Toen Noyes zijn krachtigen en praktischen geest richtte op de kwestie der eugeniek, -was die kwestie uitsluitend in handen van de mannen der wetenschap, die al de natuurlijke -schuchterheid voelden van den geleerde voor de verwerkelijking van zijn voorstellen, -en die geen lust hadden ook maar een <span class="pagenum">[<a id="pb559" href="#pb559">559</a>]</span>haarbreed af te wijken van de conventie van hun tijd. Met de proef van Noyes, in Oneida, -begint een nieuw stadium in de geschiedenis der eugeniek; wat ook de waarde van de -proef geweest mag zijn—en een eerste proef kan niet dadelijk eindresultaat hebben—met -Noyes kwam de kwestie der eugeniek uit het zuiver academisch stadium, waarin ze, sinds -den tijd van Plato, geweest was. “Het begint duidelijk te worden”, zegt Noyes aan -het begin, “dat de grondslagen van een wetenschappelijke maatschappij moeten gelegd -worden in de wetenschappelijke wijze van voortplanting van menschelijke wezens”. Als -we dat doen, moeten we op twee dingen letten: bloed (of erfelijkheid) en opvoeding; -en hij stelt bloed voorop. Daarin was hij het eens met de nieuwste voorstanders der -eugeniek van den tegenwoordigen tijd (“de natie heeft jaren lang al haar aandacht -gewijd aan “milieu”, terwijl “erfelijkheid” in de eerste plaats komt”, zooals Karl -Pearson het uitdrukt), en hij gaf tevens blijk van de breedheid van zijn opvatting -in vergelijking van den gewonen maatschappelijken hervormer, die in die dagen gewoonlijk -een fanatiek geloovige was aan den invloed van opvoeding en milieu. Noyes zet de positie -van Darwin uiteen ten opzichte van de grondbeginselen van de beschaving, en ook de -schrede verder dan Darwin, die door Galton is gedaan. Hij merkt dan op, dat Galton, -als hij aan het punt komt, waar het noodig is van de theorie over te gaan tot de plichten, -die de theorie oplegt, <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>hij in het zachtzinnigste conservatisme verzinkt”. (Men moet in herinnering houden, -dat dit geschreven is in een tijd toen Galton’s werk pas uitkwam). Deze conclusie -was geheel tegenovergesteld aan het praktische en godsdienstige temperament van Noyes. -“Onze plicht is duidelijk; wij zeggen, dat wij het moeten doen—wij willen het doen—maar -wij kunnen niet. De wet van God drijft ons voort; maar de wet van de maatschappij -houdt ons tegen. De moedigste weg is de veiligste. Laten we de wet eerlijk en vast -onder de oogen zien. Het is alleen in de vreesachtigheid van de onwetendheid, dat -de plicht onuitvoerbaar schijnt”. Noyes was een voorganger van Galton, in zooverre -hij de eugeniek beschouwde als een zaak van den godsdienst. -</p> -<p>Noyes stelde voor het werk van de moderne wetenschap op het gebied van de voortplanting -“Stirpicultuur” te noemen, waarin hij door anderen gevolgd is. Hij meent, dat het -de taak van den stirpiculturist is om zoowel kwantiteit als kwaliteit van de familie -voor oogen te houden, en hij meende, dat, zonder de kwantiteit te verminderen, het -mogelijk was de kwaliteit te verbeteren door het uitoefenen van een zeer strenge keuze -van de mannen. Op dit punt heeft Noyes steun gevonden bij Karl Pearson en anderen, -die aangetoond hebben, dat maar een betrekkelijk klein gedeelte van een bevolking -noodig is om de volgende generatie voort te brengen, en dat in werkelijkheid twaalf -percent mannen van een geslacht vijftig percent van de volgende generatie voortbrengt. -Wat wij moeten verzekeren, is, dat dit kleine deel van de bevolking, dat voort zal -brengen, dat deel zal zijn, dat het best voor het doel geschikt is. “De <i>hoeveelheid</i> van de productie zal in directe verhouding staan tot het aantal vruchtbare vrouwen”, -zooals Noyes de kwestie zag, “en de <i>waarde</i>, die voortgebracht wordt, voor zoover het de keuze betreft, zal bijna in omgekeerde -verhouding staan tot het aantal vruchtbare mannen”. In deze zaak was Noyes een voorganger -van Ehrenfels. De twee principes, die men voor oogen moet houden waren “Teel van de -besten”, en “Teel in denzelfden kring”, met een zorgvuldig en nu en dan voorkomend -toevoegen van nieuwe rassen. (Opgemerkt moet worden, zooals Reibmayr, in zijn nieuwe -pas uitgekomen <i lang="de">Entwicklungsgeschichte des Genies und Talentes</i>, betoogt, dat de hoogere rassen en de hoogere individuen, in de menschelijke soort -zijn voortgebracht door een onbewust aanhangen juist van deze principes). “Door het -uitkiezen van hoogere families, en door het onder elkaar telen van deze, zouden hoogere -soorten menschelijke wezens kunnen worden voortgebracht, die vergeleken zouden kunnen -worden bij den volbloed onder al de huisdieren”. Hij illustreert dit door de eerste -geschiedenis van de Joden. -<span class="pagenum">[<a id="pb560" href="#pb560">560</a>]</span></p> -<p>Noyes critiseert ten slotte de tegenwoordige methode, of gebrek aan methode, in zake -de voortplanting. Ons huwelijkssysteem laat, zooals hij het uitdrukt, de paring over -aan een algemeene verwarring. Door het groote verschil tusschen de seksen in kracht -tot voortbrengen buiten beschouwing te laten, “beperkt het iederen man, wat ook zijn -potentie en zijn waarde mogen zijn tot de mate van productie, waartoe een vrouw, in -den blinde gekozen, misschien in staat is”. Bovendien beslist het, gaat hij voort, -“in de praktijk tegen de besten, en ten gunste van de slechtsten; want, terwijl de -goede man door zijn geweten beperkt zal zijn tot wat de wet toestaat, zal de slechte, -zonder eenige moreele beperking, zijn zaad uitstrooien buiten de wettige grenzen, -zoover als hij maar durft”. “Wij zijn op alle wijzen veilig als we zeggen, dat er -geen mogelijkheid is de twee voorschriften van de wetenschappelijke voortplanting -vast te leggen in een instelling, die aanspraak maakt op het maken van geen onderscheid, -die geen onderdrukking toelaat, die niet meer vrijheid geeft aan de besten dan aan -de slechten, en die, in werkelijkheid, altijd onvermijdelijk op de verkeerde wijze -onderscheid moet maken, zoolang als de lagere klassen het vruchtbaarste zijn en het -minst geneigd de waarschuwingen van wetenschap en moraal ter harte te nemen”. Noyes -legt er den nadruk op dat, als we onze sexueele instellingen gaan wijzigen, er twee -hoofdpunten moeten zijn, die men in herinnering moet houden: het behoud van de vrijheid, -en het behoud van het tehuis. Er moet geen dwang zijn in de menschelijke wetenschappelijke -voortplanting; ze moet autonoom zijn, geregeld door zelfbestuur, “door de vrije keuze -van hen, die genoeg van de wetenschap houden, om zichzelf tot eunuchen te maken terwille -van het Koninkrijk der Hemelen”. Het tehuis moet ook in stand gehouden, daar “het -huwelijk het beste is voor den mensch, zooals hij is”; maar het is noodig het tehuis -uit te breiden, te verruimen, want “als alle menschen konden leeren van andere kinderen -te houden als van hun eigene, zou er niets zijn om de verbreiding van de wetenschappelijke -voortplanting in den weg te staan in tehuizen, die veel beter zouden zijn dan die -tegenwoordig bestaan”. -</p> -<p>De merkwaardige brochure geeft geen beschrijving van de juiste maatregelen, die de -Oneida-gemeenschap genomen heeft om deze principes ten uitvoer te brengen. De twee -hoofdpunten waren, zooals we weten, “zelfbeheersching der mannen” (zie boven, p. 502), -en de vergroote familie, waarin alle mannen de werkelijke of de mogelijke deelgenooten -waren van alle vrouwen, maar er vond geen vereeniging plaats ter verwekking, behalve -als gevolg van verstandelijke overlegging en bepaald besluit. “De gemeenschap”, zegt -H. J. Seymour, een van de eerste leden (<i lang="en">The Oneida Community</i>, 1894, p. 5), “was een <i>familie</i>, even duidelijk afgescheiden van de omringende maatschappij als gewone huishoudens. -De band, die ze te zamen bond, was even duurzaam, en ten minste even heilig als die -van het huwelijk. De zorg van iederen man en al het gemeenschappelijk eigendom werd -verpand voor het onderhoud en de bescherming der vrouwen, en het onderhoud en de opvoeding -der kinderen”. Het is niet waarschijnlijk, dat de Oneida-gemeenschap in bijzonderheden -het voorbeeld was, waarnaar de menschelijke gemeenschap in het <span class="corr" id="xd29e13819" title="Bron: algemeenzich">algemeen zich</span> vormen zal. Maar op zijn minst geschat, toont het succes ervan wel aan, zooals Lord -Morley ons duidelijk heeft gemaakt (Diderot, deel II, p. 19), “hoezeer sommige feiten -van den bestaanden menschelijken aard, die gewoonlijk beschouwd worden als definitief -en onuitroeibaar, voor wijziging vatbaar zijn”, en dat “het disciplineeren van de -driften en neigingen der sekse”, waarop de toekomst van de beschaving in ruime mate -berust, absoluut geen onmogelijkheid blijkt te zijn. -</p> -<p>In vele opzichten was de Oneida-gemeenschap haar tijd,—en zelfs den onzen,—vooruit, -maar het is belangwekkend op te merken, dat in zake de beheersching van de conceptie -ons huwelijkssysteem op één lijn is gekomen met de theorie en de praktijk van de Oneida-gemeenschap; -het kan niet gezegd worden, dat wij de conceptie altijd beheerschen in overeenstemming -<span class="pagenum">[<a id="pb561" href="#pb561">561</a>]</span>met de principes der eugeniek, maar het feit, dat zulk controleeren nu een algemeen -aangenomen gewoonte van de beschaving geworden is, ontneemt aan de critiek van Noyes -op ons huwelijkssysteem tot zekere hoogte de kracht, die ze een halve eeuw geleden -had. Nog een andere verandering in onze gewoonten—het aanraden en zelfs de gewoonte -van afdrijving en castratie—zou zijn goedkeuring niet verworven hebben; hij was sterk -tegen beide, en bij de hooge moraal, die in zijn gemeenschap heerschte, was ook geen -van beide noodig tot in stand houding van de stirpicultuur, die overheerschte. -</p> -<p>De Oneida-gemeenschap duurde een generatie lang, en eindigde in 1879, in het geheel -niet door een erkenning van mislukking, maar door een wijs wijken voor uiterlijken -druk. De leden ervan, vele van hen van hooge beschaving, gingen voort de herinnering -van de gewoonten en idealen van de gemeenschap in eere te houden. Noyes Miller (de -schrijver van <i lang="en">The Strike of a Sex</i>, en <i lang="en">Zugassant’s Discovery</i>) bleef tot het laatst met rustig vertrouwen uitzien naar den tijd waarop, naar hij -meende, de groote ontdekking van Noyes aangenomen zou worden door de wereld in het -algemeen. Een ander lid van de gemeenschap (Henry J. Seymour) schreef veel later over -de gemeenschap, dat “ze een voorbode en een onvolkomen miniatuur van het Koninkrijk -der Hemelen op aarde was”.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Misschien is het gewoonste type van de voorstellen of pogingen om het biologisch niveau -van het ras te verbeteren wel het uitsluiten van bepaalde klassen gedegenereerden -van het huwelijk, of het aanmoedigen van de gemeenschap om te trouwen. Dit schijnt -op het oogenblik de meest populaire vorm der eugeniek, en in zooverre dit niet bereikt -wordt door dwang, maar het gevolg is van een vrijwillig besluit om de kwestie van -het ras te behandelen met jaloersche zorg en de bescherming, die een zoo geweldig -ernstige, zoo goddelijke taak met zich brengt, is er veel voor en weinig tegen te -zeggen. -</p> -<p>Maar het is een geheel andere zaak als er een poging gedaan wordt zulk een instelling -als het huwelijk bij de wet te regelen. In de eerste plaats weten we nog niet genoeg -van de grondbeginselen van de eugeniek en de erfelijkheid van ziekelijke toestanden -om ons in staat te stellen gezonde wettelijke voorstellen op deze basis te gronden. -Zelfs een betrekkelijk zoo eenvoudige zaak als de verhouding tusschen tuberculose -en erfelijkheid kan nauwelijks gezegd worden een zaak te zijn, waarover men het algemeen -eens is, zelfs als we aannemen, dat wij voldoende materiaal bezitten, waarop we tot -een algemeene overeenstemming zouden kunnen komen. Verondersteld, dat onze kennis -van al deze zaken veel verder gevorderd was dan ze is, dan zouden we nog niet een -positie bereikt hebben, waarin het mogelijk zou zijn algemeene voorstellen te doen -over de wenschelijkheid of de niet-wenschelijkheid van het voortplanten van bepaalde -klassen. De kwestie is noodzakelijkerwijze een persoonlijke kwestie, en ze kan alleen -beslist worden, als al de omstandigheden van het individueele geval behoorlijk onder -de oogen zijn gezien. -</p> -<p>Het bezwaar tegen een wettelijke en gedwongen regeling van het recht om te huwen is -echter veel fundamenteeler dan de <span class="pagenum">[<a id="pb562" href="#pb562">562</a>]</span>overweging, dat onze kennis op het oogenblik onvoldoende is. Het ligt in de algemeene -verwarring, in den geest van hen, die zulk een wetgeving aanraden, tusschen het wettig -huwelijk en de voortplanting. De menschen, die in die verwarring vervallen, hebben -het a-b-c van het onderwerp, waarover ze zich aanmatigen een oordeel uit te spreken, -nog niet geleerd, en ze zijn niet meer bekwaam om wetten te geven dan een kind, dat -geen A van een B kan onderscheiden, in staat is om te lezen. -</p> -<p>Het huwelijk, in zooverre het een bondgenootschap is voor wederkeerige hulp en troost -van twee menschen, die vrij zijn in zulk een bondgenootschap sexueele vereeniging -uit te oefenen, als zij dat willen, is het elementair recht van ieder persoon, die -niet schuldig is aan bedrog of geheimhouding, en die waarschijnlijk den gekozen deelgenoot -geen nadeel zal toebrengen, want in dat geval heeft de maatschappij het recht tusschen -beide te komen krachtens haar plicht om haar leden te beschermen. Maar het recht om -te trouwen sluit, als het zoo verstaan wordt, het recht om nakomelingen te verwekken -in het geheel niet in. Want terwijl het huwelijk op zich zelf alleen invloed heeft -op de twee individuen, die het aangaat, en op geenerlei wijze den Staat raakt, heeft -de voortplanting in de eerste plaats invloed op de gemeenschap, die ten slotte bestaat -uit voortgebrachte personen, en eerst in de tweede plaats op de twee individuen, die -de werktuigen zijn der voortplanting. Zoodat, evenals het individueele paar het eerste -recht heeft bij de kwestie van het huwelijk, zoo heeft de Staat het eerste recht bij -de kwestie van de voortplanting. De Staat is even onbekwaam om de wet op het huwelijk -te maken, als het individu onbekwaam is de wet op de voortplanting te maken. -</p> -<p>Dat is echter maar de eene helft van de dwaasheid, die begaan wordt door hen, die -de candidaten voor het huwelijk zouden willen kiezen bij de wet. Laat ons eens aannemen—zooals -inderdaad gemakkelijk aan te nemen is—dat een gemeenschap gedwee de abstracte verbodsbepalingen -van het wetboek zal aannemen en haar leden rustig weer naar huis zullen gaan als de -ambtenaar van den burgerlijken stand hun mededeelt, dat zij uitgesloten zijn van het -wettige huwelijk door de nieuwe lijst van verbodsbepalingen. Een uitgesproken verbod -tot voortplanting in het huwelijk, is een onuitgesproken permissie tot voortplanting -buiten het huwelijk. Zoo wordt de ongewenschte voortplanting, in plaats van uitgevoerd -te worden onder de gunstigste omstandigheden, uitgevoerd onder de gevaarlijkste omstandigheden -en het eindresultaat voor de gemeenschap is geen winst, maar een verlies. -</p> -<p>Wat gewoonlijk schijnt te gebeuren, bij een formeel wettelijk verbod tegen het huwelijk -van een bepaalde klasse, is een combinatie van verschillende nadeelen. Voor een deel -wordt de wet een doode letter, voor een deel wordt ze ontdoken door handigheid <span class="pagenum">[<a id="pb563" href="#pb563">563</a>]</span>en bedrog, voor een deel wordt ze gehoorzaamd om aanleiding te geven tot nog ernstiger -nadeelen. Dit gebeurde, bij voorbeeld, in het district Terek, in den Caucasus, waar, -op verzoek van een medische commissie, aan priesters verboden werd te trouwen met -personen, onder wier betrekkingen of voorouders gevallen van melaatschheid waren voorgekomen. -Zooveel en zoo verschillende soorten van verkeerdheden werden door dezen maatregel -veroorzaakt, dat hij spoedig werd ingetrokken<a class="noteref" id="xd29e13848src" href="#xd29e13848">32</a>. -</p> -<p>Als wij in herinnering houden, dat de Katholieke kerk meer dan duizend jaar bezig -is geweest met de poging het huwelijksverbod op te dringen aan haar priesters,—een -welopgevoede en geoefende klasse van mannen, die ieder geestelijk en wereldlijk motief -hadden om het verbod na te komen, en die er bovendien toe opgevoed waren ascetisme -als het beste ideaal in het leven<a class="noteref" id="xd29e13859src" href="#xd29e13859">33</a> te beschouwen,—dan kunnen we begrijpen hoe dwaas het is te trachten hetzelfde doel -te bereiken door enkele toevallige verbodsbepalingen uit te vaardigen jegens ongeoefende -menschen, die geen enkel motief om aan die bepalingen te gehoorzamen en geen idealen -van coelibaat hebben. -</p> -<p>De hopeloosheid en zelfs de dwaasheid van het bewerken van eugenistische verbetering -van het ras door het enkel plaatsen in het wetboek van verbodsbepalingen aan bepaalde -klassen van personen om het huwelijk, zooals het nu is ingesteld, aan te gaan, geeft -blijk van de zwakheid van hen, die het eugenistische belang van het milieu onderschatten. -Zij, die beweren, dat erfelijkheid alles is, en milieu niets, schijnen op vreemde -wijze te vergeten, dat het juist de lagere klassen zijn—degenen, die het meest onderworpen -zijn aan den invloed van een slecht milieu—die het veelvuldigst voortbrengen, met -de grootste roekeloosheid en het ongelukkigst. De beperking in de voortplanting, en -een daarmee samengaande eerbied voor de erfelijkheid, nemen <i lang="la">pari passu</i> toe met de verbetering van het milieu en een verhooging van het maatschappelijk welzijn. -Als er nu reeds gezegd kan worden, dat waarschijnlijk vijftig percent van het sexueele -verkeer—misschien wel de meest voor de voortplanting productieve helft—plaats vindt -buiten het wettige huwelijk, dan wordt het wel duidelijk, dat wettelijk verbod aan -de ongeschikte klassen om zich van het wettige huwelijk te onthouden, alleen ten gevolge -zal hebben, dat zij zich zullen aansluiten bij de voortbrengende klassen buiten het -wettige huwelijk. Het is ook duidelijk, dat, als we den factor van het milieu buiten -beschouwing willen laten, en de lagere klassen willen overlaten aan de onwetendheid -en roekeloosheid, <span class="pagenum">[<a id="pb564" href="#pb564">564</a>]</span>die het gevolg zijn van zulk een milieu, dat dan de eenige praktische methode zal -zijn, die aan de eugeniek wordt opengelaten, die van castratie en afdrijving is. Maar -deze methode—als ze in het groot wordt toegepast, zooals ze zou moeten worden<a class="noteref" id="xd29e13873src" href="#xd29e13873">34</a> en zonder toestemming van het individu—is lijnrecht tegenovergesteld aan het moderne -gevoel. Zoo zien kortzichtige beoefenaars der eugeniek het belang voorbij van het -milieu, het eenige praktische kanaal, waardoor hun doel bereikt kan worden. Zorg voor -de voortplanting en zorg voor het milieu zijn niet, zooals sommigen gemeend hebben, -aan elkander tegenovergesteld, maar zij volmaken elkaar. De zorg voor het milieu leidt -tot een beperken van roekelooze voortplanting, en de beperking op de voortplanting -leidt tot een verbeterd milieu. -</p> -<p>Als de wetgeving op het huwelijk resultaat zal hebben, dan moet ze ingeprent worden -tehuis, in de school, in de spreekkamer van den dokter. Geweld kan hier niets uitwerken; -er is opvoeding noodig, niet alleen voorlichting, maar de opvoeding van het geweten -en van den wil, en het beheerschen van de emoties. -</p> -<p>De wet kan hierbij meewerken om het proces te bevorderen, maar ze kan er niet voor -in de plaats komen. Zoo is het zeer wenschelijk, dat, als er een ernstige ziekte verborgen -gehouden is door een der partijen bij een huwelijk, zulk verbergen een reden zal zijn -tot echtscheiding. Epilepsie kan aangemerkt worden als typisch voor de ziekten, die -een reden zouden zijn om geen kinderen te mogen hebben, en het bestaan van de ziekte -verzwijgen zou gelijk staan met een nietigverklaring van het huwelijk<a class="noteref" id="xd29e13885src" href="#xd29e13885">35</a>. -</p> -<p>In de Vereenigde Staten heeft een hof van cassatie het hof van appèl competent verklaard -om een bevel tot echtscheiding uit te spreken, als een van de partijen het bestaan -van epilepsie verzwegen heeft. Deze groote belangrijke beslissing, heeft men terecht -gezegd<a class="noteref" id="xd29e13893src" href="#xd29e13893">36</a>, is een schrede vooruit op den weg van het menschdom. <span class="pagenum">[<a id="pb565" href="#pb565">565</a>]</span>Er zijn vele andere ernstig pathologische toestanden, waarin echtscheiding zou moeten -uitgesproken worden, of van zelf plaats vinden, behalve wanneer men afgezien heeft -van het verwekken van kinderen, want in dat geval heeft de Staat niet langer belang -bij de verhouding, behalve om te straffen voor ieder bedrog, dat begaan is door verborgen -houden. -</p> -<blockquote> -<p class="first">De eisch, dat een medisch attest bij het huwelijk verplichtend zal worden gesteld, -is voornamelijk in Frankrijk gedaan. In 1858 stelde Diday van Lyon, voor, dat alle -menschen, zonder uitzondering, zouden gedwongen worden een attest over gezondheid -en ziekte bij zich te hebben, een soort van gezondheidspas. In 1872 raadde Bertillon -aan, (Art. “<span lang="fr">Demographie</span>”, <i lang="fr">Dictionnaire Encyclopédique des Sciences Médicales</i>) bij het huwelijk de voornaamste anthropologische en pathologische trekken van de -betrokken partijen op te schrijven (lengte, gewicht, kleur van het haar en de oogen, -spierkracht, grootte van het hoofd, toestand van het gezicht, het gehoor enz., misvormingen -en gebreken, enz.), niet zoozeer echter om ongewenschte huwelijken te voorkomen, als -om de studie van menschelijke groepen op bepaalde tijden te vergemakkelijken. Latere -eischen van een meer beperkt en partieel karakter voor medische getuigschriften als -een voorwaarde voor het huwelijk, zijn gemaakt door Fournier (<i lang="fr"><span class="corr" id="xd29e13910" title="Bron: Syphylis">Syphilis</span> et Mariage</i>, 1890), Cazalis (<i lang="fr">Le Science et le Mariage</i>, 1890), en Julien (<i lang="fr">Blénorrhagie et Mariage</i>, 1898). In <span class="corr" id="xd29e13921" title="Bron: Australië">Oostenrijk</span> betoogt Haskovec uit Praag (“<span lang="fr">Contrat Matrimonial et l’Hygiène Publique</span>”, <i lang="fr">Comptes-rendus Congrès International de Médecine</i>, <span class="corr" id="xd29e13930" title="Bron: Lisbon">Lissabon</span>, 1906, Sectie VII, p. 600), dat, bij het huwelijk, een medisch attest moest worden -overgelegd, waaruit blijkt, dat de persoon vrij is van tuberculose, alcoholisme, syphilis, -gonorrhoe, ernstigen slechten toestand van den geest of van de zenuwen, die kans heeft -nadeelig te zijn voor den anderen deelgenoot of voor het nageslacht. In Amerika vinden -Rosenberg en Aronstam, dat ieder huwelijkscandidaat, man zoowel als vrouw, een streng -onderzoek moest ondergaan door een deskundige commissie van medici over (1) Familie -en Geschiedenis van het Verleden (syphilis, tering, alcoholisme, zenuw- en geestesziekten), -en (2) Tegenwoordigen Toestand (grondig onderzoek van alle organen); als dit bevredigend -is, zou dan een attest moeten gegeven worden van geschiktheid om gekozen te worden -voor het huwelijk. Er wordt op gewezen, dat een maatregel van deze soort voorkomt -in de wetten, door sommige Staten gemaakt ter bestraffing met boete, of gevangenschap, -van het verborgen houden van een ziekte. Ellen Key meent ook (Liefde en Huwelijk), -dat beide partijen bij een huwelijk een attest moesten overleggen van gezond zijn. -“Het schijnt mij juist even noodig toe”, merkt zij ergens anders op (Eeuw van het -Kind, hoofdst. I), “een medisch getuigschrift te vragen voor de geschiktheid om te -huwen, als voor de geschiktheid om in militairen dienst te treden. In het eene geval -is het een kwestie van het geven van leven; in het andere van het nemen ervan, hoewel -voorzeker tot nu toe de laatste zaak beschouwd is geweest als verreweg de ernstigste”. -</p> -<p>Het getuigschrift, zooals het gewoonlijk aangeraden wordt, zou een persoonlijke, maar -noodzakelijke wettiging zijn van het huwelijk in de oogen van de burgerlijke en godsdienstige -autoriteiten. Zulk een stap, geëischt ter bescherming van den deelgenoot in het huwelijk -en van het nageslacht, zou een nieuwe wettelijke organisatie in zich sluiten van het -huwelijkscontract. Dat zulke eischen zoo dikwijls gedaan worden, is van veel beteekenis -voor den groei van het moreele bewustzijn in de gemeenschap, en het is goed, dat de -gemeenschap bekend wordt met de dringende behoefte er aan. Maar het is zeer ongewenscht, -dat zij op het oogenblik of misschien wel ooit zullen worden vastgelegd in wetboeken. -Wat noodig is, is het gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid, en de ontwikkeling -van afkeer jegens de individuen, die <span class="pagenum">[<a id="pb566" href="#pb566">566</a>]</span>hun verantwoordelijkheid niet inzien. Het is de werkelijkheid van het huwelijk en -niet de enkel wettelijke vorm ervan, die we moeten trachten te verbeteren.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>De methode van vrijwillige aangifte is de eenige gezonde wijze om deze zaak te naderen. -Duclaux meende, dat de huwelijkscandidaat een getuigschrift van gezondheid zou moeten -bezitten, ongeveer op dezelfde wijze als de candidaat voor een levensverzekering, -want dat de kwestie van beroepsgeheim en die van dwang, niet meer te pas komt bij -de eene dan bij de andere zaak. Er is geen reden, waarom zulke getuigschriften, van -een geheel vrijwilligen aard, niet gewoon zouden worden onder personen, die voldoende -verlicht zijn om al de ernstige gevolgen voor de persoon, de familie en de maatschappij -te erkennen, die in het huwelijk voorkomen. Het systeem van eugenisch getuigen, zooals -het ingesteld is en ontwikkeld door Galton, zal een waardevol hulpmiddel zijn voor -het verhoogen van het moreele bewustzijn in deze zaak. De eugenische getuigschriften -van Galton zouden voornamelijk betrekking hebben op de natuurlijke deugden van hooger -erfelijk nageslacht—“de openlijke erkenning van een natuurlijken adel”—maar zij zouden -ook in zich sluiten de kwestie der persoonlijke gezondheid en van persoonlijke geschiktheid<a class="noteref" id="xd29e13940src" href="#xd29e13940">37</a>. -</p> -<p>Verplichte gezondheidsattesten te eischen bij het huwelijk is beginnen bij het verkeerde -einde. Het zou niet alleen leiden tot ontduikingen en protesten, maar het zou waarschijnlijk -een reactie teweeg brengen. Het is eerst noodig enthusiasme te kweeken voor gezondheid, -een moreel geweten in de zaken der voortplanting, te zamen met, aan den wetenschappelijken -kant, een algemeene gewoonte om anthropologische, psychologische en pathologische -gegevens over het individu op te schrijven, van zijn geboorte af, geheel afgezien -van het huwelijk. De vroegere vragenlijsten van Diday en Bertillon stonden dus niet -alleen op een gezondere maar ook op een meer practische basis. Als zulke lijsten van -de geboorte af aan voor ieder kind bijgehouden werden, zou een speciaal onderzoek -bij het huwelijk niet noodig zijn, en het materiaal zou voor veel andere doeleinden -bruikbaar zijn. Het is nu nog moeilijk, zulke lijsten te verkrijgen van het oogenblik -van de geboorte af, en voor zoover ik weet, zijn er nog geen pogingen gedaan ze stelselmatig -in te richten. Maar het is zeer goed mogelijk te beginnen bij het begin van het schoolleven, -en dit wordt tegenwoordig op vele scholen gedaan, o.a. op kostscholen in Engeland, -Amerika en elders, meer speciaal met betrekking tot de anthropologische, physiologische, -en psychologische gegevens, terwijl <span class="pagenum">[<a id="pb567" href="#pb567">567</a>]</span>ieder kind onderworpen wordt aan een nauwkeurig anthropometrisch onderzoek, en zoo -voorzien van een systematische opgave aangaande zijn physieken toestand<a class="noteref" id="xd29e13961src" href="#xd29e13961">38</a>. Dit onderzoek moest, volgens een eenvoudig systeem algemeen worden, en na bepaalde -tusschenpoozen herhaald. “Ieder kind moest”, zooals naar waarheid gezegd is door Dr. -Dukes, den dokter van de Rugby school, “als hij op een openbare school komt even zorgvuldig -en grondig onderzocht worden, alsof het voor een levensverzekering was”. Als deze -wijze van handelen algemeen was van de jeugd af, zou er geen moeilijkheid zijn bij -het te voorschijn brengen van het overzicht bij het huwelijk, en er zou geen gelegenheid -zijn tot bedrog. Ieder’s <i>dossier</i> mocht wel door den Staat geregistreerd worden, zooals dat tegenwoordig gebeurt met -testamenten, en moest, als bij deze, na verloop van een eeuw, vrijelijk opengesteld -worden voor onderzoekers. Totdat dit verscheiden eeuwen lang zal gedaan zijn, zal -onze kennis der eugeniek rudimentair blijven. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Er kan niet veel twijfel aan zijn, of de eugenische houding jegens het huwelijk, en -de verantwoordelijkheid van het individu voor de toekomst van het ras, begint langzamerhand -meer erkend te worden. Het komt herhaaldelijk voor, dat menschen, die op het punt -staan te trouwen, bij den medicus komen in ernstige bezorgdheid over dit punt. Urquhart -(<i lang="en">Journal of Mental Science</i>, April, 1907, p. 277) meent, dat huwelijken maar zelden nagelaten worden om deze -reden; dit schijnt echter een te pessimistische zienswijze, en zelfs als het huwelijk -niet nagelaten wordt, wordt het besluit genomen geen nakomelingschap te verwekken. -Clouston, die den nadruk legt (<i lang="en">Hygiene of the Mind</i>, p. 74) op het belang van “navraag, door elk der partijen van het contract voor het -leven gedaan, door hun ouders en hun dokters, wat erfelijkheid, temperament en gezondheid -aangaat<span class="corr" title="Niet in bron">”</span>, is veel hoopvoller aangaande de resultaten dan Urquhart. “Ik heb in de laatste jaren<a id="xd29e13985"></a> zeer den indruk gekregen”, schrijft hij (<i lang="en">Journal of Mental Science</i>, Oct. 1907, p. 710), “dat dit onderwerp de intelligente menschen bezighoudt, door -het aantal malen, dat ik geraadpleegd word door jonge mannen en jonge vrouwen, die -plan hebben te trouwen, of door hun vaders of moeders. Ik heb lang in het diepst van -mijn ziel de overtuiging gehad, als ik geraadpleegd werd, dat het er niets toe deed, -wat ik zei, dat het geen verschil zou maken. Maar het maakt wèl verschil; en ik, en -andere, kunnen vertellen van dozijnen huwelijken, die niet doorgegaan zijn ten gevolge -van psychiatrisch medischen raad”. -</p> -<p>Ellen Key verwijst ook naar de toenemende neiging, zoowel onder mannen als vrouwen, -om zich te laten influenceeren door overwegingen der eugeniek bij het vormen van levensgemeenschappen -(<i>Eeuw van het Kind</i>, hoofdst. 1). De erkenning van de eugenische houding tegenover het huwelijk, het -scherper worden van het maatschappelijk en individueel geweten in zaken der erfelijkheid, -evenals het systematisch invoeren van het geven van getuigschriften en het registreeren -er van, zal bevorderd worden door de aangroeiende neiging om de geneeskunde te maken -tot een zaak der maatschappij, en zou volkomen onmogelijk zijn, als dit niet gebeurde. -(Zie b.v. Havelock Ellis, <i lang="en">The Nationalization of Health</i>). De Medische Gezondheidsorganisatie van staatswege neemt gestadig en voortdurend -toe, en dekt een steeds grooter veld. De dagen van den particulieren medicus—die, -zooals Duclaux <span class="corr" id="xd29e13997" title="Niet in bron">(</span><i lang="fr">L’Hygiène Sociale</i>, p. 263), <span class="pagenum">[<a id="pb568" href="#pb568">568</a>]</span>het uitdrukte, in zijn spreekkamer zit <span class="corr" title="Niet in bron">“</span>als een kruidenier, in wiens winkel de klant kan binnenkomen en er weer uitgaan, zooals -hij wil, en wanneer hij wil”—zullen ongetwijfeld spoedig voorbij zijn. Men begint -tegenwoordig te gevoelen, dat gezondheid een veel te ernstige zaak is, om aan den -willekeur van het individu overgelaten te worden, niet alleen uit individueel, maar -ook uit maatschappelijk gezichtspunt. Er is, bij sommigen, een neiging om te vreezen, -dat de maatschappij den een of anderen dag in het andere uiterste zal vervallen, en -voor de geneeskunde denzelfden eerbied zal gaan koesteren, die ze eens had voor de -theologie. Dat gevaar ligt nog ver in de toekomst, en het is ook niet waarschijnlijk, -dat de geneeskunde zich ooit een gezag van deze soort zal aanmatigen. De geest van -de geneeskunde neigt, zeer bepaald, meer in de richting van het ascetisme dan van -het dogma, en de fanatici op dit gebied zullen altijd in de overgroote minderheid -zijn.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Het algemeen invoeren van authentieke persoonlijke acten met alle essentieele—erfelijke, -anthropometrische en pathologische—feiten, moet wel een kracht zijn aan de zijde van -de positieve, zoowel als van de negatieve eugeniek, want het zou bevorderlijk zijn -aan het voortplanten van de geschikten en dat van de ongeschikten beperken, zonder -eenigen wettelijken dwang. Met het toenemen van de eugenische vorming zou het respect -voor zulke acten als iets, dat aan het huwelijk voorafgaat, evenzeer een van zelfsprekende -zaak worden, als eens het respect was voor geld of voor stand. Een vrouw kan er gewoonlijk -voor zorgen, dat ze geen man trouwt zonder geld of vooruitzichten; een man kan hartstochtelijk -verliefd zijn op een vrouw van lageren stand dan hij zelf is, maar hij trouwt haar -zelden. Er is niets anders noodig dan een duidelijk algemeen begrip van alles wat -erfelijkheid en gezondheid in zich sluit, om overwegingen der eugeniek van even grooten -invloed te doen zijn. -</p> -<p>Een verstandig toezien op de kwaliteit van het nageslacht zal gunstig werken aan den -kant der positieve eugeniek, doordat ze in de plaats van de noodlottige neiging om -een premie te stellen op een groot aantal kinderen, de meer rationeele methode stelt -van het stellen van een premie op de kwaliteit van het kind. Het is een van de ongelukkigste -gevolgen geweest van de manier om te protesteeren tegen den achteruitgang van het -geboortecijfer, dat altijd en overal het resultaat van de beschaving geweest is, dat -er een neiging geweest is om speciale maatschappelijke of geldelijke voordeelen aan -te bieden aan de ouders van groote gezinnen. Daar groote families neiging hebben tot -degeneratie, en dikwijls een last voor de gemeenschap worden, daar snel op elkaar -volgende zwangerschappen niet alleen een ernstige uitputting van de krachten der moeder -ten gevolgen hebben, maar daar men nu weet, dat ze een ernstig schadelijken invloed -uitoefenen op de kwaliteit van het nageslacht, en daar bovendien in groote families -ziekte en sterfte veelvuldig voorkomen, pleiten al de belangen van de gemeenschap -tegen het stellen van een premie op groote gezinnen, zelfs als de ouders van goeden -stam zijn. De staat heeft <span class="pagenum">[<a id="pb569" href="#pb569">569</a>]</span>veel meer belang bij de kwaliteit dan bij de kwantiteit van zijn burgers, en er moest -een premie gesteld worden niet op gezinnen, die een bepaalde grootte bereikt hebben, -maar op afzonderlijke kinderen, die een bepaalden standaard bereiken; het komen tot -dezen standaard zou moeten gebaseerd zijn op opmerkingen, gemaakt van de geboorte -af, tot het vijfde jaar. Een premie op deze basis zou voor den Staat even weldadig -zijn, als een premie op een groot aantal kinderen verkeerd is. -</p> -<p>Deze overweging is tevens in hooge mate van toepassing op de voorstellen der “moederschapspremie”, -waarvan we meer en meer hooren. Een zoo gematigd en verstandig maatschappelijk hervormer -als Mr. Sidney Webb schrijft: “Wij zullen het probleem van de moederschapspremie onder -de oogen moeten zien, en dit meest onontbeerlijke van alle beroepen op een fatsoenlijke -economische basis plaatsen. Tegenwoordig wordt het genegeerd als een beroep, niet -beloond, en op geenerlei wijze door den Staat geëerd”<a class="noteref" id="xd29e14014src" href="#xd29e14014">39</a>. Hoe waar deze bewering ook is, moeten we toch altijd in herinnering houden dat iets, -dat onontbeerlijk vooraf moet gaan aan een voorstel tot een premie op het moederschap -door den Staat, is een duidelijk begrip van het soort van moederschap, waar de Staat -behoefte aan heeft. Het stellen van een premie op het roekelooze en willekeurige moederschap, -dat we om ons heen zien, dat is door hulp van den Staat de productie aan te moedigen -van burgers, die de Staat, als hij durfde, graag zou willen vernietigen als ongeschikt, -is een al te belachelijk voorstel om er ook maar over te spreken<a class="noteref" id="xd29e14020src" href="#xd29e14020">40</a>. De eenige gezonde reden voor het stellen van een premie op het moederschap is, dat -het den Staat in staat zou stellen in zijn eigen belang de natuurlijke keuze van de -geschikten te bevorderen. -</p> -<p>Wat de positieve eigenschappen aangaat, waar de Staat recht heeft bij het aanmoedigen -van het moederschap een premie op te stellen, is het nog te vroeg om met volkomen -zekerheid daarover te spreken. De negatieve eugeniek is de positieve eugeniek vooruit; -het is gemakkelijker verkeerde stammen te ontdekken dan om volkomen zeker te zijn -van goede. Zoowel van wetenschappelijke als van maatschappelijke zijde beginnen wij -echter duidelijker in te zien welk doel we willen bereiken en meer precies te weten -met welke middelen we dat doel moeten bereiken<a class="noteref" id="xd29e14028src" href="#xd29e14028">41</a>. -<span class="pagenum">[<a id="pb570" href="#pb570">570</a>]</span></p> -<p>Zelfs wanneer we een tamelijk duidelijk inzicht gekregen hebben welke stammen en individuen -wij met recht mogen aanmoedigen om de taak te ondernemen geschikte burgers voor den -Staat voort te brengen, zijn de problemen der voortplanting daarmede nog geenszins -ten einde. Voordat we er ook maar onderzoek naar kunnen doen wat de voorwaarden zijn, -waaronder uitgekozen individuen zich het best zullen voortplanten, is daar nog de -allereerste vraag, die beslist moet worden: of die individuen vruchtbaar en potent -zijn, want dit wordt niet gewaarborgd door het feit dat ze van goede stammen komen, -en zelfs is het feit, dat een man en een vrouw met andere personen vruchtbaar zijn -in het geheel geen positieve proef, dat ze met elkaar vruchtbaar zullen zijn. Onder -de groote massa’s van de bevolking, die niet trachten hun vereenigingen te wettigen -voordat die vereenigingen vruchtbaar gebleken zijn, wordt deze moeilijkheid op eenvoudige -en praktische wijze opgelost. De kwestie is echter bij den tegenwoordigen staat der -huwelijkswet in de meeste landen ernstig en vol risico voor die klassen, die gewoon -zijn zich in het wettig huwelijk te binden zonder dat ze iets weten van hun potentie -en hun vruchtbaarheid met elkaar. De zaak wordt meestal aan het toeval overgelaten, -en daar het wettig huwelijk gewoonlijk niet ontbonden kan worden, op grond dat er -geen nakomelingen zijn, zelfs al wordt de voortplanting gewoonlijk verklaard tot het -voornaamste doel van het huwelijk te behooren, wordt de kwestie zeer ernstig. Steriliteit -komt voor bij 7 % tot 15 % van alle huwelijken, en in zeer vele daarvan is ze een -bron van groot verdriet. Dit zou, in zekere mate, vermeden kunnen worden door een -onderzoek voor het huwelijk, en bijna geheel, door te bepalen dat, daar een huwelijk -alleen door de nakomelingen belang heeft voor den Staat, een wettig huwelijk na een -bepaalden tijd ontbonden zou kunnen worden bij afwezigheid van nakomelingen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Vroeger meende men dat, als een vereeniging onvruchtbaar bleek, dit de schuld was -van de vrouw. Die meening is men lang te boven, maar, ook nu nog, interesseert een -man zich gewoonlijk veel meer voor zijn potentie, dat is, zijn geschiktheid om de -mechanische daad van den <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> uit te voeren, dan voor zijn vruchtbaarheid, dat is zijn geschiktheid om levende -spermatozoën voort te brengen; terwijl toch deze laatste omstandigheid een veel meer -vóórkomende bron is van steriliteit. “Van iederen man”, zegt Arthur Cooper (<i lang="en">British Medical Journal</i>, 11 Mei 1907), “die een sexueel gebrek of een sexueele misvorming heeft, of die geleden -heeft aan een kwaal of een beleediging van de genito-urinale organen, zelfs als die -betrekkelijk gering of eenzijdig is, en terwijl zijn macht tot paren ongeschonden -kan gebleven zijn, moet men veronderstellen dat hij misschien steriel is, totdat er -eenig bewijs <span class="pagenum">[<a id="pb571" href="#pb571">571</a>]</span>van het tegendeel verkregen is”. In geval van een steriel huwelijk moest de mogelijke -oorzaak eerst nagespoord worden bij den man, want het is betrekkelijk gemakkelijk -het zaad te onderzoeken en zich te vergewissen of het actieve spermatozoën bevat. -Prinsen zegt in een veel omvattende studie over steriele huwelijken (“<span lang="de">Die Sterilen Ehen</span>”, <i lang="de">Zeitschrift für Sozialwissenschaft</i>, 1904, afl. 1 en 2), dat in twee vijfden van de steriele huwelijken de fout bij den -man ligt; een derde van zulke huwelijken is het resultaat van venerische ziekten bij -den echtgenoot zelf, of overgebracht op de vrouw. Gonorrhoe wordt tegenwoordig niet -beschouwd als een zoo belangrijke oorzaak van steriliteit als eenige jaren geleden; -Schenk beschouwt ze als verantwoordelijk ervoor maar ongeveer dertien percent van -de steriele huwelijken (vergelijk Kisch, <i lang="en">The Sexual Life of Woman</i>). Pinkus (<i lang="de">Archiv für Gynäkologie</i>, 1907) vond dat, van de bijna honderd gevallen, waarin hij de beide deelgenooten -onderzocht, in 24.4 percent de steriliteit direct berustte bij den man, en in 15.8 -percent indirect, omdat ze veroorzaakt was door gonorrhoe, waarmee hij zijn vrouw -geïnfecteerd had. -</p> -<p>Als steriliteit het gevolg is van een gebrek in de spermatozoën van den man, en als -ze niet vóor het huwelijk ontdekt is, wat gewoonlijk wel gekund had, dan is nu en -dan de vraag gerezen de vrouw door andere middelen te bevruchten. Echtscheiding op -grond van steriliteit is niet mogelijk, en zelfs als dat was, heeft het paar, hoewel -het een kind wil hebben, dikwijls niet den minsten wensch om te scheiden. Onder deze -omstandigheden is nu en dan de poging gedaan om het gewenschte doel te bereiken, zonder -af te wijken van in ruimen kring aangenomen regels der moraal, om kunstmatige bevruchting -teweeg te brengen door injectie met het zaad van een gezond man. Er zijn door verschillende -bekende mannen, van John Hunter tot Schwalbe, pogingen gedaan om kunstmatige bevruchting -teweeg te brengen, maar het is bijna altijd zeer moeilijk te doen, en dikwijls geheel -onmogelijk. Dit laat zich gemakkelijk verklaren, als wij ons in het geheugen roepen, -waar al op gewezen is (zie boven p. 524) dat de erotische opwinding bij de vrouw tot -het verzekeren van de conceptie van grooten invloed is; het is klaarblijkelijk een -moeilijke taak, zelfs voor de meest gevoelige vrouw om erotisch enthusiasme te voelen -voor een medischen spuit. Schwalbe vermeldt bijvoorbeeld een geval (<i lang="de">Deutsche Medizinische Wochenschrift</i>, Aug. 1908, p. 510) waarin—ten gevolge van de steriliteit van den man en den wensch -van de vrouw om, met goedvinden van den man, met het zaad van een anderen man bevrucht -te worden,—hij herhaalde zorgvuldige pogingen deed om kunstmatige bevruchting teweeg -te brengen; deze pogingen hadden echter geen resultaat, en de drie betrokken partijen -legden zich ten slotte neer bij de gewone wijze van omgang, die succes had. In een -ander geval, door Schwalbe vermeld, waarin de man impotent was, maar niet steriel, -werden zes pogingen gedaan om kunstmatige bevruchting te bewerken, en werd van verdere -pogingen afgezien, omdat allen, die er bij betrokken waren, er van walgden. -</p> -<p>De algemeene opinie is, over het geheel, niet geweest vóor het gebruik van kunstmatige -bevruchting, zelfs afgezien van de mogelijkheid van succes. Zoo heeft in Frankrijk, -waar een uitgebreide literatuur over het onderwerp bestaat, de Parijsche Medische -Faculteit in 1885, na eenige aarzeling, geweigerd de stelling van Gérard aan te nemen -over de geschiedenis van de kunstmatige bevruchting, die later afzonderlijk uitgegeven -is. In 1883 heeft het gerechtshof te Bordeaux verklaard, dat kunstmatige bevruchting -onwettig was en een maatschappelijk gevaar. In 1897 verklaarde ook de Heilige Stoel -dat het gebruik onwettig was (“<span lang="en">Artificial Fecundation before the Inquisition</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, 5 Maart 1898). Geheel onafhankelijk van deze houding van de geneeskunde, de wet -en de Kerk, schijnt het voorzeker, dat zij, die een nageslacht wenschen, als regel -goed zullen doen den natuurlijken weg te volgen, die ook de beste is, of anders aan -anderen de taak der voortplanting over te laten, waar ze niet voldoende voor zijn -toegerust.</p> -</blockquote><p> -<span class="pagenum">[<a id="pb572" href="#pb572">572</a>]</span></p> -<p>Als wij er ons van overtuigd hebben, dat twee individuen beide tot gezonde stammen -behooren, en verder, dat ze beide geschikt zijn voor de voortplanting, dan blijft -er nog over te overwegen, onder welke omstandigheden zij het best verwekking kunnen -tot stand brengen<a class="noteref" id="xd29e14089src" href="#xd29e14089">42</a>. Dan rijst bijvoorbeeld de vraag, die zoo dikwijls gedaan wordt, wat is de beste -leeftijd voor de voortplanting? -</p> -<p>De overwegingen, die bij het beantwoorden van deze kwestie van gewicht zijn, zijn -van twee verschillende soorten, physiologisch en sociaal of moreel. Dat is te zeggen, -dat aan den eenen kant physieke rijpheid volkomen moet bereikt zijn, en dat de sexueele -cellen volkomen moeten ontwikkeld zijn; terwijl aan den anderen kant de man in staat -moet zijn om een gezin te onderhouden, en dat beide deelgenooten een oefening in het -leven zullen hebben ontvangen, die hen in staat stelt op gepaste wijze de verantwoordelijkheden -en zorgen op zich te nemen, die samengaan met het opvoeden van kinderen. Terwijl er -op verschillende tijden verschillende meeningen zijn geuit, schijnt de algemeene opinie -aangaande den besten tijd der voortplanting in Europa in de laatste eeuwen nauwelijks -veel gewisseld te hebben. Hesiodus zeide al, dat een vrouw moest trouwen op haar vijftiende -jaar en een man op zijn dertigste<a class="noteref" id="xd29e14100src" href="#xd29e14100">43</a>, maar obstetrici zijn gewoonlijk tot het besluit gekomen, dat zoowel in het belang -van de ouders als van de kinderen het leven der voortplanting niet moet beginnen bij -vrouwen, voordat ze twintig zijn en bij mannen voordat ze vijf en twintig zijn<a class="noteref" id="xd29e14106src" href="#xd29e14106">44</a>. Na de dertig bij vrouwen en na de vijf en dertig of veertig bij mannen schijnen -de beste voorwaarden tot de voortbrenging te verminderen<a class="noteref" id="xd29e14112src" href="#xd29e14112">45</a>. Tegenwoordig is er in Engeland en in <span class="pagenum">[<a id="pb573" href="#pb573">573</a>]</span>verschillende andere beschaafde landen een neiging geweest om den leeftijd voor het -huwelijk te verhoogen tot een steeds grooter aantal jaren, gemiddeld een paar jaar -later dan de leeftijd, die gewoonlijk aangenomen wordt als de gunstigste leeftijd -voor het begin van het voortplantingsleven. Maar over het geheel wijkt het gemiddelde -zelden ver af van den aangenomen standaard en er schijnt geen reden te zijn, waarom -we deze neiging zouden wijzigen. -</p> -<blockquote> -<p class="first">Toch volgt hier in het geheel niet uit, dat groote verschillen niet onder speciale -omstandigheden, niet alleen vergefelijk, maar zelfs wenschelijk zijn. De man is in -sommige gevallen in staat tot de voortplanting van ongeveer dertien jaar tot ver over -de negentig, en op dezen hoogen leeftijd kan het nageslacht, zelfs als het niet opmerkelijk -is door groote physieke kracht, hooge intellectueele kwaliteiten bezitten. (Zie bv. -Havelock Ellis, <i lang="en">A Study of British Genius</i>, blz. 120 <i>et seq.</i>). Geschiktheid tot voortbrengen van de vrouw begint al vroeger (soms op haar achtste -jaar), hoewel ze gewoonlijk ophoudt met de vijftig of vroeger, en dat ze slechts in -enkele gevallen voortduurt tot zestig of daarboven. Er worden gevallen vermeld van -kinderen, die geboren zijn, terwijl de moeder negen en vijftig jaar was (bv. <i lang="en">Lancet</i>, 5 Aug. 1905, p. 419). Lepage (<i lang="fr">Comptes-rendus Sociêté d’Obstétrique de Paris</i>, Oct. 1903) vermeldt een geval van een eerstgeborene, waarvan de moeder zeven en -vijftig jaar was; het kind werd dood geboren. Kisch (<i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, deel II) verwijst naar de gevallen van zwangerschap bij oudere vrouwen, en er wordt -van verschillende gevallen melding gemaakt in het <i lang="en">British Medical Journal</i>, 8 Aug. 1903, p. 325. -</p> -<p>Van meer belang is de kwestie van vroege zwangerschap. Verschillende onderzoekers -hebben hun aandacht aan deze kwestie gewijd. Zoo heeft Spitta (in een Marburger inaugureele -dissertatie, 1895) een overzicht gegeven van de klinische geschiedenis van 260 weeën -bij primiparae van 18 jaar en daaronder, zooals hij ze waargenomen had in de Marburger -kraaminrichting. Hij bevond, dat de gezondheid in het algemeen tijdens de zwangerschap -niet slechter was dan die van andere zwangere vrouwen, terwijl de sterfte onder de -kinderen bij de geboorte en in de volgende weken niet hoog was, en de sterfte onder -de moeders volstrekt niet hoog was. Picard (in een Parijsche thesis, 1903) heeft de -bevalling bestudeerd bij acht en dertig moeders onder den leeftijd van zeventien jaar. -Hij vond, dat, hoewel het pelvis zeker nog niet geheel ontwikkeld is bij zeer jonge -meisjes, de gewrichten en beenderen echter veel elastischer zijn dan bij volwassenen, -zoodat de bevalling, wel verre van moeilijker te zijn, gewoonlijk vlug en gemakkelijk -is. De weeën verloopen over het algemeen normaal in deze gevallen, en, zelfs als er -onregelmatigheden voorkomen (lage plaatsing van de placenta is een gewone onregelmatigheid) -is het opmerkelijk, dat de patienten er niet onder lijden, zooals oudere vrouwen. -Het gemiddelde gewicht van het kind was ongeveer 6 pond; soms was speciale verzorging -noodig in de eerste dagen na de geboorte, misschien omdat de weeën in deze gevallen -altijd wat langzaam verloopen. Het herstel van de moeder verliep, in ieder geval, -volkomen normaal, en het feit, dat deze jonge moeders weer spoediger zwanger worden -dan primiparae van rijper leeftijd, draagt er verder toe bij, om aan te toonen, dat -bevallingen vóór den leeftijd van zestien jaar op geenerlei wijze nadeelig zijn voor -de moeder. Gache (<i lang="fr">Annales de Gynécologie et <span class="corr" id="xd29e14156" title="Bron: d’ Obstrétique">d’Obstrétique</span></i>, Dec, 1904) heeft een en negentig bevallingen waargenomen van moeders onder de zeventien -<span class="pagenum">[<a id="pb574" href="#pb574">574</a>]</span>jaar, in het <span class="corr" id="xd29e14161" title="Bron: Rawdon">Rawson</span> Hospitaal in Buenos Ayres; zij waren van zoogenaamd Latijnsch ras, meest Spaansch -of Italiaansch. Gache vond, dat deze moeders in het geheel niet meer blootgesteld -waren aan miskraam of andere complicaties van de zwangerschap dan andere. Behalve -in vier gevallen van tamelijk nauw bekken, was de verlossing normaal, hoewel ze wat -langer duurde dan bij oudere primiparae. Schade aan de weeke deelen werd echter zelden -toegebracht, en, als ze voorkwam, was ze spoedig weer genezen. Het gemiddelde gewicht -van het kind was 3,039 gram, of ruim 6 pond. Het verdient opmerking, dat de meeste -waarnemers gewoonlijk vinden, dat zeer vroege zwangerschappen voorkomen bij vrouwen, -die op ongewoon jeugdigen leeftijd beginnen te menstrueeren, b.v<span class="corr" title="Niet in bron">.</span>, een paar jaar voordat de vroege zwangerschap optreedt. -</p> -<p>Het is echter duidelijk, dat bij jonge moeders alles bijzonder goed verloopt, terwijl -er niet de minste twijfel aan bestaat, dat zij buitengewoon flinke kinderen ter wereld -brengen. Kleinwächter vond zelfs, dat, hoe jonger de moeder is, des te grooter het -kind. Niet alleen physiek zijn de kinderen van jonge moeders beter. Marro heeft opgemerkt -(<i lang="it">Pubertà</i>, p. 257), dat de kinderen van moeders onder de 21 jaar beter zijn, dan die van oudere -moeders, zoowel in gedrag als in verstand, mits de vaders niet te oud zijn of te jong. -Gedetailleerde bijzonderheden over afzonderlijke gevallen bevestigen deze feiten, -zoowel voor de moeder als voor het kind. Zoo vermeldt Milner (<i lang="en">Lancet</i>, Juni 7, 1902) een geval van zwangerschap bij een meisje van veertien jaar; de weeën -waren niet hevig en de verlossing was gemakkelijk. E. B. Wales, uit New Jersey, heeft -de geschiedenis vermeld (weergegeven in de <i lang="en">Medical Reprints</i>, Sept. 15, 1890) van een negerin, die op elfjarigen leeftijd zwanger werd. Zij was -middelmatig groot, eer lang en teer, maar goed ontwikkeld en ze begon te menstrueeren -op den leeftijd van tien jaar. Zij was goed gezond en opgewekt tijdens de zwangerschap, -en tot werken in staat. De bevalling was gemakkelijk en natuurlijk, duurde niet bijzonder -lang en was blijkbaar niet bijzonder pijnlijk, want er was geen gekreun of opwinding. -Het kind was een mooie, gezonde jongen, die niet minder woog dan elf pond. Moeder -en kind maakten het beiden goed, en er was rijkelijk melkafscheiding. Whiteside Robertson -(<i lang="en">British Medical Journal</i>, Jan. 18, 1902) heeft een geval vermeld van zwangerschap op den leeftijd van dertien -jaar, bij een meisje uit de Kaapkolonie, dat uit een ander gezichtspunt opmerkelijk -is. Zij scheen tijdens de zwangerschap anaemisch te zijn, slecht ontwikkeld, met slecht -ontwikkeld bekken. Toch had een normale bevalling plaats, op den juisten tijd, zonder -moeite of beschadigingen, en het kraambed verliep in ieder opzicht goed. Het kind -was goed gevormd en woog 7½ pond. “Ik heb zelden een primipara gemakkelijker weeën -zien hebben”, besloot Robertson, “en ik heb er nooit een gezien, die de verwerkelijking -van het moederschap met meer bevrediging tegemoet zag”. -</p> -<p>De feiten, die bijeen gebracht zijn door obstetrici aangaande de goede resultaten -van vroege zwangerschap, voor moeder zoowel als voor kind, zijn nog niet met die aandacht -beschouwd geworden, die ze verdienen. Zij worden echter bevestigd door vele algemeene -neigingen, die tegenwoordig erkend worden. Het veel beteekenend feit is, bij voorbeeld, -bekend, dat bij moeders boven de dertig het aantal miskramen en ontijdige geboorten -tweemaal zoo groot is als bij moeders tusschen den leeftijd van vijftien en twintig, -die in dit opzicht weer hooger staan dan de moeders van den leeftijd tusschen de twintig -en de dertig (<i lang="de"><span class="corr" id="xd29e14183" title="Bron: Statistischer">Statistisches</span> Jahrbuch</i>, Budapest, 1905). Verder heeft Matthews Duncan aangetoond, in zijn lezing te Goulstone, -dat de kansen op steriliteit bij een vrouw toenemen met den leeftijd. Er is verder -aangetoond door Kisch<span class="corr" id="xd29e14187" title="Bron: , "> (</span><i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, Part<a id="xd29e14192"></a> II), dat, hoe ouder een vrouw bij het huwelijk is, des te grooter het gemiddelde -tijdsverloop is voor de eerste bevalling, een neiging, die er op schijnt te wijzen, -dat de zeer jonge vrouwen in de beste conditie zijn voor de voortplanting; Kisch is -niet geneigd te denken, dat dit betrekking heeft op vrouwen onder de twintig, maar -het feit, dat door andere accoucheurs opgemerkt is, dat moeders onder de achttien -neiging <span class="pagenum">[<a id="pb575" href="#pb575">575</a>]</span>hebben na een buitengewoon kort tijdsverloop weer zwanger te worden, neutraliseert -de door Kisch gemaakte uitzondering. We kunnen er ook op wijzen, dat, bij kinderen -van zeer jonge moeders, de seksen meer gelijk zijn in aantal dan het geval is met -oudere moeders. Dit zou er op schijnen te wijzen, dat we hier staan tegenover een -normaal evenwicht, dat afneemt, naarmate de leeftijd van de moeder meer verandert -in abnormale richting. -</p> -<p>Het gemak van de geboorte op een vroegen leeftijd, kunnen we opmerken, komt overeen -met een gelijk gemak bij den sexueelen omgang, een feit, dat dikwijls over het hoofd -is gezien. In Rusland, waar het huwelijk nog vroeg plaats vindt, had het vroeger al -plaats, als de vrouw eerst twaalf of dertien jaar oud was, en Guttceit (<i lang="de">Dreissig Jahre Praxis</i>, deel I, p. 324) zegt, dat vrouwen, die op dezen leeftijd trouwden, hem verzekerd -hadden, dat de eerste <span class="corr" title="Bron: coitus">coïtus</span> geen speciale moeilijkheden meebracht. -</p> -<p>Er is ongetwijfeld tegenwoordig een groote mate van vooroordeel jegens het vroege -moederschap. Voor een deel ligt dit er aan, dat men niet heeft kunnen inzien, dat -vrouwen sexueel veel vroeger rijp zijn dan mannen, physiek zoowel al psychisch (zie -boven p. 35). Er is een verschil van ongeveer vijf jaar. Dit verschil is al erkend -geworden duizenden van jaren geleden, in het oude geloof, dat de leeftijd van de keuze -tot de voortplanting ongeveer twintig of minder is voor vrouwen, maar omstreeks vijf -en twintig voor mannen; en men heeft onlangs ontdekt dat, terwijl de man nooit bekwaam -is tot verwekken vóor zijn dertiende jaar, de vrouw in sommige gevallen op haar achtste -jaar al zwanger kan worden. (Eenige van de voorbeelden, die vermeld zijn, zijn aangehaald -door Kisch). Gedeeltelijk is er ook bezwaar tegen het op zich nemen van een zoo zware -verantwoordelijkheid als die van het moederschap door een jong meisje, en er bestaat -een zeer redelijk gevoel, dat de verplichtingen van een duurzamen huwelijksband niet -op een jeugdigen leeftijd moeten op zich genomen worden. Aan den anderen kant is het, -afgezien van de physieke voordeelen, zoowel wat de moeder aangaat als het kind, in -zake vroege zwangerschappen, een voordeel voor het kind een jonge moeder te hebben, -die zich met sympathie en zonder terughouding aan zijn belangen kan wijden, in plaats -van het droevige schouwspel te leveren, dat we zoo dikwijls zien in de vrouw van middelbaren -leeftijd, die moeder wordt als haar jeugd en geestelijke buigzaamheid voorbij zijn, -en haar gewoonten en smaak zich in andere banen hebben vastgelegd; het is soms een -groote zegen geweest, zelfs voor de allergrootste mannen, als Goethe, dat ze een jonge -moeder gehad hebben. Het zou in veel gevallen ook een voordeel zijn voor de vrouw -zelf, als zij haar hoofdtaak als moeder op haar vijf en twintigste jaar tot een einde -had gebracht, zoodat ze dan, niet gehinderd door het krijgen van kinderen en van rijpere -ondervinding, vrij zou kunnen zijn om zich te wijden aan de ruime werkzaamheden in -de buitenwereld, waarvoor zij misschien geschikt is. -</p> -<p>Zulk een inrichting van de aangelegenheid der voortplanting van vrouwen zou, klaarblijkelijk -alleen maar een variatie zijn op het nu bestaande, en zou waarschijnlijk ongeschikt -zijn voor de meerderheid. Ieder geval moet afzonderlijk beoordeeld worden. De beste -leeftijd voor de voortplanting zal waarschijnlijk steeds, voor de meeste vrouwen tenminste, -gerekend worden omstreeks de twintig. Maar in een tijd als de tegenwoordige, waarin -er een ongelukkige neiging is om het moederschap uit te stellen, wordt het noodig -de voordeelen van vroeg moederschap, in vele gevallen, te doen uitkomen.</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Er zijn andere voorwaarden, die gunstig of ongunstig zijn voor de voortplanting, waarvan -het nu onnoodig is ze in bijzonderheden te bespreken, daar ze reeds op overeenkomstige -plaatsen in mijne andere werken behandeld zijn. Daar is, bijvoorbeeld, de vraag, welke -tijd van het jaar en van den menstrueelen cyclus de meest geschikte is om gekozen -te worden voor de voortplanting. <span class="pagenum">[<a id="pb576" href="#pb576">576</a>]</span>De beste tijd is waarschijnlijk die, waarop de sexueele begeerte het sterkst is, dat -is de tijd waarop de conceptie natuurlijk het meest zal voorkomen. Dit zegt men dat -in de lente is, of in den vroegen zomer<a class="noteref" id="xd29e14211src" href="#xd29e14211">46</a>, en onmiddellijk na (of kort voor) de periode van de menstruatie. De Chineezen hebben -opgemerkt, dat de laatste dagen van de menstruatie en de twee volgende dagen—die overeenkomen -met den “oestrus” de gunstigste tijd zijn voor de bevruchting, en Bossi, uit Genua, -heeft gevonden, dat de groote meerderheid der succesvolle gevallen, zoowel van natuurlijke -als van kunstmatige bevruchting, in dien tijd plaats vinden<a class="noteref" id="xd29e14214src" href="#xd29e14214">47</a>. Soranus zoowel als de Talmud hebben den tijd omstreeks de menstruatie aangeduid -als de beste voor de bevruchting, en Susruta, de Indische medicus, zeide, dat, in -dezen tijd, zwangerschap het gemakkelijkste intreedt, omdat dan de mond van de schoot -van de vrouw open is als de bloem van de waterlelie in den zonneschijn. -</p> -<p>We hebben nu het punt weder bereikt, waar we van zijn uitgegaan, het oogenblik van -de conceptie, en weer ligt het kind in den schoot van de moeder. Er blijft niets meer -te zeggen over. De goddelijke kringloop van het leven is volbracht. -<span class="pagenum">[<a id="pb577" href="#pb577">577</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12780" href="#xd29e12780src">1</a></span> Spencer and Gillen, <i lang="en">Northern Tribes of Central Australia</i>, p. 330. <a class="fnarrow" href="#xd29e12780src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12818" href="#xd29e12818src">2</a></span> <span lang="fr">Académie de médecine de Paris</span>, 31 Maart 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e12818src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12823" href="#xd29e12823src">3</a></span> <i lang="en">The Origin and Development of the Moral Ideas</i>, deel II, blz. 405. <a class="fnarrow" href="#xd29e12823src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12842" href="#xd29e12842src">4</a></span> <i lang="en">Population and Progress</i>, p. 41. <a class="fnarrow" href="#xd29e12842src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12852" href="#xd29e12852src">5</a></span> Vergelijk Reibmayr, <i lang="de">Entwicklungsgeschichte des Talentes und Genies</i>, Bd. II, p. 31. <a class="fnarrow" href="#xd29e12852src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e12885" href="#xd29e12885src">6</a></span> “De schuld, die we hebben aan hen, die vóór ons gekomen zijn, kunnen we alleen maar -terugbetalen aan hen, die na ons komen”, zegt Haycraft (<i lang="en">Darwinism and Race Progress</i>, p. 106). <a class="fnarrow" href="#xd29e12885src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13015" href="#xd29e13015src">7</a></span> Mardrus, <i lang="fr">Les Mille Nuits</i>, dl. XVI, p. 158. <a class="fnarrow" href="#xd29e13015src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13055" href="#xd29e13055src">8</a></span> Sidney Webb, <i lang="en">Popular Science Monthly</i>, 1906, p. 526 (vroeger gepubliceerd in de <i lang="en">London Times</i>, Oct. 11, 16, 1906). In hoofdstuk IX van dit werk hebben we reeds de beteekenis moeten -bespreken van het woord “zedelijkheid”. <a class="fnarrow" href="#xd29e13055src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13151" href="#xd29e13151src">9</a></span> Zoo was in Parijs, in 1906, in de rijke wijken, het geboortecijfer op de 1000 inwoners -19.09; in welgestelde wijken 22.51; en in arme wijken 29.70. Hier zien we, dat, terwijl -het geboortecijfer valt en stijgt met de maatschappelijke klasse, het geboortecijfer -zelfs onder de arme en minst beperkte klasse nog maar weinig hooger is dan het algemeen -gemiddelde voor Engeland, waar voorbehoedmiddelen in zeer ruimen kring verspreid zijn, -en zeer aanmerkelijk lager dan het gemiddelde (dat nu snel daalt) in Duitschland. -Het blijkt duidelijk, dat er onder de arme klassen een neiging is om in deze zaak -met de hoogere klassen gelijk te komen. <a class="fnarrow" href="#xd29e13151src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13156" href="#xd29e13156src">10</a></span> Ik heb deze punten meer in bijzonderheden ontwikkeld in twee artikelen in het <i lang="en">Independent Review</i>, November 1913 en April 1914. Zie ook Bushee, “<span lang="en">The Declining Birthrate and Its Causes</span>”, <i lang="en">Popular Science Monthly</i>, Aug. 1913. <a class="fnarrow" href="#xd29e13156src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13181" href="#xd29e13181src">11</a></span> Francis Place, <i lang="en">Illustrations and Proofs of the Principle of Population</i>, 1882, p. 165. <a class="fnarrow" href="#xd29e13181src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13252" href="#xd29e13252src">12</a></span> Zie b.v. een belangrijk hoofdstuk in het <i lang="de">Sexualleben und Nervenleiden</i> van Löwenfeld, een van de meest oordeelkundige autoriteiten op het gebied der sexueele -pathologie. Vijf en twintig jaar geleden werd, zooals velen zich zullen herinneren, -den student in de medicijnen gewoonlijk geleerd, dat het gebruik van voorbehoedmiddelen -bij het verkeer leidde tot allerlei ernstige nadeelen. Toen schijnen echter roekelooze -en ongewenschte voorbehoedmiddelen meer voorgekomen te zijn dan tegenwoordig. <a class="fnarrow" href="#xd29e13252src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13260" href="#xd29e13260src">13</a></span> Michael Ryan, <i lang="en">Philosophy of Marriage</i>, p. 9. Het in staat stellen van de “behoudende kracht van den Schepper” om zich uit -te strekken tot de myriaden spermatozoën, die zelfs één man in zijn leven afscheidt, -zou een wereld vol vrouwen noodig maken, terwijl het hiermee overeenkomende probleem -wat een vrouw aangaat, heelemaal te moeilijk is om te verwezenlijken. Het proces, -waardoor het leven opgebouwd wordt, wel verre van een proces te zijn van algemeen -behoud, is een proces geweest van strenge keuze en groote vernieling; het proces, -dat in de beschaafde wereld wordt uitgevoerd, bestaat in het maken van dit blinde -proces tot een door het verstand bestuurde daad. <a class="fnarrow" href="#xd29e13260src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13268" href="#xd29e13268src">14</a></span> Zoo werd in België, in 1898 (<i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Febr. 1909, p. 136) een dokter (Dr. Mascaux), die op den voorgrond was getreden -bij het bevorderen van de kennis van voorbehoedmiddelen voor de conceptie, veroordeeld -tot drie maanden gevangenisstraf voor “een misdrijf tegen de zeden!” In zulk een geval, -zegt Dr. Helene Stöcker (<i lang="de">Die Neue Generation</i>, Jan., 1909, p. 7), is “zeden” een andere naam voor onwetendheid, verlegenheid, huichelachtigheid, -preutschheid, ruwheid, en gebrek aan geweten. Wij moeten echter in herinnering houden, -als uitleg van dit onbillijke oordeel, dat eenige jaren lang de clericale partij in -België den boventoon heeft gevoerd. <a class="fnarrow" href="#xd29e13268src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13279" href="#xd29e13279src">15</a></span> Tegen het gebruik van de condom is ingebracht, dat hij niet gebruikt kan worden door -de allerarmsten om de kosten, maar Hans Ferdy toont in een in bijzonderheden gaand -geschrift aan (<i lang="de"><span class="corr" id="xd29e13282" title="Bron: Sexual Probleme">Sexual-Probleme</span></i><a id="xd29e13284"></a>, Dec. 1908), dat het gebruik van den condom gebracht kan worden binnen het bereik -van de allerarmsten, als men er maar voor zorgt hem in water te bewaren, als hij niet -gebruikt wordt. Nyström, <span class="corr" id="xd29e13286" title="Niet in bron">(</span><i lang="de"><span class="corr" id="xd29e13288" title="Bron: Sexual Probleme">Sexual-Probleme</span></i>, Nov. 1908, p. 736) heeft een blaadje uitgegeven ten bate van zijn patiënten en anderen, -waarin hij den condom aanbeveelt, en uitlegt hoe hij gebruikt moet worden. <a class="fnarrow" href="#xd29e13279src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13297" href="#xd29e13297src">16</a></span> Zoo besluit Kisch, in zijn <i lang="en">Sexual Life of Woman</i>, nadat hij de verschillende voorbehoedmiddelen voluit besproken heeft, ten gunste -van den condom. Fürbringer komt ook (Senator en <span class="corr" id="xd29e13302" title="Bron: Kamener">Kaminer</span>, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, dl. I, blz. 232 et seq.) tot het besluit, dat de condom “betrekkelijk het meest -volmaakte voorbehoedmiddel tegen de conceptie is”. Forel (<i lang="de">Die Sexuelle Frage</i>, p.p. 457 <i>et seq</i>.) bespreekt de kwestie ook in den breede; ieder bezwaar, dat er gemaakt wordt tegen -den condom, voegt Forel erbij (p. 544), berust op het feit, dat wij er niet aan gewend -zijn; “een bril is niet speciaal æsthetisch, maar de poëzie van het leven heeft niet -buitengewoon veel te lijden door het gebruik ervan, en in vele gevallen, kan men er -niet buiten”. <a class="fnarrow" href="#xd29e13297src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13367" href="#xd29e13367src">17</a></span> <i lang="fr">L’Avortement</i>, p. 43. <a class="fnarrow" href="#xd29e13367src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13445" href="#xd29e13445src">18</a></span> Er zijn in de Romeinsche wet en de Romeinsche gewoonte eenige punten van kwestie aangaande -de afdrijving; zij worden besproken in het belangrijke werk van <span class="corr" id="xd29e13447" title="Bron: Bolestrini">Balestrini</span>, <i lang="it">Aborto</i>. blz. 30 <i>et seq.</i> <a class="fnarrow" href="#xd29e13445src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13455" href="#xd29e13455src">19</a></span> Augustinus, <i lang="la">De Civitate Dei</i>, Boek XXII, hoofdstuk XIII. <a class="fnarrow" href="#xd29e13455src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13461" href="#xd29e13461src">20</a></span> De ontwikkeling van de publieke opinie en van de wet aangaande de afdrijving is nagespoord -door Eugène Bausset, <i lang="fr">L’Avortement Criminel</i>, Thèse de Paris, 1907. Voor een overzicht van de gebruiken van verschillende volken -met betrekking tot de afdrijving zie men W. G. Sumner, <i lang="en">Folkways</i>, hoofdst. VIII. <a class="fnarrow" href="#xd29e13461src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13526" href="#xd29e13526src">21</a></span> <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Mei 1908, p. 192. We mogen hieraan toevoegen, dat in Engeland het opleggen van straf -op de afdrijving, als ze plaats vindt in de eerste maanden der zwangerschap (voordat -er “leven” is), enkel een moderne nieuwigheid is. <a class="fnarrow" href="#xd29e13526src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13609" href="#xd29e13609src">22</a></span> Zelfs Balestrini, die tegen het straffen van afdrijving is, is er geen voorstander -van. “Overal, waar afdrijving een maatschappelijke gewoonte wordt”, <span class="pagenum">[<a id="pb552n" href="#pb552n">552</a>]</span>merkt hij op (<i>op. cit.</i>, p. 191), “daar is ze de uiterlijke verschijning van den achteruitgang van een volk, -en veel te diep geworteld door de enkele poging de uiterlijke verschijning te onderdrukken”. <a class="fnarrow" href="#xd29e13609src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13618" href="#xd29e13618src">23</a></span> Vergelijk Ellen Key, <i>Eeuw van het Kind</i>, hoofdst. I. Hirth (<i lang="de">Wege zum Heimat</i>, p. 526) is er ook tegen afdrijving aan te moedigen, hoewel hij feitelijk niet de -zwangere vrouw zou willen straffen, die miskraam opwekt. Ik wil speciaal de aandacht -vestigen op een kundig en overtuigend artikel van Anna Pappritz (“<span lang="de">Die Vernichtung des keimenden Lebens</span>”, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Juli, 1909), die beweert, dat de vrouw niet de eenige beschermster is van het embryo, -dat zij draagt, en dat het niet in het belang is van de maatschappij en zelfs niet -in haar eigen belang, als zij vrij zou zijn het naar believen te vernietigen. Anna -Pappritz geeft toe, dat de tegenwoordige barbaarsche wetten met betrekking tot de -afdrijving gewijzigd moeten worden, maar zij staat er op, dat ze niet moeten worden -afgeschaft. Zij stelt voor (1) een zeer verminderde straf op de afdrijving; (2) deze -straf uit te strekken tot den getrouwden of ongetrouwden vader (een maatregel, die -in Noorwegen reeds in praktijk wordt gebracht, zoowel voor afdrijving als voor kindermoord); -(3) verlof voor den medicus om miskraam op te wekken als er goede reden is om erfelijke -degeneratie te vermoeden, en als de vrouw verkracht is geworden. <a class="fnarrow" href="#xd29e13618src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13636" href="#xd29e13636src">24</a></span> Vergelijk Dr. Max Hirsch, <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Jan., 1908, p. 3. <a class="fnarrow" href="#xd29e13636src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13642" href="#xd29e13642src">25</a></span> Bausset (<i>op. cit.</i>) noemt verschillende maatschappelijke maatregelen ter verzorging van de zwangere -vrouw en de kraamvrouw, die er toe zouden leiden misdadige afdrijving te verminderen. <a class="fnarrow" href="#xd29e13642src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13652" href="#xd29e13652src">26</a></span> Gomperz, <i lang="en">Greek Thinkers</i>, dl. 1, p. 564. <a class="fnarrow" href="#xd29e13652src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13672" href="#xd29e13672src">27</a></span> F. E. Daniel, <span lang="en">President of the State Medical Association of Texas</span>, “<span lang="en">Should Insane Criminals or Sexual Perverts be Allowed to Procreate?</span>” <i lang="en">Medico-legal Journal</i>, Dec., 1893; id., “<span lang="en">The Cause and Prevention of Rape</span>”, <i lang="en">Texas Medical Journal</i>, Mei, 1904. <a class="fnarrow" href="#xd29e13672src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13692" href="#xd29e13692src">28</a></span> P. Näcke, “<span lang="de">Die Kastration bei gewissen Klassen von Degenerirten als ein Wirksamer Socialer Schutz</span>”, <i lang="de">Archiv für Kriminalanthropologie</i>, Bd. III, 1899, p. 58; id. “<span lang="de">Kastration in gewissen Fallen von Geisteskrankheit</span>”, <i lang="de">Psychiatrisch-Neurologische Wochenschrift</i>, 1905, No. 29. <a class="fnarrow" href="#xd29e13692src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13707" href="#xd29e13707src">29</a></span> Angelo Zuccarelli, “<span lang="it">Asessualizzazione o sterilizzazione dei Degenerati</span>”, <i lang="it"><span class="corr" id="xd29e13713" title="Bron: L’ Anomalo">L’Anomalo</span></i>, 1898–99; No. 6; id., “<span lang="fr">Sur la Nécessité et sur les Moyens <span class="corr" id="xd29e13718" title="Bron: d’ empêcher">d’empêcher</span> la Réproduction des Hommes les plus Dégénérés</span>”, Internationaal Congres der Crimineele Anthropologie, Amsterdam, 1901. <a class="fnarrow" href="#xd29e13707src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13723" href="#xd29e13723src">30</a></span> Näcke, <i lang="de">Neurologisches Centralblatt</i>, Maart 1, 1909. Het oorspronkelijke verslag van deze operaties wordt gegeven in het -<i lang="de">Psychiatrisch-Neurologische Wochenschrift</i>, No. 2, 1909, met een commentaar van instemming van den redacteur, Dr. Bresler. Wat -de castratie in Amerika aangaat, zie men Flood, “<span lang="en">Castration of Idiot Children</span>”, <i lang="en">American Journal Psychology</i>, Jan. 1899; ook, <i lang="en">Alienist and Neurologist</i>, Aug., 1909, p. 348. <a class="fnarrow" href="#xd29e13723src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13765" href="#xd29e13765src">31</a></span> Waarschijnlijk kan castratie vooral gunstig blijken te zijn in het geval van zwakzinnigen. -“In Somersetshire”, zegt <span class="corr" id="xd29e13767" title="Bron: Tredgolt">Tredgold</span> (“<span lang="en">The Feeble-Mind as a Social Danger</span>”, <i lang="en">Eugenics Review</i>, Juli, 1909) “heb ik gevonden, dat van een totaal aantal van 167 zwakzinnige vrouwen, -bijna twee vijfde (61) kinderen hadden gekregen, voor het meerendeel onwettig. Bovendien -is het niet ongewoon, maar veeleer regel, dat deze arme meisjes telkens opgenomen -worden in de kraaminrichtingen van het werkhuis, en het gemiddelde aantal van de kinderen, -die ze ieder hebben, is waarschijnlijk drie of vier, hoewel zes ook niet ongewoon -is”. In zijn werk over <i lang="en">Mental Deficiency</i> (blz. 288–292) toont <span class="pagenum">[<a id="pb558n" href="#pb558n">558</a>]</span>dezelfde schrijver aan, dat de voortplanting door de geestelijk zwakken in Engeland -is “een verschrikkelijk en ver verspreid kwaad”. <a class="fnarrow" href="#xd29e13765src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13848" href="#xd29e13848src">32</a></span> Dit voorbeeld wordt aangehaald door Ledermann, “<span lang="en">Skin Diseases and Marriage</span>”, bij Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>. <a class="fnarrow" href="#xd29e13848src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13859" href="#xd29e13859src">33</a></span> <span class="corr" id="xd29e13860" title="Niet in bron">Opnieuw verwijs ik hier naar Leas leerzame <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>.</span> <a class="fnarrow" href="#xd29e13859src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13873" href="#xd29e13873src">34</a></span> In Engeland worden jaarlijks 35.000 candidaten voor de marine afgekeurd, en hoewel -de physieke eischen voor de inschrijving in het leger tegenwoordig buitengewoon bescheiden -zijn, wordt er geschat door Generaal Maurice, dat ten minste zestig percent nieuwelingen, -en zij, die nieuwelingen hadden willen wezen, teruggezonden worden als ongeschikt. -(Zie b.v., William Coates, “<span lang="en">The Duty of the Medical Profession in the Prevention of National Deterioration</span>”, <i lang="en">British Medical Journal</i>, Mei 1, 1909). Men kan nauwelijks aannemen, dat mannen, die niet goed genoeg zijn -voor het leger, wel goed genoeg zijn voor de groote taak van het scheppen van het -ras der toekomst. <a class="fnarrow" href="#xd29e13873src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13885" href="#xd29e13885src">35</a></span> De erkenning van epilepsie als een reden om geen nageslacht te verwekken is niet nieuw. -Men zegt, dat in de archieven van de stad Luçon een geval vermeld wordt, waarin epilepsie -geoordeeld werd een geldige reden te zijn voor het verbreken van een verloving (<i lang="en">British Medical Journal</i>, Febr. 14, 1903, p. 383). <a class="fnarrow" href="#xd29e13885src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13893" href="#xd29e13893src">36</a></span> <i lang="en">British Medical Journal</i>, April 14, 1906. In Californië en sommige andere plaatsen in Amerika, schijnt het, -dat bedrog met het oog op den gezondheidstoestand een reden is tot het nietig verklaren -van het huwelijk. <a class="fnarrow" href="#xd29e13893src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13940" href="#xd29e13940src">37</a></span> F. Galton, <i lang="en">Inquiries Into Human Faculty</i>, <span lang="en">Everyman’s Library edition</span>, blz. 211 <i>et seq.</i>; vergelijk Galton’s verzamelde Essays in <i lang="en">Eugenics</i>, onlangs uitgegeven door de <span lang="en">Eugenics Education Society</span>. <a class="fnarrow" href="#xd29e13940src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e13961" href="#xd29e13961src">38</a></span> Voor een verslag aangaande de methode en de resultaten van het werk in scholen, zie -men Bertram C. A. Windle, “<span lang="en"><span class="corr" id="xd29e13964" title="Bron: Anthromometric">Anthropometric</span> Work in Schools</span>”, <i lang="en">Medical Magazine</i>, Feb. 1894. <a class="fnarrow" href="#xd29e13961src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14014" href="#xd29e14014src">39</a></span> De meest bekende stappen in deze richting zijn in Duitschland gedaan. Voor een verslag -van de proef te Karlsruhe zie men <i lang="de">Die Neue Generation</i>, Dec. 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e14014src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14020" href="#xd29e14020src">40</a></span> Wiethknudsen (zooals aangehaald is in <i lang="de">Sexual-Probleme</i>, Dec. 1908, p. 837) spreekt in sterke bewoordingen, hoewel toch niet te sterk, over -de dwaasheid van een willekeurige premie op de voortplanting. <a class="fnarrow" href="#xd29e14020src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14028" href="#xd29e14028src">41</a></span> Van wetenschappelijke zijde wordt er, behalve van de vruchtdragende methoden der statistische -biometrie, die wij reeds genoemd hebben, veel verwacht <span class="pagenum">[<a id="pb570n" href="#pb570n">570</a>]</span>van werk, dat in die richting gedaan wordt door Mendel: zie W. Bateson, <i lang="en">Mendel’s Principles of Heredity</i>, 1909; ook W. H. Lock, <i lang="en">Recent <span class="corr" id="xd29e14037" title="Bron: Progres">Progress</span> in the Study of Variation, Heredity and Evolution</i>, en R. C. Punnett, <i lang="en">Mendelism</i>, 1907 (Amerikaansche uitgave, met een belangwekkende voorrede van Gaylord Wilshire, -uit socialistisch gezichtspunt, 1909). <a class="fnarrow" href="#xd29e14028src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14089" href="#xd29e14089src">42</a></span> De studie van de juiste voorwaarden voor de voortplanting is zeer oud. In den nieuweren -tijd vinden we, dat zelfs het allereerste Fransche medische boek in de landstaal, -het <i lang="fr">Régime du Corps</i>, geschreven door Alebrand van Florence (die dokter was bij den koning van Frankrijk), -in 1256, grootendeels aan deze kwestie gewijd is, waarover het veel goede raad geeft. -Zie J. B. Soalhat, <i lang="fr">Les Idées de Maistre Alebrand de Florence sur la Puériculture</i>, Thèse de Paris, 1908. <a class="fnarrow" href="#xd29e14089src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14100" href="#xd29e14100src">43</a></span> Hesiodus, <i lang="en">Works and Days</i>, II, 690–700. <a class="fnarrow" href="#xd29e14100src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14106" href="#xd29e14106src">44</a></span> Dit is lang de aangenomen opinie geweest van medische autoriteiten, zooals men kan -beoordeelen uit de verslagen, twee eeuwen geleden samengebracht door Schurig, <i lang="la">Parthenologia</i>, blz. 22–25. <a class="fnarrow" href="#xd29e14106src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14112" href="#xd29e14112src">45</a></span> De bewering, dat de beste leeftijd voor mannen voor de verwekking gemiddeld eerder -voor de veertig ligt dan daarna, beteekent in het geheel niet, dat er een “kritieke” -leeftijd bij mannen bestaat, die overeenkomt met het climacterium bij vrouwen. Dit -is soms beweerd, maar men is het er niet over eens. Restif de la Bretonne (<i lang="fr">Monsieur Nicolas</i>, deel X, p. 176) zeide, dat op den leeftijd van veertig de teerheid van het gevoel -begint te vermeerderen. Fürbringer meent (Senator en Kaminer, <i lang="en">Health and Disease in Relation to Marriage</i>, deel I, p. 222), dat er een bepaalde wending is in het leven van een man tusschen -den leeftijd van de vijftig en de zestig, wanneer de begeerte en de potentie verminderen. -J. F. Sutherland zegt ook (<i lang="fr">Comptes-rendus Congrès International de Médecine</i>, 1900, <span lang="fr">Section de Psychiatrie</span>, p. 471), dat er bij mannen een verandering is in het vijf en vijftigste jaar, gelijkend -op het <span class="pagenum">[<a id="pb573n" href="#pb573n">573</a>]</span>climacterium bij vrouwen, maar alleen maar bij een bepaald aantal mannen. Het schijnt -wel, dat bij de meeste mannen het afnemen van het sexueele gevoel en de potentie zeer -geleidelijk is, en dat het zich het eerst uit in een vergroote macht om zich te beheerschen. <a class="fnarrow" href="#xd29e14112src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14211" href="#xd29e14211src">46</a></span> Bij dieren zegt men ook, dat die welke in het voorjaar geboren worden, de beste zijn. <a class="fnarrow" href="#xd29e14211src">↑</a></p> -<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd29e14214" href="#xd29e14214src">47</a></span> De resultaten van Bossi zijn opgesomd in de <i lang="fr">Archives <span class="corr" id="xd29e14218" title="Bron: d’ Anthropologie">d’Anthropologie</span> Criminelle</i>, Sept, 1891. Alebrand van Florence, de medicus van den Franschen koning in de dertiende -eeuw, raadde ook verkeer aan een dag na het einde van de menstruatie. <a class="fnarrow" href="#xd29e14214src">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -</div> -<div class="back"> -<div id="naschrift" class="div1 postscript"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">NASCHRIFT</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">“Het werk, waartoe ik geboren was om te doen, is gedaan”, schreef een groot dichter, -toen hij eindelijk zijn taak had volbracht En hoewel ik geen recht heb een “<i lang="la">Nunc dimittis</i>” te zingen, weet ik toch wel, dat de taak, die het beste gedeelte van mijn leven -in beslag heeft genomen, maar weinige jaren en weinig kracht kan overlaten voor werk, -dat nog na komt. Het is meer dan dertig jaar geleden, dat het eerste denkbeeld om -het boek te schrijven, dat hier nu voleindigd is, zich vaag, maar toch met klem aan -mij begon op te dringen; de studie en de voorbereiding heeft meer dan vijftien jaren -in beslag genomen, en is geëindigd met de uitgave van <i lang="en">Man and Woman</i>, dat geplaatst is als inleiding voor het hoofdwerk, hetwelk, met schrijven en uitgeven, -de vijftien volgende jaren in beslag heeft genomen. -</p> -<p>Het is misschien gelukkig geweest voor mijn gemoedsrust, dat ik bij het begin niet -al de bezwaren voorzien heb, die mijn weg zouden bemoeilijken. Ik wist natuurlijk, -dat zij, die ernstig en nauwkeurig onderzoek doen naar een onderwerp, dat de menschen -gewend zijn te vermijden, zich blootstellen aan misverstand en zelfs aan lasterpraatjes. -Maar ik meende, dat een teruggetrokken-levend onderzoeker, die zich voorzichtig bezighield -met levensvragen der maatschappij, en zich niet wendde tot het publiek in het algemeen, -maar alleen tot de leeraren van het publiek, en die de resultaten van zijn onderzoekingen -vastlegde in technisch geschreven boekdeelen, slechts voor weinigen toegankelijk, -ik meende, dat zulk een onderzoeker ten minste veilig zou zijn voor grove aanvallen -van den kant van politie of van regeering, onder welker bescherming hij meende te -leven. Dat is een dwaling gebleken. Toen nog pas een deel van deze Studies geschreven -en <span class="pagenum">[<a id="pb578" href="#pb578">578</a>]</span>uitgegeven was, in Engeland, werd, ten gevolge van een vervolging door de regeering -bevolen, aan den verkoop van dat deel in Engeland een einde gemaakt, en dit bracht -mij er toe te besluiten, dat de volgende deelen niet in mijn eigen land moesten worden -uitgegeven. Ik beklaag mij er niet over. Ik ben dankbaar voor de ware sympathie, die -mijn werk gevonden heeft in Duitschland en de Vereenigde Staten, en ik moet erkennen, -dat het zoo ten slotte een grooteren kring lezers gevonden heeft, zoowel in de Engelsche -taal als in de andere belangrijke wereldtalen, dan het bij de aanvankelijke bescheiden -wijze van uitgeven, die onze regeering mij toen onmogelijk gemaakt heeft, had kunnen -vinden. Ook heeft de poging om mijn werk te onderdrukken, mij geen aanleiding gegeven, -ook maar een woord daarin te veranderen. Ik heb, mèt of zonder hulp, mijn weg tot -het einde toe voortgezet. -</p> -<p>Ik stam van vaders- zoowel als van moederszijde van Engelsche families, die, bijna -drie honderd jaar geleden, precies deze zelfde moeilijkheden en gevaren hebben ontmoet. -In de zeventiende eeuw ging de strijd om het probleem van den godsdienst, zooals hij -nu gaat om het probleem van de sekse. Sedert in de laatste jaren die analogie mij -duidelijk is geworden, heb ik dikwijls gedacht aan sommige van die bewonderenswaardige, -niet bekende mannen, die verjaagd zijn, beroofd en vervolgd, sommige door de kerk, -omdat de geest van het Puritanisme hen bezielde, sommige door de Puriteinen, omdat -zij hingen aan de idealen van de kerk, beide echter even rustig en onbuigzaam, beide -gelijkelijk vechtend voor de zaak der vrijheid of der orde, op een gebied, waar men -nu niet meer over strijdt. Die overwinning heeft mij dikwijls een goed voorteeken -geschenen voor het misschien ontaarde kind van deze mannen, die nu tracht de zaak -van vrijheid en orde voor te staan op een ander gebied. -</p> -<p>Soms schijnt het werkelijk een wanhopige taak beweging te brengen in den druk der -logge vooroordeelen, die op geen gebied zoo hardnekkig zijn, als op geslachtelijk -gebied. Het kan er toe bijdragen de sereniteit van ons optimisme te herwinnen, als -we maar duidelijker wilden erkennen, dat in maar zeer enkele generaties al deze vooroordeelen -zullen zijn te gronde gegaan en vergeten. Hij, die voortschrijdt in de voetstappen -der natuur volgens een wet, die niet door menschen gemaakt is, maar boven en buiten -den mensch is, heeft tijd en eeuwigheid op zijn hand, en kan zoowel geduldig zijn -als zonder vrees. Menschen sterven, maar de denkbeelden, die zij nastreven, blijven -leven. Men kan onze boeken in de vlammen werpen, maar in de volgende generatie worden -die vlammen tot menschelijke zielen. De verandering geschiedt door den dokter in zijn -spreekkamer, door den leeraar op de school, den prediker op den preekstoel, door den -journalist <span class="pagenum">[<a id="pb579" href="#pb579">579</a>]</span>in de pers. Het is een verandering, die, langzaam maar zeker, zich om ons heen voltrekt. -</p> -<p>Ik weet zeker wel, dat velen zich niet in staat zullen gevoelen, de opvatting over -den toestand der sexueele kwestie, zooals die hier uiteen is gezet, voornamelijk in -het laatste deel, te aanvaarden. Sommigen zullen die opvatting te conservatief vinden, -anderen te revolutionair. Want er zijn altijd menschen, die zich hartstochtelijk aan -het verleden vasthouden; en er zijn altijd anderen, die hartstochtelijk dàt grijpen, -wat zij voor de toekomst houden. Maar de wijze staat tusschen beide partijen in en -sympatiseert met beide, omdat hij weet, dat wij altijd in een toestand van overgang -zijn. Het tegenwoordige is in iederen tijd alleen het keerpunt, waar het verleden -in de toekomst overgaat, en wij kunnen en moeten met beide vrede hebben. Er kan geen -wereld zijn zonder tradities; en er kan geen leven zijn zonder beweging. Zooals Heraclitus -al wist bij het begin van de moderne philosophie, wij kunnen niet tweemaal in denzelfden -stroom baden, hoewel toch, zooals we tegenwoordig weten, de stroom vloeit in een eindeloozen -kringloop. Er is nooit een oogenblik, waarop de nieuwe dageraad niet over de aarde -aanbreekt, en nooit een oogenblik waarop de zon niet meer ondergaat. Het is goed zelfs -den eersten glimp van den dageraad kalm te begroeten als we hem zien, er niet met -ongepaste haast heen te snellen, en het ondergaan der zon niet den rug toe te keeren -zonder dankbaarheid voor het stervende licht, dat eens de dageraad was. -</p> -<p>In de moreele wereld zijn wij zelf de lichtdragers, en het cosmische proces wordt -in ons verwezenlijkt. Voor een korten tijd kunnen wij, als wij willen, de duisternis -verlichten, die ons pad omgeeft. Evenals de toortsdragers der oudheid, die aan Lucretius -toeschenen het symbool van het leven te zijn, snellen wij voorwaarts, met den fakkel -in de hand. Spoedig loopt iemand achter ons, die ons zal inhalen. Al ons kunnen bestaat -daarin, dat wij den brandenden fakkel helder en zonder flikkeren in zijn hand geven, -terwijl wij zelf in het duister verdwijnen. -</p> -<p class="signed">HAVELOCK ELLIS. -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 cover"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure spinewidth"><img src="images/spine.jpg" alt="Oorspronkelijke rug." width="185" height="720"></div><p> -</p> -</div> -</div> -<div class="div1"> -<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2> -<table> -<tr> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#vooraf">WOORD VOORAF</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#vooraf">V</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#inleiding">INLEIDING</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#inleiding">IX</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#toc">INHOUD</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#toc">XIII</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">I. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch1">MOEDER EN KIND</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch1">1</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">II. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch2">SEXUEELE OPVOEDING</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch2">31</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">III. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch3">SEXUEELE OPVOEDING EN NAAKTHEID</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch3">85</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">IV. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch4">HET WAARDEEREN VAN DE GESLACHTSLIEFDE</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch4">107</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">V. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch5">HET WEZEN DER KUISCHHEID</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch5">131</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VI. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch6">HET VRAAGSTUK VAN SEXUEELE ONTHOUDING</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch6">163</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VII. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch7">PROSTITUTIE</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7">199</a></td> -</tr> -<tr> -<td></td> -<td class="tocDivNum">I. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch7.1"> De orgie</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7.1">202</a></td> -</tr> -<tr> -<td></td> -<td class="tocDivNum">II. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch7.2"> De oorsprong en de ontwikkeling van de prostitutie</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7.2">207</a></td> -</tr> -<tr> -<td></td> -<td class="tocDivNum">III. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch7.3"> De Oorzaken van de Prostitutie.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7.3">233</a></td> -</tr> -<tr> -<td></td> -<td class="tocDivNum">IV. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch7.4"> De tegenwoordige houding der maatschappij tegenover de prostitutie</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7.4">273</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VIII. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch8">DE BESTRIJDING DER VENERISCHE ZIEKTEN</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch8">289</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">IX. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch9">SEXUEELE MORAAL</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch9">329</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">X. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch10">HET HUWELIJK</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch10">381</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XI. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch11">DE KUNST VAN LIEFHEBBEN</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch11">461</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XII. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch12">DE WETENSCHAP DER VOORTPLANTING</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch12">521</a></td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#naschrift">NASCHRIFT</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#naschrift">577</a></td> -</tr> -</table> -</div> -<div class="transcriberNote"> -<h2 class="main">Colofon</h2> -<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3> -<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen -van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden -van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd29e44" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>. -</p> -<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd29e44" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>. -</p> -<p>De oorspronkelijke Engelse uitgave van dit boek, <i lang="en">Studies in the Psychology of Sex: Sex in Relation to Society</i>, is beschikbaar bij Project Gutenberg als eboek <a class="pglink xd29e44" title="Link naar Project Gutenberg eboek" href="https://www.gutenberg.org/ebooks/13615">13615</a>. -</p> -<h3 class="main">Metadata</h3> -<table class="colophonMetadata"> -<tr> -<td><b>Titel:</b></td> -<td>De psychologie der sexen: De sexen in hare verhouding tot de maatschappij</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Havelock Ellis (1859–1939)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/41861098/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur van inleiding:</b></td> -<td>Albert Willem van Renterghem (1845–1939)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/73563541/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Taal:</b></td> -<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td> -<td>1915</td> -<td></td> -</tr> -</table> -<h3 class="main">Codering</h3> -<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het -einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel -zijn verbeterd. Enkele stuitende vertaalfouten (o.a. “Australië” voor “<span lang="en">Austria</span>”) en een groot aantal ontbrekende aanhalingstekens zijn hersteld aan de hand van -de oorspronkelijke Engelse editie. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon -aan het einde van dit boek.</p> -<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> -<ul> -<li>2020-05-31 Begonnen. -</li> -</ul> -<h3 class="main">Externe Referenties</h3> -<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links -voor u niet werken.</p> -<h3 class="main">Verbeteringen</h3> -<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> -<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst."> -<tr> -<th>Bladzijde</th> -<th>Bron</th> -<th>Verbetering</th> -<th>Bewerkingsafstand</th> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e181">V</a></td> -<td class="width40 bottom">moeielijk</td> -<td class="width40 bottom">moeilijke</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e267">XII</a></td> -<td class="width40 bottom">Boy</td> -<td class="width40 bottom">Bay</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><i title="95 gevallen">Passim. -</i></td> -<td class="width40 bottom">coitus</td> -<td class="width40 bottom">coïtus</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><i title="25 gevallen">Passim. -</i></td> -<td class="width40 bottom">hygiene</td> -<td class="width40 bottom">hygiëne</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e344">XIV</a></td> -<td class="width40 bottom">Theoriën</td> -<td class="width40 bottom">Theorieën</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e375">XV</a></td> -<td class="width40 bottom">hijgiëne</td> -<td class="width40 bottom">hygiëne</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e394">XV</a></td> -<td class="width40 bottom">D’ Aragona</td> -<td class="width40 bottom">D’Aragona</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e445">XVII</a></td> -<td class="width40 bottom">prostestantsche</td> -<td class="width40 bottom">protestantsche</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><i title="33 gevallen">Passim. -</i></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e452">XVIII</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4725">201</a></td> -<td class="width40 bottom"> </td> -<td class="width40 bottom">—</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e478">XVIII</a>, <a class="pageref" href="#xd29e483">XVIII</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12116">502</a></td> -<td class="width40 bottom">Coitus</td> -<td class="width40 bottom">Coïtus</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e503">XVIII</a>, <a class="pageref" href="#xd29e510">XVIII</a></td> -<td class="width40 bottom">Jalouzie</td> -<td class="width40 bottom">Jaloezie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e507">XVIII</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1350">37</a>, <a class="pageref" href="#xd29e5510">225</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10765">446</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12661">515</a></td> -<td class="width40 bottom">jalouzie</td> -<td class="width40 bottom">jaloezie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><i title="72 gevallen">Passim. -</i></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e607">9</a></td> -<td class="width40 bottom">weëen</td> -<td class="width40 bottom">weeën</td> -<td class="bottom">2 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e618">9</a>, <a class="pageref" href="#xd29e905">17</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1311">36</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1474">42</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3722">147</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4497">185</a>, <a class="pageref" href="#xd29e5184">215</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6330">247</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e637">10</a></td> -<td class="width40 bottom">Jurisprudencc</td> -<td class="width40 bottom">Jurisprudence</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e645">10</a></td> -<td class="width40 bottom">Obstetrias</td> -<td class="width40 bottom">Obstetrics</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e663">10</a></td> -<td class="width40 bottom">Grosesse</td> -<td class="width40 bottom">Grossesse</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e671">10</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2638">93</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2821">101</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3295">127</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3840">151</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3859">152</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4619">191</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6032">237</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6317">246</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13985">567</a></td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e674">10</a></td> -<td class="width40 bottom">Physiaal</td> -<td class="width40 bottom">Physical</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e681">10</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3914">153</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6186">242</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7293">281</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9123">367</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9387">380</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13284">542</a></td> -<td class="width40 bottom">)</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e697">11</a></td> -<td class="width40 bottom">l’influence</td> -<td class="width40 bottom">l’Influence</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e724">12</a></td> -<td class="width40 bottom">care</td> -<td class="width40 bottom">Care</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e747">12</a></td> -<td class="width40 bottom">Ante-Natal</td> -<td class="width40 bottom">Antenatal</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e781">13</a></td> -<td class="width40 bottom">Muselmannen</td> -<td class="width40 bottom">Muzelmannen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e801">14</a></td> -<td class="width40 bottom">Islandischer</td> -<td class="width40 bottom">Isländischer</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e832">15</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1010">21</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4662">194</a>, <a class="pageref" href="#xd29e5161">214</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6313">246</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6545">253</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8031">323</a>, <a class="pageref" href="#xd29e11352">476</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">)</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><i title="52 gevallen">Passim. -</i></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">“</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1002">21</a></td> -<td class="width40 bottom">zakkenrolier</td> -<td class="width40 bottom">zakkenroller</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1037">23</a></td> -<td class="width40 bottom">patienten</td> -<td class="width40 bottom">patiënten</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1077">25</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2109">66</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8635">351</a></td> -<td class="width40 bottom">(</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1084">25</a></td> -<td class="width40 bottom">Burgerliche</td> -<td class="width40 bottom">Das Bürgerliche</td> -<td class="bottom">5 / 4</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1087">25</a></td> -<td class="width40 bottom">Besitslosen</td> -<td class="width40 bottom">besitzlosen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1104">25</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1802">54</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3229">124</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6702">259</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7137">276</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13323">543</a></td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1177">28</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1356">37</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1649">48</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3024">113</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6620">256</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8125">332</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9774">397</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10448">430</a>, <a class="pageref" href="#xd29e11970">497</a></td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1190">28</a></td> -<td class="width40 bottom">L’Etat</td> -<td class="width40 bottom">L’État,</td> -<td class="bottom">2 / 1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1218">34</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1221">34</a></td> -<td class="width40 bottom">prostituee</td> -<td class="width40 bottom">prostituée</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1231">34</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3822">151</a>, <a class="pageref" href="#xd29e5557">227</a>, <a class="pageref" href="#xd29e5574">228</a></td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1254">35</a></td> -<td class="width40 bottom">zaaidvloeistof</td> -<td class="width40 bottom">zaadvloeistof</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1257">35</a></td> -<td class="width40 bottom">hèbben</td> -<td class="width40 bottom">hebben</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1273">35</a>, <a class="pageref" href="#xd29e1347">37</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10253">419</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">of </td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1328">36</a></td> -<td class="width40 bottom">geschlechtliche-sittliche</td> -<td class="width40 bottom">geschlechtlich-sittlichen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1369">38</a></td> -<td class="width40 bottom">Geschlechtlich-sittliche</td> -<td class="width40 bottom">geschlechtlich-sittlichen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1422">40</a></td> -<td class="width40 bottom">Sexualtheorieën</td> -<td class="width40 bottom">Sexualtheorien</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1509">44</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7273">281</a></td> -<td class="width40 bottom">Lyttleton</td> -<td class="width40 bottom">Lyttelton</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1554">45</a></td> -<td class="width40 bottom">aanwijzigingen</td> -<td class="width40 bottom">aanwijzingen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1559">45</a></td> -<td class="width40 bottom">kustmatig</td> -<td class="width40 bottom">kunstmatig</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1562">45</a></td> -<td class="width40 bottom">kaar</td> -<td class="width40 bottom">haar</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1625">47</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2227">73</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3524">138</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3617">143</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4416">180</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4430">180</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7316">283</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9758">396</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10581">436</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10584">436</a>, <a class="pageref" href="#xd29e11549">483</a></td> -<td class="width40 bottom">“</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1634">48</a></td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1646">48</a></td> -<td class="width40 bottom">plebeische</td> -<td class="width40 bottom">plebejische</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1786">54</a></td> -<td class="width40 bottom">Puberta</td> -<td class="width40 bottom">Pubertà</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1849">55</a></td> -<td class="width40 bottom">Pedagogal</td> -<td class="width40 bottom">Pedagogical</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1861">56</a></td> -<td class="width40 bottom">I</td> -<td class="width40 bottom">1</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e1972">62</a></td> -<td class="width40 bottom">menstruëele</td> -<td class="width40 bottom">menstrueele</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2079">65</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8298">340</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9176">370</a>, <a class="pageref" href="#xd29e14192">574</a></td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2166">69</a></td> -<td class="width40 bottom">Revieuw</td> -<td class="width40 bottom">Review</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2221">72</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8384">344</a></td> -<td class="width40 bottom">l’ Amour</td> -<td class="width40 bottom">l’Amour</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2270">74</a></td> -<td class="width40 bottom">Chotsen</td> -<td class="width40 bottom">Chotzen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2283">75</a></td> -<td class="width40 bottom">Hygiene</td> -<td class="width40 bottom">Hygiëne</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2313">76</a></td> -<td class="width40 bottom">hygienischen</td> -<td class="width40 bottom">hygiënischen</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2336">77</a></td> -<td class="width40 bottom">poezie</td> -<td class="width40 bottom">poëzie</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2516">88</a></td> -<td class="width40 bottom">civitate</td> -<td class="width40 bottom">Civitate</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2575">90</a></td> -<td class="width40 bottom">sexeele</td> -<td class="width40 bottom">sexueele</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2601">90</a></td> -<td class="width40 bottom">verbonden</td> -<td class="width40 bottom">verboden</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2704">95</a></td> -<td class="width40 bottom">Nackheit</td> -<td class="width40 bottom">Nacktheit</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2751">98</a>, <a class="pageref" href="#xd29e3800">150</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6860">264</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8820">358</a>, <a class="pageref" href="#xd29e11725">489</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12609">512</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13228">541</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13286">542</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13997">567</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">(</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2762">98</a></td> -<td class="width40 bottom">evolution</td> -<td class="width40 bottom">Evolution</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2784">99</a></td> -<td class="width40 bottom">inpulsen</td> -<td class="width40 bottom">impulsen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2797">99</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2984">112</a>, <a class="pageref" href="#xd29e2999">113</a></td> -<td class="width40 bottom">intuitie</td> -<td class="width40 bottom">intuïtie</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2802">99</a></td> -<td class="width40 bottom">Comparé e</td> -<td class="width40 bottom">Comparée</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e2863">104</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4608">191</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7578">299</a></td> -<td class="width40 bottom">hygienische</td> -<td class="width40 bottom">hygiënische</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3002">113</a></td> -<td class="width40 bottom">microskoop</td> -<td class="width40 bottom">microscoop</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3021">113</a></td> -<td class="width40 bottom">Probleme</td> -<td class="width40 bottom">Problems</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3038">114</a></td> -<td class="width40 bottom">bgein</td> -<td class="width40 bottom">begin</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3187">122</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">.”</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3238">124</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9383">380</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">;</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3265">126</a></td> -<td class="width40 bottom">meisjs</td> -<td class="width40 bottom">meisje</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3547">140</a></td> -<td class="width40 bottom">Romau</td> -<td class="width40 bottom">Roman</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3574">141</a></td> -<td class="width40 bottom">hef</td> -<td class="width40 bottom">het</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3586">141</a></td> -<td class="width40 bottom">Sacerdotical</td> -<td class="width40 bottom">Sacerdotal</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3619">143</a></td> -<td class="width40 bottom">ohtdekking</td> -<td class="width40 bottom">ontdekking</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3639">144</a></td> -<td class="width40 bottom">Sanctornm</td> -<td class="width40 bottom">Sanctorum</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3645">144</a></td> -<td class="width40 bottom">Antiochie</td> -<td class="width40 bottom">Antiochië</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3657">144</a></td> -<td class="width40 bottom">Syrie</td> -<td class="width40 bottom">Syrië</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3704">146</a></td> -<td class="width40 bottom">karakterstiek</td> -<td class="width40 bottom">karakteristiek</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3745">148</a></td> -<td class="width40 bottom">Fontrevault</td> -<td class="width40 bottom">Fontevrault</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e3940">155</a></td> -<td class="width40 bottom">Hellpâch</td> -<td class="width40 bottom">Hellpach</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4044">161</a></td> -<td class="width40 bottom">leefdtijd</td> -<td class="width40 bottom">leeftijd</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4057">162</a></td> -<td class="width40 bottom">van zelf sprekendheid</td> -<td class="width40 bottom">vanzelfsprekendheid</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4060">162</a></td> -<td class="width40 bottom">paradoxisch</td> -<td class="width40 bottom">paradoxaal</td> -<td class="bottom">4</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4065">162</a></td> -<td class="width40 bottom">geplubliceerd</td> -<td class="width40 bottom">gepubliceerd</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4136">169</a>, <a class="pageref" href="#xd29e4659">194</a></td> -<td class="width40 bottom">Gyurkovechly</td> -<td class="width40 bottom">Gyurkovechky</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4145">169</a></td> -<td class="width40 bottom">Studiën</td> -<td class="width40 bottom">Studien</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4250">173</a></td> -<td class="width40 bottom">Cincinati</td> -<td class="width40 bottom">Cincinnati</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4269">173</a></td> -<td class="width40 bottom">Kish</td> -<td class="width40 bottom">Kisch</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4290">174</a></td> -<td class="width40 bottom">Samlung</td> -<td class="width40 bottom">Sammlung</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4293">174</a></td> -<td class="width40 bottom">Kleiner</td> -<td class="width40 bottom">kleiner</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4296">174</a></td> -<td class="width40 bottom">zu</td> -<td class="width40 bottom">zur</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4379">179</a></td> -<td class="width40 bottom">Krafft Ebing</td> -<td class="width40 bottom">Krafft-Ebing</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4405">179</a></td> -<td class="width40 bottom">Reverent</td> -<td class="width40 bottom">Reverend</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4444">182</a></td> -<td class="width40 bottom">tuschen</td> -<td class="width40 bottom">tusschen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4456">182</a></td> -<td class="width40 bottom">Phylosophique</td> -<td class="width40 bottom">Philosophique</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4539">187</a></td> -<td class="width40 bottom">exploisief</td> -<td class="width40 bottom">explosief</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4548">187</a></td> -<td class="width40 bottom">kweste</td> -<td class="width40 bottom">kwestie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4560">188</a></td> -<td class="width40 bottom">Hygiëne</td> -<td class="width40 bottom">Hygiene</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4601">190</a></td> -<td class="width40 bottom">oud</td> -<td class="width40 bottom">oude</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4611">191</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">ze </td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4613">191</a></td> -<td class="width40 bottom">neurotiech</td> -<td class="width40 bottom">neurotisch</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4622">191</a></td> -<td class="width40 bottom">is </td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4624">191</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">is </td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4633">192</a></td> -<td class="width40 bottom">verarmt</td> -<td class="width40 bottom">verarmd</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4686">195</a></td> -<td class="width40 bottom">Tolstoi</td> -<td class="width40 bottom">Tolstoy</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4732">201</a></td> -<td class="width40 bottom">prostitutées</td> -<td class="width40 bottom">prostituées</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4735">201</a></td> -<td class="width40 bottom">prostitutée</td> -<td class="width40 bottom">prostituée</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4829">205</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9641">393</a></td> -<td class="width40 bottom">Westermark</td> -<td class="width40 bottom">Westermarck</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4917">208</a></td> -<td class="width40 bottom">Rabuteaux</td> -<td class="width40 bottom">Rabutaux</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4922">208</a></td> -<td class="width40 bottom">Enrope</td> -<td class="width40 bottom">Europe</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4934">208</a></td> -<td class="width40 bottom">prostitué</td> -<td class="width40 bottom">prostituée</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e4979">209</a></td> -<td class="width40 bottom">prostitués</td> -<td class="width40 bottom">prostituées</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5010">210</a></td> -<td class="width40 bottom">waarte</td> -<td class="width40 bottom">waarde</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5031">211</a></td> -<td class="width40 bottom">Auman</td> -<td class="width40 bottom">Human</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5061">211</a></td> -<td class="width40 bottom">Semietes</td> -<td class="width40 bottom">Semites</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5070">211</a></td> -<td class="width40 bottom">Sumner</td> -<td class="width40 bottom">Summer</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5294">219</a></td> -<td class="width40 bottom">Japaneesche</td> -<td class="width40 bottom">Japansche</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5303">219</a>, <a class="pageref" href="#xd29e6182">242</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13413">546</a>, <a class="pageref" href="#xd29e14218">576</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Anthropologie</td> -<td class="width40 bottom">d’Anthropologie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5307">219</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom"> 1906</td> -<td class="bottom">5</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5546">227</a></td> -<td class="width40 bottom">limheid</td> -<td class="width40 bottom">slimheid</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5579">228</a></td> -<td class="width40 bottom">orde</td> -<td class="width40 bottom">order</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5582">228</a></td> -<td class="width40 bottom">der</td> -<td class="width40 bottom">de</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5589">228</a></td> -<td class="width40 bottom">te</td> -<td class="width40 bottom">to</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5615">229</a></td> -<td class="width40 bottom">Marguerite</td> -<td class="width40 bottom">Margueritte</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5702">232</a></td> -<td class="width40 bottom">bemoeiïng</td> -<td class="width40 bottom">bemoeiing</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5751">235</a></td> -<td class="width40 bottom">harstochten</td> -<td class="width40 bottom">hartstochten</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e5886">236</a></td> -<td class="width40 bottom">Huchinson</td> -<td class="width40 bottom">Hutchinson</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6099">239</a></td> -<td class="width40 bottom">Prostituirte</td> -<td class="width40 bottom">Prostituierte</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6306">246</a></td> -<td class="width40 bottom">Hervorbringen</td> -<td class="width40 bottom">Hervorbringung</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6386">248</a></td> -<td class="width40 bottom">geinverteerde</td> -<td class="width40 bottom">geïnverteerde</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6414">249</a></td> -<td class="width40 bottom">bevondt</td> -<td class="width40 bottom">bevond</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6420">249</a></td> -<td class="width40 bottom">symtoom</td> -<td class="width40 bottom">symptoom</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6429">249</a></td> -<td class="width40 bottom">Archivo</td> -<td class="width40 bottom">Archivio</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6447">250</a></td> -<td class="width40 bottom">A.</td> -<td class="width40 bottom">A</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6465">250</a></td> -<td class="width40 bottom">Prostitusione</td> -<td class="width40 bottom">Prostituzione</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6468">250</a></td> -<td class="width40 bottom">onervareu</td> -<td class="width40 bottom">onervaren</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6529">252</a></td> -<td class="width40 bottom">Guiffridd-Ruggeri</td> -<td class="width40 bottom">Guiffrida-Ruggeri</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6554">253</a></td> -<td class="width40 bottom">Medecine</td> -<td class="width40 bottom">Medicine</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6686">258</a></td> -<td class="width40 bottom">Anatony</td> -<td class="width40 bottom">Anatomy</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6699">259</a></td> -<td class="width40 bottom">ikn</td> -<td class="width40 bottom">ik</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6756">260</a></td> -<td class="width40 bottom">gemakkeiijk</td> -<td class="width40 bottom">gemakkelijk</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6808">262</a></td> -<td class="width40 bottom">Unserer</td> -<td class="width40 bottom">unserer</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6847">263</a></td> -<td class="width40 bottom">’</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6898">265</a></td> -<td class="width40 bottom">manoeuvers</td> -<td class="width40 bottom">manoeuvres</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e6980">269</a></td> -<td class="width40 bottom">Wheatly</td> -<td class="width40 bottom">Wheatley</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7041">271</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Hier</td> -<td class="width40 bottom">d’Hier</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7091">274</a></td> -<td class="width40 bottom">inplaats</td> -<td class="width40 bottom">in plaats</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7107">275</a></td> -<td class="width40 bottom">Aquinaliedo</td> -<td class="width40 bottom">Aguilaniedo</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7146">277</a></td> -<td class="width40 bottom">Helpach</td> -<td class="width40 bottom">Hellpach</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7164">277</a></td> -<td class="width40 bottom">Japanneesche</td> -<td class="width40 bottom">Japansche</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7199">278</a></td> -<td class="width40 bottom">en</td> -<td class="width40 bottom">er</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7219">279</a></td> -<td class="width40 bottom">essenteel</td> -<td class="width40 bottom">essentieel</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7261">280</a></td> -<td class="width40 bottom">C. Lyttleton</td> -<td class="width40 bottom">E. Lyttelton</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7276">281</a></td> -<td class="width40 bottom">én</td> -<td class="width40 bottom">en</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7365">292</a></td> -<td class="width40 bottom">vooraal</td> -<td class="width40 bottom">vooral</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7418">293</a></td> -<td class="width40 bottom">van</td> -<td class="width40 bottom">von</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7439">294</a></td> -<td class="width40 bottom">van</td> -<td class="width40 bottom">was</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7470">295</a></td> -<td class="width40 bottom">sedert dien</td> -<td class="width40 bottom">sedertdien</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7481">295</a></td> -<td class="width40 bottom">Schaudin</td> -<td class="width40 bottom">Schaudinn</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7492">295</a></td> -<td class="width40 bottom">Medern</td> -<td class="width40 bottom">Modern</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7594">300</a></td> -<td class="width40 bottom">dat</td> -<td class="width40 bottom">dan</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7658">302</a></td> -<td class="width40 bottom">Ameriean</td> -<td class="width40 bottom">American</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7673">302</a></td> -<td class="width40 bottom">Minesota</td> -<td class="width40 bottom">Minnesota</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7729">305</a></td> -<td class="width40 bottom">prostittuées</td> -<td class="width40 bottom">prostituées</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7753">307</a>, <a class="pageref" href="#xd29e7765">307</a></td> -<td class="width40 bottom">geinfecteerd</td> -<td class="width40 bottom">geïnfecteerd</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7792">310</a></td> -<td class="width40 bottom">Zondagschool</td> -<td class="width40 bottom">Zondagsschool</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7912">318</a></td> -<td class="width40 bottom">Sexualpädagogiek</td> -<td class="width40 bottom">Sexualpädagogik</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7920">319</a></td> -<td class="width40 bottom">Australische</td> -<td class="width40 bottom">Oostenrijksche</td> -<td class="bottom">7</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e7926">319</a></td> -<td class="width40 bottom">na </td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8008">323</a></td> -<td class="width40 bottom">Progès</td> -<td class="width40 bottom">Progrès</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8085">326</a></td> -<td class="width40 bottom">ontwetendheid</td> -<td class="width40 bottom">onwetendheid</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8098">327</a></td> -<td class="width40 bottom">vrije</td> -<td class="width40 bottom">kostelooze</td> -<td class="bottom">9</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8180">336</a></td> -<td class="width40 bottom">mischien</td> -<td class="width40 bottom">misschien</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8212">337</a></td> -<td class="width40 bottom">patriotschen</td> -<td class="width40 bottom">patriottischen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8284">339</a></td> -<td class="width40 bottom">catagorischen</td> -<td class="width40 bottom">categorischen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8287">339</a></td> -<td class="width40 bottom">abormale</td> -<td class="width40 bottom">abnormale</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8302">341</a></td> -<td class="width40 bottom">ideeëlen</td> -<td class="width40 bottom">ideëelen</td> -<td class="bottom">2 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8341">343</a></td> -<td class="width40 bottom">Zeitschrtft</td> -<td class="width40 bottom">Zeitschrift</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8354">343</a></td> -<td class="width40 bottom">Perigord</td> -<td class="width40 bottom">Périgord</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8362">343</a></td> -<td class="width40 bottom">l’ Anthropologie</td> -<td class="width40 bottom">l’Anthropologie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8375">344</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8379">344</a>, <a class="pageref" href="#xd29e8395">344</a></td> -<td class="width40 bottom">Senancourt</td> -<td class="width40 bottom">Senancour</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8492">347</a></td> -<td class="width40 bottom">and</td> -<td class="width40 bottom">und</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8522">348</a></td> -<td class="width40 bottom">paidophilia</td> -<td class="width40 bottom">paedophilia</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8535">348</a></td> -<td class="width40 bottom">Desprès</td> -<td class="width40 bottom">Després</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8548">348</a></td> -<td class="width40 bottom">d’Anthopologie</td> -<td class="width40 bottom">d’Anthropologie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8556">348</a></td> -<td class="width40 bottom">Geschlecht-sittliche</td> -<td class="width40 bottom">geschlechtlich-sittlichen</td> -<td class="bottom">6</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8586">350</a></td> -<td class="width40 bottom">Salvian</td> -<td class="width40 bottom">Salvianus</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8595">350</a></td> -<td class="width40 bottom">).</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8615">350</a></td> -<td class="width40 bottom">revolutionnaire</td> -<td class="width40 bottom">revolutionaire</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8726">356</a></td> -<td class="width40 bottom">gynaecratisch</td> -<td class="width40 bottom">gynaecocratisch</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8800">358</a></td> -<td class="width40 bottom">l’ Antiquité</td> -<td class="width40 bottom">l’Antiquité</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8823">358</a></td> -<td class="width40 bottom">Agypten</td> -<td class="width40 bottom">Ägypten</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8839">358</a></td> -<td class="width40 bottom">Consciensce</td> -<td class="width40 bottom">Conscience</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8917">361</a></td> -<td class="width40 bottom">Mellquham</td> -<td class="width40 bottom">McIlquham</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8956">362</a></td> -<td class="width40 bottom">Bedollierre</td> -<td class="width40 bottom">Bedollière</td> -<td class="bottom">2 / 1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e8999">363</a></td> -<td class="width40 bottom">aan namen</td> -<td class="width40 bottom">aannamen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9063">365</a></td> -<td class="width40 bottom">, zegt Hobhouse,</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">16</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9112">367</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">van </td> -<td class="bottom">4</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9154">369</a></td> -<td class="width40 bottom">kuischhid</td> -<td class="width40 bottom">kuischheid</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9188">371</a></td> -<td class="width40 bottom">Herodus</td> -<td class="width40 bottom">Herodotus</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9196">371</a></td> -<td class="width40 bottom">sluite en</td> -<td class="width40 bottom">sluit een</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9214">371</a></td> -<td class="width40 bottom">kapitalisch</td> -<td class="width40 bottom">kapitalistisch</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9292">376</a></td> -<td class="width40 bottom">bruale</td> -<td class="width40 bottom">brutale</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9334">378</a></td> -<td class="width40 bottom">leder</td> -<td class="width40 bottom">ieder</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9421">385</a></td> -<td class="width40 bottom">antropoide</td> -<td class="width40 bottom">anthropoide</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9451">385</a>, <a class="pageref" href="#xd29e9489">387</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10759">446</a>, <a class="pageref" href="#xd29e10982">455</a></td> -<td class="width40 bottom">promiscuiteit</td> -<td class="width40 bottom">promiscuïteit</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9492">387</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12800">524</a></td> -<td class="width40 bottom"> (</td> -<td class="width40 bottom">, </td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9744">396</a></td> -<td class="width40 bottom">L’ Année</td> -<td class="width40 bottom">L’Année</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9786">398</a></td> -<td class="width40 bottom">canieke</td> -<td class="width40 bottom">canonieke</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9798">398</a></td> -<td class="width40 bottom">Prostestanten</td> -<td class="width40 bottom">Protestanten</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9801">398</a></td> -<td class="width40 bottom">Puriteiten</td> -<td class="width40 bottom">Puriteinen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9860">400</a></td> -<td class="width40 bottom">. Zoodat</td> -<td class="width40 bottom">, zoodat</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e9882">400</a></td> -<td class="width40 bottom">Familiy</td> -<td class="width40 bottom">Family</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10103">411</a></td> -<td class="width40 bottom">vrienschappelijk</td> -<td class="width40 bottom">vriendschappelijk</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10216">418</a></td> -<td class="width40 bottom">mental</td> -<td class="width40 bottom">Mental</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10263">420</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Enjoy</td> -<td class="width40 bottom">d’Enjoy</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10301">421</a></td> -<td class="width40 bottom">einen</td> -<td class="width40 bottom">einem</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10417">429</a></td> -<td class="width40 bottom">Wahlverwantschaften</td> -<td class="width40 bottom">Wahlverwandtschaften</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10460">431</a></td> -<td class="width40 bottom">Jowa</td> -<td class="width40 bottom">Iowa</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10539">434</a></td> -<td class="width40 bottom">Eeb</td> -<td class="width40 bottom">Feb.</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10628">439</a></td> -<td class="width40 bottom">elkanker</td> -<td class="width40 bottom">elkander</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e10783">447</a></td> -<td class="width40 bottom">nadeelingen</td> -<td class="width40 bottom">nadeeligen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11055">465</a></td> -<td class="width40 bottom">Ecclesiatical</td> -<td class="width40 bottom">Ecclesiological</td> -<td class="bottom">4</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11085">466</a></td> -<td class="width40 bottom">Cliniqne</td> -<td class="width40 bottom">Clinique</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11124">467</a></td> -<td class="width40 bottom">gynecoloog</td> -<td class="width40 bottom">gynaecoloog</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11144">468</a></td> -<td class="width40 bottom">Das</td> -<td class="width40 bottom">Der</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11198">469</a></td> -<td class="width40 bottom">1009</td> -<td class="width40 bottom">1909</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11398">479</a></td> -<td class="width40 bottom">toetsbord</td> -<td class="width40 bottom">toetsenbord</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11416">479</a></td> -<td class="width40 bottom">en</td> -<td class="width40 bottom">on</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11465">480</a></td> -<td class="width40 bottom">Mangelhafte</td> -<td class="width40 bottom">mangelhafte</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11603">486</a></td> -<td class="width40 bottom">geeischte</td> -<td class="width40 bottom">geëischte</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11652">487</a></td> -<td class="width40 bottom">Ziemmssen’s</td> -<td class="width40 bottom">Ziemssen’s</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11663">487</a></td> -<td class="width40 bottom">Sexualle</td> -<td class="width40 bottom">Sexuelle</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11773">490</a></td> -<td class="width40 bottom">Ean</td> -<td class="width40 bottom">Een</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11876">495</a></td> -<td class="width40 bottom">coitusbewegingen</td> -<td class="width40 bottom">coïtusbewegingen</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e11992">500</a></td> -<td class="width40 bottom">waaarschijnlijk</td> -<td class="width40 bottom">waarschijnlijk</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12019">500</a></td> -<td class="width40 bottom">tochycardia</td> -<td class="width40 bottom">tachycardia</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12095">501</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12439">507</a></td> -<td class="width40 bottom">coitusdaad</td> -<td class="width40 bottom">coïtusdaad</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12099">501</a></td> -<td class="width40 bottom">nadeeling</td> -<td class="width40 bottom">nadeelig</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12121">502</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12135">502</a></td> -<td class="width40 bottom">Oneinda</td> -<td class="width40 bottom">Oneida</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12124">502</a></td> -<td class="width40 bottom">ejuculatie</td> -<td class="width40 bottom">ejaculatie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12167">503</a></td> -<td class="width40 bottom">of</td> -<td class="width40 bottom">van</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12210">503</a></td> -<td class="width40 bottom">l’amour</td> -<td class="width40 bottom">l’Amour</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12267">504</a></td> -<td class="width40 bottom">Mahomedaansche</td> -<td class="width40 bottom">Mohammedaansche</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12308">505</a></td> -<td class="width40 bottom">genitalien</td> -<td class="width40 bottom">genitaliën</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12393">506</a></td> -<td class="width40 bottom">Acharnians</td> -<td class="width40 bottom">Acharniërs</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12434">507</a></td> -<td class="width40 bottom">raphsodie</td> -<td class="width40 bottom">rhapsodie</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12451">507</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Aulnay</td> -<td class="width40 bottom">d’Aulnay</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12457">507</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Espagne</td> -<td class="width40 bottom">d’Espagne</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12474">508</a></td> -<td class="width40 bottom">Pepy</td> -<td class="width40 bottom">Pepys</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12517">510</a></td> -<td class="width40 bottom">toeeigenen</td> -<td class="width40 bottom">toeëigenen</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12537">511</a>, <a class="pageref" href="#xd29e12556">511</a></td> -<td class="width40 bottom">Jalousy</td> -<td class="width40 bottom">Jealousy</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12682">516</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">man en vrouw mogelijk is om een intieme vriendschap te hebben </td> -<td class="bottom">62</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12690">516</a></td> -<td class="width40 bottom">man en een vrouw mogelijk is om intieme vriendschap te hebben</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">61</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12729">518</a></td> -<td class="width40 bottom">moeielijk</td> -<td class="width40 bottom">moeilijk</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12832">525</a></td> -<td class="width40 bottom">tafelredenen</td> -<td class="width40 bottom">tafelreden</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e12920">529</a></td> -<td class="width40 bottom">Amerika</td> -<td class="width40 bottom">Duitschland</td> -<td class="bottom">10</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13070">534</a></td> -<td class="width40 bottom">voerbehoedmiddelen</td> -<td class="width40 bottom">voorbehoedmiddelen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13085">535</a></td> -<td class="width40 bottom">Statisiical</td> -<td class="width40 bottom">Statistical</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13091">535</a></td> -<td class="width40 bottom">doodszonde</td> -<td class="width40 bottom">doodzonde</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13103">535</a></td> -<td class="width40 bottom">197</td> -<td class="width40 bottom">179</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13121">536</a></td> -<td class="width40 bottom">imbecillen</td> -<td class="width40 bottom">imbecielen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13282">542</a>, <a class="pageref" href="#xd29e13288">542</a></td> -<td class="width40 bottom">Sexual Probleme</td> -<td class="width40 bottom">Sexual-Probleme</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13292">542</a></td> -<td class="width40 bottom">Kraft-Ebbing</td> -<td class="width40 bottom">Kraft-Ebing</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13302">543</a></td> -<td class="width40 bottom">Kamener</td> -<td class="width40 bottom">Kaminer</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13419">546</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Obstétrique</td> -<td class="width40 bottom">d’Obstétrique</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13425">546</a></td> -<td class="width40 bottom">Bousset</td> -<td class="width40 bottom">Bausset</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13447">547</a></td> -<td class="width40 bottom">Bolestrini</td> -<td class="width40 bottom">Balestrini</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13508">548</a></td> -<td class="width40 bottom">III</td> -<td class="width40 bottom">lii</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13512">548</a></td> -<td class="width40 bottom">III</td> -<td class="width40 bottom">liii</td> -<td class="bottom">4</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13523">549</a></td> -<td class="width40 bottom">Jellinck</td> -<td class="width40 bottom">Jellinek</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13539">549</a></td> -<td class="width40 bottom">una</td> -<td class="width40 bottom">und</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13562">550</a></td> -<td class="width40 bottom">Espossione</td> -<td class="width40 bottom">Esposizione</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13568">550</a></td> -<td class="width40 bottom">Lisst</td> -<td class="width40 bottom">Liszt</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13576">550</a></td> -<td class="width40 bottom">Rodbruch</td> -<td class="width40 bottom">Radbruch</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13602">551</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Avortement</td> -<td class="width40 bottom">d’Avortement</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13713">556</a></td> -<td class="width40 bottom">L’ Anomalo</td> -<td class="width40 bottom">L’Anomalo</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13718">556</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ empêcher</td> -<td class="width40 bottom">d’empêcher</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13747">557</a></td> -<td class="width40 bottom">Zuccarrelli</td> -<td class="width40 bottom">Zuccarelli</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13767">557</a></td> -<td class="width40 bottom">Tredgolt</td> -<td class="width40 bottom">Tredgold</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13819">560</a></td> -<td class="width40 bottom">algemeenzich</td> -<td class="width40 bottom">algemeen zich</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13860">563</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">Opnieuw verwijs ik hier naar Leas leerzame <i lang="en">History of Sacerdotal Celibacy</i>.</td> -<td class="bottom">74</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13910">565</a></td> -<td class="width40 bottom">Syphylis</td> -<td class="width40 bottom">Syphilis</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13921">565</a></td> -<td class="width40 bottom">Australië</td> -<td class="width40 bottom">Oostenrijk</td> -<td class="bottom">7</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13930">565</a></td> -<td class="width40 bottom">Lisbon</td> -<td class="width40 bottom">Lissabon</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e13964">567</a></td> -<td class="width40 bottom">Anthromometric</td> -<td class="width40 bottom">Anthropometric</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e14037">570</a></td> -<td class="width40 bottom">Progres</td> -<td class="width40 bottom">Progress</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e14156">573</a></td> -<td class="width40 bottom">d’ Obstrétique</td> -<td class="width40 bottom">d’Obstrétique</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e14161">574</a></td> -<td class="width40 bottom">Rawdon</td> -<td class="width40 bottom">Rawson</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e14183">574</a></td> -<td class="width40 bottom">Statistischer</td> -<td class="width40 bottom">Statistisches</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd29e14187">574</a></td> -<td class="width40 bottom">, </td> -<td class="width40 bottom"> (</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -</table> -<h3 class="main">Afkortingen</h3> -<p>Overzicht van gebruikte afkortingen.</p> -<table class="abbreviationtable" summary="Overzicht van gebruikte afkortingen."> -<tr> -<th>Afkorting</th> -<th>Uitgeschreven</th> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">b.v.</td> -<td class="bottom">bijvoorbeeld</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">B.v.</td> -<td class="bottom">Bijvoorbeeld</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">D.D.</td> -<td class="bottom">Doctor Divinitatis</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">d.i.</td> -<td class="bottom">dat is</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">d.z.</td> -<td class="bottom">dat zijn</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">l.c.</td> -<td class="bottom">loco citato</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">l.l.</td> -<td class="bottom">laatsleden</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">n.l.</td> -<td class="bottom">namelijk</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">o.a.</td> -<td class="bottom">onder andere</td> -</tr> -<tr> -<td class="bottom">p.p.</td> -<td class="bottom">pagina’s</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> - - - - - - - -<pre> - - - - - -End of Project Gutenberg's De psychologie der sexen, by Havelock Ellis - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE PSYCHOLOGIE DER SEXEN *** - -***** This file should be named 62660-h.htm or 62660-h.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/6/2/6/6/62660/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg - - -Updated editions will replace the previous one--the old editions -will be renamed. - -Creating the works from public domain print editions means that no -one owns a United States copyright in these works, so the Foundation -(and you!) can copy and distribute it in the United States without -permission and without paying copyright royalties. Special rules, -set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to -copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to -protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project -Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you -charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you -do not charge anything for copies of this eBook, complying with the -rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose -such as creation of derivative works, reports, performances and -research. They may be modified and printed and given away--you may do -practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is -subject to the trademark license, especially commercial -redistribution. - - - -*** START: FULL LICENSE *** - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project -Gutenberg-tm License (available with this file or online at -http://gutenberg.org/license). - - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm -electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy -all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. -If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project -Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the -terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or -entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement -and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic -works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" -or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project -Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the -collection are in the public domain in the United States. If an -individual work is in the public domain in the United States and you are -located in the United States, we do not claim a right to prevent you from -copying, distributing, performing, displaying or creating derivative -works based on the work as long as all references to Project Gutenberg -are removed. Of course, we hope that you will support the Project -Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by -freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of -this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with -the work. You can easily comply with the terms of this agreement by -keeping this work in the same format with its attached full Project -Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in -a constant state of change. If you are outside the United States, check -the laws of your country in addition to the terms of this agreement -before downloading, copying, displaying, performing, distributing or -creating derivative works based on this work or any other Project -Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning -the copyright status of any work in any country outside the United -States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate -access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently -whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the -phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project -Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, -copied or distributed: - -This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with -almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or -re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included -with this eBook or online at www.gutenberg.org/license - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived -from the public domain (does not contain a notice indicating that it is -posted with permission of the copyright holder), the work can be copied -and distributed to anyone in the United States without paying any fees -or charges. If you are redistributing or providing access to a work -with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the -work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 -through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the -Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or -1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional -terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked -to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the -permission of the copyright holder found at the beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any -word processing or hypertext form. However, if you provide access to or -distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than -"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version -posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), -you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a -copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon -request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other -form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm -License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided -that - -- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is - owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he - has agreed to donate royalties under this paragraph to the - Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments - must be paid within 60 days following each date on which you - prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax - returns. Royalty payments should be clearly marked as such and - sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the - address specified in Section 4, "Information about donations to - the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." - -- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or - destroy all copies of the works possessed in a physical medium - and discontinue all use of and all access to other copies of - Project Gutenberg-tm works. - -- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any - money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days - of receipt of the work. - -- You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm -electronic work or group of works on different terms than are set -forth in this agreement, you must obtain permission in writing from -both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael -Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the -Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -public domain works in creating the Project Gutenberg-tm -collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic -works, and the medium on which they may be stored, may contain -"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or -corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual -property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a -computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by -your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium with -your written explanation. The person or entity that provided you with -the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a -refund. If you received the work electronically, the person or entity -providing it to you may choose to give you a second opportunity to -receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy -is also defective, you may demand a refund in writing without further -opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER -WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO -WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. -If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the -law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be -interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by -the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any -provision of this agreement shall not void the remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance -with this agreement, and any volunteers associated with the production, -promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, -harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, -that arise directly or indirectly from any of the following which you do -or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm -work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any -Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. - - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of computers -including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists -because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from -people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need, are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. -To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 -and the Foundation web page at http://www.pglaf.org. - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive -Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at -http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent -permitted by U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. -Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered -throughout numerous locations. Its business office is located at -809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email -business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact -information can be found at the Foundation's web site and official -page at http://pglaf.org - -For additional contact information: - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To -SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any -particular state visit http://pglaf.org - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. -To donate, please visit: http://pglaf.org/donate - - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic -works. - -Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm -concept of a library of electronic works that could be freely shared -with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project -Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. - - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. -unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily -keep eBooks in compliance with any particular paper edition. - - -Most people start at our Web site which has the main PG search facility: - - http://www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - - -</pre> - -</body> -</html> diff --git a/old/62660-h/images/book.png b/old/62660-h/images/book.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 1825ce0..0000000 --- a/old/62660-h/images/book.png +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/images/card.png b/old/62660-h/images/card.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 784a984..0000000 --- a/old/62660-h/images/card.png +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/images/external.png b/old/62660-h/images/external.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 1434642..0000000 --- a/old/62660-h/images/external.png +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/images/front.jpg b/old/62660-h/images/front.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 93136d1..0000000 --- a/old/62660-h/images/front.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/images/spine.jpg b/old/62660-h/images/spine.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 8c42dcf..0000000 --- a/old/62660-h/images/spine.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/62660-h/images/titlepage.png b/old/62660-h/images/titlepage.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 8928f33..0000000 --- a/old/62660-h/images/titlepage.png +++ /dev/null |
